Programma Begroting Vastgesteld raad 13 november 2014
20 15
De raad stelt jaarlijks de begroting vast. Hierin staat het beleid en de bijbehorende middelen voor komend jaar. De begroting 2015 is in evenwicht.
Decos Intern 28697
Inhoudsopgave 1. Inleiding ............................................................................................................................................................... 3 2. Financiële keuzes ................................................................................................................................................ 5 3. Programma’s ..................................................................................................................................................... 12 3.1 Bestuurskracht en bestuurscultuur ............................................................................................................. 14 Bestuurskracht en overheidsparticipatie ...................................................................................................... 14 Dienstverlening ............................................................................................................................................. 17 Bedrijfsvoering verzorgen ............................................................................................................................. 18 3.2 Aantrekkelijke stad ...................................................................................................................................... 21 Economie ...................................................................................................................................................... 21 Woonklimaat bevorderen en stedelijke ontwikkeling .................................................................................. 23 Mobiliteit....................................................................................................................................................... 25 Sport .............................................................................................................................................................. 27 Cultuur bevorderen ....................................................................................................................................... 28 Grondzaken ................................................................................................................................................... 29 3.3 Sociale agenda ............................................................................................................................................. 33 Werken en participatie ................................................................................................................................. 33 Leren ............................................................................................................................................................. 36 Vrije tijd ......................................................................................................................................................... 38 Vangnet en ondersteuning............................................................................................................................ 39 3.4 Leefbaarheid en veiligheid .......................................................................................................................... 47 Openbare ruimte ........................................................................................................................................... 47 Duurzaamheid ............................................................................................................................................... 50 Omgevingsvergunning, toezicht en handhaving ........................................................................................... 52 Openbare orde en veiligheid ......................................................................................................................... 54 4 Algemene dekkingsmiddelen ........................................................................................................................ 58 5. Paragrafen ......................................................................................................................................................... 62 5.1 Grote projecten ........................................................................................................................................... 63 5.2 Weerstandsvermogen ................................................................................................................................. 78 5.3 Onderhoud kapitaalgoederen ..................................................................................................................... 90 5.4 Financiering ............................................................................................................................................... 101 5.5 Bedrijfsvoering .......................................................................................................................................... 107 5.6 Verbonden partijen ................................................................................................................................... 115 5.7 Grondbeleid............................................................................................................................................... 141 5.8 Lokale heffingen ........................................................................................................................................ 146 5.9 Subsidieoverzicht ...................................................................................................................................... 154 Bijlagen ................................................................................................................................................................ 157 Bijlage 1 Kerngegevens ................................................................................................................................... 158 Bijlage 2 Bestuurlijke structuur en organisatiestructuur ................................................................................ 160 Bijlage 3 Financiële overzichten ...................................................................................................................... 163 Bijlage 4 Begrippenlijst .................................................................................................................................... 169
1
2
1. Inleiding Met dit document presenteren wij u de begroting voor het jaar 2015. De begroting is het instrument waarmee u de doelstellingen en bijbehorende budgetten vaststelt voor het komende jaar. De plannen en beschikbare middelen zijn beschreven in de programma’s. Belangrijke kerndoelen zijn sociale stijging van inwoners en een aantrekkelijke (binnen)stad. Waar het kan wordt er eigen initiatief van inwoners en partners verwacht. Beleidsdoelen Bij motie heeft u aan het college gevraagd voor alle relevante beleidsthema’s, toetsbare kaders en meetbare doelstellingen te formuleren. De vraag was een logische aansluiting aan te brengen tussen doelen, activiteiten, indicatoren en geld. Het streven was een programmabegroting voor de komende vier jaar te maken (klaar voor de komende vier jaar zonder jaarlijks het wiel opnieuw uit te vinden). Met de feitenkaarten zijn we er vorig jaar in geslaagd om het geld te verbinden aan de doelen en aan prestaties. Deze feitenkaarten waren dan ook een belangrijke basis voor het opstellen van de programma’s en het formuleren van concrete doelen. De cijfers achter de activiteiten in de programma’s verwijzen naar de nummers van de feitenkaarten. Verder is gewerkt aan een set van indicatoren die we de komende vier jaar monitoren om te kijken in hoeverre doelstellingen gerealiseerd worden. De hoofdlijnen uit het Raadsprogramma 2014-2018 en de uitgangspunten uit het Uitvoeringsprogramma 20142018 zijn verwerkt binnen de beleidsvelden. Maatregelen die vragen om extra middelen zijn nog niet financieel verwerkt en worden meegenomen bij de integrale afweging bij de kadernota 2015. Kerntakendiscussie Het bureau Hiemstra & De Vries heeft zijn onderzoek afgerond en de rapportage daarover is begin september met de raad besproken. Naar aanleiding van deze bespreking kregen wij van u de opdracht om een procesvoorstel tot een kerntakendiscussie voor te bereiden. Samen met u zien wij de dringende noodzaak van deze kerntakendiscussie. Het meerjarenperspectief, de zorgen bij het grondbedrijf en onze wens om toch in de stad te kunnen investeren, vragen hierom. Bij de behandeling van deze begroting 2015 zullen wij u een plan van aanpak voorleggen. Dit plan bevat een procesvoorstel voor een kerntakendiscussie die zijn beslag zal krijgen in de kadernota 2015. Financieel toezicht Aan het eind van elk jaar neemt de toezichthouder een beslissing of een gemeente voor het volgend jaar onder repressief of preventief toezicht valt. Het toezichtcriterium is dat sprake moet zijn van een ‘structureel en reëel begrotingsevenwicht’. De belangrijkste eisen waaraan de begroting moet voldoen zijn: 1. Structurele lasten moeten zijn gedekt door structurele baten. Incidentele lasten mogen gedekt worden door zowel structurele als incidentele baten. Baten en lasten zijn in beginsel incidenteel als deze zich gedurende maximaal 3 jaar voordoen. 2. Plausibiliteit van de begroting en meerjarenraming. Diverse aspecten spelen dan een rol. Bijvoorbeeld het verschil tussen vorige begrotingen en de desbetreffende jaarrekeningen, risico’s die het structurele evenwicht in gevaar kunnen brengen, signalen afgegeven door de accountant of tekorten in de administratieve organisatie. 3. De verhouding tussen het formele evenwicht en het structurele en reële evenwicht. Het overzicht van incidentele baten en lasten is hierbij van belang. De toezichthouder kan dan zowel de begroting als de meerjarenraming corrigeren voor incidentele posten. Bijvoorbeeld, toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves worden altijd als incidenteel beschouwd, tenzij het gaat om onttrekkingen uit dekkingsreserves.
3
Voldoet een begroting hier niet aan dan volgt preventief toezicht. Overigens kan preventief toezicht ook volgen als de begrotingsstukken niet volledig zijn of als sprake is van overschrijding van wettelijke inzendtermijnen. In een situatie van preventief toezicht moet de gemeente haar vastgestelde begroting (en de wijzigingen daarop) vooraf ter goedkeuring aan de provincie voorleggen om rechtskracht te krijgen. In geval van preventief toezicht gaat de toezichthouder samen met de gemeente aan de slag om helder te krijgen waar exact de problemen liggen. Het is dan aan de gemeente om (een pakket van) maatregelen te nemen teneinde het begrotingsevenwicht te herstellen. Binnen de hiervoor benodigde periode worden veelal afspraken gemaakt over welke uitgaven gedaan kunnen worden en welke verplichtingen aangegaan kunnen worden. Beoordeling situatie Almelo Voor het jaar 2014 is volgens de spelregels van het interbestuurlijk toezichtskader van de provincie code ‘oranje’ van toepassing voor het toezicht op de financiën. Dat betekent dat de begroting 2014 geen goedkeuring behoeft (geen preventief toezicht dus). Wel wordt gewezen op een onverminderd grote grondpositie, de risico’s die aanwezig zijn en een beperkt weerstandsvermogen gegeven deze risico’s. Code ‘oranje’ betekent dat de frequentie van de ambtelijke en bestuurlijke gesprekken waar het gaat om het financiële toezicht hoger is dan ‘normaal’. De conceptbegroting 2015 is onder die condities dan ook besproken met de provincie als toezichthouder. Eén conclusie is dat de conceptbegroting 2015 sluitend is. Tegelijk wordt geconstateerd dat het noodzakelijk is de ambities in de grondexploitaties te evalueren en de woningbouwbehoefte en -programmering indien nodig bij te stellen. Dat kan forse financiële consequenties hebben. Omdat het risicoprofiel van de grondexploitaties groot is en het weerstandsvermogen beperkt, moet dit met grote urgentie worden opgepakt. Wij onderkennen dit ook. Met het uitvoeringsprogramma willen we zowel saneren (o.a. de grondexploitaties) als investeren om ambities te realiseren. In de aanloop naar de Kadernota (medio 2015) en de begroting 2016 ontwikkelen wij, samen met de toezichthouder, een strategie om ons risicoprofiel bij te stellen met name voor het grondbedrijf. De gemeentebegroting 2016 komt dan mogelijk wel onder preventief toezicht, maar de gemeente houdt regie over het herstelplan. Zodra preventief toezicht aan de orde is, zal er sprake zijn van maatwerk, wat betekent dat we in gesprek gaan met de provincie over de precieze gevolgen. Leeswijzer De opbouw van deze begroting is als volgt: Hoofdstuk 2 bevat de financiële keuzes die in deze begroting gemaakt worden. Deze keuzes hebben consequenties voor de financiële mogelijkheden binnen de programma’s. Hoofdstuk 3 bevat de programma’s. De programma’s bevatten het beleid dat ingaat op de maatschappelijke opgave: sociale stijging en aantrekkelijke stad. Hoofdstuk 4 gaat over de algemene dekkingsmiddelen. Dit zijn de middelen die vrij besteedbaar zijn. Het betreft vooral de OZB en de uitkeringen uit het gemeentefonds. Deze middelen kennen geen vooraf bepaald bestedingsdoel. Hoofdstuk 5 bevat de paragrafen grote projecten, weerstandsvermogen, onderhoud kapitaalgoederen, financiering, bedrijfsvoering, verbonden partijen, grondbeleid, lokale heffingen en het subsidieoverzicht.
4
2. Financiële keuzes Algemeen Op basis van het raadsprogramma gaan we uit van de volgende hoofdlijnen: Het is noodzakelijk de komende jaren te bezuinigen/saneren om ook meerjarig een sluitende begroting te presenteren waarbij gestuurd wordt op visie. Extra aandacht verdienen het grondbedrijf, de gevolgen van de Rijkskortingen op de decentralisaties en structurele versterking van het weerstandsvermogen. Incidentele en structurele meevallers worden toegevoegd aan de algemene reserve. Om inzicht te krijgen in de mogelijkheden voor het creëren van de financiële ruimte, dient er een meerjarig investeringsplan te komen. Bij verdere invulling van de bezuinigingen en investeringen (hoeveel en hoe) is het noodzakelijk daarbij de inwoners en maatschappelijke organisaties van Almelo te betrekken en hierbij samen te kijken naar nieuwe oplossingen. Daarbij geldt: minder overheid, minder kosten. In dit hoofdstuk worden de financiële keuzes toegelicht en wordt inzicht gegeven in het meerjarig perspectief. De begroting 2015 is de concrete uitwerking van de eerste jaarschijf van eerder genomen besluitvorming In dit hoofdstuk wordt eerst het structurele perspectief weergegeven. Vervolgens worden de incidentele middelen geschetst. Daarna wordt het meerjarig perspectief geschetst op basis van de voorjaarsnota 2013 en de doorwerking van de mutaties uit de begroting 2015. De gevolgen van Prinsjesdag zijn zoals gebruikelijk nog niet in de begroting 2015 en de meerjarenraming verwerkt. De gevolgen hiervan worden betrokken bij het opstellen van de kadernota 2015. Over de consequenties wordt u apart geïnformeerd. Structureel perspectief In onderstaande tabel wordt het structurele perspectief voor de jaarschijf 2015 gepresenteerd. Vertrekpunt hierbij is het perspectief zoals dit geschetst is na het herfstakkoord eind 2013. Dit liet een sluitende jaarschijf 2015 zien waarbij de opgave opliep naar een bezuinigingsopgave van ruim 3 miljoen vanaf 2018. Hierna is onder meer de meicirculaire 2014 beschikbaar gekomen. Deze heeft voor de jaarschijf 2015 een licht positief effect. Daarnaast is een aantal noodzakelijke mutaties doorgevoerd welke hieronder staan toegelicht. Met deze mutaties presenteert het college een structureel sluitende begroting voor het jaar 2015. Voor de jaren na 2015 dienen aanvullende maatregelen getroffen te worden. Structureel perspectief 2015 Bedragen x1.000 Perspectief begroting 2014 Netto gevolg septembercirculaire 2013 Gevolgen begrotingsafspraken 2014 herfstakkoord Herzien perspectief na herfstakkoord
20 -69 419 370
Mutaties begroting 2015 Bestuurskracht en bestuurscultuur Personeelsraming Vervallen bezuiniging wethouders Bijdrage verbonden partijen o GBT o Regio Twente Verzekeringen gemeentebreed Beveiliging publiekshal Aantrekkelijke stad
150 -160 140 -65 -75 -60
5
Structureel perspectief 2015 Bedragen x1.000 Bijdrage regionale havenbedrijf Sociale agenda Voordeel leerlingenvervoer Verzekering schoolgebouwen Uitvoeringskosten WWB Transities Jeugdhulp en WMO Bezuinigingen Transities Jeugdhulp en WMO Algemene dekkingsmiddelen Meicirculaire 2014 Dividendraming Actualisatie OZB-inkomsten Financiële consequenties
-17 400 -40 -600 -3.600 3.580 91 -75 170 -161
PERSPECTIEF CONCEPT BEGROTING 2015 Amendement 22, versterken rollen van de raad HERZIEN PERSPECTIEF VASTGESTELDE BEGROTING
209 -150 59
Toelichting Bestuurskracht en bestuurscultuur Personeelsraming Jaarlijks wordt de personeelsbegroting geactualiseerd. Per saldo valt deze voor 2015 0,15 miljoen euro voordeliger uit. Dit heeft te maken met een vrijval van gereserveerde middelen voor het opvangen van de gevolgen van de nieuwe CAO (550.000 euro voordeel). Als gevolg van incidentele loonontwikkelingen stijgen de personeelskosten (300.000 euro nadeel). Een actualisatie van de verdeelsleutels, mede als gevolg van de organisatieontwikkeling, laat een nadelig effect zien (100.000 euro nadeel). Vervallen bezuiniging wethouder In de meerjarenraming was rekening gehouden dat na de verkiezingen van 2014 het college zou bestaan uit 4 wethouders. De vorming van een nieuw college heeft geleid tot het niet realiseren van deze bezuiniging. Dit leidt tot een verhoging van de opgave met 160.000 euro. Bijdrage verbonden partijen Recent zijn de begrotingen 2015 van de Veiligheidsregio Twente (geen effect), het GBT (140.000 euro voordeel) en de Regio Twente (65.000 euro nadeel) vastgesteld. Per saldo heeft dit een structureel voordelig effect van 75.000 euro. Verzekeringen Zoals in de Berap 2014 is aangegeven is de premie voor onze aansprakelijkheidsverzekering verhoogd. Door het toetreden van nieuwe aanbieders op de markt is er voor 2015 een aanbestedingsprocedure opgestart met als doel de premie naar beneden bij te kunnen stellen. Of dit gerealiseerd wordt, is op dit moment nog niet bekend. Beveiliging publiekshal In de programmabegroting 2014 is 60.000 euro incidenteel meegenomen voor beveiliging in de publiekshal. Hierbij is aangegeven dat bij de ingebruikname van het nieuwe stadhuis mogelijk een andere situatie zou ontstaan. De inzet van een beveiliger in de publiekshal heeft een positief effect op het verminderen van het aantal incidenten en daarnaast geeft het de medewerkers en bezoekers in de publiekshal een veilig gevoel. Om de inzet van een beveiliger in de publiekshal van het nieuwe stadhuis te continueren wordt het benodigde budget structureel opgenomen. 6
Aantrekkelijke Stad Bijdrage regionale havenbedrijf In de regio Twente wordt gewerkt aan een samenwerkingsverband tussen de 5 havengemeenten Almelo, Hengelo, Enschede, Hof van Twente en Lochem. Hiervoor wordt een gezamenlijke havenbegroting opgesteld. Voor Almelo betekent dit per saldo een verhoging van 17.000 euro in 2015 en 10.000 vanaf 2016. Sociale Agenda Voordeel leerlingenvervoer Het aantal leerlingen dat gebruik maakt van leerlingenvervoer in het schooljaar 2013-2014 is door het aangescherpte beleid verminderd. Echter door de invoering van de Wet op het passend onderwijs per 1 augustus 2014 is nog niet duidelijk wat de invloed is op het gebruik van de regeling leerlingenvervoer. Daarnaast heeft recent een aanbesteding van het leerlingenvervoer plaatsgevonden. Dit heeft geleid tot een besparing. De verwachting is dat het leerlingenvervoer een voordeel oplevert van 400.000 euro. Verzekering schoolgebouwen Als gevolg van de hertaxatie van de schoolgebouwen en de verhoging van de assurantiebelasting van 9,7% naar 21% stijgen de kosten voor de verzekering van schoolgebouwen. Dit levert een structureel nadeel op van 40.000 euro. Uitvoeringskosten WWB Als gevolg van de forse toename van het uitkeringenbestand (van 2.403 in 2013, naar 2.829 in 2015) is in de uitvoering extra formatie nodig. Deze extra formatie voor 2015 wordt ingezet op rechtmatigheid/verstrekking. Voor uitvoering van de doelmatigheid taken ligt de oplossing in prioritering. Via het gemeentefonds komt in 2015 extra budget à 162.000 euro beschikbaar specifiek voor uitvoering taken Werk & Inkomen. Daarnaast wordt voorgesteld een bedrag van 0,6 miljoen vrij te maken. Decentralisaties Jeugd en AWBZ Op basis van de nu bekende gegevens ontstaat bij de uitvoering van de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning voor 2015 een financieel knelpunt van 3,6 miljoen euro. Het college stelt in deze conceptbegroting 2015 maatregelen voor ter hoogte van 3,58 miljoen euro. Voor een nadere toelichting voor de voorgestelde maatregelen verwijzen wij u naar het programma Sociale Agenda (3.3) Algemene dekkingsmiddelen Meicirculaire Via een apart voorstel (1322825) is de uitkomst van de meicirculaire voor de jaarschijf 2015 gepresenteerd. Voor 2015 heeft dit per saldo een voordelig effect van 90.000 euro. De jaren erna laten vooralsnog een positiever beeld zien van 500.000 euro. Dividendraming Als gevolg van recente besluitvorming zijn de dividendinkomsten geraamd. Deze worden met 75.000 euro naar beneden bijgesteld. Dit is het gevolg van door de verkoop van de aandelen (Aterro en PBE), anderzijds door investeringskeuzes (Openbaar Lichaam Crematoria Twente (80.000 euro waarvan 40.000 euro structureel, B&W 1402932). Actualisatie OZB ramingen Jaarlijks worden de inkomsten voor de OZB-ramingen geactualiseerd. Op basis hiervan kunnen de inkomsten 170.000 euro naar boven worden bijgesteld. Dit heeft onder andere te maken met een hogere WOZ-waarde
7
dan waar in de begroting 2014 mee is rekening gehouden. Dit kan komen door minder gehonoreerde bezwaarschriften dan waar rekening mee is gehouden en door hogere waardes als gevolg van verbouwingen. Amendement 22, versterken rollen van de raad bij decentralisaties en overheidsparticipatie De verantwoordelijkheid van de gemeenteraad is door de decentralisaties op sociaal domein structureel toegenomen. Ook wil de raad meer aansluiten bij wat er in de samenleving leeft, zie het raadsprogramma 2014-2015. Dat vraagt om meer transparantie in besluitvormingsprocessen, meer werkbezoeken en nieuwe vormen van overheidsparticipatie en politieke participatie. Deze ontwikkelingen vragen structureel om meer strategische advisering en meer organisatorische facilitering passend bij de volksvertegenwoordigende, kaderstellende, controlerende en toezichthoudende rollen van de raad. Hiervoor is structureel inzet van middelen in de organisatie van de raad nodig ad 150.000 euro. Incidenteel perspectief Naast het structurele perspectief wordt jaarlijks ook het incidentele perspectief weergegeven. Jaarlijks worden de incidenteel beschikbare middelen weergegeven en worden de incidentele claims in beeld gebracht. Incidenteel perspectief 2015 Bedragen x1.000 I Saldo financieringsfunctie
1.615
II Bespaarde rente
2.345
III Oude voor nieuwe projecten
660
Totaal beschikbaar incidentele middelen
4.620
Inzet middelen a. Eerdere besluitvorming
1.080
b. Frictiekosten en bovenformatieven
1.060
c. Tijdelijk lager dividend OLCT
45
d. Nieuwe projecten: - Recht van opstal buitensportaccommodaties
500
- Omgevingsvisie
150
e. Incidentele gevolgen in afwachting van besluitvorming - Parkeren
480
- Bijstand
900
- Veiligheid stadstoezicht
300
- Landelijk gebied
105
Totale incidentele claims
4.620
Toelichting: I Saldo financieringsfunctie Op basis van het renteomslagpercentage worden de rentelasten toegerekend aan de verschillende producten. Dit percentage is een mix van 4 indicatoren waaronder het gemiddelde gewogen rentepercentage. De werkelijke rentekosten liggen onder het renteomslagpercentage. Een deel van dit voordeel (700.000 euro) wordt structureel ingezet. Voor 2015 kan een bedrag van 1,6 miljoen euro ingezet worden voor het incidentele perspectief.
8
II Bespaarde rente reserves en voorzieningen Het ramen van bespaarde rente brengt een risico met zich mee zodra we een beroep doen op de reserves en voorzieningen. Deze bespaarde rente wordt jaarlijks berekend en is incidenteel beschikbaar. Hoe vaker we een beroep doen op de reserves en voorzieningen hoe lager de jaarlijkse bespaarde rente is. De incidentele component fluctueert van jaar tot jaar en wordt daarom ieder jaar afzonderlijk in beeld gebracht. Op basis van de geprognosticeerde standen per 1-1-2015 acht het college het verantwoord een bedrag van 2,35 miljoen euro te ramen als incidenteel bespaarde rente. III Afrekening oude projecten Bij de jaarrekening 2013 zijn diverse projecten afgerekend en afgesloten. Per saldo ontstaat hier een voordeel van 660.000 euro. Dit kan bij de begroting opnieuw worden ingezet in het kader van nieuw voor oud. a) Eerdere besluitvorming Bij eerdere besluitvormingsdocumenten zijn besluiten genomen met incidentele gevolgen voor 2015. Vanaf 2011 wordt rekening gehouden met een tijdelijke verhoging van de pensioenpremie (0,6 miljoen euro). Dit als gevolg van de hersteloperatie van het ABP. Bij de begroting 2014 zijn middelen vrijgemaakt voor de voorbereiding op IBO en voor onderhoud en vervanging van civieltechnische kunstwerken. Hierbij is aangegeven dat voor 2015 respectievelijk 0,1 miljoen euro en 0,38 miljoen euro noodzakelijk is. b) Frictiekosten en bovenformatieven Als gevolg van de organisatieontwikkeling en bezuinigingen is de organisatie gekrompen. Het grootste deel van de personele bezuiniging is ook daadwerkelijk gerealiseerd. Naast het sociaal statuut (waarin is opgenomen dat werknemers maximaal 2 jaar een bovenformatieve status hebben) zijn wij eigen risicodrager voor de WWverplichting. Dit betekent dat wij nog maximaal 38 maanden na het ontslag de WW-verplichting hebben. Voor deze kosten ramen wij een bedrag van 1,06 miljoen in de begroting 2015. Hiermee zal tevens het loopbaancentrum gefinancierd worden om werknemers zo snel mogelijk van werk naar werk te begeleiden. c) Tijdelijk lager dividend OLCT Als gevolg van besluitvorming (B&W 1402932) wordt in 2015 geen dividend ontvangen van het Openbaar Lichaam Crematoria Twente (OLCT). Dit heeft voor 2015 een incidenteel effect van 45.000 euro. d) Nieuwe projecten In de begroting 2015 wordt voor een tweetal projecten extra middelen gereserveerd. Het gaat hierbij om het project recht van opstal buitensportaccommodaties en het opstellen van een omgevingsvisie. Recht van opstal buitensportaccommodaties. Het vestigen van recht van opstal is randvoorwaardelijk voor een goede opdrachtformulering richting het sportbedrijf. Om de eigendomssituaties vast te leggen wordt voorgesteld extra middelen beschikbaar te stellen. Deze zijn nodig voor het notarieel vastleggen van het recht, noodzakelijk aanpassingen voor het opsplitsen van de juiste eigendomssituaties, fiscale consequenties en het afboeken van boekwaarden. Landelijk gebied. Bij de vaststelling van de toekomstvisie Landelijk Gebied 2014 – 2020 is besloten om de nieuwe raad over het uitvoeringsprogramma te laten besluiten. Dit zal bij de kadernota 2015 betrokken worden. Voor 2015 zijn, vooruitlopend hierop, incidenteel middelen noodzakelijk. Voorgesteld wordt hiervoor 105.000 euro beschikbaar te stellen. e) Incidentele gevolgen 2015 in afwachting van besluitvorming Bij een aantal beleidsvelden worden voor 2015 middelen gereserveerd in afwachting van besluitvorming in de loop van 2015. Het gaat hierbij om incidenteel extra middelen voor parkeren, uitkeringen, veiligheid stadstoezicht en het landelijk gebied. Over deze onderwerpen zal uiterlijk bij de kadernota 2015 besluitvorming plaatsvinden.
9
Parkeren. Op basis van het huidige beleid laat de parkeerexploitatie een structureel tekort zien van 480.000 euro. Op dit moment wordt gewerkt aan de evaluatie van het parkeerbeleidsplan. De gevolgen worden betrokken bij de kadernota 2015. Uitkeringen. Voor 2015 wordt uitgegaan dat het huidige tekort per verstrekte uitkering niet stijgt en een gemiddeld klantenaantal van 2.829. Vanaf 2015 wordt de rijksbijdrage via een nieuw verdeelmodel verdeeld. De gevolgen zijn op dit moment niet in te schatten. Voor 2015 wordt een incidenteel bedrag gereserveerd. Bij de kadernota 2015 worden de structurele consequenties in beeld gebracht. Veiligheid stadstoezicht. Stadstoezicht voert op het gebied van veiligheid toezichthoudende en handhavende taken uit. Voor 2015 wordt hiervoor een extra bedrag gereserveerd. Dit is nodig om de toezichtscapaciteit van 12 fte te waarborgen. Bij de kadernota 2015 zullen eventuele structurele gevolgen afgewogen worden. Het onderzoek met betrekking tot de uitvoering van de parkeerexploitatie kan hiervoor gevolgen hebben. Opstellen omgevingsvisie. Vooruitlopend op de nieuwe Omgevingswet dient de planologische toekomstvisie op de stad geupdate te worden. Hiervoor zal een omgevingsvisie opgesteld worden. Het opstellen van de omgevingsvisie zal interactief tussen ambtenaren, politici, externe deskundigen en belanghebbenden worden vormgegeven. Toevoeging algemene reserve Zoals afgesproken worden incidentele overschotten en meevallers toegevoegd aan de algemene reserve. Voorgesteld wordt het resultaat van het perspectief toe te voegen aan de algemene reserve. Meerjarenraming Sluitend perspectief Het college heeft in deze begroting maatregelen opgenomen die leiden tot een sluitende begroting 2015. De meerjarenraming laat een oplopend tekort zien. Er wordt op dit moment gewerkt aan een procesvoorstel voor een kerntakendiscussie. Uiterlijk bij de kadernota 2015 zal de opgave van de gemeente voor de komende jaren opnieuw in beeld worden gebracht. Deze opgave is inclusief eventuele maatregelen voor het grondbedrijf en de meerjarige gevolgen binnen het sociale domein (zoals oplopende werkeloosheid, decentralisaties en effecten nieuwe verdeelmodellen). Meerjarig perspectief (Bedragen x1.000) Perspectief begroting 2014 Netto gevolg septembercirculaire 2013 Gevolgen Begrotingsafspraken 2014 Herfstakkoord Herzien perspectief na herfstakkoord Mutaties begroting 2015 Bestuurskracht en bestuurscultuur Personeelsraming Vervallen bezuiniging wethouders Bijdrage verbonden partijen o GBT o Regio Twente Verzekeringen gemeentebreed Beveiliging publiekshal Aantrekkelijke Stad Bijdrage regionale havenbedrijf 10
2016 -1.238 -388 478 -1.148
2017 -2.082 -230 574 -1.738
2018 -2.082 -1.519 574 -3.027
200 -160
200 -160
200 -160
140 -65 -75 -60
140 -65 -75 -60
140 -65 -75 -60
-10
-10
-10
Meerjarig perspectief (Bedragen x1.000) Sociale Agenda Voordeel leerlingenvervoer Verzekering schoolgebouwen Uitvoeringskosten WWB Transities Jeugdhulp en WMO Bezuinigingen Transities Jeugdhulp en WMO Algemene dekkingsmiddelen Meicirculaire 2014 Dividendraming Actualisatie OZB-inkomsten Financiële consequenties PERSPECTIEF CONCEPT BEGROTING 2015
2016
2017
2018
400 -40 pm pm pm
400 -40 pm pm pm
400 -40 pm pm pm
481 -75 170 906 -242
500 -75 170 925 -813
525 -75 170 950 -2.077
In het Besluit Begroten en Verantwoorden (BBV) is onder meer opgenomen dat een duidelijk overzicht gepresenteerd moet worden van de incidentele en structurele positie van de gemeente. Hiervoor is in bijlage 3 een overzicht opgenomen. In dit overzicht zijn correcties op het structurele perspectief weergegeven. Deze correcties hebben te maken met bedragen die in het structurele perspectief zijn opgenomen maar op dit moment een incidenteel karakter hebben. Ook zijn bedragen opgenomen die nog niet worden meegenomen in het toetsingskader van de provincie Overijssel bij de beoordeling van de begroting 2015.
11
3. Programma’s Programma’s bieden de mogelijkheid om over de schotten van beleidsvelden heen te kijken om zo problemen op te lossen en gewenste maatschappelijke effecten te realiseren. Programma’s zijn gericht op het realiseren van een gedeelde opgave. De opgave Almelo heeft in vergelijking met andere gemeenten een grote groep inwoners met een laag inkomen en een gemiddeld laag opleidingsniveau. Almelo blijft daarmee achter als het gaat om het niveau van het besteedbare inkomen van haar bewoners. De jeugdwerkloosheid en langdurige werkloosheid zijn relatief hoog en er zijn geringe kansen op de arbeidsmarkt. Almelo heeft moeite om mensen met een hoog inkomen vast te houden en aan te trekken. Het doel is om de stad weer in balans te brengen. Dit betekent, het realiseren van een evenwichtige bevolkingssamenstelling: een substantiële wijziging van de verhouding tussen kansarmen en kansrijken. Steden met een grotere voorraad sociaal kapitaal (middelen die in een gemeenschap aanwezig zijn om de samenleving vorm te geven) doen het economisch namelijk beter dan steden die dat niet hebben. Een stad in balans kan gerealiseerd worden door sociaal kapitaal vast te houden en aan te trekken en door sociale stijging te realiseren bij de huidige bevolking. Sociaal kapitaal aantrekken en vasthouden gebeurt via het aantrekkelijk maken van de stad. Denk aan het realiseren van aantrekkelijke woonmilieus, een verbeterd winkelaanbod, goede voorzieningen en een breed cultureel en culinair aanbod maar ook aan het realiseren van een veilige woon- en leefomgeving. Een andere manier om een evenwichtige bevolkingssamenstelling te realiseren is door sociale stijging mogelijk te maken voor mensen in achterstandssituaties. Sociale stijging betekent dat alle Almeloërs vooruit kunnen komen en met succes de sociale ladder kunnen beklimmen. De programmalijnen Het realiseren van een stad in balans gebeurt via de volgende programmalijnen: - Bestuurskracht en bestuurscultuur Dit programma gaat in op welke manier de gemeente wil sturen. Hoe wil de gemeente omgaan met haar partners en burgers om gezamenlijk te werken aan de opgave waar de stad voor staat? - Aantrekkelijke stad Hier gaat het om het aantrekken en vasthouden van kansrijke bevolkingsgroepen om zo een evenwichtige bevolkingssamenstelling te realiseren. - Sociale agenda Dit programma is gericht op sociale stijging van de huidige Almelose bevolking om zo bij te dragen aan het realiseren van een evenwichtige bevolkingssamenstelling. - Leefbaarheid en veiligheid Schoon, heel en veilig zijn basisvoorwaarden om een stad in balans te kunnen realiseren.
12
Indeling van de programma’s
Stad in balans
Bestuurskracht en bestuurscultuur
Aantrekkelijke stad
Sociale agenda
Werken/
Bestuurskracht en overheidsparticipatie
Economie
Dienstverlening
Woonklimaat en stedelijke ontwikkeling
Leren
Bedrijfsvoering verzorgen
Mobiliteit
Vrije tijd
Sport
Vangnet en ondersteuning
participatie
Cultuur
Grondzaken
13
Leefbaarheid en veiligheid
Openbare ruimte
Duurzaamheid
Omgevingsvergunning toezicht en handhaving
Openbare orde en veiligheid
3.1 Bestuurskracht en bestuurscultuur De cijfers achter de activiteiten in de onderstaande programma’s verwijzen naar de nummers van de feitenkaarten.
Bestuurskracht en overheidsparticipatie Visie en Missie Wij willen samen met inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties de juiste antwoorden vinden op maatschappelijke uitdagingen. Dit vraagt om luisterend en dienend publiek leiderschap; een overheid die participeert, ruimte laat en zeggenschap overdraagt. Hierbij horen een transparante besluitvorming en communicatie en nieuwe vormen van overheidsparticipatie. We handelen naar wat er in de samenleving leeft, ondersteund door feiten, onderzoeken en de adviezen van experts. In dialoog geven we duiding en betekenis en benoemen we concrete (verbeter)acties. We voeren onze taken en ambities adequaat uit en borgen de voortgang daarvan in de P&C -cyclus. Door de raad vastgestelde nota’s Kadernota weerstandsvermogen en risicobeheersing 2014 Doel 1: Maatschappelijke agendering Activiteit
Lasten
Maatschappelijke agendering: samen met burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en medeoverheden opgaven en ambities bepalen. Wie doet wat? Het resultaat: een beeld van de opgaven zoals de buitenwereld deze definieert Samen met inwoners, bedrijven, maatschappelijke organisaties en medeoverheden opgaven en ambities definiëren en bepalen wie daarin welke rol neemt op zowel het fysieke, sociale en bestuurlijke domein Wijkagenda’s maken in overleg met inwoners, ondernemers en organisaties Evaluatie van de burgerparticipatie en voorstellen maken voor vernieuwing Doel 2: Objectief onderzoek en burgerpeilingen Onderzoek doen naar de gemeentelijke organisatie en de stad (22.2): Omnibuspanel (4x per jaar), Leefbaarheids- & Veiligheidsmonitor, beleidseffectmetingen Jaarlijks een ‘staat van de stad’ opnemen in de voorjaarsnota Statistisch onderzoek en audits We maken meer gebruik van de onderzoeken van kennis- en wetenschappelijke instellingen bij het opstellen van afwegingskaders voor nieuw beleid, zodat vooraf meer duidelijk is over de effectiviteit van beleid
1.190
Doel 3: Zorgvuldige besluitvorming Afdeling overstijgend beleid coördineren en het bestuur en de directie strategisch adviseren (22.1) en Het bestuur en de directie ondersteunen bij financiële en organisatorische onderwerpen (22.5) Toezien op een tijdige voorbereiding, vaststelling en uitvoering van het gemeentelijk beleid en van de daaruit voortvloeiende besluiten Actieve informatievoorziening naar de raad, waarin aandacht is voor vroegtijdig signaleren en agenderen van dilemma’s Actief organiseren van “tegenspraak” en vergroten van het denken in scenario’s
14
1.580 1.440
Baten
-
Sectoroverstijgend beleid coördineren Strategische advisering bestuur en directie Raad en college ambtelijke ondersteuning bieden
Doel 4: Borging en langetermijnprioriteiten Zie 22.1 en 22.5 bij doel 3: Coördinatie van de plannings- en verantwoordingsdocumenten van college en raad (van voorjaarsnota tot jaarverantwoording) Jaarlijks stelt het college het control- en auditplan vast, dat in samenspraak met de accountant wordt opgesteld Risicomanagement wordt versterkt door de nieuwe kadernota’s Weerstandsvermogen en Governance (verbonden partijen) Langetermijneffecten waarborgen. Inzicht in de leer- en ontwikkelpunten leidt tot nieuwe prioriteiten, zowel inhoudelijk als organisatorisch. Borgen van de leer- en ontwikkelpunten kan op veel manieren; van andere partners aan tafel tot een nieuw beleidsprogramma Doel 5: Regionale samenwerking is geen doel op zich maar is nodig als middel om de maatschappelijke opgaven Almelo en Twente aan te kunnen en Twente nationaal en internationaal te positioneren. Regionale samenwerking is nodig op diverse terreinen met als kerndoelen: verminderen kwetsbaarheid, verhoging kwaliteit en verlaging kosten Bestuurlijke samenwerking in Regio Twente, Euregio, Netwerkstad Twente en VNG (22.10): Realisatie Ontwikkelagenda Netwerkstad Twente Financiering (en ondersteuning) van Almelose vertegenwoordiging in samenwerkingsverbanden (regionaal, provinciaal, (inter)nationaal)
427
Doel 6: Heldere en transparante communicatie Woordvoeren voor bestuurders en interne en externe communicatie voeren (22.7) Communicatie stelt zich ten dienste van een open overheid. Dat betekent transparantie over het beleid en ook accountability: verantwoording van afwegingen, keuzes en resultaten. De gemeente stelt informatie proactief beschikbaar Communicatie voeren over gemeentemededelingen en bij crises Vernieuwen van de communicatie om meer aan te sluiten bij de inwoners, de opgaven van Almelo en de rol van internet en social media
862
Doel 7: Wijkgericht werken Kapitaal- en overige lasten betalen voor (gedane investeringen in) multifunctionele wijkaccommodaties (13.1)
1.824
Subsidie, wijkbudgetten en personeelsinzet voor inwonersavonden, wijkcentra en ontmoetingsactiviteiten (13.2)
710
Indicatoren Oordeel betrekken burger bij totstandkoming plannen Bron: Waar staat je gemeente – tweejaarlijks 2010
2012
5,4
5,2
15
Oordeel burgers goed gemeentebestuur Bron: Waar staat je gemeente – tweejaarlijks 2010
2012
5,8
5,6
Oordeel interesse gemeente in mening burgers Bron: Waar staat je gemeente – tweejaarlijks 2010
2012
6,0
5,9
Interbestuurlijk toezicht: financiën Bron: Provincie, interbestuurlijk toezicht 2013
2014
Oranje
Oranje
Vanaf 2015 kunnen de volgende indicatoren toegevoegd worden: Doet een beroep op de buurtbewoners om zelf een bijdrage te leveren aan leefbaarheid en veiligheid Ondersteunt buurtinitiatieven op het gebied van leefbaarheid en veiligheid voldoende Afgelopen 12 maanden actief ingezet voor de leefbaarheid en veiligheid in uw buurt
16
Dienstverlening Visie en Missie Missie: Dienstverlening is bij uitstek mensenwerk. Wij bieden met onze dienstverlening optimaal toegevoegde waarde voor onze klanten. Onze klanten zijn onze inwoners, bezoekers, bedrijven, organisaties & instellingen. Onze dienstverlening is slim en adequaat georganiseerd, waarbij de leefwereld van onze klanten het uitgangspunt vormt. We maken optimaal gebruik van digitale mogelijkheden, waarbij onze klanten zélf doen, wat ze zelf kúnnen doen. Visie: Wij onderscheiden ons door daadkracht en pragmatisme. Onze producten zijn afgestemd op de behoefte van onze klanten en hun leefwereld. Wij leveren onze dienstverlening bovendien met een uitstekende service kwaliteit. Door het uitvoeren van klantregie waarborgen wij dat onze klanten de juiste producten en diensten, snel, correct en duidelijk geleverd krijgen, ook bij meervoudige en complexe klantvragen. Wij verbeteren continue en meten onze prestaties. Door de raad vastgestelde nota’s Er volgt in november2014 een door de raad vast te stellen programma dienstverlening. Doel 1: Verbeteren en innoveren van de gemeentelijke dienstverlening Activiteit
Lasten
Baten
Documenten verstrekken en diensten leveren zoals paspoorten, persoonswijzigingen, vergunningaanvragen verwerken (18.1): Opstellen en uitvoeren van het programma dienstverlening (looptijd tot en met 2017). U krijgt het programma afzonderlijk ter vaststelling aangeboden. Het optimaliseren van de verhouding tussen het effect van de dienstverlening en de kosten hiervoor, door de juiste kanaalvoorkeur (balie, telefoon, internet) hiervoor toe te passen Mensen zoveel mogelijk gebruik laten maken van het internet. Hiervoor verder ontwikkelen en uitbouwen van producten die digitaal beschikbaar zijn. Samen met partners in de stad bekijken hoe er een adequaat vangnet voor niet digitaal vaardige inwoners ontwikkeld kan worden
2.903
1.301
Doel 2: Verbeteren van klantgerichtheid Balie en telefoon bemensen voor eerste contact en beantwoording of doorverwijzing bij vragen (18.2) Verder ontwikkelen en professionaliseren van klantcommunicatie
249
Doel 3: Ervoor zorgen dat mensen in Almelo kunnen stemmen op volksvertegenwoordigers bij verschillende verkiezingen Verkiezingen organiseren op gemeentelijke, provinciaal, landelijk en Europees niveau (18.3) Indicatoren Te ontwikkelen indicatoren binnen programma dienstverlening: Klanttevredenheid op basis van structurele klantfeedback bij/na dienstverlening Percentage producten, welke is voorzien van verwachting/servicenormen
17
75
Bedrijfsvoering verzorgen Visie en missie We zorgen voor een wendbare compacte organisatie We zorgen ervoor dat onze kosten en opbrengsten transparant zijn We zorgen dat onze informatie infrastructuur deskundig en kostenbewust wordt ingericht en beheerd We zorgen voor open, eerlijke en actuele informatiestromen en voor informatiesystemen die efficiënt en effectief zijn gekoppeld We werken met een lean P&C cyclus en instrumentarium We ondersteunen de medewerkers bij het initiatieven nemen voor talentontwikkeling, het laten weten wat er in de samenleving en bij hun relaties speelt, het verantwoordelijk voelen voor resultaten en kostenbewust werken en het gebruiken van de ruimte om opdrachten succesvol af te ronden Doel 1: Raad, college en directie Activiteit
Lasten
Het stadhuis als bestuurscentrum en huis van de stad (college, raadzaal, fractiekamers en burgerzaal (22.3)
1.107
De gemeenteraad betalen (22.6)
843
Het college van B&W betalen (22.4)
1.219
De gemeenteraad ondersteunen met rekenkamercommissie en griffie (22.9)
672
Baten
Doel 2: De gemeentelijke organisatie in staat stellen om te werken We voorzien de organisatie van optimale werkplekken, schoonmaak, drukwerk, beveiliging en catering (23.1)
4.875
4.875
We voorzien de organisatie van passende en betaalbare software, hardware, telefonie en netwerk (23.2)
5.344
5.344
We zorgen dat voorzieningen zoals arbo, loopbaanontwikkeling, arbeidsvoorwaarden, salaris en rechtspositie op orde zijn (23.3)
2.087
1.884
Financiële administratie en rapportages verzorgen (23.4)
1.959
1.959
We heffen en innen op een efficiënte en transparantie manier gemeentebelastingen (met zes andere gemeenten) (23.5)
1.576
253
We hebben de Basisregistratie Adressen en Gebouwen en (de overgang naar) de Basisregistratie Grootschalige Topografie op orde en zetten de basisregistraties in om de bedrijfsvoering te ondersteunen met betere informatie (23.6)
992
46
We hebben het gemeentelijk wagenpark op orde, vooral voor stadsonderhoud (23.7)
1.030
1.030
Voorzien in een efficiënte en transparantie bedrijfsvoering en werken met SMART resultaat afspraken in de adviezen naar de organisatie en het bestuur (23.8)
536
536
18
Wat mag het kosten De beantwoording van deze vraag vindt plaats door het presenteren van een aantal tabellen. Als eerste wordt een overzicht gepresenteerd waarbij de begroting 2015 wordt afgezet tegen de begroting 2014 en de jaarrekening 2013. Hierbij wordt opgemerkt dat de cijfers voor 2015 betrekking hebben op de structurele uitgaven terwijl de realisatie 2013 en de begroting 2014 ook incidentele mutaties verantwoord zijn. Als tweede wordt een overzicht gepresenteerd met structurele baten en lasten per product. Hierdoor ontstaat meer inzicht in de baten en lasten per product. Tevens is het meerjarig verloop van het programma te zien. Dit is op basis van bestaand beleid waarbij de meerjarige bezuinigingen zijn verwerkt. Ook is de voortgang van de bezuinigingen binnen dit programma opgenomen. realisatie
begroting
begroting
2013
2014
2015
Lasten
24.748
29.586
81.986
Baten
8.067
13.689
10.120
16.681
15.897
71.867
Storting
4.435
4.505
79
Onttrekking
3.654
1.082
0
17.462
19.319
71.945
(bedragen x 1.000 euro)
Resultaat voor bestemming Mutaties reserves:
Resultaat na bestemming
Binnen dit programma zijn voorlopig de budgetten voor de decentralisatie Jeugd en AWBZ/Wmo opgenomen (onderdeel van product 653). Deze middelen worden in 2015 overgebracht naar het programma Sociale Agenda. Het betreft voor de Jeugd 24 miljoen en voor de AWBZ/Wmo 30,6 miljoen euro. De cijfers zijn inclusief de structurele mutaties zoals opgenomen in voorgaande besluitvormingsdocumenten en de mutaties zoals toegelicht in hoofdstuk 2 van deze begroting 2015. Onderverdeling in producten Product (bedragen x 1.000 euro) Bestuurskracht en bestuurscultuur B651 saldi kostenplaats B653 onvoorzien/ nog toe te rekenen B655 bestuursorgaan/regionale samenwerking B656 bestuursondersteuning Dienstverlening B650 publiekszaken Raad en griffie B657 raad en griffie B658 rekenkamer Saldo voor bestemming Mutaties reserves: Bestuurskracht en bestuurscultuur B651 saldi kostenplaats Dienstverlening B650 publiekszaken Mutaties reserves: Saldo na bestemming
Lasten 2015
Baten 2015
Saldo 2015
9.108 59.485 1.647 7.032
-8.370 -416 -1 -32
738 59.069 1.646 7.000
738 59.190 1.646 7.000
738 60.953 1.556 7.000
738 62.349 1.556 7.000
3.199
-1.301
1.898
1.798
1.798
1.798
1.413 104 81.986
0 0 -10.120
1.413 104 71.867
1.413 104 71.888
1.413 104 73.561
1.413 104 74.957
3
0
3
3
3
3
76 79
0 0
76 79
76 79
76 79
76 79
82.065
-10.120
71.945
71.967
73.640
75.036
19
Meerjarig saldo 2016 2017
2018
Structurele mutaties 2015 (al verwerkt in bovenstaande producten en zie voor verdere toelichting hoofdstuk 2 Financiële keuzes): Mutaties (bedragen x 1.000 euro) Vervallen bezuiniging wethouders Bijdrage verbonden partijen (GBT en Regio Twente) Verzekeringen totale gemeente Beveiliging publiekshal
Bedrag 2015 -160 75 -75 -60
Incidentele mutaties 2015 (nog niet verwerkt in bovenstaande producten en zie voor verdere toelichting hoofdstuk 2 Financiële keuzes): Mutaties (bedragen x 1.000 euro) Bestuursopdracht samenvoeging bedrijfsvoering Frictiekosten en bovenformatieven Verhoging ABP premie
Bedrag 2015 -100 -1.060 -600
De bovenstaande onderverdeling in producten is inclusief de volgende bezuinigingen voor de jaarschijf 2015: Bezuiniging 2015 (Bedragen x 1.000 euro)
Bedrag
Netwerkstad Twente: algemeen budget voor advies halveren (VJN 2013) Ondersteuning verminderen (VJN 2013)
80 80
Aanbestedingsresultaat nieuwbouw Stadhuis (VJN 2013)
400
Apparaatskosten krimp gemeenten (Regeerakkoord)
265
E-overheid (Meicirculaire 2014)
20
20
Hoe wordt hier in 2015 invulling aan gegeven Wordt in 2015 gerealiseerd Is meegenomen bij de organisatieontwikkeling Is gerealiseerd bij de aanbesteding Wordt meegenomen in de kadernota 2015 Wordt in 2015 gerealiseerd
3.2 Aantrekkelijke stad Economie Visie en Missie Almelo blijft een aantrekkelijke vestigingsplaats voor nieuwe bedrijven en de gevestigde bedrijven worden gekoesterd. Gemeente Almelo maakt deel uit van een keuzeproces dat mensen doorlopen op zoek naar een nieuwe woonplaats, bedrijven naar een nieuwe vestigingsplaats en toeristen en recreanten voor hun vrijetijdsbesteding. Daartoe wil de gemeente een krachtige economie bezitten die een spil is voor zowel de lokale als (sub) regionale arbeidsmarkt en zodanige hoogwaardige mogelijkheden heeft dat de stad een grote aantrekkingskracht op bedrijven en werknemers uitoefent. Een ondernemende stad derhalve. Wij willen dat primair bereiken door niet alleen nieuwe maar ook bestaande bedrijven goede ruimtelijke en flankerende voorwaarden te bieden. Ook een aantrekkelijke stad met goede voorzieningen behoort tot de essentiële voorwaarden om op economisch terrein de concurrentie aan te kunnen. Twente is één economisch gebied. Samenwerking binnen Netwerkstad Twente is onder meer van belang vanuit het oogpunt van de innovatieve maakindustrie, HTSM (high tech material and systems) en de doorontwikkeling van Almelo als logistiek centrum. Daarbij past een professioneel accountmanagement. Door de raad vastgestelde nota’s Detailhandelsstructuurvisie Almelo 2013-2018 Bouwstenen voor een kantorenvisie Netwerkstad Twente 2012 Kantorenvisie Netwerkstad Twente 2012 – aanbevelingen en beleidsafspraken Herijking visie bedrijventerrein Netwerkstad Twente 2013 Doel 1: Behoud en zo mogelijk vergroten van het aantal en soort bedrijven in Almelo in het kader van een zo groot mogelijke werkgelegenheid voor haar bewoners. Activiteit
Kosten
Het aantrekken van bedrijven en het onderhouden van relaties via accountmanagers (1.6)
231
Voor de acquisitie samenwerken in regionaal kader met het Kennispark Twente (High Tech Materials en Systems) en Port of Twente (logistiek) (1.2)
674
Via de Industrie Gebouw Maatschappij onder strikte voorwaarden bedrijven met hun huisvesting voort helpen die hiervoor geen bancaire relatie kunnen aangaan (1.4)
364
Baten
364
Doel 2: Almelo heeft als onderdeel van de Netwerkstad uitstekende primaire vestigingsvoorwaarden In regionaal verband samenwerken op het gebied van havenbeleid en -beheer (1.2) In netwerkstedelijk verband samenwerken op het gebied van bedrijventerreinen (beleid, monitoring, strategisch programmeren) (1.2) Doel 3: Almelo heeft goede secundaire vestigingsvoorwaarden Subsidie verstrekken voor stadspromotie, VVV en evenementen (1.1)
994
Samenwerken met de Regio op het gebied van recreatieve fietspaden, recreatieparken en toerisme en daartoe subsidie verstrekken (1.5)
198
Een duidelijk kader scheppen voor de ontwikkeling van detailhandel en hier gestructureerd uitvoering aan geven (1.2) Actie leegstaande winkelpanden: Eigenaren bewegen om voor leegstaande panden te komen tot andere invulling dan wel locatiewijziging.
