Jaarstukken 2013 Vastgesteld Raad 9 juli 2014
Inhoudsopgave 1. Inleiding 1.1. 1.2. 1.3. 1.4.
Nota van aanbieding .............................................................................................. 4 Gerealiseerde financiële resultaten over 2013 ......................................................... 10 Bestemming van het resultaat ............................................................................... 13 Raadsvoorstel ..................................................................................................... 14
2. Jaarverslag 2.1.
2.2.
..................................................................................... 3
................................................................................... 15
Programmaverantwoording ................................................................................... 17 2.1.1. Programma 1 – Maatschappelijke participatie .................................................. 18 2.1.2. Programma 2 – Wonen en leven .................................................................... 24 2.1.3. Programma 3 – Landelijk gebied.................................................................... 29 2.1.4. Programma 4 – Openbare ruimte................................................................... 33 2.1.5. Programma 5 – Economie en arbeidsparticipatie .............................................. 38 2.1.6. Programma 6 – Bestuur en dienstverlening ..................................................... 42 2.1.7. Algemene dekkingsmiddelen en onvoorziene uitgaven ...................................... 49 Paragrafen ....................................................................................................... 53 2.2.1. Paragraaf lokale heffingen ............................................................................ 54 2.2.2. Paragraaf weerstandsvermogen ..................................................................... 62 2.2.3. Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen........................................................... 66 2.2.4. Paragraaf financiering .................................................................................. 70 2.2.5. Paragraaf bedrijfsvoering .............................................................................. 78 2.2.6. Paragraaf verbonden partijen ........................................................................ 81 2.2.7. Paragraaf grondbeleid ................................................................................ 105
3. Jaarrekening ................................................................................. 109 3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.5. 3.6. 3.7. 3.8. 3.9. 3.10.
Balans per 31 december ..................................................................................... Programmarekening over het begrotingsjaar ......................................................... Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling ................................................ Toelichting op de balans ..................................................................................... Toelichting op de programmarekening .................................................................. Overzicht incidentele baten en lasten ................................................................... Overzicht reserves ............................................................................................. Overzicht voorzieningen ..................................................................................... Overzicht begrotingsrechtmatigheid ..................................................................... SiSa-bijlage .....................................................................................................
112 114 116 119 129 146 147 153 158 159
4. Overige gegevens .......................................................................... 171 4.1. 4.2. 4.3.
Gebeurtenissen na balansdatum .......................................................................... 172 Verwerking van het resultaat .............................................................................. 173 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant ............................................. 175
5. Overige stukken............................................................................. 176 5.1.
Stand van de kredieten per 31 december ............................................................. 177
Pagina 2 van 179, Jaarstukken 2013
1. Inleiding
Pagina 3 van 179, Jaarstukken 2013
1.1. Nota van aanbieding Inleiding en leeswijzer Hierbij bieden wij u de jaarstukken 2013 aan van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk. De jaarstukken zijn het sluitstuk van de Planning & Control cyclus. De jaarstukken bestaan naast de inleiding (hoofdstuk 1) uit het jaarverslag (hoofdstuk 2), de jaarrekening met de toelichting (hoofdstuk 3), de overige gegevens (hoofdstuk 4) en de overige stukken (hoofdstuk 5). In deze jaarstukken legt het college van burgemeester en wethouders van de gemeente BodegravenReeuwijk verantwoording af aan de gemeenteraad over de realisatie van de bestuurlijke doelstellingen en de hiervoor ingezette middelen in het jaar 2013.
De gekozen opzet is zodanig dat het lezen van hoofdstuk 1 voldoende informatie oplevert om een beeld van het resultaat en de financiële positie van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk te krijgen. De volgende hoofdstukken geven dan gewenste verdieping en uitwerking daarvan. Resultaat Bij de 2e bestuursrapportage was door ons college aangegeven dat wij een negatief resultaat op de normale exploitatie verwachtten van ongeveer € 500.000. In de thans voorliggende jaarrekening wordt duidelijk dat dit nadelig resultaat beperkt is gebleven tot een bedrag van € 187.000. Zoals u weet is er van de 2e bestuursrapportage geen begrotingswijziging gemaakt. Het thans gepresenteerde resultaat van € 187.000 nadelig wordt daarom in deze jaarrekening afgezet tegen een verwacht voordelig resultaat van € 89.000; oftewel een nadeliger resultaat van € 276.000 Het nadelig saldo van de jaarrekening 2013 bedraagt in totaal € 11.961.653. Dit gesplitst in de volgende componenten: Resultaat normale exploitatie € 187.182 Resultaat grondexploitaties € 11.774.471 Per saldo € 11.961.653
resultaat kan worden Nadelig Nadelig Nadelig
In hoofdstuk 1.2 wordt dit resultaat in hoofdlijnen toegelicht terwijl in de hoofdstukken 2 en 3 een meer uitgebreide toelichting is opgenomen. Voorgesteld wordt het nadelig resultaat op de normale exploitatie te onttrekken aan de algemene reserve en het nadelig resultaat op de grondexploitaties te onttrekken aan de algemene reserve grondexploitaties. Belangrijkste thema’s van 2013 In deze jaarrekening wordt een vertaling gegeven van de uitkomsten van het beleid in relatie tot de opgestelde uitgangspunten in de begroting. In deze eerste paragraaf geven wij een korte impressie van de belangrijkste thema’s. Materieel sluitende begroting en rekening De begroting 2013 kreeg vorig jaar het motto mee dat we voor “een forse opgave” staan. Aanleiding voor dit motto was een aantal stevige taakstellingen dat in de begroting was opgenomen. De besparingen (taakstellend) die in de begroting 2013 zijn genoemd, zijn in ook financiele zin reeds ingerekend maar moesten nog wel gerealiseerd worden. Een forse opgave derhalve. In dat licht bezien is 2013 anders uitgepakt dan voorgaande jaren. In voorgaande jaren is altijd een sluitende begroting gepresenteerd en werd bij tussentijdse rapportages veelal gerapporteerd dat we ultimo
Pagina 4 van 179, Jaarstukken 2013
het jaar een overschrijding konden verwachten. Bij de jaarrekening kon evenwel altijd een positief resultaat gepresenteerd worden. Dit jaar is dat niet het geval. Het resultaat 2013 komt uit op een klein nadelig saldo van € 0,2 miljoen. Overigens is dat niet verrassend, omdat reeds bij de tweede Burap is aangegeven dat een tekort van circa € 0,5 miljoen werd verwacht. Beheer en onderhoud openbare ruimte (IBBP) Het beheer en onderhoud van de openbare ruimte is in 2013 uitgevoerd met inachtneming van de kwaliteitskaders zoals vastgelegd in het Integraal Beleids- en Beheerplan Openbare Ruimte (IBBP). Vanuit het oogpunt van financiële beheersing zijn de kosten voor het beheer en onderhoud in 2013 ook gedekt. In 2013 is wel duidelijk geworden dat de dekking van de kosten voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte in meerjarenperspectief een punt van aandacht is. Om voor 2014 tot een sluitende begroting te komen is een deel van het beheer en onderhoud getemporiseerd. Dit uiteraard nog wel met inachtneming van de kwaliteitskaders van het IBBP. In de periode 2015 en verder is de financiële ruimte die de begroting toelaat niet meer toereikend om te voldoen aan de vastgestelde kwaliteitskaders. Voor de begroting 2015-2018 zal een heroverweging van de kwaliteitskaders moeten plaatsvinden, of zal financiële ruimte moeten worden gevonden door maatregelen van bezuiniging. In 2014 zal dit verder worden uitgewerkt. Beheer en onderhoud accommodaties Eind 2013 / begin 2014 zijn nieuwe meerjarenonderhoudsplannen opgesteld voor alle gemeentelijke accommodaties op het gebied van sport, cultuur, onderwijs en dienstverlening. Als uitgangspunt voor deze plannen is het standpunt ‘sober en doelmatig’ ingenomen. De noodzaak om tot nieuwe onderhoudsplannen te komen was tweeledig. Ten eerste waren de vorige onderhoudsplannen niet volledig en achterhaald. Ten tweede was er een ‘mismatch’ ontstaan tussen de beschikbare budgetten in de begroting voor het groot onderhoud en de financiële claim die vanuit de meerjarenonderhoudsplannen wordt gevraagd. Het gevolg van dit laatste is dat er sprake is van een dreigende uitputting van de voorzieningen voor groot onderhoud. Om in meerjarenperspectief te komen tot een sluitende begroting, zal in de begroting 2015-2018 een heroverweging moeten plaatsvinden op het groot onderhoud c.q. de vastgoedportefeuille of zal financiële ruimte moeten worden gevonden door maatregelen van bezuiniging. In 2014 zal dit verder worden uitgewerkt. Doorontwikkelen van de toeristische en recreatieve functie In 2013 is veel gebeurd op het gebied van recreatie en toerisme in de regio. Na het faillissement van de VVV Zuid-Holland hebben op initiatief van de gemeente Alphen aan den Rijn, 18 gemeenten een Bestuurlijke tafel “Recreatie en Toerisme” gevormd. Er is een bureau gecontracteerd om de website Groenehart.nl op te frissen. Speerpunt voor de merk- en marketingcampagnes zijn de streekproducten en de waterrecreatie. Op basis van een businesscase die in 2014 verder uitgewerkt wordt, worden ondernemers geïnteresseerd om mee te gaan op de website. Voor een zuiver opdrachtgeverschap wordt nagedacht over een samenwerkingsvorm tussen de gemeenten. Het gecontracteerde bureau heeft in 2013 de werkstichting Merk en Marketing Groene Hart opgezet. Eén van de leden van deze bestuurlijke tafel is wethouder Kees van Velzen uit Alphen aan den Rijn. Hij is één van het bestuurlijke duo Waterrecreatie van de Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart. Onze gemeente is in de ‘groep van 18’ vertegenwoordigd door wethouder Kees Oskam. Hij heeft Hans Vroomen in 2013 opgevolgd. In het kader van de gebiedsdeals voor de subsidieregeling (Uitvoeringsprogramma Groen) van de provincie werken we met Gouda en Vlist samen om het “Rondje Rijn en IJssel” tot stand te brengen als vaarroute voor sloepen. Hiertoe zijn diverse bijeenkomsten geweest om aanvullende provinciale subsidie te verkrijgen en zijn met het Programmabureau Groene Hart pogingen gedaan om een deel van het rondje al te realiseren. Daarmee wordt een mooi vaargebied ontsloten en is beter voorzien in de noordzuidverbinding in de regio.
Pagina 5 van 179, Jaarstukken 2013
Participatiebeleid We ontwierpen in 2013 een beleid voor burgerparticipatie, dat zoveel mogelijk voorziet in een eenduidige aanpak bij alle activiteiten van de gemeente waarbij inwoners betrokken kunnen zijn. Doel is de inwoners zo optimaal mogelijk te betrekken bij de beleidsontwikkeling en de uitvoering van activiteiten. We stelden in gezamenlijk overleg een Kadernota burgerparticipatie op, die in concept wordt aangebonden aan het nieuwe college en de nieuwe gemeenteraad. In 2014 wordt het participatiebeleid middels een uitvoeringsplan concreet vorm gegeven. Dorps- en wijkgericht werken Eind 2012 is gestart met de introductie van ‘Dorps- en wijkgericht werken’ met als doelstelling om meer inzicht te verkrijgen in de identiteit van de dorpen en buurtschappen, de burgerparticipatie te vergroten en op basis daarvan de woonomgeving van deze gemeente zo aangenaam mogelijk te maken. In 2013 is dit voortvarend opgepakt. Om inzicht te verkrijgen in de identiteit van de dorpen en buurtschappen zijn in 2013 zes nieuwe dorp- en wijkteams opgericht die samen met de vier bestaande teams actief zijn in tien verschillende gebieden. Hiermee is een gemeentebrede spreiding ontstaan. Het vergroten van de burgerparticipatie is gerealiseerd doordat de dorp- en wijkteams circa 112 (vaste) vrijwilligers omvatten die, in samenwerking met de gemeente, aan de slag gaan met de derde doelstelling: de woonomgeving zo aangenaam mogelijk maken. Om de woonomgeving zo aangenaam mogelijk te maken vindt periodiek overleg plaats met de teams. Als leidraad worden dorps- en wijkagenda’s opgesteld. In 2013 heeft dit concreet tot onder andere de volgende acties op het gebied van leefbaarheid geleid: wijkschouwen op het gebied van veiligheid en leefbaarheid; proeven met onderhoud van delen van het gemeenteplantsoen door inwoners; gericht herstel van openbare ruimte in overleg tussen de teams en de gemeente; uitvoeren van een leefbaarheidsonderzoek. Voor 2014 zal de focus liggen op het verder uitrollen van Dorps- en wijkgericht werken. Dit om ervoor te zorgen dat de interne samenwerking binnen de gemeente ertoe leidt dat er daadkrachtiger ingespeeld wordt op de behoeften vanuit de dorps- en wijkteams. Vanuit de dorps- en wijkagenda’s zal gericht invulling worden gegeven aan de thema’s veiligheid, leefbaarheid en sport en bewegen in de buurt. Drie decentralisaties Overdracht van taken in het kader van de Wmo In 2013 zijn de eerste voorbereidingen getroffen om de drie decentralisaties binnen de gemeente Bodegraven- Reeuwijk goed te laten landen. Binnen het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) is in het beleidskader richting geven waarbij er meer wordt uitgegaan van zelfredzaamheid en van eigen kracht. Daar waar nodig wordt nog een vangnet geboden. We streven daarbij naar een veilige, vitale, leefbare en betrokken samenleving. De afnemende budgetten vragen evenwel om efficiënter werkende organisaties en om meer zelfredzaamheid van inwoners. De zogenoemde Kanteling om hiertoe te komen heeft in 2013 lokaal stevig vorm en inhoud gekregen. Met een wetswijziging per 1 januari 2015 in het vooruitzicht, is in 2013 regionaal en lokaal verder gewerkt aan de voorbereidingen om dit straks zo goed mogelijk uit te voeren. De visie ‘sociaal domein’ en het beleidskader ‘Gebundelde Krachten’ zijn hiertoe in 2013 vastgesteld. Sturing op kwaliteit en budgetten wordt daarbij steeds belangrijker. Door de werkzaamheden in de administratieve backoffice Wmo uit te besteden, is hier al een voorsprong op genomen. Decentralisatie Jeugdzorg In 2013 is zowel regionaal als lokaal verder gewerkt aan de voorbereidingen om straks de jeugdzorgtaken goed uit te voeren. De visie op het sociaal domein en het regionale beleidskader op het sociaal domen zijn inmiddels vastgesteld.
Pagina 6 van 179, Jaarstukken 2013
Regionaal werkten we aan verschillende pilots, onder andere op het gebied van samenwerking met het onderwijs en kinderopvanginstellingen, waardoor kinderen meer in de eigen leefomgeving kunnen blijven. Kinderen worden benaderd vanuit hun mogelijkheden en behouden hun eigen herkenbare sociale omgeving. In Bodegraven-Reeuwijk is het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) meer aanwezig op de plekken waar kinderen en ouders al komen. Gewerkt wordt aan samenwerking tussen de verschillende instellingen door vanuit één plan voor het gezin te werken. Steeds meer ouders en jongeren zijn in 2013 actief betrokken geraakt bij het hulpplan en dragen waar mogelijk zelf verantwoordelijkheid voor hun ondersteuningsplan. Uitvoeringsorganisatie Zorg en Welzijn Naar aanleiding van een onderzoek, uitgevoerd door MOvactor, is in 2013 besloten dat wij als gemeente toegroeien naar een brede uitvoeringsorganisatie voor zorg en welzijn. Een aantal lokaal opererende welzijnsorganisaties heeft de opdracht opgepakt om deze organisatie te vormen met ingang van 2015. De organisatie moet straks dé toegang vormen voor inwoners op het gebied van participatie, welzijn en zorg. Participatiewet In 2013 is verder gewerkt aan de oprichting van Het Nieuwe Werkbedrijf. Het Nieuwe Werkbedrijf was de werktitel van de uitvoeringsorganisatie Ferm Werk, die op 1 januari 2014 van start is gegaan. Ferm Werk is de uitvoeringsorganisatie op het gebied van participatie, werk en inkomen voor de gemeenten Woerden, Bodegraven-Reeuwijk, Montfoort en Oudewater. Deze organisatie is de samenvoeging van het SW-bedrijf van de eerder genoemde gemeenten (bekend als De Sluis), de Intergemeentelijke Afdeling Sociale Zaken van de gemeenten Woerden, Montfoort en Oudewater en de afdeling Werk en Inkomen van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk. Ferm Werk voert per 1 januari 2014 de participatiewet voor onze gemeente uit. Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen van de gemeente is opgebouwd uit de algemene reserve en de algemene reserve grondexploitaties. De algemene reserve heeft per 31 december een stand van bijna € 3 miljoen. Dit bedrag is voldoende ter dekking van de risico’s in de exploitatie. Daarbij is het goed om te realiseren dat er een aantal ontwikkelingen op de gemeente afkomt, waardoor deze stand onder druk komt te staan. Enerzijds door tegenvallende resultaten in de komende begrotingen waardoor de algemene reserve moet worden aangesproken. Anderzijds kan vanuit risicobeheer het aanhouden van een hogere algemene reserve wenselijk zijn. De stand van de algemene reserve grondexploitaties zoals in deze jaarrekening wordt gepresenteerd, is substantieel lager dan bij de begroting 2013 werd aangenomen. De algemene reserve grondexploitatie kent per ultimo 2013 een stand van € 3,8 miljoen, maar rekening houdend met de afboeking op de grondexploitaties (€ 11,8 miljoen) komt deze uit op een stand van € 8 miljoen negatief. In de komende jaren worden op bepaalde grondexploitaties winsten verwacht, waarmee de thans genomen verliezen kunnen worden aangezuiverd. De algemene reserve grondexploitatie wordt op dat moment weer positief, hetgeen weer een gunstig effect op het weerstandsvermogen zal hebben. De verwachting is dat de algemene reserve grondexploitaties in 2020 weer uit de rode cijfers zal zijn. Grondexploitaties en projecten / correctie bovenlangs In de resultaatbestemming van deze jaarrekening wordt een negatief resultaat op grondexploitaties verantwoord voor een bedrag van € 11,7 miljoen. Dit wordt voor € 8,9 miljoen veroorzaakt door een negatief resultaat op Weideveld, als gevolg van het verkleinen van het programma en actualiseren van de uitgangspunten. In het negatieve resultaat van € 11,7 miljoen is het positieve resultaat van € 2,5 miljoen van onder andere Venen-Oost al in meegenomen. Het afsluiten van dit project was eerder mogelijk dan voorzien. Voor de totale uitvoering van de correctie bovenlangs was € 18,0 miljoen ‘gereserveerd’, waar nu (€ 11,7 + € 2,5 =) € 14,2 miljoen van besteed is.
Pagina 7 van 179, Jaarstukken 2013
De resultaten in het MPG 2014 leiden tot het volgende verwachte verloop van de algemene reserve bouwgrondexploitatie:
Verloop stand algemene reserve bouwgrondexploitatie Stand Stand Stand Stand Stand Stand Stand Stand Stand
per per per per per per per per per
31 31 31 31 31 31 31 31 31
december december december december december december december december december
Bedrag
2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2023
-
3.795.866 7.058.453 6.116.035 2.000.451 1.800.451 - 389.621 - 189.621 3.642.366 5.731.302
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat de algemene reserve bouwgrondexploitatie vanaf 2014 een negatief saldo zal vertonen, dat pas na 2019 volledig zal zijn aangezuiverd. Het ‘voordeel’ is gebaseerd op opbrengsten uit het woningbouwprogramma die eerst in de komende jaren nog gerealiseerd moet worden. Volgens de huidige verwachting ontstaat er vanaf 2020 een positief saldo dat uiteindelijk zal uitkomen op € 5,7 miljoen. Het is de verwachting dat dit saldo eind 2023 zal worden bereikt. Liquiditeitspositie De leningenportefeuille is in 2013 verder toegenomen met € 10,8 miljoen tot € 144,6 miljoen. De voornaamste oorzaken hiervan zijn de achterblijvende inkomsten uit grondexploitaties en het gegeven dat door de (toename aan) investeringen er een negatieve kasstroom ontstaat, en er herfinanciering nodig is om de aflossingen en investeringen te kunnen financieren. Uit de liquiditeitsprognose blijkt dat deze trend zich de komende jaren blijft voortzetten en er bij ongewijzigd beleid sprake blijft van een toenemende leningenportefeuille. Dit vraagt om een bestendig financieel beleid voor de komende decennia met een focus op de mogelijkheden om: • investeringen te verminderen; • opbrengsten van de grondexploitaties van woningbouwprojecten te verhogen; • opbrengsten te realiseren uit de verkoop van gemeentelijk vastgoed; • kasstroom uit de exploitatie verhogen door verlagen van de uitgaven en/of verhogen van inkomsten.
Politieke structuur per 31 december
Politieke structuur per 31 december Christen Democratisch Appel Volkspartij van Vrijheid en Democratie Burgerbelangen Bodegraven - Reeuwijk Staatskundig Gereformeerde Partij Christen Unie Groen Links Partij van de Arbeid Totaal
Pagina 8 van 179, Jaarstukken 2013
Aantal raadszetels 5 5 4 3 2 2 2 23
Aantal wethouders 1 1 1 (0,7 fte) 1 (0,5 fte)
4 (3,2 fte)
College van burgemeester en wethouders De samenstelling van het college van burgemeester en wethouders in het jaar 2013 is als volgt weer te geven: Burgemeester: de heer C. van der Kamp Wethouders: de heer J.M. Vroomen – tot 20 maart 2013 de heer J.C. Goudbeek de heer J.L. van den Heuvel – vanaf 15 mei 2013 de heer C.A. Oskam – vanaf 15 mei 2013 mevrouw W.J.A. Verkleij Secretaris: de heer H. Romeijn – tot 1 september 2013 de heer J.G. de Jager – vanaf 1 september 2013
Pagina 9 van 179, Jaarstukken 2013
1.2. Gerealiseerde financiële resultaten over 2013
De realisatie van de bestuurlijke doelstellingen en de uitvoering van de reguliere taken van de gemeente leiden tot een financieel resultaat. Dit resultaat is opgebouwd uit het saldo van de baten en de lasten van de programma’s. Daar staan algemene dekkingsmiddelen tegenover. Dit saldo is het resultaat voor bestemming (wat wil zeggen, exclusief mutaties reserves). Een deel van dit saldo is al bestemd, namelijk de mutaties van de reserves waar de raad een besluit voor genomen heeft. Na verwerking van deze mutaties resulteert het saldo na bestemming. Het saldo na bestemming bedraagt voor 2013 € 11.961.653 nadelig.
bedragen x € 1.000 Programmarekening Resultaat voor bestemming Programma's Progr.1 Maatschappelijke participatie Progr.2 Wonen en leven Progr.3 Landelijk gebied Progr.4 Openbare ruime Progr.5 Economie en arbeidsparticipatie Progr.6 Bestuur en dienstverlening Programma's Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Algemene uitkering uit het gemeentefonds Geldleningen Gemeentelijke belastingen Invordering gemeentelijke belastingen Onvoorziene lasten en baten Overige financiële middelen Saldo kostenplaatsen Uitvoering Wet WOZ Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Primitieve begroting
Begroting na wijziging
- 13.155 - 335 - 1.468 - 4.977 - 2.208 - 9.531 - 31.675
- 13.183 - 3.830 - 1.585 - 6.652 - 2.363 - 9.922 - 37.536
26.264 1.057 7.945 - 14 191 100 46 - 750 34.839
26.561 1.057 7.945 - 14 268 100 60 - 790 35.187
3.164
- 2.349
- 2.874
2.438
289
89
Rekening 2013
Verschil
- 13.159 24 V - 15.003 - 11.173 N - 1.697 - 112 N - 6.951 - 298 N - 1.861 502 V - 9.742 180 V - 48.413 - 10.877 N
26.389 1.049 7.804 -5 44 - 468 - 837 33.977
Rekening 2012
- 13.056 - 10.232 - 1.647 - 6.063 - 2.036 - 8.333 - 41.367
- 171 N -8N - 141 N 9V - 268 N - 55 N - 528 N - 47 N - 1.210 N
27.243 2.281 8.031 - 24 - 47 - 798 - 591 36.096
- 14.437 - 12.088 N
- 5.271
2.475
37 V
3.317
- 11.962 - 12.051 N
- 1.954
Zoals uit bovenstaande tabel blijkt, bedraagt het resultaat na bestemming € 11.962.000 negatief. Dit wordt vrijwel geheel veroorzaakt door de afboeking op de grondexploitaties voor een bedrag van € 11.775.000. Wanneer we dit hiervoor corrigeren bedraagt het resultaat op de normale exploitatie € 187.000 nadelig. De kolom “verschil” komt uit op € 12.051.000. Wanneer we dit bedrag corrigeren voor de afboeking op de grondexploitaties ad € 11.775.000 dan is er sprake van een verschil van € 276.000. Hierbij kan de kanttekening worden gemaakt, dat reeds in de 2e burap was aangegeven dat voor 2013 een nadelig resultaat van € 534.000 kon worden verwacht. In dat licht bezien is 2013 minder nadelig uitgepakt.
Pagina 10 van 179, Jaarstukken 2013
Het nadelig resultaat van de jaarrekening wordt verklaard door de volgende (belangrijkste) afwijkingen:
bedragen x € 1.000 Belangrijkste afwijkingen Voordelen Vrijval voorziening OMB Hogere uitkering BUIG Vrijval storting fonds bovenwijks Lagere kapitaallasten, reeds gemeld in 2e burap Overige verschillen, per saldo Totaal voordelen Nadelen Hogere personeelslasten, reeds gemeld in 2e burap Hogere afkoopsommen Lagere algemene uitkering, reeds gemeld in 2e burap Lagere opbrengst bouwleges, reeds gemeld in 2e burap Niet gerealiseerde inkooptaakstelling Nadelig resultaat kostenplaatsen, reeds gemeld in 2e burap Overige verschillen, per saldo
Voordeel
600 260 204 650
Nadeel
V V V V -
1.714 V -
Totaal nadelen
480 265 171 319 150 539 - 66
N N N N N N N
- 1.990 N
Resultaat uit normale exploitatie *, per saldo Resultaat uit grondexploitaties
- 276 N - 11.775 N
Totaal
- 12.051 N
Zoals hiervoor aangegeven bedraagt het resultaat uit de normale exploitatie € 187.000 nadelig. Omdat volgens de laatst vastgestelde begrotingswijziging nog een voordelig resultaat van € 89.000 werd verwacht, komt het te verklaren verschil uit op € 276.000. Bij de verschillende programma’s (hoofdstuk 2.1) is een uitgebreide analyse per programma opgenomen waarin deze afwijkingen tezamen met de kleinere verschillen worden verklaard. Daarbij is een grens van € 25.000,-- gehanteerd. Tevens wordt door een “I” of “S” aangegeven in hoeverre deze afwijking een incidenteel of structureel karakter heeft. In een tweede kolom wordt met een J of een N aangegeven in hoeverre deze afwijking ook een effect op de meerjarenbegroting heeft. Een J(a) betekent in dit geval dat er sprake is van een effect en dat de begroting hierop moet worden bijgesteld. Een N(ee) betekent dat deze wijziging geen effect heeft omdat daar reeds in de begroting rekening mee is gehouden. De hierboven genoemde grote verschillen kunnen in het kort als volgt worden verklaard: Vrijval voorziening OMB In het verleden is bij de afsluiting van de grondexploitatie een voorziening gevormd voor nog te maken kosten. Inmiddels is met partijen overeenstemming bereikt over de afronding. Rekening wordt gehouden met enkele nog te maken kosten voor de afronding. Het eindsaldo van de gevormde voorziening kan vrijvallen ten gunste van het resultaat. Hogere uitkering BUIG De uitkering die de gemeente ontvangt voor de verstrekkingen van de verschillende bijstandsvormen (Wet BUIG) is hoger. Dat wordt veroorzaakt door het feit dat er ‘macro’ sprake is van een toename van het aantal bijstandsgerechtigden. De gemeenten ontvangen daarvoor meer rijksbijdrage.
Pagina 11 van 179, Jaarstukken 2013
Vrijval storting fonds bovenwijks Bij de afsluiting van één van de grondexploitaties werd een bedrag gestort in het fonds bovenwijks. Deze opbrengst komt incidenteel ten gunste van de exploitatie. Lagere kapitaallasten In de 2e bestuursrapportage was reeds gemeld dat in 2013 een voordeel zou worden gerealiseerd vanwege lagere rente- en afschrijvingslasten op investeringen. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat een aantal investeringen niet is uitgevoerd en/of later wordt uitgevoerd. Hogere personeelskosten In 2013 is externe capaciteit ingehuurd. Deels om vacatures tijdelijk in te vullen; deels om geen achterstanden op te lopen door langdurig ziekteverzuim. Uiteindelijk is het beschikbare personeelsbudget hierdoor met circa € 0,47 miljoen overschreden. Door een aantal maatregelen komen de kosten enigszins lager uit dan waar in de 2e bestuursrapportage melding van is gemaakt. In 2014 is de focus erop gericht de inhuurkosten zoveel mogelijk te beperken. Hogere afkoopsommen Het terugdringen van de boventalligheid van een aantal medewerkers brengt met zich mee dat in een aantal gevallen afkoopsommen worden betaald. Met deze afkoopsommen wordt in de begroting geen rekening gehouden en leiden tot een incidenteel verlies. Lagere algemene uitkering Op basis van de decembercirculaire van het rijk ontvangt de gemeente een lagere algemene uitkering. Dit is het gevolg van de bezuinigingen die op rijksniveau worden doorgevoerd. Door middel van de algemene uitkering betalen de gemeenten hieraan mee. Uiteindelijk is het nadeel over 2013 lager uitgevallen dan bij de 2e bestuursrapportage werd verwacht. Lagere opbrengst bouwleges Het aantal verstrekte bouwvergunningen is fors lager dan bij de begroting werd verwacht. Dit leidt tot een lagere opbrengst aan bouwleges. Ook hiervan was in de 2e bestuursrapportage reeds melding gemaakt. Niet gerealiseerde inkooptaakstelling De begroting 2013 kent een aantal opgenomen taakstellingen voor besparing op inkoop. Niet in alle gevallen kon die worden gerealiseerd. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat een aantal contracten meerjarige (prijs)afspraken kennen waarop niet zonder meer kan worden bezuinigd. Nadelig resultaat kostenplaatsen Voor de verdeling van de kosten die door de afdelingen zijn gemaakt en de daaraan toegerekende overheadkosten wordt gebruik gemaakt van kostenplaatsen. Deze kostenplaatsen worden via verschillende sleutels (zoals bijvoorbeeld FTE en gebruik van huisvesting in vierkante meters) verdeeld over de gemeentelijke producten en diensten. Daarnaast wordt er ook de nodige uren geraamd bij investeringen. Deze uren zijn onderdeel van de investering en hierop wordt afgeschreven middels de kapitaallasten die terugkomen op de programma’s. Omdat er in 2013 minder uren aan investeringen (grondexploitaties / investeringen in de openbare ruimte) is toegeschreven moeten deze uren ten laste van de algemene middelen komen. Deze uren worden zichtbaar bij het onderdeel ‘saldo kostenplaatsen’.
Pagina 12 van 179, Jaarstukken 2013
1.3. Bestemming van het resultaat Het nadelig saldo van de jaarrekening 2013 bedraagt € 11.961.653. Dit resultaat de volgende componenten: Resultaat normale exploitatie 187.182 Resultaat grondexploitaties 11.774.471 Per saldo 11.961.653
kan worden gesplitst in Nadelig Nadelig Nadelig
Voorgesteld wordt het hierboven beschreven resultaat op de volgende wijze te verwerken:
Het nadelig resultaat op de normale exploitatie te onttrekken aan de algemene reserve. Het nadelig resultaat op de grondexploitaties te onttrekken aan de algemene reserve grondexploitaties.
Pagina 13 van 179, Jaarstukken 2013
1.4. Raadsvoorstel Wij stellen voor: 1. De jaarrekening 2013 vast te stellen met een resultaat van € 11.961.653 nadelig. 2. Een bedrag van € 187.182 te onttrekken aan de algemene reserve wegens nadelig resultaat op de normale exploitatie. 3. Een bedrag van € 11.774.471 te onttrekken aan de algemene reserve grondexploitatie wegens nadelig resultaat op de grondexploitaties.
Pagina 14 van 179, Jaarstukken 2013
2. Jaarverslag
Pagina 15 van 179, Jaarstukken 2013
Leeswijzer Het jaarverslag bestaat conform het Besluit Begroting en Verantwoording uit de volgende onderdelen: Programmaverantwoording Paragrafen
Programmaverantwoording De programmaverantwoording bestaat uit de verantwoording over de realisatie van de programma’s, het overzicht van algemene dekkingsmiddelen en het gebruik van het geraamde bedrag voor onvoorzien. De programmaverantwoording biedt per programma inzicht in de mate waarin de doelstellingen zijn gerealiseerd, de wijze waarop getracht is de beoogde maatschappelijke effecten te bereiken en de gerealiseerde baten en lasten. Daarbij wordt tevens een toelichting gegeven op de belangrijkste afwijkingen. Daarbij is een grensbedrag gehanteerd van € 25.000. Het hanteren van dit grensbedrag impliceert dat er geen sprake kan zijn van een cijfermatig sluitende toelichting. Bewust is er voor gekozen om in deze jaarrekening niet een cijfermatig sluitende toelichting op te stellen. Dat zou leiden tot heel veel sluitposten met een omschrijving als “overige verschillen”.
Paragrafen De paragrafen geven dwars door de programma’s heen zicht op een aantal thema’s van de gemeentelijke bedrijfsvoering. De paragrafen bieden inzicht in de uitkomsten van het gevoerde beleid op de onderwerpen: Lokale heffingen Weerstandsvermogen Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Bedrijfsvoering Verbonden partijen Grondbeleid
Pagina 16 van 179, Jaarstukken 2013
2.1. Programmaverantwoording
Pagina 17 van 179, Jaarstukken 2013
2.1.1. Programma 1 – Maatschappelijke participatie Verantwoordelijk portefeuillehouder: Wethouder W.J.A. Verkleij Belangrijkste producten: de jeugd- en AWBZ-transities op het sociaal domein, maatschappelijke participatie, maatschappelijke ondersteuning, dorps- en wijkgericht werken, maatschappelijke voorzieningen, ouderen, jeugd en jongeren, passend onderwijs, onderwijskansenbeleid, volksgezondheid, sport, vrijwilligerswerk Verantwoordelijk portefeuillehouder: Wethouder J.L. van den Heuvel Belangrijkste product: onderwijshuisvesting en lokaal onderwijsbeleid (o.a. leerlingenvervoer, leerplicht en onderwijs en techniek) Wat is de kern van dit programma? Een evenwichtige verdeling van verantwoordelijkheden tussen burgers, maatschappelijke organisaties en de gemeente. Een aantrekkelijk leefklimaat op het niveau van dorpen, buurten en straten, onder andere door een grotere betrokkenheid van bewoners met elkaar en bij hun buurt. Het bieden van een basisinfrastructuur aan algemeen toegankelijke/laagdrempelige voorzieningen en ondersteuningsvormen. Daarbij gedijen het probleemoplossend vermogen, het initiatief en de samenhang van voorzieningen en ondersteuningsvormen. Alle inwoners nemen volwaardig en zelfredzaam deel aan de samenleving overeenkomstig welzijn nieuwe stijl. Zij zijn hierbij in staat te zorgen voor zichzelf en het huishouden waarvan zij deel uitmaken. Het is mogelijk dat ze zich inzetten voor hun bredere sociale netwerk. Doelgroepen Belangrijkste doelgroepen bij het realiseren van deze visie: Alle inwoners met specifieke aandacht voor kwetsbare inwoners; Maatschappelijke instellingen (onderwijsvoorzieningen, sport- en beweegaanbieders, verenigingen, welzijnsorganisaties). Welke 1. • • •
maatschappelijke effecten willen we op termijn bereiken? Er is inzicht in de identiteiten van de dorpen en buurtschappen; Betrokkenheid van de inwoners van dorpen/buurtschappen is vergroot; Voorzieningenniveau accommodaties (onderwijs, sport, welzijn, verenigingen) past bij de identiteit van de dorpen/buurtschappen, binnen de financiële kaders.
2. • • • • •
Meer inwoners zetten zich vrijwillig in voor andere inwoners en maatschappelijke instellingen; Inwoners (ook specifieke groepen inwoners als ouderen en mensen met een beperking) zorgen zo veel en lang mogelijk voor zichzelf; De beschikbare hulp/ondersteuning sluit aan op de eigen kracht van de inwoner plus zijn netwerk, werkt vraaggericht en integraal en past binnen de huidige financiële kaders.
3. • • • •
Meer participatie van jeugd en jongeren binnen sport, spel en vrijwilligerswerk; Voorstel: weghalen van deze doelstelling? Toename milieubewust gedrag bij jeugd en jongeren; Gerichte aanpak op taalachterstanden en onderwijsachterstanden in onze gemeente. Toevoeging: startkwalificatie?
Pagina 18 van 179, Jaarstukken 2013
Wat hebben we daarvoor gedaan? Dorps- en wijkgericht werken In 2013 is verder invulling gegeven aan dorps- en wijkgericht werken. We organiseerden diverse brede bijeenkomsten met als doel mensen te enthousiasmeren om zitting te nemen in een dorps- of wijkteam. Er is een aantal nieuwe teams geformeerd. De dorps- en wijkteams zijn actief in tien verschillende gebieden en ontvingen budgetten om hun functie verder te ontwikkelen. Om de teams te begeleiden en als intermediair richting de gemeentelijke organisatie is een regisseur dorps- en wijkgericht werken aangesteld. Via diverse communicatiemiddelen zetten we in op verbetering van de communicatie tussen de gemeente en de teams: • Een specifieke website (dorp en wijk) • Twee magazines wijkgericht werken, onder alle inwoners verspreid • Maandelijks een E-flits naar de teams De dorps- en wijkregisseur ondersteunde de nieuwe teams in de opstartfase. Op verzoek van de gemeente maakten de teams dorps- en wijkagenda’s, die leidraad zijn voor de komende jaren. Participatiebeleid We ontwierpen een beleid voor burgerparticipatie, dat zoveel mogelijk voorziet in een eenduidige aanpak bij alle activiteiten van de gemeente waarbij inwoners betrokken kunnen zijn. Doel is de inwoners zo optimaal mogelijk te betrekken bij de beleidsontwikkeling en de uitvoering van activiteiten. We stelden in gezamenlijk overleg een Kadernota burgerparticipatie op, die in concept wordt aangebonden aan het nieuwe college en de nieuwe gemeenteraad. In samenwerking met verschillende groepen inwoners, die regelmatig contacten met de gemeente onderhouden (zoals de dorps- en wijkteams), ontwerpen we in 2014 een zo praktisch mogelijk uitvoeringsplan om het participatiebeleid in concrete stappen vorm te geven. Sport(accommodaties) en buurtsportcoaches Vanuit de wens om te komen tot een lokaal sportbedrijf (in de Nota Toekomstvisie Sportaccommodaties, december 2012) werkten we met de toekomstige beheerorganisatie voor binnen- en zwemaccommodaties aan de start van deze nieuwe organisatie (per 1 april 2014). De contracten met de bestaande exploitanten (SBAB en Optisport) zijn opgezegd. Daarnaast is in de adviesgroep buitensport gesproken over de toekomstige beheersstructuur voor buitensportaccommodaties, harmonisatie en de realisatie van de bezuinigingstaakstelling. Op basis hiervan ligt een advies voor om ook in Reeuwijk een beheersstructuur te organiseren volgens de wijze van de Stichting Buitensportvoorzieningen (BSV) Bodegraven. Partners hebben uitgesproken een bezuiniging van 10 % te willen behalen in 2014. Per betrokken partij zijn hier afspraken over gemaakt. In 2013 zijn de eerste buurtsportcoachactiviteiten georganiseerd, extra beweegactiviteiten voor onze inwoners gericht op meer bewegen, meer sociaal contact en een bredere afstemming tussen onze aanbieders op het gebied van sport en bewegen. De activiteiten startten na de zomervakantie. Zo is in onze gemeente het sport- en beweegaanbod uitgebreid met verschillende extra activiteiten voor BRAVO! en fitness voor mensen met een beperking. De SBAB, die de coördinerende functie van de buurtsportcoaches op zich neemt per 2014, is op zoek gegaan naar twee buurtsportcoaches. Eind 2013 waren de gesprekken met de toekomstige coaches in een vergevorderd stadium. Onderwijshuisvesting, realisatie Dronenplein In 2013 is de dependance Dronenpark verbouwd voor de peuterspeelzaal en de Verhoeff-Rollmanschool. Het oude gebouw van de peuterspeelzaal is gesloopt, zodat hier nieuwbouw voor de Prinses Beatrixschool kan komen.
Pagina 19 van 179, Jaarstukken 2013
Sociaal domein Verandering Wet maatschappelijke ondersteuning In het Wmo beleidskader is de richting uitgezet voor de uitgangspunten op het sociaal domein: we gaan uit van zelfredzaamheid en eigen kracht. Daar waar nodig wordt een vangnet geboden. We streven naar een veilige, vitale, leefbare en betrokken samenleving. De afnemende budgetten vragen om efficiënter werkende organisaties en meer zelfredzaamheid van burgers. De zogenoemde Kanteling om hiertoe te komen heeft in 2013 lokaal een stevige vorm en inhoud gekregen. Met een wetswijziging per 1 januari 2015 in het vooruitzicht is in 2013 regionaal en lokaal verder gewerkt aan de voorbereidingen om dit straks zo goed mogelijk uit te voeren. De visie sociaal domein en het beleidskader Gebundelde Krachten zijn hiertoe vast gesteld. Sturing op kwaliteit en budgetten wordt daarbij steeds belangrijker. Door de werkzaamheden in de administratieve backoffice Wmo uit te besteden is hierop een voorsprong genomen. Decentralisatie Jeugdzorg In 2013 is zowel regionaal als lokaal verder gewerkt aan de voorbereidingen om straks de jeugdzorgtaken goed uit te voeren. De visie op het sociaal domein en het regionale beleidskader op het sociaal domen zijn vastgesteld. Regionaal werkten we aan verschillende pilots, onder andere op het gebied van samenwerking met het onderwijs en kinderopvanginstellingen waardoor kinderen meer in de eigen leefomgeving kunnen blijven. Kinderen worden benaderd vanuit hun mogelijkheden en behouden hun eigen herkenbare sociale omgeving. In Bodegraven-Reeuwijk is het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) meer aanwezig op de plekken waar kinderen en ouders al komen. Gewerkt wordt aan samenwerking tussen de verschillende instellingen door vanuit een plan voor het gezin te werken. Steeds meer ouders en jongeren worden actief betrokken bij het hulpplan en dragen waar mogelijk zelf verantwoordelijkheid voor hun ondersteuningsplan Uitvoeringsorganisatie Zorg en Welzijn Naar aanleiding van een onderzoek, uitgevoerd door MOvactor, is besloten dat wij als gemeente gaan toegroeien naar een brede uitvoeringsorganisatie voor zorg en welzijn. Een aantal lokale welzijnsorganisaties heeft de opdracht opgepakt om deze organisatie te vormen met ingang van 2015. De organisatie moet straks dé toegang vormen voor inwoners op het gebied van participatie, welzijn en zorg. Eén subsidieprogramma In 2013 kwamen we tot een integraal programma voor alle gemeentelijke subsidies. In dit programma is een aanscherping gemaakt op de doelen: de visie op het sociaal domein geldt als vertrekpunt voor het subsidiebeleid. Naast deze aanscherping (partners moeten werken volgens de uitgangspunten van Welzijn Nieuwe Stijl, gericht op eigen kracht van de inwoners en gericht op inzet van het sociaal netwerk om de persoon heen en volgens het uitgangspunt ‘1 cliënt/gezin–1 aanpak–1 regisseur’) is de noodzakelijke bezuinigingsopdracht gerealiseerd. Vrijwilligersbeleid In samenwerking met vrijwilligerscentrale Erkend Talent is in de gehele gemeente aandacht besteed aan de landelijke actie NLDOET. In december is de vrijwilligersaward georganiseerd. Naast geldprijzen voor Ivrijwilligersorganisaties, zijn ook individuele vrijwilligers in het zonnetje gezet. Voor het eerst werd ook een publieksprijs uitgereikt. Met Erkend Talent spraken we eind 2013 af om samen te kijken naar een meer gerichte en, ter voorbereiding op de ontwikkelingen in het sociaal domein, beter passende vorm van vrijwilligersondersteuning. In 2014 ontwikkelen we dit verder.
Pagina 20 van 179, Jaarstukken 2013
Uitvoeringsplan Ouderenbeleid In 2013 is twee maal een Wonen Zorg Welzijn platform georganiseerd. Vanuit dit platform is een nieuwe ronde signalerende huisbezoeken gepland en voorbereid. Deze bezoeken worden in januari en februari 2014 afgelegd aan onze inwoners. Onderwijskansenbeleid In januari 2013 zijn de kaders Onderwijskansenbeleid vastgesteld. In juli hebben wij een convenant vooren vroegschoolse educatie (VVE) ondertekend samen met de peuterspeelzalen, kinderopvang, scholen en jeugdgezondheidszorg (JGZ), waarin onze gezamenlijke verantwoordelijkheid is vastgelegd. Op de voorscholen is een kind-observatiesysteem (een soort checklist) om de taalontwikkeling van kinderen te volgen. In overleg met peuterspeelzalen en scholen is een project versterking ouderbetrokkenheid voorbereid. Aanvullend hebben wij afspraken gemaakt over de inzet van een pilotproject Voorleesexpress, waarbij ouders worden betrokken bij voorlezen van hun kinderen. Onderwijs en Techniek Gemeente Bodegraven-Reeuwijk neemt sinds 2013 deel aan het netwerk Woerdens Techniek Talent (WTT). Doel van dit netwerk is om jongeren te wijzen op de kansen voor technische beroepen. In verband met dit dreigende tekort is een netwerk opgericht, om de keuze voor een technisch beroep te bevorderen. Het bestaat uit bedrijven, onderwijsinstellingen en de gemeenten Woerden, Montfoort, Bodegraven- Reeuwijk en Oudewater. Het netwerk zet zich in om opleidingen en bedrijfsleven zo goed mogelijk op elkaar te laten aansluiten. Door deelname aan WTT werkt de gemeente met het bedrijfsleven en het onderwijs aan een regionale impuls voor technisch beroepsonderwijs. Het college wil vroegtijdige schooluitval terugdringen en jeugdwerkloosheid zoveel mogelijk voorkomen. In november vond de jaarlijkse Techniek Driedaagse plaats voor leerlingen uit groep 7 en 8. Leerlingen gingen actief aan de slag bij technische bedrijven om te ervaren hoe dit is. Voorbeelden van de activiteiten waren muurtjes metselen, auto's repareren en uitdeuken, ramen schilderen, lampjes maken, sleutelhangers knutselen, chips bakken en naamplaatjes lassen. BRAVO! Bravo! staat voor BRede Activiteiten Voor Ontwikkeling. Het project is gericht op het gedurende meerdere jaren organiseren van een buitenschools activiteitenaanbod, met een grote verscheidenheid aan lokale activiteiten (op sport-, cultuur-, muziek, kunst-, educatie- en welzijnsgebied). Het doel van Bravo! is het bevorderen van de ontwikkeling van jeugdigen in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk (en op termijn ook hun ouders). Nevendoel is het bevorderen van de samenwerking tussen verschillende organisaties. Vorig jaar deden ongeveer 1.200 kinderen mee aan meer dan 150 activiteiten verspreid over het jaar.
Pagina 21 van 179, Jaarstukken 2013
Wat heeft het ons gekost? In dit hoofdstuk wordt bewust gekozen voor het presenteren van de resultaten per programma op een heel hoog aggregatieniveau. In één oogopslag kunnen de lasten, baten en het resultaat per programma uit de tabel en de grafiek worden afgelezen. De hieronder opgenomen toelichting is per product opgesteld en kan daarom niet worden aangesloten op deze cijfers. Deze aansluiting is wel mogelijk bij hoofdstuk 3.5. Daar worden de resultaten per programma nader verdeeld naar productniveau.
Lasten en baten programma Bedragen x € 1.000 Begroting na wijziging
20.000 15.000
14.912 15.054 14.908
Rekening 2013
10.000
Rekening 2012
5.000
1.728 1.895 1.852
-
Lasten
Baten
bedragen x € 1.000 Wat heeft het ons gekost? Resultaat voor bestemming Lasten Baten Totaal Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Lasten Baten Totaal Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Primitieve begroting
Begroting na wijziging
Rekening 2013
Verschil
Rekening 2012
- 14.826 1.670 - 13.155
- 14.912 1.728 - 13.183
- 15.054 1.895 - 13.159
- 143 N 167 V 24 V
- 14.908 1.852 - 13.056
- 65 32 - 33
- 65 32 - 33
- 65 32 - 33
-
- 282 996 714
- 13.188
- 13.216
- 13.192
24 V
- 12.342
Toelichting Huisvesting bijzonder basisonderwijs Lagere kapitaallasten doordat op de nieuwbouw Willibrord / Miland nog niet wordt afgeschreven terwijl dat wel voor 2013 was geraamd
Aard
Effect
I/S
J/N
Afwijking 40.000 V
I
N
64.000 V
Sport Aanvullende exploitatiebijdrage verstrekt aan Stichting Beheer Accommodaties Bodegraven
215.000 N I
N
85.000 N
Niet gerealiseerde inkooptaakstelling als gevolg van meerjarig contract Aanvullende dotatie aan de voorziening onderhoud sportaccommodaties
S
N
41.000 N
zoals in de 2e Burap gemeld.
S
J
118.000 N
Pagina 22 van 179, Jaarstukken 2013
Extra kosten voor opstellen meerjarenonderhoudsplannen en tegenvallend
S
J
55.000 N
onderhoud Werkzaamheden buurtsportcoaches verlegd naar 2014
I
N
52.000 V
Groene sportvelden en -terreinen
132.000 N
Hoger uitgevallen rentelasten vanwege niet begrote uitgaven sportpark Wierickeweide en kunstgrasveld Kaagjesland
I
N
71.000 N
Meer onderhoud uitgevoerd dan in het MJOP begroot
I
N
54.000 N
Ouderenwerk Incidenteel aanvullende subsidie Stichting Welzijn Ouderen Bodegraven
I
N
30.000 N 45.000 N
Kinderopvang Werk en Inkomen Lagere verstrekkingen / aanvragen omdat de subsidie met ingang van 2013 inkomensafhankelijk is gemaakt
32.000 V S
N
Huishoudelijke verzorging (Wmo)
32.000 v 118.000 V
Er wordt minder gebruik gemaakt van een Persoonsgebonden budget Hulp bij het huishouden.
S
J
34.000 V
Er wordt meer gebruik gemaakt van Zorg in Natura Hulp bij het huishouden.
S
J
88.000 N
De geinde eigen bijdragen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning zijn hoger uitgevallen dan begroot. Gedeeltelijk wel en
S
N
83.000 V
gedeeltelijk nog niet voorzien in begroting 2014. Het Wmo kantoor heeft efficientie doorgevoerd op onderdelen
S
J
50.000 V
dienstverlening. Hierdoor zijn deze kosten lager uitgevallen.
S
N
35.000 V
Woon- en vervoersvoorzieningen (Wmo) Er is dit jaar minder beroep gedaan op rolstoelvergoedingen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Het aantal woningaanpassingen in het kader van de Wet maatschappelijke
120.000 V I
N
35.000 V
ondersteuning is dit jaar aanzienlijk minder, ook in vergelijking met voorgaande jaren.
I
N
112.000 V
Er is dit jaar minder beroep gedaan op vervoersvoorzieningen (scootmobiels) in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning.
I
N
25.000 V
De bevoorschotting Collectief Vraagafhankelijk Vervoer over 2013 is hoger dan verwacht.
