VVE-RAPPORT RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE KINDERDAGVERBLIJF BUBBEL
Locatie Plaats Onderzoeksnummer Documentnummer Datum onderzoek Datum vaststelling rapport
Onderzoeksdatum: 24-05-2012
:Bubbel :9356 EA Tolbert :9310 :3458807 :24 mei 2012 :14 november 2012
Pagina 1 van 7
1. INLEIDING Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). VVE is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken. Dit rapport maakt onderdeel uit van de bestandsopname in de gemeente Leek. In deze gemeente hebben alle voor- en vroegscholen die te maken hebben met VVE een vragenlijst ingevuld waarin zij de stand van zaken op hun (voor)school weergeven. Alle locaties krijgen automatisch een zelfrapportage. Enkele locaties zijn vervolgens bezocht door de Inspectie van het Onderwijs ter verificatie van deze zelfevaluaties. Alle bezochte locaties ontvangen een rapportage met de bevindingen van de Inspectie. Het definitieve rapport wordt gepubliceerd op de website van de Inspectie. De uitkomsten van alle zelfevaluaties en de bevindingen van de Inspectie van het Onderwijs naar aanleiding van de locatiebezoeken worden samengevat in een gemeentelijk rapport. Dit geeft een totaalbeeld weer van VVE in de gemeente Leek. Dit rapport wordt, als het definitief is vastgesteld, samen met de locatierapporten, gepubliceerd op de website van de Inspectie. Werkwijze onderzoek Bubbel is een van de voorscholen die bezocht is door de Inspectie van het Onderwijs. Daarbij hebben de volgende activiteiten plaatsgevonden: groepsbezoeken gesprek met leidsters en/of leerkrachten gesprek met ouders gesprek met locatieleiding en coördinatie Dit rapport geeft de bevindingen van de Inspectie over de kwaliteit van VVE op deze locatie weer. Inhoud rapport In dit rapport worden de volgende onderwerpen besproken: De voorwaarden van VVE De ouders De kwaliteit van de educatie Het VVE-programma, zoals dat wordt aangeboden Het pedagogisch klimaat Het educatief handelen De ontwikkeling, zorg en begeleiding De kwaliteitszorg De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool De resultaten van VVE Elk van de VVE-kwaliteitsaspecten is uiteengelegd in indicatoren. Als een indicator beoordeeld wordt, gebeurt dat doorgaans met de volgende oordelen: 1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden. 2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt. 3. Voldoende 4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren. Dit rapport is gebaseerd op het VVE-toezichtkader (zie de internetsite van de onderwijsinspectie).
Onderzoeksdatum: 24-05-2012
Pagina 2 van 7
Opbouw van het rapport Hoofdstuk 2 beschrijft het totaalbeeld van het onderzoek. De beoordeelde onderwerpen (indicatoren) staan in hoofdstuk 3, met eerst de oordelen en daarna een toelichting als dat nodig is. Daarbij kunnen de overeenkomsten en verschillen tussen de zelfevaluatie van de locatie en de bevindingen van de Inspectie eveneens worden geduid. Als er op basis van dit onderzoek afspraken gemaakt zijn, staan die in hoofdstuk 4. Groepsinformatie peutergroepen: Aantal peuters in groep a: 25, waarvan 0 doelgroeppeuters Aantal peuters in groep b: 27, waarvan 0 doelgroeppeuters Aantal peuters in groep c: 31, waarvan 0 doelgroeppeuters
Onderzoeksdatum: 24-05-2012
Pagina 3 van 7
2. HET TOTAALBEELD Kinderdagverblijf Bubbel is in Tolbert gehuisvest op het terrein van een woonbuurt voor mensen met een verstandelijke beperking. In januari 2012 heeft in de gemeente Leek harmonisatie plaatsgevonden tussen peuterspeelzalen en kinderdagverblijven. De uren die voorheen bij de peuterspeelzaal hoorden worden nu als speelleeruren uitgevoerd binnen de organisatie van de kinderdagverblijven. De afgelopen periode is daarom roerig geweest, zowel ouders als personeel hebben moeten wennen aan de nieuwe situatie. Op dit moment zijn er geen peuters op kinderdagverblijf Bubbel die horen tot de doelgroep VVE. Dat komt mede omdat de organisatie nog niet goed in beeld heeft wat op dit moment de doelgroepdefinitie van de gemeente is. De inspectie heeft vastgesteld dat de kwaliteit van voorschoolse educatie op Bubbel over het geheel nog een kwaliteitsslag kan maken. De sfeer op de locatie is prettig en ontspannen. Hoewel wisselend, is in de groepen waargenomen dat