Productenrekening 2006 Provincie Groningen
2
INHOUDSOPGAVE Productenrekening 2006 Hoofdstuk 1: rekening lasten en baten.................................................................................................... 5 Hoofdstuk 2: Toelichting op de rekening van lasten en baten per productgroep.................................. 19 1. Algemeen bestuur ............................................................................................................................. 21 2. Openbare orde en veiligheid ............................................................................................................. 75 3. Verkeer en vervoer ............................................................................................................................ 85 4. Waterhuishouding............................................................................................................................ 141 5. Milieubeheer .................................................................................................................................... 159 6. Recreatie en natuur ......................................................................................................................... 211 7. Economische en agrarische zaken ................................................................................................. 229 8. Welzijn ............................................................................................................................................. 283 9. Ruimtelijke ordening en huisvesting................................................................................................ 375 0. Financiering en algemene dekkingsmiddelen ................................................................................. 409 Hoofdstuk 3: Staat van herkomst en besteding van middelen ............................................................ 441 Hoofdstuk 4: Bijlagen........................................................................................................................... 443 Bijlage A-I: overzicht personele sterkte en personeelslasten.............................................................. 445 Bijlage A-II: salarissen en sociale lasten (lastencategorieën 1.1 en 1.2)............................................ 447 Bijlage B-1: Staat van immateriële vaste activa .................................................................................. 449 Bijlage B-II: Staat van materiële vaste activa ...................................................................................... 450 Bijlage C: Staat van financiële vaste activa: kapitaalverstrekkingen .................................................. 453 Bijlage D: Staat van financiële vaste activa: langlopende geldleningen u/g en beleggingen ............. 454 Bijlage E: Staat van reserves .............................................................................................................. 456 Bijlage F: Staat van voorzieningen...................................................................................................... 457 Bijlage G: Staat van opgenomen langlopende geldleningen o/g ........................................................ 458 Bijlage H: Staat van gewaarborgde geldleningen en garantieverplichtingen...................................... 459 Bijlage I: Overzicht kapitaallasten en berekening rente-omslag ......................................................... 460 Bijlage J-I: Kostenverdeelstaat............................................................................................................ 462 Bijlage J-II: overzicht van productgroepen van de exploitatie- rekening en van de investeringen belast met apparaatskosten ........................................................................................................................... 463 Bijlage K: Verdelingsmatrix.................................................................................................................. 467
3
4
Hoofdstuk 1: rekening lasten en baten
5
6
Financieel toezicht op de gemeenten
Uitvoering van overige wettelijke regelingen
Overige zaken betreffende algemeen bestuur
Overige lasten en baten
1.4
1.5
1.6
1.7
7
15.530.400
15.530.400
14.866.798
14.866.798
1.857.250
6.231.228
1.043.265
446.026
85.880
678.047
6.870.674
1.096.245
417.942
95.871
1.004.208
15.859.154
15.859.154
1.881.452
6.524.452
1.026.643
410.995
87.524
1.259.298
2.418.858
2.249.933
6
2.432.981
2.379.065
29.182
660
-
-
11.803
12.271
-
14.866.798
Bestuurlijke organisatie
1.3
936.259
2.511.696
2.350.847
5
bedrag 2005
Gerealiseerd
Totaal hoofdfunctie 1
Kabinetszaken
1.2
2.542.181
2.229.579
4
bedrag 2006
Gerealiseerd
12.433.817
Gedeputeerde Staten
1.1
3
bedrag 2006
bedrag 2005 na wijziging
Geraamd
Gerealiseerd
LASTEN
Nadelig slot hoofdfunctie 1
Provinciale Staten
Algemeen Bestuur
Hoofdfunctie 1
2
Omschrijving
1.0
1
nummer
Functie
Rekening van lasten en baten
1.490.973
1.313.826
152.647
-
-
-
4.500
20.000
-
15.530.400
14.039.427
7
na wijziging
bedrag 2006
Geraamd
BATEN
3.960.730
3.424.880
503.371
670
-
-
18.256
13.553
-
15.859.154
11.898.424
8
bedrag 2006
Gerealiseerd
8
1.638.811
1.638.811
-
-
1.638.811
6
-
-
-
-
746.403
1.694.774
1.694.774
746.403
746.403
-
-
-
1.694.774
5
bedrag 2005
Gerealiseerd
Totaal hoofdfunctie 2
Overige beschermende maatregelen
2.2
-
746.403
4
bedrag 2006
Gerealiseerd
746.403
Burgerlijke verdediging
2.1
3
bedrag 2006
bedrag 2005 na wijziging
Geraamd
Gerealiseerd
LASTEN
Nadelig slot hoofdfunctie 2
Openbare orde en veiligheid, algemeen
Openbare orde en veiligheid
2
Omschrijving
2.0
1
nummer
Functie
7
1.694.774
888.774
806.000
-
-
806.000
na wijziging
bedrag 2006
Geraamd
BATEN
8
1.638.811
838.701
800.110
-
-
800.110
bedrag 2006
Gerealiseerd
Landwegen
Boot- en veerdiensten
Waterwegen
Vervoer
3.1
3.2
3.3
3.4
Totaal hoofdfunctie 3
Nadelig slot hoofdfunctie 3
Verkeer en vervoer, algemeen
Verkeer en vervoer
Hoofdfunctie 3
3.0
1
nummer
Functie
2
Omschrijving
9
102.216.060
102.216.060
111.602.785
111.602.785
41.452.649
18.743.501
25.127.235
16.892.675
4
50.828.489
22.394.190
-
22.984.181
15.395.925
3
bedrag 2006
bedrag 2005 na wijziging
Geraamd
Gerealiseerd
LASTEN
113.796.513
113.796.513
44.958.402
21.279.438
-
29.021.969
18.536.704
5
bedrag 2006
Gerealiseerd
111.602.785
33.141.824
78.460.961
49.533.800
13.840.912
-
2.363.358
12.722.891
6
bedrag 2005
Gerealiseerd
102.216.060
38.348.902
63.867.158
40.265.608
10.115.951
641.611
12.843.988
7
na wijziging
bedrag 2006
Geraamd
BATEN
113.796.513
10.788.341-
124.584.854
44.105.911
11.858.754
-
52.232.191
16.387.998
8
bedrag 2006
Gerealiseerd
Kwantitatief beheer grondwater
Landaanwinning
4.4
4.5
10
6.636.281
6.636.281
5.581.745
5.581.745
-
-
-
-
-
8.276
1.792.533
5.664.595
5.664.595
-
-
-
2.073.913
365.164
3.225.518
6
1.492.518
-
-
-
700.071
-
792.447
5.581.745
Kwantitatief beheer oppervlaktewater
4.3
1.996.904
371.796
4.471.952
5
bedrag 2005
Gerealiseerd
Totaal hoofdfunctie 4
Waterkeringen
4.2
657.064
2.919.501
4
bedrag 2006
Gerealiseerd
4.089.227
Waterschapsaangelegenheden
4.1
3
bedrag 2006
bedrag 2005 na wijziging
Geraamd
Gerealiseerd
LASTEN
Nadelig slot hoofdfunctie 4
Waterhuishouding, algemeen
Waterhuishouding
Hoofdfunctie 4
2
Omschrijving
4.0
1
nummer
Functie
7
6.636.281
5.346.653
1.289.628
-
-
-
639.628
-
650.000
na wijziging
bedrag 2006
Geraamd
BATEN
8
5.664.595
4.038.890
1.625.705
-
-
-
695.473
-
930.232
bedrag 2006
Gerealiseerd
Bestrijding geluidhinder
Vergunningverlening en handhaving
Ontgrondingen
5.4
5.5
5.6
11
22.676.014
22.676.014
26.130.573
26.130.573
70.087
7.373.612
-
-
200.291
6.153.746
590.619
-
11.818.464
23.431.047
23.431.047
35.187
8.562.484
-
-
11.070.351
-
3.763.025
-
334.119
15.411.096
1.045.813
432.454
396.119
-
13.202.591
6
26.130.573
Bestrijding luchtverontreiniging
5.3
14.999.987
-
3.413.851
5
bedrag 2005
Gerealiseerd
Totaal hoofdfunctie 5
Kwalitatief beheer grondwater en bodem
5.2
-
4.185.930
4
bedrag 2006
Gerealiseerd
10.719.477
Kwalitatief beheer oppervlaktewater
5.1
3
bedrag 2006
bedrag 2005 na wijziging
Geraamd
Gerealiseerd
LASTEN
Nadelig slot hoofdfunctie 5
Milieubeheer, algemeen
Milieubeheer
Hoofdfunctie 5
2
Omschrijving
5.0
1
nummer
Functie
6.717.026
147.000
134.600
6.273.731
161.695
22.676.014
15.958.988
7
na wijziging
bedrag 2006
Geraamd
BATEN
9.818.817
418.291
1.263.140
-
-
7.517.461
-
619.925
23.431.047
13.612.230
8
bedrag 2006
Gerealiseerd
-
12
5
9.164.007
9.164.007
6.932.860
2.231.147
-
6
-
347.087
334.887
12.200
bedrag 2005
Gerealiseerd
6.654.857
10.125.810
10.125.810
6.654.857
6.654.857
7.174.054
2.951.756
4.781.955
1.872.902
4
bedrag 2006
Gerealiseerd
Totaal hoofdfunctie 6
Natuur
6.2
3
bedrag 2006
bedrag 2005 na wijziging
Geraamd
Gerealiseerd
LASTEN
6.307.770
Recreatie
6.1
2
Omschrijving
Nadelig slot hoofdfunctie 6
Recreatie en natuur, algemeen
Recreatie en natuur
Hoofdfunctie 6
6.0
1
nummer
Functie
9.373.351
752.459
747.159
5.300
-
10.125.810
7
na wijziging
bedrag 2006
Geraamd
BATEN
8
-
9.164.007
8.557.258
606.749
587.084
19.665
bedrag 2006
Gerealiseerd
Bevordering economische activiteiten
Nutsvoorzieningen
Agrarische aangelegenheden
7.1
7.2
7.3
Totaal hoofdfunctie 7
Nadelig slot hoofdfunctie 7
Algemene economische aangelegenheden
Economische en agrarische Zaken
Hoofdfunctie 7
2
Omschrijving
7.0
1
nummer
Functie
14.549.818
13
12.644.454
12.644.454
14.549.818
2.168.430
7.645.362
912.785
1.917.877
1.967.951
9.806.385
836.512
4
1.938.970
3
bedrag 2006
bedrag 2005 na wijziging
Geraamd
Gerealiseerd
LASTEN
1.763.867
2.122.219
8.922.793
1.029.524
13.838.403
13.838.403
5
bedrag 2006
Gerealiseerd
8.468.525
6.081.293
49.715
2.396.096
3.635.482
-
14.549.818
6
bedrag 2005
Gerealiseerd
9.957.556
2.686.898
45.379
2.396.100
245.419
-
12.644.454
7
na wijziging
bedrag 2006
Geraamd
BATEN
8.531.040
5.307.363
47.523
2.396.096
2.767.474
96.270
13.838.403
8
bedrag 2006
Gerealiseerd
Sociaal-cultureel werk en ontwikkeling
Maatschappelijke voorzieningen
Volksgezondheid
Ouderenzorg
Jeugdhulpverlening
8.4
8.5
8.6
8.7
8.8
14
67.920.676
67.920.676
58.323.472
58.323.472
39.250.588
397.869
154.423
145.212
3.355.230
8.359.740
32.019.538
405.426
351.550
98.914
3.195.126
8.676.924
985.733
66.407.012
66.407.012
38.865.998
763.038
270.396
130.944
3.439.061
7.720.069
872.200
704.746
-
-
-
394.222
639.652
113.445
-
3.856.652
36.022.348
31.018.377
6
58.323.472
Kunst en oudheidkunde
8.3
837.607
671.773
13.640.560
5
bedrag 2005
Gerealiseerd
Totaal hoofdfunctie 8
Lichamelijke vorming en sport
8.2
368.426
14.600.108
4
bedrag 2006
Gerealiseerd
22.301.124
Educatie
8.1
12.369.961
3
bedrag 2006
bedrag 2005 na wijziging
Geraamd
Gerealiseerd
LASTEN
Nadelig slot hoofdfunctie 8
Welzijn, algemeen
Welzijn
Hoofdfunctie 8
2
Omschrijving
8.0
1
nummer
Functie
-
-
-
526.858
668.965
113.500
-
16.200
67.920.676
28.708.895
39.211.781
37.886.258
7
na wijziging
bedrag 2006
Geraamd
BATEN
-
-
-
609.332
777.732
113.445
22.992
401.748
66.407.012
26.871.852
39.535.160
37.609.911
8
bedrag 2006
Gerealiseerd
2
Omschrijving
Volkshuisvesting
Stads- en dorpsvernieuwing
9.2
9.3
Totaal hoofdfunctie 9
Nadelig slot hoofdfunctie 9
Ruimtelijke ordening
algemeen
Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting,
Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
Hoofdfunctie 9
9.1
9.0
1
nummer
Functie
-
15
-
21.560.488
21.560.488
17.803.838
17.803.838
-
7.718.553
13.841.935
4
-
7.227.236
10.576.602
3
bedrag 2006
bedrag 2005 na wijziging
Geraamd
Gerealiseerd
LASTEN
-
22.572.609
22.572.609
-
9.789.455
12.783.154
5
bedrag 2006
Gerealiseerd
8.917.267
8.886.571
-
6.111.744
2.774.827
-
17.803.838
6
bedrag 2005
Gerealiseerd
-
6.496.634
4.143.523
-
21.560.488
10.920.331
10.640.157
7
na wijziging
bedrag 2006
Geraamd
BATEN
8.572.941
4.147.954
-
22.572.609
9.851.714
12.720.895
8
bedrag 2006
Gerealiseerd
Algemene dekkingsmiddelen
Algemene uitkering provinciefonds
Eigen middelen
Deelnemingen
Onvoorzien
Saldo van kostenplaatsen
Mutaties reserves
0.2
0.2
0.3
0.4
0.5
0.6
0.8
16
148.939.940
137.900.013
11.039.927
8.070.135
1.349.056
2.105.981
180.400
-
-
-
2.968.570
-
4.435.920
-
-
4
-
-
-
162.838
-
524.009
-
3.710.047
138.479.595
Geldleningen langer of gelijk aan een jaar
0.1
-
3.673.241
Totaal hoofdfunctie 0
Deelnemingen
0.1
-
130.409.460
Geldleningen korter dan een jaar
0.0
3
bedrag 2006
bedrag 2005 na wijziging
Geraamd
LASTEN Gerealiseerd
Voordelig slot hoofdfunctie 0
Financieringsmiddelen
Financiering en algemene dekkingsmiddelen
Hoofdfunctie 0
2
Omschrijving
0.0
1
nummer
Functie
9.928.060
-
-
-
175.065
-
452.594
-
4.026.429
-
5.273.972
-
159.069.251
149.141.191
5
bedrag 2006
Gerealiseerd
-
3.358.852
-
138.479.595
138.479.595
-
-
-
15.924.743
36.363.315
70.388.157
-
12.444.528
6
bedrag 2005
Gerealiseerd
-
3.739.275
-
148.939.940
148.939.940
-
-
2.333.028
15.931.155
39.568.161
74.845.200
-
12.523.121
7
na wijziging
bedrag 2006
Geraamd
BATEN
-
5.675.752
-
159.069.251
159.069.251
-
-
-
23.824.641
39.460.359
76.384.225
-
13.724.274
8
bedrag 2006
Gerealiseerd
2
Omschrijving
Resultaat gewone dienst voor bestemming
Mutaties reserves
Resultaat gewone dienst na bestemming
0.8
0.9
RESULTAAT BESTEMMING:
TOTAAL GEWONE DIENST
Resultaat gewone dienst voor bestemming
0.7
0.7
Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
Financiering en algemene dekkingsmiddelen
9
0
Totaal gewone dienst voor bestemming
Economische en agrarische zaken
Welzijn
7
8
Milieubeheer
Recreatie en natuur
5
6
Verkeer en vervoer
Waterhuishouding
3
4
Algemeen bestuur
Openbare orde en veiligheid
1
RECAPITULATIE LASTEN EN BATEN
2
1
nummer
Functie
28.683.084
43.692.587
17
5.213.170
23.469.914
-
276.402.020
4.357.136
272.044.884
11.039.927
21.560.488
67.920.676
12.644.454
10.125.810
22.676.014
6.636.281
102.216.060
1.694.774
15.530.400
7.756.990
35.935.597
-
287.614.450
23.284.026
264.330.424
8.070.135
17.803.838
58.323.472
14.549.818
6.654.857
26.130.573
5.581.745
111.602.785
746.403
14.866.798
4
na wijziging
bedrag 2005
3
Geraamd bedrag 2006
Gerealiseerd
LASTEN
109.134.157
12.854.530
96.279.627
-
358.029.634
75.729.423
282.300.211
9.928.060
22.572.609
66.407.012
13.838.403
9.164.007
23.431.047
5.664.595
113.796.513
1.638.811
15.859.154
5
bedrag 2006
Gerealiseerd
-
2.432.981
43.692.587
-
20.408.561
23.284.026
287.614.450
-
287.614.450
138.479.595
8.886.571
36.022.348
6.081.293
347.087
15.411.096
1.492.518
78.460.961
6
bedrag 2005
Gerealiseerd
806.000
1.490.973
28.683.084
-
24.325.948
4.357.136
276.402.020
-
276.402.020
148.939.940
10.640.157
39.211.781
2.686.898
752.459
6.717.026
1.289.628
63.867.158
7
na wijziging
bedrag 2006
Geraamd
BATEN
800.110
3.960.730
109.134.157
-
33.404.734
75.729.423
358.029.634
-
358.029.634
159.069.251
12.720.895
39.535.160
5.307.363
606.749
9.818.817
1.625.705
124.584.854
8
bedrag 2006
Gerealiseerd
18
Hoofdstuk 2: Toelichting op de rekening van lasten en baten per productgroep Hoofdfunctie 1: Algemeen bestuur 1001 1101 1201 1301 1401 1501 1601 1602 1603 1604 1605 1701 1702 1799
Ondersteuning Provinciale Staten ..........................................................................................23 Ondersteuning Gedeputeerde Staten .....................................................................................28 Kabinetszaken.........................................................................................................................31 Bestuurlijke organisatie ...........................................................................................................34 Financieel toezicht op de gemeenten .....................................................................................37 Wettelijke regelingen...............................................................................................................41 Bestuurlijke samenwerking .....................................................................................................45 Voorzieningen personeel ........................................................................................................50 Communicatie .........................................................................................................................53 Promotie en relatiemanagement.............................................................................................58 Algemeen bestuurlijk...............................................................................................................63 Diensten voor derden..............................................................................................................66 Verhuur van gebouwen ...........................................................................................................70 Diverse lasten en baten ..........................................................................................................72
Hoofdfunctie 2: Openbare orde en veiligheid 2001
Openbare orde en veiligheid...................................................................................................77
Hoofdfunctie 3: Verkeer en vervoer 3001 3101 3102 3103 3301 3302 3303 3304 3305 3401 3402
Mobiliteitsbeleid.......................................................................................................................87 (Re) constructie wegen en fietspaden ....................................................................................95 Onderhoud en beheer wegen en fietspaden........................................................................ 100 Verkeersveiligheid................................................................................................................ 107 (Re) constructie waterwegen ............................................................................................... 113 Onderhoud en beheer hoofdvaarwegen .............................................................................. 117 Onderhoud en beheer overige vaarwegen .......................................................................... 122 Onderhoud en beheer schutsluis Lauwersoog .................................................................... 126 Herstel schade a.g.v. bodemdaling...................................................................................... 130 Luchtvaartvervoer ................................................................................................................ 132 Collectief personenvervoer .................................................................................................. 135
Hoofdfunctie 4: Waterhuishouding 4001 4101 4201 4301
Water.................................................................................................................................... 143 Waterschapsaangelegenheden ........................................................................................... 150 Muskusrattenbestrijding ....................................................................................................... 152 Kwantitatief waterbeheer...................................................................................................... 155
Hoofdfunctie 5: Milieubeheer 5003 5201 5202 5203 5501 5502 5601
Milieu (algemeen)................................................................................................................. 161 Bodemsanering .................................................................................................................... 174 Duurzaam bodembeheer en afval........................................................................................ 180 Gebiedsgericht milieubeleid ................................................................................................. 186 Vergunningverlening ............................................................................................................ 190 Toezicht en handhaving ....................................................................................................... 200 Ontgrondingen ..................................................................................................................... 207
19
Hoofdfunctie 6: Recreatie en natuur 6101 6201 6202
Toerisme en recreatie .......................................................................................................... 213 Natuur................................................................................................................................... 219 Landschap............................................................................................................................ 224
Hoofdfunctie 7: Economische en agrarische zaken 7001 7002 7003 7103 7106 7107 7108 7109 7201 7301 7302
Algemeen economische zaken ............................................................................................ 231 Promotie en acquisitie.......................................................................................................... 234 Toeristische promotie........................................................................................................... 238 Werkgelegenheid en arbeidsmarkt ...................................................................................... 241 Regioprogramma's ............................................................................................................... 246 Provinciale bedrijven ............................................................................................................ 251 Fysieke bedrijfsomgeving..................................................................................................... 255 Marksectoren ....................................................................................................................... 258 Nutsvoorzieningen ............................................................................................................... 265 Landinrichting....................................................................................................................... 269 Landbouw............................................................................................................................. 276
Hoofdfunctie 8: Welzijn 8001 8003 8005 8101 8102 8201 8310 8311 8312 8401 8501 8601 8701 8801
Ontwikkeling welzijnsbeleid ................................................................................................. 285 Media.................................................................................................................................... 295 Asielzoekers......................................................................................................................... 299 Studiefonds .......................................................................................................................... 303 Onderwijsbeleid.................................................................................................................... 306 Sportbeleid ........................................................................................................................... 314 Creatieve netwerken ............................................................................................................ 318 Het verhaal van Groningen .................................................................................................. 326 Dynamiek in de kunst stad en regio..................................................................................... 339 Bibliotheekwerk .................................................................................................................... 351 Maatschappelijke voorzieningen.......................................................................................... 354 Volksgezondheid.................................................................................................................. 357 Ouderenbeleid en -zorg ....................................................................................................... 361 Jeugdzorg ............................................................................................................................ 366
Hoofdfunctie 9: Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting 9101 9102 9103 9104 9201
Regionale planning .............................................................................................................. 377 Gemeentelijke plannen ........................................................................................................ 383 Technische infrastructuur..................................................................................................... 388 Gebiedsgericht werken ........................................................................................................ 391 Bouwen en wonen................................................................................................................ 402
Hoofdfunctie 0: Financiering en algemene dekkingsmiddelen 0010 0110 0200 0310 0410 0500 0600 0800
Geldleningen en uitzettingen korter dan 1 jaar .................................................................... 411 Geldleningen en uitzettingen langer of gelijk aan 1 jaar ...................................................... 415 Provinciefonds...................................................................................................................... 420 Eigen middelen .................................................................................................................... 424 Deelnemingen ...................................................................................................................... 427 Onvoorzien........................................................................................................................... 431 Saldo kostenplaatsen........................................................................................................... 436 Mutaties reserves................................................................................................................. 439
20
1. Algemeen bestuur No.
Omschrijving functie/productgroep
1.0 1001
Provinciale Staten Ondersteuning Provinciale Staten
1.1 1101
1.2 1201
1.3 1301
1.4 1401
1.5 1501
1.6 1601 1602 1603 1604 1605
1.7 1701 1702 1799
lasten 2006
baten 2006
realisatie saldo 2006
raming saldo 2006
2.249.933
2.249.933
2.350.847
Totaal functie 1.0
2.249.933
2.249.933
2.350.847
Gedeputeerde Staten Ondersteuning GS
2.418.858
13.553
2.405.305
2.491.696
Totaal functie 1.1
2.418.858
13.553
2.405.305
2.491.696
Kabinetszaken Kabinetszaken
1.259.298
18.256
1.241.042
999.708
Totaal functie 1.2
1.259.298
18.256
1.241.042
999.708
Bestuurlijke organisatie Bestuurlijke organisatie
87.524
87.524
85.880
Totaal functie 1.3
87.524
87.524
85.880
Financieel toezicht op gemeenten Financieel toezicht op gemeenten
410.995
410.995
446.026
Totaal functie 1.4
410.995
410.995
446.026
Uitvoering van wettelijke regelingen Wettelijke regelingen
1.026.643
670
1.025.973
1.043.265
Totaal functie 1.5
1.026.643
670
1.025.973
1.043.265
Overige zaken betreffende algemeen bestuur Bestuurlijke samenwerking Voorzieningen personeel Communicatie Representatie en relatiemanagement Algemeen bestuurlijk
1.842.149 1.113.080 2.464.631 1.069.148 35.444
105.752 396.380 1.239
1.736.396 716.700 2.463.392 1.069.148 35.444
1.780.070 640.850 2.556.955 1.067.066 33.640
Totaal functie 1.6
6.524.452
503.371
6.021.081
6.078.580
Overige lasten en baten Diensten voor derden Verhuur van gebouwen Diverse lasten en baten
1.808.812 282.203 -209.563
2.950.882 62.203 411.795
-1.142.070 220.000 -621.358
358.197 185.227
Totaal functie 1.7
1.881.452
3.424.880
-1.543.428
543.424
15.859.154
3.960.730
11.898.424
14.039.425
Totaal hoofdfunctie 1
21
22
Productgroepnummer en -naam : 1001 Ondersteuning Provinciale Staten Programma
: Bestuur
Portefeuillehouder
: Alders
Productverantwoordelijke
: Berkhout
Productgroepomschrijving Provinciale Staten richten zich op hun kaderstellende, controlerende en volksvertegenwoordigende rol. Provinciale Staten hebben de beschikking over een eigen ondersteuning (griffier en medewerkers Statengriffie).
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • De herkenbaarheid van de provinciale politiek wordt vergroot. De burger weet beter wat Provinciale Staten en College doen en wie waarvoor verantwoordelijk is. Ook weet de burger dat de politieke discussie plaatsvindt in de Statenvergadering en dat zij meer invloed kunnen uitoefenen op de besluitvorming. Geplande prestatie-indicatoren Vergaderstukken inclusief agenda's 1 • Statenvergaderingen: ten minste 7 werkdagen voor aanvang van de vergadering wordt de vergaderset verstuurd.
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren Vergaderstukken inclusie agenda • Statenvergaderingen: in de regel worden de stukken 10 dagen voor de vergadering verzonden
•
•
Commissievergaderingen/Presidium: ten minste 7 werkdagen voor aanvang van de vergadering wordt de vergaderset verstuurd.
Verslagen • Toezending/publicatie korte verslagen Statencommissies: Aantal vergaderuren x werkdagen + 2 werkdagen • Toezending/publicatie uitgebreide verslagen Statencommissies: Binnen 10 werkdagen na de vergadering2
Commissievergaderingen: verzending vindt plaats 7 tot 14 dagen voor de vergadering
Verslagen • de afgesproken termijnen worden strikt aangehouden
Afnemers/klanten • Provinciale Staten, statencommissies, statenleden, burgers, GS(-organisatie)
1
2
De verzending van Statenpost vindt plaats op woensdag en vrijdag. Bij het verzenden van de vergadersets wordt hiermee rekening gehouden. Voor elk uur vergadertijd geldt 1 werkdag uitwerking door de verslaglegger, dit is contractueel vastgelegd. Vervolgens heeft de Statengriffie 1 werkdag nodig voor lezen/corrigeren en wordt 1 dag gerekend voor verzending.
23
Prioriteiten 2006
Dualisme provinciaal bestuur In 2005 is het dualisme geëvalueerd. Aandachtspunten hierbij zijn de cultuurcomponent en het aantal Statencommissies. Aan de uitvoering van verbetermaatregelen wordt gewerkt. Implementatie zal ook in 2006 plaatsvinden. Voorts voert het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een evaluatie uit waarvan de resultaten begin 2006 kunnen worden verwacht.
De Noordelijke Rekenkamer
€ 239.700
De Noordelijke Rekenkamer is per 1 januari 2005 formeel in werking getreden. Afgesproken is dat de rekenkamer en de gemeenschappelijke regeling in de huidige bestuursperiode worden geëvalueerd.
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) Organisatie van en ondersteuning bij vergaderingen, bijeenkomsten: • Provinciale Staten (10); • Statencommissies (40); • Rekeningcommissie (5); • Commissie beleidsonderzoek (PM); • Presidium (9; • Seniorenconvent (ad hoc); • Werkbezoeken/excursies (15); • Overige activiteiten (ad hoc) zoals hoorzittingen, etc.; • Dag van de Verantwoording. Evaluatie dualisme • uitvoering aanbevelingen naar aanleiding van evaluatie dualisme 2005 Werkbezoeken • werkbezoek aan de Eerste Kamer; • statenexcursie. Communicatie Provinciale Staten, onder meer de volgende onderdelen: • Provinciale Staten en Jongeren; vergroten van de betrokkenheid tussen jongeren en de provincie; • voorstel optimalisering publiekscommunicatie, onderdeel Provinciale Staten; • open dag Provinciale Staten (in beginsel jaarlijks); • publicatie: PS-besluitenlijsten, persberichten, PS-nieuws in diverse media, zoals NieuwsTV en de maandelijkse informatiepagina, doorlopende activiteit; • actueel houden en optimaliseren van de provinciale website, onderdeel PS, doorlopende activiteit; • advertenties PS en Statencommissies; doorlopende activiteit; • provinciemonitor, onderdeel Statenfracties; • communicatie over belangrijke bijeenkomsten namens PS/Statencommissies, zoals hoorzittingen, werkbezoeken, informatieavonden etc.; • uitgave van digitale nieuwsbrief van de Statengriffie en de evenementenkalender; • extranet PS.
24
Beleidsverantwoording Prioriteiten Dualisme provinciaal bestuur • met ingang van 1-1-2006 het presidium samenstellen uit de fractievoorzitters, de voorzitter van PS en de plv. voorzitter van PS indien deze geen fractievoorzitter is; • een 'nieuwe' commissie Bestuur en Financiën samengesteld, door samenvoeging van de Rekeningcommissie en de huidige commissie Bestuur en Financiën; • aanpassing van de Verordening Accountantscontrole en het Controleprotocol; • de commissievoorzitters een rol geven bij het goed functioneren van het Staten(commissie)werk; • geëxperimenteerd met openbare rondetafelgesprekken; • invoering van een communicatieprotocol; • uitvoering onderzoek naar media-aandacht Provinciale Staten; • invoering verbetermaatregelen stukkenstroom. De Noordelijke Rekenkamer De evaluatie van de Rekenkamer is in december 2006 begonnen. De resultaten worden op 14 maart 2007 door de Staten behandeld. Uitgevoerde activiteiten Organisatie van en ondersteuning bij vergaderingen, bijeenkomsten: • Provinciale Staten (11) 9 reguliere + 1 extra vergadering (Zuiderzeelijn) en 1 noordelijke Statenvergadering; • Statencommissies (39); • Rekeningcommissie 0 (commissie is samengevoegd met commissie B&F); • Commissie beleidsonderzoek (0); • Presidium (7); • Seniorenconvent (1); • Werkbezoeken/excursies (12); • Overige activiteiten (ad hoc) zoals hoorzittingen, etc. (26); • Dag van de Verantwoording heeft plaatsgevonden. Werkbezoeken • werkbezoek aan de Eerste Kamer heeft plaatsgevonden op 8 februari 2006 • Statenexcursie naar Brussel vond plaats van 11 t/m 13 oktober). Communicatie Provinciale Staten, onder meer de volgende onderdelen: • start met productie van film voor en door jongeren (in samenwerking met het team jongerencommunicatie); • open dag: politieke markt en debatten tijdens de Open Monumentendag op 9 september 2006; • 10 PS-besluitenlijsten, 16 nieuws-/persberichten, 60 berichten op NieuwsTV, 8 berichten in de informatiepagina (9x verschenen in 2006), 7 nieuwsbrieven; • interviews fractievoorzitters in de begrotingskrant; • wekelijkse verzending 'weekbericht Provinciale Staten'; • 16 advertenties voor vergaderingen PS/commissies; • extra communicatie(adviezen) over: rapportagecommissie armoedebeleid, werkconferentie mantelzorg, verkiezingen in 2007.
25
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
916.577
934.580
980.828
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
1.313.002
1.315.353
1.370.019
1.313.002
1.315.353
1.370.019
Totaal lasten
2.229.579
2.249.933
2.350.847
2.229.579
2.249.933
2.350.847
baten 2006
realisatie saldo 2006 934.580
raming saldo 2006 980.828
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen Totaal baten Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
100100 Apparaatskosten
lasten 2006 934.580
100101 Ondersteuning Prov. Staten: - afwikkeling voorgaande jaren - vergoeding Prov. Staten - reis- en verblijfkosten PS - fractievergoedingen - stenografische verslagen PS - advertentiekosten - excursiekosten PS - scholing statenleden - internet statenleden - uitvoering duale taken - diverse kosten PS - rekenkamer - facilitair catering
-18.403 730.716 16.708 210.636 51.402 12.744 25.536 1.165 6.349 64.908 7.227 181.848 24.516
-18.403 730.716 16.708 210.636 51.402 12.744 25.536 1.165 6.349 64.908 7.227 181.848 24.516
744.300 15.914 209.500 66.766 12.256 18.292 11.890 9.146 75.912 5.219 181.824 19.000
totaal ondersteuning Prov. Staten
1.315.353
1.315.353
1.370.019
totaal ondersteuning Prov. Staten
2.249.933
2.249.933
2.350.847
26
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 Vergoeding Provinciale statengriffie: onderschrijding € 13.584 Het overschot is ontstaan doordat het begrote bedrag door het gehanteerde jaarlijkse accres percentage enigszins meer is gestegen dan de uitbetaalde werkelijke vergoedingen. Stenografische verslagen: onderschrijding € 15.364 Het overschot wordt veroorzaakt door gemiddeld kortere vergaderduur van de Staten en commissies. Excursiekosten PS: overschrijding € 7.244 De oorzaak van het tekort wordt veroorzaakt door een extra overnachting in Brussel. Scholing Statenleden: onderschrijding € 10.725 De uitgaven zijn afhankelijk van aanvragen van Statenleden. Internet Statenleden onderschrijding € 2.797 De uitgaven is afhankelijk van gebruik door Statenleden. Uitvoering duale taken: onderschrijding € 11.004 Activiteiten die ten lasten komen van dit budget zijn in de regel van te voren niet bekend. Diverse kosten PS: overschrijding € 2.008 De overschrijding is ontstaan doordat voor de Statenleden een maal per vier jaar afscheidscadeaus worden aangeschaft. Facilitair catering: overschrijding € 5.516 De extra uitgaven houdt verband met de verbouwing MK12. De kosten worden in gebouw St. Janstraat wel toegerekend aan activiteiten, terwijl dat in het gebouw MK12 niet het geval is. In de eerste helft van het jaar hebben de staten- en commissievergaderingen in gebouw St. Janstraat plaatsgevonden. Afwikkeling voorgaande jaren OPS: € 18.403 Door de fracties van CDA, VVD en SP zijn in 2005 niet alle middelen voor de vergoeding van fractiewerkzaamheden benut. Voornoemde fracties hebben de volgende bedragen teruggestort: CDA € 14.476 VVD € 1.338 SP € 2.589
27
Productgroepnummer en -naam : 1101 Gedeputeerde Staten Programma
: Bestuur
Portefeuillehouder
: Alders
Productverantwoordelijke
: Scholtens
Productgroepomschrijving Voorbereiding/uitvoering van de vergaderingen van Gedeputeerde Staten, themabijeenkomsten, GS-MTbijeenkomsten, werkbezoeken, overleggen met derden, etc.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • efficiënte vergaderingen en bijeenkomsten, goede en snelle (vertaling en doorgeleiding van) besluitenvorming. Geplande prestatie-indicatoren • aantal GS-vergaderingen: 40; • aantal GS-MT bijeenkomsten: 5; • aantal overige bijeenkomsten: circa 5; • GS-leden: 5; • oud GS-leden: 19; • GS-leden met wachtgeld: 2.
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • 39 • wekelijks tijdens de GS-vergadering •5 •5 •19 •2
Afnemers/klanten • interne organisatie, diverse externe partijen
Beleidsverantwoording Uitgevoerde activiteiten Evenals andere jaren heeft het college in 2006, behalve in de vakantieperioden, elke dinsdag vergaderd. In de zomervakantieperiode is één keer extra vergaderd om te besluiten over enkele procedures in het kader van de Wet op de ruimtelijke ordening en om besluiten te nemen over bezwaar- en beroepschriften. De vergadering van 23 mei is uitgevallen omdat het college toen heeft deelgenomen aan de actiedag in Den Haag over de Zuiderzeelijn. In totaal heeft het college 39 keer vergaderd. Drie van die vergaderingen waren extern. Eén keer tijdens de jaarlijkse tweedaagse bijeenkomst met het managementteam (11 en 12 september) en twee keer vanwege een combinatie met andere overleggen en/of excursies. Zeven keer hebben externe sprekers van o.a. het bedrijfsleven een inleiding gehouden over plannen of ontwikkelingen op diverse gebieden. Het college heeft daarnaast een aantal keren met het college van de gemeente Groningen overleg gevoerd en zijn de reguliere overleggen met de Vereniging van Groninger Gemeenten en de Rijksuniversiteit en Hanzehogeschool geweest. In 2006 is ook weer een bezoek gebracht aan het Martiniziekenhuis om de bouwvoortgang te bekijken.
28
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten Totaal lasten Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen Totaal baten Saldo lasten en baten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
2.145.444
2.191.655
2.269.639
244.845
172.489 54.714
187.057 55.000
244.845
227.203
242.057
2.390.289
2.418.858
2.511.696
14.079
13.553
20.000
14.079
13.553
20.000
2.376.210
2.405.305
2.491.696
baten 2006
realisatie saldo 2006 2.191.655
raming saldo 2006 2.269.639
13.553
-15.030 44.297 197.937 -13.553
45.600 196.457 -20.000
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006 2.191.655
110100 Apparaatskosten 110101 Ondersteuning Gedeputeerde Staten: - afwikkeling voorgaande jaren - vergoeding Gedep. Staten - deskundige advisering - diverse baten GS
-15.030 44.297 197.937
totaal ondersteuning Gedep. Staten
227.203
13.553
213.650
222.057
totaal ondersteuning Gedep. Staten
2.418.858
13.553
2.405.305
2.491.696
29
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 Diverse baten GS minderopbrengst € 6.447 De minderopbrengst is ontstaan doordat een commissariaat bij Essent niet meer bekleed wordt door GS Afwikkeling voorgaande jaren OGS € 15.030 Dit betreft een afboeking van 2004 inzake kosten onderzoek Martinihal.
30
Productgroepnummer en -naam : 1201 Kabinetszaken Programma
: Bestuur
Portefeuillehouder
: Alders
Productverantwoordelijke
: Boerma
Productgroepomschrijving De Commissaris van de Koningin heeft als rijksorgaan een aantal bestuurstaken die zijn vastgelegd in zijn Ambtsinstructie. Hierbij wordt hij ondersteund door zijn kabinet, dat deel uitmaakt van de afdeling Communicatie en Kabinet.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • een goede kwaliteit van het openbaar bestuur in de provincie Groningen; • voorkomen en optreden bij bestuurlijke incidenten; • een goede samenwerking tussen de diverse bestuurlijke actoren/gremia in de provincie. Geplande prestatie-indicatoren • goede spirit van het burgemeesterscorps; • minder bestuurlijke incidenten; •
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • onverminderde savoir-faire; • alleen in de gemeente Delfzijl heeft zich een bestuurscrisis voorgedaan; • de bestuurlijke samenwerking laat niets te wensen over.
goede bestuurlijke samenwerking in de provincie.
Afnemers/klanten • minister(s), burgemeesters, vertrouwenscommissies, rijksheren
Prioriteiten 2006
(Her)benoeming burgemeesters Ondersteuning van de Vertrouwenscommissies met betrekking tot de selectie van kandidaten voor het burgemeestersambt en advisering aan de minister hierover; ditzelfde geldt voor de procedure voor herbenoeming van de burgemeester.
Decoratievoorstellen Advisering van het kapittel voor de civiele orden inzake alle, door de burgemeesters ingediende, decoratievoorstellen.
31
Gemeentebezoeken Voortzetting van de cyclus van gemeentebezoeken.
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) • • • • • •
selecteren van kandidaten voor het burgemeestersambt; adviseren over decoratievoorstellen; voorbereiden en begeleiden van gemeentebezoeken; bevorderen van samenwerking tussen in de provincie werkzame vertegenwoordigers van gedeconcentreerde rijksdiensten en tussen deze functionarissen en het provinciaal bestuur, gemeente- en waterschapsbesturen; afdoening van klachten van burgers; voorbereiden en begeleiding van eventuele Koninklijke bezoeken.
Beleidsverantwoording Prioriteiten (Her-)benoeming burgemeesters In 2006 zijn geen nieuwe burgemeesters benoemd in onze provincie; wel liep de procedure in dat jaar voor Menterwolde - benoeming vindt plaats op 15 januari 2007. Er hebben 4 herbenoemingen plaats gevonden, te weten: Scheemda, Slochteren, Appingedam en Hoogezand-Sappemeer. Voor Winschoten en Veendam liep de procedure in 2006, terwijl de beëdiging in 2007 plaats zal vinden. Decoratievoorstellen In 2006 zijn 227decoratievoorstellen naar het Kapittel voor de Civiele Orde verstuurd. Gemeentebezoeken In 2006 heeft de commissaris van de koningin 14 gemeenten bezocht. Op 20 januari bezocht hij de gemeente Stadskanaal, op 27 januari de gemeente De Marne, op 17 februari de gemeente Winsum, op 17 maart de gemeente Appingedam, op 2 juni de gemeente Slochteren, op 22 september de gemeente Marum, op 29 september de gemeente Pekela, op 6 oktober de gemeente Hoogezand-Sappemeer, op 18 oktober de gemeente Delfzijl, op 8 november de gemeente Veendam, op 17 november de gemeente Reiderland, op 24 november de gemeente Loppersum, op 6 december de gemeente Groningen en op 8 december tot slot bezocht hij de gemeente Leek. Uitgevoerde activiteiten Naast de hierboven aangeduide activiteiten inzake de benoeming van burgemeesters, decoratievoorstellen en gemeentebezoeken heeft de Commissaris van de Koningin 53 klachten van burgers afgedaan en 4 verzoeken van asielzoekers om in aanmerking te komen voor toepassing van het zgn. buitenschuldcriterium doorgeleid aan de minister van Vreemdelingzaken en Integratie.
32
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten Totaal lasten Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen Totaal baten Saldo lasten en baten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
916.259
1.236.098
981.008
20.000
19.700 3.500
19.700 3.500
20.000
23.200
23.200
936.259
1.259.298
1.004.208
11.803
18.256
4.500
11.803
18.256
4.500
924.456
1.241.042
999.708
baten 2006
realisatie saldo 2006 1.236.098
raming saldo 2006 981.008
23.200 -6.703
23.200
6.703 6.703
16.497
23.200
11.553
-11.553
-4.500
11.553
-11.553
-4.500
18.256
1.241.042
999.708
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006 1.236.098
120100 Apparaatskosten 120105 Secretariaat CdK: - viering 4/5 mei - diverse baten CdK
23.200
totaal secretariaat CdK:
23.200
120106 Secr. Prins Bernhard Cultuurfonds: - vergoeding secretariaatskosten totaal secr. Pr. Bernhard Cultuurfonds totaal kabinetszaken
1.259.298
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 Diverse baten CdK inkomsten € 6.703 Hier worden (reiskosten)vergoedingen geboekt voor de CdK in verband met nevenfuncties. Deze inkomsten zijn echter niet geraamd. Vergoeding secretariaatkosten meeropbrengst € 7.053 De oorzaak van de meeropbrengst betreft een nieuw servicecontract met het Prins Bernhard Cultuurfonds dat in 2006 is afgesloten.
33
Productgroepnummer en -naam : 1301 Bestuurlijke organisatie Programma
: Bestuur
Portefeuillehouder
: Bleker
Productverantwoordelijke
: Smit
Productgroepomschrijving De zorg voor een adequate bestuurlijke inrichting van de provincie, waarbij wij streven naar een zodanige inrichting van het openbare bestuur en verdeling van taken en bevoegdheden dat publieke taken op de juiste bestuurslaag worden verricht.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • Een optimaal functionerend openbaar bestuur in deze provincie, waarbij het, in aansluiting op de landelijke discussie over taakverdeling, nodig kan blijken te komen tot een verdere invulling van de taakverdeling tussen provincie en inliggende gemeenten.
Geplande prestatie-indicatoren
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren
Afnemers/klanten • gemeenten en gemeenschappelijke regelingen
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) •
•
In 2004 en 2005 is waarneembaar dat gemeenten in sterkere mate dan voorheen samenwerking zoeken met aangrenzende gemeenten. Nu de bundeling en integratie uit de Wet gemeenschappelijke regelingen is gehaald, zal de komende jaren het zoekproces van gemeenten naar passende samenwerkingsverbanden toenemen. Directe sturing van de kant van de provincie is niet nodig; wel is nodig dat zorg gedragen wordt dat alle gemeenten die dat wenselijk achten, aan bod komen in samenwerkingsverbanden. nadere invulling mede op basis van het overleg met VGG in 2005
34
Beleidsverantwoording Uitgevoerde activiteiten • Er is een 'Visie op de bestuurlijke organisatie in de provincie Groningen, met name op het punt van intergemeentelijke samenwerking' opgesteld. De gemeenten zijn nadrukkelijk bij dit proces betrokken, onder andere door een gespreksronde van de gedeputeerde (H. Bleker) met de colleges van B&W. • In maart 2006 heeft de gedeputeerde de aanzet gegeven tot de start van het herindelingsproces van de Oldambtgemeenten. • Er zijn gesprekken gevoerd met de Vereniging van Groninger Gemeenten om tot afstemming te komen over een bestuurkrachtmeting in 2007.
35
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
95.871
67.424
65.880
20.100
20.000
20.100
20.000
95.871
87.524
85.880
95.871
87.524
85.880
baten 2006
realisatie saldo 2006 67.424
raming saldo 2006 65.880
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten Totaal lasten Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen Totaal baten Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
130100 Apparaatskosten
lasten 2006 67.424
130101 Bestuurlijke organisatie: - fusieproces gemeenten Blauwe Stad
20.100
20.100
20.000
totaal bestuurlijke organisatie
20.100
20.100
20.000
totaal bestuurlijke organisatie
87.524
87.524
85.880
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006
36
Productgroepnummer en -naam : 1401 Financieel toezicht op gemeenten Programma
: Bestuur
Portefeuillehouder
: Musschenga
Productverantwoordelijke
: Smit
Productgroepomschrijving Het beleid bij het financieel toezicht op gemeenten (en gemeenschappelijke regelingen) is gericht op het verkrijgen en behouden van financieel gezonde gemeenten. Wij voeren binnen de mogelijkheden van de Gemeentewet het toezicht op maat uit op basis van het door ons vastgestelde "Beleidskader voor het financieel toezicht op gemeenten en gemeenschappelijke regelingen in de provincie Groningen" (mei 2004). Het toezicht kenmerkt zich door een terughoudende opstelling met ruimte voor de gemeentelijke autonomie, en door maatwerk. Repressief toezicht is de norm en preventief toezicht wordt slechts ingezet bij gebleken noodzaak. Een frequent en open overleg met gemeenten en gemeenschappelijke regelingen past in de koers van de provincie nieuwe stijl.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • Structureel financieel gezonde gemeenten en gemeenschappelijke regelingen. Het streven is gericht op het onder repressief toezicht houden van alle gemeenten en gemeenschappelijke regelingen (100%). • Door middel van een continu proces van overleg en informatie-uitwisseling met gemeenten, is het de bedoeling ontwikkelingen zodanig tijdig te signaleren dat waar mogelijk preventief toezicht kan worden voorkomen evenals het afglijden naar de artikel 12 FVW-status. Geplande prestatie-indicatoren • repressief toezicht gemeenten in de provincie; • 87% repressief toezicht gemeenschappelijke regelingen in de provincie (26/30).
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • 100% • 87%
Afnemers/klanten • 25 gemeenten en 30 gemeenschappelijke regelingen in de provincie Groningen
Prioriteiten 2006
Toezicht Het verkrijgen en behouden van financieel gezonde gemeenten, die in staat zijn de hen opgedragen taken optimaal te verrichten.
