RAPPORT VAN BEVINDINGEN STELSELONDERZOEK 2014-2015 basisschool De Schakel
Plaats BRIN nummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling
: : : : :
Heerlen 16HE|C1 276689 27 oktober 2014
Pagina 2 van 19
INHOUDSOPGAVE 1
INLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
2
BEVINDINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
3
CONCLUSIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 BIJLAGE 1 OORDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Pagina 3 van 19
Pagina 4 van 19
1
INLEIDING Op 27 oktober 2014 heeft de inspectie basisschool De Schakel bezocht in het kader van een landelijk stelselonderzoek naar de staat van het primair onderwijs in Nederland. Het doel van dit onderzoek is het verzamelen van informatie over de kwaliteit van het onderwijs, waarover de inspectie rapporteert in het Onderwijsverslag 2014-2015. Tevens is gecontroleerd of de school voldoet aan bepaalde wettelijke voorschriften, waaronder de onderwijstijd. Toezichthistorie Van 2009 tot in 2011 zat de school in een traject van geïntensiveerd toezicht. In het onderzoek naar kwaliteitsverbetering in 2011 was de kwaliteit van het onderwijs aantoonbaar verbeterd. Alleen bij de leerlingenzorg waren nog twee indicatoren niet van voldoende niveau. Onderzoeksopzet Het onderzoek bestaat uit de volgende activiteiten: Vooraf: • Controleren van de wettelijke voorschriften, waaronder onderwijstijd; • Analyseren van alle documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. Tijdens: • Bestuderen van schooldocumenten waarin de school haar beleid en aanpak op diverse terreinen verwoordt; • Bijwonen van lessen in Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Deze lesbezoeken vonden plaats in de groepen 2, 3, 4, 5, 5-6, 6-7 en 8; • Gesprekken met de directeur, de intern begeleiders en leraren zijn gevoerd; • Een eindgesprek met de directeur, de intern begeleiders en een lid van het College van Bestuur, na afloop van het schoolbezoek. Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader po/vo 2012 en de notitie Analyse en waarderingen van opbrengsten primair onderwijs. Beide documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl.
Pagina 5 van 19
Opbouw rapport In hoofdstuk 2 worden de bevindingen van het onderzoek op basisschool De Schakel gegeven. In hoofdstuk 3 volgt de conclusie. Bijlage 1 van dit rapport bevat een overzicht van de bij dit onderzoek gebruikte indicatoren en de bevindingen van de inspectie daarover.
Pagina 6 van 19
2
BEVINDINGEN Algemeen beeld Uit het overzicht in bijlage 1 valt op te maken dat op basisschool De Schakel de kwaliteit van het onderwijs op de meeste van de onderzochte indicatoren op orde is. De opbrengsten zijn van voldoende niveau, maar laten bij de schoolverlaters wel een dalende trend zien. De school heeft dit onderkend en is al in actie gekomen. Het onderwijsleerproces en de kwaliteitszorg laten op de meeste van de beoordeelde indicatoren een basiskwaliteit zien. Bij drie indicatoren (taakgerichte werksfeer, systeem van instrumenten en procedures om leerlingen in hun ontwikkeling te volgen en de zelfevaluatie van resultaten) is sprake van een goede kwaliteit. Binnen het aspect leerlingenzorg zijn nog twee verbeterpunten: de aard van de zorg voor zorgleerlingen moet nog beter vastgesteld worden en de evaluatie van de geboden zorg geeft nog te weinig zicht op de behaalde effecten. Een belangrijke verklaring voor de zwakke kwaliteit van het onderwijs in 2009 was de onvoldoende aansluiting van het onderwijs op de behoeften van de leerlingenpopulatie. Dat was al in 2011 verbeterd, maar blijft een voortdurend aandachtspunt voor de school. De weging van 22% geeft maar ten dele zicht op de specifieke onderwijsbehoeften van de leerlingenpopulatie. Een derde deel van de leerlingen heeft geen voorschool bezocht en heeft voorschoolse educatie gemist. Een derde deel van de leerlingen spreekt een andere thuistaal dan Nederlands. Een derde deel van de leerlingen leeft in een problematische thuissituatie. Het sociale gedrag van een deel van de leerlingen en hun ouders blijft voortdurend om aandacht en alertheid vragen. Met name het problematische gedrag van groepen leerlingen heeft het afgelopen schooljaar bijgedragen aan een hoog percentage langdurig ziekteverzuim binnen het team. Niet alle vervangers bleken geschikt om met sociale weerstand om te gaan. Het gebrek aan stabiliteit in de teamsamenstelling heeft in enkele groepen aantoonbaar belemmerend gewerkt op de leerresultaten. Momenteel is de situatie rondom de bezetting van de groepen en het sociale gedrag van leerlingen en ouders beheersbaar door een aantal ingrepen van de schoolleiding. Nieuwe leraren zeggen goed opgevangen en begeleid te worden door de directie en collega’s. Voor de lange termijn hebben de directeur en intern begeleiders helder voor de geest welke inhoud en vorm het onderwijs de komende jaren moet krijgen, zodat het onderwijs past bij hun leerlingenpopulatie. Zij weten ook duidelijk te verwoorden langs welke weg ze dit willen bereiken. Het opbrengstgericht werken maakt daar deel van uit. Bij het team, dat duidelijk betrokkenheid bij het werk toont, is een breed draagvlak voor de gekozen schoolontwikkeling.
