Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede, Programma Maatschappelijke Investeringen
WPA
Raadscommissieverslag, 8 september 2011
DEFINITIEF VERSLAG Openbare vergadering van de Raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede, Programma Maatschappelijke Investeringen 8 september 2011 van 09.00 uur tot 12.30 uur (zaal 0239) in het stadhuis Vergaderdatum Verslag vast te stellen[29 september 2011] op: Vergadering
Voorzitter: de heer Verbeet Portefeuillehouders: mevrouw Van Es en de heer Ossel Commissiegriffier: de heer Willems Verslaglegging: mevrouw Vernooij (Notuleerservice Nederland) Aanwezige commissieleden: mevrouw Akel (PvdA), de heer Van Dalen (VVD), de heer Hoek (GrLi), mevrouw Van der Pligt (SP), mevrouw Roosma (GrLi), mevrouw Shahsavari-Jansen (CDA), mevrouw De Soete (D66), de heer Treumann (RA), de heer Ünver (PvdA) en de heer Van ’t Wout (VVD) Afwezige commissieleden: de heer Boomsma (CDA), de heer Bouwmeester (D66), de heer Van Buuren (RA), de heer Donker (Trots), de heer Engels (Trots), de heer Evans-Knaup (RA), de heer Flos (VVD), de heer Hogendorp (Trots), de heer Kreiken (D66), de heer Van Lammeren (PvdD), de heer Paternotte (D66), mevrouw Ulichki (GrLi) en mevrouw Van der Velde (Trots) Overige aanwezigen: de heer Van de Pol (ombudsman)
Procedureel deel 1. Opening procedureel gedeelte De VOORZITTER opent de vergadering om 09.00 uur. 2. Huishoudelijke mededelingen De VOORZITTER heeft de volgende mededelingen. Hij heet de heer Van Dalen (VVD) welkom als nieuw lid. De gemeenteraad heeft op 1 juni 2011 besloten dat de commissievergaderingen beginnen met een zogenaamde procedurevergadering van maximaal een kwartier waarin de agenda wordt doorgelopen en de openstaande toezeggingen en schriftelijke vragen, het conceptverslag, de termijnagenda en huishoudelijk mededelingen worden besproken. De voorzitter heeft met de heer Abel afgesproken om binnen een maand samen te komen met de adviesraad Diversiteit en de leden van de raadscommissie WPA. 3. Vaststelling agenda De VOORZITTER stelt de agenda vast. Achtereenvolgens worden agendapunten 4 tot en met 10, 15, 16, 18, 14, 11 en 12+13 (gevoegd) behandeld. Agendapunt 17 wordt doorgeschoven naar de volgende vergadering.
1
Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede, Programma Maatschappelijke Investeringen Definitief Raadscommissieverslag, 8 september 2011
WPA
4. Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Werk, Participatie en Armoede van 30 juni 2011 Het verslag wordt vastgesteld. 5. Termijnagenda, openstaande toezeggingen en schriftelijke vragen Mevrouw AKEL mist het punt discriminatie Primair Onderwijs op de termijnagenda en is benieuwd wanneer dit besproken wordt met de schoolbesturen en de wethouder Onderwijs. Wethouder VAN ES heeft op 7 september 2011 met de wethouder Onderwijs, de stadsdeelbestuurders en de onderwijskoepels gesproken over de brief Burgerschap en Diversiteit en de aanpak discriminatie in het onderwijs. Ditzelfde zal zij dit nog doen met de bestuurders in het primair onderwijs. Komende maand komt er een concreet voorstel vanuit het onderwijs. Mevrouw VAN DER PLIGT vraagt of er al zicht is op het inkooptraject energie voor de minima. Wethouder OSSEL antwoordt dat dit bijna gereed is en dit zal zo spoedig mogelijk in de commissie kan worden besproken. De heer ÜNVER ziet op de toezeggingenlijst van wethouder Van Es het werkaanbod voormalige ID-werknemers staan en op de termijnagenda gesubsidieerde arbeid nadere invulling bezuinigingen. Hij vraagt zich af of dit dezelfde toezeggingen zijn en als de commissie vandaag wordt geïnformeerd, kunnen ze er wat hem betreft beide vanaf. Mevrouw VAN DER PLIGT meldt dat een van de toezeggingen van haar was en hier is nog niet aan voldaan, omdat zij had gevraagd inzichtelijk te maken wat de gevolgen per instelling zijn. De heer HOEK merkt op dat de vraag was om per organisatie aan te geven wat de consequenties zouden zijn. De wethouder heeft hierbij aangetekend dat zij niet kon aangeven wat het voor de organisaties zou betekenen, maar wel heeft aangegeven om hoeveel mensen het zou gaan. Volgens hem is dus aan de toezegging voldaan. Wethouder VAN ES deelt mee dat zij aan het verzoek zoals de heer Hoek het schetst, heeft voldaan en als er een nieuwe vraag ligt, dan zou dit een nieuwe toezegging betekenen. Wethouder OSSEL meldt dat voor het punt van de peildatum nog een casus van mevrouw Van der Pligt zou komen. Wat betreft de aanvullende tegemoetkoming voor de chronisch zieken wordt gewacht op de uitspraak van de rechter die wordt verwacht op 20 september 2011. Het punt financiering bewindvoeringskosten kan worden afgevoerd. 6. Tkn-lijst De heer HOEK wil tkn-7, mededeling raad van beheer Pantar in verband met vertrek directeur, naar de raad piepen. Er wordt gesproken over meningsverschillen en hij wil dat de commissie hierover nader wordt geïnformeerd. Verder wil hij de afhandeling van de motie Hoek inzake integrale aanpak zorg- en armoedepolitiek agenderen omdat de in de motie gestelde vragen niet worden beantwoord. 2
Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede, Programma Maatschappelijke Investeringen Definitief Raadscommissieverslag, 8 september 2011
WPA
Mevrouw VAN DER PLIGT wil tkn-5 agenderen over uitsplitsing resultaat Pantar SW en re-integratie, omdat zij hier graag een nadere toelichting op wil. Inhoudelijk deel 7. Opening inhoudelijk gedeelte De VOORZITTER opent het inhoudelijke deel om 09.19 uur. 8. Inspreekhalfuur publiek Mevrouw Boerlage op persoonlijke titel over oud en arm Mevrouw BOERLAGE wijst erop dat de te behandelen stukken niet gaan over ouderen terwijl er aandacht zou moeten zijn voor het bestrijden van armoede onder ouderen. Het sociaal isolement van ouderen neemt toe omdat er steeds minder plaatsen zijn waar ze goedkoop heen kunnen. Zij denkt niet dat bekend is welke categorie ouderen hier het meest onder te lijden heeft. Zij pleit voor het uitbrengen van een ouderennota. In andere steden bestaat deze al. Mevrouw Trotzo Koning namens de Cliëntenraad DWI over schuldhulpverlening, maatregelen DWI Mevrouw TROTZO KONING is lid van cliëntenraad DWI. Er zijn overeenkomsten tussen de adviezen van de cliëntenraad en de aanbevelingen van de Ombudsman in het rapport dat onder agendapunt 12 wordt besproken. DWI stuurt alleen brieven die in ambtelijke en onbegrijpelijk taal zijn opgesteld terwijl goede communicatie met cliënten essentieel is. Het uitgangspunt van de cliëntenraad is dat de cliënt vertrouwen verdient, tenzij bewezen is dat dit vertrouwen onterecht is. Er behoort een persoonlijke benadering te worden gebruikt waarbij de cliënt centraal staat. De strengere benadering van het maatregelenbeleid zal tot kostenopdrijving leiden. Gecombineerd met een falende schuldhulpverlening zullen de problemen nog groter worden. De cliëntenraad is van mening dat vele zaken eerder opgelost kunnen worden door een betere communicatie. Bij de nieuwe werkwijze van DWI ligt de nadruk op compliance. Het voorstel van de cliëntenraad is om de compliance van de medewerkers met hetzelfde strenge sanctiebeleid af te dwingen. Verder pleit de raad voor eerst een waarschuwing, maatwerk en goede informatie over het dreigen van een maatregel. Mevrouw VAN DER PLIGT vraagt of mevrouw Trotzo Koning het idee heeft dat het advies van de cliëntenraad serieus genomen is. Mevrouw TROTZO KONING antwoordt dat het advies van de waarschuwing niet wordt meegenomen. In een brief van DWI staat dat het strenge beleid voorop staat. Mevrouw DE SOETE is benieuwd of er ook voorbeelden zijn van goede communicatie richting cliënt. Mevrouw TROTZO KONING meldt dat er een klachtentelefoon bij de cliëntenraad is. Uit reacties blijkt dat als er eerder zou worden opgetreden de desastreuze gevolgen vaak niet nodig zouden zijn. De heer ÜNVER vraagt waarom de cliëntenraad het een probleem vindt dat de waarschuwing soms wordt overgeslagen bij iemand die ernstig tekort is geschoten bij zijn verplichtingen.
