PROGRAMMAJAARVERSLAG 2010
GEMEENTE ONDERBANKEN
Programmajaarverslag 2010
2
1
Inleiding
5
2
Kerngegevens
7
3
Programma’s
9
3.1
Vitaal platteland
11
3.2
Vitaal ondernemen
15
3.3
Vitale leefomgeving
19
3.4
Vitale samenleving
27
3.5
Vitale gemeentelijke organisatie
33
3.6
Algemene dekkingsmiddelen
37
4 Paragrafen
39
4.1
Weerstandsvermogen
39
4.2
Financiering
47
4.3
Onderhoud kapitaalgoederen
51
4.4
Verbonden partijen
57
4.5
Lokale heffingen
73
4.6
Bestemmingsplannen
79
4.7
Bedrijfsvoering
81
5 Lijst met afkortingen
Programmajaarverslag 2010
87
3
Programmajaarverslag 2010
4
1
INLEIDING
In dit jaarverslag leggen wij verantwoording af over het gerealiseerde beleid in 2010. In de eerste plaats aan u als gemeenteraad. Maar ook aan onze burgers en maatschappelijke partners. In het verslagjaar hebben gemeenteraadsverkiezingen plaatsgevonden. Op basis van de uitslag van die verkiezingen is een nieuwe raad en een nieuw college van burgemeester en wethouders aangetreden. De begroting voor 2010 is opgesteld door het vorige college en vastgesteld door de vorige gemeenteraad. Wij zijn als college in april 2010 aan de slag gegaan en hebben in 2010 voor een groot deel ook uitvoering gegeven aan de beleidskaders die zijn vastgelegd in de begroting 2010. Daarnaast zijn wij in 2010 gestart met de uitvoering van het coalitieprogramma “Met raad en daad”. De begroting 2010 is vastgesteld in een tijdsgewricht dat het wereldwijd economisch niet voor de wind ging. Hoewel de eerste tekenen van herstel zijn waar te nemen is nog steeds sprake van een instabiele economische situatie met veel onzekerheden. Met name de sanering van de rijksbegroting raakt ook het gemeentelijk huishoudboekje. Al met al zullen de inspanningen gericht blijven op het behoud van een meerjarig sluitende financiële huishouding. De rekening van baten en lasten over 2010 sluit met een positief saldo van 1,35 miljoen euro. Na de aanvullende resultaatbestemming is het saldo nihil. Het resultaat bestaat in hoofdzaak uit eenmalige voordelen die zich in 2010 hebben voorgedaan en werkt dus niet door naar de jaren 2011 en volgende jaren. Voor een nadere analyse van het rekeningresultaat verwijzen wij naar de jaarrekening 2010 waarin per programma een verschillenanalyse is opgenomen.
Programmajaarverslag 2010
5
Programmajaarverslag 2010
6
2
KERNGEGEVENS
Kerngegevens per 1 januari
Werkelijk 2009
Raming 2 010
Werkelijk 2010
A. Sociale structuur Aantal inwoners waarvan: · 0 tot en met 19 jaar · 20 tot en met 64 jaar · 65 jaar en ouder
8142 1.739 4.961 1.442
8.109 1.707 4.918 1.484
8100 1.610 4.909 1.581
0 110 0 0
0 120 0 0
0 120 0 0
3 1
3 1
3 1
0 0
0 0
0 0
142
144
144
2.118 3.581
2.118 3.573
2.118 3.573
Lengte van de wegen (kilometers) waarvan: · wegen buiten de bebouwde kom (verhard/onverhard) · andere wegen binnen de bebouwde kom
111 75 36
111 75 36
111 75 36
Lengte recreatieve ruiterpaden (kilometers) Openbaar groen exclusief wegbermen (hectare) Bos en natuurterrein (hect are)
5 9 384
5 9 384
5 9 384
17.728 2.939 7.347 13.864
28.567 3.132 7.357 35.462
44.849 3.023 7.481 35.462
4.320 2
4.132 2
4.132 2
Reserves en voorzieningen: waarvan: · algemene reserve · bestemmingsreserves · voorzieningen
2.028 5.756 6.446
25.556 6.335 6.632
25.556 6.335 6.632
Per inwoner: Uitgaven gewone dienst Opbrengst belastingen en recht Algemene uitkering uit het Gemeentefonds Boekwaarde investeringen
2.177 361 902 1.703
3.523 386 907 4.373
5.537 373 924 4.378
Langlopende leningen Waarborgsommen op lange termijn
531 0,19
510 0,18
510 0 ,19
Algemene reserve Bestemmingsreserves Voorzieningen
249 707 792
3.152 781 818
3.155 782 819
Aantal periodieke bijstandsgerechtigden waarvan: · personen jonger dan 21 jaar · personen van 21 tot en met 64 jaar · personen van 65 jaar en ouder · personen in een inrichting · uitkeringsgerechtigden ingevolge de IOAW IOAZ · dienstbetrekkingen WIW jongeren ouder dan 23 jaar Aantal tewerk gestelden in de sociale werkvoorziening B. Fysieke structuur Oppervlakte (hectare) Aantal w ooneenheden
C. Financiële structuur (x € 1.000) Uitgaven gewone dienst inclusief resultaatbestemming Opbrengst belastingen en recht Algemene uitkering uit het Gemeentefonds Boekwaarde investeringen Vaste schuld waarvan:
· langlopende leningen · waarborgsommen op lange termijn
Programmajaarverslag 2010
7
Programmajaarverslag 2010
8
3
PROGRAMMA’S
In de voorliggende jaarrekening worden de volgende programma’s onderscheiden: 1 2 3 4 5 6
Vitaal platteland Vitaal ondernemen Vitale leefomgeving Vitale samenleving Vitale gemeentelijke organisatie Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
Per programma onderscheiden we meerdere prioriteiten. Om die prioriteiten te realiseren zijn projecten gedefinieerd. In dit jaarverslag geven wij een overzicht van de stand van zaken. Het eerste deel van een prioriteit gaat in op de vraag: Wat willen we bereiken? Daartoe wordt een aantal projecten gedefinieerd. Vervolgens wordt per prioriteit de status van de projecten beschreven die zijn ondernomen om een en ander te realiseren. Om een beeld te krijgen van de leefbaarheid in onze gemeente maken wij in dit jaarverslag gebruik van de gegevens uit de Parkstadmonitor. In deze Parkstadmonitor geven onze inwoners een waardering op onderwerpen die verband houden met het thema leefbaarheid. Wij gebruiken de resultaten over de jaren 2003 tot en met 2009. Hierbij merken wij op dat door een wijziging van de onderzoeksopzet, vanaf 2009 de informatie over een aantal beleidsaspecten niet meer beschikbaar is. Financiële aspecten In de bestuursrapportages hebben wij tussentijds aan uw raad gerapporteerd over de voortgang van de projecten die zijn opgenomen in de begroting 2010. Middels dit instrument hebben wij eveneens gerapporteerd over de financiële ontwikkelingen die zijn opgetreden na de vaststelling van de programmabegroting 2010. In de jaarrekening geven wij aan het eind van ieder programma een recapitulatie van de oorspronkelijke en bijgestelde begroting 2010 en de gerealiseerde uitgaven 2010. Voor een analyse van de verschillen tussen de bijgestelde raming 2010 en de realisatie 2010 per programma verwijzen wij naar de jaarrekening. In de programma’s wordt een onderscheid gemaakt tussen bestaand en nieuw beleid. Bestaand beleid en nieuw beleid Met de term bestaand beleid wordt het beleid aangeduid dat door uw raad al vóór het opstellen van de begroting 2010 was aanvaard. Dit beleid is in eerdere gemeentebegrotingen verwoord of in beleidsdocumenten die vóór de goedkeuring van de begroting 2010 door uw raad zijn vastgesteld. Ook het beleid dat is gebaseerd op beleidsdocumenten die dateren van vóór de vaststelling van de begroting 2010 en die zich uitstrekken over meer jaren en pas tot financiële consequenties leiden in het tijdvak volgend op het begrotingsjaar, worden in dit verslag gerekend tot het bestaand beleid. Het beleid dat niet kan worden aangemerkt als bestaand beleid wordt in dit jaarverslag aangeduid als nieuw beleid. Programmajaarverslag 2010
9
Programmajaarverslag 2010
10
3.1
VITAAL PLATTELAND
Het programma vitaal platteland besteedt aandacht aan de beleidsthema’s buitengebied en waterbeheersing.
3.1.1 BUITENGEBIED Wat zijn onze prioriteiten?
Welke projecten zijn/ worden uitgevoerd?
In de programmabegroting 2010 zijn de volgende strategische opgaven als prioriteit voor dit beleidsthema benoemd: • Planologisch en fysiek beschermen van natuurgebieden •
Verder uitbouwen recreatief toeristische infrastructuur
•
Uitbreiden van het areaal natuurgebieden
Planologisch en fysiek beschermen van natuurgebieden •
Realiseren ecologische verbindingszones Voor het deel van de Roode Beek tussen Onderbanken, Gangelt, Sittard en Tüddern is een ontwikkelingsvisie opgesteld. Deze is reeds vastgesteld en heeft de instemming van alle partijen. Het plan voorziet in de aanleg van recreatieve infrastructuur en ecologische verbindingszones. Het oprichten van een doelorganisatie/ samenwerkingsverband/ Zweckverband voor de uitvoering van het project verloopt moeizaam.
•
Afsluiten holle wegen In het kader van het project “Bescherming Vliegend Hert” is in 2010 de Etzenraderweg gedurende een aantal maanden afgesloten. De afsluitingen van de holle wegen zijn definitief akkoord bevonden door de brandweer en andere hulpdiensten. Het ontwerpbesluit is gepubliceerd. Er is een aantal zienswijzen tegen dit ontwerpbesluit binnengekomen. Het vereiste verkeersbesluit over de afsluiting van holle wegen is recent genomen.
Verder uitbouwen recreatief toeristische infrastructuur •
Uitvoeren NROP De voorbereidingen voor de realisatie van de grensoverschrijdende Nordic Walking route zijn in 2010 opgestart. De Nordic Walking route is in het voorjaar van 2011 gereed gekomen.
•
Heidenatuurpark De grensoverschrijdende samenwerking voor wat betreft de doorontwikkeling van het Heidenatuurpark is door Parkstad Limburg in 2010 opgestart. In 2011 wordt een samenwerkingsovereenkomst gesloten door de projectpartners, teneinde de ontwikkeling van natuur en landschap enerzijds en toerisme en recreatie anderzijds in goed evenwicht verder te ontwikkelen.
Programmajaarverslag 2010
11
•
Pottenbakkersoven De reconstructie van de pottenbakkersoven is niet in 2010 uitgevoerd. De activiteit is doorgeschoven naar 2011.
•
Aanleg nieuwe visvijver De visvijver is aangelegd en de omgeving is ingericht in 2010. Naar verwachting zal het nog twee jaar duren voordat de visvijver daadwerkelijk kan worden bevist. Periodiek controleren en analyseren leden van HSV De Hering de viswaterkwaliteit.
Uitbreiden van het areaal natuurgebieden •
Herverkaveling Schinveldse Es In 2010 is de besluitvorming rondom de Schinveldse Es afgerond. De werkzaamheden worden uitgevoerd nadat het ruilplan is vastgesteld (ook de uitvoeringswerkzaamheden voor de wegen en waterlopen; vanaf 2012). Het streven is erop gericht om de uitvoering voor het jaar 2015 af te ronden.
•
Herinrichten agrarisch gebied tussen de kernen
De kadernotitie is op 17 maart 2011 door de gemeenteraad vastgesteld. In 2010 heeft de projectvoorbereiding plaatsgevonden. In 2011 zal een definitief plan worden opgesteld. Welke projecten gaan we nog uitvoeren?
Welke kengetallen zijn relevant?
De volgende projecten en activiteiten zijn gepland na 2010: • Uitzichtheuvel • Afsluiten Natuurpark Roode Beek Roode Bach voor gemotoriseerd verkeer Ter zake is in de gemeentemonitor geen relevant kengetal opgenomen.
Programmajaarverslag 2010
12
Wat heeft het gekost?
Vitaal platteland (bedragen in duizenden euro) Dienstjaar
2010 primitief
bijgesteld
rekening
verschil
-526
-3 97
-38 5
13
-8
-10
-6
4
-25
-814
-6 14
200
-2
0
0
0
-11
-11
0
11
0
-4
0
4
62
Lasten •
Best aand beleid beleidsthema Buitengebied Waterbeheersing
•
Neutrale lasten bestaand beleid
•
Onvoorziene lasten Vitaal platteland
•
Nieuw beleid 2010 Onderhoud Schinveldse Es Onderhoud herinrichting agrarisch middengebied Neutrale lasten nieuw beleid Recreatief toeristische visie
0
-91
-28
Herinrichting agrarisch middengebied
0
-26
0
26
Schinvelde Es
0
-116
0
116
Aanvullend krediet aanleg visvijver
0
-15
0
15
Renaturering Roode Beek richting Sittard
0
-35
0
35
-571
-1.519
-1.032
486
24
37
41
4
1
1
1
0
25
38
42
4
-546
-1.4 80
-99 0
490
0
0
0
0
100
814
6 14
-200
Totaal Lasten Baten •
Best aand beleid beleidsthema Buitengebied Waterbeheersing Totaal Baten Saldo programma voor resultaatbestemming Resultaatbestemming
•
Niet van toepassing Totaal Lasten
•
Aanwending voor bestaand beleid
•
Aanwending voor nieuw beleid Recreatief toeristische visie
0
91
28
-62
Herinrichting agrarisch middengebied
0
26
0
-26
Schinvelde Es
0
116
0
-116
Aanvullend krediet aanleg visvijver
0
15
0
-15
Renaturering Roode Beek richting Sittard
0
35
0
-35
100
1.0 97
642
-454
-446
-3 84
-34 8
36
Totaal Baten Saldo programma na resultaatbestemming
Programmajaarverslag 2010
13
Programmajaarverslag 2010
14
3.2
VITAAL ONDERNEMEN Het programma vitaal ondernemen besteedt aandacht aan de beleidsthema’s detailhandel, agrarische bedrijvigheid en bedrijven en omgeving.
3.2.1 DETAILHANDEL Wat zijn onze prioriteiten?
In de programmabegroting 2010 is de volgende prioriteit voor dit beleidsthema benoemd: • Behoud niveau winkelvoorzieningen in de kern Schinveld •
Faciliteren recreatief- toeristische ondernemers, aan huisgebonden activiteiten en ondernemingen die voorzien in de dagelijkse behoefte
Welke projecten zijn uitgevoerd?
Behoud winkelvoorzieningen in de kern Schinveld •
Onderzoek naar haltermodel Er is geen specifiek onderzoek uitgevoerd naar het haltermodel. Dit onderzoek maakt onderdeel uit van het masterplan.
Faciliteren recreatief- toeristische ondernemers, aan huisgebonden activiteiten en ondernemingen die voorzien in de dagelijkse behoefte •
Welke projecten gaan we nog uitvoeren?
De volgende projecten en activiteiten zijn gepland na 2010: • •
Welke kengetallen zijn relevant?
Aanpassen bestemmingsplan woonkernen Voor een toelichting zie programma Vitale leefomgeving
Aantrekken discounter Aanleg bedrijventerrein Roode Beek
De kengetallen voor dit beleidsthema zijn: Tevreden over dagelijkse boodschappen Score in 2001: 46% is tevreden over de voorzieningen voor dagelijkse boodschappen Score in 2003: 48% is tevreden over de voorzieningen voor dagelijkse boodschappen Score in 2005: 51% is tevreden over de voorzieningen voor dagelijkse boodschappen Score in 2007: 47% is tevreden over de voorzieningen voor dagelijkse boodschappen De gemeente heeft een aantrekkelijk centrum Score in 2001: niet vermeld in 2001 Score in 2003: 14% vindt dat de gemeente een aantrekkelijk centrum heeft Score in 2005: 21 % vindt dat de gemeente een aantrekkelijk centrum heeft Score in 2007 : 19% vindt dat de gemeente een aantrekkelijk centrum heeft
Programmajaarverslag 2010
15
3.2.2 BEDRIJVEN EN OMGEVING Wat zijn onze prioriteiten?
In de programmabegroting 2010 is de volgende prioriteit voor dit beleidsthema benoemd: • Verplaatsen van grootschalige bedrijvigheid uit de woonkernen • Ontwikkelen van het bestemmingsplan bedrijventerrein Roode Beek De kengetallen voor deze prioriteiten zijn:
Welke kengetallen zijn relevant?
Geluidsoverlast door (industriële) bedrijven Score in 2001: 5% inwoners ervaart geluidsoverlast Score in 2003: 2% inwoners ervaart geluidsoverlast Score in 2005: 0% inwoners ervaart geluidsoverlast Score in 2007: 0% inwoners ervaart geluidsoverlast Stankoverlast door (industriële) bedrijven Score in 2001: 10% inwoners ervaart stankoverlast Score in 2003: 11% inwoners ervaart stankoverlast Score in 2005: 8% inwoners ervaart stankoverlast Score in 2007: 5% inwoners ervaart stankoverlast
Welke projecten zijn uitgevoerd?
Verplaatsen van grootschalige bedrijvigheid uit de woonkernen •
Verplaatsen grootschalige bedrijvigheid uit de woonkernen In 2010 hebben enkele gesprekken plaatsgevonden met de directies van de twee in de kern Schinveld gelegen grote bedrijven. Gebleken is dat beide bedrijven niet op korte termijn zullen verplaatsen naar het beoogde bedrijventerrein Rode Beek. In 2010 heeft zich een potentiële koper/ belangstellende gemeld. Na eventuele vestiging van dit bedrijf op het bedrijventerrein resteert in principe nog genoeg grond voor beide lokale bedrijven binnen het plan.
Ontwikkeling van het bestemmingsplan bedrijventerrein Roode Beek •
Afronding en in procedure brengen Bestemmingsplan Bedrijventerrein Roode Beek Samen met de gemeente Brunssum is het opstellen van het bestemmingsplan van het bedrijventerrein Rode Beek ter hand genomen. De opdracht voor het opstellen van het bestemmingsplan is in 2010 verleend. Door samen te werken worden de kosten van het bestemmingsplan gehalveerd. Het bestemmingsplan zal in 2011 aan de raad worden voorgelegd ter vaststelling.
Programmajaarverslag 2010
16
Welke projecten gaan we nog uitvoeren?
Wat heeft het gekost?
De aanleg van het bedrijventerrein Roode Beek is gepland na 2010.
•
Vitaal ondernemen (bedragen in duizenden euro) Dienstjaar
2010 primitief
bijgesteld
rekening
verschil
-18
-18
-16
2
Lasten •
Best aand beleid beleidsthema Detailhandel
•
Neutrale lasten bestaand beleid
0
-12
-2
9
•
Onvoorziene lasten Vitaal ondernemen
0
0
0
0
-18
-30
-19
11
Detailhandel
6
6
6
0
Totaal Baten
6
6
6
0
-12
-24
-13
11
Totaal Lasten
0
0
0
0
Aanwending voor bestaand beleid
0
12
2
-9
Totaal Baten
0
12
2
-9
-12
-12
-10
2
Totaal Lasten Baten •
Best aand beleid beleidsthema
Saldo programma voor resultaatbestemming Resultaatbestemming •
•
Niet van toepassing
Saldo programma na resultaatbestemming
Programmajaarverslag 2010
17
Programmajaarverslag 2010
18
3.3
VITALE LEEFOMGEVING
Het programma vitaal leefomgeving besteedt aandacht aan de beleidsthema’s wonen en verblijfsomgeving, verkeer, overlast en afvalinzameling en –verwerking.
3.3.1 WONEN EN VERBLIJFSOMGEVING Wat zijn onze prioriteiten?
Welke kengetallen zijn relevant?
In de programmabegroting 2010 zijn de volgende prioriteiten voor dit beleidsthema benoemd: • Opstellen van een integrale stedenbouwkundige visie (Masterplan Schinveld), inclusief verkeerscirculatie Schinveld • Uitvoering van de renaturering van de Roode Beek Schinveld • Bestemmingsplan Woonkernen • Uitvoeren lokale woonvisie • Uitvoeren van een groen structuur- en beheersplan voor de gemeente Onderbanken • Aanleg bergbezinkbassins De kengetallen voor deze prioriteiten zijn: Waardering kwaliteit woonomgeving (schaalscore) Score in 2001: 7,7 waardering kwaliteit woonomgeving Score in 2003: 7,8 waardering kwaliteit woonomgeving Score in 2005: 7,5 waardering kwaliteit woonomgeving Score in 2007 : 7,4 waardering kwaliteit woonomgeving Score in 2009: 7,3 waardering kwaliteit woonomgeving Waardering beheer en onderhoud (schaalscore) Score in 2001: 6,6 waardering kwaliteit woonomgeving Score in 2003: 6,2 waardering kwaliteit woonomgeving Score in 2005: 6,4 waardering kwaliteit woonomgeving Score in 2007 : 6,3 waardering kwaliteit woonomgeving Score in 2009: 6,3 waardering kwaliteit woonomgeving Tevredenheid buurtvoorzieningen Score in 2001: 52% tevreden over buurtvoorzieningen Score in 2003: 55% tevreden over buurtvoorzieningen Score in 2005: 58% tevreden over buurtvoorzieningen Score in 2007: 53% tevreden over buurtvoorzieningen Score in 2009: 54% tevreden over buurtvoorzieningen Tevredenheid inrichting groen Score in 2001: 45% tevreden over inrichting groen Score in 2003: 40% tevreden over inrichting groen Score in 2005: 46% tevreden over inrichting groen Score in 2007: 36% tevreden over inrichting groen Score in 2009: 38% tevreden over inrichting groen
Programmajaarverslag 2010
19
Waardering over woning (rapportcijfer) Score in 2001: 7,7 waardering over woning Score in 2003: 7,9 waardering over woning Score in 2005: 7,9 waardering over woning Score in 2007: 7,8 waardering over woning Score in 2009: 8,0 waardering over woning Welke projecten zijn uitgevoerd?
