Convenant Integratie Milieu en Ruimtelijke ordening (IMR) Suikerindustrie 2008 ...een unieke herfstgeur...
Groningen, 4 december 2007 Convenant Integratie Milieu en Ruimtelijke ordening (IMR) - Suikerindustrie 2008
1.
2.
Convenant Integratie Milieu en Ruimtelijke ordening (IMR) - Suikerindustrie 2008
INHOUD Inleiding
4.
1.
Ervaringen met de IMR afspraken van 1995
5.
2.
De noodzaak tot actualisering 2.1 Perspectief van de suikerindustrie 2.2 Perspectief van de gemeente Groningen 2.3 Perspectief van de provincie Groningen
6. 6. 6. 7.
3.
Naar 3.1 3.1.1 3.1.2 3.2 3.2.1 3.2.2
een nieuwe contour De IMR-contour uit 1995 Geur Geluid De nieuwe IMR contour 2008 Aanleiding en input voor een nieuwe contour Toelichting op de nieuwe contour
8. 8. 8. 9. 9. 9. 10.
4.
Nadere aandachtspunten voor een nieuwe IMR
12.
4.1 4.1.1 4.1.2 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8
12. 12. 12. 14. 14. 15. 15. 16. 16. 16.
Bio-ethanol en de bijbehorende procedures Algemeen Procedures Verkeer Woningbouwprogramma Stadsnomaden (woonwagenstandplaats) Woonboten Geluidszonering Hoogbouw Dienstwoningen op bedrijventerreinen
Brongegevens Bijlagen: - 1. - 2.
17.
IMR contour 2008 Beschrijving jaarlijkse monitoring
Convenant Integratie Milieu en Ruimtelijke ordening (IMR) - Suikerindustrie 2008
3.
Een unieke herfstgeur, …….zo wordt nog wel eens het najaar in Groningen aangeduid. Wanneer de zomerjas in de kast gaat, de bladeren van kleur veranderen en gure najaarsbuien het weerbeeld kunnen bepalen, komt gelijktijdig in en nabij de stad Groningen de suikerindustrie “op vol stoom”. Het begin van de herfst betekent ook de start van de zogenaamde bietencampagne. In ruim 100 dagen worden vanuit het hele land bieten aangevoerd om in Groningen en Hoogkerk tot suiker te worden vervaardigd. Dit unieke productieproces hoort van oudsher bij stad en Hoogkerk en is -bij een bepaalde windrichting- gedurende de campagnedagen waarneembaar door haar ‘zoete bietengeur”. Bij het verwerken van suikerbieten is niet te ontkomen aan een (beperkte) belasting voor de omwonenden in de vorm van geluid, geur en verkeer. Daarvan zijn de suikerindustrie en de betrokken overheden zich bewust. Om deze belasting tot een minimum te beperken werden o.a. in januari 1995 afspraken gemaakt tussen gemeente, provincie en de suikerindustrie, waarbij een milieuzonering tot stand kwam. Binnen deze contour werd terughoudendheid betracht ten aanzien van te realiseren woningbouw en konden de suikerfabrieken een toekomstvaste bedrijfsvoering verrichten. Deze zone wordt de IMRcontour genoemd: Integratie Milieu en Ruimtelijke Ordening (hierna: IMR). Deze IMR zone is gebaseerd op de acceptatie van een bepaalde mate van geurbelasting en de vastgestelde geluidszonering. Om dit te bereiken hebben de beide suikerfabrieken aan het Hoendiep verregaande geurreductie en geluidsanering in de loop der jaren doorgevoerd. De IMR-contour heeft in de afgelopen periode goed gefunctioneerd. Echter na ruim tien jaar bestaat er behoefte bij zowel de suikerindustrie als bij de gemeente en provincie de IMR-afspraken tegen het licht te houden. Deze notitie evalueert de ervaringen met eerste IMR afspraken, inventariseert de behoefte aan actualisering van de contour en licht de noodzaak tot wijziging nader toe. Vervolgens worden de nieuwe IMR afspraken voor de komende tien jaren geformuleerd (ingaande op 1 januari 2008) en door betrokken partijen ondertekend.
4.
