Project Opdrachtgever Status Datum
: : : :
Analyse decentrale rapportages vervoermanagement 2004 RWS Adviesdienst Verkeer en Vervoer Eindrapport 2 december 2005
Verkeer & Milieu Consultancy
Project Opdrachtgever Status Datum
: : : :
Analyse decentrale rapportages vervoermanagement 2004 RWS Adviesdienst Verkeer en Vervoer Eindrapport 2 december 2005
Inhoudsopgave 1
Inleiding ........................................................................................... 1
1.1
Achtergrond.................................................................................... 1
1.2
Projectvraagstelling ......................................................................... 1
1.3
Onderzoeksmethodiek ...................................................................... 2
2
Financiële rapportages ..................................................................... 3
2.1
Inzicht in en verantwoording van financiële cijfers................................ 3
2.2
Verantwoording van de uitkeringen en behaalde resultaten ................... 8
2.3
Uitvoeringsorganisaties .................................................................... 8
3
Inhoudelijke rapportages ............................................................... 11
3.1
Aard van de rapportages ................................................................ 11
3.2
Decentrale overheden .................................................................... 11
3.3
Uitvoeringsorganisaties .................................................................. 17
4
Conclusies en aanbevelingen .......................................................... 21
4.1
Financiële rapportages ................................................................... 21
4.2
Inhoudelijke rapportages ................................................................ 22
4.3
Slot ............................................................................................. 22
Bijlage 1
Overzicht van aangeleverde documenten ..............................I
Verkeer & Milieu Consultancy
Project Opdrachtgever Status Datum
: : : :
Analyse decentrale rapportages vervoermanagement 2004 RWS Adviesdienst Verkeer en Vervoer Eindrapport 2 december 2005
Verkeer & Milieu Consultancy
Project Opdrachtgever Status Datum
1
: : : :
Analyse decentrale rapportages vervoermanagement 2004 RWS Adviesdienst Verkeer en Vervoer Eindrapport 2 december 2005
Inleiding Het Tijdelijke Besluit Specifieke Uitkering Vervoermanagement van 6 oktober 2000 (gepubliceerd in Staatsblad nr. 435) omvat de decentralisatie van vervoermanagement met daarbij behorende gelden. Onderdeel van dit besluit is de verplichting voor decentrale overheden (provincies en regionale openbare lichamen) om jaarlijks financieel en inhoudelijk verslag te doen van de uitvoering van activiteiten omtrent vervoermanagement. De decentrale overheden hebben medio 2005 hun verantwoordingsrapportages over het jaar 2004 bij het ministerie van Verkeer & Waterstaat ingediend. De Adviesdienst Verkeer en Vervoer van Rijkswaterstaat heeft Verkeer & Milieu Consultancy BV opdracht gegeven een analyse uit te voeren op deze rapportages. Voorliggend rapport bevat de gevraagde analyse.
1.1
Achtergrond De specifieke uitkering is bedoeld voor: • integratie van vervoermanagement in het beleid van provincies en regionale openbare lichamen, • het bieden van een adequaat voorzieningenniveau aan bedrijven voor vervoermanagement. Om de effectiviteit van de uitkering inzichtelijk te krijgen is aan de decentrale overheden een wijze van rapporteren opgelegd: • een financieel verslag, houdende een accountantsverklaring en een verslag van bevindingen (Provinciewet art 201, tweede lid; gemeentewet art 197, tweede lid). Voor de financiële verantwoording is een controleprotocol opgesteld, waarin de werkwijze van controle en rapportage is beschreven; • een inhoudelijk verslag, bevattende - beleidsmatige informatie op hoofdlijnen; - aanduiding van verrichte activiteiten ten behoeve van het stimuleren van vervoermanagement; - aanduiding wijze van toepassing van vervoermanagement binnen het werkgebied. Het inhoudelijke verslag dient met het oog op transparantie zo veel mogelijk concrete, kwantitatieve informatie te bevatten. De Tijdelijke regeling loopt tot en met 2004, hetgeen betekent dat de rapportages van de decentrale overheden over het jaar 2004 de laatste in de reeks zijn.
1.2
Projectvraagstelling Net zoals de analyse en rapportage over voorgaande jaren beperkt de analyse over de verantwoordingsrapportages van de decentrale overheden zich tot het bieden van een financiële verantwoording en inzicht in effecten en resultaten van vervoermanagement(activiteiten). De vraagstelling voor de analyse over 2004 luidt: Geef inzicht in de financiële besteding en verantwoording van de gedecentraliseerde budgetten; duid aan, indien mogelijk, waar de budgetten aan zijn besteed en geef zo mogelijk de resultaten van de geleverde inspanningen aan.
Verkeer & Milieu Consultancy
1
Project Opdrachtgever Status Datum
1.3
: : : :
Analyse decentrale rapportages vervoermanagement 2004 RWS Adviesdienst Verkeer en Vervoer Eindrapport 2 december 2005
Onderzoeksmethodiek Voor het uitvoeren van de analyse zijn de decentrale rapportages beoordeeld op: • de aanwezigheid en inhoud van een accountantsverklaring; • de aanwezigheid en inhoud van een gewaarmerkte financiële verantwoording; • de aanwezigheid en inhoud van een verslag, waarin is neergelegd aan welke activiteiten de budgetten zijn besteed en welke resultaten zijn geboekt. In hoofdstuk 2 zijn de financiële rapportages op verantwoording en besteding van de budgetten geanalyseerd. In hoofdstuk 3 zijn de inhoudelijke verslagen onder de loep genomen om zo mogelijk inzicht in gerapporteerde effecten en resultaten te geven. In hoofdstuk 4 zijn uit de analyses conclusies getrokken. Op deze plaats doen de onderzoekers verantwoording over de manier van analyse, zoals hiervoor beschreven. De werkwijze is van vergelijkbare aard zoals voor de decentrale rapportages over 2002 en 2003 is verricht. Het ministerie van Verkeer & Waterstaat heeft de decentrale rapportages voor de onderzoekers ter inzage gegeven. Vervolgens is elke rapportage beschouwd op financiële verslaglegging en inhoudelijke rapportage. Ook de wijze van rapporteren is vergelijkbaar met die van 2002 en 2003. Na analyse van de decentrale verslagleggingen hebben de onderzoekers vastgesteld dat de gevolgde werkwijze geen aanpassing behoefde. De gegevens die door de decentrale overheden zijn ingediend, zijn dusdanig verschillend van aard en diepgang dat wij ons hebben moeten beperken tot het geven van een overzicht van financiële cijfers. Diepere analyses waren niet mogelijk, dus hebben wij ook geen financieel vergelijkende analyses kunnen verrichten. In sommige gevallen hebben wij moeten volstaan met een accountantsverklaring, waaruit slechts een oordeel over de financiële (bedrijfs)verslaglegging kon worden afgeleid. De inhoudelijke verslagen waren ook zo divers van aard dat een uitdiepende, vergelijkende analyse niet goed mogelijk was. Wel hebben wij getracht uit elke rapportage (op welk aggregatieniveau dan ook) de krenten uit de pap te halen. Waar mogelijk hebben wij relaties proberen te leggen tussen de bevindingen uit de diverse rapportages.
Verkeer & Milieu Consultancy
2
Project Opdrachtgever Status Datum
2
: : : :
Analyse decentrale rapportages vervoermanagement 2004 RWS Adviesdienst Verkeer en Vervoer Eindrapport 2 december 2005
Financiële rapportages In 2004 heeft het ministerie van Verkeer en Waterstaat voor de laatste maal een uitkering verricht in het kader van de regeling Tijdelijk Besluit Specifieke Uitkering Vervoermanagement. Kennelijk was dit voor de decentrale overheden aanleiding om de financiële paragraaf in hun jaarlijkse rapportage goed tegen het licht te (laten) houden. Want opmerkelijk genoeg hebben accountants van twee provincies (op 1 november 2005) nog geen accountantsverklaring afgegeven en hebben accountants van vijf decentrale overheden kanttekeningen geplaatst bij de wijze van verantwoording van de uitgaven. Dit was de afgelopen jaren nog niet voorgekomen. Deze kritische houding van accountants kan wellicht ook een gevolg zijn van de ontwikkelingen in de accountancywereld (schandalen in financiële rapportages bij bedrijven, de nieuwe regels van verantwoordingsrapportages). De stand van zaken per 1 november 2005 is dat, op de twee hiervoor bedoelde provincies na, alle decentrale overheden hun rapportage hebben ingediend. Ook dit jaar is er een diversiteit in de wijze en inhoud van rapporteren te zien. Waar de een volstaat met een mededeling dat het budget is aangewend voor vervoermanagement (met een verwijzing naar het jaarverslag van de uitvoeringsorganisatie), rapporteert een ander met financiële gegevens en een overzicht van activiteiten. In bijlage 1 staat een overzicht van de geleverde documenten, waarmee de decentrale overheden hun verantwoording over de besteding van de doeluitkering geven. Aan de hand van deze documenten is de analyse gericht op: • inzicht in de grootte en de besteding van de specifieke uitkeringen; • de resultaten van de met de uitkeringen geleverde inspanningen; • de financiële resultaten van uitvoeringsorganisaties.
