Voorstel om vast te stellen de nota Accommodatiebeleid Nieuwe rol, nieuwe kansen” en het verder privatiseren van de buitensportaccommodaties; in te stemmen met de uitwerking van het subsidiebeleid Voorzitter dhr R. Bekers Griffier dhr J. van Workum Portefeuillehouders: dhr J. Thijssen en dhr P. Spaan Ambtenaar: dhr C. ter Riele De leden: dhr M. Schmiermann (PvdA), dhr J. Poelen (CDA), dhr E. Weijers (VOLG), dhr W. Kersten (Sociaal Groesbeek), dhr H. Eikholt (GVP), dhr F. Gödderz (GroenLinks), mw M. ten Doesschate (VVD) Verslag: Buro Service Overasselt, M. de Meijer De voorzitter opent de vergadering om 19.00 uur Vragen n.a.v. de presentatie Nota accommodatiebeleid “Nieuwe rol, nieuwe kansen”: Mw Ten Doesschate vraagt of er rekening is gehouden met de lage lidmaatschapkosten van buitensportclubs. Wethouder Thijssen antwoordt dat de raad inderdaad eerder heeft geconcludeerd dat lasten en baten niet in balans zijn bij buitensportverenigingen. De gemeente Groesbeek geeft in totaal €6 ton (inclusief kapitaallasten) uit aan buitensportaccommodaties en er komt €9.000 aan huurinkomsten terug. Dit is de reden geweest om de kostendekkendheid van de buitensportaccommodatie te willen verhogen. Er wordt een bezuiniging van €130.000,- doorgevoerd om het verschil tussen baten en lasten beter in balans te brengen. Het zal buitensportverenigingen noodzaken om te kijken wat zijzelf kunnen doen en hoe ze dit doen, laat de gemeente aan de verenigingen over. Mw Ten Doesschate vraagt om een toelichting op het bedrag van €285.000,- voor het inlopen van achterstand. Zij is bezorgd dat de buitensportclubs zullen proberen meer inkomsten te genereren via de verkoop aan de bar, terwijl de gemeente een alcoholmatigingsbeleid voert. Wethouder Spaan antwoordt dat het aan de verenigingen zelf is om de vermindering van inkomsten vanuit de gemeente op een of andere manier te dekken. Als dit via de bar gaat, geldt het gemeentelijke alcoholmatigingsbeleid, waarbij 16-jarigen geen alcohol aan de bar mogen nuttigen en het vanzelfsprekend is dat er geen excessen mogen ontstaan ten aanzien van alcoholgebruik. Dhr Ter Riele antwoordt dat in de planning voor de komende tien jaar ook herstel is meegenomen bijv. van kozijnen. De kosten hiervan zijn afgezet tegen de normen. Het verschil tussen wat er in de planning zit en de gehanteerde norm van € 11/m² is als achterstand neergezet. De verenigingen krijgen onder voorwaarden het geld om dit reguliere onderhoud te verrichten. Wethouder Thijssen voegt eraan toe dat het erom gaat om alle verenigingen in dezelfde situatie te brengen. Het zou immers niet helemaal eerlijk zijn als ze straks allemaal dezelfde vergoeding krijgen voor onderhoud van velden en gebouwen. Om dit verschil weg te werken is de systematiek gekozen die de heer Ter Riele beschrijft. De gemeente moet de komende jaren op een aantal momenten onderhoud uitvoeren en waar dit boven de norm uitkomt, zal de gemeente dit in één keer volledig vergoeden, als het onderhoud door de vereniging daadwerkelijk plaatsvindt. Inspreker: dhr J. Coenen namens bestuur DVSG Dhr Coenen is het niet eens met de vergoeding, omdat DVSG volgens de berekening in de periode 2012-2022 op €20/m² (nl. €31,-/m² minus €11,-/m²) x10 jaar zou uitkomen. Het komt neer op een bedrag van €61.840,-. Echter, in dezelfde systematiek van 2007-2016 komt men niet uit op een berekening van €31,- maar wordt er €51,- gesteld. Van die periode zijn vijf jaar verstreken en men zou verwachten dat er al veel van het bedrag gebruikt zal zijn, maar dat is zeker niet het
geval; er is nog minder gedaan dan gemiddeld. Als de gemeente dezelfde systematiek hanteert, kan men niet ineens van ruim €51,-/m² naar €31,-/m² gaan. Uitgaande van €51,-/m² komt men voor DVSG op een bedrag van €11.198,- per jaar x10jaar = € 111.980,- en dit betekent dat DVSG het verschil van €50.000,- in tien jaar zelf moet ophoesten. Hij gaat er daarbij van uit dat er destijds met dezelfde normen naar onderhoud is gekeken als er nu gekeken is. DVSG heeft een oude accommodatie en wil dat de jongeren goed kunnen sporten. DVSG wil de kosten laag houden om het laagdrempelig te houden. Hij vraagt de raad om kritisch te kijken hoe het rekenverschil van ruim €50.000,- te verklaren is. Ook vraagt hij hoe de gemeente na tien jaar verder gaat, want DVSG maakt zich daar nu al zorgen over. Wethouder Spaan zegt toe dat er ambtelijk een afspraak wordt gemaakt om het rekenverschil duidelijk te krijgen. Aan de hand van de ervaringen de eerste jaren zal gekeken worden hoe men verder gaat in een blijvend gesprek met de verenigingen. Het beleid zal ruim voor het verstrijken van de periode van tien jaar, worden geijkt. Inspreker: dhr B. de Boer namens de Seniorenraad gemeente Groesbeek In de reactie van het college op het inspraakdocument van de Seniorenraad over de actualisering van de ouderennota stelt het college dat het een discussiepunt is en dat het college het beleid voor ouderen wil onderbrengen in het nieuwe WMO-beleidsplan. De Seniorenraad kan zich hier absoluut niet in vinden. Na veel getouwtrek over inclusief en exclusief ouderenbeleid heeft de raad in 2008 de nota Ouderenbeleid 2008-2010 vastgesteld. De looptijd van deze nota is inmiddels ruimschoots overschreden en nog steeds is het onduidelijk wat ermee gebeurt. De Seniorenraad blijft ervoor pleiten om voor deze steeds omvangrijkere doelgroep van senioren een expliciet beleid te blijven ontwikkelen dat onderscheidend, integraal, direct zichtbaar en dus ook controleerbaar is. Opname van het ouderenbeleid in het WMO-beleidsplan zou betekenen dat slechts een deel van het ouderenbeleid er een plek in zou krijgen, terwijl huisvesting, sociale en verkeersveiligheid en delen van de mobiliteit, impliciet en dus minder herkenbaar, in andere nota’s terecht komen. De Seniorenraad zou dit zeer betreuren en roept de raad op om zich sterk te maken voor het expliciete ouderenbeleid en het college op te dragen de Ouderennota 2008-2010 na zorgvuldige en interactieve evaluatie alsnog te evalueren. In tegenstelling tot een van de belangrijkste beleidsuitgangspunten m.b.t. het accommodatiebeleid dat elk dorp in ieder geval één dorpshuis zou moeten hebben, wekken de stukken de indruk dat het college van het dorpshuis De Mallemolen af wil en dat de huidige functies maar een plek moeten zien te krijgen in sportaccommodaties en in scholen. De Seniorenraad maakt zich hier grote zorgen over, temeer daar de doelgroep vooral in de setting van de ouderenbond veel gebruik maakt van De Mallemolen. De Seniorenraad vindt dat Groesbeek dorp als grootste woonkern een volwaardig dorpshuis als centrale ontmoetingsplek en voldoende en goed gefaciliteerde vergaderruimte ten volle verdient. Hij vraagt of het marktonderzoek voor de zomer is afgerond. Wethouder Spaan herhaalt zijn toezegging in het laatste overleg met de Seniorenraad dat hij de raad informatie zal toesturen over de stand van zaken rondom het ouderenbeleid. Het college heeft geen enkel standpunt over De Mallemolen, zeker niet dat het college van De Mallemolen af zou willen. Het standpunt dat het college een jaar geleden heeft ingenomen is dat er een marktoriëntatie nodig is, omdat blijkt dat er nogal wat activiteiten uit De Mallemolen verdwijnen of zullen verminderen en de kosten alleen maar blijven toenemen. De marktoriëntatie is uitgezet en het zal erom hangen of het document wel of niet gereed is voor de zomer. Dhr Kersten is blij met de voorliggende nota Accommodatiebeleid; men heeft al te lang ad hoc oplossingen gezocht voor wensenlijstjes van verenigingen en te lang gewerkt met weinig objectieve toetsingskaders. Het is goed dat alles in een nulsituatie wordt gebracht en dat zaken transparant zijn. Wat de subsidies betreft, is hij geschrokken van het verhaal van de heer Coenen. Hij vraagt of er sprake is van een incident en wat het antwoord erop is.