S
J
66.000 N
Pagina 23 van 179, Jaarstukken 2013
2.1.2. Programma 2 – Wonen en leven Verantwoordelijk portefeuillehouder: Wethouder J.L. van den Heuvel Belangrijkste producten: ruimtelijke ordening en volkshuisvesting Verantwoordelijk portefeuillehouder: Wethouder W.J.A. Verkleij Belangrijkste producten: kunst en cultuur Verantwoordelijk portefeuillehouder: Wethouder C.A. Oskam Belangrijkste producten: projecten
Wat is de kern van dit programma? Een veilige, duurzame, kwalitatief hoogwaardige en aantrekkelijke woon-, werk- en leefomgeving.
Het scheppen van condities om de inwoners te faciliteren op het gebied van wonen, werken, kunst en cultuur.
Welke maatschappelijke effecten willen we op termijn bereiken? De doelstellingen en maatschappelijke effecten die wij met dit programmaveld willen bereiken zijn de volgende. 1.
Het ontwikkelen van visies en verkenningen op de ruimtelijke mogelijkheden voor een evenwichtig
2.
aanbod van woningen, voorzieningen, bedrijfslocaties en recreatie. Het zorg dragen voor een adequaat en actueel planologisch-juridisch kader zodat we voldoen aan wettelijke eisen, burgers rechtszekerheid hebben en er mogelijkheden zijn voor ruimtelijke ontwikkelingen.
3.
4.
Het waarborgen van de veiligheid van de gebouwde omgeving en de ruimtelijke kwaliteit van de bebouwde omgeving. Door een adequate uitvoering van vergunningverlening, controle op de afgegeven beschikking en juridische handhaving. Het scheppen van condities om de inwoners te faciliteren op het gebied van wonen, werken, kunst en cultuur.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Structuurvisie Conform de doelstelling is in oktober 2013 door de raad de structuurvisie “Vitaliteit in het Reeuwijkse Land, 2013-2020” voor het grondgebied Reeuwijk vastgesteld. Door de vaststelling van de structuurvisie is er een integrale en samenhangende visie op de ruimtelijke ontwikkeling ontstaan. Door de toegepaste systematiek heeft er aansluiting plaatsgevonden met de al bestaande structuurvisie voor het grondgebied van Bodegraven “Vitaliteit op een Knooppunt, 2013-2020”. Ruimtelijke Plannen De inzet op het verkrijgen van een actueel planologisch actueel ruimtelijk regime voor het gehele gemeentelijke grondgebied heeft in 2013 zijn vruchten afgeworpen. Zo is het bestemmingsplan Broekvelden/Groote Wetering I/AC-driehoek vastgesteld waarmee, naast een actueel planologisch kader ook de uitvoering van de revitalisering van bedrijventerrein Broekvelden doorgang kan vinden. Maar ook voor Reeuwijk-Dorp en de kern Nieuwerbrug zijn respectievelijk een bestemmingsplan en beheersverordening vastgesteld.
Pagina 24 van 179, Jaarstukken 2013
Na enkele druk bezochte inloopavonden is het ontwerp-bestemmingsplan Plassengebied in maart 2013 ter inzage gegaan. De hoeveelheid ingekomen reacties hebben ons genoodzaakt om nadere bestudering van diverse bebouwde en onbebouwde percelen. De vaststelling van het bestemmingsplan is hierdoor doorgeschoven naar 2014. Voor het aangrenzende gebied, Polder Oukoop en Negenviertel, is ook in maart 2013 de procedure gestart. Ook hiervoor zijn aanvullende onderzoeken uitgevoerd, waaronder de opstelling van een Milieueffect rapportage (MER). Vaststelling heeft inmiddels eerste kwartaal 2014 plaatsgevonden. Door de stikstofproblematiek in het buitengebied en de vertraging in de besluitvorming over de ecologische hoofdstructuur (EHS) van de zijde van de provincie heeft er in 2013 geen vaststelling plaatsgevonden van bestemmingsplan Buitengebied West. Vaststelling vindt plaats in derde kwartaal van 2014. Daarnaast zijn er voor enkele projecten bestemmingsplannen vastgesteld. Dit zijn de bestemmingsplannen ‘herziening Oude Tol, fase III’, “Rijngaarde”, “Graaf Albrechstraat” en bestemmingsplan “Voormalig Domburg terrein” voor de ontwikkeling van Molenzicht. De voorbereidingen van de herontwikkeling van het terrein van Citylife zijn in 2013 uitgevoerd. Eerste kwartaal 2014 is dit bestemmingsplan vastgesteld. Prioritering woningbouwprogramma Door de veranderde woningmarkt blijft het moeilijk om bouwinitiatieven tot realisatie te brengen. Weliswaar heeft onze gemeente de afgelopen jaren nog een forse productie gehaald en zijn er veel projecten in voorbereiding, maar op dit moment lijken er weinig plannen tot realisatie te komen. In 2013 is daarom ingezet op een (her)prioritering van het woningbouwprogramma. De gemeente focust zich op een beperkt aantal projecten. Niet-kansrijke projecten worden beëindigd of uitgesteld. Daardoor kan extra aandacht worden besteed aan de wel kansrijke initiatieven. Bij de prioritering van particuliere projecten is met name gekeken naar een beperkt aantal bijzondere woningtypen, de ligging, de planologisch-juridische situatie, privaatrechtelijke overeenkomsten en voor gemeentelijke projecten naar de financiële consequenties. Besluitvorming door de gemeenteraad heeft in december 2013 plaatsgevonden. Verdere uitwerking vindt plaats via het Ronde Tafel Gesprek in februari 2014. Definitieve besluitvorming over de prioritering vindt plaats bij de behandeling van het MPG in juni 2014. Bouwen en Wonen Door de uitwerking van het formatieonderzoek (uitgevoerd in 2012) was er onvoldoende personele capaciteit beschikbaar in 2013 om een brede oriëntatie uit te voeren over toekomstig actueel nieuw welstandbeleid. Deze oriëntatie is doorgeschoven naar 2014. Monitoring (omgevings)vergunningen De monitoring van de doorlooptijd van aanvragen (omgevings)vergunningen vindt bij de Omgevingsdienst Midden Holland continue plaats. Er zijn in 2013 302 vergunningen aangevraagd en afgehandeld. Daarvan zijn er 291 binnen de daarvoor gestelde fatale termijnen afgehandeld. In 11 gevallen zijn wettelijke termijnen verstreken. Bij aanvragen die met een uitgebreide procedure conform de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO) zijn doorlopen, en waarbij de gemeentelijke beleidsafdelingen zijn betrokken, gelden geen fatale termijnen. Ook in 2013 is continue gestreefd naar een snelle afwikkeling van dergelijke aanvragen. Afwikkelingstijd van de procedures is sterk afhankelijk van de snelheid van handelen van alle betrokken partijen, waaronder de initiatiefnemer zelf.
Pagina 25 van 179, Jaarstukken 2013
Bouwinitiatievenloket Afwikkelingstijd van verzoeken die wat grootschaliger van aard zijn en die nog in de oriënterende fase zitten, de zogenaamde principe- of vooroverlegverzoeken, worden sinds eind 2013 voor besproken in het zogenoemde Bouwinitiatievenloket. Dit ‘loket’ moet bevorderen dat initiatiefnemers sneller en eerder in gesprek kunnen gaan over de kaders van de ruimtelijke beleidsinstrumenten. De beoordeling op haalbaarheid van verzoeken kan zo op een informeler manier plaatsvinden waardoor initiatiefnemers beter kunnen afwegen of het indienen van een formeel principeverzoek de moeite waard is. Dat scheelt niet alleen voor de initiatiefnemer tijd en geld, maar ook voor het ambtelijk apparaat. Het voorkomt onnodige behandeling van verzoeken waarvan de haalbaarheid op voorhand al klein is. Evertshuis De realisatie van het Evertshuis, klantcontactcentrum en bibliotheek heeft in 2013 letterlijk vorm gekregen. De bouw is in volle gang. De oplevering van het Evertshuis zal plaatsvinden eind van het eerste kwartaal van 2014. De feitelijke ingebruikname volgt dan spoedig in het tweede kwartaal. Realisatie Bibliotheekwerk Nieuwe Stijl In 2013 werkten we met de bibliotheek De Groene Venen verder aan (de uitwerking van) Bibliotheekwerk Nieuwe Stijl. Hieronder verstaan we een vorm van bibliotheekwerk met extra aandacht voor de doelgroep jeugd, laaggeletterde inwoners en kwetsbare ouderen, gericht op uitbreiding van de uitleenfunctie maar met minder locatie-eisen, zoveel mogelijk dorpsgericht ingezet en in samenwerking met andere partners (brede school, zorgcentra, cultuur). De eerste fase hiervan richt zich op het realiseren van de nieuwe bibliotheek in het Evertshuis. In 2013 is gestart met de renovatie. De bibliotheek is tijdens de nieuwbouw tijdelijk verplaatst naar de basisschool ‘t Vogelnest. In Reeuwijk-Brug is de bibliotheek gedurende de renovatie op de huidige locatie gebleven. Streven is om de bibliotheekfunctie in 2014 in te zetten. De fasering hierna richt zich op het vormgeven van de bibliotheekfunctie in andere dorpen volgens het principe van Bibliotheekwerk Nieuwe Stijl. Wat heeft het ons gekost? In dit hoofdstuk wordt bewust gekozen voor het presenteren van de resultaten per programma op een heel hoog aggregatieniveau. In één oogopslag kunnen de lasten, baten en het resultaat per programma uit de tabel en de grafiek worden afgelezen. De hieronder opgenomen toelichting is per product opgesteld en kan daarom niet worden aangesloten op deze cijfers. Deze aansluiting is wel mogelijk bij hoofdstuk 3.5. Daar worden de resultaten per programma nader verdeeld naar productniveau.
Lasten en baten programma Bedragen x € 1.000
60.000
Begroting na wijziging
56.712
50.000
46.480
42.592
40.000 30.000 20.000
27.589 15.709
10.000
11.879
-
Lasten
Pagina 26 van 179, Jaarstukken 2013
Baten
Rekening 2013
Rekening 2012
bedragen x € 1.000 Primitieve begroting
Begroting na wijziging
- 23.931 23.596 - 335
- 15.709 11.879 - 3.830
Mutatie reserves Lasten Baten Totaal Mutatie reserves
- 1.424 526 - 898
- 5.817 6.470 653
Resultaat na bestemming
- 1.234
- 3.177
Wat heeft het ons gekost? Resultaat voor bestemming Lasten Baten Totaal Resultaat voor bestemming
Toelichting
Rekening 2013
Verschil
Rekening 2012
- 42.592 - 26.883 N 27.589 15.710 V - 15.003 - 11.173 N
- 56.712 46.480 - 10.232
- 5.817 6.470 653
-0N 0V -
- 4.814 8.211 3.397
- 14.350 - 11.173 N
- 6.834
Aard I/S
Effect J/N
Erfgoed Door de gehanteerde methodiek van kostentoerekening door middel van
Afwijking 50.000 V
urenverantwoording ontstaan verschillen ten opzichte van de begroting. Op de ene post leidt dit tot een voordeel; op andere tot een nadeel.
S
N
22.000 V
Er zijn minder subsidies voor (onderhouds)kosten monumenten toegekend dan geraamd.
S
N
20.000 V
Ruimtelijke ordening
47.000 N
Door de gehanteerde methodiek van kostentoerekening door middel van urenverantwoording ontstaan verschillen ten opzichte van de begroting. Op de ene post leidt dit tot een voordeel; op andere tot een nadeel. Meer opbrengsten partiële herzieningen door overeenkomst Camping (2e
S
N
83.000 N
deel).
I
N
60.000 V
Volkshuisvesting Door de gehanteerde methodiek van kostentoerekening door middel van urenverantwoording ontstaan verschillen ten opzichte van de begroting. Op de ene post leidt dit tot een voordeel; op andere tot een nadeel.
106.000 N
S
N
Bouw- en woningtoezicht
123.000 N 201.000 N
De contractuele bijdrage voor ODMH was in 2013 € 68.000 hoger dan geraamd. Aan personeel van derden is € 30.000 minder uitgegeven dan geraamd. Aan dit product zijn minder uren besteed. Dit levert op dit product een voordeel op van €175.000.
S
N
137.000 V
S
N
319.000 N
Zoals aangekondigd in de 2e Burap zijn er in 2013 veel minder vergunningen afgegeven dan geraamd. De legesopbrengsten zijn daardoor lager. In de 2e Burap was hiervoor € 340.000 aangekondigd. Beheer gemeentelijke eigendommen Kosten inhuur voor (algemene) beleidsmatige aspecten van het grondbedrijf. Dit is gemeld in de 2e bestuursrapportage van 2013. Als gevolg van het omzetten van projecten naar grondexploitaties en vanwege het afsluiten van projecten in het boekjaar 2012 zijn de kapitaallasten op het subproduct Beheer Vastgoed lager.
28.000 V S
N
71.000 N
S
N
216.000 V
Pagina 27 van 179, Jaarstukken 2013
Al gerapporteerd in de 2e Burap was het boekverlies door de verkoop van Raadhuisweg 51/53.
I
N
Erfpachtsgronden Hogere opbrengst erfpachtcanons omdat de verwachte verkopen van
125.000 N 80.000 V
bloot eigendom niet zijn gerealiseerd. Hierdoor kan de jaarlijkse canon weer in rekening worden gebracht.
S
N
49.000 V
Lagere rentelasten vanwege vertraagde verkoop van de appartementen op MFA de Oude Tol
S
N
38.000 V
Exploitatieovereenkomsten
204.000 V
Voordeel vanwege niet geraamde fondsafdrachten uit grondexploitaties.
I
N
Kosten afgesloten grondexploitaties Vrijval voorziening voor afwikkeling OMB. De afwikkeling heeft plaatsgevonden eind 2013/begin 2014 waardoor dit niet in de ramingen is verwerkt.
204.000 V 586.000 V
I
N
Winsten en verliezen grondexploitaties
606.000 V 11.774.000 N
In het meerjarenplan Grondexploitaties (MPG) 2013 zijn de resultaten van alle projecten en grondexploitaties herrekend. Zoals reeds eerder aangekondigd moeten forse verliezen worden genomen. Het overgrote deel hiervan (€ 8,9 miljoen) komt voor rekening van Weideveld. Voor een uitgebreide toelichting wordt verwezen naar het MPG waar alle projecten en grondexploitaties individueel zijn toegelicht.
S
N
11.542.000 N
Extra lasten voor geraamde fondsafdracht (zie ook hierboven bij “exploitatieovereenkomsten”)
I
N
204.000 N
S
N
28.000 N
e
Reeds afgesloten exploitaties in de 2 bestuursrapportage
Pagina 28 van 179, Jaarstukken 2013
2.1.3. Programma 3 – Landelijk gebied Verantwoordelijk portefeuillehouder: Wethouder C. Oskam Belangrijkste producten: duurzaamheid, milieu, recreatie en toerisme en gebiedsmarketing Verantwoordelijk portefeuillehouder: Wethouder W.J.A. Verkleij Belangrijkste producten: jacht & visserij en dierenwelzijn Verantwoordelijk portefeuillehouder: Wethouder J.L. van den Heuvel Belangrijkste producten: agrarische zaken Wat is de kern van dit programma? Landschap • Een goed evenwicht tussen landschap en natuur en economische functies • Het karakteristieke beeld van het landelijk gebied op perceelsniveau behouden en verbeteren Erfgoed • Een zorgvuldig beheer van het landschappelijke en culturele erfgoed Natuur, Duurzaamheid en Milieu • Een gezonde en duurzame gemeente waarbij energie, klimaat en duurzaam bouwen voldoende aandacht krijgen • Burgers beschermen tegen vermijdbare milieurisico’s • Een toename van milieubewust gedrag bij kinderen, jongeren, volwassenen en bedrijven. Recreatie en toerisme • Een aantrekkelijk en gevarieerd aanbod voor recreatie en kleinschalig toerisme met behoud van de landschappelijke waarde • Een versterkte toeristische aantrekkelijkheid van de gemeente om het toeristisch bezoek aan de gemeente te vergroten • (Landelijke) bekendheid van Bodegraven-Reeuwijk De gemeente is gezond en duurzaam met een vitale landbouwsector in een oorspronkelijk cultuurlandschap met zorgvuldig beheerd erfgoed. Dit alles vormt de basis voor een gevarieerd aanbod voor recreatie en kleinschalig toerisme. Doelgroepen De belangrijkste doelgroepen bij het realiseren van deze visie zijn: Inwoners en bezoekers landelijk gebied Ondernemers in het landelijk gebied Recreanten en toeristen Maatschappelijke instellingen op het gebied van milieu, historie, natuur en archeologie Recreatie ondernemers (watersport/horeca) Welke 1 2 3 4 5 6
maatschappelijke effecten willen we op termijn bereiken? Het behoud van een vitale landbouw en het oorspronkelijk cultuurlandschap Bewust energiegebruik en hergebruik van materialen Een goed recreatief en toeristisch klimaat binnen onze gemeente Het behoud van het landelijk karakter van de gemeente, de natuurwaarden en het erfgoed De ontwikkeling van het landelijk gebied en de economische functies in het buitengebied Verstevigde, georganiseerde visserij in met name het Reeuwijkse Plassengebied
Wat hebben we daarvoor gedaan? 1 In 2011 is voor het Bodegraven deel van de gemeente een Structuurvisie opgesteld. Op 6 maart 2013 is voor het Reeuwijkse deel een ontwerp-structuurvisie opgesteld. In beide structuurvisies is het (ruimtelijke) beleid op hoofdlijnen voor het zuidelijk deel van de gemeente vastgelegd. Deze visie gaat onder andere uit van het benutten van potenties en kansen in het buitengebied
Pagina 29 van 179, Jaarstukken 2013
maar waarbij het buitengebied en het daarbij behorende landschap het raamwerk voor eventuele ontwikkelingen vormt. Kansen waarbij aangedacht kan worden zijn thema’s als recreatie landbouw en veeteelt, maar ook natuur en water zijn streekeigen functies in het buitengebied van Bodegraven-Reeuwijk. De structuurvisie is op 9 oktober 2013 door de gemeenteraad vastgesteld. Nominatie Limes Werelderfgoedlijst De Rijksoverheid (in samenwerking met de provincies Zuid-Holland, Utrecht en Gelderland) heeft het voornemen om de Limes (Romeinse rijksgrens; inclusief diverse terreinen in plaatsen met resten van castella; dus inclusief Bodegraven) op de lijst van UNESCO Werelderfgoed te krijgen. Het centrum van Bodegraven en enkele andere delen van de gemeente vallen hier onder. In de geactualiseerde provinciale Structuurvisie Ruimte en de geactualiseerde provinciale Verordening Ruimte wordt uitgebreid aandacht besteed aan de limes én de consequenties voor de bestemmingsplannen (en andere relevante plannen). In januari 2014 hebben rijk, provincies en gemeenten de intentieverklaring ‘nominatie Limes Werelderfgoed’ ondertekend. 2
Bevorderen milieueducatie en –bewustzijn op scholen en elders stimuleren De Omgevingsdienst Midden-Holland (ODMH) voert namens de gemeente Bodegraven-Reeuwijk de natuur- en milieu-educatietaken uit. Aan alle basisscholen in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk biedt het natuur- en educatiecentrum de Zwanebloem (namens ODMH) diverse producten aan. Hiervan is veel gebruik gemaakt. De producten bestaan uit lessen op de Zwanebloem, buitenlessen en uitleenlessen én –materialen over uiteenlopen natuur- en milieuthema’s. Thema’s waren o.a. duurzaam gebruik van grondstoffen, water en groen. In 2014 zal worden aangesloten bij de thema’s van de gemeentelijke duurzaamheidsvisie. Energiebesparingsworkshops De ODMH heeft in 2013 enkele energiebesparingsworkshops georganiseerd voor bewoners. Veel handige bespaartips en een gratis energiebox voor de deelnemers hielpen de bewoners op weg om thuis hun besparing te gaan realiseren. De workshops werden gehouden in de gemeentehuizen van Reeuwijk en Bodegraven. Duurzaamheidsvisie De gemeenteraad heeft op 11 december 2013 de Duurzaamheidsvisie Bodegraven- Reeuwijk vastgesteld. De duurzaamheidsvisie is een kader voor alle beleidsterreinen. In de visie staat op welke terreinen het gemeentelijk beleid aandacht besteedt aan de bredere duurzaamheiddoelstelling. Gemeente Bodegraven-Reeuwijk zet in op duurzaamheid. Het doel is dat de gemeente haar eigen voorbeeldfunctie zo optimaal mogelijk vormgeeft en de milieudruk van haar eigen activiteiten zo laag en efficiënt mogelijk houdt. De gemeente speelt ook een stimulerende en regisserende rol richting inwoners en bedrijven. Op het gebied van duurzaamheid wordt intensief samengewerkt met het bedrijfsleven, organisaties en de inwoners. Er wordt steeds een zorgvuldige afweging gemaakt tussen de dragende pijlers: sociaal, ecologie en economie. Deze pijlers moeten met elkaar in evenwicht zijn. E-laadpalen Om elektrisch rijden te stimuleren zijn er in 2013 twee oplaadpunten gerealiseerd in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk. Energiemonitoring en -beheer gemeentelijke aansluitingen Dit is één van de gemeentelijke speerpunten. Het gemeentehuis wordt nu gemonitord. Dit zal in 2014 worden gevolgd door andere aansluitingen.
Pagina 30 van 179, Jaarstukken 2013
3
In 2013 is verder gewerkt aan het netwerk Recreatie en Toerisme in de regio. We zijn als gemeente deelnemer aan de bestuurlijke tafel van 18 gemeenten die de website Groene Hart een facelift hebben gegeven en hard aan hetw erk zijn aan het Merk Groene Hart. Er is daarvoor een opdrachtgeversgroep geformeerd die een nieuw opgerichte stichting Merk en Marketing Groene Hart aanstuurt. De businesscase met verdienmodel staan hoog op de agenda en zullen in 2014 nader worden ingevuld. We hebben in 2013 de projectbeschrijving voor het rondje Rijn en Ijssel (de Weidse Waterbaan) gekoppeld aan de erfgoedlijnen en OHWL van de provincie om financiële ondersteuning te vinden. Dat is nog niet echt gelukt. Wel is het project voorgedragen voor een gebiedsdeal in het kader van het provinciale uitvoeringsprogramma Groen waarvoor de provincie Zuid Holland enkele miljoenen euro’s heeft geerserveerd. Binnen de gemeente zelf is met steun van ons college een initiatiefgroep bezig met de voorbereidingen voor een passantenhaven aan de Rijnkade in het centrum van Bodegraven. Wij hebben hen in contact gebracht met de Koniklijke Heidemaatschappij voor technische ondersteuning en procesfinanciering. Wij ondersteunen meerdere WSV initiatieven langs de Rijnoever in het kader van het gewijzigde ligplaatsenbeleid van de provincie. Er mogen geen particuliere boten meer aangemeerd liggen zonder lid te zijn van een watersportvereniging. In het afgelopen jaar heeft een gemeentelijke visie op recreatie en toerisme het leven gezien. Alvorens de visie te gaan uitdragen gaan we eerst verder werken aan een uitvoeringsplan.
4
Archeologie Om de betrokkenheid van de inwoners bij het aspect ‘archeologie’ te vergroten hebben de archeologen van de OMDH op Open Monumentendag in het Wierickerhuis een ruimte ingericht met tal van archeologische vondsten uit en rondom Nieuwerbrug. Tijdens deze dag konden burgers hun eigen vondsten laten determineren. Met name interessant waren vondsten van de voormalige ‘Hof van Waarder’ en een klein bronzen armbandje dat mogelijk dateert uit het begin van onze jaartelling. De ODMH is bezig geweest met een inventarisatie van alle archeologische onderzoeken die zijn uitgevoerd in de gemeenten Bodegraven-Reeuwijk. Een volledig overzicht ontbrak tot nu toe. Dit project zal worden afgerond in 2014.
5
Door het ontwikkelen van toeristisch recreatieve routes, met name vaarverbindingen, en het in het bestemmingsplan mogelijk maken van recreatieve nevenactiviteiten op agrarische bedrijven, wordt en is getracht de economische functies in het buitengebied te verruimen. Naast wandel- en fiestroutes is het gebied heel geschikt voor vaarroutes, met name in de noord-zuidverbinding door het gebied.
6
In 2013 is in vervolg op 2012 intensief overleg geweest met alle betrokken parijen apart om te komen tot een gemeenschappelijke aanpak van een nieuw visstandbeheerplan. Dat heeft geleid tot aanpassingen op de discussienotitie voor een structuur voor overleg met afspraken. Tot een “verbroedering” is het helaas nog niet gekomen. Een gedragen visstandbeheer blijft het doel.
Pagina 31 van 179, Jaarstukken 2013
Wat heeft het ons gekost? In dit hoofdstuk wordt bewust gekozen voor het presenteren van de resultaten per programma op een heel hoog aggregatieniveau. In één oogopslag kunnen de lasten, baten en het resultaat per programma uit de tabel en de grafiek worden afgelezen. De hieronder opgenomen toelichting is per product opgesteld en kan daarom niet worden aangesloten op deze cijfers. Deze aansluiting is wel mogelijk bij hoofdstuk 3.5. Daar worden de resultaten per programma nader verdeeld naar productniveau.
Lasten en baten programma Bedragen x € 1.000
2.000
Begroting na wijziging
1.852 1.855 1.808
1.500
Rekening 2013
1.000
Rekening 2012
500
266
158
-
Lasten
161
Baten
bedragen x € 1.000 Wat heeft het ons gekost? Resultaat voor bestemming Lasten Baten Totaal Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Lasten Baten Totaal Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Primitieve begroting
Begroting na wijziging
Rekening 2013
Verschil
Rekening 2012
- 1.785 316 - 1.468
- 1.852 266 - 1.585
- 1.855 158 - 1.697
-4N - 108 N - 112 N
- 1.808 161 - 1.647
-4 -4
-4 -4
-4 -4
-
-4 -4
- 1.472
- 1.590
- 1.702
- 112 N
- 1.651
Toelichting Openluchtrecreatie
Aard
Effect
I/S
J/N
S
N
Afwijking 90.000 N
De leges voor de vaarvergunningen waren in de begroting 2013 dubbel geraamd. Dit is gerapporteerd in de 2e Burap en in de begroting 2014 inmiddels gecorrigeerd.
Pagina 32 van 179, Jaarstukken 2013
100.000 N
2.1.4. Programma 4 – Openbare ruimte Verantwoordelijk portefeuillehouder: Wethouder J.C. Goudbeek Belangrijkste producten: openbare ruimte, verkeer en vervoer, afvalinzameling en –verwerking, riolering, begraafplaatsen en evenementen Wat is de kern van dit programma? De gemeente streeft naar een schone en veilige openbare ruimte. De bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid in stand houden en waar mogelijk verbeteren. Een grotere eigen verantwoordelijkheid van bewoners van hun leefomgeving. Efficiënt inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval conform de landelijke afvalscheiding doelstelling. Efficiënt inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater en hemelwater conform de eisen van de Wet milieubeheer en Waterwet. Accommodaties en gemeentelijke eigendommen dienen in een goede staat van onderhoud verkeren. Doelgroepen De belangrijkste doelgroepen bij het realiseren van deze visie: Inwoners Ondernemers Bezoekers Welke maatschappelijke effecten willen we op termijn bereiken? 1. Een openbare ruimte die goed aansluit op de verschillende maatschappelijke behoeften en die op een integrale wijze wordt beheerd. 2. Het verbeteren van de mobiliteit en de verkeersveiligheid. 3. Het behouden van een schone en hygiënische leefomgeving met een zo beperkt mogelijke belasting voor het milieu. 4. Het zorg dragen voor goed verzorgde begraafplaatsen met voldoende grafruimten en rekening houdend met de wensen van de nabestaanden. Wat hebben we daarvoor gedaan? Doelstelling Te realiseren resultaat/ projecten
Gereed
Herken baar
veilig
duur zaam
1
Het onderhouden en beheren van de openbare ruimte conform de vastgestelde beeldkwaliteiten
Continue
x
x
x
2
Het uitvoeren van het uitvoeringsprogramma 2013
2013 t/m
x
x
x
x
x
x
x
x
t/m 2016 conform een gebiedsgerichte aanpak
2016
3
Het uitvoeren van de nog her in te richten centrumstraten conform de centrumvisie
2013
4
Realiseren van een rondweg rond Reeuwijk-Brug:
2016
Afwaarderen van het autoverkeersbewegingen Raadhuisweg/Zoutmansweg.
Pagina 33 van 179, Jaarstukken 2013
5
Verbeteren verkeersveiligheid omgeving scholen
6
Behalen van de landelijke norm van afvalscheiding
Continue
X
x
x
2015
x
2013
x
2013
x
van 60% 7
Maximaal uitbreiden aantal ondergrondse containers voor restafval (inzameling voor 80% via toepassen van deze containers)
8
Maximaal intensiveren van de inzameling van oud papier door het uitzetten van blauwe minicontainers (Reeuwijk)
9
10
Realiseren van de uitbreiding van de algemene begraafplaats Vredehof
2015
x
x
Afronden van het onderzoek naar de mogelijkheden
2013
x
x
van het aanpassen van de begraafplaats aan de Schinkeldijk m.b.t. mogelijkheden voor condoleance en/of opbaren 11
Milieumaatregelen: terugbrengen gebruik chemische middelen op verhardingen
2013 t/m 2016
12
Adequate serviceniveau afhandeling vragen, klachten en meldingen
Continue
13
Wijkteams en bewoners actief betrekken
Continue
x
x
x
x
Voor een uitgebreide toelichting op de activeiten die in dit kader zijn verricht wordt verwezen naar de toelichting op de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen (paragraaf 3)
Pagina 34 van 179, Jaarstukken 2013
Wat heeft het ons gekost? In dit hoofdstuk wordt bewust gekozen voor het presenteren van de resultaten per programma op een heel hoog aggregatieniveau. In één oogopslag kunnen de lasten, baten en het resultaat per programma uit de tabel en de grafiek worden afgelezen. De hieronder opgenomen toelichting is per product opgesteld en kan daarom niet worden aangesloten op deze cijfers. Deze aansluiting is wel mogelijk bij hoofdstuk 3.5. Daar worden de resultaten per programma nader verdeeld naar productniveau.
bedragen x € 1.000 Wat heeft het ons gekost? Resultaat voor bestemming Lasten Baten Totaal Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Lasten Baten Totaal Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Primitieve begroting
Begroting na wijziging
Rekening 2013
Verschil
Rekening 2012
- 13.708 8.731 - 4.977
- 15.213 8.561 - 6.652
- 15.959 9.009 - 6.951
- 746 N 448 V - 298 N
- 14.969 8.906 - 6.063
- 37 15 - 22
- 37 1.426 1.389
1.426 1.426
37 V 37 V
- 279 268 - 11
- 4.999
- 5.264
- 5.525
- 261 N
- 6.075
Aard
Effect
I/S
J/N
S
N
70.000 N
S
N
20.000 N
schade aan bermen aangebracht door bouwactiviteiten van het Hoogheemraadschap Rijnland.
I
N
42.000 N
De doorbelasting van degeneratiekosten aan bedrijven is hoger uitgevallen.
S
J
57.000 V
Lagere afschrijvings- en rentelasten omdat een aantal voorgenomen investeringen nog niet in 2013 ten uitvoer zijn gebracht of afgerond.
S
N
167.000 V
Toelichting Wegen, straten en pleinen In verband met vorstschade zijn de onderhoudskosten wegen hoger uitgevallen. Dit jaar is een wegeninspectie uitgevoerd. Deze kosten zijn niet voorzien. In verband met de aanleg van natuurvriendelijke oevers is er aanzienlijke
Afwijking 195.000 N
Pagina 35 van 179, Jaarstukken 2013
Niet ingevulde taakstelling Integraal Beheer en Beleidsplan.
S
J
150.000 N
Op de ene post leidt dit tot een voordeel; op andere tot een nadeel.
S
N
86.000 N
Reinigen van wegen Hogere te betalen bijdrage aan Cyclus
S
J
33.000 N 70.000 N
S
N
29.000 V
Door de gehanteerde methodiek van kostentoerekening door middel van urenverantwoording ontstaan verschillen ten opzichte van de begroting.
Door de gehanteerde methodiek van kostentoerekening door middel van urenverantwoording ontstaan verschillen ten opzichte van de begroting. Op de ene post leidt dit tot een voordeel; op andere tot een nadeel. Gladheidsbestrijding De kosten van gladheidbestrijding zijn aanzienlijk hoger uitgevallen in verband met zware winterse omstandigheden in het begin van het jaar 2013.
44.000 N
S
N
Kosten van groepsremplace 2011 zijn nog in 2013 verantwoord . De kosten van onderhoud zijn hoger uitgevallen
S S
N N
19.000 N 11.000 N
De energielasten zijn hoger uitgevallen Door de gehanteerde methodiek van kostentoerekening door middel van
S
J
13.000 N
S
N
40.000 N
Besparing op onderhoud Lagere afschrijvings- en rentelasten door het later uitvoeren van de
S
N
20.000 V
renovatie van de Fokkerbrug.
S
N
40.000 V
Verkeer Hogere onderhoudskosten verkeersregelinstallaties.
S
N
101.000 N 16.000 N
Op de ene post leidt dit tot een voordeel; op andere tot een nadeel.
S
N
71.000 N
Waterwegen Eenmalig minder vervanging van beschoeiing plaatsgevonden.
S
N
36.000 V 11.000 V
S
N
28.000 V
Openbare verlichting
urenverantwoording ontstaan verschillen ten opzichte van de begroting. Op de ene post leidt dit tot een voordeel; op andere tot een nadeel.
60.000 N 92.000 N
Bruggen
71.000 V
Door de gehanteerde methodiek van kostentoerekening door middel van urenverantwoording ontstaan verschillen ten opzichte van de begroting.
Door de gehanteerde methodiek van kostentoerekening door middel van urenverantwoording ontstaan verschillen ten opzichte van de begroting. Op de ene post leidt dit tot een voordeel; op andere tot een nadeel. Openbaar groen Er is in 2013 veel meer onkruid geweest dan normaliter. Hierdoor zijn
164.000 N
meer onderhoudsbeurten uitgevoerd. Dit jaar is een bijdrage Rijnhoek fase 1 en 2 ontvangen met betrekking
S
N
55.000 N
tot groenaanleg . Dit betreft de vergoeding voor eigen gemaakte uren. Hogere kosten landschapsonderhoud en plasoevers met name door het
I
N
55.000 V
vervallen van de bijdrage Stichting B.L.R. Het bijhouden van het beheersysteem openbare ruimte heeft niet meer in
S
N
56.000 N
2013 plaatsgevonden. Dit is begin 2014 uitgevoerd.
S
N
25.000 V
Pagina 36 van 179, Jaarstukken 2013
Door de gehanteerde methodiek van kostentoerekening door middel van urenverantwoording ontstaan verschillen ten opzichte van de begroting. Op de ene post leidt dit tot een voordeel; op andere tot een nadeel.
S
N
Speelgelegenheden
152.000 N 76.000 V
Door de gehanteerde methodiek van kostentoerekening door middel van urenverantwoording ontstaan verschillen ten opzichte van de begroting. Op de ene post leidt dit tot een voordeel; op andere tot een nadeel.
S
N
60.000 V
Afvalinzameling en afvalverwerking Hogere kosten afvalinzameling 2013
S
J
116.000 V 411.000 N
Teruggaaf teveel betaalde afvalinzameling 2012 Lagere kosten afvalverwerking 2013
S S
N J
80.000 V 143.000 V
Lagere kosten afvalverwerking 2013 De kwartaalopbrengsten van Nedvang zijn flink hoger dan begroot.
S
N
70.000 V
Hierdoor zijn de opbrengsten op afval hoger dan voorzien. Gedeeltelijk nog niet in begroting 2014 voorzien.
S
J
90.000 V
De kwartaalopbrengsten van Nedvang zijn flink hoger dan begroot. Gedeeltelijk al in begroting 2014 voorzien.
S
N
10.000 V
De laatste twee kwartalen 2012 van Nedvang zijn in 2013 verantwoord. Vrijval budget in verband met het onderbrengen van de kosten binnen het
S
N
83.000 V
DVO Cyclus NV. Lagere opbrengst afvalstoffenheffing
S S
J N
95.000 V 35.000 N
Riolering Lagere afschrijvings- en rentelasten omdat een aantal voorgenomen investeringen nog niet in 2013 ten uitvoer zijn gebracht of afgerond
145.000 V S
N
91.000 V
S S
N N
34.000 V 33.000 V
Door de gehanteerde methodiek van kostentoerekening door middel van urenverantwoording ontstaan verschillen ten opzichte van de begroting. Op de ene post leidt dit tot een voordeel; op andere tot een nadeel. Hogere opbrengst rioolrechten Begraafplaatsen De opbrengsten begrafenisrechten zijn lager dan geraamd. Ten opzichte van het meerjarig gemiddelde zijn 19 graven minder verkocht.
64.000 N S
N
64.000 N
Pagina 37 van 179, Jaarstukken 2013
2.1.5. Programma 5 – Economie en arbeidsparticipatie Verantwoordelijk portefeuillehouder: Wethouder J.C. Goudbeek Belangrijkste producten: economische aangelegenheden, sociale werkvoorziening, arbeidsparticipatie, inkomensondersteuning en participatiebudget (re-integratie, volwasseneneducatie en inburgering) en markten Wat is de kern van dit programma? Binnen dit programma staat het realiseren van de volgende maatschappelijke effecten centraal: Een goed niveau van economische bedrijvigheid en lokale werkgelegenheid. Bevorderen en realiseren van duurzame uitstroom uit de uitkering naar regulier werk. Een goed ondernemersklimaat en een vitale lokale en regionale economie. Een toekomstgerichte duurzame economie (people, planet, profit). Een gevarieerd aanbod van winkel(locaties) voor ondernemers en consumenten. Veilige en bereikbare bedrijventerreinen. Waar mogelijk vermindering van regelgeving voor ondernemers. Doelgroepen De belangrijkste doelgroepen bij het realiseren van deze maatschappelijke effecten: Werknemers/ ondernemers. Inwoners met een uitkering en/of minimum inkomen. Deelnemers WSW. Diverse maatschappelijke instellingen. Welke maatschappelijke effecten willen we op termijn bereiken? 1 - Het versterken van de arbeidsparticipatie 1. Om de werkgelegenheid zo goed mogelijk te behouden is vasthouden van de economische activiteiten een voorwaarde. Samen met het bedrijfsleven is daartoe de Economische beleidsvisie Bodegraven-Reeuwijk ontwikkeld en een uitvoeringsprogramma opgesteld. 2. De gemeente is uitvoerder van de Wet werk en bijstand en de Wet sociale werkvoorziening. Doelstelling is een zo effectief mogelijke uitvoering van deze wetten door een maximale doorstroming te realiseren van uitkering naar werk. Een sterke uitvoeringorganisatie in de vorm van een werkbedrijf samen met de gemeenten Woerden, Oudewater en Montfoort moet hiervoor gaan zorgen. 3. Voor de uitvoering van de Wet werk en bijstand wordt ingezet op een zo laag mogelijk bestand aan uitkeringsgerechtigden. Ten opzichte van het landelijk gemiddelde is de vertegenwoordiging van het volume in de beroepsbevolking in onze gemeente relatief laag. Om dit lage niveau te behouden wordt zo actief mogelijk ingezet op de gang van uitkering naar werk. Behoud en ontwikkeling van voldoende lokale werkgelegenheid is hiervoor een voorwaarde. Een effectieve uitvoering van uitkeringsrecht en arbeidsbemiddeling is eveneens een voorwaarde. 4. Met de aangekondigde Participatiewet zal een groter beroep worden gedaan op de plaatsing van mensen met een beperking in banen op de reguliere arbeidsmarkt. Hiervoor zal het werkvoorzieningschap anders moeten gaan werken. In plaats van werk en de beschutte omgeving van het werkvoorzieningschap zal plaatsing van een aanzienlijk deel van het bestand moeten plaatsvinden in banen op de reguliere arbeidsmarkt. Invoering van de Participatiewet is voorzien in 2015. 5. Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) draagt zorg voor de uitkering aan personen die werkloos zijn geworden aansluitend aan het arbeidsverleden. Het is van belang doorstroom van deze werklozen naar een bijstanduitkering te voorkomen. De rol van de gemeente kan hierin worden versterkt door een verbetering in de koppeling tussen het UWV-bestand en het gemeentelijke Wwb-bestand. Hieraan zal in de komende periode worden gewerkt.
Pagina 38 van 179, Jaarstukken 2013
2 - Het op basis van een economisch beleidskader en door het creëren van goede randvoorwaarden verder ontwikkelen van de economische positie van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk 1. Samen met ondernemers en andere partners is de Economische beleidsvisie Bodegraven-Reeuwijk ontwikkeld. Deze visie is voorzien van een werkprogramma, dat zich in eerste instantie richt op de versterking van de organisatie van het economisch leven in de gemeente. 2. Dienstverlening en accountmanagement waardoor ondernemers zich welkom voelen. Op basis van de ontwikkelde contacten is de dienstverlening aan ondernemers meegenomen in de ontwikkeling van het dienstverleningsconcept van de gemeente. Een vernieuwd klant contactcentrum is hier het aanspreekpunt. 3. Voldoende en passende ruimte voor bedrijvigheid op werklocaties zal worden gerealiseerd door ontwikkeling en revitalisering van bedrijventerreinen. De gewijzigde economische situatie heeft geleid tot een verdere temporisering in de ontwikkeling van bedrijventerreinen. Besloten is de ontwikkeling van plannen voor de uitbreiding van bedrijventerrein Zoutman voorlopig op te schorten tot 2020 en daarna de mogelijkheden opnieuw te beklijken. De uitgifte van gronden op Rijnhoek gaat onverminderd voort. De revitalisering van bedrijventerrein Broekvelden en de uitbreidingslocatie Groote Wetering II worden onverminderd voortgezet. 4. Met de detailhandel is op een aantal bijeenkomsten specifiek gekeken naar oplossingen voor de lastige situatie in de economische ontwikkeling waarin deze branche zich bevindt. 5. Een goede en realistische regionale positionering van de gemeente regionale economische afstemming. In regionaal verband is een voorstel voor een regionale bedrijventerreinenstrategie en een regionale detailhandelsvisie voorbereid. 6. Beperking van de lokale regeldruk voor het bedrijfsleven. 7. Bevordering van de samenwerking van het bedrijfsleven in de lokale economie. Wat hebben we daarvoor gedaan? 1. In 2013 is zo goed mogelijk geanticipeerd op de aangekondigde wijziging van sociale wetgeving met de Participatiewet (voorheen aangekondigd als Wet werken naar vermogen). Verdere verduidelijking van de kant van de wetgever zal moeten leiden tot de uiteindelijke vormgeving van de gepleegde inspanningen. Vermoedelijke ingangsdatum van de Participatiewet is 1 januari 2015. 2. In 2013 zijn verdere stappen gezet om te komen tot een gezamenlijk uitvoeringsorganisatie met de gemeenten Woerden, Montfoort en Oudewater. Dit heeft geresulteerd in de oprichting van Ferm Werk per 1 januari 2014. Dit bedrijf is ondergebracht in het pand van het voormalige werkvoorzieningschap de Sluis in Woerden. Het personeel van de gemeentelijke afdeling Werk en Inkomen was reeds in de loop van 2013 ondergebracht op de locatie te Woerden. Per 1 januari 2014 is het personeel van deze afdeling in dienst getreden bij Ferm Werk. 3. Vooruitlopend op de oprichting van Ferm Werk is de gemeente Bodegraven-Reeuwijk samen met de Sluis Groep in 2012 gestart met een Proef Integraal Team. Gedurende deze pilot, welke in december 2013 is afgerond, is een deel van de uitkeringsgerechtigden zeer intensief bemiddeld naar werk. Mede dankzij het succes van dit team is de gemeente Bodegraven-Reeuwijk in staat geweest om in 2013 een onderbenutting te realiseren op het BUIG Budget (budget waarmee de WWB uitkeringen betaald worden). De ervaringen van dit team zijn meegenomen in de oprichting van Ferm Werk. 4. Ondanks het verslechterde economische klimaat is de stijging van het aantal bijstanduitkeringen beperkt gebleven. Door een blijvende inzet op scholings- en activeringsmogelijkheden en de pilot Proef Intraal Team is de stijging beperkt gebleven tot 1 uitkeringen over 2013: van 200 uitkeringen (per 1 januari 2013) naar 201 uitkeringen (per 1 januari 2014). In deze telling zijn de uitkering verwerkt die verstrekt worden op grond van de WWB, IOAW, IOAZ en BBZ. 5. Op basis van de in 2012 gemaakte Economische analyse Bodegraven-Reeuwijk is via een interactief traject met ondernemers de Economisch beleidsvisie Bodegraven-Reeuwijk opgesteld. Deze visie en het bijbehorende werkprogramma is op 11 september 2013 door de gemeenteraad vastgesteld. Op basis hiervan is op 11 december 2013 door de gemeenteraad ingestemd met de verlening van medewerking aan de oprichting van het Ondernemersfonds Bodegraven-Reeuwijk. Dit fonds verschaft de financiële basis voor verdere economische samenwerking in Bodegraven-Reeuwijk.
Pagina 39 van 179, Jaarstukken 2013
6. Ter bevordering van de economische samenwerking in de gemeente is op 13 maart 2013 voor de tweede maal een lokale Dag van de Economie georganiseerd. Tijdens deze dag is het samenwerkingsthema aan de orde gesteld en is gelegenheid geboden voor bedrijven om hun onderlinge netwerken te kunnen versterken. 7. Met de detailhandel zijn bijeenkomsten belegd om de mogelijkheden te verkennen om in te spelen op de nieuwe ontwikkelingen in deze branche zoals internetverkopen, aantrekkelijkheid voor de consument en de positie van pandeigenaren. Dit ter voorbereiding van een lokaal actieplan, dat in het kader van de Regionale Detailhandelsvisie Midden-Holland wordt voorgesteld af te spreken. 8. Met de verdere ontwikkeling van het KCC heeft het dienstverleningsconcept verder vorm gekregen. Ook de dienstverlening aan ondernemers is hierin meegenomen. 9. Van bedrijvenpark Rijnhoek zijn de laatste kavels beschikbaar gesteld voor uitgifte. Voor bedrijventerrein Broekvelden zijn de mogelijkheden voor revitalisering onderzocht. Het bestemmingsplan is hiervoor geactualiseerd met verruiming van de bouwmogelijkheden. De benodigde aanpassingen van de openbare ruimte worden in 2014 uitgevoerd. Voor de overloop aan activiteiten van dit terrein is de ontwikkeling van het aansluitende bedrijventerrein Groote Weetering II voorzien. Voor Groote Wetering II zijn inmiddels alle gronden verworven. 10. In 2012 is er in het detailhandelsbeleid voor gekozen de opstellingsmogelijkheden voor twee supermarkten in de gemeente te benutten en koopzondagen mogelijk te maken. In 2013 is een evaluatie uitgevoerd onder consumenten en ondernemers naar de ervaringen hiermee. Deze evaluatie heeft een wisselend beeld op dit thema opgeleverd. Inmiddels is het beleid aangepast tot de aanwijzing van acht koopzondagen per jaar en de mogelijkheid om maximaal twee ontheffingen te verlenen voor de opstelling van een supermarkt. De verdeling van deze ontheffing wordt via loting bepaald. Hierbij geldt als nieuwe voorwaarde geldt dat er een ontheffing wordt verleend aan de noordelijke zijde en een ontheffing wordt verleend aan de zuidelijke zijde van de A12. De twee ontheffingen worden telkens voor de periode van één jaar verleend. Wat heeft het ons gekost? In dit hoofdstuk wordt bewust gekozen voor het presenteren van de resultaten per programma op een heel hoog aggregatieniveau. In één oogopslag kunnen de lasten, baten en het resultaat per programma uit de tabel en de grafiek worden afgelezen. De hieronder opgenomen toelichting is per product opgesteld en kan daarom niet worden aangesloten op deze cijfers. Deze aansluiting is wel mogelijk bij hoofdstuk 3.5. Daar worden de resultaten per programma nader verdeeld naar productniveau.
Lasten en baten programma Bedragen x € 1.000 Begroting na wijziging
10.000 8.000
7.772 7.657 8.011 5.975 5.409 5.796
6.000 4.000 2.000 -
Lasten
Pagina 40 van 179, Jaarstukken 2013
Baten
Rekening 2013
Rekening 2012
bedragen x € 1.000 Wat heeft het ons gekost? Resultaat voor bestemming Lasten Baten Totaal Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Lasten Baten Totaal Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Primitieve begroting
Begroting na wijziging
Rekening 2013
Verschil
Rekening 2012
- 7.689 5.481 - 2.208
- 7.772 5.409 - 2.363
- 7.657 5.796 - 1.861
115 V 387 V 502 V
- 8.011 5.975 - 2.036
-
162 162
162 162
-
-
- 2.208
- 2.201
- 1.698
502 V
- 2.036
Aard
Effect
I/S
J/N
Afwijking 440.000 V
Bijstand flink achter zijn gebleven op de landelijke en onze prognose.
S
N
439.000 V
Besluit zelfstandigen Omdat de norminkomsten 2013 niet zijn gehaald daalt de Rijksbijdrage
S
N
61.000 N 27.000 N
Er is € 80.000 meer aan uitkeringen verstrekt, daat staat een Rijksvergoeding van € 60.000 tegenover
S
N
20.000 N
Lagere ontvangsten van debiteuren vanwege slechte aflossingscapaciteit
S
N
15.000 N
S
N
57.000 V 57.000 V
Wet Sociale Werkvoorziening Hogere kosten WSW De Sluis in verband met transitiekosten oprichting
I
N
77.000 N 91.000 N
Ferm Werk Lagere bijdragen WSW – overig
S
N
14.000 V
S S
N N
Toelichting Bijstand levensonderhoud In de begroting 2013 was rekening gehouden met een overschrijding op het BUIG budget van € 284.600. Dit blijkt uiteindelijk een voordelig resultaat op BUIG van € 154.200; een positief effect van € 439.000. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de uitkeringen Wet Werk en
Bijstand algemeen Het bedrag aan dubieuze debiteuren kon in 2013 fors omlaag worden gebracht
Participatiebudget Er zijn minder uren toegerekend aan het participatiebudget De toevoeging vanuit de algemene middelen voor de kwetsbare groepen
76.000 V 64.000 V 11.000 V
is dit jaar niet aangewend Markten Door de gehanteerde methodiek van kostentoerekening door middel van urenverantwoording ontstaan verschillen ten opzichte van de begroting. Op de ene post leidt dit tot een voordeel; op andere tot een nadeel.