37
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) • • •
• •
voortzetting van het aangescherpte toezicht op de aanwezigheid van onderhoudsplannen in gemeenten en de financiële vertaling daarvan in de begroting en meerjarenramingen; in goed overleg met de gemeenten werken aan verbetering van de kwaliteit en de beleidsfunctie van meerjarenramingen; aandacht voor de implementatie van de Wet dualisering gemeentebestuur en van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, en dan vooral de kwaliteit van de nieuw ingevoerde programmabegrotingen, productenramingen en verplichte paragrafen; versterking van de ex- en interne communicatieve functie in het kader van het financieel toezicht; in 2006 zal als gezamenlijk onderzoeksthema door de provinciale toezichthouders extra aandacht worden besteed aan de paragraaf Verbonden Partijen.
Toelichting/ontwikkelingen Eind 2003 is door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en het IPO een brede discussie gestart over (eventuele) verbreding en vernieuwing van het financieel toezicht op gemeenten en gemeenschappelijke regelingen. De conclusies impliceerden wijzigingen van de Gemeente- en Provinciewet. Het gaat daarbij onder andere om het aanpassen van het toezichtcriterium, het opnemen van verplichte rapportages, het bezien van sancties en enkele praktische aanpassingen, zoals het verhogen van de status van de meerjarenraming. Nadat eind 2004 besluitvorming had plaatsgevonden over verbreding en vernieuwing van het financieel toezicht en een wetsvoorstel door BZK was voorbereid, gaven de provincies Brabant en Limburg aan in hun provincies pilots te houden met betrekking tot dit onderwerp. De pilots zullen in 2010 worden geëvalueerd. In verband met de omstandigheid dat er enige spanning zit tussen het wetsvoorstel en de pilots heeft minister Remkes besloten het wetsvoorstel, in afwachting van de uitkomsten van de voornoemde evaluatie, voorshands aan te houden. Met ingang van het verslagjaar 2004 is de accountantscontrole bij gemeenten vernieuwd. Zo is in de Gemeentewet (GW) voorgeschreven dat de accountant een verklaring geeft over het getrouwe beeld en de rechtmatigheid (artikel 213 GW). Het onderzoek naar en het oordeel over de rechtmatigheid is bedoeld voor de gemeente zelf, in het bijzonder de raad als controlerend orgaan. De toezichthouder heeft geen (formele) rol, tenzij een geconstateerde onrechtmatigheid gevolgen heeft voor het begrotingsevenwicht; in die situatie kan de constatering onderdeel zijn van de afwegingen die leiden tot het al dan niet instellen van preventief toezicht. In 2006 heeft deze situatie zich in onze provincie niet voorgedaan. Met de dualisering is artikel 198 GW herzien. Daarmee werd het indemniteitsbesluit geïntroduceerd. Als de raad tot het oordeel komt dat uitgaven in de begroting niet rechtmatig zijn gedaan, stelt hij het college van B&W van dat standpunt op de hoogte. Daarbij wordt aangegeven op welke gronden de raad tot dit standpunt is gekomen. Het college van B&W dient dan binnen twee maanden een indemniteitsbesluit voor te leggen, waarin wordt ingegaan op de bedenkingen, zoals door de raad aangegeven. De raad moet over het indemniteitsbesluit besluiten alvorens de rekening vast te stellen. De indemniteitsprocedure geeft de gelegenheid om posten die naar het oordeel van de raad onrechtmatig tot stand zijn gekomen, uit het geheel van de rekening te lichten, en via een aparte procedure te behandelen. Wanneer de raad de jaarrekening of een indemniteitsbesluit niet of niet naar behoren vaststelt doet de toezichthouder dat. Er moet immers een vastgestelde jaarrekening zijn. Een andere rol is de toezichthouder niet toegekend, de indemniteitsprocedure is bij uitstek een procedure die het politieke proces van controle en verantwoording tussen raad en college van B&W versterkt. Op grond van de ons (ter kennisname) toegezonden jaarrekeningen 2005 van de Groninger gemeenten kan geconcludeerd worden dat zich in onze provincie geen indemniteitsprocedure heeft voorgedaan.
38
Beleidsverantwoording Prioriteiten Voor begrotingsjaar 2006 werden alle 25 Groninger gemeenten onder het repressieve toezicht geplaatst. Hierbij wordt wel opgemerkt dat met een aantal gemeenten, om voor repressief toezicht in aanmerking te komen en na bestuurlijk overleg, nadere afspraken zijn gemaakt met betrekking tot concrete besluitvorming over bezuinigings- en ombuigingsmaatregelen in de voorjaarsnota's 2006 van die gemeenten. De gemaakte afspraken zijn door de gemeente nagekomen. Uitgevoerde activiteiten • Aan het toezicht op de aanwezigheid van onderhoudsplannen in gemeenten en de financiële vertaling daarvan in begroting en meerjarenraming is tijdens de 2e fase onderzoeken 2006 invulling gegeven en de gemeenten die hieraan (nog) niet voldeden zijn gewezen op de noodzaak hiervan, mede op grond van het gestelde in het BBV (verplichte paragraaf "onderhoud kapitaalgoederen"). • Geconstateerd is dat gemeenten steeds meer invulling geven aan de verbetering van de kwaliteit en de beleidsfunctie van meerjarenramingen, zodat steeds beter een permanent inzicht bestaat in de (meerjarige) financiële positie van gemeenten. • Geconstateerd is dat gemeenten over het algemeen de juiste invulling geven aan implementatie van de Wet dualisering gemeentebestuur en het BBV en dan met name met betrekking tot de kwaliteit van de ingaande 2004 ingevoerde programmabegrotingen. • De uitbouw van de communicatieve functie is verder voortgezet. • In 2006 is als gezamenlijk onderzoeksthema door de provinciale toezichthouders extra aandacht besteed aan de (op grond van het BBV verplichte) paragraaf Verbonden Partijen in de gemeentelijke jaarrekeningen 2004 en begrotingen 2006. Gebleken is dat de kwaliteit (i.c. de informatieve waarde voor de raad) met betrekking tot deze paragraaf in een aantal Groninger gemeenten nog voor verbetering vatbaar is. De desbetreffende gemeenten zijn hierop tijdens de 2e fase onderzoeken 2006 gewezen.
39
Middeleninzet Omschrijving
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
417.761
410.333
445.843
181
661
183
181
661
183
417.942
410.995
446.026
417.942
410.995
446.026
baten 2006
realisatie saldo 2006 410.333
raming saldo 2006 445.843
661
661
183
totaal financieel toezicht op gemeenten
661
661
183
totaal financieel toezicht op gemeenten
410.995
410.995
446.026
Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten Totaal lasten Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen Totaal baten Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006 410.333
140100 Apparaatskosten 140101 Financieel toezicht op gemeenten: - advertentiekosten
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006
40
Productgroepnummer en -naam : 1501 Uitvoering van wettelijke regelingen Programma
: Bestuur
Portefeuillehouder
: Alders
Productverantwoordelijke
: Smit
Productgroepomschrijving Het uitvoeren van diverse wettelijke regelingen, incl. verordeningen waaronder de Drank- en Horecawet alsmede het houden van toezicht op de archiefzorg van de provinciale organen, gemeenten, intergemeentelijke organen, regiopolitie en waterschappen op basis van de Archiefwet 1995 en overige wettelijke bepalingen en ten slotte het adviseren over ingediende bezwaar- en beroepschriften alsmede klachten. Archiefinspectie: krachtens de Archiefwet heeft de provinciale overheid een toezichthoudende rol en stimuleren wij de opbouw van een adequaat archiefbestel.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • Het deugdelijk functioneren van de overheid voor zover het gaat om provinciale taken op basis van het wettelijk stelsel; • Met het behandelen van bezwaar- en beroepschriften en klachten wordt beoogd een optimale besluitvorming van provinciale organen en het voorkomen van beroepsprocedures bij de bestuursrechter en de Nationale ombudsman; • Met het archieftoezicht wordt beoogd het optimaliseren van de zorg en de toegankelijkheid van archieven alsmede de bouw van veilige bewaarplaatsen en conservering van archieven. Het toezicht bestrijkt de hele levenscyclus van archieven; door goedgevormde archieven kan de overheid controleerbaar verantwoording afleggen van beleid en uitvoering. Vervolgens zijn deze archieven als cultureel erfgoed belangrijk voor betrouwbaar historisch onderzoek en historisch bewustzijn. Tenslotte veilige bewaring van archieven. Geplande prestatie-indicatoren • aantal besluiten tijdsbestedingnormen wethouders; • aantal vergunningen Drank- en Horecawet;
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • 3 besluiten tijdsbestedingnorm;
•
•
• •
•
aantal besluiten ter goedkeuring van het oprichten of deelnemen in privaatrechtelijke rechtspersonen (preventief toezicht); aantal inspectiebezoeken; incidentele bezoeken; adviezen; uitbrengen van jaarverslag; Archiefwet 1995, art. 28 en Provinciale Archiefverordening 1996, art.9-11.
•
2 vergunningen Drank- en Horecawet verleend; 1 aanvraag werd tijdens de procedure ingetrokken omdat een beter alternatief kon worden geboden; 1 goedkeuringsbesluit oprichten en deelnemen in een privaatrechtelijke rechtspersoon; jaarverslag uitgebracht, inspectiebezoeken en incidentele bezoeken uitgevoerd. Telefonisch, mondeling en per mail adviezen uitgebracht
Afnemers/klanten • gemeenten en natuurlijke en rechtspersonen; • archiefinspectie: gemeenten, waterschappen, regiopolitie, gemeenschappelijke regelingen.
41
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) • • • • •
100 adviezen commissie rechtsbescherming; archiefinspectie: formele en incidentele inspectiebezoeken, advisering, jaarverslag; samen met de afdeling Cultuur & Welzijn een beter provinciaal, publieksgericht archiefbestel realiseren; 2 besluiten ter goedkeuring van het oprichten van of het deelnemen in privaatrechtelijke rechtspersonen; 2 vergunningen Drank- en Horecawet; GS hebben in 2002 aan vier gemeenten goedkeuring verleend aan een raadsbesluit tot een hogere tijdsbestedingnorm voor wethouders. Een dergelijke goedkeuring heeft gelding gedurende de zittingsperiode van de raad. Verwacht wordt dat in 2006 opnieuw raadsbesluiten tot verhoging van de tijdsbestedingnorm worden voorgelegd. Wij zullen onze huidige beleidslijn voortzetten bij het beoordelen van verzoeken om goedkeuring. Overigens is per 11 september 2002 in het wettelijk voorschrift een keuzemogelijkheid aangebracht waarvan gemeentebesturen gebruik kunnen maken zonder dat goedkeuring vereist is.
Beleidsverantwoording Uitgevoerde activiteiten • Er zijn na de gemeenteraadsverkiezingen drie besluiten genomen inzake ophoging van de tijdsbesteding van wethouders: Appingedam, de Marne, Pekela; • twee aanvragen voor een vergunning op grond van de Drank- en Horecawet voor een gemeentelijke instelling zijn gehonoreerd; een aanvraag werd tijdens de procedure ingetrokken omdat een beter alternatief voorhanden was; • een gemeente verzocht goedkeuring om deel te nemen in de stichting Nederlandse Gemeenten Energie; • archiefinspectie: zie voor verslag werkzaamheden Jaarverslag 2006, dat als afzonderlijke publicatie beschikbaar is; • bezwaar- en beroepschriften: zie het Jaarverslag Commissie Rechtsbescherming 2006, dat als afzonderlijke publicatie beschikbaar is.
42
Middeleninzet Omschrijving
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
1.055.737
973.515
994.225
40.101 407
53.128
49.040
40.508
53.128
49.040
1.096.245
1.026.643
1.043.265
660
670
660
670
1.095.585
1.025.973
1.043.265
baten 2006
realisatie saldo 2006 973.515
raming saldo 2006 994.225
4.265 3.042
4.265 3.042
6.496 2.850
7.307
7.307
9.346
45.821
45.821
39.694
45.821
45.821
39.694
Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten Totaal lasten Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen Totaal baten Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006 973.515
150100 Apparaatskosten 150101 Klachtencommissies: - bezwaar- en beroepscommissies - nationale ombudsman totaal klachtencommissies 150102 Archieftoezicht: - archiefinspectie totaal archieftoezicht 150103 Drank- en horecawet: - drank- en horecaverguningen totaal drank- en horecawet totaal wettelijke regelingen
1.026.643
43
670
-670
670
-670
670
1.025.973
1.043.265
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 Bezwaar- en Beroepscommissies Onderschrijding € 2.231 Er zijn in 2006 minder zittingen geweest en dit heeft geleid tot een onderschrijding van het budget. Archiefinspectie Overschrijding € 6.127 Vanaf 2005 zijn de kosten voor de archiefinspectie bij de 3 noordelijke provincies toegenomen door incidentele en structurele verhogingen in de bruto loonsom. Aangezien de totale kosten worden verrekend tussen de 3 noordelijke provincie is de jaarlijkse bijdrage toegenomen met ca.15%.
44
Productgroepnummer en -naam : 1601 Bestuurlijke samenwerking Programma
: Bestuur
Portefeuillehouder
: Calon, Alders, Mulder, Bleker
Productverantwoordelijke
: Smit
Productgroepomschrijving Interprovinciaal Overleg (IPO): De provincie Groningen is lid van de vereniging IPO, het samenwerkingsorgaan van de twaalf provincies. Gedeputeerden en de CdK participeren in het bestuur, de bestuurlijke adviescommissies en de commissie IWV; Provinciale Staten participeren in de Algemene Ledenvergadering. Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN): De provincie Groningen vormt samen met de provincies Fryslân en Drenthe de Gemeenschappelijke Regeling SNN. Gedeputeerden en de CdK participeren in het Dagelijks Bestuur, de Bestuurscommissies, het Algemeen Bestuur en de strategische bijeenkomsten van de drie colleges van GS. Provinciale Staten participeren in het Algemeen Bestuur en in de jaarlijks te houden gezamenlijke bijeenkomst van de drie Staten. Bestuursacademie Noord-Nederland (BANN): Na de privatisering en fusie is de Gemeenschappelijke regeling BANN in stand gebleven als een garantievoorziening voor wachtgelden en ziektekostenpremies voor het personeel van de BANN dat in 2002 is overgegaan naar de stichting Bestuursacademie Noord- en Oost-Nederland (BAONN). De provinciesecretaris is lid van het Algemeen Bestuur BANN. In april 2004 is de BAONN gefuseerd met de Bestuursacademie West-Nederland tot de Bestuursacademie Nederland (BAN). De provincie participeert niet in het bestuur van de BAN. De provincie is lid van de steunvereniging BAONN. Europa/NHI/RFO Hanse Passage: Activiteiten en acties van de provincie Groningen met betrekking tot de Europese Unie en Europa worden in beginsel in SNN-verband ontplooid. Zo is Noord-Nederland lid van de Conference of Peripheral Maritime Regions of Europe (CPMR) en haar regionale dochterorganisatie North Sea Commission (NSC). De provincie neemt samen met de provincies Drenthe, Fryslân en Overijssel en de Duitse deelstaten Niedersachsen en Bremen deel in de Nieuwe Hanze Interregio en heeft de leiding op zich genomen van een nieuw programma in het kader van Interreg IIIC: Hanse Passage. In dit programma werken 15 regio's uit 6 landen samen. In SNN-verband worden ook de vertegenwoordigingen in het Comité van de Regio's en de participatie in het Huis van de Nederlandse Provincies vormgegeven.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • Als lid van het IPO mede zorg dragen voor een adequate belangenbehartiging van de provincies bij het Rijk, voor voortzetting van het provinciale vernieuwingsproces en mede bijdragen leveren aan een efficiënt en effectief platform voor uitwisseling van kennis en ervaring in provinciaal verband; • In IPO-verband participeren in vernieuwing van de bestuurlijke en financiële verhoudingen (de Code interbestuurlijke verhoudingen) en in de totstandkoming en uitvoering van (prestatiegerichte) uitvoeringscontracten tussen rijk en provincies. Daarmee beogen wij een adequate bijdrage te leverend aan de oplossing van maatschappelijke vraagstukken. • Het jaarplan IPO 2006 geeft inzicht in wat dit onderdeel van de bestuurlijke samenwerking in detail beoogd. Het Jaarverslag IPO 2006 geeft in detail aan in hoeverre de doelen gehaald en de effecten bereikt zijn. Het vernieuwingsproces betreft de voortgezette participatie in de tweede fase van de Vernieuwingsimpuls dualisme en de provinciale democratie. In de tweede fase ligt de nadruk op de cultuurverandering. In 2005 is de Wet dualisering provinciebestuur van rijkswege geëvalueerd Het
45
evaluatierapport is eind 2005 uitgebracht en voor commentaar aan o.m. het IPO voorgelegd. Per 1-12006 ligt het evaluatierapport met een kabinetsstandpunt in de Tweede Kamer. In 2006 zal bezien worden welke aspecten van de wet dienen aangepast te worden of waar mogelijk een nieuwe cultuurimpuls nodig is. • De samenwerking in SNN-verband wordt voortgezet . Gelet op de nog steeds bestaande sociaaleconomische achterstand bij de rest van het land blijft het gewenst dat het Noorden gezamenlijk optreedt in de richting van de rijksoverheid en de Europese Commissie. • Een aantal functies levert door het gezamenlijke optreden een meerwaarde op voor de deelnemende provincies. Het gaat dan om het platform voor overleg en afstemming, de lobbyfunctie, de gezamenlijke aanpak en optreden ten gunste van arbeidsdeling, de regionalisering op Europese schaal. • Het Jaarplan SNN 2006 geeft in detail welke voornemens worden onderscheiden en welke doelstellingen worden nagestreefd. Het hoofdaccent ligt daarbij op uitvoering van het Kompas voor het Noorden. Het Jaarverslag SNN 2006 geeft in detail aan welke doelstellingen zijn gehaald en welke effecten zijn bereikt. In 2006 zullen de voorbereidingen plaatsvinden voor nieuwe akkoord met het Rijk ter opvolging vann het huidige dat in 2006 afloopt. • Het belang van een goed bestuursdienstonderwijs op regionaal niveau wordt onderschreven en ondersteund. De provincie is lid van de steunvereniging en geeft daarmee gestalte aan de verankering van het openbaar bestuur met het bestuursdienstonderwijs. De steunvereniging is onder meer gespreksplatform voor betrokken overheden en waterschappen. • De Gemeenschappelijke Regeling BANN blijft in stand als vangnet voor bestaande wachtgeldvoorzieningen en premiebetalingen voor voormalige medewerkers alsmede als garantie voor personeel dat bij de fusie met de stichting BAON onverhoopt binnen de termijn van het sociaal plan ontslagen zou worden. • Door middel van samenwerking in het verband van de NHI wordt primair inhoud gegeven aan goed nabuurschap en wordt gezamenlijk met de andere partners verdere samenwerking gestimuleerd. Via de RFO Hanse Passage wordt de samenwerking met partners in het in SNN-verband vastgestelde oriëntatiegebied in Europa (Noord-Oost) op gang gebracht en ontwikkeld. • De vertegenwoordiging in Europese gremia en organisaties en deelname in de activiteiten van internationale organisaties strekt vooral tot belangenbehartiging van de regio. Een betere profilering van Noord-Nederland in Europese context is beoogd bijkomend effect. Het gemeenschappelijke "Huis van de Nederlandse Provincies" te Brussel vormt een facilitair bruggenhoofd naar de instellingen van de Europese Unie. Geplande prestatie-indicatoren • IPO: coördinatie, voorbereiding en bijwonen van een tachtigtal vergaderingen van Bestuur, Adviescommissies, de Algemene vergadering, regionale bijeenkomsten, de jaarconferentie; •
• •
SNN: coördinatie, voorbereiding en bijwonen van een zestigtal vergaderingen van algemeen en dagelijks bestuur, de bestuurscommissies en van de gezamenlijke GS en PS; BANN: voorbereiden en bijwonen van 2 vergaderingen van algemeen bestuur BANN; NHI/Europa: voorbereiden en bijwonen van een dertigtal vergaderingen van het Bestuurlijk Platform Europa (IPO), Comité van de Regio's, Huis van de Nederlandse Provincies, NSC, CPMR, NHI, Hanse Passage.
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • IPO:Conform de planning zijn de vergaderingen voorbereid en bijgewoond. De jaarvergadering vond dit jaar plaats in Groningen met als thema: het provinciale initiatief, de provincie als motor van regionale ontwikkeling; • SNN: conform de planning zijn de vergaderingen voorbereid en bijgewoond; • •
BANN: conform de planning zijn de vergaderingen voorbereid en bijgewoond; NHI/Europa: het leeuwendeel van de vergaderingen is volgens planning voorbereid en bijgewoond.
Afnemers/klanten • extern: Rijksoverheid, gemeenten, VNG, provincies, waterschappen, Europese instellingen • intern: PS, GS, statencommissies, CdK, MT
46
Prioriteiten 2006
IPO/SNN/NHI etc. • •
•
Voor IPO en SNN waren er geen specifieke prioriteiten te noemen. Beide verbanden kenden een eigen Jaarprogramma dat in het najaar 2005 werd opgesteld. Bestuursdienstonderwijs was geen prioriteit. In NHI-verband lag de prioriteit bij de realisatie van projecten in het kader van het programma Hanse Passage.
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) • • • •
IPO: zie Jaarplan 2006 SNN: zie Jaarplan SNN 2006; NHI/Hanse Passage: Volledige committering middelen; uitvoering sub-projecten; BANN: uitvoering regelingen voor wachtgelders en premiebetalingen.
Beleidsverantwoording Prioriteiten NHI/Hanse Passage: alle 26 Hanse Passage sub-projecten zijn in uitvoering gekomen; een drietal is in 2006 geheel voltooid. Vrijval uit onderuitputting van middelen bij sub-projecten is gecommitteerd aan in 2007 te organiseren conferenties. De eerste oriëntatie over mogelijkheden van voortzetting van het programma in de periode na 2007 is gestart.. Uitgevoerde activiteiten IPO: onze provincie heeft in het bestuur, de adviescommissies en de Algemene vergadering geparticipeerd. Als college hebben wij in IPO-verband onze inzet gepleegd op alle relevante dossiers zoals jeugdzorg,ambulancezorg, aansturing DLG en BBL, ILG, omgevingsvergunning, luchtkwaliteit, regionale bereikbaarheid, structuurfondsen en middenbestuur, Een uitgebreid inhoudelijk overzicht van de IPO-verrichtingen is te vinden in het IPO-jaarverslag 2006 dat als afzonderlijke publicatie beschikbaar is. SNN: onze provincie heeft in de bestuurscommissies, het dagelijks bestuur en het algemeen bestuur geparticipeerd. Belangrijke thema's zijn de voorbereiding van de nieuwe programma's 2007-2011/13 (Pieken in de Delta, EFRO -programma), en de afsluiting van het Kompasprogramma 2000-2006 geweest. Voorts is het NOA-project gestart waarmee beoogd wordt Noord-Nederland optimaal te laten profiteren van de economische, innovatieve ontwikkelingen in Noord-Europa. Het Jaarverslag SNN 2006 geeft een volledig inzicht in de verrichtingen in SNN-verband. Dit verslag is als afzonderlijke publicatie beschikbaar. BANN: De Gemeenschappelijke regeling BANN heeft gefunctioneerd als wachtgeld- premievoorziening voor ex-werknemers van de voormalige BANN. Onze provincie is vertegenwoordigd in de Algemene vergadering van de steunvereniging BAONN. Zie jaarrekening/-verslag 2006. NHI: In de loop van 2006 is besloten extra aandacht te besteden aan de intensivering van contacten met de directe buren in Duitsland. De eerste verkennende gesprekken over geëigende modaliteiten daarvoor hebben plaatsgevonden.
47
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
735.030
720.841
744.429
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
984.918 30.829
1.012.140 109.168
1.036.811 124.277
1.015.747
1.121.308
1.161.088
Totaal lasten
1.750.777
1.842.149
1.905.517
105.752
125.447
105.752
125.447
1.750.777
1.736.396
1.780.070
baten 2006
realisatie saldo 2006 720.841
raming saldo 2006 744.429
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen Totaal baten Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
160100 Apparaatskosten
lasten 2006 720.841
160101 IPO: - afwikkeling voorgaande jaren - bijdrage IPO
-7.084 542.704
51.925
-7.084 490.779
475.998
535.620
51.925
483.695
475.998
502.505
502.505
504.802
502.505
502.505
504.802
-1.733 3.101 15.670 6.800 1.911 50.000 139
-1.733 3.101 15.670 6.800 1.911 -3.827 139
12.300 15.731 6.980 5.500 -7.970 15.000
22.060
47.541
totaal IPO 160102 SNN: - bijdrage SNN totaal SNN 160103 NHI/Europa: - afwikkeling voorgaande jaren - activiteiten NHI - secretariaat NHI - waarderingssubsidie EDR - activiteiten Europa algemeen - Hanse Passage - internationale samenwerking totaal NHI/Europa
75.888
48
53.827
53.827
160104 BANN: - bijdrage BANN totaal BANN totaal bestuurlijke samenwerking
7.295
7.295
7.300
7.295
7.295
7.300
1.736.396
1.780.070
1.842.149
105.752
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 Voorgaande jaren IPO € 7.084 Als gevolg van de afwikkeling van verplichtingen uit het jaar 2002 is dit voordeel ontstaan. Bijdrage IPO Minderopbrengst € 15.552 De afwikkeling van de Bio wbb middelen 2005 ad € 15.552 is verantwoord bij de productgroep 5201 Bodemsanering. Dit leidt tot een afwijking op de ontvangsten op de post bijdrage IPO aangezien begrotingstechnisch de afwikkeling hier is opgenomen. Activiteiten NHI Onderschrijding € 9.199 In NHI-verband is besloten vooralsnog voorrang te geven aan projecten in het kader van de Hanse Passage. Dit betekent een (tijdelijke) verlaging van de activiteiten voor NHI-projecten. Activiteiten Europa algemeen Onderschrijding € 3.589 Omvang van activiteiten die uit dit budget moeten worden gefinancierd is moeilijk voorspelbaar. In 2006 waren er minder activiteiten en gastheerschappen dan verwacht. Internationale samenwerking Onderschrijding € 14.861 De verwachting was dat al in 2006 uitgaven zouden doen in het kader versterking relaties met vooral Duitse instanties. Dit is niet gebeurd vanwege langere voorbereiding. De uitvoering in 2007 komt ten laste van het budget 2007.
49
Productgroepnummer en -naam : 1602 Voorzieningen personeel Programma
: Bestuur
Portefeuillehouder
: Mulder
Productverantwoordelijke
: Keegstra
Productgroepomschrijving Uitvoeren van voorzieningen ten behoeve van het huidig en voormalig personeel.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten Invullen goed werkgeverschap door: • beperkte (geldelijke) bijdrage aan activiteiten voor (oud-) werknemers door ondersteuning personeelsvereniging en jaarlijkse reünie voor oud-werknemers; • uitvoering wachtgeldregeling, non-activiteitsregeling, prepensioen e.d.. Geplande prestatie-indicatoren • aantal fte's, afgerond: 904 • aantal werknemers: 963 • aantal oud-werknemers ca.: 375 • aantal gewezen ambtenaren dat: wachtgeld ontvangt: ontslaguitkering ontvangt: wachtgeld ontvangt o.g.v. 50+-regeling: geplaatst is in de non-activiteitsregeling:
6 1 0 13
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren 2006 • aantal fte's, afgerond: 884 • aantal werknemers: 945 • aantal oud-werknemers ca.: 385 • aantal gewezen ambtenaren dat: wachtgeld ontvangt: ontslaguitkering ontvangt: wachtgeld ontvangt o.g.v. 50+-regeling: geplaatst is in de non-activiteitsregeling:
Afnemers/klanten • oud-werknemers
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) • • • • • •
financiële bijdrage personeelsvereniging; reünie oud-werknemers; uitvoering diverse regelingen gewezen ambtenaren; behandelde klachten ongewenste intimiteiten; fitness-facilitering; IKAP-facilitering (o.a. fietsprivé, koop- en verkoop verlof).
Beleidsverantwoording Uitgevoerde activiteiten De opgevoerde activiteiten zijn uitgevoerd.
50
5 0 0 6
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten Totaal lasten Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen Totaal baten Saldo lasten en baten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
1.415.973
618.786
559.116
78.710
486.898
71.718
13.765 92.475
7.395 494.294
23.616 95.334
1.508.448
1.113.080
654.450
27.660
396.380
13.600
27.660
396.380
13.600
1.480.788
716.700
640.850
baten 2006
realisatie saldo 2006 618.786
raming saldo 2006 559.116
2.300 2.534 4.600 2.223 75.360 -24.870 404
2.300 1.900 4.600 1.006 54.000 -13.600 2.860 2.012 4.760 15.996
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006 618.786
160200 Apparaatskosten 160201 Huidig personeel: - personeelsvereniging - activiteiten PVP - bijdrage meerkamp - commissie ongewenste intimiteiten - bedrijfsfitness - bijdrage personeelsfitness - rente hypotheken personeel - comissie gelijke behandeling - rente PC-privé - PC-privé (brutering)
2.300 2.534 4.600 2.223 75.360 2.776
24.870 2.372
4.619
totaal huidig personeel 160202 Inactief personeel: - gepensioneerdendag - uitkering i.k.v. ZVW - personeelsfonds totaal inactief personeel totaal voorzieningen personeel
51
4.619
94.412
27.242
67.171
75.834
6.638 391.668 1.575
6.638 22.530 1.575
5.900
369.138
399.881
369.138
30.743
5.900
1.113.080
396.380
716.700
640.850
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 Op de programmakosten aanvaard beleid is een overschrijding ontstaan van € 415.180 dit is met name als volgt te verklaren: Het krediet Commissie Ongewenste Intimiteiten heeft een overschrijding van € 1.217. Dit wordt veroorzaakt door niet begrote kosten die zijn gemaakt voor het 10 jarig jubileum van het Noordelijk Netwerk Vertrouwenspersonen. Op het krediet bedrijfsfitness is een overschrijding van € 21.360 ontstaan. Dit wordt veroorzaakt door stijging van het aantal deelnemers. De eigen bijdrage van de deelnemers bedrijfsfitness kent een meeropbrengst van € 11.269. Dit komt door een stijging van het aantal deelnemers, de begroting is hierop niet aangepast. Het krediet PC-privé kent een onderschrijding van € 15.996. De kosten zijn binnen deze productgroep geraamd, terwijl de uitgaven via de salarissen bij de apparaatskosten personeel van de diverse afdelingen zijn verantwoord. Op het krediet uitkering in het kader van de Zorgverzekeringswet (ZVW) zijn uitgaven gedaan ad € 391.668. Hier tegenover staan niet begrote inkomsten ad € 369.138, zodat per saldo een overschrijding van € 22.530 is ontstaan. Door het ABP is aan gepensioneerde ambtenaren bij de invoering van de nieuwe Zorgverzekeringswet een afkoopsom uitbetaald. De door de provincie te betalen ABP-nota is binnen dit product geboekt. De betreffende kosten kunnen grotendeels worden gedekt door de liquidatieuitkering van de IZR-organisatie, eveneens binnen dit product geboekt. Het tekort kan worden afgedekt door een bijdrage van de stelpost "vrijval IZR-premie-gepensioneerden" (productgroep 0500 onvoorzien). De bijdrage van de provincie in het Personeelsfonds( €1.575) is ten onrechte niet geraamd.
52
Productgroepnummer en -naam : 1603 Communicatie Programma
: Bestuur
Portefeuillehouder
: Alders
Productverantwoordelijke
: Boerma
Productgroepomschrijving Communicatie Ondersteuning van het college van Gedeputeerde Staten in zijn externe contacten, het toelichten en creëren van draagvlak voor het beleid, en het onderhouden van de dialoog met de doelgroepen. Het informeren van bestuurlijk en ambtelijk betrokkenen binnen de provincie, door het adviseren van de organisatie omtrent keuze van boodschap, vorm en kanaal, het uitbrengen van periodieken en het organiseren van (interne) evenementen. Externe communicatie Een systematische bijdrage leveren aan een duidelijk beeld van de taken van de provincie en het provinciaal beleid; verstrekken van informatie. Versterken van de betrokkenheid van belanghebbenden om draagvlak voor het provinciaal beleid te creëren. Opbouwen en onderhouden van goede contacten met de media en overige intermediairs. Het accent bij de communicatie met de burger en intermediairs komt in het kader van interactief beleid steeds meer te liggen op tweezijdige communicatie, dus ook de communicatie naar de provincie toe. Interne communicatie Bij de interne communicatie zal steeds het accent liggen op het gebied van: • informatie aan de medewerkers over wat hun collega's doen, om zo het 'wij-gevoel' en daarmee de motivatie van de medewerkers te versterken; • de kwaliteit van werk en producten; • de communicatie rond organisatieontwikkeling. Deze drie aandachtsgebieden hebben sterke onderlinge verbanden; dat zal zijn weerslag vinden in de communicatie rond deze items.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • Onze doelgroepen: - hebben kennis van wat het bestuur wil en doet; - kunnen zich daarover een mening vormen; - zijn in staat waar mogelijk het beleid te beïnvloeden. Geplande prestatie-indicatoren • aantal hits op de websites; • aantal bezoekers van GS-spreekuur; • aantal publieksvragen, reacties; • bekendheid van de provincie; •
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • 6.019.767 hits • 42 bezoekers • 1017 aanvragen • bijna 40% van de ondervraagden weet een onderwerp te noemen waar de provincie zich mee bezighoudt. • 85% van de inwoners is tevreden
waardering van de wijze van informeren.
Afnemers/klanten • burgers, jongeren, pers; • externe organisaties, instellingen; • andere overheden.
53
Prioriteiten 2006
Publieksvoorlichting We brengen 10 maal per jaar een hele pagina uit in een negental huis-aan-huisbladen waarin actuele provinciale onderwerpen worden toegelicht. Samen met de provinciale website worden deze middelen voor publiekscommunicatie ingezet om de bekendheid en kennis over de provincie bij de bevolking van onze provincie te vergroten. Doel van deze communicatiemiddelen is informatie te verschaffen over de provinciale producten, taken en diensten en daarmee de Groningers adequaat te informeren. Op deze manier leggen we verantwoording af over het door ons gevoerde provinciaal beleid. Het streven is hierbij een belangrijke bijdrage aan de communicatieve relatie van het bestuur en de organisatie met haar burgers te leveren. We willen via onze communicatiemiddelen bereikbaar en aanspreekbaar zijn door onze doelgroep uit te nodigen tot een dialoog. Naast een bijdrage aan het vergroten van de bekendheid en kennis over de provincie dragen deze externe communicatiemiddelen bij aan een positieve houding tegenover de provincie en een grotere betrokkenheid bij de beleidsvorming. Het blijft noodzakelijk om aan de profilering van de provincie te werken via de publiekscommunicatie. Nog te veel inwoners zijn te weinig bekend met de provincie en haar taken.
Interactieve beleidsontwikkeling Op basis van de notitie Interactieve Beleidsontwikkeling in de provincie Groningen werken we verder aan het stimuleren van interactieve beleidsprocessen. Aan het begin van beleidsontwikkelingen wordt structureel aandacht geschonken aan de inzet van interactiviteit en in welke vorm. Interactieve beleidsontwikkeling is voor ons de belangrijkste manier voor een dialoog met de bevolking. Hiervoor wordt een checklist interactief beleid ontwikkeld, waarmee wordt bepaald welke interactieve vorm bij het beleid moet worden toegepast. Om de interactiviteit te stimuleren gaan we onder meer interactieve vormen via onze website gebruiken, zoals het digitaal spreekuur, polls en een forum. Door middel van interactieve beleidsontwikkeling willen we mogelijkheden tot de beïnvloeding van het beleid door doelgroepen verder verbeteren en vergroten.
54
Beleidsverantwoording Prioriteiten Publieksvoorlichting In het kader van de publieksvoorlichting is het afgelopen jaar in de huis-aan-huiskranten in de provincie negental reguliere provinciale informatiepagina’s geplaatst. Daarnaast is de begrotingskrant als bijlage bij deze huis-aan-huiskranten verspreid en stond er dagelijks actuele informatie op de kabelkrant NieuwsTV, in totaal 233 berichten. In december is de informatiepagina gebruikt voor de jaarlijkse uitnodigingsadvertentie voor de nieuwjaarsbijeenkomst op het provinciehuis. Aan publicaties is het afgelopen jaar verder verschenen: het jaarverslag , het burgerjaarverslag, het verslag van de CdK en de evaluatie van het collegeprogramma. In 2006 is ingezet op meer gebruik van interactieve mogelijkheden website, verfrissing van de huisstijl en de ontwikkeling van de publiekscampagne '…..ook de provincie!' over wat de provincie doet. Interactieve beleidsontwikkeling In juni van dit jaar is intern een symposium georganiseerd rond het thema interactieve beleidsontwikkeling. Het symposium had als doel het onderwerp breed in de organisatie onder de aandacht te brengen, interactieve ervaringen met elkaar te delen en van elkaar te leren. Een zestigtal collega's hebben aan dit symposium deelgenomen. Een evaluatie over dit symposium en de voortgang van interactief werken is aan de Staten gestuurd. Uitgevoerde activiteiten Publieksvoorlichting • verfrissing van de huisstijl; • publiekscampagne '…..ook de provincie!' Interactieve beleidsontwikkeling • intern symposium interactieve beleidsontwikkeling; • evaluatie interactieve beleidsontwikkeling.
55
Middeleninzet Omschrijving
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
1.781.287
1.987.361
1.959.960
414.479
477.270
610.595
414.479
477.270
610.595
2.195.766
2.464.631
2.570.555
1.522
1.239
13.600
1.522
1.239
13.600
2.194.244
2.463.392
2.556.955
baten 2006
realisatie saldo 2006 1.987.361
raming saldo 2006 1.959.960
265.972
265.972
380.595
265.972
265.972
380.595
1.239
-1.239 196.298 15.000
-13.600 180.000 50.000
211.298
1.239
210.059
216.400
2.464.631
1.239
2.463.392
2.556.955
Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten Totaal lasten Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen Totaal baten Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006 1.987.361
160300 Apparaatskosten 160302 Beleidsvoorlichting: - beleidsvoorlichting totaal beleidsvoorlichting 160304 Publieksvoorlichting: - verkoop drukwerken - provinciale infopagina Nieuws-TV - opkomstbevordering statenverkiezing
196.298 15.000
totaal publieksvoorlichting totaal communicatie
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 Beleidsvoorlichting Onderschrijding € 114.623 De publiekscampagne samenwerken en leefbaar groeien is in 2006 gestart. Het grootste deel van de activiteiten vindt plaats in 2007, daarom wordt € 115.000 overgeboekt naar 2007. Prov.info pagina-nieuws tv Overschrijding € 16.298 De planning is om negen maandelijkse infopagina's te plaatsen. Doordat geld van de verkiezingscampagne onder dit budget is geplaatst, leek het dat er genoeg budget was voor een negende pagina. Pas eind november is ontdekt dat dit geld niet beschikbaar was. Opkomstbevordering Statenverkiezingen Onderschrijding € 35.000
56
Dit bedrag is gereserveerd voor de campagne Statenverkiezingen 2007. Het restant van dit budget ad € 35.000 wordt overgeboekt naar 2007 i.v.m. activiteiten die nog in 2007 plaatsvinden. Verkoop drukwerken minderopbrengst € 12.361 De lagere inkomsten worden veroorzaakt door weinig verkoop van losse publicaties en door om juridische redenen niet in rekening brengen van de abonnementen op de provinciale knipselkrant.
57
Productgroepnummer en -naam : 1604 Promotie en relatiemanagement Programma
: Bestuur
Portefeuillehouder
: Alders
Productverantwoordelijke
: Boerma
Productgroepomschrijving Representatie, relatiemanagement Opbouwen en onderhouden van goede contacten met personen, instanties en organisaties van wie de provincie (mede) afhankelijk is bij het realiseren van haar doelstellingen. Promotie Grote evenementen Evenementen zijn van belang voor de leefbaarheid en de ontwikkeling van onze provincie. Het provinciaal bestuur ziet hierin een unieke gelegenheid om Groningen 'op de kaart te zetten'. Door grote evenementen en manifestaties te ondersteunen willen wij het beeld van Groningen als enerverende en bedrijvige provincie versterken. Bovendien willen wij zo het woon- en werkklimaat en de economische ontwikkeling bevorderen. Groningen Promotie Met de campagne "Er gaat niets boven Groningen" willen wij het beeld van Groningen en de economische ontwikkeling in onze provincie positief beïnvloeden.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • veel positieve landelijke publiciteit over Groningen in de media; • veel bezoekers aan Groningen; • bekendheid met de positieve kanten van Groningen en/of het door de provincie uit te voeren beleid. Geplande prestatie-indicatoren • aantal contacten met relaties; •
aantal bezoekers aan evenementen;
•
groei in de bekendheid met de positieve kanten van Groningen.
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • 19.000 aanvragen Groninger gids en 60.000 unieke bezoekers website Marketing Groningen na.v. tvspotjes • •
58
uit de effectmeting blijkt dat 30% van de respondenten op de hoogte is van het feit dat Groningen een promotiecampagne voert en dat 71% daarvan de tv-spot over Groningen heeft opgemerkt. De bekendheid van alle campagnes (ook in andere provincies) is afgenomen, maar er is een stijgende lijn in de positieve waardering voor Groningen. De website DaaromGroningen.nl heeft gemiddeld 5000 unieke bezoekers per maand. De website Groningerstudieblogs.nl heeft gemiddeld 4000 unieke bezoekers per maand.
Afnemers/klanten • inwoners van Nederland; • de pers; • ondernemers in Nederland; • potentiële studenten (scholieren) in Nederland.
Prioriteiten 2006
Representatie/relatiemanagement Via ons representatie- en relatiemanagement investeren we in de opbouw en onderhoud van goede contacten met personen, instanties en organisaties die voor ons van belang zijn voor het realiseren van onze doelstellingen. Zoveel mogelijk wordt ons relatiebeleid gekoppeld aan de evenementen die door ons of in onze provincie worden georganiseerd. De mensen die voor ons van belang zijn laten we op een zinvolle en aangename manier kennismaken met Groningen. Een kennismaking met ons gebied, maar ook met het provinciaal bestuur. In 2006 organiseren we het jaarlijks GS-jaardiner, verzorgen we het up to date houden van de relatiegeschenken en het organiseren van de nieuwjaarsreceptie.
Groningen Promotie Met de campagne "Er gaat niets boven Groningen" willen we een positief beeld creëren over Groningen en de economische ontwikkeling stimuleren. De provincie Groningen vormt samen met de gemeente Groningen en een aantal vertegenwoordigers van andere organisaties zoals Gasunie, de Kamer van Koophandel en het Groninger Museum het Groningen Promotie Overleg (GPO). Het GPO voert sinds het einde van de jaren tachtig met succes de promotiecampagne "Er gaat niets boven Groningen". Vorig jaar zijn we gestart met de inzet van de radiospots gericht op de thema's onderwijs, cultuur, recreatie en toerisme en arbeidsmarktbeleid/economie. Met name dit laatste thema past goed binnen het thema ondernemend Groningen. In 2006 worden deze radiospots voortgezet.
Grote evenementen Met ons evenementenbeleid willen wij bijdragen aan een positief beeld over Groningen. Evenementen zijn van belang voor de leefbaarheid en de ontwikkeling van onze provincie. Wij zien hierin een unieke gelegenheid om Groningen "op de kaart te zetten". Door grote evenementen en manifestaties te ondersteunen willen wij het beeld van Groningen als enerverende en bedrijvige provincie versterken. Bovendien willen wij zo het woon- en werkklimaat en de economische ontwikkeling bevorderen. De subsidieaanvragen worden getoetst aan de criteria die aan het budget zijn verbonden. In 2006 is (nog) geen groot evenement dat we financieel zullen ondersteunen.
59
Beleidsverantwoording Prioriteiten Representatie/Relatiemanagement Ten aanzien van relatiemanagement heeft 2006 in het teken gestaan van reguliere activiteiten zoals de inzet van de Voorwaarts Voorwaarts, het GS-jaardiner en de jaarlijkse nieuwjaarsreceptie. In het bijzonder hebben we dit jaar aandacht besteed aan het 10-jarig jubileum van onze Commissaris van de Koningin met een symposium en waren we dit jaar de gast provincie voor de IPO-conferentie. Een doelstelling is om bij bijzondere activiteiten in de provincie gasten uit te nodigen zoals het werkbezoek van de provincie Zeeland (aan gedeputeerde Welzijn) en het ontvangst statenleden, burgemeesters en vertegenwoordigers van de media bij de tentoonstelling Akseli Gallen-Kallela 'De magie van Finland' in het Groninger Museum. Groningen Promotie In 2006 heeft Marketing Groningen in opdracht van het GPO als vervolg op de regionale campagne van 2005 Groninger postzegels laten maken, die verkocht worden via internet en de VVV-winkels in de provincie Groningen. Er werd vervolgd met de website www.daaromGroningen.nl, inclusief maandelijkse digitale nieuwsbrief, die de voordelen van ondernemen in en met Groningen laat zien. De nieuwe onderwijscampagne is van start gegaan. In deze campagne treden acht studenten op als ambassadeurs door het bijhouden van weblogs op de website www.groningerstudieblogs.nl. Er zijn, om bezoekers naar de site te trekken, diverse radiospotjes op de populaire jongerenzenders uitgezonden. In 2006 is twee keer een flight van de TV-commercial op de landelijke televisie geweest (februari en mei) die financieel ondersteund werd door het GPO. Grote evenementen Het afgelopen jaar is geen groot evenement in de provincie georganiseerd. Voor het EK voetbal onder 21 in 2007 is een groot deel van dit budget gereserveerd. Wel hebben we de aanvraag van DelfSail 2009 gehonoreerd en een deel van het budget als voorfinanciering uitbetaald aan de stichting.
60
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
326.543
185.975
156.295
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
1.087.447
870.673 12.500
898.271 12.500
1.087.447
883.173
910.771
Totaal lasten
1.413.990
1.069.148
1.067.066
1.413.990
1.069.148
1.067.066
baten 2006
realisatie saldo 2006 185.975
raming saldo 2006 156.295
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen Totaal baten Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
160400 Apparaatskosten
lasten 2006 185.975
160403 Grote en middenevenementen: - grote evenementen - middenevenementen incidenteel - middenevenementen structureel
300.000 124.000 47.500
300.000 124.000 47.500
300.000 171.500
471.500
471.500
471.500
230.861 69.612
230.861 69.612
263.071 65.000
300.473
300.473
328.071
111.200
111.200
111.200
111.200
111.200
111.200
1.069.148
1.069.148
1.067.066
totaal grote en middenevenementen 160404 Relatiemanagement: - relatiemanagement - IPO-jaarconferentie totaal relatiemanagement 160405 Groningen promotie: - bijdrage GPO totaal Groningen promotie totaal representatie/relatiemanagement
61
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 Relatiemanagement Onderschrijding € 32.210 De oorzaak hiervan is dat er weinig activiteiten en evenementen waren die voor een bijdrage uit het krediet relatiemanagement in aanmerking kwamen. Ook was MK12 tot september niet beschikbaar waardoor er minder activiteiten waren.
