PROJECT “STIMULERING HUISVERKOOP EN BOERDERIJWINKELS”
De Investeringsbijdrageregeling in de Provincie Groningen
Stichting Waddengroep Voorstraat 1 9285 NM Buitenpost 0511 – 54 25 25
[email protected]
Dit project is een initiatief van: Stichting Waddengroep Streekeigen Producten Nederland Land & Co Dit project wordt medegefinancierd door: Programma Landelijk Gebied / EU / Leader Provincie Groningen Biologica
-1Inhoud
Hoofdstuk 1
De investeringsbijdrageregeling in een notendop
pagina 2
Hoofdstuk 2
Reglement Investeringsbijdrageregeling
pagina 3
Stichting Waddengroep / reglement investeringsbijdrageregeling project “stimuleren huisverkoop en opzetten van boerderijwinkels” in de Provincie Groningen - versie 09/09/09
-2HOOFDSTUK 1
DE INVESTERINGBIJDRAGEREGELING IN EEN NOTENDOP
PROJECT “STIMULERING HUISVERKOOP EN BOERDERIJWINKELS” Voor wie:
- Een agrarisch bedrijf dat huisverkoopactiviteiten uitoefent dan wel wil opzetten. - Een (agrarisch) bedrijf die een boerderijwinkel exploiteert dan wel wil opzetten.
Voor welk gebied:
De gehele Provincie Groningen
Uitsluitingen:
“Stapeling” van subsidies en bijdragen is niet toegestaan, dit betekent dat projecten die recht hebben op bijdragen / subsidies uit hoofde van andere vergelijkbare regelingen niet in aanmerking komen voor deze investeringsbijdrageregeling .
De investeringsbijdrageregeling 1. Welke ondernemersactiviteiten komen in aanmerking?
- Initiatieven voor het professionaliseren van bestaande huisverkoop of voor het opzetten van huisverkoop - Initiatieven voor het professionaliseren van een bestaande boerderijwinkel of voor het opzetten van een boerderijwinkel; - Het bedrijf dient aantoonbaar (op basis van een externe beoordeling) binnen twee jaar na toekenning van de subsidiebijdrage een omzetgroei te kunnen bewerkstelligen van 20% ten opzichte van de uitgangssituatie.
2. Voor welke kosten:
- Investeringen, minimaal € 5.000,- in duurzame bedrijfsuitrusting al dan niet gecombineerd met investeringen in gebouwen en promotiekosten
3. Hoogte van de bijdrage:
16% van de voor een bijdrage in aanmerking komende kosten en investeringen (minimale bijdrage € 800,-, maximale bijdrage € 5.000,-).
Stichting Waddengroep / reglement investeringsbijdrageregeling project “stimuleren huisverkoop en opzetten van boerderijwinkels” in de Provincie Groningen - versie 09/09/09
-3HOOFDSTUK 2
REGLEMENT INVESTERINGSBIJDRAGE
Hoofdstuk I
Inleidende bepalingen
Artikel 1 In dit reglement wordt verstaan onder: a Het bevoegd orgaan: het Bestuur van de Stichting Waddengroep. b Uitvoeringsorganisatie: de Stichting WADDENGROEP. c De Ondernemer: de natuurlijke persoon en/of de niet publiekrechtelijke rechtspersoon die: - een bedrijf in stand houdt of sticht en; - minimaal 0,5 fulltime arbeidsplaats (= minimaal 612,5 uur) maar maximaal 10 arbeidsplaatsen in stand houdt; d Project: een technisch, functioneel, in de ruimte en tijd samenhangend geheel van investeringen in promotie en duurzame bedrijfsuitrusting , al dan niet in een redelijke verhouding gecombineerd met bedrijfsgebouwen (zulks ter beoordeling van de uitvoeringsorganisatie en door haar ingehuurde externe deskundigen). e Huisverkoop: verkoop door een bedrijf van grotendeels producten van het eigen (agrarisch) productiebedrijf op de productielokatie; de huisverkoopfunctie is niet een zelfstandig onderdeel van het bedrijf en staat als zodanig ook niet apart ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. f Boerderijwinkel: een winkel die naast eigen producten ook regionale en streekproducten van collega bedrijven verkoopt en die als zelfstandig onderdeel, met een gescheiden bedrijfsadministratie, is gekoppeld aan een (agrarisch) bedrijf; de boerderijwinkel staat als zodanig ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. h Vestigingsproject: een project inhoudende het stichten van: 1) een boerderijwinkel door een (agrarisch) bedrijf; 2) huisverkoopfunctie door een agrarisch bedrijf. Toelichting: Een bedrijf starten met daarin een huisverkoopfunctie of een boerderijwinkel wordt ook beschouwd als een vestigingsproject.