Pagina 7 van 19
Bij de vertaling van de visie naar de praktische dagelijkse uitvoering zal het team echter nog veel ondersteuning en begeleiding nodig hebben. Toelichting Opbrengsten De leerresultaten aan het einde van de basisschoolperiode zijn van voldoende niveau. Toch is er een risico vanwege de dalende trend. De school gebruikt voor het bepalen van de eindresultaten de Cito Eindtoets. De beoordeelde schoolscores liggen in 2012 ruim boven en in 2013 iets boven het gemiddelde van scholen met een vergelijkbare samenstelling van de leerlingenpopulatie. In 2014 ligt de schoolscore echter onder de ondergrens van de eigen schoolgroep. Voor 2015 wordt weer een schoolscore op het gewenste niveau verwacht. Deze verwachting wordt gerechtvaardigd door de voldoende toetsresultaten van de huidige groep schoolverlaters voor rekenen en wiskunde en begrijpend lezen in leerjaar 7. Daarnaast is voor leerjaar 8 een slotoffensief ingezet, waarin per leerling is bepaald welke lesstof om extra aandacht vraagt. De resultaten gedurende de schoolperiode zijn van voldoende niveau. De inspectie baseert dit oordeel op de meest recente toetsresultaten uit het leerlingvolgsysteem voor technisch lezen (groep 3 en 4), rekenen en wiskunde (groep 4 en 6) en voor begrijpend lezen (groep 6). Op alle vijf in dit onderzoek meegenomen toetsmomenten liggen de resultaten boven de minimumgrens die de inspectie hanteert. Voor een enkele leerling met specifieke onderwijsbehoeften hanteert de school een eigen leerlijn. Deze leerlingen krijgen voor een of meer leergebieden niet de leerstof tot en met leerjaar 8 aangeboden. Het aantal schoolverlaters met een eigen leerlijn is te beperkt om een betrouwbare uitspraak te doen of zij zich voldoende naar hun eigen mogelijkheden ontwikkelen. Daarom is indicator 1.4 niet beoordeeld. De sociale competenties van de leerlingen liggen bij de schoolverlaters op een voldoende niveau. De school gebruikt een landelijk genormeerd instrument om dit vast te stellen. Onderwijsleerproces Aanbod, onderwijstijd en schoolklimaat Het leerstofaanbod voldoet op alle onderzochte indicatoren aan de normen die de inspectie daaraan stelt. Het voldoet aan de kerndoelen, wordt aan voldoende leerlingen tot en met het niveau van groep 8 aangeboden en sluit door de gebruikte werkwijze tussen de verschillende leerjaren in voldoende mate aan.
