Raadsvoorstel no. R2015.0073
Agendapunt no. 9
Onderwerp Voorstel tot vaststelling Verordening commissie bezwaarschri ľten 2015
Uitgeest. 8 september 2015
Aan de gemeenteraad
Aanleiding Per januari 2015 zi jn er nieuwe taken naar de gemeenten gekomen, onder andere op het gebied van de jeugdvvetgeving. V o o r het geval zich een bezwaarzaak op dat terrein voordoet, is het goed als de Commissie Bezwaar- en Beroepschriften beschikt over leden die vanuit hun reguliere werk veel praktijkervaring hebben met die specifieke w e t g e v i n g en het toepassen daarvan. Hoewel de huidige commissieleden allemaal kennis van de w e t g e v i n g hebben, is een lid dat vanuit z i j n dagelijks werk ook veel ervaring heeft met de toepassing i n de p r a k t i j k , een waardevolle a a n v u l l i n g .
In B U C H - v e r b a n d w o r d t daarom voorgesteld o m plaatsvervangende leden van de Commissie Bezwaaren Beroepschriften te benoemen die naast kennis van de relevante wetgeving ook beschikken over praktijkervaring uit dagelijks werk en een gedragswetenschappelijke achtergrond. A l s zich in een van de B U C H - g e m e e n t e n een bezwaarzaak op het gebied van de j e u g d w e t g e v i n g voordoet, zal steeds é é n van de plaatsvervangende leden deel uitmaken van de commissiesamenstelling die over het bezwaar adviseert. Momenteel telt de Commissie Bezwaar- en Beroepschriften v i j f leden. De Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften s c h r i j f t voor dat de gemeenteraad een v i j f t a l leden en twee plaatsvervangende leden benoemt, op aanbeveling van het college. De huidige verordening voorziet dus niet in een m o g e l i j k h e i d om drie plaatsvervangende leden te benoemen. Omdat deze verordening in z i j n geheel geactualiseerd dient te worden, wordt voorgesteld de huidige verordening in te trekken en de ' V e r o r d e n i n g commissie bezwaarschriften 2015* vast te stellen. De modelverordening van de V N G en de verordening van Castricum z i j n gebruikt als basis voor de nieuwe verordening. O ok heeft de Commissie Bezwaar- en Beroepschriften gekeken naar het concept van de nieuwe verordening en is akkoord met de inhoud. De be langrijkste wijziginge n die in de nie uwe ve rorde ning z i j n aange bracht be tre ffe n: «
In de aanhef van de regelgeving is bepaald dat de bestuursorganen van de gemeente, de raad. het college en de burgemeester, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft, besluiten de verordening vast te stellen. D u i d e l i j k is dat de raad de verordenende bevoegdheid heeft. Het college en de burgemeester hebben deze bevoegdheid niet, maar nemen hiermee het besluit tot het instellen van de commissie bezwaarschriften. O p deze manier is het m o g e l i j k dat de bestuursorganen samen een en dezelfde commissie instellen o m te adviseren op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester. De ondertekening gebeurt eveneens door de drie bestuursorganen:
»
het benoemen, schorsen en ontslaan van de voorzitter en de leden gebeurt in de nieuwe verordening niet meer door de raad. maar door het college. D o o r de bepaling in het tweede lid van artikel 3 delegeren de raad en de burgemeester de benoeming van commissieleden aan het college. Het college is hiermee ook het orgaan dat indien n o d i g het functioneren van de leden van de commissie evalueert. Indien een l i d van de commissie niet naar behoren functioneert, is het in eerste instantie de commissie
die hierop actie zal ondernemen, het is immers een zelfstandig bestuursorgaan. De voorzitter zal h i e r b i j een rol spelen. M o c h t een c o m m i s s i e l i d niet z e i ľ o n t s l a g nemen, dan is het uiteindelijk aan het college o m op te treden; «
de raad, het college en burgemeester delegeren aan de voorzitter van de commissie bezwaarschriften de bevoegdheden ingevolge de artikelen van de Algemene wet bestuursrecht voor de toepassing van de V e r o r d e n i n g commissie bezwaarschriften 2015: - 2 : 1 . tweede l i d ( d i t artikel betreft het verzoek o m een s c h r i f t e l i j k e machtiging van een gemachtigde); -6:6. voor wat betreft het stellen van een t e r m i j n aan de indiener (dit betreft het niet-ontvankelijk verklaren van het bezwaarschrift); -6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie ( d i t artikel betreft het toezenden van stukken aan een gemachtigde); -7:3 (dit artikel betreft het afzien van horen); -7:4, tweede l i d ( d i t artikel betreft het ter inzage leggen van stukken aan belanghebbenden) en -7:6, vierde l i d , (dit artikel betreft het in verband met het gewicht van geheimhouding niet op de hoogte stellen van belanghebbenden van het verhandelde tijdens het horen als belanghebbenden niet in eikaars aanwezigheid worden gehoord);.