Dhr Ter Riele antwoordt dat er geen sprake is van een rekenfout of incident. Het geld is niet uitgegeven en het is ook maar de vraag of het uitgegeven gaat worden; het is een planning van de begroting. Hij zal de heer Coenen in een persoonlijk gesprek de werkelijke getallen toelichten. Onlangs is er een schouw gehouden op basis waarvan de achterstand is bepaald. Alle reguliere onderhoud is in beeld en daarop is de achterstandberekening toegepast; daarmee heeft men ook de nulsituatie te pakken. Omdat enkel het daadwerkelijk achterstallige onderhoud wordt gefinancierd, kan het betekenen dat het bedrag dat staat opgenomen, lager uitvalt als de uitgaven lager uitvallen, maar het kan ook wat hoger uitvallen. Het valt nog niet precies te zeggen, het is een planning. Dhr Poelen vraagt of de gemeente verwacht dat onderhoudszaken die pas over vijf jaar gepland staan, binnenkort worden uitgevoerd. Dhr Ter Riele antwoordt dat het bedrag aan de verenigingen beschikbaar wordt gesteld onder voorwaarde dat ze de onderhoudswerkzaamheden gaan doen. Het tijdstip waarop de verenigingen deze activiteiten oppakken, is aan de verenigingen. De gemeente gaat ervan uit dat er voor de gebouwen zelf geen investeringen meer nodig zijn, omdat het met regulier onderhoud op te lossen valt. Voor de velden en complexen als erfafscheidingen e.d. kunnen investeringssubsidies worden aangevraagd; de gemeente heeft die gewoon in de voorziening zitten. Dhr Schmiermann denkt, gezien het geringe aantal inspraakreacties, dat het merendeel van de verenigingen erg tevreden is met het voorliggende accommodatiebeleid. De opdracht van de raad om te kijken hoe met de nieuwe manier van werken een bezuiniging van €130.000,- gerealiseerd kan worden, wordt weliswaar niet volledig tot het genoemde bedrag verwezenlijkt, maar is wel uitgevoerd op een manier waar de PvdA in eerste instantie tevreden mee is. Dhr Poelen stelt dat de uitvoerige reactienota op alle reacties van de verenigingen weliswaar duidelijk is en de goedkeuring van het CDA kan wegdragen, maar op een aantal punten is de nota nog niet volledig in de bijlage en de verordening verwerkt. In de verordening moet immers duidelijk worden waar de verenigingen wel of geen aanspraak op kunnen maken. Hij vraagt het college voor de volgende behandeling te kijken in hoeverre het nodig is om de reacties expliciet te verwerken in deelverordeningen of in afspraken die nog gemaakt en vastgelegd moeten worden. Zo wordt er in de toelichting nadrukkelijk de peildatum van 1 september genoemd waarop iemand nog 17 is en voor een bijdrage in aanmerking kan komen die dan voor de rest van het jaar blijft gelden; wat hierover in de verordening staat, is veel minder duidelijk. Ook het begrip ‘spelende leden’ dient nader omschreven te worden, want het geeft aanleiding tot misverstand. Wat de planning accommodatiebeleid (punt 8, voorstel) betreft wordt duidelijk aangegeven dat er een bepaalde volgorde is, te beginnen met de sportaccommodaties buitensport en pas ver erna met onderwijs en welzijn. Het CDA geeft er de voorkeur aan dat het implementatie van het sportaccommodatiebeleid nu on hold wordt gezet in afwachting van het moment dat ook onderwijs en welzijn en de andere accommodaties in het zelfde stadium zijn zodat de totaalafweging ten opzichte van alle accommodaties gemaakt kan worden. Er is veel en goed werk verzet in de afgelopen anderhalf jaar, maar uit de nota blijkt ook duidelijk dat behoorlijk veel zaken zijn aangepast, qua ideeën, uitgangspunten en zelfs uitvoering. Zo blijken de oorspronkelijk berekende subsidiebedragen in de praktijk anders uit te pakken en zijn er achterstanden in investeringen. Hij vraagt of men alle, destijds vastgestelde uitgangspunten onverkort wil handhaven of dat er na anderhalf jaar studie toch zaken zijn die men beter kan loslaten, omdat het middel erger is dan de kwaal. Het is een prima ontwikkeling dat het oorspronkelijke uitgangspunt van strikte gelijkheid door de praktische omstandigheden al behoorlijk is gedraaid in de richting van maatwerk. De vraag in zijn algemeenheid is echter of niet een herbezinning op een aantal uitgangspunten nodig is. Een van de punten die in dit kader genoemd kan worden, is de vraag of de taakstellende bezuiniging op de sportaccommodaties van €130.000,daadwerkelijk reëel haalbaar is voor de verenigingen. Als de conclusie zou zijn dat het voor verenigingen lastig, moeilijk of onmogelijk is, is het bijna vragen om problemen later. Hij vraagt het college om in het eindvoorstel aan te geven of de verenigingen de taakstellende bezuiniging van
€130.000,- op een normale manier kunnen realiseren en zo nee, om in een voorstel aan te geven welk richtgetal wel realistisch is. Verenigingen krijgen het door allerlei omstandigheden steeds moeilijker en moeten sowieso al op andere manieren geld genereren. Wat het subsidiebeleid betreft, vraagt hij het college om de argumenten die de Bonden voor Ouderen hebben aangedragen in hun voorstel voor de groep 55+ - 65+, serieus te bekijken en eventueel tot een heroverweging te komen, ervan uitgaande dat de nieuwe subsidieverordening geen bezuinigingsmaatregel is. Dhr Eikholt had meer insprekers verwacht en ook insprekers die iets wilden zeggen over de systematiek die de gemeente wil gaan toepassen in de toekomst. Wat voorligt, is voor de GVP zeker iets waar men wat mee kan: de zelfredzaamheid van verenigingen wordt versterkt, de verenigingen worden sterk gestimuleerd te kijken naar vormen van samenwerking en medegebruik wordt gestimuleerd door er een subsidie aan te koppelen. Het stuk is eenduidig en transparant; de kracht van verenigingen zal alleen maar worden versterkt. Uiteindelijk is een subsidie bedoeld om een aanvulling en een aanmoediging te geven, maar niet om de zelfredzaamheid te verminderen. De GVP maakt zich zorgen over De Mallemolen en vindt dat alle energie gericht moet zijn op het behoud van De Mallemolen als cultureel centrum voor Groesbeek. De GVP maakt zich ook zorgen over accommodaties die op termijn leeg komen te staan en vraagt wat het college van plan is te doen met een accommodatie als De Slenk op de Horst. Dhr Weijers vertrouwt erop dat de vraag van de heer Coenen naar tevredenheid wordt opgelost. Wat het ouderenbeleid betreft, is de actualisering van de Ouderennota voor VOLG zeker aan de orde; het is geen discussiepunt. Er zijn veel inspraakreacties gekomen en de gemeente heeft blijkbaar goed geluisterd naar de verenigingen, gezien het geringe aantal insprekers. De stukken zijn weliswaar erg uitgebreid maar niet altijd even duidelijk. VOLG betreurt het dat de marktoriëntatie De Mallemolen nog niet is afgerond zodat de resultaten ervan meegewogen hadden kunnen worden met het accommodatiebeleid. VOLG onderschrijft volledig alle uitgangspunten van het accommodatiebeleid (pagina 6), maar heeft de volgende kanttekeningen. 1. Bij het uitbesteden van het onderhoud vindt VOLG het monitoren belangrijk; de gemeente moet blijven volgen dat het onderhoud goed wordt verricht. Hij vraagt of er sancties zijn als het onderhoud niet op orde is en zo ja, wat de sancties zijn. 2. Het SPOG heeft aangegeven open te staan voor het onderzoeken van mogelijkheden tot uitbreiding van medegebruik van de scholen. VOLG pleit ervoor om hier gebruik van te maken maar alleen met zaken die te maken hebben met schoolse activiteiten. 3. De vermindering van de exploitatiekosten van De Baôn (punt 9, pagina 15) is ingezet ter dekking van het nieuwe geplande voorzieningenhart. Hij vraagt of het financiële consequenties heeft voor de dekking van dit voorzieningenhart, als er kosten gaan wegvallen. 4. VOLG is groot voorstander van het gebruik maken van leegstaande panden op Oriëntalis. 5. Hij vraagt welke voorwaarden via de subsidie worden gesteld aan jeugd- en jongerencentra en of er ook aan andere verenigingen voorwaarden worden gesteld via de subsidieverstrekking. 6. VOLG stelt dat de kindervakantieweek, die de afgelopen jaren met alle spullen en alle kinderen van hot naar her is verhuisd, niet het kind van de rekening mag worden. Hij vraagt op welke manier de gemeente verantwoordelijkheid zal nemen voor de opslag van de materialen. 7. VOLG is m.b.t. het uitgangspunt van één ontmoetingsplek per kern van mening dat men er wel voor moet zorgen dat burgers en/of verenigingen niet tussen wal en schip vallen en wel altijd érgens terecht moeten kunnen. 8. De marktoriëntatie De Mallemolen is nog niet afgerond, maar het college stelt wel voor om nu al maatregelen te treffen inzake beheer dan wel gebruikskosten. Hij vraagt waarom het college hiervoor kiest, vooruitlopend op de resultaten van de marktoriëntatie. 9. Hij vraagt of er met de verenigingen is gesproken over het feit dat zij straks nog maar 70% van de vergoeding zullen gaan krijgen en over de vraag of zij denken dat het haalbaar is.
VOLG ziet vier goede zaken aan het subsidiebeleid: Het is voor iedereen inzichtelijk wie wat krijgt; de subsidiebedragen voor verenigingen in dezelfde branche zijn gelijk; er is een subsidieplafond per categorie; het aantal (jeugd)leden is bepalend voor de te verkrijgen subsidiebedragen. De cijfers van de ledenadministraties worden om de paar jaar gecontroleerd. Wat VOLG betreft zou dit zeker in het begin jaarlijks moeten gebeuren, steekproefsgewijs. Veel verenigingen gebruiken nu Heuvelland en Wiga als basis. De gevolgen van de huidige wijzigingen in het subsidiebeleid zijn nu nog te overzien. In het accommodatiebeleid staat echter dat onderzocht wordt of het haalbaar is om Heuvelland en Wiga te privatiseren. VOLG waarschuwt dat men ervoor moet waken dat verenigingen die afhankelijk zijn van deze twee sporthallen, er niet nog verder op achteruit gaan. De politiek moet er de vinger aan de pols houden. Op pagina 1 van de deelverordening Overige verenigingen staat een kolom met bedragen van €750,- voor een aantal verenigingen. Op pagina 9 van het Excelbestand van dezelfde deelverordening staat het bedrag van €500,-. Dhr Ter Riele antwoordt dat het €500,- moet zijn. Dhr Gödderz gaat voorlopig akkoord met het voorstel en zal op 31 mei een definitief oordeel te geven. Hij gaat ervan uit dat het college nog rekening zal houden met de twee inspraakreacties. Hij sluit aan bij de opmerking van de heer Poelen over de duidelijkheid van het financiële rekenplaatje en over de beantwoording van de inspraakreacties en het expliciteren ervan in de stukken. Hij vraagt wanneer er meer duidelijkheid zal zijn over wat er gaat gebeuren met de welzijnsgebouwen en zou het waarderen als deze duidelijkheid gegeven wordt op 31 mei. Wat het subsidiebeleid betreft en de verordening die is overgenomen van de modelverordening van de VNG, zegt hij dat GroenLinks voorstander is van standaard een controleverklaring, als er een subsidie wordt verstrekt, gericht op de getrouwheid en de rechtmatigheid van de verantwoordingsinformatie. GroenLinks stelt voor om een subsidieregister op te stellen in de vorm van een PDF-je op de website van de gemeente, waarin de volgende gegevens worden opgenomen: datum, naam vereniging, reden subsidieverstrekking, bedrag subsidie of subsidie in natura, verwijzing naar raadsbesluit. Door het uniform te maken creëert het transparantie naar de buitenwereld en de politiek en wordt het vergelijkbaar door de jaren heen. De passage over de wet Bibop uit de modelverordening is in de voorliggende verordening geschrapt. Het geeft de bestuursorganen, dus ook de gemeenten, de mogelijkheid om bedrijven en personen te screenen om te voorkomen dat de overheid ongewild criminaliteit in de hand werkt. GroenLinks vindt dat de passage erin moet blijven, niet uit wantrouwen naar de verenigingen maar om een kapstok te hebben voor het geval dat. Om duurzaamheid nog beter in te ontwikkelen (accommodatie)beleid in te brengen, zou het een idee kunnen zijn om verenigingen bij grote investeringen vanaf €40.000,- te vragen om aan te geven hoe zij invulling geven aan het gemeentelijke duurzaamheidsbeleid. Dit kan ook helpen om de bezuinigingen op te vangen. Vanuit Iedereen Gelijk, de wettelijk verplichte antidiscrimatievoorziening, wordt er hard aan gewerkt dat er antidiscriminatiebeleid in de gemeente wordt opgesteld. Het zou handig zijn als er alvast een bepaling in de subsidieverordening wordt opgenomen dat verenigingen moeten zorgen voor een discriminatie-vrije sfeer; en dat, als dit niet het geval is, de subsidie eventueel ingetrokken zou kunnen worden. Tenslotte wijst hij op het project In veilige handen van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het ministerie van Veiligheid en Justitie. Het doel is om seksueel misbruik van minderjarigen binnen vrijwilligersorganisaties tegen te gaan. Dit kan door een risicoprofiel op te stellen en een verklaring van goed gedrag van een vrijwilliger te vragen, als er een risico blijkt. Vrij veel gemeenten stellen dit als subsidievoorwaarde. Mw Ten Doesschate zegt dat de gemeentelijke overheid er is om jeugdspelers in de gemeente te laten sporten. Teamsport is goed voor de gezondheid en goed voor het karakter. De VVD vindt subsidie per spelend jeugdlid een goed idee, maar de fractie vindt wel dat er een verschil gemaakt moet worden tussen clubs die recreatief spelen en clubs die spelers betalen. Het kan niet zo zijn dat de gemeente indirect betaalde spelers betaalt. De VVD is niet blij met artikel 4 Bevoegdheid
college (pagina 2), omdat de tekst zodanig is verwoord dat het college er alle kanten mee op kan. In het lijstje met musea komt het Afrika Museum er erg slecht vanaf met €3.000,-. De fractie vraagt om dit bedrag op te trekken tot het bedrag dat de andere musea krijgen, omdat er maar weinig zal overblijven van de subsidie die het museum van het Rijk krijgt. De VVD is van mening dat De Mallemolen absoluut moet blijven als centrumaccommodatie. De kwaliteitseisen die gesteld gaan worden aan het geprivatiseerd onderhoud, zal geld gaan kosten, omdat de controle ervan ambtelijke uren gaat kosten. Tenslotte, voor specifieke grote renovatie en vervangen van de buitensport kan een beroep worden gedaan op een investeringssubsidie van de gemeente, maar daardoor zal alles grotendeels bij het oude blijven. Immers, als de nood aan de man is, zal de gemeente toch weer bijspringen. Het is een ongewenste situatie. Inspreker: dhr C. Huiskens, voorzitter KBO Heilig LandStichting namens de 5 ouderenbonden De 5 ouderenbonden hebben gezamenlijk een brief geschreven, waarin aandacht wordt gevraagd voor drie punten: 1. de leeftijdondergrens van 55+. Hij kan zeker beamen dat een actieve vereniging wordt beloond met veel ledenaanwas, maar erop wordt afgerekend als het gaat om honorering ervan. De bonden hebben de jongere leden vanaf 55+ nodig vanwege hun vitaliteit en enthousiasme en zijn een belangrijke factor voor het functioneren. 2. De KBO-bonden hebben te maken met een verplichte afdracht van €12,-/jaar, want hun statuten zijn gebaseerd op de provinciale en landelijke organisaties. Er blijft dan maar heel weinig over van de subsidie van €17,50 per lid. 3. Het college heeft toegezegd dat het t.a.v. de KBO Heilig Landstichting het criterium dat 2/3 van de leden uit Groesbeek moet komen, niet zo strikt zal hanteren, maar de vereniging moet wel gevestigd zijn in de gemeente Groesbeek. Hij vraagt het college om deze toezegging voor de toekomst vast te leggen. Dhr Eikholt vraagt of de KBO afhankelijk is van de subsidie of ook lidmaatschap vraagt. Dhr Huiskens antwoordt dat het lidmaatschap € 22,50 per jaar bedraagt. Vanwege het subsidieplafond en de gestegen afdracht aan de landelijke organisaties hebben de leden ingestemd met een verhoging van het contributiebedrag. Dhr Schmiermann stelt dat een ondergrens van 55+ vrij uniek is in Nederland. Hij heeft ook de indruk dat de groep van 55+-plussers goed voor zichzelf kan opkomen. In die zin is het collegevoorstel op zich niet zo verkeerd. Dhr Huiskens antwoordt dat bijvoorbeeld Nijmegen ook de ondergrens van 55+ hanteert. KBO Horst en KBO Heilig Landstichting hebben de afgelopen jaren te maken gehad met een subsidieplafond. In het eerste jaar omvatte dit 4,6%, maar voor 2012 zou het neerkomen op een korting van 20%; het is gaandeweg opgelopen. In de subsidieverordening lijkt het alsof de KBO’s meer geld krijgen, maar ze hebben de afgelopen jaren minder gekregen. Inspreker: dhr B. de Boer De Seniorenraad is zeer content met de gelijk gebleven subsidie en beschouwt dit als een blijk van waardering voor zijn advisering. Hij sluit aan bij wat de heer Huiskens heeft gezegd; de Seniorenraad onderschrijft de argumenten die in de brief van de bonden staan. Wethouder Spaan is blij met de steun voor het accommodatiebeleid. De gestelde vragen zullen in het voorstel worden meegenomen naar 31 mei. De voorzitter schorst de vergadering om 20.40 uur.