21
Er voor zorgen dat in het stadscentrum de wekelijkse markt en de jaarlijkse kermis gehouden kunnen worden (1.3)
364
Indicatoren Aantal part- en fulltime arbeidsplaatsen Bron: BIRO (LISA) – jaarlijks met vertraging 2011
2012
2013
41.094
40.214
40.079
Aantal toeristische bezoeken Almelo Bron: NBTC/NIPO – jaarlijks 2010
2011
2012
2013
1.263.00
1.067.000
719.000
683.000
Aantal toeristische bezoekers Almelo Bron: NBTC/NIPO – jaarlijks 2010
2011
2012
2013
454.000
394.000
231.000
294.000
Aanbod kantoor-, bedrijfs- en winkelruimte Bron: Trendmonitor – jaarlijks 2011
2012
2013
2013
Kantoorruimte
41.504
42.301
45.310
50.548
Bedrijfsruimte
91.155
94.711
96.100
99.921
Winkelruimte
9.497
10.129
12.799
16.626
Tevredenheid binnenstad Bron: Panel – tweejaarlijks 2011
2013
6,3
6,1
22
335
Woonklimaat bevorderen en stedelijke ontwikkeling Visie en Missie Almelo wil een aantrekkelijke stad zijn waar het plezierig wonen, werken en leven is, Almelo wil een stad zijn waarin de bewoner zich herkent. Dat is een uitdagende opgave, het Masterplan, structuurplan en de Woonvisie zijn daartoe een belangrijke leidraad. We hoeven als gemeente die opgave niet alleen aan te gaan. Nadrukkelijk zoeken en vinden we de samenwerking met onze partners. Ook op het gebied van stedelijke ontwikkeling gaat het om de rol als regisseur en faciliteerder. Bewoners en organisaties krijgen daarin meer vrijheid en verantwoordelijkheid. De gemeente biedt haar burgers een hoogstaand en duurzaam woonmilieu. De ambitie voor wonen is: Het wonen in Almelo is van een hoog niveau, dankzij de kwaliteit van de bebouwing, de groene setting en de ligging in een fraai landschap. Er zijn allerhande voorzieningen binnen handbereik. De uitdaging die we als stad willen aangaan ten aanzien van een aantrekkelijk woonklimaat wordt verwoord in drie veranderingsopgaven van de Woonvisie: De stad sociaal-economisch in balans brengen Inzetten op duurzaamheid en De nadrukkelijke wens om de woonconsument centraal te stellen Door de raad vastgestelde nota’s Woonvisie Almelo 2020 Structuurplan (laatste herziening in 2008) Doel 1: Woonconsument centraal: Mensen meer invloed te geven op hun woonsituatie. Almelo wil zich onderscheiden als dé stad waar de woonconsument zelf kan bepalen hoe hij wil wonen en ook de ruimte heeft om die gewenste woonsituatie vorm te geven Activiteit
Kosten
Met provincie, regio en corporaties beleid en afspraken maken over wonen (4.3) Rol gemeente: regisserende en faciliterende rol - In 2014 zijn de prestatieafspraken met de woningbouwcorporaties vastgesteld. Deze worden in 2015 gemonitord - Bijdragen aan de gebiedsgerichte aanpak - Stimuleren van meer zelfbouw op uitleglocaties en meer invloed van bewoner op de nieuwe woning: minimaal 10 tot 15% van de plancapaciteit in (collectief) particulier opdrachtgeverschap
109
Baten
Doel 2: Duurzamere stad in sociaal economische balans: In te zetten op een toekomstbestendig aanbod van woningen en woonmilieus. Almelo wil zich onderscheiden als duurzame stad, schoon, veilig en toekomstbestendig. In balans door het beter binden van hogere inkomensgroepen Rol gemeente: integrale afspraken maken met de provincie in plaats van bilaterale sectorale afspraken Met provincie, regio en corporaties beleid en afspraken maken over wonen (4.3 zie hierboven) - Uitvoeren Prestatieafspraken woningbouw met de provincie 2010 t/m 2015 - Samen met de 14 gemeenten in Twente en de provincie Overijssel een Twentse Woonvisie opstellen - Voorbereiden van de prestatieafspraken met de provincie Overijssel voor 23
de periode na 2015 - Zie ook het beleidsveld Duurzaamheid en het programma Sociale Agenda Doel 3: Bevorderen evenwichtige woonruimteverdeling zowel in kwantiteit als kwaliteit Vergunningen verstrekken voor verhuur koopwoningen (leegstandswet), huisvesting vergunninghouders (huisvestingswet) Uitvoeren regeling starterslening Doel 4: Aantrekkelijke stedelijke omgeving Beleid maken voor de ruimtelijke ordening, met stedenbouwkundige visies en beeldkwaliteitsplannen (4.1) - Om de binnenstad aantrekkelijker te maken moeten er diverse functies aan de binnenstad worden gekoppeld zoals wonen, werken, cultuur, sport en recreatie - Maatschappij-transitie dient vormgegeven te worden in RO beleid; verduurzamen ruimtelijke omgeving - Opstellen van een omgevingsvisie
1.616
Bestemmingsplannen maken, planschades en nadeelcompensaties behandelen en gebiedsontwikkelaars adviseren (4.2) - Welstandsbeleid onderhouden en toepassen Beleid maken en advies geven voor het onderhoud van monumenten, archeologie en cultuurhistorie (4.4)
129
233
30
Indicatoren Waardering fysieke kwaliteit Bron: IVM – vierjaarlijks 2011
5,6
Waardering sociale cohesie Bron: IVM – vierjaarlijks 2011
6,2
Saldo buurt voor- en achteruit Bron: IVM – vierjaarlijks 2011
-5%
Woningbouwproductie percentage binnenstedelijk Bron: Basisadministratie gebouwen – jaarlijks 2012
2013
2014
Streefwaarde 2015
93%
82%
70%
Minimaal 60% Streven 70%
Aantal woningen toegevoegd aan de woningvoorraad Bron: Basisadministratie gebouwen – jaarlijks 2012
2013
2014
Streefwaarde 2015
22
73
120
170-220 woningen
24
Mobiliteit Visie en Missie Een goed bereikbare stad voor alle vervoersmodaliteiten. De stad is duurzaam veilig ingericht, zodat het aantal verkeersslachtoffers tot een minimum is teruggebracht. Er wordt gebruikt gemaakt van duurzame vormen van verkeer waardoor de leefbaarheid van de stad sterk is verbeterd. In de binnenstad is de fiets een van de belangrijkste vervoersmiddelen. Voor de grote afstanden wordt het openbaar vervoer en de auto gebruikt. Door de raad vastgestelde nota’s Gemeentelijk verkeer- en vervoerplan 2007-2015 Parkeerbeleidsplan 2013-2018 Doel 1: Parkeervoorzieningen van goede kwaliteit aanbieden Activiteit
Lasten
Baten
Op parkeren (laten) toezien en beheren, vergunningen en ontheffingen verstrekken en reclameruimte verkopen (2.1)
1.664
2.626
Kapitaal- en exploitatielasten betalen voor gedane investeringen in parkeergarages en verhuuropbrengsten (2.4)
430
73
70
145
Specifieke activiteiten voor 2015: Evaluatie van huidige parkeerbeleid, inclusief het financieel overzicht van de totale huidige baten en lasten van alle parkeerkosten Onderzoek naar de haalbaarheid van (een vorm van) gratis parkeren Verbeteren bekendheid en vindbaarheid P+R parkeren in Almelo Doel 2: De bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid in Almelo verbeteren Beleid maken voor verkeer en openbaar vervoer, verkeersvoorzieningen ontwerpen en advies geven (2.3) Infra-, educatie- en communicatieprojecten uitvoeren m.b.v. rijks- en regionale subsidies Kapitaalslasten betalen voor gedane investeringen in infrastructuur, zoals Almelo Verdiept (2.6)
163
Specifieke activiteiten voor 2015: Ontwikkelen van een nieuwe Mobiliteitsvisie Verder werken aan de vervolmaking van de Fietssnelweg F35/ F36 Doel 3: De verkeersveiligheid borgen op alle Almelose wegen, behalve rijks- en provinciale wegen Verkeers- en straatinformatie, verkeersinstallaties, zoals borden en verkeerslichten aanleggen en onderhouden (2.2)
646
4
Doel 4: Gelegenheid bieden om goederen en personen per schip aan en af te voeren ter bevordering van trimodaal vervoer en ter bevordering van recreatiemogelijkheden De Jachthaven exploiteren en bruggen bedienen (2.5)
214
Indicatoren Vervoersmiddel naar binnenstad (lopen fiets bus) Bron: Omnibuspanel – tweejaarlijks 2011
2013
62%
66%
25
81
Waardering parkeren in de stad Bron: Omnibuspanel – tweejaarlijks 2011
2013
5,9
5,8
Waardering parkeren in de buurt Bron: Omnibuspanel – tweejaarlijks 2012
6,7
26
Sport Visie en Missie Inwoners van Almelo zijn gezond en doen mee doordat iedereen in Almelo, zowel actief als passief sport kan beoefenen als vrijetijdsbesteding. Almelo wil sport bevorderen om de sociale cohesie in de stad aantrekkelijker te maken. Wij zorgen voor basisvoorwaarden en –voorzieningen, zodat organisaties en inwoners een gevarieerd en attractief activiteitenaanbod van cultuur, sport en andere vrijetijdsbesteding kunnen organiseren. We willen een gedegen sportklimaat bereiken waarin het voor iedereen mogelijk is om te sporten en waarin een grote groep Almeloërs graag sport en beweegt. Door de raad vastgestelde nota’s Sportief Almelo - Sportstimulering 2012-2016 Doel 1: Een gedegen sportklimaat, waarin het voor iedereen mogelijk is om te sporten en waarin een grote groep Almeloërs graag sport en beweegt. Dit willen we bereiken met: kwalitatief goede sportaccommodaties sterke en vitale sportverenigingen Activiteit
Kosten
Baten
Het laten realiseren van een goede sportinfrastructuur door het Sportbedrijf Almelo voor de exploitatie van sporthallen en gymzalen (5.2)
1.695
Personeel inzetten voor Sportbedrijf Almelo (5.4)
1.329
Subsidie verstrekken voor de exploitatie van het zwembad (5.3)
1.100
Buitensportcomplexen onderhouden (5.5)
207
203
Kapitaallasten betalen voor gedane investeringen in buitensport sportaccommodaties (5.1)
659
54
Subsidie verstrekken voor het binnenhalen van topsportevenementen en ontwikkeling van toptalenten (5.8)
75
Doel 2: Het aanbieden van een kwalitatief hoogwaardige topsportvoorziening en topsportevenementen om talentontwikkeling te stimuleren.
Indicatoren Percentage sporters dat minimaal 12 keer per jaar sport Bron: Fit en gezond in Overijssel – tweejaarlijks 2010
2012
78%
74%
Lidmaatschap sporters Bron: Fit en gezond in Overijssel – tweejaarlijks 2010
2012
55%
53%
Aantal topsportevenementen Bron: Sportbedrijf Almelo 2012
2014
4
4
27
Cultuur bevorderen Visie en Missie Kunst en cultuur zijn goed voor de ontwikkeling van de stad. Het helpt bij het beter positioneren van Almelo als aantrekkelijker woon- en vestigingsplaats. Door de raad vastgestelde nota’s Kadervisie Cultuur Visie op kunst in de openbare ruimte Doel 1: Het stimuleren en realiseren van een passend aanbod aan culturele activiteiten en initiatieven die bijdragen aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat. Activiteit
Lasten
Het realiseren van een passend cultureel aanbod en het exploiteren van het theater Hof 88 door de bibliotheek (6.3)
480
Het realiseren van een passend cultureel aanbod door het Theaterhotel (6.4) De besluitvorming over de verlenging van het contract met het Theaterhotel halen we naar voren en vindt uiterlijk in het tweede kwartaal 2015 plaats.
544
Kunstuitleen, aankoop en onderhoud van gemeentelijke kunst en kunst in de openbare ruimte financieren (6.9)
65
Het creëren van een toekomstbestendige bibliotheek en bibliotheekfunctie in de wijk (6.1)
2.563
Doel 2: Inrichten van de hiervoor noodzakelijke culturele infrastructuur Kapitaallasten betalen voor gedane investeringen in cultuuraccommodaties, met name Hof 88 en Naxt (6.6) Indicatoren Percentage deelname culturele activiteit Bron: Omnibuspanel – tweejaarlijks 2012
2014
12%
14%
Nog te ontwikkelen indicator: Bereik instellingen naar doelgroep
28
406
Baten
Grondzaken Grond en vastgoed beheren Activiteit Onderhanden werk hoger (baten) of lager (lasten) waarderen (3.1) Rentelasten voor geld dat is geïnvesteerd in met name grondaankopen (3.2) Wegen, bruggen, tunnels, viaducten, groen, nutsvoorzieningen en riolering aanleggen (3.3) Grond aankopen en grond verkopen voor woningen en bedrijfsruimte (3.4) Projecten voorbereiden en zorgen voor (toezicht) op de uitvoering (3.5) Slopen, milieuonderzoek doen, opruimen en werk aan de grond uitvoeren, zoals egaliseren (3.6) Bovenwijkse voorzieningen financieren via interne afdrachten, zoals rondwegen en het centrum (3.7) Speeltoestellen, tijdelijke verkeersmaatregelen, verhuiskosten en diverse andere uitgaven financieren (3.8) Grond die nodig is voor projecten maar nu nog niet gebruikt worden beheren (3.9) Bijdragen ontvangen van projectontwikkelaars voor de exploitatie (3.11) Vastgoed en grond dat tijdelijk in bezit is voor uit- of afgestelde projecten verhuren (3.13) Gemeentelijke accommodaties voor maatschappelijke functies als sport en onderwijs beheren en verhuren (3.14) Kosten betalen voor panden die de gemeente bezit maar niet nodig heeft (3.15) De grondbank exploiteren: tijdelijke opslag van grond (3.16) Onroerend goed en grond taxeren, inkopen en exploitatieovereenkomsten afsluiten (3.17)
29
Lasten 29.968 6.627 4.111
Baten 35.158 323
1.756 1.493 1.309 567 404 360 134
1.425 134
5.982
5.982
634 498
498
Wat mag het kosten De beantwoording van deze vraag vindt plaats door het presenteren van een aantal tabellen. Als eerste wordt een overzicht gepresenteerd waarbij de begroting 2015 wordt afgezet tegen de begroting 2014 en de jaarrekening 2013. Hierbij wordt opgemerkt dat de cijfers voor 2015 betrekking hebben op de structurele uitgaven terwijl de realisatie 2013 en de begroting 2014 ook incidentele mutaties verantwoord zijn. Als tweede wordt een overzicht gepresenteerd met structurele baten en lasten per product. Hierdoor ontstaat meer inzicht in de baten en lasten per product. Tevens is het meerjarig verloop van het programma zien. Dit is op basis van bestaand beleid waarbij de meerjarige bezuinigingen zijn verwerkt. Ook is de voortgang van de bezuinigingen binnen dit programma opgenomen. realisatie
begroting
begroting
2013
2014
2015
Lasten
90.874
65.363
58.432
Baten
60.612
43.455
40.826
Resultaat voor bestemming
30.262
21.908
17.605
Storting
2.665
2.968
1.324
Onttrekking
4.149
5.907
4
28.778
18.969
18.925
(bedragen x 1.000 euro)
Mutaties reserves
Resultaat na bestemming
Onderverdeling in producten Product (bedragen x 1.000 euro) Economie B611 havens en waterwegen B615 recreatieve voorzieningen B616 markten en evenementen B624 economische zaken B625 grootschalige recreatie Wonen en grondzaken B622 ruimtelijke ordening B623 monumentenzorg B630 belastingen B631 geo-informatie B632 grondzaken B633 grondbedrijf exploitatie B634 eigendom niet voor de openbare dienst B635 volkshuisvesting/stedelijke vernieuwing Verkeer en vervoer B617 verkeer en vervoer B618 parkeerbeheer Sport B641 sport Cultuur B643 creatieve en culturele vorming B644 cultuurbevordering B645 beeldende kunst Saldo voor bestemming
Lasten 2015
Baten 2015
Saldo 2015
215 673 365 2.265 198
-81 0 -335 -361 0
133 673 29 1.904 198
133 673 29 1.854 198
133 673 29 1.854 198
133 673 29 1.854 198
1.351 30 1.577 993 471 35.555 639 279
-216 0 -253 -47 -328 -36.082 0 -17
1.134 30 1.324 946 143 -528 639 262
1.134 30 1.324 946 143 -528 639 262
1.134 30 1.324 946 143 -528 639 262
1.134 30 1.324 946 143 -528 639 262
1.513 2.105
-559 -2.287
954 -182
954 -182
954 -182
954 -182
5.237
-259
4.978
4.503
4.528
4.553
4.150 604 215 58.432
0 0 0 -40.826
4.150 604 215 17.605
4.120 604 215 17.050
4.055 604 215 17.010
4.035 604 215 17.015
30
Meerjarig saldo 2016 2017
2018
Onderverdeling in producten Product (bedragen x 1.000 euro) Mutaties reserves: Economie B624 economische zaken Wonen en grondzaken B635 volkshuisvesting/stedelijke vernieuwing Verkeer en vervoer B618 parkeerbeheer B622 ruimtelijke ordening B633 grondbedrijf exploitatie Cultuur B643 creatieve en culturele vorming B644 cultuurbevordering Sport B641 sport Mutaties reserves
Lasten 2015
Baten 2015
Saldo 2015
Meerjarig saldo 2016 2017
0
-4
-4
-4
-4
-4
10
0
10
10
10
10
216 928
0 0
216 928
216 928
216 928
216 928
120 50
0 0
120 50
120 50
120 50
120 50
1.324
-4
1.319
1.319
1.319
1.319
Saldo na bestemming
59.755
-40.831
18.925
18.370
18.330
18.335
Structurele mutaties 2015 (verwerkt in bovenstaande producten en zie voor verdere toelichting hoofdstuk 2 Financiële keuzes): Mutaties (bedragen x 1.000 euro) Bijdrage regionale havenbedrijf
Bedrag 2015 17
Incidentele mutaties 2015 (nog niet verwerkt in bovenstaande producten en zie voor verdere toelichting hoofdstuk 2 Financiële keuzes): Mutaties (bedragen x 1.000 euro) Onderhoud en vervanging van civieltechnische kunstwerken Incidentele compensatie taakstelling parkeren Project recht van opstal buitensportaccommodaties Project Landelijk gebied Omgevingsvisie
Bedrag 2015 380 480 500 105 150
De bovenstaande onderverdeling in producten is inclusief de volgende bezuinigingen voor de jaarschijf 2015: Bezuiniging 2015 Bedragen x1.000 euro Geen middelen meer voor VVV-functie, integreren in bibliotheek (VJN 2013) Anders organiseren dienstverlening en acquisitie economische zaken (VJN 2013) Beheer digitale verkeersborden, stoplichten samen doen met anderen (VJN 2013) Minder onderhoud uitvoeren aan gemeentelijk vastgoed (VJN 2013) Verminderen gemeentelijke capaciteit woonbeleid (VJN 2013) Verhogen tarief bewonersparkeervergunning (VJN 2011)
Bedrag 70 55 28 100 50 20
31
Hoe wordt hier in 2015 invulling aan gegeven Dit is meegenomen in het contract met Almelo Promotie Wordt in 2015 gerealiseerd Is meegenomen bij de organisatieontwikkeling In de onderhoudsplannen is hier rekening mee gehouden Is meegenomen bij de organisatieontwikkeling Tarieven zijn aangepast
2018
Bezuiniging 2015 Bedragen x1.000 euro Tarieven verhogen buitensport accommodaties, onderhoudstaken overdragen (VJN 2011) Optimaliseren capaciteit binnensport accommodaties en afschaffen subsidie op huur gymlokalen voor sportverenigingen (VJN 2011) Gebruik sportparken optimaliseren (VJN 2011)
Bedrag 65 30
55
Opzeggen huur skybox (VJN 2012)
60
32
Hoe wordt hier in 2015 invulling aan gegeven Maakt onderdeel uit van derde fase sportbedrijf Maakt onderdeel uit van derde fase sportbedrijf Maakt onderdeel uit van derde fase sportbedrijf Wordt in 2015 geëffectueerd
3.3 Sociale agenda Werken en participatie Visie en Missie Voor mensen die arbeidspotentieel hebben zetten wij volop in op werk. Banen bij werkgevers zijn het uitgangspunt. We benaderen mensen vanuit wat ze kunnen, hun talenten en hun wensen. Mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt moeten de kans krijgen hun talenten en mogelijkheden optimaal te benutten, zodat zij op hun niveau (naar vermogen) kunnen deelnemen aan het reguliere arbeidsproces of op een andere manier participeren. We willen het beste uit mensen halen. Daarbij is het een feit dat de uitgangspositie en mogelijkheden van een ieder sterk verschilt. De focus van de investeringen ligt bij die groep mensen waarvan verwacht wordt dat zij met begeleiding (belemmeringen wegnemen, vakgerichte training, verplichte activiteiten) aan het werk komen en hiermee in ieder geval hun loonwaarde of meer kunnen verdienen. We zetten in op het zoveel mogelijk verzilveren van de loonwaarde. Als er te weinig mogelijkheden zijn bij reguliere werkgevers verwachten we dat mensen actief meedoen in de samenleving en komt maatschappelijke participatie in beeld. Voor de groep met sociaal sterken die hun baan verliezen, interveniëren wij alleen als dat strikt noodzakelijk is. Om de doelen te realiseren is partnerschap met werkgevers en ook onderwijs essentieel. De gemeente neemt het initiatief om de belangrijkste spelers uit het veld bij elkaar te brengen en na te gaan welke bijdrage vitale partners kunnen leveren om mensen weer aan het werk te krijgen. Door de raad vastgestelde nota’s Sociale agenda 2020 Beleidsplan 5 D’s: Samen mee(r) doen Doel 1: Minder mensen zonder betaald werk Activiteit
Lasten
Workshops, participatietrajecten en re-integratietrajecten voor bijstandsgerechtigden uitvoeren en inkopen (8.1 t/m 8.4)
4.834
Dienstverbanden inkopen bij Soweco voor mensen met een indicatie sociale werkvoorziening (sw) (9.1)
17.949
Subsidie verstrekken aan werkgevers voor mensen met een indicatie sociale werkvoorziening en hun begeleiding (9.2)
952
Werkplekken financieren voor Almeloërs die beschut werken bijeen ander swbedrijf dan Soweco (9.3)
416
Baten
5
Het realiseren van taal- en rekencursussen en vaardigheden voor volwassenen (volwasseneneducatie) Geld aan reserve onttrekken voor re-integratie (8.1 t/m 8.4 zie hierboven) Doel 2: De doelgroepen van de participatiewet zijn zinvol bezig Coaching, begeleiding en bemiddeling inkopen en uitvoeren voor bijstandsgerechtigden (8.1 t/m 8.4) Bijstandsgerechtigden zorg verlenen die nodig is voor het vinden van werk (7.5)
625
Subsidies verstrekken aan werkgevers om de lage productiviteit van bijstandsgerechtigden te compenseren (8.1 t/m 8.4 zie hierboven) Doel 3: De negatieve gevolgen van het leven met een laag inkomen (armoede) terugdringen door het voeren van minimabeleid Verstrekken van bijzondere bijstand aan huishoudens met een laag inkomen en specifieke uitgaven (7.3)
1.175
Vergoedingen verstrekken voor culturele en sportactiviteiten aan huishoudens met
496
33
lage inkomens (7.7) Kinderopvang vergoeden voor kinderen met een sociaal medische indicatie in gezinnen met een laag inkomen (7.9)
136
Langdurigheidstoeslagen verstrekken aan mensen die langer dan 3 jaar bijstand ontvangen (7.6)
600
Schuldregelingen opstellen, budgetten beheren en krediet verstrekken voor mensen met schulden (7.4) Doel 4: Het beroep op uitkeringen terugdringen
600
Poortwachtersfunctie/Kickstart l 5: Coaching, begeleiding en bemiddeling inkopen en uitvoeren voor bijstandsgerechtigden (8.1 t/m 8.4 zie hierboven) Handhaving: fraude met uitkeringen, jeugdhulp en WMO tegengaan, en leerplichtovertredingen tegengaan met de sociale recherche (7.8)
307
Doel 5: Uitkeringen verstrekken Uitkeringen verzorgen, administreren en eventueel geld terugvorderen (7.2)
6.064
Het verstrekken van bijstandsuitkeringen en andere uitkeringen aan oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werklozen en zelfstandigen (7.1)
39.769
Indicatoren Percentage uitkeringsgerechtigden WWB van de potentiele beroepsbevolking Bron: CBS – jaarlijks 2011
2012
2013
2014
5%
5%
5%
5%
Percentage uitkeringsgerechtigden arbeidsongeschiktheid van de potentiele beroepsbevolking Bron: CBS – jaarlijks 2011
2012
2013
2014
6%
5%
5%
4%
2011
2012
2013
2014
3%
3%
4%
5%
Uitkeringen WW Bron: CBS
Netto arbeidsparticipatie Bron: CBS – jaarlijks 2011
2012
65%
66%
Percentage niet werkende werkzoekenden (15-65 jaar) Bron: UWV – jaarlijks 2011
2012
2013
2014
7%
6%
7%
12%
34
37.731
Percentage niet werkende werkzoekenden met een laag opleidingsniveau (alleen basisonderwijs) Bron: UWV – jaarlijks 2011
2012
2013
2014
32%
31%
28%
32%
Percentage langdurig (36 maanden of meer) ingeschreven niet-werkende werkzoekenden Bron: UWV – jaarlijks 2011
2012
2013
2014
17,6%
31,5%
39,1%
31,7%
Percentage kinderen in minimahuishoudens Bron: Armoedemonitor 2011
2012
2013
11%
12%
14%
Percentage huishoudens met een minimuminkomen (105% van het sociaal minimum) Bron: CBS/RIO en Armoedemonitor – tweejaarlijks 2011
2012
14,8%
17,1%
35
Leren Visie en Missie De sociale agenda is gericht op de talentontwikkeling van alle Almeloërs. De focus van de gemeente ligt bij jeugd. Kerngedachte is dat iedereen talenten heeft en dat het effectief is om ruimte te bieden aan kinderen om veel te oefenen met vaardigheden. Door het leggen van slimme verbinding tussen de ontwikkeling van integrale kindcentra en het versterken van brede buurtschool kan een totaalconcept voor sociale stijging gericht op jongeren gerealiseerd worden. Almelo wil met scholen zich inzetten voor het optimaliseren van een doorlopende leer- zorg- en ontwikkelingslijn en het opvoeden versterken om jongeren veilig en gezond op te kunnen laten groeien. Uitgangspunten zijn eigen verantwoordelijkheid en het benutten van de sociale omgeving. Door de raad vastgestelde nota’s Sociale agenda Visie Integrale Kindcentra 2012 Doel 1: Vergroten basisvaardigheden van doelgroepkinderen en versterken van menselijk kapitaal door in te zetten op talentontwikkeling en horizonverbreding van kinderen Activiteit
Lasten
Baten
Onderwijsachterstanden beperken via financiering van brede buurtscholen, peuterspeelzalen en Voor- en Vroegschoolse educatie (10.2)
25
25
Subsidie verstrekken aan peuterspeelzalen en de kwaliteit van kinderopvang controleren (13.4)
660
Doel 2: Jongeren en volwassenen zijn voldoende gekwalificeerd voor het onderwijs en de arbeidsmarkt Taal- en rekencursussen inkopen voor laaggeletterden en inburgeraars (10.7)
394
De leerplicht controleren en voortijdig schooluitval voorkomen, incl. Regionaal meld- en coördinatiepunt (RMC) (10.6)
611
412
Openbare gezondheidszorg, zoals vaccinaties en jeugdgezondheidszorg (JGZ) financiering via Regio (12.1)
2.194
17
Beleid maken voor het bevorderen van de volksgezondheid, afspraken maken met instellingen en hierop toezien (12.6)
519
103
Subsidie verstrekken voor gezondheidsactiviteiten voor kinderen, en om depressie, roken en alcoholgebruik te beperken (12.9)
185
Doel 3: Bevorderen gezonde leefstijl jongeren
Doel 4: Bevorderen van het veilig en evenwichtig opvoeden en opgroeien van kinderen Het Centrum voor Jeugd en Gezin financieren voor het (online) beantwoorden van opvoed- en opgroeivragen (13.5)
407
Doel 5: Onderwijs faciliteren Kapitaallasten betalen voor gedane investeringen in schoolgebouwen.(10.1)
5.005
Onderhoud, nieuwbouw en exploitatie financieren van gebouwen voor primair en voortgezet onderwijs. (10.3)
1.912
Beleid maken voor individueel en groepsleerlingenvervoer, aanvragen toetsen en vervoer inkopen (10.4)
1.066
12
Beleid maken voor onderwijs en een integraal huisvestingsprogramma opstellen met schoolbesturen. (10.5)
991
70
Geld beschikbaar stellen aan scholen om de huur van sporthallen te betalen. (10.8)
400
36
Indicatoren Percentage van de 15-65 jarigen dat hoog is opgeleid HBO/WO Bron: CBS – jaarlijks 2011
2012
2013
21,7
24,0
24,3
Percentage van de 15-65 jarigen dat laag is opgeleid Bron: CBS – jaarlijks 2011
2012
2013
37,5
36,4
34,9
Percentage van de 15-65 jarigen dat middelbaar is opgeleid Bron: CBS – jaarlijks 2011
2012
2013
40,7
39,6
40,8
Percentage nieuwe voortijdig schoolverlaters Bron: DUO 2010
2011
2012
2013
4,2
4,7
4,3
2,7
Nog te ontwikkelen indicatoren: Percentage leerlingen (groep 2 en 7) in de aandachtswijken op taalniveau Percentage leerlingen (groep 2 en 7) in de aandachtswijken op rekenniveau Percentage leerlingen met een startkwalificatie Aantal ouders dat deelneemt aan een ontwikkelings en/of onderwijsprogramma voor hun kind e e EMOVO onderzoek van de GGD onder 2 en 4 klassers van voortgezet onderwijs over gezonde levensstijl De mate waarin professionals een verbetering zien in de resultaten van preventieve programma’s
37
Vrije tijd Visie en Missie Mensen, en zeker jongeren, ontwikkelen hun talenten voor een groot deel in hun vrije tijd. Een gevarieerd en attractief aanbod dat mogelijkheden biedt voor talentontwikkeling is voor sociale stijging van belang. Sociale stijging staat symbool voor ‘het beste uit de mensen en de stad halen’. Via vrijetijdsbesteding worden competenties (creativiteit, sociale intelligentie en omgaan met digitalisering) ontwikkeld en versterkt die van pas komen op de arbeidsmarkt. Ook worden normen en waarden (sociale vaardigheden) die sociale stijging ondersteunen via vrijetijdsbesteding overgedragen. Wij bieden goede uitgangspunten voor talentontwikkeling van jongeren en kwetsbare inwoners. Almelo wil een aanbod creëren dat gericht is op de jeugd. Sport en cultuur bieden kansen voor mensen om zich te ontwikkelen en om gezond te blijven. Door de raad vastgestelde nota’s Sociale agenda 2020 Doel 1: Vergroten van maatschappelijke participatie door deelname aan sport, cultuur en maatschappelijke activiteiten en stimuleren van meer deelname van meer inwoners in Almelo. De focus ligt daarbij op talentontwikkeling van jongeren en kwetsbare inwoners Activiteit
Lasten
Baten
Het realiseren van tentoonstellingen door het stadsmuseum en het faciliteren van de lokale omroep (6.8)
125
1
Het realiseren van een passend aanbod van jongerenwerk en activiteiten laten organiseren tegen jeugdoverlast- en criminaliteit (13.3)
1.150
Het laten ondersteunen (individueel) van ouderen en het laten organiseren activiteiten voor ouderen (13.7)
470
Het realiseren van een passend cultureel aanbod door de muziekschool, jongerencentrum voor talentontwikkeling Naxt en Kreatief Centrum (6.2)
1.161
Beleid maken voor cultuur (6.5)
171
Doel 2: Bevorderen van een gezonde en actieve leefstijl van mensen door deelneming aan sport, cultuur en maatschappelijke activiteiten. Het faciliteren van amateurverenigingen en het laten organiseren van cursussen voor jeugdigen en cultuureducatie op scholen (Kepa) (6.7)
131
Realiseren van sportactiviteiten op scholen en in de wijk (5.6)
166
Beleid maken voor Sport (5.7)
2
Indicatoren Participatieladder: percentage weinig contacten, sociale contacten buitenshuis Omnibuspanel – tweejaarlijks 2012
2014
14%
14%
Zie Aantrekkelijke Stad-Sport voor: Percentage deelname sport Lidmaatschap sporters Zie Aantrekkelijke Stad-Cultuur voor: Percentage deelname culturele activiteit (mogelijk in de toekomst per aandachtswijk) 38
Vangnet en ondersteuning Visie en Missie Het beste uit de mensen halen: Wij willen de kracht van mensen en het oplossend vermogen van de samenleving versterken ter vergroting van het welbevinden. Dit doen we samen met de partners in de stad. Wij zorgen voor goede algemene voorzieningen en, waar nodig, integrale toegang tot en levering van zorg en ondersteuning. Door de raad vastgestelde nota’s Sociale agenda 2020 Beleidsplan 5 D’s: Samen mee(r) doen 2014 Visie en keuzenota maatschappelijke ondersteuning Twente 2012 Visienota Jeugdhulp 2014 Doel: Meedoen in de samenleving (participatie) en verminderen van de afhankelijkheid van de overheid, vanuit het principe “zo licht als mogelijk, zo zwaar als nodig” (toename van zelfredzaamheid) Activiteit
Lasten
Baten
Maatwerkvoorzieningen Vastgelopen hulpverlening aan complexe gevallen coördineren (12.8)
408
Zorg coördineren via het CJG voor multiprobleemhuishoudens (13.9)
357
Beleid maken voor de WMO en Jeugdhulp, bezwaar en beroep behandelen en diensten inkopen (11.6)
783
Verstrekken van voorzieningen in het kader van de Jeugdwet: - AWBZ Jeugd: zorg in natura - AWBZ Jeugd: Persoonsgebonden budget - Zorgverzekeringswet jeugd - Provinciale jeugdhulp - Jeugdbescherming & reclassering - AMHK/Veilig thuis - Crisisdienst - JeugdzorgPlus - Landelijke Transitie-Arrangement Verstrekken van voorzieningen in het kader van de WMO: - Huishoudelijke hulp financieren voor mensen met een indicatie (11.1) - Vervoerspassen verstrekken aan mensen met een beperking en een indicatie voor gebruik van openbaar vervoer (11.2) - Rolstoelen en andere vervoersmiddelen financieren voor mensen met een indicatie (11.3) - Aanpassingen in- en aan woningen financieren voor mensen met een indicatie (11.5) - Persoonlijke verzorging - Begeleiding/dagbesteding - Vervoer (gekoppeld aan dagbesteding) - Kortdurend verblijf - Doventolk - Hulp op afstand Verstrekken van voorzieningen in het kader van beschermd wonen, inclusief beleid 39
7.872
1.300
1.210
175
1.000 950
en uitvoeringskosten Algemene voorzieningen Het verzorgen van algemene voorzieningen WMO: - Inloop GGZ - Clientondersteuning - Ondersteuning mantelzorg - Versterken vrijwilligerswerk Beleid maken voor het bevorderen van volksgezondheid, afspraken maken met instellingen en hierop toezien (12.6 zie hierboven) Beleid maken voor welzijn (inclusief middelen Zachte Landing) (13.6)
2.475
Subsidies Gericht subsidie verstrekken aan maatschappelijke partners ten behoeve van de geformuleerde doelen (12.2,12.3,12.4, 12.5, 12.7, 13.8, 13.10, 11.7)
3.633
Handhaving Fraude met uitkeringen, Jeugdhulp en WMO tegengaan, en leerplichtovertredingen tegengaan met de sociale recherche (7.8, staat ook vermeld bij het onderdeel werken en participatie) Indicatoren In de verantwoording richting het Rijk worden indicatoren ingedeeld in drie groepen: - Uitval of bereik - Tevredenheid - Doelrealisatie (en probleemafname) De monitoring langs deze lijnen zal de komende jaren verder worden uitgewerkt. Bereik of uitval Percentage kinderen met indicatie jeugdhulp Bron: Kinderen in tel 2011
2012
1,4
1,5
Aantal / percentage huishoudens sociale regeling per cluster 1. Aantal = huishoudens binnen cluster 2. Percentage = huishoudens dat ook gebruik maakt van regeling in ander cluster 3. Percentage = Verschil vergeleken met andere gemeenten (50.000-100.000 inwoners) Bron: Stapelingsmonitor 2011 Regelingen cluster Welzijn en Zorg
1) 6.145 2) 96% 3) +2%
Regelingen cluster Arbeidsparticipatie
1) 9.810 2) 72% 3) +6%
Regelingen cluster Onderwijs
1) 1.175 2) 83% 3) +4%
Regelingen cluster Inkomensondersteuning
1) 16.765 2) 62% 40
103
3) +8% Regelingen cluster Jeugdhulp
1) 490 2) 84% 3) +11%
Tevredenheid Nog te ontwikkelen indicator: jaarlijks onderzoeken we de klanttevredenheid onder gebruikers van voorzieningen. Doelrealisatie (en probleemafname) Score sociale steun (1=ongunstig en 10=gunstig) Bron: Omnibuspanel – tweejaarlijks 2014
6,0
Percentage personen dat gezondheid als (zeer) goed ervaart Bron: Omnibuspanel 2014
78%
Nog te ontwikkelen indicator: Menselijke maat
41
Maatregelen decentralisaties WMO en Jeugdhulp Per 1 januari 2015 heeft de gemeente de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Dit leidt tot financiële knelpunten. Voor 2015 ontstaat er een tekort van 3,6 miljoen euro. Vanaf 2016 loopt het tekort fors verder op als gevolg van de invoering van een nieuw verdeelmodel. Exacte bedragen zijn nog niet bekend, maar voorzichtige schattingen wijzen er op dat het tekort zal oplopen tot ruim 7 miljoen. Het college stelt de raad een aantal maatregelen voor om de uitvoering van deze twee decentralisaties voor 2015 binnen de budgettaire kaders te brengen. De maatregelen creëren ook financiële ruimte om toekomstige kortingen deels op te vangen. Financieel kader Omschrijving (bedragen x 1 miljoen) Budgetten Budget Wmo 2015 (exclusief middelen centrumgemeente) Budget Jeugdhulp Totale budgetten Zorgkosten Zorgkosten Wmo 2015 Zorgkosten Jeugdhulp Totale zorgkosten Saldo budgetten – zorgkosten Af Af
Uitvoeringskosten Wmo & Jeugdhulp Hogere zorgkosten (woonplaatsbeginsel en septembercirculaire 2014)
Saldo
Raming 2015 15,6 24,0 39,6 - 17,7 - 21,8 - 39,5 0,1 2,2 1,5 - 3,6
Aannames Van zowel de inkomsten als de kosten voor de Wmo en Jeugdhulp zijn nog geen volledige en betrouwbare gegevens beschikbaar, dus moet een aantal aannames worden gedaan die een zo goed mogelijk inzicht geven voor 2015: budget is gebaseerd op het bedrag zoals opgenomen in de Meicirculaire 2014; op de Wmo voorzieningen is een korting van 19% toegepast op de berekende tarieven; op de Jeugdwetvoorzieningen is een korting toegepast van 10% op de berekende tarieven voor de voorzieningen die toegekend zijn in natura met uitzondering van de voorzieningen in het gedwongen kader (jeugdreclassering en JeugdzorgPlus); de tarieven voor de voorzieningen in het gedwongen kader zijn nog onderwerp van discussie en daarom is vooralsnog geen korting toegepast op deze voorzieningen; voor de geraamde uitgaven is gebruik gemaakt van een berekeningsmodel dat in Samen14 verband is ontwikkeld; inkomsten en uitgaven inzake de rol als centrumgemeente voor beschermd wonen zijn buiten beschouwing gelaten; mogelijke prijscompensatie 2014 is niet in deze businesscase meegenomen. Maatregelen Het College stelt maatregelen voor om de uitvoering van de Wmo en Jeugdhulp binnen de nu bekende budgettaire kaders te brengen. De zes maatregelen worden kort toegelicht, gevolgd door een schema waar de financiële effecten in beeld worden gebracht. Het doorvoeren van de maatregelen maakt een budget-neutrale uitvoering in 2015 mogelijk.
42
Maatregel 1: Onafhankelijke cliëntondersteuning De Wmo verplicht gemeenten om onafhankelijke cliëntondersteuning te bieden in die situaties dat een cliënt niet kan terugvallen op ondersteuning in het eigen sociale netwerk. Dit wordt nu geregeld door beroepskrachten van de Stichting MEE. Voorgesteld wordt om deze functie deels via de wijkteams te organiseren en deels via vrijwilligers onder de verantwoordelijkheid van Almelo Sociaal (Wmo raad en Kliënten Raad Almelo (KRA) ). Deze organisaties hebben aangegeven een dergelijke rol te willen vervullen. Maatregel 2: Geen compensatie vanuit de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) en Compensatie Eigen Risico (CER). In de afgelopen jaren werden chronisch zieken en gehandicapten gecompenseerd voor zorgkosten, daarvoor bestonden de Wtcg en CER. Beide wetten zijn afgeschaft, omdat het Rijk constateerde dat middelen ongericht werden toegekend. Het budget van het Rijk wordt na een flinke korting overgeheveld naar het Gemeentefonds. In totaal ontvangt Almelo vanaf 2016 1,4 miljoen euro van de 3,8 miljoen euro die het Rijk tot dit jaar toekende. Het budget wordt bij overheveling niet geoormerkt en er is geen wettelijke verplichting voor gemeenten om een compensatie in te stellen. Indien de gemeente Almelo geen compensatie voor haar inwoners regelt, kan dit geld aan een ander doel besteed worden. Voorgesteld wordt om deze regelingen af te schaffen. De bijzondere bijstand geldt dan voor inwoners die financieel in de problemen komen. Maatregel 3: Middelen voor ondersteuning mantelzorgers Voor het mantelzorgcompliment is voor de gemeente Almelo een bedrag van 500.000 euro extra beschikbaar, uitgaande van de opbouw van het Wmo budget. Dit bedrag hoeft niet verplicht te worden aangewend voor het feitelijk ondersteunen van mantelzorgers. Momenteel is binnen de begroting een bedrag van 186.000 euro beschikbaar. Gelet op het toenemende belang van mantelzorgers als het gaat om terugdringen van zorgkosten wordt voorgesteld dit bedrag op te hogen naar 250.000 euro. Op deze wijze wordt een bedrag van 250.000 euro vrijgespeeld. Maatregel 4: Korting persoonsgebonden budgetten (PGB) Voorgesteld wordt een generieke korting van 10% toe te passen op de PGB-tarieven. Maatregel 5: Doelgroepgerichte functies integreren in sociale wijkteams Binnen het huidige zorgstelsel is sprake van verschillende doelgroepgerichte functies. Met de oprichting van sociale wijkteams wordt versnippering in de zorg aangepakt. Door middel van een nieuw systeem wordt een groot deel van de budgetten opnieuw verdeeld aan de hand van de maatschappelijke behoefte, waardoor mogelijke overlap in activiteiten en overhead worden gereduceerd. Ten aanzien van schoolgericht maatschappelijk werk, nu ondergebracht bij Scoop, lijkt hier voor 2015 sprake te zijn van een quick-win. Scholen zijn een belangrijke vindplaats voor kinderen en jongeren die Jeugdhulp nodig hebben. Vandaar het voornemen de functie schoolgericht maatschappelijk werk op te nemen binnen de sociale wijkteams. Vanaf 2016 worden de volgende aanvullende maatregelen voorgesteld: LOES loket. De functie van het Loes Info Centrum kan worden overgeheveld naar de wijkteams. Hiermee wordt een verbinding gelegd tussen het preventief jeugdbeleid en zwaardere jeugdhulp. Maatschappelijk werk. Op termijn past de functie van maatschappelijk werk binnen de sociale wijkteams. Voorgesteld wordt hiervoor in 2015 een voorstel in te wachten waarbij wordt uitgegaan van een efficiencykorting van 30% per 2016. Ouderenadvies. Scoop biedt cliëntondersteuning aan ouderen. Ook hiervoor geldt dat deze functie op termijn past binnen de sociale wijkteams en dat hier efficiencyvoordelen te behalen zijn. Voorgesteld wordt hiervoor in 2015 een voorstel in te wachten waarbij wordt uitgegaan van een efficiencykorting van 30% per 2016.
43
Maatregel 6: Hulp in het huishouden Voor aanbesteding van de huishoudelijke hulp (HH) is gekozen voor resultaatgericht aanbesteden. Belangrijke opdracht is om de rijksbezuiniging op de HH (effectief 32%) te realiseren. Voor het basistarief HH zijn twee varianten mogelijk: Variant 1 Er wordt niet langer geïndiceerd in uren maar de thuiszorgaanbieders krijgen een vast bedrag per cliënt (of het basistarief of het basistarief + pluspakkettarief ). De thuiszorgaanbieders bepalen in samenspraak met de cliënt hoe het resultaat wordt bereikt. Een bedrag van 175 euro per cliënt, per 4 weken, inclusief wassen en strijken Kosten voor de HH bedragen 7,1 miljoen euro. Inkomsten bedragen 8,1 miljoen euro. Overschot is dan 1 miljoen euro. Variant 2 In variant 2 is door het weglaten van wassen en strijken sprake van meer risico omdat voor het wegvallen een algemene voorziening moeten worden gecreëerd voor wassen en strijken. Een bedrag van 165 euro per cliënt, per 4 weken, exclusief wassen en strijken. Kosten voor HH bedragen 6,7 miljoen euro. Inkomsten bedragen 8,1 miljoen euro. Overschot is dan 1,4 miljoen euro. Het College kiest voor 2015 voor variant 1. In 2015 kan onderzocht worden of een aparte voorziening voor wassen en strijken goedkoper kan worden gerealiseerd, zodat per 2016 een extra besparing kan worden gerealiseerd. Financieel effect Maatregel (bedragen x 1.000) 1.Onafhankelijke cliëntondersteuning 2.Niet compenseren van chronisch zieken en gehandicapten 3.Deel reservering aanwenden voor ondersteuning en waardering mantelzorgers 4. Her-indiceren PGB-ers met 10% korting 5. Integreren schoolgericht maatschappelijk werk in sociaal wijkteam - Integreren LOES in sociaal wijkteam - Integreren maatschappelijk werk in sociaal wijkteam - Integreren ouderenadvies in sociaal wijkteam 6. Herziening hulp in het huishouden: variant 2 Totaal Tekort Saldo
44
2015 1.000 1.137 250
2016 1.000 1.301 250
2017 1.000 1.311 250
2018 1.000 1.311 250
100 243
750 243
750 243
750 243
PM PM PM 850 3.580 - 3.600 - 20
100 218 80 575 4.517 PM PM
100 218 80 575 4.527 PM PM
100 218 80 575 4.527 PM PM
Wat mag het kosten De beantwoording van deze vraag vindt plaats door het presenteren van een aantal tabellen. Als eerste wordt een overzicht gepresenteerd waarbij de begroting 2015 wordt afgezet tegen de begroting 2014 en de jaarrekening 2013. Hierbij wordt opgemerkt dat de cijfers voor 2015 betrekking hebben op de structurele uitgaven terwijl de realisatie 2013 en de begroting 2014 ook incidentele mutaties verantwoord zijn. Als tweede wordt een overzicht gepresenteerd met structurele baten en lasten per product. Hierdoor ontstaat meer inzicht in de baten en lasten per product. Tevens is het meerjarig verloop van het programma zien. Dit is op basis van bestaand beleid waarbij de meerjarige bezuinigingen zijn verwerkt. Ook is de voortgang van de bezuinigingen binnen dit programma opgenomen. Realisatie
Begroting
Begroting
2013
2014
2015
Lasten
107.356
130.517
109.531
Baten
63.904
75.976
40.326
Resultaat voor bestemming
43.452
54.541
69.204
Storting
5.005
4.217
22
Onttrekking
2.221
4.998
5
46.236
53.760
69.221
(bedragen x 1.000 euro)
Mutaties reserves:
Resultaat na bestemming Onderverdeling in producten Product (bedragen x 1.000 euro)
Werken en participatie B628 werkgelegenheid B629 sociale werkvoorziening B640 educatie Leren B638 lokaal onderwijsbeleid B649 welzijn Vrije tijd B646 mediabeleid Vangnet en ondersteuning B626 sociale uitkeringsvoorzieningen B642 Wmo, individuele voorzieningen B648 volksgezondheid Saldo voor bestemming Mutaties reserves: Werken en participatie B629 sociale werkvoorziening Vangnet en ondersteuning B626 sociale uitkeringsvoorzieningen Mutaties reserves Saldo na bestemming
Lasten 2015
Baten 2015
Saldo 2015
4.834 19.319 394
0 0 -276
4.834 19.319 118
4.834 19.137 118
4.834 17.891 118
4.834 17.891 118
10.012 6.403
-519 -103
9.492 6.300
9.913 6.650
10.334 6.650
10.755 6.650
45
-2
43
43
43
43
49.752 12.096 6.676 109.531
-37.732 -1.575 -120 -40.326
12.020 10.521 6.555 69.204
12.020 10.211 6.555 69.483
12.020 10.088 6.555 68.535
12.020 10.088 6.555 68.956
0
-5
-5
-5
-5
-5
22 22
0 -5
22 17
22 17
22 17
22 17
109.553
-40.332
69.221
69.500
68.552
68.973
45
Meerjarig saldo 2016 2017
2018
De budgetten voor de decentralisatie Jeugd en AWBZ/Wmo staan nog gereserveerd bij het programma bestuurskracht en bestuurscultuur. Deze worden in 2015 overgebracht naar dit programma. Het gaat hierbij om 24,0 miljoen euro voor Jeugd en 30,6 miljoen voor de AWBZ/Wmo. Structurele mutaties 2015 (al verwerkt in bovenstaande producten en zie voor verdere toelichting hoofdstuk 2 Financiële keuzes): Mutaties (bedragen x 1.000 euro) Voordeel leerlingenvervoer Extra kosten verzekeren schoolgebouwen Extra uitvoeringskosten WWB
Bedrag 2015 400 40 600
Incidentele mutaties 2015 (nog niet verwerkt in bovenstaande producten en zie voor verdere toelichting hoofdstuk 2 Financiële keuzes): Mutaties (bedragen x 1.000 euro) Extra kosten Bijstand
Bedrag 2015 900
De bovenstaande onderverdeling in producten is inclusief de volgende bezuinigingen voor de jaarschijf 2015: Bezuiniging 2015 (bedragen x 1.000 euro)
Bedrag
Individuele voorzieningen omzetten naar collectieve voorzieningen (VJN 2013) Herziening hulp in de huishouding (Begroting 2014)
200 850
Korting Macrobudget (Regeerakkoord)
1.620
Onafhankelijke cliëntondersteuning
1.000
Niet compenseren chronisch zieken en gehandicapten
1.137
Ondersteuning mantelzorgers
250
Herindiceren PGB-ers
100
Integreren schoolgericht maatschappelijk werk
243
Algemene verslavingszorg ten laste brengen van de rijksuitkering (VJN 2013) Taakstelling bibliotheek (VJN 2012)
100 40
Taakstelling E-boeken (meicirculaire 2014)
34
Bezuiniging als gevolg van afschaffen wettelijke verplichte maatschappelijke stages (Regeerakkoord) Verplicht hergebruik hulpmiddelen (Regeerakkoord)
115 70
46
Hoe wordt hier in 2015 invulling aan gegeven Door de inkoop van maatwerkvoorzieningen is de bezuinigingsopgave gerealiseerd Is gerealiseerd in de conceptbegroting Is gerealiseerd in de conceptbegroting Is gerealiseerd in de conceptbegroting Is gerealiseerd in de conceptbegroting Is gerealiseerd in de conceptbegroting Is gerealiseerd in de conceptbegroting Wordt meegenomen in gesprekken met de bibliotheek Is gerealiseerd in de conceptbegroting Is gerealiseerd in de conceptbegroting
3.4 Leefbaarheid en veiligheid Openbare ruimte Visie en Missie Zorg voor de openbare ruimte en een adequaat beheer hiervan is een gemeentelijke verantwoordelijkheid met waar mogelijk een participerende burger. Ook hier geldt: meer samenleving en minder overheid. Inwoners krijgen zelf mee inspraak met bijbehorende verantwoordelijkheid/budget. Het beheer van de openbare ruimte richt zich primair op het creëren en instandhouden van een leefbare en veilige omgeving voor de gebruikers. Standaardisatie waar het kan: de gemeente concentreert zich op het realiseren van een gestandaardiseerde beheerkwaliteit van de openbare ruimte waarbij als minimumeis geldt dat effectief en efficiënt onderhoud mogelijk is en de functionaliteit van voorzieningen niet in gevaar komt. Participatie is vanzelfsprekend: binnen het beheer is ruimte voor participatie van bewoners, gebruikers, bedrijven en andere belanghebbenden. Kwaliteit ontstaat door samenspel: de inrichtings-, gebruiks-, en onderhoudskwaliteit van de openbare ruimte is optimaal op elkaar afgestemd. Balans tussen wensen en eisen: klantgericht werken is in goed evenwicht met planmatig werken. In IBOR (integraal beheer van de openbare ruimte) wordt aan de hand van beeldkwaliteiten aangegeven welk onderhoudsniveau van de openbare ruimte we waar willen. Als onderdeel van IBOR wordt uitgewerkt hoe kan worden omgegaan met bewonersbetrokkenheid. In het belang van de volksgezondheid heeft Almelo een gezond en duurzaam watersysteem. Dit watersysteem voorkomt zoveel mogelijk de emissies naar de omgeving, voorkomt zoveel mogelijk wateroverlast als gevolg van klimaatverandering, beperkt overlast van grondwater en streeft naar een volledige scheiding van schone en verontreinigde waterstromen. Hiertoe zorgen we voor een duurzame inzameling en verwerking van afvalwater, hemelwater en overtollig grondwater en een duurzaam beheer van het gemeentelijk rioolstelsel. Door de raad vastgestelde nota’s Nota Speelruimtebeleid 2008-2018 Bomenbeleidsplan 2008 Nota Schone Stad 2008 Nota hondenbeleid 2009 Beleidsnota gladheidsbestrijding 2011 Bomenverordening 2011 Verbreed gemeentelijke rioleringsplan 2011-2015 Doel 1: Het schoon, heel en veilig houden van het openbare groen Activiteit Kosten Baten Bomen, struiken en gras beheren in parken en plantsoenen (15.1) 5.526 35 In 2015 wordt het IBOR-bestek voor verzorgingsonderhoud ingevoerd Gemeentelijke speelvoorzieningen beheren en veilig houden (15.6) 365 Doel 2: Het aanbieden van ruimte aan alle gezindten te begraven of urnen bij te zetten en om te gedenken De gemeentelijke begraafplaats beheren en exploiteren (15.5) 738 400 Doel 3: Het schoon, heel en veilig houden van de wegen en kunstwerken Gemeentelijke wegen technisch beheren (15.2) 4.464 458
47
-
Projecten voor wegenonderhoud worden bepaald via het IGOP-proces (integraal groot onderhoudsprogramma) Wegen schoon houden en gladheid bestrijden (15.3) In 2015 wordt het IBOR-bestek voor verzorgingsonderhoud ingevoerd Bruggen, tunnels en viaducten (kunstwerken) beheren (15.7) Raadsprogramma: Rapportage uitkomsten van het onderzoek naar de onderhoudstoestand van civieltechnische kunstwerken (kades, tunnels) De inrichting van de openbare ruimte beheren, zoals paaltjes, bankjes, prullenbakken en lantaarns (15.4) Doel 4: Het watersysteem technisch instandhouden en verbeteren De riolering en gemalen onderhouden en vervangen (16.1) Projecten voor rioolvervanging worden bepaald via het IGOP-proces (integraal groot onderhoudsprogramma) De gemeentelijke sloten en vijvers uitbaggeren (16.8) Het rioolstelsel reinigen en inspecteren (16.3) Het grondwaterpeil onderzoeken (16.7) De grondwaterproblematiek wordt in kaart gebracht en in grondwateraandachtsgebieden worden maatregelen genomen om de grondwaterstanden te verlagen Doel 5: Minder aanvoer van water vanaf percelen Ca. 3 ha per jaar afkoppelen, o.a. door het verstrekken van bijdragen voor het afkoppelen van regenwater en het stimuleren van groene daken (16.6) In 2015 is voor bijdragen beschikbaar: o 100.000 euro voor afkoppelprojecten o 50.000 euro voor afkoppelen bij wegenprojecten o 25.000 euro voor de bijdrageregeling groene daken Doel 6: Goed rioolbeheer Beleid maken voor riool en water en de uitvoering van werken aan het riool begeleiden (16.5) In 2015 wordt een nieuw verbreed gemeentelijk rioleringsplan opgesteld voor de periode 2016-2020 Via het Twents Waternet worden maatregelen bedacht om de kosten voor rioolbeheer te beperken en zo de stijging van de rioolheffing af te vlakken Versterken van het beheer en onderhoud van de riolering Het wegwerken van de achterstand in het onderhoud van de kolken Doel 7: Financieel beheer Kapitaallasten betalen voor gedane investeringen, zoals de Nijreessingel, en geld onttrekken aan de reserve (15.8) Uitvoeringsprogramma: Als er nieuw areaal of nieuwe projecten worden gerealiseerd die vragen om onderhoud dan worden de jaarlijkse beheer en onderhoudskosten in de financiering van die projecten meegenomen Kapitaallasten betalen voor gedane investeringen in de riolering (16.2) Berekende btw betalen over de uitgaven voor onderhoud van het riool (16.4) Rioolheffing ontvangen en incidenteel geld uit de gemeentereserve halen (tariefegalisatie reserve riolering) (16.9)
48
1.811
228
896
915
2.353
311 1.310 72
102
938
484
1.402 842 467
7.801
Indicatoren Oordeel burgers voorzieningen (0=ongunstig en 10=gunstig) (vanaf 2015 tevredenheid voorzieningen) Bron: Waar staat je gemeente – tweejaarlijks 2010
2012
7,0
7,0
Samenwerking (betrekken, interesse in burgers, inspraakmogelijkheden) (0=ongunstig en 10=gunstig) Bron: Waar staat je gemeente – tweejaarlijks 2010
2012
5,7
5,6
Score fysiek verloedering buurt (0=gunstig en 10=ongunstig) Bron: IVM – vierjaarlijks (vanaf 2015 waar staat je gemeente – tweejaarlijks) 2011
3,0
Percentage tevreden onderhoud van perken Bron: IVM – vierjaarlijks 2011
60%
49
Duurzaamheid Visie en Missie Almelo wil een duurzame stad zijn voor haar inwoners en werkenden in de stad, een stad die aan onze huidige behoeften voldoet zonder de behoeften van toekomstige generaties hier of elders te beperken. Het gaat naast het duurzaam verbeteren van de milieu- en leefkwaliteit ook om het waarborgen van economische, maatschappelijke en sociale belangen. Duurzame ontwikkeling is geen eindstation maar een doorlopend maatschappelijk integraal proces. De gemeente Almelo neemt hierin haar verantwoordelijkheid maar is voor het bereiken van een optimaal duurzaam resultaat mede afhankelijk van externe partners en initiatiefnemers. De gemeente Almelo stelt zich ten doel de randvoorwaarden en kaders voor een duurzame stedelijke ontwikkeling te scheppen en daartoe zelf initiatieven te ontwikkelen en tegelijkertijd de particuliere sector te stimuleren om initiatieven te ontwikkelen. De gemeente Almelo investeert in duurzaamheid (ook in particuliere initiatieven) en geeft zelf het goede voorbeeld. Door de raad vastgestelde nota’s (link naar) Duurzaamheidsplan 2013-2016 Doel 1: Almelo wil een duurzame stad zijn door duurzaamheidsbeleid (verder) te ontwikkelen en uit te voeren en duurzame initiatieven van derden te stimuleren en te ondersteunen Activiteiten Kosten Baten Beleid maken voor en adviezen opstellen over ruimtelijke ordening, stedelijke 1.300 115 ontwikkeling, milieu en duurzaamheid (17.1) Uitvoering 2015: Beleid ontwikkelen zonebeheer geluid Evaluatie van het geluidbeleid Stadslandbouw en tijdelijke natuur bevorderen Ondersteuning en begeleiding van het initiatief Natuurhus, continuering van natuur- en milieueducatie Klimaatbeleid ontwikkelen Doorlopende taken: Beleid ontwikkelen voor gebiedsgericht grondwaterbeheer Regie op het gebruik van bodemenergie (wettelijke taak sinds 1-7-2013 voor gesloten systemen) Versterking communicatie m.b.t. risico’s en calamiteiten CO2-reductie door voorkoming van afval en efficiënte inzameling en hergebruik van afval Doel 2: De leefomgeving gezond en schoon houden Afval inzamelen: Afval is grondstof en toepassing Cradle to Cradleprincipe Het ophalen van restafval inkopen (20.1) 3.577 Ophalen en verwerken van de diverse afvalcomponenten en de reiniging van 1.548 469 ondergrondse containers (20.2) Het onderhoud en de reiniging van de ondergrondse containers inkopen (20.8) 430 Twente Milieu en Twence aansturen uit hoofde van de positie als mede-eigenaar 363 (20.9) Kapitaallasten betalen voor gedane investeringen in containers en een 505 containermanagementsysteem (20.7) 50
Kwijtschelding van belasting toekennen aan bewoners (20.4) Berekende BTW betalen over de uitgaven voor het inzamelen van afval (20.3) Het afvalbrengpunt financieren (20.5) Het ophalen van grofvuil inkopen (20.6) Afvalstoffenheffing ontvangen en incidenteel geld uit de gemeentereserve halen (20.10) Uitvoering 2015: Vervanging blokcontainers door ondergrondse containers met controletoegang Voorstel om het afvalinzamelsysteem te wijzigen Doel 3: Het milieu verbeteren Onderzoeken voor bodem- en grondwaterkwaliteit initiëren, beoordelen, vastleggen en ontsluiten (17.2) Grondsanering laten uitvoeren en de vergunningen hiervoor verstrekken (17.3) De normen voor geluid en trillingen handhaven en overlast verhelpen (17.4) Grote veiligheidsrisico’s met industrie en transport in kaart brengen en oplossingen aandragen (17.5) Uitvoering 2015: Saneren van de resterende A-lijst woningen (ivm geluidoverlast) Actualiseren van de verkeersmilieukaart Actualiseren vergunningen LPG-tankstations Verduurzaming openbare verlichting Afkoppelen hemelwaterafvoeren Stimulering en ondersteuning van duurzame initiatieven, zoals koudewinning Leemslagenplas, zonnepark Noordflank, energieloket, elektrisch rijden Doorlopende taken: Uitvoering geven aan de EU-richtlijn Omgevingslawaai Energiebesparing en energiemanagement gemeentelijk vastgoed Aanpassing bestemmingsplannen v.w.b. externe veiligheid (BEVI)
916 1.343 647 160 190
150 4 8.579
318
9 59
Indicatoren Totale CO2-uitstoot (ton) per inwoner per jaar (bebouwde omgeving, mobiliteit, industrie en energie, landbouw) Bron: Klimaatmonitor – jaarlijks 2010
2011
2012
7,7
7,5
7,8
Kilogram restafval per inwoner per jaar Bron: Twente Milieu – jaarlijks 2010
2011
2012
2013
258
248
238
233
Gemeentelijk duurzaamheidsindex Bron: GDI – jaarlijks 2014
3,9 (Nederlands gemiddelde is 5,0)
51
Omgevingsvergunning, toezicht en handhaving Visie en Missie Vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) is een wettelijke taak van de gemeente en wordt ingezet om de fysieke leefomgeving veilig, gezond, aantrekkelijk en duurzaam te houden. Hiervoor worden regels met normen opgesteld, zoals geluidsnormen in een vergunning. Vergunningverlening, toezicht en handhaving zijn middelen om erop toe te zien dat betrokkenen zich aan deze regels houden. Bij de uitvoering van VTH ligt de focus op risico’s. Hierbij gaat het niet alleen om veiligheidsrisico’s voor mensen die wonen en leven in de fysieke leefomgeving, maar ook om gezondheidsrisico’s en risico’s voor het milieu. Bij de uitvoering wordt professioneel gehandeld, samengewerkt met ketenpartners en worden verantwoordelijkheden gelegd waar deze horen. Door de raad vastgestelde nota’s Visie vergunningverlening, toezicht en handhaving 2012-2015 Doel: VTH wordt ingezet om ervoor te zorgen dat op basis van het omgevingsrecht normen worden vastgesteld en nageleefd Activiteiten Kosten Baten Informatie verstrekken, behandelen vergunningaanvragen en meldingen op basis 1.805 1.795 van onder andere het VTH programma Wabo 2015 en daarnaast het innen van leges (14.1) Toezicht houden op de fysieke leefomgeving op basis van het VTH programma 1.155 Wabo 2015 (14.2) Kwaliteit van vergunningverlening, toezicht en handhaving waarborgen (14.3) Indicatoren Jaarlijks ontvangt de raad het VTH jaarverslag waarin het college verantwoording aflegt over de uitvoering van het VTH programma. Uitvoering takenpakket Wabo conform kwaliteitscriteria 2.1 (dit zijn landelijke criteria die worden gesteld aan de kwaliteit van de organisatie en de medewerkers) Bron: Kwaliteitscriteria 2.1 – (toekomstige) wet VTH 2014
Streefwaarde 2015
Voldoet nog niet
Voldoet
Interbestuurlijk toezicht provincie : oordeel over beleidscyclus van de wabo Bron: VTH programma en jaarverslag 2013
2014
Groen
Groen
Oordeel helderheid verordeningen en regels * (0=ongunstig en 10= gunstig) Bron: Waar staat je gemeente – tweejaarlijks 2010
2012
5,8
5,9
* Het gaat hier om alle regels en verordeningen niet alleen de omgevingsvergunning. Indicator is dus ook van toepassing op de APV (zie ook het onderdeel openbare orde en veiligheid).
