RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE Peuterspeelzaal Rozenburg
Plaats LRKP nummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling
: : : : :
Rozenburg Zh 187649236 260416 29 oktober 2013 31 januari 2014
Pagina 2 van 14
INHOUDSOPGAVE 1
INLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
2
BEVINDINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
3
CONCLUSIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 BIJLAGE 1 OORDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Pagina 3 van 14
Pagina 4 van 14
1
INLEIDING Op 29 oktober 2013 heeft de inspectie peuterspeelzaal Rozenburg onderzocht. Het onderzoek is gedaan vanwege het toezicht van de Inspectie van het Onderwijs op de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (vve). De inspectie monitort in 2013 en 2015 de kwaliteit van vve in de 37 grote gemeenten (G37). Vve is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken. Tijdens het onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie beoordeeld met een set indicatoren, waarmee zij overeenkomstig de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) kan beoordelen of de vve-locaties op belangrijke onderdelen vve van voldoende kwaliteit biedt. Deze indicatoren hebben betrekking op: • • •
• • • •
De voorwaarden voor vve De ouders De kwaliteit van de educatie - Het vve-programma, zoals dat wordt aangeboden - Het pedagogisch klimaat - Het educatief handelen De ontwikkeling, zorg en begeleiding De kwaliteitszorg De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool De resultaten van vve
Onderzoeksopzet Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: • Analyse van de door de locatie ingevulde digitale vragenlijst. • Analyse van documenten en gegevens over de locatie die de inspectie voorafgaand aan het onderzoek heeft opgevraagd. • Vve-locatiebezoek, waarbij: ◦ documenten, handelingsplannen en groepsplannen zijn bestudeerd; ◦ groepsbezoeken zijn uitgevoerd op alle peutergroepen ◦ gesprekken met de directie, ouders, pedagogisch medewerkers en/of leerkrachten en de intern begeleider(s) en een vertegenwoordiging van het bestuur zijn gevoerd.
Pagina 5 van 14
Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader vve 2010. Dit document is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 van dit rapport beschrijft de inspectie de bevindingen die uit haar onderzoek naar voren zijn gekomen. Bij de geconstateerde verbeterpunten is tevens een onderbouwing opgenomen. In hoofdstuk 3 volgt de conclusie. Bijlage 1 van dit rapport bevat een overzicht van de bij dit onderzoek gebruikte indicatoren en de bevindingen van de inspectie daarover.
Pagina 6 van 14
2
BEVINDINGEN Uit het overzicht in bijlage 1 valt op te maken dat de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie over alle aspecten nog meerdere verbeterpunten kent. Totaalbeeld Peuterspeelzaal is gevestigd in de deelgemeente Rozenburg van de gemeente Rotterdam en maakt onderdeel uit van stichting Kinderopvang Humanitas. De peuterspeelzaalleidsters werken al enkele jaren met het vve-programma Startblokken. Met het vve-programma is gestart in overleg met de vier bassischolen in de omgeving waar de kinderen naar uitstromen. Inmiddels hebben alle scholen, volgens de peuterspeelzaalleidsters, gekozen voor andere programma’s en is daarmee de doorgaande lijn op de inhoud van het programma losgelaten. In de nabije toekomst zal de peuterspeelzaal gehuisvest worden binnen twee van de vier scholen, wat tevens als impuls gezien wordt om de samenwerking met de scholen te verbeteren. Het aantal doelgroepkinderen ligt op 70% van de kinderen. De peuterspeelzaal is in 2011 door de inspectie bezocht in het kader van de bestandsopname van vve. Op basis van de definitieve rapportage van 2012 en de uitkomsten van het huidige onderzoek kan geconcludeerd worden dat er op peuterspeelzaal Rozenburg sprake is van een vermindering aan kwaliteit. In het bijzonder op het pedagogisch en educatief handelen. Op het terrein van de ontwikkeling en begeleiding heeft de peuterspeelzaal een positieve ontwikkeling doorgemaakt. De uitwerking van de visie verwoord door de leidinggevende, zal nog zijn beslag gaan vinden in onder andere de inrichting voortvloeiend uit de verhuizing naar de twee basisscholen. Toelichting Condities De condities zijn overwegend op orde. Daarbij staat in het GGD-rapport dat nog niet alle leidsters beschikken over een certificaat van het gebruikte programma. Inmiddels hebben de leidsters een verdiepingstraining ontvangen. Een van de zeven leidsters van de peuterspeelzaal beschikt nog niet over het vereiste taalniveau. Het realiseren van een taalopleiding voor de leidster heeft veel moeite gekost gezien het lage aanbod in de directe omgeving. Inmiddels is dit wel gelukt en zal de opleiding spoedig plaatsvinden. Ouders De ouders uiten zich bijzonder tevreden over de peuterspeelzaal. Ouders kunnen met hun vragen bij de leidsters terecht en worden ondersteund op het terrein
Pagina 7 van 14
