RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ Vrije School Christophorus
School/instelling: Vrije School Christophorus Plaats: Roermond BRIN-nummer: 04BT Postregistratienummer: 09.H2736522 Onderzoek uitgevoerd op: 25 november 2008 Conceptrapport verzonden op: 1 december 2008 Rapport vastgesteld te Eindhoven op: 21 januari 2009 Reproductie van het rapport zonder toestemming van de inspectie of de school/instelling vindt niet plaats anders dan in zijn volledige vorm.
1
1. ONDERZOEK Onderzoek De inspectie heeft op 25 november 2008 een onderzoek uitgevoerd op de Vrije School Christophorus om na te gaan of er sprake is van tekortkomingen in de naleving van wet- en regelgeving en/of van de kwaliteit van het onderwijs. Aanleiding Uit analyses die de inspectie heeft uitgevoerd kwam naar voren dat zij niet beschikte over voldoende gegevens om de kwaliteit van de opbrengsten te bepalen. Op 15 november 2007 heeft de inspectie dit met het bevoegd gezag besproken. Namens het bevoegd gezag waren aanwezig mevrouw M. Duif (bovenschools manager) en de heer G. Langeslag (ambtelijk secretaris). Naar aanleiding van dit gesprek heeft de inspectie besloten een onderzoek uit te voeren om de opbrengsten te bepalen en om na te gaan of er sprake is van tekortkomingen. Onderzoeksmethode Deze rapportage is gebaseerd op: - Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. - Onderzoek op locatie, waarbij o schooldocumenten zijn bestudeerd; o de onderwijspraktijk is geobserveerd; o gesprekken met de directie, de interne begeleider en met leraren zijn gehouden. - Een nabespreking met de directie. Bij dit gesprek was ook een vertegenwoordiger van het bevoegd gezag aanwezig. Toezichtkader Het onderzoek is uitgevoerd op basis van het Toezichtkader primair onderwijs 2005 en de daaraan gekoppelde normeringen. Deze documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Uit het waarderingskader zijn, naast de opbrengsten, na overleg met het bestuur indicatoren onderzocht uit de volgende aspecten die mogelijk samenhangen met de tijdens het PKO geconstateerde tekortkomingen: kwaliteitszorg en de uitvoering van het onderwijs (met de bijbehorende zorg) in de dagelijkse praktijk. Naast deze kwaliteitsaspecten heeft de inspectie tevens een aantal wettelijke aspecten onderzocht. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek. Bij vastgestelde tekortkomingen is tevens de onderbouwing van deze beoordelingen opgenomen. In hoofdstuk 3 volgt de conclusie uit het onderzoek en het vervolg van het toezicht, in de vorm van het toezichtarrangement.
2
2. BEVINDINGEN Het onderzoek op de Vrije School Christophorus leidt tot de volgende bevindingen. Naleving De inspectie heeft onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van wettelijke voorschriften over onderstaande onderwerpen 1 . Schoolplan in art. 16, lid 1 en 3 WPO Schoolgids in art.16, lid 2 en 3 WPO Onderwijstijd in art. 8, lid 7, onder b WPO Zorgplan in art. 19, lid 1 en 3 WPO
Wel Wel Wel Wel
aanwezig aanwezig voldaan aan naleving aanwezig
Onderbouwing De inspectie stelt vast dat de school voldoet aan de wettelijke bepalingen. Kwaliteit Legenda: In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen dit heeft geleid. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de indicator bijdraagt aan de kwaliteit van het onderwijs: 1. draagt niet of nauwelijks bij; 2. draagt onvoldoende bij; 3. draagt voldoende bij; 4. draagt in hoge mate bij; 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten). Oordelen op indicatoren Resultaten 12.1 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.
1
2
3
4
5
z
1
Deze onderwerpen gelden voor het school c.q. cursusjaar 2008-2009. De inspectie stelt jaarlijks de onderwerpen vast. 3
Ontwikkeling van leerlingen 13.1 De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 13.2 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden.
