Rapport van bevindingen Werkgroep windenergie Wijchen
13 oktober 2015
Rapport van Bevindingen - Werkgroep windenergie Wijchen, 13 oktober 2015
1. (Management)samenvatting De Werkgroep windenergie Wijchen is van oordeel dat om te komen tot zoekgebieden voor windenergie een afstand van tenminste 1.000 meter van een windturbine tot een woning nodig is om verzekerd te zijn van minimale geluidsoverlast. Op basis hiervan komt de werkgroep zelf niet tot geschikte zoekgebieden voor windenergie in Wijchen. De werkgroep adviseert het college dan ook om niet op voorhand zoekgebieden aan te wijzen die in aanmerking komen voor windenergie. Het is mogelijk dat initiatiefnemers/ontwikkelaars met iedereen binnen 1.000 meter van een beoogd windpark tot overeenkomst komen. Het aantonen van geschiktheid en het creëren van draagvlak is dan aan de initiatiefnemers/ontwikkelaars. De werkgroep heeft de Gedragscode Windenergie Wijchen opgesteld. De Gedragscode geeft aan hoe volgens de werkgroep omgegaan moet worden met een initiatief, hoe de geschiktheid van een locatie onderzocht moet worden en hoe er omgegaan moet worden met belangen van omwonenden. Ook gaat de Gedragscode nadrukkelijk in op schadeloosstelling, compensatie en participatie. De werkgroep adviseert het gemeentebestuur om deze Gedragscode als beleidskader vast te stellen en toe te passen bij het in behandeling nemen van een initiatief voor windenergie. Een belangrijk uitgangspunt van de Gedragscode is dat eenieder binnen 1.000 meter van een initiatief op voorhand moet kunnen aangeven of hij of zij het eens is met het initiatief en daarover een ‘veto’ kan uitspreken, en desgewenst (volledig) schadeloos gesteld moet worden (al dan niet in de vorm van eventuele uitkoop). De leefbaarheidsgroepen zijn van mening dat om de bebouwde kommen een buffer van 1.000 meter moet gelden, waarbinnen geen initiatief voor windenergie in behandeling genomen zou moeten worden. Deze buffer is tijdens de informatieavonden begin 2015 aan de inwoners ter goedkeuring voorgelegd. De leefbaarheidsgroepen willen deze afspraak nu niet los laten. De gemeentelijke vertegenwoordigers van de werkgroep vinden dat onnodig belemmerend en vinden dat het verkrijgen van draagvlak overal binnen de gemeente moet gelden, ook binnen 1.000 meter van de bebouwde kom. 2. Definities In dit Rapport van Bevindingen gelden de volgende definities Initiatiefnemer: de ondernemer(s), (bewoners)coöperatie of organisatie die het initiatief heeft/hebben genomen voor het bouwen van een windpark. Direct omwonende: de eigenaar of hoofdbewoner van een woning gelegen binnen een afstand van 1.000 meter van de dichtstbijzijnde windturbine in een (gepland) windpark. Omwonende: de eigenaar of hoofdbewoner van een woning gelegen binnen een afstand van meer dan 1.000 meter en minder dan of gelijk aan 2.000 meter van de dichtstbijzijnde windturbine in een (gepland) windpark. Afstand: de ruimte van het dichtstbijzijnde punt van de windturbine tot de dichtstbijzijnde gevel van de verblijfsruimte, uitgedrukt in meter. Belanghebbende partij: elke natuurlijke of rechtspersoon wiens belang rechtstreeks bij de realisatie van een windpark in het geding is. Ontwerpatelier: proces waarmee initiatiefnemer/ontwikkelaar met interactieve 3Dvisualisatie met direct omwonenden en andere belanghebbenden de landschappelijke inpassing van het beoogde windpark nader vorm geeft en