36.000 V
S
N
36.000 V
Pagina 41 van 179, Jaarstukken 2013
2.1.6. Programma 6 – Bestuur en dienstverlening Verantwoordelijk portefeuillehouder: Burgemeester C. van der Kamp Belangrijkste producten: raad, raadscommissies, burgemeester en wethouders, griffie, personeel en organisatie, representatie, communicatie, openbare orde en veiligheid Verantwoordelijk portefeuillehouder: Wethouder J.C. Goudbeek Belangrijkste producten: dienstverlening, financiën, belastingen en ICT Verantwoordelijk portefeuillehouder: Wethouder W.J.A. Verkleij Belangrijkste product: burgerparticipatie Wat is de kern van dit programma? Bestuur en participatie Wij hechten veel waarde aan een optimaal democratisch functioneren van de gemeente. Wij willen de gemeente zo besturen dat de resultaten door onze inwoners herkend worden en op een doelmatige wijze. Participatie maakt onherroepelijk deel uit van de vitale samenleving. Actieve bedrijven, instellingen en inwoners die betrokken zijn bij hun eigen (leef)omgeving en de publieke zaak bevorderen en zorgen voor de uitgangspunten bij het opstellen van ons beleid. Veiligheid Bij een aantrekkelijke gemeente waarin bewoners en bedrijven zich willen vestigen hoort veiligheid. Een veilige samenleving kan niet alleen vanuit de overheid komen. Inwoners hebben hierin ook zelf een belangrijke functie, bijvoorbeeld in het onderhouden van hun leefomgeving, elkaar aanspreken en door te signaleren. Samen zorgen we voor een veilige samenleving! Regionale samenwerking Met de omliggende gemeenten is in 2013 verder gewerkt aan de vormgeving van een vernieuwde regionale samenwerking, zoals voorgesteld in het rapport van de commissie Hendrikx. Door de colleges en de gemeenteraden is gewerkt aan voorstellen om te komen tot De Nieuwe Regio. Ten aanzien van deze voorstellen heeft Bodegraven-Reeuwijk gepleit voor de vorming van een geografische bredere regio, waarvan naast de gemeenten in Midden-Holland ook de gemeenten Alphen aan den Rijn, Woerden en Nieuwkoop deel zouden moeten uitmaken. Dit is een aanzet voor een brede Groene Hart regio. Dienstverlening Het uitgangspunt is onveranderd dat de gemeente in 2015 dé centrale ingang wordt voor alle inwoners, bedrijven en instellingen voor nagenoeg alle vragen aan de overheid. Recent zijn op landelijk niveau afspraken gemaakt over de aanpak van het vervolg op het Nationaal Uitvoeringsprogramma dienstverlening en E-overheid. Voor de jaren 2011 tot en met 2014 zijn afspraken opgenomen in de “Overheidsbrede implementatieagenda voor dienstverlening en e-overheid: i-NUP”. Rapportage of en in hoeverre gemeenten hieraan voldoen vindt plaats via ‘Waar staat je gemeente.nl’.
Pagina 42 van 179, Jaarstukken 2013
Welke maatschappelijke effecten willen we op termijn bereiken? Binnen dit programma heeft het realiseren van de volgende maatschappelijke effecten centraal gestaan: 1. 2. 3. 4. 5.
6. 7. 8.
9.
Een optimaal democratisch functioneren van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk en een doeltreffend en doelmatig bestuur. Realiseren van gemakkelijk bereikbare, goed toegankelijke, vraaggerichte en betaalbare dienstverlening. De gemeente registreert en beheert gegevens (objecten en subjecten) en zorgt ervoor dat deze juist, actueel en betrouwbaar zijn om daarmee juiste informatie efficiënt te kunnen verstrekken. Het veiligheidsgevoelen in de gemeente vergroten (veiligheidsbeleving). Een financieel gezonde gemeente met een structureel en materieel sluitend financieel meerjarenperspectief en een weerstandsvermogen dat voldoende is om de risico’s in voldoende mate af te dekken. In deze raadsperiode gelijk blijven van de gemeentelijke lokale lasten, behoudens tariefsaanpassing vanwege inflatie. Kostendekkende dienstverlening door de gemeente voor diensten waarvoor heffingen kunnen worden gevraagd. Wij willen inwoners, bedrijven en organisaties betrekken bij het beleidsproces. Daarbij kunnen zij meedenken in het ontwikkelen van beleid, maar kunnen zij ook een rol vervullen in de uitvoering van beleid. Participatie maakt onherroepelijk deel uit van de vitale samenleving. Van actieve, vitale burgers wordt verwacht dat zij betrokken zijn bij de eigen leefomgeving en de publieke zaak. Het samen met betrokkenen vormgeven van beleid gaat met name uit van het betrekken van burgers, bedrijven en organisaties bij de beleidsontwikkeling. Indien we weten wat er leeft kan het beleid daarop gericht worden.
Wat hebben we daarvoor gedaan? 1. Bestuur Met de gemeenten in Midden-Holland is een aantal radenconferenties gehouden over de vorming van De Nieuwe Regio. Daarbij is ook op verschillende manieren succesvol samengewerkt met de gemeenten Alphen aan den Rijn, Woerden en Nieuwkoop. 2.
Bereikbare, toegankelijke, vraaggerichte en betaalbare dienstverlening
Digitale dienstverleningszuil In oktober 2013 is de digitale dienstverleningszuil bij de Jumbo geplaatst. Het is een pilot voor een jaar. Om gemeentezaken af te handelen hoeft men niet meer altijd naar het gemeentehuis. De openingstijden zijn daardoor enorm verruimd. De zuil is een aanzet naar een andere kijk op dienstverlening! Onze gemeente vormt samen enkele andere gemeenten en de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken (NVvB) een koplopersgroep. Jaar van de dienstverlening In mei 2013 is het “Jaar van de dienstverlening” gestart, “Binnen beginnen is buiten winnen”. Het afgelopen jaar zijn er verschillende thema’s aan bod gekomen, zo zijn we samen in gesprek gegaan over onze servicenormen en zijn er workshops gevolgd voor klantgericht gedrag en een optimale interne communicatie. Ontwikkeling kcc in Evertshuis In 2013 is hard gewerkt aan de ontwikkeling van het kcc in het Evertshuis. In overleg zijn te behalen synergievoordelen met andere gebruikers van het Evertshuis (Mozaïek Wonen, Evertshuis zelf, bibliotheek en politie) geïnventariseerd. Dat betreffen vooral de openingstijden, de bezetting van de algemene receptie/informatiebalie en het beantwoorden van veelgestelde vragen voor alle partijen.
Pagina 43 van 179, Jaarstukken 2013
Producten aanvragen via de website Voor een aantal producten is geen vergunning meer nodig, maar kan volstaan worden met een melding. Dit geldt bijvoorbeeld voor het ophangen van spandoeken, het plaatsen van tijdelijke reclameborden, venten en het organiseren van kleinschalige evenementen. Melden kleinschalige evenementen Dit gebeurt tegenwoordig via de website. Op de website staat het meldingsformulier voor het aanmelden van kleine evenementen. De burger kan dus met één handeling haar kleinschalige evenement aanmelden en weet direct onder welke voorwaarden ze het evenement kan organiseren. Gemeentelijke ligplaatsen De uitgifte van gemeentelijke ligplaatsen is vereenvoudigd. De wachtlijst is vervallen en de ligplaatsen worden een paar keer per jaar aangeboden. Op die momenten kan elke inwoner via de website zijn of haar interesse aangeven en in aanmerking komen voor een gemeentelijke ligplaats. 3. Actuele en betrouwbare gegevens Het kunnen beschikken over actuele en betrouwbare gegevens is bij de taakuitoefening van de overheid onontbeerlijk. Binnen de overheid is afgesproken dat gegevens, die al bij een overheid bekend zijn, op termijn beschikbaar moeten zijn voor alle overheden. Met dit doel voor ogen is het stelsel van basisregistraties opgezet. Elke basisregistratie omvat een gedefinieerde groep gegevens, zoals bijvoorbeeld de basisregistratie Personen (BRP) voor persoon gerelateerde gegevens en de basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) voor gebouw gerelateerde gegevens. Voor elke registratie is een bronhouder aangewezen. Deze bronhouder is verantwoordelijk voor de gegevenskwaliteit en de beschikbaarheid van de gegevens. Een aantal van deze basisregistraties valt onder het bronhouderschap van de gemeenten. Het stelsel van basisregistraties is nog volop in ontwikkeling. Zo moet bijvoorbeeld de onderlinge samenhang tussen de registraties geborgd worden. In 2013 hebben we de verblijfsgegevens van personen uit de BRP gerelateerd aan de adresgegevens uit de BAG en een bijdrage geleverd aan het leggen van de relatie tussen objecten in de basisregistratie Waardering Onroerende Zaken (WOZ) en pandgegevens uit de BAG. Tevens hebben we belangrijke stappen gezet op weg naar de invoering van de basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT). 4. Het veiligheidsgevoelen in de gemeente vergroten 4.1. Integraal veiligheidsbeleid Aan de hand van de door de raad gestelde prioriteiten (veilige en leefbare wijken en dorpen, vermogenscriminaliteit in het bijzonder woninginbraak, veilig uitgaan en jeugd & veiligheid) is in 2013 een veiligheidsplan opgesteld. Dit is een vierjarig beleidsdocument waarin alle uitgangspunten, gegevens en prioriteiten zijn uitgewerkt tot een integrale strategie. De activiteiten uit dit plan zijn doorvertaald in een uitvoeringsprogramma. In het jaarlijks uitvoeringsprogramma beschrijven we hoe we de activiteiten dat jaar gaan uitvoeren. In april zijn er Beleidsregels voor coffeeshops vastgesteld. In het beleid is gekozen voor het zogenoemde nulbeleid. Dit betekent dat er binnen onze gemeente geen coffeeshop gedoogd wordt. 4.2. Oefenen en opleiden voor de rampenbestrijding Wij hebben gezamenlijk met medewerkers van de gemeenten in de regio Midden-Holland opleidingen gevolgd voor de rampenbestrijding. De burgemeester en (loco)burgemeesters hebben een mediatraining voor crisissituaties gevolgd. In november 2013 is de gemeente gastheer geweest van de hoofdstructuuroefening van de Veiligheidsregio Hollands Midden “Samen sterker”. Het oefenscenario ging uit van grootschalige overstromingen en uitval van nutsvoorzieningen. Op de 1 e dag heeft het gemeentelijke Team Opvang in samenwerking met het Rode Kruis en Defensie gezorgd voor de opvang van een 200-tal slachtoffers gedurende de middag, avond en nacht. De burgemeester met de adviseurs van het beleidsteam hebben geoefend met een bestuurlijk scenario op Grip 3 niveau.
Pagina 44 van 179, Jaarstukken 2013
4.3. Actuele provinciale risicokaart In 2013 heeft de provincie Zuid-Holland de actualiteit van de ingevoerde gegevens gecontroleerd. Naar aanleiding hiervan zijn verschillende gegevens van risicovolle objecten bijgewerkt. De lijst met kwetsbare objecten is verder gecomplementeerd. De werkafspraak tussen brandweer, ODMH en gemeente voor registratie van nieuwe kwetsbare objecten verloopt volgens afspraak. 4.4. Actuele APV met nadere regels De aanwijzingsbesluiten die een tweede prioriteit hebben gekregen zijn in 2013 vastgesteld. Ook is de APV twee keer gewijzigd. De eerste keer om veranderingen als gevolg van de gewijzigde Drank- en Horecawet op te nemen. De tweede keer om onder andere tekst toe te voegen over het gebruik van drijvende schiethutten, een meldingsplicht voor containers in te voeren evenals enkele extra vrijstellingen voor hulpverleningsdiensten op plassen waarvoor een motorvaartverbod geldt. 4.5. Handhaving Openbare Ruimte In 2013 hebben wij een nieuw Uitvoeringsprogramma Handhaving Openbare Ruimte vastgesteld voor de periode 2014/2015. In dit uitvoeringsprogramma zijn de prioriteiten voor het houden van toezicht en handhaving door de Buitengewoon Opsporingsambtenaren vastgelegd. De BOA heeft de beschikking gekregen over een eigen handhavingboot voor het houden van aanvullend toezicht op de Reeuwijkse plassen. In samenwerking met Stichting Veen is een nieuwe folder uitgebracht met de geldende regels voor het plassengebied. Om zover mogelijk te garanderen dat een onbelemmerde doorvaart naar de Reeuwijkse Plassen kan plaatsvinden is een beleidsregel onbelemmerde doorvaart Reeuwijk-Brug opgesteld. 4.6. Extra toezicht openbare ruimte In 2013 is budget beschikbaar gesteld voor het in dienst nemen van een full-time BOA in Domein I. Deze BOA gaat zich na indiensttreding bezig houden met parkeercontroles, afhandelen en onderzoeken van klachten, horecatoezicht, hondenoverlast en het illegaal achterlaten van afval. 4.7. Wet Bibob Er is uitvoering gegeven aan het gemeentelijke Bibob-beleid. Dit beleid beoogd om eventuele georganiseerde criminele activiteiten (witwasconstructies e.d.) te weren uit de gemeente. Aangevraagde horecavergunningen zijn getoetst aan de Bibob-wetgeving, waarbij de integriteit van aanvrager(s) uitgebreid is gecheckt. Er zijn geen vergunningen geweigerd op grond van deze wet. 4.8. Evenementenbeleid De medewerkers van het KCC zijn opgeleid door de Veiligheidsregio Hollands Midden om uitvoering te geven aan het regionale evenementenkader. De uitvoering van dit kader draagt bij aan een multidisciplinaire veiligheidsaanpak rondom evenementen. Middels een uniforme regionale werkwijze worden in samenwerking met ketenpartners de veiligheidsrisico’s per evenement in kaart gebracht en de nodige voorbereidingen getroffen. 4.9. Toezicht Drank- en horecawet Per 1 januari 2013 is de Drank- en Horecawet gewijzigd. Eén van de belangrijkste wijzigingen is dat het toezicht op naleving van de wet een verantwoordelijkheid is geworden van de burgemeester. In voorbereiding op deze wijziging heeft de gemeente alle alcoholverstrekkers in kaart gebracht en vergunningen geactualiseerd. Daarnaast zijn alle alcoholverstrekkers betrokken bij het opstellen van lokale regels. Er geldt een verbod op extreme prijsacties van alcohol binnen horeca. Daarnaast zijn de schenktijden bij (sport)verenigingen beperkt vanuit het oogpunt van oneerlijke concurrentie met commerciële horecabedrijven.
Pagina 45 van 179, Jaarstukken 2013
4.10. Buurtbemiddeling In december 2013 is opnieuw een 2-jarig contract voor buurtbemiddeling afgesloten. De partners zijn: Participe, Woningbouwvereniging Reeuwijk, Mozaïek Wonen en de politie. Tijdens dit jaar zijn 39 bemiddelingen uitgevoerd. Dat is 9 meer dan het afgesproken aantal. Een uitzonderlijk hoog aantal van 80% van de bemiddelingen is met een positief resultaat afgerond. In 2013 is 1x de Wet tijdelijk huisverbod toegepast. Voor een periode van 18 dagen is iemand tijdelijk de toegang tot zijn woning ontzegd door de burgemeester in verband met huiselijk geweld. 4.11. Keurmerk Veilig Ondernemen Bedrijventerreinen In de werkgroep Keurmerk Veilig Ondernemen werken gemeente, brandweer, politie en ondernemers gezamenlijk aan een veilig, schoon en heel bedrijventerrein. Dit heeft geresulteerd dat in 2013 weer nieuwe certificaten zijn behaald voor het KVO van de bedrijventerreinen Broekvelden-Groote Wetering in Bodegraven en Zoutman in Reeuwijk 4.12. Burgernet Op 24 juni 2013 is Burgernet van start gegaan. De gemeente heeft, in samenwerking met de politie, een campagne gehouden om deelnemers te krijgen. Ook bij de woninginbraak-preventieavonden is Burgernet onder de aandacht gebracht. Meermaals is via de media aandacht geweest voor Burgernet. Dit heeft ertoe geleidt dat er eind 2013 al 1136 deelnemers zijn. Dat is meer dan het gestelde van 1% van de inwoners na 1 jaar! 4.13. Woninginbraakpreventie Het hoge aantal woninginbraken in Bodegraven-Reeuwijk zorgt er voor dat we nog meer de aandacht vestigen op dit probleem. Burgemeester Van der Kamp is voorzitter van de Districtelijke Stuurgroep Woninginbraken geworden. De Stuurgroep bestaat uit vertegenwoordiging vanuit politie, OM en diverse gemeenten met als doel een integraal plan van aanpak te maken met mogelijke maatregelen tegen woninginbraak. Ieder vanuit zijn eigen discipline en mogelijkheden. Op lokaal niveau zijn er diverse woninginbraakpreventie avonden georganiseerd. Samen met de wijkagenten en lokale beveiligingsondernemers is getracht de inwoners te attenderen op het risico en de gevolgen van een woninginbraak. Aangegeven is wat de gemeente en politie doen en is nadrukkelijk getracht aan te geven dat de inwoners zelf ook een verantwoordelijkheid hebben. Positief mag worden geduid dat het aantal inbraken in Bodegraven-Reeuwijk in 2013 met 30% is gedaald. In de regio ligt dat percentage op 15. 5. Een financieel gezonde gemeente Wij hebben in 2013 aan de gemeenteraad een meerjarig sluitende begroting 2014 – 2017 aangeboden. Ook het weerstandsvermogen werd in deze begroting nog als voldoende tot uitstekend gekwalificeerd. Zoals ook al in het eerste hoofdstuk aangegeven zien wij ons geplaatst voor forse opgaven. Er is sprake van het afboeken van grote bedragen op onze grondexploitaties als gevolg van stagnerende woningbouw. Mede daardoor neemt de schuldenpositie fors toe en verslechterd het weerstandsvermogen aanzienlijk. 6. Lokale lasten In deze raadsperiode gelijk blijven van de gemeentelijke lokale lasten, behoudens tariefsaanpassing vanwege inflatie. Voor een meer uitgebreide toelichting hierop wordt verwezen naar de paragraaf lokale heffingen. 7. Kostendekkendheid In 2013 is geconstateerd dat er aanleiding is om de kostendekkendheid van de leges voor het onderdeel omgevingsvergunning/bouwen opnieuw te gaan bekijken. Met het oog op het terugbrengen van de hoogte van de leges zijn voorbereidingen getroffen om projectmatig aan de slag te gaan met het onderdeel bouwleges. Hiervoor is ook input nodig van medewerkers van de Omgevingsdienst Midden-Holland. De inzet van deze medewerkers is afgestemd en geborgd.
Pagina 46 van 179, Jaarstukken 2013
8. Participatie van inwoners en bedrijven Wij willen de gemeente zo besturen dat de resultaten voor onze inwoners herkenbaar zijn. Burgerparticipatie is een belangrijk en onontbeerlijk instrument bij beleidsvorming. Bewoners betrekken wij vooraf bij ons beleid. Zo zijn inwoners, bedrijven en het maatschappelijk middenveld via interactieve beleidsvorming betrokken geweest bij nieuw beleid op verschillende terreinen. Zo is in een interactief traject met het bedrijfsleven de Economische beleidsvisie Bodegraven-Reeuwijk tot stand gekomen. In een traject met betrokken inwoners, bedrijven en de milieuraad is de Duurzaamheidvisie Bodegraven-Reeuwijk opgesteld, met de sportverenigingen is gewerkt aan accommodatiebeleid, met de Dierenbescherming en visserijorganisaties is de nota Dierenwelzijn opgesteld en met de culturele organisaties is een cultuurnota geschreven. Voor een aantal woningbouwprojecten zijn omwonenden om hun mening gevraagd. Om de diverse activiteiten op het terrein van burgerparticipatie zo goed en zo herkenbaar mogelijk te kunnen organiseren is een kadernota burgerparticipatie ontwikkeld. Deze nota wordt aangeboden aan het nieuwe gemeentebestuur met de aanbeveling in te zetten op een breed georiënteerd uitvoeringsprogramma om de contacten tussen gemeente en inwoners verder te versterken. Wat heeft het ons gekost? In dit hoofdstuk wordt bewust gekozen voor het presenteren van de resultaten per programma op een heel hoog aggregatieniveau. In één oogopslag kunnen de lasten, baten en het resultaat per programma uit de tabel en de grafiek worden afgelezen. De hieronder opgenomen toelichting is per product opgesteld en kan daarom niet worden aangesloten op deze cijfers. Deze aansluiting is wel mogelijk bij hoofdstuk 3.5. Daar worden de resultaten per programma nader verdeeld naar productniveau.
Lasten en baten programma Bedragen x € 1.000
12.000 10.000
10.523 10.392
8.000
Begroting na wijziging 8.972
Rekening 2013
6.000
Rekening 2012
4.000 2.000
650
601
-
Lasten
639
Baten
bedragen x € 1.000 Wat heeft het ons gekost? Resultaat voor bestemming Lasten Baten Totaal Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Lasten Baten Totaal Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Primitieve begroting
Begroting na wijziging
Rekening 2013
Verschil
Rekening 2012
- 10.133 602 - 9.531
- 10.523 601 - 9.922
- 10.392 650 - 9.742
130 V 49 V 180 V
- 8.972 639 - 8.333
- 2.641 724 - 1.917
- 177 448 271
- 177 448 271
-
- 1.626 730 - 895
- 11.448
- 9.651
- 9.471
180 V
- 9.229
Pagina 47 van 179, Jaarstukken 2013
Toelichting
Aard I/S
Effect J/N
Bestuursondersteuning Door de gehanteerde methodiek van kostentoerekening door middel van urenverantwoording ontstaan verschillen ten opzichte van de begroting. Op de ene post leidt dit tot een voordeel; op andere tot een nadeel.
S
N
I S
N N
Directie en bestuurssecretariaat Aan het ontwikkelbudget is minder besteed Niet ingevulde vacatureruimte
199.000 V 166.000 V
Representatie Niet voorziene uitgaven voor de kroningsdag en de wisseling van de collegesamenstelling leiden tot hogere uitgaven
Afwijking 182.000 V
100.000 V 40.000 V 29.000 N
S
N
Openbare orde en veiligheid
29.000 N 69.000 V
Lagere kosten voor de invoer van burgernet en de inhuur van de BOA. Daarnaast subsidie niet uitbetaald terwijl daar wel een bedrag voor was geraamd Hogere opbrengst voor handhaving parkeren en leges vergunningen
S S
N N
Bestuurlijke en internationale samenwerking
40.000 V 26.000 V 265.000 N
Het terugdringen van de formatie van de organisatie heeft tot gevolg dat in een aantal gevallen tot afkoopsommen moest worden overgegaan. Hiermee was een hoger bedrag gemoeid dan was voorzien
Pagina 48 van 179, Jaarstukken 2013
S
N
265.000 N
2.1.7. Algemene dekkingsmiddelen en onvoorziene uitgaven Verantwoordelijk portefeuillehouder: Wethouder J.C. Goudbeek Belangrijkste producten: geldleningen, algemene uitkering, belastingen, onvoorziene lasten en baten, Wet WOZ, saldo kostenplaatsen Wat is de kern van dit programma? De algemene dekkingsmiddelen dienen om de exploitatietekorten bij de overige programma’s af te dekken, zodanig dat we een sluitende begroting en meerjarenbegroting kunnen vaststellen. Tevens verantwoorden we hier de door de gemeenteraad besloten dotaties en beschikkingen over de reserves, zodat er een goed inzicht kan worden gegeven in het exploitatieresultaat vóór- en na bestemming. Verder verantwoorden we de saldi op de verschillende kostenplaatsen en de stelpost onvoorzien. Daarnaast omvat dit programma de werkzaamheden in het kader van de Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ). Welke maatschappelijke effecten willen we op termijn bereiken? Om de taken en doelstellingen van onze gemeente ook op de langere termijn goed te kunnen blijven uitvoeren is een sluitende meerjarenbegroting nodig. Dit betekent dat de gemeentelijke inkomsten en uitgaven met elkaar in evenwicht moeten zijn.
Daarnaast is een toereikende omvang van het weerstandsvermogen noodzakelijk om eventuele zich voordoende risico’s te kunnen afdekken. Wat hebben we daarvoor gedaan? Sluitende begroting De begroting 2014 is financieel sluitend en in november 2013 door de gemeenteraad vastgesteld. Ook het meerjarenperspectief 2015 – 2017 kent in die begroting een (positief) sluitend resultaat. In de begroting 2014 wordt tevens melding gemaakt van forse te nemen verliezen op grondexploitaties. Daardoor komt naar verwachting de algemene reserve binnen de periode van de meerjarenbegroting negatief. Echter, omdat de verwachting is dat binnen de periode van die meerjarenbegroting (lees voor 2017) deze negatieve reserve weer in de plus gaat komen is de gemeente onder het normale (repressieve) toezicht geplaatst. Algemene uitkering De algemene uitkering is de belangrijkste vrij te besteden inkomstenbron van de gemeente. Het kabinet Rutte II bezuinigt fors. Het gemeentefonds deelt hierin evenredig mee. We merken de gevolgen vooral vanaf 2014. In 2013 ontvingen wij € 26,2 miljoen. Dat is € 66.000 minder dan in de oorspronkelijke begroting was geraamd. In de 1e Burap is de raming met € 0,3 miljoen verhoogd. Die verhoging was gebaseerd op de september- en decembercirculaire 2012. Naar aanleiding van de mei- en septembercirculaire 2013 viel er een nadeel van € 0,4 miljoen te verwachten. Door het herfstakkoord viel dit uiteindelijk mee. Over voorgaande jaren ontvingen wij daarnaast nog bijna € 0,2 miljoen. De algemene uitkering over 2013 was overigens bijna € 0,8 miljoen lager dan in 2012. Belastingen De uitvoering van de taken in het kader van de heffing en inning van de onroerende-zaakbelastingen, de afvalstoffenheffing, de reinigingsrechten, de hondenbelasting, de rioolheffing, de toeristenbelasting en de forensenbelasting is met ingang van 1 januari 2013 overgedragen aan de Belastingsamenwerking GouweRijnland (BSGR) uit Leiden. Uw Raad heeft daartoe op 4 juli 2012 besloten.
Pagina 49 van 179, Jaarstukken 2013
Ook de afhandeling van de bezwaren tegen de diverse aanslagen gemeentelijke belastingen wordt met ingang van 1 januari 2013 door de BSGR uitgevoerd. Naar aanleiding van de in 2013 door de BSGR verstuurde aanslagen zijn totaal ongeveer 500 bezwaren binnengekomen. Het grootste deel daarvan is in 2013 afgehandeld. De tarieven voor de diverse gemeentelijke belastingen zijn zodanig aangepast dat een hogere opbrengst van 1,75% is geraamd ten opzichte van de begroting 2012. Ten aanzien van de opbrengsten kan nog het volgende worden gemeld: OZB: doordat in 2013 de tarieven met 4% zijn gedaald is de opbrengst in 2013 ruim € 250.000,lager dan in 2012. De opbrengst is ook lager dan begroot, omdat bij het berekenen van de tarieven, en dan vooral in de categorie woningen, van een iets te lage waardedaling is uitgegaan. -
Hondenbelasting: doordat enerzijds de tarieven met 1,75% zijn gestegen en anderzijds in het najaar van 2013 een gemeentebrede controle hondenbelasting heeft plaatsgevonden, waardoor voor een behoorlijk aantal extra honden nog een aanslag kon worden opgelegd, is de opbrengst € 19.000,-- hoger dan in 2012 en bijna € 17.000,-- hoger dan begroot.
-
Toeristenbelasting: ondanks het feit dat de tarieven met 1,75% zijn gestegen is de opbrengst in 2013, vanwege een behoorlijke afname van het aantal betaalde overnachtingen, lager dan in 2012 en ook ruim lager dan begroot. De extreem lage opbrengst voor 2013 wordt echter ook deels verzoorzaakt doordat begin 2013 een veel te hoge prognose voor het laatste kwartaal van 2012 is
-
ingeboekt. Forensenbelasting: door verschillende omstandigheden, zoals bijvoorbeeld verkoop of verhuur aan iemand uit de gemeente, loopt het aantal objecten waarvoor forensenbelasting kan worden opgelegd terug. De opbrengst van de forensenbelasting is, ondanks een verhoging van het tarief, in 2013 daarom lager dan in 2012 en ook lager dan begroot.
Wet WOZ De uitvoering van de taken in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (WOZ) is met ingang van 1 januari 2013 overgedragen aan de Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (BSGR) uit Leiden. Uw Raad heeft daartoe op 4 juli 2012 besloten. Eind februari 2013 zijn door de BSGR de WOZ-beschikkingen naar het prijspeilniveau 1 januari 2012 verstuurd. Naar aanleiding hiervan zijn ongeveer 740 (waarde)bezwaren binnengekomen. Het grootste deel daarvan is in 2013 afgehandeld. Verder is in het kader van de Wet WOZ het complete onroerende zaken bestand door de BSGR opnieuw gewaardeerd naar het prijspeilniveau 1 januari 2013. De WOZ-beschikkingen daarvoor zijn door de BSGR eind februari 2014 verstuurd. Geldleningen De financieringsbehoefte van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk 2013 is in de periode februari tot en met augustus ingevuld met kasgeldleningen. Deze tijdelijke leningen zijn in augustus omgezet in een langlopende lening van € 35 miljoen. Ultimo 2013 bedroeg de stand van de langlopende leningen € 144,6 miljoen. Voor een meer uitgebreide toelichting op de leningen wordt verwezen naar de paragraaf financiering van dit jaarverslag en de staat van langlopende leningen die is opgenomen in de jaarrekening 2013.
Pagina 50 van 179, Jaarstukken 2013
Wat heeft het ons gekost? In dit hoofdstuk wordt bewust gekozen voor het presenteren van de resultaten per programma op een heel hoog aggregatieniveau. In één oogopslag kunnen de lasten, baten en het resultaat per programma uit de tabel en de grafiek worden afgelezen. De hieronder opgenomen toelichting is per product opgesteld en kan daarom niet worden aangesloten op deze cijfers. Deze aansluiting is wel mogelijk bij hoofdstuk 3.5. Daar worden de resultaten per programma nader verdeeld naar productniveau.
bedragen x € 1.000 Primitieve begroting
Begroting na wijziging
Rekening 2013
Verschil
Rekening 2012
Resultaat voor bestemming Lasten Baten Totaal Resultaat voor bestemming
- 734 35.573 34.839
- 640 35.827 35.187
- 1.575 35.552 33.977
- 935 N - 275 N - 1.210 N
- 1.816 37.912 36.096
Mutatie reserves Lasten Baten Totaal Mutatie reserves
- 1.251 1.251 -
-
-
-
- 2.146 2.262 116
Resultaat na bestemming
34.839
35.187
33.977
- 1.210 N
36.212
Wat heeft het ons gekost?
Aard
Effect
I/S
J/N
Afwijking 268.000 N
begroting plaats gevonden.
S
N
274.000 N
Uitvoering Wet WOZ Nagekomen kosten voor de waardering Wet WOZ per 1-1-2013
S
N
47.000 N 46.000 N
Toelichting Onvoorziene lasten en baten In de begroting 2013 was in deze stelpost een taakstellende bezuiniging op de salarissom opgenomen. De realisatie daarvan heeft elders in de
Pagina 51 van 179, Jaarstukken 2013
Saldo van kostenplaatsen
527.000 N
Voor de verdeling van afdelingen en overhead wordt gebruik gemaakt van kostenplaatsen. Deze worden via verschillende sleutels verdeeld over de producten van begroting en rekening. Uiteindelijk is over 2013 minder aan de verschillende producten toegerekend waardoor op de kostenplaatsen een negatief resultaat ontstaat.
S
N
Overige financiële middelen De crisis leidt er toe dat meer vorderingen dubieus moeten worden verklaard en in een flink aantal gevallen ook als oninvorderbaar moeten worden afgeboekt.
527.000 N 55.000 N
S
N
Algemene uitkering uit het gemeentefonds
55.000 N 171.000 N
In de 2e Burap is een nadeel gerapporteerd van € 430.000. Dit had vooral te maken met de bezuinigingen van het Rijk op grond van regeer- en oranjeakkoord. Door het herfstakkoord vielen de bezuinigingen in 2013 achteraf mee.
S
N
Gemeentelijke belastingen
171.000 N 141.000 N
Aan O.Z.B. kon over 2013 minder worden geheven dan geraamd Lagere opbrengst forensenbelasting
S S
N J
49.000 N 36.000 N
Lagere opbrengst toeristenbelasting
S
J
52.000 N
Pagina 52 van 179, Jaarstukken 2013
2.2. Paragrafen
Pagina 53 van 179, Jaarstukken 2013
2.2.1. Paragraaf lokale heffingen
Wat is het doel van deze paragraaf? Deze paragraaf geeft een overzicht op hoofdlijnen van de diverse gemeentelijke belastingen, heffingen en rechten die bij de diverse programma’s in de programmabegroting zijn verantwoord. In het kort geven we aan welk beleid we in 2011 hebben gevoerd ten aanzien van de lokale heffingen. Het lokale beleid is vastgelegd in de belastingverordeningen. Verder is een overzicht opgenomen van de gerealiseerde opbrengsten, wordt aandacht besteed aan de lokale belastingdruk en aan het kwijtscheldingsbeleid. Doelstellingen 1. Heffing van gemeentelijke belastingen conform de wettelijke regelingen en de door de Raad vastgestelde tarieven. 2. De opbrengsten van de heffingen en rechten moeten kostendekkend zijn. 3. Kwijtschelding aan die belastingplichtigen die over onvoldoende financiële middelen beschikken om te betalen. 4. Uitvoering van de Wet WOZ conform de wettelijke bepalingen en de door de Waarderingskamer vastgestelde normen. Activiteiten in 2013 om deze doelstellingen te bereiken Doelstelling 1: 1.1 Voor alle heffingen is door uw Raad in december 2012 een nieuwe verordening voor het belastingjaar 2013 vastgesteld. 1.2 De uitvoering van de taken in het kader van de heffing en inning van de onroerendezaakbelastingen, de afvalstoffenheffing, de reinigingsrechten, de hondenbelasting, de rioolheffing, de toeristenbelasting en de forensenbelasting is met ingang van 1 januari 2013 overgedragen aan de Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (BSGR) uit Leiden. Uw Raad heeft daartoe op 4 juli 2012 besloten. 1.3 Ook de afhandeling van de bezwaren tegen de diverse aanslagen gemeentelijke belastingen wordt met ingang van 1 januari 2013 door de BSGR uitgevoerd. Naar aanleiding van de in 2013 door de BSGR verstuurde aanslagen zijn totaal ongeveer 500 bezwaren binnengekomen. Het grootste deel daarvan is in 2013 afgehandeld. Doelstelling 2: In 2013 zijn de belastingopbrengsten verhoogd met het inflatiepercentage van 1,75%. Doelstelling 3: 3.1 Ook de uitvoering van de kwijtschelding van de onder doelstelling 1.2 genoemde heffingen wordt met ingang van 1 januari 2013 door de BSGR verzorgd. Uiteraard mag de gemeente wel de daarbij te hanteren kwijtscheldingsnorm bepalen. De Gemeente Bodegraven-Reeuwijk hanteert een kwijtscheldingsnorm van 100% van het bijstandsniveau. Dit is het maximale percentage dat de gemeente volgens de wet mag hanteren. 3.2 Bij personen met een bijstandsuitkering zijn de gebruikersheffingen automatisch kwijtgescholden. Niet bijstandsgerechtigden met een inkomen op bijstandsniveau konden op verzoek voor kwijtschelding in aanmerking komen. Doelstelling 4: 4.1 De uitvoering van de taken in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (WOZ) is met ingang van 1 januari 2013 overgedragen aan de Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (BSGR) uit Leiden. Uw Raad heeft daartoe op 4 juli 2012 besloten.
Pagina 54 van 179, Jaarstukken 2013
4.2
4.3 4.4
Eind februari 2013 zijn door de BSGR de WOZ-beschikkingen naar het prijspeilniveau 1 januari 2012 verstuurd. Naar aanleiding hiervan zijn ongeveer 740 (waarde)bezwaren binnengekomen. Het grootste deel daarvan is in 2013 afgehandeld. In het kader van de Wet WOZ is het complete onroerende zaken bestand door de BSGR opnieuw gewaardeerd naar het prijspeilniveau 1 januari 2013. De WOZ-beschikkingen naar het prijspeilniveau 1 januari 2013 zijn door de BSGR eind februari 2014 verstuurd. De nieuw vastgestelde waardes, die o.a. als grondslag dienen voor de gemeentelijke onroerende-zaakbelastingen, zullen voor een periode van één jaar gelden. Met ingang van 2007 is namelijk een jaarlijkse herwaardering ingevoerd.
Toelichting per belasting/heffing/recht Onroerende-zaakbelastingen Onder de naam “onroerende-zaakbelastingen” (OZB) wordt belasting geheven van de eigenaren van woningen alsmede van de eigenaren en gebruikers van bedrijfspanden, overige gebouwen en bouwgrond. De tarieven van de OZB zijn mede afhankelijk van de op grond van de Wet WOZ getaxeerde waardes. Tarieven 2013 Omdat de gerealiseerde opbrengst in 2012 hoger uitviel dan begroot zijn de tarieven in 2013 verlaagd. Dit geeft het volgende beeld: Onroerende zaak belasting - tarieven
Vastgesteld 2012
Vastgesteld 2013
0,1353%
0,1325%
- eigenaar
0,1801%
0,1820%
- gebruiker
0,1392%
0,1406%
- Totaal
0,3193%
0,3226%
Woningen - eigenaar Niet woningen:
Opbrengst Doordat in 2013 de tarieven zijn gedaald is de opbrengst in 2013 ruim € 250.000,- lager dan in 2012. De opbrengst is ook iets lager dan begroot, omdat bij het berekenen van de tarieven, en dan vooral in de categorie woningen, van een iets te lage waardedaling is uitgegaan. Een vergelijking van de opbrengst over de afgelopen jaren geeft het volgende beeld: Onroerende zaak belasting - opbrengst Onroerende zaak belasting
Realisatie 2011
Realisatie 2012
5.832
7.599
bedragen x € 1.000 Realisatie Begroting 2013 2013 7.343
7.391
Hondenbelasting Iedereen die één of meer honden houdt, is hondenbelasting verschuldigd. Of een hond groot of klein is of wel of niet op straat komt, maakt voor de hondenbelasting geen verschil. Wel van belang is het aantal honden dat wordt gehouden, want voor de tweede en voor elke volgende hond geldt een hoger tarief dan voor de eerste hond. Voor een kennel gelden aparte tarieven. Vergelijking van de tarieven voor 2013 (uitgaande van een correctie van 1,75%) met die van de twee voorgaande jaren geeft het volgende beeld:
Pagina 55 van 179, Jaarstukken 2013
Hondenbelasting - tarieven 1e hond 2e hond
2011
2012
2013
€ 76,22
€ 77,74
€ 79,10
€ 98,04
€ 100,00
€ 101,75
Elke volgende hond
€ 123,01
€ 125,47
€ 127,66
Kenneltarief
€ 476,84
€ 486,37
€ 494,88
Opbrengst Doordat enerzijds de tarieven met 1,75% zijn gestegen en anderzijds in het najaar van 2013 een gemeentebrede controle hondenbelasting heeft plaatsgevonden, waardoor voor een behoorlijk aantal extra honden nog een aanslag kon worden opgelegd, is de opbrengst € 19.000,-- hoger dan in 2012 en bijna € 17.000,-- hoger dan begroot. Een vergelijking van de opbrengst over de afgelopen jaren geeft het volgende beeld.
Hondenbelasting - opbrengst Hondenbelasting
Realisatie 2011
Realisatie 2012
160
161
bedragen x € 1.000 Realisatie Begroting 2013 2013 180
163
Toeristenbelasting Bij de toeristenbelasting gaat het om het belasten van mensen, die wel profiteren van allerlei gemeentelijke voorzieningen, zonder dat zij inwoner van de gemeente zijn. Op grond van artikel 224 van de Gemeentewet kan een gemeente toeristenbelasting heffen ter zake van het houden van verblijf binnen de gemeente door personen die niet in het bevolkingsregister van de gemeente zijn ingeschreven. Als heffingsmaatstaf geldt een vast bedrag per overnachting. Daarbij wordt wel onderscheid gemaakt tussen overnachtingen in hotels en pensions en overige overnachtingsmogelijkheden (bijv. campings). Vergelijking van de tarieven voor 2013 (uitgaande van een correctie van 1,75%) met die van de twee voorgaande jaren geeft het volgende beeld:
Toeristenbelasting - tarieven
2011
2012
2013
Hotels en pensions
€ 1,82
€ 1,85
€ 1,88
Overige overnachtingsmogelijkheden
€ 0,93
€ 0,94
€ 0,95
Opbrengst Ondanks het feit dat de tarieven met 1,75% zijn gestegen is de opbrengst in 2013, vanwege een behoorlijke afname van het aantal betaalde overnachtingen, lager dan in 2012 en ook ruim lager dan begroot. De extreem lage opbrengst voor 2013 wordt echter ook deels veroorzaakt doordat begin 2013 een veel te hoge prognose voor het laatste kwartaal van 2012 is ingeboekt. Een vergelijking van de opbrengst over de afgelopen jaren geeft het volgende beeld.
Toeristenbelasting - opbrengst Toeristenbelasting
Pagina 56 van 179, Jaarstukken 2013
Realisatie 2011
Realisatie 2012
86
73
bedragen x € 1.000 Realisatie Begroting 2013 2013 35
87
Forensenbelasting Ook bij de forensenbelasting gaat het om het belasten van mensen, die wel profiteren van allerlei gemeentelijke voorzieningen, zonder dat zij inwoner van de gemeente zijn. Op grond van artikel 223 van de Gemeentewet kan een gemeente namelijk forensenbelasting heffen van natuurlijke personen, die, zonder dat zij in de gemeente hun hoofdverblijf hebben, meer dan negentig dagen van het jaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden. Als heffingsmaatstaf geldt een percentage van de WOZ-waarde. Vergelijking van het tarief voor 2013 (uitgaande van een correctie met 1,75%) met het tarief voor de twee voorgaande jaren geeft dan het volgende beeld: Tarief 2011
Forensenbelasting - tarieven
Tarief 2012
Tarief 2013
1% van de WOZ-waarde met een maximum van:
Forensenbelasting
€ 2.025,--
€ 2.065,--
€ 2.101,--
Ten aanzien van het bovenstaande moet worden opgemerkt dat alleen het maximumbedrag met de inflatiecorrectie is verhoogd en niet het percentage omdat vrijwel alle objecten die in aanmerking komen voor de forensenbelasting een WOZ-waarde hebben die ruim hoger is dan de maximumgrondslag en derhalve, ook bij een gemiddelde daling van de WOZ-waardes, in 2013 nog het maximumbedrag zijn blijven betalen. Opbrengst Door verschillende omstandigheden, zoals bijvoorbeeld verkoop of verhuur aan iemand uit de gemeente, loopt het aantal objecten waarvoor forensenbelasting kan worden opgelegd terug. De opbrengst van de forensenbelasting is, ondanks een verhoging van het tarief, in 2013 daarom lager dan in 2012 en ook lager dan begroot. Een vergelijking van de opbrengst over de afgelopen jaren geeft het volgende beeld.
Forensenbelasting - opbrengst Forensenbelasting
Realisatie 2011
Realisatie 2012
293
296
bedragen x € 1.000 Realisatie Begroting 2013 2013 269
305
Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten De afvalstoffenheffing is een belasting met een retributief karakter. Dat wil zeggen, dat de baten de lasten niet mogen overstijgen. Iedere woning binnen de gemeente wordt aangeslagen voor deze belasting. Het wel of niet gebruikmaken van de gemeentelijke reiniging, is hiervoor niet relevant. Ook voor bedrijven bestaat de mogelijkheid om gebruik te maken van de gemeentelijke reinigingsdienst. Alleen in het geval dat men dit ook daadwerkelijk doet, betaalt men daarvoor aan de gemeente een vergoeding in de vorm van reinigingsrechten. Naast de tarieven voor een één- en meerpersoonshuishouden (afvalstoffenheffing) en een basisset containers (reinigingsrechten) is in de betreffende verordeningen de mogelijkheid opgenomen om huishoudens en bedrijven die naast het basispakket gebruik willen maken van een extra minicontainer daarvoor ook een extra bedrag in rekening te brengen. Uitgaande van de doelstelling om de hoeveelheid restafval zoveel mogelijk terug te dringen is het tarief voor een extra minicontainer voor restafval ruim hoger vastgesteld dan het tarief voor een extra gft- of papiercontainer. Ook zijn ten behoeve van de reinigingsrechten extra tarieven opgenomen voor bedrijven die geen gebruik maken van het basispakket, maar wel gebruik willen maken van de mogelijkheid tot het ophalen van
Pagina 57 van 179, Jaarstukken 2013
papier door de gemeente. Daarbij zijn aparte tarieven vastgesteld voor minicontainers (240 liter) en rolcontainers (1.100 liter). Tenslotte bestaat bij de reinigingsrechten ook de mogelijkheid om te kiezen voor wekelijkse in plaats van tweewekelijkse ophaal. Uiteraard betaalt men daarvoor dan ook extra. Vergelijking van de tarieven voor 2013 (uitgaande van een correctie van 1,75%) met die van de twee voorgaande jaren geeft het volgende beeld:
Afvalstoffenheffing - tarieven
2011
2012
2013
Basisset éénpersoonshuishouden
€ 235,39
€ 199,89
€ 203,38
Basisset meerpersoonshuishouden
€ 296,63
€ 249,86
€ 254,23
Extra container restafval éénpersoons
€ 141,27
€ 115,27
€ 117,28
Extra container restafval meerpersoons
€ 202,52
€ 165,25
€ 168,14
Extra minicontainer gft-afval
€ 51,84
€ 42,30
€ 43,04
Extra papiercontainer
€ 51,84
€ 42,30
€ 43,04
2011
2012
2013
Basisset
€ 284,90
€ 290,59
€ 295,67
Extra minicontainer restafval
€ 201,00
€ 205,02
€ 208,60
Extra minicontainer gft-afval
€ 41,94
€ 42,77
€ 43,51
(Extra) papiercontainer 240 liter
€ 41,94
€ 42,77
€ 43,51
(Extra) papiercontainer 1.100 liter
€ 167,79
€ 171,14
€ 174,13
Extra kosten bij wekelijkse ophaal
€ 169,37
€ 172,75
€ 175,77
Reinigingsrechten - tarieven (excl. BTW)
Opbrengst Door de stijging van de tarieven is de opbrengst bij de afvalstoffenheffing in 2013 iets hoger dan in 2012. De opbrengst is echter wel lager dan begroot, vanwege een iets grotere leegstand dan aanvankelijk was aangenomen. Bij de reinigingsrechten is de opbrengst lager dan in 2012 en ook lager dan begroot. Deels door een teruggang in het aantal aansluitingen en deels omdat vanaf 2013 de bedragen exclusief BTW zijn opgenomen. Een vergelijking van de opbrengst over de afgelopen jaren geeft het volgende beeld.
Afvalstoffenheffing - opbrengst Afvalstoffenheffing
Reinigingsrechten - opbrengst Reinigingsrechten
Pagina 58 van 179, Jaarstukken 2013
Realisatie 2011
Realisatie 2012
3.663
3.110
Realisatie 2011
Realisatie 2012
127
99
bedragen x € 1.000 Realisatie Begroting 2013 2013 3.148
3.183
bedragen x € 1.000 Realisatie Begroting 2013 2013 74
77
Rioolheffing Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan: a. de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en b. de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. De belasting kan worden geheven van de eigenaar of de gebruiker van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering. In december 2011 heeft uw Raad zowel het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) als de Verordening Rioolheffing 2012 vastgesteld. Daarme werd in 2012 een nieuw systeem voor de rioolheffing ingevoerd. Bij dit systeem werd, net als bij de OZB, voor de heffingsgrondslag uitgegaan van de WOZ-waarde. Tegelijkertijd is echter ook een motie aangenomen, waarbij aan het college het verzoek werd gedaan om met voorstellen te komen, die het u mogelijk zouden maken om met ingang van 2013 te kiezen voor een andere methodiek. Naar aanleiding daarvan heeft er een onderzoek plaatsgevonden naar de verschillende mogelijke heffingsmethodieken. Op grond van de resultaten van dit onderzoek heeft uw Raad ervoor gekozen om met ingang van 2013 een combinatie in te voeren van een heffing van de eigenaar op basis van een vast bedrag en een heffing van de gebruiker die afhankelijk is van het waterverbruik. Tarieven Omdat zowel in 2012 als in 2013 een geheel nieuwe heffingsmethodiek is ingevoerd, is het weinig zinvol om hier een vergelijking te geven van de tarieven van 2011, 2012 en 2013. Bij het berekenen van de tarieven voor 2013 is uiteraard wel rekening gehouden met een inflatiecorrectie van 1,75%. De tarieven voor 2013 waren als volgt:
Rioolheffing - tarieven Eigenarenheffing
Tarief 2013 € 130,00
Gebruikersheffing bij een waterverbruik van: - 50m3 of minder
€ 128,00
- meer dan 50m3, maar niet meer dan 100m3
€ 167,00
- meer dan 100m3, maar niet meer dan 150m3
€ 212,00
- meer dan 150m3, maar niet meer dan 200m3
€ 264,00
- meer dan 200m3, maar niet meer dan 300m3
€ 324,00
- meer dan 300m3, maar niet meer dan 600m3
€ 464,00
- meer dan 600m3, maar niet meer dan 1.500m3
€ 1.000,00
- meer dan 1.500m3, maar niet meer dan 3.000m3
€ 1.500,00
- meer dan 3.000m3, maar niet meer dan 6.000m3
€ 3.000,00
- meer dan 6.000m3, maar niet meer dan 15.000m3
€ 5.000,00
- meer dan 15.000m3, maar niet meer dan 30.000m3
€ 10.000,00
- meer dan 30.000m3, maar niet meer dan 100.000m3
€ 20.000,00
- meer dan 100.000m3
€ 30.000,00
Pagina 59 van 179, Jaarstukken 2013
Opbrengst Door de stijging van de tarieven is de opbrengst van de rioolheffing in 2013 iets hoger dan in 2012. De opbrengst is ook iets hoger dan begroot. Een vergelijking van de opbrengst over de afgelopen jaren geeft het volgende beeld. Rioolheffing - opbrengst
Realisatie 2011
Realisatie 2012
5.557
4.653
Rioolheffing
bedragen x € 1.000 Realisatie Begroting 2013 2013 4.709
4.698
Overige tarieven en heffingen De overige tarieven en heffingen (waaronder bijvoorbeeld de leges en de lijkbezorgingsrechten) zijn aangepast op grond van de nominale ontwikkelingen. Voor 2013 bedroeg de stijging 1,75%, tenzij op basis van de nota kostendekkendheid tarieven anders is besloten. Samenvatting geraamde inkomsten bedragen x € 1.000 Primitieve begroting
Lokale heffingen Onroerende Zaak Belasting Forensenbelasting Hondenbelasting Toeristenbelasting Afvalstoffenheffing Reinigingsrechten Rioolheffing Totaal
7.391 305 163 87 3.183 77 4.698 15.905
Begroting na wijziging 7.391 305 163 87 3.183 77 4.698 15.905
Rekening 2013
Verschil
Rekening 2012
7.343 269 180 35 3.148 74 4.731 15.780
- 49 N - 36 N 16 V - 52 N - 35 N -3N 33 V - 125 N
7.599 296 161 73 3.110 99 4.704 16.042
Lokale belastingdruk huishoudens In vergelijkende overzichten van gemeenten in Nederland wordt vaak de lokale lastendruk van een gemiddelde woning als maatstaf genomen. In onderstaand overzicht treft u een vergelijking aan van enkele heffingen van gemeenten in de regio. Het betreft de heffingen voor het jaar 2013 en is gebaseerd op informatie van de Waarderingskamer en de betreffende gemeenten. In onderstaande tabel wordt de belastingdruk weergegeven zowel voor een woning met een gemiddelde waarde als voor een woning met een WOZ-waarde van € 250.000. Voor de afvalstoffenheffing wordt uitgegaan van een meerpersoonshuishouden en bij de rioolheffing van een waterverbruik van 150 m3.