52
Oordeel handhaving regels* (0=ongunstig en 10= gunstig) Bron: Waar staat je gemeente – tweejaarlijks 2010
2012
5,6
5,7
* Het gaat hier om alle regels en verordeningen niet alleen de omgevingsvergunning. Indicator is dus ook van toepassing op de APV (zie ook het onderdeel openbare orde en veiligheid). Nog te ontwikkelen indicator vanaf 2015 (Waar staat je gemeente): Vertrouwen VTH (doet wat ze zegt, toezicht naleven regels, flexibele opstelling indien nodig)
53
Openbare orde en veiligheid Visie en Missie Het zorgdragen voor veiligheid van de Almelose samenleving en het zorgdragen voor hulpverlening aan deze samenleving. Het handhaven van de openbare orde en op basis daarvan het ordelijk verloop van het maatschappelijk leven. Almelo moet de veiligste stad van Twente zijn en dat moet niet alleen terug te vinden zijn in de cijfers maar ook in de beleving van de inwoners. Almelo staat op veilig! Door de raad vastgestelde nota’s Almelo staat op Veilig - Beleidsplan Integrale Veiligheid 2014-2017 Preventie- en handhavingsprogramma drank – en horecawet (wordt dit jaar nog vastgesteld) Doel 1: Het borgen van openbare orde, leefbaarheid en veiligheid en crisisbeheersing Activiteit
Kosten
De burgemeester ondersteunen bij wettelijke taken rond openbare orde en integrale veiligheid (19.2) Bij de uitvoering van plannen van aanpak op het terrein van de leefbaarheid en veiligheid in de woonomgeving verwachten wij inbreng van bewoners en gebruiken wij participatiemiddelen, zoals buurtpreventie en wijkfunctionarissenoverleg Ook maatschappelijke organisaties, scholen en bedrijven worden mede verantwoordelijk gemaakt voor veiligheid Veiligheidskosten – met uitzondering de inzet van politie – worden doorberekend aan de organisatoren van evenementen, waaronder ook het evenement voetbal De voetbalwet (wet overlast en voetbalgeweld) wordt gewijzigd en biedt mogelijkheden om ook first offenders hard aan te pakken Er komt een adequate aanpak van ernstige overlast door personen in de woonomgeving, high impact crimes (zoals woninginbraken) en maatschappelijke ondermijning De aanpak van zware criminaliteit wordt voortgezet en daar waar nodig geïntensiveerd door een complementaire en wederkerige samenwerking met de organisaties die een rol hebben in het veiligheidsdomein Almelo gaat de strijd aan met ernstige geweldsincidenten in het uitgaansleven. Gemeente en politie treden preventief op als uit de gegevens patronen van geweld kunnen worden gekoppeld aan plaats (hot spots) en tijd (hot times). Door gericht toezicht, aanpassingen in de openbare ruimte zoals meer verlichting, eventueel cameratoezicht tijdens de stapavonden en in overleg met ondernemers moet het aantal geweldsincidenten dalen
391
Beleid maken, vergunningen verstrekken en handhaven rondom horeca, uitgaan en evenementen (19.3) De APV wordt gewijzigd om op grond van de exploitatievergunning deelname aan het KVU (Keurmerk Veilig Ondernemen) af te dwingen
332
Toezicht en handhaving in de openbare ruimte inkopen bij Stadstoezicht (19.4) Stadstoezicht wordt geconcentreerd in risicogebieden en risicosituaties en wordt gericht ingezet voor controle op naleving van de drank- en horecawet Er wordt slimmer toezicht gehouden en gehandhaafd. Dit met als doel om de beschikbare capaciteit in te kunnen zetten op die plekken (of voor die doelgroepen) waar de risico’s het grootst zijn.
445
54
Baten
Acute veiligheidsmaatregelen opleggen en uitvoeren tegen individuen en crisisbeheersing bij rampen (19.6)
192
Doel 2: Adequate brandweerzorg De brandweer financieren (samen met dertien andere gemeenten) (19.1) De brandweer zal zich meer moeten gaan toeleggen op de wettelijke taken. De uitruk efficiënter inrichten en organiseren en het aantal loze, ongewenste meldingen moet worden teruggebracht. Onnodige meldingen zijn ook onnodige kosten.
4.535
Doel 3: Adequate opvang in het openbaar aangetroffen zwerfdieren. Noodopvang van dieren en de destructie van dode dieren financieren (19.5) De kosten van opvang van zwerfdieren worden alleen vergoed op basis van de wettelijke taken van de gemeente. Indicatoren Geregistreerde criminaliteit (per 1000 inwoners) Bron: CBS – jaarlijks 2011
2012
2013
66,7
71,7
72,3
Opgehelderde misdrijven (percentage van totaal geregistreerde misdrijven) Bron: CBS – jaarlijks 2011
2012
2013
29%
28%
26%
Voelt zich vaak onveilig in de buurt (vanaf 2015 veiligheidsgevoelens in de buurt) Bron: Waar staat je gemeente – tweejaarlijks 2010
2012
2,9
1,8
55
61
41
Wat mag het kosten De beantwoording van deze vraag vindt plaats door het presenteren van een aantal tabellen. Als eerste wordt een overzicht gepresenteerd waarbij de begroting 2015 wordt afgezet tegen de begroting 2014 en de jaarrekening 2013. Hierbij wordt opgemerkt dat de cijfers voor 2015 betrekking hebben op de structurele uitgaven terwijl de realisatie 2013 en de begroting 2014 ook incidentele mutaties verantwoord zijn. Als tweede wordt een overzicht gepresenteerd met structurele baten en lasten per product. Hierdoor ontstaat meer inzicht in de baten en lasten per product. Tevens is het meerjarig verloop van het programma zien. Dit is op basis van bestaand beleid waarbij de meerjarige bezuinigingen zijn verwerkt. Ook is de voortgang van de bezuinigingen binnen dit programma opgenomen. Realisatie
Begroting
Begroting
2013
2014
2015
Lasten
45.470
45.407
43.968
Baten
22.275
19.625
19.520
Resultaat voor bestemming
23.195
25.782
24.447
Storting
2.982
3.380
1.598
Onttrekking
1.913
4.599
1.646
24.264
24.563
24.399
(bedragen x 1.000 euro)
Mutaties reserves:
Resultaat na bestemming Onderverdeling in producten Product (bedragen x 1.000 euro)
Lasten 2015
Baten 2015
Saldo 2015
Meerjarig saldo 2016 2017
1.861
-1.861
0
0
0
0
499 7.036 7.802 5.219 738
-499 -273 -6.986 -35 -400
0 6.763 816 5.184 338
0 7.618 816 5.184 322
0 7.618 816 5.184 312
0 7.618 816 5.184 302
2.844 9.622
-115 -9.266
2.729 356
2.729 356
2.729 356
2.729 356
5.960
-85
5.875
5.725
5.575
5.575
2018
Omgevingsvergunning en Handhaving B608 omgevingsvergunning Openbare ruimte B609 grondbank B610 wegen, straten en pleinen B612 rioolstelsel B613 openbaar groen B614 begraafplaats Duurzaamheid B619 milieu B620 afvalinzamelen Veiligheid B637 integrale veiligheidszorg Wijkgericht werken B647 cultuur- / welzijnsaccommodaties
Saldo voor bestemming
2.387
0
2.387
2.387
2.387
2.387
43.968
-19.520
24.447
25.136
24.976
24.966
1.536 0
-413 -816
1.123 -816
1.123 -816
1.123 -816
1.123 -816
62 1.598
-417 -1.646
-356 -48
-356 -48
-356 -48
-356 -48
45.566
-21.166
24.399
25.088
24.928
24.918
Mutaties reserves Openbare ruimte B610 wegen, straten en pleinen B612 rioolstelsel Duurzaamheid B620 afvalinzamelen Mutaties reserves
Saldo na bestemming
56
Structurele mutaties 2015 (verwerkt in bovenstaande producten en zie voor verdere toelichting hoofdstuk 2 Financiële keuzes): Mutaties (bedragen x 1.000 euro) Vervallen bezuiniging begraafplaatsen
Bedrag 2015 6
Als gevolg van areaaluitbreiding wordt een bedrag van 200.000 euro toegevoegd aan dit programma. Deze middelen worden via een begrotingswijziging van het programma bestuurskracht en bestuurscultuur naar dit programma overgebracht. Voor een nadere specificatie verwijzen wij u naar de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen. Incidentele mutaties 2015 (nog niet verwerkt in bovenstaande producten en zie voor verdere toelichting hoofdstuk 2 Financiële keuzes): Mutaties (bedragen x 1.000 euro) Veiligheid stadstoezicht
Bedrag 2015 300
De bovenstaande onderverdeling in producten is inclusief de volgende bezuinigingen voor de jaarschijf 2015: Bezuiniging 2015 (bedragen x 1.000)
Bedrag
Coördinatie op het onderhoud van de bomen verminderen (VJN 2013) Verhogen van de grafrechten / tarieven (VJN 2013)
28
Minder inzet op preventie (VJN 2013)
50
5
57
Hoe wordt hier in 2015 invulling aan gegeven Is meegenomen bij de organisatieontwikkeling Is gerealiseerd in de conceptbegroting Wordt in 2015 geëffectueerd
4
Algemene dekkingsmiddelen
Inleiding In deze paragraaf wordt ingegaan op de middelen die vrij besteedbaar zijn. Het betreft vooral de OZB en de uitkeringen uit het gemeentefonds. Deze middelen kennen in tegenstelling tot heffingen als het rioolrecht of de afvalstoffenheffing geen vooraf bepaald bestedingsdoel. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de algemene dekkingsmiddelen. Vanaf 2015 worden de middelen voor de decentralisaties via de algemene uitkering uit het gemeentefonds aan gemeenten beschikbaar gesteld. Algemene
realisatie
begroting
begroting
begroting
begroting
begroting
dekkingsmiddelen
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Lokale heffingen OZB
-15.727
-17.149
-18.429
-18.264
-18.094
-17.924
Gemeentefonds algemene uitkering
-86.247
-88.760
-158.916
-160.937
-159.642
-159.440
Dividenden
-4.174
-3.344
-3.278
-3.278
-3.278
-3.278
Saldo financieringsfunctie
-2.525
-700
-700
-700
-700
-700
-791
-852
-852
-852
-852
-852
-4.574
-2.565
-2.526
-4.476
-3.226
-2.476
-114.039
-113.371
-184.701
-188.507
-185.791
-184.670
Overige belastingen Overige eigen middelen Totaal
Onroerende Zaak Belasting (OZB) Conform het prijsindexcijfer van het CBS zijn de OZB-tarieven, naast het besluit bij de voorjaarsnota 2011, voor het jaar 2015 verhoogd met 1,5%. Voor een nadere toelichting op de onroerend zaak belasting wordt verwezen naar de paragraaf lokale heffingen. Algemene uitkering: algemeen De in de begroting 2015 opgenomen raming van de algemene uitkering uit het gemeentefonds is gebaseerd op de meicirculaire 2014. De meerjarenraming van de algemene uitkering is gebaseerd op lopende prijzen. Hiertegenover wordt centraal een stelpost voor looncompensatie geraamd. Voor 2015 is rekening gehouden met de gevolgen van de nieuwe CAO. Ook met de overige mutaties in de decentralisatie- en integratieuitkering is in de programmabegroting rekening gehouden. De algemene uitkering is voor het jaar 2015 geraamd op 158,9 miljoen euro. Dit is inclusief de uitkeringen voor de decentralisaties. Voor de Jeugdwet is als Rijksbijdrage 24,0 miljoen opgenomen, voor de AWBZ/Wmo 30,6 miljoen en voor de Participatiewet 22,3 miljoen euro. Algemene uitkering: bijstandsklanten Bij de berekening van de algemene uitkering voor 2015 en verder wordt rekening gehouden met de stijgingspercentages zoals het rijk deze heeft afgegeven.
58
Dividenden De gemeente Almelo ontvangt jaarlijks dividenduitkeringen uit hoofde van haar aandelenbezit. (bedragen x 1.000 euro)
Vitens Gewone aandelen 41.696 x 10 euro = 416.960 euro Rente over de achtergestelde lening ad 2.740.300 euro Dividend/rente gewone aandelen en de achtergestelde lening Twence Gewone aandelen 95.000 Nominale waarde 95.000 euro. Dividend (basisuitkering) COGAS 1.161 aandelen x 454 euro = 527.094 euro Van de nominale waarde is 25% gestort. Dividend 1.161 aandelen á 2.000 euro Stadstoezicht BV 40 aandelen x 454 euro = 18.160 euro Dividend Bank Nederlandse Gemeenten 174.525 aandelen x 2,50 euro = 436.312 euro Dividend Enexis Aandelen 323.314 Nominale waarde 323.314 euro Dividend Twente Milieu 280 aandelen = 127.058 euro Geen dividend i.v.m. verbetering solvabiliteit Openbaar lichaam Crematoria Twente Almelo maakt deel uit van de Gemeenschappelijke regeling Openbaar Lichaam Crematoria Twente. Het openbaar lichaam bezit de aandelen van Crematoria Twente/Oost Nederland B.V. Dividend (voor 2015 wordt geen dividend geraamd) Raming structureel dividend 2015
110
275
2.322
103
175
247
0
46 3.278
Saldo van de financieringsfunctie Financieringspositie De financieringsstructuur van de gemeente wordt bepaald door: De boekwaarde van investeringen; De financiering van de boekwaarde door middel van reserves, voorzieningen en vaste geldleningen; Het financieringstekort; Het rente-omslagpercentage. Het is in het belang van de gemeente, dat er gezond wordt gefinancierd, dat wil zeggen dat de kapitaaluitgaven in principe met vaste geldleningen worden gefinancierd, en dat er een zekere afstemming bestaat tussen de afschrijvingsduur van de kapitaaluitgaven en de looptijden van de aangetrokken geldleningen.
59
Rente-omslagpercentage Het gemiddelde rentepercentage is voor 2015 berekend op 3,19%. In het bijlagenboek behorende bij de begroting 2015 is een berekening van dit gemiddelde rentepercentage opgenomen. Bij deze berekening is uitgegaan van een gemiddelde rente van 1,5% over 23,8 miljoen euro (kasgeldlimiet). De gehanteerde rentepercentages moeten wel als een gemiddelde worden beschouwd voor het gehele begrotingsjaar 2015. Renteontwikkelingen op de korte termijn mogen daarop van niet al te grote invloed zijn. Onderstaand een weergave van het renteomslag percentage over de jaren 2009 - 2015: 2009 4,9 % 2010 4,9 % 2011 4,5 % 2012 4,5 % 2013 4,0 % 2014 4,0% 2015 4,0% De verwachting is dat het werkelijke omslagpercentage lager zal uitvallen dan de geraamde 4,0%. Daarom is op voorhand een inkomststelpost van 700.000 euro in de begroting 2015 opgenomen. Als incidenteel voordeel wordt in de begroting 2015 een bedrag van 1,61 miljoen euro meegenomen (zie ook incidenteel perspectief). Bespaarde rente reserves Onze gedragslijn over de inzet van de bespaarde rente is als volgt: - Voor het jaar 2015 wordt aan de bestemmingsreserves in zijn algemeenheid geen inflatievergoeding toegevoegd. Het verschil tussen de feitelijke bespaarde rente (4,0%) en de bijgeschreven rente is ten gunste van de algemene middelen gebracht. - Volledige rentebijschrijving in de begroting 2015 vindt plaats op: Reserve stadsvernieuwing Reserve grondbedrijf Reserve bedrijventerrein Reserves economisch nut Reserve automatisering Reserve investering waterboulevard - Volledige toevoegingen aan de algemene middelen van de bespaarde rente over de voorzieningen (m.u.v. voorzieningen die op contante waarde zijn berekend). In totaal bedraagt de ten gunste van de algemene middelen komende bespaarde rente over de reserves en voorzieningen in 2015 2,35 miljoen euro. Aangezien in de loop van het jaar 2015 en latere jaren over diverse bestemmingsreserves en voorzieningen moet worden beschikt, is er rekening mee gehouden dat niet het volledige bedrag aan bespaarde rente als (incidenteel) dekkingsmiddel kan worden aangemerkt.
60
Overige algemene dekkingsmiddelen
(bedragen x 1.000 euro)
Bespaarde rente Onttrekking reserve BTW Toegerekende kapitaallasten Rente achtergestelde lening Essent Rente achtergestelde lening Vitens Bruglening Enexis Netto opbrengsten erfpachten Verhuur van grond precario/secretarieleges BTW kostendekkende taken Incidentele mutatie reserve
realisatie 2013
begroting begroting begroting begroting begroting 2014 2015 2016 2017 2018
-2.005 -150 228 -41 -77 -130 -147 -13 -59 -2.149
0 -100 53 -41 -31 -105 -145 -21 -67 -2.104
Overig
-30
-6
Totaal
-4.574
-2.565
0 -50 127 -41 -38 -105 -145 -21 -67 -2.187 0
0 0 127 -41 -38 -105 -145 -21 -67 -2.187 -2.000
0 0 127 -41 -38 -105 -145 -21 -67 -2.187 -750
0 0 127 -41 -38 -105 -145 -21 -67 -2.187
-2.526
-4.476
-3.226
-2.476
De BTW op kostendekkende taken is met ingang van 2012 als algemeen dekkingsmiddel gepresenteerd. Dit is een presentatieaanpassing. In het verleden was dit voordeel zichtbaar op de verschillende producten. Op deze wijze leek het of winst werd gerealiseerd op deze producten. Om dit misverstand tegen te gaan is ervoor gekozen de BTW component als algemeen dekkingsmiddel te presenteren. In het overzicht is de dotatie aan de algemene reserve voor de jaren 2016 en 2017 verantwoord.
61
5. Paragrafen Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op een aantal deelaspecten die in verband staan met de (financiële) bedrijfsvoering. Denk hierbij aan het gevoerde grondbeleid, verbonden partijen, financieringsrisico’s of onderhoud van kapitaalgoederen. Leeswijzer De eerstvolgende paragraaf 5.1 heeft betrekking op de grote projecten centraal. In paragraaf 5.2 staat het weerstandsvermogen centraal. Hierbij zal worden ingegaan op de middelen waarover de gemeente beschikt om (grote) onverwachte kosten af te dekken. In paragraaf 5.3 wordt ingegaan op het onderhoud van de kapitaalsgoederen. Het gaat hierbij vooral om de onderhoudstoestand en de onderhoudskosten van wegen, openbaar groen, riolering, gebouwen en kunstwerken. Paragraaf 5.4 is de zogenaamde financieringsparagraaf. Deze paragraaf wordt ook wel de treasuryparagraaf genoemd en is met de invoering van de wet Fido (1 janauri 2001) verplicht. Het doel van deze paragraaf is om de raad (beter) te informeren over het treasurybeleid en de beheersing van financiële risico’s. In paragraaf 5.5 wordt stilgestaan bij de bedrijfsvoering. Deze bestaat uit de onderdelen kwaliteitszorg en control, bestuursondersteuning en beleidscoördinatie, financiën, documentaire informatievoorziening, facilitaire dienstverlening, informatisering en automatisering en personeel en organisatie. Paragraaf 5.6 handelt over de zogenaamde verbonden partijen. Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk- en een financieel belang heeft. De gemeente Almelo heeft bestuurlijke en financiële belangen in diverse verbonden partijen, waaronder gemeenschappelijke regelingen en vennootschappen. Deze verbonden partijen voeren beleid uit voor de gemeente. In de paragraaf 5.7 zal worden ingegaan op het gevoerde grondbeleid in 2015. Waarbij we specifiek stilstaan bij de vermogenspositie van het Grondbedrijf. In paragraaf 5.8 staan de lokale heffingen (belastingen, rechten en retributies) centraal. U kunt u in deze paragraaf onder meer lezen welke tarieven er in 2015 gehanteerd worden en wat de opbrengsten zijn uit de verschillende heffingen. De laatste paragraaf is het overzicht met betrekking tot subsidies.
62
5.1 Grote projecten Stadhuis Bestuurlijk opdrachtgever: wethouder Timmer Kaderstelling Welk probleem wordt met dit project aan gepakt en waarom zou dit werken? De huidige huisvesting van het ambtelijk apparaat. Medewerkers zitten verspreid over verschillende locaties, dat is niet wenselijk. Daarnaast is de staat van onderhoud van het huidige stadhuis van dusdanig niveau dat daar een oplossing voor moet komen. Een nieuw Stadhuis verhelpt beide problemen. Outcome doelstellingen: wat is het beoogde maatschappelijk effect en hoe kan dit getoetst worden? Een Stadhuis waar de klant centraal staat. Een omgeving waarin de publieksdienstverlening een centrale plek heeft, toegankelijk is voor iedereen. Daarnaast is het Stadhuis een transparante werkomgeving waar alle medewerkers op een efficiënte en effectieve manier met elkaar kunnen samenwerken, kennis delen om een zo optimaal mogelijk resultaat te behalen. Output: wat is de beoogde prestatie/resultaten en hoe kan dit getoetst worden? Bouw van het Stadhuis aan de hand van het door de Raad vastgestelde PvE Stadhuis. De prestaties/resultaten zijn getoetst aan de hand van het VO en DO en bestek. De uitvoering wordt getoetst aan de hand van het ontwerp en bestek. Wat is de doelgroep en wat zijn hun belangen en wensen? Inwoners van Almelo; een stadhuis waarbij de publieksdienstverlening op een meer heldere manier georganiseerd is en de klant efficiënter geholpen kan worden. Bestuurders en medewerkers van Almelo: een aangename, arbo-conforme werkomgeving waar je goed kunt (samen)werken, in een geheel nieuw flexibel kantoorconcept. Wie zijn derden (marktpartijen en belangenorganisaties) en wat zijn hun belangen en wensen? Het project is in haar realisatie fase. Dit betekent intensieve samenwerking met hoofdaannemer en onderaannemers. Bij de aanbesteedde en nog aan te besteden onderdelen is en wordt waar mogelijk rekening gehouden met belangen van regionale leveranciers. Er is contact met de plaatselijke energie leverancier voor het in exploitatie nemen van de koude en warmte levering in het gebouw. Reikwijdte (scope) Projectdefinitie: wat valt er wel en valt er niet onder het project? Bouw van een nieuw Stadhuis op de locatie hoek Egbert Gorterstraat / Haven Noordzijde. Aanleg waterboulevard is een afzonderlijk project. Inrichting openbaar gebied om het pand heen (tot aan grens plangebied) valt wel onder het project. Is er ruimte om de scope te wijzigingen en wie besluit daarover? Scope kan gewijzigd worden. Mocht zich dat voordoen besluit de Raad daarover. Flexibiliteit: wat zijn de mogelijkheden om te schuiven in kosten, opbrengsten en kwaliteit? Project heeft een taakstellend budget. Binnen de posten van het totale budget is een mogelijkheid om te schuiven als dat de kwaliteit van het project ten goede komt. De aanneemsom is bekend en ligt vast. Meerwerk dient in principe gecompenseerd te worden met minder werk. Aan alle posten hangt een budget en hooguit is er de mogelijkheid van overheveling van de ene post naar de andere. In het budget is rekening gehouden met een post onvoorzien. Sturing Beslispunt
Op koers?
Opmerkingen
63
Sturing Tijd
Groen/Oranje/Rood Rood
De realisatie van de bouw is in juli 2013 gestart en de opleverdatum van de bouwkundige werkzaamheden is op basis van het aannemingscontract met de aannemer 1 oktober 2014. Uitgaande van de huidige werkplanning van de aannemer vindt volledige oplevering plaats begin februari 2015. Na oplevering volgt het plaatsen van de losse inrichtingselementen. Ingebruikname is op basis van de huidige inzichten en afspraken gepland eind maart 2015. Geld Groen Het investering- en exploitatiebudget is beschikbaar. Er zijn op dit moment geen signalen of ontwikkelen die zouden kunnen leiden tot tekorten op het investeringsbudget. Aanbestedingen hebben tot dusverre een positieve uitkomst. Kwaliteit Groen In het vastgesteld ontwerp en bestek zijn de kwaliteiten van het PvE geborgd. Informatie Groen Conform communicatieplan vindt interne en externe informatie plaats. Intern via intranet en extern met name via een maandelijkse Nieuwsbrief. Organisatie Groen In een Project Kwaliteit Plan uitvoering ligt de organisatie van werkgroepen, overlegvormen en afspraken met de aannemer vast. Communicatie Groen Zwaarte punt ligt hierbij op digitale informatievoorziening via nieuwsbrieven en internetsite. Wanneer er sprake is van PPS: wat is de bevoegdheidsverdeling tussen gemeente en marktpartijen? Het Stadhuis wordt in eigen beheer gerealiseerd. Planning en voortgang Fase Start datum
Datum gereed
Realisatie
1 oktober 2014
Besluitvorming Uitvoering
1 juli 2013
Wat zijn de relevante beslisdocumenten? Wat is voortgang t.o.v. van vorige rapportage? Is er sprake van wijzigingen Collegevoorstel B & W - 1301853, 13 maart 2013. Aannemingsovereenkomst 22 april 2013. De aannemer heeft laten weten achterstand te hebben opgelopen in de realisatiefase. Er is kennis genomen van de actuele werkplanning van de aannemer met een opleverdatum begin februari 2015. De ingebruikname zal daardoor plaatsvinden eind maart 2015.
Evaluatie Financiën Wat is de raming van kosten per fase en opbrengsten? Wat is de raming van kosten en opbrengsten? a. In het besluit van 13 maart 2013 is het definitieve investeringsbudget voor de nieuwbouw vastgesteld op 58.765.578 euro b. Er staan geen directe inkomsten tegenover, anders dan dat een subsidie is aangevraagd voor het aanbrengen van een groen dak. Bij toekenning hiervan levert dat een bedrag op van 19.350 euro. Verantwoording zal dit jaar moeten plaatsvinden.
64
Hoe is de raming tot stand gekomen en is deze intern/extern getoetst? De raming is tot stand gekomen door vaststellen PvE en daar de bouwkosten op afstemmen. De raming is extern getoetst door de bouwmanager van het Stadhuis. Na aanbesteding zijn de werkelijk bouwkosten opgenomen en zijn de uitkomsten verwerkt in zowel het investeringsbudget als het exploitatiebudget. Hoe wordt het project gefinancierd en ingepast in de gemeentebegroting? Het project is volledig gedekt binnen de algemene dienst van de begroting. Uitgangspunt zijn de huidige exploitatielasten van de kantoorhuisvesting. Voor de meerdere exploitatielasten a.g.v. de nieuwbouw is via een spaarsysteem voorzien. Als er sprake is van PPS: hoe is de PPS constructie ingevuld? Niet van toepassing Risico´s Omschrijving
Politiek en bestuurlijke risico’s Organisatorische risico’s Maatschappelijke risico’s Juridische en wettelijke risico’s
Kans hoog/midden/laag
Kwantificering risico
laag laag laag laag
65
Beheersmaatregel
Binnenstad Bestuurlijk opdrachtgever: wethouder Bruggink Kaderstelling Welk probleem wordt met dit project aan gepakt en waarom zou dit werken? De gemeente wil de binnenstad als brandpunt herstellen. Bij een gezonde stad hoort een levendige binnenstad, waar alles samenkomt. Dit wordt bereikt door de ruimtelijke structuur van de binnenstad te vernieuwen en de kwaliteit van de functies en voorzieningen te verhogen. Verandering wordt gecombineerd met herstel van oorspronkelijke kwaliteiten. Om de concurrentie aan te kunnen moet de binnenstad een beter aanbod hebben en moet de omgeving aantrekkelijker worden. Dit wordt verwoord in de stedenbouwkundige visie ‘Almelo Vaart er wel bij’. Met de op dit moment gereserveerde middelen wordt gefocust op de realisatie van een eerste fase van de stedenbouwkundige visie. Outcome doelstellingen: wat is het beoogde maatschappelijk effect en hoe kan dit getoetst worden? Realiseren van een duurzame stadsreparatie met herstel van ruimtelijke structuren, waarbij aandacht is geschonken aan de functionaliteit en waarbij de regiofunctie van Almelo wordt hersteld. Dit door het uit de markt nemen van leegstaande winkelmetrages, het reconstrueren van de openbare ruimte (waaronder een havenkom) en het opknappen van gevels. Uitgangspunt daarbij is dat risico’s voor de gemeente worden beperkt, ondermeer door het terugbrengen van de vastgoedportefeuille in het centrumgebied. Daarnaast vormt de invulling van de in 2010 met Beter Wonen gesloten overeenkomst een belangrijke doelstelling. Output: wat is de beoogde prestatie/resultaten en hoe kan dit getoetst worden? In februari 2014 is het college voorgesteld om de overeenkomst Oostgevel 1 aan de gemeenteraad voor te leggen en een krediet ter beschikking te stellen voor afronding van de onderhandelingen over Haven Zuid. In deze overeenkomst zijn afspraken opgenomen over de oplevering van 30 sociale huur appartementen in de voormalige V&D, waarmee (per 31-12-2015) een einde komt aan de aan Beter Wonen te vergoeden huurderving. Het college heeft besloten de overeenkomst te accepteren, maar nog niet voor te leggen aan de gemeenteraad. Dit in afwachting van concrete afspraken over Haven Zuid, waarvoor meer tijd nodig was/is. Op 29 april 2014 zijn principeafspraken gemaakt over het woningbouwprogramma in Haven Zuid. De afspraken hebben betrekking op de oplevering van nog eens 40 sociale huurwoningen in Haven Zuid en de beëindiging van de overeenkomst Kloosterhofflat. De appartementen worden deels in de nu verhuurde vleugel van de Kloosterhofflat gerealiseerd en deels boven op de nieuw te bouwen winkels. De principeafspraken worden door de stadsadvocaat uitgewerkt tot overeenkomst. Ook vindt onderzoek plaats naar de fiscale consequenties. Daarna worden de principe-afspraken, evenals de overeenkomst Oostgevel 1, voorgelegd aan uw raad. Voordat (fysieke) investeringen plaatsvinden, moet voldoende zeker zijn dat Haven Zuid (onder aanvaardbare condities) kan worden afgerond. Invulling van het winkelprogramma is daarvoor cruciaal. Urban Interest (als beoogd eigenaar van het nieuwe vastgoed) praat hierover met (toekomstige) huurders. Bij gesprekken met huurders van de Havenpassage is ook de gemeente betrokken (als huidig eigenaar/verhuurder). Het betreft ingewikkelde gesprekken, waarin huurders worden verleid om zich (opnieuw) in Almelo te vestigen en (opnieuw) te investeren. Besluitvorming hierover vindt vaak niet lokaal, maar op het (Europese) hoofdkantoor plaats (en kan niet worden afgedwongen). De realisatie van het centrumplan vindt gefaseerd plaats. Fase 1 bestaat uit: Bouw 30 sociale huur appartementen Oostgevel I Renovatie van verhuurde deel Kloosterhofflat (24 appartementen en overige functies) Bouw van 20 sociale huurappartementen aan de Wierdensestraat Aanleg van de stadstuin aan de Wierdensestraat Aanpassen busstation Sloop Waagplein 1 Aanpassing (naar voren brengen) gevel bij Duthler Sloop leegstaande vleugel van de Kloosterhofflat
66
Kaderstelling Fase 2 bestaat uit: Realisatie van winkels onder de appartementen Renovatie/herontwikkeling van de Havenpassage en de locatie Scheer en Foppen Realisatie van 19 sociale huurappartementen Reconstructie van het stadsplein en het doortrekken van het kanaal. Wat is de doelgroep en wat zijn hun belangen en wensen? Inwoners (w.o. ouderen en jongeren) van Almelo e.o.; ondernemers; marktbond; horeca; stichting evenementen; bewonerscommissie binnenstad. De stad moet in ieder geval goed bereikbaar zijn en aantrekkelijk zijn voor alle doelgroepen. Geïnventariseerd moet worden welke de verschillende belangen en wensen zijn. Een stakeholdersanalyse en een inventarisatie van belangen en standpunten is dan ook van groot belang (omgevingsanalyse). Wie zijn derden (martkpartijen en belangenorganisaties) en wat zijn hun belangen en wensen? De volgende partijen en belangenorganisaties zijn betrokken bij (de uitvoering van) het centrumplan. Urban Interest Ontwikkelingscombinatie Almelo 2010 Centrum Almelo Aktief (ondernemersvereniging) Woningcorporatie Beter Wonen Woningcorporatie St. Joseph Provincie Overijssel Marktbond Horeca Stichting Evenementen Wijkcommissie Wijkplatform Almelo Centrum Historische Kring Stichting Stadsherstel Eigenaren panden detailhandel Huurders detailhandel NVM Waterschap MKB KvK Architectuur centrum/Oversticht Reikwijdte (scope) Projectdefinitie: wat valt er wel en valt er niet onder het project? Wel onderdeel van het project - Onderhandelen met marktpartijen - Sluiten overeenkomsten; - Fasering opstellen - Stakeholdersanalyse / Communicatie stakeholders - Begeleiden plannen van derden - Vaststellen bestemmingsplan voor de binnenstad - Vaststellen beeldkwaliteitplan - Realisatie openbare ruimte - Realisatie fase 1 - Aanleg havenkom
67
Geen onderdeel van het project - Aanleg Waterboulevard tot aan vijver Kreta - Herinrichten Waagplein (Verbindende Pleinen) - Herontwikkeling van het Kolkje - Q-impuls Grotestraat Is er ruimte om de scope te wijzigingen en wie besluit daarover? Wanneer de (financiële) consequenties en risico’s aanvaardbaar zijn is het mogelijk de scope te wijzigen. De raad zal hier een besluit over moeten nemen. Flexibiliteit: wat zijn de mogelijkheden om te schuiven in kosten, opbrengsten en kwaliteit? Bijvoorbeeld een optimalisatie van het plan kan leiden tot een verschuiving in kosten, opbrengsten en kwaliteit. Sturing Beslispunt Tijd Geld
Op koers? Groen/Oranje/Rood oranje oranje
Opmerkingen
De raad heeft op 11 maart 2014 een nieuw besluit genomen over de detailhandelsstructuurvisie. Dit besluit is conform het provinciaal beleid t.a.v. de detailhandel. De bijdrage van de provincie van 8,9 miljoen euro komt hiermee dichtbij.
oranje
Uit de Ontwikkelagenda Netwerkstad Twente is een bijdrage in het vooruitzicht gesteld ten behoeve van de verbinding Waagplein met het nieuwe Stadsplein (3,1 miljoen euro). Voor 1 januari 2015 moet gestart zijn met de uitvoering. Kwaliteit groen De stedenbouwkundige visie is vastgesteld door de raad. Deze visie is het uitgangspunt. Verder blijft de kadernota beeldkwaliteit van kracht. Op dit moment wordt een beeldkwaliteitplan voorbereid. Met de voorbereidingen van het bestemmingsplan wordt op korte termijn gestart Informatie groen de raad wordt met grote regelmaat geïnformeerd Organisatie groen er is een onderhandelingsteam geformeerd Communicatie oranje communicatie met stakeholders vindt plaats. Wanneer er sprake is van PPS: wat is de bevoegdheidsverdeling tussen gemeente en marktpartijen? Urban Interest is verantwoordelijk voor de vastgoedontwikkeling. Beter Wonen richt zich op het (door-)exploiteren van sociale huurwoningen en de gemeente is verantwoordelijk voor de reconstructie van de openbare ruimte. Deze bevoegdheid en rolverdeling wordt vastgelegd in de aan de raad voor te leggen overeenkomsten over de eerste fase. Planning en voortgang Fase Start datum
Datum gereed
Verkenning
Juli 2012
April 2014
Besluitvorming
4 kwartaal 2014
e
Wat zijn de relevante beslisdocumenten? Wat is voortgang tov van vorige rapportage? Is er sprake van wijzigingen Er zijn principeafspraken gemaakt over de realisatie van Oostgevel 1 en deel 1 van Haven Zuid.
e
4 kwartaal 2014
De raad wordt voorgesteld overeenkomsten aan te gaan met Urban Interest en Beter Wonen, over de realisatie van appartementen Oostgevel 1 (voormalige V&D) en deel 1 van Haven Zuid. Daarnaast wordt de raad voorgesteld te investeren in de openbare ruimte. 68
Besluitvorming over (investering in) deel 2 van Haven Zuid vindt plaats nadat duidelijkheid is over de invulling van dit deelgebied. Hierover vinden gesprekken plaats met winkelhuurders. Uitvoering
Evaluatie
e
4 kwartaal 2014
2015
Gestart wordt met de bouw van appartementen in de voormalige V&D. De bouwvergunning is reeds aangevraagd door Urban Interest. Planning is om deze appartementen eind 2015 aan Beter Wonen op te leveren.
2016
De appartementen in Haven Zuid worden gerealiseerd nadat de bestemmingsplan-procedure is doorlopen. Daarna vindt nieuwbouw en de renovatie van de Kloosterhofflat plaats.
gedurende het gehele proces zal geëvalueerd worden
Financiën Wat is de raming van kosten per fase en opbrengsten? De raad heeft 5,0 miljoen euro. gereserveerd voor het centrumplan en dit bedrag gestort in het centrumspaarfonds. Daarnaast is, in het kader van de begroting 2014, besloten om vanaf 2014 jaarlijks 0,5 miljoen euro te storten in het fonds. Vanuit het budget van 5,0 miljoen euro. resteert eind 2014 in totaal 3,3 miljoen euro. Daarbij is rekening gehouden met de onttrekking van 1,6 miljoen euro die plaatsvond bij vaststelling van de jaarrekening 2013 en de voor 2014 begrote storting in het fonds. Voor het eerste deel is in totaal 6,4 miljoen euro benodigd. Hiervan wordt 3,1 miljoen euro gedekt vanuit de ontwikkelagenda van Twente. Voor de gemeente resteert een investering van 3,3 miljoen euro. Deel 1 kan dus worden gerealiseerd binnen de middelen die hiervoor zijn gereserveerd in het kader van de begroting. Beter Wonen investeert in deze fase ruim 10 miljoen euro. Ook Urban Interest verricht investeringen. De belegger zal de gevel voor Duthler vernieuwen en investeert in faseerbaarheid. Om de appartementen voor Beter Wonen (op de verdiepingen) te kunnen bouwen, dient immers (op de begane grond en de eerste verdieping) het winkel- en parkeercasco te worden gebouwd. Op dit moment is nog niet duidelijk hoeveel nodig is voor de afronding van Haven Zuid. Hierover vinden gesprekken plaats met Urban Interest, Beter Wonen, de Ontwikkelcombinatie Almelo 2010, de Provincie Overijssel en alle huurders van winkelcentrum de Havenpassage. Wel is duidelijk dat er een afwaardering nodig is van het winkelcentrum. Dit omdat winkelmeters worden omgezet in openbare ruimte (kapitaalvernietiging). Ook moet de gemeente (conform afspraak met de provincie Overijssel) investeren in de openbare ruimte (afronding Waterboulevard en aanleg Stadsplein). Voor afronding van Haven Zuid is structureel 500.000 euro gereserveerd, voor aanleg van de openbare ruimte. Deze structurele middelen dienen als cofinanciering voor de subsidie van 8,9 miljoen euro die door de provincie in het vooruitzicht is gesteld. Op dit moment is niet duidelijk of en hoeveel extra benodigd is. Dit is echter geen risico voor de gemeente Almelo. Indien de investering voor de gemeente niet aanvaardbaar is, kan immers worden besloten om van deel 2 af te zien. Na afronding van deel één zal immers sprake 69
Financiën zijn van een afgerond geheel. De gemeente is niet verplicht om deel twee te realiseren. In dat geval loopt de gemeente wel de provinciale subsidie van 8,9 miljoen euro mis. Uiteraard bestaan er relaties tussen de verschillende onderdelen, zoals het parkeerdak en de daktuin. Doel blijft de complete ontwikkeling van Haven Zuid, mits financieel aanvaardbaar. Het is van belang dat bij het opdelen van deelgebied Haven zuid dit eindbeeld voor ogen blijft. Bij de organische benadering van de herontwikkeling van de Oostgevel en van Haven Zuid is dit uitgangspunt geweest. De relaties moeten worden bewaakt. Dat kan door een check te doen bij elke fase. Het verdient dan ook aanbeveling om een stedenbouwkundig supervisor aan te wijzen en om een beeldkwaliteitplan, dat geschreven is voor organische ontwikkeling, te maken. Hoe is de raming tot stand gekomen en is deze intern/extern getoetst? De raming is opgesteld door het team Vastgoed en Exploitatie, met input van het Intergemeentelijk Ingenieursbureau (voor de inschatting van civieltechnische kosten), CIBIS (voor de inschatting van de sloopkosten) en externe taxateurs. Hoe wordt het project gefinancierd en ingepast in de gemeentebegroting? Deel 1 van het project kan worden gerealiseerd binnen de al gereserveerde middelen voor de eerste fase. Voor afronding van Haven Zuid is structureel 500.000 euro gereserveerd, voor aanleg van de openbare ruimte. Deze structurele middelen dienen als cofinanciering voor de subsidie van 8,9 miljoen euro die door de provincie in het vooruitzicht is gesteld. Op dit moment is niet duidelijk of en hoeveel extra benodigd is. Als er sprake is van PPS: hoe is de PPS constructie ingevuld? Afgesproken is dat Urban Interest verantwoordelijk is voor de vastgoedontwikkeling. Beter Wonen richt zich op het (door-)exploiteren van sociale huurwoningen en de gemeente is verantwoordelijk voor de reconstructie van de openbare ruimte. Risico´s Omschrijving
Kans hoog/midden/laag
Kwantificering risico
Beheersmaatregel
Provinciale subsidie
hoog
laag
Realisatie van deelgebied Haven Zuid door ontwikkelaar
hoog
hoog
GS hebben de provinciale bijdrage van 8,9 miljoen euro afhankelijk gesteld van het standpunt van de gemeente ten aanzien van de detailhandel bij het nieuw te bouwen stadion en de Woonboulevard. Nu de raad op 11 maart 2014 een besluit heeft genomen conform het provinciaal beleid lijkt de uitkering van de provinciale bijdrage realistisch. De realisatie van dit deelplan is afhankelijk van de bereidheid van huurders om zich (opnieuw) te vestigen. Daarnaast is de realisatie afhankelijk van de beschikbare middelen om te kunnen voorzien in dekking voor het tekort. Het betreft geen onaanvaardbaar risico. Ook indien alleen fase 1 wordt gerealiseerd, is sprake van een verbetering ten opzichte van de huidige situatie. De gemeente kan – indien fase 2 een te hoge investering vraagt – besluiten om van fase 2 af te zien. 70
Bestemmingsplan
midden
midden
71
Er is een mogelijkheid dat stakeholders/belanghebbenden gebruik gaan maken van de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen en gebruik maken van de beroepsmogelijkheid.
Waterboulevard Bestuurlijk opdrachtgever: wethouder Bruggink Kaderstelling Welk probleem wordt met dit project aan gepakt en waarom zou dit werken? Het project draagt bij aan een verbetering van de oriëntatie door het terugbrengen van lange, historische structuurlijnen. Het terugbrengen van het water is een essentieel onderdeel van het Masterplan Almelo waarin de waterstad als een van de identiteitsdragers van Almelo is benoemd. Almelo is van oudsher een confluentiepunt van waterlopen waardoor het terugbrengen van het water bijdraagt aan de deels verloren eigenheid van de stad. Juist door het water weer in het centrum terug te brengen, wordt de eigenheid hersteld en draagt het bij aan de aantrekkingskracht van de stad zowel voor de eigen bewoners als bezoekers en investeerders. Outcome- doelstellingen: wat is het beoogde maatschappelijk effect en hoe kan dit getoetst worden? Het verbeteren van de oriëntatie door het terugbrengen van lange, historische structuurlijnen. Het terugbrengen van het water is een essentieel onderdeel omdat de waterstad als een van de identiteitsdragers van Almelo is benoemd. Een bijdrage leveren aan de bereikbaarheid van de binnenstad en het stationsgebied. Output: wat is de beoogde prestatie/resultaten en hoe kan dit getoetst worden? Een doorgetrokken kanaal De Haandrik dat eindigt in een haven in het stadscentrum Wat is de doelgroep en wat zijn hun belangen en wensen? Inwoners (w.o. ouderen en jongeren) van Almelo e.o.; ondernemers; marktbond; horeca; stichting evenementen. De stad moet in ieder geval goed bereikbaar zijn en aantrekkelijk zijn voor alle doelgroepen. Wie zijn derden (marktpartijen en belangenorganisaties) en wat zijn hun belangen en wensen? Urban Interest Ontwikkelingscombinatie Almelo 2010 Centrum Almelo Aktief (ondernemersvereniging) Marktbond / Stichting Weekmarkten Almelo Horeca Stichting Almelose Havendagen Stichting Almelo Promotion Wijkcommissie Wijkplatform Almelo Centrum Historische Kring Stichting Stadsherstel Eigenaren detailhandel NVM Waterschap MKB KvK Architectuur centrum/Oversticht Woningstichting St. Joseph Voor belangen en wensen zie opmerking doelgroep
72
Reikwijdte (scope) Projectdefinitie: wat valt er wel en valt er niet onder het project? Wel onderdeel van het project Aanleg oevers stationsgebied. Hierbij is inbegrepen: verwerving gronden t.b.v. oevers (stationsgebied) aanpassing oevers inpassing langzaam verkeersroutes van/naar de binnenstad en stationsgebied, voorzover dit valt binnen het projectgebied. onderzoek naar het doorzetten van de beeldenrij langs de Waterboulevard. Brug Indië - uitgesteld Doortrekken kanaal. Hierbij is inbegrepen: doortrekken kanaal vanaf Egbert Gorterstraat tot vijver verwerving grond oevers stadhuislocatie aanpassing oevers stadhuislocatie = parkeerkuil beweegbare brug Egbert Gorterstraat – uitgesteld, in de plannen is thans een duiker voorzien beweegbare langzaamverkeerbrug voor stadhuis uitgesteld. In de plannen is een vaste brug opgenomen, definitieve beslissing over realisatie moet nog worden genomen. inpassing langzaam verkeersroutes van/naar binnenstad en stationsgebied, voorzover dit valt binnen het projectgebied. Plaatsen (2) kunstwerken voor het nieuwe stadhuis Geen onderdeel van het project aanleg haven herinrichting overige openbare ruimte stadhuis aanschaf en plaatsen beeldenrij langs de Waterboulevard. Is er ruimte om de scope te wijzigingen en wie besluit daarover? In principe kan de raad op ieder moment de scope veranderen, uiteraard slechts wanneer de financiële consequenties en risico’s hiervan in beeld zijn gebracht. Flexibiliteit: wat zijn de mogelijkheden om te schuiven in kosten, opbrengsten en kwaliteit? Bijvoorbeeld een optimalisatie van het plan kan leiden tot een verschuiving in kosten, opbrengsten en kwaliteit. Sturing Beslispunt
Op koers? Groen/Oranje/Rood
Opmerkingen
Tijd
groen
In de subsidiebeschikking wordt een looptijd tot 1-1-2017 genoemd. Uitvoering loopt volgens planning.
Geld
groen
De middelen zijn beschikbaar om het water (excl. de beweegbare bruggen) te realiseren. Uitvoering verloopt binnen budget.
Kwaliteit
groen
Er is sprake van een sobere uitvoering
Informatie
groen
De raad wordt geïnformeerd over de voortgang
Organisatie
groen
Communicatie groen De raad stuurt op financiën, kwaliteit, programma, fasering. Wanneer er sprake is van PPS: wat is de bevoegdheidverdeling tussen gemeente en marktpartijen?
73
Planning en voortgang Fase
Start datum
Datum gereed
Wat zijn de relevante beslisdocumenten? Wat is voortgang tov van vorige rapportage? Is er sprake van wijzigingen
Verkenning Besluitvorming Uitvoering Evaluatie Financiën Wat is de raming van kosten per fase en opbrengsten? De raad heeft bij de behandeling van de Voorjaarsnota 2012 besloten 5 miljoen euro uit het krediet voor de e Waterboulevard te reserveren voor de realisatie van de 1 fase van de binnenstad. De provincie heeft de subsidiebeschikking voor de Waterboulevard tot aan de vijver Kreta aangepast. De kosten van de aanleg van het water tot aan Kreta bedragen 6,8 miljoen euro. De provincie draagt hier 3,4 miljoen euro aan bij. Onderdelen van de Waterboulevard worden uitgesteld. Hoe is de raming tot stand gekomen en is deze intern/extern getoetst? Is door het Ingenieursbureau van SB opgesteld. Hoe wordt het project gefinancierd en ingepast in de gemeentebegroting? Is door middel van een verleend (deel)krediet ingepast in de gemeentebegroting met financiering vanuit de Provincie voor 50% en een claim op de reserve co-financiering voor 50%. Als er sprake is van PPS: hoe is de PPS constructie ingevuld? Risico´s Omschrijving Provinciale subsidie
Kans hoog/midden/laag hoog
Kwantificering risico laag
74
Beheersmaatregel Eind 2013 is begonnen met de werkzaamheden ten behoeve van de aanleg van het water tot aan de vijver Kreta. Werkzaamheden zijn januari 2015 gereed onder normale weersomstandigheden.
Transitiestrategie Noordflank september 2014 Bestuurlijk opdrachtgever: wethouder Bruggink Kaderstelling Welk probleem wordt met dit project aan gepakt en waarom zou dit werken? De perspectieven voor een ontwikkeling van de uit de woningbouwplanning genomen gronden van het voormalige Waterrijk aan de Noordflank zijn in beeld gebracht. In haar vergadering van 11 februari 2014 heeft de raad besloten om: 1. Kennis te nemen van de uitkomst van het rapport Verkenning transitiestrategie Noordflank Almelo. 2. Een nadere uitwerking van de perspectieven van een dorpslandgoed of een andere duurzame ontwikkeling, waarbij een agropark en/of intensieve veehouderij wordt uitgesloten, tegemoet te zien. Op basis van dit besluit is een ambtelijk overleg met de initiatiefnemer van het dorpslandgoed gestart om een vervolg te geven aan dit besluit. Aan de initiatiefnemer is de opdracht gegeven om voor 1 maart 2015 een haalbaarheidsstudie voor te leggen. Mede om recht te doen aan het besluit van de raad zullen er in de periode van de haalbaarheidsstudie geen overige ontwikkelingen in het voorliggende plangebied plaatsvinden en is het toestaan van intensieve veehouderij op dit moment uitgesloten. Outcome doelstellingen: wat is het beoogde maatschappelijk effect en hoe kan dit getoetst worden? Hoofddoelstelling van de transitiestrategie is de ambitie voor een duurzame gebiedsontwikkeling en de verhoging van de grondopbrengsten te faciliteren. Toetsing vindt plaats aan de in een eerder voorliggend besluit van de raad is aangegeven. Deze zijn in hoofdlijnen: - een hogere grondopbrengst dan de huidige agrarische waarde - een duurzame ontwikkeling met versterking van de ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid - een innovatieve en energie-technologische ontwikkeling - een duurzaam productieproces - beperkte transportbewegingen Output: wat is de beoogde prestatie/resultaten en hoe kan dit getoetst worden? In de door de initiatiefnemer opgestelde haalbaarheidsstudie willen wij inzicht verkrijgen in de volgende onderwerpen: De grond- en opstalexploitatie Overnamewaarde van de gronden/opbrengst gemeente Tijdspad/fasering Financiering/partners Voldoende belangstelling (marktonderzoek) Juridische verhoudingen Vervolgstappen Het inpassen van het aantal woningen (ca 265) voor een andere doelgroep dan de huidige in de woningbouwplannen voorkomende doelgroepen wordt op basis van een positief beoordeelde haalbaarheidsstudie mogelijk geacht. Wat is de doelgroep en wat zijn hun belangen en wensen? Door de initiatiefnemer wordt de doelgroep omschreven als “cultural creatives”. Mensen die zich verbonden voelen met hun leefomgeving en daaraan gerelateerde keuzes maken met betrekking tot onder andere energie, voedsel, nabuurschap, milieu en natuur. Een doelgroep die binnen het huidige woningbouwprogramma (nog) niet is opgenomen.