Opstellen van een integrale stedenbouwkundige visie (Masterplan Schinveld) inclusief verkeerscirculatie Schinveld •
Masterplan Onderbanken In 2010 is een doorstart gemaakt met de masterplannen. Voor het masterplan Schinveld is Weller onze strategische partner. In 2010 is de laatste hand gelegd aan de concept stedenbouwkundige visie. Deze is eind 2010 tijdens een raadsinformatiebijeenkomst gepresenteerd en toegelicht. Op basis van deze presentatie en door de raad nog eventueel te formuleren nadere kaders kan het masterplan in 2011 definitief worden uitgewerkt en kan uw raad de kaders in 2011 definitief vaststellen. Vaststelling van het masterplan is voorzien begin 2012. In de masterplannen voor de kleine kernen is woningcorporatie ZoWonen onze strategische partner. Voor het masterplan Jabeek/ Bingelrade is het onderzoek van bureau M3V van belang waarbij vijf opties worden onderzocht met betrekking tot een BMV voor de kernen Jabeek en Bingelrade. Dit onderzoek is in februari 2011 afgerond. Het onderzoek zal worden betrokken bij de opstelling van het masterplan Jabeek/ Bingelrade. Vervolgens zal voor dit masterplan alsmede voor het masterplan Merkelbeek een raadspresentatie worden gegeven en dezelfde procedure worden gevolgd als bij het masterplan Schinveld.
Uitvoering van de renaturering van de Roode Beek Schinveld •
Uitvoering Ontkluizing Roode Beek Schinveld In het voorjaar van 2010 is de uitvoering van dit project gestart. De uitvoering is erop gericht de overlast voor omwonenden zoveel mogelijk te beperken. De inwoners worden via een overlegplatvorm bij de uitvoering betrokken. Naar verwachting worden de werkzaamheden in 2011 afgerond.
Bestemmingsplan Woonkernen •
Bestemmingsplan Woonkernen De voor de onderscheiden kernen te ontwikkelen masterplannen verkeren nog in de voorbereidende fase. Zij vormen in ruimtelijk opzicht belangrijke bouwstenen voor het bestemmingsplan woonkernen. Zodra de contouren van die masterplannen helder worden kan worden gestart met de voorbereiding van het bestemmingsplan woonkernen.
Programmajaarverslag 2010
20
Uitvoeren lokale woonvisie •
Onderzoek locaties levensloopbestendige woningen De Herstructureringsvisie van de Woningvoorraad Parkstad Limburg is kaderstellend voor de regio. In 2011 wordt gewerkt aan een nieuw regionaal woningbouwprogramma voor de periode 2012 en verder. Er lopen diverse pilots in de regio om te bekijken op welke wijze invulling kan worden gegeven aan de krimpopgave.
Uitvoeren van een groen structuur- en beheersplan voor de gemeente Onderbanken • Uitvoeren van een groen structuur -en beheersplan In het vastgestelde groenstructuurplan is een aantal actiepunten opgenomen ter verbetering van de groenstructuur en ter versterking van de visueel ruimtelijke kwaliteiten van ons gemeentelijk groen. Voor de hieruit voortvloeiende uitvoeringskosten was tot en met 2010 een jaarlijks budget geraamd van 45 duizend euro. Uw raad heeft bij de vaststelling van de begroting 2011 besloten te stoppen met de uitvoering van het groenstructuur- en beheersplan. In 2010 zijn de volgende zaken uitgevoerd: Aanplant 3 bomen langs de Margrietstraat in Merkelbeek en 1 boom langs de N580 Plaatsen gedenkpaal t.b.v. inrichting Maar/Quabeekgrub in Jabeek Uitbreiden en vervangen van het bomenbestand aan de Veldstraat in Jabeek Met deze zaken is slechts een gering deel van het beschikbare budget gemoeid. Het restant budget wordt aangewend als dekking van de kosten van de aanplant langs het tracé van de renovatie Raadhuisstraat / Kerkstraat. Dit werk wordt uitgevoerd in 2011.
Aanleg bergbezinkbassins •
Aanleg bergbezinkbassins Door vertraging in de optimalisatiestudie van Waterbedrijf Limburg (WBL) voor het gehele afstroomgebied kon in 2010 nog niet worden gestart met de voorbereiding van het bergbezinkbassin in Jabeek. De realisering is hierdoor voorzien in 2011.
3.3.2 VERKEER Wat zijn onze prioriteiten?
In de programmabegroting 2010 zijn de volgende prioriteiten voor dit beleidsthema benoemd: • Effecten buitenring Parkstad • Reconstructies wegen
Programmajaarverslag 2010
21
Welke kengetallen zijn relevant?
De kengetallen voor deze prioriteiten zijn: Waardering verkeerssituatie in de buurt (schaalscore) Score in 2001: 5,8 waardering voor verkeerssituatie in de buurt Score in 2003: 5,8 waardering voor verkeerssituatie in de buurt Score in 2005: 6,1 waardering voor verkeerssituatie in de buurt Score in 2007: 6,3 waardering voor verkeerssituatie in de buurt Score in 2009: 6,3 waardering voor verkeerssituatie in de buurt Tevreden over snelheid in de buurt Score in 2001: 22% tevreden over snelheid in de buurt Score in 2003: 25% tevreden over snelheid in de buurt Score in 2005: 33% tevreden over snelheid in de buurt Score in 2007: 29% tevreden over snelheid in de buurt Score in 2009: 29% tevreden over snelheid in de buurt Tevreden over verkeersdrukte in de buurt Score in 2001: 31% tevreden over verkeersdrukte in de buurt Score in 2003: 32% tevreden over verkeersdrukte in de buurt Score in 2005: 35% tevreden over verkeersdrukte in de buurt Score in 2007: 43% tevreden over verkeersdrukte in de buurt
Welke projecten zijn uitgevoerd?
Effecten buitenring Parkstad •
Voorlichting bevolking over de effecten van de buitenring Parkstad Limburg De gemeente Onderbanken heeft eind 2009 gereageerd op het (concept) inpassingsplan van de Buitenring. Onze inbreng is aan de provincie aangeboden. Aan de bezwaren van onze gemeente is tegemoet gekomen. Zo is rekening gehouden met de optimaliseringsvariant voor de beekkruissing en de kruising met de recreatief toeristische infrastructuur. Tevens komen de kosten van de aanleg van de twee turbo rotondes op de N274 inclusief de flankerende voorzieningen volledig voor rekening van de provincie. Deze rotondes worden bovendien aangelegd voordat met de werkzaamheden in het kader van de Parkstad ringweg wordt gestart. Nu voeren wij met de provincie nog overleg over het Provinciaal Inpassingsplan (PIP) met name in relatie tot natuurcompensatie. Verder zijn wij betrokken bij de civieltechnische uitwerkingen van de aanpassingen van de N274.
Reconstructies wegen •
Raadhuisstraat Merkelbeek In 2010 is de reconstructie voorbereid. De uitvoering start in 2011.
•
Reconstructie Quabeeksgrub en Maar Jabeek
Programmajaarverslag 2010
22
De reconstructie is in 2010 gereed gekomen. Overige verkeersmaatregelen •
Voetpad Quabeeksgrub Het wandelpad is in 2010 gerealiseerd. Naar verwachting is de volledige renovatie van de waterput gereed in juli 2011 (smeedijzeren pomp wordt dan geplaatst). Tevens wordt dan ook een nieuwe wandelroute (in samenwerking met VVV, WRO en het IVN) gepresenteerd.
De volgende projecten worden ná 2010 uitgevoerd: • Reconstructie Bouwbergstraat
Welke projecten gaan we nog uitvoeren?
3.3.3 AFVALINZAMELING EN -VERWERKING Wat zijn onze prioriteiten?
Welke kengetallen zijn relevant?
In de programmabegroting 2010 is de volgende prioriteit voor dit beleidsthema benoemd: • Ontwikkelen van een visie op terugdringen van afval De kengetallen voor deze prioriteit zijn: Meldingen zwerfafval 2005: 22 maal melding van zwerfafval 2006: 22 maal melding van zwerfafval 2007: 26 maal melding van zwerfafval Meldingen dumpen afval 2005: 53 maal melding van dumpen van afval 2006: 33 maal melding van dumpen van afval 2007: 44 maal melding van dumpen van afval Tevredenheid over mogelijkheden afvalscheiding 2003: 31% tevreden over mogelijkheden afvalscheiding 2005: 71% tevreden over mogelijkheden afvalscheiding 2007: 71% tevreden over mogelijkheden afvalscheiding Tevredenheid over afstand tot glasbakken 2003: 71% tevreden over afstand tot glasbakken 2005: 68% tevreden over afstand tot glasbakken 2007: 67% tevreden over afstand tot glasbakken Tevredenheid over afstand milieupark 2003: 6% tevreden over afstand milieupark 2005: 80% tevreden over afstand milieupark 2007: 73% tevreden over afstand milieupark
Programmajaarverslag 2010
23
Tevreden over openingstijden milieupark 2003: 9% tevreden over openingstijden milieupark 2005: 78% tevreden over openingstijden milieupark 2007: 71% tevreden over openingstijden milieupark
Welke projecten zijn uitgevoerd?
Ontwikkelen van een visie op terugdringen van afval •
Visie/aanvalsplan terugdringen van afval Het zwerfvuil project met Licom is geëvalueerd. De bevindingen zijn positief. In 2011 wordt bekeken om het project uit te breiden.
3.3.4 OVERLAST Wat zijn onze prioriteiten?
Welke kengetallen zijn relevant?
In de programmabegroting 2010 is de volgende prioriteit voor dit beleidsthema benoemd: • AWACS De kengetallen voor deze prioriteit zijn: Geluidsoverlast in de buurt, vliegtuigen Score in 2001: 77% ervaart geluidsoverlast door vliegtuigen in de buurt Score in 2003: 68% ervaart geluidsoverlast door vliegtuigen in de buurt Score in 2005: 76% ervaart geluidsoverlast door vliegtuigen in de buurt Score in 2007: 72% ervaart geluidsoverlast door vliegtuigen in de buurt
AWACS
Welke projecten zijn uitgevoerd?
Welke projecten gaan we nog uitvoeren?
•
AWACS In 2010 heeft overleg plaatsgevonden met het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M, voorheen ministerie van VROM) om de schadevergoeding in verband met de Nimby- procedure op minnelijke wijze af te wikkelen.
•
Onderzoek naar alternatieve ontwikkelingen van de terreinen op de AWACS-basis op langere termijn In 2010 is het onderzoek uitgevoerd. De resultaten van het onderzoek zijn onlangs door uw raad besproken.
De volgende projecten worden ná 2010 uitgevoerd: • Monitoren gezondheid
Programmajaarverslag 2010
24
Wat heeft het gekost?
Vitale leefomgeving (bedragen in duizenden euro) Dienstjaar
2010 primitief
bijgesteld
rekening
verschil
-3.433
-3.450
-3.4 80
-30
-6 1
-87
-90
-3
Afvalinzameling en -verwerking
-787
-787
-710
76
Overlast
-199
-201
-179
22
Lasten •
Best aand beleid beleidsthema Wonen en verblijfsomgeving Verkeer
•
Neutrale lasten bestaand beleid
-52
-1.621
-1.0 39
582
•
Onvoorziene lasten Vitale leefomgeving
-14
0
0
0
•
Nieuw beleid 2010
2
Neutrale lasten nieuw beleid Onderzoek E,til
0
-15
-13
Reconstructie molgoot Beekstraat Schinveld
0
-12
-11
1
Reconstructie Raadhuisstraat-Kerkstraat Merkelbeek
0
-800
-50
750
-4.545
-6.972
-5.5 72
1.400
1.177
1.210
1.191
-19
2
2
4
2
89 1
891
7 90
-10 1
0
0
-1
-1
226
226
33
-193
2.295
2.328
2.017
-311
-2.250
-4.644
-3.5 55
1.089
-277
-277
-77
200
0
0
-89
-89
-277
-277
-166
111
26
1.567
1.091
-475
0
28
4
-24
-2
Totaal lasten Baten •
Best aand beleid beleidsthema Wonen en verblijfsomgeving Verkeer Afvalinzameling en -verwerking Overlast
•
Neutrale baten bestaand beleid Totaal Baten Saldo programma voor resultaatbestemming Resultaatbestemming
•
Toevoegingen voor bestaand beleid
•
Hogere toevoeging aan rioolfonds Totaal lasten Aanwending voor bestaand beleid Beleidsthema wonen en verblijfsomgeving Beleidsthema afvalinzameling en -verwerking
•
Aanwending voor nieuw beleid Onderzoek E,til
0
15
13
Reconstructie molgoot Beekstraat Schinveld
0
12
11
-1
Reconstructie Raadhuisstraat-Kerkstraat Merkelbeek
0
800
50
-750
26
2.421
1.170
-1.25 1
-2.50 1
-2.500
-2.5 52
-52
Totaal Baten Saldo programma na resultaatbestemming
Programmajaarverslag 2010
25
Programmajaarverslag 2010
26
3.4
VITALE SAMENLEVING
Het programma vitale samenleving besteedt aandacht aan de beleidsthema’s veiligheid, specifieke doelgroepen, verenigingsleven, lokale professionele instellingen en mobiliteit.
3.4.1 VEILIGHEID Wat zijn onze prioriteiten?
Welke kengetallen zijn relevant?
In de programmabegroting 2010 is de volgende prioriteit voor dit beleidsthema benoemd: • Veiligheid De kengetallen voor deze prioriteit zijn: Waardering voor politie in de buurt (schaalscore) Score in 2001: 3,2 waardering voor politie in de buurt Score in 2003: 3,5 waardering voor politie in de buurt Score in 2005: 2,9 waardering voor politie in de buurt Score in 2007: 3,5 waardering voor politie in de buurt Ervaren vervelende voorvallen of misdrijven in de buurt (schaalscore) Score in 2001: 3,3 ervaren vervelende voorvallen of misdrijven Score in 2003: 3,6 ervaren vervelende voorvallen of misdrijven Score in 2005: 4,1 ervaren over vervelende voorvallen of misdrijven Score in 2007: 3,1 ervaren vervelende voorvallen of misdrijven Score in 2009: 2,9 ervaren vervelende voorvallen of misdrijven Ervaren dreiging in de buurt (schaalscore) Score in 2001: 0,6 ervaren (be)dreiging Score in 2003: 0,5 ervaren (be)dreiging Score in 2005: 0,9 ervaren (be)dreiging Score in 2007: 0,7 ervaren (be)dreiging Score in 2009: 0,7 ervaren (be)dreiging Ervaren overlast in de buurt (schaalscore) Score in 2001: 2,2 ervaren overlast Score in 2003: 2,4 ervaren overlast Score in 2005: 3,0 ervaren overlast Score in 2007: 2,4 ervaren overlast Score in 2009: 2,2 ervaren overlast Ervaren van onveiligheidsgevoelens Score in 2001: 31% ervaren gevoel van onveiligheid in de buurt Score in 2003: 24% ervaren gevoel van onveiligheid in de buurt Score in 2005: 27% ervaren gevoel van onveiligheid in de buurt Score in 2007: 23% ervaren gevoel van onveiligheid in de buurt Score in 2009: 23% ervaren gevoel van onveiligheid in de buurt
Programmajaarverslag 2010
27
Waardering voor politie in de buurt (schaalscore) Score in 2001: 3,2 waardering voor politie in de buurt Score in 2003: 3,5 waardering voor politie in de buurt Score in 2005: 2,9 waardering voor politie in de buurt Score in 2007: 3,5 waardering voor politie in de buurt
3.4.2 SPECIFIEKE DOELGROEPEN In de programmabegroting 2010 zijn de volgende prioriteiten voor dit beleidsthema benoemd: • Realiseren brede maatschappelijke voorziening in de kernen Schinveld en Merkelbeek in combinatie met sportaccommodaties • Creëren integrale aanpak ontwikkeling jeugd en jongeren De kengetallen voor deze prioriteiten zijn: Welke kengetallen zijn relevant Tevredenheid buurtvoorzieningen voor jongeren Score in 2001: 13% tevreden over buurtvoorzieningen voor jongeren Score in 2003: 20% tevreden over buurtvoorzieningen voor jongeren Score in 2005: 18% tevreden over buurtvoorzieningen voor jongeren Score in 2007: 18% tevreden over buurtvoorzieningen voor jongeren Overlast van jongeren komt vaak voor in de buurt Score in 2001: 11% overlast van jongeren komt vaak voor Score in 2003: 13% overlast van jongeren komt vaak voor Score in 2005: 21% overlast van jongeren komt vaak voor Score in 2007: 8% overlast van jongeren komt vaak voor Overlast van omwonenden komt vaak voor in de buurt Score in 2001: 4% overlast van omwonenden komt vaak voor Score in 2003: 6% overlast van omwonenden komt vaak voor Score in 2005: 6% overlast van omwonenden komt vaak voor Score in 2007: 6% overlast van omwonenden komt vaak voor
Welke projecten zijn uitgevoerd?
Realiseren brede maatschappelijke voorzieningen • Realiseren brede maatschappelijke voorzieningen in combinatie met sportaccommodaties In 2010 is gebleken dat de oorspronkelijke gedachte opzet van de BMV Merkelbeek niet toekomstbestendig is (op grond van demografische ontwikkelingen), financieel niet haalbaar was (geen sluitende exploitatie) en bovendien bood deze opzet geen oplossing voor de problematiek van de Henkhof. Dit heeft ertoe geleid dat met deze nieuwe inzichten een nieuwe start is gemaakt. Vooruitlopend op de realisering van een BMV is gestart met de voorbereiding van de aanleg van een kunstgrasveld.
Programmajaarverslag 2010
28
De realisering van de BMV Schinveld vormt onderdeel van het masterplan Schinveld. Bij de start van de nieuwe bestuursperiode is de voor Schinveld beoogde ruimtelijke combinatie van een BMV met een buitensportaccommodatie losgelaten. Bij de start van de nieuwe bestuursperiode is opdracht gegeven een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheden van realisatie van een kleinschalige BMV voor Jabeek en Bingelrade. Creëren integrale aanpak ontwikkeling jeugd en jongeren •
Opstellen en uitvoeren jeugdbeleidsplan In 2010 is gestart met de voorbereiding van de beleidsnota jeugd. Deze nota zal in 2011 aan uw raad worden aangeboden.
3.4.3 VERENIGINGSLEVEN In de programmabegroting 2010 zijn is volgende prioriteit voor dit beleidsthema benoemd: • Versterking van de kwaliteit van de sportvoorzieningen door middel van clustering van voorzieningen Welke kengetallen zijn relevant?
De kengetallen voor deze prioriteiten zijn: Maatschappelijke participatie (schaalscore ) score loopt van 0 tot en met 10 2001: 4,2 waardering maatschappelijke participatie 2003: 4,0 waardering maatschappelijke participatie 2005: 4,1 waardering maatschappelijke participatie 2007: 3,8 waardering maatschappelijke participatie 2009: 3,8 waardering maatschappelijke participatie Waardering sportaccommodaties 2001: 66% tevreden over sportaccommodaties 2003: 64% tevreden over sportaccommodaties 2005: 71% tevreden over sportaccommodaties 2007: 72% tevreden over sportaccommodaties Meer aandacht besteden aan sportvelden 2001: 7% vindt dat meer aandacht moet worden besteed aan sportvelden 2003: 18% vindt dat meer aandacht moet worden besteed aan sportvelden 2005: 28% vindt dat meer aandacht moet worden besteed aan sportvelden 2007: 27% vindt dat meer aandacht moet worden besteed aan sportvelden Participatie aan sport 2001: 40% van de inwoners doet aan sport 2003: 33% van de inwoners doet aan sport 2005: 38% van de inwoners doet aan sport 2007: 30% van de inwoners doet aan sport 2009: 32% van de inwoners doet aan sport
Programmajaarverslag 2010
29
Versterking van de kwaliteit van de sportvoorzieningen door middel van clustering van voorzieningen •
Onderzoek toekomst sportvoorzieningen In overleg met de RKSV Olympia Schinveld en externe partijen hebben wij een inrichtingsplan en een renovatieplan voor de sportvelden in Schinveld opgesteld. Verder wordt verwezen naar het project “brede maatschappelijke voorzieningen in combinatie met sportaccommodaties.