Pagina 8 van 19
In de onderbouw gebruiken de leraren hetzelfde programma als in de naastgelegen peuterspeelzaal. Gezien de extra taalbehoeften van de leerlingenpopulatie is de ontwikkeling van taalvaardigheden in het algemeen en woordenschat in het bijzonder een speerpunt van de school. Het speerpunt is in 2013 uitgewerkt in een taalbeleidsplan. In de praktijk is het onder meer zichtbaar in de ‘talige aankleding’ in de onderbouw, bijvoorbeeld met projecttafels en woordspinnen. De school heeft een aparte, aanvullende leergang voor woordenschatontwikkeling op basis van een specifieke woordenschatdidactiek. De faciliteiten voor een schakelklas worden momenteel nog curatief ingezet in leerjaar 7. Op termijn is het volgens de directeur de bedoeling om in de onderbouw een schakelklas te realiseren om daarmee in preventieve zin taalachterstand aan de basis te bestrijden. In dit onderzoek is ook beoordeeld of de school een aanbod heeft voor bevordering van burgerschap en integratie. Ze betrekt daarbij de aandacht voor (a) sociale competenties, (b) de samenleving en de diversiteit daarin, (c) basiswaarden en de democratische rechtsstaat, en (d) de mate waarin de school een leeromgeving biedt waarin burgerschap en integratie ook in de praktijk worden gebracht. Alle genoemde onderdelen zijn in voldoende mate aanwezig, zodat indicator 2.6 als voldoende is beoordeeld. Burgerschap is voor de school geen apart leergebied, maar is ondergebracht in relevante leergebieden (bijvoorbeeld wereldoriëntatie en godsdienst) en via projecten zijn thema’s en activiteiten gepland. Vanwege de verschillende nationaliteiten van de leerlingen worden ook regelmatig multiculturele activiteiten uitgevoerd. Vanaf het begin van dit schooljaar is de school begonnen met een programma waarin positief en gewenst gedrag wordt beloond. Tijdens het schoolbezoek is vastgesteld dat de schoolregels op het gebied van tijd worden nageleefd. De lessen kunnen door een inlooptijd in de onderbouw en een begeleide binnenkomst in de hogere leerjaren op tijd beginnen en er gaat geen onnodige tijd in de organisatie van de lessen verloren. De geplande tijd voor onderwijs in Nederlandse taal en rekenen en wiskunde komt overeen met wat gebruikelijk is voor scholen met een vergelijkbare samenstelling van de leerlingenpopulatie. Binnen het aspect schoolklimaat heeft de inspectie het sociale veiligheidsbeleid van de school onderzocht. De school heeft een actueel inzicht (dit wordt elke twee jaar onderzocht) in de veiligheidsbeleving van de leerlingen en het personeel. Uit de meting in het voorjaar van 2014 kan worden geconcludeerd dat het merendeel van de leerlingen en het personeel zich sociaal veilig voelt in de school.
Pagina 9 van 19
In de risico-inventarisatie onder het personeel kwam een genuanceerder beeld naar boven, dat mede aanleiding was om te zorgen voor voldoende ondersteuning van de leraren. Voorkomende incidenten met leerlingen en/of ouders worden apart geregistreerd. De school beschikt over procedures en maatregelen (beschreven in regels en protocollen) om incidenten te voorkomen en indien deze zich wel voordoen, adequaat af te handelen. Didactisch handelen en afstemming Het didactisch handelen kenmerkt zich door een uitleg van de leerstof aan de hand van het model van activerende directe instructie (ADI), waarin het team zich heeft geprofessionaliseerd. Aan de hand van dit lesmodel weten de meeste leraren de leerlingen aan het begin van de les ’op scherp te zetten’. Met de doordachte organisatie van de lessen realiseerden de leraren een goede taakgerichte werksfeer, waarin de leerlingen in de bezochte lessen in voldoende mate actief betrokken waren bij de lesactiviteiten. Ondanks de gedrevenheid en het enthousiasme van de leraren om de leerstof zo goed mogelijk over te dragen, hebben veel leerlingen moeite om hun aandacht bij de les te houden. Dit gegeven vraagt vervolgens van de leraren weer om extra inspanningen om de leerlingen bij de les te houden. Het is daarom niet onverstandig om na te gaan of met meer en/of snellere afwisseling van activiteiten de leerlingen langer hun aandacht bij de les kunnen houden. De momenten van instructie duurden in sommige lesobservaties wel erg lang. Waarschijnlijk kan de aandacht van de leerlingen ook versterkt worden door als leraar niet alles zelf te willen vertellen, maar de leerlingen zelf te laten verwoorden hoe ze gedacht hebben of een opgave hebben uitgevoerd. In eigen lesobservaties hebben de directeur en intern begeleiders ook al eerder geconstateerd, dat ‘loslaten’ voor meerdere leraren moeilijk is. Om tot een passende afstemming van het didactisch handelen te komen op de aanwezige verschillen in ontwikkeling bij de leerlingen, stellen de leraren aan het begin van het schooljaar een algemeen groepsplan op. Op basis van toetsresultaten met trends daarin, observaties en bekende zorggegevens is zowel op groeps- als leerlingniveau geïnventariseerd welke aanpak (differentiatie van leerinhoud, instructie, verwerking of leertijd) het meest geschikt is. Dit algemeen groepsplan is momenteel voor rekenen verder uitgewerkt in een specifiek didactisch groepsplan, voor de overige leergebieden nog niet. Met deze gedifferentieerde aanpak hoopt de school in de toekomst het aantal individuele handelingsplanningen te verminderen. Zover is het echter nu nog niet. Door het gebruik van eigentijdse methoden voor taal- en rekenonderwijs, beschikt de school over materiaal waarmee in de verwerking van de aangeboden leerstof de gewenste differentiatie mogelijk is.