Belastingdruk Belastingdruk gemiddelde taxatie taxatie waarde waarde € 250.000
Lokale lastendruk
Gemiddelde taxatie waarde
Tarief OZB woonruimte
Tarief Afvalstoffen heffing
Tarief Riool heffing
Alphen aan den Rijn
€ 227.000
0,0999%
€ 283,20
€ 209,00
€ 718,97
€ 741,95
Zuidplas
€ 253.000
0,1195%
€ 329,00
€ 213,00
€ 844,34
€ 840,75
Bodegraven-Reeuwijk
€ 295.000
0,1325%
€ 254,23
€ 342,00
€ 987,11
€ 927,48
Boskoop
€ 242.000
0,1302%
€ 284,78
€ 240,92
€ 840,78
€ 851,20
Gouda
€ 192.000
0,1390%
€ 349,20
€ 250,20
€ 866,28
€ 946,90
Rijnwoude
€ 274.000
0,1070%
€ 249,00
€ 270,00
€ 812,18
€ 786,50
Nieuwkoop
€ 298.000
0,1334%
€ 210,00
€ 221,40
€ 828,93
€ 764,90
Waddinxveen
€ 221.000
0,1500%
€ 294,00
€ 219,84
€ 845,34
€ 888,84
€ 250.250
0,1264%
€ 281,68
€ 245,80
€ 842,99
€ 843,57
Gemiddeld
Bron: Provincie Zuid-Holland
Pagina 60 van 179, Jaarstukken 2013
Uit het vorenstaande overzicht blijkt dat het OZB-tarief van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk in 2013 boven het gemiddelde ligt van de omliggende gemeenten. Het tarief van de afvalstoffenheffing ligt onder het gemiddelde, maar het tarief voor de rioolheffing is het hoogste. De totale belastingdruk in 2013 is bij een woning met een waarde van € 250.000 de op één na hoogste en bij een woning met een gemiddelde taxatiewaarde de hoogste van de regio. Kwijtscheldingsbeleid Kwijtschelding van gemeentelijke belastingen is mogelijk, indien is vastgesteld dat er onvoldoende financiële middelen om te betalen aanwezig zijn. Verder is kwijtschelding afhankelijk van de betalingscapaciteit van de belastingplichtige. De betalingscapaciteit wordt vastgesteld door van het netto besteedbare inkomen, bepaalde vaste lasten - zoals de kosten van bestaan - af te trekken. Deze kosten van bestaan (ook wel de kwijtscheldingsnorm genoemd) zijn voor decentrale overheden vastgesteld op maximaal 100% van de bijstandsnorm. Gemiddeld hanteert meer dan 97% van de gemeenten een normpercentage van 100%. Ook in 2013 heeft de gemeente Bodegraven-Reeuwijk een kwijtscheldingsnorm van 100% gehanteerd. Als onderdeel van het minimabeleid heeft de gemeente een kwijtscheldingsregeling voor de gebruikersheffingen. Bij personen met een bijstandsuitkering worden de heffingen automatisch kwijtgescholden. Niet bijstandsgerechtigden met een inkomen op bijstandsniveau, kunnen voor kwijtschelding in aanmerking komen. Voor 2013 is het volgende aantal kwijtscheldingsverzoeken toegekend: Kwijtscheldingen
Aantal
Bedrag
Afvalstoffenheffing
335
€ 75.791
36
€ 2.809
Hondenbelasting OZB Rioolheffing Totaal
7
€ 2.383
325
€ 60.694 € 141.677
Pagina 61 van 179, Jaarstukken 2013
2.2.2. Paragraaf weerstandsvermogen
Wat is het doel van deze paragraaf? De jaarrekening geeft inzicht in de financiële positie van de gemeente. De paragraaf weerstandsvermogen geeft aan in welke mate financiële tegenvallers (risico’s) opgevangen kunnen worden. Daarmee geeft de paragraaf weerstandsvermogen aan hoe robuust de financiële positie is. Voor het beoordelen van de financiële positie is daarom inzicht nodig in de omvang en achtergronden van de risico’s en de aanwezige weerstandscapaciteit. De paragraaf weerstandsvermogen bevat volgens artikel 11 van het Besluit begroting en Verantwoording (BBV) een inventarisatie van de weerstandscapaciteit, een inventarisatie van de risico's en het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico's. Deze paragraaf staat in nauwe samenhang met de paragraaf Grondbeleid. De risico’s die verband houden met de grondexploitatie zijn sterk toegenomen. Beschikbare weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten, die onverwachts en substantieel zijn, te dekken. Tot de weerstandscapaciteit worden gerekend: het vrij besteedbaar eigen vermogen; de ruimte binnen de begroting; de onbenutte belastingcapaciteit. Het eigen vermogen bestaat uit de algemene reserve, bestemmingsreserves en eventuele stille reserves. Voor de beoordeling van het weerstandsvermogen is de stand van de reserves per 31 december 2013 bepalend. Alleen de algemene reserve wordt tot het vrij besteedbaar eigen vermogen gerekend. De onbenutte belastingcapaciteit geeft een indicatie van de mogelijkheden om de eigen inkomsten te verhogen. De belangrijkste belastinginkomsten zijn de onroerend zaakbelasting (OZB), de afvalstoffenheffing en het rioolrecht. De afvalstoffenheffing en het rioolrecht zijn al volledig kostendekkend. Onbenutte belastingcapaciteit kan daarmee alleen gevonden worden in de OZB. De berekening van de onbenutte belastingscapaciteit OZB wordt afgeleid van de norm voor artikel 12 van de financiële verhoudingswet. In 2013 is meer OZB geheven dan de artikel 12 norm. Er is geen onbenutte belastingcapaciteit. bedragen x € 1.000 Algemene weerstandscapaciteit Algemene reserve Resultaat exploitatie t.g.v. algemene reserve Onbenutte belastingcapaciteit Beschikking over algemene reserve t.g.v. projecten Restantraming onvoorziene uitgaven Totaal
Rekening
Begroting
Rekening
2012
2014
2013
3.667 671 - 1.242 -
3.682 83
2.671 - 187 -
3.096
3.765
2.484
Voor de risico’s vanuit de grondexploitaties wordt de weerstandscapaciteit afzonderlijk bepaald. Als weerstandscapaciteit wordt een afzonderlijke reserve bouwgrondexploitatie aangehouden. De geprognosticeerde resultaten – verliezen en winsten – van de (grondexploitatie)projecten, voor zover nog niet verrekend met de reserves, maken onderdeel uit van de weerstandscapaciteit voor de projecten.
Pagina 62 van 179, Jaarstukken 2013
bedragen x € 1.000 Weerstandscapaciteit grondexploitaties Algemene reserve bouwgrondexploitatie Reserve projecten Resultaten grondexploitaties Totaal
Rekening
Begroting
Rekening
2012
2014
2013
572 8.184 2.284
19.128 -
3.796 - 11.774
11.040
19.128
- 7.978
Een eventueel overschot of tekort van de weerstandscapaciteit voor (grondexploitatie)projecten wordt verrekend met de algemene weerstandscapaciteit. Risico-inventarisatie Bij de risico-inventarisatie is onderscheid gemaakt tussen de risico’s van de exploitatie en de risico’s van de (grondexploitatie)projecten. Bij de inventarisatie is beoordeeld welke maatregelen worden genomen om de risico’s te beheersen. Risicobeheersing kan door de volgende maatregelen: Vermijden Verminderen Delen Aanvaarden Aan de hand hiervan zijn de restrisico’s bepaald; dit zijn de risico’s die overblijven na het nemen van beheersmaatregelen. De restrisico’s zijn gekwantificeerd door vast te stellen welke schade zich kan voordoen als het risico optreedt. Daarna is bepaald hoe hoog de kans is dat het risico zich zal voordoen. Hiermee is het gewogen risico bepaald. Samengevat geven de op deze wijze geïnventariseerde en gewogen risico’s per risicogebied het volgende beeld (in volgorde van de benoemde risicogebieden): bedragen x € 1.000 Samenvatting risico's exploitatie per risicogebied Organisatorische risico's personeel en bedrijfsprocessen Juridische risico's Renterisico's Risico's verbonden partijen Risico's garanties / verstrekte geldleningen Risico's verbonden aan open einde regelingen rijk Risico's open einde subsidiëring Risico's kapitaalgoederen Totaal
gewogen risico's Rekening 2012 608 211 75 1.048 64 382 24 703
Begroting 2014 608 211 75 1.048 64 382 24 703
Rekening 2013 608 211 75 1.048 64 382 24 703
3.115
3.115
3.115
Enkele risico’s benoemen wij hier individueel. Zij zijn begrepen in bovenstaande tabel. De hoogte van de afrekening met het CVV voor wat betreft de Wmo is nog onbekend en volgt in 2014. Er zijn - ook in financiële zin - belangrijke decentralisaties aan de orde, waarbij tevens efficiencykortingen zullen worden toegepast. Uitgangspunt is dat de overgedragen taken worden uitgevoerd binnen de daarvoor beschikbaar gestelde middelen. Risico’s voor mogelijke overschrijdingen zijn niet in deze tabel meegenomen. De geïnventariseerde en gewogen risico’s van de (grondexploitatie)projecten geven het volgende beeld.
Pagina 63 van 179, Jaarstukken 2013
bedragen x € 1.000 gewogen risico's Samenvatting risico's grondexploitaties Bouwgrondexploitaties en projecten Risicobuffer Totaal
Rekening 2012 11.674 18.000 29.674
Begroting 2014 11.674 18.000 29.674
Rekening 2013 10.500 4.000 14.500
De risico’s zijn gebaseerd op het MPG 2014. Daarnaast is rekening gehouden met het voorspelde tekort voor 2014 en de noodzakelijke risicobuffer. Een nadere toelichting is opgenomen in de paragraaf Grondbeleid. Benodigde weerstandscapaciteit Niet alle risico’s zullen zich gelijktijdig in volle omvang voordoen. De kansdichtheid waarop de risico’s zich gelijktijdig in volle omvang kunnen voordoen kan via risicosimulatie worden bepaald. Voor de kansdichtheid kan ook gebruik gemaakt worden van ervaringcijfers. Uitgegaan wordt van een gemiddeld zekerheidspercentage van 60%. De omvang van de benodigde weerstandscapaciteit. wordt bepaald door het totaal van de gewogen risico’s te corrigeren met het zekerheidspercentage. Aan de hand hiervan kan de benodigde weerstandscapaciteit als volgt worden bepaald. bedragen x € 1.000 Rekening
Begroting
Rekening
2012
2014
2013
3.115 60% 1.869
3.115 60% 1.869
3.115 60% 1.869
Risico's grondexploitaties / projecten - Gewogen risico - Zekerheidspercentage Benodigde weerstandscapaciteit
29.674 60% 17.804
29.674 60% 17.804
14.500 60% 8.700
Totaal
19.673
19.673
10.569
Benodigde weerstandscapaciteit Risico's exploitatie - Gewogen risico - Zekerheidspercentage Benodigde weerstandscapaciteit
Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen wordt bepaald door de verhouding van de beschikbare en de benodigde weerstandscapaciteit. Het weerstandsvermogen wordt afzonderlijk bepaald voor de (grondexploitatie)projecten en voor de overige exploitatierisico’s. bedragen x € 1.000 Weerstandsvermogen exploitatie Beschikbare weerstandscapaciteit Benodigde weerstandscapaciteit Overschot (+) / tekort (-) weerstandscapaciteit Ratio weerstandsvermogen exploitatie *
Rekening
Begroting
Rekening
2012
2014
2013
3.096 1.869 1.227
3.765 1.869 1.896
2.484 1.869 615
1,66
2,01
1,33
* Beschikbare weerstandscapaciteit / Benodigde weerstandscapaciteit
Het weerstandsvermogen is t.o.v. de jaarrekening 2012 lager geworden, maar is nog steeds voldoende.
Pagina 64 van 179, Jaarstukken 2013
Rekenin g
Weerstandsvermogen grondexploitaties Beschikbare weerstandscapaciteit Overschot (+) / tekort (-) weerstandscapaciteit exploitatie Totaal beschikbare weerstandscapaciteit Benodigde weerstandscapaciteit Overschot (+) / tekort (-) weerstandscapaciteit Ratio weerstandsvermogen grondexploitaties / projecten *
bedragen x € 1.000 Begrotin Rekening g
2012
2014
11.040 1.227 12.267
19.128 1.896 21.024
- 7.978 615 - 7.363 8.700 16.063
17.804
17.804
- 5.537
3.220
0,69
1,18
2013
-0,85
* Beschikbare weerstandscapaciteit / Benodigde weerstandscapaciteit
Het weerstandsvermogen voor de grondexploitaties is fors afgenomen en is ruim onvoldoende. De gewogen risico’s zijn ongedekt aangezien er (na resultaatbestemming) sprake is van een negatieve algemene reserve grondexploitaties ad. € 8,0 miljoen. Dit betekent dat de weerstandscapaciteit geen dekking biedt voor risico’s. bedragen x € 1.000 Rekening
Weerstandsvermogen totaal Beschikbare weerstandscapaciteit Benodigde weerstandscapaciteit Overschot (+) / tekort (-) weerstandscapaciteit Ratio weerstandsvermogen totaal *
Begroting
Rekening
2012
2014
2013
14.136 19.673 - 5.537
22.893 19.673 3.220
- 5.494 10.569 - 16.063
0,72
1,16
-0,52
* Beschikbare weerstandscapaciteit / Benodigde weerstandscapaciteit
Het totale weerstandsvermogen van de gemeente is in 2013 stevig verslechterd en is ruim onvoldoende. Dit is het resultaat van de negatieve resultaten in de grondexploitaties in het MPG 2014. De gemeente beschikt over onvoldoende weerstandscapaciteit om de risico’s af te dekken. Voor de beoordeling van de ratio weerstandsvermogen kan gebruik gemaakt worden van de waarderingstabel die door NAR is samenwerking met de Universiteit Twente is ontwikkeld.
Waardering
Ratio
Betekenis
A B C D E F
> 2,0 1,4 - 2,0 1,0 - 1,4 0,8 - 1,0 0,6 - 0,8 < 0,6
Uitstekend Ruim voldoende Voldoende Matig Onvoldoende Ruim onvoldoende
Het weerstandsvermogen voor de exploitatie (ratio 1,33) kan aan de hand van deze tabel met de waardering C als voldoende worden beoordeeld. Het weerstandsvermogen voor de grondexploitaties (ratio -0,85) moet aan de hand van deze tabel met de waardering F als ruim onvoldoende worden beoordeeld. Het totaalbeeld van de benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit resulteert in een ratio van -0,52 met de waardering F als ruim onvoldoende.
Pagina 65 van 179, Jaarstukken 2013
2.2.3. Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen
Wat is het doel van deze paragraaf? In deze paragraaf geven we het kader over het onderhoud van kapitaalgoederen van de openbare ruimte zoals wegen, rioleringen, waterwerken,kunstwerken, groenvoorzieningen en speelplaatsen weer. Met het onderhoud van deze kapitaalgoederen is een belangrijk deel van de begroting gemoeid. Een goed overzicht is belangrijk om goed inzicht te krijgen in de financiële positie. Het beheer van de kapitaalgoederen is op basis van door de raad vastgestelde uitgangspunten concreet vorm gegeven in het uitvoeringsprogramma’s. De benodigde budgetten voor regulier, groot onderhoud en rehabilitaties zijn op basis hiervan structureel in de meerjarenbegroting opgenomen. De praktijk leert, dat als dit niet planmatig gebeurt, er achterstallig onderhoud ontstaat. Het oplossen van achterstallig onderhoud en mogelijk maatschappelijke gevolgen kost meer dan regulier uitgevoerd onderhoud. Verder heeft de gemeente een wettelijke zorgplicht waaraan voldaan moet worden. Het bestaande beleid voor onderhoud kapitaalgoederen in 2013 is opgenomen in de volgende plannen.
Jaar van vaststelling
Jaar van actualisering
Gemeentelijk Rioleringsplan GRP
2011
2016
Integraal Beheer- en Beleidsplan
2012
2016
Beheerplan
Welke doelstellingen wilden we in 2013 bereiken? 1. Het beheer en onderhoud van de openbare ruimte vindt plaats op de door de raad vast te stellen beleids- en beheerplannen. 2. Het onderhoudsniveau wordt per gebied, afhankelijk van functie en gebruik vastgelegd door middel van beeldkwaliteit. Het onderhoud en benodigde financiële middelen zijn op elkaar afgestemd. 3. De onderhoudswerkzaamheden worden integraal voorbereid en uitgevoerd. 4. Door het uitvoeren van goed onderhouden van de openbare ruimte het behouden van de aantrekkelijkheid om te wonen en te verblijven in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk.
Welke activiteiten hebben we gedaan in 2013 om onze doelstellingen te bereiken? Doelstelling 1: In 2013 is er gewerkt op basis van toen geldende beheerplannen en kan gekenschetst worden als een overgangsjaar. Voor het onderhoud van het kapitaalgoed riolering is eind 2011 het verbreed gemeentelijk rioleringsplan vGRP 2013-2016 vastgesteld. Voor het onderhoud van de overige kapitaalgoederen wegen, beschoeiingen, baggeren, groen, openbare verlichting, spelen en bruggen was de uitvoering gebaseerd op basis van de “oude” beheerplannen van de voormalige gemeenten Bodegraven en Reeuwijk. In december 2013 is door de raad het Integraal Beleids- en Beheerplan Openbare Ruimte 2013-2016 vastgesteld. Vanaf 2013 zal het onderhoud van alle kapitaalgoederen plaatsvinden op basis van deze twee beheerplannen, het vGRP 2013-2016 en het IBBP 2013-2016. De opgenomen voorziening IVOR is hier ook op gebaseerd. Doelstelling 2: Het onderhoud van de kapitaalgoederen wordt uitgevoerd op basis van de vastgestelde beeldkwaliteiten. Uit de gehouden beeldkwaliteitschouw kan geconcludeerd worden dat de uitkomsten overeenkwamen met de vastgestelde B-Kwaliteit. Alleen kwaliteit A zoals vastgesteld voor het centrumgebied in Bodegraven is niet gehaald. Het onderhoud van de rioleringen vindt niet plaats op basis van beeldkwaliteiten. De uitvoering vindt plaats op basis van het vastgesteld verbreed gemeentelijk rioleringsplan 2013 t/m 2016
Pagina 66 van 179, Jaarstukken 2013
wat inzicht geeft in de wijze waarop de gemeente haar taken op basis van de Wet milieubeheer en waterwet het beheer uitvoert. Doelstelling 3: Het beheer en de reconstructies worden integraal voorbereid en uitgevoerd. De projecten worden zoveel mogelijk gebiedsgericht uitgevoerd. Dit houdt in dat er meerdere straten worden geclusterd waarbij in 1 keer alle verschillende soorten werkzaamheden worden uitgevoerd. Goede communicatie en voorlichting naar de burgers is daarbij essentieel. De uitvoering van de projecten worden vastgelegd in een meerjaren uitvoeringsprogramma. De integrale afstemming en de uitvoering van dit programma was in 2013 een ingewikkeld vraagstuk doordat er nog gewerkt moest worden op basis van de “oude” beheerplannen met bijbehorende planningen (aparte planningen per kapitaalgoed en per gemeente) en financiën. Het uitvoeringsprogramma moest om die reden in 2013 op onderdelen worden bijgesteld. Vanaf 2013 zal er worden gewerkt met geactualiseerd uitvoeringsprogramma die aansluit op het nieuwe IBBP 2013 t/m 2016. Doelstelling 4: Het onderhoud van kapitaalgoederen wordt onderverdeeld in regulier onderhoud, groot onderhoud en rehabilitaties. De hieronder genoemde kosten hebben betrekking op het beheer zoals verantwoord in het verbreed gemeentelijk rioleringsplan en voor 2013 nog de diverse sectorale beheerplannen. De overige beheershandelingen vallen qua dekking binnen de begroting in de rioolheffing, de afvalstoffenheffing, begraafplaatstarieven, gladheidsbestrijding, algemene verkeerszaken en overige niet gebonden taken. Regulier onderhoud Dit betreffen alle kosten die gekenmerkt worden door een kort cyclisch karakter van de uit te voeren werkzaamheden en maatregelen, verhelpen van meldingen en schadeherstel. Deze kosten worden uit de beheer- en onderhoudsbudgetten, die jaarlijks in de begroting beschikbaar gesteld worden, gedekt. Groot onderhoud Dit zijn de werkzaamheden om ervoor te zorgen dat de betreffende kapitaalgoederen tijdens hun levensduur in goede staat blijven. Deze kosten moeten (volgens het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) of in 1 keer gedekt worden ten laste van de jaarlijkse budgetten of ten laste van een voorziening komen die wordt gevormd door jaarlijkse stortingen. Door te werken met een voorziening wordt de begroting jaarlijks met een gelijk bedrag belast en worden de pieken en dalen geëgaliseerd binnen de voorziening. Rehabilitaties Dit is het totaal vervangen van een kapitaalwerk aan het eind van de levensduur of het uitvoeren van levensduurverlengende maatregelen. Volgens het BBV mogen deze investeringen van maatschappelijk nut in 1 keer worden gedekt of worden geactiveerd. De investeringen in economisch nut (bijvoorbeeld riolering) moeten worden geactiveerd en in een aantal jaren worden afgeschreven. Het bestaande beleid van onze gemeente is in beide gevallen is om deze kosten te activeren en de geactiveerde bedragen af te schrijven.
Pagina 67 van 179, Jaarstukken 2013
Enkele voorbeelden van (grotere) projecten Openbare ruimte die in planperiode 2013 zijn uitgevoerd/afgerond of in voorbereiding/uitvoering zijn: Heraanleg Ravensberg-fase 7 Heraanleg Ravensberg-fase 10 Heraanleg De Beugel Herinrichting Julianaplantsoen Bodemsanering Willem de Zwijgerstraat Verkeersmaatregelen Hoge Rijndijk (streetprint), Burg. Le Coulthrestraat, Pax Chritieschool, Beemdgras/Indoorweg. Herstraten Margrietstraat, Burg. Bruntstraat, Ruyterlaan, Zeelt, Goudplevier/Roerdomp, Nassaustraat, Mauritsstraat, Oud Bodegraafse weg, Noordstraat fase 1, Willemstraat, Bloeme en Snipperdrift Herinrichting Kleienburg/Kortland/Zuwe inclusief speelplaats Veenrode Afronden herinrichting Willemsplein en Oud Bodegraafse weg Reconstructies rioleringsprojecten Dronenwijk Midden II en III (inclusief Rijngaarde), Zuid West 1 Uitbreiding begraafplaats Vredehof Reconstructie Dorpsweg Skatevoorziening Meerkoet/Loose End Beschoeiingen( Oud Bodegraafse weg, rondom Vromade) Bruggen (slijtlaag Broekveldse laan, Kennedysingel, Tochtbrug) Baggeren Tuurluur, (Kerkweg Meije, rondom begraafplaats Bodegraven en Waarder) Openbare verlichtingen (vervanging lichtmasten Nieuwe weg, Groendijck) Aanleg van ondergondse containers voor restafval Voorbereiding verbinding Emmakade met Spoorsloot Voorbereiding reconstructie rioleringsproject Dronenwijk Zuid West 2 en Zuid Oost Voorbereiding herinrichtingen straten Centrumgebied Voorbereiding reconstructie Waarder fase 1 en 2 Voorbereiding herstructurering bedrijventerrein Broekvelden Voorbereiding herstructurering bedrijventerrein Zoutman fase 1 en 2 Voorbereiding heraanleg Roelat en Spree Voorbereiding rotonde Reeuwijk N207 Voorbereiding herinrichting gebied rond nieuw winkelcentrum Miereakker Wat kost het ? Het onderhoud van kapitaalgoederen wordt onderverdeeld in regulier onderhoud, groot onderhoud en rehabilitaties. De hieronder genoemde kosten hebben betrekking op het beheer zoals verantwoord in het verbreed gemeentelijk rioleringsplan en de diverse beheerplannen. De overige beheershandelingen zitten qua dekking binnen de begroting in de rioolheffing, de afvalstoffenheffing, begraafplaatstarieven, gladheidbestrijding, algemene verkeerszaken en overige niet gebonden taken.
Pagina 68 van 179, Jaarstukken 2013
bedragen x € 1.000 Beheerplan Wegen
Openbaar groen
Speelgelegenheden
Openbare verlichting
Onderhoud
Bruggen
Riolering
4.264
4.473
Groot
1.321
1.063
Rehabilitatie
5.573
2.790
Regulier
1.576
1.628
Groot
116
108
Rehabilitatie
258
18
Regulier
288
212
Groot
20
17
Rehabilitatie
78
21
481
573
Regulier
45
43
Rehabilitatie
405
45
Regulier
718
682
Groot
387
107
Rehabilitatie
188
59
Regulier
384
314
Groot
305
13
Rehabilitatie
133
61
3.086
2.974
0
0
3.871
1.633
23.497
16.834
10.797
10.856
2.194
1.351
10.506
4.627
23.497
16.834
Regulier Groot Rehabilitatie
Totalen
Totaal regulier onderhoud Totaal groot onderhoud Totaal rehabilitatie
Totaal
Realisatie 2013
Regulier
Groot
Waterwegen
Begroting 2013
Vastgoedbeleid In december 2013 is het beleidskader gemeentelijk vastgoed vastgesteld waarin ook de uitgangspunten voor het onderhoudsniveau van de gemeentelijke gebouwen zijn vastgelegd. Deze uitgangspunten hebben ook ten grondslag gelegen aan de actualisatie van de meerjaren onderhoudsplannen. Daarmee ontstaat een beeld van de middelen die de komende 10 jaar benodigd zijn voor het onderhoud van de gemeentelijke gebouwen. Tevens is het beleidskader voorzieningenniveau opgesteld met als doel een goede balans te vinden tussen het aantal en de spreiding van voorzieningen (accommodaties, diensten, activiteiten)in relatie tot het beslag op de gemeentelijke financiën. De opdracht tot het beperken van de uitgaven op dit terrein per 2014 is daarbij meegenomen. In 2013 worden beide beleidskaders uitgewerkt om in de meerjarenbegroting 2014-2017 de financiering van het onderhoud van de gemeentelijke gebouwen op de langere termijn te borgen.
Pagina 69 van 179, Jaarstukken 2013
2.2.4. Paragraaf financiering
Wat is het doel van deze paragraaf? De financieringsparagraaf heeft als doel de raad te informeren over het beleid op het vlak van financiering / treasury en de daarmee samenhangende risico’s. In de begroting 2013 is in de paragraaf Financiering ingegaan op het voorgenomen beleid. In de jaarstukken wordt in deze paragraaf ingegaan op de uitvoering van het beleid aangaande financiering en treasury in 2013. De volgende onderwerpen komen aan de orde. 1. 2. 3. 4. 5.
Treasurybeleid Algemene ontwikkelingen Treasurybeheer Risicobeheer Kasbeheer
De Wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO) vormt het wettelijk kader voor de financieringsparagraaf. Het doel van de wet is het bevorderen van de kredietwaardigheid en van de transparantie van het financieringsbeleid. Voor de beheersing daarvan is een aantal instrumenten geformuleerd zoals:
het stellen van een kwantitatieve kasgeldlimiet en een renterisiconorm over de vaste schuld; het verplichten tot het opstellen van een Treasurystatuut, met onder meer het stellen van kwalitatieve uitgangspunten voor uitzettingen en rente-instrumenten; het verplichten van een verantwoordingsrapportage in de jaarrekening en begroting, evenals het per kwartaal rapporteren over de kasgeldlimiet aan de toezichthouder (GS). Vanaf 1 januari 2014 de verplichting om alle overtollige activiteiten te stallen bij het Rijk of andere openbare lichamen
De gemeente beschikt op grond van de Wet FIDO over een Treasurystatuut welke in 2011 is vastgesteld. Treasurybeleid Het treasurybeleid is opgenomen in het Treasurystatuut. Treasury houdt zich bezig met risico’s, die samenhangen met alle (toekomstige) kasstromen. Deze risico’s komen zowel voort uit de financieringsbehoefte, als uit de modaliteiten van de bestaande portefeuilles (onder meer: vervroegde aflossingen, herfinanciering, herbeleggen, renteaanpassingen en dergelijke). Het treasurybeleid is primair gericht op het waarborgen van financiële continuïteit door het resultaat en vermogen te beschermen tegen financiële risico’s en de organisatie financierbaar te houden. Deze bescherming vindt plaats door de renterisico’s en risico’s uit financiële posities te vermijden en te spreiden. Deze twee soorten risico’s zijn leidend en gaan in de uitwerking verder dan de wettelijke kaders. In principe zijn de uitgangspunten als volgt:
zorg dragen voor voldoende financierbaarheid op korte en lange termijn; bewerkstelligen van passende financieringslasten; beheersen van wettelijke en feitelijke rente- en of financieringsrisico’s; risicomijdend uitzetten van gelden en afgeven van garanties; zorg dragen voor een effectief, veilig en efficiënt betalingsverkeer; actief onderhouden van contacten met marktpartijen om toegang tot de financiële markten open te houden.
Deze uitgangspunten leiden in ieder geval tot het zo nauwkeurig mogelijk toepassen van de “matching” tussen opgenomen en uitgezette gelden. Dit principe wordt ook in de komende planperiode doorgezet. Daarnaast wordt actief gebruik gemaakt van de wettelijke mogelijkheden om passende financieringslasten
Pagina 70 van 179, Jaarstukken 2013
te bewerkstelligen. Dit resulteert onder meer in het zo maximaal mogelijk betrekken van de kasgeldlimiet bij financieringsbeslissingen. Algemene ontwikkelingen Financieringsbeleid Bij de behandeling van de begroting 2013 heeft het college toegezegd in de Kadernota 2014 te komen met een plan van aanpak over de schuldpositie van de gemeente. Daartoe is begin 2014 een onderzoek leningenportefeuille opgestart. De commissie bestuur en financiën is over de aanpak en het gewenste resultaat geïnformeerd. In de paragraaf financiering bij begroting en jaarrekening worden vanaf deze jaarrekening informatie verstrekt over het verloop van de financiering. Dit gebeurt in de vorm van grafieken over de volgende onderwerpen: 1. Saldi langlopende en kortlopende geldleningen 2. Solvabiliteit De solvabiliteit geeft een indicatie van de financiële robuustheid van de gemeente op (middel)lange termijn. Onder de solvabiliteit wordt verstaan de verhouding tussen het eigen vermogen en het totaal vermogen. Met andere woorden: de mate waarin de gemeente is gefinancierd met eigen vermogen. 3. Financieringsratio De financieringsratio geeft een indicatie van de mate waarin de vaste activa van de gemeente (inclusief grondexploitatie) gefinancierd zijn met langlopend vreemd vermogen 4. Netto schuldquote De netto schuldquote geeft een indicatie in hoeverre de inkomsten toereikend zijn om de schulden te betalen. 5. Financieringsoverschot/-tekort Het financieringsoverschot/tekort geeft de een indicatie van de mate waarin de langlopende (materiële) bezittingen van de gemeente zijn gefinancierd het langlopende vermogen. De grafieken geven het overzicht vanaf 31-12-2010.
Bedragen x € 1.000
Geldleningen
160.000 140.000
120.000
Astitel
100.000 80.000 60.000 40.000 20.000 0 2010
2011 lang
2012
2013
kort
Pagina 71 van 179, Jaarstukken 2013
Diverse ratio's 200% 180%
160% 140% 120%
100% 80% 60% 40%
20% 0% 2010
2011
Solvabiliteit
Bedragen x € 1.000
2012
Financieringsratio
2013
Netto schuldquote
Financieringsoverschot/-tekort
0
-1.000 -2.000 -3.000
-4.000 -5.000 -6.000 -7.000 -8.000 -9.000 -10.000 2010
2011
2012
2013
De verwachting omtrent de renteontwikkeling Bij de externe ontwikkelingen moet gedacht worden aan economische factoren (rente, inflatie, economische groei) en wijzigingen in wet- en regelgeving. Het rentepercentage voor een 10-jarige staatslening lag begin 2013 rond de 1,8%. In de loop van 2013 steeg dit percentage tot 2,4%. Eind 2013 lag het rentepercentage rond de 2,2%. In 2013 heeft de gemeente Bodegraven-Reeuwijk een gemiddeld rentepercentage op de langlopende leningen gerealiseerd van 3,18%. Hierbij wordt opgemerkt dat sinds 2012 nieuwe langlopende lening worden aangetrokken met een looptijd van 25 jaar. Tegenover leningen met deze looptijd staat een hogere rente dan een lening met een looptijd van 10 jaar. In 2013 is één 25-jarige lening aangetrokken voor € 35 miljoen.
Pagina 72 van 179, Jaarstukken 2013
De Euribor rente voor (maandelijkse) kasgeldleningen lag begin 2013 rond de 0,1%. Dit percentage gold het grootste deel van 2013. Aan het einde van 2013 steeg het percentage tot iets boven 0,2%. In 2013 heeft de gemeente Bodegraven-Reeuwijk een gemiddeld rentepercentage op de kasgeldleningen gerealiseerd van 0,055%. Hierbij wordt opgemerkt dat de gemeente Bodegraven-Reeuwijk in 2013 gebruik heeft gemaakt van kasgeldleningen in de periode februari tot en met augustus. Liquiditeitsverloop In 2013 zijn materiële aflossingen op langlopende leningen opnieuw langlopend uitgezet. Hierbij is de looptijd van de nieuwe lening langer gezet dan de looptijd van de afgeloste lening zodat de gemiddelde looptijd van de leningen langer wordt. Op termijn zal hierdoor voldaan gaan worden aan de renterisiconorm. Voor het voldoen aan de renterisiconorm heeft de gemeente tot 2016 uitstel verkregen van de Provincie Zuid-Holland. In 2013 is een nieuwe langlopende geldlening aangetrokken van € 35 miljoen met een looptijd van 25 jaar. Begin 2013 bedroeg de totale langlopende leningenportefeuille € 133,7 miljoen. Eind 2013 was dit € 144,4 miljoen. Treasurybeheer Het treasurybeheer is de (beleid)uitvoering van de treasuryfunctie, binnen de kaders van het door de raad vastgestelde Treasurystatuut. De treasuryfunctie omvat alle activiteiten, die zich richten op het sturen en beheersen van, het verantwoorden van en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. Risicobeheer Met betrekking tot het risicobeheer heeft uw raad als algemeen uitgangspunt vastgesteld, dat alleen leningen of garanties uit hoofden van de “publieke” taak worden verstrekt. Indien middelen worden uitgezet dienen deze een prudent karakter te hebben en niet te zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatige risico’s. Het prudente karakter van de uit te zetten middelen wordt gewaarborgd door middel van de richtlijnen en de limieten zoals deze zijn neergelegd in het Treasurystatuut. Kasgeldlimiet Om in de financieringsbehoefte te voorzien wordt gebruik gemaakt van het aantrekken van kortlopende geldleningen. De kasgeldlimiet geeft aan tot welk bedrag de financieringsbehoefte met kortlopende geldmiddelen afgedekt mag worden. Voor de kasgeldlimiet kan worden gemeld dat hieraan in 2013 is voldaan. In kwartaal 1 is er nog sprake geweest van een overschrijding van de kasgeldlimiet. Ultimo de kwartalen 2, 3 en 4 is de binnen de grenzen van de kasgeldlimiet gebleven. Door de overschrijding van de kasgeldlimiet ultimo kwartaal 1 van 2013 is er sprake geweest van een overschrijding van drie opeenvolgende kwartalen. Hiervan heeft melding plaatsgevonden aan de toezichthouder en op grond van artikel 4, lid 5, van de Wet Fido hebben Gedeputeerde Staten van ZuidHolland ontheffing verleend om de kasgeldlimiet te overschrijden.
Pagina 73 van 179, Jaarstukken 2013
De kasgeldlimiet 2013 vertoont het volgende beeld: bedragen x € 1.000 Grondslag kasgeldlimiet Omvang primitieve begroting 2013
72.805
Toegestane kasgeldlimiet In procenten Bedrag
8,5% 6.188
bedragen x € 1.000 Kasgeldlimiet 2013 Omvang vlottende schulden Opgenomen gelden < 1 jaar Schuld in rekening-courant Gestorte gelden door derden < 1 jaar Overigen leningen (niet zijnde vaste schuld) Totaal vlottende schulden
1e kwartaal
2e kwartaal
3e kwartaal
4e kwartaal
8.000 1.129 9.129
28.000 28.000
-
-
-
13.119 13.119
7.231 7.231
10 10
9.129
14.881
- 7.231
- 10
2.941
8.693 13.419
6.198
Omvang vlottende middelen Contante gelden in kas Tegoeden in rekening-courant Overigen uitstaande gelden < 1 jaar Totaal vlottende middelen Totaal netto vlottende schuld Afwijking t.o.v. de kasgeldlimiet Overschrijding Onderschrijding
Renterisiconorm De renterisiconorm in de Wet FIDO bepaalt, dat een gemeente elk jaar maximaal 20% van het begrotingstotaal kan vernieuwen. Die vernieuwing kan dan bestaan uit herfinanciering of herziening van het rentepercentage. Doel van de renterisiconorm is, dat de gemeenten de renterisico’s over de jaren spreiden, zodat zij niet van het ene op het andere jaar met een enorme stijging van de rentelasten worden geconfronteerd. Voor 2013 geeft de renterisiconorm het volgende beeld: bedragen x € 1.000 Grondslag renterisico Omvang primitieve begroting 2013
72.805
Toegestane renterisiconorm In procenten Bedrag (maximaal) Minimumbedrag (wettelijk bepaald)
20,0% 14.561 2.500
Pagina 74 van 179, Jaarstukken 2013
bedragen x € 1.000 Renterisico 2013 Renterisico vaste schulden Renteherziening Aflossing Renterisico
24.156 24.156
Toets renterisiconorm Toegestane renterisiconorm Renterisico Overschrijding renterisiconorm
14.561 24.156 9.595
Met de Provincie Zuid-Holland zijn afspraken gemaakt over het herstel van de overschrijding van de renterisiconorm. De gemeente Bodegraven-Reeuwijk heeft tot en met 2016 uitstel gekregen en vanaf 2017 moet weer voldaan zijn aan de renterisico-norm. Op basis van de huidige situatie en de geprognosticeerde omvang van de leningenportefeuille gaan we aan die afspraak voldoen. De verwachte ontwikkeling van de renterisiconorm als volgt:
Ontwikkeling renterisiconorm
Bedragen x €1.000 12.000 10.000
10.054
9.472
8.000
8.042
6.000 5.430
4.000 2.000 - 2.000
Rekening 2012
Rekening 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
- 617 Begroting 2016
- 1.024 Begroting 2017
Kredietrisicobeheer Bij de Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting wordt ter uitvoering van de Regeling Starterslening een rekening-courant aangehouden. Het saldoverloop van deze rekening in 2013 is als volgt:
Startersleningen Stand per 1 januari 2013 Aangetrokken leningen Aflossingen Stand per 31 december 2013
892.653 328.080 51.691 1.169.042
Pagina 75 van 179, Jaarstukken 2013
Koersrisicobeheer Koersrisico’s worden beperkt door bij uitzettingen uitsluitend de producten te hanteren zoals deze in het treasurystatuut zijn aangegeven. In 2013 zijn er geen uitzettingen geweest. Valutarisicobeheer Valutarisico’s zijn uitgesloten omdat de gemeente Bodegraven-Reeuwijk uitsluitend leningen verstrekt, aangaat of garandeert in Euro’s. Financiering en geldbeheer Saldo- en liquiditeitenbeheer In 2013 is het liquiditeitsgebruik geoptimaliseerd door de geldstromen op gemeenteniveau op elkaar af te stemmen. Bovendien maken wij gebruik gemaakt van het product “pakket geïntegreerde dienstverlening” van de BNG. Het betalingsverkeer wordt zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd door de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG). De rekening-courantverhouding met de Bank Nederlandse Gemeenten is zodanig dat de overtollige liquiditeiten binnen een rentecompensatiecircuit worden geconcentreerd tegen zo gunstig mogelijk condities. De interne liquiditeitsrisico’s zijn beperkt door de treasuryactiviteiten te baseren op een korte termijn liquiditeitenplanning (looptijd tot een jaar), alsmede een meerjarige liquiditeitenplanning / financieringsbehoefte met een looptijd van minimaal vier jaar. Gemeentefinanciering Financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) te gebruiken teneinde het renteresultaat te optimaliseren. Financieringen worden enkel aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak. Kasgeldleningen In 2013 is alleen in de maanden januari tot en met augustus gebruik gemaakt van kortlopende financiering (maandelijkse kasgeldlening). In september is de op dat moment lopende kasgeldlening omgezet in een langlopende lening.
Pagina 76 van 179, Jaarstukken 2013
Het verloop van de in 2013 aangetrokken kasgeldlening geeft het volgende beeld:
Bedragen x €1.000
Kasgeldleningen
30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 -
Langlopende leningen De ontwikkeling van de langlopende leningenportefeuille in 2013 laat zich als volgt schetsen bedragen x € 1.000 Langlopende leningen Stand per 1 januari 2013 Aangetrokken leningen Aflossingen Stand per 31 december 2013
133.727 35.000 24.156 144.571
Vervroegde aflossingen In 2013 hebben géén vervroegde aflossingen plaatsgevonden. Renteconversies In 2013 zijn geen rentevastenperioden afgelopen. Ook hebben geen tussentijdse herafsluitingen van leningen plaatsgevonden. Er is dus in 2013 geen sprake van renteconversie. Relatiebeheer De gemeente Bodegraven-Reeuwijk heeft bij de volgende bankinstellingen een rekeningcourantverhouding: Bank Nederlandse Gemeenten, ING-Postbank, ABN-AMRO bank en de Rabobank. Volgens het treasurystatuut moet ééns in de vier jaar de kredietwaardigheid van bankrelaties beoordeeld worden. Deze beoordeling moet derhalve voor 2015 plaatsvinden.
Pagina 77 van 179, Jaarstukken 2013
2.2.5. Paragraaf bedrijfsvoering
Wat is het doel van deze paragraaf? De gemeente Bodegraven-Reeuwijk realiseert en draagt bij aan een scala van producten en diensten. Daarbij is een goede bedrijfsvoering van groot belang. De gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders hebben een heldere visie over de positie die de gemeente in de organisatie in de samenleving inneemt. Hierbij wordt de samenleving in staat gesteld om de maatschappij verder vorm en inhoud te geven. Vanzelfsprekend heeft deze visie gevolgen voor de bedrijfsvoering van de gemeente. Regieorganisatie In een regieorganisatie staat de samenwerking met andere partijen centraal om het eigen beleid te realiseren. Daarom moet de bedrijfsvoering het mogelijk maken dat deze samenwerking wordt georganiseerd. De doelstellingen van de gemeentelijke organisatie ten behoeve van de bedrijfsvoering voor deze raadsperiode zijn: 1. de doorontwikkeling van de gemeente tot een regieorganisatie. 2. het zorg dragen voor een efficiënte en effectieve interne en externe dienstverlening. 3. het realiseren van de overige doelstellingen zoals deze in het coalitieakkoord “Aan de slag!” zijn aangegeven, zoals het verbeteren van het inkoop- en het aanbestedingsbeleid. De van
deze doelstellingen afgeleide doelstellingen zijn: het ontwikkelen van de “opdrachtgeverschap” en de “regisserende” functie. het ontwikkelen van het “organiserend vermogen” van de gemeentelijke organisatie. het verder ontwikkelen van de omgevingsgerichtheid en de bestuurlijke sensitiviteit. het continueren van het ontwikkeltraject omtrent de financiële functie.
Gebieden bedrijfsvoering Per bedrijfsvoeringgebied wordt kort aangegeven wat de meest relevante resultaten zijn: a.
Personeel en organisatie Op basis van het in 2012 uitgevoerde formatieonderzoek en het in gang gezette organisatieontwikkelingplan, is in 2013 verder invulling gegeven aan de uitvoering om te komen tot een regiegemeente en de daarmee samenhangende inkrimping van de formatie. Naast de al bestaande samenwerkingen op het gebied van onder andere veiligheid, omgeving en belastingen, is in 2013 vorm gegeven aan Het Nieuwe Werkbedrijf, de organisatie waarin de taken van de Intergemeentelijke Afdeling Sociale Zaken van Woerden, Montfoort en Oudewater, Werk & Inkomen Bodegraven-Reeuwijk en De Sluis Groep worden samengevoegd. Hiermee verloopt de ontwikkeling naar regiegemeente voorspoedig. Voor wat betreft de noodzakelijke inkrimping van de formatie kan geconstateerd worden dat door actief gevoerd beleid dit voorspoediger dan verwacht verloopt.
b.
Juridische zaken Naast het geven van juridische ondersteuning aan de organisatie, stond 2013 voor JZ in het teken van (optimalisatie van) processen. Zo is het ‘proces behandeling bezwaarschriften’ geoptimaliseerd, waardoor op het taakveld secretariaat bezwaarschriftencommissie efficiënter gewerkt kan worden. Daarnaast heeft JZ ondersteuning gegeven bij het ‘proces elektronische bekendmaking van gemeentelijke regelgeving’, zodat onze verordeningen vanaf 1 januari 2014 in het verplichte elektronisch gemeenteblad geplaatst kunnen worden. Gezien de toename van het aantal Wobverzoeken is de coördinatie hiervan in 2013 opgepakt door JZ. Vanuit JZ is tevens de coördinatie
Pagina 78 van 179, Jaarstukken 2013
opgepakt voor een ‘plan van aanpak contractbeheer- en management’ (vanaf 2014 zal hier vervolg aan worden gegeven door het cluster DIV). Juridische Zaken vormt samen met Veiligheid het cluster Veiligheid en Juridische Zaken (VJZ). Voor een verdere uitwerking van het taakveld openbare orde en veiligheid wordt verwezen naar het programma Bestuur en Dienstverlening. c.
I&A Het haalbaarheidsonderzoek naar de samenwerking met Gouda en Waddinxveen op het gebied van ICT is uitgevoerd. Dit heeft in 2013 nog niet tot verdere vervolgstappen geleid omdat een en ander afhankelijk is van besluitvorming rond regionale samenwerking. Vooralsnog is alleen het beheer over de AS/400 uitbesteed.
d.
Gegevensbeheer Vanuit gegevensbeheer is met de implementatie van de Makelaars Suite de basis gelegd voor invulling van de acties zoals in het programma Bestuur en Dienstverlening zijn opgenomen. Het stelsel van basisregistraties is nog volop in ontwikkeling. Zo moet bijvoorbeeld de onderlinge samenhang tussen de registraties geborgd worden. In 2013 hebben we de verblijfsgegevens van personen uit de Basis Registratie Personen (BRP), voorheen Gemeentelijke Basis Administratie (GBA), gerelateerd aan de adresgegevens uit de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) en een bijdrage geleverd aan het leggen van de relatie tussen objecten in de basisregistratie Waardering Onroerende Zaken (WOZ) en pandgegevens uit de BAG. Tevens hebben we belangrijke stappen gezet op weg naar de invoering van de basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT).
e.
Communicatie De afdeling Communicatie heeft in 2013 zich gericht op de communicatieve ondersteuning van het bestuur, de vakafdelingen en de diverse projecten. De kadernota Communicatie is in december in de gemeenteraad vastgesteld. Daarnaast: Is de gemeentelijke website getoetst op de landelijke (door het ministerie van Binnenlandse Zaken voorgeschreven webrichtlijnen. De webrichtlijnen gaan over het ontwerpen, bouwen en beheren van websites. Ze zijn gebaseerd op internationale standaarden voor kwaliteit en toegankelijkheid . Zijn er meerdere initiatieven genomen om gemeentelijke uitingen te ‘verduurzamen’, denk aan het kleurgebruik, omvang en lettertype van de gemeentepagina, aanpassingen in de huisstijl en afspraken over intern kopieer- en printgedrag. Ligt er een visie rondom de toekomst van de gemeentelijke website. Van zendergericht naar vraag gestuurd. Hebben we een bijdrage geleverd tijdens de regionale crisisoefening ‘Samen Sterker’. Is er voorbereiding getroffen rondom de wettelijk verplichtte publicaties per 1 januari 2014 via de Gemeenschappelijke Voorziening Officiële Publicaties (GVOP).
f.
Financiën De financiële uitkomsten van de bedrijfsvoering van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk blijft onveranderd een aandachtspunt waar de gemeente de komende jaren scherp op moet sturen. Taakstellende ombuigingen en een toenemend takenpakket door decentralisatie maken het van essentieel belang dat de kwaliteit van de sturingsinformatie van een hoog niveau is en blijft. Deze ontwikkeling levert een extra uitdaging op voor de gemeente Bodegraven-Reeuwijk, waar de afgelopen jaren al diverse bezuinigingsmaatregelen zijn doorgevoerd. In 2013 is de lijn voortgezet om te komen tot een situatie waarin binnen enkele jaren wordt voldaan aan de renterisiconorm. Dit in overleg met de Provincie Zuid-Holland. Het komende jaar zal aandacht moeten worden besteed aan de evenwichtigheid tussen omvang van de leningenportefeuille en omvang van de bedrijfsvoering. Daarbij zal de samenwerking met de gehele organisatie gezocht worden.
Pagina 79 van 179, Jaarstukken 2013
g.
Controlfuntie Aan de controlfunctie is in de eerste aanleg vorm gegeven als volgt: vanuit een eigenstandige positie ondersteunen van het management op het gebied van de brede bedrijfsvoering. Daarbij wordt de balans aangebracht tussen ruimtegevende (uitvoeren en adviseren) en ruimtebeperkende (kaders stellen en toetsen). Doelstelling is om zaken transparant, bespreekbaar en stuurbaar voor het management (en daarmee ook richting het bestuur) te maken. In 2013 is aandacht besteed aan de implementatie van de bedrijfsvoeringvisie en risicomanagement. In 2014 zal dit worden doorgezet.
h.
Financieel beheer Verordening 212, 213 en 213a De Raad heeft deze verordeningen 212 en 213 in 2011 vastgesteld. Deze verordeningen stellen de kaders ten aanzien van het financieel beleid, financieel beheer, de inrichting van de financiële organisatie (verordening 212) en accountantscontrole (verordening 213). De verordening 212 is in 2012 geactualiseerd en ter vaststelling aan de raad aangeboden. De verordening met betrekking tot de doelmatig- en doeltreffendheidonderzoeken (verordening 213a) is eveneens aan de raad voorgelegd. Rechtmatigheid / interne controle Op grond van artikel 16 van de Financiële verordening gemeente Bodegraven-Reeuwijk 2011 (ex art. 212 van de Gemeentewet) heeft het College in 2013 regulier onderzoek gedaan naar de werking van de interne controle. Conclusies en aanbevelingen zijn vastgelegd in een rapport per proces. Ruim twintig financieel georiënteerde processen zijn doorgelicht. Hoofdconclusie is dat er verwaarloosbare onrechtmatigheden en onzekerheden zijn geconstateerd. Accountant In 2013 is een aanbestedingsproces doorlopen en een nieuwe accountant geselecteerd. De opdracht is gegeven aan BDO Audit & Assurance BV. In het najaar van 2013 is de accountant gestart met de controlewerkzaamheden over 2013.
i.
Huisvesting In 2013 zijn de medewerkers die in het gemeentehuis Reeuwijk waren gevestigd overgekomen naar Bodegraven. De medewerkers buitendienst zijn gehuisvest in de Driewerf, de overige medewerkers zijn in het gemeentehuis ondergebracht. In 2014 zal het KCC gevestigd worden in het vernieuwde Evertshuis. De mogelijkheden rond ‘Het Nieuwe Werken’ zullen tot acties op het gebied van de huisvesting leiden. Belangrijk daarin is het realiseren van het Evertshuis.