leidsters de taalontwikkeling van leerlingen stimuleren door gerichte activiteiten en dat de inhoud daarvan van voldoende kwaliteit is. De ontwikkelpunten liggen vooral op het gebied van het ouderbeleid, de afstemming, zorg en begeleiding en de doorgaande lijn. Ouderbeleid Op Bubbel worden ouders veel en vaak op informele basis aangesproken, veelal door de leidsters. Elke dag is er warme overdacht van de kinderen, zowel bij het ophalen als bij het brengen. Er is echter op formele wijze nog onvoldoende voorzien in ouderbeleid, wat er toe leidt dat de informatie die ouders zouden moeten krijgen over de ontwikkeling van hun kind, de thema's en activiteiten die daarbij horen nog onvoldoende is. Afstemming De leidsters van het kinderdagverblijf en de speelleeruren observeren kinderen wel, maar alleen op sociaal emotioneel gebied en deels op motorische ontwikkeling. In de activiteiten die in de themaplanning zijn uitgewerkt wordt geen onderscheid naar ontwikkelingsniveau gemaakt. Zorg en begeleiding Binnen Bubbel wordt, anders dan sociaal emotionele zorg, geen extra zorg geboden. Leidsters signaleren op basis van observaties de kinderen die extra zorg nodig hebben. Zij leggen deze observaties niet vast, maar bespreken deze wel met ouders. Ouders krijgen, zo nodig in overleg met de pedagoog of orthopedagoog van de organisatie, een advies waar extra hulp te zoeken voor hun kind. Indien nodig worden ouders daarbij ook ondersteund. Doorgaande lijn De samenwerking met de verschillende scholen waar de kinderen naar toe gaan is een ontwikkelpunt. Wellicht is het mogelijk op gemeentelijk niveau afspraken te maken over het werken met het programma, het pedagogisch klimaat en de zorg en begeleiding.
Onderzoeksdatum: 24-05-2012
Pagina 4 van 7
3. DE OORDELEN MET EEN TOELICHTING ALS DAT NODIG IS Naam gemeente
Leek
A0.0 Samenwerking met voor/vroegschool A CONDITIES A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar A0.2 In het rapport zijn de basisvoorwaarden voor voorschoolse educatie getoetst A1 Een integraal VVE-programma A1.1 Naam/namen van programma(s) A2 De groepsgrootte voldoet aan de maximumeisen (voorschool) A3 Leidster - kind ratio ("dubbele bezetting") A4 Voldoende VVE-tijd A4.1 De peuters bezoeken de voorschool gedurende voldoende tijd (per week) A4.2 Wat is doorgaans de beginleeftijd voor VVE? A5 Kwaliteit leidsters/leerkrachten A5.2 Alle leidsters/leerkrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding) A5.3 Alle leidsters spreken voldoende Nederlands A5.4 Alle leidsters zijn toereikend geschoold (voor het vve-programma) A5.5 Er is een jaarlijks VVE-opleidingsplan
Bubbel 3 2
3 3
3 3 3 3
Toelichting: A0.2 De gemeente heeft de GGD geen opdracht gegeven het zogeheten achtste domein mee te nemen in hun onderzoeken op kinderdagverblijven binnen de gemeente. B OUDERS B1 Gericht ouderbeleid B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd B3 Intake B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen B5 Participatie in VVE-activiteiten in de voor/vroegschool B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind B7 Rekening houden met de thuistaal
Bubbel 2 2 2 2 2 2 3
Toelichting: B1 Bubbel heeft nog geen concreet ouderbeleid geformuleerd gebaseerd op een analyse van de ouderpopulatie. B2 Ouders zijn nog onvoldoende geïnformeerd over het ambitieniveau dat Bubbel beoogt met het aanbieden van VVE op de locatie. B3 Bij aanmelding van een kind wordt wel een intake uitgevoerd, deze is echter onvoldoende inhoudelijk. Een beschrijving van de ontwikkeling van kinderen ontbreekt hierin. Oorzaak hiervan ligt mede in het gegeven dat veel kinderen al vanaf hun babyperiode op de locatie verblijven en dan de vragen over de verschillende ontwikkelingsgebieden nog weinig relevant zijn. B4 Bubbel stimuleert ouders nog niet ook thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten met hun kinderen te doen die aansluiten bij het thema. B5 Bubbel organiseert wel bijeenkomsten met een onderwijskundig en/of pedagogisch thema, maar slechts een klein deel van de ouders is hierbij aanwezig. B6 Ouders worden wel geïnformeerd over de ontwikkeling van hun kind, maar dit gebeurt niet op voldoende regelmatige basis. Ouders zouden minimaal twee keer per jaar geïnformeerd moeten worden.