i
j
k l
n
Professionaliseringsproject: een project waardoor bedrijfsactiviteiten van een agrarisch bedrijf op het gebied van huisverkoop of een boerderijwinkel worden geprofessionaliseerd. De toename van professionalisering komt tot uitdrukking in de geprognotiseerde stijging van de omzet van de betreffende bedrijfsactiviteit met minimaal 20% binnen twee jaar na toekenning van de subsidiebijdrage, zoals vooraf beoordeeld door een externe bedrijfsadviseur. Zelfstandig onderdeel van een bedrijf: een bedrijfsonderdeel gekenmerkt door producten en/of diensten die een zelfstandige markt kennen. De inkoop dient voor minimaal 50% te geschieden bij derden, niet behorend tot het eigen bedrijf of concern. De afzet en de inkoop dient afzonderlijk en op eenduidige wijze uit de bedrijfsadministratie te zijn af te leiden. Werkingsgebied: bijdrage kan worden verleend aan een ondernemer met een agrarisch bedrijf die een voornoemd project uitvoert in de Provincie Groningen Duurzame bedrijfsuitrusting: bedrijfsuitrusting die geactiveerd wordt op de balans van het bedrijf, alsmede bedrijfsuitrusting waarvan de investeringskosten, op grond van artikel 10 derde lid van de Wet op de inkomstenbelasting 2001, vrij kunnen worden afgeschreven. Voortbrengingskosten: 1) Loonkosten, met dien verstande dat wordt uitgegaan van een uurloon berekend op basis van het brutojaarloon bij een volledige dienstbetrekking volgens de kolommen 3, 4 en 13 van de loonstaat van het direct betrokken personeel, exclusief volledig winstafhankelijke uitkeringen, verhoogd met de wettelijke dan wel op grond van een individuele of collectieve
Stichting Waddengroep / reglement investeringsbijdrageregeling project “stimuleren huisverkoop en opzetten van boerderijwinkels” in de Provincie Groningen - versie 09/09/09
-4-
2) 3) 4)
arbeidsovereenkomst verschuldigde opslagen voor sociale lasten, en van 1600 productie-uren per jaar; Algemene kosten ten bedrage van 20%, met inbegrip van indirecte loonkosten en kosten van toezichthoudend en leidinggevend personeel, van de onder 1 bedoelde kosten; Kosten van verbruikte materialen en hulpmiddelen, gebaseerd op historische aanschafprijzen, exclusief winstopslagen bij transacties binnen een groep. Werkzaamheden door een zelfstandige in “eigen beheer” .
