RAADSVOORSTEL
Verseon kenmerk: 397623
Raadsvergadering van 25 april 2013
Agendanummer: 10.3
Onderwerp: Verordening Moerdijks Restauratie Fonds. Verantwoordelijk portefeuillehouder: L. Koevoets GEVRAAGD BESLUIT 1. Vaststellen van de verordening Moerdijks Restauratie Fonds gemeente Moerdijk, waarin wordt bepaald dat: • leningen tegen lage rente beschikbaar zijn voor de instandhouding van gemeentelijke monumenten; • alleen eigenaren van gemeentelijke monumenten in aanmerking komen; • de lening voor woonhuismonumenten tussen de € 10.000,-- en € 25.000,-- bedraagt; • de lening voor bijzondere objecten, zoals (voormalige) kerken, kloosters, boerderijen, molens e.d., tussen de € 10.000,-- en € 50.000,-- bedraagt. SAMENVATTING De gemeente Moerdijk heeft 29 gemeentelijke monumenten aangewezen. Het is in het algemeen belang om deze monumenten in goede staat te krijgen en te houden, zodat lokaal cultureel erfgoed behouden kan blijven voor toekomstige generaties. De eigenaar van het monument heeft hiervoor de eerste verantwoordelijkheid. Hoe kunnen we hen op een duurzame manier tegemoet komen? Uw raad heeft op 15 december 2011 besloten om de vorm te kiezen van een “revolving fund” en hiervoor de financiële middelen beschikbaar gesteld. Door middel van een Verordening Moerdijks Restauratie Fonds worden de voorwaarden van de laagrentende leningen vastgelegd. INLEIDING Eind 2012, begin 2013 zijn de eerste 29 gemeentelijke monumenten in de gemeente Moerdijk aangewezen. Hiermee is een eerste stap gezet om lokaal cultureel erfgoed te behouden voor toekomstige generaties. Van de eigenaren van deze monumenten wordt verwacht dat zij zorgvuldig omgaan met het aangewezen monument. Om hen op een duurzame manier te ondersteunen kan een Moerdijks Restauratie Fonds worden opgericht. Er moet nu nog worden bepaald, welke voorwaarden aan het fonds worden verbonden in de vorm van een verordening. BEOOGD MAATSCHAPPELIJK RESULTAAT Het in goede staat houden en krijgen van gemeentelijke monumenten. KADER Op 15 december 2011 heeft uw raad de richtinggevende notitie “Uitgangspunten en randvoorwaarden Monumentenbeleid” vastgesteld. Uw raad heeft besloten om een zogenaamd “revolving fund” in te stellen, een gemeentelijk fonds waaruit leningen kunnen worden verstrekt voor het instandhouden van gemeentelijke monumenten. Er is besloten om een bedrag van € 300.000,-- onder te brengen in een Moerdijks Restauratie Fonds. Dit brengt een geraamde rentelast met zich mee van € 15.000,-- tegen 5% rente. Deze kosten zijn vanaf 2012 in de meerjarenbegroting meegenomen. Daarnaast is bepaald dat het fonds wordt ondergebracht bij het Nationaal Restauratie Fonds (NRF). Het NRF heeft ervaring met de uitvoering van monumentenfondsen, zowel van het rijk, provincies als gemeenten. 1
ARGUMENTEN Alleen instandhouding De leningen die uit het Moerdijks Restauratie Fonds worden verstrekt zijn bedoeld voor het instandhouden van gemeentelijke monumenten. Dat betekent dat het restaureren van (verdwenen) cultuurhistorische waarden niet wordt gefinancierd. Dit sluit aan bij rijksbeleid dat zich sinds 1 februari 2006 uitsluitend richt op het planmatig instandhouden van een monument. Alleen voor eigenaren van een gemeentelijk monument In de gemeente Moerdijk zijn meer dan honderd Rijksmonumenten aangewezen. Hiervoor zijn lande1 lijk financieringsmogelijkheden zoals de zogenaamde Brim-regeling. Eigenaren van gemeentelijke monumenten zijn aangewezen op lokale regelingen. Daarom ligt het voor de hand om het Moerdijks Restauratie Fonds uitsluitend te richten op de eigenaren gemeentelijke monumenten. Gebruikers van het monument (bijvoorbeeld huurders) worden in de voorgestelde verordening uitgesloten. Een gebruiker kan alleen via de eigenaar een lening aanvragen. De reden hiervoor is dat de eigenaar zicht moet houden op leningen die worden aangevraagd. Voor hetzelfde onderdeel (bijvoorbeeld het dak) kan namelijk maar één keer in de 15 jaar een lening worden