RDOG Hollands Midden Programmajaarverslag 2014
colofon
Auteur(s):
Directie en leden van het Managementteam
Datum:
Februari 2015
Uitgever:
RDOG Hollands Midden Postbus 121 2300 AC Leiden
Bestellen:
bij de RDOG Hollands Midden, tel. (088) 308 42 89
Inhoudsopgave 1. 2.
Inleiding.................................................................................................................... 1 Jaarverslag .............................................................................................................. 2 2.1
2.2
3.
2.3
Programmaverantwoording ......................................................................................... 2 2.1.1 Programma Geneeskundige hulpverlening (voorheen: Veiligheid en Zorg) ........ 4 2.1.2 Programma Ambulancezorg ................................................................................. 9 2.1.3 Programma Openbare Gezondheidszorg .......................................................... 12 Verplichte paragrafen ................................................................................................. 24 2.2.1 Algemeen ........................................................................................................... 24 2.2.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing ........................................................ 24 2.2.3 Risicoparagraaf/ (Afdekking) risico’s .................................................................. 24 2.2.4 Onderhoud kapitaalgoederen (gebouwen) ......................................................... 28 2.2.5 Financieringsparagraaf ....................................................................................... 28 2.2.6 (Financiële) bedrijfsvoering ................................................................................ 32 Voorstel bestemming resultaat programmarekening ............................................. 35
Jaarrekening .......................................................................................................... 43 3.1 3.2 3.3
3.4 3.5 3.6 3.7
Overzicht van baten en lasten in de jaarrekening RDOG Hollands Midden ......... 44 Balans RDOG Hollands Midden ................................................................................ 45 Grondslagen voor de financiële verslaggeving ...................................................... 46 3.3.1 Algemeen ........................................................................................................... 46 3.3.2 Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening ........................ 46 3.3.3 Materiële vaste activa ......................................................................................... 46 Toelichting Overzicht baten en lasten ...................................................................... 49 Toelichting balans ...................................................................................................... 56 Vaststelling .................................................................................................................. 69 Controleverklaring ...................................................................................................... 71
Bijlagen Rekening van baten en lasten per product, sector AGZ (regionale producten) Toelichting rekening van baten en lasten per product, sector AGZ (regionale producten) Rekening van baten en lasten per product, GGD-sectoren subregio MH Toelichting rekening van baten en lasten per product, GGD-sectoren subregio MH Rekening van baten en lasten per product, GGD-sectoren subregio ZHN Toelichting rekening van baten en lasten per product, GGD-sectoren subregio ZHN Rekening van baten en lasten per product, sector GHOR Toelichting rekening van baten en lasten per product, sector GHOR Saldo financieringsfunctie Productoverzicht per functie, sector GGD subregio MH Productoverzicht per functie, sector GGD subregio ZHN Verdelingsprincipe Overzicht kosten JGZ-basistaken en verdeling per gemeente subregio MH en subregio ZHN Financiële verantwoording 2014 sector RAV Hollands Midden, programma Ambulancezorg t.b.v. NZa en zorgverzekeraars. Deze Financiële verantwoording maakt integraal onderdeel uit van het programmajaarverslag 2014 van de RDOG Hollands Midden en de vaststelling daarvan door het Algemeen Bestuur omvat derhalve ook deze Financiële verantwoording. Verklarende woordenlijsten
--
1. Inleiding De RDOG HM is en blijft een dynamische organisatie die proactief inspeelt op in- en externe ontwikkelingen. Belangrijke ontwikkelingen in 2014 waren de voorbereiding op de decentralisaties die op gemeenten afkomen, de afronding van de implementatie van het Digitaal dossier JGZ (DD JGZ), de voorbereiding op de regionalisering en het realiseren van (interne) bezuinigingen ter grootte van circa € 1 miljoen euro in 2014, oplopend tot circa 2,1 miljoen in 2015. Deze ontwikkeling hebben zowel bestuur, directie als organisatie het afgelopen jaar bezig gehouden, waardoor ook deze jaarrekening met meer dan gemiddelde belangstelling zal worden gelezen. Het resultaat uit de normale exploitatie van de GGD-sectoren bedraagt € 610.000,- positief. De oorzaak hiervan is dat in de loop van 2104 vele maatregelen zijn genomen om de bezuinigingen het hoofd te kunnen bieden. Daartegenover staat de vorming van de voorziening frictiekosten reorganisatie van (afgerond) € 1,6 miljoen en het saldo van stortingen en onttrekkingen aan de (bestemmings)reserves, hetgeen resulteert in een totaalresultaat van € 660.000,- negatief. Dit negatieve resultaat kan geheel uit de beschikbare, geharmoniseerde (bestemmings)reserves worden bestreden, zonder dat deze reserves door de bodem zakken. Daar de kosten van de implementatie ERP ad € 350.000,- niet mogen worden ondergebracht in de voorziening frictiekosten reorganisatie 2015 wordt in het ‘Voorstel bestemming resultaat programmarekening’ aangegeven hiervoor een nieuwe bestemmingsreserve implementatie ERP te openen en deze kosten 2015 hieruit te bestrijden. Het positieve resultaat van het programma Ambulancezorg (sector RAV) ad € 3.417.000,- wordt voornamelijk veroorzaakt door de vrijval van een viertal voorzieningen ad € 3,0 miljoen. Het resultaat uit de reguliere exploitatie bedroeg € 404.000,- . Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de Financiële verantwoording 2014 van de sector RAV, welke als bijlage is opgenomen in dit programmajaarverslag. Het resultaat van het programma Geneeskundige hulpverlening (sector GHOR) bedroeg € 219.000,waarvan € 88.000,- werd veroorzaakt door afwikkeling van twee projecten. Door de wijziging met ingang van 2014 van de gemeenschappelijke regelingen Veiligheidsregio Hollands Midden (VRHM) en de RDOG Hollands Midden besluit het Algemeen Bestuur van de RDOG HM, op advies van het Bestuur van de Veiligheidsregio Hollands Midden over de bestemming van het resultaat van dit programma. Alle drie de programma’s zijn in 2014 nagenoeg conform het jaarprogramma 2014 uitgevoerd, dankzij de inzet van de vele betrokken medewerkers van de RDOG HM en de ervaren steun van de zijde van het bestuur van de RDOG HM.
De directie J.M.M. de Gouw algemeen directeur
J.C. Bernsen directeur
1
2. Jaarverslag 2.1 Programmaverantwoording Op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV), dat per 1 januari 2004 van kracht is geworden, dient er een programmaplan te worden opgenomen. Een dergelijk plan is vooral voor provincies en gemeenten van groot belang. In de 26 juni 2013 door het Algemeen Bestuur vastgestelde begroting 2014 is in het programmaplan onderscheid gemaakt in drie programma’s te weten: Het programma Geneeskundige hulpverlening; Het programma ambulancezorg; Het Programma openbare gezondheidszorg. Het BBV schrijft voor dat in de programmaverantwoording moet worden ingegaan op: de mate waarin de doelstellingen van de RDOG Hollands Midden voor 2013 zijn gerealiseerd; de wijze waarop getracht is de beoogde maatschappelijke effecten te bereiken. Het Algemeen Bestuur heeft in 2013 en 2014 een vijftal begrotingswijzigingen vastgesteld. Begrotingswijziging 2014 I: De structurele kosten 2014 voor het extra contactmoment 14-15-16-jarigen op basis van een aanvullende BPI te vergoeden. Deze vergoeding is in deze begrotingswijziging verwerkt. Begrotingswijziging 2014 II: In deze begrotingswijziging zijn de verschillen tussen primitieve begroting/ begrotingswijziging 2014 I en de prognose uit de Tussentijdse rapportage eerste drie maanden 2014 verwerkt. Begrotingswijziging 2014 III: In deze begrotingswijziging zijn de verschillen tussen primitieve begroting en de daarop volgende begrotingswijzigingen 2014 I en II en de prognose uit de Tussentijdse rapportage eerste halfjaar 2014 voor de programma’s Ambulancezorg en Openbare gezondheidszorg verwerkt. Begrotingswijziging 2014 IV: In deze begrotingswijziging is de gewijzigde financiering van de GHOR-taken verwerkt, alsmede de verschillen van het programma Geneeskundige hulpverlening tussen primitieve begroting en de daaropvolgende begrotingswijziging I en II en de prognose uit de Tussentijdse rapportage eerste halfjaar 2014. Daarnaast is de gewijzigde financiering van de beheerskosten JGZ-locaties in de subregio Midden Holland in deze begrotingswijziging verwerkt. Begrotingswijziging 2014 V In deze begrotingswijziging zijn de verschillen tussen primitieve begroting en de daarop volgende begrotingswijzigingen I, II, III en IV en de prognose uit de Tussentijdse rapportage eerste negen maanden 2014 verwerkt. De vorming van de voorziening frictiekosten reorganisatie 2015 ad € 2,1 miljoen ten laste van het programma Openbare gezondheidszorg heeft daar een zeer fors aandeel in. In navolgende tabel is dit financieel uitgewerkt.
2
Aansluiting begrotingswijzigingen op primitieve begroting. Bedragen maal € 1.000,Programma Primitieve Na Na BegroBegrobegroting tingsBegrotingsBegrowijziging tingswijziging tings2014 I wijziging 2014 II wijziging 2014 I 2014 II
Begrotingswijziging 2014 III
Na Begro tingswijziging 2014 III
Begro tingswijziging 2014 IV
Na Begro tingswijziging 2014 IV
Na Begrotingswijziging 2014 V
Begro tingswijziging 2014 V
Geneesk. hulpverlening Lasten
1.728
0
1.728
10
1.738
0
1.738
164
1.902
73
1.975
Geneesk. hulpverlening Baten
1.728
0
1.728
10
1.738
0
1.738
240
1.978
61
2.039
Geneesk. Hulpv. saldo reserves
0
0
0
0
0
0
0
0
0
35
35
Geneesk. Hulpverlening Saldo
0
0
0
0
0
0
0
76
76
23
99
Ambulancezorg Lasten
23.158
0
23.158
1.138
24.296
-411
23.885
0
23.885
- 95
23.790
Ambulancezorg Baten
23.158
0
23.158
1.138
24.296
-411
23.885
0
23.885
- 95
23.790
Ambulancezorg Saldo
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Openb. Gezondheidszorg. Lasten
35.681
671
36.352
750
37.102
-234
36.868
0
36.868
1.949
38.817
Openb. Gezondheidszorg Baten
35.603
671
36.274
1.424
37.698
155
37.853
0
37.853
- 74
37.779
Openb. Gezondh. saldo reserves
78
0
78
-520
-442
79
-363
0
-363
- 97
460
Openb. Gezondheidszorg saldo
0
0
0
154
154
468
622
0
622
-2.120
- 1.498
Totaal Lasten
60.567
671
61.238
1.898
63.136
-645
62.491
164
62.655
1.927
64.582
Totaal Baten
60.489
671
61.160
2.572
63.732
-256
63.476
240
63.716
- 108
63.608
78
0
78
-442
-442
79
-363
0
-363
62
-425
0
0
0
154
154
468
622
76
698
- 2.097
- 1.399
Totaal saldo reserves Totaal saldo
2.1.1 Programma Geneeskundige hulpverlening (voorheen: Veiligheid en Zorg) Algemeen Met de komst van de Wet Publieke Gezondheid 2e tranche is de relatie tussen GGD en GHOR verder verstevigd. In de regio Hollands Midden is deze intensievere relatie vanaf 1 januari 2014 vastgelegd in de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Hollands Midden (GR VRHM) en de gemeenschappelijke regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden (GR RDOG HM). De strekking van de nieuwe afspraken is dat de RDOG HM het programma ‘Geneeskundige Hulpverlening’ uitvoert. Het bestuur VRHM blijft verantwoordelijk voor het instellen en in stand houden van een GHOR. Het programma Geneeskundige Hulpverlening wordt rechtstreeks en geheel gefinancierd door een inwonerbijdrage van de gemeenten. Binnen de RDOG HM wordt het programma uitgevoerd door de sector GHOR. De nieuwe afspraken hebben als bijkomend voordeel dat besparingen zijn gerealiseerd door verminderde afdracht van BTW, waarvan een deel onderdeel is van de taakstelling die samenhangt met enkele nieuwe taken van de GHOR. Voor de programmarekening van het programma Geneeskundige Hulpverlening vraagt de Directeur Publieke Gezondheid (DPG) advies aan het bestuur VRHM. Het bestuur RDOG HM wijkt slechts af van het advies van het bestuur VRHM na overleg tussen beide besturen. Beleid en doelen voor het programma Geneeskundige Hulpverlening zijn vastgelegd in het beleidsplan 1 GHOR 2012-2015, de programmabegroting , het werkplan GHOR 2014 en het werkplan Opleiden, Trainen, 2 Oefenen 2014 .
Doelstellingen en strategie De eisen die gesteld worden aan de zorgsector in het algemeen en aan de Geneeskundige Hulpverlening bij grote incidenten in het bijzonder, zijn terug te vinden in meerdere wetten: de Kwaliteitswet Zorginstellingen, de Wet Toelating Zorginstellingen, de Wet publieke gezondheid, de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg en de Wet veiligheidsregio’s (Wvr). Belangrijk uitgangspunt bij deze wetgeving is dat de wetgever de zorginstellingen en de individuele beroepsbeoefenaren (zoals huisartsen) verantwoordelijk stelt voor de kwaliteit van zorg die zij leveren onder alle omstandigheden, dus ook onder crisisomstandigheden. De GHOR heeft op basis van de Wvr als taak de coördinatie, aansturing en regie van de Geneeskundige Hulpverlening in het kader van rampenbestrijding en crisisbeheersing. Ook adviseert zij andere overheden en organisaties op het gebied van de Geneeskundige Hulpverlening. Onder reguliere omstandigheden omvatten deze functies het bewaken (namens het openbaar bestuur) van de mate van voorbereiding van de 3 zorginstellingen en het eventueel doen van verbetervoorstellen. De Wvr regelt verder dat de geneeskundige keten jaarlijks over haar voorbereiding op crisissituaties rapporteert aan het bestuur van de Veiligheidsregio 4 , dat op haar beurt beoordeelt of de inrichting van de geneeskundige keten kwalitatief verantwoord is toegerust. De GHOR, die hierover afspraken maakt met de geneeskundige keten, heeft hiervoor een aansturende en coördinerende rol in de totale zorgketen, dus ook voor zorginstellingen die geen directe taak hebben in de rampenbestrijding. De doelen voor het programma Geneeskundige Hulpverlening zijn: • De kans op gezondheidsrisico’s bij risicovolle gebeurtenissen of risico-objecten is beperkt of zoveel mogelijk vermeden en het effect van deze risico’s is zoveel mogelijk verminderd. • Zorgpartners zijn voorbereid op rampen en crises en leveren goede, toegankelijke en samenhangende zorg. • Geneeskundige Hulpverlening is onderdeel van de regionale plannen van de veiligheidsregio. • De voorbereiding van de zorgketen sluit aan bij de voorbereiding van de hulpdiensten. Dit bereikt de GHOR door de volgende strategie: • Adviseren van maatregelen bij risicovolle gebeurtenissen en risico-objecten. 1
Onderdeel van de programmabegroting VRHM, vastgesteld in het Algemeen Bestuur VRHM op 27 juni 2013. Vastgesteld in het Dagelijks Bestuur VRHM op 30 januari 2014. 3 Wvr, memorie van toelichting, pagina 79. 4 Wvr, artikel 33 en 48 en Wvr, Deel I, pagina 40. 2
4
• • • •
Maken en monitoren van afspraken met zorginstellingen over verantwoordelijkheden en werkwijzen bij rampen en crises. Bijdragen aan planvorming van de Veiligheidsregio Hollands Midden. Expertise ontwikkelen en kennis brengen bij zorgpartners en veiligheidspartners (door bijvoorbeeld kennisbijeenkomsten en het deelnemen aan overleggen). Beschikken over een vakbekwame parate organisatie.
Realisatie in 2014 op hoofdlijnen Netwerkmanagement De GHOR heeft in 2014 in haar netwerk van zorgpartners, veiligheidspartners en openbaar bestuur de rol vervuld van onafhankelijke partner, adviseur en kennismakelaar. De GHOR haalt en brengt bij zorgpartners kennis en kunde over gezondheidskundige en geneeskundige aspecten die nodig is voor de Geneeskundige Hulpverlening, de zorgcontinuïteit, de veiligheid van de hulpverleners en de zelfredzaamheid van kwetsbare groepen. De GHOR heeft in de overleggen met bestuurders en crisiscoördinatoren van zorgpartners, namens het bestuur van de VRHM, afspraken bewaakt over de voorbereiding van de opgeschaalde zorg en de aansluiting hiervan op het regionaal crisisplan VRHM. Advisering risicobeheersing De GHOR adviseert, samen met haar multidisciplinaire partners, het bestuur van de VRHM over maatregelen om risico’s voor de volksgezondheid te voorkomen of te beperken bij grootschalige bouw- en infrastructurele projecten en om zelfredzaamheid te vergroten. Projecten in 2014 waren bijvoorbeeld de Rijnland route, verdiepte ligging A4, baggeren op plaatsen waar mogelijk explosieven liggen en veiligheidseffect rapportages. Hierbij is in 2014 gebruik gemaakt van een door GGD GHOR Nederland ontwikkelde ‘toolkit’, dat een hulpmiddel is in de beoordeling van risico’s en de te nemen maatregelen die bij specifieke risico’s effectief en efficiënt zijn. De GHOR adviseert bij de vergunningverlening voor risicovolle evenementen en richt zich op het voorkomen en/of verminderen van risico’s voor de volksgezondheid en het vergroten van de zelfredzaamheid. Het aantal adviezen voor risicovolle evenementen in 2014 is 75. Alle deeladviezen van de GHOR voor risicovolle 5 evenementen zijn binnen de afspraken verstrekt. Afspraken, adviezen en ondersteuning zorgpartners De GHOR heeft in 2014 diverse onderwerpen met zorgpartners in de opgeschaalde zorg uitgewerkt. Voorbeelden zijn de gevolgen voor werkwijzen van de verhuizing van de Meldkamer naar de Gemeenschappelijke Meldkamer in Den Haag, de aansluiting van de opgeschaalde GGD- en RAVprocessen op het regionaal crisisplan VRHM, de invoering van de Slachtoffer Informatie Systematiek, de voorbereiding op CBRN-slachtoffers en kleinschalige chemische decontaminatie. Met ziekenhuizen in de regio is gesproken over mogelijkheden van netcentrisch werken. Ook speelde in 2014 een aantal bijzondere projecten: de voorbereiding op de Nucleair Security Summit, op ebola en op de vogelgriep. Op 31 december 2014 had 77% van verpleeg- en verzorgingshuizen, instellingen gehandicaptenzorg en thuiszorg alle afspraken uitgevoerd zoals schriftelijk vastgelegd (beoogd resultaat >80%). Door de gegevens uit de basisadministraties te koppelen en te verrijken met informatie van de zorginstellingen zelf ontstaat een unieke database met veel informatie over zorginstellingen: het informatiesysteem GHOR4all. In GHOR4all staat de ligging van de zorginstelling, de bereikbaarheid voor de GHOR, de samenstellingen van hun cliënten en de, voor zover mogelijk, mate van voorbereiding op rampen en crisis (zorgcontinuïteit). Dit helpt hulpverleners die een rol hebben in de rampenbestrijding en 5
Interne afspraak: 10 werkdagen
5
crisisbeheersing. De informatie over zorginstellingen, zoals bereikbaarheids- en capaciteitsgegevens, is in geval van een crisis direct beschikbaar, waardoor snel en adequaat kan worden gehandeld. In 2014 is landelijk het project Witte Kaart uitgevoerd, op initiatief van de GHOR Hollands Midden. ‘Wit’ staat voor de witte geneeskundige kolom. ‘Kaart’ is afgeleid van het feit dat deze zorginstellingen snel, vanuit de database GHOR4all, op een kaart worden geprojecteerd. Vanaf 1 december 2014 is GHOR4all gekoppeld aan de BAG en het NHR.
Multidisciplinaire planvorming De GHOR heeft bijgedragen aan planvorming met multidisciplinaire partners en zorgpartners. Ook heeft zij 6 bijgedragen aan convenanten van de VRHM. Het jaarplan MDOP 2014 was basis voor de bijdrage van de GHOR. De voorbereiding op de herziening van het regionaal crisisplan VRHM in 2015 is afgestemd met zorgpartners. Ook is voor aansluiting op het landelijk vastgesteld Crisismodel GHOR gezorgd. Multidisciplinaire informatiekaarten voor de operationele functionarissen zijn ontwikkeld en beschikbaar gesteld voor: recreatieplassen, Slachtoffer Informatie Systematiek (SIS), inzet van defensie en de verdiepte ligging A4. De GHOR heeft hiervoor de adviezen van de RAV, MKA en GGD ingebracht.
Parate GHOR-organisatie
Operationele GHOR-functies Door invoering van het landelijk vastgesteld Crisismodel GHOR zijn voor de sector GHOR vanaf 1 januari 2014 een aantal functiebenamingen en rollen gewijzigd: Operationeel Directeur Publieke Gezondheid (ODPG), Algemeen Commandant Geneeskundige Zorg (AC GZ) en Hoofd Informatie Geneeskundige Zorg (HIN GZ). De functiebeschrijvingen en werkinstructies zijn in 2014 hierop aangepast. Voor het slagen van de crisisorganisatie is de kwaliteit van de informatievoorziening van doorslaggevend belang. Oefeningen zijn uitgevoerd gericht op bewustwording van de vernieuwde verantwoordelijkheden, bevoegdheden en taken van de operationele GHOR-organisatie. Het uiteindelijke doel is elkaars taakopvatting kennen en werken 7 naar een duidelijke taakafbakening. Ca. 160 personen vervullen een operationele functie voor de GHOR. Vanaf 1 januari 2016 gaat de Geneeskundige Combinatie over in een nieuw landelijk concept van Grootschalige Geneeskundige Bijstand. Werkwijzen voor OvDG’en, ambulanceteams en de teams Snel Inzetbare Medische Assistentie (SIGMA) van het NRK wijzigen hierdoor ingrijpend. Uitwerking en oefenen vinden plaats in 2015. Vanuit de RAV vervullen 14 medewerkers voor de GHOR de functie van OvDG. Een aantal van hen gaat de komende jaren deze pool verlaten wegens functioneel leeftijdsontslag. Het is voor de eerste keer dat de GHOR te maken krijgt met een relatief grote uitstroom en daarmee instroom van nieuwe functionarissen in deze belangrijke operationele functie. In 2014 zijn twee nieuwe OvDG’en geworven en opgeleid. ste
Voor de 8 keer heeft de GHOR een contact(mid)dag voor haar operationeel functionarissen georganiseerd. Deze bijeenkomst brengt mensen met elkaar in contact die bij een incident samenwerken, maar dat in het dagelijkse werk niet doen. Ca. 60 personen waren aanwezig. In 2014 zijn voor het eerst 8 PSHOR -functionarissen uitgenodigd.
6 7 8
MultiDisciplinaire werkgroep Operationele Planvorming. Exclusief medewerkers PSHOR, inclusief leiders kernteam PsychoSociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen
6
Middelen en informatie voor de operationele functionarissen Materieel voor de uitvoering van een inzet moet goed functioneren, efficiënt en toereikend zijn en gebruikers moeten goed zijn geïnstrueerd. Het gaat hierbij om alarmerings- en communicatiemiddelen, beschermende kleding, piketvoertuigen, GNK-c’s en legitimatie- en toegangsmiddelen. De GHOR heeft haar activiteiten volgens planning uitgevoerd. In 2014 is een app voor de iPad ontwikkeld waarmee belangrijke informatie over het incident op een eenvoudige en overzichtelijke manier kan worden opgevraagd en vastgelegd.
Opleiden, Trainen, Oefenen Het vakbekwaam maken en houden van de operationele functionarissen door Opleiden, Trainen, Oefenen is een essentieel onderdeel van de voorbereiding op rampen en crises. Functionarissen met een GHOR-taak zijn in 2014 geoefend in hun eigen processen en in de samenwerking met functionarissen binnen de Geneeskundige Hulpverlening en andere hulpverleningsdiensten. De focus lag op het beoefenen van de informatievoorziening. Het functioneren van deelnemers aan oefeningen is geëvalueerd door externe waarnemers. Het mono- en multidisciplinaire jaarprogramma is uitgevoerd. Het resultaat in 2014 is: • 88% van de GHOR functionarissen is opgeleid, getraind en geoefend volgens de GHOR jaarplanning OTO (beoogd resultaat>90%). • 100% van de uitgevoerde trainingen en oefeningen is monodisciplinair geanalyseerd en/of geëvalueerd (beoogd resultaat >90%). Tussen 19 mei en 23 mei 2014 oefenden twee groepen operationele GHOR-functionarissen een tiental scenario’s tijdens de operationele CoPI-oefenweek. Dit jaar heeft de GHOR tien keer geoefend met een realistisch scenario voor slachtoffers (table-top oefening), voordat zij naar het ziekenhuis gaan. De deelnemers zijn zeer positief over deze manier van oefenen.
Incidentbestrijding De GHOR is belast met regie en coördinatie van de Geneeskundige Hulpverlening van rampen en crises. De kwaliteit van het voorbereidende werk komt hierin tot uiting. De GHOR analyseert en/of evalueert alle inzetten monodisciplinair. Van alle gealarmeerde GHOR-functionarissen bij GRIP-inzetten (vanaf GRIP 1) voldeed 98% aan de vastgestelde c.q. wettelijke verplichte opkomsttijden. In 2014 is de OvDG 74 keer en de ACGZ 17 keer gealarmeerd. Inzet van OvDG AC GZ ODPG HIN GZ
2011 61 16 1 13
2012 53 16 0 7
2013 54 18 0 5
2014 74 17 0 3
Bedrijfsvoering In haar bureauorganisatie heeft de GHOR proces-, prestatie- en verbetermanagement ingevoerd. Vanaf 2008 is het GHOR-bureau HKZ/ISO 9001:2008 gecertificeerd. Tijdens de audit op 19 september 2014 beoordeelde de auditor dat de GHOR een volwassen kwaliteitssysteem heeft.
7
Wat heeft het gekost De realisatie van de doelstellingen leidt tot de volgende financiële verantwoording: Overzicht van baten en lasten in de jaarrekening Programma Geneeskundige hulpverlening Rekening 2014
Begroting 2014
Begroting 2014
Rekening 2013
na wijziging V Salarissen en sociale lasten
928.000
930.000
793.000
922.000
Tijdelijk personeel
412.000
516.000
456.000
323.000
Overige Personeelslasten
39.000
32.000
33.000
32.000
Correcties/ nacalculaties
1.000
- 3.000
-
2.000
Subtotaal personeelslasten
1.380.000
1.475.000
1.282.000
1.279.000
Kapitaallasten
18.000
19.000
26.000
28.000
Huisvesting
58.000
50.000
14.000
23.000
411.000
421.000
401.000
406.000
11.000
10.000
5.000
5.000
Diverse kosten
-
-
-
-
Dotatie voorziening
-
-
-
-
Onvoorzien
-
-
-
-
Totaal lasten
1.878.000
1.975.000
1.728.000
1.741.000
Bijdrage Gemeenten BPI
1.908.000
1.908.000
-
-
Bijdrage Gemeenten overig
-
-
-
-
Bijdragen Rijk
-
-
-
-
4) 419.000
125.000
1.728.000
1) 1.741.000
- 9.000
6.000
-
2) -
2.318.000
2.039.000
1.728.000
1.741.000
Totaal saldo van baten en lasten
440.000
64.000
0
0
Reserve (storting/onttrekking)***
3) 4) - 221.000
0
0
0
219.000
64.000
0
0
Organisatiekosten Materiaal
Bijdrage derden Saldo Inc. baten en lasten Totaal baten
Resultaat
1) 2) 3) 4)
De factuur voor de bijdrage door de Veiligheidsregio Hollands Midden tot en met 2013 is exclusief 21 % Omzetbelasting (BTW); Het positieve saldo Incidentele baten en lasten tot en met 2013 is verdeeld over de producten van de sector GHOR en is derhalve voor 2013 niet afzonderlijk opgenomen; Betreft voor € 88.000,- aan incidentele onttrekkingen aan bestemmingsreserves i.v.m. afwikkeling van twee projecten. De overdracht van de (bestemmings)reserves ad € 335.000,- door de VRHM aan de RDOG HM is hierin meegenomen.
Het grootste verschil ten opzichte van de begroting 2014 na wijziging V betreft de overdracht van € 335.000,aan (bestemmings)reserves van de VRHM naar de RDOG HM en de afwikkeling van twee projecten. Bovenstaande cijfers wijken af van de Rekening van Baten en Lasten 2014 per product van de sector GHOR door de consolidatie van de exploitatie. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar Rekening van Baten en Lasten per product van de sector GHOR en de toelichting daarop. Incidentele baten en lasten Betreft voornamelijk de doorbelasting van de Directie RDOG Hollands Midden i.v.m. gevolgde opleidingen 2012 en 2013. Daartegenover staan enkele afwikkelingen voorgaande jaren. Per saldo een nadelig resultaat van (afgerond) € 9.000,-. 8
2.1.2 Programma Ambulancezorg Algemeen De sector Regionale Ambulance Voorziening Hollands Midden (RAVHM) biedt verantwoorde ambulancezorg. De RAVHM kenmerkt zich als een professionele, innovatieve en transparante organisatie. De patiënt heeft hier recht op! De verantwoordelijkheid voor de ambulancezorg is op 1 januari 2013 overgaan van de gemeenten en provincies naar de Rijksoverheid. De Tijdelijke wet Ambulancezorg (TwAZ) is het wettelijk kader waar de ambulancediensten sindsdien mee te maken hebben. Op basis van deze wet heeft het ministerie van VWS vergunning verleend aan de RAVHM om ambulancezorg te verlenen in de veiligheidsregio Hollands Midden. Financieringsstructuur is veranderd Met ingang van 1 januari 2014 is de financieringsstructuur van de ambulancesector veranderd. In het voorjaar zijn de contouren bekend gemaakt waarna in mei de tarieven volgden. Voor het spoedvervoer geldt niet langer een sluittarief, maar een vast tarief. De RAV HM heeft de keuze gemaakt om een keer per jaar een eindafrekening met de zorgverzekeraars te laten plaatsvinden. De financiering wordt niet meer primair gekoppeld aan de productie. Vanaf 1 januari 2014 is de financiering gekoppeld aan de benodigde paraatheid. Budgetparameters zijn onder andere de normcapaciteit uit het referentiekader S&B, het aantal ambulances en het aantal kilometers. De ritaantallen blijven indirect door hun invloed op het referentiekader S&B een belangrijke factor voor de financiering. Meldkamer Bij de invoering van de Tijdelijke wet Ambulancezorg is de verantwoordelijkheid voor de meldkamer op zowel inhoudelijk als financieel gebied bij de RAV komen te liggen. Op 27 mei 2014 is de meldkamer Ambulancezorg Hollands Midden verhuisd naar de Yp. Eind 2014 is een groot deel van het MKA-personeel (centralisten, stafmedewerkers en directleidinggevenden) overgenomen van de meldkamerorganisatie, alsmede de kwaliteitsportefeuille. Het opleidingsdossier was al in 2013 ondergebracht bij de RAV Hollands Midden. Spreiding en beschikbaarheid 2013 van kracht Het RIVM heeft in opdracht van het Ministerie van VWS in 2013 het referentiekader spreiding en beschikbaarheid herzien. Op grond van dit referentiekader dient de paraatheid te worden verhoogd. Ministerie van VWS en de zorgverzekeraars verwachten van de RAV dat zij paraatheid levert conform de afspraken in het referentiekader. De financiële dekking voor de uitbreiding van het aantal parate uren voor de regio Hollands Midden is beperkt, maar wordt conform de afspraak met de zorgverzekeraars gefaseerd over een periode van 3 jaar verhoogd. De RAV HM zal daarom de paraatheid gefaseerd gaan uitbreiden, om niet uit de pas te lopen met de financiering. De werving van nieuwe medewerkers is in maart 2014 gestart. De RAV kan tot nog toe in de voorgenomen behoefte aan nieuw personeel voorzien. In Q4 hebben nieuwe collega’s hun intrede gedaan binnen de RAV. Op basis van het referentiekader spreiding en beschikbaarheid zijn in de regio Hollands Midden zeven standplaatsen noodzakelijk. Door de RAVHM gebruik gemaakt van drie uitgebreid geoutilleerde standplaatsen waar het personeel de dienst aanvangt en zes eenvoudige, doelmatig ingerichte units(standplaatsen), die indien demografische of infrastructurele wijzigingen in de regio er om vragen kunnen worden verplaatst. In 2015 wordt de standplaats Moordrecht vanwege verplaatsing van de op- en afrit van de A 20 verplaatst. Door te kiezen voor het concept van vaste en mobiele standplaatsen heeft de RAVHM twee extra standplaatsen kunnen inrichten, waarmee het totaal voor de regio uitkomt op negen. Prestaties voldoen niet aan norm De prestaties bij spoedvervoer (A1) zijn gedaald en voldeden in 2014 niet aan de wettelijke norm van 95%. De responstijd bij spoedmeldingen vond in 93 % van de spoedgevallen binnen 15 minuten plaats. Landelijk 9
zijn de effecten te zien van de bevriezing van de beschikbare paraatheid van de afgelopen jaren. Ondanks de verslechtering heeft de RAV haar derde positie in de landelijke benchmark weten te behouden. De RAV HM verkent continu de mogelijkheden om de responstijden verder te verbeteren. In februari 2013 is de RAVHM gestart met de Directe Inzet Ambulance (DIA). DIA houdt in dat elke 112melding waarbij er een vraag om ambulancezorg is, direct nadat de melding binnenkomt en het adres van het noodgeval en de telefoonnummer van de melder is vastgesteld, wordt gehonoreerd met de inzet van een ambulance. Vervolgens vindt verdere triage plaats en wordt bepaald welke inzet noodzakelijk is. Door de invoering van DIA is het prestatieniveau redelijk in stand gebleven. De uitbreiding van de paraatheid in 2015 gaat naar verwachting een verbetering opleveren van de prestaties. Ontwikkelingshulp Sinds 2012 worden afgeschreven ambulances tegen een gereduceerd bedrag verkocht aan charitatieve instellingen voor gebruik in ontwikkelingslanden. Op deze wijze draagt de RAVHM haar steentje bij aan het verbeteren van de gezondheidszorg in deze landen. In 2014 zijn diverse oude ambulances verkocht aan charitatieve instellingen voor Ghana, Marokko en Bosnië. In 2015 worden lopende afspraken afgerond, waarna wordt bezien of het gehanteerde beleid met betrekking tot afgeschreven ambulances kan worden voortgezet. Deelname aan de USAR Een aantal verpleegkundigen van de RAV HM neemt deel aan de nationale USAR organisatie (Urban Search and Rescue). Deze medewerkers zijn getraind om (inter)nationaal te worden ingezet in rampsituaties. Ook door het beschikbaar stellen van deze medewerkers aan de USAR geeft de RAVHM blijk van haar maatschappelijke verantwoordelijkheid op (inter)nationaal niveau. In 2014 behoefde de USAR niet te worden ingezet. De medewerkers hebben wel verschillende trainingen gevolgd. Veiligheidsmanagement De RAVHM is sinds 2005 een HKZ-gecertificeerde ambulancedienst. Dit betekent dat voldaan wordt aan de gestelde kwaliteitsnormen en wettelijke eisen. In februari 2014 is het kwaliteitscertificaat opnieuw verkregen voor de periode tot 2017. Omdat het veilig melden en afhandelen van calamiteiten toen nog in de opstartfase zat is beoordeling van het veiligheidsmanagementsysteem uitgesteld tot augustus. Op 1 september 2014 is door KIWA het certificaat afgegeven voor het HKZ kwaliteits- en veiligheidsmanagementsysteem. Onderzoek gestimuleerd De sector RAVHM stimuleert wetenschappelijk onderzoek. Verdere ontwikkeling van de ambulancezorg op wetenschappelijke basis is belangrijk. Binnen de RAVHM zijn twee researchverpleegkundigen deels beschikbaar voor wetenschappelijk onderzoek. Een van hen is bezig aan een promotieonderzoek. In 2014 liepen de volgende onderzoeken: • MISSION/ Coronair-open: deelname aan een langlopend cardiologisch onderzoek van het LUMC; • PAPAMAN-onderzoek: evaluatiestudie naar de meerwaarde van vroegtijdig (in de ambulance) starten van de behandeling d.m.v. Reopro van patiënten met een hartinfarct; • Brain-open: onderzoek naar de meerwaarde van de nieuwe, met de regionale ziekenhuizen afgesproken werkwijze bij patiënten met een herseninfarct. • RHM-studie: evaluatiestudie naar de meerwaarde van het gebruik van de LUCAS bij reanimaties. De verzameling van data voor dit onderzoek is in 2014 afgesloten. Een wetenschappelijke publicatie is in voorbereiding. In 2015 verwacht de RAV dat publicatie plaatsvindt. Bij de onderzoeken wordt intensief samengewerkt met het LUMC. Regelmatig wordt een artikel gepubliceerd naar aanleiding van de onderzoeken.
