000905488 00392062 Onderwerp
Jaarverslag en jaarrekening 2013
Raadsvoorstel Inleiding Als afronding van de budgetcyclus 2013 stelt u het jaarverslag en de jaarrekening 2013 vast. Met de jaarstukken leggen wij verantwoording af over de realisatie van de door u in de begroting vastgelegde beleidsvoornemens en de financiële middeleninzet per programma. De opzet van de programmarekening sluit aan bij de programmabegroting. Het jaarverslag bestaat uit de programmaverantwoording van de vijftien beleidsvelden en de verantwoording van de majeure projecten. De jaarrekening bestaat uit de programmarekening met een toelichting op de belangrijkste verschillen, de balans, de toelichting en een aantal bijlagen. Feitelijke informatie Onderdelen verslaglegging De jaarstukken bestaan uit drie boekwerken: het jaarverslag en jaarrekening, de productenrealisatie en een toelichting op de bouwgrondexploitaties (vertrouwelijk). De jaarrekening en het jaarverslag worden door u vastgesteld. De programmaverantwoording gaat in op de realisatie van de beleidsvoornemens zoals die in de begroting 2013 staan. Daarnaast staan er andere relevante onderwerpen in deze verantwoording voor zover die zich gedurende het jaar 2013 voordeden en nog niet bekend waren bij de opstelling van de begroting. Per beleidsveld is de financiële verantwoording opgenomen waarin de rekeningcijfers worden vergeleken met de begrotingscijfers (na wijziging) en de jaarrekening 2012. Aansluitend aan de beleidsveldverantwoording volgt de verantwoording van de majeure projecten die ook ingaat op de realisatie van de beoogde resultaten volgens de begroting 2013. De paragrafen daarna betreffen de zeven verplichte paragrafen op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Deze paragrafen vormen een dwarsdoorsnede van de beleidsvelden en gaan in op een aantal specifieke onderwerpen. De productenrealisatie is een nadere uitwerking van de beleidsvelden in het jaarverslag en bevat uitvoeringsinformatie. Deze verantwoording hebben wij vastgesteld. Voor de bouwgrondexploitaties zijn de exploitatieopzetten geactualiseerd. De financiële consequenties van deze zogenaamde „herzieningen‟ zijn cijfermatig in de voorliggende jaarrekening verwerkt. Het aparte boekwerkje ”Toelichting bouwgrondexploitatie jaarrekening 2013”, dat vertrouwelijk voor u ter inzage ligt, gaat uitgebreid op elk individueel complex in. De jaarstukken moeten voor 15 juli aanstaande worden vastgesteld op basis van het Besluit Begroting en verantwoording in verband met het toezenden aan Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant en het Centraal Bureau voor de Statistiek. Resultaat Het resultaat van de jaarrekening 2013, na dotaties en onttrekkingen in respectievelijk uit reserves en voor bestemming door u, bedraagt € 7,6 mln. nadelig. Dit resultaat komt vooral door tekorten bij grondexploitaties voor in totaal € 8,3 mln. met name door de in het kader van het voorzichtigheidsbeginsel gevormde en bijgestelde voorzieningen. Positie Algemene reserve Door het onttrekken van het jaarrekeningresultaat uit de Algemene reserve, daalt de omvang van de algemene reserve per 1 januari 2014 naar € 6,1 mln. en komt daarmee onder het door u vastgestelde minimumniveau van € 10 mln. De minimaal aan te houden algemene reserve dient als buffer om in tijden
1
000905488 00392062 Onderwerp
Jaarverslag en jaarrekening 2013
