RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE KINDERDAGVERBLIJF MERDEKA
Locatie Plaats Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling rapport
VVE-rapport 13366
: : : : :
Merdeka Groningen 13366 2 november 2010 1 december 2010
Onderzoeksdatum:
Pagina 1 van 8
1. INLEIDING Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). VVE is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken. In
dit rapport worden de volgende onderwerpen besproken: De voorwaarden van VVE De ouders De kwaliteit van de educatie Het VVE-programma, zoals dat wordt aangeboden Het pedagogisch klimaat Het educatief handelen De ontwikkeling, zorg en begeleiding De kwaliteitszorg De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool De resultaten van VVE
Elk van de VVE-kwaliteitsaspecten is uiteengelegd in indicatoren. Als een indicator beoordeeld wordt, gebeurt dat doorgaans met de volgende oordelen: 1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden. 2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt. 3. Voldoende 4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren. Opbouw van het rapport Hoofdstuk 2 beschrijft het totaalbeeld van het onderzoek. De beoordeelde onderwerpen (indicatoren) staan in hoofdstuk 3, met eerst de oordelen en daarna een toelichting als dat nodig is. Als er op basis van dit onderzoek afspraken gemaakt zijn, staan die in hoofdstuk 4. Groepsinformatie peutergroep: De groep bestaat uit 14 peuters, waarvan 1 doelgroeppeuter. Context: Kinderdagverblijf Merdeka maakt deel uit van de Vensterschool Koorenspoor. In hetzelfde gebouw zijn ook een peuterspeelzaal en de buitenschoolse opvang gehuisvest. Mede op basis van het door de drie instellingen gebruikte programma Piramide, wordt er nauw samengewerkt. Tevens vinden activiteiten richting ouders plaats.
VVE-rapport 13366
Onderzoeksdatum:
Pagina 2 van 8
2. HET TOTAALBEELD De inspectie heeft vastgesteld dat de kwaliteit van Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) op kinderdagverblijf Merdeka van voldoende niveau is. Ouders zijn zeer tevreden over het aangeboden programma Piramide en het kindvriendelijke klimaat. Volgens de ouders ondersteunt het programma vooral de taalontwikkeling, het leren (samen) spelen van hun kinderen en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Eveneens zijn zij positief over de intake en de wijze waarop de gegevensoverdracht van hun kind plaatsvindt. Ondanks het over het geheel genomen gunstige beeld van de contacten tussen ouders en kinderdagverblijf Merdeka, acht de inspectie een gericht ouderbeleid en het vergroten van de ouderparticipatie ontwikkelpunten. Kinderdagverblijf Merdeka besteedt aandacht aan de vier basale ontwikkelingsdomeinen zoals taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Uit verschillende documenten is af te leiden dat sprake is van een compleet en verantwoord aanbod gericht op de kenmerken van de doelgroep. Een ontwikkelpunt is een inzichtelijk en uitgeschreven aanbod dat opklimt in moeilijkheidsgraad en tegemoetkomt aan een gedifferentieerde aanpak, afgestemd op de (ontwikkelings)behoeften van de peuters en in het bijzonder de taalontwikkeling. In het pedagogisch en educatief handelen van de leidsters zijn de principes en de bedoelingen van het gebruikte programma duidelijk te herkennen. Het stimuleren van de interactie met peuters en vooral de onderlinge interactie tussen de peuters is echter een ontwikkelpunt. Ook vraagt de ontwikkeling van het aanpakgedrag c.q. het oplossingsgericht handelen van peuters om een impuls. Kinderdagverblijf Merdeka gebruikt verschillende instrumenten dan wel vormen van een registratie-/volgsysteem om de ontwikkeling van kinderen in beeld te brengen. Samen vormt het de basis voor het begeleiden van de peuters. Voor bepaalde kinderen wordt extra zorg ingezet. De extra zorg die peuters krijgen wordt wel vastgelegd, maar is onvolledig of te fragmentarisch. Een ontwikkelpunt is om de gegevens op te nemen in een (handelings)plandocument. De overdracht van de gegevens vanuit Merdeka naar andere instanties - waaronder ook de basisschool - vindt zorgvuldig plaats via een overdrachtsformulier. Naar de naastliggende basisscholen vindt tevens een ‘warme’ overdracht plaats. Tevens neemt kinderdagverblijf Merdeka op een functionele manier deel aan de wijkgebonden werkgroep VVE en het zorgoverleg in de wijk. Het systeem van kwaliteitszorg is vastgelegd. De inspectie constateert dat op centraal niveau, maar ook op locatie, veel inspanning wordt geleverd om de voorwaarden te realiseren voor een goede uitvoering van VVE. Er worden evaluatieve activiteiten ondernomen die in specifieke zin betrekking hebben op de kwaliteit en de uitvoering van het programma en de kwaliteit van het pedagogisch en educatief handelen van leidsters. De inspectie geeft geen oordeel over de resultaten van VVE. Op dit moment is door de gemeente, noch het kinderdagverblijf aangegeven wat de resultaten van VVE feitelijk moeten zijn.