2.1
Inzicht in en verantwoording van financiële cijfers Uit het overzicht van bijlage 1 valt af te leiden dat, op twee provincies na, alle decentrale overheden een verklaring afgeven op welke manier zij hun budget besteed hebben. Verder wordt met de verklaringen inzicht verschaft in de activiteiten die zijn verricht en de inspanningen die zijn geleverd. Ook is door de meeste decentrale overheden, ofwel rechtstreeks ofwel via de uitvoeringsorganisatie, een accountantsverklaring bijgevoegd. De kwaliteit van de geleverde informatie verschilt echter in grote mate. Waar de ene (enkele) overheid goed financieel inzicht geeft in de relatie van besteding en activiteiten en inspanningen, volstaan de meeste overheden met een (accountants)jaarrekening die het totale financiële bedrijfsproces weergeeft. Uiteindelijk is het gelukt om voor bijna alle decentrale overheden de cijfers op een rijtje te krijgen. De documenten uit bijlage 1 laten zien op welke manier de doeluitkering is besteed: • Het gehele budget zelf gebruikt. De provincies Flevoland, Zeeland, Noord-Brabant en Limburg en Stadsgewest Haaglanden en Stadsregio Eindhoven hebben hun doeluitkering in eigen beheer dan wel via eigen uitvoeringsorganisaties besteed. Bij deze overheden is beleid en uitvoering in eigen hand gehouden. Opmerkelijk is dat de provincie Zeeland voor haar budget geen activiteiten heeft uitgevoerd. • Het budget deels in eigen beheer besteed en deels doorgesluisd naar uitvoeringsorganisaties. In sommige gevallen is dit gebeurd om het beleid in eigen hand te houden en de uitvoering door een derde te laten plaatsvinden. In een enkel geval is het budget gebruikt voor dekking van de kosten voor het uitvoeren van de gedecentraliseerde taak (accountantsinspanningen). • Het gehele budget doorgesluisd naar een uitvoeringsorganisatie. Iets minder dan de helft van de decentrale overheden heeft het budget doorgesluisd.
Verkeer & Milieu Consultancy
3
Project Opdrachtgever Status Datum
: : : :
Analyse decentrale rapportages vervoermanagement 2004 RWS Adviesdienst Verkeer en Vervoer Eindrapport 2 december 2005
Uit de rapportages was moeilijk een compleet overzicht van de beschikbare budgetten af te leiden: budgetten van 2004, de reserveringen uit 2003, de (theoretische) reserveringen voor 2005 en de eventuele terugstorting naar het ministerie van Verkeer en Waterstaat. De gegevens waren niet zo gerangschikt dat dit overzicht op een eenvoudige wijze kon worden samengesteld. Veel informatie zat weggestopt of was in het geheel niet te achterhalen. In dit kader van ondoorzichtigheid speelden ook de reserveringen die zijn gepleegd. Zo heeft de Stichting Rijnmond (en in het verlengde hiervan Stadsregio Rotterdam) een voorziening opgenomen voor het voldoen aan financiële verplichtingen bij beëindiging van de uitvoeringsorganisatie. In Brabant speelt een soortgelijke situatie, waar het Vervoerscoördinatiecentrum Brabant per 1 januari 2004 zijn activiteiten heeft gestaakt; provincie Noord-Brabant en Stadsregio Eindhoven hebben een deel van hun gedecentraliseerde budgetten benut voor de afbouw van het VCC Brabant. Het in tabel 1 op bladzijde 5 en 6 weergegeven overzicht budgetten en bestedingen is grotendeels gebaseerd op de door het ministerie van Verkeer en Waterstaat verrichte herberekening. Op basis van de herberekening heeft het ministerie de decentrale overheden bericht over de definitieve vaststelling van de subsidie over 2004, het bedrag van de eventuele terugstorting en, voor zo ver relevant, het bedrag voor reservering voor verkeer- en vervoerbeleid in het kader van de BDU (Bijzondere Doeluitkering) in 2005. Tot slot waren ook de rapportages van de uitvoeringsorganisaties niet zodanig ingericht dat de besteding van de gedecentraliseerde budgetten kon worden achterhaald. Immers, zij rapporteren middels een financieel verslag, dat door een accountant is gecontroleerd, over hun bedrijfsprocessen. Daarin maken zij, financieel gezien, geen specifiek onderscheid in de allocatie van de verschillende budgetten aan de verrichte activiteiten voor vervoermanagement. Ook deze constatering ligt in de lijn van de bevindingen van vorige jaren.
Verkeer & Milieu Consultancy
4
Project Opdrachtgever Status Datum
Tabel 2.1
: : : :
Analyse decentrale rapportages vervoermanagement 2004 RWS Adviesdienst Verkeer en Vervoer Eindrapport 2 december 2005
Overzicht van gedecentraliseerde budgetten1 en hun besteding in € budget 2004 uitkering 2004
overloop uit 2003
besteding 2004
totaal te besteden in 2004
interne kosten, eigen projecten
uitvoeringsorganisaties
reservering 2005 (BDU)2
terugbetaling V&W
-
-
opmerkingen
Provincies
1 2
3
1 2 3 4
Groningen Friesland Drente Overijssel
5 6 7 8
Gelderland Flevoland Utrecht Noord-Holland
9 10 11 12
Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg
30.256 30.256 30.256 48.409
-
-
0 0 0
30.256 30.256 30.256 48.409
0 0 0
30.256 30.256 30.256 48.409
231.961 46.392 277.546 334.830
15.497 91.785
231.961 61.889 277.546 426.616
49.251 0 0
277.546 338.974
18.556 87.642
492.161 30.256 292.473 46.392
195.060 13.614 - 21.703 31.592
687.221 43.870 270.770 77.984
?? 21.040 47.896 50.000
??
0
21.040 116.989 18.557
1.891.189
325.845
2.217.034
168.187
755.697
223.1883
-
0 0 0
Per 1-11-05 nog geen rapportage beschikbaar 0 0 0
Per 1-11-05 nog geen rapportage beschikbaar 12.638 0 Geen specificatie be?? schikbaar 22.829 105.884 9.427 150.778
De budgetten voor 2004 zijn, in vergelijking tot de budgetten van voorgaande jaren, met 11% gekort als gevolg van de algemene taakstelling opgelegd aan het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Deze budgetkorting voor 2004 is per brief van 18 september 2003 aan de decentrale overheden meegedeeld. Het bedrag van de reservering is door het ministerie van Verkeer en Waterstaat vastgesteld, rekening houdend met o.a. de bestedingen in 2004, de mate van reservering boven de grens van 40% (van terugbetaling aan het ministerie) en de in de loop van de jaren op de financiële balans opgebouwde reserveringen. De cursief gedrukte bedragen maken geen onderdeel uit van de reserveringen als gevolg van overschot in 2004; ze worden door het ministerie van Verkeer en Waterstaat in 2005 additioneel verstrekt in het kader van de BDU. Dit totaalbedrag is exclusief het cursief gedrukte bedrag.
Verkeer & Milieu Consultancy
5
Project Opdrachtgever Status Datum
: : : :
Analyse decentrale rapportages vervoermanagement 2004 RWS Adviesdienst Verkeer en Vervoer Eindrapport 2 december 2005
budget 2004 uitkering 2004
Kaderwetgebieden 1 Regio Twente4 2 KAN 3 BRU 4 ROA 5 SGH 6 SRR 7 SRE
4
5
besteding 2004
overloop uit 2003
totaal te besteden in 2004
interne kosten, eigen projecten
60.512 127.074 442.541 597.047 334.831 455.854 125.057
15.206 0 44.874 268.638 66.439 44.201 32.161
75.718 127.074 487.415 865.685 401.270 500.055 157.218
0 0 22.464 50.348 0 44.201 99.880
2.142.916
471.519
2.614.435
216.893
uitvoeringsorganisaties
reservering 2005 (BDU)2
terugbetaling V&W
37.509 127.074 443.000 537.275 329.476 455.854 0
24.204 21.951 238.819 71.794 387.126 50.023
14.005 0 39.243 0 0 7.315
1.930.188
406.7915
60.563
opmerkingen
Deze bedragen zijn tot stand gekomen na herrekening door het ministerie van Verkeer en Waterstaat. De bestedingen stemmen hierdoor niet overeen met de in de accountantsverklaring opgenomen bedragen. De keuze voor opname in deze tabel voor de herberekende bedragen is gemaakt op basis van de vaststelling van de terugbetaling aan het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Dit totaalbedrag is exclusief het cursief gedrukte bedrag.