Convenant Integratie Milieu en Ruimtelijke ordening (IMR) - Suikerindustrie 2008
In januari 1995 stemde de Minister van VROM in met het plan van aanpak “Integratie Milieu en Ruimtelijke Ordening (IMR) - Suikerindustrie”. Een aanpak was nodig, omdat in het gebied Groningen-West knelpunten optraden in relatie tot de beide suikerfabrieken en de westelijke stadsuitleg. Daarnaast moesten in de toekomst knelpunten worden vermeden. Een en ander in het licht van het toen geldende actuele milieu- en ruimtelijke ordeningsbeleid. De IMR contour 1995 is met name gebaseerd op een maximaal toelaatbare geurbelasting na realisering van de geursaneringsprogramma’s door de beide fabrieken en deels op de vastgestelde geluidzonering. Binnen de IMR contour werd afgesproken terughoudendheid te betrachten ten aanzien van woningbouw. De IMR contour is vervolgens vastgelegd in bestemmingsplannen en het Provinciale Omgevingsplan (POP) en vormde al die jaren het juridische beleidskader voor de vergunningen ingevolge de Wet milieubeheer (Wm). De suikerindustrie heeft vanaf 1995 nieuwe revisievergunningen aangevraagd, waarbij de nodige sanerings- en onderzoeksverplichtingen zijn opgenomen. Daarvoor zijn niet geringe investeringen vereist geweest. Al de saneringen zijn inmiddels uitgevoerd. Eveneens zijn bedrijfsmilieuplannen opgesteld. Daarnaast is de ruimtelijke inrichting rond de fabriek locatie Vierverlaten Hoogkerk verbeterd. Door de gemeente is in de afgelopen periode zeer terughoudend met nieuwbouwplannen binnen de IMR-contour omgegaan. Binnen de contour zijn wel diverse stads- en dorpsvernieuwingsprojecten uitgevoerd, maar dan was er altijd sprake van evenwicht tussen sloop en nieuwbouw waardoor de woningvoorraad vrijwel niet toenam. Uit onderzoek blijkt dat voor het gehele gebied de woningvoorraad met minder dan 100 nieuwe woningen is toegenomen, dat is nog geen 1% van het totaal binnen de (oude) contour. Na de saneringen van geur- en geluidhinder door de suikerindustrie zijn er in de afgelopen jaren weinig klachten binnengekomen bij industrie en overheden en de klachten die er waren hadden vooral te maken met incidenten. Geconcludeerd kan worden dat de IMR afspraken naar behoren hebben gewerkt.
Convenant Integratie Milieu en Ruimtelijke ordening (IMR) - Suikerindustrie 2008
5.
Alle betrokken ondertekenaars van de IMR uit 1995 vinden het inmiddels noodzakelijk om de afspraken te actualiseren. In onderstaande paragrafen worden deze nader uitgewerkt.
2.1. Perspectief van de suikerindustrie In Europa is de suikerindustrie de afgelopen jaren onder druk komen te staan. In meerdere EU-landen sluiten fabrieken en vinden fusies plaats. Ook in de Nederlandse suikerindustrie voltrekt zich een ingrijpend hervormingsbeleid. Het nieuwe beleid is gericht op de versterking van de continuïteit van de Nederlandse suikerindustrie met als oogmerk marktgericht en duurzaam opereren. Dat leidde tot de beslissing de suikerproductie voor Nederland te concentreren in Groningen, Hoogkerk en Dinteloord. De productie van suiker in de fabrieken Breda en Puttershoek is beëindigd. De CSM NV besloot haar suikerdivisie te verkopen aan Cosun. Beide fabrieken behoren nu toe tot de businessgroep Suiker Unie, welke eigendom is van Koninklijke Coöperatieve Cosun U.A. te Breda. Suiker Unie ziet door de verminderde suikerproductie het bietenareaal van haar leden teruglopen. Cosun overweegt mede daarom een bio-ethanolfabriek te vestigen bij haar bedrijfscomplex in Groningen. Dat sluit aan bij het regeringsbesluit bio-ethanol aan de fossiele brandstof toe te voegen. Ethanolfabricage uit suikerbieten zal de positie van landbouwers, industrie en toeleveranciers versterken, waarmee een groot aantal banen is gemoeid. Voor de beide fabrieken aan het Hoendiep betekent dit o.m. het uitbreiden van de productie, waarbij een deel van de suikerproductie wordt vervangen door de productie van bio-ethanol. Voorts wordt verlangd de campagnetijd te verlengen van 100 naar 135 dagen. De voorgenomen wijziging rechtvaardigt de oude contour te actualiseren. 2.2 Perspectief van de gemeente Groningen In de gemeente Groningen geldt het principe van de compacte en duurzame stad. Wensen en behoeften ten aanzien van (vooral) woningbouw en gebruik dienen zoveel mogelijk binnen het bestaande stedelijke gebied gerealiseerd te worden. Daarmee wordt het buitengebied gespaard en wordt de stad sterker. Dit beleid is voor het eerst formeel vastgelegd in het structuurplan 1987, werd vervolgens voortgezet in het structuurplan “De stad van straks (1996)” en dient ook als basis voor het nieuwe structuurplan “De stad op scherp (2007)”. Het “compacte stad”-beleid staat derhalve voor concentratie van stedelijke functies. Het concept brengt echter met zich mee dat de kwaliteit van de dagelijkse leefomgeving door de concentratie van stedelijke functies plaatselijk onder druk kan komen te staan. De woningbouwontwikkeling aan de westrand van de stad wordt namelijk beperkt door de IMR afspraken uit 1995. Er bestaat behoefte de woningbouw in o.a. De Held 3, Peizerhoven en de Reitdiepzone te realiseren. Bovendien worden omvangrijke wijkvernieuwingsprogramma’s in de wijken Vinkhuizen-Zuid en Paddepoel uitgevoerd, waarbij behoefte bestaat het aantal woningen in deze plannen licht te laten toenemen. Om deze woningbouwprogramma’s mogelijk te maken is een herziening van de IMR afspraken noodzakelijk.
6.
