RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE Kinderdagverblijf JoesBoef B.V.
Plaats LRKP nummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling
: : : : :
Amsterdam Zuidoost 734908714 273848 23 januari 2014 27 maart 2014
Pagina 2 van 16
INHOUDSOPGAVE 1
INLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
2
BEVINDINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
3
CONCLUSIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 BIJLAGE 1 OORDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Pagina 3 van 16
Pagina 4 van 16
1
INLEIDING Op 23 januari 2014 heeft de inspectie kinderdagverblijf Joesboef onderzocht. Het onderzoek is gedaan vanwege het toezicht van de Inspectie van het Onderwijs op de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (vve). De inspectie monitort in 2013 en 2015 de kwaliteit van vve in de 37 grote gemeenten (G37). Vve is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken. Tijdens het onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie beoordeeld met een set indicatoren, waarmee zij overeenkomstig de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) kan beoordelen of de vve-locaties op belangrijke onderdelen vve van voldoende kwaliteit biedt. Deze indicatoren hebben betrekking op: • • •
• • • •
De voorwaarden voor vve De ouders De kwaliteit van de educatie - Het vve-programma, zoals dat wordt aangeboden - Het pedagogisch klimaat - Het educatief handelen De ontwikkeling, zorg en begeleiding De kwaliteitszorg De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool De resultaten van vve
Onderzoeksopzet Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: • Analyse van de door de locatie ingevulde digitale vragenlijst. • Analyse van documenten en gegevens over de locatie die de inspectie voorafgaand aan het onderzoek heeft opgevraagd. • Vve-locatiebezoek, waarbij: ◦ documenten, handelingsplannen en groepsplannen zijn bestudeerd; ◦ enkele groepsbezoeken zijn uitgevoerd. Deze vve-bezoeken vonden plaats in de twee peutergroepen van het kinderdagverblijf, IJsbeertjes en Zeepaardjes. ◦ gesprekken met de directie, ouders, pedagogisch medewerkers zijn gevoerd.
Pagina 5 van 16
Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader vve 2010. Dit document is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 van dit rapport beschrijft de inspectie de bevindingen die uit haar onderzoek naar voren zijn gekomen. Bij de geconstateerde verbeterpunten is tevens een onderbouwing opgenomen. In hoofdstuk 3 volgt de conclusie. Bijlage 1 van dit rapport bevat een overzicht van de bij dit onderzoek gebruikte indicatoren en de bevindingen van de inspectie daarover.
Pagina 6 van 16
2
BEVINDINGEN Uit het overzicht in bijlage 1 valt op te maken dat de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op dat de Condities, Ouders, en doorgaande lijn op orde zijn. Daarnaast zijn er verbeterpunten geconstateerd op de volgende aspecten: kwaliteit van uitvoering, Ontwikkeling Begeleiding en Zorg binnen de groep, Kwaliteitszorg. Uitgangssituatie gemeente Amsterdam Na de bestandsopname vve hebben de gemeente, de schoolbesturen en de welzijnsorganisaties en kinderopvang beleid ontwikkeld om de kwaliteit van VVE te verhogen en vastgelegd in het Amsterdamse Kwaliteitskader Voor- en Vroegschoolse Educatie voor de periode 2010 -2014, in de Verordening kwaliteitseisen peuterspeelzalen en voorschoolse educatie 2011 en in beleidstukken gericht op verbetering van de toeleiding, de ouderbetrokkenheid en opbrengstgericht werken. Ook de GGD en de Ouder- en Kindcentra (OKC) zijn hierbij betrokken. De gemeente Amsterdam heeft bij het opstellen van dit kwaliteitskader op enkele onderdelen hogere eisen gesteld dan de wet OKE en het aanvullend besluit. Dit geldt onder andere voor het ouderbeleid, de verplichte uniforme overdracht kindgegevens (warme overdracht), de taaldoelen 4- en 6 jarigen, de coördinatie en de intensieve samenwerking tussen de voor- en vroegschool. Daar waar locaties ook daadwerkelijk aan die hogere eisen voldoen, krijgen zij een beoordeling 4 waarmee aangegeven is dat zij een voorbeeld zijn voor anderen.