62
Productgroepnummer en -naam : 1605 Algemeen bestuurlijk Programma
: Bestuur
Portefeuillehouder
: Alders
Productverantwoordelijke
: Smit
Productgroepomschrijving Het zorg dragen voor alle bestuurlijke taken van de provincie in het kader van het openbaar bestuur en die niet met name nader aangeduid kunnen worden, zoals onder meer bestuursgeschillen tussen gemeenten, gemeenschappelijke regelingen en de behandeling van klachten over gemeentebesturen.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • een goed functioneren van het openbaar bestuur in deze provincie Geplande prestatie-indicatoren
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren
Afnemers/klanten • gemeenten en gemeenschappelijke regelingen
63
Beleidsverantwoording Uitgevoerde activiteiten Het bestuur van Novatec heeft GS verzocht om bemiddeling inzake de wijze van beëindiging van de samenwerking met Triobedrijven. In deze bemiddeling is aan beide partijen een voorstel gedaan, waarover door een van de partijen nog geen definitief standpunt is ingenomen. In februari 2006 deed er zich een bestuurlijke crisis voor in de gemeente Delfzijl. Het broze vertrouwen van de inwoners in het gemeentebestuur kwam daardoor onder druk te staan. Gezien de eerdere incidenten in de gemeente zijn de ontwikkelingen in de gemeente - mede in opdracht door de minister van Binnenlandse Zaken - op de voet gevolgd. Het geschonden vertrouwen kwam tot uiting in 3012 blanco stemmen (22,6%) tijdens de laatste gemeenteraadsverkiezingen. In maart 2006 hebben de minister van Binnenlandse Zaken en de commissaris van de koningin daarom een werkbezoek gebracht aan de gemeenteraad. Daar kreeg de gemeente de opdracht van de minister om op korte termijn te komen met een plan van aanpak om het geschonden vertrouwen te herstellen. De commissaris kreeg de opdracht daarop toe te zien. Deze heeft in de periode voor en na het bezoek dan ook regelmatig overleg gevoerd met de waarnemend burgemeester. Tijdens het werkbezoek in maart 2006 heeft de minister ook aangegeven dat het rijk eventueel bereid is om de gemeente extra steun te verlenen, als de opgaven waar de gemeente voor staat dat zouden legitimeren. In het extra werkbezoek dat de commissaris in oktober 2006 aan de raad en het college van B&W bracht, is afgesproken dat de provincie menskracht beschikbaar zou stellen om de gemeente te helpen bij het opstellen van een document dat als basis kan dienen voor de besprekingen met het rijk. Deze zogenaamde overbruggingsimpuls moet duidelijk maken met welke bijzondere opgaven de gemeente wordt geconfronteerd (o.a. herstructurering, het grote chemisch cluster en de relatie met de Eemshaven) en wat er nodig is om Delfzijl op termijn weer op eigen benen te doen staan. De commissaris van de koningin is in het kader van zijn ombudsfunctie in 2006 ook weer benaderd door inwoners van de provincie Groningen die klachten hadden over het bestuur van hun gemeente. In totaal betrof het 25 klachten. Naar aanleiding van deze klachten verzocht de commissaris van de koningin, in het kader van hoor en wederhoor, de desbetreffende burgemeesters om een reactie. De indieners van de klachten zijn vervolgens schriftelijk op de hoogte gesteld van de bevindingen van de commissaris van de koningin
64
Middeleninzet Omschrijving
realisatie 2005
Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2006
raming 2006
33.726
32.940
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
1.694
1.718
700
1.694
1.718
700
Totaal lasten
1.694
35.444
33.640
1.694
35.444
33.640
baten 2006
realisatie saldo 2006 33.726
raming saldo 2006 32.940
1.718
1.718
700
totaal algemeen bestuurlijk
1.718
1.718
700
totaal algemeen bestuurlijk
35.444
35.444
33.640
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen Totaal baten Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006 33.726
160500 Apparaatskosten 160501 Algemeen bestuurlijk: - lidmaatschappen
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 Algemeen bestuurlijk Overschrijding € 1.018 Aantal lidmaatschappen (vakberaden gemeentefinanciën, staatsalmanak ) is in 2006 toegenomen. Tevens zijn hier kosten geboekt die voorgaande jaren uit andere budgetten betaald werden.
65
Productgroepnummer en -naam : 1701 Diensten voor derden Programma
: Bedrijfsvoering
Portefeuillehouder
: Musschenga/Calon
Productverantwoordelijke
: Diversen
Productgroepomschrijving Diensten verleend aan derden worden binnen dit product verantwoord, evenals de ontvangsten terzake. Het kan hierbij gaan om ureninzet van provinciaal personeel dan wel levering van interne producten.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • Dienstverlening ten behoeve van derden vergroot de flexibiliteit van de eigen werknemers en heeft een gunstig effect op het beeld van de provincie. Geplande prestatie-indicatoren • goedkeurende accountantsverklaring; • •
inzetten van hoog opgeleiden ten behoeve van advisering; provinciale monitor.
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • voor het boekjaar 2005 is een goedkeurende accountantsverklaring afgegeven; • •
voor de provincie monitor worden gegevens door het CBS verzameld.
Afnemers/klanten • andere overheden en derden
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) • • •
Ten behoeve van de SNN wordt de financiële administratie verzorgd en worden de begroting en rekening opgesteld. Het beschikbaar stellen van personeel voor advisering aan en voorbereiding van de besluitvorming door de Commissie Bodemdaling. Ter ondersteuning van de Regiovisie wordt een secretaris en overige ondersteuning ingezet.
66
Beleidsverantwoording Uitgevoerde activiteiten • Ten behoeve van het SNN is de financiële administratie verzorgd. De begroting en rekening wordt door het SNN opgesteld. • Voor advisering aan en voorbereiding van de besluitvorming door de Commissie Bodemdaling is personeel beschikbaar gesteld.
67
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
527.169
1.713.760
1.564.923
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
1.666.672
95.052
46.800
1.666.672
95.052
46.800
Totaal lasten
2.193.841
1.808.812
1.611.723
-191 89.696 1.847.129
2.672.005
1.253.526
103.944
278.877
2.040.578
2.950.882
1.253.526
153.263
-1.142.070
358.197
baten 2006
realisatie saldo 2006 897.410
raming saldo 2006 709.387
75.323
62.630 -75.323
58.287 -80.100
75.323
-12.693
-21.813
406.847
310.890 95.052 -406.847
338.411 46.800 -372.600
406.847
-904
12.611
288.459
-288.459
-108.126
288.459
-288.459
-108.126
393.817
388.046 -393.817
375.562 -371.036
393.817
-5.771
4.526
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen - overige administratieve boekingen Totaal baten Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006 897.410
170100 Apparaatskosten 170101 Diensten voor SNN: - apparaatskosten - vergoeding
62.630
totaal diensten voor SNN
62.630
170102 Diensten voor Commissie Bodemdaling: - apparaatskosten - overige kosten - vergoeding
310.890 95.052
totaal diensten Comm. Bodemdaling
405.942
170103 Diensten voor de Blauwe Stad: - vergoeding totaal diensten voor de Blauwe Stad 170104 Diensten voor Regiovisie: - apparaatskosten - vergoeding
388.046
totaal diensten voor Regiovisie
388.046
68
170105 Diensten voor de EDR: - apparaatskosten - vergoeding
54.784
totaal diensten voor de EDR
54.784
170199 Overige diensten voor derden: - vergoeding totaal overige diensten voor derden totaal diensten voor derden
1.808.812
63.031
54.784 -63.031
83.276 -54.630
63.031
-8.247
28.646
1.723.406
-1.723.406
-267.034
1.723.406
-1.723.406
-267.034
2.950.882
-1.142.070
358.197
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 De totale lasten zijn ten opzicht van de raming € 197.089 hoger uitgevallen, terwijl op de baten een aanzienlijk voordeel van € 1.697.356 ontstaat. Per saldo ontstaat een voordeel van € 1.500.267 op diensten voor derden. Zowel in de raming als de realisatie zijn de lasten en baten niet met elkaar in verhouding. In de raming is het saldo € 358.197 nadelig terwijl in de realisatie een voordeel van € 1.142.070 is ontstaan. Nog steeds blijkt het lastig om een goede toerekening van de kosten te maken. Onderstaand worden de belangrijkste afwijkingen nader toegelicht. De eerder gememoreerde toerekening van de apparaatskosten is een verklaring voor de verschillen bij de diensten voor het SNN, Commissie Bodemdaling, Regiovisie en EDR. Ondanks de verschillen als gevolg van de niet geheel correcte toerekening zijn de diensten wel kostendekkend. Per saldo ontstaat een voordelige afwijking op deze onderdelen van € 51.585. De hogere kosten van het programmabudget voor de Commissie Bodemdaling ad. € 48.252 wordt in zijn geheel doorberekend aan de NAM. Op de diensten voor de Blauwe Stad ontstaat per saldo een voordeel van € 180.333. Als gevolg van de afrekening van de salariskosten over de periode van 2003 tot en met 2005 ontstaat een voordeel van € 231.000. I.v.m. een wijziging in een dienstverband is over 2006 een lager bedrag gedeclareerd. Dit is niet vertaald in de begroting waardoor een nadeel van € 50.667 ontstaat. Het voordeel op de overige diensten voor derden ad. € 1.456.372 moet in samenhang met het nadelig saldo op de toegerekende apparaatkosten ad. € 188.023 worden beoordeeld. Begrotingstechnisch zijn baten geraamd voor inzet van het project Costa Due (€ 213.698) en een tweetal detacheringen (€ 53.336). Deze geraamde baten (€ 267.034) afgezet tegen de toegerekende apparaatskosten (€ 709.387) leidt per saldo tot een nadeel van € 442.353. Dit wordt met name verklaard door de toerekening i.v.m. inzet voor derden waarvoor geen bate wordt geraamd. Op realisatiebasis ontstaat een ander beeld, de gerealiseerde baten (€ 1.723.406) zijn hoger dan de toegerekende apparaatskosten (€ 897.410), waardoor een voordeel van € 825.996 is ontstaan. De belangrijkste afwijkingen m.b.t. de baten t.o.v. de raming worden hieronder nader toegelicht. • De gerealiseerde opbrengst voor het project Costa Due is € 29.724 lager uitgevallen. De inzet van personeel is toegerekend aan productgroep 5003 Milieubeleid en Duurzame Ontwikkeling waar het betreffende project beleidsmatig onder wordt verantwoord. • De opbrengsten i.v.m. de detacheringen van personeel is ten opzichte van de raming € 353.832 hoger uitgevallen. Deze extra opbrengsten komen voor een groot deel ten gunste personeelskostenbudgetten (AKP-budget) van betreffende afdelingen. • De inzet voor het project Externe Veiligheid is in de begroting opgenomen bij productgroep 2001Openbare orde en veiligheid. Op realisatiebasis zijn de bijbehorende opbrengsten ad. € 538.180 bij diensten voor derden verantwoord. Dit leidt tot een verschuiving ten opzichte van productgroep 2001. • Voor overige projecten is € 108.430 aan niet geraamde baten gerealiseerd. Deze baten komen ten gunste van het personeelsbudget (AKP-budget) van betreffende afdelingen • Het grootste deel van het voordeel (€ 353.222) op de overige diensten voor derden komt ten gunste van het managementcontract Beheer Wegen en Kanalen (€ 322.765). • De overige baten leiden tot een voordeel van € 132.430.
69
Productgroepnummer en -naam : 1702 Verhuur gebouwen Programma
: Bedrijfsvoering
Portefeuillehouder
: Musschenga
Productverantwoordelijke
: Tetteroo
Productgroepomschrijving Verhuur van vrijgekomen delen van het provinciehuis.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • geen langdurige leegstand van (kantoor)ruimte; Geplande prestatie-indicatoren • Verhuur van 450 m2 kantoorruimte in het provinciehuis.
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren
Afnemers/klanten • huurders van kantoorruimte
Beleidsverantwoording Uitgevoerde activiteiten Verhuur van 450 m2 kantoorruimte in het provinciehuis.
70
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
238.236
282.203
245.527
238.236
282.203
245.527
62.556
62.203
60.300
62.556
62.203
60.300
175.680
220.000
185.227
baten 2006
realisatie saldo 2006 282.203
raming saldo 2006 245.527
62.203
-62.203
-60.300
62.203
-62.203
-60.300
62.203
220.000
185.227
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten Totaal lasten Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen Totaal baten Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006 282.203
170200 Apparaatskosten 170201 Verhuur van gebouwen: - huuropbrengst totaal verhuur van gebouwen totaal verhuur van gebouwen
282.203
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006
71
Productgroepnummer en -naam : 1799 Diverse lasten en baten Programma
: Bedrijfsvoering
Portefeuillehouder
: Calon
Productverantwoordelijke
: Faber
Productgroepomschrijving Hier worden de betalingsverschillen en afwikkelingsverschillen voor zover niet toe te rekenen aan een productgroep verantwoord.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten
Geplande prestatie-indicatoren
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren
Afnemers/klanten
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting)
Toelichting/ontwikkelingen
Beleidsverantwoording
72
Middeleninzet Omschrijving
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
-1.754.030
-209.563
-1.754.030
-209.563
Totaal lasten
-1.754.030
-209.563
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen - afwikkeling baten voorgaande jaren
275.931
364.159
Totaal baten
275.931
411.795
-2.029.961
-621.358
baten 2006
realisatie saldo 2006
-8 57
8 -57
49
-49
-209.563
411.746
-621.309
totaal afwikkeling voorgaande jaren
-209.563
411.746
-621.309
totaal diverse lasten en baten
-209.563
411.795
-621.358
47.636
Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006
179901 Betalingsverschillen: - kasverschillen - afrondingsverschillen totaal betalingsverschillen 179999 Afwikkeling voorgaande jaren: - afwikkeling voorgaande jaren
raming saldo 2006
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 Als gevolg van de afboekingen van diverse verplichtingen uit voorgaande jaren en verantwoording van diverse ontvangsten die betrekking hebben op voorgaande jaren ontstaat een voordeel van € 621.358.
73
74
2. Openbare orde en veiligheid No.
Omschrijving functie/productgroep
lasten 2006
baten 2006
realisatie saldo 2006
raming saldo 2006
2.0 2001
Openbare orde en veiligheid, algemeen Openbare orde en veiligheid
1.638.811
800.110
838.701
888.774
Totaal functie 2.0
1.638.811
800.110
838.701
888.774
Totaal hoofdfunctie 2
1.638.811
800.110
838.701
888.774
75
76
Productgroepnummer en -naam : 2001 Openbare orde en veiligheid Programma
: Schoon en Veilig Groningen
Portefeuillehouder
: Alders
Productverantwoordelijke
: Boerma
Productgroepomschrijving De provincie heeft een aantal wettelijk benoemde taken op het gebied van veiligheid. De CdK heeft ook een aantal zelfstandige bevoegdheden/taken. Aan het college en de CdK wordt ondersteuning gegeven bij de uitvoering van deze taken. De rollen die de provincie heeft zijn: • initiërende en faciliterende rol; • coördinerende rol; • uitvoering van wettelijke taken (toezicht en toetsen planvorming vooraf; coördineren bij repressie tijdens calamiteit).
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • De provincie is goed voorbereid op calamiteiten en rampen in de provincie en de plannen worden geoefend. • De provinciale organisatie is goed voorbereid op calamiteiten en rampen in de provincie. • De provincie stelt zich actief op in de (voorbereiding op de) rampenbestrijding. • Er is toezicht en controle op de politietaak met betrekking tot de handhaving van de openbare orde en de hulpverlening aan de burgers. • Bevolking en intermediairs zijn goed geïnformeerd over risicosituaties en over de preventie en bestrijding van rampen met behulp van middelen die de provincie ter beschikking stelt. Geplande prestatie-indicatoren • het oprichten en instandhouden van overlegvormen in het kader van openbare orde en veiligheid;
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • het bestuur van het RPC Groningen is vier keer bijeen geweest. Het platform RPC Groningen is één keer bijeen geweest. De themabijeenkomst van de platformbijeenkomst had als thema: Fraudebestrijding in een publiek-private samenwerking. De provincie participeert overigens op bestuurlijk en ambtelijk niveau in diverse overlegstructuren, zowel met eigen regio (politie, brandweer, ghor) als met andere provincies;
•
gemeentelijke rampenplannen up-to-date;
•
alle 25 rampenplannen zijn voor wat de gemeentelijke processen betreft up to date;
•
goedlopende (bestuurlijke) oefeningen;
•
het Regionaal Operationeel team is 2 keer geoefend. In 2006 heeft het Regionaal BeleidsTeam de evaluatie van een oefening uit november 2005 gehouden. In januari 2007 is het RBT weer geoefend. Omdat beide oefeningen zich voordeden vlak voor en vlak na 2006, is netto in 2006 geen oefening gehouden.
•
optimaal ingericht Provinciaal Actiecentrum;
•
PAC - De ICT voorzieningen van het PAC werd 2 maandelijks ge-updated, terwijl de overige voorzieningen meerdere keren per jaar werd
77
gecheckt en zonodig geactualiseerd. De feitelijke inrichting van het PAC werd door het houden van inrichtingsoefeningen door medewerkers van FZ- ICT en CK beoefend; •
up-to-date risicokaart Groningen;
•
de risicokaart werd doorlopend geactualiseerd door gemeenten, provincie en diverse ministeries;
•
actuele milieuvergunningen.
•
de 13 BRZO-bedrijven hebben een actuele milieuvergunning.
Afnemers/klanten • burgers van de provincie Groningen; • andere overheden; • overige ketenpartners in veiligheid, waaronder relevante instellingen en bedrijven.
Prioriteiten 2006
Provinciaal veiligheidsbeleid Het actieprogramma Provinciaal Veiligheidsbeleid is de paraplu waaronder alle beleidsaspecten van de provincie zijn ondergebracht die te maken hebben met veiligheid. In dit programma wordt het provinciale actuele veiligheidsbeleid voor de verschillende provinciale beleidsvelden omschreven en worden tevens de concrete activiteiten op het gebied van veiligheid binnen die beleidsvelden aangegeven. Het gaat daarbij in het bijzonder om Externe veiligheid, OOV en Rampenbestrijding, Verkeersveiligheid, Water, Ruimtelijke Ordening en tenslotte Welzijn en Volksgezondheid. Het samenbrengen van dit divers beleid onder de noemer Provinciaal Veiligheidsbeleid geeft de Provinciale Staten een helder overzicht van onze inspanningen om de veiligheid in deze provincie te vergroten. Zichtbaar maken wat we nul al doen en wat we in de toekomst gaan doen is daarbij het uitgangspunt.
Crisismanagement • • • •
het mede uitvoeren en onderhouden van het beheersplan van Crisismanagement Groningen; het completeren en beheren van (de werkruimte van) het PAC; het actueel houden van eigen provinciale documenten, benodigd voor crisismanagement, zoals bijv. het Provinciaal Coördinatieplan; het verder uitvoeren van het ingezette leer-oefentraject, zowel regionaal, intergemeentelijk als voor de eigen provinciale organisatie.
De Risicokaart De Risicokaart van de Provincie Groningen, een samenwerking tussen de provincie, de gemeenten en de hulpverleningsorganisaties in de provincie Groningen, bestaat uit een versie voor professioneel gebruik en een versie voor publiek. De publieksversie is te vinden op de website van de Provincie Groningen. Op de Risicokaart staan zowel risicoveroorzakers als risico-ontvangers. De professionele Risicokaart kan gebruikt worden bij rampenbestrijding maar ook - proactief - in de sfeer van ruimtelijke ordening, ter voorkoming van vestiging van risicobronnen bij bebouwing met een woonfunctie, en het is ook zeker onze bedoeling om dat te doen.
78
Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft landelijke criteria ontwikkeld waaraan de Risicokaarten in Nederland moeten voldoen. Dit leidt dit jaar tot aanpassing van de huidige Risicokaart Groningen. Wij zullen de Model Risicokaart Groningen implementeren en publiceren op het Internet. Deze kaart is gebaseerd op het landelijke model dat in IPO-verband is ontwikkeld. Aan de hand van hun ervaringen met de openbare risicokaart zullen professionele gebruikers bij de provincie en de Hulpverleningsdienst Groningen een analyse doen naar de functionaliteit van de model risicokaart t.o.v. de huidige professionele risicokaart. Op basis van de resultaten uit deze analyse zullen wij een ombouwplan opstellen om de huidige professionele risicokaart in 2007 om te bouwen naar de professionele model risicokaart. Tot die tijd wordt de huidige professionele risicokaart in stand gehouden en geactualiseerd.
Toezicht en toetsing Na enkele jaren van strak doorvoeren van wet- en regelgeving staat het provinciaal toezicht redelijk op de kaart. De rol van de provincie als toezichthouder en de wijze van werken zijn inmiddels bij alle gemeenten en diensten bekend en - voor zover dat mogelijk is - geaccepteerd. Ook de samenwerking en de afstemming met inspecties als die van OOV en VROM hebben ertoe geleid dat op het gebied van veiligheid een behoorlijk toezichtsinstrumentarium is geïmplementeerd. Tijd voor evaluatie en bezinning. Evaluatie van het instrumentarium en bezinning over de uitvoerbaarheid van de regelgeving en de werkbaarheid van het instrumentarium. De informatie die voortvloeit uit het toezicht kan ook worden benut om tot meer integrale beleidsvoering te komen. Vraagstukken van veiligheid zullen meer moeten doorklinken in het omgevingsbeleid en in de ruimtelijke ordening. Programmafinanciering voor de implementatie van VROM-regelgeving kan worden gebruikt voor de verdere ontwikkeling van extern veiligheidsbeleid op gebieden waar de overheid nu geen invloed op heeft.
Programma "Samen sterk, samen veilig" (Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid 2004- 2005) Doel van het Groningse Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid is de implementatie van het (nieuwe) externe veiligheidsbeleid bij de provincie, gemeenten en de regionale brandweer. Het betreft onder andere het uitvoeren van de risico-inventarisatie voor het Register risicosituaties, het opstellen van een veiligheidsvisie van de gemeenten, het actualiseren van milieuvergunningen, het aanpassen van ruimtelijke plannen, het inventariseren van het transport van gevaarlijke stoffen, het verantwoorden van het groepsrisico, het saneren van LPG-stations, het handhaven van wet- en regelgeving, het versterken van de samenwerking tussen de lagere overheden en het professionaliseren van de uitvoering en handhaving van het EV-beleid. Het programma heeft deze titel meegekregen om tot uitdrukking te brengen dat het een gezamenlijk programma is van de betrokken overheidsdiensten, te weten de Groningse gemeenten, de regionale brandweer, de gemeentelijke samenwerkingsverbanden, de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen en de provincie. De Staatssecretaris zal de programmagelden uitkeren op basis van de Subsidieregeling Programmafinanciering Externe Veiligheidsbeleid voor andere overheden.
79
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) • • • • • • • • • • • • •
• •
een rapportage aan provinciale staten over het uitgevoerde beleid van 2005; het uitvoeren van het beleid op het gebied van OOV en Rampenbestrijding; het opstellen van een actieprogramma 2006-2007; (financieel) participeren in het Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing Groningen; het voortzetten van de uitvoering van (de projecten binnen) het uitvoeringsprogramma externe veiligheid; hiervoor wordt verwezen naar het onderdeel milieu; verschijning geactualiseerd provinciaal coördinatieplan crisismanagement; het feitelijk plaatsvinden van trainingsbijeenkomsten voor PAC-medewerkers; feitelijke deelname aan oefeningen; hetzij als deelnemer, hetzij als responscel dan wel het feitelijk bijwonen van het MDO-overleg; het feitelijk plaatsvinden van een RBT-oefening; het feitelijk bijwonen van de diverse overleggen; implementatie van de publieke model risicokaart en publicatie op het Internet; de huidige professionele risicokaart is operationeel en actueel; er zullen 25 gereviseerde gemeentelijke rampenplannen worden getoetst; er zullen 9 gemeentelijke rampbestrijdingsplannen (resp. revisies van deze) worden getoetst; er zullen revisies van 2 calamiteitenplannen worden getoetst en ons oordeel over het plan van het Wetterskip Fryslan zal worden gegeven aan de coördinerende provincie, zodra dit plan ons aangeboden is.
Toelichting/ontwikkelingen Risicokaart In artikel 6 van de WRZO is de rol en taak van de provincie met betrekking tot de risicokaart vastgelegd: 1. Gedeputeerde staten dragen zorg voor de productie en het beheer van een geografische kaart waarop de in de provincie aanwezige risico’s zijn aangeduid. Deze risicokaart vermeldt de plaatsgebonden en geografisch te onderscheiden risico’s die zijn beschreven in de gemeentelijke risico-inventarisatie, bedoeld in artikel 3, alsmede de gegevens die zijn opgenomen in het openbare register, bedoeld in artikel 12.12 van de Wet milieubeheer. De kaart is openbaar. 2. De colleges van burgemeester en wethouders in de provincie en de directeur-generaal van het Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu leveren gedeputeerde staten de voor de uitvoering van het eerste lid benodigde gegevens. 3. Bij ministeriele regeling kunnen voorschriften worden gegeven over de in de risicokaart op te nemen categorieën van rampen, de productie, het beheer en de vormgeving van de risicokaart en over de wijze waarop en de frequentie waarmee de daarvoor benodigde gegevens dienen te worden aangeleverd.
Beleidsverantwoording Prioriteit Provinciaal Veiligheidsbeleid Het actieprogramma Provinciaal Veiligheidsbeleid is de paraplu waaronder alle beleidsaspecten van de provincie zijn ondergebracht die te maken hebben met veiligheid. In het programma 2006-2007 wordt het provinciale actuele veiligheidsbeleid voor de verschillende provinciale beleidsvelden omschreven en worden tevens de concrete activiteiten op het gebied van veiligheid binnen die beleidsvelden aangegeven. Het gaat daarbij in het bijzonder om Externe veiligheid, OOV en Rampenbestrijding, Verkeersveiligheid, Water, Ruimtelijke Ordening en tenslotte Welzijn en Volksgezondheid. Het RPCG ondersteunde diverse projecten op het gebied van criminaliteitspreventie in het bedrijfsleven. Uitgevoerde activiteiten Provinciaal Veiligheidsbeleid Dit jaar is het Actieprogramma 2006-2007 vastgesteld en aangeboden aan Provinciale Staten. Er is
80
tevens gewerkt aan de uitvoering van het Actieprogramma Provinciaal Veiligheidsbeleid 2004-2005. Van het gevoerde beleid in 2005 is verslag gedaan aan Provinciale Staten. Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing Groningen Het stichtingsbestuur van het Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing Groningen, waarvan dhr. Alders voorzitter is, is in 2006 drie keer bijeengekomen. Daarnaast is er voor het Platform een bijeenkomst georganiseerd. De bijeenkomst stond in het teken van de fraudebestrijding in een publiekprivate samenwerking. Op basis van de resultaten uit de evaluatie van het RPCG eind 2005 heeft de provincie het RPCG net als in voorgaande jaren een bijdrage van € 25.000 toegekend. De highlights uit het onderzoek zijn naar gemeenten toegestuurd. Prioriteit Crisismanagement • voorbereidingen zijn getroffen om vlak na de collegevorming in 2007 een nieuw coördinatieplan uit te geven. Bereikbaarheidsoverzichten zijn doorlopend actueel gehouden; • het verder uitvoeren van het ingezette leer-oefentraject, zowel regionaal, intergemeentelijk als voor de eigen provinciale organisatie; • tijdens twee oefeningen van het regionaal operationeel team en een oefening in het kader van de doorlichting door de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid zijn zowel technisch, tactisch als strategisch niveau van crisismanagement beoefend. Prioriteit De Risicokaart Nadat de kerngroep Risicokaart Groningen de Risicokaart (volgens het landelijke model) in december 2005 in de ICT-omgeving van de provincie had geïmplementeerd, hebben wij de Groninger gemeenten begin 2006 aangespoord om de invoer van de gegevens - in het bijzonder de bedrijven met gevaarlijke stoffen, de kwetsbare objecten en de evenementen - zo spoedig mogelijk af te ronden. Wij op onze beurt hebben dat gedaan voor de inrichtingen waarvoor wij zelf het bevoegd gezag zijn en voor de overige ramptypen die gemeentegrens overschrijdend zijn (bijv. bosbrandgebieden, ongevallen op (vaar)wegen). Het bevoegd gezag heeft de wettelijke plicht deze gegevens actueel te houden via de daartoe ontwikkelde invoermodule. Op basis van een informatieanalyse onder de gebruikers van de oude professionele kaart heeft de kerngroep Risicokaart Groningen besloten de professionele versie van de modelrisicokaart voortaan te gebruiken als dé risicokaart voor professioneel gebruik. In het najaar van 2006 is een kopie gemaakt van de gegevens op de oude professionele risicokaart, waarna deze kaart van het netwerk is gehaald. De werkzaamheden van de kerngroep Risicokaart Groningen met betrekking tot de publieke en de professionele risicokaart zijn daarmee afgerond. Sindsdien bevindt de risicokaart Groningen zich in een beheersituatie. In september hebben wij alle gemeenten in een bijeenkomst geïnformeerd over de stand van zaken en de (landelijke) ontwikkelingen rond de risicokaart. Daar werd ook ingegaan op de nieuwe landelijke rampencampagne van het ministerie van BZK "Denk vooruit" van start. Via een postcode-check op de campagnewebsite worden mensen geïnformeerd over de risico's in hun omgeving. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de gegevens uit de provinciale risicokaarten. Tot slot melden wij hier nog dat de Risicokaart Groningen beoordeeld is in het onderzoek van het ministerie van VROM dat dit jaar plaatsvond, met een positief resultaat. Uitgevoerde activiteiten Op 28 februari 2006 hebben wij de publieksversie van de kaart op het internet gepubliceerd. De kaart is sindsdien zowel bereikbaar via de provinciale website als rechtstreeks via risicokaart.provinciegroningen.nl. In september 2006 kreeg een beperkt aantal medewerkers van de Hulpverleningsdienst Groningen toegang tot de professionele modelrisicokaart Groningen. Zij hebben het systeem getest teneinde ook overige externe professionals toegang te kunnen geven. De kleine technische problemen die hierbij aan het licht kwamen zijn er de reden voor dat wij er niet in geslaagd zijn dit nog in 2006 te realiseren. Prioriteit toezicht en toetsing Het provinciaal toezicht op de voorbereiding op de rampenbestrijding staat redelijk op de kaart. Gemeenten en regio hebben de provincie in 2006 meermalen verzocht om conceptplannen aan een prétoets te onderwerpen. Deze nieuwe vorm van toetsing biedt de provincie de mogelijkheid om al in een voorstadium betrokken te zijn bij kwaliteitsverbetering van de planvorming. De samenwerking en de afstemming met inspecties als die van OOV en VROM is verder verdiept. De provincie heeft voor de
81
inspectie OOV toezicht gehouden op de noodzakelijke verbeteractiviteiten van de veiligheidsregio i.o. in het kader van de algemene doorlichting rampenbestrijding. Zelf is de provincie onderwerp van inspectie geweest in het zogenaamde provincieonderzoek, uitgevoerd door de VROM-inspectie. De ervaringen met deze inspectie zijn dienstbaar aan de implementatie van een afgewogen toezichtinstrumentarium in de provincie Groningen. Na enkele jaren uitvoeringspraktijk met de nieuwe wet rampen en zware ongevallen leeft een breed gedragen behoefte aan minder papieren planvorming en aan meer praktische beoefening en kwaliteitsverbetering. In dat kader is met provinciale steun gewerkt aan de ontwikkeling van een rampbestrijdingsplan voor het gehele Chemiepark in Delfzijl. Dit plan is uniek omdat het voor meer BRZO- en zelfs voor niet VR-plichtige inrichtingen geldend is. De afronding van de planvorming is voorzien in het voorjaar van 2007. De informatie die voortvloeit uit het toezicht is deels bestemd voor het Rijk, maar is tevens benut om tot meer integrale beleidsvoering te komen. Vraagstukken van veiligheid zijn nadrukkelijk onderwerp van beschrijving in het Provinciaal Omgevingsplan. De Minister van BZK heeft in 2006 de eerste bestuurlijke rapportage nieuwe stijl ontvangen; het nieuwe aan deze rapportage is dat deze is ingediend door de veiligheidsregio in oprichting, waaraan de commissaris van de Koningin de rapportages van de waterschappen toevoegt en een verslag van de eigen provinciale taken. Uitgevoerde activiteiten • Alle 25 rampenplannen zijn voor wat de gemeentelijke processen getoetst. • Er zijn 7 rampbestrijdingsplannen getoetst en de raamplan LPG en het rampbestrijdingsplan voor het Chemiepark zijn gepretoetst. • De revisies van de calamiteitenplannen zijn getoetst. Prioriteit Programma "Samen sterk, samen veilig" (Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid 2004- 2005) Dit programma is in 2006 inhoudelijk en financieel afgesloten.
82
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
593.550
695.855
849.304
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
152.854
942.956
845.470
152.854
942.956
845.470
Totaal lasten
746.404
1.638.811
1.694.774
799.663 447
806.000
800.110
806.000
746.404
838.701
888.774
baten 2006
realisatie saldo 2006 695.855
raming saldo 2006 849.304
93.110 49.736
93.110 49.736
100.900 50.000
142.846
142.846
150.900
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen Totaal baten Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006 695.855
200100 Apparaatskosten 200102 Openbare orde en veiligheid: - diverse kosten o.o.v. - risicokaart totaal openbare orde en veiligheid 200103 Integraal veiligheidsbeleid: - uitv. programma extern veiligheidsbeleid totaal integraal veiligheidsbeleid totaal openbare orde en veiligheid
800.110
800.110
-111.430
800.110
800.110
-111.430
1.638.811
800.110
838.701
888.774
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 De totale directe kosten zijn ten opzichte van de raming € 97.486 hoger uitgevallen dan geraamd. De verwerking van de personeelskosten van het Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid wijkt in de realisatie af van de werkwijze in de raming. Deze personeelskosten zijn in de realisatie als kosten bij deze productgroep geboekt en als opbrengst apparaatskosten bij de productrgroep diensten voor derden (1701). Door het verschil in verwerking ontstaat een presentatietechnische afwijking.
83
84
3. Verkeer en vervoer No.
Omschrijving functie/productgroep
3.0 3000
3.1 3101 3102 3103
3.3 3301 3302 3303 3304 3305
3.4 3401 3402
lasten 2006
baten 2006
realisatie saldo 2006
raming saldo 2006
Verkeer en vervoer, algemeen Mobiliteitsbeleid
18.536.704
16.387.998
2.148.706
4.048.687
Totaal functie 3.0
18.536.704
16.387.998
2.148.706
4.048.687
Landwegen (Re)constructie wegen en fietspaden Onderhoud en beheer wegen en fietspaden Verkeersveiligheid
12.288.099 14.564.364 2.169.506
1.237.091 50.956.385 38.714
11.051.007 -36.392.021 2.130.792
7.747.961 14.855.534 1.882.129
Totaal functie 3.1
29.021.969
52.232.191
-23.210.222
24.485.624
Waterwegen (Re)constructie waterwegen Onderhoud en beheer hoofdvaarwegen Onderhoud en beheer overige vaarwegen Onderhoud en beheer schutsluis Lauwersoog Herstel schade a.g.v. bodemdaling
3.944.061 10.928.951 5.861.542 537.350 7.533
10.259.424 1.397.959 201.371
3.944.061 669.526 4.463.584 335.979 7.533
3.015.636 245.022 5.362.648 -19.992 24.236
Totaal functie 3.3
21.279.438
11.858.754
9.420.683
8.627.550
Vervoer Luchtvaartvervoer Collectief personenvervoer
326.063 44.632.340
44.105.911
326.063 526.429
325.875 861.166
Totaal functie 3.4
44.958.402
44.105.911
852.492
1.187.040
113.796.513 124.584.853
-10.788.341
38.348.901
Totaal hoofdfunctie 3
85
86
Productgroepnummer en -naam : 3001 Mobiliteitsbeleid Programma
: Bereikbaar Groningen
Portefeuillehouder
: Musschenga
Productverantwoordelijke
: Schoonbeek
Productgroepomschrijving Binnen het programma Bereikbaar Groningen geven wij prioriteit aan: • verbetering hoofdinfrastructuur; • de Zuiderzeelijn; • stimulering van goederenvervoer over water en rail; • het verbeteren van het openbaar vervoer; • stimulering van fietsgebruik; • optimale bereikbaarheid van de regio Groningen-Assen; • terugdringen verkeersonveiligheid. Wij zien de auto voor de verdere economische ontwikkeling van onze regio als onmisbaar. De auto is voor het functioneren van het platteland noodzakelijk. Het garanderen van een blijvend goede bereikbaarheid van de gehele regio staat centraal waarbij wij ernaar streven om de ongewenste neveneffecten van met name de auto zoveel mogelijk te voorkomen. Wij denken dan aan voorkomen van filevorming, verkeersonveiligheid, geluidhinder en stank en het beperken van het ruimtebeslag in vooral stedelijke gebieden. Wij staan een werkwijze voor waarbij wij samen met de andere overheden en de bevolking de verkeersen vervoerproblematiek zoveel mogelijk per regio of per vervoerrelatie (bundel) aanpakken. Ten behoeve van de beleidsontwikkeling en -evaluatie van genomen maatregelen houden wij gegevens bij over verkeersongevallen, snelheden, intensiteiten en scheepvaartbewegingen. Deze gegevens worden geanalyseerd en over de resultaten van deze analyse wordt periodiek gerapporteerd.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • filevrij houden van de belangrijke hoofdverbindingen in de regio; • meer goederenvervoer over water en spoor; • kwaliteitsverbetering van het openbaar vervoer; • groter aandeel van de fiets in de verplaatsingen door realisering van een hoogwaardig en veilig hoofdfietsroutenet; • minder verkeersdoden en ziekenhuisgewonden in het verkeer. Geplande prestatie-indicatoren Prestatie-indicatoren • ontwikkeling automobiliteit (aantal voertuig kilometers uitgedrukt in voertuigkilometrage op werkdagen op provinciale wegen in de provincie Groningen) Opmerking: in de productenbegroting 2006 waren op dit onderdeel prestatie-indicatoren opgevoerd die niet deugden. Hiernaast zijn de goede indicatoren opgevoerd.
•
filelengte (% van het wegennet met een matige
87
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • 1990 (POP) = 100 2001 2002 2003 2004 2005
127 130 131 129 129
2010
144
tot grote kans op oponthoud) 2000 2001 2002 2003 2004
11,9 % 13,4 % 15,2 % 13,9 % 13,5 % •
•
vervoerwijze verdeling goederenvervoer in de provincie (modal split) in 2003 spoor 3,1 % water 13,3 % weg 83,6 %
•
mobiliteit per vervoerwijze (uitgedrukt in verplaatsingen per dag) lopen 2000 18 % 2001 18 % 2002 17 % 2003 17 %
auto overig 45 % 1% 45 % 2% 46 % 2% 47 % 2%
(brom)fiets
2005
14,6 %
• Bron (CBS) heeft geen meer recente berekening uitgevoerd.
• Bron (CBS) heeft geen meer recente berekening uitgevoerd. OV
33 %
3%
31 %
4%
31 %
4%
31 %
3%
Afnemers/klanten • inwoners, weggebruikers, bedrijfsleven, gemeenten, rijk, belangenorganisaties en in voorkomende gevallen aan- en omwonenden
Prioriteiten 2006
Aanpak knelpunten in de infrastructuur Op de Ring Groningen worden ingrijpende verbeteringsmaatregelen uitgevoerd. Wij verwachten in 2006 het ongelijkvloers maken van de kruising Hoendiep met de Westelijke Ringweg te kunnen afronden. Ook de aanpak van de knoop Noordelijke - Westelijke Ringweg is in 2006 volop in uitvoering. Afronding van deze werkzaamheden verwachten wij in 2007. Tenslotte speelt het ongelijkvloers maken van de kruising Noordelijke Ringweg - Bedumerweg in combinatie met de vervanging van de Noordzeebrug. Wij verwachten dat, na het uitvoeren van voorbereidende werkzaamheden, in 2006 de schop daadwerkelijk de grond in gaat. Afronding van dit majeure project voorzien wij in 2008. De planstudie naar de verbetering van de verkeersafwikkeling N355 (Groningen - Zuidhorn) wordt volgens de verwachting begin 2006 door Provinciale Staten behandeld. Hierin is aangegeven welk eindbeeld wij voor deze verbinding voor ogen hebben en welke capaciteitsverruimende maatregelen wij op termijn noodzakelijk achten. Ook is bekend waar de Fietsroute Plus wordt gerealiseerd en hoe deze er uit ziet. Wij streven er naar eerste verbeteringsmaatregelen in 2006 voor te bereiden en mogelijk uit te voeren. Hiervoor zijn op basis van de besluitvorming over de actualisering van het rapport Herijking Investeringsniveau Infrastructuur (H2i2) financiële middelen gereserveerd. Na een periode van voorbereiding die deels in het teken stond van het verkrijgen van een sluitende financiële opzet zullen wij in 2006 een tweetal gevaarlijke aansluitingen op de N366 (Veendam - Ter Apel) ombouwen tot ongelijkvloerse aansluitingen.
88
Daarmee zetten wij met de betrokken partners een eerste stap in de richting van het gewenste eindbeeld voor de N366, een stroomweg met een 100 km-regime en ongelijkvloerse aansluitingen. Voor de bekostiging van het provinciaal deel van de projectkosten hebben wij in H2i2 extra middelen beschikbaar gekregen. Op het kruispuntencomplex A7 / N367 en aansluitende weggedeelten doen zich verkeersveiligheids- en verkeersafwikkelingsproblemen voor. In 2005 wordt hiertoe een studie verricht om deze problemen op te lossen. In 2006 willen wij met de uitvoering van de verbeteringsmaatregelen beginnen. De uitvoeringen van de wegomlegging Middelstum zullen wij in 2006 afronden. Dit geldt ook voor de verbeteringswerken op de aansluitingen van de N372 (Leek) op de A7.
N33
€ p.m.
Wij hebben ons in 2005 in de richting van het rijk maximaal ingespannen om afspraken te maken over de verdubbeling van de N33 en om dit zo mogelijk te versnellen. Tot die inspanningen behoorde onze bereidheid een substantiële bijdrage te willen verlenen in de kosten die met verdubbeling van deze rijksweg zijn gemoeid. Onze activiteiten in 2006 in dit kader zijn sterk afhankelijk van de uiteindelijke uitkomsten van de onderhandelingen met het rijk.
Regionale uitwerking essentiële onderdelen Nota Mobiliteit Op grond van de uitvoeringsagenda van de Nota Mobiliteit voeren wij, samen met de provincie Drenthe en een aantal gemeentelijke partners, een netwerkanalyse uit voor het stedelijk netwerk Groningen Assen. Op basis van deze analyse worden maatregelenpakketten opgesteld. Daarnaast hebben wij met alle gemeenten, OM/Regiopolitie en anderen in 2005 het maatregelenpakket verkeersveiligheid 2010 ontwikkeld. Dit in relatie tot de in de Nota Mobiliteit opgenomen doelstelling die ook voor het grondgebied van onze provincie geldt. Wij zullen in 2006 de noodzakelijke activiteiten op onze wegen onderbrengen in een meerjarenuitvoeringsprogramma van het Actieplan verkeersveiligheid provinciale wegen. Wij zullen daarin laten zien hoe wij onze bijdrage aan het halen van die doelstelling willen leveren. Verder zullen wij de andere partijen ondersteunen bij het realiseren van hun bijdrage aan de reductie van het aantal verkeersslachtoffers in 2010.
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) • • • • •
afronding van de MER-tracéstudie Groningen-Winsum (N361); afronding van de vrijwillige MER-procedure voor de wegomlegging Zuidhorn; In het kader van de vaarweg Lemmer-Delfzijl wordt gestart met de vernieuwing van de bruggen Aduard en Eibersburen. uitvoering geven aan projecten uit het Actieplan Fiets; uitvoering geven aan het SNN-actieplan goederenvervoer.
89
Beleidsverantwoording Prioriteiten Aanpak knelpunten in de infrastructuur Overeenkomstig onze verwachting hebben wij in het verslagjaar het ongelijkvloers maken van de kruising Hoendiep met de Westelijke Ringweg kunnen afronden. Met de aanpak van de knoop Noordelijke - Westelijke Ringweg zijn we begonnen. Wij verwachten dit werk in 2007 af te ronden. Het is ons niet gelukt in 2006 daadwerkelijk te starten met het ongelijkvloers maken van de kruising Noordelijke Ringweg - Bedumerweg in combinatie met de vervanging van de Noordzeebrug. Wel is de planvorming voor dit majeure werk afgerond en hebben Provinciale Staten, door het beschikbaar stellen van het benodigde krediet, ingestemd met uitvoering. Niet alle grond, die nodig is om met deuitvoering te starten was in het verslagjaar in ons bezit. Dit leidt tot vertraging die mogelijk fors kan oplopen als wij een onteigeningsprocedure moeten doorlopen. Provinciale Staten hebben de planstudie naar de verbetering van de verkeersafwikkeling N355 (Groningen - Zuidhorn) behandeld en vastgesteld. Daarmee is duidelijkheid ontstaan over het gewenste eindbeeld van deze verbinding en welke capaciteitsverruimende maatregelen in dit verband de komende jaren aan de orde komen. Op basis van deze studie hebben wij ons eveneens tot Provinciale Staten gewend met een voorstel voor de realisering van een Fietsroute Plus tussen deze plaatsen. Voor de uitvoering van deze hoogwaardige fietsvoorziening hebben Provinciale Staten in 2006 een krediet beschikbaar gesteld. Provinciale Staten hebben ook onze voordracht, die betrekking heeft op de ombouw van een tweetal gevaarlijke aansluitingen op de N366 (Veendam - Ter Apel) tot ongelijkvloerse aansluitingen, vastgesteld. Het betreft de aansluitingen Alteveer en Nautilusweg. Beide projecten hebben wij eind 2006 kunnen aanbesteden. Voor het oplossen van de verkeersveiligheids- en verkeersafwikkelingsproblemen op het kruispuntencomplex A7 / N367 (Winschoten) hebben wij voor een tweetrapsraket gekozen. De besluitvorming over de uitvoering van de werkzaamheden ten zuiden van het Winschoterdiep (N367/Beertsterweg) hebben wij separaat aan Provinciale Staten voorgelegd. Eind 2006 zijn wij met de uitvoering van deze werkzaamheden begonnen. Het afronden van het planproces voor de werkzaamheden ten noorden van het Winschoterdiep heeft op basis van de informatieavonden met de bevolking meer tijd en energie van ons gevraagd. Daarnaast bestond ook lange tijd onzekerheid over financiële bijdragen van derden. Begin 2007 zullen wij een gedragen plan voor de aanpak van dit deel van het project ter besluitvorming aan Provinciale Staten voorleggen. Ook de uitvoeringen van de wegomlegging Middelstum hebben wij in tweeën geknipt. Wij zijn in de loop van 2006 gestart met de uitvoering van de 1e fase. Met de uitvoering van de 2e fase kunnen wij eerst beginnen als de in gang gezette procedure rond de noodzakelijke grondverwerving is afgerond. Zoals is aangegeven hebben wij de ingrijpende verbeteringswerken op de aansluitingen van de N372 (Leek) op de A7 in 2006 afgerond.
N33 Eind 2005 hebben wij overeenstemming bereikt met het rijk over de verdubbeling van de N33 tussen Assen en Zuidbroek. In 2006 is het rijk, samen met ons, gestart met de planvorming. Dit proces wordt door het rijk aangestuurd en zal naar verwachting enkele jaren in beslag nemen. Onderdeel van deze planstudie is de Tracé-MER studie. De verwachting is dat het MER rapport in 2007 kan worden afgerond. Regionale uitwerking essentiële onderdelen Nota Mobiliteit Op grond van de uitvoeringsagenda van de Nota Mobiliteit hebben wij, samen met de provincie Drenthe en een aantal gemeentelijke partners de netwerkanalyse voor het Nationaal Stedelijk Netwerk Groningen-Assen uitgevoerd. Parallel daaraan is de Verkenning Alternatieven Zuidelijke Ringweg uitgevoerd. Beide studies vormden mede de basis voor het bestuurlijk overleg in oktober met de minister van Verkeer en Waterstaat. Met de minister werd helaas nog geen overeenstemming bereikt over het opstarten van een planstudie voor de Zuidelijke Ringweg. Daarop heeft de Tweede Kamer eind oktober met de motie Mastwijk de regering met klem verzocht op de kortst mogelijke termijn een planstudie te starten. Momenteel vindt daarom toch met de minister overleg plaats om te kijken onder welke voorwaarden gestart kan worden met een planstudie. Doorwerking van de netwerkanalyse in het meerjareninvesteringsprogramma van het NSN Groningen-Assen gebeurt in 2007. Daarnaast hebben wij op basis van de in de Nota Mobiliteit opgenomen doelstelling voor
90
verkeersveiligheid met alle gemeenten, OM/Regiopolitie en anderen eind 2006 een tiental afspraken gemaakt over gezamenlijke inspanningen die moeten bijdragen aan het verder terugdringen van het aantal ernstige verkeersongevallen in onze provincie. Deze afspraken vloeien voort uit de brief die wij medio 2006 aan Provinciale Staten hebben verzonden over dit onderwerp, waarin wij de speerpunten voor het verkeersveiligheidsbeleid de komende jaren hebben opgenomen. Voor die speerpunten bestaat statenbreed draagvlak. Omdat het proces rond de totstandkoming van de geschetste bestuurlijke afspraken door vooroverleg, zowel ambtelijk als bestuurlijk, de nodige inzet heeft gevraagd kunnen wij pas in 2007 met een meerjaren-uitvoeringsprogramma van het Actieplan verkeersveiligheid provinciale wegen komen. Wij hebben Provinciale staten daarover bij het uitvoeringsprogramma 2007 van het Actieplan geïnformeerd. Uitgevoerde activiteiten • Afronding van de MER-tracéstudie Groningen-Winsum (N361). Afronding heeft niet in 2006 plaatsgevonden. Dit is vooral een gevolg van de inspraak op de startnotitie die heeft geleid tot een aantal extra onderzoeksvragen. • Afronding van de vrijwillige MER-procedure voor de wegomlegging Zuidhorn. Deze procedure is in 2006 niet afgerond. Het toetsingsadvies van de commissie voor de m.e.r. heeft geleid tot aanvulling op het m.e.r. waarmee extra tijd is gemoeid. • In het kader van de vaarweg Lemmer-Delfzijl wordt gestart met de vernieuwing van de bruggen Aduard en Eibersburen. Met de vernieuwing van de brug Eibersburen is begonnen met de vernieuwing van de brug Aduard nog niet. Voor deze brug wordt in overleg met de klankbordgroep op basis van de inspraak een aantal extra varianten onderzocht. • Uitvoering geven aan projecten uit het Actieplan Fiets. Veel aandacht is in 2006 uitgegaan naar de Fietsroute Plus tussen Groningen en Zuidhorn. Verder is eind 2006 gestart met de voorbereiding van het nieuwe Actieplan Fiets. Dit is nodig omdat het huidige Actieplan in 2007 afloopt. • Uitvoering geven aan het SNN-actieplan goederenvervoer. Een van de activiteiten in 2006 betrof het SNN-project stedelijke distributie. Een convenant in dit kader tussen enkele grotere gemeenten in onze provincie is voorbereid. Daarnaast zijn alle gemeenten (zowel ambtelijk als bestuurlijk) op de hoogte gesteld van dit SNN-project en weten zij dat de vraagstukken rond stedelijke distributie centraal wordt afgestemd.
