THEMA: VAKANTIE!
’s
Speelbrief
JULI 2016 Het is vakantie! Daarom gaat aapje Pippo een dagje naar de dierentuin. Hij ziet een pinguïn zwemmen en een leeuw komt wel heel dichtbij! In de rubriek Plaatjes en woordjes leren kinderen met Lasse en Lina nog meer dierentuinwoordjes. Beertje Bruin is ook een dagje uit: hij is aan het strand. Van Mama Beer moet hij een hoedje op tegen de zon. En ook het speelverhaaltje gaat over het strand: je kunt golfjes zelf laten komen en gaan. Peuters die dat al eens in het echt hebben meegemaakt, zullen herkennen hoe spannend en leuk dat is. Op de uitklapplaat zien peuters een cam-
PIPPO-thema prentenboeken
Speelbrief - Juli 2016 - p1
Op zoek naar peuterboeken die bij het PIPPO-thema van deze maand passen? Ga naar deze link en vind er een heleboel: http://clavisbooks.com/thema/pippo
ACTIVITEIT Knutsel samen een leeuw een wc-rolletje / stevig papier kleurpotloden / lijm / een schaar 1. Teken de kop van de leeuw. Knip hem uit en teken er ogen op, een neus en een mond. 2. Teken manen en knip ze uit. 3. Teken vier poten en een staart en knip ze uit. 4. Plak alles vast op het wc-rolletje.
ping waar ze deze vakantie misschien wel zelf naartoe gaan. Leuk om samen met deze kijkplaat dat avontuur voor te bereiden. In deze Speelbrief vind je bij al deze PIPPO-verhaaltjes extra activiteiten.
Ik wens jullie met deze Speelbrief veel lees- en speelplezier tijdens de vakantie!
Marja Baeten redactie PIPPO
LEESTIP Lees het verhaaltje van aapje Pippo voor en wijs de voorwerpen aan die in het verhaaltje worden genoemd. Vooral voor heel jonge kinderen is dat zinvol. Zij leren zo het verband te zien tussen het woord en een afbeelding daarvan. Bij iets oudere kinderen kun je het woord dat je aanwijst juist niet zeggen. Peuters vinden het heerlijk om jouw zin te kunnen aanvullen: kijk eens wat ik al kan!
Plaatjes en woord jes Deze rubriek heeft als doel om de woordenschat van kinderen uit te breiden.
LEESTIP
Hoe heten de dieren? • Wijs de verschillende dieren op bladzijde 6 aan en zeg hardop hoe elk dier heet. Als een peuter het probeert na te zeggen, herhaal jij het nóg een keer. Zo leren kinderen het snelst. Ook het aanwijzen van het plaatje dat erbij hoort, zorgt ervoor dat onthouden en nazeggen eerder lukt. • Bespreek ook samen welk geluid elk dier maakt. In aansluiting daarop kun je het spelletje spelen dat hieronder staat.
ACTIVITEIT
Lied voor alle dieren Dierentuindieren maken niet altijd heel duidelijke geluiden. Dat wil zeggen: geen geluiden die goed na te bootsen zijn. Daarom voegen we ook boerderijdieren toe. Voor dit liedje verzamel je zo veel mogelijk speelgoeddieren. Dat kunnen knuffels zijn, maar ook Duplodieren of boerderijdieren.
©Shutterstock
Je zingt dit liedje: Een koetje en een kalfje die liepen in de wei. Toen kwam er een heel dik varkentje voorbij, dat zei, dat zei: ‘Geef dat kalfje maar aan mij!’ ‘Nee,’ zei de koe, ‘boe boe boe!’ ‘Nee,’ zei de koe, ‘boe boe boe! Dat kalfje is van mij!’
Speelbrief - Juli 2016 - p2
Ken je dit liedje niet? Luister en kijk dan naar het filmpje op: www.kinderliedjes.nu/index.php?s=een+ koetje+en+een+kalfje
Gebruik de speelgoeddieren om op dit liedje te variëren. Een leeuw en een welpje die liepen in de wei. Toen kwam er een heel dik varkentje voorbij, Dat zei, dat zei: ‘Geef dat welpje maar aan mij!’ ‘Nee,’ zei de leeuw, ‘brul brul brul!’ ‘Nee,’ zei de leeuw, ‘brul brul brul! Dat welpje is van mij!’
Dieren die ook kunnen: een schaap en een lam, een hond en een pup, een kat en een kitten. Het is leuk om af te sluiten met: een mama en een kind. Peuters hebben vaak veel plezier om de dierengeluiden na te doen. Ook dat varken dat steeds ‘nee’ te horen krijgt, vinden ze leuk. De herhaling geeft herkenning en tegelijkertijd groeit de woordenschat. Uit: Doe-boek, speelideeën voor 0 tot 4 jaar door Marianne de Valck.
