RDOG Hollands Midden Programmajaarverslag 2013
colofon
Auteur(s):
Directie en leden van het Managementteam
Datum:
Februari 2014
Uitgever:
RDOG Hollands Midden Postbus 121 2300 AC Leiden
Bestellen:
bij de RDOG Hollands Midden, tel. (088) 308 42 89
Inhoudsopgave 1. 2.
Inleiding .......................................................................................................... 1 Jaarverslag ..................................................................................................... 2 2.1
2.2
2.3
3.
Programmaverantwoording .........................................................................................2 2.1.1 Programma Veiligheid en Zorg .............................................................................2 2.1.2 Programma Ambulancezorg .................................................................................9 2.1.3 Programma Openbare Gezondheidszorg ..........................................................13 Verplichte paragrafen .................................................................................................22 2.2.1 Algemeen............................................................................................................22 2.2.2 Weerstandsvermogen ........................................................................................22 2.2.3 Risicoparagraaf/ (Afdekking) risico’s ..................................................................22 2.2.4 Onderhoud kapitaalgoederen (gebouwen) .........................................................26 2.2.5 Financieringsparagraaf .......................................................................................26 2.2.6 (Financiële) bedrijfsvoering ................................................................................29 Voorstel bestemming saldo programmarekening ...................................................32
Jaarrekening ................................................................................................. 37 3.1 3.2 3.3
3.4 3.5 3.6 3.7
Programmarekening RDOG Hollands Midden .........................................................38 Balans RDOG Hollands Midden ................................................................................39 Grondslagen voor de financiële verslaggeving .......................................................40 3.3.1 Algemeen............................................................................................................40 3.3.2 Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening ........................40 3.3.3 Materiële vaste activa .........................................................................................40 Toelichting programmarekening ...............................................................................43 Toelichting balans ......................................................................................................48 Vaststelling ..................................................................................................................59 Controleverklaring ......................................................................................................61
Bijlagen Rekening van baten en lasten per product, sector AGZ (regionale producten) Toelichting rekening van baten en lasten per product, sector AGZ (regionale producten) Rekening van baten en lasten per product, GGD-sectoren subregio MH Toelichting rekening van baten en lasten per product, GGD-sectoren subregio MH Rekening van baten en lasten per product, GGD-sectoren subregio ZHN Toelichting rekening van baten en lasten per product, GGD-sectoren subregio ZHN Rekening van baten en lasten per product, sector GHOR Toelichting rekening van baten en lasten per product, sector GHOR Saldo financieringsfunctie Productoverzicht per functie, sector GGD subregio MH Productoverzicht per functie, sector GGD subregio ZHN Verdelingsprincipe Overzicht kosten JGZ-basistaken en verdeling per gemeente subregio MH en subregio ZHN Financiële verantwoording 2013 sector RAV Hollands Midden, programma Ambulancezorg t.b.v. NZa en zorgverzekeraars. Deze Financiële verantwoording maakt integraal onderdeel uit van het programmajaarverslag 2013 van de RDOG Hollands Midden en de vaststelling daarvan door het Algemeen Bestuur omvat derhalve ook deze Financiële verantwoording. Verklarende woordenlijsten
--
1. Inleiding De RDOG HM is en blijft een dynamische organisatie die proactief inspeelt op in- en externe ontwikkelingen. Belangrijke ontwikkelingen in 2013 waren het de voorbereiding op de decentralisaties die op gemeenten afkomen, de afronding van de implementatie van het Digitaal dossier JGZ (DD JGZ), de voorbereiding op de regionalisering en het realiseren van een interne bezuiniging ter grootte van € 2 miljoen euro. Deze ontwikkeling hebben zowel bestuur, directie als organisatie het afgelopen jaar bezig gehouden, waardoor ook deze jaarrekening met meer dan gemiddelde belangstelling zal worden gelezen. Het resultaat uit de normale exploitatie van de GGD-sectoren bedraagt € 6.000,- negatief, omgerekend naar de omvang van de exploitatie is dit 0,15%. Dit is het resultaat van incidentele en structurele bezuinigingen en enkele financiële meevallers. Omdat in de loop van het jaar 2013 duidelijk werd dat er sprake zou zijn van incidentele meevallers is het tempo van de structurele bezuinigingen zo bepaald dat de exploitatie ongeveer op nul zou uitkomen, terwijl het primaire proces zo min mogelijk zou worden gefrustreerd. Zonder de stortingen en onttrekkingen aan reserves en het positieve saldo Incidentele baten en lasten bedraagt het exploitatieresultaat voor de GGD-sectoren daarom € 0,6 miljoen negatief. Het negatieve resultaat wordt voornamelijk veroorzaakt door de sector PZJ in beide subregio’s, die desondanks in staat zijn geweest om meer dan € 1 miljoen euro om te buigen. Het positieve saldo van de Incidentele baten en lasten bestaat voor een belangrijk deel uit de vrijval van de voorziening groot onderhoud van het pand aan de Parmentierweg 49 te Leiden, groot € 300.000,-, alsmede uit afwikkeling inspecties kinderopvang en correcties projecten voorgaande jaren. Bij de invoering van de Tijdelijke wet Ambulancezorg is de verantwoordelijkheid voor de meldkamer op zowel inhoudelijk als financieel gebied bij de RAV komen te liggen. Om die reden is op 1 januari 2013 door de Veiligheidsregio Hollands Midden zowel het saldo Reserve Aanvaardbare Kosten (RAK) als de nog te in de tarieven te verrekenen bedragen overgedragen. Het negatieve saldo van de sector RAV ad € 343.000,-, bestaande uit een negatief resultaat van de Ambulancedienst ad € 361.000, en een positief resultaat van de Meldkamer Ambulancezorg van € 18.000,is respectievelijk ten laste en ten gunste gebracht van de bijbehorende RAK’s. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de Financiële verantwoording 2013 van de sector RAV, welke als bijlage is opgenomen in dit programmajaarverslag. De onderschrijding van de sector GHOR ad € 31.000,-, rekening houdend met ontvangsten derden is, conform de hiervoor geldende afspraken, volledig ten goede gekomen aan de Veiligheidsregio Hollands Midden. Alle drie de programma’s zijn in 2013 nagenoeg conform het jaarprogramma 2013 uitgevoerd, dankzij de inzet van de vele betrokken medewerkers van de RDOG HM en de ervaren steun van de zijde van het bestuur van de RDOG HM.
De directie J.M.M. de Gouw algemeen directeur
J.C. Bernsen directeur
1
2. Jaarverslag 2.1 Programmaverantwoording Op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV), dat per 1 januari 2004 van kracht is geworden, dient er een programmaplan te worden opgenomen. Een dergelijk plan is vooral voor provincies en gemeenten van groot belang. In de 27 juni 2012 door het Algemeen Bestuur vastgestelde begroting 2013 is in het programmaplan onderscheid gemaakt in drie programma’s te weten: Het programma Veiligheid en Zorg; Het programma ambulancezorg; Het Programma openbare gezondheidszorg. Het BBV schrijft voor dat in de programmaverantwoording moet worden ingegaan op: de mate waarin de doelstellingen van de RDOG Hollands Midden voor 2013 zijn gerealiseerd; de wijze waarop getracht is de beoogde maatschappelijke effecten te bereiken. Het Algemeen Bestuur heeft in 2013 een drietal begrotingswijzigingen vastgesteld. In de eerste begrotingswijziging is het programma Veiligheid en zorg aangepast aan de opgave van de Veiligheidsregio Hollands Midden, is de storting in de onderhoudsvoorziening van het programma Ambulancezorg verwerkt en is in het programma Openbare gezondheidszorg de pilot extra contactmoment 14-15-16-jarigen, de compensatie voor de verhoging van het hoge BTW-tarief en de delging van de integratiekosten JGZ 0-4 ZHN verwerkt. In de tweede begrotingswijziging zijn in het programma Openbare gezondheidszorg de incidentele kosten Gezamenlijk Inschatten van de Zorgbehoefte (GIZ) en de incidentele en structurele kosten voor het extra contactmoment 14-15-16-jarigen opgenomen. In de derde (administratieve) begrotingswijziging is de aanpassing van de storting in de onderhoudsvoorziening van het programma Ambulancezorg verwerkt en zijn de ramingen van de verschillende kostencategorieën aangepast aan het niveau daarvan uit de Tussentijdse rapportage tot en met het derde kwartaal 2013, alsmede de structurele verlaging van de storting in de onderhoudsvoorziening van het pand aan de Parmentierweg 49 te Leiden. Tegenover deze laatste post staat een verhoging van de materiële kosten van genoemd pand.
2.1.1 Programma Veiligheid en Zorg Algemeen De zorgketen is opgebouwd uit zeer veel diverse, autonome partijen die allemaal een eigen rol en soms verschillende belangen hebben in de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Een vlotte, adequate en eenduidige aansturing van de geneeskundige hulpverleningsketen is essentieel. De GHOR is hiervoor wettelijk verantwoordelijk en doet dat in opdracht van het openbaar bestuur. De GHOR is belast met coördinatie, aansturing en regie van de geneeskundige hulpverlening bij rampen en crises en met advisering van andere overheden en organisaties op het gebied van deze geneeskundige hulpverlening. De GHOR zorgt voor een goede aansluiting tussen de zorgketen, de veiligheidspartners en het openbaar bestuur bij rampen en crises. In 2013 is onderzocht wat de gevolgen zijn van herziening van de afspraken tussen de besturen van de VRHM en de RDOG over de uitvoering van de GHOR-taken. De strekking van de nieuwe afspraken is dat de geneeskundige hulpverlening geïntegreerd blijft binnen de RDOG en dat deze rechtstreeks en geheel wordt gefinancierd door een inwonerbijdrage van de gemeenten. Het bestuur van de veiligheidsregio blijft verantwoordelijk voor het instellen en in stand houden van een GHOR. De nieuwe afspraken hebben als bijkomend voordeel dat besparingen kunnen worden gerealiseerd door verminderde afdracht van BTW, waarvan een deel bedoeld is voor de bezuinigingsopdracht aan de GHOR. 2
Doelstellingen 2013 Beleid en doelstellingen zijn vastgelegd in het Beleidsplan GHOR 2012-2015, de programmabegroting, het jaarplan GHOR en het jaarplan Opleiden, Trainen, Oefenen: 1 Adviezen risicobeheersing
Adviseren over geneeskundige maatregelen om risico’s te voorkomen en / of te verminderen en zelfredzaamheid te vergroten voor:
2 Afspraken met partners
•
Vergunningverlening risicovolle evenementen.
•
Risico’s bij grootschalige bouw- en infrastructurele projecten.
•
Risicocommunicatie (projectleider voor de VRHM).
Actuele schriftelijke afspraken met zorgpartners en afstemming hierover met veiligheidspartners over: •
Geneeskundige hulpverlening en de mate van hun voorbereiding op rampen en crises.
•
De (voorbereiding op) continuïteit van zorg bij rampen en crises.
3 Planvorming
Bijdragen aan multidisciplinaire planvorming en afstemmen met zorgpartners.
4 Paraatheid
Vakbekwaam maken en houden van operationele GHOR-functionarissen door: •
Afspraken met functionarissen en zorgpartners over de beschikbaarheid van operationele GHOR-functionarissen.
5 Incidentbestrijding
•
Beschikbaar hebben van middelen en informatie.
•
Opleiden, Trainen, Oefenen.
Bijdragen aan de bestrijding en de beheersing van multidisciplinaire incidenten.
6 Bedrijfsvoering
Voldoen aan de kwaliteitseisen van HKZ/ISO.
Realisatie doelstellingen 2013 Advisering risicobeheersing
Positie GHOR De GHOR vervult een netwerkfunctie. Om een goed advies te formuleren treedt de GHOR op als kennismakelaar en vormt het loket van en voor de witte kolom. De GHOR is verantwoordelijk om tijdig in de witte keten kennis en kunde over de gezondheidskundige en geneeskundige aspecten te halen en te brengen (signaalfunctie) die nodig zijn voor zowel het geneeskundig proces en de zorgcontinuïteit, als de veiligheid van de hulpverleners en de zelfredzaamheid van kwetsbare groepen. De verantwoordelijkheid voor de juistheid van deze kennis en kunde ligt bij de ketenpartners. Resultaten advisering risicobeheersing gebouwde omgeving • Deelname aan de werkgroep Risicobeheersing (MDRB): advisering bij diverse projecten: A4, HSL, Rijnland Route en thema’s, zoals baggeren op plaatsen waar mogelijk explosieven liggen en veiligheidseffect rapportages. • Samen met Medewerkers Openbare Veiligheid van de gemeenten waardoor het HSL-traject loopt en de spoorse partijen (ProRail) is de VRHM gestart met het herzien van het rampbestrijdingsplan voor de HSL. • Bijgedragen aan de Landelijke handreiking geneeskundige advisering Gebouwde omgeving onder leiding van GHOR Nederland. Resultaten advisering vergunningverlening bij risicovolle evenementen • Adviezen verstrekt voor 142 vergunningaanvragen, waarvan 22 ‘reguliere evenementen’ en 120 ‘risicovolle evenementen’ (in 2012: 168 adviesaanvragen; in 2011: 95). • Met MKA, GGD en RAV is gekeken naar het optimaliseren van de informatiestroom, gericht op snelle beschikbaarheid van actuele informatie. 3
•
• •
•
Ontwikkeling infographic schaatstochten (visuele weergave van processtappen) met politie, brandweer, gemeenten en KNSB: voor organisatoren is reeds in een vroeg stadium aangegeven wat van hen wordt verwacht. Actieve betrokkenheid bij de uitvoering van het bestuurlijk vastgestelde Kader Evenementenveiligheid. De ‘jaarwisseling’ is in 2013 voor het eerst behandeld als een risicovol evenement: hiervoor zijn beleidsuitgangspunten opgesteld en vervolgens is publieksprofiel, activiteitenprofiel en ruimtelijk profiel onderzocht. Risico’s, effecten en maatregelen zijn geduid in het Integraal Operationeel Plan. Uit het tevredenheidsonderzoek (2013) blijkt dat gemeenten zeer tevreden zijn over de samenwerking en het overleg met de GHOR en de door de GHOR geleverde adviezen.
Risicocommunicatie Het bestuur van de veiligheidsregio is verantwoordelijk voor informatieverschaffing aan burgers over risico’s in hun leefomgeving. Voor de VRHM is de GHOR projectleider risicocommunicatie. Resultaten zijn: • Voorbereid is een campagne Evenementen, die gemeenten in de communicatie naar hun burgers hebben ingezet. Campagne is bij gemeenten geëvalueerd. • In de Veiligheidsmonitor, een twee jaarlijks onderzoek onder burgers in Hollands Midden, is een apart vragenblok over risicocommunicatie opgenomen. • Implementatie Handreiking landelijke boodschap natuurbranden. • Uitvoering campagne Extreem weer; communicatiemiddelen zijn door gemeenten ingezet. Campagne is bij gemeenten geëvalueerd.
Afspraken met ketenpartners in de witte kolom
Resultaten afspraken met zorgpartners in de geneeskundige hulpverlening • Actuele schriftelijke afspraken met alle relevante zorgpartners over de uitvoering van hun taak in de geneeskundige hulpverlening. Het betreft ziekenhuizen, Traumacentrum, huisartsen, NRK, RAV, GGD en MKA. Het convenant met de huisartsenposten en huisartsenverenigingen is gereed voor ondertekening. • Voorbereiding van de (eerste) bestuurlijke rapportage over de mate van voorbereid zijn van ziekenhuizen, huisartsenposten en RAV in de regio Hollands Midden. • Uitvoering netwerkfunctie naar zorgpartners op strategisch, tactisch en operationeel niveau. Het jaarlijkse witte ketenpartneroverleg (platform GHOR) heeft plaatsgevonden voor de Raden van Bestuur en directie van ziekenhuizen, GGZ-instellingen, GGD, GMK en RAV. • Relatiemanagement op tactisch niveau met ziekenhuizen, huisartsenposten en RAV vindt continu plaats. • Ziekenhuizen, die ook als traumacentrum zijn aangewezen, moeten een Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ) organiseren. Ziekenhuizen, GGZ-instellingen, RAV, GGD, huisartsenposten en DPG nemen deel aan dit overleg. De opdracht van het ROAZ is ervoor te zorgen dat de patiënt met een acute zorgvraag zo snel mogelijk op de juiste plaats adequate zorg geboden krijgt en hierover bindende afspraken te maken. De DPG bewaakt, namens het bestuur VRHM, afspraken over de voorbereiding van de opgeschaalde zorg en de aansluiting op het Regionaal Crisisplan. Het ROAZ gaat tevens over de verdeling van de OTO-stimuleringsgelden. Belangrijk onderwerp in 2013/2014 is de herinrichting van de spoedeisende specialistische zorg en de gevolgen hiervan voor de opgeschaalde acute zorg. Afspraken over specifieke onderwerpen: • Uitwisseling slachtoffergegevens (met ziekenhuizen). Leidend zijn de landelijke Handreiking afspraken tussen openbaar bestuur en ziekenhuizen over slachtofferinformatie bij rampen en crises en de regionale implementatie van SIS. • Opvang van een tot drie CBRN-slachtoffers (Chemisch, Biologisch, Radiologisch, Nucleair) in de ziekenhuizen in Traumaregio West. • Actualisatie en beoefening gewondenspreidingsplan (met de RAV’en, Traumacentrum West en GHOR Haaglanden). 4
Resultaten afspraken met partners over zorgcontinuïteit Afspraken met zorgpartners over continuïteit van zorg gaan over mogelijke disbalansen van zorgaanbod en zorgvraag, zoals bij een uitbraak infectieziekten, sluiting van (delen van) een locatie, een groot aanbod van cliënten of uitval van nutsvoorzieningen, apparatuur en ICT middelen. De DPG maakt deze afspraken met ziekenhuizen, Traumacentrum, RAV, verpleeg- en verzorgingshuizen, thuiszorg, gehandicaptenzorg, huisartsen-organisaties, NRK, GGD, GGZ-instellingen en apothekersorganisaties. Deze partners nemen maatregelen om de kwaliteit van hun zorgverlening onder alle omstandigheden te garanderen. Het doel voor 2013 was schriftelijke afspraken met de 15 verpleeg- en verzorgingshuizen, vier gehandicaptenzorg en drie thuiszorgorganisaties. Resultaten • Actuele schriftelijke afspraken met alle relevante zorgpartners over de (voorbereiding van) continuïteit van zorg. 22 convenanten zijn getekend. • Organisatie in juni 2013 van een kennisbijeenkomst voor de verpleeg- en verzorgingshuizen (V&Vsector): thema was voorbereiding op infectieziekten, de rol van gemeenten bij een crisis en het opleiden, trainen en oefenen door de V&V-sector. • Bijgedragen aan projecten met de verpleeg- en verzorgingshuizen, samen met de brandweer, GGD en ziekenhuizen. Bijvoorbeeld ‘Geen Nood bij Brand’ met de brandweer en het voorlichten over hygiëne en infectieziekte bestrijding door de GGD. • Bijgedragen aan de landelijke visie zorgcontinuïteit. • Informatie in GHOR4all is overzichtelijker. Succesvolle pilot met GGD Flevoland voor technische haalbaarheid GHOR4all via SharePoint aan te sluiten op basisregistraties NHR (Nieuw Handelsregister) en BAG (Basisregistratie Adressen en Gebouwen). Intentie van koppeling van GHOR4all in 2014/2015 aan de basisregistraties NHR en BAG. • Uit het tevredenheidsonderzoek (2013) blijkt dat zorgpartners zeer tevreden zijn over het overleg met de GHOR, het nakomen van afspraken door de GHOR en de georganiseerde kennisbijeenkomst.
(Multidisciplinaire) planvorming
Positie GHOR De GHOR neemt deel aan de multidisciplinaire werk- en projectengroepen voor planvorming. De GHOR betrekt hier de deskundigheid van haar ketenpartners en stemt vervolgens de gemaakte afspraken met hen af. Afspraken vertaalt de GHOR in informatieproducten voor haar operationele functionarissen. Resultaten • Bijdragen geleverd aan de onderwerpen Bio Science Park Leiden, Spoor, asbest, recreatieplassen, waterschappen en duinbranden. • Actualisatie van het protocol asbest. • Bijdragen geleverd aan VRHM-convenanten met de Omgevingsdiensten en Netbeheerders. • Informatiekaarten voor operatonele functionarissen voor Bio Science Park Leiden, waterschappen en duinbranden. • Bijdragen geleverd aan werkgroep Multidisciplinair Netcentrisch Werken: oplevering van een werkversie van het document Informatieproducten naar plot voor de plotters in het CoPI en ROT. Dit document moet plotters helpen met de vragen wat moet worden geplot en wat de meeste prioriteit heeft.
Paraatheid
Operationele GHOR-functionarissen Ca. 200 personen vervullen een operationele functie voor de GHOR. Van de 10 wettelijke GHOR-functies hebben vier functies een wettelijk verplichte opkomsttijd: Officier van Dienst Geneeskundig (OvDG), Hoofd Sectie GHOR (HSGHOR), Operationeel Directeur Publieke Gezondheid (ODPG) en staffunctionaris GHOR/hoofd Actiecentrum (HAc). Resultaten: 5
• • •
•
Instroom van twee nieuwe OvDG’en ter vervanging van twee OvDG’en die in 2014 de functie beëindigen. Instroom van nieuwe leden voor het Ambuteam. In april 2013 zijn landelijk kwalificatieprofielen voor de nieuwe GHOR-functies Algemeen Commandant Geneeskundige Zorg (ACGZ), Hoofd Informatie (HIN) en Hoofd Ondersteuning (HON) vastgesteld. Vanaf 1 januari 2014 gebruikt de GHOR deze functies; HSGHOR, staffunctionaris GHOR en hoofd Actiecentrum vervallen hierdoor. Operationele functionarissen zijn tevreden met samenwerking en contact met de GHOR (tevredenheidsonderzoek, oktober 2013). De tevredenheid is gestegen ten opzichte van 2010.
Middelen en informatie voor de operationele functionarissen Materieel voor de uitvoering van een inzet moet goed functioneren, efficiënt en toereikend zijn en gebruikers moeten goed zijn geïnstrueerd. Het gaat hierbij om alarmerings- en communicatie- middelen, beschermende kleding, piketvoertuigen, GNK-c’s en legitimatie- en toegangsmiddelen. De GNK-c’s in de regio Hollands Midden zijn tot 1 januari 2016 operationeel. De GHOR heeft deelgenomen name aan landelijke klankbordgroep over herziening van het beleid grootschalige geneeskundige bijstand. Resultaten: • Actualisatie operationeel handboek en beschikbaar voor de IPad. Hierin staat informatie over alarmering, inzet en aandachtspunten voor specifieke incidenten. • Beschikbaar gesteld een mailbox bij Zorgmail voor ziekenhuizen en huisartsenposten om niet medische gegevens voor het slachtofferinformatieproces veilig met de GHOR te delen. • Beschermende kleding voor de SIGMA-Leden (Snel Inzetbare Groep ter Medische Assistentie) is vervangen. • Operationele functionarissen zijn tevreden met de beschikbaar gestelde middelen en het oplossen van problemen (tevredenheidsonderzoek, oktober 2013). Opleiden, Trainen, Oefenen Het vakbekwaam maken en houden van de operationele functionarissen door Opleiden, Trainen en Oefenen is een essentieel onderdeel van de voorbereiding op rampen en crises. Functionarissen met een GHOR-taak zijn in 2013 geoefend in hun eigen processen, als ook in de samenwerking met functionarissen binnen de geneeskundige hulpverlening en andere hulpverleningsdiensten. In 2013 lag de nadruk vooral op de ontwikkeling van individuele competenties. Het functioneren van deelnemers aan oefeningen is geëvalueerd door externe waarnemers. Het jaarprogramma monodisciplinair als multidisciplinair is uitgevoerd, met uitzondering van de multidisciplinaire oefenweek van het CoPI. Specifieke resultaten: • Deelname aan landelijke opleidingen voor ACGZ en HIN • Trainen van OvDG’en, Hoofd Gewondennest, Coördinator Gewondenvervoer en 1ste Ambulanceverpleegkundige in inzetprocedures en gezamenlijke BOB. • Beoefenen van overdracht en mono aanpak van een incident in teams van HSGHOR, staffunctionaris GHOR, HAC en OMAc. • Basistraining voor nieuwe functionarissen van de Psychosociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen • Oefening met slachtofferregistratie en informatie-uitwisseling. • Contactdag over social media bij een incident en een table-top oefening met ca. 60 operationele functionarissen. Deze contactdag brengt mensen met elkaar in contact die bij een incident moeten samenwerken maar dat in het dagelijkse werk niet doen. • Deelgenomen aan alle ‘hoofdstructuur’- oefeningen, waarbij alle betrokken teams zijn geoefend: onderwerpen penitentiaire inrichtingen, Bio Science Park, vliegtuigongevallen en overstroming. • Deelgenomen aan jaarlijkse systeemoefening om opkomst en alarmering en leiding en coördinatie binnen de veiligheidsregio te testen. 6
•
Uit het tevredenheidsonderzoek (2013) blijkt dat de tevredenheid van operationele GHORfunctionarissen voor uitvoering en evaluatie van de OTO-activiteiten t.o.v. 2010 hoog is en sterk gestegen.
Incidentbestrijding De GHOR is belast met de regie en de coördinatie van de geneeskundige hulpverlening van rampen en crises. De kwaliteit van het voorbereidende werk komt hier tot uiting. Resultaten: • Het aantal inzetten is 57 (hetzelfde niveau als in 2012 en 2011). De inzetten in 2013 varieerden van een inzet van de OvDG ter ondersteuning van de coördinatie bij inzet van drie of meer ambulances tot middel grote incidenten. Hierbij waren meerdere operationele functionarissen betrokken, zoals een bommelding, stroomuitval en bomruiming in Leiden en een bommelding in Gouda.
Algemeen/bedrijfsvoering De externe audit van het kwaliteitssysteem heeft plaatsgevonden op 1 oktober 2013, waarvoor de GHOR opnieuw is geslaagd. Het sturend vermogen van de GHOR is getoetst en de essentiële processen zijn doorgelicht.
7
Wat heeft het gekost De realisatie van de doelstellingen leidt tot de volgende financiële verantwoording:
Lasten en Baten Programma Veiligheid en zorg Rekening Begroting 2013 2013 na wijziging
Begroting 2013
Rekening 2012
Salarissen en sociale lasten Tijdelijk personeel Overige Personeelslasten Kapitaallasten Huisvesting Organisatiekosten Materiaal Diverse kosten Correcties/ nacalculaties Dotatie voorziening Totale lasten
922.000 323.000 32.000 28.000 23.000 406.000 5.000 2.000 1.741.000
811.000 466.000 34.000 26.000 14.000 410.000 5.000 1.766.000
749.000 422.000 34.000 26.000 14.000 430.000 5.000 1.680.000
869.000 359.000 16.000 22.000 18.000 478.000 8.000 13.000 1.783.000
Bijdrage Gemeenten Bijdrage derden *) Saldo Inc. baten en lasten **) Totale Baten
1.741.000 1.741.000
1.766.000 1.766.000
-1.680.000 1.680.000
1.783.000
Resultaat voor bestemming Reserves (storting/ onttrekking)
0 0
0 0
0 0
0 0
Resultaat na bestemming
0
0
0
0
*) **)
1.783.000
De factuur voor de bijdrage door de Veiligheidsregio Hollands Midden is verhoogd met 21 % Omzetbelasting; Het positieve saldo Incidentele baten en lasten ad € 13.421,- is verdeeld over de producten van de sector GHOR en wordt derhalve niet afzonderlijk opgenomen.
Bovenstaande cijfers wijken af van de Rekening van Baten en Lasten 2013 per product van de sector GHOR door de consolidatie van de exploitatie. Het grootste verschil ten opzichte van de begroting 2013 na wijziging betreft de verschuiving tussen Salarissen/sociale lasten en Tijdelijk personeel. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar Rekening van Baten en Lasten per product van de sector GHOR en de toelichting daarop.
8
2.1.2 Programma Ambulancezorg Algemeen De sector Regionale Ambulance Voorziening Hollands Midden (RAV HM) biedt verantwoorde ambulancezorg. De RAV HM kenmerkt zich als een professionele, innovatieve en transparante organisatie. De patiënt heeft hier recht op! De verantwoordelijkheid voor de ambulancezorg is op 1 januari 2013 overgaan van de gemeenten en provincies naar de Rijksoverheid. De Tijdelijke wet Ambulancezorg (TwAZ) is het wettelijk kader waar de ambulancediensten sindsdien mee te maken hebben. Op basis van deze wet heeft het ministerie van VWS vergunning verleend aan de RAV HM om ambulancezorg te verlenen in de veiligheidsregio Hollands Midden. Op financieel gebied heeft het jaar 2013 voor een belangrijk deel in het teken gestaan van de wijziging van de financieringssystematiek. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft hiervoor in opdracht van het ministerie van VWS een nieuwe systematiek ontwikkeld. Namens Ambulancezorg Nederland (AZN) heeft de algemeen manager van de RAV HM geparticipeerd in de commissie die heeft geadviseerd m.b.t. de nieuwe financiering Meldkamer Bij de invoering van de Tijdelijke wet Ambulancezorg is de verantwoordelijkheid voor de meldkamer op zowel inhoudelijk als financieel gebied bij de RAV komen te liggen. Om die reden is op 1 januari 2013 door de Veiligheidsregio Hollands Midden zowel het saldo Reserve Aanvaardbare Kosten (RAK) als de nog te in de tarieven te verrekenen bedragen overgedragen. Spreiding en beschikbaarheid 2013 Het RIVM heeft in opdracht van het Ministerie van VWS in 2013 het referentiekader spreiding en beschikbaarheid herzien. Als gevolg hiervan moet de RAV HM in 2014 meer paraatheid gaan leveren. Het leveren van meer paraatheid kan echter pas daadwerkelijk geschieden als ook de financiering hiervoor beschikbaar komt. Verwacht wordt dat dit voor 1 april 2014 een feit zal zijn. Op basis van het referentiekader spreiding en beschikbaarheid zijn in de regio Hollands Midden 7 standplaatsen noodzakelijk. Door de RAV HM gebruik gemaakt van drie goed geoutilleerde standplaatsen waar het personeel de dienst aanvangt en zes eenvoudige, doelmatig ingerichte units (standplaatsen) die indien demografische of infrastructurele wijzigingen in de regio er om vragen kunnen worden verplaatst. Door te kiezen voor het concept van vaste en mobiele standplaatsen heeft de RAV HM twee extra standplaatsen kunnen inrichten, , waarmee het totaal voor de regio uitkomt op negen. Afname ritaantallen In 2010 is binnen de ambulancesector met het ministerie van VWS afgesproken dat voor de jaren 2011 – 2013 uitgegaan wordt van een groei van het aantal ritten met 2,5 % per jaar. Eind 2013 is door de RAV HM de stand opgemaakt. Ten opzichte van de afgesproken groei over de afgelopen 3 jaar is het aantal ritten met 1,8% lager uitgekomen. Ten opzichte van 2012 is de productie echter wel toegenomen met 2,35 % De toename van de ritaantallen bij een ongewijzigde paraatheid zet de prestaties bij A1 vervoer verder onder druk: met het zelfde aantal ambulance’s worden immer meer ritten gereden waardoor het steeds moeilijker wordt om aan de norm van 95 % responstijd binnen 15 minuten te voldoen. De lagere productie dan afgesproken, heeft gevolgen voor de financiering en daarmee voor het uiteindelijke financiële resultaat. Prestaties voldoen aan norm De prestaties bij spoedvervoer (A1) zijn enigszins gedaald, maar voldoen nog aan de wettelijke norm. De responstijd bij spoedmeldingen is in 95,1 % binnen 15 minuten. De RAV HM verkent continu de mogelijkheden om de responstijden verder te verbeteren. In februari 2013 is de RAV HM gestart met de Directe Inzet Ambulance (DIA). DIA houdt in dat elke 112melding waarbij er een vraag om ambulancezorg is, direct nadat de melding binnenkomt en het adres van 9
het noodgeval en de telefoonnummer van de melder is vastgesteld, wordt gehonoreerd met de inzet van een ambulance. Vervolgens vindt verdere triage plaats en wordt bepaald welke inzet noodzakelijk is. Indien geen ambulance-inzet noodzakelijk is wordt de reeds op pad gestuurde ambulance teruggestuurd naar de standplaats. Dit blijkt in 5 – 6 % van meldingen het geval te zijn. Door de invoering van DIA is het percentage zorgvragers wat wordt bereikt binnen 6 minuten verdubbeld. Dat levert gezondheidswinst op! Vanwege deze belangrijke winst voor de veiligheid van de burger heeft de RAV HM in december 2013 door minister Opstelten de ‘Don Berghuijs Award’ uitgereikt gekregen. Nieuw vervoersconcept in gebruik Met het LUMC als enige meerlingcentrum in Nederland is de vraag naar couveusetransport en in het bijzonder van meerlingentransport groot. Door gecombineerd vervoer van een pasgeboren tweeling of een moeder samen met haar pasgeborene mogelijk te maken, komt zorg op maat beschikbaar. Deze speciaal ontwikkelde bijzondere vorm van patiëntenvervoer is in 2013 in gebruik genomen. Het voertuig is temeer bijzonder, omdat ook een andere vorm van vervoer mogelijk is geworden: voor de bariatrische (obesitas) patiënt geldt dat met de komst van deze ambulance, het transport van deze patiëntencategorie op een verantwoorde, veilige en humane manier kan plaatsvinden. De in werking stelling van het nieuwe concept heeft vertraging opgelopen. Doordat er sprake was van een volledig nieuw concept in combinatie met de strenge veiligheidseisen die de RAV HM stelt aan haar materieel, was het noodzakelijk dat de speciale ambulance aan de hand van opgedane ervaringen diverse malen verder verbeterd kon worden. In het eerste kwartaal van 2014 verwacht de RAV HM de ambulance structureel te kunnen gaan inzetten. Patiënt tevreden In 2013 is opnieuw onderzocht hoe de patiënten onze zorg hebben ervaren. Ditmaal is aangesloten bij een landelijk, door Nivel in opdracht van AZN, uitgevoerd onderzoek (de CQ-index). Het onderzoek biedt de mogelijkheid tot benchmarking. In september 2013 is de rapportage ontvangen naar aanleiding van het patiënttevredenheidsonderzoek. Patiënten zijn zeer tevreden over de dienstverlening door de RAV HM en beoordelen deze gemiddeld met een 9. Vergelijken met het vorige onderzoek is slechts beperkt mogelijk, omdat de instrumenten niet geheel overeen komen. De dienstverlening in Hollands Midden wordt in het algemeen nog positiever beoordeeld dan de dienstverlening van andere ambulancediensten in Nederland. Ontwikkelingshulp Sinds 2012 worden afgeschreven ambulances tegen een gereduceerd tarief ter beschikking gesteld aan charitatieve instellingen voor gebruik in ontwikkelingslanden. Op deze wijze draagt de RAV HM haar steentje bij aan het verbeteren van de gezondheidszorg in deze landen. In 2013 heeft één oude ambulance een goede nieuwe bestemming gekregen. (Bosnië). In 2014 zullen diverse oude ambulances worden verkocht aan charitatieve instellingen voor Ghana, Marokko en Bosnië. Eind 2014 wordt, in het licht van de gevolgen van de nieuwe financiering, bezien of het gehanteerde beleid met betrekking tot afgeschreven ambulances kan worden voortgezet. Deelname aan de USAR Een aantal verpleegkundigen van de RAV HM neemt deel aan de nationale USAR organisatie (Urban Search and Rescue). Deze medewerkers zijn getraind om (inter)nationaal te worden ingezet in rampsituaties. Ook door het beschikbaar stellen van deze medewerkers aan de USAR geeft de RAV HM blijk van haar maatschappelijke verantwoordelijkheid op (inter)nationaal niveau. In 2013 behoefde de USAR niet te worden ingezet. De medewerkers hebben wel verschillende trainingen gevolgd.