75
Wie zijn derden (marktpartijen en belangenorganisaties) en wat zijn hun belangen en wensen? Aan de gesprekken hebben naast initiatiefnemer Sant Ruyter (2Open Designers) ook twee andere partijen uit het gevormde consortium deelgenomen zijnde het InnovatieNetwerk en het bureau WING. De rol van de gemeente beperkt zich tot: • Er voor zorgen dat de initiatiefnemer de gemeente kan vinden; • Er sprake is van één aanspreekpunt; • Luisteren en vragen wat er nodig is om het initiatief te begeleiden; • Regelmatig contact, overleg en advies op maat en inbreng deskundigheid. Reikwijdte (scope) Projectdefinitie: wat valt er wel en valt er niet onder het project? Kaders voor het project zijn vastgelegd in de besluitvorming van de raad en zullen worden meegenomen in de vervolgaanpak. Is er ruimte om de scope te wijzigingen en wie besluit daarover? Wijzigingen zijn op dit moment (nog) niet aan de orde. Het college en de raad besluiten over wijzigingen van de scope. Flexibiliteit: wat zijn de mogelijkheden om te schuiven in kosten, opbrengsten en kwaliteit? Binnen de huidige kaders en randvoorwaarden zijn de mogelijkheden marginaal. Sturing Beslispunt
Op koers? Groen/Oranje/Rood
Opmerkingen
Tijd
Groen
Voor 1 maart 2015 moet het haalbaarheidsplan ter beoordeling bij het college liggen.
Geld
Rood Voor een nader uitwerking zal (nog) een budget beschikbaar moeten worden gesteld.
Kwaliteit
Groen
In nauw overleg en samenwerking met alle stakeholders zal de kwaliteit worden uitgewerkt.
Informatie
Groen
Geborgd middels planning- en controlcyclus.
Organisatie
Groen
De projecteider Noordflank voert de gesprekken en koppelt de voortgang terug naar het bestuur en management.
Communicatie
Groen
Door de initiatiefnemer zal via een marktonderzoek moeten worden aangetoond dat er voldoende belangstelling is voor een dergelijke ontwikkeling. Geborgd middels planning- en controlecyclus. Wanneer er sprake is van PPS: wat is de bevoegdheidsverdeling tussen gemeente en marktpartijen? Op dit moment is er (nog) geen sprake van een PPS. Ten aanzien van de rol van de gemeente en marktpartijen wordt verwezen naar wat hiervoor is aangegeven. Planning en voortgang De planning is om voor 1 maart 2015 een haalbaarheidsstudie ter beoordeling aan het college voor te leggen. Op basis van het besluit van het college zal de raad een voorstel worden voorgelegd. De projectleider neemt hiertoe het initiatief.
76
Financiën Wat is de raming van kosten per fase en opbrengsten? Een nadere raming van kosten en opbrengsten maakt deel uit van de haalbaarheidsstudie. Hoe is de raming tot stand gekomen en is deze intern/extern getoetst? Idem Als er sprake is van PPS: hoe is de PPS constructie ingevuld? (nog) Niet van toepassing. Risico´s Omschrijving
Kans hoog/midden/laag
Maatschappelijke impact Lagere opbrengst gronden
Laag Hoog
Kwantificering risico
Beheersmaatregel
Businessplan en grondexploitatie
77
5.2 Weerstandsvermogen 1. Actuele ontwikkelingen Ondanks het verscherpte risicomanagement is door incidentele tegenvallers in 2013 de beschikbare weerstandscapaciteit in 2014 afgenomen en de benodigde capaciteit niet significant gedaald. Dit is zorgelijk omdat de mogelijkheid om tegenvallers en verliezen op te vangen nog maar zeer beperkt is en deze ontwikkeling indruist tegen het beleid om het weerstandsvermogen te vergroten. Doordat de beschikbare weerstandscapaciteit ruim onvoldoende is bestaat het reële risico dat we als organisatie niet in staat zijn om tegenvallers op te vangen zonder dat deze direct tot een tekort op de (meerjaren)begroting leiden. Prioriteit ligt bij het opbouwen van de beschikbare weerstandscapaciteit van met name het grondbedrijf. Hiervoor is in de programmabegroting 2014 voor de periode 2014 – 2017 3,6 miljoen euro incidenteel beschikbaar gesteld. Voor 2014 en 2015 tezamen is 950.000 euro gealloceerd. Doel is om de komende jaren te kunnen voorzien in dekking voor het negatief effect van een tegenvallende gronduitgifte. Veronderstelling die hieraan ten grondslag ligt is dat na de periode van uitstel een inhaalslag zal plaatsvinden bovenop de door de gemeenteraad vastgestelde lange-termijnprognose, de zgn. mediaanvariant. Met een fundamentele bijstelling van het bouwprogramma is nog geen rekening gehouden. In het uitvoeringsprogramma van het college zijn hierover procesafspraken gemaakt die nog omgezet dienen te worden in besluitvorming. In de eerste helft van 2014 is de kadernota Weerstandsvermogen en risicobeheersing (DCS 25809) opgesteld. Deze is op 16 september 2014 ter besluitvorming aan de gemeenteraad voorgelegd en vastgesteld. In de voorbereiding op deze begroting zijn alle risico’s en beheersmaatregelen in het risicomanagementsysteem beoordeeld en waar nodig geactualiseerd. In paragraaf 4 is de risicotabel opgenomen. Deze paragraaf bevat een toelichting op de substantiële wijzigingen. 2.
Beleid risicomanagement
Het kader voor deze paragraaf wordt gegeven door artikel 11 van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV): De begroting en het jaarverslag bevatten een paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing, waarin opgenomen: een inventarisatie van de weerstandscapaciteit; een inventarisatie van de risico’s; het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s. In de kadernota Weerstandsvermogen en risicobeheersing zijn de beleidsdoelstellingen, uitgangspunten en strategie verwoord. In de bijlage staan de begrippen toegelicht die in deze paragraaf gebruikt worden. In deze paragraaf beperken wij ons tot de beleidsmatige uitgangspunten. Deze zijn: 1. De gemeente streeft naar een ratio weerstandsvermogen van 1.0. 2. Tegenvallers gedurende het jaar worden opgevangen door bijsturing binnen het programma. Gedurende het jaar wordt geen tussentijds beroep gedaan op de algemene reserve. 3. Incidentele meevallers vloeien bij de bestemming van het jaarresultaat naar de algemene reserve. Tussentijds kunnen deze worden aangewend voor bijsturing binnen de programma’s. Dit betekent dat deze middelen niet worden geheralloceerd voor beleidsintensiveringen, nieuwe activiteiten of projecten maar uitsluitend voor het afdekken van incidentele knelpunten. 4. Voor investeringen geldt dat kosten en opbrengsten realistisch en met toereikende buffers voor onvoorzien worden geraamd en het opstarten van risicovolle projecten wordt vermeden. Dit vermindert de kans op tegenvallers en vergroot de kans op meevallers.
78
Doelstelling weerstandsvermogen 2015 - 2018 In de kadernota Weerstandsvermogen en risicobeheersing is de verplichting voor het college opgenomen om naast de lange-termijndoelstelling van een ratio weerstandsvermogen van 1.0, een realistische kortetermijndoelstelling op te nemen. De korte-termijn doelstelling moet in het licht worden gezien van de moeilijke financiële positie van de gemeente Almelo die ondanks een fragiel economisch herstel ook de komende jaren zal voortduren. Het beleid om incidentele meevallers toe te voegen aan de algemene reserve en jaarlijks bij de kadernota en programmabegroting te bezien of en in welke mate er spaarmogelijkheden zijn om de algemene reserve te versterken wordt toegepast. Het weerstandsvermogen zal hierdoor echter niet toenemen, omdat er waarschijnlijk aanvullende verliezen op de grondexploitaties moeten worden genomen en de kans op tegenvallers erg groot is omdat er geen ruimte in de begroting zelf aanwezig is. Deze nieuwe tegenvallers zouden tijdelijk kunnen leiden tot verdere daling van de algemene reserve. Daarnaast is het is al een forse opgave om voor 2015 en verder een sluitende begroting te blijven presenteren. Op grond van het bovenstaand concluderen wij dat de financiële armslag zodanig beperkt is dat gekoerst wordt op instandhouding van de huidige ratio weerstandsvermogen (0,30) voor de periode 2015 – 2018, waarbij er een reële kans is dat het weerstandsvermogen tijdelijk verder afneemt. 3.
Beschikbare weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen of mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om onverwachte, niet-begrote kosten die substantieel zijn te dekken. De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit structurele en incidentele weerstandscapaciteit. De structurele weerstandcapaciteit is het vermogen om onverwachte tegenvallers in de begroting op te kunnen vangen, zonder dat dit gevolgen heeft voor de voortzetting van gemeentelijke taken. Wanneer zich een structurele tegenvaller voordoet, dan zal in het volgende begrotingsjaar logischerwijs naar dekking voor dit structurele probleem moeten worden gezocht. Tot de structurele weerstandscapaciteit worden de volgende onderdelen gerekend: - de onbenutte belastingcapaciteit; - de structurele post onvoorzien voor kleine kapitaalwerken. De onbenutte belastingcapaciteit bestaat uit de mogelijkheden om tarieven van belastingen en heffingen te verhogen. Wij gaan uit van kostendekkende tarieven voor retributies en heffingen waardoor op deze onderdelen geen capaciteit aanwezig is. Omdat in de besluitvorming over de programmabegroting 2013 is besloten tot een jaarlijkse stijging, exclusief de reguliere indicatie, van de OZB-tarieven met 5%, is de resterende capaciteit op 0 gesteld. De structurele post onvoorzien bestaat uit het structurele budget dat in de begroting is opgenomen voor onvoorziene investeringen en/of knelpunten met beperkte kapitaallasten. Opgenomen is de vrije ruimte in dit budget. De incidentele weerstandscapaciteit is de ruimte om eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen, zonder dat dit invloed heeft op de uitvoering van het bestaande beleid of het voorzieningenniveau. De onderdelen die hiertoe worden gerekend zijn: - het vrij aanwendbare deel van de algemene reserve en - het vrij aanwendbare deel van de reserve grondexploitatie. Algemene reserve Het bedrag in de tabel is het vrij aanwendbaar deel van deze reserve. 79
Reserve grondbedrijf / Reserve bedrijventerreinen De reserve grondbedrijf en de reserve bedrijventerreinen dienen ter afdekking van eventuele (toekomstige) verliesgevende exploitaties waarvoor geen reserve of voorziening is gevormd. De algemene reserve grondbedrijf en de reserve bedrijventerreinen worden samen met de toekomstige resultaten van het grondbedrijf tot de weerstandscapaciteit gerekend. In de paragraaf Grondbedrijf zijn de aanwezige risico’s gespecificeerd. In de programmabegroting 2014 is voorzien in verhoging van de reserve grondbedrijf met in totaal 3,6 miljoen euro tot met 2017 om korte-termijn verliezen ten gevolge van achterblijvende verkoop van kavels op te kunnen vangen. In de programmabegroting 2014 is hiervoor 950.000 euro gealloceerd. Tabel beschikbare weerstandscapaciteit Bestanddeel
Stand begroot per 1-1-2015 (bedragen x 1.000)
Structureel Onbenutte belastingcapaciteit Post Onvoorzien structureel Incidenteel Algemene reserve na berap (ex. geoormerkt deel) Stille reserves vastgoed grondbedrijf Reserve grondbedrijf / Bedrijventerreinen Post onvoorzien incidenteel begroting 2015 Totaal incidenteel beschikbaar
0 27 8.600 1.000 1.350 216 11.166
Bestemmingsreserves De bestemmingsreserves worden niet tot de beschikbare weerstandscapaciteit gerekend. Deze reserves zijn ofwel geoormerkt qua bestemming door de raad ofwel geblokkeerd zodat de rente over deze reserves ten bate van de begroting van baten en lasten kan komen. Dit betekent in het eerste geval dat de reserves niet kunnen worden aangewend zonder dat dit ten koste gaat van het vastgestelde beleid. In het tweede geval is de aanwending van de reserve niet mogelijk, want dan vervalt een belangrijk deel van de structurele financiële dekking. Bovendien wordt de omvang van deze reserves jaarlijks beoordeeld en afgeroomd voor zover dit verantwoord is. Overigens rekenen de meeste gemeenten de bestemmingsreserves wel tot de beschikbare capaciteit omdat de gemeenteraad per direct de bestemming van de reserves kan veranderen om daarmee tegenvallers elders op de begroting op te vangen. Stille reserves Stille reserves zijn de meerwaarden van activa die laag of op nihil zijn gewaardeerd doch direct verkoopbaar zijn indien men dat zou willen. De stille reserves worden in principe niet gerekend tot de beschikbare weerstandscapaciteit omdat het verkopen van deze activa tot problemen zou leiden, bijv. noodzakelijke herhuisvesting, indruist tegen het gemeentelijk beleid of de hoogte van het voorzieningenniveau raakt. Uitzondering hierop vormt de voorraad panden binnen het grondbedrijf, die gedeeltelijk kan worden afgestoten, zonder dat dit effect heeft op het vastgestelde beleid. De voorraad wordt jaarlijks getaxeerd. Indien de economische waarde hoger is dan de balanswaarde, kan bij verkoop een boekwinst worden gerealiseerd. Ingezet wordt op de verkoop van dit vastgoed om de weerstandscapaciteit van het grondbedrijf te versterken. In euro’s gaat het om ongeveer 1 miljoen euro.
80
4.
Risico’s en benodigde weerstandscapaciteit
4.1 Risico’s Voor deze paragraaf zijn alle risico’s, waarvan dat mogelijk is, in mogelijke financiële gevolgen uitgedrukt. Nietfinanciële risico’s bestaan voornamelijk uit risico’s ten aanzien van doelbereiking, kwaliteit, planning en imago. Wij presenteren in deze paragraaf de top 15 van financiële risico’s met peildatum eind augustus 2014. Aansluitend op de tabel wordt inzicht gegeven in de belangrijkste overige risico’s. Toelichting bij de risico-tabel Risico’s met een zeer kleine kans, maar met mogelijk grote impact zoals rampen zijn buiten beschouwing gelaten. Autonome maatschappelijke ontwikkelingen en trends, zoals mogelijke bevolkingskrimp of de effecten van een lagere welvaart zijn geen onderdeel van de risico-database en deze paragraaf. Het financieel gevolg is geraamd inclusief de genomen beheersmaatregelen. De genoemde bedragen betreffen de mogelijke impact voor één jaar. Structurele tegenvallers worden via de p&c-cyclus opgenomen in de volgende begroting en dienen van structurele dekking te worden voorzien indien andersoortige bijsturing niet mogelijk is. Voor projecten geldt dat deze voor de looptijd van het project zijn opgenomen. Per definitie kennen projecten immers geen structureel karakter. Met het oog op de overzichtelijkheid en de inhoudelijke overeenkomsten geldt voor enkele risico’s dat deze geconsolideerd zijn opgenomen. Deze zijn in het risicomanagementsysteem individueel per budgetverantwoordelijke benoemd. Voor de risico’s inzake grondexploitaties en het Complex Verspreide Bezittingen (CVB) wordt verwezen naar de paragraaf grondbeleid in deze begroting. In 2014 is een analyse uitgevoerd op de lange-termijn behoefteprognoses woningbouw. Dit betekent een herbeoordeling van de bij de voorjaarsnota 2012 gehanteerde “mediaanvariant”. Het risico van overprogrammering in relatie tot de prognoses uit de mediaanvariant wordt hierin geanalyseerd en van oplossingsrichtingen voorzien. Het risico op overprogrammering (hoeveelheid en lange-termijn uitgiftetempo) wordt onderkend, maar is, in afwachting van de uitkomsten van de financiële analyse en besluitvorming door de gemeenteraad, niet in het risicomanagementsysteem gekwantificeerd. De tabel in deze programmabegroting is gewijzigd op basis van de informatiebehoefte van de Comissie Planning & Control (CPC). Toegevoegd is in de eerste kolom onder het nummer met een pijl aangegeven of het risico (en dat kan de kans en/of gevolg zijn) is gestegen of gedaald.
81
Nr.
Programma
Risico-omschrijving
Beheersmaatregelen
1
Sociale agenda
Onvoldoende budget om de benodigde zorgvraag te realiseren
2
Aantrekkelijke stad
Staat van onderhoud van enkele CT kunstwerken bruggen, tunnels en viaducten is onvoldoende, waardoor de gemeente mogelijk voor schadeclaims komt te staan.
3
Sociale agenda
Grotere zorgvraag dan waarmee rekening is gehouden.
Lobby via VNG en G32. Anders te gaan werken door zorg anders te organiseren. e Versterken van 0 lijn; een betere mix van aanbod en betere coördinatie; sterk kostenbewustzijn in de organisatie creëren; bij inkoop zorgaanbieders naast kwaliteit ook de prijs mee laten wegen. Er wordt gestuurd op risicobeperking. Er is een studie naar de meest risicovolle situaties uitgevoerd en daar worden (tussentijdse) maatregelen op afgestemd. In de voorjaarsnota 2013 zijn voor de grootste knelpunten middelen beschikbaar gesteld. Actieve budgetbewaking sturen op e vermindering doorstroom naar 2 lijns zorg.
4
Sociale agenda
Extra kosten van de transformatie in het sociale domein zijn groter dan het beschikbare budget.
5
Bestuurskracht en bestuurscultuur
6
Aantrekkelijke stad / Bestuurskracht en bestuurscultuur
7
Aantrekkelijke stad
8
Aantrekkelijke stad
Lager jaarresultaat bij verbonden partijen. Betreft alle publiekrechtelijke en privaatrechtelijke partijden waar onze gemeente een bestuurlijk en financieel belang in heeft. Uitvoering van projecten vindt niet plaats binnen de door de subsidieverstrekker gestelde voorwaarden en termijn waardoor subsidie (gedeeltelijk) terugbetaald moet worden. Taakstelling Sport (ca. 0,5 miljoen euro) wordt niet tijdig gehaald, waardoor een extra tekort bij de jaarverantwoording ontstaat. Bouwclaims van ontwikkelaars door het niet nakomen van contractuele verplichtingen door de gemeente.
9
Bestuurskracht en bestuurscultuur
Exploitatieverliezen of faillissement van een verbonden partij waar de gemeente vanwege risicodragerschap
82
Kans optre den risico 50%
Financieel gevolg
10%
min.0 max.15.000.000
70%
min.0 max.600.000
Continu monitoren van financiën en aanpassen van werkprocessen met als doel kostenvermindering.
50%
min.0 max.500.000
Actief sturen op bestuurlijke invloed.
30%
min.0 max.3.500.000
Sturing op afgesproken planning en voldoen aan (informatie)verplichtingen. Expliciet beleggen van interne verantwoordelijkheid voor monitoring en verantwoording.
30%
min.0 max.2.500.000
Intensieve sturing door een projectmatige aanpak.
70%
min.0 max.500.000
Er is grip op de bestaande claims en er wordt gestuurd op afbouw. De huidige marktsituatie leidt ertoe dat partijen afzien van de mogelijkheid gebruik te maken van claims. Regulier toezicht via de aandeelhoudersvergadering of dagelijks- of algemeen bestuur. Dividenduitkering onder voorwaarde van afdoende solvabiliteit.
20%
min.0 max.4.000.000
10%
min.0 max.8.000.000
min.0 max. 3.600.000
Nr.
Programma
10
Bestuurskracht en bestuurscultuur
11
Aantrekkelijke stad
12
Bestuurskracht en bestuurscultuur
13
Aantrekkelijke stad
14
Aantrekkelijke stad
15
Sociale agenda
Risico-omschrijving
Beheersmaatregelen
Kans optre den risico
Financieel gevolg
verplicht is financieel ondersteuning te verlenen. Mogelijke gevolgen hiervan zijn het verlies van ingebracht kapitaal en/of garantstellingen, lagere (dividend)uitkering of bijbetalen in afwijking van de begroting. Schade-uitkering van verzekering valt lager uit dan schade waardoor een deel door gemeente zelf moet worden betaald Schadeclaims van derden door het niet nakomen van (contractuele) verplichtingen door de gemeente.
Jaarlijkse toets op en goedkeuring van jaarrekening. Periodieke audit op relatie verbonden partij - gemeente.
Ondanks de beheersmaatregel "afgesloten verzekering" blijft een restrisico bestaan
50%
min. 0 max.1.000.000
Contractbeheer
50%
min.0 max. 1.000.000
Het Rijk kondigt extra rijksbezuinigingen aan met als mogelijk gevolg dat er geen financieel structureel sluitende meerjarenbegroting is. Onvoldoende dekking voor structurele personeelskosten i.v.m. lager investeringsvolume, minder projecten en minder gronduitgifte Geen overeenstemming met Beter Wonen over de invulling van de eerder gesloten overeenkomst m.b.t. de Kloosterhofflat, met als mogelijk gevolg een budgetoverschrijding. Bezuinigingen op subsidies kunnen niet tijdig worden gerealiseerd a.g.v. meerjarige contracten.
Effecten van algemene rijksbezuinigingen worden opgenomen in de circulaires over het gemeentefonds en door Almelo verwerkt in het financieel perspectief cq. P&C-producten. Sturing op flexibele inzet van personeel.
50%
min.0 max.1.000.000
90%
min.0 max.500.000
De gemeente kan met een beroep op artikel 13 van de overeenkomst inzake de Kloosterhofflat de overeenkomst ontbinden en de flat weer verhuurklaar maken.
70%
min.0 max.500.000
Tijdig informeren van gesubsidieerde instellingen. Budget voor frictiekosten instellen.
30%
min.0 max.600.000
Toelichting op significante wijzigingen in de tabel Als gevolg van een hernieuwde risico inschatting is de top 15 van risico’s drastisch gewijzigd ten opzichte van de laatste versie bij de jaarverantwoording 2013. Inburgering Het risico op budgetoverschrijding in het project Inburgering (nr. 2 uit de top 15 in het jaarverslag 2013) is verdwenen door afdekking van dit risico met gereserveerde middelen.
83
Decentralisaties WMO/AWBZ, Participatiewet en Jeugdhulp De risico’s die samenhangen met de decentralisatie opgaven zijn in de rangorde sterk gestegen. Met ingang van 2015 is de gemeenten de eerstverantwoordelijke overheid voor de onderwerpen werk, maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp. De gemeenten krijgen per 1 januari 2015 op grond van de nieuwe Wmo, Jeugdwet en Participatiewet een brede integrale verantwoordelijkheid voor het sociale domein De implementatie van de Jeugdwet en de nieuwe taken in het kader van de Wmo vormt een grote opgave. In 2014 is voorrang gegeven aan het gereed zijn per 1 januari 2015 om inwoners met vragen op het gebied van de nieuwe taken adequate ondersteuningsvormen te kunnen bieden. De transformatie en cultuuromslag zijn niet gereed per januari 2015 en zullen de komende jaren nog veel energie vergen. Om de risico’s te verminderen wordt regionaal samengewerkt en is in de programmabegroting 2014 voor 2015 en verder jaarlijks 1,5 miljoen euro gereserveerd om de gewenste omslag te bewerkstelligen en de doelstellingen van de Sociale Agenda 2020 te realiseren. Op basis van de Sociale Agenda wordt systeeminnovatie ingevoerd met als doel de kosten te beperken en de kwaliteit van de ondersteuning op peil te houden. Gemeenten krijgen op basis van de Participatiewet fors minder middelen om een groeiende groep mensen aan het werk te helpen. Uitgangspunt is dat we de ambities afstemmen op de gegeven financiële kaders. De risico’s, die de gemeente loopt, zijn met name: de effecten als gevolg van de herkeuring van de Wajongers; dit kan leiden tot een mogelijke forse toename van de bijstandspopulatie; de financiering van de “beschut werken” plekken; de onverminderde korting op de WSW-budgetten, leidend tot een tekort op het subsidieresultaat (verschil ontvangen budget en salariskosten WSW); de kortingen op het Participatie-budget, terwijl meer mensen moeten worden begeleid. Er zijn zorgen rondom de informatieoverdracht (krijgen wij de benodigde informatie van huidige financiers om de taken uit te kunnen voeren tijdig?) en over de financiële middelen. Rondom de financiën gaat het hierbij om onder meer de volgende punten: Voor alle decentralisaties geldt dat van een historisch verdeelmodel over 2015 wordt toegewerkt naar een objectief verdeelmodel voor de jaren vanaf 2016. Gelet op de bevolkingssamenstelling van Almelo is het zeer denkbaar dat dit voor Almelo negatief uitpakt. Voor Jeugdhulp en Wmo worden forse kortingen doorgevoerd (van 15% tot 40%). Deze kortingen doorvertalen naar individuele aanvragen is een forse opgave. De verhoging van de budgetten zoals opgenomen in de meicirculaire betekent ook dat het rijk concludeert dat sprake blijkt te zijn van aanzienlijk meer huidige aanspraken dan voorheen gedacht. Deze budgetverhogingen leiden derhalve niet op voorhand tot verlaging van de risico’s. De overgangsregelingen maken dat er in ieder geval in 2015 weinig ruimte is voor herindicaties waardoor huidige aanspraken door ons moeten worden gerespecteerd. Gelet op deze risico’s wordt onder meer door de ontwikkeling van een transformatieagenda gewerkt aan verschillende beheersmaatregelen, zoals samenwerking met andere Twentse gemeenten (Samen14), overdracht van informatie van organisaties die nu de zorg en ondersteuning uitvoeren en bewoners tijdig en goed informeren. Onderhoud en vervanging civieltechnische kunstwerken Bj de begroting 2013 zijn door de raad extra middelen ter beschikking gesteld voor onderhoud en vervanging van de civieltechnische kunstwerken, waardoor structureel vanaf 2016 1,6 miljoen euro beschikbaar is. Van een aantal kunstwerken was in 2012 op basis van visuele inspecties duidelijk dat vervanging de komende 10 jaar aan de orde is. Nader constructief onderzoek naar de omvang en ernst van de schade heeft geleid tot
84
aanpassingen in de restlevensduur van een aantal kunstwerken. Dit heeft tot gevolg dat, eerder dan gepland, vijf kunstwerken de eerstkomende 10 jaar vervangen moeten worden. Het gaat om de bruggen Nachtegaalstraat, Grotestraat, Schokland en Groeneveldsweg over de Aa/Weezebeek en de viaducten Burg. Raveslootsingel en Parallelweg over de Wierdensestraat. Dit leidt tot een totale vervangingsbehoefte van 16 miljoen euro in de komende 10 jaar, waarvan 13,5 miljoen euro bedoeld is voor het viaduct over de Wierdensestraat. Deze vervanging betekent een flinke financiële last. Het is grotendeels gelukt dit binnen bestaande middelen op te vangen. Voor het resterend tekort zijn bij de voorjaarsnota 2013 incidenteel aanvullende middelen beschikbaar gesteld: voor 2014 580.000 euro en voor 2015 380.000 euro. Hiermee is het risico op termijn sterk verminderd, maar desalniettemin blijft vanwege de slechte onderhoudssituatie van een aantal bruggen en tunnels het financieel risico tot het moment van vervanging of onderhoud bestaan. Verbonden partijen Het overzicht van verbonden partijen is opgenomen in de programmabegroting en jaarverslag. Dit zijn partijen waarin de gemeente zowel een financieel als bestuurlijk belang heeft. In de risicotabel in deze paragraaf hebben wij één geconsolideerd risico opgenomen. Het risico inzake de exploitatie van de verbonden partij SOWECO is vanwege de transitieproblematiek en de daaraan verbonden risico’s separaat in het risicomanagementsysteem opgenomen. Als daar aanleiding voor is, zullen ook andere verbonden partijen separaat worden opgenomen. Door vertegenwoordiging in aandeelhoudersvergadering of bestuur heeft de gemeente invloed op strategische beslissingen en de bestemming van het jaarresultaat. De financiële situatie van verbonden partijen wordt structureel gemonitord. Op verzoek van de gemeenteraad heeft accountant EY de beheersing van verbonden partijen beoordeeld en hierover gerapporteerd in haar boardletter 2013. In het algemeen is de beheersing afgestemd op de risico’s en het toezicht en de informatievoorziening toereikend. De informatievoorziening over de gemeenschappelijke regeling XL-Businesspark Twente wordt verbeterd. Eind 2013 is met gebruikmaking van het risicomanagementsysteem Naris een pilot uitgevoerd om een scherper beeld te krijgen van de risicoprofielen van verbonden partijen. De ontwikkeling hiervan loopt nog en is verbreed met de gemeenten Enschede en Borne. Jaarlijks voert de gemeente op basis van een risico-analyse, op minimaal één verbonden partij een audit uit. Vanwege het toenemend aantal verbonden partijen waarbij de gemeente een (eind)verantwoordelijkheid houdt en risicodrager blijft, is besloten een kadernota Governance Verbonden Partijen op te stellen. In deze nota wordt vooral aangegeven hoe we vanuit de gemeente toezicht, sturing en verantwoording willen en kunnen borgen. Schadeclaims / bezwaar- en beroepsprocedures Het risico bestaat dat de gemeente aansprakelijk wordt gesteld voor het niet juist toepassen van de regels en procedures van de interne (bijv. de eigen verordeningen) en de externe wetgeving of niet (tijdig) aangegane contractuele verplichtingen jegens derden nakomt of na kan komen. Een voorbeeld hiervan is de afrekening WSW 2011. Gemeenten ontvangen voor de uitvoering van de sociale werkvoorziening (WSW) een bijdrage van het Rijk. Op basis van de jaarrekening beoordeelt het Ministerie van SZW of aan de taakstellingen is voldaan en stelt op basis hiervan een definitieve beschikking vast. Voor 2011 is de situatie ontstaan waar de jaarrekening van Soweco voor alle GR gemeenten de taakstelling foutief (te laag) weergaf. De jaarrekening is hierop inmiddels gecorrigeerd door de accountant. Voor Almelo vertaalt deze fout zich in een (mogelijk) terug te betalen bedrag van 1.300.000 euro, zijnde het maximale risico. Het college heeft stappen ondernomen om bezwaar aan te tekenen. Over de voortgang zal de raad bij raadsbrief nader worden geïnformeerd.
85
Toelichting overige risico’s Strategische risico’s Voor de gemeente kunnen nieuwe afspraken tussen overheidsorganisaties en bestuurslagen, Europese regelgeving, wetten en wetswijzigingen gevolgen hebben met een grote impact. Al genoemd zijn de decentralisaties in het sociaal domein. Aanvullend hierop zijn bijvoorbeeld te noemen de kwaliteitseisen voortvloeiend uit de vorming van de Regionale Uitvoeringsdiensten en de positie van de gemeente in de regio en de relatie met belangrijke partners, zoals de provincie Overijssel. Ook het ontstaan van een grote diversiteit aan samenwerkingsrelaties op verschillende vlakken en op verschillende schalen levert risico’s op. Risico’s op dit vlak zijn niet “in euro’s voor de dag van morgen” uit te drukken, maar kunnen invloed hebben op de autonomie van de gemeente, de sturingsmogelijkheden en de middelen van de gemeente om efficiënt en effectief beleid te kunnen voeren. Als beheersmaatregel wordt gewerkt aan een kadernota Governance. Deze kadernota gaat in op de sturings- en toezichtsmogelijkheden in samenwerkingsrelaties, de ambtelijke en bestuurlijke verankering hiervan en biedt een handvat voor het vormgeven en onderhouden van het toenemend aantal samenwerkingsrelaties. Daarnaast doen zich strategische risico’s voor op ontwikkelingen waarop de gemeente geen directe invloed heeft. Denk hierbij aan demografische ontwikkelingen (omvang en samenstelling bevolking, waaronder krimp en vergrijzing), sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen en economische conjunctuur. Ambities raadsprogramma en uitvoeringsprogramma In 2014 is bij de start van de nieuwe gemeenteraad en het college van B en W, de ambitie en de richting voor de komende jaren vastgelegd in het raadsprogramma en uitvoeringsprogramma “Voortvarend te Werk”. De beleidswensen hierin dienen veelal nog vertaald te worden in bestuursopdrachten en besluiten van de gemeenteraad. Met name door de financiële krapte is het onzeker of de ambities, waaronder de revitalisering van de binnenstad, in volle omvang gerealiseerd kunnen worden. Risico’s Personeel en Organisatie De gemeente loopt net als elk ander bedrijf dat personeel in dienst heeft de volgende personele risico’s: Aantrekkelijkheid als werkgever Integriteit en fraude Gezondheid en ziekteverzuim Veiligheid en arbeidsomstandigheden van medewerkers Welzijn, kwaliteit en motivatie Naleven wet en regelgeving (rechtmatigheid) Doelmatigheid. Deze risico’s zijn zeer divers en worden met een mix aan maatregelen zo veel mogelijk beperkt: met procedures, interne voorschriften en controles, voorzieningen voor medewerkers, adequaat management, personeelsbeleid en open communicatie. Actuele personeel-organisatierisico’s betreffen: Frictiekosten ten gevolge van de reorganisatie van het ambtelijk apparaat in 2013 en invulling van de meerjarige taakstelling uit de operatie Het Verschil Maken. Een aantal medewerkers is door de reorganisatie en de operatie Het Verschil Maken boventallig geworden, waardoor structurele formatieve dekking voor deze groep ontbreekt. Door teammanagers en sectordirecteuren wordt erop gestuurd om de betreffende medewerkers aan ander werk te helpen. Het geringe aantal externe vacatures en de beperkte interne herplaatsingsmogelijkheden vergroten het risico op overschrijding van het personeelsbudget. 86
Financieel gaat het in 2015, inclusief WW-verplichtingen, om ongeveer 1 miljoen euro, die incidenteel wordt afgedekt. Samenvoeging van de gemeentelijke bedrijfsvoering met Borne, Enschede, Losser in een Intergemeentelijke Bedrijfsvoeringsorganisatie (IBO). De vorming van IBO heeft een hoog risicoprofiel vanwege de complexiteit, veelzijdigheid en omvang van het project in een sterk dynamische omgeving van samenwerking op Twentse schaal. Ook is het draagvlak voor dit project in de ambtelijke organisatie niet vanzelfsprekend. In het najaar van 2014 worden definitieve besluiten verwacht over de oprichting van het IBO. Indien de vorming conform de bestaande voornemens doorgang vindt, zal dit in 2015 een hoog beslag leggen op ambtelijke capaciteit in de bedrijfsvoering waardoor de kwaliteit van de dienstverlening onder druk kan komen te staan. Informatievoorziening en informatiebeveiliging. Om de beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid van de (geautomatiseerde) informatievoorziening te waarborgen moet er een samenhangend pakket maatregelen getroffen en onderhouden worden. Risico’s zijn dat medewerkers uit systemen meer informatie kunnen halen dan nodig is voor functievervulling en beveiliging van gegevens is mogelijk onvoldoende gewaarborgd door ontwikkelingen in het kader van Het Nieuwe Werken (HNW). Van medewerkers wordt gevraagd om alert te zijn op risico’s m.b.t. de (blijvende) toegankelijkheid van informatie (bewustwording) en deze te beperken of te vermijden. Op basis van de reeds vastgestelde kaders zal in 2015 inzet moeten worden geleverd om de informatiebeveiliging goed en ook in praktische zin op orde te krijgen. De maatregelen die in eerste instantie minimaal geïmplementeerd dienen te worden, zijn opgenomen in de planning van het informatiebeveiligingsplan 2014 – 2015. De ver- en inhuizing van het ambtelijk personeel in het nieuwe stadhuis in –naar verwachting- het eerste kwartaal van 2015 zal tot enig productiviteitsverlies leiden. Deze laat zich vooraf lastig kwantificeren. Doordat het niet alleen gaat om de fysieke verhuizing, maar ook om de introductie van “Het Nieuwe Werken” en ingebruikname van andere apparatuur en werkplekken is dit voor de medewerkers een forse overgang waarbij aanloopproblemen en noodzakelijke tijd voor gewenning onvermijdelijk zijn.
Schaderisico’s De volgende schaderisico’s zijn onderkend: 1. Op roerende zaken loopt de gemeente risico’s van diefstal, tenietgaan van het middel enz. Organisatorisch zijn voorzorgsmaatregelen getroffen en verzekeringen afgesloten, doch uitsluiten van een (eigen) risico is niet mogelijk. 2. Gevaarlijke stoffen die door onbekenden op gemeentegrond worden gestort, zullen moeten worden opgeruimd. De kosten hiervan moeten door de gemeente worden gedragen als de eigenaar niet te achterhalen is. Voor de eventuele kosten is geen voorziening aanwezig. Bij calamiteiten waarbij gevaarlijke situaties ontstaan, is de gemeente verplicht deze op te heffen, ook indien geen verhaalsmogelijkheden aanwezig zijn. 3. De gemeente kan zich niet indekken tegen het risico van bedrijfsschade, omdat zij door verzekeringsmaatschappijen niet als bedrijf gekenmerkt wordt. De gemeente heeft zich tegen wettelijke aansprakelijkheden ingedekt door middel van een Algemeen Aansprakelijkheidsverzekering. Hierbij zijn niet de totale schades gedekt en geldt een eigen risico van 2.500 euro voor zaak-, persoons- of vermogensschade per aanspraak. Het verzekerd bedrag voor personen- en zaakschade is 2.500.000 euro per aanspraak, gelimiteerd tot 5.000.000 euro per verzekeringsjaar. WOZ-waardering ziekenhuizen De WOZ-waardering van ziekenhuizen staat ter discussie. Belastingadviseurs van ziekenhuizen stellen onder meer dat bij de waardering alsnog rekening moet worden gehouden met de werktuigenvrijstelling voor gebouwgebonden installaties en dat de gemeenten bij de waardering uitgaan van een te hoge restwaarde bij de gebouwgebonden installaties. De huidige jurisprudentie is niet eenduidig en inmiddels is de eerste
87
procedure bij de Hoge Raad aanhangig gemaakt. De Hoge Raad zal in deze zaak niet voor het einde van dit jaar arrest wijzen. Het maximale risico is een inkomstenderving in 2015 van 340.000 euro. Opbrengst niet-woningen bejaarden- verzorgings- en verpleegtehuizen Voor de OZB worden verschillende tarieven vastgesteld voor woningen en niet-woningen. Daarom is van belang wanneer sprake is van een woning en wanneer van een niet-woning. Dit is geregeld in artikel 220a Gemeentewet. Een object is in hoofdzaak een woning als 70% of meer van de waarde van het object dient tot woning of dienstbaar is aan woondoeleinden. Artikel 220a Gemeentewet rekent alleen die delen tot een woning die uitsluitend (100%) een woonfunctie hebben. Bij de afschaffing van de OZB-gebruikersheffing van e woningen is artikel 220 Gemeentewet ingevoerd om te bewerkstelligen dat bij gemengde niet-woning objecten ook geen gebruikersheffing voor woongedeelten wordt geheven. Dit artikel spreekt over 'in hoofdzaak' zodat het voor de woondelenvrijstelling voldoende is dat een deel voor 70% of meer een woonfunctie heeft. Het verschil komt bijvoorbeeld tot uitdrukking bij de verkeersruimten. Deze gangen dienen door het medegebruik van het personeel niet uitsluitend de woonfunctie, maar zijn wel in hoofdzaak in gebruik bij de bewoners. De vraag hoe deze artikelen moeten worden uitgelegd heeft tot diverse rechterlijke procedures geleid. De Hoge Raad heeft eind 2013 praktische richtlijnen gegeven voor de gebruikersbelastinguitzondering en op 6 juni 2014 beslist dat wat voor artikel 220e Gemeentewet geldt niet ook geldt voor artikel 220a Gemeentewet. Het GBT inventariseert voor zo’n 150 objecten van alle GBT-gemeenten in hoeverre de heffingsgrondslag voor de gebruikersheffing niet-woningen moet worden bijgesteld. Dit is arbeidsintensief en niet afgerond voordat de tarieven voor 2015 kunnen worden vastgesteld. In Almelo kan de opbrengst maximaal 200.000 euro lager zijn. 4.2 Benodigde weerstandscapaciteit en weerstandsvermogen Door risico-simulatie met het risicomanagementsysteem Naris het wordt het bedrag berekend dat benodigd is om de risico’s in financiële zin af te dekken. De kans dat alle geïnventariseerde risico’s zich voordoen is klein. Bovendien is de kans erg klein dat ze zich tegelijkertijd voordoen. Om deze aspecten mee te nemen bij de verwachte impact van risico’s, worden, gebaseerd op de Monte Carlo simulatiemethode 10.000 simulaties uitgevoerd om daarmee de werkelijkheid te benaderen. De risico-simulatie wordt uitgevoerd op gekwantificeerde risico’s van 50.000 euro of meer. Uitgaande van een mate van zekerheid van 90% leidt dit voor de risico’s, niet zijnde grondexploitaties, tot een benodigde capaciteit van 12,825 miljoen euro. (peilmoment 15 september 2014). De benodigde weerstandscapaciteit voor het Grondbedrijf is per 31-12-2013 becijferd op 23 miljoen euro, op basis van een vergelijkbare systematiek. Hiermee komt de totaal benodigde capaciteit uit op 35,825 miljoen euro. Hiertegenover staat een beschikbare weerstandscapaciteit van 11,166 miljoen euro. Dit is de stand na bestemming van de bestuursrapportage 2014. De ratio voor het weerstandsvermogen wordt vervolgens bepaald door beschikbare weerstandscapaciteit te delen door de benodigde capaciteit. In tabelvorm ziet deze ratio er als volgt uit (in miljoen. euro): Weerstandscapaciteit Ratio Benodigd Beschikbaar Grondbedrijf 23,000 1,350 0,06 Overige exploitatie 12,825 9,816 0,77 Totaal 35,825 11,166 0,31
88
In het jaarverslag 2013 (stand voor bestemming van het jaarresultaat) was de situatie als volgt: Weerstandscapaciteit Ratio Benodigd Beschikbaar Grondbedrijf 23,000 1,500 0,07 Overige exploitatie 10,800 10,800 1,00 Totaal 33,800 12,300 0,36 De verslechtering van het weerstandsvermogen kan voornamelijk worden toegeschreven aan de gedeeltelijke bestemming van het negatief jaarresultaat 2013 en de berap 2014 ten laste van de algemene reserve en de nadere kwantificering van de risico’s met betrekking tot de transities in het sociaal domein. Dit wordt deels gecompenseerd door een lager ingeschat risico op schade aan civieltechnische kunstwerken als gevolg van de beschikbaar gestelde extra budgetten in de begroting 2014 en 2015.
89
5.3 Onderhoud kapitaalgoederen Inleiding Deze paragraaf gaat in op de onderhoudskosten van wegen, openbaar groen, riolering, gebouwen, kunstwerken en dergelijke. Het gaat hier om de instandhouding van de kapitaalgoederen, dat wil zeggen met dezelfde functionaliteit op een bepaald kwaliteitsniveau houden van het kapitaalgoed. Volledige vervangingen en aanpassingen van grote kapitaalgoederen zijn over het algemeen investeringen die in het investeringsplan thuis horen en niet in deze paragraaf terug komen. De paragraaf onderhoud kapitaalgoederen geeft een dwarsdoorsnede van de begroting. Lasten van onderhoud kunnen op diverse programma’s voorkomen. Met onderhoud is een substantieel deel van de begroting gemoeid. Een helder en volledig overzicht is daarom van belang voor een goed inzicht in de financiële positie. De definitie van kapitaalgoederen is: Duurzame goederen met maatschappelijk of economisch nut, geïnvesteerd in de openbare ruimte ter verkrijging van een langdurig gewenst voorzieningenniveau. De Wet BBV geeft het volgende aan met betrekking tot de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen: 1. De paragraaf betreffende het onderhoud van kapitaalgoederen bevat tenminste de volgende kapitaalgoederen; A. wegen B. riolering C. water D. groen E. gebouwen 2.
Van de kapitaalgoederen, bedoeld in het eerste lid, wordt aangegeven: A. het beleidskader B. de uit het beleidskader voortvloeiende financiële consequenties C. de vertaling van de financiële consequenties in de begroting.
A. Beleidskader De gemeentelijke kapitaalgoederen bestaan uit veel uiteenlopende onderdelen, zoals groenvoorzieningen, speelvoorzieningen, gebouwen voor uiteenlopende functies, bestratingen wegen, rioleringen, waterwegen, diverse verkeerstechnische elementen, sportterreinen, afvalcontainers e.d. De onderhoudsbehoefte is grofweg onder te verdelen in 3 soorten: a.
Het jaarlijks (gewoon, dagelijks, regulier) onderhoud. Voor de elk jaar terugkerende vaste (planmatige) en niet voorspelbare (adaptieve en curatieve) kleine onderhoudsbehoefte wordt een, meestal op ervaring gebaseerd, jaarlijks bedrag in de begroting opgenomen, het zogenoemde “dagelijks onderhoud”. Hieronder valt het bestekswerk, DVO met TwenteMilieu, raamcontract, schade en meldingen. Met Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR) wordt vanaf 2015 hieraan invullen gegeven.
90
b.
Het groot onderhoud, d.w.z. langcyclisch onderhoud dat met tussenposen van meerdere jaren plaats vindt. Voor al deze onderdelen wordt nu de planmatige onderhoudsbehoefte op verschillende manieren bepaald; zowel preventief alsmede correctief. Voor preventief onderhoud wordt onder andere gebruik gemaakt van beheersystemen, aan de hand waarvan meerjaren onderhoudsplannen kunnen worden opgesteld. De correctieve onderhoudsbehoefte wordt elk jaar opnieuw bepaald door middel van inspecties door de betrokken medewerkers. Het Integraal Groot OnderhoudsPlan (IGOP) genereert ieder jaar een programma dat projectmatig wordt uitgevoerd. Op onderdelen zijn deze meerjaren onderhoudsplannen nog niet aanwezig of via het beheersysteem opvraagbaar, ondermeer voor de kunstwerken zoals oevervoorzieningen en voor een aantal kleinere kapitaalgoederen, zoals straatmeubilair en afvalcontainers. Meerjarige beheerplannen, inclusief een meerjarenperspectief, zijn dan ook zeer gewenst.
c.
Vervangingen Voor een kleiner deel van de kapitaalgoederen gaat het niet om onderhoud in de zin van kwalitatieve instandhouding, maar betreft het hoofdzakelijk volledige vervanging, zoals bijvoorbeeld verkeersregelinstallaties, lichtmasten, afvalcontainers etc. Hiervoor zijn inventarisaties en gedegen vervangingsschema’s een goede basis voor het bepalen van een meerjarige vervangingsbehoefte. Volledig ingevoerde beheerplannen en vervangingsschema’s van de kapitaalgoederen genereren een overzicht van de benodigde financiële middelen voor de cyclische onderhoudsbehoefte.
Het jaarlijkse onderhoudsniveau wordt mede bepaald door de budgettaire speelruimte en niet alleen door de werkelijke onderhoudsbehoefte. Investeren in onderhoud is absoluut noodzakelijk teneinde een technisch en functioneel kwaliteitsniveau van voorzieningen en daarmee de tevredenheid van gebruikers te kunnen waarborgen. Om dat te bewerkstelligen is het gewenst om de onderhoudsbehoefte op langere termijn te kunnen bepalen. Hiervoor zijn meerjaren onderhoudsplannen (MOP) een geëigend middel. Vanaf 2011 zijn de diverse beheersystemen voor de diverse producten vervangen door een integraal beheersysteem (GBI). GBI wordt nog verder uitgebouwd waardoor diverse producten in staat zijn om goede plannen en programma’s zichtbaar te maken (MOP), waardoor uiteindelijk integraal plannen beter mogelijk zal zijn (IMOP). Dit moet er toe leiden dat bij de jaarlijkse begrotingsbehandeling meer gefundeerde strategische afwegingen kunnen worden gemaakt met betrekking tot de bestedingen voor onderhoud en vervanging en de staat van de Openbare Ruimte. B. De uit het beleidskader voortvloeiende financiële consequenties Ad A. Wegen, straten en pleinen Doel: Het verbeteren van het woon- en leefklimaat in de gemeente door een goed beheer en instandhouding van wegverhardingen en de voorzieningen die deel uitmaken van de weg, zoals bermen en sloten, civieltechnische kunstwerken, verlichting, straatmeubilair, openbare verlichting. Kwaliteit: Het zodanig beheren en onderhouden van de verhardingen, dat gebruikers zich onder alle omstandigheden op een adequate wijze kunnen verplaatsen en dat aan de eisen van de wegenwet wordt voldaan. De stad een schoon en verzorgd aanzien geven volgens vooraf gestelde kwaliteitseisen, te bereiken door frequent verzamelen van zwerfvuil, het vegen van straten en goten en het bestrijden van onkruid op verhardingen. Het bestrijden van gladheid op openbare wegen in de winterperiode volgens een vastgesteld gladheidsbestrijdingsplan.
91
Het door middel van openbare verlichting bieden van veiligheid aan de gebruikers van de openbare ruimte. Het goed onderhouden van civieltechnische kunstwerken (bruggen, tunnels, viaducten), zodat de constructie in stand blijft en het kunstwerk voor zijn functie geschikt blijft. Het betreft hier dus alle kosten voor het behouden van een bepaald kwaliteitsniveau van de kapitaalgoederen. Het gaat hier niet om de nieuw aan te leggen wegen, het betreft louter het onderhoud van de reeds bestaande wegen, verkeersborden, kunstwerken en dergelijke. Specifiek verhardingen Systematiek: Vorig jaar zijn we overgeschakeld op een nieuw beheersysteem wat op dit moment nog niet volledig operationeel is. Hiermee kan straks op basis van landelijke criteria de onderhoudstoestand van het Almelose wegennet worden berekend. Het beheersysteem bevat vaste gegevens van het wegennet, aangevuld resultaten van periodieke inspecties. Mutaties in de gegevens, bijvoorbeeld als gevolg van stadsuitbreidingen of reconstructies, moeten in het systeem worden verwerkt. Aan de hand van het beheersysteem kunnen meerjarenonderhoudplannen (MJOP) worden gemaakt, maar ook worden hiermee de jaarlijkse grootonderhoudsplannen (IGOP) bepaald. Voor de jaarlijkse groot onderhoudsplannen vormt het beheersysteem het uitgangspunt. De theoretische planning die dit oplevert, wordt gelegd naast onderhoud- en vervangingsplannen van andere elementen in de openbare ruimte (m.n. riolering) en naast plannen voor allerlei andere ontwikkelingen in de stad (reconstructies, ruimtelijke herontwikkelingen, stadsuitbreiding) en de behoeften vanuit de stadsdelen (meldingen, Almelose Wijkaanpak/ wijkgericht werken). Ook eventuele plannen van derden (corporaties, ontwikkelaars, nutsbedrijven) worden in de afweging meegenomen. Op deze wijze wordt jaarlijks een integraal plan ter besluitvorming aan het college voorgelegd. Groot onderhoud/vervanging: Voor het groot onderhoud aan de verhardingen is jaarlijks ca 1,365 miljoen euro beschikbaar. Vervanging van verhardingsconstructies vindt niet alleen plaats in het kader van groot onderhoud, maar ook bij verkeersreconstructies, ruimtelijke wijzigingen of grondexploitaties. De omvang van dit laatste varieert per jaar, zodoende zijn hier ook geen hoeveelheden over te noemen. Vanuit deze projecten komt ook steeds meer druk om met groot onderhoud of vervanging mee te liften, dit uit zich dan in de vraag het project mede te financieren. Wanneer de voorziening aan groot onderhoud of vervanging toe is – en er dekking is voor de onderhoudsmaatregel – levert dit geen problemen op. Maar wanneer onderhoud of vervanging op basis van de technische staat van de verharding nog niet aan de orde is, is er in beginsel (nog) geen geld voor beschikbaar. Medefinanciering van een herinrichting of reconstructie betekent dan een extra druk op de onderhoudsbudgetten. Wegmarkeringen, wegmeubilair, straatnaamborden en verkeersborden en andere obstakels, opstallen of terreinelementen maken in de meeste gevallen deel uit van een weg. Groot onderhoud en vervanging wordt meegenomen in en bekostigd uit onderhoud aan de verhardingen. Binnen bovengenoemd budget is jaarlijks 100.000 euro beschikbaar voor problemen met wortelopgroei: de wortels van bomen beschadigen de daarboven liggende verharding en drukken deze op. Dit bedrag is toegevoegd aan de ‘voorziening wegen’ en wordt aangewend om wortelproblemen op te lossen bij het uitvoeren van onderhoud aan de verharding (en/of het riool) en om problemen afzonderlijk op te pakken. Naast bovengenoemd bedrag voor groot onderhoud is er jaarlijks 1,1 miljoen euro voor dagelijks onderhoud aan de verhardingen. Deels wordt dit bedrag aangewend voor maatregelen ter voorkoming of uitstel van groot onderhoud.
92
Kwaliteit: Op basis van het beheersysteem kan de kwaliteit van de verharding worden bepaald, zowel op wegvakniveau als voor het hele areaal. De kwaliteit wordt weergegeven als “goed”, “matig” of “slecht”. In 2010 kwam hieruit het volgende resultaat. In 2013 is er een nieuwe inspectie uitgevoerd maar hier kunnen we nog geen nieuw kwaliteitsoverzicht genereren. Verharding Asfalt Elementen Cementbeton Alle
Oppervlakte 53,0% 45,0% 0,1% 98,1%
Goed 81% 95% 100% 88%
Matig 8% 3% 0% 5%
Slecht 11% 3% 0% 7%
(1,9 % van het areaal is onbekend/onverhard)
7% van de Almelose wegverhardingen verkeert in een slechte staat. Slechte asfaltverhardingen leiden tot kapitaalvernietiging: hoe langer wordt gewacht met onderhoud, des te zwaarder is de noodzakelijke onderhoudsmaatregel die moet worden toegepast. Uiteindelijk is de gehele wegconstructie aangetast en moet deze in het geheel vervangen worden. Risico’s: Slechte verhardingen kunnen leiden tot ongevallen en schades voor weggebruikers. Volgens het uitgangspunt van risico-aansprakelijkheid is de wegbeheerder hiervoor aansprakelijk. Door het toenemende groot onderhoud aan het rioolstelsel is het binnen IGOP voor wegen moeilijker om samen werk met werk te maken. Samen met de ontwikkelingen van kabels & leidingen (verglazing en toenemend onderhoud) is een substantiële degeneratie van het wegennet voor de toekomst te voorspellen. Specifiek reiniging Afvalbakken en hondenmarkeringen vormen de enige kapitaalgoederen binnen dit product. Binnen de reguliere budgetten is voldoende ruimte aanwezig om afvalbakken te vervangen. Specifiek verlichting Systematiek: De openbare verlichting is ingemeten, geïnventariseerd en geïnspecteerd. Samen met Hengelo en Enschede is een beheersysteem voor de verlichting aangeschaft, waarin deze gegevens worden opgenomen. Groot onderhoud/vervanging: In de begroting is structureel 287.000 euro beschikbaar voor vervanging van de lichtmasten. Op basis van het beleidsplan openbare verlichting kan hiermee een sober niveau van vervanging worden gerealiseerd (afschrijving masten in 40 jaar, armaturen in 20 jaar). Met het geautomatiseerde beheersysteem is een meerjarenprogramma opgezet voor de vervanging. Kwaliteit: Met bovengenoemd vervangingsbudget wordt een sober vervangingsniveau bereikt. Dit betekent dat voor de lichtmasten een afschrijvingstermijn van 40 jaar en voor de armaturen van 20 jaar wordt aangehouden. Dit is de maximale technische afschrijving, tussentijdse kwaliteitsverbeteringen kunnen niet worden gerealiseerd. Risico’s: Een goede verlichting draagt bij aan de sociale veiligheid en de verkeersveiligheid. Wanneer de masten worden aangetast door corrosie, kunnen ze op den duur omvallen.
