RAADSVOORSTEL
Verseon kenmerk: 314907
Raadsvergadering van 15 december 2011
Agendanummer: 7.5
Onderwerp: Havengebruiksverordening gemeente Moerdijk Verantwoordelijk portefeuillehouder: A. Grootenboer SAMENVATTING Naar aanleiding van een onderzoek op grond van artikel 213a Gemeentewet is het gewenst de nu geldende Havengebruiksverordening aan te passen. Hiermee kunnen de gemeentelijke havens goed worden beheerd. In de nieuwe verordening zijn de aanbevelingen uit het genoemde onderzoek verwerkt en is tevens van de gelegenheid gebruik gemaakt administratieve lasten te verminderen.
KADERS Aanleiding Er heeft een artikel 213 a onderzoek havenadministratie plaatsgevonden. Hieruit zijn aanbevelingen met een advies voortgekomen waarbij een aantal randvoorwaarden/kaders zijn meegegeven. Tevens diende, om de administratieve lasten te verminderen op een aantal punten de havengeld- en havengebruiksverordening te worden aangepast. De actualisatie van de havengebruiksverordening is hiermee naar voren gehaald om de eventuele wijzigingen en vereenvoudiging van de werkzaamheden af te stemmen op de havenapplicatie en omgekeerd. De andere verordening met betrekking tot de gemeentelijke havens, de Havengeldverordening gemeente Moerdijk wordt bij het raadsvoorstel over de gemeentelijke belastingen aangeboden. Doelstellingen Het actualiseren van de verordening aan de praktijkervaringen, de administratieve lastenverlichting en het effectief beheren van de gemeentelijke havens.
TOELICHTING OP VOORSTEL Onderbouwing advies Er heeft een artikel 213 a onderzoek havenadministratie plaatsgevonden. Hieruit zijn aanbevelingen met een advies voortgekomen waarbij een aantal randvoorwaarden/kaders zijn meegegeven. Tevens dient, om de administratieve lasten te verminderen op een aantal punten de havengeld- en havengebruiksverordening te worden aangepast. De actualisatie van de havengebruiksverordening is hiermee naar voren gehaald om de eventuele wijzigingen en vereenvoudiging van de werkzaamheden af te stemmen op de havenapplicatie en omgekeerd. De andere verordening met betrekking tot de gemeentelijke havens, de Havengeldverordening gemeente Moerdijk wordt separaat aangeboden. De wijzigingen hebben betrekkingen op het volgende: ii. Geen contante geldstroom meer en een verplichting opnemen tot pinbetalen: Om de administratieve lasten te verminderen dient het havengeld met een pinbetaling te worden voldaan.
1
iii.
iv.
Gebruik van elektriciteit: Er wordt gekozen om het gebruik van elektriciteit aan de vaste ligplaatshouders door te berekenen. Om bewust gebruik te stimuleren wordt voorgesteld om kabels en meters beschikbaar te stellen (onder borgstelling) zodat direct afgelezen kan worden wat het daadwerkelijke verbruik is. Efficiënter gebruik van de haven. In de praktijk is het nu mogelijk dat, als iemand een grotere boot aanschaft, de huidige box te klein wordt. Hierdoor wordt er niet optimaal gebruik gemaakt van de boxen. Het is ook mogelijk dat door de aanschaf van een kleinere of grotere boot de betrokkene een zwerfplek krijgt toegewezen en wacht tot dat er een box vrijkomt die geschikt is voor de nieuw aangeschafte boot. Betrokkene heeft dan niet op een wachtlijst hoeven te staan om in aanmerking te komen voor een nieuwe box terwijl er genoeg mensen op een wachtlijst staan. Er speelt dan een soort voorkeursbehandeling van de vaste ligplaatshouders. Door de ruilingen (van een vaste ligplaats naar zwerfplek en weer naar een vaste ligplaats) is er sprake van veel administratieve handelingen. In de verordening is opgenomen dat indien een andere boot wordt aangeschaft betrokkene op de wachtlijst wordt geplaatst.
In bijlage 1 is een overzicht gegeven van de wijzigingen van de voorgestelde havengebruiksverordening ten opzichte van de door de raad op 11 november 2009 vastgestelde verordening. Alternatieven Niet instemmen met de voorgestelde wijzigingen. Betrokken partijen - Havenmeesters Moerdijk en Willemstad - ligplaatshouders Planning Indien de gemeenteraad instemt met het voorstel zal na 3 jaar, conform eerdere besluitvorming d.d. 11 november 2008 door de gemeenteraad, in 2014 worden geëvalueerd. Communicatie De havengebruiksverordening communiceren via de gemeentelijke website en de Moerdijkse Bode. De verordening treedt in werking op 1 januari 2012.
