VVE-RAPPORT RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL 'T GRUTSTEE
Locatie(s) Plaats Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling rapport
VVE-rapport 14918 HB 3144216
:'t Grutstee :9651 GR Meeden :14918 :26 mei 2011 :14 september 2011
Onderzoeksdatum: 26-5-2011
Pagina 1 van 7
1. INLEIDING Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). VVE is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken. In
dit rapport worden de volgende onderwerpen besproken: De voorwaarden van VVE De ouders De kwaliteit van de educatie Het VVE-programma, zoals dat wordt aangeboden Het pedagogisch klimaat Het educatief handelen De ontwikkeling, zorg en begeleiding De kwaliteitszorg De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool De resultaten van VVE
Elk van de VVE-kwaliteitsaspecten is uiteengelegd in indicatoren. Als een indicator beoordeeld wordt, gebeurt dat doorgaans met de volgende oordelen: 1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden. 2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt. 3. Voldoende 4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren. Opbouw van het rapport Hoofdstuk 2 beschrijft het totaalbeeld van het onderzoek. De beoordeelde onderwerpen (indicatoren) staan in hoofdstuk 3, met eerst de oordelen en daarna een toelichting als dat nodig is. Als er op basis van dit onderzoek afspraken gemaakt zijn, staan die in hoofdstuk 4. Groepsinformatie peutergroepen: Peuterspeelzaal ’t Grutstee kent een groep van 10 peuters, waarvan 1 doelgroeppeuter en een groep van 9 peuters, waarvan 3 doelgroeppeuters. De peuters van beide groepen bezoeken twee dagdelen de peuterspeelzaal. Daarnaast kent de peuterspeelzaal nog een groep van zorgpeuters en 3-jarigen, die een derde dagdeel de peuterspeelzaal bezoeken. Context Peuterspeelzaal ’t Grutstee is gehuisvest in een aparte locatie. Met diverse instellingen en de omliggende basisscholen heeft de peuterspeelzaal een goede samenwerkingsrelatie.
VVE-rapport 14918 HB 3144216
Onderzoeksdatum: 26-5-2011
Pagina 2 van 7
2.
HET TOTAALBEELD
De inspectie heeft vastgesteld dat de kwaliteit van voorschoolse educatie op peuterspeelzaal ‘t Grutstee van voldoende niveau is. Peuterspeelzaal ‘t Grutstee besteedt aandacht aan de vier basale ontwikkelingsdomeinen zoals taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Uit verschillende documenten is af te leiden dat sprake is van een integraal, maar niet van een volledig aanbod. Het aanbod is uitgeschreven in een jaarrooster en in een thema- of weekplanning. Het programma klimt op in moeilijkheidsgraad en komt tegemoet aan een gedifferentieerde aanpak, afgestemd op de ontwikkelingsbehoeften van de peuters en gericht op de kenmerken van de doelgroep. In het pedagogisch en educatief handelen van de leidsters zijn de principes en de bedoelingen van het gebruikte programma duidelijk te herkennen. Het stimuleren van de interactie met peuters en vooral de onderlinge interactie tussen de peuters, is echter een ontwikkelpunt. Evenals het bevorderen van het aanpakgedrag van peuters, gericht op strategieën om zelf oplossingen te creëren. Ouders zijn tevreden over het effect van het aangeboden programma, het kindvriendelijke en gestructureerde klimaat. Volgens de ouders ondersteunt het aangeboden programma de taalontwikkeling en het leren (samen)spelen van hun kind . Eveneens zijn zij positief over de intake en de wijze waarop de gegevens over de ontwikkeling van hun kind vastgelegd worden. Ouders hechten waarde aan een kleinschalige, gestructureerde en stabiele omgeving en dat treffen zij aan op peuterspeelzaal ‘t Grutstee. Zij vinden dat de leidsters oog hebben voor het kind, de sterke kanten maar ook datgene wat verder ontwikkeld moet worden. De inspectie vindt dat een gericht ouderbeleid en het versterken van de ouderbetrokkenheid op inhoudelijke thema’s ontwikkelpunten voor de peuterspeelzaal zijn. Eveneens is een ontwikkelpunt om twee keer per jaar – aan de hand van het observatie-/volgmodel - met ouders een gesprek aan te gaan over de ontwikkeling van hun kind. Op peuterspeelzaal ‘t Grutstee wordt de ontwikkeling van kinderen met behulp van verschillende instrumenten zorgvuldig gevolgd. Mede door de inschakeling en betrokkenheid van de intern begeleider is de vroegtijdige signalering van problemen bij kinderen en het inschakelen van externe zorg goed geregeld. De lijnen naar verschillende externe instanties zijn kort en de adviezen geven de leidsters ondersteuning in hun handelen. De zorg die kinderen krijgen is (globaal) vastgelegd op overzichten. Een ontwikkelpunt is de uitwerking van de zorg in een doelgerichte handelingsplanning voor individuele of groepjes zorgkinderen. De overdracht van de gegevens vanuit peuterspeelzaal ‘t Grutstee naar andere instanties waaronder de basisschool - vindt zorgvuldig plaats via een overdrachtsformulier. Aan de basisscholen vindt – indien sprake is van een zorgpeuter - tevens een ‘warme’ overdracht plaats. Op enkele onderdelen vormt het realiseren van een doorgaande lijn tussen de peuterspeelzaal en de basisschool een ontwikkelpunt. Tenslotte constateert de inspectie dat de kwaliteitszorg sterk in ontwikkeling is. Hiervoor zijn verschillende initiatieven in gang gezet. Het vergt echter nog inspanning om te kunnen spreken van een samenhangend kwaliteitszorgbeleid.