Convenant Integratie Milieu en Ruimtelijke ordening (IMR) - Suikerindustrie 2008
2.3
Perspectief van de provincie Groningen
De provincie heeft de uitvoering van de afgesproken bedrijfsmilieuplannen en de saneringsprogramma’s van beide suikerfabrieken intensief gevolgd. Binnen de afgelopen IMR periode zijn alle saneringen voor geur en geluid bij beide fabrieken afgerond. Veranderingen binnen de bedrijven - bij vrijwel elke jaarlijkse campagnemaakten intussen doorlopende actualisatie nodig van hun Wet milieubeheer vergunningen. Naast meldingsprocedures was bij grotere wijzingen in sommige gevallen een veranderingsprocedure vereist. Vastgesteld kan worden dat de huidige milieuvergunningen de huidige activiteiten van beide bedrijven dekken, maar de geldende vergunningen niet meer overzichtelijk zijn. Nu de IMR-contour deel uitmaakt van het toetsingskader voor de milieuvergunningen, bestaat behoefte bij nieuwe Wm-vergunningen het toetsingskader te actualiseren.
Convenant Integratie Milieu en Ruimtelijke ordening (IMR) - Suikerindustrie 2008
7.
In de voorgaande hoofdstukken is de behoefte aan nieuwe IMR-afspraken nader toegelicht. Evenals in 1995 staan we voor de opgave oplossingen te bedenken die een werkbare situatie creëren voor Suiker Unie, de gemeente en de provincie. Een nieuwe IMR-contour zal het resultaat moeten zijn van een zorgvuldige belangenafweging. Aan de ene kant moet woningbouw mogelijk zijn binnen een acceptabele milieubelasting, anderzijds moet een toekomstvaste bedrijfsvoering van de beide fabrieken van Suiker Unie worden verzekerd. En dat alles binnen een duidelijk kader voor vergunningverlening en handhaving. Een hele opgave! 3.1. De IMR-contour uit 1995 Alvorens stil te staan bij de uitgangspunten die hebben geleid tot de totstandkoming van de nieuwe IMR 2008, is het goed de situatie uit 1995 nog eens -kort- nader te beschouwen.
Figuur 1 IMR contour 1995 De hierboven weergegeven kaart maakt deel uit van de IMR-afspraken zoals deze in 1995 zijn vastgelegd. De rode contour is de destijds afgesproken IMR-contour. Deze contour werd in hoofdzaak bepaald door de berekende geurimmissie (geurbelasting op leefniveau), veroorzaakt door de twee suikerfabrieken, en voor een beperkter deel door de geluidbelasting afkomstig van het op grond van de Wet geluidhinder gezoneerde industrieterrein “Groningen/West- Hoogkerk”. 3.1.1 Geur De berekende geuremissie op de contour is een weergave van berekende immissie na sanering van de belangrijkste geurbronnen. Daar waar de geur de contour bepaalt, kan aan de contour een waarde worden toegekend van 3 geureenheden/m 98 percentiel*. Dit betekent dat de geurconcentratie van 3 geureenheden per m ter plaatse van de contour gedurende 98 procent per van de tijd niet wordt overschreden. * De geureenheid (GE) is een maat die gebruikt wordt om de mate van geurbelasting te omschrijven. De geurconcentratie van een gasvormige stof wordt uitgedrukt in een aantal geureenheden per kubieke meter lucht. Hierbij is één geureenheid de hoeveelheid geurveroorzakende stof die in 1 m lucht mag toegevoegd worden zodat de helft van een groep mensen (een zogenaamd geurpanel) de geur nog net kan onderscheiden van geurvrije lucht, en de andere helft niet.
8.
Convenant Integratie Milieu en Ruimtelijke ordening (IMR) - Suikerindustrie 2008
Gelet op de eerder genoemde afspraak kan worden gesteld dat, vooruitlopend op hetgeen later op vergelijkbare wijze zou worden vastgelegd in de Nederlandse emissie-richtlijnen Lucht (NeR), er hier sprake is van een door de betrokken overheden vastgesteld acceptabele hinderniveau voor geur. Ondertussen zijn bij de contour kanttekeningen te maken. De eerste is dat er voor wat betreft de emissie van CSM Vierverlaten is uitgegaan van verkeerde brongegevens. Op grond van uitspraken in beroepszaken moesten beide suikerfabrieken een emissiereductie bewerkstelligen van 80% bij de lage geurbronnen. IJkpunt hierbij was het jaar 1985. Toen had de fabriek Vierverlaten in Hoogkerk een geuremissie van 20 miljard/geureenheden per uur en die in Groningen van 18 miljard/geureenheden. Na de beoogde sanering zou dat respectievelijk 4 en 3,6 miljard/geureenheden per uur moeten bedragen. In plaats van met 4 miljard/geureenheden per uur is bij de fabriek in Hoogkerk gerekend met 1,5 miljard/geureenheden per uur. Deze onjuistheid is destijds onderkend, maar heeft niet geleid tot een aangepaste contour. Als tweede kanttekening moet worden genoemd dat het computermodel waarmee de berekeningen voor de verspreiding van de geuremissie destijds zijn uitgevoerd in 2000 is vervangen door een geheel nieuw berekeningsprogramma. Onder meer door het gebruik van nauwkeuriger meteorologische gegevens in het nieuwe model is het niet mogelijk om de door de twee modellen berekende contouren met elkaar te vergelijken. 3.1.2 Geluid Op beperkt deel van de contour is de geluidbelasting bepalend voor de ligging van de contour, zoals bij de grondberging ten zuiden van de autosnelweg A7.