MIDDELEN Kosten Er zijn geen kosten verbonden aan het vaststellen van de havengebruiksverordening. Wel zijn er kosten gemoeid met de aanschaf van elektrakabels. Er worden ongeveer 50 kabels incl. meters aangeschaft á € 100,-- excl. BTW per stuk. Totaal worden de kosten op ca. € 5.000,-- excl. BTW geraamd.
Dekking De aanschafkosten voor de kabels worden betaald uit onderhoud haven Willemstad ten laste van de productnummer 6561001/kostensoort.43708- onderhoud haven.
RISICO’S EN KANSEN Financieel Niet van toepassing Juridisch De actualisatie van de verordening is getoetst op rechtmatigheid, handhaafbaarheid en deregulering. 2
Overig Niet van toepassing.
VOORSTEL 1. Vaststellen van de Havengebruiksverordening gemeente Moerdijk; 2. Intrekken van de bestaande Havengebruiksverordening gemeente Moerdijk 2009.
BIJLAGEN - Havengebruiksverordening gemeente Moerdijk - Bijlage 1. Wijzigingen havengebruiksverordening gemeente Moerdijk (2012 t.o.v. 11-11-2008)
Mocht u vragen hebben over dit voorstel, kunt u contact opnemen met de griffier via telefoonnummer 0168-373697. Zevenbergen, 25 oktober 2011
Burgemeester en wethouders van de gemeente Moerdijk De gemeentesecretaris de burgemeester
Drs. A.E.B. Kandel
J.P.M. Klijs
3
De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 15 december 2011, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 25 oktober 2011, gelet op artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet,
BESLUIT vast te stellen de volgende verordening: VERORDENING REGELENDE HET GEBRUIK VAN DE HAVENS EN KADEN VAN DE GEMEENTE MOERDIJK (HAVENGEBRUIKSVERORDENING GEMEENTE MOERDIJK).
Hoofdstuk 1
Begripsbepalingen
Artikel 1 In deze regeling, en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. Bijboot: open vaartuig, niet hoger dan 1 meter en niet groter dan 10m², behorende bij een vaartuig hoger dan 1 meter en groter dan 10m²; b. Breedte: de grootste breedte over al van het vaartuig; c. College: het college van burgemeester en wethouders van Moerdijk; d. Haven: de havens die in eigendom aan de gemeente Moerdijk toebehoren, c.q. bij de gemeente in beheer zijn, haven Willemstad en haven Moerdijk; e. Haven Moerdijk: de haven zoals weergegeven in bijlage 1; f. Haven Willemstad de haven zoals weergegeven in bijlage 1; g. Havenmeester: de ambtena(a)r(en) of diens plaatsvervanger die als zodanig door het college is benoemd en aan wie het toezicht op de haven en kade is gemandateerd; h. gebruiksovereenkomst: overeenkomst waarbij de gemeente Moerdijk zich verbindt om de ligplaatshouder of de passant een ligplaats in gebruik te geven en de ligplaatshouder of passant zich verbindt om de hiervoor in rekening te brengen havengeld te betalen; i. Jaarabonnement: de gebruiksperiode van 1 januari van een bepaald jaar tot en met 31 december van hetzelfde jaar; j. Kade: de kaden die in eigendom aan de gemeente Moerdijk toebehoren, c.q. bij de gemeente in beheer zijn; k. Lengte: de grootste lengte over al van het vaartuig met inbegrip van de vaste boegspriet; l. Ligplaats: de ruimte in de haven die in gebruik wordt gegeven ten behoeve van vaartuigen; m. Ligplaatshouder: hij die voor enig vaartuig een vaste ligplaats heeft toegewezen gekregen door het college en daarvoor de vastgestelde vergoeding heeft voldaan; n. Motorvaartuig: een vaartuig ingericht met vaste- en / of buitenboordmotor; o. Passagiersschip: een binnenvaartschip, dat hoofdzakelijk gebruikt wordt voor het bedrijfsmatig vervoer van personen; p. Passant: hij die met een vaartuig de haven binnenvaart, dan wel binnenvaart en voornemens is daar een of meerdere nachten te blijven liggen en dit als zodanig kenbaar maakt aan de havenmeester; q. Pleziervaartuig: elk vaartuig bestemd, ingericht of gebruikt, al dan niet beroepsmatig voor de recreatievaart; 4
r.