91
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
2.017.962
1.712.194
2.318.458
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
6.351.757 26.129 7.000.077
5.514.719
10.146.360
11.309.791
4.427.857
13.377.963
16.824.510
14.574.217
Totaal lasten
15.395.925
18.536.704
16.892.675
7.277.822 389.184 5.055.886
11.690.988 68.405 4.628.604
11.683.488
12.722.892
16.387.998
12.843.988
2.673.033
2.148.706
4.048.687
lasten 2006 1.712.194
baten 2006
realisatie saldo 2006 1.712.194
raming saldo 2006 2.318.458
-2.507 48.417
-337
-2.170 48.417
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen Totaal baten Saldo lasten en baten
1.160.500
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
300100 Apparaatskosten Mobiliteitsbeleid algemeen: - afwikkeling voorgaande jaren - verkeerstellingen - onderzoek ongevallen - verkeersonderzoek - communicatie - abonnementen/lidmaatschappen - vervoersmanagement - vervolgactiviteiten MZB - cofinanciering BDU - uitvoering beleidsnota fiets - ringwegen Groningen aanpak kruispunten - strategische milieubeoordeling - Verkeersmodel Noord Nederland
44.170 82.056 1.561 58.179 120.972
totaal mobiliteitsbeleid algemeen
92
15.000 30.256 16.130
44.170 67.056 1.561 27.923 104.842
600 25.000 17.112 4.500
477.698 23.500 17.112 4.500
-477.098 1.500
400.061
583.859
-183.799
48.246 4.669 43.771 67.894 5.642 41.048 111.347 953.300 7.893
1.283.810
300102 Verdi/kleine infrastructuur: - totaal ontvangen BDU-middelen - infrastructurele projecten BDU - rente BDU - infrastructurele projecten voorg. jaren BDU - infrastructurele projecten voorg. jaren GDU - infrastructurele projecten voorg. jaren IDV - bijdrage/onttrekking voorziening BDU
38.182 620.311 2.295.101 1.573.996 540.990 10.674.496
totaal verdi/kleine infrastructuur
15.743.075
5.310
300103 Duurzaam veilig: - tot. ontv. BDU t.b.v. uitvoering werkplan VVB - uitvoering werkplan VVB - secretariaatskosten VVB - overige activiteiten werkplan VVB - verkeersveiligheidslabel - verkeersveiligheid gemeenten - verkeersveiligheid gemeenten voorg. jaren - overige activiteiten werkplan VVB t/m 2005 totaal duurzaam veilig totaal mobiliteitsbeleid
10.712.678
-10.712.678 38.182 620.311
-10.712.678 7.891.740 576.675
10.674.496
2.690.682
15.122.765
620.311
446.419
462.856
-457.547
-462.856 462.856
2.295.101 1.573.996 540.990
30.963 203.797 56.139 166.647 129.739 88.779
30.963 203.797 56.139 166.647 129.739 88.779
681.374
681.374
18.536.704
16.387.998
2.148.706
4.048.687
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 De directe kosten zijn € 2.250.293 hoger dan geraamd. De belangrijkste verschillen worden onderstaand nader toegelicht. - De kosten communicatie bedroegen in 2006 € 82.056. Het beschikbaar gestelde krediet ad € 67.894 werd met € 14.162 overschreden. Als gevolg van de niet geraamde baten communicatie ad € 15.000 is deze overschrijding gecompenseerd. - De kosten van de stuurgroep Zuiderzeelijn bedroegen in 2006 € 120.972. De overschrijding van het beschikbaar gestelde krediet met € 9.625 wordt volledig gecompenseerd door de niet geraamde bijdrage van € 16.130 wegens vergoeding salariskosten. - Op basis van de H2i-besluitvorming is in 2006 in totaal € 953.300 vanuit de reserve ESFI voor de medebekostiging van co-financiering BDU opgenomen. In 2006 behoefde geen beroep te worden gedaan op deze, voor de aanpak van de Ring Groningen bedoelde middelen. Een onttrekking aan de reserve ESFI heeft daarom niet plaatsgevonden. - Voor de uitvoering van het meerjarenactieplan Fiets geldt dat middelen die in enig jaar niet worden besteed worden overgeboekt naar het volgende jaar. In dit verband is een bedrag van € 484.991 overgeboekt naar 2007. - De bestedingen van de middelen infrastructurele projecten 2006 vinden plaats op kasbasis en hebben in 2006 € 38.182 bedragen. De raming uitgaven infrastructurele projecten BDU is € 7.891.740. De onderbesteding bedraagt derhalve € 7.853.558. - De geraamde rente BDU bedraagt € 576.675. De gerealiseerde rente, toegevoegd aan de voorziening BDU bedraagt € 620.311. Een overschrijding is gerealiseerd van € 43.636. - De bestedingen van de middelen infrastructurele projecten voorgaande jaren BDU vinden eveneens plaats op kasbasis. In totaal is in 2006 € 2.295.101 betaald. Deze middelen zijn niet opgenomen in de begroting en worden gedekt door in voorgaande jaren ontvangen bijdragen van het Rijk en derhalve nu onttrokken aan de voorziening Rijksmiddelen GDU. - In 2006 bedragen de bestedingen op de middelen infrastructurele projecten voorgaande jaren GDU € 1.573.996. Deze middelen zijn niet opgenomen in de begroting en worden gedekt door in voorgaande jaren ontvangen bijdragen van het Rijk en derhalve nu onttrokken aan de voorziening GDU. - Op de middelen IDV voorgaande jaren is in 2006 € 540.990 betaald (verantwoording op kasbasis). Deze middelen zijn niet opgenomen in de begroting en worden gedekt door in voorgaande jaren ontvangen bijdragen van het Rijk en derhalve nu onttrokken aan de voorziening Rijksmiddelen IDV. - De geraamde bijdrage aan de voorziening BDU bedraagt € 2.690.682. In verband met de reeds
93
genoemde onderbesteding is de realisatie aan de voorziening BDU € 10.674.496. Een overschrijding derhalve met € 7.983.814. - De programmakosten Uitvoering Werkplan Verkeer- en Vervoer Beraad 2006 bedragen € 676.064. De overschrijding op het geraamde krediet bedraagt € 218.518. De overschrijding wordt veroorzaakt doordat enkele projecten uit 2005 in 2006 zijn afgerekend. Deze kosten worden gedekt door in voorgaande jaren ontvangen bijdragen van het Rijk, welke zijn toegevoegd aan de voorziening Rijksmiddelen BDU en derhalve nu worden onttrokken aan de voorziening Rijksmiddelen BDU. De baten zijn € 3.544.010 hoger dan geraamd. Hierna worden de belangrijkste verschillen toegelicht. - Gerealiseerde, niet geraamde bijdragen van derden bedragen € 68.405. - Omdat diverse infrastructurele projecten uit voorgaande jaren eerst in 2006 zijn uitgevoerd en vervolgens gedekt uit de voorziening BDU is € 3.249.586 meer aan de voorziening onttrokken dan geraamd. - In verband met het uitvoeren in 2006 betreffende projecten 2005 Uitvoering Werkplan verkeer- en Vervoer Beraad is € 218.518 onttrokken aan de voorziening Rijksmiddelen BDU.
94
Productgroepnummer en -naam
: 3101 (Re)constructie wegen en fietspaden
Programma
: Bereikbaar Groningen
Portefeuillehouder
: Musschenga
Productverantwoordelijke
: Boerema
Productgroepomschrijving Voorbereiding en uitvoering van wegen, rotondes, fietspaden, viaducten, tunnels en dergelijke voor verbetering en reconstructie van de infrastructuur door oplossen van verkeersknelpunten, maatregelen voor een verbetering van de verkeersveiligheid, realisatie voorwaarde scheppende ontsluitingen, alsmede de aanleg en verbetering van utilitaire en recreatieve fietspaden.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • goed wegen- en fietspadennet; • verbetering doorstroming en verkeersveiligheid; • voorwaarden voor economische activiteiten. Geplande prestatie-indicatoren Verkeersveiligheid • In het kader van de uitvoering van Duurzaam Veilig worden meerdere rotondes gerealiseerd.
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren Verkeersveiligheid • In het kader van de uitvoering duurzaam Veilig zijn bij Leek en Ter Apel enkele rotondes gerealiseerd. • De weg Winsun-Onderdendam is verbeterd. • Gestart is met de uitvoering van de rondweg Middelstum
Bereikbaarheid • Ter verbetering van de bereikbaarheid en doorstroming wordt er ca. 7,5 kilometer nieuwe weg aangelegd. Tevens worden in de komende jaren wegkruisingen ongelijkvloers gemaakt. • realisatie van betere overstapmogelijkheden voor het openbaar vervoer
Bereikbaarheid • Ter verbetering van de doorstroming op de ring Groningen worden de kruisingen ongelijkvloers. • De kruisingen in de N366 zijn voorbereid en komen in 2007 in uitvoering.
Groot onderhoud • Overlaging, reconstructie en herinrichting van wegen conform de richtlijnen Duurzaam Veilig. Groot onderhoud zal plaatsvinden over een lengte van ca. 17 kilometer.
Groot onderhoud • In 2006 is ca. 10 km in het kader van groot onderhoud overlaagd.
Afnemers/klanten • burgers
95
Prioriteiten 2006 • • • • • • • • •
uitvoering rondweg Middelstum; afronding uitvoering aansluiting A7 op de N372 te Leek. Start van werk in 2005, omvattende aanleggen van een rotonde en het verleggen van de op- en afrit van de A7; afronding uitvoering kruispunt N372 - Euroweg te Leek (rotonde); ringwegen Groningen: Uitvoering van het ongelijkvloers maken van het kruispunt HoendiepWestelijke ringweg. Gereed medio 2006. Uitvoering aanpassen aansluiting westelijke en noordelijke ringweg (Reitdiepsplein). Besteksgereed maken opritten Noordzeebrug; uitvoering reconstructie Winsum - Onderdendam; duurzaam veilig. De afronding van de 2e fase van het Duurzaam Veilig project is gaande en zal in 2006 zijn doorloop hebben. Deze fase behelst een beperkt aantal fysieke maatregelen en poortconstructies bij overgangen van snelheidsgebieden; uitvoering transferium Haren en infrastructuur ten behoeve van transferium Hoogkerk; uitvoering kruisingen N366 (Veendam - Ter Apel), Nautilusweg en Alteveer; groot onderhoud op basis van prioriteitsstelling van de afdeling wegbeheer.
Uitwerking planstudies/planontwikkelingen: • plan knelpunt Beersterbrug/A7 te Winschoten, mede als gevolg van uitvoering Blauwe Stad; • MER-studies wegverbindingen Zuidhorn - Groningen en Winsum - Groningen; • planuitwerking diverse projecten als onderdeel van actieplan Verkeersveiligheid en Nota Fiets.
Geplande activiteiten in 2006 • • • • • • • • •
omlegging Middelstum * N372/A7 te Leek * N372/Euroweg te Leek * Hoendiep/Westelijke Ring * Reitdiepsplein * Besteksvoorbereiding opritten Noordzeebrug * Winsum - Onderdendam * afronding 2e fase Duurzaam Veilig planontwikkelingen/uitbesteding
* investeringswerken
96
Beleidsverantwoording Prioriteiten • uitvoering rondweg Middelstum is gestart met de eerste fase; • afronding uitvoering twee rotondes bij de aansluiting A7 op de N372 te Leek. • afronding uitvoering kruispunt N372 - Euroweg te Leek (rotonde); • ringwegen Groningen: Uitvoering van het ongelijkvloers maken van het kruispunt HoendiepWestelijke ringweg is gereed. Uitvoering aanpassen aansluiting westelijke en noordelijke ringweg (Reitdiepsplein) is gestart . Besteksgereed maken opritten Noordzeebrug/aansluiting Bedumerweg; • uitvoering reconstructie Winsum - Onderdendam is gereed; • duurzaam veilig. De afronding van de 2e fase van het Duurzaam Veilig project is gaande en is in 2006 voortgezet. Deze fase behelst een beperkt aantal fysieke maatregelen en poortconstructies bij overgangen van snelheidsgebieden; • voorbereiding uitvoering transferium Haren en infrastructuur ten behoeve van transferium Hoogkerk is gereed. De uitvoering vindt in 2007 plaats. • uitvoering kruisingen N366 (Veendam - Ter Apel). Nautilusweg is in uitvoering en Alteveer in 2007; • groot onderhoud is uitgevoerd op basis van prioriteitsstelling van de afdeling wegbeheer. Uitwerking planstudies/planontwikkelingen: • de voorbereiding voor het plan knelpunt Beersterbrug/A7 te Winschoten, mede als gevolg van uitvoering Blauwe Stad is voortgezet. Gestart is met de uitvoering van de rotonde ZZ; • MER-studies wegverbindingen Zuidhorn - Groningen en Winsum - Groningen zijn voortgezet; • planuitwerking diverse projecten als onderdeel van actieplan Verkeersveiligheid en Nota Fiets lopen conform planning. Uitgevoerde activiteiten Zijn uitgewerkt onder de prioriteiten.
97
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
944.338
702.753
955.745
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
1.599.550 189.760
8.068.268
3.682.043
3.407.137 5.196.447
3.517.077 11.585.345
3.560.884 7.242.927
Totaal lasten
6.140.785
12.288.099
8.198.672
168.662 56.108
-39.600 143.124
450.711
795.365
1.133.567
Totaal baten
1.020.135
1.237.091
450.711
Saldo lasten en baten
5.120.650
11.051.007
7.747.961
lasten 2006 702.753
baten 2006
realisatie saldo 2006 702.753
raming saldo 2006 955.745
709.915 102.257 1.602.878 1.914.199
11.289 722.821
698.626 -620.563 1.602.878 1.914.199
430.000 45.300
430.000 45.300
745.656 -418.611 1.646.670 1.914.214 300.000 330.000
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen - overige administratieve boekingen
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
310100 Apparaatskosten 310101 (Re)constructie wegen en fietspaden - planvorming algemeen - kosten uitbesteding - rente wegen en fietspaden - afschrijving wegen en fietspaden - vervanging Eelswerdertil - asfaltwapening Middelstum-Usquert - bijdrage MER omlegging Zuidhorn - kleinschalige verb.maatr. Ring Groningen - N366 aanpak knooppunt Stadskanaal - Winsum-Onderdendam - infrastructuur Blauwe Stad - mutaties reserves investeringen totaal (re)constructie wegen en fietspaden 310102 Bestekken/advertentiekosten: - opbrengst verkopen bestekken - advertentiekosten bestekken
1.810.451
1.810.451
4.966.970
4.966.970
11.581.971
1.209.409
10.372.561
6.812.643
27.682
-27.682 3.375
-32.100 11.673
3.375
27.682
-24.307
-20.427
12.288.099
1.237.091
11.051.007
7.747.961
3.375
totaal bestekken/advertentiekosten totaal (re)constructie wegen en fietspaden
98
50.000 72.048 1.943.869 228.797
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 Op de programmakosten aanvaard beleid ontstaat een nadeel van € 4.386.225. Hierna volgt een verklaring van dit nadeel: - De kosten planvorming algemeen zijn € 47.030 lager dan geraamd. Dit budget moet in samenhang met de baten kosten uitbesteding ingenieursdiensten worden gezien. De baten zijn € 201.952 hoger dan geraamd. In verband met het doorschuiven van kosten voorbereiding en toezicht op investeringswerken is een bedrag van € 248.982 overgeboekt naar 2007. - De overschrijding bij asfaltwapening Middelstum-Usquert met € 100.000 wordt veroorzaakt door het niet in de begroting gewijzigd zijn van de verhoging met € 100.000 bij de asfaltwapening Middelstum-Usquert en tegelijkertijd de verlaging met € 100.000 in verband met vervanging bruggen Helwerder- en Eelswerdertil. - De geraamde bijdrage vanuit de reserve ESFI i.v.m. investeringen 2006 bedraagt € 2.874.714 en loopt via deze productgroep. Op deze geraamde bijdragen is onttrokken aan de reserve ESFI € 2.240.451. In verband met het doorschuiven van investeringswerken is € 634.263 niet in 2006 onttrokken aan de reserve ESFI. Aan niet geraamde bijdragen aan de reserve ESFI is als gevolg van de investeringen 2006 € 4.966.970 geboekt. De onttrekking aan de reserve ESFI is verantwoord bij productgroep 0800 mutaties reserves. - Op het opgenomen krediet kleinschalige maatregelen ringweg Groningen is niets besteed omdat de in 2006 gemaakte kosten ten laste van een ander krediet zijn geboekt en vervolgens deels zijn gefinancieerd uit een in 2005 ontvangen bijdrage van de gemeente Groningen. - Op het krediet advertentiekosten bestekken is een voordeel gerealiseerd van € 8.298. Dit wordt veroorzaakt door het niet meer plaatsen van advertenties voor ieder bestek afzonderlijk maar in een advertentie te verwijzen naar de aanbestedingskalender. Op de kapitaallasten is een voordeel gerealiseerd van € 43.807. Voor een toelichting verwijzen wij u naar de bijlage toelichting op de kapitaallasten, rente en dividend. Door een andere methodiek van de berekening van de omslagrente ontstaat er een voordeel op de hier toegerekende rentelasten.
99
Productgroepnummer en -naam
: 3102 Onderhoud en beheer wegen en fietspaden
Programma
: Bereikbaar Groningen
Portefeuillehouder
: Musschenga
Productverantwoordelijke
: Ausma/Smit
Productgroepomschrijving Zorgdragen voor duurzame instandhouding van het provinciale wegennet, inclusief fietspaden, kunstwerken, verkeersregelinstallaties (VRI’s), wegmeubilair, beplanting en andere bijkomende voorzieningen. Zorgdragen dat het verkeer veilig van de wegen gebruik kan maken.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • De provinciale wegen en fietspaden kunnen veilig en duurzaam worden gebruikt voor het doel waarvoor ze bestemd zijn. • Natuurwaarden blijven zoveel mogelijk behouden. Geplande prestatie-indicatoren • aantal meldingen of klachten over (achterstallig) onderhoud en schadeclaims; •
structurele onderhoudssituatie aan het einde van de managementcontractperiode, in overeenstemming met het managementcontract.
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • er zijn 45 meldingen binnengekomen, waarvan 35 zijn afgehandeld en 10 in het reguliere onderhoudsprogramma van 2007 worden opgenomen; • in 2007 wordt het managementcontract geëvalueerd.
Afnemers/klanten • weggebruikers
Prioriteiten 2006
Groot onderhoud N998 Middelstum - Kantens-Usquert
Groot onderhoud N979 Leek - Zevenhuizen-Een West
100
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) • •
•
Het beheer en onderhoud van de provinciale wegen en fietspaden vindt plaats overeenkomstig de afspraken die in het managementcontract Beheer Wegen en Kanalen zijn vastgelegd. Tot de werkzaamheden behoren onder meer het uitvoeren van dagelijks en groot onderhoud aan verhardingen, bermen en sloten, kunstwerken, borden en wegbelijning. Verder het uitvoeren van gladheidbestrijding, het bedienen van bruggen en het verlenen van vergunningen en ontheffingen.
Toelichting/ontwikkelingen In deze productgroep wordt tevens de egalisatiereserve beheer wegen en kanalen verantwoord.
Beleidsverantwoording Prioriteiten Groot onderhoud N998 Middelstum - Kantens-Usquert Het groot onderhoud N998 Middelstum-Kantens-Usquert is in 2006 uitgevoerd Groot onderhoud N979 Leek - Zevenhuizen-Een West Het groot onderhoud N979 Leek-Zevenhuizen-Een West is doorgeschoven naar 2007. Uitvoering in 2006 bleek niet mogelijk in verband met weg- en rioleringswerkzaamheden in Haulerwijk; bij gelijktijdige uitvoering zouden omleidingsroutes conflicteren. Cable Barrier Bij de voorjaarsnota 2006 is een bedrag van € 55.000 opgevoerd voor het vervangen van de cable-barrier langs het Winschoterdiep (N860), ter hoogte van Shipyard Ferus Smit, door een normale geleiderailconstructie in combinatie met een voorziening die de vangrail bestand maakt tegen vloedgolven die ontstaan bij het te water laten van nieuwbouwschepen. De cable-barrier is verwijderd; een geleiderailconstructie is bij nader inzien niet opnieuw aangebracht. Er vindt nog overleg plaats met Ferus Smit over een compensatie van de investeringskosten die het bedrijf heeft gemaakt in verband met het plaatsen van de cablebarrier. Opwaarderen bushaltes langs N976 Bij de voorjaarsnota 2006 is een bedrag van € 260.000 opgevoerd voor het opwaarderen van de bushaltes langs de N976 van Vlagtwedde tot Ter Apel. De voorbereidingen (bestek) zijn in 2006 afgerond; de uitvoering zal in 2007 plaatsvinden. Overlagen N366 (hoogovenslakken) Bij de voorjaarsnota 2006 is een bedrag van € 1.300.000 opgevoerd voor een extra zware overlaging van de N366, wegvak Vleddermond-Kruisstraat (km 18.600 - 24.600) Uit onderhoudsmiddelen (managementcontract Beheer Wegen en Kanalen) was € 500.000 beschikbaar, terwijl het additionele deel van € 800.000 beschikbaar is gesteld uit de algemene middelen. De werkzaamheden zijn afgerond. Brug Nieuwklap en brug Mensingeweersterloopdiep Bij de integrale bijstelling is een bedrag van € 235.000 opgevoerd voor het versterken van de brug Nieuwklap over het Aduarderdiep (N355) en het aanbrengen van een ondersteuningsconstructie onder de brug Mensingeweersterloopdiep (N984). Beide werkzaamheden zijn uitgevoerd. Uitgevoerde activiteiten
101
De activiteiten zijn uitgevoerd conform de afspraken in het managementcontract beheer wegen en kanalen
102
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten Totaal lasten Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen - overige administratieve dienstverlening Totaal baten Saldo lasten en baten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
6.433.172
6.651.403
6.921.698
7.243.181
7.227.071 685.890
7.009.736 1.115.000
7.243.181
7.912.961
8.124.736
13.676.353
14.564.364
15.046.434
158.761
94.850
111.230
105.146 50.068.509 71.795
55.866
710.935
325.857
50.956.385
190.900
13.350.496
-36.392.021
14.855.534
baten 2006
realisatie saldo 2006 6.651.403
raming saldo 2006 6.921.698
588.984 2.947.811 161.954 927.068 533.366 10.000 621.763 430.816 669.686 299.034
296.121 3.953.786 198.485 1.507.768 421.066 127.801 147.505 792.820 457.149 222.235
7.190.483
8.124.736
96.050
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006 6.651.403
310200 Apparaatskosten
310201 310202 310203 310204 310205 310206 310207 310208 310209 310213
Onderhoud en beheer wegen en fietspaden: - bermen en sloten - wegverhardingen - fietspadverhardingen - wegmeubilair - beplantingen - boordvoorzieningen - gladheidsbestrijding - verkeersregelinstallaties - vaste kunstwerken - overige kosten wegen
588.984 3.602.923 201.170 947.488 533.719 10.000 629.141 430.816 669.686 299.034
totaal onderhoud/beheer wegen/fietspaden
7.912.961
103
655.111 39.216 20.420 353 7.379
722.479
310208 310212 310213 310213 310213 310213
Baten: - verkeersregelinstallaties - regelgeving - huren en pachten - afrekening schadegevallen - afkoopsommen wegen - overige baten wegen
59.807 105.146 29.602 8.352 50.031.000
totaal baten
50.233.907
-50.233.907
-190.900
50.956.385
-36.392.021
14.855.534
-59.807 -105.146 -29.602 -8.352 -50.031.000
-75.200 -94.850 -18.300
-2.550
totaal onderhoud/beheer wegen/fietspaden
14.564.364
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 De raming 2006 is opgebouwd uit het reguliere begrotingsbedrag aangevuld met het egalisatiesaldo uit het managementcontract beheer Wegen en Kanalen (zie voor het overzicht de tabel bij de toelichting van productgroep 3102). Door deze opzet kunnen negatieve ramingen ontstaan als gevolg van in het verleden opgebouwde nadelige saldi. Bermen en sloten: Negatief saldo van € 292.863 De jaarlijkse uitgaven fluctueren, afhankelijk van het weer. Aan regulier onderhoud (maaiwerkzaamheden, sloten schonen, afvoer grasrollen, slootruigte en zwerfafval, onderzoek aaltjes N363 en herstel van uitgereden bermen) is meer uitgegeven. De natte weersomstandigheden in augustus/september hebben geleid tot hogere stortkosten en extra kosten voor het herstellen van uitgereden wegbermen. Daarnaast is er meer uitgegeven aan groot onderhoud (verharden tussenberm Westelijke Ringweg N370, aanbrengen van een beschoeiing in een sloot langs de N360 over een lengte van 300m1 en vervanging van een riolering met putten en goten langs de N360). Om de verkeersveiligheid te verhogen zijn langs de N993 en de N996 bermgedeelten verhard middels betonstroken. Wegverhardingen: Positief saldo van € 1.005.975 Dit positieve saldo is ontstaan doordat het geplande groot onderhoud aan de weg Leek-ZevenhuizenEen West is doorgeschoven naar 2007. Uitvoering in 2006 bleek niet mogelijk in verband met weg- en rioleringswerkzaamheden in Haulerwijk; bij gelijktijdige uitvoering zouden omleidingroutes conflicteren. Voorts is van het groot onderhoud aan de weg Wedde-Vriescheloo alleen de 1e fase uitgevoerd. De 2e fase (het weggedeelte in de kom van Vriescheloo) vergde een langere voorbereidingstijd en is eveneens doorgeschoven naar 2007. Verder is groot onderhoud uitgevoerd aan de N366 (hoogovenslakken) waarvoor bij de voorjaarsnota 2006 additioneel € 800.000 beschikbaar is gesteld. Door een gunstig aanbestedingsresultaat bleek van deze middelen een bedrag van € 190.626 niet meer benodigd te zijn. Dit bedrag is weer vrijgevallen ten gunste van de algemene middelen. Fietspadverhardingen: Positief saldo van € 36.531 In 2005 was een klein voorbeslag gelegd op het budget van 2006. Wegmeubilair: Positief saldo van € 580.700 In de afgelopen jaren zijn op de N366 diverse asfalteringswerkzaamheden uitgevoerd. Op die wegvakken is de duurzaam veilige markering aangebracht, echter zonder de groene loper. Het aanbrengen van de groene loper van Stadskanaal tot Musselkanaal is doorgeschoven naar 2007. In 2007 zal ook het wegvak Veendam-Nieuwe Pekela van duurzaam veilige markering worden voorzien. Pas dan zal het gehele wegvak van Veendam tot Musselkanaal van een groene loper worden voorzien, zodat een uniform wegbeeld ontstaat. Voor openbare verlichting is een bedrag van € 190.500 gereserveerd. Dit zal in 2007 worden gebruikt voor het vervangen van 166 lichtmasten en het vervangen van de verlichtingsinstallatie van de tunnel in de weg Haren-Waterhuizen (N860). Voor het opwaarderen van bushaltes langs de N976 van Vlagtwedde tot Ter Apel zijn de voorbereidingen afgerond en vindt de uitvoering plaats in 2007. Beplanting: Negatief saldo van € 112.300
104
In december 2005 is het snoeibestek WB-09-2005 aanbesteed ad € 356.000, teneinde de ontstane achterstand weg te werken. Voorts is een bedrag van € 177.400 besteed aan regulier onderhoud en aan de bestrijding van iepziekte. Boordvoorzieningen: Positief saldo van € 117.801 Bij de tussentijdse evaluatie van het managementcontract is het budget voor boordvoorzieningen gedurende de resterende contractperiode verlaagd ten gunste van het product vaste kunstwerken, viaducten en tunnels. Voor 2006 bedroeg deze verlaging € 93.379. In 2006 zijn de boordvoorzieningen langs de wegen geïnspecteerd en het resterende bedrag zal in 2007 worden gebruikt voor het wegwerken van de urgente schades. Gladheidbestrijding: Negatief saldo van € 474.258 De kosten van de gladheidbestrijding zijn totaal afhankelijk van de weersomstandigheden. Het aantal strooibeurten in het winterseizoen 2005/2006 is meer dan begroot en dit heeft geresulteerd in een het negatieve saldo. Verkeersregelinstallaties: Positief saldo van € 362.004 Er wordt gereserveerd voor toekomstige vervanging met name in 2007 aan de westelijke ringweg. Vaste kunstwerken, viaducten en tunnels: Negatief saldo van € 212.537 Bij de tussentijdse evaluatie van het managementcontract is het budget voor boordvoorzieningen gedurende de resterende contractperiode verlaagd ten gunste van het product vaste kunstwerken, viaducten en tunnels. Voor 2006 bedroeg deze € 93.379. Het negatieve saldo is het gevolg van het uitvoeren van (achterstallig) groot onderhoud aan een achttal kunstwerken. Overige kosten wegen: Negatief saldo van € 76.799 Dit negatieve saldo is o.a. ontstaan door aanpassing van het wegbeheerprogramma, meer advertentiekosten en het aanbesteden van de jaarlijkse weginspectie. Voorheen werden de wegen door medewerkers van de afdeling Wegbeheer geïnspecteerd. Baten Verkeersregelinstallaties: Minderopbrengst van € 15.393 De bijdrage is afhankelijk van het werkelijk in 2006 verricht onderhoud, waarvan het potenaandeel bij gemeenten in rekening wordt gebracht. Regelgeving: Meeropbrengst van € 10.296 Het positieve saldo is ontstaan door meer inkomsten bij de recognities. Overige kosten wegen: Meeropbrengst van € 50.048.104 Door overdracht N46 van Rijkswaterstaat aan de provincie Groningen is er een positief saldo ontstaan. Dit bedrag is aan de reserve afkoopsom wegen toegevoegd.
105
Saldo reserve Managementcontract Dienst Wegen en Kanalen per 31-12-2006 Samenvatting verloop egalisatiefonds
Stand per 31-12-2005
Mutaties 2006
Stand per 31-12-2006
Wegen Hoofdvaarwegen Overige vaarwegen Lauwersoog Muskusrattenbestrijding Kwantitatief waterbeheer
158.477 109.230 -582.419 93.601 21.028
720.105 3.856 -100.757 -45.809 116.542
878.582 113.086 -683.176 47.792 137.570
Apparaatskosten (AKP)
785.420
-138.192
647.228
Huisvesting Auto's Tractoren Gereedschappen Correctie hoofdkanalen
102.661 -192.604 -14.853 721.265 -111.933
-49.322 -98.034 -152.130 -227.767 46.926
53.339 -290.638 -166.983 493.498 -65.007
Doorberekening CT/R&M/derden Correctie hoofdkanalen
209.352 38.391
94.621
303.973 38.391
Bestemming voorgaande jaren Correctie hoofdkanalen
33.403 -11.006
-33.403 11.006
Nog in te halen
-554.971
-554.971
Correctie 2002 Stand egalisatiefonds
805.042
147.642
In 2006 heeft substitutie plaatsgevonden tussen verschillende productgroepen. De productgroep kantitiatief waterbeheer is opgeheven en overgeheveld naar het budget voor overige vaarwegen.
106
952.684
Productgroepnummer en -naam : 3103 Verkeersveiligheid Programma
: Bereikbaar Groningen
Portefeuillehouder
: Musschenga
Productverantwoordelijke
: Schoonbeek
Productgroepomschrijving Als wegbeheerder hebben wij een verantwoordelijkheid voor de verkeersveiligheid op de provinciale wegen. Dit krijgt met name vorm door uitvoering van jaarprogramma's op basis van het Actieplan verkeersveiligheid provinciale wegen. Daarnaast treden wij op als regisseur en coördinator van het regionale verkeersveiligheidsbeleid. Concrete uitvloeisels hiervan zijn onder andere het jaarlijkse werkplan van het Verkeer- en Vervoerberaad Groningen (VVB) en het categoriseringsplan voor het gehele wegennet in de provincie. In de Nota Mobiliteit is een doelstelling opgenomen met betrekking van het aantal ernstige verkeersslachtoffers in 2010. Wij hebben in 2005, samen met de andere overheden en maatschappelijke organisaties, een regionaal maatregelenpakket opgesteld om het Groningse deel van deze doelstelling te realiseren. Uit dit provinciebrede maatregelenpakket vloeit voor ons zelf als wegbeheerder weer een opgave voort met betrekking tot de reductie van het aantal ernstige verkeersslachtoffers op onze provinciale wegen. Deze reductie willen wij in de periode tot 2010 realiseren met behulp van een meerjarenuitvoeringsprogramma van het Actieplan verkeersveiligheid provinciale wegen.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • vermindering van het aantal verkeersdoden en ziekenhuisgewonden in de provincie. In de landelijke Nota Mobiliteit is hiervoor een nieuwe landelijke doelstelling voor 2010 opgenomen. • vermindering van het aantal onveilige verkeerssituaties in de provincie. Geplande prestatie-indicatoren Op dit moment hebben wij geen prestatieindicatoren voor verkeersveiligheid beschikbaar. Weliswaar krijgen wij jaarlijks de beschikking over de ontwikkeling van de aantallen verkeersdoden en ziekenhuisgewonden in onze provincie, maar deze cijfers zijn dermate onderhevig aan fluctuaties dat ze niet geschikt zijn om op jaarbasis de effecten van uitgevoerd beleid te beoordelen. Naar aanleiding van het provinciebrede maatregelenpakket dat in 2005 is opgesteld, zullen wij in een uitvoeringsprogramma concrete maatregelen aangeven die volgens verwachting per 2010 moeten leiden tot de gevraagde reductie van het aantal slachtoffers op onze eigen wegen. Het al dan niet uitvoeren van deze maatregelen kan worden gebruikt als prestatie-indicator voor onze inspanningen op dit gebied.
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren
Afnemers/klanten • de weggebruikers, het rijk, de gemeenten, de politie, het Openbaar Ministerie, belangenorganisaties en omwonenden
107
Prioriteiten 2006
Actieplan verkeersveiligheid provinciale wegen
€ 734.900
Door uitvoering van het uitvoeringsprogramma 2006 zullen wij invulling geven aan het verkeersveiligheidsbeleid zoals dat is neergelegd in het Actieplan verkeersveiligheid provinciale wegen.
Regionaal maatregelenpakket: meerjarenuitvoeringsprogramma t/m 2010
P.M.
Eind 2004 is de landelijke Nota Mobiliteit verschenen. Hierin is een doelstelling opgenomen met betrekking tot de reductie van het aantal verkeersdoden en ziekenhuisgewonden in 2010. Concreet gaat het om een daling van het aantal doden met 15% en het aantal ziekenhuisgewonden met 7,5% ten opzichte van het gemiddelde over de jaren 2001 t/m 2003. Voor het grondgebied van de provincie Groningen hebben betrokken partijen in 2005 gezamenlijk een regionaal maatregelenpakket opgesteld. Wij zullen in 2006 een meerjarenuitvoeringsprogramma van het Actieplan verkeersveiligheid provinciale wegen opstellen. In dit uitvoeringsprogramma geven wij aan hoe wij voor de periode t/m 2010, door middel van concrete projecten op provinciale wegen, onze bijdrage aan het halen van de doelstelling willen leveren.
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) •
• • • • • •
voorbereiden en uitvoeren van de projecten uit het uitvoeringsprogramma 2006 van het Actieplan verkeersveiligheid provinciale wegen, waaronder GVT-aanpak, herinrichting bebouwde kommen, aanpak black spots, verbeteren oversteekbaarheid langzaam verkeer en uitvoering kleinschalige maatregelen; opstellen van een meerjaren uitvoeringsprogramma 2007-2010 van het Actieplan verkeersveiligheid provinciale wegen; samen met de andere overheden en maatschappelijke organisaties vertalen van het in 2005 opgestelde regionale maatregelenpakket voor de nationale doelstelling met betrekking tot de daling van het aantal verkeersslachtoffers in 2010 naar een haalbaar meerjaren uitvoeringsprogramma; ondersteunen van gemeenten, politie, OM en maatschappelijke partijen bij het realiseren van hun bijdrage aan de reductie van het aantal verkeersslachtoffers in 2010; monitoren van de inspanningen die door de diverse betrokkenen worden geleverd ten behoeve van het realiseren van de doelstelling m.b.t. de reductie van het aantal verkeersslachtoffers in 2010; voorbereiden en uitvoeren infrastructurele maatregelen Duurzaam Veilig inclusief de DV-slag beheer en onderhoud; uitvoering van enkele van de projecten uit het hoofdstuk veiligheid van het jaarwerkplan 2006 van het Verkeer- en Vervoerberaad.
Toelichting/ontwikkelingen De komende jaren zullen onze inspanningen op het gebied van de verkeersveiligheid voor een belangrijk deel in het kader staan van het realiseren van de doelstelling met betrekking tot de reductie van het aantal ernstige verkeersslachtoffers per 2010, zoals die is geformuleerd in de landelijke Nota Mobiliteit. Daarbij gaat het zowel om onze activiteiten als wegbeheerder als onze rol als regisseur/coördinator van het regionale verkeersveiligheidsbeleid.
108
Beleidsverantwoording Prioriteiten Actieplan verkeersveiligheid provinciale wegen Wij hebben uitvoering gegeven aan het uitvoeringsprogramma 2006. Dit betekent dat we de projecten hebben uitgevoerd dan wel een start hebben kunnen maken die uitvoering. Dit geldt niet voor de projecten Visie Stadsweg Appingedam, N361/N996 rotonde Wijmersweg en N388 herinrichting A7Sebaldeburen. Deze projecten hebben wij betrokken bij de IB 2006. De betreffende kredieten zijn overgeboekt naar het dienstjaar 2007. Regionaal maatregelenpakket: meerjarenuitvoeringsprogramma t/m 2010 In de loop van 2006 jaar heeft de minister van verkeer en waterstaat, in overleg met de koepelorganisaties, de nationale doelstelling voor het maximum aantal verkeersdoden in 2010 verder aangescherpt. Was er in de Nota Mobiliteit nog sprake van maximaal 900 verkeersdoden, nu is dat inmiddels maximaal 750. Er zijn nog geen afspraken gemaakt hoe de aangescherpte doelstelling over de regio's zal worden verdeeld. In het kader van de doelstelling m.b.t. de reductie van het aantal ernstige verkeersslachtoffers hebben wij een maatregelenpakket op hoofdlijnen opgesteld. Binnen het Verkeeren Vervoerberaad Groningen (VVB) hebben wij vervolgens bestuurlijke afspraken gemaakt met gemeenten, OM en politie over speerpunten voor de verkeersveiligheidsactiviteiten in de jaren 20072010. Om te zorgen voor meer duidelijkheid voor de weggebruiker (een van de onderwerpen van de bestuurlijke afspraken) hebben wij (in SNN-verband) alvast een voorlichtingscampagne over de betekenis van de nieuwe soorten wegmarkering in ons land opgezet en uitgevoerd. Een uitgebreide voorlichtingscampagne over maximumsnelheden is inmiddels in voorbereiding. Uitgevoerde activiteiten • voorbereiden en uitvoeren van de projecten uit het uitvoeringsprogramma 2006 van het Actieplan verkeersveiligheid provinciale wegen, waaronder GVT-aanpak, herinrichting bebouwde kommen, aanpak black spots, verbeteren oversteekbaarheid langzaam verkeer en uitvoering kleinschalige maatregelen; □ Wij hebben uitvoering gegeven aan het uitvoeringsprogramma 2006. Dit betekent dat we de projecten hebben uitgevoerd dan wel een start hebben kunnen maken die uitvoering. Dit geldt niet voor de projecten Visie Stadsweg Appingedam, N361/N996 rotonde Wijmersweg en N388 herinrichting A7-Sebaldeburen. Deze projecten hebben wij betrokken bij de IB 2006. De betreffende kredieten zijn overgeboekt naar het dienstjaar 2007. •
opstellen van een meerjaren uitvoeringsprogramma 2007-2010 van het Actieplan verkeersveiligheid provinciale wegen; □ omdat de ontwikkeling van het maatregelenpakket langer heeft geduurd dan oorspronkelijk was voorzien, hebben wij voor 2007 nog een keer met een eenjarig uitvoeringsprogramma opgesteld en komen wij in 2007 met een meerjarig uitvoeringsgprogramma voor de jaren 2008-2010; hierover hebben wij Provinciale Staten geïnformeerd;
•
samen met de andere overheden en maatschappelijke organisaties vertalen van het in 2005 opgestelde regionale maatregelenpakket voor de nationale doelstelling met betrekking tot de daling van het aantal verkeersslachtoffers in 2010 naar een haalbaar meerjaren uitvoeringsprogramma; □ in 2006 hebben wij een maatregelenpakket op hoofdlijnen opgesteld en hebben wij met betrokken partijen bestuurlijke afspraken gemaakt over de speerpunten op het gebied van de verkeersveiligheid in de periode t/m 2010
•
ondersteunen van gemeenten, politie, OM en maatschappelijke partijen bij het realiseren van hun bijdrage aan de reductie van het aantal verkeersslachtoffers in 2010; □ dit betreft een reguliere activiteit;
•
monitoren van de inspanningen die door de diverse betrokkenen worden geleverd ten behoeve van het realiseren van de doelstelling m.b.t. de reductie van het aantal verkeersslachtoffers in 2010; □ dit betreft een reguliere activiteit;
•
voorbereiden en uitvoeren van infrastructurele maatregelen Duurzaam Veilig inclusief de DV-slag
109
beheer en onderhoud; □ de maatregelen zijn in 2006 uitgevoerd, de middelen zijn vooral ingezet bij de duurzaam veiligbelijning en de bermverharding. •
uitvoering van enkele van de projecten uit het hoofdstuk veiligheid van het jaarwerkplan 2006 van het Verkeer- en Vervoerberaad; □ provincie heeft de projecten maatregelenpakket en bebording en belijning in het verslagjaar aangestuurd.
110
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
731.336
1.112.638
878.367
1.763.774
1.056.868
1.003.762
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
2.435.707
1.056.868
1.003.762
Totaal lasten
3.167.043
2.169.506
1.882.129
977.087 37.279
38.714
Totaal baten
1.014.366
38.714
Saldo lasten en baten
2.152.677
2.130.792
1.882.129
baten 2006
realisatie saldo 2006 1.112.638
raming saldo 2006 878.367
620.559 15.329 967
620.559 15.329 967
594.837 25.874 1.751
636.855
636.855
622.462
671.933
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006 1.112.638
310300 Apparaatskosten 310302 Actieplan verkeersveiligheid: - uitvoering actieplan - kleinschalige maatregelen - verkeersmaatregelen totaal actieplan verkeersveiligheid 310303 Duurzaam veilig: - duurzaam veilig totaal duurzaam veilig totaal verkeersveiligheid
111
420.013
38.714
381.299
381.300
420.013
38.714
381.299
381.300
2.169.506
38.714
2.130.792
1.882.129
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 Op de programmakosten is een nadeel ontstaan van € 53.106. In verband met niet geraamde baten ad € 38.714 resulteert dit in een nadeel van € 14.392. De verklaring hiervoor is als volgt: - Het nadeel bij de uitvoering van het Actieplan bedraagt € 25.722. Dit is grotendeels ontstaan omdat er bij de gedane uitgaven geen rekening is gehouden met een aframing in de begroting in verband met btw ad € 20.063. Het restant kan worden verklaard door niet geraamde uitgaven ad € 5.659. - Een voordeel ad € 10.545 is gerealiseerd bij kleinschalige maatregelen omdat verkeersveiligheidsproblemen een onregelmatig karakter hebben en de verkeersveiligheidsproblemen die in 2006 direct moesten worden opgelost minder van omvang waren. - De overschrijding bij Duurzaam Veilig ad € 38.713 is volledig gecompenseerd omdat deze kosten konden worden gedekt door een niet geraamde restant Rijksbijdrage.
112
Productgroepnummer en -naam : 3301 (Re)constructie waterwegen Programma
: Bereikbaar Groningen
Portefeuillehouder
: Musschenga
Productverantwoordelijke
: Bosma
Productgroepomschrijving Voorbereiden en uitvoeren van baggerwerk, boordvoorzieningen, damwanden, bruggen, sluizen en stuwen voor verbetering van de vaarwegen.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • een vlotte afwikkeling van het scheepvaartverkeer; • vergroting van de capaciteit/toegelaten tonnage en dergelijke om voorwaarden te scheppen voor meer (container)scheepvaartverkeer; • verbetering van de afwatering. Geplande prestatie-indicatoren • toename vervoerscapaciteit per schip
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • baggerwerk leidt tot meer vervoerscapaciteit
Afnemers/klanten • toename vervoerscapaciteit per schip
Geplande activiteiten in 2006 • • • • • • • • • • •
uitvoering brug Eibersburen * planontwikkeling Zuidhorn (incl. oostrand) * besteksuitwerking Noordzeebrug * plantontwikkeling bruggen Aduard/Dorkwerd uitvoeren baggerwerk Van Starkenborghkanaal * tezamen met herstel van de gevolgen van bodemdaling (productgroep 3305) wordt groot onderhoud aan het Winschoterdiep en A.G. Wildervanckkanaal uitgevoerd * uitvoering baggeren Zuidlaardermeer * uitvoering project "Turf naar Toervaart" * verhoging sluizen Farmsum * kades Eemskanaal; * herstel wierden *
* investeringswerk
113
Beleidsverantwoording Uitgevoerde activiteiten • uitvoering van de brug Eibersburen is voortgezet • planontwikkeling Zuidhorn (incl. oostrand) is voortgezet. Er zijn reeds grondaankopen gedaan en gestart is met de uitvoering voor een korte omlegging nabij het Zonnehuis. • besteksuitwerking Noordzeebrug voortgezet. De onderhandelingen voor grondaankoop zijn gestart. • plantontwikkeling bruggen Aduard/Dorkwerd is voortgezet. Er is een klankbordgroep geformeerd van vertegenwoordigers uit de omgeving. • uitvoeren baggerwerk Van Starkenborghkanaal voortgezet • tezamen met herstel van de gevolgen van bodemdaling (productgroep 3305) is groot onderhoud aan het Winschoterdiep en A.G. Wildervanckkanaal uitgevoerd • uitvoering baggeren Zuidlaardermeer is nagenoeg gereed • uitvoering project "Turf naar Toervaart" volgens planning • verhoging sluizen Farmsum gereed • op hoogte brengen van de kades Eemskanaal is voortgezet; • herstel wierde Englum is gereed. De wierde Wierum is in uitvoering.