inzichtelijk maakt.. Draagvlakpeiling: een draagvlakmeting onder tenminste diegenen die binnen een afstand van 2.000 meter van de dichtstbijzijnde windturbine in een (gepland) windpark woonachtig zijn. Vetorecht omwonenden: de verplichting voor initiatiefnemers/ontwikkelaars om in alle redelijkheid met direct omwonenden tot overeenstemming te komen. Betrokken leefbaarheidsgroep: een leefbaarheidsgroep die omwonenden binnen een straal van 2.000 meter van de dichtstbijzijnde windturbine in een (gepland) windpark vertegenwoordigt. Windpark: twee of meer windturbines die visueel gelden als één aaneengesloten park, solitaire windturbines worden dus niet aangemerkt als windpark. 2
Rapport van Bevindingen - Werkgroep windenergie Wijchen, 13 oktober 2015
Omwonendenvertegenwoordiging: door en vanuit omwonenden gekozen vertegenwoordiging bedoeld om gesprekspartner te zijn richting initiatiefnemer/ontwikkelaar. 3. Inleiding 3.1. Aanleiding In het coalitieakkoord 2014-2018 is opgenomen dat Wijchen in 2040 energieneutraal wil zijn. Hierbij hoort ook het overgaan op duurzame vormen van energie. De gemeente vindt dat windenenergie daar een belangrijk onderdeel van is. In 2014 is door de provincie een Quickscan windenergie Wijchen uitgevoerd. Voor de resultaten daarvan was echter zowel bij de politiek als bij de inwoners van Wijchen weinig draagvlak. Daarom heeft de gemeenteraad het college de opdracht gegeven om een proces met bewoners te starten. Het doel van dit proces is om tot randvoorwaarden voor het plaatsen van windturbines te komen en om draagvlak voor mogelijke windturbines te onderzoeken. Hiervoor zijn alle leefbaarheidsgroepen gevraagd om samen met de gemeente zitting te nemen in een werkgroep. 3.2. Oorspronkelijke procesaanpak Deze werkgroep heeft onder voorzitterschap van Rob Rietveld, directeur van de Nederlandse Vereniging van Omwonenden Winturbines (NLVOW), een voorstel uitgewerkt voor het te doorlopen proces. Dit is in de vorm van een Plan van Aanpak1 op 15 januari 2015 in de commissievergadering van de gemeenteraad besproken. Kortweg komt het erop neer dat de werkgroep concept-randvoorwaarden voor zoekgebieden voor windenergie opstelt en deze presenteert in informatieavonden. Op basis van de reacties tijdens en na de informatieavonden stelt de werkgroep definitieve randvoorwaarden vast op basis waarvan geschikte zoekgebieden worden benoemd. Voor elk van deze zoekgebieden wordt een ontwerpatelier georganiseerd waarbij alle belanghebbende partijen betrokken worden en waarin de ruimtelijke inpassing van de mogelijkheden voor een windturbinepark met 3D-visualisatie onderzocht wordt. Vervolgens is het, bij een positief resultaat, aan marktpartijen om hier verder invulling aan te geven. 4. Doelstelling en oorspronkelijke aanpak 4.1. Vertrekpunt: oorspronkelijk Plan van Aanpak De doelstelling van de werkgroep is als volgt: Het onderzoeken van geschikte zoekgebieden voor windenergie in Wijchen en advies hierover uitbrengen aan het college. Dit geschiedt door respectievelijk (a) de randvoorwaarden te bepalen, (b) op basis van deze randvoorwaarden geschikte zoekgebieden in Wijchen te zoeken en (c) middels ontwerpateliers de ruimtelijke inpassing van die zoekgebieden te onderzoeken. Binnen deze opdrachtformulering is nadrukkelijk aandacht voor draagvlak. Het concrete eindproduct van de werkgroep is een advies aan het college en de gemeenteraad over de gekozen randvoorwaarden (verwoord in een Gedragscode Windenergie Wijchen) en de daaruit gedestilleerde geschikte zoekgebieden voor windenergie in Wijchen. 