3
Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede, Programma Maatschappelijke Investeringen Definitief Raadscommissieverslag, 8 september 2011
WPA
Mevrouw TROTZO KONING denkt dat het in dat geval duidelijk moet zijn wat de verplichtingen zijn. Brieven worden niet altijd geopend. Zij pleit voor een persoonlijke aanpak. 9. Actualiteiten en mededelingen Mededelingen mevrouw Van Es. Wethouder VAN ES moet helaas melden dat Amsterdam net als de meeste gemeenten een tekort op het I-deel heeft door stijgende klantenaantallen en door een negatieve bijstelling door het Rijk op het budget. Het voorlopig vastgestelde budget door het Rijk is in juni doorgegeven en het geprognosticeerde tekort voor Amsterdam komt daarmee op 81 miljoen euro aan het einde van dit jaar. In de begroting was rekening gehouden met een tekort van 67 miljoen euro. In oktober 2011 wordt het definitieve budget door het Rijk vastgesteld. De voorzitter van de VNG heeft aan het kabinet laten weten dat het tekort oploopt tot 600 miljoen euro. Volgens de VNG heeft dit te maken met verkeerde ramingen. Op 7 september jl. heeft de wethouder met haar collega’s van de G4 en de staatssecretaris gesproken over deze problematiek. Er wordt vanzelfsprekend een beroep gedaan op de compensatieregeling boven het 10% tekort. De heer HOEK verzoekt de wethouder de commissie te informeren hoe ver Amsterdam vanaf de drempel van 10% verwijderd is. De heer ÜNVER vraagt of de regels rondom de compensatieregeling zijn veranderd. Hij zou verder graag het bovenstaande verhaal schriftelijk ontvangen. Wethouder VAN ES antwoordt de heer Hoek dat Amsterdam al met 55 miljoen euro boven de 10% zit. Zij wijst erop dat er een toets wordt gedaan voor de compensatieregeling wordt toegepast. Deze ziet zij vol vertrouwen tegemoet. Zij zegt de heer Ünver toe het verhaal op schrift te stellen. De heer TREUMANN vraagt of het hoger geraamde bedrag ook wordt ingebracht bij de begrotingsgesprekken voor het komende jaar voor de gemeente. En zo ja, in welke mate dit zal zijn. Wethouder VAN ES zegt dat dit zeker het geval zal zijn, maar zij kan nog niet aangeven in welke mate dit zal zijn. Haar tweede mededeling betreft het formeren van een zevenmanschap van ambassadeurs ter bestrijding van discriminatie. Het gaat om mensen met grote en zeer verschillende netwerken in de stad die verbindingen zullen leggen. 10. Rondvraag Hier wordt geen gebruik van gemaakt. Armoede 11. Rapportage Pact voor Amsterdam, eerste halfjaar 2011 De heer ÜNVER vindt het hartverwarmend dat er partners in de stad zijn die een bijdrage leveren aan de leefbaarheid en solidariteit in Amsterdam. Hij noemt met name IBM die op sociaal gebied veel voor Amsterdam betekent. Ook in de financiële sector ziet hij dat bedrijven als Ernst & Young verantwoordelijkheid nemen. Hij noemt ze met naam omdat hij denkt dat er iets te weinig bekendheid is en omdat bedrijven of personen die echt een significante bijdrage aan de stad leveren, wat hem betreft genoemd mogen 4
Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede, Programma Maatschappelijke Investeringen Definitief Raadscommissieverslag, 8 september 2011
WPA
worden. Het is wellicht interessant voor de bedrijven om elkaar een beetje te motiveren. Hij complimenteert de wethouder met het feit dat hij bedrijven kan vinden zoals roeiverenigingen die middelen beschikbaar stellen aan het jeugdsportfonds. Hij moedigt de wethouder aan om door te gaan met het zoeken van andere sociale partners. Hij mist in het stuk de motie die in de raad is aangenomen om initiatieven die speciaal op kinderen zijn gericht apart te benoemen. Mevrouw SHAHSAVARI-JANSEN sluit zich aan bij heer Ünver wat betreft de hartverwarmende initiatieven en noemt het theater De la Mar dat kaartjes beschikbaar stelt voor klanten van de voedselbanken. Zij vraagt zich af of dit breder onder de aandacht gebracht kan worden om wellicht ook andere organisaties te motiveren om hieraan mee te doen. Zij is verder benieuwd wat de wethouder gaat doen om de banden met het bedrijfsleven en de organisaties te verstevigen en om nieuwe partners te vinden. De heer ÜNVER vraagt of mevrouw Shahsavari-Jansen het met hem eens is dat het maatschappelijk middenveld en de overheid die voorop zouden moeten lopen nogal summier beschreven zijn en dat op zijn minst alle stadsdelen hierbij hadden moeten staan. Mevrouw SHAHSAVARI-JANSEN denkt dat zeker het maatschappelijk middenveld zoveel mogelijk moet worden betrokken, maar ze is ook blij dat de andere groepen zo actief zijn. De heer VAN ‘T WOUT sluit zich grotendeels aan bij de vorige sprekers. Hij vindt het wel belangrijk dat iedereen zich realiseert dat bedrijven inmiddels voor heel veel zaken worden benaderd. Hij vindt het een goede suggestie om de organisaties onder de aandacht te brengen. Hij vraagt zich af of de serviceclubs die zich vaak richten op werk binnen hun eigen gemeente, hier niet bij betrokken moeten worden. Mevrouw VAN DER PLIGT wil nog een keer aandacht vragen voor de sociale ondernemersprijs. De jury is nog beschikbaar en het plan kan snel in werking worden gezet. Verder wil zij graag van de wethouder weten hoe de status van de voedselbanken is omdat er berichten zijn dat ze problemen hebben met de toelevering. Mevrouw DE SOETE sluit zich aan bij de geuite lof. Mevrouw ROOSMA doet hetzelfde. Wethouder OSSEL zegt dat de lof is bestemd voor iedereen die meedoet. De overheid speelt een faciliterende rol. Meer communicatie en het in het zonnetje zetten van bedrijven moeten passen bij wat bedrijven willen. Hij is het wel met de sprekers eens dat er wat meer aandacht aan besteed mag worden. Het is geen PR-instrument, maar op deze manier kan wel worden getoond wat de stad en de bedrijven allemaal doen. Naar aanleiding van de heer Van ’t Wout deelt hij mee dat Rotary regio Amsterdam ook van plan is om zich aan te sluiten. De heer Ossel is zelf bij elke bijeenkomst aanwezig en hij gaat ook naar bedrijven toe. Hij vindt het idee van een ondernemersprijs leuk, maar het moet wel passen bij de leden. Hij zal hiermee verder gaan en komt erop terug. 12. Schuldhulpverlening: Herontwerp Ombudsmanrapport en Uitvoeringsmonitor 2010 13. Rapport Gemeentelijke Ombudsman, Schuldhulpverlening: meer slagkracht, meer effect Deze agendapunten worden gevoegd behandeld. De heer VAN ‘T WOUT moet helaas vertrekken en deelt mee dat hij met instemming kennis heeft genomen van de stukken.