toegekend. Samenwerking Stichting Nationaal Restauratiefonds De Stichting Nationaal Restauratiefonds (NRF) heeft een ruime ervaring op het gebied van (rijks- en gemeentelijke) monumentenzorg. Deze organisatie heeft de faciliteiten en expertise in huis voor het opzetten en in werking houden van een revolverend fonds. Deze faciliteiten zijn gericht op zowel de gemeente (begeleiding en financiële administratie) als de aanvrager (het verstrekken van financieringen op basis van de door de gemeente vastgestelde subsidiabele kosten). De samenwerking tussen de gemeente Moerdijk en het NRF wordt minimaal één keer per twee jaar geëvalueerd. Daarin komen ondermeer de financieringsproducten, diensten en de daarvoor verrichte voorlichting aan bod. Minimale en maximale hoogte van de lening Er is een minimum bedrag van de lening (€ 10.000,--) omdat de kosten om de lening te beheren niet te hoog mogen zijn ten opzichte van de lening zelf. Om ervoor te zorgen dat het fonds niet te snel uitgeput raakt geeft de verordening daarnaast maximumbedragen aan. Dit maximum verschilt per soort monument. Voor de grotere monumenten, waarvan de instandhouding duurder is, kan een bedrag van maximaal € 50.000,-- worden geleend. Voor de kleine(re) woonhuismonumenten kan maximaal € 25.000,-- worden geleend. Eigenaren tegemoet komen Een nadeel van de voorgestelde regeling is dat er alleen leningen mogelijk zijn. Niet iedere eigenaar heeft een lening nodig en zo heeft niet de hele doelgroep even veel baat bij het fonds. Het alternatief is om toch een bepaalde vorm van subsidie in te voeren, bijvoorbeeld het niet in rekening brengen van legeskosten voor een omgevingsvergunning. Dit is alleen geen duurzame oplossing en gaat structureel geld kosten. Het gaat ten koste van eigenaren die wel goed gebruik kunnen maken van een laagrentende lening. MAATSCHAPPELIJK DRAAGVLAK Draagvlak is vooral nodig bij eigenaren van gemeentelijke monumenten, want daarop is het fonds geheel gericht. Eigenaren zouden idealiter willen zien dat de gemeente Moerdijk hen tegemoet komt in de vorm van subsidie. Ook zouden eigenaren waarschijnlijk graag zien dat de gemeente meer geld beschikbaar stelt. Er is aan de andere kant wel begrip voor dat een subsidieregeling geen financieel duurzame oplossing is. Er is ook steeds naar eigenaren gecommuniceerd dat de gemeente Moerdijk om die reden kiest voor het verstrekken van laagrentende leningen. FINANCIËN Met het besluit van 15 december 2011 is besloten om een gemeentefonds van € 300.000,-- in te stellen voor het financieren van laagrentende leningen voor de instandhouding van gemeentelijke monumenten. Met het instellen van een gemeentefonds van € 300.000,-- is een geraamde rentelast ge1
Een regeling voor de instandhouding van Rijksmonumenten. Er worden zowel leningen als subsidies verleend. 2
moeid van € 15.000,-- tegen van 5% rente. Deze kosten zijn vanaf 2012 in de meerjarenbegroting opgenomen. Over deze kosten is al een besluit genomen, alleen de voorwaarden waaronder leningen kunnen worden verstrekt moeten nog in een verordening worden vastgelegd. Risico Wanneer er bij de monumenteigenaar sprake is van betalingsproblemen of een faillissement kan de aflossing van de lening worden vertraagd en in het uiterste geval niet meer worden afgelost. Dit is een financieel risico voor de gemeente en niet het risico van het Nationaal Restauratiefonds. Het Nationaal Restauratiefonds stelt wel alles in het werk om zorg te dragen voor tijdige betaling van rente en aflossing. Beheerskosten Nationaal Restauratiefonds Na verstrekking van de hypothecaire lening beheert het Nationaal Restauratiefonds de verstrekte leningen. Ter dekking van de kosten voor het aanbieden en beheren van de lening en administreren van de rekening-courant voor het Moerdijks Restauratie Fonds, brengt het NRF klantprovisies en een beheervergoeding in rekening van 0,5% per jaar (exclusief omzetbelasting indien en voor zover van toepassing). Dit