1
Kwaliteitszorg 1.1 De school heeft inzicht in de verschillen in onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 1.2 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten. 1.3 De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen. 1.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 1.5 De school borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen. 1.6 De school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit van het onderwijs. Leerstofaanbod 3.1 De aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde zijn dekkend voor de kerndoelen. 3.4 De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. 3.5 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan. Tijd 4.4 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. 4.5 De school stemt de hoeveelheid tijd voor leren en onderwijzen bij Nederlandse taal en rekenen en wiskunde af op de onderwijsbehoeften van leerlingen. Didactisch handelen 6.1 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 6.3 De leraren leggen duidelijk uit. 6.5 De leraren geven expliciet onderwijs in strategieën voor denken en leren.
2
3
4
5
3
4
z z
1
2
z z z z z z
1
2
3
4
z z z
1
2
3
4
z z
1
2
3
4 z
z z
4
Afstemming 7.1 De leraren volgen de vorderingen van hun leerlingen systematisch. 7.3 De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. Actieve en zelfstandige rol leerlingen 8.1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. 8.3 De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun eigen leerproces die past bij hun ontwikkelingsniveau. Begeleiding 10.1 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. Zorg 11.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 11.3 De school voert de zorg planmatig uit. 11.4 De school gaat de effecten van de zorg na.
1
2
3
4
z z
1
2
3
4
z z
1
2
3
4
z
1
2
3
4
z z z
Onderbouwing De resultaten van het onderwijs Om de resultaten aan het einde van de basisschool te kunnen beoordelen heeft de inspectie gebruik gemaakt van de prestaties van de leerlingen op de landelijk genormeerde toetsen voor begrijpend lezen en rekenen en wiskunde. In 2008 lagen deze op een voldoende niveau. In 2006 en 2007 was dit niet het geval. De resultaten voor begrijpend lezen waren in deze jaren weliswaar voldoende, maar dit gold niet voor rekenen en wiskunde. Als geheel waardeert de inspectie de opbrengsten aan het einde van de basisschool als voldoende met de kanttekening dat deze met name voor rekenen en wiskunde kwetsbaar zijn. Bij de beoordeling van de leerresultaten tijdens de basisschoolperiode stelt de inspectie vast dat ze van voldoende niveau zijn. Dit geldt in de eerste plaats voor de resultaten voor technisch lezen in de klassen 1, 2 en 3, waarbij de inspectie rekening houdt met het latere tijdstip waarop op Vrije Scholen gestart wordt met aanvankelijk lezen. Ook de resultaten voor rekenen en wiskunde in klas 2 en 4 en begrijpend lezen in groep 4 zijn van een voldoende niveau. In het algemeen zijn de resultaten voor rekenen en wiskunde op de Vrije School Christophorus echter relatief lager dan voor de overige vakken. Dit geldt in versterkte mate voor hoofdrekenen. De school heeft dit ook zelf geconstateerd en hiervoor een verbeterproject gestart.
5
De school heeft een leerling met een individuele leerlijn voor rekenen en wiskunde. Deze leerling ontvangt planmatige zorg, waarbij de school niet alleen de na te streven ontwikkeling voor het lopende schooljaar, maar voor de gehele schoolloopbaan heeft vastgelegd. Het nagestreefde didactische eindniveau staat hierin beschreven, alsmede de tussendoelen die tot dit eindniveau moeten leiden. Hoewel de school dit niet expliciet zo noemt, is hierbij derhalve sprake van het planmatig werken op basis van een ontwikkelingsperspectief. De zorg voor kwaliteit Als stabiele basis voor de kwaliteitszorg hanteert de school de bovenschools ontwikkelde systematiek, waarin wordt gewerkt met een digitaal kwaliteitsmanagementsysteem, een meerjarenbeleidsplan, jaarplannen en jaarverslagen. Als input voor haar verbeteractiviteiten brengt de school haar sterkten en zwakten in beeld. Voor wat betreft het onderwijs en leren gebeurt dit in voldoende mate, onder andere op basis van klassenbezoeken en