5
Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede, Programma Maatschappelijke Investeringen Definitief Raadscommissieverslag, 8 september 2011
WPA
De VOORZITTER geeft het woord aan de ombudsman. De OMBUDSMAN licht toe dat de reactie van de wethouder op alle punten ondersteunend was. Het rapport is bedoeld om de zaak te stroomlijnen en de samenwerking te bevorderen tussen Madi’s, de kredietbank, stadsdelen en DWI en is bedoeld om aandacht te vragen voor de grote uitval. De gemeentelijke plannen lijken in gelijke mate op te gaan met het rapport. De heer Van de Pol heeft het gevoel dat er een traject in gang is gezet waar hij vertrouwen in heeft. De heer ÜNVER is positief over de ingezette ontwikkelingen op het gebied van schuldhulpverlening die zoals het er nu naar uitziet per 1 januari 2012 worden ingevoerd. Hij is ook tevreden over dat de aanbevelingen van de ombudsman overeenkomen met de ingezette koers. De noodzaak om tot een betere schuldhulp te komen, is nog altijd groeiende. Het heeft hem aangenaam verrast dat onderdelen van de nieuwe aanpak al worden uitgevoerd en dat hiermee positieve ervaringen zijn opgedaan. Mevrouw SHAHSAVARI-JANSEN zegt dat het CDA blij is met het verplicht stellen van de budgetlessen voor klanten van de schuldhulpverlening en dat de doelstelling is verbreed naar schuldstabilisatie. In het verslag van het portefeuilleoverleg van 4 april jl. staat dat de schuldmonitor gebaseerd is op motivatie als basisvoorwaarde voor de inzet van het vervolgtraject. Zij begrijpt dat motivatie belangrijk is om een succesvol traject neer te zetten, maar ze kan zich niet voorstellen hoe deze gemeten wordt en vraagt zich af wat er gebeurt met de resultaten. Zij heeft gelezen dat het aantal aanmeldingen van woningcorporaties voor de Vroeg Eropaf! aanpak met ruim 30% is afgenomen in 2010. In een evaluatie van Berenschot leest zij verder dat er geen significante samenhang is tussen het vroeg bereiken van een cliënt en het voldoen van de huurverplichting. Dit komt erop neer dat er geen bewijs is dat deze aanpak rendeert. Mevrouw Shahsavari-Jansen vraagt hoe de wethouder tegen deze studie aankijkt en waarom dit resultaat zo laag is. Mevrouw ROOSMA complimenteert de ombudsman met het heldere rapport. Het is prettig dat de wethouder de aanbevelingen overneemt. GroenLinks is wel van mening dat het te lang geduurd heeft. Zij had eigenlijk verwacht dat het stuk ter advisering aan de commissie zou worden voorgelegd en vraagt of er nog iets komt. Mevrouw Roosma is blij dat er klantprofielen komen zodat meer maatwerk geleverd kan worden. Wat betreft de verplichte budgetcursus, vraagt zij zich af of mensen die competent kunnen budgetteren ook een dergelijke cursus moeten volgen. Zij vreest dat dit meer geld kost dan het oplevert. Tot slot verzoekt ze de wethouder een nadere toelichting te geven op de jongerenschuldhulpverlening. Mevrouw VAN DER PLIGT sluit zich aan bij de complimenten aan de ombudsman en aan de wethouder die de aanbevelingen heeft opgevolgd. De Centrale Stad zal niet bezuinigen op de schuldhulpverlening en er wordt vanuit gegaan dat de stadsdelen dit ook niet zullen doen. Zij hoopt dat dit inderdaad zo is omdat uit onderzoek is gebleken dat investering in schuldhulp tot een dubbele besparing elders leidt. Ten slotte vraagt zij hoe het verdwijnen van banen in de welzijnssector zich zal verhouden tot de integrale aanpak. Wethouder OSSEL deelt mee dat het college blij is met het rapport van de ombudsman omdat dit bevestigt dat de reeds ingeslagen weg de goede is. Er was al lange tijd bekend welke kant het op zou moeten gaan, maar op het moment van uitvoering kwamen er nieuwe stadsdelen en werden de consequenties van de crisis voelbaar. Over de uitgangspunten was al overeenstemming en er komt ook geen nieuwe raadsvoordracht. De raad wordt wel geïnformeerd over de vorderingen. Stadsdelen willen ook niet op schuldhulpverlening bezuinigen. Er wordt op dit moment gewerkt aan een soort gezamenlijke verklaring die het belang van het armoedebeleid onderstreept. De wethouder heeft gemerkt dat een aantal stadsdelen toch op aanpalende diensten wil bezuinigen. Hij kan dit niet tegenhouden, maar hij zal wel samen met de stadsdelen bekijken welke effecten dit zal hebben op de schuldhulpverlening. Schuldhulpverlening 6
Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede, Programma Maatschappelijke Investeringen Definitief Raadscommissieverslag, 8 september 2011
WPA
voor jongeren heeft prioriteit in alle stadsdelen. Het plan is om dit eenduidiger te organiseren bij scholen en Madi’s. Mevrouw ROOSMA vraagt of de wethouder weet wanneer dit in deze commissie kan worden besproken. Wethouder OSSEL denkt dat het verstandig is om hier voor het einde van het jaar over te spreken. Er zijn geen aparte meetinstrumenten voor motivatie. Het is wel onderdeel van de schuldenladder. Het is belangrijk dat klanten gemotiveerd zijn en blijven en het is gebleken dat de budgetcursus hierin een heel belangrijk instrument is, omdat gemotiveerde klanten een goede invloed hebben op andere klanten. Het rapport over de Vroeg Eropaf!-aanpak is intrigerend en is direct met corporaties en andere partijen besproken. Het bleek dat corporaties ook nog steeds andere kanalen gebruiken dan alleen de Vroeg Eropaf!-methode. De effecten zoals het voorkomen van huisuitzettingen zijn er wel degelijk. De aanpak zal scherper worden en de wethouder komt hier op terug. Mevrouw SHAHSAVARI-JANSEN vraagt hoe het rapport geduid moeten worden als wordt gesteld dat er geen correlatie is tussen de Vroeg Eropaf!