wordt berekend over het totaalbedrag dat de eigenaar verschuldigd is per 31 december van het betreffende kalenderjaar. Deze beheersvergoeding wordt gedekt uit het fonds zelf en brengt dus geen extra lasten op de begroting met zich mee. Anderzijds vergoedt het NRF creditrente aan de gemeente over het positieve saldo van de rekeningcourant. Deze creditrente is gebaseerd op het tarief van de N.V. Bank Nederlandse Gemeenten voor 1-maands depositogeld verminderd met 1%. COMMUNICATIE De doelgroep van de regeling zijn de eigenaren van 29 gemeentelijke monumenten. Zij worden schriftelijk op de hoogte gesteld van het Moerdijks Restauratie Fonds en de manier waarop zij er gebruik van kunnen maken. REALISATIE • De verordening Moerdijks Restauratie Fonds gemeente Moerdijk wordt gepubliceerd. • Er zal een deelnemingsovereenkomst met het NRF worden gesloten en het budget van € 300.000,-- wordt ondergebracht bij het NRF op een speciaal te openen gemeenterekening. • De afdeling Vergunningen & Handhaving moet worden ingericht om aanvragen voor een laagrentende lening uit het Moerdijks Restauratie Fonds te kunnen behandelen. Hiervoor is jaarlijks 25 uur extra ambtelijke capaciteit nodig. • Nadat de verordening in werking is getreden kunnen de eigenaren van gemeentelijk monumenten in aanmerking komen voor een laagrentende lening van de gemeente Moerdijk. • Na twee jaar zal het Moerdijks Restauratie Fonds worden geëvalueerd. Door middel van een Raadsinformatiebrief worden de raadsleden op de hoogte gesteld van de evaluatie. BIJLAGEN • Verordening Moerdijks Restauratie Fonds gemeente Moerdijk • Toelichting op de verordening Mocht u vragen hebben over dit voorstel, kunt u contact opnemen met de griffier via telefoonnummer 14 0168. Zevenbergen, 12 maart 2013, Burgemeester en wethouders van de gemeente Moerdijk, de gemeentesecretaris de burgemeester
Drs. A.E.B. Kandel
J.P.M. Klijs
3
De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 25 april 2013, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 maart 2013,
overwegende dat; -
Het Moerdijks Restauratie Fonds eigenaren tegemoet komt bij de instandhouding van monumenten;
-
Het in het algemeen belang is om gemeentelijke monumenten in goede staat te krijgen en te houden;
-
Een “revolving fund” een duurzame wijze van financieren is;
gelet op artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet,
BESLUIT
vast te stellen de volgende verordening: Verordening Moerdijks Restauratie Fonds GEMEENTE MOERDIJK
Artikel 1. Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. verordening: Verordening Moerdijks Restauratie Fonds (MRF) gemeente Moerdijk; b. gemeentelijk monument: een object dat is opgenomen in het gemeentelijk monumentenregister zoals bedoeld in artikel 1 van de Erfgoedverordening gemeente Moerdijk; c. instandhouden: het treffen van voorzieningen tot het opheffen van (bouwtechnische) gebreken die noodzakelijk zijn voor de instandhouding van de cultuurhistorische waarde van het gemeentelijk monument en die het normale onderhoud te boven gaan; d. kosten van voorzieningen: de begroting en door het college goedgekeurde kosten van: 1. de aanneemsom; 2. de risicoverrekening van loon- en materiaalprijsstijgingen; 3. de kosten van de architect overeenkomstig de SR 1997 en van de constructeur overeenkomstig de DNR 2005, voor zover de inschakeling hiervan noodzakelijk is; 4. kosten van de aanvraag om een omgevingsvergunning (leges); 5. de verschuldigde BTW, voor zover deze niet kan worden verrekend; 6. kosten van een bouwhistorische opname of onderzoek, gericht op de instandhouding; 7. een reservering voor noodzakelijk meerwerk dat ten tijde van de begroting van de hierboven genoemde kosten redelijkerwijs niet was te voorzien, tot een maximum van 5% van de aanneemsom; 8. de kosten voor het afsluiten van de lening uit het Moerdijks Restauratie Fonds (MRF) gemeente Moerdijk; e. Moerdijks Restauratie Fonds (MRF) gemeente Moerdijk: het fonds van de gemeente Moerdijk bij het Nationaal Restauratie Fonds (Restauratiefonds) waaruit laagrentende leningen worden verstrekt ten behoeve van de instandhouding van gemeentelijke monumenten als bedoeld in lid b van dit artikel; f. lening: lening waarbij een hypothecaire zekerheid wordt gevestigd; g. eigenaar: een natuurlijke of rechtspersoon die op het object waarop de aanvraag om financiering betrekking heeft, een zakelijk recht heeft in de zin van: 4
