Risicobeleving in Hollands Midden Integrale Veiligheidsmonitor Hollands Midden 2011 – Themarapport Risicobeleving Juni 2012
Risicobeleving in Hollands Midden
Integrale Veiligheidsmonitor Hollands Midden 2011 – Themarapport Risicobeleving Juni 2012
Colofon Uitgave
I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563, 7500 AN Enschede Rapportnummer
2012/050 Datum
Juni 2012 Opdrachtgever
Veiligheidsregio Hollands Midden Auteurs
Doortje Schuthof-Vermeulen Frank ten Doeschot (red.) Bestellingen
Exemplaren zijn verkrijgbaar bij de opdrachtgever
Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld.
Inhoudsopgave 1. Inleiding en onderzoeksverantwoording
pag. 2
1.1 Veiligheidsmonitor
2
1.2 Steekproef
2
1.3 Vragenlijst
3
1.4 Respons
3
1.5 Analyse
3
1.6 Leeswijzer
4
2. Risico’s in de woonomgeving
6
2.1 Inleiding
6
2.2 Risicobewustzijn
6
2.3 Risicovolle situaties
8
3. Risicobeleving
11
3.1 Inleiding
11
3.2 Ervaren risico
11
4. Voorbereiding op risico’s
15
4.1 Inleiding
15
4.2 Noodpakket
15
4.3 Informatiebehoefte
16
Bijlage 1. Vragenlijst
19
Bijlage 2. Achtergrondkenmerken
20
1
Hoofdstuk
Inleiding
1
Risicobeleving in Hollands Midden • Inleiding en onderzoeksverantwoording
1. Inleiding en onderzoeksverantwoording 1.1 Veiligheidsmonitor De Veiligheidsmonitor is een landelijk bevolkingsonderzoek naar veiligheid en leefbaarheid, dat sinds 2008 wordt uitgevoerd. In 2011 hebben alle gemeenten in Hollands Midden meegedaan aan de Integrale Veiligheidsmonitor. In de periode september tot en met november 2011 zijn hiervoor in Hollands Midden 15.258 enquêtes afgenomen. De Veiligheidsmonitor wordt op landelijk, regionaal en lokaal niveau uitgevoerd. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) voert de landelijke en regionale veiligheidsmonitor jaarlijks uit en rapporteert hierover. Gemeenten en politiekorpsen kunnen er zelf voor kiezen om het onderzoek ook op lokaal niveau uit te laten voeren. Ook kunnen extra vragen aan de standaard vragenlijst worden toegevoegd. In Hollands Midden zijn vragen toegevoegd over risicobeleving, contact met de brandweer en brandpreventie. Dit themarapport beschrijft de uitkomsten met betrekking tot risicobeleving. De resultaten over het contact met de brandweer en de brandpreventie zijn beschreven in het Themarapport Brandweer.
1.2 Steekproef Voor dit onderzoek is door het CBS een aselecte steekproef getrokken uit het GBA van de deelnemende gemeenten (zie figuur 1.1) van 16 jaar en ouder in particuliere huishoudens.1 Bij het trekken van de steekproef is rekening gehouden met het schaalniveau waarop elke deelnemende gemeente de informatie wenst te ontvangen. Voor dit onderzoek zijn in de periode september tot en met november 2011 de vragenlijsten uitgezet. De geselecteerde inwoners kregen een brief thuis met een persoonlijke uitnodiging voor deelname aan het onderzoek en konden vervolgens online of schriftelijk de vragenlijst invullen. Als zij niet reageerden, werden zij nagebeld en werd de vragenlijst eventueel telefonisch afgenomen.
1
Dit is exclusief inwoners die verblijven in instellingen, inrichtingen en tehuizen.
2
Risicobeleving in Hollands Midden • Inleiding en onderzoeksverantwoording
Figuur 1.1 De deelnemende gemeenten.
1.3 Vragenlijst De Veiligheidsmonitor bestaat uit een standaard vragenlijst met een verplicht deel, een vrijwillig deel en vrije ruimte. Het vragenblok over risicobeleving maakte deel uit van de vrije ruimte in Hollands Midden. Er zijn vragen gesteld over de aanwezigheid van risico’s in de woonomgeving, beleving van risico’s en voorbereiding op calamiteiten (zie bijlage 1).
1.4 Respons In totaal hebben 15.258 van de 33.296 geselecteerde inwoners een volledige vragenlijst ingevuld. Dit komt neer op een respons van 46 procent. Van de totale respons in Hollands Midden heeft 77 procent de vragenlijst online ingevuld, heeft 12 procent dit schriftelijk gedaan en heeft 11 procent de vragen telefonisch beantwoord.
