PROGRAMMAJAARVERSLAG 2011
GEMEENTE ONDERBANKEN
Programmajaarverslag 2011
2
1
Inleiding
5
2
Kerngegevens
7
3
Programma’s
9
3.1
Vitaal platteland
11
3.2
Vitaal ondernemen
17
3.3
Vitale leefomgeving
21
3.4
Vitale samenleving
27
3.5
Vitale gemeentelijke organisatie
33
3.6
Algemene dekkingsmiddelen
35
4 Paragrafen
37
4.1
Weerstandsvermogen
37
4.2
Financiering
43
4.3
Onderhoud kapitaalgoederen
47
4.4
Verbonden partijen
51
4.5
Lokale heffingen
55
4.6
Bestemmingsplannen
61
4.7
Bedrijfsvoering
63
4.8
Subsidies
67
4.9
Bezuinigingen
69
5 Lijst met afkortingen
Programmajaarverslag 2011
71
3
Programmajaarverslag 2011
4
1 INLEIDING In dit jaarverslag leggen wij verantwoording af over het in 2011 gevoerde inhoudelijke en financieel beleid. De inhoudelijke verantwoording vindt plaats over de beleidsinitiatieven en projecten die door de werkgroep “verbetering planning & control” als prioritair zijn aangemerkt. De werkgroep is in 2011 door de raadscommissie WAS ingesteld en heeft tot doel om de planning & control instrumenten verder te ontwikkelen zodat die instrumenten nog beter de kaderstellende en controlerende taak van de gemeenteraad ondersteunen. De begroting 2011 is vastgesteld in een tijdsgewricht dat het wereldwijd economisch niet voor de wind ging. De rijksoverheid is genoodzaakt de overheidsfinanciën weer op orde te brengen. Dit betekent dat ook de gemeente minder geld tot haar beschikking heeft. Om die reden heeft de raad bij het vaststellen van de begroting 2011 besloten een aantal ombuigingsmaatregelen te treffen. Deze bezuinigingen zijn niet alleen noodzakelijk om het gemeentelijk huishoudboekje in evenwicht te houden maar dienen ook om voldoende financiële armslag te hebben om de vraagstukken en uitdagingen waarvoor wij ons in de komende jaren zien gesteld, succesvol te kunnen aanpakken. Een aantal van de in de begroting 2011 beschreven ombuigingsmaatregelen dient al in 2011 in de volle omvang te zijn gerealiseerd. Bij andere ombuigingen is sprake van een fasering waarbij de financiële voordelen slechts deels in 2011 of in latere jaren kunnen worden gerealiseerd. In deze jaarrekening wordt gerapporteerd over de ombuigingen die (deels) in 2011 dienen te worden geëffectueerd. Daartoe is in dit jaarverslag een aparte paragraaf “bezuinigingen” opgenomen. De rekening van baten en lasten over 2011 sluit met een positief saldo van 1,35 miljoen euro. Na de aanvullende resultaatbestemming is het saldo nihil. Het resultaat wordt gevormd door mutaties die niet of nauwelijks doorwerken naar de begrotingsjaren 2012 en verder. Voor een nadere analyse van het rekeningresultaat verwijzen wij naar de jaarrekening 2011 waarin per programma een verschillenanalyse is opgenomen.
Programmajaarverslag 2011
5
Programmajaarverslag 2011
6
2
KERNGEGEVENS
Kerngegevens per 1 januari
Werkeli jk 2010
Rami ng 2011
Werk eli jk 2 011
A. Sociale stru ctuur Aantal inwoners waarvan: · 0 tot en met 19 jaar · 20 to t en met 64 jaar · 65 jaar en ouder
8.100 1.610 4.909 1.581
8.062 1.645 4.886 1.531
8017 1.665 4.867 1.485
0 120
0 131
0 130
0
0
0
3 1 0
3 1 0
7 1 0
104
106
106
2.1 18 3.573
2.118 3.571
2.118 3.573
Lengte van de wegen (kilometers) waarvan: · wegen buiten de bebouwde ko m (verhard/onv erhard) · andere weg en b innen de bebouwde kom
1 11 75 36
111 75 36
111 75 36
Lengte recreati eve ruiterpaden (kil ometers) Op enbaar groen exclusief wegbermen (hectare) Bos en natuurterrein (hectare)
5 9 384
5 9 384
5 9 384
44.849 3.023 7.481 35.462
21.013 3.288 7.406 37.047
28.884 3.147 7.619 34.763
4.132 2
3.942 2
3.942 2
25.556
21.332
2.081
6.335 6.632
5.545 6.826
28.290 7.034
5.537
2.606
3.603
373 924 4.378
408 919 4.595
393 950 4.336
510 0,19
489 0,19
492 0,20
3.155 782 819
2.646 688 847
260 3.529 877
Aantal periodieke bijstandsg erechtig den waarvan: · personen jonger dan 21 jaar · personen van 21 to t en met 64 jaar · personen van 65 jaar en ouder · uitkeri ngsgerechtigden ing evolge de IOAW IOAZ · dienstbetrekkingen WIW Aantal tewerk gestelden i n de soci ale werkvoorzi ening (in arbeidsjaren) B. Fysieke structuur Op perv lakte (hectare) Aantal woningen
C. Financiële structuur (x € 1.000 ) Uitgaven gewo ne dienst i ncl usief resul taatbestemming Op brengst bel astingen en recht Algemene uitkering uit het Gemeentefonds Boekwaarde investering en Vaste schu ld waarvan:
· langl opende leningen · waarborgsommen op lange termijn
Reserves en vo orzieningen: waarvan: · algemene reserve · bestemmingsreserv es · voorzieningen Per inwoner: Uitgaven gewone dienst Op brengst belastingen en recht Algemene uitkeri ng uit het Gemeentefo nds Boekwaarde investering en Langlopende lening en Waarborgso mmen op lang e termijn Algemene reserve Bestemmingsreserves Voorzi ening en
Programmajaarverslag 2011
7
Programmajaarverslag 2011
8
3 PROGRAMMA’S In de voorliggende jaarrekening worden de volgende programma’s onderscheiden: 1 2 3 4 5 6
Vitaal platteland Vitaal ondernemen Vitale leefomgeving Vitale samenleving Vitale gemeentelijke organisatie Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
Per programma onderscheiden we meerdere prioriteiten. Om die prioriteiten te realiseren zijn projecten en beleidsinitiatieven gedefinieerd. Deze zijn opgenomen in de door de werkgroep planning & control vastgestelde groslijst. In dit jaarverslag geven wij een overzicht van de stand van zaken. Om een beeld te krijgen van de leefbaarheid in onze gemeente maken wij in dit jaarverslag gebruik van de gegevens uit de Parkstadmonitor. In deze Parkstadmonitor geven onze inwoners een waardering op onderwerpen die verband houden met het thema leefbaarheid. Wij gebruiken de resultaten over de jaren 2003 tot en met 2011. Financiële aspecten In de bestuursrapportages hebben wij tussentijds aan uw raad gerapporteerd over de voortgang van de projecten en beleidsinitiatieven die zijn vermeld in de groslijst. Middels dit instrument hebben wij eveneens gerapporteerd over de financiële ontwikkelingen die zijn opgetreden na de vaststelling van de programmabegroting 2011. In de jaarrekening geven wij aan het eind van ieder programma een recapitulatie van de oorspronkelijke en bijgestelde begroting 2011 en de gerealiseerde uitgaven 2011. Voor een analyse van de verschillen tussen de bijgestelde raming 2011 en de realisatie 2011 per programma verwijzen wij naar de jaarrekening. In de programma’s zijn de projecten en beleidsinitiatieven van de groslijst apart opgenomen. Het beleid dat niet behoort tot die projecten en beleidsinitiatieven is in de programma’s aangeduid als “bestaand beleid”.
Programmajaarverslag 2011
9
Programmajaarverslag 2011
10
3.1
VITAAL PLATTELAND Het programma vitaal platteland besteedt aandacht aan de beleidsthema’s buitengebied en waterbeheersing.
3.1.1 BUITENGEBIED Wat zijn onze prioriteiten?
Het coalitieakkoord 2010-2014 ‘Met raad en daad’ bevat voor dit programma onderstaande prioriteiten:
Welke beleidsinitiatieven en projecten behoren tot dit programma?
•
Planologisch en fysiek beschermen van natuurgebieden
•
Verder uitbouwen recreatief toeristische infrastructuur
Planologisch en fysiek beschermen van natuurgebieden Beleidsinitiatieven: •
Het “gelijk van Schinveld” bos (initiatief bij derden; gemeente geen trekker) Het realiseren van dit project is de primaire verantwoordelijkheid van de rijksoverheid. De regierol ligt bij de Dienst Landelijk Gebied (DLG) van het ministerie van Economie Landbouw en Innovatie (EL&I). Gebleken is dat niet langs minnelijke weg een beoogd perceel voor het realiseren van het bos kan worden gerealiseerd. Daarom wordt binnen de Schinveldse Es naar een alternatief gezocht.
Projecten: •
Afsluiten holle wegen (initiatief bij gemeente; gemeente trekker) In 2011 zijn de locaties geïnventariseerd. Er is op hoofdlijnen bekeken wat de beste locatie voor de fysieke afsluiting is en waar verlichting nodig is. Met de hulpverlenende instanties is bekeken welke voorzieningen moeten worden getroffen. Tegen vijf van de genomen verkeersbesluiten is beroep aangetekend. De ingestelde beroepen zijn in procedure bij de rechtbank. De uitvoering van de afsluitingen is uitgesteld totdat de uitspraak van de rechtbank bekend is. De genomen verkeersbesluiten waartegen geen beroep is ingediend worden ingepland voor de uitvoering. De Etzenraderweg is in 2011 tijdelijk afgesloten geweest gedurende de ‘vliegendhert’ periode.
•
Afsluiten Schinveldse bossen (initiatief bij gemeente; gemeente trekker) Het volledig afsluiten van de Schinveldse bossen kan pas plaatsvinden nadat het nieuwe visvijvercomplex in gebruik is genomen. Naar verwachting zal op zijn vroegst in 2013 de hengelsportvereniging naar het nieuwe complex verhuizen.
•
Vliegend hert (initiatief bij derden; gemeente trekker) De geplande grondaankoop in Onderbanken van een particulier is niet gelukt. Reden hiervoor is de geringe motivatie van betreffende grondeigenaren om een bos/struweel Programmajaarverslag 2011
11
hun landbouwgronden te laten doorkruisen. Doordat de grondaankoop niet heeft plaatsgevonden zullen de kosten lager uitvallen. Een deel van de besparing wordt ingezet voor versterking van leefgebieden. Uit een prijsindicatie van IKL voor uitvoering van het opgestelde werkplan is gebleken dat voor de uitvoering van het werkplan te weinig middelen zijn gereserveerd. Om voor het vliegend hert meer licht en warmte in de holle wegen te laten toetreden dient meer uitkap/snoei plaats te vinden. Wij schatten in dat we voor het versterken van het leefgebied ca. 20,0 duizend euro meer nodig hebben dan in de projectbegroting is opgenomen. Deze middelen komen vrij uit het niet aankopen van grond in Onderbanken. In het vierde kwartaal 2011 zijn twee natuurwerkdagen georganiseerd waarbij scholieren van de basisschool in Jabeek, bestuurders en natuurwerkorganisaties dunningswerkzaamheden hebben uitgevoerd en broedstoven hebben aangelegd onder begeleiding van stichting IKL. •
Monitoren natuurwaarden en natuurontwikkeling Met onze strategische partners in het natuurpark Roodebeek/Rodebach onderzoeken wij de mogelijkheid om ook in de toekomst de natuurontwikkeling in het gebied te volgen.
Verder uitbouwen recreatief toeristische infrastructuur Beleidsinitiatieven: •
Grensoverschrijdende samenwerking voor de doorontwikkeling van het Heidenatuurpark (initiatief bij derden; gemeente geen trekker) In 2011 heeft Parkstad Limburg bij drie adviesbureaus offerte gevraagd voor het opstellen van een masterplan waarin een visie voor het Heidenatuurpark wordt verwoord. De werkzaamheden zijn gegund. Een voorzet voor een visie wordt in 2012 gepresenteerd.
•
Pottenbakkersoven (initiatief bij gemeente; gemeente trekker) In het 4de kwartaal van 2011 is gestart met de voorbereidende werkzaamheden.
•
Beekdalenproject (initiatief bij derden; gemeente geen trekker) Het grensoverschrijdende samenwerkingsverband, onder regie van Landschapspark de Graven, zal niet tot stand komen. In de begroting 2012 hebben wij aangegeven hoe het Beekdalenproject in een andere vorm wel tot stand kan komen.
•
Opstellen ontwikkelingsvisie Middengebied (initiatief bij gemeente; gemeente trekker) Een extern bureau is in december 2011 gestart met het opstellen van een visie. Belangenorganisaties en belanghebbenden participeren in de visievorming. Een concept ontwikkelingsvisie wordt in het vierde kwartaal van 2012 aan de raad ter besluitvorming voorgelegd.
Programmajaarverslag 2011
12
Projecten:
Welke projecten gaan we nog uitvoeren? Welke kengetallen zijn relevant?
•
Uitvoeren NROP Het visvijvercomplex is gerealiseerd, maar de visvijver is nog niet bevisbaar, omdat de ontwikkeling van de beplanting tijd vergt. Een onafhankelijk adviesbureau zal in het 1ste kwartaal van 2012 de kwaliteit van het viswater onderzoeken en de bevisbaarheid van de visvijver beoordelen.
•
Grensoverschrijdende Nordic- Walking route in NRR (initiatief bij derden; gemeente geen trekker) De routes zijn in 2011 gerealiseerd.
•
Optimaliseren recreatieve ontsluitingen Wij spelen in op zich voordoende mogelijkheden. Concrete projecten zijn het fietspad Burgemeester Adamssportpark (tezamen met de gemeente Brunssum), een fietspad langs de Roode Beek in Süsterseel (tezamen met de gemeente Selfkant) en de gedichtenroute (tezamen met de gemeente Schinnen).
•
Herverkaveling Schinveldse Es (initiatief bij derden; gemeente geen trekker) Dit project wordt uitgevoerd onder regie van de Dienst Landelijk Gebied (DLG) van het ministerie van Economie Landbouw en Innovatie (EL&I). Het inrichtingsplan is vastgesteld en de wenszittingen hebben plaatsgevonden. Er wordt nu gewerkt aan een ontwerp ruilplan dat naar verwachting eind 2012 kan worden vastgesteld. De uitvoering is gepland vanaf 2013.
•
Afwerken uitzichtheuvel (initiatief bij gemeente; gemeente trekker) In 2011 is een deskundigencommissie ingesteld. Daarnaast is een klankbordgroep (burgers) betrokken bij de formulering van de opdracht. Vervolgens is de opdracht gepubliceerd. Naar aanleiding van deze publicatie hebben zich 184 kunstenaars aangemeld. Op basis van de inzendingen wordt in 2012 aan drie kunstenaars opdracht gegeven een schetsontwerp te maken. Vervolgens wordt gekozen voor een ontwerp, waarna een uitvoeringsplanning wordt opgesteld.
De volgende projecten en activiteiten zijn gepland na 2011: • Afsluiten Natuurpark Roode Beek Roode Bach voor gemotoriseerd verkeer Voor dit beleidsthema is in de gemeentemonitor geen relevant kengetal opgenomen.
3.1.2 WATERBEHEERSING Het coalitieakkoord 2010-2014 ‘Met raad en daad’ bevat voor dit programma geen prioriteiten:
Programmajaarverslag 2011
13
Overige project(en) •
Aanleg bergbezinkbassin Jabeek (initiatief bij gemeente; gemeente trekker) Voor dit project wordt verwezen naar het programma Vitale leefomgeving en beleidsthema wonen en verblijfsomgeving.
