RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Stadskanaal
Plaats Gemeentenummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling
: : : : :
Stadskanaal 0037 279577 19 november 2014 23 februari 2015
Pagina 2 van 13
INHOUDSOPGAVE VOORWOORD . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 1
INLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
2
VVE IN DE GEMEENTE STADSKANAAL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
3
CONCLUSIES. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Pagina 3 van 13
Pagina 4 van 13
VOORWOORD In de periode 2007-2012 heeft de Inspectie van het Onderwijs een landelijke bestandsopname uitgevoerd naar de kwaliteit van voor- en vroegschoolse educatie (vve). Daarna is het signaalgestuurde toezicht op vve in werking getreden. Het signaalgestuurde toezicht vve begon eind 2013 met het versturen van digitale vragenlijsten naar de 315 middelgrote en kleine gemeenten. Voor de 37 grote gemeenten is er tot en met 2015 een apart monitortraject. Op basis van een analyse van de digitale vragenlijsten is besloten om in middelgrote en kleine gemeenten waar risico’s ten aanzien van de uitvoering van de wettelijke vve-verplichtingen lijken te bestaan, een onderzoek uit te voeren. Het onderzoek is uitgevoerd in de tweede helft van 2014. Dit rapport beschrijft in hoeverre de gemeente Stadskanaal in 2014 voldoet aan de eisen ten aanzien van vve en welke veranderingen hebben plaatsgevonden ten opzichte van de bestandsopname. De hoofdinspecteur primair onderwijs en speciaal onderwijs, Dr. A. Jonk
Pagina 5 van 13
1
INLEIDING Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar het gemeentelijk beleid ten aanzien van voor- en vroegschoolse educatie (vve) in de gemeente Stadskanaal in 2014. De aanleiding van het onderzoek is het mogelijk bestaan van risico’s ten aanzien van het voldoen aan wettelijke eisen ten aanzien van voor- en vroegschoolse educatie in deze gemeente. De basis van het onderzoek is een digitale vragenlijst die de gemeente heeft ingevuld. De inspectie heeft deze vragenlijst geverifieerd aan de hand van de aangeleverde documenten en de toelichting daarop in een gesprek met betrokkenen van de gemeente. Vervolgens heeft de inspectie de eisen met betrekking tot het vve-beleid beoordeeld en de veranderingen ten opzichte van de bestandsopname in beeld gebracht. Het signaalgestuurde toezicht op de vve-locaties maakt nog geen deel uit van dit onderzoek. De inspectie start na de zomer van 2014 met het signaalgestuurde toezicht op vve op de locaties. De signalen van de GGD zijn leidend om te bepalen welke peuterspeelzalen en kinderdagverblijven met voorschoolse educatie worden bezocht. Onderzoeksopzet Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: • Analyse van de beantwoorde digitale vragenlijst in relatie tot de bevindingen tijdens de bestandsopname. • Analyse van aanvullend opgevraagde informatie in relevante beleidsdocumenten van de gemeente. • Intern overleg met het team Kinderopvang over GGD-toezicht in de gemeente. • Een gesprek met de betrokken beleidsambtenaar over het vve-beleid van de gemeente. • Beoordeling van vve-beleid van de gemeente Stadskanaal.
Pagina 6 van 13
Toezichtkader Als basis voor de beoordeling gelden de beoordelingscriteria toezichtkader vooren vroegschoolse educatie voor gemeenten, zoals die te vinden zijn op: www.onderwijsinspectie.nl > onderwijssectoren > voor- en vroegschoolse educatie. Opbouw rapport Hoofdstuk 2 geeft een beeld van het vve-beleid op gemeentelijk niveau. Daar wordt ingegaan op de ontwikkeling van de gemeente sinds de bestandsopname (paragraaf 2.1) en op de door de gemeente aangeleverde vvedocumenten (paragraaf 2.2). Tenslotte geeft de inspectie in dit hoofdstuk een oordeel over het gemeentelijk vve-beleid (paragraaf 2.3). Hoofdstuk 3 bevat de conclusies over het vve-beleid in de gemeente Stadskanaal.