1.5 Analyse Door uitval en non-respons bij enquêteonderzoek is er sprake van selectiviteit bij de verkregen onderzoeksgegevens. Op basis van de beschikbare steekproefgegevens, waargenomen c.q. beschikbare achtergrondkenmerken en voorhanden zijnde respons- en onderzoeksgegevens heeft het CBS hiervoor gecorrigeerd door de onderzoeksgegevens te herwegen. In deze weging zijn onder andere de volgende kenmerken meegenomen: leeftijd, geslacht, huishoudgrootte, stedelijkheidsgraad en herkomst. Door afrondingsverschillen en non-respons bij sommige vragen, tellen de afzonderlijke antwoordcategorieën niet altijd op tot 100 procent.
3
Risicobeleving in Hollands Midden • Inleiding en onderzoeksverantwoording
1.6 Leeswijzer In het volgende hoofdstuk 2 wordt de aanwezigheid van risico’s in de woonomgeving behandeld. In hoofdstuk 3 komt de beleving van risico’s aan bod. Tenslotte wordt in hoofdstuk 4 beschreven in hoeverre de inwoners voorbereid zijn op eventuele calamiteiten en de informatiebehoefte hierover. Bijlage 1 bevat de vragenlijst. Het betreft alleen het vragenblok risicobeleving uit de vragenlijst van de Veiligheidsmonitor. In bijlage 2 zijn de achtergrondkenmerken van de respondenten opgenomen. Daarnaast er een aparte Excel-bijlage met alle antwoorden op de open vragen.
4
2
Hoofdstuk
Risico’s in de woonomgeving
5
Risicobeleving in Hollands Midden • Risico’s in de woonomgeving
2. Risico’s in de woonomgeving 2.1 Inleiding Een explosie, wateroverlast, een grieppandemie of langdurige uitval van stroom. De kans dat een dergelijk risico zich voordoet is klein. Zijn de inwoners van Hollands Midden zich bewust van de risico’s in hun omgeving? In dit hoofdstuk worden risico’s in de directe woonomgeving behandeld. Daarnaast wordt beschreven in hoeverre deze daadwerkelijk ook als risico worden ervaren.
2.2 Risicobewustzijn Ruim de helft van alle inwoners in regio Hollands Midden (55 procent) is zich bewust van risico’s in de woonomgeving, zoals transport en opslag van gevaarlijke stoffen, extreem weer en overstromingen, bedreiging van de volksgezondheid en uitval van gas, water en licht. De rest geeft aan soms of in het geheel niet bewust te zijn van risico’s, beide 22 procent. In Leiden en Noordwijk geven de inwoners iets vaker aan dat zij zich niet bewust zijn van de genoemde risico’s dan in de overige gemeenten in de regio (beide 27 procent). In Voorschoten is dit percentage met 16 procent het laagst van alle gemeenten. Tabel 2.1 Bent u zich bewust van deze risico’s in uw omgeving? (percentage genoemd; n=15.258) ja
nee
soms
Alphen aan den Rijn
56%
23%
19%
Bergambacht
56%
21%
20%
Bodegraven-Reeuwijk
53%
23%
22%
Boskoop
58%
18%
24%
Gouda
53%
19%
26%
Hillegom
54%
23%
20%
Kaag en Braassem
61%
17%
20%
Katwijk
57%
24%
18%
Leiden
51%
27%
22%
Leiderdorp
55%
22%
20%
Lisse
58%
20%
19%
Nederlek
54%
19%
25%
Nieuwkoop
57%
18%
23%
Noordwijk
51%
27%
19%
Noordwijkerhout
55%
22%
22%
Oegstgeest
50%
22%
25%
Ouderkerk
60%
22%
17%
Rijnwoude
50%
20%
26%
Schoonhoven
56%
20%
21%
Teylingen
60%
17%
21%
Vlist
55%
20%
24%
Voorschoten
57%
16%
25%
Waddinxveen
54%
20%
23%
Zoeterwoude
57%
20%
22%
Zuidplas
57%
22%
21%
Hollands Midden
55%
22%
22%
6
Risicobeleving in Hollands Midden • Risico’s in de woonomgeving
De meeste inwoners van de regio Hollands Midden zijn niet bekend met de provinciale risicokaart welke op www.risicokaart.nl is te vinden (79 procent). Bij de verschillende gemeenten in de regio is het beeld niet anders. In alle gemeenten geeft een ruime meerderheid aan niet bekend te zijn met de kaart. Dit percentage varieert van 68 procent in gemeente Zuidplas tot 86 procent in gemeente Leiden. Tabel 2.2 Kent u de provinciale risicokaart? (percentage genoemd; n=15.258) Alphen aan den Rijn