1. het eigendom; 2. het recht van erfpacht; 3. een appartementsrecht; 4. een deelneming- of lidmaatschaprecht op gebruik van een woning; h. Woonhuismonument: object dat op de gemeentelijke lijst van monumenten is geplaatst en in oorsprong is vervaardigd voor bewoning of thans voor bewoning in gebruik is, met dien verstande dat niet als woonhuizen worden aangemerkt: gebouwen die deel uitmaken van een geregistreerd museum, kerkgebouwen, kloosters, gemeentehuizen, schoolgebouwen, het hoofdhuis van buitenplaatsen, landhuizen, gebouwen van liefdadigheid, molens, gemalen, agrarische gebouwen en watertorens; i. Bijzonder object: object dat op de gemeentelijke lijst van monumenten is geplaatst en in oorsprong is vervaardigd voor andere doeleinden dan bewoning. Bijvoorbeeld gebouwen die deel uitmaken van een geregistreerd museum, kerkgebouwen, kloosters, gemeentehuizen, schoolgebouwen, het hoofdhuis van buitenplaatsen, landhuizen, gebouwen van liefdadigheid, molens, gemalen, agrarische gebouwen en watertorens; j. verstrekken van een lening (toekenningsbeschikking): het besluit van het college dat aan de eigenaar van een gemeentelijk monument onder voorwaarden een lening wordt toegekend in de kosten van voorzieningen als bedoeld onder lid d van dit artikel; k. vaststellen van de lening (vaststellingsbeschikking): het besluit van het college waarbij de hoogte van de lening definitief wordt vastgesteld; l. Nationaal Restauratiefonds: de Stichting Nationaal Restauratiefonds (Restauratiefonds), gevestigd te Hoevelaken; m. het college: het college van burgemeester en wethouders van gemeente Moerdijk. Artikel 2. Doel van de lening Het doel van de lening op basis van deze verordening is eigenaren van een gemeentelijk monument, zoals bedoeld in deze verordening, een lening te verstrekken voor de kosten die gemoeid zijn met voorzieningen in het kader van de instandhouding van gemeentelijke monumenten. Het pand waarvoor de lening wordt verstrekt, wordt hypothecair belast tot de hoogte van de lening. Artikel 3. Doelgroep Op de lening uit het Moerdijks Restauratie Fonds gemeente Moerdijk ten behoeve van de instandhouding van gemeentelijke monumenten kan een beroep gedaan worden door: natuurlijke personen, stichtingen of andere privaatrechtelijke rechtspersonen zonder winstoogmerk, die eigenaar zijn van een gemeentelijk monument en zich het behoud van (het) gemeentelijke monument(en) ten doel stellen. Artikel 4. Vaststelling en reservering van het budget Uit de gemeenterekening Moerdijks Restauratie Fonds gemeente Moerdijk kunnen slechts leningen worden verstrekt tot maximaal het door de gemeenteraad beschikbaar gestelde budget ten behoeve van de financiering in het kader van de instandhouding van gemeentelijke monumenten. Artikel 5. Grondslag van de lening De lening wordt verstrekt voor een instandhoudingproject op grond van door het college vastgestelde kosten. Artikel 6. Algemene bepalingen De hoogte van de lening wordt vastgesteld op basis van een gespecificeerde kostenbegroting van de uit te voeren werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor het treffen van voorzieningen voor de instandhouding van het gemeentelijk monument. De begroting dient tenminste gespecificeerd te zijn in hoeveelheden, materialen, arbeidsuren, kosten van onderaannemers en bijkomende kosten zoals architectenkosten, overige adviseurs, leges- en verzekeringskosten. De aanvrager is verplicht om het college wijzigingen te melden die relevant zijn voor het toekennen van leningen.