3.4.4 LOKALE PROFESSIONELE INSTELLINGEN Wat zijn onze prioriteiten?
Welke kengetallen zijn relevant?
Welke projecten zijn uitgevoerd?
In de programmabegroting 2010 zijn de volgende prioriteiten voor dit beleidsthema benoemd: • Opstellen van Masterplan(nen) ten behoeve van de kleine kernen gericht op clustering van maatschappelijk en economische voorzieningen alsmede wonen, met een woningvereniging als strategische partner • Jeugd- en Jongerenwerk Ter zake is nog geen kengetal vastgesteld. Opstellen van Masterplan(nen) ten behoeve van de kleine kernen gericht op clustering van maatschappelijk en economische voorzieningen alsmede wonen, met een woningvereniging als strategische partner •
Opstellen masterplan kleine kernen Tijdens de vorige bestuursperiode is dit project samengevoegd met het Masterplan Schinveld (zie vitale leefomgeving; beleidsthema wonen en verblijfsomgeving). Bij de start van de nieuwe bestuursperiode is besloten het opstellen van het masterplan kleine kernen los te koppelen van het masterplan Schinveld. Zie ook de toelichting bij het programma Vitale leefomgeving.
Jeugd en jongerenwerk •
Centrum Jeugd en Gezin Het Centrum voor Jeugd en Gezin Brunssum- Onderbanken is 22 september 2010 officieel geopend. De bekostiging vindt plaats uit de brede doeluitkering Centrum Jeugd en Gezin (CJG).
•
Implementeren elektronisch kinddossier jeugdgezondheidszorg De implementatie van het EKD JGZ verloopt volgens plan en binnen het beschikbare budget.
Programmajaarverslag 2010
30
Wat heeft het gekost?
Vitale samenleving (bedragen in duizenden euro) Dienstjaar
2010 primitief
bijgesteld
rekening
verschil
Lasten •
Bestaand beleid beleidsthema Veiligheid
-574
-574
-566
8
-5.541
-5.737
-5.856
-119
Verenigingsleven
-444
-422
-259
163
Lokale professionele instellingen
-946
-739
-613
126
Specifieke doelgroepen
Mobiliteit Overig •
Neutrale lasten bestaand beleid
•
Neutrale lasten BUIG en participatiebudget
•
Onvoorziene lasten Vitale leefomgeving
•
Nieuw beleid 2010
-18
-15
-13
2
-1.061
-1.018
-689
330
0
-428
-273
155
-2.250
-2.537
-2.560
-24
-12
0
0
0
Neutrale lasten nieuw beleid Voorbereidingskosten brede maatschappelijke voorziening Merkelbeek
0
-100
-82
18
Uitvoeringskosten brede maatschappelijke voorziening Merkelbeek
0
-500
-29
471
Masterplan Schinveld
0
-25
0
25
Masterplan Kleine Kernen
0
-15
-13
2
Quickscan BMV Bingelrade/Jabeek
0
-25
-17
8
Voorbereidingskosten renovatie sportvelden Schinveld
0
-50
-3
47
Aankoop 't Kloeëster
0
-492
-451
41
-10.847
-12.678
-11.424
1.253
Totaal lasten Baten •
Bestaand beleid beleidsthema Veiligheid
10
14
14
1
3.119
3.197
3.222
25
Verenigingsleven
35
34
34
0
Lokale professionele instellingen
14
15
16
2
Specifieke doelgroepen
Mobiliteit
0
0
40
40
22
66
92
26
Neutrale baten BUIG en participatiebudget
2.042
2.370
2.406
36
Totaal Baten
5.242
5.695
5.825
130
Saldo programma voor resultaatbestemming
-5.604
-6.982
-5.599
1.383
Toevoegingen voor bestaand beleid
0
-492
-966
-474
Totaal lasten
0
-492
-966
-474
231
428
792
364
40
40
28
-12
0
0
0
0
Overig •
Resultaatbestemming •
•
Aanwending voor bestaand beleid
•
Aanwending voor BUIG
•
Neutrale lasten Participatiebudget
•
Aanwending voor nieuw beleid Voorbereidingskosten BMV Merkelbeek
0
100
82
-18
Uitvoeringskosten BMV Merkelbeek
0
500
29
-471
Masterplan Schinveld
0
25
0
-25
Masterplan Kleine Kernen
0
15
13
-2
Quickscan BMV Bingelrade/Jabeek
0
25
17
-8
Voorbereidingskosten renovatie sportvelden Schinveld
0
50
3
-47
Aankoop 't Kloeëster
0
492
451
-41
271
1.675
1.414
-261
-5.334
-5.799
-5.151
648
Totaal Baten Saldo programma na resultaatbestemming
Programmajaarverslag 2010
31
Programmajaarverslag 2010
32
3.5
VITALE GEMEENTELIJKE ORGANISATIE
Het programma vitale gemeentelijke organisatie gaat in op de onderwerpen bestuurlijke en ambtelijke organisatie, Parkstad Limburg samenwerking en taakbehartiging in perspectief.
3.5.1 BESTUURLIJKE EN AMBTELIJKE ORGANISATIE Wat zijn onze prioriteiten?
Welke kengetallen zijn relevant?
In de programmabegroting 2010 zijn de volgende prioriteiten voor dit beleidsthema benoemd: • Gemeentelijke samenwerking • Doorontwikkeling servicegerichtheid van de organisatie • Vergroten betrokkenheid burgers De kengetallen voor deze prioriteiten zijn: Algemene waardering gemeentebestuur (schaalscore) Score in 2001: 5,0 waardering gemeentebestuur Score in 2003: 5,6 waardering gemeentebestuur Score in 2005: 5,4 waardering gemeentebestuur Score in 2007: 6,3 waardering gemeentebestuur Algemeen oordeel gemeentelijke dienstverlening (schaalscore) Score in 2001: 6,4 oordeel gemeentelijke dienstverlening Score in 2003: 6,3 oordeel gemeentelijke dienstverlening Score in 2005: 6,5 oordeel gemeentelijke dienstverlening Score in 2007: 6,7 oordeel gemeentelijke dienstverlening Waardering contacten met gemeente Score in 2001: 7,0 waardering over contacten met gemeente Score in 2003: 7,0 waardering over contacten met gemeente Score in 2005: 7,0 waardering over contacten met gemeente Score in 2007: 8,0 waardering over contacten met gemeente
Welke projecten zijn uitgevoerd?
Gemeentelijke samenwerking •
Analyseren samenwerkingsbehoefte en selecteren partners In de vergadering van 20 mei 2010 heeft de raad de notitie "Samenwerkingsstrategie voor de gemeente Onderbanken" besproken en besloten het college op te dragen een brede samenwerking met Brunssum uit te werken. Uitvoering van deze opdracht heeft geresulteerd in de notitie samenwerking Onderbanken- Brunssum "Samen werken aan samenvoegen" van de ambtelijke BRON-projectgroep. De uitkomsten van deze notitie zijn 26 oktober 2010 aan de raad gepresenteerd. In de daaropvolgende gedachtewisseling heeft de raad het volgende geconcludeerd: 1. de door de BRON-
Programmajaarverslag 2010
33
projectgroep onderzochte varianten samenwerken en inkopen betreffen suboptimale hulpconstructies met elk hun eigen voor- en nadelen; 2. samenvoegen maximaliseert de voordelen en minimaliseert de nadelen van die suboptimale hulpconstructies; 3. samenvoegen vereist een strategische positionering waarbij de vraag wordt beantwoord in welk type gemeente de belangen van burgers, bedrijven en instellingen van Onderbanken het beste worden gediend; 4, samenvoegen is een ingrijpende zaak die vraagt om burgerparticipatie. De raad heeft het college opgedragen een onderzoek uit te voeren naar de samenwerkingsopties en een voorstel te formuleren over de interactie met de lokale samenleving over dit onderwerp. •
Pact van Parkstad In 2010 is een begin gemaakt met de transformatie van de gemeenschappelijke regeling Parkstad Limburg van beleidsontwikkeling naar beleidsuitvoering. Onder leiding van de nieuwe voorzitter zal dit transformatieproces verder vorm krijgen.
Doorontwikkeling servicegerichtheid van de organisatie •
Parkstad Limburg heeft antwoord Als vervolg op de vaststelling van het visiedocument “Parkstad Limburg heeft Antwoord©” in het DB Parkstad Limburg levert iedere deelnemende gemeente een bijdrage aan het vereiste werkbudget. Met dit werkbudget worden de voorbereidende activiteiten die moeten leiden tot een gemeenschappelijke dienst voor dienstverlening gefaciliteerd. Inmiddels is gestart met een externe nulmeting die de voorwaarden voor een succesvolle samenwerking in beeld zal brengen en de programmadoelen (het ambitieniveau) verder zal uitwerken.
•
Basisregistraties Op 13 oktober 2010 is de gemeente Onderbanken aangesloten op de Landelijke Voorziening BAG. Het doel (aansluiten op de landelijke voorziening BAG) is behaald.
Vergroten betrokkenheid burgers •
Vergroten betrokkenheid burgers De reacties van burgers op de nieuw ontplooide initiatieven zijn zeer positief. Het project “Gast van de raad” wordt gemiddeld met een rapportcijfer 8 beoordeeld en de animo voor inspraak-, meespraak- en voorlichtingsbijeenkomsten is groot. Ook de inzet van de social media is succesvol. Tevens wordt bij grote infrastructurele projecten met een bewonersplatform gewerkt.
•
Opstellen Communicatieplan De voorbereidende werkzaamheden voor het communicatieplan zijn in 2010 gestart. Het plan is inmiddels door het college vastgesteld en aangeboden aan uw raad.
Programmajaarverslag 2010
34
Wat heeft het gekost? Vitale gemeentelijke organisatie (bedragen in duizenden euro) 2010
Dienstjaar primitief
bijgesteld
rekening
verschil
-1.937
-2.012
-2.082,2
-71
-92
-93
-89,1
4
0
-16
-8
8
-6
0
0
0
-47
-47
-4 6
1
-2.08 2
-2.168
125
125
13 2
8
0
0
0
0
12 5
125
-1.957
-2.043
Totaal last en
0
0
0
0
Aanwending voor bestaand beleid
8
16
8
-8
Totaal Baten
8
16
8
-8
-1.94 9
-2.026
-2.085
-59
Lasten •
Bestaand beleid beleidsthema Bestuurlijk e en ambtelijke organisatie Samenwerking
•
Neutrale lasten bestaand beleid
•
Onvoorziene lasten Vitale gemeentelijke organisatie
•
Nieuw beleid 2010 Pact van Parkstad Totaal Lasten
-2.226
-58
Baten •
Bestaand beleid beleidsthema Bestuurlijk e en ambtelijke organisatie Samenwerking Totaal Baten Saldo programma voor resultaatbestemming
132 -2.09 3
8 -51
Resultaatbestemming •
•
Niet van toepassing
Saldo programma na resultaatbestemming
Programmajaarverslag 2010
35
Programmajaarverslag 2010
36
3.6
ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN
Het programma algemene dekkingsmiddelen betreft met name de opbrengst OZB, de uitkeringen uit het gemeentefonds, dividenden, de aanwending van de algemene reserve en bespaarde rente. Voor een toelichting op de lokale heffingen verwijzen wij kortheidshalve naar hoofdstuk 4.5 van het voorliggende jaarverslag. Voor de financiële doorrekening van dit programma verwijzen wij naar de jaarrekening 2010.
Programmajaarverslag 2010
37
Algemene dekkingsmiddelen (bedragen in duizenden euro)
Wat heeft het gekost?
Dienstjaar
2010 primitief
bijgesteld
rekening
verschil
130
Lasten •
Best aand beleid
-150
50
180
•
Neutrale lasten bestaand beleid
0
-321
-106
215
•
Rentelasten
0
0
-942
-942
•
Onvoorziene lasten algemene dekkingsmiddelen
-1
0
0
0
•
Nieuw beleid deze begroting
0
-8
-8
0
-151
-280
-876
437
433
461
29
Neutrale lasten nieuw beleid Gemeentelijke bijdrage slachtoffers aardbeving Haïti Totaal lasten
-597
Baten •
Best aand beleid (lopende begroting)
•
Neutrale baten bestaand beleid Rentebaten Lagere bespaarde rente voorzieningen Lagere bespaarde rente bestemmingsreserves Opbrengst ozb gebruikers Opbrengst ozb eigenaren Opbrengst baatbelasting Opbrengst toeristenbelasting Opbrengst hondenbelasting
0
0
942
942
147
147
110
-37
31
31
25
-6
46
48
52
4
1.036
1.047
1.061
14
3
3
2
0
10
10
12
2
60
60
60
0
Algemene Uitkering gemeentefonds
7.311
7.357
7.481
124
Dividendopbrengst
1.251
1.402
1.402
0
10.329
10.535
11.607
1.072
10.178
10.255
10.731
475,566
Totaal Baten Saldo programma Resultaatbestemming •
Toevoegingen voor bestaand beleid (lopende begroting)
•
Overboeking A R naar BR Lagere toevoeging bespaarde rente voorzieningen Lagere toevoeging bespaarde rente voorzieningen aan projectenreserve Totaal lasten
-112
-142
-142
-0
0
-3.719
-2 3.041
-19.322
-147
-147
-110
37
-31
-31
-25
6
-290
-4.039
-2 3.318
-19.280
•
Aanwending voor bestaand beleid (lopende begroting)
60
60
60
0
•
Neutrale aanwending voor bestaand beleid
0
321
106
-215
Overboeking A R naar BR
0
4.211
23.492
19.281
Vrijval reserves
0
0
416
416
0
8
8
0
60
4.601
24.083
19.482
9.948
10.817
11.495
678
•
•
Aanwending voor nieuw beleid Gemeentelijke bijdrage slachtoffers aardbeving Haïti (projectenreserve) Totaal Baten Saldo programma na resultaatbestemming
Programmajaarverslag 2010
38
4
PARAGRAFEN
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op diverse beheersmatige aspecten van de jaarrekening. Deze worden beschreven in de zogenaamde paragrafen. Doel van de paragrafen is om onderwerpen die verspreid in de rekening staan, maar wel een groot financieel belang dienen, te bundelen.
4.1
4.1.1
Weerstandvermogen
Inleiding Het weerstandsvermogen geeft aan in hoeverre onverwachte nadelige effecten kunnen worden ondervangen zonder dat dit leidt tot noodzakelijke beleidsveranderingen. Om te kunnen bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is dienen de risico’s die zich kunnen voordoen te worden afgezet tegen de zogenaamde weerstandscapaciteit. Achtereenvolgens zullen in het vervolg van deze paragraaf de termen “weerstandscapaciteit” en “latente risico’s” worden toegelicht en uitgewerkt.
4.1.2 Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit bestaat uit middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten die onverwacht en substantieel zijn af te dekken. Het betreft kosten die onvoorzien, onvermijdelijk en onuitstelbaar zijn. De weerstandscapaciteit kan worden bepaald indien inzichtelijk is in hoeverre de volgende elementen kunnen worden benut: •
Het vrij aanwendbare deel van de algemene reserve
•
Bestemmingsreserves
•
De omvang van de stille reserve
•
De onbenutte belastingcapaciteit
•
De flexibiliteit van de uitgaven
•
De post onvoorziene uitgaven
Het vrij aanwendbare deel van de algemene reserve Het vrij aanwendbare deel van de algemene reserves is dat deel van de reserves waarvan de rente structureel wordt aangewend. Tot en met het dienstjaar 2005 is de bespaarde rente volledig ingezet als dekkingsmiddel. De raad heeft besloten een vrij aanwendbaar deel van algemene reserve op te bouwen dat 5% bedraagt van de totale begrotingsomvang. Vanaf het jaar 2012 bedraagt de totale begrotingsomvang 19,5 miljoen euro. Per 1 januari 2011 bedraagt de geraamde omvang van het weerstandsvermogen 973,0 duizend euro. Daarmee is het weerstandsvermogen op het gewenste niveau.