van financiële tegenslag, zoals nu, aan te spreken. Door het treffen van een aantal maatregelen zal de onderschrijding van het minimumniveau van tijdelijke aard zijn en zal zo spoedig mogelijk binnen deze bestuursperiode het minimumniveau weer bereikt worden. Budgetoverhevelingen Net als elk jaar zijn er ook in 2013 uitgaven gepland die niet binnen de grenzen van het kalenderjaar volledig werden besteed. Enerzijds doordat van een aantal activiteiten met een meerjarig karakter de uitvoering nog niet is afgerond en anderzijds omdat activiteiten nog in een voorbereidende fase zitten en de uitvoering nog moet starten. Om in het jaar 2014 de budgetten weer beschikbaar te hebben voor de afronding van de in 2013 voorziene/opgestarte projecten en activiteiten, is het voorstel om voor de volgende bedragen budget over te hevelen vanuit het jaar 2013 naar 2014: - € 3.627.757,00 ten laste van hiervoor bestemde reserves; - € 1.313.127,00 die via het resultaat lopen. Dit bedrag wordt in eerste instantie als onderdeel van het resultaat van de jaarrekening gestort in de algemene reserve en komt daardoor in 2014 bij het opnieuw beschikbaar stellen van deze budgetten weer ten laste van de algemene reserve. Alle budgetoverhevelingen worden in het voorwoord toegelicht. Grondexploitaties Voor de lopende plannen zijn respectievelijk de navolgende exploitatieopzetten (EO) opgesteld, en herzien op basis van de gerealiseerde cijfers van de jaarrekening 2013, danwel zijn er de genoemde globale (voorlopige) exploitatieverkenningen (GE) gemaakt: - Uitleggebieden: Geerpark (EO), Hoofdstraat Herpt (EO), Dillenburg (EO), Venne West III (EO), Bruneilaan (EO), de Putter (EO), Molenpark/Meliepark II (EO), RvR W v/d Berkstraat Haarsteeg (EO), De Grassen (GE), Victoria (GE) en De Gorsen (GE). - Stedelijke vernieuwing: Frans Halslaan (GE), Wolput/Looiersteeg (GE) en Centrumplan Vlijmen. - Bedrijventerreinen: „t Hoog I (EO), Metal Valley (= vml Groenewoud N/W en Groenewoud Z/O) (EO), Grotestraat/Verdoorn/Heesbeen (EO) en ‟t Hoog II (GE). - Overige plannen RvR Koesteeg Nieuwkuijk (EO), Groenewoud lll (GE), Poort van Heusden (GE). In het vertrouwelijk voor u als onderdeel van de jaarrekening 2013 ter inzage liggende boekwerk “Toelichting bouwgrondexploitatie 2013” vindt u per plan een beschouwing over de (herziene) exploitatieopzet. Een cijfermatige weergave van de (herziene) exploitatieopzetten en globale exploitatieverkenningen liggen ook voor u vertrouwelijk ter inzage. Aan de cijfermatige opstellingen zijn cashflowoverzichten toegevoegd (zowel grafisch als cijfermatig). Accountantscontrole Conform het vastgestelde controleprotocol heeft Deloitte de jaarrekeningcontrole uitgevoerd. Over de bevindingen van deze controle informeerde de accountant u inmiddels door het toesturen van het accountantsverslag over het boekjaar 2013. De accountant verstrekte een goedkeurende verklaring bij de jaarrekening 2013. Sociaal jaarverslag Jaarlijks wordt het sociaal jaarverslag opgemaakt. Dit jaarverslag bevat cijfers over de organisatie van de gemeente Heusden in 2013 en vergelijkt deze met de cijfers van 2012 en gemeenten van soortgelijke omvang. Als bijlage treft u het sociaal jaarverslag over 2013 ter kennisname aan. Afweging Gezien het vorenstaande is ons voorstel om de jaarstukken 2013 vast te stellen en, omdat de algemene reserve op termijn weer boven het afgesproken minimum niveau komt, nu tijdelijk te accepteren dat de
2
000905488 00392062 Onderwerp
Jaarverslag en jaarrekening 2013
algemene reserve onder de grens van € 10 mln. komt. Inzet van Middelen Het resultaat van de jaarrekening 2013, na dotaties en onttrekkingen in respectievelijk uit reserves en voor bestemming door u, bedraagt € 7,6 mln. nadelig. Risico's Er zijn geen risico's verbonden aan dit voorstel. Procedure Vervolgstappen De vastgestelde jaarstukken worden, conform de wettelijke voorschriften in het Besluit Begroting en Verantwoording toegestuurd aan de toezichthouder, Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, en aan het Centraal Bureau voor de Statistiek. Voorgenomen besluit Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen.