5
Artikel 7. Hoogte van de lening De lening uit het Moerdijks Restauratie Fonds gemeente Moerdijk bedraagt maximaal 100% van de goedgekeurde kosten van voorzieningen. Artikel 8. Grondslag en werkingsfeer 1. Op grond van deze verordening kan het college een lening verstrekken voor de kosten van het treffen van voorzieningen aan het casco en exterieur ten behoeve van de instandhouding van een gemeentelijk monument. 2. De lening wordt berekend over de kosten van voorzieningen met uitzondering van de kosten waarvoor op grond van enige andere – door het college te bepalen – regeling een subsidie of lening in de kosten van voorzieningen kan worden verkregen. 3. Ingeval van brandschade, stormschade et cetera worden de kosten berekend aan de hand van de kosten van te treffen voorzieningen minus de bij voldoende dekking uit te keren verzekeringspenningen. 4. De vastgestelde lening wordt verstrekt aan de eigenaar van het gemeentelijk monument waaraan de voorzieningen worden getroffen. 5. Om voor een lening in aanmerking te komen dienen de kosten voor het treffen van voorzieningen aan een woonhuismonument of bijzonder object tenminste € 10.000,-- te bedragen. 6. De voor financiering in aanmerking komende kosten voor het treffen van voorzieningen aan een woonhuismonument bedragen maximaal € 25.000,--. Kosten die dit bedrag te boven gaan komen niet in aanmerking voor een lening. 7. De voor financiering in aanmerking komende kosten voor het treffen van voorzieningen aan een bijzonder object bedragen maximaal € 50.000,--. Kosten die dit bedrag te boven gaan komen niet in aanmerking voor een lening. 8. De lening wordt verstrekt tegen een rente die 5 procentpunt ligt onder de door de Nationaal Restauratiefonds (Restauratiefonds) gehanteerde marktrente, met een minimum van 1,5%. Het pand waarvoor de lening wordt verstrekt, wordt hypothecair belast tot de hoogte van de lening. De aflossingstermijn is maximaal 30 jaar. Artikel 9. Bepaling voor restaurerende instellingen In afwijking van artikel 8 lid 8 kan op verzoek van een restaurerende instelling een lening worden verstrekt waarbij de (hypothecaire) zekerstelling niet op het te restaureren pand berust, maar op de waarde van het totale eigen bezit. Artikel 10. Tussentijdse vervreemding Indien de eigenaar van het monument binnen de looptijd van de lening uit het Moerdijks Restauratie Fonds gemeente Moerdijk besluit het pand te vervreemden, wordt de lening beëindigd en dient de eigenaar het restant van de schuld uiterlijk bij de overdracht aan de koper terug te storten in het Moerdijks Restauratie Fonds gemeente Moerdijk. Artikel 11. Aanvraag en beschikking Op een ontvankelijke aanvraag wordt door het college spoedig, doch uiterlijk binnen 8 weken na ontvangst van een advies van het Nationaal Restauratiefonds (Restauratiefonds) beslist in de vorm van een toekenningsbeschikking. Artikel 12. Weigeringsgronden 1. Het college verstrekt geen lening indien: a. het totale door de gemeenteraad beschikbaar gestelde maximale budget, genoemd in artikel 4 van deze verordening, is bereikt b. met het treffen van voorzieningen het belang van de monumentenzorg niet of onvoldoende wordt gediend; c. de kosten van voorzieningen niet in redelijke verhouding staan tot het te bereiken resultaat; d. met het treffen van voorzieningen is begonnen voordat de aanvrager een beschikking inhoudende de toezegging van de lening (toekenningsbeschikking) heeft ontvangen; e. voor de betreffende voorzieningen binnen een termijn van vijftien jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag wordt ingediend eerder een subsidie of een lening is verstrekt; f. voor de te treffen voorzieningen een omgevingsvergunning is vereist en deze (nog) niet is verleend. 2. Het college kan een lening weigeren in het geval van een negatief advies van het Nationaal Restauratiefonds (Restauratiefonds).