Programmajaarverslag 2010
39
Bestemmingsreserves In de voorliggende jaarrekening wordt voorgesteld het deel van de bestemmingsreserves en voorzieningen waarop gedurende drie jaren, behoudens rentebijschrijvingen, geen mutatie heeft plaatsgevonden vrij te laten vallen. Door de middelen te laten vrijvallen wordt uitvoering gegeven aan de nota reserves en voorzieningen die de raad in 2006 heeft vastgesteld. De vrije ruimte in de bestemmingsreserve is, met uitzondering van de projectenreserve, nihil. In de projectenreserve is een bedrag beschikbaar van 876 duizend euro. Dit bedrag is niet geoormerkt. Hierbij dient te worden bedacht dat bij de bepaling van de hoogte van dit bedrag rekening wordt gehouden met verkoop van de nog niet verkocht kavels van bestemmingsplan “Aan de Belboom”. Als die grondopbrengsten niet worden meegenomen bedraagt het niet geclaimde bedrag in de projectenreserve 438 duizend euro. De omvang van de stille reserves De stille reserves hebben betrekking op activa die op de balans lager zijn gewaardeerd dan de marktwaarde én op korte termijn verkoopbaar zijn. Concreet kan hier worden gedacht aan gronden en gebouwen. De meeropbrengsten kunnen in voorkomende gevallen worden toegevoegd aan de algemene reserve, of worden ingezet ter dekking van incidentele tegenvallers. Ofschoon de omvang van de stille reserves niet exact in beeld is, kan worden gesteld dat de stille reserves voor onze gemeente zodanig beperkt zijn dat zij geen substantiële bijdrage kunnen leveren aan de weerstandscapaciteit. Onbenutte belastingcapaciteit De limitering van OZB- tarieven is per 1 januari 2008 afgeschaft. Het kabinet heeft wel het voorbehoud gemaakt dat de opbrengststijging voor de OZB landelijk beperkt moet blijven. Daartoe is een macronorm ingesteld die de maximale opbrengststijging voor een bepaald jaar aangeeft. De flexibiliteit van de uitgaven Jaarlijks worden alle budgetten gescreend. Als gevolg van deze exercities is de flexibiliteit van de uitgaven in de exploitatie verminderd. De post onvoorziene uitgaven Uw raad heeft in 2010 besloten de post voor onvoorziene uitgaven volledig af te ramen. 4.1.3 Inventarisatie van de risico’s De weerstandscapaciteit is alleen bedoeld om zogenaamde “niet reguliere” risico’s te ondervangen. De reden is dat “reguliere risico’s” in beginsel goed zijn in te schatten en te ondervangen, door het afsluiten van een verzekering of het treffen van een voorziening. Demografische ontwikkelingen De regio Parkstad Limburg wordt de komende jaren geconfronteerd met een daling van het aantal inwoners en een gewijzigde samenstelling van de bevolking. Volgens de laatste prognoses daalt het aantal inwoners in Onderbanken in de periode 2008-2020 met 12%. Programmajaarverslag 2010
40
Het aantal jongeren in de leeftijdsklasse 0-14 jarigen daalt in diezelfde periode met 34%. Het aantal ouderen in de leeftijdsklasse >65 jaar stijgt in die periode met 30%. Een daling van het aantal inwoners leidt op termijn tot minder woningen of leegstand met alle gevolgen voor de woningmarkt van dien. De belastingopbrengsten, heffingen en legesopbrengsten zullen dalen. Ook zullen er nadelen optreden voor de gesubsidieerde instellingen en toeristisch-recreatieve voorzieningen aangezien het aantal leden en bezoekers zullen dalen. In de begroting 2009 en meerjarenprognose 2010-2012 is met de gevolgen van deze demografische ontwikkeling voor de hoogte van de algemene uitkering uit het gemeentefonds rekening gehouden. Indicatieve risico-omvang: De gevolgen van de daling van het aantal inwoners en de wijziging van de leeftijdsopbouw van de inwoners zijn verwerkt in de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Het gaat daarbij om een bedrag van 160 duizend euro. De overige gevolgen van de demografische ontwikkelingen zijn (nog) niet financieel vertaald. Vooralsnog is de omvang van het risico niet kwantificeerbaar. Belegde Essent- gelden De opbrengst als gevolg van de verkoop van de aandelen Essent is grotendeels belegd via de APG groep te Heerlen. De belegging geschiedt in samenwerking met nog elf andere gemeenten. Door de gezamenlijke belegging wordt een zo hoog mogelijk gegarandeerd rendement met een zo laag mogelijk risico gerealiseerd. De gelden zijn belegd in drie verschillende tranches (buckets). Deze tranches hebben een looptijd van respectievelijk drie, tien en vijftien jaar. De belegging is ingegaan per 1 december 2009. Indicatieve risico-omvang: De totale belegging van onze gemeente bedraagt 16,5 miljoen euro (50% staatsobligaties en 50% bancaire instellingen). De belegging in staatobligaties betreft staatsobligaties van diverse Europese landen. De gemeente heeft ongeveer 24% van de totale portefeuille in Ierse staatsobligaties geïnvesteerd. Bij de keuze hebben de gemeenten zich laten adviseren door een onafhankelijke beleggingsdeskundige. Alle beleggingen voldoen aan de geldende wettelijke richtlijnen. Vanwege het risicoprofiel van de Griekse staatsobligaties hebben de gezamenlijke gemeenten, ondanks dat de wettelijke bepalingen daartoe de ruimte boden, afgezien van belegging in deze waardepapieren. De zestien Eurolanden zijn het recent eens geworden over een pakket steunmaatregelen voor Ierland. Voor Ierland zijn hier strikte voorwaarden aan verbonden. Op basis daarvan gaan wij er vanuit dat de belegde hoofdsom op het afgesproken tijdstip zal worden terugbetaald en de jaarlijkse rentevergoedingen worden uitbetaald. Wet Bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening (Wet BUIG) Vanaf 1 januari 2010 is de Wet Bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening (Wet BUIG) aan gemeenten in werkingen getreden. Door de bundeling van uitkeringen krijgen gemeenten een volledige financiële verantwoordelijkheid met betrekking tot de uitkeringsen uitvoeringskosten. Als gevolg van de wet wordt de financieringssystematiek van de IOAW, de IOAZ, het Bbz 2004 en de WWIK gewijzigd. De IOAW, de IOAZ en het Bbz 2004 Programmajaarverslag 2010
41
kenden tot en met 2009 een financieringssystematiek van 75% declaratie en 25% budget; de WWIK een financieringssystematiek van 100% declaratie. Het gecombineerde declaratie- en budgetsysteem voor deze uitkeringskosten wordt vervangen door een systeem van volledige budgetfinanciering, zoals dit nu van toepassing is voor het WWBinkomensdeel. Bbz 2004 In overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten blijft een aparte financiering in het kader van het Bbz 2004 bestaan voor de kosten van levensonderhoud van gevestigde zelfstandigen en voor bedrijfskapitaal, vanwege de beperkte voorspelbaarheid van deze kosten. De financiering op grond van het huidige Bbz 2004 (75% declaratie en 25% budget), en daarmee het Bbz 2004 als specifieke uitkering, blijft op dit punt gehandhaafd. Indien die instroom hoger of lager is dan wordt veronderstelt dan heeft dit budgettaire consequenties. Indicatieve risico-omvang: De omvang van het risico is afhankelijk van de ontwikkeling van de in- en uitstroom van uitkeringsgerechtigden. Omvang participatiebudget In de Wet participatiebudget wordt geregeld dat de gemeentelijke middelen voor volwasseneneducatie, inburgeringvoorzieningen en re-integratie samenstromen in één specifieke uitkering voor gemeenten, het participatiebudget. Het participatiebudget is bedoeld om mensen makkelijker aan een baan te helpen en om maatschappelijke participatie te bevorderen. Uit de begroting van Sociale Zaken blijkt dat op het re-integratiebudget van gemeenten wordt bezuinigd. In 2011 zit het Rijk nog vast aan bestuurlijke afspraken over dit budget. Vanaf 2012 wordt gekort op het budget voor re-integratie. Indicatieve risico-omvang: De omvang van het risico is afhankelijk van het bedrag dat van rijkswege wordt gekort. Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO): risico door open einde regeling Het open eind karakter van deze regeling brengt met zich mee dat het risico van budgetoverschrijdingen niet kan worden uitgesloten. Indicatieve risico- omvang: Vooralsnog is de omvang van het risico niet kwantificeerbaar. Wet maatschappelijke ondersteuning: eigen bijdrage CAK Een aanvrager van een voorziening (voorheen WVG), hulp in de huishouding of een financiële tegemoetkoming (persoonsgebonden budget) is op grond van de WMO een bijdrage verschuldigd. Deze bijdrage is op basis van de gemeentelijke verordening WMO qua hoogte afhankelijk van de aard en de duur van de verstrekking en daarnaast van de Programmajaarverslag 2010
42
inkomensgegevens van de aanvrager. De wetgever heeft bepaald dat de berekening, oplegging en incasso van deze eigen bijdrage wordt uitgevoerd door het CAK. Probleempunt hierbij is dat niet direct inzicht bestaat in de individueel door het CAK berekende eigen bijdrage van de cliënt en dat gemeenten de eigen bijdrage, met uitzondering van de personen die een financiële tegemoetkoming (PGB) hebben gekregen, niet direct kunnen berekenen en controleren. Om privacyredenen staan de inkomensgegevens niet op het overzicht van het CAK, ondanks dat die wel nodig zijn om definitief de juistheid en de volledigheid van de eigen bijdragen te kunnen bepalen. De huidige informatie over de eigen bijdrage van het CAK is derhalve ontoereikend om als gemeente de juistheid op persoonsniveau en volledigheid van de eigen bijdragen als geheel te kunnen vaststellen. Hoewel wij wel de aantallen personen kunnen beoordelen (aantallen personen waarvoor eigen bijdrage ontvangen wordt vergelijken met de gefactureerde aantallen personen) hebben wij beperkt inzicht in de volledigheid, juistheid en rechtmatigheid van de eigen bijdragen. Door de systematiek te kiezen van het vaststellen van de eigen bijdragen door het CAK, heeft de wetgever in feite bepaald, dat de verantwoordelijkheid voor de juistheid en volledigheid van de eigen bijdragen geen gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Dat betekent dat door de gemeenten geen zekerheden omtrent omvang en hoogte van de eigen bijdragen kunnen worden verkregen. Indicatieve risico- omvang: Vooralsnog is de omvang van het risico niet kwantificeerbaar. Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) Uit de begroting van Sociale Zaken blijkt dat de sociale werkplaatsen vanaf volgend jaar 5 procent minder budget ontvangen. Doordat de loonkosten voor werknemers met arbeidsbeperking afnemen, wordt 120 miljoen euro in mindering gebracht op de circa 2,5 miljard euro die nu wordt besteed aan de Wet sociale werkvoorziening (WSW). Indicatieve risico-omvang: Onderbanken ontvangt in 2011 134,3 duizend euro minder rijksmiddelen voor de uitvoering van de WSW. De gemeenten die deelnemen in het WOZL ontvangen in 2011 samen ongeveer 5,5 miljoen euro minder. De gevolgen van deze bezuiniging voor de gemeentebegroting zijn nog niet bekend en evenmin in het meerjarenperspectief doorgerekend. Exploitatiebijdrage Licom N.V. Het sociaal werkvoorzieningbedrijf Licom N.V. verkeert in zwaar weer. In de paragraaf “verbonden partijen” wordt hierop nader ingegaan.
Programmajaarverslag 2010
43
Indicatieve risico-omvang: De indicatieve hoogte kan sterk variëren. Derhalve voegt een raming van de risico-omvang niets toe aan de transparantie van de financiële huishouding. Renteniveau Het huidige renteniveau voor kortlopende geldleningen voor rente over eigen financieringsmiddelen en rente over kort geld is het rentepercentage historisch laag. Indicatieve risico- omvang: Een mutatie van de rente met 1% heeft tot gevolg dat de kapitaallasten met ongeveer 150,0 duizend euro wijzigen. Achtergestelde lening kredietbank Limburg In de vergadering van 18 maart 2004 is besloten tot verstrekking van een achtergestelde lening aan de kredietbank Limburg ten bedrage van de uitstaande kredieten aan de inwoners van de gemeente Onderbanken. De lening wordt door de kredietbank afgelost naar rato van de aflossing van de onderliggende kredieten. Het deel van de uitstaande kredieten dat achteraf oninbaar blijkt komt ten laste van de gemeente. Indicatieve risico-omvang: Van de totale vordering van 143,7 duizend euro van de Kredietbank Limburg is inmiddels ongeveer 110,7 duizend euro geïnd door de Kredietbank Limburg. Verwacht wordt dat ongeveer 8% van de uitstaande kredieten ooit zal moeten worden afgeboekt wegens oninbaarheid. Indien dit percentage wordt gehanteerd bedraagt het indicatieve risico ongeveer 11,5 duizend euro. Voor dit bedrag is een voorziening gevormd. Algemene uitkering uit het gemeentefonds Krimpmaatstaf Met ingang van 2011 hebben de beheerders van het gemeentefonds een tijdelijke krimpmaatstaf geïntroduceerd. Het betreft een tijdelijke compensatie voor de duur van 5 jaar. Onbekend is of die maatstaf na het jaar 2015 wordt gecontinueerd. Macro ontwikkeling uitkeringsgerechtigden Er wordt vanuit gegaan dat het aantal uitkeringsgerechtigden zich op dezelfde wijze ontwikkeld als de landelijke prognose. Indien de ontwikkeling van het aantal uitkeringsgerechtigden van de gemeente achter blijft bij de landelijke ontwikkeling dan heeft dit negatieve gevolgen voor de omvang van de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Aanvullende kortingen Onbekend is of, en zo ja, voor welk bedrag de algemene uitkering aanvullend wordt gekort. Wij gaan er vanuit dat geen inflatiecorrectie plaatsvindt. Daarnaast gaan wij uit van
Programmajaarverslag 2010
44
een aanvullende korting op de algemene uitkering van 400 miljoen euro binnen acht jaar. In 2014 is in het verlengde hiervan een korting ingeboekt van 76,0 duizend euro. Indicatieve risico- omvang: Vooralsnog is de omvang van het risico niet kwantificeerbaar. Bedrijfsvoeringkosten ISD BOL Voor de berekening van de hoogte van de bedrijfsvoeringskosten is het aantal cliënten van belang. Zoals wij elders vermeld houden wij voor de berekening van hoogte van de bedrijfsvoeringkosten rekening met de macro ontwikkeling van het aantal bijstandsontvangers. Afwijkingen van het aantal geraamde cliënten ten opzichte van het werkelijk aantal cliënten heeft gevolgen voor de omvang van de bedrijfsvoeringskosten. Indicatieve risico-omvang: Per cliënt bedragen de bedrijfsvoeringkosten ongeveer 1,0 duizend euro. Leges identiteitskaarten (id- kaarten) Het gerechtshof ‘s Hertogenbosch heeft beslist dat gemeenten een identiteitskaart voortaan gratis moeten verstrekken. Tegen deze beslissing is cassatie bij de Hoge Raad ingesteld. Het advies van de advocaat generaal bij de Hoge Raad luidt dat het verstrekken van een identiteitskaart legesplichtig blijft. Indicatieve risico-omvang: De omvang van het risico betreft de legesopbrengst die is gemoeid met de verstrekking van ID- kaarten. Het gaat per saldo (legesopbrengst -/- legesafdracht) om een bedrag van 12,0 duizend euro. Verder bestaat de kans dat meer personen een identiteitskaart aanvragen in plaats van een paspoort. Uitvoering grote projecten Momenteel is de uitvoering van het project “ontkluizing Roode Beek” in volle gang. Behalve het ontkluizen van de Roode Beek omvat het project de aanleg van de buffer Breukberg, het verplaatsen van de volkstuinen en het vervangen van het gemeentelijk riool en het transport riool, het vernieuwen van de bovenbouw van A ge Water en de Putbergstraat, en de reconstructie van de Heidestraat en Kerkstraat (inclusief aanpassing riool). De totale geraamde kosten van het project bedragen afgerond 8,3 miljoen euro. De bijdrage van de twee participanten in het project (WRO en WBL) bedraagt 5,1 miljoen euro. Van derden wordt een bijdrage ontvangen van 750 duizend euro. Het resterende bedrag van afgerond 2,4 miljoen euro is het aandeel van de gemeente Onderbanken. Van laatstgenoemd bedrag heeft ongeveer 2 miljoen euro betrekking op rioleringswerkzaamheden. De werkzaamheden zullen nog ongeveer een jaar in beslag nemen. Het is een complex project van grote omvang. De uitvoering van een project van dergelijke omvang verhoogt het gemeentelijk risico, niet alleen financiële risico’s maar ook juridische risico, milieu en veiligheidsrisico’s en politieke/ bestuurlijke/imago risico’s.
Programmajaarverslag 2010
45
Indicatieve risico-omvang: De omvang van het risico is niet kwantificeerbaar. Gemeenschappelijke regelingen Voor de risico’s omtrent de gemeenschappelijke regelingen verwijzen wij u naar de paragraaf Verbonden Partijen. Daar vindt u per gemeenschappelijke regeling een omschrijving van risico’s en de indicatieve risico- omvang.
Programmajaarverslag 2010
46
4.2 FINANCIERING
Ingevolge de Wet Fido/Ruddo dient in zowel de begroting als ook het jaarverslag, de treasuryparagraaf te worden opgenomen. In de begroting komen de concrete beleidsplannen aan de orde. In het jaarverslag gaat het om de realisatie van de plannen en een verschillenanalyse tussen de plannen en de uitkomsten. De paragrafen zijn daarmee instrumenten voor de verantwoording door het college van burgemeester en wethouders en voor het toezicht door de raad. In de treasuryparagraaf zullen achtereenvolgens de volgende onderwerpen aan de orde komen: • Algemene ontwikkelingen • Treasurybeheer • Gemeentefinanciering • Organisatie informatievoorziening m.b.t. kasbeheer Algemene ontwikkelingen De kaders en de activiteiten zoals die zijn vastgelegd in het treasurystatuut zijn opgenomen in de werkprocessen van de diverse afdelingen. In de begroting 2010 zijn wij voor kortlopende geldleningen (korter dan 1 jaar) als ook voor langlopende leningen uitgegaan van 4,0 %. Treasurybeheer In artikel 4 van het "Treasurystatuut gemeente Onderbanken" is vastgelegd dat: De kasgeldlimiet niet wordt overschreden conform de Wet Fido; De renterisiconorm niet wordt overschreden conform de Wet Fido; Nieuwe leningen/uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeiten planning; De rentetypische looptijd en het renteniveau van de betreffende lening/uitzetting wordt zo veel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand en rentevisie; Binnen de kaders gesteld onder lid 3 en lid 4, streeft de gemeente naar spreiding in de rentetypische looptijden van de uitzettingen.
Programmajaarverslag 2010
47
In onderstaand overzicht “Liquiditeitspositie per 31-12-2010” wordt de werkelijke omvang van de kasgeldlimiet voor 2010 getoetst aan de wettelijke norm ingevolge de Wet Fido. Uit het overzicht blijkt, dat de kasgeldnorm niet is overschreden.
Overzicht liquiditeitspositie Gemiddeld 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
(1) Vlottende schuld € € € €
1.537 1.524 1.343 1.395
(3) N etto vlottend (+) of overschot middelen (-)
(2) Vlottende middelen € € € €
5.108 5.273 5.968 4.849
€ € € €
3.5713.7494.6253.454-
Gemiddelde €
3.850-
Variabelen Kasgeldlimiet (KGL) € Ruimte onder de KGL € Overschr ijding van de KGL €
Bedragen 2.419 6.268 6.268-
Begrotingstotaal Percentage regeling Kasgeldlimiet (KGL)
€
28.454 8,50% 2.419
€
• Vlottende schuld. In verband met voorgenomen investeringen was in de begroting 2010 een gemiddelde behoefte aan kort geld berekend van ruim 3 honderdduizend euro. In werkelijkheid is in 2010 geen vlottende schuld ontstaan. De in 2010 gerealiseerde c.q. in aanvang genomen investeringen zijn gefinancierd met kort geld. • Vlottende middelen. Uit bovenstaand overzicht blijkt dat het gemiddelde van het totaal aan vlottende middelen in 2010 ten opzichte van de begroting is gestegen van 3,8 miljoen naar ruim 4,8 miljoen euro. In de begroting 2010 bedroeg de gemiddelde ruimte van de kasgeldlimiet 1,1 miljoen euro. De jaarrekening 2010 geeft een ruimte van de kasgeldlimiet van 6,3 miljoen euro. De voornaamste oorzaak hiervan is , dat een aantal voorgenomen investeringen niet zijn uitgevoerd c.q. doorgeschoven.
Programmajaarverslag 2010
48
In onderstaande tabel wordt het renterisico vaste schuld in relatie tot renterisiconorm in beeld gebracht. In deze tabel wordt het renterisico over het rekeningjaar en de komende drie jaren gerapporteerd. De renterisiconorm heeft als doel om het renterisico bij herfinanciering te beheersen. De nieuwe renterisiconorm houdt in, dat de jaarlijks verplichte aflossingen en/of renteherzieningen niet méér mogen bedragen dan 20 procent van het begrotingstotaal per 1 januari 2010. Het begrotingstotaal komt daarbij in de plaats van de totale vaste schuld. 2010
20 11
2012
2013
Stap
Variabelen
1
Renteherzieningen
-935
0
0
0
2 3
Aflossingen Renterisico (1+2)
1.125 190
653 653
429 429
1.916 1.916
4
Renterisico
5.691
5.691
5.691
5 .691
5a = 4 > 3 5b = 3 > 4
Ruimte onder renterisiconorm Overschrijding renterisiconorm
5.501 0
5.038 0
5 .262 0
3.775 0
Berekening renterisiconorm 4a Begrotingstotaal 20 10 4b Percentage ministeriële regeling
28.454 20%
0
0
0
4 = (4 a x 4b/100) Renterisiconorm
5.691
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat de rente- risiconorm zowel in 2010 als ook in de periode 2011-2013 niet zal worden overschreden. Gemeentefinanciering • Financieringspositie Bij de bepaling van de financieringspositie van onze gemeente en de daarbij behorende gemeentelijke financieringsbehoefte is rekening gehouden met de geplande investeringen en de beschikbare interne en externe financieringsmiddelen. De interne middelen (eigen vermogen) bestaan uit de aanwezige algemene en bestemmingsreserves. De externe middelen (vreemd vermogen) bestaan uit opgenomen langlopende geldleningen, voorzieningen en waarborgsommen. Ultimo 2010 bedroeg het geraamde financieringstekort bijna 1 ton euro. Model 5 van de jaarrekening 2010 geeft een financieringsoverschot van bijna 5,9 miljoen euro. Het verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door toevoeging van het rekeningresultaat 2009 aan diverse bestemmingsreserves en algemene reserve. Daarnaast zijn een aantal investeringen niet of later uitgevoerd. Model 5 van de begroting 2012 zal worden geactualiseerd op basis van de rekeningcijfers 2010. Leningenportefeuille In de loop van 2010 zijn twee vaste geldleningen omgezet in één vaste geldlening met een lager rentepercentage.
Programmajaarverslag 2010
49
Instrument
Onderhandse lening (o/g)
Naam lening 28 29 30 33 34 36 37 38
Geldgever
BNG BNG BNG Rabo BNG BNG BNG BNG
Oorspr. Aflossings hoofdsom wijze 934 104 513 2.087 270 1.858 286 935
Annuïtair idem idem idem idem Lineair Lineair Annuïtair
Stortingsdatum 1-12-1989 1-12-1989 1-11-1990 16-12-1992 24 -7-1992 2 -3-1998 17 -6-2001 3 -5-2010
Afloopdatum 1-5-2040 1-5-2040 1-5-2011 1-4-2013 1-12-2012 2-3-2012 17-6-2016 3-5-2040
Couponrente 6,69% 6,69% 5,39% 5,78% 4,94% 5,85% 6,20% 4,45%
Datum renteherz. 1-5-2010 1-5-2010
6.987
0 0 46 2 1.92 3 24 3 26 5 114 93 5 3.942
De annuïtaire leningen 28, 29, 30, 33, 34 en 38 betreffen doorgeleende leningen aan de woningstichtingen.
Programmajaarverslag 2010
Schuld restant
50
Weging in portefeuille 0,00% 0,00% 11,72% 48,77% 6,16% 6,73% 2,90% 23,71% 100,00%
4.3 ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN Een oordeel over de kwaliteit van de financiële huishouding is pas mogelijk nadat inzicht is verschaft in het onderhoudsniveau van de kapitaalgoederen. Artikel 12 van het besluit begroten en verantwoorden schrijft dan ook voor dat aan dit onderwerp een afzonderlijke paragraaf moet worden gewijd. Daarbij gaat het met name om zaken als beleidskaders en financiële consequenties. Hierbij kan worden gedacht aan de kosten van aanleg en instandhouding van de “grotere” kapitaalgoederen van de gemeente. Die kapitaalgoederen zijn achtereenvolgens: •
Wegen
•
Rioleringen
•
Gebouwen
•
Groen
4.3.1
Wegen
Een gemeente heeft de plicht en verantwoordelijkheid om de wegen, met inbegrip van alle hiertoe behorende onderdelen, te beheren en in een goede staat te houden. Hierbij dient nadrukkelijk rekening te worden gehouden met veiligheid en milieu. Om invulling te kunnen geven aan planmatig onderhoud en beheer is in 2009 een gemeentelijk wegenbeleidsplan opgesteld. Hierin staat aangegeven wat jaarlijks minimaal moet gebeuren aan het beheer en onderhoud van de wegen om de wegen veilig begaanbaar te houden. Dit plan wordt in 2011 geactualiseerd. De gemeente Onderbanken beheert ca. 520.600 m2 verharding. Het wegennet heeft een totale lengte van ca. 74 km verharde wegen en 13 km half- harde wegen. In 2010 is een aantal werkzaamheden t.a.v. het onderhoud wegen in uitvoering gegaan. 1.
Nieuwe globale visuele weginspecties uitgevoerd op alle wegen.
Het doel hiervan is om een beeld te krijgen van de onderhoudstoestand van de wegen met de daaraan gekoppelde maatregelen. Met de gegevens van deze visuele inspectie wordt een bestek opgesteld dat in 2011 uitgevoerd moet worden. Door een samenloop van omstandigheden moet de voorbereiding van een onderhoudsbestek 2011 nog plaatsvinden. De kosten van de globale visuele weginspectie bedragen 1,1 duizend euro. 2.