Totaalbeeld Kinderdagverblijf Joesboef heeft verspreid over Amsterdam Zuidoost drie vestigingen. Locatie Bijlmerdreef is door de inspectie bezocht. Het kinderdagverblijf werkt met horizontale groepen. Joesboef heeft in de wijk al tien jaar een groeiend aantal kindplaatsen. In totaal komen er naar de peutergroepen 30 peuters, 10 daarvan zijn doelgroeppeuters. De pedagogisch medewerkers van kinderdagverblijf Joesboef zijn recent (31 oktober 2013) gecertificeerd in het vve programma Piramide. Het kinderdagverblijf bevindt zich naast De Kandelaar (een multifunctioneel verenigingsgebouw welke onderdak biedt aan 15 kerkgenootschappen) en naast het Cultureel Educatief Centrum in Ganzenhoef. Het kinderdagverblijf heeft vooral contact met basisschool Samenspel en met basisschool Wereldwijs.
Pagina 7 van 16
Kinderdagverblijf Joesboef heeft met het introduceren van het vve programma en daarmee ook de scholing van de pedagogisch medewerkers een kwaliteitssprong gemaakt. De (nu) nog prille ontwikkelingen van het pedagogisch en educatief handelen zijn zichtbaar.
Toelichting Condities De condities waaronder vve wordt uitgevoerd zijn grotendeels op orde. Op kinderdagverblijf Joesboef is een recent GGD-rapport aanwezig, ook in dit rapport zijn de condities van vve getoetst. De pedagogisch medewerkers zijn, conform de bestuursakkoorden, getoetst voor hun mondelinge en schriftelijke vaardigheden. Het merendeel van de pedagogisch medewerkers (op een na) beheerst aantoonbaar het vereiste taalen schrijfvaardigheidsniveau. De overige pedagogisch medewerker gaat een scholingstraject volgen om aan de normen te kunnen voldoen. Het perspectief op verbetering van deze indicator is daarmee goed. Het VVE-programma wordt aan alle kinderen aangeboden, ook op de baby en dreumes groep. Hiermee wordt doorgaans de beginleeftijd van VVE lastig te bepalen, maar voldoet ruimschoots aan de norm. Ouders De ouders met wie de inspectie gesproken heeft, zijn tevreden over de contacten met de pedagogisch medewerkers. De aandacht die er is voor de taalontwikkeling op het kinderdagverblijf waarderen de ouders als positief. Tevens geven zij aan dat zij goed betrokken worden bij de ontwikkeling van hun kind. Tijdens de haal- en breng momenten vind er overleg plaats. Het kinderdagverblijf is bezig om een gericht ouderbeleid te ontwikkelen. Joesboef heeft de ouderpopulatie in beeld gebracht. Het kinderdagverblijf heeft voor het vve-ouderbeleid een visie ontwikkeld die op activiteitenniveau is uitgewerkt. Het vastleggen van een bijbehorend beleid met concrete doelen is echter nog een ontwikkelpunt (indicator B1). Het actief stimuleren van ouders om thuis gerichte activiteiten te doen met hun kind is voor het kinderdagverblijf nog een ontwikkelpunt. Ouders krijgen tijdens de haal- en brengmomenten informatie over het thema en over activiteiten die zij, rondom het thema, thuis kunnen doen met hun kinderen. Ook krijgen de ouders een themabrief mee, maar het navragen of ouders ook daadwerkelijk hiermee aan de slag zijn gegaan vraagt om versterking.