6
Artikel 13. Bijzondere voorwaarden De lening wordt verstrekt onder voorwaarde dat: a. het werk wordt aanbesteed overeenkomstig door het college te stellen eisen; b. de aanvang van het werk tenminste twee weken van te voren wordt gemeld bij het college; c. met de uitvoering van werkzaamheden is begonnen binnen 26 weken na de datum van verzending van de toekenningsbeschikking; d. binnen 130 weken na de toekenningsbeschikking de werkzaamheden zijn voltooid en de gereedmelding zoals bedoeld in artikel 15 is ingediend; e. aan de door het college met controle belaste personen: 1. toegang wordt verleend tot het monument waarvoor de lening is verstrekt; 2. inzage wordt verleend in de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende gegevens. Artikel 14. Onderhoudsvoorwaarden 1. Een lening wordt verstrekt onder de voorwaarde dat de eigenaar gedurende de looptijd van de lening het gemeentelijk monument in goede staat zal houden. 2. Bij het beëindigen van de lening, ook bij tussentijdse vervreemding, kan het college een bouwkundig inspectierapport eisen in verband met de voorwaarde genoemd in het eerste lid. Het rapport wordt opgesteld door een naar het oordeel van het college deskundige organisatie. De eigenaar kan worden verplicht om de in het rapport geconstateerde bouwkundige gebreken te herstellen. Het college kan een termijn stellen waarbinnen deze gebreken dienen te zijn hersteld. 3. De eigenaar is verplicht het object waarvoor een lening is verstrekt voldoende te verzekeren. 4. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden is een CAR-verzekering verplicht. Artikel 15. Vaststelling van de lening 1. Vaststelling van de lening vindt plaats nadat: a. de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden bij het college gereed zijn gemeld, gecontroleerd en akkoord bevonden; b. een overzicht is overlegd van alle kosten voor het treffen van voorzieningen en de daarop betrekking hebbende bijkomende kosten; c. een overzicht is overlegd van eventueel meer- en minderwerk. 2. De hoogte van de vast te stellen lening wordt berekend op basis van de bij de toekenning aanvaarde kosten van voorzieningen of de werkelijke kosten van de voorzieningen als deze lager dan wel hoger zijn, met inachtneming van het bepaalde ten aanzien van meerwerk. 3. De gereedmelding als bedoeld in het eerste lid bevat: a. een volledig ingevuld gereedmeldingsformulier; b. een kostenoverzicht; c. alle originele rekeningen en originele betalingsbewijzen met betrekking tot de werkzaamheden. 4. Het college kan ermee instemmen dat de aanvrager in plaats van rekeningen en betalingsbewijzen een verklaring van een registeraccountant overlegt waaruit blijkt dat het overgelegde kostenoverzicht juist en volledig is. Artikel 16. Intrekking van de lening 1. In geval van niet naleving van één van de voorwaarden als bedoeld in deze verordening kan het college al naar gelang de ernst van de overtreding: a. een besluit tot verstrekking en/of vaststelling van de lening geheel of gedeeltelijk intrekken of het Nationaal Restauratiefonds niet geheel tot uitbetaling laten overgaan; b. een reeds aangegane lening geheel of gedeeltelijk door het Nationaal Restauratiefonds laten intrekken. 2. In het geval de niet naleving van de voorwaarden als bedoeld in deze verordening de eigenaar niet verwijtbaar is, kan het college besluiten de in het eerste lid genoemde sancties geheel of gedeeltelijk niet te treffen. Artikel 17. Hardheidsclausule en slotbepalingen 1. Het college kan in het belang van de monumentenzorg afwijken van de bepalingen in deze verordening. 2. Deze verordening treedt in werking de dag na publicatie. 3. De verordening wordt met inachtneming van de bepalingen in de Gemeentewet bekend gemaakt in huis aan huis blad de Moerdijkse Bode.
7
Artikel 18. Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als Verordening Moerdijks Restauratie Fonds gemeente Moerdijk.
Vastgesteld in de vergadering van de raad d.d. 25 april 2013, de griffier, de voorzitter,
H.D. Tiekstra
J.P.M. Klijs
8