Pagina 7 van 13
2
VVE IN DE GEMEENTE STADSKANAAL De gemeente Stadskanaal heeft een digitale vragenlijst ingevuld. Op basis van de antwoorden heeft de inspectie mogelijke risico’s gesignaleerd ten aanzien van het voldoen aan wettelijke eisen betreffende voor- en vroegschoolse educatie. De digitale vragenlijst levert informatie over: • wel of geen afspraken van de gemeente met de schoolbesturen en de houders over de doelgroepdefinitie, toeleiding, doorgaande lijn en resultaatafspraken; • het bereik; • de veranderingen bij de aspecten ouderbeleid, integraal vve-programma, externe zorg en interne kwaliteitszorg; • het aantal vve-locaties en het aantal locaties waar de GGD tekortkomingen heeft gesignaleerd in het eerste domein (pedagogische praktijk). De beoordeling van het gemeentelijk beleid is gebaseerd op de digitale vragenlijst, opgevraagde gemeentelijke beleidsdocumenten, eventuele aanvullende informatie en het gesprek met de gemeente (zie paragraaf 2.3). Bij de beoordeling wordt gewerkt met een vierpuntsschaal: 1. 2. 3. 4.
2.1
Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig. Deze kwalificatie geeft aan dat echt iets verbeterd dient te worden. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn nodig Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt. Voldoende Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen. Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat anderen hiervan kunnen leren.
Ontwikkeling van vve in de gemeente Stadskanaal sinds de bestandsopname In 2011 heeft de inspectie een bestandsopname gemaakt van de kwaliteit van vve in de gemeenten in Oost Groningen die hebben geparticipeerd in het vveproject Spraakmakend, waaronder de gemeente Stadskanaal. De inspectie heeft daarbij in het gemeentelijk beleid verbeterpunten geconstateerd bij het bereik, het ouderbeleid, de interne kwaliteitszorg van de voor- en vroegscholen en de doorgaande lijn. Bovendien waren er geen afspraken met de schoolbesturen gemaakt over de resultaten aan het eind van de vroegschoolse periode en waren
Pagina 8 van 13
de basisvoorwaarden voor vve op de meeste voorscholen nog niet door de GGD getoetst. Na de bestandsopname heeft de gemeente in januari 2012 met de schoolbesturen en de organisaties voor kinderopvang een convenant afgesloten ter verbetering van de aansluiting van voorschoolse naar vroegschoolse educatie. Met dit convenant willen alle betrokken organisaties invulling geven aan de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (OKE). De voorschoolse educatie zoals bedoeld in de wet OKE vindt plaats in drie locaties met Voorschoolse Educatie Plus (VEP). Op deze locaties zitten de meeste doelgroepkinderen uit de gemeente. Daarnaast wordt voorschoolse educatie gerealiseerd voor de peuters van het Asielzoekerscentrum. Op alle reguliere peuterspeelzalen wordt ook met een vve-programma gewerkt en kunnen doelgroepkinderen twee extra dagdelen naar de peuterspeelzaal. Op die momenten is er een extra beroepskracht aanwezig voor de begeleiding van de doelgroeppeuters. 2.2
Lijst met de vve-documenten die de gemeente Stadskanaal heeft aangeleverd - Convenant Doorgaande lijn van Voorschoolse naar Vroegschoolse Educatie, januari 2012. - Programma van Eisen Peuterspeelzaalwerk, oktober 2014. - Notulen stuurgroep “Doorgaande lijn van voor- naar vroegschoolse educatie, 13 maart 2014. - Agenda Cluster Doorgaande leerlijn 29 oktober 2014. - Kopie van raadstabel V3, JG-monitor doelgroep VE. - Meerjarenplanning VVE-beleid. Activiteiten 2012-2015.
2.3
Het gemeentelijk vve-beleid In deze paragraaf geeft de inspectie haar bevindingen weer over het gemeentelijk vve-beleid. Per domein is beschreven op welke punten de inspectie het gemeentelijk beleid en uitvoering als voldoende (‘3’) beoordeelt, waar nog verbeterpunten worden gezien, zowel zonder (‘2’) als met (‘1’) afspraken en op welke punten de gemeente als een voorbeeld voor anderen gezien wordt (‘4’). De inspectie baseert haar bevindingen op de uitkomsten van de verificatie van de digitale vragenlijst door middel van documentenanalyse en gesprekken met vertegenwoordigers van de gemeente. Waar de bevindingen van de inspectie afwijken van het beeld uit de digitale vragenlijst van de gemeente wordt dit vermeld en onderbouwd.