4.2. Oorspronkelijke nadere afspraken In aanvulling op het Plan van Aanpak is overeengekomen om de randvoorwaarden vast te stellen zonder daarbij naar de kaart van Wijchen te kijken, dus onafhankelijk van het effect op mogelijke locaties. De werkgroep spreekt verder af dat onderlinge besluitvorming plaatsvindt door consensus en niet door stemmen. Consensus betekent dat alle partijen met het besluit
1
15 AZ 088 b: Plan van aanpak Windenergie in Wijchen 3
Rapport van Bevindingen - Werkgroep windenergie Wijchen, 13 oktober 2015
kunnen leven. Als er geen consensus wordt bereikt dan worden de verschillende standpunten per groep gerapporteerd. Tot slot stelt de werkgroep dat als aanvulling op het Plan van Aanpak de ontwerpateliers uitgebreid worden met een draagvlakonderzoek voor de specifieke locatie. Samen met de uitslag van het ontwerpatelier wordt dit aan de werkgroep gerapporteerd. 5. Proces en resultaten werkgroep 5.1. Aanvang proces werkgroep Voor de discussie over randvoorwaarden is in de werkgroep gekeken naar de NLVOWGedragscode windenergie op land ‘samen naar duurzaam’ (versie 1.1 03-03-2015), literatuuronderzoek van de leefbaarheidsgroep Woezik2 en ervaringen uit den lande. Voor het opstellen van concept-randvoorwaarden is in eerste instantie naar geluidsoverlast gekeken omdat dat in deze fase de meest maatgevende factor is. Uitgangspunt daarbij is om zo veel mogelijk inwoners zo weinig mogelijk hinder te laten ondervinden. 5.2. Concept-randvoorwaarden om te komen tot nader te onderzoeken locaties De werkgroep stelt de volgende concept-randvoorwaarden voor om te komen tot zoekgebieden voor windenergie: - Minimaal 1.000 meter vanaf de bebouwde kom3, maar streven naar 1.250 meter tijdens ontwerpateliers. - Minimaal 400 meter afstand tot individuele woningen buiten de bebouwde kom. Andere afspraken met alle individuele woningen binnen 400 meter is mogelijk. - Brongeluid windturbine is maximaal 107 dB(A). Daarnaast komt de werkgroep overeen dat er na het aanwijzen van zoekgebieden bij elk ontwerpatelier in de directe omgeving een draagvlakmeting moet worden gehouden. 5.3. Resultaat informatie avonden De concept-randvoorwaarden zijn volgens plan in een tweetal informatieavonden aan de inwoners van Wijchen gepresenteerd. Om zoveel mogelijk informatie over draagvlak voor de concept-randvoorwaarden te krijgen heeft de werkgroep besloten ook de mogelijkheid te bieden om per e-mail of brief op de concept-randvoorwaarden te reageren. Uit de vele reacties tijdens en na de informatieavonden bleek dat diverse inwoners zich – naast geluidsoverlast – zorgen maken over het visuele aspect. Er is weerstand tegen aantasting van (beschermde) dorpsgezichten, open landschappen en natuurgebieden maar ook het zicht op turbines ‘vanuit de tuin’ baart mensen zorgen. Vooral inwoners die in buurtschappen zoals Wezel en Lienden wonen, voelen zich benadeeld en vragen om eenzelfde recht op bescherming, en dus dezelfde randvoorwaarden, als mensen die binnen de bebouwde kom wonen. 6. Bevindingen en conclusies 6.1. Bevindingen werkgroep 6.1.1. Vaststellen randvoorwaarden Uit de ontvangen reacties blijken er in hoofdzaak twee bezwaren te zijn tegen de concept-randvoorwaarden: Aantasting van landschap, (beschermd) dorpsgezicht en natuurgebieden De werkgroep heeft bij de concept-randvoorwaarden bewust de visuele en landschappelijke impact niet separaat meegenomen omdat dit in de ontwerpateliers nadrukkelijk aan de orde komt. Positie van inwoners buiten de bebouwde kom
