VVE-RAPPORT DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL OP DREEF
Locatie Plaats Onderzoeksnummer Registratienummer Datum onderzoek Datum vaststelling rapport
VVE-rapport 15985
: : : : : :
Op Dreef Zeist 15985 3270156 05-03-2012 24-03-2012
Onderzoeksdatum: 05-03-2012
Pagina 1 van 7
1. INLEIDING
Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). VVE is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken. In
dit rapport worden de volgende onderwerpen besproken: De voorwaarden van VVE De ouders De kwaliteit van de educatie Het VVE-programma, zoals dat wordt aangeboden Het pedagogisch klimaat Het educatief handelen De ontwikkeling, zorg en begeleiding De kwaliteitszorg De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool De resultaten van VVE
Elk van de VVE-kwaliteitsaspecten is uiteengelegd in indicatoren. Als een indicator beoordeeld wordt, gebeurt dat doorgaans met de volgende oordelen: 1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden. 2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt. 3. Voldoende 4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren. Dit rapport is gebaseerd op versie 2.2 van het VVE-toezichtkader (zie de internetsite van de onderwijsinspectie). Opbouw van het rapport Hoofdstuk 2 beschrijft het totaalbeeld van het onderzoek. De beoordeelde onderwerpen (indicatoren) staan in hoofdstuk 3, met eerst de oordelen en daarna een toelichting als dat nodig is. Als er op basis van dit onderzoek afspraken gemaakt zijn, staan die in hoofdstuk 4. Groepsinformatie peutergroepen: Aantal peuters in groep a: 14, waarvan 14 doelgroeppeuters (=100%) Aantal peuters in groep b: 14, waarvan 14 doelgroeppeuters (=100%)
2. HET TOTAALBEELD Op 24 januari 2012 hebben alle betrokken partijen het Convenant Voor- en Vroegschoolse Educatie Zeist ondertekend. Stichting MeanderOmnium waartoe peuterspeelzaal Op Dreef behoort, is één van de ondertekenaars.
VVE-rapport 15985
Onderzoeksdatum: 05-03-2012
Pagina 2 van 7
In het convenant zijn duidelijke afspraken gemaakt over de doelgroepdefiniëring, het VVEprogramma, de doorgaande leerlijn, de vroegschoolse educatie, de resultaten van de vroegschoolse educatie, de informatieoverdracht en de organisatie (i.c. de coördinatie van alle ontwikkelingen in het kader van VVE). Voorschool Op Dreef is gehuisvest in het gebouw van de gelijknamige openbare basisschool. Het gebouw staat in Zeist Noord in de wijk Vollenhove. Het beleid van de Stichting MeanderOmnium is erop gericht een goede verbinding tot stand te brengen tussen de centrumgerichte aanpak en de ouderparticipatie. Men vindt het zeer belangrijk ouders actief te betrekken bij de opvoeding en ontwikkeling van hun kinderen. Ouders worden hierbij als gelijkwaardige partners gezien en op hun verantwoordelijkheid aangesproken. Reeds bij de intake wordt ouders verteld dat men van hen verwacht dat ze – zodra hun peuter drie jaar oud is - gaan deelnemen aan één van de gerichte ouderprogramma’s (VVE thuis, Opstapje). Ook de leidsters stimuleren ouders hieraan deel te nemen en monitoren of zij daadwerkelijk hierin participeren. MeanderOmnium heeft haar koers voor de komende jaren vastgelegd in een meerjarenbeleidsplan met als motto: “Ondernemend in Welzijn.” Richtinggevende pedagogische waarden binnen de stichting zijn: vertrouwen, verantwoordelijkheid, gelijkheid, betrokkenheid en veiligheid. De stichting kenmerkt zich door een duidelijke structuur met heldere lijnen. De stichting heeft een pedagogisch medewerkster in dienst die de leidsters ondersteunt en adviseert. Eén van haar taken is de leidsters te ondersteunen bij het analyseren van de toetsgegevens en het opstellen van goede handelingsplannen. Verantwoordelijkheden zijn goed belegd en voor alle betrokkenen duidelijk. Binnen de organisatie vindt momenteel een professionaliseringsslag plaats. Alle professionals waarmee de inspectie heeft gesproken, zijn zich bewust van het belang goede kwaliteit te leveren. Zij voelen zich nauw betrokken bij de doelgroep. De afgelopen periode heeft bij de vele ontwikkelingen de prioriteit gelegen bij de uitvoering in de praktijk. Er is daardoor minder aandacht geweest voor de borging. Het gevolg hiervan is dat nog niet alle onderliggende documenten zijn opgesteld of geactualiseerd. Zo is het huidige pedagogisch beleidsplan verouderd en is het onvoldoende dekkend voor de feitelijke