-aanpak en het betaalgedrag. Wethouder OSSEL zegt dat het rapport erop wijst dat er in de loop van de aanpak een soort verwatering is gaan optreden waardoor het effect minder is geworden. Verder is het rapport niet negatief over de aanpak, maar wordt er gepleit voor meer scherpte op het bereiken van effecten. Er zal veel meer aandacht worden besteed aan de nazorg zodat een huisuitzetting niet in een later stadium alsnog plaatsvindt. De heer Ünver heeft terecht opgemerkt dat er al onderdelen met succes geïmplementeerd zijn. De wethouder heeft het afgelopen jaar alle Madi’s bezocht en heeft geconstateerd dat ze allemaal gemotiveerd zijn om dit traject op te pakken en zich ook bewust zijn van de urgentie dat het anders moet. Budgetcursussen zijn eigenlijk voor iedereen in meer of mindere mate nodig en werken ook preventief. Het is een groepscursus dus de kosten per persoon zijn niet zo hoog. Werk, Inkomen en Participatie 14. Tweede kwartaalrapportage DWI 2011 Mevrouw VAN DER PLIGT ziet dat in deze rapportage ook opeens de mensen zonder uitkering (Nuggers) zijn meegeteld. Verder heeft zij de wethouder horen zeggen dat zij Turkse vrouwen die niet meer verplicht hoeven in te burgeren, heeft aangemoedigd om een vrijwillig traject te doen. Mevrouw Van der Pligt vraagt of hier financiële middelen voor zijn. Daarnaast is zij benieuwd hoe de vrouwen worden benaderd. Wethouder VAN ES heeft het steeds belangrijk gevonden om de 3500 mensen zonder uitkering ook zichtbaar te maken, omdat daarmee wordt voorkomen dat mensen in de uitkering komen. Bij inburgering bestaat geen wachtlijst. Ze heeft meer zorgen over hoe de groep er daadwerkelijk bij komt. 15. Kadernota 2012 – eerste uitwerking beleid re-integratie en gesubsidieerd werk Insprekers: De heer Hoogendam spreekt in namens de Abvakabo De heer HOOGENDAM zegt dat de voorgestelde maatregelen keihard zullen neerkomen bij mensen die jarenlang gewoon gewerkt hebben. Hij vindt het vreemd dat de gemeente als feitelijke werkgever haar eigen werknemers zo snel buiten de deur zet. 7
Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede, Programma Maatschappelijke Investeringen Definitief Raadscommissieverslag, 8 september 2011
WPA
Deze mensen hebben al keer op keer genoegen moeten nemen met het feit dat de regelgeving om de zoveel tijd verandert, wat een enorm stigmatiserend effect heeft. Door de snelheid waarmee de maatregelen nu worden doorgevoerd, worden werkgevers gefaciliteerd in het aanvragen van ontslagaanvragen zonder dat de effecten hiervan duidelijk zijn. De effecten voor de werknemers zijn wel duidelijk. Ze zullen snel door hun WW-tijd heen zijn en in de bijstand terechtkomen. Abvakabo pleit voor een onderzoek naar de financiële consequenties. Mensen die al heel dicht tegen hun AOW-gerechtigde leeftijd aan zitten, zouden de kans moeten hebben om tot hun pensioen door te werken. De heer TREUMANN vraagt of de heer Hoogendam kan ingaan op de gevolgen voor het sociaal-culturele leven in Amsterdam. De heer HOOGENDAM weet dat heel veel organisaties hun deuren zullen moeten sluiten. Werkgevers zouden in staat gesteld moeten worden om hun werk opnieuw te organiseren. De heer HOEK vraagt of de heer Hoogendam alvast kan aangeven welke alternatieven Abvakabo ziet. Vervolgens wil hij weten hoe de heer Hoogendam aankijkt tegen het minder snel afbouwen van de gesubsidieerde arbeid ten gunste van andere reintegratieprojecten. De heer HOOGENDAM kan zich voorstellen dat de gemeente een andere systematiek wil hanteren, maar pleit voor het minder snel doorvoeren van de maatregelen in verband met sociale en zorgvuldigheidsprincipes. Hij verwacht dat werkgevers naar de bestuursrechter zullen stappen om procedures aan te spannen tegen schending van de zorgvuldigheidsbeginselen vanuit het bestuursrecht. De visie van Abvakabo wordt binnenkort gepresenteerd en gaat verder dan alleen deze vorm van gesubsidieerde arbeid. Hij is bereid om de commissieleden te informeren over deze alternatieven voordat de brede visie wordt gepresenteerd. De heer Van ’t Hag spreekt in namens de stichting Podium partners. De heer VAN ’T HAG is als directeur verantwoordelijk voor het Muiderpoorttheater en het Pleintheater. Als penningmeester van het OCTA vertegenwoordigt hij de kleine podia en de buurttheaters in de stad. De voorgenomen bezuinigingen raken de kleine podia en de medewerkers buitengewoon hard en doen geen recht aan de loyaliteit waarmee de werkgevers en de stadsdelen de afgelopen jaren hebben bijgedragen aan de afbouw van de ID-regeling. Het Muiderpoorttheater en het Pleintheater hebben sinds de Melkertbanen veel werknemers werkervaring laten opdoen en veel van deze mensen zijn uitgestroomd naar regulier werk. Er zal echter altijd een groep zijn die niet kan uitstromen. Ook is een deel van de kleine theaters in hoge mate afhankelijk van gesubsidieerde arbeid. De versnelde afbouw van deze ID-banen kan niet zelf bekostigd worden en de gevolgen zullen vermindering van activiteiten of sluiting zijn. Er is geen tijd geweest om alternatieven te zoeken of om met andere organisaties een gezamenlijk plan van aanpak te formuleren. Mevrouw Jansen op de Haar spreekt in namens Badcuyp, centrum voor muziek. Mevrouw JANSEN OP DE HAAR is directeur van de Badcuyp dat al zeventien jaar een succesvol re-integratieproject is. Medewerkers in een gesubsidieerde baan bekleden veelal leidinggevende functies waarin zij verantwoordelijk zijn voor een afdeling en daarin werkende leerlingen en vrijwilligers begeleiden. Omdat zij vaak al vele jaren actief zijn, hebben ze specifieke kennis en ervaring opgebouwd. Echter, als gevolg van leeftijd en specifieke problematiek zijn ze niet in staat uit te stromen naar regulier werk. Als de aangekondigde bezuinigingen doorgaan, houdt de Badcuyp op te bestaan en verliezen hiermee zestig mensen hun werkplek. Mevrouw Jansen op de Haar pleit ervoor om ID-werkgevers meer tijd te geven om tot een passende oplossing te komen.