Toelichting: Indien er sprake is van voortbrengingskosten moet, wat de loonkosten en werkzaamheden door een zelfstandige betreft, een sluitende tijdschrijving van de bestede arbeidsuren worden bijgehouden. In geval bij het bedrijf werknemers in dienstbetrekking zijn, gaat het bij de voortbrengingskosten uitsluitend om de arbeidsuren van het directe personeel: dat is het personeel dat rechtstreeks productieve arbeid verricht ten behoeve van de fysieke realisatie van het project. Leidinggeven en toezichthouden wordt niet als rechtstreeks productieve arbeid aangemerkt. De loonkosten daarvan komen derhalve niet voor subsidiering in aanmerking. Een vergoeding voor de kosten daarvan is inbegrepen in de opslag voor algemene kosten, die forfaitair is vastgesteld op 20% van de loonkosten van het directe personeel dat bij de projectuitvoering is betrokken. Indien werkzaamheden in “eigen beheer” worden verricht, zonder dat er sprake is van een dienstbetrekking (zoals het geval is bij een ondernemer die een eenmanszaak drijft of firmanten in een vennootschap onder firma), kunnen per persoon maximaal voor 375 arbeidsuren per kalenderjaar voor de bijdrageverlening in aanmerking komen. Hierbij wordt een uurtarief gehanteerd van maximaal € 30,--.
Artikel 2 1 2
3
Voor de investeringsbijdrageregeling is een budget van € 50.000,- beschikbaar gesteld voor de periode 1 februari 2008 tot en met 31 december 2012. Het bijdragepercentage is gesteld op 16%. Op de website van Stichting WADDENGROEP (www.waddengoud.nl) zullen eventuele wijzigingen en actuele zaken met betrekking tot het eerste lid bekend worden gemaakt. Projecten welke recht hebben op een bijdrage uit hoofde van andere vergelijkbare regelingen worden uitgesloten van deze investeringsbijdrage regeling.
Hoofdstuk II
Aanmelding en Aanvraag
Artikel 3 1
Het project hanteert een aanmeldingsformulier voor deelname aan het project en een aanvraagformulier voor een verzoek tot investeringsbijdrage.
2
De aanmelding geschiedt met gebruikmaking van het bij het project behorende aanmeldingsformulier. Op het aanmeldingsformulier kan de ondernemer zijn voorkeur voor een deskundige doorgeven. Na bezoek van de deskundige, de zogenaamde quick-scan, kan de ondernemer een aanvraag indienen.
3.
De aanvraag dient met gebruikmaking van de bij het project behorende aanvraagformulier te worden ingediend bij de uitvoeringsorganisatie. Het formulier vermeldt welke bijlagen daarbij dienen te worden overlegd. In ieder geval dient de aanvrager een zogenoemde verklaring de minimis-steun in te vullen.
Stichting Waddengroep / reglement investeringsbijdrageregeling project “stimuleren huisverkoop en opzetten van boerderijwinkels” in de Provincie Groningen - versie 09/09/09
-54
De aanvraag omvat het volledig ingevulde en ondertekende formulier inclusief de vereiste bijlagen.
Artikel 4 1 2. 3. 4.
5.
6. 7.
Een aanvraag in het kader van deze regeling dient uiterlijk 31 december 2011 bij de uitvoeringsorganisatie binnen te zijn. Kosten van een vestiging- dan professionaliseringsproject mogen worden meegenomen vanaf de formele startdatum van het project “stimulering huisverkoop en boerderijwinkels” (1 februari 2008), mits ze afdoende zijn gedocumenteerd. Bij aanmelding voor deelname aan het project wordt een bericht van ontvangst gezonden waarin de datum van de ontvangst wordt vermeld. Na de openstelling van de regeling wordt een voorlichtingsbijeenkomst over de regeling gehouden. De aanmeldingsformulieren die binnenkomen bij de uitvoeringsorganisatie vanaf de openstelling van de regeling tot twee weken na de voorlichtingsbijeenkomst krijgen allen dezelfde (eerste) datum als datum van ontvangst. De aanmeldingsformulieren die later dan twee weken na de voorlichtingsbijeenkomst binnenkomen krijgen de werkelijke datum van ontvangst. Bij onvolledigheid van de stukken wordt dit de aanmelder/ aanvrager gemeld. Pas na volledig completeren van de stukken en het gereedkomen van het beoordelingsverslag van de externe deskundige wordt de aanvraag door de uitvoeringsorganisatie in behandeling genomen. De aanvrager ontvangt van de uitvoeringsorganisatie bericht inzake de beslissing. De termijn van de beslissing zal uiterlijk 4 weken bedragen na ontvangst van de complete aanvraag (inclusief externe beoordeling). In bijzondere gevallen kan van de in het zesde lid genoemde termijn worden afgeweken. Aan de aanvrager wordt hiervan gemotiveerd mededeling gedaan.