3.2 De nieuwe IMR contour 2008 3.2.1 Aanleiding en input voor een nieuwe contour Samengevat hebben de volgende ontwikkelingen aanleiding gegeven tot een actualisatie van de oude IMR contour: • De realisatie van woningbouwlocaties in en rond de oude contour; • De mogelijke bouw van een bio-ethanolfabriek op de locatie van Suiker Unie Groningen en de daarmee samenhangende campagneduur verlenging tot 135 dagen voor beide suikerfabrieken; • De wijziging van het verplicht te hanteren van een nieuw computermodel ten behoeve van geurverspreidingsberekeningen; • Correctie van de onjuiste, oorspronkelijke gehanteerde brongegevens ten aanzien van de geuremissie van de zogeheten lage bronnen bij de suikerfabriek in Hoogkerk;
Convenant Integratie Milieu en Ruimtelijke ordening (IMR) - Suikerindustrie 2008
9.
Figuur 2: IMR Contour 2008 (en IMR 1995)
De nieuwe contour is samengesteld uit de nieuw berekende contouren voor geur en geluid en de oude IMR-contour. Hierbij zijn de volgende randvoorwaarden zo veel mogelijk gehanteerd: • de nieuwe contour ligt tenminste buiten of op de berekende immissiewaarde van 4 geureenheden/m 98-percentiel. Dit is de lijn die de punten verbind waar de geurconcentratie van 4 geureenheden gedurende 98 procent van de tijd niet wordt overschreden, met uitzondering van de Held 3. • de nieuwe contour ligt tenminste buiten of op de berekende geluidsbelastingcontour van 55 dB(A). Dit betreft de geluidbelasting veroorzaakt door alle industrie gelegen op de industrieterrein “Groningen/West-Hoogkerk”. • Er is -zo mogelijk- aansluiting gezocht bij de oude IMR-contour (ligging en omvang) • Er is gebruik gemaakt van de nieuwste berekeningsmodellen voor de verspreiding van geur (Nieuw Nationaal Model) • De onjuiste invoergegevens van locatie Vierverlaten in 1995 zijn hersteld. Wijken als Vinkhuizen Zuid, Reitdiepzone, Paddepoel, Oranjebuurt, Schildersbuurt, Zeehelden- en Badstratenbuurt, Laanhuizen en Peizerhove komen thans geheel of voor een belangrijk deel buiten de contour te liggen, waardoor woningbouwontwikkeling op deze locaties mogelijk wordt. Daarnaast is bij het bepalen van de contour rekening gehouden met toekomstplannen van beide fabrieken. De mogelijkheid van een bio-ethanolfabriek en eventuele daarbij behorende campagneverlenging bij beide fabrieken is meegenomen. Voor vergunningverlening in het kader van de Wet milieubeheer zal als toetsingskader voor geur de berekende 4 geureenheden/m3 98-percentiel contour worden gehanteerd. De geformuleerde uitgangspunten en aangeven input in combinatie met de meest recente berekeningsmodellen leidt tot de volgende IMR-contour: 3.2.2 Toelichting op de nieuwe contour De oostzijde van de contour wordt enige honderden meters teruggelegd. Hierdoor kan het beeld ontstaan dat de geurbelasting op deze woonwijken sterk wordt gewijzigd. Dit is echter niet het geval, de geurbelasting verandert hier niet wezenlijk. Het saneringstraject van de geuremissie van beide fabrieken was immers al in 1995 afgesproken en in de oorspronkelijke IMR-contour verdisconteerd. Het gebruik van een ander berekeningsmodel en de grens van 4 in plaats van 3 geureenheden/m3 zijn er met name debet aan dat de geurcontouren hier een stuk in westelijke richting opschuiven. Een aantal reeds bestaande woonwijken en het Stadspark komen nu buiten de contour te liggen. Een verschuiving is hier mogelijk, omdat er nauwelijks klachten zijn en er geen ruimte is voor grootschalige nieuwbouwplannen op deze
10.
Convenant Integratie Milieu en Ruimtelijke ordening (IMR) - Suikerindustrie 2008
locaties. Als uiterste begrenzing is aan de oostzijde gekozen voor de 55 dB(A) geluidscontour. Deze contour kent op grond van de Wet geluidhinder een wettelijke status waardoor nieuwbouw van woningen binnen deze contour op grond van deze wet niet, of slechts bij zeer hoge uitzondering, is toegestaan. Aan de zuidzijde verandert de ligging van de IMR-contour nauwelijks. Wel wordt er duidelijkheid gecreëerd ten aanzien van gebieden ten zuiden van de Peizerweg. Aan de westzijde wordt de IMR-contour verruimd. Om aan de vijf in paragraaf 3.2 genoemde randvoorwaarden te kunnen blijven voldoen, is de nieuwe IMR-contour deels in westelijke richting opgeschoven. Het gebied, dat nu nieuw binnen de contour komt te liggen, maakt echter deel uit van het nog aan te leggen bedrijventerrein “Westpoort”. Aan de noordzijde verandert de IMR-contour niet. Wel laten de nieuwe geurverspreidingsberekeningen zien dat de geurbelasting op de reeds aangelegde wijk De Held 1 en de nog te realiseren woonwijk De Held 3 groter is dan in 1995 werd verondersteld. Hier wordt dus afgeweken van het beginsel dat de nieuwe IMR-contour tenminste buiten de berekende immissiewaarde van 4 geureenheden/m3 98-percentiel moet liggen. Verdergaande maatregelen om de geuremissie in voldoende mate te verlagen vergen van de suikerindustrie een onredelijk hoge investering en worden daarom van Suiker Unie niet verlangd. De plannen om woningbouw in dit deel te realiseren zijn echter ver gevorderd (zie paragraaf 4.3) en kunnen bovendien bijdragen aan een gewenste stedenbouwkundige afronding van deze stadsuitleg. Woningbouw in De Held 3 mag dan ook plaatsvinden tot de IMR-contour en voor een beperkt aantal woningen (maximaal 75) binnen de contour. Met de nieuwe contour kan voor de komende tien jaren de bedrijfsvoering van Suiker Unie vooruit en kunnen nieuwe bedrijfsconcepten worden ontwikkeld. Daarnaast kunnen woningbouwlocaties aan de westkant van de stad Groningen worden ontwikkeld en worden wijkvernieuwingsprojecten niet belemmerd. Al deze belangen kunnen worden gerealiseerd binnen de bestaande wettelijke kaders en met de garantie dat een aanvaardbaar woon- en leefklimaat voor dit deel van de stad gegarandeerd is en blijft. Een prestatie waar partijen trots op zijn!