Beertje Bruin heeft een hoedje Als Beertje Bruin zijn hoedje opheeft, is het buiten heel mooi weer. Het hoedje beschermt zijn hoofdje tegen hete zonnestralen. Herkenbaar in dit verhaaltje zal zijn dat kinderen een zonnehoedje dikwijls niet graag ophebben. Toch moeten ze weten dat het belangrijk is. De zon is lekker warm, maar je kunt er ook ziek van worden als hij te veel op je hoofd schijnt. Het verhaaltje van Beertje Bruin is goed bruikbaar om die boodschap aan peuters door te geven. Om die reden kun je het verhaaltje hier en daar aanvullen. Lees hieronder.
LEESTIP • Lees het verhaaltje voor. Wijs op de illustraties de voorwerpen aan die in het verhaaltje worden genoemd. Bij het laatste plaatje lees je: Als Beertje Bruin een stukje taart krijgt, vergeet hij zijn hoedje helemaal. Daar kun je dan aan toevoegen: Maar Mama Beer vergeet het niet. Als de taart op is, moet het hoedje ook weer op!
Speelbrief - Juli 2016 - p3
• Als je het verhaaltje nog een keer leest, kun je het interactief maken, door Mama Beer te laten reageren op elk plaatje. Na de laatste zin zeg je steeds: Mama Beer zegt: … Die zin kun je zelf aanvullen. Oudere kinderen kun je ook zelf het einde van die zin laten bedenken. Hier zijn wat voorbeelden:
1) Plaatje 1: Mama Beer zegt: ‘Dat hoedje houdt de zonnestralen tegen.’ 2) Plaatje 2: Mama Beer zegt: ‘Dat hoedje moet je ophouden, Beertje Bruin.’ 3) Plaatje 3: Mama Beer zegt: ‘Dat hoedje moet op jouw hoofd, Beertje Bruin.’ 4) Plaatje 4: Mama Beer zegt: ‘Als de taart op is, moet het hoedje weer op!’ • Zoek in PIPPO nog meer kinderen die een zonnehoedje ophebben. Wat heeft Max op zijn hoofd op blz. 16? En wie hebben er allemaal iets op hun hoofd op de camping op blz. 20-21? Meer informatie over veilig in de zon? Kijk op www.gezondheidsplein.nl/dossiers/ veilig-zonnen/hoe-bescherm-je-je-kind-in-de-zon
ACTIVITEIT
Kleur het hoedje van Beertje Bruin
©Shutterstock
Maak een kopie van de volgende pagina. Kinderen kleuren het zonnehoedje van Beertje Bruin. Bovenaan kun je hun naam invullen.
t f e e h . . . . . ............... e j d e o h e n het zon gekleurd!
Illustratie: Martin Bour.
Max is op vakantie Max is op vakantie met zijn vriendinnetje Else. Aanvankelijk vindt hij het moeilijk om te delen. Maar al gauw ontdekt Max dat het juist leuk is om samen met steentjes en stokjes in het water te spelen.
LEESTIP
Lees het verhaaltje voor. Zorg dat de kinderen de illustraties goed kunnen zien. Als je het verhaaltje een tweede keer voorleest, kun je de verschillende rollen die Max speelt benadrukken. Bekijk samen de gezichtsuitdrukkingen van Max. - Hoe kijkt Max op plaatje 1? Waarom kijkt hij zo, denk je? - Hoe kijkt Max op de volgende plaatjes en waarom kijkt hij dan zo?
ACHTERGROND
Speelbrief - Juli 2016 - p5
Kunnen peuters al samenspelen?
Kinderen zijn tot ongeveer hun tweede jaar nog grotendeels op zichzelf gericht en in het spel heeft het kind nog weinig anderen nodig. Dan zo rond het tweede jaar zien we een verandering plaatsvinden. Kinderen raken steeds meer geïnteresseerd in wat anderen doen. Jonge peuters kunnen heel gezellig naast elkaar spelen en daarbij best wat aandacht aan elkaar schenken, maar het blijft bij ‘naast elkaar spelen’ en niet ‘met elkaar spelen’. Op deze leeftijd hebben kinderen ook nog te weinig besef van het feit dat anderen ook wensen en gevoelens hebben. Toch is dit naast elkaar spelen de eerste stap naar het ontwikkelen van het besef dat andere kinderen ook een mening en emoties hebben. Peuters die naast elkaar spelen observeren en imiteren elkaar en leren hier veel van. Bron: Opvoedadvies.nl
Samenstelling en teksten: Marja Baeten. Pedagogische bron: Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar.
ACTIVITEIT
Spelen met water: drijven of zinken? Vul een grote bak met water. Verzamel samen kleine voorwerpen. Leg nu om de beurt een voorwerp voorzichtig in het water, maar houd het nog even vast. Je vraagt: blijft het op het water liggen (dat heet drijven)? Of zakt het door het water heen (dat heet zinken)? Wat denk je? Als er een voorspelling is gedaan, laat je het voorwerp los. Wat gebeurt er? Praat met oudere peuters waarom iets blijft drijven. En hoe komt het dat iets zinkt? Laat kinderen zelf antwoorden bedenken. De conclusie kan ten slotte zijn: als iets licht is (een balletje, een veertje, een bootje, een wasknijper, een paperclip), blijft het op het water drijven. Als iets zwaarder is (een steentje, een knikker, een sleutel), dan zinkt het.
©Shutterstock