Artikel 5 1 2 3
Bij de beslissing op de aanvragen houdt de uitvoeringsorganisatie de volgorde aan waarin de aanmeldingsformulieren zijn ontvangen. Tussen aanmeldingen die op dezelfde dag binnenkomen wordt indien nodig geloot. Indien het budget is uitgeput door voorafgaande toezeggingen, zal op de aanvraag afwijzend worden beslist. Bij een onvoldoende budget kan ter hoogte van het restant een beschikking worden afgegeven.
Toelichting: Om te voorkomen dat de snelheid waarmee de externe deskundige zijn advies uitbrengt van invloed kan zijn op de volgorde van behandeling van de aanvragen is er voor gekozen om niet het moment van de aanvrage van de subsidie, maar het moment van aanmelding bij het project door de ondernemer als volgorde voor subsidie-toekenning te hanteren. Tevens wordt rekening gehouden met het gestelde in artikel 4, lid 4.
Hoofdstuk III
Beschikking op de aanvraag
Artikel 6 1 2
De uitvoeringsorganisatie beslist namens het bevoegd orgaan op de aanvraag. De beslissing van uitvoeringsorganisatie is gebaseerd op het ingevulde aanvraagformulier (inclusief bijlagen) en het rapport van de externe adviseur. Ook kan de uitvoeringsorganisatie binnen een door haar te stellen termijn nadere gegevens van de ondernemer verlangen.
Stichting Waddengroep / reglement investeringsbijdrageregeling project “stimuleren huisverkoop en opzetten van boerderijwinkels” in de Provincie Groningen - versie 09/09/09
-63
De aanvraag wordt afgewezen, als aan het verlangen, bedoeld in het tweede lid, niet wordt voldaan.
Artikel 7 Bijdrage wordt niet verleend indien: a Uitvoering van het vestigingsproject plaatsvindt op een locatie waarop minder dan zes maanden voor de indiening van de aanvraag naar aard en omvang dezelfde activiteiten zijn verricht. b De ondernemer, in het geval van een boerderijwinkel (zie artikel 1, sub f), in de drie voorgaande jaren meer dan € 200.000,- aan overheidspremies, -subsidies of andere overheidssteun heeft ontvangen (De Minimis-regel voor MKB-bedrijven), inclusief de bijdrage in het kader van deze investeringsbijdrageregeling. Toelichting: De maximale bijdrage is gebaseerd op de “De Minimis MKB bedrijven”-regeling welke door de Europese Commissie is vastgesteld. Deze regeling houdt in dat in drie jaar tijd niet meer dan € 200.000,- aan overheidssteun door één ondernemer mag worden ontvangen. Bij de uitbetaling van de bijdrage zal, indien de maximale bijdrage wordt overschreden, aftopping plaatsvinden op basis van het hierboven genoemde.
c
De bijdrage, in het geval van een boerderijwinkel (zie artikel 1, sub f), ook ten goede komt aan het agrarisch bedrijf Toelichting: De subsidie mag in geval van een boerderijwinkel alleen ten goede komen aan de boerderijwinkel en niet “doorstromen” van de boerderijwinkel naar het agrarisch bedrijf daar in dat geval de minimis steunregeling voor het MKB niet meer van toepassing is. Als wel voldaan wordt aan de overige bepalingen van dit reglement alsmede de regels van minimisregeling voor de landbouw kan op basis van dit reglement nog wel steun worden verleend in het kader van “huisverkoop” tot een max. van € 3.000,-.