dit jaar met behulp van het bovenschoolse schooldiagnose instrument. Ook de samenstelling van de leerlingenpopulatie wordt jaarlijks geanalyseerd op basis van de aannameformulieren. Hierbij wordt onder andere in kaart gebracht wat het opleidingsniveau van de ouders is, de gezinssamenstelling en de reden van de schoolkeuze. Ten slotte evalueert de school jaarlijks de kwaliteit van haar resultaten. De school heeft hieruit bijvoorbeeld geconcludeerd dat de resultaten voor hoofdrekenen achterbleven. Deze analyse heeft daarmee haar nut bewezen. De opzet is echter vooralsnog beperkt tot het maken van overzichten van het aantal zorgleerlingen per vakgebied. De inspectie ziet dit dan ook als een eerste stap op weg naar een eenduidige systematiek, waarbij op groeps- en schoolniveau (trend)analyses worden gemaakt. Daarbij is het van belang dat de analyse ook regelmatig besproken wordt in de pedagogische vergadering zodat het hele team op de hoogte is van de (trends) in de behaalde resultaten en kan meedenken over eventuele consequenties voor de inrichting van het onderwijs. De school werkt planmatig aan verbeteringen op basis van het meerjarenplan in het schoolplan en meer gedetailleerde jaarplannen. De inspectie heeft in de dagelijkse praktijk geconstateerd dat dit ook leidt tot tastbare resultaten. Voorbeelden hiervan zijn de stroomlijning van het aanbod op basis van de reken- en taal-CD van ‘Ik zie rond in de wereld’, de aanscherping van de leerlingenzorg door het invoeren van beknopte, kortlopende handelingsplannen en de inpassing van burgerschap in de bestaande leerlijnen naar aanleiding van het voorgaande inspectiebezoek. Aan deze punten is aantoonbaar hard gewerkt en de resultaten zijn schoolbreed geïmplementeerd. Verder zijn deze en andere afspraken in voldoende mate geborgd, onder andere door middels protocollen en de overzichtelijke klassenadministratie. Ten slotte rapporteert de school in voldoende mate aan belanghebbenden. Hiertoe gebruikt zij onder andere het jaarverslag en de schoolgids. De school kan zich op dit punt nog versterken door efficiënter gebruik te maken van de verantwoordingsfunctie van de schoolgids. Dit kan door beter in te gaan op de onderwijsresultaten in brede zin, dat wil zeggen zowel cognitief als sociaal-emotioneel en geplaatst in de context waarin deze zijn behaald. Aanbod en tijd De school heeft haar leerstoflijnen in voldoende mate vastgelegd met ‘Ik zie rond in de wereld’ als belangrijkste basis. Zij heeft dit voor alle groepen uitgewerkt, waarbij de periodedoelen zijn vastgesteld alsmede de leerinhouden per week inclusief de detaillering van de doelen, een waarnemingskader, de bijbehorende volglijsten en ten slotte een evaluatieformulier.
6
Ten behoeve van de dagelijkse invulling van het onderwijs is voldoende didactisch (oefen)materiaal beschikbaar in kopieermappen, aangevuld met (delen) van methodes. Daarnaast hebben de leraren voldoende vrijheid om het onderwijs met eigen materialen en hulpmiddelen in te vullen. Samenvattend is in voldoende mate geborgd dat het aanbod voldoet aan de kerndoelen, dat de tussendoelen planmatig aan bod komen in een doorgaande lijn en dat getoetst wordt in hoeverre de aangeboden stof bij de leerlingen beklijft. De school heeft voldoende uren onderwijstijd ingepland om aan de wettelijke vereisten te voldoen. Tijdens de lessen wordt hiermee ook efficiënt omgegaan. De school dient echter scherper toe te zien op het op tijd beginnen van de lessen. Aan het begin van de dag beginnen de lessen te laat omdat leraren wachten totdat alle leerlingen aanwezig zijn. Dit lijkt begripvol naar (de ouders van) de enkele leerlingen die te laat zijn, maar het gaat feitelijk ten koste van de grote meerderheid van de leerlingen die op tijd zijn. Daarnaast dient de school de door haarzelf gestelde pauzetijden te handhaven. Ook hierbij heeft de inspectie geconstateerd dat er enige onderwijstijd verloren ging. De inspectie constateert verder dat binnen het onderwijs voldoende in tijd wordt gevarieerd. Wanneer nodig wordt bijvoorbeeld extra onderwijstijd gecreëerd op basis van remedial teaching of door in overleg met ouders extra opdrachten thuis te laten verwerken. Het didactisch