VVE-rapport 13366
Onderzoeksdatum:
Pagina 3 van 8
3. BEOORDELING KWALITEITSASPECTEN EN TOELICHTING ALS DIT NODIG IS A CONDITIES A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar A0.2 In het rapport zijn de basisvoorwaarden voor voorschoolse educatie getoetst A1 Een integraal VVE-programma A1.1 Naam/namen van programma(s) Piramide A1.2 Wat is de kwaliteit van het programma? A2 De groepsgrootte voldoet aan de maximumeisen (voorschool) A3 Leidster - kind ratio ("dubbele bezetting") A4 Voldoende VVE-tijd A4.1 De peuters bezoeken de voorschool gedurende voldoende tijd (per week) A4.2 Wat is doorgaans de beginleeftijd voor 2 á 2 1/2 jaar VVE? A5 Kwaliteit beroepskrachten A5.2 Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding) A5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend geschoold (voor het vve-programma) A5.5 Er is een jaarlijks VVE-opleidingsplan
Merdeka Ja Nee 3 3 3 3
3 3 4 3
Kwaliteit beroepskrachten – A5.4: De leidsters zijn toereikende gekwalificeerd, zij hebben scholing ontvangen voor VVE en zijn tevens gecertificeerd voor het programma Piramide. B OUDERS B1 Gericht ouderbeleid B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd B3 Intake B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen B5 Participatie in VVE-activiteiten in de voorschool B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind B7 Rekening houden met de thuistaal
Merdeka 2 3 3 3 2 2 3
Ouders – B1, B5 en B6: Kinderdagverblijf Merdeka heeft goede contacten met ouders en zij zijn over het geheel genomen tevreden. Ouders spreken van een veilig, kindvriendelijk klimaat en een goede sfeer in de groep. Ouders worden in peuterperiode (van 2 tot 4 jaar) twee keer uitgenodigd voor een 10-minuten gesprek. Op deze momenten informeren de leidsters de ouders over de ontwikkeling van hun kind. Een ontwikkelpunt is dat de frequentie omhoog gaat naar twee keer per jaar. Volgens de ouders staat welzijn van kinderen voorop, vanuit dat gegeven is er ruimte om de ontwikkeling van kinderen te stimuleren. Het kinderdagverblijf onderneemt pogingen om ouders te betrekken bij VVE. Dit vindt vooral plaats in een informele sfeer, daarnaast worden themaavonden belegd en mogen ouders met bepaalde activiteiten “meedraaien”. Gezien de geringe opkomst hebben dit type bijeenkomsten minder effect en zijn ze te weinig doelmatig. Een ontwikkelpunt is het vergroten van het rendement van de ouderparticipatie. Merdeka heeft nog geen gericht ouderbeleid geformuleerd. Het gaat hierbij om het vaststellen van wensen en mogelijkheden van ouders en welke betrokkenheid met welk doel het kinderdagverblijf nastreeft. Tezamen kunnen deze factoren bepalen welke acties en activiteiten in het kader van VVE het meeste effect kunnen opleveren.