VVE-rapport 14918 HB 3144216
Onderzoeksdatum: 26-5-2011
Pagina 3 van 7
3. DE OORDELEN MET EEN TOELICHTING ALS DAT NODIG IS A CONDITIES A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar A0.2 In het rapport zijn de basisvoorwaarden voor voorschoolse educatie getoetst A1 Een integraal VVE-programma A1.1 Naam/namen van programma(s) Piramide A1.2 Wat is de kwaliteit van het programma? A2 De groepsgrootte voldoet aan de maximumeisen (voorschool) A3 Leidster - kind ratio ("dubbele bezetting") A4 Voldoende VVE-tijd A4.1 De peuters bezoeken de voorschool gedurende voldoende tijd (per week) A4.2 Wat is doorgaans de beginleeftijd voor 2 á 21/2 jaar VVE? A5 Kwaliteit beroepskrachten A5.2 Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding) A5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend geschoold (voor het vve-programma) A5.5 Er is een jaarlijks VVE-opleidingsplan
't Grutstee 2 2 3 3 3 2
3 3 4 2
Condities – A0.1, A.0.2, A4.1, A5.4 en A.5.5: De peuterspeelzaal beschikt niet over een recent GGD-rapport. Daarom heeft de inspectie alle onderdelen van A Condities van een actuele beoordeling voorzien. Het merendeel van de peuters bezoekt de peuterspeelzaal twee dagdelen. Een groep oudste peuters (3-jarigen) en een aantal zorgpeuters heeft een derde dagdeel. De leidsters hebben een algemene scholing gevolgd in het kader van VVE en zijn bovendien getraind in het gebruik van het specifieke VVE-programma Piramide. Een ontwikkelpunt voor de organisatie is om jaarlijks een scholingsplan voor de leidsters c.q. de organisatie op te stellen. B OUDERS B1 Gericht ouderbeleid B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd B3 Intake B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen B5 Participatie in VVE-activiteiten in de voorschool B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind B7 Rekening houden met de thuistaal
't Grutstee 2 3 3 3 2 2 3
Ouders – B1, B5 en B6: Peuterspeelzaal ‘t Grutstee heeft goede contacten met ouders. Zij zijn over het geheel genomen tevreden over de peuterspeelzaal. Ouders spreken van een goede sfeer in de groep. Volgens de ouders staat welzijn van en structuur voor kinderen voorop, vanuit dat gegeven is er ruimte om de ontwikkeling van kinderen te stimuleren. De leidsters ondernemen verschillende pogingen om ouders te betrekken bij VVE. Dit vindt vooral plaats in een informele sfeer, met name bij het halen en brengen van kinderen, maar ook door het organiseren van festiviteiten. Gerichte ouderactiviteiten - zoals ouderavonden met een bepaald thema – vinden in principe één keer per jaar plaats, de opkomst is wisselend en soms (te) gering. Een terugkerend thema is de taalontwikkeling. Een ontwikkelpunt is het organiseren van diverse inhoudelijk georiënteerde ouderbijeenkomsten, gericht op VVE en een hoog rendement van ouderparticipatie. De ontwikkeling van kinderen wordt één keer per jaar met de ouders besproken. Dit moment vindt veelal plaats op een “meedraai-ochtend” van de ouder op de peuterspeelzaal. Een ontwikkelpunt is om twee keer per jaar een formeel moment met ouders te plannen om een gesprek te voeren over de ontwikkeling van hun kind.
