VVE-RAPPORT RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL DOOMIJN STERRENKROOS
Peuterspeelzaal Brinnummer Plaats Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling rapport
Vve Rapport 12191 Hb 3072915
: : : : : :
Doomijn Sterrenkroos Nvt Zwolle 12191 8 april 2010 5 juli 2010
Onderzoeksdatum: 8 april 2010
Pagina 1 van 7
1
INLEIDING
Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). VVE is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken. In
dit rapport worden de volgende onderwerpen besproken: De voorwaarden van VVE De ouders De kwaliteit van de educatie Het VVE-programma, zoals dat wordt aangeboden Het pedagogisch klimaat Het educatief handelen De ontwikkeling, zorg en begeleiding De kwaliteitszorg De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool De resultaten van VVE
Elk van de VVE-kwaliteitsaspecten is uiteengelegd in indicatoren. Als een indicator beoordeeld wordt, gebeurt dat doorgaans met de volgende oordelen: 1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden. 2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt. 3. Voldoende 4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren. 1.1 Opbouw van het rapport Hoofdstuk 2 beschrijft het totaalbeeld van het onderzoek. De beoordeelde onderwerpen (indicatoren) staan in hoofdstuk 3, met eerst de oordelen en daarna in hoofdstuk 4 een toelichting als dat nodig is. Conclusies en eventuele afspraken staan in hoofdstuk 5. 1.2 Context en condities Peuterspeelzaal Sterrenkroos maakt deel uit van de Kinderopvangorganisatie Doomijn. De peuterspeelzaal vindt onderdak in een onder architectuur gebouwd complex, samen met het kinderdagverblijf Sterrenkroos dat ook onder Doomijn valt. De buitenruimte wordt gedeeld met het kinderdagverblijf en biedt goede mogelijkheden voor vrij spelen en sensomotorische ontwikkeling. De tutor heeft een HBO opleiding gevolgd en is gecertificeerd voor Piramide. De bezetting op de groep bestaat uit een gekwalificeerde en voor Piramide gecertificeerde leidster, een groepshulp die bijna haar SPW3 opleiding heeft afgerond en een stagiair van de SPW3 opleiding. De groepshulp heeft de certificering voor het werken met Piramide bijna afgerond. Daarom is de betreffende indicator als voldoende gewaardeerd. De peuterspeelzaal hanteert het Piramideprogramma in een lichte variant in verband met het geringe aantal doelgroepkinderen.
Vve Rapport 12191 Hb 3072915
Onderzoeksdatum: 8 april 2010
Pagina 2 van 7
2
HET TOTAALBEELD
De inspectie stelt vast dat de kwaliteit van VVE op peuterspeelzaal Sterrenkroos over het geheel genomen voldoende is. Het kwaliteitsprofiel laat zien dat de voorwaarden die gesteld worden in het kader van de wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (OKE) op orde zijn. Daarnaast zijn nagenoeg alle indicatoren op de kwaliteitsaspecten ouders, pedagogisch klimaat en zorg en begeleiding positief beoordeeld. Bij deze kwaliteitsaspecten heeft de inspectie geconstateerd dat sprake is van aandacht voor betrokkenheid en participatie van de ouders en dat de benadering van de peuters plaatsvindt in een rustig en positief pedagogisch klimaat. In de zorg en begeleiding zijn ontwikkelingen zichtbaar waardoor ook op dit kwaliteitsaspect vrijwel alle de indicatoren het oordeel voldoende krijgen. Het kwaliteitsaspect Educatief handelen geeft een divers beeld en vraagt op meerdere indicatoren versterking. Het betreft indicatoren die zich richten op afstemming, gerichte interactie, verrijken van spelervaringen en het ontwikkelen van aanpakgedrag. De doorgaande lijn is naar het oordeel van de inspectie eveneens voor verbetering vatbaar. Op dit moment zijn er geen contacten of afspraken met het onderwijs in de groepen 1 en 2 waardoor afstemming om een doorgaande lijn te realiseren geen onderwerp is. Dit is deels te verklaren uit het gegeven dat de peuters uitstromen naar meerdere basisscholen.