Convenant Integratie Milieu en Ruimtelijke ordening (IMR) - Suikerindustrie 2008
11.
Nieuwe IMR afspraken omvatten meer dan een aanpassing van de contour op de kaart. Ook aanverwante ruimtelijke- en milieugerelateerde onderdelen maken deel uit van de nieuwe afspraken. In dit hoofdstuk worden deze verschillende onderdelen nader belicht.
4.1
Bio-ethanol en de bijhorende procedures
4.1.1 Algemeen Suiker Unie speelt in op het Klimaatbeleid van Europa en Nederland. De Nederlandse regering heeft, in navolging van de EU-richtlijn 2003/20/EG en van andere lidstaten, in 2006 besloten dat in 2007 2% bio-ethanol in benzine moet worden bijgemengd. Oplopend naar 5,75% in 2010. Dit besluit biedt kansen. Suiker Unie bestudeert, samen met Nedalco uit Bergen op Zoom, de mogelijkheden van de productie van bio-ethanol uit suikerstropen. De besturen van de provincie en de gemeente Groningen spannen zich -ten behoeve van de bestaande werkgelegenheid en de continuïteit voor de landbouw- maximaal in om de bio-ethanolfabriek mogelijk te maken e.e.a. met behoud van de doelstellingen van het woningbouwprogramma en de wijkvernieuwing. Met deze ondersteuning is rijkssubsidie voor een bio-ethanolfabriek toegezegd. In de komende jaren moet blijken of de bio-ethanolfabriek bedrijfseconomisch haalbaar is. In ieder geval maakt de nieuwe IMR contour de vestiging van een bio-ethanolfabriek mogelijk. Wanneer tijdens de uitwerking in de ontwerpfase van de bio-ethanolfabriek mocht blijken dat de uitkomsten voor geluid en geur ongunstiger uitvallen dan waarmee thans meegerekend is, dan zal Suiker Unie deze nadelige effecten zelf compenseren. De IMR-contour wordt in deze situatie niet aangepast. Deze voorgenomen activiteit zal om bedrijfseconomische-, milieuwetgerelateerde en sociale redenen plaatsvinden op het terrein van de vestiging te Groningen (Van Heemskerckstraat 101). De uitwerking hiervan zal geschieden in de ruimtelijke onderbouwing welke deel uitmaakt van de relevante op te starten planologische procedures. De afweging voor de locatiekeuze Groningen wordt door het gemeentebestuur ondersteund, maar vergt nog aandacht voor een exacte nadere (stedenbouwkundige) inpassing. 4.1.2 Procedures Voor de bouw en ingebruikneming van een bio-ethanolfabriek zullen diverse diverse procedures moeten worden doorlopen. Hieronder volgen de belangrijkste en de daaromtrent gemaakte afspraken.
12.
•
Het bestemmingsplan- de vrijstelling ex artikel 19 WRO en de bouwvergunning De realisatie van een bio-ethanolfabriek op de locatie Groningen is in strijd met de geldende bestemmingsplannen. Burgemeester en Wethouders van Groningen zijn voornemens medewerking te verlenen aan de nieuwe fabriek middels de toepassing van de vrijstellingsprocedure ex artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). Dit is uiteraard mogelijk onder het bestaande wettelijke regime. Na de fundamentele wetsherziening zal opnieuw beoordeeld worden met welke procedure de bio-ethanolfabriek het spoedigst gerealiseerd kan worden.
•
MER-beoordeling De productie van bio-ethanol zou kunnen worden beschouwd als vallend onder categorie 34.5 van de D-lijst, behorende bij het Besluit m.e.r. Voorafgaande aan de milieuvergunningsprocedure zal een m.e.r-beoordelingsprocedure worden doorlopen. Suiker Unie dient hiertoe een m.e.r- Aanmeldingsnotitie Bio-ethanolfabriek op te stellen, waarop de bevoegde instanties in het kader van de Wet milieubeheer (Wm) en de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo) een besluit nemen of een MER al dan niet noodzakelijk is.