Verkeer & Milieu Consultancy
6
Project Opdrachtgever Status Datum
: : : :
Analyse decentrale rapportages vervoermanagement 2004 RWS Adviesdienst Verkeer en Vervoer Eindrapport 2 december 2005
Kijken we naar de cijfers en de achterliggende rapportages, dan valt het volgende te constateren: • De beschikbaar gestelde budgetten zijn minder dan voorgaande jaren (gekort met 11%). Dit is het gevolg van de aan de ministeries opgelegde algemene taakstelling. • In totaliteit houden, in vergelijking met 2003, de provincies meer en de kaderwetgebieden minder over (te beschouwen als een theoretische doorschuiving naar het volgende jaar; dit is een theoretische doorschuiving, omdat er feitelijk geen sprake meer is van doorschuiving als gevolg van beëindiging van de Tijdelijke Regeling). Overigens wordt, net als voorgaande jaren, niet verantwoord waarom de budgetten in het lopende jaar niet kunnen worden besteed. • Het totaalbedrag aan terugstorting is groter dan in 2003. Dit is mede het gevolg van de herberekening door het ministerie. Hierin zijn, indien mogelijk, ook de reserveringen van de afgelopen jaren meegenomen. • Bijna alle kaderwetgebieden (van het Knooppunt Arnhem - Nijmegen was hierover geen informatie beschikbaar) houden (net als voorgaande jaren) geld over. • Vier provincies, die het totale budget in eigen beheer besteden, houden geld over; vorig jaar waren dit nog twee provincies. • De uitvoeringsorganisaties besteden (soms grote) delen van het budget voor de instandhouding van hun eigen organisatie. Dit heeft mede te maken met de aard van de activiteiten die vaak het leggen van contacten met bedrijven omvat. Veelal gaat het dus om arbeidsintensieve werkzaamheden. • Oneigenlijk gebruik van de budgetten: de Stichting Bereikbaarheid Rotterdam reserveert een deel van het budget voor het voldoen aan financiële verplichtingen bij (een eventuele) beëindiging van de uitvoeringsorganisatie. De opzet van de rapportages was meestal boekhoudkundig van aard; een constatering die de voorgaande jaren ook was gemaakt. In die zin is er niets veranderd in de manier van rapporteren. Een bijzonder punt van aandacht is de accountantsverklaring bij enkele decentrale overheden. Zoals eerder in dit hoofdstuk gemeld hebben accountants van vijf decentrale overheden kanttekeningen geplaatst bij hun bevindingen (iets wat in voorgaande jaren niet is gebeurd): • Bij de Stadsregio Eindhoven heeft de accountant geen stukken aangetroffen die de uitgaven verantwoorden. De accountant concludeert dan ook geen oordeel te kunnen geven over de getrouwheid van de verantwoording omtrent de uitgaven; hij heeft wel kunnen vaststellen dat er subsidiebeschikkingen zijn verstrekt. • De accountant van de provincie Friesland constateert dat niet is na te gaan of de subsidie aan VCC Noord-Nederland besteed is aan activiteiten passend binnen de geldende regeling. • De accountant van de provincie Zuid-Holland wijst op de ten laste van de subsidie komende wachtgeldregeling van de Stichting Bereikbaarheid Rotterdam. • De accountant van de provincie Zeeland meldt dat er in 2004 een verplichting is aangegaan, maar dat er nog geen uitgaven zijn gepleegd voor deze verplichting (zelfs nog niet de dato van de accountantsverklaring, zijnde 15 juli 2005). • De accountant van de provincie Limburg constateert dat in 2004 verplichtingen zijn aangegaan, maar dat er nog geen uitgaven zijn gepleegd voor deze verplichtingen (ook nog niet op 5 april 2005). Uit deze meldingen van de accountants kan het beeld ontstaan dat de betreffende decentrale overheden “slordig” met de subsidies omgaan. Enerzijds door onvoldoende de voortgang van project en uitgaven te monitoren; anderzijds door niet te rapporteren. De decentrale overheden kan hiermee een onverschillige houding worden verweten.
Verkeer & Milieu Consultancy
7
Project Opdrachtgever Status Datum
2.2
: : : :
Analyse decentrale rapportages vervoermanagement 2004 RWS Adviesdienst Verkeer en Vervoer Eindrapport 2 december 2005
Verantwoording van de uitkeringen en behaalde resultaten De vraag die vervolgens gesteld wordt, is of uit de rapportages een relatie kan worden afgeleid tussen de besteding van de middelen, de activiteiten en inspanningen en de resultaten. Ook dit jaar blijkt het heel moeilijk om die relatie te kunnen ontdekken. In de eerste plaats omdat de financiële rapportage kennelijk als een op zichzelf staande verantwoording is beschouwd. Dit is af te leiden uit het feit dat de financiële verslaglegging conform een accountantsprotocol is opgesteld. Keurig netjes zijn balans, baten en lasten inzichtelijk gemaakt volgens de onderdelen van de bedrijfsvoering. Slechts hier en daar worden activiteiten en projecten genoemd, waaruit valt af te leiden dat ze specifiek aan vervoermanagement zijn besteed. In de tweede plaats is het inhoudelijke verslag ook echt inhoudelijk en apart van het financieel verslag gehouden. Allerlei activiteiten, projecten en inspanningen zijn soms tot in detail beschreven, maar een link met het financiële gedeelte is niet gelegd. In de derde plaats is niet (op geaggregeerd niveau) kwantitatief aangegeven welke (vervoermanagement)resultaten zijn behaald. In feite begint de verstoring al bij het opzetten van de begroting. Indien hier al niet gespecificeerd wordt waar budgetten aan worden besteed en welke SMART6doelstellingen worden nagestreefd, dan is het naderhand moeilijk om verantwoording af te leggen over waaraan welke budgetten met welke resultaten in welk tijdsbestek zijn besteed. Proberen we toch enige relatie tussen enerzijds financiën en anderzijds activiteiten en resultaten te vinden, dan zien we in de rapportages dat: • Geld is besteed aan de organisatie: mensen die bedrijven bezoeken, informatie verstrekken, adviezen uitbrengen. • Geld is besteed aan projecten: acties, campagnes, communicatiemiddelen. • Geld is besteed aan het ontwikkelen van producten en diensten. Maar aan geen van deze bestedingen is een resultaat gekoppeld in de zin van hoeveel geld is gemoeid met gerealiseerde vervoerplannen, aantallen werknemers die aan een vervoermanagementmaatregel deelnemen of aantallen gebieden waar vervoermanagement is geïmplementeerd. Kortom, de decentrale rapportages laten niet de effectiviteit van de ingezette budgetten zien.
2.3
Uitvoeringsorganisaties Een speciale rol spelen de uitvoeringsorganisaties, enerzijds omdat ze in veel gevallen de specifieke uitkering vervoermanagement “doorgesluisd” krijgen van de decentrale overheden, anderzijds omdat ze in de regio ook middels andere bronnen en activiteiten financiële inkomsten genereren. De vraag is nu tot welke financiële situatie dit leidt en welke resultaten worden geboekt. Het gaat om de volgende uitvoeringsorganisaties: • VCC Noord-Nederland • VIP Twente • VCC Oost-Nederland • VenM Advies • Stichting Bereikbaarheid Noord-Holland/Verkeer.advies • Adviespunt Haaglanden • Bureau Mobiliteit op Maat • Vervoerscoördinatiecentrum Zuid-Holland Zuid • Stichting Bereikbaarheid Rotterdam.
6
Specifiek, Meetbaar, Afgeleid van een kader, Realiseerbaar, Tijdgebonden
Verkeer & Milieu Consultancy
8
Project Opdrachtgever Status Datum
: : : :
Analyse decentrale rapportages vervoermanagement 2004 RWS Adviesdienst Verkeer en Vervoer Eindrapport 2 december 2005
Van Bureau Mobiliteit op Maat en Vervoerscoördinatiecentrum Zuid-Holland Zuid zijn (net zoals vorig jaar) geen rapportages ontvangen, zodat over het financiële en inhoudelijke reilen en zeilen hier niets te melden valt. In vergelijking met 2004 ontbreekt VCC Brabant, omdat deze organisatie per 1 januari 2004 is opgeheven. Algemeen Ook de uitvoeringsorganisaties rapporteren, net zoals voorgaande jaren, financieel en inhoudelijk apart. In de meeste gevallen gaat het financieel om door accountants opgestelde jaarrekeningen. Daarmee verantwoorden de uitvoeringsorganisaties zich naar hun bestuur op een manier die inzicht geeft in de bedrijfsvoering. In de jaarrekeningen is geen specificatie opgenomen van welke budgetten aan welke activiteiten voor vervoermanagement met welke resultaten zijn besteed. Daarom dat uit de door hun aangeleverde jaarrekeningen en accountantsverklaringen nagenoeg geen, voor de conform de Tijdelijke Regeling bedoelde analyse, relevante aspecten zijn te halen. Financieel gezien kan dus niet echt een beeld worden gegeven van de stand van zaken: resultaat, kosteneffectiviteit, rendement. De uitvoeringsorganisaties voorzien kennelijk wel in een behoefte. Wij leiden dit af uit het feit dat ze geen financiële problemen melden én uit de opsomming van activiteiten en inspanningen. Vooral de concrete maatregelen en voorzieningen geven de indruk dat ze resultaten behalen (hetgeen vaak in de lijn van de analyses van voorgaande jaren ligt; dus voortzetting van beleid en uitvoering). Aanvullende financiering Naast de specifieke uitkering vervoermanagement ontvangen sommige uitvoeringsorganisaties ook nog andere inkomsten. Dit zijn aanvullende subsidies van decentrale overheden en inkomsten uit de markt. In onderstaande tabel is, voor zover mogelijk, globaal een overzicht gegeven. Exploitatieoverzicht
VCC Noord-Nederland VIP Twente VCC Oost-Nederland VenM Advies Verkeer.Advies Adviespunt Haaglanden Stichting Bereikbaarheid Rijnmond
Taakfinanciering V&W 245.112 (65%) 60.512 (100%) 300.074 (100%) 753.331 (92%) 663.404 (71%) 334.831 (100%) 455.854 (100%)
Overheidssubsidies 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 27.564 (5%) 228.941 (25%) 0 (0%) 0 (0%)
Marktinkomsten 130.688 (35%) 0 (0%) 0 (0%) 13.031 (3%) 38.133 (4%) 0 (0%) 0 (0%)
Totaal 375.800 60.512 300.074 793.926 930.478 334.831 455.854
Bij de meeste uitvoeringsorganisaties zijn de gedelegeerde decentrale budgetten de enige inkomstenbron (VIP Twente, VCC Oost-Nederland, Adviespunt Haaglanden en Stichting Bereikbaarheid Rotterdam). Alleen VCC Noord-Nederland haalt een substantieel deel van de inkomsten uit de markt. VenM Advies en Verkeer.Advies halen een marginaal deel uit marktinkomsten. Kijken we naar de partijen die achter de overheidssubsidies zitten, dan zijn het voornamelijk de decentrale overheden die, naast de gedecentraliseerde budgetten, middelen inzetten voor projecten die door de uitvoeringsorganisaties worden uitgevoerd. Bij de marktpartijen zijn het veelal bedrijven die een lidmaatschap van een VCC hebben of zich door een uitvoeringsorganisatie laten adviseren of ondersteunen bij vervoermanagement.