Programmajaarverslag 2011
14
Vitaa l platt eland 2011 (bedragen in duiz enden euro)
• Lasten • Onvoorz iene la sten Totaa l Lasten
Wat heeft het gekost?
• Ba ten Totaa l Ba ten Saldo programma voor resultaa tbestemming
primitief
bijgeste ld
rekening
versc hil
- 571,1
-1.145,2
-459,7
685,6
0,0
0,0
0,0
0,0
- 571,1
-1.145,2
-459,7
685,6
22,8
30,0
35,2
5,3
22,8
30,0
35,2
5,3
-548,3
-1.115,2
-424,4
690,8
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
173,8
747,7
88,8
-658,9
173,8
747,7
88,8
-658,9
-374,4
-367,5
-335,6
31,9
Res ultaatbe stemming • Toevoeging aan bestemmingsreserve s Totaa l Lasten • A anwending bestemmingsreserve s Totaa l Ba ten Saldo programma na resultaa tbestemming
Programmajaarverslag 2011
15
Programmajaarverslag 2011
16
3.2 VITAAL ONDERNEMEN Het programma vitaal ondernemen besteedt aandacht aan de beleidsthema’s detailhandel, agrarische bedrijvigheid en bedrijven en omgeving.
3.2.1 DETAILHANDEL Wat zijn onze prioriteiten?
Het coalitieakkoord 2010-2014 ‘Met raad en daad’ bevat voor dit programma onderstaande prioriteit: •
Faciliteren recreatief- toeristische ondernemers, aan huisgebonden activiteiten en ondernemingen die voorzien in de dagelijkse behoefte
Welke beleidsinitiatieven en projecten behoren tot dit programma?
Faciliteren recreatief- toeristische ondernemers, aan huisgebonden activiteiten en ondernemingen die voorzien in de dagelijkse behoefte Projecten: •
Stimuleren ondernemersactiviteiten In 2011 hebben de eerste bijeenkomsten plaatsgevonden van de werkgroepen ‘Samenwerking’, PR & Promotie’ en ‘Toeristische infrastructuur’, waarin de lokale ondernemers en de gemeente participeren om de samenwerking tussen de ondernemers onderling en die met de gemeente te verbeteren. De werkgroepen hebben zich ook gebogen over de vraag hoe Onderbanken toeristisch en recreatief verder op de kaart kan worden gezet. Als eerste resultaat is in december ’11 naar voren gekomen dat de werkgroep ‘Toeristische infrastructuur’ op kan gaan in de andere twee. Daarnaast is overeenstemming bereikt over de voorlopige organisatiestructuur van de nieuw te vormen Business Club Onderbanken (BCO). Eind november 2011 zijn de eerste voorstellen voor de stimulering van commerciële activiteiten uit de werkgroepen gepresenteerd.
•
Aanpassen bestemmingsplan woonkernen (initiatief bij gemeente; gemeente trekker) De raad heeft ervoor gekozen het bestemmingsplan aan te passen. In de raadsvergadering van 6 oktober 2011 heeft de raad de aangepaste uitgangspuntennotitie met betrekking tot het bestemmingsplan Woonkernen vastgesteld. Het offertetraject is in 2011 afgerond. De opdracht is vergund.
•
Aanleg bedrijventerrein Roode Beek (initiatief bij gemeente; gemeente trekker) In het provinciaal inpassingsplan (PIP) is het bedrijventerrein Roode Beek ten onrechte bestemd als natuurcompensatie. De provincie heeft eind oktober 2011 medegedeeld dat zij na de uitspraak door de Raad van State inzake het inpassingsplan een partiële herziening zal voorbereiden waarmee de gemaakte fout zal worden hersteld. Ingevolge de uitspraak van de Raad van State is het PIP echter vernietigd. Het
Programmajaarverslag 2011
17
project is daarom weer opgepakt. In het nieuwe PIP zal de eerdere fout worden hersteld. De volgende projecten en activiteiten zijn gepland na 2011:
Welke projecten gaan we nog uitvoeren?
•
Welke kengetallen zijn relevant?
Aantrekken discounter
De kengetallen voor dit beleidsthema zijn: Tevreden over dagelijkse boodschappen Score in 2001: 46% is tevreden over de voorzieningen voor dagelijkse boodschappen Score in 2003: 48% is tevreden over de voorzieningen voor dagelijkse boodschappen Score in 2005: 51% is tevreden over de voorzieningen voor dagelijkse boodschappen Score in 2007: 47% is tevreden over de voorzieningen voor dagelijkse boodschappen Score in 2009: 46% is tevreden over de voorzieningen voor dagelijkse boodschappen Score in 2011: 50% is tevreden over de voorzieningen voor dagelijkse boodschappen De gemeente heeft een aantrekkelijk centrum Score in 2001: niet vermeld in 2001 Score in 2003: 14% vindt dat de gemeente een aantrekkelijk centrum heeft Score in 2005: 21 % vindt dat de gemeente een aantrekkelijk centrum heeft Score in 2007 : 19% vindt dat de gemeente een aantrekkelijk centrum heeft Score in 2009 : 16% vindt dat de gemeente een aantrekkelijk centrum heeft Score in 2011 : 14% vindt dat de gemeente een aantrekkelijk centrum heeft
3.2.2 BEDRIJVEN EN OMGEVING Wat zijn onze prioriteiten?
Het coalitieakkoord 2010-2014 ‘Met raad en daad’ bevat voor dit programma geen prioriteit.
Welke kengetallen zijn relevant?
De kengetallen voor dit beleidsthema zijn: Geluidsoverlast door (industriële) bedrijven Score in 2001: 5% inwoners ervaart geluidsoverlast Score in 2003: 1% inwoners ervaart geluidsoverlast Score in 2005: 0% inwoners ervaart geluidsoverlast Score in 2007: 0% inwoners ervaart geluidsoverlast Score in 2009: 0% inwoners ervaart geluidsoverlast Score in 2011: 0% inwoners ervaart geluidsoverlast Stankoverlast door (industriële) bedrijven Score in 2001: 10% inwoners ervaart stankoverlast Score in 2003: 11% inwoners ervaart stankoverlast Score in 2005: 8% inwoners ervaart stankoverlast
Programmajaarverslag 2011
18
Score in 2007: 5% inwoners ervaart stankoverlast Score in 2009: 3% inwoners ervaart stankoverlast Score in 2011: 3% inwoners ervaart stankoverlast
Wat heeft het gekost?
Vitaa l onderne men 2011 (bedragen in duiz enden euro)
• Lasten • Onvoorz iene la sten Totaa l Lasten • Ba ten per be leidst hema Totaa l Ba ten Saldo programma voor resultaa tbestemming
primitief
bijgeste ld
rekening
versc hil
-35,7
-27,9
-7,9
20,0
0,0
0,0
0,0
0,0
-35,7
-27,9
-7,9
20,0
6,2
6,8
6,8
- 0,1
6,2
6,8
6,8
- 0,1
-29,6
-21,1
-1,1
19,9
0,0
-22,5
- 24,9
-2,4
0,0
-22,5
- 24,9
-2,4
0,0
9,4
0,0
-9,4
0,0
9,4
0,0
-9,4
-29,6
-34,1
- 26,0
8,1
Res ultaatbe stemming • Toevoeging bestemmingsreserve s Totaa l Lasten • A anwending bestemmingsreserve s Totaa l Ba ten Saldo programma na resultaa tbestemming
Programmajaarverslag 2011
19
Programmajaarverslag 2011
20
3.3
VITALE LEEFOMGEVING Het programma vitaal leefomgeving besteedt aandacht aan de beleidsthema’s wonen en verblijfsomgeving, verkeer, overlast en afvalinzameling en –verwerking.
3.3.1 WONEN EN VERBLIJFSOMGEVING Wat zijn onze prioriteiten?
Het coalitieakkoord 2010-2014 ‘Met raad en daad’ bevat voor dit programma onderstaande prioriteiten: •
Realiseren woningbouw- en saneringsprojecten die voldoen aan de kwalitatieve en kwantitatieve vraag en die inspelen op demografische ontwikkelingen
•
Welke kengetallen zijn relevant?
Instandhouden en op elkaar betrekken van openbare en andere vervoersvoorzieningen
De kengetallen voor deze prioriteiten zijn: Waardering kwaliteit woonomgeving (schaalscore) Score in 2001: 7,7 waardering kwaliteit woonomgeving Score in 2003: 7,8 waardering kwaliteit woonomgeving Score in 2005: 7,5 waardering kwaliteit woonomgeving Score in 2007 : 7,4 waardering kwaliteit woonomgeving Score in 2009: 7,3 waardering kwaliteit woonomgeving Score in 2011: 7,4 waardering kwaliteit woonomgeving Waardering beheer en onderhoud (schaalscore) Score in 2001: 6,6 waardering kwaliteit woonomgeving Score in 2003: 6,2 waardering kwaliteit woonomgeving Score in 2005: 6,4 waardering kwaliteit woonomgeving Score in 2007 : 6,3 waardering kwaliteit woonomgeving Score in 2009: 6,3 waardering kwaliteit woonomgeving Score in 2011: 6,4 waardering kwaliteit woonomgeving Tevredenheid buurtvoorzieningen Score in 2001: 52% tevreden over buurtvoorzieningen Score in 2003: 55% tevreden over buurtvoorzieningen Score in 2005: 58% tevreden over buurtvoorzieningen Score in 2007: 53% tevreden over buurtvoorzieningen Score in 2009: 54% tevreden over buurtvoorzieningen Score in 2011: 55% tevreden over buurtvoorzieningen Tevredenheid inrichting groen Score in 2001: 45% tevreden over inrichting groen Score in 2003: 40% tevreden over inrichting groen Score in 2005: 46% tevreden over inrichting groen Score in 2007: 36% tevreden over inrichting groen Score in 2009: 38% tevreden over inrichting groen
Programmajaarverslag 2011
21
Score in 2011: 44% tevreden over inrichting groen Waardering over woning (rapportcijfer) Score in 2001: 7,7 waardering over woning Score in 2003: 7,9 waardering over woning Score in 2005: 7,9 waardering over woning Score in 2007: 7,8 waardering over woning Score in 2009: 8,0 waardering over woning Score in 2011: 7,9 waardering over woning
Welke beleidsinitiatieven en projecten behoren tot dit programma?
Realiseren woningbouw- en saneringsprojecten die voldoen aan de kwalitatieve en kwantitatieve vraag en die inspelen op demografische ontwikkelingen Beleidsinitiatieven: •
Opstellen masterplan kleine kernen (initiatief bij gemeente; gemeente trekker) Het opstellen van het masterplan kleine kernen kan effectief ter hand worden genomen zodra een visie is ontwikkeld op het gewenste onderwijsvoorzieningenniveau, de gevolgen van de demografische ontwikkelingen voor de woningbouw en de brede maatschappelijke voorziening Merkelbeek.
•
Opstellen masterplan Schinveld (initiatief bij gemeente; gemeente trekker) Door het stedenbouwkundig bureau zijn in het eerste kwartaal van 2011 informatieavonden gegeven voor respectievelijk de gemeenteraad, het maatschappelijk middenveld en de burgers. Hierbij is o.a. ingezoomd op een locatie in het centrum voor de mogelijke vestiging van een discounter en op een locatie voor het realiseren van één brede school/ brede maatschappelijke voorziening. Alvorens het Masterplan Schinveld aan de raad aan te bieden hebben wij, gehoord de inbreng op de genoemde informatieavonden, besloten in verband met de mogelijke vestiging van een discounter een onderzoek te laten doen naar het verzorgingsgebied (een zogenaamd distributieplanologisch onderzoek) en een onderzoek te laten doen naar de parkeerdruk in het centrum van Schinveld. Het distributie planologisch onderzoek alsmede het onderzoek naar de parkeerdruk zijn inmiddels gereed. Op 15 december 2011 heeft de raad de kaders van het masterplan Schinveld vastgesteld.
Overige beleidsinitiatieven en project(en) Beleidsinitiatieven: •
Reconstructie Bouwbergstraat (initiatief bij gemeente; gemeente trekker) In 2011 is gestart met de voorbereidingen van de werkzaamheden. Er is een uitgebreid plan van aanpak opgesteld waarop bureaus hun offerte voor het opstellen van een bestek en ontwerp hebben kunnen uitbrengen. Het werk is gegund. Het uitvoering van het project is gepland voor 2012.
Programmajaarverslag 2011
22
•
Buitenring Parkstad (initiatief bij derden; gemeente geen trekker) In december 2011 heeft de Raad van State het Provinciaal plan voor de Buitenring Parkstad vernietigd. De Raad van State is van oordeel dat geen toereikend inzicht bestaat in de gevolgen van de weg voor de beschermde natuurgebieden "Brunssummerheide" en "Geleenbeekdal". De Provincie heeft onvoldoende duidelijk gemaakt hoe hoog de toename van de stikstof uitstoot is en hoe deze zich verhoudt tot de al bestaande stikstof uitstoot op de natuurgebieden.
Projecten: •
Raadhuisstraat Merkelbeek (initiatief bij gemeente; gemeente trekker) De werkzaamheden zijn nagenoeg afgerond.
•
30- en 60 km zones (initiatief bij gemeente; gemeente trekker) Alle geplande maatregelen zijn in 2011 uitgevoerd.
•
Verharden weg Nonke Buusjke (initiatief bij gemeente; gemeente trekker) Eind 2011 is gestart met een onderzoek naar de mogelijkheden om deze weg binnen het gestelde budget stofvrij te maken. In 2012 zal hiertoe een notitie worden opgesteld.
•
Aanleg bergbezinkbassin Jabeek (initiatief bij gemeente; gemeente trekker) De voorbereidingen voor de aanleg van het BBB zullen begin 2012 worden opgestart.
•
Uitvoering Ontkluizing Roode Beek Schinveld (initiatief bij gemeente; gemeente trekker) De planning van het project is het afgelopen jaar enige malen bijgesteld. Conform de huidige planning wordt het gedeelte Heidestraat- Kerkstraat in maart 2012 opgeleverd. Het doorgaande tracé bevindt zich begin 2012 in een afrondende fase.
•
Aanleg kunstgras trapveld Laevenweide (initiatief bij gemeente; gemeente trekker) Het project is afgerond. Het veldje wordt intensief gebruikt en voldoet aan alle gestelde eisen.
•
Vrijwilligerswerk en Maatschappelijke Stage Met ingang van 1 juli 2011 wordt een aantal diensten en producten afgenomen bij de vrijwilligerscentrale Landgraaf. Hiervoor is een dienstverleningsovereenkomst gesloten met de gemeente Landgraaf.
Programmajaarverslag 2011
23
3.3.2 VERKEER Welke kengetallen zijn relevant?
De kengetallen voor deze prioriteiten zijn: Waardering verkeerssituatie in de buurt (schaalscore) Score in 2001: 5,8 waardering voor verkeerssituatie in de buurt Score in 2003: 5,8 waardering voor verkeerssituatie in de buurt Score in 2005: 6,1 waardering voor verkeerssituatie in de buurt Score in 2007: 6,3 waardering voor verkeerssituatie in de buurt Score in 2009: 6,3 waardering voor verkeerssituatie in de buurt Score in 2011: 6,2 waardering voor verkeerssituatie in de buurt Tevreden over snelheid in de buurt Score in 2001: 22% tevreden over snelheid in de buurt Score in 2003: 25% tevreden over snelheid in de buurt Score in 2005: 32% tevreden over snelheid in de buurt Score in 2007: 29% tevreden over snelheid in de buurt Score in 2009: 35% tevreden over snelheid in de buurt Score in 2011: 31% tevreden over snelheid in de buurt Tevreden over verkeersdrukte in de buurt Score in 2001: 31% tevreden over verkeersdrukte in de buurt Score in 2003: 32% tevreden over verkeersdrukte in de buurt Score in 2005: 35% tevreden over verkeersdrukte in de buurt Score in 2007: 43% tevreden over verkeersdrukte in de buurt Score in 2009: 41% tevreden over verkeersdrukte in de buurt Score in 2011: 41% tevreden over verkeersdrukte in de buurt
Welke beleidsinitiatieven en projecten behoren tot dit programma?