»
vervallen is het uitsluiten van de bevoegdheid van deze commissie ter zake van bezwaarschriften met betrekking tot w o o n r u i m t e v e r d e l i n g en urgentietoekenning. Met de i n t r e k k i n g van de ' V e r o r d e n i n g behandeling bezwaarschriften regionale woonruimteverdeling* eerder dit jaar, is deze commissie aangehaald als commissie die over dit soort bezwaarschriften kan adviseren;
«
het aantal plaatsvervangende leden wordt g e w i j z i g d van twee naar drie leden;
»
de commissie is niet meer bevoegd o m over beroepschriften te adviseren, dus deze m o g e l i j k h e i d is uit de verordening gehaald;
«
een aantal artikelen uit de oude verordening z i j n v e r w i j d e r d , omdat deze bepalingen tevens terug te vinden z i j n in de Algemene wet bestuursrecht;
» »
s c h r i f t e l i j k e verslaglegging vindt in de nieuwe verordening niet meer separaat plaats, maar het verslag maakt onder de nieuwe verordening onderdeel uit van het advies aan het verwerende orgaan; in de nieuwe verordening is toegevoegd dat er j a a r l i j k s aan de bestuursorganen van de gemeente verslag uitgebracht w o r d t van de werkzaamheden van de commissie in het voorafgaande kalenderjaar.
Gelet op het voorgaande, stellen w i j u voor: 1.
2.
D e ' V e r o r d e n i n g commissie bezwaarschriften 2 0 1 5 ' vast te stellen. Hiermee delegeert u tevens aan ons de bevoegdheid o m de voorzitter en de (plaatsvervangende) leden van de commissie bezwaarschriften te benoemen, te schorsen en te ontslaan. O o k delegeert u hiermee aan de voorzitter van de commissie bezwaarschriften de bevoegdheden ingevolge de artikelen 2 : 1 , tweede l i d , 6:6, voor wat betreft het stellen van een t e r m i j n aan de indiener, 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie, 7:3, 7:4. tweede l i d en 7:6, vierde l i d , van de Algemene wet bestuursrecht voor de toepassing van de V e r o r d e n i n g commissie bezwaarschriften 2015. De ' V e r o r d e n i n g behandeling bezwaar- en beroepschriften*, vastgesteld b i j raadsbesluit van 29 j a n u a r i 1987 en laatstelijk g e w i j z i g d b i j raadsbesluit van 25 j u n i 2009 in te trekken.
Indien u een p o s i t i e f besluit neemt op ons voorstel zullen w i j plaatsvervangende leden voor de commissie bezwaarschriften aanwijzen ten behoeve van bezwaarzaken in het kader van de jeugdwetgeving. Burgemeester.en wethouders van Uitgeest, dĉ^ecretaris,)) de buT^u^peesteii
ļ J Į
Raadsbesluit no.R2015.0073
Onderwerp Vaststelling Verordening commissie bezwaarschriften 2015
De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Uitgeest; Ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 september 2015 nr. R2015.0073; gehoord de beraadslagingen i n de commissie Algemene Zaken en F i n a n c i ë n d.d. 10 september 2015; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht; B e s l u i t e n vast
te s t e l l e n de
volgende:
V E R O R D E N I N G C O M M I S S I E B E Z W A A R S C H R I F T E N 2015
Artikel I . Be gripsbe palinge n In deze verordening wordt verstaan onder: a. verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen; b. commissie: de commissie bezwaarschriften als bedoeld in artikel 7:13 en artikel 9:14 van de Awb; c.