ja, van gehoord
ja, wel eens gezien
nee
10%
10%
80%
Bergambacht
8%
15%
75%
Bodegraven-Reeuwijk
12%
12%
75%
Boskoop
8%
14%
76%
Gouda
11%
14%
74%
Hillegom
12%
12%
75%
Kaag en Braassem
8%
11%
79%
Katwijk
7%
10%
83%
Leiden
7%
7%
86%
Leiderdorp
8%
10%
81%
Lisse
8%
12%
79%
Nederlek
8%
13%
76%
Nieuwkoop
11%
9%
78%
Noordwijk
10%
7%
81%
Noordwijkerhout
10%
13%
75%
Oegstgeest
7%
9%
81%
Ouderkerk
11%
14%
75%
Rijnwoude
13%
10%
76%
Schoonhoven
12%
12%
75%
Teylingen
11%
10%
77%
Vlist
12%
9%
79%
Voorschoten
11%
11%
76%
Waddinxveen
10%
12%
76%
Zoeterwoude
8%
13%
79%
Zuidplas
15%
15%
68%
Hollands Midden
10%
11%
79%
7
Risicobeleving in Hollands Midden • Risico’s in de woonomgeving
2.3 Risicovolle situaties Met betrekking tot risicovolle situaties is aan de respondenten gevraagd in hoeverre deze aanwezig zijn in hun woonomgeving. Van tankstations en het transport van gevaarlijke stoffen wordt het vaakst aangegeven dat deze binnen een straal van 500 meter aanwezig zijn in de woonomgeving. Dat is door respectievelijk 43 en 22 procent van de inwoners genoemd. Deze twee worden in alle gemeenten in de regio het meest genoemd, maar er zijn duidelijke onderlinge verschillen. Zo zijn de vijf genoemde risicovolle situaties het minst aanwezig in de gemeenten Kaag en Braassem en Ouderkerk. Verder valt nog op: • vuurwerkopslag wordt het vaakst genoemd door inwoners van gemeente Nederlek (21 procent) en het minst vaak door de inwoners van gemeente Zoeterwoude (1 procent); • voor de opslag van gevaarlijke stoffen geldt dat de inwoners van gemeente Hillegom dit het vaakst in hun directe woonomgeving aantreffen (22 procent); • een beperkte groep inwoners (3 procent) in de regio denkt dat zijn of haar directe woonomgeving een mogelijk doelwit is voor een terroristische aanslag. Tabel 2.3 Welke van deze onderwerpen zijn in uw woonomgeving aanwezig? (percentage ja; n=15.258) tankstation
vuurwerkopslag
opslag
mogelijk
transport
gevaarlijke
terroristisch
gevaarlijke
stoffen
doelwit
stoffen
Alphen aan den Rijn
53%
8%
10%
4%
23%
Bergambacht
28%
11%
14%
2%
20%
Bodegraven-Reeuwijk
29%
7%
7%
2%
19%
Boskoop
43%
11%
8%
1%
36%
Gouda
50%
5%
14%
4%
35%
Hillegom
36%
8%
22%
1%
21%
Kaag en Braassem
24%
2%
6%
1%
13%
Katwijk
42%
8%
8%
7%
12%
Leiden
45%
8%
9%
4%
25%
Leiderdorp
41%
9%
6%
3%
22%
Lisse
64%
4%
5%
2%
14%
Nederlek
36%
21%
16%
1%
29%
Nieuwkoop
29%
9%
5%
0%
11%
Noordwijk
66%
2%
6%
3%
10%
Noordwijkerhout
41%
9%
7%
0%
13%
Oegstgeest
43%
7%
7%
3%
17%
Ouderkerk
13%
13%
9%
0%
23%
Rijnwoude
44%
2%
10%
1%
18%
Schoonhoven
32%
13%
12%
1%
31%
Teylingen
40%
10%
18%
1%
23%
Vlist
39%
9%
12%
1%
16%
Voorschoten
43%
9%
5%
3%
24%
Waddinxveen
48%
3%
6%
1%
27%
Zoeterwoude
30%
1%
13%
5%
19%
Zuidplas
43%
5%
9%
2%
32%
Hollands Midden
43%
7%
9%
3%
22%
8
Risicobeleving in Hollands Midden • Risico’s in de woonomgeving
In regio Hollands Midden worden de opslag en het transport van gevaarlijke stoffen het vaakst als een risico ervaren (respectievelijk genoemd door 27 en 28 procent). Tankstations worden het minst vaak als een risico ervaren en wordt door een vijfde (18 procent) genoemd. Ondanks dat uit de voorgaande tabel (tabel 2.3) bleek dat deze veruit het vaakst in de directe woonomgeving voorkomen. Hieronder per onderwerp de gemeenten met de hoogste percentages: • tankstations: Leiderdorp, Noordwijk en Teylingen (23 procent); • vuurwerkopslag: Leiderdorp (33 procent); • opslag gevaarlijke stoffen: Gouda (37 procent); • mogelijk terroristisch doelwit: Gouda (28 procent); • transport gevaarlijke stoffen Gouda (41 procent). Tabel 2.4 Welke van deze onderwerpen ervaart u als een risico, indien deze in de woonomgeving aanwezig zijn? (percentage ja; n=15.258) tankstation