Vve Rapport 12191 Hb 3072915
Onderzoeksdatum: 8 april 2010
Pagina 3 van 7
3. BEOORDELING VAN DE KWALITEITSASPECTEN A CONTEXT EN CONDITIES 0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar 0.2 De voorschool voldoet aan de VVE-subsidievoorwaarden 1 Goedgekeurd VVE-programma 1.1 Naam/namen van programma(s) Piramide 1.2 Wat is de kwaliteit van het programma? 2 De groepsgrootte voldoet aan de lokale maximumeisen 3 Leidster - kind ratio ("dubbele bezetting") 4 VVE-tijd 4.1 De peuters bezoeken de voorschool gedurende voldoende tijd (per week) 4.2 De totale, geplande VVE-periode van de kinderen is van voldoende duur 5 Beroepskrachten: kwaliteit en aantal 5.2 Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding) 5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands 5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend geschoold (voor het vve-programma) 6 B OUDERS 6.1 Gericht ouderbeleid 6.2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd 6.3 Intake 6.4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen 6.5 Participatie in VVE-activiteiten in de voorschool 6.6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind 6.7 Rekening houden met de thuistaal C KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE (= PROCESKWALITEIT) 1 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma 1.1 Een goedgekeurd VVE-programma 1.2 Werken met een doelgerichte planning 1.3 Het aanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend 1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd 2 Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat 2.1 Het pedagogisch handelen van de leidsters is respectvol 2.2 De leidsters hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen 2.3 De leidsters stimuleren de sociale vaardigheden en competenties van de kinderen 2.4 De leidsters stimuleren de zelfstandigheid van de kinderen 2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taaluitlokkend 3 Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen 3.1 Het educatief handelen van beide leidsters is goed op elkaar afgestemd 3.2 Er worden effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd 3.3 De leidsters bevorderen de interactie met en tussen kinderen 3.4 De leidsters stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken 3.5 De leidsters bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen 3.6 Het gedrag van de leidsters met de kinderen is responsief 3.7 De leidsters stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van het individuele kind
3 Ja Ja Ja Ja Ja Ja 3 3 3 3 3 3 3 3 2 3
3 2 3 3 3 3 3 3 2 3 3 2 2 2 3 3
D ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG 1 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep 1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen 1.2 Bepalen van de begeleiding voor: de hele groep, de kleine/ tutor groep, het
3 3
Vve Rapport 12191 Hb 3072915
Pagina 4 van 7
Onderzoeksdatum: 8 april 2010
individuele kind 1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg 1.4 Specifieke aandacht voor de taalontwikkeling 2 Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen 2.1 Kinderen die zorg nodig hebben die de voorschool niet kan leveren, zijn bij de leidsters bekend 2.2 Leidsters melden kinderen aan voor externe zorg, wanneer de voorschool de gewenste zorg niet kan leveren 2.3 De leidsters blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden 3 E Kwaliteitszorg binnen de voor- c.q. vroegschool 3.1 Er is VVE-coördinatie in de voorschool 3.2 De voorgschool evalueert de kwaliteit van haar VVE 3.3 De voorschool evalueert de opbrengsten van alle kinderen 3.4 De voorschool formuleert op basis van evaluaties verbetermaatregelen en voert die aantoonbaar en planmatig uit 3.5 De voorschool borgt de kwaliteit van haar educatie 4 F Doorgaande lijn 4.1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool 4.2 Voldoende kinderen stromen door naar de bijbehorende vroegschool 4.3 De voorschool zorgt voor een warme overdracht 4.4 Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd 4.5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd 4.6 De voor- en vroegschool gaan op een vergelijkbare manier met ouders om 4.7 De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en vroegschool op een gelijke wijze georganiseerd
2 3 3 3 3 3 3 3 3 3 2 Nvt 3 2 2 2 2
Toelichting op de indicatoren Ouders Het ouderbeleid is vastgesteld op Doomijn niveau en beschreven in het Pedagogisch Beleidsplan . Uit de documenten en uit de gevoerde gesprekken met ouders en leidsters blijkt dat de intake plaatsvindt conform de beschreven procedures. Daarbij geven ouders aan te zijn geïnformeerd over Piramide en hen de mogelijkheid is geboden de eerste dag op de peuterspeelzaal mee te mogen maken. Voor de peuterspeelzaal is dit bewust beleid om ouders een beeld te geven van de sfeer en pedagogische omvang. De ouders ervaren dan ook een laagdrempelig contact met de leidsters. Naast deze informele contacten is er ook het formele eindgesprek, waar de ouders informatie krijgen over de brede ontwikkeling van hun kind. Dit betekent een eenmalig oudergesprek over de voortgang in de ontwikkeling van de peuter. Naar de mening van de inspectie is dit te weinig en moet minimaal twee keer in de peuterperiode een dergelijk gesprek plaatsvinden. Op deze indicator is versterking