Verkeer & Milieu Consultancy
9
Project Opdrachtgever Status Datum
: : : :
Analyse decentrale rapportages vervoermanagement 2004 RWS Adviesdienst Verkeer en Vervoer Eindrapport 2 december 2005
Verkeer & Milieu Consultancy
10
Project Opdrachtgever Status Datum
3
: : : :
Analyse decentrale rapportages vervoermanagement 2004 RWS Adviesdienst Verkeer en Vervoer Eindrapport 2 december 2005
Inhoudelijke rapportages Onderdeel van de verantwoordingsplicht van de decentrale overheden is om een inhoudelijke rapportage te leveren. De Nota van Toelichting beschrijft dat het inhoudelijk verslag beleidsmatige informatie op hoofdlijnen dient te bevatten, alsmede welke activiteiten zijn uitgevoerd en op welke manier vervoermanagement binnen het werkgebied is gestimuleerd.
3.1
Aard van de rapportages Het is duidelijk af te leiden uit de wijze van rapporteren dat enerzijds het einde van de Tijdelijke Regeling in zicht is en dat anderzijds de aandacht voor en de resultaten van vervoermanagement niet al te groot zijn. Nog meer dan vorig jaar verschillen de rapportages aanzienlijk in manier van verslaglegging, in de geleverde informatie en in het inzicht in de betekenis van vervoermanagement en de verrichte activiteiten. Sommige decentrale overheden volstaan met de mededeling dat de uitvoering van vervoermanagement is gedelegeerd aan uitvoeringsorganisaties. Meer decentrale overheden dan vorig jaar volstaan met een korte opsomming van verrichte activiteiten. Een enkele decentrale overheid geeft een uitgebreidere rapportage met een beschrijving van de plaats van vervoermanagement in het beleid, uitgevoerde activiteiten en heel soms een resultaat of effect. Hierna nemen we de inhoudelijke rapportages kort in ogenschouw, waarbij we onderscheid maken in de rapportages van de decentrale overheden en de rapportages van de uitvoeringsorganisaties.
3.2
Decentrale overheden Uit de rapportages (met uitzondering van de twee ontbrekende provincies) is af te leiden hoe de decentrale overheden de uitvoering van vervoermanagement hebben geregeld: volledige uitbesteding aan een derde partij (uitvoeringsorganisatie) zonder eigen activiteiten, volledige uitbesteding plus eigen activiteiten, gedeeltelijke uitbesteding in combinatie met eigen beleid en activiteiten, en volledig in eigen beheer ontwikkelen van beleid en uitvoeren van activiteiten. Uit de tabel op bladzijden 12 tot en met 14 is af te leiden dat: • 7 decentrale overheden vervoermanagement volledig uitbesteden zonder eigen activiteiten (provincies Friesland, Drenthe, Overijssel, Noord-Holland en de regionale openbare lichamen KAN, BRU en SRR). Dit is het zelfde aantal als vorig jaar, maar niet allemaal dezelfde overheden (KAN en BRU zijn er bij gekomen, Groningen en Noord-Brabant zijn afgevallen). Deze overheden volstaan in hun rapportage met een verwijzing naar de verslagen van de uitvoeringsorganisaties. Weinig of geen woorden worden besteed aan hun eigen visie, beleid of doelstellingen omtrent vervoermanagement; • 2 overheden vervoermanagement volledig uitbesteden en daarbij eigen activiteiten ontplooien (provincie Utrecht en het regionaal openbaar lichaam ROA). Dit aantal is aanzien kleiner dan vorig jaar (6 overheden in 2003; tendens tot minder eigen vervoermanagementactiviteiten). Deze overheden rapporteren wisselend over hun beleid en doelstellingen; • 1 overheid vervoermanagement gedeeltelijk uitbesteedt en daarbij eigen activiteiten uitvoert (provincie Zuid-Holland die uitgebreid rapporteert); • 7 overheden vervoermanagement volledig in eigen beheer uitvoeren danwel met een eigen uitvoeringsorganisatie (provincies Flevoland, Noord-Brabant, Zeeland, Limburg en de regionale openbare lichamen Twente (VIP Twente), SGH (Adviespunt Vervoermanagement Haaglanden) en SRE). Dit is iets meer dan in 2003 (5 decentrale overheden).
Verkeer & Milieu Consultancy
11
Project Opdrachtgever Status Datum
De • • •
: : : :
Analyse decentrale rapportages vervoermanagement 2004 RWS Adviesdienst Verkeer en Vervoer Eindrapport 2 december 2005
decentrale rapportages zijn beoordeeld op: beleidsmatige informatie op hoofdlijnen; uitgevoerde activiteiten; effecten van vervoermanagement.
Verkeer & Milieu Consultancy
12
Project Opdrachtgever Status Datum
: : : :
Analyse decentrale rapportages vervoermanagement 2004 RWS Adviesdienst Verkeer en Vervoer Eindrapport 2 december 2005
Tabel 3.1
Overzicht van vervoermanagementactiviteiten en effecten van decentrale overheden
Organisatie
Activiteiten
Provincies Groningen
Per 1 november 2005 geen rapportage beschikbaar.
Effecten
Friesland
Besteedt vervoermanagement uit aan VCC Noord-Nederland. Doet geen melding van eigen activiteiten.
Doet geen melding van effecten van inspanningen omtrent vervoermanagement in het werkgebied.
Drenthe
Besteedt vervoermanagement uit aan VCC Noord-Nederland. Doet geen melding van eigen activiteiten.
Doet geen melding van effecten van inspanningen omtrent vervoermanagement in het werkgebied.
Overijssel
In 2004 is budget besteed aan uitvoering project “Fileproblematiek A28 bij Zwolle” in kader van uit te voeren benuttingsmaatregelen. Doel: bevordering gebruik openbaar vervoer. Uitvoerder VCC OostNederland.
Doet verslag van project voor A28: huis-aan-huisacties voor doelgroepbenadering, promotionele acties, aanpassingen/ ontwikkelingen website.
Gelderland Flevoland
Per 1 november 2005 geen rapportage beschikbaar. Geen uitbesteding aan derde partij. Meldt activiteiten te hebben uitgevoerd omtrent: • ontwikkelen bereikbaarheidsscan voor bedrijven, samen met gemeente Lelystad; • stimuleren fietsen naar het werk: inventarisatie fietsroutes naar bedrijventerreinen.
Utrecht
Verwijst naar jaarverslag van VenM Advies omtrent resultaten en Besteedt vervoermanagement uit aan VenM Advies: projecten in effecten. Amersfoort en Woerden. Voert binnen eigen beleidsvelden separate activiteiten uit omtrent vervoermanagement: stimuleren fietsgebruik, duurzame bedrijfster- Meldt geen concrete resultaten en effecten vervoermanagement. reinen, oriëntatie op beleid vervoermanagement in 2005 en 2006.
Noord-Holland
Besteedt vervoermanagement uit aan Stichting Vervoermanagement Noord-Holland (werkzaam onder de naam Verkeer.Advies) Voert geen eigen activiteiten uit.
Doet geen melding van effecten van inspanningen omtrent vervoermanagement in het werkgebied.
Zuid-Holland
Besteedt vervoermanagement deels uit aan twee adviespunten: Bureau Mobiliteit op Maat en Vervoerscoördinatiecentrum ZuidHolland Zuid.