10
Wat heeft het gekost De realisatie van de doelstellingen leidt tot de volgende financiële verantwoording:
Overzicht van baten en lasten in de jaarrekening Programma Ambulancezorg Rekening Begroting Begroting 2014 2014 na 2014 wijziging V
Rekening 2013
Salarissen en sociale lasten *) Idem, overgangsregeling FLO Tijdelijk personeel Overige Personeelslasten Correcties/ nacalculaties Subtotaal personeelslasten Kapitaallasten Huisvesting Organisatiekosten Materiaal Diverse kosten Dot. Voorz. (RAK Ambulancednst) Dot. Voorz. (RAK Meldkamer) Dotatie voorzieningen Kosten MKA Onvoorzien Budgetresultaat Totaal lasten
12.027.000 2.170.000 1.068.000 1.307.000 16.572.000 2.060.000 824.000 2.264.000 952.000 1.619.000 24.291.000
12.835.000 1.717.000 475.000 1.595.000 16.622.000 1.980.000 799.000 1.594.000 955.000 80.000 1.619.000 141.000 23.790.000
12.674.000 1.876.000 494.000 931.000 15.975.000 2.262.000 1.115.000 2.520.000 824.000 462.000 23.158.000
11.691.000 2.187.000 1.097.000 1.266.000 16.241.000 2.387.000 800.000 4.619.000 972.000 - 361.000 18.000 281.000 24.957.000
Bijdrage Gemeenten BPI Bijdrage Gemeenten overig Bijdrage Rijk Bijdrage derden Saldo Inc. baten en lasten Totaal baten
1.806.000 22.889.000 3.013.000 27.708.000
1.631.000 22.159.000 23.790.000
1.782.000 21.376.000 23.158.000
1.860.000 23.097.000 24.957.000
3.417.000 0
0 0
0 0
0 0
Totaal saldo van baten en lasten Reserves (storting/ onttrekking)
Resultaat 3.417.000 0 0 0 Bovenstaande cijfers wijken af van de financiële verantwoording 2014 van de sector RAV HM door de consolidatie van de exploitatie en balans. Deze financiële verantwoording is als bijlage toegevoegd aan dit programmajaarverslag. De voornaamste verschillen ten opzichte van de begroting 2014 na wijziging betreffen de grotere inzet van tijdelijk personeel in plaats van vast personeel, waarvan circa € 0,4 miljoen ten behoeve van de Meldkamer Ambulancezorg. Voor een nadere verklaring van de verschillen wordt verwezen naar genoemde verantwoording. Incidentele baten en lasten Betreft de vrijval van de voorzieningen RAK Ambulancezorg en Meldkamer (€ 2.339.500,-), de vrijval voorziening efficiencykorting (€ 163.500,-) en de vrijval voorziening Onderhoud gebouwen RAV (€ 509.500,-).
11
2.1.3 Programma Openbare Gezondheidszorg Algemeen De programmamethodiek veronderstelt dat aan het einde van het jaar de gerealiseerde maatschappelijke effecten en de daaraan bestede middelen worden gemeten en worden afgezet tegen de beoogde maatschappelijke effecten en begrote middelen, die in de programmabegroting zijn geformuleerd. Voor de openbare gezondheidszorg blijft dit een taaie materie. De beoogde maatschappelijke effecten van de werkzaamheden van de RDOG HM zijn in de Wet Publieke Gezondheid en in de missie van de RDOG HM verwoord: het bewaken, beschermen en bevorderen van de gezondheid van de burgers in de regio Hollands Midden. Hierop zijn dermate veel (vanuit de RDOG HM gezien) autonome ontwikkelingen van invloed, dat een feitelijke meting van de gezondheidstoestand nog weinig zegt over de vraag of de RDOG HM in de voorziene mate heeft bijgedragen aan de realisering van de beoogde maatschappelijke effecten (outcome-meting). Vandaar dat voor het zichtbaar maken van de maatschappelijke effecten veelal een outputmeting wordt verricht van interventies of van het bereik van deze interventies. Als deze interventies een bewezen effectiviteit hebben, mag worden verondersteld dat ze bijdragen aan het beoogde maatschappelijke effect. De RDOG HM spiegelt de resultaten van het programma Openbare Gezondheidszorg aan de resultaten van andere GGD-organisaties (bijvoorbeeld via de Benchmark van GGD Nederland) en ook de Inspectie voor de gezondheidszorg hanteert een set indicatoren aan de hand waarvan de inspanningen van de RDOG HM worden beoordeeld. Het onderstaande verslag bevat de hoogtepunten uit 2014. De inhoudelijke prestaties per product binnen het programma Openbare Gezondheidszorg worden jaarlijks uitgebreider verwoord in een kwaliteitsjaarverslag voor de GGD HM. Algemene Gezondheidszorg Infectieziektebestrijding Er zijn 370 infectieziektemeldingen in het kader van de WPG afgehandeld. 2014 zag het staartje van de mazelenepidemie onder niet-gevaccineerden en een geleidelijke toename van het aantal meldingen van kinkhoest. De overige infectieziekten lieten geen noemenswaardige verheffing zien. Augustus, september en oktober stonden in het teken van de Ebola-uitbraak in West-Afrika. In een korte periode werden bestaande en nieuwe landelijke richtlijnen geïnternaliseerd waarna de GGD binnen de regio veel geïnvesteerd heeft in de afstemming tussen en voorbereiding door partners in de in de zorgketen. De GGD trad op als voorzitter in het afstemmingsoverleg tussen het LUMC, de RAV Hollands Midden, de RAV Haaglanden, de GGD Haaglanden, de GHOR en de GGD Hollands Midden. De GGD nam deel aan het multidisciplinair Ebola-overleg van de GHOR waar naast de witte kolom ook vertegenwoordigers van politie, brandweer en gemeente zijn vertegenwoordigd. Met de repatriëring van de twee artsen van de Lionheart Foundation had onze regio de primeur voor wat betreft de monitoring van contacten van een Ebolapatiënt. Na aankomst op Schiphol werden zij gescreend in het LUMC en kozen daarna voor een zelfopgelegde quarantaine op een adres in onze regio. in november werd Hollands Midden getroffen door de vogelgriep (aviaire influenza). De eerste uitbraak vond plaats in de gemeente Nieuwkoop kort daarop volgde een bedrijf in Zoeterwoude waarna ook een bedrijf in Alphen aan den Rijn preventief werd geruimd. Bij iedere ruiming zorgde de GGD voor voorlichting en advies aan betrokken personeel, ruimers, hulpdiensten en bewoners. Op indicatie werd er gevaccineerd en antivirale middelen verstrekt. SOA/sense Voor SOA/Sense geldt dat de samenwerking binnen het Regionaal Centrum Seksuele Gezondheid is voortgezet. De kwaliteit van de aanvullende seksuele gezondheidszorg blijft op deze wijze ook in de toekomst gewaarborgd. Cliënten die volgens de landelijke Aanvullende Seksuele Gezondheid (ASG) regeling terecht kunnen bij de GGD worden nog steeds geholpen en kunnen terecht met vragen op het 12
gebied van soa, anticonceptie, onbedoelde zwangerschap, seksueel (dis)functioneren en seksueel geweld. Hierbij wordt een goede balans gezocht tussen het tegemoet komen aan de individuele vraag van de cliënt en een meer groepsgerichte aanpak. Die groepsgerichte aanpak, richt zich op de moeilijk bereikbare risicojongeren. De al eerder gestarte preventie activiteiten, gericht op MBO-ers zijn voortgezet en uitgebouwd. Preventie en curatie gaan hier dus hand in hand. Ook is er sinds oktober de mogelijkheid voor jongeren onder de 25 jaar met een laag-risico, om online, via de GGD Hollands Midden, een betrouwbare soa-test aan te vragen. Hiermee is extra ruimte gecreëerd om meer cliënten met een verhoogd risico te helpen, op de bestaande spreekuren. Tegelijkertijd blijft het voor jongeren die alleen voor de zekerheid willen testen, mogelijk om toch getest te worden. Jongeren maken massaal gebruik van deze mogelijkheid. Deze werkwijze wordt te zijner tijd geëvalueerd. Tuberculosebestrijding In 2014 was er een lichte stijging te zien van het aantal patiënten met TBC in onze regio. Ongeveer een kwart van de patiënten had open tuberculose. Er werden diverse bron- en contactonderzoeken uitgevoerd. Daarnaast blijkt de problematiek van de patiënten ook steeds gecompliceerder o.a. door resistentie van de bacterie (veel afstemming met de behandelaars in het ziekenhuis), co-morbiditeit en de sociale context van de patiënt. In het kader van het Nationaal Plan Tuberculosebestrijding werd een begin gemaakt om tot een regionaal expertise centrum voor Zuid-Holland te komen Technische Hygiënezorg Naast de reguliere ondernemingen waar tatoeages, piercings en/of permanente make-up worden Aangebracht, vonden hygiënebezoeken plaats bij instellingen voor dak- en thuislozen. Daarnaast werd de pilot hygiëne en infectiepreventie in de kinder- en gastouderopvang uitgevoerd samen met de medewerkers van het team Infectieziektebestrijding. Het team heeft 20 hygiëne-adviezen gegeven bij adviesaanvragen van gemeenten aan de GHOR en zijn zes hygiëne inspecties uitgevoerd tijdens evenementen. Medische milieukunde Op het gebied van medisch milieukunde zijn er beleidsadviezen gegeven op het gebied van bodemsanering, asbest en intensieve veehouderij. Verder zijn er veel vragen van burgers beantwoord, waarbij onderwerpen als binnenmilieu en ongedierte, maar ook kwik, hoog scoorden. In het kader van het afgesloten ‘Convenant Omgevingsdiensten – RDOG HM’ werd in september een goed bezocht asbestsymposium georganiseerd samen met de omgevingsdiensten in de regio. Forensische geneeskunde & lijkschouw De meeste aanvragen in 2014 betreffen medische zorgverlening voor ingesloten personen t.b.v. politie/justitie. Vanaf medio 2014 vindt na openstelling van de PI Alphen aan den Rijn, locatie Eikenlaan tevens medische zorgverlening voor arrestanten plaats. In het verslagjaar vond enige uitbreiding van het totaal aantal artsen plaats en zal ook in 2015 een punt van aandacht blijven. Het aantal lijkschouwen is in vergelijking met 2013 gestegen met 44 %. Oorzaken zijn o.a. de toename in het aantal euthanasiëen en meldingen n.a.v. de gegeven schouwcursussen voor behandelaars. Eind 2014 is er veel werk verzet aan de uitwerking van de offerteaanvraag van de landelijke aanbesteding forensische geneeskunde waarbij de beslissing tot gunning van de opdracht in het eerste kwartaal 2015 zal plaatsvinden.
13
Sociaal medische advisering De GGD HM is in 2014 geconfronteerd met een verder afnemende vraag voor sociaal medische advisering. In 2014 heeft de GGD daarom verschillende lijnen uitgezet om de dienstverlening aan gemeenten en andere klanten beter aan te laten sluiten bij hun behoeften: • Het project ‘ GeZZondcheck 2.0’ voor de gemeente Leiden en de ISD Bollenstreek. Het doel hiervan is om de leefstijl en gezondheid van burgers met een lage SES en een WWB uitkering te verbeteren. Door hen deel te laten nemen aan een interventietraject is de verwachting dat de gezondheidsbeleving verbetert en dat zij mogelijk meer begeleid konden worden naar (betaald) werk. • Inzetten op scholing en versterken van het netwerk om goed te kunnen aansluiten bij nieuwe vraagstukken van de gemeenten, bijvoorbeeld op het gebied van de decentralisatie (Nieuwe WMO, Wet Langdurige Zorg en de Participatiewet). Reizigersadvisering Het aantal bezoekers op onze reizigersspreekuren is ten opzichte van 2013 stabiel gebleven. Óok in 2014 zijn reizigers in de regio Hollands Midden op verschillende manieren geïnformeerd over de diverse mogelijkheden voor de reizigers binnen de GGD. Enkele van de opvallenste zaken hierbij waren: informatieverstrekking voorafgaand aan de belangrijkste vakantie periodes via lokale radio, televisie en gelijktijdig ook via berichtgeving op enkele lijnbussen in de regio. Daarnaast is in 2014 aansluiting gezocht bij het landelijke platform GGD Reisvaccinaties. Een belangrijke stap om de reiziger op uniforme wijze te informeren. Ook zijn er via dit platform gezamenlijke activiteiten ondernomen om reizigersvaccinaties via de GGD meer onder de aandacht van de reizigers te brengen. Onderzoek, Beleid en Gezondheidsbevordering Advisering Gezondheidsbeleid Het ontwikkelen, uitvoeren en evalueren van lokaal gezondheidsbeleid is een gemeentelijke taak. Gemeenten zijn volgens de Wet publieke gezondheid verplicht om hiervoor elke vier jaar hun lokale gezondheidsbeleid in een nota vast te leggen. De meeste gemeenten hebben hun nota in 2013 vastgesteld. De Regionale Nota Volksgezondheidsbeleid 2013-2016 “Gezonder in de Buurt” vormde daarbij voor veel gemeenten de inhoudelijke basis. De werkgroep lokaal gezondheidsbeleid (bestaande uit ambtenaren van vijf gemeenten en GGD) kreeg eind 2012 een vervolgopdracht van het Algemeen Bestuur van de RDOGHM mee, namelijk het maken van afspraken over: de inzet van de GGD op de groepsgerichte, gezondheidsbevorderende activiteiten, de inzet van de GGD als regievoerder op het gebied van gezondheidsbevordering en het geven van advies over voorstellen van de GGD aan het AOZW en het CAO. De GGD bereidde de bijeenkomsten van de werkgroep samen met de gemeente Alphen aan den Rijn voor. In de werkgroep zijn de volgende adviezen van de GGD besproken: advies preventieve ouderengezondheidszorg, gegevens op wijkniveau, mogelijkheden en wensen voor de rVTV 2015, samenwerking met sociale diensten bij de invulling preventieonderdelen in de collectieve zorgverzekering voor minima (CZM). Ook is de meerwaarde van de werkgroep onder leden van het AOZW en CAO en de werkgroep zelf geëvalueerd. Dit heeft niet geleid tot grote wijzigingen in de werkwijze van de werkgroep, wel tot meer bekendheid bij alle ambtenaren volksgezondheid. Veel gezondheidswinst valt te behalen via samenwerking met de eerstelijnszorg en via integraal gezondheidsbeleid. De GGD houdt de lijnen kort met Reos, Z&Z en het Transmuraal Netwerk MH voor een goede afstemming tussen ontwikkelingen bij gemeente (wijkgericht werken, sociale teams) en eerstelijnszorg (vorming van GEZ’en en werken met ketenzorgprogramma’s). Kansen voor samenwerking op het gebied van valpreventie, welzijn op recept en het beweegprogramma in de CZM zijn besproken. Verder nam de GGD deel aan de werkgroep Preventie van de samenwerkingsagenda van de Holland Rijnland gemeenten en Z&Z en leverde teksten aan voor de notitie van de werkgroep. De GGD zorgde in nauw afstemming met Z&Z dat in vijf gemeenten afspraken werden gemaakt over het uitvoeren van het beweegprogramma voor mensen met overgewicht, opgenomen in de aanvullende 14
verzekering van de CZM, door fysiotherapiepraktijken. Hiervoor werden tal van afspraken gemaakt met gemeenten, zorgverzekeraar en fysiotherapeuten en presentaties gehouden voor ambtenaren volksgezondheid en sociale zaken en wijkverpleegkundigen. PR-materiaal, zoals brieven voor huisartsen, folders, posters en berichten voor lokale kranten en websites ontwikkelde de GGD om het beweegprogramma bekend te maken. Ook werd een AWP-onderzoek uitgevoerd over de rol van de afdeling Werk en inkomen bij de toeleiding van minima naar het beweegprogramma. In het eindrapport ‘Van Verzekerd bewegen’ zijn aanbevelingen opgenomen op welke wijze sociale diensten een rol kunnen spelen bij gezondheidsbevordering en participatie van minima. Epidemiologie en onderzoek In het verslagjaar zijn de resultaten beschikbaar gekomen uit de gezondheidspeiling 2013 onder jongeren in het voortgezet onderwijs. Alle 25 deelnemende scholen hebben een eigen schoolgezondheidsprofiel ontvangen. Verder hebben de gemeenten een overzicht met de kerncijfers gekregen. Tot slot zijn in de tweede helft van 2014 factsheets gepubliceerd over de thema’s ‘lichamelijke en psychosociale gezondheid’, ‘functioneren op school’, ‘beweging, voeding en overgewicht’, ‘tabak, alcohol en drugs’ en ‘seksualiteit’. De resultaten zijn ook opgenomen in de Gezondheidsatlas (http://www.gezondheidsatlashollandsmidden.nl/ ). Daarnaast is meegewerkt aan verdergaande landelijke Harmonisatie van de Monitor Jeugd (gezondheidspeiling jeugd), zowel met betrekking tot de werkwijze als de standaardvraagstellingen. In 2014 is in het kader van de voortgangsgesprekken GGD/gemeenten voor alle gemeenten een overzicht gemaakt van de belangrijkste bevolkings- en gezondheidsgegevens op gemeente- en/of wijkniveau. Daarbij is aangegeven wat de belangrijkste landelijke en lokale speerpunten zijn voor lokaal gezondheidsbeleid. Mede door de decentralisaties is bij gemeenten een groeiende behoefte aan gezondheidsgegevens op wijkniveau ontstaan. Een aantal gemeenten in Hollands Midden is begonnen met het verzamelen van wijkgegevens. De epidemiologen zijn in enkele gemeenten betrokken geweest bij deze ontwikkeling. In 2015 wordt verder duidelijk welke rol de epidemiologie hierin kan spelen. De ‘Monitor OGGZ 2012-2013 Zuid-Holland Noord’ en de ‘Monitor Maatschappelijke Zorg 2012-2013 Midden-Holland’ zijn medio 2014 uitgebracht en besproken met beleidsmedewerkers en hulpverleners/instanties op het gebeid van de OGGZ. Met subsidie van de Academische Werkplaats is een Kortdurend Onderzoek uitgevoerd in Zuidplas dat aanbevelingen vanuit hulpverlenersperspectief opleverde voor invoering van de nieuwe Wmo. Daarnaast is de recidive van cliënten bij de Meldpunten Zorg en Overlast onderzocht. Het behoort tot het reguliere GGD-werk om op verzoek specifieke gegevens over de gezondheid te leveren of gemeenten te adviseren over gezondheidsonderzoek. Zowel intern als extern zijn de epidemiologen gevraagd om advies. In 2014 zijn in totaal ruim 130 verzoeken afgehandeld. Verder is het gebruik van de gezondheidsatlas voor het opvragen van gegevens op gemeenteniveau in 2014 gestegen. Gezondheidsbevordering volwassenen en ouderen De preventie van vermijdbare aandoeningen voor de doelgroep 18+ richt zich voornamelijk op bewegingsstimulering en rookontmoediging. Roken is een belangrijke risicofactor voor o.a. longkanker, COPD en hart- en vaatziekten. Uit de GGDHM monitor 2012 onder volwassenen blijkt dat 22% van de 19 plussers rookt. Driekwart van deze rokers zou willen stoppen. In het kader van rookpreventie/ontmoediging en ondersteuning bij het stoppen met roken heeft de GGD HM bijgedragen aan de organisatie van 12 trainingen stoppen met roken ( training Rookvrij?Ookjij!) in een vijftal gemeenten. Ook het overzicht aan stoppen-met-roken ondersteuningsmogelijkheden in de regio is geactualiseerd. Daarnaast is de GGD trekker van het regionaal afstemmingoverleg Rookpreventie Hollands Midden en heeft de GGD dit jaar in de gemeenten Leiden en Gouda extra ingezet t.b.v. de nieuwe en succesvolle landelijke campagne Stoptober. Valongevallen brengen naast hoge medische kosten veel nadelige gevolgen zoals verminderde zelfstandigheid, zelfredzaamheid en mobiliteit, (psycho) sociale gevolgen en verminderde activiteit. 15
Door in te zetten op valpreventie valt op al deze terreinen winst te behalen. In de notitie ‘Preventieve Ouderengezondheidszorg’ stond een kansrijke aanpak beschreven; het opzetten van valpreventieketens. Twee gemeenten (Voorschoten en Nieuwkoop) hebben aangegeven hier actief mee aan de slag te willen gaan. In 2014 vonden hiervoor de eerste verkennende gesprekken plaats. Groen als middel voor het bevorderen van de gezondheid wordt wetenschappelijk steeds beter onderbouwd. Contact met een groene omgeving vermindert de kans op stress, bespoedigt het ziekteherstel en stimuleert beweging. In wijken met veel groen komt overgewicht bij kinderen significant minder voor. Kortom, groen kan een belangrijke bijdrage leveren aan de gezondheid van de inwoners van Hollands Midden. De GGD is dan ook actief met het thema groen aan de slag gegaan. Samen met IVN en de gemeente Leiden is een subsidieaanvraag bij de provincie ingediend voor het project Bewegen in het Groen. Dit project beoogt meer mensen in het groen te laten bewegen met in het bijzonder inactieve groepen. Vier studenten fysiotherapie onderzochten onder leiding van de GGD de behoefte van ouderen die rondom het park wonen en de mogelijkheden die sport- en beweegaanbieders hebben om hun aanbod voor specifieke doelgroepen uit te breiden. Samenwerking met diverse regionale Kennisinstituten maakt het mogelijk dat toekomstige professionals op het terrein van onderwijs, zorg en welzijn, goed ingeleid worden in de gezondheidsbevordering. De GGD verzorgt colleges op de hogeschool en universiteit en begeleidt artsen in opleiding met een preventieopdracht in de wijk. Gezondheidsbevordering Jeugd Gezond opgroeien en gezond blijven is ook voor jeugd geen vanzelfsprekendheid. Het vergt een bewuste keuze, de aanwezigheid van gezonde alternatieven en de mogelijkheid om verleidingen te weerstaan. Werken aan gezondheid speelt zich dan ook af in het sociale domein en is een duurzame investering. Maatwerk, samenwerking met partijen in de nabijheid van de jeugdige en diens opvoeder(s) en een integrale aanpak verhogen de effectiviteit. Scholen worden actief ‘op maat’ ondersteund en begeleid bij de ontwikkeling en uitvoering van hun schoolgezondheidsbeleid via de werkwijze Gezonde School, waar mogelijk in samenwerking met andere partners. Het bespreken van de schoolgezondheidsprofielen (gebaseerd op de bevindingen Jongerenpeiling 2013) en de samenwerking met de JGZ verpleegkundige blijkt daarin een vruchtbare component. Door goed op de hoogte te blijven van landelijke ontwikkelingen, bleek het mogelijk om opnieuw scholen tijdig te informeren over de mogelijkheden van de subsidie Jeugdimpuls. 42 scholen primair onderwijs en 18 scholen voortgezet onderwijs hebben hun aanvraag om ondersteuning door de GGD gehonoreerd gekregen waardoor het bereik in termen van aantallen actieve scholen, participerende ouders en leerlingen flink verhoogd kon worden ten opzichte van vorige jaren. Daarnaast kunnen scholen op de hoogte blijven en zichzelf op weg helpen met de website en de digitale nieuwsbrieven Gezonde School. Ook de geflexibiliseerde werkwijze van de JGZ en de ontwikkelde producten in het kader van het extra contactmoment 15/16 jarigen maakten een scala aan groepsgerichte interventies en dienstverlening mogelijk. Op de scholen zien we een toename in een integrale aanpak. Sociaal emotionele ontwikkeling, in het bijzonder weerbaarheid is daarin een sleutel. Hier zijn heel concreet diverse leefstijlthema’s aan te koppelen en het blijkt een goede opmaat te zijn naar verbreding van de aanpak met schoolbeleid. Na een training weerbaarheid Voeding en Bewegen voor leerlingen en de daaraan gekoppelde ouderavond bijvoorbeeld, is de stap om te starten met bijvoorbeeld schoolgruiten niet zo groot. Waar mogelijk werd met de CJG-partners samengewerkt aan een ondersteunende zorgstructuur op de school en in de wijk. Goede ervaringen zijn opgedaan in de weerbaarheidstrajecten waarin inhoudelijke koppeling en samenwerking met zorgpartners expliciet onderdeel uitmaken van het ondersteuningstraject.. Tijdens een weerbaarheidstraject wordt er actief samengewerkt met het CJG- en ketenpartners. Na afloop van de trainingen vindt er in een evaluatie met de school, de weerbaarheidstrainer en het CJG een overdracht plaats van zorg-leerlingen. Vervolgens wordt er, in samenwerking met de ouders, gekeken hoe 16
het betreffende kind ondersteund kan worden en welke extra begeleiding er in het gezin nodig is. Deze zorgstructuur wordt tijdens de ouderavond aan ouders toegelicht. De onderlinge samenwerking van ketenpartners en aanpalende partners in de wijk is verder versterkt door diverse trainingen aan CJG-medewerkers gericht op effectieve samenwerking op gezondheidsthema’s met daarin aandacht voor aspecten als gesprekstechnieken, inhoud op seksuele ontwikkeling, grensoverschrijdend gedrag, genotmiddelen en hersenontwikkeling. Samenwerking met diverse regionale Kennisinstituten maakte het mogelijk dat toekomstige professionals op het terrein van onderwijs, zorg en welzijn, goed ingeleid worden in de gezondheidsbevordering en de samenwerking in het sociaal domein. Toenemende samenwerking met divers partijen zien we ook terug specifiek op het gezondheidsthema voeding en bewegen. Met name in de JOGG gemeenten zien we nieuwe samenwerking ontstaan met zorgverzekeraar, natuur & educatie, sport en/of jongerenwerk. Op basis van de gewichtscijfers is het urgentiebesef van dit onderwerp ook op scholen voortgezet onderwijs gewekt. De mate waarin school dit wil en kan concretiseren zal in de komende jaren duidelijk worden. Openbare geestelijke gezondheidszorg, preventie en beleid Binnen de openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ) ligt als altijd de nadruk op samen met andere instellingen beleid te maken ten behoeve van de meest kwetsbare personen en gezinnen in onze samenleving. De GGD HM leverde in 2014 beleidsmatige en procesmatige ondersteuning aan verschillende samenwerkingsverbanden en werkgroep in de regio. Thema’s waren o.a. zwerfjongeren, convenanten voorkomen huisuitzetting, winterregeling voor daklozen, laatste kans beleid, verbeteren zorgtoeleiding verwarde personen, verslaafde zwangeren en zwangeren met een verstandelijke beperking, participatie en maatschappelijk herstel van mensen met een psychische kwetsbaarheid of verslaving. De samenwerking op het terrein van depressiepreventie leidde in 2014 tot de uitvoering van diverse projecten. Het project Huiskamerbezoeken voor en door allochtone vrouwen in Leiden en Alphen, ontwikkeling en lancering van het Niet Pluis gevoel pakket waarmee organisaties vroegsignalering psychosociale problematiek snel en praktisch kunnen opzetten of verbeteren (scholings-DVD, handleiding voor trainers, handleiding voor managers, signalenkaart) en de implementatie van de e-learning Signaleren depressie in een wijk in Gouda. Voorbereidingen zijn getroffen voor scholing in 2015 over depressiepreventie aan de sociale wijkteams in Leiden en Leiderdorp. Meldpunt Zorg en Overlast Het Meldpunt behandelde in het verslagjaar 1947 meldingen (1899 in 2013). Er zijn 134 tijdelijk huisverboden opgelegd (114 in 2013). De GGD is steeds betrokken geweest in de rol van procescoördinator. Het Meldpunt bemenst ook de telefoon van het Steunpunt Huiselijk Geweld. In 2014 kwamen er 685 adviesvragen per telefoon van burgers en professionals over huiselijk geweld (492 in 2013). Het Meldpunt heeft veel energie gestoken in de samenwerking en de afstemming met de (nieuwe) sociale teams en de jeugd en gezinsteams, voor zover die al aanwezig waren in de regio. Steunpunt Huiselijk Geweld Per 1 januari 2015 krijgen de gemeenten de taak om op bovenlokaal niveau zorg te dragen voor een advies en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling, zijnde een samenvoeging van het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) en het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG). Gemeenten hebben besloten deze nieuwe entiteit Veilig Thuis onder te brengen bij de RDOG HM. In het verslagjaar is hard gewerkt deze samenvoeging van AMK en SHG per 1 januari 2015 onder de vlag van de RDOG HM vorm te geven. Dit is zowel in organisatorisch als inhoudelijk opzicht geslaagd. Medewerkers van Veilig Thuis werken sinds 1 januari gezamenlijk aan hun taken. Leiden hierin is de gemeentelijke regiovisie, die voor de komende vier jaar de volgende prioriteiten benoemt: • Samenwerking van Veilig Thuis in het Zorg- en Veiligheidshuis; • Bevorderen gezamenlijke deskundigheid; • Preventie en vroegsignalering; 17
• Versterking sociaal netwerk. In Hollands Midden is er voor gekozen Veilig Thuis in nauwe samenhang vorm te geven met het Meldpunt Zorg en Overlast van de GGD HM. Dat betekent onder meer ook dat de werkprocessen van het Meldpunt naadloos aan gaan sluiten bij de werkprocessen van Veilig Thuis. Daarnaast was het Steunpunt Huiselijk Geweld in charge op de overige terreinen van veiligheid en zorg; zoals uitvoering wet Meldcode, wet Tijdelijk Huisverbod, aanpak eergerelateerd geweld, ouderenmishandeling, ontspoorde zorg en publiekscampagnes. Zo werd bijvoorbeeld het alarm systeem voor mensen die bedreigd of ernstig gestalkt worden, Aware, geëvalueerd en uitgebreid op basis van positieve resultaten. Ook vond uitvoering van preventieactiviteiten naast deskundigheidsbevordering aan professionals plaats. Bij jongeren in het programma ‘Wensen en Grenzen’ voor VMBO ligt het accent op mentaliteitsverandering waar het relationeel en seksueel geweld of grensoverschrijdend gedrag aangaat. Publieke Zorg voor de Jeugd Voor de medewerkers van de sector Publieke zorg voor de jeugd was 2014 een enerverend jaar. Management, staf, professionals en ondersteunend personeel werken aan veel veranderingen tegelijkertijd. • De inspanningen waren allereerst gericht op de training, het oefenen en het implementeren van het nieuwe JGZ-programma inclusief de GIZ-methodiek extra tijd van de professionals en staf. Het grootste deel van de invoering van het JGZ-programma nieuwe stijl verliep volgens plan, maar door boven genoemde extra werkzaamheden, is enige achterstand ontstaan. Met name de uitvoering van het contactmoment 15/16 jarigen vraagt nog om een inhaalslag in 2015. Een voorstel hiervoor zal worden gedaan aan het Algemeen bestuur RDOG op het moment dat de jaarrekening wordt besproken. • De harmonisatie van de basisdienstverlening van de JGZ in beide subregio’s per 2015 heeft aanzienlijke extra werkzaamheden gegenereerd. • Tegelijkertijd met de inhoudelijke veranderingen was de opgave om de forse bezuinigingen door te voeren. Dit gecombineerd met de keuze om toe te werken naar meer zelfsturende teams zijn bepalend geweest in de organisatiewijziging die per 31 december 2014 is geïmplementeerd. Nieuw basistakenpakket JGZ Op 5 november 2014 heeft de Rijksoverheid het Besluit publieke gezondheid vanwege een gewijzigd basistakenpakket jeugdgezondheidszorg aangepast. Het onderscheid tussen wettelijk uniform en maatwerk deel is verdwenen en de taken zijn hier en daar geherformuleerd. Het contactmoment bovenbouw voortgezet onderwijs is toegevoegd in het basispakket. Het begeleiden en instructie geven zowel individueel als groepsgericht (artikel 6) zijn eveneens opgenomen in het basispakket. Toegevoegd is expliciet: het in afstemming met de jeugdige en zijn ouders of verzorgers bepalen van de behoefte aan advies en voorlichting en ramen welke zorgverlening nodig is en het formuleren van maatregelen (artikel 5 b en e), alsmede het beoordelen van het pedagogische milieu (artikel 3 h). Voortgang flexibilisering contactmomenten JGZ In september en december 2013 heeft het AB RDOG besloten op welke wijze de flexibilisering van een integraal JGZ-aanbod en de regionalisering van het takenpakket voor geheel Hollands Midden plaats zou moeten vinden. Er is gekozen voor een samenhangend scenario dat bestaat uit diverse wijzigingen en dat in de periode 2013-2015 wordt geïmplementeerd. Het doel van flexibilisering is te komen tot modernisering van het JGZ aanbod door herziening contact momenten en aanbieden van nieuwe vormen van dienstverlening, zodat de uitgangspunten van flexibilisering behaald worden. Flexibilisering betekent dat het pakket van preventieve gezondheidszorg op verschillende manieren kan worden aangeboden. De variatie kan liggen in het aantal contactmomenten dat wordt aangeboden, maar ook in de vorm (bijvoorbeeld: individueel, spreekuur, groepsbijeenkomst, mailcontact, telefonisch) en in de professional die contact heeft met de ouder of het kind. In alle gevallen blijft de inhoud van het preventieve aanbod (conform het wettelijke Basistakenpakket) in stand. Flexibilisering is een manier om de beschikbare middelen zo effectief mogelijk in te zetten en beoogt de dienstverlening beter aan te laten sluiten bij 18
maatschappelijke ontwikkelingen en de individuele wensen en behoeften van ouders en hun opgroeiende kind. De volgende onderdelen van flexibilisering zijn in 2014 fasegewijs ingevoerd: - de in het kader van de Academische Werkplaats Jeugd ontwikkelde methodiek GIZ (Gezamenlijk Inschatten van de Zorgbehoefte) is volledig geïmplementeerd in de werkwijze van de Jeugdgezondheidszorg. Daarnaast zijn de volgende onderdelen van het scenario geïmplementeerd: - Vaccinatiespreekuur van 4 en 11 maanden Met ingang van januari 2015 zal ook het vaccinatiespreekuur 4 jaar geïmplementeerd zijn. - Groepsbijeenkomsten 9 maanden Met ingang van januari 2015 zullen ook de groepsbijeenkomsten 18 maanden geïmplementeerd zijn. - Voorlichting ouders van brugklasleerlingen - Logopedie VVE - Communicatie en toegankelijke dienstverlening zoals bv. E-mail met leeftijdsgebonden voorlichting en mogelijkheden voor ouders om in contact te komen met de JGZ zijn verbeterd - De wijzigingen van het contactmoment groep 7 worden vanaf 2014 gefaseerd geïmplementeerd. Dit zal een vervolg krijgen in 2015. De verschillende onderdelen van de implementatie worden uitgebreid geëvalueerd. Op dit moment is het nog te pril om over de resultaten en ervaringen van ouders en medewerkers met deze wijzigingen uitspraken te doen. In 2015 zal hier uitgebreid aandacht aan worden geschonken en zullen de eerste resultaten zichtbaar worden. Contactmoment adolescenten Gemeenten hebben vanaf schooljaar 2013/2014 middelen beschikbaar gesteld voor de uitwerking van een individueel contactmoment gericht op leerlingen op het voortgezet en middelbaar onderwijs. GGD Jeugdgezondheidszorg en Kwadraad zijn in de regio Hollands Midden gezamenlijk aan de slag gegaan met de uitwerking van dit contactmoment Bovenbouw. De doelgroep betreft 15/16 jarigen. Het contactmoment is gericht op een gezond gewicht (tegengaan van over- en ondergewicht), het bevorderen van seksueel gezond gedrag, de aanpak van sociaal-emotionele problematiek/het bevorderen van weerbaarheid en preventie van middelengebruik (waaronder alcohol). Op basis van de ervaringen in het eerste jaar is de werkwijze geoptimaliseerd, zodat het contactmoment naar tevredenheid van leerlingen, medewerkers en scholen verloopt. Daarbij is er veel geïnvesteerd in de ontwikkeling van groepscontacten. Ons plan is dit verder te intensiveren, gezien het feit dat dit bij deze leeftijdsgroep beter aansluit dan individuele contactmomenten. In 2014 heeft ongeveer twee derde van de leerlingen (6091 leerlingen) deelgenomen aan het nieuwe contactmoment. Daarmee is enige achterstand opgelopen ten opzichte van de nagestreefde planning. Dit heeft te maken met de aanlooptijd die nodig bleek om afspraken met alle scholen te maken over de planning van het contactmoment en de tijd die nodig was om medewerkers in te werken in de nieuwe werkwijze. Planning is om deze achterstand in de tweede helft van het schooljaar 2014/2015 zoveel mogelijk in te lopen. Aansluiting JGZ en jeugdhulp In het afgelopen jaar heeft de sector Publieke Zorg voor de Jeugd bijgedragen aan het aansluiten op de transformatie van de jeugdzorg door deelname aan zowel ambtelijke, zorginhoudelijke als voorwaardenscheppende werkgroepen. In ZHN is afgesproken dat de JGZ nauw dient aan te sluiten op de Jeugd en Gezinsteams (JGT). In elke gemeente starten deze teams binnen het CJG. Kennismaking verloopt positief met de Jeugd- en Gezinsteams, de meerwaarde van het inschakelen van wederzijdse expertise biedt toegevoegde waarde in de kwaliteit van de zorg aan gezinnen. De samenwerking t.a.v. de concrete ondersteuning en zorg aan ouders en jongeren vindt in steeds meer gevallen plaats. Afgesproken is dat per CJG een vaste Jeugdarts aanspreekpunt wordt voor de JGT’s. 19
In MH zijn de sociale (jeugd) wijkteams in volle ontwikkeling. Eind 2014 is de samenwerking van JGZ en met name de verwijzing van de jeugdarts naar de sociale teams en terugkoppeling in heldere afspraken vastgelegd. In het voorjaar van 2014 is een werkgroep Experiment gezinsverpleegkundige voor de duur van een jaar gestart om te onderzoeken op welke wijze aan kwetsbare gezinnen langdurige stut en steun geboden kan worden, opdat deze gezinnen op eigen kracht en voor hen op een tevreden wijze hun leven kunnen leiden. Hulpvragen bij het experiment zijn onder andere wat de meerwaarde van een gezinsverpleegkundige is ten opzichte van een jeugdverpleegkundige in gezinnen waar meer en complexe problematiek aan de orde is. Hoe de gezinsverpleegkundige zich verhoudt tot de rol van BKK, gezinscoach en bijv. MEE-coördinator en op welke wijze een gezinsverpleegkundige optimaal in een CJG-team kan werken, wordt verder verkend. Eind maart 2015 zal een adviesrapport verschijnen. Voor- en Vroegschoolse Educatie en taalachterstanden In het kader van het harmoniseren van het JGZ-beleid ten aanzien van VVE binnen de regio GGD Hollands Midden zijn de verpleegkundigen, die vanaf mei 2014 het contactmoment 2-jarigen uitvoeren, door de logopedisten bijgeschoold over de taal- spraakontwikkeling bij jonge kinderen. Doel is vroegtijdig te kunnen signaleren van problemen in de taal en spraakontwikkeling en het toe leiden van die kinderen naar VVE die er baat bij zullen hebben. In september is een symposium gehouden over de rol van de JGZ in de VVE voor alle gemeenten, directie, staf en de JGZ medewerkers van de GGD Hollands Midden. Daarbij zijn de resultaten van een onderzoek door de Academische werkplaats, in opdracht van onder andere de gemeente Alphen aan de Rijn kern Boskoop, gepresenteerd: Peiling van de kennisbehoefte bij JGZ-professionals omtrent taalachterstand en toeleiding naar Voor- en Vroegschoolse Educatie. Ook de monitor VVE in beeld is gepresenteerd door de logopedisten. De gemeenten voeren de regie over VVE. Zij bepalen onder andere de doelgroep-definitie, de kaders en maken afspraken met de verschillende partners in VVE. Naast de wettelijk taak voor JGZ van signalering, toetsing en verwijzing worden met gemeenten afspraken gemaakt over toeleiding, registratie en (in aanvullende dienst) de inzet van JGZ-logopedisten met betrekking tot advisering en onderbouwing van indicering, monitoring en evaluatie. In de gemeenten waar een logopedisch spreekuur in het CJG is opgezet werd veel gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de logopedist nader te laten onderzoeken wat voor dit specifieke kind het beste traject is: VVE, VVE in combinatie met logopedie in de eerste lijn of multidisciplinair onderzoek. Het bleek dat de jeugdverpleegkundigen juist kinderen met complexe problematiek doorverwijzen naar de logopedist binnen het CJG. De monitoring van de kinderen in het VVE traject begint gestalte te krijgen: de evaluatie VVE bij 4 jaar, 5 jaar en 6 jaar door logopedisten en scholen wordt ingevuld zodat er nu een beeld gevormd kan worden over de resultaten van de inzet van VVE. Voor 2015 zijn in de gehele regio van de GGD Hollands Midden 2 pakketten preventieve logopedie aan de gemeenten aangeboden. De verschillende producten logopedie worden binnen de GGD HM inhoudelijk verder op elkaar afgestemd en uniform geregistreerd. Digitaal Dossier jeugdgezondheidszorg Medio 2014 eindigde het contract met de leverancier van het Digitaal Dossier Jeugdgezondheidszorg (DDJGZ). Tijdens de gesprekken over verlenging verraste de leverancier de GGD met de mededeling dat hij niet zou gaan inschrijven op de Europese aanbesteding. GGD HM is daardoor gedwongen om uit te zien naar een ander dossier en heeft hiertoe de benodigde stappen ondernomen. We betreuren deze stap vanuit het oogpunt van continuïteit en het verlies van rendement op alle inspanningen om het dossier te optimaliseren en de gegevens beschikbaar te maken voor onder andere onze gemeenten. Vanzelfsprekend ontstaan er ook nieuwe kansen en na een marktoriëntatie is besloten geen bestaand dossier aan te schaffen maar in samenwerking met GGD Hollands Noorden een dossier te laten bouwen. Naar verwachting zal het aanbestedingstraject eind januari 2015 gaan lopen, de voorbereidingen zijn vrijwel afgerond.
