M
p i e t e r s m a
&
s p o e l s t r a
r u i m t e l i j k e o r d e n i n g en m i l i e u
Bezoekadres: De Sannen 28 9289 HK Drogeham Postbus 31 9289 ZH Drogeham
Het college van Gedeputeerde Staten van Fryslan t.a.v. de afdeling Sted en Plattelan Postbus 20120 8900 HM LEEUWARDEN
T (0512) 36 99 00 F(0512) 36 99 01
[email protected]
Doc. nr.: Class, nr.:
ingek.: Drogeham, 10 juni 2014
1 1 JUN 20U
Afdsli':."!.
f
beh. door: I Afd. Hoofd
Uw kenmerk Ons kenmerk Onderwerp
65730/TV/JP/118 Maatschap Ybema te Nijega
AWB .. weken
voor kenn.sg. aangenomen/tel. afgedaan
Geacht college, Het bijgaande zenden wij u zonder begeleidend schrijven:
[ j J i iJ I| L G l j £3
Op uw verzoek Naar aanleiding van het telefonisch verzoek/overleg In verband met Volgens afspraak Ter informatie Te uwer beoordeling Met het verzoek hierover contact op te n e m e n met Met het verzoek dit na ondertekening te retourneren Bijgaand in vijfvoud de aanvraag vergunning Natuurbeschermingswet Ten behoeve van Maatschap Ybema te Nijega.
Met vriendelijke grpet, &Spcfelstra^OM bv
IBAN:NL73RABO0309049083 - BIC: RAB0NL2U Dealgernenevoorwaarden zijn onder KuKnummer 01089736 gedeponeerd bijdeKamer van Koophandel en Fabriefeen te Leeuwarden
p i e t e r s m a ruimtelijke
s p o e l s t r a ordenin
en
milieu
Bezoekadres: De Sannen 28 9289 HKDrogeham Postbus 31 9289 ZH Drogeham
Aanvraag vergunning Natuurbeschermingswet ten behoeve van
T (0512) 36 99 00 F(0512) 36 99 01 E
[email protected]
Maatschap Ybema Finnen 13 te Nijega
Colofon:
Opdrachtgever:
Maatschap Ybema Finnen 13 9271 W NIJEGA
Contactpersoon:
De h e e r J. Ybema
Uitgevoerd door: Contactpersoon: Telefoon: Telefax: Email: Projectnummer:
Pietersma en Spoelstra ROM bv te Drogeham Mevrouw T. Veenstra 0512-369900 0512-369901
[email protected] 65730/TV/JP
Datum:
Drogeham, 10j u n i 2014
IBAN:NI73RABO0309049083 - BIC: RAB0NL2U De algemene voorwaarden zijnonder KvKnummer01089736 gedeponeerd bijdeKamer vanKoophandel enFabrieken te Leeuwarden
ALGEMENE VOORWAARDEN p i e t e r s m a & s p o e l s t r a ROM bv 1.
Toepasselijkheid
7.
2.
Aanbiedingen,
totstandkoming
Intellectuele eigendommen
overeenkomstcn
8. An nsprateelijfeheid
3.
Pri/zen/honorering
4 . Beta Iing
5.
Uitstel
9.
6.
Herroeping
o/ n e e r l e g g i n g v o n de o p d r a c h t
G e s c h i l l e n en t o e p a s s e l i j f e r e c l i l
p i e t e r s m a r u i m t e l i j k e
INHOUD
AANVRAAGFORMULIER
BIJLAGEN
Bijlage 1 Machtiging ondertekening
Bijlage 2 Depositie referentie datum
Bijlage 3 Depositie nieuwe situatie
Bijlage 4 Depositie Wolwarren 2
Bijlage 5Vergunning Wolwarren 2
Bijlage 6 Overzicht saldering
Bijlage 7 Overzicht vergunde rechten Finnen 13
Bijlage 8 Bouwtekeningen nieuwe situatie
Bijlage 9 Overeenkomst saldering
Bijlage 10 Topografische kaart
&
s p o e l s t r a
o r d e n i n g
en
m i l i e u
AanvraagvergunningNatuurbeschermingswet 1998(Nb-wet)
Dit aanvraagformulier is nodig om een Natuurbeschermingswet (Nb-wet) vergunning aan te vragen. Dat moet als het gaat het om een activiteit (plan of handeling) die een negatief effect kan hebben op (een van) de beschermde natuurgebieden in Fryslan.
Let op! •
Voordat u de aanvraag indient, verzoeken wij u nadrukkelijk om contact op te nemen met de provincie over de voorgenomen activiteit. Dat kan via telefoonnummer: 058-292 50 76 of via de website www.fryslan.nl/nb-wet.
•
Gebruik bij het invullen van dit formulier de beschikbare gebiedsinformatie. U vindt de
•
Verstrek alle gegevens in de Friese of Nederlandse taal.
•
Als u het formulier met pen invult en het antwoord past niet op het formulier, dan kunt u
gebiedsinformatie (ook) op www.fryslan.nl/nb-wet.
het antwoord op de betreffende vraag als bijlage meesturen. Geef duidelijk aan dat de bijlage bij de aanvraag hoort: voorzie de bijlage van de naam van de aanvrager, de naam van het gebied, de naam van de activiteit en het nummer van de betreffende vraag. •
Lever het aanvraagformulier en de bijlagen, behalve tekeningen en kaarten, in A4-
•
Lever de (uitgeprinte) aanvraag en alle bijbehorende stukken in 5-voud aan. Wanneer
formaat aan. sprake isvan toetsing aan meerdere Natura 2000-gebieden, dienen per additioneel gebied 4 extra exemplaren te worden aangeleverd. •
Mogelijk is het ministerie van Economische Zaken bevoegd om over uw aanvraag te beslissen. Als dit
•
Deze aanvraag isvia de website www.fryslan.nl/nb-wet beschikbaar en in te vullen als PDF-bestand.
zo is, dan stuurt de provincie uw aanvraag door en krijgt u daarover bericht. (met behulp van de Tab-toets kan van het ene tekstveld naar het andere worden gesprongen).
Heeft u vragen bij het invullen? Als u hulp nodig heeft bij het invullen of een nadere toelichting wenst, kunt u contact opnemen met de provincie Fryslan. Dat kan via telefoonnummer: 058-292 50 76 of via de website www.fryslan.nl/nb-wet.
Vergunningaanvraag Nb-wet provincie Fryslan
1. Algemene gegevens
1.1 Aanvrager / gemachtigde Organisatie: Pietersma & Spoelstra ruimtelijke ordening en milieuadviseurs Naam: T. Veenstra
•
man
a
vrouw
Adres: (straat, huisnummer) Postbus 31 (postcode en plaats) 9289 ZH Drogeham Telefoonnummer: 0512 369900 Faxnummer: 0512 369901 E-mailadres:
[email protected]
1.2 Gebruiker Organisatie: Maatschap Ybema Naam: J. Ybema
3
man
a
vrouw
Adres: (straat, huisnummer) Finnen 13 (postcode en plaats) 9271 W Telefoonnummer: 0512 371723 Faxnummer: E-mailadres'
[email protected]
1.3 Locatie van de door uvoorgenomen activiteit: Adres: (straat en huisnummer) Finnen 13 (postcode en plaats 9271 W Nijega Omschrijving (indien locatie niet is gekoppeld aan een huisadres): Kadastrale gegevens: Gemeente(n) waar locatie is gelegen: Smallingerland Voeg als bijlage een topografische kaart toe, zie 4.1
1.4 Naam van de/het natuurgebied(en) waar het project of de handeling effect op kan hebben Vergunningaanvraag Nb-wet provincie Fryslan
gebied(en): 1
Naam gebied: Aide Feanen
1.5
Korte omschrijving van deactiviteit op hoofdlijnen. Voegalsbijlage eensituatietekening toe,zie4.2
Het houden van melkvee in combinatie met een intensieve tak. Na uitbreidingworden er 260 stuks melkvee en 200 stuksjongvee met daarbij 80.000 stuks vleeskuikens verdeeld overtwee stallen.
1.6
Kruis aanwat voor soort Nb-wetvergunning wordt aangevraagd:
LJ
Nieuwe activiteit, waarvoor niet eerder Nb-wet vergunning is verleend. Ga door naar vraag 1.9
_J
Bestaande activiteit, waarvoor niet eerder Nb-wet vergunning aangevraagd. Ga door naar vraag 1.9
—I
Bestaande activiteit, waarvoor eerder een Nb-wet vergunning is verleend.
1.7 Vermeld de laatst verleende Nb-wet vergunning voor deze activiteit (naam activiteit, datum en nummer): Naam activiteit: Datum vergunning: Nummer vergunning: Voeg zo mogelijk een afschrift toe van eerder verleende Nb-wet vergunningen, zie 4.3
1 Maak hiervoor gebruik van de beschikbare gebiedsinformatie. Bijvoorbeeld via: www.fryslan.nl/nb-wet
Vergunningaanvraag Nb-wet provincie Fryslan
1.8
Geefvoor een bestaandeactiviteitaanwat erveranderttenopzichtevan delaatstverleendevergunning:
1.9
Geef aan of een vergunning voor bepaalde of onbepaalde t i j d w o r d t aangevraagd. Indien de activiteit waarvoor de Nb-wet vergunning w o r d t aangevraagd voor een bepaalde tijd is,vermeld dan de periode waarvoor de Nb-wet vergunning w o r d t gevraagd.
I l l Onbepaalde tijd
_ J Bepaalde tijd, periode: van
1.10
tot
Geef in onderstaande tabel aan welke andere vergunningen u aanvraagt of gaat aanvragen voor de activiteit. Bijvoorbeeld: bouwvergunning, aanlegvergunning, milieuvergunning, vergunning in gevolge de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo), ontheffing Flora- en faunawet, etc. Vermeld de soort vergunning en de betreffende overheidsinstantie waarbij de vergunning is/ w o r d t aangevraagd. Voeg zo mogelijk een afschrift toe van (een aanvraag om) andere vereiste vergunningen voor de voorgenomen activiteit. Zie 4.4 Voeg zo mogelijk een afschrift toe van (een aanvraag om) andere vereiste vergunningen
voor de voorgenomen activiteit. Zie 4.4
Soort vergunning
Datum (dd-mm-jjjj)
Aangevraagd / Aan te vragen bij (organisatie + afdeling)
1. Omgevingsvergunning
na verlening Nb-wet verg.
gemeente Smallingerland
2 3. 4. 5.