Pagina 9 van 13
HET GEMEENTELIJK VVE-BELEID
1
2
3
1A1
Definitie doelgroepkind
•
1A2
Bereik
•
1A3
Toeleiding
1A4
Ouders
•
1A5
Integraal vve-programma
•
1A6
Externe zorg
•
1A7
Interne kwaliteitszorg van de voor- en vroegscholen
1A8
Doorgaande lijn
1A9
Resultaten
1B
Vve-coördinatie op gemeentelijk niveau
•
1C
Systematische evaluatie en verbetering van vve op gemeentelijk niveau
•
DE VVE-CONDITIES 2A
GGD-rapport
2B
Gemeentelijk subsidiekader
4
•
• • •
1
2
3
4
• •
De inspectie publiceert jaarlijks ook een oordeel over het toezicht dat door de gemeenten op de kinderopvang en peuterspeelzalen wordt uitgevoerd. Voor meer informatie hierover zie www.onderwijsinspectie.nl >onderwijssectoren > Kinderopvang. Toelichting: ’1’ Verbeterpunten met een afspraak 1a9 De gemeente heeft met de vve-instellingen en schoolbesturen nog geen afspraken gemaakt over wat de resultaten van vroegscholen moeten zijn. Wel zijn afspraken vastgelegd over de gewenste resultaten aan het eind van de voorschoolse periode en over de aanlevering van resultaatgegevens gedurende de voorschoolse periode ’2’ Verbeterpunten 1a7 De gemeente heeft wel algemene kwaliteitseisen gesteld aan de Stichting Peuterspeelzaalwerk Welstad, maar zij heeft nog geen afspraken gemaakt met de vve-instellingen over de wijze waarop ze de kwaliteit van uitvoering van vve evalueren, verbeteren en borgen.
Pagina 10 van 13
‘3’ Voldoende 1a1 De gemeente hanteert een brede definitie voor doelgroeppeuters. De bepaling of een kind tot de doelgroep behoort, gebeurt aan de hand van de volgende kenmerken: de algehele ontwikkeling en/of taalontwikkeling, de taligheid van de thuisomgeving en het opleidingsniveau van de ouders. De gemeente hanteert geen specifieke definitie voor een doelgroepkleuter. 1a2 Volgens opgave van de gemeente zou zij volgens de gewichtenregeling een aanbod van vve-plaatsen moeten realiseren voor 56 doelgroepkinderen. Hieraan voldoet de gemeente. Zij heeft 57 kindplaatsen voor vve gerealiseerd. Volgens de eigen definitie van de gemeente zouden echter per 1-10-2012, 74 peuters gebruik moeten maken van vve. Het aantal kinderen dat daadwerkelijk gebruik maakt van vve is per 1-10-2012 65. 1a4 De gemeente heeft ouderbeleid geformuleerd dat afgestemd is op de behoeften van de ouderpopulatie. Op alle peuterspeelzalen vinden ouderactiviteiten plaats gekoppeld aan het vve-programma en wordt het thuis voorlezen gestimuleerd via uitleen van (voor)leesboekjes en bespreking ervan met de peuters en ouders. Op de VEP-locaties kunnen ouders van doelgroeppeuters aan een intensiever programma deelnemen: VVE-thuis. Zeer taalarme gezinnen worden toegeleid naar voorleestrajecten waarin een vrijwilliger wekelijks voorleest aan doelgroeppeuters en gezinsleden. 1a5 Het programma van eisen peuterspeelzaalwerk beschrijft de afspraken over het gebruik van een vve-programma en een kindvolgsysteem in de voorscholen. Deze afspraken zijn er niet met de vroegscholen. 1a6 De gemeente heeft een uitgebreide zorgstructuur. Voor ondersteuning van zorgpeuters kunnen de vve-locaties een beroep doen op de intern begeleider (IB-er), buurtmaatschappelijk werkers en buurtwerkers, waaronder de buurtsportcoach, logopedie, de wijkverpleegkundige, het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) en consultatieve begeleiding vanuit de schoolbegeleidingsdienst. Daarnaast kan voor peuters het team vroegsignalering van de GGD/Lentis Jonx ingeschakeld worden. De intern begeleider speelt een centrale rol in de toeleiding naar de externe zorginstellingen. 1a8 De basis voor de doorgaande lijn hebben gemeente, schoolbesturen en houders van de voorschoolse voorzieningen vastgelegd in het convenant. Zij hebben afspraken gemaakt over de overdracht van kindgegevens en de warme overdracht van zorgkinderen. Daarnaast is er een overlegstructuur gevormd waarin met alle betrokken partners beleid gevoerd wordt over de samenwerking