Convenant Integratie Milieu en Ruimtelijke ordening (IMR) - Suikerindustrie 2008
•
Wet milieubeheer (Wm) / Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo) De vestiging van een bio-ethanolfabriek is niet formeel in procedure gebracht. Op dit moment bestaat nog onvoldoende inzicht in hoeverre de bio-ethanolfabriek onderdeel gaat uitmaken van de bestaande suikerfabriek of een op zichzelf staande inrichting zal worden. Dit bepaalt onder meer of sprake zal zijn van een veranderingsvergunning dan wel een oprichtingsvergunning ingevolge de Wm. De milieuhygiënische consequenties van de bio-ethanolfabriek, in samenhang met de daarbij optredende wijzigingen voor de omgeving zijn voldoende in kaart gebracht om als input te dienen voor de vaststelling van de IMR 2008. Voor de vergunningverlening is een verfijning van deze gegevens noodzakelijk.
•
Verlenging van de campagne naar 135 dagen Bij realisatie van de bio-ethanolfabriek zal een groot deel van de bij de fabriek in Groningen aangevoerde suikerbieten niet meer worden ingezet voor de productie suiker maar voor bio-ethanol. Op deze locatie zal de suikerproductie dan verminderen van circa 2500 ton/dag naar 900 ton/dag. Om het verlies aan suikerproductie op te vangen zal bij beide fabrieken de campagneduur worden verlengd naar maximaal 135 dagen. De thans geldende Wm-vergunningen voor de beide locaties gaan uit van een campagneduur van circa 100 dagen, de bietencampagne mag bij uitzondering in de huidige situatie maximaal 120 dagen duren. Dit betekent dat in ieder geval de Wm-vergunningen voor beide locaties moeten worden aangepast. Voor Suiker Unie Vierverlaten is een revisieaanvraag in voorbereiding. Voor Suiker Unie Groningen hangt de actualisatie van de Wm-vergunning van de suikerfabriek af van de realisatie van de bio-ethanolfabriek. Gelet op de benodigde tijd voor het doorlopen van diverse vergunningprocedures en de bouwtijd is het niet noodzakelijk om de campagneduurverlenging voor de suikerfabriek op korte termijn te regelen. Uiterlijk twee jaar na vergunningverlening van de nieuwe productiefaciliteit zal voor de suikerfa briek te Groningen een deel- revisievergunning worden aangevraagd.
figuur 3: Impressie van de bio-ethanolfabriek Suiker Unie locatie Groningen
Convenant Integratie Milieu en Ruimtelijke ordening (IMR) - Suikerindustrie 2008
13.
4.2 Verkeer Uiteraard is tijdens de campagnetijd sprake van een toename van (bestemmings-)verkeer van en naar de suikerfabrieken. Om de overlast zoveel mogelijk te voorkomen zijn afspraken gemaakt om de aanvoer van bieten via de westelijke ringweg te laten plaatsvinden. Hiervoor zijn door gemeente, provincie en de suikerindustrie investeringen gedaan, waaronder de recente reconstructie van de westelijke ringweg. De aanvoer van bieten voor de vestiging Vierverlaten in Hoogkerk, kan deels onder voorwaarden, via de Johan van Zwedenlaan plaatsvinden. Naast vervoer over de weg zijn de beide suikerfabrieken bereikbaar over het water (bieten, cokes, kalkstenen, melasse). De ontwikkeling bij Suiker Unie (o.a. bio-ethanol) leidt ook tot veranderingen in de aan- en afvoer. Er worden meer bieten aangevoerd en de spreiding over het jaar wordt groter. Daarnaast neemt ook het aantal scheepsbewegingen toe. Inmiddels wordt een aanvang gemaakt met de nieuwe aansluiting van de A7 op het nieuwe bedrijventerrein Westpoort. Gemeente en Suiker Unie zullen samen de mogelijkheden onderzoeken of een versnelde ontsluiting van de productielocatie Vierverlaten in Hoogkerk op de A7 tot de mogelijkheden behoort.
4.3
Woningbouwprogramma
Binnen de nieuwe IMR-contour mogen - met uitzondering van een gering deel van de Held 3 en een aantal wijkvernieuwingsprojectengeen woningbouwprojecten gerealiseerd worden. Voor de wijkvernieuwingsprojecten geldt overigens dat sloop en nieuwbouw elkaar gedurende de beoogde IMR periode van 10 jaar in evenwicht moeten houden. (= de 0-meting) Het woningbouwproject De Held 3 neemt een bijzondere positie in in de nieuwe IMR afspraken. De stadsuitleg De Held is sinds de eerste IMR afspraken in 1995 in beeld bij betrokken partijen. Moeizame onderhandelingen met de projectontwikkelaar hebben ertoe geleid dat nimmer tot een gewenste stedenbouwkundige afronding van dit deel van de stad kon worden overgegaan. Die duidelijkheid is er nu wel. Suiker Unie en provincie ondersteunen
14.
de gemeentelijke opvatting om deze stadswijk verantwoord af te ronden, waardoor een gering aantal woningen in de IMR-contour wordt toegestaan. Afgesproken wordt dat dit aantal maximaal 75 mag bedragen. Omtrent de locatie Vinkhuizen, Zilverlaan (16 woningen) komen partijen overeen dat deze locatie als wijkvernieuwingsproject kan worden aangemerkt en buiten de 0-meting valt. Gemeente, Suiker Unie en provincie nemen de woningplanning, -productie en de wijkvernieuwingsprojecten jaarlijks met elkaar door. De gemeente neemt hiertoe jaarlijks het initiatief. Uitgangspunten voor dit overleg en de 0- meting zijn beschreven in bijlage 2. Voorts vindt jaarlijks monitoring plaats van de gerealiseerde projecten in en nabij de IMR contour.