Vergunningaanvraag Nb-wet provincie Fryslan
2. Beschrijving van de (effecten van de) activiteit
2.1
Voor de beoordeling van uw aanvraag is het nodig om de effecten van u w activiteit op het betreffende natuurgebied inzichtelijk te maken. Wij vragen u daarom een gedetailleerde beschrijving te geven van de voorgenomen activiteit. Benoem daarbij de aspecten van de activiteit die effect kunnen hebben op het gebied (habitattypen) en aanwezige relevante soorten. Maak bij de beschrijving, indien relevant, onderscheid in de fase die nodig isvoor het ontwikkelen en voorbereiden van de 'activiteit' (de aanlegfase) en de fase waarin de 'activiteit' w o r d t gebruikt of uitgevoerd (gebruiksfase). Besteed in ieder geval aandacht aan de volgende onderwerpen, indien ze van toepassing zijn:
a)
Heeft de activiteit effect op de omvang (ruimtebeslag) van het natuurgebied?
b)
Wordt het gebied door de activiteit verdeeld in meerdere (losse) gebieden (versnippering)?
c)
Heeft de activiteit effect op de kwaliteit en/ of kwantiteit van het grondwater, zoals
d)
Heeft de activiteit effect op de kwaliteit en/ of kwantiteit van het oppervlaktewater, bijvoorbeeld verlaging
e)
Wordt het gebied door de activiteit verstoord als gevolg van verkeersbewegingen?
f)
Wordt er bij de activiteit gebruik gemaakt van machines of andere apparatuur,
wijzigingen in grondwaterstanden of veranderingen in de stroming van het water? van het waterpeil? Bijvoorbeeld door parkeren, (toename van) recreatiedruk, wegafsluitingen, omleidingen, etc. zoals bulldozers, kranen, vrachtwagens, etc.? g)
Welke werktijden of uitvoeringstijden horen bij de activiteit? Zijn deze werktijden
h)
Iser sprake van geluidsbelasting in het gebied door de activiteit?
i)
Heeft de activiteit invloed op huidige verlichting en duisternis in het gebied?
j)
Is het (bedrijfsmatig) houden van dieren onderdeel van de activiteit? Zo ja, welk
k)
Iser sprake van ontgronding, egalisering of andere ingrepen in de bodem?
bijvoorbeeld dagelijks en/ of seizoensgebonden?
Bijvoorbeeld door het plaatsen van lichtmasten. effect heeft dit op het gebied? U kunt bijvoorbeeld denken aan verzuring of verontreiniging. I)
Ontstaan er trillingen in de bodem door de uitvoering van uw activiteit?
m)
Hoe past u het uiterlijk en/ of de fysieke omvang van de activiteit in het landschap
n)
Betrek bij de beschrijving van de mogelijke effecten de gevoeligheid van habitattypen en soorten voor storingsfactoren, zoals deze in 2.2. zijn beschreven.
De uitbreidingwordt gerealiseerd middels de salderingsregeling. Hierdoor is er geen toename in depositie. De bouwactiviteiten vinden plaats op een afstand van ca. 2,6 km,waardoor ter plaatse van het Natura 2000 gebied, de Aide Feanen, geen effecten optreden. De nieuwbouw sluit aan bij de bestaande bebouwing en wordt landschappelijk ingepast.
Vergunningaanvraag Nb-wet provincie Fryslan
2.2
Geef in onderstaande tabel aan op welke soorten natuur (habitattypen, zoalsVochtige Heiden of Blauwgraslanden) en/of aanwezige relevante soorten in het gebied (zie gebiedsinformatie) devoorgenomen activiteit mogelijk eenverstorend effect heeft. Ukunt detabel invullen met behulp van informatie op de website: http://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/effectenindicator.aspx Dezesite geeft per natuurgebied (Natura-2000 gebieden) informatie over de effecten waarvoor aanwezige habitattypen en soorten gevoelig zijn en inwelke mate.
Gebied:
Storende factoren 1/1
.2 cu
>
C
cu
en c Dl O w
'c 'cu
£
cu Q. Q.
O
•4-»
c o
>
•o
c cu Ol
'5
s:
cu
u
C
1
>
Habitattypen
~ -
-
~ -
-
.
-
" -
_
_
_
_ _ -
_ _ -
. _ _ -
•
_
" -
.
_
_
_
_
. _ _ -
. _ _ -
. _ _ -
_ _ -
•
-
Soorten
Habitattypen G
ZG
NVT
NVT
NVT
G
G
NG
NVT
NVT
NVT
G
G
G
NVT
NVT
NVT
Usvogel
G
G
G
Rivierdonderpad
ZG
ZG
G
NG 7
NG ?
Drijvende waterweegbree 2310 'heide' 3130 'stilstaande water'
G
Soorten
G
Gevoelig voor deze sto
ende facte )r
ZG
Zeer gevoelig voor dez
; storende factor
NG
Niet gevoelig voor deze
! storende factor
?
Niet voldoende inform. 3tie om hie rover een uitspraak te doen Deze storende factor is op deze n atuurwaa 'de niet va n toepassi ng
NVT
NG 7
Vergunningaanvraag Nb-wet provincieFryslan
2.3
Het is mogelijk dat er in een gebied meer activiteiten zijn of worden uitgevoerd. Dit kan de (negatieve) effecten op het gebied versterken omdat ze zich opstapelen (cumulatie). Geef aan of en in welke mate er sprake is van een stapeling van negatieve effecten op de habitattypen en op de aanwezige relevante soorten. Bij de beoordeling van uw aanvraag w o r d t (alleen) uitgegaan van voorgenomen of reeds uitgevoerde activiteiten in of nabij het betreffende gebied waarover een formeel besluit genomen is.Voor informatie hierover kunt u vaak terecht bij de gemeente.
Er is geen sprake van cumulatie omdat er geen sprake is van toename van depositie.
2.4
Welke maatregelen kunt u binnen de uitvoering van uw activiteit ondememen om eventuele schade en/of verstoring te beperken (mitigatie)? Geef aan op welke wijze deze maatregelen de negatieve effecten op het gebied (habitattypen) en/ of aanwezige relevante soorten verminderen. Maak bij de beschrijving onderscheid in de fase die nodig isvoor het ontwikkelen en voorbereiden van de 'activiteit' (de aanlegfase) en de fase waarin de 'activiteit' w o r d t gebruikt of uitgevoerd (gebruiksfase). Let op! Maatregelen kunnen door u zelf meegenomen worden binnen de opzet van uw activiteit en/of opgelegd worden via de voorwaarden die verbonden zijn aan de verleende vergunning.
Voorbeelden van mitigerende maatregelen: •
het tijdsschema (timing en duur) van de uitvoering. Bijvoorbeeld geen werkzaamheden tijdens het voortplantingsseizoen van een bepaalde soort;
•
de wijze van uitvoering (in termen van werkzaamheden) en het gebruikte materieel. Bijvoorbeeld het gebruik van een bepaald type baggermachine op een overeengekomen afstand van de oever;
•
alternatieve bouwtechnieken. Bijvoorbeeld boren in plaats van heien,
•
afscherming van geluid, licht en andere verstoringsbronnen.
•
afbakening van delen van het gebied die in geen geval mogen worden betreden
De afstand tussen het gebied en de activiteiten is 2,6 km waardoor mitigerende maatregelen niet nodig zijn.
Let o p ! Indien uit de aanvraag blijkt dat de activiteit onherstelbare, negatieve effecten kan hebben op het gebied en/of aanwezige relevante soorten, kan de provincie Fryslan u vragen om een aanvullende analyse: de zogenaamde 'passende beoordeling'. De provincie neemt in dat geval contact met u op. Heeft u voor het indienen van uw aanvraag vragen over het uitvoeren van een eventuele 'passende beoordeling', dan adviseren wij u om zelf contact op te nemen met de provincie Fryslan!
Vergunningaanvraag Nb-wet provincie Fryslan
3.Voorwaarden enverplichtingen bijdeaanvraag Nb-wet De aanvrager verklaart: 3.1
alle gegevens naar waarheid te hebben verstrekt.
3.2
bekend te zijn met het feit dat bij wijziging in de omstandigheden die van belang zijn voor de beoordeling van de vergunningaanvraag, dit zo spoedig mogelijk door te geven aan de provincie Fryslan onder vermelding van het nummer waaronder de aanvraag in behandeling is;
3.3
dat de aanvrager alle gewenste inlichtingen met betrekking t o t de voor de beoordeling en controle benodigde gegevens ter stond en naar waarheid zal verstrekken aan de met behandeling en controle van de aanvraag en vergunning belaste ambtenaren;
3.4
ermee bekend te zijn, dat de vergunning meteen w o r d t ingetrokken indien hij/zij een of meer uit zijn/haar vergunning voortvloeiende verplichtingen niet nakomt, dan wel in het kader van de aanvraag van deze vergunning onjuiste gegevens heeft verstrekt; voorts dat de vergunning kan wor den gewijzigd of ingetrokken als de omstandigheden zodanig zijn gewijzigd dat deze niet verleend zou zijn op het tijdstip waarop de vergunning is verleend;
Ondertekening Ondergetekende, de aanvrager of degene die bevoegd is namens de aanvrager te handelen via machtiging, verklaart deze aanvraag en de daarbij behorende bijlage(n) naar waarheid te hebben opgesteld. Plaats
Drogeham
Datum
:
Naam ondertekenaar
: T. Veenstra
Functie / hoedanigheid ondertekenaar
5juni
Adviseur
Machtiging (bijvoegen indien de aanvraag niet door de aanvrager zelf is ondertekend) Handtekening
Vergunningaanvraag Nb-wet provincie Fryslan
4. Overzicht van bijlagen en checklist
Voeg een topografische kaart toe waarop de ligging van de door u voorgenomen activiteit in de ruimere omgeving is aangegeven. Deze kaart moet voldoen aan de volgende aspecten: a. minimaal schaaM:25.000; b. schaal en noordpijl aangeven op kaart; c. locatie activiteit arceren of duidelijk omlijnen; d. afstand van de gevraagde activiteit t o t de rand van het gebied(en). (indien de activiteit buiten het natuurgebied valt) Voeg een situatietekening toe. Besteed daarbij tenminste aandacht aan de volgende aspecten: a. schaal 1:1000 (zo mogelijk); b. schaal en noordpijl aangeven op tekening; c. locatie activiteit arceren of duidelijk omlijnen. 3.
Voeg zo mogelijk een afschrift toe van eerder verleende Nb-wet vergunningen voor de voorgenomen activiteit, indien sprake isvan een bestaande activiteit. Voeg zo mogelijk een afschrift toe van (een aanvraag om) andere vereiste vergunningen voor de voorgenomen activiteit. Voeg indien van toepassing een afschrift toe van het Milieu-effectrapport / de Strategische milieubeoordeling. Voeg eventueel een verklaring van geen bezwaar van een gebiedsbeheerder toe omtrent de voorgenomen activiteit.
Checklist bij het aanvraagformulier Heeft u ...
3
alle vragen in de aanvraag beantwoord? Aanvraagformulieren
die niet volledig zijn ingevuld, worden niet in
behandeling
genomen. de bijgevoegde tekeningen voorzien van een duidelijke legenda met verklaring van alle nummers, tekens en afkortingen? op alle bijlagen aangegeven dat ze behoren bij de aanvraag? het aanvraagformulier en de bijlagen, behalve tekeningen, in A4 formaat aangeleverd? de (uitgeprinte) aanvraag en alle daarbij behorende stukken in 5-voud of meer? Wanneer sprake isvan toetsing aan meerdere Natura 2000-gebieden, dienen per additioneel
•
gebied 4 extra exemplaren te worden aangeleverd. het aanvraagformulier gericht aan: Het college van Gedeputeerde Staten van Fryslan Afdeling Sted en Plattelan Postbus 20120 8900 HM Leeuwarden (Het bezoekadres van de provincie isTweebaksmarkt 52 te Leeuwarden)
Vergunningaanvraag Nb-wet provincie Fryslan
5.Vereistenaanvraagvergunning Natuurbeschermingswet veehouderijen
Hieronder vindt u welke informatie moet worden bijgeleverd, voordat we uw vergunningaanvraag in behandeling kunnen nemen.