vuurwerkopslag
opslag
mogelijk
transport
gevaarlijke
terroristisch
gevaarlijke
stoffen
doelwit
stoffen
Alphen aan den Rijn
16%
26%
30%
23%
27%
Bergambacht
15%
20%
20%
14%
20%
Bodegraven-Reeuwijk
15%
24%
24%
19%
27%
Boskoop
13%
20%
15%
11%
27%
Gouda
19%
26%
37%
28%
41%
Hillegom
16%
19%
28%
16%
23%
Kaag en Braassem
19%
23%
28%
21%
26%
Katwijk
16%
20%
21%
19%
21%
Leiden
18%
26%
29%
21%
27%
Leiderdorp
23%
33%
34%
22%
35%
Lisse
22%
18%
21%
16%
20%
Nederlek
17%
25%
24%
18%
28%
Nieuwkoop
12%
22%
25%
16%
23%
Noordwijk
23%
18%
19%
16%
20%
Noordwijkerhout
16%
18%
21%
13%
20%
Oegstgeest
20%
27%
29%
21%
29%
Ouderkerk
12%
25%
27%
16%
26%
Rijnwoude
14%
14%
19%
10%
20%
Schoonhoven
20%
24%
24%
14%
31%
Teylingen
23%
25%
31%
21%
32%
Vlist
16%
27%
30%
16%
27%
Voorschoten
17%
31%
29%
23%
27%
Waddinxveen
21%
23%
26%
19%
30%
Zoeterwoude
15%
24%
29%
24%
30%
Zuidplas
16%
21%
23%
17%
34%
Hollands Midden
18%
24%
27%
20%
28%
9
3
Hoofdstuk
Risicobeleving
10
Risicobeleving in Hollands Midden • Risicobeleving
3. Risicobeleving 3.1 Inleiding Dit hoofdstuk behandelt beleving van risico’s. Allereerst komt daarbij de mate waarin de inwoners zich zorgen maken over risico’s aan bod, gevolgd door de reden van deze zorgen. Ten slotte wordt de omgang met eventuele risico’s beschreven.
3.2 Ervaren risico Uitval van nutsvoorzieningen zoals stroom en gas worden in regio Hollands Midden het vaakst ervaren als een risico (52 procent). Gevaar voor natuurbranden ziet men het minst vaak als een risico (4 procent). Andere genoemde risico’s (6 procent) zijn brandgevaar, gevaar door opslag/vervoer gevaarlijke stoffen en extreem weer (onweer, storm). Er zijn behoorlijke gemeentelijke verschillen, zo wordt gevaar voor overstromingen relatief vaak genoemd in o.a. de gemeenten Bergambacht (47 procent), Schoonhoven (47 procent), Nederlek (46 procent) en Ouderkerk (45 procent). Tabel 3.1 Welke onderwerpen ervaart u als een risico? (percentage genoemd; n=15.258) overstroming
natuurbrand
uitval
extreme
bedreiging
nutsvoorzie-
weersomstan-
volksgezond-
ning
digheden
heid
anders
Alphen aan den Rijn
24%
5%
56%
31%
32%
4%
Bergambacht
47%
2%
51%
29%
27%
4%
Bodegraven-Reeuwijk
26%
5%
55%
32%
28%
7%
Boskoop
34%
4%
55%
30%
23%
6%
Gouda
27%
2%
54%
32%
35%
6%
Hillegom
24%
5%
56%
34%
30%
9%
Kaag en Braassem
43%
3%
47%
28%
23%
5%
Katwijk
27%
9%
48%
27%
25%
5%
Leiden
21%
5%
51%
30%
37%
7%
Leiderdorp
20%
3%
56%
30%
29%
5%
Lisse
21%
4%
53%
28%
27%
7%
Nederlek
46%
4%
47%
29%
27%
4%
Nieuwkoop
35%
5%
43%
26%
25%
7%
Noordwijk
25%
7%
48%
26%
29%
6%
Noordwijkerhout
20%
6%
53%
31%
32%
5%
Oegstgeest
27%
4%
54%
27%
36%
6%
Ouderkerk
45%
4%
51%
32%
26%
6%
Rijnwoude
27%
3%
46%
26%
24%
6%
Schoonhoven
47%
4%
51%
28%
30%
6%
Teylingen
21%
5%
57%
33%
31%
8%
Vlist
34%
6%
57%
38%
32%
6%
Voorschoten
21%
4%
53%
28%
34%
5%
Waddinxveen
32%
4%
53%
29%
31%
4%
Zoeterwoude
28%
4%
53%
29%
29%
6%
Zuidplas
42%
2%
42%
23%
20%
10%
Hollands Midden
28%
4%
52%
29%
30%
6%
11
Risicobeleving in Hollands Midden • Risicobeleving