10
Veiligheidsmanagement De RAV HM is sinds 2005 een HKZ-gecertificeerde ambulancedienst. Dit betekent dat voldaan wordt aan de gestelde kwaliteitsnormen en wettelijke eisen. In 2012 is het certificaat opnieuw verkregen voor de periode tot 2014. In 2013 is tijdens de jaarlijkse opvolgaudit opnieuw vastgesteld dat de RAV HM aan de gestelde eisen voldoet. In februari 2014 staat een (herhalings) certificeringsaudit gepland. Veiligheidsmanagement heeft in de zorg de laatste jaren terecht veel aandacht gekregen. In 2012 is de ontwikkeling van een veiligheidsmanagementsysteem bij de RAV HM in gang gezet. Verwacht wordt dat de RAV HM in 2014 gecertificeerd kan worden in het kader van veiligheidsmanagement. Brain-open, een nieuw ketenzorgtraject Aansluitend op het succes van het Coronair-Open/MISSION project voor patiënten met een hartinfarct, is op 1 april 2012 een nieuw ketenzorgtraject gestart: ‘Brain-open’. In dit traject wordt de patiënt, die mogelijk een Cerebro Vasculair Accident (beroerte) heeft, door de RAV HM volgens de laatste internationale richtlijnen behandeld. Ondertussen vindt vervoer plaats naar het ziekenhuis dat de juiste zorg kan leveren. Met alle ziekenhuizen in de regio Hollands Midden zijn op initiatief van de RAV HM afspraken gemaakt over de verdeling van patiënten met een mogelijk CVA.. De nadruk wordt in het zorgtraject gelegd op de patiënt met een (dreigend) herseninfarct (CVA en TIA). Onze gezamenlijke inspanning in de zorgketen is er op gericht om invaliditeit als gevolg van een herseninfarct bij deze patiëntencategorie te voorkomen of te beperken en het succes van Coronair-Open/MISSION tenminste te evenaren. Het project loopt naar verwachting. De patiënt krijgt hierdoor snel de zorg die het beste op diens gezondheidsprobleem aansluit. Onderzoek gestimuleerd De sector RAV HM stimuleert wetenschappelijk onderzoek. Verdere ontwikkeling van de ambulancezorg op wetenschappelijke basis is belangrijk. Binnen de RAV HM zijn twee researchverpleegkundigen beschikbaar voor wetenschappelijk onderzoek en zijn in de gelegenheid gesteld om de daarbij noodzakelijke competenties te verwerven. Een van hen is bezig aan een promotieonderzoek. . In 2013 liepen de volgende onderzoeken: • MISSION/ Coronair-open: deelname aan een langlopend cardiologisch onderzoek van het LUMC; • PAPAMAN-onderzoek: evaluatiestudie naar de meerwaarde van vroegtijdig (in de ambulance) starten van de behandeling d.m.v. Reopro van patiënten met een hartinfarct; • RADAS: onderzoek naar de toepasbaarheid van het Larynxmasker in de ambulancezorg. Dit onderzoek kon worden afgesloten met de conclusie dat het masker veilig in de ambulance kan worden toegepast; • RHM-studie: evaluatiestudie naar de meerwaarde van het gebruik van de LUCAS bij reanimaties. De verzameling van data voor dit onderzoek kon worden afgesloten. De verzamelde data wordt in 2014 verder geanalyseerd; • Brain-open: onderzoek naar de meerwaarde van de nieuwe, met de regionale ziekenhuizen afgesproken werkwijze bij patiënten met een herseninfarct. Bij de onderzoeken wordt intensief samengewerkt met het LUMC. Regelmatig wordt een artikel gepubliceerd naar aanleiding van de onderzoeken.
11
Wat heeft het gekost De realisatie van de doelstellingen leidt tot de volgende financiële verantwoording:
Lasten en Baten Programma Ambulancezorg Rekening Begroting 2013 2013 na wijziging
Begroting 2013
Rekening 2012
Salarissen en sociale lasten *) Idem, overgangsregeling FLO Tijdelijk personeel Overige Personeelslasten Kapitaallasten Huisvesting Organisatiekosten Materiaal Diverse kosten Dot. Voorz. (RAK Ambulancednst) Dot. Voorz. (RAK Meldkamer) Dotatie voorzieningen onderhoud Doorbelasting (MKA) **) Totale lasten
11.691.000 2.187.000 1.097.000 1.266.000 2.387.000 800.000 4.619.000 972.000 - 361.000 18.000 281.000 24.957.000
12.450.000 2.034.000 61.000 950.000 1.971.000 626.000 2.424.000 651.000 80.000 2.000.000 23.247.000
12.450.000 9.966.000 2.034.000 2.182.000 61.000 1.178.000 950.000 1.880.000 1.971.000 1.826.000 626.000 1.139.000 2.424.000 2.108.000 651.000 867.000 912.000 2.000.000 23.167.000 22.058.000
Bijdrage Gemeenten Bijdrage Rijk Bijdrage derden Totaal Baten
1.860.000 23.097.000 24.957.000
1.932.000 21.166.000 23.247.000
- 1.753.000 23.167.000 20.305.000 23.167.000 22.058.000
0 0
0 0
Resultaat voor bestemming Reserves (storting/ onttrekking)
0 0
0 0
Resultaat na bestemming 0 0 0 0 *) Begroting inclusief kosten overgangsregeling FLO; **) In de begroting was de doorbelasting aan de Meldkamer Ambulancezorg ad € 2.000.000,- onder zowel de lasten als de baten opgenomen. Met ingang van 2013 valt de Meldkamer Ambulancezorg onder de verantwoordelijkheid van de sector RAV HM en zijn kosten en opbrengsten van de Meldkamer Ambulancezorg verantwoord onder de verschillende kosten- en opbrengstcategorieën. Bovenstaande cijfers wijken af van de financiële verantwoording 2013 van de sector RAV HM door de consolidatie van de exploitatie en balans. Deze financiële verantwoording is als bijlage toegevoegd aan dit programmajaarverslag. De voornaamste verschillen ten opzichte van de begroting 2013 na wijziging betreffen de grotere inzet van tijdelijk personeel in plaats van vast personeel en de hogere huisvestingskosten i.v.m. de ingebruikname van de nieuwbouw van de hoofdvestiging van de sector RAV HM te Leiden. Daarnaast is de dotatie voorziening groot onderhoud in 2013 niet verlaagd i.v.m. herstelwerkzaamheden vloer garage nieuwbouw van de vestiging te Leiden. Voor een nadere verklaring van de verschillen wordt verwezen naar genoemde verantwoording.
12
2.1.3 Programma Openbare Gezondheidszorg Algemeen De programmamethodiek veronderstelt dat aan het einde van het jaar de gerealiseerde maatschappelijke effecten en de daaraan bestede middelen worden gemeten en worden afgezet tegen de beoogde maatschappelijke effecten en begrote middelen, die in de programmabegroting zijn geformuleerd. Voor de openbare gezondheidszorg blijft dit een taaie materie. De beoogde maatschappelijke effecten van de werkzaamheden van de RDOG HM zijn in de Wet Publieke Gezondheid en in de missie van de RDOG HM verwoord: het bewaken, beschermen en bevorderen van de gezondheid van de burgers in de regio Hollands Midden. Hierop zijn dermate veel (vanuit de RDOG HM gezien) autonome ontwikkelingen van invloed, dat een feitelijke meting van de gezondheidstoestand nog weinig zegt over de vraag of de RDOG HM in de voorziene mate heeft bijgedragen aan de realisering van de beoogde maatschappelijke effecten (outcome-meting). Vandaar dat voor het zichtbaar maken van de maatschappelijke effecten veelal een outputmeting wordt verricht van interventies of van het bereik van deze interventies. Als deze interventies een bewezen effectiviteit hebben, mag worden verondersteld dat ze bijdragen aan het beoogde maatschappelijke effect. De RDOG HM spiegelt de resultaten van het programma Openbare Gezondheidszorg aan de resultaten van andere GGD-organisaties (bijvoorbeeld via de Benchmark van GGD Nederland. De nieuwe versie en ook de Inspectie voor de gezondheidszorg hanteert een set indicatoren aan de hand waarvan de inspanningen van de RDOG HM worden beoordeeld. De eerste resultaten over 2012 zijn van dien aard dat een werkgroep binnen PVG Nederland (voorheen GGD Nederland) op basis van de reacties van de deelnemende GGD’en de uitvraag per indicator zal aanpassen. Het onderstaande verslag bevat de hoogtepunten uit 2013. De inhoudelijke prestaties per product binnen het programma Openbare Gezondheidszorg worden jaarlijks uitgebreid verwoord in een jaarverslag voor de GGD HM-sectoren. Algemene Gezondheidszorg De financiële tegenvallers waarmee de sector Algemene gezondheidszorg in 2012 geconfronteerd is, hebben zich voor een deel nog doorgezet in 2013. Voor sociaal medische advisering is de vraag verder teruggelopen ten gevolge van de economische stagnatie. In 2013 heeft de afdeling daarom verschillende lijnen uitgezet om de dienstverlening aan gemeenten en andere klanten beter aan te laten sluiten bij hun behoeften: • Het project ‘ Preventie dicht bij huis’ voor de gemeente Leiden. Het doel hiervan was het binnen een jaar verbeteren van de leefstijl en gezondheid van burgers met een lage SES en een WWB uitkering. Door hen deel te laten nemen aan een interventietraject werd verwacht dat de gezondheidsbeleving zou verbeteren en dat zij mogelijk meer begeleid konden worden naar (betaald) werk. Positieve reacties zullen in 2013 waarschijnlijk leiden tot een vervolg binnen de regio. • Inzetten op scholing en versterken van het netwerk om goed te kunnen aansluiten bij nieuwe vraagstukken van de gemeenten, bijvoorbeeld op het gebied van de decentralisatie (Nieuwe WMO, Bijstandswet en Participatiewet). In 2013 was er een opvallend groot aantal meldingen van mazelen onder niet-gevaccineerden en tevens van scabiës (ook al in 2012 waargenomen). Daarnaast heeft de afdeling algemene infectieziektebestrijding een belangrijke bijdrage geleverd aan 2 projecten: 1. ICARES: een surveillance-instrument waarbij op basis van diagnosecodes van huisartsen en ziekenhuizen clusters van infectieziekte vroegtijdig worden opgespoord. 2. Versterking van infectiepreventiecommissies bij zorginstellingen in de regio Hollands Midden, een meerjarenproject met verzorgings- en verpleeghuizen en de GHOR,
13
Voor SOA/Sense geldt dat de samenwerking binnen het Regionaal Centrum Seksuele Gezondheid is geïntensiveerd, Enerzijds om de kwaliteit van de aanvullende seksuele gezondheidszorg ook in de toekomst te kunnen borgen. Anderzijds om ook aan de vraag van de cliënten op het gebied van soa, anticonceptie en onbedoelde zwangerschap, seksueel (dis)functioneren en seksueel geweld te kunnen blijven voldoen. Hierbij wordt steeds een goede balans gezocht tussen tegemoet komen aan de individuele vraag van de client (waarvoor bijv. een nieuw spreekuur is geopend op de Goudse vestiging) en een meer groepsgerichte aanpak om de moeilijk bereikbare groep onder de risicojongeren te bedienen. In 2013 hebben we onze activiteiten daarom uitgebreid op MBO-scholen en de ROC. In 2013 was er een daling te zien van het aantal patiënten met tbc, zoals in heel Nederland. Veel van deze patiënten hadden wel open tuberculose, waardoor er wel veel contactonderzoeken hebben plaatsgevonden, waarvan een met 250 contacten. Daarnaast blijkt de problematiek van de patiënten ook steeds gecompliceerder o.a. door resistentie van de bacterie (veel afstemming met de behandelaars in het ziekenhuis), co-morbiditeit en de sociale context van de patiënt. Tevens is om economische redenen het contract met de GGD Rotterdam Rijnmond opgezegd en wordt per 1 januari 2014 nauwer samengewerkt met de GGD Haaglanden. Naast de reguliere ondernemingen waar tatoeages, piercings en/of permanente make-up worden aangebracht, heeft de afdeling technische hygiënezorg zich in 2013 met name ingezet om bij dak- en thuislozen opvanglocaties inspecties te doen. Al deze locaties zijn bezocht en twee instellingen voor dak- en thuislozen en twee opvangcentra voor vrouwen/kinderen zijn ook werkelijk geïnspecteerd. Daarnaast zijn alle seksbedrijven in kaart gebracht en heeft overleg met gemeenten plaatsgevonden om te achterhalen waarom er voor deze bedrijven geen opdracht tot inspectie is gegeven. Het team heeft 28 hygiëne-adviezen gegeven bij adviesaanvragen van gemeenten aan de GHOR en zijn zeven hygiëne inspecties uitgevoerd tijdens evenementen. Op het gebied van medisch milieukunde zijn er beleidsadviezen gegeven op het gebied van bodemsanering, lucht en is er een notitie naar alle gemeenten gestuurd over intensieve veehouderij. Tevens zijn er veel vragen van burgers beantwoord, waarbij onderwerpen als binnenmilieu en ongedierte, maar ook kwik, hoog scoren De RDOG Hollands Midden, de Omgevingsdienst Midden-Holland en de Omgevingsdienst WestHolland hebben een convenant ondertekend, het ‘Convenant Omgevingsdiensten – RDOG HM’. De gemeenten krijgen zo een completer en kwalitatief beter advies op het gebied van gezondheid en milieu. In 2013 is tevens gezamenlijk opgetrokken op het gebied van gezonde ruimtelijke ordening, advisering bij aanwezigheid van asbest in een pand en bij bodemsaneringen. Voor de arrestantenzorg is de dienstverlening aan de Politie Hollands Midden in 2013 voortgezet. De minimumeisen gesteld aan het gemiddeld aantal diensten per week en de te volgen bijscholing zijn behaald. Tevens is contact met GGD Haaglanden gezocht om een gezamenlijk aanbod voor de gehele regio van de politie Haaglanden (inclusie Hollands Midden) te kunnen doen. Eind 2013 is gestart met een digitaal dossier, wat voor zowel een efficiëntie- als een kwaliteitsverbetering heeft gezorgd. Bij de reizigersadvisering blijkt de verkoop van producten, die nauw aansluiten op onze adviezen, in een behoefte van de reizigers te voorzien en heeft het financiële resultaat in 2013 gunstig beïnvloed. Dit ondanks de problemen, die bestonden ten aanzien van de levering van een aantal vaccins door de fabrikanten. Middels verschillende media, zoals posters en twitter, informeert de GGD de reiziger over de diverse mogelijkheden binnen de GGD. Publieke Zorg voor de Jeugd In beide subregio’s zijn alle producten van het gehele basistakenpakket JGZ uitgevoerd. Dit betreft zowel het uniforme deel als het maatwerkdeel dat door gemeenten, veelal in subregionaal verband, wordt afgenomen. Het AB heeft in december 2011 besloten tot het regionaal uitvoeren van de basistaken van de GGD HM per 2015 (harmonisatie tussen de regio’s). Onderdeel van de opdracht tot regionalisering is dat de resterende 14
inhoudelijke en financiële verschillen die in het basistakenpakket van de beide subregio’s bestaan zijn weggewerkt per 2015. Er is een werkgroep keuzes takenpakket GGD 2013-1015 ingericht om een advies uit te brengen aan het AB RDOG HM. De werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers van beide subregio’s en deelnemers vanuit de GGD. Het resultaat is een compleet scenario voor het takenpakket Jeugdgezondheidszorg in Hollands Midden vanaf 2015 die in de AB vergadering van december 2013 is vastgesteld. Begin 2013 werd duidelijk dat de sector PZJ een forse taakstelling had voor 2013 en daar is actie op ondernomen. Per 1 april 2013 heeft er een herziening van de contactmomenten plaatsgevonden, door wijzigingen in de contactmomenten voor de 0 tot 2 jarigen in te voeren. Het 4-maanden consult is een kort vaccinatieconsult geworden. Het 7-maanden en 9-maanden consult zijn samengevoegd en het 18-maanden consult wordt op indicatie individueel of in groepsvorm aangeboden. Deze maatregel is de tweede helft van het jaar ingevoerd. Tevens zijn de consulttijden en oproepschema’s van de consultatiebureaus in heel Hollands Midden geharmoniseerd. De ruimte die dit in de formatie van met name de jeugdverpleegkundigen opleverde is ingezet voor het nieuwe contactmoment bovenbouw. Daarnaast zijn alle tijdelijke uitbreidingen en contracten opgezegd en is er spaarzaam omgegaan met de middelen voor materiele zaken. Het jaar 2013 heeft daarnaast in het teken gestaan van de flexibilisering. In 2009 onderschreef het bestuur van de RDOG HM reeds de visie om te komen tot een integraal JGZ-aanbod en regionalisering. De landelijke politiek kondigde daarna de herziening van de Wet Publieke Gezondheid (WPG) aan. Flexibilisering van het pakket van de preventieve gezondheidszorg maakt hier onderdeel van uit. Om het veld te ondersteunen ontwikkelde het Nederlands Centrum Jeugdgezondheidszorg (NCJ) begin 2012 met subsidie van VWS drie scenario’s voor gemeenten als alternatief voor de Richtlijn Contactmomenten. GGD HM werkte scenario 3 van het NCJ praktisch uit en vormde intern een programmastructuur. Het doel van flexibilisering is te komen tot modernisering van het JGZ aanbod door herziening contact momenten en aanbieden van nieuwe vormen van dienstverlening, zodat de uitgangspunten van flexibilisering behaald worden. Deze uitgangspunten zijn: 1. Het kind centraal: van optimaliseren van individuele schakels, naar optimaliseren van de cirkel om de kinderen heen in samenwerking met onze CJG-partners. Inzetten op vroegtijdig signaleren en preventie ter voorkoming van duurdere vormen van jeugdhulpverlening. 2. Arrangeren op basis van zorgbehoefte: van indiceren van zorg door de professional op basis van geprotocolleerde risicoprofielen, naar het vroegtijdig samen met ouders / jongere systematisch taxeren van zorgbehoeften en op basis hiervan arrangeren van passende zorg in de leefwereld van het gezin. 3. Meer tijd voor aandachtskinderen en kwetsbare gezinnen: efficiënter plannen en organiseren van standaard contactmomenten voor iedereen, waardoor er ruimte ontstaat voor het leveren van extra ondersteuning voor specifieke groepen. 4. Innovatie van diensten: effectief gebruik maken van nieuwe communicatiemiddelen en bewezen effectieve werkmethoden die aansluiten bij wensen en behoeften van ouders / jongere (e-Health, groepsconsulten). 5. Outreachend en toegankelijk: aanwezig zijn wanneer en waar ouders en kinderen aanwezig zijn, makkelijk benaderbaar zijn. 6. Eigen kracht: van overnemen van eigen regie, naar ondersteunen van eigen regie van ouders / jongere door bevestigen en stimuleren van zelfredzaamheid. Binnen de gevormde programmastructuur zijn de verschillende nieuwe onderdelen van het scenario 3 JGZ HM middels pilots en werkgroepen ontwikkeld met inachtneming van de uitgangspunten en getoetst in de praktijk op verschillende locaties in het gehele werkgebied GGDHM. In mei 2013 en oktober 2013 zijn de resultaten van de pilots en werkgroepen opgeleverd en hebben de evaluaties plaatsgevonden. Ervaringen en feedback van medewerkers en ouders/ jongeren is expliciet in de evaluaties meegenomen.
15
Na goedkeuring van de verschillende onderdelen van scenario 3 JGZ HM door de Inspectie voor de Gezondheidszorg en het Algemeen Bestuur is in september 2013 gestart met het gefaseerde leer- en implementatietraject van de taxatiemethode Gezamenlijke Inschatting Zorgbehoeften (GIZ) en het nieuwe contactmoment bovenbouw (15/16 jarigen). In december 2013 heeft de definitieve besluitvorming over scenario 3 JGZ HM plaatsgevonden. De resterende onderdelen, contactmoment screening groep 7, groepsvoorlichting bij 8/9 maanden en 18/20 maanden, vaccinatiespreekuur bij 4 maanden, 11 maanden en 4 jaar, onderzoek naar toegankelijkheid dienstverlening, voorlichting ouders brugklasleerlingen, logopedie en voor- en vroegschoolse educatie van scenario 3 JGZ HM zullen fasegewijs vanaf 2014 geïmplementeerd gaan worden. De JGZ-medewerkers hebben derhalve een roerig jaar achter de rug. Zij hebben aan de diverse werkgroepen en pilots hun bijdrage geleverd, maar naast hun inzet hiervoor draaide het “gewone werk” door. Het gewone werk dat tevens in het teken stond van het verder implementeren van het digitaal dossier. Daarbij is een kwaliteitsslag gemaakt door de uitrol van een model voor kwaliteitsborging en de inzet van zogenaamde super users. Dit zijn professionals die voor steun en toetsing in ieder CJG beschikbaar zijn. Dit jaar zijn ook de rapportagemogelijkheden sterk verbeterd. Zowel het aantal mogelijke rapportages als de kwaliteit ervan nam toe, mede door de in gebruik name van het software programma “Qlikview”, een managementrapportagetool. Gesteld mag worden dat het digitaal dossier nu volledig geïmplementeerd is in de werkzaamheden. Begin 2014 zullen de eerste 0-4 teams “papierloos” gaan werken, omdat er geen tastbare gegevensopslag meer heeft plaatsgevonden. Het zwaartepunt van de activiteiten zal dan verder gericht kunnen worden op borging en kwaliteitsverbetering. Leidend voor deze inspanning waren ook in 2013 al de veranderende werkwijzen van de JGZ en de voorbereidingen op de komst van een volledig herziene update van de leverancier van het dossier. Aan het eind van het jaar is voor het eerst na de aanbesteding een contractverlenging gerealiseerd met zowel de leverancier van het dossier als met de hostende ICT-aanbieder. In het afgelopen jaar hadden de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) in Hollands Midden twee opdrachten, namelijk zichzelf versterken en verbeteren en tegelijkertijd binnen de transformatie in de jeugdhulp mee te gaan. Voor het versterken heeft de profilering van professionals als CJG-medewerkers veel aandacht gekregen evenals gezamenlijke communicatie als CJG partners. In de Week van de Opvoeding zijn, samen met lokale organisaties als kinderopvang en jongerenwerk, diverse activiteiten georganiseerd voor ouders en jongeren, maar ook bijvoorbeeld voor voetbaltrainers. Deze activiteiten verlagen de drempel tot het CJG en vergroten de bekendheid. Het samenwerken in gezinnen waar diverse problemen om zorgcoördinatie vroeg is versterkt. In die gezinsplannen werd in toenemende mate samengewerkt met scholen en met de hulpverleners van de ouders. De dienstverlening is verbeterd door preventief aanbod, als CJG-partners, beter op elkaar af te stemmen en meer vraaggericht aan te bieden. Maar ook werd beschikbare expertise steeds beter benut, in het belang van gezinnen. Het feit dat medewerkers van de diverse organisaties elkaar nu beter kennen bleek hiervoor een belangrijke factor. Ondertussen is de jeugdhulp sterk in beweging gekomen (vanwege de op handen zijnde transitie) en was het van belang om optimaal te blijven aansluiten bij gemeentelijke plannen om de jeugdhulp op de nieuwe situatie in te richten. Zo zijn in Zuid-Holland Noord pilots “van indiceren naar arrangeren” geweest, werden er gezamenlijke scholingen uitgevoerd en zijn in Midden-Holland bijeenkomsten gehouden rond “het CJG van de Toekomst” als opstap om te komen tot een “bedrijfsplan CJG van de Toekomst”. In ZHN is het bedrijfsplan geconcretiseerd. De rol van de jeugdarts, jeugdverpleegkundige en de logopedist (in aanvullende dienst) is het afgelopen jaar in VVE op de verschillende contactmomenten in beeld gebracht. Doel is het streven naar een eenduidig JGZ-beleid ten aanzien van VVE binnen regio GGD Hollands Midden en een eenduidige uitvoering van de taak van JGZ in VVE (signalering, indicering, toeleiding en monitoring). 16
De aanbevelingen in brief van staatssecretaris Dekker van OC&W van 20 augustus 2013 aan de Tweede Kamer met betrekking tot VVE zijn hierbij betrokken. De gemeenten voeren de regie over VVE. Zij bepalen onder andere de doelgroep-definitie, bepalen de kaders en maken afspraken met de verschillende partners in VVE. Naast de wettelijk taak voor JGZ van signalering, toetsing en verwijzing worden met gemeenten afspraken gemaakt over toeleiding, registratie en (in aanvullende dienst) de inzet van JGZ-logopedisten met betrekking tot advisering en onderbouwing van indicering, monitoring en evaluatie. Naast de spraak-taalscreening op 5 jarige leeftijd als basistaak is in 2013 in Midden Holland gestart met de uitvoering van de preventieve logopedie als aanvullende dienst. De gemeenten hebben een keuze gemaakt uit de 3 aangeboden pakketten. In Zuid-Holland Noord wordt de preventieve logopedie al langer uitgevoerd als aanvullende dienst. Binnen GGD HM worden de verschillende producten preventieve logopedie inhoudelijk op elkaar afgestemd en uniform geregistreerd. Alle kindercentra en gastouderbureaus zijn het afgelopen jaar conform het risico gestuurd toezicht geïnspecteerd. De peuterspeelzalen zijn volledig geïnspecteerd en zullen conform de wettelijke regelgeving in 2014 risico gestuurd geïnspecteerd worden. De gastouders zijn op basis van een minimumpercentage geïnspecteerd. Dit percentage is in overleg met iedere gemeente bepaald en lag tussen de 5 % en 30 %. Onderzoek, Beleid en Gezondheidsbevordering Advisering Gezondheidsbeleid Het ontwikkelen, uitvoeren en evalueren van lokaal gezondheidsbeleid is een gemeentelijke taak. Gemeenten zijn volgens de Wet publieke gezondheid verplicht om hiervoor elke vier jaar hun lokale gezondheidsbeleid in een nota vast te leggen. De meeste gemeenten hebben hun nota in 2013 vastgesteld. De Regionale Nota Volksgezondheidsbeleid 2013-2016 “Gezonder in de Buurt” vormde daarbij voor veel gemeenten de inhoudelijke basis. De werkgroep lokaal gezondheidsbeleid kreeg eind 2012 een vervolgopdracht van het Algemeen Bestuur van de RDOGHM om teneinde de doelstellingen in de Regionale Nota te behalen afspraken te maken over de inzet van de GGD op de groepsgerichte, gezondheidsbevorderende activiteiten en over de inzet van de GGD als regievoerder op het gebied van gezondheidsbevordering. Tot slot zouden adviezen/handreikingen van de GGD in de werkgroep besproken ten behoeve van de ambtelijke overleggen AOZW en CAO. De GGD bereidt de bijeenkomsten van de werkgroep samen met de gemeente Alphen aan den Rijn voor. In de werkgroep zijn de volgende adviezen van de GGD besproken: format en inhoud van de uitvoeringsplannen gezondheidsbevordering 18+ en Jeugd, projectvoorstel vergroten bereik van minima met preventieproducten opgenomen in de collectieve zorgverzekering voor minima (CZM), voorstel voor actualisatie submenu Gezonde Gemeente, voorstel over preventieve ouderengezondheidszorg, en twee trajecten voor ondersteuning van gemeenten bij integrale beleidsontwikkeling. Deze adviezen hebben geleid tot de organisatie van een conferentie over mogelijkheden voor gemeenten om ouderen gezond en vitaal te houden, tot de start van het project “invulling preventieonderdelen in de CZM” samen met Z&Z, tot een update van het submenu Gezonde Gemeente en tot samenwerking met Universiteit Maastricht en GGD Twente wat betreft de ondersteunende trajecten bij ontwikkeling integraal (gezondheidsbeleid). Hoewel gemeenten, met name in Zuid-Holland Noord, enthousiast hierover waren, gaven ambtenaren aan dat er geen tijd was vanwege de drukte rondom de decentralisaties om hieraan uitvoering te geven. Het is bekend dat er veel gezondheidswinst valt te behalen via samenwerking met de eerstelijnszorg en via integraal gezondheidsbeleid. De GGD verkende met Reos en Z&Z de mogelijkheden voor een betere e e afstemming tussen 0 en 1 lijn, zoals de rol van het knooppunt ketenzorg bij preventie en het opzetten van een brede wijkscan (beide zaken lopen nog), stemde af met het Transmuraal Netwerk MH, maakte een overzicht van preventieactiviteiten van GGD en Z&Z op de vijf speerpunten en nam op verzoek deel aan bijeenkomsten van de Regionale Commissie om zorg en welzijn beter met elkaar te verbinden. 17
Epidemiologie en onderzoek In het najaar van 2013 voerden de epidemiologen een gezondheidsonderzoek uit onder 40 000 leerlingen van vmbo-, havo- en vwo-leerlingen van 12 tot en met 18 jaar op 50 schoolvestigingen. Ongeveer 60% van alle middelbare scholieren in Hollands Midden deed mee aan het onderzoek. De leerlingen beantwoordden vragen over lichamelijke en psychische gezondheid, genotmiddelengebruik, bewegen, voeding en (over)gewicht, veilig vrijen en houding ten opzichte van homoseksualiteit. In 2014 worden kerncijfers per gemeente gepubliceerd. Elke deelnemende school krijgt een eigen schoolprofiel. In het verslagjaar kwamen de resultaten beschikbaar uit de gezondheidsmonitor 2012 onder volwassenen van 19 t/m 64 jaar en zelfstandig wonende ouderen van 65 jaar en ouder. In april 2013 ontvingen alle gemeenten de eerste kerncijfers. In de loop van 2013 zijn zeven factsheets gepubliceerd over de thema’s lichamelijke en psychische gezondheid, zorggebruik en mantelzorg, overgewicht, voeding en bewegen en roken en alcoholgebruik. De resultaten zijn opgenomen in de Gezondheidsatlas (http://www.gezondheidsatlashollandsmidden.nl/ ) en op de webpagina ‘Gezonde Gemeente’ (http://www.ggdhm.nl/gezondegemeente) is de beleidsinformatie over de onderwerpen overgewicht, roken, alcohol en depressie geactualiseerd. In 2013 is als pilot ten behoeve van de relatiebeheergesprekken voor 7 gemeenten een gemeentelijke factsheet gemaakt. Deze factsheets bevatten cijfers en feiten over onder andere demografische ontwikkelingen, gezondheid en leefstijl, mensen met een lage sociaaleconomische status en probleemgevallen (huiselijk geweld, Jeugdmatch, jeugdige veelplegers, achterstandsleerlingen, infectieziekten) en het gebruik van het CJG. Na een evaluatie valt in 2014 het besluit of en hoe dit wordt voortgezet. Het hoort tot het reguliere GGD-werk om op verzoek specifieke gegevens over de gezondheid te leveren of gemeenten te adviseren over gezondheidsonderzoek. Zowel intern als extern zijn de epidemiologen/onderzoekers gevraagd om advies. In 2013 zijn er in totaal 150 verzoeken afgehandeld. Gezondheidsbevordering Gezond opgroeien en gezond blijven is geen vanzelfsprekendheid. Het vergt een bewuste keuze, de aanwezigheid van gezonde alternatieven en de mogelijkheid om verleidingen te weerstaan. Werken aan gezondheid is een duurzame investering. Een integrale aanpak en samenwerking met partijen in de nabijheid van de burger verhoogt de effectiviteit. De bijdrage van de GGD aan de gezondheidsbevordering is enerzijds de advisering over beleid, regels, mogelijke interventies en financiële impulsen, anderzijds een bijdrage aan de concrete begeleiding van en uitvoering in scholen en CJG’s. Bij de gezondheidsbevordering op scholen zien we een toename in een integrale aanpak. Sociaal emotionele ontwikkeling, in het bijzonder weerbaarheid is daarin een sleutel. Hier zijn heel concreet diverse leefstijlthema’s aan te koppelen en het blijkt een goede opmaat te zijn naar verbreding van de aanpak met schoolbeleid. Na een training weerbaarheid Voeding en Bewegen voor leerlingen en de daaraan gekoppelde ouderavond bijvoorbeeld, is de stap om te starten met schoolgruiten niet zo groot. In het kader van de innovaties JGZ zijn kansen benut om de individuele signalering en groepsgerichte gezondheidsbevordering meer met elkaar in lijn te brengen. Het gebruik van de gegevens en de schooladvisering gaan steeds meer hand in hand. De voorbereidingen van diverse pilots, waar onder screening groep 7 en het extra contactmoment 15/16-jarigen, zijn daar voorbeelden van. Het lukt steeds beter om de gezondheidsboodschap (impliceert veelal het als prettig ervaren gedrag afleren en minder leuk gedrag aanleren) op een pakkende wijze te brengen. Meer en meer lukt het om van het ‘missionaris-imago’ af te komen en meer ontwikkelingsgerichte gezondheidsbevordering in de markt te zetten. Er zijn diverse producten (die overigens steeds weer dezelfde leefstijl- en opvoedboodschappen herbergen) ontwikkeld en er is gestructureerde aandacht voor de beoogde interventie-mix. 18
Scholen worden actief ‘op maat’ ondersteund en begeleid bij de ontwikkeling en uitvoering van hun schoolgezondheidsbeleid via de werkwijze Gezonde School, waar mogelijk in samenwerking met andere partners. Een compleet herziene website stelt scholen in staat zelfstandig een oriëntatie te doen en biedt inzicht in het ondersteuningsaanbod en actuele zaken Afgelopen jaar waren er 6.652 bezoekers en 486 basisscholen en 405 voortgezet onderwijs zijn geabonneerd op de digitale nieuwsbrief die drie tot vier keer per jaar verschijnt. Met name op het terrein van alcoholmatiging, rookpreventie, meer bewegen, gezonde voeding en een gezonde seksuele en relationele ontwikkeling verzorgt de GGD een breed scala aan interventies. Er is een toenemende vraag naar ondersteuning bij de omgang met digitale sociale media. Door goed op de hoogte te blijven van landelijke ontwikkelingen, bleek het mogelijk om scholen tijdig te informeren over de mogelijkheden van de subsidie Jeugdimpuls. 24 scholen hebben voor het schooljaar 2012/2013 hun aanvraag om ondersteuning door de GGD gehonoreerd gekregen. En 37 scholen hebben zich laten motiveren tot een aanvraag voor het schooljaar 2013/2014. De preventie van vermijdbare aandoeningen voor de doelgroep 18+ richt zich voornamelijk op bewegingsstimulering en rookontmoediging. De samenwerking met partners in de regio en de academische werkplaats is op de thema’s bewegen en rookontmoediging versterkt. En met succes. Er zijn weer meer cursussen Rookvrij! Ook Jij! georganiseerd en deze zitten helemaal vol. Valpreventie en Sport en Bewegen in de Buurt zijn belangrijke pijlers in de gezondheidsbevordering bij volwassenen. Het is een speelveld waar diverse partijen actief zijn maar de middelen beperkt zijn. Het entameren en/of voort laten bestaan van lokale initiatieven blijkt dan ook geen eenvoudige opgave. Ook in Midden-Holland waar een netwerk valpreventie vanuit het Transmuraal Netwerk actief is, blijkt het, hoewel er inhoudelijke aanknopingspunten liggen, lastig voor partijen om zich te verbinden. Ter ondersteuning van gemeenten is de toolkit Gezonde leefomgeving ontwikkeld. Deze is digitaal te benaderen via www.ggdhm.nl\gezondegemeenten. Ook wordt in dit kader geadviseerd bij lokale projecten. Speciale aandacht vraagt de doelgroep met een minimum inkomen. In samenspraak met gemeenten (sociale diensten) levert de GGD input voor een gebalanceerd beweegpakket in de collectieve zorgverzekering minima. Het bereiken van kwetsbare groepen zoals lage SES, wordt met de dag belangrijker. De setting Werk is een belangrijke vindplaats. Met hulp van het RIVM/ Centrum Gezond Leven heeft de GGD zich georiënteerd op de kansen en mogelijkheden in deze setting. In het kader van duurzaam werken / Vitale Werknemers is gezondheidsbevordering ook in bedrijven een belangrijk thema geworden. Twee bedrijven hebben aangegeven geïnteresseerd te zijn in een verkenning. Samenwerking met diverse regionale Kennisinstituten maakt het mogelijk dat toekomstige professionals op het terrein van onderwijs, zorg en welzijn, goed ingeleid worden in de gezondheidsbevordering. De GGD verzorgt colleges op de hogeschool en universiteit en begeleidt artsen in opleiding met een opdracht in de wijk. Openbare Geestelijke GezondheidsZorg Binnen de openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ) ligt als altijd de nadruk op samenwerking met andere instellingen ten behoeve van de meest kwetsbare personen in onze samenleving. De GGD HM leverde in 2013 beleidsmatige en procesmatige ondersteuning aan de verschillende samenwerkingsverbanden en werkgroepen in de regio. De bijdrage aan de uitvoering en evaluatie van de convenanten Voorkomen Huisuitzettingen in de regio HM is gecontinueerd. Het aantal huisuitzettingen in de regio laat dan ook een dalende trend zien in de afgelopen jaren.