Het coalitieakkoord 2010-2014 ‘Met raad en daad’ bevat voor dit programma geen prioriteiten.
3.3.3 AFVALINZAMELING EN -VERWERKING Wat zijn onze prioriteiten?
Het coalitieakkoord 2010-2014 ‘Met raad en daad’ bevat voor dit programma geen prioriteiten.
3.3.4 OVERLAST Wat zijn onze prioriteiten?
Het coalitieakkoord 2010-2014 ‘Met raad en daad’ bevat voor dit programma onderstaande prioriteit:
Programmajaarverslag 2011
24
•
Sensibiliseren en mobiliseren van de rijksoverheid, de provinciale en regionale overheid om de AWACS- overlastproblematiek op de politieke agenda te zetten en aan te pakken
Welke kengetallen zijn relevant?
De kengetallen voor deze prioriteit zijn: Geluidsoverlast in de buurt, vliegtuigen Score in 2001: 77% ervaart geluidsoverlast door vliegtuigen in de buurt Score in 2003: 68% ervaart geluidsoverlast door vliegtuigen in de buurt Score in 2005: 76% ervaart geluidsoverlast door vliegtuigen in de buurt Score in 2007: 72% ervaart geluidsoverlast door vliegtuigen in de buurt Score in 2009: 48% ervaart geluidsoverlast door vliegtuigen in de buurt Score in 2011: 49% ervaart geluidsoverlast door vliegtuigen in de buurt
Welke beleidsinitiatieven en projecten behoren tot dit programma?
Sensibiliseren en mobiliseren van de rijksoverheid, de provinciale en regionale overheid om de AWACS- overlastproblematiek op de politieke agenda te zetten en aan te pakken Projecten: •
Voeren van juridische procedures inzake het AWACS-dossier (initiatief bij gemeente; gemeente trekker) In 2011 zijn van gemeentewege geen juridische procedures gevolgd in het AWACSdossier.
•
Monitoren van AWACS- overlast In onze gemeente zijn vier meetpunten ingericht. Deze meetpunten vormen met de meetpunten in onze buurgemeenten een netwerk om de AWACS- overlast te monitoren. In 2012 zullen twee tijdelijke meetpunten vlakbij de AWACS- basis worden ingericht.
•
Monitoren gezondheid in verband met AWACS De GGD gebruikt de meetgegevens om een inschatting te kunnen maken over de relatie tussen piekbelasting en gezondheid. Vanwege onduidelijkheden met betrekking tot de meetgegevens is de geplande update uitgesteld.Het GGDonderzoek is de directe aanleiding geweest voor het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M) om aan het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) een opdracht te verstrekken voor een vervolg gezondheidsonderzoek. De gemeente Onderbanken maakt deel uit van de begeleidingsgroep. Door het RIVM is een Plan van Aanpak gepresenteerd voor het vervolggezondheidsonderzoek. De begeleidingsgroep was echter van mening dat het voorgestelde onderzoek geen antwoord op de vraag geeft. Derhalve wordt bekeken of de onderzoeksaanpak kan worden aangepast door het RIVM dan wel dat een nadere onderzoeksinstantie (bv. Universiteit Groningen) zal worden benaderd. In de voortgangsrapportage van 9 november 2011 van de ministeries van I&M en Defensie aan de Tweede Kamer werd aan het aspect “gezondheid” geen aandacht geschonken. Hierop is in de commissie AWACS en in de factsheet gereageerd. Programmajaarverslag 2011
25
•
Uitoefenen van politiek bestuurlijke druk inzake AWACS- overlast Zodra daartoe aanleiding ontstaat maken wij gebruik van de beschikbare kanalen om bij rijk en provincie aandacht te vragen voor de structurele overlastproblematiek waarmee onze gemeente al jaren kampt. Zo is naar aanleiding van de voortgangsrapportage van 9 november 2011 van de ministeries van I&M en Defensie aan de Tweede Kamer samen met de gemeenten Brunssum en Schinnen en de provincie Limburg een factsheet opgesteld en zijn, ten behoeve van het algemeen overleg van de tweedekamer- commissie van 22 december 2011, gezamenlijk de woordvoerders van de Tweede kamer in het kader van het AWACS-dossier benaderd.
•
Onderzoek alternatieve bestemming AWACS- basis Eerste ambtelijke contacten zijn gelegd. Naar aanleiding hiervan is contact gelegd met het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M) om een en ander op een hoger niveau in te steken. Dit heeft echter niet het gewenste resultaat gehad. Eind december is een afspraak gepland om in het nieuwe jaar met Duitse zijde hierover van gedachten te wisselen.
Wat heeft het gekost? Vitale leefomgeving 2011 (bedragen in duiz enden euro)
primitief
bijgeste ld
rekening
versc hil
-4.394,1
-6.949,8
-6.214,4
735,4
0,0
0,0
0,0
0,0
-4.394,1
-6.949,8
-6.214,4
735,4
2.305,5
2.589,2
2.563,8
-25,3
Totaa l Ba ten
2.305,5
2.589,2
2.563,8
-25,3
Saldo programma voor resultaa tbestemming
-2.088,5
-4.360,6
-3.650,5
710,1
- 214,7
-1.972,9
-1.957,7
15,3
- 214,7
-1.972,9
-1.957,7
15,3
0,0
3.975,6
3.294,8
-680,8
0,0
3.975,6
3.294,8
-680,8
-2.303,2
-2.357,9
-2.313,4
44,6
• Lasten • Onvoorz iene la sten Totaa l last en • Ba ten
Res ultaatbe stemming • Toevoeginge n bestemmingsreserves Totaa l last en • A anwending bestemmingsreserve s Totaa l Ba ten Saldo programma na resultaa tbestemming
Programmajaarverslag 2011
26
3.4
VITALE SAMENLEVING Het programma vitale samenleving besteedt aandacht aan de beleidsthema’s veiligheid, specifieke doelgroepen, verenigingsleven, lokale professionele instellingen en mobiliteit.
3.4.1 VEILIGHEID Wat zijn onze prioriteiten?
Welke kengetallen zijn relevant?
Het coalitieakkoord 2010-2014 ‘Met raad en daad’ bevat voor dit beleidsthema geen prioriteiten De kengetallen voor dit beleidsthema zijn: Waardering voor politie in de buurt (schaalscore 0-10) Score in 2001: 3,2 waardering voor politie in de buurt Score in 2003: 3,5 waardering voor politie in de buurt Score in 2005: 2,9 waardering voor politie in de buurt Score in 2007: 3,4 waardering voor politie in de buurt Score in 2009: 3,6 waardering voor politie in de buurt Score in 2011: 3,5 waardering voor politie in de buurt Ervaren vervelende voorvallen of misdrijven in de buurt (schaalscore 0-10) Score in 2001: 3,3 ervaren vervelende voorvallen of misdrijven Score in 2003: 3,6 ervaren vervelende voorvallen of misdrijven Score in 2005: 4,1 ervaren vervelende voorvallen of misdrijven Score in 2007: 3,1 ervaren vervelende voorvallen of misdrijven Score in 2009: 2,9 ervaren vervelende voorvallen of misdrijven Score in 2011: 2,7 ervaren vervelende voorvallen of misdrijven Ervaren dreiging in de buurt (schaalscore 0-10) Score in 2001: 0,6 ervaren (be)dreiging Score in 2003: 0,5 ervaren (be)dreiging Score in 2005: 0,9 ervaren (be)dreiging Score in 2007: 0,7 ervaren (be)dreiging Score in 2009: 0,7 ervaren (be)dreiging Score in 2011: 0,6 ervaren (be)dreiging Ervaren overlast in de buurt (schaalscore 0-10) Score in 2001: 2,2 ervaren overlast Score in 2003: 2,4 ervaren overlast Score in 2005: 3,0 ervaren overlast Score in 2007: 2,4 ervaren overlast Score in 2009: 2,2 ervaren overlast Score in 2011: 2,4 ervaren overlast
Programmajaarverslag 2011
27
Ervaren van onveiligheidsgevoelens Score in 2001: 31% ervaren gevoel van onveiligheid in de buurt Score in 2003: 24% ervaren gevoel van onveiligheid in de buurt Score in 2005: 27% ervaren gevoel van onveiligheid in de buurt Score in 2007: 29% ervaren gevoel van onveiligheid in de buurt Score in 2009: 23% ervaren gevoel van onveiligheid in de buurt Score in 2011: 23% ervaren gevoel van onveiligheid in de buurt
3.4.2 SPECIFIEKE DOELGROEPEN Het coalitieakkoord 2010-2014 ‘Met raad en daad’ bevat voor dit beleidsthema de volgende prioriteiten • Realiseren toekomstbestendige basisonderwijsvoorzieningen •
Instandhouden sociaal vangnet zorgbehoevenden met beperkte middelen
De kengetallen voor deze prioriteiten zijn: Welke kengetallen zijn relevant Tevredenheid buurtvoorzieningen voor jongeren Score in 2001: 13% tevreden over buurtvoorzieningen voor jongeren Score in 2003: 20% tevreden over buurtvoorzieningen voor jongeren Score in 2005: 18% tevreden over buurtvoorzieningen voor jongeren Score in 2007: 18% tevreden over buurtvoorzieningen voor jongeren Score in 2009: 19% tevreden over buurtvoorzieningen voor jongeren Score in 2011: 18% tevreden over buurtvoorzieningen voor jongeren Overlast van jongeren komt vaak voor in de buurt Score in 2001: 11% overlast van jongeren komt vaak voor Score in 2003: 13% overlast van jongeren komt vaak voor Score in 2005: 21% overlast van jongeren komt vaak voor Score in 2007: 11% overlast van jongeren komt vaak voor Score in 2009: 9% overlast van jongeren komt vaak voor Score in 2011: 6% overlast van jongeren komt vaak voor Overlast van omwonenden komt vaak voor in de buurt Score in 2001: 4% overlast van omwonenden komt vaak voor Score in 2003: 6% overlast van omwonenden komt vaak voor Score in 2005: 6% overlast van omwonenden komt vaak voor Score in 2007: 8% overlast van omwonenden komt vaak voor Score in 2009: 5% overlast van omwonenden komt vaak voor Score in 2011: 8% overlast van omwonenden komt vaak voor
Programmajaarverslag 2011
28
Welke beleidsinitiatieven en projecten behoren tot dit programma?
Realiseren toekomstbestendige basisonderwijsvoorzieningen Beleidsinitiatief: •
Realiseren BMV Schinveld (initiatief bij gemeente; gemeente trekker) In 2011 hebben de deelnemers uit de zogenaamde 1ste schil ambtelijk een programma van eisen ten behoeve van de BMV Schinveld opgesteld. Dit programma van eisen is inmiddels tezamen met een intentieovereenkomst voorgelegd aan de besturen ten einde tevens bestuurlijk commitment van de participanten te verkrijgen. In de raadsvergadering van 15 december jl. heeft uw raad als uitgangspunt voor het Masterplan Schinveld als locatie voor de BMV aangewezen de plek ’t Kloeester/de Schatkist. Dit uitgangpunt zal leidend zijn bij de verdere uitwerking en detaillering van het Masterplan. Inmiddels worden gesprekken met de 2de schil over participatie in de BMV gevoerd en worden hun wensen in beeld gebracht. Ook vindt een schouw plaats van ’t Kloeester ten einde vast te stellen of het gebouw functioneel en technisch geschikt is dan wel geschikt is te maken voor de nieuwe functies of dat tot sloop moet worden overgegaan. Tenslotte beraden wij ons over de te volgen procedure om tot de architectkeuze te komen en zijn wij in overleg met stichting Weller Wonen over eigendom, kostenverdeling, bouw en exploitatie.
•
Onderzoek naar haalbaarheid BMV Jabeek Bingelrade (initiatief bij gemeente; gemeente trekker) Bureau M3V heeft onderzoek gedaan naar de haalbaarheid van brede schoolvorming in de kernen Jabeek en Bingelrade en hierover in 2011 advies uitgebracht en dit advies gepresenteerd aan uw raad. Conform opdracht van de raad wordt in april 2012 tevens een enquête gehouden onder de inwoners van Jabeek en Bingelrade.
Projecten: •
BMV Merkelbeek (initiatief bij gemeente; gemeente trekker) Als concept staat ons college voor ogen een clustering van de gebouwen van de Henkhof, de voetbalclub, de tennisclub en de schutterij. Het overleg met betrokkenen hierover en over de exploitatie loopt nog volop. Het verkrijgen van draagvlak vergt tijd. Het kunstgrasveld is in 2011 aangelegd.
Overige project(en) •
Implementeren elektronisch kinddossier jeugdgezondheidszorg Het elektronisch kinddossier is inmiddels een reguliere activiteit van de JGZ. Het project is afgerond.
Programmajaarverslag 2011
29
3.4.3 VERENIGINGSLEVEN Het coalitieakkoord 2010-2014 ‘Met raad en daad’ bevat voor dit beleidsthema de volgende prioriteit • Toekomstbestendig maken sportverenigingen en sportvoorzieningen Welke kengetallen zijn relevant?
De kengetallen voor deze prioriteiten zijn: Maatschappelijke participatie (schaalscore 0-10) 2001: 4,2 waardering maatschappelijke participatie 2003: 4,0 waardering maatschappelijke participatie 2005: 4,1 waardering maatschappelijke participatie 2007: 3,8 waardering maatschappelijke participatie 2009: 3,8 waardering maatschappelijke participatie 2011: 3,8 waardering maatschappelijke participatie Waardering sportaccommodaties 2001: 66% tevreden over sportaccommodaties 2003: 64% tevreden over sportaccommodaties 2005: 71% tevreden over sportaccommodaties 2007: 72% tevreden over sportaccommodaties 2009: 60% tevreden over sportaccommodaties 2011: 65% tevreden over sportaccommodaties Meer aandacht besteden aan sportvelden 2001: 7% vindt dat meer aandacht moet worden besteed aan sportvelden 2003: 18% vindt dat meer aandacht moet worden besteed aan sportvelden 2005: 28% vindt dat meer aandacht moet worden besteed aan sportvelden 2007: 27% vindt dat meer aandacht moet worden besteed aan sportvelden 2009: 27% vindt dat meer aandacht moet worden besteed aan sportvelden 2011: 6% vindt dat meer aandacht moet worden besteed aan sportvelden Participatie aan sport 2001: 40% van de inwoners doet aan sport 2003: 33% van de inwoners doet aan sport 2005: 38% van de inwoners doet aan sport 2007: 30% van de inwoners doet aan sport 2009: 33% van de inwoners doet aan sport 2011: 54% van de inwoners doet aan sport
Programmajaarverslag 2011
30
Toekomstbestendig maken sportverenigingen en sportvoorzieningen Welke beleidsinitiatieven en projecten behoren tot dit programma?
Beleidsinitiatief: • Renovatie Sportcomplex Schinveld (initiatief bij gemeente; gemeente trekker) Op 30 juni 2011 is een voorstel over de renovatie van het Burgemeester Adamssportpark door uw raad behandeld. Uw raad heeft toen besloten tot aanleg van een kunstgrasveld en renovatie van een natuurgrasveld over te gaan. Op 29 maart 2012 heeft uw raad een besluit genomen over de hoofduitgangspunten van de inrichting en renovatie van het totale complex en de benodigde kredieten beschikbaar gesteld. Projecten: •
Renovatie Sportcomplex Merkelbeek (aanleg kunstgrasveld) (initiatief bij gemeente; gemeente trekker) Het kunstgrasveld is aangelegd.