20
Ontwikkelingen CJG De Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) in Hollands Midden hebben in het afgelopen jaar, waarin er veel ontwikkelingen waren in het jeugdveld, ervoor gezorgd dat zij een constante factor vormden voor vragen van ouders, jeugdigen en professionele opvoeders. Daarnaast zijn partners gezamenlijk opgetrokken en hebben lokaal en regionaal meegedacht ten aanzien van de wijze waarop preventie en laagdrempelige ondersteuning een plek kunnen krijgen in het nieuwe jeugdveld. Zo is er in beide subregio’s met een groot aantal organisaties gewerkt aan een advies ten aanzien van preventie. Vanwege de focus op de decentralisatie was het niet mogelijk om met gemeenten doorontwikkeling van de CJG’s te bespreken en was de ruimte voor innovatie bij de samenwerkende partners ook minder dan in voorgaande jaren. Desondanks is er sterk ingezet op verdere implementatie van de werkwijze volgens 1Gezin1Plan, zijn nieuwe partners aangesloten op de verwijsindex JeugdMATCH en zijn themabijeenkomsten en activiteiten in het kader van de week van de opvoeding georganiseerd. En is er gestreefd naar een goede aansluiting met Jeugd en Gezinsteams/ Sociaal Teams zodat onnodig gebruik van specialistischer vormen van hulpverlening wordt voorkomen, maar dat waar nodig wel tijdig wordt opgeschaald. Basiszorg coördinatie kwetsbare kinderen (Bkk) Basiszorgcoördinatie kwetsbare kinderen is sinds jaar en dag een basistaak van de GGD in ZHN. Door het Algemeen Bestuur is besloten dat dit per 2015 ook zo zal zijn in Midden Holland. In 2013 en 2014 is er een kwartiermaker aan het werk gegaan om de Basiszorgcoördinatie kwetsbare kinderen te implementeren in de regio Midden Holland. Vanaf 1-1-2015 is Bkk geharmoniseerd. De doelgroep van Bkk zijn ouders met verslavingsproblemen en/of psychiatrische problemen die in behandeling zijn en waarbij meerdere hulpverleners zijn betrokken. Het gaat om gezinnen met grote problemen, waar het relatief goed gaat met de kinderen ondanks kwetsbare gezinsomstandigheden. De kinderen hebben (nog) geen indicatie voor Jeugdzorg. De inzet van specialistische zorgcoördinatoren vanuit Bkk levert een positieve invloed op het functioneren van het gezin en daarmee op het welzijn van de kinderen. Voorkomen wordt dat de kinderen meegetrokken worden met de problematiek van de ouders, en dat zij ook in de gevarenzone terecht komen. De specialistische zorgcoördinatie sluit qua kennis aan bij de problematiek van de ouders. Ook nu de zorg vanaf 2015 georganiseerd wordt in teams op wijkniveau, blijven er gezinnen bestaan die behoefte hebben aan de specialistische inzet zoals Bkk die levert. Het is goed om ons te realiseren dat het gezinnen betreft waarin de risico’s op kindermishandeling groot zijn. Het is niet realistisch om te denken dat dergelijke problematiek helemaal verdwijnt omdat wij de zorg anders aanbieden. Insteek van de GGD is om te zorgen dat deze ondersteuning waar nodig beschikbaar blijft. Toezicht Kinderopvang Alle kindercentra, peuterspeelzalen en gastouderbureaus zijn het afgelopen jaar conform het risico-gestuurd toezicht geïnspecteerd. De gastouders zijn op basis van een minimumpercentage geïnspecteerd. Dit percentage is in overleg met iedere gemeente bepaald en lag tussen de 5 en 30 procent. Subsidieaanvragen aanvullende diensten 2015 Onderdeel van de harmonisatie van de basisdienstverlening van de JGZ per 2015 was ook de vernieuwing van de jaarlijkse subsidieaanvragen voor verschillende aanvullende diensten. Dit betreft o.a. de preventieve logopedie, Jeugdmatch en de lokale en regionale CJG-dienstverlening. De aanvraag 2015 is zoveel als mogelijk geharmoniseerd in MH en ZHN voor wat betreft de werkwijze, de tarieven en de methodiek van aanvragen. Volledig harmoniseren van de aanvraag is nog niet gelukt omdat de spelregels van de verschillende gemeenten of subregio’s voor de wijze van aanvragen van geld voor aanvullende diensten nog sterk uiteen loopt.
21
Wat heeft het gekost. De realisatie van de doelstellingen leidt tot de volgende financiële verantwoording:
Overzicht van baten en lasten in de jaarrekening Programma Openbare Gezondheidszorg Rekening Begroting Begroting 2014 2014 na 2014 wijziging V
Rekening 2013
Salarissen en sociale lasten Tijdelijk personeel Overige Personeelslasten Correcties/ nacalculaties Subtotaal personeelslasten Kapitaallasten Huisvesting Organisatiekosten Materiaal Diverse kosten Dotatie voorziening Dotatie voorziening frictiekosten Onvoorzien Totaal lasten
26.702.000 1.037.000 889.000 - 1.000 28.626.000 965.000 1.902.000 4.068.000 397.000 315.000 230.000 1.642.000 38.144.000
26.928.000 1.132.000 891.000 - 44.000 28.907.000 960.000 2.264.000 3.722.000 396.000 316.000 179.000 2.073.000 38.817.000
22.880.000 1.826.000 1.657.000 26.363.000 1.604.000 2.640.000 4.046.000 460.000 316.000 253.000 35.681.000
26.624.000 1.396.000 860.000 - 2.000 28.878.000 1.351.000 2.084.000 4.223.000 395.000 632.000 323.000 37.886.000
Bijdrage gemeenten (BP/ BPKI) Overige bijdragen gemeenten Bijdrage Provincie Bijdragen Rijk Bijdrage derden Saldo Inc. baten en lasten Totaal baten
23.028.000 9.252.000 501.000 5.073.000 2.000 37.856.000
23.024.000 9.841.000 485.000 4.539.000 - 110.000 37.779.000
22.380.000 8.723.000 4.500.000 35.603.000
23.481.000 8.777.000 541.000 4.504.000 489.000 37.792.000
Totaal saldo van baten en lasten Reserves (storting/ onttrekking)
- 288.000 - 372.000
-1.038.000 - 460.000
-
-
Resultaat
- 660.000
-1.498.000
78.000 78.000 0
94.000 88.000 -
6.000
De grootste verschillen ten opzichte van de begroting betreffen: Tegenover de hogere Organisatiekosten staan hogere Bijdragen derden. Zonder de dotatie voorziening frictiekosten reorganisatie ad € 1.642.000,- en de mutaties reserves bedraagt het resultaat uit de reguliere exploitatie € 610.000,- positief. Bovenstaande cijfers wijken af van de Rekening van Baten en Lasten 2014 per product van de GGD-sectoren door de consolidatie van de exploitatie en balans. Voor een nadere toelichting op de verschillen tussen de begrotingswijziging en rekening wordt verwezen naar de Toelichting op de Programmarekening. Daarnaast wordt verwezen naar de Rekeningen van baten en lasten per product van de sector AGZ (uitvoerder van de regionale producten) en de beide subregio’s en de toelichtingen daarop. 22
Incidentele baten en lasten Betreft voor de sector AGZ voornamelijk extra subsidies NODO-cases 2012-2013, minus doorbetaling aan naburige GGD’en, afwikkeling bij zorgverzekeraars van TBC-screeningen en infectieziektebestrijding via een landelijke organisatie en een groot aantal kleine(re) baten en lasten voorgaande jaren. Voor de subregio Midden Holland betreft het naast afwikkeling Ras-gelden 2012 en afwikkelingen en correcties projecten voorgaande jaren en een groot aantal kleine(re) baten en lasten voorgaande jaren. Voor de subregio Zuid-Holland Noord betreft het onder andere de afboeking van het betwiste deel van de langlopende vordering op de gemeente Alphen aan den Rijn ter zake van de afwikkeling van de voormalige kantoorunit in het stadhuis van deze gemeente. Daarnaast betreft het, afwikkelingen en correcties projecten voorgaande jaren, alsmede een groot aantal kleine(re) baten en lasten voorgaande jaren. Voor het programma Openbare Gezondheidszorg levert dit per saldo een last op van (afgerond) € 1.000,-.
23
2.2 Verplichte paragrafen 2.2.1 Algemeen Onder de verplichte paragrafen zijn alleen die paragrafen opgenomen die van toepassing zijn voor de RDOG Hollands Midden. Derhalve zijn de paragrafen lokale heffingen, verbonden partijen en grondbeleid niet opgenomen.
2.2.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing Het weerstandsvermogen van de RDOG Hollands Midden wordt bepaald door de omvang van de (bestemmings)reserves. Hierdoor kunnen niet begrote uitgaven worden opgevangen. Ook zijn de deelnemende gemeenten op grond van artikel 27, lid 7 van de Gemeenschappelijke regeling RDOG Hollands Midden verplicht er voor te zorgen dat de RDOG Hollands Midden te allen tijde beschikt over voldoende middelen om aan al zijn verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen. In deze paragraaf worden vervolgens ook de risico’s in beeld gebracht en de afdekking daarvan. Voor de sector RAV beschikt de RDOG Hollands Midden over een Reserve Aanvaardbare Kosten (RAK) om niet begrote kosten af te dekken. Op grond van het BBV wordt de RAK als een voorziening beklemde gelden beschouwd.
2.2.3 Risicoparagraaf/ (Afdekking) risico’s Onderstaand worden, per onderdeel allereerst de, in de begroting 2014 van de RDOG Hollands Midden opgenomen risico’s vermeld. Vervolgens wordt cursief de stand van zaken per onderdeel bij het opmaken van de jaarrekening over 2014 weergegeven, alsmede de nieuwe, in de loop van het jaar ontstane risico’s. Tevens wordt, op grond van het BBV aangegeven hoe deze risico’s zijn afgedekt. RDOG-breed RisicoManagementSysteem In het kader van de actualisering van de Nota reserves en voorzieningen 2012-2013 zal in 2013 een RisicoManagementSysteem (RMS) worden opgezet. Dit RMS zal, na een inventarisatie de risico’s kwantificeren binnen nog te bepalen bandbreedtes. Op 11 december 2013 heeft het Algemeen Bestuur de Nota reserves en voorzieningen 2014-2017 vastgesteld. Deze Nota is gebaseerd op het, in 2013 geïmplementeerde RMS. Dit RMS wordt stelselmatig geactualiseerd. Op basis van dit RMS zijn van 224 Strategische en 449 operationele processen de mogelijke oorzaken en gevolgen van onderkende risico’s in kaart gebracht. Vervolgens is gekeken of er maatregelen genomen zijn of moeten worden om de risico’s te beperken, waarna voor het resterende risico per proces de mogelijke financiële impact is bepaald. Daar niet alle risico’s zich tegelijk (kunnen/ zullen) voordoen, is een factor genomen voor het bepalen van de bodem en plafond van de (bestemmings)reserves, respectievelijk € 1,2 miljoen en € 2,1 miljoen. In navolgende tabel worden de Strategische risico’s ingedeeld naar de groepen volgens het INK-model en de operationele risico’s per afdeling /sector.
24
Overzicht risico’s > € 100.000,Soort Omschrijving risicocategorieën risico S
Leiderschap
S S
Beleid & Strategie Managen medewerkers
S
Managen Middelen
S
Managen processen
S S
Waardering klanten en maatschappij Waardering medewerkers
S
Bestuur
S
Verbeteren/vernieuwen
O/Dir
Subtotaal Strategische risico’s Onvoldoende borging kwaliteit
O/FAZ/ICT O/FAZ
Beveiliging data en netwerk Betalingsverkeer, fiscaliteit, inkoop
O/PO&C O/AGZ O/OBG
Onjuiste salarisbetalingen Niet tijdig afwikkelen onderzoeken Privacy en ontevreden cliënten
O/PZJ
Maatregel vermindering risico
Duidelijke verdeling verantwoordelijkheden Heldere formulering beleid c.a. Verminderen werkdruk en gericht scholingsbeleid Bewaken en monitoren exploitatie- en investeringsbudgetten Heldere procesbeschrijvingen met functiescheiding en duidelijke rollen Heldere communicatie Inspelen op signalen uit medewerkerstevredenheidsonderzoeken Verbeteren verantwoordingsinformatie, zowel financieel als inhoudelijk Toekomstgerichte planning investeringen en personeelsinzet Monitoren verbeterplannen en medewerkers bewust maken Medewerkers bewust maken Functiescheiding en Verbijzonderde interne controle (VIC) Functiescheiding en VIC Monitoren deadlines in procedures Functiescheiding en actief reageren op signalen cliënten Monitoren informatie in DD JGZ en kwaliteitstoetsen, alsmede actualiseren protocollen
Onvolledige informatie in DD JGZ en onvolledige onderzoeken kinderen Subtotaal Operationele risico’s Totaal generaal S= Strategisch; O= Operationeel. Tevens zijn hierbij de afdelingen en sectoren weergegeven.
Geschatte omvang risico 148.000 3.262.500 1.237.500 4.429.000 536.000 219.000 102.500 1.001.500 801.500 11.737.500 175.500 60.500 514.500 312.500 992.000 312.000 67.500
2.434.500 14.172.000
Structurele kosten investeringen De implementatie van het ICT-beleidsplan, waarvan verbetering van de ICT-infrastructuur, inclusief telefonie (Voice over IP) een belangrijk onderdeel is, is in 2012 zijn afgerond. Dit betekent een belangrijke kwalitatieve verbeterslag. Ook zal de efficiency van de primaire processen verbeteren. De structurele kosten van de implementatie hiervan zijn opgenomen in deze begroting. Voor 2013 en 2014 zullen naar verwachting alleen vervangingsinvesteringen worden gedaan. In het kader van de opgelegde bezuinigingen worden afgeschreven activa terughoudend vervangen.
25
Sector GHOR N.v.t.. In de primitieve begroting 2014 van het programma Geneeskundige hulpverlening (voorheen Veiligheid en zorg) waren geen risico’s opgenomen. Wel is het navolgende nieuwe risico onderkend: Risico Nucleair Security Summit 9 Bij vaststelling van het werkplan GHOR 2014 zijn risico’s geduid voor de kosten van inzet van de GHOR en haar partners voor de NSS op 24 en 25 maart 2014. Financiering van deze kosten was op dat moment onduidelijk. Inschatting van deze kosten was € 195.000, - voor de inzet van RAV, MKA en GHOR; de werkelijke kosten waren €100.000,-. Veiligheidsregio Haaglanden heeft de NSS-kosten vergoed, waardoor dit risico is vervallen. Sector RAV Reserve Aanvaardbare Kosten De Reserve Aanvaardbare Kosten had bij het vaststellen van de jaarrekening 2012 een omvang van € 2.500.000,- dit is 12% van de omzet. Deze reserve kan ingezet worden indien blijkt dat bij de invoering van de nieuwe bekostigingssystematiek het budget lager uitvalt dan begroot. De stand van de RAK Ambulancezorg in de jaarrekening 2013 is € 2.075.000,-. Daarnaast heeft de sector RAV per 31 december 2013 een RAK voor de Meldkamer Ambulancezorg van € 264.000,-. Het totaal komt overeen met circa 9,4 % van de omzet. Op grond van een uitspraak van het Ministerie van Financiën wordt de RAK niet meer als voorziening beschouwd. Deze uitspraak betekent ook dat de RAK op grond van het BBV niet meer als voorziening wordt bestempeld. Derhalve vallen beide RAK’s vrij ten gunste van de exploitatie RAV HM. Krapte arbeidsmarkt De ambulancezorg heeft te maken met een steeds krapper wordende arbeidsmarkt voor verpleegkundigen. Als deze trend zich voortzet zal het steeds moeilijker worden vacatures voor verpleegkundigen op te vullen. De RAV participeert in de opleiding van de Bachelor Medische Hulpverlener (BMH), door het verlenen van stages. De HBO-opleiding BMH leidt mensen op tot ambulancezorgverlener of hulpverlener spoedeisende hulp (acute hulpverlening) of anesthesiehulpverlener (interventie hulpverlening). De opleiding is toegankelijk voor schoolverlaters met HAVO/ VWO (voorkeur profielen natuur/ gezondheid/ techniek) of MBO 4 gezondheidszorg. De opleiding moet in de toekomst een oplossing bieden voor het tekort aan verpleegkundigen. Daarnaast zijn de volgende twee nieuwe risico’s onderkend: Afname prestatieniveau Door achterblijven van de beschikbare paraatheid bij een toename van de vraag om ambulancezorg is het prestatieniveau van de RAV HM gedaald onder de 95% bij A1 vervoer. Hiermee wordt niet langer voldaan aan de norm van 95%. Indien het huidige prestatieniveau niet verbetert, dan kan de RAV HM worden geconfronteerd met een korting op het budget. De tekorten kunnen worden gedekt door de opgebouwde reserves (RAK). Voor 2015 heeft de RAV afspraken gemaakt met de zorgverzekeraars over het budget, zonder dat korting zal worden toegepast. Verkoop pand Katwijk stagneert De voormalige standplaats van de RAVHM aan de ’s Gravendijkseweg te Katwijk is, doordat de gemeente Katwijk geen mogelijkheid ziet om het bestemmingsplan te wijzigen, niet verkocht. Bezwaren van de potentiele koper tegen het beleid van de gemeente zijn ongegrond verklaard. Een voorlopig verkoopcontract 9
30 januari 2014
26
dat was afgesloten moest worden ontbonden. Het pand is opnieuw in de verkoop gezet. Met de zorgverzekeraars zijn afspraken gemaakt over de verkoopprijs in relatie tot de boekwaarde. In 2014 is € 18.000,- extra afgeschreven op het pand in Katwijk op basis van een recente taxatie van dit pand. Sector GGD regionaal Forensische geneeskunde Evenals in voorgaande jaren wordt er één contract met de Politie gesloten. Het contract voor 2013 is onlangs getekend. De ontwikkelingen rond de Nationale Politie vormen mogelijk een risico voor de continuering van dit product vanaf 2014 en volgende jaren. Het niet continueren van dit contract zal formatieve consequenties voor beide subregio’s hebben. Het contract 2013 is inmiddels verlengd tot en met 31 december 2015. Een vervolgcontract is afhankelijk van de uitkomst van de landelijke aanbesteding door de nationale politie. Subregio Midden Holland Frictiekosten preventieve logopedie. Het AB heeft besloten de frictiekosten vast te stellen op 70 % van de feitelijke frictiekosten à € 1.357.543 = € 950.280,-, naar rato van het inwonertal in rekening te brengen bij gemeenten die in zijn geheel uittreden, aflopend en uitgesmeerd over de jaren 2013, 2014 en 2015. Bij gedeeltelijke uittreding worden afhankelijk van de pakketkeuze lagere frictiekosten in rekening gebracht. Op basis van de opgaven van de betreffende gemeenten wordt hiervoor in de jaren 2013, 2014 en 2015 in totaal € 334.000,- in rekening gebracht. Vooralsnog wordt dit bedrag voldoende geacht om de ontstane frictiekosten hiermee te bestrijden. Daarnaast zal in de periode 2012 t/m 2015 de reserve aanvullende diensten Midden Holland zodanig worden aangevuld dat frictiekosten welke na 1-1-2016 ontstaan daaruit kunnen worden bestreden. De toereikendheid van de voorziening voor de frictiekosten logopedie MH zal voor het opstellen van het programmajaarverslag 2014 opnieuw worden beoordeeld. Op grond van deze beoordeling is € 81.000,vrijgevallen. Deze vrijval is verwerkt in het programmajaarverslag 2014. Subregio Midden Holland en Zuid-Holland Noord Wachtgeldrisico De bestemmingsreserve Aanvullende diensten dekt het wachtgeldrisico en het risico van nog niet gerealiseerde afspraken met gemeenten ter zake van aanvullende diensten af. Nieuw risico’s Frictiekosten reorganisatie RDOG HM per 1 januari 2015 De reorganisatie per 1 januari 2015 voortvloeiende uit de regionalisering per die datum zal een aanzienlijk bedrag aan frictiekosten opleveren. De eerste schattingen gaan uit van circa € 2,1 miljoen. Hiervoor is bij de opstelling van Tussentijdse rapportage eerste negen maanden 2014 een voorziening gevormd. Op 15 oktober 2014 heeft het Algemeen Bestuur ingestemd met de delging van het daaruit voortvloeiende verlies na harmonisering uit de algemene reserve en de reserve Aanvullende diensten en 2014 in dit te verwerken in het Voorstel tot Resultaatbestemming bij het programmajaarverslag 2014,. In de begrotingswijziging 2015 I, welke op 10 december 2014 aan het Algemeen Bestuur ter vaststelling zal worden aangeboden, zijn de gevolgen daarvan op de stand en verloop van de (bestemmings)reserves zichtbaar gemaakt. Tot en met 30 september 2014 is er € 26.900,- betaald aan suppletie-uitkeringen WW ten laste van de reguliere exploitatie 2014. Deze WW-uitkeringen vloeien voornamelijk voort uit het niet verlengen van tijdelijke aanstellingen van medewerkers, die werkzaamheden verrichtten voor wettelijke taken. Daarnaast is in de eerste negen maanden 2014 € 14.300,- ten laste van de exploitatie uitbetaald als tegemoetkoming bij vermindering van het aantal aanstellingsuren.
27
Overgang naar een nieuw DD JGZ Dit jaar worden voorbereidingen getroffen voor de overgang naar een nieuw Digitaal Dossier JGZ (DD JGZ). De incidentele kosten daarvoor zijn niet begroot. Ook is het mogelijk dat integraal gebruik van systemen voor de financiële, de personeelsadministratie, de roostering, de planning en het relatiebeheer en de mogelijkheden om daarbinnen een enkelvoudige dataopslag te gebruiken en meermalig toe te passen voor alle applicaties binnen de RDOG HM, waardoor er structureel meer middelen nodig zijn.
2.2.4 Onderhoud kapitaalgoederen (gebouwen) Wagenpark De RAV HM beschikt over een wagenpark van ambulancevoertuigen en piketvoertuigen. De lasten die hiermee gemoeid zijn, worden verantwoord onder de post ‘Kosten ambulances’. Materieel wordt centraal ingekocht. Ten behoeve van het onderhouden van de ambulances is een meerjarige overeenkomst met een leverancier afgesloten waar al het onderhoud is ondergebracht. Huisvesting (Centrale) huisvesting RDOG HM In 2003 is het pand aan de Parmentierweg 49 te Leiden door de GGD Zuid-Holland Noord aangekocht. Bij de fusie is dit pand aan de RDOG Hollands Midden overgedragen. Het indertijd door de GGD Zuid-Holland Noord opgestelde meerjarenonderhoudsplan (MJOP) is in 2006 geactualiseerd. Dit MJOP wordt stelselmatig geactualiseerd. Na het gereedkomen van de opbouw voor het bedrijfsrestaurant is het MJOP in 2011 opnieuw geactualiseerd. De daarop volgende actualisering van het MJOP heeft in 2013 plaatsgevonden. Op basis hiervan is de jaarlijkse storting m.i.v. 2013 aangepast en worden de periodieke onderhoudskosten niet meer onttrokken aan deze voorziening, maar direct ten laste van de exploitatie gebracht. In het kader van de bezuinigingen is de ruimte in het gebouw aan de Thorbeckelaan 5 te Gouda met ingang van 2015 teruggebracht voor de GGD-activiteiten. Wel is vanaf 1 januari 2015extra ruimte in dat pand gehuurd ten behoeve van de vestiging van het AMHK. Daartoe is ook in Leiden aanvullende ruimte gehuurd aan het Schuttersveld 32 te Leiden. (Centrale) huisvesting RAV HM De RAV HM heeft de realisatie van de nieuwe centrale huisvesting in Leiden in 2013 afgerond. De RDOG Hollands Midden heeft twee panden in eigendom ten behoeve van de sector RAV. Dit betreft de gebouwen aan de Vorkweg in Alphen aan den Rijn en aan de Oude ’s Gravendijckseweg in Katwijk. De panden dateren uit 2002 en 1996. In het kader van het nieuwe huisvestingsplan was de verkoop van de standplaats in Katwijk per 31 december 2013 onder voorwaarden overeengekomen. Helaas is de verkoop ontbonden per 31 december 2013, omdat koper geen ontheffing kreeg van het bestemmingsplan om zich in dit pand te vestigen. Er heeft zich tot op heden geen nieuwe gegadigde gemeld. In 2014 is € 18.000,- extra afgeschreven op het pand in Katwijk op basis van een recente taxatie van dit pand. In 2015 wordt herinrichting of verplaatsing van de standplaats Alphen nader onderzocht, mits het pand in Katwijk wordt verkocht. Deze kosten voor het onderzoek zijn nog niet in de begroting 2015 meegenomen.
2.2.5 Financieringsparagraaf Algemeen Op grond van de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) is de RDOG Hollands Midden met ingang van het ontstaan verplicht in de begroting en jaarrekening een financieringsparagraaf op te nemen. Daarnaast heeft het Algemeen Bestuur van de RDOG Hollands Midden op 26 juni 2013 een geactualiseerd Treasurystatuut 2014-2017 vastgesteld. Dit Treasurystatuut regelt de verantwoordelijkheden en randvoorwaarden voor het aangaan van, garanderen en verstrekken van geldleningen. In deze paragraaf zijn alleen de van toepassing zijnde onderdelen opgenomen. Derhalve zijn de onderdelen rentevisie, kredietrisico, koersrisico, intern liquiditeitsrisicobeheer en derivaten niet opgenomen.
28
In- en externe ontwikkelingen Bij de invoering van de Tijdelijke wet Ambulancezorg is de verantwoordelijkheid voor de meldkamer op zowel inhoudelijk als financieel gebied bij de RAV komen te liggen. Om die reden is op 1 januari 2013 door de Veiligheidsregio Hollands Midden zowel het saldo Reserve Aanvaardbare Kosten (RAK) als de nog te in de tarieven te verrekenen bedragen overgedragen. De RDOG HM zal de komende jaren het hoofd moeten bieden aan de consequenties van de financiële crisis. De regionalisering per 1 januari 2015 van de GGD-sectoren is een belangrijk onderdeel daarvan. Risicobeheer De RDOG Hollands Midden beschikt over een Algemene reserve en bestemmingsreserves om schommelingen in de exploitatie en frictiekosten van aanvullende diensten te kunnen opvangen. Daarnaast zijn de deelnemende gemeenten op grond van artikel 27, lid 7 van de Gemeenschappelijke regeling RDOG Hollands Midden verplicht er voor te zorgen dat de RDOG Hollands Midden te allen tijde beschikt over voldoende middelen om aan al zijn verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen. Kasgeldlimiet 2014 (bedragen x € 1.000,-) e e e e Omschrijving 1 kwartaal 2014 2 kwartaal 2014 3 kwartaal 2014 4 kwartaal 2014 Vlottende korte schuld (1) 2.593 3.564 3.942 Maand 1 2.678 2.292 3.130 2.983 Maand 2 2.602 Maand 3 3.036 3.459 2.541 1.148 Vlottende middelen (2) 810 1.539 1.724 Maand 1 6.152 977 1.787 1.971 Maand 2 6.752 Maand 3 986 16 2.358 4.019 Gemiddeld saldo (1-2) + = schuld - = overschot 1.716 2.270 1.138 - 3.498 Kasgeldlimiet (4) 4.975 4.975 4.975 4.975 Ruimte onder de kasgeldlimiet (4-3) 3.259 2.704 3.837 8.473 N.B. De vlottende middelen zijn inclusief uitgezette middelen in Rijks Schatkist met een rentetypische looptijd korter dan één jaar. De kasgeldlimiet hangt af van een bij ministeriele regeling vastgesteld percentage en het begrotingstotaal van begroting 2014 en is als volgt berekend: percentage maal begrotingstotaal gedeeld door 100 = 8,2 maal € 60.667.000,- :100= (afgerond op duizend euro) € 4.975.000,-.