Veruit de meeste inwoners in regio Hollands Midden maken zich zelden of nooit zorgen over risico’s in hun omgeving (78 procent). Ongeveer één vijfde deel zegt zich soms zorgen te maken over de risico’s in de eigen omgeving (19 procent) en een klein deel van 2 procent maakt zich regelmatig zorgen. Het aandeel inwoners dat zich soms/regelmatig varieert in de regio tussen 17 procent in Bergambacht/Kaag en Braassem/Katwijk/Lisse en 27 procent in Schoonhoven. Tabel 3.2 Maakt u zich wel eens zorgen over risico’s in uw omgeving? (percentage genoemd; n=15.258) Alphen aan den Rijn
ja, regelmatig
ja, soms
zelden of nooit
5%
21%
73% 83%
Bergambacht
1%
16%
Bodegraven-Reeuwijk
3%
18%
78%
Boskoop
3%
17%
80%
Gouda
3%
23%
72%
Hillegom
1%
23%
77%
Kaag en Braassem
1%
16%
82%
Katwijk
1%
16%
82%
Leiden
2%
18%
79%
Leiderdorp
1%
17%
81%
Lisse
0%
17%
81%
Nederlek
2%
19%
77%
Nieuwkoop
3%
16%
81%
Noordwijk
2%
17%
78% 81%
Noordwijkerhout
1%
17%
Oegstgeest
2%
19%
77%
Ouderkerk
2%
17%
79%
Rijnwoude
2%
17%
78%
Schoonhoven
2%
25%
72%
Teylingen
1%
19%
79%
Vlist
2%
20%
78%
Voorschoten
1%
18%
80%
Waddinxveen
2%
21%
75%
Zoeterwoude
1%
19%
79%
Zuidplas
2%
18%
79%
Hollands Midden
2%
19%
78%
12
Risicobeleving in Hollands Midden • Risicobeleving
Aan de inwoners die hebben aangegeven zich soms of regelmatig zorgen te maken is gevraagd waar zij zich dan specifiek zorgen over maken. Ongeveer tweederde van deze groep geeft aan dat zelf geen invloed hebben op de risico’s de belangrijkste reden is om zich zorgen te maken over risico’s in de woonomgeving (65 procent). Ongeveer een kwart zegt zich wel eens zorgen te maken door onbekend te zijn met wat te doen als er iets gebeurd (22 procent). Bij ‘anders’ wordt vooral genoemd dat mediaberichten over een ramp of calamiteit de respondenten aan het denken zetten over de eventuele risico’s als zoiets zou gebeuren in de eigen woonomgeving. Tabel 3.3 Wat maakt dat u zich zorgen maakt? (percentage genoemd; n=3.358) Hollands Midden onvoldoende bekend met risico’s
18%
onbekend met wat te doen bij calamiteit
22%
geen invloed op de risico’s
65%
anders
12%
Tot slot is met betrekking tot de beleving van risico’s aan de inwoners die hebben aangegeven zich soms of regelmatig zorgen te maken, gevraagd hoe zij omgaan met risico’s. Hiervoor zijn een vijftal stellingen voorgelegd waarbij de respondenten konden aangeven in hoeverre zij het hier mee eens of oneens zijn. Tweevijfde van deze groep geeft aan tegen zichzelf te zeggen dat het niet uitmaakt waar je woont omdat er overal risico’s zijn (39 procent). Over deze stelling is de meest verdeeldheid: ruim een derde (34 procent) is hiermee (helemaal) oneens. Tabel 3.4 In hoeverre bent u het eens of oneens met de volgende uitspraken? (percentage (helemaal) mee eens; n=3.358) (helemaal)
neutraal
mee eens ik hou sterk in de gaten of er iets gevaarlijks gebeurd rondom een risicobron als ik iets over risico’s hoor in mijn buurt, zeg ik tegen mezelf: “Het maakt niet uit waar je woont, er zijn overal risico’s” ik verdiep me zoveel mogelijk in risico’s bij mij in de buurt ik weet voldoende om mezelf en anderen in veiligheid te brengen bij een calamiteit met een risicobron als ik iets over risico’s hoor in mijn buurt, dan probeer ik aan iets anders te denken
13
(helemaal) mee oneens
28%
25%
49%
39%
20%
34%
25%
33%
35%
36%
28%
27%
12%
18%
63%
4
Hoofdstuk
Voorbereiding op risico’s
14
Risicobeleving in Hollands Midden • Voorbereiding op risico’s
4. Voorbereiding op risico’s 4.1 Inleiding In dit laatste hoofdstuk komt de bekendheid met het noodpakket en de informatiebehoefte over risico’s aan de orde. Aan de respondenten is gevraagd of zij behoefte hebben aan informatie over de risico’s in hun woon- en leefomgeving. Tot slot is gevraagd van wie zij deze informatie wensen te ontvangen en op welke wijze zij geïnformeerd willen worden hierover.