2
Wind.LBGWoezik.RiSu.Randvoorwaarden wind turbine locaties.20141116.docx Als begrenzing van de bebouwde kom geldt de planologische komgrens zoals deze op 9 februari 2010 door B&W is vastgesteld. 3
4
Rapport van Bevindingen - Werkgroep windenergie Wijchen, 13 oktober 2015
De werkgroep is het er unaniem over eens dat het hanteren van twee verschillende afstandscriteria (400 meter en 1.000 meter) voor buiten en binnen de bebouwde kom ongewenste gevolgen kan hebben. De aangedragen argumenten rondom het hanteren van twee verschillende afstandscriteria (400 meter en 1.000 meter) heeft de werkgroep doen besluiten om af te stappen van dit onderscheid. De werkgroep besluit om een minimale afstand van 1.000 meter ten opzichte van alle woningen in de gemeente Wijchen te hanteren om tot nader te onderzoeken zoekgebieden voor windenergie te komen. Wanneer deze randvoorwaarde wordt uitgezet op de kaart blijkt er echter geen geschikt zoekgebied in de gemeente Wijchen aanwezig te zijn. De werkgroep kan dan ook geen geschikte zoekgebieden voor windenergie aandragen. 6.1.2. Alternatieve randvoorwaarden Nu de werkgroep geen geschikte zoekgebieden voor windenergie in de gemeente Wijchen kan aanwijzen vervalt punt c van de doelstelling. De werkgroep kan daarom geen ontwerpateliers organiseren. Desondanks kan het gemeentebestuur besluiten om initiatieven van derden in behandeling te nemen. Daarom brengt de werkgroep een toetsingskader uit in de vorm van de Gedragscode. Het is mogelijk dat initiatiefnemers/ontwikkelaars binnen een straal van 1.000 meter rond windturbines draagvlak kunnen vinden. Het is echter aan initiatiefnemers/ontwikkelaars om bij direct omwonenden voldoende draagvlak te creëren. Om dit te bereiken adviseert de werkgroep het volgende: Om te komen tot een plan voor windenergie zal de initiatiefnemer/ontwikkelaar draagvlak moeten vinden bij eenieder die binnen een straal van 1.000 meter van tenminste één van de windturbines op de beoogde locatie woont. Deze direct omwonenden krijgen een zogenaamd ‘vetorecht’: initiatiefnemer/ontwikkelaar doet direct omwonenden een aanbod om eventuele bezwaren tegen het windpark weg te nemen. Het staat de initiatiefnemer/ontwikkelaar vrij hoe hij deze instemming verkrijgt: compensatie, deelneming, uitkoop, etc. Het uitgangspunt is dat niemand een gevangene mag worden van zijn eigen woning. Initiatiefnemer/ontwikkelaar is verplicht een ontwerpatelier en draagvlakmeting te organiseren. Naast dit 1.000-meter-‘vetorecht’ voor alle direct omwonenden adviseren de werkgroepleden van de leefbaarheidsgroepen om sowieso niet in te stemmen met ieder plan binnen een staal van 1.000 meter van de bebouwde kom. Dit betekent een buffer van 1.000 meter rondom de bebouwde kommen waarbinnen nooit een windturbine zou mogen komen. De werkgroepleden van de gemeente vinden deze voorwaarde echter onnodig belemmerend (temeer ook omdat hoe dichter bij de bebouwde kom, hoe meer direct omwonenden er zijn en hoe lastiger het voor een initiatiefnemer/ontwikkelaar zal zijn om voldoende instemming te krijgen). Op dit punt is de werkgroep dan ook niet unaniem. Naast