3.4.4 LOKALE PROFESSIONELE INSTELLINGEN Het coalitieakkoord 2010-2014 ‘Met raad en daad’ bevat voor dit beleidsthema geen prioriteiten Wat heeft het gekost? Vitale samenle ving 2011 ( be dragen in duizenden euro)
primitief
bijgeste ld
rekening
versc hil
-12.260,5
- 14.654,7
-12.814,9
1.839,8
0,0
0,0
0,0
0,0
-12.260,5
- 14.654,7
-12.814,9
1.839,8
5.773,6
5.527,8
6.150,9
623,1
Totaa l Ba ten
5.773,6
5.527,8
6.150,9
623,1
Saldo programma voor resultaa tbestemming
-6.486,8
-9.126,9
-6.663,9
2.463,0
0,0
-1.324,0
-1.460,2
-136,2
0,0
-1.324,0
-1.460,2
-136,2
1.294,2
3.151,5
1.758,9
-1.392,6
Totaa l Ba ten
1.294,2
3.151,5
1.758,9
-1.392,6
Saldo programma na resultaa tbestemming
-5.192,6
-7.299,3
-6.365,3
934,1
• Lasten • Onvoorz iene la sten Totaa l last en • Ba ten
Res ultaatbe stemming • Toevoeginge n bestemmingsreserves Totaa l last en • A anwending bestemmingsreserve s
Programmajaarverslag 2011
31
Programmajaarverslag 2011
32
3.5
VITALE GEMEENTELIJKE ORGANISATIE Het programma vitale gemeentelijke organisatie gaat in op de onderwerpen bestuurlijke en ambtelijke organisatie, Parkstad Limburg samenwerking en taakbehartiging in perspectief.
3.5.1 BESTUURLIJKE EN AMBTELIJKE ORGANISATIE Het coalitieakkoord 2010-2014 ‘Met raad en daad’ bevat voor dit beleidsthema de volgende prioriteit • Bepalen samenwerkingsstrategie Welke kengetallen zijn relevant?
De kengetallen voor deze prioriteiten zijn: Algemene waardering gemeentebestuur (schaalscore) Score in 2001: 5,0 waardering gemeentebestuur Score in 2003: 5,6 waardering gemeentebestuur Score in 2005: 5,4 waardering gemeentebestuur Score in 2007: 6,3 waardering gemeentebestuur Score in 2009: 5,6 waardering gemeentebestuur Score in 2011: 5,7 waardering gemeentebestuur Algemeen oordeel gemeentelijke dienstverlening (schaalscore) Score in 2001: 6,4 oordeel gemeentelijke dienstverlening Score in 2003: 6,3 oordeel gemeentelijke dienstverlening Score in 2005: 6,5 oordeel gemeentelijke dienstverlening Score in 2007: 6,7 oordeel gemeentelijke dienstverlening Score in 2009: 6,7 oordeel gemeentelijke dienstverlening Score in 2011: 6,7 oordeel gemeentelijke dienstverlening Waardering contacten met gemeente Score in 2001: 7,0 waardering over contacten met gemeente Score in 2003: 7,0 waardering over contacten met gemeente Score in 2005: 7,0 waardering over contacten met gemeente Score in 2007: 8,0 waardering over contacten met gemeente Score in 2009: 7,3 waardering over contacten met gemeente Score in 2011: 8,3 waardering over contacten met gemeente
Programmajaarverslag 2011
33
Welke beleidsinitiatieven en projecten behoren tot dit programma?
Bepalen samenwerkingsstrategie Project: •
Onderzoek toekomst Onderbanken In februari 2011 heeft de raad besloten het college op te dragen een onderzoek te verrichten naar de bestuurlijk- organisatorische toekomst van Onderbanken. Bij dit onderzoek dient ook de lokale samenleving te worden betrokken. Een externe adviseur begeleidt het onderzoeksproces. In de vergadering van 26 mei 2011 heeft de raad de door het college opgestelde onderzoeksopzet, de te volgen processtappen en het daarbij behorende tijdpad vastgesteld. In de vergadering van 15 december 2011 heeft de raad het geschetste thematische beeld inclusief (regionale) ontwikkelingen vastgesteld. In diezelfde vergadering heeft de raad het college opgedragen te onderzoeken hoe de toekomstige bestuurlijke inrichting eruit ziet. In het door de raad vastgestelde tijdpad staat vermeld dat in maart 2012 de raad voorafgaande aan de meespraak met de lokale samenleving zal worden bijgepraat over de uitkomsten van het onderzoek. Dit is naar eind mei verschoven omdat het college in het kader van het onderzoek in april 2012 een consulterende ronde langs de colleges van alle Parkstad Limburg gemeenten en Schinnen heeft ingelast. Het onderzoek zal naar verwachting na de zomer van 2012 door het college zijn afgerond. Na consultering van de lokale samenleving zal de raad vervolgens zijn voorkeursoptie gebaseerd op de onderzoeksresultaten inclusief vervolgstrategie gaan bepalen.
Vitale gemeentelijke orga nis atie 2011
Wat heeft het gekost?
primit ie f
bijgeste ld
rekening
verschil
-2.246,0
-2.312,1
-2.322,0
-9,9
0,0
0,0
0,0
0,0
-2.246,0
-2.312,1
-2.322,0
-9,9
140,0
130,6
146,5
15,8
140,0
130,6
146,5
15,8
-2.106,1
-2.181,5
-2.175,6
5,9
0,0
-13,0
-12,4
0,6
0,0
-13,0
-12,4
0,6
8,4
53,4
52,5
-0,9
8,4
53,4
52,5
-0,9
-2.097,7
-2.141,1
-2.135,4
5,6
(bedrage n in duizenden euro) • Lasten • Onvoorzie ne last en Totaa l Lasten • Bat en Totaa l Bat en Saldo progra mma voor result aatbeste mming Res ultaatbes temming • Toevoegingen bestemmingsrese rves Totaa l laste n • Aa nwending bestemmingsreserves Totaa l Bat en Saldo progra mma na resultaatbest emming
Programmajaarverslag 2011
34
3.6 ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN Het programma algemene dekkingsmiddelen betreft met name de opbrengst OZB, de uitkeringen uit het gemeentefonds, dividenden, de aanwending van de algemene reserve en bespaarde rente. Voor een toelichting op de lokale heffingen verwijzen wij kortheidshalve naar hoofdstuk 4.5 van het voorliggende jaarverslag. Voor de financiële doorrekening van dit programma verwijzen wij naar de jaarrekening 2011.
Wat heeft het gekost?
Algemene dekkingsmiddelen 2011
primitief
bijgeste ld
rekening
versc hil
- 1.320,1
-1.149,9
-764,9
385,1
-204,9
-136,9
-133,7
3,2
221,5
167,1
159,6
-7,5
0,0
0,0
0,0
0,0
-1.303,5
-1.119,7
-738,9
380,8
1.567,4
1.515,1
1.504,0
-11,1
51,3
52,3
53,2
0,9
Opbrengst ozb e igena ren
1.078,2
1.118,2
1.120,4
2,2
Opbrengst baat be lasting
2,8
2,4
2,4
0,0
Opbrengst toeristenbelast ing
9,5
9,5
10,8
1,3
Opbrengst hondenbelasting
59,8
64,8
66,5
1,7
A lgemene Uitkering gemeentefonds
7.406,4
7.443,9
7.619,2
175,3
Dividendopbrengst
1.249,5
4.871,0
4.865,7
-5,2
Totaa l Ba ten
11.424,9
15.077,2
15.242,3
165,2
Saldo programma
10.121,4
13.957,5
14.503,4
545,9
-250,2
-2.870,9
-2.870,9
0,0
-250,2
-2.870,9
-2.870,9
0,0
71,3
1.058,4
840,5
-217,9
55,0
55,0
55,0
0,0
126,3
1.113,4
895,5
-217,9
9.997,5
12.200,0
12.528,0
328,0
(bedragen in duiz enden euro) • Lasten Saldo rente uit zettingen en rente geldleninge n Doorberekende rente • Onvoorz iene la sten Totaa l last en • Ba ten Opbrengst ozb gebruikers
Res ultaatbe stemming • Toevoeginge n bestemmingsreserves Totaa l last en • A anwending bestemminsgreserve s A anwending reserve btw compe nsatiefonds Totaa l Ba ten Saldo programma na resultaa tbestemming
Programmajaarverslag 2011
35
Programmajaarverslag 2011
36
4 PARAGRAFEN In dit hoofdstuk wordt ingegaan op diverse beheersmatige aspecten van de jaarrekening. Deze worden beschreven in de zogenaamde paragrafen. Doel van de paragrafen is om onderwerpen die verspreid in de rekening staan, maar wel een groot financieel belang dienen, te bundelen.
4.1
Weerstandvermogen
4.1.1
Inleiding Het weerstandsvermogen geeft antwoord op de vraag in hoeverre een gemeente in staat is om nog niet afgedekte risico’s op te vangen door het vormen van een risicobuffer (weerstandscapaciteit). Om een goede inschatting te kunnen maken van het weerstandsvermogen is het van belang dat een vorm van risicomanagement wordt toegepast. Risicomanagement betekent dat risico’s die spelen in de organisatie continu en systematisch worden doorlopen met als doel een balans te vinden tussen het nemen en het beheersen van risico’s. In paragraaf 4.1.4. van dit hoofdstuk geven wij aan in hoeverre risicomanagement in de gemeente is geïmplementeerd. Zoals vermeld spelen de definities “risico’s” en “weerstandscapaciteit” een belangrijke rol bij de bepaling van het weerstandsvermogen. Daarom achten wij het van belang om deze begrippen nader toe te lichten. Weerstandscapaciteit De middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten, die onverwachts en substantieel zijn, te dekken, zonder dat de begroting en het beleid aangepast hoeven te worden. Het gaat om die elementen waarmee tegenvallers eventueel kunnen worden bekostigd. In paragraaf 4.1.2. beschrijven wij de weerstandscapaciteit van de gemeente. Risico De kans dat een niet te voorspellen gebeurtenis zich voordoet die een nadelig effect heeft op de organisatie, de doelen die zijn gesteld of de financiële positie van de gemeente. De risico’s die relevant zijn voor het weerstandsvermogen zijn die risico’s die niet op een andere manier zijn ondervangen en die een financieel nadelig gevolg kunnen hebben. Doen deze risico’s zich voor dan worden ze ondervangen via de weerstandscapaciteit. Reguliere risico’s - risico’s die zich regelmatig voordoen en die veelal vrij goed meetbaar zijn – behoren niet tot de risico’s die onderdeel uitmaken van het weerstandsvermogen. Hiervoor zijn immers verzekeringen afgesloten en zijn voorzieningen gevormd. In paragraaf 4.1.3. worden de belangrijkste risico’s beschreven.
Programmajaarverslag 2011
37
In onderstaande grafiek wordt de samenhang tussen weerstandsvermogen, weerstandscapaciteit en risico’s geïllustreerd. Figuur X: Samenhang tussen weerstandsvermogen, weerstandscapaciteit en risico’s
§ 4.1.2. We ersta nds capaciteit
§ 4.1.3. Risico's
§ 4.1.4. Risicomanagement
Flex ibilite it
W eers tandsvermogen
4.1.2
Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit bestaat uit middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten die onverwacht en substantieel zijn op te vangen c.q. de risico´s in financiële zin af te dekken. Het betreft kosten die onvoorzien, onvermijdelijk en onuitstelbaar zijn. In het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) is niet voorgeschreven welke bestanddelen behoren tot de weerstandscapaciteit. Over het algemeen worden echter de bestanddelen gebruikt die in onderstaande tabel zijn genoemd. Bestand deel per 1 janu ari 201 1 (bedragen in dui zenden euro) 1. Vrij aanwendb aar deel van de alg emene reserve 2. Bestemmi ngsreserves 3. Stille reserves
Weerstandscapaciteit Incidenteel
Stru ctureel
97 3,5
0,0
28.29 0,1 pm
0,0 0,0
4. Onb enutte belastingcapaciteit
0,0
0,0
5. Begroti ngsru imte (2012 e.v.)
0,0
7,0
6. Po st onvoo rziene uitgaven
0,0
5,0
7. Fl exibil iteit van d e begroting
0,0
pm
29.26 3,5
12,0
In de tabel maken wij onderscheid in een structurele en een incidentele component van de weerstandscapaciteit. De structurele weerstandscapaciteit betreft het vermogen van de gemeente om onverwachte tegenvallers in de begroting op te vangen, zonder dat dit gevolgen heeft voor de voortzetting van gemeentelijke taken. De incidentele weerstandscapaciteit is de ruimte die de gemeente heeft om onverwachte eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen, zonder dat deze invloed hebben op de voortzetting van gemeentelijke taken.
Programmajaarverslag 2011
38
1. Het vrij aanwendbare deel van de algemene reserve Het vrij aanwendbare deel van de algemene reserves is dat deel van de reserves waarvan de rente niet structureel ten gunste wordt gebracht van de lopende begroting. Het vrij aanwendbare deel van de algemene reserve bedraagt 5% van de totale begrotingsomvang. Het niet- vrij aanwendbare deel van de algemene reserve wordt niet tot de weerstandscapaciteit gerekend. Aanwending van dat deel van de algemene reserve leidt immers tot structurele nadelen aangezien de rente ten gunste wordt gebracht van de lopende begroting. 2. Bestemmingsreserves Dit zijn reserves met een bestedingsfunctie waarbij geld is weggezet voor toekomstige uitgaven of investeringen. Ondanks de bestedingsfunctie kan de raad besluiten, indien noodzakelijk, de bestemmingsreserve bestedingsvrij te maken om risico’s financieel op te vangen. 3. Stille reserves Als activa onder de opbrengstwaarde of niet zijn gewaardeerd is sprake van een stille reserve. Voor de bepaling van de weerstandscapaciteit is van belang dat de activa waarin een stille reserve besloten ligt direct verkoopbaar zijn. Niet direct verkoopbare activa blijven voor de berekening van de weerstandscapaciteit buiten beeld. Bij verkoop ontstaan winsten die eenmalig vrij inzetbaar zijn. Gemeenten kennen twee soorten stille reserves. Dit zijn stille reserves in financiële vaste activa (deelnemingen, aandelen) en stille reserves in de materiële vaste activa (bijv. gronden niet ingebracht in de grondexploitatie, panden etc.).Verwacht wordt dat de stille reserves voor onze gemeente beperkt zijn en daarom niet substantieel zullen bijdragen aan de weerstandscapaciteit. 4. Onbenutte belastingcapaciteit Hieronder wordt verstaan de mogelijkheid die de gemeente heeft om de belastingen te verhogen. Bij tarieven waar kostendekking een rol speelt is van onbenutte belastingcapaciteit sprake voor zover nog geen volledige kostendekking wordt gerealiseerd. Aan de hoogte van de overige tarieven is theoretisch geen bovengrens gesteld. De gemeente kan deze echter niet tot in het oneindige verhogen. Bij deze heffingen zal de raad zelf een grens moeten aangeven. In de gemeente is de belastingcapaciteit vrijwel volledig benut zodat hieruit geen weerstandscapaciteit aanwezig is. 5. Begrotingsruimte Als de begroting en meerjarenraming sluiten met een positief saldo, is sprake van begrotingsruimte. Die structurele begrotingruimte in de begroting 2012 bedraagt 7,0 duizend euro.