8
Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede, Programma Maatschappelijke Investeringen Definitief Raadscommissieverslag, 8 september 2011
WPA
De heer HOEK vraagt hoe het kan dat het verdwijnen van drie ID-plekken leidt tot sluiting van de Badcuyp. Mevrouw JANSEN OP DE HAAR legt uit dat een muziekcentrum communicatie, geluidstechniek en een technisch-huishoudelijke dienst nodig heeft. Daarnaast zijn er vier Sargentinibanen die op de tocht staan en de MAP-plekken die zullen verdwijnen. De reguliere krachten zitten in horeca. De heer Janse spreekt in namens het Pianola Museum. De heer JANSE zegt dat het Pianolamuseum bestaat dankzij Pantarbanen. Als deze wegvallen, zijn er alleen nog vrijwilligers. De mensen van de Pantarbanen mogen niet als vrijwilligers blijven werken volgens de regels van het UWV. De heer Janse pleit voor meer tijd om oplossingen te vinden. De heer Schor spreekt in namens MUG. De heer SCHOR licht toe dat MUG al 23 jaar Amsterdammers met een smalle beurs informeert over Werk en Inkomen. De redactie bestaat grotendeels uit Wiw’ers. De eerste sponsor, Delta Lloyd, is twee jaar geleden binnengehaald en hierdoor is de MUGwijzer mogelijk. Het zoeken van particuliere sponsors is moeilijk en kost veel tijd. De heer Schor pleit voor meer tijd zodat MUG op eigen benen kan staan. Mevrouw Van Bockel spreekt op persoonlijke titel. Mevrouw VAN BOCKEL is alleenstaande moeder en heeft een ID-baan bij MUGmagazine. Ze spreekt hier vandaag in omdat ze vindt dat ze dit verplicht is aan zichzelf, haar dochter, andere id’ers en aan MUG. Zij sluit zich geheel aan bij de heer Hoogendam en verzoekt de gemeenteraad om zorgvuldig met ID’ers om te gaan. Mevrouw Cannegieter spreekt in namens het Amsterdams Marionettentheater. Mevrouw CANNEGIETER vertelt dat het theater direct na de vakantie aan haar ID-medewerker moest melden dat er wellicht al voor 1 oktober 2011 ontslag moet worden aangevraagd. Dit komt hard aan bij een medewerker die zich al jaren inspant om voorstellingen mogelijk te maken. Uitstroom is voor haar niet aan de orde omdat de markt niet zit te wachten op een houtsnijder van 54 jaar die bovendien extreem teruggetrokken is. Mevrouw Cannegieter denkt dat er alternatieven mogelijk zijn, maar dan moeten organisaties wel de kans krijgen deze verder uit te werken. Omdat de lijst van betrokken instellingen geheim is, ontbreekt een overzicht van getroffen organisaties. Zij pleit voor meer tijd om uit te zoeken welke instellingen het betreft, wat de consequenties voor de dienstverlening zullen zijn en welke alternatieven er zijn. De heer ÜNVER vraagt wat de toegevoegde waarde is van het precies weten welke organisaties ook ID’ers in dienst hebben. Mevrouw CANNEGIETER heeft gemerkt dat veel organisaties niet weten wat ze moeten doen en er kan niet worden overlegd met andere organisaties omdat niet bekend is om welke instellingen het gaat. De heer ÜNVER informeert of het Marionettentheater al bekend was met het idee van het afbouwen van de ID-regeling en of mevrouw Cannegieter tijd heeft gehad om op deze veranderingen in te spelen. Mevrouw CANNEGIETER legt uit dat er in eerste instantie jaarlijks een kleine bijdrage werd verwacht en hier is rekening mee gehouden. Nu worden instellingen echter geconfronteerd met een zodanige versnelling bovenop alle andere maatregelen die culturele instellingen treffen dat een plotselinge sterk verhoogde bijdrage niet opgevangen 9
Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede, Programma Maatschappelijke Investeringen Definitief Raadscommissieverslag, 8 september 2011
WPA
kan worden. De VOORZITTER vraagt de wethouder of zij kan toelichten waarom het college heeft besloten de lijst van instellingen besloten te houden. Wethouder VAN ES zegt dat het om een lange lijst gaat met grote en kleine organisaties. Zij vindt het niet aan het college om deze lijst openbaar te maken omdat de lijst vaak te herleiden is tot individuen. Zij denkt dat met de moderne media de organisaties een oproep kunnen doen als ze met elkaar in contact willen treden. Mevrouw DE SOETE vindt dat het voorstel op het eerste gezicht logisch lijkt, maar twijfelt aan de wijze van fasering. De gesubsidieerde arbeid is door de overheid zelf bedacht en verdient een zorgvuldige afbouw. Het college kiest ervoor om 70% van deze ruim 1400 werknemers zijn of haar baan te laten verliezen om zodoende middelen vrij te krijgen om anderen aan een baan te helpen. Het gaat echter om mensen die een kleine kans hebben op een betaalde baan. Velen zullen na de WW in de bijstand terechtkomen en weer op de begroting drukken. De precieze gevolgen voor de personen en de organisaties zijn niet inzichtelijk gemaakt. De belangrijkste vraag is hoe wordt omgegaan met organisaties die al die medewerkers verliezen. Veel kleine organisaties zullen ophouden te bestaan als gesubsidieerde banen zo snel worden afgebouwd. Mevrouw De Soete vraagt zich af waarom de gemeente geen alliantie aangaat met de werkgevers van de organisaties die medewerkers dreigen te verliezen om te komen tot een differentiatie in bedragen. Zij wil graag weten of de eerdere besparing van 2,2 miljoen euro in 2012 opweegt tegen het verlies van maatschappelijk rendement en persoonlijk welbevinden. De effecten binnen de verschillende portefeuilles zullen dit najaar worden verkregen en het verdient de voorkeur om pas in december een besluit te nemen. De heer HOEK meldt dat hij moeite heeft met het gesprek dat vandaag wordt gevoerd als hij het afzet tegen het uit de hand gelopen salaris van de nieuwe directeur GVB. GroenLinks vindt het voorstel even logisch als zuur. Het is logisch gezien het feit dat als er niets wordt gedaan, de helft van de middelen voor re-integratie wordt uitgegeven aan 5% van de doelgroep. Het is zuur omdat het gaat om mensen die zinvol werk doen en die moeilijk aan een andere baan zullen komen. GroenLinks zou graag zien dat maatregelen van andere gemeenten in het proces van versnelde afbouw navolging zouden krijgen. Hij noemt het volgen van een opleiding zodat mensen alsnog in aanmerking zouden kunnen komen voor de functie bij de organisatie waar ze nu in dienst zijn. Een ander voorbeeld is het doorbetalen van loon gedurende korte tijd bij het beschikbaar komen van een vacature met de garantie dat de functie door de betreffende ID’ers vervuld zal worden. Voor oudere werknemers zou een aanvulling op de WW kunnen worden gegeven. Mevrouw DE SOETE vraagt of de heer Hoek het met haar eens is dat dit soort ingrijpende maatregelen of alternatieven voor fasering samen met betreffende werkgevers uitgewerkt zouden moeten worden. De heer HOEK ziet de noodzaak van snel handelen in en hij denkt dat er een aantal zaken naast elkaar kan plaatsvinden. Er kan een ontslagaanvraag worden gedaan en tegelijkertijd met elkaar besproken worden hoe het verder moet. In het kader van het re-integratiebeleid betreft het hier zeer uiteenlopende organisaties. Er zijn organisaties die met behulp van ID’ers vele vrijwilligers begeleiden. Hij vraagt de wethouder of er geen mogelijkheden zijn om een regeling voor differentiatie te verzinnen. De heer Hoek heeft gelezen dat er bij het onderwijs zorg is over het ontslaan van ID’ers per 1 januari 2012 omdat dit in strijd met de onderwijs-cao is. Hij verzoekt de wethouder om hier op in te gaan. Hij vraagt de wethouder of zij verwacht dat er ontslagvergunningen worden verleend en of hier de verplichting tot een ontslagvergoeding aan vast zou kunnen zitten. Hij gaat ervan uit dat wanneer bovenstaande maatregelen worden getroffen, de uitstroom gerealiseerd zal blijven. De heer Hoek hoorde een inspreker zeggen dat ook de Sargentinibanen verdwijnen. Hij heeft dit niet zo begrepen en zou juist graag zien dat er 10
Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede, Programma Maatschappelijke Investeringen Definitief Raadscommissieverslag, 8 september 2011
WPA
meer Sargentinibanen zouden komen. In een later stadium komt hij terug op de overige delen van de uitwerking over participatie. Mevrouw VAN DER PLIGT constateert dat door de maatregelen duizend mensen extra in de bijstand komen. De wethouder heeft aangekondigd om aan het einde van het jaar, als de ontslagen zijn aangevraagd, met maatregelen te komen die werkgevers en inleners kunnen prikkelen om mensen in dienst te nemen, maar dit is mosterd na de maaltijd. In stadsdeel Centrum zijn de consequenties al besproken en mevrouw Van der Pligt heeft begrepen dat wethouder Rengelink zal vragen om meer tijd om de gevolgen te onderzoeken. De ID-werknemers zullen als gevolg van het verdwijnen van de banen in een armoedeval terechtkomen. Dit zal zowel op het bijstandbudget als op de armoedemiddelen gaan drukken. Vele instellingen zullen hun deuren moeten sluiten. Omdat niemand kan inschatten om hoeveel instellingen het gaat, heeft de SP een motie ingediend om eerst te bekijken wat de gevolgen zijn op instellingsniveau voordat het wordt doorgevoerd. Hoewel de motie gesteund is door de raad, is er geen onderzoek gedaan en wordt de raad toch gevraagd een besluit te nemen. Mevrouw Van der Pligt vraagt de wethouder wat zij vindt van de plannen van het ACI om de instellingen zelf met een plan te laten komen. De heer HOEK begrijpt dat mevrouw Van der Pligt uitstel bepleit, maar is benieuwd wat zij voor concrete maatregelen ziet. Mevrouw VAN DER PLIGT denkt dat er alternatieven zijn. Zij denkt er dan bijvoorbeeld aan om de kosten van begeleiding door Pantar aan de ID-medewerker aan de werkgever te verschaffen. Wellicht zijn de wethouders van Sport en Zorg bereid om een bijdrage te doen om te verijdelen dat allerlei instellingen hun deuren moeten sluiten. Tot slot noemt zij de medewerkers die worden ontslagen en elders verplicht vrijwilligerswerk moeten verrichten zonder dat hier een vergoeding voor reiskosten tegenover staat. Zij heeft de instructies gezien die de DWI-klantmanagers hebben gekregen om dit aan mensen te vertellen en hier is ze van geschrokken. De heer ÜNVER vraagt of deze informatie aan hem overlegd kan worden. Mevrouw VAN DER PLIGT zal dit doen. De heer ÜNVER denkt dat Amsterdam voorop heeft gelopen als gemeente om de ID-banen op een verantwoorde manier af te bouwen. In 2008 is gekozen voor intensivering van de afbouw omdat het systeem vast zat. Eigenlijk is het nooit de bedoeling geweest dat zeer belangrijke instellingen hun organisaties rondom gesubsidieerde arbeid heen zouden bouwen. Hoewel de PvdA ook liever fasering in de afbouw had gezien, is het huidige tempo niet onredelijk gezien de extra bezuinigingen vanuit het Rijk. Hij sluit zich aan bij de heer Hoek die stelde dat het budget voor een zo breed mogelijke groep moet worden gebruikt. Het kan niet zo zijn dat de andere 30.000 Amsterdammers die niet in de ID zitten in de steek worden gelaten. Het is belangrijk om zoveel mogelijk mensen te vrijwaren van de partnertoets en de vermogenstoets. De heer Ünver hoopt van de wethouder te horen dat er mogelijkheden zijn voor oudere ID’ers. Uit het noodfonds blijkt hoe belangrijk de verschillende organisaties waar ID’ers werken, zijn. Hij is benieuwd wat de criteria zijn om 2,6 miljoen euro uit te trekken om knelpunten te verzachten. Het is niet duidelijk of de criteria gelden voor de organisatie of voor de behoefte van de ID’er. Onderscheid tussen organisaties is niet mogelijk, maar is dit ook niet mogelijk tussen ID’ers? De heer Ünver denkt dan bijvoorbeeld aan criteria op grond van leeftijd. Mevrouw DE SOETE stelt dat er plotseling 40% wordt gekort. Zij vraagt of de heer Ünver dit een voorbeeld vindt van een betrouwbare overheid die samenwerkt met werkgevers. Bovendien vraagt zij zich af of met de 2,2 miljoen euro die hiermee eerder wordt bezuinigd daadwerkelijk al die andere mensen aan het werk worden geholpen.
11
Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede, Programma Maatschappelijke Investeringen Definitief Raadscommissieverslag, 8 september 2011
WPA
De heer ÜNVER denkt dat de 2,2 miljoen euro waar mevrouw De Soete het over heeft puur de uitvoeringskosten betreffen. Het doel is een grote bezuiniging. Per bestede euro heeft een ID’er op dit moment een ruimer budget dan de andere Amsterdammers. De heer VAN ‘T WOUT geeft aan dat het hier gaat om of het geld wordt uitgegeven waar het voor bedoeld is en of dit effectief wordt gedaan. Hij denkt niet dat het geld effectief wordt besteed omdat de helft van het budget wordt gebruikt voor een ineffectieve maatregel. Mevrouw DE SOETE wijst erop dat het er niet om gaat dat de gesubsidieerde arbeid wordt afgebouwd, maar om de manier waarop dit gebeurt. De heer VAN ‘T WOUT leest in het stuk dat iedere maand uitstel ruim 1 miljoen euro kost. Hij is het wel met haar eens dat er binnen de beperkte mogelijkheden moet worden gekeken naar een zachte landing. Hij zou zich kunnen voorstellen dat vrijwilligerswerk in dit geval wel mogelijk zou zijn bij de organisatie waar mensen werkzaam zijn. Hij vraagt de wethouder of zij nog mogelijkheden ziet om organisaties die willen samenwerken en uit de anonimiteit willen treden verder te faciliteren. De heer TREUMANN denkt dat de versnelling en de manier van aankondiging de grootste problemen zijn. Hij pleit ervoor om dit sociaal en zorgvuldig te doen. Er is een afbouwregeling en hier hebben de organisaties zich op voorbereid. Hij mist de gevolgen die er met name door de snelle afbouw van de regeling zullen zijn voor het maatschappelijk leven in Amsterdam. Hij zou graag in samenspraak met de organisaties een geleidelijker overgang en invulling van deze maatregelen zien. De heer VAN ‘T WOUT vraagt hoe de heer Treumann dit concreet voor zich ziet gezien de hoge kosten die uitstel per maand met zich meebrengen. De heer TREUMANN gaat uit van de oorspronkelijke afspraken. Hij denkt dat in het kader van de totale begrotingsbehandeling de afweging gedaan moet worden ten opzichte van de andere uitgaven. Het college loopt vooruit op de begrotingsbehandeling. De heer VAN ‘T WOUT wijst erop dat het college hier zo snel mee is op verzoek van deze raadscommissie. Bovendien staat in het voorstel dat er ook naar andere portefeuilles gekeken moet worden. Allerlei instellingen worden gefinancierd en worden overeind gehouden vanuit een budget dat is bedoeld om mensen aan het werk te helpen. De heer HOEK vraagt zich af wat uitstel oplevert anders dan extra tijd. De heer TREUMANN antwoordt dat instellingen zich hebben neergelegd bij de stapsgewijze afbouw en dat ze zich hierop hebben kunnen voorbereiden zodat er meer succes zal zijn bij de re-integratie, dat er oplossingen worden gevonden voor de ouderen, dat de gevolgen inzichtelijk worden gemaakt en dat mensen op een fatsoenlijke manier verder worden geholpen. De VOORZITTER schorst de vergadering van 10.53 uur tot 11.00 uur. De VOORZITTER heropent de vergadering en geeft het woord aan de wethouder. Wethouder VAN ES is zich ervan bewust dat het besluit wat nu genomen moet worden ingrijpende gevolgen heeft voor werknemers en de organisaties waarvoor ze werkzaam zijn. Helaas is het afbouwen van gesubsidieerde arbeid in een hoger tempo noodzakelijk als gevolg van scherpe bezuinigingen op het gebied van re-integratie. Als de gesubsidieerde arbeid niet versneld zou worden afgebouwd, dan zou in 2014 53% van het resterende participatiebudget worden besteed aan 1400 mensen in gesubsidieerde arbeid. Hoewel zij ervan overtuigd is dat het om zinvol werk gaat, moeten de reintegratiemiddelen voor werk voor iedereen in de bijstand zijn. Deze mensen hebben 12
Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede, Programma Maatschappelijke Investeringen Definitief Raadscommissieverslag, 8 september 2011
WPA
allemaal een grote afstand tot de arbeidsmarkt en hebben allemaal een minimuminkomen. De ID-banen waren uitdrukkelijk bedoeld om door te stromen naar ander werk. Al in 2008 is in Amsterdam besloten om dit stelsel af te bouwen dus iedereen is er al enkele jaren van op de hoogte dat de subsidie ophoudt. Zoals al eerder is gesteld, staat de loyaliteit van de werkgevers om mee te werken aan de afbouw van de gesubsidieerde arbeid niet ter discussie. Mevrouw DE SOETE begrijpt de versnelde afbouw, maar begrijpt niet dat deze 40% vlak voor de zomer is ingezet. Wethouder VAN ES zegt dat het besluit juist voor de zomer genomen moest worden zodat organisaties die bezig zijn met de begrotingen voor het volgend jaar zo vroeg mogelijk weten wat ze te wachten staat. Ook is rekening gehouden met ontslagprocedures. Bij de beschikking van de subsidie 2011 zijn de werkgevers in een begeleidende brief geïnformeerd over het feit dat de bestaande afbouw aangescherpt zou kunnen worden. Mevrouw DE SOETE vindt dat het niet op een fatsoenlijke manier gebeurt. Als er twee maanden later een besluit wordt genomen, weet de raad beter wat de consequenties zullen zijn en kunnen de organisaties met alternatieven komen. Wethouder VAN ES wijst erop dat het iedere maand dat het budget niet wordt ingezet voor re-integratie ruim 1 miljoen euro kost. Er is 2,6 miljoen euro opgenomen ter overbrugging. Mevrouw VAN DER PLIGT vraagt of met de 2 miljoen euro 1000 mensen aan een baan worden geholpen. Wethouder VAN ES kan geen garantie geven hoeveel mensen aan het werk zullen zijn, maar er wordt wel geld ingezet voor een beleid waarvan resultaten worden verwacht. De eerste helft van dit jaar is ook gebleken dat het succesvol kan zijn. De heer VAN ‘T WOUT begrijpt uit de brief dat als organisaties niet in staat zijn om mensen in dienst te nemen zij nog voor 1 oktober a.s. een ontslagaanvraag kunnen doen. Met twee maanden uitstel zijn ze zeker niet geholpen. Wethouder VAN ES geeft aan dat dit klopt. Zij vindt het volkomen terecht dat sprekers hebben gevraagd naar ouderen te kijken. Voor zover mogelijk zullen maatregelen worden getroffen om mensen tot hun pensioen in dienst te houden of ze te vrijwaren van de partnertoets of de vermogenstoets. Verder is het haar bedoeling om met de 2,6 miljoen euro een laatste appèl te doen op de organisaties om te bekijken of ze in staat zijn om met de overbrugging mensen wel in dienst te nemen. De heer ÜNVER vraagt of het bedrag van 2,6 miljoen euro incidenteel meerjarig is. Wethouder VAN ES zegt dat dit incidenteel is. Mevrouw VAN DER PLIGT heeft uit het stuk begrepen dat er met collega´s wordt overlegd over dit bedrag, maar hoort de wethouder zeggen dat ze dit met de organisaties zal bespreken. Wethouder VAN ES bedoelde met collega´s degenen die verantwoordelijk zijn voor mensen in hun sectoren. De heer HOEK vraagt hoe de raad zicht kan houden op de maatregelen die de wethouder wil nemen als er extra geld nodig is.
13
Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede, Programma Maatschappelijke Investeringen Definitief Raadscommissieverslag, 8 september 2011
WPA
Wethouder VAN ES denkt dat de bespreking in de raad van 21 september a.s. hier een moment voor is en vervolgens bij de begrotingsbehandeling. Zij wil er nog een keer op wijzen dat er nu geen tijd meer is, maar dat deze er de afgelopen periode wel is geweest, maar eigenlijk onvoldoende heeft opgeleverd om deze groep voldoende perspectief te bieden. Mevrouw DE SOETE begrijpt nog altijd niet dat de twee maanden eerder essentieel zijn. Wethouder VAN ES refereert aan de opmerking van de heer Van ´t Wout dat organisaties in staat moeten worden gesteld voor 1 oktober 2011 het ontslag aan te vragen. Zij denkt niet dat uitstel een oplossing geeft, maar dit is uiteindelijk een overweging van de raad. Ze wijst er nog een keer op dat de subsidie niet in 2012 wordt afgeschaft, maar dat dit in stappen van 40-30-30 gebeurt. Dit is voor haar een manier geweest om het niet in een keer te doen. Er is overleg met het UWV geweest over ID’ers die als vrijwilligers werkzaam blijven bij de organisatie waar ze nu werkzaam zijn. Het UWV heeft aangegeven hier geen wettelijke ruimte voor te hebben. De wethouder zal hierover in gesprek gaan met de staatssecretaris van Sociale Zaken. Er is vanuit gegaan dat er geen verschil zou moeten zijn tussen mensen die bij de overheid in dienst zijn en mensen bij andere werkgevers. Zij hoopt wel dat de overheid het goede voorbeeld geeft om de mensen met minder subsidie in dienst te houden. De suggestie van de heer Hoek om een onderscheid te maken voor instellingen waar ID’ers vrijwilligers begeleiden, wil zij serieus meenemen. Mevrouw VAN DER PLIGT vraagt of de wethouder naar deze suggestie zal kijken voordat mensen ontslagen worden. Wethouder VAN ES heeft de vraag van de heer Hoek meer in algemene zin opgevat. Zij weet nog niet wanneer zij de commissie hierover zal informeren. Zij heeft gisteren gesproken met de koepels van het primair en voortgezet onderwijs. Zij is samen met de scholen van mening dat personeel als bijvoorbeeld een conciërge geen gesubsidieerde arbeid hoort te zijn en bij de normale financiering van scholen hoort. Hier gelden wel cao-voorwaarden die scholen verplichten langere tijden voor ontslag te hanteren. Op dit moment worden door middel van een quickscan de consequenties in kaart gebracht. Mevrouw Van Es zal op 21 september a.s. informatie hierover aan de raad verstrekken. Zij benadrukt dat de Sargentinibanen in deze voorstellen niet op de tocht staan. De heer HOEK heeft een brief gezien die de Badcuyp heeft ontvangen die aanleiding geeft om aan te nemen dat dit wel het geval zou kunnen zijn. Hij adviseert om met betrokkenen goed te communiceren wat de status van de Sargentinibanen is. Wethouder VAN ES heeft begrepen dat Sargentinibanen geëvalueerd zouden worden en zij neemt de suggestie van de heer Hoek graag over. De oplossingen die door mevrouw Van der Pligt worden aangedragen, gaan allemaal over tijd. In de beleving van de wethouder is deze tijd er niet meer. Zij denkt dat het zinvol blijft om mensen door Pantar te laten begeleiden. Mevrouw Van Es heeft de instructie aan DWI-medewerkers nog niet persoonlijk gezien, maar deze is wel al gescreend door de leidinggevenden van DWI en zij zien geen problemen. Volledigheidshalve zal zij deze tekst zelf doornemen en zij is vanzelfsprekend bereid deze tekst aan de overige commissieleden ter beschikking te stellen. Het is op dit moment nog niet bekend om hoeveel ouderen het gaat. De wethouder hoopt deze informatie bij het raadsdebat te hebben. De suggestie van de heer Ünver om onderscheid tussen organisaties en mensen te maken, ligt juridisch ingewikkeld. Bij de frictiemaatregelen is het wel mogelijk onderscheid te maken. Als het mogelijk is om organisaties die op de besloten lijst staat samen te brengen, doet zij dit graag, maar het initiatief zal bij de instelling moeten liggen. Bij de 40% afbouw gaat het om 8000 euro per werknemer. Het is aannemelijk dat dit voor een aantal organisaties niet is op te brengen, maar er zijn ook organisaties die dit wel kunnen opbrengen. 14
Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede, Programma Maatschappelijke Investeringen Definitief Raadscommissieverslag, 8 september 2011
WPA
De VOORZITTER wil een heel korte tweede termijn om te reflecteren hoe dit onderwerp naar de raad gaat en om de posities van de fracties te inventariseren. Mevrouw DE SOETE hoort steeds zeggen dat de tijd om is. Zij vraagt zich af waarom het college niet eerder heeft gesproken met de verschillende werkgevers. Zij denkt dat het samenwerken met de partners voor iedereen beter is. De heer TREUMANN vraagt de wethouder nogmaals om de consequenties op de langere termijn te bekijken. Hij pleit voor een halfjaar uitstel zodat organisaties zich beter kunnen voorbereiden. Mevrouw VAN DER PLIGT stelt dat het wel bekend is hoeveel mensen er straks op straat staan, maar dat niet bekend is hoeveel mensen er aan het werk worden geholpen. De heer ÜNVER denkt dat een simpele berekening volstaat. De uitstroomdoelstelling is bekend. Als deze door twaalf wordt gedeeld en wordt vermenigvuldigd met twee, is het bedrag bekend. Hij vraagt mevrouw Van der Pligt zich uit te spreken over de keuze om voor 5% van de mensen te kiezen en de andere mensen zonder geld en begeleiding te laten. Mevrouw VAN DER PLIGT heeft gezegd dat er ook andere oplossingen zijn. De begeleiding van Pantar is opgezet met als doel het op weg helpen naar nietgesubsidieerde arbeid. Nu dit voor veel mensen geen optie meer is, is dit niet meer nodig. Zij ziet graag dat dit wordt onderzocht. Er moet ruimte zijn om naar andere mogelijkheden te kijken. De heer ÜNVER is ook voorstander van het creëren van ruimte, maar deze is er niet omdat iedere maand 1 miljoen euro kost zodat de mogelijkheden ook steeds minder worden. De heer VAN ‘T WOUT dankt de wethouder voor haar beantwoording. Hij zal zijn fractie positief adviseren om met dit voorstel in te stemmen. De heer HOEK steunt het voorstel. GroenLinks overweegt de wens om maatregelen te verzachten in een motie te vervatten. De heer ÜNVER steunt het voorstel om nu alvast een besluit te nemen over het volume van de bezuinigingen. Graag ontvangt hij een overzicht van mogelijke maatregelen met de bijbehorende kosten. Wethouder VAN ES zegt dit overzicht toe. De VOORZITTER constateert dat het voorstel naar de raad gaat. Hij vraagt gezien de beperkte resterende tijd aan de commissie om met voorstellen te komen om punten door te schuiven naar de volgende vergadering. Mevrouw VAN DER PLIGT adviseert om agendapunt 17 door te schuiven naar de volgende vergadering. De VOORZITTER neemt dit voorstel over. 16. Intrekken Afstemmingsverordening Inkomensvoorzieningen en vaststellen Maatregelverordening Inkomensvoorzieningen Mevrouw VAN DER PLIGT noemt de verordening een keihard sanctiebeleid 15
Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede, Programma Maatschappelijke Investeringen Definitief Raadscommissieverslag, 8 september 2011
WPA
waarin de excellente dienstverlening ver te vinden is. Er volgt een schriftelijke waarschuwing bij het niet nakomen van verplichtingen terwijl was afgesproken dat het ook mondeling zou worden toegelicht. Daarna volgt een korting van 30% en vervolgens 100% terwijl het om lichte verplichtingen gaat. Op deze manier komen mensen direct weer in de schuldhulpverlening terecht. De heer ÜNVER vraagt waar mevrouw Van der Pligt heeft gelezen dat er direct een sanctie van 30% volgt als iemand een keer een brief niet heeft gelezen. Mevrouw VAN DER PLIGT stelt dat dit in de verordening staat. De wethouder heeft bovendien voorgesteld om deze sancties ook bij het re-integratiebeleid in te stellen. De SP is het eens met het advies van de cliëntenraad dat niet wordt overgenomen en stemt niet in met de verordening. Mevrouw DE SOETE vindt dat iemand niet zonder persoonlijk contact gekort kan worden op een uitkering. De gevolgen van direct korten zijn heel groot en hiermee komen mensen in grote problemen. Zij wijst erop hoe goed het heeft gewerkt om bij huisuitzettingen te gaan kijken wat er aan de hand was. De heer ÜNVER ziet niet dat het moment waarop een sanctie wordt toegepast is gewijzigd door de verordening. Een sanctie wordt toegepast wanneer iemand niet goed met gemeenschapsgeld omgaat. De PvdA zal het voorstel steunen omdat het geld in moeilijke tijden steeds schaarser wordt en iedere euro doelmatig moet worden gebruikt. De heer HOEK verzoekt de wethouder om iets meer te vertellen over de wijze van uitvoering van deze verordening en vraagt of de uitvoering na een jaar kan worden geëvalueerd. Mevrouw SHAHSAVARI-JANSEN zegt dat het CDA het voorstel steunt, maar wel graag een nadere toelichting wil op het punt van communicatie richting klanten. Is het naast een brief wellicht mogelijk om ook telefonisch contact op te nemen? De heer VAN ‘T WOUT geeft aan dat de VVD de voordracht steunt. Wethouder VAN ES licht de achtergrond van de verordening toe. Het is de wens van de G-4 om het sanctiebeleid gezamenlijk in te richten en te harmoniseren. Het lijkt haar prima om na een jaar te evalueren en dan met de G-4. Zij wijst erop dat de brieven zijn bedoeld voor mensen van wie eerder al is gebleken dat ze van kwader wil zijn. Een waarschuwing is ook een sanctie en deze wordt nooit opgelegd zonder dat er eerst hoor en wederhoor heeft plaatsgevonden. De schriftelijke waarschuwing is daar een formalisering van. Mevrouw DE SOETE vraagt of de wethouder kan garanderen dat als er redenen zijn waarom verplichtingen niet worden nagekomen, er niet wordt gekort. Wethouder VAN ES zegt dat dit vanzelf spreekt. Zij heeft overleg met de cliëntenraad en vindt de adviezen buitengewoon nuttig, al betekent dit niet dat zij het altijd met de raad eens is. De VOORZITTER concludeert dat het stuk naar de raad gaat. 17. Uitzending Eén Vandaag inzake Pantar Dit agendapunt wordt doorgeschoven naar de volgende vergadering. 18. Wijziging Verordening Wet sociale werkvoorziening in verband met aanpassing 16
Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede, Programma Maatschappelijke Investeringen Definitief Raadscommissieverslag, 8 september 2011
WPA
wachtlijstregels Mevrouw VAN DER PLIGT denkt dat het door deze wijziging voor mensen die werkzaam zijn binnen Pantar bijna onmogelijk is om nog in te stromen in de WSW. Zij vraagt hoe de wethouder dit ziet. Ook vraagt zij zich af waarom er geen percentage is meegenomen voor de mensen die indicatie begeleid werken hebben. Wethouder VAN ES begrijpt dat mevrouw Van der Pligt vreest dat de mensen die in het komend jaar aangewezen zijn op beschut werken niet meer aan de beurt komen. Zij denkt niet dat dit het geval is, maar zal kritisch bekijken of dit risico er is en zij zal haar bevindingen zo spoedig mogelijk delen. De VOORZITTER constateert dat het stuk naar de raad toe gaat. Mevrouw VAN DER PLIGT kan nog niet aangeven of het stuk gehamerd kan worden. 19. Sluiting De VOORZITTER dankt de aanwezigen en sluit de vergadering om 12.45 uur.
17