wenselijk. Ouderparticipatie komt minder van de grond. Hoewel de peuterspeelzaal meerdere themaavonden heeft aangeboden is de opkomst dermate klein dat de avonden zijn afgelast. De peuterspeelzaal legt mede daarom accent op de contacten bij het halen en brengen en stimuleren de ouders bij binnenkomst om met hun kind een activiteit te doen. De praktijk laat zien dat dit daadwerkelijk gebeurt. Educatief en pedagogisch handelen Piramide wordt in de Sterrenkroos in verband met het geringe aantal doelgroepkinderen in de lichtste vorm toegepast. De peuterspeelzaal volgt systematisch de thematische opzet van Piramide aan de hand van een jaarplanning waarin acht à negen thema’s aan bod komen. De jaarplanning is verfijnd naar een uitwerking in een weekplanning. Naar het oordeel van de inspectie is het wenselijk om in de uitwerking van de weekplanning niet alleen de activiteiten aan te geven maar vooral de doelen waar de leidsters zich op willen richten: heldere (tussen)doelen voor de groep, kleine groepen en individuele kinderen. Het is uiteraard zo, dat aan Piramide ontleende activiteiten steeds doelgericht zijn, maar door deze en eventuele andere doelen niet expliciet in de eigen planning op te nemen ontstaat het risico dat de activiteiten zelf centraal komen te staan in de uitvoe-
Vve Rapport 12191 Hb 3072915
Onderzoeksdatum: 8 april 2010
Pagina 5 van 7
ring en minder wat men met de kinderen wil bereiken. De inspectie stelt vast dat de peuterspeelzaal op dit punt kwalitatieve winst kan boeken. In de uitwerking van de tutoractiviteiten zijn eerste aanzetten tot het formuleren van doelen zichtbaar. Het pedagogisch klimaat is op orde. De leidsters weten een rustige sfeer te creëren en uit de reactie van de kinderen blijkt dat zij zich veilig voelen. De kinderen krijgen de gelegenheid eigen keuzes te maken, er is voldoende ruimte voor zelfredzaamheid en het samenspelen krijgt de nodige aandacht. De inrichting van de binnenruimte maakt een verzorgde indruk. Meerdere hoeken zijn ingericht, maar de mogelijkheid om spelervaringen te verbreden of te verdiepen is echter beperkt. Dit vraagt een kritische reflectie op de inrichting. Het educatief handelen van de leidsters vraagt eveneens versterking op een aantal aspecten. Het gaat hierbij om de gerichtheid op interactie met en tussen kinderen, het hanteren van spelinterventies en het bevorderen van aanpakgedrag. Tijdens de groepsactiviteit en in de tutorsituatie zijn deze kenmerken te weinig zichtbaar in het handelen van de leidsters. De vraagstelling naar kinderen is veelal gesloten en tijdens de vrije spelactiviteiten laten leidsters vooral een afwachtende houding zien en vinden nauwelijks gerichte spelinterventies plaats. Daardoor blijft verdieping van de spelervaring achterwege. Tegelijkertijd stelt de inspectie vast dat de leidsters het aanpakgedrag van de peuters meer kunnen ondersteunen dan nu het geval is. Door samen te herhalen en te verwoorden hoe de spelactiviteit is aangepakt kan de peuter leren van de gekozen oplossing of aanpak. Zorg en begeleiding Voor de uitvoering van zorg en begeleiding heeft Doomijn richtlijnen opgesteld en vastgelegd in een kwaliteitshandboek. De peuterspeelzaal gebruikt conform de afspraken het observatieformulier en het peutervolgsysteem van Piramide. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van de peutertoetsen. Uit de gegevens en uit het gesprek blijkt dat de leidsters aandacht hebben voor een tijdige signalering en daarover in gesprek gaan met de ouders. Uit de gegevens is minder aantoonbaar op te maken hoe de evaluatie van de zorgactiviteiten plaatsvindt. Dit punt vraagt versterking. Kwaliteitszorg De kwaliteitszorg is herkenbaar in vastgelegde procedures en protocollen. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering is belegd bij de coördinator. Bewaking van kwaliteit, scholing en inhoudelijke verbeteractiviteiten vinden plaats in het clusteroverleg waaraan ook peuterspeelzaal Sterrenkroos deelneemt. Daarnaast heeft de Piramidetrainer de peuterspeelzaal een bezoek gebracht en een feedbackverslag opgesteld. Doorgaande lijn De inspectie constateert dat aan de doorgaande lijn nog onvoldoende vorm en inhoud is gegeven. Dit is voor een deel te verklaren uit de context. Peuterspeelzaal Sterrenkroos ondervindt problemen bij het realiseren en borgen van de doorgaande lijn naar het basisonderwijs omdat er geen structurele samenwerkingsrelatie met een basisschool is. De kinderen gaan naar verschillende basisscholen die niet allemaal werken met Piramide of een vergelijkbaar VVE-programma. Dit zijn belemmerende factoren om te komen tot een inhoudelijke afstemming.
Vve Rapport 12191 Hb 3072915
Onderzoeksdatum: 8 april 2010
Pagina 6 van 7
4. CONCLUSIES De inspectie concludeert dat de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op peuterspeelzaal Sterrenkroos over het geheel genomen van voldoende kwaliteit is. Op een aantal indicatoren kan de kwaliteit versterkt worden. De leidinggevenden van de peuterspeelzaal herkennen zich in het geschetste kwaliteitsprofiel. De inspectie heeft er vertrouwen in dat de peuterspeelzaal de aangegeven verbeterpunten opneemt in haar werkplan en mogelijkheden heeft om de kwaliteit te verbeteren.
Vve Rapport 12191 Hb 3072915
Onderzoeksdatum: 8 april 2010
Pagina 7 van 7