d
De agrarische ondernemer, in het geval van huisverkoop (zie artikel 1, sub e), in de drie voorgaande jaren meer dan meer dan € 3.000,- aan overheidspremies, subsidies of andere overheidssteun heeft ontvangen (De Minimis-regel landbouwbedrijven), inclusief de bijdrage in het kader van deze investeringsbijdrageregeling. Toelichting: De maximale bijdrage is gebaseerd op de “De Minimis landbouwbedrijven”-regeling welke door de Europese Commissie is vastgesteld. Deze regeling houdt in dat in drie jaar tijd niet meer dan € 3.000,- aan overheidssteun door één agrarische ondernemer mag worden ontvangen. Bij de uitbetaling van de bijdrage zal, indien de maximale bijdrage wordt overschreden, aftopping plaatsvinden op basis van het hierboven genoemde.
e f g
De voor de bijdrage in aanmerking komende kosten minder dan € 5.000,- bedragen. Het project niet voldoet aan artikel 1 lid h of i: een vestigings- of professionaliseringsproject. Na de uitvoering van het project, de verhouding tussen eigen en vreemd vermogen in het bedrijf gezien de rentabiliteit en de aard van het bedrijf, naar verwachting niet aanvaardbaar zal zijn. Toelichting: Het moet aannemelijk zijn dat het bedrijf op termijn levensvatbaar is.
Stichting Waddengroep / reglement investeringsbijdrageregeling project “stimuleren huisverkoop en opzetten van boerderijwinkels” in de Provincie Groningen - versie 09/09/09
-7-
Artikel 8 1 2
Aan de hand van de aanvraag wordt het totaal van de begrote, voor de bijdrage in aanmerking komende, kosten van het project vastgesteld. De voor de bijdrage in aanmerking komende kosten omvatten: a) kosten van verwerving van duurzame bedrijfsuitrusting voor zover deze permanent op de locatie aanwezig is; Toelichting: Duurzame bedrijfsuitrusting welke (ook) gebruikt wordt buiten de bedrijfslocatie komt vanwege controletechnische aspecten niet voor een bijdrage in aanmerking.
b) c) 3
kosten van verwerving van bedrijfsgebouwen; kosten voor promotiemateriaal en promotieactiviteiten
De voor de bijdrage in aanmerking komende kosten bedragen niet meer dan de waarde van de promotiematerialen, promotieactiviteiten, duurzame bedrijfsuitrusting en de bedrijfsgebouwen in het economisch verkeer. Toelichting: Bij aankoop van een bestaand gebouw of bestaande duurzame bedrijfsuitrusting dient doormiddel van een taxatierapport aannemelijk te worden gemaakt dat niet meer dan de marktwaarde is of zal worden betaald. In het taxatierapport moet de waarde van de grond en eventuele privé opstallen apart worden vermeld
4
Niet voor de bijdrage in aanmerking komende kosten zijn: De kosten van investeringen voor immateriële activa (bijvoorbeeld onderzoek en ontwikkeling, concessies, octrooien, patenten, know-how, en goodwill); De kosten van voorzieningen aan bestaande gebouwen die niet in directe relatie staan tot het project; De winstopslag bij verwerving van bedrijfsuitrusting of bedrijfsgebouwen van een bedrijf dat tot dezelfde groep behoort; Post onvoorzien en financieringskosten (zoals bijvoorbeeld bouwrente).
Artikel 9 De voor de bijdrage in aanmerking komende kosten van verwerving van duurzame bedrijfsuitrusting zijn: a De koopsom. b De voortbrengingskosten. c Overname tegen fiscale boekwaarde. d Financial leasetermijnen. Toelichting Artikel 8 en 9: Ook bedrijfsgebouwen en duurzame bedrijfsuitrusting, die door middel van financial lease, huurkoop of een vergelijkbare financieringswijze worden verworven, kunnen voor een bijdrage in aanmerking komen. De betreffende financieringsovereenkomst dient: − het economisch risico bij de ondernemer te leggen; − niet opzegbaar te zijn; − te gelden gedurende een termijn, die gelijk of nagenoeg gelijk is aan de economische levensduur van de verworven zaken; en, − te voorzien in het recht van de ondernemer om na afloop van de in de overeenkomst gestelde termijn het juridische eigendom van de betreffende zaken om niet of nagenoeg om niet te verwerven.