Pagina 80 van 179, Jaarstukken 2013
2.2.6. Paragraaf verbonden partijen
Wat is het doel van deze paragraaf? Deze paragraaf geeft een visie op verbonden partijen over de bestuurlijk te realiseren doelstelling per verbonden partij. In het jaar 2011 is intern het accounthouderschap voor verbonden partijen ingevoerd. De accounthouders zorgen voor de ambtelijke ondersteuning van externe overleggen van de collegeleden. Er is sprake van een verbonden partij als onze gemeente een bestuurlijk én financieel belang heeft in een derde rechtspersoon. Bij bestuurlijk belang gaat het om het hebben van zeggenschap van onze gemeente in de derde partij, omdat onze gemeente: zitting heeft in het dagelijks- of algemeen bestuur; aandelen bezit en daarom stemrecht heeft. Van een financieel belang is sprake indien wij de middelen, die aan een partij ter beschikking zijn gesteld, niet terugkrijgen bij faillissement van de partij of indien financiële problemen bij de derde partij (deels) verhaald worden op onze gemeente. Relaties waarbij alleen sprake is van een financieel of bestuurlijk belang, vallen niet onder het begrip verbonden partij. De gemeente Bodegraven-Reeuwijk neemt in de regel deel aan gemeenschappelijke regelingen, stichtingen, N.V.’s en verenigingen als het belang van de gemeente hiermee is gediend. Gemeenschappelijke regelingen: zijn door de diverse vertegenwoordigde gemeenten in het leven geroepen en als zodanig een orgaan waarover de deelnemende gemeenten zeggenschap hebben en waarvoor ze verantwoordelijk zijn. Voor de door de gemeenschappelijke regelingen uit te voeren taken is als het ware sprake van een verlengstuk van de gemeenten. Hier is nadrukkelijk sprake van een gemeentelijk belang. Stichtingen, N.V.’s en verenigingen: deelname is van belang omdat hier sprake is van samenwerkingsverbanden, verenigingen en N.V.’s (deelname in kapitaal vanuit een overheidstaak geredeneerd) die een gemeentelijk belang behartigen in verschillende verschijningsvormen. Visie op verbonden partijen Het aangaan van banden met (verbonden) derde partijen komt altijd voort uit het publiek belang. Verbindingen met derde partijen zijn een manier om een bepaalde publieke taak uit te voeren. Door de deelname verwachten wij een beter kwalitatief en kwantitatief resultaat tegen zo laag mogelijke kosten. De huidige verbonden partijen hebben allemaal een historische bestaansgrond. Naar ons oordeel dragen de verbonden partijen bij tot de uitvoering van de doelstellingen die zijn opgenomen in de begroting. Bij het aangaan en bij het beëindigen van publiekrechtelijke deelnemingen zenden wij een voorstel ter besluitvorming aan de Raad. Bij privaatrechtelijke deelnemingen besluit het college van burgemeester en wethouders, na een procedure van wensen en bedenkingen bij de raad, art. 160, lid 2 gemeentewet, Centraal daarbij staat het openbaar belang, dat wordt gediend met de deelneming. Het openbaar belang leiden we af uit de visie en doelstellingen van de deelneming. Beleidsvoornemens inzake verbonden partijen De gemeentelijke begroting staat onder druk. De komende jaren staan in het teken van een omvangrijke bezuinigingsoperatie. De algemene uikering komt tot stand met inachtneming van het principe trap op/trap af. Dit principe willen we ook gaan huldigen voor onze verbonden partijen. Een taakstelling voor verbonden partijen willen we door middel van onze bestuurlijke invloed tot stand brengen. Voor de begroting 2012 is een bezuinigingsopdracht afgegeven van 5%. In 2013 is ingezet op een verdere beperking van de kosten van verbonden partijen.
Pagina 81 van 179, Jaarstukken 2013
Overzicht verbonden partijen Hieronder treft u informatie aan over de verbonden partijen. Daarbij wordt de volgorde gehanteerd uit het overzicht van verbonden partijen dat hierna is opgenomen. De informatie betreft:
de naam van de verbonden partij; het programma uit de rekening waar de activiteiten van de verbonden partij zijn ondergebracht; het openbaar belang dat wordt gediend door het aangaan van de verbondenheid; de vestigingsplaats van de verbonden partij; bestuurlijk belang van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk in de verbonden partij; gemeente namens de gemeente stemt dit betreft de zeggenschap van de gemeente, bijvoorbeeld als een wethouder, raadslid of ambtenaar zitting heeft in het bestuur of zeggenschap heeft of namens de gemeente stemt; financieel belang van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk in de verbonden partij is aanwezig als de gemeente aansprakelijk is bij niet nakoming van verplichtingen of als er geen verhaal is bij faillissement; de veranderingen die zich het afgelopen jaar hebben voorgedaan in het bestuurlijk of financieel belang (o.a. risico).
De gemeente Bodegraven-Reeuwijk heeft relaties waarbij zowel sprake is van een financieel of bestuurlijk belang. Het betreft hier de volgende partijen:
Regeling Intergemeentelijk Samenwerkingsorgaan Midden-Holland (ISMH) Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Midden-Holland (ODMH) Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Hollands Midden Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (BSGR) Gemeenschappelijke regeling werkvoorzieningsschap Promen Gemeenschappelijke regeling werkvoorzieningsschap de Sluis Gemeenschappelijke regeling voor het Natuur- en Recreatieschap Reeuwijkse Plassen en omgeving (NRRP) Gemeenschappelijke regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden (RDOG HM) Gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum Gemeenschappelijke regeling Oude Rijnzone
Stichting Stichting Stichting Stichting Stichting Stichting Stichting
N.V. Cyclus N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) Oasen N.V. Ontwikkelingsmaatschappij Bodegraven VOF (OMB) Ontwikkelingsmaatschappij Rijnhoek C.V. GEM Rijnhoek BV Ontwikkelings- en bouwcombinatie Reeuwijk (OBR)
Klasse GBKN Zuid-Holland VEEN De Venen De Arkduif Greenport Boskoop Inkoopbureau Midden Nederland (IBMN)
Pagina 82 van 179, Jaarstukken 2013
Intergemeentelijk Samenwerkingsorgaan Midden-Holland (ISMH) Programma Algemeen bestuur / Openbare ruimte (milieu). Openbaar belang Het ISMH heeft tot doel de bevordering van samenwerking tussen deelnemende gemeenten. Deze doelstelling wordt onder andere gerealiseerd door overleg en bundeling van dienstverlening aan de deelnemende gemeenten. Vestigingsplaats Gouda Bestuurlijk belang Een lid van het college van B. en W. is lid van het dagelijks en van het algemeen bestuur. Financieel belang Op basis van de gemeenschappelijke regeling is een bijdrage per inwoner verschuldigd. Risico De gemeenten zijn verantwoordelijk voor financiële tekorten. Ontwikkelingen Nadat medio 2012 de milieudienst uitgetreden is en ondergebracht in een zelfstandige gemeenschappelijke regeling, is er een discussie gevoerd over de taak en toekomst van het ISMH als gemeentelijk samenwerkingverband. Dit enerzijds ingegeven doordat er door fusies in de regio steeds minder gemeenten zijn. Anderzijds is geconstateerd dat werkwijze in de gemeentelijke samenwerking om een heroriëntatie vraagt. In het project De Nieuwe Regio (DNR) is door de gemeenten in Midden-Holland gezocht naar een nieuwe vorm van intergemeentelijk samenwerking. Naar aanleiding daarvan zal het ISMH een transitie doormaken. De gemeente Bodegraven-Reeuwijk wil de gemeentelijke samenwerking in een Groene Hart-regio realiseren. Dit bij voorkeur in een breder verband dan de huidige kleine regio Midden-Holland. Geconstateerd is dat de in februari 2014 vanuit het ISMH voorgelegde voorstellen voor een nieuwe regio onvoldoende tegemoet kwamen aan de wenste richting van regiovorming. Deze voorstellen zijn door de gemeenteraad aangehouden. Inmiddels wordt er door de negen ISMH-gemeenten met de gemeenten Alphen aan den Rijn, Woerden en Nieuwkoop gewerkt aan een convenant voor een bredere regionale samenwerking. Omgevingsdienst Midden-Holland (ODMH) Programma Algemeen bestuur / Openbare ruimte (milieu). Openbaar belang Uitvoering wettelijke milieutaken in het kader van de Wabo Uitvoering van taken bouw- en woningtoezicht in het kader van de Wabo op uitbestedingsbasis Op 18 april 2012 is de Omgevingsdienst Midden-Holland opgericht. Dit in eerste instantie als onderdeel van het ISMH. Per 10 oktober 2012 is het ISMH-bestuur uitgetreden en de GR ODMH voorzien van een eigen bestuur (enkelvoudige gemeenschappelijke regeling). Naast de reeds overgedragen milieutaken voert de ODMH per per 1 januari 2013 voor de gemeente Bodegraven-Reeuwijk ook de Wabo taken uit op het gebied van bouw- en woningtoezicht. Hiertoe is de
Pagina 83 van 179, Jaarstukken 2013
afdeling Vergunningverlening, Handhaving en Toezicht van de gemeente aan de ODMH overgedragen. Deze taken worden per 1 januari 2013 in mandaat door de ODMH uitgevoerd. De gemeente Bodegraven-Reeuwijk was daarmee de eerste gemeente in de regio die de BWT-taken bij de regionale uitvoeringsdienst heeft ondergebracht. Dit vooruitlopend op een verwacht wettelijk voorschrift hiertoe. De gemeente Gouda heeft dit als eerst volgende gemeente op 1 juli 2013 gedaan. Per 1 januari 2014 hebben ook de gemeenten Waddinxveen en Zuidplas de BWT taken bij de ODMH ondergebracht. Vestigingsplaats Gouda Bestuurlijk Belang De burgemeester is voorzitter van het dagelijks en van het algemeen bestuur. Een wethouder is lid van de bestuurlijke begeleidingscommissie. Financieel Belang Voor de milieutaken geldt een gemeentelijke bijdrage op basis van het aantal geraamde uren in het jaarprogramma. Voor de taken op het gebied van Bouw- en Woningtoezicht geldt een lumpsumfinanciering voor een periode van 3 jaar. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd. De lumpsumfinanciering loopt tot en met 2015. Per 1 januari 2016 zal dezelfde methodiek worden gevolgd als voor de milieutaken, namelijk het afnemen van producten uit het productenboek. Risico Onze gemeente is mede verantwoordelijk voor financiële tekorten. Bij de begroting 2014 is een risico inventarisatie opgesteld. Ontwikkelingen Bij de oprichting van de ODMH zijn door de provincie hogere eisen gesteld aan de reservevorming, dan door de gemeenten. Dit heeft aanleiding gegeven tot een opwaartse druk op de kosten, terwijl de gemeenten een neerwaartse kostenontwikkeling zouden willen zien. Veiligheidsregio Hollands Midden Programma Openbare orde en veiligheid. Openbaar belang De Veiligheidsregio Hollands Midden (VRHM) is een samenwerkingsverband van gemeenten in de regio Hollands Midden krachtens de Wet gemeenschappelijke regelingen 1992. De Brandweer, Politie, Geneeskundige HulpverleningsOrganisatie in de Regio (GHOR) en de gemeenten werken samen aan het verbeteren van de rampenbestrijding en crisisbeheersing in de regio. Belangrijke partners, zoals waterschappen, milieudiensten en defensie zijn hier ook bij betrokken. Iedere organisatie is verantwoordelijk voor zijn eigen taken. Samen zijn de organisaties verantwoordelijk voor de veiligheid in Hollands Midden. Vestigingsplaats Leiden Bestuurlijk belang De 23 burgemeesters uit de regio Hollands Midden vormen samen het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Hollands Midden. De burgemeester van Leiden is de voorzitter van het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Hollands Midden
Pagina 84 van 179, Jaarstukken 2013
Financieel belang In 2013 te betalen bijdragen voor instandhouding van: Brandweer GHOR Gemeenschappelijke meldkamer Veiligheidsbureau en Oranje kolom
€ 2.040.942 € 31.781 € 60.274 € 31.667
Risico Onze gemeente is mede verantwoordelijk voor financiële tekorten. In de risicoparagraaf van de ontwerpprogrammabegroting 2015 worden de navolgende risico’s onderkend: Afloop Collectieve Arbeidsovereenkomst (CAO) De werkingsduur van de huidige CAO is tot en met 31 december 2012. In de begroting 2015 worden de loonkosten op basis van deze CAO doorgerekend; eventuele effecten uit een nieuwe CAO zijn daarin niet begrepen. Werkkostenregeling Met ingang van 2015 vervangt de werkkostenregeling de bestaande fiscale regels voor het onbelast vergoeden en verstrekken aan de medewerkers van VRHM. Dit leidt tot extra structurele lasten voor VRHM. Dit wordt vooral veroorzaakt doordat de huidige afspraken over de fiscale vrije kostenvergoeding voor de brandweervrijwilligers voordeliger zijn dan de werkkostenregeling en door de verhouding tussen de omvang van de beroepsbrandweer en het aantal vrijwilligers. Over de nadelige financiële gevolgen van de invoering van de werkkostenregeling wordt door Brandweer Nederland overleg gevoerd met het ministerie van Financiën. Frictie- en desintegratiekosten samenvoeging meldkamers Bij (her)huisvesting van de gezamenlijke (Haaglanden en Hollands Midden) meldkamer in ‘De Yp’ is niet alleen sprake van frictiekosten, maar ook van – mogelijk substantiële – desintegratiekosten. Geconcentreerde huisvesting van de gemeenschappelijke meldkamer in ‘De Yp’ kan derhalve tot gevolg hebben dat noodgedwongen desinvesteringen dan wel versnelde afschrijvingen moeten worden geaccepteerd. De exacte financiële consequenties worden momenteel in kaart gebracht. Structurele financiering landelijke meldkamerorganisatie De nieuwe landelijke meldkamerorganisatie krijgt straks een eigenstandig budget. Momenteel wordt de meldkamer gefinancierd vanuit de politiebegroting en het Gemeentefonds (voor het brandweerdeel van de meldkamer). Aangezien de ambulancezorg premiegefinanciërd is, zal voor het deel dat overgaat naar de meldkamerorganisatie een andere financieringsconstructie worden gehanteerd. Vanuit de ambulancezorg zal, net zoals door politie en brandweer, worden bijgedragen aan de landelijke meldkamerorganisatie. Uit deze bronnen wordt een eigenstandig budget gecreëerd voor de landelijke meldkamerorganisatie. Herverdeling gemeentefonds/BDUR (2015) Naar de verdeling van het gemeentefonds zijn in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties diverse onderzoeken gedaan naar de indeling, verdeling, het volume en de toekomstbestendigheid van alle clusters in het gemeentefonds. Besloten is om de tweede fase van het nadere onderzoek en de eventuele herverdeling van het cluster Openbare Orde en Veiligheid (OOV) uit te stellen. De financieringsstromen op het terrein van brandweer, GHOR, rampenbestrijding en crisisbeheersing zijn zodanig aan elkaar gerelateerd dat besloten is het onderzoek en de eventuele herverdeling gelijktijdig plaats te laten vinden. De planning is thans dat de resultaten van het herijkingsonderzoek niet eerder dan per 2015 worden ingevoerd. Zowel voor gemeenten als voor veiligheidsregio’s kunnen herverdelingseffecten optreden. Er moet van worden uitgegaan dat voor het opvangen van herverdeeleffecten geen extra geld beschikbaar is.
Pagina 85 van 179, Jaarstukken 2013
Beleid en zienswijze Gemeenten binnen de regio Hollands Midden hebben gezamenlijk afspraken gemaakt over de financiële kaderstelling van gemeenschappelijke regelingen voor de periode 2015–2018. De gemeenschappelijke regelingen hebben in 2011 een bezuinigingstaakstelling opgelegd gekregen oplopend tot 11,54% in 2014 ten opzichte van 2010. Door het bestuurlijk overleg financiële kaderstelling gemeenschappelijke regelingen (GR-en) van gemeenten in de regio Hollands Midden (genaamd commissie Strijk) wordt aan betreffende GR-en gevraagd een evenredige bijdrage te leveren in het invullen van de gemeentelijke bezuinigingsopgave. Concreet wordt een uniforme taakstelling voor 2015 ten opzichte van 2014 voorgesteld van 5,31%. Vanaf 2016 nader te bepalen op basis van de meicirculaires. Met de brandweer Hollands Midden is afgesproken dat wordt toegewerkt naar een situatie waarin de gemeentelijke bijdragen aan de regionale brandweer overeenkomen met het fictief referentiebudget dat de gemeenten voor deze taak ontvangen uit het gemeentefonds (de zogeheten Cebeon-norm) De brandweer onderzoekt de maatregelen om per 2018 te voldoen aan de Cebeon-norm. De besluitvorming hierover binnen het bestuur van de veiligheidsregio is voorzien voor eind 2014. Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (BSGR) Programma Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien. Openbaar belang De Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (BSGR) is een samenwerkingsverband van het Hoogheemraadschap van Rijnland en de gemeenten Bodegraven-Reeuwijk, Gouda, Leiden, Katwijk, Oegstgeest, Voorschoten, Wassenaar en Zoeterwoude. De activiteiten richten zich op beleidsadvisering, heffing en invordering van belastingen, alsmede de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken. De BSGR verzorgt voor de gemeente Bodegraven-Reeuwijk de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken, de heffing en invordering van de onroerende-zaakbelastingen, de rioolheffing, de hondenbelasting, de toeristenbelasting, de forensenbelasting, de reinigingsheffingen en de kwijtschelding. Vestigingsplaats Leiden Bestuurlijk Belang Een lid van het college van B&W is lid van het algemeen bestuur (AB) van de BSGR. Financieel Belang De reguliere begroting van de BSGR inclusief Bodegraven-Reeuwijk vereist een totaal van ruim € 10 mln aan deelnemersbijdragen. Iedere deelnemer draagt hieraan bij naar rato van de werkzaamheden die zij voor de BSGR genereert (aantal te taxeren objecten, aantal aanslagen e.d.). In 2013 bedroeg de bijdrage van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk aan de BSGR € 619.000,--. Overeenkomstig de taakstellingen over 2015 en opvolgende jaren, zoals afgesproken tussen de gemeenten in de regio Midden-Holland, zal de bijdrage de komende jaren dalen met 6,3% in 2015 oplopend tot 15% in 2018 ten opzichte van het begrotingsjaar 2014. Risico De volgende risico’s kunnen worden benoemd: - extra bijdrage op grond van de Gemeenschappelijke Regeling (GR): in de GR van de BSGR is bepaald dat de deelnemers er zorg voor dragen dat de BSGR te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan al haar verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen; - uittreding deelnemers: wanneer één van de deelnemers besluit om uit te treden uit de gemeenschappelijke regeling bestaat het risico dat de deelnemersbijdrage van de achterblijvende deelnemers moet worden verhoogd. Wanneer één van de “grote” deelnemers zou besluiten om uit
Pagina 86 van 179, Jaarstukken 2013
te treden, bestaat zelfs het risico dat de BSGR wordt opgeheven en de gemeente de taken weer zelf moet uitvoeren. Beleid en zienswijze Het beleid van het bestuur van de BSGR richt zich op de volgende zaken: schaalvergroting: er zijn inmiddels gesprekken gestart enkele grote potentiële nieuwe deelnemers. De verwachting is dat op z’n vroegst per 1 januari 2016 een nieuwe deelnemer zal toetreden; Harmonisatie en standaardisering van beleid, grondslagen en maatstaven: verdere schaalvergroting en daarmee verlaging van kosten is volgens het bestuur van de BSGR alleen een begaanbare weg als de mogelijkheid bestaat tot een verdergaande harmonisatie en standaardisering van beleid, grondslagen en maatstaven; Onderzoek naar kostprijsniveaus: bij de BSGR bestaat de wens om meer inzicht te krijgen in de kostprijs/kostprijzen van de geleverde producten. In het 3e kwartaal van 2013 is daarom een integrale kostprijsberekening opgezet. In de loop van 2014 zal de definitieve uitkomst hiervan duidelijk moeten worden. Het onderzoek helpt ook mee om de kosten per product inzichtelijk te maken voor mogelijk toekomstige deelnemers; ISAE: de BSGR is in 2013 bezig geweest met de ontwikkeling van een gestructureerd risicomanagement model. Hiervoor is onderzocht of de beheersingsmaatregelen die nodig zijn voor de uitvoering van de aan de haar uitbestede WOZ- en belastingtaken in opzet aanwezig zijn. Dat was het geval en de BSGR heeft op grond daarvan een zogenaamde ISAE 3402 type 1 verklaring verkregen. Daarmee heeft de BSGR aangetoond ‘in control’ te zijn. In navolging hierop zijn vervolgens de werking van de in opzet aanwezige controlemaatregelen getoetst. De resultaten hiervan worden gepresenteerd in een ISAE type 2 rapport (maart 2014). Werkvoorzieningsschap Promen Programma Sociale voorzieningen. Openbaar belang Het werkvoorzieningschap Promen is een Gemeenschappelijke Regeling waarin de gemeenten Gouda, Bergambacht, Boskoop, Ouderkerk, Schoonhoven, Vlist, Waddinxveen, Capelle a/d IJssel, Nederlek, Krimpen a/d IJssel, Zuidplas en Bodegraven-Reeuwijk participeren. Promen richt zich op het bieden van aangepaste arbeid aan diverse groepen die in het reguliere arbeidsproces (nog) geen plaats vinden, alsmede op de re-integratie van mensen met een afstand tot de reguliere arbeidsmarkt. Vestigingsplaats Gouda en Capelle aan den IJssel Bestuurlijk belang Op 30 januari 2013 heeft de raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk besloten om uit te treden uit de gemeenschappelijke regeling Promen. De formele uittreding vindt plaats per 31 december 2016, de feitelijke per 1 januari 2012. Financieel belang In het raadsbesluit van 30 januari 2013 is de uittredingssom vastgesteld op € 132.659, verminderd met de voor 2012 reeds betaalde bijdrage ad € 32.913, per saldo € 99.746. Daarnaast is er voor de herstructuringsfaciliteit € 105.055 beschikbaar gesteld. Afgesproken is destijds dat mensen die reeds werkzaam zijn bij Promen, daar mogen blijven werken. Hierover zijn afspraken gemaakt in een DVO tussen de gemeente en Promen. Vanaf 2014 worden hiervoor kosten in rekening gebracht. De bijdrage op basis van het DVO in 2013 bedroeg.
Pagina 87 van 179, Jaarstukken 2013
Risico Nu de gemeente per 1 januari 2012 is uitgetreden zijn de financiële risico’s beperkt. Hierover zijn afspraken gemaakt in de DVO. Ontwikkelingen In januari 2013 heeft de raad een besluit genomen inzake de uittreding uit de GR Promen. De formele uittreding is per 1 januari 2016, de feitelijke per 1 januari 2012. In april 2013 is de DVO (dienstverleningsovereenkomst met Promen) ondertekend. Werkvoorzieningschap “De Sluis” en Stichting “De Wissel” Programma Sociale voorzieningen. Openbaar belang Het Werkvoorzieningschap De Sluis is een Gemeenschappelijke Regeling, waarin de gemeenten Woerden, Montfoort, Oudewater en Bodegraven-Reeuwijk participeren. Het doel van de GR richt zich op het bieden van aangepaste arbeid aan diverse groepen die in het reguliere arbeidsproces (nog) geen plaats vinden, alsmede op de re-integratie van mensen met een afstand tot de reguliere arbeidsmarkt. Zij doet dit door inschakeling van de capaciteit van De Sluis NV. Samen met de dochters van De Sluis NV vormt zij de fiscale eenheid De Sluis Groep. De directeur van de GR werkvoorzieningschap De Sluis is tevens de directeur van De Sluis NV. Stichting De Wissel is werkgever voor gesubsidieerde arbeid ten behoeve van de deelnemende gemeenten aan de Sluis. Daarnaast verricht stichting De Wissel (voor de omzetbelasting vrijgestelde) prestaties, die bestaan uit de detachering van twee personen op grond van de Wet inschakeling werkzoekenden (WIW). Inschakeling in het arbeidsproces, scholing, activering en arbeidstoeleiding vinden plaats bij De Sluis Groep NV (met uitzondering van bovengenoemde 2 personen die buiten De Sluis zijn gedetacheerd). De kosten en opbrengsten van al deze zogenaamde “arbeid-ontwikkelings- trajecten” worden verantwoord bij De Sluis Groep NV, onder de naam DSG Werk. Vestigingsplaats Woerden Bestuurlijk belang Een lid van het college van B. en W. is lid van het algemeen en dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling werkvoorzieningschap De Sluis. Een lid van het college van B. en W. is lid van de Raad van Toezicht van de Wissel. Financieel belang De gemeente Bodegraven neemt voor 18% deel in het werkvoorzieningschap De Sluis. De Sluis is voor 100% aandeelhouder in De Sluis NV. Deelnemende gemeenten dragen bij in de nadelige exploitatiesaldi. De NV heeft een negatief eigen vermogen. De planning is om eind 2013 het negatieve eigen vermogen te hebben omgebogen. De subsidie die de gemeente ontvangt om de SW uit te voeren is de afgelopen jaren verlaagd. De kosten zijn daarentegen verhoogd. Dit verschil is door de Sluis niet zelfstandig op te vangen. De gemeente draagt derhalve bij aan het negatief exploitatietekortdat in 2013 € 228.810 bedroeg. De bijdrage is voor 2013 hoger in vergelijking met 2012, dit heeft te maken met de oprichting van Ferm Werk per 1 januari 2014. Het saldo van baten en lasten volgens de winst- en verliesrekening van Stichting de Wissel wordt doorberekend aan De Sluis Groep N.V.
Pagina 88 van 179, Jaarstukken 2013
Risico Het financiële risico is gezien het negatieve eigen vermogen hoog. Aan de vier gemeenten is verzocht op grond van de Gemeenschappelijke Regeling de bijdrage te leveren in de negatieve exploitatiesaldi, zodat de NV weer in staat is winst te maken. Indien De Sluis Groep geen winsten behaald, dan is onze gemeente voor 18% financieel aansprakelijk voor de jaarlijkse tekorten. Tot 2010 was er jaarlijks sprake van een positieve exploitatiesaldi. Sinds 2011 is sprake van een geraamd negatief exploitatiesaldo. Ook voor de komende jaren is een negatief exploitatiesaldo begroot. Natuur- en recreatieschap Reeuwijkse Plassen e.o. Programma Recreatie Openbaar belang Het Natuur- en Recreatieschap Reeuwijkse Plassen e.o. behartigt de bovengemeentelijke belangen van de openluchtrecreatie en natuurbescherming binnen het gebied. Het Natuur- en Recreatieschap Reeuwijkse Plassen en omgeving draagt zorg voor inrichting, beheer en onderhoud van een aantal natuur- en recreatiegebieden in Midden-Holland. De deelnemende gemeenten zijn Boskoop, Gouda, Bodegraven-Reeuwijk, Waddinxveen en de provincie Zuid-Holland. Vestigingsplaats Schiedam Bestuurlijk belang Een lid van het college van Burgemeester en Wethouders is lid van het dagelijks bestuur en het algemeen bestuur. Twee raadsleden zijn lid van het algemeen bestuur en één raadslid is vervangend bestuurslid van het algemeen bestuur. Financieel belang Er is een gemeentelijke bijdrage die wordt berekend naar inwoneraantal. De Provincie heeft de bijdrage gehandhaafd in afwachting van de besluitvorming in het kader van de fusie van de twee genoemde recreatieschappen en de gouvernance die daarmee gepaard gaat. Risico Met de vaststelling van de package deal is het risico op de lange termijn in de hand te houden en tot een minimum terug gebracht. Er zal wel veel werk moeten worden verricht om het verdienmodel te realiseren. Als specifieke risico’s zijn opgenomen: Inkoop en aanbesteding, procedurefouten; € 18.460 (hoog risico, incidenteel) Milieuverontreinigingen algemeen; p.m. (laag risico, incidenteel)1 Subsidieaanvragen Reeuwijkse Hout, mogelijk niet alle kosten subsidiabel; € 388.700 (laag risico, incidenteel) Niet gekwantificeerde risico’s; € 28.160 Ontwikkelingen Gedurende 2013 is door provincie en deelnemende gemeenten van de recreatieschappen Reeuwijkse Plassen e.o. en de Krimpenerwaard hard gewerkt aan een opzet voor een fusie tot de Groenalliantie. Daarbij is gewerkt aan het opheffen van de bestaande gemeenschappelijke regelingen en het gelijktijdig oprichten van een nieuwe GR. Dat stuitte op diverse problemen binnen de deelnemende gemeenten. Ook de raad van Bodegraven-Reeuwijk was niet gelukkig met de opzet voor een nieuwe GR. Eind 2013 hadden 1
De grootste bodemverontreiniging ligt onder het huidige, recent aangelegde, evenemententerrein en is afgedekt met zwaar doek. In de voorwaarden voor het gebruik van dit terrein zijn beperkingen opgenomen om het instandhouden van dit doek te garanderen.
Pagina 89 van 179, Jaarstukken 2013
bijna alle gemeenten toch ingestemd, waarbij wel enkele moties zijn aangenomen. Ook in onze gemeente, waar het besluit tot fusie in februari 2014 is gevallen. De nieuwe GR wordt nu in gezamenlijkheid verder uitgewerkt, waarbij ook de dienstverleningsovereenkomst met de uitvoeringsorganisatie Groenservice Zuid-Holland (GZH) onder de loep wordt genomen. De provincie wenst ook daar een andere vorm voor. De gefuseerde gemeente Alphen aan den Rijn (Boskoop, Rijnwoude en Alphen aan den Rijn) is op de voorwaarden van de voormalige gemeente Boskoop deelnemer in de GR Reeuwijkse Plassen en Omgeving geworden en heeft ingestemd met de fusie. Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden (RDOG) Programma Welzijn, volksgezondheid en cultuur. Openbaar belang Uitvoering geven aan de aan de gemeente opgedragen taken als gevolg van de Wet collectieve preventie volksgezondheid. Zorgdragen voor het ambulancevervoer. Zorgdragen voor daadwerkelijke geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen en de voorbereiding daarop. Uitvoering geven aan de aan de gemeente opgedragen taken als gevolg van de Wet Kinderopvang. Uitvoering geven aan het Warenwetbesluit tatoeëren en piercen. Uitvoering geven aan de aan de gemeente opgedragen taak in de Wet Lijkbezorging. Uitvoering geven aan de aan de gemeente opgedragen taken als gevolg van de Wet Maatschappelijke ondersteuning. De Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden bestaat uit de volgende onderdelen:
GGD Hollands Midden Sector Regionale Ambulance Dienst van de CPA Hollands Midden Bureau GHOR Hollands Midden
Vestigingsplaats Leiden Bestuurlijk belang Een lid van het college van B. en W. is lid van het algemeen bestuur. Financieel belang De gemeente betaalt jaarlijks een bijdrage voor gezondheidszorg en jeugdgezondheidszorg. Risico Onze gemeente is mede verantwoordelijk voor financiële tekorten. In 2011 heeft Bestuur en organisatie van de RDOG HM zich, ter voorbereiding op de begroting 2012 intensief bezig gehouden met de vraag hoe de RDOG HM de komende jaren de door de gemeenten opgelegde taakstelling kan realiseren. Deze taakstelling is nodig vanwege de bezuinigingen waarmee de gemeenten worden geconfronteerd. Als specifieke risico’s zijn opgenomen: Taakstelling JGZ is nog niet behaald; Ingeschat is dat dit voordeel behaald zou kunnen worden als gevolg van de integratie van de JGZ 0-4 en de JGZ 4-19 jaar. Deze integratie is nog niet gerealiseerd. Taakstelling ten gevolge van de opheffing van de subregionale organisatiestructuur van de GGD. Tegenvallers in de bedrijfsvoering; Door het beperkte personeelsverloop zijn de feitelijke personeelslasten 2013 hoger dan begroot. De invoering van het digitaal dossier JGZ.
Pagina 90 van 179, Jaarstukken 2013
Aanvullende diensten: lagere afname dan de begrootte afname veroorzaakt teruglopende inkomsten. Regionale Ambulancedienst: door de tijdelijke Wet Ambulancezorg is is de Regionale AmbulanceVoorziening verantwoordelijk geworden voor de meldkamer ambulancezorg. De financiele gevolgen van de verhuizing van de meldkamer en het personeel zijn nog niet duidelijk. Subregio Midden Holland en Zuid Holland Noord: wachtgeldrisico. De RDOG is eigen risicodrager, werkloosheidsuitkeringen komen voor rekening van de RODG.
Ontwikkelingen In het kader van de ontwikkeling van de Centra voor Jeugd en Gezin is in 2013 gewerkt aan o.a. het preventief logopedisch spreekuur, de verbinding CJG en onderwijs, een aangepaste werkwijze zorgnetwerken 0-4. Ook zijn de contactmomenten in de jeugdgezondheidszorg geflexibiliseerd. Door deze kwaliteitsverbetering wordt de zorg voor kinderen meer op maat geleverd. Er is meer aandacht voor ‘kwetsbare kinderen’. Voor de transitie jeugdzorg zijn in een ‘regionaal transitiearrangement Jeugdhulp’ (dat iedere Nederlandse regio verplicht was te ontwikkelen) afspraken gemaakt met aanbieders over de uitvoering van deze decentralisatie voor de periode 2014-2017. Eind 2011 is Projectagenda regionaal werken 2015 vastgesteld., om de subregio’s Midden-Holland en Holland-Rijnland op de schaal van Hollands Midden te organiseren. Het doel is te komen tot één BPI voor alle gemeenten. In het kader van de bezuinigingstaakstelling 2012-2016 is in de afgelopen jaren het takenpakket kritisch tegen het licht gehouden en is vastgesteld welke taken in omvang konden worden verminderd zonder dat het bijbehorende maatschappelijke effect onder een aanvaardbaar niveau komt. In 2010 en 2011 is er een bezuinigingstaakstelling van € 1,3 miljoen gerealiseerd. Voor 2011 is een extra bezuiniging van € 0,4 miljoen gerealiseerd. In 2012 heeft onze gemeente een zienswijze ingediend om verdergaand te bezuinigen. Voor de jaren 2012-2016 heeft het AB een taakstellingsbesluit genomen om te komen tot een reductie van 10% op de Bijdrage per Inwoner. Daarnaast is in 2014 de loonkostenindex op nul gesteld. Dit leidt tot een bezuiniging oplopend tot € 2,46 miljoen in 2015 en € 2,93 miljoen in 2016. Bij het conceptprogramma 2014 hebben we aangedrongen op verdergaande bezuinigingen en opnieuw te kijken naar taken en kwaliteitsniveaus. Het RDOG heeft dit in 2013 gedeeltelijk ingevuld. In november 2013 is een rapport “Bodem in Beeld” aangeboden. Dit rapport is de weergave van de plannen van de RDOG om de bestaande bezuinigingsopdracht in te vullen en van de mogelijkheden om eventueel verder te bezuinigen. In 2014 volgt een onderzoek om de RDOG HM nog efficienter en flexibeler te maken, de financiële stand van zaken transparanter te maken en de taken optimaal te laten aansluiten op de maatschappelijke effecten die door de gemeenten worden beoogd. Het RDOG sluit het jaar 2013 af met een tekort van € 6.000,00. Gemeenschappelijke Regeling Regionaal Historisch Centrum Programma Algemeen bestuur. Verbonden partij Regionaal historisch centrum Rijnstreek en Lopikerwaard (RHC). Regionaal Streekarchief ter uitvoering van de Archiefwet en historische archivering. Samenwerkingsverband met de gemeenten: Woerden, Lopik, Montfoort, Oudewater, IJsselstein en het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Openbaar belang De gemeente is ingevolge de Archiefwet verantwoordelijk voor het overbrengen van de archiefbescheiden welke niet voor vernietiging in aanmerking komen. (art. 13 archief wet. 1995). Bij of krachtens AMVB’s
Pagina 91 van 179, Jaarstukken 2013
worden nadere regels gesteld inzake de geordende en toegankelijke staat van de stukken. Art 11,12 en 13 van het Archiefbesluit 1995. De beheerder van een archiefbewaarplaats stelt de daar berustende archiefbescheiden aan de verzoeker ter raadpleging of gebruik beschikbaar met inachtneming van de aan de openbaarheid gestelde beperkingen. Tevens is de beheerder verantwoordelijk voor een goede-, geordende- en toegankelijke staat van de onder hem berustende archiefbescheiden. Vestigingsplaats Woerden. Bestuurlijk belang Een lid van het college van B. en W. is lid van het bestuur. Financieel belang De gemeente betaalt via de Gemeente Woerden in het kader van de GR Regionaal Historisch Centrum jaarlijks een bijdrage op basis van het aantal inwoners van de voormalige gemeente Bodegraven-Reeuwijk. Er zal geen exploitatietekort ontstaan, omdat het totaal van de exploitatiekosten omgeslagen worden over de deelnemende gemeenten. Kosten 2013 e.v.: € 107.357,- op basis jaarlijkse inwonerbijdrage. Beheer en productieafspraken De Archiefwet geeft voorschriften voor het bewaren, beheren en vernietigen van te archiveren overheidsdocumenten. De inzage termijn voor burgers bij de gemeente voor te bewaren archief is 20 jaar, daarna wordt het archief overgedragen aan het Streekarchief. Historische relevante gegevens worden onderscheiden en geconserveerd. Door de Archiefinspectie van de provincie Zuid-Holland is in mei 2012 een inspectie verricht naar het functioneren van de informatiehuishouding in de gemeente. Uit het inspectierapport blijkt dat de archivering voldoet aan de gestelde normen. Financiële ontwikkeling Investeringen in nieuwe digitale archiveer- en beheertechnieken veroorzaken een opwaartse druk op de begroting, die jaarlijks leidt tot een toename van de gemeentelijke bijdrage. Risico Onze gemeente is mede verantwoordelijk voor financiële tekorten. Jaarlijks is er een (beperkte) toename van de gemeentelijke bijdrage. Gemeenschappelijke Regeling Oude Rijnzone (ORZ) Programma Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting. Openbaar belang De Oude Rijnzone is een regionale samenwerking tussen Provincie Zuid-Holland en de gemeenten Leiderdorp, Alphen aan den Rijn, Bodegraven-Reeuwijk en Zoeterwoude. Het belangrijkste doel van de regionale samenwerking is de realisatie van majeure doelstellingen op het gebied van herstructurering bedrijventerreinen en groen in de regio Oude Rijnzone. Taak van de GR Oude Rijnzone is om de subsidiemiddelen via een in te richten regionaal fonds over de partners te verdelen en toe te zien op een doelmatige besteding ervan. Vestigingsplaats Alphen aan den Rijn
Pagina 92 van 179, Jaarstukken 2013
Bestuurlijk belang In 2010 hebben de partners besloten tot toetreding tot de GR Oude Rijnzone. De gemeente BodegravenReeuwijk heeft stemrecht. In het eind 2011 vastgestelde en jaarlijks te actualiseren Ontwikkelstrategiekader is de verdeling van de beschikbare (subsidie)middelen opgenomen. Financieel belang De gemeente Bodegraven-Reeuwijk draagt € 1,1 miljoen bij aan het in te richten regionaal fonds, te betalen in tranches van € 220.000,-- t/m 2014. Ook wordt jaarlijks bijgedragen aan de apparaatskosten van de GR Oude Rijnzone, dit betreft jaarlijkse kosten van minder dan € 10.000,Voor het projectencluster Bodegraven Wonen en Groen was € 5,5 miljoen subsidie gereserveerd in het Ontwikkelstrategiekader. Dit is inmiddels € 6,1 miljoen en zal als gevolg van een regionale meevaller oplopen naar bijna € 6,5 miljoen. Deze middelen zijn gelabeld voor de groene afronding in Bodegraven Oost en voor Werklint & achterlaatlocaties in Nieuwerbrug. Risico De subsidies van Oude Rijnzone zijn zeker gesteld via een beschikking. De risico’s zijn in beeld, gekoppeld aan de grondexploitaties Bodegraven Oost en Werklint/achterlaatlocaties. Dit betreft merendeels gebiedsontwikkelingsrisico’s (Bodegraven Oost) dan wel planontwikkelingskosten risico’s (bij niet doorgaan Werklint/achterlaatlocaties). De gemeente Bodegraven-Reeuwijk draagt € 1,1 miljoen bij aan het in te richten regionaal fonds, te betalen in tranches van € 220.000 t/m 2014. Ook wordt jaarlijks bijgedragen aan de apparaatskosten van de GR Oude Rijnzone. De eigen bijdrage van € 1,1 miljoen wordt voor een bedrag van € 880.000 gefinancierd uit opbrengsten uit de ontwikkeling van Bodegraven Oost (Groote Wetering II). Ontwikkelingen Insteek van de GR Oude Rijnzone is om op zo eenvoudige mogelijke wijze en met zo min mogelijk kosten de taken uit te voeren. Het beleid van de GR Oude Rijnzone is verwoord in het Ontwikkelstrategiekader Oude Rijnzone. Dit is in 2013 geactualiseerd vastgesteld door het Algemeen Bestuur nadat het voor zienswijzen aan de gemeenteraden is voorgelegd. Ook de begroting en begrotingswijzigingen Oude Rijnzone zijn voor zienswijzen aan de gemeenteraden voorgelegd. Onze gemeentelijke zienswijze was positief. Stichting “VEEN” Programma Recreatie Openbaar belang Op grond van het met drie verenigingen van watereigenaren gesloten convenant worden met ingang van het jaar 2000 vaarontheffingen door de stichting VEEN uitgegeven. De opbrengst van de vaarontheffingen komt ten gunste van de stichting VEEN. De stichting heeft de taak en de verplichting om het op deze wijze verkregen bedrag op een verantwoorde wijze voor het Reeuwijkse Plassengebied te besteden. Hierbij valt te denken aan projecten voor natuurbeheer, verbetering kwaliteit natuur, verbetering oevers e.d. Vestigingsplaats Reeuwijk Bestuurlijk belang Het bestuur van de Stichting VEEN bestaat uit personen uit de diverse verenigingen van watereigenaren. De gemeente Bodegraven-Reeuwijk is vertegenwoordigd in het bestuur met 2 personen.
Pagina 93 van 179, Jaarstukken 2013
Financieel belang De opbrengsten van de leges vaarontheffingen komen als subsidie beschikbaar voor de stichting. Uit deze subsidiestroom kunnen de exploitatielasten worden betaald. Het overige wordt ingezet voor de hierboven genoemde doelen. Risico In 2013 kent VEEN geen onverwachte financiële tegenvallers. De bruto inkomsten van VEEN in 2013 bedragen bij benadering € 100.000,--. Stichting Klasse Programma Onderwijs Openbaar belang De Stichting Klasse verzorgt sinds 2005 het openbaar onderwijs in de gemeenten Bodegraven- Reeuwijk, Gouda, Waddinxveen en Woerden. De gemeente heeft nog een beperkt aantal wettelijke verantwoordelijkheden, die zij overgedragen heeft aan het Toezichthoudend orgaan stichting Klasse (TO). Het TO bestaat uit de wethouders van de gemeenten die het openbaar onderwijs aan de stichting Klasse hebben overgedragen. Eind 2013 heeft de een bestuurlijke omvorming plaatsgevonden. De stichting werkt nu volgens het Raad van Toezichtmodel (RvT). De RvT houdt toezicht op de financiële situatie van Stichting Klasse en heeft de verantwoording voor de goedkeuring van de begroting en jaarrekening. Het TO houdt over de voortgang nauw contact met de Raad van Toezicht van Stichting Klasse. De gemeenteraden hebben geen directe invloed op de Stichting Klasse. Vestigingsplaats Reeuwijk Bestuurlijk belang Een lid van het college van B. en W. is lid van het toezichthoudend orgaan (TO). Financieel belang Bij eventuele nadelige exploitatieresultaten is het niet uitgesloten dat de deelnemende gemeenten hiervoor worden aangesproken. Risico De financiële resultaten van de stichting Klasse zijn de afgelopen jaren een belangrijk aandachtspunt voor het Toezichthoudend orgaan stichting Klasse. Door het bestuur zijn maatregelen genomen, die hebben geleid tot een financieel gezonde situatie. Het TO houdt over de voortgang nauw contact met de Raad van Toezicht van Stichting Klasse. Ontwikkelingen Er zijn vorderingen gemaakt met het oplossen van geconstateerde tekortkomingen in het financiële beheer van de stichting. De stichting laat sinds 2013 een financieel gezonde begroting zien. Minstens zo belangrijk is het strategisch beleidskader waarin de doelen gesteld zijn waaraan gewekt wordt in de periode 20112015 Het beleidskader draagt de titel ‘Klasse kiest voor Kwaliteit’ en kan worden onderverdeeld in vijf thema’s: 1. 2. 3. 4. 5.
een gezond huishoudboekje, versterking van de kwaliteit van het onderwijs, goed personeelsbeleid organisatorische vernieuwing en een effectieve marketing (grotere instroom van leerlingen)
Pagina 94 van 179, Jaarstukken 2013
Stichting GBKN (grootschalige basiskaart Nederland) Zuid-Holland Programma Algemeen Bestuur Openbaar belang De stichting beheert de Grootschalige Basiskaarten Nederland toegankelijk en op een markconforme wijze. Dit houdt het zorgdragen voor de instandhouding in. De volgende activiteiten zijn te onderkennen: beleid maken, product ontwikkelen, bijhouden, bestandsbeheer, verkopen, distribueren en het verlenen van diensten. Vestigingsplaats Rotterdam Bestuurlijk belang Een lid van het college van B. en W. is lid van het bestuur. Financieel belang Bij eventuele nadelige exploitatieresultaten is het niet uitgesloten dat de deelnemende gemeenten hiervoor worden aangesproken. Risico Onze gemeente is mede verantwoordelijk voor financiële tekorten. Stichting “De Venen” Programma Recreatie Openbaar belang Doel van de Stichting is het tot stand brengen van een samenhangend gebied voor natuur- en recreatieontwikkeling. Daarbij wordt in de blijvende landbouwgebieden gestreefd naar een verdere versterking en handhaving van duurzame landbouw. Tevens wordt gestreefd naar het bereiken van een water- en milieukwaliteit behorend bij de aanwezige of te realiseren functies. Het vermogen van de stichting wordt met name gevormd door:
de bijdragen van de provincies Utrecht en Zuid Holland; subsidies ten behoeve van de exploitatie van de stichting en donaties; alle andere verkrijgingen en baten
Vestigingsplaats Utrecht Bestuurlijk belang Bestuursdeelname door gemeentebestuur Financieel belang De gemeente kan worden aangesproken op eventuele exploitatietekorten. Risico Onze gemeente is mede verantwoordelijk voor financiële tekorten.
Pagina 95 van 179, Jaarstukken 2013
Stichting Beheer Landschapselementen Reeuwijkse plassen Programma Natuur en Landschap Openbaar belang/Doelstelling De Stichting BLR beheert een groot aantal eigendommen in het plassengebied. De stichting heeft als doelstelling het herstel- en behoud van de landschapselementen. Onder landschapselementen wordt verstaan percelen grond en water, zoals eilanden-legakkers-damhoeken-rietkragen-weteringen enz., met een hoge natuur- en/of cultuurwaarde. Het belang om deze landschapselementen te waarborgen is groot. Zij zijn de laatste elementen die geheel voor natuur en landschap worden ingezet zonder bebouwing en recreatieve functie, zodat de Flora en Fauna hier beschermd is voor uitsterven. Alle percelen liggen in de aangewezen EHS (ecologische hoofdstructuur) gebied. Vestigingsplaats Reeuwijk Bestuurlijk belang/ beleid Een lid van het college van B. en W. is lid van het bestuur. Dit lidmaatschap is gemandateerd aan een medewerker op de afdeling R&B. De stichting heeft de opdracht om een tienjarenplan op te stellen voor het herstel en beheer van de percelen. Dit plan moet door de gemeente worden goedgekeurd. Financieel belang De stichting heeft bij oprichting een beginkapitaal gekregen. Daarnaast krijgt zij een jaarlijkse bijdragen van €30.000,-- vanuit de gemeente tot 31 december 2020, geïndexeerd met de gemeentelijke begrotingsindex. Dit was het bedrag wat de gemeente kwijt was aan onderhoud voor deze percelen. Voor de gemeente was in die tijd geen financiële mogelijkheid om de eilanden naar behoren te herstellen. Het aanspreken van subsidiegelden was voor een gemeente niet mogelijk. Daarom is er besloten om de stichting op te richten zodat zij wel aanspraak kunnen maken op subsidiegelden. De Stichting is verplicht om bij ontbinding of niet nakomen van afspraken het verkochte aan de gemeente te koop aan te bieden. Zienswijze gemeente op verbonden partij De gemeente deelt de visie van de Stichting BLR. Financiële ontwikkeling De jaarlijkse bijdrage aan de Stichting wordt betaald uit de begroting. Ontwikkelingen De gemeentelijke bestuursvertegenwoordiging geeft de gemeente de mogelijkheid om direct te sturen. Jaarlijks is er een evaluatie en worden de percelen gecontroleerd. de komende jaren wordt er veel herstelwerk uitgevoerd waardoor het van belang is om goed aangehaakt te blijven als gemeente. Stichting De Arkduif Programma Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting. Openbaar belang Het behoud van de molen “De Arkduif” gelegen te Bodegraven aan de Overtocht nabij 45 en de bijgebouwen, beschermd op grond van de Monumentenwet 1988. De molen en de bijgebouwen aan de Overtocht in stand houden, een functie te laten vervullen als cultuurhistorisch erfgoed en open te stellen voor het publiek. De instandhouding draagt een permanent karakter en geschiedt zonder winstoogmerk.
Pagina 96 van 179, Jaarstukken 2013
Vestigingsplaats Bodegraven Bestuurlijk belang Een lid van het college van B. en W. is lid van het bestuur. Financieel belang Aan de Stichting “De Arkduif” is het langdurig zakelijk genotrecht in de vorm van een erfpachtrecht gedurende dertig jaar toegekend op 27 september 2005. De stichting is verplicht de molen en de bijgebouwen in stand te houden en volgens de aangegeven bestemming te gebruiken. Risico De provincie is eigenaar van de kade (langs de Oude Rijn). Er moet een nieuwe beschoeiing komen. Wij hopen dat de provincie het groot onderhoud/rehabilitatie zal verrichten. Het restaurant in de molen ondervindt nl. overlast van water van golven van langsvarende boten e.d. De provincie is echter van mening dat de gemeente als huurder van de grond onderhoudsplichtig is. Cyclus N.V. Programma Beheer openbare ruimte. Openbaar belang De aandelen van Cyclus NV zijn in handen van de 16 deelnemende gemeenten. In juridische zin is Cyclus aan te merken als overheids-NV. Er is een 10-jarige dienstverleningsovereenkomst gesloten met Cyclus NV voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen. De uitvoering van de beheertaken is geregeld in de dienstverleningsovereenkomst (DVO). De dienstverleningsovereenkomst is ingegaan op 1 januari 2012. Vestigingsplaats Gouda Bestuurlijk belang Het aantal aandelen is bepalend voor de stemverhouding van de AVA, hierbij geldt 1 aandeel is 1 stem. De vertegenwoordiger op de aandeelhoudersvergadering is een wethouder. Financieel belang Het belang van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk in het aandelenkapitaal van Cyclus bedraagt 10,68% van het totaal aantal aandelen. Risico Het risico voor de gemeente Bodegraven-Reeuwijk is beperkt tot het gestorte aandelenkapitaal. Daarnaast zijn er nog risico’s inzake de multilaterale overeenkomst (CAF) waar alle voor- en nadelen voor rekening van de gemeenten zijn. Ontwikkelingen In de jaarrekening 2012 was met betrekking tot de dienstverleningsovereenkomst Cyclus een nadeel gepresenteerd. Deze kostenoverschrijding was veroorzaakt door transitie in het prijssysteem en een nog niet gerealiseerd aanbestedingsvoordeel afvalverwerking. Daarnaast leidde vertraging van de invoering van ondergrondse afvalcontainers tijdelijk tot “dubbele” inzamelingskosten zijn. Deze kosten zijn overigens gecompenseerd door voordelen elders o.a. op de opbrengsten van recycling. In 2013 is alertheid op de kostenontwikkeling verder vormgegeven. De kosten worden nu bewaakt op basis van de maandrapportages.
Pagina 97 van 179, Jaarstukken 2013
In 2013 is het plaatsen van de ondergrondse containers nagenoeg afgerond. Er dienen nog ondergrondse containers te worden geplaatst bij het nieuwe winkelcentrum aan de Miereakker en er dient nog een ondergrondse container geplaatst bij een sanering. Verder zijn er in 2013 in de voormalige gemeente Reeuwijk papiercontainers geplaatst. In 2014 zal een kritische beschouwing van de dienstverlening plaatsvinden. Bank Nederlandse Gemeenten N.V. (BNG) Programma Algemeen bestuur Openbaar belang De Bank der Nederlandse Gemeenten (BNG) is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van (maatschappelijke) voorzieningen voor de burger. Vestigingsplaats Den Haag Bestuurlijk belang Onze gemeente bezit 76.830 aandelen van de Bank der Nederlandse Gemeenten. Het stemrecht is daaraan gerelateerd. Financieel belang Het financieel belang in het kapitaal van de BNG is gelijk aan bovengenoemde aandelenverhouding. In het jaar 2013 is over het jaar 2012 een dividend van € 114.477,-- (€ 1,49 per aandeel) ontvangen. Risico Er zijn geen financiële of andere risico’s. Ontwikkelingen a. De BNG voert een solide beleid. Investeert in maatschappelijke projecten en neemt daarbij geen onevenredig grote risico’s. De Bank is trots op haar triple-A-status en doet er alles aan die te behouden. b. Het bestuur van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk is het eens met deze lijn. Oasen N.V. Programma Algemeen bestuur. Openbaar belang Oasen N.V. is een waterbedrijf. De kernactiviteiten zijn winning, productie en levering van topkwaliteit (drink)water aan particulieren en bedrijven. Vestigingsplaats Gouda Bestuurlijk belang De gemeente Bodegraven-Reeuwijk is aandeelhouder. De vertegenwoordiger op de aandeelhoudersvergadering is een wethouder.