Voorstel om akkoord te gaan met de aanpak duurzaamheid en de extra kosten voor de uitvoering ad €50.000,- voor 2 jaar te dekken uit de post Onvoorzien
Voorzitter dhr R. Bekers Griffier dhr J. van Workum Portefeuillehouder: dhr J. Thijssen De leden: dhr P. Leenders (PvdA), dhr J. Poelen (CDA), dhr H. Knot (VOLG), dhr N. Janssen (Sociaal Groesbeek), mw E. van de Scheur (GVP), dhr F. Gödderz (GroenLinks), mw M. ten Doesschate (VVD) Verslag: Buro Service Overasselt, M. de Meijer De voorzitter opent de vergadering om 20.43 uur Dhr Poelen heeft aan de afdeling gevraagd of het zeker is dat met de €50.000,- alle - ook indirecte - kosten toegerekend zijn en uit het antwoord blijkt dat dit niet het geval is. Omdat er in toenemende mate sprake is van minder dekking van overheadkosten, is het goed om bij de budgetbepaling uit te gaan van de werkelijke kosten die een informatieplaats kost. Zeker ook in relatie tot de discussie met Millingen over de uurprijs die wordt doorberekend, is het goed dat de gemeente er één lijn in volgt. Het bedrag gaat dan richting € 70.000, maar er is dan wel meer duidelijkheid. Dekking van de kosten uit de post Inhuur is beter dan uit de post Onvoorzien, maar eigenlijk is het nog beter en duidelijker om een begrotingspost te maken die te maken heeft met duurzaamheidsbeleid. Het CDA is het eens met de uitgangspunten, ook al zijn er enkele kanttekeningen bij te plaatsen. In de notitie staat op pagina 2 dat er een start is gemaakt met het collegevoorstel t.a.v. het energie-zuinige gemeentehuis. Na de discussie in de carrousel van september 2011 is het stuk teruggenomen, omdat er verschil van mening over was en heeft de wethouder toegezegd dat het stuk in een andere vorm zou terugkomen op basis van het alternatief van de heer Knot dat door de meerderheid van de carrousel werd ondersteund. Dhr Janssen hoopt dat degene die straks wordt ingehuurd, concreet zal aangeven per project wat ermee bespaard wordt aan grondstoffen of gewonnen door minder CO2-uitstoot, wat de gemeente ermee opschiet, welk voorbeeld ermee gegeven wordt aan de Groesbeekse bevolking. Sociaal Groesbeek zou dit graag bij de evaluatie van de stukken waarin duurzaamheid is meegenomen, aangegeven zien. Dhr Leenders sluit aan bij de heer Janssen; het is erg belangrijk om in de praktijk te kunnen (laten) zien wat het oplevert, niet alleen in geld maar ook in milieuwinst. Men kan in het gemeentehuis beginnen door heel simpel bijvoorbeeld te kijken of de gebruikte spullen duurzaam en/of gescheiden worden afgevoerd. De persoon die ervoor aangetrokken wordt, zou concreet plannen kunnen uitvoeren, maar zou ook kunnen gaan kijken wat er mogelijk is op het gebied van duurzaamheid. De PvdA gaat akkoord met het voorstel, maar heeft het idee dat met minder geld het doel ook bereikt zou kunnen worden. Dhr Knot complimenteert het college dat het dit onderwerp zo uitgebreid oppakt. Er wordt gekozen voor de aanpak van de ‘natural step’ die zich internationaal heeft bewezen; hij is fundamenteel, realistisch, stapsgewijs en innovatief. Groesbeek is een van de eerste gemeenten van Nederland die met deze aanpak aan de slag gaat en er zijn waarschijnlijk fondsen mee te werven. De Radboud Universiteit is geïnteresseerd om in de praktijk met deze aanpak verder te gaan en wellicht kan dit de aan te stellen aanjager ondersteunen. VOLG vindt het echt de moeite waard om te investeren in een aanjager, maar de taakomschrijving is te beperkt. Op deze functie is iemand nodig die met visie durft in te zetten op het creëren van sectoroverschrijdende en sectoroverstijgende samenwerkingsverbanden, omdat alle technologie op het vlak van duurzaamheid er al is. De crux zit hem in de manier waarop men de mensen en de organisatie laat samenwerken, samen laat leren en samen laat vernieuwen. De aanjager moet
dan niet alleen maar ideeën bij collega’s en burgers onder de aandacht brengen maar juist alle partijen waaronder bedrijven en kennisinstellingen bijeen brengen en laten samenwerken. Het advies geeft verder onvoldoende aandacht aan een cruciaal punt uit de aanpak van de natural step, namelijk het verbinden van de duurzaamheidsprincipes met de strategische visie die in Groesbeek wordt opgesteld. Als deze verbinding wel wordt gelegd, ontstaat er een duurzame toekomstvisie. Als men echt grote vooruitgang wil boeken, hoort duurzaamheid te worden verweven in alle beleidsdoelen. Tot nu toe is de strategische visie van Groesbeek op een parallel spoor ontwikkeld, zonder dat men systematisch de grote opgaven die er op het vlak van duurzaamheid liggen, in beeld heeft gehad. VOLG stelt voor om die uitdaging alsnog op te pakken. Ook al is de strategische visie nu de inspraak in, deze inhaalslag is nog wel te maken. Het is niet altijd duidelijk waar de raad ja tegen zegt, als het voorstel wordt aangenomen. In het stuk worden de drie adviezen op één hoop gegooid door voor te stellen om een aanjager te benoemen voor 0,5fte die het allemaal gaat doen. VOLG denkt dat het beter zou zijn dat college en raad op korte termijn samen de duurzaamheidsvisie vorm geven, gesteund door een adviseur, zodat de ambities en focus duidelijk zijn. Vervolgens zou de aan te stellen aanjager die visie in de praktijk moeten brengen. VOLG ziet hier echt een tweedeling. De fractie vraagt zich af of de voorgestelde €25.000,- voor 0,5 fte voldoende is om een zwaargewicht binnen te halen, die sectoroverstijgend is, met gezag en autoriteit zeer diverse partijen samen laat komen en samen laat werken. Naast de partijen die genoemd worden om een uitvraag aan te doen, is het ook verstandig om de Radboud Universiteit te benaderen en zijn spin-off bedrijfjes, die ook samenwerken met de gemeente Eindhoven. Mw Van de Scheur denkt dat het verstandig is om te beginnen met het geven van het goede voorbeeld waarbij het de vraag is of hiervoor een aanjager moet worden aangesteld. Men kan duurzaamheid waarschijnlijk ook binnen de gemeentelijke organisatie ingebed krijgen door bijvoorbeeld elke afdeling twee zaken te laten benoemen op het gebied van duurzaamheid waar zij op zouden kunnen inzetten en dit te realiseren. Op die manier wordt het geld dat zou worden ingezet voor het inhuren van capaciteit, ingezet voor concrete maatregelen die zichtbaar zijn voor de bevolking waardoor de voorbeeldfunctie wordt ingevuld. Daarbij valt te denken aan het toepassen van zonnepanelen op de nieuwbouw van het Vossenhol en het realiseren van gescheiden afvalinzameling in het gemeentehuis. Dhr Gödderz is enthousiast over het voorstel om eindelijk iets met duurzaamheid te gaan doen. Er ligt een goed plan voor. Ook al blijkt uit de notitie dat er nog maar weinig inhoud aan duurzaamheid is gegeven op alle onderdelen en dat duurzaamheid nog niet is vastgelegd in een beleid of plan van aanpak, maar uit het raadsvoorstel blijkt dat het college wel ambitie heeft om het de goede kant op te duwen en zelfs om boven het wettelijk voorgeschreven niveau uit te komen. Het is duidelijk dat het college moeite heeft om duurzaamheid in te vullen. Het valt met name op dat het college inzoomt op duurzaamheid in de zin van ecologisch verantwoord, want het college heeft de werkgroep Milieubeheer als enige externe partner heeft betrokken bij het opstellen van het onderzoek, maar duurzaamheid gaat ook over economisch haalbaar en sociaal rechtvaardig. GroenLinks stelt dan ook voor om meer externe partijen bij het raadsvoorstel te betrekken, met name op het gebied van economisch haalbaar en sociaal rechtvaardig. Daarnaast zouden college, directie, ambtenaren, raads- en carrouselleden meer betrokken moeten raken bij duurzaamheid, bijvoorbeeld door een informatie of thema-avond te organiseren, zoals deze ook heeft plaatsgevonden bij de strategische visie. In een tweede stap zou ook een informatieavond en een inspraakronde voor burgers kunnen worden georganiseerd, want het is belangrijk dat het door iedereen wordt gedragen. Het is ook belangrijk dat het college niet zozeer focust op het ontwikkelen van beleid, maar op het organiseren van duurzaamheid door het op gang brengen van de processen in de samenleving, aansluitend bij de regierol die de gemeente in de toekomst moet krijgen. Mw Ten Doesschate zegt dat de VVD groot voorstander is van duurzaamheid en al enkele jaren geleden heeft voorgesteld om zonnepanelen te installeren op het dak van het gemeentehuis. De €50.000,- is zonde van het geld; men kan hetzelfde effect bereiken door de ambtenaren het stuk
te laten lezen en te vragen eruit te halen wat van hun gading is. De VVD stelt voor om te beginnen met aanbeveling 2, zelf het goede voorbeeld te geven. Wethouder Thijssen antwoordt dat de gemeente het goede voorbeeld al geeft. De gemeente is bezig met een aantal projecten die duurzaam genoemd kunnen worden. Zo is er een project om op het gebied van openbare verlichting het energieverbruik terug te dringen, wordt er in de nieuwbouw van het voorzieningenhart Groesbeek-Noord veel aandacht besteed aan duurzaamheid en is de gemeente een voorloper als het gaat om afvalscheiding. Er vindt van alles plaats in de gemeente en de simpele dingen worden opgepakt en uitgevoerd. Tegelijkertijd moet men echter concluderen dat, wil men de lat hoger leggen en structureel inhoud geven aan duurzaamheid, er iemand nodig is die de gemeente gaat helpen om een samenhangende visie te formuleren, omdat het nu vaak afhankelijk is van toevalligheden. Deze persoon moet ook aanjagen, kansen inventariseren en daarbij nadrukkelijk oog hebben voor subsidiemogelijkheden enz.. Het laten leveren van ideeën door afdelingen is een van de punten die zeker moeten gebeuren; de aanjager zal worden gebruikt om de ideeën een vervolg te laten krijgen en ze in elkaar te laten passen. Het profiel van de aanjager is beschreven op pagina 3 van het voorstel, maar wellicht moet er nog wat nadrukkelijker aandacht aan worden besteed. Of het een externe moet zijn, is de vraag; het college kijkt naar de meest geëigende oplossing. Gezien de huidige werkbelasting van de milieucluster is er geen capaciteit en tijd beschikbaar om meer aandacht te