Stichting Waddengroep / reglement investeringsbijdrageregeling project “stimuleren huisverkoop en opzetten van boerderijwinkels” in de Provincie Groningen - versie 09/09/09
-8Artikel 10 De subsidiabele kosten van verwerving van bedrijfsgebouwen zijn: a De koopsom en de overdrachtskosten met uitzondering van de overdrachtsbelasting. b De bouwkosten en de daartoe te rekenen centrale voorzieningen. c De voortbrengingskosten. Artikel 11 1 2 3 4
5
De beschikking tot toekenning van een bijdrage vermeldt de begrote subsidiabele kosten, de bijdragegrondslag, het bijdragepercentage en het maximale bijdragebedrag. Het maximale bijdragebedrag voor huisverkoop is 3000 euro, dat van boerderijwinkels 5000 euro. Bij een beschikking tot verlening van een bijdrage kunnen nadere voorwaarden worden gesteld. Iedere bijdrageverlening geschiedt onder de voorwaarde dat, na de uitvoering van het project en het in gebruik nemen van de gerealiseerde productiecapaciteit, maar in ieder geval binnen twaalf maanden na de dagtekening van de toezegging, doch uiterlijk 31 oktober 2012, een aanvraag tot vaststelling van de bijdrage wordt ingezonden. In bijzondere gevallen kan een afwijkende termijn voor inzending van de in het derde lid bedoelde aanvraag worden vastgesteld.
Toelichting: De eindafrekening voor de subsidiebijdrage moet geschieden binnen twaalf maanden na het bericht van ontvangst van deelname aan het project (zie artikel 4, lid 3).
Hoofdstuk IV
Voorschotten
Artikel 12 1 2
Op verzoek van de bijdrageontvanger kan een voorschot van 50% van het maximale bijdragebedrag worden verleend, mits tenminste 50% van de begrote kosten zijn gemaakt en betaald. Een verzoek tot bevoorschotting dient met gebruikmaking van het bij deze regeling behorende voorschotformulier te worden ingediend bij de uitvoeringsorganisatie. Het formulier vermeldt welke bijlagen daarbij dienen te worden overlegd.
Toelichting: Bij een verzoek tot bevoorschotting moet de bijdrageontvanger kopieën van de betaalde facturen en betalingsbewijzen (bankafschriften) bijvoegen, alsmede (voor zover van toepassing) urenverantwoordingen toevoegen.
Artikel 13 1
2
De voorschotverlening geschiedt onder voorwaarde dat als voorschot uitbetaalde bedragen onmiddellijk worden terugbetaald als: a) de bijdrage lager wordt vastgesteld dan het totaal aan uitbetaalde voorschotten; of b) na de uitbetaling van het voorschot de verleningstoezegging wordt ingetrokken of gewijzigd. Aan de verlening van een voorschot kunnen nadere voorwaarden worden verbonden.