Programmajaarverslag 2011
39
6. De post onvoorziene uitgaven Totaal bedrag post onvoorzien bedraagt 5,0 duizend euro, naar rato verdeeld over de verschillende programma´s. Gezien de geringe omvang van het bedrag draagt deze post niet substantieel bij aan de weerstandscapaciteit. 7. De flexibiliteit van de uitgaven Jaarlijks worden alle budgetten gescreend. Als gevolg van deze exercities is de flexibiliteit van de uitgaven in de exploitatie verminderd. 4.1.3
Risico’s De weerstandscapaciteit is bedoeld om zogenaamde “niet reguliere” risico’s te ondervangen. De reden is dat “reguliere risico’s” in beginsel goed zijn in te schatten en te ondervangen. In deze paragraaf worden de belangrijkste risico’s. •
Licom en de Wet Werken naar Vermogen
Met de toekomstige Wet Werken naar Vermogen wordt één regeling gerealiseerd voor de onderkant van de arbeidsmarkt. De wet komt in de plaats van de Wsw, de Wet Wajong, de WWB en de WIJ. Als onderdeel van deze operatie worden de rijksbudgetten van gemeenten voor re-integratie en sociale werkvoorziening samengevoegd en ontschot. Daarnaast zijn forse rijksbezuinigingen aangekondigd op de budgetten van gemeenten voor re-integratie en voor de sociale werkvoorziening. Dit gekoppeld aan een nu al verliesgevende SWorganisatie betekent dat wij forse financiële risico's lopen. Indicatieve risico-omvang: In de begroting 2012 hebben we voor dit risico een voorziening van 2,0 miljoen euro gecreëerd. • Eigen bijdrage Wmo Een aanvrager van een voorziening (voorheen WVG), hulp in de huishouding of een financiële tegemoetkoming (persoonsgebonden budget) is op grond van de WMO een bijdrage verschuldigd. Deze bijdrage is op basis van de gemeentelijke verordening WMO qua hoogte afhankelijk van de aard en de duur van de verstrekking en daarnaast van de inkomensgegevens van de aanvrager. De wetgever heeft bepaald dat de berekening, oplegging en incasso van deze eigen bijdrage wordt uitgevoerd door het CAK. Probleempunt hierbij is dat wij niet direct inzicht hebben in de individueel door het CAK berekende eigen bijdrage van de cliënt en dat gemeenten de eigen bijdrage, met uitzondering van de personen die een financiële tegemoetkoming (PGB) hebben gekregen, niet direct kunnen berekenen en controleren. Om privacyredenen staan de inkomensgegevens niet op het overzicht van het CAK, ondanks dat die wel nodig zijn om definitief de juistheid en de volledigheid van de eigen bijdragen te kunnen bepalen. De huidige informatie over de eigen bijdrage van het CAK is derhalve ontoereikend om als
Programmajaarverslag 2011
40
gemeente de juistheid op persoonsniveau en volledigheid van de eigen bijdragen als geheel te kunnen vaststellen. Hoewel wij wel de aantallen personen kunnen beoordelen (aantallen personen waarvoor eigen bijdrage ontvangen wordt vergelijken met de gefactureerde aantallen personen) hebben wij beperkt inzicht in de volledigheid, juistheid en rechtmatigheid van de eigen bijdragen. Door de systematiek te kiezen van het vaststellen van de eigen bijdragen door het CAK, heeft de wetgever in feite bepaald, dat de verantwoordelijkheid voor de juistheid en volledigheid van de eigen bijdragen geen gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Dat betekent dat door de gemeenten geen zekerheden omtrent omvang en hoogte van de eigen bijdragen kunnen worden verkregen. Indicatieve risico- omvang: Vooralsnog is de omvang van het risico niet kwantificeerbaar. • Krimp Onderbanken en de regio Parkstad behoren tot de koplopers als het gaat om bevolkingsdaling. In 1997 had Onderbanken nog 8559 inwoners. Per ulimo 2011 bedraagt het aantal inwoners 7.971. Volgens prognose daalt het aantal inwoners verder tot 6.569 in 2030. De komende 18 jaar neemt het inwonertal dus af met 1.402 mensen, oftewel bijna 17,5% van het huidige aantal. De woningmarkt, het onderwijs, de zorg, winkels, economie, de arbeidsmarkt en mobiliteit zullen allemaal de gevolgen van de bevolkingskrimp gaan merken. Met ingang van 2011 hebben de beheerders van het gemeentefonds een tijdelijke krimpmaatstaf geïntroduceerd. Het betreft een tijdelijke compensatie voor de duur van 5 jaar. Onbekend is of die maatstaf na het jaar 2015 wordt gecontinueerd. Indicatieve risico- omvang: Vooralsnog is de omvang van het risico dat is gemoeid met de krimp niet kwantificeerbaar. Indien de krimpmaatstaf in het gemeentefonds komt te vervallen dan daalt de algemene uitkering met een structureel bedrag van 251,1 duizend euro. • Kredietcrisis De kredietcrisis heeft directe gevolgen voor de gemeentefinanciën. Door de rijksbezuinigingen daalt de algemene uitkering uit het gemeentefonds, dalen de bouwleges, stijgen de uitgaven die verband houden met de bijstand en de minima en stijgen de aanvragen voor kwijtscheldingen van gemeentelijke bealstingen.
Indicatieve risico- omvang: De omvang van het risico dat is gemoeid met de kredietcrisis is niet kwantificeerbaar.
Programmajaarverslag 2011
41
4.1.4
Risicomanagement Veel gemeenten zijn op dit moment, al dan niet ingegeven door de economische crisis, bezig met het vormgeven van risicomanagement. Niet alleen omdat het BBV dit verplicht, maar ook en vooral om een goed inzicht te krijgen in de risico’s, zodat maatregelen kunnen worden genomen om deze risico’s te beperken. In 2011 zijn de eerste stappen gezet om te komen tot de implementatie van risicomanagement. Zo is op managementniveau een workshop risicomanagement georganiseerd om de aandacht voor risicomanagement verder aan te scherpen. Wij willen de raad in 2012 een nota risicomanagement en weerstandsvermogen voorleggen. In die nota stellen wij onder andere voor om in te stemmen met een weerstandscapaciteit die in overeenstemming is met het risicoprofiel van de gemeente.
Programmajaarverslag 2011
42
4.2 FINANCIERING
Ingevolge de Wet Fido/Ruddo dient in zowel de begroting als ook het jaarverslag, de treasuryparagraaf te worden opgenomen. In de begroting komen de concrete beleidsplannen aan de orde. In het jaarverslag gaat het om de realisatie van de plannen en een verschillenanalyse tussen de plannen en de uitkomsten. De paragrafen zijn daarmee instrumenten voor de verantwoording door het college van burgemeester en wethouders en voor het toezicht door de raad. In de treasuryparagraaf zullen achtereenvolgens de volgende onderwerpen aan de orde komen: • Algemene ontwikkelingen • Treasurybeheer • Gemeentefinanciering • Organisatie informatievoorziening m.b.t. kasbeheer Algemene ontwikkelingen De kaders en de activiteiten zoals die zijn vastgelegd in het treasurystatuut zijn opgenomen in de werkprocessen van de diverse afdelingen. In de begroting 2011 is voor kortlopende geldleningen (korter dan 1 jaar) als ook voor langlopende leningen uitgegaan van 4,0 %. Treasurybeheer In artikel 4 van het "Treasurystatuut gemeente Onderbanken" is vastgelegd dat: -
De kasgeldlimiet niet wordt overschreden conform de Wet Fido; De renterisiconorm niet wordt overschreden conform de Wet Fido; Nieuwe leningen/uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeiten planning; De rentetypische looptijd en het renteniveau van de betreffende lening/uitzetting wordt zo veel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand en rentevisie; Binnen de kaders gesteld onder lid 3 en lid 4, streeft de gemeente naar spreiding in de rentetypische looptijden van de uitzettingen.
Programmajaarverslag 2011
43
In onderstaand overzicht “Liquiditeitspositie per 31-12-2011” wordt de werkelijke omvang van de kasgeldlimiet voor 2011 getoetst aan de wettelijke norm ingevolge de Wet Fido. Uit het overzicht blijkt, dat de kasgeldnorm niet is overschreden. Overzicht liquiditeitspositie
Gemiddeld 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
(1) Vlottende schuld
(2) Vlottende middelen
921 964 900 893
4.131 4.543 4.351 4.210
(3) Netto vlottend (+) of overschot middelen (-)
Gemiddelde
-3.210 -3.579 -3.451 -3.318 -3.389
Variabelen Kasgeldlimiet (KGL) Ruimte onder de KGL Overschrijding van de KGL Begrotingstotaal Percentage regeling Kasgeldlimiet (KGL)
B edragen 2.455 5.844 -5.844 28.884 8,5% 2.455
•
Vlottende schuld. In verband met voorgenomen investeringen was in de begroting 2011 uitgegaan dat de kasgeldlimiet met een bedrag van ruim 3,1 miljoen euro zou worden overschreden. In werkelijkheid is in 2011 geen vlottende schuld ontstaan. De in 2011 gerealiseerde c.q. in aanvang genomen investeringen zijn gefinancierd met kort geld.
•
Vlottende middelen. Uit bovenstaand overzicht blijkt dat het gemiddelde van het totaal aan vlottende middelen in 2011 ten opzichte van de begroting is gedaald van 5,8 miljoen naar ruim 4,3 miljoen euro. In de begroting 2011 bedroeg de gemiddelde overschrijding van de kasgeldlimiet 3,1 miljoen euro. De jaarrekening 2011 geeft een ruimte van de kasgeldlimiet van 5,8 miljoen euro. De voornaamste oorzaak hiervan is , dat een aantal voorgenomen investeringen niet zijn uitgevoerd c.q. doorgeschoven. Verder zijn in 2011 gelden ontvangen van uitkeringen escrows, CBL vennootschap en verkoop Vennootschap bv. Als de kasgeldlimiet structureel wordt overschreden is de gemeente verplicht om de vlottende financiering (korter dan 1 jaar) om te zetten in vaste financiering.
Programmajaarverslag 2011
44
In onderstaande tabel wordt het renterisico vaste schuld in relatie tot renterisiconorm in beeld gebracht. In deze tabel wordt het renterisico over het rekeningjaar en de komende drie jaren gerapporteerd. De renterisiconorm heeft als doel om het renterisico bij herfinanciering te beheersen. De nieuwe renterisiconorm houdt in, dat de jaarlijks verplichte aflossingen en/of renteherzieningen niet méér mogen bedragen dan 20 procent van het begrotingstotaal per 1 januari 2011. Het begrotingstotaal komt daarbij in de plaats van de totale vaste schuld. Renterisiconorm en renterisico's van de vaste schuld (in duizenden euro) Stap
Variabelen
2011
2012
2013
2014
1 2
Renteherzieningen Aflossingen
0 653
0 429
0 1.916
0 37
3
Renterisico (1+2)
653
429
1.916
37
4
Renterisico
5.777
5.777
5.777
5.777
5a = 4 > 3
Ruimte onder renterisiconorm
5.123
5.348
3.861
5.739
5b = 3 > 4
Overschrijding renterisiconorm
0
0
0
0
Berekening renterisiconorm 4a Begrotingstotaal 2011 4b Percentage ministeriële regeling
28.884 20%
4 = (4a x 4b/100) Renterisiconorm
5.777
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat de rente risiconorm zowel in 2011 als ook in de periode 2012-2014 niet zal worden overschreden. Gemeentefinanciering •
Financieringspositie Bij de bepaling van de financieringspositie van onze gemeente en de daarbij behorende gemeentelijke financieringsbehoefte is rekening gehouden met de geplande investeringen en de beschikbare interne en externe financieringsmiddelen. De interne middelen (eigen vermogen) bestaan uit de aanwezige algemene en bestemmingsreserves. De externe middelen (vreemd vermogen) bestaan uit opgenomen langlopende geldleningen, voorzieningen en waarborgsommen. Ultimo 2011 bedroeg het geraamde financieringstekort bijna 2,5 miljoen euro. In deze jaarrekening is echter sprake van een financieringsoverschot van bijna 7,8 miljoen euro. Het verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door toevoeging van het rekeningresultaat 2010 aan diverse bestemmingsreserves en aan algemene reserve. Daarnaast is een aantal investeringen niet of later uitgevoerd.
Programmajaarverslag 2011
45
Leningenportefeuille In de loop van 2011 zijn geen langlopende geldleningen aangetrokken. Een overzicht van de huidige leningenportefeuille treft u onderstaand aan. Portefeuille vaste schuld per 31-12-2011 (in duizenden euro) Instrument Geldgever Oorspr. Aflossings Stortingshoofdsom wijze datum Onderhandse lening (o/g)
Rabo BNG BNG BNG BNG
2.087 270 1.858 286 935
Annuïtair Annuïtair Lineair Lineair Annuïtair
16-12-1992 24-7-1992 2-3-1998 17-6-2001 3-5-2010
Afloopdatum
Couponrente
Schuldrestant
Weging in portefeu ille
1-4-2013 1-12-2012 2-3-2012 17-6-2016 3-5-2040
5,78% 4,94% 5,85% 6,20% 4,45%
1.902 240 133 95 919
57,83% 7,30% 4,04% 2,89% 27,94%
5.436
3.289
De annuïtaire leningen betreffen doorgeleende leningen aan de woningstichtingen.
Programmajaarverslag 2011
46
100,00%
4.3 ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN Een oordeel over de kwaliteit van de financiële huishouding is pas mogelijk nadat inzicht is verschaft in het onderhoudsniveau van de kapitaalgoederen. Artikel 12 van het besluit begroten en verantwoorden schrijft dan ook voor dat aan dit onderwerp een afzonderlijke paragraaf moet worden gewijd. Daarbij gaat het met name om zaken als beleidskaders en financiële consequenties. Hierbij kan worden gedacht aan de kosten van aanleg en instandhouding van de “grotere” kapitaalgoederen van de gemeente. Die kapitaalgoederen zijn achtereenvolgens:
4.3.1
•
Wegen
•
Rioleringen
•
Gebouwen
•
Groen
Wegen Een gemeente heeft de plicht en verantwoordelijkheid om de wegen, met inbegrip van alle hiertoe behorende onderdelen, te beheren en in een goede staat te houden. Hierbij dient nadrukkelijk rekening te worden gehouden met veiligheid en milieu. Om invulling te kunnen geven aan planmatig onderhoud en beheer is een gemeentelijk wegenbeleidsplan opgesteld. Uw raad heeft in 2009 het wegenbeleids- en beheersplan vastgesteld. In september 2011 is het plan geactualiseerd. De beleidsuitgangspunten die hierin staan vermeld heeft uw raad vastgesteld bij de gemeentelijke begroting 2012. De gemeente Onderbanken beheert ca. 520.600 m2 verharding. Het wegennet heeft een totale lengte van ca. 74 km verharde wegen en 13 km half- harde wegen. In 2011 is een aantal werkzaamheden t.a.v. het onderhoud wegen in uitvoering gegaan. Naast het regulier groot onderhoud is een aantal werkzaamheden in 2011 uitgevoerd. Parkeerplaats Quabeekweg De parkeerplaats van de voetbalvelden aan de Quabeekweg te Bingelrade is opnieuw aangebracht in klinkerverharding. Kleine herstelwerkzaamheden Door de eigen dienst is een aantal kleine herstelwerkzaamheden uitgevoerd ten behoeve van de veiligheid.