Historisch vaartuig:
Vaartuig gebouwd voor 1965, conform meetbrief, worden gezien als zijnde passagiersschip. s. Schipper: degene die op een vaartuig met de leiding belast is of feitelijk de leiding in handen heeft, of bij afwezigheid van deze, de eigenaar of de gebruiker van het vaartuig; t. Seizoensabonnement: de gebruiksperiode van 1 april tot en met 31 oktober in een bepaald jaar; u. Vaartuig / schip: een zee- of binnenvaartuig tot de vaart gebruikt of bestemd, daaronder begrepen drijvende werktuigen –zoals baggerwerktuigen, kranen, bokken, elevators- alsmede woonschepen, woonarken, glijboten, ponten, jetski’s, waterscooters, zeilplanken, luchtkussenvoertuigen en dergelijke; v. Vaste ligplaats: een ligplaats waarvoor een gebruiksovereenkomst is aangegaan zoals bedoeld in artikel 30 van deze verordening; w. Verordening: de verordening regelende het gebruik van de havens en kaden van de gemeente Moerdijk; x. Werkschip: vaar- of drijftuig waarin of waarop bedrijfsmatige of soortgelijke activiteiten worden uitgeoefend of die daartoe zijn ingericht en die daartoe een ligplaats innemen, met uitzondering van vissersschepen en vrachtschepen; y. Winterabonnement: de gebruiksperiode van 1 november van een bepaald jaar tot en met 31 december van hetzelfde jaar en 1 januari tot en met 31 maart van het daarop volgende jaar; z. Zwervend ligplaatshouder: de ligplaatshouder die als gevolg van de aanschaf van een ander vaartuig niet meer gebruik kan maken van zijn vaste ligplaats en in afwachting is van een andere ligplaats. Gedurende die wachttijd verplaatst hij zijn vaartuig op instructie van de havenmeester, naar ligplaatsen die wel geschikt zijn voor de grootte van zijn vaartuig. Hoofdstuk 2
Ordemaatregelen
Artikel 2 1. Een passant is verplicht bij binnenkomst aan de havenmeester door te geven hoe lang hij gebruik wenst te maken van de faciliteiten van de haven en kade. In voorkomende gevallen kan de havenmeester besluiten dat dit schriftelijk dient plaats te vinden. 2.
De schipper is verplicht de nodige voorzorgen te nemen, dat met zijn vaartuig geen schade of ongeluk wordt veroorzaakt en in het algemeen de veiligheid niet in gevaar wordt c.q. kan worden gebracht.
3.
Indien de schipper zich niet houdt aan het bepaalde in lid 2 van dit artikel, is het college na schriftelijke aanzegging, bevoegd de huurovereenkomst eenzijdig op te zeggen.
4.
De schipper is te allen tijde verantwoordelijk voor schip en bemanning.
Artikel 3 Wanneer een vaar- of voertuig schade heeft veroorzaakt aan enig werk in de haven of op de kade, geeft de schipper c.q. bestuurder hiervan onmiddellijk kennis aan de havenmeester. Onverminderd de eventueel op te leggen straffen, blijft iedere schipper c.q. bestuurder aansprakelijk voor de schade door hem aan de havenwerken toegebracht. Artikel 4 1. Het is verboden één of meer ankers buiten boord te laten hangen, behalve voor- of boegankers, die zodanig in de kluizen zijn opgehaald, dat de ankerbladen tegen de scheepsromp rusten en achterankers, die zo hoog mogelijk boven water zijn gehaald en niet buiten de zijwanden van het vaartuig steken. 2.
De schippers zijn verplicht in de haven de boegspriet getopt te hebben.
3.
Op de ligplaats zijn schippers verplicht hun zwaarden in de haak of rust te hebben.
4. De schipper die met zijn vaartuig gemeerd ligt in de haven Moerdijk is verplicht tot het voeren van 5
een ankerlicht. 5. De ligplaatshouder is verplicht, indien hij de haven verlaat zijn bijboot (indien aanwezig) te verhalen naar een plaats aangewezen door de havenmeester, dan wel deze mee te nemen buiten de haven. Artikel 5 Het is verboden: a. trossen, lijnen of kettingen anders vast te leggen dan aan de daarvoor bestemde werken of zodanig, dat deze werken daardoor naar het oordeel van de havenmeester schade kunnen lijden; b.
c. d.
trossen, lijnen, kettingen, uithouders enz. zodanig uit te brengen of vast te maken, of deze door het water te slepen, dat zij in het verkeer in de haven en het gebruik van de havenwerken of andere vaartuigen kunnen beschadigen of belemmeren; een vaartuig vast te maken met – naar het oordeel van de havenmeester – ondeugdelijke meerdraden of –touwen; zonder daartoe gerechtigd te zijn, in de haven een vaartuig af te meren, te verankeren, ligplaats in te nemen, zich in de haven op te houden, alsmede vanaf een vaartuig de steigers, taluds of wallenkant te betreden.