situatie in de groepen. Stichtingbreed is er wel een opleidingsplan, maar de bijscholingsafspraken met de individuele medewerkers worden nog niet voldoende vastgelegd in de diverse personeelsdossiers. Binnen Zeist Noord is er sprake van een goede en effectieve samenwerking met de diverse ketenpartners. Het Centrum voor Jeugd en Gezin houdt wekelijks spreekuur in het gebouw, terwijl de wijkverpleegkundige eenmaal per maand aanwezig is in de groepen. Tijdens deze bezoeken gaat men o.a. na of de door het consultatiebureau geïndiceerde kinderen daadwerkelijk aangemeld zijn op de voorschool en indien dit (nog) niet het geval is, welke vervolgacties ondernomen dienen te worden. Door al deze contacten zijn de lijnen erg kort. Specialisten weten elkaar snel te vinden. De contacten met de basisschool zijn redelijk, hoewel deze - zeker in de situatie dat beide instellingen in hetzelfde gebouw gehuisvest zijn - voor verbetering vatbaar zijn. Het lijkt er op dat de contacten voorheen hechter waren dan dat ze nu zijn. Het Convenant verplicht leidsters en leraren ervoor te zorgen dat er een warme overdracht plaatsvindt. De leidsters van voorschool Op Dreef benadrukken dat zij ook in het verleden steeds voor een warme overdracht zorgden. Voorschool Op Dreef kent twee peutergroepen met in totaal vier leidsters. Men heeft het zo geregeld dat er steeds twee gediplomeerde leidsters voor de groep staan en dat per week voor iedere groep niet meer dan drie leidsters staan. Alle peuters zijn doelgroepleerlingen. Dit is overeenkomstig het gemeentelijke beleid. Op Dreef beschikt over een behoorlijk geoutilleerde speelzaal. Deze is praktisch ingericht en biedt voldoende ruimte voor de verschillende activiteiten.
VVE-rapport 15985
Onderzoeksdatum: 05-03-2012
Pagina 3 van 7
Er heerst een goed pedagogisch klimaat binnen beide groepen. De leidsters creëren een warme sfeer en stralen veel enthousiasme uit. Zij stimuleren de kinderen zich verbaal te uiten, initiatieven te nemen en met elkaar te spelen. De leidsters zetten het VVE-programma Piramide planmatig in. Aan de hand van een jaarplanning worden de thema’s verder uitgewerkt in een overzichtelijke week- en dagplanning. De tutoring wordt dagelijks uitgevoerd door één van de leidsters buiten de groep. Ook voor de tutoring is een rooster opgesteld. Uitgangspunt hierbij is dat alle leerlingen in principe risicoleerlingen zijn en dus baat hebben bij tutoring. Doordat ook de leerlingen aan bod komen die wat meer aan kunnen, komen de leidsters af en toe echt toe aan de fase van verdieping. Er zijn enkele ontwikkelpunten. Die liggen op het terrein van de begeleiding van de peuters, de kwaliteitszorg en de doorgaande lijn.
3. DE OORDELEN MET EEN TOELICHTING ALS DAT NODIG IS Naam gemeente
Zeist
A CONDITIES A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar A0.2 In het rapport zijn de basisvoorwaarden voor voorschoolse educatie getoetst A1 Een integraal VVE-programma A1.1 Naam/namen van programma(s) Piramide A2 De groepsgrootte voldoet aan de maximumeisen (voorschool) A3 Leidster - kind ratio ("dubbele bezetting") A4 Voldoende VVE-tijd A4.1 De peuters bezoeken de voorschool gedurende voldoende tijd (per week) A4.2 Wat is doorgaans de beginleeftijd voor 2 1/2 jaar VVE? A5 Kwaliteit leidsters/leerkrachten A5.2 Alle leidsters zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding) A5.3 Alle leidsters spreken voldoende Nederlands A5.4 Alle leidsters zijn toereikend geschoold (voor het VVE-programma) A5.5 Er is een jaarlijks VVE-opleidingsplan
Op Dreef 2 3 3 3 3
3 3 3 3
A0.1 Er is geen actueel GGD-rapport beschikbaar. Het meest actuele rapport dateert van 12 november 2009. A4.1 De peuters komen vier dagdelen per week. A4.2 Het lukt meestal om de peuters zodra ze 2½ jaar oud zijn te plaatsen. Soms wordt een peuter later geplaatst (bv. als gevolg van een verhuizing of als gevolg van een tijdelijke wachtlijst) maar alle inspanningen zijn erop gericht alle peuters op deze leeftijd te plaatsen. Hoewel men onlangs extra VVE-kindplaatsen heeft geregeld in een nabijgelegen peuterspeelzaal, is er momenteel sprake van een wachtlijst. A5.4 Drie van de leidsters zijn gecertificeerd voor het Piramideprogramma. De vierde leidster volgt momenteel de cursus en sluit deze over enkele maanden af. A5.5 Stichtingsbreed beschikt MeanderOmnium over het Opleidingsplan VVE-team 2011 – 2013.