besteden aan duurzaamheid dan nu het geval is. Daarnaast gaat het er ook om om de functie een duidelijke plek te geven in de organisatie, zodat de betreffende persoon afdelingsoverstijgend samenwerking kan bevorderen. Het college wil er juist structuur in aanbrengen om vervolgens de discussie aan te gaan met de inwoners en primair met het bedrijfsleven. De gemeente moet immers eerst zelf een goed verhaal kunnen presenteren, voordat de gemeente het bedrijfsleven kan aanspreken op wat zij kunnen betekenen in het kader van duurzaamheid. Het is ook de bedoeling dat de burgers worden uitgenodigd om hun ideeën te leveren, maar niet om er een informatie- en inspraaktraject aan te verbinden, zoals het geval was bij de strategische visie. Het zou averechts kunnen werken, omdat mensen dan zouden kunnen denken dat een en ander al in het kader van de strategische visie aan de orde is geweest. Het is waar dat in de kosten geen overhead is inbegrepen. Het is de bedoeling om de voorgestelde €50.000,- in te zetten voor tijdelijke aanstelling of externe inhuur en voor de overhead is op dit moment geen extra dekking nodig. De overheaddekking zit in de reguliere begroting en moet de komende jaren worden teruggebracht. Een van de problemen waar de gemeente de komende jaren mee te maken krijgt, als zij met name op regionaal niveau iets gaat doen zoals de totstandkoming van de RUD, is dat er desintegratiekosten ontstaan, omdat de gemeente met een stuk overhead blijft zitten, terwijl de taak naar de dienst gaat. Het feit dat de overhead (werkplek, ICT, ondersteunende diensten) in de begroting is opgenomen, maakt het mogelijk om de formatieplaats van de aanjager eronder te laten vallen; er is geen extra geld voor nodig. Hij zegt toe dat bij de kostprijsberekening van de diensten die worden verricht, ook de noodzakelijke overheadkosten worden meegenomen. In het ontwerpbesluit staat ten onrechte een dekking voorgesteld uit de stelpost Inhuur; het moet zijn uit de post Nieuw beleid. Voor de aanpak van het gemeentehuis is inmiddels een prijsvraag uitgezet bij een aantal bedrijven, conform de wensen die destijds in de carrousel zijn geuit: Ten eerste, om de creativiteit van bedrijven aan het werk te laten binnen een omschreven doelstelling zonder aan te geven welke maatregelen uitgevoerd moeten worden; ten tweede om met name lokale bedrijvigheid een kans te geven. Op het resultaat van de prijsvraag zal hij in de raad terugkomen. Het is nadrukkelijk de bedoeling om te blijven concretiseren waar de gemeente mee bezig is, juist om anderen te stimuleren om ook werk te maken van duurzaamheid. Het bedrag van €25.000,- per jaar komt neer op 0,5fte en kan niet overdreven hoog genoemd worden.
In de strategische visie is een aantal toekomstbeelden benoemd waar het met Groesbeek naar toe moet. Het is nadrukkelijk de bedoeling dat dit gebeurt op een duurzame wijze. Duurzaamheid is dan meer een concretisering van hoe het invulling gegeven kan worden, want de strategische visie moet in totaliteit duurzaam zijn. Dit wordt bedoeld met wat daarin de visie en de focus van de gemeente is, gegeven de doelstelling die in de strategische visie is benoemd. Als de raad akkoord gaat met het voorstel, stelt de raad geld beschikbaar voor de aanjager. Het college neemt de andere aanbevelingen uit het rapport over. Het college is van oordeel dat degene die bij de duurzaamheidsvisie betrokken gaat worden, ook juist moet helpen bij het opstellen van de visie. Hij is er geen voorstander van om duurzaamheid heel breed te benoemen om het begrip niet op te tuigen tot een containerbegrip. Mw Ten Doesschate vindt dat het afkoppelen van regenwater ook onder duurzaamheid valt en dat dit dan moet gebeuren in grindkoffers. Het project Afkoppelen Jacob Marisweg zou dan onder voorstel B18 kunnen vallen. Dhr Gödderz gaat ervan uit dat naast ondernemers en burgers ook politici en ambtelijke organisatie betrokken worden bij de duurzaamheid. Hij merkt op dat één van de definities van duurzaamheid is dat het ecologisch verantwoord, economisch haalbaar en sociaal rechtvaardig is. Dhr Knot wijst in dit verband op het 4e bolletje van het voorstel waarin staat dat maatschappelijk verantwoord ondernemen onder duurzaamheid wordt verstaan. Wethouder Thijssen antwoordt dat de aanjager zich niet gaat bezig houden met Wmo-beleid. Er moet duidelijk worden afgekaderd wat men van de aanjager verwacht. Het stuk wordt geagendeerd als hamerstuk voor de raad met stemverklaring van de VVD en eventueel GVP. De voorzitter schorst de vergadering om 21.25 uur.
Initiatiefvoorstel GroenLinks om aan de hand van diverse studies, verslagen en artikelen een gedegen raadsdiscussie te houden omtrent het mogelijk opgedrongen krijgen van een railverbinding Nijmegen – Kleve in de vorm van een trein, treintram of tram. Voorzitter dhr R. Bekers Griffier dhr J. van Workum Initiatiefnemer: dhr F. Ankringa De leden: dhr P. Leenders (PvdA), dhr D. van Loon (CDA), dhr E. Weijers (VOLG), dhr N. Janssen (Sociaal Groesbeek), dhr H. Eikholt (GVP), mw M. ten Doesschate (VVD) Verslag: Buro Service Overasselt, M. de Meijer De voorzitter opent de vergadering om 21.30 uur Dhr Ankringa geeft een korte toelichting op het initiatiefvoorstel van GroenLinks. Mw Ten Doesschate verklaart dat de VVD altijd voorstander is geweest van hergebruik van de spoorlijn van Kleef naar Nijmegen, met een tram of een trein afhankelijk van wat mogelijk is en wat het kost. De VVD stelt voor om na te gaan welke partijen financieel kunnen bijdragen en wil
vervolgens graag de discussie voeren. In andere delen van het land blijken de trams succesvol zijn en dat de mensen die er gebruik van maken, erg blij zijn. Dhr Weijers zegt dat VOLG graag de discussie wil voeren over het al dan niet openen van een treinverbinding. VOLG heeft altijd aangegeven vóór een vorm van light rail of tramverbinding te zijn en niet voor een treinverbinding te zijn vanwege het risico dat dan ook weer goederenvervoer van het spoor gebruik gaat maken. Hij vraagt waarom de PvdA van standpunt is veranderd. Dhr Eikholt constateert dat een meerderheid van de raad de discussie wil voeren over het al dan niet laten rijden van een tram of trein door Groesbeek. Als de discussie gevoerd wordt, wil de GVP niet buiten spel staan maar kunnen meepraten, ook om in de discussie de argumenten naar voren brengen waarom de GVP vindt dat er geen tram of trein door Groesbeek moet rijden. De fractie stemt niet voor het initiatiefvoorstel. Dhr Leenders stelt dat de PvdA nog tot voor kort tegenstander was van het reactiveren van de railverbinding tussen Nijmegen en Kleef, maar na veel discussies met de PvdA-afdeling Nijmegen en de SPD-afdeling Kranenburg en Kleef is de fractie van mening veranderd. De PvdA-fractie in Groesbeek stelt zich nu op het standpunt dat de toename van het grensoverschrijdende verkeer, de verkeersdruk in steden en dorpen alsmede de economische kansen voor de regio vragen om een snelle, zorgvuldig geplande en stapsgewijze heropening van de railverbinding. Net als het college is de PvdA tot het besef gekomen dat men het in Groesbeek moet doen met de bestaande infrastructuur. Ook al zou er een politieke meerderheid te vinden zijn voor de aanleg van een westelijke of oostelijke rondweg, er kleven grote ruimtelijke bezwaren aan beide trajecten. Daarbij komt dat de gemeente Groesbeek deze niet kan betalen. Het is duidelijk dat Provincie en Rijk niet zullen bijdragen aan nieuwe infrastructuur en dat Groesbeek en Mook samen een opwaardering van de verbinding naar de A73 moeten betalen, hetgeen een onmogelijke opgave is. Als het op een andere manier mogelijk is om de huidige infrastructuur uit te breiden, is het ook duidelijk dat meer wegen onmiddellijk een verkeersaantrekkende werking hebben waardoor het uiteindelijke effect nihil is. Groesbeek zal het dus moeten doen met de huidige infrastructuur met al zijn beperkingen. Het is dan ook heel moeilijk, zo niet onmogelijk, om de doelstelling van een verkeersluw centrum in Groesbeek te realiseren binnen deze beperking. Men moet realistisch zijn en dit betekent: vol inzetten op het openen van de Altena-Hettsteeg, op het realiseren van een betere verbinding tussen de Oude Kleefsebaan en B9 én op het reactiveren van de railverbinding Nijmegen-Kleef vóór 2020. De PvdA Nijmegen en Groesbeek en de SPD Kranenburg en Kleef vinden dat er een stapsgewijze reactivering moet komen, maar de PvdA Groesbeek zal slechts akkoord gaan als aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Zo moet lijn 5 richting Nijmeegsebaan blijven rijden en moeten de kerkdorpen bediend blijven worden. De PvdA wil graag de discussie voeren en daar alle beschikbare rapporten en stukken bij betrekken om zaken concreet te kunnen maken. Dhr Janssen denkt dat heractivering van het spoor door het centrum van Groesbeek uiteindelijk onvermijdelijk is, gezien de opstelling van grote partijen. Om de mogelijkheid te behouden om te kunnen meepraten over een aantal voorwaarden die voor Groesbeek gunstig zijn, zoals een halte in het dorp en het niet mogelijk maken van goederenvervoer op de rail, is het belangrijk dat Groesbeek de discussie blijft volgen die tussen andere partijen wordt gevoerd en ook zelf de discussie blijft voeren. Sociaal Groesbeek zal het initiatiefvoorstel dan ook steunen. Dhr Van Loon stelt dat de gemeenteraad van Groesbeek een aantal jaren geleden een heel helder standpunt heeft ingenomen, namelijk dat Groesbeek tegen de reactivering van de spoorlijn is. Dit standpunt is de afgelopen jaren naar buiten toe verkondigd in allerlei gremia en dit heeft opgeleverd dat dit standpunt voor alle partijen om Groesbeek heen volstrekt duidelijk is. Het initiatiefvoorstel doet afbreuk aan de duidelijkheid van het Groesbeekse standpunt en vooral ook afbreuk aan de perceptie ervan bij alle overige partijen. Voor het CDA moet het Groesbeekse standpunt niet ter discussie staan bij het verschijnen van ieder nieuw rapport of publicatie. Het CDA heeft dan ook geen enkele behoefte aan een herijking van het standpunt of een raadsdiscussie over het onderwerp.