29
Renterisico op de vaste schuld over het jaar 2014 (bedragen x € 1.000,-) (1a) Renteherziening op vaste schuld o/g (1b) Renteherziening op vaste schuld u/g (2) Renteherziening op vaste schuld (1a-1b) (3a) Nieuw aangetrokken vaste schuld (3b) Nieuw uitgezette lange leningen (4) Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a-3b) (5) Betaalde aflossingen (6) Herfinanciering (laagste van 4 en 5) (7) Renterisico op de vaste schuld (2 + 6) (8) Renterisiconorm (9a) Ruimte onder renterisiconorm (8-7) (9b) Overschrijding renterisiconorm (7-8)
-
0 0 0 0 0 0 320 0 0 2.061 2.061 2.061
De renterisiconorm hangt af van een bij ministeriele regeling vastgesteld percentage en de stand van de vaste schuld per de ultimo van het jaar 2014 en is als volgt berekend: percentage maal stand van de vaste schuld gedeeld door 100 = 20 maal € 10.304.000,- :100= (afgerond op duizend euro) € 2.061.000,-. De renterisiconorm wordt niet overschreden. Onderstaand wordt de motivatie aangegeven van de hoogte van het renterisico, zijnde nihil. Zoals de staat ‘Renterisico op de vaste schuld over het jaar 2014’ aangeeft, zijn geen gelden uitgezet voor langer dan een jaar. De rentevaste periode van ter financiering van het pand aan de Parmentierweg 49 te Leiden in 2003 afgesloten 20-jarige lineaire lening met de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is gelijk aan aflossingsperiode. Daarnaast zijn in 2011 twee 50-jarige leningen afgesloten ten behoeve van de financiering van de nieuwbouw van de sector RAV HM in Leiden en Gouda, respectievelijk groot € 4.000.000,- en € 2.000.000,-. De rentevaste periode voor beide geldleningen bedraagt 25 jaar (rentewijziging in 2037). De eerste aflossing van beide leningen heeft plaatsgevonden op 2 januari 2013. Vervolgens is medio 2012 een aanvullende 49,5-jarige lening van € 1.400.000,- afgesloten voor de sector RAV HM. De aflossingen en rentevaste periode daarvan lopen synchroon met de beide 50-jarige leningen. De rente van deze drie leningen wordt overigens voor 100 % vergoed door de zorgverzekeraars. Het renterisico is derhalve nihil. Financiering (=wijze van bekostiging/ wijze waarop bijdragen van deelnemers worden verkregen) De sector GHOR voert het programma Veiligheid en zorg uit. De financiering daarvan geschiedt sinds 1 januari 2014 door de deelnemende gemeenten in de RDOG Hollands Midden. De kosten van het programma ambulancezorg worden vergoed door de zorgverzekeraars op basis van contractafspraken. De RDOG Hollands Midden wordt voor het basispakket Wet Publieke Gezondheidszorg (WPG), zoals uitgevoerd door de GGD-sectoren gefinancierd door de deelnemende gemeenten op basis van de begroting naar rato van hun inwonertal. De deelnemende gemeenten ontvingen daartoe kwartaalnota’s, welke waren gebaseerd op de begroting 2014. Deze facturen zijn aangepast aan de daarop volgende begrotingswijzigingen 2014 I en IV. Eventuele verschillen ten opzichte van de begroting worden normaliter niet verrekend met de deelnemende gemeenten, maar gestort of onttrokken aan de Algemene of bestemmingsreserves. De aanvullende diensten zijn aan de afnemers gefactureerd op basis van de, door het Algemeen Bestuur vastgestelde tarieven, dan wel op basis van met deze afnemers gesloten overeenkomsten. De financiering van geplande investeringen van de sectoren GGD en GHOR is geschied uit de beschikbare liquide middelen. De financiering van de geplande investeringen voor de nieuwe huisvesting in Leiden en 30
Gouda van de sector RAV is geschied door het aantrekken van drie 50-jarige leningen van in totaal € 7,4 miljoen. Overige geplande investeringen zijn gefinancierd door een kredietfaciliteit bij de huisbankier van deze sector. Leningenportefeuille De leningenportefeuille van de RDOG Hollands Midden bestaat uit de, in 2003 aangetrokken twintigjarige lening ter financiering van het pand aan de Parmentierweg 49 in Leiden. In 2011 zijn twee vijftigjarige leningen, respectievelijk groot € 4.000.000,- en € 2.000.000,- aangetrokken ter financiering van de nieuwe huisvesting te Leiden en Gouda van de sector RAV HM. Vervolgens is voor een uitbreiding van de locatie Leiden van de RAV HM een 49,5-jarige lening ad € 1.400.000,- afgesloten. De aflossingen en rentevaste periode daarvan lopen synchroon met de beide 50-jarige leningen. Voor een overzicht van deze leningen wordt verwezen naar de Toelichting op de balans, onderdeel ‘Onderhandse leningen van binnenlandse banken en overige financiële instellingen’. Schatkistbankieren Onderstaan wordt een overzicht gegeven van het gemiddelde saldo van de liquide middelen, welke buiten de schatkist zijn gebleven. Daarbij zijn negatieve saldi als nihil verantwoord. Het maximale gemiddelde saldo per kwartaal van buiten de schatkist gebleven middelen is een percentage van het begrotingstotaal van de primitieve begroting zijnde: € 60.567.000,- maal 0,75 % zijnde (afgerond) € 454.000,-. Bedragen buiten de schatkist 2014 (bedragen x € 1.000,-) e e e e Omschrijving 1 kwartaal 2014 2 kwartaal 2014 3 kwartaal 2014 4 kwartaal 2014 Gemiddeld saldo 424 416 376 Maand 1 373 217 424 396 Maand 2 402 Maand 3 408 348 431 424 Gemiddeld saldo 354 401 400 400 per kwartaal Limiet 454 454 454 454 Ruimte t.o.v. limiet 100 53 54 54 Het gemiddelde saldo van buiten de schatkist gebleven middelen bedraagt over geheel 2014 € 389.000,-. Het gemiddelde saldo van in de schatkist ondergebrachte middelen bedraagt over geheel 2014 € 3,2 miljoen. Derivaten In het Treasurystatuut 2014-2017 RDOG HM is uitgesloten dat gebruik wordt gemaakt van derivaten ter beperking van het renterisico van de sector RAV HM. Relatiebeheer Er vindt regelmatig overleg met de beide huisbankiers plaats. Kasbeheer Door stelselmatige facturering en betaling van af te nemen diensten en salarissen bedroeg de gemiddelde liquiditeit van het concern RDOG HM gedurende 2014 circa € 3,3 miljoen positief. In 2014 heeft de sector RAV een gemiddeld beslag van € 2,4 miljoen gelegd op de kredietfaciliteit bij de huisbankier bij deze sector. Op 16 december 2013 is het verplichte schatkistbankieren van start gegaan. Hier is in de tweede helft van december 2013 geen gebruik van gemaakt, daar het gemiddelde saldo van de gehele RDOG Hollands Midden vanaf 1 december 2013 circa € 0,5 miljoen negatief bedroeg. Voor de GGD-sectoren en de sector GHOR is per april 2014 een kredietfaciliteit in rekening-courant bij de nieuwe huisbankier (BNG) verkregen ten einde eventuele kortstondige liquiditeitstekorten af te dekken. Deze kredietfaciliteit is inmiddels voor onbepaalde tijd verlengd. De huisbankier van de sector RAV verzorgt de huidige (tekort)financiering van deze sector. 31
Ontwikkelingen in de financiële organisatie en informatievoorziening In 2013 is gestart met het programma kubus ten einde de verschillende (financiële en inhoudelijke) systemen te integreren om de manager snellere en inzichtelijkere stuurinformatie te verstrekken. Deze informatie dient tevens de verantwoordingsinformatie transparanter te maken, alsmede het tijdstip van beschikbaarheid te vervroegen. Inmiddels zijn stappen gezet om te komen tot een geïntegreerd systeem voor de personele, salaris- en financiële administratie, inclusief tijdschrijfmodule.
2.2.6 (Financiële) bedrijfsvoering Algemeen De grote druk op de gemeentefinanciën heeft geleid tot een opdracht aan de RDOG Hollands Midden om taken sober en doelmatig uit te voeren. Een uitvloeisel van de AB-besluiten ter zake betreft de regionalisering per 1 januari 2015. Daarnaast hebben de deelnemende gemeenten een Financieel kader Gemeenschappelijke regelingen opgesteld voor de vijf grote(re) Gemeenschappelijke regelingen in de regio Hollands Midden. De begroting 2014 is opgesteld op basis van dit kader met uitzondering van het tempo van de opgelegde taakstelling. De RDOG HM wijkt hierin af door eerst na de delging van de integratiekosten JGZ 0-4 in 2015 de opgelegde vermindering ten opzichte van 2010 van de BPI van 10 % te bereiken. Tegenover de index in de begroting 2014 staat een even grote taakstelling, waardoor er feitelijk sprake is van de ‘nullijn’. Op 29 januari 2014 heeft het Algemeen Bestuur besloten dat de RDOG Hollands Midden, vanuit het perspectief op dat moment in staat was, niet de verdere bezuinigingen vanuit het Financieel kader GR’en door te voeren. Wel heeft het Algemeen Bestuur op 11 december 2013 besloten de RDOG Hollands Midden ‘door te lichten’ opdat de RDOG HM een organisatie wordt die ‘lean and mean’ en flexibel is, waarbij de bedrijfsvoering op orde is en de GGD-sectoren alleen taken uitvoeren die een substantiële bijdrage leveren aan de beoogde maatschappelijke effecten. Dit onderzoek is inmiddels uitgevoerd en de resultaten daarvan zijn besproken in een bestuurlijke conferentie van 7 januari 2015. Het Algemeen Bestuur bespreekt vervolgens op 25 maart de ‘Ontwikkelagenda RDOG HM 2020’. In het conceptprogramma 2016 zijn inmiddels een tweetal conclusies opgenomen, te weten het programma Openbare gezondheidszorg onderscheiden in drie subprogramma’s en het omzetten van enkele BPI gefinancierde taken naar een collectieve aanvullende dienst. De bespreking van de mogelijkheden tot bezuiniging in het subprogramma ‘wettelijke ggd-taken’ kunnen leiden tot een begrotingswijziging. Organisatie Met ingang van 2015 is de sector GGD opgedeeld in drie sectoren, te weten, Algemene Gezondheidszorg (AGZ), Publieke gezondheidszorg Jeugd (PZJ) en Maatschappelijke zorg en veilig thuis (MZVT). In deze laatste sector is het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling geïntegreerd met het Steunpunt huiselijk geweld tot het Advies- en Meldpunt Huiselijk geweld en kindermishandeling (AMHK). Daarnaast wordt een Stafbureau ingesteld. Deze sectoren en het Stafbureau voeren de wettelijk GGD-taken, de collectieve aanvullende diensten en de afzonderlijk gefinancierde aanvullende diensten uit. Automatisering In het kader van de regionalisering van de GGD-sectoren per 1 januari 2013 is gestart met het programma kubus ten einde de verschillende systemen te integreren om de manager snellere en inzichtelijkere stuurinformatie te verstrekken. Deze informatie dient tevens de verantwoordingsinformatie transparanter te maken, alsmede het tijdstip van beschikbaarheid te vervroegen. Onderdeel daarvan is het integreren van de personele, salaris- en financiële administratie per 1 januari 2016. Financiële administratie en tijdregistratie Het personeelsinformatie-, financieel en tijdregistratiesysteem voor de GGD-sectoren en de sector GHOR zal op grond van de uitkomsten van het programma kubus per 1 januari 2015 worden aangepast aan de informatiebehoefte van Management, Directie en Bestuur, vooruitlopend op de integratie van het personeelsinformatie-, financieel en tijdregistratiesysteem voor de GGD-sectoren en de sector GHOR. 32
Planning- en controlcyclus De werkelijke baten en lasten en prestaties per sector, per product worden na afloop van iedere kwartaal getoetst aan de begrote baten en lasten en prestaties per product. Een en ander wordt gerapporteerd aan het Managementteam, de Directie, het Dagelijks Bestuur en het Algemeen Bestuur. In deze rapportages worden afwijkingen groter dan een vooraf ingestelde bandbreedte aangegeven en geanalyseerd. Tevens worden eventuele bijstellingen op operationeel niveau aangegeven. Na afloop van het kalenderjaar worden de werkelijke baten en lasten en prestaties per programma verantwoord. Voor het management vindt daarnaast verantwoording plaats op productniveau. De werkelijke resultaten dienen als input op operationeel niveau voor het daarop volgende begrotingsjaar. Deze cyclus maakt onderdeel uit van de gehele beleidscyclus, welke op 14 februari 2007 door het Algemeen Bestuur is vastgesteld. Zoals onder de paragraaf Financiële administratie en tijdregistratie vermeld, wordt binnen het programma kubus toewerkt naar integrale, transparantere en snellere informatie voor alle belanghebbenden. Op basis van de resultaten daarvan zal zo nodig de Planning- en controlcyclus aangepast. Rechtmatigheid van het financiële beheer Het programmajaarverslag 2014 RDOG Hollands Midden is opgesteld onder het regime van de verschillende nieuwe verordeningen 2014-2017, welke het Algemeen Bestuur op 26 juni 2013 heeft vastgesteld, alsmede van de geactualiseerde Controleverordening 2014-2017 RDOG Hollands Midden, het bijbehorende geactualiseerde programma van eisen accountantscontrole en het geactualiseerde Normenkader rechtmatigheid 2014-2017 RDOG Hollands Midden. In het Normenkader zijn de relevante wet- en regelgeving voor de accountantscontrole in het kader van de rechtmatigheid opgenomen. Daarnaast zijn in dit Normenkader de goedkeurings- en rapportagetoleranties opgenomen. In de Financiële verordening 20142017 RDOG Hollands Midden wordt een adequate administratieve organisatie en interne controle voorgeschreven. De accountant dient op grond van het programma van eisen accountantscontrole het bestaan en de werking daarvan te toetsen. Inmiddels zijn de financieel administratieve procedures geactualiseerd. In de per 1 januari 2014 ingestelde Auditcommissie RDOG Hollands Midden zijn aandachtspunten aangedragen voor de accountantscontrole 2014. De te verrichten verbijzonderde interne controles 2014 uit het Uitvoeringsplan Interne Controle RDOG HM 2014-2017 zijn volledig uitgevoerd in 2014 en hebben geleid tot een aantal aanpassingen van (de beschrijving van) bestaande procedures. In 2015 zullen de controles verder worden geïntensiveerd. De sector GHOR heeft per saldo een onderschrijding van circa 5 % gerealiseerd. Deze onderschrijding past binnen het vastgestelde beleid. De sector RAV HM heeft ten opzichte van begrotingswijziging 2014 V per saldo een begrotingsoverschrijding van circa 2 % gerealiseerd. De algemeen manager ambulancezorg is van mening dat de begrotingsoverschrijdingen op de lasten passen binnen het door het Algemeen Bestuur uitgezette beleid, omdat hiertegenover direct relateerbare baten staan. Daarnaast is de algemeen manager ambulancezorg van mening dat de begrotingsoverschrijdingen passen binnen het door het Algemeen Bestuur en het ministerie van VWS uitgezette beleid, van structurele kostenbezuinigingen. Voor een nadere toelichting van de over- en onderschrijdingen wordt verwezen naar de Financiële verantwoording 2014 van de sector RAV HM, welke als bijlage is toegevoegd aan dit programmajaarverslag. De GGD-sectoren hebben de kosten met circa 0,9 % onderschreden door het nemen van structurele maatregelen om in te spelen op de (komende) bezuinigingen. De opbrengsten stegen daarentegen met circa 0,3 %, voornamelijk door fors betere resultaten op de aanvullende diensten van de sector AGZ. Deze onderen overschrijding passen binnen het vastgestelde beleid. Het Algemeen Bestuur heeft vanaf de tussentijdse rapportage over het eerste kwartaal 2014 ingestemd met de dan bekende onder- en overschrijdingen van de sector GHOR , de sector RAV en de GGD-sectoren. Derhalve wordt voorgesteld dat het Algemeen Bestuur bij het vaststellen van het programmajaarverslag 33
alsnog instemt met de onder- en overschrijdingen daar deze onder- en overschrijdingen passen binnen het vastgestelde beleid en daarnaast alsnog instemt met deze aanbesteding. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de Toelichting programmarekening.
34
2.3 Voorstel bestemming resultaat programmarekening Managementsamenvatting Het voorstel bestemming resultaat programmarekening heeft betrekking op de resultaten van de programma’s Geneeskundige hulpverlening (sector GHOR), Ambulancezorg (sector RAV) en Openbare Gezondheidszorg (GGD-sectoren). Achtereenvolgens zullen per programma de resultaten en de bestemming daarvan worden weergegeven. Programma Geneeskundige hulpverlening Het resultaat uit van de sector GHOR is € 219.000,- positief. • Daarin maakt een positief saldo incidentele baten en lasten van € 79.000,- deel uit van dit resultaat, waarvan € 88.000,- door onttrekking aan bestemmingsreserves van afgewikkelde projecten; • Het resultaat wordt verder beïnvloed door een geplande onttrekking aan de reserve Opleiding nieuwe OvdG’en van € 26.000,-. Zonder bovenstaande posten resteert een overschot van € 114.000,- uit de reguliere exploitatie (basistaken plus projecten). Het resultaat van de sector GHOR wordt in onderstaande tabel weergegeven Omschrijving Resultaat Rekening van Baten en Lasten per product Af Saldo Incidentele baten en lasten Basistaken Onttrekkingen reserves waarvan incidenteel Gecorrigeerd resultaat Basistaken Post uit begrotingswijziging 2014 V Onttrekking reserves t.b.v. opleiding OvdG’en Gecorrigeerd resultaat reguliere exploitatie
Resultaat 219.000 -
9.000 88.000 140.000
26.000 114.000
Het positieve resultaat van de basistaken wordt voornamelijk veroorzaakt door het inspelen op de verlaging van het budget per 2015. Daarnaast zijn de landelijke opleidingen 2014 verschoven naar 2015. Ook blijkt er minder niet verrekenbare Omzetbelasting (BTW) te zijn verantwoord dan begroot. De overdracht van de (bestemmings)reserves ad € 335.000,- door de Veiligheidsregio Hollands Midden is niet meegenomen in bovenstaande opstelling. Programma Ambulancezorg Het resultaat van de sector RAV is € 3.417.000,- positief. • Daarnaast maakt een positief saldo incidentele baten en lasten van € 3.013.000,- deel uit van dit resultaat. Dit betreft de vrijval van de beide RAK’s , een gedeeltelijke vrijval van de voorziening nacalculatie 2011-2013 RAV (voorziening efficiencykorting) er de vrijval van de voorziening Onderhoud gebouwen RAV. Deze post maakt circa 88 % uit van het totale resultaat. Zonder bovenstaande post resteert een overschot van € 404.000,- uit de reguliere exploitatie.
35
Het resultaat van de sector RAV wordt in onderstaande tabel weergegeven Omschrijving Resultaat Rekening van Baten en Lasten Af Saldo Incidentele baten en lasten Stortingen/ onttrekkingen reserves
Resultaat 3.417.000 3.013.000 -
Gecorrigeerd resultaat reguliere exploitatie
404.000
Programma Openbare gezondheidszorg Het resultaat uit de gewone exploitatie GGD-sectoren is voor de subregio Midden Holland € 172.000,negatief. • Een positief saldo incidentele baten en lasten van € 12.000,- maakt deel uit van dit resultaat; • Daarnaast beïnvloedt het aandeel in de voorziening frictiekosten reorganisatie 2015 ad € 493.000,het resultaat in belangrijke mate; • Het resultaat wordt verder beïnvloed door (geplande) stortingen en onttrekkingen aan de reserves van per saldo € 159.000,-. Zonder bovenstaande posten resteert een overschot van (afgerond) € 149.000,- uit de reguliere exploitatie. Een en ander wordt in onderstaande tabel voor de subregio Midden Holland weergegeven Omschrijving Resultaat Resultaat Rekening van Baten en lasten per product - 172.000 Af Saldo Incidentele baten en lasten 12.000 Posten uit begrotingswijziging 2014 V Aandeel voorziening frictiekosten reorganisatie 2015 Stortingen/ onttrekkingen reserves Gecorrigeerd resultaat reguliere exploitatie
-
493.000 159.000 149.000
Het negatieve resultaat wordt voornamelijk veroorzaakt door het aandeel in de voorziening frictiekosten reorganisatie 2015. Zonder deze post resteert er een positief resultaat uit de gewone bedrijfsuitoefening. Dat resultaat wordt voornamelijk veroorzaakt door het terugdringen van de kosten, vooruitlopend op de vermindering van de Bijdrage per inwoner met ingang van 2015. Daarnaast heeft ook de sector AGZ forse positieve resultaten behaald op de aanvullende diensten. Deze resultaten zijn verdeeld over de beide subregio’s op basis van de verhouding 30/70 MH/ZHN. Het resultaat uit de gewone exploitatie is voor de subregio Zuid-Holland Noord € 488.000,- negatief. • • •
Een negatief saldo incidentele baten en lasten van € 13.000,- maakt deel uit van dit resultaat Daarnaast beïnvloedt het aandeel in de voorziening frictiekosten reorganisatie 2015 ad € 1.149.000,het resultaat in belangrijke mate; Het resultaat wordt verder beïnvloed door (geplande) stortingen en onttrekkingen aan de reserves van per saldo € 294.000,- en de onttrekking aan de reserve Aanvullende diensten ZHN van € 81.000,-.
Zonder deze posten resteert een overschot van (afgerond) € 461.000,- uit de reguliere exploitatie. 36
Een en ander wordt in navolgende tabel voor de subregio Zuid-Holland Noord weergegeven. Omschrijving Resultaat Resultaat Rekening van Baten en lasten per product - 488.000 Af Saldo Incidentele baten en lasten - 13.000 Posten uit begrotingswijziging 2014 V Aandeel voorziening frictiekosten reorganisatie 2015 - 1.149.000 Stortingen/ onttrekkingen reserves - 294.000 Post uit begroting 2014 Onttrekking reserve aanvullende diensten i.v.m. correctie BPI
+ 81.000
Gecorrigeerd resultaat reguliere exploitatie
461.000
Het negatieve resultaat wordt voornamelijk veroorzaakt door het aandeel in de voorziening frictiekosten reorganisatie 2015. Zonder deze post resteert er een positief resultaat uit de gewone bedrijfsuitoefening. Dat resultaat wordt voornamelijk veroorzaakt door het terugdringen van de kosten, vooruitlopend op de vermindering van de Bijdrage per inwoner met ingang van 2015. Daarnaast heeft ook de sector AGZ forse positieve resultaten behaald op de aanvullende diensten. Deze resultaten zijn verdeeld over de beide subregio’s op basis van de verhouding 30/70 MH/ZHN. Resumé Het gezamenlijk resultaat van het programma Openbare gezondheidszorg voor de beide subregio’s vertaald naar de regio Hollands Midden levert het volgende beeld op: Het totaal resultaat van de GGD-sectoren bedraagt € 660.000,- negatief. • Een negatief saldo incidentele baten en lasten van € 1.000,- maakt deel uit van dit resultaat • Daarnaast beïnvloedt de vorming van de voorziening frictiekosten reorganisatie 2015 ad € 1.642.000,- het resultaat in belangrijke mate; • Het resultaat wordt verder beïnvloed door (geplande) stortingen en onttrekkingen aan de reserves van per saldo € 372.000,- en de onttrekking aan de reserve Aanvullende diensten van € 81.000,-. Zonder deze posten resteert een overschot van (afgerond) € 610.000,- uit de reguliere exploitatie. Een en ander wordt in onderstaande tabel voor de regio Hollands Midden weergegeven Omschrijving Resultaat Rekening van Baten en lasten per product Af Saldo Incidentele baten en lasten Posten uit begroting 2014 en begrotingswijziging 2014 V Aandeel voorziening frictiekosten reorganisatie 2015 Stortingen/ onttrekkingen reserves Gecorrigeerd resultaat reguliere exploitatie
-
Resultaat 660.000 -
1.000 - 1.642.000 - 372.000 610.000
37
Voorstel tot bestemming van het resultaat van de programmarekening Het resultaat is als volgt opgebouwd: Omschrijving Resultaat Rekening van baten en lasten per product
Incidentele baten en lasten
Saldo storting (-) en onttrekking reserves (+)
Specifieke onttrekkingen reserves subregio ZHN 1) + 81.000 + 81.000
Totaal gecorrigeerd resultaat reguliere exploitatie 107.000 332.000 439.000
-
51.000 57.000 108.000
AGZ MH AGZ ZHN Sector AGZ
137.000 321.000 458.000
7.000 16.000 23.000
- 23.000 - 54.000 - 77.000
OBG MH OBG ZHN Sector OBG
82.000 115.000 197.000
- 8.000 - 33.000 - 41.000
- 39.000 - 91.000 - 130.000
PZJ MH PZJ ZHN Sector PZJ
115.000 259.000 374.000
13.000 4.000 17.000
- 96.000 - 150.000 - 246.000
- 1.642.000
- 1.642.000
-
-
-
Totaal GGD
- 660.000
- 1.643.000
- 453.000
+ 81.000
610.000
Totaal GGD MH Totaal GGD ZHN Tot. GGD-sectoren
- 172.000 - 488.000 - 660.000
2) - 481.000 2) –1.162.000 2) - 1.643.000
- 159.000 - 294.000 - 453.000
+ 81.000 + 81.000
149.000 461.000 610.000
Voorz. frictiekosten
6.000 105.000 111.000
Sector GHOR 219.000 - 9.000 3) 114.000 342.000 Sector RAV 4) 3.417.000 3.013.000 404.000 Totaal 2.976.000 1.361.000 - 339.000 + 81.000 1.356.000 1) Betreft de onttrekking aan de reserve Aanvullende diensten ZHN t.b.v. de mitigering van de BPI ZHN. Deze onttrekking is in 2014 voor de laatste keer gedaan; 2) Inclusief de voorziening frictiekosten reorganisatie 2015 ad respectievelijk € 493.000, voor de subregio MH en € 1.149.000,- voor de subregio ZHN, zijnde totaal € 1.642.000,-; 3) Betreft voor € 88.000,- incidentele onttrekkingen aan twee bestemmingsreserves GHOR i.v.m. afwikkeling van twee projecten in 2014; 4) Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de Financiële verantwoording 2014 van de sector RAV HM, welke als bijlage is opgenomen. Algemeen Het voorstel bestemming resultaat programmarekening betreft de resultaten van de drie programma’s. Het resultaat van het programma Geneeskundige hulpverlening wordt, alvorens het besluit van het Algemeen Bestuur RDOG Hollands Midden definitief wordt, voor advies voorgelegd aan het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Hollands Midden (VRHM). Het voorstel bestemming resultaat van het programma Ambulancezorg wordt met ingang van het resultaat 2014 voorgelegd aan het Algemeen Bestuur RDOG Hollands Midden, daar de beide RAK’s niet meer als voorziening worden beschouwd.
38
Het resultaat van het programma Openbare gezondheidszorg wordt in eerste instantie verrekend met de (bestemmings)reserves en niet verrekend met de deelnemende gemeenten. Indien de bodems of plafonds onderschreden dan wel overschreden worden, wordt op basis van de resultaten van dit programma het tekort dan wel overschot op basis van het aantal inwoners (per subregio) van de deelnemende gemeenten respectievelijk in rekening gebracht of teruggestort. Daarnaast vindt een harmonisatie plaats van de algemene en bestemmingsreserves van de beide subregio’s, zodanig dat het bedrag per inwoner van de algemene reserve en reserve Aanvullende diensten aan elkaar gelijk is. Dit resulteert per saldo in een terugbetaling aan de deelnemende gemeenten in de subregio Zuid-Holland Noord. Na deze harmonisatie wordt het tekort veroorzaakt door de voorziening frictiekosten reorganisatie 2015 ten laste gebracht van de (bestemmings)reserves Hollands Midden. De voorstellen ter zake van de drie programma’s zijn onderstaand weergegeven en zijn uitgewerkt in de daaropvolgende totaaltabel. Voorstel bestemming resultaat programma Geneeskundige hulpverlening Het navolgende voorstel van bestemming van het resultaat zal eerst na een besluit van het Algemeen Bestuur van de RDOG HM op advies van het Algemeen Bestuur VRHM worden afgewikkeld: - Het incidentele negatieve resultaat van de Basistaken ad € 9.000,- te onttrekken aan de algemene reserve GHOR; - Van het resultaat van de Basistaken € 9.000,- te storten in de algemene reserve en daarmee deze reserve weer op het ‘oude’ peil te brengen van € 55.500,-; - Het resterende deel van het resultaat van de Basistaken ad € 122.000,- terug te storten aan de deelnemende gemeenten naar rato van hun inwonertal; - De incidentele baten van de Aanvullende diensten GHOR (projecten) ad € 88.000,- uit te keren aan de deelnemende gemeenten naar rato van hun inwonertal. Voorstel bestemming resultaat programma Ambulancezorg Voorgesteld wordt om het resultaat uit de normale bedrijfsuitoefening, groot € 404.000,-, de vrijval RAK ad € 2.339.000,- en de vrijval voorziening efficiencykorting ad € 164.000,-, zijn de in totaal (afgerond) € 2.907.000,- toe te voegen aan de nieuw te vormen Reserve Aanvaarbare Kosten RAV (RAK). Verder wordt voorgesteld om de vrijval van de voorziening onderhoud gebouwen RAV groot € 510.000,- te storten in nieuw te vormen bestemmingsreserve Huisvesting RAV. Voorstel bestemming resultaat programma Openbare gezondheidszorg Subregio Midden Holland (MH) Het resultaat uit de normale bedrijfsuitoefening, inclusief storting bestemmingsreserves bestaat uit het resultaat op basistaken ad € 253.000,- en het resultaat op aanvullende diensten ad € 56.000,-. Voorgesteld wordt het resultaat op basistaken te storten in de algemene reserve en het resultaat van de aanvullende diensten in de reserve aanvullende diensten. Voor het resultaat Incidentele baten en lasten (positief € 12.000,-) wordt voorgesteld dit te storten in de algemene reserve. Na deze stortingen vindt de harmonisatie van deze reserves met die van de subregio ZHN plaats. Subregio Zuid-Holland Noord (ZHN) Het resultaat uit de normale bedrijfsuitoefening, inclusief storting bestemmingsreserves bestaat uit het resultaat op basistaken ad € 553.000,- en het resultaat op aanvullende diensten ad € 121.000,-. Voorgesteld wordt het resultaat op basistaken te storten in de algemene reserve en het resultaat van de aanvullende diensten in de reserve aanvullende diensten. Voor het resultaat Incidentele baten en lasten (negatief € 13.000,-) wordt voorgesteld dit te onttrekken in de algemene reserve. Na deze stortingen en onttrekking vindt de harmonisatie van deze reserves met die van de subregio MH plaats.
39
Regio Hollands Midden (HM) Het Algemeen Bestuur heeft op 15 oktober 2014 besloten om de reserves en voorzieningen van beide subregio’s per 1 januari 2015 te harmoniseren op basis van het feitelijke resultaat van het programmajaarverslag 2014. Onderstaand wordt de uitwerking daarvan weergegeven. Daarbij wordt uitgegaan van de voorgestelde resultaatbestemming van de overschotten uit de reguliere bedrijfsuitoefening van de beide subregio’s. Na de harmonisatie van de (bestemmingsreserves wordt voorgesteld het resterende tekort veroorzaakt door de vorming van de voorziening frictiekosten reorganisatie 2015 ad € 1.642.000,- ten laste te brengen van de algemene reserve HM en de reserve Aanvullende diensten HM en wel zodanig dat de omvang van de (bestemmings)reserves tussen bodem en plafond uitkomt. Daarnaast wordt voorgesteld om het bedrag aan implementatiekosten ERP ad (afgerond) € 350.000,te onttrekken aan de reserve Aanvullende diensten en genoemd bedrag te storten in de nieuw te openen bestemmingsreserve implementatie ERP. Dit, omdat deze kosten op grond van het BBV niet in de voorziening frictiekosten reorganisatie 2015 mogen worden ondergebracht. Voornoemde harmonisatie en verwerking voorziening frictiekosten reorganisatie 2015 is in onderstaand overzicht en in het voorstel resultaatbestemming verwerkt. Overzicht reserves RDOG HM na voorgestelde resultaatbestemming, exclusief en inclusief vorming voorziening frictiekosten reorganisatie 2015 voor en na harmonisering reserve (bedragen x € 1.000,-), exclusief reserves GHOR en RAV Stand per 31 Idem, Stand per Idem, Stand per 31 Idem, per inwoner december per 31 december per december 2014, na inwoner 2014 na inwoner 2014 na voorgestelde voorgestelde voorgestelde resultaatberesultaatberesultaatbestemming stemming en stemming en 2014 voor na harmonina harmoniharmonisering sering en sering en verwerking exclusief voorziening frictiekosten frictiekosten Algemene reserves - algemene reserve 443 1,98 443 1,98 subregio MH - algemene reserve 1.010 1,86 1.075 1,98 subregio ZHN Totaal Algemene reserve HM
1.453
1,90
1.518
1,98
518
0,68
Totaal reserves Aanv. dnstn
577 1.541 2.118
2,58 2,84 2,76
577 1.400 1.977
2,58 2,58 2,58
985
1,28
Reserve implementatie ERP
-
-
-
-
350
0,46
Totaal Bestemmingsreserves HM
2.118
2,76
1.977
2,58
1.335
1,74
Totaal reserves
3.571
4,66
3.495
4,56
1.853
2,42
Bestemmingsreserves Bestemmingsreserves GGD res. Aanvullende dnstn MH res. Aanvullende dnstn ZHN
40
De subregio ZHN draagt bij aan de versterking van de algemene reserve HM met € 0,12 per inwoner. Daar tegenover staat de verlaging van de reserve Aanvullende diensten voor de subregio ZHN met € 0,26. Per saldo zal er € 0,14 per inwoner aan de deelnemende gemeenten in de subregio ZHN worden teruggestort, hetgeen overeenkomt met circa € 76.500,-. Na de harmonisatie van de (bestemmingsreserves wordt voorgesteld het resterende tekort veroorzaakt door de vorming van de voorziening frictiekosten reorganisatie 2015 ad € 1.642.000,- ten laste te brengen van de algemene reserve HM en de reserve Aanvullende diensten HM en wel zodanig dat de omvang van de (bestemmings)reserves tussen bodem en plafond uitkomt. Daarnaast wordt voorgesteld om het bedrag aan implementatiekosten ERP ad (afgerond) € 350.000,dat niet in de voorziening frictiekosten reorganisatie 2015 kan worden ondergebracht te onttrekken aan de reserve Aanvullende diensten en genoemd bedrag te storten in de nieuw te openen reserve implementatie ERP. Voornoemde harmonisatie en verwerking voorziening frictiekosten reorganisatie 2015 is in het voorstel resultaatbestemming verwerkt.
41
De voorgestelde resultaatbestemming 2014 voor de programma’s Geneeskundige hulpverlening (sector GHOR), Ambulancezorg (sector RAV) en Openbare gezondheidszorg (GGD-sectoren) is uitgewerkt in de navolgende tabel: Bedragen maal € 1.000,Resultaat RDOG Hollands Midden en bestemming daarvan Sector
Sector
GHOR
RAV
Bedrag
Bedrag
GGD-sectoren
Totaal generaal
Omschrijving
Bedrag
Bedrag
Bedrag
Subregio
Subregio
Totaal
MH
ZHN
GGD
Bedrag
(sub) regio’s Saldo producten exclusief storting reserves
342
404
149
461
610
1.356
-9
3.013
12
- 13
-1
3.002
-
-
- 493
- 1.149
- 1.642
- 1.642
333
3.417
- 332
- 701
- 1.033
2.716
Begrote ontt. res. Aanv. Dnstn i.v.m. BPI ZHN
-
-
-
- 81
- 81
- 81
Reguliere storting/onttr. res. Aanv. Dnstn per saldo
-
-
159
294
453
453
Onttrekking (bestemmings)reserves incidenteel
- 88
-
-
-
-
88
Onttrekking (bestemmings)reserves regulier
- 26
-
-
-
-
26
- 114
-
159
213
372
258
219
3.417
- 172
- 488
- 660
2.976
Saldo incidentele baten en lasten Voorziening frictiekosten reorganisatie 2015 Totaal saldo baten en lasten programma’s
Onttrekking/ storting reserves per saldo *) Resultaat programma’s Voorstel bestemming saldo programma’s Storting/ onttrekking algemene reserve
9
-
253
553
806
815
2.907
-
-
-
2.907
-
510
56
121
177
687
-9
-
12
-13
-1
- 10
210
-
-
-
-
-
Resteert voor harmonisatie GGD-reserves
0
0
-493
- 1.149
- 1.642
- 1.642
Resteert na harmonisatie t.l.v. reserves HM
0
0
0
0
- 1.642
- 1.642
Onttrekking aan algemene reserve HM
-
-
-
-
1.000
1.000
Onttrekking aan reserve Aanv. diensten HM
-
-
-
-
642
642
Onttrekking aan reserve Aanv. diensten HM
-
-
-
-
- 350
- 350
Storting reserve Implementatie ERP
-
-
-
-
350
350
Resteert
0
0
0
0
0
0
Storting Reserve Aanvaardbare kosten RAV (RAK) Storting/ onttrekking bestemmingsreserves Storting/onttrekking resultaat inc. B&L alg. reserve Terugstorten GHOR deelnemende gemeenten
*)
De overdracht van de (bestemmings)reserves ad € 335.000,- door de Veiligheidsregio Hollands Midden is niet meegenomen in bovenstaande opstelling. 42
3. Jaarrekening
43
3.1 Overzicht van baten en lasten in de jaarrekening RDOG Hollands Midden Bedragen x € 1.000,Rekening 2014 Baten
Lasten
Begroting 2014 na wijziging V Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Programma Geneeskundige hulpverlening
2) 2.318
1.878
440
2.039
1.975
64
Ambulancezorg
27.708
24.291
3.417
23.790
23.790
0
Openbare Gezondheidszorg
37.856
38.144
- 288
37.779
38.817
-1.038
Totaal saldo van baten en lasten
67.883
64.314
3.569
63.608
64.582
- 974 -
Totaal saldo van baten en lasten Mutatie reserves Geneeskundige hulpverlening 1) Mutatie reserves Ambulancezorg 1) Mutatie reserves Openbare gezondheidszorg 1) Resultaat
114
2) 335
- 221
35
0
35
0
0
0
0
0
0
157
529
-372
80
540
460
2.976
-1.399
1) Voor een specificatie van de storting en onttrekking reserves wordt verwezen naar het Overzicht (bestemmings)reserves in de Toelichting op de balans, onderdeel Eigen vermogen; 2) De overdracht van de (bestemmings)reserves GHOR-taken ad € 335.000,- door de VRHM aan de RDOG HM is hierin meegenomen.