93
Specifiek kunstwerken Systematiek: De kunstwerken (bruggen, tunnels, viaducten, oeverbescherming, geluidsschermen) worden op een minimaal niveau onderhouden. Op basis van klachten, inspecties en calamiteiten wordt er minimaal onderhoud gepleegd. Uitzondering hierop zijn de beweegbare bruggen, deze dienen te voldoen aan Wetgeving (Nederlands en Europees) en Machinerichtlijn. Groot onderhoud/vervanging: Voor het onderhoud aan de kunstwerken is in de begroting 941.000 euro beschikbaar. Hieruit wordt dagelijks onderhoud, klein onderhoud en groot onderhoud bekostigd. Per 1 januari 2014 worden de vervangingen van kunstwerken gefinancierd uit de reserve kunstwerken. Voor 2015 wordt hier 171.400 euro in gestort. Bij de Voorjaarsnota 2012 is een meerjaren-doorkijk gepresenteerd. Er zijn in de voorjaarsnota extra middelen gereserveerd voor onderhoud en vervanging. Bij amendement is besloten in beginsel de benodigde structurele aanvullende dekking vanaf 2014 ten laste van het structurele resultaat te brengen. Hierbij is tevens een inspectie van de kadeconstructies gedaan. Daarin zijn 2 soorten te onderscheiden, kademuren in havens, kademuren langs de Aa in het centrum. De huidige staat van onderhoud lijkt vooral gevolgen te hebben voor de functionaliteit van de kademuren in de Aa. Het onderzoek naar de kademuren heeft uitgewezen dat voor 2 kademuren in het centrum, een onaanvaardbare veiligheidsrisico’s aanwezig is. Een plan van aanpak wordt opgezet, de consequenties worden opgenomen in een nieuw opgesteld beheerplan 2015 -2024. Kwaliteit: Het areaal is uitgebreid met 47 objecten en omvat nu ± 220 civieltechnische kunstwerken. Er zijn nog een ± 10 objecten in projecten, die zijn nog niet overgedragen en dus nog niet opgenomen in het areaal. Inventarisatie 2012 beton-/metselwerkbruggen beton/metselwerkbruggen/duikers tunnels, viaducten damwanden geluidschermen houten bruggen stalen bruggen Totaal
aantal
goed
voldoende
matig
onvoldoende
slecht
gem.score
71 33
11% 6%
31% 52%
48% 33%
7% 9%
3% 0%
3,41 3,55
23 5 9 15 17 173
0% 0% 0% 0% 18% 8%
52% 60% 67% 7% 35% 39%
43% 40% 22% 27% 47% 41%
4% 0% 11% 40% 0% 9%
0% 0% 0% 27% 0% 3%
3,48 3,60 3,56 2,13 3,71 3,38
De gemiddelde kwaliteit van deze kunstwerken was 3,38 punten in 2012, hetgeen dus matig is. Bovenstaande tabel geeft een vertekend beeld, er wordt gesproken over aantallen, niet over de vervangingswaarde. Op basis van huidige gegevens is te concluderen dat in vervangingswaarde, ± 40% van de kunstwerken onvoldoende of lager scoort. Uitschieter aan de onderkant zijn de houten bruggen: van de 15 zijn er 10 onvoldoende of slecht. De houtconstructies zijn aangetast door houtrot en komen in aanmerking om binnen 3 jaar te worden vervangen. Er wordt onderzocht of een alternatief, met een voordeliger onderhoudregime beschikbaar is, Bamboe, Composiet, Kunststofvezel etc. Verder komen 4 beton-/metselwerkbruggen/duikers in aanmerking voor vervanging binnen 3 jaar, deze vertonen scheuren in de landhoofden of zijn verzakt. Op 9 bruggen is in 2013 een aslastbeperking ingesteld. 94
Daarvan is de Nachtegaalbrug als eerste in vervanging, nu in uitvoering, voor het overige onderhoud en vervangingen zijn onvoldoende financiële middelen beschikbaar. Oorzaak zijn de voorzieningen die nodig zijn om de constructieve veiligheid te garanderen. Daarbij komen de functionele problemen van 14 tunnels, deze voldoen niet aan de constructieve eisen. Om nog meer aslastbeperking te voorkomen, wordt extra onderzoek uitgevoerd, naar betonsterkte en wapening. Tevens wordt gezocht naar de oorzaak en de mogelijkheid tot verhalen van de schade. Binnen een periode van 10 jaar dienen nog eens 3 houten bruggen, 3 beton-/metselwerkbruggen/duikers en 1 kademuur vervangen te worden. Deze kunstwerken naderen hun theoretische levensduur en vertonen dusdanige tekortkomingen dat groot onderhoud niet meer rendabel is, deze zijn reeds opgenomen in de MJOP Kunstwerken 2012-2021. Het ontbreken van slijtlagen heeft gladheid van het brugdek onder natte omstandigheden tot gevolg. De kunstwerken kunnen niet schoon genoeg gehouden worden om de negatieve invloed op de materialen binnen acceptabele grenzen te houden. Veiligheid van de gebruikers is nu leidraad. Risico’s: Wanneer een kunstwerk niet meer functioneert, kan de veiligheid in het geding komen. Eventuele ongevallen met een kunstwerk kunnen grote gevolgen hebben. Veel kunstwerken zijn cruciaal voor de verkeersinfrastructuur. De nadere inspecties (2014) aan de kunstwerken heeft geleidt tot een advies om aanvullend voor 14 kunstwerken een aslastbeperking in te stellen. Er wordt onderzocht of dit te voorkomen is. Vervanging van een kunstwerk brengt, vooral bij de grotere kunstwerken, hoge kosten met zich mee. Ad B. Riolering Doel: Per 1 januari 2008 is de Wet gemeentelijke watertaken in werking getreden. Door invulling te geven aan deze wet is er sinds 2011 sprake van een verbreed gemeentelijk rioleringsplan (vGRP). In het vGRP wordt naast de gebruikelijke inhoud van een GRP tevens inhoud gegeven aan de nieuwe zorgplichten van de gemeente: de hemelwaterzorgplicht en de grondwaterzorgplicht. Historisch gezien is riolering aangelegd vanuit de maatschappelijke doelstellingen: - Beschermen van de volksgezondheid - Waarborgen van de veiligheid en kwaliteit van de leefomgeving in relatie tot het rioolstelsel met name het voorkomen of beperken van wateroverlast tot een acceptabel niveau - Beschermen van natuur en milieu (kwaliteit bodem, grond- en oppervlaktewater) Voor de specifieke zorgplichten die bij de gemeente liggen, vertaalt de gemeente Almelo deze doelstellingen naar de gemeentelijk zorgtaken. Hierdoor ontstaan de volgende gemeentelijke doelstellingen: -
-
Doelmatig inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater. De gemeente Almelo streeft in haar gebied een duurzame en doelmatige inzameling en afvoer van afvalwater na tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten waarbij afvalwater vanuit hygiënisch oogpunt (volksgezondheid) adequaat wordt ingezameld en getransporteerd, waarbij emissie naar bodem, lucht en oppervlaktewater zoveel mogelijk worden voorkomen en waarbij wateroverlast voor burgers zoveel mogelijk wordt beperkt. Doelmatig inzamelen en verwerken van hemelwater. De gemeente Almelo streeft in haar gebied een duurzame en doelmatige inzameling en afvoer van hemelwater na voor zover burgers en bedrijven zich daar redelijkerwijs niet van kunnen ontdoen tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten waarbij hemelwater vanuit hygiënisch oogpunt (volksgezondheid) adequaat wordt ingezameld en
95
getransporteerd, waarbij emissies naar bodem, lucht en oppervlaktewater zoveel mogelijk worden voorkomen en waarbij wateroverlast voor burgers zoveel mogelijk wordt beperkt. -
Voorkomen dat grondwater de bestemming van een gebied structureel nadelig beïnvloed. De gemeente Almelo streeft in haar gebied een grondwaterstand na, welke geen structurele overlast veroorzaakt. De gemeente streeft daarnaast een kwaliteit van het grondwater na, die voldoet aan de beoogde functie.
Kwaliteit: De doelstellingen zijn uitgewerkt volgens de zogenaamde DoFeMaMe-systematiek (doelen, functionele eisen, maatstaven en meetmethoden) welke wordt voorgesteld door de Stichting RIONED. De doelen geven aan wat de gemeente wil bereiken. Vanuit deze doelen worden de eisen afgeleid, die aan het functioneren van de (riolering)systemen of aan de toestand van de objecten (riolen, putten, randvoorzieningen e.d.) worden gesteld; de zogenaamde functionele eisen. Via de Maatstaven en Meetmethoden zijn functionele eisen vervolgens meetbaar. Deze zijn gedetailleerd beschreven in het vGRP. In het vGRP is een kostendekkingsplan opgenomen inclusief een doorkijk over meerdere jaren. Deze is onder andere gebaseerd op vervanging. Systematiek: Het rioolstelsel en zijn randvoorzieningen zijn opgenomen in het integraal beheersysteem, module riool. Op basis van ouderdom en inspectieresultaten wordt jaarlijks een lijst met te vervangen riolering opgesteld. Deze wordt in eerste instantie afgestemd met gewenst onderhoud aan verhardingen. Daarna wordt afstemming gezocht met andere fysieke plannen in de gemeente, als herontwikkelingen en reconstructies. Ook de plannen van derden (nutsbedrijven, corporaties) worden betrokken bij de planvorming. Groot onderhoud vervanging: Groot onderhoud en vervanging van de riolering is opgenomen in het vGRP 2011-2015, en wordt gefinancierd uit het rioolfonds. Voor 2015 is 2,032 miljoen euro beschikbaar voor groot onderhoud en vervanging obv het vGRP. Risico’s: Tijdige vervanging van riolen is gewenst om milieuverontreiniging te voorkomen en om schade aan de bovengrondse openbare ruimte (zoals de verharding boven het riool) te voorkomen. Door klimaatveranderingen kunnen meer extreme weersomstandigheden optreden. Wanneer het bestaande stelsel dit niet kan afvoeren, betekent dit (meer) water op straat. Hiermee moet rekening worden gehouden bij (her)inrichting van de openbare ruimte. Schades aan de riolering door lozing van bepaalde stoffen worden waar mogelijk verhaald op de veroorzaker. Wanneer deze niet te achterhalen is, betekent dit een kostenpost voor de gemeente. Ad C. Havens en waterwegen Doel: Gelegenheid bieden om goederen en personen per schip aan en af te voeren ter bevordering van trimodaal vervoer ((snel)wegen, spoorverbindingen en waterwegen) en ter bevordering van recreatiemogelijkheden. Met ingang van 2015 het regionaal havenbeheer twente van start gaan. Specifiek kanalen, havens, kademuren Systematiek: Kanalen, havens en kademuren worden op dit moment ad-hoc onderhouden. De kadeconstructies worden opgenomen in het integrale beheersysteem, module voor de civieltechnische kunstwerken. Groot onderhoud/vervanging:
96
Voor kademuren is geen vervangingsbudget. In de begroting is 20.000 euro opgenomen voor onderhoud. In de voorjaarsnota 2012 is extra geld gereserveerd voor de kunstwerken, waarin tevens een bedrag is opgenomen voor constructief onderzoek naar de kademuren. Op basis van het Baggerplan Almelo wordt een operationele planning opgesteld voor het baggeren. Binnen het vGRP is rekening gehouden met een bijdrage. In het kader van het regionale havenbedrijf zal in de toekomst gekeken worden naar mogelijkheden om ook de kanalen, havens en kademuren regionaal te beheren. Ad D. Openbaar groen Doel: Het verbeteren en instandhouden van het groen areaal in relatie tot woon- en leefklimaat in de gemeente, door het technisch onderhouden van gras, bomen, beplanting, paden, oppervlakte water en watergangen. Kwaliteit: Door middel van beheer en onderhoud wordt het openbaar groen in stand gehouden en of verbeterd op een vooraf vastgestelde kwaliteitsniveau. Door stadsgericht te werken met structuur elementen wordt zoveel mogelijk aangesloten bij het specifieke karakter van een wijk of gebied en kan gereageerd worden op wensen en vragen van bewoners en bedrijven. Specifiek bomen Systematiek: De gemeente heeft ca 45.000 bomen in beheer. Deze zijn ingemeten, op een digitale ondergrond ingetekend en in een integraal beheersysteem, module groen en bomen gezet. Op basis van het bomenbeleidsplan zijn het bomenstructuurplan en de lijst van bijzondere en monumentale bomen vastgesteld. De bomen die in een structuur of op de lijst voorkomen worden extra beschermd vanwege hun bijzondere karakter en/of hun belang voor de omgeving. In het bomenbeleid zijn hoofdstukken opgenomen over groeiplaatseisen, over bouwen en werken nabij bomen en over de (wettelijke/gemeentelijke) zorgplicht, om de veiligheid en kwaliteit van het gemeentelijke bomenbestand te verbeteren. Groot onderhoud/vervanging: Binnen het reguliere budget voor onderhoud is 52.000 euro vrijgemaakt voor instandhouding bomen. Dit bedrag wordt hoofdzakelijk besteed aan het realiseren van de herplantplicht die is verbonden aan het kappen van BMS bomen (Bijzonder,Structureel, monumentaal) en door de gemeente verleende kapvergunningen. En ter versterking van de bestaande boom structuren Jaarlijks is 100.000 euro beschikbaar voor de problematiek van wortel opgroei, dit budget is niet toereikend om de problemen adequaat op te lossen, dus alleen de meest urgente gevallen kunnen verholpen worden. : zie paragraaf verhardingen. Kwaliteit: De kwaliteit van de gemeentelijke bomen is geïnventariseerd ( is een oud bestand en wordt de komende jaren geactualiseerd te worden). Deze gegevens zijn opgenomen in het beheerprogramma. Risico’s: Ook voor bomen geldt de wettelijke/gemeentelijke zorgplicht. Schade aan personen of eigendommen van derden kan ontstaan door vallende takken of doordat een boom in het geheel omvalt. De kans hierop is vooral aanwezig bij extreme weersomstandigheden (storm, ijzel). Middels VTA-1 (Visual Tree Assesment) worden de bomen frequent geïnspecteerd. Risicobomen krijgen extra aandacht (VTA-2).
97
Specifiek groen Systematiek: Het vlakgroen bestaat uit , beplanting, gras en oppervlakte water. Het groen wordt onderhouden volgens het ‘groenbestek’. Hierin staat omschreven aan welke onderhouds (en technische komt later) kwaliteit het groen moet voldoen. Met Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR) zal deze kwaliteit in 2014 nader bepaald gaan worden. Een deel van het oppervlakte water is in 2013 overgedragen via Overdracht Stedelijk Water naar het waterschap Vechtstromen. De gemeente houdt een deel van de watergangen en oppervlakte water zelf in beheer en onderhoud. Groot onderhoud/vervanging: Het gemeentelijke groenbudget van ruim 5,1 miljoen euro wordt grotendeels ingezet voor dagelijks/regulier onderhoud. Er is binnen de onderhoudsbudgetten 293.000 euro vrijgemaakt voor groot onderhoud/ vervanging van het groen. Een groot deel hiervan wordt ingezet voor omvormingen: een groenvak wordt vervangen door minder arbeids intensieve beplanting of beplanting wat en hogere sluitings graad heeft of door gras. Kwaliteit/risico’s: Volgens een eerste inventarisatie heeft het Almelose groen een redelijke kwaliteit. Beheer wordt zodanig uitgevoerd dat overal in de stad nu nog een B-niveau kan worden gerealiseerd, echter in de loop van 2013 is dit met uitzondering van het Centrum teruggebracht naar een C-niveau (besluitvorming voorjaarsnota 2011). De theoretische vervangingsperiode van het groen is bekend ( 25/30 jaar), de vertaling hiervan naar een praktische vervangingstermijn moet echter nog worden gemaakt. Door IGOP is inzichtelijk geworden dat het ontbreken van een groenreserve het steeds moeilijker is om het openbaar groen als onderdeel van de integrale openbare ruimte kwalitatief te laten aansluiten op de civieltechnische (riool) maatregelen. Door niet aan te sluiten op de verbetering zal deze verandering tevens een negatief effect hebben op de bestaande kwaliteit van het groen (verslechtering) Begraafplaats Doel: Het aanbieden van ruimte aan alle gezindten om overledenen te begraven of gelegenheid geven tot het bijzetten van urnen. Het in stand houden van de begraafplaats en van de in onderhoud genomen graven in technische- en functionele zin. Kwaliteit: Het hebben van een goede verordening, zodat wordt voldaan aan de wet op de lijkbezorging. Het opzetten en uitvoering geven aan een beheersplan van de begraafplaats. Recreatieve voorzieningen en natuurbescherming Doel: Het verbeteren van het woon- en leefklimaat in de gemeente, door het aanbieden van speelruimte aan kinderen, om zo een positieve bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de doelgroepen. Het beschermen van de natuurwaarden in de gemeente door een goed beheer, gebruik en ontwikkeling van gemeentelijke voorzieningen, in ieder geval binnen de grenzen van de flora- en faunawetgeving. In 2013 heeft het college hiervoor gedragcodes ingesteld. Kwaliteit: Het zorgvuldig en efficiënt beheren en onderhouden van de speelmogelijkheden, waarbij de veiligheid van de speeltoestellen wordt gewaarborgd. Het zorgvuldig beheren en gebruiken en ontwikkelen van voorzieningen in de openbare ruimte zodat aan de wettelijke verplichtingen conform de natuurwetgeving op het gebied van bescherming en instandhouding van flora en fauna wordt voldaan. Specifiek speelvoorzieningen 98
Systematiek: In het Attractiebesluit zijn normen opgenomen voor het beheer en onderhoud van speeltoestellen. De gemeentelijke speelvoorzieningen worden conform dit besluit jaarlijks geïnspecteerd. Van alle inspecties en onderhoudsmaatregelen wordt een logboek bijgehouden. Vervanging van speeltoestellen gebeurt op basis van ouderdom, slijtage door gebruik en vandalisme. Groot onderhoud/vervanging: Voor het onderhoud van het product speelvoorzieningen is jaarlijks 340.000 euro beschikbaar. Hier kan het reguliere onderhoud worden bekostigd. Vervangingen konden binnen dit budget en met behulp van wijkbudgetten op ad-hoc basis worden uitgevoerd, vanwege de relatief jonge leeftijd van het bestand aan toestellen. Uit het Speelruimtebeleidsplan blijkt dat de komende jaren een piek in vervangingsbehoefte bestaat. Het structureel vervangen betekent een planmatige aanpak voor het vervangen van de speeltoestellen (op basis van afschrijvingstermijn van gemiddeld 10 jaar). Met deze planmatige aanpak is een bedrag gemoeid van gemiddeld 194.000 euro per jaar. Kwaliteit/risico’s: Een onveilige speelvoorziening kan gevaren geven voor de daarop spelende kinderen. Het Attractiebesluit geeft normen voor de kwaliteit van de speeltoestellen. Wordt bij een inspectie of na een melding een gevaarlijke situatie geconstateerd, dan wordt hier direct iets aan gedaan. Vanwege compensatieverplichtingen zijn er vanuit ontwikkelingen natuurvoorzieningen aangebracht die beheerd moeten worden (vogelkastjes e.d.). Regionaal wordt gewerkt om hier een efficiënt en effectief beheer (fysiek en registratie) voor te vormen. Ad E. Gebouwen Sportaccommodaties Doel: Het bieden van mogelijkheden tot het beoefenen van sport in de openlucht en in overdekte sportaccommodaties. Het daartoe beheren en onderhouden van de voor de verschillende sporttakken aangelegde sportvelden en buitenvoorzieningen, zwembaden en sporthallen. Cultuur- en welzijnsaccommodaties Doel: Het bieden van mogelijkheden tot het deelnemen aan maatschappelijke en culturele evenementen en activiteiten. En het mogelijk maken om gebruik te maken van diverse voorzieningen tbv welzijn en gezondheid. Verantwoorden van de exploitatie van cultuur- en welzijnsaccommodaties die bij de gemeente in beheer zijn. Panden tbv commerciële verhuur Doel: Verhuur van panden aan commerciële partijen op basis van kostprijsdekkende huur, conform het vastgestelde beleid. Jaarlijkse storting in voorzieningen/reserves t.b.v. onderhoud gebouwen: voorziening onderhoud en vervanging
1.146.443
(waarvan 40.000 tbv afvalbrengpunt bij Twente Milieu)
voorziening sportaccommodaties
510.168
Totaal
1.656.611
99
C. Vertaling financiële consequenties in de begroting Uit het voorgaande blijkt dat er heel veel geld gemoeid is met het regulier onderhoud van de kapitaalgoederen in de Gemeente Almelo. Het is zaak dat alles goed wordt onderhouden, want achterstallig onderhoud is nog duurder en misschien moet er dan zelfs wel worden overgegaan tot vervangingsaankopen. Bedrag
Kwaliteit benoemd
groot onderhoud dagelijks onderhoud vervanging vervanging
1.365 1.100 23 287
beheerssysteem beheerssysteem
dagelijks onderhoud vervanging
941 171
groot onderhoud, vervanging
2.032
vGRP
dagelijks onderhoud vervangingsbudget baggeren
20 0 p.m.
ad hoc
groot onderhoud, vervanging dagelijks onderhoud groot onderhoud, vervanging
52 5.100 293
bomenbeleidsplan C-niveau C-niveau
groot onderhoud
1.656
dagelijks onderhoud groot onderhoud, vervanging
340 194
meerjarenonderhouds programma's speelruimtebeleidsplan speelruimtebeleidsplan
(bedragen x 1.000 euro)
A. Wegen, straten pleinen verharding afvalbakken verlichting kunstwerken
B. Riolering C. Havens en waterwegen kanalen, havens, kademuren
D. Openbaar groen bomen groen
E.
Accommodaties panden speelvoorzieningen
beleidsplan openbare verlichting
Areaalaanpassingen: Voor het jaar 2015 wordt de volgende verdeling van de middelen voor areaaluitbreiding voorgesteld: Woonwijk Kollenveld 100.000 euro Project Verbindende Pleinen 25.000 euro Project fietstunnel Aalderinkssingel 10.000 euro Project Verdiept Spoor (gemeentelijk deel) 50.000 euro Twente Mobiel (infrastructuur project) 10.000 euro Diverse kleine projecten 5.000 euro Totaal 200.000 euro
100
5.4 Financiering De financieringsparagraaf (ook wel de treasuryparagraaf genoemd) is samen met het treasurystatuut bij de invoering van de wet Fido per 1 januari 2001 verplicht gesteld. Het doel is om de raad op deze wijze beter te informeren omtrent het treasurybeleid en de beheersing van financiële risico’s. De paragraaf betreffende de financiering moet volgens artikel 13 van het BBV in ieder geval de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille bevatten. Bij raadsbesluit van 27 maart 2012 heeft de gemeenteraad de Financiële verordening gemeente Almelo vastgesteld (op basis van artikel 212, Gemeentewet). Artikel 13 van deze verordening handelt over de financieringsfunctie. In het treasurystatuut zijn eenduidige bepalingen opgenomen omtrent het toegestane risicoprofiel van de leningen en uitzettingen, het gebruik van financiële derivaten, geldstromenbeheer, administratieve organisatie en interne controle. Het algemene beleidsuitgangspunt van het treasurybeleid van de gemeente Almelo is als volgt omschreven: “De gemeente voert – gelet op haar publiekrechtelijke taak om maatschappelijk kapitaal te beheren – op centraal niveau een risicomijdend treasurybeleid. Binnen dit risicomijdend beleid stelt de gemeente zich ten doel een zo hoog mogelijk rendement over het belegd vermogen en/of zo laag mogelijke kosten over leningen te realiseren, binnen duidelijk geformuleerde randvoorwaarden, ter beperking van risico’s.” De financiële doelstellingen van de treasuryfunctie zijn: Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities; Het beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente) resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s en interne liquiditeitenrisico’s; Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities; Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet FIDO (Wet Financiering Decentrale Overheden) respectievelijk de limieten en richtlijnen van dit statuut. Voor treasury is het tijdig, juist en volledig beschikbaar hebben van financiële informatie van wezenlijk belang om de treasuryfunctie naar behoren uit te voeren. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de informatie die direct betrekking heeft op de liquiditeitsplanning. Ook ontwikkelingen, zoals veranderingen t.a.v. deelnemingen of het verzelfstandigen van gemeentelijke organisaties die financiële consequenties met zich meebrengen, dienen opgenomen te worden. Inmiddels zijn wij bezig om ons huidig treasurystatuut en de daarbij behorende handleiding treasury te herzien. De verwachting is dat deze in het vierde kwartaal van 2014 ter besluitvorming aan de raad wordt aangeboden. 4.3.1 Interne ontwikkelingen Momenteel heeft de Gemeente Almelo een aantal grote investeringsprojecten in uitvoering of gaat deze in uitvoering nemen. Daarbij gaat het onder andere om de diverse rioleringsprojecten, de projecten met betrekking tot de binnenstad en de diverse grondbedrijfcomplexen. Aan de investeringsplannen ligt een solide financierings- en dekkingsplan ten grondslag. Desondanks kunnen we risico’s niet uitsluiten. 4.3.2 Externe ontwikkelingen
101
4.3.2.1 Rente Een belangrijke factor bij het uitvoeren van het treasurybeleid is het (verwachte en werkelijke) verloop van de rente. Voor het nemen van beslissingen over het optimaal beleggen van gelden, het afdekken van risico’s en voor het aantrekken van vaste geldleningen is een rentevisie nodig. Uitgaande van een financieringsbehoefte van 27 miljoen euro (zie 4.3.3.2) betekent een stijging van de rente met 0,5% dan ook een extra rentelast van 135.000 euro. De korte rente, uitgaande van de 3-maands Euribor, zal in 2014/2015 naar verwachting schommelen rond de 0,21%. De actuele korte rente is 0,18%. Euribor (Euro Interbank Offered Rate) is de dagelijks vastgestelde "benchmark" voor het tarief dat grote handelsbanken moeten betalen voor een in dit geval een 3maandslening. Verwachte ontwikkeling korte rente 3 mnds euribor (basis augustus 2014) Actuele rente 0,18 % Visie over 3 maanden BNG Rabobank ABN/AMRO ING Commerzbank Gemiddelde Visie over 12 maanden BNG Rabobank ABN/AMRO ING Commerzbank Gemiddelde
0,25 % 0,18 % 0,10 % 0,22 % 0,25 % 0,20 % 0,25 % 0,21 % 0,10 % 0,25 % 0,25 % 0,21 %
De lange rente, uitgaande van de 10-jaars IRS (is de benchmark voor de Nederlandse kapitaalmarkt), zal waarschijnlijk schommelen tussen de 1,58% en de 2,05%. De actuele lange rente is 1,26%. Verwachte ontwikkeling lange rente 10 jaar Swap (basis augustus 2014) Actuele rente 1,26 % Visie over 3 maanden BNG Rabobank ING ABN/AMRO Commerzbank Gemiddelde Visie over 12 maanden BNG Rabobank ING ABN/AMRO Commerzbank Gemiddelde
1,75 % 1,30 % 1,68 % 1,50 % 1,65 % 1,58 % n/a 1,80 % 1,95 % 2,30 % 2,15 % 2,05 %
102
Verwachtingen ten aanzien van de rente. Korte rente Ondanks dat de Nederlandse economie in het 2e kwartaal van 2014 met 0,5% is gegroeid gaan we er vanuit dat de korte rente op termijn toch laag blijft. De reden hiervoor ligt in het feit dat begin juni de ECB kwam met een pakket maatregelen; zij verlaagde haar beleidstarieven, verklaarde dat de rente langer op een lager niveau wordt gehouden en verruimde de liquiditeit. Allerlei ingrediënten voor een lagere rente zijn dus aanwezig. Lange rente Voor de lange rente wordt een forse stijging voorzien door ‘de voorspellers’. De forward geeft een gematigder beeld op 3 maanden; evenzo geldt voor het beeld over een jaar. Wij denken dat hooguit het dichtdraaien van de geldkraan in de USA en het versneld verhogen van de rente daar een effect zal hebben. Het is dus vooral een politieke en overzeese beslissing die gevreesd moet worden. Er werd door de FED (centrale bank van Amerika) in juni/juli 2014 aan gerefereerd. Vorenstaande betekent dat wij zoveel mogelijk gebruik maken van de gunstige tarieven met betrekking tot de korte rente, oftewel zoveel mogelijk de ruimte tot aan de wettelijke kasgeldlimiet gebruiken. Wij zullen dan ook rekening houden met deze renteontwikkelingen (rentevisie) in de uitvoering van ons treasury-/ financieringsbeleid. Uiteraard zal de rentevisie doorlopend/periodiek getoetst worden aan de hand van de feitelijke renteontwikkelingen. 4.3.3 Gemeentefinanciering 4.3.3.1 Liquiditeitsplanning De Gemeente Almelo stelt zich (conform het treasurystatuut) ten doel de liquiditeitsplanning in te voeren. In het begrotingsjaar zal een planning worden opgesteld met een planningshorizon van 1 jaar. Deze planning wordt periodiek geactualiseerd. 4.3.3.2 Financieringsbehoefte De Gemeente streeft er naar de benodigde leningen tegen zo laag mogelijke kosten aan te trekken en tegelijkertijd de renterisico’s van de Gemeente Almelo te beheersen. Voor het komende jaar verwacht de gemeente een financieringsbehoefte te hebben van 27.765.694 euro. Dit zijn de aflossingen van de langlopende geldleningen. De aflossingen van kortlopende geldleningen zijn buiten beschouwing gelaten. Mutaties in de leningenportefeuille Stand per 1 januari 2015 Nieuwe leningen Reguliere aflossingen Stand per 31 december 2015
250.497.038 +/+ 27.765.694 - /- 27.765.694 250.497.038
4.3.3.3 Renteontvangsten en -uitgaven Onderstaand overzicht geeft de renteontvangsten en rente-uitgaven over het begrotingsjaar 2015 weer, voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de bijlage renteomslag in het bijlagenboek: Renteontvangsten en -uitgaven Ontvangsten Langlopende geldleningen Kortlopende geldleningen Eigen financieringsmiddelen Door derden belegde reserves
103
Uitgaven 8.186.434 357.754 2.812.170 2.180
Provisie geldleningen Stelpost rente risico Producten gewone dienst Kapitaal grondbedrijf Totaal
100.000 300.000 8.022.323 6.053.110 14.075.433
11.758.538
Het rentevoordeel over 2015 bedraagt 2,3 miljoen, daarvan wordt 0,7 miljoen structureel en 1,6 miljoen incidenteel ingezet. 4.3.3.4 Mutaties in portefeuille opgenomen en uitgezette leningen Onderstaande tabel geeft inzicht in de verwachte ontwikkeling van de financieringspositie in het begrotingsjaar. Deze is exclusief leningen t.b.v. woningbouw en de IGM. Deze leningen worden in het overzicht niet meegenomen, omdat het resultaat per saldo 0 euro is. De Gemeente Almelo leent namelijk geld bij de bank en sluist dit vervolgens één op één door. Deze betalen op haar beurt de rente en aflossingen terug, zoals de gemeente dat heeft afgesproken met de bank. Mutaties vaste schuld in 2015 Bedrag Stand per 01/01/15 Nieuwe leningen Reguliere aflossingen Vervroegde aflossingen Renteaanpassing (oud percentage) Renteaanpassing (nieuw percentage) Totaal
250.497.038 +/+ 27.765.694 - /- 27.765.694 250.497.038
Gemiddelde rente 2,98% 4,00%
Invloed op de gemiddelde rente 0,91%
3,09%
4.3.4 Risicobeheer Uitgangspunten risicobeheer Het aangaan van geldleningen, het uitzetten van middelen en het verlenen van garanties mag uitsluitend uit hoofde van de publieke taak; Het uitzetten van middelen uit hoofde van de treasuryfunctie (tijdelijke overschotten) is alleen toegestaan, indien deze uitzettingen een voorzichtig karakter hebben en niet gericht zijn op het genereren van inkomen door het lopen van overmatige risico’s; Het gebruik van derivaten is toegestaan mits deze uitsluitend toegepast worden ter beperking van financiële risico’s. Ter beperking van het renterisico bij het uitzetten en aantrekken van gelden wordt gestreefd naar een zodanige samenstelling van de beleggings- en leningsportefeuille dat met zekere regelmaat gelden vrijvallen voor herbeleggingen of investeringen. Ter beperking van het kredietrisico belegt de Gemeente Almelo uitsluitend bij: - Nederlandse overheden en andere publiekrechtelijke lichamen; - Financiële instellingen met ten minste een AA-rating van één van de volgende erkende ratingbureau’s: Moody’s, Standard & Poor’s of Fitch IBCA. (Ratio van beschikbaar kapitaal versus wettelijk vereist kapitaal = 150%) Kredietwaardigheidsklassen AAA AA A
Extreem kredietwaardig Zeer kredietwaardig, echter minder dan triple-A Zeer kredietwaardig, echter enig gevaar in de toekomst
BBB
Kredietwaardig, maar gevoelig voor economische teruggang
104
BB B
Speculatief, matige bescherming van betaling aanwezig Thans capaciteit voor betaling, echter gevoelig voor faillissement
CCC CC C
Grote risico’s en onzekerheden aanwezig Zeer speculatief, meestal achtergestelde schuld Rentebetalingen zijn reeds gestopt
D
Failliet
Ter beperking van het koersrisico belegt de Gemeente Almelo (conform Treasurystatuut) uitsluitend in daggeld, deposito’s en in de volgende verhandelbare beleggingsvormen: onderhandse leningen, commercial paper, certificate of deposits, staatsobligaties en medium term notes. De Gemeente Almelo belegt uitsluitend in waardepapieren in Euro’s. 4.3.5 Renterisicobeheer 4.3.5.1 Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet geeft het renterisico op de korte termijn weer. Hieronder vallen volgens de Wet fido alle kortlopende financieringen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar. Juist voor de korte termijn geldt dat de renterisico’s aanzienlijk kunnen zijn, gezien de fluctuaties op de geldmarkt. De kasgeldlimiet voor de Gemeente Almelo bedraagt voor het jaar 2015 8,5% van de begroting (conform de Wet fido). Berekening kasgeldlimiet De kasgeldlimiet moet berekend worden bij de aanvang van elk kalenderjaar en bij wijziging van elk percentage Begrotingstotaal Het bij ministeriele regeling vastgestelde percentage Kasgeldlimiet
296.000.000 8,5 % 25.160.000
4.3.5.2 Renterisiconorm De renterisico’s op de vaste schuld worden ingekaderd middels de renterisiconorm. Als lange financiering wordt volgens de Wet Fido aangemerkt, alle financieringsvormen met een rentetypische looptijd langer dan 1 jaar. Vanaf 2009 is de nieuwe renterisiconorm van kracht. De nieuwe renterisiconorm is eenvoudig, ziet vooruit en is direct gerelateerd aan het budgettaire risico. De renterisiconorm heeft als doel om het renterisico bij herfinanciering te beheersen. De nieuwe renterisiconorm houdt in, dat de jaarlijkse verplichte aflossingen en renteherzieningen niet meer bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. Het begrotingstotaal komt daarbij in de plaats van de totale vaste schuld. Dit sluit ook beter aan bij de berekening van de kasgeldlimiet, want deze limiet is ook gekoppeld aan het begrotingstotaal (zie hierboven onder 4.3.5.1). Jaarlijks mogen de renterisico’s uit hoofde van renteherziening en herfinanciering niet hoger zijn dan 20% van het begrotingstotaal zijn.
105
De onderstaande tabel geeft het verwachte verloop van de renterisiconorm: Stap Variabelen Renterisico(norm)
2015
2016
2017
2018
1 Renteherzieningen
0
0
0
0
2 Aflossingen
27.765.694
28.769.705
17.802.522
32.836.067
3 Renterisico (1+2)
27.765.694
28.769.705
17.802.522
32.836.067
4 Renterisiconorm
59.200.000
59.200.000
59.200.000
59.200.000
31.434.306
30.430.295
41.397.478
26.363.933
59.200.000
59.200.000
59.200.000
5a Ruimte onder renterisiconorm (4>3) 5b Overschrijding renterisiconorm (3>4) Berekening renterisiconorm 4a Begrotingstotaal
296.000.000
4b Percentage regeling Renterisiconorm (van alleen jaar T)
20% 59.200.000
(4a*4b) In de bovenstaande tabel wordt weergegeven dat de Gemeente Almelo voldoet aan de gestelde renterisiconorm van maximaal 20% van de vaste schuld voor de jaren 2015 tot en met 2018. De doelstelling hiervan is dat bij een gelijkmatige opbouw van de leningenportefeuille, waarbij niet in enig jaar een onevenredig deel van de leningenportefeuille geherfinancierd behoeft te worden, het renterisico op de vaste schuld gespreid wordt over de jaren. 4.3.5.3 Kredietrisico’s De gemeente zal in het begrotingsjaar in beperkte mate te maken hebben met kredietrisico’s. Deze hebben onder andere betrekking op de uitzettingen in het kader van de publieke taak. In het treasury-statuut van de Gemeente Almelo is hieromtrent het volgende uitgangspunt opgenomen: “Het aangaan van geldleningen, het uitzetten van middelen en het verlenen van garanties mag uitsluitend uit hoofde van de publieke taak”. In onderstaande tabel staan, in overeenstemming met het vorenstaande, de verstrekte, c.q. de te verstrekken leningen. Verstrekte leningen c.q. te verstrekken leningen 2015 (* 1.000) (op basis van besluiten per ultimo augustus 2014)
Woningcorporaties met garantie WSW Leningen t.b.v. de Industriegebouwen Mij. Lening camping Pooksbelten Leningen sport Essent Vitens Bruglening Enexis Lening aankoop grond Waterrijk Lening Lokale Omroep Almelo Lening sfeerverlichting binnenstad Totaal leningen
10.265 8.242 8 1.431 454 1.279 1.836 8.500 23 37 32.075
106
5.5 Bedrijfsvoering Deze paragraaf gaat over de inzet het komende jaar op het gebied van bedrijfsvoering. Dit omvat de onderwerpen personeel & organisatie, facilitaire zaken, informatisering & automatisering, inkoop, financiën, verbonden partijen, kwaliteitszorg & auditing. Zowel interne als externe ontwikkelingen vragen bijzonder grote inzet en zetten druk op de kwaliteit van de bedrijfsvoeringstaken. De externe ontwikkelingen maken duidelijk dat inwoners, ondernemers, maatschappelijke organisaties in toenemende mate verantwoordelijkheid en initiatieven willen nemen voor een vitale samenleving. Daarbij past een compactere overheid. Door externe samenwerking en uitbesteding van taken in lijn met het sourcingsbeleid en regionale samenwerking / ambtelijke fusies wordt ernaar gestreefd om ook voor de middellange en langere termijn de gewenste kwaliteit te realiseren tegen de laagst mogelijke kosten. Daarmee bestuur en ambtelijke organisatie in staat stellend de focus op de vragen en ontwikkelingen van de stad gericht te houden. Op deze terreinen zijn we bezig met de Intergemeentelijke Bedrijfsvoering Organisatie (IBO) samen met Enschede, Losser en Borne en onderzoeken we mogelijkheden voor sourcing van taken op het gebied van stadsbeheer, uitkeringenadministraties, ingenieursbureau en vastgoedbeheer. Interne ontwikkelingen worden sterk bepaald door de bezuinigingstaakstellingen en de invoering van de decentralisaties. Enerzijds krimpt de (gemeentebrede) personele formatie als gevolg van bezuinigingstaakstellingen. Deze ontwikkelingen dwingen tot selectiviteit en het continue slanker maken van de werkprocessen (“slimmer werken”). Anderzijds zien we dat de invoering van de decentralisaties in het sociale domein leiden tot behoefte aan extra personele inzet, binnen de gemeente en vooral bij partners in de stad. Aandachtspunt is hierbij de vormgeving van de relaties met verbonden partijen en maatschappelijke partners, met het oog op de ontwikkeling die Almelo doormaakt naar een compacte, regisserende organisatie. De interne organisatie blijft zich door ontwikkelen: management development, en de invoering van Het Nieuwe Werken zijn voorbeelden. De ingebruikname van het nieuwe stadhuis, begin 2015, is een belangrijke mijlpaal. Belangrijk zijn ook het toepassen van risicomanagement en het verder ontwikkelen van de functies inkoop en archivering en het informatieseringsbeleid. Een bijzonder punt van aandacht is het personeels instrumentarium: de goede medewerker op de goede plek (personeelsplanning) mobiliteit (krimpende organisatie) en mensen boeien en binden (loopbaanbeleid).
107
Personeel en organisatie en facilitaire zaken (HRM en FZ) Wat willen we bereiken Het vormen van een visie op de ontwikkeling van de organisatie en om het uitdragen en implementeren daarvan. De uitwerking en het realiseren van goed werkgeverschap door het ontwikkelen van een breed personeelsinstrumentarium, gericht op de ontwikkeling en het binden van de medewerkers met aandacht voor integriteit en arbo. Het bieden van een zo prettig mogelijke werkomgeving en de hierbij behorende facilitaire diensten (zoals catering, schoonmaak, bodes, veiligheid, etc). Het Nieuwe Werken vertalen naar de ondersteuning op personeelsgebied en op het faciliteren van de juiste fysieke werkomgeving voor de uitvoering van werkzaamheden. Wat gaan wij doen
Toelichting
Realisatie compacte overheid met ondersteuning van HR instrumentaria
O.b.v. een analyse van de gemaakte personeelsschouw worden de HR kaders herijkt om te komen tot een compacte overheid met een vitaal, flexibel en professioneel personeelsbestand. Hierbij wordt ook werkwijze en cultuuraspecten in meegenomen. Maatregelen zijn bijvoorbeeld geënt op instroom jongeren, continuïteit van bedrijfsvoering garanderen, inzet en behoud van talentvolle personen of specifieke talenten en kwaliteiten die medewerkers hebben, mobiliteit intensiveren.
Meer flexibel werken
Implementatie nieuw functiewaarderingssysteem (HR21) waardoor minder specialistische functies benoemd worden en functies meer al round worden en medewerkers daarmee flexibeler kunnen worden ingezet. Digitalisering HRM-cyclus zodat functioneren en resultaatgerichte afspraken beter worden gemonitord en/of betere sturing kan plaats vinden De werkwijze van Het Nieuwe werken structureel inbedden in de bedrijfsvoering na oplevering van het nieuwe stadhuis. Invoering nieuwe wetgeving t.a.v. werktijdenregeling: verruiming dagvensters.
Eenduidige sturing gericht op maatschappelijke opgave en goed werkgeverschap
Uitvoeren 2 jarig MD programma voor leidinggevenden gericht op nieuwe rol en werkwijze overheid én enthousiasmeren en motiveren medewerkers
Regionalisering HR instrumentaria
Regionalisering loopbaancentrum (IBO of werken voor Twentse overheid) Realisatie Twentse arbeidsvoorwaarden Concern opleidingen en/of individuele opleidingen op regionaal verband afstemmen en uitvoeren (Twentse school) Doorontwikkeling 1 Twentse arbeidsmarkt met gelijke status van boventalligen in Twente. Regionaliseren van alle bedrijfsvoeringstaken op gebied van HRM (IBO)
Bedrijfsvoering
Personeelsbegroting en formatie in evenwicht brengen door instellen frictiekostenbudget (bij bezuinigingen) en bestaande boventalligen naar andere banen binnen of buiten de 108
organisatie leiden en hiervoor ook frictiekosten beschikbaar voor stellen. Verhuizing naar nieuw stadhuis
In beheer nemen nieuw stadhuis
De voorbereidingen worden getroffen en uitgevoerd om de verhuizing van de medewerkers naar het stadhuis te realiseren en de inhuizing begin 2015 voltooid kan worden. Na oplevering nemen wij het beheer van het stadhuis over van de projectorganisatie.
109
Contracten, Subsidies, Verbonden partijen en Inkoop (CSVI) Wat willen wij bereiken? De regie- en controlfunctie op samenwerkingsrelaties verbeteren Een gedegen toepassing en implementatie van het sourcingsbeleid binnen de ambtelijke organisatie Professionele relaties met (externe) partners, specifiek op het gebied van inkoop, contracten, subsidies en verbonden partijen Wat gaan wij doen
Toelichting
Bij de vorming en beheer van (nieuwe) samenwerkingsrelaties adviseren en ondersteunen op het bestuurlijk, juridisch en financieel vlak met specifieke aandacht voor sourcing en governance
Het op afstand organiseren van de uitvoering van (nieuwe) gemeentelijke taken, vraagt om de juiste organisatievorm waarbij sturing, beheersing, toezicht en verantwoording geborgd is. Focus ligt op constructen voor nieuwe taken in het sociale domein en op verbonden partijen zoals het RUD, IBO, Twence, Cogas, etc. Het in 2014 opgestelde beleidskader voor Governance wordt doorontwikkeld en geïmplementeerd evenals de gemeente brede sourcingstrategie.
Advisering over Europese en landelijke wetgeving betreffende staatssteun en oneerlijke concurrentie
Toetsing van samenwerkingsrelaties aan de landelijke en Europese regelgeving op gebied van staatsteun en oneerlijke concurrentie waarbij de gevolgen van (nieuwe) Europese en landelijke wetgeving wordt vertaald naar onze organisatie .
Advisering over contractbeheer en contractmanagement
Advisering over de inrichting van contractbeheer en ontwikkeling van contractmanagement. Contractuele afspraken worden vastgelegd en op toegezien om risico’s te vermijden en kosten te bewaken.
Adviseren over en uitvoeren van aanbestedingsprocedures
Het sourcen van gemeentelijke taken en inkopen van (nieuwe) producten, vragen om advisering en ondersteuning op het gebied van aanbestedingsprocedures. Daarbij is specifieke aandacht voor: Duurzaamheidsplan 2013-2016 en ESCO Social Return On Investment (SROI) Prestatieladder Sociaal Ondernemen (PSO) Elektronisch aanbesteden (voor meervoudig onderhandse en openbare aanbestedingen) (nieuwe) Europese aanbestedingsrichtlijnen
Inkoopsamenwerking intensiveren in regionaal verband
Intensiever samenwerken met gemeenten in de regio op het gebied van inkoopadvisering / inkoopprofessionalisering met als doel een gelijkluidend inkoopbeleid en uniforme werkwijzen en instrumenten.
Advisering over subsidiewerving en nieuwe financieringsinstrumenten
Subsidiewerving en nieuwe financieringsinstrumenten voor de belangrijkste Almelose opgaven, namelijk de binnenstad, binnenstedelijk water, de stationsomgeving en het sociale domein (werkgelegenheid en decentralisaties). Met specifieke aandacht voor: Europa-programma 2014-2016 ESCO-Energy Service Company (investering in duurzaamheid gebouwen). Subsidiebeheer betreft de regie op een goede administratieve afhandeling van verworven subsidies, concreet op uitgaande subsidieverzoeken en subsidiebeschikkingen. Hiertoe wordt een centraal registratiesysteem ingericht.
Advisering over subsidiebeheer
110
Informatisering en automatisering Wat willen we bereiken Informatisering/Automatisering ondersteunt de ambities en opgaven voor onze organisatie met onze informatievoorziening. Uitgangspunt is dat de bedrijfsprocessen leidend zijn, hierbij kiezen we passende oplossingen voor software en hardware passend binnen de MOVIP. Goede sturing op de rol en inzet van Informatiserings en Automatiseringsmiddelen. Het instrument hiervoor is de Meerjaren Onderhoud Vervanging en Innovatie Planning (MOVIP). Dit is het werkplan voor het lopende jaar en de planning voor de komende jaren. Wat gaan we ervoor doen
Toelichting
De MOVIP is opgebouwd uit de volgende onderdelen: Onderhoud: het proactief onderhouden en beheren van de huidige omgeving zodat de afgesproken servicenormen worden gerealiseerd.
Alle door Almelo in gebruik en beheer genomen ICT-middelen en toepassingen vallen onder de noemer Onderhoud van de MOVIP.
Vervanging: het tijdig en doelmatig vervangen van onderdelen zodat de continuïteit meerjarig geborgd blijft.
Alles wat onder de noemer Onderhoud van de MOVIP valt, komt aan het eind van de levensduur in aanmerking voor vervanging.
Innovatie: het proactief afstemmen, opstarten en doorvoeren van nieuwe ontwikkelingen en behoeften van de gebruiksorganisatie in aansluiting op de organisat iedoelstellingen.
Het komende jaar werken we door aan het digitaliseren van werkprocessen rond de drie decentralisaties en het optimaliseren van stuurinformatie. Verbetering van het proces toezicht-vergunninghandhaving en aansluiting op de processen van de RUD. Het faciliteren van tijd- en plaats onafhankelijk werken en het implementeren van nieuwe technieken om informatieveiligheid te bestendigen. Vernieuwingen onder de noemer innovatie van de MOVIP zijn gericht op het uitbreiden van het portfolio van de MOVIP.
In de MOVIP zijn de actuele ontwikkelingen geclusterd in de volgende thema’s: Gegevens
Er moet goed gestuurd worden op het bedrijfsmiddel Gegevens. Het thema Gegevens realiseert het beschikbaar krijgen van gegevens in de bedrijfsprocessen. Gegevens zijn van een hoge kwaliteit en actueel. De gegevens worden eenmalig verzameld en meervoudig gebruikt. Hiervoor worden basisregistraties, kernregistraties en basisvoorzieningen ingevoerd.
Documentmanagement
De gemeente Almelo hanteert het principe van zaakgericht werken. Hierbij hoort digitaal werken met als doel het verminderen van de papierstromen binnen de organisatie. Hiervoor hebben we een aantal uitgangspunten. In 2015 worden acties uitgevoerd om hieraan te voldoen. De gemeente Almelo werkt digitaal werkt en slaat documenten één keer op. De eigenaar van een document of dossier is altijd verantwoordelijk voor de volledigheid en kwaliteit van het dossier is. De gemeente Almelo maakt gebruik van een beperkt aantal 111
Informatieveiligheid
documentmanagementsystemen voor te registreren documenten Medewerkers kunnen tijd-, plaats en structuuronafhankelijk documenten lezen en bewerken. Documenten die niet geregistreerd hoeven worden hebben een bewaartermijn hebben van maximaal 5 jaar. Documenten die langer bewaard moeten worden, zijn geregistreerd in Decos. Documenten kunnen gedeeld worden met externe partners. Dit gebeurt binnen de kaders van ons informatiebeveiligingsbeleid. De gemeente werkt steeds meer digitaal, in 2017 zijn we verplicht om al onze producten digitaal te leveren. Om dit te realiseren moeten de producten die we aanbieden en de gegevens die we uitwisselen betrouwbaar zijn en de privacy van de burger staat hierbij voorop. Voor gemeenten betekent dit dat er actief gestuurd moet worden op informatiebeveiliging. De gemeente Almelo is een betrouwbare overheid en hecht daarom veel waarde aan informatieveiligheid. In 2013 is de taak van CISO (Chief Informations Security Officer) belegd om informatiebeveiliging te borgen in de organisatie en in 2014 is de gemeente aangesloten bij de IBD. Gemeenten zijn verplicht om een ICT beveiligingsassessment DigiD te doen voor producten die via de website en DigiD worden aangeboden. In het voorjaar van 2014 heeft het college van b en w Informatiebeveiligingsbeleid vastgesteld. Dit beleid wordt jaarlijks uitgewerkt in een uitvoeringsplan. Naast het digitaal beveiligen van systemen en het borgen van informatieveiligheid in de werkprocessen, zijn houding en gedrag van medewerkers van groot belang. Daarom zal veel energie worden gestoken in bewustwording en interne audits.
112
Financiën Wat willen we bereiken Een gezonde financiële huishouding als middel om de doelstellingen van de gemeente te verwezenlijken Het voeren van een verantwoord financieel beleid waarbij structurele lasten worden gedekt door structurele baten met een structureel sluitende meerjarenbegroting Een verantwoorde inschatting van risico’s en afstemming van het weerstandsvermogen met de reserves en voorzieningen Een kwalitatief goede financiële informatievoorziening naar de gemeenteraad zodat de raad in staat is haar kaderstellende en controlerende taak uit te oefenen Goede administratie met managementinformatie Wat gaan we ervoor doen
Toelichting
Opstellen programmabegroting, jaarverantwoording, berap en Voorjaarsnota
Dit zijn de Planning & Control producten die in een jaarcyclus worden gepland en opgesteld voor de raad.
Monitoring bezuinigingen
De monitoring van tijdige en volledige uitvoering van bezuinigingen zal in elk P&C-product een aandachtspunt zijn om de raad te informeren over de voortgang. Inrichting administratie aansluitend op nieuwe managementinfo van de gemeentelijke taakstellingen.
Versterken weerstandsvermogen / risicomanagement
Met het oog op het financiële huishoudboekje van de gemeente is het belangrijk een strikt risicomanagement te voeren. Dit gebeurt aan de hand van een door de gemeenteraad vastgestelde plan van aanpak, met interne beheersmaatregelen en met behulp van het risicomanagementsysteem NARIS.
Excellent advies aan de sectoren
Door middel van maandelijkse managementinformatie op basis van gewijzigde wet- en/of regelgeving en gemeentelijke omgeving.
IBO proces
Leveren van wezenlijke bijdrage aan de projectgroep Financiën van het IBO. Zorgdragen dat alle Almelose belangen (o.a. Voordelen digitaliseren administratie) goed worden behartigd.
Bedrijfsvoering decentralisaties sociaal domein Slimmer werken
Actief en integraal aanwezig in de relevante projectgroepen met Samenleving. Optimalisering automatisering van de administratie en standaard werkprocessen (crediteuren, bank en WKR (werkkostenregeling)).
113
Kwaliteitszorg en auditing Wat willen we bereiken Bij audits en adviesopdrachten staat het organiseren van (intern) lerend vermogen en kwaliteitsverbetering en -borging centraal. Door een onafhankelijke opstelling van de auditors dragen de audits bij aan de checks en balances in onze organisatie. De accountant gebruikt de uitkomsten van de audits en Interne Controle als belangrijkste informatiebron voor de interimcontrole (managementletter en boardletter) en voor oordeelsvorming over de jaarrekening. Rechtmatigheidsaudits worden geprioriteerd op basis van risico en vooraf afgestemd met de accountant. In 2015 wordt verder uitvoering gegeven aan het door de raad in 2013 vastgestelde plan van aanpak voor versterking van het gemeentelijk weerstandsvermogen. Wat gaan we ervoor doen
Toelichting
Control- en auditplan 2015 en uitvoering audits
Het uitvoeren van audits en quick-scans conform het Control- en auditplan 2015 dat in januari ter vaststelling aan het College wordt voorgelegd. Een belangrijke nieuwe opgave is rechtmatigheidstoets op de processen in het kader van de invoering van de Jeugdwet, Participatiewet en WMO (de drie decntralisaties). Op minimaal één groot project en één verbonden partij zal een audit worden uitgevoerd. Verder verdient, met het oog op actuele ontwikkelingen en nieuwe (wettelijke) eisen, informatiebeveiliging extra aandacht.
Normenkader
Jaarlijks wordt het normenkader ten behoeve van de rechtmatigheid controle vastgesteld door het college en ter kennisname aan de raad voorgelegd.
Strikt risicomanagement gericht op risicoreductie
Almelo verkeert in financieel zwaar weer. Daarom is het extra belangrijk een strikt risicomanagement te voeren. Dit gebeurt aan de hand van het door de gemeenteraad vastgestelde plan van aanpak, met interne beheersmaatregelen en met behulp van het risicomanagementsysteem NARIS.
Ondersteuning procesmatig werken “Slimmer Werken”
Het team levert een bijdrage aan het project Slimmer Werken. Met dit project wordt beoogd de doelmatigheid in de procesuitvoering en de documentatie van processen te verbeteren. In 2015 wordt de uitkomst van één (nog nader te bepalen) doeltreffendheidsonderzoek aan de raad gerapporteerd, conform de in maart 2012 vastgestelde Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid.
Onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid (artikel 213a)
114
5.6 Verbonden partijen Deze paragraaf verschaft inzicht in beleidsmatige en financiële betrokkenheid van de gemeente bij verbonden partijen. Verbonden partijen zijn een middel om gemeentelijk beleid uit te voeren en doelen te realiseren. Het zijn privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisaties waarin de gemeente een bestuurlijke én een financieel belang heeft. Een financieel belang is een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat, onderscheidenlijk het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Bestuurlijk belang is zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordigingen in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht. Over het algemeen gaat het bij verbonden partijen om publieke instellingen, zoals die van gemeenschappelijke regelingen, maar ook private instellingen waar de gemeente aandelen in heeft. Beleid op verbonden partijen Het beleid van de gemeente is gebaseerd op het uitgangspunt dat alleen verbonden partijen worden aangehouden waarmee een expliciet publiek belang wordt gediend. Het verwerven van inkomsten alleen is onvoldoende reden. Van een aantal verbonden partijen hebben wij geconstateerd dat zij in principe niet meer onder het publieke belang vallen. Dit zijn Twence, Crematoria Twente, Twente Milieu, Kabelbedrijf Cogas en de Bank Nederlandse Gemeenten. Bij deze deelnemingen wordt blijvend onderzoek gedaan naar mogelijkheden van afstoting. Kadernota verbonden partijen In aansluiting op de discussienota deelnemingen van 2007 wordt gewerkt aan een kadernota governance verbonden partijen. Met deze nota willen we de sturing op samenwerkingsrelaties en in het bijzonder verbonden partijen in de praktijk een nadrukkelijkere plek geven. De nota kan dienen als kader voor zowel de gemeenteraad, het college als de ambtelijke organisatie. Het is een handvat om effectief sturing te geven aan, en toezicht te houden op verbonden partijen. Een kader voor deelname aan, het oprichten van en het sturen op de verbonden partijen van de gemeente, om zo te komen tot verbonden partijen die een maximale bijdrage leveren aan de lokale bestuurlijke ambities. Met dit beleidskader beogen wij bovendien helderheid te bieden over interne rollen, taken en verantwoordelijkheden. Verplichte onderdelen BBV De paragraaf verbonden partijen is een verplichte paragraaf en kent een aantal vaste onderdelen. Deze staan voorgeschreven in artikel 15 van het BBV. Per 16 juli 2014 is het BBV aangepast op de verplichte onderdelen van de verbonden partijen. Het gaat om de informatie over de omvang van het eigen vermogen, vreemd vermogen en het resultaat van het rapportagejaar. Dit bekent dat in de begroting de informatie uit de begrotingen van de verbonden partijen moet worden opgenomen. Bij de jaarrekening wordt vervolgens aansluiting gezocht met de informatie uit de jaarrekeningen van de verbonden partijen. Niet bij alle verbonden partijen wordt de balans en het resultaat voor het komende jaar geprognotiseerd. Voor deze verbonden partijen zal de informatie beperkt blijven tot de meest recente jaarrekening. Wijzigingen in deze paragraaf Wegens de verkoop van alle aandelen Attero Holding n.v. in 2014 is deze verbonden partij uit de paragraaf gehaald. Ook is de RUD uit de paragraaf gehaald omdat het volgens de letter geen verbonden partij is. De bestuursovereenkomst waarop de RUD is gebaseerd kent maar een gering financieel belang en risico.
115
Toegevoegd aan de paragraaf is de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG). De BNG is geen nieuwe verbonden partij, maar was per abuis niet opgenomen in de paragraaf. De volgende verbonden partijen komen aan de orde: - Twente Milieu n.v. - Regio Twente - Veiligheidsregio Twente - Gemeentelijk Belastingkantoor Twente - Twence Holding b.v. - Soweco n.v. - Stadstoezicht Almelo b.v. - Sportaccommodaties Almelo b.v. - Cogas n.v.
- Waterleiding Maatschappij Vitens n.v. - Openbaar Lichaam Crematoria Twente - Enexis Holding n.v. - NV Bank Nederlandse Gemeenten - Stadsbank Oost Nederland - NV Industriegebouwmaatschappij - Regionaal Bedrijventerrein Twente - Overige niet actieve verbonden partijen
Twente Milieu nv a. Vestigingsplaats Enschede b. Openbaar belang Ja, er is een openbaar belang, maar dit kan inmiddels ook door het particuliere bedrijfsleven worden gewaarborgd. Het is daarom geen echt publieke taak meer. Taken: afvalinzameling/ reiniging/ onderhoud openbare ruimte c. Eigen vermogen en vreemd vermogen. Eigen vermogen per ultimo 2013 8,0 miljoen euro (2012: 7,9 miljoen euro). Vreemd vermogen (incl. voorzieningen) per ultimo 2013 14,6 miljoen euro (2012: 15,5 miljoen euro). d. Resultaat van de verbonden partij. In 2013 bedroeg het netto resultaat 0,1 miljoen euro (2012: 0,8 miljoen euro). Deze is gedaald doordat de stijging van de kosten niet is doorberekend in de tarieven, zoals overeengekomen met de aandeelhouders. Per ultimo 2013 kwam de solvabiliteit uit op 35%, ruim boven de bandbreedte die is afgesproken met de aandeelhouders. Deze bandbreedte bedraagt tussen de 25 en 30 procent solvabiliteit. Hier hebben zowel de behaalde winst als de daling van het balanstotaal aan bijgedragen. e. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar. Twente Milieu is een overheids N.V. die in 1997 is ontstaan door de samenvoeging van de reinigingsdiensten van 5 gemeenten (Enschede, Hengelo, Oldenzaal, Hof van Twente en Almelo). Daar is in de loop der jaren de gemeente Losser en per 1-1-2014 de gemeente Borne aan toegevoegd. De gemeenten zijn dus aandeelhouder en opdrachtgever. Met de toetreding van Borne als aandeelhouder is naast afvalinzameling ook de gehele buitendienst en het onderhoud van openbaar gebied van Borne overgenomen. De gemeenten bepalen afzonderlijk het beleid m.b.t. de gescheiden inzameling en verwerking van afvalstoffen. Dit beleid is in het afgelopen jaar door de Raad gewijzigd en wordt door Twente Milieu nu verder uitgevoerd. In 2011 heeft de gemeenteraad van Almelo het besluit genomen om in 2014 stadsbreed een minicontainer voor oud papier en karton in te voeren. Daar waar verenigingen gestopt zijn met hun hulp is vooruitlopend op de stadsbrede invoering al een minicontainer geïntroduceerd. In één wijk wordt ook een proef gedaan, waarbij het restafval één keer in de vier weken wordt ingezameld. Eén inzamelronde voor restafval wordt hierbij vervangen door een inzamelronde voor oud papier en karton. Uit de evaluatie van de proef blijkt dat de hoeveelheid restafval fors is afgenomen en dat de gescheiden stromen zijn toegenomen. In 2014 heeft de gemeenteraad besloten om flankerende maatregelen voor een gewijzigd inzamelbeleid in te voeren. Het flankerend beleid houdt in dat er milieuparken worden aangelegd, er een gratis grote groene container kan worden aangevraagd, dat het groenafval gratis naar het afvalbrengpunt kan worden gebracht en tenslotte zoals hierboven beschreven de minicontainer voor oud papier wordt uitgezet. Na de invoering van 116
Twente Milieu nv het flankerend beleid zal de gemeenteraad een besluit nemen over de datum van invoering van het gewijzigde afvalbeleid en of de invoering gefaseerd moet plaatsvinden. Op het gebied van openbare ruimte heeft Twente Milieu samen met de gemeente Almelo een prestatiebestek getekend. Hierbij gaat het om het integraal beheer van de openbare ruimte. Ook is het voornemen uitgesproken dat vanaf 2013 de gemeente Almelo en Twente Milieu diverse campagnes gaan opstarten, zoals voor blad, vuurwerk en gevel-tot-gevelreiniging. f. Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij? De gemeente Almelo heeft de wettelijke zorgplichttaak op het gebied van afval en reiniging. Voor de uitvoering van de afvalinzameling en een aantal andere nevenwerkzaamheden, zoals gladheidbestrijding, wordt de uitvoering gedaan door Twente Milieu. Doelstelling van Twente Milieu is zo efficient mogelijk op verantwoorde manier afval inzamelen c.a. tegen maatschappelijk verantwoord zo laag mogelijke kosten. g. Wat kost de verbonden partij de Gemeente Almelo jaarlijks? Een jaarlijkse financiële bijdrage wordt niet gevraagd, de exploitatiekosten lopen via de vennootschap. Wel is ambtelijke inzet nodig voor regievoering van de verbonden partij. h. Welke risico’s loopt de gemeente? Het opereren in de afvalmarkt is met tal van risico’s omgeven. Het valt zelfs te betwijfelen of een relatief kleine onderneming als Twente Milieu nv in staat zal blijven zelfstandig te opereren in een markt die steeds meer gedomineerd dreigt te worden door een aantal grote (markt)partijen. i. Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd? Jaarlijks wordt het jaarverslag van de nv ter vaststelling voorgelegd aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. j. Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij? Wethouder Van Marle is namens de gemeente vertegenwoordigd in de algemene vergadering van aandeelhoudersvergadering. De gemeente is niet vertegenwoordigd in de directie en Raad van commissarissen van Twente Milieu nv. k. Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder Wethouder Cornelissen (afval). l. Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college? Gezien de oorspronkelijk beoogde doelen van de deelneming in Twente Milieu nv kan in principe worden gesteld dat deze beoogde doelen met de oprichting van Twente Milieu nv en de deelneming daarin grotendeels zijn gerealiseerd. De huidige beïnvloedingsmogelijkheden van een individuele gemeente vallen het beste als controlerend en in zekere zin sturend te bestempelen. Dit geldt ook voor de inhoudelijke en financiële beïnvloeding. Inhoudelijke beïnvloeding valt gezien het zeer specifieke karakter van de materie ook niet van de gemeenten te verwachten. Van eventuele invloed op beleidsontwikkeling is echter wel sprake. Financiële invloed op bijvoorbeeld de tarieven is daarnaast als zeer marginaal te bestempelen. De markt bepaalt immers voor het overgrote deel de tarieven. De werkelijke invloed van de gemeenten moet vooral worden gezocht in de contracten die worden gesloten met Twente Milieu over het niveau van de dienstverlening (frequentie, aard, wijze waarop, enzovoort). m. Wanneer en hoe wordt de raad over deze verbonden partij geïnformeerd? In ieder geval jaarlijks wordt in de paragraaf ‘verbonden partijen’ van de programmabegroting en jaarverantwoording aandacht besteed aan de verbonden partij.
Regio Twente a. Vestigingsplaats Enschede b. Openbaar belang 117
Regio Twente Regio Twente is het samenwerkingsverband van de veertien Twentse gemeenten. Regio Twente voert taken uit op het gebied van GGD/gezondheid, verkeer en vervoer, duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit, economische zaken, recreatie en toerisme en milieu. Enkele taken zijn gebaseerd op een wettelijke verplichting (bijv. het regionale openbaar vervoer), andere taken zijn gebaseerd op vrijwillige samenwerking. c. Eigen vermogen en vreemd vermogen. Per ultimo 2013 bedroeg het eigen vermogen van Regio Twente 8,4 miljoen euro (2012: 4,0 miljoen euro) en het vreemd vermogen 19,1 miljoen euro (2012: 23,1 miljoen euro). d. Resultaat van de verbonden partij. In de begroting 2015 van de Regio Twente wordt uitgegaan van een budgettair-neutraal resultaat. e. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar. Regio Twente is een stadsregio conform de Wgr (Wet gemeenschappelijke regelingen). Met het wegvallen van de Wgr-plusstatus vervalt ook (een deel van) de verplichte samenwerking met de Regio Twente. Nagedacht wordt over de nieuwe rol van Regio Twente als faciliterende en uitvoeringsorganisatie van en voor de Twentse gemeenten. De regioraad heeft opdracht gegeven om de discussie met de gemeenten aan te gaan over de wensen tot samenwerking. In het afgelopen jaar is de organisatie al onderhevig geweest aan de veranderende omgeving. Zo heeft de inrichting van de bedrijfsvoering ten behoeve van dienstverlening aan de Veiligheidsregio Twente en dienstverlening aan Netwerkstad (salarisadministratie) plaatsgevonden. Gelet op de financiële situatie van de gemeenten heeft Regio Twente zich voor 2014-2017 een aanvullende ombuigingstaakstelling opgelegd. f. Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij? De gemeente participeert in -en conformeert zich aan- de besluitvorming in de regioraad over de doelstellingen van de Regio Twente. Deze zijn: - een samenwerkingspartner zijn voor de gemeenten, de provincie, het maatschappelijk middenveld, bedrijfsleven en onderwijs en onderzoeksinstellingen; - als GGD in de voorste gelederen opereren en inzetten op het bevorderen van de gezondheid van alle inwoners van Twente; - blijven investeren in het sociaal economisch klimaat van Twente en daartoe de Agenda van Twente, inclusief de Innovatieroute (het meerjarig ontwikkelingsprogramma 2007-2017) uitvoeren; - in het verlengde daarvan de Internationale Agenda van Twente uitvoeren om daarmee de internationale oriëntatie van Twente te versterken en de projecten uit de Agenda van Twente te faciliteren (in kennis, netwerken, geld en beleidsbeïnvloeding); - samen met het bedrijfsleven en de kennisinstellingen Twente zowel nationaal als internationaal sterker profileren en positioneren als kennis en innovatieve regio op meerdere terreinen; - de belangen en doelstellingen van het stedelijk gebied (Netwerkstad als economische motor) en het landelijk gebied in Twente evenwichtig met elkaar in balans brengen en houden ter versterking van het sociaal economisch klimaat in Twente; - het voorbereiden van een duurzaamheidsagenda Twente om zodoende met alle Twentse gemeenten, externe partners en maatschappelijk middenveld de Europese en nationale doelstellingen in het kader van duurzaamheid eerder te bereiken. g. Wat kost de verbonden partij de Gemeente Almelo jaarlijks? Voor 2015 bedraagt de bijdrage van Almelo aan Regio Twente 2,9 miljoen euro (2013: 2,7 miljoen euro). h. Welke risico’s loopt de gemeente? Omdat het bestuur van de gemeenschappelijke regeling niet rechtstreeks door de bevolking wordt gekozen, ontbreekt het aan democratische legitimiteit. Financieel risico wordt gelopen op de realisering van de bezuinigingstaakstelling van 1,6 miljoen euro over de periode 2014-2017. In de regioraad van 13 november 2013 is de procesgang geschetst met betrekking tot de concretisering van de ombuigingstaakstelling en is er een fasering aangebracht. Het is nog niet gelukt om de 118
Regio Twente taakstelling van 1.600.000 euro geheel in te vullen. i. Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd? De gemeentelijke deelname wordt ten minste jaarlijks, bij de vaststelling van de programmabegroting en – verantwoording in de regioraad, geëvalueerd. Met de programmabegroting wordt tevens de bijdrage van de individuele gemeenten vastgesteld voor het begrotingsjaar. j. Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij? Wethouder Timmer en raadslid Hümmels zijn namens de gemeente vertegenwoordigd in de regioraad. Als lid van de euregioraad zijn benoemd wethouder Bruggink en raadslid Stam. Burgemeester Hermans-Vloedbeld is benoemd als lid van de bestuurscommissie Netwerkstad Twente. k. Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder? Op basis van verlengd lokaal bestuur nemen alle collegeleden in de hoedanigheid van portefeuillehouder ook deel aan de portefeuillehoudersoverleggen van Regio Twente. l. Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college? Beïnvloeding is mogelijk via een stem in de regioraad (naar inwonertal), vertegenwoordiging in diverse portefeuillehoudersoverleggen. m. Wanneer en hoe wordt de raad over deze verbonden partij geïnformeerd? Alle regioraadvoorstellen worden voorbesproken in de raad (politiek beraad). Veiligheidsregio Twente a. Vestigingsplaats Enschede b. Openbaar belang Veiligheidsregio Twente (VRT) is opgericht per 1 januari 2011 en is het samenwerkingsverband van hulpverleningsdiensten en de veertien Twentse gemeenten. Met ingang van 1 januari 2013 is daar de brandweer Twente bijgekomen die dan geregionaliseerd is. De samenwerking is gestoeld op de Wet Gemeenschappelijke Regelingen. De VRT voert bij wet opgedragen taken uit op het gebied van brandweerzorg, rampenbestrijding, crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen en handhaving van de openbare orde en veiligheid. c. Eigen vermogen en vreemd vermogen. Per ultimo 2013 bedroeg het eigen vermogen van de VRT 4,9 miljoen euro en het vreemd vermogen 43,6 miljoen euro. d. Resultaat van de verbonden partij. In de begroting 2015 van de VRT wordt uitgegaan van een budgettair-neutraal resultaat. e. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar. Met ingang van 1 januari 2013 is de brandweer Twente geregionaliseerd en zijn de onderdelen van brandweerzorg en hulpverlening ondergebracht bij de Veiligheidsregio Twente. De komende jaren zet de VRT in op samenwerking en innovatie om te komen tot komen tot meer veiligheid. f. Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij? Hoofddoel is samenwerken aan een veilig Twente. Hierbij staat een gezamenlijke aanpak centraal. Niet alleen tussen de sterke kolommen (brandweer, GHOR, politie, gemeenten), maar ook met andere partners in veiligheid, zoals Waterschap, Defensie, Openbaar Ministerie en Provincie. Gestreefd wordt naar een efficiënte, duurzame en innovatieve samenwerkingsvorm. g. Wat kost de verbonden partij de Gemeente Almelo jaarlijks? De bijdrage van Almelo voor 2015 bedraagt 4,7 miljoen euro. h. Welke risico’s loopt de gemeente? Bestuurlijk risico van een gemeenschappelijke regeling is het ontbreken van democratische legitimiteit. Een financieel risico is dat er met betrekking tot de regionalisering van de brandweer Twente vanaf 2016
119
Veiligheidsregio Twente onzekerheid bestaat over de hoogte van de bijdrage omdat dan wordt overgegaan op een nieuwe financieringssystematiek. Voor de interne risicobeheersing maakt Veiligheidsregio Twente gebruik van een beleidskader “Risicomanagement en weerstandsvermogen”. Dit beleidskader voorziet in een methodiek, waarmee permanent inzicht in de ontwikkelingen rond risico’s en het daarvoor beschikbare weerstandsvermogen wordt gegeven. i. Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd? De gemeentelijke deelname wordt tenminste jaarlijks, bij de vaststelling van de programmabegroting en – verantwoording in het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Twente geëvalueerd. Met de programmabegroting wordt tevens de bijdrage van de individuele gemeenten vastgesteld voor het begrotingsjaar. Eens per vier jaar wordt een regionaal risicoprofiel vastgesteld dat als kader geldt voor het algemeen bestuur van Veiligheidsregio Twente. j. Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij? Het algemeen bestuur van Veiligheidsregio Twente is samengesteld uit alle burgemeesters van de deelnemende gemeenten. Het dagelijks bestuur bestaat uit de vijf burgemeesters die een cluster vertegenwoordigen. Burgemeester Hermans-Vloedbeld is lid van zowel het dagelijks als het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Twente. k. Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder? Burgemeester Hermans-Vloedbeld (openbare orde en veiligheid) l. Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college? Beïnvloeding is mogelijk via een stem in het algemeen en dagelijks bestuur van Veiligheidsregio Twente. m. Wanneer en hoe wordt de raad over deze verbonden partij geïnformeerd? Jaarlijks wordt de programmaverantwoording en –rekening ter kennisname aangeboden. Eens per vier jaar wordt het regionaal risicoprofiel ter vaststelling voorgelegd aan de raad. Gemeentelijk Belastingkantoor Twente a. Vestigingsplaats Hengelo b. Openbaar belang Het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente (GBT) is een samenwerkingsverband van de gemeenten Almelo, Borne, Enschede, Haaksbergen, Hengelo, Losser en Oldenzaal, die taken uitvoert op het gebied van heffing en inning van gemeentelijke belastingen. c. Eigen vermogen en vreemd vermogen. Per ultimo 2013 bedroeg het eigen vermogen van het GBT 693.000 euro (2012: 445.000 euro) en het vreemd vermogen 3.202.000 euro (2012: 2.035.000 euro). d. Resultaat van de verbonden partij. In de begroting 2015 van het GBT wordt uitgegaan van een budgettair-neutraal resultaat. e. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar. Het GBT heeft de ambitie om voor meer Twentse gemeenten belastingwerkzaamheden uit te voeren. Om dit te realiseren wordt er met de nog niet aangesloten Twentse gemeenten nauw contact onderhouden. Een begin is gemaakt met het formuleren van een nieuwe visie voor het GBT. Hierin wordt tevens verkend of er mogelijkheden zijn om in de toekomst niet alleen belastingtaken uit te voeren, maar ook bijvoorbeeld taken op het gebied van financiën en Vastgoed. f. Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij? De gemeenschappelijke regeling voert taken uit op het gebied van heffing en inning van gemeentelijke belastingen, door: - heffing en invordering van belastingen en rechten;
120
Gemeentelijk Belastingkantoor Twente - uitvoering van kwijtschelding; - uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken, waaronder tevens wordt begrepen de administratie van vastgoedgegevens en het verstrekken van vastgoedgegevens aan de deelnemers en derden. g. Wat kost de verbonden partij de Gemeente Almelo jaarlijks? De totale begroting 2015 van het GBT bedraagt 8.876.100 euro. Hiervan wordt 7.848.100 euro gedekt wordt uit de gemeentelijke bijdragen en 1.028.000 euro uit de opbrengsten van dwanginvordering. Op het totaal van de GBT begroting 2015 is een besparing van 389.000 euro verwerkt. Dit bedrag is gebaseerd op een kostenreductie van 414.000 euro (conform de afspraken in de bezuinigingsstrategie 2015-2017) en een afname van 25.000 euro van personeelskosten als gevolg van de toetreding van de gemeente Oldenzaal. Net als vorig jaar is er in de begroting (taakstellend) geen loon- of prijsverhoging toegepast. De bijdrage voor de gemeente Almelo komt uit op 1.325.000 euro in 2015, dat is 142.000 euro minder dan de bijdrage van 2014. In de meerjarenraming wordt een verdere daling van de gemeentelijke bijdrage ingezet als gevolg van de afgesproken extra structurele besparingen door het GBT en verwachte efficiencybesparing als gevolg van nieuwe toetreders. Voor Almelo ziet het verloop van de bijdrage er als volgt uit: Bijdrage x 1.000 Gemeente Almelo h.
i.
j. k. l. m.
2015 1.325
2016 1.261
2017 1.215
2018 1.215
Welke risico’s loopt de gemeente? In algemene zin heeft gemeentelijke samenwerking de voordelen van schaalvergroting (o.a. grotere efficiëntie en effectiviteit, kwaliteitsverbetering) en (regionale) afstemming zonder dat de gemeente zijn politiekbestuurlijke autonomie verliest. Op deze manier kan onder andere de maatschappelijke betrokkenheid op peil blijven. Een nadeel van gemeentelijke samenwerking is de beperkte democratische legitimatie. Het bestuur van een gemeenschappelijke regeling wordt niet rechtstreeks door de burger gekozen. Ten aanzien van de bedrijfsvoeringsrisico’s zijn door het GBT maatregelen getroffen om deze zoveel mogelijk te beperken. Jaarlijks wordt een sluitende begroting vastgesteld, waarop gedurende het boekjaar wordt bijgestuurd. Het GBT heeft een weerstandsvermogen waarmee incidentele knelpunten in de bedrijfsvoering kunnen worden opgevangen. Alle processen zijn beschreven conform ISO-certificering en worden jaarlijks geactualiseerd. Het GBT heeft een Intern Controleplan dat als leidraad dient voor het waarborgen van een betrouwbare gegevensverwerking door de daartoe aangewezen personen in de primaire en ondersteunende processen. Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd? De gemeentelijke deelname wordt ten minste jaarlijks, bij de vaststelling van de begroting en jaarverslag in het algemeen bestuur, geëvalueerd. Met de begroting wordt tevens de bijdrage van de individuele gemeenten vastgesteld voor het begrotingsjaar. Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij? Wethouder van Marle vertegenwoordigt Almelo in het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur van het GBT. Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder? Wethouder van Marle (belastingen) Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college? Beïnvloeding is mogelijk via een stem in het algemeen bestuur van het GBT. Wanneer en hoe wordt de raad over deze verbonden partij geïnformeerd? Jaarlijks wordt de begroting en het jaarverslag ter kennisname aangeboden.
Twence Holding b.v. a. Vestigingsplaats
121
Twence Holding b.v. Enschede b. Openbaar belang Terugwinning van grondstoffen en energie uit afval door duurzame en betaalbare verwerking van afval en bevordering van de samenwerking op het gebied van innovatief afvalbeleid (circulaire economie). c. Eigen vermogen en vreemd vermogen. Op basis van de jaarrekening heeft Twence per ultimo 2013 een eigen vermogen van 122,6 miljoen euro (2012: 119,9 miljoen euro) en een vreemd vermogen van 213,2 miljoen euro (2012: 234,9 miljoen euro). De solvabiliteit, het eigen vermogen uitgedrukt in percentage van het totaal vermogen, bedraagt 36,5%. d. Resultaat van de verbonden partij. Volgens de jaarrekening behaalde Twence in 2013 een netto resultaat van 11,9 miljoen euro (2012: 11,8 miljoen euro). Dankzij dit resultaat kan Twence, naast de basisuitkering van 2,5 miljoen euro aan de gewone aandeelhouders, wederom een extra winstuitkering doen van 8 miljoen euro ten gunste van de Agenda van Twente. De Agenda van Twente is een regionaal fonds met als doel: ondersteuning/ontwikkeling innovatie en kenniseconomie in Twente. Van de 80 miljoen euro die in totaal is toegezegd aan de Agenda van Twente, is medio 2013 reeds 40 miljoen euro voldaan. Inclusief de uitkering over boekjaar 2013 zou deze dan uitkomen op 48 miljoen euro, zodat een verplichting resteert van 32 miljoen euro. Twence verwacht in de periode tot en met 2016 een stabiel resultaat. Dit is wel afhankelijk van de marktprijzen voor energie en grondstoffen. e. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar. Vanwege de verkoop van medeaandeelhouder Attero B.V. aan een private partij is ervoor gekozen om de aanbestedingsrechtelijke grondslag voor het blijven inbesteden van (rest)afval bij Twence, voor de achterblijvende aandeelhouders te borgen. In verband hiermee is per 1 januari 2014 Twence Tweede Lijn B.V. opgericht. Het aanbod van afval, vooral brandbaar restafval, loopt ondermeer in Nederland gestaag terug. Dit wordt mede veroorzaakt door de economische ontwikkelingen en intensivering van rijksbeleid op het gebied van hergebruik van afval. Vanwege een tekort aan verbrandingscapaciteit in het buitenland (o.a. Engeland) en door Europese regelgeving (reduceerverplichting van het storten van brandbaar afval), is de afvalmarkt voor Twence geïnternationaliseerd. De markt voor terugwinning van (secundaire) grondstoffen en productie duurzame energie uit afval is ook sterk in beweging. Onderzoek wordt gedaan naar verdere mogelijkheden waardevolle stromen uit afval te halen. Na de zomervakantie is een installatie in gebruik genomen die uit de bodemassen van de afvalenergiecentrales nog meer metalen terug wint. Dit kan worden aangemerkt als scheiding die bijdraagt aan de gemeentelijke doelstellingen. Vanaf 1 januari 2015 wordt de gemeente verantwoordelijk worden voor het zelf (laten) sorteren van het gescheiden ingezameld kunststofverpakkingsmateriaal (KVM). Dit KVM moet gesorteerd worden in 5 verschillende soorten Kunststof volgens de DKR-specificaties. Twence heeft het initiatief genomen om een scheidingsinstallatie voor KVM te bouwen en te realiseren indien daarvoor voldoende langjarig KVM gecontracteerd kan worden. Thans vindt een haalbaarheidsonderzoek plaats naar de mogelijkheden van de realisatie van een nascheidingsinstallatie voor de sortering van huishoudelijk afval vanuit huishoudens waarbij bronscheiding lastig is. Restafval zal in de toekomst steeds minder worden ingezet voor energetische benutting, omdat er steeds betere technieken worden ontwikkeld om het in te zetten voor de terugwinning van grondstoffen. Met de ontwikkeling voor nieuwe markten en de investering in kennis en nieuwe technologieen om voorbereid te zijn op de noodzakelijke veranderingen zal de toekomstige rol van Twence veranderen. f. Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij? Het beheren en exploiteren van milieuvoorzieningen en verlening van diensten op het gebied van milieubeheersing in het algemeen en het bewerken en verwerken van huishoudelijk afval en bedrijfsafval; het produceren en leveren van (duurzame) energie en secundaire grondstoffen. g. Wat kost de verbonden partij de gemeente jaarlijks? 122
Twence Holding b.v. Bij de oprichting van Twence (voorheen AVI Twente) hebben de gemeenten gezamenlijk een vermogen ingebracht van 60 miljoen euro in de vorm van een achtergestelde renteloze lening. Hierover wordt aan de gewone aandeelhouders jaarlijks een basisuitkering van 2,5 miljoen euro uitgekeerd. Daarnaast hebben de gemeenten zich garant gesteld voor het aantrekken van een geldlening van 170 miljoen euro. Van deze garantstelling resteert ultimo 2013 nog een bedrag van bijna 19,2 miljoen euro. Dit is tevens het bedrag waarvoor de gewone aandeelhouders gezamenlijk maximaal aansprakelijk gesteld kunnen worden bij een eventueel faillissement van Twence. Daarnaast hebben de gemeenten zich verplicht, voor de duur van 25 jaar, jaarlijks 220.000 ton brandbaar huishoudelijk restafval aan te leveren. Deze verplichting loopt nog tot 2022. Twence gaat er van uit dat de aandeelhoudende gemeenten al het huishoudelijk afval bij Twence aanleveren, maar spreekt de gemeenten niet aan op deze leverplicht. Een jaarlijkse financiële bijdrage wordt niet gevraagd, de exploitatiekosten lopen via de vennootschap. h. Welke risico’s loopt de gemeente? Het overheidsbeleid is er op gericht om verspilling en uitputting c.q. belasting van het milieu tegen te gaan. Gestreefd wordt naar een afvalloze samenleving waarbij de kringloop sluitend is en alle grondstoffen weer gebruikt worden (ook wel "cradle to cradle" genoemd). De komende jaren moet rekening worden gehouden met een teruggang in de aanlevering van afval door de aandeelhoudende gemeenten. Inmiddels wordt in toenemende mate (brandbaar) afval uit Engeland verwerkt. Door deze maatregel wordt het risico van onvoldoende dividenduitkering, en daarmee het risico om niet te kunnen voldoen aan de afgesproken uitkering aan de Agenda van Twente, zo veel mogelijk beperkt. Van belang is dat Twence zich stevig positioneert in de Europese afvalmarkt, o.a. door slagvaardig optreden en intensief samenwerken met partners. Doordat Europese landen met gebrek aan Afvalenergiecentrales, het Europees beleid (lees de reduceerverplichting van het storten van brandbaar afval) implementeren, ontstaat een toenemende vraag naar verbrandingscapaciteit wat een gunstige werking op het afvalverwerkingstarief kan hebben. Anderzijds kan wijziging van Europese wetgeving ook leiden tot een negatief effect op het resultaat van Twence. Op dit moment zijn er op Europees geen bijzondere maatregelen bekend. De door het rijk voorgenomen invoering van belasting op verbranden huishoudelijk afval heeft mogelijk een versterkend effect op de afname van het aanbod van brandbaar afval vanuit Nederland. Twence Holding b.v. is een structuur vennootschap met een daaraan verbonden raad van commissarissen die toezicht houdt op het bestuur. De continuïteit van de onderneming is daarbij leidend. Onderdeel van het toezicht is het belang te behartigen van alle stakeholders, waaronder de aandeelhouders en klanten. Kennis over de werkingsprincipes (o.a. marktkennis op terrein van afval en energie, techniek, bedrijfseconomisch) van de onderneming moet geborgd zijn in de raad van commissarissen. Hiervoor is een profielschets opgesteld, die met de ava wordt besproken. Op aanbeveling van de aandeelhouders en de ondernemingsraad doet de raad van commissarissen een voordracht aan de ava voor de benoeming van nieuwe commissarissen. Alleen via deze procedure heeft de ava invloed op de kwaliteit van de rvc. De gemeente is zowel aandeelhouder als klant van Twence. Enerzijds heeft de gemeente als aandeelhouder belang bij een passend rendement en anderzijds belang bij een marktconforme prijs voor de verwerking van het afval. Dit kan er bijvoorbeeld toe leiden dat de gemeente als klant behoefte heeft om de markt op te gaan, in tegenstelling tot het rendementsbelang van de gewone aandeelhouder. De ava stelt de tarieven vast voor de verwerking van het huishoudelijk afval van aandeelhouders (al dan niet marktconform) waardoor de ava het rendement beïnvloedt en daarmee de continuïteit van de onderneming. i. Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd? In de (half)jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders wordt het jaarverslag van de bv behandeld en de jaarrekening met winstbestemming ter vaststelling voorgelegd. Periodiek (4 jaar) wordt het strategisch beleidsplan vastgesteld. Voor het laatst is dat gebeurd in april 2012. j. Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij? Wethouder Van Marle is vertegenwoordigd in de algemene vergadering van aandeelhouders. 123
Twence Holding b.v. k. Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder? Wethouder Cornelissen (afval), wethouder Van Marle (financiën). l. Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college? Door de omzetting van collectief naar individueel aandeelhouderschap (eind 2011), heeft het college meer directe relatie gekregen met Twence. De verantwoordelijkheid is daardoor duidelijker geworden. Gemeente Almelo bezit 95.000 aandelen Twence en heeft een zeggenschap in de Algemene vergadering van Aandeelhouders (ava) van 9,5%. Naast het vaststellen van de jaarrekening, winstbestemming en verlenen van kwijting aan bestuurders en commissarissen voor het gevoerde bestuur c.q. gehouden toezicht, stellen de aandeelhouders (periodiek) het strategisch meerjarenbeleidsplan vast. Verder zijn de aandeelhouders bevoegd tot het verlenen van goedkeuring aan bestuursbesluiten, zoals vaststelling van de tarieven verwerking huishoudelijk afval voor gewone aandeelhouders, aangaan van grote investeringen, wijziging van de statuten of andersoortige ingrijpende voorstellen. Hiermee wordt invulling gegeven aan het actief aandeelhouderschap. Door een regelmatige informatievoorziening over de ontwikkelingen van het bedrijf, wordt de gemeente formeel, (maar ook informeel) de mogelijkheid geboden om invloed uit te oefenen op de onderneming. Mede vanwege het aantal stemmen in de ava is de invloed van onze gemeente beperkt en licht sturend te noemen. m. Wanneer en hoe wordt de raad over deze verbonden partij geïnformeerd? Jaarlijks wordt het jaarverslag/-rekening van Twence bv ter kennisname aangeboden. Periodiek (4 jaar) wordt het strategisch beleidsplan ter raadpleging voorgelegd aan de raad. Soweco GR a. Vestigingsplaats Almelo b. Openbaar belang Soweco N.V. is in het bezit van de gemeenschappelijke regeling SOWECO waarin de gemeenten Almelo, Hellendoorn, Twenterand, Tubbergen, Wierden en Rijssen-Holten deelnemen. Soweco NV is primair opgericht om taken die voortvloeien uit de Wet sociale werkvoorziening te vervullen. De gemeenten hebben zich verplicht om de taken Beschut Werken en Detacheringen door SOWECO NV uit te laten voeren. Andere taken uit de Wsw kunnen de gemeenten bij SOWECO beleggen, maar dat valt niet onder de GR en is niet verplicht. c. Eigen vermogen en vreemd vermogen Bedragen x 1 miljoen.
Eigen Vermogen Vreemd vermogen Balanstotaal d.
e.
Jaarrekening Stand per Stand per 311-1-2013 12-2013 1,43 1,58 12,58 11,27 14,01 12,85
Begroting Stand per 1-1-2015 1,58 8,18 9,76
Stand per 31-12-2015 1,58 7,82 9,40
Resultaat van de verbonden partij Voor 2015 bedraagt het begrote exploitatieresultaat van Soweco 3.401.230 euro negatief. Dat is het resultaat vóór extra bijdragen van gemeenten in het exploitatietekort. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar De financiële druk op de uitvoering van de Wsw is enorm. De kosten zijn hoger dan de inkomsten en de gemeente Almelo moet ook in 2015 een bijdrage leveren ter dekking van het exploitatietekort van Soweco. Deze bijdrage is begroot op 1.554.903 euro. In 2013 is de focus gericht geweest op de strategische discussie omtrent de toekomst en de gewenste ontwikkelrichting van Soweco. De noodzaak om te komen tot structurele maatregelen is alleen maar groter geworden door de invoering van de nieuwe Participatiewet per 1-1-2015. Invoering van deze wet leidt tot forse bezuinigingen.
124
Soweco GR De portefeuillehouders sociale werkvoorziening bepalen samen met de Raad van Commissarissen en directie van Soweco de koers van Soweco binnen de nieuwe Participatiewet. In het najaar 2014 wordt dit nader uitgewerkt. De organisatie krijgt daardoor een nieuwe opzet en structuur, waarbinnen sprake is van fundamenteel andere en nieuwe processen. f. Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij? Wsw-medewerkers naar een zo regulier mogelijke, betaalde baan begeleiden. Mensen die op basis van noodzakelijke begeleiding en beperkte loonwaarde niet naar een reguliere werkplek kunnen, passende arbeid aanbieden. Uitvoering binnen de sociale en financiële kaders. g. Wat kost de verbonden partij de gemeente Almelo? Conform de Begroting 2015 van Soweco bedraagt de subsidie voor de gemeente Almelo voor 2015 13.215.400 euro. Daarnaast is in de Begroting 2015 van Soweco voor de gemeente Almelo een extra bijdrage ter dekking van het exploitatietekort 2015 begroot ad. 1.554.903 euro. Met deze extra bijdrage is rekening gehouden in de programmabegroting 2015. h. Welke risico’s loopt de gemeente Almelo? Het risico voor de Gemeente Almelo is dat de gemeente moet bijdragen aan het nadelig saldo van de gemeenschappelijke regeling (voor het aandeel dat de gemeente deelneemt in deze regeling; voor Almelo 46%). Een nadelig exploitatieresultaat zal in eerste instantie worden opgevangen door het eigen vermogen. Indien het eigen vermogen ontoereikend is zal het (resterende) tekort door de deelnemende gemeenten moeten worden aangezuiverd. i. Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd? Bij vaststelling van de jaarverantwoording (incl. jaarverslag). j. Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij? Wethouder Cornelissen k. Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder? Wethouder Cornelissen l. Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college? Beïnvloeding is mogelijk via onze stem in de gemeenschappelijke regeling en indirect – via de gemeenschappelijke regeling - in de aandeelhoudersvergadering van Soweco. m. Wanneer en hoe wordt de raad over deze verbonden partij geïnformeerd? Voor 1 mei ontvangt de raad een ontwerpbegroting en een meerjarenraming. Voor 1 juni kan de raad reageren op deze stukken. Bovendien wordt jaarlijks de jaarrekening aan de raad voorgelegd. Daarnaast wordt de uitvoering van de Wsw meegenomen in de reguliere planning & control cyclus. Stadstoezicht Almelo bv a. Vestigingsplaats Almelo b. Openbaar belang Toezicht in de openbare ruimte en exploitatie van het betaald parkeren in Almelo c. Eigen vermogen en vreemd vermogen Per ultimo 2013 bedroeg het eigen vermogen 3,4 miljoen euro (2012: 3,2 miljoen euro) en vreemd vermogen 1,2 miljoen euro (2012: 1,7 miljoen euro). d. Resultaat van de verbonden partij. In 2013 is een resultaat uit gewone bedrijfsvoering behaald van 488.203 euro (2012: 317.915 euro). Hiervan is 423.000 euro uitgekeerd als dividend (2012: 360.000 euro). e. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar. Bestaande kernactiviteiten zijn aangevuld met nieuwe, zoals controle op de Drank- en Horecawet, handhaving
125
Stadstoezicht Almelo bv bij evenementen en een nieuw camerasysteem in de openbare ruimte van het centrum van Almelo. In maart 2014 heeft het college het besluit genomen een Marktconsultatie uit te voeren naar de haalbaarheid en uitvoerbaarheid van de uitbesteding van gemeentelijke parkeertaken. Dit komt voort uit het besluit van de raad over sourcing. f. Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij? De doelen zijn parkeerexploitatie, handhaving en toezicht openbare ruimte en werkgelegenheid/ arbeidsparticipatie. g. Wat kost de verbonden partij de Gemeente Almelo jaarlijks? Voor de taken die men uitvoert (toezicht en parkeerexploitatie; veiligheid) betaalt de gemeente 2,4 miljoen euro. h. Welke risico’s loopt de gemeente? De financiële positie is gunstig. Op dit vlak loopt de gemeente op korte en middellange termijn geen risico. Wel is er een structureel budgettair probleem vanuit het opdrachtgeverschap Veiligheid. Hierop wordt actie ondernomen. Krimpende omvang kan daarbij niet worden uitgesloten en de vraag is of de organisatie voldoende in staat is om “mee te veren”. Met de vermindering van het opdrachtvolume wordt de dekking voor de overhead verhoudingsgewijs ook minder. Onderzocht wordt hoe de knelpunten van toezicht op korte termijn opgelost kunnen worden. i. Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd? In 2013 is een audit uitgevoerd naar de relatie tussen Stadstoezicht en de gemeente. Hieruit is o.a. naar voren gekomen dat de gemeente voldoende in control is in relatie tot deze verbonden partij, maar dat de contractafspraken niet meer actueel zijn. Op basis van deze audit zijn vervolgacties in gang gezet. Jaarlijks legt het bestuur verantwoording af aan algemene vergadering van aandeelhouders Stadstoezicht over het gevoerde beleid van het afgelopen jaar. j. Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij? Wethouder Van Marle is vertegenwoordigd in de algemene vergadering van aandeelhouders. De directie en raad van commissarissen zijn niet gerelateerd aan de gemeente. k. Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder? Burgemeester Hermans-Vloedbeld (openbare orde en veiligheid) en wethouder Ten Seldam (parkeren). l. Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college? Als opdrachtgever en als enig aandeelhouder heeft de gemeente zeer grote sturingskracht. m. Wanneer en hoe wordt de raad over deze verbonden partij geïnformeerd? De jaarrekening van de bv is jaarlijks voor de raad beschikbaar. Sportaccommodaties Almelo bv a. Vestigingsplaats Almelo b. Openbaar belang De gemeente Almelo vindt het van belang zoveel mogelijk mensen binnen de gemeente te stimuleren om deel te nemen aan sportief bewegen en hen in de gelegenheid te stellen dit te doen in adequate sportaccommodaties. In 1999 heeft de gemeente door een verzelfstandiging haar verantwoordelijkheid voor de exploitatie en het beheer van Sport- en recreatiecentrum. Het Sportpark, bestaande uit het zwembad, een sporthal en een tennishal, overgedragen aan Sportaccommodaties Almelo BV, waarvan de gemeente enig aandeelhouder is. Het operationeel beheer en de exploitatie van de IISPA Almelo, sporthallen Windmolenbroek en Schelfhorst, de tennishal Schelfhorst en de gemeentelijke gymnastiekzalen zijn vanaf 2011 ondergebracht binnen de bestaande Sportaccommodaties Almelo BV. c. Eigen vermogen en vreemd vermogen.
126
Sportaccommodaties Almelo bv Eigen Vermogen per ultimo 2013 309.294 euro (2012: 78.757 euro) Vreemd Vermogen per ultimo 2013 3,9 miljoen euro (2012: 2,4 miljoen euro) d. Resultaat van de verbonden partij. Het netto resultaat uit bedrijfsoefening bedroeg in 2013 231.000 euro positief en is toegevoegd aan het eigen vermogen (egalisatiereserve) van het sportbedrijf. e. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar. Het college van burgemeester en wethouders heeft besloten gefaseerd te komen tot de oprichting van een gemeentelijk sportbedrijf. Hierbij is als uitgangspunt gehanteerd dat één organisatie (één loket) verantwoordelijk wordt voor de uitvoerende taken op het gebied van sport. De gemeente behoudt de beleidsbepalende bevoegdheden en de regierol. Besloten is de bestaande Sportaccommodaties Almelo BV, waarvan de Gemeente Almelo enig aandeelhouder is, hiertoe in te richten. Het gefaseerd invoeren wordt vorm gegeven door in stappen gemeentelijke taken over te dragen aan Sportbedrijf Almelo. 1. het overdragen van het beheer en de exploitatie van de gemeentelijke binnensportaccommodaties 2. het overdragen van de uitvoering van het sportstimuleringsbeleid 3. het overdragen van de exploitatie, het beheer en onderhoud van de gemeentelijke buitensportaccommodaties De gemeente is gestart met fase 3 van de verzelfstandiging van het Sportbedrijf Almelo: het overdragen van de exploitatie, het beheer en onderhoud van gemeentelijke buitensportaccommodaties aan Sportbedrijf Almelo. De ondernemingsraad en het georganiseerd overleg wordt hierover om advies gevraagd. Verder zijn de mogelijkheden verkend om Sportbedrijf Almelo meer ruimte te geven voor ondernemerschap. In verband met wet- en regelgeving op het gebied van aanbesteding en fiscale aspecten kunnen de kaders voor ondernemersvrijheid niet zonder juridische en fiscale risico’s worden vergroot. Sportbedrijf Almelo mag maximaal 10% van haar omzet behalen buiten de gemeentelijke opdracht. Het college zal samen met Sportbedrijf Almelo de toekomstige mogelijkheden voor meer ondernemersvrijheid onderzoeken. f. Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij? De gemeente Almelo vindt het van belang zoveel mogelijk mensen binnen de gemeente te stimuleren om deel te nemen aan sportief bewegen en hen in de gelegenheid te stellen dit te doen in adequate sportaccommodaties. Hierbij wordt een eenvoudige en doelmatige organisatie van de sportinfrastructuur in Almelo nagestreefd door de verantwoordelijkheid voor het beheer en de exploitatie van binnen- en buitensport accommodaties te verzelfstandigen en daarnaast de uitvoering van sportstimulering over te dragen. Uitgangspunt hierbij is dat één organisatie (één loket) verantwoordelijk wordt voor uitvoerende taken op het gebied van sport. De gemeente behoudt de beleidsbepalende bevoegdheden en de regierol, mede om integrale beleidsvorming te kunnen waarborgen. g. Wat kost de verbonden partij de Gemeente Almelo jaarlijks? In 2013 bedroeg de begrote bijdrage 3,7 miljoen euro ten behoeve voor de exploitatie van gemeentelijke binnensportaccommodaties, topsportontwikkeling en de uitvoering van ons sportstimuleringsbeleid. h. Welke risico’s loopt de gemeente? De gemeente heeft een dubbelrol richting het sportbedrijf. Dit kan de relatie tussen eigenaar en opdrachtgever/subsidieverstrekker op gespannen zetten. Een zuivere rolscheiding op zowel bestuurs- als ambtelijk niveau moet voorkomen dat er rolvermenging ontstaat. De aan Sportbedrijf Almelo opgelegde bezuinigingen kunnen, op dit moment, niet “makkelijker” behaald worden door de kaderstelling voor ondernemersvrijheid te verruimen. Hierdoor kan de haalbaarheid van de beoogde bezuinigingen onder druk komen te staan. De opgave voor het Sportbedrijf blijft om binnen de gestelde financiële kaders de taakstellingen te realiseren. Samen met het Sportbedrijf zal verder onderzocht worden onder welke voorwaarden een verruiming van de kaders voor ondernemersvrijheid wel mogelijk is. Specifiek voor fase 3 bestaat er voor de gemeente een risico ten aanzien van het vastgoed. Besloten is om voor 127
Sportaccommodaties Almelo bv “alle niet gemeentelijke opstallen en voorzieningen op of in de gemeentelijke sportaccommodaties een recht van opstal te vestigen”. i. Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd? Conform de subsidievoorwaarden vindt de verantwoording jaarlijks plaats. De BV dient te verantwoorden dat de subsidie is besteed aan het doel waarvoor zij was bestemd. De verantwoording vindt plaats door een inhoudelijke rapportage. Ook wordt jaarlijks een door de accountant goedgekeurd financieel verslag overlegd. j. Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij? Wethouder Bruggink is namens de gemeente vertegenwoordigd in de algemene vergadering van aandeelhouders. k. Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder? Wethouder Van Marle (sport). l. Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college? Het college oefent invloed uit door een subsidieovereenkomst/prestatiecontract, en als aandeelhouder via de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. m. Wanneer en hoe wordt de raad over deze verbonden partij geïnformeerd? De raad wordt jaarlijks geïnformeerd via de jaarrekening van de bv. De jaarrekening wordt aan de raad ter info aangeboden. Cogas nv a. Vestigingsplaats Almelo b. Openbaar belang Cogas Energie levert gas, elektriciteit en kabeldiensten aan consumenten en zakelijke klanten. Cogas is als netbeheerder voor elektriciteit en gas verantwoordelijk voor een ononderbroken levering. Ook is Cogas een belangrijke werkgever in de gemeente Almelo. c. Eigen vermogen en vreemd vermogen. Cogas heeft per ultimo 2013 een eigen vermogen van 182 miljoen euro (2012: 195 miljoen euro) en een vreemd vermogen van 46,7 miljoen euro (2012: 49,3 miljoen euro). d. Resultaat van de verbonden partij. Over 2013 heeft Cogas een bedrijfsresultaat behaald van 22,8 miljoen euro (2012: 43,3 miljoen euro, inclusief verkoop van 50% aandelen Cogas Kabel). Van dit resultaat is 10 miljoen euro uitgekeerd als gegarandeerd dividend aan de aandeelhouders. Het overige deel is conform de bestendige gedragslijn toegevoegd aan de algemene reserve. e. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar. Cogas wil maatschappelijk verantwoord ondernemen nadrukkelijker integreren in de bedrijfsvoering, met als doel het tot een structureel onderdeel te maken van alles wat Cogas doet en onderneemt. De recente splitsing van Netbeheer (beleid) en Infra (uitvoering) vraagt om een formalisering van de rolverdeling tussen beide. Met het oog daarop zullen formele dienstverleningsovereenkomsten worden opgesteld. Als volgende stap in het realiseren van een grootschalige proeftuin voor Smart Grids in Nederland zal Cogas nadrukkelijk aanhaken bij Netbeheer Nederland en haar leden en diverse subsidieaanvragen en projecten mede begeleiden. Het in 2013 geïnitieerde concept Het Groene Oosten krijgt in 2014 een vervolg en zal daarbij uitgroeien tot een veelomvattend kennisplatform voor duurzaamheid. Naast een nieuwe tv-serie en een voortzetting van de interactieve website worden ook andere communicatie-instrumenten overwogen, zoals regionale evenementen rondom duurzaamheid. Op basis van zogenaamde dienstverleningsovereenkomsten verzorgt Cogas voor haar joint venture Cogas
128
Cogas nv Kabel Infra B.V. het projectmanagement van de uitrol van het glasvezelnetwerk in grote delen van Twente. Tevens verzorgt Cogas het beheer en onderhoud van de coax- en glasvezelnetwerken van deze joint venture. De netwerken zelf zijn eigendom van de joint venture. Cogas is tevens betrokken bij de voorbereiding van de beoogde verglazing van de buitengebieden in Twente. Vanaf 2014 wil Cogas zich vooral richten op duurzame projecten in de regio. Belangrijke pijlers hierbij zijn biomassaverbranding en biomassavergisting. Het doel is om een regionale energiekringloop te realiseren en daarmee dus decentraal duurzaam in energie te voorzien. Samen met gemeenten, (regionale) marktpartijen en lokale duurzame initiatieven wil Cogas het aandeel van duurzame energie binnen de regio structureel verhogen. Hierbij speelt innovatie een belangrijke rol. De technieken op het gebied van duurzame energie ontwikkelen zich snel en Cogas zal zich hierbij samen met (regionale) partijen richten op nieuwe innovatieve concepten. Per 1 januari 2014 is de Warmtewet in Nederland ingevoerd. Voor zover nodig heeft Cogas haar tarieven aangepast conform de Warmtewet. De impact op de tarieven van Cogas, de omzet en de resultaten was gering. Voor het jaar 2014 is een investeringsbedrag van 12,4 miljoen euro begroot. In het jaar 2013 is 17,3 miljoen geïnvesteerd. Uitgangspunt voor het doen van investeringen is het handhaven van een betrouwbaar en veilig elektriciteit- en gasnetwerk. Cogas scoort landelijk zeer goed op deze aspecten. Voor het jaar 2014 is gekozen voor een enigszins gematigd investeringplan. Dit geldt specifiek voor de investeringen in het elektriciteitsnetwerk. Hierin hebben de laatste jaren relatief veel vervangings- en vernieuwingsinvesteringen plaatsgevonden. Daarentegen gaan de vervangingsinvesteringen in het gasnetwerk vrijwel onverminderd door. Door het toepassen van een adequaat systeem van zowel risicomanagement als asset management probeert Cogas een optimale en verantwoorde balans te vinden tussen betrouwbaarheid, veiligheid, investeringsomvang en kostenefficiency. f. Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij? Oorspronkelijk doel was het voorzien in een dekkende en betrouwbare energie- en kabelinfrastructuur op het grondgebied van de deelnemende gemeenten. Momenteel zijn optimale instandhouding, netbeheer en leveringszekerheid belangrijke pijlers. Maar ook het realiseren van duurzame en innovatieve energieoplossingen zijn belangrijke doelen geworden. g. Wat kost de verbonden partij de Gemeente Almelo jaarlijks? Er zijn geen jaarlijkse kosten. Het aandelenbezit is niet veranderd ten opzichte van vorig jaar: de Gemeente Almelo bezit 1.161 aandelen in de onderneming (oorspronkelijke investering: 527.094 euro). h. Welke risico’s loopt de Gemeente Almelo? De operationele winst voor belastingen over 2014 van Cogas zal naar verwachting behoorlijk lager uitkomen dan de operationele winst voor belastingen over 2013. De belangrijkste oorzaak hiervoor is de substantiële daling van de gereguleerde tarieven over de reguleringsperiode 2014 tot en met 2016. Door het verhogen van de efficiency en daarmee samenhangende structurele kostenbesparingen kan deze tariefdaling deels worden gecompenseerd, maar niet volledig. Acties hiertoe zijn al in 2013 ingezet en zullen in 2014 gecontinueerd en uitgebreid worden. Ondanks de noodzakelijke besparingen heeft Cogas in 2014 evenals in 2013 geld gereserveerd voor business development gericht op het actief inspelen op de Nederlandse ontwikkelingen die voortkomen uit de maatschappelijke thema's als energietransitie, smart grids en verduurzaming. i. Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd? In de (half)jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders wordt het jaarverslag van de nv behandeld en de jaarrekening met winstbestemming ter vaststelling voorgelegd. j. Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij? Het bestuursmodel van Cogas (directie + raad van commissarissen) voorziet niet in vertegenwoordigers van gemeenten in het bestuur van Cogas. Indirect is invloed mogelijk door voordracht van één lid van de Raad van Commissarissen. Wethouder Van Marle is namens de gemeente vertegenwoordigd in de algemene vergadering van aandeelhouders. 129
Cogas nv k. Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder? Wethouder Cornelissen (duurzaamheid). l. Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college? De huidige beïnvloedingsmogelijkheden van een individuele gemeente lopen via het aandeelhouderschap in Cogas nv en vallen het best als controlerend en in lichte mate sturend te bestempelen. Van inhoudelijke of financiële beïnvloeding is nagenoeg geen sprake. Inhoudelijke beïnvloeding lijkt gezien het zeer specifieke karakter van de materie ook uitgesloten. m. Wanneer en hoe wordt de raad over deze verbonden partij geïnformeerd? In ieder geval jaarlijks wordt in de paragraaf ‘verbonden partijen’ van de programmabegroting en jaarverantwoording aandacht besteed aan de verbonden partijen. Daarnaast geldt dat bij veranderingen in de deelneming de raad vooraf wordt geïnformeerd en gevraagd zienswijzen kenbaar te maken. Waterleiding Maatschappij Vitens nv a. Vestigingsplaats Utrecht b. Openbaar belang In het belang van de volksgezondheid hebben van een kwalitatief goede drinkwatervoorziening in het verzorgingsgebied. c. Eigen vermogen en vreemd vermogen. Eigen vermogen per ultimo 2013 bedraagt 438,3 miljoen euro (2012: 386,1 miljoen euro) Vreemd vermogen per ultimo 2013 bedroeg 1.273,5 miljoen euro (2012) 1.296,5 miljoen euro De solvabiliteit (eigen vermogen) komt per ultimo 2013 uit op 25,6% (2012: 22,9%) en ligt volledig in lijn met het financiële beleid. d. Resultaat van de verbonden partij. Het bedrijfsresultaat over 2013 bedraagt 80,4 miljoen euro (2012: 74,1 miljoen euro). Structureel dividend 41.696 gewone aandelen 114.000 euro e. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar. Vitens zal continu streven naar verdere efficiency en effectiviteit. Dit wordt versterkt door de huidige financiële crisis en druk vanuit overheden om bezuinigingen te realiseren. Vitens zal de komende jaren haar processen verder optimaliseren en klantgericht en efficiënt inrichten om de drinkwatertarieven laag te houden. In het jaarplan 2014-2016 is de ambitie uitgesproken om de drinkwatertarieven voor deze periode niet te verhogen onder voorwaarde dat aan de continuïteitsdoelstelling2 wordt voldaan. Vitens verwacht voor de periode 2014-2018 eenzelfde hoog investeringsniveau van jaarlijks 125 miljoen euro. Als gevolg van het hoge investeringsniveau van Vitens en herfinanciering van aflopende leningsovereenkomsten is de komende jaren sprake van een blijvend hoge financieringsbehoefte. Een belangrijk deel hiervan zal moeten worden ingevuld met het aantrekken van vreemd vermogen. In het huidige economisch klimaat is het aantrekken van nieuwe financieringen niet langer een vanzelfsprekendheid. f. Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij? Borgen van kwaliteit van drinkwater in het kader van de volksgezondheid. g. Wat kost de verbonden partij de Gemeente Almelo jaarlijks? Naast ambtelijke inzet is een andere kostenpost de kapitaalrente over de achtergestelde rente. h. Welke risico’s loopt de gemeente? De risico’s van de deelneming in Vitens zijn gezien het vaststaande verzorgingsgebied en de noodzaak van drinkwater voor iedereen niet al te groot. Tarieven, inkomsten en rendementen zijn immers stabiel; onzekerheid en risico met betrekking tot rendement is laag. Financiële risico’s kunnen optreden bij de verkoop van de aandelen, waardoor een structureel dividend wegvalt. Bij de verkoop van de aandelen zal een deel gereserveerd moeten worden of anderszins worden ingezet om het structureel wegvallende dividend goed te
130
Waterleiding Maatschappij Vitens nv maken. Voor Vitens is het van belang om de marktontwikkelingen nauwlettend te volgen en de consequenties hiervan naar de eigen onderneming te vertalen. Belangrijke aandachtsgebieden daarbij zijn het beschikbaarheids-, liquiditeits- en tegenpartijrisico en kijken naar alternatieve manieren van financiering. Voor de jaren 2014 en 2015 heeft Vitens voldoende kredietfaciliteiten om aan de verwachte financieringsbehoefte te voldoen. i. Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd? Bij vaststelling van het jaarverslag door de algemene vergadering van aandeelhouders. j. Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij? Wethouder Van Marle is namens de gemeente vertegenwoordigd in de algemene vergadering van aandeelhouders. k. Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder? Wethouder Ten Seldam (water). l. Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college? De raad wordt geïnformeerd via de paragraaf verbonden partijen bij de jaarverantwoording en de begroting en de afzonderlijke aandeelhoudersvergaderingen. m. Wanneer en hoe wordt de raad over deze verbonden partij geïnformeerd? In ieder geval jaarlijks wordt via de paragraaf ‘verbonden partijen’ aandacht besteed aan de jaarverantwoording van Vitens. Openbaar Lichaam Crematoria Twente a. Vestigingsplaats Enschede b. Openbaar belang Het Openbaar Lichaam Crematoria Twente (OLCT) is een gemeenschappelijke regeling waaraan 13 gemeenten in Twente en de Achterhoek deelnemen. De gemeenten hebben elk een financieel en bestuurlijk belang in het OLCT. Het OLCT is opgericht om de inwoners een keuzemogelijkheid te bieden tussen begraven en cremeren. Wettelijk gezien is cremeren geen publieke taak, maar er zijn gronden om cremeren als activiteit in het kader van publiek belang te beschouwen. c. Eigen vermogen en vreemd vermogen. Per ultimo 2015 bedraagt het eigen vermogen van OLCT 1,6 miljoen euro en is er geen sprake van vreemd vermogen. Dochteronderneming Crematoria Twente B.V. had per ultimo 2013 een eigen vermogen van 5,1 miljoen euro (2012: 4,5 miljoen euro) en een vreemd vermogen incl. voorzieningen, van 2,0 miljoen euro (2012: 2,0 miljoen euro). De solvabiliteit kwam uit op 71,9%. d. Resultaat van de verbonden partij. OLCT heeft over 2013 een resultaat behaald van 791.353 euro (2012: 914.319 euro). Almelo heeft hiervan in 2014 een dividend ontvangen van 99.632 euro (2013: 119.954 euro). De uitkering van dividend wordt jaarlijks gebaseerd op het aantal gecremeerde ingezetenen van de gemeente. In verband met de benodigde investeringen voor realisering van het strategisch plan Crematoria Twente heeft het Algemeen bestuur van OLCT op 27 februari 2014 ingestemd met het voorstel om tijdelijk geen dividend meer uit te keren. Hierdoor kan de financiering deels met eigen middelen worden gedaan waardoor de rentelasten lager zijn en het mogelijk is om versneld af te lossen. Dit heeft tevens een gunstig effect op de solvabiliteitspositie van Crematoria Twente. Afgesproken is dat de deelnemende gemeenten in de jaren 2015 en 2016 geen dividend ontvangen. Daarna wordt weer structureel dividend uitgekeerd. e. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar. Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling OLCT heeft als aandeelhouder ingestemd met een nieuwe strategie voor CTON. In deze strategie wordt uitgegaan van een betere spreiding van de crematievoorzieningen in het verzorgingsgebied, renovatie van bestaande voorzieningen in Almelo en Usselo en voortzetting en verbetering van de bestaande dienstverlening. Eén van die ontwikkelingen betreft de 131
Openbaar Lichaam Crematoria Twente realisatie en exploitatie van een crematieruimte in Oldenzaal in samenwerking met Pace/Dela. Inmiddels is een verkenning gedaan naar de mogelijkheden van de nieuwe strategie en is een mandaat afgegeven voor het aangaan van verplichtingen. f. Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij? Zorgdragen voor continuïteit van een crematoriumvoorziening in het verzorgingsgebied; het waarborgen van een kwalitatief hoogwaardige voorziening tegen een aanvaardbare prijs. g. Wat kost de verbonden partij de Gemeente Almelo jaarlijks? Een jaarlijkse bijdrage in de kosten wordt niet gevraagd. De secretariële kosten van het OLCT (voor 2015 geraamd op 15.900 euro) worden in mindering gebracht op het jaarresultaat van de gemeenschappelijke regeling. De exploitatiekosten van de crematoria worden ten laste van de bv. gebracht. h. Welke risico’s loopt de gemeente? De deelnemende gemeenten zijn gezamenlijk aansprakelijk voor het resultaat van OLCT. Het risico van de deelneming is zeer beperkt; tarieven, inkomsten en rendementen zijn stabiel. Het resultaat van de bv wordt, met inachtneming van een minimale solvabiliteit van 30% (eigen vermogen gedeeld door balanstotaal), volledig uitgekeerd aan het openbaar lichaam. Daarnaast wordt als voorwaarde gesteld dat het eigen vermogen van de vennootschap groter is dan het gestorte en opgevraagde deel van het kapitaal, vermeerderd met de verplichte reserves. Vanuit oogpunt van behoedzaamheid is ervoor gekozen om het dividendbeleid af te stemmen op de financiële ontwikkeling van Crematoria Twente, met als gevolg dat de eerste twee jaar van de investeringen (vooralsnog 2014 en 2015) geen dividend wordt uitgekeerd en daarna minimaal 375.000 euro structureel (aandeel Almelo 39.000 euro). i. Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd? Jaarlijks wordt de begroting en jaarrekening van de gemeenschappelijke regeling en de jaarrekening van de bv ter vaststelling voorgelegd aan het algemeen bestuur c.q. de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. j. Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij? Wethouder Timmer is zowel lid van het dagelijks als het algemeen bestuur van OLCT. k. Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder? Wethouder Timmer (stadsbeheer) en wethouder Van Marle (financiën). l. Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college? Beïnvloeding is mogelijk via onze stem in het algemeen bestuur en Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Het aantal stemmen wordt bepaald door het aantal inwoners te delen door 20.000. Almelo heeft drie stemmen, dat is goed voor een aandeel van ongeveer 11%. m. Wanneer en hoe wordt de raad over deze verbonden partij geïnformeerd? Jaarlijks wordt de jaarrekening en de ontwerp-begroting van de gemeenschappelijke regeling ter kennisname aangeboden. Enexis Holding nv a. Vestigingsplaats Rosmalen b. Openbaar belang Een veilige, betrouwbare en duurzame energievoorziening. c. Eigen vermogen en vreemd vermogen. Per ultimo 2015 bedraagt het eigen vermogen van Enexis 3,6 miljard euro; van het vreemd vermogen is geen reële inschatting te maken. d. Resultaat van de verbonden partij. In 2013 heeft Enexis een resultaat behaald van 239,1 miljoen euro winst (2012: 229,1 miljoen euro). e. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar.