Pagina 8 van 16
Kinderdagverblijf Joesboef organiseert ouderbijeenkomsten om de participatie van ouders te vergroten. De pedagogisch medewerkers en leidinggevende geven aan dat ouders daar weinig gebruik van maken vanwege werk of het volgen van cursussen. Uit de oudergesprekken en observatie tijdens de inspectie blijkt tevens dat ouders weinig gestimuleerd worden om tijdens de inloop met hun kind te spelen. In de inloopruimte, waar de kinderen gebracht worden, zijn geen zichtbare thema materialen aanwezig. De ouderbetrokkenheid tijdens de inloop en het organiseren van thema bijeenkomsten zijn beide aangemerkt als ontwikkelpunt (indicator B5). Kwaliteit van de uitvoering van vve Het aanbod vindt plaats aan de hand van een integraal VVE-programma. Het kinderdagverblijf heeft een jaarplanning opgesteld voor de uitvoering van de thema’s. Uit de daarop gebaseerde week- of dagplanning is niet op te maken welke doelen aan de orde komen en in hoeverre het taalaanbod voldoende dekkend is. Ook is er geen zicht in de mate waarin differentiatie in het aanbod plaatsvindt (indicator C1.2, C1.3 en C1.4). Het pedagogisch handelen kenmerkt zich door een respectvolle omgang met kinderen en een ondersteunende houding van de pedagogisch medewerkers. De pedagogisch medewerkers stellen wel op duidelijke wijze gedragsgrenzen maar het is een aandachtspunt voor hen om dit consequent voor alle kinderen door te voeren (indicator C2.2) Ook het bieden van ruimte voor kinderen om tijdens het spel meer eigen keuze te kunnen maken is een verbeterpunt (indicator C2.4). Verder is de inrichting van de speelleeromgeving, als aspect van het pedagogisch klimaat, een punt van aandacht. Er zijn goede aanzetten zichtbaar zoals de inrichting van de thematafel en de inrichting van de diverse hoeken. Desondanks kan de variatie in hoeken verbreed worden en kan ook kritisch gekeken worden in hoeverre de peuters hun spelervaringen in de aanwezige hoeken kunnen verbreden en verdiepen om zo hun spel te verrijken, waarbij er ook aandacht is voor de ontvangstruimte (C2.5). Het educatief handelen vraagt op meerdere aspecten versterking van de pedagogisch medewerkers. Allereerst geldt dit voor de onderlinge afstemming. De pedagogisch medewerkers leggen te weinig vast welke taakverdeling zij hanteren en wie gedurende de dag gerichte (taal)activiteiten aan kinderen gaat bieden. Met het ontbreken van een dergelijke uitwerking is onvoldoende gewaarborgd dat geplande doelen ook daadwerkelijk zijn uitgevoerd. Ook ontnemen de pedagogisch medewerkers zich de kans om kritisch te reflecteren op het eigen handelen (indicator C3.1, C 3.2).
Pagina 9 van 16
Tijdens de groepsbezoeken bleek dat de mogelijkheden om de interactie met en tussen kinderen te bevorderen, onvoldoende worden benut. Pedagogisch medewerkers stellen te weinig open vragen en hebben de neiging veel zelf aan het woord te zijn. Ook plegen zij nauwelijks bewuste interventies om interactie tussen de peuters te laten ontstaan (indicator C3.3). De pedagogisch medewerkers zijn vooral gericht op organisatie en minder op het proces van gerichte spelactiviteiten. Door tijdens het spel en werkactiviteiten in interactie te gaan met de kinderen, uitlokkende suggesties te bieden, aanvullend materiaal aan te reiken, kan het spel zodanig verrijkt worden dat de kinderen zich verder ontwikkelen. Ook het bevorderen van het strategisch aanpakgedrag is een ontwikkelpunt in het educatief handelen. Het is nog geen routine dat pedagogisch medewerkers tijdens de begeleide spel- en werkactiviteiten regelmatig met kinderen bespreken hoe de taak is aangepakt, welke oplossingen zijn gevonden en samen terugkijken op wat geleerd is (indicator C3.5). Tenslotte is de afstemming op verschillen in ontwikkelingsbehoeften van kinderen nog niet voldoende uit de verf