van de kind-ontwikkeling. Gericht ouderbeleid op basis van een analyse van de ouderpopulatie is niet aangetroffen. Wel beschikt het centrum over algemeen ouderbeleid, waarin de activiteiten ten aanzien van ouders staan opgenomen alsook de voorlichting die ouders ontvangen. Deze voorlichting is weinig gespecificeerd op vve. In het bijzonder de doelen ten aanzien van ouders en wat men van ouders verwacht zijn nu niet helder. Gerichte vve-activiteiten voor ouders worden onvoldoende aangeboden. Kwaliteit van de uitvoering van vve Over het geheel genomen is van het gebruikte vve-programma en vervolgens de uitwerking hiervan in de peuterspeelzaal weinig terug te zien. Het programma vraagt van de leidsters een volgende en een sturende aanpak op basis van kennis over de kindontwikkeling en op basis van het ontwikkelingsgericht denken. Het programma zelf biedt weinig houvast. Het bestaat uit 5 bouwstenen, waarvan het beredeneerd aanbod er een is. Het maken van een activiteitenaanbod op alle ontwikkelingsterreinen op basis van een observatiesysteem voorziet in het beredeneerde aanbod. De leidsters werken met een ander observatiesysteem, dat voldoende houvast biedt om op basis van de ontwikkelingslijn van kinderen een aanbod te maken. Deze lijn wordt echter nu niet gebruikt voor het aanbod. De activiteiten worden binnen het activiteitenweb van het gebruikte vve-programma geplaatst, wat de leidsters in de verdiepingscursus hebben geleerd. In het web en de geobserveerde activiteiten is echter weinig sprake van het opdoen van zoveel mogelijk ervaringen binnen de context van het thema, waarbij ruimte voor eigen inbreng en voorkeuren van de kinderen optimaal worden benut. De leidsters gaan respectvol met de kinderen om en hebben oog voor alle kinderen. Daarbij wil de inspectie nog wel een kanttekening plaatsen. Het met elkaar praten over de hoofden van de kinderen tijdens een activiteit laat een verminderd bewustzijn zien op het respectvol handelen. De bevordering van de zelfstandigheid en de autonomie van de kinderen is onvoldoende teruggezien. Zo wordt met enige regelmaat iets overgenomen van de kinderen zelfs nadat de leidster aangeeft dat zij het van het kind verwacht. Ook worden kinderen opgepakt om hen te verplaatsen en krijgen zij weinig uitleg wat er van hun verwacht wordt. Het maken van een kring roept op deze wijze veel onrust en onzekerheid op bij de kinderen. Vervolgens is het de verwachting van de leidsters dat alle kinderen moeten blijven zitten. Dit is voor enkele jonge kinderen zichtbaar te moeilijk en past de verwachting die de leidsters hebben niet bij de ontwikkeling van jonge kinderen. Uitleg wat er niet mag en vooral waarom niet, blijft uit, waardoor kinderen weinig gestimuleerd worden in hun sociale competenties.
Pagina 8 van 14
De ruimtes zijn ingericht met enkele hoeken en aangekleed met het thema. De hoeken bieden weinig tot geen echte materialen, ontdekkende materialen en ook beginnende gecijferdheid en geletterdheid worden gemist. De “natte hoek” en het atelier, wat als vast onderdeel van Startblokken onderdeel uitmaakt van de leeromgeving, is niet in alle groepen aangetroffen. Op het terrein van het educatief handelen is overwegend sprake van onvoldoende kwaliteit. Tijdens het vrij spel of de kleine groepsactiviteiten wordt weinig gesproken en weinig prikkeling geboden die uitdaagt tot spreken. Ook werken en spelen de kinderen veelal zij aan zij en wordt de interactie nauwelijks bevorderd. Het benadrukken wat kinderen goed doen en welk gedrag je wel wilt zien verdient meer aandacht. Al dient opgemerkt dat tijdens een kleine groepsactiviteit het interactief voorlezen op een enthousiaste en voor de kinderen spannende wijze werd uitgevoerd. Ook het uitleggen in kleine stapjes binnen het ontwikkelingsvermogen van kinderen en wat je van hen verwacht verdient aandacht. Ontwikkeling, begeleiding en zorg De peuterspeelzaal werkt met een observatiesysteem, dat zij drie keer invullen in de peuterperiode. De overige zorg en begeleiding wordt nog niet op een planmatige en doelgerichte wijze ingevuld. Kwaliteitszorg De vve wordt gecoördineerd door de leidinggevende die een duidelijk toekomstbeeld heeft en een uitgesproken visie op hoe vve verder dient te worden uitgewerkt. De uitwerking heeft in het bijzonder betrekking op de leeromgeving van de kinderen, de handelwijze van de leidsters, en de ouderbetrokkenheid. Vooralsnog is geconstateerd dat de kwaliteit van vve op basis van een eerder onderzoek op vve niet of nauwelijks tot de gewenste verbeteringen heeft geleid. Een gerichte aanpak om tot de verbeteringen te komen is uitgebleven. Er is wel geïnvesteerd in een verdiepingscursus voor de leidsters over de uitvoering van het gebruikte vve-programma. Van een regelmatige evaluatie van vve is nog geen sprake en resultaten op vve zijn niet vastgesteld. In het komende jaar zal 6 keer worden voorzien in een coaching door een pedagoog op de groepen op basis van een ontwikkelingsplan. Hierin staan de leerdoelen van de leidsters centraal in afstemming met de leidinggevende. Doorgaande lijn De peuterspeelzaal verzorgt een warme overdracht voor alle kinderen. Ook heeft de leidinggevende met regelmaat contact met de 4 basisscholen in de omgeving waar de kinderen naar uitstromen. De gemeente heeft geen concreet beleid vastgesteld om zoveel mogelijk kinderen te laten doorstromen naar de
Pagina 9 van 14
vroegscholen. De samenwerking tussen de scholen en de peuterspeelzaal bevindt zich in een pril stadium en is op de overige onderdelen nog niet uitgewerkt. Opbrengsten Er zijn met de gemeente geen afspraken vastgelegd omtrent de resultaatambities. De opbrengsten worden derhalve niet beoordeeld door de inspectie.