Vergunde rechten In (een bijlage bij) de aanvraag moet duidelijk aangegeven worden hoe de aangevraagde situatie zich verhoudt t o t de situatie 7 december 2004, of eerdere referentiedatum. Dat houdt in dat een afschrift van de vergunde rechten moet worden overlegd. Dit kan bestaan uit een op de referentiedatum geldende Wet milieubeheervergunning, of een geaccepteerde melding AMvB met daarin aangegeven het maximaal te houden aantal dieren, gespecificeerd naar diercategorie (zoals weergegeven in de RAV-systematiek). Voor een aantal gebieden geldt een andere referentiedatum: Aide Feanen: 10juni 1994 Duinen Ameland: 24 maart 2000 Duinen Schiermonnikoog: 24 maart 2000 Duinen Terschelling: 24 maart 2000 Fochteloerveen: 30 november 1998 Drents Friese W o l d : 24 maart 2000 Van Oordt's Mersken: 24 maart 2000
Aagrostacks berekeningen Bij de Aagrostacks berekeningen moeten de volgende onderdelen duidelijk aangegeven worden (eventueel via een separate toelichting) voor de situatie 7 december 2004, of eerdere referentiedatum en toekomstige situatie (na uitbreiding): 1.
staltypen (RAV-code). Voeg de stalbeschrijving toe als bijlage;
2.
is sprake van opstallen jaarrond, of beweiding (duur van de beweiding aangeven in aantal uur per dag, aantal dagen perjaar);
3.
per stal: aantal en categorie dieren (zoals weergegeven in de RAV-systematiek);
4.
per stal: de Amersfoortse x,y-coordinaten van de exacte ligging van het emissiepunt (locatie emissiepunt is,
5.
per stal: gemiddelde gebouwhoogte in meters (gemiddelde van goothoogte en dakhoogte), let op: deze kan op
6.
per stal: hoogte uitstroomopening ventilatie in meters (als geforceerde ventilatie aanwezig);
7.
per stal: (inwendige) diameter uitstroomopening in meters (als geforceerde ventilatie aanwezig);
8.
per stal: verticale uittreesnelheid in m/s (als geforceerde ventilatie aanwezig); in geval van natuurlijke ventilatie
9.
per stal: toelichting op wijze van ventilatie indien deze niet op natuurlijk wijze w o r d t geventileerd
indien aanwezig, locatie van de ventilatoren; indien geen geforceerde ventilatie: het middelpunt van de stal); 1,5 m worden gesteld, indien de ventilatieopening(en) niet hoger is dan 1,5 m;
moet de waarde van 1m/s worden ingevoerd (is gewijzigd); 10. Als gevoelig punt voor de berekening kan de dichtstbijzijnde rand van het Natura 2000 gebied worden gehanteerd, of de coordinaten van het dichtstbijzijnde voor stikstofdepositie gevoelige habitat. Indien u de cursus Aerius 2 heeft gevolgd kunt u voor het bepalen van deze coordinaten van dat programma gebruik maken. U kunt ook de provincie verzoeken deze coordinaten door te geven. Dat kan via een email aan
[email protected], onder vermelding van adres en postcode van het bedrijf. Aagrostacks en handleiding zijn verkrijgbaar via het DR- loket van het ministerie van Economische Zaken. Daar vindt u ook de handleiding Aagrostacks. Extra informatie over Aagrostacks en V-stacks vindt u ook via www.infomil.nl.
Externe saldering Indien gebruik w o r d t gemaakt van externe saldering, zijn additionele bewijsstukken noodzakelijk: •
Bewijs van vergunde rechten van het stoppende bedrijf op de referentiedatum (zie vergunde rechten), inclusief tekening.
Vergunningaanvraag Nb-wet 10
•
Bewijs van intrekking vergunde rechten (door intrekking Wm-vergunning of melding). Indien de vergunde rechten alleen bestaan uit een melding, is daarnaast een door de gemeente te nemen voorbereidingsbesluit waarbij de agrarische bestemming w o r d t weggenomen nodig.
•
Bewijs van relatie tussen het stoppende bedrijf en de aanvrager. In sommige gevallen zal dit in de intrekking
•
Aagrostacks berekening van de vergunde situatie op de referentiedatum van beide bedrijven
worden benoemd, anders een kopie van de overeenkomst tussen stopper en aanvrager bijvoegen. (in een berekening) en de aangevraagde situatie.
Overige Verder is benodigd: 10. Een zo duidelijk mogelijke beschrijving van de situatie 7 december 2004 of andere referentiedatum, zo mogelijk via een gedetailleerde kaart (1:10.000) met daarop de bebouwing m e t f u n c t i e aanduiding (ook aantallen dieren per gebouw aangeven!); 11. Een duidelijke gedetailleerde kaart (1:10.000) van de toekomstige situatie met daarop de toekomstige bebouwing met functie aanduiding (ook aantallen dieren per gebouw); 12. Een duidelijke gedetailleerde kaart (1:25.000), waarop is aangegeven welke percelen in eigendom zijn en is aan gegeven waar beweiding wordt toegepast, of maai-activiteiten worden toegepast; De hierboven genoemde informatie kunt u bijvoegen bij de vergunningaanvraag
Vergunningaanvraag Nb-wet 11
n p i e t e r s m a ruimtelijke
Bijlage 1
&
s p o e l s t r a
ordening
Machtiging ondertekening
en
milieu
Machtiging
Hierbij machtigt ondergetekende Pietersnia &Sptxlsira Ruimtelijke Ordening en Milieuadviseurs b.v.le Drogeham om namens hem een vergunning aan te vragen op grand van de Naiuurbeschermingswei
Jhl&Jik
(plaais)
y....~7...:.l. (datum) Z.zkZ°).kx
.->
Naam
Maatschap Ybema. dhr. J. Ybema
Adres
Finnen 13
Pc'Woonplaats
9271 VVNijcga
pietersma ruimtelijke
Bijlage 2
&
s p o e l s t r a
ordening
Depositie referentie datum
en
milieu
Gegenereerd op:25-03-2014 met AAgro-Stacks Versie 1.0
Naamvan de berekening: Referentie situatie Nijega Gemaakt op:25-03-2014 13:52:35 Zwaartepunt X: 197,300Y: 570,700 Cluster naam:mts. Ybema Nijega vergund Berekende ruwheid:0,18m Emissie
Punten:
Volgnr.
BronID
X-coord.
Y-coord.
1
Melkveestal
197347
570738
Hoogte
Gem.geb. hoogte
Diam.
5,0
1,5
Uittr. snelheid
0,5
1,00
Gevoelige locaties: Volgnummer
Naam
X coordinaat
Y coordinaat
1
Aide Feanen
194825
570010
Depositie 0.45
DetailsvanEmissie Punt:Melkveestal(446] Volgnr.
Code
Type
Aantal
Emissie
Totaal
1
A1.100.1
melkvee
55
9.5
522.5
2
A3
jongvee
45
3.9
175.5
575700
-a nn V
575195 574690
vu
Rn 1 OU A
s
574185 573680 573175 572670 572165 571660 571155 570649 570144
\
v
- 7 0
) /
V f
\
<
569639 569134 568629 568124 567619 567114 566609 566104
r
I
> l
*s
/ ''•-
) (
K
V
o 05
/
I,,
?)
)
\ )
J
/
/
y
J s
*]ic 20
J
-1
/ /
\
w
^
0
r t\
I .0
y
- 2
»s
_ _4 rt
- 1 .0 r\ C
o o
o
CO CM
CO CM
«n
o CO CO
CO
o
in
CM CO
CM CO
©
co co CO
un
^r en en Cft
CO
o
UO
CO
CO
to
CO
en en
CO
CO CO
t£>
(0 CO
en en en
00
CO CO
DO CO
CM
fM
o o
o o
201391 201896
- 0 '5
Emissie 698
p i e t e r s m a r u i m t e l i j k e
Bijlage 3
Depositie nieuwe situatie
&
s p o e l s t r a
o r d e n i n g
en
m i l i e u
Gegenereerd op: 4-06-2014 met AAgro-Stacks Versie 1.0
Naam van de berekening: Nijega nieuw Gemaakt op: 4-06-2014 15:28:50 Zwaartepunt X: 197,300 Y: 570,700 Cluster naam: Mts. Ybema Nijega Berekende ruwheid: 0,18 m
Emissie Punten: Volgnr.
BronID
X-coord.
Y-coord.
1
vleeskuikenstal 1
197 330
570 630
1,0
4,7
5,0
0,40
1 400
2
vleeskuikenstal 2
197 293
570 622
1,0
4,7
5.0
0,40
1 400
3
melkveestal
197 347
570 738
1,5
5,0
0,5
1,00
3 172
Hoogte
Gem.geb. hoogte
Gevoelige locaties: Volgnummer
Naam
X coordinaat
Y coordinaat
1
Aide Feanen
194 825
570 010
Details van Emissie Punt: vleeskuikenstal 1 (412) Volgnr.
Code
Type
Aantal
Emissie
Totaal
1
E5.14
vleeskuikens
40000
0.035
1400
Details van Emissie Punt: vleeskuikenstal 2 (413) Volgnr.
Code
Type
Aantal
Emissie
Totaal
1
E5.14
vleeskuikens
40000
0.035
1400
Details van Emissie Punt: melkveestal (414) Volgnr.
Code
Type
Aantal
Emissie
Totaal
1
A1.5.2
melkvee
260
9.2
2392
2
A3
jongvee
200
3.9
780
Depositie 3,79
Diam.
Uittr. snelheid
Emissie
Ol CD CD —A
CJi CD CD CD
Ul CD OO —»>
CJl CD ->| a
tJl CD —J CD
<J1 <-* CD CD CO CD CD —*
ft
ID d (C l i
o o _» - * ro ro u> M O
CJl<JlCJlcJ1<J1CJl<JlCJlC_nCJl<JlCJlCJl CD ->l —J —J —-4 —J —«l —~J —~J —t —^ —J--J ( O O O a - > K J M W L O f t f t U l O l CD —k .J J __k
IJ, _k
:T,
_k
,J,
—k IJ ,
_k
-^J
u f c f t t n o i o i s s e o p s i c w p
192300 n 192805 193310 193615 194320 194825 195330 195835 196340 196845
o CD CD CD "3
CD CD
a o T3
197351 197856
O CD I
IV)
19B361
o
198866
CD
•J*
199371 199876 200381 200866
to
o co i—*•
0)
n
CO
201391
< ro
201896
CO CD'
p i e t e r s m a r u i m t e l i j k e
Bijlage 4
&
s p o e l s t r a
o r d e n i n g
Depositie Wolwarren 2
en
m i l i e u
Gegenereerd op:23-09-2013 metAAgro-Stacks Versie 1.0 Naam van de berekening: Wolwarren 2 Gemaakt op:23-09-2013 15:58:00 Zwaartepunt X: 194,700Y: 570,200 Cluster naam:Wolwarren 2 Berekende ruwheid: 0,09 m
Emissie Punten BronID Volgnr. 1 jongveestal
X-coord. 194746
Y-coord. 570 185
Gem.geb. hoogte 5,0
Hoogte 1,5
Gevoelige locaties: Volgnummer X coordinaat Naam Aide Feanen 194765 1
Y coordinaat 570034
Diam. 0,5
Uittr. snelheid 1,00
Depositie 11,17
DetailsvanEmissie Punt: jongveestal(300) Volgnr. 1
Code A3
Type jongvee
Aantal 40
Emissie 3.9
Totaal 156
I i
575200 574695 _-L.J . 574190 573685 573180 572675 572170 . 571665 571160 570655 570149 i 569644 ! 569139 568634 568129 : ; 567624 567119 ~~ "~
-y
1 i i
...