VVE-rapport 13366
Onderzoeksdatum:
Pagina 4 van 8
C KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE C1 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma C1.1 Een integraal VVE-programma C1.2 Werken met een doelgerichte planning C1.3 Het aanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd C2 Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat C2.1 Het pedagogisch handelen van de leidsters is respectvol C2.2 De leidsters hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen C2.3 De leidsters stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen C2.4 De leidsters tonen respect voor de autonomie van het kind C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taaluitlokkend C3 Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen C3.1 Het educatief handelen van beide leidsters/leerkrachten is goed op elkaar afgestemd C3.2 Er worden effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd C3.3 De leidsters/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen C3.4 De leidsters stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken C3.5 De leidsters bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de leidsters met de kinderen is responsief C3.7 De leidsters stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen
Merdeka 3 3 3 2 4 3 3 3 3 3 3 2 3 2 3 2
Het aangeboden programma – C1.4: De inspectie heeft geconstateerd dat Merdeka met een erkend en integraal programma werkt. Het aanbod is gepland dan wel uitgeschreven in een jaarrooster en in een thema-/weekplanning. Het is niet duidelijk of het aanbod oploopt in moeilijkheidsgraad. Vooraf geplande activiteiten die gerelateerd zijn aan leer- en ontwikkelingslijnen - gericht op differentiatie van het aanbod naar de verschillende niveaus van leeftijd en ontwikkeling binnen de groep - zijn niet planmatig vastgelegd. In de vooraf geplande activiteiten – de zogenaamde projectplanning - wordt wel rekening gehouden met de verschillende fasen in het project. Het onderdeel differentiatie in het aanbod vormt een ontwikkelpunt voor het kinderdagverblijf. Het pedagogisch klimaat C2.1: Tijdens de observaties was zichtbaar dat de leidsters uiterst respectvol handelen. Er zijn duidelijke en herkenbare regels en het welzijn van kinderen staat “hoog in het vaandel”. Het geschetste beeld wordt ondersteund door het gesprek met en de ervaringen van ouders. Op genoemde punten is Merdeka een voorbeeld voor anderen. Het educatief handelen – C3.3, C3.5 en C3.7: Een ontwikkelpunt is een goed evenwicht aan te brengen in gesloten en open vragen. Vooral door het stellen van open vragen worden kinderen geprikkeld na te denken. De interactie vindt met name plaats tussen leidster en kind. Tevens is het belangrijk dat leidsters ervoor zorgen dat de interactie tussen kinderen wordt gestimuleerd. Peuters leren zodoende ook van elkaar. De leidster neemt de rol in van benoemen wat het kind doet, uitleg geven in kleine stapjes, herhalen en terugkijken op wat geleerd is. De koppeling tussen observaties van kinderen en de planning van activiteiten is een ontwikkelpunt. Nu is niet verantwoord dan wel inzichtelijk en aantoonbaar gemaakt in hoeverre de leidsters bewust in activiteiten variëren, afgestemd op de ontwikkelingsbehoefte van het kind.