A w b : Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 2. Inle ide nde be paling commissie ļ.
Er is een commissie die hoort en adviseert ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester. 2. De commissie hoort en adviseert niet over bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van een w e t t e l i j k voorschrift inzake belastingen o f de Wet waardering onroerende zaken. 3. De commissie hoort en adviseert ook ter voorbereiding van de beslissing op een klacht als bedoeld in artikel 9 lid 4 van de A w b tegen een bestuursorgaan, een commissie o f é é n o f meer van hun leden. O p de behandeling van klaagschriften is het bepaalde in deze verordening van overeenkomstige toepassing, met dien verstande, dat de zitting steeds niet openbaar is. Artikel 3. Zienswijzen Een bestuursorgaan kan zienswijzen tegen een voorgenomen besluit om advies voorleggen aan de Commissie. Artikel 4. Same nste lling van de commissie 1. De commissie bestaat uit v i j f leden, inclusief de voorzitter, en drie plaatsvervangende leden. 2. De voorzitter en de (plaatsvervangende) leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen. 3. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter. 4. De voorzitter en de (plaatsvervangende) leden maken geen deel uit van o f z i j n niet werkzaam onder v e r a n t w o o r d e l i j k h e i d van een bestuursorgaan van de gemeente Uitgeest.
Artikel 5. Secretaris 1. De secretaris van de commissie is een door het college aangewezen ambtenaar. 2. Het college kan tevens een o f meer plaatsvervangers van de secretaris aanwijzen. A r t i k e l 6. Z i t t i n g s d u u r 1. De voorzitter en de (plaatsver\ angende) leden van de commissie treden a f op de dag van het ;i ft reilen van de raad. 2. De voorzitter en de (plaatsvervangende) leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen. 3. De aftredende o f ontslag nemende voorzitter o f (plaatsvervangende) leden van de commissie b l i j v e n hun f u n c t i e vervullen totdat in de o p v o l g i n g is voorzien. A r t i k e l 7. Ingediend bezwaarschrift 1. O p het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend. 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig m o g e l i j k in handen van de commissie gesteld. A r t i k e l 8. Uitoefening bevoegdheden De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de A w b worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie: a. b. c. d. e. f.
artikel 2 : 1 , tweede l i d ; artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een t e r m i j n ; artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie; artikel 7:3; artikel 7:4, tweede l i d ; artikel 7:6, vierde l i d .
A r t i k e l 9. V e r s t r e k k i n g stukken Het bestuursorgaan dat het primaire besluit heeft genomen overlegt aan de commissie alle op het bezwaarschrift betrekking hebbende stukken. Artikel 10. Vooronderzoek 1. De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen o f te laten i n w i n n e n . 2. De voorzitter kan uit eigen beweging o f op verlangen van de commissie b i j deskundigen advies o f inlichtingen inwinnen en dezen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten z i j n verbonden, is v o o r a f machtiging van het college vereist. Artikel I I . Hoorzitting 1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en t i j d s t i p van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen. 2. Indien de voorzitter op grond van artikel 7:3. tweede l i d , van de A w b besluit a f te zien van het horen, doet h i j daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan. Artikel 12. Uitnodiging zitting 1. De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de z i t t i n g s c h r i f t e l i j k uit. 2. Binnen drie werkdagen na het versturen van de u i t n o d i g i n g kunnen de belanghebbenden o f het
3.
verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het t i j d s t i p van de z i t t i n g te wijzigen. De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt u i t e r l i j k é é n week voor het t i j d s t i p van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.
4.