Pagina 10 van 19
Een aandachtspunt hierbij vormt de kleine groep leerlingen in aanpak 3, die leerstof met een hogere moeilijksgraad aan kan, maar voor de zekerheid toch ook eerst de basisstof moet maken. De school moet er voor waken dat deze leerlingen niet gaan onderpresteren. De afstemming van de instructie moet nog verbeteren. Ondanks schriftelijke voornemens om leerlingen in aanpak 3 sneller aan het werk te zetten of leerlingen in aanpak 1 extra instructie te geven, gebeurde dat tijdens de lesobservaties te weinig. Hierbij past ook de opmerking dat begeleide inoefening bij de aanpak 1 leerlingen iets anders is dan extra of andere uitleg van de lesstof. Begeleiding en zorg Het systeem van genormeerde instrumenten en procedures dat de school gebruikt om de prestaties en ontwikkeling van de leerlingen te kunnen volgen, is van hoge kwaliteit. De methodegebonden toetsen en de toetsen uit het leerlingvolgsysteem worden systematisch afgenomen en geanalyseerd. Bij de kleuters wordt, naast de landelijk genormeerde toetsen, vijf maal per jaar een gestandaardiseerd observatiesysteem ingevuld. Per thema wordt tevens in beeld gebracht welke basiswoorden de leerlingen al beheersen. In alle groepen vullen de leraren tweemaal per jaar het instrument voor de ontwikkeling van sociale competenties in. Conform de vastgelegde zorgprocedures zijn driemaal per jaar voortgangscontrolebesprekingen georganiseerd met de intern begeleider en de groepsleraar. De leraren bereiden op planmatige wijze de gesprekken voor. Dit blijkt een effectieve werkwijze en past bij het opbrengstgericht werken. De leraren stellen na het gesprek een verslag van het gesprek op waarin de feitelijke ontwikkeling per leerling is opgenomen en welke maatregelen zijn genomen. Dit verslag vormt de basis voor het algemeen groepsplan. Het aantal leerlingen met een handelingsplanning (HGA) is fors. Veel leerlingen hebben een kortlopende HGA, sommigen met vastgestelde dyslexie of dyscalculie, hebben een langlopend begeleidingsplan. Volgens de schoolafspraken hebben de leerlingen met een te laag toetsniveau een HGA. Aan de hand van de logboeken en werkjes is te zien dat de HGA’s daadwerkelijk worden uitgevoerd. Uit de planningen van de lesactiviteiten valt ook op te maken wanneer de leraar de tijd heeft om met deze leerlingen apart te werken. In sommige groepen zijn op bepaalde momenten ook meer handen in de groep beschikbaar, waardoor het werken met zorgkinderen wat gemakkelijker georganiseerd kan worden. De kwaliteit van de HGA’s kan verbeterd worden door de aard van de benodigde zorg beter te bepalen.