GroenLinks heeft heel vaak het college terecht verweten dat het met allerlei deelvoorstellen komt die mobiliteit-gerelateerd zijn en dat het daarmee vooruit loopt op de langverwachte discussie over het mobiliteitsplan. Met het initiatiefvoorstel doet GroenLinks feitelijk wat de partij het college zo vaak verwijt. Dhr Ankringa antwoordt dat iedereen, voorstanders maar ook tegenstanders, moet kunnen meepraten om de discussie zo scherp mogelijk te kunnen voeren. Omdat meepraten betekent dat iedereen over goede informatie moet beschikken, kan iedereen bij hem terecht als hij iets niet heeft van de informatie die bovenaan het blad vermeld staat. De tweede railavond vindt op 16 april in De Mallemolen plaats en wordt op de radio en de televisie uitgezonden. Door zorgvuldig en goed over het ingewikkelde vraagstuk te discussiëren, kan men gaan trechteren waar men uiteindelijk bij meerderheid naar toe wil. De uitkomst staat niet van tevoren vast, maar de methodiek is bedoeld om het eerder ingenomen standpunt te herijken en om tot een uitspraak te komen wat men wil. Het betekent niet dat Groesbeek per definitie een ander standpunt zal innemen en het betekent ook niet dat Groesbeek minder betrouwbaar is. Hij deelt mee dat onlangs een vertegenwoordiger van Groesbeek, dhr Vrijmoet, is uitgenodigd bij een Europese commissie die over grensoverschrijdende railverbindingen gaat. Drie kwart van de bespreking betrof de verbinding Nijmegen-Kleef; er liggen daar al openingen, veel ruimer en veel verder, dan alleen in Groesbeek. Dhr Weijers merkt op dat VOLG op 16 april een algemene ledenvergadering heeft waarin de toekomstvisie van Groesbeek op de agenda staat. Het kan zijn dat er een afvaardiging vanuit VOLG toch aanwezig is op de themaavond in De Mallemolen. De voorzitter constateert dat 5 fracties voor en 2 fracties tegen het initiatiefvoorstel zijn. Het college zal worden gevraagd om de uitvoering van het voorstel op zich te nemen. De voorzitter sluit de vergadering om 22.00 uur.
Een uitvoeringskrediet beschikbaar te stellen ad € 681.000,- en daarmee te kiezen voor een kwalitatief hoogwaardige en verkeersveilige inrichting van de Mooksebaan Voorzitter dhr J. Kamps Griffier dhr F. Thijssen Portefeuillehouder: dhr Th. Giesbers De leden: dhr P. Leenders (PvdA), dhr R. Verheijen (CDA), mw P. Heijnen (VOLG); dhr J. Peters (Sociaal Groesbeek), mw E. van de Scheur (GVP), dhr F. Ankringa (GroenLinks), mw M. Verbeeten (VVD) Ambtelijk: N. Coppens Verslag: Buro Service Overasselt, W. Verheijen-Verkroost De voorzitter opent de bespreking om 19.00 uur Mw Heijnen merkt op dat de Mooksebaan dringend aan groot onderhoud toe is. Tijdens de vorige bespreking is al benadrukt dat een kwalitatieve reconstructie te prefereren is boven een bud-
get reconstructie. Haar fractie is blij dat tegemoet gekomen is aan de verschillende adviezen die tijdens de vorige bespreking naar voren kwamen. Deze zijn goed in voorliggend voorstel verwerkt. Mw Verbeeten zegt dat de VVD blij is dat een aantal zaken in het voorstel is aangepast zoals het in stand laten van de langparkeerstrook bij het informatiebord en het openbaar aanbesteden. Wat de financiële kant betreft, blijft de VVD van mening, gezien de hoog opgelopen kosten en de onzekere vooruitzichten, een pas op de plaats te moeten maken. De VVD kiest voor de sombere variant zonder middengeleider, fiets- en voetpaden uitgevoerd in betontegels en een besparing op de groenvoorziening., wat een totale besparing van een ton zou opleveren. Dhr Ankringa geeft aan dat Groenlinks geen discussie wil hebben over het onderhoud. Wel als de kruisingen naar voren komen, waarbij de functie van de weg een onder onderdeel kan zijn in de totaliteit. Hij vraagt wederom om een mobiliteitsplan. De mobiliteit in Groesbeek is te vergelijken met een legpuzzel, alleen het plaatje is niet bekend. Het is bijna onmogelijk elke keer losse stukjes te bespreken zonder te weten waar ze in het plaatje passen en wat de relatie tussen die puzzelstukjes is. Nu ligt de Mooksebaan voor met een kruising naar de Rijlaan, maar eerder was er al een voorstel over de verbinding naar de A73. In oktober heeft behalve het CDA niemand daar iets over gezegd. In november heeft niemand gezegd dat de kruising naar de Rijlaan, als de verbinding met de A73 doorgaat, opnieuw verbouwd moet worden. Er wordt over versoberen gesproken maar dat kruispunt mag straks opnieuw voor veel geld verbouwd gaan worden. In 1999 heeft hij hier al eerder over gesproken. Hij blijft zich verbazen dat elke keer puzzelstukjes voorliggen. Kijkend naar de tekening met de kruising Rijlaan, vraagt hij of al bekend was dat de verbinding met de A73 niet doorging of wist de afdeling niet meer dat er nog een puzzelstukje A73 lag. In de Strategische visie is een paragraaf mobiliteit opgenomen. Wat hierin opgenomen is, komt niet overeen met wat burgers hebben aangegeven zoals ontsluiting bedrijventerrein, centrum en winkelgebied en een splitsing van het doorgaande verkeer met het bestemmingsverkeer. De Mooksebaan wordt verkocht als een groot onderhoudsplan, de positie van de Mooksebaan is echter nog onduidelijk, evenals de positie van een aantal kruisingen. M.b.t. het mobiliteitsplan merkt hij op dat de laatste keer aangegeven is dat het in de eerste maand van het eerste kwartaal van 2012 voorgelegd zou worden. Het ligt er echter nog niet en hij wil van de wethouder weten wanneer het mobiliteitsplan komt. Dhr Verheijen complimenteert de afdeling dat de wensen van de raad zijn meegenomen in voorliggend voorstel. Het CDA wil niet, zoals de VVD aangeeft, voor sober gaan, maar gaat er wel vanuit dat, omdat er een openbare aanbesteding is, goed op de centen gepast zal worden. Hij is het eens met hetgeen dhr Ankringa stelt m.b.t. het mobiliteitsplan. Er zijn toezeggingen gedaan dat het dit jaar komt. De strategische visie loopt er doorheen, waarin een aantal uitgangspunten staat dat heel belangrijk is voor het mobiliteitsplan en wat het ook lastig maakt. Voorliggend voorstel kan wat hem betreft doorgang vinden. Het CDA heeft een rotonde voorgesteld en was niet voor variant 5a omdat het CDA andere inzichten had. Er moet wel een goede ontsluiting vanuit Groesbeek zijn. Dhr Peters ziet verbeteringen in het stuk. Hij mist het stukje naar het monument. Bij de rotonde Zuidmolen ziet hij dat fietsers een soort drempel afmoeten en hij vindt dat een onveilige situatie, met name voor rechtsafslaand verkeer richting Herwendaalseweg. Richting GroenLinks stelt hij dat hij in januari de plateauverbinding A73 aangekaart heeft. Sociaal Groesbeek is voor de sobere variant, geen middengeleider, sober groen. Als de ontsluiting naar de A73 van de agenda afgaat, stelt hij voor de opmerkingen m.b.t. de A73 eruit te halen. Wethouder Giesbers geeft richting dhr Ankringa aan dat in het voorstel onder het kopje mobiliteitsplan aangegeven staat welke zaken daar afgelopen jaar gespeeld hebben. Dhr Ankringa merkt op dat in 2009 besloten is tot een mobiliteitsplan en in 2010 is er geld voor beschikbaar gesteld. Het stond al eerder in de planning, maar het schuift steeds op. Wethouder Giesbers antwoordt dat het na de Strategische visie aan de orde zal komen. In een eerdere bespreking is
aangegeven dat de Strategische visie een enorme impact heeft op het mobiliteitsplan en is er zelfs voor gepleit eerst de Strategische visie vast te stellen. Dhr Ankringa wil van de wethouder de toezegging dat na de vaststelling van de Strategische visie het mobiliteitsplan vastgesteld wordt. Wethouder Giesbers antwoordt dat het mobiliteitsplan direct na vaststelling van de Strategische visie opgepakt zal worden. Er komt een goed pad naar het monument, dat is toegezegd. Het staat niet in het voorstel omdat het met de reconstructie niets te maken heeft. Hij gaat ervan uit dat de directieraming serieus bekeken is. Dhr Verheijen wil een toezegging van de wethouder dat men extra alert op de financiën is. Wethouder Giesbers zegt dit toe. Ambtenaar dhr Coppens licht toe dat er geen rekening wordt gehouden met de wijze waarop het werk wordt aanbesteed, vandaar dat de raming even hoog is of het nu openbaar of meervoudig onderhands gaat. Er wordt altijd secuur met het budget omgesprongen. Ambtenaar dhr Beumer licht toe m.b.t. de rotonde Zuidmolen dat als er een vrijliggend fietspad naast de rotonde zou liggen, dit iets veiliger is, maar die ruimte is er fysiek niet. Het is een hamerstuk voor de raad met een stemverklaring van de VVD en Sociaal Groesbeek. De voorzitter sluit dit onderwerp af om 19.32 uur.