Pagina 98 van 179, Jaarstukken 2013
Financieel belang Er vindt geen uitkering van dividend plaats. De gerealiseerde winst wordt toegevoegd aan de algemene reserve van Oasen. Jaarlijks wordt een relatief gering bedrag toegewezen aan een goed doel. Risico Er zijn geen financiële risico’s. Ontwikkelingen In 2012 is Oasen een herijking van haar tarievenbeleid gestart. Daarin is het tarief voor een sprinkleraansluiting nadrukkelijk meegenomen. De watervoorziening aan sprinklers is een nevenproduct met relatief dure aansluitingen. De tariefstelling hiervoor is in de herziening neerwaarts bijgesteld. In de aandeelhoudersvergadering van 2013 hebben de aandeelhouders ingestemd met een onderbouwd tariefvoorstel voor 2014. Ontwikkelingsmaatschappij Bodegraven VOF (OMB) Programma Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting. Openbaar belang De Ontwikkelingsmaatschappij Bodegraven heeft tot doel het ontwikkelen, exploiteren en verkopen van grond gelegen in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk, locatie Groote Wetering I. Vestigingsplaats Bodegraven-Reeuwijk Bestuurlijk belang Het betreft een publiek-private samenwerking met als doel het ontwikkelen en exploiteren van het bedrijfsterrein Groote Wetering I. De ontwikkeling heeft inmiddels plaatsgevonden. Financieel belang Er hebben in 2013 besprekingen plaatsgevonden om tot afwikkeling te komen. Dit resulteert in uittreding van de gemeente uit de OMB B.V. per eind 2013 en enkele grondoverdrachten onder meer relevant voor de ontwikkeling van Bodegraven Oost met daarin Groote Wetering II en de Duurzame Groene Afronding. OMB BV (nieuw, zonder de gemeente) zal het meest zuidelijke deel van Groote Wetering II gaan ontwikkeling. De gemeente gaat zorg dragen voor de ontwikkeling van de rest van Groote Wetering II. De voorziening die ooit is gevormd komt vrij en wordt merendeels toegevoegd aan de Algemene Reserve. Risico Gezien de bereikte overeenstemming zijn er geen risico’s meer. Ontwikkelingen Beleid was te komen tot afwikkeling. Met uittreding van de gemeente is gekomen tot afwikkeling van OMB B.V. voor onze gemeente. Ontwikkelingsmaatschappij Rijnhoek C.V. (OMR) Programma Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting. Openbaar belang Het realiseren van het bedrijvenpark Rijnhoek door middel van het ontwikkelen, exploiteren en verkopen van gronden.
Pagina 99 van 179, Jaarstukken 2013
Vestigingsplaats Bodegraven Bestuurlijk belang Ontwikkelingsmaatschappij Rijnhoek CV (OMR) heeft als commanditaire vennoten de gemeente Bodegraven-Reeuwijk en de Ontwikkelingscombinatie Rijnhoek BV (OCR). Een wethouder vertegenwoordigt de gemeente in de functie van commanditair vennoot. Financieel belang De participatie als commanditair vennoot in de Ontwikkelingsmaatschappij Rijnhoek CV (OMR) is als financieel belang aan te merken. De gemeente kan worden aangesproken op eventuele exploitatietekorten. De commanditaire vennoten zijn de kapitaalverschaffers van de CV. Een door de gemeente BodegravenReeuwijk en de Ontwikkelingscombinatie Rijnhoek BV (OCR) opgerichte beherend vennoot, de GEM Rijnhoek BV, voert de directie en vertegenwoordigt de CV in externe contacten. Daarnaast is de gemeente Bodegraven partij in de gesloten overeenkomsten. Risico Jaarstukken volgen ter goedkeuring (collegeadvies). Grondexploitatie met vijf jaar verlengd. Geplande opbrengst in 2020 is circa vijf miljoen euro positief. Deelname gemeente is circa 48%.Verkoop van percelen bedrijventerrein zal langer duren dan beoogd ten gevolge van de vertraging in de markt. Mutaties worden uitgewerkt binnen de grondexploitatie Rijnhoek. GEM Rijnhoek BV Programma Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting. Openbaar belang Het doel van de vennootschap is het ontwikkelen van het ontwikkelingsgebied Rijnhoek tot het “Bedrijvenpark Rijnhoek”. De GEM Rijnhoek BV is door de voormalige gemeente Bodegraven en de Ontwikkelings Combinatie Rijnhoek BV (OCR) opgericht als beherende vennoot van de Ontwikkelingsmaatschappij Rijnhoek CV (OMR). De GEM Rijnhoek BV voert de directie over en vertegenwoordigt de OMR in externe contacten. Vestigingsplaats Bodegraven Bestuurlijk belang De aandeelhouders zijn: - Ontwikkelingscombinatie Rijnhoek BV (OCR) - Gemeente Bodegraven-Reeuwijk, vertegenwoordigd door een wethouder. De directie wordt gevoerd door - de heer F. van der Pelt, benoemd door de Ontwikkelingscombinatie Rijnhoek BV (OCR) - de heer C. Graafland, benoemd door Gemeente Bodegraven Financieel belang Het maatschappelijk kapitaal bedraagt € 90.000, waarvan € 18.000 is geplaatst. Het aandeel van de gemeente is vijf aandelen B per stuk € 1.800, totaal € 9.000. Risico Jaarstukken volgen ter goedkeuring (collegeadvies). Grondexploitatie OMR met vijf jaar verlengd. Geen resultaat in deze BV.
Pagina 100 van 179, Jaarstukken 2013
Mutaties worden uitgewerkt binnen de grondexploitaties Rijnhoek van OMR en van de gemeente. Ontwikkelings- en bouwcombinatie Reeuwijk Programma Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting Openbaar belang Ontwikkelen gebied Oude Tol III te Reeuwijk. Deze combinatie bestaat uit 5 ondernemers (Bontenbal Bouw BV, Kastelein Bouw- en aannemingsbedrijf BV, Vergeer Planontwikkeling BV, Goudriaan-Jongerius Bouwen aannemingsbedrijf BV, Vosplan Vastgoedontwikkeling BV). Van deze partijen zijn Bontenbal en Kastelein inmiddels failliet verklaard en heeft Vergeer aangegeven niet deel te nemen aan de ontwikkeling van fase 2. Dat betekent dat na financiële afronding van fase 1 (hierover is in februari 2014 overeenstemming bereikt tussen de gemeente en OBR) alleen Goudriaan-Jongerius en Vosplan nog deel uitmaken van OBR. Vestigingsplaats Reeuwijk Bestuurlijk belang De gemeente Bodegraven-Reeuwijk is eindverantwoordelijke partij. Financieel belang Het resultaat van de grondexploitatie Oude Tol III fase 1 wordt conform de 50-50 regeling van de samenwerkingsovereenkomst verdeeld tussen de gemeente en de OBR. Ook voor fase 2 geldt deze verdeling. Risico De OBR en de gemeente zullen voor gezamenlijke rekening en risico de rest van het plangebied ontwikkelen. Stichting Greenpoort Boskoop Programma Economie en arbeidsparticipatie Openbaar belang Om de uitvoering van de projecten uit "Bomen in Beeld" zo goed mogelijk gestalte te geven, is een stevige organisatiestructuur opgezet. Het aantal betrokken partijen zal groeien, net als de uitgaven. Gezocht is naar een balans tussen representatieve vertegenwoordiging van alle betrokken partijen, slagvaardigheid ten opzichte van de Greenport(s) Nederland en een maximale functionaliteit. Vestigingsplaats Boskoop Bestuurlijk Belang Uit onderzoek naar een optimale organisatiestructuur is gebleken dat een stichting om meerdere redenen wenselijk was. De bestuurlijke zuiverheid en verantwoordelijkheid van de individuele bestuurders van de stichting komen niet in het geding en er kan een flexibele uitvoering en aansturing van activiteiten worden gerealiseerd. Het bestuur van de stichting bestaat uit een evenredige vertegenwoordiging vanuit het bedrijfsleven en de
Pagina 101 van 179, Jaarstukken 2013
overheid. Vertegenwoordigd zijn: Alphen aan den Rijn2, Rijnwoude, Bodegraven-Reeuwijk, Waddinxveen, Rabobank, Kamer van Koophandel, Hoogheemraadschap van Rijnland LTO-Kring Boskoop en Floralis Holland. De vertegenwoordiging van de vier gemeenten in het bestuur vindt plaats door de betreffende portefeuillehouder van iedere gemeente. Hij/zij is lid van het dagelijks bestuur. Twee raadsleden zijn lid van het algemeen bestuur en één raadslid is vervangend bestuurslid van het algemeen bestuur. Financieel Belang De stichting Greenport Regio Boskoop heeft een sturende rol binnen de Greenport: initiëren, coördineren en vertegenwoordigen. Projecten worden zoveel mogelijk belegd bij uitvoerende organen. Deze uitvoerende organen zijn, onder de paraplu van de sturende stichting, zelf verantwoordelijk voor uitvoering, kwaliteit, financiering en rapportage. Risico Op dit moment niet nader te kwantificeren. Stichting Inkoopbureau Midden Nederland Programma Bedrijfsvoering Openbaar belang/Doelstelling De Stichting Inkoopbureau Midden Nederland (IBNM) is een professioneel inkoopbureau met als doel voor de deelnemende gemeenten de beste kwaliteit uit de markt te halen tegen de beste prijs. Bij de Stichting IBNM waren in 2013 twaalf gemeenten aangesloten. IBNM heeft geen winstoogmerk en werkt alleen voor de aangesloten gemeenten Vestigingsplaats Vianen Bestuurlijk belang/ beleid De gemeentesecretaris is lid van het bestuur. Financieel belang De gemeente laat haar inkoop en betalingen via IBNM lopen. Bijdrage via een kostenaandeel in de betalingen aan diensten. Zienswijze gemeente op verbonden partij De gemeente deelt de visie van het bestuur van de Stichting IBNM. Risico De gemeente is verantwoordelijk voor eventuele financiële risico’s. Ontwikkelingen Met deelname in IBNM wordt een verlaging in de inkoopkosten beoogd. Hiervoor is een taakstelling opgenomen in de begroting. De inkoopvoordelen zijn niet volledig in overeenstemming met de taakstelling inkoop.
2
De gemeente Boskoop is per 1-1-2014 gefuseerd met Alphen aan den Rijn. De nieuwe gemeente neemt nu deel in de Stichting Greenport.
Pagina 102 van 179, Jaarstukken 2013
Overzicht van de geraamde en betaalde bijdragen 2013: Begroting 2013
Jaarrekening 2013
Verschil
1.076.125 1.247.002
1.076.100 1.373.506
25 - 126.504
2.323.127
2.449.606
- 126.479
2.048.577 60.079 31.678 15.992 15.573 - 149.000
2.040.942 60.274 31.781 16.044 15.623 - 170.066
7.635 - 195 - 103 - 52 - 50 21.066
2.022.899
1.994.598
28.301
Promen Inkomensoverdracht WSW
636.982
638.354
- 1.372
De Sluis Groep Bijdrage Inkomensoverdracht WSW
134.700 1.534.198
228.810 1.559.093
- 94.110 - 24.895
1.668.898
1.787.903
- 119.005
233.586
233.586
-
238.914 909.540 14.400 - 9.000
238.912 905.033 14.400 - 15.530
2 4.507 6.530
1.153.854
1.142.815
11.039
160.350 -
175.182 - 15.211
- 14.832 15.211
Totaal ISMH
160.350
159.971
379
BSGR Bijdrage
621.000
618.633
2.367
95.088
96.888
- 1.800
Oude Rijnzone Bijdrage
230.000
224.793
5.207
Stichting Veen Bijdrage
108.000
96.092
11.908
88.563
53.856
34.707
9.342.347
9.497.095
- 154.748
Verbonden partij ODMH Milieudienst Bouw- en woningtoezicht Totaal ODMH VRHM Regionale brandweer Gemeenschappelijke Meldkamer GHOR Veiligheidsbureau Oranje kolom Te verrekenen doorschuif BTW Totaal VRHM
Totaal De Sluis Groep NRRP Bijdrage RDOG Gezondheidszorg Jeugdgezondheidszorg Lijkschouwingen Te verrekenen doorschuif BTW Totaal RDOG ISMH Bijdrage Te verrekenen doorschuif BTW
Streekarchief Bijdrage
Overige kleinere partijen Bijdragen Totaal verbonden partijen
Pagina 103 van 179, Jaarstukken 2013
Toelichting op significante afwijkingen: ODMH, onderdeel Bouw- en woningtoezicht De werkelijk betaalde bijdrage over 2013 is hoger dan geraamd. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat de oorspronkelijke raming was gebaseerd op de cijfers van 2012, zonder toepassing van indexatie. De Sluis Groep De bijdrage aan De Sluis Groep is over 2013 fors hoger uitgevallen vanwege de transitiekosten voor de oprichting van Ferm Werk
Pagina 104 van 179, Jaarstukken 2013
2.2.7. Paragraaf grondbeleid
Wat is het doel van deze paragraaf? De paragraaf grondbeleid geeft de visie van de gemeente op het grondbeleid in relatie tot de wijze waarop wordt getracht de doelstellingen, zoals opgenomen in het programmaplan te realiseren. Transparantie van het grondbeleid is om twee redenen van belang. In de eerste plaats vanwege het financiële belang en de risico’s en in de tweede plaats vanwege de relatie met de doelstellingen zoals aangegeven in de programma’s. Visie op het grondbeleid Met het grondbeleid wordt beoogd: • een maatschappelijk gewenst ruimtegebruik te bevorderen; • vormgeven aan volkshuisvestelijke doelstellingen; • de effectiviteit van het ruimtegebruik te verhogen; een evenwichtige verdeling van kosten en opbrengsten over gebruikers, grondeigenaren, ontwikkelaars en overheid te bevorderen. Hierbij streeft de gemeente Bodegraven-Reeuwijk naar een optimum tussen deze facetten. Het aantal onrendabele (verliesgevende) grondexploitaties dient tot een minimum beperkt te blijven. Beleidskader Het grondbeleid is vastgesteld in de kadernota Grondbeleid. Onderscheid kan worden gemaakt tussen actief en passief grondbeleid. Bij de laatste vorm treedt de gemeente faciliterend op bij een private gebiedsontwikkeling. Actief grondbeleid: de gemeente brengt eigen gronden in en/of verwerft gronden, maakt bouw- en woonrijp en geeft bouwkavels uit (verkoopt/verpacht). Passief grondbeleid: de gemeente stelt voorwaarden aan de ontwikkeling van grond welke in eigendom zijn van een private partij en faciliteert in overheidstaken van planologische aard. In de in 2012 vastgestelde kadernota Grondbeleid is het uitgangspunt een meer passief grondbeleid waarbij het initiatief en exploreren van ontwikkelingen bij de samenleving ligt. Prognose te verwachten exploitatieresultaten van de lopende grondexploitaties Jaarlijks krijgt de gemeenteraad het Meerjarenprogramma grondexploitaties aangeboden. Het MPG is een beleidsdocument waarin de actualisatie van de vastgestelde grondexploitaties is vastgelegd. In de hierna volgende tabel is opgenomen hoe de projecten in het MPG en MPP 2013 zijn verwerkt het MPG 2014 en de jaarrekening 2013.
Projectnaam Oude Tol III fase 1 Oude Tol III fase 2 Molenzicht Bedrijvenpark Rijnhoek Bedrijvenpark Rijnhoek OMR De Wijde Wiericke Weideveld algemeen Weideveld hoofdstructuur Weideveld fase 1 & 2 Weideveld fase 3 Weideveld fase 4 Weideveld fase 6 Weideveld fase 7 & 8
In 2013 gerubriceerd onder: Bouwgronden Bouwgronden Bouwgronden Bouwgronden Bouwgronden Bouwgronden Bouwgronden Bouwgronden Bouwgronden Bouwgronden Bouwgronden Bouwgronden Bouwgronden
in in in in in in in in in in in in in
exploitatie exploitatie exploitatie exploitatie exploitatie exploitatie exploitatie exploitatie exploitatie exploitatie exploitatie exploitatie exploitatie
In 2014 gerubriceerd onder: Project afgesloten in MPG 2014 Bouwgronden in exploitatie Voorraad grond en hulpstoffen Bouwgronden in exploitatie Bouwgronden in exploitatie Bouwgronden in exploitatie Bouwgronden in exploitatie Bouwgronden in exploitatie Bouwgronden in exploitatie Gesplitst in BIE en NIEGG Bouwgronden in exploitatie Niet in exploitatie genomen gronden Niet in exploitatie genomen gronden
Pagina 105 van 179, Jaarstukken 2013
Weideveld fase 9 Weideveld fase 5 Oude Rijnzone Bodegraven Oost Oude Rijnzone Werklint De Steupel Herinrichting Rijngaarde Venen Oost zorgappartementen Westveen Gronden parallelweg Wiericke Weide Groendijk Oost Maximalocatie Molendijk / Kosterdijk Maximalocatie Prins Berhardstraat Winkelcentrum Miereakker Nautique Herinrichting Dorp Waarder Oude Tol III fase 2, gronden tbv Wbv Reeuwijk Gebouwen Grutto en Dronenwijk Kromme Kamp Raadhuisweg 51 - 53 Gronden Groendijk Oost, 52.601 m2 Kromme Kamp, opstal Dorp 27 Reeuwijk Dorp Noord Dorpsweg 44b, 106 m2 Reeuwijk Dorp Noord Dorpsweg 38b Reesvelt II, 58.273 m2 Maximalocatie, opstal Kosterdijk 9 Voorraad grond vm Reeuwijk Grond buiten bestemmingsplan Zuid-rijn Land van boerderij Noordzijde 38 Loods Willen de Zwijgerstraat Weideveld II
Bouwgronden Bouwgronden Bouwgronden Bouwgronden Bouwgronden Bouwgronden Bouwgronden Bouwgronden Bouwgronden Bouwgronden Bouwgronden Bouwgronden Bouwgronden Bouwgronden Bouwgronden Bouwgronden
in in in in in in in in in in in in in in in in
exploitatie exploitatie exploitatie exploitatie exploitatie exploitatie exploitatie exploitatie exploitatie exploitatie exploitatie exploitatie exploitatie exploitatie exploitatie exploitatie
Voorraad grond en hulpstoffen Bouwgronden in exploitatie Bouwgronden in exploitatie Bouwgronden in exploitatie Bouwgronden in exploitatie Bouwgronden in exploitatie Project afgesloten in MPG 2014 Bouwgronden in exploitatie Voorraad grond en hulpstoffen Bouwgronden in exploitatie Bouwgronden in exploitatie Bouwgronden in exploitatie Voorraad grond en hulpstoffen Bouwgronden in exploitatie Voorraad grond en hulpstoffen Bouwgronden in exploitatie
Bouwgronden niet in exploitatie
Bouwgronden niet in exploitatie
Bouwgronden niet in exploitatie Bouwgronden niet in exploitatie
Gronden verkocht in 2013 Bouwgronden niet in exploitatie
Voorraad grond en hulpstoffen Voorraad grond en hulpstoffen Voorraad grond en hulpstoffen
Voorraad grond en hulpstoffen Voorraad grond en hulpstoffen Voorraad grond en hulpstoffen
Voorraad grond en hulpstoffen
Voorraad grond en hulpstoffen
Voorraad Voorraad Voorraad Voorraad Voorraad Voorraad Voorraad Voorraad
Voorraad Voorraad Voorraad Voorraad Voorraad Voorraad Voorraad Voorraad
grond grond grond grond grond grond grond grond
en en en en en en en en
hulpstoffen hulpstoffen hulpstoffen hulpstoffen hulpstoffen hulpstoffen hulpstoffen hulpstoffen
grond grond grond grond grond grond grond grond
en en en en en en en en
hulpstoffen hulpstoffen hulpstoffen hulpstoffen hulpstoffen hulpstoffen hulpstoffen hulpstoffen
Gedurende 2012 en het 1e kwartaal 2013 is de gemeente geconfronteerd met nagenoegd een volledige vraaguitval naar woonkavels en bedrijventerreinen. Het gevolg is dat in het bijzonder de waarde van de uit te geven woonkavels in 2012 gedaald is. De gemeente heeft deze waardedaling becijferd op 7% en dit doorgerekend in het MPG 2013. Voor het opstellen van het MPG 2014 zijn de volgende parameters gehanteerd:
Parameter Rekenrente Kostenstijging (prognose) Opbrengststijging (prognose)
Pagina 106 van 179, Jaarstukken 2013
Jaar 2014 - 2017 2018 en volgende 2014 vanaf 2015 2014 - 2015 2016 - 2017 2018 en volgende
Percentage 3,5 % 4,0 % 1,5 % 2,0 % 0,0 % 1,0 % 2,0 %
Actieprogramma woningbouw Bodegraven-Reeuwijk In juli 2012 heeft de raad besluiten genomen over de heroriëntatie van de totale projectenportefeuille in antwoord op de economische crisis en verbeterde aansluiting van het woningbouwprogramma bij de actuele marktvraag. Deze besluitvorming heeft geresulteerd in een actieprogramma. De negatieve effecten als gevolg van het vaststellen van het actieprogramma zijn gerapporteerd in het MPG/MPP 2012. Gedurende 2013 is gebleken dat de besluitvorming van juli 2012 niet voldoende was om de aanhoudende problemen in de woningmarkt te ondervangen. Om deze reden is bij het vaststellen van de jaarrekening 2012 en het MPG 2013 de correctie bovenlangs vastgesteld. De correctie bovenlangs behelst het opbouwen van de algemene reserve grondexploitaties tot een saldo van € 18 miljoen. Deze € 18 miljoen is noodzakelijk om de overprogrammering van woningen binnen de gemeente Bodegraven-Reeuwijk t/m 2019 terug te dringen. Bij het actualiseren van de grondexploitaties ten behoeve van het MPG 2014 is gebleken dat het uitgangspunt van €18 miljoen nog steeds voldoende lijkt. Op 12 december 2013 heeft de gemeenteraad ingestemd met een aantal maatregelen om deze overprogrammering aan te pakken. Dit besluit is gebruikt als uitgangspunt voor het opstellen van het MPG 2014. De financiële gevolgen van deze voorstellen kunnen niet gedekt worden uit het saldo van de algemene reserve grondexploitaties ultimo 2013. Dit betekent dat de reserve vanaf 2014 een negatief saldo zal vertonen. Het saldo van de algemene reserve grondexploitaties zal naar verwachting pas rond 2020 weer een positief beeld laten zien. Vanaf 2017 wordt er weer positieve totale algemene reserve (algemene reserve +/+ algemene reserve grondexploitaties = > 0) verwacht voor de gemeente Bodegraven-Reeuwijk. Door de getroffen maatregelen in het kader van het actieprogramma woningbouw heeft de gemeente Bodegraven-Reeuwijk er vertrouwen in dat zij beschikt over een evenwichtig woningbouwprogramma, waarmee op een financieel verantwoorde wijze kan worden voorzien in de woningbouwbehoefte in de komende jaren. Winst- en verliesnemingen In de kadernota’s is vastgelegd dat -in overeenstemming met het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV)- winst wordt genomen op het moment dat deze daadwerkelijk is gerealiseerd en een voorziening wordt getroffen op het moment dat een tekort wordt verwacht. Verder is vastgelegd dat tussentijds winst nemen mogelijk is vanaf het moment dat 50% van de voorgecalculeerde opbrengst van een (deel)complex is gerealiseerd. Winstneming vindt plaats naar rato van de realisatie van de verwachte opbrengsten uit verkopen (bij 50% realisatie, 50% winstneming van de voorgecalculeerde winst). Pas bij 100% realisatie van de grondopbrengsten wordt de volledige, resterende winst genomen (wordt het complex gesloten), mits bijna alle kosten zijn gemaakt en ook de behoedzaam nog te maken kosten geheel zijn gedekt door de gerealiseerde verkopen. Na afronding van de werkzaamheden in het exploitatiegebied en verwerking van alle kosten en opbrengsten zal de grondexploitatie kunnen worden afgesloten en zal het eindresultaat worden verantwoord. Bij de vaststelling van het MPG 2010 was besloten dat de eerste vijf jaar geen tussentijdse winst wordt genomen. Hiermee is de transparantie in de financiële gevolgen van de grondexploitaties ontstaan en is tussentijdse winstneming niet meer aan de orde. Bij de vaststelling van het MPG 2013 is een aantal projecten afgesloten die in een vergevorderd stadium van afronding waren. De resultaten daarvan zijn als winsten en verliezen in de jaarrekening 2012 verwerkt.
Pagina 107 van 179, Jaarstukken 2013
Weerstandsvermogen en risico’s Het resultaat van een (grondexploitatie-) project is niet statisch. Het resultaat is het gevolg van de gehanteerde uitgangspunten die op dat moment het meest realistisch zijn. Een project kan echter onderhevig zijn aan voorziene of onvoorziene risico’s en kansen. Met name projecten die zich nog in het begin van het ontwikkelproces bevinden, kennen de meeste risico’s en kansen. De opgenomen risico’s binnen de projecten anticiperen vooral op de marktsituatie. Denk hierbij aan stagnatie of uitstel van de gronduitgifte, aanpassing van het woningbouwprogramma of herziene afspraken met ontwikkelaars. Deze risico’s leiden tot hogere kosten of lagere opbrengsten. Indien één van de effecten of een combinatie daarvan zich voordoen, zal dit een verslechterende invloed hebben op het exploitatieresultaat. Ook kan het exploitatieresultaat negatief worden beïnvloed door: verwervingsrisico’s: het niet tijdig kunnen verwerven van gronden en het stijgen van aankoopprijzen; ontwikkelingsrisico’s: zoals inflatie, milieuaspecten, zoals bodemsanering, stortrechten, infrastructuur, archeologie en planschade; maatschappelijke en politieke invloeden: aangepaste regelgeving door (hogere) overheden en politieke besluitvorming over de wijze waarop projecten worden uitgevoerd en ingevuld. De risico’s en kansen voor de grondexploitaties en de projecten worden ieder kwartaal geïnventariseerd en geactualiseerd door de projectleiders en planeconomen. Het totale risicoprofiel wordt opgenomen in de berekening van het benodigde weerstandsvermogen. Dit vermogen kan worden gebruikt om tekorten op te vangen als de risico’s zich daadwerkelijk voordoen. De actuele berekeningen zijn opgenomen in de paragraaf Weerstandsvermogen.
Pagina 108 van 179, Jaarstukken 2013
3. Jaarrekening
Pagina 109 van 179, Jaarstukken 2013
Pagina 110 van 179, Jaarstukken 2013
Leeswijzer De jaarrekening bestaat conform het Besluit Begroting en Verantwoording uit de volgende onderdelen: Balans (inclusief toelichting) Programmarekening (inclusief toelichting) Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Balans De balans (hoofdstuk 3.1.) geeft de stand van zaken weer voor wat betreft de omvang en samenstelling van het vermogen. De balans geeft op ‘hoofdlijnen’ de standen per 31 december weer van het verslagjaar en ter vergelijking zijn de standen van het voorgaande verslagjaar opgenomen. In de toelichting op de balans (hoofdstuk 3.4.) wordt per balanspost een nadere specificatie gegeven en daar waar voorgeschreven het saldoverloop gedurende het jaar. Programmarekening De programmarekening (hoofdstuk 3.2.) bevat de gerealiseerde baten en lasten per programma, het overzicht van de gerealiseerde algemene dekkingsmiddelen, het gerealiseerde resultaat voor bestemming, de werkelijke toevoegingen en onttrekkingen aan reserves en het gerealiseerde resultaat na bestemming. Ter vergelijking zijn van de genoemde posten ook de cijfers opgenomen van de begroting voor wijzigingen en de begroting na wijzigingen. In de toelichting op de programmarekening wordt een analyse van afwijkingen tussen de begroting na wijziging en de programmarekening gegeven , een overzicht van de aanwending van het bedrag voor onvoorzien en een overzicht van de incidentele baten en lasten. Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling De grondslagen voor waardering en resultaatbepaling geven weer welke uitgangspunten zijn gehanteerd bij de waardering van activa en passiva en de bepaling van baten en lasten. De grondslagen voor waardering en resultaatbepaling zijn in overeenstemming met de hiervoor geldende bepalingen zoals opgenomen in het Besluit Begroting en Verantwoording.
Pagina 111 van 179, Jaarstukken 2013
3.1. Balans per 31 december bedragen x € 1.000 ACTIVA
31 dec 2013
31 dec 2012
VASTE ACTIVA Materiële vaste activa economisch nut Gronden en terreinen Bedrijfsgebouwen Grond, weg- en waterbouwkundige werken Machines, apparaten en installaties Vervoermiddelen Gronden uitgegeven in erfpacht Overige materiele activa Woonruimten
69.605 4.084 26.391 28.244 1.097 123 1.417 7.785 463
65.449 4.108 23.795 27.612 1.278 156 393 7.965 140
Materiële vaste activa maatschapp. nut Grond, weg- en waterbouwkundige werken
26.302 26.302
24.303 24.303
Financiële vaste activa Bijdragen activa in eigendom derden Overige langlopende leningen Kapitaalverstrekk. gemeensch. regelingen Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen
16.363 12.037 3.762 19 546
17.916 13.607 3.744 20 546
112.270
107.669
VLOTTENDE ACTIVA Voorraden Vooruitbetalingen op voorraden Bouwgronden in exploitatie (projecten) Bouwgronden niet in exploitatie genomen Overige grond- en hulpstoffen
29.613 3 17.641 7.460 4.509
40.707 6 36.815 1.290 2.595
Uitzettingen met een looptijd < 1 jaar Vorderingen op openbare lichamen R-C verh. met niet-financ. instellingen Overige vorderingen < 1 jaar
15.480 2.129 9.794 3.557
18.848 6.760 7.674 4.413
70 65 6
408 404 4
8.482 7.951 112 419
1.361 1.061 80 221
53.645
61.324
165.916
168.993
Totaal VASTE ACTIVA
Liquide middelen Bank Kas Overlopende activa Nog te ontvangen bedragen Vooruitbetaalde bedragen Te ontv.voorschot specifieke uitkeringen Totaal VLOTTENDE ACTIVA TOTAAL ACTIVA
Pagina 112 van 179, Jaarstukken 2013
PASSIVA VASTE PASSIVA Eigen vermogen Algemene reserve Resultaat na bestemming Overige bestemmingsreserves Voorzieningen Voorzieningen Vaste schulden met een looptijd > 1 jaar Waarborgsommen Onderhandse leningen van binnenl. banken Totaal VASTE PASSIVA VLOTTENDE PASSIVA Netto vlottende schulden loopt. < 1 jaar Overige schulden Overlopende passiva Nog te betalen bedragen Vooruitontvangen bedragen Vooruitontv. voorschotten EU/Rijk/Prov Totaal VLOTTENDE PASSIVA TOTAAL PASSIVA
Gewaarborgde geldleningen Garantstellingen
31 dec 2013
31 dec 2012
- 4.034 6.467 - 11.962 1.461
10.402 4.238 - 1.954 8.118
9.041 9.041
9.956 9.956
144.574 3 144.571
133.730 3 133.727
149.581
154.089
7.343 7.343
8.630 8.630
8.992 8.121 2 870
6.275 5.595 5 675
16.335
14.905
165.916
168.993
1.800 37.957
1.599 35.855
Pagina 113 van 179, Jaarstukken 2013
3.2. Programmarekening over het begrotingsjaar
bedragen x € 1.000 Programmarekening Resultaat voor bestemming Programma's Progr.1 Maatschappelijke participatie Progr.2 Wonen en leven Progr.3 Landelijk gebied Progr.4 Openbare ruime Progr.5 Economie en arbeidsparticipatie Progr.6 Bestuur en dienstverlening Programma's Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Algemene uitkering uit het gemeentefonds Geldleningen Gemeentelijke belastingen Invordering gemeentelijke belastingen Onvoorziene lasten en baten Overige financiële middelen Saldo kostenplaatsen Uitvoering Wet WOZ Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Resultaat voor bestemming
Primitieve begroting
Begroting na wijziging
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
- 14.826 - 23.931 - 1.785 - 13.708 - 7.689 - 10.133 - 72.071
1.670 23.596 316 8.731 5.481 602 40.396
- 13.155 - 335 - 1.468 - 4.977 - 2.208 - 9.531 - 31.675
- 14.912 - 15.709 - 1.852 - 15.213 - 7.772 - 10.523 - 65.979
1.728 11.879 266 8.561 5.409 601 28.444
- 13.183 - 3.830 - 1.585 - 6.652 - 2.363 - 9.922 - 37.536
- 100 -2 - 14 191 - 60 - 750
26.264 1.157 7.947 160 46
26.264 1.057 7.945 - 14 191 100 46 - 750
- 100 -2 - 14 268 - 60 58 - 790
26.561 1.157 7.947 160 2
26.561 1.057 7.945 - 14 268 100 60 - 790
- 734
35.573
34.839
- 640
35.827
35.187
- 72.805
75.969
3.164
- 66.619
64.270
- 2.349
- 65 - 1.424 -4 - 37
- 33 - 898 -4 - 22 - 1.917 - 2.874
- 65 - 5.817 -4 - 37 - 177 - 6.100
32 6.470 1.426 162 448 8.538
- 33 653 -4 1.389 162 271 2.438
Mutatie reserves Mutatie reserves Progr.1 Maatschappelijk participatie Progr.2 Wonen en leven Progr.3 Landelijk gebied Progr.4 Openbare ruimte Progr.5 Economie en arbeidsparticipatie Progr.6 Bestuur en dienstverlening Progr.7 Alg. dekkingsmidd. en onvoorz. Mutatie reserves
- 2.641 - 1.251 - 5.422
32 526 15 724 1.251 2.548
Mutatie reserves
- 5.422
2.548
- 2.874
- 6.100
8.538
2.438
- 78.227
78.517
289
- 72.720
72.809
89
Resultaat na bestemming
Pagina 114 van 179, Jaarstukken 2013
bedragen x € 1.000 Programmarekening
Realisatie begrotingsjaar Lasten
Resultaat voor bestemming Programma's Progr.1 Maatschappelijke participatie Progr.2 Wonen en leven Progr.3 Landelijk gebied Progr.4 Openbare ruime Progr.5 Economie en arbeidsparticipatie Progr.6 Bestuur en dienstverlening Programma's Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Algemene uitkering uit het gemeentefonds Geldleningen Gemeentelijke belastingen Invordering gemeentelijke belastingen Onvoorziene lasten en baten Overige financiële middelen Saldo kostenplaatsen Uitvoering Wet WOZ Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Mutatie reserves Progr.1 Maatschappelijk participatie Progr.2 Wonen en leven Progr.3 Landelijk gebied Progr.4 Openbare ruimte Progr.5 Economie en arbeidsparticipatie Progr.6 Bestuur en dienstverlening Progr.7 Alg. dekkingsmidd. en onvoorz. Mutatie reserves Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Baten
- 15.054 1.895 - 42.592 27.589 - 1.855 158 - 15.959 9.009 - 7.657 5.796 - 10.392 650 - 93.510 45.097
- 104 - 22 -5 - 138 - 468 - 837
Saldo
Verschil Lasten
Baten
Saldo
- 13.159 - 143 N 167 V 24 V - 15.003 - 26.883 N 15.710 V - 11.173 N - 1.697 -4N - 108 N - 112 N - 6.951 - 746 N 448 V - 298 N - 1.861 115 V 387 V 502 V - 9.742 130 V 49 V 180 V - 48.413 - 27.531 N 16.653 V - 10.877 N
26.389 1.153 7.827 183 -
26.389 1.049 7.804 -5 44 - 468 - 837
-5N - 21 N 9V - 268 N - 78 N - 525 N - 47 N
- 171 N -3N - 120 N 23 V -2N
- 171 N -8N - 141 N 9V - 268 N - 55 N - 528 N - 47 N
- 1.575 35.552
33.977
- 935 N
- 275 N
- 1.210 N
- 95.086 80.649
- 65 - 5.817 -4 -
- 14.437 - 28.466 N 16.379 V - 12.088 N
- 33 653 -4 1.426 162 271 2.475
-0N 37 V
- 177 - 6.063
32 6.470 1.426 162 448 8.538
- 6.063
8.538
2.475
- 101.149 89.187
37 V
0V 0V
37 V 37 V
37 V
0V
37 V
- 11.962 - 28.429 N 16.379 V - 12.051 N
Pagina 115 van 179, Jaarstukken 2013
3.3. Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Algemene grondslagen voor waardering en resultaatbepaling De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de voorschriften die het besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) geeft. Waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kostprijs. De activa en passiva worden opgenomen tegen de nominale waarde, tenzij anders vermeld. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waar zij betrekking op hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op de balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het eind van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Reserves worden gemuteerd voor de bedragen die door de raad zijn goedgekeurd; dit betekent dat zij onderdeel uitmaken van de begroting of gebaseerd zijn op een door de raad genomen besluit. Hieruit volgt het rekeningresultaat. In de toelichting op de programmarekening is in een aparte kolom de realisatie over 2011 zichtbaar gemaakt. Aangezien de programmaindeling 2013 afwijkt van die van 2011 zijn de vergelijkingscijfers daarop aangepast waardoor een stabiel beeld is ontstaan. Voor wat betreft de vergelijking van de cijfers van toevoegingen en onttrekking aan reserves was deze aanpassing in technische zin niet mogelijk. De vergelijkingscijfers ten opzichte van 2011 zijn daarom bij de reservemutaties niet in deze jaarrekening opgenomen. Een aanvrager van Wmo-voorzieningen is op grond van de Wmo een eigen bijdrage verschuldigd. De wetgever heeft bepaald dat de berekening, oplegging en incasso van deze bijdrage wordt uitgevoerd door het Centraal Administratiekantoor (CAK). Het CAK verstrekt de gemeente een totaaloverzicht waarbij maandelijks afstorting van de geïncasseerde bijdragen aan de gemeente plaatsvindt. Aangezien, omwille van privacy overwegingen, de inkomensgegevens van cliënten niet op het totaaloverzicht van het CAK zijn opgenomen heeft de gemeente geen inzicht in de individueel door het CAK berekende eigen bijdrage van de cliënt. Daardoor kan door onze gemeente geen sluitende controle op de juistheid en volledigheid van de ontvangen bijdragen worden uitgevoerd. Activa Materiële vaste activa met economisch nut De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijging- of vervangingsprijs. Materiële vaste activa met economisch nut worden lineair afgeschreven op basis van de verwachte gebruiksduur. Bijdragen van derden worden in mindering gebracht op de investeringssom. Het saldo vormt de afschrijvingsbasis. De te hanteren afschrijvingstermijn wordt per actief beoordeeld aan de hand van de verwachte economische levensduur. Binnen de onderstaande hoofdgroepen worden de volgende afschrijvingstermijnen gehanteerd. Een gedetailleerde afschrijvingstabel is opgenomen in de Nota Activabeleid. Op grond (al dan niet uitgegeven in erfpacht) wordt niet afgeschreven. Met de afschrijving wordt gestart het jaar volgende op de afsluiting/ingebruikname van de investering.
Pagina 116 van 179, Jaarstukken 2013
Afschrijvingstermijnen - Nieuwbouw woonruimten en bedrijfsgebouwen
40 jaar
- Rioleringen, wegen
25-40 jaar
- Renovatie, restauratie en aankoop woonruimten en bedrijfsgebouwen
25 jaar
- Technische installaties in bedrijfsgebouwen
15 jaar
- Veiligheidsvoorzieningen bedrijfsgebouwen telefooninstallaties
10 jaar
- Kantoormeubilair schoolmeubilair, aanleg tijdelijke terreinwerken, nieuwbouw
10 jaar
- ICT apparatuur
4 jaar
- Tijdelijke woonruimten en bedrijfsgebouwen, grootonderhoud woonruimten en bedrijfsgebouwen, zware transportmiddelen, aanhangwagens, schuiten, personenauto’s, lichte motorvoertuigen
6-10 jaar
Materiële vaste activa met maatschappelijk nut Investeringen met maatschappelijk nut worden alleen geactiveerd als er sprake is van nieuwe activa of levensduurverlengende maatregelen, zoals rehabilitatie van wegen. Financiële activa Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en leningen u/g zijn opgenomen tegen nominale waarde. Zo nodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht. Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (“kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen” in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingprijs zal afwaardering plaatsvinden. Tot dusver is een dergelijke afwaardering niet noodzakelijk gebleken. De actuele waarde ligt boven de verkrijgingprijs. Bijdragen aan activa in eigendom van derden worden conform het desbetreffende raadsbesluit geactiveerd als ze individueel een bedrag van € 50.000 te boven gaan. De bijdragen worden gewaardeerd op het bedrag van de verstrekte bijdragen, verminderd met afschrijvingen. Zij worden lineair afgeschreven in de periode waarin het betrokken actief van de derde op basis van de door de gemeente gestelde voorwaarden moet bijdragen aan de publieke taak. Voorraden De nog niet in exploitatie genomen bouwgronden zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingprijs, dan wel lagere marktwaarde. Slechts in die gevallen, waarbij in de toekomst de gronden in exploitatie zullen worden genomen wordt rente bijgeschreven. De als bouwgronden in exploitatie opgenomen projecten zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs, dan wel lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend zoals grond aankopen, kosten van bouw- en woonrijp maken, uren ambtelijke organisatie, evenals een redelijk te achten aandeel in de rentekosten en de administratieen beheerskosten. Tussentijdse winsten uit de grondexploitatie worden slechts genomen indien en voor zover die met voldoende betrouwbaarheid als gerealiseerd kunnen worden aangemerkt. Zolang daarvan geen sprake is worden eventueel verkregen verkoopopbrengsten ten volle op de vervaardigingkosten in mindering gebracht. In het algemeen worden winsten eerst na afronding van de grondexploitaties genomen. Verliezen worden genomen zodra deze bekend en onafwendbaar zijn.
Pagina 117 van 179, Jaarstukken 2013
Een voorziening die is gevormd om toekomstige verliezen te dekken wordt gepresenteerd als vermindering van de waarde van de bouwgronden in exploitatie. Eventueel aanwezige overige grond- en hulpstoffen (magazijnvoorraden) worden gewaardeerd tegen kostprijs. Incourante voorraden worden afgewaardeerd naar marktwaarde Vorderingen en overlopende activa De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt statisch bepaald op basis van de geschatte inningskansen. Liquide middelen Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.
Passiva Voorzieningen Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare bedrag. De pensioenverplichting wethouder is echter tegen de contante waarde van de (reeds opgebouwde) toekomstige uitkeringsverplichtingen gewaardeerd. De onderhoudsegalisatie voorzieningen zijn gestoeld op een meerjarenraming van het uit te voeren groot onderhoud aan (een deel van) de gemeentelijke kapitaalgoederen, waarbij rekening is gehouden met de kwaliteitseisen die ter zake geformuleerd zijn. In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen is dit beleid nader uiteengezet. Vaste schulden De vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met de gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer. Vlottende passiva Deze worden tegen nominale waarde opgenomen. Borg- en garantstellingen Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten de telling van de balans het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde van het boekjaar opgenomen. Overigens is in de toelichting op de balans nadere informatie hierover opgenomen.
Pagina 118 van 179, Jaarstukken 2013
3.4. Toelichting op de balans Vaste activa Materiële vaste activa Het onderstaande overzicht geeft het verloop van de boekwaarde van de materiële vaste activa weer:
Materiële vaste activa MVA economisch nut Bedrijfsgebouwen Grond-, weg- en waterbouwk. werken Gronden en terreinen Machines, apparaten en installaties Vervoermiddelen Overige materiële vaste activa Gronden uitgegeven in erfpacht Woonruimten Totaal MVA economisch nut
BoekVermeerwaarde deringen 1/1/2013
Bijdr Overige van Verminderden deringen
Afschrijvingen
Boekwaarde 31/12/2013
- 32 - 98 - 43 -0 - 173
- 728 - 1.088 - 218 - 43 - 962 - 3.039
26.391 28.244 4.084 1.097 123 7.785 1.417 463 69.605
- 1.011
26.302
23.795 27.612 4.108 1.278 156 7.965 393 140 65.449
3.355 1.826 19 36 19 816 1.024 323 7.419
-8 -9 - 34 - 51
MVA maatschappelijk nut Grond-, weg- en waterbouw maatschap. nut Totaal MVA maatschappelijk nut
24.303
4.252
- 1.242
24.303
4.252
- 1.242
-
- 1.011
26.302
Totaal
89.753
11.671
- 1.293
- 173
- 4.050
95.907
De belangrijkste in het boekjaar gedane investeringen staan in onderstaand overzicht. Genoemd zijn de investeringen waarvoor de uitgaven hoger waren dan € 100.000: Investeringen > € 100.000 Algemene projecten Ambtswoning Bunderhof Plan Evertshuis Aanleg Rondweg Reeuwijk-Brug West Aanleg Rotonde N207 Dronenplein fase 2, Beatrixschool Verbouw Dependance Dronenpark Erfpachtgronden MFA Oude Tol Uitbreiding ondergrondse containers IBBP-projecten Bedrijventerrein Broekvelden Heraanleg Zoutman Centrumgebied Verbinding Emmakade Grutto/Boesemsingel e.o. Riolering Dronenwijk Driebruggen Noord Waarder fase 1, 2 + 3 Roelat Dorpsweg Diverse rioleringsprojecten Vervanging gemalen Uitbreiding begraafplaats Vredehof Totaal
bedragen x € 1.000 Uitgaven Restant 2013 krediet
Toegekend krediet
Uitgaven t/m 2012
459 4.295 12.289 900 3.748 400 2.500 75
140 229 1.240 290 345 81 233
323 2.314 454 - 445 523 306 1.024 175
-4 1.753 10.596 1.055 2.880 13 1.476 - 333
1.530 515 676 256 764 2.467 746 160 452 1.030 282 655 1.178 35.377
393 93 47 25 2 333 56 43 803 198 4.553
186 411 555 130 172 1.166 525 705 147 147 122 101 1.019 10.060
951 11 74 100 591 1.299 - 112 - 602 262 80 160 554 - 40 20.764
Pagina 119 van 179, Jaarstukken 2013
Financiële vaste activa Het onderstaande overzicht geeft het verloop van de financiële vaste activa weer: bedragen x € 1.000 Financiële vaste activa Bijdragen activa in eigendom derden Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen Kapitaalverstrekkingen gemeenschap. rgl. Overige langlopende geldleningen Totaal
Boekwaarde 31/12/2012
Vermeerderingen
Verminderingen
Aflossingen
Boekwaarde 31/12/2013
13.607 546 20 3.744 17.916
- 77 100 23
- 1.175 - 82 - 1.257
- 318 -1 - 319
12.037 546 19 3.762 16.363
Vlottende activa Voorraden De in de balans opgenomen voorraden worden uitgesplitst naar de volgende categorieën: bedragen x € 1.000 Voorraden Bouwgronden in exploitatie genomen Bouwgronden niet in exploitatie genomen Bouwgronden in exploitatie (projecten A) Bouwgronden in exploitatie (projecten G) Verliesvoorziening bouwgronden Voorraden: Overige grond- en hulpstoffen Voorraad eigen verklaringen Verliesvoorziening NIEGG Verliesvoorziening voorraden Totaal
Boekwaarde 31/12/2012
Vermeerderingen
Verminderingen
Boekwaarde 31/12/2013
38.288 1.290 - 404 314 - 1.383 2.595 6 40.707
- 7.717 9.459 427 55 2.007 6.779 11 11.020
- 10.279 - 370 - 23 - 369 - 3.275 - 385 - 14 - 2.918 - 4.480 - 22.114
20.291 10.379 -0 -0 - 2.650 8.989 3 - 2.918 - 4.480 29.613
bedragen x € 1.000 Voorraden Bouwgronden in exploitatie genomen Bedrijvenpark Rijnhoek Domburg Grex - Rijnzone Groote Wetering 2 Grex-Oude Rijnzone Duurz.Groenafronding Grex-Oude Rijnzone Werklint Nieuwerbrug Oude Tol II, fase 0 Weideveld Grex - Weideveld hoofdstructuur Grex - Weideveld fase 1 & 2 Grex - Weideveld fase 3 Grex - Weideveld fase 4 & 5 Grex - Weideveld fase 6 Grex - Weideveld fase 7& 8 Grex - Weideveld fase 9 Grex - Rijngaarde Grex - De Steupel Grex - Oude Tol II, fase 2 Grex - Venen Oost Reeuwijk Grex - Rwk-Brug West / Westveen Grex - Wiericke Weide Driebruggen Grex - Herinr. Dorp Waarder fase 1 Grex - Gronden Parallelweg Peters
Pagina 120 van 179, Jaarstukken 2013
Boekwaarde 31/12/2012
Vermeerderingen
Verminderingen
Boekwaarde 31/12/2013
- 931 2.489 1.201 1.249 367 3.249 17.165 5.097 - 2.317 59 120 29 157 9 98 281 323 736 680 578 118 144
33 196 96 51 - 3.208 - 11.246 247 9 - 29 270 -9 136 24 3.480 1.537 127 42 51 26
- 2.685 - 426 - 290 - 42 - 291 - 205 - 2.315 - 2.273 - 241 - 169 - 170
- 899 1.298 823 128 5.919 5.344 - 2.608 68 - 85 427 234 305 1.487 807 379 -
Grex - Groendijck Oost Driebruggen Grex - Miereakker Grex - Nautique Grex - Maximaloc. Molen-/Kosterdijk Wrd Grex - Maximaloc. Pr.Bernhardstr.40a Wrd Grex - Weide Wiericke dg.1 N459 (309000) Totaal Bouwgronden in exploitatie genomen
4.101 141 274 384 400 2.090 38.288
332 18 65 12 23 - 7.717
- 251 - 211 - 292 -8 -4 - 408 - 10.279
4.183 - 70 440 408 1.705 20.291
Bouwgronden niet in exploitatie genomen NIEGG: Locatie Oude Tol III, fase 2 NIEGG: Grond benzinestat. Shell Ned NIEGG: Geb. Grutto en Dronenwijk NIEGG: Vergeer Kaas (Bedrijf) Kromme kamp Waarder, 9.500m2 Gronden Oude Tol III fs2, deelg. 2 t/m 4 Gronden Wierickeweide Gronden Weideveld fase 3 Gronden Weideveld fase 6 Gronden Weideveld fase 8 Gronden Nautique, Verkaik Totaal Bouwgronden niet in exploitatie genomen
272 13 1 1.004 1.290
1 2.315 179 2.537 2.702 1.689 36 9.459
- 13 -2 - 291 - 64 - 370
272 713 2.315 115 2.537 2.702 1.689 36 10.379
Bouwgronden in exploitatie (projecten A) Antonius/Carmelcollege bouwrijpmaken Notaris d'Aumerielaan Winkelcentrum Driebruggen Moskee (344000) Totaal Bouwgronden in exploitatie (projecten A)
-0 -6 - 399 - 404
7 21 399 427
-2 - 21 - 23
-0 -0
Bouwgronden in exploitatie (projecten G) Reeuwijk-Dorp Zuid Totaal Bouwgronden in exploitatie (projecten G)
314 314
55 55
- 369 - 369
-0 -0
- 1.383 - 1.383
2.007 2.007
- 625 - 2.650 - 3.275
- 2.650 - 2.650
375 210 312 5 265 262 240 109 339 86 68 315 9 2.595
225 402 702 213 196 10 1.893 3.139 6.779
- 375 - 10 - 385
210 312 5 255 262 240 109 339 86 68 315 9 225 402 702 213 196 10 1.893 3.139 8.989
6
11
- 14
3
Verliesvoorziening bouwgronden Voorziening afgesloten complexen Verliesvoorziening bouwgrond, projecten Totaal Verliesvoorziening bouwgronden Voorraden: Overige grond- en hulpstoffen Raadhuisweg 51 en 53 Groendijck Oost, 52.601m2 Kromme kamp Waarder, opstal Dorp 27 Dorpsweg 44b, 106m2 Dorpsweg 38b (WOZ waarde 2013) Reesvelt II, 58.273m2 Maximalocatie, opstal Kosterdijk 9 Voorraad gronden voormalig Reeuwijk Gronden Oude Rijnzone Weideveld II Grond buiten bestemmingsplan Zuid Rijn Land van Boerderij noordzijde 38 Loods Willem de Zwijgerstraat Kromme kamp Waarder, 1.740m2 Appartement 14 (+ondergrond) van MFA Gronden Parallelweg Gronden Molenzicht Gronden Wijde Wiericke, woningbouw Gronden Wijde Wiericke, maatschappelijk Gronden Nautique, Vergeer Gronden Weideveld fase 5 Gronden Weideveld fase 9 Totaal Voorraden: Overige grond- en hulpstoffen Voorraad eigen verklaringen Voorraad eigen verklaringen
Pagina 121 van 179, Jaarstukken 2013
Totaal Voorraad eigen verklaringen
6
11
- 14
3
Verliesvoorziening NIEGG Verliesvoorziening NIEGG Totaal Verliesvoorziening NIEGG
-
-
- 2.918 - 2.918
- 2.918 - 2.918
Verliesvoorziening voorraden Voorziening voor grond- en hulpstoffen Totaal Verliesvoorziening voorraden
-
-
- 4.480 - 4.480
- 4.480 - 4.480
40.707
11.020
- 22.114
29.613
Totaal
In de bedragen zoals opgenomen in de kolommen ‘vermeerderingen’ en ‘verminderingen’ zijn ook de bedragen begrepen die bij de onderhavige onderwerpen in de jaarrekening als winst dan wel verlies zijn verwerkt.