gekomen. De pedagogisch medewerkers stemmen de activiteiten onderling mondeling af maar leggen deze uit te voeren activiteiten nog onvoldoende planmatig vast. Hierdoor is niet na te gaan in hoeverre daadwerkelijk afgestemd wordt op verschillen in ontwikkeling van individuele kinderen. Bovendien ontbreekt een koppeling tussen de resultaten uit de kind-observaties en planning van doelgerichte activiteiten (indicator C3.7). Ontwikkeling, begeleiding en zorg Kinderdagverblijf Joesboef maakt gebruik van de peutertoetsen voor taal en rekenen behorend bij het Piramide programma. De pedagogisch medewerkers volgen de ontwikkeling van de kinderen, naast de peutertoetsen, ook aan de hand van de Peuterobservatie. De observatie en toetsen worden meerdere keren ingevuld vanaf tweejarige leeftijd. Een nadere analyse op grond van de verzamelde signaleringsgegevens is niet voorhanden. Ook zijn er geen conclusies getrokken voor het bijsturen van eigen handelen. Daarmee is niet inzichtelijk of en hoe ingespeeld wordt op risico’s in de (taal)ontwikkeling van jonge kinderen. Bovendien zijn er geen gegevens voorhanden om systematisch te kunnen evalueren (indicator D1.2, D1.3). De pedagogisch medewerkers weten welke kinderen zorg nodig hebben en in aanmerking komen voor nadere bespreking of externe hulpverlening. Joesboef heeft hiervoor een vastgestelde procedure. Er vinden gesprekken plaats met het consultatiebureau en tevens met Alert4you.
Pagina 10 van 16
Een volgende stap voor het kinderdagverblijf is het ontwikkelen van kinddossiers waarin al de gegevens inzichtelijk zijn opgenomen en waarin de zorg en begeleiding met elkaar worden afgestemd (indicator D2.3 en D3.3). Kwaliteitszorg De leidinggevende/eigenaar van kinderdagverblijf is specifiek verantwoordelijk gemaakt voor de kwaliteit en uitvoering van vve. De afgelopen periode zijn hier meerdere speerpunten uitgelicht, zoals ouderanalyse, evaluatiegesprekken van het thema, en (meer) opbrengstgericht werken. De komende periode zullen de vve-resultaten van het kinderdagverblijf geëvalueerd worden, om zo tot een (nog) bredere kwaliteitszorgimpuls te komen. Er is veel in gang gezet. Echter van een cyclisch proces is nu nog geen sprake. Zo is er geen document aangetroffen waarin staat hoe de kwaliteit van vve is geëvalueerd (E2 en E4) De voorschool heeft nog niet de beoogde opbrengsten voor vve geformuleerd. Deze zijn dan ook nog niet geëvalueerd (E3). De borging blijft hierdoor dan ook als een verbeterpunt (indicator E5), mede om ervoor te zorgen dat ook na 2015 de huidige gekozen koers gewaarborgd blijft. Doorgaande lijn De meeste peuters van Kinderdagverblijf Joesboef gaan naar basisschool Samenspel. Niet alleen voor vve-kinderen, maar voor alle peuters die naar basisschool Samenspel gaan, vindt een warme overdracht plaats van gegevens. De leidinggevende van Joesboef onderhoudt de contacten met de basisschool en zorgt voor een warme overdracht. Ook wanneer een peuter naar een andere basisschool gaat (Wereldwijs) is er een warme overdracht. Dit is een voorbeeld voor anderen. De contacten met de basisscholen zijn gericht op een inhoudelijke afstemming. Hierbij worden afspraken gemaakt over afstemming van het aanbod, het ouderbeleid, het educatief handelen en de zorg en begeleiding. Deze contacten vinden plaats tussen de leidinggevende en de intern begeleider van basisschool.
Pagina 11 van 16
3
CONCLUSIE De Inspectie van het Onderwijs constateert dat de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op kinderdagverblijd Joesboef gedeeltelijk op orde is. Uit het onderzoek is gebleken dat de vve-locatie op het gebied van pedagogisch en didactisch handelen (C), de zorg en begeleiding (D), de kwaliteitszorg (E) tekortkomingen kennen. Het onderzoek heeft geen aanleiding gegeven voor het maken van afspraken.