132
Enexis Holding nv Enexis innoveert, met als doel de energiedistributie te verduurzamen. Speerpunten daarbij zijn: inzicht krijgen in energieverbruik en duurzame slimme netten. In de afgelopen periode heeft Enexis een aantal initiatieven rond duurzaamheid, innovatie en maatschappelijk verantwoord ondernemen ingevuld. Smart Grid-pilots en afvalmanagement zijn daar exponenten van. In de komende periode wil Enexis verder werken aan een betrouwbare, betaalbare, duurzame en publiekgerichte energievoorziening in haar verzorgingsgebied. Daarbij streeft Enexis ernaar dat klanten in één provincie slechts met één netbeheerder te maken hebben (sectorordening), zodat maatschappij, klanten en aandeelhouders van de hieruit voortvloeiende synergie kunnen profiteren. f. Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij? Enexis heeft geen netwerk binnen onze gemeentegrenzen liggen zodat het publiek belang zich beperkt tot de lokale levering van diensten. De vennootschap heeft ten doel: - het (doen) distribueren en het (doen) transporteren van energie, zoals elektriciteit, gas, warmte en (warm) water; - het in stand houden, (doen) beheren, (doen) exploiteren en (doen) uitbreiden van distributie en transportnetten in relatie tot energie; - het doen uitvoeren van alle taken die ingevolge de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet zijn toebedeeld aan een netbeheerder zoals daarin bedoeld; - het binnen de wettelijke grenzen ontplooien van andere operationele en ondersteunende activiteiten. g. Wat kost de verbonden partij de Gemeente Almelo jaarlijks? Een jaarlijkse bijdrage wordt niet gevraagd, de exploitatiekosten lopen via de vennootschap. h. Welke risico’s loopt de gemeente? Het risico is relatief gering in relatie tot de waarde van het netwerkbedrijf en beperkt zich tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van 1 euro per aandeel. Almelo bezit 323.314 aandelen, wat overeenkomt met een risico van maximaal 323.314 euro. Daarmee zijn op grond van de wet (art 2:81 BW) de verplichtingen en aansprakelijkheid van de aandeelhouders ook beperkt tot dit bedrag. Enexis Holding nv opereert in een gereguleerde markt, onder toezicht van de Energiekamer. i. Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd? Jaarlijks wordt de jaarrekening van Enexis ter vaststelling voorgelegd aan de Algemene vergadering van Aandeelhouders van Enexis. j. Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij? Wethouder Van Marle is namens de gemeente vertegenwoordigd in de algemene vergadering van aandeelhouders. k. Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder? Wethouder Cornelissen (duurzaamheid). l. Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college? Beïnvloeding is marginaal, en mogelijk via onze stem in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van Enexis. Almelo heeft zeggenschap voor slechts 0,2%. m. Wanneer en hoe wordt de raad over deze verbonden partij geïnformeerd? Jaarlijks wordt de jaarrekening van Enexis ter kennisname aangeboden aan de raad. NV Bank Nederlandse Gemeenten a. Vestigingsplaats Den Haag b. Openbaar belang De BNG, opgericht in 1914, is de bank van de overheid en voor het maatschappelijk belang. De BNG voorziet in zo goedkoop mogelijke financiële dienstverlening en biedt zo toegevoegde waarde aan haar aandeelhouders
133
NV Bank Nederlandse Gemeenten en de Nederlandse publieke sector. De BNG is de 'bankier ten dienste van overheden', zoals gemeenten, provincies, gemeenschappelijke regelingen, politieregio's en met overheden verbonden instellingen en bedrijven op het terrein van volkshuisvesting, openbaar nut, onderwijs en gezondheidszorg. c. Eigen vermogen en vreemd vermogen. De BNG Bank is gehouden aan de regels die de Autoriteit Financiële Markten stelt aan het verstrekken van mogelijk koersgevoelige informatie. Het verstrekken van cijfers en verwachtingen over eigen vermogen en netto resultaat valt daar uitdrukkelijk onder. BNG Bank gaat pas tot publicatie van de gerealiseerde resultaten over na behandeling van de door de externe accountant goedgekeurde jaarrekening en het voorstel tot winstuitkering door de Raad van Commissarissen. De omvang van de balans, het eigen en vreemd vermogen en het resultaat is niet alleen afhankelijk van de economische prestaties die BNG Bank levert. Door de voorgeschreven wijze van verantwoording werken externe factoren, bijvoorbeeld economische ontwikkelingen en renteontwikkelingen, sterk in deze cijfers door. BNG Bank kan op deze ontwikkelingen geen invloed uitoefenen. Dit vormt een van de redenen waarom BNG Bank in het jaarverslag geen concrete uitspraken doet over de verwachte resultaten over het lopende boekjaar. BNG Bank zal in de jaarlijkse guidance voor het BBV die zij geeft voor het invullen van de relevante gegevens hierover een passage opnemen. Per ultimo 2013 bedroeg het eigen vermogen 3.430 miljoen euro (2012: 2.752 miljoen euro). De hoogte van het vreemd vermogen is niet gegeven omdat deze geen onderdeel uitmaakt van de solvabiliteitsberekening van de bank. d. Resultaat van de verbonden partij. Zie eveneens de toelichting onder eigen vermogen en vreemd vermogen Almelo heeft over 2013 een dividend ontvangen van 221.646,75 euro. e. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar. De BNG Bank noemt zich de bank voor het maatschappelijk belang en biedt gespecialiseerde dienstverlening aan tegen zo laag mogelijke kosten. Het streven van de bank is om een betrouwbare partner te zijn, de sterke marktpositie te behouden en de relatie met de klanten te bestendigen en waar mogelijk te verbeteren. De bank heeft haar doelstellingen in 2013 volledig gerealiseerd. Naast zeer hoge marktaandelen in de kernklantsectoren heeft de bank een goed rendement voor de aandeelhouders behaald. f. Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij? De BNG voorziet in zo goedkoop mogelijke financiële dienstverlening, waarbij de rentelasten voor de gemeente zo laag mogelijk zijn. g. Wat kost de verbonden partij de Gemeente Almelo jaarlijks? Een jaarlijkse bijdrage wordt niet gevraagd. h. Welke risico’s loopt de gemeente? Het risico en daarmee aansprakelijkheid voor de aandeelhouders is relatief gering en beperkt zich tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal. Voor Almelo komt dat neer op een risico van maximaal 436.313 euro (art 2:81 BW). i. Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd? Jaarlijks wordt de jaarrekening ter vaststelling voorgelegd aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. j. Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij? Wethouder Bruggink is namens de gemeente vertegenwoordigd in de algemene vergadering van aandeelhouders. k. Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder? Wethouder Van Marle (financiën). l. Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college? Beïnvloeding is marginaal, en mogelijk via onze stem in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Almelo heeft zeggenschap voor slechts 0,3%. 134
NV Bank Nederlandse Gemeenten m. Wanneer en hoe wordt de raad over deze verbonden partij geïnformeerd? In ieder geval jaarlijks wordt in de paragraaf ‘verbonden partijen’ van de programmabegroting en jaarverantwoording aandacht besteed aan de verbonden partij. Stadsbank Oost Nederland a. Vestigingsplaats Enschede, met nevenvestigingen in Hengelo en Almelo b. Openbaar belang De Stadsbank is een gemeentelijke kredietbank als bedoeld in de Wet op het consumenten krediet. Zowel vanuit een bedrijfseconomische als een maatschappelijke optiek bezien biedt de Stadsbank een verantwoord pakket van, al dan niet, financiële dienstverlening aan de ingezetenen in haar rechtsgebied. Met als doel de financiële weerbaarheid en redzaamheid en van huishoudens te bevorderen. Hiermee ondersteunt de Stadsbank Oost Nederland de aangesloten gemeenten bij haar gemeentelijke armoede- en minimabeleid. Dit doet zij door middel van het aanbieden van: kredieten tegen (met het oog op de Fido-doelgroep) verantwoorde rentepercentages; budgetbeheer ter ondersteuning van de stabiliteit van de financiële huishouding, zodat (verdere) verschulding kan worden voorkomen; minnelijke schuldhulpverlening ter voorkoming van maatschappelijke uitval en ter ondersteuning van de re-integratie op de arbeidsmarkt; bewindvoering in het kader van de Faillissementswet als verlengstuk van de minnelijke schuldhulpregeling; preventie- en voorlichtingsactiviteiten gericht op het voorkomen van financiële instabiliteit en verschulding bij risicogroepen (met name jongeren en huishoudens met een laag inkomen). c. Eigen vermogen en vreemd vermogen. Eigen vermogen per ultimo 1-1-2014: 3.009.000 euro Vreemd vermogen per 1-1-2014: 16.097.100 euro d. Resultaat van de verbonden partij. Het aanbod schuldhulpverlening bevordert de financiële zelfredzaamheid van huishoudens. e. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar. Het aantal klanten van de Stadsbank nam de laatste jaren sterk toe. De gemeente hanteert per 1 januari 2012 strakke regels voor de toegang naar schuldhulpverlening om overschrijding van het budget tegen te gaan. f. Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij? Schulden belemmeren burgers te participeren. De gemeente zet schuldhulpverlening in om belemmeringen weg te nemen. Met als uiteindelijk doel het bevorderen van de arbeidsparticipatie. h. Wat kost de verbonden partij de Gemeente Almelo jaarlijks? In 2015 is de gemeentelijke bijdrage begroot op 600.000 euro. i. Welke risico’s loopt de gemeente? Het is een openeindregeling. De laatste jaren nemen de kosten sterk toe. j. Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd? Jaarlijks bij de begroting en jaarverantwoording. k. Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij? Wethouder Cornelissen is lid van het dagelijks bestuur en algemeen bestuur van Stadsbank Oost Nederland. l. Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder? Wethouder Cornelissen (sociale zaken) en wethouder Van Marle (financiën). m. Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college? Op grond van de wet gemeentelijke schuldhulpverlening, die begin 1 juli 2012 van kracht is, heeft de raad een beleidsplan vastgesteld. 135
NV Industriegebouwenmaatschappij (IGM) a. Vestigingsplaats Almelo b. Openbaar belang Het stimuleren van de economische ontwikkeling en werkgelegenheid in Almelo. c. Eigen vermogen en vreemd vermogen Per ultimo 2013 bedroeg het eigen vermogen 686.000 euro (2012: 638.000 euro) en vreemd vermogen: 14,1 miljoen euro (2012: 9,2 miljoen euro). d. Resultaat van de verbonden partij Uitgangspunt in de begroting is budgettair-neutraal. e. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar Het jaar 2013 heeft vooral in het teken gestaan van het begeleiden van bestaande relaties. Daarbij speelde in toenemende mate problemen met bestaande bancaire relaties een rol. Tevens valt te constateren dat door moeilijke marktomstandigheden toenemende eisen worden gesteld aan de bedrijfsvoering. Gestreefd is naar een hoger activiteitenniveau van de IGM om daarmee substantieel te kunnen bijdragen aan de werkgelegenheid in de gemeente. In 2013 ging het om 11 bedrijven met in totaal 324 full time arbeidsplaatsen. f. Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij Het stimuleren van de economische ontwikkeling en werkgelegenheid in Almelo. g. Wat kost de verbonden partij de Gemeente Almelo jaarlijks? De gemeente stelt IGM ambtelijke capaciteit beschikbaar, maar deze wordt niet doorberekend. h. Welke risico’s loopt de gemeente? Bij het aangaan van leningen loopt de gemeente als enig aandeelhouder een beperkt risico, omdat de leningen worden gebruikt voor de aanschaf van bedrijfspanden of het verstrekken van leningen met hypothecaire zekerheid. i. Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd? Jaarlijks bij de begroting en jaarverantwoording. j. Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij? Wethouder Bruggink is namens de gemeente vertegenwoordigd in de algemene vergadering van aandeelhouders. Wethouder Van Marle is vertegenwoordigd als adviseur in alle vergaderingen van de Raad van Commissarissen. k. Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder? Wethouder Van Marle (economie) en wethouder Cornelissen (werkgelegenheid). l. Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college? Het college kan invloed uitoefenen via de aandeelhoudersvergadering. m. Wanneer en hoe wordt de raad over deze verbonden partij geïnformeerd Jaarlijks wordt in de paragraaf ‘verbonden partijen’ van de programmabegroting en jaarverantwoording aandacht besteed aan deze verbonden partij. Regionaal Bedrijventerrein Twente (XL Businesspark Twente) a. Vestigingsplaats Almelo b. Openbaar belang Voorzien in de behoefte, ruimtevraag van grote bedrijven naar kavels van 2 hectare en meer. c. Eigen vermogen en vreemd vermogen Per ultimo 2013 is voor 87,4 miljoen euro geïnvesteerd (vreemd vermogen, tevens balanstotaal). Er is geen sprake van eigen vermogen. d. Resultaat van de verbonden partij 136
Regionaal Bedrijventerrein Twente (XL Businesspark Twente) XL businesspark is een grondexploitatie en kent geen jaarlijkse resultaatbepaling. e. Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar In de grondexploitatie wordt rekening gehouden met een jaarlijkse gronduitgifte van 6 ha per jaar. De uitgifte van grond beef achter op de begroting, maar zal naar verwachting door de aanleg van een laad- en loskade op het XL Businesspark Twente weer toenemen. Inmiddels is al overeenstemming bereikt een tweetal bedrijven voor afname in 2014. In de jaarrekening 2013 van de gemeente Almelo is rekening gehouden met een aanvullende verliesvoorziening als gevolg van het aanleggen van de laad- en loskade. f. Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij Bevorderen van regionale economie, bedrijvigheid en werkgelegenheid in meest ruime zin. g. Wat kost de verbonden partij de Gemeente Almelo jaarlijks? Voor het geprognosticeerde verlies is een voorziening getroffen. h. Welke risico’s loopt de Gemeente Almelo De mogelijke risico’s worden door het openbaar lichaam RBT via een verdeelsleutel verdeeld over de deelnemende partijen aan de regeling. Voor het gemeentelijk aandeel in het huidige voorziene tekort is een voorziening gevormd. i. Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd Als alle kavels op het XL park zijn uitgegeven en tussentijds. j. Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij Wethouder Van Marle en wethouder Bruggink zijn namens de gemeente vertegenwoordigd in het algemeen bestuur. Wethouder Van Marle is tevens lid van het dagelijks bestuur. k. Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder Wethouder van Marle l. Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college Via de gemeenschappelijke regeling is het XL park voorzien van een bestuur en directie. De directie is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken en huurt voor die dagelijkse gang van zaken functionarissen in. Het college is via een wethouder vertegenwoordigd in het DB en via een tweetal wethouders in het AB. m. Wanneer en hoe wordt de raad over deze verbonden partij geïnformeerd Jaarlijks, via het toezenden van de begroting en de jaarrekening. Overige verbonden partijen Een aantal verbonden partijen onderscheidt zich door een beperkt bestuurlijk en/of financieel belang. Deze zijn voortgekomen uit de verkoop van aandelen Essent aan RWE en betreffen de volgende B.V.’s: - Vordering Enexis B.V. - Verkoop Vennootschap B.V. - CBL Vennootschap B.V. - Claim Staat Vennootschap B.V. - Publiek Belang Elektriciteitsproductie B.V. Hierna volgt een korte toelichting per B.V. Vordering op Enexis B.V. Deze vennootschap is in het leven geroepen om de Aandeelhouderslening aan Enexis doelmatig en efficiënt te kunnen beheren. Deze lening aan het netwerkbedrijf Enexis is in het kader van de Splitsing en de verkoop van aandelen Essent aan RWE door de Verkopende Aandeelhouders van Essent overgenomen. De lening is, kort gezegd, ontstaan bij de interne verkoop van de gas- en elektriciteitsdistributienetwerken van Essent. 137
De primaire taken van Vordering op Enexis B.V. zijn: - Het beheer van de Aandeelhoudersleningen, zoals het naleven van rechten en verplichtingen, het incasseren van rente en aflossingen van Enexis Holding etcetera. - Het beheer van het naleven van rechten en verplichtingen, het betalen van rente en aflossingen aan de Aandeelhouders etcetera. - Begeleiding van de conversie van Aandeelhouderslening en de daaraan verbonden overdracht van aandelen in Vordering op Enexis B.V. aan mede Aandeelhouders. Begin 2012 heeft Enexis een beroep gedaan op de mogelijkheid, conform art. 4.2 van de aandeelhoudersleningsovereenkomst, om een deel van de lening vervroegd af te lossen. Enexis mag in de periode gelegen tussen één jaar vóór het einde van de looptijd en einde looptijd geheel of gedeeltelijk vervroegd aflossen. De lening van Enexis bedraagt in totaal 1,8 miljard euro. Hiervan heeft Enexis in 2012 een eerste tranche van 450 miljoen euro vervroegd afgelost. De tweede tranche van 500 miljoen euro is in 2013 uitgevoerd. De overige tranches van 500 miljoen euro en 350 miljoen euro zullen respectievelijk in 2016 en 2019 worden afgelost. Jaarrekeningresultaat 2013 De verwachte omvang Eigen Vermogen (begin 2015 en eind 2015) De verwachte omvang Vreemd Vermogen (begin 2015 en eind 2015) De verwachte omvang van het financiële resultaat van de verbonden partij in het begrotingsjaar
11.918 verlies 72.000 en 62.000 862 miljoen en 862 miljoen 10.000 verlies
Verkoop Vennootschap B.V. Deze vennootschap is in het leven geroepen voor een efficiënte afwikkeling van de rechten en verplichtingen van de Verkopende Aandeelhouders. Bij overdracht van de aandelen heeft Verkoop Vennootschap daartoe alle rechten en verplichtingen overgenomen van de Verkopende Aandeelhouders. Voor RWE is deze vennootschap het centrale aanspreekpunt voor het benaderen van de Aandeelhouders. Verkoop Vennootschap heeft toegang tot alle transactiedocumentatie, om zo haar taken adequaat te vervullen. Expliciet in de statuten staat dat de Algemene Vergadering van Aandeelhouders vooraf toestemming moet geven aan de bestuurders om claims onder de Koopovereenkomst af te wikkelen. De primaire taken van Verkoop Vennootschap zijn de volgende: - Beheer en afwikkeling van claims van RWE (inclusief CBL-claims) onder de garanties en vrijwaringen als gevolg van de Koopovereenkomst. - Beheer van overige rechten en verplichtingen als gevolg van de Koopovereenkomst. - Beheer van de General Escrow Agreement. Het Escrow Bedrag is een gedeelte van de Koopprijs (initieel ter hoogte van EUR 800 miljoen). Dit bedrag dient tot zekerheid van verhaal voor RWE, ingeval van bepaalde betalingsverplichtingen van Verkoop Vennootschap als gevolg van de Koopovereenkomst. In 2011 is 50% van deze escrow vrijgevallen onder aftrek van de ingediende claims van RWE. Naar verwachting zal de overige 50% op 30 september 2015 vrijvallen. - Het functioneren als een van de twee bestuurders (de andere is RWE) van de Stichting Beheer Maastricht Escrow Fondsen. Deze stichting is juridisch eigenaar van het General Escrow Fonds. - Het toezien op de naleving van de Development Plan Agreement. Hierin staat beschreven hoe RWE en Essent uitvoering geven aan de kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen van Essent. Het gaat daarbij om de ontwikkeling van energiebronnen, energieopwekking en energie-voorziening. Aandachtspunten zijn de levenszekerheid, duurzaamheid en beheersing van tarieven. - Het voeren van de huidige procedure tegen de Staat der Nederlanden over de vraag of delen van de splitsingswetgeving (WON) onverbindend zijn. Jaarrekeningresultaat 2013
62,1 miljoen verlies 138
De verwachte omvang Eigen Vermogen (begin 2015 en eind 2015) De verwachte omvang Vreemd Vermogen (begin 2015 en eind 2015) De verwachte omvang van het financiële resultaat van de verbonden partij in het begrotingsjaar
380 miljoen euro en 0 euro (naar verwachting wordt vennootschap eind 2015 (wellicht begin 2016) geliquideerd) 500 miljoen euro en 0 euro (naar verwachting wordt vennootschap eind 2015 (wellicht begin 2016) geliquideerd) Naar verwachting wordt de vennootschap eind 2015 (wellicht begin 2016) geliquideerd en valt een positief liquidatiesaldo vrij aan de aandeelhouders
CBL Vennootschap B.V. CBL Vennootschap heeft de Verkopende Aandeelhouders vertegenwoordigd als medebeheerder van het cross border lease Fonds, naast RWE, Enexis en Essent. Zij vertegenwoordigde de Aandeelhouders in relevante Cross Border Leases aangelegenheden en fondsen zoals het ASA Risico Fonds. Ook was zij doorgeefluik voor betalingen namens Aandeelhouders in en uit het CBL Fonds. Nadat in 2011 de laatste cross border leases zijn beëindigd, heeft de Algemene vergadering van Aandeelhouders op 28 september 2011 besloten het CBL-fonds vrijwel volledig te laten vrijvallen. Jaarrekeningresultaat 2013 De verwachte omvang Eigen Vermogen (begin 2015 en eind 2015)
$ 9,88 miljoen winst $ 9,8 miljoen en $ 0 (naar verwachting wordt vennootschap eind 2015 (wellicht begin 2016) geliquideerd)
De verwachte omvang Vreemd Vermogen (begin 2015 en eind 2015)
$ 103.000 en $ 0 (naar verwachting wordt vennootschap eind 2015 (wellicht begin 2016) geliquideerd) Naar verwachting wordt de vennootschap eind 2015 (wellicht begin 2016) geliquideerd en valt een positief liquidatiesaldo vrij aan de aandeelhouders
De verwachte omvang van het financiële resultaat van de verbonden partij in het begrotingsjaar
CSV Amsterdam B.V. (voorheen Claim Staat Vennootschap B.V.) In februari 2008 zijn Essent en Essent Nederland B.V., met toestemming van de Aandeelhouders, een procedure begonnen tegen de Staat der Nederlanden. Hierin vragen zij ‘een verklaring voor recht’ dat bepaalde bepalingen van de WON onverbindend zijn. Essent is van mening dat de Aandeelhouders schade lijden als gevolg van de splitsing. Eenzelfde procedure wordt gevoerd door de andere grote energiebedrijven (Delta, Nuon en Eneco). Inmiddels heeft de Rechtbank in ‘s-Gravenhage de vordering van Essent en Essent Nederland B.V. afgewezen. Essent en Essent Nederland B.V. hebben echter hoger beroep tegen deze uitspraak ingesteld. De juridische procedure valt buiten de verkoop van Essent en is niet door RWE overgenomen. Afhankelijk van deze definitieve uitspraak wordt bepaald of de Verkopende Aandeelhouders een nieuwe procedure starten voor een vergoeding van de geleden schade als gevolg van de splitsingwet. De eventuele procedure voor de vordering op de staat is gebundeld via Claim Staat Vennootschap B.V. Totdat de rechter uitspraak doet in hoger beroep is deze B.V. een slapende vennootschap. De primaire taak van Claim Staat Vennootschap is het voeren van een schadevergoedingsprocedure tegen de Staat der Nederlanden namens de Aandeelhouders. Jaarrekeningresultaat 2013 De verwachte omvang Eigen Vermogen (begin 2015 en eind 2015) De verwachte omvang Vreemd Vermogen (begin 2015 en eind 2015) De verwachte omvang van het financiële resultaat van de verbonden partij in 139
14.095 verlies 10,5 miljoen en 4,0 miljoen 25.000 en 25.000 3 miljoen verlies
het begrotingsjaar Publiek Belang Elektriciteitsproductie B.V. Deze vennootschap was oorspronkelijk opgericht om de verkoop van aandelen EPZ (o.a. eigenaar van kerncentrale Borssele) te faciliteren en het toezicht op het openbaar belang te borgen door naleving van publiek- en privaatrechtelijke regelgeving, zoals de Kernenergiewet, diverse vergunningen en het Borsseleconvenant van 2006 tussen Staat, Essent en Delta. Op 30 september 2011 heeft de levering van aandelen EPZ aan RWE plaatsgevonden. Daarmee is een einde gekomen aan de primaire opdracht van PBE en zal deze vennootschap tijdelijk (maximaal 8 jaar) de resterende rechten en verplichtingen afwikkelen in het bijzonder, die voortvloeien uit het Borssele-convenant. Jaarrekeningresultaat 2013 De verwachte omvang Eigen Vermogen (begin 2015 en eind 2015) De verwachte omvang Vreemd Vermogen (begin 2015 en eind 2015) De verwachte omvang van het financiële resultaat van de verbonden partij in het begrotingsjaar
140
18.114 verlies 1,6 miljoen en 1,6 miljoen 100.000 en 100.000 5.000 verlies
5.7 Grondbeleid Sinds de invoering van het dualisme ligt het primaat voor het uitvoeren van dat gemeentelijk grondbeleid bij het College van B&W. Het college heeft daarbij een actieve informatieplicht richting de gemeenteraad. Grondbeleid is een sturingsmiddel voor de gemeente. Het grondbeleid heeft een volgend en ondersteunend karakter voor doelstellingen op andere beleidsvelden. Via grondbeleid kan een nadere invulling worden gegeven aan het realiseren van ruimtelijke doelstellingen en het uitvoeren van bepaalde programma's zoals wonen, werken, omgeving en veilige gemeente. Grondbeleid gaat in belangrijke mate over de productie van bouwgrond, de wijze waarop die tot stand komt en hoe de bouwgrond verkocht en gebruikt wordt t.b.v. van de opstalrealisatie. Over de financiële gevolgen van het gevoerde beleid wordt jaarlijks gerapporteerd in de paragraaf grondbeleid van de jaarrekening. In de Perspectiefnota Grondbedrijf wordt uitvoeriger ingegaan op de financiële positie van het grondbedrijf, de projectmatige complexen (= lopende grondexploitaties) en de functionele complexen (complex verspreide bezittingen en complex nog uit te voeren werken). In de paragraaf grondbeleid van de begroting wordt vooruit gekeken op ontwikkelingen, die mogelijk gevolgen hebben voor de vermogenspositie van het grondbedrijf. De meest voorkomende discussie m.b.t. grondbeleid gaat over de vraag of een gemeente actief, passief dan wel faciliterend grondbeleid moet voeren. Actief en faciliterend grondbeleid Het grondbeleid dat de gemeente voert in bestaande projecten is een mix van actief grondbeleid en faciliterend grondbeleid. Voor nieuw op te starten projecten wordt per project een afweging gemaakt welke grondbeleidstrategie uit te voeren, waarbij kansen en risico’s tegen elkaar worden afgewogen. In beginsel wordt een faciliterende rol geprefereerd. In de raadsvergadering van 8 maart 2011 is de discussienota inzake actieve en/of faciliterende grondpolitiek aan de orde geweest. De beraadslagingen hebben geresulteerd in het volgende besluit: Bij nieuwe projecten zal bij voorkeur een faciliterend grondbeleid worden gevoerd. Bij het voorstel tot het vaststellen van de inhoudelijke ruimtelijke kaders en de tentatieve grondexploitatie, en in een later stadium bij vaststelling van het ontwerp en de definitieve grondexploitatie zal steeds beargumenteerd worden aangegeven welk grondbeleid wordt voorgesteld en welke publiekrechtelijke instrumenten kunnen worden gehanteerd. Bij bijna alle lopende grondexploitaties is de keus voor actief dan wel faciliterend grondbeleid reeds gemaakt. Daar waar mogelijk zal ten aanzien van de verwerving van objecten terughoudendheid worden betracht, zodanig dat slechts die gronden worden aangekocht die voor realisatie van het project noodzakelijk zijn. Ook m.b.t. diverse lopende grondexploitaties kan de gemeente nog overgaan van actief naar faciliterend grondbeleid, echter dit zal dan gepaard gaan met aanzienlijke financiële offers. Deze zullen waarschijnlijk groter zijn dat het risico op financiële tegenvallers in de grondexploitaties. Financiële en planologische besluitvorming Een van de kenmerken van actief grondbeleid is dat de financiële besluitvorming vooruit loopt op de planologische besluitvorming. Ruim voordat een bestemmingsplan wordt vastgesteld verricht de gemeente anticiperende aankopen en maakt ze plankosten. Aan het einde van de definitiefase van een ruimtelijk project stelt de raad richtinggevende kaders en uitgangspunten vast, alsmede de bijbehorende tentatieve
141
grondexploitatiebegroting. Deze grondexploitatiebegroting fungeert vanaf dat moment als financieel kader voor het college van B&W waarbinnen zij verder gaat met de realisatie van een project. Concreet betekent dit dat ondanks de planologische besluitvorming van bepaalde projecten nog moet plaatsvinden, dat deze projecten niet meer stop gezet kunnen worden zonder nadelige financiële consequenties. Huidige financiële positie grondbedrijf Per 1-1-2014 kent het Grondbedrijf 21 lopende grondexploitaties. Dat zijn ruimtelijke projecten, met bouwgrondproductie als hoofdmoot, waarvan de raad de (tentatieve) grondexploitatiebegroting heeft vastgesteld. Deze door de raad vastgestelde grondexploitatiebegrotingen fungeren als financieel en inhoudelijk kader voor het college van B&W waarbinnen zij verder gaat met de realisatie van een project. Tevens fungeert de grondexploitatiebegroting als een ‘voorspelling’ van de te verwachten kosten en opbrengsten en het begrote financiële eindresultaat. Als er een tekort wordt begroot dient er ter dekking van dit tekort een voorziening getroffen te worden. Indien er winst wordt begroot mag deze pas genomen worden als de winst gerealiseerd is. Dat is pas het geval als de realisatie van het project al zover gevorderd is dat een deel van de begrote winst als ‘gerealiseerd’ beschouwd mag worden en de risico’s beperkt zijn. De spelregels daaromtrent zijn beschreven in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en is door de BBV- commissie in een notitie verder uitgewerkt en toegespitst op de bedrijfsvoering van een Grondbedrijf. Vanuit voorzichtigheidbeginselen neemt de gemeente Almelo 85% van de begrote winst als een winstgevend project meer dan 90% gerealiseerd is. Alle 21 grondexploitaties samen kennen per saldo een begroot tekort van 23,6 miljoen euro. op NCW per 1 januari 2014. 19 verlieslatende grondexploitaties met een begroot tekort van 25,3 miljoen 2 winstgevende grondexploitaties met een begrote winst van 1,7 miljoen Voor de verlieslatende projecten is een voorziening getroffen van 25,3 miljoen euro. waardoor de boekwaarde van die 19 projecten met dit bedrag verlaagd is tot een reële balanswaarde. Van de 2 winstgevende grondexploitaties is tussentijds 1,55 miljoen euro. winst genomen waardoor 0,15 miljoen euro als ‘nog te realiseren winst ’ te boek staat. Volgens de geactualiseerde grondexploitatiebegrotingen (zoals opgenomen in de Berap) zal deze voorziening aan het eind van het jaar nagenoeg gelijk blijven. Ten opzichte van de jaarrekening wordt uitgegaan van een verslechtering van 0,3 miljoen euro, die (gerelateerd aan de omvang van de nog te realiseren kosten en opbrengsten) als marginaal kan worden beschouwd. De verslechtering heeft betrekking op verlieslatende grondexploitaties waarvoor een aanvullende voorziening moet worden getroffen. De geconsolideerde (samengevoegde) begroting van de 21 lopende grondexploitaties ziet er als volgt uit. Boekwaarde (geïnvesteerd vermogen) 150,5 miljoen Nog te realiseren opbrengsten op NCW 239,9 miljoen Nog te maken kosten op NCW 113,0 miljoen Economische waarde 126,9 miljoen Begroot resultaat op NCW (= tekort) -/- 23,6 miljoen Op basis van de begrote nog te maken kosten en opbrengsten wordt verwacht dat, van het tot op heden geïnvesteerde vermogen ter grootte van 150,5 miljoen euro, 126,9 miljoen euro wordt ‘terugverdiend’ met de bouwgrondproductie, waardoor er per saldo een tekort resteert van 23,6 miljoen euro. 142
Indien begin 2015, bij het actualiseren van de lopende grondexploitaties t.b.v. de waardering van het onderhanden werk van de Jaarrekening 2014, blijkt dat de eindresultaten afwijken van de huidige begrote resultaten, dan heeft dat geen gevolgen voor de begroting 2015. Eventuele afwijkende resultaten worden zichtbaar in de jaarrekening 2014. Via de winst- en verliesrekening worden financiële mee- en tegenvallers verrekend met de Reserve Grondbedrijf. Risico’s en weerstandvermogen Door middel van het uitvoeren van risicoanalyses per begrotingspost en per project worden de kansen en bedreigingen benoemd en financieel gekwantificeerd. Op basis van deze input kan een risicoprofiel worden gemaakt per grondexploitatie en voor het gehele grondbedrijf. Uit de risicoanalyse blijkt waardoor de begrote projectresultaten en de vermogenspositie van het grondbedrijf kunnen verbeteren of verslechteren. Het risicoprofiel geeft inzicht in hoeveel het resultaat kan afwijken (wat de bandbreedte is) t.o.v. de begrote resultaten. Het maken van een risicoanalyse heeft meerdere doelen. - De (financiële) risicoanalyse plaatst het begrote eindresultaat van een project in een breder perspectief. Het risicoprofiel geeft inzicht in het realiteitsgehalte van de grondexploitatiebegroting. - De risicoanalyse vormt de basis voor risicomanagement. - De financiële risicoanalyse vormt de basis voor het kwantificeren van het neerwaarts risico (= vereiste weerstandscapaciteit) waarvoor op portefeuilleniveau (van het Grondbedrijf) een minimaal aanwezige weerstandscapaciteit tegenover moet staan ter dekking van mogelijke financiële tegenvallers c.q. financieel negatieve scenario’s. Het resultaat van deze analyse dient antwoord te geven op twee vragen. a) Zijn de grondexploitatiebegrotingen per saldo reëel begroot? Ofwel hebben de voorzieningen het juiste niveau (niet te hoog en niet te laag) waardoor uit de Reserve Grondbedrijf blijkt wat de reële vermogenspositie van het grondbedrijf is? b) Hoe groot is het neerwaartse risico t.o.v. de begrote resultaten en de begrote reserves? Inherent aan reëel begroten is dat er 50% kans is op een beter resultaat en 50% kans is op een slechter resultaat dan begroot. Ten behoeve van het bepalen van de minimaal vereiste weerstandscapaciteit dient het neerwaartse risico financieel gekwantificeerd te worden. Vervolgens wordt de vereiste weerstandscapaciteit afgezet tegen de aanwezige weerstandscapaciteit. De vereiste weerstandscapaciteit is bepaald aan de hand van financiële scenarioanalyses waarbij 90% van alle denkbare scenario’s (variërend van bestcase tot worstcase) ‘gedekt’ moeten kunnen worden en dus 10% restrisico geaccepteerd wordt. De risico’s zijn per project en per begrotingspost gekwantificeerd en vervolgens middels risicosimulatie samengevoegd tot scenario’s. Tevens zijn sommige risico’s ook op portefeuilleniveau geanalyseerd omdat bepaalde risico’s project overschrijdende effecten hebben zoals prijsstijgingen. In de begroting is structureel een afdracht aan de reserve grondbedrijf opgenomen van 0,4 miljoen euro om de kosten voor de uit exploitatie genomen gronden te dekken. Op basis van deze uitgangspunten bedraagt de aanwezige weerstandscapaciteit van het Grondbedrijf de minimaal vereiste weerstandscapaciteit Weerstandsvermogen Grondbedrijf
143
1,35 miljoen 23 miljoen factor 0,06
Dat houdt in dat het weerstandsvermogen met een factor 0,06 niet toereikend is om denkbare financieel negatieve scenario’s op te kunnen vangen indien deze zich voordoen. Dit betekent dat er een gerede kans is dat de vermogenspositie van het grondbedrijf door financiële tegenvallers niet voldoende blijkt te zijn Binnen het grondbedrijf zijn feitelijk alle maatrelen die (kosteloos) kunnen worden genomen om risico’s te beperken, inmiddels genomen. Wel kan bijvoorbeeld worden besloten om uit te gaan van een lagere programmatische ambitie (aantallen en uitgiftetempo). Op dit moment zijn grondexploitaties begroot op basis van de mediaanvariant, conform de besluitvorming in het kader van de voorjaarsnota 2012. Wanneer wordt uitgegaan van een lager uitgiftetempo, is de kans kleiner dat zich tegenvallers manifesteren. Wel heeft een bijstelling van het programma (in absolute zin of qua tempo) een incidenteel negatief effect. Dit omdat gronden dan moeten worden afgewaardeerd naar agrarische waarde. De Ontwikkelagenda Netwerkstad gaat uit een lagere prognose (Primos2011-75%). Met deze bijstelling van het bouwprogramma is (nog) geen rekening gehouden. Het belangrijkste risico binnen het grondbedrijf vormt het programma waar in grondexploitaties van wordt uitgegaan. In de grondexploitaties wordt nog altijd uitgegaan van de “mediaan variant” een (gemiddelde) jaarlijkse verkoop van 170 woningbouwkavels en ongeveer 3 hectare bedrijventerrein (exclusief RBT), conform voorjaarsnota 2012 (‘de mediaan variant). Een belangrijk risico is of er vraag is naar dit programma (“hoeveel behoefte is er?”). Daarnaast vormt het vastgestelde uitgiftetempo een belangrijk risico (“wanneer zal de behoefte zich manifesteren?”). Begroting jaarschijf 2015 Grondexploitatiebegrotingen beslaan meestal vele jaren en bestaan grotendeels uit elementenbegrotingen waarbij hoeveelheden vermenigvuldigd worden met eenheidsprijzen. De nog te maken kosten en opbrengsten worden dus niet per jaar(schijf) begroot. Dat grondexploitatiebegrotingen toch jaarschijven bevatten komt door het in de tijd zetten van de nog te maken kosten en opbrengsten, opdat de rentekosten en de prijsstijgingen berekend kunnen worden. Op basis van de faseringen van alle tot 2037 nog te maken kosten en opbrengsten, zoals begroot in de Perspectiefnota Grondbedrijf 2014, ziet de jaarschijf 2015 er als volgt uit: lasten investeringen + rente verhoging waardering OHW inkomsten
€
€
baten 16.418.766 € €
1.931.447 14.487.319
16.418.766 €
16.418.766
De geprognosticeerde inkomsten in 2015 zijn 1,9 miljoen euro lager dan de verwachte investeringen + rente in dat jaar. Ten gevolge daarvan zal de balanswaarde en de financieringsbehoefte van de grondexploitaties (=onderhandenwerk) op 31 december 2015 ruim 1,9 miljoen euro hoger zijn dan op 1 januari 2015.
De genoemde inkomsten zijn naast enkele subsidies en bijdragen, gebaseerd op de verkoop van bouwrijpe grond t.b.v. 158 woningen 2,7 hectare bedrijventerrein 650 m2 BVO kantoren 144
-
2 hectare bijzondere doeleinden
In de begroting 2015 worden de hierboven genoemde ramingen als volgt verwerkt, waarbij de mutaties onderhanden werk, t.g.v. investeringen en inkomsten, niet gesaldeerd maar apart opgenomen worden. lasten investeringen + rente verhoging waardering OHW inkomsten verlaging waardering OHW
€
baten 16.418.766 € €
16.418.766 14.487.319
€
14.487.319
€
30.906.085 €
30.906.085
145
5.8 Lokale heffingen Lokale heffingen hebben tot doel de gemeente van eigen middelen te voorzien voor dekking van haar uitgaven in het kader van de uitvoering van de gemeentelijke taken. De invoering, wijziging of intrekking van lokale heffingen dient door middel van een door de gemeenteraad vast te stellen verordening te geschieden. De definitieve vaststelling van de tarieven door de gemeenteraad vindt plaats in het najaar 2014. De lokale heffingen bestaan uit de gemeentelijke belastingen, rechten en retributies. Deze vormen een belangrijke inkomstenbron voor de gemeente, welke vooral door de burgers dienen te worden opgebracht. Lokale belastingen worden onderscheiden in heffingen waarvan de besteding gebonden dan wel ongebonden is. Ongebonden lokale heffingen (OZB, hondenbelasting en precariobelasting) worden tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend, omdat zij niet aan een inhoudelijk begrotingsprogramma zijn gerelateerd. De besteding is niet gebonden aan een bepaalde taak. Gebonden heffingen, zoals de afvalstoffen- en rioolheffing, worden verantwoord op het betreffende programma en worden niet tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend. Voor het betalen van rechten en retributies verricht de gemeente diensten. De kosten van de gemeentelijke dienstverlening worden doorberekend in de tarieven. Het beleid is er op gericht deze kosten zoveel mogelijk te beperken en daar waar mogelijk rechtvaardiger te verdelen. Hierdoor wordt een evenwichtige lastenverdeling bereikt. Volgens het Besluit Begroting en Verantwoording dient de paragraaf betreffende de lokale heffingen tenminste te bevatten: a. de geraamde inkomsten b. het beleid ten aanzien van de lokale heffingen c. een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen d. een aanduiding van de lokale lastendruk e. een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid. 1. Ontwikkelingen Hieronder worden in hoofdlijnen de belangrijkste ontwikkelingen benoemd voor 2015 en volgende jaren. Macronorm Elke gemeente is verantwoordelijk voor het vaststellen van haar OZB tarieven. De grondslag daarvoor is de WOZ waarde. Met ingang van 2008 is de in 2005 ingestelde maximering van de OZB-tarieven op grond van artikel 220g Gemeentewet ingetrokken. Het schrappen van de limitering van de OZB mocht echter niet leiden tot een onevenredige stijging van de collectieve lastendruk. Ter voorkoming van een onevenredige stijging van de collectieve lastendruk is een zogenaamde macronorm ingesteld. Hiermee wordt de grens bedoeld van de jaarlijkse stijging van de totale opbrengst OZB voor alle gemeenten bij elkaar. De macronorm is een landelijke norm en niet een norm voor individuele gemeenten. Met de areaalontwikkeling wordt dan ook niet op individuele basis rekening gehouden. Deze wordt landelijk benaderd en wel doordat de economische groei wordt meegenomen in de macronorm. Het kabinet handhaaft de macronorm OZB in 2015 als instrument. Conform de afgesproken berekeningssystematiek bedraagt de norm voor 2015 3,0% over 3,711 miljard euro. Vooral met het oog op de omvangrijke decentralisaties per 2015 heeft het kabinet besloten om dat jaar met een schone lei te beginnen. Dat betekent dat de overschrijding van de macronorm OZB in 2014 met 11 miljoen euro niet in mindering wordt gebracht op de macronorm voor 2015. Woonlastennorm Het kabinet is voor 2016 en verder voornemens om samen met de VNG te komen tot een woonlastennorm. 146
Daartoe zal door de werkgroep die het evaluatierapport over de macronorm OZB heeft opgesteld de variant van woonlastennorm verder worden uitgewerkt ten behoeve van besluitvorming in het voorjaar van 2015. Rekentarieven WOZ-waardering en aanpassing rekentarieven Sinds 1997 wordt op basis van de Financiële-verhoudingswet in het gemeentefonds rekening gehouden met verschillen in de belastingcapaciteit van gemeenten. Als gevolg van verschillen in waarde van de onroerende zaken loopt de belastingcapaciteit uiteen tussen gemeenten. De belastingcapaciteit waar in het gemeentefonds rekening mee wordt gehouden, wordt voor iedere gemeente met dezelfde tarieven berekend. Deze tarieven worden de rekentarieven genoemd en zijn in het verleden vastgesteld op het gemiddelde tarief op dat moment van alle gemeenten. Verschillen in feitelijke tarieven tussen gemeenten spelen in de verdeling van het gemeentefonds geen rol. De rekentarieven worden jaarlijks aangepast. De aanpassing van de rekentarieven ten opzichte van 2014 is noodzakelijk omdat op 1 januari 2015 een nieuw WOZ-tijdvak begint met waardepeildatum 1-1-2014. In 2014 wordt nog uitgegaan van de WOZ-waarde uit het huidige WOZ-tijdvak met waardepeildatum 1-1-2013. Met ingang van het uitkeringsjaar 2015 wordt het rekentarief vastgesteld op voor: - eigenaren van woningen - 0,1135%, - eigenaren van niet-woningen - 0,1504% - gebruikers van niet-woningen - 0,1213%. Bedrijven Investerings Zone De Experimentenwet BI-zones (hierna BIZ) is per 1 januari 2009 in werking getreden en is een instrument op het stimuleren van het ondernemingsklimaat op bedrijventerreinen en in winkelgebieden. De wet bepaalt dat de bijdrage mag worden geheven voor activiteiten op het bevorderen van leefbaarheid, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit of een ander mede publiek belang bij de openbare ruimte. De BIZ maakt het mogelijk dat ondernemers gezamenlijk kunnen investeren in een veilige en aantrekkelijke bedrijfsomgeving, waarbij alle ondernemers meebetalen. Het instrument dat hiervoor wordt ingezet, is een gebiedsgerichte heffing die door de gemeente op verzoek van de ondernemers kan worden ingesteld, indien bij hen aantoonbaar voldoende draagvlak aanwezig is. De BIZ kon tot 1 januari 2012 worden ingevoerd en heeft een tijdelijk karakter. In de wet is bepaald dat de werking voor 1 januari 2013 wordt geëvalueerd. De minister van Economische Zaken heeft een wetsvoorstel ingediend om een BIZ permanent mogelijk te maken. “De nieuwe wet moet ondernemers in staat stellen om samen hun werkomgeving te verbeteren”, aldus minister Kamp. “Een veiliger en schoner bedrijventerrein of winkelgebied is niet alleen prettig, het levert ook meer bedrijvigheid op”. Het wetsvoorstel is 3 juli 2014 aangenomen, waardoor in theorie een nieuwe Bedrijfsinvesteringzone zou kunnen worden opgestart per 1 januari 2015. Een BIZ moet goed worden voorbereid en om die reden kunnen nieuwe initiatieven om tot een Bedrijfsinvesteringzone te komen worden opgestart, maar kan de BIZ daadwerkelijk eerst met ingang van 1 januari 2016 worden ingesteld. Omdat in het centrum al een reclamebelasting wordt geheven, ligt het niet in de rede dat vanuit de Binnenstad een verzoek wordt ingediend om een BI-zone in te voeren. WOZ-waarde woningen openbaar Eind maart 2013 heeft het parlement een wet aangenomen over de verruiming van de openbaarheid van de WOZ-waarde van woningen, de regeling van de landelijke voorziening WOZ bij het Kadaster en het schrappen van de zogenoemde Fierensmarge. Vermoedelijk met ingang van 1 januari 2015 is de WOZ-waarde van alle woningen openbaar. Al deze onderwerpen hangen met elkaar samen en dragen door die onderlinge samenhang bij aan een verbetering van het WOZ-stelsel als geheel. Zo wordt het door openbaarheid van de WOZ-waarde mogelijk om de WOZ-waarde van een woning op te vragen. Een transparantere WOZ-waarde draagt bij aan de acceptatie van de WOZ-waarde door burgers en verbetert de kwaliteit van die WOZ-waarde. Met de realisatie van een
147
landelijke voorziening WOZ kunnen burgers eenvoudig en laagdrempelig de WOZ-waarde opvragen bij één centraal punt. Zij kunnen dan de WOZ-waarde van hun woning vergelijken met de WOZ-waarde van zelf gekozen woningen, zonder dat dit leidt tot een grotere uitvraag en daarmee tot hogere kosten voor gemeenten. 2. Overzicht van de lokale heffingen Onderstaande tabel laat zien welke opbrengsten uit lokale heffingen zijn geraamd als dekkingsmiddelen in de begroting. t van de lokale belastingen en heffingen (x 1.000 euro)g 2012 2013 mutatie 2013 Opbrengst van de lokale belastingen en heffingen (x 1.000 euro) Soort heffing 2014 2015 mutatie Onroerende–zaakbelastingen 17.149 18.429 1.280 Afvalstoffenheffing 8.724 8.580 -144 Rioolheffing* 6.847 6.966 119 Omgevingsvergunning 2.141 1.861 -280 Hondenbelasting 500 508 8 Parkeerbelasting 2.178 1.995 -183 Graf- en begraafrechten 390 395 5 Marktgelden 201 204 3 Overige leges 17 17 0 Precariobelasting 51 52 1 Haven- en opslaggeld 76 81 5 Leges Publiekszaken 1.294 1.313 19 Toeristenbelasting 262 262 0 Reclamebelasting 129 131 2 * opbrengst rioolheffing 2014 is herberekend op basis van de aangepaste heffingsgrondslag eigenaar/gebruiker
Het merendeel van de lokale heffingen in 2015 bestaat uit de onroerende zaakbelastingen (45%), de afvalstoffenheffing (21%) en de rioolheffing (17%). Hierna volgt per lokale heffing een toelichting op de gehanteerde uitgangspunten van de begroting 2015. Onroerende-zaakbelastingen Iedere eigenaar van een onroerende zaak, zoals een woning of een niet-woning, is belastingplichtig in het kader van de onroerend zaakbelastingen (OZB). Bovendien is een gebruiker van een onroerende zaak, voor zover dit een niet-woning betreft ook belastingplichtig in het kader van de OZB. Woongedeelten behorende bij een nietwoning zijn vrijgesteld van onroerende zaakbelasting. De onroerende zaakbelastingen genereren de hoogste belastingopbrengst. Het bedrag dat de belastingplichtigen moeten betalen is gebaseerd op de WOZ-waarde van de onroerende zaak. De gemeenteraad stelt jaarlijks de tarieven vast. Verwachte OZB opbrengsten De Gemeente Almelo hanteert het beleid dat de OZB percentages slechts worden aangepast aan de inflatie, gecorrigeerd met de waarde stijging of daling. Concreet wordt hierbij gebruik gemaakt van het prijsindexcijfer van het Centraal Bureau voor de Statistiek voor werknemersgezinnen met een laag inkomen. Voor het jaar 2015 betekent dat een indexering van 1,5%. In voorgaande jaren is de totale geraamde OZB opbrengst geïndexeerd aan de hand van het prijsindexcijfer. De opbrengst zal, rekening houdend met de uitkomsten van de voorjaarsnota en de areaaluitbreiding, 18,4 euro bedragen. Opgemerkt dient te worden dat de gegevens van de jaarlijkse herwaardering nog niet volledig beschikbaar zijn zodat de definitieve tarieven 2015 nog niet berekend kunnen worden. Bij de voorjaarsnota 2013 heeft u daarnaast ingestemd met een stijging van de opbrengst in 2015 met 5%. Indexering van de OZB 148
tarieven en verwerking van de voorjaarsnota geeft voorlopig het volgende beeld voor wat betreft de ontwikkeling van de tarieven. Ontwikkeling tarief (obv begrotingscijfers)
Gebruikers - niet woningen Eigenaren - woningen - niet woningen Stijging (gem.)