Artikel 6 De havenmeester is bevoegd trossen, kettingen, lijnen, uithouders enz., die in strijd met het bepaalde in de verordening zijn aangebracht los te gooien of te kappen. Artikel 7 1. Het is verboden om van een gemeerd liggend vaartuig de voorstuwer te laten werken, tenzij en voor zover nodig ter voorbereiding van het vertrek. 2.
Nadat een vaartuig is afgemeerd mogen de motor(en) van een vaartuig niet langer blijven draaien, dan noodzakelijk is.
Artikel 8 1. Het college bepaalt de maximale breedte en lengte die gesteld wordt aan vaartuigen die toegelaten worden tot de haven. 2. Het college bepaalt de minimale vaarweg voor in- en uitvaart.
Artikel 9 1. Het is verboden: a. b. c. d. e.
met een vaartuig in de haven te komen strijdig met het bepaalde in artikel 8 van de verordening; met een vaartuig in het midden of overdwars in de haven te liggen; te meren waar dat niet is toegestaan, hetgeen door een bord of opschrift is aangegeven; enig vaartuig onbeheerd, niet afgemeerd in de haven te laten drijven; zich met enig vaartuig op zodanige wijze op te houden, af te meren c.q. stil te liggen dat de uit-, door-, of invaart van hulpdiensten op enigerlei wijze wordt belemmerd dan wel bemoeilijkt;
2.
Het college is bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 1, sub a en c van dit artikel.
Artikel 10 1. De schipper is verplicht zorg te dragen dat het invaren, het uitvaren, het bevaren van de haven en het verhalen van het vaartuig, niet langer duurt dan nodig is. 2. De haven in- en uitzeilen is alleen toegestaan in noodsituaties. 3. In de haven geldt een maximum vaarsnelheid van 6 km/u. 4. Het is verboden met enig vaartuig op een dusdanige manier te varen dat eventueel gevaarlijke situaties (kunnen) ontstaan of dat overlast wordt veroorzaakt. 6
Artikel 11 1. De havenmeester is bevoegd om zonder toestemming van de schipper, een in de haven gemeerd vaartuig los te maken, te verhalen of zich op het vaartuig te bevinden, indien noodzakelijk voor het goed beheer van de haven en / of in het kader van het algemene belang. 2. De schipper dient ervoor zorg te dragen dat zijn vaartuig verhaald kan worden wanneer er sprake is van een situatie zoals gesteld in lid 1 van dit artikel.
Artikel 12 1. Het is verboden: a. zich met enig vaartuig in de haven te bevinden tot het houden van herberg, het verlenen van huisvesting of het houden van vast verblijf of een vaartuig uitsluitend of in hoofdzaak als woning te gebruiken; b. zich met enig vaartuig in de haven te bevinden tot het drijven van handel; c.
in de haven vaartuigen geheel of gedeeltelijk te slopen;
d. in de haven vaartuigen te hebben die in een dusdanige staat verkeren, al dan niet door constructie en / of ouderdom, waardoor er een onmiddellijk gevaar voor zinken ontstaat of de veiligheid in het algemeen in gevaar kan worden gebracht; e. in de haven werkzaamheden aan vaartuigen te verrichten, die gevaar, hinder of schade voor of aan andere vaartuigen kunnen opleveren, dan wel geluidshinder veroorzaken. 2.
Het college is bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 1 sub b, c en e van dit artikel.
Artikel 13 1. De schipper van een vaartuig, dat in onmiddellijk gevaar van zinken verkeert, is verplicht het vaartuig onmiddellijk buiten het vaarwater te brengen of te laten brengen. 2. Het college is bevoegd plaatsen binnen of buiten het vaarwater aan te wijzen voor vaartuigen die in onmiddellijke staat van zinken verkeren. 3. De schipper van een gezonken vaartuig is verplicht onmiddellijk na het zinken hiervan mededeling te doen aan de havenmeester. 4. Hij moet zorgdragen dat het gezonken vaartuig binnen een door het college te bepalen tijd gelicht en zonodig verwijderd wordt. Artikel 14 Het is verboden: a. b.
in de steigers of palen te spijkeren en / of veranderingen aan te brengen; enig voorwerp, vuilnis, afval, lompen en dergelijke in de haven of op de kade te werpen of te laten liggen;
c.