VVE-rapport 13366
Onderzoeksdatum:
Pagina 5 van 8
D ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG D1 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg D2 Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen D2.1 Leidsters/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg D2.2 Leidsters/leerkrachten melden kinderen aan voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De leidstersleerkrachten blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden
Merdeka 3 2 2 3 3 3
Ontwikkeling, begeleiding en zorg – D1.2 en D1.3: Uit de aanwezige registratie blijkt dat in de peuterperiode twee keer met ouders over de ontwikkeling van hun kind wordt gesproken. Hiervoor zijn vaste formulieren in gebruik. Zorgkinderen worden tijdig gesignaleerd en besproken. Dit leidt tot afspraken voor de uitvoering intern en naar activiteiten van externe instanties. Desondanks is het van belang dat extra zorg aan kinderen planmatiger wordt opgezet. Dit kan in de vorm van een verrijkend aanbod voor peuters die meer aankunnen, maar ook richting zorgpeuters in de vorm van zorg-/handelingsplannen, waarin nauwkeurig wordt aangegeven welke extra zorg wanneer wordt aangeboden en wat het resultaat moet zijn. Een ontwikkelpunt is dat deze begeleiding wordt uitgeschreven en dat door een planmatige aanpak het handelen van de leidster wordt gestuurd. Deze manier maakt het mogelijk afspraken stelselmatig te evalueren en in het verlengde hiervan gerichte vervolgactiviteiten te bepalen. E Kwaliteitszorg binnen de voor- c.q. vroegschool E1 Er is VVE-coördinatie in de voorschool E2 De vroegschool evalueert de kwaliteit van haar VVE E3 De voorschool evalueert de opbrengsten van alle kinderen E4 De voorschool formuleert op basis van evaluaties verbetermaatregelen en voert die aantoonbaar en planmatig uit E5 De voorschool borgt de kwaliteit van haar educatie
Merdeka 3 3 3 3
Op een adequate manier wordt in de vorm van een jaarplan en een jaar- en vergaderplanning uiting gegeven aan kwaliteitszorg. Dit omvat het evalueren van de kwaliteit van VVE als wel het borgen van VVE. Verbetermaatregelen worden vastgelegd in een stappenplan. Wel is het belangrijk dat ook de herkomst en het doel van het verbeteronderwerp concreet geformuleerd worden. F Doorgaande lijn F1 Er is iemand binnen het kinderdagverblijf verantwoordelijk voor de contacten met de basisscholen F2 Voldoende kinderen stromen door naar een vroegschool F3 Het kinderdagverblijf zorgt voor doelmatige informatie voor de basisscholen F4 Het kinderdagverblijf is op de hoogte van de VVE-programma’s van de basisscholen en houdt daar zoveel mogelijk rekening mee F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd F6 De manier om met ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is op elkaar afgestemd F7 De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en vroegschool op elkaar afgestemd
Merdeka 3
VVE-rapport 13366
Pagina 6 van 8
Onderzoeksdatum:
3 3 3 2 2 2
VVE-rapport 13366
Onderzoeksdatum:
Pagina 7 van 8
Doorgaande lijn – F5, F6 en F7: De coördinatie tussen voor- en vroegschool is belegd en gewerkt wordt aan een doorgaande lijn. Het overleg heeft in ieder geval geleid tot eenduidige afspraken over het gebruik van het programma Piramide. Afstemming in het pedagogisch en educatief handelen vraagt om een nadere concretisering. Ook is nog geen sprake van afstemming in het ouderbeleid. Te denken valt aan afstemming in de wijze waarop ouders (mondeling en schriftelijk) worden geïnformeerd, de intake, informatie over de ontwikkeling van hun kind, activiteiten voor thuis en ouderparticipatie. Dit geldt ook voor het onderdeel afstemming in zorg en begeleiding. Genoemde onderdelen hebben zeker de aandacht van Merdeka, maar zijn echter ontwikkelpunten. 4. Vervolgafspraken. Het bezoek heeft geen aanleiding gegeven voor het maken van vervolgafspraken. In het kader van VVE vragen enkele onderdelen aandacht die betrekking hebben op het aanbod, het ouderbeleid, zorg en begeleiding en de doorgaande lijn. De inspectie heeft er vertrouwen in dat kinderdagverblijf Merdeka de aangeven verbeterpunten opneemt in haar beleidsontwikkeling en dat zij voldoende mogelijkheden heeft om de kwaliteit op de aangegeven onderdelen te verbeteren.
VVE-rapport 13366
Onderzoeksdatum:
Pagina 8 van 8