;
1J 00
i
_
i1 L
ou
•
1 i
< <
I Ir
rr 7
-7f\ 0
" r • i •" - .1... i -i c. 3 U \ \ i (K
l\
'K->) V%/
E
I
^ |
4 '
'
i r i o o o o <Si CO
CM O
o
-n 0
LLs.u A
5
IT i2 j
! 1
..1_ _ o CI
f
,6
- =p - A I
;
1
I J3 c
A
.u
-in —
o IN 0> en
©
•**•
(0 IT) in N in CI
o i»- <M m <£> to
fM C*
CO
c 0 ,y
198286 198791
565604
| —r 1
:
I
566614 566109
T
;
2C
<M
Emissie 156
p i e t e r s m a r u i m t e l i j k e
Bijlage5
VergunningWolwarren2
&
s p o e l s t r a
o r d e n i n g
en
m i l i e u
0,Hf i^o I
Sector Ontwikkeling, Beheer en Milieu
G E M E E N T E
g
4^%\ %SMALL/NOERLAND vj%#"
WET MILIEUBEHEER NR. 98.062
WET M I L I E U B E H E E R (beschikking)
Burgemeester en wethouders van Smallingerland hebben op23 december 1998 een aanvraag ontvangen van maatschap Hospes-Ypemavoor eenvergunning ingevolge de Wet milieubeheer voor het oprichten en inwerking hebben van een indentingvoor de opfok van jongvee op het perceel Wolwarren 2te Oudega; de aanvraag omvat de votgende bescheiden: - aanvraagformulier om vergunning Wet milieubeheer, - plattegrondtekening schaal 1:200, - situatie schaal 1:5.000, - situatie schaal 1:2.000 - aanvulling op de aanvraag d.d. 11maart 1999; hiermeezijn voldoende gegevens verstrekt om een goede beoordeling van de aanvraag mogelijk te maken; de inrichting omvat onder meer het volgende: - het houden en verzorgen van 40stuksjongvee voor de opfok, - deopslag van mest en gier ineen kelder, - deopslag van vaste mest op een betonplaat, - deopslag van 1000 liter dieselolie ineen bovengrondse tank, - de opslag van 8ton kunstmest ineensilo, - deopslag van 5ton voer ineensilo, - de opslag van kuilvoer op een betonplaat; de inrichting was voorheen een melkrundveehouderijbedrijf;er isop 16januari 1992 een melding ingevolge deAlgemene Maatregelvan Bestuur voor melkrundveehouderij Hinderwet gedaan; door dat de inrichting is gewijzigd vaneen melkrundveehouderij ineen inrichting voor alleen de opfok vanjongvee t.b.v melkrundveehouderijen vanderden,valtdeze nietmeer onder een categorie die bijeen Algemene Maatregel van Bestuur krachtens artikel 8.40 van de Wet milieubeheer is aangewezen en isdaaromvergunningplichtig opgrondvan deWet milieubeheer; voor de inrichting isgeen vergunning krachtens deWet verontreiniging oppervlaktewater nodig; de procedure is overeenkomstig het bepaalde inafdeling 3.5 van deAlgemene Wet Bestuursrecht en hoofdstuk 13 van de Wet milieubeheer uitgevoerd; overeenkomstig artikel 8.8jo. artikel 1.1 lid 2van de Wet milieubeheer moet bij de beslissing medeworden overwogen dat deverlening van de vergunning niet bezwaarlijk is vanwege: a. de bestaande toestand van het milieu,voor zo ver de inrichting daarvoor gevolgen kan veroorzaken:
b.
c.
d. e.
f.
degevolgen voor het milieu die de inrichting kanveroorzaken, waaronder mede wordt verstaan de gevolgen die verband houden met de doelmatige verwijdering van afvalstoffen, gevolgen die verband houden met het verbruik van energie en grondstoffen, alsmede de gevolgen die verband houden met het verkeer van personen of goederen vanen naar de inrichting; de met betrekking tot de inrichting en het gebied waar de inrichting zalzijn of isgelegen, redelijkerwijs te verwachten ontwikkelingen die van belang zijn met het oog op de bescherming van het milieu; de tijdig ingediende ontvankelijke bezwaren en adviezen; de mogelijkheden tot bescherming van het milieu,door de nadelige gevolgen voor het milieu die de inrichting kanveroorzaken tevoorkomen, danwelzoveel mogelijk te beperken, voorzo verzij niet kunnen wordenvoorkomen; de overigefactoren waarmee ingevolge artikel 8.8 lid 2 en 3van de Wet milieubeheer rekening dient teworden gehouden danwel die in acht dienen teworden genomen;
ingevolge artikel 8.10 van de Wet milieubeheer kanweigering van de vergunning slechts plaatsvinden in het belang van de bescherming van het milieu,terwijl de vergunning inelk geval geweigerd moetworden indien deverlening daarvan niet in overeenstemming is met hetgeen overeenkomstig artikel 8.8 lid 3van de Wet milieubeheer door het bevoegd gezag in acht moetworden genomen; omtrent de bovengenoemde toetsingscriteria wordt hetvolgende opgemerkt: ad a: de inrichting isgelegen in het bestemmingsplan Buitengebied; de stal is op circa 36 meter van eenwoning van derden gelegen;dezewoning behoort niet bij een veehouderijbedrijf; voor wat betreft degeluidsbelasting kande omgeving worden aangemerkt als een rustige omgeving in het buitengebied; adb: het inwerking hebben van de inrichting kanvoor de volgende aspecten gevolgen hebben voor het milieu; afvalstoffen: inde inrichting isgeen afvalreductieplan aanwezig; het inde inrichting aanwezige afval moet zoveel mogelijk gescheiden naar soort (b.v. ijzer, landbouwplastic, papier, gevaarlijk afval e.d.) worden verzamelden afgevoerd; inde aanvulling opde aanvraag wordt aangegeven dat het inde inrichting aanwezige oude ijzer afkomstig isvan inzameling door de plaatselijke jeugdclubs van de gereformeerde en de hervormde kerk; het opgeslagen ijzerwordt 1maal perjaar uitde inrichting afgevoerd;omdat het ingezamelde oude ijzer minder isdan 35m 3 is de gemeente hier omtrent bevoegd gezag; bodembescherming: in de inrichting wordt een aantal werkzaamhedenverricht die bij onzorgvuldig handelen bodemverontreiniging kunnen veroorzaken; de opslag vanvaste mest moet overeenkomstig de voorschriften zijn geplaatst op eenvloeistofdichte plaatzodat de vloeistof niet inde grand kan komen; detank voor de opslag van dieselolie moet zijn geplaatst ineen vloeistofdichte bak zodat bijeventueel lek raken van detank devloeistof niet in de bodem kan komen; overeenkomstig voorschrift 5.6 mag op hetterrain van de inrichting geen oud ijzer worden opgeslagen dat isverontreinigd met resten olie; omte voorkomen dat losgeraakte verfresten in de grand terecht komen, moet het oude ijzer worden opgeslagen op een betonplaat;
Naam inrichting:
Maatschap Hospes-Ypema Wolwarren2 9216XM Oudega
geluidshinder: de door de inheritingveroorzaakte geluidsemissie is afkomstig vande inde inheriting aanwezige installaties en werkzaamheden; op een afstand van 36 meter uit de stal is een woning van derden aanwezig; overeenkomstig de voorschriften mag ter plaatse van de woning Dykfinne 16te Oudega en waar binnen 50 meter uit de inrichting geen woningen aanwezig zijn, op enig punt 50 meter uit de inrichting, het optredende equivalente geluidniveau niet meer bedragen dan 40 dB(A) als etmaalwaarde; omdat het hier een rustige omgeving in het buitengebied betreft vinden wij 40 dB(A) als etmaalwaarde voor deze inrichting acceptabel; luchtverontreiniging: maatregelen ter beperking van luchtverontreiniging door motorvoertuigenworden door de rijksoverheid opgesteld; aan de uitlaatgassen zijn in onderhavige vergunning derhalve geen eisen gesteld; geurhinder: in de inrichting is de opslag van vaste mest en gier aanwezig;de mestplaat voor de opslag van vaste mest en de hieronder gelegen gierkelder zijn gelegen op circa 65 meter van een woning van derden;voor vaste mestopslagen in het buitengebied geldt een minimale afstand van 50 meter tot woningen van derden: hier kan ruimschoots aanworden voldaan zodat devergunning op dit punt kanworden verleend; de onder de stal voorjongvee gelegen kelder van 50 m 3 is gelegen op circa 42 meter van een woning van derden; door het stellen van voorschrift 6.11 kan stankhinder voor de omgeving worden voorkomen; de inrichting is gelegen ineen categorie lll-IV omgeving (in dedirecte omgeving van het bedrijf zijn gelegen, enkele niet agrarische bebouwingen in het buitengebied); voor het toepassen van dejuiste categorie-indeling wordt geadviseerd om terug te vallen op de brochure Veehouderij en Hinderwet 1985 omdat uitjurisprudence is gebleken dat de categorieen inde richtlijn veehouderij en stankhinder 1996 onvoldoende zijn onderbouwd; uit de brochure Veehouderij en Hinderwet blijkt dat voor rundveehouderijen een afstand van 50 meter tussen de stal en woningen moetworden aangehouden; de afstandtussen de stal en eenwoning van derden bedraagt echter 36 meter; omdat de inrichting voorheen een melkrundveehouderij was, die onder de werkingssfeer van de Algemene Maatregel van Bestuur viel (minder dan 50 melkrundvee) was een minimale afstand van 25 meter vereist; omdat het melkvee door de aanvrager is afgestoten en de inrichting nu alleen nog 40 stuksjongvee voor de opfok bevat kan redelijkerwijs worden aangenomen dat met de afstand van 36 meter en het stellen van ondermeer voorschrift 6.11 ernstige hinder voor de omgeving kan worden voorkomen; de vergunning kan derhalve worden verleend; ammoniakemissie: met betrekking tot de ammoniakemissie dient teworden opgemerkt dat onderhavige situatie is getoetst aan de "Interimwet Ammoniak enVeehouderij"dieop 26 augustus 1994 inwerking is getreden; op 1350 meter van de inrichting is een voor verzuring gevoelig gebied (schraalland) gelegen waarvoor bescherming middels de Wet milieubeheer gewenst is; de depositie veroorzaakt door de aangevraagde veestapel zal 0,41 mol per hectare perjaar bedragen; de depositie zal de in artikel 4 van de Interimwet Ammoniak en Veehouderij gestelde waarde van 15 mol potentieel zuur per hectare perjaar niet overschrijden zodat de vergunning kan worden verleend;