op de steigers voorwerpen neer te leggen of werkzaamheden te verrichten, die schade kunnen veroorzaken of het vrije verkeer kunnen hinderen; in de havens te zwemmen of te baden; in de haven op voor anderen hinderlijke wijze muziek te maken of zich op andere wijze te gedragen waardoor overlast ontstaat;
d. e. f. g. h. i. j.
in de haven lichtaggregaten te laten draaien die voor anderen overlast veroorzaken; in staat van dronkenschap of anderszins onbekwaam een vaartuig te besturen; in de haven te vissen zonder toestemming van de rechthebbende; aan boord van vaartuigen en op de steigers open vuur aanwezig te hebben; buiten het geval van noodzaak of wanneer dit in gevolg enig wettelijk voorschrift of de verordening verplicht is, geluidssignalen of lichtsignalen te geven;
k. l.
op de steigers, kade en toegangswegen naar de haven honden uit te laten of los te laten lopen; het vaartuig te wassen met drinkwater. 7
Artikel 15 Het is verboden in de haven palen te slaan, balken, planken, masten, bomen, trappen of dergelijke voorwerpen te leggen, te plaatsen of te hebben, tenzij met vergunning van het college.
Artikel 16 1. Het is verboden aan boord van een vaartuig of op de steigers te barbecuen; 2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 van dit artikel is barbecuen aan boord van een vaartuig of op de steigers wel toegestaan, indien er gebruik wordt gemaakt van een elektrische of gas barbecue en dit geen gevaar oplevert voor de overige havengebruikers. 3.
Barbecuen met gebruik van houtskool en / of briketten is toegestaan op de barbecueplaats nabij de picknicktafels achter de loopbrug.
Artikel 17 1. Het is verboden op de steigers van de haven met rijwielen of bromfietsen te rijden. Het college kan van het verbod in het eerste lid ontheffing verlenen indien hierom schriftelijk en gemotiveerd wordt verzocht door de ligplaatshouder. 2.
Indien ontheffing wordt verleend begeeft de ligplaatshouder zich op eigen risico op de steiger.
Hoofdstuk 3
Laden en lossen van vaartuigen
Artikel 18 1. Vaartuigen mogen alleen geladen of gelost worden op de daartoe bestemde, door het college aangewezen plaatsen. 2.
De schippers van naast elkaar liggende vaartuigen mogen bij het lossen of laden elkaar niet bemoeilijken.
3.
Vaartuigen die ongeladen zijn of niet direct geladen of gelost moeten worden, moeten indien dit noodzakelijk is, plaats maken of verplaatst worden voor vaartuigen die terstond moeten laden of lossen.
Artikel 19 De schippers van naast elkaar liggende vaartuigen zijn verplicht ten gerieve van elkaar de nodige ruimte te maken tot het verhalen of wegvaren. Iedere schipper moet gedogen dat een ander vaartuig ter zijde van het zijne wordt afgemeerd en daarover gemeenschap met de wal heeft, evenwel niet om te laden of te lossen.
Hoofdstuk 4
Gebruik van milieuverontreinigende stoffen
Artikel 20 1. De schipper is verplicht er voor te zorgen dat geen verontreinigende stoffen en / of brandgevaarlijke stoffen in het milieu terechtkomen. 2.
Hij is verplicht melding te maken bij het college, dan wel bij de havenmeester indien, ondanks genomen voorzorgmaatregelen, toch enige stof in het milieu is terechtgekomen.
3.
Bij ernstige ongevallen met stoffen stelt men zo spoedig mogelijk de bevoegde en noodzakelijke autoriteiten in kennis van het gebeurde, waarbij men tevens doorgeeft om welke stof het gaat. Bij alle ongevallen stelt men het college dan wel de havenmeester in kennis van het gebeurde. 8
Hoofdstuk 5
Brandveiligheid
Artikel 21 1. Aan boord van pleziervaartuigen mogen zich niet meer dan twee gasflessen (butaan of propaan) bevinden, welke zijn aangesloten door middel van deugdelijke slangen en slangklemmen. De gasfles of gasflessen dient of dienen deugdelijk te zijn geplaatst, in een ruimte die voldoende geventileerd is, zo mogelijk buiten het woonverblijf en buiten de motorruimte. 2.
Het is verboden motorbrandstof of andere (licht) ontvlambare of ontplofbare stoffen aan boord van vaartuigen voorhanden te hebben, anders dan in goed gesloten bussen of tanks.