Resultaten samenwerking met adviespunten: strategie naar gebiedsgewijze aanpak. In 2004 is aantal actieve bedrijven gelijk gebleven (ca. 31% in Midden-Holland en 25% In Zuid-Holland
Verkeer & Milieu Consultancy
Resultaten: • gemeente Lelystad beheert bereikbaarheidsscan: tool voor bedrijven om inzicht te krijgen in bereikbaarheid per fiets en openbaar vervoer; • inventarisatie heeft maatregelen op korte termijn (opheffen omissies in bewegwijzering) en lange termijn (opheffen ontbrekende schakels in fietsnetwerk) opgeleverd.
13
Project Opdrachtgever Status Datum
: : : :
Analyse decentrale rapportages vervoermanagement 2004 RWS Adviesdienst Verkeer en Vervoer Eindrapport 2 december 2005
Organisatie
Zeeland Noord-Brabant
Limburg
Kaderwetgebieden Twente
Activiteiten
Effecten
Heeft daarnaast projecten (financieel) ondersteund. Meldt uitgebreid in Voortgangsbericht 2005-2008 eigen activiteiten: • interne inbedding in V&V-, ruimtelijk-, economisch- en milieubeleid; gebiedsgewijze aanpak gericht op bedrijfsterreinen, • externe inbedding: stimuleren gemeenten en regio’s, • beleidsafstemming met en aansturing van adviespunten.
Zuid). Enkele resultaten eigen activiteiten: • interne inbedding: dwarsverbanden met andere beleidsvelden • externe inbedding: samenwerking met gemeenten, Optimum II Goudse Poort (revitalisering bedrijventerrein met 50% Europese subsidie)
Geen uitbesteding aan derde partij. Geen activiteiten uitgevoerd. Geen uitbesteding aan derde partij (VCC Brabant per 1-1-2004 opgeheven). Meldt doorloopprojecten uit 2003 te hebben uitgevoerd: een methodiekontwikkeling en communicatie rondom N279.
Geen resultaten gemeld.
Geen uitbesteding aan derde partij. Meldt activiteiten: • Directbus Randwyck: aanbieden van busvervoer vanuit verschillende locaties (ook grensoverschrijdend) naar bedrijventerrein Randwyck; • Eigen beleid: stimuleren vervoermanagement bij gemeenten, interne beleidsafstemming en fiets- en ov-promotie.
Doet geen verslag van de resultaten van de activiteiten.
Voert vervoermanagement uit via eigen VIP Twente.
Verwijst naar jaarverslag VIP Twente (zie ook onder uitvoeringsorganisaties, par. 3.3). Doet geen melding van effecten van inspanningen omtrent vervoermanagement in het werkgebied.
Doet geen melding van effecten van inspanningen omtrent vervoermanagement in het werkgebied.
KAN
Besteedt vervoermanagement uit aan VCC Oost-Nederland. Doet in Jaarverslag 2004 kort melding van bijdrage aan VCC OostNederland en van enkele projecten van gemeenten, zonder concrete uitwerking.
BRU
Besteedt vervoermanagement uit aan VenM Advies.
Doet geen melding van (effecten van) inspanningen omtrent vervoermanagement in het werkgebied.
ROA
Besteedt vervoermanagement uit aan Stichting Vervoermanagement Noord-Holland (werkzaam onder de naam Verkeer.Advies). verwijst naar Jaarverslag Verkeer.Advies. Meldt eigen beleidstaken (Jaarverslag Vervoermanagement): • interne inbedding: in RVVP (gebiedsgerichte aanpak), BonRoute (ketenbenadering);
Verwijst voor resultaten naar Jaarverslag Verkeer.Advies.
Verkeer & Milieu Consultancy
14
Project Opdrachtgever Status Datum
Organisatie
: : : :
Analyse decentrale rapportages vervoermanagement 2004 RWS Adviesdienst Verkeer en Vervoer Eindrapport 2 december 2005
Activiteiten •
Effecten
begeleiden Verkeer.Advies: bereikbaarheidsmakelaar, Amsterdam Zuidoost/Zuidas, kennisbevordering.
SGH
Voert vervoermanagement uit via eigen Adviespunt Vervoermanagement Haaglanden.
Verwijst naar jaarverslag Adviespunt (zie ook onder uitvoeringsorganisaties, par. 3.3).
SRR
Besteedt vervoermanagement uit aan Stichting Bereikbaarheid Rotterdam. Vermeldt in aanbiedingsbrief op hoofdlijnen activiteiten.
Vermeldt: Stichting heeft voorlichting gegeven aan nieuw in regio gevestigde bedrijven; netwerkbijeenkomsten, ontwikkeling nieuwe diensten. Eigen activiteiten: ondersteuning actie “Op de fiets werkt beter”, opstellen beleidslijn vervoermanagement.
SRE
Meldt eigen activiteiten: opstellen mobiliteitsplan ombouw ringweg Eindhoven.
Eerste fase uitvoering ombouwplan ringweg Eindhoven: communicatie en inventariseren mogelijkheden mobiliteitsmanagement.
Verkeer & Milieu Consultancy
15
Project Opdrachtgever Status Datum
: : : :
Analyse decentrale rapportages vervoermanagement 2004 RWS Adviesdienst Verkeer en Vervoer Eindrapport 2 december 2005
Beleidsmatige informatie op hoofdlijnen Onder beleidsmatige informatie is bij de beoordeling verstaan dat decentrale overheden melden vervoermanagement als onderdeel van beleidsplannen te hebben opgenomen. De beoordeling is gericht op inbedding in V&V-beleid en inbedding in overig beleid. In algemene zin kan worden gesteld dat daar waar inbedding in V&V-beleid plaatsvindt, het kennelijk een logische lijn is om ook in ander beleid aandacht te besteden aan vervoermanagement. Zo melden de provincies Utrecht en Zuid-Holland en het openbaar lichaam ROA, meer of minder uitgebreid, op de beleidsterreinen verkeer en vervoer, ruimtelijke ordening, milieu en economie activiteiten omtrent vervoermanagement. Uit de rapportages valt een houding van “stug volhouden” af te leiden, zonder dat direct zichtbaar wordt welke effecten en resultaten worden geboekt. De overige decentrale overheden doen geen melding van beleidsmatige informatie. Een ander beleidsmatig aspect dat in de rapportages genoemd zou kunnen worden is welke beleidsmatige zaken zich binnen vervoermanagement hebben voltrokken. Hier wordt nagenoeg niets over gerapporteerd. Waar vorig jaar incidenteel nog werd geconstateerd dat een verschuiving naar een gebiedsgewijze aanpak of naar mobiliteitsmanagement (breder dan vervoermanagement sec) had plaatsgevonden, wordt er dit jaar niet meer over gerept. Men is kennelijk “vervoermanagement”-moe. Dit beeld wordt mede bevestigd door de constatering dat meer decentrale overheden geen effecten van inspanningen in hun werkgebied melden. Uitgevoerde activiteiten Onder deze noemer is een scala aan activiteiten uit de rapportages te halen, variërend van beleidsmatige zaken (zie hiervoor) tot stimuleren van vervoermanagement en uitvoeren van communicatie- en promotiecampagnes. Daar waar de decentrale overheden niet al het decentrale budget doorsluizen en/of zelf (extra) activiteiten uitvoeren, rapporteren ze hier kort over. De aard van de activiteiten verschilt ook per overheid. Om dat verschil enigszins inzichtelijk te maken geven wij hier drie voorbeelden. Zo besteedden twee decentrale overheden hun budget aan campagnes bij grootschalig onderhoud aan rijkswegen: provincie Overijssel voor de A28 bij Zwolle en SRE voor de A2 bij Eindhoven. Een voorbeeld van andere aard is de activiteit van de provincie Flevoland: inventarisatie van fietsroutes naar bedrijventerreinen. Dit heeft inzicht opgeleverd voor maatregelen op de korte termijn (opheffen omissies in fietsbewegwijzering) en maatregelen op de lange termijn (opheffen ontbrekende schakels in het fietsnetwerk). Het laatste voorbeeld betreft de provincie Limburg die het project Directbus Randwyck heeft uitgevoerd. Hierbij is vanuit diverse locaties (ook grensoverschrijdend) busvervoer naar bedrijventerrein Randwyck georganiseerd. Ook bij de rapportages over deze activiteiten is weinig of niets bekend gemaakt over de effecten en resultaten. Effecten omtrent vervoermanagement De gemelde activiteiten geven, net als vorig jaar, slechts een indruk van inspanningen die men heeft verricht. De stap naar een gestructureerd en uitgebreid verslag van de effecten omtrent vervoermanagement is in beperkte mate gezet. De rapportages sommen alleen maar op. Slechts de provincie Zuid-Holland komt, net als vorig jaar, voor haar werkgebied met kwantitatieve gegevens omtrent effecten van inspanningen en activiteiten: van de benaderde bedrijven met meer dan 50 werknemers is 31% in Midden-Holland en 25% in Zuid-Holland Zuid actief met vervoermanagement (overigens is niet duidelijk
Verkeer & Milieu Consultancy
16
Project Opdrachtgever Status Datum
: : : :
Analyse decentrale rapportages vervoermanagement 2004 RWS Adviesdienst Verkeer en Vervoer Eindrapport 2 december 2005
om welke maatregelen het gaat). Maar verder zijn ook geen gegevens gerapporteerd over bijvoorbeeld reductie in aantal autokilometers of verschuiving in modal split. Een ander deel van de decentrale overheden (6) beschrijft de resultaten in termen van afgeronde activiteiten, uitgevoerde acties en inspanningen om bedrijven te interesseren. Informeren en stimuleren zijn dan vaak de uitgangspunten/doelstellingen. Maar het merendeel van de decentrale overheden (10) doet helemaal geen melding van effecten van vervoermanagement in hun werkgebied. Dit aantal is vergelijkbaar met vorig jaar, wat er nog eens op wijst dat vervoermanagement kennelijk een moeilijk beheersbaar onderwerp is (geworden).