VVE-rapport 15985
Onderzoeksdatum: 05-03-2012
Pagina 4 van 7
B OUDERS B1 Gericht ouderbeleid B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd B3 Intake B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen B5 Participatie in VVE-activiteiten in de voorschool B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind B7 Rekening houden met de thuistaal
Op Dreef 3 3 3 3 3 3 3
B2 De ouders worden adequaat geïnformeerd over het ambitieniveau en de doelen van de speelzaal. De ouders waarmee de inspectie gesproken heeft, toonden zich enthousiast over de diverse activiteiten en bleken goed geïnformeerd over doel en uitgangspunten van VVE. Zij gaven allen aan de meerwaarde van VVE voor hun kinderen te ervaren. Niet alleen op het gebied van de taalontwikkeling, maar ook op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling. B3 MeanderOmnium gebruikt een standaard intakeformulier. Tijdens de intake worden ook de verwachtingen geëxpliciteerd die de stichting van de ouders heeft. B4 Men initieert diverse initiatieven om ouders te stimuleren actief te participeren. Naast Opstapje, is er VVE thuis en zijn er diverse activiteiten. Bij de intake wordt ouders duidelijk verteld dat men verwacht dat zij, zodra hun peuter 3 jaar oud is, gaan deelnemen aan één van de ouderprogramma’s. De wijze waarop deze visie wordt uitgedragen door de medewerkers van de stichting, dus ook door de leidsters, leidt ertoe dat het deelnamepercentage hoog is. C KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE C1 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma C1.1 Een integraal VVE-programma C1.2 Werken met een doelgerichte planning C1.3 Het aanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd C2 Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat C2.1 Het pedagogisch handelen van de leidsters is respectvol C2.2 De leidsters hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen C2.3 De leidsters stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen C2.4 De leidsters tonen respect voor de autonomie van het kind C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taaluitlokkend C3 Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen C3.1 Het educatief handelen van beide leidsters is goed op elkaar afgestemd C3.2 Er worden de hele 'dag' effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd C3.3 De leidsters/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen C3.4 De leidsters stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken C3.5 De leidsters bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de leidsters met de kinderen is responsief C3.7 De leidsters stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen
Op Dreef 3 3 3 2 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3
C1.2 De leidsters werken aan de hand van een jaarplanning. Deze jaarplanning is vervolgens uitgewerkt in een week- en dagplanning. Ook de tutoractiviteiten zijn tevoren goed gepland.
VVE-rapport 15985
Onderzoeksdatum: 05-03-2012
Pagina 5 van 7
C1.4 Hoewel er vanuit het programma sprake is van een opbouw in moeilijkheidsgraad en de leidsters deze ook volgen, is in hun planning onvoldoende transparant op welke wijze ze het aanbod afstemmen op het verschil in ontwikkeling tussen de diverse groepen peuters (denk bijvoorbeeld aan de absolute beginners versus de peuters die al bijna vier jaar oud zijn). C2.2 De leidsters creëren een warm pedagogisch klimaat. Op vanzelfsprekende en rustige wijze worden de gedragsregels door hen gehandhaafd. C2.5 De inrichting van de ruimte is voldoende aantrekkelijk en lokt uit tot spel en taal. Ook zijn diverse objecten binnen het actuele thema aanwezig en gelabeld. Wel kunnen de leidsters het lokaal nog taalrijker maken door ook enkele permanent in de zaal aanwezige objecten te labelen. D ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG D1 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg D1.4 Specifieke aandacht bij de begeleiding en zorg voor de taalontwikkeling D2 Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen D2.1 Leidsters/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg D2.2 Leidsters/leerkrachten melden kinderen aan voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De leidsters/leerkrachten blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden
Op Dreef 3 2 3 3 3 3 3