Artikel 22 De schipper van een motorvaartuig is verplicht te zorgen, dat zich steeds een goed werkend en jaarlijks door een erkend keuringsbedrijf gekeurd blustoestel, geschikt voor het snel en doeltreffend bestrijden van benzine- en oliebrand, aan boord bevindt.
Artikel 23 Het is verboden: a. ontplofbare, (licht) ontvlambare of anderen (voor het milieu) gevaarlijke stoffen te (ver)laden of te lossen, behoudens ontheffing van het college. Bij het (ver)laden of lossen van ontplofbare of (licht) ontvlambare stoffen is de schipper, onverminderd zijn verplichting tot naleving van omtrent het vervoer bestaande wetten en besluiten, altijd gehouden de bijzondere voorzorgsmaatregelen te nemen, die hem door of namens het college worden voorgeschreven; b. aan boord van vaartuigen, waarmee ontplofbare stoffen of (licht) ontvlambare stoffen worden vervoerd, te roken anders dan in de woonvertrekken; c. tijdens het laden en lossen van motorbrandstoffen te roken, de motor van een vaartuig te laten draaien of koelapparaten in werking te hebben; d. in de haven (licht) ontvlambare of bij ontvlamming fel brandbare stoffen te smelten, te koken of te warmen.
Hoofdstuk 6
Afval
Artikel 24 1. De schippers zijn verplicht hun huisvuil, vuilnis, afval, afvalstoffen en dergelijke op de door het college te bepalen wijze af te voeren naar de daarvoor aangewezen plaatsen. 2.
De schippers zijn verplicht de door hen veroorzaakte huisvuil, vuilnis, afval, afvalstoffen en dergelijke op te ruimen en de over boord gevallen of geworpen voorwerpen van die aard terstond weer op te vissen, of zo dit niet mogelijk is, hiervan mededeling te doen aan de havenmeester.
Hoofdstuk 7
Gebruik van reddingsmiddelen
Artikel 25 Het is verboden de zich op de wal bevindende reddingsmiddelen te gebruiken, anders dan bij onmiddellijk gevaar voor verdrinking, dan wel voor dadelijk gebruik ongeschikt te maken.
9
Hoofdstuk 8
Toewijzing van een ligplaats
Artikel 26 1. Alvorens een ligplaats in te nemen is de schipper, die geen vaste ligplaats voor zijn vaartuig heeft, verplicht zich te melden bij de havenmeester. 2. De havenmeester is bevoegd aanwijzingen te verstrekken aan schippers, met betrekking tot het verhalen naar en het innemen van een ligplaats. 3. Vaste ligplaatsen worden uitgegeven en aangewezen door het college. De aanwijzing van een ligplaats ontheft de schipper niet van zijn verplichting zich ervan te overtuigen dat de plaats voor zijn vaartuig veilig is. 4. Bij het niet, dan wel niet tijdig voldoen van het verschuldigde havengeld, wordt de gebruiksovereenkomst opgezegd en is de schipper op eerste aanzegging van de havenmeester verplicht zich terstond met zijn vaartuig uit de haven te verwijderen. 5. Ligplaatshouders zijn verplicht om op aangeven van het college hun ligplaats ter beschikking te stellen aan deelnemers van een evenement. 6. Het college bepaalt het maximum aantal zwervende ligplaatshouders in de haven Willemstad. De ligplaatshouder die als gevolg van de aanschaf van een ander vaartuig geen gebruik meer kan maken van zijn vaste ligplaats, krijgt in afwachting van een grotere ligplaats een zwervende ligplaats. Gedurende die wachttijd verplaatst hij zijn vaartuig op instructie van de havenmeester, naar ligplaatsen die wel geschikt zijn voor de grootte van zijn vaartuig. De maximale breedte van het vaartuig, mag de breedte van de box minus 12,5 cm niet overschrijden met uitzondering van die boxen die 2 palen hebben per box. Artikel 27 1. Om in aanmerking te komen voor een vaste ligplaats moet schriftelijk een aanvraag ingediend worden bij het college. Het aanvraagformulier hiervoor is beschikbaar via www.moerdijk.nl en is op te vragen bij de gemeente. 2. Vaste ligplaatsen zijn onderverdeeld in categorieën van vaartuigen, aangeduid als abonnementszones. Deze zijn weergegeven in bijlage 2. In de haven Moerdijk zijn abonnementszones voor werkschepen en vissersschepen, in de haven Willemstad zijn abonnementszones voor pleziervaartuigen, werkschepen en passagiersschepen. 