Naam i n r i c h t i n g :
Maatschap Hospes-Ypema Wolwarren 2 9216 XM Oudega
ongewone voorvallen/calamiteiten: inhoofdstuk 17van deWet milieubeheer zijn de verplichtingen voor vergunninghouder opgenomen alszich binnende inrichting een ongewoon voorval voordoetwaardoor nadelige gevolgen voor het milieu dreigen te ontstaan; deze verplichtingen omvatten onder meer het (zoveel mogelijk) voorkomen, beperken en ongedaan makenvan de nadelige gevolgen voor het milieu als gevolg van het voorval en het meldenvan het voorval aan het bevoegd gezag; omdat dewijzewaarop gehandeld moetworden bijeen ongewoon voorval/calamiteit al in de Wet milieubeheer zelf is opgenomen, zijn aan deze vergunning geen voorschriften verbonden over de wijze waarop gehandeld moetworden bij een ongewoon voorval/calamiteit; verkeersaantrekkende werking: uit de aanvraag blijkt dat erverkeersbewegingen van en naar de inrichting plaatsvinden; uit de aanvulling blijkt dat het gaat om 2 maal perjaar een personenauto met een trailer voor de aan- en afvoer van hetjongvee, 1vrachtwagen per 3 maanden voor de aanvoer van bix en1 vrachtwagen per 6 maanden voor de aanvoer van kunstmest; omdat de verkeersbewegingen alleen inde dagperiode plaatsvinden en gezien het geringe aantalverkeersbewegingen per dag kande vergunning wordenverleend; waterverontreiniging: uitde aanvraag blijkt dat inde inrichting waarvoor deze vergunning wordt verleend, geen bedrijfsafvalwater opde holering wordt geloosd; inde aanvulling op de aanvraag wordt aangegeven dat het spoelwater afkomstig bij het schoonmakenvan de stal opde gierkelder wordt geloosd ;daarom zijn bij deze vergunning geen lozingsvoorschriften opgenomen; ad c: inde omgeving van het bedrijf zijn geen ontwikkelingen te verwachten die van belang zijn met het oog op de beschermingvan het milieu; add: erzijn geen adviezen en/of bedenkingen ingebracht naar aanleiding van de aanvraag en de ontwerp-beschikking; ad e: zie ad b; adf: voor de periode 1995-1998was een gemeentelijk milieubeleidsplanvastgesteld; voor de periode 1999-2002 is een nieuw gemeentelijk milieubeleidsplan in ontwikkeling; de aanvraag isgetoetst aan het gemeentelijk milieubeleidsplan voor de periode 1995-1998 omdat de aanvraag om vergunning in 1998 is ingekomen; genoemdgemeentelijk milieubeleidsplan verzet zich niet tegen vergunningverlening; naar verwachting zal ook het nog vast te stellen gemeentelijk milieubeleidsplan voor de periode 1999-2002 zich niet tegen vergunningverlening verzetten; voor zover ons bekend,zijn erverder geen richtwaarden, grenswaarden, regels en aanwijzingenzoals bedoeld inde artikelen 8.8 en 8.9 van de Wet milieubeheer van toepassing; overeenkomstig artikel 8.11van deWet milieubeheer zijnter bescherming van het milieu aan devergunning voorschriften verbonden die de nadelige gevolgen voor het milieu voorkomen danwel de grootst mogelijke bescherming bieden tegen die gevolgen, tenzij dat redelijkerwijs niet kan worden gevergd;
Naam inrichting:
MaatschapHospes-Ypema Wolwarren2 9216XM Oudega
5 de aanvraag en de daarbij behorende bescheiden maken in het geheel deel uit van de vergunning; gelet op de desbetreffende artikelen van deWet milieubeheer; BESLUITEN: aan maatschap Hospes-Ypema, voor het perceel Wolwarren 2te Oudega, de gevraagde vergunning overeenkomstig de bijdit besluit behorende en a!szodanig gewaarmerkte bescheiden te verlenen onder de volgende voorschriften:
Naam inrichting:
Maatschap Hospes-Ypema Wolwaren2 9216XM Oudega
Bijlage behorende bij het besluit d.d. 27 april 1999 van burgemeester en wethouders van de gemeente Smallingerland
VOORSCHRIFTEN BEHORENDE BIJ DE VERGUNNING INGEVOLGE DEWET MILIEUBEHEER VAN
Maatschap Hospes-Ypema Wolwarren 2 9216 XM Oudega (gemeente Smallingerland)
INHOUD
BEGRIPPENLIJST 1
2
ALGEMENE VOORSCHRIFTEN
4
Elektrische installatie 2
GELUID
3
BRANDVEILIGHEID EN BRANDBESTRIJDING
4
AFVALSTOFFEN
5
BODEM- EN GRONDWATERBESCHERMING
6
HET HOUDEN VAN DIEREN EN DE OPSLAG VAN MEST
4 5 6 7 8 9
Opslag van voer
9
Luchtverontreiniging en stankhinder
9
Meste.d. 7
REDUCTIE VAN GRONDSTOFFEN
8
BOVENGRONDSE OPSLAG VAN GASOLIE IN TANKS
9
HANDPOMPEN
Naaminrichting: Maatschap Hospes-Ypema Wolwarren2 S216XM Oudega
9 11 12 14
BEGRIPPENLIJST In de bij deze vergunning behorende voorschriften wordt verstaan onder: AFGEWERKTE OLIE: Minerale smeer-, synthetische- en systeemolie die hetzij door vermenging met andere stoffen, hetzij op andere wijze onbruikbaar is geworden voor het doel waarvoor zij oorspronkelijk was bestemd; BEVOEGD GEZAG: Burgemeester en wethouders van de gemeente Smallingerland; BRM: Bouwtechnische richtlijnen mestbassins, publicatie van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en het ministerie van Landbouw, Vissehj en Natuurbeheer. DRAAGBAAR BLUSTOESTEL: Toestellen die voldoen aan het "Besluit Draagbare Blustoestellen 1986" (Staatsblad 1986, 553); DUNNE MEST: Dierlijke mest die verpompbaar is en bestaat uit faeces en urine of uitsluitend urine al dan niet vermengd met mors-, spoel-, reinigings- of regenwater. EQUIVALENT GELUIDSNIVEAU (LAeq): Het gemiddelde van de afwisselende niveaus van het ter plaatse in de loop van een bepaalde periode optredende geluid, vastgesteld overeenkomstig IL-HR-13-01; GELUIDSNIVEAU IN dB(A): Het niveau van het ter plaatse optredende geluid, uitgedrukt in dB(A), overeenkomstig de door de Internationale Elektrotechnische Commissie (IEC) ter zake opgestelde regels, zoals neergelegd in de lEC-publicatie no.651; GEVOELIGE OBJECTEN: Woningen van derden, bedrijven uit de voedings- en genotmiddelenindustrie, detailhandel in voedings- en genotmiddelen, hotels en restaurants, ziekenhuizen e.d.,zwembaden en campings; GIVEG: Keurmerk van de Gezamenlijke Installatiebedrijven van Elektrische en Gasinstallaties uitgegeven door het VEG-GASINSTITUUT N.V. te Apeldoorn; HBRM: Handleiding bij bouwtechnische richtlijnen mestbassins, publicatie van het Instituut voor mechanisatie, arbeid en gebouwen en de Stichting civieltechnisch centrum uitvoering research en regelgeving. KVGN: Koninklijke Vereniging van Gasleveranciers in Nederland;
Naam inrichting: Maatschap Hospes-Yperna Wolwarren2 9216XM Oudega
MESTKELDER: Een reservoir van beton of metselwerk voor de opslag van dunne mest dat beneden het maaiveld ligt. NEN: Een door het Nederlandse Normalisatie Instituut (NNI) uitgegeven norm; NEN 1010: De Nederlandse norm NEN 1010 'Veiligheidsvoorschriften voor laagspanningsinstallaties"; NEN 1078: De Nederlandse norm NEN 1078 "Voorschriften voor aardgasinstallaties" GAVO -1987. Deel 1:Algemeen; De Nederlandse norm NEN 2559 "Controle en onderhoud van draagbare blustoestellen"; NEN 2559: NEN3211: De Nederlandse norm NEN 3211 "Brandweermaterieel. Vaste slanghaspels met rubberslang en straalpijp" (met 2de correctieblad februari 1977), uitgave 1974. NPR5741: Nederlandse Praktijk Richtlijn " Boorsystemen en monstememingstoestellen voorgrond, sediment en grondwater (uitgave 1990)"; NVN 5740: Nederlandse Voornorm NVN 5740 " Onderzoeksstrategie bij verkennend bodemonderzoek (uitgave 1991)"; Voor zover een NEN-norm, waamaar in een voorschrift verwezen wordt, betrekking heeft op de uitvoering van constructies, toestellen en apparaten, wordt bedoeld de voor de datum, waarop deze vergunning van kracht geworden is, laatst uitgegeven norm met de daarop tot die datum uitgegeven aanvullingen of correctiebladen dan wel - voor zover het op voornoemde datum reeds bestaande constructies, toestellen en apparaten betreft -de norm die bij de aanleg c.q. installatie van die constructies, toestellen en apparaten is toegepast, tenzij in het voorschrift anders is bepaald.
Naam inrichting:
MaatschapHospes-Ypema Wolwarren2 9216XM Oudega
ALGEMENE VOORSCHRIFTEN
1.1
Degene die de inrichting drijft, isgehouden te doen en na te laten hetgeen redelijkerwijs gevergd kan worden om nadelige gevolgen voor het milieu te voorkomen of te beperken.
12
De gehele inrichting, inclusief het buitenterrein, moet schoon worden gehouden en in goede staat van onderhoud verkeren.
1.3
De vergunninghouder isverplicht andere in de inrichting werkzame personen te instrueren omtrent de voor hen van toepassing zijnde vergunningvoorschriften.
1.4
Het aantrekken van insecten, knaagdieren en ongedierte moet zo veel mogelijk worden voorkomen. Zo vaak de omstandigheden daartoe aanleiding geven, moet doelmatige bestrijding van insecten, knaagdieren en ander ongedierte plaatsvinden.
1.5
De in de inrichting aangebrachte of gebezigde verlichting, moet zodanig zijn afgeschermd, dat geen hinderlijke lichtstraling buiten de inrichting waarneembaar is. Elektrische installatie
1.6
De elektrische installatie moet voldoen aan de voorschriften, zoals aangegeven in de norm NEN 1010.
1.7
De elektrische installatie mag geen storing in de radio- en televisieontvangst veroorzaken.
Naam inrichting: MaatschapHospes-Ypema Wolwarren2 9216XM Oudega
2.