Het college van Heusden, de secretaris,
de burgemeester,
mr. J.T.A.J. van der Ven
drs. J. Hamming
3
000905488 00392062 Onderwerp
Jaarverslag en jaarrekening 2013
De raad van Heusden in zijn openbare vergadering van 1 juli 2014; gezien het voorstel van het college van 3 juni 2014; gelet op het Besluit Begroting en Verantwoording; gelet op de beraadslaging;
besluit: -
-
het jaarverslag en de jaarrekening 2013 vast te stellen; een bedrag van € 7.587.057,00, zijnde het resultaat van de jaarrekening 2013, te onttrekken aan de algemene reserve; tijdelijk te accepteren dat, na verwerking hiervan, de algemene reserve onder het minimumniveau van € 10 mln. komt; de in de jaarrekening 2013 op bladzijde 17 genoemde budgetten over te hevelen naar 2014. Hiervan, conform de eerder genomen besluiten, € 3.627.757,00 ten laste te brengen van de hiervoor beschikbare reserves en een bedrag van € 1.313.127,00 in 2014 te onttrekken aan de algemene reserve; de (herziene) exploitatieopzetten (EO) vast te stellen en kennis te nemen van de globale exploitatieverkenningen (GE) voor de volgende plannen: - Uitleggebieden: Geerpark (EO), Hoofdstraat Herpt (EO), Dillenburg (EO), Venne West III (EO), Bruneilaan (EO), de Putter (EO), Molenpark/Meliepark II (EO), RvR W v/d Berkstraat Haarsteeg (EO), De Grassen (GE), Victoria (GE) en De Gorsen (GE). - Stedelijke vernieuwing: Frans Halslaan (GE), Wolput/Looiersteeg (GE) en Centrumplan Vlijmen. - Bedrijventerreinen: „t Hoog I (EO), Metal Valley (= vml Groenewoud N/W en Groenewoud Z/O) (EO), Grotestraat/Verdoorn/Heesbeen (EO) en ‟t Hoog II (GE). - Overige plannen: RvR Koesteeg Nieuwkuijk (EO), Groenewoud lll (GE), Poort van Heusden (GE).
de griffier,
de voorzitter,
mw. drs. E.J.M. de Graaf
drs. J. Hamming
4
Sociaal jaarverslag De belangrijkste ontwikkelingen en cijfermatige trends over 2013
Samenvatting Net zoals vorig jaar zijn de ontwikkelingen op personeelsgebied in lijn van de voorgaande jaren. Zo blijven we op gebied van instroom van nieuwe medewerkers achter bij het landelijk gemiddelde van gemeenten met vergelijkbare grootte. Van de hoge instroom is geen sprake meer, dit was tot 2010 wel het geval. Tot die jaren was de instroom hoger dan de uitstroom. De taakstelling op de organisatie blijft hierdoor duidelijk zichtbaar. Hier wordt nog steeds uitvoering aan gegeven door bij elke vacature een afweging te maken of er over wordt gegaan tot invulling van de vacature en op welke manier. Politieke keuzes hebben ook gevolg voor de inzet van medewerkers. Daar waar er politieke ambities zijn moet er ook voldoende kwalitatieve en kwantitatieve capaciteit zijn. Op momenten dat de ambities gehaald moeten worden en er onvoldoende capaciteit is, merkt de organisatie dat de wagen kraakt. De bezetting is ook in 2013 gedaald. In 2012 lag het gemiddeld aantal medewerkers op 308 medewerkers (272,91 FTE) in 2013 waren dit 297 medewerkers (264 FTE). In gemeenteland is ook zichtbaar dat de slechte economische situatie en