3. Gebied X, weergegeven in bijlage 2, is een abonnementszone voor vis- en bijbootjes. 4. Aanvragen komen alleen in aanmerking voor behandeling, indien volledig ingevuld, ondertekend en betaald. 5. De aanvraag wordt geweigerd, indien: a. het vaartuig waarvoor een vaste ligplaats wordt aangevraagd de maximaal toegestane lengte en de maximaal toegestane breedte − zoals bepaald door het college – overschrijdt; b. het vaartuig waarvoor een vaste ligplaats wordt aangevraagd tot een categorie behoort waar in de haven geen abonnementszone voor bestaat, zoals gesteld in lid 2 en 3 van dit artikel. c. er geen vaste ligplaats in de betreffende abonnementszone beschikbaar is, tenzij het een aanvraag voor een pleziervaartuig betreft in de haven Willemstad en de aanvrager heeft aangegeven op een wachtlijst geplaatst te willen worden. d. het vaartuig niet voldoet aan door het college gestelde criteria; 6. Indien er een vaste ligplaats in de haven vrijkomt: a. wordt een vaartuig geselecteerd op lengte en breedte. Daarbij dienen lengte en breedte van het vaartuig te passen binnen de ligplaats. De maximale breedte van het vaartuig, mag de breedte van de box minus 12,5 cm niet overschrijden met uitzondering van die boxen die 2 palen hebben per box. b. wordt ten eerste bekeken of er een zwervend ligplaatshouder is, waarvan het vaartuig in de vrijkomende ligplaats past; c. vindt toewijzing plaats op grond van de datum waarop een aanvraag is binnengekomen, gerekend vanaf het moment van opzegging van de vorige ligplaatshouder, tenzij er sprake is van een wachtlijst conform het gestelde in artikel 28; d. en er sprake is van een wachtlijst conform het gestelde in artikel 28 vindt toewijzing plaats op basis van de hoeveelheid punten; e. wordt deze, in het geval van een gelijk aantal punten, toegekend op basis van datum van inschrijving. 10
Artikel 28 1. Indien een aanvraag ten behoeve van een vaste ligplaats voor een pleziervaartuig in de haven Willemstad, niet kan worden gehonoreerd vanwege het niet beschikbaar zijn van een passende vaste ligplaats, kan de aanvrager desgewenst ingeschreven worden op een wachtlijst; 2. In het geval er sprake is van een situatie zoals gesteld in lid 1 van dit artikel, waarbij de aanvrager heeft aangegeven ingeschreven te willen worden op de wachtlijst, krijgt hij/zij bij aanvang van deze inschrijving punt(en) toegekend, waarbij geldt dat inschrijvers die op dat moment woonachtig zijn in de gemeente Moerdijk 2 punten krijgen toegekend en alle andere inschrijvers 1 punt. 3. Eén jaar na datum van inschrijving krijgt iedereen die ingeschreven staat op een wachtlijst 1 punt toegekend, mits de jaarlijkse administratiekosten zijn betaald. 4. De aanvrager die een ligplaats krijgt toegekend, wordt automatisch uitgeschreven.
Hoofdstuk 9
Aanvaarding ligplaats
Artikel 29 De schipper is verplicht een geldig verzekeringsbewijs van zijn vaartuig, met lengte- en breedtematen conform de meetbrief, te overleggen.
Artikel 30 1. Voor pleziervaartuigen is bij het aangaan van een gebruiksovereenkomst een jaarabonnement, seizoensabonnement en winterabonnement mogelijk. Voor andere vaartuigen is een jaarabonnement mogelijk indien er voor de betreffende categorie een abonnementszone in de haven bestaat, zoals weergegeven in bijlage 2; 2. De gebruiksovereenkomst die voor één jaar dan wel voor een seizoen geldt, wordt geacht stilzwijgend onder dezelfde voorwaarden en voor dezelfde periode te zijn verlengd, tenzij: a.
de huurovereenkomst is opgezegd conform het bepaalde in artikel 33 van de verordening;
b.
de ligplaatshouder zijn abonnement wijzigt op de wijze als bepaald in lid 4 van dit artikel;
c.
de ligplaatshouder (één van) de gegevens wijzigt genoemd in lid 5 en 6 van dit artikel.