Toelichting op de Verordening Moerdijks Restauratie Fonds gemeente Moerdijk Toelichting artikel 1 De verordening is gericht op de instandhouding van gemeentelijke monumenten. Werkzaamheden die in zelfwerkzaamheid worden uitgevoerd komen in het kader van deze verordening niet voor financiering in aanmerking. Extra kosten die bij de uitvoering worden gemaakt voor het treffen van milieuvriendelijke voorzieningen om het gemeentelijk monument in stand te houden worden, binnen door burgemeester en wethouders te bepalen grenzen, betrokken bij de kosten van voorzieningen als bedoeld in artikel 1 lid d van deze verordening. De reservering als bedoeld in artikel 1, lid d, sub 7 dient als stelpost die eventueel tijdens het treffen van voorzieningen wordt ingevuld als gevolg van onvoorzien meerwerk. Deze invulling vindt plaats na overleg met de afdeling Vergunningen & Handhaving van de gemeente Moerdijk. Toelichting artikel 7 Op grond van dit artikel is het mogelijk 100% van de zogenaamde goedgekeurde kosten (de goedgekeurde kosten van voorzieningen) laagrentend uit het Moerdijks Restauratiefonds gemeente Moerdijk te financieren. Op verzoek van de aanvrager is het mogelijk ook een lening af te sluiten voor een deel van de van de totale goedgekeurde kosten. Het minimum bedrag en het maximum bedrag zijn in artikel 8 lid 5, 6 en 7 genoemd. De definitieve goedkeuring van de kosten (vaststellingsbeschikking) vindt na uitvoering en gereedmelding van de werkzaamheden plaats, bij de vaststelling van de lening op basis van artikel 15. Toelichting artikel 8 Op basis van het eerste lid is het mogelijk financiële ondersteuning te verkrijgen voor het treffen van voorzieningen aan het casco en aan bijzondere exterieure monumentale onderdelen, mits hiervoor voldoende middelen beschikbaar zijn. Het maximale plafond van de regeling wordt door de gemeenteraad vastgesteld (zie artikel 4). Onder casco – zijnde een zelfstandige bouwkundige eenheid – wordt in ieder geval verstaan de bouwkundige hoofdstructuur bestaande uit gevels, bouwmuren, balklagen, kappen (inclusief goten en hemelwaterafvoeren), kelders, monumentale kappen of restanten daarvan. De voor financiering in aanmerking komende kosten van voorzieningen, exclusief het interieur, worden bepaald overeenkomstig de richtlijnen van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Hieronder vallen in ieder geval ook de volgende voorzieningen: a. herstellen of vervangen van het afwateringsysteem ten behoeve van hemelwaterafvoer; b. herstellen of aanbrengen van een bliksembeveiliging; c. het aanbrengen van voorzieningen die nodig zijn voor een periodieke inspectie van het monument. In het tweede lid wordt dubbele subsidiëring of leningverstrekking voor voorzieningen aan het casco voorkomen, bijvoorbeeld een lening uit het Provinciaal Cultuurfonds voor Monumenten en beeldbepalende panden in de provincie Noord-Brabant. Leningen en subsidies kunnen wel worden gecombineerd, maar niet worden ‘gestapeld’, dat wil zeggen: niet voor dezelfde kosten van voorzieningen worden verstrekt. Ten aanzien van het derde lid wordt ervan uitgegaan dat een eigenaar van een object dit voldoende heeft verzekerd. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden is bovendien een zogenaamde CARverzekering vereist (zie artikel 14, lid 4). Als de monumentale waarde te zeer is aangetast, dan zal in de regel herbouw niet meer aan de orde zijn. Naar analogie van het beleid voor rijksmonumenten wordt het monument dan als verloren beschouwd. In het vierde lid is de eigendomsituatie op het moment van de vaststelling van de lening bepalend. De lening wordt vastgesteld in de definitieve beschikking (artikel 15) van deze verordening. Als de kosten lager uitvallen dan in de eerdere beschikking (de in genoemde artikel 11 toekenningsbeschikking), dan zijn de werkelijk gemaakte kosten bepalend. Meerwerk dat de in de kosten van voorzieningen genoemde 5% (artikel 1, lid d, sub 7) overstijgt, zal slechts in uitzonderingsgevallen worden verrekend. Met het vijfde lid wordt aangegeven dat om voor een lening in aanmerking te komen de kosten voor het treffen van voorzieningen aan een woonhuismonument of een bijzonder object minimaal 9
€ 10.000,-- dienen te bedragen; dit is tevens het minimum van een lening uit het Moerdijks Restauratie Fonds gemeente Moerdijk. Met het zesde en zevende lid wordt aangegeven dat het maximum bedrag aan goedgekeurde kosten waarvoor een lening kan worden toegekend, voor een woonhuismonument € 25.000,-- bedraagt en voor een bijzonder object € 50.000,--. Bij splitsing in (woon)eenheden geldt een berekening van het maximum naar rato van het vloeroppervlak. In het achtste lid staat een van de belangrijkste condities van de verordening betreft het aanbieden van een lening tegen een lager rentetarief dan de geldende marktrente die het Nationaal Restauratiefonds hanteert. Het minimum bedraagt echter 1,5%. De genoemde bedragen zijn, indien van toepassing, inclusief verschuldigde BTW (zie ook artikel 1, lid d, sub 5). De looptijd van de lening is afhankelijk van de