Stichting Waddengroep / reglement investeringsbijdrageregeling project “stimuleren huisverkoop en opzetten van boerderijwinkels” in de Provincie Groningen - versie 09/09/09
-9-
Hoofdstuk V
Vaststelling van de bijdrage, geheel of gedeeltelijke intrekking van de bijdrage en terugbetaling
Artikel 14 1
2 3
4
5
De uitvoeringsorganisatie beslist namens het bevoegd orgaan aan de hand van een beoordelingsrapport van een extern adviseur en de door de aanvrager overlegde gegevens op een verzoek tot vaststelling van de bijdrage. Daarbij neemt zij slechts ten behoeve van de uitvoering van het project door de ondernemer gemaakte en betaalde kosten in aanmerking. Deze moeten op éénduidige wijze uit zijn administratie zijn af te leiden. De beslissing wordt binnen 8 weken na de indiening van het verzoek genomen en schriftelijk meegedeeld. Wanneer omtrent het voortbestaan van het bedrijf gerede twijfel bestaat, in ieder geval als faillissement is aangevraagd, kan de uitvoeringsorganisatie namens het bevoegd orgaan de beslissing aanhouden totdat door de ondernemer het tegendeel is aangetoond. Hierbij kan een termijn gesteld worden. De uitvoeringsorganisatie kan namens het bevoegd orgaan een eerder genomen besluit tot toezegging van de bijdrage geheel of gedeeltelijk intrekken dan wel de bijdrage op een lager bedrag vaststellen, als: a) Aan het bepaalde bij of krachtens deze verordening niet of niet behoorlijk is voldaan. b) De ondernemer niet heeft voldaan aan de bij krachtens artikel 8 gestelde voorwaarden. c) Conservatoir beslag is gelegd op het vermogen van de ondernemer of een deel daarvan van de ondernemer. d) Aan de ondernemer surséance van betaling is verleend. e) De ondernemer in staat van faillissement is gesteld. f) Onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt en kennis van de juiste gegevens tot een andere beslissing had geleid. De ondernemer is verplicht om belangwekkende zaken onverwijld te melden. Bijvoorbeeld bij bedrijfsbeëindiging, vervreemding of verkoop van de betreffende duurzame bedrijfsuitrusting of gebouwen.
Artikel 15 De aanvraag tot vaststelling van de bijdrage geschiedt door inzending van een volledig ingevuld en ondertekend exemplaar van een door de uitvoeringsorganisatie te verstrekken formulier met de daarop vermelde bijlagen. Toelichting: Bij een verzoek tot afrekening moet de bijdrage-ontvanger kopieën van de betaalde facturen, betalingsbewijzen (bankafschriften) en offerte’s/opdrachtbevestigingen bijvoegen. Offerte’s/opdrachtbevestigingen gelden alleen voor opdrachten met bedragen boven de € 2.000,-. Ook een accountantsverklaring (administratie-consulent of Registeraccountant) is toereikend, dan behoeven de betalingsbewijzen niet te worden meegezonden.
Stichting Waddengroep / reglement investeringsbijdrageregeling project “stimuleren huisverkoop en opzetten van boerderijwinkels” in de Provincie Groningen - versie 09/09/09
-10-
Artikel 16 1
2 3
De beschikking tot vaststelling van de bijdrage kan worden ingetrokken of ten nadele van de ontvanger worden gewijzigd: a) als de bijdragevaststelling onjuist was en de aanvrager dit wist of behoorde te weten; b) als de aanvrager van de bijdrage na de vaststelling heeft gehandeld in strijd met de aan de bijdrage verbonden verplichtingen. Tot intrekking of wijziging als bedoeld in het eerste lid kan niet langer worden besloten dan tot vijf jaar na de dagtekening van de oorspronkelijke vaststellingstoezegging. De bijdrage-aanvrager is verplicht om de hele of gedeeltelijke bijdrage onmiddellijk terug te betalen na de intrekking of wijziging van de vaststellingstoezegging.
Toelichting: Tot vijf jaar na ontvangst van de bijdrage is controle en eventuele terugvordering mogelijk.
Artikel 17 Op deze regeling zijn van toepassing de standaardvoorwaarden voor projecten uitgevoerd in het kader van het Programma Landelijk Gebied/Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling/Leader. Deze voorwaarden zijn op te vragen bij D.L.G. Team Regelingen te Groningen (050/3164911).
Stichting Waddengroep / reglement investeringsbijdrageregeling project “stimuleren huisverkoop en opzetten van boerderijwinkels” in de Provincie Groningen - versie 09/09/09