19
Het Maatschappelijk Steunsysteem bevordert het maatschappelijk herstel van mensen met een psychische kwetsbaarheid of verslaving. In de praktijk komt dit neer op het bieden van zo ‘gewoon’ mogelijke dagbesteding, in de vorm van (vrijwilligers)werk en het vergroten van het sociale netwerk. De website jekuntmeer.nl toont het aanbod van dagactiviteiten voor kwetsbare groepen. Steeds meer mensen (1050 per maand, was 622 in 2012) bezoeken Jekuntmeer.nl. Het aantal abonnees van de nieuwsbrief is gestegen (505 lezers), evenals het aantal activiteiten op de site (459). De samenwerking op het terrein van depressiepreventie leidde in 2013 tot de uitvoering van diverse projecten. Voorbeelden zijn de interventie Huiskamerbezoeken voor en door allochtone vrouwen, ontwikkeling tools voor vroegsignalering psychische problematiek bij ouderen, ontwikkeling Basismodule Niet Pluis signaleren. Deze interventies worden in nauwe samenwerking met diverse partijen ontwikkeld en geïmplementeerd en soms gekoppeld aan kortdurend onderzoek vanuit de Academische Werkplaats. Het meldpunt Zorg en Overlast behandelde in de regio HM 1899 meldingen (1788 in 2012). Er zijn 114 tijdelijke huisverboden opgelegd in 2013 (90 in 2012). De GGD HM is steeds betrokken geweest in de rol van procescoördinator. Het Meldpunt bemenst ook de telefoon van het Steunpunt Huiselijk Geweld. In 2012 kwamen er ruim 492 adviesvragen per telefoon van burgers en professionals over huiselijk geweld (280 in 2012). Steunpunt Huiselijk Geweld Veel activiteiten hebben plaatsgevonden rond de wet Meldcode die in 2013 van kracht is geworden: 850 medewerkers van gemeenten en organisaties zijn getraind dan wel voorgelicht over de wet, er zijn folders verspreid en een handelingsprotocol ontwikkeld conform de samenwerkingsafspraken tussen het Steunpunt Huiselijk geweld en het Advies- en meldpunt Kindermishandeling. Deskundigheidsbevordering op het brede terrein van Huiselijk Geweld had opnieuw de volle aandacht in zowel de jeugdketen, volwassenen- als ouderenketen. Het screeningsoverleg huiselijk geweld en kindermishandeling binnen het Veiligheidshuis is geëvalueerd en gecontinueerd. Hier worden zaken besproken uit de veiligheids- en zorg keten waarbij de veiligheid van cliënten in het geding is, of waar vastgelopen casuïstiek vlot getrokken moet worden. De uitvoering van de Wet tijdelijk huisverbod is geëvalueerd en de verbeterpunten zijn aangepakt. Er is wederom een bijdrage geleverd aan ‘We Can Young’, waar het accent ligt op mentaliteitsverandering bij jongeren waar het relationeel en seksueel geweld of grensoverschrijdend gedrag aangaat. Deze pilot sluit aan op het programma ‘Wensen en Grenzen’ voor het VMBO. Het Steunpunt Huiselijk Geweld heeft actief bij gedragen aan de totstandkoming van de regionale visie huiselijk geweld en het zoeken naar aanknopingspunten in het versterken van het uitvoerend vermogen.
20
Wat heeft het gekost. De realisatie van de doelstellingen leidt tot de volgende financiële verantwoording:
Lasten en baten Programma Openbare Gezondheidszorg Rekening 2013 Begroting Begroting 2013 na 2013 wijziging
Rekening 2012
Salarissen en sociale lasten Tijdelijk personeel Overige Personeelslasten Kapitaallasten Huisvesting Organisatiekosten Materiaal Diverse kosten Correcties/ nacalculaties Dotatie voorziening Totale lasten
26.624.000 1.396.000 860.000 1.351.000 2.084.000 4.223.000 395.000 632.000 - 2.000 323.000 37.886.000
27.048.000 1.239.000 934.000 1.368.000 2.027.000 3.113.000 427.000 632.000 - 3.000 246.000 37.031.000
20.273.000 926.000 757.000 1.125.000 2.140.000 3.380.000 410.000 140.000 29.151.000
26.467.000 1.778.000 1.121.000 1.442.000 2.077.000 5.091.000 474.000 1.510.000 - 13.000 141.000 40.088.000
Bijdrage gemeenten (BPI) Overige bijdragen gemeenten Bijdrage Provincie Bijdragen Rijk Bijdrage derden 1) Saldo Inc. baten en lasten 2) Totale Baten
23.481.000 8.777.000 541.000 4.504.000 489.000 37.792.000
23.484.000 7.428.000 586.000 4.985.000 524.000 37.007.000
22.840.000 2.174.000 4.059.000 29.073.000
30.816.000
Resultaat voor bestemming Reserves (storting/ onttrekking)
-
-
-
-3.332.000 3.130.000
94.000 88.000
24.000 24.000
509.000 5.385.000 46.000 36.756.000
78.000 78.000
Resultaat na bestemming - 6.000 0 0 1) Inclusief € 217.000,- besteding uit voorziening voor aanvullende diensten; 2) Inclusief € 300.000,- vrijval voorziening onderhoud Parmentierweg 49 te Leiden.
-
202.000
De grootste verschillen ten opzichte van de begroting betreffen: Salarissen en sociale lasten: Door terugbetaling van de basispremies WAO/WIA over 2013 ad € 125.000,-, alsmede door stimulering van uitdiensttreding van oproepkrachten. Hiertegenover staan hogere kosten voor Tijdelijk personeel voor noodzakelijke vervanging i.v.m. ziekte; De post ‘Diverse kosten’ betreft de delging van de langlopende vorderingen ter zake van de integratiekosten JGZ 0-4 in de subregio en ZHN tot een bedrag € 632.000,-. Hierna resteert er voor ZHN € 315.000,- aan te delgen frictiekosten. De delging daarvan is gedekt door onttrekking aan de algemene reserve ZHN voor 50 % en voor de andere helft ten laste van de exploitatie PZJ ZHN; Tegenover de hogere Organisatiekosten voor aanvullende diensten staan hogere Overige bijdragen gemeenten; De Bijdragen Rijk betreffen de ontvangsten in het kader van de opleiding van artsen Maatschappij en Gezondheid. Hiertegenover staan uitgaven van min of meer gelijke omvang.
21
Voor een nadere toelichting op de verschillen tussen de begrotingswijziging en rekening wordt verwezen naar de Toelichting op de Programmarekening. Daarnaast wordt verwezen naar de Rekeningen van baten en lasten per product van de sector AGZ (uitvoerder van de regionale producten) en de beide subregio’s en de toelichtingen daarop.
2.2 Verplichte paragrafen 2.2.1 Algemeen Onder de verplichte paragrafen zijn alleen die paragrafen opgenomen die van toepassing zijn voor de RDOG Hollands Midden. Derhalve zijn de paragrafen lokale heffingen, verbonden partijen en grondbeleid niet opgenomen.
2.2.2 Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen van de RDOG Hollands Midden wordt bepaald door de omvang van de (bestemmings)reserves. Hierdoor kunnen niet begrote uitgaven worden opgevangen. Ook zijn de deelnemende gemeenten op grond van artikel 27, lid 7 van de Gemeenschappelijke regeling RDOG Hollands Midden verplicht er voor te zorgen dat de RDOG Hollands Midden te allen tijde beschikt over voldoende middelen om aan al zijn verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen. In deze paragraaf worden vervolgens ook de risico’s in beeld gebracht en de afdekking daarvan. Voor de sector RAV beschikt de RDOG Hollands Midden over een Reserve Aanvaardbare Kosten (RAK) om niet begrote kosten af te dekken. Op grond van het BBV wordt de RAK als een voorziening beklemde gelden beschouwd.
2.2.3 Risicoparagraaf/ (Afdekking) risico’s Onderstaand worden, per onderdeel allereerst de, in de begroting 2013 van de RDOG Hollands Midden opgenomen risico’s vermeld. Vervolgens wordt cursief de stand van zaken per onderdeel bij het opmaken van de jaarrekening over 2013 weergegeven, alsmede de nieuwe, in de loop van het jaar ontstane risico’s. Tevens wordt, op grond van het BBV aangegeven hoe deze risico’s zijn afgedekt. RDOG-breed Structurele kosten investeringen De implementatie van het ICT-beleidsplan, waarvan verbetering van de ICT-infrastructuur, inclusief telefonie (Voice over IP) een belangrijk onderdeel is, zal in 2012 zijn afgerond. Dit betekent een belangrijke kwalitatieve verbeterslag. Ook zal de efficiency van de primaire processen verbeteren. De structurele kosten van de implementatie hiervan zijn opgenomen in deze begroting. De nieuwe telefonie heeft geen efficiency verbetering voor het Meldpunt met zich meegebracht. Dit kan mogelijk financiële gevolgen hebben voor de integratie van het Advies- en Meldpunt Huiselijk geweld en kindermishandeling (AMHK) per 1 januari 2015. Sector GHOR Advisering risicobeheersing De burgemeester is eindverantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid in zijn gemeente. Het vroegtijdig adviseren ten aanzien van fysieke veiligheidsaspecten vermindert de kans op het ontstaan van incidenten en van (volg)schade en optimaliseert de mogelijkheden voor zelfredding en adequate hulpverlening. Op grond van de Wvr treedt de veiligheidsregio daarbij op als adviseur. Op basis van deze invalshoek adviseert de GHOR (in samenwerking met de multidisciplinaire partners). De advisering van de GHOR heeft vooral betrekking op vergunningverlening evenementen en risicobeheersing gebouwde omgeving (betreft grootschalige bouw- en infrastructurele projecten). 22
Of de capaciteit bij de GHOR toereikend is, hangt af van de toename in het aantal te verstrekken adviezen. Indien de GHOR onvoldoende capaciteit heeft, vergroot dit het risico op incidenten waarvoor geen of een onjuiste inschatting van de zorggerelateerde veiligheidsaspecten is gemaakt en waardoor onvoldoende gerichte maatregelen voor geneeskundige zorg zijn getroffen. In de vastgestelde jaarstukken 2012 VRHM is aangegeven dat de GHOR door een adequate registratie en goede relatie met gemeenten de GHOR in staat geweest de effectiviteit van haar adviezen te borgen. Door deze situatie heeft de GHOR - vooralsnog - voldoende capaciteit voor advisering vergunning verlening evenementen. Operationele voorbereiding: Zorgcontinuïteit en afspraken met zorgpartners Een belangrijke taak van de GHOR is de beoordeling – namens het bestuur van de VRHM - of de zorgpartners in Hollands Midden voldoende ‘crisisproof’ zijn. De GHOR dient schriftelijke afspraken te maken met de geneeskundige partners over hun voorbereiding op rampen en crises, en over de continuïteit van zorg ten tijde van een ramp of crises. Voor deze nieuwe taak is extra capaciteit nodig. Het Cebeon concludeert in zijn eindrapport Onderzoek financiële gevolgen invoering Wet veiligheidsregio´s (25 november 2010) dat de GHOR voor het voldoen aan artikel 23 (kwaliteitszorgsysteem) in de komende jaren extra capaciteit van 1,3 fte nodig heeft. De GHOR is er op dit moment nog niet in geslaagd de benodigde 1,3 fte volledig te financieren. Een deel van de kosten wordt gedekt uit de verlaging van de kosten (BTW) door aanpassing van de doorbelasting GMK aandeel GHOR voor € 40.000 en de inzet van het BTW surplus (aandeel GHOR) van € 50.000. Indien de GHOR de benodigde capaciteit niet kan financieren, ontstaat het risico dat de GHOR haar wettelijke taak niet kan uitvoeren. De kans bestaat dat bij incidenten met veel slachtoffers de zorgpartners niet naadloos met elkaar samenwerken en dat de continuïteit van zorg voor zowel slachtoffers van incidenten, als voor reguliere patiënten niet is gewaarborgd. In de vastgestelde jaarstukken 2012 VRHM is aangegeven dat de GHOR in 2012 afspraken heeft gemaakt voor de financiering van de benodigde formatie. Het risico is hierdoor vervallen. Opleiden, trainen en oefenen In de periode 2013 - 2016 wordt de GHOR geconfronteerd met een bovenmatig vertrek aan vakbekwame OvDG’en: 8 van de 14 OvDG’en – geleverd door de RAD - dient de GHOR te vervangen als gevolg van hun vertrek (FLO). De tijdelijke en extra inspanningen van de GHOR op het gebied van opleiding, training en oefening leggen een zware druk op het beschikbare budget door de verplichte urencompensatie aan de RA en de landelijk in te kopen opleidingen. Het risico bedraagt gemiddeld €48.000 per jaar gedurende de periode 2013 – 2016. In de vastgestelde programmabegroting 2013 van de VRHM is ten behoeve van de GHOR een bestemmingsreserve gecreëerd voor uitvoering van het opleiding, training en oefenprogramma voor de nieuwe instroom OvDG. Het risico is hiermee vervallen. Nieuw risico: Het bestuur van de veiligheidsregio is verantwoordelijk voor het instellen en in stand houden van de GHOR, en daardoor ook verantwoordelijk voor de financiële gevolgen van risico’s. In de vastgestelde begroting VRHM 2014 zijn risico’s voor de GHOR vastgelegd. Een ervan is de bezuinigingen of doelmatigheidstaakstellingen aan de VRHM, en daarmee ook aan de GHOR. De uitvoering van de wettelijke taken van de GHOR komt hierdoor onder druk en / of zij kan niet meer voldoen aan (wettelijke) normen. De GHOR is in 2012 een onderzoek gestart naar aanpassing van de financiering van de GHOR-organisatie op basis van ontwikkelingen in de nieuwe wetgeving Wvr, Wpg en TWaz. Deze aanpassing kan leiden tot overheveling van de inwonerbijdrage van de VRHM naar de RDOG HM. Een gevolg hiervan is een beperking van de BTW-verplichtingen. De GHOR zal in 2013 aan de besturen VRHM en RDOG HM een voorstel hiertoe indienen. 23
Door de beperking van de BTW-verplichtingen en het realiseren van bezuinigingen wil de GHOR het risico van de taakstellingen beheersen. Sector RAV Reserve Aanvaardbare Kosten (RAK) De voorgaand beschreven opgelegde taakstelling en de teruggang in het aantal ritten heeft tot gevolg dat in de jaren 2012 en 2013 een efficiëntieslag noodzakelijk is. De interne maatregelen die zijn genomen in 2011 hebben een goed effect gehad. Het Reserve Aanvaardbare Kosten is op een acceptabel niveau (7% van de omzet) gekomen. Hiermee kan een risico van het teruglopen van productiecijfers in 2012 en 2013, wat kan oplopen tot 12,5% gedeeltelijk worden afgedekt. Deze reserve kan ingezet worden voor dekking van de kosten die het gevolg zijn van de lager dan afgesproken ritaantallen. Bovendien kan hiermee financiële dekking worden geboden, indien blijkt dat bij de invoering van de nieuwe bekostigingssystematiek het budget lager uitvalt dan begroot. Krapte arbeidsmarkt De ambulancezorg heeft te maken met een steeds krapper wordende arbeidsmarkt voor verpleegkundigen. Als deze trend zich voortzet zal het steeds moeilijker worden vacatures voor verpleegkundigen op te vullen. De RAD participeert in de opleiding van de Bachelor Medische Hulpverlener (BMH), door het verlenen van stages. De HBO-opleiding BMH leidt mensen op tot ambulancezorgverlener of hulpverlener spoedeisende hulp (acute hulpverlening) of anesthesiehulpverlener (interventie hulpverlening). De opleiding is toegankelijk voor schoolverlaters met HAVO/VWO (voorkeur profielen natuur/gezondheid/techniek) of MBO 4 gezondheidszorg. De opleiding moet in de toekomst een oplossing bieden voor het tekort aan verpleegkundigen. Ondanks dat er in 2013 voldoende aanbod was op de arbeidsmarkt om vacatures in te vullen is te voorzien dat het de komende jaren steeds lastiger zal worden om met name verpleegkundige-vacatures te vervullen.. De RAV HM participeert in de opleiding van de Bachelor Medische Hulpverlener (BMH), door het verlenen van stage-plaatsen. De HBO-opleiding BMH leidt mensen op tot ambulancezorgverlener,hulpverlener spoedeisende hulp (acute hulpverlening) of anesthesiehulpverlener (interventie hulpverlening). De opleiding is toegankelijk voor schoolverlaters met HAVO/ VWO (voorkeur profielen natuur/ gezondheid/ techniek) of MBO 4 gezondheidszorg. De opleiding moet in de toekomst een oplossing bieden voor het tekort aan verpleegkundigen. Nieuwe risico’s: BTW over personeelskosten MKA Met ingang van 2013 is de tijdelijke Wet Ambulancezorg in werking getreden en valt de Meldkamer Ambulancezorg (MKA) formeel onder de sector RAV HM. Dat betekent onder andere ook dat belastingtechnisch gezien het personeel in dienst behoort te zijn van de sector RAV HM (in casu van de RDOG HM). Vooralsnog is het personeel van de MKA in dienst van de Nationale Politie. Hierdoor bestaat het risico dat de sector RAV 21 % Omzetbelasting (BTW) over de inzet van het politiepersoneel voor de MKA zal moeten betalen. Het gaat daarbij om circa € 0,3 miljoen aan BTW op jaarbasis. Dit bedrag is nu nog geen onderdeel van het, door de zorgverzekeraars verstrekte budget voor de MKA en zou dan derhalve ten laste van de RDOG HM komen. Indien onverhoopt toch BTW verschuldigd is over deze inzet zal met de zorgverzekeraars worden overlegd hoe dit op te lossen. Een van de mogelijkheden is dit personeel over te hevelen naar de sector RAV. Verhuizing GMK Met ingang van 1 januari 2013 is de RAV verantwoordelijk geworden voor de meldkamer ambulancezorg. In 2014 zal de gemeenschappelijke meldkamer (GMK) van Leiden verhuizen naar de YP in Den Haag. De financiële gevolgen hiervan zijn op dit moment niet nog duidelijk. De verdere uitwerking hiervan vindt op dit moment plaats. 24
Aanpassing budget m.i.v. 2012 Met de NZA loopt nog een geschil over de herallocatiegelden van 2012 en 2013. Het betreft hier een budget die de RAV vanaf 2004 in haar totaal budget heeft gekregen i.v.m. de toen gevormde RAV. De NZA was voornemens om deze gelden met terugwerkende kracht terug te vorderen over de jaren 2012 en 2013.De NZA heeft de zorgverzekeraars gevraagd om hier een standpunt over in te nemen. Intussen hebben de zorgverzekeraars verzocht aan de NZA om dit bedrag van € 1.056.000,- niet terug te vorderen. De NZa heeft inmiddels het standpunt van de zorgverzekeraars overgenomen, waardoor dit risico is vervallen. In overleg met de zorgverzekeraars zullen deze gelden vanaf 2014 jaren worden afgebouwd. Sector GGD regionaal Forensische geneeskunde Evenals in voorgaande jaren wordt er één contract met de Politie gesloten. Het contract voor 2011 is onlangs getekend. De ontwikkelingen rond de Nationale Politie vormen mogelijk een risico voor de continuering van dit product vanaf 2012 en volgende jaren. Het niet continueren van dit contract zal formatieve consequenties voor beide subregio’s hebben. Inmiddels is het contract voor 2013 afgesloten. Momenteel vindt overleg plaats over een landelijk contract met de Politie ingaande 2014 of 2015. Subregio Midden Holland Frictiekosten preventieve logopedie. Het AB heeft besloten de frictiekosten vast te stellen op 70 % van de feitelijke frictiekosten à € 1.357.543,- = € 950.280,-, naar rato van het inwonertal in rekening te brengen bij gemeenten die in zijn geheel uittreden, aflopend en uitgesmeerd over de jaren 2013, 2014 en 2015. Bij gedeeltelijke uittreding worden afhankelijk van de pakketkeuze lagere frictiekosten in rekening gebracht. Daarnaast zal in de periode 2012 t/m 2015 de reserve aanvullende diensten Midden Holland zodanig worden aangevuld dat frictiekosten welke na 1-1-2016 ontstaan daaruit kunnen worden bestreden. Het definitieve Financieel kader gemeenschappelijke regelingen 2015-2018 geeft aan dat opbouw voor een dergelijk specifiek doel mogelijk blijft. Subregio Midden Holland en Zuid-Holland Noord Wachtgeldrisico De bestemmingsreserve Aanvullende diensten dekt het wachtgeldrisico en het risico van nog niet gerealiseerde afspraken met gemeenten ter zake van aanvullende diensten af. Over 2013 zijn genoemde risico’s niet uit deze reserves bestreden. Nieuwe risico’s: Een van de oplossingen om de in het eerste kwartaal 2013 opgelopen tekorten in te lopen, is het niet verlengen van tijdelijke contracten. Daar de RDOG HM eigen risicodrager is voor de WW komen eventuele WW-uitkeringen van ten laste van de RDOG HM. Over geheel 2013 is hiervoor circa € 11.000,- uitgekeerd. De RDOG Hollands Midden zal boventallig personeel in beeld gaan brengen en de daarmee samenhangende WW-verplichtingen teneinde dit risico te kunnen kwantificeren. In de nieuwe Cao gemeentepersoneel is het recht op een individueel loopbaanbudget opgenomen van € 500,- per jaar, dat opgespaard mag worden tot € 1.500,-.Vooralsnog is afgesproken dat dergelijke aanvragen uit het (geringe) reguliere opleidingsbudget moet worden bestreden. Indien hier de komende jaren massaal een beroep op wordt gedaan, loopt de RDOG HM een financieel risico van circa € 0,5 à € 0,7 miljoen. 25
Daarnaast leggen de stijgende loonkosten door stagnatie in het personeelsverloop door het gehanteerde systeem van het begroten op 95 % van de functionele schaal een steeds groter beslag op het beschikbare budget. De drie decentralisaties (Jeugdzorg, WMO en AWBZ) per 1 januari 2015 kunnen leiden tot extra taken en werkzaamheden zonder voldoende budget, waardoor verschraling kan optreden in individuele extra zorg en preventie- en gezondheidsprogramma’s. Tevens kan de transitie in dat kader van het AMHK leiden tot frictiekosten.
2.2.4 Onderhoud kapitaalgoederen (gebouwen) Wagenpark De RAV HM beschikt over een wagenpark van ambulancevoertuigen en piketvoertuigen. De lasten die hiermee gemoeid zijn, worden verantwoord onder de post ‘Kosten ambulances’. Materieel wordt centraal ingekocht. Ten behoeve van het onderhouden van de ambulances is een meerjarige overeenkomst met een leverancier afgesloten waar al het onderhoud is ondergebracht. Huisvesting Centrale huisvesting RDOG HM In 2003 is het pand aan de Parmentierweg 49 te Leiden door de GGD Zuid-Holland Noord aangekocht. Bij de fusie is dit pand aan de RDOG Hollands Midden overgedragen. Het indertijd door de GGD Zuid-Holland Noord opgestelde meerjarenonderhoudsplan (MJOP) is in 2006 geactualiseerd. Dit MJOP wordt stelselmatig geactualiseerd. Na het gereedkomen van de opbouw voor het bedrijfsrestaurant is het MJOP in 2011 opnieuw geactualiseerd. De volgende actualisering van het MJOP heeft in 2013 plaatsgevonden. Op basis hiervan is de jaarlijkse storting m.i.v. 2013 aangepast en worden de periodieke onderhoudskosten niet meer onttrokken aan deze voorziening, maar direct ten laste van de exploitatie gebracht. Door deze aanpassing valt eenmalig € 300.000,- vrij ten gunste van de exploitatie van het programma Openbare gezondheidszorg. (Centrale) huisvesting RAV HM De RAV HM heeft de realisatie van de nieuwe centrale huisvesting in Leiden in 2013 afgerond. De RDOG Hollands Midden heeft twee panden in eigendom ten behoeve van de sector RAV. Dit betreft de gebouwen aan de Vorkweg in Alphen aan den Rijn en aan de Oude ’s Gravendijckseweg in Katwijk. De panden dateren uit 2002 en 1996. In het kader van het nieuwe huisvestingsplan was de verkoop van de standplaats in Katwijk per 31 december 2013 onder voorwaarden overeengekomen. Helaas is de verkoop ontbonden per 31 december 2013, omdat koper geen ontheffing kreeg van het bestemmingsplan om zich in dit pand te vestigen. In 2014 wordt herinrichting of verplaatsing van de standplaats Alphen nader onderzocht, mits het pand in Katwijk wordt verkocht. Deze kosten voor het onderzoek zijn nog niet in de begroting 2014 meegenomen.