Convenant Integratie Milieu en Ruimtelijke ordening (IMR) - Suikerindustrie 2008
4.4 Woonwagenstandplaats/ stadsnomaden Met toepassing van de vrijstellingsprocedure ex. artikel 17 van de WRO hebben Burgemeester en Wethouders van Groningen in oktober 2000 medewerking verleend aan het realiseren van een woonwagenstandplaats aan het Hoendiep, ten zuiden van de wijk Vinkhuizen. Het betrof een verplaatsing binnen de IMR contour. De standplaats is gerealiseerd. De maximale vrijstellingstermijn is echter verlopen. De gemeente Groningen zal de feitelijke situatie positief bestemmen. De bedrijfvoering van Suiker Unie zal hierdoor niet belemmerd worden en mag voorts niet leiden tot nadelige financiële consequenties voor Suiker Unie. Indien de formalisering niet tot dit resultaat leidt, zal de standplaats worden opgeheven.
4.5 Woonboten Binnen de zonering van de huidige milieuvergunningen van de suikerfabrieken zijn diverse woonboten gesitueerd. Om de bedrijfsvoering van Suiker Unie niet te beperken en daarnaast een goed woon- en leefklimaat te kunnen garanderen zijn de zes woonboten in het Hoendiep -nabij de westelijke ringweg- destijds planologisch wegbestemd. Feitelijk zijn inmiddels twee boten verplaatst uit het plangebied, voor de resterende vier boten dient een nieuwe ligplaats gevonden te worden. De gemeente Groningen neemt -onder voorbehoud van bezwaar- en beroepsprocedures- de verplichting op zich (door o.a. de aanleg van nieuwe ligplaatsen) de resterende vier woonboten vóór 1 januari 2010 uit te plaatsen. Ter hoogte van de Energieweg liggen nog eens acht woonboten in het Hoendiep (nrs. 1013 t/m 1027). Deze ligplaatsen zijn planologisch positief bestemd en beschikken tevens over een ligplaatsvergunning zonder einddatum. De overige boten ter hoogte van de Energieweg hebben een afmeervergunning, maar mogen niet worden bewoond. Weliswaar vormen de woonboten op grond van recente jurisprudentie van de Raad van State geen geluidsgevoelig object in de zin van de Wet geluidhinder, maar uit oogpunt van een goede ruimtelijke ordening, dienen de verantwoordelijke overheden nog immer een goed woon- en leefklimaat te kunnen garanderen. In de huidige omstandigheid vormen deze woonboten geen beletsel voor de bedrijfsvoering van de suikerindustrie, anderzijds leidt de huidige bedrijfsvoering niet tot een onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat van de woonbootbewoners. Met de komst van de bio-ethanolfabriek zou dit voor (enkele van) de woonbootbewoners kunnen veranderen. Aangezien op dit moment onvoldoende inzicht bestaat in de exacte geluidsbelasting voor deze woonboten als gevolg van de realisatie van een bio-ethanolfabriek, wordt thans besloten in de pre-engineeringfase van de bio-ethanolfabriek dit onderdeel concreet uit te werken en vervolgens eventuele passende maatregelen te treffen.
Convenant Integratie Milieu en Ruimtelijke ordening (IMR) - Suikerindustrie 2008
15.
4.6 Geluidszonering Rond het industrieterrein “Groningen West/Hoogkerk” is in 1992 een geluidzone op grond van artikel 53 juncto artikel 59 van de Wet geluidhinder vastgesteld. Sinds die tijd is de zone tweemaal gewijzigd, om o.a. de bergingen voor bietengrond mogelijk te maken. Deze geluidszone is richting het westen vergroot in verband met het op te richten bedrijventerrein Westpoort. Door de uitgevoerde geluidsanering bij beide suikerfabrieken bleek dat er onnodig veel ruimte zit in de eerder vastgestelde geluidszone. Zonder de bedrijfsuitvoering van de suikerindustrie en omliggende bedrijven te benadelen had de gemeente een voorstel voor een nieuwe zone(grens) in procedure gebracht. Dit voorstel is ingehaald cq. geblokkeerd door nieuwe ontwikkelingen. Bij de suikerfabriek in Hoogkerk zijn plannen om een vergistinginstallatie te realiseren, waarbij duurzaam biogas wordt geproduceerd uit o.a. bietenpulp. Hiertoe is al geluidsruimte op de geluidszonegrens gereserveerd en is door de provincie Groningen een milieuvergunning en door de gemeente Groningen een bouwvergunning afgegeven. Voor de locatie Groningen heeft Suiker Unie plannen om daar een bio-ethanol fabriek te realiseren. Als de fabriek concreet wordt, dient hiervoor een milieuvergunning te worden aangevraagd. In verband met het IMR convenant is de geluidsbelasting van de bioethanolfbriek bepaald en zijn de gevolgen voor de zonegrens berekend. Omdat de campagne van de suikerfabriek circa 4 maanden duurt, kan redelijke sommatie in het kader van de Wet geluidhinder (Besluit geluidhinder, 1 januari 2007) worden toegepast2). Om de zogenaamde redelijke sommatie te kunnen toepassen heeft uitvoerig akoestisch onderzoek plaatsgevonden. Er gaat een splitsing plaatsvinden van het Industrieterrein “Groningen West/Hoogkerk” in twee nieuwe terreinen: 1. het industrieterrein Groningen-west, waar de bio-ethanol fabriek mogelijk gerealiseerd wordt (hier kan redelijke sommatie toegepast worden) en; 2. het industrieterrein Hoogkerk/Westpoort (bij dit terrein wordt redelijke sommatie niet toegepast). Voor beide terreinen is een aangepast zonevoorstel in voorbereiding. Dit heeft echter geen effect op de IMR-contour. Voor het vastleggen van de IMR contour is gebruik gemaakt van de cumulatieve geluidbelasting van beide industrieterreinen.