Pagina 12 van 16
BIJLAGE 1 OORDELEN In de onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden. 2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt. 3. Voldoende 4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren.
Kinderdagverblijf JoesBoef B.V. Condities
1
2
3
A0.1
Er is een recent GGD-rapport beschikbaar
•
A2
De groepsgrootte voldoet aan de maximumeisen (voorschool)
•
A3
Pedagogisch medewerker - kind ratio ("dubbele bezetting")
•
4
Voldoende vve-tijd A4.1
De peuters volgen gedurende voldoende tijd (per week) een vve-programma op de voorschool
•
Kwaliteit pedagogisch medewerkers A5.2
Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding)
A5.3
Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands
A5.4
Alle beroepskrachten zijn toereikend vve-geschoold
•
A5.5
Er is een jaarlijks vve-opleidingsplan
•
Ouders
• •
1
2
3
4
•
B1
Gericht vve-ouderbeleid
B2
Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd
•
B3
Intake
•
Pagina 13 van 16
Ouders
1
2
3
B4
Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen
•
B5
Participatie in vve-activiteiten in de voorschool/vroegschool
•
B6
Informeren over de ontwikkeling van hun kind
•
B7
Rekening houden met thuistaal
•
Kwaliteit van de uitvoering van vve
1
2
3
4
4
Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma
•
C1.1
Een integraal vve-programma
C1.2
Werken met een doelgerichte planning
•
C1.3
Het activiteitenaanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend en geconcretiseerd
•
C1.4
Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd
•
Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat C2.1
Het pedagogisch handelen van de pedagogisch medewerkers/ leerkrachten is respectvol
C2.2
De pedagogisch medewerkers/leerkrachten structureren en hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen
C2.3
De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen
C2.4
De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de zelfstandigheid van de kinderen en tonen respect voor de autonomie van het kind
•
C2.5
De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taal-uitlokkend
•
• • •
Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen C3.1
Het educatief handelen van beide pedagogisch medewerkers/ leerkrachten is goed op elkaar afgestemd
•
C3.2
Er worden structureel effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd
•
C3.3
De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen
•
C3.4
De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken
C3.5
De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen
C3.6
Het gedrag van de pedagogisch medewerkers/leerkrachten met de kinderen is responsief
• • •
Pagina 14 van 16
Kwaliteit van de uitvoering van vve C3.7
1
De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen
Ontwikkeling, begeleiding en zorg
2
3
4
3
4
•
1
2
Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep
•
D1.1
Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen
D1.2
De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind
•
D1.3
De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg
•
Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen D2.1
De pedagogisch medewerkers/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voorresp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg
•
D2.2
De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren
•
D2.3
De pedagogisch medewerkers/leerkrachten blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden
•
Kwaliteitszorg binnen de voor- en de vroegschool
1
2
4
•
E1
Er is vve-coördinatie op de voor- resp. vroegschool
E2
De voor- resp. vroegschool evalueert de kwaliteit van vve regelmatig
•
E3
De voor- resp. vroegschool evalueren de resultaten van vve
•
E4
De voor- resp. vroegschool werkt planmatig aan vveverbetermaatregelen
•
E5
De voor- resp. vroegschool borgt de kwaliteit van haar vveeducatie
•
Doorgaande lijn
3
1
2
3
F1
Er is vve-coördinatie tussen de voor- en vroegschool
•
F2
Er is concreet beleid om zoveel mogelijk kinderen te laten doorstromen naar een vroegschool
•
F3
De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht
F4
Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd
•
F5
Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd
•
4
•
Pagina 15 van 16
Doorgaande lijn F6
De manier om met de ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is op elkaar afgestemd
F7
De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en vroegschool op elkaar afgestemd
1
2
3
4
• •
Pagina 16 van 16