3.3
Uitvoeringsorganisaties Alleen van Mobiliteit op Maat en Vervoerscoördinatiecentrum Zuid-Holland Zuid, de uitvoeringsorganisaties in het werkgebied van de provincie Zuid-Holland, zijn geen rapportages ontvangen. De overige uitvoeringsorganisaties rapporteren meer of minder uitgebreid over hun activiteiten en hun organisatieontwikkeling. Net zoals voorgaande jaren ligt de nadruk op een opsomming van activiteiten, projecten en inspanningen. In de tabel op bladzijden 18 en 19 is een bloemlezing gegeven van activiteiten en (voor zover mogelijk en beschikbaar) effecten in de zin van doelstellingen omtrent vervoermanagement (reductie autogebruik, minder autokilometers, meer fiets- en ov-gebruik). Tevens is in de tabel opgenomen de organisatievorm en het werkgebied. Beleidsmatige informatie op hoofdlijnen De rapportages laten ten opzichte van de rapportages van vorig jaar een nagenoeg gelijkluidend beeld zien. De belangstelling voor vervoermanagement is nog altijd niet overweldigend. Ook nu laten de rapportages zien, dat de economische teruggang zijn weerslag heeft gehad op de belangstelling voor vervoermanagement, althans voor activiteiten met de uitvoeringsorganisaties. De deelname van bedrijven, bijvoorbeeld, aan activiteiten ligt veelal op hetzelfde niveau als vorig jaar. Voorts is beleidsmatig vast te stellen dat de lijn van de bekende activiteiten (informeren, stimuleren, advisering) ook in 2004 de leidraad was. Aan deze activiteiten zijn hier en daar nieuwe geknoopt, maar deze lagen meer in het verlengde van de bestaande activiteiten. De voorzichtige stapjes van vorig jaar in de richting van mobiliteitsmanagement zijn dit jaar niet terug te zien in de rapportages. Gebieds- en bedrijfsgerichte aanpak, breder kijken dan alleen maar woon-werkverkeer en geïntegreerde maatregelen worden hier en daar weliswaar genoemd, echte effecten worden niet behaald (althans niet gerapporteerd). Uitzondering is Verkeer.Advies met zijn “bereikbaarheidsmakelaar”, een centrale functie in een gebied die bereikbaarheidsproblemen inzichtelijk maakt, aanspreekpunt is voor bedrijven en maatoplossingen zoekt. De kern is dat centraal in een gebied activiteiten worden gebundeld. Dit jaar is Verkeer.Advies ermee doorgegaan, maar rapporteert niet welke progressie is geboekt. Opvallend is de mate van organisatie-aanpassing die enkele uitvoeringsorganisaties doormaken. Zo melden VenM Advies in het Utrechtse, VIP Twente en VCC NoordNederland in meerdere of mindere mate herbezinning op functie, doelstellingen en taken. Bij VIP Twente is zelfs de vraag van voortbestaan aan de orde. Het algemene beleidsmatige beeld is er nog steeds een van zwoegen en bij elkaar harken van activiteiten en resultaten. Overeind blijft toch het enthousiasme, waarmee de uitvoeringsorganisaties hun werkzaamheden verrichten.
Verkeer & Milieu Consultancy
17
Project Opdrachtgever Status Datum
: : : :
Analyse decentrale rapportages vervoermanagement 2004 RWS Adviesdienst Verkeer en Vervoer Eindrapport 2 december 2005
Uitgevoerde activiteiten Naast sporadische vernieuwingen worden de bekende activiteiten genoemd: • informeren, stimuleren, adviseren, • uitvoeren van ondersteuning en projecten, • ontwikkelen van (nieuwe) diensten en producten. In vergelijking met vorig jaar geven uitvoeringsorganisaties minder gedetailleerde informatie over hun activiteiten, althans in de zin van op vervoermanagement gerichte inspanningen. Meerdere uitvoeringsorganisaties rapporteren meer over bijvoorbeeld haalbaarheidonderzoeken onder bewoners, enquêtes onder buspassagiers, campagnes voor fietsparkeren, e.d.. De vraag is of de uitvoeringsorganisaties uitgeput raken en door hun “arsenaal” heen zijn om bedrijven nog effectief te (kunnen) benaderen en te stimuleren. Effecten omtrent vervoermanagement In vergelijking met de rapportages van de decentrale overheden is uit de rapportages van de uitvoeringsorganisaties iets meer te halen over effecten. Ze worden weliswaar in het algemeen kwalitatief beschreven, hier en daar zijn ook kwantitatieve gegevens beschikbaar. Alleen het niveau is vaak zo verschillend en de aard van de effecten divers, dat een vergelijkende analyse niet mogelijk is. Belangrijk element in de activiteiten is het benaderen van bedrijven. Op dit punt rapporteren enkele uitvoeringsorganisaties in kwantitatieve zin. Dan blijkt dat bedrijven in aanvang bereid zijn om naar de informatie te luisteren, soms ook overgaan tot het (in overweging) nemen van maatregelen. De vraag is of hiermee inzichtelijk wordt of vervoermanagement nu wel of geen bruikbaar instrument is in het mede oplossen van de verkeersproblemen. Want waar het om gaat, hoeveel minder autokilometers hebben we gehaald of hoe ziet de modal shift er uit, wordt in de rapportages niet inzichtelijk gemaakt. In zijn algemeenheid kan, net als vorig jaar, worden geconstateerd dat er volop "missiewerk" wordt gepleegd, dat er succesjes worden behaald in het meer bekend maken van en betrokken raken bij vervoermanagement en dat er toch ook concrete maatregelen worden uitgevoerd (grootverbruik openbaar vervoer, carpoolacties). Maar het blijft zwoegen, trekken en hopen op resultaten.
Verkeer & Milieu Consultancy
18
Project Opdrachtgever Status Datum
: : : :
Analyse decentrale rapportages vervoermanagement 2004 RWS Adviesdienst Verkeer en Vervoer Eindrapport 2 december 2005
Tabel 3.2
Overzicht van vervoermanagementactiviteiten en effecten van uitvoeringsorganisaties
Organisatie
Activiteiten
Effecten
VCC Noord-Nederland; Stichting; Friesland, Drenthe
Het jaarbericht 2004 (overzicht projecten) meldt: De aandacht is gericht op de kernactiviteiten: informatievoorziening, bewustwording, ad-hoc advisering en “verkoop” mobiliteitsproducten en –diensten.
Groot aantal projecten uitgevoerd, variërend van haalbaarheidsstudies, onderzoeken en vervoerplannen tot promotiecampagnes, evenementen en stimulering openbaar vervoer. Kwantitatieve effecten van vervoermanagement zijn niet gemeld.
VIP Twente; onderdeel van Regio Twente
Het jaar 2004 heeft in het teken gestaan van een organisatieaanpassing. Dit betekende dat vervoermanagementactiviteiten op een laag pitje werden gezet. Menskracht werd in deeltijd ingehuurd van VCC Oost-Nederland. Activiteiten: ondersteuning bij het opstellen van vervoerplannen.
Geen concrete effecten gemeld.
VCC Oost-Nederland; Stichting; Overijssel, Gelderland, KAN
Jaarverslag 2004 meldt dat aandacht verlegd is naar communicatie en informatie. Activiteiten: • cd-rom Mobibox ontwikkeld: algemene informatie over mobiliteitsmanagement en mogelijk in te voeren maatregelen • meting verricht stand van zaken vervoermanagement.
Resultaten: 30% van bedrijven met meer dan 50 werknemers heeft meegedaan aan meting: 90% vindt vervoermanagement belangrijk voor eigen bedrijfsvoering. 72 bedrijven maken tegen betaling gebruik van diensten VCC 47 bedrijven laten afhandeling ov-abonnementen door VCC verzorgen
VenM Advies;
Jaarverslag 2004 meldt turbulent jaar: directiewisseling en nieuw bestuur. Omslag naar uitvoeringsgerichte organisatie, investeren in die gebieden waar echt bereikbaarheidsproblemen zijn. Activiteiten: onderhouden contacten met bedrijven, gebiedsgerichte projecten, bedrijfsgerichte projecten en betaalde opdrachten. Jaarverslag 2004 meldt groot aantal projecten, divers in omvang. Jaarverslag omvat bloemlezing van projectbladen.