onzekerheid over de toekomst hun stempel drukken op de arbeidsmarktontwikkelingen. De bezetting vergrijst nog in een hoger tempo dan de afgelopen jaren en de mobiliteit van de medewerkers is erg laag. Dit is terug te zien in de lage uit- en doorstroom van medewerkers. Het gemiddeld aantal dienstjaren lag in 2013 op 12,4 jaar en ligt hoger dan bij vergelijkbare gemeenten. Dit hoge gemiddelde is een gevolg van de lage instroom en de honkvastheid van de medewerkers. Het onderwerp “gezondheid, welzijn en veiligheid” richt zich onder andere op het verzuimpercentage en de meldingsfrequentie. Net zoals voorgaande jaren melden medewerkers zich minder vaak ziek. De meldingsfrequentie lig al jaren ver onder de norm van gemeenten van vergelijkbare grootte. Het verzuimpercentage is gestegen van 4,6% in 2012 naar 5,7% in 2013. De stijging is veroorzaakt door een aantal langdurige ziektegevallen, waarbij de duur niet door de organisatie te beïnvloeden is. Hierbij moet worden gedacht aan terminale ziekte en psychische klachten (niet werkgerelateerd). In vergelijking met gemeentes van vergelijkbare grootte is ook zichtbaar dat de organisatie bij kort en middellang verzuim lager scoort dan gemiddeld maar bij langdurig verzuim ver boven het gemiddelde zit.
Sociaal jaarverslag De belangrijkste ontwikkelingen en cijfermatige trends over 2013
2
1.
In- door en uitstroom
1.1.
Instroom
In 2013 zijn zeven nieuwe medewerkers ingestroomd. Het instroompercentage komt hiermee op 2,36%. Dit is een stijging ten opzichte van vorig jaar (0,65% in 2012), maar minder dan bij gemeenten van vergelijkbare grootte (4,6% in 2012).
1.2.
Doorstroom
Er zijn vijf medewerkers in 2013 doorgestroomd naar een andere functie. Hiermee komt het doorstroompercentage op 1,68%. In 2012 lag dit percentage op 1,62%. Bij gemeenten van soortgelijke grootte lag dit percentage in 2012 op 3,6%. Er zijn twee mannen en drie vrouwen doorgestroomd naar een andere functie. De gemiddelde leeftijd van deze medewerkers is 41 jaar. Van deze groep doorstromers werkten er drie fulltime.
1.3.
Uitstroom
In 2013 zijn 14 medewerkers uitgestroomd. Dit is een uitstroompercentage van 4,71%. In 2012 lag dit percentage op 5,8% net zoals bij gemeenten van vergelijkbare grootte. De uitstroomredenen waren:
Vijf medewerkers op eigen verzoek; Vijf medewerkers met FPU/ (vroeg)pensioen; Drie medewerkers waarvan de tijdelijke aanstelling niet werd verlengd. Eén medewerker is overgegaan naar de Omgevingsdienst.
3
De komende vijf jaar (2014 tot en met 2018) stromen er minimaal nog 26 medewerkers uit in verband met het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd.
In- en uitstroom 50 40 30 20 10 0 Instroom Uitstroom
2009 40 30
2010 12 17
2011 15 30
2012 2 18
2013 7 14
In bovenstaande grafiek is de in- en uitstroom van de laatste jaren in aantallen medewerkers weergegeven.
Sociaal jaarverslag De belangrijkste ontwikkelingen en cijfermatige trends over 2013
2.
Omvang en samenstelling personeelsbestand
2.1.