44
3.2 Balans RDOG Hollands Midden Bedragen x € 1.000,ACTIVA
PASSIVA 31/12/14
31/12/13
31/12/14
31/12/13
Algemene reserve Bestemmingsreserves voor egalisatie tarieven Overige bestemmingsreserves Resultaat volgend uit het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening
703 1.942
606 1.617
166 2.976
0 -6
Totaal eigen vermogen
5.787
2.217
Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s Kostenegalisatievoorzieningen Door derden beklemde middelen met een specifieke aanwending
1.813
408
669 77
1.126 2.513
Totaal voorzieningen
2.559
4.047
9.984
10.304
Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar Banksaldi
5.807
8.345
1.881
2.593
Overige schulden
3.926
5.752
6.443 2.805
3.769 2.428
494
445
Vaste activa
Eigen vermogen
Materiële vaste activa Investeringen met een economisch nut Overige financiële vaste activa
Totaal vaste activa
20.027
20.413
29
657
20.056
21.070
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer Onderhandse leningen van binnenlandse banken en financiële instellingen Vlottende activa Voorraden Gereed product en handelsgoederen
Vlottende passiva 31
33
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar Vorderingen op openbare lichamen
8.063
4.666
989
1.147
Uitzettingen in Rijks schatkist
3.823
-
Overige vorderingen
3.251
3.519
3 440
2 808
1.987 114
2.103 47
Overlopende passiva Nog te betalen
1.873
2.056
Voorschotbedragen uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel Overige vooruit ontvangen bedragen Totaal vlottende passiva
3.144
896
12.250
12.114
Totaal
30.580
28.682
Liquide middelen Kassaldi Banksaldi Overlopende activa Nog te ontvangen voorschotbedragen uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel Nog te ontvangen/ vooruitbetaald
Totaal vlottende activa
10.524
7.612
Totaal
30.580
28.682
45
3.3 Grondslagen voor de financiële verslaggeving 3.3.1 Algemeen Dit is het programmajaarverslag van de RDOG Hollands Midden. De RDOG Hollands Midden is op 1 januari 2006 van start gegaan en is gevormd uit de voormalige GGD Midden Holland, de voormalige GGD ZuidHolland Noord, de voormalige GHOR Hollands Midden en de voormalige CPA Hollands Midden. Bij de invoering van de Tijdelijke wet Ambulancezorg is de verantwoordelijkheid voor de meldkamer op zowel inhoudelijk als financieel gebied bij de RAV komen te liggen. Om die reden is op 1 januari 2013 door de Veiligheidsregio Hollands Midden zowel het saldo Reserve Aanvaardbare Kosten (RAK) als de nog te in de tarieven te verrekenen bedragen overgedragen. Deze jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten daarvoor geeft.
3.3.2 Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden. In de toelichting op programmarekening worden de baten en lasten functioneel ingedeeld. Een dergelijke indeling beoogt een goed inzicht in de bedrijfsvoering dan de voorgeschreven indeling naar economische kostencategorie. De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden, overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke. Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming te weten vier jaar. Indien er sprake is van (eenmalige) schokeffecten (reorganisaties) dient wel een verplichting gevormd te worden.
3.3.3 Materiële vaste activa Bij de RDOG Hollands Midden komen alleen Overige investeringen met een economisch nut voor. De waardering van deze investeringen met een economisch nut is gebaseerd op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met Iineaire afschrijvingen naar rato van de geschatte economische levensduur, waarbij rekening wordt gehouden met een eventuele restwaarde. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt op het saldo afgeschreven. De afschrijving start de dag van ingebruikneming van het actief.
46
De overige investeringen met een economisch nut worden als volgt afgeschreven: a. bedrijfsgebouwen: a1. 50 jaar: bedrijfsgebouwen RAV; a2.
40 jaar: bedrijfsgebouwen;
a3.
25 jaar, renovatie en restauratie;
a4.
20 jaar: kantine opbouw Parmentierweg 49 Leiden;
a5. 15 jaar: verbouwingen; b. c.
d.
a6. 10 jaar: verbouwingen RAV; vervoermiddelen; b1. 5 jaar: ambulances RAV; overige vervoermiddelen RAV; overige vervoermiddelen; machines, apparaten en installaties; c1. 15 jaar: nieuwe technische installaties in bedrijfsgebouwen; c2. 10 jaar: veiligheidsvoorzieningen bedrijfsgebouwen; veiligheidsvoorzieningen RAV; noodstroomvoorziening; röntgenapparatuur; audiometers; hogedrukreiniger RAV; c3. 5 jaar: telefooninstallaties; verbindingsapparatuur/-netwerk RAV; c4. 5 jaar: kantoorautomatisering RAV; c5. 4 jaar: overige kantoorapparatuur; c6. 3 jaar: automatiseringsapparatuur, -infrastructuur en software; overige materiële vaste activa; d1. 15 jaar: verrijdbaar archief en documentatiecentrum; d2. 10 jaar: vergadermeubilair en meubilair directeur; nagelvaste voorzieningen bedrijfsgebouwen; kantoorinventaris RAV, overige bedrijfsmiddelen RAV; d3.
5 jaar: kantoorinventaris; medische inventaris RAV;
d4
4 jaar: overige voorzieningen (in gebouwen).
De waardering en afschrijving van Materiële vaste activa behorend tot het programma Ambulancezorg van de sector RAV, welke vallen onder de voorschriften van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), of de rechtsopvolger(s) daarvan kunnen te eniger tijd worden gewijzigd door de NZa. In die gevallen prevaleren de voorschriften ter zake van NZa. Gronden en terreinen worden niet afgeschreven. Activa met een verkrijgingsprijs van minder dan € 5.000,- worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Deze laatst genoemden worden altijd geactiveerd. Onder activa met een meerjarig maatschappelijk nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, worden verstaan investeringen in en onderhoud van: kunstwerken. Deze worden niet geactiveerd. Financiële vaste activa De financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voorraden De voorraden gereed product en handelsgoederen zijn gewaardeerd tegen de laatst bekende inkoopprijs. Vorderingen op openbare lichamen, uitzettingen in Rijks schatkist en overige vorderingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar Deze vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt statisch bepaald op basis van de geschatte inningskansen. Liquide middelen Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen. 47
Overlopende activa De overlopende activa worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voorzieningen Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De onderhoudsvoorziening gebouw stoelt op een meerjarenraming van het uit te voeren groot onderhoud aan het pand aan de Parmentierweg 49 te Leiden. Dit geldt eveneens voor de voorziening onderhoud gebouwen RAV. De overige voorzieningen zijn gebaseerd op (jaarlijkse) schattingen van de te verwachten kosten. De door derden beklemde middelen met een beperkte aanwending zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. De Reserve Aanvaardbare Kosten RAV (RAK) is bedoeld om fluctuaties in de exploitatie van de RAV op te vangen. Voorheen was dit op grond van het BBV een voorziening. Het ministerie van Financiën heeft in 2014 aangegeven dat (fiscaal) de RAK niet langer als voorziening mag worden bestempeld, gezien het karakter daarvan, door het ontbreken van een verplichting tot het reservering voor toekomstige verliezen en/of terugbetaling aan zorgverzekeraars bij liquidatie. Daarmee vervalt ook de verplichting om de RAK als voorziening aan te houden op grond van artikel 44 lid 2 van het BBV. Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer Dit betreft Onderhandse leningen van binnenlandse banken en overige financiële instellingen, welke worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met gedane aflossingen. Deze Onderhandse leningen hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer. Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar/ Banksaldi/ Overige schulden De banksaldi alsmede de overige schulden worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
48
3.4 Toelichting Overzicht baten en lasten Algemeen De werkelijke cijfers in de programmarekening zijn opgesteld op basis van de begrotingswijziging 2014 V, zoals op 10 december 2014 vastgesteld door het Algemeen bestuur van de RDOG Hollands Midden, evenals de, ter vergelijking opgenomen begrote cijfers. Begrotingsrechtmatigheid In 2014 zijn de volgende niet begrote lasten opgenomen: Onderschrijding sector GHOR Overschrijding sector RAV HM Onderschrijding totale kosten GGD-sectoren Overschrijding Organisatiekosten GGD-sectoren
-/-/-
€ € € €
97.000,501.000,673.000,346.000,-
Onder- en overschrijdingen zijn stelselmatig gemeld in de kwartaalrapportages aan het Algemeen Bestuur. Daaruit zijn begrotingswijzigingen voortgevloeid. Het Algemeen Bestuur heeft vanaf de rapportage over het eerste kwartaal 2014 ingestemd met de onder- en overschrijdingen van de drie programma’s. Op basis van de Tussentijdse rapportage tot en met het derde kwartaal 2014 is een formele begrotingswijziging 2014 V opgesteld. Hierin zijn ook de aanpassing aan de resultaten tot en met het derde kwartaal 2014 meegenomen. Tegenover deze overschrijdingen staan in 2014 niet begrote opbrengsten Bijdragen derden (Opbrengsten rittarief en overige inkomsten) van de sector RAV HM en Bijdragen derden van de sector in dezelfde orde van grootte. De totale baten voor de GGD-sectoren zijn overschreden met € 77.000,-. Tegenover de hogere Organisatiekosten van de GGD-sectoren staan hogere baten uit de Aanvullende diensten. Het Algemeen Bestuur zal alle bovenstaande niet begrote onder- en overschrijdingen bij de vaststelling van het programmajaarverslag 2014 van de RDOG Hollands Midden alsnog autoriseren, daar deze overschrijdingen en de daar tegenover staande onderschrijdingen passen binnen het vastgestelde beleid.
49
LASTEN x € 1.000 Omschrijving Salarissen/ sociale lasten Idem, overgangsregeling FLO (RAV) Tijdelijk personeel Overige personeelskosten Correctie/ nacalculaties Subtotaal personeelslasten Kapitaallasten Huisvestingskosten Organisatiekosten Materiaalkosten Diverse kosten Dotatie voorzieningen Dotatie voorzieningen frictiekosten Onvoorzien Kosten MKA Budgetresultaat sector RAV Totaal lasten BATEN x € 1.000 Omschrijving
Rekening 2014 39.657 2.169 2.517 2.235 46.578 3.042 2.784 6.743 1.360 315 230 1.642 1.619 64.314
Begroting 2014 na wijziging V 40.693 1.717 2.123 2.518 - 47 47.004 2.959 3.113 5.737 1.361 316 259 2.073 1.619 141 64.582
Begroting 2014
Rekening 2014
Begroting 2014 na wijziging V
Begroting 2014
Bijdragen Gemeenten Overige bijdragen gemeenten Bijdragen Provincie Bijdragen Rijk 1) Bijdragen derden
24.936 9.252 2.307 28.381
Subtotaal baten Saldo incidentele baten en lasten 2) Totaal baten RESULTAATBESTEMMING x € 1.000 Omschrijving
Totaal saldo van baten en lasten Bij: onttrekking reserves 3) Af: storting reserves 3)
Resultaat
1) 2) 3)
4) 5)
36.347 1.876 2.776 2.621 43.620 3.892 3.769 6.967 1.289 316 715 60.567
Rekening 2013 39.235 2.187 2.817 2.159 46.398 3.766 2.907 9.249 1.372 632 261 64.585 Rekening 2013
22.380 8.723 1.782 27.604
23.481 8.777 2.401 29.343
64.474
24.932 9.841 2.116 26.823 63.712 63.504
60.489
64.002
3.006
- 104
-
489
67.883
63.608
60.489
64.491
Rekening 2014
Begroting 2014 na wijziging V
3.569
-
4) 271 5) 864
2.976
-
974
Begroting 2014
-
78
115 540
78 -
1.399
0
Rekening 2013
94
-
765 677
-
6
De bijdrage overgangsregeling FLO wordt van het ministerie VWS ontvangen. Daarnaast betreft het subsidies van het ministerie van VWS voor de opleiding arts Maatschappij en Gezondheid; Betreft voornamelijk de vrijval van de voorzieningen van de sector RAV; Voor een specificatie van de storting en onttrekking reserves wordt verwezen naar het Overzicht (bestemmings)reserves in de Toelichting op de balans, onderdeel Eigen vermogen. De overdracht van de (bestemmings)reserves ad € 335.000,- door de VRHM aan de RDOG HM is hierin niet meegenomen. Waarvan structureel € 81.000,- voor het programma Openbare gezondheidszorg t/m 2014 en € 35.000,- voor het programma Geneeskundige hulpverlening; Waarvan structureel € 540.000,- voor het programma Openbare gezondheidszorg. 50
Analyse van de verschillen tussen begroting na wijziging V en het Overzicht van baten en lasten in de jaarrekening Omschrijving
Salarissen/ sociale lasten
Afwijking rekening t.o.v. begroting na wijziging V 716
Idem, overgangsregeling FLO Tijdelijk personeel
452 394
Overige personeelskosten Correctie/ nacalculaties Subtotaal personeelslasten Kapitaallasten
-
Huisvestingskosten
-
283 47 106 83
-
329
Organisatiekosten
1.006
Materiaalkosten Diverse kosten Dotatie voorzieningen Dotatie voorz. frictiekosten Onvoorzien Kosten MKA Budgetresultaat sector RAV
-
Totaal lasten BATEN x € 1.000 Omschrijving
Bijdragen Gemeenten (BPI) Overige bijdragen gemeenten
1 1 - 29 431 -141
Afwijking rekening t.o.v. begroting na wijziging V
-
4 589 191 1.878
Subtotaal baten
1.532
Saldo incidentele B&L
3.110
Totaal baten RESULTAAT x € 1.000 Omschrijving
4.595
Bij: onttrekking reserves 1) Af/bij: storting reserves 2)
Resultaat
Vnl. verschuiving tussen deze post en tijdelijk personeel sector RAV en prudent vervanging bij de GGD-sectoren Juridische kosten, VOP-premies en kosten oude regeling Vnl. verschuiving tussen deze post en tijdelijk personeel sector RAV en prudent vervanging bij de GGD-sectoren Bij consolidatie vallen nacalculatie GGD en GHOR tegen elkaar weg Hogere afschrijving door aanschaf ambulances en extra afschrijving RAV-pand te Katwijk Vnl. bij de GGD-sectoren door overname kosten JGZ-locaties door deelnemende gemeenten Vnl. materiële kosten Aanv. dnstn GGD-sectoren. Hiertegenover staan hogere baten Lagere dotatie vnl. daar implementatiekstn ERP niet zijn toegestaan Het budgetresultaat wordt niet meer in de voorziening RAK gestort, daar deze voorziening is opgeheven en waardoor ook de sector RAV een resultaat vertoont
52
Bijdragen Provincie Bijdragen Rijk Bijdragen derden
Totaal saldo baten en lasten
Toelichting
Afwijking rekening t.o.v. begroting na wijziging V
Toelichting
Vnl. door minder doorbelasting huisvestingskosten JGZ-locaties aan deelnemende gemeenten Hogere bijdrage VWS i.v.m. hogere kosten overgangsregeling FLO Hogere baten Aanv. dnstn GGD-sectoren en hogere baten sector RAV en overdracht reserves GHOR
Vnl. vrijval voorzieningen sector RAV (€ 3,0 miljoen)
Toelichting
4.543
Vnl. vrijval voorzieningen sector RAV en hogere reguliere resultaten alle sectoren, alsmede overdracht reserves GHOR
156 324
niet begrote onttrekking sector GHOR Hogere storting door hogere omzet Aanv. dnstn GGD-sectoren en overdracht reserves GHOR
4.375
51
Overzicht subsidieprojecten > € 100.000,-. Bedragen in tabel x € 1.000,Gemeente Nummer Bedrag OntBesteed Saldo beschikking beschikvangen Nog te king ontvangen/ Terug te betalen 1) Alphen ad 2013/56846 131 131 131 Rijn Gouda 802218 152 152 160 Gouda 819113/834503/ 264 264 266 883483/904082 Gouda 827372/827707/ 337 337 292 875158 Leiden 46356 110 110 101 - 9 Leiden 46346 133 133 133 Leiden 464103 183 183 182 Leiden 46356 170 170 192 Leiden 46472 + 46554 246 246 246 Leiden 46356 211 211 216 Leiden 46356 764 764 723 Zuidplas U14.000389 129 129 138 3) - 1 Totaal 2.830 2. 830 2.780 - 10 1) 2) 3)
Saldo t.l.v. de RDOG HM
-
Bedragen doorgeschoven naar volgend jaar -
2) 8 - 2
-
-
45
22 5 10 47
1 41 87
Een positief bedrag betekent dat het bedrag nog te ontvangen is. Een negatief bedrag dient te worden terugbetaald; Ten laste van de daarvoor bestemde voorziening; Betreft het niet bestede deel van het Werkbudget.
52
Overzicht topfunctionarissen op grond artikel 4.1 WNT Algemeen Bestuur (AB) en Dagelijks Bestuur (DB) tot AB-vergadering 21 mei 2014 VoorzieFunctie Duur van Naam BeloSociale Belastningen het ning verzebare dienstkerings- onkosten t.b.v. beloningen verband premies -vergoebetaalbaar 2014 dingen op termijn 3) (pensioenen c.a.) Dhr. L.J. van Ast nihil nihil nihil nihil AB-lid 4,75 mnd Mw. I.C.J. Adema nihil nihil nihil nihil AB-lid 4,75 mnd Dhr. F. Buijserd nihil nihil nihil nihil AB-lid 4,75 mnd Mw. T.M.B. Gerts nihil nihil nihil nihil AB-lid 4,75 mnd Dhr. B.J.M. de Haas nihil nihil nihil nihil AB-lid 4,75 mnd Dhr. G. Kleijheeg nihil nihil nihil nihil AB-lid/ 4,75 mnd DB-lid Mw. C.M.L. Lambrechts nihil nihil nihil nihil AB-lid 4,75 mnd Dhr. J. Roeffen nihil nihil nihil nihil AB-lid 4,75 mnd Mw. M.J.C. Suijker nihil nihil nihil nihil Voorz. 4,75 mnd AB/ DB Dhr. J.A. Verbeek nihil nihil nihil nihil AB-lid/ 4,75 mnd DB-lid Dhr. C.J.M.W. Wassenaar nihil nihil nihil nihil AB-lid 4,75 mnd Mw. Wolters nihil nihil nihil nihil AB-lid 4,75 mnd 1) Voorbereiden en bijwonen 1 AB-vergadering; 2) Voorbereiden en bijwonen 1 AB-vergadering en 2 DB-vergaderingen; 3) AB- en DB-leden hebben geen dienstverband met de RDOG Hollands Midden.
Omvang van het dienstverband 2014 3) 1) 1) 1) 1) 1) 2) 1) 1) 2) 2) 1) 1)
53
Algemeen Bestuur (AB) en Dagelijks Bestuur (DB) geheel 2014/ vanaf moment van benoeming per 21 mei 2014 VoorzieFunctie Duur van Naam BeloSociale BelastOmvang ningen het ning verzebare van het dienstkerings- onkosten t.b.v. dienstbeloningen verband premies -vergoeverband betaalbaar 2014 dingen 2014 op termijn (pensi5) 7) oenen c.a.) Mw. E.G.E.M. Bloemen nihil nihil nihil nihil Vice1 jaar 2) voorz. AB/ DB Dhr. M. den Boer nihil nihil nihil nihil AB-lid 7,25 mnd 6)/ 3) Dhr. L.F.M. Crouwers nihil nihil nihil nihil AB-lid 1 jaar 1) Dhr. M.H. van der Eng nihil nihil nihil nihil AB-lid 7,25 mnd 6)/ 3) Mevr. M.J. Fles nihil nihil nihil nihil AB-lid 7,25 mnd 6) Mw. R. van Gelderen nihil nihil nihil nihil AB-lid/ 1 jaar 2) DB-lid Dhr. A. Gotink nihil nihil nihil nihil AB-lid 7,25 mnd 6) Dhr. C. de Graaf nihil nihil nihil nihil AB-lid 1 jaar 1) Mw. M. Holst-Brink nihil nihil nihil nihil AB-lid 1 jaar 1) Dhr. J.A. de Jager nihil nihil nihil nihil Voorz. 1 jaar 4) AB/ DB Dhr. A. van Kempen nihil nihil nihil nihil AB-lid 7,25 mnd 1) Dhr. I.G. Mostert nihil nihil nihil nihil AB-lid 1 jaar 1) Mevr. J.M. Nieboer nihil nihil nihil nihil AB-lid 7,25 mnd 1) Mevr. I.C.J. nihil nihil nihil nihil AB-lid 7,25 mnd 1) Nieuwenhuizen Mevr. J.W.M. Pietersen nihil nihil nihil nihil 7,25 mnd 6) Dhr. F.Roelfsema nihil nihil nihil nihil 7,25 mnd 6) Dhr. A.D. de Roon nihil nihil nihil nihil AB-lid/ 1 jaar 1) DB-lid Dhr. F. Schoonderwoerd nihil nihil nihil nihil AB-lid 1 jaar 1) Dhr. T.C. Segers nihil nihil nihil nihil AB-lid 1 jaar 1) Dhr. J. Vente nihil nihil nihil nihil AB-lid/ 1 jaar 2)/ 3) DB-lid Mw. W. Verkleij nihil nihil nihil nihil AB-lid/ 1 jaar 5) DB-lid Mevr. J.T.C. Vroegop-de nihil nihil nihil nihil AB-lid 7,25 mnd 6) Bruijne Mevr. L. Werger nihil nihil nihil nihil AB-lid 7,25 mnd 5) 1) Voorbereiden en bijwonen 5 AB-vergaderingen; 2) Voorbereiden en bijwonen 5 AB-vergaderingen en 7 DB-vergaderingen; 3) Voorbereiden en bijwonen 3 vergaderingen Auditcommissie; 4) Vanaf 1 januari 2014 AB-lid en vanaf 21 mei 2014 voorzitter AB en DB; 5) Voorbereiden en bijwonen 3 AB-vergaderingen en 3 DB-vergaderingen; 6) Voorbereiden en bijwonen 3 AB-vergaderingen; 7) AB- en DB-leden hebben geen dienstverband met de RDOG Hollands Midden.
54
Directie Omschrijving Naam
J.M.M. de Gouw
Beloning 2) Sociale verzekeringspremies
J.C. Bernsen 1) 116.787,66
119.776,54
7.336,80
7.336,80
866,99
678,11
5.264,52
4.533,72
20.792,64
21.283,58
151.048,61
153.608,75
Belastbare onkostenvergoedingen Paraatheidsvergoeding GHOR Voorzieningen t.b.v. beloningen betaalbaar op termijn (pensioenen c.a.) Totaal Functie
Algemeen directeur
Directeur
Duur van het dienstverband 2014 12 maanden 12 maanden Omvang van het dienstverband 2014 1,0 fte 1) 1,0 fte 1) De loonkosten van de heer Bernsen worden voor 0,4 fte doorbelast aan de sector GHOR; 2) Beloning is gebaseerd op schaal 17 van de gemeentelijke Cao. N.B.
Er is geen sprake van niet-topfunctionarissen waarvan de bezoldiging de maximumnorm overschrijdt.
55
3.5 Toelichting balans Voor zover niet anders aangegeven, zijn de bedragen vermeld in duizenden euro’s. ALGEMEEN De RDOG Hollands Midden is op 1 januari 2006 van start gegaan en is gevormd uit de voormalige GGD Midden Holland, de voormalige GGD Zuid-Holland Noord, de voormalige GHOR Hollands Midden en de voormalige CPA Hollands Midden. De RDOG HM is onderverdeeld in de sectoren AGZ, OBG en PZJ, samen vormend de GGD-groep (uitvoerder programma Openbare Gezondheidszorg), GHOR (uitvoerder programma Veiligheid en zorg) en RAV HM (uitvoerder programma Ambulancezorg). VASTE ACTIVA Materiële vaste activa Investeringen met een economisch nut Gebouw/ Verbouw -ingen
Vervoermiddelen
Machines, apparaten en installaties
16.762
1.356
369
14
1.810
-
Overige mat. vaste activa
Totaal
879
1.047
20.413
58
185
69
2.134
-
-
-
-
-
732
889
159
457
283
2.521
Afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen
-
-
-
-
-
-
Bijdragen van derden
-
-
-
-
-
-
16.043
2.277
267
607
833
20.027
Balanswaarde per 1 januari Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen
Balanswaarde per 31 december
Automatisering
Deze balanswaarde is als volgt samengesteld: Aanschaffingswaarde 20.061 Cumulatieve afschrijvingen 4.018
4.772
934
1.887
1.786
29.440
2.495
667
1.280
953
9.413
Balanswaarde per 31 december
2.277
267
607
833
20.027
16.043
De investeringen in Vervoermiddelen betreffen voornamelijk de vervanging van ambulances van de sector RAV. De investeringen in Automatisering betreffen voornamelijk de vervanging ICT-infrastructuur, zowel hardware als software voor de RDOG HM. Er is overigens terughoudend vervangen. De investering in Overige materiële vaste activa betreft voornamelijk vervanging van de kantoorinventaris van de verschillende sectoren van de RDOG HM. Er is overigens terughoudend vervangen.
56
Financiële vaste activa Uitzettingen > 1 jaar Lening sloep personeels -stichting RDOG HM
Vorderingen eenmalige kosten integratie JGZ 0-19jarigen ZHN
30
315
312
657
Opname/ Opboeking
-
-
-
-
Aflossing/ inning
1
315
286
602
Afboeking
-
-
26
26
29
-
-
29
Stand per 1 januari
Stand per 31 december
Vordering boekwaarde voormalige kantoorunit Alphen aan den Rijn
Totaal
In 2008 is een 20-jarige lening uitgegeven aan de personeelsstichting RDOG HM voor de aankoop van een sloep. Deze sloep dient als onderpand van de lening. In verband met onvoorziene onderhoudskosten is in 2011 een tweede lening ad € 5.000,- verstrekt. Deze lening heeft een looptijd van 5 jaar. I.v.m. hoge onderhoudskosten in 2014 is besloten de aflossing 2014 ad € 1.000,voor de tweede lening op te schorten en te verrekenen met de directiebijdrage 2015. In het kader van de financiering van de eenmalige kosten van de integratie van de JGZ 0-19-jarigen in de subregio Zuid-Holland Noord zijn deze kosten opgenomen als vorderingen op de gemeenten in deze subregio. Het Algemeen Bestuur heeft op 8 december 2010, op advies van de Bestuurscommissie ZuidHolland Noord besloten om deze vorderingen in 4 jaar te delgen. In eerste instantie door verrekening met de positieve resultaten op de subregionale producten van Zuid-Holland Noord in de jaren 2011 tot en met 2014. In de vastgestelde resultaatbestemming 2012 is een delging van € 316.000,- ten laste van het PZJ ZHN-deel van de reserve Aanvullende diensten opgenomen. Deze delging is ook verwerkt in de begrotingswijziging 2013 I, tezamen met de delging 2013 ad € 316.000,- ten laste van de exploitatie 2013 PZJ ZHN. Het restant is in de begroting 2014 ten laste van de exploitatie 2014 PZJ ZHN gebracht, waarmee deze vordering in zijn geheel is afgewikkeld. Eind 2011 is de kantoorunit ten behoeve van de Jeugdgezondheidszorg van de sector PZJ in het stadhuis van de gemeente Alphen aan den Rijn op verzoek van deze gemeente gesloopt en vervangen door een kantoorunit voor een Centrum Jeugd en Gezin. Bij het aangaan van de huurovereenkomst voor de ‘oude’ kantoorunit is overeengekomen dat bij tussentijdse opzegging van de huur door de gemeente Alphen aan den Rijn de dan geldende boekwaarde, zijnde € 312.569,- per de ultimo 2011 moet worden vergoed. Na langdurig overleg met de gemeente Alphen aan den Rijn heeft de gemeenteraad van deze gemeente het voorstel tot afwikkeling van deze vordering, onder verrekening van de door de RDOG HM in gebruik zijn de ruimten tot aan 31 december 2014 conform besloten. De daarmee gemoeide betaling is op 23 december 2014 ontvangen. Het betwiste deel van de vordering ad € 26.000,- is afgeboekt als Incidentele last.
57
VLOTTENDE ACTIVA Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar ultimo 2014 Vorderingen op openbare lichamen Uitzettingen in Rijks schatkist met een rentetypische looptijd korter dan één jaar Debiteuren Voorziening dubieuze debiteuren Te verrekenen met zorgverzekeraars Nog te vorderen Overige vorderingen (voorschotten) Totaal
ultimo 2013
989
1.147
3.823 3.003 - 115 0 360 3 8.063
0 3.229 - 115 80 323 2 4.666
De post debiteuren bestaat voor € 3,0 miljoen aan vorderingen op particulieren en zorgverzekeraars van de sector RAV (ultimo 2013 € 3,6 miljoen). Liquide middelen Kassen Rekening-courant saldi banken Totaal
ultimo 2014 3 440 443
ultimo 2013 2 808 810
Van de liquide middelen staat € 440.000,- ( ultimo 2013: € 808.000,-) rentedragend op de rekening-courant bij de huisbankiers (rente < 0,1 % tot 1-7-2014, daarna nihil). Overlopende activa
Nog te ontvangen Nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel GGD-sectoren Vooruitbetaald Totaal
ultimo 2014
ultimo 2013
1.705
1.464
114 215 2.034
47 592 2.103
De post ‘nog te ontvangen’ betreft voornamelijk nog te ontvangen subsidies, overige vergoedingen en opbrengsten, alsmede te verrekenen Omzetbelasting (BTW) ad € 671.000,- (2013: € 493.000,-). In navolgende tabel zijn de Nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel GGD-sectoren (nog te ontvangen subsidies van overheidsorganisaties, voornamelijk deelnemende gemeenten) gespecificeerd opgenomen.
58
Nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met specifiek bestedingsdoel GGD-sectoren (bedragen maal € 1.000,-) Stand per de ultimo 2013
vCJG Schoonhoven Jeugdmatch Boskoop en Ouderkerk Implementatie BKK MH Zuidplas, Schoonhoven en Ouderkerk CJG K5 Ouderkerk CJG Telefonie, Boskoop, Ouderkerk Registratiesysteem CJG, Boskoop vCJG, Boskoop en Ouderkerk Regiomanager CJG, Ouderkerk en Schoonhoven Bijdrage inr. De Hoed, Zuidplas VVE Boskoop (via Alphen ad Rijn) Jongeren in GGZ, Gouda
Toevoeging 2014
Ontvangst 2014
Stand per de ultimo 2014
1 4
-
1 4
-
8 11 2 2 7
-
1 11 2 2 7
7 -
1 1 -
6 20
1 -
1 6 20
37
26
29
34
4 6 -
3 1 3 4 34 12 5 18
4 6 -
3 1 3 4 34 12 5 18
Subtotaal subregio ZHN
10
80
10
80
Totaal
47
106
39
114
Subtotaal subregio MH MPG Leiden Meldpunt, katwijk Weerbaarheid, Oegstgeest Jeugdimpuls, RIVM Signaleringsoverleg Katwijk Maatwerk JGZ, Katwijk CJG Telefonie CJG-coördinatie, Lisse Cursusaanbod, Noordwijkerhout Maatwerk JGZ, Alphen ad Rijn
59
EIGEN VERMOGEN Het eigen vermogen bestaat uit de Algemene reserve, de bestemmingsreserves en de resultaatbestemming 2013, zoals op 26 maart 2014 door het Algemeen Bestuur vastgesteld, exclusief het resultaat van de sectoren GHOR en RAV HM. De indeling van de reserves is conform het BBV. Overzicht reserves Naam (bestemmings)reserve
Stand 31-12-2013
Storting 2014
Onttrekking 2014
Algemene reserve MH
287
-
Algemene reserve ZHN
319
1) 12
Subtot. Alg. res. GGD-sectoren
606
12
Algemene reserve GHOR 3)
-
Reserve Aanvaardbare Kosten
Resultaatbestemming 2013
1) 12
Onttrekking wegens bereiken plafond
Stand 31-122014
- 97
-
178
138
-
469
12
41
-
647
56
-
-
-
56
-
-
-
-
-
-
Totaal Algemene reserves
606
68
12
41
-
703
Reserve Aanv. Diensten MH
442
159
2) 25
- 56
-
521
Subtot. bestemmingsres.
442
159
25
- 56
-
521
Reserve Aanv. Diensten ZHN
1.175
2) 321
83
8
-
1.421
Subtot. bestemmingsres.
1.175
321
83
8
-
1.421
Project infomanagement 3)
-
22
22
-
-
-
Project OvDG’en 3)
-
192
26
-
-
166
Project Wittekaart/Sharepoint 3)
-
66
66
-
-
-
Sub. Bestemmingsres. GHOR
-
280
114
-
-
166
2.223
828
234
6
-
2.811
RAV (RAK) 4)
egalisatie tarieven MH
egalisatie tarieven ZHN
Totaal
-
1) Betreft overheveling van het aandeel Boskoop van MH naar ZHN i.v.m. de fusie per 1 januari 2014 met Alphen aan den Rijn en Rijnwoude (besluit AB d.d. 26 maart 2014); 2) Inclusief de overheveling van het aandeel Boskoop van MH naar ZHN i.v.m. de fusie per 1 januari 2014 met Alphen aan den Rijn en Rijnwoude (besluit AB d.d. 26 maart 2014) ad € 24.000,-; 3) De (bestemmings)reserves GHOR zijn eind 2014 door de Veiligheidsregio Hollands Midden overgedragen aan de RDOG Hollands Midden; 4) In 2014 is, op aangeven van het ministerie van Financiën de RAK (op basis BBV voorheen een voorziening) omgevormd in een reserve, eveneens genaamd ‘Reserve Aanvaarbare kosten RAV’ (RAK). De toevoeging aan deze reserve zal overigens eerst na vaststelling van het programmajaarverslag in 2015 plaatsvinden. Aan de (bestemmings)reserves wordt geen rente toegevoegd.
60
Algemene reserves GGD-sectoren De Algemene reserves zijn bedoeld om fluctuaties in het basispakket op te vangen. De Algemene reserve Zuid-Holland Noord dient tevens ter egalisatie van de huisvestingskosten voor het pand aan de Parmentierweg 49 te Leiden. Het plafond en de bodem van de Algemene reserves zijn op basis van de vigerende Nota reserves en voorzieningen 2014-2017 bepaald aan de hand van een risico-inventarisatie. Algemene reserve GHOR In het Algemeen Bestuur VRHM van 13 november 2014 is de algemene reserve voor het weerstandsvermogen van het programma GHOR vastgesteld. De algemene reserve is bedoeld voor het opvangen van verliezen die bijvoorbeeld voortvloeien uit incidenten en rampen van beperkte en aanzienlijke aard. Richtlijn hierbij is 2,5% van de begrote lasten (inclusief Omzetbelasting [BTW]) met een ondergrens van 1%. De algemene reserve, overgedragen door de VRHM, bedraagt op 1 januari 2014 € 55.500,-. Reserve Aanvaarbare Kosten RAV (RAK) De Reserve Aanvaardbare kosten RAV (RAK) is bedoeld om fluctuaties in de exploitatie van de RAV op te vangen. Het resultaat dient volledig ten goede te komen aan de sector RAV HM. Indien de gelden van de Reserve Aanvaardbare Kosten RAV (RAK) niet worden besteed aan de sector RAV HM, dan zal het volledig bedrag daarvan in mindering worden gebracht op het initiële budget van het nieuwe boekjaar. Voorheen was dit op grond van het BBV een voorziening. Het ministerie van Financiën heeft in 2014 aangegeven dat (fiscaal) de RAK niet langer als voorziening mag worden bestempeld, gezien het karakter daarvan, door het ontbreken van een verplichting tot het reservering voor toekomstige verliezen en/of terugbetaling aan zorgverzekeraars bij liquidatie. Daarmee vervalt ook de verplichting om de RAK als voorziening aan te houden op grond van artikel 44 lid 2 van het BBV. Bestemmingsreserves GGD subregio MH De bestemmingsreserve Aanvullende Diensten MH is in 2009 met startdatum 1 januari 2010 ingesteld om fluctuaties in deze taken op te vangen, alsmede om de doorlopende personeelskosten (wachtgelden) bij sterke terugloop van de activiteiten te betalen. Het plafond en de bodem van de bestemmingsreserve Aanvullende Diensten MH zijn op basis van de vigerende Nota reserves en voorzieningen 2014-2017 bepaald aan de hand van een risico-inventarisatie. Bestemmingsreserves GGD subregio ZHN De bestemmingsreserve Aanvullende Diensten is ingesteld om fluctuaties in deze taken op te vangen, alsmede om de doorlopende personeelskosten (wachtgelden) bij sterke terugloop van de activiteiten te betalen. Het plafond en de bodem van de bestemmingsreserve Aanvullende Diensten ZHN zijn op basis van de vigerende Nota reserves en voorzieningen 2014-2017 bepaald aan de hand van een risico-inventarisatie. Bestemmingsreserve GHOR: Project informatiemanagement Deze bestemmingsreserve is ingesteld door het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Hollands Midden ter verbetering van het informatiemanagement van de GHOR-taken. Dit project is in 2014 afgewikkeld. Bestemmingsreserve GHOR: Project OvDG Deze bestemmingsreserve is ingesteld door het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Hollands Midden voor de opleiding van toekomstige Officieren van Geneeskundige Dienst (OvDG), daar een aantal van de huidige OvDG’en de dienst de komende jaren zal verlaten. Bestemmingsreserve GHOR: Project Witte kaart/Sharepoint Deze bestemmingsreserve is ingesteld door het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Hollands Midden voor de implementatie van de Witte kaart en Sharepoint, respectievelijk voor de technische realisatie van het combineren van gegevens uit het Handelsregister met die van de Basisregistratie adressen en gebouwen en voor verbetering van de informatievoorziening met ketenpartners. Dit project is in 2014 afgewikkeld. 61
Saldo programmarekening
2014
Saldo programma Geneeskundige hulpverlening, excl. storting reserves 342 Incidentele baten en lasten sector GHOR - 9 Saldo programma Ambulancezorg, 404 Incidentele baten en lasten sector RAV (Vrijval RAK’s en voorzieningen) 3.013 Saldo programma Openbare gezondheidszorg, excl. storting reserves - 287 Saldo incidentele baten en lasten GGD-sectoren - 1 Resultaat voor bestemming 3.462 Storting/ onttrekking (bestemmings)reserves sector GHOR *) Storting/ onttrekking (bestemmings)reserves GGD-sectoren Saldo programmarekening *)
- 114 - 372 2.976
begroot na wijziging V 58 6 - 928 - 110 - 974 35 - 460 - 1.399
De overdracht van de (bestemmings)reserves ad € 335.000,- door de Veiligheidsregio Hollands Midden is niet meegenomen in bovenstaande opstelling.