Aanbrengen slijtlagen/ oppervlaktebehandeling
Op diverse locaties heeft, na inventarisatie, de deklaag een oppervlaktebehandeling ondergaan. Dit heeft te maken met stroefheid van het asfaltoppervlak en de afdichten van scheuren c.q. craquelé. Dit voorkomt de meeste winterschade. In 2010 is het fietspas Eindstraat en de Jabekerstraat gerepareerd. De kosten van de reparaties bedragen 17,1 duizend euro. 3.
Spoedreparaties
Om de veiligheid te waarborgen is een aantal spoedreparaties uitgevoerd. De reparaties zijn gericht op de waterafvoer, verzakking bestrating en verkeersgevaarlijke situaties op een aantal locaties. Het betreft de volgende projecten: Programmajaarverslag 2010
51
Het opnemen en herstraten van de parkeervakken op het Wilhelminaplein:
•
De kosten voor de herstrating bedragen 4,3 duizend euro. Het uitvoeren van herstelwerkzaamheden op de Pastoor Brounsstraat:
•
De kosten van de herstelwerkzaamheden bedragen € 5,8 duizend euro. Het uitvoeren van een spoedreparatie op de Kneijkuilerweg:
•
De kosten voor de spoedreparatie bedragen 3,5 duizend euro. 4. Kleine herstelwerkzaamheden Door de eigen dienst is een aantal kleine herstelwerkzaamheden uitgevoerd ten behoeve van de veiligheid. 4.3.2
Rioleringen
De aanleg en het beheer van de rioleringen is een gemeentelijke taak, die zijn wettelijke basis vindt in de wet Milieubeheer. Voor een goede uitoefening van de zorgplicht op het gebied van bodem- en waterkwaliteit, gemeentelijke infrastructuur en rioleringszorg is het van belang, dat een verantwoorde integrale beleidsafweging kan worden gemaakt. Om hieraan invulling te kunnen geven heeft de raad in 2009 het gemeentelijk rioleringsplan 2009-2012 vastgesteld. Een aantal van het in het GRP vermelde projecten is in 2010 verder uitgevoerd. Andere projecten zijn in 2010 opgestart. De belangrijkste projecten worden benoemd. Hierbij is tevens aangegeven welk bedrag ten behoeve van de betreffende project uit het rioolfonds is onttrokken. In 2010 1
Omschrijving Aanpassen wervelventiel Julianastraat/ Mgr Mannenstraat
Uitvoering
Raming
Realis atie
Gestart Nee
Gereed Nee
in 2011
10.000
tm 2010 153 0
2
Verzwaren Grote Gats
Nee
Nee
2013
6.000
3
Koppeling maken Broekstraat
Nee
Nee
2011
10.000
0
4
Verzwaren transportriool Quabeeksgrub, Wiegelraderstraat, Dorps straat etc
Ja
Ja
790.527
775.528
5
Afvoerreductie bijstellen Eindstraat en Maar
6
Verzwaren A ge Water, Putbergstraat, Roode Beek
Nee
Ja
Ja
Nee
2010/2011
15.000
15.000
1.615.000
725.025
7
Verzwaren Heidestraat, Kerkstraat (maakt onderdeel uit van project 6)
Ja
Nee
2010/2011
231.000
0
8
Wateroverlast Heidestraat (maakt onderdeel uit van project 6)
Ja
Nee
2010/2011
200.000
0
9
Opstellen van een waterbelevingskaart bewegwijzering wandel en fietsroutes
0
Nee
Nee
2012
15.000
10 Afstromend reg enwater buitengebied Susterseelerweg Jabeek
Nee
Nee
2011/2012
50.000
0
11 Afstromend reg enwater buitengebied Steegweg 12 Afstromend reg enwater buitengebied Wiegelraderweg
Nee Nee
Nee Nee
2011/2012 2011/2012
50.000 50.000
0 0
Ontkluizing Rode Beek: De ontkluizing van de Rode Beek behelst niet allen het open maken van de bestaande koker waardoor de Rode Beek stroomt maar daarnaast worden ook aan weerszijde van de Rode Beek de riolen vernieuwd en vergroot. Voornaamste doelen van deze werkzaamheden zijn: •
het creëren van een ononderbroken ecologische verbindingszone tussen Duitse en Nederlandse natuurgebieden;
•
het zorgdragen voor een goed werkend rioolstelsel waarbij het afkoppelen van hemelwater een belangrijke rol speelt;
•
het opwaarderen van de kern Schinveld (belevingswaarde).
Programmajaarverslag 2010
52
Het werk is uniek te noemen vanwege de samenwerking met 2 andere partners te weten Waterschap Roer en Overmaas en het Waterschapsbedrijf Limburg. Naast deze samenwerking is het een zeer complex en technisch uitdagend werk dat in 2011 opgeleverd zal worden. Ter bekostiging van het project is in 2010 een bedrag van 358 duizend euro uit het rioolfonds onttrokken. Ontkluizing Quabeeksgrub: De voornaamste werkzaamheid bij de ontkluizing was de vervanging en het vergroten van het riool tussen de kernen Bingelrade en Jabeek. Hierdoor kan het Bergbezinkbassin in Bingelrade komen te vervallen en hoeft enkel een groot Bassin in Jabeek te worden aangelegd. Naast de werkzaamheden onder de grond behelst het werk het ontkluizen van de niet continu watervoerende Quabeeksgrub. Door deze ontkluizing, de aanleg van een wandelpad en het terugbrengen van oorspronkelijke elementen is het authentieke karakter teruggebracht in het staatbeeld van Jabeek. In het buurtschap Viel is het hemelwater volledig afgekoppeld van de riolering. Ook in Jabeek zijn enkele hectaren afgekoppeld van het vuilwaterrioolstelsel. Door deze werkzaamheden kan het nog te realiseren Bergbezinkbassin in Jabeek kleiner worden uitgevoerd. Daarnaast is een tijdens de werkzaamheden gevonden waterput opgeknapt en zichtbaar gemaakt. Ter bekostiging van het project is in 2010 een bedrag van 115 duizend euro uit het rioolfonds onttrokken. Afkoppelen Merkelbeek in combinatie met reconstructie Raadhuisstraat Kerkstraat: In 2010 is de reconstructie van de Raadhuisstraat en Kerkstraat in Merkelbeek voorbereid. Onderdeel van deze reconstructie is het afkoppelen van hemelwater en het waar mogelijk infiltreren en vertraagd afvoeren om wateroverlast te beperken. Ter bekostiging van het project is in 2010 een bedrag van 8 duizend euro uit het rioolfonds onttrokken. In het gemeentelijk rioleringsplan wordt verder rekening gehouden met kosten die verband houden met het regulier rioolbeheer. Deze worden in het vervolg van deze paragraaf beschreven. In 2010 is een aantal preventieve reiniging- en inspectiewerkzaamheden opgeleverd. In het verbreed gemeentelijk rioleringsplan wordt jaarlijks ongeveer 10% van de gemeentelijke riolering gereinigd en geïnspecteerd. Dit komt neer op ongeveer 5 km per jaar. Het streven om 1 keer per 10 jaar de gehele riolering in Onderbanken te reinigen en inspecteren wordt hiermee gehaald. Naar aanleiding van deze en de vorige inspecties is in 2010 het rioolreparatie bestek opgesteld en aanbesteed. De voorbereidingskosten die hiermee zijn gemoeid bedragen 15 duizend euro. De uitvoering zal in 2011 plaatsvinden. Het structureel reinigen en onderhoud van de twee bergbezinkbassins en de 16 minigemaaltjes heeft eveneens in 2010 plaatsgevonden. Verder is een aantal niet goed functionerende en defecte pompen gerepareerd. Op het kruispunt In de Kweddel- Broekstraat is een koppeling gemaakt
Programmajaarverslag 2010
53
tussen twee rioolstrengen. Deze maatregel komt voort uit het Basis rioleringsplan en de kosten hiervan bedragen 12 duizend euro. 4.3.3
Gebouwen
In 2006 is het meerjarig onderhoudsplan voor gemeentelijke gebouwen geïnventariseerd en kwalitatief in kaart gebracht. We kunnen drie soorten onderhoud onderscheiden: •
het dagelijks onderhoud dat tot doel heeft om het gebouw en de installaties in een toestand te houden die voor de dagelijkse functievervulling noodzakelijk is. In de exploitatie is voor het dagelijks onderhoud een budget opgenomen.
•
het periodieke onderhoud waarbij in de regel geen vernieuwing plaatsvindt, zoals bijvoorbeeld binnenschilderwerk. Dit betreft terugkerend onderhoud met een zekere cyclus. Jaarlijks wordt voor het groot onderhoud een bedrag toegevoegd aan de reserve onderhoudfonds gebouwen en woningen.
•
het groot onderhoud, waarbij veelal onderdelen van het gebouw of de installaties moeten worden vervangen (zoals vernieuwing van het dak of vervanging van de cv- installatie). Jaarlijks wordt voor het groot onderhoud een bedrag toegevoegd aan de reserve onderhoudfonds gebouwen en woningen.
Bij het opstellen van de begroting 2011 is het onderhoudsplan gemeentelijke gebouwen opnieuw doorgerekend. Bij die doorrekening is ook de fasering van de onderhoudswerkzaamheden geactualiseerd. Het plan zal in 2012 aan de raad ter vaststelling worden voorgelegd. 4.3.4
Groen
In het vastgestelde groenstructuurplan is een aantal actiepunten opgenomen ter verbetering van de groenstructuur en ter versterking van de visueel ruimtelijke kwaliteiten van ons gemeentelijk groen. Voor de hieruit voortvloeiende uitvoeringskosten was tot en met 2010 een jaarlijks budget geraamd van 45 duizend euro. In 2010 zijn de volgende zaken uitgevoerd: •
Aanplant 3 bomen langs de Margrietstraat in Merkelbeek en 1 boom langs de N580
•
Plaatsen gedenkpaal t.b.v. inrichting Maar/Quabeekgrub in Jabeek
•
Uitbreiden en vervangen van het bomenbestand aan de Veldstraat in Jabeek
•
Het resterende budget is doorgeschoven naar 2011 voor de aanplant langs het tracé van de renovatie Raadhuisstraat / Kerkstraat
Bij de vaststelling van de begroting 2011 is besloten om het budget voor de uitvoering van het groenbeleidsplan te schrappen. 4.3.5
Recapitulatie
Hieronder volgt een opsomming van de door de gemeente Onderbanken te onderhouden kapitaalgoederen. Tevens wordt hierbij vermeldt hoeveel in 2009 voor het te onderhouden kapitaalgoed is gereserveerd en in welke beleidsnota het onderhoud is /wordt vastgesteld.
Programmajaarverslag 2010
54
Te onderhouden kapitaalgoederen (bedragen in duizenden euro's) Onderhoud kapitaalgoederen W egen Rioleringen Gebouwen Groen
Reservering 2010 190,4 265,9 10,8 0,0
Programmajaarverslag 2010
Beleidsnota is/ wordt vastgesteld in 2009 2009 2012
55
Programmajaarverslag 2010
56
4.4 4.4.1
VERBONDEN PARTIJEN Inleiding
Verbonden partijen worden gedefinieerd als die partijen waarin provincies en gemeenten zowel een bestuurlijk als een financieel belang hebben. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan een zetel in het bestuur van een participatie of het hebben van stemrecht. Financieel belang wil zeggen dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld, die zij kwijt is in geval van faillissement van de verbonden partij en /of financiële problemen bij die verbonden partij die verhaald kunnen worden op de gemeente. De gemeente Onderbanken heeft bestuurlijke en financiële belangen in 8 verbonden partijen, waaronder gemeenschappelijke regelingen en vennootschappen. Bij de verkoop van het productie en leveringsbedrijf van Essent aan RWE is een aantal bedrijfsonderdelen niet meeverkocht. Essent Milieu en Essent Netwerk en EPZ maken geen deel uit van de transactie en worden afgesplitst. 4.4.2
Attero Holding N.V.
Activiteiten Jaarlijks verwerkt Essent Milieu 4 miljoen ton afval en is hiermee een toonaangevende speler op de Nederlandse markt. De activiteiten van Essent Milieu richten zich op het verwerken van brandbaar afval, organisch afval en mineraal en niet-brandbaar afval Ontwikkelingen en vooruitzichten De resultaten van Attero zullen de komende jaren onder druk komen te staan als gevolg van gewijzigde marktomstandigheden. Het strategisch plan en besluitvorming over dividenduitkeringen is vastgesteld door de (nieuwe) aandeelhouders. Kengetallen gemeente Onderbanken: Attero Holidng N.V. Aantal aandelen Dividend uitkering Vorm participatie
4.4.3
423.900 € 28,3 duizend De gemeente is aandeelhouder
Enexis Holding N.V.
Activiteiten Enexis beheert het energienetwerk in Noord-, Oost- en Zuid-Nederland voor de aansluiting van ongeveer 2,5 miljoen huishoudens, bedrijven en overheden. Als gevolg van de invoering van de Wet Onafhankelijk Netbeheer (WON) in Nederland diende Essent uiterlijk vòòr 1 januari 2011 gesplitst te worden in een Netwerkbedrijf en een Productie- en Leveringsbedrijf. Deze verplichte splitsing is echter al doorgevoerd per 30 juni 2009. Op basis van de wet zijn de publieke aandeelhouders van Essent N.V. voor exact hetzelfde aandelenpercentage aandeelhouder geworden van Enexis. De vennootschap heeft ten doel: a.het (doen) Programmajaarverslag 2010
57
distribueren en het (doen)transporteren van energie, zoals elektriciteit, gas, warmte en (warm) water; b.het in stand houden, (doen) beheren, (doen) exploiteren en (doen) uitbreiden van distributie en transportnetten met annexen voor energie; c.het doen uitvoeren van alle taken die ingevolge de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet zijn toebedeeld aan een netbeheerder zoals daarin bedoeld; d.het binnen de wettelijke grenzen ontplooien van andere operationele en Ontwikkelingen en vooruitzichten Enexis Holding N.V. opereert in een gereguleerde markt, onder toezicht van de Energiekamer. Op basis van de businessplannen wordt voor de komende jaren een relatief bescheiden winst verwacht. Tabel 33: Kengetallen Enexis Kengetallen gemeente Onderbanken: Enexis Aantal aandelen Dividend uitkering Vorm participatie
4.4.4
423.900 € 223,4 duizend De gemeente is aandeelhouder
Vordering op Enexis BV
Activiteiten Essent heeft eind 2007 een herstructurering doorgevoerd waarbij de economische eigendom van de gas- en electriciteitsnetten binnen de Essent-groep zijn verkocht en overgedragen aan Enexis tegen de geschatte fair market value. Omdat Enexis BV over onvoldoende contante middelen beschikte om de koopprijs hiervoor te betalen is deze onverschuldigd gebleven en omgezet in een lening van Essent Nederland BV. In de Wet Onafhankelijk Netbeheer staat opgenomen dat het niet wenselijk is dat na splitsing financiële kruisverbanden blijven bestaan en omdat het op dat moment niet mogelijk was om de lening extern te financieren is derhalve besloten om de lening (vordering) niet mee te verkopen aan RWE, maar over te dragen aan de aandeelhouders. Op het moment van overdracht bedroeg de vordering 1,8 miljard euro. De aflossing hiervan is vastgelegd in een viertal leningsovereenkomsten met verschillende looptijden (tot en met 10 jaar). Het gemiddelde rentepercentage dat op deze leningen wordt vergoed bedraagt ongeveer 4,65%. Op basis van de Aanwijzing van de Minister van Economische Zaken is een bedrag van 350 miljoen euro geoormerkt als achtergesteld ten behoeve van mogelijke toekomstige conversie naar het eigen vermogen van Enexis. Ontwikkelingen en vooruitzichten Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders is gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (ongeveer 100,0 duizend euro), art 2:81 BW. Daarnaast loopt Vordering op Enexis BV beheerst geachte risico’s op Enexis Holding NV voor de niet-tijdige betaling van rente en/of aflossing en, in het ergste geval, faillissement van Enexis Holding NV.
Programmajaarverslag 2010
58
Kengetallen De gemeente Onderbanken is vertegenwoordigd als aandeelhouder. Als aandeelhouder heeft de gemeente geen echte invloed op de te volgen strategie. De krachten van alle Limburgse aandeelhouders zijn wel gebundeld in de VEGAL. Deze vereniging blijft van kracht daar de gemeente aandeelhouder blijft van Enexis (netwerkbedrijf), Essent Milieu en diverse BV’s waarin de SPV’s worden verwerkt. De gemeente Onderbanken participeert op basis van het aandelenbezit in de voormalige Essent 0,2832%. De totale vordering bedraagt voor Onderbanken 5.097.600 euro en bestaat uit vier leningdelen: een lening van 1.274.400 euro rente 3,27% af te lossen 2012, een lening van 1.416.000 euro rente 4,10% af te lossen 2014, een lening van 1.416.000 euro rente 4,65% af te lossen 2016 en een lening van 991.200 euro, rente 7,20% af te lossen 2019. Over de verstrekte leningen heeft de gemeente Onderbanken in 2010 een rente ontvangen van 236.939 euro. 4.4.5
Cros Border Lease Vennootschaps B.V.
Activiteiten De functie van deze CBL Vennootschap BV is het vertegenwoordigen van de verkopende aandeelhouders als medebeheerder (naast RWE, Enexis en Essent) van het CBL Fonds en in eventuele andere relevante CBL-aangelegenheden. Verder fungeert deze vennootschap als “doorgeefluik” voor betalingen namens aandeelhouders in en uit het CBL Fonds. Het CBL Fonds zelf is niets meer dan een bankrekening die wordt aangehouden bij een gerenommeerde bank waarop het afgesproken bedrag is gestort en aangehouden. Voor zover na beëindiging van alle CBLs en de betaling uit het CBL Fonds van de daarmee corresponderende voortijdige beëindigingvergoedingen nog geld overblijft in het CBL Fonds, wordt het resterende bedrag weer in de verhouding 50%-50% verdeeld tussen RWE en verkopende aandeelhouders. Naast het feit dat deelname in CBL Vennootschap BV de noodzakelijke randvoorwaarden creëert voor maximalisatie van de verkoopopbrengst van Essent en een optimale (financiële) risicoafdekking voor eventuele aansprakelijkheid van de publieke aandeelhouders, is het deelnemen door de verkopende aandeelhouders in CBL Vennootschap BV om de volgende redenen in het openbaar belang: Bundeling van de belangen van de verkopende aandeelhouders in CBL bevordert de flexibiliteit, de coördinatie en de beheersbaarheid. Ontwikkelingen en vooruitzichten Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders is relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (ca. 250 duizend euro), art 2:81 BW). Daarnaast lopen de verkopende aandeelhouders van Essent het risico dat het gecreëerde CBL fonds ontoereikend kan zijn voor mogelijke CBL claims, waarbij de koopovereenkomst met RWE spreekt van een maximale begrenzing van het risico dat gelijk is aan de koopprijs. De kans dat dit risico zich voordoet wordt zeer onwaarschijnlijk geacht. Kengetallen De gemeente Onderbanken is vertegenwoordigd als aandeelhouder. Als aandeelhouder heeft de gemeente geen echte invloed op de te volgen strategie. De krachten van alle Limburgse aandeelhouders zijn wel gebundeld in de VEGAL. Deze vereniging blijft van kracht daar de Programmajaarverslag 2010
59
gemeente aandeelhouder blijft van Enexis (netwerkbedrijf), Essent Milieu en diverse BV’s waarin de SPV’s worden verwerkt. De gemeente Onderbanken participeert op basis van het aandelenbezit in de voormalige Essent 0,2832%. In de AVA is besloten om in 2010 over te gaan tot uitkering van het ASA Risicofonds. Voor onze gemeente betekent dit dat in 2010 een eenmalig bedrag is ontvangen van 49.636 euro. Per jaar wordt bekeken welke gedeelte van de voorziening die getroffen is voor claims uit de cross border leases van de voormalige Essent N.V. kan vrijvallen. 4.4.6
Verkoop Vennootschaps B.V.