2.2.5 Financieringsparagraaf Algemeen Op grond van de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) is de RDOG Hollands Midden met ingang van het ontstaan verplicht in de begroting en jaarrekening een financieringsparagraaf op te nemen. Daarnaast heeft het Algemeen Bestuur van de RDOG Hollands Midden op 26 juni 2013 een geactualiseerd Treasurystatuut 2014-2017 vastgesteld. Dit Treasurystatuut regelt de verantwoordelijkheden en randvoorwaarden voor het aangaan van, garanderen en verstrekken van geldleningen. In deze paragraaf zijn alleen de van toepassing zijnde onderdelen opgenomen. Derhalve zijn de onderdelen rentevisie, kredietrisico, koersrisico, intern liquiditeitsrisicobeheer en derivaten niet opgenomen. In- en externe ontwikkelingen Bij de invoering van de Tijdelijke wet Ambulancezorg is de verantwoordelijkheid voor de meldkamer op zowel inhoudelijk als financieel gebied bij de RAV komen te liggen. Om die reden is op 1 januari 2013 door de Veiligheidsregio Hollands Midden zowel het saldo Reserve Aanvaardbare Kosten (RAK) als de nog te in de tarieven te verrekenen bedragen overgedragen. 26
De RDOG HM zal de komende jaren het hoofd moeten bieden aan de consequenties van de financiële crisis. De regionalisering per 1 januari 2015 van de GGD-sectoren is een belangrijk onderdeel daarvan. Risicobeheer De RDOG Hollands Midden beschikt over een Algemene reserve en bestemmingsreserves om schommelingen in de exploitatie en frictiekosten van aanvullende diensten te kunnen opvangen. Daarnaast zijn de deelnemende gemeenten op grond van artikel 27, lid 7 van de Gemeenschappelijke regeling RDOG Hollands Midden verplicht er voor te zorgen dat de RDOG Hollands Midden te allen tijde beschikt over voldoende middelen om aan al zijn verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen. Kasgeldlimiet 2013 (bedragen x € 1.000,-) e e Omschrijving 1 kwartaal 2013 2 kwartaal 2013 Vlottende korte schuld (1) 2.975 3.721 Maand 1 4.984 3.265 Maand 2 Maand 3 3.534 2.947 Vlottende middelen (2) 873 4.635 Maand 1 1.263 4.420 Maand 2 Maand 3 414 1.337 Gemiddeld saldo 2.981 - 153 (1-2) + = schuld - = overschot Kasgeldlimiet (4) 4.583 4.583 Ruimte onder de 1.602 4.736 kasgeldlimiet (4-3)
e
e
3 kwartaal 2013
4 kwartaal 2013
2.686 2.799 2.925
3.094 3.188 2.545
2.070 4.266 2.620 - 182
5.169 5.595 3.688 - 1.875
4.583
4.583
4.765
6.458
De kasgeldlimiet hangt af van een bij ministeriele regeling vastgesteld percentage en het begrotingstotaal van begroting 2013 en is als volgt berekend: percentage maal begrotingstotaal gedeeld door 100 = 8,5 maal € 57.288.000,- :100= (afgerond op duizend euro) € 4.583.000,-. Renterisico op de vaste schuld over het jaar 2013 (bedragen x € 1.000,-) (1a) Renteherziening op vaste schuld o/g (1b) Renteherziening op vaste schuld u/g (2) Renteherziening op vaste schuld (1a-1b) (3a) Nieuw aangetrokken vaste schuld (3b) Nieuw uitgezette lange leningen (4) Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a-3b) (5) Betaalde aflossingen (6) Herfinanciering (laagste van 4 en 5) (7) Renterisico op de vaste schuld (2 + 6) (8) Renterisiconorm (9a) Ruimte onder renterisiconorm (8-7) (9b) Overschrijding renterisiconorm (7-8)
-
0 0 0 0 0 0 823 0 0 2.090 2.090 2.090 27
De renterisiconorm hangt af van een bij ministeriele regeling vastgesteld percentage en de stand van de vaste schuld per de ultimo van het jaar 2013 en is als volgt berekend: percentage maal stand van de vaste schuld gedeeld door 100 = 20 maal € 10.452.000,- :100= (afgerond op duizend euro) € 2.090.000,-. De renterisiconorm wordt niet overschreden. Onderstaand wordt de motivatie aangegeven van de hoogte van het renterisico, zijnde nihil. Zoals de staat ‘Renterisico op de vaste schuld over het jaar 2013’ aangeeft, zijn geen gelden uitgezet voor langer dan een jaar. De, in 2002 afgesloten 40-jarige onderhandse lineaire lening in verband met de liquidatie van de Ambulancedienst Rijn en Venen B.V. is in mei 2013 op de renteherzieningsdatum in zijn geheel vervroegd afgelost. De rente van de 40-jarige lening wordt overigens voor 100 % vergoed door de zorgverzekeraars. De rentevaste periode van ter financiering van het pand aan de Parmentierweg 49 te Leiden in 2003 afgesloten 20-jarige lineaire lening met de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is gelijk aan aflossingsperiode. Daarnaast zijn in 2011 twee 50-jarige leningen afgesloten ten behoeve van de financiering van de nieuwbouw van de sector RAV HM in Leiden en Gouda, respectievelijk groot € 4.000.000,- en € 2.000.000,-. De rentevaste periode voor beide geldleningen bedraagt 25 jaar (rentewijziging in 2037). De eerste aflossing van beide leningen heeft plaatsgevonden op 2 januari 2013. Vervolgens is medio 2012 een aanvullende 50jarige lening van € 1.400.000,- afgesloten voor de sector RAV HM. De aflossingen en rentevaste periode daarvan lopen synchroon met de beide andere 50-jarige leningen. De rente van deze drie leningen wordt overigens voor 100 % vergoed door de zorgverzekeraars. Het renterisico is derhalve nihil. Financiering (=wijze van bekostiging/ wijze waarop bijdragen van deelnemers worden verkregen) De sector GHOR voert het programma Veiligheid en zorg uit. De financiering daarvan geschiedt door de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Hollands Midden. Het Algemeen bestuur daarvan bepaalt het beleid en de beschikbare middelen. De kosten van het programma ambulancezorg worden vergoed door de zorgverzekeraars op basis van contractafspraken. De RDOG Hollands Midden wordt voor het basispakket Wet Publieke Gezondheidszorg (WPG), zoals uitgevoerd door de GGD-sectoren gefinancierd door de deelnemende gemeenten op basis van de begroting naar rato van hun inwonertal. De deelnemende gemeenten ontvingen daartoe kwartaalnota’s, welke waren gebaseerd op de begrotingswijziging 2012. Eventuele verschillen ten opzichte van de begroting worden normaliter niet verrekend met de deelnemende gemeenten, maar gestort of onttrokken aan de Algemene of bestemmingsreserves. De aanvullende diensten zijn aan de afnemers gefactureerd op basis van de, door het Algemeen Bestuur vastgestelde tarieven, dan wel op basis van met deze afnemers gesloten overeenkomsten. De financiering van geplande investeringen van de sectoren GGD en GHOR is geschied uit de beschikbare liquide middelen. De financiering van de geplande investeringen voor de nieuwe huisvesting in Leiden en Gouda van de sector RAV is geschied door het aantrekken van drie 50-jarige leningen van in totaal € 7,4 miljoen. Overige geplande investeringen zijn gefinancierd door een kredietfaciliteit bij de huisbankier van deze sector. Leningenportefeuille De leningenportefeuille van de RDOG Hollands Midden bestaat uit de, in 2003 aangetrokken twintigjarige lening ter financiering van het pand aan de Parmentierweg 49 in Leiden en een 40-jarige onderhandse lening in verband met de liquidatie van de Ambulancedienst Rijn en Venen B.V.. Deze lening is in 2013 op de renteherzieningsdatum in zijn geheel afgelost. In 2011 zijn twee vijftigjarige leningen, respectievelijk groot € 4.000.000,- en € 2.000.000,- aangetrokken ter financiering van de nieuwe huisvesting te Leiden en Gouda van de sector RAV HM. Vervolgens is voor een uitbreiding van de locatie Leiden van de RAV HM een 50-jarige lening ad € 1.400.000,- afgesloten. 28
Derivaten In het Treasurystatuut 2010-2013 RDOG HM is de mogelijkheid opgenomen dat gebruik wordt gemaakt van derivaten ter beperking van het renterisico van de sector RAV HM. In 2013 is hier geen gebruik van gemaakt. Relatiebeheer Er vindt regelmatig overleg met de beide huisbankiers plaats. Kasbeheer Door stelselmatige facturering en betaling van af te nemen diensten en salarissen bedroeg de gemiddelde liquiditeit van het concern RDOG HM gedurende 2013 circa € 3,0 miljoen positief. In 2013 heeft de sector RAV een gemiddeld beslag van € 3,0 miljoen gelegd op de kredietfaciliteit bij de huisbankier bij deze sector. Op 16 december 2013 is het verplichte schatkistbankieren van start gegaan. Hier is in de tweede helft van december geen gebruik van gemaakt, daar het gemiddelde saldo van de gehele RDOG Hollands Midden vanaf 1 december 2013 circa € 0,5 miljoen negatief bedroeg. Wel is door forse implementatiekosten DD JGZ in beide subregio’s is tegen het einde van 2012 en begin 2013 de liquiditeitspositie fors onder druk komen te staan. Daar voor de GGD-sectoren en de sector GHOR geen kredietfaciliteit bij de huisbankier is verkregen, zijn er medio/ eind januari 2013 twee kasgeldleningen van respectievelijk € 1,0 miljoen en € 1,5 miljoen met een looptijd van één maand opgenomen om het aldus ontstane liquiditeitstekort op te vangen. De huisbankier van de sector RAV verzorgt de huidige (tekort)financiering van deze sector. Ontwikkelingen in de financiële organisatie en informatievoorziening In 2013 is gestart met het programma kubus ten einde de verschillende (financiële en inhoudelijke) systemen te integreren om de manager snellere en inzichtelijkere stuurinformatie te verstrekken. Deze informatie dient tevens de verantwoordingsinformatie transparanter te maken, alsmede het tijdstip van beschikbaarheid te vervroegen.
2.2.6 (Financiële) bedrijfsvoering Algemeen De grote druk op de gemeentefinanciën heeft geleid tot een opdracht aan de RDOG Hollands Midden om taken sober en doelmatig uit te voeren. Een uitvloeisel van de AB-besluiten ter zake betreft de regionalisering per 1 januari 2015. Daarnaast hebben de deelnemende gemeenten een Financieel kader Gemeenschappelijke regelingen opgesteld voor de vijf grote(re) Gemeenschappelijke regelingen in de regio Hollands Midden. De begroting 2013 is opgesteld op basis van dit kader met uitzondering van het tempo van de opgelegde taakstelling. De RDOG HM wijkt hierin af door eerst na de delging van de integratiekosten JGZ 0-4 in 2015 de opgelegde vermindering ten opzichte van 2010 van de BPI van 10 % te bereiken. In de index van de begroting 2013 is de nacalculatie van de index 2012 (+ 0,3 %) verwerkt. Op 29 januari 2014 heeft het Algemeen Bestuur besloten dat de RDOG Hollands Midden niet de verdere bezuinigingen vanuit het Financieel kader GR’en zal doorvoeren. Wel heeft het Algemeen Bestuur op 11 december 2013 besloten de RDOG Hollands Midden ‘door te lichten’ opdat de RDOG HM een organisatie wordt die ‘lean and mean’ en flexibel is, waarbij de bedrijfsvoering op orde is en de GGD-sectoren alleen taken uitvoeren die een substantiële bijdrage leveren aan de beoogde maatschappelijke effecten. Organisatie Met ingang van 2010 is de sector GGD opgedeeld in drie sectoren, te weten, Algemene Gezondheidszorg AGZ), Onderzoek, Beleid en Gezondheidsbevordering (OBG) en Publieke gezondheidszorg Jeugd (PZJ). In de sector PZJ zijn per de primo 2010 en 2011 de onderdelen Jeugdgezondheidszorg 0-4 van respectievelijk de subregio Midden-Holland en Zuid-Holland Noord geïntegreerd. In de nieuwe organisatie staan drie begrippen centraal in de organisatie brede activiteiten: kwaliteit, transparantie en doelmatigheid. Het kwaliteitsbeleid heeft een sterke impuls gekregen door enerzijds het beschikbaar komen van certificatieschema’s voor diverse deeltaken en de uitwerking daarvan voor een aantal primaire processen. 29
Transparantie zal worden bevorderd door deelname aan de nieuwe landelijke benchmarking van GGD Nederland welke als proef start over het boekjaar 2011. Daarnaast door het publiceren van een veelheid aan informatie via de website van de RDOG Hollands Midden. De doelmatigheid is bevorderd door interne maatregelen, die er toe hebben geleid dat een aantal interne processen op elkaar zijn afgestemd. Verdere afstemming, mede gericht op de regionalisering per 2015, is gestart in 2013 en zal in 2014 een vervolg hebben. Automatisering In het kader van de regionalisering van de GGD-sectoren per 1 januari 2015 is gestart met het programma kubus ten einde de verschillende systemen te integreren om de manager snellere en inzichtelijkere stuurinformatie te verstrekken. Deze informatie dient tevens de verantwoordingsinformatie transparanter te maken, alsmede het tijdstip van beschikbaarheid te vervroegen. Financiële administratie en tijdregistratie Het personeelsinformatie-,financieel en tijdregistratiesysteem voor de GGD-sectoren en de sector GHOR zal op grond van de uitkomsten van het programma kubus zo nodig worden aangepast aan de informatiebehoefte van Management, Directie en Bestuur per 1 januari 2015. Planning- en controlcyclus De werkelijke baten en lasten en prestaties per sector, per product worden na afloop van iedere kwartaal getoetst aan de begrote baten en lasten en prestaties per product. Een en ander wordt gerapporteerd aan het Managementteam, de Directie, het Dagelijks Bestuur en het Algemeen Bestuur. In deze rapportages worden afwijkingen groter dan een vooraf ingestelde bandbreedte aangegeven en geanalyseerd. Tevens worden eventuele bijstellingen op operationeel niveau aangegeven. Na afloop van het kalenderjaar worden de werkelijke baten en lasten en prestaties per programma verantwoord. Voor het management vindt daarnaast verantwoording plaats op productniveau. De werkelijke resultaten dienen als input op operationeel niveau voor het daarop volgende begrotingsjaar. Deze cyclus maakt onderdeel uit van de gehele beleidscyclus, welke op 14 februari 2007 door het Algemeen Bestuur is vastgesteld. Zoals onder de paragraaf Financiële administratie en tijdregistratie vermeld, wordt binnen het programma kubus toewerkt naar integrale, transparantere en snellere informatie voor alle belanghebbenden. Op basis van de resultaten daarvan zal zo nodig de Planning- en controlcyclus aangepast, Rechtmatigheid van het financiële beheer Het programmajaarverslag 2013 RDOG Hollands Midden is nog opgesteld onder het regime van de verschillende verordeningen 2010-2013. De wijzigingen van de geactualiseerde Financiële verordening 2014-2017 RDOG Hollands Midden, welke het Algemeen Bestuur op 26 juni 2013 heeft vastgesteld, alsmede van de geactualiseerde Controleverordening 2014-2017 RDOG Hollands Midden, het bijbehorende geactualiseerde programma van eisen accountantscontrole en het geactualiseerde Normenkader rechtmatigheid 2014-2017 RDOG Hollands Midden zijn ten opzichte van de verordeningen 2010-2013 marginaal. In het Normenkader zijn de relevante wet- en regelgeving voor de accountantscontrole in het kader van de rechtmatigheid opgenomen. Daarnaast zijn in dit Normenkader de goedkeurings- en rapportagetoleranties opgenomen. In de Financiële verordening 2014-2017 RDOG Hollands Midden wordt een adequate administratieve organisatie en interne controle voorgeschreven. De accountant dient op grond van het programma van eisen accountantscontrole het bestaan en de werking daarvan te toetsen. Inmiddels zijn de financieel administratieve procedures geactualiseerd. De te verrichten verbijzonderde interne controles 2013 uit het Uitvoeringsplan Interne Controle RDOG HM 2011-2013 zijn volledig uitgevoerd in 2013 en hebben geleid tot een aantal aanpassingen van (de beschrijving van) bestaande procedures. De sector RAV HM heeft een per saldo begrotingsoverschrijding van ruim 7 % gerealiseerd. De algemeen manager ambulancezorg is van mening dat de begrotingsoverschrijdingen op de lasten passen binnen het door het Algemeen Bestuur uitgezette beleid, omdat hiertegenover direct relateerbare baten staan. 30
Daarnaast is de algemeen manager ambulancezorg van mening dat de begrotingoverschrijdingen passen binnen het door het Algemeen Bestuur en het ministerie van VWS uitgezette beleid, van structurele kostenbezuinigingen. Voor een nadere toelichting van de over- en onderschrijdingen wordt verwezen naar de Financiële verantwoording 2013 van de sector RAV HM, welke als bijlage is toegevoegd aan dit programmajaarverslag. Het Algemeen Bestuur heeft vanaf de tussentijdse rapportage over het eerste halfjaar 2013 ingestemd met de dan bekende onder- en overschrijdingen van de sector RAV HM. Derhalve wordt voorgesteld dat het Algemeen Bestuur bij het vaststellen van het programmajaarverslag alsnog instemt met deze overschrijding daar deze overschrijding past binnen het vastgestelde beleid. De GGD-sectoren hebben de kosten overschreden met circa 2,7 %. Ook de opbrengsten stegen en wel met 2,5 %. De stijging van de kosten en opbrengsten komt voornamelijk door de kosten voor Aanvullende diensten, voornamelijk (subsidie)projecten. In het licht van de bezuinigingen voor de komende jaren heeft de Directie maatregelen getroffen teneinde structurele kostenbesparingen te bewerkstelligen. Het Algemeen Bestuur heeft vanaf de tussentijdse rapportage over het eerste halfjaar 2013 ingestemd met de dan bekende onder- en overschrijdingen van de GGD-sectoren. Derhalve wordt voorgesteld dat het Algemeen Bestuur bij het vaststellen van het programmajaarverslag alsnog instemt met deze overschrijding daar deze overschrijding past binnen het vastgestelde beleid. Ook heeft het Algemeen Bestuur vanaf de tussentijdse rapportage over het eerste halfjaar 2013 ingestemd met de dan bekende onder- en overschrijdingen van de sector GHOR. Derhalve wordt voorgesteld dat het Algemeen Bestuur bij het vaststellen van het programmajaarverslag alsnog instemt met deze overschrijdingen en de daar tegenover staande onderschrijdingen daar deze onder- en overschrijdingen passen binnen het vastgestelde beleid. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de Toelichting programmarekening.
31
2.3 Voorstel bestemming saldo programmarekening Managementsamenvatting Het voorstel bestemming saldo programmarekening heeft alleen betrekking op het saldo van het programma Openbare Gezondheidszorg (GGD-sectoren), omdat het saldo van de sector RAV HM met de beide RAK’s wordt verrekend en het saldo van de sector GHOR met de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Hollands Midden. Het resultaat uit de gewone exploitatie is voor de subregio Midden Holland € 152.000,- negatief. • Daarnaast maakt een positief saldo incidentele baten en lasten van € 110.000,- deel uit van dit resultaat; • Het resultaat wordt verder beïnvloed door (geplande) stortingen en onttrekkingen aan de reserves van per saldo € 11.000,-. Zonder bovenstaande posten resteert een tekort van € 251.000,- uit de reguliere exploitatie. Een en ander wordt in onderstaande tabel weergegeven Omschrijving Resultaat Rekening van Baten en lasten per product Af Saldo Incidentele baten en lasten Stortingen/ onttrekkingen reserves
Resultaat - 152.000 -
110.000 11.000
Gecorrigeerd resultaat reguliere exploitatie
-
251.000
Het negatieve resultaat wordt voornamelijk veroorzaakt door de formatieve bezetting van de sector PZJ MH, die in het begin van het jaar te hoog was en in de loop van het jaar is teruggebracht. De formatie aan het einde van het jaar bevindt zich op het niveau van de begroting 2014, rekening houdend met de invoering van het extra contactmoment 14/15/16-jarigen. Daarnaast speelt mee, niet alleen voor PZJ, dat de salariskosten ten opzichte van de begroting hoger uitvallen door de gehanteerde begrotingssystematiek. In deze systematiek wordt uitgegaan van 95 % van het maximum van de functionele schaal. Door de huidige crisis is de daarbij gehanteerde doorstroming van circa 10 % per jaar van het personeelsbestand, vrijwel tot stilstand gekomen. Voor 2013 betekent dit circa € 110.000,- aan extra salarislasten, structureel en oplopend naar € 225.000,- in 2015 voor de subregio Midden Holland. Daartegenover staat het positieve saldo van de Incidentele baten en lasten, welke voornamelijk bestaan afwikkeling inspecties kinderopvang en correcties projecten voorgaande jaren.
32
Het resultaat uit de gewone exploitatie is voor de subregio Zuid-Holland Noord € 146.000,- positief. •
•
Daarnaast maakt een positief saldo incidentele baten en lasten van € 379.000,- deel uit van dit resultaat, waarvan € 300.000,- uit de vrijval voorziening groot onderhoud van het pand aan de Parmentierweg 49 te Leiden; Het resultaat wordt verder beïnvloed door (geplande) stortingen en onttrekkingen aan de reserves van per saldo € 297.000,-, de onttrekking ad € 316.000,- voor de delging van de integratiekosten JGZ 0-4 en de onttrekking aan de reserve Aanvullende diensten van € 80.000,-.
Zonder deze posten resteert een tekort van € 332.000 uit de reguliere exploitatie. Een en ander wordt in navolgende tabel weergegeven. Omschrijving Resultaat Rekening van Baten en lasten per product Af Saldo Incidentele baten en lasten Stortingen/ onttrekkingen reserves Onttrekking reserve aanvullende diensten i.v.m. delging integratiekosten JGZ 0-4 Onttrekking reserve aanvullende diensten i.v.m. correctie BPI Gecorrigeerd resultaat reguliere exploitatie
Resultaat 146.000 -
379.000 297.000 316.000
-
80.000 332.000
Het negatieve resultaat wordt voornamelijk veroorzaakt door de formatieve bezetting van de sector PZJ ZHN, die in het begin van het jaar te hoog was en in de loop van het jaar is teruggebracht. De formatie aan het einde van het jaar bevindt zich op het niveau van de begroting 2014, rekening houdend met de invoering van het extra contactmoment 14/15/16-jarigen. Daarnaast speelt mee, niet alleen voor PZJ, dat de salariskosten ten opzichte van de begroting hoger uitvallen door de gehanteerde begrotingssystematiek. In deze systematiek wordt uitgegaan van 95 % van het maximum van de functionele schaal. Door de huidige crisis is de daarbij gehanteerde doorstroming van circa 10 % per jaar van het personeelsbestand, vrijwel tot stilstand gekomen. Voor 2013 betekent dit circa € 230.000,- aan extra salarislasten, structureel en oplopend naar € 475.000,- in 2015 voor de subregio Zuid-Holland Noord. Daartegenover staat het positieve saldo van de Incidentele baten en lasten, welke voornamelijk bestaan uit de vrijval van de voorziening groot onderhoud van het pand aan de Parmentierweg 49 te Leiden, groot € 300.000,-, alsmede afwikkeling inspecties kinderopvang en correcties projecten voorgaande jaren.
33
Voorstel tot bestemming van het saldo van de programmarekening (= resultaat na bestemming) Het saldo van de programmarekening bedraagt voor storting in de Reserve Aanvaardbare Kosten (RAK) van de sector RAV € 343.000,- negatief. Het resultaat is als volgt opgebouwd: Omschrijving Resultaat Rekening van baten en lasten per product
Totaal gecorrigeerd resultaat reguliere exploitatie 63.000 143.000 206.000
AGZ MH AGZ ZHN Sector AGZ
43.000 98.000 141.000
- 20.000 - 45.000 - 65.000
-
Specifieke onttrekkingen reserves subregio ZHN -
OBG MH OBG ZHN Sector OBG
7.000 111.000 118.000
3.000 64.000 67.000
27.000 116.000 143.000
-
31.000 163.000 194.000
202.000 - 63.000 - 265.000
127.000 360.000 487.000
- 16.000 181.000 165.000
396.000 396.000
- 345.000 - 638.000 - 983.000
6.000
489.000
308.000
396.000
- 583.000
152.000 146.000 - 6.000
110.000 379.000 489.000
11.000 297.000 308.000
396.000 396.000
- 251.000 - 332.000 - 583.000
PZJ MH PZJ ZHN Sector PZJ
-
Totaal GGD Totaal GGD MH Totaal GGD ZHN Tot. GGD-sectoren
-
Incidentele baten en lasten
Saldo storting en onttrekking reserves
Sector GHOR 0 0 0 0 0 Sector RAV 0 0 0 - 343.000 - 343.000 Totaal - 349.000 489.000 308.000 396.000 - 926.000 Ter toelichting wordt aangegeven dat de begrote kosten ( € 1.765.000,- ) minus de onderschrijding ad € 31.000,- van de sector GHOR, waarbij rekening is gehouden met ontvangsten derden, in rekening zijn gebracht bij de ‘Veiligheidsregio Hollands Midden’. Op grond van NZa-regels worden overschotten en tekorten van de sector RAV HM in het betreffende boekjaar verrekend via de beide RAK’s. Derhalve bedraagt het exploitatieresultaat van deze sector nihil. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de Financiële verantwoording 2013 van de sector RAV HM, welke als bijlage is opgenomen. Derhalve heeft het voorstel bestemming saldo programmarekening alleen betrekking op het saldo van het programma Openbare gezondheidszorg. Het Algemeen Bestuur van de RDOG bepaalt de bestemming van het saldo van het programma Openbare gezondheidszorg op advies van de Bestuurscommissies van de beide subregio’s.
34
Algemeen Subregio Midden Holland (MH) De resultaten op enkele producten lieten niet toe dat in de jaarrekening 2013 van de subregio Midden Holland 8 % van de loonkosten voor alle Aanvullende diensten aan de reserve Aanvullende diensten werd toegevoegd. Er werd per saldo € 11.000,- gestort in deze reserves, tegen een begrote toevoeging van € 110.000,-. Het niveau van deze reserve blijft tussen de vigerende bodem en het vastgestelde plafond. Voorgesteld wordt het negatieve saldo programma Openbare Gezondheidszorg van de subregio Midden Holland, groot € 152.000,- voor per saldo € 96.000,- te onttrekken aan de Algemene reserve MH. Het saldo betreft de onttrekking ad € 206.000,- voor het negatieve saldo op de producten en de storting van de Incidentele baten en lasten van € 110.000,- Daarmee komt deze reserve op € 191.000,- en bevindt zich daarmee op de bodem van de vigerende Nota Reserves en Voorzieningen 2012-2013 RDOG HM. Alsdan resteert nog € 59.000,- als nog te dekken tekort. Op basis van de nieuwe Nota reserves en voorzieningen 2014-2017 overschrijdt de reserve Aanvullende diensten het vastgestelde plafond met € 102.000,-. Op grond hiervan wordt voorgesteld het resterende tekort van € 59.000,- te onttrekken aan het PZJ-deel van de reserve Aanvullende diensten MH. Dit betekent in feite een overheveling van de reserve Aanvullende diensten naar de Algemene reserve MH, hetgeen een praktische uitwerking is van de op basis van het programmajaarverslag 2014 aan ta passen saldi van deze reserves. Tevens wordt voorgesteld om het positieve saldo van de aanvullende diensten ad € 3.000,- toe te voegen aan het PZJ MH-deel van de reserve Aanvullende diensten MH. Deze reserve komt daarmee op € 386.000,- en zit daarmee onder het plafond van € 436.000,- van de ‘oude’ Nota reserves en voorzieningen 2012-2013, maar € 43.000,- boven de bodem van de ‘nieuwe’ Nota reserves en voorzieningen 2014-2017. Afwikkeling daarvan vindt plaats op basis van het programmajaarverslag 2014. Subregio Zuid-Holland Noord (ZHN) De resultaten op enkele producten lieten niet toe dat in de jaarrekening 2013 van de subregio Zuid-Holland Noord 8 % van de loonkosten voor alle Aanvullende diensten aan de reserve Aanvullende diensten werd toegevoegd. Er werd hiervoor per saldo € 297.000,- gestort in deze reserves, tegen een begrote toevoeging van € 216.000,-. Daarnaast werd in het kader van afspraken met de gemeenten in deze subregio € 80.000,- onttrokken aan deze reserve om de (gecorrigeerde) Bijdrage per inwoner (BPI) 2013 op het niveau van de BPI 2009 te houden. Ook is er € 316.000,- onttrokken voor de delging van de integratiekosten JGZ 0-4 ZHN. Het niveau van deze reserve blijft tussen de vigerende vastgestelde bodem en het vastgestelde plafond. Voorgesteld wordt het positieve saldo programma Openbare Gezondheidszorg van de subregio Zuid-Holland Noord, groot € 146.000,- voor per saldo € 138.000,- te storten in de Algemene reserve ZHN. Het saldo betreft de onttrekking ad € 241.000,- voor het negatieve saldo op de producten en de storting van de Incidentele baten en lasten van € 379.000,- Daarmee komt deze reserve op € 456.000,- en bevindt zich daarmee tussen bodem en plafond van respectievelijk € 352.000,- en € 793.000,- van de vigerende Nota Reserves en Voorzieningen 2012-2013 RDOG HM. Tevens wordt voorgesteld het positieve saldo van de aanvullende diensten ad € 8.000,- toe te voegen aan het PZJ ZHN-deel van de reserve Aanvullende diensten ZHN. Deze reserve komt daarmee op € 1.183.000,- en blijft daarmee tevens tussen bodem en plafond van respectievelijk € 1.138.000,- en € 2.277.000,-. Op basis van de nieuwe Nota reserves en voorzieningen 2014-2017 overschrijden de Algemene reserve en de reserve Aanvullende diensten de vastgestelde plafonds met respectievelijk € 20.000,- en € 71.000,-. Afwikkeling daarvan vindt plaats op basis van het programmajaarverslag 2014.
35
De voorgestelde resultaatbestemming 2013 voor het programma Openbare gezondheidszorg van de GGD-sectoren is uitgewerkt in de navolgende tabel: Bedragen maal € 1.000,Saldo programma Openbare gezondheidszorg (GGD-sectoren) en bestemming daarvan Omschrijving Saldo producten exclusief storting reserves GGD- sectoren
Bedrag
Bedrag
Bedrag
Subregio
Subregio
Totaal GGD-
MH
ZHN
sectoren
251
-
Saldo incidentele baten en lasten subregio’s
110
-
332
583
-
379
489
Resultaat programma ‘Openbare gezondheidszorg’ voor bestemming
Onttrekking Reserve Aanv. Dnstn i.v.m. correctie BPI ZHN
0
80
80
Onttrekking Reserve Aanv. Dnstn i.v.m. delging integratiekosten
0
316
316
- 11
- 297
- 308
152
146
3
8
11
206
241
447
Extra onttrekking negatief exploitatieres. Reserve Aanv. Dnstn
59
-
59
Storting resultaat incidentele baten en lasten Algemene reserve
110
379
489
0
0
0
JGZ 0-4 ZHN Onttrekking/ storting reserves per saldo Saldo programma Openbare gezondheidszorg
-
-
6
Voorstel bestemming saldo programma Openbare Gezondheidszorg (GGD-sectoren) Storting positief exploitatieresultaat Reserve Aanv. Dnstn Onttrekking negatief exploitatieresultaat Algemene reserve
Resteert
36
3. Jaarrekening
37
3.1 Programmarekening RDOG Hollands Midden Bedragen x € 1.000,Rekening 2013 Baten
Lasten
Begroting 2013 na wijziging *) Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Programma Veiligheid en zorg
1.741
1.741
0
1.766
1.766
0
Ambulancezorg
24.957
24.957
0
23.247
23.247
0
Openbare Gezondheidszorg
37.792
37.886
- 94
37.007
37.031
- 24
Totaal
64.490
64.584
- 94
62.020
62.044
- 24 -
Resultaat voor bestemming
24
Mutatie reserves Veiligheid en Zorg **)
0
0
0
0
0
0
Mutatie reserves Ambulancezorg **)
0
0
0
0
0
0
765
677
88
483
459
24
Mutatie reserves Openbare gezondheidszorg **) Saldo programmarekening *) **)
-
6
0
Betreft de begrotingswijzigingen 2013 I, II en III; Voor een specificatie van de storting en onttrekking reserves wordt verwezen naar het Overzicht (bestemmings)reserves in de Toelichting op de balans, onderdeel Eigen vermogen.
38
3.2 Balans RDOG Hollands Midden Bedragen x € 1.000,-
ACTIVA
PASSIVA
31/12/13
31/12/12
Vaste activa Materiële vaste activa Investeringen met een economisch nut Overige financiële vaste activa Totaal vaste activa
31/12/13
31/12/12
Algemene reserve Bestemmingsreserves voor egalisatie tarieven Overige bestemmingsreserves Saldo programmarekening
606 1.617
747 1.765
-6
- 201
Totaal eigen vermogen
2.217
2.311
408
46
1.126 2.513
1.150 2.598
4.047
3.794
10.304
11.275
Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar Bank- en girosaldi
2.593
2.620
Overige schulden
5.752
3.772
3.769
6.573
Eigen vermogen
20.413
22.144
657
1.291
21.070
23.435
Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s Kostenegalisatievoorzieningen Door derden beklemde middelen met een specifieke aanwending Totaal voorzieningen Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer Onderhandse leningen van binnenlandse banken en financiële instellingen Vlottende activa Voorraden Gereed product en handelsgoederen
Vlottende passiva
33
32
4.666
4.033
1.147
423
3.647
3.610
2 808
3 870
Overlopende activa Overlopende activa
2.103
1.972
Overlopende passiva Overlopende passiva
Totaal vlottende activa
7.612
6.910
Totaal vlottende passiva
12.114
12.965
28.682
30.345
Totaal
28.682
30.345
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan een jaar Vorderingen op openbare lichamen Overige vorderingen Liquide middelen Kassaldi Bank- en girosaldi
Totaal
39
3.3 Grondslagen voor de financiële verslaggeving 3.3.1 Algemeen Dit is het programmajaarverslag van de RDOG Hollands Midden. De RDOG Hollands Midden is op 1 januari 2006 van start gegaan en is gevormd uit de voormalige GGD Midden Holland, de voormalige GGD ZuidHolland Noord, de voormalige GHOR Hollands Midden en de voormalige CPA Hollands Midden. Bij de invoering van de Tijdelijke wet Ambulancezorg is de verantwoordelijkheid voor de meldkamer op zowel inhoudelijk als financieel gebied bij de RAV komen te liggen. Om die reden is op 1 januari 2013 door de Veiligheidsregio Hollands Midden zowel het saldo Reserve Aanvaardbare Kosten (RAK) als de nog te in de tarieven te verrekenen bedragen overgedragen. Deze jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten daarvoor geeft.
3.3.2 Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden. In de toelichting op programmarekening worden de baten en lasten functioneel ingedeeld. Een dergelijke indeling beoogt een goed inzicht in de bedrijfsvoering dan de voorgeschreven indeling naar economische kostencategorie. De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden, overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke. Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming te weten vier jaar. Indien er sprake is van (eenmalige) schokeffecten (reorganisaties) dient wel een verplichting gevormd te worden.
3.3.3 Materiële vaste activa Bij de RDOG Hollands Midden komen alleen Overige investeringen met een economisch nut voor. De waardering van deze investeringen met een economisch nut is gebaseerd op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met Iineaire afschrijvingen naar rato van de geschatte economische levensduur, waarbij rekening wordt gehouden met een eventuele restwaarde. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt op het saldo afgeschreven. De afschrijving start de dag van ingebruikneming van het actief.
40
De overige investeringen met een economisch nut worden als volgt afgeschreven: a. bedrijfsgebouwen: a1. 40 jaar: bedrijfsgebouwen;
b. c.
d.
a2.
25 jaar, renovatie en restauratie
a3.
20 jaar: kantoorruimte in gemeentehuis Alphen aan den Rijn; kantine opbouw Parmentierweg 49 Leiden, inrichting gebouwen RAV;
a4. 15 jaar: verbouwingen vervoermiddelen; b1. 5 jaar: ambulances RAV; overige vervoermiddelen RAV; overige vervoermiddelen; machines, apparaten en installaties; c1. 15 jaar: nieuwe technische installaties in bedrijfsgebouwen; c2. 10 jaar: veiligheidsvoorzieningen bedrijfsgebouwen; veiligheidsvoorzieningen RAV; noodstroomvoorziening; röntgenapparatuur; audiometers; hogedrukreiniger RAV; c3. 5 jaar: telefooninstallaties; verbindingsapparatuur RAV; c4. 5 jaar: kantoorautomatisering RAV; c5. 4 jaar: overige kantoorapparatuur; c6. 3 jaar: automatiseringsapparatuur, -infrastructuur en software; overige materiële vaste activa; d1. 15 jaar: verrijdbaar archief en documentatiecentrum; d2. 10 jaar: vergadermeubilair en meubilair directeur; nagelvaste voorzieningen bedrijfsgebouwen; kantoorinventaris RAV; d3.
5 jaar: kantoorinventaris; medische inventaris RAV;
d4
4 jaar: overige voorzieningen (in gebouwen); dienstkleding RAV; mobilofoons RAV.