4.3.2
Rioleringen De aanleg en het beheer van de rioleringen is een gemeentelijke taak, die zijn wettelijke basis vindt in de wet Milieubeheer. Voor een goede uitoefening van de zorgplicht op het gebied van bodem- en
Programmajaarverslag 2011
47
waterkwaliteit, gemeentelijke infrastructuur en rioleringszorg is het van belang, dat een verantwoorde integrale beleidsafweging kan worden gemaakt. Het vigerend Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (VGRP) 2009-2012 dateert uit 2009. Conform advies in het VGRP heeft de gemeente het kostendekkingsplan (KDP) in 2011 opnieuw door laten rekenen om te controleren wat de effecten van voortschrijdende inzichten ten aanzien van de destijds opgenomen maatregelen, aanbestedingen en prijsstijgingen zijn op de uitkomsten van de berekening in het VGRP. Bij die actualisatie zijn de beleidsuitgangspunten van het VGRP uit 2009 gehandhaafd. Bij de vaststelling van het tarief van de rioolheffing in de begroting 2012 heeft het geactualiseerde rioolinvesteringsplan als basis gediend. Een aantal van het in het GRP vermelde projecten is in 2011 verder uitgevoerd. Andere projecten zijn in 2011 opgestart. De belangrijkste projecten worden benoemd. Ontkluizing Roode Beek In 2011 is veel werk verzet langs het uitvoeringstechnisch meest gecompliceerde deel van het tracé van de te ontkluizen beek. Naast het ontkluizen is het gemeentelijk riool geheel vervangen/vergroot. Het WBL transportriool is deels vergroot en het verhard oppervlakte langs het tracé is afgekoppeld op de Roode Beek. Reconstructie Bouwbergstraat De voorbereidingen van het project Bouwbergstraat zijn in 2011 opgestart. De uitvoering staat gepland voor de 2de helft van 2012. Afvalwaterakkoord Susteren (AWA) In 2011 is het AWA ondertekend. In dit samenwerkingsverband komen gemeenten en het waterschap Roer en Overmaas samen om het afvalwatersysteem te optimaliseren en zo een zo hoog mogelijk maatschappelijk rendement te behalen. Buffers Jabeek In 2011 zijn de schetsontwerpen opgesteld voor een drietal buffers in Jabeek. 4.3.3
Gebouwen In 2006 is het meerjarig onderhoudsplan voor gemeentelijke gebouwen geïnventariseerd en kwalitatief in kaart gebracht. We kunnen drie soorten onderhoud onderscheiden: •
het dagelijks onderhoud dat tot doel heeft om het gebouw en de installaties in een toestand te houden die voor de dagelijkse functievervulling noodzakelijk is. In de exploitatie is voor het dagelijks onderhoud een budget opgenomen.
•
het periodieke onderhoud waarbij in de regel geen vernieuwing plaatsvindt, zoals bijvoorbeeld binnenschilderwerk. Dit betreft terugkerend onderhoud met een zekere cyclus. Jaarlijks wordt voor het groot onderhoud een bedrag toegevoegd aan de reserve onderhoudfonds gebouwen en woningen.
Programmajaarverslag 2011
48
•
het groot onderhoud, waarbij veelal onderdelen van het gebouw of de installaties moeten worden vervangen (zoals vernieuwing van het dak of vervanging van de cv- installatie). Jaarlijks wordt voor het groot onderhoud een bedrag toegevoegd aan de reserve onderhoudfonds gebouwen en woningen.
In september 2011 is het onderhoudsplan gemeentelijke gebouwen opnieuw doorgerekend. Bij die doorrekening is ook de fasering van de onderhoudswerkzaamheden geactualiseerd. 4.3.4
Groen Enkele jaren geleden is een structureel budget opgenomen voor de uitvoering van het groenbeleidsplan dat in 2006 is opgesteld. Vanwege de financiële situatie is dit extra budget ingaande 2011 geschrapt. Het regulier groenonderhoud is in 2011 sober maar doelmatig uitgevoerd. Er is bespaard op de intensiviteit van het onderhoud (minder maaibeurten op gazons). Ook heeft geen aanleg van nieuw openbaar groen plaatsgevonden.
4.3.5
Recapitulatie Hieronder volgt een opsomming van de door de gemeente Onderbanken te onderhouden kapitaalgoederen. Tevens wordt hierbij vermeldt hoeveel in 2009 voor het te onderhouden kapitaalgoed is gereserveerd en in welke beleidsnota het onderhoud is /wordt vastgesteld.
Te onderhouden kapitaalg oed eren (bedragen in d uizenden euro 's) Onderhou d kapitaalgoederen Wegen Riol eringen Gebouwen Groen
Reserveri ng 2011
Belei dsnota is/ wordt vastgesteld in
0,0 49,3 31,6 0,0
20 09 20 09 20 12
Programmajaarverslag 2011
49
Programmajaarverslag 2011
50
4.4
VERBONDEN PARTIJEN Verbonden partijen worden gedefinieerd als die partijen waarin gemeenten zowel een bestuurlijk als een financieel belang hebben. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan een zetel in het bestuur van een participatie of het hebben van stemrecht. Financieel belang wil zeggen dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld, die zij kwijt is in geval van faillissement van de verbonden partij en /of financiële problemen bij die verbonden partij die verhaald kunnen worden op de gemeente. De gemeente Onderbanken heeft bestuurlijke en financiële belangen in diverse verbonden partijen, waaronder gemeenschappelijke regelingen en vennootschappen. De belangrijkste verbonden partijen zijn: • Parkstad Limburg • Licom N.V. • Rd4 Het is vanuit bestuurlijk, beleidsmatig en financieel oogpunt van belang dat in de begroting en de jaarstukken aandacht wordt besteed aan derde rechtspersonen waarmee de gemeente een bestuurlijke en financiële band heeft. De relevantie wordt duidelijker als wordt bedacht dat verbonden partijen vaak beleid uitvoeren dat de gemeente in principe ook zelf kan (blijven) doen. De gemeente mandateert als het ware de verbonden partij. De gemeente blijft uiteindelijk verantwoordelijk voor het realiseren van de beoogde doelstellingen van de programma’s. Een tweede belang dat de gemeente bij inzicht heeft betreft de kosten (het budgettaire beslag) en de financiële risico’s die de gemeente met de verbonden partijen kan lopen en de daaruit voortvloeiende budgettaire gevolgen. De financiële risico’s worden in kaart gebracht bij het opstellen van de gemeentebegrotingbegroting. In het vervolg van deze paragraaf wordt allereerst een overzicht gepresenteerd van alle verbondenpartijen van de gemeente. In dit overzicht is tevens het financieel en bestuurlijk belang alsmede een aantal kerncijfers over het jaar 2011 opgenomen. Vervolgens wordt per verbonden partij afzonderlijk beschreven welke activiteiten worden uitgevoerd.
Programmajaarverslag 2011
51
1. Attero Holding N.V. Jaarlijks verwerkt Attero, voormalig Essent Milieu, 4 miljoen ton afval en is hiermee een toonaangevende speler op de Nederlandse markt. De activiteiten van Essent Milieu richten zich op het verwerken van brandbaar afval, organisch afval en mineraal en niet-brandbaar afval, alsmede het geschikt maken van afval tot producten voor hergebruik en energieopwekking. De resultaten zullen de komende jaren onder druk komen te staan als gevolg van gewijzigde marktomstandigheden. De belangrijkste waargenomen ontwikkeling in de markt is een autonome afname van de hoeveelheid afval in combinatie met het beschikbaar komen van nieuwe verbrandingscapaciteit, waardoor er overcapaciteit in de afvalverbrandingmarkt is ontstaan. Dit heeft een sterke neerwaartse druk op de verwerkingstarieven tot gevolg. Daarnaast is een sterke trend waar te nemen op het gebied van scheiden en recyclen van afval (onder meer plastic verpakkingsmateriaal) en de productie van nuttige producten daaruit, de productie van duurzame energie (onder meer groen gas) en de preventie van afval. Ten slotte is het storten van afval sterk afgenomen. 2. Enexis Holding N.V. Enexis beheert het energienetwerk in Noord-, Oost- en Zuid-Nederland voor de aansluiting van ongeveer 2,5 miljoen huishoudens, bedrijven en overheden. Als gevolg van de invoering van de Wet Onafhankelijk Netbeheer (WON) in Nederland diende Essent uiterlijk vòòr 1 januari 2011 gesplitst te worden in een Netwerkbedrijf en een Productie- en Leveringsbedrijf. Deze verplichte splitsing is echter al doorgevoerd per 30 juni 2009. Op basis van de wet zijn de publieke aandeelhouders van Essent N.V. voor exact hetzelfde aandelenpercentage aandeelhouder geworden van Enexis. De vennootschap heeft ten doel: a. het (doen) distribueren en het (doen)transporteren van energie, zoals elektriciteit, gas, warmte en (warm) water; b. het in stand houden, (doen) beheren, (doen) exploiteren en (doen) uitbreiden van distributie en transportnetten met annexen voor energie; c. het doen uitvoeren van alle taken die ingevolge de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet zijn toebedeeld aan een netbeheerder zoals daarin bedoeld; d. het binnen de wettelijke grenzen ontplooien van andere operationele en ondersteunende activiteiten. 3. N.V. Elektriciteits- Productiemaatschappij Zuid-Nederland (EPZ Borssele) EPZ is een elektriciteitsproducent die 7 procent van de nationale productie van elektrische energie levert. Onderdeel van Essent was het 50% aandeel in N.V. Elektriciteits Productiemaatschappij Zuid-Nederland (EPZ), o.a. eigenaar van de kerncentrale in Borssele. Het bedrijf Delta NV uit Zeeland heeft de verkoop van dit bedrijfsonderdeel van Essent aan RWE bij de rechter aangevochten. Uit de gerechtelijke uitspraken tot nu toe blijkt dat noch het economisch noch het juridisch eigendom verkocht mag worden. PBE heeft het 50% belang in EPZ bij Energy Resources Holding (ERH) ondergebracht.
Programmajaarverslag 2011
52
4. Bank Nederlandse Gemeenten De Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Klanten van de BNG zijn overheden en instellingen op het gebied van volkshuisvesting, gezondheidszorg, onderwijs en nut. De BNG biedt financiële diensten op maat, zoals kredietverlening, betalingsverkeer, advisering en elektronisch bankieren. 5. Parkstad Limburg De Stadsregio Parkstad Limburg is een samenwerkingsverband tussen acht gemeenten op basis van een gemeenschappelijke regeling en ontplooit de volgende activiteiten: - het realiseren van een economische structuurversterking; - het realiseren van een transformatie als gevolg van demografische ontwikkelingen; het leveren van een bijdrage aan een evenwichtige ontwikkeling van het samenwerkingsverband als geheel, mede in verhouding tot zijn omgeving; het bieden van een organisatie, waarbinnen uitvoering van gemeentelijke taken op nader te bepalen terreinen kunnen worden gefaciliteerd. 6. GBRD Vanaf 2007 behoort de samenwerking van de gemeenten Brunssum, Heerlen, Landgraaf, Onderbanken, Simpelveld en Voerendaal op het terrein van gemeentelijke belastingen als uitvoeringsorganisatie tot de gemeenschappelijke regeling Parkstad Limburg. De GBRD heeft de volgende taken: •
Het registreren, beheren en controleren van gegevens en kenmerken over belastbare feiten voor de onroerende zaak belasting, hondenbelasting, toeristenbelasting, afvalstoffenheffing/reinigingsrecht en rioolrechten.
•
Het op basis van de registraties opstellen van belasting- en heffingenkohiers voor de gecombineerde aanslag en het vervaardigen en verzenden van de gecombineerde aanslag.
•
Het registreren, beheren en controleren van gegevens en kenmerken van objecten.
•
Het bepalen van de waarde van objecten voor de WOZ beschikking (op de gecombineerde aanslag).
•
Het kwijtschelden van belastingen op basis van het beleid van de gemeente.
•
Het registreren, beheren en controleren van automatische kwijtscheldingen
•
De afhandeling van bezwaar tegen belastingen, heffingen, innen, WOZ.
•
Het afhandelen van administratief beroep tegen kwijtschelding.
•
Het afhandelen van beroep.
7. Regionale brandweer Zuid Limburg De uitvoering van de brandweertaak is van oudsher een gemeentelijke verantwoordelijkheid. De brandweerwet 1985 verplicht gemeenten daarnaast deel te nemen aan de regionale brandweer. Deze regionale samenwerkingsverbanden moeten worden gezien als een vorm van verlengd lokaal bestuur. De regionale brandweren vervullen een facilitaire functie ten behoeve van gemeenten.
Programmajaarverslag 2011
53
8. GHOR GHOR staat voor Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen, oftewel het helpen van mensen die slachtoffer zijn geworden, of zouden kunnen worden, van een (dreigend) groot ongeval of een ramp. 9. GGD De activiteiten van de GGD’en zijn erop gericht om risico’s voor de gezondheid zo klein mogelijk te maken en tegelijkertijd de gezondheid van alle 16 miljoen inwoners van Nederland te bevorderen; in ieder provincie, streek, stad, buurt en straat. Met speciale aandacht voor de mensen die het meest kwetsbaar zijn. 10. Rd4 Reinigingsdiensten Rd4 levert een compleet pakket van diensten in afvalverwijdering en reiniging voor overheden, bedrijven, instellingen en particulieren in Limburg. Rd4 werkt conform strenge milieu-eisen, waarbij gescheiden afvalinzameling en -verwerking en recycling vanzelfsprekend zijn. 11. NV Rd4 Het tot stand brengen van een doelmatige, milieutechnisch verantwoorde en marktconforme inzameling en verwerking van afvalstoffen, in het bijzonder bedrijfsafvalstoffen, het adviseren op het gebied van ontwikkeling en implementatie van milieubeleid, een en ander met inachtneming van het provinciaal milieubeleidsplan als bedoeld in de Wet milieubeleid en van het door de overheid gevoerde afvalstoffenbeleid. 12. Licom NV Licom N.V. is een maatschappelijke onderneming die diensten verleent op het gebied van arbeidsmarkttoeleiding voor personen die op grond van een WSW indicatie te werk worden gesteld. De expertise van Licom op het gebied van werkgelegenheidsontwikkeling voor de sociale werkvoorziening en haar infrastructuur zijn bij uitstek geschikt voor het re-integreren van deze arbeidskrachten. 13. Werkvoorzieningschap O.Z.L. Het Werkvoorzieningschap OZL voert namens elf gemeenten in Oostelijk Zuid-Limburg op basis van een gemeenschappelijke regeling de regie over de uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw). Het betreft hier het passend werk bieden aan mensen die op grond van een Wsw-indicatie zijn aangewezen op aangepast werk. 14. Watermaatschappij Limburg Vanuit haar nutstaak voorziet WML de gehele Limburgse bevolking van zuiver, helder en betrouwbaar drinkwater. Vanzelfsprekend tegen een zo laag mogelijke prijs. WML werkt efficiënt en kostenbewust, waar mogelijk samen met andere bedrijven. 15. ISD BOL De ISD BOL voert voor de deelnemende gemeenten alle taken uit in het kader van de uitvoering van de WWB, IOAZ, en IOAW, en is tegelijkertijd strategische partner voor de gemeenten bij het in gang zetten van processen in de richting van beoogde maatschappelijke doelen. Programmajaarverslag 2011
54
4.5
LOKALE HEFFINGEN Algemeen Naast de algemene uitkering uit het gemeentefonds en de specifieke uitkeringen van het rijk zijn de lokale heffingen een belangrijk onderdeel van de gemeentelijke inkomsten. Deze paragraaf behandelt de belangrijkste uitgangspunten ten aanzien van de verschillende gemeentelijke heffingen (tarievenbeleid). Verder wordt in deze paragraaf inzicht gegeven in de lokale belastingdruk en wordt een korte beschrijving gegeven van het gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid. Gemeentelijke heffingen De paragraaf lokale heffingen heeft betrekking op zowel de heffingen waarvan de besteding is gebonden als waarvan de besteding ongebonden is. Ongebonden besteding heeft betrekking op de onroerende zaakbelastingen, hondenbelasting en toeristenbelasting. Gebonden besteding heeft betrekking op afvalstoffenheffing, rioolrechten, baatbelasting en leges. De opbrengst van deze heffingen is geoormerkt voor specifieke doeleinden en zijn gekoppeld aan het vraagstuk van de kostendekkendheid. Met kostendekkendheid wordt bedoeld dat de kosten c.q. lasten (inclusief kwijtschelding) worden gedekt door de netto-opbrengsten. De netto-opbrengsten zijn de belastingopbrengsten gecorrigeerd voor oninbaarheid. Verordeningen Het beleid inzake de lokale heffingen is verder opgenomen in de diverse belastingverordeningen en beleidsregels, die jaarlijks bij raadsbesluit worden vastgesteld. In onderstaande tabel treft u een overzicht aan van de gerealiseerde inkomsten uit lokale heffingen afgezet tegen de daarvoor opgenomen budgetten in de bijgestelde begroting en jaarrekening 2010.
rekening 201 0
begroting 2011
rekening 20 11
Mutatie
96 9
1 .016
1.0 17
0,1%
92 52
102 52
1 04 53
1,3% 1,7%
Onroerende zaak bel asting eig enaren woni ngen Onroerende zaak bel asting eig enaren niet-woningen Onroerende zaak bel asting gebruikers niet-woningen Baatbel asting
2
2
2
0,0%
78 2 85 0
892 889
8 14 8 92
-8,8% 0,3%
Hondenbelasti ng
60
65
67
2,6%
Bouwleges
41
26
33
30,2%
15 0 3
147 3
1 37 3
-7,3% 0,2%
12 11
10 13
11 14
14,0% 9,8%
Afvalstoffenheffi ng/reinigingsrechten Rioo lrechten
Secretariel eges Marktgelden Toeristenb elasting Begrafenisrechten Totaal
3.023
Programmajaarverslag 2011
3.218
3.147
-2,2%
55
In onderstaande grafiek wordt uiteen gezet op welke wijze de inkomsten uit lokale heffingen zijn opgebouwd. Hieruit kan worden afgeleid dat het grootste deel van de inkomsten uit lokale heffingen bestaat uit de onroerende zaakbelasting (37,3%), afvalstoffenheffing (25,9%) en rioolrechten (28,4%).