Activiteiten In het kader van de transactie met RWE hebben de verkopende aandeelhouders een aantal garanties gegeven aan RWE. Het merendeel van deze garanties is door de verkopende aandeelhouders op het moment van verkoop van Essent PLB aan RWE overgedragen aan deze deelneming, die vanaf het moment van oprichting dus ook aansprakelijk is indien een of meer van deze garanties onjuist blijken te zijn. Ter verzekering van de betaling van eventuele schadeclaims heeft RWE bedongen dat een deel van de verkoopopbrengst door de verkopende aandeelhouders gedurende ene bepaalde tijd op een aparte bankrekening zal worden aangehouden (in jargon: in escrow zal worden gestort). Buiten het bedrag dat in escrow zal worden gehouden, zijn de verkopende aandeelhouders niet verder aansprakelijk voor inbreuken op garanties. Daarmee is de functie van Verkoop Vennootschap BV dus tweeërlei. Als vennootschap die vrijwel alle garanties onder de verkoopovereenkomst heeft overgenomen van de verkopende aandeelhouders zal zij eventuele garantieclaim procedures voeren tegen RWE. Daarnaast treedt Verkoop Vennootschap BV op als vertegenwoordiger van de verkopende aandeelhouders met betrekking tot het geven van instructies aan de escrow agent wat betreft het beheer van het bedrag dat in escrow is gestort. Ontwikkelingen en vooruitzichten Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders is relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (ca. 550 duizend euro), (art 2:81 BW). Er zijn geen claims door RWE ingediend die uit de binnen Verkoop Vennootschap BV gevormde escrow moeten worden voldaan. Gegeven de kostenbegroting en de beperkte rentevergoeding op de General Escrow is in 2010 geen rentevergoeding uitgekeerd aan de aandeelhouders. De in de oorspronkelijke begroting 2010 geraamde rentevergoeding van 37.170 euro is bij de bestuursrapportage afgeraamd.. Kengetallen De gemeente Onderbanken is vertegenwoordigd als aandeelhouder. Als aandeelhouder heeft de gemeente geen echte invloed op de te volgen strategie. De krachten van alle Limburgse aandeelhouders zijn wel gebundeld in de VEGAL. Deze vereniging blijft van kracht daar de gemeente aandeelhouder blijft van Enexis (netwerkbedrijf), Essent Milieu en diverse BV’s waarin de SPV’s worden verwerkt. De gemeente Onderbanken participeert op basis van het aandelenbezit in de voormalige Essent 0,2832%.
Programmajaarverslag 2010
60
4.4.7
N.V. Elektriciteits- Productiemaatschappij Zuid-Nederland (EPZ Borssele)
Activiteiten Onderdeel van Essent was het 50% aandeel in N.V. Elektriciteits Productiemaatschappij Zuid-Nederland (EPZ), o.a. eigenaar van de kerncentrale in Borssele. Het bedrijf Delta NV uit Zeeland heeft de verkoop van dit bedrijfsonderdeel van Essent aan RWE bij de rechter aangevochten. Uit de gerechtelijke uitspraken tot nu toe blijkt dat noch het economisch noch het juridisch eigendom verkocht mag worden. PBE heeft het 50% belang in EPZ bij Energy Resources Holding (ERH) ondergebracht. Ontwikkelingen en vooruitzichten Er loopt een cassatie in het kort geding en een bodemprocedure, waarvan de uitkomst onzeker is, om ERH alsnog te kunnen verkopen aan RWE. Tabel 34: Kengetallen EPZ Borssele Kengetallen gemeente Onderbanken: EPZ Aantal aandelen Dividend uitkering Vorm participatie
4.4.8
423.900 € 31,2 duizend De gemeente is aandeelhouder
Bank Nederlandse Gemeenten
Activiteiten De Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Klanten van de BNG zijn overheden en instellingen op het gebied van volkshuisvesting, gezondheidszorg, onderwijs en nut. De BNG biedt financiële diensten op maat, zoals kredietverlening, betalingsverkeer, advisering en elektronisch bankieren. Ontwikkelingen en vooruitzichten De missie en de strategie van BNG zijn vertaald in de volgende strategische doelstellingen: • Behoud van substantiële marktaandelen in de Nederlandse publieke sector en semi- publieke domein. • Behalen van een redelijk rendement voor aandeelhouders. Voorwaarden hiervoor zijn het handhaven van de excellente kredietwaardigheid, het behoud van een scherpe inkooppositie en het realiseren van klantenpartnerschap op een zo effectief en efficiënt mogelijk wijze.
Programmajaarverslag 2010
61
Tabel 50: Kengetallen BNG Kengetallen gemeente Onderbanken: BNG Aantal aandelen Dividend uitkering Vorm participatie
4.4.9
8.775 € 20,5 duizend De gemeente is aandeelhouder
Parkstad Limburg
Activiteiten De Stadsregio Parkstad Limburg is een samenwerkingsverband tussen acht gemeenten op basis van een gemeenschappelijke regeling en ontplooit de volgende activiteiten: - het realiseren van een economische structuurversterking; - het realiseren van een transformatie als gevolg van demografische ontwikkelingen; het leveren van een bijdrage aan een evenwichtige ontwikkeling van het samenwerkingsverband als geheel, mede in verhouding tot zijn omgeving; het bieden van een organisatie, waarbinnen uitvoering van gemeentelijke taken op nader te bepalen terreinen kunnen worden gefaciliteerd. Ontwikkelingen en vooruitzichten Regio Parkstad Limburg werkt met een meerjarenprogramma. Elk jaar wordt hieruit een jaarprogramma opgesteld waarin wordt aangegeven welke van de kerntaken in dat jaar worden aangepakt. De gemeenteraden bepalen welke taken op de jaaragenda komen te staan en welke andere projecten naast de kernagenda worden aangepakt. Zodra het jaarprogramma bekend is stelt het Algemeen Bestuur vast hoe de kerntaken worden uitgevoerd, welke termijnen hieraan verbonden zijn etc. Hiervoor wordt een beleidsplan opgesteld dat zowel door het Algemeen Bestuur als door de gemeenteraden moet worden vastgesteld. Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit, het vrij aanwendbaar deel van de algemene reserve, heeft een omvang van 115 duizend euro en dient als dekkingsmiddel voor uitgaven met een incidenteel karakter. Er bestaat een aantal voorzieningen voor specifieke risico’s, te weten een voorziening debiteuren van 40 duizend euro, het EFRO Risicofonds en de voorziening btw- scan van 125 duizend euro. Tevens wordt de risicoanalyse in 2011 opgepakt, welke inhoudt dat in bestuursstukken ingegaan wordt op de mogelijke risico’s en de beheersingsmaatregelen die met het oog op risicomanagement nodig zijn. Indicatieve risico-omvang: Gemeente Onderbanken als deelnemende gemeente is mede risicodrager voor de continuïteit van Parkstad. De omvang van het risico heeft Parkstad Limburg niet gekwantificeerd. GBRD Vanaf 2007 behoort de samenwerking van de gemeenten Brunssum, Heerlen, Landgraaf, Onderbanken, Simpelveld en Voerendaal op het terrein van gemeentelijke belastingen als uitvoeringsorganisatie tot de gemeenschappelijke regeling Parkstad Limburg.
Programmajaarverslag 2010
62
De GBRD heeft de volgende taken: •
Het registreren, beheren en controleren van gegevens en kenmerken over belastbare feiten voor de onroerende zaak belasting, hondenbelasting, toeristenbelasting, afvalstoffenheffing/reinigingsrecht en rioolrechten.
•
Het op basis van de registraties opstellen van belasting- en heffingenkohiers voor de gecombineerde aanslag en het vervaardigen en verzenden van de gecombineerde aanslag.
•
Het registreren, beheren en controleren van gegevens en kenmerken van objecten.
•
Het bepalen van de waarde van objecten voor de WOZ beschikking (op de gecombineerde aanslag).
•
Het kwijtschelden van belastingen op basis van het beleid van de gemeente.
•
Het registreren, beheren en controleren van automatische kwijtscheldingen
•
De afhandeling van bezwaar tegen belastingen, heffingen, innen, WOZ.
•
Het afhandelen van administratief beroep tegen kwijtschelding.
•
Het afhandelen van beroep.
Tabel 51: Kengetallen GBRD Kengetallen gemeente Onderbanken: GBRD Bijdrage 2010 Vorm participatie
€ 189,3 duizend Zitting in bestuur Parkstad Limbug
Strategische agenda Parkstad Limburg In het najaar van 2007 heeft de regio Parkstad haar strategische agenda vastgesteld. De missie van de strategische agenda is het versterken van de economische structuur. De doelstelling is om de inwoners van Parkstad Limburg perspectief te bieden door het creëren van een aantrekkelijk woon-, werk-, en verblijfsklimaat. De strategische agenda bestaat uit vijf strategische opgaven. 1.
Nieuwe energie In een globaliserende wereld is het, voor het behoud en creëren van banen in de productie, van belang innovatie en kennis in de regio te borgen. Het is verstandig dat dit thema niet geografisch blijft beperkt tot Zuid- Limburg, juist de samenwerking met ontwikkelingen in NordRhein Westfalen en Noord- Limburg zal dit cluster versterken.
2.
Centrum Parkstad Limburg Binnensteden zijn de motoren van de economie, de ontmoetingsplaatsen van onze maatschappij en het visitekaartje van stedelijke regio’s. Parkstad Limburg is een van de grootste stedelijke agglomeraties van Nederland. De invulling van de centrumfunctie moet versterkt en vergroot worden, omdat de regiofunctie betekent dat het ineens een verzorgingsgebied van 240.000(regio Parkstad Limburg) in plaats van 90.000 (gemeente Heerlen) inwoners heeft. Hierbij wordt aandacht gegeven aan de ruimtelijke kwaliteit, het voorzieningenniveau maar ook de beleving van het centrum van Parkstad.
Programmajaarverslag 2010
63
3.
Herstructurering stedelijk gebied Stedelijke herstructurering in een stedelijk gebied dat krimpt is een opgave waar bijna niemand in Nederland ervaring mee heeft. Onze demografische voorsprong betekent dat onze regio hier als eerste mee te maken krijgen. De opgave in Parkstad Limburg wordt geschat op enkele miljarden euro’s over de komende 15 jaar.
4.
Grensoverschrijdend Openbaar Vervoer Mobiliteit van mensen, goederen en data is een bepalende randvoorwaarde voor economische ontwikkeling. Een gebied moet goed bereikbaar zijn om een rol van betekenis te kunnen spelen. Het thema speelt op twee niveaus; ten eerste heeft onze regio de ambitie de arbeidsmarkt, het onderwijsaanbod en de kennisclusters euregionaal ontsluiten. Ten tweede wil de regio de spoorlijn Amsterdam-Eindhoven-Heerlen-Aachen met een relatief kleine ingreep geschikt maken voor volwaardig intercontinentaal gebruik. Hier wordt een bijdrage geleverd aan de bereikbaarheid en daardoor aan economische kracht van de ‘BV-Nederland’ in relatie tot Keulen, Frankfurt en München.
5.
Integrale gebiedsontwikkeling Parkstadring Limburg, Met de realisatie van de buitenring wordt de Parkstadring compleet (buitenring plus N281). Een infrastructurele verbinding die een gebied met bijna 250.000 inwoners ontsluit. Daarmee gaat niet alleen de bereikbaarheid van de regio er sterk op vooruit, maar ontstaan ook (extra) kansen voor economische ontwikkeling en voor het verbeteren van het woon- en leefmilieu in de kernen. Tabel 51: Kengetallen Parkstad Limburg Kengetallen gemeente Onderbanken: Parkstad Limburg Bijdrage 2010 Vorm participatie
4.4.10
€ 161,1 duizend De gemeente heeft 1 zetel in het Parkstad Limburg bestuur en drie zetels in de Parkstad Limburg raad
Regionale brandweer Zuid Limburg
Activiteiten De uitvoering van de brandweertaak is van oudsher een gemeentelijke verantwoordelijkheid. De brandweerwet 1985 verplicht gemeenten daarnaast deel te nemen aan de regionale brandweer. Deze regionale samenwerkingsverbanden moeten worden gezien als een vorm van verlengd lokaal bestuur. De regionale brandweren vervullen een facilitaire functie ten behoeve van gemeenten. Ontwikkelingen en vooruitzichten De Brandweer en de GHOR vallen onder één gemeenschappelijke regeling. De GHOR is organisatorisch ondergebracht bij de GGD Zuid-Limburg, maar valt bestuurlijk onder het Algemeen Veiligheidsbestuur van de Veiligheidsregio Zuid-Limburg. Op 1 oktober 2010 is de nieuwe Wet Veiligheidsregio’s in werking getreden. De Brandweerwet 1985, de Wet GHOR en de Wet Rampen en Zware Ongevallen (WRZO) zijn hierin opgenomen. Doel van de nieuwe Wet Veiligheidsregio’s is de realisatie van Programmajaarverslag 2010
64
een efficiënte en kwalitatief hoogwaardige organisatie van de brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, rampenbestrijding en crisisbeheersing onder één regionale bestuurlijke regie te realiseren. Naar aanleiding van de invoering van de Wet Veiligheidsregio’s per 1-10-2010 wordt een nieuwe gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zuid-Limburg opgesteld. De bestaande gemeenschappelijke regeling brandweer ZL/GHOR komt te vervallen en wordt opgenomen in een gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zuid-Limburg. De nieuwe gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zuid-Limburg wordt momenteel opgesteld. Weerstandscapaciteit Partij in de gemeenschappelijke regeling zijn de 18 deelnemende gemeenten van de regio Zuid Limburg. De provincie heeft een toezichthoudende functie op financieel gebied, het Ministerie van Binnenlandse zaken is medefinancier en heeft een toetsende functie. In 2011 zal een onderzoek plaatsvinden naar de juiste omvang van het weerstandsvermogen. Indicatieve risico-omvang: De ontwikkelingen ten aanzien van de inkomsten van het Rijk c.q. de bezuinigingen die door het Rijk zullen worden doorgevoerd in 2011. De omvang van de risico’s heeft de Regionale Brandweer Zuid Limburg niet gekwantificeerd. Tabel 52: Kengetallen Regionale Brandweer Zuid Limburg Kengetallen gemeente Onderbanken: Regionale brandweer Zuid Limburg Bijdrage 2010 Vorm participatie
4.4.11
€ 306,4 duizend In deze gemeenschappelijke regeling heeft de gemeente zitting in het algemeen bestuur
GHOR
Activiteiten GHOR staat voor Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen, oftewel het helpen van mensen die slachtoffer zijn geworden, of zouden kunnen worden, van een (dreigend) groot ongeval of een ramp. Ontwikkelingen en vooruitzichten Zie de toelichting onder 4.4.7 Tabel 53: Kengetallen GHOR Kengetallen gemeente Onderbanken: GHOR Bijdrage 2010 Vorm participatie
€ 13,2 duizend De gemeente heeft zitting in het bestuur
Programmajaarverslag 2010
65
4.4.12
GGD
Activiteiten De activiteiten van de GGD’en zijn erop gericht om risico’s voor de gezondheid zo klein mogelijk te maken en tegelijkertijd de gezondheid van alle 16 miljoen inwoners van Nederland te bevorderen; in ieder provincie, streek, stad, buurt en straat. Met speciale aandacht voor de mensen die het meest kwetsbaar zijn. Ontwikkelingen en vooruitzichten De gemeenten krijgen meer en meer de regie over het waarborgen van de gezondheid van hun eigen inwoners. Schaalvergroting, standaardisering en kwaliteitsborging van de openbare gezondheidszorg is een algemene tendens die zich landelijk aftekent. Door de GGD is vanaf 2011 geen indexering toegepast en de bijdrage per inwoner is niet verhoogd. Door de inwerkingtreding van de Wet op de veiligheidsregio’s op 1 oktober 2010 zal de GHOR worden onder gebracht bij gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zuid-Limburg.. Vanaf dat moment zal de GHOR organisatorisch geen deel meer uit maken van de GGD Zuid Limburg. Na onderbrenging zal er een nieuwe gemeenschappelijke regeling GGD Zuid Limburg moeten worden opgesteld. Weerstandscapaciteit GGD en GHOR worden tezamen beschreven aangezien de GHOR organisatorisch deel uit maakt van de GGD Zuid Limburg. De weerstandscapaciteit bedraagt 114,4 duizend euro (hoogte algemene reserve), hetgeen 11,7% van de begrote gemeentelijke bijdrage (977,4 duizend euro) inhoudt. In de gemeenschappelijke regeling ligt vast dat de financiële eindverantwoordelijkheid voor de financiële positie van de GGD door de deelnemende gemeenten (19 gemeenten) wordt gedragen. Indicatieve risico-omvang: Toenemende kwaliteitseisen, nieuwe wet veiligheidsrisico’s, tuchtrechtelijke vervolging c.q. aansprakelijkstelling van artsen en andere beroepsbeoefenaren en het toenemende claimgedrag door patiënten. De omvang van de risico’s heeft de GGD Zuid Limburg niet gekwantificeerd. Tabel 54: Kengetallen GGD Kengetallen gemeente Onderbanken: GGD Bijdrage 2010 Vorm participatie
4.4.13
€ 122,5 duizend De gemeente heeft 1 zetel in het algemeen bestuur en 1 zetel in het dagelijks bestuur
Rd4
Activiteiten Reinigingsdiensten Rd4 levert een kompleet pakket van diensten in afvalverwijdering en reiniging voor overheden, bedrijven, instellingen en particulieren in Limburg. Rd4 werkt conform strenge milieu- eisen, waarbij gescheiden afvalinzameling en Programmajaarverslag 2010
66
-verwerking en recycling vanzelfsprekend zijn. Ontwikkelingen en vooruitzichten Belangrijke ontwikkelingen zijn: het uitvoeren van het regionale afvalinzamelplan en de realisatie van ondergrondse inzamelsystemen. Weerstandscapaciteit Het weerstandsvermogen voor verdeling van het resultaat bedraagt 928,4 duizend euro. De afgelopen jaren is er binnen de gemeenschappelijke regeling regelmatig een overschot op de exploitatierekening welke is gereserveerd om eventuele tegenvallers op te vangen (het weerstandsvermogen). Indicatieve risico-omvang: De risico’s betreffende het pluspakket en de verwerkingskosten liggen bij de 9 deelnemende gemeenten. De verwachtingen voor 2011 zijn volgens RD4 positief. Tabel 55: Kengetallen Rd4 Kengetallen gemeente Onderbanken: Rd4 Bijdrage 2010 Vorm participatie
4.4.14
€ 611,6 duizend De gemeente heeft zitting in het algemeen bestuur
NV Rd4
Activiteiten Het tot stand brengen van een doelmatige, milieutechnisch verantwoorde en marktconforme inzameling en verwerking van afvalstoffen, in het bijzonder bedrijfsafvalstoffen, het adviseren op het gebied van ontwikkeling en implementatie van milieubeleid, een en ander met inachtneming van het provinciaal milieubeleidsplan als bedoeld in de Wet milieubeleid en van het door de overheid gevoerde afvalstoffenbeleid. Ontwikkelingen en vooruitzichten Door de NV is besloten om een driejarig contract 2006-2008 af te sluiten voor de verwerking van afval. In dat contract is een vaste prijsafspraak gemaakt zodat er de komende jaren geen negatieve verassingen zijn te verwachten met betrekking tot deze belangrijke kostenpost. Vanaf 2006 is besloten om alle verkoopactiviteiten van de NV (bedrijvenmarkt, kringloop, gemeenten) af te zonderen uit de productie en als een afzonderlijke afdeling verkoop te positioneren. Tabel 56: Kengetallen NV Rd4 Kengetallen gemeente Onderbanken: NV Rd4 Aantal aandelen Dividend uitkering Vorm participatie
839 aandelen tegen uitgifteprijs van € 14,94 € 7,2 duizend De gemeente is aandeelhouder
Programmajaarverslag 2010
67
4.4.15
Licom NV
Activiteiten Licom N.V. is een maatschappelijke onderneming die diensten verleent op het gebied van arbeidsmarkttoeleiding voor personen die op grond van een WSW indicatie te werk worden gesteld. De expertise van Licom op het gebied van werkgelegenheidsontwikkeling voor de sociale werkvoorziening en haar infrastructuur zijn bij uitstek geschikt voor het re-integreren van deze arbeidskrachten. Ontwikkelingen en vooruitzichten Licom N.V. maakte in februari 2010 bekend over 2009 een verlies te lijden van 6,2 miljoen euro. Over 2010 en 2011 werd een negatief resultaat verwacht van respectievelijk 2,3 miljoen en 73 duizend euro. Voor de jaren 2012 en verder werd uitgegaan van een positief resultaat. De negatieve resultaten zouden uit de reserve van Licom (begin 2009 ca. 10 miljoen euro) worden gedekt waardoor er geen gemeentelijke bijdrage over de vermelde jaren nodig zou zijn. In het laatste kwartaal van 2010 maakte Licom bekend dat er over 2011 een tekort van 9 miljoen euro dreigde te ontstaan. Een deugdelijke onderbouwing ontbrak nog op dat moment, de begroting moest nog volgen. In januari 2011 heeft Licom aangegeven dat het tekort over 2010 het dubbele zal zijn van hetgeen begin 2010 was geprognosticeerd. Hierdoor wordt de reserve uitgeput. Daarnaast laat de in januari 2011 aan de AVA gepresenteerde begroting 2011 een tekort zien van 11,8 miljoen euro. Het aandeel van de gemeente Onderbanken in het dreigend tekort van 11,8 miljoen in 2011 zal gezien haar deelneming (naar rato van de aandelenverhouding) bij Licom NV ca. 400 duizend euro bedragen. Het spreekt voor zich dat de aandeelhoudende gemeenten acties hebben opgestart om de schade zoveel mogelijk te beperken. In dat verband wordt verwezen naar de bestuurlijke mededeling die de raad hierover heeft ontvangen (2011/ 939). Landelijke bezuiniging op de WSW budgetten. Het budget per arbeidsjaar gaat van 27 duizend euro in 2010 naar 25 duizend euro in 2011. Voor onze gemeente leidt dit tot een bezuiniging van 134 duizend euro. Voor de jaren na 2011 moet rekening worden gehouden met een verdere daling van het budget per arbeidsjaar. De gemeentelijke middelen zijn niet toereikend om aan de sw-uitvoerders meer subsidie te verstrekken dan de rijksbijdrage die voor de uitvoering van de sociale werkvoorziening wordt ontvangen. Het overgrote deel van de sw-werkers uit onze gemeente werkt bij Licom. De bezuiniging slaat daarom voor het grootste deel neer bij die organisatie. . Tabel 57: Kengetallen Licom Kengetallen gemeente Onderbanken: Licom NV Aantal aandelen Vorm participatie
4.4.16
2.510 van € 211,40 nominaal De gemeente is aandeelhouder
Werkvoorzieningschap O.Z.L.