De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden a f te w i j k e n o f a f w i j k i n g toe te staan van de t e r m i j n e n die genoemd z i j n in het eerste tot en met het derde l i d .
A r t i k e l 13. Q u o r u m V o o r het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, onder w i e in elk geval de voorzitter, o f z i j n plaatsvervanger, aanwezig is. Artikel 14. N í e t - d e e l n e m i n g aan de behandeling De voorzitter en de (plaatsvervangend) leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan z i j n . A r t i k e l 15. O p e n b a a r h e i d zitting 1. De zitting van de commissie is openbaar. 2. De deuren worden gesloten indien de voorzitter van de commissie o f een van de aanwezige (plaatsvervangende) leden het nodig oordeelt o f indien een belanghebbende daartoe een verzoek 3.
doet. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig z i j n die zich tegen openbaarheid van de z i t t i n g verzetten, vindt de zitting plaats achter gesloten deuren.
A r t i k e l 16. Schriftelijke verslaglegging 1. Het verslag als bedoeld i n artikel 7:7 van de A w b vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid. 2. Het verslag maakt onderdeel uit van het advies als bedoeld in artikel 18 en houdt een zakelijke weergave in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter z i t t i n g is voorgevallen. 3. Indien de zitting geheel o f gedeeltelijk achter gesloten deuren plaatsvond, o f indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in eikaars tegenwoordigheid z i j n gehoord, maakt het verslag hiervan m e l d i n g . 4. Het verslag verwijst naar de op de z i t t i n g overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht. A r t i k e l 17. Nader onderzoek 1. Indien na a f l o o p van de z i t t i n g maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk b l i j k t te z i j n , kan de voorzitter uit eigen beweging o f op verlangen van de andere (plaatsvervangende) commissieleden dit onderzoek houden o f h i e r o m verzoeken b i j het 2. 3.
4.
verwerend orgaan. De uit het nader onderzoek verkregen i n f o r m a t i e wordt in afschrift aan de (plaatsvervangende) leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden. De (plaatsvervangende) leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere i n f o r m a t i e aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek. O p een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in derde l i d , z i j n de bepalingen i n deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel m o g e l i j k van overeenkomstige toepassing.
A r t i k e l 18. R a a d k a m e r en advies 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar aan het verwerend 2. 3. 4. 5. 6.
orgaan uit te brengen advies. De commissie beslist b i j meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies. Indien b i j een s t e m m i n g de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter. V a n een minderheidsstandpunt wordt b i j het advies m e l d i n g gemaakt indien die minderheid dat verlangt. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift. I let advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.
Artikel 19. Uitbrengen advies Het advies wordt, onder medezending van eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen. Artikel 20. J a a r v e r s l a g De commissie brengt j a a r l i j k s aan de bestuursorganen van de gemeente verslag uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar. Artikel 21. Inwerkingtreding 1. Deze verordening treedt in w e r k i n g met ingang van de dag na die waarop z i j bekend is gemaakt. 2. De ' V e r o r d e n i n g behandeling bezwaar- en beroepschriften', vastgesteld b i j raadsbesluit van 29 januari 1987 en laatstelijk g e w i j z i g d b i j raadsbesluit van 25 j u n i 2009 wordt per g e l i j k e datum 3.
ingetrokken. Bezwaarschriften waarover op datum van i n w e r k i n g t r e d i n g van deze verordening nog geen hoorzitting is gehouden, worden afgehandeld i n overeenstemming met deze verordening.
Artikel 22. Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als: " V e r o r d e n i n g commissie bezwaarschriften 2015". A l d u s besloten door burgemeester en wethouders van Uitgeest op 25 augustus 2015, de locoburgemeester, e locosecretans
mr. J . A . W . Berkeveld
W . J . M . Spaanderman
A l d u s besloten door de burgemeester van U i o 3 1 september 2015,
m w . W. A l d u s besl in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Uitgeest, gehouden op 24"9eptember 2015 de g r i f f i e r ^
de voorzitter.