Bezetting
In 2012 lag de gemiddelde bezetting op 308 medewerkers. De bezetting is in 2013 gedaald. Begin 2013 waren 300 medewerkers in dienst, eind 2013 waren dit 294 medewerkers. Hiermee komt de gemiddelde bezetting op 297 medewerkers. De daadwerkelijke bezetting lag begin 2013 op 266,14 FTE en aan het einde van het jaar op 261,86 FTE. Hiermee komt het gemiddelde op 264 FTE (272,91 FTE in 2012). Bij uitstroom (14 medewerkers) is spaarzaam omgegaan met de invulling van vacatures (er zijn zeven vacatures vervuld). De aan de organisatie opgelegde bezuinigingstaakstelling dwingt de organisatie keuzes te maken bij de invulling van vacatures en ruimte te zoeken in de bedrijfsvoering. Eind 2013 waren er 139 vrouwen (47%) in dienst en 155 mannen (53%). Bij gemeenten van dezelfde grootte waren dit 2012 51% vrouwen en 49% mannen.
Man deeltijd Man voltijd Totaal man Vrouw deeltijd Vrouw voltijd Totaal vrouw Totale bezetting
Begin 2013 17 139 156 99 45 144 300
Eind 2013 15 140 155 95 44 139 294
Gemiddelde 2013 16 139,5 155,5 97 44,5 141,5 297 4
2.2.
Deeltijd
Gemiddeld genomen werkt 38% van de medewerkers in deeltijd en 62% in voltijd. Het aantal medewerkers dat in deeltijd werkt is met 1% gedaald ten opzichte van 2012.
Bezetting vol- en deeltijd 15,0%
Voltijd man 47,0%
Deeltijd man Deeltijd vrouw Voltijd vrouw
32,7%
5,4%
Sociaal jaarverslag De belangrijkste ontwikkelingen en cijfermatige trends over 2013
2.3.
Management
Het managementteam bestaat uit de gemeentesecretaris en twee coördinerend managers. Ook in 2013 telt de organisatie 12 teams. De aansturing van deze teams gebeurt door elf teammanagers, ook dit aantal is gelijk gebleven ten opzichte van 2012. Eén van de teammanagers heeft in 2013 de aansturing van twee teams voor zijn rekening genomen. Het percentage mannen in het management lag eind 2013 op 93%. In 2013 is de span of control van het management gestegen en hoger dan bij gemeenten met dezelfde grootteklasse. Er zijn 3,7 leidinggevenden per 100 medewerkers, dit is 5,7 bij gemeenten van dezelfde grootte.
2.4.
Leeftijdopbouw
De gemiddelde leeftijd in onze organisatie is in 2013 46,1 jaar. Deze leeftijd is iets gestegen ten opzichte van 2012 (45,8 jaar). Dit is onder het landelijk gemiddelde van 46,9 jaar in 2012.
Medewerkers in leeftijdscategorieën 100% 21,9%
90%
25,2%
80% 33,4%
70%
33,3%
55-65
60%
45-55
50%
35-45
5
40%
30,5%
25-35
26,5%
30%
<25
20% 10%
13,2%
0%
14,0% 1,0%
Gemeente Heusden
2.5.
1,0% Alle gemeenten
Dienstjaren
Het gemiddeld aantal dienstjaren in 2013 is iets gestegen ten opzichte van 2012. In 2013 lag dit gemiddelde op 12,4 jaar, dit was 12,2 jaar in 2012. Landelijk lag het gemiddelde op 11,2 jaar. In onderstaand overzicht is de gemeentelijke bezetting van 2012 en 2013 weergegeven naar het aantal dienstjaren.
< 3 jaar 3 – 10 jaar > 10 jaar
Heusden 2013 7% 41% 52%
Heusden 2012 7% 41% 52%
Vergelijkbare gemeenten 2012 18% 36% 45%
Sociaal jaarverslag De belangrijkste ontwikkelingen en cijfermatige trends over 2013
2.6.
Salarisopbouw
De salarisopbouw is al jaren stabiel. De opbouw wijkt nauwelijks af van de opbouw bij vergelijkbare gemeenten.