Afvalstoffenheffing 25,9%
Rioolrechten 28,4%
Bouwleges 1,1% Secretarieleges 4,3% Hondenbelasting 2,1%
Onroerende zaakbelasting 37,3%
4.5.1
Overige 0,9%
Onroerende zaakbelastingen De onroerende zaakbelastingen zijn als algemeen dekkingsmiddel verreweg de belangrijkste belastingsoort. De onroerende- zaakbelastingen (OZB) hebben tot doel om de gemeente te voorzien van algemene middelen. • Beleid ten aanzien van de onroerende zaakbelastingen Het beleid is erop gericht een meeropbrengst te realiseren gelijk aan de begrote opbrengst in het jaar t-1 vermeerderd met de inflatiecorrectie rekening houdende met: a. de waarde- ontwikkelingen sinds de vorige waardepeildatum; b. de autonome ontwikkelingen. De grondslag voor de heffing van de OZB voor 2011 is de waarde van de onroerende zaken naar de peildatum 1 januari 2010. In onderstaande tabel wordt een aantal kerncijfers gepresenteerd die verband houden met de onroerende zaakbelasting.
Programmajaarverslag 2011
56
Kengetallen onroerend zaakbelasting rekening 2010
begroti ng 2011
rekening 20 11
1.113.10 6
1.170 .480
1.173.5 92
747.000.00 0
7 12.126 .000
729.130.0 00
eigenaar woningen
0,14036%
0,1535 2%
0,15352%
gebruiker niet woningen
0,09969%
0,0986 8%
0, 09868%
eigenaar niet woning en
0,14036%
0,1535 2%
0,15352%
WOZ tarief inkomstenmaatstaf niet-wo ningen eigenaar ( 70 %)
0,08582%
0,0877 1%
0,08771%
WOZ tarief inkomstenmaatstaf niet-wo ningen geb ruiker ( 70%)
0,06916%
0,0707 0%
0, 07070%
WOZ tarief inkomstenmaatstaf woning en eigenaar ( 80%)
0,07208%
0,0748 0%
0, 07480%
OZB opbrengst % bi jdrag e in exploi tatiekosten
2,46%
3,6 1%
4,64%
Aantal woningen
3.57 3
3 .573
3.5 73
Inkomstenmaatstaf alg emene u itkering (basis)
769.82 2
760 .856
761.9 78
Maatstaf (basis) t.o.v. opbrengst OZB
343.28 4
409 .625
411.6 15
Inkomstenmaatstaf alg emene u itkering (70%-80%)
601.13 5
594 .496
595.4 68
maatstaf (70%-80%) t.o.v. opbreng st OZB
511.97 1
575 .984
578.124
Opbrengst OZB OZB waarde Tarieven OZB per € 2.500 WOZ waarde
4.5.2
Afvalstoffenheffing Op grond van de Wet milieubeheer is iedere gemeente verplicht huisvuil op te halen bij elk binnen haar grondgebied gelegen perceel waar zodanige huishoudelijke afvalstoffen in een particuliere huishouding kunnen ontstaan. Hieraan ligt de gedachte ten grondslag dat iedereen belang heeft bij een schone leefomgeving en derhalve bij een doelmatige verwijdering van huisvuil. De hieraan verbonden kosten kunnen worden verhaald door een heffing van de feitelijke gebruiker van het perceel. • Beleid ten aanzien van de hondenbelasting Het uitgangspunt bij de afvalstoffenheffing is 100% kostendekkendheid.
Programmajaarverslag 2011
57
Alle bedragen in onderstaand overzicht zijn inclusief BTW. Kengetall en afvalstoffenheffi ng rekening 2010
begroting 2011
rekening 201 1
Totale l asten niet te verdisconteren lasten: vo orlichting handhaving
9 15.092
956.607
892.12 2
1.265 57.071
1.100 58.991
1.08 0 58.99 2
Netto lasten
856.757
896.516
832.05 0
Totale b aten aanwending reserve afvalstoffenheffing
7 81.720 0
891.995 0
813.89 1 0
Netto baten
7 81.720
891.995
813.89 1
Dekkingsresultaat Dekki ngs %
-75.037 91%
-4.521 99 %
-18.15 8 98%
242,73
244 ,58
223,1 1
Gemid del de aanslag afvalstoffenheffing
4.5.3
Toeristenbelasting Door de heffing van een toeristenbelasting is het mogelijk om een bijdrage te verkrijgen in de kosten van de (algemene) voorzieningen waarvan ook de toeristen profiteren. Dit betekent, dat bij de toeristenbelasting sprake is van een algemene heffing waarvan de opbrengst ten goede komt aan de algemene middelen. • Beleid ten aanzien van toeristenbelasting De gemeente biedt ondernemers aan het begin van het belastingjaar de mogelijkheid te opteren voor forfaitaire berekening van het aantal overnachtingen. Voor het jaar 2011 maakten 5 van de 8 ondernemers daar gebruik van. Voor de overige ondernemers vindt heffing plaats per overnachting per persoon. Kengetall en toeristenbelasting
Opbrengst Aantal overnachtingen Tarief per overnachting
4.5.4
rekening 2010
begroting 2011
rekening 2011
8.637 10.796 0,8
9.500 10.556 0,9
10.82 8 12.03 1 0,9
Rioolheffing De gemeente heft een rioolheffing van de gebruiker van een onroerende zaak die direct of indirect op de gemeentelijke riolering is aangesloten. Uit de rioolheffing wordt de gemeentelijke waterzorgplicht bekostigd. De huidige rioolheffing wordt geheven op grond van artikel 228 a van de Gemeentewet.
Programmajaarverslag 2011
58
• Beleid ten aanzien van rioolrecht De tarieven worden zodanig vastgesteld dat er sprake is van een kostendekkendheid van 100%, rekening houdende met de inflatie en het vastgestelde Waterplan. Zoals uit onderstaande tabel blijkt worden overschrijdingen van de rioleringsbudgetten geput uit de voorziening rioleringen. Bij onderuitputting wordt het bedrag dat resteert toegevoegd aan die voorziening. Kengetall en rio olheffi ng
4.5.5
rekening 2010
begroting 2011
rekening 20 11
Toevoeging /onttrekki ng aan voo rzieni ng/reserve exploitatielasten
10 4.000 75 0.946
-1 19.123 1.0 14.718
-60.3 46 952.4 51
Saldo kosten
85 4.946
895.595
892.1 05
Opbrengst rioo lrecht
84 9.816
889.329
892.1 05
Dekki ngsresu ltaat Dekki ng % ( excl . reserve)
-5.130 99,4%
-6.266 9 9,3%
0 1 00,0%
vast tarief per aansluiting
2 34,00
247,44
247,44
Hondenbelasting De hondenbelasting is een belasting die bijdraagt aan de algemene middelen van de gemeente. Belastingplichtig voor de hondenbelasting is ‘de houder’ van een hond. Als grondslag geldt het aantal honden. Voor de 2e en volgende honden wordt een oplopend tarief gehanteerd. Hondencontroles worden in het hele Parkstadgebied structureel en planmatig uitgevoerd in combinatie met publicaties en zichtbaar aanwezig zijn (GBRD- auto voorzien van grote aanduiding “hondencontrole”). Het effect hiervan voor de opbrengst is duidelijk zichtbaar. • Beleid ten aanzien van rioolrecht Belastingplichtig voor de hondenbelasting is ‘de houder’ van een hond. Als grondslag geldt het aantal honden. Voor de 2e en volgende honden wordt een oplopend tarief gehanteerd. Kengetall en hondenbelasting
Opbrengst Tarief voor eerste hond Tarief voor tweede hond Tarief voor i edere hond boven het aantal van twee Kenneltarief
Programmajaarverslag 2011
rekening 2010
begroting 20 11
rekening 2011
5 9.605 45,8 66,1 86,5 508,8
64.812 46 ,7 67 ,4 88 ,2 518 ,9
65.874 46,7 67,4 88,2 518,9
59
4.5.6
Lokale lastendruk Inzicht in de lokale lastendruk is van belang voor de integrale afweging tussen beleid en inkomsten. Onderstaand treft u een overzicht aan van de gemeentelijke woonlasten van de gemeente in vergelijk met de overige gemeente in Parkstad Limburg. Gemeentelijke woonlasten Inst rument
4.5.7
Gemeente
Gem. econom. waarde woni ngen 2010 2011
Onderbanken
187.36 3 176.341
OZB eigenaar 201 0 2011 26 3
271
Rioolrecht gebruiker 20 10 2011 2 34
Rioolrecht eigenaar 2 010 2011
Rei nigingsrechten 2010 2011
Totaal 2010
2011
247
0
0
237
24 0
734
759
Brunssum
150.92 4 143.030
18 8
192
0
0
238
243
229
23 2
655
667
Heerlen Kerkrade Landg raaf Simpelveld Voerendaal
125.96 3 143.14 2 159.93 6 174.02 9 223.53 8
18 3 20 8 22 6 25 3 22 7
189 212 233 264 250
77 172 89 2 35 2 00
78 178 94 259 210
76 0 65 0 0
68 0 70 0 0
347 278 293 242 276
35 2 26 3 28 7 24 2 24 1
684 658 673 730 703
688 652 684 765 701
121.002 138.829 153.419 161.050 214.135
Kwijtscheldingsbeleid De voorwaarden waarbinnen de gemeente kwijtschelding kan verlenen aan natuurlijke personen zijn door het Rijk in onder meer de Invorderingswet en bijbehorende Uitvoeringsregeling strak omschreven. Het beleid ten aanzien van het verlenen van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen is gericht op kwijtschelding van de woonlasten die voor de burger niet verwijtbaar zijn. Dit zijn de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. Voor belastingplichtigen die in twee voorafgaande jaren volledige kwijtschelding kregen én die op het moment van opleggen van de aanslag nog een uitkering in het kader van de Wet Werk en Bijstand ontvingen, is automatische kwijtschelding verleend. Belastingplichtigen die in het voorafgaande jaar gehele of gedeeltelijke kwijtschelding hebben ontvangen en die niet in aanmerking komen voor automatische kwijtschelding, krijgen automatisch het aanvraagformulier toegestuurd. In behandeling genomen verzoekschriften om kwijtschelding: Soort verzoek
Eerdere belastingjaren
Bel astingjaar 2011
Automatisch Beroepschrift Eerste verzoek
83 6 71
91 5 77
Totaal
160
173
Toegekende verzoekschriften om kwijtschelding: Soort verzoek
Eerdere belastingjaren
Bel astingjaar 2011
Automatisch Beroepschrift Eerste verzoek
83 3 51
91 2 60
Totaal
137
153
Programmajaarverslag 2011
60
4.6
BESTEMMINGSPLANNEN Conform artikel 16 BBV bevat deze paragraaf: 1.
een visie op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de doelstellingen zoals opgenomen in de verschillende relevante programma’s;
2.
een aanduiding van de wijze waarop het grondbeleid zal worden uitgevoerd;
3.
een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie;
4. 5.
een onderbouwing van de (te verwachten) winstneming; de beleidsuitgangspunten over de reserve grondzaken in relatie tot de risico’s van grondzaken.
De onderwerpen die zijn verwoord onder de punten 1. en 2. worden opgenomen in een nota grondbeleid waarvan de voorbereiding in de loop van 2011 ter hand is genomen. Hieronder wordt de stand van zaken geschetst met betrekking tot de bestemmingsplannen die in 2011 nog in exploitatie waren. De grondexploitatie heeft betrekking op het verwerven, saneren, bouwrijp maken en uitgeven van gronden alsmede de inrichting van het openbaar gebied en de aanleg van de infrastructuur. Tegenover deze kosten staan de opbrengsten uit de gronduitgifte voor bouwrijpe grond. Bestemmingsplan Aan de Belboom Uw raad heeft besloten de uitgangspunten ten behoeve van het opstellen van een nieuw bestemmingsplan woonkernen 2012 vast te stellen. De belangrijkste wijziging vloeit voort uit het structuurvisiebesluit van Parkstad Limburg. Als gevolg van dat structuurvisiebesluit zullen de woonbestemmingen waarvoor, vanaf de datum van de ter inzage legging van het ontwerp bestemmingsplan nog geen ontvankelijke bouwaanvraag is ontvangen, komen te vervallen tenzij deze zijn opgenomen in of passen binnen de regionale afsprakenkaders (o.a. woningprogrammering).Met betrekking tot het vervallen van bouwkavels wordt geen onderscheid gemaakt tussen bouwkavels in eigendom van particulieren en bouwkavels in eigendom van de gemeente. Dit betekent dat de kavels in het bestemmingsplan Aan de Belboom eveneens komen te vervallen. Handelsterrein Roode Beek Samen met de gemeente Brunssum is het opstellen van het bestemmingsplan van het bedrijventerrein Roode Beek ter hand genomen. De opdracht voor het opstellen van het bestemmingsplan is verleend. Door samen met de gemeente Brunssum het bestemmingsplan op te stellen worden de kosten nagenoeg gehalveerd.