3. Wijziging van het bestaand abonnement is alleen mogelijk: a. met ingang van 1 april en 1 november van een bepaald jaar; b. als dit schriftelijk aan het college wordt medegedeeld minimaal 1 maand voor de ingangsdatum van het nieuwe abonnement. 4. Bij wijziging van adresgegevens, de ligplaats of de naam van het vaartuig kan worden volstaan met het invullen van een wijzigingsovereenkomst, die beschikbaar is via www.moerdijk.nl en is op te vragen bij de gemeente; 5. Bij de aanschaf van een ander vaartuig, is de ligplaatshouder verplicht om een nieuwe gebruiksovereenkomst te tekenen, waarbij de bestaande gebruiksovereenkomst vervalt. 6. Indien een aanvrager in de periode van 1 november van een bepaald jaar tot en met 31 maart van het daaropvolgende jaar een aangeboden ligplaats accepteert is hij verplicht gelijktijdig met deze acceptatie een jaar- of een seizoensabonnement te kiezen, ook al maakt hij nog geen gebruik van zijn ligplaats. 7. Voor het winterabonnement geldt dat dit ieder jaar opnieuw moet worden aangevraagd. a Een ieder die gebruik maakt van elektriciteit in de periode van 1 november van een bepaald jaar tot en met 31 maart van het daarop volgende jaar dient gebruik te maken van een in bruikleengestelde kabel en meter. Hiervoor een is een borgvergoeding verschuldigd. De kabel en meter wordt beschikbaar gesteld door de havenmeester.
11
Artikel 31 In de gebruiksovereenkomst is tevens begrepen de ruimte die nodig is om maximaal één bij het vaartuig behorende bijboot, zeilplank e.d. te stallen, mits daardoor niet meer ruimte wordt ingenomen dan door de gemeente Moerdijk aan desbetreffende ligplaatshouder / passant in gebruik wordt gegeven.
Hoofdstuk 10 Overdracht ligplaats Artikel 32 1. Een ligplaats kan alleen worden overgedragen op schriftelijk verzoek van de ligplaatshouder. 2.
Overdracht van een ligplaats is alleen mogelijk aan familieleden in eerste graad, aan de partner van de ligplaatshouder of aan de mede-eigenaar van het betreffende vaartuig.
Bij overlijden van de ligplaatshouder kan de ligplaats op verzoek worden overgedragen conform het bepaalde in lid 2 van dit artikel.
Hoofdstuk 11 Opzegging ligplaats Artikel 33 1. De ligplaatshouder die zijn ligplaats in de haven wenst op te zeggen, dient schriftelijk een verzoek tot opzegging in te dienen bij het college. 2.
De opzegging van de ligplaats gaat in 2 maanden na de eerste dag van de maand volgend op die waarin het schriftelijk verzoek tot opzegging is ontvangen.
Hoofdstuk 12 Gebruik sanitaire ponton Artikel 34 1. Gebruik van het was-, douche- en toiletgelegenheden zijn opgenomen in het havengeld 2. Het gebruik van wasmachine (inclusief wasmiddel) en wasdroger is mogelijk door middel van munten welke beschikbaar zijn tegen betaling bij de havenmeester.
Hoofdstuk 13 Bijzondere bepalingen Artikel 35 De ligplaatshouder / passant is jegens de gemeente Moerdijk aansprakelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een tekortkoming die is toe te rekenen aan hemzelf, aan zijn gezinsleden, aan personeelsleden dan wel aan genodigden van de ligplaatshouder / passant. Artikel 36 Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in de verordening. Artikel 37 Het college kan het bepaalde in de verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voorzover toepassing gelet op het belang van een goed beheer van de haven leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard. Artikel 38 Overtreding van enige bepaling van de verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie.
12
Hoofdstuk 14 Toezicht en opsporing Artikel 39 Onverminderd het bepaalde in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering is de havenmeester belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de verordening.
Artikel 40 Inwerkingtreding 1. De verordening treedt in werking op 1 januari 2012. 2. De verordening wordt met inachtneming van de bepalingen in de Gemeentewet bekendgemaakt in huis aan huis blad de Moerdijkse Bode. 3. De Havengebruiksverordening gemeente Moerdijk 2009 wordt ingetrokken.
Artikel 41 Citeertitel De verordening wordt aangehaald als “Havengebruiksverordening gemeente Moerdijk”. Vastgesteld in de vergadering van de raad d.d. 15 december 2011, de griffier,
de voorzitter,
J.A.M. Hereijgers
J.P.M. Klijs
13
BIJLAGE 1 LOCATIEAANDUIDING Behoort Moerdijk 2009”
bij
de
“Havengebruiksverordening
gemeente
Haven Willemstad
14
Haven Moerdijk
15
BIJLAGE 2 ABONNEMENTSZONES gemeente Moerdijk 2009”
Behoort bij de “Havengebruiksverordening
Haven Willemstad
Haven Moerdijk
16