4.7 Hoogbouw Woningbouw op hoogte kan geconfronteerd worden met een andere geur- en geluidsbelasting dan grondgeboden woningbouw. Vandaar dat berekeningen zijn gemaakt voor dezelfde geluids- en geurcontouren op verschillende hoogtes ten opzichte van de grondgebonden contour. Met de uitkomsten van die berekeningen zal rekening gehouden worden bij de ontwikkeling van hoogbouwplannen. Gemeente informeert provincie en suikerindustrie in een vroeg stadium omtrent concrete hoogbouwplannen (hoger dan 60 meter) en dient daarbij aan te tonen dat de betreffende hoogbouw de suikerindustrie niet zal beperken en dat een goed woon- en leefklimaat gegarandeerd kan worden.
4.8
Dienstwoningen op bedrijventerreinen
Bij de gemeente bestaat de wens om binnen de IMR-contour enkele kleinschalige en specifieke bedrijventerreintjes mogelijk te maken. Om de sociale veiligheid in het gebied te bevorderen zou het gewenst zijn op deze bedrijventerreinen dienstwoningen te 2) Niet alle bedrijven draaien voortdurend en tegelijkertijd volgens de representatieve bedrijfssituatie die de basis vormt van de milieuvergunning. Met de wijziging van de Wet geluidhinder mogen burgemeester en wethouders daar nu wel rekening mee houden. Afhankelijk van de aard van het bedrijf kan deze “redelijke sommatie” een reductie van een enkele dB(A) betekenen.
16.
Convenant Integratie Milieu en Ruimtelijke ordening (IMR) - Suikerindustrie 2008
realiseren. Door echter dienstwoningen op deze terreinen toe te staan neemt het aantal woningen binnen de IMR-contour toe, waardoor de bedrijfsvoering van Suikerunie kan worden belemmerd. Partijen spreken daarom af dat op deze bedrijventerreinen geen nieuwe dienstwoningen worden toegestaan.
-
Peutz rapport “Geluid in de omgeving ten gevolge van Suiker Unie fabriek Groningen en fabriek Vierverlaten d.d. 16 november 2007”
-
SGS rapport “Verspreidingsberekeningen t.b.v. het vaststellen van een nieuwe IMR-contour rond de Groningse industrie d.d. oktober 2007”
-
Bio-ethanolfabriek Locatiekeuze d.d. 26 november 2007
Convenant Integratie Milieu en Ruimtelijke ordening (IMR) - Suikerindustrie 2008
17.
Bijlage 2.
Beschrijving jaarlijkse monitoring Woningbouw.
De gemeente Groningen neemt elk jaar het initiatief om samen met Suiker Unie en Provincie Groningen de woningbouw binnen de IMR 2008, in het eerste kwartaal van ieder jaar, te bespreken. Dit gesprek wordt gehouden in februari. Als er aanleiding toe bestaat kan elke partij het verzoek doen om tussentijds een extra vergadering in te lassen. De projecten, in het kader van de wijkvernieuwing die nu reeds gestart zijn, worden buiten de telling gehouden. Tijdens het eerste overleg zal de gemeente daar een compleet overzicht van geven. Partijen zullen dit overzicht vaststellen. In het gesprek komt aan de orde: overzicht van alle woningbouwprojecten die in uitvoering zijn en die het afgelopen jaar opgeleverd zijn, overzicht van alle woningbouwprojecten die in voorbereiding zijn (voor zover bekend bij de gemeente), overzicht van alle woningbouwinitiatieven (voor zover bij de gemeente bekend zijn), overzicht van de werkelijke hoeveelheid gesloopte en gebouwde woningen op basis van opgeleverde woningen, overzicht van de geprognosticeerde hoeveelheid gesloopte en gebouwde woningen op basis van de projecten in voorbereiding en in uitvoering, jaarlijks wordt vastgesteld hoe groot de afwijking is van de beoogde 0-stand over de periode van 10 jaar, alle hoogbouwinitiatieven, -plannen en -projecten in uitvoering in de stad worden besproken. Gedurende het jaar zullen wijzigingen en aanvullingen kunnen optreden in de woningbouwplannen. De gemeente zal Suiker Unie en Provincie Groningen op de hoogte brengen van deze wijzigingen en aanvullingen.
|
18.
Convenant Integratie Milieu en Ruimtelijke ordening (IMR) - Suikerindustrie 2008
Convenant Integratie Milieu en Ruimtelijke ordening (IMR) - Suikerindustrie 2008
19.
20.
Convenant Integratie Milieu en Ruimtelijke ordening (IMR) - Suikerindustrie 2008