De waardering en afschrijving van Materiële vaste activa behorend tot het programma Ambulancezorg van de sector RAV, welke vallen onder de voorschriften van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), of de rechtsopvolgers daarvan kunnen te eniger tijd worden gewijzigd door de NZA of de rechtsopvolgers daarvan. In die gevallen prevaleren de voorschriften ter zake van NZa of de rechtsopvolgers daarvan. Gronden en terreinen worden niet afgeschreven. Activa met een verkrijgingsprijs van minder dan € 2.500,- worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Deze laatst genoemden worden altijd geactiveerd. Onder activa met een meerjarig maatschappelijk nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, worden verstaan investeringen in en onderhoud van: kunstwerken. Deze worden niet geactiveerd. Financiële vaste activa De financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voorraden De voorraden gereed product en handelsgoederen zijn gewaardeerd tegen de laatst bekende inkoopprijs. Vorderingen op openbare lichamen en overige vorderingen Deze vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt statisch bepaald op basis van de geschatte inningskansen. Liquide middelen Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.
41
Overlopende activa De overlopende activa worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voorzieningen Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De onderhoudsvoorziening gebouw stoelt op een meerjarenraming van het uit te voeren groot onderhoud aan het pand aan de Parmentierweg 49 te Leiden. Dit geldt eveneens voor de voorziening onderhoud gebouwen RAV. De overige voorzieningen zijn gebaseerd op (jaarlijkse) schattingen van de te verwachten kosten. De door derden beklemde middelen, inclusief de Reserve Aanvaardbare Kosten (RAK) van de sector RAV met een beperkte aanwending zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer Dit betreft Onderhandse leningen van binnenlandse banken en overige financiële instellingen, welke worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met gedane aflossingen. Deze Onderhandse leningen hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer. Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar/ Bank- en girosaldi/ Overige schulden De bank- en girosaldi alsmede de overige schulden worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
Stelselwijziging Voorzieningen Tot en met 2012 werden ook jaarlijks terugkerende onderhoudskosten van het pand aan de Parmentierweg 49 te Leiden onttrokken aan de daarvoor gevormde voorziening. In de storting was overigens rekening gehouden met deze kosten. Met ingang van 2013 wordt alleen voor de grote(re) onderhoudslasten jaarlijks in deze voorziening gestort. Ook vindt alleen voor dergelijke kosten onttrekking plaats aan deze onderhoudsvoorziening. Door deze aanpassing valt eenmalig € 300.000,- vrij ten gunste van de exploitatie van het programma Openbare gezondheidszorg. Structureel is de jaarlijkse storting verlaagd van € 133.000,naar € 80.000,-. Het verschil in de jaarlijkse storting is toegevoegd aan het budget huisvestingskosten voor genoemd pand. Een en ander is verwerkt in de (administratieve) begrotingswijziging 2013 III.
42
Toelichting programmarekening Algemeen De werkelijke cijfers in de programmarekening zijn opgesteld op basis van de (administratieve) begrotingswijziging 2013 III, zoals op 11 december 2013 vastgesteld door het Algemeen bestuur van de RDOG Hollands Midden, evenals de, ter vergelijking opgenomen begrote cijfers. Daarnaast heeft het Algemeen Bestuur op 27 maart 2013 besloten om € 316.000,- te onttrekken aan de reserve Aanvullende diensten PZJ ZHN voor delging van de integratiekosten JGZ 0-4 ZHN. Begrotingsrechtmatigheid In 2013 zijn de volgende niet begrote lasten opgenomen: Overschrijding sector RAV HM Overschrijding materiële kosten aanvullende diensten GGD-sectoren
€ €
1.719.000,1.100.000,-
In de rapportages tot en met het derde kwartaal 2013 zijn onder- en overschrijdingen stelselmatig gemeld aan het Algemeen Bestuur. Daaruit zijn begrotingswijzigingen voortgevloeid. Het Algemeen Bestuur heeft vanaf de rapportage over het eerste halfjaar 2013 ingestemd met de onder- en overschrijdingen van de drie programma’s. Op basis van de Tussentijdse rapportage tot en met het derde kwartaal 2013 is een administratieve begrotingswijziging opgesteld. Hierdoor is de niet voorziene overschrijding van de GGD-sectoren in het vierde kwartaal 2013 niet meegenomen in deze begrotingswijziging 2014 III. Tegenover deze overschrijdingen staan in 2013 niet begrote opbrengsten Bijdragen derden (Opbrengsten rittarief en overige inkomsten) van de sector RAV HM en Overige bijdragen gemeenten voor de GGDsectoren in dezelfde orde van grootte. Het Algemeen Bestuur zal alle bovenstaande niet begrote kosten bij de vaststelling van het programmajaarverslag 2013 van de RDOG Hollands Midden alsnog autoriseren, daar deze overschrijdingen en de daar tegenover staande onderschrijdingen passen binnen het vastgestelde beleid.
43
LASTEN x € 1.000 Omschrijving
Salarissen/ sociale lasten Idem, overgangsregeling FLO (RAV) Tijdelijk personeel Overige personeelskosten Kapitaallasten Huisvestingskosten Organisatiekosten Materiaalkosten Diverse kosten Correctie/ nacalculaties Dotatie voorzieningen Onvoorzien Doorbelastingen MKA *) Totaal lasten BATEN x € 1.000 Omschrijving
Rekening 2013 39.235 2.187 2.817 2.159 3.766 2.907 9.249 1.372 632 261 64.585 Rekening 2013
Begroting 2013 na wijziging 40.000 2.034 1.766 1.918 3.365 2.667 5.947 1.083 632 -3 326 2.000 61.735
Begroting 2013
Begroting 2013 na wijziging
Begroting 2013
Rekening 2012
33.472 2.034 1.409 1.741 3.122 2.780 6.234 1.066 140 2.000 53.998
37.301 2.181 3.315 3.018 3.291 3.234 7.677 1.349 1.510 1.053 63.929 Rekening 2012
Bijdragen Gemeenten Overige bijdragen gemeenten Bijdragen Provincie Bijdragen Rijk **) Bijdragen derden
23.481 8.777 2.401 29.343
23.484 7.428 2.518 27.608
22.840 2.174 28.906 -
30.816 2.262 27.473
Subtotaal baten
64.002
61.038
53.920
60.551
489
673
-
46
64.491
61.711
53.920
60.597
Saldo incidentele baten en lasten Totaal baten
RESULTAATBESTEMMING x € 1.000 Omschrijving Rekening 2013
Resultaat voor bestemming
-
94
Bij: onttrekking reserves ***) Af/bij: storting reserves ***)
Saldo programmarekening
*)
**) ***)
-
Begroting 2013 na wijziging -
Begroting 2013
24
-
78
765 677
483 459
78 -
6
0
0
Rekening 2012
-
3.332 3.535 404
-
202
In de begroting was de doorbelasting aan de Meldkamer Ambulancezorg ad € 2.000.000,- onder zowel de lasten als de baten opgenomen. Met ingang van 2013 valt de Meldkamer Ambulancezorg onder de verantwoordelijkheid van de sector RAV HM en zijn kosten en opbrengsten van de Meldkamer Ambulancezorg verantwoord onder de verschillende kosten- en opbrengstcategorieën; De bijdrage overgangsregeling FLO wordt van het ministerie VWS ontvangen. Daarnaast betreft het subsidies van het ministerie van VWS voor de opleiding arts Maatschappij en Gezondheid; Voor een specificatie van de storting en onttrekking reserves wordt verwezen naar het Overzicht (bestemmings)reserves in de Toelichting op de balans, onderdeel Eigen vermogen.
44
Analyse van de verschillen tussen begroting na wijziging en de programmarekening Omschrijving
Salarissen/ sociale lasten
Afwijking rekening t.o.v. begroting na wijzging 764
Idem, overgangsregeling FLO (RAV) Tijdelijk personeel
153 1.051
Overige personeelskosten Kapitaallasten
241 401
Huisvestingskosten
240
Organisatiekosten
3.302
Materiaalkosten Diverse kosten Correctie/ nacalculaties Dotatie voorzieningen Onvoorzien Doorbelastingen (VSZR)/ MKA *) Totaal lasten BATEN x € 1.000 Omschrijving
289 3 191 2.000 2.850
-
117 1.735
-
Resultaat voor bestemming
-
184
Meer bijdragen Aanvullende diensten, waar tegenover hogere Organisatiekosten staan Lagere bijdrage Rijk i.v.m. lagere uitgaven FLO en VOP Hogere baten RAV HM i.v.m. voorlopige nacalculatie
Geen vrijval onderhoudsvoorziening RAV HM
2.780 Afwijking rekening t.o.v. begroting na wijziging -
70
Bij: onttrekking reserves **) Af/bij: storting reserves **)
Saldo programmarekening
M.i.v. 2013 alle kosten en opbrengsten onder RAV HM
2.964
Totaal baten RESULTAATBESTEMMING x € 1.000 Omschrijving
Hogere afschrijvingen RAV HM i.v.m. voldoen aan Financiële verordening 2010-2013 RDOG HM Extra kosten i.v.m. ingebruikname nieuwbouw RAV HM te Leiden Hogere kantoorkosten kosten i.v.m. ingebruikname nieuwbouw RAV HM te Leiden en meer materiële uitgaven Aanvullende diensten GGD-sectoren, waar tegenover hogere Overige bijdragen gemeenten staan Extra vervanging batterijen RAV HM Hogere storting onderhoud RAV HM, waar tegenover onttrekking i.v.m. tekort Ambulancedienst staat. Zie ook Toelichting balans, post Voorzieningen
Toelichting
3 1.349
Subtotaal baten Saldo incidentele baten en lasten
Restitutie premies WAO/WIA ad € 175.00,- Verschuiving naar tijdelijk personeel sector RAV HM Juridische en accountantskosten ad € 89.000,Verschuiving sector RAV HM + vervanging ziekte bij GGDsectoren
Afwijking rekening t.o.v. begroting na wijziging
Bijdragen Gemeenten (BPI) Overige bijdragen gemeenten Bijdragen Provincie Bijdragen Rijk ***) Bijdragen derden
Toelichting
282 216
-
6
Toelichting
Zie Toelichting balans, post Eigen vermogen Zie Toelichting balans, post Eigen vermogen
-
45
Overzicht topfunctionarissen op grond artikel 4.1 WNT Algemeen Bestuur (AB) en Dagelijks Bestuur (DB) Naam BeloSociale Belastning verzebare kerings- onkosten premies -vergoedingen
Dhr. L.J. van Ast Mw. I.C.J. Adema Mw. E.G.E.M. Bloemen
nihil nihil nihil
nihil nihil nihil
nihil nihil nihil
Voorzieningen t.b.v. beloningen betaalbaar op termijn (pensioenen c.a.) nihil nihil nihil
Dhr. F. Buijserd Dhr. M. du Chatinier
nihil nihil
nihil nihil
nihil nihil
nihil nihil
Dhr. L.F.M. Crouwers Mw. R. van Gelederen
nihil nihil
nihil nihil
nihil nihil
nihil nihil
Mw. T.M.B. Gerts Dhr. C. de Graaf Dhr. B.J.M. de Haas Mw. M. Holst-Brink Dhr. J.A. de Jager Dhr. G. Kleijheeg
nihil nihil nihil nihil nihil nihil
nihil nihil nihil nihil nihil nihil
nihil nihil nihil nihil nihil nihil
nihil nihil nihil nihil nihil nihil
Mw. C.M.L. Lambrechts Dhr. I.G. Mostert Dhr. J. Roeffen Dhr. A.D. de Roon Dhr. F. Schoonderwoerd Dhr. T.C. Segers Mw. M.J.C. Suijker
nihil nihil nihil nihil nihil nihil nihil
nihil nihil nihil nihil nihil nihil nihil
nihil nihil nihil nihil nihil nihil nihil
nihil nihil nihil nihil nihil nihil nihil
Dhr. J. Vente
nihil
nihil
nihil
nihil
Dhr. J.A. Verbeek
nihil
nihil
nihil
nihil
Functie
AB-lid AB-lid Vicevoorz. AB/ DB AB-lid AB-lid/ DB-lid AB-lid AB-lid/ DB-lid AB-lid AB-lid AB-lid AB-lid AB-lid AB-lid/ DB-lid AB-lid AB-lid AB-lid AB-lid AB-lid AB-lid Voorz. AB/ DB AB-lid/ DB-lid AB-lid/ DB-lid AB-lid AB-lid AB-lid
Duur van het dienstverband 2013 3)
Omvang van het dienstverband 2013 3)
1 jaar 1 jaar 1 jaar
1) 1) 2)
1 jaar 1 jaar
1) 2)
1 jaar 1 jaar
1) 2)
1 jaar 1 jaar 1 jaar 1 jaar 1 jaar 1 jaar
1) 1) 1) 1) 1) 2)
1 jaar 1 jaar 1 jaar 1 jaar 1 jaar 1 jaar 1 jaar
1) 1) 1) 1) 1) 1) 2)
1 jaar
2)
1 jaar
2)
Mw. W. Verkleij nihil nihil nihil nihil 1 jaar Dhr. C.J.M.W. Wassenaar nihil nihil nihil nihil 1 jaar Mw. Wolters nihil nihil nihil nihil 1 jaar 1) Voorbereiden en bijwonen 4 AB-vergaderingen; 2) Voorbereiden en bijwonen 4 AB-vergaderingen en 7 DB-vergaderingen; 3) AB- en DB-leden hebben geen dienstverband met de RDOG Hollands Midden.
1) 1) 1)
46
Directie Omschrijving Naam
J.M.M. de Gouw
Beloning Sociale verzekeringspremies Belastbare onkostenvergoedingen Paraatheidsvergoeding GHOR Voorzieningen t.b.v. beloningen betaalbaar op termijn (pensioenen c.a.) Totaal Functie
J.C. Bernsen
€ 116.234,25
€ 112.375,39
€ 7.015,08
€ 7.015,08
€ 832,07
€ 681,54
€ 5.289,72
€ 4.533,72
€ 21.780,12
€ 20.949,60
€ 151.151,24
€ 145.555,33
Algemeen directeur
Directeur
Duur van het dienstverband 2013 12 maanden 12 maanden Omvang van het dienstverband 2013 1,0 fte 1) 1,0 fte 1) De loonkosten van de heer Bernsen worden voor 0,4 fte doorbelast aan de sector GHOR N.B.1
Er is geen sprake van niet-topfunctionarissen waarvan de bezoldiging de maximumnorm overschrijdt.
N.B.2
Het normenkader rondom de ‘’Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen Publieke en Semipublieke Sector (hierna :WNT) is bekrachtigd in het Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 februari 2014, nr. 2014-0000106049 en de Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 februari 2014, nr. 2014-0000 104920. De Aanpassingswet WNT is als onderdeel van dit normenkader nog niet formeel aangenomen door de Eerste Kamer. Voor het opmaken van de jaarrekening is in lijn met de mededeling van de minister van BZK d.d. 12 februari 2014, gepubliceerd in de Staatscourant d.d. 18 februari 2014, de Aanpassingswet WNT wel als onderdeel van het normenkader gehanteerd.
47
3.4
Toelichting balans
Voor zover niet anders aangegeven, zijn de bedragen vermeld in duizenden euro’s. ALGEMEEN De RDOG Hollands Midden is op 1 januari 2006 van start gegaan en is gevormd uit de voormalige GGD Midden Holland, de voormalige GGD Zuid-Holland Noord, de voormalige GHOR Hollands Midden en de voormalige CPA Hollands Midden. De RDOG HM is onderverdeeld in de sectoren AGZ, OBG en PZJ, samen vormend de GGD-groep (uitvoerder programma Openbare Gezondheidszorg), GHOR (uitvoerder programma Veiligheid en zorg) en RAV HM (uitvoerder programma Ambulancezorg). VASTE ACTIVA Materiële vaste activa Investeringen met een economisch nut Gebouw/ Verbouw -ingen
Vervoermiddelen
Machines, apparaten en installaties
16.923
1.924
471
695
306
-
Overige mat. vaste activa
Totaal
1.382
1.444
22.144
47
325
154
1.528
12
-
-
-
12
856
863
149
828
552
3.248
Afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen
-
-
-
-
-
-
Bijdragen van derden
-
-
-
-
-
-
16.762
1.356
369
879
1.047
20.413
Balanswaarde per 1 januari Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen
Balanswaarde per 31 december
Automatisering
Deze balanswaarde is als volgt samengesteld: Aanschaffingswaarde 20.355 Cumulatieve afschrijvingen 3.594
4.764
901
3.267
3.230
32.518
3.408
532
2.388
2.182
12.105
Balanswaarde per 31 december
1.356
369
879
1.047
20.413
16.762
De investeringen in gebouwen betreffen de investeringen nieuwbouw centrale vestiging in Leiden voor de sector RAV. De investeringen in Vervoermiddelen betreffen voornamelijk de vervanging van ambulances van de sector RAV. De investeringen in de bijbehorende medische inventaris zijn verantwoord onder de post Overige materiële vaste activa. De investeringen in Automatisering betreffen voornamelijk de vervanging ICT-infrastructuur, zowel hardware als software voor de RDOG HM. De investering in Overige materiële vaste activa betreft voornamelijk vervanging van de kantoorinventaris van de verschillende sectoren van de RDOG HM.
48
Financiële vaste activa Uitzettingen > 1 jaar Lening sloep personeels -stichting RDOG HM
Vorderingen eenmalige kosten integratie JGZ 0-19jarigen ZHN
32
947
312
1.291
Opname/ Opboeking
-
-
-
-
Aflossing/ inning
2
632
-
634
30
315
312
657
Stand per 1 januari
Stand per 31 december
Vordering boekwaarde voormalige kantoorunit Alphen aan den Rijn
Totaal
In 2008 is een 20-jarige lening uitgegeven aan de personeelsstichting RDOG HM voor de aankoop van een sloep. Deze sloep dient als onderpand van de lening. In verband met onvoorziene onderhoudskosten is in 2011 een tweede lening ad € 5.000,- verstrekt. Deze lening heeft een looptijd van 5 jaar. I.v.m. hoge onderhoudskosten 2012 is besloten de aflossingen ad € 1.750,- voor 2012 op te schorten. De aflossing van beide leningen is in 2013 hervat. In het kader van de financiering van de eenmalige kosten van de integratie van de JGZ 0-19-jarigen in de subregio Zuid-Holland Noord zijn deze kosten opgenomen als vorderingen op de gemeenten in deze subregio. Het Algemeen Bestuur heeft op 8 december 2010, op advies van de Bestuurscommissie ZuidHolland Noord besloten om deze vorderingen in 4 jaar te delgen. In eerste instantie door verrekening met de positieve resultaten op de subregionale producten van Zuid-Holland Noord in de jaren 2011 tot en met 2014. Indien dit onverhoopt niet mogelijk blijkt te zijn, zal een alternatief voorstel worden voorgelegd. In de vastgestelde resultaatbestemming 2012 is een delging van € 316.000,- ten laste van het PZJ ZHN-deel van de reserve Aanvullende diensten opgenomen. Dit is verwerkt in de begrotingswijziging 2013 I, tezamen met de delging 2013 ad € 316.000,- ten laste van de exploitatie 2013 PZJ ZHN. Het restant wordt in de begroting 2014 ten laste van de exploitatie 2014 PZJ ZHN gebracht. Eind 2011 is de kantoorunit ten behoeve van de Jeugdgezondheidszorg van de sector PZJ in het stadhuis van de gemeente Alphen aan den Rijn op verzoek van deze gemeente gesloopt en vervangen door een kantoorunit voor een Centrum Jeugd en Gezin. Bij het aangaan van de huurovereenkomst voor de ‘oude’ kantoorunit is overeengekomen dat bij tussentijdse opzegging van de huur door de gemeente Alphen aan den Rijn de dan geldende boekwaarde, zijnde € 312.569,- per de ultimo 2011 moet worden vergoed. Momenteel is er overleg gaande met de gemeente Alphen aan den Rijn over de afwikkeling van deze post.
49
VLOTTENDE ACTIVA Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar ultimo 2013 Vorderingen op openbare lichamen Debiteuren Voorziening dubieuze debiteuren Nog in tarieven te verrekenen Ambulancedienst/ Meldkamer Nog te vorderen Overige vorderingen (voorschotten) Totaal
1.147 3.229 - 115 80 323 2 4.666
ultimo 2012 423 2.657 - 115 736 329 3 4.033
De post debiteuren bestaat voor € 3,6 miljoen aan vorderingen op particulieren en zorgverzekeraars van de sector RAV (ultimo 2012 € 3,0 miljoen). Liquide middelen Kassen Bedrijfsspaarrekeningen Rekeningen-courant Schatkist Rekening-courant saldi banken Totaal
ultimo 2013 2 0 808 810
ultimo 2012 3 830 0 40 873
Van de liquide middelen staat € 808.000,- ( ultimo 2012: € 37.000,-) rentedragend op de rekening-courant bij de huisbankiers (rente < 0,1 %). Op de (direct opvraagbare) bedrijfsspaarrekeningen staat € 0,- (ultimo 2012 € 0,8 miljoen). De bedrijfsspaarrekeningen zijn eind december 2013 opgeheven i.v.m. de overgang naar de Bank Nederlandse Gemeenten als huisbankier. Een en ander is veroorzaakt door de invoering van het Schatkistbankieren per 16 december 2013. Daartoe zijn bij de huisbankier van het concern en bij de huisbankier van de sector RAV HM Schatkistbankierenrekening geopend teneinde overtollige middelen tijdelijk in de Schatkist te kunnen storten. De gemiddelde stand over de maand december van het concern en de sector RAV HM gezamenlijk bedroeg € 534.000,- negatief. Het was derhalve niet nodig in december 2013 gelden over te hevelen naar de schatkistbankierenrekeningen bij de huisbankiers. Het saldo van deze rekeningen en de rekeningen-courant bij de Schatkist was derhalve vanaf 16 december tot en met 31 december 2013 nihil. Overlopende activa
Nog te ontvangen Vooruitbetaald Totaal
ultimo 2013
ultimo 2012
1.511 592 2.103
1.264 708 1.972
De post ‘nog te ontvangen’ betreft voornamelijk nog te ontvangen subsidies, overige vergoedingen en opbrengsten, alsmede te verrekenen Omzetbelasting (BTW).
50
EIGEN VERMOGEN Het eigen vermogen bestaat uit de Algemene reserve, de bestemmingsreserves en de resultaatbestemming 2012, zoals op 27 maart 2013 door het Algemeen Bestuur vastgesteld, exclusief het resultaat van de sectoren GHOR en RAV HM. De indeling van de reserves is conform het BBV. Overzicht reserves Naam (bestemmings)reserve
Stand 31-12-2012
Storting 2013
Onttrekking 2013
Resultaatbestemming 2012
Onttrekking wegens bereiken plafond, etc.
Stand 31-122013
Algemene reserve MH
343
-
-
-56
-
287
Algemene reserve ZHN
404
-
-
-85
-
319
Subtotaal Algemene reserve
747
-
-
-141
-
606
Reserve Aanv. Diensten MH
431
186
175
-
-
442
Subtot. bestemmingsres.
431
186
175
-
-
442
Reserve Aanv. Diensten ZHN
1.334
491
590
-60
-
1.175
Subtot. bestemmingsres.
1.334
491
590
-60
-
1.175
2.512
677
765
-201
-
2.223
egalisatie tarieven MH
egalisatie tarieven ZHN
Totaal
Aan de (bestemmings)reserves wordt geen rente toegevoegd. Algemene reserves De Algemene reserves zijn bedoeld om fluctuaties in het basispakket op te vangen. De Algemene reserve Zuid-Holland Noord dient tevens ter egalisatie van de huisvestingskosten voor het pand aan de Parmentierweg 49 te Leiden. Het plafond van de Algemene reserves op basis van de vigerende Nota reserves en voorzieningen is gerelateerd aan 4,5 % van de loonkosten van de basistaken van de betreffende subregio en bedraagt circa € 1,2 miljoen voor beide subregio’s tezamen voor 2013. Op 27 maart 2013 heeft het Algemeen Bestuur besloten om € 0,3 miljoen te onttrekken aan de Algemene reserves ten behoeve van de delging integratiekosten JGZ 0-4 subregio ZHN. Dit besluit is verwerkt in de begrotingswijziging 2013 I. Bestemmingsreserves GGD subregio MH De bestemmingsreserve Aanvullende Diensten MH is in 2009 met startdatum 1 januari 2010 ingesteld om fluctuaties in deze taken op te vangen, alsmede om de doorlopende personeelskosten (wachtgelden) bij sterke terugloop van de activiteiten te betalen. Het plafond van de bestemmingsreserve Aanvullende Diensten is op grond van vigerende genoemde Nota reserves en voorzieningen bepaald op 42 % van de kostenomzet van deze diensten. De bodem is bepaald op 21 % van de kostenomzet van deze diensten. Dit plafond wordt per de ultimo 2012 niet bereikt. Deze reserve blijft eveneens boven de op 16 december 2009 vastgestelde bodem.
51
Bestemmingsreserves GGD subregio ZHN De bestemmingsreserve Aanvullende Diensten is ingesteld om fluctuaties in deze taken op te vangen, alsmede om de doorlopende personeelskosten (wachtgelden) bij sterke terugloop van de activiteiten te betalen. Het plafond van de bestemmingsreserve Aanvullende Diensten is op grond van genoemde vigerende Nota reserves en voorzieningen bepaald op 42 % van de loonkostenomzet van deze diensten. Dit plafond wordt per de ultimo 2013 niet bereikt. Deze reserve blijft eveneens boven de op 16 december 2009 vastgestelde bodem van 21 % van de loonkostenomzet van deze diensten. Saldo programmarekening
2013
Saldo programma Veiligheid en zorg, excl. storting reserves Saldo programma Ambulancezorg, excl. onttrekking RAK Onttrekking aan de RAK Ambulancedienst van de sector RAV HM Toevoeging RAK Meldkamer Ambulancezorg van de sector RAV HM Saldo programma Openbare gezondheidszorg, excl. storting reserves Saldo incidentele baten en lasten Resultaat voor bestemming
- 343 361 - 18 - 583 489 - 94
- 24 - 24
88 -6
24 0
Storting/ onttrekking (bestemmings)reserves Saldo programmarekening
begroot na wijziging
52
VOORZIENINGEN De indeling van de voorzieningen is conform het BBV. Naam Stand Storting Voorziening 31-122013 2012
Vrijval t.g.v. de rekening van baten en lasten
Onttrekking/ Aanwending 2013
Stand 31-12-2013
Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s Personele kosten GGD MH
8
150
-
117
42
Personele kosten GGD ZHN
38
-
-
25
12
-
354
-
-
354
46
504
-
142
408
880
80
300
60
600
42
7
-
32
16
228
281
-
-
510
1.150
368
300
92
1.126
Door derden beklemde middelen met en specifieke aanwending
162
85
-
73
173
Reserve Aanvaardbare Kosten 1 Ambulancedienst Reserve Aanvaardbare Kosten 2 Meldkamer Ambulancezorg Subtotaal door derden beklemde gelden Totaal
2.436
-
-
361
2.203
-
264
-
-
264
2.598
349
-
434
2.641
3.794
1.223
300
670
4.047
Voorziening nacalculatie 20112013 RAV (contract VWS) Subtot. voorz. verplichtingen etc. Kostenegalisatievoorzieningen Onderhoud gebouw Onderhoud JGZ-centra Leiden Onderhoud gebouwen RAV Subtot. Kostenegalisatievoorz.
Het saldo per de ultimo 2013 van de voorziening Personele kosten GGD MH betreft het niet gebruikte deel van de in rekening gebrachte frictiekosten logopedie. Deze voorziening wordt toereikend geacht. De voorziening Personele kosten GGD ZHN betreft het restant van de kosten van het Sociaal plan voor de medewerkers welke overgekomen zijn bij de integratie JGZ 0-4 ZHN. Deze voorziening wordt toereikend geacht. In verband met de afrekeningen in 2015 van de onderproductie ritten in de jaren 2011 tot en met 2013 van de sector RAV HM is een schatting opgenomen van de verplichting tot terugbetaling en gestort in de daarvoor geopende voorziening. Deze voorziening wordt toereikend geacht. De voorziening onderhoud gebouw betreft het pand aan de Parmentierweg 49 te Leiden. De storting 2013 in de voorziening gebouw voor dit pand is bepaald op basis van het, in 2013 geactualiseerde Meerjarenonderhoudsplan (MJOP). De onttrekking betreft kosten, zoals opgenomen in het huidige MJOP. Op basis van dit geactualiseerde MJOP wordt deze voorziening toereikend geacht. In tegenstelling tot voorgaande is de storting alleen gebaseerd op grotere onderhoudskosten. Ook de jaarlijkse storting is daarop gebaseerd. 1 2
Op grond van de NZa-regels is een negatieve RAK toegestaan Op grond van de NZa-regels is een negatieve RAK toegestaan 53
Dit heeft tevens geleid tot een vrijval ter grootte van € 300.000,- ten gunste van de exploitatie van het programma Openbare gezondheidszorg. De voorziening onderhoud JGZ-centra wordt gevoed door stortingen van de gemeente Leiden en is bedoeld voor het onderhoud van de Leidse JGZ-centra. Het saldo per de ultimo 2013 wordt toereikend geacht om noodzakelijk onderhoud in deze JGZ-centra te verrichten. De stand per de ultimo 2013 betreft bijdragen van derden voor Jeugdmatch, Academische Werkplaats en Publieke Gezondheidszorg Asielzoekers. Deze gelden zullen in 2014 voor deze doelen worden besteed. De Reserves Aanvaardbare Kosten (RAK) voor, zowel de Ambulancedienst als de Meldkamer Ambulancezorg zijn ingesteld op grond van de NZa-richtlijnen, waarbij geldt dat indien de werkelijke kosten meer of minder bedragen dan het budget aanvaardbare kosten, dit verschil ten gunste dan wel ten laste wordt gebracht van de RAK. De RAK heeft het karakter van een egalisatierekening ter vereffening van tekorten en overschotten van het budget. Het is niet toegestaan exploitatieverschillen als resultaat te beschouwen. Evenmin mag de RAK niet geheel of gedeeltelijk worden gebruikt voor andere doeleinden. Voor een nadere toelichting op de stortingen en onttrekkingen in de beide RAK’s wordt verwezen naar de Financiële verantwoording 2013 van de sector RAV HM, welke als bijlage is toegevoegd aan dit programmajaarverslag. VASTE SCHULDEN MET EEN RENTETYPISCHE LOOPTIJD VAN EEN JAAR OF LANGER Onderhandse leningen van binnenlandse banken en overige financiële instellingen ultimo 2013 Onderhandse lening in verband met de liquidatie van de Ambulancedienst Rijn en Venen B.V. Lening I nieuwbouw Leiden en Gouda sector RAV Lening II nieuwbouw Leiden en Gouda sector RAV Lening III nieuwbouw Leiden en Gouda sector RAV Parmentierweg 49 te Leiden Totaal onderhandse leningen
3.840 1.920 1.344 3.200 10.304
ultimo 2012
355 4.000 2.000 1.400 3.520 11.275
De onderhandse veertigjarige lening in verband met de liquidatie van de Ambulancedienst Rijn en Venen B.V.is in 2013 op de renteherzieningsdatum geheel vervroegd afgelost. Het rentepercentage bedroeg tot 1 mei 2013 5,28 %. De rentelast bedroeg in 2013 € 7749,- (2012: € 19.051,-). In 2011 zijn twee leningen afgesloten ten behoeve van de financiering van de nieuwbouw van de sector RAV in Leiden en Gouda. De ene lening is groot € 4.000.000,-. Het rentepercentage bedraagt tot 2 januari 2037 4,95 %. De jaarlijkse aflossing bedraagt met ingang van 2013 € 80.000,-. De rentelast bedroeg in 2013 € 194.040,- (2012: € 198.000,-). Het bedrag met een resterende looptijd langer dan 5 jaar bedraagt € 3.440.000,-. De tweede lening is groot € 2.000.000,-. Het rentepercentage bedraagt tot 2 januari 2037 5,25 %. De jaarlijkse aflossing bedraagt met ingang van 2013 € 40.000,-. De rentelast bedroeg in 2013 € 102.900,-. (2012: € 105.000,-). Het bedrag met een resterende looptijd langer dan 5 jaar bedraagt € 1.720.000,-.Ter verkrijging van een eigen uitrit bij de nieuwe RAV HM-locatie te Leiden is op 2 juli een aanvullende lening met een looptijd van 49,5 jaar afgesloten van € 1.400.000,- met een rentepercentage van 3,52 % tot 2 januari 2037. De jaarlijkse aflossing bedraagt met ingang van 2013 € 28.000,-. De rentelast bedroeg in 2013 € 48.294,- (2012: € 24.775,-). Het bedrag met een resterende looptijd langer dan 5 jaar bedraagt € 1.204.000,-. Het totaal van de afgesloten leningen voor de nieuwbouw RAV HM komt daarmee op € 7.400.000,-. In 2013 zijn zowel op 2 januari als op 28 december de contractuele aflossingen voor 2013 en 2014 van de drie RAV HM-leningen voldaan. In 2003 is een twintigjarige lineaire onderhandse lening voor € 6.400.000,- aangegaan ter financiering van de nieuwe behuizing van de vestiging Leiden. Het rentepercentage bedraagt gedurende de gehele looptijd 54
4,35 %. De rentelast bedroeg in 2013 € 141.520,- (2012: € 155.440,-). Het bedrag met een resterende looptijd langer dan vijf jaar bedraagt € 1.280.000,-. De jaarlijkse aflossing bedraagt € 320.000,-. VLOTTENDE PASSIVA Overige schulden Betreft de netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar Bank- en girosaldi
Banksaldi Totaal
ultimo 2013
ultimo 2012
2.593 2.593
2.620 2.620
De banksaldi betreffen het beslag op de afgesloten kredietfaciliteit in rekening-courant van de sector RAV HM, groot € 4,0 miljoen. Er zijn geen zekerheden ter zake afgegeven. Overige schulden
Crediteuren Totaal
ultimo 2013
ultimo 2012
5.752 5.752
3.772 3.772
Onder crediteuren is de post loonheffing ad € 1.929.000,- (2012 vermeld onder overlopende passiva: € 1.992.000.-) opgenomen, daar m.i.v. begin 2013 dergelijke betalingen, zoals aan de Belastingdienst efficiënter via het geautomatiseerde systeem verlopen. Overlopende passiva
Nog af te dragen loonheffing Nog af te dragen Omzetbelasting Voorschotbedragen uitkeringen met specifiek bestedingsdoel sector GGD Nog te betalen/ vooruit ontvangen Totaal
ultimo 2013
ultimo 2012
492
1.992 514
445 2.832 3.769
460 3.607 6.573
In de post ‘Nog te betalen/ vooruit ontvangen’ per de ultimo van het jaar is de terugbetaling aan de Veiligheidsregio Hollands Midden van de onderschrijding van de GHOR-taken ad € 31.000,- opgenomen, waarbij rekening is gehouden met ontvangsten derden. Daarnaast bestaat deze post uit vooruit ontvangen opbrengsten en nagekomen kosten ten laste van de exploitatie 2013, exclusief nog te betalen vakantiegelden en -uren en overige overlopende passiva. Met ingang van 2013 is de post ‘Nog af te dragen loonheffing’ opgenomen onder ‘Crediteuren’.