Pagina 11 van 19
Nu nog vormen doorgaans het lage toetsresultaat en een eventuele foutenanalyse, de start van de zorg. Daarmee is wel duidelijk waarop een leerling uitvalt, maar niet waarom. Diagnostische gesprekken en aanvullend onderzoek zouden daar zicht op kunnen bieden. Dan kan na het zorgtraject in de evaluatie vastgesteld worden of het hiaat in kennis of vaardigheden is weggewerkt of verkleind. De benodigde expertise hiervoor is volgens de intern begeleiders beschikbaar. Met de genoemde verduidelijking van de hulpvraag is ook beter dan nu na de gestelde periode vast te stellen of met de zorg het gewenste effect is bereikt. Daarop geven de beschikbare evaluaties nu te weinig zicht. Kwaliteitszorg Het inzicht in de onderwijsbehoeften van de leerlingenpopulatie is beschreven in het document ‘Doorkijk kenmerken leerlingenpopulatie’ en al eerder in het taalbeleidsplan. De consequenties van dit inzicht zijn in de genoemde documenten vertaald in beleidsvoornemens voor de inrichting van het onderwijsleerproces en een beschrijving van activiteiten die al passen bij de behoeften van de leerlingenpopulatie. De leraren stellen van hun eigen groep analyses van toetsresultaten op, die weer de basis vormen van de schoolevaluatie van de resultaten van de toetsen uit het leerlingvolgsysteem. De halfjaarlijkse schoolevaluatie kenmerkt zich door een gedegen analyse aan de hand van eigen schoolnormen met duidelijke conclusies of de norm wel of niet is gehaald. Bij de zorgsignalen (schoolnorm niet gehaald) is gezocht naar mogelijke verklaringen binnen het onderwijsleerproces, zodat daar de verbeteracties op gericht kunnen worden. Voor de resultaten op de Eindtoets Basisonderwijs vindt ook een soortgelijke analyse plaats. Daarvan heeft de analyse echter niet geleid tot een duidelijke verklaring binnen het onderwijsleerproces voor de dalende eindresultaten. De werkwijze en de kwaliteit van de analyses zijn van dien aard, dat daar een hoge waardering bij past. De zelfevaluatie van het onderwijsleerproces is van voldoende niveau. Al enkele jaren voeren de directeur en intern begeleiders lesobservaties uit en worden de bevindingen op schoolniveau in beeld gebracht. Daarmee heeft de school een beeld en een eigen oordeel over de kwaliteit van het pedagogisch-didactisch handelen in de groepen. Voor de overige aspecten van het onderwijsproces werkt de school met een systeem van werkprocessen. In de werkprocessen van bijvoorbeeld het leerstofaanbod of onderwijstijd, zijn de prestatie-indicatoren beoordeeld. Om tot betrouwbare en geobjectiveerde oordelen te komen maakt de school gebruik van de audit-systematiek binnen de stichting.
Pagina 12 van 19
Een eerste audit heeft in basisschool De Schakel al plaatsgevonden en zal elk jaar herhaald worden. De directeur en intern begeleiders auditen ook andere scholen binnen de stichting. De aanpak van verbeteractiviteiten verloopt in voldoende mate planmatig. In afzonderlijke plannen van aanpak zijn de verbeteractiviteiten voor dit schooljaar uitgewerkt. Enkele onderwerpen zijn het werken met groepsplannen, beloning van positief gedrag, verbeteren van de kwaliteit van woordenschat en begrijpend lezen en het slotoffensief in groep 8. Door het gebruik van concrete prestatie-indicatoren bij de afzonderlijke verbeteractiviteiten is een effectevaluatie aan het einde van het jaar ook mogelijk. Vastgelegde afspraken en protocollen, uniforme groepsadministraties, groepsbezoeken door de directeur en intern begeleiders en de toelichting daarop tijdens het inspectieonderzoek, wijzen op een voldoende borging van de gerealiseerde kwaliteit en verworvenheden van het onderwijsleerproces op de onderzochte aspecten. De school verantwoordt zich op voldoende wijze over de gerealiseerde onderwijskwaliteit. Voor de ouders doet ze dit in begrijpelijke taal in de schoolgids aan de hand van de Cito-schoolscore, de uitstroom van schoolverlaters naar het voortgezet onderwijs en een terugblik op de gerealiseerde verbeteractiviteiten. De school schenkt voldoende aandacht aan mogelijke risico's in de sociale context van de school en de opvattingen en uitingen van leerlingen op het terrein van burgerschap en integratie en stemt het aanbod hierop af. De visie van de school op burgerschap en sociale integratie en de planmatige invulling daarvan is in de schoolgids uitgewerkt en wordt zo ook in de praktijk uitgevoerd. De evaluatie van de te bereiken doelen voor burgerschap en sociale integratie vraagt echter nog om een verdere uitwerking.