114
Middeleninzet Omschrijving
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
898.401
955.371
849.349
-1.409.387
740.071
-125.243
2.110.246 700.859
2.248.620 2.988.691
2.291.530 2.166.287
1.599.260
3.944.061
3.015.636
1.599.260
3.944.061
3.015.636
baten 2006
realisatie saldo 2006 955.371
raming saldo 2006 849.349
1.258.240 990.380 65.090 800.224 -125.243
1.258.240 990.380 65.090 800.224 -125.243
1.297.610 993.920
totaal (re)constructie waterwegen
2.988.691
2.988.691
2.166.287
totaal (re)constructie waterwegen
3.944.061
3.944.061
3.015.636
Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
Totaal lasten Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen - Overige administratieve boekingen Totaal baten Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006 955.371
330100 Apparaatskosten 330101 (Re)constructie waterwegen: - rente waterwegen - afschrijving waterwegen - proj. revit. Zuidlaardermeer (cofin. Kompas) - mutaties investeringen t.l.v. reserve ESFI - invest.proj. vaarverbinding B'wolde-N'schans
115
-125.243
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 Op de programmakosten is een nadeel ontstaan van € 865.314. Dit kan als volgt worden verklaard: Per saldo is een bedrag van € 865.314 geboekt in verband met de niet geraamde bijdragen aan investeringenprojecten. Dit bedrag bestaat voor € 2.274.896 uit de van Kanaalbeheer ontvangen bijdragen ter financiering van een tweetal investeringsprojecten. Als gevolg van latere uitvoering van deze projecten is deze bijdrage ten gunste van de reserve ESFI geboekt om vervolgens in 2007 te worden aangewend. Een bedrag van € 3.140.210 is onttrokken aan de reserves ESFI en cofinanciering Kompas in verband met dekking kosten lopende investeringsprojecten. Genoemd bedrag ad € 865.314 is vervolgens in productgroep 0800 (mutaties reserves) als bijdrage verantwoord ten laste van de reserve ESFI en reserve cofinanciering Kompas. Op de kapitaallasten is per saldo een nadeel gerealiseerd van € 42.910. Voor een toelichting verwijzen wij u naar de bijlage toelichting op de kapitaallasten, rente en dividend. Door een andere methodiek van de berekening van de omslagrente ontstaat er een voordeel op de hier toegerekende rentelasten.
116
Productgroepnummer en -naam : 3302 Onderhoud en beheer hoofdvaarwegen Programma
: Bereikbaar Groningen
Portefeuillehouder
: Musschenga
Productverantwoordelijke
: Broers/Smit
Productgroepomschrijving Zorg dragen voor duurzame instandhouding van de provinciale hoofdvaarwegen met boordvoorzieningen, bruggen, sluizen en andere bijkomende voorzieningen en voor een veilige en vlotte afwikkeling van het scheepvaartverkeer.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • De provinciale hoofdvaarwegen kunnen veilig en duurzaam worden gebruikt, in overeenstemming met hun functie. Geplande prestatie-indicatoren • structurele onderhoudssituatie aan het eind van de managementcontractperiode, in overeenstemming met het managementcontract en het convenant hoofdvaarwegen; •
aantal klachten/meldingen met betrekking tot (achterstallig) onderhoud;
•
aantal storingen waardoor bruggen/sluizen tijdelijk niet functioneren.
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • doordat binnen het convenant hoofdvaarwegen te weinig middelen beschikbaar zijn kan de onderhoudssituatie niet op het gewenste niveau worden gehouden. Op het Winschoterdiep is een vaardieptebeperking ingesteld; • in 2006 zijn 18 meldingen binnengekomen die betrekking hadden op de onderhoudssituatie van vaarwegen; • er zijn 56 technische storingen geweest die (enige) hinder voor de scheepvaart en/of het wegverkeer hebben veroorzaakt.
Afnemers/klanten • vaarweg- en weggebruikers
Prioriteiten 2006
Baggerwerk Winschoterdiep Het uitvoeren van baggerwerk op het Winschoterdiep daar waar de bevaarbaarheid in het geding komt.
117
Boordvoorzieningen Winschoterdiep Het vervangen van boordvoorzieningen langs het Winschoterdiep.
Boordvoorzieningen en boezemkades Eemskanaal Vervangen van boordvoorzieningen en verbeteren boezemkades langs het Eemskanaal, in samenhang met verplichtingen die de provincie heeft tegenover de waterschappen in het kader van B-Akwa.
Primaire waterkering Delfzijl Vervangen van deuren in de zeesluizen te Delfzijl.
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) Uitvoering van de taken die zijn vastgelegd in het managementcontract Beheer Wegen en Kanalen. Tot de werkzaamheden behoren onder meer het uitvoeren van dagelijks en groot onderhoud aan boordvoorzieningen, bruggen, sluizen, remmingwerken en kanaalmeubilair. Voorts het uitvoeren van baggerwerk, het bedienen van bruggen en sluizen, het toezicht op de scheepvaart en het verlenen van vergunningen en ontheffingen.
Toelichting/ontwikkelingen In het kader van het terugbrengen van het aantal specifieke uitkeringen (commissie Brinkman) wordt nader gekeken naar het overdragen van de hoofdvaarwegen naar het rijk en het overhevelen van de specifieke uitkering voor het Winschoterdiep naar het provinciefonds. Voorts speelt de actualisering van het huidige convenant hoofdvaarwegen.
Beleidsverantwoording Prioriteiten Er is gewerkt aan de voorbereiding van baggerwerk op het Winschoterdiep. De boordvoorziening langs het Winschoterdiep tussen de Graaf Adolfbrug en de Kloosterbrug is vervangen. Het vervangen van boordvoorzieningen langs de noordzijde van het Eemskanaal bij Woltersum en bij de Groevesluizen is afgerond. De buitenvloeddeuren van de zeesluizen te Farmsum zijn vervangen. Uitgevoerde activiteiten Het onderhoud en beheer van de hoofdvaarwegen is uitgevoerd overeenkomstig het managementcontract Beheer Wegen en Kanalen. Met het rijk is een intentie-overeenkomst voorbereid waarin staat dat de hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl in beheer en onderhoud blijft bij de provincies en de voor de zijtakken, waaronder Winschoterdiep en Rensel, de kosten van onderhoud en exploitatie door het rijk worden afgekocht. Over de voorwaarden en de financiële aspecten vindt overleg plaats.
118
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
5.931.491
6.440.539
6.211.647
7.213.777
4.304.886
3.432.895
183.526
Totaal lasten Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen - boordvoorzieningen Totaal baten Saldo lasten en baten
7.213.777
4.488.412
3.432.895
13.145.268
10.928.951
9.644.543
45.248 9.154.054 471.691 1.650.973 1.300.000
39.295 9.866.300 232.896
14.350 9.050.871 334.300
12.621.966
10.259.424
9.399.521
523.302
669.526
245.022
baten 2006
raming saldo 2006 5.462.093 749.555
120.933
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
330200 Apparaatskosten subsidiabel 330201 Apparaatskosten, niet subsidiabel
lasten 2006 5.596.633 843.905
478.204
realisatie saldo 2006 5.596.633 365.701
totaal apparaatskosten
6.440.539
478.204
5.962.334
6.211.647
22.501 1.560.000 138.329
900 143.133
21.601 1.416.867 138.329
42.883 1.457.189 48.441 5.349 373.731 380.814 8.267 368.117 209.228 538.876
330202 330203 330204 330206 330207 330208 330212 330214 330215 330216 330217
Product
Onderhoud en beheer hoofdvaarwegen: - dijken, bermen en sloten - boordvoorzieningen - baggerwerk - vaste bruggen - bruggen - sluizen - aanlegvoorzieningen/kanaalmeubilair - diversen - verbetering scheepvaart - groot onderhoud - storting/onttrekking voorziening hoofdkanalen totaal onderhoud/beheer hoofdvaarwegen
119
673.243 502.057 27.410 824.775
129 2.500
673.243 502.057 27.282 822.275
556.571 183.526
650.000
-93.429 183.526
4.488.412
796.661
3.691.751
3.432.895
330211 330214 330214 330214 330214
Baten: - regelgeving - bijdrage Rijk - bijdragen derden afstand bediening - huren en pachten - afrekening schadegevallen totaal baten totaal onderhoud/beheer hoofdvaarwegen
10.928.951
39.295 8.887.584
-39.295 -8.887.584
-14.350 -9.050.871 -297.200 -37.100
28.297 29.382
-28.297 -29.382
8.984.559
-8.984.559
-9.399.521
10.259.424
669.526
245.022
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 Dijken, bermen en sloten: Het budget van deze post laat per saldo een onderschrijding zien, door een positief voordeel van ca. € 114.000 op de eindafrekening van een aantal bestekken. De extra middelen zijn o.a. ingezet voor B-AKWA. Boordvoorzieningen: Door diverse kleine verschillen valt de realisatie lager uit dan begroot. Baggerwerk: Op de splitsing Eemskanaal-Oosterhornkanaal is noodzakelijk baggerwerk uitgevoerd, waarvoor meer middelen benodigd waren dan in de begroting was opgenomen. (Vaste) Bruggen: De overschrijding op de post bruggen wordt veroorzaakt door noodwerkzaamheden aan de brug Zuidhorn, waarvan de vervanging is uitgesteld tot 2011. Daarnaast zijn kosten gemaakt voor het project "overbruggen", afstandsbediening binnen de gemeente Groningen. Sluizen: De begroting is overschreden door kosten van hekwerken die uit veiligheidsoverwegingen om de sluisterreinen zijn aangebracht en door het herstel van een schade aan de zeesluizen te Farmsum. Aanlegvoorzieningen/kanaalmeubilair: Het budget is overschreden door het aanbrengen van looproosters op steigers. Diversen: Het nadelige saldo wordt veroorzaakt door BTW toerekening ad. € 490.000. Deze toerekening is noodzakelijk, omdat hoofdkanalen een doeluitkering betreft. Verbeteringswerken scheepvaart: Er zijn in 2006 geen verbeteringswerken voor de scheepvaart uitgevoerd. Groot onderhoud: In 2006 zijn de buitenvloeddeuren van de zeesluizen te Farmsum vervangen en is de waterkerende hoogte van de sluizen vergroot. De baten betreft een subsidie die ontvangen is over de projectkosten van 2005 en 2006. Bijdragen derden afstandbediening: De bijdrage van derden ten behoeve van de afstandsbediening is verantwoord onder de post apparaatskosten, niet subsidiabel. Overzicht Rekening 2006 Hoofdkanalen: Staat in een Excel-bestand bij Martijn Schepers
120
REKENING 2006 HOOFDKANALEN Uitgaven Apparaatskosten Onderhoud BTW Onderhoudskosten Projecten HK (uitgevoerd door B&W) BTW Projecten B&W Overboeking naar Overige vaarwegen
5.596.633 2.823.194 363.035 865.066 124.659 8.000 9.780.586
Inkomsten Bijdrage Rijk Af: Nog te ontv. van Rijk 2005 Bijdr. Rijk voorb.fase groot onderh. Bijdrage afstandbediening Recognities Chipknip-transacties tappunten Huren/pachten Afrekening schadegevallen Ontv. AON verz. schade damwand Verkoop diverse materialen
9.037.004 -149.420 650.000 324.348 18.772 129 28.297 29.382 21.500 4.100 9.964.112
Inkomsten -/- Uitgaven
183.526
Gevolgen rekening voor stand voorziening hoofdkanalen : Saldo voorziening hoofdkanalen per 1-1-2005 Saldo rekening 2005 Saldo egalisatiefonds 1-1-2006
0 183.526 183.526
121
Productgroepnummer en -naam : 3303 Onderhoud en beheer overige vaarwegen Programma
: Bereikbaar Groningen
Portefeuillehouder
: Musschenga
Productverantwoordelijke
: Broers/Smit
Productgroepomschrijving Zorg dragen voor duurzame instandhouding van de provinciale overige vaarwegen met boordvoorzieningen, bruggen, sluizen en andere bijkomende voorzieningen en voor een veilige en vlotte afwikkeling van het scheepvaartverkeer.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • De provinciale overige vaarwegen kunnen veilig en duurzaam worden gebruikt, in overeenstemming met hun functie. Geplande prestatie-indicatoren • structurele onderhoudssituatie aan het einde van de managementcontractperiode, in overeenstemming met het managementcontract; • aantal klachten/meldingen met betrekking tot (achterstallig) onderhoud;
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • in 2007 wordt het managementcontract geëvalueerd
•
•
aantal storingen waardoor bruggen/sluizen tijdelijk niet functioneren.
•
in 2006 zijn 5 klachten/meldingen met betrekking tot de onderhoudstoestand van de overige vaarwegen binnengekomen; er zijn 53 technische storingen geweest die (enige) hinder voor de scheepvaart en/of het wegverkeer hebben veroorzaakt.
Afnemers/klanten • vaarweg- en weggebruikers
Prioriteiten 2006
Boordvoorzieningen A.G. Wildervanckkanaal Vervanging boordvoorzieningen langs het A.G. Wildervanckkanaal.
Baggerwerk A.G. Wildervanckkanaal Het uitvoeren van baggerwerkzaamheden op het A.G. Wildervanckkanaal op die plaatsen waar de bevaarbaarheid in het geding komt.
122
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) Het beheer en onderhoud van de provinciale overige vaarwegen vindt plaats overeenkomstig de afspraken die in het managementcontract Beheer Wegen en Kanalen zijn vastgelegd. Tot de werkzaamheden behoren onder meer het uitvoeren van dagelijks en groot onderhoud aan boordvoorzieningen, bruggen, sluizen, remmingwerken en kanaalmeubilair. Voorts het uitvoeren van baggerwerk, het bedienen van bruggen en sluizen, het toezicht op de scheepvaart en het verlenen van vergunningen en ontheffingen.
Beleidsverantwoording Prioriteiten De boordvoorzieningen langs de oostzijde van het A.G. Wildervanckkanaal tussen de Meedenerbrug en de Geert Veenhuizenbrug zijn vervangen ten laste van het budget voor nieuw beleid. Gewerkt is aan het voorbereiden van baggerwerk op het A.G. Wildervanckkanaal. Uitgevoerde activiteiten Het beheer en onderhoud van de overige vaarwegen is uitgevoerd overeenkomstig het managementcontract Beheer wegen en kanalen.
123
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
1.647.581
1.815.736
1.847.883
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
5.482.536
2.101.631 1.944.176
2.813.395 1.307.500
5.482.536
4.045.807
4.120.895
Totaal lasten
7.130.117
5.861.542
5.968.778
25.641 378.496 469.884
16.100 377.700 212.330
60.650
21.243 381.845 439.133 505.537 50.200
934.671
1.397.959
606.130
6.195.446
4.463.584
5.362.648
baten 2006
realisatie saldo 2006 1.815.736
raming saldo 2006 1.847.883
42.288 1.927.713 9.115
42.617 1.162.378 379.059 -2.695 3.870 1.469.882 46.679 303.981 475.124
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen - overige administratieve boekingen Totaal baten Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006 1.815.736
330300 Apparaatskosten
330301 330302 330303 330304 330305 330306 330307 330312 330313 330315 330399
Onderhoud en beheer overige vaarwegen: - dijken, bermen en sloten - boordvoorzieningen - baggerwerk - beplanting - vaste bruggen - bruggen - sluizen - aanlegvoorzieningen/kanaalmeubilair - diversen - slibdepots - projecten overige vaarwegen
42.288 1.950.725 33.115
totaal onderhoud/beheer ov. vaarwegen
124
23.012 24.000
1.092.433 25.302 13.866 660.177 17.625 210.276
211.305
4.045.807
258.317
881.127 25.302 13.866 660.177 17.625 210.276 3.787.489
240.000 4.120.895
330310 330313 330313 330313 330313 330313 330313
Baten: - regelgeving - bijdragen Rijk - recognities - vergoeding afstand bediening - afrekening schadegevallen - afkoopsommen overige vaarwegen - overige baten totaal baten totaal onderhoud/beheer ov. vaarwegen
5.861.542
11.135 381.845 10.108 178.803 2.013 505.537 50.200
-11.135 -381.845 -10.108 -178.803 -2.013 -505.537 -50.200
-10.530 -377.700 -8.900 -209.000
1.139.641
-1.139.641
-606.130
1.397.959
4.463.584
5.362.648
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 De raming 2006 is opgebouwd uit het reguliere begrotingsbedrag aangevuld met het egalisatiesaldo uit het managementcontract beheer Wegen en Kanalen (zie voor het overzicht de tabel bij de toelichting van productgroep 3102). Door deze opzet kunnen negatieve ramingen ontstaan als gevolg van in het verleden opgebouwde nadelige saldi. Boordvoorzieningen: Het tekort op het budget voor boordvoorzieningen is veroorzaakt door het vervangen van boordvoorzieningen langs het A.G. Wildervanckkanaal in het kader van nieuw beleid. Baggerwerk: In 2006 is geen baggerwerk uitgevoerd, doordat de prioriteit is gelegd bij boordvoorzieningen. De gemaakte kosten hebben voornamelijk betrekking op het uitvoeren van peilingen en bodemonderzoek. (Vaste) Bruggen: Er is gereserveerd voor groot onderhoud aan de spoorbrug over het A.G. Wildervanckkanaal en de brug te Enumatil, hierdoor is de realisatie lager dan het beschikbare budget. Voor de vervanging van de val van de Zijlvesterbrug is, in het kader van B-AKWA, een bijdrage ontvangen ad. € 206.000. Sluizen: In 2006 is minder noodzakelijk groot onderhoud benodigd geweest. Aanlegvoorzieningen/kanaalmeubilair: Er hebben in 2006 weinig investeringen plaats gevonden, doordat de prioriteit is gelegd bij boordvoorzieningen. Diversen: Het voordelige saldo wordt veroorzaakt door het opgebouwde voordeel uit voorgaande jaren binnen het managementcontract. Slibdepots: De lasten en baten met betrekking tot de slibdepots zijn niet verantwoord in de begroting. Het saldo komt ten laste vaan de voorziening voor exploitatie van baggerspeciedepots. Projecten overige vaarwegen: Dit betreft het project restauratie sluis Zoutkamp. De eindafrekening volgt nog. De vergoeding voor de afstandsbediening voor overige vaarwegen valt lager uit dan begroot. De overige baten betreft de bijdrage ten gunste van de voorfinanciering glasvezelproject Reitdiep. De voor- en nadelen op deze productgroep zijn verrekend in het managementcontract Beheer Wegen en Kanalen (zie voor de stand van deze reserve productgroep 3102)
125
Productgroepnummer en -naam : 3304 Onderhoud en beheer schutsluis Lauwersoog Programma
: Bereikbaar Groningen
Portefeuillehouder
: Musschenga
Productverantwoordelijke
: Broers/Smit
Productgroepomschrijving Onderhouden en bedienen van de schutsluis te Lauwersoog.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • De Robbengatsluis kan veilig en duurzaam zijn functie vervullen.
Geplande prestatie-indicatoren • structurele onderhoudssituatie aan het einde van de managementcontractperiode, in overeenstemming met het managementcontract; • aantal klachten/meldingen met betrekking tot (achterstallig) onderhoud;
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • in 2007 wordt het managementcontract geëvalueerd;
•
•
aantal storingen waardoor de brug/sluis tijdelijk niet functioneert.
•
in 2006 zijn geen meldingen of klachten aangaande de onderhoudstoestand van de Robbengatsluis binnengekomen; er is geen technische storingen geweest die hinder voor de scheepvaart hebben veroorzaakt.
Afnemers/klanten • vaarweg- en weggebruikers
Prioriteiten 2006
Aanpassen remmingwerken Het aanpassen van de remmingwerken bij de sluis.
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) Uitvoering van beheer en onderhoud overeenkomstig de afspraken die in het managementcontract Beheer Wegen en Kanalen zijn vastgelegd.
126
Toelichting/ontwikkelingen De kosten komen voor 50% ten laste van de provincie Friesland.
Beleidsverantwoording Prioriteiten Aan de remmingwerken zijn beperkte aanpassingen uitgevoerd, vooruitlopend op renovatie van de remmingwerken in 2008. Uitgevoerde activiteiten Het beheer en onderhoud van de schutsluis te Lauwersoog is uitgevoerd overeenkomstig het managementcontract Beheer wegen en kanalen.
127
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
270.413
258.445
141.948
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
195.830
276.501
-54.080
1.890 197.720
2.404 278.905
2.440 -51.640
Totaal lasten
468.133
537.350
90.308
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen
2.477 106.167 175.631
167 201.205
110.300
Totaal baten
284.275
201.371
110.300
Saldo lasten en baten
183.858
335.979
-19.992
lasten 2006 258.445
baten 2006
realisatie saldo 2006 258.445
raming saldo 2006 141.948
8.044
5.448
2.595
81.410 12.404 12.404 65 -24.821 189.400
18.213
847
63.198 12.404 12.404 -176.799 -24.821 189.400 -847
26.387 6.031 -70.401 16.536 16.536 -110.300 -24.821 -21.908
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
330400 Apparaatskosten 330401 Haven en sluizencomplex Lauwersoog: - algemene kosten Lauwersoog - baggerwerk sluizencomplex Lauwersoog - dienstgebouwen sluis Lauwersoog - bijdrage Reitdiep prov. Groningen - bijdrage Reitdiep prov. Friesland - bijdrage provincie Friesland - sluis Lauwersoog - sluis Lauwersoog - afrekening schadegevallen
176.863
totaal haven/sluizencomplex Lauwersoog
278.905
201.371
77.534
-161.940
totaal onderhoud/beheer schutsluis L'oog
537.350
201.371
335.979
-19.992
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 De raming 2006 is opgebouwd uit het reguliere begrotingsbedrag aangevuld met het egalisatiesaldo uit het managementcontract beheer Wegen en Kanalen (zie voor het overzicht de tabel bij de toelichting van productgroep 3102). Door deze opzet kunnen negatieve ramingen ontstaan als gevolg van in het verleden opgebouwde nadelige saldi. De kosten van de sluis zijn hoger dan begroot door de kosten die gemaakt zijn ten behoeve van het realiseren van de afstandsbediening van de Robbengatsluis De kosten voor het dienstgebouw zijn hoger door de uitvoering van groot onderhoud en arbotechnische
128
maatregelen. Als gevolg van de afrekening van de Lauwerszeewerken 2005 zijn de baten hoger dan begroot. De voor- en nadelen van deze productgroep zijn verrekend in het managementcontract Beheer Wegen en Kanalen (zie voor de afrekening productgroep 3102).
129
Productgroepnummer en -naam : 3305 Herstel schade a.g.v. bodemdaling Programma
: Bereikbaar Groningen
Portefeuillehouder
: Musschenga
Productverantwoordelijke
: Bosma
Productgroepomschrijving Civieltechnische maatregelen ter voorkoming c.q. herstel schade als gevolg van bodemdaling door aardgaswinning.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • herstel van schade Geplande prestatie-indicatoren • opheffen nadelige effecten
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren
Afnemers/klanten • burgers
Activiteiten in 2006 Maatregelen Winschoterdiep en zeesluizen Farmsum/Delfzijl zijn geïntegreerd in productgroep 3301.
Beleidsverantwoording Uitgevoerde activiteiten Volgens planning en opgenomen in productgroep 3301.
130
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
51.412
7.533
24.236
51.412
7.533
24.236
51.412
7.533
24.236
baten 2006
realisatie saldo 2006 7.533
raming saldo 2006 24.236
7.533
24.236
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
Totaal lasten Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen Totaal baten Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006 7.533
330500 Apparaatskosten totaal herstel schade a.g.v. bodemdaling
7.533
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 De lagere toegerekende apparaatskosten worden veroorzaakt door minder inzet van personeel t.b.v. bodemdalingsprojecten.
131
Productgroepnummer en -naam : 3401 Luchtvaartvervoer Programma
: Bereikbaar Groningen
Portefeuillehouder
: Musschenga
Productverantwoordelijke
: Janssens
Productgroepomschrijving Stimulering van het luchtvaartverkeer- en vervoer naar en vanaf Groningen Airport Eelde, ter versterking van de aantrekkelijkheid van het regionale vestigingsklimaat voor bedrijven en de stimulering van de transport- en distributiefunctie van de provincie Groningen.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • Het voorbestaan en de verdere ontwikkeling van Groningen Airport Eelde vormt een belangrijk voorwaardenscheppend instrument voor de realisering van economische beleidsdoelstellingen vanwege haar betekenis voor het behoud van bestaande en de acquisitie van nieuwe bedrijvigheid in de provincie Groningen. Geplande prestatie-indicatoren • Ontwikkeling van het aantal passagiers en vliegbewegingen jaar
passagiers
1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004
113.000 110.000 112.000 115.000 148.000 177.000 155.000
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren
vliegbewegingen: start/landing 89.000 82.000 69.000 69.000 67.000 55.000 45.000 2005 2006
163.000 166.000
47.000 55.000
Afnemers/klanten • Zakelijke gebruikers van de luchthaven • Overige gebruikers van de luchthaven
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) Deze betreffen voornamelijk de taken van de provincie als subsidiegever en aandeelhouder van GAE. • Het rijk heeft haar aandeelhouderschap in GAE, enkele jaren geleden beëindigd. Daarbij is o.a. overeengekomen dat de regionale aandeelhouders vanaf 2002, gedurende 10 jaar hun kapitaalsbijdrage zullen maximeren op een bedrag van € 308.000 per jaar • Als aandeelhouder heeft de provincie als belangrijkste taak te controleren of het door de directie gevoerde beleid past binnen het door de AvA vastgestelde businessplan t/m 2017.
132
Beleidsverantwoording Uitgevoerde activiteiten Uitoefening van de verschillende taken die annex zijn met het aandeelhouderschap van GAE en de instandhouding en verdere ontwikkeling van de luchthaven w.o. de baanverlenging.
133
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
14.811
18.001
17.775
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
308.062
308.062
308.100
308.062
308.062
308.100
Totaal lasten
322.873
326.063
325.875
322.873
326.063
325.875
baten 2006
realisatie saldo 2006 18.001
raming saldo 2006 17.775
308.062
308.062
308.100
totaal luchthaven Eelde
308.062
308.062
308.100
totaal luchtvaartvervoer
326.063
326.063
325.875
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen Totaal baten Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006 18.001
340100 Apparaatskosten 340101 Luchthaven Eelde: - subsidie luchthaven
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006
134
Productgroepnummer en -naam : 3402 Collectief personenvervoer Programma
: Bereikbaar Groningen
Portefeuillehouder
: Musschenga
Productverantwoordelijke
: Schoonbeek / OV-bureau Groningen Drenthe
Productgroepomschrijving De doelstelling van het OV-bureau is afgeleid van de maatschappelijke opdracht die de verschillende overheden hebben bepaald ten aanzien van het openbaar vervoer. Algemene doelstelling: Het verder ontwikkelen en uitdragen van de betekenis van het openbaar vervoer in de regio Groningen en Drenthe, zodanig dat het sociaal-economisch belang gediend wordt en de toenemende vraag naar mobiliteit opgevangen kan worden.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • zorgen voor en bevorderen van openbaar vervoer per auto, bus in samenhang met het Verkeer en Vervoer- en Ruimtelijk Ordeningsbeleid van de provincies en gemeenten in Groningen en Drenthe (beleidsfunctie); • zorgen voor de totstandkoming van vervoersconcessies en de juiste naleving en uitvoering van de concessievoorschriften van verleende concessies voor busvervoer (beheer en uitvoering). Geplande prestatie-indicatoren • aantal verplaatsingen met het openbaar vervoer per jaar;
•
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • het aantal buspassagiers in de provincie Groningen (incl. Stad Groningen):
aantal gemaakte reizigerskilometers per jaar.
•
2005 jan-nov 20.993.964 (tm dec 23.628.709) 2006 jan-nov 24.781.289 (gegevens dec nog niet bekend) Het aantal reizigers over de periode januari 2006 tot en met november 2006 is 18% gegroeid ten opzichte van dezelfde periode in het jaar 2005 het aantal afgelegde kilometers per trein (excl. NS aangezien die niet onder onze bevoegdheid valt): 2004 2005 2006
Afnemers/klanten • reizigers in het openbaar vervoer, gemeenten
135
204.322.958 209.239.446 238.104.521
100% 102,4% 116,5%
Prioriteiten 2006
GGD- concessie 2007 Het voorbereiden van de aanbestedingprocedure (incl. het opstellen van een programma van eisen) ten behoeve van de nieuwe GGD-concessie in 2007.
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) • • • • •
•
invulling geven aan de OV-visie en de samenwerking opbouwen met alle partners; het beheer van het openbaar vervoer; ontwikkeling van openbaar vervoer, te weten planvorming, coördinatie van de openbaar vervoer aspecten; advisering aan de provincies en gemeenten in het OV-beleid in relatie tot het algemene beleidsproces van ruimtelijke ordening en verkeer en vervoer; het voorbereiden van de verlenging van de concessie en mogelijk hieruit volgend het laten plaatsvinden van de aanbesteding van (een deel van) de GGD-concessie in 2007; uitvoeren van een tweetal beheersprotocollen: één protocol tussen het OV-bureau en de drie overheden en één protocol tussen het OV-bureau en de vervoerders.
136
Beleidsverantwoording Prioriteiten GGD- concessie 2007 • de voorbereidende werkzaamheden om te komen tot het programma van eisen zijn in 2006 grotendeels afgerond; • het OV-bureau zal in april 2007 het programma van eisen hebben opgesteld Uitgevoerde activiteiten • invulling geven aan de OV-visie en de samenwerking opbouwen met alle partners; □ in SNN-verband is ambtelijk gewerkt aan het opstellen van een spoorvisie, deze visie wordt in het voorjaar van 2007 in SNN-verband bestuurlijk behandeleld. □ de samenwerking met de partners is geïntensiveerd waarbij het OV-bureau samen met gemeenten een gezamenlijke aanbesteding van openbaar vervoer met kleinschalig gemeentelijk vervoer (o.a. WVG-vervoer) wordt nagestreefd. •
het beheer van het openbaar vervoer; □ vergt continue aandacht, het beheer van het busvervoer geschiedt door het OV-bureau.
•
ontwikkeling van openbaar vervoer, te weten planvorming, coördinatie van de openbaar vervoer aspecten; □ gewerkt is aan de spoorvisie alsook aan de voorbereiding van het halteplan (toegankelijkheid) en de facelift stations.
•
advisering aan de provincies en gemeenten in het OV-beleid in relatie tot het algemene beleidsproces van ruimtelijke ordening en verkeer en vervoer; □ heeft o.a. plaatsgevonden in het kader van de ontwerpopgave Leek-Roden en Meerstad.
•
het voorbereiden van de verlenging van de concessie en mogelijk hieruit volgend het laten plaatsvinden van de aanbesteding van (een deel van) de GGD-concessie in 2007; □ een deel van de GGD-concessie is verlengd, een deel zal opnieuw worden aanbesteed (zie eerste bolletje)
•
uitvoeren van een tweetal beheersprotocollen: één protocol tussen het OV-bureau en de drie overheden en één protocol tussen het OV-bureau en de vervoerders. □ Het OV-bureau heeft een monitoring- en beheersysteem om de activiteiten van de vervoerders te beoordelen. Het OV-bureau rapporteert periodieke aan de betrokken overheden.
137
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
542.470
335.507
421.355
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
49.592.896 21.000 349.250
43.448.543
40.571.866
848.290
133.553
49.963.146
44.296.833
40.705.419
Totaal lasten
50.505.616
44.632.340
41.126.774
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen - overige administratieve boekingen
7.945 42.652.975 195.059 5.413.938 1.263.882
40.229.210 12.103 3.864.598
40.229.210
Totaal baten
49.533.799
44.105.911
40.265.608
971.817
526.429
861.166
baten 2006
realisatie saldo 2006 335.507
raming saldo 2006 421.355
15.046
15.046
12.400
15.046
15.046
12.400
Saldo lasten en baten
36.398
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006 335.507
340200 Apparaatskosten 340201 Collectief personenvervoer algemeen: - projecten openbaar vervoer totaal collectief personenvervoer algemeen
138
340202 Interlokaal openbaar vervoer: - afwikkeling voorgaande jaren - regionale treindienst - bijdrage exploitatie - OV-bureau - totaal ontv. BDU interlokaal OV - rentebijschrijving aan voorziening - kosten kaartautomaten 2005 - kosten t.l.v. meeropbrengst aanbesteding - gebruikersvergoeding spoor - kosten kaartautomaten 2006 - sociale veiligheid - reservering regionaal spoor - stads-/streekvervoer voorg. jaren - sociale veiligheid voorg. jaren - 1% regeling - gebruikersvergoeding spoor voorg. jaren
-267.106 3.435.551 33.143.591 62.021 178.681 588.100 6.850 2.666.000 676.000
4.628 36.725 40.229.210
43.248
-267.106 3.430.923 33.106.866 -40.167.189 178.681 588.100 -36.398 2.666.000 676.000
3.500.000 33.106.166 -40.229.210 133.553 586.000 -36.398 2.666.000 681.000 20.300
79.332 3.229.395 271.000 -8.035 220.407
79.332 3.229.395 271.000 -8.035 220.407
totaal interlokaal openbaar vervoer
44.281.787
44.105.911
175.877
427.411
totaal collectief personenvervoer
44.632.340
44.105.911
526.429
861.166
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 Uitgaven en inkomsten betreffende rijksmiddelen openbaar vervoer vinden plaats op kasbasis. Op de directe kosten is een nadeel ontstaan van € 3.591.414. Dit kan als volgt worden verklaard. Niet geraamde restitutie aan het Rijk ad € 2.348.628 in verband met een eerder ontvangen voorschot btw. Niet geraamde afrekeningen oudere jaren met Arriva/NoordNed/OV-bureau ad € 1.451.506. Niet geraamde afboeking nog te betalen 2005 in verband met renteberekening voorziening openbaar vervoer ad - € 267.106. De niet geraamde bijdrage aan de voorziening BDU ad € 848.290 wordt grotendeels veroorzaakt omdat € 580.500 in verband met voorfinanciering van kaartautomaten uit de voorziening BDU in 2005 nu weer is toegevoegd aan de voorziening BDU. Bij het aanvragen van de BDU-uitkering 2005 waren de kaartautomaten vergeten en voorgefinancieerd uit de voorziening BDU. In de BDU-uitkering 2006 is inbegrepen de vergoeding kaartautomaten 2005 en 2006. Verder is een bedrag van € 178.681 toegevoegd aan de voorziening BDU in verband met rentetoerekening. Eveneens is toegevoegd aan de voorziening BDU een bedrag van € 62.021 grotendeel in verband exploitatie regionale treindienst. De raming regionale treindienst is grealiseerd, maar niet aangepast aan de beschikking, waardoor genoemde € 62.021 is toegevoegd aan voorziening BDU. Resteert nog een bedrag van € 27.088 in verband met vrijval bij de 1% regeling en afhandeling voorgaande jaren.
139
140
4. Waterhuishouding No.
Omschrijving functie/productgroep
4.0 4001
4.1 4101
4.2 4201
4.3 4301
lasten 2006
baten 2006
realisatie saldo 2006
raming saldo 2006
Waterhuishouding, algemeen Water
3.225.518
930.232
2.295.285
3.821.952
Totaal functie 4.0
3.225.518
930.232
2.295.285
3.821.952
Waterschapsaangelegenheden Waterschapsaangelegenheden
365.164
365.164
371.796
Totaal functie 4.1
365.164
365.164
371.796
Waterkeringen Muskusrattenbestrijding
2.073.913
695.473
1.378.441
1.152.905
Totaal functie 4.2
2.073.913
695.473
1.378.441
1.152.905
5.664.595
1.625.705
4.038.890
5.346.653
Kwantitatief beheer oppervlaktewater Kwantitatief waterbeheer Totaal functie 4.3 Totaal hoofdfunctie 4
141
142
Productgroepnummer en -naam : 4001 Water Programma
: Schoon/ veilig Groningen
Portefeuillehouder
: Bleker
Productverantwoordelijke
: Brenkman
Productgroepomschrijving Voor het gebiedsgericht waterbeleid is het behouden, het herstellen en het realiseren van duurzame watersystemen het uitgangspunt. Voor het herstellen van de watersystemen is de Stroomgebiedsvisie Groningen/ Noord en Oost Drenthe de denkrichting: vasthouden, bergen en afvoeren per gebied in onderling evenwicht. Door een veerkrachtige inrichting van de watersystemen en het bevorderen van een adequate waterkeringszorg moeten voldoende waarborgen kunnen worden geboden om veilig en zonder wateroverlast in deze provincie te kunnen wonen, werken en recreëren. Door technische en natuurlijke ingrepen worden verdrogingsproblemen in landbouw- en natuurgebieden aangepakt. Voor de uitvoering van het waterbeleid zijn in eerste aanleg de waterschappen de meest aangewezen lichamen van functioneel bestuur met een eigen financieringssysteem. De waterkwaliteit zal door gebiedsgerichte maatregelen verder worden verbeterd.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten 1. voorkomen en/of beperken van wateroverlast: • als gevolg van overstromingen vanuit zee; • vanuit de boezemsystemen; • in de regionale watersystemen (vanuit de overige watergangen). 2. realiseren van de ecologische doelstellingen van de watersystemen door fysische en chemische maatregelen; 3. hydrologisch herstellen van verdroogde natuurgebieden en voorkomen droogteschade in de landbouw. Geplande prestatie-indicatoren • voorkomen van wateroverlast: - Hunze en Aa's: uiterlijk in 2008 zijn de Ulsderpolder, Onnerpolder en Oostpolder ingericht als waterbergingsgebied; - Noorderzijlvest: uiterlijk in 2008 is een bergingsgebied ingericht; - In 2006 worden de door de waterschappen vastgestelde normen voor interne wateroverlast ter goedkeuring voorgelegd; - projecten voor kleinschalige waterberging.
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • De voorbereiding van de inrichting van de noodbergingsgebieden Ulsderpolder en Onneren Oostpolder in het waterschap Hunze en Aa's is in een ver gevorderd stadium en ligt op schema. • Dat geldt ook voor de in Drenthe gelegen bergingsgebieden Peizer- en Eeldermaden, Matsloot/ Roderwolde en Leutingewolde (meebewegende berging) in het waterschap Noorderzijlvest . • De waterschappen hebben wel de omvang van de interne wateroverlast vastgesteld, maar niet de normen. De nieuwe Waterwet legt de bevoegdheid voor het vaststellen van deze normen bij de provincie. Provincie en waterschappen zijn bezig een kader op te stellen voor regionale wateroverlast. De normen moeten in 2009 zijn vastgesteld. • In het waterschap Hunze en Aa's is eind 2006 ca. 650.000 m3 kleinschalige waterberging gerealiseerd (Ellersingshuizerveld/Barkeveen, Lieftingsbroek, Breedwisch, Bourtange, Ter Borg, Eemboerveld). In Noorderzijlvest zijn plannen ontwikkeld voor ca. 225.000 m3
143
•
veiligheid: - in 2010 voldoen de primaire waterkeringen aan de wettelijk vastgestelde norm; - In 2015 is de veiligheidsnorm voor de aangewezen regionale waterkeringen gerealiseerd; - In 2006/2007 worden in het kader van de Knelpuntennota, die is opgesteld n.a.v. de wateroverlast in 1998, nog over een lengte van 8 km. verbeteringsmaatregelen uitgevoerd aan de boezemkaden van het A.G. Wildervanckkanaal. - In juni 2006 wordt door de waterschappen gerapporteerd over de (visuele) inspecties van de regionale waterkeringen. - In 2006 wordt als uitwerking van het POP een waterkeringsparagraaf voor de primaire waterkeringen vastgesteld.
•
•
bestrijden verdroging: - In 2006 wordt voor 300 ha. verdroogd natuurgebied anti-verdrogingsmaatregelen genomen.
•
•
behoud en herstel watersystemen: - In de 2006 wordt de Watervisie Lauwersmeer als POP-uitwerking vastgesteld; - In 2009 is het Stroomgebiedsbeheersplan in het kader van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) opgesteld. In 2006 wordt hiervoor een eerste aanzet gegeven; een monitoringsysteem voor de ecologische toestand van de watersystemen wordt opgezet.
•
kleinschalige berging (polder Vredewold, oevers Dwarsdiep). Het Wetterskip Fryslân heeft eind 2006 ca. 17.000 m3 kleinschalige waterberging (Doezemertocht) gerealiseerd. Door onvoldoende rijksmiddelen en het ontbreken van actuele hydraulische randvoorwaarden zullen niet alle primaire waterkeringen in Groningen in 2010 aan de veiligheidsnorm voldoen. Waterschappen trachten door middel van voorfinanciering verbeteringsmaatregelen eerder uit te kunnen voeren. De door de waterschappen opgestelde uitvoeringsprogramma's voor de regionale waterkeringen zijn er op gericht de regionale waterkeringen in 2015 aan de veiligheidsnorm te laten voldoen. De knelpunten in de provinciale boezemkaden n.a.v. de wateroverlast in 1998 zijn opgelost. In het kader van de B-AKWA moet in 2007 nog 7 km boezemkade verbeterd worden. De visuele inspecties van de regionale waterkeringen hebben geen zodanige ernstige gebreken aan het licht gebracht dat sprake is van onveilige situaties. Aan de opstelling van de Waterkeringsparagraaf wordt gewerkt. Het conceptStartdocument van het Plan mer is voor een reactie aan belanghebbenden toegezonden. Op 231 ha verdroogd natuurgebied zijn waterhuishoudkundige maatregelen genomen ter bestrijding van de verdroging. Daarnaast moet voor 185 ha nog inrichtingsmaatregelen voor natuur worden uitgevoerd. Standpunt BOWL op rapport "Watervisie Lauwersmeer, Keuze op hoofdlijnen" is voorgelegd aan PS. De POP-uitwerking gebeurt via het Stroomgebiedsbeheersplan. Het monitoringsysteem voor het grondwatersysteem is uitgevoerd. Het monitoringsysteem voor oppervlaktewater is door de waterschappen uitgevoerd.
Afnemers/klanten • waterschappen, gemeenten, Rijk, landbouw, natuurbeherende organisaties, Waterbedrijf Groningen, bedrijfsleven en recreatie
144
Prioriteiten 2006
Realisatie waterberging
€ 1.750.000
• goedkeuren bestemmingsplannen waarin de Ulsderpolder en Onner- en Oostpolder zijn aangewezen als waterbergingsgebieden; • goedkeuren inrichtingsplannen voor de Ulsderpolder en Onner- en Oostpolder; • inzetten flankerend beleid: aankoop en verpachting van gronden en inzet landinrichtingsmaatregelen.
Watervisie Lauwersmeer • vaststellen POP-uitwerking Watervisie Lauwersmeer.
Europese Kaderrichtlijn Water
€ 30.000
• monitoringplan voor grond- en oppervlaktewater; • indicatieve normen voor grond- en oppervlaktewaterlichamen; • tijdschema en werkprogramma Stroomgebiedsbeheersplan t.b.v. publieke participatie.
Uitvoering Regionaal Bestuursakkoord Water
€ 228.773
• vaststellen jaarlijks Actie- en Uitvoeringsprogramma Water 2000+; • vaststellen POP-uitwerking waterkeringsparagraaf primaire waterkeringen; • projecten voor kleinschalige waterberging.
Verdrogingsbestrijding
€ 90.000
• herstellen van 300 ha. verdroogd natuurgebied.
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) • • • • •
het beoordelen van de rapportage van de waterschappen over de (visuele) inspectie van de regionale waterkeringen, en het hierover informeren van Provinciale Staten; de door de waterschappen vastgestelde normen voor interne wateroverlast worden ter goedkeuring voorgelegd; het uitvoeren van het Communicatieplan Water 2000+; het organiseren van het jaarlijks symposium Water 2000+; het leveren van een bijdrage aan de oplossingen van de bodemdalingproblematiek als gevolg van delfstofwinning.
145
Beleidsverantwoording Prioriteiten Realisatie waterberging De betrokken gemeenten hebben de voorontwerp-bestemmingsplannen, waarin de Ulsderpolder en de Onner- en Oostpolder zijn aangewezen als waterbergingsgebieden, vastgesteld. In het kader van art. 19 WRO hebben zij vrijstellingsbesluiten voor deze polders vastgesteld, die versnelde inrichting van de polders mogelijk maakt. De provincie heeft de inrichtingsplannen voor de Ulsderpolder en de Onner- en Oostpolder goedgekeurd. Het in 2004 in de Ulsderpolder aangekochte landbouwbedrijf van 140 ha, is in 2006 grotendeels doorverkocht aan landbouwers in de Ulsderpolder. De voor de Onner- en Oostpolder ontwikkelde aankoopstrategie, die van juli 2005 tot maart 2006 operationeel was, ten behoeve van de herinrichting Haren, komt zowel de landbouw als de realisering van de EHS ten goede. Watervisie Lauwersmeer Onderzoek is afgerond. Uitkomst in rapport "Watervisie Lauwersmeer, Keuze op hoofdlijnen", met onderliggende detailrapporten. Standpunt BOWL voorgelegd aan PS. POP-uitwerking vindt plaats via Stroomgebiedsbeheersplan. De consequenties van de onderzochte alternatieven voor het toekomstig waterbeheer zijn gepresenteerd. Dit is de grondslag voor het overleg tussen het rijk en de regio over de definitieve instandhoudingsdoelstelling, de financiering van maatregelen en nadeelcompensatie Europese kaderrichtlijn water Monitoringplan voor grond- en oppervlaktewater is door provincie en waterschappen opgesteld. Indicatieve normen voor grond- en oppervlaktewaterlichamen zijn in overleg met het rijk opgesteld. Tijdschema en werkprogramma Stroomgebiedsbeheersplan t.b.v. publieke participatie opgesteld. Provincie voert regie op het Nedereems KRW-project en heeft hiervoor een werkschema en planning opgesteld die nauwkeurig gevolgd wordt. Belangrijkste resultaten zijn een eerste analyse van de waterlichamen (MEP-GEP rapportage) en de Zomernota 2006. Uitvoering Regionaal Bestuursakkoord Water In het kader van Water 2000+ is overeenkomstig het Actie- en Uitvoeringsprogramma 2006 gewerkt aan het op orde krijgen en houden van de waterhuishouding in Groningen. De Stuurgroep Water 2000+ heeft het Actie- en Uitvoeringsprogramma 2007 vastgesteld. Als planuitwerking van POP II is gewerkt aan de opstelling van de Waterkeringsparagraaf voor de primaire waterkeringen. Het concept-Startdocument voor het Plan mer voor de Waterkeringsparagraaf is opgesteld. Belanghebbende partijen zijn in de gelegenheid gesteld op het concept-Startdocument te reageren. Ook de commissie voor de m.e.r. is gevraagd advies uit te brengen over het conceptStartdocument. In het waterschap Hunze en Aa's is eind 2006 650.000 m3 kleinschalige waterberging gerealiseerd. In het waterschap Noorderzijlvest zijn plannen ontwikkeld voor ca. 225.000 m3 kleinschalige waterberging. Het Wetterskip Fryslân heeft eind 2006 17.000 m3 gerealiseerd. Verdrogingsbestrijding De provinciale co-financieringsmiddelen voor verdroging (€ 90.000) zijn ingezet naast het UC 2005-2006. Op 231 ha verdroogd natuurgebied zijn maatregelen genomen ter bestrijding van de verdroging Uitgevoerde activiteiten • De inrichtingsplannen voor de inrichting van de Ulsderpolder en de Onner- en Oostpolder als waterberginsgebied zijn goedgekeurd; • Inmiddels is totaal ongeveer 670.000 m3 kleinschalige waterberging gerealiseerd. Voor 225.000 m3 zijn plannen ontwikkeld; • De visuele inspecties van de Regionale waterkeringen hebben geen zodanige ernstige gebreken aan het licht gebracht dat sprake is van onveilige situaties; • De knelpunten in de provinciale boezemkaden n.a.v. de wateroverlast in 1998 zijn opgelost; • In 2006 is 231 ha verdroogd natuurgebied hydrologisch geheel hersteld; • Het standpunt van de BOWL over het rapport "Watervisie Lauwersmeer, Keuze op hoofdlijnen" is aan PS voorgelegd; • Het monitoringplan voor grond- en oppervlaktewater is door provincie en waterschappen opgesteld;
146
• •
• • • •
De belangrijkste resultaten van een eerste analyse van de waterlichamen (MEP-GEP rapportage) en de Zomernota 2006 zijn opgesteld; De waterschappen hebben wel de omvang van de interne wateroverlast vastgesteld, maar niet de normen. De nieuwe Waterwet legt de bevoegdheid voor het vaststellen van deze normen bij de provincie. Provincie en waterschappen zijn bezig een kader op te stellen voor regionale wateroverlast. De normen moeten in 2009 zijn vastgesteld; De Stuurgroep Water 2000+ heeft een Actie- en Uitvoeringsprogramma opgesteld De Stuurgroep Water 2000+ heeft vier nieuwsbrieven uitgebracht. De website Groningenleeftmetwater.nl is het gehele jaar online geweest; Door een stroomstoring is het doel van het KRW-symposium niet volledig bereikt; In overleg met de waterschappen is gestart met de toetsing van eerder genomen besluiten in het kader van de bodemdaling door aardgaswinning aan de eind 2005 door de NAM uitgebrachte bodemdalingsprognose. De maatregelen ter compensatie van de nadelige effecten van de bodemdaling door magnesiumzoutwinning (Nedmag) zijn bepaald en worden begin 2007 aanbesteed.