Voorstel om niet langer in te zetten op de realisatie van voorkeursvariant 5a voor de verbinding Groesbeek – A73, met uitzondering van de aanleg van een vrijliggend fietspad tussen Groesbeek en Molenhoek Voorzitter dhr J. Kamps Griffier dhr F. Thijssen Portefeuillehouder: dhr Th. Giesbers De leden: dhr P. Leenders (PvdA), dhr R. Verheijen (CDA), mw P. Heijnen (VOLG); dhr J. Peters (Sociaal Groesbeek), mw E. van de Scheur (GVP), dhr F. Ankringa (GroenLinks), mw M. Verbeeten (VVD) Ambtelijk: D. Beumer Verslag: Buro Service Overasselt, W. Verheijen-Verkroost De voorzitter opent de bespreking om 19.32 uur. INSPREKER, dhr Thijssen, burger van de gemeente Mook. Dhr Thijssen geeft aan dat de gemeente Mook graag de kern van Mook vrachtwagenvrij wil hebben, maar nu stuurt Groesbeek de vrachtwagens toch door de kern van Mook. Hij heeft begrepen dat er al burgers zijn die de weg willen gaan blokkeren. Een andere route kost echter erg veel geld, wat beide gemeenten niet hebben. Mw Van de Scheur heeft zich afgevraagd of de timing van het voorstel goed is. De strategische visie moet nog worden vastgesteld. Gezien de kosten die gemoeid zijn met het ontsluitingsvoorstel en het voordeel vanuit Groesbeek qua reistijd, kan men niet anders dan het eens zijn met het voorstel. Het fietspad vindt zij geweldig, zeker voor de zwakke weggebruikers. Dhr Leenders is het eens met het voorstel. Het is heel belangrijk dat daar een veilig fietspad komt. Hij onderschrijft de conclusie van het college dat gezien de financiën die ermee gemoeid
zijn voor zowel Groesbeek als Mook, de ontsluiting niet mogelijk is. Voor de provincie heeft het ook geen prioriteit en dus geen geld. Het is wel belangrijk dat de fietsers daar veilig kunnen rijden. Mw Verbeeten is het met voorgaande sprekers eens dat het niet realistisch is, gezien de ontwikkelingen en argumenten, zoals ook in het voorstel aangegeven worden. Het is wel van belang dat er een vrijliggend fietspad komt. De VVD vraagt al sinds 1980 om. Dhr Ankringa merkt op dat de PPR, voorligger van Groenlinks er als sinds 1974 om vraagt. GroenLinks is nooit voor voorgestelde variant geweest, maar was voor variant 3. In 1999 is al aangegeven dat 60% van het doorgaand verkeer Gennep-Nijmegen is. Hij wil wachten tot er duidelijk is wat er uit de strategische visie komt. Dhr Verheijen geeft aan dat het CDA ook ingezet had op variant 3a. Er moet nu gewacht worden op de strategische visie en het mobiliteitsplan, waar na bekeken kan worden wat er nodig is en of er inderdaad een ontsluiting naar de A73 moet komen. Het CDA wil op de lange termijn zeker een goede ontsluiting, dit is van economisch belang. Hij zegt dat het goed zou zijn geweest als dit voorstel parallel in de raad van Mook behandeld zou zijn. Er ligt een schelpenpad, wat ontwikkeld zou kunnen worden tot vrijliggend fietspad, wat een besparing zou kunnen opleveren. Als er voor een andere variant gekozen wordt als ontsluiting naar de A73, dan zou de Rijlaan op slot kunnen voor gemotoriseerd verkeer en hoeft er geen fietspad aangelegd te worden. Hij wil het besluit om voor een vrijliggend fietspad te kiezen nog niet nemen, maar wil een richting aangeven. Inventariseer wat de mogelijkheden zijn, bekijk hoe de gemeente Mook en Middelaar er tegenaan kijkt en zoek uit hoe het met de subsidies zit. Er moet wel wat gedaan worden aan de veiligheid op die weg. Dhr Peters zegt dat Sociaal Groesbeek destijds tegen variant 5a was. Hij is blij dat het college nu van deze variant is afgestapt en vindt dat de bereikbaarheid van het dorp zonder deze variant gewaarborgd is, vrachtauto’s door Mook en het gewone verkeer vindt zijn weg wel. Hij vindt het zonde van het geld wat er al in geïnvesteerd is. Hij vraagt wat er terechtgekomen is van de mooie beloftes aan de Groesbeekse ondernemers. Sociaal Groesbeek vindt een vrijwillig fietspad een goed idee, wat in combinatie met het reeds aanwezige schelpenpad kan worden aangelegd. Wethouder Giesbers constateert dat de meeste leden het eens zijn met het voorstel. Het belang van het fietspad wordt onderstreept. Wat de subsidie betreft zijn de gemeente Groesbeek en de gemeente Mook en Middelaar samen met de provincies gaan praten. De provincie Limburg verwees naar de provincie Gelderland. Daar werd om cijfers gevraagd. Op het moment dat de cijfers genoemd werden, was de discussie voorbij, prioriteit 0. Op 7 februari is er overleg geweest met de gemeente Mook en Middelaar. Ook is het besproken met het GOV in het reguliere overleg en daar was alle begrip. Het Schelpenpad is van Staatsbosbeheer. Het is niet fijn als je daar ’s avonds over moet rijden. Het besluit ligt nu voor om in een vroeg stadium helderheid te verschaffen. De € 300.000,- voor het fietspad zijn staande de vergadering met gedeputeerde mw Biezen genoemd. Dhr Peters vraagt of de plannen van Mook roet in het eten kunnen gooien. Hij vraagt of er een raadsvoorstel voor het vrijliggende fietspad komt. Er worden al bedragen genoemd in voorliggend voorstel. Wethouder Giesbers antwoordt dat de bedragen die genoemd worden, voorstellen zijn om mee door te gaan. Voor de definitieve uitvoering is geld nodig en die vraag komt terug bij de gemeenteraad. Dhr Verheijen vraagt hoe Mook tegen het plan van het fietspad aankijkt. Wethouder Giesbers, antwoordt dat voor het fietspad beide gemeenten samen aan tafel gaan. Als de provincie Limburg het fietspad betaalt tot aan het bruggetje, is een grote stap gemaakt. De gemeente Groesbeek zou dat heel graag willen. Wat het overige betreft, kijkend naar de bedragen is duidelijk dat het een onhaalbare zaak wordt. De Rijlaan is zo goed als klaar, daar moeten alleen nog een tussenlaag en toplaag op. Breder wordt de weg niet. Hij zou graag direct doorgaan met het fietspad zodat er geen strepen en dergelijke aangebracht hoeven te worden. Dhr Verheijen vraagt of in Mook niet de behoefte bestaat voor een veilig fietspad. Wethouder Giesbers antwoordt dat wat het fietspad betreft de gedachten gelijk zijn.
Dhr Peters merkt m.b.t. de gladheidsbestrijding op dat het van belang is de Rijlaan, die één van de belangrijke ontsluitingswegen wordt, op te nemen in het gladheidsbestrijdingplan. Wethouder Giesbers is van mening dat de gemeente Mook het traject Rijlaan-Heumensebaan meeneemt bij de gladheidsbestrijding. Het is een hamerstuk voor de raad. De voorzitter sluit de bespreking om 20.06 uur
Voorstel om vast te stellen als visiedocument de “Visie Groesbeek, de beek van bron tot grens” Voorzitter dhr J. Kamps Griffier dhr F. Thijssen Portefeuillehouder: dhr Th. Giesbers De leden: dhr M. Schmiermann (PvdA), dhr D. van Loon (CDA), dhr S. Reichgelt (VOLG); dhr W. Kersten (Sociaal Groesbeek), dhr H. Eikholt (GVP), dhr F. Vrijmoet (GroenLinks), mw M. Verbeeten (VVD) Ambtelijk: dhr C. van der Ree en dhr R. de Koning Verslag: Buro Service Overasselt, W. Verheijen-Verkroost De voorzitter opent de bespreking om 20.42 uur Dhr Eikholt heeft de plannen ingezien en vindt dat het er goed uitziet. Hij kijkt met veel belangstelling uit naar de realisering van de visvijver van meneer Hof. Er wordt een subsidie ter beschikking gesteld. Uitvoering zal een verrijking zijn voor Groesbeek. Dhr Vrijmoet vindt de titel goed, maar na lezing van het document stelt hij dat er best een ondertitel onder kan: we moeten wel en we willen wel. Ook al zou hij tegen zijn, dat helpt niet, het moet toch. Hij wil wel, want het is een prima richting waarmee men bezig is. Het is leuk dat, zonder dat de strategische visie is aangenomen, bijna bij elk onderwerp de strategische visie wordt aangehaald en dat het daarin past. Hij is ook heel blij dat het verdrag van Schengen voor vissen in de regio gaat gelden, ze kunnen zonder paspoort de grens over. Hij hoopt dat hij in de toekomst niet meer zo hoeft te struinen als hij daar langs wandelt, deze keer heeft hij daar aardig wat schrammen opgelopen. GroenLinks staat achter alle punten van het voorstel. Dhr Reichgelt onderschrijft dat het een prachtig stuk is. In het stuk staat het realiseren van een vistrap. Om een vistrap te kunnen maken, moet bekend zijn wat voor vissoorten er in Groesbeek van nature thuishoren. Aangezien Groesbeek niet over die wateren beschikt, ook vroeger niet, die deze trekvissen zouden aantrekken, is een vistrap onzin. De vistrap kost € 50.000,-. Een vistrap heeft alleen maar zin als er vissoorten zijn die in Groesbeek thuishoren. Er is maar één vis, de beekprik die hier thuishoort, maar hier niet meer komt. Hij heeft geconstateerd dat bij het meanderen van de waterpartijen op verschillende plaatsen afkalving van de grond plaatsvindt omdat de taluds te stijl zijn of geworden zijn. Een talud met een hoek van 150° is beter voor de waterstroming. Als er afkalving plaatsvindt is dat grond van de aangrenzende boeren, wat problemen kan opleveren. Hij stelt voor die € 50.000,- te steken in grondaankoop op die bedreigde plaatsen zodat de taluds wat minder stijl gemaakt kunnen worden. Verder staat in het stuk bij de spuitvrije strook ‘vrijwillig’. Hij is van mening dat men dit niet moet doen. Meestal worden de gewassen door de loonbedrijven gespoten met grote machines, die kunnen niet op een paar meter nauwkeurig kijken. Dit betekent dat er gif in het oppervlakte-
water komt met alle gevolgen van dien. De boeren die grenzen aan de waterwerken, zouden een verplichte spuitvrije zone in acht moeten nemen. Ook is belangrijk dat in de zomertijd delen van de waterwerken droog zullen gaan staan. Dit lijkt hem niet aan te bevelen omdat er veel diersoorten in voorkomen die bij droogstrand dood gaan. Hij is van mening dat er een minimale waterhoeveelheid in die gangen moet blijven staan. Tijdens de landinrichting zijn er overal in Groesbeek poelen aangelegd. De poelen werden aangelegd ten behoeve van de voortplanting van amfibieën. De jeugd heeft in al die poelen vissen uitgezet. Dit betekent dat die amfibieën niet meer tot voortplanting kunnen komen. Dat is overigens ook een overtreding van de natuurbeschermingswet. Hij stelt voor dat, als een en ander gerealiseerd is, al die poelen in samenwerking met de visclub en de jeugd van de visclub visvrij worden gemaakt. Dhr Van Loon zegt dat in het voorstel de wens van de gemeente en de gemeenteraad om de Groesbeek weer zichtbaar te maken wordt verknoopt met het waterplan en de taakstellingen uit de kaderrichtlijn water. Dit is op vernuftige wijze gedaan. Wat hem stoort aan het voorstel is dat ook hier weer sprake is van enorme tijdsdruk. De raad moet vanavond beslissen over de voorbereidingskredieten om in augustus/september te besluiten over de uitvoeringskredieten, om vervolgens in december de schop in de grond te kunnen zetten anders komt de subsidie in gevaar. Hij wil van de wethouder weten hoe die tijdsdruk is ontstaan. Hoe kan dit in de toekomst voorkomen worden? Is de voorbereidingstijd nog wel voldoende om tot een optimale voorbereiding te komen? Er wordt in het stuk gehint naar besparingsmogelijkheden. Het CDA wil graag dat deze maximaal worden meenemen in de voorbereiding, zodat de uitvoeringskredieten daarop beoordeeld kunnen worden. Ondanks de verkregen subsidie resteert een gemeentelijk aandeel van € 717.000,- In het stuk wordt erop gewezen dat de alternatieven waarschijnlijk veel duurder zijn, maar dan had hij ook graag gezien dat deze alternatieven ook in kaart waren gebracht met de financiële consequenties. De suggestie wordt gewekt dat in het kader van de profielverruiming van de Groesbeek misschien wel tweemaal kosten moeten worden gemaakt, eenmaal in een breder profiel en eenmaal na aankoop van gronden omdat de grondeigenaren op dit moment niet bereid zijn om gronden te verkopen. Dat zou zeer onwenselijk zijn, het levert een behoorlijke kapitaalvernietiging op. Dat de visie gezien zou moeten worden als een kompas voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen en bij mogelijke grondverkopen, vindt hij in die zin bezwaarlijk. Wethouder Giesbers spreekt zijn dank uit voor de complimenten. De vistrap kost inderdaad € 50.000,-, maar dat betaalt het Waterschap. Hij zal er met het Waterschap over spreken en op zijn merites beoordelen. De gemeente is bij de boeren langs geweest, maar deze vonden het nog niet interessant om grond te verkopen. De Groesbeek komt het gebied van de groenblauwe diensten in en dat schept perspectieven. Via Natura gaat nu op stap en wellicht kan samen gekeken worden hoe de situatie nu ligt. Hij gaat ervan uit dat het vooraf meegenomen wordt. M.b.t. een verplichte spuitvrije zone zegt hij dat dit bekeken moet worden, wellicht kan er in het kader van de groenblauwe diensten ook meer grond aangekocht worden. Er moet met de boeren over gesproken worden. M.b.t. witvis in de poelen zegt hij dat inderdaad volwassen en kinderen duidelijk gemaakt moet worden dat het niet de bedoeling is dat er vis in de poelen gedumpt wordt. De tijdsdruk is ontstaan door de hoeveelheid werk die er lag en het voorleggen van het voorstel had tijd nodig. Ambtenaar dhr Van der Ree vult aan dat ten tijde van het vorig voorbereidingskrediet wat met elkaar afgesproken is Robert de Koning aangetrokken. Er is een aantal studies samen met het Waterschap uitgevoerd. Vanuit het Waterplan van 2008 wilde men het zo sober mogelijk houden. Het heeft heel lang geduurd om te inventariseren wie een stuk grond wil verkopen aan de gemeente zonder dat het de prijs zou opdrijven. Medio oktober/november 2011 heeft de subsidieverlener aangegeven als extra voorwaarde gegeven dat 22 december 2012 gestart moet zijn met het project. Als vanavond besloten wordt over het voorstel, dan kan met gemak december gehaald worden.