Pagina 11 van 13
tussen de vve-partners en de afstemming van het aanbod, het ouderbeleid en de zorg. 1b In het convenant hebben de betrokken partijen vastgelegd dat de gemeente regisseur is van de uitvoering van het vve-beleid. Ten behoeve van een goede coördinatie tussen de betrokken partijen is een stuurgroep gevormd. Naast de gemeente nemen de (centrale) directies van de basisscholen en kinderopvangorganisatie deel aan deze stuurgroep. 1c De gemeente heeft een meerjarenplan voor het vve-beleid. Hierin staan de activiteiten voor 2012-2015. De evaluatie van het vve-beleid vindt drie keer per jaar met alle partners plaats in het LEA-overleg. Daarnaast wordt de voorgang van de uitvoering van vve besproken in de stuurgroep en in vve-werkgroepen en clustergroepen. Met de Stichting Peuterspeelzaalwerk voert de gemeente bovendien tweejaarlijks overleg aan de hand van de rapportages over de uitvoering van de activiteiten en de realisatie van de te behalen resultaten. 2a De gemeente heeft ervoor gezorgd dat de GGD zowel de basiskwaliteit als de kwaliteit van de voorschoolse educatie op alle voorscholen beoordeeld heeft. ‘4’ Voorbeeld voor anderen 1a3 De gemeente heeft heldere afspraken gemaakt over de toeleiding van doelgroepkinderen naar vve. Het consultatiebureau heeft hierin een centrale rol. Indien blijkt dat ouders zich niet ingeschreven hebben voor een peuterspeelzaal, belt de GGD hen en gaat zij op huisbezoek. Daarnaast worden ouders via het interventie-traject “Stevig Ouderschap” en via de bij 1a4 genoemde voorleestrajecten gestimuleerd om hun kinderen deel te laten nemen aan vve. De gemeente subsidieert deze activiteiten. Jaarlijks evalueert zij deze en via de registratie en de jaarlijkse rapportage van de GGD heeft de gemeente ook zicht op het non-bereik. 2b Er is een programma van eisen waarin de gemeente de randvoorwaarden beschreven heeft voor een budgetsubsidie voor de Stichting Peuterspeelzaalwerk. In dit programma heeft de gemeente vastgelegd dat de VEP-locaties moeten voldoen aan alle voorwaarden genoemd in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en aan de eisen uit het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie. Naast de wettelijke bepalingen heeft de gemeente aanvullende opdrachten geformuleerd voor het peuterspeelzaalwerk, onder andere voor het organiseren van ouderactiviteiten.
Pagina 12 van 13
3
CONCLUSIES De inspectie heeft op het niveau van de gemeente het beleid voor de voor- en vroegschoolse educatie in de gemeente Stadskanaal beoordeeld. Dit vanwege mogelijke risico’s ten aanzien van de uitvoering van wettelijke eisen betreffende voor- en vroegschoolse educatie. Conclusies gemeentelijk vve-beleid Uit het onderzoek blijkt dat de kwaliteit van het vve-beleid van de gemeente Stadskanaal ten opzichte van de bestandsopname verbeterd is. Ten opzichte van de bestandsopname constateert de inspectie verbeteringen in het bereik, het ouderbeleid en de doorgaande lijn. Bovendien zijn de basisvoorwaarden voor vve op alle voorscholen door de GGD getoetst. Verbeterpunten zijn nog het maken van afspraken met de vve-instellingen over de interne kwaliteitszorg op het gebied van vve en het maken van afspraken met de schoolbesturen over de te bereiken resultaten aan het eind van de vroegschoolse periode. Verbeterafspraak De gemeente maakt vóór 1 mei 2015 afspraken met de schoolbesturen over de te bereiken resultaten in de vroegschoolse periode. Signaalgestuurd toezicht: de inspectie zal begin 2015 opnieuw een vragenlijst sturen naar de middelgrote en kleine gemeenten en een inschatting maken van mogelijke risico’s. Tevens worden daarbij de uitkomsten van eventuele locatieonderzoeken meegenomen. Op grond van de analyses wordt opnieuw bekeken in welke gemeenten in 2015 een onderzoek plaatsvindt.
Pagina 13 van 13