Programmajaarverslag 2011
61
Programmajaarverslag 2011
62
4.7 4.7.1
BEDRIJFSVOERING Personeel en organisatie Personeel Vanwege een te verwachten tekort aan arbeidskrachten en om de sociale zekerheid betaalbaar te houden, zullen mensen langer doorwerken. Duurzame inzetbaarheid was in 2011 dan ook een belangrijk thema. Wij realiseren ons dat het bereiken van optimale en duurzame inzetbaarheid diverse maatregelen vergt. Te noemen vallen: aandacht voor organisatiecultuur, voor vitaliteit van individuele medewerkers, voor arbeidssituatie en loopbaan en voor leeftijdsbewust personeelsbeleid. Gelet op het lopende onderzoek naar de toekomst van Onderbanken is het belangrijk dat met medewerkers wordt gecommuniceerd over hun toekomst in een nieuwe organisatie en in hun competenties wordt geïnvesteerd. Organisatieontwikkeling Het doorontwikkelen van de organisatie naar een nog meer vraaggerichte organisatie houdt tevens een kritisch reflecteren op de huidige organisatie van het werk in. Deze ontwikkeling vertaalt zich onder andere in het vorm geven van een klant contact centrum (KCC). Werving en selectie Door de verhoogde uitstroom van een groot deel van de werkzame bevolking, zal in de komende jaren een grote druk op de beschikbaarheid van gekwalificeerd (hoger opgeleid) personeel ontstaan. Ook Onderbanken wordt hiermee geconfronteerd. Wij stelden eerder vast dat het voor onze organisatie (en wellicht meer nog dan voor grotere werkgevers) lastig is (gelet op het salarisgebouw van onze gemeente) om bij alle vacatures medewerkers aan te trekken die reeds in belangrijke mate beschikken over de aan de voor de functie voorgeschreven competenties en vaardigheden. Ondanks de hiervoor geschetste problematiek zijn wij er in 2011 in geslaagd de vacatures in te vullen. Opleiden Een organisatie die vitaal wenst te zijn dient stevig te investeren in de kwaliteit van de medewerkers. Het gegeven dat een gemeente een kennisintensieve werkgever is en dat de maatschappelijke omgeving hoge eisen stelt aan dienstverlening brengt met zich mee dat wordt onderkend dat “een leven lang leren” noodzakelijk is. Ook in 2011 hebben wij gewerkt aan het verder ontwikkelen van vaardigheden en competenties. Hiervoor wordt gewerkt met een strategisch organisatiebreed opleidingsprogramma, waar naast de organisatiebreed te organiseren opleiding ook de individuele opleidingstrajecten zijn benoemd en gefaciliteerd. Dit plan draagt daarmee tevens bij aan het realiseren van onze organisatiedoelstellingen. Organisatiebreed heeft in aansluiting op een eerder traject van de raad en het college een training morele oordeelsvorming plaatsgevonden en hebben ook diverse betrokken medewerkers naar aanleiding van het nieuwe vastgestelde aanbestedingsbeleid hiervoor een cursusdag gevolgd. Programmajaarverslag 2011
63
Arbeidsomstandigheden Wij zijn op grond van de arbeidsomstandigheden wetgeving verplicht een adequaat arbobeleid te voeren. Daartoe beschikken wij over een actuele risico-inventarisatie en – evaluatie (RI&E) en een bijbehorend plan van aanpak, dat met de betrokken medewerker en met inbreng van onze OR wordt uitgevoerd. In 2011 heeft als gevolg van klachten van diverse medewerkers een binnenklimaat onderzoek plaatsgevonden. De actiepunten die uit dit plan naar voren zijn gekomen worden verder uitgevoerd. 4.7.2
Informatievoorziening en automatisering Reeds een aantal jaren wordt overheidsbreed ingezet op de ontwikkeling van de eoverheid, het concept voor een betere (digitale) dienstverlening door gebruik te maken van de mogelijkheden van ICT. Om dit te realiseren zijn van rijkswege ondersteunende programma’s ontwikkeld waar onze gemeente ook gebruik van maakt. Onze gemeente is aangesloten op de landelijke voorziening BAG en de WABO is geïmplementeerd. Voorts is de lokale regelgeving met ingang van 2011 voor burgers te raadplegen op overheid.nl. Binnen de landelijke uitvoeringsprogramma’s (genaamd INUP) is het doel gesteld om gemeenten na 2015 als ‘poort van de overheid’ te laten functioneren. Hierbij is de implementatie van de elektronische dienstverlening een speerpunt. Uitvoeringsprogramma In het uitvoeringsprogramma zijn vier deelgebieden gedefinieerd. Binnen elk deelprogramma zijn concrete projecten benoemd die gezamenlijk invulling geven aan het totale uitvoeringsprogramma. Het betreft de volgende vier deelprogramma’s. Programma 1 : Dienstverlening Dit programma is erop gericht om de elektronische dienstverlening te verbeteren binnen het raamwerk van de beoogde e- overheid. Belangrijkste focus heeft hierbij in eerste instantie gelegen op wettelijke verplichtingen zoals de webrichtlijnen en het dienstenloket. Nu wordt ingezet op de noodzakelijke doorontwikkeling van de front-office ten behoeve van de publieke dienstverlening. Op dit terrein werken de Parkstad- Limburggemeenten samen op basis van het concept Parkstad Limburg heeft antwoord. Programma 2 : Bedrijfsvoering Dit programma is erop gericht om de bedrijfsvoering efficiënter in te richten en de kwaliteit van de basisgegevens te verhogen d.m.v. de invoering van o.a. de basisregistraties. In dit licht past verder het integraal opzetten van het gegevensbeheer en het bevorderen van het organisatiebreed gebruik van basisgegevens. Programma 3 : Informatievoorziening Dit programma is erop gericht om de documentaire informatievoorziening te professionaliseren en d.m.v. een midoffice architectuur de elektronische overheid te Programmajaarverslag 2011
64
ondersteunen. Inmiddels hebben wij onze ICT infrastructuur vernieuwd. Belangrijkste focus ligt nu in eerste instantie op de aanschaf en implementatie van een nieuwe documentmanagement systeem (DMS/WFM) en de invoering documentair structuurplan als basis voor het inrichten van digitale werkprocessen. Programma 4 : Organisatieontwikkeling Dit deelprogramma is erop gericht om de huidige organisatie af te stemmen op de nieuwe werkwijze en de gewenste cultuur zoals beoogd vanuit het uitvoeringsprogramma NUP. Richtinggevende uitspraken op het gebied van dienstverlening, bedrijfsvoering en informatievoorziening worden vertaald naar een duidelijke visie en strategie, die door middel van een veranderkundige aanpak richting geven aan de organisatieontwikkeling voor de komende jaren. De organisatieontwikkeling speelt zich af in de bredere context van de strategische toekomstvisie “Onderbanken verleidt” en de toekomst van Onderbanken. Samenwerken In het vierde kwartaal van 2011 is een zogenoemde Business case (PIT4All) van ICT Parkstad Limburg opgeleverd. In het eerste kwartaal van 2012 moeten de (financiële) aspecten van de ICT- samenwerking inzichtelijk worden. Daarbij zal vanuit een realistisch toekomstig scenario (samenwerking) duidelijk kunnen worden wat de kosten en baten zijn. Vergelijking met ongewijzigd beleid (geen samenwerking op deze schaal) kan dan een beeld geven van de noodzaak of wenselijkheid op regioschaal. Daarnaast wordt aanvullend ook per gemeente onderzocht wat dit concreet kan betekenen in termen van lokale kosten en baten. De informele samenwerking op ICT- gebied tussen de gemeenten Landgraaf, Brunssum en Onderbanken is in 2011 gecontinueerd. Deze samenwerking fungeert als een voorportaal voor de te realiseren PIT- samenwerking. De drie genoemde gemeenten hebben in 2011 aanzetten gedaan om te komen een integraal beveiligingsplan. Vervanging ICT infrastructuur en kantoorautomatiseringssoftware Om diensten te kunnen aanbieden aan de burgers, bedrijven en instellingen is het noodzakelijk dat de benodigde applicaties (programma’s behorende bij specifieke gemeentelijke taken) en ICT- infrastructuur aanwezig zijn. Deze ondersteunende middelen bepalen in belangrijke mate of de voorgenomen dienstverlening kan worden waargemaakt. In 2011 zijn alle werkplekken in het gemeentehuis vervangen. Nieuwe website In 2011 is de nieuwe gemeentelijke website gelanceerd. Aan deze website lagen ten grondslag een gebruikersonderzoek en de webrichtlijnen.
Programmajaarverslag 2011
65
4.7.3
Kengetallen bedrijfsvoering Bedragen in duizenden eu ro directe lo onko sten kosten inleenk rachten bijko mende personeelskosten
2008
2009
201 0
20 11
3 .204
3.182
3.13 1
3.2 16
139
176
47 2
3 24
61
65
55
77
hu isvestingsko sten
195
189
16 8
1 81
auto matiseringskosten
237
181
15 6
1 29
kosten raad
64
79
10 3
85
kosten griffie
54
55
65
61
kosten rek enkamer
3
9
9
9
accountantskosten
39
38
42
29
personeelsleden in dienst per 1 janu ari
58
59
57
59
onderverdeeld naar leeftijd: t/m 25 jaar
0
1
0
3
26 t/m 35 jaar
13
10
9
8
36 t/m 45 jaar
24
23
24
23
46 t/m 55 jaar
11
12
13
14
56 t/m 65 jaar
10
13
11
11
12
13
9
10
onderverdeeld naar belo ningsschaal: schaal 3-5 schaal 6-8
19
21
26
23
schaal 9 en hoger
27
27
22
26
4,6%
3 ,5%
3,8%
3,9%
ziek teverzui mpercentage o nder te verdelen in: lang durig (> 30 dagen) incl. zwangerschapsverlof
2,6%
1 ,8%
2,1%
2,4%
kortdurig
2,0%
1 ,7%
1,7%
1,5%
89
88
93
86
melding sfrequ entie
Programmajaarverslag 2011
66
4.8
SUBSIDIES In de vergadering van 8 december 2011 heeft de raad de algemene subsidieverordening vastgesteld. Deze verordening geeft het college de bevoegdheid subsidies te verstrekken. Om duidelijkheid te geven aan mogelijke aanvragers van subsidie stelt het college beleidsregels vast waarin onder andere staat voor welke activiteiten subsidie wordt verleend en op welke wijze de hoogte van de subsidie wordt vastgesteld. Subsidies worden verstrekt voor de beleidsterreinen sport, cultuur en welzijn. Aangezien de subsidies vaak per jaar of zelfs meerdere jaren worden verstrekt, vindt de verantwoording van de inzet van subsidies niet zozeer via de tussenrapportages plaats, maar hoofdzakelijk via de jaarrekening. De rechtmatigheid wordt gecontroleerd door de accountant, de doelmatigheid en doeltreffendheid kan de raad met behulp van deze paragraaf controleren. In de onderstaande tabel treft u een overzicht aan van de verstrekte subsidies, afgezet tegen de ramingen die hiervoor in de begroting 2011 zijn opgenomen.
Subsidies lokale vrijwil ligersorganisaties en professio nele instellingen (bed ragen in duizenden euro's)
Begroting Jaarrekening 2011
2011
110,9 7,0
110,9 7,0
Peuterspeelzaalwerk
106,1
105,0
Algemeen maatschappelijk w erk Welzijn Jeugd en Ouderen Bibliotheekwerk
136,0 305,8 164,6
136,0 305,8 164,6
Tota al
830,4
829,2
• Lokale vrijwilligersorganisaties Subsidies verenigingen Muziekonderwijs • Lokale professionele instellingen
Programmajaarverslag 2011
67
Programmajaarverslag 2011
68
4.9
BEZUINIGINGEN Bij de vaststelling van de begroting 2011 heeft uw raad besloten tot het nemen van een aantal bezuinigingsmaatregelen. Voor een aantal maatregelen is een inschatting gemaakt van de termijn waarop de bezuinigingen kunnen worden gerealiseerd. Om grip te houden op de realisatie van de opgenomen bezuinigingen nemen wij in dit jaarverslag een aparte paragraaf “bezuinigingen” op. In onderstaande tabel zijn bezuinigingen die betrekking hebben op het dienstjaar 2011 vermeld. Bezuinigingsmaatregelen 2011
Raming
Realisatie
Verschil
1
wegrehabilitaties
81
81
0
2
ond erho ud openb aar groen
54
54
0
3
gel uidmeetnet AWACS
5
5
0
140
14 0
0
Bezuinigingen Programma Vitale Leefomgeving 4
ond erwijsbegelei ding
3
3
0
5
leerlingenvervoer
7
7
0
6
spo rtverkiezing
2
2
0
7
spo rtstimulering
7
7
0
8
investeri ng bui tensportaccommodaties
45
45
0
65
65
0
205
20 5
0
Bezuinigingen Programma Vitale samenleving To tale b ezuinigingen
De in 2011 voorgenomen bezuinigingen zijn allen gerealiseerd.
Programmajaarverslag 2011
69
Programmajaarverslag 2011
70
5. LIJST MET AFKORTINGEN Afkorting:
Betekenis:
AB arbo-beleid AWA AWACS BAG BBB BBV BCO BMV BNG BTW BV c.q. CAO CBL CvA DB DLG DMS/WFM EGEM-i EL&I Enexis
Algemeen Bestuur arbeidsomstandighedenbeleid Afvalwater Akkoord Airborne Warning And Control System Basisregistraties Adressen en Gebouwen Bergbezinkbassin Besluit Begroting en Verantwoording Business Club Onderbanken Brede Maatschappelijke Voorziening Bank Nederlandse Gemeenten Bruto Toegevoegde Waarde Besloten Vennootschap casu quo (in welk geval) Collectieve Arbeidsovereenkomst Cros Border Lease College van Arbeidszaken Dagelijks Bestuur Dienst Landelijk Gebied Document Management Systeem / Workflow Management inzicht in samenhang onderdelen E-GEMeente (verbeteren van diensten door de overheid aan burgers en bedrijven) Ministerie van Economie, Landbouw en Innovatie Enexis beheert het energienetwerk in Noord-, Oost- en Zuid-Nederland Elektriciteits- Productiemaatschappij Zuid-Nederland, leverancier van electriciteit met behulp van kernenergie, kolen en biomassa Energy Resources Holding De Gemeenschappelijke Belasting- en Registratie Dienst is een samenwerkingsverband van zes gemeenten Gemeentelijke/Gewestelijke/Gemeenschappelijke GezonheidsDienst Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Gemeenschappelijke Regeling Informatiesystemen Computers Telecommunicatie (Informatie en Communicatietechnologie) Informatiesystemen Computers Telecommunicatie (Informatie en Communicatietechnologie) Park Stad Limburg stichting Instandhouding Kleine Landschapselementen Wet inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte werkloze Werknemers Wet inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen Intergemeentelijke Sociale Dienst Brunssum Onderbanken Landgraaf Klant Contact Centrum Kostendekkingsplan Kasgeldlimiet lening opgenomen geld lening uitgegeven geld Is een onderneming die diensten verleent op het gebied van arbeidstoeleiding Extern bureau welke een haalbaarheidsonderzoek uitvoert naar een mogelijke BMV voor Jabeek en Bingelrade Ministerie van Infrastructuur en Milieu Natuur- en Recreatief Ontwikkelingsplan Natuur en Recreatie Rode Bach Roode Beek
EPZ ERH GBRD GGD GHOR GR ICT ICTPSL IKL IOAW IOAZ ISD BOL KCC KDP KGL lening o/g lening u/g Licom NV M3V ministerie I&M NROP NRR
Programmajaarverslag 2011
71
NUP Afkorting:
Nationaal Uitvoering Programma Betekenis:
NV OR OZB PBE PIP PIT PLB PLR PR
Naamloze Vennootschap Ondernemings Raad Onroerende Zaak Belasting Publiek Belang Elektriciteitsproductie Provinciaal Inpassingsplan Parkstad Informatietechnologie Parkstad Limburg Bestuur Parkstad Limburg Raad Public Relations Reinigingsdiensten Rd4 verzorgt de inzameling en verwerking van afvalstromen voor de gemeente Onderbanken en beheert het milieupark Risico Inventarisatie & Evaluatie Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Rheinisch-Westfälisches Elektrizitätswerk, leverancier van gas en stroom (Verbreed) Gemeentelijk Rioleringsplan Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Welzijn, Algemene- en Sociale Zaken Waterschapsbedrijf Limburg Wet FInanciering Decentrale Overheden Wet Regeling Uitzettingen en Derivaten Decentrale Overheden Wet inschakeling Werkzoekenden Watermaatschappij Limburg Wet Onafhankelijk Netbeheer Waardering Onroerende Zaak Werkvoorzieningschap Oostelijk Zuid-Limburg (Wet) Sociale Werkvoorziening Wet Werk en Bijstand Zuid Limburg
Rd4 RI&E RIVM RWE (V)GRP WABO WAS WBL Wet Fido Wet Ruddo WIW WML WON WOZ WOZL (W)SW WWB ZL
Programmajaarverslag 2011
72