4.2 Noodpakket Met 18 procent geeft slechts een klein deel van alle inwoners aan het noodpakket te kennen en (alle) onderdelen in huis te hebben. Tussen de verschillende gemeenten varieert dit van 11 procent in Leiderdorp tot 26 procent in Bergambacht. Tabel 4.1 Kent u het noodpakket en heeft u (onderdelen van) het noodpakket in huis? (percentage genoemd; n=15.258) ja, ik ken het
ja, ik ken het
nee, ik ken het
nee, ik ken het
noodpakket en heb
noodpakket, maar ik
noodpakket niet, maar
noodpakket niet
(alle) onderdelen in
heb geen onderdelen
heb wel producten in
huis
in huis
huis om het voor langere tijd zonder hulp uit te houden
Alphen aan den Rijn
16%
23%
19%
41%
Bergambacht
26%
24%
19%
30%
Bodegraven-Reeuwijk
22%
19%
22%
34%
Boskoop
17%
23%
18%
41%
Gouda
14%
25%
21%
36%
Hillegom
19%
19%
25%
37%
Kaag en Braassem
22%
19%
23%
35%
Katwijk
17%
22%
20%
40%
Leiden
16%
23%
18%
43%
Leiderdorp
11%
24%
19%
43%
Lisse
18%
23%
21%
37%
Nederlek
24%
25%
18%
30%
Nieuwkoop
16%
24%
22%
35%
Noordwijk
20%
18%
18%
40%
Noordwijkerhout
15%
23%
27%
33%
Oegstgeest
16%
26%
22%
34%
Ouderkerk
15%
26%
20%
35%
Rijnwoude
18%
27%
19%
32%
Schoonhoven
20%
22%
19%
38%
Teylingen
21%
24%
25%
30%
Vlist
18%
25%
21%
36%
Voorschoten
20%
24%
24%
30%
Waddinxveen
19%
23%
22%
34%
Zoeterwoude
15%
21%
24%
39%
Zuidplas
18%
24%
21%
36%
Hollands Midden
18%
23%
21%
37%
15
Risicobeleving in Hollands Midden • Voorbereiding op risico’s
4.3 Informatiebehoefte Aan de respondenten is gevraagd of zij geïnformeerd willen worden over de risico’s in hun woonomgeving en hoe zij zich kunnen voorbereiden op een ramp met deze risico’s. Een kleine meerderheid van 57 procent van de inwoners geeft aan hier geen behoefte aan te hebben en 42 procent wil wel geïnformeerd worden. De informatiebehoefte over risico’s in de woonomgeving is het grootst in de gemeenten Oestgeest en Zuidplas (beide 47 procent) en het kleinst in de gemeente Noordwijk (31 procent). Tabel 4.2 Wilt u geïnformeerd worden over risico’s in uw woonomgeving en hoe u zich kunt voorbereiden op een ramp met deze risico’s? (percentage genoemd; n=15.258) ja
nee
Alphen aan den Rijn
38%
60%
Bergambacht
38%
60%
Bodegraven-Reeuwijk
38%
60%
Boskoop
43%
56%
Gouda
44%
55%
Hillegom
41%
56%
Kaag en Braassem
37%
62%
Katwijk
41%
58%
Leiden
46%
53%
Leiderdorp
44%
54%
Lisse
39%
59%
Nederlek
38%
60%
Nieuwkoop
37%
62%
Noordwijk
31%
66%
Noordwijkerhout
38%
61%
Oegstgeest
47%
50%
Ouderkerk
38%
59%
Rijnwoude
41%
58%
Schoonhoven
44%
54%
Teylingen
45%
54%
Vlist
35%
65%
Voorschoten
46%
50%
Waddinxveen
38%
60%
Zoeterwoude
42%
58%
Zuidplas
47%
52%
Hollands Midden
42%
57%
Aan de inwoners die hebben aangegeven wel geïnformeerd te willen worden over risico’s in de woonomgeving en hoe zij zich kunt voorbereiden op een ramp, is gevraagd van wie zij deze informatie willen ontvangen (tabel 4.3). Bijna iedereen van deze groep zegt de informatie van de gemeente te willen ontvangen (89 procent). Op afstand gevolgd door provincie/ministerie (28 procent) en het bedrijf zelf (14 procent). Onder ‘anders’ worden o.a. de politie en de brandweer genoemd.