hoogte van de lening; zie hiervoor het uitvoeringsreglement van het Moerdijks Restauratie Fonds gemeente Moerdijk dat onderdeel uitmaakt van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente Moerdijk en het Nationaal Restauratiefonds inzake het Moerdijks Restauratie Fonds gemeente Moerdijk. Toelichting Artikel 9 Een restaurerende instelling is een rechtspersoon die als zodanig door het college is aangemerkt en op grond van haar statuten het zonder winstoogmerk restaureren van monumenten als doelstelling heeft. Een dergelijke instelling is als eigenaar-verhuurder fiscaal vrijgesteld. De restaurerende instellingen geven er soms de voorkeur aan een lening met borgstelling op een ander deel van het bezit dan het te restaureren object. Met dit artikel wordt die uitzondering op de normale regeling mogelijk gemaakt. Toelichting Artikel 10 In geval van een voorgenomen eigendomsoverdracht, wordt met de eigenaar de lening of het opgenomen deel daarvan af te lossen. De lening is niet overdraagbaar op de koper van het pand/ object. Toelichting Artikel 11 De beslistermijn is geregeld in afdeling 4.1.3 van de Algemene Wet van bestuursrecht. De in de wet genoemde termijn gaat pas in nadat het Nationaal Restauratiefonds een advies heeft afgegeven. In de regel zal het verstrekken van een lening voor de financiering van de te treffen voorzieningen ook voor bedrijven mogelijk zijn, gelet op het openbare belang van de instandhouding van het gebouwde erfgoed. De eigenaar dient een aanvraag om een lening op een daarvoor beschikbaar gesteld formulier in te dienen bij Burgemeester en Wethouders. Het volledig ingevulde en ondertekende formulier dient in ieder geval vergezeld te gaan van de op het formulier vermelde gegevens en verplichte bijlagen. Indien hieraan niet wordt voldaan stellen Burgemeester en Wethouders de aanvrager eenmalig in de gelegenheid de door hem aan te leveren ontbrekende gegevens alsnog te verstrekken. Indien de ingediende gegevens – ook na een verzoek om aanvulling van ontbrekende gegevens – onvoldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag, kunnen Burgemeester en Wethouders besluiten de aanvraag niet ontvankelijk te verklaren (niet in behandeling te nemen). In het geval van een positieve beschikking op de aanvraag volgt een toekenningsbeschikking. Bij een negatieve beslissing volgt een afwijzende beschikking. De definitieve beschikking is de vaststellingsbeschikking die wordt afgegeven na afloop van de uitvoering en de gereedmelding van het werk (zie artikel 15). Een gedetailleerde beschrijving van de volledige procedure is opgenomen in het uitvoeringsreglement van het Moerdijks Restauratie Fonds gemeente Moerdijk dat onderdeel uitmaakt van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente Moerdijk en het Nationaal Restauratiefonds inzake het Moerdijks Restauratie Fonds gemeente Moerdijk. Toelichting Artikel 12 De bepaling onder lid 1c is opgenomen om de bouwtechnische kwaliteit van de in stand te houden onderdelen vooraf vast te kunnen stellen ten behoeve van de bepaling van de kosten van voorzieningen. Een omgevingsvergunning op grond van de Erfgoedverordening gemeente Moerdijk is vereist, dan wel een verklaring van het college dat een vergunning – gelet op de aard van de werkzaamheden – niet is vereist. Het Nationaal Restauratiefonds (Restauratiefonds) adviseert over alle aanvragen om een lening door toetsing van de inkomens- en vermogenspositie van de aanvrager in relatie tot het aangevraagde bedrag.
10
Toelichting Artikel 13 Het college kan de eis stellen dat aanbesteding plaats vindt volgens het Uniform Aanbestedingsreglement (UAR 2001). De termijn van 130 weken in artikel 13, lid d, is gelet op de aard van een project vastgesteld. Gemeente Moerdijk, afdeling Vergunningen en Handhaving dient te worden betrokken bij de uitvoering van de voorwaarden waaronder een lening wordt verstrekt. Hier dient ook de aanvang van het werk te worden gemeld. Toelichting Artikel 14 Het college kan bij het verstrekken van een lening verplichtingen opleggen die strekken tot verwezenlijking van het doel van de lening. Het doel is in dit geval het in stand houden van het bereikte kwaliteitsniveau van het monument na het treffen van voorzieningen gedurende de looptijd van de lening. Aan de overtreding van deze voorwaarde kan het college op grond van artikel 16 van deze verordening sancties verbinden. Als deskundige organisatie voor het opstellen van een inspectierapport wordt in ieder geval de Stichting Monumentenwacht Noord-Brabant aangemerkt.
11