GELUID
2.1
Het equivalente geluidsniveau (LAeq), veroorzaakt door de inde inrichting aanwezige toestellen en installaties, alsmede doorde in de inrichting verrichte werkzaamheden en de daar in plaatsvindende activiteiten mag gemeten bij de woning Dykfinne 16 te Oudega en waar binnen 50 meter uit de inrichting geen woningen aanwezig zijn, op enig punt 50 meter van de inrichting niet meer bedragen dan: 40 dB(A) in de uren gelegen tussen 07.00 en 19.00 uur, 35dB(A) in de uren gelegen tussen 19.00 en 23.00 uur, 30 dB(A) in de uren gelegen tussen 23.00 en 07.00 uur.
2.2
Onverminderd het gestelde invoorschrift 2.1, mogen de maximale geluidsniveaus (Lmax),voor zover deze een gevolg zijn van de in de inrichting aanwezige toestellen en installaties, alsmede van de inde inrichting verrichte werkzaamheden en de daarin plaatsvindende activiteiten. gemeten in de meterstand "fast", bij de woning Dykfinne 16te Oudega en waar binnen 50 meter uit de inrichting geen woningen aanwezig zijn, op enig punt 50 meter van de inrichting niet groter zijn dan: - 60 dB(A) in de uren gelegen tussen 07.00 en 19.00 uur, - 55 dB(A) in de uren gelegen tussen 19.00 en 23.00 uur, 50 dB(A) in de uren gelegen tussen 23.00 en 07.00 uur.
2.3
Indien controle op, beoordeling van de meetresultaten of berekening van de in de voorschriften 2.1 en 2.2 vastgelegde geluidsniveaus plaatsvindt, moet dit geschieden overeenkomstig de "Handleiding meten en rekenen industrielawaai, IL-HR-13-01".
2.4
Op zondagen en algemeen erkende feestdagen gelden voor de uren gelegen tussen 07.00 en 19.00 uur de geluidniveaus die invoorschrift 2.1 en 2.2 zijn gesteld voor de uren gelegen tussen 19.00 en 23.00 uur.
2.5
Door de inde inrichting aanwezige installaties en verrichte werkzaamheden veroorzaakte voelbare triltingen moeten zoveel als redelijkerwijs mogelijk is te worden voorkomen. De genoemde trillingen moeten worden gemeten en beoordeeld volgens de Richtlijn 2 "Hinder voor personen in gebouwen door trillingen"van de stichting Bouwresearch, Rotterdam, uitgave 1993.
2.6
Het door middel van voertuigen transporteren van veevoeder, mest en gier en dergelijke van en naar de inrichting mag niet plaatsvinden op zon-en feestdagen.
2.7
Voorschrift 2.2 is niet van toepassing op bewegingen met motorvoertuigen ten behoeve van de bedrijfsvoering, voor zover dit plaatsvindt tussen 07.00 en 19.00 uur.
Naam inrichting:
MaatschapHospes-Ypema Wolwarren2 9216XM Oudega
3.
BRANDVEILIGHEID EN BRANDBESTRIJDING
3.1
Brandblusmiddelen moeten steeds voor onmiddellijk gebruik beschikbaar zijn en onbelemmerd kunnen worden bereikt.
3.2
Draagbare blustoestellen moeten jaarlijks door een deskundige worden gecontroleerd op hun deugdelijkheid. Van elke controle moet een aantekening worden gemaakt op een bij net apparaat ter inzage aanwezige registratiekaart. Het onderhoud moet overeenkomstig NEN 2559 geschieden.
33
Draagbare blustoestellen moeten zijn voorzien van een rijkskeurmerk met rangnummer. Slanghaspels moeten voldoen aan de norm NEN 3211 en NEN-EN 671-1.
34
Teneinde een begin van brand effectief te kunnen bestrijden moeten voldoende brandpreventieve maatregelen zijn getroffen.
3.5
Alle machines en toestellen moeten inzodanige staat verkeren, dat hierdoor branden/of explosiegevaar wordt vermeden
Naam inrichting: Maatschap Hospes-Ypema Wolwarren2 9216XM Oudega
AFVALSTOFFEN 4.1
Het bewaren van afvalstoffen moet op ordelijke en nette wijze geschieden. Van afvalstoffen afkomstige geur mag zich niet buiten de inrichting kunnen verspreiden.
4.2
Afvalstoffen mogen niet in de inrichting, met inbegrip van het bij de inrichting behorende open terrain, worden verbrand, gestort of begraven.
4.3
Op het terrein van de inrichting mogen afvalstoffen of met afvalstoffen verontreinigd water, met uitzondering van snoeihout, bladeren en soortgelijke afvalstoffen, niet in de bodem worden gebracht of terecht kunnen komen. Het bewaren en bezigen van afvalstoffen op de bodem moet zodanig plaatsvinden dat geen verontreiniging kan optreden.
4.4
Het in de inrichting vrijkomende vaste bedrijfsafval moet zoveel mogelijk gescheiden naar soort (b.v. landbouwplastic, papier e.d.) worden bewaard in doelmatige, goed gesloten afvalcontainers. Indien de aard van de afvalstoffen daartoe aanleiding geeft (papier, karton, hout e.d.) moet de container zijn vervaardigd van onbrandbaar materiaal. De afvalcontainers moeten zo vaak als nodig, maarten minste 1maal per jaar, worden afgevoerd en onmiddellijk worden vervangen door lege afvalcontainers, dan wel moeten de containers worden geleegd en de inhoud moet door middel van een daartoe geschikt gesloten transportmiddel uit de inrichting worden afgevoerd. Het afvoeren moet zodanig geschieden dat zich geen afval in of buiten de inrichting kan verspreiden.
4.5
Het in de inrichting aanwezige oude ijzer moet ten minste 1maal perjaar worden afgevoerd.
4.6
Kadavers van dieren en afvalstoffen van dierlijke aard mogen niet op het terrein van de inrichting worden begraven. Kadavers van dieren en afvalstoffen van dierlijke aard moeten, in afwachting van afvoer uit de inrichting,worden bewaard in een deugdelijke, waterdichte verpakking of in een goed gesloten speciaal daartoe bestemde ruimte.
4.7
De verpakking, of de ruimte waarin kadavers worden bewaard dienen regelmatig te worden schoongemaakt en ontsmet om stankverspreiding te voorkomen. Het spoelwater dat bij de reiniging vrijkomt dient op de mestkelder geloosd te worden. Bij warm weer dienen ten aanzien van de kadavers doelmatige maatregelente worden genomen om stankverspreiding te voorkomen.
4.8
Indien gevaarlijke afvalstoffen aanwezig zijn dienen deze in afwachting van vervoer uit de inrichting, gescheiden naar soort te worden bewaard in goed gesloten doelmatige verpakking.
4.9
Indien aanwezig, moeten vaten en verpakkingen met (gevaarlijke-) afvalvloeistoffen vloeistofdicht zijn en zijn geplaatst in of boven een lekbakconstructie met voldoende opvangcapaciteit voor alle in of boven de lekbakconstructie opgeslagen vloeistoffen. De lekbak moet binnen zijn geplaatst zodat hier geen regenwater interecht kan komen.
Naam inrichting:
Maatschap Hospes-Ypema Wolwarren2 9216XM Oudega
4.10
Gevaarlijke afvalstoffen en afgewerkte olie moeten zo vaak als nodig maar tenminste 1 maal perjaar uit de inrichting worden afgevoerd. De afgiftebonnen dan wel omschrijvings- of meldingsformulieren die betrekking hebben op het afvoeren van gevaarlijke afvalstoffen en afgewerkte olie moeten gedurende 5jaar worden bewaard. Deze documenten moeten te alien tijde in de inrichting voor een controlerende instance ter inzage liggen.
BODEM- EN GRONDWATERBESCHERMING
5.1
Stoffen moeten zodanig worden bewaard en worden gebezigd dat geen verontreiniging van de bodem optreedt.
5.2
Indien blijkt dat de bodem is verontreinigd of aangetast, of verontreinigende stoffen op of in de bodem dreigen te geraken, geraken of zijn geraakt dient degene die de inrichting drijft, dit onverwijld te melden aan het bevoegd gezag. Er moeten in deze gevallen onverwijld maatregelen worden genomen teneinde de oorzaak van de verontreiniging weg te nemen en de verontreiniging, de aantasting en de directe gevolgen daarvan te beperken en zoveel mogelijk ongedaan te maken.
5.3
Direct na een in het vorige voorschrift bedoelde melding dient de bodem en het grondwater te worden onderzocht. Het onderzoek dient te worden uitgevoerd conform de Nederlandse voornorm 5740 (NVN 5740), uitgave 1991 en de NPR5741, uitgave 1990. De onderzoeksstrategie dient in overleg met het bevoegd gezag te worden vastgesteld. De resultaten van het onderzoek dienen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 3 maanden na afronding van het onderzoek te worden overgelegd aan het bevoegd gezag
5.4
De termijn waarbinnen en de wijze waarop de verontreinigde grond en grondwater moet worden gesaneerd, dient in overleg met het bevoegd gezag te worden vastgesteld.
5.5
De bedrijfsriolering moet vloeistofdicht zijn.
5.6
Op het terrein van de inrichting mag geen oud ijzer worden opgeslagen die zijn verontreinigd met resten olie.
5.7
Oud ijzer moet worden opgeslagen op een betonplaat zodat b.v. losgeraakte verfresten niet in de bodem kunnen geraken.
Naam inrichting:
MaatschapHospes-Ypema Wolwarren2 9216 XM Oudega
HET HOUDEN VAN DIEREN EN DE OPSLAG VAN MEST
Opslag van voer 61
Het voer, met uitzondering van ruwvoer, moet worden bewaard in uitsluitend voor dit doel gebezigde bewaarplaatsen, die rat- en muiswerend zijn ingericht.
6.2
Bij het vullen van voedersilo's moet stofverspreiding worden voorkomen door het via de ontluchting ontwijkende stof op doeltreffende wijze op te vangen.
6.3
Een kuilvoeropslag van gras of snijma'is moet zijn gelegen op ten minste 25 afstand van een woning van derden. Luchtverontreiniging en stankhinder
6.4
Uitmondingen in de buitenlucht van afvoeren van ventilatiesystemen, luchtbehandelinginstallaties of afzuigsystemen, ten aanzien waarvan indeze vergunning geen andere voorschrifte^ zijn gesteld, moeten zodanig zijn gesitueerd dat van de hierdoor uittredende lucht en de daarin aanwezige stoffen geen nadelige milieugevolgenworden ondervonden buiten de indenting.
6.5
Indien op het dak van de stallen ventilatiekokers met regenkap zijn aangebracht, moeten deze zodanig zijn uitgevoerd, dat de luchtstroom zoveel mogelijk naar boven gericht blijft.
6.6
Ramen van de stallen moeten, voor zover zij geen functie hebben voor de luchtverversing in de stal, gesloten worden gehouden. Deuren moeten gesloten zijn behoudens gedurende het doorlaten van personen, dieren of goederen.
6.7
Op het terrein van de inrichting mag geen mest worden gedroogd of worden verbrand. Meste.d.