VVE-rapport 14918 HB 3144216
Onderzoeksdatum: 26-5-2011
Pagina 4 van 7
C KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE C1 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma C1.1 Een integraal VVE-programma C1.2 Werken met een doelgerichte planning C1.3 Het aanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd C2 Kwaliteit van e educatie: het pedagogisch klimaat C2.1 Het pedagogisch handelen van de leidsters is respectvol C2.2 De leidsters hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen C2.3 De leidsters stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen C2.4 De leidsters tonen respect voor de autonomie van het kind C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taaluitlokkend C3 Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen C3.1 Het educatief handelen van beide leidsters is goed op elkaar afgestemd C3.2 Er worden effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd C3.3 De leidsters bevorderen de interactie met en tussen kinderen C3.4 De leidsters stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken C3.5 De leidsters bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de leidsters met de kinderen is responsief C3.7 De leidsters stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen
't Grutstee 3 2 3 3 3 3 3 3 3 3 3 2 3 2 3 3
Het programma C1.2: De peuterspeelzaal maakt gebruik van Piramide en van eigen thema’s. Gezien het beperkte aantal dagdelen wordt niet het complete programma aangeboden. Een ontwikkelpunt is dat de peuterspeelzaal een verantwoording opstelt dat via de thema’s van Piramide en de eigen thema’s inzichtelijk wordt, dat alle peuters de basale doelen en leerlijnen van het voorschoolse programma aangeboden krijgen. Het educatief handelen – C3.3 en C3.5: De interactie vindt met name plaats tussen leidster en kind. Een ontwikkelpunt is een goed evenwicht aan te brengen in gesloten en open vragen. Vooral door het stellen van open vragen worden kinderen geprikkeld na te denken over mogelijke aanpakken en oplossingen. Deze attitude wordt ontwikkeld als vooral leidsters hiervoor aandacht hebben, in voorbeeldgedrag dan wel in vraagstellingen naar kinderen. Tevens is het belangrijk dat leidsters ervoor zorgen dat de interactie tussen kinderen wordt gestimuleerd en dat kinderen uitgedaagd worden te denken. Peuters leren zodoende ook van elkaar. D ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG D1 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg D1.4 Specifieke aandacht bij de begeleiding en zorg voor de taalontwikkeling D2 Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen D2.1 Leidsters hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg D2.2 Leidsters melden kinderen aan voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De leidsters blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden
VVE-rapport 14918 HB 3144216
Onderzoeksdatum: 26-5-2011
't Grutstee 3 2 3 3 3 3 3
Pagina 5 van 7
Ontwikkeling, begeleiding en zorg – D1.2: In de peuterperiode wordt met ouders over de ontwikkeling van hun kind gesproken. Hiervoor wordt gebruikgemaakt van onder andere registratieformulieren die bij de thema’s van het programma horen en een overkoepelend registratiemode waarin de aandachts- en ontwikkelingsgebieden voor peuters verwerkt zijn. Zorgkinderen worden zodoende tijdig gesignaleerd en besproken. Dit leidt in ieder geval tot interne afspraken en actie naar externe instanties. Peuterspeelzaal ‘t Grutstee beschikt over verschillende (zorg)gegevens, gespreksverslagen, globale plannen van aanpak en geformuleerde actiepunten, een logboek en journaal per zorgpeuter en evaluaties met betrekking tot de uitgevoerde zorgactiviteiten. Het is van belang dat vooral de plannen van aanpak een meer inhoudelijke waarde krijgen. Een ontwikkelpunt is om de kwaliteit van deze te plannen te versterken. Hierbij gaat het vooral om de analyse van geconstateerde problemen, het formuleren van een concreet en meetbaar doel, het formuleren van de aanpak c.q. de inhouden en zorgactiviteiten die aangeboden worden en de organisatie. Daardoor kan de interne zorg aan kinderen een meer planmatige opzet krijgen, waarin