2012
2013
2014
2015*
0,2036%
0,2199%
0,2527%
0,2691%
0,1176% 0,2545%
0,1306% 0,2768%
0,1570% 0,3181%
0,1672% 0,3388%
6,86%
7,03%
8,37%
6,5%
* Deze percentages zijn exclusief de aanpassingen als gevolg van de herwaardering. Voor eigenaren met een woning met een waarde van 155.000 euro (WOZ-waarde 2014) ontstaat het volgende beeld: Ontwikkeling aanslag 2012 2013 2014 2015 OZB waarde 169.000 206,01 220,74 240,41 256,02 Mutatie t.o.v. vorig jaar in euro’s 14,73 19,67 15,61 Afvalstoffenheffing De gemeente Almelo hanteert een uniform basistarief voor iedere huishouding. Deze basisvoorziening bestaat onder meer uit de beschikbaarstelling van (verzamel)containers, zoals een container voor groente, tuin en fruitafval van 140 liter (groen), een restafvalcontainer van 240 liter (grijs) en een container voor papier. Wil men een grotere dan wel een extra container dan is hiervoor een extra belasting verschuldigd. In de gemeentelijke verordening zijn hiervoor afzonderlijke bedragen opgenomen. Verder wordt per huishouden een afvalpas beschikbaar gesteld. Hiermee kan men jaarlijks grof huishoudelijk afval aanbieden op het afvalbrengpunt. Bij de afvalstoffenheffing geldt als uitgangspunt dat de tarieven kostendekkend zijn. Met andere woorden: het totale bedrag dat gemoeid is met de inzameling en verwijdering van particulier huishoudelijk afval wordt opgebracht door het aantal particuliere huishoudens. Het tarief over de afgelopen jaren laat het volgende beeld zien: 2010 2011 2012 2013 2012 2013 2014 afvalstoffenheffing 289,20 284,28 273,55 mutatie t.o.v. vorig jaar in euro’s -4,92 -10,73 mutatie t.o.v. vorig jaar in % -1,70 % -3,77%
2015 268,92 -4,63 -1,69%
Rioolheffing De Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken introduceert in artikel 228a van de Gemeentewet een nieuwe rioolheffing in plaats van het rioolrecht dat is gebaseerd op artikel 229 van de Gemeentewet. De rioolheffing heeft het karakter van een bestemmingsheffing waarmee de kosten kunnen worden verhaald om maatregelen te treffen die de gemeente noodzakelijk acht voor een doelmatig werkende riolering en overige maatregelen ten aanzien van hemelwater en grondwater. Dat betekent dat het individuele profijt van de heffing niet meer hoeft te worden aangetoond. De gemeente kan de kosten verhalen die zij maakt voor het nakomen van haar zorgplichten voor afvalwater, hemelwater en grondwater. De opbrengsten van de rioolheffing dienen te worden aangewend voor de nakoming van deze zorgtaken. Het beleid is 149
vastgelegd en uitgewerkt in het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2011-2015 (vGRP). De opbrengst van de rioolheffing wordt aangewend ter bestrijding van de kosten van de gemeentelijke waterzorgplichten. Met ingang van 2014 wordt van de totale lasten 40% verhaald op de eigenaren en 60% op de gebruikers van panden. Voor de grootverbruikers (doorgaans bedrijven) boven de 250 m³ afvalwater wordt daarnaast per 100m3 afgevoerd afvalwater een bedrag van 31,30 euro (2014: 30,84 euro) in rekening gebracht. De rioolheffing is over de looptijd van het vGRP kostendekkend. Het tarief over de afgelopen jaren laat het volgende beeld zien: 2012 Rioolheffing 183,60 Mutatie t.o.v. vorig jaar in euro’s Mutatie t.o.v. vorig jaar in %
2013 189,60 6,00 3,26%
2014 194,91 5,31 2,80%
2015 198,00 3,09 1,58%
Omgevingsvergunning Het uitgangspunt is een kostendekkend tarief en dit betekent dat de opbrengsten (leges) alle toe te rekenen kosten moeten afdekken. Door de economische crisis wordt er minder gebouwd waardoor de kosten en opbrengsten in 2015 lager uitkomen dan het begrote niveau van 2,2 miljoen euro in 2014. Voor 2015 gaan we daarom uit van een kostenen opbrengstenniveau van 1,8 miljoen. Hondenbelasting De tarieven voor de hondenbelasting zijn verhoogd met 1,5%. Parkeerbelasting Naheffingsaanslag De kosten van de naheffingsaanslag worden verhoogd naar het wettelijke maximum van 59,00 euro. Tarieven In de voorjaarsnota 2010 is afgesproken dat het tarief voor een bewonersvergunning jaarlijks zal worden verhoogd met 10 euro tot het maximum van 72 euro is bereikt. In 2015 heeft het tarief het maximum bereikt. Het parkeerbeleid wordt in het najaar van 2014 geëvalueerd inclusief het financieel overzicht van de totale huidige baten en lasten van alle parkeerkosten. Hierin wordt ook meegenomen (het beoogde effect van) gratis parkeren in de binnenstad. De evaluatie, het financieel overzicht en het beoogde effect van gratis parkeren in de binnenstad kunnen een basis zijn voor een mogelijke heroverweging. Voor de begroting van 2015 wordt voor het parkeren voor vergunninghouders uitgegaan van een stijging van 1,5%. Graf- en begraafrechten Voor de begroting van 2015 wordt uitgegaan van een stijging van de tarieven van 1,5%. Marktgelden Met de Stichting Weekmarkt Almelo zijn gesprekken gevoerd om te komen tot verzelfstandiging van de markten op het Centrumplein op donderdag en zaterdag. Het ziet er op dit moment niet naar uit dat de verzelfstandiging per 1 januari 2015 volledig zal zijn afgerond. Wel is afgesproken dat de gemeentelijke bemoeienis met de markten minder wordt. De tarieven kunnen op basis van de verhaalbare gemeentelijke lasten daarom dan ook naar beneden worden bijgesteld en tevens wordt het bestaande onderscheid in tarieven tussen donderdag- en zaterdagmarkt opgeheven.
150
Overige leges Voor de begroting van 2015 wordt uitgegaan van een stijging van de tarieven van 1,5%. De legesverordening is geredigeerd naar het model van de VNG. Precariobelasting Voor de begroting van 2015 wordt uitgegaan van een stijging van de tarieven van 1,5%. Haven- en opslaggelden De vijf gemeenten aan het Twentekanaal (Almelo, Enschede, Hengelo, Hof van Twente en Lochem), besluiten tot uniforme Havengeldverordeningen voor de beroepsvaart: de tarieven worden gezamenlijk bepaald. De besluitvorming over de havengeldverordening en beheersverordening haven zal eind 2014 plaatsvinden. De tarieven voor de jachthaven en enkele ligplaatsen vallen buiten deze afspraken en daarom wordt voorgesteld deze tarieven in een afzonderlijke liggeldverordening onder te brengen en te laten stijgen met 1,5%. Leges Publiekszaken Voor deze leges die niet door het Rijk zijn gemaximeerd, wordt uitgegaan van een stijging van 1,5%. Het rijk stelt de maximumtarieven vast voor paspoorten, rijbewijzen, Verklaring omtrent Gedrag, uittreksels Burgerlijke Stand en nog enkele voor minder vaak gevraagde producten. Toeristenbelasting Voor 2015 blijven de tarieven ongewijzigd ten opzichte van 2014. De tarieven stijgen met ingang van 2016 om verblijfsbieders hier rekening mee te kunnen laten houden. De grondslag voor de toeristenbelasting is het aantal overnachtingen. Het vaststellen van het aantal overnachtingen op vaste jaar- en seizoenplaatsen is arbeidsintensief voor de verblijfsbieder en voor de gemeente als belastingheffer ook in verband met de controle op de aangiftes. Daarom is in de verordening Toeristenbelasting bepaald, dat per soort plaats wordt uitgegaan van een gemiddeld aantal overnachtingen. Wanneer een gemeente echter in de verordening toeristenbelasting deze forfaitaire berekeningswijze van de heffingsgrondslag voor vaste en seizoenplaatshouders heeft opgenomen dient deze te voldoen aan een viertal voorwaarden: 1. De forfaitaire heffingsgrondslag dient te worden onderbouwd met een onderzoek waaruit blijkt hoe zich het gemiddeld aantal overnachtingen per persoon en het gemiddeld aantal verblijfhoudende personen per kampeermiddel of vakantieonderkomen op een vaste of seizoenplaats, verhouden. 2. Het onderzoek dient binnen de lokale omstandigheden (lees; gemeentegrenzen) te worden verricht. 3. De forfaitaire heffingsgrondslag (het forfait) mag niet meer dan maximaal 25% afwijken van de lokale werkelijkheid. 4. Een forfait moet regelmatig worden onderzocht. De in de verordening opgenomen forfaits zijn niet gebaseerd op recente onderzoeksgegevens. Het GBT heeft voor de deelnemers, die toeristenbelasting heffen, een onderzoek opgestart om de forfaits opnieuw te onderbouwen. Het lukt niet dit onderzoek af te ronden voordat de verordening voor 2015 moet worden vastgesteld, zodat eventuele gewijzigde forfaitaire bepalingen In de verordening toeristenbelasting 2016 worden opgenomen. Reclamebelasting Voor de begroting van 2015 wordt uitgegaan van een stijging van de tarieven van 1,5%.
151
3. Ontwikkeling van de woonlasten De lokale woonlasten voor een gemiddeld huishouden van Almelo zijn berekend aan de hand van de onroerende-zaakbelastingen, de afvalstoffenheffing en het rioolheffing. Rekening houdend met alle gegevens die hiervoor op onderdelen zijn beschreven ontstaat voor een gemiddeld huishouden het volgende beeld voor wat betreft de lokale lastendruk: Ontwikkeling lokale lasten totaal 2012 OZB 206,01 Afvalstoffenheffing 289,20 Rioolheffing 183,60 Totaal 678,81 Mutatie t.o.v. vorig jaar in euro’s Mutatie t.o.v. vorig jaar in %
2013 220,74 284,28 189,60 694,62 15,81 2,33%
2014 240,41 273,55 194,91 708,85 14,23 2,05%
2015 256,02 268,92 198,00 722,94 14,09 1,99%
Toelichting: De totale gemiddelde woonlasten per huishouden met een koopwoning zijn voor 2015 ten opzichte van het jaar 2014 verhoogd met 14,09 euro. De gemiddelde woonlasten stijgen met 1,99%. De inkomsten uit de OZB worden in deze begroting met 5,0% extra verhoogd (naast de aanpassing voor inflatie en waardeontwikkeling) op grond van VJN 2013. Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden publiceert jaarlijks de Atlas van de lokale lasten. In onderstaand overzicht uit de publicatie over 2014 worden de lokale lasten van de Twentse gemeenten vergeleken. De bedragen verschillen enigszins met de hiervoor vermelde gegevens omdat Coelo werkt met bepaalde standaarden, die iets afwijken van de bij ons beschikbare gegevens.
Almelo Borne Dinkelland Enschede Haaksbergen Hellendoorn Hengelo Hof van Twente Losser Oldenzaal Rijssen-Holten Tubbergen Twenterand Wierden
éénpersoonshuishouden 2013 698 745 677 707 681 635 617 727 705 613 557 649 588 672
2014 712 762 699 725 715 652 615 738 742 620 592 669 601 680
bruto woonlasten stijging in % tov 2013 meerpersoonshuishouden 1-pers meerpers 2013 2014 698 712 2,0% 2,0% 745 762 2,3% 2,3% 737 759 3,2% 3,0% 741 758 2,5% 2,3% 730 764 5,0% 4,7% 742 758 2,7% 2,2% 694 699 -0,3% 0,7% 778 787 1,5% 1,2% 705 742 5,2% 5,2% 674 680 1,1% 0,9% 632 648 6,3% 2,5% 693 713 3,1% 2,9% 689 687 2,2% -0,3% 725 733 1,2% 1,1%
4. Kwijtschelding De gemeente moet bij het vaststellen van kwijtschelding landelijke regels toepassen. Binnen deze mogelijkheden zijn de volgende eigen beleidskeuzes gemaakt: - Kwijtschelding kan worden verleend voor de afvalstoffenheffing, rioolheffing, onroerendee zaakbelastingen en hondenbelasting (alleen 1 hond); - Bij de normkosten van bestaan wordt uitgegaan van 100% van de bijstandsnorm; 152
-
Ondernemers voor de privébelastingen zijn gelijkgesteld met particulieren; Kosten voor kinderopvang worden in aanmerking genomen als uitgaven bij de berekening van de betalingscapaciteit en; Bij de normkosten van bestaan voor AOW’ers wordt uitgegaan van 100% van de netto AOW-norm.
Voor 2015 begroten wij de volgende inkomstenderving als gevolg van verleende kwijtschelding: Afvalstoffenheffing: 851.000 Hondenbelasting: 15.000 Rioolheffing: 416.000 Onroerende-zaakbelastingen: nihil De kwijtschelding op onroerende-zaakbelasting is vrijwel nihil omdat het een eigenarenheffing betreft.
153
5.9 Subsidieoverzicht De Nota subsidiebeleid 2005 en de Algemene subsidieverordening 2005 zijn geactualiseerd. De regelingen zijn vervangen door het Uitvoeringsbesluit subsidieregels 2013 en de Algemene subsidieverordening 2013, die respectievelijk op 21 mei 2013 en 11 juni 2013 door het college en de gemeenteraad zijn vastgesteld. De nieuwe regelingen zijn per 1 augustus 2013 in werking getreden. De Algemene subsidieverordening is een procedureverordening waarin regels over het subsidieproces (aanvragen, verlenen en verantwoorden) zijn opgenomen. In het Uitvoeringsbesluit subsidieregels wordt invulling gegeven aan: het operationele beleid ten aanzien van subsidies (o.a. subsidievormen, juridisch- en fiscaal kader) en een toelichting daarop; de nadere regels ter uitvoering van de Algemene subsidieverordening (ontwikkelmodel met betrekking tot reservevorming, risico-inventarisatie en kwaliteitseisen). Aanleiding actualisatie van de regelingen Ontwikkeling minder regels en minder administratieve lasten. Maatschappelijke ontwikkelingen. Almelose praktijkervaringen met budgetsubsidiering. Sluitend maatwerk per instelling. Algemene uitgangspunten in nieuwe regelingen Vertrouwensprincipe. Minder subsidievormen. Evenredige verhouding hoogte subsidie en aan de gesubsidieerde instelling te stellen eisen. Formuleren van prestatieafspraken op basis van vastgestelde beleidsdoelstellingen en met mogelijke meting van effecten bij subsidieverleningen boven de 50.000 euro per jaar. Ontwikkelingen Na de actualisatie van de Algemene subsidieverordening en het Uitvoeringsbesluit en het rapport van de Rekenkamercommissie Almelo (RCA) inzake budgetsubsidiëring en prestatiecontracten, heeft de raad in 2013 een plan van aanpak subsidieverleningsproces vastgesteld. Vanwege de onderlinge samenhang is er voor gekozen de uitvoering van het plan van aanpak in zijn geheel te combineren met het traject systeeminnovatie/wijkagenda’s, om een sterkere inhoudelijke koppeling te maken. De oorspronkelijke planning van het plan van aanpak is daarom aangepast aan die van het traject systeeminnovatie/wijkagenda’s. Dit traject leidt tot een versterking van het opdrachtgeverschap, de financiële sturing, specifiek en meetbaar maken van de doelen en gewenste effecten in de programmabegroting, en digitalisering van het subsidieverleningsproces. In 2014 is de nieuwe versie van de Subsidieapplicatie (SBA) geïmplementeerd. SBA is gekoppeld aan de bestaande applicaties en uitgebreid met een internetportaal voor de digitale behandeling van het subsidieproces. Daardoor is SBA nu een optimaal systeem voor de digitale behandeling van onder andere: het subsidieproces van aanvraag, behandeling, verlening, vaststelling; het proces van dossieropbouw (volledigheid); de controlemomenten inclusief checklists (juistheid); voortgangscontrole op wettelijke termijnen en betaling (tijdigheid); bewaking van de subsidiebudgetten (financiële sturing);
154
de opdracht in de programmabegroting (relatie tussen doelen, middelen, resultaten en maatschappelijke effecten).
Het volledige proces is “in één oogopslag in beeld”, transparant en voor iedere geautoriseerde gebruiker van SBA direct benaderbaar. De aanvrager van een subsidie (instelling/inwoner) heeft door het internetportaal zelf toegang tot de relevante aanvraagformulieren en kan de status van zijn dossier inzien en aanvullingen versturen via het portaal. De communicatie met de aanvrager vindt overwegend digitaal plaats. Overzicht raming subsidies 2015 Omschrijving
Raming 2015
637122 dierenopvang noordbroek 637123 dierenambulance 637140 veiligheid maatreg. veiligheidshuis-piv 619313 nme stichting natuurhus bijdrage 624214 centrummanagement ondernemersfonds 624313 evenementen stap st. almelo promotie 638411 huisvestingsbeleid mater. instandhouding 638412 huisvestingsbeleid gebruiksverg sporthal 638810 project lokaal onderwijsbeleid 641411 sportbedrijf subsidie 641513 sport subsidie ozb verenigingen 641514 sport subsidie evenementen 641515 sport subsidie stimulering ver. 642211 subisidie awbz st. informele zorg twente 642212 subisidie awbz col. preventie ggz 642213 subisidie awbz col. preventie ggz zorg 643111 bibliotheek algemeen 643211 muziekonderwijs algemeen 643213 muziekonderwijs talentenfabriek 643311 kreatief centrum algemeen 643412 cultuur educatie kunst educatief jeugd 644111 cultuurbevordering amat. kunstbeoefenen 644311 theaterhotel algemeen 645112 kunstbezit aankoop artillo subsidie 645311 heemkunde museum voor heemkunde 645312 heemkunde stichting wevershuisje 646111 lokale omroep almelo algemeen 648413 maatsch. dienstverl. st. slachtofferhulp 648416 maatsch. dienstverl. almelo sociaal 648417 maatsch. dienstverl. awbz pakketmaatreg. 648421 maatsch. dienstverl. st. nw tw algemeen 648711 sociale verslavingszorg algemeen 648721 maatsch. opvang algemeen 648731 aanpak thuisloze jongeren algemeen 648742 oggz happy fris 648743 oggz vangnetten subregiogem 648744 oggz cimot 648745 oggz vroegsign/ hulp huishgeweld 648746 oggz dimence bemoeizorg janus 648748 oggz medische heroïneverstrekking 648751 maatsch. opvang begeleiding algemeen
46.600 12.000 55.000 22.000 115.000 826.750 151.621 248.900 1.988.599 2.941.774 34.184 768 25.268 134.279 47.589 29.931 2.443.804 827.955 189.000 144.692 47.373 83.869 544.857 529 74.232 5.948 44.913 19.166 90.424 488.000 709.023 843.000 537.934 114.000 10.000 30.000 30.000 113.000 118.000 30.000 200.172
155
Omschrijving
Raming 2015
649122 peuterspeelzaal peuterspeelzaalwerk 649322 integratie minderheden anti-discrim prev 649323 integratie minderheden incidenteel subs. 649331 vluchtelingenwerk subsidie 649335 vluchtelingenwerk st noodfonds vluchtel. 649421 antidiscriminatiebeleid voorziening 649511 ouderenorganisatie anbo almelo 649512 ouderenorganisatie anbo aadorp 649513 ouderenorganisatie kbo 649514 ouderenorganisatie pcbo 649515 ouderenorganisatie koempoelan 649516 ouderenorganisatie st. ouderen bornerbr. 649524 woontussenvoorziening ouderenhuisvesting 649526 woontussenvoorziening seniorenbeleid 649531 kwetsbare ouderen preventief aanpak wijk 649532 kwetsbare ouderen scoop ouderen 649611 jeugdbeleid jeugd- / jongerenwerk 649612 jeugdbeleid vakantiespelweken 649613 jeugdbeleid opvoedingsondersteuning 649614 jeugdbeleid jeugd- / jongerenwerk bdg fi 649615 jeugdbeleid kinderwerk 649618 jeugdbeleid gravenruiters 649621 jeugdcriminaliteit prev. jeugdvereniging 649622 jeugdcriminaliteit prev. haltburo 649715 sociaal cult. werk wijkonderst. 0,8 fte 649716 sociaal cult. werk beh. priv. wijkcentra 649722 wijkcenta programmaraden 649732 dorpshuis stichting accent 649733 dorpshuis st. gemeenschapcent. 't aahoes 649734 dorpshuis onderhoud in voorz. t aahoes 649737 dorpshuis diverse instellingen 649738 dorpshuis trefhoek 649739 dorpshuis de klup 649760 wijkbudget algemeen bewonerscommissie
504.464 13.477 16.912 108.071 20.320 20.000 1.439 292 1.256 2.399 1.587 635 4.632 9.976 235.392 212.834 115.445 2.399 99.627 619.353 247.191 25.000 22.247 19.041 215.844 56.896 4.000 1.438 30.326 12.229 2.252 128.847 161.046 10.905
Totaal
17.347.926
156
Bijlagen
157
Bijlage 1 Kerngegevens Begroot 2015
Begroot 2014
Werkelijk 2013
SOCIALE STRUCTUUR A.
B.
C.
Bevolking 0 t/m 3 jaar 4 t/m16 jaar 17 t/m 64 jaar 65 jaar en ouder
2.837 11.618 45.058 13.264
2.933 11.790 45.137 12.993
3.089 11.733 44.922 12.761
Totaal inwoners per 31 december
72.777
72.853
72.505
WWB (incl. Besluit Zelfstandigen) IOAW IOAZ
2.729
90 10
2.354 65 10
2.326 68 9
Totaal aantal klanten per 31 december
2.829
2.429
2.403
Aantal leerlingen: Basisonderwijs Speciaal basisonderwijs
6.500 300
6.723 353
6.553 321
Voortgezet onderwijs Speciaal voortgezet onderwijs
6.100 240
6.022 228
6.022 239
Speciaal onderwijs Voortgezet speciaal onderwijs
350 550
350 588
370 561
14.040
14.262
14.066
Sociale uitkeringen
Onderwijs (per 1 oktober)
Totaal onderwijs
158
Begroot 2015 A.
B.
C.
FYSIEKE STRUCTUUR Oppervlakte (bron: kadaster) Totaal oppervlakte land en water (ha) Aantal historische kernen Woningvoorraad Totaal per 31 december Wegen (in km) Totaal lengte wegennet Recreatieve paden/routes Lengte waterwegen Lengte rioleringsnet
Begroot 2014
Werkelijk 2013
6.940 12
6.940 12
6.940 12
32.400
32.275
32.159
527 46 37 426
524 40 37 404
525 39 37 425
4,9 445 46.304
4,9 402,0 41.300
4,9 409,0 45.606
299.156 299.367 40.794 158.916 n.v.t.
255.968 256.013 36.780 88.710 381.458
305.355 302.665 37.895 86.221 413.149
45.893 250.497
56.348 259.207
58.669 252.517
4.111 4.113 561 2.184 n.v.t. 631 3.442
3.513 3.514 505 1.218 5.238 773 3.558
4.212 4.174 523 1.189 5.698 809 3.483
Toelichting: toename 2013 is een gevolg van verwerking achterstallige mutaties 2012; deze was nog niet verwerkt in de begroting 2014.
D.
Openbaar groen (ha) Bossen - gemeentelijk bezit Stedelijk groen Bomen (aantallen) Toelichting: in 2013 heeft een herinventarisatie van bomen plaatsgevonden; deze was nog niet verwerkt in de begroting 2014.
A.
B.
FINANCIELE STRUCTUUR Totaal (x 1.000) Uitgaven (na bestemming) Inkomsten (na bestemming) Opbrengsten heffingen Algemene uitkering Balanstelling Eigen financieringsmiddelen (exclusief voorzieningen) Vaste schuld (excl. Woningbouw) Per inwoner Uitgaven Inkomsten Opbrengsten heffingen Algemene uitkering Balanstelling Eigen financieringsmiddelen Vaste schuld (excl. Woningbouw)
159
Bijlage 2 Bestuurlijke structuur en organisatiestructuur Gemeenteraad Almelo Voorzitter Burgemeester mevr. J.H.M. Hermans-Vloedbeld Raadsgriffier Mw. Drs. C.M. Steenbergen Raadsleden zetelverdeling Politieke partij
Aantal zetels 7 7 4 4 3 3 2 1 1 1 1 1 35
LAS CDA D66 PVDA SP VVD ChristenUnie Lijst Çete PVA Almelo Centraal Leefbaar Almelo GroenLinks Totaal
Mutaties raadsleden in 2014 (t/m 1 oktober 2014) 26 maart 2014
Afscheid oude gemeenteraad
27 maart 2014
Installatie nieuwe gemeenteraad
3 april 2014
Ontslag de heer H.H.J. Holterman (CDA)
15 april 2014
Benoeming de heer F.E. van der Horst (CDA)
4 juni 2014
Ontslag i.v.m. benoeming tot wethouder de heer C.F.M. Bruggink (D66), de heer F.J. Cornelissen (SP), de heer E.J. van Marle (CDA), mevrouw I.A.M. ten Seldam (CDA) en mevrouw A.J. Timmer (PvdA)
4 juni 2014
Benoeming mevrouw L. Bolhuis (PvdA), de heer B. Rol (SP) en de heer G.P. Vos (CDA)
24 juni 2014
Benoeming de heer H.J. van der Veen (CDA) en de heer J.B.W. Wiertz (D66)
Raadsleden (per 1 oktober 2014) Partij LAS LAS LAS LAS LAS LAS LAS CDA CDA CDA CDA CDA CDA CDA D66 D66 D66 D66
Voorl. M.J.C. J.J.H. J.L.R. J.J.G. S.A.M. G. G.W.L. R.H. F.E. L. E.J.F.M. H.J. G.P. M. M. F.J. H.C. J.B.W.
Naam Marike Jan Louis Johan Sandra Gerrit Gijs Robin Fred Leidy Eugene Harm Jan Peter Marcel Marc Fred Huub Jeroen
Achternaam van Doorn Hammink Kampman van Loon Spanjer Stam Stork Gelici van der Horst Meijer van Mierlo Van der Veen Vos Zielman Bout Gerritsen Isendoorn Wiertz
Partij PVDA PVDA PVDA PVDA SP SP SP VVD VVD VVD ChristenUnie ChristenUnie Lijst Çete PVA Almelo Centraal Leefbaar Almelo GroenLinks
160
Voorl. L. W.J. J.J. F. F. H.J. B. E. A. J. M.J. W.B. U. H.G. A. A.G.P. J.
Naam Lieneke Willem Jaap Fulya Frits Mineke Bas Edith Arjen Jemy Michiel Wouter Uğur Harry Israa Bert Hans
Achternaam Bolhuis Loupattij Stapel Uysal Akse Heitink Rol van den Ham Maathuis Pauwels van Heek Teeuw
Çete de Olde Abdullatif Hümmels Buitenweg
College van Burgemeester en Wethouders Burgemeester mevr. J.H.M. Hermans-Vloedbeld Algemeen bestuurlijke zaken Openbare orde en veiligheid Externe betrekkingen Bestuurscultuur, communicatie en integriteit (BCI) Coördinatie van beleid (inclusief Governance)
Wethouder C.F.M. Bruggink Stedelijke en ruimtelijke ordening Wonen Onderwijs Kunst en Cultuur Euregiozaken
Wethouder mevr. A.J. Timmer Jeugdhulp en zorg Stadsbeheer en openbare ruimte Wijkgericht werken, wijkagenda’s en sociale wijkteams Regiozaken Personeel en organisatie, nieuw stadhuis
Wethouder E.J. van Marle Financiën en grondbedrijf Vastgoed en belastingen Economische zaken Middenstand, markt en haven Recreatie en toerisme Sport
Wethouder F.J. Cornelissen Sociale zaken (inclusief decentralisaties Participatiewet) Werkgelegenheid en arbeidsmarkt Duurzaamheid, milieu en afval ICT, facilitaire zaken en archief
Wethouder mevr. I.A.M. ten Seldam Dienstverlening en publiekscommunicatie Mobiliteit (verkeer en vervoer inclusief parkeren) Water en riolering Vergunningverlening en handhaving Welzijn Dierenwelzijn Openbare volksgezondheid Plattelandsontwikkeling
Stadsdeelportefeuilles Wethouder Bruggink: Wethouder Timmer: Wethouder Cornelissen: Wethouder Van Marle: Wethouder Ten Seldam:
Centrum Ossenkoppelerhoek, Nieuwstraatkwartier, De Riet/Nieuwland Aalderinkshoek, Haghoek, Kerkelanden, Aadorp Schelfhorst, Sluitersveld Bornerbroek, Nijrees, Kollenveld, Windmolenbroek
161
Organisatiestructuur Gemeentesecretaris en algemeen directeur van de organisatie Mr. G.A. de Haan Organisatiestructuur gemeente Almelo
162
Bijlage 3 Financiële overzichten Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) is aangepast. Hierin is onder meer opgenomen dat een duidelijk overzicht gepresenteerd moet worden van de incidentele en structurele positie van de gemeente. Op het gepresenteerde perspectief wordt een aantal correcties doorgevoerd. In onderstaande tabel worden deze toegelicht. De correcties hebben te maken met structurele bedragen die voor het jaar 2015 nog een incidenteel karakter hebben of onderwerpen die nog niet worden meegenomen in het toetsingskader van de provincie Overijssel bij de beoordeling van de begroting 2015.
Opgave concept begroting 2015 (zie hoofdstuk 2 Financiële Keuzes) correcties a Nog niet ingezette middelen nieuw beleid b Nog niet ingezette middelen areaal uitbreiding c Nog niet ingevulde bezuinigingsopgave d Structureel tekort parkeren e Onderuitputting kapitaallasten f Behoedzaamheidsreserve algemene uitkering g Nog niet structureel ingezette middelen h Nog niet structureel ingezette middelen zachte landing i Incidentele dotatie weerstandsvermogen grondbedrijf j Uitvoeringskosten bijstand k Kosten bijstand l Correctie begrotingen verbonden partijen Totaal correcties Perspectief inclusief correcties
2015 209
2016 -242
2017 -813
2018 -2.077
voordeel
nadeel
nadeel
nadeel
190
570 450 0 -480 -419 883 1.375 1.500 750 -600 -900
760 675 0 -480 -419 883 1.456 1.500
-900 -336 100 310
380 225 -140 -480 -419 53 1.170 1.500 2.000 -600 -900 2.789 2.547
3.129 2.316
2.875 798
voordeel
voordeel
voordeel
voordeel
-280 -480 -419 825 1.500
-600 -900
+= voordeel, - = nadeel
a Nog niet ingezette middelen nieuw beleid Binnen de begroting en meerjarenraming wordt rekening gehouden met middelen voor nieuw beleid. Deze zijn voor 2015 en verder nog niet ingezet. Deze posten zullen betrokken worden bij de kadernota 2015 b Nog niet ingezette middelen areaaluitbreiding Binnen de meerjarenraming wordt rekening gehouden met middelen als gevolg van areaaluitbreiding. Voor 2015 zijn deze middelen ingezet. Voor de jaren erna wordt dit jaarlijks bij het opstellen van de begroting betrokken. c Nog niet structureel ingevulde bezuinigingsopgave In de begroting 2015 zijn diverse bezuinigingsopgaven opgenomen. Deze zullen voor 2015 zoveel mogelijk structureel worden ingevuld. Een aantal opgaven zal nog niet in 2015 volledig gerealiseerd zijn. Hiervoor zullen, indien noodzakelijk, incidentele voorstellen gepresenteerd worden, zoveel mogelijk binnen het beleidsveld. Conform het toezichtskader van de provincie Overijssel wordt het nog niet structureel gerealiseerde bezuinigingsdeel gecorrigeerd op het perspectief. d Tekort parkeerexploitatie De parkeerexploitatie laat voor 2015 een tekort zien van 480.000 euro. Voor 2015 wordt deze ten laste van het incidentele perspectief gebracht. De structurele gevolgen zijn afhankelijk van de evaluatie van het parkeerbeleidsplan. Bij de kadernota 2015 zullen deze gevolgen afgewogen worden. 163
e Onderuitputting kapitaallasten Jaarlijks wordt rekening gehouden met een structurele onderuitputting op onze kapitaallasten. Conform onze beleidslijn ramen wij de kapitaallasten vanaf het moment dat het krediet beschikbaar wordt gesteld. In werkelijkheid worden de kapitaallasten doorberekend vanaf het moment dat het actief in gebruik wordt genomen. Hierdoor ontstaat jaarlijks een incidenteel voordeel. Dit voordeel hebben wij structureel in onze begroting opgenomen en wordt in dit overzicht gecorrigeerd. f Behoedzaamheidsreserve algemene uitkering In het verleden was er sprake van een landelijke behoedzaamheidsreserve bij de raming van de algemene uitkering. Deze is in 2011 afgeschaft. Tegelijkertijd is besloten dat Almelo lokaal behoedzaam omgaat met de raming van de algemene uitkering. Dit betekent dat een correctie op het accres wordt toegepast. Op deze wijze wordt een buffer gecreëerd om de meerjarige mutaties op te kunnen vangen. Dit kan onder meer noodzakelijk zijn om de gevolgen van de herijking van het gemeentefonds op te vangen (loopt op tot maximaal 15 euro per inwoner per jaar). Het verloop maakt deel uit van de gebruikelijke analyse van de circulaires. g Nog niet structureel ingezette middelen Binnen de begroting zijn middelen gereserveerd die nog niet structureel zijn ingezet. Hierover vindt nog besluitvorming plaats. Het gaat hierbij om een stelpost risico onderuitputting BCF, extra middelen voor armoede en schuldbeleid en de meerjarige reservering voor uitvoeringskosten WWB. Deze bedragen worden gecorrigeerd op het perspectief. h Nog niet structureel ingezette middelen Zachte landing Voor het sociale domein is een structureel bedrag van 1,5 miljoen euro beschikbaar. Dit om een zachte landing van de decentralisaties mogelijk te maken en via systeeminnovaties een omslag te maken. Deze middelen zijn nog niet structureel ingezet en worden conform toetsingskader van de provincie gecorrigeerd op het perspectief. i Incidentele dotatie weerstandsvermogen grondbedrijf In het perspectief is, naar aanleiding van besluitvorming bij de Voorjaarsnota 2013, een storting opgenomen om het weerstandsvermogen van het grondbedrijf te versterken. Dit zijn incidentele dotaties en worden daarom in dit perspectief gecorrigeerd. j Uitvoeringskosten bijstand In de begroting is een bedrag opgenomen voor stijgende uitvoeringskosten voor het verstrekken van bijstandsuitkeringen. Bij de kadernota 2015 zullen de structurele gevolgen betrokken worden. k Kosten uitkeringen In de begroting 2015 is voor dit jaar een verhoging van het tekort op de bijstandsuitkeringen opgenomen. Vanaf 2015 wordt een nieuw verdeelmodel gehanteerd. De gevolgen hiervan zijn nog niet bekend maar zullen betrokken worden bij het opstellen van de kadernota 2015. Conform toezichtskader van de provincie worden deze lasten gecorrigeerd op het perspectief. l Correctie begrotingen verbonden partijen In de begroting van de veiligheidsregio en Soweco zijn bezuinigingstaakstellingen opgenomen welke op dit moment nog niet concreet zijn ingevuld. Conform toezichtskader van de provincie wordt het Almelose aandeel gecorrigeerd op het perspectief.
164
Lasten
Baten
Saldo
Product (bedragen x 1.000 euro)
2015
2015
2015
B650 publiekszaken
3.199
-1.301
1.898
B651 saldi kostenplaats
9.108
-8.370
738
59.485
-416
59.069
B655 bestuursorgaan/regionale samenwerking
1.647
-1
1.646
B656 bestuursondersteuning
7.032
-32
7.000
80.470
-10.120
70.350
1.413
0
1.413
104
0
104
1.517
0
1.517
B611 havens en waterwegen
215
-81
133
B615 recreatieve voorzieningen
673
0
673
B653 onvoorzien / nog toe te rekenen
Bestuurskracht en Bestuurscultuur B657 raad en griffie B658 rekenkamer
Raad
B616 markten en evenementen
365
-335
29
B617 verkeer en vervoer
1.513
-559
954
B618 parkeerbeheer
2.105
-2.287
-182
B622 ruimtelijke ordening
1.351
-216
1.134
B623 monumentenzorg B624 economische zaken B625 grootschalige recreatie B630 belastingen
30
0
30
2.265
-361
1.904
198
0
198
1.577
-253
1.324
B631 geo-informatie
993
-47
946
B632 grondzaken
471
-328
143
35.555
-36.082
-528
639
0
639
B633 grondbedrijf exploitatie B634 eigendom niet voor de openbare dienst B635 volkshuisvesting/stedelijke vernieuwing
279
-17
262
B641 sport
5.237
-259
4.978
B643 creatieve en culturele vorming
4.150
0
4.150
B644 cultuurbevordering
604
0
604
B645 beeldende kunst
215
0
215
Aantrekkelijke Stad
58.432
-40.826
17.605
49.752
-37.732
12.020
4.834
0
4.834
B626 sociale uitkeringsvoorzieningen B628 werkgelegenheid B629 sociale werkvoorziening
19.319
0
19.319
B638 lokaal onderwijsbeleid
10.012
-519
9.492
394
-276
118
12.096
-1.575
10.521
B640 educatie B642 Wmo, individuele voorzieningen B646 mediabeleid
45
-2
43
B648 volksgezondheid
6.676
-120
6.555
B649 welzijn
6.403
-103
6.300
109.531
-40.326
69.204
1.861
-1.861
0
499
-499
0
7.036
-273
6.763
Sociale Agenda B608 omgevingsvergunning B609 grondbank B610 wegen, straten en pleinen
165
Lasten
Baten
Saldo
Product (bedragen x 1.000 euro)
2015
2015
2015
B612 rioolstelsel
7.802
-6.986
816
B613 openbaar groen
5.219
-35
5.184
B614 begraafplaats
738
-400
338
B619 milieu
2.844
-115
2.729
B620 afvalinzamelen
9.622
-9.266
356
B637 integrale veiligheidszorg
5.960
-85
5.875
B647 cultuur- / welzijnaccommodaties
2.387
0
2.387
43.968
-19.520
24.447
2.217 -186.869
-184.651
296.134 -297.661
-1.527
Leefbaarheid en Veiligheid Algemene Dekkingsmiddelen RESULTAAT VOOR BESTEMMING Mutaties reserves B650 publiekszaken
76
0
76
3
0
3
79
0
79
216
0
216
0
-4
-4
928
0
928
10
0
10
B651 saldi kostenplaats
Bestuurskracht en Bestuurscultuur B622 ruimtelijke ordening B624 economische zaken B633 grondbedrijf exploitatie B635 volkshuisvesting/stedelijke vernieuwing B643 creatieve en culturele vorming
120
0
120
B645 beeldende kunst
50
0
50
Aantrekkelijke Stad
1.324
-4
1.319
22
0
22
0
-5
-5
22
-5
17
1.536
-413
1.123
B626 sociale uitkeringsvoorzieningen B629 sociale werkvoorziening
Sociale Agenda B610 wegen, straten en pleinen B612 rioolstelsel
0
-816
-816
62
-417
-356
1.598
-1.646
-48
B659 algemene dekkingsmiddelen
0
-50
-50
Algemene dekkingsmiddelen
0
-50
-50
3.022
-1.706
1.316
299.156 -299.367
-211
B620 afvalinzamelen
Leefbaarheid en Veiligheid
Totaal mutaties reserves RESULTAAT NA BESTEMMING * + = nadeel, lasten - = voordeel, inkomsten
* Restant wordt gestort in de algemene reserve
166
Naam Reserve Algemene reserves 51001 Algemene reserve 51002 Algemeen grondbedrijf
Saldo 1-12015
Saldo 1-12016
Saldo 1-12017
Saldo 1-12018
9.514.701 950.920
9.514.701 950.920
9.514.701 950.920
9.514.701 950.920
10.465.621
10.465.621
10.465.621
10.465.621
865.956 10.230 76.769 5.234.911 3.049.093 82.986 193.169 1.901.004 2.332.783 -0 138.793 0 50.000 112.703 329.289 5.531 29.264 86.390 3.548.024 143.922 1.115.875 3.285.333 22.460 1.662.282 60.727 255.857 129 1.859.830 600.000 128.000 1.401.804 2.970.411 171.400 226.000 1.275.000 -186
865.956 10.230 76.769 3.834.911 1.549.093 32.986 193.169 1.001.004 2.332.783 -0 148.509 0 50.000 112.703 329.289 5.531 18.104 1 2.145.624 143.922 1.115.875 2.469.648 -0 1.327.661 60.727 0 0 1.855.337 600.000 128.000 1.401.804 3.089.228 171.400 226.000 1.275.000 -186
865.956 10.230 76.769 2.434.911 49.093 32.986 193.169 1.001.004 2.332.783 -0 148.509 0 50.000 112.703 329.289 5.531 12.104 1 2.145.624 143.922 1.115.875 2.469.648 -0 1.327.661 60.727 0 0 1.855.337 600.000 128.000 1.401.804 3.089.228 171.400 226.000 1.275.000 -186
865.956 10.230 76.769 1.034.911 49.093 32.986 193.169 1.001.004 2.332.783 -0 148.509 0 50.000 112.703 329.289 5.531 6.104 1 2.145.624 143.922 1.115.875 2.469.648 -0 1.327.661 60.727 0 0 1.855.337 600.000 128.000 1.401.804 3.089.228 171.400 226.000 1.275.000 -186
33.225.740
32.241.913
23.665.077
22.259.077
79.365 38.586 778.903 545.619 759.850
82.540 40.130 715.419 567.443 716.764
82.540 40.130 715.419 567.443 716.764
82.540 40.130 715.419 567.443 716.764
2.202.323
2.122.296
2.122.296
2.122.296
Totaal bestemmingsreserves
35.428.063
34.364.209
25.787.373
24.381.373
Totaal
45.893.683
44.829.829
36.252.994
34.846.994
Subtotaal algemene reserve Algemeen 53002 Schoolgebouwen 53004 Verkiezingen 53007 Besluit woninggeb. subs.(bws) 53009 Overlopende werken 53011 Grote investeringen 53012 Btw compensatie 53014 GSB II mop sociaal 53017 GSB III 53019 Bodemverontreiniging 53020 Parkeeraccomodaties 53026 Stadsvernieuwing 53028 Bovenwijkse voorz. (bovo) 53029 Kunstaankoop/ stadsvern. 53031 Wijk buurt budgetten 53033 Sportstimulering 53036 Welzijnsaccommodaties 53042 Soweco afkoop 53050 Knelpunten bedrijfsvoering 53053 Co-financiering 53054 Intergem. ingeniersbureau 53056 Wegen 53057 Riolering tariefsegalisatie 53058 Bibliotheek 53059 Afvalstoffenheffing 53060 Sportraad 53061 Reserve takenanalyse 2010/14 53062 Wijkwaardebonnen 53063 Reintegratie 53065 Grondbank 53067 Opvang nieuwkomers 53069 ISV 3 2010 /2014 53071 centrumspaarfonds 53072 kunstwerken 53073 RUD Reg. Uitvoeringsdienst Twente 53074 transitie sociale agenda 54001 resultaatbestemming Reserves economisch nut 53005 Automatisering 55010 iispa 55015 Ondergrondse containers 55020 Twente-plein 55021 milieuparken Subtotaal reserves economisch nut
167
Naam Voorziening
Saldo 1-12015
Saldo 1-12016
Saldo 1-12017
Saldo 1-12018
Voorzieningen Onderhoud 61005 voorziening riolering 62001 voorziening stadhuis onderhoud 62002 voorziening onderhoud en vervanging
1.426.311 112.356 4.344.303
1.426.311 112.356 4.344.303
1.426.311 112.356 4.344.303
1.426.311 112.356 4.344.303
62005 voorziening sportaccommodatie onderh.
1.929.331
1.929.331
1.929.331
1.929.331
Subtotaal Onderhoud
7.812.300
7.812.300
7.812.300
7.812.300
Verplichtingen, verliezen en risico's 61003 voorziening debiteuren oninbaar 61015 voorziening xl businesspark twente 61017 voorziening nutw kerkelanden-oost 61021 voorziening escrow 61028 voorziening nutw peilbuizen grondwater
2.956.274 3.551.951 260.000 864.001 34.621
2.956.274 3.551.951 260.000 864.001 34.621
2.956.274 3.551.951 260.000 864.001 34.621
2.956.274 3.551.951 260.000 864.001 34.621
Subtotaal Verplichtingen, verliezen en risico's
7.666.847
7.666.847
7.666.847
7.666.847
922.770 0 90.746 417.298 655.817 1.633.756 57.762 71.214 415.849 110.892 45.000 137.882 1.832.773 0
0 0 922.770 0 90.746 417.298 655.817 1.633.756 57.762 71.214 0 110.892 45.000 137.882 1.832.773 0
0 0 922.770 0 90.746 417.298 655.817 1.633.756 57.762 71.214 0 110.892 45.000 137.882 1.832.773 0
Door derden beklemde middelen 63022 voorziening onderwijs huisvesting 63031 voorziening gebiedsmakelaar 63033 voorziening sociale recherche 63034 voorziening ROM algemeen 63037 voorziening SEZ algemeen 63042 voorziening SML algemeen 63044 voorziening B&C algemeen 63047 voorziening woon zorg service 63048 voorziening isv3 2010/2014 63049 voorziening wijkcentra onderhoud 63050 voorziening wijkcentra inventaris 63051 voorziening zittend vervoer 63052 voorziening onderwijsachterstanden 63053 voorziening stationsomgeving
922.770 1.728 90.746 417.298 655.817 1.633.756 57.762 71.214 830.849 110.892 45.000 137.882 1.832.773 862.654
63054 voorziening waterboulevard
1.232.964
0
0
0
Subtotaal derden beklemde middelen
8.904.106
6.391.760
5.975.911 0
5.975.911 0
24.383.253
21.870.907
21.455.058
21.455.058
Totaal
168
Bijlage 4 Begrippenlijst Accres
Groei van de algemene uitkering. De groei is gekoppeld aan de groei van de netto gecorrigeerde rijksuitgaven.
Activa
De bezittingen van de organisatie. Deze worden op de linkerzijde van de balans aangegeven.
Activeren
Het boeken van investeringen op de balans.
Aflossen
Het periodiek terugbetalen van een gesloten geldlening.
Afschrijven
De boekhoudkundige weergave van de waardevermindering van een kapitaalgoed wegens technische slijtage en economische veroudering.
Algemene reserve
Deel van het eigen vermogen dat vrij aanwendbaar is. De algemene reserve wordt in de gemeente Almelo gezien als een buffer voor onvoorziene uitgaven.
Algemene uitkering
Middelen uit het gemeentefonds zonder een aangewezen bestedingsrichting, verstrekt door het Rijk aan alle gemeenten op basis van algemene verdeelmaatstaven vastgelegd in de Financiële verhoudingswet.
Areaaluitbreiding
Meerkosten die ontstaan als gevolg van eerder genomen besluiten die het gevolg zijn van uitbreiding van de stad, zowel fysiek, sociaal als demografisch.
Balans
Onderdeel van de jaarrekening. De balans geeft een overzicht van de bezittingen, vreemd en eigen vermogen van de gemeente op enig moment.
Baten en lasten (stelsel van)
Een begrotingssysteem van baten en lasten houdt in dat alle ontvangsten en uitgaven worden toegerekend aan het begrotingsjaar waarop zij betrekking hebben.
BBV
Besluit Begroting en Verantwoording. Het BBV vervangt vanaf begrotingsjaar 2004 het Besluit comptabiliteitsvoorschriften 1995 (CV95).
Begroting
Een begroting geeft aan welke beleidsvoornemens de gemeente heeft, hoeveel middelen daarmee gemoeid zijn en uit welke bronnen die middelen afkomstig zijn.
Bespaarde rente
Rentebaten uit reserves. Deze treden op omdat we onze eigen reserves gebruiken voor de financiering van het financieringstekort of deze reserves uitzetten bij banken. In beide gevallen leveren de eigen reserves opbrengsten (in de vorm van rentevergoeding) op.
Bestemmingsreserves
Deel van het eigen vermogen waaraan de raad de richting van aanwending heeft voorgeschreven.
Dekking
De bekostiging van exploitatie uitgaven uit lopende inkomsten.
Dualisme
Een dualistisch stelsel kenmerkt zich doordat posities en bevoegdheden ontvlecht zijn. De raad richt zich primair op de kaderstellende en controlerende functie, het college op de uitvoerende functie. De wethouders zijn geen lid van de raad.
Economische categorie
Een indelingstype van kosten- en opbrengstsoorten. Het geeft aan waarmee de opgedragen taken geacht te worden uitgevoerd, zoals personeel, materieel, rente en afschrijvingen, etc.
169
Effectiviteit
De mate waarin de geleverde producten en diensten bij dragen aan de doelstellingen van de organisatie.
Efficiency
De mate waarin de beoogde doelen tegen minimale inspanningen (kosten) worden bereikt.
Financiering
Het aantrekken van vreemd vermogen ter dekking van de vermogensbehoefte.
Financiële verhouding
De financiële relatie tussen het Rijk en de lagere overheden.
Functionele indeling
De taakvelden waarmee de gemeente zich bezighoudt, noemt men de functies van de gemeente. De indeling van de gemeentelijke uitgaven aan de hand van de uitgeoefende functies noemt men de functionele indeling.
Gemeentefonds
Landelijk begrotingsfonds onder ministerieel beheer waarin een deel van de opbrengst van de meeste rijksbelastingen wordt gestort. Uit dit fonds worden jaarlijks algemene uitkeringen gedaan aan de gemeenten.
Incidenteel
Eenmalig, dat wil zeggen niet jaarlijks terugkerende uitgave of inkomst.
Input
Middelen die in het productieproces worden gebruikt. Het geeft aan hoeveel middelen (geld, materiaal, arbeidsuren) nodig zijn voor het leveren van een product of programma.
Kapitaallasten
Jaarlijkse, op de exploitatie drukkende, lasten van investeringen; de rente en afschrijving.
Kengetal
Een absoluut getal of een verhoudingsgetal dat is uitgedrukt in fysieke of in geldeenheden en dat de toestand van of de ontwikkeling op een beleidsterrein in beeld brengt.
Kostenverdeelstaat
Onderdeel van de begroting en jaarrekening die inzicht geeft in de verdeling van kosten van kostenplaats naar kostendrager.
Kostenplaatsen
Verzamelplaats van samenhangende kosten die verdeeld gaan worden over diverse kostendragers.
Onderhandse leningen
Leningen aangetrokken bij externe vermogensverschaffers zoals banken of institutionele beleggers.
Outcome
De effecten in de samenleving als gevolg van geproduceerde producten en/of diensten.
Output
Aantal te behalen of gerealiseerde producten en diensten die de organisatie ten doel heeft gesteld om te produceren.
Passiva
Het eigen en vreemd vermogen van de organisatie. Deze staan aan de rechterzijde van de balans.
Productenraming
De productenraming wordt opgebouwd vanuit de programmabegroting en geeft alle gemeentelijke activiteiten weer in termen van producten. De productenraming is het begrotingsdocument voor het college en heeft met name een beheersfunctie voor de uitvoering van de begroting.
170
Programma
Een samenhangende verzameling van producten, activiteiten en geldmiddelen gericht op het bereiken van vooraf bepaalde maatschappelijke effecten, waaraan idealiter indicatoren gekoppeld kunnen worden.
Renteomslag
Een rekenmethode waarbij het totaal van de rentelasten wordt omgeslagen over de boekwaarden die gefinancierd moeten worden.
Specifieke uitkering
Uitkeringen verstrekt door het Rijk aan gemeenten waarvan de bestedingsrichting vooraf is aangegeven, of die worden verstrekt voor de bestrijding van de kosten van bepaalde taken of activiteiten.
Stelpost
Een begrotingspost waarop bedragen worden geraamd die nog niet specifiek benoemd kunnen worden of nog te verdelen zijn. Per besteding dient bestuurlijk nog apart goedkeuring te worden verleend.
Structureel
Blijvend, dat wil zeggen jaarlijks terugkerend.
Treasurybeheer
Het besturen van en bewaken van de inkomende en uitgaande geldstromen, het beheersen van de daaraan verbonden kosten, het minimaliseren van de daaraan verbonden risico’s (renterisico en valutarisico) en het optimaliseren van het rendement van beschikbare liquiditeiten.
Treasurystatuut
Hierin zijn de uitgangspunten, doelstellingen, beleidsmatige en organisatorische kaders voor de treasuryfunctie vastgelegd. Tevens zijn regels opgenomen over de inhoud en periodiciteit van de verantwoordingsfunctie van de ambtelijke organisatie aan het college van B&W. In het treasurystatuut zijn ook regels opgenomen over de treasuryparagraaf.
Treasuryparagraaf
Ook wel financieringsparagraaf genoemd. De treasuryparagraaf vormt na de inwerkingtreding van de wet FIDO een onderdeel van de begroting en jaarrekening. De treasuryparagraaf in de begroting geeft de beleidsplannen voor de treasuryfunctie voor de komende jaren en in het bijzonder voor het eerstkomende jaar. Het jaarverslag geeft voor de treasuryfunctie met name de verschillenanalyse tussen de plannen in de begroting en de realisatie van de beleidsuitvoering van de treasuryfunctie.
Verzamel/consolidatiestaat
Een overzicht van alle baten en lasten die per functie een totaalbeeld geven van de opbouw naar economische categorieën.
Voorzieningen
Afgezonderd vermogen waarop een verplichting rust. Ze worden getroffen voor toekomstige uitgaven waarvan de oorzaak zich nu voordoet of zich al heeft voorgedaan.
WWB
Wet Werk en Bijstand. In 2004 is de nieuwe Wet Werk en Bijstand ingevoerd. Het wetsvoorstel vervangt een aantal wetten op het gebied van bijstand en reïntegratie, zoals de algemene bijstandswet, de Wet inschakeling werkzoekenden, de Wet financiering Abw en het Besluit in- en doorstroombanen.
171