Liquide middelen Het saldo van de liquide middelen bestaat uit de volgende componenten: bedragen x € 1.000 Liquide middelen Bank Kas Totaal
31 dec 2012
31 dec 2013
404 4 408
65 6 70
Uitzettingen korter dan één jaar De in de balans opgenomen uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of minder kunnen als volgt gespecificeerd worden: bedragen x € 1.000 Uitzettingen met een looptijd < 1 jaar R-C verh. met niet-financ. instellingen Vorderingen op openbare lichamen Overige vorderingen < 1 jaar Totaal
31 dec 2012
31 dec 2013
7.674 6.760 4.413 18.848
9.794 2.129 3.557 15.480
Overlopende activa De post overlopende activa kan als volgt onderscheiden worden: bedragen x € 1.000 Overlopende activa Nog te ontvangen bedragen Vooruitbetaalde bedragen Te ontv.voorschot specifieke uitkeringen Totaal
Pagina 122 van 179, Jaarstukken 2013
31 dec 2012
31 dec 2013
1.061 80 221 1.361
7.951 112 419 8.482
De in de balans opgenomen te ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren, kunnen als volgt worden gespecificeerd: bedragen x € 1.000 Te ontvangen brede doeluitkeringen / ISV-gelden ISV Graafse Waard Herinrichting Burg. Le Coultrestraat D11009 Herinrichting Dorpsweg Reeuwijk-Dorp VD03150 Herinrichting Dorpsweg Reeuwijk-Dorp D12050 Herinrichting Hoge Rijndijk D10012 Aanleg Rotonde N207 G10029 Aanleg Rotonde N207 G09026 Aanleg Rotonde N207 G11024 Waarder Zuid fase 1 D11017 Verbeteren veiligheid Oude Tol D12051 MFA Oude Tol VD11016 Totaal
Saldo Saldo Ontvangsten Bestedingen 1/1/2013 31/12/2013 142 5 7 36 25 6 221
5 7 36 48
135 83 4 7 17 246
142 25 6 135 83 4 7 17 419
Pagina 123 van 179, Jaarstukken 2013
Vaste passiva Eigen vermogen Het in de balans opgenomen eigen vermogen bestaat uit de volgende posten: bedragen x € 1.000 Reserves Saldo van de rekening Algemene reserve Bestemmingsreserves Totaal
Saldo 31/12/2012
Toevoegingen
Onttrekkingen
Saldo 31/12/2013
- 1.954 4.238 8.118 10.402
1.954 6.640 1.336 9.930
- 11.962 - 4.412 - 7.993 - 24.367
- 11.962 6.467 1.461 - 4.034
Voor een specificatie van het saldoverloop en een toelichting per individuele reserve verwijzen wij u naar hoofdstuk 3.7 Overzicht reserves.
Voorzieningen Het verloop van de voorzieningen wordt in onderstaand overzicht weergegeven: bedragen x € 1.000 Voorzieningen Vrz. verplichtingen, verliezen, risico's Egalisatievoorzieningen IVOR Egalisatievoorzieningen overig Totaal
Saldo 31/12/2012
Toevoegingen
Onttrekkingen
Saldo 31/12/2013
3.006 6.197 753 9.956
494 -0 8.904 9.399
- 2.039 - 6.197 - 2.078 - 10.314
1.461 7.580 9.041
Voor een specificatie van het saldoverloop en een toelichting per individuele voorziening verwijzen wij u naar hoofdstuk 3.8 Overzicht voorzieningen.
Vaste schulden met een oorspronkelijk rentetypische looptijd één jaar of langer De in de balans opgenomen langlopende schulden bestaan uit de volgende posten: bedragen x € 1.000 Vaste schulden met een looptijd > 1 jaar Onderhandse leningen van binnenl. banken Waarborgsommen Totaal
Pagina 124 van 179, Jaarstukken 2013
31 dec 2012
31 dec 2013
133.727 3 133.730
144.571 3 144.574
In onderstaand overzicht wordt het verloop weergegeven van de langlopende leningen: bedragen x € 1.000 Onderhandse leningen van binnenl. banken Lening Eur Lening Eur Lening Eur Lening Eur Lening Eur Lening Eur Lening Eur Lening Eur Lening Eur Lening Eur Lening Eur Lening Eur Lening Eur Lening Eur Lening Eur Totaal
1.773.985 NWB (oud zwembad) 15.000.000 (BNG 40.101333) 168.667 (BNG 40.94838) 23.000.000 (BNG 40.106136) 3.000.000 (BNG 0095503) 3.630.000 (BNG 0089501) 4.000.000 (BNG 0097405) 4.000.000 (BNG 0099153) 5.000.000 (NWB 10020232) 57.000.000 (BNG 40.105584) 7.000.000 (BNG 40.103089) 45.000.000 (NWB 27559) 10.000.000 (NWB 27560) 35.000.000 (BNG 40.108573) 5.000.000 (BNG 40.103748) AFL
31 dec 2012
Opnamen
Aflossingen
31 dec 2013
1.201 6.000 77 18.400 2.000 2.057 1.600 1.867 3.001 34.200 3.325 45.000 10.000 5.000 133.727
35.000 35.000
120 1.500 15 2.300 100 121 267 267 167 11.400 700 1.800 400 5.000 24.156
1.081 4.500 61 16.100 1.900 1.936 1.333 1.600 2.834 22.800 2.625 43.200 9.600 35.000 144.571
Voor deze leningen is in de jaarrekening een rentelast verwerkt van € 4.168.000,--.
Pagina 125 van 179, Jaarstukken 2013
Vlottende passiva Schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar: bedragen x € 1.000 Netto vlottende schulden loopt. < 1 jaar Overige schulden Totaal
31 dec 2012
31 dec 2013
8.630 8.630
7.343 7.343
De in de balans opgenomen kortlopende schulden kunnen als volgt gespecificeerd worden: bedragen x € 1.000 Netto vlottende schulden loopt. < 1 jaar
31 dec 2012
31 dec 2013
Overige schulden Crediteuren Crediteuren Wmo RC Svn 3090 mutaties RC Svn 3091 mutaties Schuld rijksdeel BBZ debiteuren Rek.-courant OCR Lid van de Staan Rek.-courant OCR Lid Wiericke Rek.-courant OCR Lid Vergeer Rek.-courant OCR Lid Burgerland Rek.-courant OCR Lid OSR Rek.-courant OCR Lid Wabo Rek.-courant OCR Lid Hollands-Midden BNG 28.51.61.709 (RC-Stipter) Dummy RC Svn mutaties passiva Totaal Overige schulden
4.615 10 - 15 93 299 311 311 311 579 579 579 954 8.630
3.327 - 33 29 335 311 311 311 579 579 579 954 55 4 7.343
Totaal
8.630
7.343
Overlopende passiva De specificatie van de post overlopende passiva is als volgt: bedragen x € 1.000 Overlopende passiva Nog te betalen bedragen Vooruitontvangen bedragen Vooruitontv. voorschotten EU/Rijk/Prov Totaal
31 dec 2012
31 dec 2013
5.595 5 675 6.275
8.121 2 870 8.992
De in de balans opgenomen van Europese en Nederlandse overheidslichamen vooruit ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren, kunnen als volgt worden gespecificeerd:
Pagina 126 van 179, Jaarstukken 2013
bedragen x € 1.000 Brede doeluitkeringen / ISV-gelden
Saldo Saldo Ontvangsten Bestedingen 1/1/2013 31/12/2013
ISV Noordhof bodemsanering Overige BDU Rijk/Prov (nog te besteden) Spec.uitk. OAB / GOA / VVE Verkeersmaatregelen Zoutmans/Raadhuisweg Werkdeel WWB G09026 Rotonde N207 1-strooks G10018 N459/Rondweg Reeuwijk-Brug G11018 N459/Rondweg Reeuwijk-Brug G13015 Rondweg Reeuwijk-Brug D12051 Verbeteren veiligheid MFA OudeTol G14009 Aansl.Tempel - Rondweg Boskoop O. Stimuleringsregeling Uitzendbranche Actieplan jeugdwerkloosheid RodS Duurzame Groene Afronding Bdn-Oost D11017 Waarder-Zuid fase1 (Vollenh.str) Totaal
54 14 171 5 44 3 270 114 -
409 28 -
229 28 33 5 25 880 17
14 358 44 3 115 28 880 17
54 222 5 28 155 114 229 33 5 25 -
675
1.654
1.459
870
Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen Gewaarborgde geldleningen De direct gewaarborgde geldleningen worden volledig door de gemeente Bodegraven-Reeuwijk gegarandeerd. Dit zijn met name geldleningen van sportverenigingen, instellingen voor sociaal cultureel werk en zorgcentra. Door een achtervang overeenkomst met het Waarborgfonds Sociale Woningbouw zijn de leningen aan Woningbouwvereniging Reeuwijk (15 leningen) en Mozaïek Wonen (13 leningen) in eerste instantie gegarandeerd door dit waarborgfonds. In 2013 is hiervan € 5.329.475 afgelost. Met de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen is ook een achtervang overeenkomst afgesloten. Deze garandeert de met gemeentegarantie afgesloten hypothecaire leningen. Van de borgstellingen door de gemeente kan het volgende overzicht gegeven worden: bedragen x € 1.000 Gewaarborgde geldleningen Direct gewaarborgde geldleningen Waarborgfonds Sociale Woningbouw Waarborgfonds Eigen Woningen Totaal
Oorspronkelijk bedrag
Percentage borgstelling
Restbedrag 01-01-2013
Restbedrag 31-12-2013
3.527 104.678 NB
100% 50% 100%
1.800 34.234 3.723
1.599 31.569 4.286
39.757
37.454
Het restbedrag per 01 januari 2013 van de direct gewaarborgde geldleningen sluit niet aan op het restbedrag ultimo 2012. Reden hiervoor is dat de voor de OMR afgegeven dekkingsgarantie in 2012 onterecht onder deze borgstelling was opgenomen. Hetzelfde geldt voor een tweetal leningen die gegarandeerd worden door het Waarborgfonds Zorg, met de Staat der Nederlanden als achtervang.
Pagina 127 van 179, Jaarstukken 2013
Overige niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen De gemeente Bodegraven-Reeuwijk huurt een kantoorpand naast het gemeentehuis van Bodegraven. De huur bedraagt ca. € 60.500,-- per jaar. De oorspronkelijke overeenkomst had een looptijd tot september 2013. Deze overeenkomst is verlengd tot 1 augustus 2014. Per die datum wordt de huurovereenkomst beëindigd. Er is een overeenkomst met de firma Ricoh voor het gebruik en onderhoud van de printers/copiërs voor een bedrag van ca. Є 71.500,-- per jaar. In 2015 vindt er een nieuwe aanbesteding plaats. In 2009 is een 100% dekkingsgarantie afgegeven aan de BNG voor de Ontwikkelingsmaatschappij Rijnhoek C.V. De lening van OMR bij de BNG is in 2011 teruggebracht naar € 1,0 miljoen. De bijbehorende borg van de gemeente is dienovereenkomstig teruggebracht.
Pagina 128 van 179, Jaarstukken 2013
3.5. Toelichting op de programmarekening Programma 1 – Maatschappelijke participatie bedragen x € 1.000 Primitieve begroting
Begroting na wijziging
Rekening 2013
Verschil
Rekening 2012
Resultaat voor bestemming Lasten Bewegingsonderwijs BBO Bewegingsonderwijs OBO CJG Dorpscentra Gemeenschapp. baten en lasten onderwijs Gezondheidszorg Groene sportvelden en terreinen Huishoudelijke verzorging (Wmo) Huisvesting BBO Huisvesting BVO Huisvesting openbaar basisonderwijs Jeugdgezondheidszorg Kinderopvang Kinderopvang Werk en Inkomen Maatschappelijke dienstverlening Ouderenwerk Overige voorzieningen OBO Sociaal-cultureel werk Sport Woon- en vervoersvoorzieningen (Wmo) Dorp- en wijkgericht werken
- 14.826 - 343 - 89 - 151 - 576 - 1.556 - 266 - 908 - 2.112 - 1.712 - 117 - 154 - 887 - 185 - 77 - 735 - 416 -5 - 288 - 2.240 - 1.826 - 183
- 14.912 - 336 - 89 - 187 - 581 - 1.524 - 266 - 892 - 2.241 - 1.727 - 31 - 154 - 919 - 186 - 64 - 783 - 394 -5 - 288 - 2.324 - 1.646 - 274
- 15.054 - 332 - 77 - 187 - 558 - 1.516 - 257 - 1.022 - 2.257 - 1.700 - 15 - 153 - 914 - 184 - 32 - 786 - 424 -5 - 290 - 2.542 - 1.527 - 276
- 143 N 4V 12 V -0N 22 V 7V 9V - 130 N - 16 N 27 V 16 V 1V 5V 1V 31 V -3N - 30 N -2N - 218 N 119 V -1N
- 14.908 - 293 - 46 - 158 - 563 - 1.443 - 256 - 938 - 2.595 - 1.881 199 - 164 - 975 - 179 - 43 - 736 - 453 - 314 - 2.460 - 1.609 0
Baten Bewegingsonderwijs BBO Bewegingsonderwijs OBO CJG Dorpscentra Gemeenschapp. baten en lasten onderwijs Groene sportvelden en terreinen Huishoudelijke verzorging (Wmo) Huisvesting BBO Jeugdgezondheidszorg Kinderopvang Ouderenwerk Sociaal-cultureel werk Sport Woon- en vervoersvoorzieningen (Wmo) Dorp- en wijkgericht werken
1.670 4 1 136 396 77 450 604 3 -
1.728 4 1 136 386 77 450 41 631 3 -
1.895 2 0 5 140 393 75 585 13 44 1 634 3 -
167 V -1N -0N 5V 4V 8V -2N 134 V 13 V 3V 1V 3V 1V -
1.852 3 1 139 463 74 507 2 3 43 0 614 3 -
- 13.155
- 13.183
- 13.159
24 V
- 13.056
Mutatie reserves Toevoegingen
- 65
- 65
- 65
-
- 282
Onttrekkingen
32
32
32
-
996
- 33
- 33
- 33
-
714
- 13.188
- 13.216
- 13.192
24 V
- 12.342
Wat heeft het ons gekost?
Totaal Resultaat voor bestemming
Totaal Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Pagina 129 van 179, Jaarstukken 2013
Toelichting Huisvesting bijzonder basisonderwijs Lagere kapitaallasten doordat op de nieuwbouw Willibrord / Miland nog niet wordt afgeschreven terwijl dat wel voor 2013 was geraamd
Aard
Effect
I/S
J/N
Afwijking 40.000 V
I
N
64.000 V
Sport Aanvullende exploitatiebijdrage verstrekt aan Stichting Beheer Accommodaties Bodegraven
215.000 N I
N
85.000 N
Niet gerealiseerde inkooptaakstelling als gevolg van meerjarig contract Aanvullende dotatie aan de voorziening onderhoud sportaccommodaties
S
N
41.000 N
zoals in de 2e Burap gemeld. Extra kosten voor opstellen meerjarenonderhoudsplannen en tegenvallend
S
J
118.000 N
onderhoud Werkzaamheden buurtsportcoaches verlegd naar 2014
S I
J N
55.000 N 52.000 V
Groene sportvelden en -terreinen
132.000 N
Hoger uitgevallen rentelasten vanwege niet geraamde uitgaven sportpark Wierickeweide en kunstgrasveld Kaagjesland
I
N
71.000 N
Meer onderhoud uitgevoerd dan in het MJOP begroot
I
N
54.000 N
Ouderenwerk Incidenteel aanvullende subsidie Stichting Welzijn Ouderen Bodegraven
I
N
30.000 N 45.000 N
Kinderopvang Werk en Inkomen Lagere verstrekkingen / aanvragen omdat de subsidie met ingang van 2013 inkomensafhankelijk is gemaakt
32.000 V S
N
Huishoudelijke verzorging (Wmo)
32.000 V 119.000 V
Er wordt minder gebruik gemaakt van Persoonsgebonden budget Hulp bij het huishouden
S
J
34.000 V
Er wordt meer gebruik gemaakt van Zorg in Natura Hulp bij het huishouden
S
J
88.000 N
De geinde eigen bijdragen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning zijn hoger uitgevallen dan begroot. Gedeeltelijk wel en
S
N
83.000 V
gedeeltelijk nog niet voorzien in begroting 2014. Het Wmo kantoor heeft efficientie doorgevoerd op onderdelen
S
J
50.000 V
dienstverlening. Hierdoor zijn deze kosten lager uitgevallen.
S
N
35.000 V
Woon- en vervoersvoorzieningen (Wmo) Er is dit jaar minder beroep gedaan op rolstoelvergoedingen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Het aantal woningaanpassingen in het kader van de Wet maatschappelijke
120.000 V I
N
35.000 V
ondersteuning is dit jaar aanzienlijk minder, ook in vergelijking met voorgaande jaren.
I
N
112.000 V
Er is dit jaar minder beroep gedaan op vervoersvoorzieningen (scootmobiels) in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning.
I
N
25.000 V
De bevoorschotting Collectief Vraagafhankelijk Vervoer over 2013 is hoger dan verwacht.
S
J
66.000 N
Pagina 130 van 179, Jaarstukken 2013
Programma 2 – Wonen en leven bedragen x € 1.000 Wat heeft het ons gekost? Resultaat voor bestemming Lasten (Openbare) bibliotheek Beheer gemeentelijke eigendommen Bouw- en woningtoezicht Budgetformulieren Rijnhoek Erfgoed Exploitatieovereenkomsten Grex - Erfpachtgronden Grex - Graafse Waard Grex - Molenzicht Grex - Oude Rijnzone Grex - Oude Tol III Grex - Rijnhoek Grex - Vromade Grex - Weide Wiericke Grex - Weideveld Kunst en cultuur Musea Ruimtelijke ordening Volkshuisvesting Vormings- en ontwikkelingswerk Winst- en verlies grondexploitaties Grex - Rijngaarde Grex - De Steupel Grex - Vrij gekomen schoollocaties Rwk Grex - Wiericke Weide, Driebruggen Grex - Herinr. Dorp Waarder, fase 1 Grex - Reeuwijk-Dorp Noord Grex - Gronden Parallelweg Peters Grex - Groendijck Oost, Driebruggen Grex - Miereakker Grex - Reesvelt II, incl. Spruyt/Verburg Grex - Nautique Grex - Maximalocatie Grex - Kromme Kamp Kosten afgesloten grondexploitaties Baten (Openbare) bibliotheek Beheer gemeentelijke eigendommen Bouw- en woningtoezicht Budgetformulieren Rijnhoek Exploitatieovereenkomsten Grex - Erfpachtgronden Grex - Graafse Waard Grex - Molenzicht Grex - Oude Rijnzone Grex - Oude Tol III Grex - Rijnhoek Grex - Vromade Grex - Weide Wiericke Grex - Weideveld Musea Ruimtelijke ordening Volkshuisvesting Winst- en verlies grondexploitaties Grex - Rijngaarde
Primitieve begroting
Begroting na wijziging
- 23.931 - 611 - 1.010 - 1.844 - 60 - 178 - 250 - 63 - 98 - 657 - 1.847 - 997 - 127 - 80 - 861 - 8.124 - 104 - 55 - 1.478 - 258 - 21 - 889 - 4.320 -
- 15.709 - 611 - 721 - 1.724 - 60 - 176 - 250 - 63 - 295 - 1.614 - 2.898 - 63 - 301 - 2.852 - 83 - 54 - 1.629 - 253 - 21 - 211 - 95 - 276 - 93 - 75 - 141 298 - 974 - 349 - 122 -0
23.596 31 131 1.008 60 437 98 657 1.847 997 127 80 861 8.124 3 230 16 3.681 889
11.879 31 274 1.008 60 107 295 1.614 2.898 63 301 2.852 3 260 12 44 211
Rekening 2013
Verschil
Rekening 2012
- 42.592 - 26.883 N - 590 21 V - 694 28 V - 1.648 76 V - 78 - 18 N - 127 50 V - 250 - 32 31 V - 2.915 - 2.620 N - 1.332 283 V - 8.908 - 6.009 N - 46 17 V - 694 - 392 N - 2.103 749 V - 73 9V - 56 -2N - 1.661 - 32 N - 374 - 120 N - 21 0V - 14.043 - 14.043 N - 136 75 V - 73 22 V - 4.020 - 3.744 N - 283 - 190 N - 253 - 177 N - 428 - 287 N - 582 - 881 N - 551 423 V - 529 - 180 N - 91 31 V -1 -1N
- 56.712 - 538 - 1.703 - 3.160 - 89 - 104 - 66 - 300 - 597 - 285 - 816 - 147 - 587 - 840 - 3.684 - 108 - 47 - 1.624 - 255 - 19 - 7.041 - 98 - 281 - 1.807 - 5.032 - 886 - 1.236 - 2.311 - 6.186 - 1.174 - 5.824 - 828 - 2.189 - 6.850 -
27.589 11 274 731 78 204 156 2.915 1.332 8.908 46 694 2.103 3 245 26 2.313 136
15.710 V - 20 N -0N - 277 N 18 V 204 V 49 V 2.620 V - 283 N 6.009 V - 17 N 392 V - 749 N 0V - 15 N 14 V 2.269 V - 75 N
46.480 32 170 601 89 79 300 597 285 816 147 587 840 3.684 3 122 31 3.396 98
Pagina 131 van 179, Jaarstukken 2013
Grex - De Steupel Grex - Vrij gekomen schoollocaties Rwk Grex - Wiericke Weide, Driebruggen Grex - Herinr. Dorp Waarder, fase 1 Grex - Reeuwijk-Dorp Noord Grex - Gronden Parallelweg Peters Grex - Groendijck Oost, Driebruggen Grex - Miereakker Grex - Reesvelt II, incl. Spruyt/Verburg Grex - Nautique Grex - Maximalocatie Grex - Kromme Kamp Kosten afgesloten grondexploitaties
4.320 -
95 276 93 75 141 - 298 974 349 122 19
- 335
- 3.830
Mutatie reserves Toevoegingen
- 1.424
- 5.817
- 5.817
-0N
- 4.814
Onttrekkingen
526
6.470
6.470
0V
8.211
- 898
653
653
-
3.397
- 1.234
- 3.177
- 14.350 - 11.173 N
- 6.834
Totaal Resultaat voor bestemming
Totaal Mutatie reserves Resultaat na bestemming
73 4.020 283 253 428 582 551 529 91 606
- 22 N 3.744 V 190 V 177 V 287 V 881 V - 423 N 180 V - 31 N 587 V
281 1.807 5.032 886 1.236 2.311 6.186 1.174 5.824 828 2.189 6.850 -
- 15.003 - 11.173 N
- 10.232
Aard
Effect
I/S
J/N
Afwijking 50.000 V
Op de ene post leidt dit tot een voordeel; op andere tot een nadeel. Er zijn minder subsidies voor (onderhouds)kosten monumenten
S
N
22.000 V
toegekend dan geraamd.
S
N
20.000 V
Toelichting Erfgoed Door de gehanteerde methodiek van kostentoerekening door middel van urenverantwoording ontstaan verschillen ten opzichte van de begroting.
Ruimtelijke ordening Door de gehanteerde methodiek van kostentoerekening door middel van
47.000 N
urenverantwoording ontstaan verschillen ten opzichte van de begroting. Op de ene post leidt dit tot een voordeel; op andere tot een nadeel.
S
N
83.000 N
Meer opbrengsten partiële herzieningen door overeenkomst Camping (2e deel).
I
N
60.000 V
Volkshuisvesting
106.000 N
Door de gehanteerde methodiek van kostentoerekening door middel van urenverantwoording ontstaan verschillen ten opzichte van de begroting. Op de ene post leidt dit tot een voordeel; op andere tot een nadeel.
S
N
Bouw- en woningtoezicht De contractuele bijdrage voor ODMH was in 2013 € 68.000 hoger dan
123.000 N 201.000 N
geraamd. Aan personeel van derden is € 30.000 minder uitgegeven dan geraamd. Aan dit product zijn minder uren besteed. Dit levert op dit product een voordeel op van €175.000. Zoals aangekondigd in de 2e Burap zijn er in 2013 veel minder vergunningen afgegeven dan geraamd. De legesopbrengsten zijn daardoor lager. In de 2e Burap was hiervoor € 340.000 aangekondigd.
Pagina 132 van 179, Jaarstukken 2013
S
N
137.000 V
S
N
319.000 N
Beheer gemeentelijke eigendommen Kosten inhuur voor (algemene) beleidsmatige aspecten van het grondbedrijf. Dit is gemeld in de 2e bestuursrapportage van 2013. Als gevolg van het omzetten van projecten naar grondexploitaties en
28.000 V S
N
71.000 N
vanwege het afsluiten van projecten in het boekjaar 2012 zijn de kapitaallasten op het subproduct Beheer Vastgoed lager.
S
N
216.000 V
Al gerapporteerd in de 2e Burap was het boekverlies door de verkoop van Raadhuisweg 51/53.
I
N
125.000 N
Erfpachtsgronden
80.000 V
Hogere opbrengst erfpachtcanons omdat de verwachte verkopen van bloot eigendom niet zijn gerealiseerd. Hierdoor kan de jaarlijkse canon weer in rekening worden gebracht. Lagere rentelasten vanwege vertraagde verkoop van de appartementen
S
N
49.000 V
op MFA de Oude Tol
S
N
38.000 V
Exploitatieovereenkomsten Voordeel vanwege niet geraamde fondsafdrachten uit grondexploitaties.
I
N
204.000 V 204.000 V
Kosten afgesloten grondexploitaties
586.000 V
Vrijval voorziening voor afwikkeling OMB. De afwikkeling heeft plaatsgevonden eind 2013/begin 2014 waardoor dit niet in de ramingen is verwerkt.
I
N
Winsten en verliezen grondexploitaties In het meerjarenplan Grondexploitaties (MPG) 2013 zijn de resultaten van
606.000 V 11.774.000 N
alle projecten en grondexploitaties herrekend. Zoals reeds eerder aangekondigd moeten forse verliezen worden genomen. Het overgrote deel hiervan (€ 8,9 miljoen) komt voor rekening van Weideveld. Voor een uitgebreide toelichting wordt verwezen naar het MPG waar alle projecten en grondexploitaties individueel zijn toegelicht. Extra lasten voor geraamde fondsafdracht (zie ook hierboven bij
S
N
11.542.000 N
“exploitatieovereenkomsten”) Reeds afgesloten exploitaties in de 2e bestuursrapportage
I S
N N
204.000 N 28.000 N
Pagina 133 van 179, Jaarstukken 2013
Programma 3 – Landelijk gebied bedragen x € 1.000 Primitieve begroting
Begroting na wijziging
Rekening 2013
Verschil
Rekening 2012
Resultaat voor bestemming Lasten Agrarische zaken, jacht en visserij Milieu Natuur en landschap Openluchtrecreatie Toeristische activiteiten
- 1.785 - 13 - 1.209 - 55 - 464 - 42
- 1.852 - 13 - 1.307 - 55 - 464 - 12
- 1.855 -6 - 1.337 - 34 - 451 - 28
-4N 7V - 30 N 21 V 13 V - 16 N
- 1.808 -3 - 1.349 - 61 - 363 - 32
Baten Agrarische zaken, jacht en visserij Milieu Openluchtrecreatie Toeristische activiteiten
316 11 255 50
266 11 255 -
158 5 153 -
- 108 N -6N - 103 N -
161 1 2 158 -
Totaal Resultaat voor bestemming
- 1.468
- 1.585
- 1.697
- 112 N
- 1.647
Mutatie reserves Toevoegingen
-4
-4
-4
-
-4
Onttrekkingen
-
-
-
-
-
-4
-4
-4
-
-4
- 1.472
- 1.590
- 1.702
- 112 N
- 1.651
Wat heeft het ons gekost?
Totaal Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Toelichting Openluchtrecreatie
Aard
Effect
I/S
J/N
S
N
Afwijking 90.000 N
De leges voor de vaarvergunningen waren in de begroting 2013 dubbel geraamd. Dit is gerapporteerd in de 2e Burap en in de begroting 2014 inmiddels gecorrigeerd.
Pagina 134 van 179, Jaarstukken 2013
100.000 N
Programma 4 – Openbare ruimte bedragen x € 1.000 Primitieve begroting
Begroting na wijziging
Rekening 2013
Verschil
Rekening 2012
- 13.708 - 2.647 - 559 - 385 - 186 - 1.718 - 526 - 303 - 3.256 - 284 - 397 - 714 - 2.734
- 15.213 - 2.647 - 559 - 385 - 321 - 1.757 - 490 - 241 - 3.099 - 288 - 397 - 718 - 4.312
- 15.959 - 2.809 - 573 - 313 - 372 - 2.005 - 581 - 274 - 2.995 - 212 - 509 - 48 - 682 - 4.586
- 746 N - 162 N - 13 N 73 V - 51 N - 249 N - 91 N - 33 N 104 V 76 V - 113 N - 48 N 36 V - 274 N
- 14.969 - 3.135 - 526 - 310 - 213 - 2.038 - 783 - 290 - 3.234 - 253 - 470 - 46 - 678 - 2.992
8.731 3.263 482 1 4 76 58 4.745 8 93
8.561 3.328 405 1 4 1 9 4.711 8 93
9.009 3.607 354 -1 11 86 8 4.752 20 172
448 V 278 V - 51 N -2N 7V 85 V -1N 41 V 12 V 79 V
8.906 3.348 435 9 37 19 4.765 12 280
- 4.977
- 6.652
- 6.951
- 298 N
- 6.063
Mutatie reserves Toevoegingen
- 37
- 37
-
37 V
- 279
Onttrekkingen
15
1.426
1.426
-
268
- 22
1.389
1.426
37 V
- 11
- 4.999
- 5.264
- 5.525
- 261 N
- 6.075
Wat heeft het ons gekost? Resultaat voor bestemming Lasten Afvalinzameling- en verwerking Begraafplaatsen Bruggen Gladheidsbestrijding Openbaar groen Openbare verlichting Reinigen van wegen Riolering gecombineerd Speelgelegenheden Verkeer Waterhuishouding Waterwegen, plassengebied & binnenhavens Wegen, straten en pleinen Baten Afvalinzameling- en verwerking Begraafplaatsen Bruggen Gladheidsbestrijding Openbaar groen Openbare verlichting Riolering gecombineerd Verkeer Wegen, straten en pleinen Totaal Resultaat voor bestemming
Totaal Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Toelichting
Aard I/S
Effect J/N
Wegen, straten en pleinen In verband met vorstschade zijn de onderhoudskosten wegen hoger uitgevallen. Dit jaar is een wegeninspectie uitgevoerd. Deze kosten zijn niet voorzien.
Afwijking 195.000 N
I I
N N
70.000 N 20.000 N
Hoogheemraadschap Rijnland. De doorbelasting van degeneratiekosten aan bedrijven is hoger
I
N
42.000 N
uitgevallen. Lagere afschrijvings- en rentelasten omdat een aantal voorgenomen
S S
J N
57.000 V 167.000 V
investeringen in 2013 nog niet ten uitvoer zijn gebracht of afgerond. Niet ingevulde taakstelling Integraal Beheer en Beleidsplan.
S
J
150.000 N
In verband met de aanleg van natuurvriendelijke oevers is er aanzienlijke schade aan bermen aangebracht door bouwactiviteiten van het
Pagina 135 van 179, Jaarstukken 2013
Door de gehanteerde methodiek van kostentoerekening door middel van urenverantwoording ontstaan verschillen ten opzichte van de begroting. Op de ene post leidt dit tot een voordeel; op andere tot een nadeel.
S
N
Reinigen van wegen Hogere te betalen bijdrage aan Cyclus Door de gehanteerde methodiek van kostentoerekening door middel van urenverantwoording ontstaan verschillen ten opzichte van de begroting. Op de ene post leidt dit tot een voordeel; op andere tot een nadeel.
86.000 N 33.000 N
S
J
70.000 N
S
N
29.000 V
Gladheidsbestrijding
44.000 N
De kosten van gladheidbestrijding zijn aanzienlijk hoger uitgevallen in verband met zware winterse omstandigheden in het begin van het jaar 2013.
S
N
60.000 N
Openbare verlichting Kosten van groepsremplace 2011 zijn nog in 2013 verantwoord .
S
N
92.000 N 19.000 N
De kosten van onderhoud zijn hoger uitgevallen De energielasten zijn hoger uitgevallen
I S
N J
11.000 N 13.000 N
S
N
40.000 N
Door de gehanteerde methodiek van kostentoerekening door middel van urenverantwoording ontstaan verschillen ten opzichte van de begroting. Op de ene post leidt dit tot een voordeel; op andere tot een nadeel. Bruggen Besparing op onderhoud
I
N
71.000 V 20.000 V
Lagere afschrijvings- en rentelasten door het later uitvoeren van de renovatie van de Fokkerbrug.
S
N
40.000 V
Verkeer Hogere onderhoudskosten verkeersregelinstallaties. Door de gehanteerde methodiek van kostentoerekening door middel van urenverantwoording ontstaan verschillen ten opzichte van de begroting. Op de ene post leidt dit tot een voordeel; op andere tot een nadeel.
101.000 N I
N
16.000 N
S
N
71.000 N
Waterwegen Eenmalig minder vervanging van beschoeiing plaatsgevonden. Door de gehanteerde methodiek van kostentoerekening door middel van urenverantwoording ontstaan verschillen ten opzichte van de begroting. Op de ene post leidt dit tot een voordeel; op andere tot een nadeel.
36.000 V I
N
11.000 V
S
N
28.000 V
Openbaar groen
164.000 N
Er is in 2013 veel meer onkruid geweest dan normaliter. Hierdoor zijn meer onderhoudsbeurten uitgevoerd.
S
N
55.000 N
Dit jaar is een bijdrage Rjnhoek fase 1 en 2 ontvangen met betrekking tot groenaanleg . Dit betreft de vergoeding voor eigen gemaakte uren.
I
N
55.000 V
Hogere kosten landschapsonderhoud en plasoevers met name door het vervallen van de bijdrage Stichting B.L.R.
S
N
56.000 N
Het bijhouden van het beheersysteem openbare ruimte heeft niet meer in 2013 plaatsgevonden. Dit is begin 2014 uitgevoerd.
S
N
25.000 V
Door de gehanteerde methodiek van kostentoerekening door middel van
Pagina 136 van 179, Jaarstukken 2013
urenverantwoording ontstaan verschillen ten opzichte van de begroting. Op de ene post leidt dit tot een voordeel; op andere tot een nadeel.
S
N
Speelgelegenheden Door de gehanteerde methodiek van kostentoerekening door middel van urenverantwoording ontstaan verschillen ten opzichte van de begroting. Op de ene post leidt dit tot een voordeel; op andere tot een nadeel.
152.000 N 76.000 V
S
N
60.000 V
Hogere kosten afvalinzameling 2013 Teruggaaf teveel betaalde afvalinzameling 2012
S I
J N
411.000 N 80.000 V
Lagere kosten afvalverwerking 2013 Lagere kosten afvalverwerking 2013
S S
J N
143.000 V 70.000 V
nog niet in begroting 2014 voorzien. De kwartaalopbrengsten van Nedvang zijn flink hoger dan begroot.
S
J
90.000 V
Gedeeltelijk al in begroting 2014 voorzien. De laatste twee kwartalen 2012 van Nedvang zijn in 2013 verantwoord.
S I
N N
10.000 V 83.000 V
Vrijval budget in verband met het onderbrengen van de kosten binnen het DVO Cyclus NV.
S
J
95.000 V
Lagere opbrengst afvalstoffenheffing
S
N
35.000 N
Afvalinzameling en afvalverwerking
116.000 V
De kwartaalopbrengsten van Nedvang zijn flink hoger dan begroot. Hierdoor zijn de opbrengsten op afval hoger dan voorzien. Gedeeltelijk
Riolering Lagere afschrijvings- en rentelasten omdat een aantal voorgenomen investeringen nog niet in 2013 ten uitvoer zijn gebracht of afgerond Door de gehanteerde methodiek van kostentoerekening door middel van
145.000 V S
N
91.000 V
urenverantwoording ontstaan verschillen ten opzichte van de begroting. Op de ene post leidt dit tot een voordeel; op andere tot een nadeel.
S
N
34.000 V
Hogere opbrengst rioolrechten
S
N
33.000 V
Begraafplaatsen De opbrengsten begrafenisrechten zijn lager dan geraamd. Ten opzichte van het meerjarig gemiddelde zijn 19 graven minder verkocht.
64.000 N S
N
64.000 N
Pagina 137 van 179, Jaarstukken 2013
Programma 5 – Economie en arbeidsparticipatie bedragen x € 1.000 Primitieve begroting
Begroting na wijziging
Rekening 2013
Verschil
Rekening 2012
- 7.689 - 77 - 112 - 3.233 - 29 - 141 - 127 - 780 - 505 - 2.685
- 7.772 - 97 - 162 - 3.395 - 29 - 116 - 127 - 775 - 490 - 2.582
- 7.657 - 184 - 194 - 3.215 -0 - 30 - 108 - 94 - 758 - 388 - 2.687
115 V - 87 N - 32 N 180 V -0N -1N 8V 33 V 17 V 102 V - 105 N
- 8.011 - 234 - 474 - 3.274 - 76 - 26 - 22 - 112 - 508 - 710 - 2.576
5.481 111 2.414 1 57 27 436 2.436
5.409 95 2.576 1 68 57 27 415 2.171
5.796 121 89 2.836 0 81 59 23 389 2.199
387 V 26 V 89 V 260 V -1N 13 V 3V -4N - 26 N 28 V
5.975 155 58 2.667 0 -1 63 22 689 2.322
- 2.208
- 2.363
- 1.861
502 V
- 2.036
Mutatie reserves Onttrekkingen
-
162
162
-
-
Totaal Mutatie reserves
-
162
162
-
-
- 2.208
- 2.201
- 1.698
502 V
- 2.036
Wat heeft het ons gekost? Resultaat voor bestemming Lasten Besluit zelfstandigen Bijstand algemeen Bijstand levensonderhoud Economische zaken Evenementen Inburgering Markten Minimabeleid Participatiebudget WSW Baten Besluit zelfstandigen Bijstand algemeen Bijstand levensonderhoud Evenementen Inburgering Markten Minimabeleid Participatiebudget WSW Totaal Resultaat voor bestemming
Resultaat na bestemming
Toelichting Bijstand levensonderhoud
Aard
Effect
I/S
J/N
Afwijking 440.000 V
S
N
439.000 V
In de begroting 2013 was rekening gehouden met een overschrijding op het BUIG budget van € 284.600. Dit blijkt uiteindelijk een voordelig resultaat op BUIG van € 154.200; een positief effect van € 439.000. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de uitkeringen Wet Werk en Bijstand flink achter zijn gebleven op de landelijke en onze prognose. Besluit zelfstandigen Omdat de norminkomsten 2013 niet zijn gehaald daalt de Rijksbijdrage
S
N
61.000 N 27.000 N
Er is voor € 80.000 meer aan uitkeringen verstrekt; daar staat een Rijksbijdrage van € 60.000 tegenover
I
N
20.000 N
Lagere ontvangsten van debiteuren vanwege slechte aflossingscapaciteit
I
N
15.000 N
Bijstand algemeen Het bedrag aan dubieuze debiteuren kon in 2013 fors omlaag worden gebracht
Pagina 138 van 179, Jaarstukken 2013
57.000 V I
N
57.000 V
Wet Sociale Werkvoorziening Hogere kosten WSW De Sluis in verband met transitiekosten oprichting
I
N
77.000 N 91.000 N
Ferm Werk Lagere bijdragen WSW – overig
S
N
14.000 V
S S
N N
Participatiebudget Er zijn minder uren toegerekend aan het participatiebudget De toevoeging vanuit de algemene middelen voor de kwetsbare groepen
76.000 V 64.000 V 11.000 V
is dit jaar niet aangewend Markten Door de gehanteerde methodiek van kostentoerekening door middel van urenverantwoording ontstaan verschillen ten opzichte van de begroting. Op de ene post leidt dit tot een voordeel; op andere tot een nadeel.
36.000 V
S
N
36.000 V
Pagina 139 van 179, Jaarstukken 2013
Programma 6 – Bestuur en dienstverlening bedragen x € 1.000 Primitieve begroting
Begroting na wijziging
Rekening 2013
Verschil
Rekening 2012
Resultaat voor bestemming Lasten Bestuurlijke en internat. samenwerking Bestuursondersteuning Burgemeester en wethouders Burgerzaken Communicatie en voorlichting Crisisbeheersing Dierenwelzijn Directie en bestuurssecretariaat Gemeenteraad Griffier, ondersteun. raad en rekenkamer Openbare orde en sociale veiligheid Opsporing en ruiming explosieven Representatie Veiligheidsregio Dorp- en wijkgericht werken
- 10.133 - 441 - 2.267 - 602 - 1.844 - 450 - 134 - 67 - 883 - 406 - 410 - 380 - 10 - 68 - 2.080 - 91
- 10.523 - 881 - 2.267 - 602 - 1.816 - 450 - 134 - 67 - 870 - 398 - 420 - 460 - 10 - 68 - 2.080 -
- 10.392 - 1.215 - 2.084 - 646 - 1.758 - 442 - 124 - 49 - 693 - 391 - 407 - 416 - 11 - 97 - 2.059 -
130 V - 334 N 182 V - 44 N 58 V 8V 10 V 18 V 177 V 7V 13 V 43 V -1N - 29 N 21 V -
- 8.972 - 550 - 930 - 689 - 1.457 - 317 - 100 - 43 - 1.365 - 396 - 457 - 482 - 10 - 74 - 2.081 - 21
Baten Bestuurlijke en internat. samenwerking Burgemeester en wethouders Burgerzaken Communicatie en voorlichting Directie en bestuurssecretariaat Griffier, ondersteun. raad en rekenkamer Openbare orde en sociale veiligheid Veiligheidsregio
602 552 11 24 14
601 524 11 51 14
650 69 16 472 78 14
49 V 69 V 16 V - 52 N - 11 N 26 V 0V
639 7 546 10 0 0 58 17
Totaal Resultaat voor bestemming
- 9.531
- 9.922
- 9.742
180 V
- 8.333
Mutatie reserves Toevoegingen
- 2.641
- 177
- 177
-
- 1.626
Onttrekkingen
724
448
448
-
730
- 1.917
271
271
-
- 895
- 11.448
- 9.651
- 9.471
180 V
- 9.229
Wat heeft het ons gekost?
Totaal Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Aard
Effect
I/S
J/N
Afwijking 182.000 V
Op de ene post leidt dit tot een voordeel; op andere tot een nadeel.
S
N
199.000 V
Directie en bestuurssecretariaat Aan het ontwikkelbudget is minder besteed
I
N
166.000 V 100.000 V
Niet ingevulde vacatureruimte
S
N
40.000 V
Toelichting Bestuursondersteuning Door de gehanteerde methodiek van kostentoerekening door middel van urenverantwoording ontstaan verschillen ten opzichte van de begroting.
Representatie Niet voorziene uitgaven voor de kroningsdag en de wisseling van de
Pagina 140 van 179, Jaarstukken 2013
29.000 N
collegesamenstelling leiden tot hogere uitgaven
S
N
Openbare orde en veiligheid
29.000 N 69.000 V
Lagere kosten voor de invoer van burgernet en de inhuur van de BOA. Daarnaast subsidie niet uitbetaald terwijl daar wel een bedrag voor was geraamd Hogere opbrengst voor handhaving parkeren en leges vergunningen
S S
N N
Bestuurlijke en internationale samenwerking
40.000 V 26.000 V 265.000 N
Het terugdringen van de formatie van de organisatie heeft tot gevolg dat in een aantal gevallen tot afkoopsommen moest worden overgegaan. Hiermee was een hoger bedrag gemoeid dan was voorzien
I
N
265.000 N
Pagina 141 van 179, Jaarstukken 2013
Programma 7 – Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien bedragen x € 1.000 Primitieve begroting
Begroting na wijziging
Rekening 2013
Verschil
Rekening 2012
Resultaat voor bestemming Lasten Algemene uitkering uit het gemeentefonds Geldleningen Gemeentelijke belastingen Invordering gemeentelijke belastingen Onvoorziene lasten en baten Overige financiële middelen Saldo kostenplaatsen Uitvoering Wet WOZ
- 734 - 100 -2 - 14 191 - 60 - 750
- 640 - 100 -2 - 14 268 - 60 58 - 790
- 1.575 - 104 - 22 -5 - 138 - 468 - 837
- 935 N -5N - 21 N 9V - 268 N - 78 N - 525 N - 47 N
- 1.816 - 116 - 98 - 23 - 191 - 798 - 591
Baten Algemene uitkering uit het gemeentefonds Geldleningen Gemeentelijke belastingen Invordering gemeentelijke belastingen Onvoorziene lasten en baten Overige financiële middelen Saldo kostenplaatsen
35.573 26.264 1.157 7.947 160 46
35.827 26.561 1.157 7.947 160 2
35.552 26.389 1.153 7.827 183 -
- 275 N - 171 N -3N - 120 N 23 V -2N
37.912 27.243 2.397 8.129 -1 144 -
Totaal Resultaat voor bestemming
34.839
35.187
33.977
- 1.210 N
36.096
Mutatie reserves Toevoegingen
- 1.251
-
-
-
- 2.146
Onttrekkingen
1.251
-
-
-
2.262
-
-
-
-
116
34.839
35.187
33.977
- 1.210 N
36.212
Wat heeft het ons gekost?
Totaal Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Aard
Effect
I/S
J/N
Afwijking 268.000 N
begroting plaats gevonden.
I
N
274.000 N
Uitvoering Wet WOZ Nagekomen kosten voor de waardering Wet WOZ per 1-1-2013
I
N
47.000 N 46.000 N
Toelichting Onvoorziene lasten en baten In de begroting 2013 was in deze stelpost een taakstellende bezuiniging op de salarissom opgenomen. De realisatie daarvan heeft elders in de
Saldo van kostenplaatsen
527.000 N
Voor de verdeling van afdelingen en overhead wordt gebruik gemaakt van kostenplaatsen. Deze worden via verschillende sleutels verdeeld over de producten van begroting en rekening. Uiteindelijk is over 2013 minder aan de verschillende producten toegerekend waardoor op de kostenplaatsen een negatief resultaat ontstaat.
Pagina 142 van 179, Jaarstukken 2013
S
N
527.000 N
Overige financiële middelen
55.000 N
De crisis leidt er toe dat meer vorderingen dubieus moeten worden verklaard en in een flink aantal gevallen ook als oninvorderbaar moeten worden afgeboekt.
S
N
55.000 N
Algemene uitkering uit het gemeentefonds In de 2e Burap is een nadeel gerapporteerd van € 430.000. Dit had vooral
171.000 N
te maken met de bezuinigingen van het Rijk op grond van regeer- en oranjeakkoord. Door het herfstakkoord vielen de bezuinigingen in 2013 achteraf mee.
S
N
171.000 N
Gemeentelijke belastingen Aan O.Z.B. kon over 2013 minder worden geheven dan geraamd
S
N
141.000 N 49.000 N
Lagere opbrengst forensenbelasting Lagere opbrengst toeristenbelasting
S S
J J
36.000 N 52.000 N
Dividend In 2013 zijn de volgende dividenden verantwoord: bedragen x € 1.000 Dividend Dividend Totaal
Primitieve begroting 160 160
Begroting na wijziging 160 160
Rekening 2013
Verschil
Rekening 2012
150 150
- 10 N - 10 N
128 128
Saldo financieringsfunctie bedragen x € 1.000 Saldo financieringsfunctie Hulpkostenplaats Cash Management Lasten Rente kort geld Rente langlopende geldleningen Totaal Lasten Baten Doorbelaste kapitaallasten Langlopende rentebaten Totaal Baten Renteresultaat
1.154
Begroting na wijziging 1.154
- 100 - 4.426 - 4.526
- 100 - 4.426 - 4.526
-8 - 4.168 - 4.176
92 V 258 V 350 V
- 43 - 3.912 - 3.955
5.680 5.680
5.680 5.680
5.159 5.159
- 521 N - 521 N
6.208 19 6.227
1.154
1.154
983
- 171 N
2.272
Primitieve begroting
Rekening 2013
Verschil
Rekening 2012
983
- 171 N
2.272
Pagina 143 van 179, Jaarstukken 2013
Lokale heffingen De gemeente kent de volgende niet-bestedingsgebonden gemeentelijke heffingen: bedragen x € 1.000 Lokale heffingen Onroerende Zaak Belasting Forensenbelasting Hondenbelasting Toeristenbelasting Afvalstoffenheffing Reinigingsrechten Rioolheffing Totaal
Primitieve begroting 7.391 305 163 87 3.183 77 4.698 15.905
Begroting na wijziging 7.391 305 163 87 3.183 77 4.698 15.905
Rekening 2013
Verschil
Rekening 2012
7.343 269 180 35 3.148 74 4.731 15.780
- 49 N - 36 N 16 V - 52 N - 35 N -3N 33 V - 125 N
7.599 296 161 73 3.110 99 4.704 16.042
bedragen x € 1.000 Leges Leges Bouwvergunningen Leges burgelijke stand Leges GBA Leges naturalisaties Leges reisdocumenten Leges rijbewijzen Marktgelden Begrafenisrechten Totaal
Pagina 144 van 179, Jaarstukken 2013
Primitieve begroting 1.007 27 38 8 351 129 57 482 2.098
Begroting na wijziging 1.007 35 38 8 331 113 57 405 1.993
Rekening 2013
Verschil
Rekening 2012
687 32 38 13 290 99 59 330 1.549
- 320 N -3N 0V 5V - 41 N - 14 N 3V - 75 N - 444 N
603 36 40 16 332 112 58 435 1.632
Wet Normering Topinkomens De Wet Normering Topinkomens (WNT) is met ingang van 2013 van toepassing. en verbiedt organisaties met topfunctionarissen in de (semi)publieke sector beloningen en ontslagvergoedingen overeen te komen hoger dan de geldende WNT norm. Daarnaast is er sprake van een openbaarmakingsverplichting voor alle topfunctionarissen en overige medewerkers in de (semi) publieke sector die een bezoldiging genieten boven de geldende bezoldigingsnorm. Voor gemeenten is de functie van gemeentesecretaris en van griffier aangewezen als topfunctionaris in de zin van de WNT.