62
VOORZIENINGEN De indeling van de voorzieningen is conform het BBV. Naam Stand Storting Voorziening 31-122014 2013
Vrijval t.g.v. de rekening van baten en lasten
Onttrekking/ Aanwending 2014
Stand 31-12-2014
Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s Personele kosten GGD MH
42
104
81
20
45
Personele kosten GGD ZHN
12
-
-
12
-
354
-
164
63
127
-
1.642
-
-
1.642
408
1.746
245
95
1.813
600
80
-
12
669
16
7
18
5
-
510
-
510
-
-
1.126
87
528
17
669
Door derden beklemde middelen met en specifieke aanwending
173
34
-
131
77
Reserve Aanvaardbare Kosten 10 Ambulancedienst Reserve Aanvaardbare Kosten 11 Meldkamer Ambulancezorg Subtotaal door derden beklemde gelden Totaal
2.075
-
2.075
-
-
264
-
264
-
-
2.513
34
2.339
131
77
4.047
1.867
3.112
243
2.559
Voorziening nacalculatie 20112013 RAV (efficiencykorting) Voorziening frictiekosten reorganisatie 2015 Subtot. voorz. verplichtingen etc. Kostenegalisatievoorzieningen Onderhoud gebouw Onderhoud JGZ-centra Leiden Onderhoud gebouwen RAV Subtot. Kostenegalisatievoorz.
Het saldo per de ultimo 2014 van de voorziening Personele kosten GGD MH betreft het niet gebruikte deel van de in rekening gebrachte frictiekosten logopedie. Deze voorziening wordt toereikend geacht. De voorziening Personele kosten GGD ZHN betreft het restant van de kosten van het Sociaal plan voor de medewerkers welke overgekomen zijn bij de integratie JGZ 0-4 ZHN. Het saldo van deze voorziening per de primo boekjaar is in 2014 volledig aangewend. In verband met de afrekeningen in 2015 van de onderproductie ritten in de jaren 2011 tot en met 2013 van de sector RAV HM is een schatting opgenomen van de verplichting tot terugbetaling en gestort in de daarvoor geopende voorziening nacalculatie 2011-2013 RAV (efficiencykorting). Deze voorziening wordt toereikend geacht.
10 11
Op grond van de NZa-regels is een negatieve RAK toegestaan Op grond van de NZa-regels is een negatieve RAK toegestaan 63
De voorziening frictiekosten reorganisatie 2015 is bij de Tussentijdse rapportage t/m derde kwartaal 2014 gevormd en geactualiseerd bij het opstellen van het programmajaarverslag 2014. Het betreft de verwachte frictiekosten 2015 t/m 2018, voornamelijk kosten boventallige medewerkers en WW-kosten (tijdelijke) medewerkers in verband met de reorganisatie van de GGD-sectoren per 1 januari 2015. De kosten van de implementatie ERP zijn op grond van het BBV niet meegenomen in deze voorziening. Hiervoor wordt voorgesteld een nieuwe bestemmingsreserve ‘Implementatie ERP’ te openen. De voorziening onderhoud gebouw betreft het pand aan de Parmentierweg 49 te Leiden. De storting 2013 in de voorziening gebouw voor dit pand is bepaald op basis van het, in 2013 geactualiseerde Meerjarenonderhoudsplan (MJOP). De onttrekking betreft kosten, zoals opgenomen in het huidige MJOP. Op basis van dit geactualiseerde MJOP wordt deze voorziening toereikend geacht. In tegenstelling tot voorgaande is de storting alleen gebaseerd op grotere onderhoudskosten. Ook de jaarlijkse storting is daarop gebaseerd. De voorziening onderhoud JGZ-centra wordt gevoed door stortingen van de gemeente Leiden en is bedoeld voor het onderhoud van de Leidse JGZ-centra. Het saldo per de ultimo 2014 is in overleg met de gemeente Leiden vrijgevallen i.v.m. de volledige doorrekening van de huisvestingskosten van de Leidse JGZ-locaties. Dit saldo zal in 2015 aan de gemeente Leiden worden overgemaakt. De voorziening onderhoud gebouwen RAV betreft het hoofdkantoor en de ambulanceposten. Op basis van het geactualiseerde Meerjarenonderhoudsplan is deze voorziening primo 2014 te hoog. Het met terugwerkende kracht verlagen van het saldo van deze voorziening, de retrospectieve methode, is volgens de BBV niet toegestaan. Het te hoge saldo dient dan vrij te vallen over de resterende looptijd van de voorziening (18 jaar). Deze vrijval zal dan betrokken kunnen worden in de toekomstige vennootschapsbelasting. Om deze reden is de voorziening volledig vrijgevallen. De stand per de ultimo 2014 van de ‘Door derden beklemde middelen met en specifieke aanwending’ betreft bijdragen van derden voor Jeugdmatch, Academische Werkplaats en de Publieke Gezondheidszorg Asielzoekers. Deze gelden zullen in 2015 en volgende jaren voor deze doelen worden besteed. De Reserves Aanvaardbare Kosten (RAK) voor, zowel de Ambulancedienst als de Meldkamer Ambulancezorg zijn ingesteld op grond van de NZa-richtlijnen, waarbij geldt dat indien de werkelijke kosten meer of minder bedragen dan het budget aanvaardbare kosten, dit verschil ten gunste dan wel ten laste wordt gebracht van de RAK. De RAK heeft het karakter van een egalisatierekening ter vereffening van tekorten en overschotten van het budget. Het was niet toegestaan exploitatieverschillen als resultaat te beschouwen. Evenmin mocht de RAK niet geheel of gedeeltelijk worden gebruikt voor andere doeleinden. Het ministerie van Financiën heeft in 2014 aangegeven dat (fiscaal) de RAK niet langer als voorziening mag worden bestempeld, gezien het karakter daarvan, door het ontbreken van een verplichting tot het reservering voor toekomstige verliezen en/of terugbetaling aan zorgverzekeraars bij liquidatie. Daarmee vervalt ook de verplichting om de RAK als voorziening aan te houden op grond van artikel 44 lid 2 van het BBV. Op grond hiervan is besloten om beide RAK’s te laten vrijvallen en het Algemeen Bestuur voor te stellen de vrijgevallen bedragen te storten in de Reserve Aanvaardbare Kosten RAV (RAK). Dit zal overigens eerst geschieden na de vaststelling op 25 maart 2015 van het programmajaarverslag 2014, inclusief vaststelling voorstel resultaatbestemming 2014. Voor een nadere toelichting op de (vrijval van de) voorzieningen van de RAV wordt verwezen naar de Financiële verantwoording 2014 van de sector RAV HM, welke als bijlage is toegevoegd aan dit programmajaarverslag.
64
VASTE SCHULDEN MET EEN RENTETYPISCHE LOOPTIJD VAN EEN JAAR OF LANGER Onderhandse leningen van binnenlandse banken en overige financiële instellingen ultimo 2014 Lening I nieuwbouw Leiden en Gouda sector RAV Lening II nieuwbouw Leiden en Gouda sector RAV Lening III nieuwbouw Leiden en Gouda sector RAV Parmentierweg 49 te Leiden Totaal onderhandse leningen
ultimo 2013
3.840 1.920 1.344 2.880 9.984
Overzicht onderhandse leningen (bedragen maal € 1.000,-) LeningHoofdJaar LoopRente Stand nummer som opnatijd in per1-1BNG me jaren cen2014 tage
3.840 1.920 1.344 3.200 10.304
Bedrag met resterende looptijd > 5 jaar 40.106.139 4.000 2011 50 4,95 3.840 3.840 190 3.360 40.106.499 2.000 2011 50 5,25 1.920 1.920 101 1.680 40.107.567 1.400 2012 49,5 3,52 1.344 1.344 47 1.176 40.96855 6.400 2003 20 4,35 3.200 320 2.880 128 960 Totaal 13.800 10.304 320 9.984 466 7.716 In 2013 zijn zowel op 2 januari als op 28 december de contractuele aflossingen voor 2013 en 2014 van de drie RAV HM-leningen voldaan. De rentepercentages van de drie leningen t.b.v. de sector RAV staan tot 2 januari 2037 vast. Het rentepercentage van de lening voor het gebouw aan de Parmentierweg 49 te Leiden staat gedurende de gehele looptijd vast. Aflossing
Stand 31-122014
Verantwoorde rente
VLOTTENDE PASSIVA Overige schulden Betreft de netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar Bank- en girosaldi
Banksaldi Totaal
ultimo 2014
ultimo 2013
1.881 1.881
2.593 2.593
De banksaldi betreffen het beslag op de afgesloten kredietfaciliteit in rekening-courant van de sector RAV HM, groot € 4,0 miljoen. Er zijn geen zekerheden ter zake afgegeven.
65
Overige schulden
Crediteuren Totaal
ultimo 2014
ultimo 2013
3.926 3.926
5.752 5.752
Onder crediteuren is de post loonheffing ad € 1.958.000,- (2013: € 1.929.000.-) opgenomen, daar m.i.v. begin 2013 dergelijke betalingen, zoals aan de Belastingdienst efficiënter via het geautomatiseerde systeem verlopen. Overlopende passiva
Nog af te dragen Omzetbelasting Te verrekenen met zorgverzekeraars Voorschotbedragen uitkeringen met specifiek bestedingsdoel GGD-sectoren (zie specificatie) Vooruit ontvangen Nog te betalen Totaal
ultimo 2014
ultimo 2013
627 89
492 0
494 3.144 2.089 6.443
445 896 1.936 3.769
In de post ‘Vooruit ontvangen’ per de ultimo van het jaar zijn vooruit ontvangen opbrengsten, voornamelijk e voorschotbedragen WPG 1 kwartaal 2015 ad € 3,0 miljoen (2013: € 790.000,-). De post nog te betalen betreft nagekomen kosten ten laste van de exploitatie 2014, exclusief nog te betalen vakantiegelden en -uren en overige overlopende passiva.
66
Voorschotbedragen uitkeringen met specifiek bestedingsdoel GGD-sectoren (bedragen maal € 1.000,-) Stand per de ultimo 2013
Versterking infectiez. Preventie verpleeghuizen Totaal regionaal HM
Toevoeging 2014
Onttrekking 2014
Stand per de ultimo 2014
-
41
-
41
-
41
-
41
Inspecties Kindercentra CJG Bodegraven-Reeuwijk Steunpunt Huiselijk geweld Extra contactmoment Kwadraad
14 7
2 45 -
-
14 2 45 7
Subtotaal subregio MH
21
47
-
68
Stevig Ouderschap RAAK vCJG Extra contactmoment Kwadraad Maathouden Katwijk Monitor Maatsch. opvang c.a. Leiden Verslavingspreventie Leiden Maatschappelijk SteunSysteem Leiden Jeugdimpuls Weerbaarheidstrainingen Alpen aan den Rijn Weerbaarheidstrainingen diverse gemeenten VGC Hara t.b.v. verhuizing Leiden GOS weerbare wijken Leiden Huiselijk geweld ZHN Vorming AMHK HARA OBG Leiden
26 69 187 15 8 39 11 29
-
26 7 105 11 5 -
62 82 15 8 28 6 29
-
25 28
24 -
1 28
-
14
-
14
14 26
5 41 26 -
-
14 5 41 26 26
Subtotaal subregio ZHN
424
139
178
385
Totaal
445
227
178
494
67
NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE RECHTEN EN VERPLICHTINGEN Huurverplichtingen De vijf sectoren hebben huurverplichtingen inzake onroerend goed. De looptijd van deze verplichtingen verschilt per gehuurd object. De totale jaarlijkse verplichting bedraagt € 783.000,- na aftrek van € 22.000,aan vergoedingen voor de (JGZ-)locatie Leiden . Daarnaast zijn er huur- en serviceverplichtingen voor JGZlocaties ad € 978.000,- Deze huren en overige huisvestingskosten worden jaarlijks met de betrokken gemeenten afgerekend. Verplichtingen uit hoofde van meerjarige overeenkomsten Betreft overeenkomsten ter zake van softwarelicenties (o.a. DD JGZ), mobiele telefonie en dergelijke met een inkoopwaarde van circa € 1,3 miljoen, inclusief Omzetbelasting (BTW) per jaar. Deze overeenkomsten hebben verschillende looptijden. Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen Dit betreft: opgebouwde vakantiegelden niet opgenomen vakantie-uren overwerk, onregelmatigheidstoeslagen en PLB-uren sector RAV Totaal
€ 1.335.000 € 1.338.000 € 451.000 € 3.124.000
Verplichtingen sector RAV HM inzake FLO De sector RAV HM heeft een verplichting jegens haar werknemers inzake het functioneel leeftijdsontslag (hierna: FLO). In de CAO 2005-2007 is besloten per 1 januari 2006 het FLO af te schaffen en een nieuw stelsel in te voeren voor werknemers in bepaalde zware beroepen. Voor nieuwe werknemers is een separate regeling overeengekomen. Voor werknemers die op het moment van het vervallen van de FLO-regeling al in dienst waren en recht hadden op FLO is een overgangsregeling getroffen (hierna: overgangsregeling FLO). Er zijn drie medewerkers die nog onder de oude FLO-regeling vallen. De kosten van de oude regeling moeten met ingang van 1 januari 2011 worden gedekt uit het reguliere budget. De FLO kosten van de overgangsregeling worden met ingang van 1 januari 2011 voor 95% gedekt door een bijdrage van het ministerie van VWS. Naast de hierboven weergegeven feiten aangaande de FLO is tevens per 1 januari 2006 de FPU afgeschaft. Partijen zijn eind 2008 overeengekomen dat de overbrugging van personeel in de leeftijd van 62 tot 62 jaar en 9 maanden onder andere gedekt zal worden door de inkoop van extra pensioen door de werkgever. Deze inkoop van extra pensioen zal voor een deel van de werknemers plaatsvinden door een directe afstorting bij het ABP en voor het overige deel op het moment dat de betreffende werknemer 53 jaar wordt. Overige verplichtingen sector RAV HM Voor de verplichtingen uit hoofde van Investeringen en Onderhoudscontracten wordt verwezen naar de Financiële verantwoording 2014 van de sector RAV HM, welke als bijlage is toegevoegd aan dit programmajaarverslag.
68
3.6 Vaststelling
VOLGT
69
70
3.7 Controleverklaring
71
Deloïtte. Postbus 2031 3000 CA Rotterdam Nederland Tel: 088 288 2888 Fax: 088 288 9830 www.deloittenl
Controleverklaring van de onaffiankelijke accountant Aan het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden (hierna: RDOG Hollands Midden)
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de (in de jaarstukken in hoofdstuk 3 opgenomen) jaarrekening 2014 van de gemeenschappelijke regeling RDOG Hollands Midden te Leiden gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2014 en het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening over 2014 met de toelichtingen, waarin opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur Het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling RDOG Hollands Midden is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, alsmede voor het opstellen van hetjaarverslag, in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder verordeningen van de gemeenschappelijke regeling. Het dagelijks bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming van de baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Deloitte Accountants BV. is inge5chreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel te Rotterdam onder nummer 24362853.
Member of Deloitte Touche Tohmatsu Limited
DPS_2015 1859 lIjo-l
Deloïtte. 2
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden, het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (Bado), Controleverordening Gemeenschappelijke regeling RDOG Hollands Midden 2014-2017 en het Controleprotocol WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrij ging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, alsmede voor de rechtmatige totstandkoming van de baten, lasten en balansmutaties, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de gemeenschappelijke regeling. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. De financiële rechtmatigheidscriteria zijn vastgesteld met het normenkader door het algemeen bestuur op 26juni 2013. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten inclusief toevoegingen aan reserves. Op basis van artikel 2, lid 7 Bado is deze goedkeuringstolerantie door het algemeen bestuur vastgesteld bij besluit van 26juni 2013. Wij houden ook rekening met afwijkingen en/of mogelijke afwijkingen die naar onze mening voor de gebruikers van de jaarrekening om kwalitatieve redenen materieel zijn. Daarbij zijn voor de controle van de in de jaarrekening opgenomen WNT-informatie de toleranties gehanteerd zoals vastgelegd in het Controleprotocol WNT.
DPS_20l5 1859 1/jo-l
Deloitte. 3
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van de gemeenschappelijke regeling RDOG Hollands Midden een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2014 als van de activa en passiva per 31 december 2014, in overeensteniming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2014 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder verordeningen van de gemeenschappelijke regeling.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 213, lid 3 onder d Gemeentewet vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Rotterdam, 11 maart 2015 Deloitte Accountants B.V. Was getekend: W. Kaikman RA
DPS_201518591/jo-1
Bijlagen Rekening van baten en lasten per product, sector AGZ (regionale producten) Toelichting rekening van baten en lasten per product, sector AGZ (regionale producten) Rekening van baten en lasten per product, GGD-sectoren subregio MH Toelichting rekening van baten en lasten per product, GGD-sectoren subregio MH Rekening van baten en lasten per product, GGD-sectoren subregio ZHN Toelichting rekening van baten en lasten per product, GGD-sectoren subregio ZHN Rekening van baten en lasten per product, sector GHOR Toelichting rekening van baten en lasten per product, sector GHOR Saldo financieringsfunctie Productoverzicht per functie, GGD-sectoren subregio MH Productoverzicht per functie, GGD-sectoren subregio ZHN Verdelingsprincipe Overzicht kosten JGZ-basistaken en verdeling per gemeente subregio MH en subregio ZHN Financiële verantwoording 2014 sector RAV Verklarende woordenlijsten
75
Sector AGZ van de GGD-groep Hollands Midden (regionale producten) Jaarrekening 2014 REKENING VAN BATEN EN LASTEN PER PRODUCT 2014
omschriiving
rekening 2014
Basistaken Infectieziektebestrijding SOA / Sense Tuberculosebestrijding Medische milieukunde Technische Hygiënezorg GGD Rampenopvangplan HBV Campagne risicogroepen BOPZ-online Lijkschouw Totaal basistaken
1.043.890 1.023.317 843.624 512.338 107.263 91.304 21 76.744 210.131 3.908.632
Aanvullende diensten Reizigers vaccinaties Groepsvaccinaties Sociaal medische advisering Medische adviesfuncties Forensische geneeskunde Overige producten sector AGZ
Lasten begroting 2014
1.070.020 1.025.895 774.109 553.617 234.238 65.140
rekening 2013
rekening 2014
99.498 576.485 70.103 1.642 82.805
Baten begroting 2014
76.622 168.568 3.968.209
1.014.499 953.628 839.358 469.873 128.811 61.723 14.455 77.500 253.674 3.813.521
5.338 122 21.000 856.993
700.601
679.861 6.689 341.118 54.835 487.852 64.630
714.000 19.081 436.589 87.560 730.747 142.732
693.711 22.888 316.280 72.380 493.821 49.449
731.455 13.302 380.111 70.119 547.487 64.630
Totaal aanvullende diensten
1.634.985
2.130.709
1.648.529
Sub-totaal van de baten en lasten Onttrekking/ Storting reserves Sub-totaal van de baten en lasten Gemeentelijke bijdragen basistaken Saldo van de producten excl. storting reserves
5.543.617 79.8365.463.781 383.946
6.098.918 83.5296.015.389 2.130
Totaal van de baten en lasten
5.847.727
6.017.519
rekening 2013
81.399 520.020 24.480
35.052 540.040 17.358
74.702
13.411
Saldo baten en lasten rekening begroting rekening 2014 2014 2013
58.301 675.641
944.392 446.832 773.521 510.696 24.458 91.304 5.31776.622 189.131 3.051.639
988.621 505.875 749.629 553.617 159.536 65.140 76.622 168.568 3.267.608
979.447 413.588 822.000 469.873 115.400 61.723 2.976 77.500 195.373 3.137.880
714.000 19.081 436.589 87.560 730.747 142.732
693.711 22.888 316.280 72.380 493.821 49.449
51.5946.61338.99315.28459.635-
-
-
1.807.104
2.130.709
1.648.529
172.119-
-
-
5.462.050 15.6295.446.421 141.355
2.664.097 83.9782.580.119 3.267.608 -
2.831.310 81.3992.749.911 3.267.608 -
2.324.170 80.0492.244.121 3.343.655 -
5.587.776
5.847.727
6.017.519
5.587.776
11.479
Correcties/afrondingen Saldo incidentele baten en lasten Totaal van de baten en lasten
2.879.520 4.142 2.883.662 3.267.608383.946
222.745 406.689
Storting/ onttrekking bestemmingsreserves
4.142
Resultaat regionale taken Programma Openbare Gezondheidszorg sector AGZ
410.831
3.267.608 2.1303.265.478 3.267.6082.130
3.137.880 64.420 3.202.300 3.343.655141.355
2.130
64.97376.382
2.130-
64.420
-
140.802
De kosten en opbrengsten van de sector AGZ vanaf 2010 worden op basis van de verhouding van het aantal inwoners doorbelast aan de beide subregio's (exclusief onttrekking reserve aanv. dnstn ZHN ad € 80,049,-) hetgeen impliceert dat ook het resultaat, inclusief het saldo Incidentele baten en lasten naar beide subregio's wordt doorberekend. Ook het saldo incidentele baten en lasten 2013 is doorbelast op basis van de verhouding van het aantal inwoners. Doorbelasting basistaken sector AGZ naar MH Doorbel. aanv. dnstn sector AGZ naar MH Totaal doorbelasting sector AGZ naar MH
1.172.590 490.496 1.663.085
1.157.795 621.672 1.779.468
1.190.137 514.479 1.704.616
232.678 542.131 774.809
180.663 621.672 802.335
185.875 514.479 700.354
939.911 51.636888.276
977.132 977.132
1.004.262 1.004.262
Doorbelasting basistaken sector AGZ naar ZHN Doorbel. aanv. dnstn sector AGZ naar ZHN Totaal doorbelasting sector AGZ naar ZHN
2.736.042 1.144.490 3.880.532
2.810.414 1.509.037 4.319.450
2.623.384 1.134.050 3.757.434
624.315 1.264.973 1.889.288
519.938 1.509.037 2.028.975
489.766 1.134.050 1.623.816
2.111.728 120.4831.991.244
2.290.476 2.290.476
2.133.618 2.133.618
Doorbelasting incidentele baten en lasten Doorbelasting saldo incidentele B + L naar MH Doorbelasting saldo incidentele B+L naar ZHN Totaal doorbelasting incidentele B +L Totaal doorbelasting Aantal inwoners subregio MH Aantal inwoners subregio ZHN Totaal aantal inwoners
6.824 15.922 22.745 5.566.362 223.558 542.661 766.219
6.098.918
20.27744.69664.9725.397.078
2.664.097
2.831.310
2.324.170
6.824 15.922 22.745
-
2.902.265
3.267.608
20.27744.69664.9723.072.908
Toelichting overzicht van baten en lasten per product, sector AGZ (regionale GGDproducten) Algemeen De productbegrotingen van de basistaken zijn gebaseerd op de (administratieve) begrotingswijziging 2014 V. De productbegrotingen van de Aanvullende diensten zijn gebaseerd op de in de loop van 2013 en 2014 ontvangen beschikkingen. De schatting hiervan in de, door het Algemeen Bestuur vastgestelde begrotingswijziging 2014 V is hiervoor tot en met 30 september 2014 aangepast. Er blijken ten opzichte van de begroting vrij forse verschillen. Anderzijds treden er ook verschuivingen op per product. De verschillen en verschuivingen binnen de wettelijke basistaken worden vooral veroorzaakt door het inhuren ter voorkoming door uitval van productie door ziekteverzuim, zwangerschappen en vacatures. Per saldo laat de sector AGZ een overschot zien van € 435.000,-. Na verwerking van het saldo Incidentele baten en lasten resteert een positief resultaat van € 458.000,-. Dit resultaat is verdeeld over de beide subregio’s op basis van de verhouding 30/70 MH/ZHN. Basistaken Infectieziektebestrijding: De begrote onttrekking aan de reserve Aanvullende diensten subregio Zuid-Holland Noord ad € 81.000,- is onder dit product verantwoord en volledig toegerekend aan het resultaat van de subregio Zuid-Holland Noord; Aanvullende diensten De aanvullende diensten, zoals Forensische geneeskunde en Reizigersvaccinaties hebben, ondanks een slechte start bij het begin van dit jaar uiteindelijk weer bijgedragen aan de reserve Aanvullende diensten. Ondanks deze toevoeging resteert een fors positief resultaat van € 172.000,- op deze aanvullende diensten. Incidentele baten en lasten Betreft voornamelijk extra subsidies NODO-cases 2013-2013, minus doorbetaling aan naburige GGD’en, afwikkeling bij zorgverzekeraars vanTBC-screeningen en infectieziektebestrijding via een landelijke organisatie en een groot aantal kleine(re) baten en lasten voorgaande jaren.
77
GGD-groep Hollands Midden, subregio Midden Holland Jaarrekening 2014 REKENING VAN BATEN EN LASTEN PER PRODUCT 2014
rekening 2014
Lasten begroting 2014
rekening 2013
1.172.590 490.496 1.663.085
1.157.795 621.672 1.779.468
1.190.137 514.479 1.704.615
246.872 542.131 789.003
180.663 621.672 802.335
185.875 514.479 700.354
Basistaken sector OBG OGGZ preventie en beleid Meldpunt Zorg en Overlast Huisverbod online Epidemiologie/ groepsgerichte monitoring Gezondheidsbevordering 18-plus Informatie en documentatie Advisering gezondheidsbeleid Totaal basistaken sector OBG
79.468 424.394 25.620 173.401 46.544 28.734 6 778.167
107.435 354.324 27.584 200.197 69.899 30.842 50.531 840.812
164.956 322.653 28.957 215.394 71.045 26.636 61.105 890.746
2.453 82.546
67.500
68.888
4.610 4.003 946
1.280
7.642
94.558
68.780
76.530
Aanvullende diensten sector OBG Verslavingspreventie Steunpunt huiselijk geweld Overige producten sector OBG algemeen Totaal aanvullende diensten sector OBG
77.580 291.812 97.648 467.040
80.582 315.592 85.676 481.850
85.840 320.723 85.561 492.124
77.580 291.812 97.648 467.040
80.582 315.592 85.676 481.850
85.840 320.723 85.561 492.124
1.245.207
1.322.662
1.382.870
561.598
550.630
568.654
Basistaken sector PZJ Frontoffice CJG Prenatale zorg JGZ Contactmomenten 0-19 JGZ Vaccinaties JGZ Extra zorg Gezondheidsbedreigingen Gezondheidsbevordering en opvoedondersteuning Inspecties kindercentra Zorgnetwerken/zorgcoördinatie Totaal basistaken sector PZJ
175.991 63.860 4.600.271 185.190 1.092.290 28.238 268.723 277.464 187.664 6.879.691
163.333 76.799 4.570.461 189.118 795.055 131.011 226.404 276.078 196.035 6.624.294
84.349 69.972 5.252.733 225.671 1.122.848 16.996 238.433 287.600 193.232 7.491.834
64.311 9.494 456.970 353.544 159.404 17.321 39.741 244.972 33.601 1.379.358
55.297 4.006 143.797 412.570 78.819 15.238 20.782 276.078 19.756 1.026.343
Aanvullende diensten sector PZJ Preventieve logopedische zorg Coördinatie/ ondersteuning CJG Overige producten sector PZJ algemeen Totaal Aanvullende diensten sector PZJ
489.934 755.844 248.752 1.494.529
786.079 738.926 230.031 1.755.036
674.985 773.917 135.466 1.584.368
489.934 755.844 253.253 1.499.031
Totaal sector PZJ MH
8.374.220
8.379.330
9.076.202
2.878.389
-
404.929
omschriiving
Doorbelasting sector AGZ naar MH Doorbelasting basistaken sector AGZ naar MH Doorbel. aanv. dnstn sector AGZ naar MH Totaal doorbelasting sector AGZ naar MH
Totaal sector OBG MH
Delging integratiekosten JGZ 0-4 Sub-totaal van de baten en lasten Onttrekking/ Storting reserves Sub-totaal van de baten en lasten Gemeentelijke bijdragen basistaken Saldo van de producten excl. storting reserves
11.282.512 167.23511.115.277 -
Totaal van de baten en lasten Correcties/afrondingen Aandeel voorziening frictiekosten Doorbelasting saldo incidentele B + L van AGZ Saldo incidentele baten en lasten Totaal van de baten en lasten
11.115.277
11.481.460 92.63711.388.823 -
11.388.823
12.163.688 96.90512.066.783 -
12.066.783
Baten begroting 2014
rekening 2014
Saldo baten en lasten rekening begroting rekening 2014 2014 2013
rekening 2013
925.718 51.636874.082
977.132 977.132
1.004.262 1.004.262
77.015 341.848 25.620 168.791 42.541 27.788 6 683.609
107.435 286.824 27.584 200.197 68.619 30.842 50.531 772.032
164.956 253.765 28.957 215.394 63.403 26.636 61.105 814.216
-
-
683.609
772.032
814.216
647.301
111.680 54.366 4.143.301 168.354932.886 10.917 228.982 32.492 154.063 5.500.333
108.037 72.793 4.426.664 223.452716.236 115.773 205.622 176.279 5.597.952
84.349 69.972 5.252.733 131.7991.122.848 16.996 236.202 193.232 6.844.533
786.079 738.926 230.031 1.755.036
735.240 773.916 138.944 1.648.100
04.5014.501-
2.781.379
2.295.401
357.470
2.231 287.600
4.228.989 4.228.989
4.134.344 61.8554.072.489
3.564.409 86.5313.477.878
-
-
-
4.228.989
4.072.489
3.477.878
00-
-
60.2551 3.47863.732-
5.495.832
5.597.952
6.780.801
-
-
-
7.053.523 167.2356.886.288 7.347.116460.828
7.347.116 30.782 7.377.898 7.347.11630.782-
8.599.279 10.3748.588.905 8.318.329270.576-
2.296593.8176.824 5.161 123.300-
97630.782-
20.277129.804 162.025-
Storting/ onttrekking bestemmingsreserves
135.536-
30.782
10.374
Verrek. begroot res. Aanv dnstn/Markttaken Resultaat Programma Openbare Gezondheidszorg subregio MH
258.836-
0-
151.651-
Toelichting overzicht van baten en lasten per product, GGD-sectoren subregio MH Algemeen De productbegrotingen van de basistaken zijn gebaseerd op de (administratieve) begrotingswijziging 2014 V. De productbegrotingen van de Aanvullende diensten zijn gebaseerd op de in de loop van 2013 en 2014 ontvangen beschikkingen. De schatting hiervan in de, door het Algemeen Bestuur vastgestelde begrotingswijziging 2014 V is hiervoor tot en met 30 september 2014 aangepast. Zowel de sector OBG MH als de sector PZJ MH hebben de kosten van de basistaken in 2014 weten te verminderen, waardoor een overschot op de basistaken van € 149.000,- is ontstaan. Wel is er bij het contactmoment adolescenten enige achterstand ontstaan. Aan het Algemeen bestuur zal een (financierings)voorstel om deze achterstand begin 2015 in te lopen, worden voorgelegd. Incidentele baten en lasten Betreft naast afwikkeling Ras-gelden 2012 en afwikkelingen en correcties projecten voorgaande jaren en een groot aantal kleine(re) baten en lasten voorgaande jaren.
79
GGD-groep Hollands Midden, subregio Zuid-Holland Noord Jaarrekening 2014 REKENING VAN BATEN EN LASTEN PER PRODUCT 2014
rekening 2014
Lasten begroting 2014
rekening 2013
rekening 2014
Baten begroting 2014
rekening 2013
Saldo baten en lasten rekening begroting rekening 2014 2014 2013
2.736.042 1.144.490 3.880.532
2.810.414 1.509.037 4.319.450
2.623.384 1.134.050 3.757.434
657.433 1.264.973 1.922.405
519.938 1.509.037 2.028.975
489.766 1.134.050 1.623.816
2.078.610 120.4831.958.127
2.290.476 2.290.476
2.133.618 2.133.618
204.376 650.486 59.780 272.390 167.830 92.727 129.241 214.400 1.791.230
272.116 480.889 64.362 342.989 227.403 103.495 129.241 180.949 1.801.444
281.125 486.733 59.053 287.249 173.235 102.529 126.089 180.708 1.696.721
28.634 232.549
170.235
171.630
26.760 10.041 12.140
6.461
9.375 3.058
12.450 322.574
8.375 185.071
705 184.768
175.742 417.937 59.780 245.630 157.789 80.587 129.241 201.950 1.468.656
272.116 310.654 64.362 342.989 220.942 103.495 129.241 172.574 1.616.373
281.125 315.103 59.053 277.874 170.177 102.529 126.089 180.003 1.511.953
55.782 196.473 222.949 72.287 723.510 801.874 2.072.874
44.612 183.168 220.820 79.152 764.367 599.939 1.892.058
34.329 214.725 199.479 78.022 841.130 684.185 2.051.870
55.782 196.473 222.949 72.287 723.510 801.874 2.072.875
44.612 183.168 220.820 79.152 764.367 599.940 1.892.059
34.329 214.724 199.479 78.022 841.131 684.185 2.051.870
Totaal sector OBG ZHN 3.864.104 Frontoffice CJG 410.645 JGZ Contactmomenten 0-19 9.904.958 JGZ vaccinaties 314.294 JGZ Extra zorg 2.004.801 Gezondheidsbevordering en opvoedondersteuni 220.347 Voorlichting en advies 80.453 Gezondheidsbedreigingen 203.778 Zorgnetwerken/zorgcoördinatie 222.094 Inspectie kinderopvang 616.750 Basiszorgcoördinatie kwetsbare kinderen 505.582 Groepsaanbod 15/16-jarigen 97.759 Totaal basistaken sector PZJ 14.581.461
3.693.502 381.111 8.629.837 268.654 2.342.615 229.288 206.405 343.220 438.770 593.224 454.956 97.159 13.985.239
3.748.591 270.249 9.693.196 315.974 1.354.464 348.235
2.077.130 129.025 228.854 980.007 114.158 2.106 7.181 5.529 21.821 593.224 133.083
2.236.638 1.009 848.025 167 11.380
13.345.510
2.395.449 150.058 864.028 939.581 257.604 17.843 10.403 20.109 37.708 604.062 163.752 600 3.065.748
2.214.988
1.589.852
282.007 1.501.916 1.265.579 491.731 3.541.232
330.857 1.426.899 964.994 419.531 3.142.281
352.442 1.182.392 910.292 601.828 3.046.954
282.007 1.501.915 1.265.579 491.730 3.541.231
330.857 1.426.900 964.994 419.531 3.142.282
352.442 1.182.392 910.292 609.944 3.055.070
1 1 1
18.122.693
17.127.520
16.392.464
6.606.979
5.357.270
4.644.922
11.515.714
omschriiving
Doorbelasting sector AGZ naar ZHN Doorbelasting basistaken sector AGZ naar ZHN Doorbel. aanv. dnstn sector AGZ naar ZHN Totaal doorbelasting sector AGZ naar ZHN Basistaken sector OBG OGGZ preventie en beleid Meldpunt zorg en overlast Huisverbod online Epidemiologie/ groepsgerichte monitoring Gezondheidsbevordering 18-plus Informatie- en documentatiecentrum Digitale publieksinformatie Advisering lokaal gezondheidsbeleid Totaal basistaken sector OBG Aanvullende diensten Monitor OGGZ OBG Hara Verslavingspreventie Verslavingspreventie Katwijk Steunpunt Huiselijk geweld Overige producten sector OBG Totaal aanvullende diensten sector OBG
Aanvullende diensten sector PZJ Preventieve logopedische zorg CJG-ondersteuning Maatwerk JGZ 0-4 Overige producten JGZ Totaal aanvullende diensten sector PZJ Totaal sector PZJ ZHN Delging integratiekosten JGZ 0-4
170.415 144.691 601.979 446.307
632.000
599.899 129.372
25.867.330 208.65225.658.678 -
25.140.472 24.530.489 10.924.833 271.410290.68424.869.062 24.239.805 10.924.833 -
9.463.375 -
-
Totaal van de baten en lasten Correcties/afrondingen Aandeel voorziening frictiekosten Doorbelasting saldo incidentele B + L van AGZ Saldo incidentele baten en lasten Totaal van de baten en lasten Egalisatie huisv.kstn tlv Alg. reserve Storting/ onttrekking bestemmingsreserves
25.658.678
24.869.062
9.463.375
8.189.377
Resultaat Programma Openbare Gezondheidszorg subregio ZHN
11-
1 1-
1.468.655 1.616.372 260.587 252.085 9.040.930 8.400.983 625.287711.3531.747.197 2.228.457 202.504 227.182 70.050 199.224 183.669 337.691 184.386 416.949 12.688 341.830 321.873 97.159 97.159 11.515.713 11.770.250
1.511.953 270.249 9.692.187 532.0511.354.297 336.855 170.415 144.691 2.080 316.935 11.755.658
-
Sub-totaal van de baten en lasten Storting/ onttrekking reserves Sub-totaal van de baten en lasten Gemeentelijke bijdragen basistaken Saldo van de producten excl. storting reserves
24.239.805
001-
10.924.833
9.463.375
8.505.377 316.0008.189.377
1111.770.249
11.747.542
-
-
14.942.496 15.677.097 208.652271.410 14.733.845 15.948.507 15.677.099- 15.677.099943.255 271.408-
4.112 1.385.57315.922 28.662450.947240.351691.298-
8.1168.116-
2-
15.393.113 25.316 15.418.430 15.159.771258.658-
-
271.410-
44.696423.878 120.525
271.410
25.316
0-
145.841
Toelichting overzicht van baten en lasten per product, GGD-sectoren subregio ZHN Algemeen De productbegrotingen van de basistaken zijn gebaseerd op de (administratieve) begrotingswijziging 2014 V. De productbegrotingen van de Aanvullende diensten zijn gebaseerd op de in de loop van 2013 en 2014 ontvangen beschikkingen. De schatting hiervan in de, door het Algemeen Bestuur vastgestelde begrotingswijziging 2014 V is hiervoor tot en met 30 september 2014 aangepast. Zowel de sector OBG MH als de sector PZJ MH hebben de kosten van de basistaken in 2014 weten te verminderen, waardoor een overschot op de basistaken van € 461.000,- is ontstaan. Wel is er bij het contactmoment adolescenten enige achterstand ontstaan. Aan het Algemeen bestuur zal een (financierings)voorstel om deze achterstand begin 2015 in te lopen, worden voorgelegd. Incidentele baten en lasten Betreft onder andere de afboeking van het betwiste deel van de langlopende vordering op de gemeente Alphen aan den Rijn ter zake van de afwikkeling van de voormalige kantoorunit in het stadhuis van deze gemeente. Daarnaast betreft het, afwikkelingen en correcties projecten voorgaande jaren, alsmede een groot aantal kleine(re) baten en lasten voorgaande jaren.