Salarisopbouw 60,0% 52,0%
51,0%
50,0%
50,0%
49,8%
50,0%
40,0%
20,0%
20,0%
20,0%
30,4%
30,0%
29,0%
28,0%
30,0%
19,6%
20,0%
30,8%
Schaal 1 - 5 Schaal 6 - 9
19,4%
Schaal 10 - 16
10,0% 0,0% 2009
2010
2011
2012
2013
In onderstaande vergelijking is te zien dat het percentage medewerkers in de hoogste schalen iets lager is en in de laagste schalen iets hoger ten opzichte van vergelijkbare gemeenten.
Vergelijk salarisopbouw 100% 27,8%
90%
3,0%
3,4% 28,8%
6
80% 70% 42,1%
42,5%
26,4%
24,1%
60% 50% 40% 30% 20% 10% 0,7%
0% Gemeente Heusden Schaal 1 - 3
Schaal 4 - 6
1,1% Vergelijkbare gemeenten
Schaal 7 - 9
Schaal 10 - 12
Schaal > 13
Sociaal jaarverslag De belangrijkste ontwikkelingen en cijfermatige trends over 2013
3.
Gezondheid, welzijn en veiligheid
3.1.
Verzuim
In 2010 lag het ziekteverzuimpercentage (excl. zwangerschap) op 7%. Dit percentage is in 2011 gedaald naar 5,1%. Deze daling zette door in 2012 naar 4,6% maar in 2013 is er een stijging te zien naar 5,7%. Daarmee zitten we boven de norm van 4,8% van gemeenten met gelijke grootte (2012). Het verzuimpercentage (5,7%) is in onderstaande tabel opgedeeld in kort, middel en lang verzuim. Ten opzichte van vorig jaar is er een duidelijke stijging te zien in het langdurig verzuim. Verzuim Kort (1 – 7 dagen) Middel (7 – 42 dagen) Lang (> 42 dagen) Totaal
2013 0,8% 0,6% 4,3% 5,7%
2012 0,8% 0,7% 3,1% 4,6%
2011 0,7% 0,6% 3,8% 5,1%
Van alle medewerkers die in 2013 in dienst waren is 36% niet ziek geweest (0-verzuimer). Dit percentage ligt bij gemeenten van dezelfde grootte op 35,1% in 2012.
Ziekteverzuimpercentage 8,0% 7,0% 7
6,0% 5,0% 4,0% 3,0% 2,0% 1,0% 0,0% Gemeente Heusden Norm; vergelijkbare gemeenten Alle gemeenten
2009 6,3% 5,1% 5,4%
2010 7,0% 5,0% 5,3%
2011 5,1% 5,1% 5,4%
Sociaal jaarverslag De belangrijkste ontwikkelingen en cijfermatige trends over 2013
2012 4,6% 5,1% 5,4%
2013 5,7% 4,8% 5,3%
Meldingsfrequentie 1,6 1,2 0,8 0,4 0 Gemeente Heusden Norm; vergelijkbare gemeenten
2009 1,44 1,49
2010 1,29 1,42
2011 1,12 1,45
2012 1,26 1,36
2013 1,09 1,45
De meldingsfrequentie ligt de afgelopen vijf jaar onder de norm. Er is in 2013 een duidelijke afname te zien, dit jaar is de meldingsfrequentie 1,09. Dat wil zeggen dat medewerkers zich gemiddeld 1,09 keer per jaar ziekmelden. Dit is ruim onder het gemiddelde van gemeenten van vergelijkbare grootte (1,45 keer in 2012).
3.2.
Ongevallen
Volgens de Arbo-wet moeten alleen ongevallen worden geregistreerd die zijn gemeld aan de Arbeidsinspectie (dodelijke ongevallen, ongevallen met blijvend letsel en ziekenhuisopname) of die hebben geleid tot verzuim van méér dan drie dagen. In 2013 zijn er geen ongevallen gemeld.
3.3.
Ergonomisch werken
Vier medewerkers met lichamelijke klachten zijn in 2013 door middel van een werkplekonderzoek geadviseerd bij het instellen van de werkplek.