handelen Het didactisch handelen is van een voldoende niveau. Er is sprake van een zeer taakgerichte werksfeer, zowel tijdens de instructie als tijdens het zelfstandig werken. Leerlingen weten wat er van hen verwacht wordt, gaan vlot aan de slag en blijven goed aan het werk. Er is daarmee sprake van rust en een goede structuur in de groepen. De instructie is overwegend leraargecentreerd met daarnaast voldoende gelegenheid tot zelfstandig werken. De leerlingen hebben echter nog een te beperkte verantwoordelijkheid voor hun eigen leerproces ten opzichte van scholen met een vergelijkbare leerlingenpopulatie. In de praktijk krijgen zij namelijk slechts beperkt de gelegenheid om zelf werk in te plannen, daarbij keuzes te maken en zelfstandig het werk na te kijken. Een soortgelijke opmerking kan worden gemaakt over de mate waarin de leraren aandacht besteden aan het leren hanteren van leerstrategieën. Enerzijds bieden zij de leerlingen strategieën op een heldere manier aan. Anderzijds krijgen de leerlingen nog onvoldoende gelegenheid om zelf een (afwijkende) gekozen aanpak te verwoorden of alternatieve oplossingen aan te dragen. Hierbij zijn overigens ook verschillen tussen de leraren te zien. Op schoolniveau is echter vooral sprake van het eerder genoemde leraargecentreerd aanbieden van de stof. De leraren volgen de vorderingen van hun leerlingen op een systematische wijze. Dit biedt voldoende mogelijkheden om binnen het onderwijs te differentiëren. Voor wat betreft de verwerking gebeurt dit ook. Hierbij wordt verrijkings- en verdiepingsstof gebruikt voor de snellere leerlingen en minder of aangepaste opdrachten voor de zwakkere leerlingen. Tijdens de instructie gebeurt dit nog onvoldoende planmatig en daarmee tevens minder efficiënt dan gewenst. Er is nog geen schoolbreed gedragen didactisch model, waarbinnen afspraken zijn gemaakt over het gebruik van voor- en verlengde instructie of vormen van compacting. Dit gebeurt nu vooral op aanvraag van de leerling of voor de zorgleerlingen op basis van een handelingsplan. Juist voor de leerlingen in zorgniveau 1 kan de differentiatie met andere woorden nog worden versterkt. Dit is door de school overigens reeds onderkend en als ontwikkelpunt onder de kop ‘adaptief onderwijs’ ingepland.
7
Zorg en begeleiding De school beschikt over een samenhangend systeem voor het volgen van de prestaties van haar leerlingen. Hiertoe heeft de school onder meer voor de gehele schoolloopbaan, inclusief de kleutergroepen, methode onafhankelijke toetsen van Cito ingevoerd. Tevens beschikt de school over een gedegen zorgstructuur met geplande overlegmomenten, criteria voor uitval, vastgelegde procedures en ondersteunende formulieren. De inspectie merkt in dit verband op dat de criteria voor uitval weliswaar voldoen aan de gestelde eisen. Een verdere aanscherping is echter te overwegen, bijvoorbeeld door in ieder geval alle leerlingen met een leerachterstand van drie maanden of meer in de leerlingbespreking aan de orde te stellen. De huidige structuur biedt de mogelijkheid om achterstanden te signaleren, analyses uit te voeren en plannen van aanpak of handelingsplannen op te stellen. De systematiek is in de afgelopen periode verder versterkt en aangescherpt. Met name de invoering van beknopte handelingsplannen waarmee in een korte periode een afgebakend probleem wordt opgelost, naast de reeds bestaande meer uitgebreide versie, is een duidelijke stap voorwaarts. In de dagelijkse praktijk is ten slotte voldoende zichtbaar dat de zorg ook daadwerkelijk wordt aangeboden en schriftelijk geëvalueerd.
8
3. CONCLUSIE EN VERVOLG Oordelen van de inspectie Het onderwijs op de Vrije School Christophorus is over het geheel genomen van voldoende kwaliteit. De opbrengsten zijn dan ook van een voldoende niveau en hetzelfde kan worden gezegd voor verreweg het grootste deel van de onderzochte indicatoren met betrekking tot het onderwijs en leren. Toezichtarrangement Op grond van het voorgaande heeft de inspectie voor de Vrije School Christophorus het basisarrangement vastgesteld. Dit betekent dat de school het vertrouwen heeft van de Inspectie van het Onderwijs. De inspectie heeft geen reden om nu het toezicht te verscherpen.
9