147
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
1.547.422
1.654.034
1.847.227
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
1.147.079 225.000
1.046.167 169.563
2.407.725 217.000
1.372.079
355.753 1.571.483
2.624.725
Totaal lasten
2.919.501
3.225.518
4.471.952
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen
504.044 19.435 268.968
577.749
650.000
352.484
Totaal baten
792.447
930.232
650.000
2.127.054
2.295.285
3.821.952
baten 2006
realisatie saldo 2006 1.654.034
raming saldo 2006 1.847.227
Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006 1.654.034
400100 Apparaatskosten 400101 Algemeen: - verdrogingsbeleid NB 2001 - actieprogramma water - stuurgroep Water 2000+ totaal algemeen 400104 Grondwater: - opbrengst grondwaterheffing - geohydrologisch onderzoek grondwater - onderhoud/update/uitbreiding Regis
10.200 224.807 128.616
43.313 93.800
10.200 181.494 34.816
87.543 216.624 55.904
363.623
137.113
226.510
360.071
577.749 35.000
-577.749 138.938 114.975
-650.000 147.600 90.000
612.749
-323.837
-412.400
173.938 114.975
totaal grondwater
288.913
148
400106 Waterbeheer: - afwikkeling voorgaande jaren - bijdrage Stowa - onderzoek waterhuishouding - cofinanciering water - monitoren bodem/grondwaterkwaliteit - Kaderrichtlijn Water kleinsch. waterberging - div. projecten cofinanciering Kompas totaal waterbeheer totaal water
-31.924 10.800 80.770 652.321 78.161
33.570 125.748 21.053
128.820
-31.924 10.800 47.200 526.573 57.108 128.820
12.100 73.732 1.750.000 56.222 30.000 105.000
918.948
180.371
738.577
2.027.054
3.225.518
930.233
2.295.285
3.821.952
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 Het resultaat op deze productgroep is aanzienlijk positiever (€ 1.526.666) dan geraamd. Dit positieve resultaat wordt o.a. verklaard door lagere apparaatskosten (verschil € 193.192). Bij het krediet Verdrogingsbeleid zijn de lasten € 77.343 lager dan geraamd. Dit bedrag was geraamd voor de cofinanciering van het project Noordoevers Leekstermeer. De uitvoering van dit project zal in 2007 plaatsvinden. Dit bedrag zal worden overgeboekt naar 2007. Bij het actieprogramma Water resteert een saldo van € 35.130 t.o.v. de raming, maar vanuit dit krediet wordt € 50.000 toegevoegd aan de reserve Groen in het kader van de waterberging van Meerstad. Hierdoor resteert een tekort van € 15.000. Dit tekort wordt veroorzaakt door de eindafrekening kaderrichtlijn water. Hiermee was in de raming geen rekening gehouden. Het saldo van de baten en lasten van de Stuurgroep Water 2000+ was € 21.088 voordelig. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door het doorbelasten van kosten uit 2005 aan de partners. Deze baten zijn in 2006 verantwoord (€ 18.085). De lasten van het geohydrologisch onderzoek grondwater en van Regis worden gedekt vanuit de reserve Grondwaterheffing. De lasten van Regis waren € 24.975 hoger dan geraamd. In de raming voor 2007 is € 30.000 gereserveerd voor deze lasten, maar deze zijn reeds in 2006 gerealiseerd. In 2006 is minder grondwater gewonnen, waardoor de opbrengst van de grondwaterheffing € 72.251 lager was dan geraamd. Op het krediet Onderzoek waterhuishouding is het saldo € 26.532 voordeliger dan geraamd. Dit voordelige saldo is ontstaat door een bate van de provincie Friesland (€ 25.700) waarmee in de raming geen rekening was gehouden. Met name bij de Cofinanciering Water waren de lasten lager dan geraamd (verschil € 1.233.427). Vanwege het meerjarig karakter van het realiseren van de waterbergingsgebieden is het moeilijk om een goede raming van de baten en lasten te maken. De lasten van het realiseren van de waterbergingsgebieden worden gedekt vanuit de reserve ESFI. Voor nieuw beleid was € 30.000 geraamd voor de kaderrichtlijn kleinschalig waterbeleid. Dit geld was bestemd voor het project Noordoevers Leekstermeer. Dit project zal in 2007 worden uitgevoerd. Dit bedrag zal worden overgeboekt naar 2007. Er is een groter beroep gedaan op de cofinanciering Kompas inzake Waterbeheer dan geraamd. In de raming was rekening gehouden met een bijdrage voor het project Westerbroekstermadepolder, maar in de realisatie waren er ook bijdragen voor het project Flows (€ 23.100).
149
Productgroepnummer en -naam : 4101 Waterschapsaangelegenheden Programma
: Schoon/ Veilig Groningen
Portefeuillehouder
: Musschenga/ Bleker
Productverantwoordelijke
: Brenkman/ Smit
Productgroepomschrijving Het financieel toezicht op waterschappen is gebaseerd op artikel 101 van de Waterschapswet. Aangezien daarin uitsluitend gesproken wordt over een inzendplicht aan Gedeputeerde Staten van begrotingen, begrotingswijzigingen en jaarrekeningen, is hier voor de provincie sprake van een marginale vorm van toezicht.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • het verkrijgen en behouden van financieel gezonde waterschappen, die in staat zijn de opgedragen taken met betrekking tot de waterhuishouding optimaal te verrichten. • het instandhouden van het vaarweg- en nautisch beheer op de waterschapskanalen.
Geplande prestatie-indicatoren
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren
Afnemers/klanten • waterschappen
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) • •
beoordeling op hoofdlijnen van begrotingen, begrotingswijzigingen en jaarrekeningen van de waterschappen, teneinde inzicht te houden in de financiële ontwikkelingen; jaarlijks bijdragen in de kosten van de overgedragen niet-waterschapseigen objecten en in de kosten van het vaarweg- en nautisch beheer op de waterschapskanalen (op grond van de met de waterschappen gesloten overeenkomsten in het kader van de 'Herschikking van taken in het waterbeheer', B-Akwa).
Beleidsverantwoording Uitgevoerde activiteiten • In 2006 zijn de jaarrekeningen 2005 en de begrotingen 2006 van de waterschappen Hunze en Aa's en Noorderzijlvest op hoofdlijnen beoordeeld. Deze beoordelingen hebben geen aanleiding gegeven tot het maken van opmerkingen. De bijdragen in de kosten van de overgdragen niet-waterschapseigen objecten en in de kosten van het vaarweg- en nautisch beheer op de waterschapskanalen zijn conform de met de waterschappen gesloten overeenkomsten in het kader van de 'Herschikking van taken in het waterbeheer' aan de waterschappen uitbetaald.
150
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
213.626
41.048
41.896
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
443.438
324.116
329.900
443.438
324.116
329.900
Totaal lasten
657.064
365.164
371.796
657.064
365.164
371.796
baten 2006
realisatie saldo 2006 41.048
raming saldo 2006 41.896
324.116
324.116
329.900
totaal waterschapsfinanciën
324.116
324.116
329.900
totaal waterschapsaangelegenheden
365.164
365.164
371.796
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen Totaal baten Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006 41.048
410100 Apparaatskosten 410102 Waterschapsfinanciën: - B-Akwa
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006
151
Productgroepnummer en -naam : 4201 Muskusrattenbestrijding Programma
: Schoon/veilig Groningen
Portefeuillehouder
: Bleker
Productverantwoordelijke
: Broers
Productgroepomschrijving Het bestrijden van muskusratten en beverratten in de provincie Groningen.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • Door de muskusrattenpopulatie tot een maatschappelijk aanvaardbaar niveau terug te brengen ontstaat evenwicht tussen de bestrijdingskosten en de optredende schade en worden onveilige situaties voorkomen. Het maatschappelijk aanvaardbare niveau is bereikt als 0,25 rat/uur wordt gevangen. Beverratten worden direct gevangen als ze worden gesignaleerd. Geplande prestatie-indicatoren • • •
aantal gevangen muskusratten aantal velduren vangsten per uur
2000 42.290 44.144 0,96
2001 39.290 39.516 0,99
2002 48.857 38.916 1,22
2003 48.068 42.811 1,11
2004 35.631 46.274 0,77
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • • •
2005 31.147 41.934 0,74
aantal gevangen muskusratten aantal velduren vangsten per uur
2006 25.319 44.227 0,57
In 2006 is één beverrat gesignaleerd en gevangen. Afnemers/klanten • Inwoners van de provincie
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) •
Uitvoering van het bestrijdingsplan.
Toelichting/ontwikkelingen In het kader van het meerjarenbeleidsplan muskusrattenbestrijding 2005-2009 is het aantal rayonambtenaren uitgebreid, waardoor de inzet van de beschikbare bestrijdingsformatie is geoptimaliseerd.
152
Beleidsverantwoording Uitgevoerde activiteiten In 2006 is de situatie met betrekking tot de bestrijding van muskusratten opnieuw verbeterd. De vangsten per uur zijn verder teruggelopen. De situatie met betrekking tot beverratten is onder controle.
153
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten Totaal lasten Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen Totaal baten Saldo lasten en baten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
1.803.228
1.986.565
1.623.460
193.676
87.348
169.073
193.676
87.348
169.073
1.996.904
2.073.913
1.792.533
700.071
695.473
639.628
700.071
695.473
639.628
1.296.833
1.378.441
1.152.905
baten 2006
realisatie saldo 2006 1.986.565
raming saldo 2006 1.623.460
708.021
-12.548
-708.021 87.544 -196 12.548
-639.628 101.373 42.100 25.600
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006 1.986.565
420100 Apparaatskosten 420101 Muskusrattenbestrijding: - bijdrage Mura Growabo - uitgaven Mura - diverse kosten IPO Mura - beverratbestrijding
87.544 -196
totaal muskusrattenbestrijding
87.348
695.473
-608.125
-470.555
totaal muskusrattenbestrijding
2.073.913
695.473
1.378.441
1.152.905
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 De raming 2006 is opgebouwd uit het reguliere begrotingsbedrag aangevuld met het egalisatiesaldo uit het managementcontract beheer Wegen en Kanalen (zie voor het overzicht de tabel bij de toelichting van productgroep 3102). Door deze opzet kunnen negatieve ramingen ontstaan als gevolg van in het verleden opgebouwde nadelige saldi. In 2006 heeft de afrekening met de waterschappen plaatsgevonden met betrekking tot 2005. Hierdoor heeft een deel van de baten betrekking op 2005. De definitieve afrekening 2006 voor de waterschappen moet nog worden opgesteld. Er zijn geen kosten in rekening gebracht ten behoeve van de landelijke bestrijding van muskusratten (IPO).
154
Productgroepnummer en -naam : 4301 Kwantitatief waterbeheer Programma
: Schoon/veilig Groningen
Portefeuillehouder
: Musschenga
Productverantwoordelijke
: Broers/Smit
Productgroepomschrijving Onderhoud van een brug en financiële bijdrage in bestrijding zoutindringing via Eemskanaal.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • De objecten kunnen duurzaam hun functie vervullen. Geplande prestatie-indicatoren • structurele onderhoudssituatie aan het einde van de managementcontractperiode, in overeenstemming met het managementcontract
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • in 2007 wordt het managementcontract geëvalueerd.
Afnemers/klanten • inwoners van de provincie
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) •
regulier onderhoud overeenkomstig het managementcontract Beheer Wegen en Kanalen.
Toelichting/ontwikkelingen Gestreefd wordt naar overdracht van de brug over de Oude zeesluis aan de gemeente Delfzijl. De financiële bijdrage aan het gemaal Dorkwerd kan dan worden overgeheveld naar onderhoud en beheer hoofdvaarwegen. De productgroep kwantitatief waterbeheer kan naar verwachting met ingang van 2007 worden opgeheven.
155
Beleidsverantwoording Uitgevoerde activiteiten Regulier onderhoud. De productgroep is met ingang van 2007 opgeheven. Het onderhoud van de brug over de Oude Zeesluis is overgeheveld naar de productgroep onderhoud en beheer overige vaarwegen.
156
Middeleninzet Omschrijving
realisatie 2005
Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2006
raming 2006
realisatie saldo 2006
raming saldo 2006
1.662
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
6.615
Totaal lasten
8.277
6.615
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen Totaal baten Saldo lasten en baten
8.277
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006
baten 2006
430100 Apparaatskosten totaal kwantitatief waterbeheer
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006
157
158
5. Milieubeheer No.
Omschrijving functie/productgroep
5.0 5003
5.2 5201 5202 5203
lasten 2006
baten 2006
realisatie saldo 2006
raming saldo 2006
Milieubeheer, algemeen Milieubeleid en Duurzame Ontwikkeling
3.763.025
619.925
3.143.100
3.252.156
Totaal functie 5.0
3.763.025
619.925
3.143.100
3.252.156
Kwalitatief beheer grondwater en bodem Bodemsanering Duurzaam bodembeheer en afval Gebiedsgericht milieubeleid
8.013.855 2.251.333 805.162
6.603.480 837.370 76.611
1.410.375 1.413.964 728.551
3.126.609 1.563.552 854.572
11.070.351
7.517.461
3.552.890
5.544.733
Vergunningverlening en handhaving Vergunningverlening Toezicht en handhaving
5.058.220 3.504.264
1.178.167 84.973
3.880.052 3.419.291
3.809.384 3.449.628
Totaal functie 5.5
8.562.484
1.263.140
7.299.343
7.259.012
Ontgrondingen Ontgrondingen
35.187
418.291
-383.104
-76.913
Totaal functie 5.6
35.187
418.291
-383.104
-76.913
23.431.047
9.818.817
13.612.230
15.978.988
Totaal functie 5.2 5.5 5501 5502
5.6 5601
Totaal hoofdfunctie 5
159
160
Productgroepnummer en -naam : 5003 Milieubeleid en Duurzame Ontwikkeling Programma
: Schoon/Veilig Groningen
Portefeuillehouder
: Bleker/Gerritsen (energie)/Alders (Costa Due)
Productverantwoordelijke
: van Dam/Smittenberg/Bresser
Productgroepomschrijving In het Perspectief 2030 van het POP-hoofdstuk "Schoon en Veilig Groningen" staat vermeld dat het in de provincie Groningen gezond en veilig leven is. Hierbij gaat het ons om verbetering van de Milieukwaliteiten schoon, gezond, veilig, stil, duister, aantrekkelijk en vitaal. Wij geven deze verbetering met name gestalte door milieu meer integraal samen met andere beleidsterreinen te benaderen en met behulp van vooral een gebiedsgerichte aanpak. In zijn algemeenheid willen wij stellen, dat een groot deel van ons milieubeleid nu in een uitvoerend stadium verkeert. Dit geldt ook voor onze aandacht voor het begrip duurzame ontwikkeling en voor energie, zij het dat deze laatste onderdelen nog de nodige aandacht vragen. Er zijn momenteel meerdere programma's in uitvoering. Aan Predo (van preventie naar duurzaam ondernemen) zullen wij minder prioriteit geven, omdat duurzaam ondernemen in redelijke mate is gestimuleerd en nu in de vorm van praktische projecten inhoud gegeven kan worden. Hiernaast willen wij aan de slag met nieuwe beleidsontwikkelingen. Deze zijn in 2006 vooral: de aandacht voor biomassa en het invulling geven aan het onderwerp gezondheid en milieu in relatie tot fijn stof en NOX in de lucht. Om aan deze verschillende ontwikkelingen in de milieubeleidscyclus inhoud te geven, hebben wij in de begroting een prioriteit "Milieu Algemeen" (zie eerste prioriteit hierna) opgenomen, dit om vooral, in een aantal gevallen aanvullend op andere producten, het doen verder vorm te geven en om te kunnen inspelen op nieuwe ontwikkelingen. In het Nationaal Milieubeleidsplan 4 (NMP4) staat vermeld dat in Nederland al veel is bereikt, maar dat de uitvoering van een zevental hardnekkige milieuproblemen de komende jaren veel aandacht zullen vergen. Dat zijn: 1. verlies aan biodiversiteit; 2. klimaatverandering; 3. overexploitatie van natuurlijke hulpbronnen; 4. bedreigingen van de gezondheid; 5. bedreigingen van de externe veiligheid; 6. aantasting van de leefomgeving; 7. mogelijke onbeheersbare risico’s. In het POP-hoofdstuk “Schoon en Veilig” is aangegeven, dat wij een inspanning leveren aan de kwaliteit van de leefomgeving en het behoud van de milieukwaliteiten daarbij. Op basis van dit POP met onze milieu-uitgangspunten geven wij in 2006 inhoud aan ons milieubeleid waarbij wij ons ook gebonden voelen aan het Kyoto-protocol en aan het nemen van maatregelen om bovenstaande hardnekkige milieuproblemen uit het NMP aan te pakken. Wij zullen juist die maatregelen bevorderen die zo veel mogelijk invloed hebben op de directe leefomgeving en positief bijdragen aan de economische positie van de provincie. In dit verband willen wij ook memoreren, dat wij aandacht zullen besteden aan de openbaarheid van informatie op milieugebied, dit als vervolg op aanbevelingen uit de "Aarhus-conferentie". Ook willen wij een bijdrage leveren aan de IPO Strategische Milieuagenda 2005-2008 met 10 bestuurlijke prioriteiten op het gebied van milieu, dit om bovenstaande milieuproblemen aan te pakken. Een belangrijk punt op deze agenda is luchtkwaliteit, waarbij ons inziens op provinciaal niveau een duidelijk verband gelegd dient te worden tussen eisen op gebied luchtkwaliteit, Europese regelgeving daaromtrent en gezondheid en wel zodanig dat er ook in de (nabije toekomst) nog economische en maatschappelijke ontwikkelingen mogelijk blijven. Milieueffectrapportage (m.e.r.) en strategische milieubeoordeling (SMB) zijn instrumenten waarmee aan het milieubelang een volwaardige plaats kan worden gegeven in de besluitvorming over activiteiten met mogelijk belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu. Daarnaast stroomlijnt een m.e.r. de verschillende
161
procedures die van overheidswege nodig zijn voor het al dan niet toestaan van een activiteit. Een SMB is een aanvulling op de m.e.r. Een m.e.r. omvat een milieubeoordeling op projectniveau en een SMB een beoordeling op planniveau (strategisch niveau). In het POP is als belangrijkste hoofddoelstelling het streven naar duurzame ontwikkeling opgenomen. Om hieraan gestalte te geven zullen wij het project "Duurzame Ontwikkeling" voortzetten. Wij zullen samen met interne en externe partners door middel van concrete projecten (bijvoorbeeld Meerstad) en aan de hand van thema's (bijvoorbeeld energiegebruik) duurzame ontwikkeling zo concreet mogelijk stappen verder brengen. Wij zullen aan het vraagstuk klimaatbeleid een evenredige bijdrage leveren door vooral aandacht te besteden aan de onderwerpen energiebesparing en duurzaam energiegebruik. Het wordt steeds duidelijker, dat vooral maatregelen in de bebouwde omgeving naast energiebesparing en gebruik van duurzame energie ook belangrijke positieve gevolgen hebben voor de leefbaarheid, het wooncomfort en de gezondheid in de buurt. In 2006 willen we de in de gemeente Groningen in gang gezette initiatieven op dit vlak provinciebreed verder opschalen. Ook het onderwerp biomassa vraagt in toenemende mate aandacht. Veel partijen houden zich bezig met oriëntatie en voorbereiding van initiatieven. We zijn daar nauw bij betrokken. We hebben een actieplan in de maak. We gaan ervan uit, dat dit concrete voorstellen voor uitvoering zal opleveren. Een provinciale rol is hier duidelijk aan de orde om samenhang te krijgen in de zoektocht van de vele betrokken partijen.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten In zijn algemeenheid beogen wij met de in deze productgroep omschreven prioriteiten het leefmilieu in Groningen te behouden en te verbeteren. Door middel van een gebiedsgerichte benadering zullen wij het draagvlak vergroten voor de uitvoering van het integraal omgevingsbeleid. Milieu en gezondheid wordt een belangrijk onderwerp (o.a. gericht op verkeer en industrie). Wij willen op termijn een duurzame energievoorziening in de Eemsmondregio tot stand brengen (via Costa Due) met het doel het scheppen van werkgelegenheid (structuurversterking) en het bijdragen aan het oplossen van een hardnekkig milieuprobleem. Wij streven er naar een evenredige bijdrage te leveren aan de realisatie van de doelen van het Kyotoprotocol (CO2-emissiereductie). Datzelfde doel dienen we ook door het bevorderen van duurzaam bouwen en het verhogen van het besef bij burgers met betrekking tot natuur, milieu, landschap en duurzame ontwikkeling. Wij dragen bij aan het verminderen van de milieubelasting door bedrijfsmatige activiteiten door middel van ontkoppeling van milieudruk en economische groei in de provincie Groningen. Ook dragen wij bij aan vermindering van de milieubelasting door in te zetten op energiebesparing en het gebruik van alternatieve energiebronnen en/of duurzame energie. Geplande prestatie-indicatoren • een heldere formulering van en visie opstellen op het meest gewenste en breedst gedragen energiesysteem in de Eemsmondregio op basis van energie uit biomassa;
•
• •
•
een stappenplan per ketenonderdeel dat moet leiden tot lange termijn investeringen en aangepaste opleidingstrajecten naar een passend werknemersaanbod; uitvoeringsprogramma Klimaatbeleid; opwekking duurzame energie als percentage van de totale energievoorziening (het landelijk streven van 5% in 2010 willen wij ook realiseren); uitvoeringsprogramma Energieconvenant;
162
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • een afgerond dialoogproces met tien geanalyseerde en op haalbaarheid beoordeelde projectopties uit de energietransitie keten (o.a. oprichten biodieselfabriek, import biomassa, opslag CO2) en een ver gevorderde systeemschets "Eemsdelta 2030" (het pad richting duurzame productie en gebruik van energie) ; • een gerealiseerd stakeholders netwerk waaruit meerdere nieuwe productiecombinaties en industriële samenwerkingsverbanden naar voren zijn gekomen; • Is in uitvoering, loopt op schema; • is landelijk iets teruggelopen, dat zal voor Groningen ook zo wel zijn. Getallen voor 2006 zijn nog niet beschikbaar; •
loopt conform afspraken met de stuurgroep
•
• •
• •
•
aantal toekenningen van eenmalige subsidies uit krediet stimulering milieuactiviteiten (circa 10); aantal duurzaamheidtoetsen Kompasprojecten (circa 45); circa 4 (interprovinciale) duurzaamheidsprojecten uitvoeren in het teken van de uitgangspunten voor het "Leren voor Duurzame Ontwikkeling, waarbij met name aandacht voor het met elkaar leren (sociaal leren) voorop staat" ; aantal projecten op gebied van milieu, energie, recycling en afvalstoffen met subsidie uit krediet MERA (circa 5); aantal vergunningen die de Provincie afgeeft waarin de verruimde reikwijdte is opgenomen;
•
ECG; het zijn 8 toekenningen geworden;
•
35 toetsen opgesteld;
•
het zijn 8 (interprovinciale) LVDO-projecten geworden( 2 programma's);
•
7 projecten;
•
in alle 24 afgegeven vergunningen (10 oprichting en 14 revisie) zijn de onderwerpen van de verruimde reikwijdte steeds meegenomen;
actieplan biomassa.
•
Is vastgesteld. Er is een projectleider aangetrokken. De uitvoering van het plan zal in 2007 gaan lopen.
Afnemers/klanten • Rijk, gemeenten, provincies, burgers, eigen provinciale afdelingen, waterschappen, ROC's en CWI's, sociale partners, internationale, nationale en lokale (energie)bedrijven, industrie, M.K.B, non-profitsector, particuliere sector, bio-energietelers uit (andere) regio's, energieopwekkers, beheerders van de energie-infrastructuur, energieafnemers en -gebruikers, agrarische sector, kenniscentra, intermediaire organisaties, burgers, leerlingen, NME-beroepskrachten en vrijwilligers, maatschappelijke organisaties
Prioriteiten 2006
Milieu algemeen
€ 100.800
Een groot deel van ons milieubeleid verkeert nu in een uitvoerend stadium. Er zijn momenteel meerdere programma's in uitvoering. Om aan deze verschillende ontwikkelingen in de milieubeleidscyclus inhoud te geven, hebben wij in de begroting een product "Milieu algemeen" opgenomen, dit om vooral, in een aantal gevallen aanvullend op andere producten, het doen verder vorm te geven en om te kunnen inspelen op nieuwe ontwikkelingen.
163
Coördinatie via samenwerkingsorganen
€ 66.500
Wij dragen zorg voor inbreng vanuit onze provincie in Europa, het Interprovinciaal Overleg (IPO), Afval Overleg Orgaan (AOO) en Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN). De provinciale Afdeling milieubeleid voert het secretariaat van de adviescommissie voor het Omgevingsbeleid (POG). Wij zien in toenemende mate verschuiving optreden van regelgeving van Den Haag naar Brussel. Daarop zullen wij anticiperen mede door in vroegtijdig stadium beleidsontwikkelingen te beïnvloeden. Wij geven mede via het SNN vorm aan de samenwerking met onze buurprovincies. Benoeming van concrete Noordelijke activiteiten vindt jaarlijks plaats in het kader van het SNN-uitvoeringsprogramma. Samenwerking richt zich sterk op afstemming rond gezamenlijke onderwerpen. Het gaat hierbij onder meer om de positiebepaling van de Noordelijke provincies rond landelijke en regionale ontwikkelingen m.b.t. afvalstoffen, het mest- en ammoniakbeleid, de afstemming van IPO-zaken, alsmede de betrokkenheid bij Europese milieuzaken. Overigens wordt noordelijke samenwerking met betrekking tot omgevingsbeleid in sterke mate beheerst door ontwikkelingen in het Kompaskader. De Provinciale Omgevingscommissie (POG) brengt integrale adviezen uit over onderwerpen die op beleidsmatig niveau van strategische betekenis zijn. Wij gaan na in hoeverre deze commissie in een eerder stadium van beleidsvoorbereiding geraadpleegd kan worden.
Duurzame Ontwikkeling De uitvoering en implementatie van de Provinciale Strategie voor Duurzame Ontwikkeling zal ook in 2006 worden voortgezet zodat de doelstelling van de structurele inbedding in de organisatie verder vorm kan worden gegeven. Begin 2005 is het project Duurzame Ontwikkeling geëvalueerd en op basis van deze evaluatie is een projectplan fase 3 voor de jaren 2005-2006 opgesteld en door ons vastgesteld. Het doel van fase 3 is het structureel inbedden van duurzame ontwikkeling in de provinciale bedrijfsvoering. Wij menen dat -gelet op de wens van structurele inbedding- vooral (verder) ingezet moet worden op: • leren en toepassen (KADO), lezingen, trainingen, etc) en het gebruik maken van al ontwikkelde instrumenten die hun nut hebben bewezen bij het concretiseren van duurzame ontwikkeling en, • concreet aan de slag gaan (duurzame ontwikkeling in de Regiovisie Groningen-Assen, Ring Blauwe Stad, multifunctionele centra, Meerstad en Oosterhorn.
Leren voor Duurzame Ontwikkeling
€ 30.000
De provincie is in de gelegenheid gesteld om vanaf 2004 vier jaren een bijdrage te leveren aan de uitvoering van het rijksprogramma "Leren voor een Duurzame Ontwikkeling" (€ 112.000 per jaar voor vier jaren). Het samen met de twee andere noordelijke provincies opgestelde Noordelijk Ambitiestatement "Leren voor Duurzame Ontwikkeling vormt het beleidskader. Hierin hebben wij uiteengezet, dat het ons gaat om het opzetten en uitvoeren van diverse projecten waarin de duurzame afweging in praktijk wordt gebracht, dit alles in het teken van het leveren van een steekhoudende positieve bijdrage aan een duurzame samenleving (aansluiten bij mainstream processen). Dat dient te gebeuren met zo veel mogelijk partners uit de verschillende dimensies van duurzame ontwikkeling zoals economie, ecologie en maatschappelijke aspecten. Belangrijk is ook dat het bij deze projecten gaat om het ervaring opdoen met sociale leerprocessen die mensen en organisaties in staat stellen om mee te doen met het proces van duurzame ontwikkeling. Een noordelijk adviesgroep geeft ons advies welke projecten in aanmerking komen voor een bijdrage. De personen (op persoonlijke titel) zijn afkomstig uit de verschillende bij duurzame ontwikkeling betrokken dimensies (economie, ecologie, maatschappelijk veld, de mondiale dimensie en het aspect tijd) en vertegenwoordigers van provincie, gemeenten en waterschappen. Wij verwachten dat in 2006 er zo'n 5 a 6 (doorloop)projecten worden gerealiseerd. Hiermee is het programma midden in het uitvoerend stadium
164
gekomen. Voor het programma "Leren voor Duurzame Ontwikkeling" is provinciale cofinanciering noodzakelijk.
Duurzaam Bouwen
€ 30.000
Met het stimuleren van het duurzaam bouwen wordt inhoud gegeven aan een belangrijk uitgangspunt in het huidige POP. Het stimuleren gebeurt door het verschaffen van informatie aan burgers en bedrijven en het stimuleren van gemeenten om duurzaam bouwen (verder) in hun beleid op te nemen. Medio 2002 heeft zich de mogelijkheid aangediend om rijksmiddelen te verkrijgen in het kader van het Lokaal Klimaatbeleid, dit om het duurzaam bouwen concreet te implementeren. Deze implementatie dient door regionale DuBo-consulenten te geschieden. Wij zullen hierop in 2006 net zoals in vorige jaren anticiperen door subsidie toe te kennen voor een parttime DuBo-consulent in de provincie Groningen (€ 15.000)(concreet gemeenten ondersteunen bij hun DuBo-beleid). Met deze provinciale middelen (cofinanciering) is het verkrijgen van rijksmiddelen voor DuBo-consulentschap zeker gesteld. Voor het Informatiepunt Duurzaam Bouwen zijn eveneens vorige jaren provinciale middelen nodig en wel voor haar voorlichtingsactiviteiten (€ 15.000). Wij zullen nagaan in hoeverre het Informatiepunt Duurzaam Bouwen meer kan betekenen bij grote projecten en processen waar de provincie onder meer met gemeenten bij betrokken is en wel binnen het bredere kader van duurzame woning- en stedenbouw. Tevens zal er gezocht worden naar synergie tussen duurzaam bouwen en andere onderwerpen als energie (samenhang met de BANS menukaart).
Duurzaamheidtoetsen Kompasprojecten Alle Kompasprojecten zijn onderworpen aan een duurzaamheidtoets. Hiermee wordt getracht dat zowel projectindieners als ook de projectverwervers bewust aan de verbetering van de duurzaamheid van het project zullen werken. Wij willen bij Kompas 2 de effectiviteit van dit instrumentarium verder vergroten.
Duurzaam Ondernemen In 2005 is het Provinciaal Uitvoeringsprogramma 'Met preventie naar duurzaam ondernemen' 2002 2005 afgelopen. De achterstand op het gebied van duurzaam ondernemen is daarmee ingelopen. Nu is het zaak om blijvend aan het duurzaam ondernemen aandacht te besteden middels het faciliteren van aansprekende projecten, bijvoorbeeld ketenprojecten en projecten op het gebied van energie en duurzame ontwikkeling. Wij gaan na of het ministerie van VROM met een vervolg komt op het Predoprogramma (met preventie naar duurzaam ondernemen) en ons dan nader beraden hoe wij hierop zullen reageren met name met concrete projecten.
Natuur- en Milieueducatie (subsidiëring) Wij zullen de Milieufederatie blijven vragen om haar activiteiten af te stemmen op de grotere nadruk die er in het provinciale beleid ligt op de uitvoering ervan. Wij gaan na in hoeverre er samenwerking tussen natuur- en milieueducatie en andere vormen van educatie, zoals cultuur- en erfgoededucatie mogelijk is.
165
Integratie van milieubeleid Uitvoering van het NMP4 vraagt niet alleen inzet van de ons ter dienst staande wettelijke middelen, maar ook om een integrale benadering waarin milieukwaliteiten worden meegenomen als onderdeel van het bereiken van het gewenste niveau van de leefomgevingskwaliteit. Dit betekent dat wij verder inhoud geven aan zowel de vereiste interne integratie van milieu als ook de externe integratie van milieu in beleidsterreinen zoals ruimtelijke ordening, economische zaken en verkeer en vervoer. Hierdoor wordt bewerkstelligd dat de kansen en problemen structureel effectiever en efficiënter worden opgepakt en aangepakt. Belangrijke onderwerpen daarbij zullen in 2006 zijn: Gezondheid en Milieu Gezondheid en Milieu is als prioritair thema opgenomen in de Strategische Milieuagenda 2005 - 2008 van het IPO. In 2005 zijn in IPO verband bepaald welke milieuproblemen met (potentiële) gezondheidseffecten de meeste prioriteit moeten krijgen, zodat de milieugerelateerde activiteiten van de provincies optimaal bijdragen aan de verbetering van de gezondheid (o.a. verkeer/industrie). Voor het maken van beleidskeuzes heeft het RIVM een beoordelingskader ontworpen. Op basis van dit beoordelingskader en de vastgestelde landelijke prioriteiten kunnen alle provincies de provinciale milieuproblemen en de effecten op de gezondheid (gebiedsgericht) inzichtelijk maken. Op basis van de landelijk vastgestelde prioriteiten zullen wij besluiten of wij deze beoordeling uitvoeren. Kosten voor eventuele beoordeling zullen wij uit bestaande provinciale kredieten halen. Uit ervaringen van andere provincies bedragen de kosten maximaal € 40.000. Luchtkwaliteitdoelstellingen uit het Besluit luchtkwaliteit dienen de gevolgen voor de gezondheid van de mens en het milieu te voorkomen en te verminderen..De gezondheidskundige luchtkwaliteitsnormen gelden overal, behalve op de werkplek. Ook dus op plaatsen waar weinig of geen mensen gedurende langere tijd aanwezig zijn. Voor de meeste componenten zullen de luchtkwaliteitsnormen slechts in zeer uitzonderlijke situaties overschreden worden. Voor NO2 en PM10 geldt dat de normen bij drukke verkeerssituaties, en in uitzonderlijke situaties bij industriële emittenten, overschreden kunnen worden. Voor PM10 (fijn stof met deeltjes kleiner dan 10 µm) geldt overigens dat bij de huidige belasting van de bevolking (gemiddeld over Nederland, maar in Groningen is de concentratie slechts weinig lager dan in de rest van het land) er naar schatting 1700 tot 3000 mensen vroegtijdig overlijden ten gevolge van acute effecten, en als de lange- termijneffecten in rekening gebracht worden zelfs 10-15.000 mensen vroegtijdig overlijden. Voor andere luchtverontreinigende componenten is de situatie niet zo ernstig. Milieu en ISV ISV-programma's en -projecten worden getoetst op onder andere milieukwaliteit, bodemverontreiniging, leefomgevingkwaliteit en duurzaam bouwen. Door een wijziging van de Wet op de Ruimtelijke Ordening is er een ruimere mogelijkheid ontstaan om milieuaspecten mee te nemen in bestemmingsplannen. Bij grote ruimtelijke projecten zullen wij deze aspecten dan ook vanaf de initiatieffase inbrengen. Stad en Milieu Met de Interim-wet Stad- en Milieu biedt het ministerie van VROM gemeenten meer mogelijkheden projecten te realiseren op plaatsen waar milieuregels dat belemmeren. Zij kunnen namelijk onder een aantal voorwaarden afwijken van de milieunormen voor geluid, lucht, bodem, stank en ammoniak, zowel in stedelijk als landelijk gebied. De provincie is wettelijk verplicht het proces te begeleiden, waarbij wij vooral aandacht zullen besteden aan de verbetering van de leefomgevingskwaliteit in al haar facetten en aan het beginsel van duurzame ontwikkeling. Het afwijken van de normen door een gemeente kan onder een aantal voorwaarden (voorwaarden zijn onder meer motivering, draagvlak via inspraak, integratie van ruimtelijk- en milieubeleid, ingaan op volksgezondheidseffecten en waar nodig eventuele compensatiemaatregelen). Wij moeten een afwijkingsbesluit van de betreffende gemeente goedkeuren. Wij zullen dit besluit zowel inhoudelijk als ook procedureel beoordelen, waarbij de uitgangspunten uit ons POP leidend zullen zijn.
166
Energie (uitvoeringsplan BANS/Klimaatbeleid) Wij streven er naar een evenredige bijdrage te leveren aan het nakomen van de internationale afspraken over het terugdringen van de CO2-emissie als gevolg van het gebruik van fossiele brandstoffen. Hierin past onze deelname aan het BANS/Klimaatconvenant. Wij hebben gebruik gemaakt van de in het kader van het BANS/Klimaatconvenant ontwikkelde menu- en prestatiekaartsystematiek voor het opstellen van een Uitvoeringsplan Klimaatbeleid voor de jaren 2004-2007. Hiervoor hebben we van het Rijk een subsidie gekregen van ruim € 325.000. Het Uitvoeringsplan Klimaatbeleid is een belangrijke drager van het Provinciaal Klimaat/CO2-programma, dat in 2005 gereed is gekomen. De samenhang in de hierin gepresenteerde activiteiten biedt een goed organisatorisch fundament voor het uitvoeren en opschalen van projecten. Belangrijke aandachtsgebieden hierbij zijn de gebouwde omgeving en energie uit biomassa. Ten behoeve van de gebouwde omgeving zijn verschillende grote en meerjarige projecten in voorbereiding en uitvoering, waarbij nadrukkelijk gekeken wordt naar externe (veelal Europese) financiering. Voorbeelden hiervan zijn het project WZI-Noord (Waterzijdig inregelen, oftewel optimaliseren van cv-installaties), waarvoor is een subsidie is aangevraagd bij het Europees Sociaal Fonds, en het project GiZ (Groningen in het Zonnetje, gericht op woningverbetering in de particuliere sector), waarvoor de provincie lead partner is in een aanvraag onder de Intelligent Energy for Europe programma's SAVE en ALTENER. In 2006 zal het provinciale actieplan biomassa gereed komen, waarin de provincie aangeeft hoe ze het gebruik van biomassa als duurzame energiebron wil bevorderen. Mestvergistering vormt hierbij een onderwerp.
€ 113.400 (uitvoering); € 62.000 (projectcoörd.)
Energieconvenant Groningen
Wij geven uitvoering aan het Energieconvenant Groningen (ECG). Dit convenant is het vervolg op het Energieconvenant dat de provincie van 1998-2002 had met Essent, en is afgesloten met de Gemeente Groningen, Shell Solar, Nuon en de Gasunie. Hiermee is invulling gegeven aan de wens om dit samenwerkingsverband te verbreden. Het doel is het uitvoeren van concrete projecten op het gebied van energiebesparing en duurzame energie. Het energieconvenant staat open voor nieuwe projecten en partners. De uitbreiding met nog andere partners kan ook een rol spelen in het vervolg van het convenant, omdat de looptijd van het huidige convenant eindigt in maart 2007. Wij dragen per jaar t/m 2006 € 113.400 bij aan de uitvoeringsgelden van het convenant. Bovendien bekostigen wij de projectcoördinator.
167
Costa Due Costa Due (Concrete stappen naar een Duurzaam Eemsmond) is een ambitieus transitiemanagement project. Bij het project gaat het om het ontwikkelen van de Eemsdelta tot de groene energiehaven van Nederland, met afzetmogelijkheden in de elektriciteit- en gassector, de lokale industrie en voor transportbrandstoffen. Met dit project wordt invulling gegeven aan het advies van de "IPO-commissie Alders" over duurzame ontwikkelingspolitiek in de regio. Costa Due richt zich op de (duurzame) energietransitie als middel voor economische structuurversterking in de Eemsmondregio. Het project betreft de middel- en lange termijn en beoogt in enkele jaren de kiemfase van de transitie te doorlopen; een fase waarin probleemperceptie, visievorming en verandering van markt en beleidsomgeving de boventoon voeren. "Biomassa" fungeert daarbij als ingang voor de transitie en als instrument hiertoe wordt door de projectorganisatie de stakeholdersdialoog ingezet. Deze stakeholdersdialoog richt zich in 4 groepen op de volgende, met elkaar samenhangende thema's: 1. Industriële gassen en grondstoffen voor de industrie in Eemsmond; 2. De gassector en waterstof, opslag van CO2 in Groningen; 3. Biomassa, import en conversietechnologie; 4. Productie, distributie en gebruik van bio-fuels voor mobiliteit. Bij deze dialooggroepen zijn de belangrijkste regionale en enkele grote nationale partijen (bedrijven, overheden kennisinstellingen, NGO'S, etc.) uit het veld betrokken. Gedurende de 1ste fase van het project (2005/2006) zullen per groep 11 dialooggroepsbijeenkomsten en 3 zogenaamde cross linkingconferenties gehouden worden, waar de tussenresultaten worden besproken en geïntegreerd om te voorkomen dat de dialogen uit elkaar gaan lopen.
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) • • • •
• • •
• • • • • • •
•
structureren van het m.e.r.-proces en smb binnen en buiten de provincie; het tijdig signaleren van m.e.r./smb-plichtige activiteiten en het adequaat en projectmatig inzetten van het m.e.r./smbinstrumentarium (6-8 m.e.r.-procedures), begeleiden en coördineren m.e.r./smb; doen van voorstellen van provinciaal beleid ten aanzien van m.e.r., mede op basis van landelijke beleidsontwikkelingen; het via de Provinciale Milieuverordening (PMV) effectueren van provinciaal milieubeleid, incl. inwerkingtreding van nieuwe PMV bepalingen; de juridische vertaling van het milieubeleidsplan en Wet milieubeheer in een algemeen verbindende regeling; voeren van overleg, intern en extern, o.a. of en zo ja, hoe, een beleidsregel in de PMV moet worden opgenomen. vergaderingen van de POG voorbereiden en bezien of de commissie ook in het voortraject van beleidsvoorbereiding betrokken kan worden. het houden van 3 (in 2 jaar) cross-linking conferenties voor alle in de diverse dialooggroepen van participerende partijen van Costa Due; het voorbereiden van investeringsbeslissingen rond Costa Due passend bij de preferente transitieroute; toezicht regelen in kader van Landelijk Meldpunt Afvalstoffen (LMA); het verder uitvoeren van de Provinciale Strategie Duurzame Ontwikkeling zodat de structurele inbedding van duurzame ontwikkeling wordt voortgezet; met interne vertegenwoordigers van de provincie en met externen duurzame ontwikkeling op een hoger niveau brengen aan de hand van concrete projecten (o.a. leren voor duurzame ontwikkeling); het co-financieren van projecten leren voor duurzame ontwikkeling aan de hand van programma''s; het verlenen van subsidie aan het Informatiepunt Duurzaam Bouwen; subsidiëring van activiteiten op het gebied van milieu, natuur en landschap (stimulering eenmalige innovatieve milieuactiviteiten); verlenen van budgetsubsidies aan de Stichting Milieufederatie, het Consulentschap NME en aan de Stichting Noorderbreedte; het verlenen van "MERA"-subsidies.