3.4.
Agressie en geweld
In 2013 zijn veertien agressie-incidenten met klanten gemeld, waarbij 17 collega’s betrokken waren. In 2012 waren er zestien meldingen met 29 betrokken collega’s. Agressievormen
In één situatie was er sprake van een belediging (spugen). Vijf keer verbale agressie tijdens een persoonlijk klantcontact; Zes keer betrof het telefonische verbale agressie; In drie situaties was het schriftelijke agressie: eenmaal per brief, e-mail en social media; Bij een incident was er sprake van twee agressievormen, namelijk via de telefoon en social media.
Bij de persoonlijke contacten was dit tweemaal tijdens een afspraak met de klant op het gemeentehuis, één keer bij de milieustraat en twee keer buiten. Van de veertien incidenten waren bij twee incidenten collegeleden betrokken en drie incidenten bij de uitbestede afvalstoffendienst en het parkeertoezicht.
Sociaal jaarverslag De belangrijkste ontwikkelingen en cijfermatige trends over 2013
8
Maatregelen
Bij vier incidenten heeft de gemeente Heusden een waarschuwingsbrief gestuurd. Een ordegesprek gecombineerd met een waarschuwingsbrief heeft ook vier keer plaatsgevonden. Eenmaal is de toegang ontzegd. In drie situaties is er aangifte bij de politie gedaan. Bij twee situaties is er geen maatregel genomen; is enkel de registratie opgenomen.
Naast de veertien incidenten zijn er twee situaties geweest waar mogelijk een escalatie, persoonlijke dreiging aan de orde was. Door adequate acties, in samenspraak met de betrokken medewerkers, zijn de situaties genormaliseerd.
3.5.
Bedrijfshulpverlening
In 2013 zijn er geen incidenten geweest waarbij de bedrijfshulpverlening (BHV) is ingeschakeld. Wel heeft er een complete ontruimingsoefening plaats gehad in het gemeentehuis in Vlijmen. Deze is goed verlopen. Daarnaast zijn alle ploegleiders bij elkaar geweest en hebben alle herhalingstrainingen plaatsgevonden van alle actieve BHV’ers. Op het nog intensiever trainen en oefenen wordt in 2014 doorgepakt, in nauw overleg met een externe partij wordt een oefen- en trainingsprogramma opgezet en uitgevoerd. De totale bezetting van de BHV voor de gehele organisatie in 2013 is als volgt Locatie
Alleen BHV
Drunen Vlijmen Buitendienst Sportbedrijf
7 5 6
BHV en ploegleider 1 3 3 2
BHV en EHBO
Alleen EHBO
1 4 15
1 5 1
Een presentatie over BHV maakt standaard onderdeel uit van het introductieprogramma van nieuwe medewerkers.
3.6.
Vertrouwenspersoon
Er hebben zich op het gebied van ongewenst gedrag op de werkvloer geen zaken voorgedaan die tot een officiële klachtenprocedure hebben geleid. Bij de externe vertrouwenspersoon zijn geen meldingen gedaan in verband met ongewenste omgangsvormen. De interne vertrouwenspersonen hebben zeven meldingen in het kader van de klachtenregeling behandeld. In 2012 waren er ook geen meldingen gedaan bij de externe vertrouwenspersoon, bij de interne vertrouwenspersoon lag het aantal in 2012 op zes. In het kader van de klokkenluidersregeling hebben zich geen zaken voorgedaan.
Sociaal jaarverslag De belangrijkste ontwikkelingen en cijfermatige trends over 2013
9
Bronnen
Personeelsinformatiesysteem Afas Profit Personeelsmonitor 2012, A&O fonds gemeenten Vertrouwenspersonen Hoofd bedrijfshulpverlening Website A&O-fonds; www.aeno.nl
10
Sociaal jaarverslag De belangrijkste ontwikkelingen en cijfermatige trends over 2013