16
Risicobeleving in Hollands Midden • Voorbereiding op risico’s
Tabel 4.3 Van wie wilt u deze informatie ontvangen? (percentage genoemd; n=6.876) Hollands Midden bedrijf waar zich het risico bevindt
14%
gemeente
89%
provincie/ministerie
28%
anders
3%
Tot slot is in relatie tot de informatievoorziening nog gevraagd hoe deze groep de informatie wil ontvangen. De grootste groep geeft aan de informatie via brieven van de gemeente te willen ontvangen (53 procent), gevolgd door specifieke folders van de gemeente (46 procent). Social Media en lokale/regionale radiozenders worden het minst vaak genoemd (respectievelijk 4 en 5 procent). Andere vormen die nog genoemd werden voor het ontvangen van informatie zijn telefonisch en mondeling/persoonlijk. Ook konden de inwoners van regio Hollands Midden nog opmerkingen en tips geven met betrekking tot de risicobeleving. Deze zijn te vinden in de aparte Excel-bijlage. Tabel 4.4 Hoe zou u die informatie willen ontvangen? (percentage genoemd; n=6.876) Hollands Midden via een lokale krant
26%
via een lokale/regionale tv zender
9%
via een lokale/regionale radiozender
5%
via de risicokaart
21%
via social media
4%
via de website van de gemeente
17%
via brieven van de gemeente
53%
via e-mails van de gemeente
28%
via specifieke folders van de gemeente
46%
via een bijeenkomst van de gemeente
10%
anders
2%
17
bijlagen
18
Bijlage 1. Vragenlijst Vragenblok 15 ‘Risicobeleving’
19
15
RISICOBELEVING
Een explosie, wateroverlast, een grieppandemie of langdurig uitval van stroom. De kans dat een dergelijk risico zich voordoet is klein. Toch is het belangrijk af en toe stil te staan bij risico’s in onze omgeving. Over hoe u met risico’s in uw omgeving omgaat stellen wij u een aantal vragen. Ook zijn wij benieuwd naar hoe u informatie wilt ontvangen over deze risico’s én wat u kunt doen om zich beter voor te bereiden. Risico’s zijn globaal onder te verdelen in vier categorieën: 1. Transport en opslag van gevaarlijke stoffen 2. Extreem weer en overstromingen 3. Bedreiging van de volksgezondheid (grieppandemie) 4. Uitval van gas, water, licht e.d. (nutsvoorzieningen)
1
Bent u zich bewust van deze risico's in uw omgeving? ja nee soms
2
Kent u de provinciale risicokaart (www.risicokaart.nl)? Ja, ik heb er van gehoord, maar weet niet precies wat het is. Ja, ik heb hem wel eens gezien. Nee.
3
Kunt u bij onderstaande onderwerpen aangeven of deze volgens u in uw woonomgeving (straal van circa 500 meter) aanwezig zijn? ja
nee
weet niet
tankstation bedrijven die vuurwerk opslaan bedrijven die andere gevaarlijke stoffen opslaan (stoffen die brandbaar, explosief of giftig zijn) mogelijk terroristisch doelwit transport gevaarlijke stoffen (weg / spoor / rivier / ondergronds)
4
Kunt u bij onderstaande onderwerpen aangeven of u deze als een risico ervaart, indien deze in uw woonomgeving aanwezig zijn? ja tankstation bedrijven die vuurwerk opslaan bedrijven die andere gevaarlijke stoffen opslaan (stoffen die brandbaar, explosief of giftig zijn) mogelijk terroristisch doelwit transport gevaarlijke stoffen (weg / spoor / rivier / ondergronds)
p a g i n a
35
nee
niet van toepassing
15 5
RISICOBELEVING Kunt u van onderstaande onderwerpen aangeven welke u als risico ervaart? MEER DAN 1 ANTWOORD MOGELIJK gevaar voor overstroming gevaar voor natuurbranden uitval nutsvoorzieningen (elektriciteit, drinkwater e.d.) extreme weersomstandigheden (hitte/kou) bedreiging volksgezondheid (grieppandemie) Anders, namelijk:
6
Maakt u zich wel eens zorgen over risico's in uw omgeving? ja, regelmatig ja, soms zelden of nooit .............................................................................. ga verder naar vraag
7
9
pagina 37
Wat maakt dat u zich zorgen maakt? MEER DAN 1 ANTWOORD MOGELIJK Ik ben onvoldoende bekend met risico’s in mijn buurt. Ik weet niet (precies) wat ik moet doen als er iets gebeurt. Ik heb zelf geen invloed op risico’s in mijn buurt. Anders, namelijk:
8
Kunt u voor de volgende uitspraken aangeven in hoeverre u het ermee eens of oneens bent? Als u het niet weet of geen mening hebt, kunt u dat natuurlijk ook aangeven. helemaal mee eens Ik houd sterk in de gaten, of er iets gevaarlijks gebeurt rond een risicobron (bijv. opslagplaats of fabriek). Als ik iets over risico’s hoor in mijn buurt, zeg ik tegen mezelf: “Het maakt niet uit waar je woont, er zijn overal risico’s”. Ik verdiep me zoveel mogelijk in risico’s bij mij in de buurt. Ik weet voldoende om mezelf en anderen in veiligheid te brengen bij een calamiteit met een risicobron. Als ik iets over risico’s hoor in mijn buurt, dan probeer ik aan iets anders te denken.