6.9
Bij verwijdering van spoel-, schrobwater en gier, mag de omgeving niet worden verontreinigd. Transport van het spoel-, schrobwater en gier moet daarom geschieden in volledig gesloten tankwagens, die in zindelijke staat moeten verkeren.
6.10
Spoel-, schrobwater en gier moeten uit de stallen worden afgevoerd naar de hiervoor bestemde vloeistofdichte opslagruimten. De opslagruimten mogen niet zijn voorzien van een overstort. Het transport naar de opslagruimte moet plaatsvinden door middel van een gesloten riool of een daaraan ten minste gelijkwaardige voorziening.
6.11
Behoudens tijdens het ledigen moeten de opslagruimten door middel van goed sluitende deksels, luiken of een daaraan gelijkwaardige voorziening, gesloten worden gehouden.
6 12
Ten gevolge van het vullen of ledigen van een kelder of anderszins mag geen verontreiniging van de bodem plaatsvinden. De bewaring van het spoel-en schrobwater en gier ineen kelder moet geschieden op tenminste 10 cm onder de rand van de kelder. 9
Naam inrichting:
Maatschap Hospes-Ypema Wolwarren2 9216XM Oudega
1 I I I I I I
6.13
De kelders mogen op zondagen en algemeen erkende feestdagen niet worden geleegd.
6.14
De mestkelders moeten voldoen aan het gestelde in de BRM 1990 en de HBRM 1991.
6.15
De opslag van vaste mest buiten de stal moet geschieden op een mestdichte mestplaat, die is voorzien van een opstaande rand of een gelijkwaardige voorziening; de stapeling van de mest moet zodanig geschieden dat uitzakkend vocht niet van de mestplaat in de bodem kan vloeien. Dit vocht moet door middel van een gesloten, mestdichte riolering worden afgevoerd naar een mestdichte opslagruimte.
6.16
De opslag van vaste dierlijke mest moet zijn gelegen op ten minste 50 meter van een woning van derden of een gevoelig object.
6 17
Vaste mest moet worden getransporteerd met behuip van daartoe geschikte transportmiddelen die op correcte wijze zijn beladen. Hierbij mag de omgeving niet worden verontreinigd.
10 Naam inrichting:
Maatschap Hospes-Ypema Wolwarren2 9216XM Oudega
7.
REDUCTIE VAN GRONDSTOFFEN
7.1
Binnen de inrichting moet zo zuinig mogelijk worden omgegaan met energie, water en overige grondstoffen. Bij vervanging van apparatuur -zoals bijvoorbeeld verlichting -, wijzigingen van de inrichting en bij nieuwbouw moet dit aspect worden meegenomen.
7.2
Inde inrichting moet een logboek worden aangelegd dat ter inzage beschikbaar moet zijn voor de controierend ambtenaar en waarin ten minste moet worden bijgehouden: het elektriciteitsverbruik in kWh per jaar; het leidingwaterverbruik in m3 per jaar.
7.3
Jaarlijks dient vergunninghouder voor 1aprileen rapportage te overleggen aan het bevoegd gezag waarin ten minste is opgenomen het elektriciteitsverbruik in kWh en het waterverbruik in m3 in het rapportagejaar.
7.4
Leidingen en appendages voor de aanvoer van drink- en reinigingswater moeten vloeistofdir^t zijn uitgevoerd.
75
Waar dit uit oogpunt van bedrijfsvoering mogelijk is moeten waterbesparende drinkbakken, drinknippels, kranen en sproeiers worden toegepast.
7.6
Er moeten zo veel mogelijk maatregelen tegen morsen en verspillen van water zijn getroffen.
11 Naam inrichting:
MaatschapHospes-Ypema Wolwarren2 9216 XM Oudega
8.
BOVENGRONDSE OPSLAG VAN GASOLIE IN TANKS
8.1
De stijfheid en sterkte van een tank moeten voldoende zijn om schadelijke vervorming als gevolg van overdruk bij vulling of overvulling te voorkomen terwijl de dichtheid onder alle omstandigheden moet zijn verzekerd.
8.2
De ondersteunende constructie van een tank moet uit onbrandbaar materiaal bestaan. Op plaatsen waar kans op verzakking bestaat, moet een doelmatige fundering zijn aangebracht.
8.3
Een tank moet ten minste 3 meter van een bewaarplaats van brandgevaarlijke stoffen zijn verwijderd, tenzij de wand van de bewaarplaats een brandwerendheid bezit van ten minste 60 minuten. De afstand tussen een tank en de erfscheiding moet ten minste 3 meter bedragen. De ontluchting van een tank dient buiten een gebouw te zijn gesitueerd.
8.4
Een tank moet zijn voorzien van ontluchtingsleiding met een inwendige middellijn van ten minste 30 mm; de ontluchtingsleiding moet buiten uitmonden en tegen inregenen zijn beschermd.
8.5
Indien een niveauaanwijzing of peilinrichting is aangebracht, moet deze zodanig zijn ingericht dat het uitstromen van vloeistof uit de tank, ook door verkeerde werking of door breuk, onmogelijk is.
8.6
Inelke aansluiting op een tank beneden het hoogste vloeistofniveau en in de toevoerleiding naar elke afvoer inde tank moet zo dicht mogelijk bij de tankwand een metalen afsluiter zijn geplaatst. Deze moet zodanig zijn uitgevoerd dat duidelijk is te zien of de afsluiter is geopend, dan wel gesloten.
8.7
Het uitwendige van een tank en de leidingen moet afdoende tegen corrosie zijn beschermd.
8.8
Leidingen moeten bovengronds zijn gelegd.
8.9
Een tank moet zijn omgeven door een vloeistofdichte omwalling of muur c.q. een andere voorziening zodat bij lek raken van de tank de vloeistof niet in de bodem kunnen geraken. De omwalling of muur moet samen met de vloer een vloeistofdichte bak vormen; de inhoud van de vloeistofdichte bak moet ten minste gelijk zijn aan de inhoud van de tank. Deze omwalling of muur moet voldoende sterk zijn om weer- ' stand te kunnen bieden aan de als gevolg van een lekkage optredende vloeistofdruk
8.10
Hemelwater mag niet in de bak komen.
8.11
De gehele installatie van de tank en de leidingen moet vloeistofdicht zijn, hetgeen voor het in gebruik nemen of na een grote reparatie, door een beproeving moet worden aangetoond. Deze beproeving moet geschieden door de tank en de leidingen geheel met water te vullen of door de tank en de leidingen af te persen met een overdruk van 30 kPa met lucht of 200 kPa met water. Indien bij de beproeving een lekkage of een andere ongerechtigheid wordt geconstateerd mag de tank niet in gebruik worden gesteld. 12
Naam inrichting:
Maatschap Hospes-Ypema Wolwarren2 9216XM Oudega
Voor de beproeving moet tijdig worden kermis gegeven aan het bevoegd gezag, zodat het bevoegd gezag inde gelegenheid is om bij de beproeving aanwezig te zijn. Debeproeving en reparaties aan de tank dient te geschieden door een Kiwa erkende installateur. .12
Het vullen van of aftappen uit een tank moet zonder morsen geschieden.
.13
Een tank mag slechts voor 95%worden gevuld.
.14
Onmiddellijk nadat de vloeistof in een tank is overgebracht en de losslang is afgekoppeld, moet de vulopening of vulleiding met een goed sluitende dop of afsluiterworden afgesloten.
.15
De omgeving van een tank moet vrij van brandgevaarlijke stoffen worden gehouden. De begroeiing in de omgeving van een buiten opgestelde tank moet kort worden gehouden.
13 Naam inrichting: MaatschapHospes-Ypema Wolwarren2 9216XM Oudega
HANDPOMPEN
9.1
De pomp moet zodanig zijn geplaatst en de afleverslang moet zodanig zijn bemeten, dat de aflevering aan het voertuig nimmer kan plaatsvinden binnen 1meter afstand van een tank. De afleverslag moet na gebruik binnen de lekbak worden opgehangen.
9.2
De pomp moet zodanig zijn ingericht, dat slechts gedurende een daartoe strekkende opzettelijke bediening, vloeistof uit de pomp kan stromen.
9.3
Indien geen toezicht wordt gehouden, moet de pomp zijn afgesloten, zodat onbevoegden deze niet in werking kunnen stellen.
9.4
Het afleveren van vloeistof is verboden, indien daarbij wordt gerookt of enigerlei vuur of open kunstlicht aanwezig is, of de motor van het voertuig, waaraan vloeistof wordt afgeleverd, inwerking is.
9.5
Nabij de pomp moet met duidelijk leesbare letters het opschrift zijn aangebracht: VOERTUIGMOTOR AFZETTEN ROKEN EN VUUR VERBODEN
9.5
In of bij de inrichting moet voor het blussen van branden een poederblusser aanwezig zijn, met een vulling van ten minste 5 kg.
9.6
De blusmiddelen moeten onbelemmerd bereikt kunnen worden en steeds tot onmiddellijk gebruik gereed beschikbaar zijn enjaarlijks op hun deugdelijkheid worden gecontroleerd door een daartoe door burgemeester enwethouders bevoegd te achten deskundige.
9.7
De pomp met omgeving moet schoon worden gehouden en in goede staat van onderhoud verkeren.
14 Naam inrichting: Maatschap Hospes-Ypema Wolwarren2 9216XM Oudega
I
I I I
De aandacht wordt erop gevestigd, dat ingevolge artikel 20.1, eerste lid en 20.6, tweede lid van de Wet milieubeheer beroep kan worden ingesteld bij deAfdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State door: a. degenen die bedenkingen hebben ingebracht tegen het ontwerp van het besluit; b. de adviseurs die gebruik hebben gemaakt van de gelegenheid advies uitte brengen over het ontwerp van het besluit; c. degenen die bedenkingen hebben tegen wijzigingen die bij het nemenvan het besluit tenopzichte van het ontwerp daarvan zijn aangebracht; d. belanghebbenden aanwie redelijkerwijs niet kanworden verweten geen bedenkingen te hebben ingebracht tegen het ontwerp van het besluit;
I I I I I I
de beschikking na afloop van de beroepstermijn van kracht wordt tenzij voor deze datum beroep is ingesteld en een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening isgedaan; het beroepschrift intweevoud moet worden ingediend bij deAfdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20.019, 2500 AE 's-Gravenhage; het verzoek tot hettreffen van een voorlopige voorziening dient te worden gericht aan de Voorzitter van de hiervoor vermeldeAfdeling van de Raadvan State; de beschikking niet van kracht wordt voordat op het verzoek is beslist; ingevolge artikel 8.22 van deWet milieubeheer nieuwe voorschriften kunnen worden toegevoegd, voorschriften kunnen worden gewijzigd en kunnen worden ingetrokken gezien de ontwikkelingen op het gebied van detechnische mogelijkhedentot bescherming van het milieu en de ontwikkelingen met betrekking totde kwaliteit van het milieu; ingevolge artikel 8.25 van deWet milieubeheer de vergunning onder meer kan worden ingetrokken wanneer de inheriting niet binnen driejaren na het onherroepelijk worden van de vergunning voltooid en inwerking is gebracht; aan de inde vergunning opgelegde voorschriften moet zijn voldaan voordat de inheritingin werking wordt gebracht.