168
Beleidsverantwoording Prioriteiten Milieu algemeen Het product "Milieu Algemeen" is onder meer benut om meerdere programma's, onder meer op het gebied van klimaat inhoud te geven. Ook zijn hieruit middelen aangewend voor het project TELI, zijnde het project dat een stimulans geeft aan burgers die het niet zo breed hebben om met energiebesparing wat meer armslag te krijgen in financiële zin. Coördinatie via samenwerkingsorganen Wij hebben de adviescommissie voor het Omgevingsbeleid (POG) vanwege het duale stelsel omgezet in twee commissies te weten: de Provinciale Planologische Commissie en de Provinciale Commissie Water en Milieu. Door deze omzetting zijn er geen leden van GS meer lid van een door PS vastgestelde commissie. Wij zien in toenemende mate verschuiving optreden van regelgeving van Den Haag naar Brussel. Daarop hebben wij geanticipeerd onder meer door te reageren op ontwikkelingen vanuit Brussel wat betreft opslag van radioactief afval in de diepe ondergrond. Natuur- en Milieueducatie Wij hebben ook in 2006 de Milieufederatie gevraagd om haar activiteiten af te stemmen op de grotere nadruk die er in het provinciale beleid ligt op de uitvoering ervan. Dat is duidelijk terug te vinden in haar werkplan 2007. Samenwerking tussen natuur- en milieueducatie en andere vormen van educatie, zoals cultuur- en erfgoededucatie krijgt langzaam meer gestalte door activiteiten daartoe met name vanuit het Consulentschap NME en het Museumhuis. Voor het Consulentschap NME hebben wij een voordracht tot een vierjarige subsidieperiode van het consulentschap opgesteld. Duurzame Ontwikkeling Eind 2006 is het project Strategie Duurzame Ontwikkeling (DO) afgerond. In een brief aan Provinciale Staten hebben wij het proces en de bereikte resultaten weergegeven. Enkele ingezette trajecten zijn opgenomen in de lijnorganisatie. De kennis over DO is vergroot door 3 lezingen o.a. op gebied van klimaatverandering, duurzame mobiliteit en door het uitvoeren van circa 10 quick scans van provinciale projecten wat betreft duurzame ontwikkelingen (o.a. PMJP en Streefbeelden Wegbeheer). Er zijn workshops over DO georganiseerd o.a. over bedrijventerrein Oosterhorn, er is een duurzaamheidsagenda Regiovisie Groningen-Assen opgesteld en een checklist DO voor multifunctionele centra gerealiseerd. Voor Meerstad is er een Energievisie ontwikkeld. Het projectbureau Meerstad heeft tevens een Activiteiten-programma Duurzaamheid opgesteld. Hieraan heeft de provincie bijgedragen. Aangezien de Ring Blauwe Stad reeds in een redelijk gevorderd stadium van uitvoering verkeert is hieraan vanuit duurzaamheidsoptiek minder aandacht besteed. Er blijft een coördinatie- en afstemmingspunt actief dat vooral tot doel heeft het onderwerp duurzame ontwikkeling op de agenda te houden en de organisatie te informeren over lopende projecten en successen op dit gebied. Leren voor Duurzame Ontwikkeling Wij hebben in 2006 twee programma's Leren voor Duurzame Ontwikkeling vastgesteld. In deze programma's zijn onder meer projecten opgenomen op het gebied van duurzaam wonen, mobiliteit, maatschappelijk verantwoord ondernemen als ook energiebesparing. De nadruk ligt daarbij wel het samen leren van partners op het gebied van duurzaamheid en niet zozeer om concrete zaken te realiseren. Duurzaam Bouwen Meer dan voorheen heeft het Informatiepunt Duurzaam Bouwen bijgedragen aan grote projecten en processen waar de provincie bij betrokken is en wel binnen het bredere kader van duurzame woning- en stedenbouw. Daarbij kan gedacht worden aan het duurzaam bouwen bijvoorbeeld in de gemeentes Roden-Leek. Ook heeft het Informatiepunt meer aandacht besteed aan energiebesparing. Duurzaamheidstoetsen Kompas-projecten Alle Kompasprojecten zijn onderworpen aan een duurzaamheidtoets. Ervaringen met het vergroten van
169
effectiviteit van de duurzaamheid van Kompas-projecten van de afgelopen tijd worden meegenomen bij de toetsing van mogelijk nieuwe Kompas-projecten. Duurzaam Ondernemen In het kader van het programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling wordt aandacht besteed aan Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) in het MKB. Het ministerie van VROM heeft geen vervolg gegeven aan haar Predo-programma. Duurzaam ondernemen is gestimuleerd bij het MKB met een concreet project in het kader van het programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling. Integratie van Milieubeleid Gezondheid en Milieu Op grond van Besluit luchtkwaliteit 2005 is een rapportage opgesteld. Hieruit bleek dat er behalve in de gemeente Groningen geen overschrijdingen van de normen zijn geconstateerd. Wij hebben gewerkt aan het inzichtelijk maken van provinciale milieuproblemen met effecten op de gezondheid. In 2007 zullen wij deze presenteren in de vorm van een gezondheidskaart. Milieu en ruimtelijke plannen Wij hebben afgelopen jaar gestructureerd ruimtelijke plannen (met name bestemmingsplannen) getoetst op onder andere milieukwaliteit, bodemverontreiniging, leefomgevingskwaliteit, duurzaam bouwen en energie. Bij grote ruimtelijke plannen hebben wij deze aspecten ook in de initiatieffase ingebracht. Stad en Milieu Nog geen gemeenten in onze provincie heeft de procedure van de Interim wet Stad en Milieu gevolgd. De gemeenten hebben tot nu toe geen gebruik te maken van deze mogelijkheid om bouwprojecten te realiseren op plaatsen waar milieuregels dat belemmeren. Energie en Energieconvenant Energie De projecten in het uitvoeringsprogramma BANS liggen op schema. In de begroting was aangegeven dat energie in de gebouwde omgeving en biomassa twee belangrijke aandachtspunten zijn. Er zijn dan ook twee grootschalige projecten opgezet op het gebied van energiebesparing en duurzame energie in de gebouwde omgeving. Daar is ook externe (Europese en NL) financiering voor aangetrokken: het betreft dan de projecten Wonen ++ en Teli (€ 250.000). Bovendien is het project CV optimalisatie extern weggezet, dit met een subsidie van het Europees Sociaal Fonds voor het opleidingsonderdeel. Biomassa Het Actieplan Biomassa (inclusief mestvergisting en biobrandstoffen) is in 2006 vastgesteld. Er loopt een Europese subsidieaanvraag voor ca. € 500.000. Wij hebben zorg gedragen voor provinciale middelen op de provinciale begroting 2007 voor de uitvoering van het Actieplan Biomassa. Energieconvenant De uitvoering van de 24 projecten van het Energieconvenant Groningen (ECG) is op schema, 8 zijn afgerond. De looptijd van het Energieconvenant is verlengd van maart 2007 naar december 2007. Uit het ECG zijn 8 subsidies gehonoreerd voor in totaal ca. 3 miljoen Euro. Costa Due Costa Due heeft het dialoogproces over de aanpak van energietransitie in het Eemsdelta gebied nu volledig doorlopen. Belangrijkste resultaten hiervan zijn een uitgebreid stakeholders netwerk en uitgeschreven systeemschetsen, dit aan de hand van onder andere 10 uitgewerkte projectopties. Nog steeds is biomassa de ingang voor de nodige energietransities, maar wordt nu ook gezien als grondstof voor de productie van andere stoffen. Het hele dialoogproces is door o.a. 3 crosslinking conferenties zodanig "gestroomlijnd", dat alle ontwikkelingen en mogelijkheden op het gebied van het aanwenden van biomassa met elkaar in verband zijn gebracht. De komende jaren zullen er dan ook op gericht zijn dat investeringen gaan plaats vinden op basis van de verkregen informatie, inzichten en ontwikkelde netwerken. Uitgevoerde activiteiten • In 2006 is er gewerkt aan circa 35 procedures mer/smb waarbij sprake is van gevallen waarin de provincie Bevoegd Gezag is, maar ook van gevallen waarin de provincie participeert in projecten waarvoor de gemeenten onderscheidenlijk het Rijk de primaire bevoegdheid heeft (provincie in dergelijke gevallen veelal wettelijk adviseur dan wel coördinerend gezag). De toename in het
170
•
• • • • • • • • • • • • •
aantal projecten is vooral toe te schrijven aan een groot aantal initiatieven van bedrijven in en rond de Eemshaven, waarvoor de m.e.r.-procedure dient te worden doorlopen. In 2006 is vooral aandacht besteed aan de implementatie van de Europese Richtlijn Strategische Milieubeoordeling (SMB) in de Wet Milieubeheer die zijn beslag heeft gekregen in september 2006. Daarnaast zijn in landelijk verband reeds de eerste discussies gevoerd over een totale stelselherziening rond de milieueffectbeoordeling in het kader van de Herijkingsoperatie VROMregelgeving. In 2006 is een evaluatie van het onderdeel m.e.r.- Waddenzee gestart. Naar verwachting zullen de uitkomsten hiervan in 2007 leiden tot een wijziging van de verordening. In verband met de inrichting van de Onner- en Oostpolder voor waterberging onderzoekt de afdeling LGW een mogelijke wijziging van het grondwaterwingebied Onnen. Dit leidt in 2007 mogelijk tot een wijziging van de Provinciale Milieuverordening. In IPO-verband is meegewerkt aan advisering over de aansluiting van de PMV-ontheffingstelsels bij de omgevingsvergunning/Wabo. Adviescomissies PPC en PCWM geformeerd, dit als opvolger van POG (nu twee commissies vanwege dualisering). Zij hebben 1 keer gezamenlijk vergaderd en hebben daarbij over het strategisch onderwerp de toekomstige landbouw in Groningen gesproken. m.b.t. Costa Due zijn er drie crosslinking conferenties georganiseerd met als resultaten: een afgerond dialoogproces met 12 geanalyseerde en op haalbaarheid beoordeelde projectopties uit de energietransitie keten. het voorbereiden van investeringsbeslissingen rond Costa Due hoort bij een eventuele fase II van het project: dit gaat dus mogelijk vanaf nu spelen. Wij hebben controle uitgeoefend op de bedrijven of zij bij het LMA de afgifte van afvalstoffen ook daadwerkelijk melden. Bovendien trekken wij jaarlijks de begroting van het LMA na. Wij hebben de strategie Duurzame Ontwikkeling in 2006 afgerond. Zie verder hierboven bij beleidsverantwoording "Duurzame Ontwikkeling". duurzame ontwikkeling met interne en externe vertegenwoordigers op een hoger niveau brengen: zie hierboven bij beleidsverantwoording "Duurzame Ontwikkeling" Wij hebben twee programma's Leren voor Duurzame Ontwikkeling vastgesteld met cofinanciering van 8 projecten op het gebied van onder meer het duurzaam wonen, mobiliteit, maatschappelijk ondernemen als ook energiebesparing. Wij hebben daadwerkelijk subsidie toegekend aan het Informatie Duurzaam Bouwen (voor haar activiteiten en voor de co-financiering van de Regionale Duurzaamheids Consulent) en uit het krediet stimulering milieuactiviteiten 8 subsidies verstrekt. Wij hebben budgetsubsidies verstrekt aan de Milieufederatie, het Consulentschap NME en aan Noorderbreedte. Voor het Consulentschap NME hebben wij een voordracht voor een vierjarige subsidieperiode vastgesteld. Wij hebben voor 7 projecten subsidie uit het krediet Mera versterkt.
171
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
1.589.490
2.202.065
1.902.215
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
1.079.861 160.713
1.402.007 158.954
1.334.080 177.556
1.240.574
1.560.961
1.511.636
Totaal lasten
2.830.064
3.763.025
3.413.851
44.515 110.521
444.848 175.078
81.695 80.000
155.036
619.925
161.695
2.675.028
3.143.100
3.252.156
baten 2006
realisatie saldo 2006 2.202.065
raming saldo 2006 1.902.215
48.607
48.607
64.505
48.607
48.607
64.505
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen Totaal baten Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006 2.202.065
500300 Apparaatskosten 500301 Interprovinciaal overleg: - IPO totaal interprovinciaal overleg 500302 Beleidsontwikkeling: - klimaatbeleid 2004-2008 - MERA - uitvoering milieutaken
162.547 79.958 56.665
173.279
-10.732 79.958 56.665
71.814 80.000 64.156
299.170
173.279
125.890
215.970
500303 Exploitatiesubsidie: - duurzaam bouwen - leren voor duurzaamheid - duurzame energie - kleinschalige windenergie - project TELI
30.000 280.516 108.597 78.194 70
250.516 54.075 78.194 70
30.000 30.000 54.522
30.000 30.000 130.824
totaal exploitatiesubsidie
497.378
382.856
totaal beleidsontwikkeling
172
110.319 114.522
301.143
500304 MER: - MER-coördinatie/beleid - meefinanciering energie - tijd. proj. energieconvenant totaal MER 500306 Subsidies milieu: - afwikkeling voorgaande jaren - exploitatiesubsidie Milieufederatie - exploitatiesubsidie St. Noorderbreedte - exploitatiesubs. natuur- en milieueducatie - stimulering milieuactiviteiten totaal subsidies milieu 500307 Onderzoeksbudget: - onderzoeksbudget totaal onderzoeksbudget totaal milieubeleid en duurz. ontwikkeling
32.744 199.540 57.115
42.750
32.744 156.790 57.115
27.954 229.463 62.000
289.399
42.750
246.649
319.417
-17.961 263.900 9.100 130.100 34.268
21.040
-39.001 263.900 9.100 130.100 34.268
263.900 9.100 130.100 36.300
419.407
21.040
398.367
439.400
7.000
7.000
9.506
7.000
7.000
9.506
3.143.100
3.252.156
3.763.025
619.925
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 In zijn totaliteit zijn bij deze productgroep de beschikbare middelen zo effectief en volledig als mogelijk aangewend dan wel overgeboekt naar 2007. Daar waar nodig en mogelijk is er gebruik gemaakt van substitutie tussen kredieten. Hieronder worden de belangrijkste verschillen tussen raming en realisatie toegelicht. Het IPO budget is als gevolg van een lagere bijdrage met € 15.898 onderschreden. Het resterende bedrag bij het Klimaatbeleid (€ 82.546) is nodig als dekking van de loonkosten van 2005 en 2006 van een formatieplaats. Het krediet Uitvoering milieutaken (nieuw beleid) is onderschreden met € 7.491. Een duidelijke oorzaak hiervoor is niet aanwezig. Van het resterende bedrag bij het krediet Duurzame energie wordt € 69.778 (waarvan € 11.111 nieuw beleid) overgeboekt naar het volgende jaar. Dit krediet wordt beschouwd als een meerjarig project. De start van het project Teli is in 2007. Het nog niet aangewende budget ad € 110.319 wordt overgeboekt naar 2007. Het budget voor MER-coördinatie/beleid is overschreden met € 4.790. De advertentiekosten alsmede de vertaalkosten waren als gevolg van in 2006 gestarte MER-procedures aanzienlijk. Bij de integrale bijstelling was het krediet al met € 20.000 verhoogd. De kosten zijn bestuurlijk onvermijdelijk. Het budget voor Meefinanciering energie toont een onderschrijding van € 72.673. Bij dit budget is abusievelijk ook een budget voor Costa Due opgenomen en hieraan is de onderschrijding toe te schrijven. De middelen blijven beschikbaar binnen de reserve Kompas. Bij de afhandeling van voorgaande jaren valt een bedrag van € 39.001 vrij ten gunste van de algemene middelen.
173
Productgroepnummer en -naam : 5201 Bodemsanering Programma
: Schoon en Veilig
Portefeuillehouder
: Bleker
Productverantwoordelijke
: van Dam
Productgroepomschrijving De in het POP opgenomen doelstelling wat betreft bodemsanering en in de IPO Strategische milieuagenda daarover opgenomen zaken willen wij verder inhoud geven door aan te sluiten bij de maatschappelijke dynamiek daaromtrent (duurzaam bodemgebruik) met daaruit voortvloeiende prioriteiten op het gebied van de inrichting van de ruimte, dit mede als antwoord op mogelijk in de toekomst minder beschikbare middelen voor bodemsanering. Het initiatief voor de uitvoering van deze saneringen ligt overigens primair bij belanghebbenden. Bij zogeheten 'statische locaties' (bijvoorbeeld wanneer belanghebbenden onvoldoende draagkracht hebben) bestaat het gevaar dat wij ons streefdoel niet zonder de inzet van eigen middelen kunnen bereiken. Daarom willen wij doorgaan met het inzetten van eigen middelen hiervoor. Het uitvoeren van bodemsaneringen wordt gekoppeld aan andere activiteiten zoals bedrijfsuitbreidingen, woningbouw, herinrichting van locaties en dergelijke. Dit betekent dat economische en ruimtelijke ontwikkelingen de drijvende krachten zijn achter de aanpak van bodemverontreiniging. Daartoe zijn drie segmenten gedefinieerd: het stedelijk gebied, het landelijk gebied en de bedrijventerreinen. De zogenoemde statische locaties en waterbodems vormen aparte aandachtsgebieden. Stedelijk gebied Financiering van onderzoeken en saneringen in het zogenaamde 'stedelijk gebied' (bebouwde en uitleggebieden) zal daarom in het kader van het ISV (Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing) dienen plaats te vinden. Dit heeft als consequentie dat de gemeenten de uitvoering van onderzoeken en saneringen in het stedelijk gebied zelf ter hand nemen. De gemeenten stellen hiervoor projectvoorstellen ('projectgemeenten') en ontwikkelingsprogramma's ('programmagemeenten') op die wij beoordelen of zij in aanmerking komen voor ISV-financiering. Voor de aanpak van de gasfabrieksterreinen is samenwerking gezocht met de andere drie noordelijke provincies en met de gemeenten. Binnen de vijf Groninger gemeenten met een gasfabrieksterrein is in projectgroepen de aanpak en de financiering van de bodemverontreiniging, gekoppeld aan de (her)inrichting van de terreinen, bepaald. De uitvoering van de vastgestelde programmatische aanpak van de herinrichting (inclusief bodemsanering) van de voormalige gasfabrieksterreinen wordt gecontinueerd. Landelijk gebied Het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) heeft onder meer als doel om de provincies samen met de gemeenten en waterschappen in staat te stellen de rijksdoelen voor de fysieke inrichting als onderdeel van een integrale regionale gebiedsontwikkeling te realiseren. Voor de invoering ervan wordt voor het landelijk gebied afstemming en integratie van beleid en uitvoering vorm gegeven in het Meerjarenprogramma Wbb (deze loopt tot 2010, vanaf 2010 een integratie van bodemsaneringsmiddelen in het ILG).). De financiële middelen worden beschikbaar gesteld op basis van een financieringsplan voor ontwikkelings- en bodemsaneringsprogramma. Zoveel mogelijk wordt daarbij afstemming met andere ontwikkelingen in het landelijke gebied (dynamiek) gezocht en benut. Voor zes landinrichtingsgebieden zoeken wij (project BEVER Groen II) samen met betrokken partijen een oplossing om de eventuele stagnatie door bodemverontreiniging (gedempte watergangen) op te heffen. Dit gebeurt door de verantwoordelijkheid voor de bodemverontreiniging weg te nemen bij de eigenaren en neer te leggen bij de Stichting Landinrichting en Bodemverontreiniging (SLB). Het budget voor het beheer en eventuele sanering wordt bijeengebracht door de partijen bij de overeenkomst. Wij putten onze eventuele bijdrage uit het meerjarenprogramma Bodemsanering 2005-2009. Het huidige beeld is dat in de zes landinrichtingsgebieden (nog) geen stagnatie is veroorzaakt door de aanwezigheid van bodemverontreiniging. Er hoeft dan ook (nog) geen oplossing worden uitgewerkt. Bedrijventerreinen
174
Om bodemsanering op bedrijfsterreinen te stimuleren is landelijk een subsidieregeling opgesteld. Wij willen de mogelijkheden van de subsidieregeling optimaal benutten met de gewenste versnelling van de bodemsaneringsoperatie als gevolg. Tot nu toe loopt het nog niet hard met vooroverleggen en aanmeldingen. Statische locaties Wij stimuleren derden via bemiddeling en financiële ondersteuning om onderzoek dan wel sanering ter hand te nemen. Indien dit volgens de geldende voorwaarden mogelijk is, zetten we hiervoor de middelen vanuit het ISV dan wel vanuit de Wbb in. Bij toepassing van de juridische en financiële regels van de Wbb is het met name voor een deel van de statische locaties niet mogelijk om onderzoek en sanering (gedeeltelijk) te financieren met de rijksmiddelen. In de meerjarenbegroting Bodemsanering 2005-2009 hebben we voor de sanering van deze locaties middelen gereserveerd. Waterbodems De regionale werkgroep Tienjarenscenario Waterbodems bestaat uit vertegenwoordigers van de provincie, de waterschappen, een aantal gemeenten, Groningen Seaports en Rijkswaterstaat, vervult in de tweede fase van het landelijk project Tienjarenscenario Waterbodems een belangrijke rol bij de programmering, monitoring en samenwerking. Activiteiten, die in dit kader onder onze regie plaatsvinden, zijn o.m. een actualisering van het databeheerssysteem voor waterbodems (Waterstatus), de voorbereiding van een jaarlijks uitvoerings- en monitoringsprogramma, een versterking van de regionale samenwerking en integratie tussen de projecten Tienjarenscenario Waterbodems, Ketenbeheer Grond en Actief Bodembeheer.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten In zijn algemeenheid beogen wij met de in deze productgroep omschreven prioriteiten het leefmilieu in Groningen te behouden en te verbeteren. In het bestuursprogramma is opgenomen dat het POP het belangrijkste kader voor alle ontwikkelingen in de provincie Groningen vormt. Dit voorstel draagt bij aan de in het POP opgenomen doelstelling om alle ernstige bodemverontreiniging voor 2023 gesaneerd of beheerst te hebben. Deze doelstelling is inmiddels landelijk, op grond van Rijksbeleid, opgeschoven naar 2030. Geplande prestatie-indicatoren • gesaneerde verontreinigde terreinen ca. 40 • gebaggerde watergangen (samenloop tussen nautisch en saneringsbaggeren) ca. 4 • aantal uitgevoerde bodemonderzoeken door overheid en marktpartijen ca. 275 • aantal afgegeven beschikkingen ca. 901 • aantal m3 afgegraven verontreinigde grond ca. 100.000 • aantal m3 gereinigd verontreinigd grondwater ca. 1.000.000
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • ca. 20
•
•
• • •
besteding bodemsaneringsgeld verdeeld naar financieringskader (markt, ISV, Wbb) bodemsaneringsvarianten boven- en ondergrond meldingen nieuwe gevallen van bodemverontreiniging (na 1987) ca. 10 financiële voortgang ISV-budget (bodem) en het MJP 2005-2009 ; voortgang BsB-operatie.
NB 1: t.o.v. 2005 een stijging vanwege nieuwe
•
4 watergangen gebaggerd en gesaneerd
• •
ca. 600 ca. 60
•
ca. 37.000 m3
•
ca. 7.000 m3 (NB De NAM heeft veel lopende grondwatersaneringen die nu niet worden meegeteld) de totale kosten 2006 excl ISV-deel: 4.600.000. Financiering: Wbb 4.100.000, markt 500.000 NB: besteding ISV wordt duidelijk in 2007 9 nieuwe gevallen van nieuwe bodemverontreiniging ISV besteding wordt in 2007 duidelijk. MJP 2005-2009: 27% gerealiseerd 2. eind 2007 wordt de BsB-operatie afgerond.
• • •
NB2: wanneer de gasfabrieksterreinen in uitvoering
175
beschikkingen op Evaluatierapport en Nazorgplan en vanwege de inwerkingtreding van het BUS (Besluit Uniforme Saneringen) op 1 januari 2006.
komen zal het bestedingspercentage ook fors toenemen.
Afnemers/klanten burgers, bedrijven, overheden
Prioriteiten 2006
Gasfabrieken De provincie Groningen heeft samen met de provincies Fryslân, Drenthe en Overijssel het Programma herontwikkeling gasfabrieksterreinen Noord-Nederland opgesteld. Voor Groningen betreft het 5 gasfabrieksterreinen die voor 2015 gesaneerd en herontwikkeld dienen te zijn. De uitvoeringsperiode loopt in drie tijdsvakken van 5 jaar van 2000 tot en met 2015. Vanaf 2005 wordt voor de gasfabrieken in Appingedam, Stadskanaal en Pekela gestart met de voorbereidingen voor de sanering. Voor het gasfabriekterrein in Appingedam is in 2006 de grondsanering in uitvoering. Naar verwachting is voor de gasfabrieksterreinen in Pekela en Stadskanaal de grondsanering ook in 2006 in uitvoering.
Waterbodems In het Meerjarenprogramma bodemsanering 2005-2009 wordt een vervolg gegeven aan de sanering van de stadswateren te Groningen. Het budget voor de sanering van de waterbodems is opgebouwd uit verschillende afspraken maar met name afhankelijk van de Rijksbijdrage. Gezien de omvang van de sanering en de daarmee benodigde Rijksmiddelen kan de sanering - in tegenstelling tot de oorspronkelijke planning (2009) - niet volledig worden afgerond. In 2006 zullen de volgende waterbodems worden gesaneerd: sanering Stadswateren Groningen (deellocaties Oude Winschoterdiep ZZ, onder voorbehoud Helperdiep en Eendrachtskanaal (Hoendiep) en Pekelder Hoofddiep.
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) •
•
uitvoeren wettelijke taken Wet bodembescherming: - nemen van beschikkingen over bodemsanering; - afhandeling nieuwe gevallen van bodemverontreiniging (na 1987: zorgplicht); - uitvoering van de bedrijvenregeling; - voortgang bodemsaneringsoperatie (aantal onderzoeken en saneringen). uitvoeren Meerjarenprogramma Bodemsanering 2005-2009: - convenant gasfabrieksterreinen; - convenant waterbodemsanering Stadswateren Groningen; - Tienjarenscenario Waterbodems; - project BEVER groen (bodemverontreiniging bij landinrichting); - uitvoeren regierol (bevorderen van bodemsanering in stedelijk en landelijk gebied); - uitvoering van een aantal bijzonder inventariserende onderzoeken (BIO); bijv. voormalige stortplaatsen (Navos).
176
Toelichting/ontwikkelingen Landelijke bezuinigingen De afgelopen jaren is er een stevige bezuiniging op de begroting van VROM doorgevoerd dat een effect heeft gehad op de uitvoering van de bodemsaneringsoperatie. Door de bezuinigingen kan de doelstelling "de Nederlandse bodem schoon in 2030" in onze provincie niet worden gehaald. In 2030 dient alle bodemverontreiniging beheerst dan wel gesaneerd te zijn.
Beleidsverantwoording Prioriteiten Gasfabrieksterreinen Vanaf 2005 is er gestart met de voorbereidingen voor de sanering voor drie gasfabrieksterreinen, te weten die in Appingedam, Pekela en Stadskanaal. Uitvoering sanering gasfabriek Appingedam iets vertraagd, dit wordt voorjaar 2007. De verwachting is dat in 2007 en begin 2008 de grondsaneringen voor de gasfabrieksterreinen Pekela en Stadskanaal in uitvoering komen. Door (verwachte) meevallers bij de sanering van gasfabrieken dreigt er onderbesteding. Vervangende projecten hiervoor worden gezocht. Waterbodems De sanering van de stadswateren is afgerond in 2006. Alleen de waterbodem van het Eendrachtskanaal (Hoendiep) is niet gesaneerd. De planning hiervan is opgeschoven en zal in 2007 worden opgepakt. Uitgevoerde activiteiten • uitvoeren wettelijke taken Wet bodembescherming: - nemen van beschikkingen over bodemsanering: ca 60 - afhandeling nieuwe gevallen van bodemverontreiniging (na 1987: zorgplicht): 9 - uitvoering van de bedrijvenregeling; er heeft zich in 2006 geen bedrijf zich aangemeld voor een subsidie ihkv de Bedrijvenregeling - voortgang bodemsaneringsoperatie (aantal onderzoeken en saneringen): ca. 600 onderzoeken en ca. 20 uitgevoerde saneringen. • uitvoeren Meerjarenprogramma Bodemsanering 2005-2009: - convenant gasfabrieksterreinen; zie hierboven - convenant waterbodemsanering Stadswateren Groningen; zie hierboven - Tienjarenscenario Waterbodems; de aanlevering van gegevens voor de landelijke monitoring en er is een start gemaakt voor het regionale bestuursakkoord waterbodems dat in 2007 zal doorlopen. - project BEVER groen (bodemverontreiniging bij landinrichting); in 2006 zijn er geen convenanten opgesteld voor de nog lopende landinrichtingsgebieden. - uitvoering van een aantal bijzonder inventariserende onderzoeken (BIO); 1. Bij 8 gemeenten is in 2006 het project Aanpak werkvoorraad uitgevoerd waarbij op ca. 500 locaties (bodem)onderzoek is gedaan. 2. Van het project Nastort (nader onderzoek van 54 voormalige stortplaatsen) zijn in 2006 er 14 locaties nader onderzocht. De resterende locaties worden in 2007 en 2008 nader onderzocht.
177
Middeleninzet Omschrijving
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
1.698.266
1.628.537
1.763.941
7.622.616 2.326.335
4.405.787 58.000 1.921.531
5.685.668 858.000 89.600
9.948.951
6.385.319
6.633.268
11.647.217
8.013.855
8.397.209
5.070.600 396.623 7.313.352
5.070.600 1.532.880
5.070.600 200.000
Totaal baten
12.780.575
6.603.480
5.270.600
Saldo lasten en baten
-1.133.358
1.410.375
3.126.609
baten 2006
realisatie saldo 2006 1.628.537
raming saldo 2006 1.763.941
16.039
16.039
25.000
16.039
16.039
25.000
Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten Totaal lasten Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006 1.628.537
520100 Apparaatskosten 520105 Globis: - kosten Globis totaal Globis 520108 Saneringen: - afwikkeling voorgaande jaren - rijksbudget reguliere bijdrage - derden budget - programma bodemsanering - stelpost bodemsanering - monstername handhaving bodemsanering - rente bodemsanering - advertentiekosten bodemsanering - kadastrale kosten bodemsanering - storting in voorziening rijksmiddelen - financieel risico sanering persl. Gr.-Delfzijl
635.850
4.314.505 115.419 6.175 99.529 10.009 1.641 1.186.152
1.212.823 5.070.600
-576.973 -5.070.600
320.057
3.994.448 115.419 6.175 99.529 10.009 1.641 1.186.152
-5.070.600 -200.000 5.579.352 128.816 10.500 89.600
800.000
totaal saneringen
6.369.279
6.603.480
-234.201
1.337.668
totaal bodemsanering
8.013.855
6.603.480
1.410.375
3.126.609
178
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 De realisatie op deze productgroep is € 1.716.234 voordeliger dan de raming. De lasten en baten van Bodemsanering zijn bij de raming moeilijk in te schatten, aangezien dan niet bekend is welke projecten uitgevoerd zullen worden. De realisatie wijkt hierdoor af van de raming. Op de apparaatskosten is een positief saldo van € 135.400. De lasten van Globis waren € 9.000 lager dan geraamd, aangezien alle geplande werkzaamheden nog niet zijn uitgevoerd. De lasten van dit krediet worden overigens gedekt vanuit de Reserve Bodemsanering. De programmakosten van bodemsanering waren € 1.249.295 lager dan geraamd. In de raming wordt uitgegaan van 1/5 deel van de totale budget, maar de realisatie loopt hiermee niet in pas. De lasten op dit krediet worden gedekt vanuit de voorziening Rijksmiddelen Bodemsanering en de provinciale reserve Bodemsanering. De bijdragen van het Rijk waren hoger dan de lasten, waardoor € 1.186.152 in de voorziening is gedoteerd. De bijdragen van derden betreft de bijdragen van gemeenten. Deze zijn verantwoord bij de programmakosten en bedragen € 320.057. De bijdragen van derden waren € 120.057 hoger dan geraamd. De lasten van de stelpost bodemsanering, Advertentiekosten Bosan en Kadastrale kosten bedragen € 127.068 en de raming bedroeg € 128.816 (is vermeld bij de stelpost). Deze drie posten zijn in de realisatie om administratieve reden gesplitst De rentelasten voor de rijksvoorziening Bodemsanering zijn € 9.929 hoger dan geraamd. Dit wordt veroorzaakt door een verschil in rentepercentages in de raming (2,8%) en de realisatie (3,0%). Daarnaast worden de bij de Voorjaarsnota geraamde lasten voor de sanering van de persleiding van Groningen naar Delfzijl (€ 800.000) niet benut. De lasten van de sanering vallen door een scherpe inschrijving mee en het Rijk heeft aangegeven bij te willen dragen aan de sanering. De hier reeds gereserveerde gelden vallen vrij.
179
Productgroepnummer en -naam : 5202 Duurzaam bodembeheer en afval Programma
: Schoon/Veilig Groningen
Portefeuillehouder
: Bleker
Productverantwoordelijke
: van Dam
Productgroepomschrijving Op basis van het POP en het meerjarenprogramma bodemsanering geven wij in 2006 inhoud aan duurzaam bodembeheer. Wij richten ons op een bewuster en meer duurzaam gebruik van de bodem. Duurzaam bodembeheer beoogt een bijdrage te leveren aan de realisatie en instandhouding van de kwaliteit van de leefomgeving door de geschiktheid van de bodem voor specifiek gebruik te benutten. Wij benaderen bodembeheer steeds meer integraal. Wij hebben momenteel meerdere programma's in uitvoering: ketenbeheer grond, actief bodem beheer en tienjarenscenario waterbodems. Wij zullen verder inhoud geven aan zowel de vereiste interne integratie van de verschillende bovengenoemde programma's/beleidsvelden als ook de externe integratie van duurzaam bodembeheer in beleidsterreinen zoals ruimtelijke ordening en verkeer en vervoer. Wij willen deze integratie vorm gaan geven zodat de doelstelling van duurzaam bodembeheer beter kan worden bereikt. De huidige regelgeving wordt herzien en het beleid voor het omgaan met verontreinigde grond en bagger wordt in samenhang met bodemsanering ingebed in een consistent kader voor bodembeheer. Dit kader moet een goede bescherming van de bodem combineren met voldoende ruimte voor de toepassing van grond en bagger. Gemeenten horen bij ruimtelijke ordening, inrichting en beheer bewuster met de toestand van de bodem om te gaan en beslissingen over het gebruik van de ruimte te baseren op een beoordeling van de effecten van bodemgebruik. Door bij de actualisatie van bestemmingsplannen een bodemtoets uit te voeren wordt hieraan invulling gegeven. Gemeenten beheren bodeminformatie in het bodeminformatiesysteem. Samen met de gemeenten biedt de provincie Groningen de mogelijkheid de informatie uit dit systeem te ontsluiten via internet. Dit om de openbaarheid en toegankelijkheid van deze informatie aan burgers en bedrijven te bevorderen. Het onderwerp nazorg vraagt steeds meer aandacht. Hieronder valt in de eerste plaats de verantwoordelijkheid die wij hebben voor de nazorg van stortplaatsen (leemtewet I en NAVOS) en de nazorg bij bodemsaneringen. Voor wat betreft de nazorg bij bodemsaneringen kan een groot deel van het borgen van deze nazorg worden bereikt door het toetsen van saneringsplannen (zie productgroep bodemsanering, nr. 5201). Overigens willen in dit verband opmerken dat wij ons blijven inzetten ter voorkoming van opslag van radioactief afval in de diepe ondergrond.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten In zijn algemeenheid beogen wij met de in deze productgroep omschreven prioriteiten het leefmilieu in Groningen te behouden en te verbeteren. Wij willen de gebruiksmogelijkheden van de bodem voor verschillende functies verbeteren en geen onherstelbare schade aan de bodem toebrengen. Wij bevorderen preventie en hergebruik van grondstromen en minimaliseren van de hoeveelheid te storten grond en bagger. Tevens bevorderen wij dat in onze samenleving bewuster en duurzamer met de (water)bodem wordt omgegaan. Veilig stellen van de gebruiksmogelijkheden van de (water)bodem op de langere termijn. Bodembeheer en grondverzet worden beter op elkaar afgestemd. Grondverzet en de baggeropgave in een gebied kunnen in een vroeg stadium plaats krijgen in nieuwe plannen.
180
Wij behouden en herstellen landschappelijke en cultuurhistorisch waardevolle dijken met secundaire grond of baggerspecie. Wij stemmen bovengemeentelijk af met afnemers en klanten op gebied van bodemkwaliteitskaarten, bodembeheersplannen, grondverzet, bodeminternet en de baggeropgave. Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • er zijn in 2006 nog geen stortplaatsen in de nazorgfase. De stortplaatsen zijn namelijk nog niet aan de provincie overgedragen.
Geplande prestatie-indicatoren • uitgevoerde nazorgwerkzaamheden zoals omschreven in het Nazorgplan; •
voorkomen van opslaan van radioactief afval in de diepe ondergrond;
• in 2006 hebben wij op bestuurlijk niveau samen met 6 andere provincies bij de Europese Commissie een lobby opgezet voor het voorkomen van de betreffende opslag.
•
het voorzien in de behoefte aan bouwgrondstoffen.
• alle vrijkomende grond bij provinciale werken zijn hergebruikt (o.a. bij opritten, kades, etc.)
Afnemers/klanten • Rijk, gemeenten, provincies, waterschappen, marktpartijen, projectontwikkelaars, adviesbureaus
Prioriteiten 2006
Ketenbeheer grond
€ 76.700
Een van de thema's van het POP is de voorziening van bouwgrondstoffen en grondstromen. Deze moeten op een duurzame manier worden ingezet. Hiervoor is de beleidsnota 'Van Last naar Lust' geschreven. De uitvoering van van Last naar Lust wordt programmatisch aangepakt met jaarlijks een uitvoeringsprogramma waarin de exacte activiteiten worden beschreven. Wij zien hierdoor meer samenwerking tussen de (vele) partijen, meer hergebruik van grond en bagger, koppeling aan ons landschapsbeleid en efficiënter gebruik van onze baggerdepots en daardoor ruimtebesparing. Wij zijn gestart met de pilot Provinciebrede grondstoffenbank. In 2006 moet blijken, of we ook daarmee op de goede weg zijn en moet vervolgactie worden opgezet. Wij zullen besluiten over deelname c.q. oprichting van de definitieve regionale grond- en reststoffenbank. We willen ook gaan bepalen, onder welke randvoorwaarden verondieping van een aantal diepe plassen in onze provincie een positieve rol zou kunnen spelen. In 2006 besteden wij ondermeer aandacht aan het realiseren van doorgangsdepots voor grond en baggerspecie. Het beleidsdocument Van Last naar Lust wordt geëvalueerd. Hierin wordt gekeken of de basisafspraken uit het beleidsdocument (de doelstellingen voor de resterende beleidsperiode) moeten worden bijgesteld. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de gegevens uit het in 2004 ontwikkelde en in 2005 geïmplementeerde registratiesysteem voor vrijkomende en gewonnen grondstoffen.
Tienjarenscenario waterbodems De regionale werkgroep Tienjarenscenario Waterbodems bestaat uit vertegenwoordigers van de provincie, de waterschappen, een aantal gemeenten, Groningen Seaports en Rijkswaterstaat, vervult in de tweede fase van het landelijk project Tienjarenscenario Waterbodems een belangrijke rol bij de programmering, monitoring en samenwerking. Activiteiten, die in dit kader onder onze regie plaatsvinden, zijn o.m. een actualisering van het databeheerssysteem voor waterbodems (Waterstatus), de voorbereiding van een jaarlijks uitvoerings- en monitoringsprogramma en een versterking van de regionale samenwerking.
181
Actief Bodembeheer Voor 2006 staat een algehele actualisatie van de bodemkwaliteitskaarten op het programma. Wij zullen deze binnen de bestaande structuur van actief bodembeheer uitvoeren. De provincie zal dit trekken en zal samen met alle gemeenten en waterschappen komen tot nieuwe bodemkwaliteitskaarten voor het landelijke gebied en het stedelijk gebied, anticiperend op de nieuwe wetgeving (AMvB in werking 2007). De actualisatie van de bodemkwaliteitskaarten is opgenomen in het Meerjarenprogramma Bodemsanering van onze provincie. Voor uitvoering van andere activiteiten wordt jaarlijks een uitvoeringsprogramma geschreven.
Afval Wij willen het sluiten van ketens voor diverse afvalstoffen bevorderen. Dit gebeurt onder andere door afstemming op provinciale, interprovinciale, landelijke en/of internationale schaal. Met de uitvoering van het sluiten van ketens willen wij een bijdrage leveren aan het uitvoeren van het NMP4 (tegengaan van overexploitatie van natuurlijke hulpbronnen). Het betreft de uitvoering van het Landelijk Afvalbeheersplan (LAP). Hierin is het beleid opgenomen voor zowel gevaarlijk als niet-gevaarlijk afval, waaronder de landelijke en internationale sturing van afvalstoffen, bestemd voor verwijdering (storten en verbranden). Wij houden bij ons beleid rekening met het LAP. Er is beleidsinhoudelijke afstemming ten behoeve van de AOO-vergaderingen. In NHI-verband vindt er informatie uitwisseling plaats. In het kader van de Hanze Passage kunnen afvalprojecten worden uitgevoerd met nieuwe EU-regio's. In EU-verband wordt de beoogde nieuwe regelgeving voor de berging van radioactief afval in de diepe ondergrond actief gevolgd en zo nodig beïnvloed.
Nazorg stortplaatsen (gesloten na 1996) In 2006 wordt veel aandacht besteed aan de naderende overdracht van de stortplaats Kloosterlaan (verwachting 2007) en verrichten wij voorbereidende werkzaamheden voor de afwerking van stortplaats Woldjerspoor. Voor de baggerdepots worden de feitelijke nazorgwerkzaamheden uitgevoerd (conform vastgesteld nazorgplan). Wij blijven de gelden (heffingsopbrengsten) die in ons nazorgfonds zijn gestort beheren. Wij zullen hierover tegenover uw staten verantwoording afleggen over dit beheer. Tevens blijven wij invulling geven aan onze verantwoordelijkheid voor de gesloten stortplaatsen.
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) •
•
het uitvoeren van de nazorg voormalige stortplaatsen (NAVOS) die gesloten zijn voor 1996; aandacht besteden aan belangrijke ontwikkelingen met betrekking tot voormalige stortplaatsen (vóór 1996) in de toekomstige landelijke Leemtewet II. Daarbij zal vooral de financieringsstructuur van deze stortplaatsen geregeld worden.
182
Beleidsverantwoording Prioriteiten • Ketenbeheer grond: - Uitvoering volgens het programma duurzaam bodembeheer 2006. - Bedrijfsplan voor de provinciebrede grondbank is opgesteld door de mogelijke participanten. Er is een start gemaakt met het opstellen van de statuten (o.a. rechtsvorm) en aandeelhoudersovereenkomst (o.a. samenwerking tussen participanten). Besluitvorming volgt in 2007. - In 2006 heeft een inventarisatie plaatsgevonden naar (voormalige) zandwinningen (Circa 20 diepe plassen), welke eventueel voor verondieping in aanmerking komen. De randvoorwaarden zullen in 2007 verder worden geformeuleerd. Hierbij betrekken wij ook de waterschappen; - Depot Dorkwerd is veranderd in een bagger(doorgangs)depot. - er is voor gekozen om de Evaluatie van het beleidsdocument 'van Last naar Lust' in 2007 uit te voeren. • Tienjarenscenario waterbodems: - Intentieverklaring om te komen tot een regionaal akkoord voor waterbodems is opgesteld; - Jaarlijkse monitoringsrapportage is afgerond; - Regionale werkgroep is samengevoegd met de regionale werkgroep uit Drenthe; • Actief bodembeheer: - Besluit Bodem Bodemkwaliteit nog niet van kracht. Op grond hiervan zijn er nog geen bodemkwaliteitskaarten geactualiseerd. • Afval: - Dossier radioactief afval is hoog op de bestuurlijke agenda geplaatst. Inbreng vanuit onze provincie in de bestuurlijke lobby voor Brussel. • Nazorg stortplaatsen: - Verordening is geactualiseerd en vastgesteld; - Heffing is opgelegd en geïnd. De gelden van het nazorgfonds worden beheerd. De stortplaats exploitant is hierbij nauw betrokken; - Gestart met de voorbereidingen voor sluiting van stortplaats Kloosterlaan en Woldjerspoor; Uitgevoerde activiteiten • In 2006 zijn 15 voormalige locaties nader onderzocht. • Landelijk is geen prioriteit gegeven aan de Leemtewet II. Wij blijven de ontwikkelingen rond de Leemtewet II volgen.
183
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
272.425
457.801
639.374
168.635
172.550
336.849
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
1.017.282
1.620.983
1.590.460
1.185.917
1.793.532
1.927.309
Totaal lasten
1.458.342
2.251.333
2.566.683
293.153
837.370
1.002.300
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen
35.000
Totaal baten Saldo lasten en baten
831
328.153
837.370
1.003.131
1.130.189
1.413.964
1.563.552
baten 2006
realisatie saldo 2006 457.801
raming saldo 2006 639.374
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
520200 Apparaatskosten
lasten 2006 457.801
520202 Beleidsontwikkeling vergunningverlening: - LMA bedrijfsafval - project ketenbeheer
105.110 67.440
105.110 67.440
92.150 74.399
172.550
172.550
166.549
-837.370
-515.300 5.000 793.460 796.169 -321.700
totaal beleidsontw. vergunningverlening 520203 Stortplaatsen: - heffing nazorg stortplaatsen - kosten nazorg stortplaatsen - rente nazorg stortplaatsen - dotatie voorziening nazorg - bijdrage voormalige stortplaatsen
837.370 799.837 821.146
799.837 821.146
totaal stortplaatsen
1.620.983
837.370
783.613
757.629
totaal duurzaam bodembeheer en afval
2.251.333
837.370
1.413.964
1.563.552
184
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 Bij de programmakosten aanvaard beleid is het budget voor LMA bedrijfsafval overschreden met € 12.960. Ten eerste is ons te betalen aandeel in de LMA in 2006 hoger dan het budget en ten tweede valt de compensabele btw lager uit. Bij de inkomsten is gerealiseerde heffing nazorg stortplaatsen ad € 837.370 aanzienlijk hoger dan de raming ad € 515.300. De hoogte van de heffing is afhankelijk van de hoeveelheid gestort afval. De heffing die in 2006 is geïnd heeft betrekking op 2005. In dat jaar is meer afval gestort op de stortplaats dan vooraf is geraamd. Bij het onderdeel bijdrage voormalige stortplaats is een bate van € 321.700 geraamd. De realisatie is nihil. In het najaar van 2006 is de verordening 'nazorg stortplaatsen' geactualiseerd. Hier is de opslag voor de voormalige stortplaatsen met terugwerkende kracht vanaf 2005 op nul gezet. Bij de dotatie aan de voorziening is rekening gehouden met gemaakte loonkosten. Voor het jaar 2006 bedroegen deze kosten € 41.856. Tevens is een correctie gemaakt van € 25.632. Dit bedrag was in 2005 teveel ten laste van de voorziening gebracht.
185
Productgroepnummer en -naam : 5203 Gebiedsgericht milieubeleid Programma
: Schoon/veilig Groningen
Portefeuillehouder
: Bleker
Productverantwoordelijke
: Brenkman
Productgroepomschrijving Het gebiedsgericht beleid wordt o.a. concreet inhoud gegeven via het Uitvoeringscontract 2005-2006 (UC 2005-2006) tussen provincie en het Ministerie van LNV. Hierin zijn afspraken gemaakt over opgaves, te realiseren doelen en de bijbehorende middelen. De projecten die hieruit voortvloeien geven uitvoering aan het natuurbeleid, milieu- en waterbeleid, recreatie en toerisme. Een van de opdrachten in het UC is dat uiterlijk 2006 de provincie de milieudoelen concretiseert en gewenste milieukwaliteit van de EHS, vogel- en habitatrichtlijngebieden en natuurbeschermingswetgebieden in beeld heeft gebracht en een zogenaamde nulmeting heeft uitgevoerd. Voor proces- en uitvoeringskosten van dit onderzoek is een bijdrage nodig. De resultaten van het onderzoek worden aangewend om de benodigde milieukwaliteit te realiseren dmv concrete uitvoeringsprojecten. Voor onderzoek en uitvoering van milieuprojecten is € 90.000 benodigd als cofinanciering naast bijdragen van derden en het rijk. Samen met waterschappen en gemeenten werken we aan het terugdringen van afvalwaterlozingen in het buitengebied door de aanleg van hoogwaardige zuiveringssystemen (IBA's) en het saneren van riooloverstorten. Voor de uitwerking en uitvoering van de regeling is in 2006 € 40.000 beschikbaar als cofinanciering naast Kompasmiddelen en eigen bijdrage gemeenten, waterschappen en particulieren.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten De milieudoelen voor genoemde gebieden zijn helder, gewenste milieukwaliteit is in beeld gebracht en projecten voor verbetering milieukwaliteit zijn uitgevoerd. De algemene milieukwaliteit in het buitengebied is verbeterd. Geplande prestatie-indicatoren • aantal aangelegde IBA's en gesaneerde afvalwaterlozingen; •
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • 248 ongezuiverde huishoudelijke afvalwaterlozingen gesaneerd, waarvan 153 aangesloten op de riolering en 95 IBA's geplaatst • De middelen Gebiedsgericht milieubeleid zijn in het jaar 2006 ingezet op een aantal gebiedsgerichte projecten. De projecten worden met uiteenlopende gebiedspartners voorbereid en uitgevoerd. In 2006 zijn de middelen met name ingezet op het herstel van monumentale boerenerven in de regio Oost. Het betreft een doorstart van een vergelijkbaar en goed lopend project in de regio Noord. Een ander project richt zich op koppelingsmogelijkheden tussen het realiseren van de EHS in Westerwolde en de leefbaarheidsaspecten in en rond deze EHS. Daarnaast zijn middelen ingezet voor het ondersteunen van gebiedsprocessen in het kader van het Programma Landelijk Gebied (PMJP).
aantal uitgevoerde milieuprojecten.
Afnemers/klanten • agrariërs, particulieren, terreinbeheerders, waterschappen, gemeenten
186
Prioriteiten 2006
Concretiseren milieudoelen
€ 90.000
In 2006 doen we een nulmeting naar de milieukwaliteit van EHS, vogel- en habitatrichtlijn, en natuurbeschermingswetgebieden en stellen we de gewenste milieukwaliteit vast. We analyseren op welke wijze we het gat tussen gewenste en huidige kwaliteit kunnen dichten en werken dit uit in maatregelen, instrumenten en consequenties (o.m. kosten, belangen).
Sanering riooloverstorten en afvalwaterlozingen
€ 40.000
We gaan door met de sanering van riooloverstorten en de vermindering van afvalwaterlozingen in het buitengebied. We coördineren de aanleg van IBA-systemen en stellen cofinanciering beschikbaar voor de aanleg.
Beleidsverantwoording Prioriteiten Concretiseren milieudoelen In het jaar 2006 is in nauw overleg met terreinbeheerders en de betrokken departementen een nulmeting uitgevoerd. Wij hebben daarmee de situatie van de milieuthema's verzuring, vermesting en verdroging in kaart gebracht binnen de Ecologische Hoofstructuur van Groningen. Daarnaast zijn de maatregelen om deze milieuproblemen tegen te gaan voor de komende 7 jaren op een rij gezet. Deze maatregelen zijn vervolgens vertaald naar een kostenplaatje. Deze gegevens zijn benut voor een discussie met het Rijk over de rijksmiddelen voor de ILG-periode 2007-2013. Sanering rioolwateroverstorten en afvalwaterlozingen Mede door de inzet van provinciale co-financieringsmiddelen zijn in het kader van Westerkwartier Schoon, fase 3, 248 ongezuiverde huishoudelijke afvalwaterlozingen gesaneerd. Van deze 248 gesaneerde lozingen zijn 153 percelen aangesloten op de riolering en zijn 95 percelen op IBA's aangesloten. Het project is medio 2006 opgeleverd.