WNT Functiecategorie 1 Aanhef Naam Functie Beloning in 2013 Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen Voorzieningen t.b.v. beloning betaalbaar op termijn Totale bezoldiging Aanvang functievervulling in 2013 Einde functievervulling in 2013 Omvang van het dienstverband Motivering overschrijding bezoldigingsmaximum Ontslagvergoeding ja/nee
Topfunctionaris (niet toezichthouder) Dhr. H. Romeijn Gemeentesecretaris € 76.023 € 696 € 12.347 € 89.066 € 41.275 € 41.518 1,11 Norm wordt niet overschreden Nee
Functiecategorie 2 Aanhef Naam Functie Beloning in 2013 Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen Voorzieningen t.b.v. beloning betaalbaar op termijn Totale bezoldiging Aanvang functievervulling in 2013 Einde functievervulling in 2013 Omvang van het dienstverband Motivering overschrijding bezoldigingsmaximum Ontslagvergoeding ja/nee
Topfunctionaris (niet toezichthouder) Dhr. H. Rijs Griffier € 79.084 € 246 € 12.304 € 91.634 € 41.275 € 41.639 1,00 Norm wordt niet overschreden Nee
Pagina 145 van 179, Jaarstukken 2013
3.6. Overzicht incidentele baten en lasten
Conform artikel 28 lid c van het Besluit begroting en verantwoording zijn de incidentele baten en lasten afzonderlijk weergegeven in de jaarrekening. Bij het opstellen van dit overzicht is uitgegaan van de volgende uitgangspunten: 1. Incidenteel zijn baten en lasten die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen; 2. Incidenteel zijn daarom in ieder geval (extra) onttrekkingen aan reserves, incidentele (extra) rijksbijdragen, extra dotaties/onttrekkingen aan voorzieningen, incidentele bijdragen van derden en opbrengsten/winst/verliezen uit grondexploitaties.
bedragen x € 1.000 Programma
Lasten 2013
Baten 2013
Totaal
Incidenteel
Totaal
Incidenteel
Resultaat voor bestemming Maatschappelijke participatie Wonen en leven Landelijk gebied Openbare ruimte Economie en arbeidsparticipatie Bestuur en dienstverlening Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Totaal resultaat voor bestemming
15.054 42.592 1.855 15.959 7.657 10.377 1.587 95.081
14.030 - 13 91 - 100 14.008
1.895 27.589 158 9.009 5.796 650 35.552 80.649
2.313 55 2.368
Mutaties reserves Maatschappelijke participatie Wonen en leven Landelijk gebied Openbare ruimte Economie en arbeidsparticipatie Bestuur en dienstverlening Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Totaal mutaties reserves
65 5.817 4 177 6.063
65 5.817 4 177 6.063
32 6.470 1.426 162 448 8.538
32 6.470 1.426 162 448 8.538
101.144
20.071
89.187
10.906
Per saldo
Pagina 146 van 179, Jaarstukken 2013
3.7. Overzicht reserves
In onderstaande tabel wordt inzicht verschaft in de begin- en eindstanden van de in dit jaar aanwezige reserves en de toevoegingen en onttrekkingen die daaraan zijn gedaan. bedragen x € 1.000 Saldo 31/12/2012
Toevoegingen
Onttrekkingen
Saldo 31/12/2013
- 1.954 - 1.954
1.954 1.954
- 11.962 - 11.962
- 11.962 - 11.962
Algemene reserve Algemene reserve Algemene reserve bouwgrondexploitatie Totaal Algemene reserve
3.667 572 4.238
848 5.792 6.640
- 1.844 - 2.568 - 4.412
2.671 3.796 6.467
Bestemmingsreserves Res. onderhoud binnensportaccommodaties Reserve Centrum Jeugd en Gezin Reserve dekking afschrijving inv. ec.nut Reserve explosieven Reserve huisvesting kinderopvang Reserve infrastructurele werken Reserve landschapsfonds sierteeltontwik. Reserve nwe activiteiten Recreatieschap Reserve onderhoud gemeent. monumenten Reserve onderhoud gemeentelijke gebouwen Reserve projecten Reserve renovatie begraafplaats Reserve zwembad De Fuut Totaal Bestemmingsreserves
183 70 1.317 57 58 1.411 46 110 309 299 3.967 229 62 8.118
65 4 25 1.242 1.336
- 32 - 1.317 - 1.411 - 15 -8 - 5.209 - 7.993
216 70 57 58 31 114 334 291 229 62 1.461
10.402
9.930
- 24.367
- 4.034
Reserves Saldo van de rekening Resultaat boekjaar na bestemming Totaal Saldo van de rekening
Totaal
In onderstaande tabellen wordt per reserve inzicht verschaft in de begin- en eindstanden van de verschillende reserves. De mutaties die daarop in de loop van het jaar hebben plaats gevonden worden per programma gespecificeerd. Tevens is van iedere reserve de doelstelling opgenomen.
Pagina 147 van 179, Jaarstukken 2013
Algemene reserve Deze reserve is een belangrijk onderdeel van het weerstandsvermogen. Het weerstandvermogen staat voor de mate waarin Bodegraven-Reeuwijk in staat is middelen vrij te maken om aanzienlijke onvoorziene tegenvallers op te vangen, zonder dat dit betekent dat het beleid moet worden veranderd. bedragen x € 1.000 Algemene reserve Saldo 1 januari Toevoegingen Prog 6 - bijdrage conform primitieve begroting, ten laste van de exploitatie Prog 7 - bestemming rekeningresultaat 2012
Rekening 2013 3.667 848 177 671
Onttrekkingen Prog 5 - uittreding Promen Prog 6 - frictiekosten bovenformatie Prog 7 - bestemming rekeningresultaat 2012
1.844 162 440 1.242
Saldo 31 december
2.671
Algemene reserve bouwgrondexploitatie De reserve bouwgrondexploitatie is bedoeld om mogelijke niet voorziene nadelen bij bouwgrondexploitaties te kunnen dekken. bedragen x € 1.000 Algemene reserve bouwgrondexploitatie Saldo 1 januari
Rekening 2013 572
Toevoegingen Prog 2 - van reserve projecten Prog 2 - van reserve afschrijving Prog 2 - vorming voorziening afloop grondexploitaties cf. jaarrekening 2012 Prog 2 - storting voordeel kapitaallasten Prog 2 - terugstortverplichting ivm verliesname Molenzicht Prog 2 - storting verwacht voordeel afloop afgesloten complexen Prog 2 - storting verwacht voordeel Reeuwijk-Dorp Zuid (MPG/IP 2013)
5.792 2.585 1.317 1.383 319 126 19 44
Onttrekkingen Prog 2 - dekking bijdrage GR Oude Rijnzone Prog 2 - dekking bijdrage woningbouwvereniging Prog 2 - dekking afschrijvingslasten Prog 2 - vorming voorziening afloop grondexploitaties cf. jaarrekening 2012
2.568 220 250 715 1.383
Saldo 31 december
3.796
Pagina 148 van 179, Jaarstukken 2013
Reserve onderhoud binnensportaccommodaties Deze reserve heeft een tweeledig doel: 1. Het behoud van de gemeentelijke binnensportaccommodaties.
2. Het reserveren van middelen voor het (groot) onderhoud van sporthal de Meerkoet, gymzaal Reeuwijk-Dorp en sportzaal Custwijck bedragen x € 1.000 Res. onderhoud binnensportaccommodaties
Rekening 2013
Saldo 1 januari
183
Toevoegingen Prog 1 - bijdrage conform primitieve begroting, ten laste van de exploitatie
65 65
Onttrekkingen Prog 1 - onttrekking ter dekking van onderhoud
32 32
Saldo 31 december
216
Reserve Centrum Jeugd en Gezin Het creëren van huisvesting en faciliteiten voor een bereikbare dienstverlening aan alle kinderen, jeugdigen tot 23 jaar, ouders en professionals op het gebied van opgroeien en opvoeden. Om dit doel te bereiken realiseren we een daadwerkelijk centrum (in 2013). bedragen x € 1.000 Reserve Centrum Jeugd en Gezin Saldo 1 januari
Rekening 2013 70
Toevoegingen
-
Onttrekkingen
-
Saldo 31 december
70
Reserve dekking afschrijving Investeringen met een economisch nut worden altijd geactiveerd en afgeschreven. Wanneer er voor de dekking van een dergelijke investering een bestemmingsreserve beschikbaar is, dan worden de middelen uit die bestemmingsreserve toegevoegd aan de reserve dekking afschrijving investeringen economisch nut en worden de afschrijvingslasten gedekt uit deze reserve. bedragen x € 1.000 Reserve dekking afschrijving inv. ec.nut Saldo 1 januari
Rekening 2013 1.317
Toevoegingen Onttrekkingen Prog 2 - naar reserve bouwgrondexploitatie
1.317 1.317
Saldo 31 december
-
Pagina 149 van 179, Jaarstukken 2013
Reserve explosieven Dekking creëren voor (een deel van) de kosten die gemoeid zijn met de explosieven problematiek. Gedacht kan worden aan bijvoorbeeld explosievenonderzoeken die uitgevoerd zijn in de buurt van de A-12 of een onderzoeksinitiatief bij de Reeuwijkse Plassen. Ook nu nog niet bekende explosievenonderzoeken kunnen hier onder vallen. bedragen x € 1.000 Reserve explosieven
Rekening 2013
Saldo 1 januari
57
Toevoegingen
-
Onttrekkingen
-
Saldo 31 december
57
Reserve huisvesting kinderopvang Deze reserve wordt ingezet voor GOA/VVE en de harmonisatie peuterspeelzalen en kinderopvang. bedragen x € 1.000 Reserve huisvesting kinderopvang
Rekening 2013
Saldo 1 januari
58
Toevoegingen
-
Onttrekkingen
-
Saldo 31 december
58
Reserve infrastructurele werken Het realiseren en in stand houden van goede infrastructurele voorzieningen. bedragen x € 1.000 Reserve infrastructurele werken Saldo 1 januari
Rekening 2013 1.411
Toevoegingen Onttrekkingen Prog 4 - vrijval reserve ten gunste van voorziening IBBP, raadsbesluit 12-03-2012, nota Reserves en Voorzieningen
1.411 1.411
Saldo 31 december
-
Reserve landschapsfonds sierteeltontwikkeling Compensatie van landschapskwaliteit als gevolg van de bouw van kassen. Dit is een afspraak van vier gemeenten, te weten Waddinxveen, Boskoop, Rijnwoude en Reeuwijk. bedragen x € 1.000 Reserve landschapsfonds sierteeltontwik. Saldo 1 januari Toevoegingen
Rekening 2013 46 -
Onttrekkingen Prog 4 - bijdrage aan de exploitatie, renovatie eilanden Elfhoeven
15 15
Saldo 31 december
31
Pagina 150 van 179, Jaarstukken 2013
Reserve nieuwe activiteiten Natuur- en Recreatieschap Reeuwijkse Plassen e.o. Deze reserve is bestemd voor nieuwe activiteiten in het kader van natuur en recreatie, waarbij het geld moet dienen als hefboom om andere geldbronnen aan te boren. bedragen x € 1.000 Reserve nwe activiteiten Recreatieschap
Rekening 2013
Saldo 1 januari
110
Toevoegingen Prog 3 - bijdrage conform primitieve begroting, ten laste van de exploitatie
4 4
Onttrekkingen
-
Saldo 31 december
114
Reserve onderhoud gemeentelijke monumenten Het egaliseren van de onderhoudskosten van de gemeentelijke monumenten de Molen de Arkduif en de toren van de dorpskerk. bedragen x € 1.000 Reserve onderhoud gemeent. monumenten
Rekening 2013
Saldo 1 januari
309
Toevoegingen Prog 2 - bijdrage conform primitieve begroting, ten laste van de exploitatie
25 25
Onttrekkingen
-
Saldo 31 december
334
Reserve onderhoud gemeentelijke gebouwen Het behoud van de gemeentelijke gebouwen en het egaliseren van de hiervoor benodigde onderhoudskosten. bedragen x € 1.000 Reserve onderhoud gemeentelijke gebouwen Saldo 1 januari
Rekening 2013 299
Toevoegingen
-
Onttrekkingen Prog 6 - beschikking ter dekking van onderhoudsuitgaven
8 8
Saldo 31 december
291
Pagina 151 van 179, Jaarstukken 2013
Reserve projecten Het dekken van eventuele negatieve saldi van de in ontwikkeling genomen projecten en grondexploitaties. Deze reserve is in 2013 opgeheven en overgebracht naar de algemene reserve bouwgrondexploitatie. bedragen x € 1.000 Reserve projecten
Rekening 2013
Saldo 1 januari
3.967
Toevoegingen Prog 7 - bestemming rekeningresultaat 2012
1.242 1.242
Onttrekkingen Prog 2 - naar reserve bouwgrondexploitatie Prog 7 - bestemming rekeningresultaat 2012 Prog 7 - bestemming rekeningresultaat 2012
5.209 2.585 1.242 1.383
Saldo 31 december
-
Reserve renovatie begraafplaats De kosten dekken die verband houden met de renovatie van de begraafplaats. bedragen x € 1.000 Reserve renovatie begraafplaats Saldo 1 januari
Rekening 2013 229
Toevoegingen
-
Onttrekkingen
-
Saldo 31 december
229
Reserve zwembad De Fuut 1. Het in stand houden van een gemeentelijke zwemaccommodatie.
2. Het reserveren van middelen voor het (groot) onderhoud van het zwembad. bedragen x € 1.000 Reserve zwembad De Fuut Saldo 1 januari
Rekening 2013 62
Toevoegingen
-
Onttrekkingen
-
Saldo 31 december
Pagina 152 van 179, Jaarstukken 2013
62
3.8. Overzicht voorzieningen In onderstaande tabel wordt inzicht verschaft in de begin- en eindstanden van de in dit jaar aanwezige reserves en de toevoegingen en onttrekkingen die daaraan zijn gedaan. bedragen x € 1.000 Saldo 31/12/2012
Toevoegingen
Onttrekkingen
Saldo 31/12/2013
Vrz. verplichtingen, verliezen, risico's Voorziening bodemsanering W.de Zwijger Voorziening openbare ruimte OMB Voorziening pensioen oud-wethouders Vrz sociaal statuut /organisatieontwikk. Totaal Vrz. verplichtingen, verliezen, risico's
222 659 1.505 619 3.006
54 440 494
- 222 - 659 - 98 - 1.059 - 2.039
1.461 1.461
Egalisatievoorzieningen IVOR Totaal Egalisatievoorzieningen IVOR
6.197
-
- 6.197
0
380 4 369 753
50 308 107 53 8.387 8.904
- 205 - 308 - 65 - 54 - 1.446 - 2.078
226 45 368 6.941 7.580
9.956
9.399
- 10.314
9.041
Voorzieningen
Egalisatievoorzieningen overig Voorz.onderhoud sociaal culturele acc. Voorziening onderhoud binnensportacc. Vrz.onderhoud geb.onderwijs/kinderopvang Voorziening onderhoud Gem.huis/Driewerf Voorziening IBBP Totaal Egalisatievoorzieningen overig Totaal
In onderstaande tabellen wordt per voorziening inzicht verschaft in de begin- en eindstanden van de verschillende voorzieningen, alsmede de mutaties die daarop in de loop van het jaar hebben plaats gevonden. Tevens is van iedere voorziening de doelstelling opgenomen.
Voorziening bodemsanering W. de Zwijger Het beschikbaar stellen van middelen ter dekking van de kosten van voorziene bodemsaneringen. bedragen x € 1.000 Voorziening bodemsanering W.de Zwijger Saldo 1 januari
Rekening 2013 222
Toevoegingen Onttrekkingen Opgenomen in voorziening IBBP
222 222
Saldo 31 december
-
Pagina 153 van 179, Jaarstukken 2013
Voorziening openbare ruimte OMB Deze voorziening is ingesteld ter dekking van de risico’s met betrekking tot de afwikkeling van de grondexploitatie OMB. Hiervoor is een voorziening gevormd gebaseerd op artikel 44 lid 1a van het BBV. bedragen x € 1.000 Voorziening openbare ruimte OMB
Rekening 2013
Saldo 1 januari
659
Toevoegingen
-
Onttrekkingen Bestedingen ten laste van de voorziening Vrijval ten gunste van de exploitatie in verband met uittreding uit de OMB
659 3 656
Saldo 31 december
-
Voorziening pensioen oud-wethouders De voorziening is bestemd om aan de pensioenverplichtingen van oud-wethouders te voldoen. De voorziening is gebaseerd op artikel 44 lid 1b van het BBV. bedragen x € 1.000 Voorziening pensioen oud-wethouders Saldo 1 januari
Rekening 2013 1.505
Toevoegingen Reguliere dotatie ten laste van de exploitatie
54 54
Onttrekkingen Pensioenoverdracht Mutaties salarisadministratie
98 26 73
Saldo 31 december
1.461
Voorziening sociaal statuut organisatieontwikkeling De voorziening is bestemd voor uitgaven die passen binnen de organisatieontwikkeling na de fusie en de ontwikkeling naar een regieorganisatie dan wel het Sociaal Statuut. bedragen x € 1.000 Vrz sociaal statuut /organisatieontwikk.
Rekening 2013
Saldo 1 januari
619
Toevoegingen Extra dotatie ten laste van de exploitatie conform 2e burap
440 440
Onttrekkingen Bestedingen ten laste van de voorziening Vrijval ten gunste van de exploitatie Nog te betalen ontslagvergoedingen 2013 Saldo 31 december
Pagina 154 van 179, Jaarstukken 2013
1.059 852 67 140 -
Voorziening openbare ruimte IVOR+ De voorziening is bestemd voor het dekken van kosten die samenhangen met het integraal beheer van openbare ruimte en is gebaseerd op de beheerplannen van de hiervoor vermelde voorzieningen en op artikel 44 lid 1c van het BBV. Deze voorziening is in 2013 opgeheven en het saldo is overbracht naar de nieuwe voorziening IBBP. bedragen x € 1.000 Voorziening IVOR+ Saldo 1 januari
Rekening 2013 6.197
Toevoegingen Onttrekkingen Bestedingen ten laste van de voorziening Omzetten naar voorziening uitvoeringsprogramma IBBP
6.197 88 6.110
Saldo 31 december
-0
Voorziening IBBP De voorziening is bestemd voor het dekken van kosten die samenhangen met het integraal beheer van openbare ruimte en is gebaseerd op de beheerplannen van de hiervoor vermelde voorzieningen en op artikel 44 lid 1c van het BBV. bedragen x € 1.000 Voorziening IBBP
Rekening 2013
Saldo 1 januari
-
Toevoegingen Omzetten voorziening IVOR+ naar uitvoeringsprogramma IBBP Van voorziening bodemsanering W.de Zwijger Van reserve infrastructurele werken Reguliere dotaties ten laste van de exploitatie Extra/inhaaldotaties ten laste van de exploitatie
8.387 6.110 222 1.411 566 79
Onttrekkingen Bestedingen ten laste van de voorziening
1.446 1.446
Saldo 31 december
6.941
Voorziening sociale culturele accommodaties Deze voorziening is gebaseerd op een Meerjaren onderhoudsplan sociaal culturele accommodaties en op artikel 44 lid 1c van het BBV. De voorziening is bestemd voor het dekken van de kosten die samenhangen met de accommodaties Wierickehuis, Evertshuis en bibliotheek. Hierbij moet worden opgemerkt dat in 2013 een krediet beschikbaar is gesteld voor de renovatie van het Evertshuis en de bibliotheek. bedragen x € 1.000 Voorz.onderhoud sociaal culturele acc. Saldo 1 januari Toevoegingen Reguliere dotatie ten laste van de exploitatie
Rekening 2013 380 50 50
Onttrekkingen Bestedingen ten laste van de voorziening
205 205
Saldo 31 december
226
Pagina 155 van 179, Jaarstukken 2013
Voorziening binnensportaccommodaties Deze voorziening is gebaseerd op een Meerjaren onderhoudsplan binnensportaccommodaties en op artikel 44 lid 1c van het BBV. De voorziening is bedoeld voor het dekken van kosten voor groot onderhoud aan het zwembad, de sporthal en de sportzalen te dekken. Ten aanzien van binnensportaccommodaties wordt opgemerkt dat het huidige beleid onderwerp van discussie is. De vraag waar op korte termijn antwoord op gegeven zal worden, is welke binnensportaccommodaties binnen het voorzieningenniveau van de gemeente gerekend gaan worden en vanuit dat perspectief ook eigendom van de gemeente blijven en welke accommodaties afgestoten zullen worden. Dit zal van invloed zijn op de benodigde omvang van de voorziening. Deze beleidsuitgangspunten zullen, inclusief financieel perspectief, in 2013 ingenomen worden. Dan zal de benodigde omvang afgestemd worden met de benodigde dotatie. bedragen x € 1.000 Voorziening onderhoud binnensportacc.
Rekening 2013
Saldo 1 januari
-
Toevoegingen Reguliere dotatie ten laste van de exploitatie Extra dotatie ten laste van de exploitatie
308 190 118
Onttrekkingen Bestedingen ten laste van de voorziening
308 308
Saldo 31 december
-
Voorziening onderhoud gebouwen onderwijs / kinderopvang Deze voorziening is gebaseerd op een Meerjaren onderhoudsplan onderwijsgebouwen en peuterspeelzalen en op artikel 44 lid 1c van het BBV. De voorziening is bestemd voor het dekken van de kosten die samenhangen met het groot onderhoud aan de gemeentelijke onderwijsgebouwen en peuterspeelzalen. bedragen x € 1.000 Vrz.onderhoud geb.onderwijs/kinderopvang Saldo 1 januari Toevoegingen Reguliere dotaties ten laste van de exploitatie
Rekening 2013 4 107 107
Onttrekkingen Bestedingen ten laste van de voorziening
65 65
Saldo 31 december
45
Pagina 156 van 179, Jaarstukken 2013
Voorziening onderhoud gemeentehuis / De Driewerf Deze voorziening is gebaseerd op een Meerjarig onderhoudsplan (MOP). Dit volgens artikel 44 lid 1c van het BBV. De voorziening is bestemd voor het dekken van de kosten die samenhangen met het (groot) onderhoud en schilderwerk van de gebouwen. bedragen x € 1.000 Voorziening onderhoud Gem.huis/Driewerf Saldo 1 januari
Rekening 2013 369
Toevoegingen Reguliere dotatie gemeentehuis ten laste van de exploitatie Reguliere dotatie Driewerf ten laste van de exploitatie
53 36 17
Onttrekkingen Bestedingen ten laste van de voorziening
54 54
Saldo 31 december
368
Pagina 157 van 179, Jaarstukken 2013
3.9. Overzicht begrotingsrechtmatigheid
In onderstaand overzicht wordt van die programma’s waar een overschrijding heeft plaats gevonden de grootte van deze overschrijding gemeld en aangegeven in hoeverre deze overschrijding rechtmatig was. Daarbij wordt tevens de aard van de overschrijding kort toegelicht.
Programma
1 - Maarschappelijke participatie
2 - Wonen en leven
3 - Landelijk gebied
4 - Openbare ruimte
bedragen x € 1.000 Onrechtma- OnrechtmaBedrag tigheid telt tigheid telt Toelichting wel mee niet mee Kostenoverschrijdingen gedekt door direct daarmee samenhangende opbrengsten en overschrijdingen die passen binnen het bestaande beleid en € 143 x die niet eerder gesignaleerd konden worden. De overschrijdingen hebben betrekking op storting in de onderhoudsvoorzieningen.
€ 26.883
€4
€ 746
5 - Economie en arbeidsparticipatie
€0
6 - Bestuur en dienstverlening
€0
Totaal
Pagina 158 van 179, Jaarstukken 2013
€ 27.633
x
Kostenoverschrijdingen gedekt door direct daarmee samenhangende opbrengsten en overschrijdingen die passen binnen het bestaande beleid en die niet eerder gesignaleerd konden worden. De overschrijdingen hebben betrekking op gevormde verliesvoorzieningen en het boeken van winsten en verliezen en grondexploitaties waardoor "dubbeltelling" ontstaat.
x
Kostenoverschrijdingen die passen binnen het bestaande beleid en die niet eerder gesignaleerd konden worden. De overschrijdingen hebben betrekking op zeer geringe afwijkingen op productniveau.
x
Kostenoverschrijdingen die grotendeels gedekt worden door direct daarmee samenhangende opbrengsten en overschrijdingen die passen binnen het bestaande beleid en die niet eerder gesignaleerd konden worden.
Ontvanger
SiSa-bijlage
Juridische grondslag
Departement Specifieke Nummer uitkering
3.10.
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2013 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa
I N D I C A T Hieronder per regel één Bestedin beschikkingsnummer en in de g (jaar T) kolommen ernaast de ten laste verantwoordingsinformatie van provincial Provinciale e beschikkin middelen g en/of verordenin g
ZB C Investering K 7 stedelijke C vernieuwin g (ISV) II
O R E N Overige Cumulati besteding eve en (jaar besteding T) en ten laste van provincial e middelen tot en met (jaar T)
Aard controle n.v.t.
Aard controle R
Aard controle R
Indicatornummer: C7C / 01
Indicatorn ummer: C7C / 02
Indicatorn ummer: C7C / 03
€ 37.598
Toelich ting afwijkin g
Deze indicator is bedoeld voor de tussentijds Deze e indicator afstemmin is g van de bedoeld juistheid voor de en tussentijd volledighei se d van de afstemmi verantwoor ng van dingsinfor de matie juistheid en volledigh eid van de verantwo ordingsinf ormatie
Projectgemeenten (SiSa tussen medeoverh eden)
1 PZH-2011-29795808
Cumulatie ve overige bestedinge n tot en met (jaar T)
€0
Aard controle n.v.t. Indicatorn ummer: C7C / 04
€ 209.682
Aard Aard controle controle n.v.t. n.v.t. Indicatornu Indicator mmer: C7C nummer / 05 : C7C / 06
€0
Pagina 159 van 179, Jaarstukken 2013
2 DRM/2002/10730
Kopie beschikkingsnummer
€0
€0
€ 836.688
Eindvera Activiteite Activiteite ntwoordin n n g Ja/Nee stedelijke stedelijke vernieuwi vernieuwi ng (in ng (in aantallen aantallen ) ) Afspraak
€0
Activiteiten stedelijke vernieuwin g (in aantallen) Toelichting afwijking
Realisati e Alleen in te
Pagina 160 van 179, Jaarstukken 2013
Toelich ting op indicato rnumm er C7C/11 : Zie afzond erlijke rapport age inzake de prestati es (kenme rk: EA/ISV 201403 24) + brief van Mozaïe k Wonen dd. 24032014. Deze rapport age wordt toegez onden aan de Afdelin g Ruimte, Wonen en Bodem van de Provinc ie ZuidHolland .
Alleen in vullen na te vullen Alleen in afloop na afloop te vullen project project na afloop project
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: C7C / 07
O C W
1 2 D Onderwijsa 9 chterstand enbeleid 2011-2014 (OAB)
PZH-2011-29795808 DRM/2002/10730
Besteding (jaar T) aan voorzieningen voor voorschoolse educatie die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen (conform artikel 166, eerste lid WPO)
Gemeente n
Aard controle R Indicatornummer: D9 / 01
€ 330.917
Aard controle n.v.t. Indicatorn ummer: C7C / 08
Nee Ja Bestedin g (jaar T) aan overige activiteite n (naast VVE) voor leerlingen met een grote achtersta nd in de Nederlan dse taal (conform artikel 165 WPO)
Aard controle D1 Indicatorn ummer: C7C / 09
Aard controle D1 Indicatorn ummer: C7C / 10
Aard controle n.v.t. Indicatornu mmer: C7C / 11
6 Bestedin g (jaar T) aan afsprake n over voor- en vroegsch oolse educatie met bevoegd e gezagsor ganen van scholen, houders van kindcentr a en peutersp eelzalen (conform artikel 167 WPO)
4 2 Opgebou wde reserve ultimo (jaar T-1)
Aard controle R Indicatorn ummer: D9 / 02
Aard controle R Indicatorn ummer: D9 / 03
Aard controle R Indicatorn ummer: D9 / 04
€0
€ 26.808
€ 170.908
Pagina 161 van 179, Jaarstukken 2013
&I M
E 2 7 B
Brede doeluitkeri ng verkeer en vervoer SiSa tussen medeoverh eden
Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie
Bestedin g (jaar T) ten laste van provincial e middelen
Overige besteding en (jaar T)
Provinciale beschikkin g en/of verordenin g
Correctie ten opzichte van tot jaar T verantwo orde overige besteding en
Aard controle R Indicatorn ummer: E27B / 04
Aard controle R Indicatornu mmer: E27B / 05
Indien de correctie een Indien vermeerd de ering van correctie besteding een en betreft, vermeer mag het dering alleen van gaan over bestedin nog niet gen eerder betreft, verantwo mag het orde alleen besteding gaan en over nog niet eerder verantw oorde bestedin gen
Gemeente n en Gemeensc happelijke Regelingen
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 01
1 PZH-2008-770307 G09026 Rotonde N207 2 PZH-2009-148826545 G10029 Rotonde N207 3 PZH-2010-226219570 G11024 Rotonde N207 4 PZH-2009-139839789 G10018 Rondweg Reeuwijk-Brug 5 PZH-2010-220411062 G11018 Rondweg Reeuwijk-Brug 6 PZH-2012-357944829 G13015 Rondweg Reeuwijk-Brug 7 PZH-2010-222569480 D11017 Waarder Zuid v.Vollenhovestraat 8 PZH-2012-362847228 D12051 verbeteren veiligheid schoolomgeving MFA Oude Tol
Pagina 162 van 179, Jaarstukken 2013
Correcti e ten opzichte van tot jaar T verantw oorde bestedin gen ten laste van provinci ale middele n
Aard controle R Indicatorn ummer: E27B / 02
Aard controle R Indicatorn ummer: E27B / 03
€ 137.320 €0
€ 140.000 € 30.000
€ 82.974
€ 171.619 €0
€ 115.239 €0
€0
€0
€0
€ 20.939
€ 550.614
€ 35.553
€0
9 PZH-2013-364427540 VD11016 verbeteren veiligheid schoolomgeving MFA Oude Tol 10 PZH-2013-452294924 VD20131 fietsvoetverbinding Bodegraven centrumWeideveld 11 PZH-2013-452301788 VG2013-3 aansluiting Tempel op rondweg Boskoop-Oost Kopie beschikkingsnummer
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: E27B / 06
1 PZH-2008-770307
G09026
Rotonde N207
2 PZH-2009-148826545 G10029
€ 16.777
€0
€0
€0
€0
€0
Cumulati eve besteding ten laste van provincial e middelen tot en met (jaar T)
Cumulati Toelichtin Eindverant eve g woording overige Ja/Nee besteding en tot en Als u kiest met (jaar voor ‘ja’, T) betekent dit dat het Deze project is indicator afgerond is en u voor bedoeld de Deze voor de komende indicator tussentijd jaren geen is se bestedinge bedoeld afstemmi n meer wilt voor de ng van verantwoor tussentijd de den se juistheid afstemmi en ng van volledigh de eid van juistheid de en verantwo volledigh ordingsinf eid van ormatie de verantwo ordingsinf ormatie Aard controle n.v.t. Indicatorn ummer: E27B / 07
Aard controle n.v.t. Indicatorn ummer: E27B / 08
Aard controle n.v.t. Indicatorn ummer: E27B / 09
Aard controle n.v.t. Indicatornu mmer: E27B / 10
€ 192.371 € 29.983
€ 140.000 € 30.000
Nee
€ 82.974
€ 171.619 €0
Nee
€0
Nee
€0
Nee
Nee
Rotonde N207
3 PZH-2010-226219570 G11024 Rotonde N207
4 PZH-2009-139839789 G10018 Rondweg Reeuwijk-Brug
5 PZH-2010-220411062 G11018
€ 115.239 €0
Nee
Rondweg Reeuwijk-Brug
6 PZH-2012-357944829 G13015
€0
Rondweg Reeuwijk-Brug
Pagina 163 van 179, Jaarstukken 2013
Nee
€ 35.553
€ 550.614 €0
€ 16.777
€0
Nee
€0
€0
Nee
€0
€0
Nee
Het totaal aantal inwoners dat is uitgestro omd uit het werknem ersbesta nd in (jaar T), uitgedruk t in arbeidsja ren
Volledig zelfstandi ge uitvoering Ja/Nee
Aard controle R
Aard controle R
Indicatornummer: G1 / 01
Indicatorn ummer: G1 / 02
Aard controle n.v.t. Indicatorn ummer: G1 / 03
7 PZH-2010-222569480 D11017
€ 20.939
Waarder Zuid v.Vollenhovestraat
8 PZH-2012-362847228 D12051
Nee
verbeteren veiligheid schoolomgeving MFA Oude Tol
9 PZH-2013-364427540 VD11016 verbeteren veiligheid schoolomgeving MFA Oude Tol
10 PZH-2013-452294924 VD2013-1 fietsvoetverbinding Bodegraven centrum-Weideveld
11 PZH-2013-452301788 VG2013-3 aansluiting Tempel op rondweg Boskoop-Oost
ZB G Wet W 1 sociale werkvoorzi ening (Wsw)_ge meente 2013 Wet sociale werkvoorzi ening (Wsw)
Het totaal aantal geïndiceerde inwoners van uw gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december (jaar T)
Alle gemeenten verantwoor den hier het gemeented eel over (jaar T), ongeacht of er in (jaar T) geen, enkele of alle inwoners werkzaam waren bij een Openbaar lichaam o.g.v. de Wgr. 1,00
Pagina 164 van 179, Jaarstukken 2013
0,00
Zie de toelichtin g in de invulwijze r voor hulp bij het invullen en de mogelijke conseque nties van een verkeerd e keuze
Nee
ZB G Wet W 1 sociale A werkvoorzi ening (Wsw)_tota al 2012
Hieronder per regel één gemeente(code) uit (jaar T-1) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
Wet sociale werkvoorzi ening (Wsw) Alle gemeenten verantwoor den hier het totaal (jaar T-1). (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa (jaar T-1) regeling G1B + deel gemeente uit (jaar T1) regeling G1C-1) na controle door de gemeente.
Indicatornummer: G1A / 01
Alle gemeenten verantwoor den hier het gemeented eel over (jaar T), ongeacht
Het totaal aantal inwoners dat is uitgestro omd uit het werknem ersbesta nd in (jaar T1), uitgedruk t in arbeidsja ren;
Het totaal aantal gerealise erde arbeidspl aatsen voor geïndicee rde inwoners in (jaar T1), uitgedruk t in arbeidsja ren;
Het totaal aantal gerealiseer de begeleid werkenple kken voor geïndiceer de inwoners in (jaar T1), uitgedrukt in arbeidsjare n;
inclusief deel openbaar lichaam
inclusief inclusief deel deel openbaar openbaar lichaam lichaam
Aard controle R Indicatorn ummer: G1A / 02
Aard controle R Indicatorn ummer: G1A / 03
Aard controle R Indicatorn ummer: G1A / 04
114,00 Baten (jaar T) algemen e bijstand (exclusief Rijk)
5,10 Bestedin g (jaar T) IOAW
85,22 Baten (jaar T) IOAW (exclusief Rijk)
3,23 Besteding (jaar T) IOAZ
Gemeent e Gemeent Gemeent e e I.2 Wet inkomens I.2 Wet I.1 Wet voorzieni inkomens werk en ng voorzieni bijstand oudere ng (WWB) en oudere gedeelteli en jk gedeelteli arbeidso jk
Gemeente
inclusief deel openbaar lichaam Aard controle n.v.t.
1 ZB G Gebundeld W 2 e uitkering op grond van artikel 69 WWB_gem eente 2013
Het totaal aantal geïndicee rde inwoners per gemeent e dat een dienstbet rekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikb aar is om een dienstbet rekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaard en op 31 decembe r (T-1);
1901 (Bodegraven-Reeuwijk) Besteding (jaar T) algemene bijstand Gemeente I.1 Wet werk en bijstand (WWB)
Aard controle R Indicatornu mmer: G1A / 05
I.3 Wet inkomensv oorziening oudere en gedeeltelij k arbeidsong eschikte gewezen zelfstandig
Baten (jaar T) IOAZ (exclusi ef Rijk) Gemee nte I.3 Wet inkome nsvoor ziening oudere en gedeelt elijk
Pagina 165 van 179, Jaarstukken 2013
of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van de Wgr.
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Indicatornummer: G2 / 01
Indicatorn ummer: G2 / 02
Indicatorn ummer: G2 / 03
Indicatorn ummer: G2 / 04
€ 35.647
Besteding (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen Gemeente I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)
Pagina 166 van 179, Jaarstukken 2013
arbeidso en (IOAZ) ngeschikt e werkloze werknem ers (IOAW)
Aard controle R
€ 2.444.549
€ 26.636
ngeschikt e werkloze werknem ers (IOAW)
€ 266.515 Baten Baten (jaar T) (jaar T) Bbz 2004 WWIK levenson (exclusief derhoud Rijk) beginnen de zelfstandi Gemeent gen e
€0 Volledig zelfstandi ge uitvoering Ja/Nee
Zie de toelichtin g in de invulwijze Gemeent I.6 Wet r voor e werk en hulp bij inkomen het I.4 kunstena invullen Besluit ars en de bijstandv (WWIK) mogelijke erlening conseque zelfstandi nties van gen 2004 een (levenson verkeerd derhoud e keuze. beginnen de zelfstandi gen) (Bbz 2004)
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Indicatornummer: G2 / 07
Indicatorn ummer: G2 / 08
Indicatorn ummer: G2 / 09
€ 2.944
€0
Aard controle n.v.t. Indicatorn ummer: G2 / 10
Ja
arbeids ongesc hikte geweze n zelfstan digen (IOAZ)
Aard controle R
Aard controle R Indicatornu Indicator mmer: G2 / nummer 05 : G2 / 06
€ 30.411
€ 209
ZB G Besluit Besteding (jaar T) W 3 bijstandver levensonderhoud gevestigde lening zelfstandigen (exclusief Bob) zelfstandig en 2004 (exclusief levensond erhoud beginnend e zelfstandig en)_gemee nte 2013 Aard controle R Besluit Indicatornummer: G3 / 01 bijstandver lening zelfstandig € 69.666 en (Bbz) Baten (jaar T) Bob (exclusief 2004 Rijk) Alle gemeenten verantwoor den hier het gemeented eel over (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar Aard controle R lichaam opgericht op grond Indicatornummer: G3 / 07 van de Wgr. €0
Bestedin g (jaar T) kapitaalv erstrekkin g (exclusief Bob)
Baten (jaar T) levenson derhoud gevestigd e zelfstandi gen (exclusief Bob) (exclusief Rijk)
Baten (jaar T) kapitaalv erstrekkin g (exclusief Bob) (exclusief Rijk)
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Indicatorn ummer: G3 / 02
Indicatorn ummer: G3 / 03
Indicatorn ummer: G3 / 04
€ 60.000 Bestedin g (jaar T) aan uitvoering skosten Bob als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004
Aard controle R Indicatorn ummer: G3 / 08
€0
€ 5.977 € 21.577 Volledig zelfstandi ge uitvoering Ja/Nee
Besteding (jaar T) aan onderzoek als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 (exclusief Bob)
Bestedi ng (jaar T) Bob
Aard controle R
Aard controle R Indicatornu Indicator mmer: G3 / nummer 05 : G3 / 06
€ 32.209
€0
Zie de toelichtin g in de invulwijze r voor hulp bij het invullen en de mogelijke conseque nties van een verkeerd e keuze. Aard controle n.v.t. Indicatorn ummer: G3 / 09
Ja
Pagina 167 van 179, Jaarstukken 2013
ZB G Wet W 5 participatie budget (WPB)_ge meente 2013
Het aantal in (jaar T) bij een ROC ingekochte contacturen Let op: Dit is de enige gelegenheid om verantwoording af te leggen over deze taakuitvoering
Wet participatie Let op: Deze verantwoording budget kan niet door een (WPB) gemeenschappelijke regeling worden uitgevoerd, ongeacht Alle de keuze van de gemeente bij gemeenten indicator G5/02 verantwoor den hier het Aard controle D1 gemeented eel over Indicatornummer: G5 / 01 (jaar T), 349 ongeacht Volledig zelfstandige uitvoering of de gemeente Ja/Nee in (jaar T) De zelfstandige uitvoering geen, betreft de indicatoren G5/03 tot enkele of en met G5/07 alle taken heeft uitbesteed Zie de toelichting in de invulwijzer voor hulp bij het aan een Openbaar invullen en de mogelijke consequenties van een lichaam verkeerde keuze opgericht op grond van de Wgr.
Pagina 168 van 179, Jaarstukken 2013
Bestedin g (jaar T) participati ebudget
Waarvan besteding (jaar T) van educatie bij roc's
Baten (jaar T) (niet-Rijk) participati ebudget
Waarvan baten (jaar T) van educatie bij roc’s
Bestedi ng (jaar T) Regellu w Dit onderd eel is uitsluite nd van toepas sing op gemee nten die in (jaar T1) duurza me plaatsin gen van inactiev en naar werk hebben gereali seerd en verant woord aan het Rijk
Aard controle n.v.t.
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Indicatornummer: G5 / 02
Indicatorn
Indicatorn
Indicatorn
Aard controle R
Aard controle R Indicatornu Indicator
ummer: G5 / 03
Nee G Wet Hieronder per regel één 5 Participatie gemeente(code) uit (jaar T-1) A budget selecteren en in de kolommen (WPB)_tota ernaast de al 2012 verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen Wet participatie budget (WPB)
€ 335.069 Bestedin g (jaar T1) participati ebudget inclusief geldstroo m openbaar lichaam
Gemeente n die uitvoering in (jaar T-1) geheel of gedeeltelij k hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr verantwoor den hier het totaal (jaar T-1). (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa (jaar T-1) regeling G5B + deel gemeente uit (jaar T1) regeling G5C-1)
ummer: G5 / 04
ummer: G5 / 05
mmer: G5 / nummer 06 : G5 / 07
€0
€0
€0
€0
Waarvan besteding (jaar T-1) van educatie bij roc's
Baten (jaar T-1) (niet-Rijk) participati ebudget
Waarvan baten (jaar T-1) van educatie bij roc’s
Bestedi ng (jaar T-1) Regellu w
inclusief geldstroo m openbaar lichaam
inclusief geldstroom openbaar lichaam
Dit onderd eel is uitsluite nd van toepas sing op gemee nten die in (jaar T1) duurza me plaatsin gen van inactiev en naar werk hebben gereali seerd en verant woord aan het Rijk.
inclusief geldstroo m openbaar lichaam
inclusie f deel openba ar lichaam Aard controle n.v.t.
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Indicatornummer: G5A / 01
Indicatorn ummer: G5A / 02
Indicatorn ummer: G5A / 03
Indicatorn ummer: G5A / 04
1 1901 (Bodegraven-Reeuwijk)
€ 689.047
€ 191.752
€0
Aard controle R
Aard controle R Indicatornu Indicator mmer: G5A nummer / 05 : G5A / 06
€0
€0
Pagina 169 van 179, Jaarstukken 2013
Pagina 170 van 179, Jaarstukken 2013
4. Overige gegevens
Pagina 171 van 179, Jaarstukken 2013
4.1. Gebeurtenissen na balansdatum
Er hebben zich geen gebeurtenissen na balansdatum voorgedaan.
Pagina 172 van 179, Jaarstukken 2013
4.2. Verwerking van het resultaat
Het nadelig saldo van de jaarrekening 2013 bedraagt € 11.961.653. Dit resultaat de volgende componenten: Resultaat normale exploitatie 187.182 Resultaat grondexploitaties 11.774.471 Per saldo 11.961.653
kan worden gesplitst in Nadelig Nadelig Nadelig
Voorgesteld wordt het hierboven beschreven resultaat op de volgende wijze te verwerken.
Het nadelig resultaat op de normale exploitatie te onttrekken aan de algemene reserve Het nadelig resultaat op de grondexploitaties te onttrekken aan de algemene reserve grondexploitaties.
Pagina 173 van 179, Jaarstukken 2013
Pagina 174 van 179, Jaarstukken 2013
4.3. Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Wordt separaat door de accountant aangeleverd.
Pagina 175 van 179, Jaarstukken 2013
5. Overige stukken
Pagina 176 van 179, Jaarstukken 2013
5.1. Stand van de kredieten per 31 december In de onderstaande tabellen wordt een beeld gegeven van de stand van de openstaande kredieten per 31 december 2013. Een krediet is een benodigd uitgavenbedrag voor een investeringsproject. De raad geeft de machtiging hiervoor. Een kredietbesluit wordt omschreven als een machtiging tot het verrichten van uitgaven tot een maximumbedrag (exclusief btw), voor de realisering van een in het besluit omschreven project. In deze omschrijving is de toelichting op de begrippen machtiging, maximumbedrag en project van belang. Met name bij Realisatie en Beheer is een aantal kredieten vermeld die een overschrijding te zien geven. Daarvan kan worden vermeld dat deze onderdeel uitmaken van het IBBP en het daarbij behorende uitvoeringsprogramma. Dit uitvoeringsprogramma leidt in 2013 tot een herschikking en afsluiting van kredieten. De thans gepresenteerde overschrijdingen worden daarmee opgeheven. Met een project mag pas worden gestart als het kredietbesluit is genomen en de dekking in de gemeentebegroting is opgenomen. bedragen x € 1.000 Openstaande kredieten 10 Directie/gemeentesecretaris Ambtswoning Bunderhof Plan Evertshuis Totaal 10 Directie/gemeentesecretaris 100 Planontwikkeling en Regie Aankoop kosterdijk 9, Maximalocatie Aanleg Rondweg Rwk-Brug West Dronenplein fs.2, Beatrixschool HerontwikkelingDronenplein Willibrord-Miland Totaal 100 Planontwikkeling en Regie 200 Realisatie en beheer Aanleg depot tbv opslag Opstellen Beheerplan Bebording 2012-2016 Actualiseren digitale wegenlegger Heraanleg Zoutman wegen Driebruggen Noord wegen Waarder fase 1, 2 + 3 wegen Dorpsweg wegen Roelat wegen Bloeme/Snippendrift wegen Reeuwijk-Brug West fase 1 t/m 4 wegen Fiets-/voetpad Watermunt/Weideveld Bedrijventerrein Broekvelden wegen Verbinding Emmakade wegen Centrumgebied wegen Heraanleg Zoutman bruggen Oud-Bodegraafseweg/Doortocht wegen Waarder fase 1, 2 + 3 riolering Heraanleg Zoutman riolering Driebruggen Noord riolering Dorpsweg riolering Roelat riolering GRP vervanging pompunits Grondaankoop begraafplaats Uitbreiding begraafplaats Vervanging riolering 's-Gravenbroekseweg
Toegekend krediet
Uitgaven t/m 2012
Uitgaven 2013
Restant krediet
459 4.295 4.754
140 229 369
323 2.314 2.637
-4 1.753 1748
820 17.283 3.748 3.205 25.056
712 1.480 345 2.985 5.522
569 523 222 1.314
109 15.233 2.880 -2 18.220
71 34 43 449 436 147 912 396 54 54 200 3.130 142 489 22 12 12 43 310 118 56 140 271 906 77
13 0 65 300 37 641 34 61 43 2 507 25 47 27 6 36 1 154 205 9 2 75 124 -
19 12 375 272 684 239 132 2 21 36 223 61 379 -5 -3 25 41 253 - 91 14 264 9 1.039 20
38 21 43 10 - 136 - 574 33 230 -9 - 10 161 2.400 56 62 0 8 - 48 1 - 97 4 32 - 126 187 - 256 57
Pagina 177 van 179, Jaarstukken 2013
Dronenwijk riolering Van Dobben de Bruijnstraat wegen Dirk Bavolaan e.o. wegen Herinrichting Dorp Waarder Parkeerplaatsen Jeu de Boules Vervanging bruggen Verbinding Emmakade beschoeiing Groot onderhoud beschoeiingen Dirk Bavolaan e.o. groen Rehabilitatie Spelen 2013 Groot onderhoud spelen Elzenhof rioolvervanging 2e deel Vervanging mechan./elektr. minigemalen Vervanging elektr. hoofdgemaal Zuidzijde Diverse deelreparaties Bodegraven Centrumgebied riolering Van Dobben de Bruijnstraat riolering Oud-Bodegraafseweg/Doortocht riolering Verbinding Emmakade riolering Reeuwijk-Brug West fase 1t/m4 riolering Bedrijfswagens groendienst (2) 2013 Kniklader Gaint D332 SWT X-TRA Grutto/Boesemsingel e.o. wegen Vervangen Openbare Verlichting Centrumgebied groen Rehabilitatie Groen 2013 Grutto/Boesemsingel e.o. riolering Verkeersproject (MFA Oude Tol 2013) Totaal 200 Realisatie en beheer 300 Klant Contact Centrum E-dienstverlening (webrichtlijnen) E-dienstverlening (koppelingen website) E-dienstverlening (formulierkoppelingen) E-dienstverlening (digikoppeling) E-dienstverlening (PIP) E-dienstverlening (antwoord paraat) KCC (implementatie programmaplan) KCC (email management) KCC (balieapplicatie) KCC (14+nummer) Jaar van de dienstverlening E-dienstverlening (e-herkenning) Deregulering Stroomvoorziening markt Totaal 300 Klant Contact Centrum 40 Strategie en beleid Aanleg Rotonde N207 DaCosta leerpakketten en meubilair Nieuwbouw opslagruimte aula Tempel Proj. verb.binnenklimaat scholen Willibrord leerpakketten en meubilair Huisvesting Da Costa school Bodegraven-Noord Uitvoeren ligplaatsenbeleid Kunstgrasveld sportpark Kaagjesland-RVC Verbouw Dependance Dronenpark Totaal 40 Strategie en beleid 706 BO cluster Financiën Digitalisering facturen Totaal 706 BO cluster Financiën
Pagina 178 van 179, Jaarstukken 2013
2.448 169 120 356 137 138 60 128 9 15 64 25 655 25 92 28 68 1 54 16 60 749 405 59 190 15 59 14.669
2 2.416
1.147 1 68 48 37 59 16 7 30 101 1 25 0 0 33 19 25 169 43 52 20 3 79 6.004
1.299 168 52 356 137 90 23 69 -7 8 34 25 554 25 91 4 68 1 21 -3 60 - 25 580 362 7 169 11 - 20 6.246
45 50 35 25 25 5 75 20 30 50 85 10 20 475
2 4 21 26
6 7 4 19 70 36 143
37 50 35 25 25 5 64 20 6 31 15 10 20 - 36 306
2.570 13 28 217 13 34 61 376 400 3.712
375 6 170 1 365 81 998
576 23 306 905
1.620 7 28 47 13 10 60 11 13 1.808
75 75
46 46
10 10
19 19
803 BO cluster Gegevensbeheer Dig./zaakgericht werken Decoskoppelingen Dig./zaakgericht werken Dig.handtekening Midoffice (zakenmagazijn) Basisregistraties (BAG) Basisregistraties (BRK) Basisregistraties (BGT) Basisregistraties (NHR) Basisregistraties (mGBA) Midoffice (balieportaal) Midoffice (uitbouw CGM en GIS) Basisregistraties (RNI) Totaal 803 BO cluster Gegevensbeheer
45 95 50 10 40 200 40 80 10 25 15 610
4 15 19
5 1 23 29
45 95 50 1 40 162 40 80 10 25 15 562
804 BO cluster Automatisering Vervanging kantoorautomatisering 2012 Kantoorautomatisering 2011 Vervanging kantoorautomatisering 2013 Wifi netwerk Totaal 804 BO cluster Automatisering
35 45 45 21 146
34 34
19 11 5 35
16 -0 45 16 76
49.497
9.430
11.077
28.985
Eindtotaal
Pagina 179 van 179, Jaarstukken 2013