M.b.t. het waterhoudend houden van de Groesbeek geeft hij aan dat het een beekje is waar alleen maar kwelwater in voor komt tenzij het regent en er via extra overstorten en hemelwaterafvoer op dat moment water aan toe wordt gevoegd. Het beekje is nu boven de grond in het betonnen gootje bijna altijd waterhoudend het loopt door in het park Mariendal, dan valt het enige tijd weer droog bij de Husenhof, dan richting de visvijver, dat blijft doorlopen tot een de grens, naarmate het dichter bij de grens komt, gaat het water harder stromen en neemt de waterdiepte toe. Verwacht wordt dat als het bovengronds wordt gehaald in het Mariendal en in het Groeske, dat er zoveel positieve kwel in het beekje naar boven komt, dat geprobeerd zal worden het watervoerend te houden. Moet het watervoerend gehouden worden, dan moet er een soort kleibodem gemaakt worden en wordt het project veel duurder. M.b.t. de besparingsmaatregelen zegt hij dat het voorstel geschreven is vanuit de opgaaf dat er met elkaar een bepaalde route doorlopen moet worden. Dat heeft te maken met de beek. Als het vergelijk getrokken moet worden, als die 7500 kuub waterberging die nu in het buitengebied gemaakt wordt, tussen kern Groesbeek en kern Horst/grens Duitsland geborgen wordt, binnenstedelijk, betekent het dat het gevonden moet worden in ondergrondse rioleringsstelsels en zou dit € 1,9 miljoen gaan kosten. Grondverzet in het buitengebied zal dit nooit kosten. De alternatieven kunnen uitgebreider op een rijtje gezet worden, indien nodig. Het is een hamerstuk voor de raad. De voorzitter sluit de bespreking om 21.14 uur
Voorstel om een positieve zienswijze te geven op het Transitieplan Breed en de omvorming van Breed tot een arbeidsbemiddelingsbedrijf Voorzitter dhr J. Kamps Griffier dhr F. Thijssen Portefeuillehouder: dhr W. Spaan De leden: dhr M. Schmiermann (PvdA), dhr W. Janssen (CDA), mw P. Heijnen (VOLG); dhr J. Peters (Sociaal Groesbeek), mw E. van de Scheur (GVP), dhr F. Vrijmoet (GroenLinks), mw M. Verbeeten (VVD) Ambtelijk: dhr G. van der Valk Verslag: Buro Service Overasselt, W. Verheijen-Verkroost De voorzitter opent de vergadering om 21.30 uur. Mw Van de Scheur stelt dat er geen andere mogelijkheid is dan deze weg in te slaan. Zij vraagt of er nog een mogelijkheid is meer af te nemen bij Breed. De GVP heeft grote twijfels of het percentage van 85% detachering gerealiseerd kan worden. Een bepaalde groep zal niet op de reguliere arbeidsmarkt terecht kunnen. Daar moet een vangnet voor gecreëerd worden. Om inzicht te krijgen in de voortgang van de detachering is het heel belangrijk dat hierover gerapporteerd wordt. De GVP ondersteunt het amendement van de PvdA. Mw Heijnen zegt dat de belangen van de gemeente Groesbeek bij een organisatie als Breed zijn groot. Of het voorgestelde transitieplan de definitieve oplossing biedt is niet zeker. Genoemd wordt dat het plan geen gegarandeerde resultaat heeft. In het verleden zijn de resultaten ook niet behaald. VOLG is zeer ongelukkig dat een open eind regeling zoals bij Breed in de toekomst structurele tekorten zal geven. Om de gestelde 85% geplaatst te krijgen lijkt een utopie. Zelfs in het verleden is dit nooit behaald toen de financiële mogelijkheden en omstandigheden beter wa-
ren. Het is niet gunstig voor een bedrijf als Breed om het uurtarief hoger te maken. Daarmee prijzen ze zich uit de markt. VOLG heeft aangegeven het wenselijk te vinden meerdere scenario’s te bekijken, met name ook het scenario van uittreding. In het transitieplan van Breed worden de financiële consequenties wel benoemd, dit zou Groesbeek ruim € 2 miljoen kosten, maar die redenatie is vooral vanuit Breed bekeken. VOLG mist een plan waarin wordt verteld wat de kosten op lange termijn zijn bij uittreding en eigen herplaatsing. Waarom kijkt de gemeente niet verder naar vergelijkbare bedrijven? Nu wordt een beslissing verwacht over een gemeenschappelijke regeling, maar niet bekend is wat de alternatieven zijn en wat deze kosten. VOLG kan nu geen weloverwogen besluit maken. Het is wel belangrijk dat iedereen aan het werk is en aan het werk blijft, zeker voor deze doelgroep is dat heel belangrijk. Bekeken moet worden of Breed in die zin het beste is voor de mensen van Groesbeek. Mw Verbeeten geeft aan dat de VVD instemt met de koerswijziging en de daarmee gepaard gaande reorganisatie om Breed te ontwikkelen naar een arbeidsbemiddelingsbedrijf. Op de huidige voet doorgaan kan niet en uittreden is voor de VVD geen optie. Er zijn wel enkele kanttekeningen. De verbinding met de wet Werken naar vermogen is een belangrijk uitgangspunt, waarop ook in de zienswijzen uitvoerig wordt ingegaan en wat door Breed niet in het transitieplan is opgenomen. Beslispunt 3 is iets te vriendelijk geformuleerd. Zij zou dit willen aanpassen in: Breed met klem verzoeken mee te werken aan een aanvullend plan waarin reorganisatie en regionale samenwerking op het gebied van wet Werken naar vermogen met elkaar verbonden worden. Er is een financieel risico, het plan biedt geen gegarandeerde resultaten. Het streven om meer mensen buiten Breed te detacheren, was al lang een doel van Breed, maar tot op heden zonder succes. Het is nu de vraag of het wel gaat lukken. 85% is zeer ambitieus. De VVD zou graag de financiële risico’s in beeld gebracht zien in een aantal scenario’s en wil hier graag een toezegging voor. Bij de door Breed genoemde risicofactoren mist de VVD de financiële betrouwbaarheid van de bedrijven waar de medewerkers gedetacheerd worden of gaan worden. Het is van belang Breed te vragen op welke wijze zij de financiële betrouwbaarheid toetsen van de bedrijven waarmee zij in zee gaan. M.b.t. informatievoorziening vindt zij de huidige zienswijze voorzichtig geformuleerd, zeker gezien het belang dat de gemeenten hebben en de risico’s die zij dragen als het niet volgens het plan gaat. Het is van belang dat Breed opgedragen wordt om per kwartaal te rapporteren aan gemeenteraden en colleges over de voortgang, de afwijkingen en over de behaalde resultaten. Het amendement van de PvdA met die strekking, kan de VVD ondersteunen. Dhr Janssen kan aansluiten bij de opmerkingen van de VVD. Wat het PvdA amendement betreft, stelt hij dat het een schriftelijke rapportage kan zijn. Hij ziet graag het gesprek viermaal per jaar met de directie van Breed en toelichting en met elkaar, de raadsleden van de aangesloten gemeenten, vandaar zijn amendement. Het amendement van Sociaal Groesbeek om de termijn te verlengen spreekt niet aan. Het CDA onderschrijft het voorliggende voorstel. Ook wordt onderschreven de aanspraken op het transitiefonds. Het verzoek om mee te werken aan een aanvullend plan waarin de reorganisatie kan worden verbonden met andere gebieden wordt ook ondersteund. Het CDA stemt in met de zienswijzen en wil een aanvulling in de vorm van een driemaandelijks gestructureerd overleg. Hij refereert aan een overleg in West Maas en Waal, wat geleid heeft tot informatievoorziening en een vruchtbare discussie. Op basis van die gedachtewisseling kunnen er afspraken gemaakt worden. Het dossier Breed is een besmet dossier. Hij erkent dat er de laatste anderhalf jaar een kentering heeft plaatsgevonden. Voor het CDA is het niet per se zo dat een gemeenschappelijke regeling de beste oplossing is voor deze problematiek, het werkterrein van Breed of voor het misschien nog bredere werkterrein. Er zijn andere bedrijfsvormen mogelijk. Het CDA is van mening dat er ruimte is om daarover met elkaar in gesprek te gaan en wil een platform bieden voor dat overleg, vandaar in het amendement het aanbod om als Groesbeek daar ruimte voor te bieden. Het CDA wil per se verbonden aan het fiatteren van dit voorstel een periodiek driemaandelijks informatief overleg starten voor raadsleden. Dhr Schmiermann merkt op dat de afgelopen maanden men heel betrokken geweest is bij het Transitieplan en er veel informatie verstrekt is. De oorzaak is simpel, het Rijk geeft in plaats van €
27.000,- nog maar € 22.000,- per wsw-medewerker uit. De gemeente Groesbeek heeft de afgelopen jaar Breed flink laten interen op de algemene reserve. Er wordt hard geroepen dat de mensen beschut aan het werk moeten kunnen blijven en dat ze niet achter de geraniums moeten blijven zitten. Breed heeft het transitieplan geschreven om te kijken of het op een andere manier kan om het maximale geld uit de omvorming vanuit Den Haag verkregen kan worden en zoveel mogelijk mensen te gaan detacheren. De PvdA is, net als de OR van Breed, tot de conclusie gekomen dat het een van de weinig kansrijke alternatieven is die er voorligt. Het is wel een open eind regeling, en niet bekend is hoe het voor Groesbeek in de toekomst uit zal pakken, maar het is een stap die gezet moet worden. Er is een positieve zienswijze afgegeven. Het is een prima initiatief om de maximale aanspraak te doen op de middelen uit het transitiefonds. Hij kan zich vinden in het amendement van de VVD om Breed met klem te verzoeken om mee te werken aan een aanvullend plan, omdat de wet Werken naar vermogen eraan komt. Hij stemt in met de zienswijzen zoals bijgesloten bij het voorstel. De PvdA heeft een amendement, inhoudende: beslispunt 5 toe te voegen aan het raadvoorstel waarin met klem aan het bestuur van Breed gevraagd wordt om in het kader van de transparantie per kwartaal te rapporteren aan de gemeenteraden en colleges over de volgende punten: voortgang transitietrajecten, financiële tussenrapportages en de behaalde detacheringsresultaten. Dhr Peters vindt het transitieplan een plan van illusie. In de regionale krant leest hij dat het aantal cliënten in de bijstand in Nijmegen snel stijgt en dat het aantal openstaande vacatures daalt. Ook zou het aantal werkzoekenden toenemen. Breed wil ruim 1800 werknemers van binnen naar buiten plaatsen, dit terwijl in goed economische tijden werknemers niet bepaald zaten te springen om werknemers met een beperking. Van het verslag van de bespreking in West Maas en Waal heeft hij begrepen dat er geen vertrouwen is dat het goed komt. Er is dus weinig gezamenlijk vertrouwen. Ook is het voorstel tot een arbeidsbemiddelingsbedrijf in het verleden al zonder succes gebleken. Er zit al jaren een lid vanuit Groesbeek in het bestuur van Breed, tot nu toe heeft het bestuur slechts ingegrepen bij de vorige directiewissel. Over tegenvallende resultaten heeft hij het bestuur tot aan oktober 2011 niet horen