deze twee punten komt de werkgroep met de volgende uitgangspunten: Solitaire windturbines zijn ongewenst. Een windpark bestaat uit tenminste twee, liever drie windturbines. Het brongeluid van een turbine mag maximaal 105 dB(A) zijn. Als maximale hoogte van een windturbine stelt de werkgroep een tiphoogte van 150 meter vast. Redenen zijn het visuele aspect en dat de turbine dan niet voorzien hoeft te worden van een toplicht. Deze (knipperende) lichten kunnen als hinderlijk en aantasting van het landschap worden ervaren. Insluiting van woningen door windturbines moet worden voorkomen: verschillende windturbines in meerdere windrichtingen rondom een woning zijn ongewenst. Omdat de werkgroep met deze aanvulling op haar oorspronkelijke opdracht komt, is besloten om een extra informatieavond te organiseren om de inwoners van Wijchen hiervan op de hoogte te brengen. In tegenstelling tot de eerdere informatieavonden gaat 5
Rapport van Bevindingen - Werkgroep windenergie Wijchen, 13 oktober 2015
het hier niet om draagvlakmeting. Meningen en aanvullende wensen en informatie voegt de werkgroep als bijlage aan dit rapport toe. 7. Overige aanbevelingen 7.1. Over de gemeentegrens heen kijken Onder meer op verzoek van de werkgroep heeft de wethouder contact gezocht met de buurgemeenten over windenergie. Tot nu toe heeft dat niet tot nieuwe inzichten of oplossingen geleid. De werkgroep adviseert de wethouder om zich in te blijven zetten voor een regionale oplossing. Het is ook belangrijk dat de gemeenten afspraken maken en elkaar informeren over initiatieven binnen bijvoorbeeld 1.000 meter van de gemeentegrenzen. 7.2. Alternatieve oplossingen Tijdens vergaderingen van de werkgroep en tijdens de informatieavonden is gevraagd naar alternatieven voor het plan van de gemeente om in 2040 energieneutraal te zijn. De precieze plannen om dit te bereiken zijn nog niet bekend maar dit valt buiten de scope van de werkgroep. De opdracht van de werkgroep is het vaststellen van randvoorwaarden voor het plaatsen van windturbines, niet om uit te zoeken hoe de gemeente aan haar ambities kan voldoen. De werkgroep verwacht dat de gemeente eerst de haalbaarheid van een energieneutraal Wijchen in 2040 onderzoekt, en met welke middelen dat gehaald zou kunnen worden, vóórdat het gemeentebestuur een besluit over het plaatsen van windturbines neemt. 7.3. Vervolg voor initiatieven De werkgroep adviseert met klem om initiatiefnemers/ontwikkelaars die aan de alternatieve randvoorwaarden voldoen een ontwerpatelier en een draagvlakonderzoek te laten organiseren. Dit is als zodanig ook in de Gedragscode Windenergie Wijchen opgenomen. De Gedragscode wordt als beleidsregel aan de gemeenteraad voorgelegd ter besluitvorming, waarna het bij positief besluit vaststaand gemeentelijk beleid is waar initiatiefnemers/ontwikkelaars aan dienen te voldoen. 7.3.1. Uitvoering ontwerpateliers Ten behoeve van het faciliteren van het proces om te komen tot inpassing van windturbines in het landschap dient gebruik gemaakt te worden van 3D-visualisatie van de zoeklocatie. Initiatiefnemers/ontwikkelaars betrekken de gemeente, belangengroeperingen en omwonenden bij de ontwerpateliers. In een ontwerpatelier wordt ingezoomd op de locatie, worden opstellingen geschetst en ideeën direct in 3D gedeeld. Hierbij gaat het om onderwerpen zoals de opstellingsvorm en slagschaduw. Maar ook achtergrondgeluid en windrichting, brongeluid turbines (merk/type), zicht op de windturbines vanaf verschillende plaatsen en afstanden (landschappelijke inpassing) en mogelijke mitigerende maatregelen. Voorafgaand aan een ontwerpatelier stelt initiatiefnemer/ontwikkelaar een quickscan m.e.r. (milieueffectrapportage) op, zodat de locatiespecifieke effecten betrokken worden in de ontwerpateliers. 