81
Sector GHOR Hollands Midden 2014 REKENING VAN BATEN EN LASTEN PER PRODUCT 2014
omschriiving
rekening 2014
Lasten begroting 2014
rekening 2013
rekening 2014
Baten begroting 2014
Saldo baten en lasten rekening begroting rekening 2014 2014 2013
rekening 2013
Basistaken Advisering risicobeheersing Afspraken ketenpartners Opleiden, trainen en oefenen Materieel Planvorming en multi-convenanten Paraatheid GHOR-functies Operationele inzet Totaal basistaken Projecten Project Geneeskundige projectplannen Project Informatiemanagement ketenpartners Project Witte kaart Opleiding nieuwe OvDG Totaal Projecten
332.424 210.018 681.947 252.467 97.540 278.596 115.039
188.805 155.215 706.602 209.068 314.341 275.792 56.267
1.968.031
1.906.090
25.900 25.900
16.529 34.000 50.529
Sub-totaal van de baten en lasten Storting/ onttrekking reserves In rekening gebracht bij de VRHM 1) Sub-totaal van de baten en lasten Gemeentelijke bijdragen basistaken Saldo van de producten excl. onttrekking res.
1.993.931 335.253-
Totaal van de baten en lasten
169.682 436.179 613.355 246.693
2.200-
233.820 21.949
37.242 23.842 46.921 6.401 2.622 4.121 78.346
1.721.678
199.495
2.200-
15.646
21.753 66.000 25.900 113.653
16.529 34.000 50.529
313.148 113.653335.253 534.748
48.329 50.5292.200-
1.749 17.395
1.956.619
1.739.073
1.658.678 449.107
1.956.619 50.529-
1.739.073 -
1.908.290
2.107.785
1.906.090
1.739.073
2.443.038
-
295.182 186.176 635.026 246.066 94.918 274.475 36.693
188.805 155.215 706.602 211.268 314.341 275.792 56.267
169.682 436.179 609.410 246.204 233.820 21.949
4.434
1.768.536
1.908.290
1.717.244
-
15.646 1.749 17.395
3.945 489
4.434 1.734.639 1.739.073
2.200-
1.739.073
21.75366.00087.7531.680.783 221.600335.2531.123.930 1.768.536 449.107 -
1.908.290 50.5291.857.761 1.908.29050.529-
1.734.639 1.734.639-
Correcties/afrondingen Saldo incidentele baten en lasten 2) Totaal van de baten en lasten
8.729440.378
50.529-
-
Onttrekking bestemmingsreserves
221.600-
50.529
-
Resultaat Programma Veiligheid-GHOR
218.778
-
-
1) betreft de overdracht van de (bestemmings)reserves door de VRHM aan de RDOG HM. 2) Het voordelig saldo incidentele baten en lasten 2013 ad € 13.421,- is verdeeld over de producten van de GHOR HM.
Toelichting overzicht van baten en lasten per product, sector GHOR Algemeen Deze productverantwoording is gebaseerd op de (administratieve) begrotingswijziging 2014 V. In deze Rekening van Baten en Lasten is de omzet voor en de opbrengst van de sector RAV ad € 280.000,verantwoord. Over 2014 heeft het programma Geneeskundige Hulpverlening een positief resultaat van € 219.000,-, waarvan € 131.000,- uit de reguliere exploitatie en € 88.000,- door afwikkeling van een tweetal projecten. Doordat het voor de sector GHOR lang onzeker is geweest of het extra budget, samenhangend met de wijziging van de (financiering van de) gemeenschappelijke regelingen Veiligheidsregio Hollands Midden en Regionale dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden daadwerkelijk zou worden verstrekt, is zij zeer terughoudend geweest in de uitgaven ten laste van 2014. Voor het Opleiden, Trainen en Oefenen van operationele GHOR-functionarissen zijn opleidingen en trainingen bewust zoveel mogelijk uitgesteld, alsook de vervangingsinvesteringen in de piketvoertuigen en deelname van haar personeel aan functiegerichte opleidingen en trainingen. Daardoor is minder niet verrekenbare Omzetbelasting verantwoord dan begroot. Incidentele baten en lasten Betreft voornamelijk doorbelasting Directie RDOG Hollands Midden i.v.m. gevolgde opleidingen 2012 en 2013. Daartegenover staan enkele afwikkelingen voorgaande jaren.
83
84
Saldo financieringsfunctie
2014 Rekening
Lasten 2014
Begroting na wijzigingen 2014
Begroting
Rekening
2014
2013
Afschrijvingen Afschrijving RAV Afschrijving GHOR Afschrijving GGD-sectoren
1.666.000 18.000 836.000
1.872.000 26.000 1.501.000
1.872.000 26.000 1.501.000
1.977.000 28.000 1.244.000
Totaal afschrijvingen
2.520.000
3.399.000
3.399.000
3.249.000
Rente Rente langlopende schulden RAV Rente langlopende schulden GHOR Rente langlopende schulden GGD-sectoren
338.000 128.000
355.000 125.000
355.000 125.000
353.000 142.000
Totaal rente langlopende schulden
466.000
480.000
480.000
495.000
Rente Rente kortlopende schulden RAV Rente kortlopende schulden GHOR Rente kortlopende schulden GGD-sectoren
55.000 -
35.000 3.000
35.000 3.000
58.000 -
Totaal rente langlopende schulden
55.000
38.000
38.000
58.000
3.041.000
3.917.000
3.917.000
3.802.000
Totaal lasten
Rekening Baten 2014
Begroting na wijzigingen 2014
Begroting
Rekening
2014
2013
Doorberekende afschrijvingen Doorberekende afschrijving RAV Doorberekende afschrijvingGHOR Doorberekende afschrijving GGD-sectoren
1.666.000 18.000 836.000
1.872.000 26.000 1.501.000
1.872.000 26.000 1.501.000
1.977.000 28.000 1.244.000
Totaal afschrijvingen
2.520.000
3.399.000
3.399.000
3.249.000
Doorberekende rente Doorberekende rente RAV Doorberekende rente GHOR Doorberekende rente GGD-sectoren
393.000 119.000
390.000 128.000
390.000 103.000
411.000 107.000
Totaal doorberekende rente
512.000
518.000
493.000
518.000
Ontvangen rente Ontvangen rente RAV Ontvangen rente GHOR Ontvangen rente GGD-sectoren
9.000
-
25.000
35.000
Totaal ontvangen rente
9.000
-
25.000
35.000
3.917.000
3.802.000
Totaal baten Saldo financieringsfunctie
3.041.000 -
3.917.000 -
-
-
Productoverzicht per functie, sector AGZ (regionale GGDproducten) Functie 120: Brandweer en rampenbestrijding Basistaken GGD Rampen opvangplan (GROP)
Functie 140: Openbare orde en veiligheid Basistaken Forensische geneeskunde voor het onderdeel lijkschouw
Functie 714: Openbare gezondheidszorg Basistaken Infectieziektebestrijding SOA / Sense Tuberculosebestrijding Medische milieukunde Technische hygiënezorg Aanvullende diensten Reizigersadvisering Groepsvaccinaties Besmettingsaccidenten Sociaal Medische Advisering Medische adviseurschappen Forensische geneeskunde exclusief lijkschouw Overige producten AGZ
86
Productoverzicht per functie, GGD-sectoren subregio MH Functie 140: Openbare orde en veiligheid Basistaken BOPZ online Huisverbod online
Functie 714: Openbare gezondheidszorg (sector OBG) Basistaken OGGZ preventie en beleid Meldpunt zorg & overlast Epidemiologie: groepsgerichte monitoring Gezondheidsbevordering 18-plus Informatie en documentatie Advisering gezondheidsbeleid Aanvullende diensten Verslavingspreventie Steunpunt huiselijk geweld Overige producten OBG
Functie 715: Jeugdgezondheidszorg (sector PZJ) Basistaken Frontoffice CJG Prenatale voorlichting en zorg JGZ contactmomenten 0-19 jaar JGZ vaccinaties JGZ Extra zorg Gezondheidsbedreigingen Gezondheidsbevordering en opvoedondersteuning jeugd Zorgnetwerken/ Zorgcoördinatie Inspecties kindercentra) Aanvullende diensten Preventieve logopedische zorg Ondersteuning Centra Jeugd en Gezin Overige producten PZJ
87
Productoverzicht per functie, GGD-sectoren subregio ZHN Functie 140: Openbare orde en veiligheid Basistaken BOPZ online Huisverbod online
Functie 714: Openbare gezondheidszorg (sector OBG) Basistaken OGGZ preventie en beleid Meldpunt zorg & overlast Epidemiologie: groepsgerichte monitoring Gezondheidsbevordering 18-plus Informatie en documentatie Digitale publieksinformatie (aanvullende dienst via BPI gefinancierd) Advisering lokaal gezondheidsbeleid Aanvullende diensten Monitor OGGZ OBG Hara Steunpunt huiselijk geweld Verslavingspreventie Verslavingspreventie Katwijk Overige producten OBG
Functie 715: Jeugdgezondheidszorg (sector PZJ) Basistaken Frontoffice CJG JGZ contactmomenten 0-19 jaar JGZ vaccinaties JGZ Extra zorg Gezondheidsbevordering en opvoedondersteuning jeugd Voorlichting en advies Zorgnetwerken/ Zorgcoördinatie Gezondheidsbedreigingen Basiszorg kwetsbare kinderen Inspectie kindercentra Groepsaanbod 15/16 jarigen (Contactmoment adolescenten) Aanvullende diensten Preventieve logopedische zorg Maatwerk JGZ 0-4 Ondersteuning Centra Jeugd en Gezin Overige producten PZJ
88
Verdelingsprincipe GGD-Sectoren De producten zijn verdeeld op basis van de activiteiten, zoals voorgeschreven in de Wet Publieke Gezondheid, evenals de daarmee samenhangend activiteiten voor aanvullende diensten, behoudens de basistaken Lijkschouw, BOPZ online en Huisverbod online, welke zijn ondergebracht bij de functie 140, Openbare Orde en Veiligheid. Sector GHOR Alle producten en projecten vallen onder de functie 120, Brandweer en Rampenbestrijding. Sector RAV De taken van de sector RAV vallen geheel onder functie 711, Ambulancezorg.
89
Overzicht per saldo bestede gelden aan JGZ-producten 2014, subregio Midden Holland Totaal Gemeente
Frontoffice Prenatale CJG zorg
Saldo per product
111.680
JGZ Contactmomenten 0-19
JGZ JGZ Extra vaccinaties Zorg
Gezondheidsbedreigingen
Gezondheidsbevordering en opvoedondersteuning
Zorgnetwerken/ zorgcoördinatie
kosten JGZ subregio MH
54.366
4.143.301
-168.354
932.886
10.917
228.982
154.063
5.467.841
Aantal inwoners Bergambacht Nederlek Ouderkerk Schoonhoven Vlist
9.908 13.992 8.049 11.814 9.773
4.950 6.990 4.021 5.902 4.882
2.409 3.403 1.957 2.873 2.377
183.629 259.320 149.176 218.954 181.127
7.46110.5376.0618.8977.360-
41.345 58.387 33.588 49.299 40.782
484 683 393 577 477
10.148 14.331 8.244 12.101 10.010
6.828 9.642 5.547 8.142 6.735
242.332 342.219 196.865 288.951 239.030
Subtotaal Krimpenerwaard
53.536
26.745
13.019
992.206
40.316-
223.401
2.614
54.834
36.894
1.309.397
Bodegraven-Reeuwijk Gouda Waddinxveen Zuidplas Afronding
32.834 71.235 25.280 40.673
16.402 35.586 12.629 20.318
7.985 17.323 6.148 9.891
608.527 1.320.230 468.526 753.811 1
24.72653.64519.03830.629-
137.013 297.257 105.491 169.725 1-
1.603 3.479 1.234 1.986 1
33.631 72.963 25.893 41.660 1
22.627 49.091 17.421 28.029 1
803.062 1.742.284 618.304 994.791 3
223.558
111.680
54.366
4.143.301
168.354-
932.886
10.917
228.982
154.063
5.467.841
Totaal
In dit overzicht zijn niet de kosten van de aanvullende diensten , zoals bijvoorbeeld de coördinatie/ ondersteuning CJG opgenomen en de preventieve logopedische zorg, daar per gemeente hiervoor afzonderlijke overeenkomsten zijn gesloten. In dit overzicht zijn ook de uitgaven Inspecties kinderopvang niet opgenomen, daar de kosten daarvan niet op basis van het aantal inwoners in rekening wordt gebracht, maar op basis van het aantal kinderopvancentra.
Overzicht per saldo bestede gelden aan JGZ-producten 2014, subregio Zuid-Holland Noord Totaal Gemeente
Frontoffice CJG
Productsaldo
JGZ Contactmomenten 0-19
JGZ vaccinaties
JGZ Extra zorg
Voorlichting en advies
Gezondheidsbevordering en opvoedondersteuning
Gezondheidsbedreigingen
Zorgnetwerken/ zorgcoördinatie
Basiszorgcoördinatie kwetsbare kinderen
Groepskosten aanbod JGZ 15/16-jarigen
260.587
9.040.930
-625.287
1.747.197
202.504
70.050
183.669
184.386
341.830
97.159
11.503.025
343.083 67.069 82.865 201.153 382.331 85.985 72.478 86.848 82.157 50.382 73.370 114.898 78.271 26.308 1-
39.764 7.773 9.604 23.314 44.313 9.966 8.400 10.066 9.522 5.839 8.504 13.317 9.072 3.049 1
13.755 2.689 3.322 8.065 15.329 3.447 2.906 3.482 3.294 2.020 2.942 4.607 3.138 1.055 1-
36.066 7.050 8.711 21.146 40.191 9.039 7.619 9.130 8.636 5.296 7.713 12.078 8.228 2.766
36.206 7.078 8.745 21.228 40.348 9.074 7.649 9.165 8.670 5.317 7.743 12.125 8.260 2.776 2
67.122 13.122 16.212 39.355 74.801 16.822 14.180 16.991 16.074 9.857 14.354 22.479 15.313 5.147 1
19.078 3.730 4.608 11.186 21.261 4.781 4.030 4.829 4.569 2.802 4.080 6.389 4.353 1.463
2.258.755 441.563 545.558 1.324.332 2.517.153 566.098 477.174 571.780 540.896 331.697 483.047 756.451 515.311 173.205 5
202.504
70.050
183.669
184.386
341.830
97.159
11.503.025
Aantal inwoners Alphen a/d Rijn Hillegom Kaag en Braassem Katwijk Leiden Leiderdorp Lisse Nieuwkoop Noordwijk Noordwijkerhout Oegstgeest Teylingen Voorschoten Zoeterwoude Afronding
106.558 20.831 25.737 62.476 118.748 26.706 22.511 26.974 25.517 15.648 22.788 35.686 24.310 8.171
51.169 10.003 12.359 30.001 57.023 12.824 10.810 12.953 12.253 7.514 10.943 17.136 11.674 3.924 1
1.775.295 347.052 428.788 1.040.873 1.978.385 444.932 375.041 449.397 425.123 260.701 379.656 594.542 405.013 136.132
122.78324.00329.65671.989136.82930.77225.93931.08129.40218.03126.25841.12028.0119.4152
Totaal
542.661
260.587
9.040.930
625.287-
1.747.197
In dit overzicht zijn niet de kosten van de aanvullende diensten , zoals bijvoorbeeld de coördinatie/ ondersteuning CJG opgenomen en de preventieve logopedische zorg, daar per gemeente hiervoor afzonderlijke overeenkomsten zijn gesloten. In dit overzicht zijn ook de uitgaven Inspecties kinderopvang niet opgenomen, daar de ksoten daarvan niet op basis van het aantal inwoners in rekening wordt gebracht, maar op basis van het aantal kinderopvancentra.
92
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV
Financiële verantwoording 2014 Inhoud
Blad
Jaarverslag 2014 sector RAV HM
3
Programmaverantwoording
7
Financiële verantwoording
9
Balans per 31 december 2014
10
Programmarekening over begrotingsjaar 2014
11
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
12
Toelichting op de balans per 31 december 2014
15
Toelichting op de programmarekening 2014
22
Analyse begrotingsafwijkingen en begrotingsrechtmatigheid
28
Controleverklaring accountant
31
Resultaatbestemming
35
Bijlagen (geen deel uitmakend van de financiële verantwoording)
37
Balans per 31 december 2014 volgens RJ
38
Afwijking tussen RAK volgens BBV en RJ
40
Aansluiting tussen resultaat Sector RAV volgens RJ en gerealiseerd resultaat volgens BBV
41
1
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV
2
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV Jaarverslag 2014 sector RAV HM De sector Regionale Ambulance Voorziening Hollands Midden (RAVHM) biedt verantwoorde ambulancezorg. De RAVHM kenmerkt zich als een professionele, innovatieve en transparante organisatie. De patiënt heeft hier recht op! De verantwoordelijkheid voor de ambulancezorg is op 1 januari 2013 overgaan van de gemeenten en provincies naar de Rijksoverheid. De Tijdelijke wet Ambulancezorg (TwAZ) is het wettelijk kader waar de ambulancediensten sindsdien mee te maken hebben. Op basis van deze wet heeft het ministerie van VWS vergunning verleend aan de RAVHM om ambulancezorg te verlenen in de veiligheidsregio Hollands Midden. Financieringsstructuur is veranderd Met ingang van 1 januari 2014 is de financieringsstructuur van de ambulancesector veranderd. In het voorjaar zijn de contouren bekend gemaakt waarna in mei de tarieven volgden. Voor het spoedvervoer geldt niet langer een sluittarief, maar een vast tarief. De RAV HM heeft de keuze gemaakt om een keer per jaar een eindafrekening met de zorgverzekeraars te laten plaatsvinden. De financiering wordt niet meer primair gekoppeld aan de productie. Vanaf 1 januari 2014 is de financiering gekoppeld aan de benodigde paraatheid. Budgetparameters zijn onder andere de normcapaciteit uit het referentiekader S&B, het aantal ambulances en het aantal kilometers. De ritaantallen blijven indirect door hun invloed op het referentiekader S&B een belangrijke factor voor de financiering. Meldkamer Bij de invoering van de Tijdelijke wet Ambulancezorg is de verantwoordelijkheid voor de meldkamer op zowel inhoudelijk als financieel gebied bij de RAV komen te liggen. Op 27 mei 2014 is de meldkamer Ambulancezorg Hollands Midden verhuisd naar de Yp. Eind 2014 is een groot deel van het MKA-personeel (centralisten, stafmedewerkers en directleidinggevenden) overgenomen van de meldkamerorganisatie, alsmede de kwaliteitsportefeuille. Het opleidingsdossier was al in 2013 ondergebracht bij de RAV Hollands Midden. Spreiding en beschikbaarheid 2013 van kracht Het RIVM heeft in opdracht van het Ministerie van VWS in 2013 het referentiekader spreiding en beschikbaarheid herzien. Op grond van dit referentiekader dient de paraatheid te worden verhoogd. Ministerie van VWS en de zorgverzekeraars verwachten van de RAV dat zij paraatheid levert conform de afspraken in het referentiekader. De financiële dekking voor de uitbreiding van het aantal parate uren voor de regio Hollands Midden is beperkt, maar wordt conform de afspraak met de zorgverzekeraars gefaseerd over een periode van 3 jaar verhoogd. De RAV HM zal daarom de paraatheid gefaseerd gaan uitbreiden, om niet uit de pas te lopen met de financiering. De werving van nieuwe medewerkers is in maart 2014 gestart. De RAV kan tot nog toe in de voorgenomen behoefte aan nieuw personeel voorzien. In Q4 hebben nieuwe collega’s hun intrede gedaan binnen de RAV. Op basis van het referentiekader spreiding en beschikbaarheid zijn in de regio Hollands Midden zeven standplaatsen noodzakelijk. Door de RAVHM wordt gebruik gemaakt van drie uitgebreid geoutilleerde standplaatsen waar het personeel de dienst aanvangt en zes eenvoudige, doelmatig ingerichte units(standplaatsen), die indien demografische of infrastructurele wijzigingen in de regio er om vragen kunnen worden verplaatst. In 2015 wordt de standplaats Moordrecht vanwege verplaatsing van de open afrit van de A 20 verplaatst. Door te kiezen voor het concept van vaste en mobiele standplaatsen
3
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV heeft de RAVHM twee extra standplaatsen kunnen inrichten, waarmee het totaal voor de regio uitkomt op negen. Prestaties voldoen niet aan norm De prestaties bij spoedvervoer (A1) zijn gedaald en voldeden in 2014 niet aan de wettelijke norm van 95%. De responstijd bij spoedmeldingen vond in 93 % van de spoedgevallen binnen 15 minuten plaats. Landelijk zijn de effecten te zien van de bevriezing van de beschikbare paraatheid van de afgelopen jaren. Ondanks de verslechtering heeft de RAV haar derde positie in de landelijke benchmark 2013 (rapport december 2014) weten te behouden. De RAV HM verkent continu de mogelijkheden om de responstijden verder te verbeteren. In februari 2013 is de RAVHM gestart met de Directe Inzet Ambulance (DIA). DIA houdt in dat elke 112-melding waarbij er een vraag om ambulancezorg is, direct nadat de melding binnenkomt en het adres van het noodgeval en de telefoonnummer van de melder is vastgesteld, wordt gehonoreerd met de inzet van een ambulance. Vervolgens vindt verdere triage plaats en wordt bepaald welke inzet noodzakelijk is. Door de invoering van DIA is het prestatieniveau redelijk in stand gebleven. De uitbreiding van de paraatheid in 2015 gaat naar verwachting een verbetering opleveren van de prestaties en weer boven de 95 % komen. Ontwikkelingshulp Sinds 2012 worden afgeschreven ambulances tegen een gereduceerd bedrag verkocht aan charitatieve instellingen voor gebruik in ontwikkelingslanden. Op deze wijze draagt de RAVHM haar steentje bij aan het verbeteren van de gezondheidszorg in deze landen. In 2014 zijn diverse oude ambulances verkocht aan charitatieve instellingen voor Ghana, Marokko en Bosnië. In 2015 worden lopende afspraken afgerond, waarna wordt bezien of het gehanteerde beleid met betrekking tot afgeschreven ambulances kan worden voortgezet. Deelname aan de USAR Een aantal verpleegkundigen van de RAV HM neemt deel aan de nationale USAR organisatie (Urban Search and Rescue). Deze medewerkers zijn getraind om (inter)nationaal te worden ingezet in rampsituaties. Ook door het beschikbaar stellen van deze medewerkers aan de USAR geeft de RAVHM blijk van haar maatschappelijke verantwoordelijkheid op (inter)nationaal niveau. In 2014 behoefde de USAR niet te worden ingezet. De medewerkers hebben wel verschillende trainingen gevolgd. Veiligheidsmanagement De RAVHM is sinds 2005 een HKZ-gecertificeerde ambulancedienst. Dit betekent dat voldaan wordt aan de gestelde kwaliteitsnormen en wettelijke eisen. In februari 2014 is het kwaliteitscertificaat opnieuw verkregen voor de periode tot 2017. Omdat het veilig melden en afhandelen van calamiteiten toen nog in de opstartfase zat is beoordeling van het veiligheidsmanagementsysteem uitgesteld tot augustus. Op 1 september 2014 is door KIWA het certificaat afgegeven voor het HKZ kwaliteits- en veiligheidsmanagementsysteem.
4
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV Onderzoek gestimuleerd De sector RAVHM stimuleert wetenschappelijk onderzoek. Verdere ontwikkeling van de ambulancezorg op wetenschappelijke basis is belangrijk. Binnen de RAVHM zijn twee researchverpleegkundigen deels beschikbaar voor wetenschappelijk onderzoek. Een van hen is bezig aan een promotieonderzoek. In 2014 liepen de volgende onderzoeken: • MISSION/ Coronair-open: deelname aan een langlopend cardiologisch onderzoek van het LUMC; • PAPAMAN-onderzoek: evaluatiestudie naar de meerwaarde van vroegtijdig (in de ambulance) starten van de behandeling d.m.v. Reopro van patiënten met een hartinfarct; • Brain-open: onderzoek naar de meerwaarde van de nieuwe, met de regionale ziekenhuizen afgesproken werkwijze bij patiënten met een herseninfarct. • RHM-studie: evaluatiestudie naar de meerwaarde van het gebruik van de LUCAS bij reanimaties. De verzameling van data voor dit onderzoek is in 2014 afgesloten. Een wetenschappelijke publicatie is in voorbereiding. In 2015 verwacht de RAV dat publicatie plaatsvindt. Bij de onderzoeken wordt intensief samengewerkt met het LUMC. Regelmatig wordt een artikel gepubliceerd naar aanleiding van de onderzoeken. Afdekking risico’s (begroting 2014 RDOG HM) Sector RAV Hollands Midden Afname prestatieniveau Door achterblijven van de beschikbare paraatheid bij een toename van de vraag om ambulancezorg is het prestatieniveau van de RAV HM gedaald onder de 95% bij A1 vervoer. Hiermee wordt niet langer voldaan aan de norm van 95%. Indien het huidige prestatieniveau niet verbetert, dan kan de RAV HM worden geconfronteerd met een korting op het budget. De tekorten kunnen worden gedekt door de opgebouwde reserves (RAK). Voor 2015 heeft de RAV afspraken gemaakt met de zorgverzekeraars over het budget, zonder dat korting zal worden toegepast. Verkoop pand Katwijk stagneert De voormalige standplaats van de RAVHM aan de ’s Gravendijkseweg te Katwijk is, doordat de gemeente Katwijk geen mogelijkheid ziet om het bestemmingsplan te wijzigen, niet verkocht. Bezwaren van de potentiele koper tegen het beleid van de gemeente zijn ongegrond verklaard. Een voorlopig verkoopcontract dat was afgesloten moest worden ontbonden. Het pand is opnieuw in de verkoop gezet. Met de zorgverzekeraars zijn afspraken gemaakt over de verkoopprijs in relatie tot de boekwaarde. Het pand in Katwijk is voor € 18.376 extra afgeschreven i.v.m. een recente taxatie van de verkoopwaarde van dit pand. Krapte arbeidsmarkt De ambulancezorg heeft te maken met een steeds krapper wordende arbeidsmarkt voor verpleegkundigen. Als deze trend zich voortzet zal het steeds moeilijker worden vacatures voor verpleegkundigen in te vullen. Hoewel de RAVHM geen gevolgen verwacht voor de korte termijn, kunnen op de langere termijn consequenties niet worden uitgesloten. De RAVHM participeert daarom in de opleiding van de Bachelor Medische Hulpverlener (BMH), door het verlenen van stages. De HBO-opleiding BMH leidt
5
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV mensen op tot ambulancezorgverlener, hulpverlener spoedeisende hulp (acute hulpverlening) of anesthesiehulpverlener (interventiehulpverlening). De opleiding is toegankelijk voor schoolverlaters met HAVO/ VWO of MBO 4 gezondheidszorg. De opleiding kan in de toekomst mogelijk een oplossing bieden voor het tekort aan verpleegkundigen.
Weerstandscapaciteit De sector RAV HM heeft formeel nog geen weerstandscapaciteit wegens het ontbreken van (bestemmings)reserves. Er is wel een post resultaat ter grootte van € 3.417.117,-. In het voorstel resultaatbestemming is opgenomen om het resultaat in 2015 aan de Reserve Aanvaardbare Kosten RAV (RAK) en de bestemmingsreserve Huisvesting RAV toe te voegen. Financiering De financiering van de ambulance activiteiten vindt plaats op basis van voorgeschreven tarieven door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Voor nadere informatie omtrent de financiering waaronder de Wet Fido wordt verwezen naar de financiële verantwoording en het jaarverslag van de RDOG. Bedrijfsvoering De algemeen manager heeft het voornemen om de bedrijfsvoering van 2014 in de komende jaren te continueren. Voor 2015 worden geen grote wijzigingen in de omvang van het personeel verwacht. Sinds 1 januari 2013 is de Tijdelijke wet Ambulancezorg van toepassing. De RAVHM heeft een aanwijzing gekregen voor een periode van 5 jaar voor het uitvoeren van ambulancezorg in de regio Hollands Midden. Onderdeel van de TwAZ is de verantwoordelijkheid voor de meldkamer ambulancezorg welke bij de RAV is komen te liggen. De gemeenschappelijke meldkamer is verhuisd in 2014 naar een nieuwe locatie (de Yp) in Den Haag. Op deze locatie is ook de GMK Haaglanden gehuisvest. Voor een nadere toelichting op de bedrijfsvoering wordt verwezen naar de toelichting op de onderhavige financiële verantwoording, het jaarverslag van de RDOG en het sociaal maatschappelijk verslag van de Sector RAV.
6
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV
Programmaverantwoording Er is bij de Sector RAVHM sprake van één programma, te weten ambulanceactiviteiten. Hieronder volgt een overzicht van de begrote en gerealiseerde opbrengsten en kosten. Voor een nadere toelichting op de opbrengsten en kosten wordt verwezen naar de toelichting op de programmarekening, zoals opgenomen in de financiële verantwoording. Ambulanceactiviteiten (Sector RAV) Begroting 2014 na wijziging Opbrengst rittarief Resultaat rittarief Bijdrage VWS Overige inkomsten Vrijval voorziening RAK
21.555.000
Personeelskosten excl. FLO FLO kosten incl. VOP Kosten Meldkamer Kosten ambulances Algemene kosten Financiële lasten Totaal van de lasten Resultaat ambulanceactiviteiten
22.035.844 -160.983 1.806.293 1.294.601 3.012.718
1.631.000 889.000 -
Totaal van de baten
Realisatie 2014
24.075.000 14.306.000 2.066.000 1.620.000 2.921.000 2.622.000 399.000
27.988.473 14.682.303 2.169.523 1.619.460 2.961.215 2.745.286 393.569
23.934.000
24.571.356
141.000
3.417.117
Leiden, februari 2015
P. Haasbeek Algemeen Manager RAV Hollands Midden
7
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV
8
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV
Financiële verantwoording
• • • • • • • •
Balans Programmarekening Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Toelichting op de balans Toelichting op de programmarekening Analyse begrotingsafwijkingen en begrotingsrechtmatigheid Resultaatbestemming Controleverklaring accountant
9
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV Balans per 31 december 2014 (vóór bestemming resultaat) Activa Vaste activa
31.12.2014
31.12.2013
- overige Investeringen met een economisch nut
13.735.823
13.537.960
Totaal vaste activa
13.735.823
13.537.960
308.370
528.440
45
-
3.121.251
3.517.860
2.856
2.601
68.056
258.584
3.500.578
4.307.485
17.236.401
17.845.445
Materiële vaste activa Investeringen met een economisch nut
Vlottende activa Uitzettingen met een looptijd korter dan één jaar - vorderingen op openbare lichamen - uitzettingen in ’s Rijks schatkist met een looptijd korter dan één jaar - overige vorderingen
Liquide middelen
Overlopende activa Totaal vlottende activa
Totaal generaal
10
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV
Passiva Vaste passiva
31.12.2014
31.12.2013
3.417.117
-
0
509.637
126.800
353.774
0
2.339.506
7.104.000
7.104.000
10.647.917
10.306.917
Resultaat Voorzieningen onderhoud gebouwen Voorziening efficiencykorting Reserve aanvaardbare kosten Vaste schulden met een looptijd van één jaar of langer Totaal vaste passiva Vlottende passiva
Netto vlottende schulden met een looptijd korter dan één jaar
- Banksaldi - Overige schulden en overlopende passiva
1.881.218
2.592.848
4.707.266
4.945.680
Totaal vlottende passiva
Totaal generaal
6.588.484
7.538.528
17.236.401
17.845.445
Programmarekening over begrotingsjaar 2014
Omschrijving programma Ambulanceactiviteiten
Baten
24.075.000
Begroting 2014 na wijziging Lasten Saldo
23.934.000
141.000
Realisatie 2014 Baten
Lasten
Saldo
27.988.473
24.571.356
3.417.117
11
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Inleiding Algemeen Deze Gemeenschappelijke Regeling is per 1 januari 2006 opgericht en bevat naast de ambulanceactiviteiten ook nog andere activiteiten. De ambulanceactiviteiten zijn ondergebracht in de Sector RAV. Bij de invoering van de Tijdelijke Wet Ambulance Zorg (TWAZ) is de verantwoordelijkheid voor de meldkamer op zowel inhoudelijk als financieel gebied bij de RAV komen te liggen. De onderhavige financiële verantwoording bevat uitsluitend de activiteiten die zijn ondergebracht in de Sector RAV. Verslaggevingsregels De financiële verantwoording is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) daarvoor geeft, voor zover van toepassing en relevant voor de Sector RAV. In de bijlage is een balans per 31 december 2014 opgenomen op basis van de door de NZa voorgeschreven verslaggevingsregels. Tevens is in de bijlage de aansluiting tussen het opbrengstresultaat en het resultaat volgens de RJ en het BBV weergegeven. Activiteiten Programma’s Binnen de RDOG zijn alle ambulanceactiviteiten ondergebracht in de Sector RAV. Voor de Sector RAV is een aparte begroting opgesteld. Er is dus sprake van één programma. Vergelijkende cijfers In de balans per 31 december van dit jaar is de balans per 31 december van vorig jaar als vergelijkend cijfer opgenomen. In de programmarekening over dit jaar is rekening gehouden met de vereisten van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Algemene grondslagen voor het opstellen van de financiële verantwoording De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de financiële verantwoording bekend zijn geworden.