Onderzoeksdatum: 24-05-2012
Pagina 5 van 7
C KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE C1 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma C1.1 Een integraal VVE-programma C1.2 Werken met een doelgerichte planning C1.3 Het aanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd C2 Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat C2.1 Het pedagogisch handelen van de leidsters/leerkrachten is respectvol C2.2 De leidsters/leerkrachten hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen C2.3 De leidsters/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen C2.4 De leidsters/leerkrachten tonen respect voor de autonomie van het kind C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taaluitlokkend C3 Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen C3.1 Het educatief handelen van beide leidsters/leerkrachten is goed op elkaar afgestemd C3.2 Er worden de hele 'dag' effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd C3.3 De leidsters/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen C3.4 De leidsters/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken C3.5 De leidsters/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de leidsters/leerkrachten met de kinderen is responsief C3.7 De leidsters/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen
Bubbel 3 2 2 2 3 3 3 2 2 3 3 3 3 3 3 2
Toelichting: C1.2 Bubbel werkt met het VVE programma Startblokken en heeft daarvoor een jaarplanning van thema’s opgesteld. In deze themaplanning is echter niet zichtbaar welke doelen er per jaar en per thema gesteld worden. C1.3 Door het ontbreken van een jaarplanning is niet zichtbaar of het aanbod op het gebied van taal voldoende is. C1.4 Binnen het uitgewerkte aanbod wordt er nog niet gedifferentieerd naar leeftijd en niveau van de kinderen. C2.4 Hoewel op de groepen wel dagritmekaarten aanwezig zijn, worden deze niet gebruikt. Daarmee wordt de zelfstandigheid van kinderen te weinig gestimuleerd. C2.5 De inrichting van de ruimten is nog te weinig taaluitlokkend. In alle ruimtes ontbreekt een aanbod van letters, evenals structuurkaarten en pictogrammen. Daarnaast sluiten niet op alle groepen de boeken en materialen die de kinderen zelfstandig kunnen pakken aan bij het thema. C3.7 De leidsters differentiëren het aanbod aan de kinderen niet planmatig, voor alle kinderen zijn dezelfde activiteiten gepland. D ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG D1 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg D1.4 Specifieke aandacht bij de begeleiding en zorg voor de taalontwikkeling D2 Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen D2.1 Leidsters/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg D2.2 Leidsters/leerkrachten melden kinderen aan voor externe zorg wanneer de
Onderzoeksdatum: 24-05-2012
Bubbel 2 2 2 2 3 3
Pagina 6 van 7
voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De leidsters/leerkrachten blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden
2
Toelichting: D1.1 De leidsters observeren jaarlijks het welbevinden en de sociaal emotionele ontwikkeling van de kinderen op de groep. De cognitieve ontwikkeling op het gebied van taal en rekenen wordt echter niet geregistreerd en op minimale wijze de motorische ontwikkeling van de kinderen. D1.2 Er worden op Bubbel nog niet structureel extra activiteiten gepland voor kinderen die achterblijven in hun ontwikkeling. Wanneer er zorgen zijn over de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen kan er wel op verzoek van de leidsters een pedagoog of orthopedagoog komen observeren. De volgende stap is echter vaak doorverwijzing naar externen. D1.3 Bubbel evalueert nog niet planmatig op welke wijze zorg verlopen is. D1.4 De leidsters hebben binnen de zorg nog geen specifieke aandacht voor de taalontwikkeling van kinderen. D2.3 De leidsters geven kinderen die externe zorg krijgen geen extra zorg op het kinderdagverblijf. E KWALITEITSZORG BINNEN DE VOOR- C.Q. VROEGSCHOOL E1 Er is VVE-coördinatie in de voor- c.q. vroegschool E2 De voor- c.q. vroegschool evalueert de kwaliteit van VVE regelmatig E3 De voor- c.q. vroegschool evalueert de opbrengsten van alle kinderen E4 De voor- c.q. vroegschool formuleert op basis van evaluaties verbetermaatregelen en voert die aantoonbaar en planmatig uit E5 De voor- c.q. vroegschool borgt de kwaliteit van haar educatie
Bubbel 3 3 2 3 2
Toelichting: E3 Bubbel evalueert nog niet de opbrengsten van VVE voor alle kinderen. E5 Door de ontwikkelingen (waaronder de harmonisatie) van de afgelopen periode zijn er veel dingen veranderd binnen het werken op Bubbel. Afspraken zijn herzien en opnieuw bevestigd, maar aan borging is men nog niet toegekomen. F DOORGAANDE LIJN F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool F2 Er is concreet beleid om zoveel mogelijk kinderen te laten doorstromen naar een vroegschool F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht F3.1 Wanneer sprake is van een zorgkind, is er een warme overdracht F4 Het aanbod van de voor- en de vroegschool zijn op elkaar afgestemd F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd F6 De manier om met ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is op elkaar afgestemd F7 De interne begeleiding en zorg op de voor- en vroegschool zijn op elkaar afgestemd
Bubbel 3 3 3 3 2 2 2 2
Toelichting: F4 – F7: De kinderen van Bubbel gaan naar verschillende scholen binnen de gemeente. Dat maakt het lastig om een doorgaande lijn te garanderen. Op dit moment is er echter ook onvoldoende overleg tussen de verschillende instanties op gemeentelijk niveau om een voldoende basisniveau te garanderen. 4. VERVOLGAFSPRAKEN. Het bezoek heeft geen aanleiding gegeven voor het maken van vervolgafspraken.
Onderzoeksdatum: 24-05-2012
Pagina 7 van 7