RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE Rk Basisschool Op Dreef
Plaats BRIN nummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling
: : : : :
Nieuw-Vennep 09VX|C1 273217 18 februari 2014 9 april 2014
Pagina 2 van 15
INHOUDSOPGAVE 1
INLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
2
BEVINDINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
3
CONCLUSIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 BIJLAGE 1 OORDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Pagina 3 van 15
Pagina 4 van 15
1
INLEIDING Op 18 februari 2014 heeft de inspectie R.K. Basisschool Op Dreef onderzocht. Het onderzoek is gedaan vanwege het toezicht van de Inspectie van het Onderwijs op de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (vve). De inspectie monitort in 2013 en 2015 de kwaliteit van vve in de 37 grote gemeenten (G37). Vve is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken. Tijdens het onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie beoordeeld met een set indicatoren, waarmee zij overeenkomstig de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) kan beoordelen of de vve-locaties op belangrijke onderdelen vve van voldoende kwaliteit biedt. Deze indicatoren hebben betrekking op: • De voorwaarden voor vve • De ouders • De kwaliteit van de educatie: - Het vve-programma, zoals dat wordt aangeboden - Het pedagogisch klimaat - Het educatief handelen • De ontwikkeling, zorg en begeleiding • De kwaliteitszorg • De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool • De resultaten van vve Onderzoeksopzet Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: • Analyse van de door de locatie ingevulde digitale vragenlijst. • Analyse van documenten en gegevens over de locatie die de inspectie voorafgaand aan het onderzoek heeft opgevraagd. • Vve-locatiebezoek, waarbij: ◦ documenten, handelingsplannen en groepsplannen zijn bestudeerd; ◦ enkele groepsbezoeken zijn uitgevoerd. Deze vve-bezoeken vonden plaats in de groepen 1/2a en 1/2b; ◦ gesprekken met de directie, leerkrachten, de intern begeleider en de tutor zijn gevoerd.
Pagina 5 van 15
Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader vve 2010. Dit document is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 van dit rapport beschrijft de inspectie de bevindingen die uit haar onderzoek naar voren zijn gekomen. Bij de geconstateerde verbeterpunten is tevens een onderbouwing opgenomen. In hoofdstuk 3 volgt de conclusie. Bijlage 1 van dit rapport bevat een overzicht van de bij dit onderzoek gebruikte indicatoren en de bevindingen van de inspectie daarover.
Pagina 6 van 15
2
BEVINDINGEN Uit het overzicht in bijlage 1 valt op te maken dat de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op de meeste aspecten op orde is. Daarnaast zijn enkele verbeterpunten geconstateerd. Hieronder volgt een toelichting. Totaalbeeld Op 22 maart 2012 heeft de inspectie een eerste onderzoek naar vve op R.K. Basisschool Op Dreef uitgevoerd. Na twee jaar is duidelijk te zien waar de school de afgelopen jaren aan heeft gewerkt op het gebied van vve. Momenteel zitten er 42 kleuters op school, waarvan er 13 doelgroepkinderen zijn. Deze doelgroepkinderen worden gedurende de week, op twee momenten extra begeleid door de tutor. Deze begeleiding is gericht op de taalontwikkeling. De leerlingen die extra begeleiding nodig hebben op rekengebied, krijgen dit aangeboden in de klas door de eigen leerkracht. De leerkrachten in de twee onderbouwgroepen zijn zeer op elkaar ingespeeld. Tijdens de groepsbezoeken was merkbaar dat de manier waarop kinderen benaderd worden en waarop de dag is ingedeeld op elkaar is afgestemd. Er heerst een prettige sfeer in de groepen en er is sprake van rust. Dit zorgt er mede voor dat de groepslessen die gegeven worden, zo makkelijk kunnen plaatsvinden. Alle andere kinderen zijn aan het werk en lijken goed te beseffen dat zij, zodra de leerkracht klaar is met de les, aandacht krijgen. Er is nog geen uitgeschreven ouderbeleid. Wel hebben de leerkrachten diverse brieven ontwikkeld om ouders te stimuleren om thuis met hun kind(eren) aan de slag te gaan. Ook zijn er stappen gezet om tot een doorgaande lijn te komen met de nabij gelegen peuterspeelzaal. Dit staat nog in de kinderschoenen, maar de eerste gesprekken over mogelijkheden en onmogelijkheden zijn al gevoerd. Wat nog aandacht behoeft is de kwaliteitszorg rondom vve. Zo wordt de kwaliteit van vve nog niet geëvalueerd. Ook is in de kwaliteitszorg van de school nog geen specifieke plek voor vve gecreëerd. Op groepsniveau worden deze stappen wel al gezet.