Effecten in behaalde resultaten zijn niet gemeld.
Provincie Utrecht, BRU
Verkeer.Advies, handelsnaam van Stichting Vervoermanagement Noord-Holland; provincie Noord-Holland, ROA
Uitgevoerde projecten: • bereikbaarheidsmakelaar • persoonlijk reisadvies in gebied Zuidas • aantal deelnemende bedrijven van 5 naar 11 in W-bus (Westelijk Havengebied) • vervoerplan Spaarneziekenhuis Haarlem Geen concrete effecten in reductie autokilometers gemeld.
Mobiliteit op Maat
Verkeer & Milieu Consultancy
Geen informatie.
19
Project Opdrachtgever Status Datum
: : : :
Analyse decentrale rapportages vervoermanagement 2004 RWS Adviesdienst Verkeer en Vervoer Eindrapport 2 december 2005
Organisatie
Activiteiten
Vervoercoördinatiecentrum Zuid-Holland Zuid Adviespunt Vervoermanagement Haaglanden; onderdeel van Stadsgewest Haaglanden
Geen informatie. Activiteiten uit Jaarverslag 2004: kernactiviteiten: gebiedsgewijze aanpak, mobiliteitsmanagement, versterking rol gemeenten, bedrijfsgericht, projecten; ondersteunende activiteiten: informatie, communicatie.
Resultaten: De rapportage is minder resultaatgericht. Dit jaar worden slechts activiteiten opgenoemd zonder tot concrete getallen te komen (in vergelijking met vorig jaar, waar nog werd gesproken van 6% reductie in autogebruik op bedrijventerrein Bezuidenhout in Den Haag).
Stichting Bereikbaarheid Rotterdam; Stichting; VCC Rijnmond Stadsregio Rotterdam
Jaarverslag 2004.
Melding/opsomming van projecten: Rivium (bedrijventerrein Capelle aan den IJssel), ontwikkeling nieuw bedrijventerrein in Berkel en Rodenrijs, revitalisering Spaanse Polder, “Op de fiets werkt beter”. Geen concrete beschrijvingen en resultaten genoemd.
Verkeer & Milieu Consultancy
Effecten
20
Project Opdrachtgever Status Datum
4
: : : :
Analyse decentrale rapportages vervoermanagement 2004 RWS Adviesdienst Verkeer en Vervoer Eindrapport 2 december 2005
Conclusies en aanbevelingen Voor de laatste keer hebben de decentrale overheden hun verantwoordingsrapportages omtrent de budgetten voor vervoermanagement bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat ingediend; deze keer over het jaar 2004. Dit hebben ze gedaan in de geest van de regeling Tijdelijk Besluit Specifieke Uitkering Vervoermanagement. De regeling en de toelichting daarop hebben weliswaar niet gedetailleerd beschreven hoe de rapportages moesten worden uitgevoerd, de bedoeling was wel duidelijk: inzicht geven in de besteding en de mogelijkheid tot een vergelijkende analyse bieden. De wijze van rapporteren was vergelijkbaar met voorgaande jaren. Elke decentrale overheid heeft zijn eigen werkwijze van de afgelopen jaren gehanteerd. Op zich is dat niet zo vreemd, omdat voldaan wordt aan het verstrekken van een financiële verantwoording én aan het leveren van informatie omtrent de inspanningen voor vervoermanagement. Maar met deze (eigen) manier van verantwoording afleggen is een diversiteit aan rapportages binnengekomen, waarmee een vergelijkende analyse niet mogelijk is. Daarmee is ook moeilijk vast te stellen wat de effectiviteit van de ingezette middelen van de regeling is. Dus is te concluderen dat de wijze van rapporteren niet heeft geresulteerd in hetgeen beoogd was. De analyse van de rapportages heeft een overzicht opgeleverd van de grootte van de middelen per decentrale overheid en van de manier waarop de middelen zijn ingezet: uitbesteden, deels uitbesteden of zelf activiteiten verrichten. Ook heeft de analyse inzicht verschaft in de geleverde inspanningen of verrichte activiteiten. Wat ontbrak was informatie over de bijdrage van de middelen, inspanningen en activiteiten aan reductie van het autogebruik in het woon-werkverkeer, het uiteindelijke doel van vervoermanagement. Kort samengevat zetten wij hierna de zaken nog eens op een rijtje.
4.1
Financiële rapportages Opmerkelijk te constateren was dat, in vergelijking met voorgaande jaren, accountants kritischer waren bij het beoordelen van de financiële rapportages van de decentrale overheden. Bij twee provincies (Groningen en Gelderland) hadden de accountants tot op 1 november 2005 nog geen goedkeuring gegeven aan de financiële verslagen. Bij vijf decentrale overheden hebben de accountants kanttekeningen geplaatst bij de verantwoording van uitgaven (Stadsregio Eindhoven, provincies Friesland, Zuid-Holland, Zeeland en Limburg). Kwaliteit van rapporteren De financiële verantwoordingsrapportages van de decentrale overheden omvatten veelal een accountantsverklaring en een jaarrekening of jaaroverzicht. Als financieel rapportage-instrument in algemene zin om over de bedrijfsvoering te rapporteren voldoen de ingediende documenten aan hun functie. De accountantsverklaringen zijn in de meeste gevallen een beoordeling van de voorgelegde wijze van verslaglegging en verificatie van de financiële cijfers. Maar daarmee is geen oordeel gegeven over een juist inzetten van de gedecentraliseerde budgetten. Ook is niet geverifieerd of gedetailleerd beschreven aan welke activiteiten en inspanningen voor vervoermanagement de budgetten zijn besteed. Om tot een dergelijk oordeel en inzicht te komen, dienen de accountants wel over de daartoe geschikte documenten te beschikken. Daarbij zijn ze afhankelijk van de informatie van de decentrale overheden. Hierin zijn die overheden tekort geschoten. Geconcludeerd mag worden dat de kwaliteit van rapporteren niet voldoet aan het doel van de regeling.
Verkeer & Milieu Consultancy
21
Project Opdrachtgever Status Datum
: : : :
Analyse decentrale rapportages vervoermanagement 2004 RWS Adviesdienst Verkeer en Vervoer Eindrapport 2 december 2005
Effectiviteit van besteding Uit de rapportages is af te leiden dat iets meer dan de helft van de provincies hun budgetten “op hebben gemaakt” en dat de meeste regionale openbare lichamen geld overhouden. Ook dit jaar is te constateren dat, in vergelijking met voorgaande jaren, het dezelfde overheden zijn die geld over houden. De rapportages geven geen duidelijkheid of de budgetten te ruim zijn, de overheden onvoldoende activiteiten en/of inspanningen verrichten of dat vervoermanagement niet effectief te maken is. Over de effectiviteit van de bestedingen kan dus geen oordeel worden gegeven. Vergelijkende analyse Zoals eerder in dit rapport gememoreerd zijn de geleverde gegevens te divers van aard en diepgang om een vergelijkende analyse te kunnen uitvoeren. Dit is jammer, omdat nu geen beeld te krijgen is omtrent het eventueel gedifferentieerd, regionaal ontwikkelen en uitvoeren van vervoermanagement(beleid) aan de hand van de effectiviteit van ingezette middelen. Dan had bijvoorbeeld kunnen worden vastgesteld dat de middelen voor de oplossing van onderscheiden bereikbaarheidsproblemen beter op bepaalde activiteiten hadden kunnen worden gericht (bijvoorbeeld vervoermanagement ombouwen tot of integreren in mobiliteitsmanagement). Rolverdeling zelf uitvoeren vs. uitbesteden aan uitvoeringsorganisaties De meeste gedecentraliseerde overheden kiezen ervoor om vervoermanagementactiviteiten (deels) uit te “besteden” aan uitvoeringsorganisaties. Daarvoor stellen ze de budgetten uit de regeling beschikbaar, in een enkel geval aangevuld met eigen middelen. Omtrent de effectiviteit van de uitbesteding doen de overheden geen uitspraken. Veelal nemen ze de jaarverslagen en accountantsverklaringen voor kennisgeving aan. Ze voegen er geen eigen analyse of verantwoording aan toe. Toetsing van “weggezet” beleid en middelen vindt dus niet plaats. Dit roept een beeld op van nietbetrokkenheid, afstandelijkheid tot het onderwerp en soms enige mate van arrogantie.
4.2
Inhoudelijke rapportages Ook van de inhoudelijke rapportages stellen wij vast dat de diversiteit in rapportage het niet goed mogelijk maakt een vergelijkende analyse uit te voeren. Hier en daar zijn elementen op te pakken die in een breder kader kunnen worden geplaatst (bijvoorbeeld de constatering dat vervoermanagement moeilijker op de markt is te brengen), maar over het algemeen worden items gerapporteerd. Ook is er een gebrek aan kwantitatieve gegevens. Daarbij maakt het niet uit of het om rapportages van decentrale overheden of uitvoeringsorganisaties gaat. Ook over de effectiviteit van vervoermanagementbeleid, activiteiten en inspanningen doen de decentrale overheden geen uitspraken. Wel kan worden geconstateerd dat met enthousiasme wordt gewerkt aan het uitvoeren van diverse activiteiten, projecten en campagnes. Als het gaat om het initiëren van dergelijke werkzaamheden, dan rapporteren sommige decentrale overheden hier uitgebreid over. Daarmee geven ze aan dat de “wil” er wel is, maar dat ze de “kunst” om vervoermanagement naar beleid en strategie te heffen nog niet in de vingers hebben. Kennelijk is het nog steeds moeilijk om vervoermanagement beleidsmatig van de grond te krijgen.