55
Voorschotbedragen uitkeringen met specifiek bestedingsdoel GGD-sectoren Stand per de ultimo 2012
Toevoeging 2013
Onttrekking 2013
Stand per de ultimo 2013
Inspecties Kindercentra Steunpunt Huiselijk geweld Extra contactmoment Kwadraad
14 46 -
7
46 -
14 7
Subtotaal subregio MH
60
7
46
21
Stevig Ouderschap RAAK vCJG Extra contactmoment Kwadraad Maathouden Katwijk Monitor Maatsch. opvang c.a. Leiden Verslavingspreventie Leiden Maatschappelijk SteunSysteem leiden VGC Hara t.b.v. verhuizing Leiden HARA OBG Leiden
26 84 191 8 26 51
16 15 13 11 -
15 20 22
26 69 187 15 8 39 11 29
14 -
26
-
14 26
Subtotaal subregio ZHN
400
81
57
424
Totaal
460
88
103
445
NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE RECHTEN EN VERPLICHTINGEN Huurverplichtingen De vijf sectoren hebben huurverplichtingen inzake onroerend goed. De looptijd van deze verplichtingen verschilt per gehuurd object. De totale jaarlijkse verplichting bedraagt € 1.892.000,- na aftrek van € 46.000,aan vergoedingen voor de JGZ-locaties Leiden en Katwijk. Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen Dit betreft: opgebouwde vakantiegelden niet opgenomen vakantie-uren overwerk, onregelmatigheidstoeslagen en PLB-uren sector RAV Totaal
€ 1.179.000 € 1.176.000 € 337.000 € 2.692.000
Verplichtingen sector RAV HM inzake FLO De sector RAV HM heeft een verplichting jegens haar werknemers inzake het functioneel leeftijdsontslag (hierna: FLO). In de CAO 2005-2007 is besloten per 1 januari 2006 het FLO af te schaffen en een nieuw stelsel in te voeren voor werknemers in bepaalde zware beroepen. Voor nieuwe werknemers is een separate regeling overeengekomen. Voor werknemers die op het moment van het vervallen van de FLO-regeling al in dienst waren en recht hadden op FLO is een overgangsregeling getroffen (hierna: overgangsregeling FLO). Er zijn vijf medewerkers die nog onder de oude FLO-regeling vallen. De kosten van de oude regeling moeten met ingang van 1 januari 2011 worden gedekt uit het reguliere budget. De FLO kosten van de overgangsregeling worden met ingang van 1 januari 2011 voor 95% gedekt door een bijdrage van het ministerie van VWS. Naast de hierboven weergegeven feiten aangaande de FLO is tevens per 1 januari 2006 de FPU afgeschaft. Partijen zijn eind 2008 overeengekomen dat de overbrugging van personeel in de leeftijd van 62 tot 62 jaar en 9 maanden onder andere gedekt zal worden door de inkoop van extra pensioen door de werkgever. Deze 56
inkoop van extra pensioen zal voor een deel van de werknemers plaatsvinden door een directe afstorting bij het ABP en voor het overige deel op het moment dat de betreffende werknemer 53 jaar wordt. Overige verplichtingen sector RAV HM Voor de verplichtingen uit hoofde van Investeringen en Onderhoudscontracten wordt verwezen naar de Financiële verantwoording 2013 van de sector RAV HM, welke als bijlage is toegevoegd aan dit programmajaarverslag.
57
58
3.5 Vaststelling
VOLGT
59
60
3.6 Controleverklaring
61
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het bestuur van de gemeenschappelijke regeling RDOG Hollands Midden
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in de jaarstukken 2013 opgenomen jaarrekening 2013, bestaande uit de pagina’s 37 tot en met 57, van de Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2013 en de programmarekening over 2013 met de toelichtingen, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de gemeenschappelijke regeling RDOG Hollands Midden is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen waaronder verordeningen van de gemeenschappelijk regeling. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden, het Besluit accountantscontrole Decentrale Overheden, het controleprotocol 2010-2013, vastgesteld door het algemeen bestuur d.d. 1 juli 2009 en het controleprotocol Wet normering bezoldiging topfunctionarissen (semi)publieke sector (WNT) zoals opgenomen in de Beleidsregels toepassing WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico's dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, alsmede voor de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de gemeenschappelijke regeling.
Pagina 2
Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het bestuur van de gemeenschappelijke regeling gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1 % en voor onzekerheden 3 % van de totale lasten en toevoegingen aan reserves. Op basis van artikel 2 lid 7 BADO is deze goedkeuringstolerantie door de algemeen bestuur vastgesteld in het controleprotocol d.d. 1 juli 2009. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van de gemeenschappelijke regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2013 als van de activa en passiva per 31 december 2013 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2013 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder verordeningen van de gemeenschappelijk regeling. Benadrukking van aangelegenheden omtrent het gehanteerde normenkader WNT Wij vestigen de aandacht op het onderdeel “WNT” in de toelichting van de jaarrekening, waarin met betrekking tot het gehanteerde normenkader WNT, uiteen is gezet dat de Aanpassingswet WNT als onderdeel van het gehanteerde normenkader nog door de Eerste Kamer dient te worden aangenomen. Deze situatie doet geen afbreuk aan ons oordeel.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 213 lid 3 onder d van de Gemeentewet vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening.
Den Haag, 6 maart 2014
Ernst & Young Accountants LLP
w.g. drs. M.E. van Kimmenade RA MGA
64
Bijlagen Rekening van baten en lasten per product, sector AGZ (regionale producten) Toelichting rekening van baten en lasten per product, sector AGZ (regionale producten) Rekening van baten en lasten per product, GGD-sectoren subregio MH Toelichting rekening van baten en lasten per product, GGD-sectoren subregio MH Rekening van baten en lasten per product, GGD-sectoren subregio ZHN Toelichting rekening van baten en lasten per product, GGD-sectoren subregio ZHN Rekening van baten en lasten per product, sector GHOR Toelichting rekening van baten en lasten per product, sector GHOR Saldo financieringsfunctie Productoverzicht per functie, GGD-sectoren subregio MH Productoverzicht per functie, GGD-sectoren subregio ZHN Verdelingsprincipe Overzicht Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector Overzicht kosten JGZ-basistaken en verdeling per gemeente subregio MH en subregio ZHN Financiële verantwoording 2013 sector RAV Verklarende woordenlijsten
65
Sector AGZ van de GGD-groep Hollands Midden (regionale producten) Jaarrekening 2013 REKENING VAN BATEN EN LASTEN PER PRODUCT 2013
rekening 2013
Lasten begroting 2013
rekening 2012
Basistaken Infectieziektebestrijding SOA / Sense Tuberculosebestrijding Medische milieukunde Technische Hygiënezorg GGD Rampenopvangplan Curatieve soa-bestrijding HBV Campagne risicogroepen BOPZ-online Lijkschouw Totaal basistaken
1.014.499 953.628 839.358 469.873 128.811 61.723 14.455 77.500 253.674 3.813.521
1.059.988 1.037.712 770.337 549.438 173.434 64.425 18.000 77.500 176.621 3.927.455
1.095.945 667.560 907.767 518.561 164.409 81.461 150.348 21.564 70.458 137.283 3.815.356
Aanvullende diensten Reizigers vaccinaties Groepsvaccinaties Sociaal medische advisering Medische adviesfuncties Forensische geneeskunde Overige producten sector AGZ
693.711 22.888 316.280 72.380 493.821 49.449
690.553 19.644 377.844 136.101 447.678 116.893
Totaal aanvullende diensten
1.648.529
Sub-totaal van de baten en lasten Onttrekking/ Storting reserves Sub-totaal van de baten en lasten Gemeentelijke bijdragen basistaken Saldo van de producten excl. storting reserves Totaal van de baten en lasten
omschriiving
rekening 2013
Baten begroting 2013
rekening 2012
Saldo baten en lasten rekening begroting rekening 2013 2013 2012
35.052 540.040 17.358
526.020 24.480
13.411
15.300
16.905 1.589 63.459 1.375 38.540
11.479
18.000
443.199 17.081
58.301 675.641
583.800
1.136 583.284
979.447 413.588 822.000 469.873 115.400 61.723 2.976 77.500 195.373 3.137.880
705.715 19.295 411.981 141.477 641.683 56.261
693.711 22.888 316.280 72.380 493.821 49.449
714.000 20.400 404.300 140.145 476.860 117.580
719.178 19.295 411.981 141.477 676.469 63.215
-
23.44775626.4564.04429.182687-
13.46334.7866.954-
1.788.713
1.976.412
1.648.529
1.873.285
2.031.615
-
84.572-
55.203-
5.462.050 15.6295.446.421 141.355
5.716.168 84.5725.631.596 4.523
5.791.768 101.7225.690.046 29.325-
2.324.170 80.0492.244.121 3.343.655 -
2.457.085 80.0492.377.036 3.343.655 -
2.614.899 135.0772.479.822 3.180.899 -
3.259.083 4.523 3.263.606 3.343.6554.523
3.176.869 33.355 3.210.224 3.180.89929.325-
5.587.776
5.636.119
5.660.721
5.587.776
5.720.691
5.660.721
3.137.880 64.420 3.202.300 3.343.655141.355
1.059.988 511.692 745.857 549.438 158.134 64.425 77.500 176.621 3.343.655
1.079.040 665.971 844.308 517.186 125.869 81.461 292.8514.483 70.458 136.147 3.232.072
Correcties/afrondingen Saldo incidentele baten en lasten Resultaat voor bestemming
64.97376.382
4.523
30.33859.663-
Storting/ onttrekking bestemmingsreserves
64.420
4.523-
33.355
Saldo regionale taken Programma Openbare Gezondheidszorg sector AGZ
140.802
-
26.308-
De kosten en opbrengsten van de sector AGZ vanaf 2010 worden op basis van de verhouding van het aantal inwoners doorbelast aan de beide subregio's (exclusief onttrekking reserve aanv. dnstn ZHN ad € 80,049,-) hetgeen impliceert dat ook het resultaat, inclusief het saldo Incidentele baten en lasten naar beide subregio's wordt doorberekend. Ook het saldo incidentele baten en lasten 2013 is doorbelast op basis van de verhouding van het aantal inwoners. Doorbelasting basistaken sector AGZ naar MH Doorbel. aanv. dnstn sector AGZ naar MH Totaal doorbelasting sector AGZ naar MH
1.190.137 514.479 1.704.616
1.225.694 558.228 1.783.922
1.194.443 618.740 1.813.183
185.875 514.479 700.353
157.212 584.622 741.834
158.056 636.022 794.078
1.004.263 1.004.263
1.068.482 26.3941.042.088
1.036.387 17.2821.019.105
Doorbelasting basistaken sector AGZ naar ZHN Doorbel. aanv. dnstn sector AGZ naar ZHN Totaal doorbelasting sector AGZ naar ZHN
2.623.384 1.134.050 3.757.434
2.701.761 1.230.485 3.932.246
2.620.913 1.357.672 3.978.585
489.766 1.134.050 1.623.817
426.588 1.288.663 1.715.251
425.228 1.395.593 1.820.821
2.133.617 2.133.617
2.275.173 58.1782.216.995
2.195.685 37.9212.157.764
Doorbelasting incidentele baten en lasten Doorbelasting saldo incidentele B + L naar MH Doorbelasting saldo incidentele B+L naar ZHN Totaal doorbelasting incidentele B +L Totaal doorbelasting Aantal inwoners subregio MH Aantal inwoners subregio ZHN Totaal aantal inwoners
20.27744.69664.9735.397.077 238.342 525.370 763.712
5.716.168
9.49820.84130.3385.761.430
2.324.170
2.457.085
2.614.899
20.27744.69664.9733.072.907
3.259.083
9.49820.84130.3383.146.531
Toelichting rekening van baten en lasten per product, sector AGZ (regionale GGDproducten) Algemeen De productbegrotingen van de basistaken zijn gebaseerd op de (administratieve) begrotingswijziging 2013 III. De productbegrotingen van de Aanvullende diensten zijn gebaseerd op de in de loop van 2012 en 2013 ontvangen beschikkingen. De schatting hiervan in de, door het Algemeen Bestuur vastgestelde begrotingswijziging 2013 III is hiervoor tot en met 30 september 2013 aangepast. Er blijken ten opzichte van de begroting vrij forse verschillen. Anderzijds treden er ook verschuivingen op per product. De verschillen en verschuivingen binnen de wettelijke basistaken worden vooral veroorzaakt door het inhuren ter voorkoming door uitval van productie door ziekteverzuim, zwangerschappen en vacatures. Per saldo laat de sector AGZ een overschot zien van € 206.000,-. Na verwerking van het saldo Incidentele baten en lasten resteert een positief resultaat van € 141.000,-. Dit resultaat is op basis van het aantal inwoners doorbelast aan de beide subregio’s. Basistaken Infectieziektebestrijding: De begrote onttrekking aan de reserve Aanvullende diensten subregio Zuid-Holland Noord ad € 80.000,- is onder dit product verantwoord en volledig toegerekend aan het resultaat van de subregio Zuid-Holland Noord; Aanvullende diensten De aanvullende diensten, zoals Forensische geneeskunde en Reizigersvaccinaties hebben, ondanks een slechte start bij het begin van dit jaar uiteindelijk weer bijgedragen aan de reserve Aanvullende diensten. Ondanks deze toevoeging resteert een positief resultaat op deze aanvullende diensten. Er is een groot tekort bij SMA ontstaan van € 85.000,-. Dit tekort is gedekt uit de reserve Aanvullende diensten. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door verminderde vraag vanuit de deelnemende gemeenten voor medische adviezen en anderzijds door de kosten van het project Preventiekracht, waartegenover in 2013nauwelijks opbrengsten staan. Een zorgverzekeraar zal in 2014 deze kosten voor zijn rekening nemen. Incidentele baten en lasten Betreft voornamelijk kosten LUMC 2012 i.v.m. SOA en een groot aantal kleine(re) baten en lasten voorgaande jaren.
67
GGD-groep Hollands Midden, subregio Midden Holland Jaarrekening 2013 REKENING VAN BATEN EN LASTEN PER PRODUCT 2013
rekening 2013
Lasten begroting 2013
rekening 2012
1.190.137 514.479 1.704.616
1.225.694 558.228 1.783.922
1.194.443 618.740 1.813.182
Basistaken sector OBG OGGZ preventie en beleid Meldpunt Zorg en Overlast Huisverbod online Epidemiologie/ groepsgerichte monitoring Gezondheidsbevordering 18-plus Informatie en documentatie Advisering gezondheidsbeleid Totaal basistaken sector OBG
164.956 322.653 28.957 215.394 71.045 26.636 61.105 890.746
118.702 424.601 29.125 221.508 77.333 34.299 55.831 961.399
119.956 400.193 21.847 210.584 56.810 39.942 64.670 914.002
Aanvullende diensten sector OBG Verslavingspreventie Steunpunt huiselijk geweld Overige producten sector OBG algemeen Totaal aanvullende diensten sector OBG
85.840 320.723 85.561 492.124
82.294 303.781 14.555 400.630
1.382.870
omschriiving
Doorbelasting sector AGZ naar MH Doorbelasting basistaken sector AGZ naar MH Doorbel. aanv. dnstn sector AGZ naar MH Totaal doorbelasting sector AGZ naar MH
Baten begroting 2013
rekening 2013
rekening 2012
Saldo baten en lasten rekening begroting rekening 2013 2013 2012
185.875 514.479 700.353
157.212 584.622 741.834
158.056 636.022 794.078
68.888
137.503
74.452
7.642
1.280
13.922
76.530
138.783
88.374
164.956 253.765 28.957 215.394 63.403 26.636 61.105 814.216
21.456 398.881 168.906 589.243
85.840 320.723 85.561 492.124
85.840 320.723 15.676 422.239
9.533 398.881 168.906 577.320
-
1.362.029
1.503.245
568.654
561.022
665.694
814.216
801.007
837.551
84.349 69.972 5.252.733 225.671 1.122.848 16.996 238.433 287.600
84.349 95.050 4.718.239 171.062 1.253.854 97.884 191.972 276.078
4.000 145.304 365.875 142.858
193.232 7.491.834
259.170 7.147.658
70.102 4.997.674 195.901 874.023 46.051 153.323 266.490 689.667 227.441 7.520.672
84.349 69.972 5.252.733 131.7991.122.848 16.996 236.202 193.232 6.844.533
84.349 95.050 4.718.239 188.9381.253.854 97.884 191.972 259.170 6.511.580
66.102 4.852.370 169.974731.165 46.051 141.602 49.954 11.954192.574 5.897.890
Aanvullende diensten sector PZJ Preventieve logopedische zorg Curatieve logopedische zorg Coördinatie/ ondersteuning CJG Overige producten sector PZJ algemeen Totaal Aanvullende diensten sector PZJ
674.985 773.917 135.466 1.584.368
725.980 678.072 196.576 1.600.628
60.2551 3.47863.732-
54.745 38.8557.1848.706
865.093 422864.671
Totaal sector PZJ MH
9.076.202
Totaal sector OBG MH Basistaken sector PZJ Frontoffice CJG Prenatale zorg JGZ Contactmomenten 0-19 JGZ Vaccinaties JGZ Extra zorg Gezondheidsbedreigingen Gezondheidsbevordering en opvoedondersteuning Inspecties kindercentra DD JGZ Zorgnetwerken/zorgcoördinatie Totaal basistaken sector PZJ
Delging integratiekosten JGZ 0-4 Sub-totaal van de baten en lasten Onttrekking/ Storting reserves Sub-totaal van de baten en lasten Gemeentelijke bijdragen basistaken Saldo van de producten excl. storting reserves
12.163.688 96.90512.066.783 -
Totaal van de baten en lasten Correcties/afrondingen Doorbelasting saldo incidentele B + L van AGZ Saldo incidentele baten en lasten Resultaat voor bestemming
12.066.783
1.004.263 1.004.263
1.068.482 26.3941.042.088
1.036.387 17.2821.019.105
118.702 287.098 29.125 221.508 76.053 34.299 55.831 822.616
119.956 325.741 21.847 210.584 42.888 39.942 64.670 825.628
3.54616.9421.12121.609-
11.923 11.923
357.470
360.000
2.231 287.600
276.078
647.301
636.078
854.958 163.258 872.654 141.216 2.032.086
735.240 773.916 138.944 1.648.100
671.235 716.927 203.760 1.591.922
10.135163.258 872.654 141.638 1.167.415
8.748.286
9.552.758
2.295.401
2.228.000
2.790.197
6.780.801
6.520.286
6.762.561
-
404.929
-
404.929
-
-
-
11.894.237 67.64911.826.588 -
11.826.588
13.274.114 97.85913.176.255 -
13.176.255
3.564.408 86.5313.477.877
3.530.856 86.5313.444.325
-
-
3.477.877
3.444.325
Storting/ onttrekking bestemmingsreserves Verrek. begroot res. Aanv dnstn/Markttaken Saldo Programma Openbare Gezondheidszorg subregio MH DD JGZ m.i.v. 2013 verwerkt onder JGZ contactmomenten 0-19, evenals GIZ en pilot extra contactmoment 14/15/15-jarigen.
11.721 216.536 701.621 34.867 1.622.782
4.654.898 1.066.8633.588.035 8.545.671 -
8.599.280 10.3748.588.906 8.318.329270.577-
8.363.381 18.8828.344.499 8.318.32926.170-
8.619.217 969.004 9.588.221 8.545.6711.042.550-
97620.277129.804 162.025-
7.288 18.882-
9.49827.044 1.025.004-
10.374
18.882
969.004
12.133.706
151.651-
0-
56.000-
Toelichting rekening van baten en lasten per product, GGD-sectoren subregio MH Algemeen De productbegrotingen van de basistaken zijn gebaseerd op de (administratieve) begrotingswijziging 2013 III. De productbegrotingen van de Aanvullende diensten zijn gebaseerd op de in de loop van 2012 en 2013 ontvangen beschikkingen. De schatting hiervan in de, door het Algemeen Bestuur vastgestelde begrotingswijziging 2013 III is hiervoor tot en met 30 september 2013 aangepast. Er blijken ten opzichte van de begroting soms vrij forse verschillen. Anderzijds treden er ook verschuivingen op naar het product JGZ contactmomenten 0-19. De overschrijding op dit product wordt voornamelijk door de formatieve bezetting van de sector PZJ MH, die in het begin van het jaar te hoog was en in de loop van het jaar is teruggebracht. De formatie aan het einde van het jaar bevindt zich op het niveau van de begroting 2014, rekening houdend met de invoering van het extra contactmoment 14/15/16-jarigen. Daarnaast speelt mee, niet alleen voor PZJ, dat de salariskosten ten opzichte van de begroting hoger uitvallen door de gehanteerde begrotingssystematiek. In deze systematiek wordt uitgegaan van 95 % van het maximum van de functionele schaal. Door de huidige crisis is de daarbij gehanteerde doorstroming van circa 10 % per jaar van het personeelsbestand, vrijwel tot stilstand gekomen. Voor 2013 betekent dit circa € 110.000,- aan extra salarislasten, structureel en oplopend naar € 225.000,- in 2015 voor de subregio Midden Holland. Incidentele baten en lasten Betreft naast afwikkeling inspecties kinderopvang en correcties projecten voorgaande jaren en een groot aantal kleine(re) baten en lasten voorgaande jaren.
69
GGD-groep Hollands Midden, subregio Zuid-Holland Noord Jaarrekening 2013 REKENING VAN BATEN EN LASTEN PER PRODUCT 2013
omschriiving
Doorbelasting sector AGZ naar ZHN Doorbelasting basistaken sector AGZ naar ZHN Doorbel. aanv. dnstn sector AGZ naar ZHN Totaal doorbelasting sector AGZ naar ZHN Basistaken sector OBG OGGZ preventie en beleid Meldpunt zorg en overlast Huisverbod online Epidemiologie/ groepsgerichte monitoring Gezondheidsbevordering 18-plus Informatie- en documentatiecentrum Digitale publieksinformatie Advisering lokaal gezondheidsbeleid Totaal basistaken sector OBG Aanvullende diensten Monitor OGGZ OBG Hara Wijkgezondheidsbeleid Leiden Verslavingspreventie Verslavingspreventie Katwijk Steunpunt Huiselijk geweld Overige producten sector OBG Totaal aanvullende diensten sector OBG Totaal sector OBG ZHN Gfrontoffice CJG JGZ Contactmomenten 0-19 JGZ vaccinaties JGZ Extra zorg Gezondheidsbevordering en opvoedondersteuni Voorlichting en advies Gezondheidsbedreigingen Zorgnetwerken/zorgcoördinatie Inspectie kinderopvang Basiszorgcoördinatie kwetsbare kinderen Totaal basistaken sector PZJ Aanvullende diensten sector PZJ Preventieve logopedische zorg CJG-ondersteuning Maatwerk JGZ 0-4 Overige producten JGZ Totaal aanvullende diensten sector PZJ Totaal sector PZJ ZHN Delging integratiekosten JGZ 0-4
rekening 2013
Lasten begroting 2013
rekening 2012
rekening 2013
Baten begroting 2013
rekening 2012
Saldo baten en lasten rekening begroting rekening 2013 2013 2012
2.623.384 1.134.050 3.757.434
2.701.761 1.230.485 3.932.246
2.620.913 1.357.672 3.978.585
489.766 1.134.050 1.623.817
426.588 1.288.663 1.715.251
425.228 1.395.593 1.820.821
2.133.617 2.133.617
2.275.173 58.1782.216.995
2.195.685 37.9212.157.764
281.125 486.733 59.053 287.249 173.235 102.529 126.089 180.708 1.696.721
265.625 452.012 64.048 336.372 215.728 101.332 126.089 176.761 1.737.967
219.076 682.316 42.476 255.320 148.045 120.273 166.208 97.177 1.730.891
171.630
170.235
21.211 231.160
281.125 315.103 59.053 277.874 170.177 102.529 126.089 180.003 1.511.953
265.625 281.777 64.048 336.372 215.728 101.332 126.089 168.386 1.559.357
197.865 451.156 42.476 252.560 142.595 97.149 166.208 95.217 1.445.226
34.329 174.669 40.056 199.479 78.022 841.130 684.185 2.051.870
69.000 137.716 47.515 197.528 72.521 840.781 756.150 2.121.211
3.748.591 270.249 9.693.196 315.974 1.354.464 348.235 170.415 144.691 601.979 446.307
3.859.178 270.249 8.643.486 239.480 1.708.735 415.799 307.509 308.048 575.613 446.405
13.345.510
9.375 3.058
2.760 5.450 23.124
705 184.768
8.375 178.610
1.960 285.665
39.812 147.552 74.075 347.790 76.552 757.145 835.193 2.278.119
34.329 174.669 40.055 199.479 78.022 841.131 684.185 2.051.870
73.263 143.145 51.446 210.820 78.022 885.746 791.519 2.233.961
39.812 147.552 74.075 214.865 76.552 584.922 815.285 1.953.063
2.236.638
2.412.571
599.899 129.372
575.613 129.470
12.915.324
4.009.010 9.472.491 278.147 1.203.727 307.278 115.299 193.525 248.683 532.789 593.346 1.599.146 14.544.431
1.589.852
1.590.083
2.238.728 370.810 895.186 401.540 6.055 33.806 28.960 108.764 500.635 127.236 1.201.011 3.674.003
352.442 1.182.392 910.292 601.828 3.046.954
307.743 1.126.732 870.742 726.128 3.031.345
297.770 1.237.671 867.171 793.824 3.196.436
352.442 1.182.392 910.292 609.944 3.055.070
326.870 1.189.509 913.238 766.980 3.196.597
297.771 1.237.671 867.171 796.648 3.199.261
16.392.464
15.946.669
17.740.867
4.644.922
4.786.680
6.873.264
632.000
632.000
1.105.276
-
1.105.276
Sub-totaal van de baten en lasten Storting/ onttrekking reserves Sub-totaal van de baten en lasten Gemeentelijke bijdragen basistaken Saldo van de producten excl. storting reserves
24.530.489 290.68424.239.805 -
Totaal van de baten en lasten Correcties/afrondingen Doorbelasting saldo incidentele B + L van AGZ Saldo incidentele baten en lasten Resultaat voor bestemming Egalisatie huisv.kstn tlv Alg. reserve Storting/ onttrekking bestemmingsreserves
24.239.805
24.370.093 26.833.738 230.002306.04124.140.091 26.527.698 -
1.009 848.025 167 11.380
8.505.377 316.0008.189.377 -
24.140.091
2.335.159-
8.189.377
885.000
8.914.502 12.038.089 396.0492.468.3478.518.453 9.569.742 14.622.797 8.518.453
Saldo Programma Openbare Gezondheidszorg subregio ZHN DD JGZ m.i.v. 2013 verwerkt onder JGZ contactmomenten 0-19, evenals GIZ en pilot extra contactmoment 14/15/15-jarigen.
1 1-
4.2635.4293.93113.2925.50144.96535.369112.750-
1.511.953 1.446.607 270.249 270.249 9.692.187 8.643.486 532.051645.5201.354.297 1.708.735 336.855 415.799 170.415 307.509 144.691 308.048 2.080 316.935 316.935 11.755.658 11.325.241
8.1168.11611.747.542
19.12762.77742.49640.852165.252-
132.925 172.223 19.908 325.056 1.770.282 9.101.681 617.039802.187 301.223 81.493 164.565 139.919 32.154 466.110 398.135 10.870.428
12.8242.825-
11.159.989
10.867.603
632.000
-
15.393.112 15.455.591 25.316 166.04715.418.428 15.289.544 15.159.771- 15.159.771258.657129.773-
14.795.649 2.162.307 16.957.957 14.622.7972.335.159-
36.274-
24.192.539 44.696423.878 120.525
166.047-
6820.84148.497 2.307.571-
25.316
166.047
2.162.307
145.841
0
145.264-
Toelichting rekening van baten en lasten per product, GGD-sectoren subregio ZHN
Algemeen De productbegrotingen van de basistaken zijn gebaseerd op de (administratieve) begrotingswijziging 2013 III. De productbegrotingen van de Aanvullende diensten zijn gebaseerd op de in de loop van 2012 en 2013 ontvangen beschikkingen. De schatting hiervan in de, door het Algemeen Bestuur vastgestelde begrotingswijziging 2013 III is hiervoor tot en met 30 september 2013 aangepast.
Er blijken ten opzichte van de begroting soms vrij forse verschillen. Anderzijds treden er ook verschuivingen op naar het product JGZ contactmomenten 0-19. De overschrijding op dit product wordt voornamelijk veroorzaakt door de formatieve bezetting van de sector PZJ ZHN, die in het begin van het jaar te hoog was en in de loop van het jaar is teruggebracht. De formatie aan het einde van het jaar bevindt zich op het niveau van de begroting 2014, rekening houdend met de invoering van het extra contactmoment 14/15/16jarigen. Daarnaast speelt mee, niet alleen voor PZJ, dat de salariskosten ten opzichte van de begroting hoger uitvallen door de gehanteerde begrotingssystematiek. In deze systematiek wordt uitgegaan van 95 % van het maximum van de functionele schaal. Door de huidige crisis is de daarbij gehanteerde doorstroming van circa 10 % per jaar van het personeelsbestand, vrijwel tot stilstand gekomen. Voor 2013 betekent dit circa € 230.000,- aan extra salarislasten, structureel en oplopend naar € 475.000,- in 2015 voor de subregio Zuid-Holland Noord. Incidentele baten en lasten Betreft vrijval voorziening groot onderhoud van het pand aan de Parmentierweg 49 te Leiden ad € 300.000,-, afwikkelingen inspecties kinderopvang en correcties projecten voorgaande jaren, alsmede een groot aantal kleine(re) baten en lasten voorgaande jaren.
71
Sector GHOR Hollands Midden 2013 REKENING VAN BATEN EN LASTEN PER PRODUCT 2013
omschriiving
Basistaken Veiligheidsketen Proactie en preventie Advisering risicobeheersing Veiligheidsketen Preparatie Zorgcontinuïteit, infomanagement en planvorming Opleiden, trainen en oefenen Materieel GMK/ RCC/ Multiteam Paraatheid GHOR-functies Totaal Preparatie Veiligheidsketen Repressie Operationele inzet Totaal basistaken Projecten Project Geneeskundige projectplannen Project Informatiemanagement ketenpartners Project ICT-infrastructuur Opleiding nieuwe OvDG Saldo incidentele baten en lasten 1) Totaal Projecten
rekening 2013
Lasten begroting 2013
rekening 2012
169.682
187.243
154.978
436.179 613.355 246.693
448.766 632.493 199.245
233.820
231.620
441.663 642.473 225.181 682 242.747
1.530.047
1.512.124
1.552.746
21.949
49.431
20.925
1.721.678
1.748.798
1.728.649
15.646
16.493
25.472 16.163 11.224
1.749 17.395
16.493
Baten begroting 2013
rekening 2013
3.945 489
4.434
4.434
Saldo baten en lasten rekening begroting rekening 2013 2013 2012
rekening 2012
169.682
187.243
154.978
436.179 609.410 246.204 233.820
448.766 632.493 199.245 231.620
441.663 624.549 225.181 682 242.747
17.924
1.525.613
1.512.124
1.534.822
-
21.949
49.431
20.925
17.924
1.717.244
1.748.798
1.710.725
15.646 1.749 17.395
16.493 -
25.472 16.163 11.224
16.493
52.859
17.924
-
-
-
52.859
-
-
-
4.434
-
17.924
1.734.639 1.739.073
-
1.763.584 1.781.508
Sub-totaal van de baten en lasten Onttrekking reserves In rekening gebracht bij de VRHM Sub-totaal van de baten en lasten Gemeentelijke bijdragen basistaken Saldo van de producten excl. onttrekking res.
1.739.073
1.765.291 -
1.781.508
1.739.073 -
1.765.291 -
1.781.508 -
Totaal van de baten en lasten
1.739.073
1.765.291
1.781.508
1.739.073
-
1.765.291 1.765.291 -
1.763.584 1.763.584-
-
1.765.291
-
Correcties/afrondingen Saldo incidentele baten en lasten 2) Resultaat voor bestemming
-
1.765.291
-
Onttrekking bestemmingsreserves
-
-
-
Saldo Programma Veiligheid-GHOR
-
1.765.291
-
1) en 2) Het voordelig saldo incidentele baten en lasten 2013 ad € 13.421,- is verdeeld over de producten van de GHOR HM.
1.781.508
1.734.639 1.734.639-
Toelichting rekening van baten en lasten per product, sector GHOR Algemeen Deze productverantwoording is gebaseerd op de (administratieve) begrotingswijziging 2013 III. In deze Rekening van Baten en Lasten is de omzet voor en de opbrengst van de sector RAV ad € 206.000,verantwoord. Het overschot ten opzichte van de begroting komt uit op (afgerond) € 31.000,-. Dit bedrag zal worden terugbetaald aan de ‘Veiligheidsregio Hollands Midden’, waarna voor de sector GHOR een resultaat nihil resteert. Dit bedrag is inclusief de niet begrote ontvangsten van overige organisaties aan de ‘Veiligheidsregio Hollands Midden’ worden overgemaakt.