15 Naam inrichting: MaatschapHospes-Ypema Wolwarren 2 9216XM Oudega
_ •
I I
Drachten,27april1999 BurgemeesterenwethoudersvanSmallingerland, namensdezen,
•$
0 '
l --> «-t.-
Mr.J.M.Donker-Faroafdeling Milieu.BouwenenVastgoedinformatie
16 Naam inrichting:
Maatschap Hospes-Ypema Wolwarren 2 9216 XM Oudega
p i e t e r s m a r u i m t e l i j k e
Bijlage 6
Overzicht saldering
&
s p o e l s t r a
o r d e n i n g
en
m i l i e u
Debeoogde situatie van beide bedrijven isweergegeven inonderstaande tabel: Locatie
Diercategorie
RAVcode
Huisvesting systeem
Aantal dieren
NH-r factor (kg/d/jr)
Skeane Heawei 15
Melkvee
Al.15.2
BWL 2010.36.V3
260
9,2
Jongvee
A3
184
3,9
Vleeskuikens
E5.14
80000
0,035
717,6 3110 2800
Melkvee
Al.15.2
260
9,2
2392
Jongvee
A3
200
3.9
780 3172
Totaal Finnen 13
BWL 2011.13.V1 BWL 2010.36.V3
Totaal
kgNH3 totaal (kg/jr) 2392
Saldering met het bedrijf aandeWolwarren 2te Oudega Locatie
Diercategorie
RAVcode
Wolwarren 2
Jongvee
A3
Huisvesting systeem
Aantal dieren
NH 3 -factor (kg/d/jr)
kgNH 3 totaal (kg/jr)
40
3,9
156
Overzichttotale depositie Gebied
Bedrijf
Ref. datum
Max. depositie
Beoogde depositie
Aide Feanen
Skeane Heawei 15 Oudega
1994
2,00
9,77
Aide Feanen
Finnen 13
1994
0,45
3,79
1994
Nvt
11,17
r
Nijega Aide Feanen
Wolwarren 2 Oudega
p i e t e r s m a r u i m t e l i j k e
Bijlage 7
&
s p o e l s t r a
o r d e n i n g
en
Overzicht vergunde rechten Finnen 13
m i l i e u
J. Ybema (06-30504793 / 0512-371723) Finnen 13 9217VV Nijega Onderwerp: Overzicht verleendevergunningen enveeaantallen (Historie) Overzicht: •
Verklaring ex artikel 36 Hinderwet d.d. 15-01-1992 55 melkkoeien 45 stuks vrouwelijk jongvee tot circa 2jaar
•
-
Revisievergunning d.d. 15-07-1997 55 melkkoeien 45 stuksvrouwelijkjongvee tot circa 2jaar 30 schapen 80.000 slachtkuikens Indezevergunning is uitgegaan van de bouwvan twee kuikenstallen met inelk 40.000 slachtkuikens. Er is maar een stal gerealiseerd voor 40.000 slachtkuikens. Op grondvan deWet milieubeheer verviel eenvergunning van rechtswege indien de inrichting (of deel daarvan) niet binnen 3jaar nadat devergunning onherroepelijk is geworden, isvoltooid en inwerking gebracht. Dit houdt indat er derhalve vergunningrechten zijnvoor het houdenvan 40.000 slachtkuikens.
•
Melding Besluit mestbassins milieubeheer d.d. 11-05-1990
•
Revisievergunning d.d. 16-10-2001 111 melkkoeien 40.000 slachtkuikens ineen strooiselstal Dezevergunning vervangt alle eerdere vergunningen.
•
Het uitbreiden,veranderen van de bestaande melkrundveehouderij annex vleeskuikenbedrijf met een mestvergistingsinstallatie d.d. 25-01-2005 Van deze vergunning ishet deel voor wat betreft de mestvergistingsinstallatie niet gerealiseerd binnen 3jaar, en isdit deel van devergunning derhalve van rechtswege vervallen.
•
Omgevingsvergunning (milieu neutraal veranderen) plaatsen van een warmtewisselaar d.d.03-10-2011
R. Zondervan Afdeling Publiek (Vergunningen en Handhaving) Gemeente Smallingerland 16januari 2014
•fe p i e t e r s m a
&
s p o e l s t r a
ruimtelijke ordening
Bijlage 8
Bouwtekeningen nieuwe situatie
en
milieu
,-"*
.. -'
?0&s^" „--"*
\ \ •
...^ <^ \
__- -13/
._..-"
V
•
V M 1
-r '7~
-.
•
\
'/••'.'.' V •','
\
'JfffiL
\ 'WM0:i:^ '/. i •' '
:
'
\
\ l
Nieuw te planten bomenrij, es (Fraxinus excelsior), open structuur behouden, e.e.a. conform bomen beplanting in deomgeving
•
.
••
nieuw te bouwen stal met inpandige wintergarten
\ \
Mts.Ybemo - Miedemo
bestaande bebouwing
3-1065
nnnai 13. 9217W Kieoa Nieuwboun en verbotnr schorreMeeskuikenstol Situotie optie B
*•>-••
grens van inheriting
Mum;
Bouwbedrijf van Pijkeren b.v. H«MrT<«9 10. 7722 PK DaltMO - Td. 0529 - « 22 U , FBL 0523 - U 41 «
^ - " ^
3*\ -*£
* J
a.
am
1|H»-U
. PLATTEGROND
RENVOOIBRAND
NIEUWE 5ITUATIE
m A01
:
A1
Q
—*—
{5: I
*y
w
2
2
!
•y
ran
2
LU S
^3
I.
;
,
DOORSNEDE A-A BESTAAND
ACHTERGEVEL
VOORGEVEL
BESTAAND
BESTAAND
_ _
.
====
LINKER ZIJGEVEL BESTAAND
m RECHTER ZIJGEVEL
,-,
Dhr. Ybema
BESTAAND
Ligboxenstal Bestaande situotie
3
Jelle Bruinsma
A00
A1
^
a u\
n
I
VOORGEVEL NIEUW
MATERIAAL EN KLEUREN
ACHTERGEVEL NIEUW
RECHTER ZDGEVEL NIEUW
LINKER ZIJGEVEL NIEUW
2
Jelle Bruinsma
Pluimveestal NIEUWE SITUATIE
A02
A1
!
REMVOOIBRAND
NfEUWE SITUATIE
"B A01
A1
IIHI ilWlMIJLL,
LINKER ZDGEVEL
LINKER ZLJGEVEL
• < :
DC
fff{
I
I
>
•
Dhr Ybemo 8E3TAANDE SITUATIE
I
2 AOO
A1
£m I 73
2 m O JO
Is
IB
D
? s<
p i e t e r s m a r u i m t e l i j k e
Bijlage 9
Overeenkomst saldering
&
s p o e l s t r a
o r d e n i n g
en
m i l i e u
OVEREENKOMST
Hierbij verklaart dhr.A. Hospes dathij zijn agrarisch bedrijf opperceel Wolwarren 2te Oudega beeindigt ende gemeente Smallingerland zal verzoeken een voorbereidingsbesluit te nementen einde deagrarische bestemming van zijn perceel te verwijderen ende milieuvergunning/toestemming voorhet inwerking hebben van eenagrarisch bedrijf ter plaatse intetrekken. De daarbij vrijkomende "ammoniak-/stikstof rechten"(156kg) worden vervolgens overgedaan aan dhr.J. Ybemadie deze rechten zal benutten ten behoeve van het kunnen voldoen aan deNatuurbeschermingswet bij realisering van devoorgestane uitbreiding vanhet melkveebedrijf aan de Skeane Heawei 15te Oudega en het melkveebedrijf/vleeskuikenbedrijf aan de Finnen 13te Nijega. Dhr.J. Ybema zal dhr.A. Hospes hiervoor compenseren doormiddel van financiele tegemoetkoming ad€ 2200,-.Dezetegemoetkoming zal direct naverlening van de benodigde omgevingsvergunning enNatuurbeschermingswetvergunning aandhr. A.Hospes ten behoeve van bedoelde uitbreiding worden verstrekt. Bij eenweigering debenodigde omgevingsvergunning ofNatuurbeschermingswetvergunning teverlenen vervalt deze overeenkomst enzijn erover enweer geen rechten en verplichtingen.
(plaats),(Sfe^fe... .(datum)....Z.O..'. f.T. ilP.lty
Dhr. A. Hospes
oA %
Machtiging
Hierbij machtigt ondergetekende Pietersma& Spoelstra Ruimtelijke Ordening en Milieuadviseursb.v.te Drogeham om namenshem degemeente Smallingerland te verzoeken een voorbereidingsbesluitten aanzien van het perceel Wolwarren 2te Oudega tenemen teneinde detoegekende agrarische bestemming van dit perceel te verwijderen en voortsdegemeentete verzoeken de milieuvergunning/-toestemrningvoorhet inwerking hebben van het agrarisch bedrijf inte trekken. Inoverleg met uzal de gemeente worden gevraagd de huidige agrarische bestemming te wijzigen ineen woonbestemmingof ineen lichte bedrijfsbestemming voor bijv. caravan- en botenopslag. Voorts bestaat erde mogelijkheid toepassing te geven aan de rood voor rood regeling (afbraak bedrijfsbebouwing in mil voor een bouwtitel om een woning te bouwen in het buitengebied).
0u(lefp.i^rh2...(p\aats),.2P.-ir20Ji/... (datum) Naam
:
Dhr.A. Hospes
Adres
:
Wolwarren 2
Pc/Woonplaats :
9216XM Oudega
Handtekening:
*£/&$
BS-. p i e t e r s m a r u i m t e l i j k e
Bijlage 10
Topografische kaart
&
s p o e l s t r a
o r d e n i n g
en
m i l i e u
V *
Ms
'y' ;.,'
i. '-
.o
*
*•
I-
fS&
%. %>
^>i r~
—
to
j-*-^ l.
%rtz :•
5Cf f%—=—
*'*TT-
—
-V-"
. - - • - » - - - •- - —
' - 0 " = > T tip""1
~^7'--N " ' " "
"—V^-t-
. - ' - n V * — '
!
•
V
-'. "; ^ *s?
-~&* 3 r? . * \ \ s-
t-
• .*•',/
A
3
^ *• *:
—r~
:?v/j
•'/?'***
M
A CD
tag •_
% rf
S>
^
-f-^C
435
-*vf-
/
/ 14
•>«+.
5F*,^'fiS;
It?
.•••I"
St
>-- ? : • *
V
•°- « & '
«= •-
en <5'
.' / ft;•
S,f
^L_
- ••!•-( S f
'%
It. M
*Z>b& la/^
:*A
>fe
'.'
^"-^
>Y
4*#
1 ='
^ ? " •:
~--m
!^:1%
^
A 3£
\. \
0
'V
0) •
-5
,. • -^: %«
a
v' y-
• ?•- '
"tS"
i
»;.»•
*
. . . • • • < " ^ " " .
•JS-J
5 o
ttJ
I -X
Pf »(
;:Oeuwg
•4
STFJ-'-TM
&3
'"\ '1
>naa/• to'
KJ I. I-iB.
- i W - i i i
Ul
00