Pagina 7 van 15
Toelichting Condities Op R.K. Basisschool Op Dreef is voor twee ochtenden in de week een tutor beschikbaar. Zij werkt dan met alle vve-doelgroepkinderen aan hun taalontwikkeling. Van dubbele bezetting is echter nog geen sprake. De directeur geeft aan dat de middelen die hij krijgt niet voldoende zijn om voor minimaal 10 uur dubbele bezetting te realiseren in de onderbouwgroepen (A3). Op het moment van het bezoek zijn nog niet alle leerkrachten vve geschoold. Het gaat daarbij om een van de vier leerkrachten (A5.2). Ouders De school heeft nog geen gericht vve-ouderbeleid geformuleerd (B1). Wel is te zien dat de leerkrachten de afgelopen twee jaar aan de slag zijn gegaan met de ouderbetrokkenheid. Zo geven zij elke drie weken een projectbrief mee waarin het thema voor de komende drie weken staat vermeld. Ook zit er een lijst met woorden bij die in die periode centraal staan. De leerkrachten hebben tevens 'Oudertip'-brieven ontwikkeld. Dit zijn brieven die zij gericht aan ouders meegeven. Een ‘Oudertip’ behandelt een bepaald onderwerp en geeft tips om thuis met het kind te doen. De leerkrachten vragen altijd aan de ouders na of de tips gelukt zijn en vermelden wat zij hier zelf van zien in de kinddagboeken. Op die manier krijgen de leerkrachten een beeld van wat er thuis met de kinderen gebeurt. Kwaliteit van de uitvoering van vve De school gebruikt een erkend vve-programma. De leerkrachten gebruiken dit programma volledig en passen middelen aan daar wij zij dat zinvol vinden. De doelen worden continue in de gaten gehouden. Dit gebeurt aan de hand van een uitgewerkte projectplanning, een jaarplanning en een dagplanning. De projectplanning wordt ook regelmatig geëvalueerd. Het is te zien dat de leerkrachten de verbeterpunten uit deze evaluaties meenemen in de volgende planning. De leerkrachten gaan respectvol en open met de kinderen om. Je ziet dat de leerkrachten ervaring hebben met kinderen van deze leeftijd. Zij trekken niet meteen conclusies uit antwoorden van de kinderen of uit uitspraken, maar vragen door. Ze willen weten waar de uitspraak vandaan komt. Ook het educatief handelen is voldoende. Er heerst rust in de groepen. De kinderen zijn
Pagina 8 van 15
zichtbaar gewend aan de manier van lesgeven en laten al een behoorlijke zelfstandige houding zien. De groepen zijn allebei voldoende uitdagend ingericht. Zo is er naast de verschillende hoeken ook aandacht voor woordvelden, letters en cijfers. Tijdens de groepsbezoeken blijkt ook meteen dat de kinderen gebruik maken van de letters en cijfers zie zij om zich heen zien. Ontwikkeling, begeleiding en zorg De ontwikkeling, begeleiding en zorg zijn voldoende. Op R.K. Basisschool Op Dreef wordt de brede ontwikkeling van alle kinderen gevolgd. Dit gebeurt aan de hand van een observatiesysteem. Daarnaast houden de leerkrachten ook van alle leerlingen kinderdagboeken bij. In deze dagboeken staan de signaleringen van de leerkracht naast de registratie van het leerlingvolgsysteem. Om kinderen bij plaatsing op de school snel in kaart te kunnen brengen, neemt de school kleutertoetsen af. Niet alle kinderen worden namelijk overgedragen via een warme overdracht of via bijvoorbeeld 'Peuterestafette', een rapport van het kind ingevuld door de leidsters van de peuterspeelzaal. De leerkracht bepaalt via signaleringen, observaties en toetsuitslagen de onderwijsbehoefte van het kind. Samen met de tutor wordt gekeken hoe de extra begeleiding eruit gaat zien en wat de inhoud hiervan zal zijn. Kwaliteitszorg Op het gebied van de kwaliteitszorg heeft de school stappen gemaakt, maar zijn er ook nog stappen te zetten. Zo is nu in de projectplanning van de groepen zichtbaar, dat de leerkrachten verbetermaatregelen uitvoeren op basis van evaluaties. De kwaliteit van vve en de plek van vve in de algemene kwaliteitszorg van de school behoeft nog aandacht (E2 en E6). De leerkrachten hebben duidelijk hun werkwijze in de onderbouw op papier gezet. Ook voor wat betreft de projectplanning wordt er door hen regelmatig geëvalueerd. Op schoolniveau is dit nog niet het geval. Zoals ook in het rapport van twee jaar geleden werd genoemd, heeft de school nog niet de gewoonte om specifiek naar vve te kijken. Doorgaande lijn De school heeft ervoor gezorgd dat er sprake is van vve-coördinatie tussen de nabijgelegen peuterspeelzaal en de school. De onderbouwcoördinator heeft deze taak gekregen. Sinds dit schooljaar worden er gesprekken gevoerd met de leidsters van de peuterspeelzaal over onder meer aanbod, ouderparticipatie en de doorstroom van leerlingen. De gesprekken bevinden zich nog in
Pagina 9 van 15
de oriënterende fase. Dat deze bijeenkomsten serieus genomen worden, blijkt onder meer uit de aanwezigheid van de leidinggevende van de peuterspeelzaal en de directeur. Het streven is om daadwerkelijk tot concrete afspraken en beleid te gaan komen. Op het moment van het bezoek is hier echter nog geen sprake van (F4-F7). Opbrengsten Op gemeentelijk niveau zijn er geen afspraken met voorscholen gemaakt over het aanleveren van gegevens.