Voor een integraal beeld van de exploitatie van de sector GHOR wordt verwezen naar het jaarbericht 2013 van de Veiligheidsregio Hollands Midden.
73
Saldo financieringsfunctie
2013 Rekening
Lasten 2013
Begroting na wijzigingen 2013
Begroting
Rekening
2013
2012
Afschrijvingen Afschrijving RAV Afschrijving GHOR Afschrijving GGD-sectoren
1.977.000 28.000 1.244.000
1.466.000 26.000 1.007.000
1.466.000 26.000 1.007.000
1.448.000 22.000 1.286.000
Totaal afschrijvingen
3.249.000
2.499.000
2.499.000
2.756.000
Rente Rente langlopende schulden RAV Rente langlopende schulden GHOR Rente langlopende schulden GGD-sectoren
353.000 142.000
295.000 140.000
295.000 140.000
347.000 155.000
Totaal rente langlopende schulden
495.000
435.000
435.000
502.000
Rente Rente kortlopende schulden RAV Rente kortlopende schulden GHOR Rente kortlopende schulden GGD-sectoren
58.000 -
210.000 3.000
210.000 3.000
33.000 -
Totaal rente langlopende schulden
58.000
213.000
213.000
33.000
3.802.000
3.147.000
3.147.000
3.291.000
Totaal lasten
Rekening Baten 2013
Begroting na wijzigingen 2013
Begroting
Rekening
2013
2012
Doorberekende afschrijvingen Doorberekende afschrijving RAV Doorberekende afschrijvingGHOR Doorberekende afschrijving GGD-sectoren
1.977.000 28.000 1.244.000
1.466.000 26.000 1.007.000
1.466.000 26.000 1.007.000
1.448.000 22.000 1.286.000
Totaal afschrijvingen
3.249.000
2.499.000
2.499.000
2.756.000
Doorberekende rente Doorberekende rente RAV Doorberekende rente GHOR Doorberekende rente GGD-sectoren
411.000 107.000
505.000 143.000
505.000 143.000
378.000 82.000
Totaal doorberekende rente
518.000
648.000
648.000
460.000
Ontvangen rente Ontvangen rente RAV Ontvangen rente GHOR Ontvangen rente GGD-sectoren
35.000
-
-
2.000 73.000
Totaal ontvangen rente
35.000
-
-
75.000
Totaal baten Saldo financieringsfunctie
3.802.000 -
3.147.000 -
3.147.000 -
3.291.000 -
Productoverzicht per functie, sector AGZ (regionale GGDproducten) Functie 120: Brandweer en rampenbestrijding Basistaken GGD Rampen opvangplan (GROP)
Functie 140: Openbare orde en veiligheid Basistaken Forensische geneeskunde/ lijkschouw voor het gedeelte lijkschouw
Functie 714: Openbare gezondheidszorg Basistaken Infectieziektebestrijding SOA / Sense Tuberculosebestrijding Medische milieukunde Technische hygiënezorg Aanvullende diensten Reizigersadvisering Groepsvaccinaties Besmettingsaccidenten Sociaal Medische Advisering Medische adviseurschappen Forensische geneeskunde exclusief lijkschouw Overige producten AGZ
74
Productoverzicht per functie, GGD-sectoren subregio MH Functie 140: Openbare orde en veiligheid Basistaken BOPZ online Huisverbod online
Functie 714: Openbare gezondheidszorg (sector OBG) Basistaken OGGZ preventie en beleid Meldpunt zorg & overlast Epidemiologie: groepsgerichte monitoring Gezondheidsbevordering 18-plus Informatie en documentatie Advisering lokaal gezondheidsbeleid Aanvullende diensten Steunpunt huiselijk geweld Verslavingspreventie Overige producten OBG
Functie 715: Jeugdgezondheidszorg (sector PZJ) Basistaken Prenatale voorlichting en zorg JGZ contactmomenten 0-19 jaar Rijksvaccinatieprogramma 0-19 jaar JGZ Extra zorg/risicokinderen JGZ Gezondheidsbevordering en opvoedondersteuning jeugd JGZ Zorgcoördinatie JGZ Gezondheidsbedreigingen JGZ Beleidsnetwerken Preventieve logopedische screening (taal-/spraakscreening) Inspectie kinderopvang (coördinatie) Aanvullende diensten Preventieve logopedische zorg Curatieve logopedische zorg Diensten voor Centra Jeugd en Gezin Beheer Jeugdmatch Inspectie kinderopvang (uitvoerring) Overige producten PZJ
Functie 716: Jeugdgezondheidszorg (sector PZJ) Basistaken JGZ Maatwerk (WMO-deel)
75
Productoverzicht per functie, GGD-sectoren subregio ZHN Functie 140: Openbare orde en veiligheid Basistaken BOPZ online Huisverbod online
Functie 714: Openbare gezondheidszorg (sector OBG) Basistaken OGGZ preventie en beleid Meldpunt zorg & overlast Epidemiologie: groepsgerichte monitoring Gezondheidsbevordering 18-plus Informatie en documentatie Advisering lokaal gezondheidsbeleid Aanvullende diensten Monitor OGGZ Digitale publieksinformatie OBG Hara Wijkgezondheidsbeleid Leiden Steunpunt huiselijk geweld Verslavingspreventie Verslavingspreventie Katwijk Overige producten OBG
Functie 715: Jeugdgezondheidszorg (sector PZJ) Basistaken Prenatale voorlichting en zorg JGZ contactmomenten 0-19 jaar Rijksvaccinatieprogramma 0-19 jaar JGZ Extra zorg/risicokinderen JGZ Gezondheidsbevordering en opvoedondersteuning jeugd JGZ Zorgcoördinatie JGZ Gezondheidsbedreigingen JGZ Beleidsnetwerken Basiszorg kwetsbare kinderen Inspectie kinderopvang (coördinatie) Aanvullende diensten Maatwerk JGZ 0-4 Opvoedbureau Diensten voor Centra Jeugd en Gezin Triple P niveau 3 Beheer Jeugdmatch Inspectie kinderopvang (uitvoerring) Overige producten PZJ 76
Verdelingsprincipe GGD-Sectoren De producten zijn verdeeld op basis van de activiteiten, zoals voorgeschreven in de Wet Publieke Gezondheid, evenals de daarmee samenhangend activiteiten voor aanvullende diensten, behoudens de basistaken Lijkschouw en Huisverbod online, welke zijn ondergebracht bij de functie 140, Openbare Orde en Veiligheid. Sector GHOR De producten van de sector GHOR zijn verdeeld naar de schakels in de veiligheidsketen en projecten. Alle producten en projecten vallen onder de functie 120, Brandweer en Rampenbestrijding. Sector RAV De taken van de sector RAV vallen geheel onder functie 711, Ambulancezorg.
77
84.349
238.342
9.801 32.728 15.045 71.047 13.994 8.141 11.922 9.806 25.337 40.521
84.347
3.469 11.582 5.324 25.143 4.952 2.881 4.219 3.470 8.967 14.340
Aantal inwoners
Saldo per product
69.971
2.877 9.608 4.417 20.858 4.108 2.390 3.500 2.879 7.438 11.896
69.972
Frontoffice Prenatale CJG zorg
5.252.735
216.001 721.281 331.571 1.565.779 308.409 179.417 262.745 216.111 558.393 893.028
5.252.733
JGZ Contactmomenten 0-19
131.800-
5.42018.0988.32039.2887.7384.5026.5935.42314.01122.407-
131.799-
1.122.848
46.173 154.184 70.878 334.708 65.927 38.353 56.165 46.197 119.365 190.898
1.122.848
JGZ JGZ Extra vaccinaties Zorg
16.997
699 2.334 1.073 5.066 998 581 850 699 1.807 2.890
16.996
Gezondheidsbedreigingen
236.202
9.713 32.434 14.910 70.409 13.868 8.068 11.815 9.718 25.110 40.157
236.202
Gezondheidsbevordering en opvoedondersteuning
193.232
7.946 26.534 12.197 57.600 11.345 6.600 9.666 7.950 20.542 32.852
193.232
Zorgnetwerken/ zorgcoördinatie
6.844.532
281.458 939.859 432.050 2.040.275 401.869 233.788 342.367 281.601 727.611 1.163.654
6.844.533
kosten JGZ subregio MH
Totaal
In dit overzicht zijn niet de kosten van de aanvullende diensten , zoals bijvoorbeeld de coördinatie/ ondersteuning CJG opgenomen en de preventieve logopedische zorg, daar per gemeente hiervoor afzonderlijke overeenkomsten zijn gesloten. In dit overzicht zijn ook de uitgaven Inspecties kinderopvang niet opgenomen, daar de ksoten daarvan niet op basis van het aantal inwoners in rekening wordt gebracht, maar op basis van het aantal kinderopvancentra.
Totaal
Bergambacht Bodegraven-Reeuwijk Boskoop Gouda Nederlek Ouderkerk Schoonhoven Vlist Waddinxveen Zuidplas
Gemeente
Overzicht per saldo bestede gelden aan JGZ-producten 2013, subregio Midden Holland
525.370
Totaal
270.248
37.386 10.610 13.243 31.915 60.655 13.688 11.669 13.883 13.085 8.025 11.711 9.498 18.422 12.276 4.182 9.692.188
1.340.823 380.533 474.933 1.144.607 2.175.332 490.891 418.500 497.883 469.288 287.812 420.013 340.648 660.671 440.269 149.985
9.692.187
JGZ Contactmomenten 0-19
JGZ Extra zorg
187.354 53.172 66.363 159.937 303.961 68.593 58.477 69.570 65.574 40.216 58.689 47.599 92.316 61.519 20.957
532.047- 1.354.297
73.60420.88926.07162.833119.41426.94722.97327.33125.76115.79923.05718.70036.26724.1688.233-
532.051- 1.354.297
JGZ vaccinaties
336.855
46.601 13.226 16.506 39.781 75.604 17.061 14.545 17.304 16.310 10.003 14.598 11.839 22.962 15.302 5.213
336.855
Gezondheidsbevordering en opvoedondersteuning
170.414
23.575 6.691 8.351 20.125 38.248 8.631 7.358 8.754 8.251 5.061 7.385 5.990 11.616 7.741 2.637
170.415
Gezondheidsbedreigingen
144.692
20.017 5.681 7.090 17.087 32.475 7.328 6.248 7.433 7.006 4.297 6.270 5.085 9.863 6.573 2.239
144.691
Zorgnetwerken/ zorgcoördinatie
316.934
43.845 12.443 15.530 37.429 71.133 16.052 13.685 16.281 15.346 9.411 13.734 11.139 21.604 14.397 4.905
316.935
Basiszorgcoördinatie kwetsbare kinderen
11.753.581
1.625.997 461.467 575.945 1.388.048 2.637.994 595.297 507.509 603.777 569.099 349.026 509.343 413.098 801.187 533.909 181.885
11.753.578
kosten JGZ
Totaal
In dit overzicht zijn niet de kosten van de aanvullende diensten , zoals bijvoorbeeld de coördinatie/ ondersteuning CJG opgenomen en de preventieve logopedische zorg, daar per gemeente hiervoor afzonderlijke overeenkomsten zijn gesloten. In dit overzicht zijn ook de uitgaven Inspecties kinderopvang niet opgenomen, daar de ksoten daarvan niet op basis van het aantal inwoners in rekening wordt gebracht, maar op basis van het aantal kinderopvancentra.
72.680 20.627 25.744 62.044 117.915 26.609 22.685 26.988 25.438 15.601 22.767 18.465 35.812 23.865 8.130
270.249
Frontoffice CJG
Aantal inwoners
Productsaldo
Alphen a/d Rijn Hillegom Kaag en Braassem Katwijk Leiden Leiderdorp Lisse Nieuwkoop Noordwijk Noordwijkerhout Oegstgeest Rijnwoude Teylingen Voorschoten Zoeterwoude
Gemeente
Overzicht per saldo bestede gelden aan JGZ-producten 2013, subregio Zuid-Holland Noord
79
80
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV HM Leiden Financiële verantwoording 2013 Inhoud
Blad
Jaarverslag 2013 sector RAV HM
2
Programmaverantwoording
7
Financiële verantwoording
9
Balans per 31 december 2013
10
Programmarekening over begrotingsjaar 2013
12
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
12
Toelichting op de balans per 31 december 2013
16
Toelichting op de programmarekening 2013
24
Analyse begrotingsafwijkingen en begrotingsrechtmatigheid
30
Controleverklaring accountant
32
Bijlagen (geen deel uitmakend van de financiële verantwoording)
33
Balans per 31 december 2013 volgens RJ
34
Aansluiting tussen resultaat Sector RAV HM volgens RJ en BBV
36
1
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV HM
Jaarverslag 2013 sector RAV HM De sector Regionale Ambulance Voorziening Hollands Midden (RAV HM) biedt verantwoorde ambulancezorg. De RAV HM kenmerkt zich als een professionele, innovatieve en transparante organisatie. De patiënt heeft hier recht op! De verantwoordelijkheid voor de ambulancezorg is op 1 januari 2013 overgaan van de gemeenten en provincies naar de Rijksoverheid. De Tijdelijke wet Ambulancezorg (TwAZ) is het wettelijk kader waar de ambulancediensten sindsdien mee te maken hebben. Op basis van deze wet heeft het ministerie van VWS vergunning verleend aan de RAV HM om ambulancezorg te verlenen in de veiligheidsregio Hollands Midden. Op financieel gebied heeft het jaar 2013 voor een belangrijk deel in het teken gestaan van de wijziging van de financieringssystematiek. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft hiervoor in opdracht van het ministerie van VWS een nieuwe systematiek ontwikkeld. Namens Ambulancezorg Nederland (AZN) heeft de algemeen manager van de RAV HM geparticipeerd in de commissie die heeft geadviseerd m.b.t. de nieuwe financiering Meldkamer Bij de invoering van de Tijdelijke wet Ambulancezorg is de verantwoordelijkheid voor de meldkamer op zowel inhoudelijk als financieel gebied bij de RAV komen te liggen. Om die reden is op 1 januari 2013 door de Veiligheidsregio Hollands Midden zowel het saldo Reserve Aanvaardbare Kosten (RAK) als de nog te in de tarieven te verrekenen bedragen overgedragen. Spreiding en beschikbaarheid 2013 Het RIVM heeft in opdracht van het Ministerie van VWS in 2013 het referentiekader spreiding en beschikbaarheid herzien. Als gevolg hiervan moet de RAV HM in 2014 meer paraatheid gaan leveren. Het leveren van meer paraatheid kan echter pas daadwerkelijk geschieden als ook de financiering hiervoor beschikbaar komt. Verwacht wordt dat dit voor 1 april 2014 een feit zal zijn. Op basis van het referentiekader spreiding en beschikbaarheid zijn in de regio Hollands Midden zeven standplaatsen noodzakelijk. Door de RAV HM gebruik gemaakt van drie goed geoutilleerde standplaatsen waar het personeel de dienst aanvangt en zes eenvoudige, doelmatig ingerichte units (standplaatsen) die indien demografische of infrastructurele wijzigingen in de regio er om vragen kunnen worden verplaatst. Door te kiezen voor het concept van vaste en mobiele standplaatsen heeft de RAV HM twee extra standplaatsen kunnen inrichten, , waarmee het totaal voor de regio uitkomt op negen. Afname ritaantallen In 2010 is binnen de ambulancesector met het ministerie van VWS afgesproken dat voor de jaren 2011 – 2013 uitgegaan wordt van een groei van het aantal ritten met 2,5 % per jaar. Eind 2013 is door de RAV HM de stand opgemaakt. Ten opzichte van de afgesproken groei over de afgelopen 3 jaar is het aantal ritten met 1,8% lager uitgekomen. Ten opzichte van 2012 is de productie echter wel toegenomen met 2,35%. De toename van de ritaantallen bij een ongewijzigde paraatheid zet de prestaties bij A1 vervoer
2
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV HM
verder onder druk: met het zelfde aantal ambulances worden immer meer ritten gereden waardoor het steeds moeilijker wordt om aan de norm van 95% responstijd binnen 15 minuten te voldoen. De lagere productie dan afgesproken, heeft gevolgen voor de financiering en daarmee voor het uiteindelijke financiële resultaat. Prestaties voldoen aan norm De prestaties bij spoedvervoer (A1) zijn enigszins gedaald, maar voldoen nog aan de wettelijke norm. De responstijd bij spoedmeldingen is in 95,1% binnen 15 minuten. De RAV HM verkent continu de mogelijkheden om de responstijden verder te verbeteren. In februari 2013 is de RAV HM gestart met de Directe Inzet Ambulance (DIA). DIA houdt in dat elke 112melding waarbij er een vraag om ambulancezorg is, direct nadat de melding binnenkomt en het adres van het noodgeval en de telefoonnummer van de melder is vastgesteld, wordt gehonoreerd met de inzet van een ambulance. Vervolgens vindt verdere triage plaats en wordt bepaald welke inzet noodzakelijk is. Indien geen ambulance-inzet noodzakelijk is wordt de reeds op pad gestuurde ambulance teruggestuurd naar de standplaats. Dit blijkt in 5 – 6 % van meldingen het geval te zijn. Door de invoering van DIA is het percentage zorgvragers wat wordt bereikt binnen 6 minuten verdubbeld. Dat levert gezondheidswinst op! Vanwege deze belangrijke winst voor de veiligheid van de burger heeft de RAV HM in december 2013 door minister Opstelten de ‘Don Berghuijs Award’ uitgereikt gekregen. Nieuw vervoersconcept Met het LUMC als enige meerlingcentrum in Nederland is de vraag naar couveusetransport en in het bijzonder van meerlingentransport groot. Door gecombineerd vervoer van een pasgeboren tweeling of een moeder samen met haar pasgeborene mogelijk te maken, komt zorg op maat beschikbaar. Deze speciaal ontwikkelde bijzondere vorm van patiëntenvervoer is in 2013 in gebruik genomen. Het voertuig is temeer bijzonder, omdat ook een andere vorm van vervoer mogelijk is geworden: voor de bariatrische (obesitas) patiënt geldt dat met de komst van deze ambulance, het transport van deze patiëntencategorie op een verantwoorde, veilige en humane manier kan plaatsvinden. De in werking stelling van het nieuwe concept heeft vertraging opgelopen. Doordat er sprake was van een volledig nieuw concept in combinatie met de strenge veiligheidseisen die de RAV HM stelt aan haar materieel, was het noodzakelijk dat de speciale ambulance aan de hand van opgedane ervaringen diverse malen verder verbeterd kon worden. In het eerste kwartaal van 2014 verwacht de RAV HM de ambulance structureel te kunnen gaan inzetten. Patiënt tevreden In 2013 is opnieuw onderzocht hoe de patiënten onze zorg hebben ervaren. Ditmaal is aangesloten bij een landelijk, door Nivel in opdracht van AZN, uitgevoerd onderzoek (de CQ-index). Het onderzoek biedt de mogelijkheid tot benchmarking. In september 2013 is de rapportage ontvangen naar aanleiding van het patiënttevredenheidsonderzoek. Patiënten zijn zeer tevreden over de dienstverlening door de RAV HM en beoordelen deze gemiddeld met een 9. Vergelijken met het vorige onderzoek is slechts beperkt mogelijk, omdat de instrumenten niet
3
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV HM
geheel overeen komen. De dienstverlening in Hollands Midden wordt in het algemeen nog positiever beoordeeld dan de dienstverlening van andere ambulancediensten in Nederland. Ontwikkelingshulp Sinds 2012 worden afgeschreven ambulances tegen een gereduceerd tarief ter beschikking gesteld aan charitatieve instellingen voor gebruik in ontwikkelingslanden. Op deze wijze draagt de RAV HM haar steentje bij aan het verbeteren van de gezondheidszorg in deze landen. In 2013 heeft één oude ambulance een goede nieuwe bestemming gekregen. (Bosnië). In 2014 zullen diverse oude ambulances worden verkocht aan charitatieve instellingen voor Ghana, Marokko en Bosnië. Eind 2014 wordt, in het licht van de gevolgen van de nieuwe financiering, bezien of het gehanteerde beleid met betrekking tot afgeschreven ambulances kan worden voortgezet. Deelname aan de USAR Een aantal verpleegkundigen van de RAV HM neemt deel aan de nationale USAR organisatie (Urban Search and Rescue). Deze medewerkers zijn getraind om (inter)nationaal te worden ingezet in rampsituaties. Ook door het beschikbaar stellen van deze medewerkers aan de USAR geeft de RAV HM blijk van haar maatschappelijke verantwoordelijkheid op (inter)nationaal niveau. In 2013 behoefde de USAR niet te worden ingezet. De medewerkers hebben wel verschillende trainingen gevolgd. Veiligheidsmanagement De RAV HM is sinds 2005 een HKZ-gecertificeerde ambulancedienst. Dit betekent dat voldaan wordt aan de gestelde kwaliteitsnormen en wettelijke eisen. In 2012 is het certificaat opnieuw verkregen voor de periode tot 2014. In 2013 is tijdens de jaarlijkse opvolgaudit opnieuw vastgesteld dat de RAV HM aan de gestelde eisen voldoet. In februari 2014 staat een (herhalings)certificeringsaudit gepland. Veiligheidsmanagement heeft in de zorg de laatste jaren terecht veel aandacht gekregen. In 2012 is de ontwikkeling van een veiligheidsmanagementsysteem bij de RAV HM in gang gezet. Verwacht wordt dat de RAV HM in 2014 gecertificeerd kan worden in het kader van veiligheidsmanagement. Brain-open, een nieuw ketenzorgtraject Aansluitend op het succes van het Coronair-Open/MISSION project voor patiënten met een hartinfarct, is op 1 april 2012 een nieuw ketenzorgtraject gestart: ‘Brain-open’. In dit traject wordt de patiënt, die mogelijk een Cerebro Vasculair Accident (beroerte) heeft, door de RAV HM volgens de laatste internationale richtlijnen behandeld. Ondertussen vindt vervoer plaats naar het ziekenhuis dat de juiste zorg kan leveren. Met alle ziekenhuizen in de regio Hollands Midden zijn op initiatief van de RAV HM afspraken gemaakt over de verdeling van patiënten met een mogelijk CVA. De nadruk wordt in het zorgtraject gelegd op de patiënt met een (dreigend) herseninfarct (CVA en TIA). Onze gezamenlijke inspanning in de zorgketen is er op gericht om invaliditeit als gevolg van een herseninfarct bij deze patiëntencategorie te voorkomen of te beperken en het succes van Coronair-Open/MISSION tenminste te evenaren. Het project loopt naar verwachting. De patiënt krijgt hierdoor snel de zorg die het beste op diens gezondheidsprobleem aansluit.
4
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV HM
Onderzoek gestimuleerd De sector RAV HM stimuleert wetenschappelijk onderzoek. Verdere ontwikkeling van de ambulancezorg op wetenschappelijke basis is belangrijk. Binnen de RAV HM zijn twee researchverpleegkundigen beschikbaar voor wetenschappelijk onderzoek en zijn in de gelegenheid gesteld om de daarbij noodzakelijke competenties te verwerven. Een van hen is bezig aan een promotieonderzoek. In 2013 liepen de volgende onderzoeken: • MISSION/ Coronair-open: deelname aan een langlopend cardiologisch onderzoek van het LUMC; • PAPAMAN-onderzoek: evaluatiestudie naar de meerwaarde van vroegtijdig (in de ambulance) starten van de behandeling d.m.v. Reopro van patiënten met een hartinfarct; • RADAS: onderzoek naar de toepasbaarheid van het Larynxmasker in de ambulancezorg. Dit onderzoek kon worden afgesloten met de conclusie dat het masker veilig in de ambulance kan worden toegepast; • RHM-studie: evaluatiestudie naar de meerwaarde van het gebruik van de LUCAS bij reanimaties. De verzameling van data voor dit onderzoek kon worden afgesloten. De verzamelde data wordt in 2014 verder geanalyseerd; • Brain-open: onderzoek naar de meerwaarde van de nieuwe, met de regionale ziekenhuizen afgesproken werkwijze bij patiënten met een herseninfarct. Bij de onderzoeken wordt intensief samengewerkt met het LUMC. Regelmatig wordt een artikel gepubliceerd naar aanleiding van de onderzoeken.
5
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV HM
Afdekking risico’s (begroting 2013 RDOG HM) Sector RAV HM Afname rittenaantallen Vanwege de door het Ministerie van VWS in 2010 opgelegde taakstelling voor 2011, 2012 en 2013 zijn in een vroeg stadium al interne efficiencymaatregelen getroffen. Het afgesproken rittenaantal is in 2013 niet behaald, waardoor de sector RAV HM wordt geconfronteerd met een extra korting op het budget. Wat mogelijk meegespeeld heeft in het teruglopen van het ritaantal, is de introductie door de overheid van het eigen risico binnen de zorg. De tekorten kunnen worden gedekt door de opgebouwde reserves (RAK). Verkoop pand Katwijk stagneert De voormalige standplaats van de RAV HM aan de ’s Gravendijkseweg te Katwijk is, doordat de gemeente Katwijk geen mogelijkheid ziet om het bestemmingsplan te wijzigen, niet verkocht. Bezwaren van de nieuwe potentiele eigenaar tegen het beleid van de gemeente zijn ongegrond verklaard. Een voorlopig verkoopcontract dat was afgesloten moest worden ontbonden. Het pand is opnieuw in de verkoop gezet. Krapte arbeidsmarkt De ambulancezorg heeft te maken met een steeds krapper wordende arbeidsmarkt voor verpleegkundigen. Als deze trend zich voortzet zal het steeds moeilijker worden vacatures voor verpleegkundigen in te vullen. Hoewel de RAV HM geen gevolgen verwacht voor de korte termijn, kunnen op de langere termijn consequenties niet worden uitgesloten. De RAV HM participeert daarom in de opleiding van de Bachelor Medische Hulpverlener (BMH), door het verlenen van stages. De HBO-opleiding BMH leidt mensen op tot ambulancezorgverlener, hulpverlener spoedeisende hulp (acute hulpverlening) of anesthesiehulpverlener (interventiehulpverlening). De opleiding is toegankelijk voor schoolverlaters met HAVO/ VWO of MBO 4 gezondheidszorg. De opleiding kan in de toekomst mogelijk een oplossing bieden voor het tekort aan verpleegkundigen.
6
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV HM
Programmaverantwoording Er is bij de Sector RAV HM sprake van één programma, te weten ambulanceactiviteiten. Hieronder volgt een overzicht van de begrote en gerealiseerde opbrengsten en kosten. Voor een nadere toelichting op de opbrengsten en kosten wordt verwezen naar de toelichting op de programmarekening, zoals opgenomen in de financiële verantwoording. Ambulanceactiviteiten (Sector RAV HM)
Opbrengst rittarief Resultaat rittarief Opbrengst meldkamertarief
Begroting 2013
Realisatie 2013
€
€
18.897.000
20.349.029
-
-743.189
2.000.000
2.039.120
Resultaat meldkamertarief Bijdrage VWS Overige inkomsten
56.244 1.932.000
1.859.741
647.000
1.633.949
Totaal van de baten Personeelskosten excl. FLO FLO kosten incl. VOP
23.476.000
25.194.894
13.538.000
14.390.387
2.361.000
2.187.302
Kosten Meldkamer
2.000.000
2.077.716
Kosten ambulances
3.111.000
3.350.772
Algemene kosten
2.126.000
3.121.782
Financiële lasten
340.000
410.343
Resultaat ambulancedienst
0
-361.056
Resultaat meldkamer
0
17.648
Totaal van de lasten Resultaat ambulanceactiviteiten
23.476.000
25.194.894
-
-
7
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV HM
Financiering De financiering van de ambulance activiteiten vindt plaats op basis van voorgeschreven tarieven door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Voor nadere informatie omtrent de financiering waaronder de Wet Fido wordt verwezen naar de financiële verantwoording en het jaarverslag van de RDOG. Bedrijfsvoering De algemeen manager heeft het voornemen om de bedrijfsvoering van 2013 in de komende jaren te continueren. Voor 2014 worden geen grote wijzigingen in de omvang van het personeel verwacht. Sinds 1 januari 2013 is de Tijdelijke wet Ambulancezorg van toepassing. De RAV HM heeft een aanwijzing gekregen voor een periode van 5 jaar voor het uitvoeren van ambulancezorg in de regio Hollands Midden. Onderdeel van de TwAZ is de verantwoordelijkheid voor de meldkamer ambulancezorg welke bij de RAV is komen te liggen. De gemeenschappelijke meldkamer verhuist in 2014 naar een nieuwe locatie (de Yp) in Den Haag. Op deze locatie is ook de GMK Haaglanden gehuisvest. . De financiële en inhoudelijke gevolgen hiervan zijn nog niet volledig duidelijk bij het opstellen van deze jaarrekening. Voor een nadere toelichting op de bedrijfsvoering wordt verwezen naar de toelichting op de onderhavige financiële verantwoording, het jaarverslag van de RDOG en het sociaal maatschappelijk verslag van de Sector RAV HM. Leiden, februari 2014
P. Haasbeek Algemeen Manager RAV Hollands Midden
8
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV HM
Financiële verantwoording
• • • • • • •
Balans Programmarekening Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Toelichting op de balans Toelichting op de programmarekening Analyse begrotingsafwijkingen en begrotingsrechtmatigheid Controleverklaring
9
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV HM Leiden
Balans per 31 december 2013 (na bestemming saldo baten en lasten) Activa
31.12.2013
31.12.2012
€
€
Investeringen met een economisch nut
13.537.960
14.429.044
Totaal vaste activa
13.537.960
14.429.044
Vaste activa Materiële vaste activa Investeringen met een economisch nut
Vlottende activa Uitzettingen met een looptijd korter dan één jaar
Vorderingen Liquide middelen Overlopende activa Totaal vlottende activa Totaal generaal
4.046.300
3.205.700
2.601
2.595
258.584
73.235 4.307.485
3.281.530
17.845.445
17.710.574
10
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV HM Leiden
Passiva
31.12.2013
31.12.2012
€
€
509.637
228.784
Vaste passiva Voorzieningen onderhoud gebouwen Voorziening nacalculatie 2011-2013 (contract VWS) Reserve aanvaardbare kosten RAV
2.339.506
2.435.897
Schulden looptijd langer dan één jaar
7.104.000
7.754.512
10.306.917
10.419.193
353.774
Totaal vaste passiva Vlottende passiva Netto vlottende schulden met een rente looptijd korter dan één jaar Banksaldi
2.592.848
2.619.708
Overige schulden en overlopende passiva Totaal vlottende passiva Totaal generaal
4.945.680
4.671.673 7.538.524
7.291.381
17.845.445
17.710.574
11
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV HM Leiden
Programmarekening over begrotingsjaar 2013 Begroting 2013 Omschrijving programma
Ambulanceactiviteiten
Realisatie 2013
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
€
€
€
€
€
€
23.476.000
23.476.000
0
25.194.894
25.194.894
0
12
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV HM Leiden
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Inleiding Algemeen Deze Gemeenschappelijke Regeling is per 1 januari 2006 opgericht en bevat naast de ambulanceactiviteiten ook nog andere activiteiten. De ambulanceactiviteiten zijn ondergebracht in de sector RAV HM. Bij de invoering van de Tijdelijke wet Ambulancezorg is de verantwoordelijkheid voor de meldkamer op zowel inhoudelijk als financieel gebied bij de RAV komen te liggen. Om die reden is op 1 januari 2013 door de Veiligheidsregio Hollands Midden zowel het saldo Reserve Aanvaardbare Kosten (RAK) als de nog te in de tarieven te verrekenen bedragen overgedragen. De onderhavige financiële verantwoording bevat uitsluitend de activiteiten die zijn ondergebracht in de sector RAV HM. Verslaggevingsregels De financiële verantwoording is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) daarvoor geeft, voor zover van toepassing en relevant voor de sector RAV HM. In de bijlage is een balans per 31 december 2013 opgenomen op basis van de door de NZa voorgeschreven verslaggevingsregels. Tevens is in de bijlage de aansluiting tussen het budgetresultaat en opbrengstresultaat volgens de RJ en het BBV weergegeven. Activiteiten Programma’s Binnen de RDOG zijn alle ambulanceactiviteiten ondergebracht in de sector RAV HM. Voor de sector RAV HM is een aparte begroting opgesteld. Er is dus sprake van één programma. Vergelijkende cijfers In de balans per 31 december 2013 is de balans per 31 december 2012 als vergelijkend cijfer opgenomen. In de programmarekening over 2013 is rekening gehouden met de vereisten van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Algemene grondslagen voor het opstellen van de financiële verantwoording De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde.