nauwkeurig wordt aangegeven welke extra hulp en ondersteuning wanneer wordt aangeboden en wat het resultaat is geweest. E KWALITEITSZORG BINNEN DE VOOR- C.Q. VROEGSCHOOL E1 Er is VVE-coördinatie in de voorschool E2 De voorschool evalueert de kwaliteit van VVE regelmatig E3 De voorschool evalueert de opbrengsten van alle kinderen E4 De voorschool formuleert op basis van evaluaties verbetermaatregelen en voert die aantoonbaar en planmatig uit E5 De voorschool borgt de kwaliteit van haar educatie
't Grutstee 3 2 2 2
Het systeem van kwaliteitszorg is sterk in ontwikkeling. De inspectie constateert dat op centraal niveau inspanningen worden geleverd om de voorwaarden te realiseren voor een goede uitvoering van VVE. Op de peuterspeelzalen zijn de leidsters voldoende tot goed geschoold. Bovendien zijn in algemene zin afspraken vastgelegd over de uitvoering van het VVE-programma en het gebruik van het peuter-/volgsysteem. Desondanks concludeert de inspectie dat de kwaliteitszorg bij de uitvoering van VVE nog versterkt kan worden. Weliswaar worden evaluatieve activiteiten ondernomen, in specifieke zin hebben zij echter te weinig betrekking op de kwaliteit van de uitvoering van het programma, de effecten van de beschikbare en bestede tijd, de kwaliteit van het pedagogisch en educatief handelen van leidsters, het ouderbeleid en de participatie van ouders en de resultaten c.q. uitkomsten van specifieke zorg voor kinderen. Met behulp van instrumenten en de ondersteuning van externe instanties wordt hier stapsgewijs vorm en inhoud aan gegeven. Reeds uitgevoerde evaluaties resulteren vooral in aantoonbare verbetermaatregelen gericht op scholing en professionalisering. Een ontwikkelpunt is om verbeteronderwerpen uit te werken in een concreet en meetbaar plan van aanpak. Bovendien is het van belang een systematiek te ontwikkelen om de opgebouwde kwaliteit binnen de peuterspeelzaal te borgen. Tenslotte vraagt de evaluatie van de resultaten van VVE om gerichte aandacht. De inspectie onthoudt zich op dit punt van een oordeel, omdat op gemeentelijk niveau geen concrete afspraken zijn gemaakt over de te behalen resultaten bij de kinderen. Een planmatige evaluatie van de eindresultaten op (sub)groepsniveau en op kindniveau is daardoor niet uit te voeren, hetgeen ook het formuleren van gerichte verbeteractiviteiten bemoeilijkt. F DOORGAANDE LIJN F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool F2 Voldoende kinderen stromen door naar een vroegschool F3 De voorschool zorgt voor een warme overdracht F4 Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd F6 De manier om met ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is op elkaar afgestemd F7 De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en vroegschool op elkaar afgestemd
VVE-rapport 14918 HB 3144216
Onderzoeksdatum: 26-5-2011
't Grutstee 3 3 3 2 2 2 2
Pagina 6 van 7
Doorgaande lijn – F4, F5, F6 en F7: De coördinatie tussen voor- en vroegschool is belegd en er wordt gewerkt aan een doorgaande lijn. Er zijn verschillende initiatieven gestart zoals het kennis nemen van elkaars werkwijze, identieke thema’s plannen en gesprekken tussen intern begeleiders. Dit onderwerp is nadrukkelijk in wording en moet uiteindelijk leiden tot een goede doorgaande lijn van het aanbod. Afstemming in het pedagogisch en educatief handelen vragen eveneens om een nadere concretisering. Ook is nog geen sprake van afstemming in het ouderbeleid. Te denken valt aan afstemming in de wijze waarop ouders (mondeling en schriftelijk) worden geïnformeerd: de intake, informatie over de ontwikkeling van hun kind, activiteiten voor thuis, ouderparticipatie en vorm en inhoud van extra zorg aan kinderen met ontwikkelingsachterstanden dan wel stagnatie in de cognitieve en/of sociaal emotionele ontwikkeling. Genoemde onderdelen hebben zeker de aandacht, maar zijn echter ontwikkelpunten. 4. VERVOLGAFSPRAKEN. Het bezoek aan peuterspeelzaal ‘t Grutstee heeft geen aanleiding gegeven voor het maken van vervolgafspraken. In het kader van VVE vragen enkele onderdelen aandacht die betrekking hebben op de uitvoering, zorg en begeleiding, de doorgaande lijn, het ouderbeleid en de kwaliteitszorg.
De inspectie heeft er vertrouwen in dat peuterspeelzaal ’t Grutstee de aangeven verbeterpunten opneemt in haar beleidsontwikkeling en dat zij voldoende mogelijkheden heeft om de kwaliteit op de aangegeven onderdelen te verbeteren.
VVE-rapport 14918 HB 3144216
Onderzoeksdatum: 26-5-2011
Pagina 7 van 7