Activiteiten Het Werkvoorzieningschap OZL voert namens 11 gemeenten in Oostelijk Zuid-Limburg op basis van een gemeenschappelijke regeling de regie over de uitvoering van de Wet Sociale
Programmajaarverslag 2010
68
Werkvoorziening (Wsw). Het betreft hier het passend werk bieden aan mensen die op grond van een Wsw-indicatie zijn aangewezen op aangepast werk. Ontwikkelingen en vooruitzichten Per 1-1-2008 is de gewijzigde Wsw van kracht en zijn meer verantwoordelijkheden bij de gemeenten gelegd. Naar aanleiding van deze wetswijziging hebben het schap en de aangesloten gemeenten een visie ontwikkeld over de uitvoering van de Wsw in relatie tot het bredere arbeidsmarktbeleid, de vorm waarin dit uiteindelijk gestalte moet krijgen en de rol en positie die het werkvoorzieningschap hierin moet vervullen. In 2010 is de gemeenschappelijke regeling gewijzigd en zijn twee wettelijk verplichte verordeningen vastgesteld. De gewijzigde gemeenschappelijke regeling beperkt zich tot de uitvoeringspraktijk en tot operationele bevoegdheden; een gemeenschappelijke regeling van colleges volstaat hiervoor. De beleidsverordenende en -bepalende bevoegdheden zijn bij de afzonderlijke gemeenteraden komen te liggen. De in het bestuursakkoord vermelde decentralisatie op het beleidsterrein van onder meer de Wsw (de Wet werk naar vermogen) naar de gemeenten zal ook gevolgen hebben voor het werkvoorzieningschap O.Z.L. Nadere uitwerking van deze door het Rijk zal dit moeten uitwijzen Weerstandscapaciteit De deelnemende gemeenten zijn verplicht eventuele tekorten van de gemeenschappelijke regeling af te dekken door extra bijdragen. De weerstandscapaciteit is nihil, wat betekent dat de gemeenten direct aanspreekbaar zijn bij een negatief exploitatieresultaat. Indicatieve risico-omvang: De ontwikkeling van de Rijkssubsidie is een risicofactor aangezien het ministerie van SZW financieel relevante besluiten voor de uitvoering van de WSW erg laat neemt. De omvang van de risico’s heeft het Werkvoorzieningschap O.Z.L. niet gekwantificeerd. Tabel 44: Kengetallen Werkvoorzieningschap O.Z.L. Kengetallen gemeente Onderbanken: Werkvoorzieningschap O.Z.L. Bijdrage 2010 Vorm participatie
4.4.17
€ 2.830 duizend De gemeente heeft 1 zetel in het AB, het AB dient de DB- leden nog uit haar midden te kiezen
Watermaatschappij Limburg
Activiteiten Vanuit haar nutstaak voorziet WML de gehele Limburgse bevolking van zuiver, helder en betrouwbaar drinkwater. Vanzelfsprekend tegen een zo laag mogelijke prijs. WML werkt efficiënt en kostenbewust, waar mogelijk samen met andere bedrijven. Ontwikkelingen en vooruitzichten WML wil een onderneming zijn die professioneel opereert en redenerend vanuit de markt en klanten zich richt op specifieke doelgroepen. Als partner is WML betrouwbaar in product,
Programmajaarverslag 2010
69
kwaliteit, dienstverlening en handelwijze. Om dat te waarborgen werkt WML nadrukkelijk aan de ontwikkeling van de organisatie en haar medewerkers. Tabel 58: Kengetallen Watermaatschappij Limburg Kengetallen gemeente Onderbanken: W atermaatschappij Limburg Aantal aandelen Dividenduitkering Vorm participatie
4.4.18
3 aandelen van € 4.545 nominaal Geen uitkering de gemeente is aandeelhouder
ISD BOL
Activiteiten De ISD BOL voert voor de deelnemende gemeenten alle taken uit in het kader van de uitvoering van de WWB, IOAZ, en IOAW, en is tegelijkertijd strategische partner voor de gemeenten bij het in gang zetten van processen in de richting van beoogde maatschappelijke doelen. Ontwikkelingen en vooruitzichten Sedert 1 januari 2007 participeert de gemeente Onderbanken in de ISD BOL. Weerstandscapaciteit De financiële risico’s ten aanzien van de programmakosten worden afgedekt via het weerstandsvermogen van de drie deelnemende gemeenten. De reserves en voorzieningen zijn ondergebracht bij de drie moedergemeenten. Het is tevens de verantwoordelijkheid van de gemeenten om gevormde reserves en voorzieningen in stand te houden en in relatie tot de potentiële risico’s aan te passen. Indicatieve risico-omvang: Vanaf 2012 wordt het Participatiebudget fors verlaagd en het risico dat de omvang van de bezuiniging zo groot gaat uitpakken dat er zowel beleidsmatig als op het vlak van bedrijfsvoering ingrijpende aanpassingen zullen moeten worden doorgevoerd, is aanwezig. ISD BOL bouwt geen weerstandsvermogen op en heeft geen reserves of voorzieningen op de balans staan om bovengenoemde verlaging te compenseren of te verzachten. Er is wel een post voor onvoorziene uitgaven van 30 duizend opgenomen in de begroting. Vooralsnog is de omvang van het risico niet kwantificeerbaar. Tabel 59: Kengetallen ISD BOL Kengetallen gemeente Onderbanken: ISD BOL Bijdrage 2010 Vorm participatie
€ 354,5 duizend De gemeente heeft 3 leden in het algemeen bestuur en 1 zetel in het dagelijks bestuur
Programmajaarverslag 2010
70
4.4.19 Recapitulatie Recapitulatie verbonden partijen Recapitulatie verbonden partijen Naam Organisatie
Vestigingsplaats
Rechtsvorm
Financieel belang
Bestuurlijk belang
Verwerking afval
Aandeelhouder
Stemrecht naar rato aandelenbezit
Eigen Vermogen
Kerncijfers 2010 Vreemd Vermogen
Jaarresultaat
Attero
Haelen
Enexis
s-Hertogenbosch NV
Beheer energienetwerk
Aandeelhouder
Stemrecht naar rato aandelenbezit
EPZ
Borssele
NV
Electriciteitsproducent
Aandeelhouder
Stemrecht naar rato aandelenbezit
0,058 mln 0,508 mln 0,046 mln (gebaseerd op kerncijfers 2009)
BNG
Den Haag
NV
Bancaire diensten
Aandeelhouder
Stemrecht naar rato aandelenbezit
2.259 mln
116.274 mln
257 mln netto
Parkstad Limburg
Heerlen
GR
Regionale samenwerking
Bijdrage 2010 161.136
1 zetel in P.L.B. 3 zetels in P.L.R.
18,940 mln
38,262 mln
0,401 mln
Regionale Brandweer ZL
Margraten
GR
Brandblussen, hulpverlening, rampenbestrijding
Bijdrage 2010 306.359
Zitting in bestuur
2,254 mln
39,885 mln
0,703 mln
GHOR
Heerlen
GR
Risico's gezondheid beperken, gezondheid bevorderen
Bijdrage 2010 13.184
Zitting in bestuur
0,280 mln
0,642 mln
0,145 mln
GGD
Heerlen
GR
Gezondheidsvoorziening
Bijdrage 2010 122.520
1 zetels in A.B. 1 zetel in D.B.
Rd4
Heerlen
GR
Afvalinzameling en -verwerking, kringloop- en recyclingact.
Bijdrage 2010 611.567
Zitting in bestuur
NV Rd4
Heerlen
NV
Op commerciële basis inzamelen van afvalstoffen bij bedrijven en instellingen
Aandeelhouder
Stemrecht naar rato aandelenbezit
Licom
Heerlen
NV
Sociale werkvoorziening
Bijdrage 2010 Zitting in bestuur 22.084
3,572 mln 27,947 mln -6,696 mln (gebaseerd op kerncijfers 2009)
Werkvoorziening- Heerlen schap O.Z.L.
GR
Sociale werkvoorziening
Bijdrage 2010 2.829.990
2 zetels A.B.
2,927 mln 3,732 mln 0,623 mln (gebaseerd op kerncijfers 2009)
Watermaatschappij Maastricht Limburg
NV
Leveren van water
Aandeelhouder
Stemrecht naar rato aandelenbezit
148,2 mln 385,2 mln -11,34 mln (gebaseerd op kerncijfers 2009)
ISD BOL
GR
Uitvoeren WWB, IOAW, IOAZ
Bijdrage 2010 354.458
2 zetels in A.B. 1 zetel in D.B.
Brunssum
NV
Activiteiten
Programmajaarverslag 2010
0,241 mln 0,682 mln 59,3 mln (gebaseerd op kerncijfers 2009) 2.963,9 mln
2.657,4 mln
193,7 mln
7,417 mln 22,723 mln 1,891 mln (gebaseerd op kerncijfers 2009) 1,836 mln
33,424 mln
1,690 mln netto
0,417 mln 1,807 mln 0,277 mln netto (gebaseerd op kerncijfers 2009)
0
7,087 mln
71
0 mln
Programmajaarverslag 2010
72
4.5
LOKALE HEFFINGEN Inleiding De paragraaf lokale heffingen heeft betrekking op zowel de heffingen waarvan de besteding is gebonden als waarvan de besteding ongebonden is. Niet gebonden besteding heeft betrekking op onroerend zaakbelasting, hondenbelasting en toeristenbelasting. Gebonden besteding heeft betrekking op afvalstoffenheffing, rioolrechten, baatbelasting en leges. De opbrengst van deze heffingen is geoormerkt voor specifieke doeleinden en mogen een kostendekkendheidspercentage van 100% niet overstijgen. Met kostendekkendheidspercentage wordt bedoeld: het percentage van de lasten (inclusief kwijtschelding) voor zover deze worden gedekt door de netto-opbrengsten. De netto-opbrengsten zijn de belastingopbrengsten gecorrigeerd voor oninbaarheid. Met ingang van 1 januari 2007 wordt de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen uitgevoerd voor de Gemeenschappelijke Belasting- en Registratiedienst (GBRD). In deze paragraaf zijn de gerealiseerde beleidsvoornemens ten aanzien van de lokale heffingen en een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen,waaronder belastingen opgenomen. De lokale heffingen vormen een belangrijk onderdeel van de inkomsten van de gemeente en is daarom een integraal onderdeel van het gemeentelijk beleid. Een overzicht van de lokale heffingen en daarmee meer inzicht is daarom van belang voor de raad. rekening 2009
begroting 2010
rekening 2010
Mutatie
948 83
959 88
969 92
0,9% 5,2%
Onroerende zaakbelasting eigaren woningen Onroerende zaakbelasting eigaren niet-woningen Onroerende zaakbelasting gebruikers niet-woningen
42
48
52
8,7%
Baatbelasting Afvalstoffenheffing/reinigingsrechten
2 788
3 881
2 782
-14,3% -11,2%
Rioolrechten Hondenbelasting
768 58
839 60
850 60
1,3% 0,1%
Bouwleges Secretarieleges Marktgelden Toeristenbelasting Begrafenisrechten Totaal
88
91
41
-54,9%
147 2
140 3
150 3
7,3% 3,2%
5 8
10 11
12 11
23,0% -5,2%
2.939
Programmajaarverslag 2010
3.131
3.023
-3,5%
73
Uit onderstaande grafiek kan worden afgeleid dat het grootste deel van de inkomsten uit lokale heffingen bestaat uit de onroerende zaakbelasting (36,8%), afvalstoffenheffing (25,9%) en rioolrechten (28,1%). Afvalstoffenheffing 25,9%
Rioolrechten 28,1%
Bouwleges 1,4% Secretarieleges 5,0% Onroerende zaakbelasting 36,8%
4.5.1
Hondenbelasting 2,0% Overige 0,8%
Onroerend zaakbelasting De grondslag voor de heffing van de OZB voor 2009 is de waarde van de onroerende zaken naar de peildatum 1 januari 2009.
Kengetallen onroerend zaakbelasting rekening 2009 Opbrengst OZB
begroting 2010
rekening 2010
1.072.514
1.095.333
1.113.106
746.500.000
762.500.000
747.000.000
eigenaar woningen
0,13891%
0,14036%
0,14036%
gebruiker niet woningen
0,10935%
0,09969%
0,09969%
eigenaar niet woningen
0,13891%
0,14036%
0,14036%
WOZ tarief inkomstenmaatstaf niet-woningen eigenaar ( 70%)
0,08358%
0,08582%
0,08582%
WOZ tarief inkomstenmaatstaf niet-woningen gebruiker ( 70%)
0,06734%
0,06916%
0,06916%
WOZ tarief inkomstenmaatstaf woningen eigenaar ( 80%)
0,07072%
0,07208%
0,07208%
OZB opbrengst % bijdrage in exploitatiekosten
5,87%
3,85%
2,46%
Aantal woningen
3.653
3.653
3.643
Inkomstenmaatstaf algemene uitkering (basis)
735.590
768.419
769.822
Maatstaf (basis) t.o.v. opbrengst OZB
336.924
326.915
343.284
OZB waarde Tarieven OZB per € 2.500 WOZ waarde
Inkomstenmaatstaf algemene uitkering (70%-80%)
575.644
601.008
601.135
maatstaf (70%-80%) t.o.v. opbrengst OZB
496.870
494.325
511.971
Programmajaarverslag 2010
74
4.5.2
Afvalstoffenheffing Het uitgangspunt bij de afvalstoffenheffing is 100% kostendekkendheid. Alle bedragen in onderstaand overzicht zijn inclusief BTW. Kengetallen afvalstoffenheffing
4.5.3
rekening 2009
begroting 2010
rekening 2010
Totale lasten niet te verdisconteren lasten: voorlichting handhaving
847.607
938.245
915.092
0 49.263
1.100 57.072
1.265 57.071
Netto lasten
798.344
880.073
856.757
Totale baten aanwending reserve afvalstoffenheffing
787.501 0
880.631 0
781.720 0
Netto baten
787.501
880.631
781.720
Dekkingsresultaat Dekkings %
-10.843 99%
558 100%
-75.037 91%
Gemiddelde aanslag afvalstoffenheffing
235,33
242,73
242,73
rekening 2009
begroting 2010
rekening 2010
8.196 11.384 0,72
9.500 11.875 0,8
8.637 10.796 0,8
Toeristenbelasting Kengetallen toeristenbelasting
Opbrengst Aantal overnachtingen Tarief per overnachting
De gerealiseerde opbrengst 2010 is hoger door een correctie over een vorig dienstjaar, zie onderstaande tabel. Toeristenbelasting verantwoord in jaarrekening
Opbrengst
4.5.4
rekening 2009
begroting 2010
rekening 2010
5.170
9.500
11.689
Rioolrecht De commissie BBV heeft de richtlijnen met betrekking tot de vorming van reserves en voorzieningen voor riooluitgaven aangescherpt. Concreet houdt dit in dat voor de kosten van rioolvervanging en groot onderhoud aan rioleringen een voorziening dient te worden gevormd. Investeringen dienen eveneens te worden bekostigd uit de voorziening.
Programmajaarverslag 2010
75
Kengetallen rioolheffing
4.5.5
rekening 2009
begroting 2010
rekening 2010
Toevoeging/onttrekking aan voorziening/reserve exploitatielasten
96.885 675.762
-38.336 882.446
104.000 750.946
Saldo kosten
772.647
844.110
854.946
Opbrengst rioolrecht
767.517
838.980
849.816
Dekkingsresultaat Dekking % ( excl. reserve)
-5.130 99,3%
-5.130 99,4%
-5.130 99,4%
vast tarief per aansluiting
213,60
234,00
234,00
Hondenbelasting Kengetallen hondenbelasting
Opbrengst Tarief voor eerste hond Tarief voor tweede hond Tarief voor iedere hond boven het aantal van twee Kenneltarief
rekening 2009
begroting 2010
rekening 2010
58.193 45,0 65,0 85,0 500,0
59.539 45,8 66,1 86,5 508,8
59.605 45,8 66,1 86,5 508,8
Tot en met 2008 werd één vast tarief per hond gerekend, ongeacht het aantal honden. Vanaf 2009 is dit gewijzigd in progressieve tarieven. Hierdoor worden nu voor de 1e tot en met de 3e hond en verder verschillende oplopende tarieven gehanteerd. Hondencontroles worden in het hele Parkstadgebied structureel en planmatig uitgevoerd in combinatie met publicaties en zichtbaar aanwezig zijn (GBRD- auto voorzien van grote aanduiding “hondencontrole”). Het effect hiervan voor de opbrengst is duidelijk zichtbaar.
4.5.6
Lokale lastendruk Inzicht in de lokale lastendruk is van belang voor de integrale afweging tussen beleid en inkomsten. Interessant is het ook om de totale lastendruk binnen onze gemeente te vergelijken met die van de overige Parkstad Limburg gemeenten. Deze gegevens worden voor alle gemeenten elk jaar opgenomen in de rapportage “Financiële verkenningen kerngegevens gemeentefinanciën” van de Provincie Limburg. In dat rapport wordt per gemeente de hoogte van de woonlasten aangegeven, als zijnde het totaal aan onroerende zaakbelasting, reinigingsrechten en rioolrecht uitgaande van een woning met een gemiddelde economische waarde.
Programmajaarverslag 2010
76
Gemeentelijke woonlasten Instrument
4.5.7
Gemeente
Gem. econom. waarde woningen 2009 2010
Onderbanken
186.075 187.363
258
263
214
234
0
0
235
237
Brunssum Heerlen Kerkrade Landgraaf Simpelveld Voerendaal
151.033 122.147 144.895 162.736 179.079 217.059
183 166 205 225 255 207
188 183 208 233 253 227
0 75 162 89 214 185
0 77 172 89 235 200
243 98 0 62 0 0
238 76 0 65 0 0
297 344 266 293 230 271
229 347 278 293 242 276
150.924 125.963 143.142 159.936 174.029 223.538
OZB eigenaar 2009 2010
Rioolrecht gebruiker 2009 2010
Rioolrecht eigenaar 2009 2010
Reinigingsrechten 2009 2010
Totaal 2009
2010
707 0 723 683 633 668 698 663
734 0 655 684 658 680 730 703
Kwijtscheldingsbeleid Het gemeentelijk beleid ten aanzien van het verlenen van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen is gericht op kwijtschelding van de woonlasten die voor de burger niet verwijtbaar zijn. Dit zijn de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. Voor belastingplichtigen die in twee voorafgaande jaren volledige kwijtschelding kregen én die op het moment van opleggen van de aanslag nog een uitkering in het kader van de Wet Werk en Bijstand ontvingen, is automatische kwijtschelding verleend. Belastingplichtigen die in het voorafgaande jaar gehele of gedeeltelijke kwijtschelding hebben ontvangen en die niet in aanmerking komen voor automatische kwijtschelding, krijgen automatisch het aanvraagformulier toegestuurd. In behandeling genomen verzoekschriften om kwijtschelding: Soort verzoek
Eerdere belastingjaren
Belastingjaar 2010
Automatisch Beroepschrift Eerste verzoek
74 12 79
77 4 83
Totaal
165
164
Toegekende verzoekschriften om kwijtschelding: Soort verzoek
Eerdere belastingjaren
Belastingjaar 2010
Automatisch Beroepschrift Eerste verzoek
74 3 56
77 2 62
Totaal
133
141
Programmajaarverslag 2010
77
Programmajaarverslag 2010
78
4.6
BESTEMMINGSPLANNEN In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van financiële stand van zaken met betrekking tot de bestemmingsplannen. Per plan volgt een toelichting.
4.6.1
Bestemmingsplan In de Dreef Bestemmingsplan In de Dreef Resultaat 1 januari 2010 Resultaat 1 januari 2011 Saldo mutaties in 2010 Winstneming
23.377 24.102 725
betreft rentebijschrijving
0
Er worden geen kosten meer verwacht. Hiermee is het plan afgerond. In de jaarrekening wordt het positieve exploitatieresultaat als voordeel meegenomen en maakt daarmee onderdeel uit van het jaarrekening resultaat. 4.6.2
Bestemmingsplan Aan de Belboom Bestemmingsplan Aan de Belboom Resultaat 1 januari 2010 Resultaat 1 januari 2011 Saldo mutaties in 2010 Verwacht resultaat
25.953 17.266 -8.687
betreft rentebijschrijving + loonkosten en opslagen
378.841
De exploitatieopzet is in april 2001 aan uw raad voorgelegd. Het plan is in 2001 in exploitatie genomen. Op dit moment zijn nog 5 kavels te koop. Door diverse redenen (o.a. krimp) verloopt de verkoop stroef. In 2010 is de verkoopprijs naar beneden bijgesteld, maar dit heeft niet tot het gewenste resultaat geleid. In de tabel wordt er vanuit gegaan dat de kavels op termijn worden verkocht. In het kader van de Herstructureringsopgave zal integraal worden bezien of behoud van de kavels nodig is.