7.3.2. Beleidsregels Gedragscode Windenergie Wijchen Naast onderhavig rapport van bevindingen stelt de werkgroep een Gedragscode Windenergie Wijchen op met daarin spelregels voor initiatiefnemers/ontwikkelaars en gemeente. Doel van dergelijke Gedragscode is om bindende regels en richtlijnen vast te leggen voor windparken om minimale overlast en/of schade aan mens, natuur, landschap of milieu na te streven. Voor de inhoud van de Gedragscode Windenergie Wijchen wordt verwezen naar betreffend document. 7.3.3. Draagvlak Door aan initiatiefnemers/ontwikkelaars de voorwaarde te stellen dat ze overeenstemming moeten hebben met alle omwonenden binnen een straal van 1.000 6
Rapport van Bevindingen - Werkgroep windenergie Wijchen, 13 oktober 2015
meter is er sprake van bevordering van lokale betrokkenheid, acceptatie en zomogelijk draagvlak. Initiatiefnemer/ontwikkelaar biedt deze direct omwonenden een aanbod op volledige compensatie of planschade (vooraf) plus een opslag. Voor omwonenden tussen 1.000 meter en 2.000 meter van de mogelijke locatie geldt ook planschade (vooraf) plus een opslag. Omwonenden buiten 2.000 meter van de mogelijke locatie die zicht hebben op de turbine vanuit een verblijfsruimte komen eveneens in aanmerking voor planschade (vooraf) plus een opslag. De uitwerking hiervan is opgenomen in de Gedragscode. Tijdens de planontwikkeling van mogelijke windparkinitiatieven zal er tevens sprake zijn van de toepassing van ontwerpateliers. Daarmee worden omwonenden nadrukkelijk betrokken bij de planvorming, wat het draagvlak naar verwachting versterkt. Bij de draagvlakmeting die na het ontwerpatelier gehouden dient te worden, zullen direct omwonenden (tot en met 1.000 meter) en omwonenden (tot en met 2.000 meter) geconsulteerd worden. Dan ontstaat een compleet beeld van lokaal draagvlak, waarbij er een gelaagdheid in zit doordat direct omwonenden een zogenaamd ‘vetorecht’ hebben. 7.3.4. Faciliteren proces en omwonenden Om de organisatie en ondersteuning van omwonenden te faciliteren zal op initiatief van initiatiefnemer/ontwikkelaar procesbegeleiding voor omwonenden georganiseerd worden. Hierbij kan gedacht worden aan een bewonersplatform, samengesteld uit vertegenwoordigers van alle omwonenden. Een dergelijk bewonersplatform stelt initiatiefnemer/ontwikkelaar in staat om met een afvaardiging gesprekken te voeren en vice versa. Bij een dergelijk gestructureerd overleg tussen initiatiefnemer/ontwikkelaar en omwonenden(vertegenwoordiging) is een vertegenwoordiging van de gemeente aanwezig als observant.
7
Rapport van Bevindingen - Werkgroep windenergie Wijchen, 13 oktober 2015
Bijlagen: ingekomen reacties n.a.v. de informatieavond van 15 september 2015
-
Bas Wieringa
-
Marco Pelser
-
Marc van de Ven
-
Sjef de Vries, namens Duurzaam Batenburg
-
Willem Verhaak, namens Vereniging Windpark Wijchen Spoor-A50
-
Harrie Jansen, namens Tegenwindwoezik
-
Pim de Ridder, namens initiatiefgroep Wind in Wijchen
-
Maarten Schraven, Marcel Peters, Paul Frielink en Twan Schraven
8