reppen. Hij heeft de wethouders vol trots horen pochen over de € 875,- die bezuinigd zou kunnen worden, per Groesbeekse wswmedewerker. Hij vraagt of het bestuur zo slecht op de hoogte was van financiële situatie. Waarom weet Groesbeek niet wat de kosten zijn bij een tegenvallende transitie? Is er een alternatief? Nee, er is geen werk voor de Groesbeekse Breed-medewerkers. Hadden deze medewerkers zich niet middels het PGB in kunnen kopen bij een ander sw-bedrijf? Hij vraagt of de berekeningen wel juist zijn. In de stukken staat dat veel medewerkers 50+ zijn. Zij zijn moeilijk te bemiddelen. Wat gebeurt er met de 15% die niet in aanmerking komen voor transitie, hoe komen zij aan het werk? Hoe zit het met de concurrentieverhoudingen op de reguliere arbeidsmarkt? Hoe is de overloop van een werkplek binnen de muren naar buiten geregeld? Wat Sociaal Groesbeek betreft kan een succesvolle transitie alleen tot stand komen door inderdaad de mens centraal te stellen. Hij vraagt hoe groot het risico is als groen en schoonmaak afgestoten wordt, dat de inleners mogelijk toch afscheid nemen van wsw-medewerkers. Hij licht zijn moties kort toe. Dhr Vrijmoet stelt dat het transitieplan Breed een moeilijke kwestie is. Door de politieke en economische omstandigheden moet er duidelijk een reorganisatie plaatsvinden. Is het wel alleen door de politieke en economische omstandigheden? Het Rijk decentraliseert en het Rijk snijdt in budgetten en subsidies en wie weet wat er nog meer geschaafd en gesneden gaat worden. Het bedrijfsleven heeft het moeilijk en zal dus minder afnemen. Maar ook de productie bij Breed stagneert en de vraag is of men in het verleden wel verstandig met de financiën is omgegaan. Aangenomen moet worden dat het bestuur waarin alle gemeenten zijn vertegenwoordigd daarop heeft toegezien en vastgesteld moet worden dat achteraf zeuren het bouwen aan de toekomst behoorlijk kan belemmeren. Kan er wat van geleerd worden? Als alle teleurstellingen vanuit het verleden opgeteld worden bij alle risicofactoren voor de toekomst, ontstaat er zoiets van ‘inpakken en wegwezen’. Maar wat dan? Kan de gemeente Groesbeek in zijn eentje de kar trekken? Kan Groesbeek de zorg voor de groep eigen burgers inpassen in de duurzame, nog aan te nemen,
strategische visie, waarin de ultieme zorg voor en met onze burgers met hoofdletters staat geschreven? Als er heringedeeld wordt, zou een nieuwe raad daar anders over denken en moet alles weer teruggedraaid worden? Wat gaat de landelijke politiek doen en wat gebeurt er met de economie? Ook als de gemeente Groesbeek het zelf doet, zijn er veel risicofactoren waarvan sommige opgeteld kunnen worden bij wat in de stukken van Breed al wordt gesteld. De richting van de reorganisatie lijkt GroenLinks de enige zinnige, passend in de maatschappelijke ontwikkelingen en passend in de trend waarbij de gemeenten minder de uitvoering doen. Dan volgen de lessen uit het verleden. De sociale zorg in de breedste zin van het woord is punt 1. Het betreft hier veelal mensen die minder makkelijk met veranderingen zullen kunnen omgaan. Hier is uiterste zorgvuldigheid geboden en goede begeleiding. Ook in financieel opzicht is uiterste zorgvuldigheid geboden en goede begeleiding. Om dit zoveel mogelijk te waarborgen wil GroenLinks voorstellen om in het bestuur twee mensen aan te wijzen of te benoemen die elk voor een van deze gebieden verantwoordelijk zijn en daar niet alleen toezichthouders, maar eventuele ook tijdig moeten ingrijpen en op onregelmatigheden melden. Dit moeten vakmensen zijn op deze terreinen. Afgevraagd kan worden of het ook niet noodzakelijk is op andere terreinen. Het bestuur wordt dan een Raad van Toezicht met verplichtingen. Dat wordt minder vrijblijvend. Graag hoort hij hoe de andere fracties daarover denken. De reservering zal opgenomen moeten worden voor eventuele risicofactoren voor zover deze te overzien zijn. Punt 3 uit het voorstel vindt GroenLinks ook te zwak. Ook GroenLinks wil graag een driemaandelijks overleg. Voor een belangrijk deel staat GroenLinks achter het PvdA-amendement en het CDA-amendement, met uitzondering van het stukje samen met andere raden. Op de moties van Sociaal Groesbeek kan hij nog geen reactie geven. Hij stelt vast dat de doelstelling van de gemeente Groesbeek om via toerisme, zorg en sport banen te creëren in de toekomst, dat moet meegenomen worden in de detacheringen. Stel dat de raad achter een aanpassing staat in die zin dat het bestuur een Raad van Toezicht gaat worden die heel kort op de materie gaat zitten en van daaruit ingrijpt of meldt wat er gebeurt, dan heeft hij daarvoor eventueel een amendement klaarliggen. Wethouder Spaan hoort in zijn algemeenheid dat men achter het plan gaat staan. Het vertrouwen of het gehaald wordt, is niet bij iedereen even groot. Hij kan zich dit voorstellen. De geschiedenis van Breed is niet altijd een even vrolijke geschiedenis geweest. Kijkend naar de laatste jaren en de opgave waarvoor men gesteld is door de nieuwe wetgeving en door de nieuwe subsidiebedragen, dan is die immens en dat komt bovenop datgene wat er bij Breed al gaande was. Hij is blij dat men in staat is geweest met de 9 wethouders in het contact met Breed voor elkaar te krijgen dat er een plan is neergelegd, ontwikkeld door de directie van Breed, wat op brede steun van het management, de OR en de BV-raad kan rekenen. Mensen bij Breed zijn blij dat er nu doorgepakt kan worden. Hij heeft er, als lid van het college, bewust mee ingestemd om de 85% hier voor te leggen. Niet omdat er bij hem geen twijfel zou zijn of dat wel in 2016 voor dat percentage haalbaar is, maar omdat hij ervan overtuigd is, dat als de druk ervan gehaald wordt, bekend is dat mensen achterover gaan hangen en de weerstand vergroot wordt en het nog moeilijker wordt om dit proces wat al ingewikkeld genoeg is, op een goede manier te kunnen uitvoeren. Er moet met volle kracht ingezet worden op detacheringen omdat er geen productiewerk meer is. Ten tweede moet er een vangnet gecreëerd worden om ervoor te zorgen dat mensen die niet mee kunnen komen, ook aan het werk kunnen blijven. Daar spreekt het plan ook duidelijke taal over. Een aantal spreekt over een open eind regeling. Er is geen open eind regeling, de regeling wordt alleen maar krapper de komende jaren, maar het open eind zit er in dat Groesbeek verantwoordelijk is en blijft voor de tekorten die Breed heeft. Er moet naar gestreefd worden die zo klein mogelijk te maken c.q. op te heffen. Uittreden naar Groesbeek kost € 2 miljoen, dat is eenmalig, maar dan zijn er 150 mensen die nu per jaar bij Breed € 27.000,- kosten en waar Groesbeek bij het Rijk nog maar € 22.000,voor terugkrijgt, dus moet Groesbeek een eigen bijdrage van € 750.000,- per jaar leveren om mensen in eigen beheer aan het werk te krijgen of bij andere bedrijven uit te zetten. Dat zou een keuze zijn, die hij niet voorstelt. Alle wsw-bedrijven zitten op verschillende niveaus en verschil-
lende tempo’s maar worden allemaal geconfronteerd met forse veranderingen. Er wordt veel naar de andere bedrijven gekeken. Iedereen worstelt in zijn eigen regio met zijn eigen mensen met dit probleem en probeert regiogebonden oplossingen te vinden. Er werken nu 2200 mensen bij Breed die zich daarbij betrokken voelen in meer of mindere mate en het doodzonde zouden vinden als zij hun werkplek kwijt zouden raken. Voor deze mensen is op dit moment Breed de beste plek die ze kunnen hebben. Hij is bereid om driemaandelijks te rapporteren aan de raad over de voortgang bij Breed. Hij wil dan wel een uitnodiging van de raad met wat men precies wil weten. Dhr Vrijmoet stelt dat er dan een duidelijker doelstelling moet zijn met in stappen en tijdsplanning aangegeven wat men wanneer bereikt wil hebben. Wethouder Spaan zegt m.b.t. de vraag of er zicht is op de financiële betrouwbaarheid van bedrijven waarmee zaken gedaan worden dat met elk bedrijf stevige afspraken gemaakt worden en contracten opgesteld waar men zich aan moet houden. Ten aanzien van de bestuursvorm zegt hij dat GR op dit moment de vorm is. Daar moet men het mee doen. Een wijziging hierin vraagt erg veel en er is nog geen zicht op wat voor het bedrijf wat men beoogt te krijgen de beste bestuursvorm is. Hij zal de vraag meenemen naar het bestuur. Met de verscherping van het derde beslispunt kan hij leven, maar de raad moet daarover besluiten. Aan de moties van Sociaal Groesbeek wordt al voldaan. Dhr Peters trekt zijn moties in. Wethouder Spaan zegt dat de 15%, mensen zijn die onder beschut werken vallen. Zij hebben te weinig arbeidspotentieel om productief te kunnen zijn voor een werkgever. Met andere organisaties binnen de geestelijke gezondheidszorg en gehandicaptenzorg wordt gekeken of er deals gemaakt kunnen worden over niet zozeer mensen aan het werk, maar mensen in een zinvolle dagbesteding te krijgen. Men realiseert zich dat het niet voor 100% mogelijk is dat iedereen op een werkplek terecht komt. De financiële risico’s zullen in de perspectiefnota opgenomen worden. Mw Van de Scheur is akkoord met de aanscherping. Wat het amendement van de PvdA betreft zou wellicht toegevoegd kunnen worden: per kwartaal schriftelijke te rapporteren. Er kan altijd nog iemand uitgenodigd worden voor een nadere toelichting. Dhr Schmiermann antwoordt dat zo het amendement ook bedoeld is. De opmerking kan toegevoegd worden. Dhr Janssen gaat akkoord met het aanscherpen. Het amendement van de PvdA stemt hij mee in. Gegeven de inhoud van wat zojuist besproken is, trekt hij zijn amendement niet in. Dhr Schmiermann ondersteunt het amendement van het CDA niet. Hij is akkoord met de aanscherping van de VVD. Dhr Peters zit nog met de 15%. Deze mensen komen waarschijnlijk in de AWBZ terwijl zij nu een salaris hebben. Wethouder Spaan antwoordt dat iedere werknemer bij Breed een salaris heeft en een garantie dat zij daar in dienst blijven. Dhr Peters is akkoord met de aanscherping van de VVD. Het amendement van de CDA steunt hij. Het amendement van de PvdA is goed, maar hij wil geen schriftelijke rapportage. Dhr Vrijmoet steunt de amendementen van de VVD en de PvdA. Het amendement van het CDA steunt hij niet. Hij is blij met de toezegging dat de bestuursvorm onder de aandacht wordt gebracht. Het is een hamerstuk voor de raad met amendementen van het CDA, PvdA en een aanscherping van de VVD. De voorzitter sluit de bespreking om 22.30 uur.