Pagina 10 van 14
3
CONCLUSIE De Inspectie van het Onderwijs constateert dat de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op Peuterspeelzaal Rozenburg onvoldoende op orde is. Uit het onderzoek is gebleken dat de vve-locatie op alle gebieden meerdere tekortkomingen kent.
Pagina 11 van 14
BIJLAGE 1 OORDELEN In de onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden. 2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt. 3. Voldoende 4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren.
Peuterspeelzaal Rozenburg Condities A0.1
1
2
3
4
•
Er is een recent GGD-rapport beschikbaar
Voldoende vve-tijd Kwaliteit pedagogisch medewerkers A5.3
Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands
•
A5.4
Alle beroepskrachten zijn toereikend vve-geschoold
•
Ouders
1
2
B1
Gericht vve-ouderbeleid
•
B2
Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd
•
B3
Intake
•
B4
Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen
•
B5
Participatie in vve-activiteiten in de voorschool/vroegschool
•
B6
Informeren over de ontwikkeling van hun kind
Kwaliteit van de uitvoering van vve
3
4
• 1
2
3
4
Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma
Pagina 12 van 14
Kwaliteit van de uitvoering van vve
1
2
C1.1
Een integraal vve-programma
•
C1.2
Werken met een doelgerichte planning
•
C1.3
Het activiteitenaanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend en geconcretiseerd
•
C1.4
Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd
•
3
4
Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat C2.1
Het pedagogisch handelen van de pedagogisch medewerkers/ leerkrachten is respectvol
•
C2.2
De pedagogisch medewerkers/leerkrachten structureren en hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen
•
C2.3
De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen
•
C2.4
De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de zelfstandigheid van de kinderen en tonen respect voor de autonomie van het kind
•
C2.5
De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taal-uitlokkend
•
Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen C3.1
Het educatief handelen van beide pedagogisch medewerkers/ leerkrachten is goed op elkaar afgestemd
C3.2
Er worden structureel effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd
•
C3.3
De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen
•
C3.4
De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken
•
C3.5
De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen
•
C3.6
Het gedrag van de pedagogisch medewerkers/leerkrachten met de kinderen is responsief
C3.7
De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen
Ontwikkeling, begeleiding en zorg
•
• •
1
2
3
4
Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep D1.1
Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen
D1.2
De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind
• •
Pagina 13 van 14
Ontwikkeling, begeleiding en zorg
1
2
D1.3
De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg
•
D1.4
Specifieke aandacht voor de taalontwikkeling bij begeleiding en zorg
•
3
4
Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen D2.1
De pedagogisch medewerkers/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voorresp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg
•
D2.2
De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren
•
D2.3
De pedagogisch medewerkers/leerkrachten blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden
•
Kwaliteitszorg binnen de voor- en de vroegschool
1
2
Er is vve-coördinatie op de voor- resp. vroegschool
E2
De voor- resp. vroegschool evalueert de kwaliteit van vve regelmatig
•
E3
De voor- resp. vroegschool evalueren de resultaten van vve
•
E4
De voor- resp. vroegschool werkt planmatig aan vveverbetermaatregelen
•
E5
De voor- resp. vroegschool borgt de kwaliteit van haar vveeducatie
F1
Er is vve-coördinatie tussen de voor- en vroegschool
F2
Er is concreet beleid om zoveel mogelijk kinderen te laten doorstromen naar een vroegschool
F3
De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht
4
•
E1
Doorgaande lijn
3
•
1
2
3
4
• • •
Pagina 14 van 14