4.6.3
Bestemmingsplan Einderveld Bestemmingsplan Einderveld Resultaat 1 januari 2010 Resultaat 1 januari 2011 Saldo mutaties in 2010 Verwacht resultaat
34.258 35.320 1.062
betreft rentebijschrijving
-35.320
Met betrekking tot de ontwikkeling van dit bestemmingsplan bestaat nog geen concrete planning. Met name door de herstructureringsopgave zal dit bestemmingsplan zeker niet voor woningbouw in aanmerking komen.
Programmajaarverslag 2010
79
4.6.4
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Rode Beek Bestemminsplan Bedrijventerrein Rode beek Resultaat 1 januari 2010 Resultaat 1 januari 2011 Saldo mutaties in 2010
-88.747 -91.498 -2.751
Verwacht resultaat
-91.498
betreft rentebijschrijving
Het Bedrijventerrein Rode Beek wordt in samenwerking met de Gemeente Brunssum ontwikkeld. Het negatieve resultaat eind 2010 bedraagt afgerond 91 duizend euro. Inmiddels heeft de provincie het Provinciaal Inpassingsplan (PIP) vastgesteld en daarmee is het tracé van de buitenring bekend. Aan een extern adviesbureau is –samen met gemeente Brunssum – opdracht verstrekt tot het opstellen van het bestemmingsplan. Een concept van het voorontwerp is gereed. Er dient nog onderzoek te worden verricht naar enkele deelaspecten, waaronder archeologie, bodem en flora & fauna. Hierdoor is een concrete datum ten aanzien van de vaststelling van het bestemmingsplan nog niet beschikbaar. Na verwerking van de resultaten van de deelonderzoeken vindt het voorgeschreven vooroverleg met overheidsinstanties plaats, waarna een ontwerp ter inzage kan worden gelegd. Tevens dient met de provincie nog een oplossing te worden gevonden voor het ten onrechte in het PIP bestemde perceel voor natuurcompensatie voor de buitenring Parkstad binnen het plangebied. Vaststelling is voorzien eind 2011/begin 2012.
4.6.5
Bestemmingsplan Clevenweide Bestemmingsplan Clevenweide Resultaat 1 januari 2010 Resultaat 1 januari 2011 Saldo mutaties in 2010 Verwacht resultaat
8.107 8.358 251
betreft rentebijschrijving
0
Het resterende resultaat ad afgerond 8,4 duizend euro per 1 januari 2010 is voldoende om de nog te realiseren uitgaven te kunnen dekken. Naar verwachting zal het plan op korte termijn worden afgerond.
Programmajaarverslag 2010
80
4.7 4.7.1
BEDRIJFSVOERING Personeel en organisatie Personeel, werving en selectie Door de verhoogde uitstroom van een groot deel van de werkzame bevolking, zal in de komende jaren een grote druk op de beschikbaarheid van gekwalificeerd (hoger opgeleid) personeel ontstaan. Ook Onderbanken wordt hiermee geconfronteerd. Wij stelden eerder vast dat het voor onze organisatie (en wellicht meer nog dan voor grotere werkgevers) lastig is (gelet op het salarisgebouw van onze gemeente) om bij alle vacatures medewerkers aan te trekken die reeds in belangrijke mate beschikken over de aan de voor de functie voorgeschreven competenties en vaardigheden. Bij de behandeling van de eerste bestuursrapportage heeft uw raad, gelet op de financiële positie van de gemeente, besloten ons op te dragen een structurele bezuiniging door te voeren van 50 duizend euro op de personele formatie. Tegelijkertijd is daarbij de in 2009 ingestelde vacaturestop opgeheven. In het kader van de ombuigingsoperatie is het belangrijk dat het gemeentebestuur besluit bepaalde activiteiten of taken te beëindigen. De capaciteitsruimte die bij het schrappen van taken en activiteiten vrijvalt, beogen wij te matchen met capaciteitsbehoefte van de in het kader van de vacaturestop nog niet ingevulde functies. Wij realiseren ons dat dit een extra druk legt op de bestaande organisatie. Het vorenstaande betekent ook dat daar waar dit nodig is, tijdelijk menskracht is ingehuurd zodat noodzakelijke taken toch verricht kunnen worden. Tegen vorenstaande achtergrond zijn wij in 2010 begonnen een aantal structurele functies in te vullen, rekening houdend met de taakstelling zoals bepaald bij de eerste bestuursrapportage van 2010. Leeftijdsbewust personeelsbeleid De toenemende vergrijzing veroorzaakt dat onze organisatie voor het uitvoeren van het takenpakket is aangewezen op een groep van medewerkers waarvan de gemiddelde leeftijd steeds hoger wordt. Het verder vorm geven van beleid gericht op verschillende leeftijdsfasen van de werknemer heeft prioriteit. Het betreft maatregelen die vanaf het begin van de loopbaan er voor zorgen dat de werknemer actief, vitaal en werkend ouder kan worden. Leeftijdsbewust personeelsbeleid zal ervoor zorgen dat mensen fit en ondernemend blijven door voldoende mobiliteit, afwisselend en uitdagend werk en aandacht voor de manier waarop zij hun werk doen. Daarnaast maakt ook een preventieve gezondheidscheck voor medewerkers onderdeel uit van dit beleid. Opleiding Een vitale organisatie dient stevig te investeren in de kwaliteit van de medewerkers. Het gegeven dat een gemeente een kennisintensieve werkgever is en dat de maatschappelijke omgeving hoge eisen stelt aan dienstverlening brengt met zich mee dat steeds meer wordt onderkend dat “een leven lang leren” noodzakelijk is. Ook in 2010 hebben wij werk gemaakt van het gegeven dat wij voor onze medewerkers een organisatie willen zijn waar het verder ontwikkelen van vaardigheden en competenties voorop staat. Het
Programmajaarverslag 2010
81
opleidingsprogramma is daarbij afgestemd op externe ontwikkelingen (zoals nieuwe wetgeving) en de voor onze organisatie vereiste kennis, competenties en vaardigheden. In 2009 heeft de gemeenteraad de toekomstvisie “Onderbanken verleidt” vastgesteld. Dit betekent dat in het opleidingsprogramma 2010 accenten zijn gelegd in het verder scholen van de ambtelijke organisatie in een aantal kernkwaliteiten die nodig zijn om deze strategische visie te realiseren. Concreet hebben diverse medewerkers in 2010 korte opleidingen gevolgd waarbij is ingegaan op de dynamiek van strategie en het operationaliseren van strategie. Verder is organisatiebreed aandacht besteed aan de vaardigheid helder adviseren. Aan deze opleidingen is ongeveer een bedrag van ruim 20 duizend euro besteed. Naast deze organisatiebreed georganiseerde opleidingen hebben diverse medewerkers opleidingen gevolgd in verband met gewijzigde wetgeving en in verband met individuele opleidingstrajecten. Daarmee was in 2010 een bedrag van ongeveer 30 duizend euro organisatiebreed gemoeid. Arbeidsomstandigheden Wij zijn in verband met de arbeidsomstandighedenwetgeving verplicht een goed arbobeleid te voeren. Een van de vereisten die uit de wet volgt is dat organisaties dienen te beschikken over een schriftelijke risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E). Hierin wordt vastgelegd welke risico’s de arbeid voor de werknemers met zich meebrengt. In 2008 is in samenwerking met onze arbodienst een actuele RI&E opgesteld. Een aantal aandachtspunten is gesignaleerd zoals het schriftelijk vastleggen van gemaakte afspraken i.v.m. arbobeleid, opstellen van een up-to-date calamiteitenplan en beleid gevaarlijke stoffen (buitendienst). De actiepunten (zoals bijvoorbeeld het schriftelijk vastleggen van gemaakte afspraken i.v.m. arbobeleid, opstellen van een up-to-date calamiteitenplan en beleid gevaarlijke stoffen -buitendienst-) zijn verder geconcretiseerd in een zogenaamd plan van aanpak, dat met de betrokken medewerkers en met inbreng van de OR in 2010 verder is uitgevoerd. 4.7.2
Informatievoorziening en automatisering Reeds een aantal jaren wordt overheidsbreed ingezet op de ontwikkeling van de eoverheid, het concept voor een betere (digitale) dienstverlening door gebruik te maken van de mogelijkheden van ICT. Om dit te realiseren zijn van rijkswege ondersteunende programma’s ontwikkeld waar onze gemeente ook gebruik van maakt. Aanpak van en ondersteuning bij de Invoering elektronische overheid. Het uitvoeringsprogramma EGEM-i kende een formele start op 1 februari 2009, waarbij enkele projecten met een wettelijke invoeringsdatum reeds waren opgestart zoals de projecten BAG en WABO. In 2010 is onze gemeente aangesloten op de landelijke voorziening BAG en is de WABO geïmplementeerd en is de lokale regelgeving met ingang van 2011 voor burgers te raadplegen op overheid.nl. Het programma dient ook bij te dragen aan het doel dat is gesteld om gemeenten na 2015 als ‘poort van de overheid’ te laten functioneren. Hierbij is de implementatie van de elektronische dienstverlening een speerpunt.
Programmajaarverslag 2010
82
Uitvoeringsprogramma In het uitvoeringsprogramma EGEM-i (dat vanaf medio 2009 herbenoemd is in NUP – Nationaal Uitvoering Programma) opgezet waarbinnen vier deelprogramma’s zijn gedefinieerd. Binnen elk deelprogramma zijn concrete projecten benoemd die gezamenlijk invulling geven aan het totale uitvoeringsprogramma. Het betreft de volgende vier deelprogramma’s. Programma 1 : Dienstverlening Dit programma is erop gericht om de elektronische dienstverlening te verbeteren binnen het raamwerk van de beoogde e-overheid. Belangrijkste focus hierbij ligt in eerste instantie op wettelijke verplichtingen zoals de webrichtlijnen en het dienstenloket. Vervolgens is het noodzakelijk om zoveel mogelijk de doorontwikkeling van de backoffice zichtbaar te maken in de front-office ten behoeve van de publieke dienstverlening. Hierbij ligt niet alleen de focus op de elektronische dienstverlening maar ook op de fysieke. Op dit terrein gaan de Parkstad-Limburggemeenten samenwerken op basis van het concept Parkstad Limburg heeft antwoord. Programma 2 : Bedrijfsvoering Dit programma is erop gericht om de bedrijfsvoering efficiënter in te richten en de kwaliteit van de basisgegevens te verhogen d.m.v. de invoering van o.a. de basisregistraties. In dit licht past verder het integraal opzetten van het gegevensbeheer en het bevorderen van het organisatiebreed gebruik van basisgegevens. Programma 3 : Informatievoorziening Dit programma is erop gericht om de documentaire informatievoorziening te professionaliseren en d.m.v. een midoffice architectuur de elektronische overheid te ondersteunen. Hiernaast zal Onderbanken zijn ICT infrastructuur gaan vernieuwen. Belangrijkste focus hierbij ligt in eerste instantie op de aanschaf en implementatie van een nieuwe documentmanagement systeem (DMS/WFM) en de invoering documentair structuurplan als basis voor het inrichten van digitale werkprocessen. Programma 4 : Organisatieontwikkeling Dit deelprogramma is erop gericht om de huidige organisatie te actualiseren aan de nieuwe werkwijze en de gewenste cultuur zoals beoogd vanuit het uitvoeringsprogramma NUP. Richtinggevende uitspraken op het gebied van dienstverlening, bedrijfsvoering en informatievoorziening worden vertaald naar een duidelijke visie en strategie, die door middel van een veranderkundige aanpak richting geven aan de organisatieontwikkeling voor de komende jaren. De organisatieontwikkeling speelt zich af in de bredere context van de strategische toekomstvisie “Onderbanken verleidt”. In dit kader hebben management en direct betrokken medewerkers een ontwikkel- en opleidingstraject eoverheid gevolgd. Vervanging ICT infrastructuur Om diensten te kunnen aanbieden aan de burgers, bedrijven en instellingen is het noodzakelijk dat de benodigde applicaties (programma’s behorende bij specifieke gemeentelijke taken) en ICT- infrastructuur aanwezig zijn. Deze ondersteunende middelen bepalen in belangrijke mate of de voorgenomen dienstverlening kan worden waargemaakt. Programmajaarverslag 2010
83
Diensten
- Digitaal loket - Uitgifte paspoorten, uittreksels - Bouwvergunning aanvraag
Applicaties
- RIS, GIS - bevolkingspakket - Workflow management systeem
ICT Infrastructuur
- Servers - Databases - Datanetwerk
Burgers
Ambtenaren
Automatisering
De huidige ICT infrastructuur van de gemeente Onderbanken is in 2004 in gebruik genomen en wordt normaliter in 5 jaar afgeschreven. Deze vervanging is doorgeschoven naar 2011 en zal zodanig worden vormgegeven dat deze past bij de ambitie van de gemeente Onderbanken om de elektronische overheid in te voeren. Samenwerken In het voorjaar van 2010 zijn vanuit Parkstad nieuwe initiatieven opgestart om te komen tot een Parkstad brede ICT- samenwerking. De missie van deze toekomstige ICT- Parkstad-Limburg kan als volgt worden geformuleerd o
ICTPSL ondersteunt haar klanten optimaal. Het huidige kwaliteitsniveau van de ICTdienstverlening wordt minimaal gehandhaafd en bij voorkeur verbeterd.
o
ICTPSL ondersteunt de gezamenlijke ambities op het terrein van dienstverlening optimaal.
o
Door concentratie en standaardisatie van middelen en processen wordt de continuïteit van de ICT- dienstverlening geborgd.
o
Door bundeling van kennis en ervaring van de medewerkers wordt de slagvaardigheid en innovatief vermogen verhoogd.
o
Door concentratie en effectiever gebruik van de ICT middelen wordt doelmatig gewerkt. Het eerste zichtbare resultaat van de ICT- Parkstad Limburg samenwerking is een
gezamenlijke Europese aanbesteding van werkplekken voor 6 gemeenten. Er zijn in 2010 verder aanzetten gedaan voor een praktische ICT- samenwerking tussen de BOL- gemeenten (Brunssum, Onderbanken en Landgraaf) zodat een aantal ICTknelpunten in de bedrijfsvoering kunnen worden opgelost. Dit heeft geleid tot het bestuurlijk vaststellen van een intentieverklaring inzake de BOL-ICT samenwerking. Deze samenwerking zal fungeren als een voorportaal voor ICTPSL.
Programmajaarverslag 2010
84
Website In 2010 zijn de voorbereidingen gestart om te komen tot een nieuwe website. Op basis van een gebruikersonderzoek over de tevredenheid over de website en het verder voldoen aan de zogenaamde webrichtlijnen resulteert dit in een site die een groter gebruiksgemak heeft en toegankelijker is voor gebruikers.
4.7.3
Kengetallen bedrijfsvoering
Kengetallen bedrijfsvoering
2007
2008
2009
2010
3.060.759 99.527 145.715 189.087 306.896 53.684 45.861 4.538 38.388
3.204.327 139.498 61.332 195.444 236.830 63.768 53.684 2.795 38.915
3.181.873 175.524 64.801 188.505 180.902 79.156 55.026 8.620 37.749
3.131.083 472.385 54.902 168.110 155.939 102.615 64.576 9.251 41.865
personeelsleden in dienst per 31-12-2009
56
58
59
57
onderverdeeld naar leeftijd: t/m 25 jaar 26 t/m 35 jaar 36 t/m 45 jaar 46 t/m 55 jaar 56 t/m 65 jaar
0 15 22 11 8
0 13 24 11 10
1 10 23 12 13
0 9 24 13 11
onderverdeeld naar beloningsschaal: schaal 3-5 schaal 6-8 schaal 9 en hoger
11 17 28
12 19 27
13 21 27
9 26 22
4,62%
4,58%
3,50%
3,77%
directe loonkosten kosten inleenkrachten bijkomende personeelskosten huisvestingskosten automatiseringskosten kosten raad kosten griffie kosten rekenkamer accountantskosten
ziekteverzuimpercentage
Programmajaarverslag 2010
85
Programmajaarverslag 2010
86
5
LIJST MET AFKORTINGEN
Afkorting
Betekenis
AB act. APG arbo-beleid AR AWACS BAG BBV Bbz 2004 BMV BNG BOL BR BRON-projectgroep BRP btw CAK CJG DB Diftar DMS/WFM EGEM-i
Algemeen Bestuur activiteiten Algemene Pensioen Groep arbeidsomstandigheden-beleid Algemene Reserve Airborne Warning And Control System Basisregistraties Adressen en Gebouwen Besluit Begroting en Verantwoording Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 Brede Maatschappelijke Voorziening Bank Nederlandse Gemeenten Brunssum Onderbanken Landgraaf Bestemmingsreserve Brunssum Onderbanken groep Basis Riolering Plan bruto toegevoegde waarde Centraal Administratie Kantoor Centrum Jeugd en Gezin Dagelijks Bestuur Gedifferentieerde tarieven (registratie hoeveelheid afval per huishouden) Document Management Systeem / Workflow Management inzicht in samenhang onderdelen E-GEMeente (verbeteren van diensten door de overheid aan burgers en bedrijven) Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling Elektronisch Kinddossier Jeugdgezondheidszorg Enexis beheert het energienetwerk in Noord-, Oost- en Zuid-Nederland Elektriciteits- Productiemaatschappij Zuid-Nederland, leverancier van electriciteit met behulp van kernenergie, kolen en biomassa De Gemeenschappelijke Belasting- en Registratie Dienst is een samenwerkingsverband van zes gemeenten Gemeentelijke/Gewestelijke/Gemeenschappelijke GezonheidsDienst Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Gemeenschappelijke Regeling Gemeentelijk Riolering Plan Informatiesystemen Computers Telecommunicatie(Informatie en Communicatietechnologie) Informatiesystemen Computers Telecommunicatie (Informatie en Communicatietechnologie) Park Stad Limburg identiteitskaart Wet inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte werkloze Werknemers Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen Intergemeentelijke Sociale Dienst Brunssum Onderbanken Landgraaf Instituut Voor Natuurbeschermingseducatie(Tegenwoordig betekent het: Vereniging voor Natuur- en Milieu-educatie) Kasgeldlimiet
EFRO risicofonds EKD JGZ Enexis EPZ GBRD GGD GHOR GR GRP ICT ICTPSL id-kaart IOAW IOAZ ISD BOL IVN KGL
Programmajaarverslag 2010
87
KRW Licom NV M3V N274 N580 Nimby- procedure NUP NV OR OZB PGB PIP Rd4 RI&E RIS GIS RWE SPV’s SZW VROM VVV WABO WBL Wet BUIG Wet Fido Wet Ruddo WGW WIW WML WMO WON WOZ WOZL WRO WSW WVG WWB WWIK ZoWonen ZL
Kader Richtlijn Water Is een onderneming die diensten verleent op het gebied van arbeidstoeleiding Extern bureau welke een haalbaarheidsonderzoek uitvoert naar een mogelijke BMV voor Jabeek en Bingelrade De provinciale weg N274 is een tweestrooks regionale verbindingsweg tussen Parkstad Limburg en de omgeving van Roermond De provinciale weg 580 (N580) is een provinciale weg in de Nederlandse provincie Limburg Not In My Back Yard(Niet in mijn achtertuin)-procedure Nationaal Uitvoering Programma Naamloze Vennootschap Ondernemingsraad Onroerende Zaak Belasting Persoons Gebonden Budget Provinciaal Inpassingsplan Reinigingsdiensten Rd4 verzorgt de inzameling en verwerking van afvalstromen voor de gemeente Onderbanken en beheert het milieupark Risico Inventarisatie & Evaluatie Raadsinformatie Systeem / Geografisch Informatie Systeem Rheinisch-Westfälisches Elektrizitätswerk, leverancier van gas en stroom Special Purpose Vehicles Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieu Vereniging voor Vreemdelingen Verkeer Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht WaterschapsBedrijf Limburg Wet Bundeling van Uitkeringen Inkomensvoorziening Wet Financiering Decentrale Overheden Wet Regeling Uitzettingen en Derivaten Decentrale Overheden Wet Gemeentelijke Watertaken Wet Inschakeling Werkzoekenden Watermaatschappij Limburg Wet Maatschappelijke Ondersteuning Wet Onafhankelijk Netbeheer Waardering Onroerende Zaak Werkvoorzieningschap Oostelijk Zuid- Limburg Waterschap Roer en Overmaas Wet Sociale Werkvoorziening Wet Voorziening Gehandicapten Wet Werk en Bijstand Wet Werk en Inkomen Kunstenaars Woonmaatschappij uit Sittard voor de regio: Westelijke Mijnstreek Zuid Limburg
Programmajaarverslag 2010
88
Programmajaarverslag 2010
89