Pagina 13 van 19
Pagina 14 van 19
3
CONCLUSIE Kwaliteit Het onderwijs op basisschool De Schakel is op de onderzochte onderdelen grotendeels op orde. Uit het onderzoek is gebleken dat de school op die gebieden weinig tekortkomingen kent. Om die reden blijft het basisarrangement gehandhaafd. De bevindingen zullen worden betrokken bij de eerstvolgende risicoanalyse, waarbij opnieuw bekeken wordt of het toezichtarrangement eventueel moet worden aangepast. Naleving De inspectie concludeert tevens dat er geen tekortkomingen zijn in de naleving van de wettelijke voorschriften die zijn gecontroleerd.
Pagina 15 van 19
Pagina 16 van 19
BIJLAGE 1 OORDELEN In onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs 2012. Indicatoren die bij een kwaliteitsonderzoek de doorslag geven of een school (zeer) zwak is, de zogeheten normindicatoren, zijn gemarkeerd met een asterisk. Voor een overzicht van alle normindicatoren zie het Toezichtkader po/vo 2012 op www.onderwijsinspectie.nl. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. slecht 2. 3. 4. 5.
onvoldoende voldoende goed niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten)
In verband met het programmatisch handhaven heeft de inspectie daarnaast enkele controles uitgevoerd op bepaalde wettelijke voorschriften. Of de school wel of niet voldoet aan deze wettelijke vereisten wordt tot uitdrukking gebracht met de score 'ja' of 'nee'. Opbrengsten 1.1*
1.2*
1
3
De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.
•
De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.
•
1.4
Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden.
1.5
De sociale competenties van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.
Leerstofaanbod 2.1*
2
Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen.
4
5
• •
1
2
3
4
•
Pagina 17 van 19
Leerstofaanbod
1
2
3
2.2*
De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8.
•
2.3
De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan.
•
2.4*
De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlinggewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.
•
De school heeft een aanbod gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale integratie met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit in de samenleving.
•
2.6
Tijd 3.1
1
2
De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd.
3
1
2
3
4.4
De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen.
•
4.5
De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen van incidenten in en om de school.
•
4.6
De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op de afhandeling van incidenten in en om de school.
•
5.1*
De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof.
5.2*
De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer.
5.3*
De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten.
Afstemming
4
•
Schoolklimaat
Didactisch handelen
4
1
2
3
4
4
• • •
1
2
3
6.1
De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
6.2
De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
6.3
De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
•
6.4
De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
•
4
• •
Pagina 18 van 19
Begeleiding 7.1*
De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.
7.2
De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen.
1
2
3
4
• •
Zorg
1
8.1
De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben.
8.2
Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen.
8.3*
De school voert de zorg planmatig uit.
8.4
De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg.
2
3
4
• • • •
Kwaliteitszorg
1
2
3
9.1
De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie.
9.2
De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen.
9.3
De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces.
•
9.4
De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten.
•
9.5
De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces.
•
9.6
De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit.
•
9.7
De school draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale integratie, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit van de samenleving.
•
4
• •
Wet- en regelgeving
Ja Nee
NT1A
De inspectie is in het bezit gesteld van de geldende schoolgids (art. 16, lid 2 en 3, WPO).
•
NT2A
De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende schoolplan (art. 16, lid 1 en 3, WPO).
•
NT4A
Er is voldoende onderwijstijd geprogrammeerd om te kunnen voldoen aan de daarvoor gestelde minima (art. 8, lid 7 onder b, WPO).
•
NT4B
Er is maximaal zevenmaal een onvolledige schoolweek geprogrammeerd voor de groepen 3 t/m 8 (artikel 8, lid 7 onder b, WPO).
•
Pagina 19 van 19