4.3
Slot Terugkijkend op de analyses van vijf jaar mag worden geconcludeerd dat de kwaliteit van financiële verslaglegging onder de maat is, indien deze verslaglegging bedoeld is om inzicht te krijgen in de effectiviteit van de ingezette middelen en om een vergelijkende analyse te kunnen verrichten. Het zou de decentrale overheden te verwijten zijn, dat ze hierin tekort zijn geschoten. Maar dit is een te snelle conclusie, omdat
Verkeer & Milieu Consultancy
22
Project Opdrachtgever Status Datum
: : : :
Analyse decentrale rapportages vervoermanagement 2004 RWS Adviesdienst Verkeer en Vervoer Eindrapport 2 december 2005
kennelijk onvoldoende duidelijk was in welk “format” de financiële informatie diende te worden gegoten. De geleverde financiële overzichten en de accountantsverklaringen waren voldoende om inzicht te geven in de gang van zaken van elke decentrale overheid. Overigens mogen wel vraagtekens worden gezet bij de juiste bedoelingen van sommige decentrale overheden omtrent vervoermanagement. Daar waar zij “gemakkelijk” de budgetten doorsluizen naar uitvoeringsorganisaties en geen rapportage indienen over eigen activiteiten, kan al gauw de indruk ontstaan dat vervoermanagement geen issue is. Van de andere kant kunnen hiervoor legitieme argumenten zijn, maar daar rapporteren de decentrale overheden niet over. De werkwijze van rapporteren is door de jaren heen niet aangepast. Daardoor is met de geleverde rapportages niet op een uitdiepende wijze vast te stellen wat de effectiviteit van de regeling Tijdelijk Besluit Specifieke Uitkering Vervoermanagement is geweest. Meer inzicht had wellicht verkregen kunnen worden als aan voorliggende, laatste analyse van de decentrale rapportages interviews met sleutelfiguren van de decentrale overheden waren gekoppeld. In de interviews had meer achterliggende informatie verkregen kunnen worden. Zo had mogelijk kunnen worden vastgesteld: • waarom budgetten door enkele regionale overheden niet volledig zijn besteed; • welke echte vervoermanagementresultaten (vermindering solo autogebruik, toename OV-gebruik, carpoolen, etc.) wellicht achter de geleverde cijfers verborgen zitten; • in welke mate vervoermanagement een mogelijke rol kan spelen in de oplossing van verkeersproblemen; • in welke mate de specifieke uitkering een additionele bijdrage leverde in de uitgevoerde maatregelen en acties omtrent vervoermanagement. Een dergelijke beleidsevaluatie had wellicht meer zicht kunnen geven op het nut (en de noodzaak) van bestedingen, zoals die van de regeling Tijdelijk Besluit Specifieke Uitkering Vervoermanagement, dan de nu door de decentrale overheden geleverde rapportages.
Verkeer & Milieu Consultancy
23
Project Opdrachtgever Status Datum
: : : :
Analyse decentrale rapportages vervoermanagement 2004 RWS Adviesdienst Verkeer en Vervoer Eindrapport 2 december 2005
Verkeer & Milieu Consultancy
24
Project Opdrachtgever Status Datum
: : : :
Analyse decentrale rapportages vervoermanagement 2004 RWS Adviesdienst Verkeer en Vervoer Eindrapport 2 december 2005
Bijlage 1 Overzicht van aangeleverde documenten Eigen verantwoording Provincies Groningen Friesland
Drenthe
Overijssel Gelderland Flevoland Utrecht
Noord-Holland
Zuid-Holland
Zeeland Noord-Brabant
Limburg
Verkeer & Milieu Consultancy
Op 1 november 2005 nog geen verantwoordingsrapportage ontvangen door het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Melding dat gedecentraliseerd budget is besteed aan vervoermanagement. Inhoudelijk overzicht activiteiten. Accountantsverklaring dat budget is betaald aan VCC NoordNederland, met aantekening (MvK) dat niet kon worden nagegaan of uitgaven VCC in het kader van de regeling zijn besteed; gewaarmerkt verantwoordingsdocument. Melding dat gedecentraliseerd budget naar VCC is gesluisd. Geen accountantsverklaring; geen gewaarmerkt verantwoordingsdocument. Inhoudelijk verslag; accountantsverklaring met gewaarmerkte financiële verantwoording. Op 1 november 2005 nog geen verantwoordingsrapportage ontvangen door het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Accountantsverklaring; gewaarmerkte financiële verantwoording. Inhoudelijk verslag. Melding dat gedecentraliseerd budget naar VenM Advies is gesluisd. Accountantsverklaring. Inhoudelijk verslag eigen activiteiten. Melding dat gedecentraliseerd budget naar Stichting Vervoermanagement Noord-Holland (Verkeer.advies) is doorgesluisd. Accountantsverklaring; gewaarmerkte financiële verantwoording. Geen inhoudelijke rapportage Melding dat deel gedecentraliseerd budget naar twee adviespunten is doorgesluisd. Accountantsverklaring met gewaarmerkte verantwoording. Inhoudelijke rapportage Accountantsverklaring; gewaarmerkt financieel overzicht. Geen inhoudelijke rapportage Accountantsverklaring + niet gewaarmerkt overzicht inkomsten en uitgaven. Inhoudelijke rapportage Accountantsverklaring + gewaarmerkte financiële verantwoording. Inhoudelijke rapportage
Verantwoording Uitvoeringsorganisaties
VCC Noord-Nederland: Jaarrekening 2004 d.d. 21 maart 2004(5), met beoordelingsverklaring van accountant d.d. 29 april 2005. Inhoudelijk Jaarbericht 2004.
VenM Advies: Financieel + inhoudelijk jaarverslag. Geen accountantsverklaring. Geen inhoudelijke rapportage
Adviespunten: Bureau Mobiliteit op Maat, Vervoerscoördinatiecentrum Zuid-Holland Zuid. Geen jaarverslagen en/of jaarrekeningen. 3e fase “Bedrijven en openbaar vervoer na openstelling Westerscheldetunnel” verschoven naar 2005.
I
Project Opdrachtgever Status Datum
: : : :
Analyse decentrale rapportages vervoermanagement 2004 RWS Adviesdienst Verkeer en Vervoer Eindrapport 2 december 2005
Kaderwetgebieden Twente
KAN Knooppunt ArnhemNijmegen BRU Bestuur Regio Utrecht ROA Regionaal Orgaan Amsterdam SGH Stadsgewest Haaglanden SRR Stadsregio Rotterdam
SRE Samenwerkingsverband Regio Eindhoven
Verkeer & Milieu Consultancy
Eigen verantwoording
Verantwoording Uitvoeringsorganisaties
Melding van jaarverslag VIP Twente. Accountantsverklaring + gewaarmerkt financieel overzicht.
Jaarverslag VIP Twente, o.a. met melding dat werkzaamheden zijn uitbesteed aan VCC Oost-Nederland. Geen jaarverslag van VCC Oost-Nederland bijgevoegd. VCC Oost-Nederland: Jaarrekening met accountantsverklaring. Inhoudelijk jaarverslag.
Melding dat gedecentraliseerd budget naar VCC Oost-Nederland is doorgesluisd. Jaarverslag 2004 met korte rapportage vervoermanagement. Niet-getekende accountantsverklaring; geen financiële verantwoording. Melding dat gedecentraliseerd budget naar VenM Advies is doorgesluisd. Accountantsverklaring + gewaarmerkte financiële verantwoording. Geen inhoudelijke rapportage Melding dat gedecentraliseerd budget naar Stichting Vervoermanagement Noord-Holland is doorgesluisd. Accountantsverklaring; gewaarmerkte financiële verantwoording. Inhoudelijk jaarverslag. Accountantsverklaring; gewaarmerkte financiële rapportage. Inhoudelijk verslag. Melding dat gedecentraliseerd budget naar Stichting Bereikbaarheid Rijnmond is doorgesluisd. Accountantsverklaring; gewaarmerkt financieel overzicht. Korte opsomming activiteiten Stichting Bereikbaarheid Rijnmond. Opsomming eigen activiteiten + accountantsverklaring Inhoudelijke rapportage. Accountantsverklaring; gewaarmerkte financiële verantwoording.
VenM Advies: geen informatie beschikbaar.
Stichting Vervoermanagement Noord-Holland: Inhoudelijk jaarverslag. Geen accountantsverklaring.
VCC Rijnmond + Stichting Bereikbaarheid Rijnmond: Jaarrekening met accountantsverklaring. Inhoudelijk jaarverslag.
II