D1.1 Voor alle peuters wordt het peuterobservatieformulier ingevuld en nemen de leidsters de CITO-toets Taal en Rekenen voor Peuters af. De leidsters nemen deze toetsen driemaal af (als de peuter 3 jaar is, als hij tussen de 3.5 en 3.9 jaar oud is en als hij tussen de 3.10 en 3.12 jaar oud is). D1.2 Op basis van hun bevindingen tijdens de oriënteringsfase en de analyses van de toetsresultaten bepalen de leidsters de begeleiding aan de groep en aan de individuele leerlingen. In deze zin is er dan ook sprake van planmatigheid in de begeleiding. Doordat de inhoud van de handelingsplannen echter voornamelijk beschrijvend is en de analyse van de gegevens nog veelal oppervlakkig, bieden de plannen onvoldoende handvatten voor het handelen van de leidsters. De pedagogisch medewerkster van de stichting is zich dit terdege bewust en begeleidt momenteel de leidsters bij het analyseren van de gegevens en het opstellen van de handelingsplannen. D1.4 De leidsters besteden voldoende en gerichte aandacht aan de taalontwikkeling. D2.2 De leidsters hebben regelmatig overleg met de pedagogisch medewerkster en kunnen haar te allen tijde voor specifiek advies consulteren. Zo nodig wordt externe deskundigheid ingeschakeld. E KWALITEITSZORG BINNEN DE VOORSCHOOL E1 Er is VVE-coördinatie in de voorschool E2 De voorschool evalueert de kwaliteit van VVE regelmatig E3 De voorschool evalueert de opbrengsten van alle kinderen E4 De voorschool formuleert op basis van evaluaties verbetermaatregelen en voert die aantoonbaar en planmatig uit E5 De voorschool borgt de kwaliteit van haar educatie
Op Dreef 3 3 3 2
VVE-rapport 15985
Pagina 6 van 7
Onderzoeksdatum: 05-03-2012
2
E2 Er vindt structureel overleg plaats tussen de leidinggevenden en de leidsters over de ontwikkelingen binnen de speelzaal. Hierbij komen niet alleen de pedagogische en onderwijskundige zaken aan de orde, maar ook organisatorische zaken. Op deze wijze houdt men behoorlijk zicht op de kwaliteit van VVE en kan men gericht aansturen. E4 Doordat een actueel locatiespecifiek beleidsdocument ontbreekt, inclusief een jaarplanning voor de ontwikkelingen op korte en middellange termijn, beschikt de stichting niet over concrete ijkpunten waartegen ze de feitelijke ontwikkelingen binnen de speelzaal kan afzetten. Dit maakt het moeilijk om te evalueren en op grond van deze evaluatie gerichte verbetermaatregelen te nemen. E5 De afgelopen periode is de meeste aandacht gegaan naar de vele ontwikkelingen binnen de organisatie en alle veranderingen op de werkvloer. Hierdoor is met name de borging onder druk komen te staan. F DOORGAANDE LIJN F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool F2 Er is concreet beleid om zoveel mogelijk kinderen te laten doorstromen naar een vroegschool F3 De voorschool zorgt voor een warme overdracht F4 Het aanbod van de voorschool is afgestemd op dat van de vroegschool F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voorschool is afgestemd op dat van de vroegschool F6 De manier om met ouders om te gaan op de voorschool is afgestemd op die van de vroegschool F7 De interne begeleiding en zorg op voorschool zijn afgestemd op die van de vroegschool
Op Dreef 2 3 3 2 2 2 2
F1 Hoewel er een VVE-aanspreekpunt is binnen deze VVE-locatie, blijkt met name dit schooljaar de VVE-coördinatie op een uitermate laag pitje te staan. Zo heeft er tot op heden nog geen formeel overleg plaatsgevonden. Juist in de situatie dat de voor- en de vroegschool eigen keuzes gaan maken, is overleg dringend gewenst om onnodig grote verschillen te voorkomen. Aan dit overleg heeft het tot op heden ontbroken. F3 De leidsters zorgen voor een warme overdracht bij alle peuters. Dit is overeenkomstig het gemeentelijke beleid. F4 Terwijl er tot vorig jaar regelmatig en structureel overleg was tussen de voor- en de vroegschool is hiervan dit schooljaar geen sprake meer. De basisschool heeft aangegeven zich minder strak aan het Piramideprogramma te houden en niet meer samen met de voorschool aan dezelfde thema’s te werken. Hierdoor is er onvoldoende sprake van afstemming in het aanbod. F5-F7 Ook ten aanzien van het pedagogisch klimaat, het educatief handelen van de leidsters en de leraren, het ouderbeleid en de interne begeleiding is er – zeker gezien de situatie dat beide instellingen in hetzelfde pand gehuisvest zijn en vrijwel alle peuters doorstromen naar deze basisschool – in onvoldoende mate sprake van een doorgaande lijn.
4. VERVOLGAFSPRAKEN Het bezoek heeft geen aanleiding gegeven voor het maken van vervolgafspraken.
VVE-rapport 15985
Onderzoeksdatum: 05-03-2012
Pagina 7 van 7