13
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV HM Leiden De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de financiële verantwoording bekend zijn geworden. Programmarekening Opbrengstresultaat ritten Het verschil tussen het budget aanvaardbare kosten en de opbrengst uit rittarieven en meldkamertarieven wordt ultimo boekjaar verantwoord als “resultaat rittarief ” en “resultaat meldkamertarief ” in de programmarekening en in de balans verantwoord onder de posten “Nog in tarieven te verrekenen ambulancedienst “ en ”Nog in tarieven te verrekenen meldkamer” Het budget aanvaardbare kosten wordt na afloop van het boekjaar door middel van een nacalculatie vastgesteld en goedgekeurd door de zorgverzekeraars en de NZa. Eventuele aanpassingen naar aanleiding van de vaststelling en goedkeuring van de nacalculaties worden verwerkt indien en voor zover zij bij het opstellen van de betreffende financiële verantwoording bekend zijn. Personeelslasten Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop zij betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod, zoals opgenomen in het BBV, op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt. Daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremies ten behoeve van gepensioneerden, overlopende vakantiegeld- en verlof- aanspraken en dergelijke. Voor de verwerking van de kosten inzake de overgangsregeling FLO wordt verwezen naar de toelichting op de programmarekening en de toelichting op de langlopende financiële rechten en verplichtingen. Voor wat betreft de personele beloning is er geen overschrijding van de Balkenendenorm. Reserve aanvaardbare kosten Het verschil tussen het budget aanvaardbare kosten en de werkelijke kosten wordt in de programmarekening verantwoord als “Resultaat ambulancedienst en meldkamer” en ultimo boekjaar in de balans verantwoord in de “Reserve aanvaardbare kosten (RAK) ambulancedienst en meldkamer”, welke is opgenomen onder de voorzieningen (Door derden beklemde middelen met een specifieke aanwendingsrichting). Balans Vaste activa Materiële vaste activa Investeringen met een economisch nut Materiële vaste activa worden vanaf het moment van ingebruikneming lineair afgeschreven over de verwachte gebruiksduur, waarbij rekening wordt gehouden met een eventuele restwaarde. Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen rekening gehouden met een bijzondere vermindering
14
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV HM Leiden van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is. Dergelijke afwaarderingen worden teruggenomen als ze niet langer noodzakelijk blijken. De gehanteerde afschrijvingstermijnen bedragen in jaren: Bedrijfsgebouwen Ambulances Medische inventaris Piketauto’s Inventaris Automatisering Verbindingsnetwerk Overige bedrijfsmiddelen
10 - 50 5 5 5 10 5 5 10
Op grond wordt niet afgeschreven. Vlottende activa Voor wat betreft de voorraad medische middelen is een andere methodiek gevolgd. Vorderingen en overlopende activa De vorderingen en overlopende activa worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening getroffen. De voorziening wordt statisch bepaald op basis van de geschatte inningskansen. Vaste passiva Voorzieningen Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. Door derden beklemde middelen met een specifieke aanwendingsrichting Op grond van de NZa-richtlijnen geldt dat, indien de werkelijke kosten minder of meer bedragen dan het budget aanvaardbare kosten, dit verschil door het betreffende orgaan voor gezondheidszorg ten gunste respectievelijk ten laste van de “Reserve aanvaardbare kosten (RAK)” moet worden gebracht. De RAK heeft het karakter van een schommelfonds (egalisatierekening) en dient ter vereffening van tekorten en overschotten van het budget. Hierdoor kan de RAK gedurende een (beperkte) periode negatief staan. De Gemeenschappelijke Regeling mag het bedrag van de RAK niet als winst beschouwen, noch mag dit bedrag geheel of gedeeltelijk worden bestemd voor andere doeleinden. Vlottende passiva De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
15
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV HM Leiden
Toelichting op de balans per 31 december 2013 ACTIVA VASTE ACTIVA Materiële vaste activa Het verloop van de overige investeringen met een economisch nut kan als volgt worden weergegeven: Boekwaarde Boekwaarde 01-01-2013 Investering Desinvestering Afschrijving 31-12-2013 €
€
€
€
€
10.909.634
695.359
-
604.398
11.000.595
1.772.479
264.593
-
780.664
1.256.408
Medische Inventaris
214.923
9.043
-
155.645
68.321
Piketauto’s
84.099
38.500
11.555
37.061
73.983
Kantoor Inventaris
629.633
43.449
-
87.384
585.698
Automatisering
486.610
46.602
-
113.892
419.320
Verbindingen
12.170
0
-
3.946
8.230
OVDG wagens
34.896
0
-
34.896
0
284.600
0
-
159.195
125.405
14.429.044
1.097.546
11.555
1.977.081
13.537.960
Gebouwen en terreinen Ambulances
Overige bedrijfsmiddelen Totaal
16
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV HM Leiden
VLOTTENDE ACTIVA Uitzettingen met een looptijd korter dan één jaar Overige vorderingen De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van één jaar of minder kunnen als volgt gespecificeerd worden: 31.12.2013
Debiteuren Voorziening dubieuze debiteuren Nog in tarieven te verrekenen ambulancedienst/ meldkamer Nog te vorderen bedragen Betaalde voorschotten
31.12.2012
€
€
3.755.740
2.253.028
-115.000
-115.000
80.188
736.173
323.372
328.501
2.000
2.998
4.046.300
3.205.700
De post ‘Nog in tarieven te verrekenen ambulancedienst/ meldkamer’ bestaat uit -/- € 13.754,- te verrekenen ambulancedienst en € 93.942,- meldkamer. Het verloop van de voorziening dubieuze debiteuren kan als volgt worden weergegeven:
2013 €
Stand per 1 januari Toevoeging voorziening als gevolg van inschatting oninbaarheid per balansdatum
115.000
(ten laste van programmarekening) Stand per 31 december
115.000
Het verloop van de post “Nog in de tarieven te verrekenen ambulancedienst” kan als volgt worden weergegeven: 2013 € Stand per 1 januari 2013
736.173
Opbrengstresultaat ritten
749.927
Stand per 31 december 2013
-13.754
17
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV HM Leiden
Het verloop van de post “Nog in de tarieven te verrekenen meldkamer” kan als volgt worden weergegeven: 2013 € Beginstand 1 januari 2013 Saldo overgenomen van de Veiligheidsregio Hollands-Midden
37.698 56.244
Stand per 31 december 2013
93.942
Voor een toelichting op het opbrengstresultaat ritten wordt verwezen naar de toelichting op de programmarekening. Voor een nadere toelichting op de post “Nog in de tarieven te verrekenen” wordt verwezen naar de toelichting op de voorzieningen (Reserve aanvaardbare kosten). In deze toelichting is ook de status van de goedkeuring en vaststelling van de nacalculaties door de zorgverzekeraars en de NZa vermeld.
Liquide middelen
Rekening-courant ING bank
31.12.2013
31.12.2012
€
€
2.601
2.595
31.12.2013
31.12.2012
€
€
258.584
73.235
Overlopende activa
Overlopende posten
18
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV HM Leiden
PASSIVA VASTE PASSIVA
Voorziening onderhoud gebouwen
31.12.2013 €
31.12.2012 €
509.637
228.784
Vanaf 2012 wordt gedurende 20 jaar een bedrag gedoteerd aan de voorziening onderhoud gebouwen.
Voorziening nacalculatie 2011-2013
31.12.2013 €
31.12.2012 €
353.774
0
31.12.2013 €
31.12.2012 €
2.074.840
2.435.897
264.666
0
2.339.506
2.435.897
Betreft een voorlopige schatting van de verplichting tot terug te betalen ontvangsten i.v.m. onderproductie ritten in de jaren 2011 tot en met 2013. De afrekening hiervan zal naar verwachting in 2015 plaatsvinden. Door derden beklemde middelen met een specifieke aanwendingsrichting De door derden beklemde middelen met een specifieke aanwendingsrichting kunnen als volgt gespecificeerd worden:
Reserve aanvaardbare kosten ambulancedienst Reserve aanvaardbare kosten meldkamer Totaal Reserve Aanvaardbare Kosten Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de toelichting op het budgetresultaat en de langlopende financiële rechten en verplichtingen. Het verloop in het boekjaar 2013 is als volgt:
Stand per 1 januari ambulancedienst Budgetresultaat 2013
2013 € 2.435.897 -361.057
19
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV HM Leiden
Stand per 31 december ambulancedienst
2.074.840
2013 €
Het verloop in het boekjaar 2013 is als volgt: Stand per 1 januari meldkamer Overname reserve aanvaardbare kosten van Veiligheidsregio Budgetresultaat 2013 Stand per 31 december meldkamer
0 247.018 17.648 264.666
Voor een nadere toelichting op het budgetresultaat 2013 wordt verwezen naar de toelichting op de programmarekening. Afwijking tussen RAK volgens BBV en RJ De afwijking tussen de RAK volgens het BBV en de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving (RJ) kan als volgt worden toegelicht: Stand per 31 december bij toepassing BBV Af: correcties als gevolg van toepassing BBV (arbeidskosten gerelateerde verplichtingen, zie ook langlopende financiële verplichtingen, punt c.) Bij: voorziening onderhoud gebouwen
2.339.506 -933.000 509.637
Stand van de RAK per 31 december bedraagt volgens de voorlopige nacalculatie 2013 (bij toepassing RJ):
1.916.142
De Sector RAV HM verwacht dat de zorgverzekeraars en de NZa de voorlopige berekening van de nacalculatie 2013 zullen volgen. Vaste schulden met een looptijd van langer dan één jaar De vaste schulden met een looptijd van langer dan één jaar kunnen als volgt gespecificeerd worden: Binnenlandse banken en overige financiële instellingen Lening BNG bank Lening Rabobank
31.12.2013
€
31.12.2012 €
7.104.000 0 7.104.000
7.400.000 354.512 7.754.512
De Sector RAV HM is in 2012 een drietal leningen aangegaan bij de BNG bank. De leningen hebben een looptijd van 50 jaar. In 2013 is op deze leningen € 296.000,- afgelost (2012 en 2013). De lening bij de RABO bank is volledig afgelost.
20
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV HM Leiden
VLOTTENDE PASSIVA Het onder de netto vlottende schulden met een looptijd korter dan één jaar opgenomen banksaldo kan als volgt gespecificeerd worden: 31.12.2013
Rekening-courant ING Bank N.V.
31.12.2012
€
€
2.592.848
2.619.708
2.592.848
2.619.708
De sector RAV HM is in 2004 een kredietfaciliteit in rekening-courant overeengekomen met de ING Bank N.V. De kredietfaciliteit bedraagt per balansdatum € 4.000.000,-. Per 1 april 2006 is de overeenkomst inzake deze kredietfaciliteit stilzwijgend verlengd. Er zijn geen zekerheden aangaande de kredietfaciliteit afgegeven. De onder de netto vlottende schulden met een looptijd korter dan één jaar opgenomen overige schulden en overlopende passiva kunnen als gespecificeerd worden: 31.12.2013
31.12.2012
€ Nog te betalen VOP-premies
€
0
108.461
1.845.890
2.152.622
Nog te ontvangen facturen (diverse)
113.781
162.852
Nog te betalen afhijsingen
116.800
105.600
Nog te betalen CPA toeslag
0
200.113
Nog te betalen kosten
0
405.531
2.869.205
1.536.494
4.945.680
4.671.673
Crediteuren
Nog te betalen Rekening Courant RDOG
Niet uit de balans blijkende verplichtingen De Sector RAV HM is voor een aantal toekomstige jaren gebonden aan verschillende, niet uit de balans blijkende financiële rechten en verplichtingen. Hieronder volgt een opsomming van de belangrijkste van
21
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV HM Leiden deze rechten en verplichtingen:
a. Huurverplichtingen De sector RAV HM heeft huurverplichtingen inzake onroerend goed; de totale jaarlast bedraagt ongeveer € 360.000,-. De looptijd van de huurverplichtingen verschilt per standplaats, geen van de verplichtingen heeft een looptijd langer dan 5 jaar, behoudens de huurverplichting Vondellaan Leiden die een looptijd heeft van 25 jaar. b. Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen Op grond van artikel 44 lid 3 Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten zijn er geen voorzieningen gevormd voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume. Per 31 december 2013 bedragen de belangrijkste niet opgenomen verplichtingen: - Vakantietoeslag circa - Vakantiedagen circa - Overwerk en onregelmatigheidstoeslag circa - PLB uren circa
€ 310.000,€ 286.000,€ 29.000,€ 308.000,-
c. Investeringsverplichtingen De sector RAV HM heeft per 31 december 2013 een verplichting uit hoofde van de aanschaf van 14 nieuwe ambulances. d. Onderhoudscontracten De sector RAV HM heeft een doorlopend mantelcontract voor alle ambulances. Voor iedere voertuig onder de voorwaarden van deze mantelovereenkomst wordt een vijfjarig contract aangegaan. De jaarlijkse verplichting bedraagt circa € 230.000,-. De sector RAV HM heeft met ingang van 2008 een onderhoudscontract ten aanzien van het communicatiesysteem waaronder navigatieapparatuur en C2000. De jaarlijkse kosten bedragen circa € 65.000,-. De overeenkomst wordt stilzwijgend na drie jaar steeds met één jaar verlengd. De sector RAV HM is in 2008 een onderhoudscontract voor medische apparatuur aangegaan. De kosten bedragen circa € 25.000,- per jaar.
22
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV HM Leiden
e. Verplichtingen inzake FLO De sector RAV HM heeft een verplichting jegens haar werknemers inzake het functioneel leeftijdsontslag (hierna: FLO). In de CAO 2005-2007 is besloten per 1 januari 2006 het FLO af te schaffen en een nieuw stelsel in te voeren voor werknemers in bepaalde zware beroepen. Voor nieuwe werknemers is een separate regeling overeengekomen. Voor werknemers die op het moment van het vervallen van de FLO-regeling al in dienst waren en recht hadden op FLO is een overgangsregeling getroffen (hierna: overgangsregeling FLO). Er zijn vijf medewerkers die nog onder de oude FLO-regeling vallen. De kosten van de oude regeling moeten sinds 1 januari 2012 worden gedekt uit het reguliere budget. De FLO kosten van de overgangsregeling worden sinds 1 januari 2012 voor 95 % gedekt door een bijdrage van het ministerie van VWS. Naast de hierboven weergegeven feiten aangaande de FLO is tevens per 1 januari 2006 de FPU afgeschaft. Partijen zijn eind 2008 overeengekomen dat de overbrugging van personeel in de leeftijd van 62 tot 62 jaar en 9 maanden onder andere gedekt zal worden door de inkoop van extra pensioen door de werkgever. Deze inkoop van extra pensioen zal voor een deel van de werknemers plaatsvinden door een directe afstorting bij het ABP en voor het overige deel op het moment dat de betreffende werknemer 53 jaar wordt.
23
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV HM Leiden
Toelichting op de programmarekening 2013 Ambulanceactiviteiten (Sector RAV HM) Begroting 2013
Opbrengst rittarief Resultaat rittarief Opbrengst meldkamertarief Resultaat meldkamertarief Bijdrage VWS Overige inkomsten
Realisatie 2013 €
€
18.897.000
20.349.029
16.634.613
0
-743.189
2.403.128
2.000.000
2.039.120
0
0
56.244
0
1.932.000
1.859.741
1.753.495
647.000
1.633.949
1.508.443
Totaal van de baten Personeelskosten – excl. FLO
Realisatie 2012
€
23.476.000
25.194.894
22.299.679
13.538.000
14.390.387
13.264.544
FLO kosten incl. VOP
2.361.000
2.187.302
2.181.766
Kosten Meldkamer
2.000.000
2.077.716
0
Kosten ambulances
3.111.000
3.350.772
2.970.667
Algemene kosten
2.126.000
3.121.782
2.591.951
Financiële lasten
340.000
410.343
378.266
Resultaat Ambulance Dienst
0
-361.056
912.485
Resultaat Meldkamer
0
17.648
0
Totaal van de lasten
23.476.000
25.194.894
22.299.679
0
0
0
Resultaat ambulanceactiviteiten
24
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV HM Leiden Toelichting op de ontwikkeling van het resultaat: De belangrijkste verschillen tussen de realisatie en de begroting kunnen als volgt worden toegelicht: Baten Opbrengsten tarieven Er zijn in 2013 minder ritten gereden dan de door de NZa verlangde groei ten opzichte van 2010. Daarnaast zijn de tarieven, zoals vastgesteld door de NZa, anders dan begroot. Met de zorgverzekeraars is afgesproken, dat er geen nacalculatie plaats vindt op basis van het aantal gereden ritten. In het nacalculatie formulier is derhalve het aantal ritten opgenomen conform de productieafspraak. Opbrengstresultaat ritten Het opbrengstresultaat ritten kan als volgt worden toegelicht: 2013 € Budget aanvaardbare kosten 2013 ambulancedienst volgens voorlopige nacalculatie Correctie nacalculatie 2012 Werkelijke opbrengst rittarieven 2013
19.605.840 -6.737 20.349.029 -749.926
Het opbrengstresultaat wordt veroorzaakt door de hogere tarieven. Het opbrengstresultaat meldkamer kan als volgt worden toegelicht:
Budget aanvaardbare kosten 2013 meldkamer volgens voorlopige nacalculatie Werkelijke opbrengst meldkamertarieven 2013
2013 € 2.095.364 2.039.120 56.244
Het opbrengstresultaat wordt veroorzaakt door de lagere meldkamertarieven. Bijdrage VWS Dit betreft de bijdrage van ministerie van VWS inzake de overgangsregeling FLO groot € 1.859.741,- Zie voor een nadere toelichting de toelichting op de Personeelskosten – overgangsregeling FLO. Het betreft 95 % van de werkelijke kosten FLO/VOP.
25
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV HM Leiden
Overige inkomsten
Opbrengsten GHOR Inzet personeel bij de LMAZ Extra inkomsten t.b.v. niet reguliere scholing Overige opbrengsten
Begroot 2013 €
Realisatie 2013 €
Realisatie 2012 €
274.000 50.000 323.000 647.000
237.513 83.178 50.000 1.263.258 1.633.949
240.682 926.217 50.000 291.544 1.508.443
De Sector RAV HM zet met ingang van maart 2007 personeel in bij de landelijke meldkamer ambulancezorg (LMAZ) en ontvangt hiervoor een vergoeding. Deze overeenkomst is beëindigd per 1 februari 2013 i.v.m. opheffing van deze Meldkamer. De overige opbrengsten zijn hoger dan begroot door o.a.: a) Een vrijval van voorgaande jaren van 250.000,-. b) Inkomsten meldkamer vergoeding Medisch Adviseur, Kwaliteit en Stafmedewerkers € 408.000,-. c) Doorbelasting personeel aan derden € 464.000,-. Lasten Personeelskosten - exclusief overgangsregeling FLO De afwijkingen tussen de begroting en de realisatie 2013 kunnen als volgt worden toegelicht:
Kosten rijdend personeel, staf- en steunfuncties Opleidingskosten Inhuur uitzendkrachten eigen meldkamer Overige personeelskosten
Begroot 2013 €
Realisatie 2013 €
Realisatie 2012 €
12.432.000 650.000 0 456.000 13.538.000
12.721.652 551.963 402.499 714.273 14.390.387
11.384.529 316.433 0 1.563.582 13.264.544
Inhuur uitzendkrachten is een niet begrootte post. Betreft de inhuur van uitzendkrachten t.b.v. onze meldkamer. Hier tegenover staat bij de inkomsten een hogere opbrengst. De post overige personeelskosten is hoger dan begroot door o.a. inhuur uitzendkrachten t.b.v. van de LMAZ en kosten opening nieuwbouw Vondellaan 43 in Leiden.
26
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV HM Leiden Personeelskosten - FLO-regelingen De kosten kunnen als volgt gespecificeerd worden:
Kosten FLO-regeling
Begroot 2013 € 1.846.000
Realisatie 2013
Realisatie 2012
€ 1.820.191
€ 1.735.950
Kosten werknemers oude FLO regeling
313.000
140.745
237.530
VOP-premies 2013
187.000
137.431
108.461
15.000
88.935
99.825
2.361.000
2.187.302
2.181.766
Begroot 2013
Realisatie 2013
Realisatie 2012
€
€
€
Juridische- en accountantskosten samenhangend met overgangsregeling
Kosten ambulances De afwijkingen tussen de begroting en de realisatie 2013 kunnen als volgt worden toegelicht:
Kosten ambulances en piketauto’s
1.985.000
2.122.989
1.818.233
Inventaris ambulances
200.000
155.645
191.672
Medische middelen
832.000
972.396
866.749
Kosten verbindingen
94.000
99.742
94.013
3.111.000
3.350.772
2.970.667
De kosten ambulances en piketauto’s zijn ten opzichte van de begroting hoger uitgevallen onder meer door de gestegen onderhoudskosten. Oorzaak hiervan is dat de leverancier van het onderhoud enige jaren geleden failliet is gegaan. Hierdoor zijn de toen afgesloten onderhoudscontracten niet volledig nagekomen. De kosten medische middelen zijn onder meer hoger uitgevallen dan begroot door de extra vervanging van lithium batterijen.
27
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV HM Leiden
Algemene kosten De algemene kosten kunnen als volgt gespecificeerd worden:
Begroot 2013
Realisatie 2013
Realisatie 2012
€
€
€
Kosten gebouwen en standplaatsen
966.000
1.685.461
1.407.884
Kosten kantoor
651.000
991.910
1.129.764
Afschrijvingskosten debiteuren
150.000
75.602
54.303
Vrije marge gelden
359.000
368.804
-
2.126.000
3.121.777
2.591.951
De huisvestingskosten zijn hoger dan begroot met name door extra kosten huur in verband met nieuwbouw van de hoofdvestiging in Leiden en de ingebruikname van genoemde hoofdvestiging. Daarnaast is aan de voorziening onderhoud gebouwen € 280.853,- gedoteerd. De “kosten kantoor” hebben betrekking op de overige algemene kosten zoals verzekeringskosten, salarisadministratie, automatiseringskosten, abonnementen, advieskosten, accountantskosten, etc. Ook zijn de juridische advieskosten hoger dan begroot door kosten inzake reparatiewerkzaamheden vestiging Vondellaan, twee ontslagzaken en de kosten die de RAV HM heeft moeten maken rondom een mogelijke aansprakelijkheidsstelling in verband met het schietincident in Alphen aan den Rijn.
28
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV HM Leiden
Budgetresultaat aanvaardbare kosten (normale bedrijfsuitoefening) Het budgetresultaat aanvaardbare kosten normale bedrijfsuitoefening kan als volgt worden toegelicht:
2013 € Budget aanvaardbare kosten ambulancedienst (nacalculatie 2013) Werkelijke netto kosten 2013 (kosten 2013 minus overige opbrengsten) Budgetresultaat normale bedrijfsuitoefening Budget aanvaardbare kosten meldkamer (nacalculatie 2013) Werkelijke netto kosten 2013 Budgetresultaat normale bedrijfsuitoefening
19.605.837 19.966.893 -361.056 2.095.364 2.077.716 17.648
29
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV HM Leiden
Analyse begrotingsafwijkingen en begrotingsrechtmatigheid Rechtmatigheid De RDOG heeft conform de van toepassing zijnde regelgeving een normenkader inzake rechtmatigheid vastgesteld. Voor zover van toepassing voor de Sector RAV HM heeft er een rechtmatigheidsonderzoek plaatsgevonden. Analyse begrotingsafwijkingen Voor de analyse van de begrotingsafwijkingen wordt verwezen naar de toelichting op de programmarekening. Analyse begrotingsrechtmatigheid Op grond van artikel 189, lid 3 Gemeentewet (GW) zijn alle begrotingsoverschrijdingen op de lasten (en de daarmee overeenstemmende balansmutaties) onrechtmatig. Bij de afweging van de relevantie van deze onrechtmatige lasten is het criterium “passend binnen het door het Algemeen Bestuur uitgezette beleid” van belang. De sector RAV HM heeft een per saldo begrotingsoverschrijding van ruim 7% gerealiseerd. De Algemeen manager is van mening dat de begrotingsoverschrijdingen op de lasten passen binnen het door het Algemeen Bestuur uitgezette beleid, omdat hiertegenover direct relateerbare baten staan. Daarnaast is de algemeen manager van de sector RAV HM van mening dat de begrotingsoverschrijdingen passen binnen het door het Algemeen Bestuur vastgestelde beleid De mening van de Algemeen manager wordt bekrachtigd door het Algemeen Bestuur bij de goedkeuring van de financiële verantwoording door het Algemeen Bestuur.
Wet normering bezoldiging top functionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) In het kader van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector is er voor de sector RAV HM geen sprake van topfunctionarissen en ook is er geen sprake van niettopfunctionarissen waarvan de bezoldiging de maximumnorm overschrijdt.
30
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV HM Leiden
Ondertekening van de financiële verantwoording Leiden, …………. 2014 Algemeen manager
P. Haasbeek Algemeen Bestuur:
................................ Mevrouw M.J.C. Suiker
................................ dr. J.M.M. de Gouw
Voorzitter
Secretaris
31
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV HM Leiden
Controleverklaring accountant
32
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het bestuur van de gemeenschappelijke regeling RDOG Hollands Midden
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in de jaarstukken 2013 opgenomen jaarrekening 2013, bestaande uit de pagina’s 10 tot en met 30, van de Sector RAV, onderdeel van de Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2013 en de programmarekening over 2013 met de toelichtingen, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de gemeenschappelijke regeling RDOG Hollands Midden is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen waaronder verordeningen van de gemeenschappelijk regeling. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het Besluit accountantscontrole Decentrale Overheden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico's dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, alsmede voor de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de gemeenschappelijke regeling.
Pagina 2
Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het bestuur van de gemeenschappelijke regeling gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1 % en voor onzekerheden 3 % van de totale lasten en toevoegingen aan reserves. Op basis van artikel 2 lid 7 BADO is deze goedkeuringstolerantie door de algemeen bestuur vastgesteld in het controleprotocol d.d. 1 juli 2009. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Naar ons oordeel geeft de financiële verantwoording van de Sector RAV een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2013 als van de activa en passiva per 31 december 2013 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2013 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder verordeningen van de gemeenschappelijk regeling.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 213 lid 3 onder d van de Gemeentewet vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening.
Den Haag, 6 maart 2014
Ernst & Young Accountants LLP
w.g. drs. M.E. van Kimmenade RA MGA
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV HM Leiden
Bijlagen (geen deel uitmakend van de financiële verantwoording) • •
Balans volgens RJ Aansluiting tussen resultaat Sector RAV HM volgens RJ en BBV
35
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV HM Leiden
Balans per 31 december 2013 volgens RJ
Deze balans is opgesteld met inachtneming van de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling volgens de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (RJ). De aanpassingen ten opzichte van de in de financiële verantwoording opgenomen balans betreft het in de balans opnemen van de arbeidskosten gerelateerde verplichtingen, het niet opnemen van de voorziening onderhoud gebouwen en de presentatie van de Reserve Aanvaardbare Kosten (RAK). Activa
31.12.2013
31.12.2012
- Investeringen met een economisch nut
13.537.960
14.429.044
Totaal vaste activa
13.537.960
14.429.044
Vaste activa Materiële vaste activa Investeringen met een economisch nut
Vlottende activa Debiteuren
3.627.740
2.253.027
Voorziening dubieuze debiteuren
(115.000)
(115.000)
792.144
1.140.908
2.601
2.595
Overige vordering en overlopende activa Liquide middelen Totaal vlottende activa
Totaal generaal
4.307.485
3.281.530
17.845.445
17.710.574
36
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV HM Leiden
Passiva Eigen vermogen Reserve Aanvaardbare kosten
1.916.142
1.931.681
7.104.000
7.754.512
Langlopende schulden Schulden aan kredietinstellingen
Kortlopende schulden Schulden aan kredietinstellingen
2.592.848
2.619.708
Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen 933.000
733.000
Overige schulden/overlopende passiva
Totaal-generaal
5.299.455
4.671.673 8.825.303
8.024.381
17.845.445
17.710.574
37
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV HM Leiden
Aansluiting tussen resultaat Sector RAV HM volgens RJ en BBV Budgetresultaat aanvaardbare kosten 2013 € Budgetresultaat aanvaardbare kosten 2013 volgens BBV Bij: arbeidskosten gerelateerde verplichtingen per 1 januari 2013 Bij: dotatie voorziening onderhoud gebouwen Bij: Overdracht RAK meldkamer van Veiligheidsregio Hollands-Midden Af: arbeidskosten gerelateerde verplichtingen per 31 december 2013 Budgetresultaat aanvaardbare kosten 2013 volgens RJ
-343.408 733.000 280.853 247.016 (933.000) -15.537
Opbrengstresultaat ritten 2013 € Opbrengstresultaat ambulancedienst en meldkamer 2013 volgens BBV Opbrengstresultaat ambulancedienst en meldkamer 2013 volgens RJ
(-671.433) (-671.433) -
38
Verklarende woordenlijsten Verklarende woordenlijst sector RAD A1-vervoer A2-vervoer AB AED Ambuteam AVLS
Spoedvervoer met zwaailicht en sirene Spoedvervoer zonder zwaailicht en sirene Algemeen Bestuur Automatische Externe Defibrillator Ambulanceteam, onderdeel van de Geneeskundige Combinatie Automatisch Voertuig Locatie Systeem
B-vervoer BBV BOT
Besteld vervoer Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten Bedrijfs Opvang Team
CPA
Centrale Post Ambulancevervoer
DB
Dagelijks Bestuur
ECG EHBO
Elektro Cardiogram Eerste Hulp Bij Ongevallen
FLO FPU
Functioneel Leeftijds Ontslag Flexibele Pensioen Uitkering
GHOR GHR (Wet) GIS GMK GMS GR GW
Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Geneeskundige Hulpverlening bij Rampen (Wet) Geografisch Informatie Systeem Gemeenschappelijke MeldKamer Gemeenschappelijk Meldkamer Systeem Gemeenschappelijke Regeling Gemeentewet
HKZ HM
Harmonisatie Kwaliteitszorg Zorginstellingen Hollands Midden
LUCAS LUMC
Lund University Cardiac Arrest System Leids Universitair Medisch Centrum
MKA MMT MICU
Meldkamer Ambulancezorg Mobiel Medisch Team Mobile Intensieve Care Unit
NZa
Nederlandse Zorgautoriteit
OvDG
Officier van Dienst Geneeskundig
RAK RAP
Reserve Aanvaardbare Kosten Regionaal Ambulance Plan
RAD RCC RDOG HM RGF RPCP RJZ
Regionale Ambulance Dienst Regionaal CoördinatieCentrum Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Regionaal Geneeskundig Functionaris Regionaal Patiënten en Consumenten Platform Regeling Jaarverslaggeving Zorginstellingen
SIGMA SOSA SOVAM
Snel Inzetbare Groep ter Medische Assistentie; 1 team bestaat uit 8 Rode Kruisvrijwilligers Stichting Opleidingen Scholing Ambulancehulpverlening Sectorfonds Opleidingen Voor AMbulancezorg
USAR
Urban Search And Rescue
VNG VOP
Vereniging Nederlands Gemeenten Versterkt Ouderdomspensioen
VPL VWS
Wet VUT Pre-Pensioen Levensloop 1. (Ministerie van) Volksgezondheid, Welzijn en Sport 2. Voorwaardenscheppen (rit)
WAV WAZ Wet BIG WGBO
Wet Ambulance Vervoer Wet Ambulance Zorg Wet Beroepen Individuele Gezondheidszorg Wet Geneeskundige Behandelings Overeenkomst
Verklarende Woordenlijst sector GGD AB AGZ AIDS AMK AMW AOZW
Algemeen Bestuur Algemene GezondheidsZorg (sector binnen de GGD-groep vd RDOG HM) Acquired Immune Deficiency Syndrome Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Algemeen Maatschappelijk Werk Ambtelijk overleg Zorg en Welzijn
BAO BC BOB
Basisonderwijs Bestuurscommissie Bevolkingsonderzoek Borstkanker
CB CBS CJG COA CPA CvI
Consultatiebureau Centraal Bureau voor de Statistiek Centrum voor jeugd en gezin Centrale Opvang Asielzoekers Centrale Post Ambulancevervoer Commissie voor Indicatiestelling
DB DD JGZ DO DTP
Dagelijks bestuur Digitaal dossier Jeugdgezondheidszorg (voorheen EKD) Directie overleg RDOG HM Difterie, Tetanus en Polio
FAZ
Financiële en Algemene zaken (stafafdeling RDOG HM)
GBA GGD GGZ GHOR GIP GVO
Gemeentelijke Basis Administratie Gemeenschappelijke GezondheidsDienst Geestelijke GezondheidsZorg Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen GezondheidsInformatiePunt GezondheidsVoorlichting en –Opvoeding
HIV HM HPV
Human Immunodeficiency Virus Hollands Midden Humaan papillomaVirus
IZB
Infectieziektebestrijding
JGZ JHV JIP JIS
Jeugdgezondheidszorg (taakgebied GGD) Jeugdhulpverlening Jongeren Informatiepunt Jeugdgezondheidszorg Informatie Systeem
LCI LCR
Landelijke Coördinatiestructuur Infectieziektebestrijding Landelijk Coördinatiepunt Reizigersadvisering
MH MHG MOA MT-GGD NABW
Midden Holland Milieu hygiëne en gezondheid (cluster binnen sector AGZ) Medische Opvang Asielzoekers overleg sectormanagers GGD, directie Nieuwe Algemene Bijstandswet
OGGZ O en O OBG
Openbare Geestelijke GezondheidsZorg Opvoedingsondersteuning en Ontwikkelingsstimulering Onderzoek, Beleid en Gezondheidsbevordering (sector binnen de GGD-groep van de RDOG HM).
PCL PO&C PGA PGO PZJ
Permanente Commissie Leerlingenzorg Personeel, Organisatie & communicatie (stafafdeling RDOG HM) Publieke Gezondheidszorg Asielzoekers Preventief Gezondheidsonderzoek Publieke zorg voor de jeugd (sector binnen de GGD-groep van de RDOG HM)
RAAK RAD RAV RDOG HM RGF RIVM
Reflectie- en Actiegroep Aanpak Kindermishandeling Regionale Ambulance dienst Regionale AmbulanceVoorziening (Ambulancedienst + meldkamer Ambulancezorg) Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Regionaal Geneeskundig Functionaris Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne
SBBW SG SMA SO SBO SOA
Stichting Bevolkingsonderzoek Baarmoederhalskanker West Stuurgroep Sociaal Medische Advisering Speciaal Onderwijs Speciale Scholen voor Basis Onderwijs Seksueel Overdraagbare Aandoeningen
SWV
Samenwerkingsverband
vCJG VO VRHM WG WMO WPG WSW WVG
Virtueel Centrum voor Jeugd en Gezin Voortgezet Onderwijs Veiligheidsregio Hollands Midden Werkgroep Wet Maatschappelijke ondersteuning Wet publieke gezondheid Wet Sociale Werkvoorziening Wet Voorzieningen Gehandicapten
ZAT ZHN
Zorg- en AdviesTeam Zuid-Holland Noord