12
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV Balans Vaste activa Materiële vaste activa Investeringen met een economisch nut De waardering van de materiële vaste activa is gebaseerd op verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met Iineaire afschrijvingen naar rato van de geschatte economische levensduur, waarbij rekening wordt gehouden met een eventuele restwaarde. Vanaf het moment van ingebruikneming wordt lineair afgeschreven over de verwachte gebruiksduur, waarbij rekening wordt gehouden met een eventuele restwaarde. De waardering van de materiële vaste activa, die bestemd zijn om te worden verkocht, is gebaseerd zoals hiervoor omschreven dan wel tegen lagere taxatiewaarde. Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen rekening gehouden met een bijzondere vermindering van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is. Dergelijke afwaarderingen worden teruggenomen als ze niet langer noodzakelijk blijken. De gehanteerde afschrijvingstermijnen bedragen in jaren: Bedrijfsgebouwen Ambulances Medische inventaris Piketauto’s Inventaris Automatisering Verbindingsnetwerk Overige bedrijfsmiddelen
10 - 50 5 5 5 10 5 5 10
Op grond wordt niet afgeschreven. Vlottende activa Voor wat betreft de voorraad medische middelen is een andere methodiek gevolgd. Vorderingen en overlopende activa De vorderingen en overlopende activa worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening getroffen. De voorziening wordt statisch bepaald op basis van de geschatte inningskansen. Vaste passiva Nog te bestemmen resultaat Het Resultaat zal door het bestuur, via een resultaatbestemming, worden toegevoegd aan de Algemene reserve RAV (RAK) en/of de Bestemmingsreserve huisvesting.
13
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV Voorzieningen Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. Reserve aanvaardbare kosten RAV (RAK) De Reserve aanvaardbare kosten RAV (RAK) is bedoeld om fluctuaties in de exploitatie van de RAV op te vangen. Voorheen was dit op grond van het BBV een voorziening. Het ministerie van Financiën heeft in 2014 aangegeven dat (fiscaal) de RAK niet langer als voorziening mag worden bestempeld, gezien het karakter daarvan, door het ontbreken van een verplichting tot het reservering voor toekomstige verliezen en/of terugbetaling aan zorgverzekeraars bij liquidatie. Daarmee vervalt ook de verplichting om de RAK als voorziening aan te houden op grond van artikel 44 lid 2 van het BBV.
Voorziening efficiencykorting Betreft een terug te betalen bedrag i.v.m. onderproductie ritten jaren 2011 t/m 2013. Afrekening hiervan zal over de jaren 2015 t/m 2016 plaats vinden. Vlottende passiva De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Programmarekening Opbrengstresultaat ritten Het verschil tussen het budget aanvaardbare kosten en de opbrengst uit rittarieven wordt ultimo boekjaar verantwoord als “resultaat rittarief ” in de programmarekening en in de balans verantwoord onder de posten “Te verrekenen met zorgverzekeraars“. Het budget aanvaardbare kosten wordt na afloop van het boekjaar door middel van een nacalculatie vastgesteld en goedgekeurd door de zorgverzekeraars en de NZa. Eventuele aanpassingen naar aanleiding van de vaststelling en goedkeuring van de nacalculaties worden verwerkt indien en voor zover zij bij het opstellen van de betreffende financiële verantwoording bekend zijn. Personeelslasten Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop zij betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod, zoals opgenomen in het BBV, op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt. Daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremies ten behoeve van gepensioneerden, overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke. Voor de verwerking van de kosten inzake de overgangsregeling FLO wordt verwezen naar de toelichting op de programmarekening en de toelichting op de langlopende financiële rechten en verplichtingen.
14
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV Toelichting op de balans per 31 december 2014 ACTIVA VASTE ACTIVA Materiële vaste activa Het verloop van de overige investeringen met een economisch nut kan als volgt worden weergegeven: Boekwaarde Boekwaarde 01-01-2014 Investering Desinvestering Afschrijving 31-12-2014 Gebouwen en terreinen
11.000.595
13.623
-
480.619
10.533.599
1.256.408
1.782.645
-
833.147
2.205.906
Medische Inventaris
68.321
-
-
25.618
42.703
Piketauto’s
73.983
3.351
-
43.853
33.481
Kantoor Inventaris
585.698
-
-
107.779
477.919
Automatisering
419.320
40.845
-
125.707
334.458
8.230
-
-
2.599
5.631
Vervoermiddelen
-
23.659
-
1.183
22.476
Overige bedrijfsmiddelen
125.405
-
-
45.755
79.650
13.537.960
1.864.123
-
1.666.260
13.735.823
Ambulances
Verbindingen
Totaal
Er zijn in 2014 14 ambulances aangeschaft. De afgeschreven ambulances zijn verkocht aan charitatieve instellingen voor gebruik bij hun werkzaamheden in derde wereldlanden. De verkoopopbrengsten zijn verantwoord onder overige inkomsten. Het pand in Katwijk is voor € 18.376,- extra afgeschreven i.v.m. een recente taxatie van de verkoopwaarde van dit pand.
15
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV VLOTTENDE ACTIVA Uitzettingen met een looptijd korter dan één jaar Vorderingen op openbare lichamen
Vorderingen op openbare lichamen
31.12.2014
31.12.2013
308.370
528.440
31.12.2014
31.12.2013
45
-
Uitzettingen in ’s Rijks schatkist met een looptijd korter dan één jaar
Rekening-courant Rijks schatkist
Overige vorderingen De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van één jaar of minder kunnen als volgt gespecificeerd worden: 31.12.2014 31.12.2013 Debiteuren Voorziening dubieuze debiteuren Te verrekenen met zorgverzekeraars Nog te vorderen bedragen Betaalde voorschotten
3.116.778 - 115.000 116.973 2.500
3.227.300 - 115.000 80.188 323.372 2.000
3.121.251
3.517.860
De gehanteerde specificatie wijkt af van die is opgenomen in de Financiële verantwoording 2013. De bedragen van 2013 zijn aangepast. Liquide middelen De in de balans opgenomen liquide middelen kunnen als volgt gespecificeerd worden:
Rekening-courant ING Bank N.V. 68.47.66.051
31.12.2014
31.12.2013
2.856
2.601
2.856
2.601
31.12.2014
31.12.2013
68.056
258.584
68.056
258.584
Overlopende activa
Overlopende posten
16
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV PASSIVA VASTE PASSIVA Voorzieningen Stand 01-01-2014
Storting
Onttrekking
Vrijval
Stand 31-12-2014
509.637
-
-
509.637
-
2.339.506
-
-
2.339.506
-
353.774
-
63.400
163.574
126.800
3.202.918
-
63.400
3.012.717
126.800
Kostenegalisatie Onderhoud gebouwen Door derden beklemde middelen met en specifieke aanwending Reserve Aanvaardbare Kosten Efficiencykorting Totaal
Voorziening onderhoud gebouwen De voorziening onderhoud gebouwen betreft het hoofdkantoor en de ambulanceposten. Het geactualiseerde Meerjarenonderhoudsplan voldoet niet aan de verslagleggingsregels. Om deze reden is de voorziening volledig vrijgevallen. In het voorstel resultaatbestemming is opgenomen om het vrijgevallen saldo van deze voorziening in 2015 aan de bestemmingsreserve Huisvesting RAV toe te voegen. Door derden beklemde middelen met een specifieke aanwendingsrichting Reserve Aanvaardbare Kosten (RAK) In 2014 heeft het Ministerie van Financiën aangegeven dat de Reserve Aanvaardbare Kosten niet als een voorziening kan worden gezien, maar als onderdeel van het eigen vermogen dient te worden beschouwd. Als gevolg van deze uitspraak wordt de voorziening Reserve Aanvaardbare Kosten opgeheven. In het voorstel resultaatbestemming is opgenomen om het vrijgevallen saldo van de voorziening in 2015 aan de Reserve Aanvaardbare Kosten RAV (RAK) toe te voegen. Hierdoor maakt het dan onderdeel uit van het eigen vermogen en zal daardoor niet betrokken kunnen worden in de toekomstige vennootschapsbelasting.
17
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV Efficiencykorting Over de jaren 2011 t/m 2013 zijn er minder ritten gereden dan de door de NZa verlangde groei ten opzicht van 2010. Op grond hiervan wordt een efficiencykorting toegepast welke over de jaren 2014 t/m 2016 wordt verrekend.
Vaste schulden met een looptijd van langer dan één jaar De vaste schulden met een looptijd van langer dan één jaar kunnen als volgt gespecificeerd worden:
31.12.2014
31.12.2013
7.104.000
7.104.000
7.104.000
7.104.000
Binnenlandse banken en overige financiële instellingen Lening BNG bank
De Sector RAV heeft een drietal leningen bij de BNG bank. In 2013 is de aflossing van 2014 op deze leningen reeds geeffectueerd.
Overzicht basisgegevens van de lopende geldleningen: Geldleningsnummer
Jaar opname
Hoofdsom
Rente percentage
Stand 01-01
Aflossing
Stand 31-12
Rente
BNG 40.106.139
2011
4.000.000
4,95
3.840.000
-
3.840.000
190.080
BNG 40.106.499
2011
2.000.000
5,25
1.920.000
-
1.920.000
100.800
BNG 40.107.567
2012
1.400.000
3,52
1.344.000
-
1.344.000
47.309
7.104.000
-
7.104.000
338.189
Totaal
7.400.000
De resterende looptijd van alle geldleningen is meer dan vijf jaar.
VLOTTENDE PASSIVA Het onder de netto vlottende schulden met een looptijd korter dan één jaar opgenomen banksaldo kan als volgt gespecificeerd worden:
Rekening-courant ING Bank N.V. 67.16.54.039
31.12.2014
31.12.2013
1.881.218
2.592.848
1.881.218
2.592.848
18
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV De Sector RAV is in 2004 een kredietfaciliteit in rekening-courant overeengekomen met de ING Bank N.V. De kredietfaciliteit bedraagt per balansdatum € 4.000.000,-, per 1 april 2006 is de overeenkomst inzake deze kredietfaciliteit stilzwijgend verlengd. Er zijn geen zekerheden aangaande de kredietfaciliteit afgegeven. De onder de netto vlottende schulden met een looptijd korter dan één jaar opgenomen overige schulden en overlopende passiva kunnen als gespecificeerd worden:
Crediteuren Vooruit ontvangen posten Nog te betalen posten Te verrekenen met zorgverzekeraars Nog te betalen Rekening Courant RDOG
31.12.2014
31.12.2013
241.875 15.623 579.982 88.711 3.781.085
1.845.894 31.246 199.335 2.869.205
4.707.266
4.945.680
De gehanteerde specificatie wijkt af van die is opgenomen in de Financiële verantwoording 2013. De bedragen van 2013 zijn aangepast.
Het verloop van de post “Te verrekenen met zorgverzekeraars” kan als volgt worden weergegeven: Stand per 1 januari - ambulancedienst - meldkamer Afboeking nacalculatie 2013 - ambulancedienst - meldkamer
2014
13.753 - 93.942 - 80.189 7.691 226
Opbrengstresultaat ritten
160.983
Stand per 31 december
88.711
19
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV Niet uit de balans blijkende verplichtingen De Sector RAV is voor een aantal toekomstige jaren gebonden aan verschillende, niet uit de balans blijkende financiële rechten en verplichtingen. Hieronder volgt een opsomming van de belangrijkste van deze rechten en verplichtingen: a. Huurverplichtingen De Sector RAV heeft huurverplichtingen inzake onroerend goed; de totale jaarlast bedraagt ongeveer € 370.000,-. De looptijd van de huurverplichtingen verschilt per standplaats, geen van de verplichtingen heeft een looptijd langer dan 5 jaar, behoudens de huurverplichting Vondellaan Leiden die een looptijd heeft van 25 jaar. b. Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen Op grond van artikel 44 lid 3 Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten zijn er geen voorzieningen gevormd voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume. Per 31 december 2014 bedragen de belangrijkste niet opgenomen verplichtingen: - Vakantietoeslag circa - Vakantiedagen circa - PLB uren circa
€ 365.000,€ 426.000,€ 451.000,-.
c. Onderhoudscontracten De Sector RAV heeft een doorlopend mantelcontract voor alle ambulances. Voor iedere voertuig onder de voorwaarden van deze mantelovereenkomst wordt een vijfjarig contract aangegaan. De jaarlijkse verplichting bedraagt circa € 230.000,-. De Sector RAV heeft met ingang van 2008 een onderhoudscontract ten aanzien van het communicatiesysteem waaronder navigatieapparatuur. De jaarlijkse kosten bedragen circa € 65.000,-. De overeenkomst wordt stilzwijgend na drie jaar steeds met één jaar verlengd. De Sector RAV is in 2008 een onderhoudscontract voor medische apparatuur aangegaan. De kosten bedragen circa € 25.000,- per jaar. d. Verplichtingen inzake FLO De Sector RAV heeft een verplichting jegens haar werknemers inzake het functioneel leeftijdsontslag (hierna: FLO). In de CAO 2005-2007 is besloten per 1 januari 2006 het FLO af te schaffen en een nieuw stelsel in te voeren voor werknemers in bepaalde zware beroepen. Voor nieuwe werknemers is een separate regeling overeengekomen. Voor werknemers die op het moment van het vervallen van de FLO-regeling al in dienst waren en recht hadden op FLO is een overgangsregeling getroffen (hierna: overgangsregeling FLO). Er zijn drie medewerkers die nog onder de oude FLO-regeling vallen. De kosten van de oude regeling moeten sinds 1 januari 2012 worden gedekt uit het reguliere budget. De FLO kosten van de overgangsregeling worden sinds 1 januari 2012 voor 95% gedekt door een bijdrage van het ministerie van VWS.
20
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV Naast de hierboven weergegeven feiten aangaande de FLO is tevens per 1 januari 2006 de FPU afgeschaft. Partijen zijn eind 2008 overeengekomen dat de overbrugging van personeel in de leeftijd van 62 tot 62 jaar en 9 maanden onder andere gedekt zal worden door de inkoop van extra pensioen door de werkgever. Deze inkoop van extra pensioen zal voor een deel van de werknemers plaatsvinden door een directe afstorting bij het ABP en voor het overige deel op het moment dat de betreffende werknemer 53 jaar wordt.
21
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV Toelichting op de programmarekening 2014 Ambulanceactiviteiten (Sector RAV) Begroting 2014 na wijziging
Realisatie 2014
Opbrengst rittarief Resultaat rittarief Opbrengst meldkamertarief Resultaat meldkamertarief Bijdrage VWS Overige inkomsten Vrijval voorziening RAK Totaal van de baten
21.555.000 1.631.000 889.000 -
Personeelskosten – excl. FLO FLO kosten incl. VOP Kosten Meldkamer Kosten ambulances Algemene kosten Financiële lasten
14.306.000 2.066.000 1.620.000 2.921.000 2.622.000 399.000
14.682.303 2.169.523 1.619.460 2.961.215 2.745.286 393.569
14.390.387 2.187.302 2.077.716 3.350.772 3.121.782 410.343
Resultaat ambulance vervoer
-
-
-361.056
Resultaat Meldkamer Totaal van de lasten
-
Resultaat ambulanceactiviteiten
22.035.844 -160.983 1.806.293 1.294.601 3.012.718
Realisatie 2013
24.075.000
20.349.029 -743.189 2.039.120 56.244 1.859.741 1.633.949 27.988.473
-
25.194.894
17.648
23.934.000
24.571.356
25.194.894
141.000
3.417.117
-
22
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV Toelichting op de ontwikkeling van het resultaat:
De belangrijkste verschillen tussen de realisatie en de begroting kunnen als volgt worden toegelicht:
Baten Opbrengsten tarieven Er zijn in 2014 meer ritten gereden dan volgens het initiële budget. Opbrengstresultaat ritten Het opbrengstresultaat wordt veroorzaakt door de hogere tarieven. Het opbrengstresultaat kan als volgt worden toegelicht: 2014 Initiële budget ambulance volgens voorlopige nacalculatie Werkelijke opbrengst rittarieven Opbrengstresultaat
21.874.861 22.035.844 -160.983
Het opbrengstresultaat wordt veroorzaakt door meer ritten dan volgens het initiële budget. Bijdrage VWS Dit betreft de bijdrage van ministerie van VWS inzake de overgangsregeling FLO. Zie voor een nadere toelichting de toelichting op de Personeelskosten – overgangsregeling FLO. Het betreft 95% van de werkelijke kosten FLO/VOP.
23
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV Overige inkomsten
Opbrengsten GHOR Inzet personeel bij de LMAZ Extra inkomsten t.b.v. niet reguliere scholing Jaarlijkse onttrekking voorziening efficiencykorting Overige opbrengsten
Begroting 2014 na wijziging
Realisatie 2014
Realisatie 2013
274.000 50.000 -
279.917 50.000 63.400
237.513 83.178 50.000 -
565.000
901.284
1.263.258
889.000
1.4612.308
1.633.949
De overige opbrengsten zijn hoger dan begroot door o.a.: a) Inkomsten meldkamer, vergoeding inzet personeel € 562.500,-; b) Doorbelasting van kosten aan de overheids-RAV’en in Nederland € 131.000,-; c) Doorbelasting van OSG aan Traumacentrum € 105.000,-.
Vrijval voorzieningen 2014 Onderhoud gebouwen Reserve Aanvaardbare Kosten Efficiencykorting
509.637 2.339.506 163.575
Totaal
3.012.718
24
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV Lasten Personeelskosten - exclusief overgangsregeling FLO De kosten kunnen als volgt gespecificeerd worden:
Kosten rijdend personeel, staf- en steunfuncties Opleidingskosten Inhuur uitzendkrachten Overige personeelskosten
Begroting 2014 na wijziging
Realisatie 2014
Realisatie 2013
12.078.000 543.000 1.080.000 605.000
12.307.295 624.306 1.067.644 683.058
12.026.760 551.963 1.097.391 714.273
14.306.000
14.682.303
14.390.387
De gehanteerde specificatie wijkt af van die is opgenomen in de Financiële verantwoording 2013. De bedragen van 2013 zijn aangepast. Thans zijn alle inhuur uitzendkrachten onder deze post verantwoord. De afwijkingen tussen de begroting en de realisatie kunnen als volgt worden toegelicht: De uitbreiding paraatheid referentiekader 2013 is niet in de begroting verwerkt.
25
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV Personeelskosten - FLO-regelingen De kosten kunnen als volgt gespecificeerd worden:
Kosten FLO-regeling Kosten werknemers oude FLO regeling VOP-premies Juridische- en accountantskosten samenhangend met overgangsregeling
Begroting 2014 na wijziging
Realisatie 2014
Realisatie 2013
1.717.000 129.000 80.000
1.793.346 122.712 113.105
1.820.191 140.745 137.431
140.000
140.360
88.935
2.066.000
2.169.523
2.187.302
Begroting 2014 na wijziging
Realisatie 2014
Realisatie 2013
1.840.000 26.000 955.000 100.000
1.883.475 25.619 952.232 99.889
2.122.989 155.645 972.396 99.742
2.921.000
2.961.215
3.350.772
Kosten ambulances De kosten kunnen als volgt gespecificeerd worden:
Kosten ambulances en piketauto’s Inventaris ambulances Medische middelen Kosten verbindingen
De afwijkingen tussen de begroting en de realisatie kunnen als volgt worden toegelicht: De kosten ambulances en piketauto’s zijn ten opzichte van de begroting lager uitgevallen onder meer door de gedaalde onderhoudskosten door aanschaf van nieuwe ambulances.
26
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV Algemene kosten De kosten kunnen als volgt gespecificeerd worden:
Kosten gebouwen en standplaatsen Kosten kantoor Afschrijvingskosten debiteuren Vrije marge gelden
Begroting 2014 na wijziging
Realisatie 2014
Realisatie 2013
1.253.000 942.000 68.000 359.000
1.304.357 979.081 84.592 377.256
1.685.461 991.910 75.602 368.809
2.622.000
2.745.286
3.121.782
De afwijkingen tussen de begroting en de realisatie kunnen als volgt worden toegelicht: De huisvestingskosten zijn lager dan begroot met name door de lagere kosten onderhoud gebouwen. De lagere kosten worden veroorzaakt doordat een dotatie aan de voorziening gebouwen was begroot. Daarnaast is onderhoud aan de standplaatsen Moordrecht en Nederlek uitgesteld. Het pand in Katwijk is voor € 18.376,- extra afgeschreven i.v.m. een recente taxatie van de verkoopwaarde van dit pand. De “kosten kantoor” hebben betrekking op de overige algemene kosten zoals verzekeringskosten, salarisadministratie, automatiseringskosten, abonnementen, advieskosten, accountantskosten, etc.. De kosten vrije marge betreft hier personeelskosten die zijn ingezet voor onderzoek en ontwikkeling, zoals kosten meldkamer voor analyse en ontwikkeling Directe Inzet Ambulance (DIA) en extra opleidingskosten. Daarnaast zijn de kosten m.b.t. ebola op deze post verantwoord. Resultaat aanvaardbare kosten (normale bedrijfsuitoefening) Het Resultaat aanvaardbare kosten normale bedrijfsuitoefening kan als volgt worden toegelicht:
Budget aanvaardbare kosten Werkelijke netto kosten (kosten minus overige opbrengsten) Incidentele posten Vrijval voorziening reserve aanvaardbare kosten Vrijval voorziening onderhoud gebouwen Vrijval voorziening efficiencykorting Werkelijke netto kosten 2014 Resultaat normale bedrijfsuitoefening
21.874.861 18.457.744 3.417.117 2.339.506 509.637 163.575 3.012.718 404.399
27
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV Analyse begrotingsafwijkingen en begrotingsrechtmatigheid Rechtmatigheid De RDOG heeft conform de van toepassing zijnde regelgeving een normenkader inzake rechtmatigheid vastgesteld. Voor zover van toepassing voor de Sector RAV heeft er een rechtmatigheidsonderzoek plaatsgevonden. Analyse begrotingsafwijkingen Voor de analyse van de begrotingsafwijkingen wordt verwezen naar de toelichting op de programmarekening. Analyse begrotingsrechtmatigheid Op grond van artikel 189, lid 3 Gemeentewet (GW) zijn alle begrotingsoverschrijdingen op de lasten (en de daarmee overeenstemmende balansmutaties) onrechtmatig. Bij de afweging van de relevantie van deze onrechtmatige lasten is het criterium “passend binnen het door het Algemeen Bestuur uitgezette beleid” van belang. De sector RAV heeft een per saldo begrotingsoverschrijding van circa 5 % gerealiseerd. De Algemeen manager is van mening dat de begrotingsoverschrijdingen op de lasten passen binnen het door het Algemeen Bestuur uitgezette beleid, omdat hiertegenover direct relateerbare baten staan. Daarnaast is de algemeen manager van de sector RAV van mening dat de begrotingsoverschrijdingen passen binnen het door het Algemeen Bestuur vastgestelde beleid. De mening van de Algemeen manager wordt bekrachtigd door het Algemeen Bestuur bij de goedkeuring van de financiële verantwoording door het Algemeen Bestuur. Wet normering topinkomens In het kader van de Wet Normering Topinkomens is voor de RAV HM geen sprake van topfunctionarissen en verder is geen sprake van niet-topfunctionarissen waarbij hun bezoldiging het bezoldigingsmaximum overschrijdt.
28
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV
Ondertekening van de financiële verantwoording Leiden, …………. 2015
Algemeen manager
P. Haasbeek
Algemeen Bestuur:
................................ J.A. de Jager
................................ J.M.M. de Gouw
Voorzitter
Secretaris
29
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV
30
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV Controleverklaring accountant
31
ueioitre. .
•__
Deloitte Accountants B.V.
Postbus 2031 3000 CA Rotterdam Nederland Tel: 088 288 2888 Fax: 088 288 9830 www.deloitte.nl
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden (hierna: RDOG Hollands Midden) Verklaring betreffende de financiële verantwoording Wij hebben de financiële verantwoording van de sector Regionale Ambulance Voorziening Hollands Midden (hierna: RAV Hollands Midden) zoals opgenomen in de jaarstukken 2014 van de gemeenschappelijke regeling RDOG Hollands Midden te Leiden gecontroleerd. Deze financiële verantwoording bestaat uit de balans per 31 december 2014 en het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening over 2014 met de toelichtingen, waarin opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur Het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling RDOG Hollands Midden is verantwoordelijk voor het opmaken van de financiële verantwoording in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de financiële verantwoording zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de financiële verantwoording verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder verordeningen van de gemeenschappelijke regeling. Het dagelijks bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de financiële verantwoording en de rechtmatige totstandkoming van de baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Deloitte Accountants BV. is ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel te Rotterdam onder nummer 24362863.
Member of Deloille Touche Tohmatsu Limited
DPS_201518591/jo-2
Deloïtte. 2
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de financiële verantwoording op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden, het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (Bado) en Controleverordening Gemeenschappelijke regeling RDOG Hollands Midden 20 14-2017 en het Controleprotocol WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de financiële verantwoording geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrj ging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de financiële verantwoording. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de financiële verantwoording een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de financiële verantwoording en voor het getrouwe beeld daarvan, alsmede voor de rechtmatige totstandkoming van de baten, lasten en balansmutaties, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de gemeenschappelijke regeling. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de financiële verantwoording. De financiële rechtmatigheidscrïteria zijn vastgesteld met het normenkader door het algemeen bestuur van RDOG Hollands Midden op 26juni 2013. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten inclusief toevoegingen aan reserves. Op basis van artikel 2, lid 7 Bado is deze goedkeuringstolerantie door het algemeen bestuur vastgesteld bij besluit van 26juni 2013. Wij houden ook rekening met afwijkingen en/of mogelijke afwijkingen die naar onze mening voor de gebruikers van de jaarrekening om kwalitatieve redenen materieel zijn. Daarbij zijn voor de controle van de in de jaarrekening opgenomen WNT-informatie de toleranties gehanteerd zoals vastgelegd in het Controleprotocol WNT.
DPS_20l5 1859 l/jo-2
Deloïtte. 3
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de financiële verantwoording Naar ons oordeel geeft de financiële verantwoording van de sector Regionale Ambulance Voorziening Hollands Midden van de gemeenschappelijke regeling RDOG Hollands Midden een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2014 als van de activa en passiva per 31 december 2014 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.
Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze financiële verantwoording verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2014 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder verordeningen van de gemeenschappelijke regeling. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 213, lid 3 onder d Gemeentewet vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de financiële verantwoording. Rotterdam, 11 maart 2015 Deloitte Accountants B.V. Was getekend: W. Kalkman RA
DPS_2015 1859 1/jo-2
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV Resultaatbestemming Resultaatbestemming Voorgesteld wordt om het resultaat uit de normale bedrijfsuitoefening, groot € 404.000,-, de vrijval voorziening reserve aanvaardbare kosten RAK ad € 2.339.000,- en de vrijval voorziening efficiencykorting ad € 164.000,- zijnde in totaal (afgerond) € 2.907.000,- toe te voegen aan de nieuw te vormen Reserve Aanvaardbare Kosten RAV (RAK). Verder wordt voorgesteld om de vrijval van de voorziening onderhoud gebouwen RAV groot € 510.000,- te storten in nieuw te vormen bestemmingsreserve Huisvesting RAV.
Specificatie resultaatbestemming
2014
Reserve Aanvaardbare Kosten RAV (RAK) Bestemmingsreserve Huisvesting RAV
2.907.480 509.637
Totaal
3.417.117
Het resultaat dient volledig ten goede te komen aan de sector RAV HM. Indien de gelden van de Reserve Aanvaardbare Kosten RAV (RAK) niet worden besteed aan de sector RAV HM, dan zal het volledig bedrag daarvan in mindering worden gebracht op het initiële budget van het nieuwe boekjaar.
35
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV
36
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV Bijlagen (geen deel uitmakend van de financiële verantwoording) • •
Balans volgens RJ Aansluiting tussen resultaat Sector RAV volgens RJ en BBV
37
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV
Balans per 31 december 2014 volgens RJ
Deze balans is opgesteld met inachtneming van de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling volgens de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (RJ). De aanpassingen ten opzichte van de in de financiële verantwoording opgenomen balans betreft het in de balans opnemen van de arbeidskosten gerelateerde verplichtingen, het niet opnemen van de voorziening onderhoud gebouwen en de presentatie van de Reserve Aanvaardbare Kosten (RAK). Activa
31.12.2014
31.12.2013
- Investeringen met een economisch nut
13.735.823
13.537.960
Totaal vaste activa
13.735.823
13.537.960
Vaste activa Materiële vaste activa Investeringen met een economisch nut
Vlottende activa Debiteuren
3.425.148
3.755.740
Voorziening dubieuze debiteuren
- 115.000
- 115.000
187.529
664.144
2.901
2.601
Overige vordering en overlopende activa Liquide middelen Totaal vlottende activa
Totaal generaal
3.500.578
4.307.485
17.236.401
17.845.445
38
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV
Passiva
31.12.2014
31.12.2013
2.146.117
1.916.142
7.104.000
7.104.000
Eigen vermogen Reserve Aanvaardbare kosten
Langlopende schulden Schulden aan kredietinstellingen
Kortlopende schulden
Schulden aan kredietinstellingen
1.881.218
2.592.848
verplichtingen
1.271.000
933.000
Overige schulden/overlopende passiva
4.834.066
5.299.455
Arbeidskosten gerelateerde
Totaal-generaal
7.986.284
8.825.303
17.236.401
17.845.445
39
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV Afwijking tussen RAK volgens BBV en RJ Afwijking tussen RAK volgens BBV en RJ De afwijking tussen de RAK volgens het BBV en de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving (RJ) kan als volgt worden toegelicht: 2014 Stand per 31 december bij toepassing BBV Af: correcties als gevolg van toepassing BBV (arbeidskosten gerelateerde verplichtingen, zie niet uit de balans blijkende verplichtingen, punt b.) Stand van de RAK per 31 december bedraagt volgens de voorlopige nacalculatie 2014 (bij toepassing RJ):
3.417.117
-1.271.000 2.146.117
De Sector RAV verwacht dat de zorgverzekeraars en de NZa de voorlopige berekening van de nacalculatie 2014 zullen volgen.
40
Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Sector RAV Aansluiting tussen resultaat Sector RAV volgens RJ en gerealiseerd resultaat volgens BBV
Resultaat 2014
Resultaat volgens BBV Bij: arbeidskosten gerelateerde verplichtingen per 1 januari 2014 Af: vrijval voorziening RAK Af: vrijval voorziening onderhoud gebouwen Af: arbeidskosten gerelateerde verplichtingen per 31 december 2014 Resultaat volgens RJ
3.417.117 933.000 -2.339.506 -509.637 -1.271.000 229.974
41
Verklarende woordenlijsten Verklarende woordenlijst sector RAV A1-vervoer A2-vervoer AB AED Ambuteam AVLS
Spoedvervoer met zwaailicht en sirene Spoedvervoer zonder zwaailicht en sirene Algemeen Bestuur Automatische Externe Defibrillator Ambulanceteam, onderdeel van de Geneeskundige Combinatie Automatisch Voertuig Locatie Systeem
B-vervoer BBV BOT
Besteld vervoer Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten Bedrijfs Opvang Team
CPA
Centrale Post Ambulancevervoer
DB
Dagelijks Bestuur
ECG EHBO
Elektro Cardiogram Eerste Hulp Bij Ongevallen
FLO FPU
Functioneel Leeftijds Ontslag Flexibele Pensioen Uitkering
GHOR GHR (Wet) GIS GMK GMS GR GW
Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Geneeskundige Hulpverlening bij Rampen (Wet) Geografisch Informatie Systeem Gemeenschappelijke MeldKamer Gemeenschappelijk Meldkamer Systeem Gemeenschappelijke Regeling Gemeentewet
HKZ HM
Harmonisatie Kwaliteitszorg Zorginstellingen Hollands Midden
LUCAS LUMC
Lund University Cardiac Arrest System Leids Universitair Medisch Centrum
MKA MMT MICU
Meldkamer Ambulancezorg Mobiel Medisch Team Mobile Intensieve Care Unit
NZa
Nederlandse Zorgautoriteit
OvDG
Officier van Dienst Geneeskundig
RAK RAP
Reserve Aanvaardbare Kosten Regionaal Ambulance Plan
RAV RCC RDOG HM RGF RPCP RJZ
Regionale Ambulance Voorziening Regionaal CoördinatieCentrum Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Regionaal Geneeskundig Functionaris Regionaal Patiënten en Consumenten Platform Regeling Jaarverslaggeving Zorginstellingen
SIGMA SOSA SOVAM
Snel Inzetbare Groep ter Medische Assistentie; 1 team bestaat uit 8 Rode Kruisvrijwilligers Stichting Opleidingen Scholing Ambulancehulpverlening Sectorfonds Opleidingen Voor AMbulancezorg
USAR
Urban Search And Rescue
VNG VOP
Vereniging Nederlands Gemeenten Versterkt Ouderdomspensioen
VPL VWS
Wet VUT Pre-Pensioen Levensloop 1. (Ministerie van) Volksgezondheid, Welzijn en Sport 2. Voorwaardenscheppen (rit)
WAV WAZ Wet BIG WGBO
Wet Ambulance Vervoer Wet Ambulance Zorg Wet Beroepen Individuele Gezondheidszorg Wet Geneeskundige Behandelings Overeenkomst
Verklarende Woordenlijst GGD-sectoren AB AGZ AIDS AMK AMHK AMW AOZW
Algemeen Bestuur Algemene GezondheidsZorg (sector binnen de GGD-groep van de RDOG HM) Acquired Immune Deficiency Syndrome Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Advies- en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling Algemeen Maatschappelijk Werk Ambtelijk overleg Zorg en Welzijn
BAO BC BOB
Basisonderwijs Bestuurscommissie Bevolkingsonderzoek Borstkanker
CB CBS CJG COA CPA CvI
Consultatiebureau Centraal Bureau voor de Statistiek Centrum voor jeugd en gezin Centrale Opvang Asielzoekers Centrale Post Ambulancevervoer Commissie voor Indicatiestelling
DB DD JGZ DO DTP
Dagelijks bestuur Digitaal dossier Jeugdgezondheidszorg (voorheen EKD) Directie overleg RDOG HM Difterie, Tetanus en Polio
FAZ
Financiële en Algemene zaken (stafafdeling RDOG HM). Deze afdeling gaat m.i.v. 1 januari 2015 op in de afdeling Bedrijfsvoering
GBA GGD GGZ GHOR GIP GVO
Gemeentelijke Basis Administratie Gemeenschappelijke GezondheidsDienst Geestelijke GezondheidsZorg Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen GezondheidsInformatiePunt GezondheidsVoorlichting en –Opvoeding
HIV HM HPV
Human Immunodeficiency Virus Hollands Midden Humaan papillomaVirus
IZB
Infectieziektebestrijding
JGZ JHV JIP JIS
Jeugdgezondheidszorg (taakgebied GGD) Jeugdhulpverlening Jongeren Informatiepunt Jeugdgezondheidszorg Informatie Systeem
LCI LCR
Landelijke Coördinatiestructuur Infectieziektebestrijding Landelijk Coördinatiepunt Reizigersadvisering
MH MHG MPG MOA MT-GGD MT RDOG NABW
Midden Holland Milieu hygiëne en gezondheid (cluster binnen sector AGZ) Multi Problem Gezin Medische Opvang Asielzoekers Overleg sectormanagers GGD, directie Overleg Algemeen manager RAV, sectormanagers GGD en GHOR, directie Nieuwe Algemene Bijstandswet
OGGZ O en O OBG
Openbare Geestelijke GezondheidsZorg Opvoedingsondersteuning en Ontwikkelingsstimulering Onderzoek, Beleid en Gezondheidsbevordering (sector binnen de GGD-groep van de RDOG HM). Deze taken van deze sector worden m.i.v. 1 januari 2015 verdeeld over de sector PZJ, ZKB en het stafbureau
PCL PO&C PGA PGO PZJ
Permanente Commissie Leerlingenzorg Personeel, Organisatie & communicatie (stafafdeling RDOG HM). Deze afdeling gaat m.i.v. 1 januari 2015 op in de afdeling Bedrijfsvoering Publieke Gezondheidszorg Asielzoekers Preventief Gezondheidsonderzoek Publieke zorg voor de jeugd (sector binnen de GGD-groep van de RDOG HM)
RAAK RAV RDOG HM RGF RIVM
Reflectie- en Actiegroep Aanpak Kindermishandeling Regionale AmbulanceVoorziening (Ambulancedienst + meldkamer Ambulancezorg) Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Regionaal Geneeskundig Functionaris Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne
SBBW SG SMA SO SBO SOA SWV
Stichting Bevolkingsonderzoek Baarmoederhalskanker West Stuurgroep Sociaal Medische Advisering Speciaal Onderwijs Speciale Scholen voor Basis Onderwijs Seksueel Overdraagbare Aandoeningen Samenwerkingsverband
vCJG VO VRHM
Virtueel Centrum voor Jeugd en Gezin Voortgezet Onderwijs Veiligheidsregio Hollands Midden
WG WMO WPG WSW WVG
Werkgroep Wet Maatschappelijke ondersteuning Wet publieke gezondheid Wet Sociale Werkvoorziening Wet Voorzieningen Gehandicapten
ZAT ZHN ZKB
Zorg- en AdviesTeam Zuid-Holland Noord Zorg voor kwetsbare burgers