Pagina 10 van 15
3
CONCLUSIE De Inspectie van het Onderwijs constateert dat de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op R.K. Basisschool Op Dreef grotendeels op orde is. Uit het onderzoek is gebleken dat de vve-locatie op die gebieden nauwelijks verbeterpunten kent. De school heeft laten zien de afgelopen twee jaar verder te zijn gegaan in hun ontwikkeling op het gebied van vve. Dit is met name terug te zien in de contacten met de nabij gelegen peuterspeelzaal. Er is nog geen sprake van een doorgaande lijn, wel zijn er eerste stappen gezet in deze richting. Daarnaast is de school aan de slag gegaan met de vraag hoe ouders te kunnen stimuleren om thuis met hun kin(eren) aan de slag te gaan.
Pagina 11 van 15
BIJLAGE 1 OORDELEN In de onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden. 2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt. 3. Voldoende 4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren.
Rk Basisschool Op Dreef Condities A3
1
2
3
4
3
4
•
Pedagogisch medewerker - kind ratio ("dubbele bezetting")
Voldoende vve-tijd Kwaliteit pedagogisch medewerkers A5.2
Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding)
Ouders
•
1
2
•
B1
Gericht vve-ouderbeleid
B2
Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd
•
B3
Intake
•
B4
Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen
•
B5
Participatie in vve-activiteiten in de voorschool/vroegschool
•
B6
Informeren over de ontwikkeling van hun kind
•
Kwaliteit van de uitvoering van vve
1
2
3
4
Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma
Pagina 12 van 15
Kwaliteit van de uitvoering van vve
1
2
3
C1.1
Een integraal vve-programma
•
C1.2
Werken met een doelgerichte planning
•
C1.3
Het activiteitenaanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend en geconcretiseerd
•
C1.4
Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd
•
4
Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat C2.1
Het pedagogisch handelen van de pedagogisch medewerkers/ leerkrachten is respectvol
•
C2.2
De pedagogisch medewerkers/leerkrachten structureren en hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen
•
C2.3
De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen
•
C2.4
De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de zelfstandigheid van de kinderen en tonen respect voor de autonomie van het kind
•
C2.5
De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taal-uitlokkend
•
Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen C3.1
Het educatief handelen van beide pedagogisch medewerkers/ leerkrachten is goed op elkaar afgestemd
•
C3.2
Er worden structureel effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd
•
C3.3
De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen
•
C3.4
De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken
•
C3.5
De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen
•
C3.6
Het gedrag van de pedagogisch medewerkers/leerkrachten met de kinderen is responsief
•
C3.7
De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen
•
Ontwikkeling, begeleiding en zorg
1
2
3
4
Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep D1.1
Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen
•
D1.2
De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind
•
Pagina 13 van 15
Ontwikkeling, begeleiding en zorg
1
2
3
D1.3
De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg
•
D1.4
Specifieke aandacht voor de taalontwikkeling bij begeleiding en zorg
•
4
Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen D2.1
De pedagogisch medewerkers/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voorresp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg
•
D2.2
De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren
•
D2.3
De pedagogisch medewerkers/leerkrachten blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden
•
Kwaliteitszorg binnen de voor- en de vroegschool
1
2
3
•
E1
Er is vve-coördinatie op de voor- resp. vroegschool
E2
De voor- resp. vroegschool evalueert de kwaliteit van vve regelmatig
E3
De voor- resp. vroegschool evalueren de resultaten van vve
•
E4
De voor- resp. vroegschool werkt planmatig aan vveverbetermaatregelen
•
E5
De voor- resp. vroegschool borgt de kwaliteit van haar vveeducatie
•
E6
In de kwaliteitszorg van de vroegschool wordt ook specifiek naar vve gekeken
Doorgaande lijn
4
•
•
1
2
3
4
•
F1
Er is vve-coördinatie tussen de voor- en vroegschool
F2
Er is concreet beleid om zoveel mogelijk kinderen te laten doorstromen naar een vroegschool
F3
De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht
F4
Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd
•
F5
Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd
•
F6
De manier om met de ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is op elkaar afgestemd
•
F7
De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en vroegschool op elkaar afgestemd
•
• •
Pagina 14 van 15
Opbrengsten van vve G3
Verlengde kleuterperiode
1
2
3
4
•
Pagina 15 van 15