p a g i n a
36
mee eens
neutraal
niet mee eens
helemaal niet mee eens
weet niet / geen mening
15
9
RISICOBELEVING
Kent u het noodpakket en heeft u (onderdelen van) het noodpakket (http://www.noodpakket.nl/) in huis? Ja, ik ken het noodpakket en ik heb (alle) onderdelen ervan in huis. Ja, ik ken het noodpakket, maar ik heb geen onderdelen ervan in huis. Nee, ik ken het noodpakket niet, maar heb wel producten in huis om het voor een langere tijd zonder hulp uit te houden. Nee, ik ken het noodpakket niet.
10
Wilt u geïnformeerd worden over risico’s in uw woonomgeving en hoe u zich kunt voorbereiden op een ramp met deze risico’s? ja nee................................................................................................ ga verder naar vraag
11
12
pagina 37
Van wie wilt u deze informatie ontvangen? MEER DAN 1 ANTWOORD MOGELIJK bedrijf waar zich het risico bevindt gemeente provincie / ministerie anders, namelijk:
12
Hoe zou u die informatie willen ontvangen? MEER DAN 1 ANTWOORD MOGELIJK via een lokale/regionale krant
via brieven van de gemeente
via een lokale/regionale televisiezender
via e-mails van de gemeente
via een lokale/regionale radiozender
via specifieke folders van de gemeente
via de risicokaart (www.risicokaart.nl)
via een bijeenkomst van de gemeente
via social media (twitter, hyves)
anders, namelijk:
via de website van de gemeente
13
Heeft u over dit onderwerp nog opmerkingen of tips?
p a g i n a
37
Bijlage 2. Achtergrondkenmerken Tabel 1 Sekse respondenten. geslacht
percentage
man
46
vrouw
54
totaal
100
Tabel 2 Leeftijdsverdeling respondenten. leeftijdscategorie
percentage
15-24
10
25-34
11
35-44
17
45-54
19
55-64
21
65-74
15
75-84
6
85 jaar en ouder
1
totaal
100
Tabel 3 Herkomst respondenten. herkomst autochtoon
percentage 89
westers allochtoon
7
niet westers allochtoon
4
totaal
100
20
Tabel 4 Geboorteland ouders. herkomst
vader
moeder
Nederland
91
90
Suriname
1
1
Nederlandse Antillen of Aruba
0
0
Turkije
0
0
Marokko
1
1
ander land
6
7
onbekend
1
1
100
100
totaal
Tabel 5 Huishoudengrootte respondenten en gemiddeld aantal personen in huishouden 15 jaar of ouder. huishoudengrootte huishoudengrootte
percentage/gemiddelde
1 persoon
15
2 personen
40
3 personen
15
4 personen
20
5 of meer personen
10
totaal
100
aantal personen 15+
2,3
Tabel 6 Hoogst behaalde opleiding respondenten. opleiding
percentage
lager onderwijs
37
middelbaar onderwijs
30
hoger onderwijs
32
onbekend
1
totaal
100
Tabel 7 Betaald werk en betaald werk voor meer dan 12 uren per week. betaald werk
percentage
betaald werk
63
betaald werk voor meer dan 12 uren per week
55
21
Tabel 8 Soort woning in drie categorieën. woning
percentage
vrijstaand, twee onder een kap, tussenwoning, hoekwoning
78
flat, bovenwoning, benedenwoning
18
overig
3
onbekend
1 100
totaal
Tabel 9 Verdeling koop/huur. woning
percentage
koop
73
huur
27
totaal
100
22