187
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
545.483
703.018
654.441
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
1.348.946
102.144
200.131
1.348.946
102.144
200.131
Totaal lasten
1.894.429
805.162
854.572
93.862
19.290 57.321
93.862
76.611
1.800.567
728.551
854.572
baten 2006
realisatie saldo 2006 703.018
raming saldo 2006 654.441
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen Totaal baten Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006 703.018
520300 Apparaatskosten 520302 Beleidsontwikkeling gebiedenbeleid: - IBA's
40.000
totaal beleidsontwikkeling gebiedenbeleid 520303 BGM/SGM: - afwikkeling voorgaande jaren - gebiedsgericht milieubeleid - div. projecten cofinanciering Kompas
40.000
-6.425 103.457
-2.337 63.589
-4.088 39.869
97.033
61.252
35.781
520304 Bodem- en grondwaterbescherming: - div. projecten (SGB) cofinanciering Kompas - div. projecten cofinanciering Kompas
5.112
15.360
-10.248
totaal bodem- en grondwaterbescherming
5.112
15.360
-10.248
20.000
805.162
76.611
728.551
854.572
totaal BGM/SGM
totaal
188
125.131 15.000 140.131
20.000
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 De lasten van deze productgroep waren € 126.021 lager dan geraamd. De lagere lasten op de kredieten worden deels teniet gedaan door een hogere last op de apparaatskosten (€ 48.577). Er was € 40.000 geraamd voor IBA's, maar dit project is reeds in 2005 afgerond. De lasten van het krediet gebiedsgericht milieubeleid zijn € 85.262 lager dan geraamd. De activiteiten in het kader van het project Karakteristieke boerenerven en het project Provinciaal Meerjaren Programma 2007-2013 zijn verschoven van 2006 naar 2007. Voor deze twee projecten wordt in totaal € 78.141 worden overgeboekt naar 2007. Vanuit de reserve cofinanciering Kompas was in totaal € 35.000 geraamd als bijdrage in projecten. In 2006 is slechts € 5.112 gedeclareerd, terwijl ook nog een bijdrage van € 15.360 is ontvangen van het ministerie van LNV.
189
Productgroepnummer en -naam : 5501 Vergunningverlening/geluid Programma
: Schoon/Veilig Groningen
Portefeuillehouder
: Bleker
Productverantwoordelijke
: Bloupot
Productgroepomschrijving 1. Vergunningverlening: • het beleidsmatige uitwerken van het landelijke en het provinciale milieubeleid ten aanzien van de doelgroep industrie, chemie en afvalbedrijven; • de bewaking van de luchtkwaliteit en het externe veiligheidsbeleid; • vergunningverlening op grond van: - Wet Milieubeheer voor bedrijven; - Ontgrondingenwet voor zand-/kleiwinningen, dijken en natuurontwikkelingsgebieden; - Grondwaterwet voor grondwateronttrekkingen; - Natuurbeschermingswet voor activiteiten in natuurbeschermingsgebieden; - Ontbrandingstoestemmingen/Toepassingsvergunningen op basis van het Vuurwerkbesluit (Vb). • ontheffingsverlening op grond van de provinciale milieuverordening voor milieubeschermingsgebieden. N.B. Milieutoezicht en handhaving worden verantwoord onder productgroep 5502. Het hoofdproces van vergunningverlening moet voor verscheidene onderwerpen en momenten (extern) ondersteund kunnen worden om tijdig juiste besluiten te kunnen nemen. Dit betreft: • doelgerichte onderzoeken: t.b.v. vestiging van nieuwe bedrijven, knelpunten, andere expertise en gegevensverwerking (o.a. monitoring en veiligheid). De algemene kenmerken zijn spoedeisend en projectmatig/kortdurend; • hulpmiddelen (checklisten, voorschriftenpakketten); • kwaliteitszorg (jaarlijkse audit, klanttevredenheidsonderzoek); • voorbereiden op invoering Omgevingsvergunning, mede in relatie tot de 1-loket gedachte. 2. Geluid: • interne en externe advisering en ondersteuning in relatie tot vergunningverlening (aan andere afdelingen en gemeenten); • interne en externe advisering en ondersteuning (aan andere afdelingen en gemeenten) in relatie tot zonebeheer en ruimtelijke plannen; • ondersteuning bij implementatie en toepassing van de Wet Stad en Milieu; • geluidbeleid/MIG; • geluidsbelastingkaarten en actieplannen EU-richtlijn omgevinglawaai.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten ad 1.: • zekerheid bij bedrijven en burgers over milieuvoorwaarden waaronder bedrijfsvoering plaatsvindt; • beheer van/inzicht in de milieubelasting en verbetering van de chemisch-fysische kwaliteit van milieuthema's, zoals bodembescherming, geluid en veiligheid; • duurzaam ondernemen door onder meer preventie van het gebruik van hulp- en grondstoffen en energie & water door industriële bedrijven (via doelgroepenbeleid (basismetaal en chemie) wordt in de periode 2006- 2010 door middel van Bedrijfsmilieuplannen (BMP's) een verdere invulling gegeven aan het begrip Duurzaam Ondernemen); • uiteindelijk vermindering van de schadelijke gevolgen van milieuverontreiniging op mens- en ecosystemen tot acceptabele niveaus; • luchtkwaliteit verbeteren door opleggen van voorschriften ter beheersing van de emissie van
190
•
luchtverontreinigende stoffen in Wm-vergunningen, verminderen uitstoot van luchtverontreinigende stoffen; permanente aandacht voor kwaliteitszorg in het vergunningverleningproces.
ad 2.: • behandelen van het aspect geluid bij milieuvergunningen waarvoor de provincie bevoegd gezag is (beoordelen aanvraag, toetsen, opstellen vergunningeisen); • geluidadviezen inzake ruimtelijke ontwikkelingen, verkeer, ISV en ontwikkelingen in het kader van de interim-wet Stad en Milieu; • adequate bescherming van burgers tegen geluid en verbetering van de leefomgevingkwaliteit met in acht name van de hoofddoelstelling van het Provinciaal omgevingsplan (Duurzame ontwikkeling) • geborgde kwaliteit van de besluitvorming over ontwikkelingen op en rond gezoneerde industrieterreinen. Nieuwe wettelijke instrumenten zoals Stad en Milieu, SMB (Strategische milieubeoordeling), ISV-2 en MILO (Milieukwaliteit in de leefomgeving) geven invulling aan de duurzame ontwikkeling van het omgevingsbeleid. Geplande prestatie-indicatoren
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren
ad 1.: • indicatie van te verlenen vergunningen: - Wet Milieubeheer 63 - Ontgrondingenwet 20 - Grondwaterwet 10 - meldingen en overige instrumenten 45 - ontheffingen PMV 2 - ontbrandingstoestemmingen/ toepassingsvergun.(Vb) 30 - NB-besluiten P.M. • indicatoren over procesverloop (kwaliteit, tijdigheid) van milieujaarverslagen (mjv's) en bedrijfsmilieuplannen (bmp's) (doel: tijdigheid = 100%);
ad.1: • realisatie verleende vergunningen: - Wet milieubeheer 44 - Ontgrondingenwet 16 - Grondwaterwet 14 - meldingen en ov.instr. 47 - ontheffingen PMV 0 - ontbrandingstoestemmingen/ meldingen (Vb) 11/21 - NB- besluiten P.M. • de groep bedrijven (totaal 39) die in 2006 een milieujaarverslag over het jaar 2005 moesten leveren is in drie deelgroepen te verdelen, te weten de wettelijke verplichte bedrijven (24 stuks), die op basis van een convenant zichzelf hebben verplicht (8 stuks)) en die op basis van de vergunning de verplichting hebben gekregen (7 stuks). De verslagen moesten worden ingediend voor 1 april 2006 en moesten worden beoordeeld voor 1 juni 2006. Alle verslagen zijn beoordeeld en geen enkele is afgekeurd:score 100%. Van de vier sectoren die bmp's maken te weten Basismetaal-, Zuivel-, Papieren Karton- en de Chemische industrie moesten alleen de Basismetaalindustrie en de Chemische industrie in 2006 een bmp-4 leveren. Van de 7 potentiële bmp-4's zijn er 5 beoordeeld en 1 ontwerp beoordeeld; • project monitoring van emissies naar lucht wordt samen met Duitse partners uitgevoerd; is aanbesteed. In 2006 in het kader van de verlichting uit het besluit Luchtkwaliteit 2005 gerapporteerd over het jaar 2005;
•
monitoren van emissies naar de lucht door middel van het volgen van de emissies en inzicht geven in de luchtkwaliteit van de provincie door middel van periodieke rapportages in het kader van het Besluit Luchtkwaliteit (jaarlijkse rapportage aan VROM);
•
klanttevredenheidsscore door middel van klanttevredenheidsonderzoek (doel: 80%);
•
191
in 2006 hebben we diverse projectevaluaties uitgevoerd. Uit deze evaluaties blijkt dat onze klanten erg
tevreden zijn over de dienstverlening van het vergunningverleningproces; •
actueel houden van de vergunningen d.m.v. uitvoeren van actualiseringtoetsen eens per 5 jaar en zo nodig de vergunningen op basis hiervan aanpassen (doel: 100%);
•
•
verlenen Wm-vergunningen binnen wettelijke termijn van 6 maanden (Doorlooptijd: doel = 100%).
•
ad 2.: • maken van een geluidbelastingkaart van provinciale wegen met meer dan 6 miljoen; voertuigbewegingen per jaar (e.e.a. conform EU–richtlijn omgevingslawaai);
•
aandeel geluidzones dat actueel en goed wordt beheerd in samenspraak met gemeenten (doel: 100%).
in 2006 hebben wij 11 actualiseringtoetsen uitgevoerd. Hiermee zijn alle vergunningen op dit moment actueel en voldoen ze aan de bestaande wet- en regelgeving; van de 44 verleende Wmvergunningen in 2006 zijn er 39 binnen de wettelijke termijn van 6 maanden verleend. Dit is 89 %.
ad. 2: • de geluidmodellen van 16 km provinciale wegen zijn nagenoeg gereed. Per 1 januari 2007 hebben GS van Groningen de N46 van Rijkswaterstaat overgenomen, een gedeelte hiervan heeft een wegvakbelasting van meer dan 6 miljoen voertuigen/jaar. Hier moeten aanvullend nog modellen worden gemaakt; • de zonebeheerders in de provincie Groningen zijn in 2006 2 maal bijeen geweest om de stand van zaken, voortgang en knelpunten rond het zonebeheer te bespreken.
Afnemers/klanten • bedrijven, gemeenten, waterschappen, Rijkswaterstaat, overige overheden, adviesbureaus en interne afdelingen
192
Prioriteiten 2006
Besluit Luchtkwaliteit De luchtkwaliteitdoelstellingen uit het Besluit luchtkwaliteit dienen de gevolgen voor de gezondheid van de mens en het milieu te voorkomen en te verminderen (zie verder productgroep 5003 - Milieubeleid en Duurzame Ontwikkeling - prioriteit 2006: Integratie van Milieubeleid - onderdeel Gezondheid en Milieu). Daarnaast zijn er, naast de bovengenoemde componenten, voor een vrij groot aantal stoffen in het milieubeleid luchtkwaliteitdoelstellingen geformuleerd. Deze kwaliteitsdoelstellingen (die dus geen wettelijk status hebben) kunnen zowel gericht zijn op voorkomen van gezondheidseffecten voor de mens als ter bescherming van de ecologische milieukwaliteit. Wij leveren een bijdrage aan de uitvoering van het besluit luchtkwaliteit door middel van het toetsen van milieuvergunningen en bestemmingsplannen aan de luchtkwaliteitseisen. Door middel van het opleggen van voorschriften ter vermindering van de emissie van luchtverontreinigende stoffen in milieuvergunningen moet de uitstoot van deze stoffen afnemen, en daarmee moet ook de kwaliteit van de lucht verbeteren. Door middel van monitoring van emissies naar de lucht van de bedrijven waar wij bevoegd gezag voor zijn, willen we de emissie blijven volgen. Daarnaast zal door middel van periodieke rapportages in het kader van het Besluit luchtkwaliteit inzicht gegeven worden in de luchtkwaliteit in de provincie.
EU–richtlijn Omgevingslawaai De richtlijn heeft tot doel te strijden tegen omgevingslawaai waaraan mensen in bebouwde gebieden, in openbare parken en andere stille gebieden in agglomeraties, in stille gebieden op het platteland, nabij scholen, ziekenhuizen en andere voor lawaai gevoelige gebouwen en gebieden worden blootgesteld. Zij is niet van toepassing op lawaai dat door de eraan blootgestelde persoon zelf wordt veroorzaakt, lawaai van huishoudelijke activiteiten, door buren veroorzaakt lawaai, lawaai op de arbeidsplaats, lawaai binnen vervoermiddelen en lawaai door militaire activiteiten in militaire terreinen. Onze taak In het kader van de EU–richtlijn moeten wij strategische geluidsbelastingkaarten en een actieplan maken van de wegen waar volgend jaar meer dan 6 miljoen voertuigbewegingen plaatsvinden. Plandrempel De eerste stap is het bepalen van de wegen die in 2006 aan het criterium zullen voldoen. Vervolgens gaat het ministerie deze lijst doorzenden naar de EU–commissie. De lijst wordt eveneens gepubliceerd in de staatscourant. Strategische geluidbelastingkaarten Een strategische geluidsbelastingkaart is bedoeld voor de algemene evaluatie van de geluidsbelastingsituatie in een bepaald gebied ten gevolge van verschillende lawaaibronnen of voor de algemene prognoses voor dat gebied. Informatie voor de burger De lidstaten dragen er zorg voor dat het publiek wordt geraadpleegd over voorstellen voor actieplannen en dat de resultaten van die inspraak in aanmerking worden genomen alvorens de actieplannen worden goedgekeurd.
193
Activiteiten Geplande activiteiten: • verlenen Wm- vergunningen, ontgrondingenvergunningen, vergunningen i.h.k.v. de Grondwaterwet en Ontbrandingstoestemmingen/Toepassingsvergunningen op basis van het Vuurwerkbesluit; • interne en externe advisering en ondersteuning aan overige afdelingen en instanties; • toetsen van Wm- vergunningen aan luchtkwaliteitseisen; • monitoring emissies naar de lucht en het volgen van deze emissies; • periodieke rapportages in het kader van het Besluit Luchtkwaliteit; • bijeenkomsten organiseren en overleggen voeren in het kader van het vergunningverleningproces; • uitvoering van geluidbeleid/MIG.
Toelichting/ontwikkelingen Met betrekking tot het vergunningenbeleid blijven we zorgen voor adequate vergunningverlening die toegespitst wordt op de door de burgers van deze provincie gewenste leefomgeving. Daarnaast zetten we in op een betere communicatie over onder meer de luchtkwaliteit, geluid(sbelasting) voor de omgeving en Veiligheid en de samenwerking met anderen via de één- loket gedachte/functie onder meer in relatie tot de ontwikkeling van de VROM- vergunning.
Beleidsverantwoording Prioriteiten Besluit Luchtkwaliteit Bij het verlenen van milieuvergunningen en het vaststellen van bestemmingsplannen wordt rekening gehouden met wettelijke en beleidsmatige luchtkwaliteitsnormen. Samen met een aantal Duitse partners is een project gestart om de emissie van luchtverontreinigende stoffen in het gebied van de partners te monitoren. Dit project zal uiterlijk medio 2008 afgerond zijn. In 2006 is gerapporteerd over de luchtkwaliteit in de provincie over het jaar 2005. EU- richtlijn Omgevingslawaai Projectplan voor het traject is gemaakt en afgestemd met het MT de verkeersafdelingen en de afdeling communicatie en kabinet. Uitgevoerde activiteiten • in 2006 hebben we, zoals hiervoor reeds aangegeven, 44 Wm- vergunningen, 16 ontgrondingenvergunningen, 14 vergunningen i.k.v. Grondwaterwet en 11 ontbrandingstoestemmingen en 21 meldingen op basis van het Vuurwerkbesluit verleend; • we hebben de gemeente Delfzijl ondersteuning geboden bij diverse vergunningverleningprocedures in het kader van de Wet milieubeheer. Daarnaast hebben we diverse interne afdelingen geadviseerd en ondersteund, met name wanneer het gaat om aspecten als geluid, veiligheid en luchtkwaliteit. Vanuit het Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid 2006-2010 ondersteunen we diverse gemeenten en instanties met betrekking tot het (te voeren) veiligheidsbeleid; • alle Wm- vergunningen worden getoetst aan de geldende wet- en regelgeving m.b.t. luchtkwaliteit, zoals bijvoorbeeld het hierboven genoemde Besluit Luchtkwaliteit; • Project monitoring luchtkwaliteit gestart; • in 2006 is gerapporteerd over de luchtkwaliteit in de provincie Groningen over het jaar 2005; • in 2006 hebben we een aantal themamiddagen en informatieavonden georganiseerd en hebben we gedurende de diverse vergunningverleningprocedures overleg gevoerd met onder andere gemeenten, waterschappen, Rijkswaterstaat en milieu- organisaties. Op deze manier heeft de coördinatie van Wm en Wvo- vergunningen goed plaatsgevonden en zijn procedures effectiever uitgevoerd; • ten behoeve van de nieuwe wet geluidhinder is een notitie opgesteld ten aanzien van de nieuwe verdelingen van taken en verantwoordelijkheden tussen de verschillende afdelingen en overheidslagen. Medio 2006 is het budget in het kader MIG overgedragen aan de afdeling ICT.
194
•
•
Zij zijn momenteel budgetbewaker voor dit krediet; vergunningaanvragen c.q. meldingen zijn door de geluidspecialisten beoordeeld op akoestische aspecten. In de vergunning zijn een beoordeling van akoestische beoordeling en doel- c.q. middelvoorschriften voor geluid (en in sommige gevallen trillingen) opgenomen. Bij bedrijven op gezoneerde industrieterreinen is e.e.a. afgestemd op het beheer van de zone. er zijn adviezen gegeven bij/beoordelingen gegeven bij: -ruimtelijke plannen (21), milieu- effectrapportages c.q. (10, waaronder die voor de N361, de N33 en het tracé Winsum- Mensingeweer), ISV- subsidies (2 aanvullingen), verzoeken om hogere waarden (20) de totstandkoming van het POP3 en er periodiek overleg met gemeenten met gezoneerde industrieterreinen (werkgroep zonebeheer). In 2006 zijn er geen initiatieven van gemeenten in het kader van de interim–wet Stad en milieu beoordeeld.
Verder heeft een van de geluidspecialisten zitting in de IPO- werkgroep geluid. In deze werkgroep worden enerzijds praktijkervaringen ingebracht bij ontwikkelingen van wetten en rijksbeleid, anderzijds worden toekomstige ontwikkelingen hierbij vroegtijdig bekend. In 2006 hebben we in totaal 96 aanvragen in het kader van de Wet milieubeheer binnengekregen en hebben we 44 Wm- vergunningen verleend. Hieronder wordt ingegaan op een aantal in het oog springende/opvallende procedures: Aldel: In de eerste helft van 2005 is projectmatig vooroverleg gevoerd met Aldel over de aanvraag voor een nieuwe revisievergunning Wet milieubeheer (WM). De aanvraag was nodig voor een verhoging van het productieniveau met 7.000 ton naar 120.000 ton aluminium per jaar. Op 3 juni 2005 is de aanvraag ontvangen en de vergunning is verleend op 27 september 2005. Tegen dit besluit is beroep ingesteld bij de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (RvS). De vergunning is om formele reden vernietigd door de RvS. In de Wm- vergunning van 27 september 2005 is Aldel opgedragen een technische en economische haalbaarheidsstudie uit te voeren naar de mogelijkheden om de emissie van zwaveldioxide (SO2) met de ovengassen te verminderen door de installatie van een ontzwavelingsinstallatie. Het ontzwavelingsonderzoek is door Aldel en haar adviseurs in 2006 uitgevoerd en het concept eindrapport is besproken. Het definitieve rapport zal voorjaar 2007, in aansluiting op bestuurlijk overleg, worden ingediend. Op 20 december 2006 is de vergunningsituatie bij Aldel met het bedrijf besproken. Gebleken is dat de vigerende vergunning uit 1997 voor 113.000 ton aluminium niet toereikend is voor de productie in 2007. Inmiddels is vooroverleg gestart om te komen tot een nieuwe, geactualiseerde aanvraag en een nieuwe Wm-revisievergunning medio 2007. KBM Master Alloys BV: Aan KBM Master Alloys BV te Delfzijl is in 2006 een revisievergunning verleend. De reden voor de revisieprocedure was het willen realiseren van een wasplaats en het vergunningtechnisch vastleggen van diverse veranderingen die zijn gevolgd uit bedrijfsmilieu- en energiebesparingplannen. In onderhavig geval was geen sprake van een afdwingbare revisieprocedure. Door wisselende prioriteitstelling van bedrijfszijde heeft het traject om te komen tot een ontvankelijke aanvraag dan ook geruime tijd in beslag heeft genomen. Nadat de aanvraag is ingediend en het ontwerp ter inzage lag zijn zienswijzen binnengekomen van de Milieufederatie. Ten aanzien van deze zienswijzen heeft telefonische toelichting op ingebrachte punten plaatsgevonden aan de Milieufederatie waarna dit, echter zonder wijziging van vergunningvoorschriften, is verwoord in de definitieve beschikking. Er is vervolgens geen beroep ingesteld op de vergunning en de vergunning is definitief van kracht geworden. BIOX: De Wm-vergunning is op 14 februari 2006 verleend en per 4 april 2006 van kracht geworden. Ook de bouwvergunning van de gemeente Delfzijl is in 2006 van kracht geworden. Er is door partijen (MOB en de Waddenvereniging) beroep aangetekend. Door dit beroep heeft BIOX besloten nog geen gebruik te maken van de van kracht zijnde vergunning(en). De beroepszaak heeft op 30 november 2006 gediend bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Tot op heden is er nog geen uitspraak gedaan. Deze uitspraak wordt wel op korte termijn (jan./febr. 2007) verwacht met een positieve uitkomst voor het bedrijf. Dus de inzet van MV in 2006 was gekoppeld aan het verwerken van de inspraak op het ontwerpbesluit, het opstellen en ter inzage leggen van het definitieve besluit, het indienen van een verweerschrift naar aanleiding van het beroepschrift, het reageren op het StAB-advies richting de RvS, het opstellen van een nadere memorie ten behoeve van de zitting bij de RvS en het voorbereiden van de zitting inclusief
195
pleitnota in afstemming met het medebevoegd gezag RWS/NN en de aanvrager en haar advocaten. Indien mocht blijken dat de uitspraak van de RvS leidt tot vernietiging dan wel een grotendeelse vernietiging van ons besluit uit februari 2006, dan zal BIOX opnieuw met een enigzins gewijzigde aanvraag komen die ten spoedigste zal moeten leiden tot een nieuw besluit. BIOX wil de elektriciteitsopwekkende motoren draaiend op palmolie-stearine realiseren naast en ten behoeve van Aldel te Delfzijl. Evelop: In 2006 hebben een tweetal procedures voor Evelop deels parallel naast elkaar gelopen, waarbij de laatste procedure nog niet helemaal is afgerond(afronding jan. '07). Evelop wil met een tweetal Bio-energiecentrales (BEC's) waarin biomassa wordt verbrand, elektriciteit opwekken voor Aldel en mogelijk anderen. Fase 1 bestaat uit het oprichten van een BEC waarin alleen schone biomassa wordt verbrand. Op 27 juni 2006 is de oprichtingsvergunning voor deze installatie onherroepelijk geworden (wel met inspraak maar zonder beroep). Tevens heeft Evelop voor deze installatie een bouwvergunning verkregen. Fase 2 omvat het wijzigen van het gebruik van BEC-1 en het oprichten van een tweede BEC, zodat in beide BEC's naast schone biomassa ook verontreinigde biomassa kan worden verbrand (als afval dus). Hiervoor is een Milieueffectrapportage vereist. Op 12 mei 2006 heeft Evelop opnieuw een aanvraag plus een MER ingediend. Pas op 2 oktober 2006 hebben we het toetsingsadvies van de Commissie voor de m.e.r. mogen ontvangen. Hierna is het ontwerpbesluit opgesteld en ter inzage gelegd. Tot en met 11 december 2006 heeft het ontwerpbesluit Wm ter inzage gelegen. Er is slechts beperkte inspraak vanuit Duitsland binnengekomen. Inmiddels is het definitieve besluit opgesteld en de vergunning zal in januari 2007 worden verleend en ter inzage worden gelegd. Een beroep wordt niet verwacht. Ten behoeve van deze procedures is er veelvuldig overleg geweest met mogelijke insprekers (MOB en milieubeweging), met de Commissie voor de m.e.r., met het medebevoegd gezag RWS/NN en haar adviseurs en niet in de laatste plaats met LNV directie Noord over de Natuurbeschermingswet en een mogelijke vergunningplicht in het kader van die wet. Bedrijfseconomische redenen hebben Evelop ertoe gebracht nog geen gebruik te maken van de oprichtingsvergunning. Evelop heeft de vergunning voor fase 2 nodig om een bedrijfseconomisch rendabele oprichting te kunnen starten. Hetgeen wordt voorzien te zullen starten medio 2007. Methanor: Per 1 juli 2006 is ook de tweede methanolproductie-installatie van Methanor gestopt; de eerste was al in najaar 2005 gestopt. In het voorjaar 2006 hebben we met een drietal consortia veelvuldig overleg gevoerd over de overnamemogelijkheden en de doorstartmogelijkheden van Methanor in relatie tot de vergunningsituatie. Het ging hierbij om verschillende projecten van doorstart met methanolproductie dan wel het maken van methanol uit afvalstoffen via de synthesegas- route. Uiteindelijk is in de zomer van 2006 duidelijk geworden dat een doorstart van Methanor kan plaatsvinden met aardgas als grondstof waarna in 2007 en 2008 in twee fasen aardgas als grondstof grotendeels zal worden vervangen door glycerol als grondstof; een bijproduct uit de biodieselbereiding. De formele overdracht heeft op 2 november 2006 plaatsgevonden en Methanor produceert sinds 12 november 2006 onder de naam Bio Methanol Chemie Nederland (BMCN) weer methanol. Aangezien zowel de Wm- vergunning als de Wvovergunning op 15 februari 2006 zijn vernietigd in de uitspraak van de Raad van State is er sinds eind augustus 2006 uitvoerig overleg geweest over de vergunningsituatie bij doorstart. Hetgeen er toe heeft geleid dat er met spoed een nieuwe Wvo vergunning door RWS moet worden verleend op een inmiddels op 9 november 2006 ingediende aanvraag. RWS gedoogt de lozing die verband houdt met de doorstart nu er een ontvankelijke aanvraag in procedure is genomen. De doorstart op aardgas kan op basis van de huidige oude Wm- vergunning plaatsvinden, maar zo spoedig mogelijk moet er worden gestart met het opstellen van een nieuwe Wm- en Wvo- aanvraag voor de nieuwe situatie met glycerol als grondstof. Hiertoe zijn in december 2006 afspraken gemaakt die moeten voorzien in nieuwe vergunningen medio 2007. Jager: Eind 2005 is de procedure opgestart voor een nieuwe revisievergunning voor bouw- en sloopbedrijf Jager Midwolde. In januari is er een bewoners avond georganiseerd om de omwonende te informeren over de vergunningprocedure. Na de termijn van de ter inzage legging van het ontwerpvergunning zijn er zeer veel zienswijzen ingediend door omwonenden. Deze zijn allen verwerkt in de definitieve beschikking. Op de definitieve beschikking is door verschillende partijen bij de Raad van State beroep ingesteld. Nu is het wachten wanneer de beroepszaak zal gaan dienen. Naar aanleiding van de definitieve beschikking is er een verzoek voor voorlopige voorziening gevraagd
196
bij de Raad van State. De Wm- vergunning is niet geschorst maar als voorlopige voorziening is bepaald dat de termijn voor het treffen van maatregelen wordt teruggebracht. BKB, Wast tot Energy Delfzijl: Het betreft een initiatief om een afvalverbrandingsinstallatie te realiseren op het industrieterrein van Oosterhorn in Delfzijl. Begin 2006 heeft het Duitse BKB (een 100% dochter van energiereus Eon) definitief gekozen voor Delfzijl. Hierdoor ontstaat er - naast Evelop en Biox - een energiecentrale die stoom kan leveren aan de energie-intensieve bedrijven in Delfzijl, onafhankelijk van de wereldmarktprijs van olie. In het 4e kwartaal van 2006 is de milieueffectrapportage afgerond en begin 2007 is de vergunningverlening voorzien, zodat met de bouw kan worden gestart die in 2009 wordt afgerond. Theo Pouw secundaire bouwstoffen BV: Medio 2005 is er een milieuvergunning verleend aan Theo Pouw voor de realisatie van een bedrijf voor primaire en secundaire bouwstoffen in de Eemshaven. Pouw is een grote speler op de bouwstoffenmarkt en inmiddels volop actief in de Eemshaven. Tegen de vergunningverlening is indertijd beroep aangetekend door een 3-tal concurrenten. vooruitlopend op de uitspraak, is de provincie aansprakelijk gesteld voor enige schade die de concurrenten leiden door het initiatief. Dit is een schoonvoorbeeld van de toenemende juridisering van de maatschappij. Op 31 mei 2006 heeft de Raad van State uitspraak gedaan en is het beroep volledig ongegrond verklaart. Verder is in 2006 een gestart met de procedure om de realisatie van een thermische reiniginstallatie voor minerale afvalstoffen mogelijk te maken. Eind 2006 is de milieueffectrapportage afgerond, zodat begin 2007 vergunning kan worden verleend. Kollo Sic (voorheen ESD): In 2005 is het besluit tot actualisering van de vergunning van Kollo SiC afgerond. Hierdoor werd Kollo verplicht een groot aantal onderzoek uit te voeren naar de geurproblematiek en zijn de best beschikbare technieken voorgeschreven. Na afronding van de onderzoeken zullen de technische en economische haalbare geurmaatregelen voorgeschreven. Ondanks overleg met de milieubeweging, is er toch beroep aangetekend. Op 1 februari 2006 heeft de Raad van State een uitspraak gedaan, waarbij allen beroepsgronden zijn afgewezen. Hierdoor kon het reeds ingezet onderzoektraject worden voortgezet. Baggerdepots: Voor een aantal baggerdepots in de provincie Groningen is de provincie zowel vergunninghouder, toezichthouder en vergunningverlener. Het gaat om de volgende depots: - Driebond; - Winschoterzijl; - Zuidwending. De benadering en behandeling van deze vergunninghouders is niet anders dan andere vergunninghouders. Indien er termijnen worden overschreden geldt ook voor provinciale inrichtingen dat er een handhavingtraject wordt gestart. Scheepswerven: Na enkele moeilijke jaren voor de scheepswerven lijkt het beter te gaan. We hebben daardoor in 2006 met diverse scheepswerven gesprekken gevoerd over veranderings- of uitbreidingsvergunningen omdat ze het bedrijf willen veranderen of uitbreiden. De verwachting is dat dit zal resulteren in nieuwe Wmvergunningen in 2007. Eemshavenprojecten: In het Eemshavengebied lopen momenteel een aantal grote projecten waaronder NUON, RWE en de procedure voor de aanleg van een LNG terminal in de Eemshaven aangevraagd door Essent & ConocoPhillips uit Houston. In 2006 zijn voor alle drie projecten de startnotitie voor het MER, het MER plus de aanvragen Wm/Wvo ingediend en deze stukken hebben ter inzage gelegen in het gemeentehuis van Eemsmond en bij onze Mediatheek. In 2007 zullen de projecten worden afgerond en vervolgens zal begonnen worden met de bouw. De bedrijven zullen in 2010-2011 in werking zijn.
197
Middeleninzet Omschrijving
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
2.891.212
4.043.193
3.696.108
103.427
1.015.027
227.876 20.000
103.427
1.015.027
247.876
2.994.639
5.058.220
3.943.984
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen
279.135 76.604 6.901
199.511 977.496 1.160
54.100 64.600 15.900
Totaal baten
362.640
1.178.167
134.600
2.631.999
3.880.052
3.809.384
baten 2006
realisatie saldo 2006 4.043.193
raming saldo 2006 3.696.108
7.148
7.148
9.021
7.148
7.148
9.021
Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten Totaal lasten
Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
550100 Apparaatskosten
lasten 2006 4.043.193
550102 Beleidsontwikkeling en vergunningverlening: - regiospectief milieubeleid totaal beleidsontw. en vergunningverl. 550104 Coördinatie vergunningverlening: - energie in de milieuvergunning
36.957
totaal coördinatie vergunningverlening
36.957
550105 Vergunningen: - bijdrage advertentiekosten grondwaterwet - bijdrage advertentiekosten ontgrondingen - inkomsten energie in de milieuvergunning - leges grondwaterwet - leges ontgrondingen - aanschaf ontgrondingen - advertentiekosten ontgrondingen - uitvoeringskosten milieu - procesondersteuning vergunningverlening - uitvoeringskosten geluidssanering - EU-richtlijn omgevingslawaai - uitvoeringsprogramma externe veiligheid totaal vergunningen
1.160 85.996 107.151 92.360 99 1.878 26.806 124.020 320.459 3.903 530.714
2.697 320.459 9.630 530.714
1.007.879
1.150.167
198
-1.160 -85.996 -107.151 -92.360 99 1.878 26.806 121.323
-5.400 -10.500 -64.600 -39.200 -14.900 175 4.365 59.844 130.000
-5.727
-142.289
59.784
550106 Externe veiligheid: - voorbereiding externe veiligheid - externe veiligheid 2006-2010
28.000
totaal externe veiligheid
28.000
-28.000
-12.486
1.178.167
3.880.052
3.789.384
-28.000 -12.486
totaal vergunningverlening
5.058.220
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 De programmakosten aanvaard beleid worden met € 787.151 overschreden. Deze overschrijding wordt met name gerealiseerd door de niet geraamde uitgaven bij de Uitvoeringskosten geluidssanering ad € 320.459 en Uitvoeringsprogramma externe veiligheid ad € 530.714. Voor de beide uitgaven geldt dat deze geheel worden bekostigd uit niet geraamde rijksbijdragen. Het krediet Regiospecifiek milieubeleid is onderschreden met € 1.873. Het budget is grotendeels besteed aan een onderzoek naar de koelwaterlozingsruimte in de Eemshaven. Het krediet voor Energie in de milieuvergunning (€ 36.957) is niet aangewend. Dit budget wordt gevoed door rijksmiddelen en deze zijn geheel gebruikt voor de apparaatskosten (zie verderop). Van de geraamde bijdrage voor advertentiekosten grondwaterwet (€ 5.400) is niets gerealiseerd. Er is bij de vergunningverlening hiervoor geen vergoeding in rekening gebracht. Van de geraamde bijdrage voor advertentiekosten ontgrondingen (€ 10.500) is € 1.160 gerealiseerd. Meer bijdragen zijn niet in rekening gebracht. Van het Ministerie van VROM is voor de Energie in de milieuvergunningen € 85.996 ontvangen, hetgeen € 21.396 meer is dan geraamd. De gehele ontvangst is benut voor de apparaatskosten. De legesopbrengsten voor de grondwaterwet en de ontgrondingen overtreffen de ramingen met respectievelijk € 67.951 en € 77.460. De inkomsten zijn vraagafhankelijk. De advertentiekosten ontgrondingen zijn € 2.478 lager dan geraamd. Niet alle advertenties voor ontgrondingenprocedures worden standaars uit dit budget betaald. In voorkomend geval wordt hiervoor het krediet Uitvoeringskosten milieu gebruikt. De Uitvoeringskosten milieu zijn met € 33.038 onderschreden. Er zijn in 2006 meerdere informatieavonden gehouden, waarbij omwonenden van de Eemshaven zijn geïnformeerd over de ontwikkelingen in dat gebied. De hieraan verbonden kosten voor huur van een locatie, diners en lunches worden onder andere uit dit budget bekostigd. Ook advertentiekosten voor de Wet milieubeheer komen ten laste van het krediet Uitvoeringskosten milieu. Bij de EU-richtlijn omgevingslawaai is een bate van € 5.727 gerealiseerd. Dit bedrag dient ter dekking van voor dit onderwerp gewerkte uren. Bij het onderdeel Externe veiligheid is een niet geraamd bedrag van € 28.000 gerealiseerd. Dit ter dekking van apparaatskosten. Voor Externe veiligheid 2006-2010 is een bate geraamd € 12.486. Voor de realisatie wordt verwezen naar productgroep 2001 Openbare orde en veiligheid.
199
Productgroepnummer en -naam : 5502 Toezicht en handhaving Programma
: Schoon/Veilig Groningen
Portefeuillehouder
: Alders/Musschenga/Bleker
Productverantwoordelijke
: Van Schreven
Productgroepomschrijving Toezicht en handhaving milieuwetgeving en ontgrondingen (grijze toezicht3) De ruim 272 bedrijven (peildatum 17-05-05) die onder het bevoegd gezag van de provincie vallen worden op basis van het handhavingprogramma 2004-2006 en het handhavingsuitvoeringprogramma gecontroleerd op naleving van de aan hen verstrekte vergunning. Naast toezichtbezoeken, gebeurt dat door middel van administratief toezicht, door het verrichten van metingen (op verzoek en tegen betaling ook voor gemeenten), op basis van beoordeling van milieujaarverslagen, door het uitvoeren van transportcontroles, milieuvluchten e.d. Per bedrijf is een bezoekfrequentie en urenraming vastgesteld. De milieuklachtentelefoon wordt niet alleen benut voor het in ontvangst nemen van klachten, maar de klachten worden ook benut voor het opsporen van illegale activiteiten en voor het opstellen van het handhavingprogramma. Er is een consignatiedienst beschikbaar voor (dreigende) ernstige milieuongevallen en voor advisering tijdens (dreigende) rampen of ernstige ongevallen. Toezicht en handhaving bodemsanering (grijze toezicht¹) Uitgangspunt voor het toezicht op de bodemsanering is dat 100% van de saneringslocaties wordt bezocht, terwijl minimaal 10% van de gestarte saneringen steekproefsgewijs worden gecontroleerd door middel van monsterneming voordat de bouwput wordt gedicht. Toezicht en handhaving grondwaterwet (blauwe toezicht¹) In het kader van de Grondwaterwet zijn er ruim 168 (peildatum 17-05-05) vergunning- en registratieplichtige bedrijven. In het provinciale grondwaterregister worden alle gegevens opgeslagen. Toezicht en handhaving WHVBZ (blauwe toezicht¹) Voor het toezicht op zwemgelegenheden en badzones wordt uitgegaan van minimaal 1 bezoek per jaar. Wij hebben in onze provincie 126 zwemgelegenheden (peildatum 17-05-05). Daarnaast wordt jaarlijks de zgn. zwemwaterfolder uitgegeven en wordt de kwaliteit van het zwemwater onderzocht. Wij hebben in de zomerperiode een zwemwatertelefoon waar wij actuele informatie verstrekken over de zwemwaterkwaliteit. Toezicht en handhaving groene wetten (groene toezicht¹) De groene wetgeving is een verzamelnaam van wetten uit het milieubeschermingsrecht, die er toe strekken de natuurwaarden in stand te houden c.q. te reguleren. Het gaat hierbij om de flora en faunawet en de boswet. Het toezicht op deze wetten vindt in nauw overleg plaats met het Openbaar Ministerie omdat de provinciale milieu inspecteur groene wetten als enig toezichthouder buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) is. Professionalisering van de handhaving en samenwerking (regierol) Waarschijnlijk wordt in 2005 de Wet milieubeheer gewijzigd. Daarbij wordt een wettelijke regeling van kwaliteitseisen geïntroduceerd waaraan handhavinginstanties op milieugebied moeten voldoen. Gedeputeerde Staten beschikken daarmee over een aanwijzingsbevoegdheid die er toe moet leiden dat alle handhavinginstanties aan de kwaliteitscriteria voldoen. De bedoeling hiervan is dat de doelmatigheid van de milieuhandhaving gewaarborgd is. Voor het invullen van deze nieuwe bevoegdheid wordt toezicht uitgeoefend op de gemeenten, waterschappen en de provincie. Daarbij worden van deze instanties 3
Personele capaciteit (basisniveau 2004) Toezicht en Handhaving: − Grijze toezicht 15,62 fte (incl. vuurwerk, BRZO, bodemsanering, consignatiedienst en meetdienst); − Groene toezicht 1 fte; − Blauwe toezicht 3 fte; − Juridische ondersteuning toezicht 2 fte; − Beleidsmedewerkers toezicht 1,58 fte; Deze capaciteit vormt de basis en wordt jaarlijks in het Handhavingsuitvoeringprogramma nader gespecificeerd en onderverdeeld.
200
minimaal het jaarverslag van 2005 en het uitvoeringsplan van 2006 beoordeeld. Daarnaast worden dossieronderzoeken uitgevoerd. Naast deze toetsende activiteiten worden, in samenwerking met de Groningse instanties, ook stimulerende activiteiten uitgevoerd gericht op het verder verbeteren van de kwaliteit en de uniformiteit van de handhaving in de provincie. Het hoofdproces van toezicht en handhaving moet worden ondersteund. Dit betreft: • een goed functionerend registratiesysteem voor vergunningverlening en toezicht. Op dit moment worden de onderzoeken naar het functioneren van het bestaande registratiesysteem en naar het inzetten geautomatiseerde systemen in de handhaving (mobiel handhaven) afgerond. • kwaliteitszorg; • voorbereidingen op consequentie van invoering VROM-vergunning voor toezicht en handhaving.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • een goed naleefgedrag (80%-90% per categorie of beleidsveld per 31-12- 2006) door bedrijven en burgers ten gunste van een beter leefmilieu. Door gecoördineerde uitvoering van toezicht en handhaving van genoemde regels op adequaat niveau in goede onderlinge samenwerking met inzet van passende bestuursrechtelijke acties en overige beleidsinstrumenten; • door de regierol verbetert de handhaving in de gehele provincie met als effect een beter bescherming van natuur, milieu en volksgezondheid. Door het bevorderen van een consequente en uniforme handhaving wordt een bijdrage geleverd aan het herstel van de geloofwaardigheid van de overheid. Geplande prestatie-indicatoren • In het vastgestelde handhavingsuitvoeringsprogramma zijn per kleurspoor (grijze, blauwe en groene toezicht) en per categorie bedrijven en beleidsvelden doelstellingen en prestatie-indicatoren opgenomen. Bij bijvoorbeeld (handhavingsuitvoeringsprogramma 2005) de bedrijven die onder de categorie gevaarlijk afval vallen is als doelstelling dat in 2005 een overall naleving van de vergunningen dient te zijn van 90% ten aanzien van de prioriteiten in de toezichtplannen. Als prestatie-indicator is in het uitvoeringprogramma opgenomen dat de naleving wordt vastgesteld op basis van het aantal afgegeven bestuursrechtelijke acties en bestuurlijke waarschuwingen;
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • Wij hebben ons toezicht uitgevoerd conform het uitvoeringsprogramma 2004-2006 en het HUP. In 2006 hebben wij onze werkprocessen aangescherpt. De doelstellingen voor de diverse beleidsvelden zijn op basis van de prestatie-indicatoren niet alle (geheel) gehaald, dat houdt verband met de keus voor het in 2006 ingezette verbetertraject waar extra inzet voor is gepleegd. In 2006 hebben wij onze werkprocessen aangescherpt.
•
•
het aantal uitgevoerde toezichtsbezoeken in een bepaald jaar afgezet tegen de geplande toezichtsfrequentie;
201
Voor alle bedrijven met een hoog milieuhygiënisch risico is de bezoekfrequentie voor 87% gehaald. Het overall percentage ligt
net onder de 80% gezien de inspanning die is verricht voor de verbeterslag van onze werkprocessen.Het onderstaande schema geeft de realisatie weer van onze geplande bezoeken grijs toezicht. Plan Prio 1 Prio 2 Prio 3 Prio 4 Geen prio Overall
•
• •
Het naleefgedrag is gebaseerd op het aantal bestuurlijke waarschuwingen en handhavingsbeschikkingen die zijn gegeven in een jaar afgezet tegen het aantal inrichtingen behorende tot een categorie inrichtingen of beleidsveld; het aantal afgegeven gedoogbeschikkingen; Vanuit de regierol worden alle Groningse handhavingsinstanties (gemeenten, waterschappen en provincie) getoetst op het voldoen aan alle kwaliteitscriteria. Als instanties niet voldoen wordt de benodigde ambtelijke en bestuurlijke actie ondernemen om naleving van de criteria bij alle instanties te bereiken. Ook zijn de gezamenlijke activiteiten een indicator voor de samenwerking daar waar dat effectief en efficiënt is.
211 472 139 44 4 870
Realisatie 183 356 106 41 3 689
% 86.7 75.4 76.3 93.2 75.0 79.2
Naast de geplande bezoeken zijn meldingen en klachten afgedaan en niet reguliere controles (onder meer hercontroles) uitgevoerd en afgedaan. • Per branche is het naleefgedrag vastgesteld, dit heeft mede de basis gevormd voor de nieuwe prioritering in handhavingstaken (Handhavingsprogramma 2007) • •
In 2006 zijn 5 gedoogbeschikkingen afgegeven. Wij hebben de kwaliteit gestimuleerd door het geven van voorlichting aan raadsleden, het organiseren van een handhavingsdag, opleidingen en een onderlinge audit. De kwaliteit hebben wij getoetst door het beoordelen van jaarverslagen 2005, uitvoeringsplannen 2006, zaakdossiers en de bereikbaarheid buiten kantooruren.
Afnemers/klanten • gemeenten, politie, Openbaar Ministerie, rijksdiensten, waterkwaliteitsbeheerders, bedrijfsleven, industrie, milieu- en natuurbeschermingsorganisaties, landschapbeheerders en faunabeheereenheden en interne afdelingen
202
Prioriteiten 2006
Verder professionaliseren van de handhaving & regierol Wij willen de milieuwethandhaving op een hoger niveau te brengen door middel het op een goede manier vormgeven van onze regierol en het verder professionaliseren van onze eigen handhavingorganisatie. We blijven in ook dit jaar doorgaan met het programmatisch opzetten van onze toezicht & handhavingstaken (verder professionaliseren van de handhaving). Vanuit de regierol worden alle instanties benaderd. Vanuit de handhavingsamenwerking worden die thema opgepakt waar de grootse achterstand is. Deze zijn gedeeltelijk bekend na de presentatie van de resultaten van de eindmeting in juni 2005.
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) • • • • • • •
Conform het handhavingsuitvoeringprogramma 2006 voeren wij toezichtbezoeken uit en daar waar dat nodig is zetten wij bestuurlijke maatregelen in; Wij handelen de binnengekomen klachten op het milieuklachtennummer van de provincie af en verzorgen een 24-uurs piket van toezicht ten behoeve van het optreden bij calamiteiten, incidenten en urgente meldingen; Wij sporen illegale activiteiten op; onderhouden van het grondwatermeetnet; Wij oefenen toezichtbezoeken uit op basis van klachten of meldingen; Vanuit de regierol houden we toezicht op de handhaving van alle Groningse handhavingorganisaties en voeren wij zonodig interventies uit; Samenwerkingsactiviteiten worden gebaseerd op de gezamenlijke behoeften. Deze zijn eind 2005 bepaald.
Toelichting/ontwikkelingen Te denken valt aan de ontwikkelingen op het gebied van de regierol en wijziging van het Ivb (Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer) die consequenties kunnen hebben voor het inrichtingenbestand. Ook kijken we met veel belangstelling uit naar de ontwikkelingen rondom de VROM-vergunning, waar mogelijk veel zal veranderen in milieuvergunningenland en daarmee ook in toezichtsland. De herijking die op rijksgebied aan de orde is (de discussie over de VROM-vergunning) zal ongetwijfeld leiden tot ingrijpende wijzigingen in toezicht en handhaving.
203
Beleidsverantwoording Prioriteit Verder professionaliseren van de handhaving & regierol Wij willen de milieuwethandhaving op een hoger niveau te brengen door middel het op een goede manier vormgeven van onze regierol en het verder professionaliseren van onze eigen handhavingorganisatie. We blijven in ook dit jaar doorgaan met het programmatisch opzetten van onze toezicht & handhavingstaken (verder professionaliseren van de handhaving). Vanuit de regierol worden alle instanties benaderd. Vanuit de handhavingsamenwerking worden die thema opgepakt waar de grootse achterstand is. Deze zijn gedeeltelijk bekend na de presentatie van de resultaten van de eindmeting in juni 2005. Uitgevoerde activiteiten • Conform het handhavingsuitvoeringprogramma 2006 zijn toezichtbezoeken uitgevoerd, de geplande bezoekfrequentie en doelstellingen zijn niet grotendeels gerealiseerd, in een toenemend aantal gevallen zijn bestuurlijke maatregelen ingezet; • De 24-uurs piketdienst is in 2006 in werking geweest. De op het milieuklachtennummer van de provincie binnengekomen klachten zijn opgepakt en er is opgetreden bij calamiteiten, incidenten en urgente meldingen; • In 2006 zijn diverse illegale activiteiten opgespoord; • Het grondwatermeetnet is in 2006 onderhouden; • Bedrijven met een klachten of meldingenpatroon hebben in 2006 intensiever toezicht ontvangen; • Vanuit de regierol hebben we toezicht gehouden op de handhaving van alle Groningse handhavingorganisaties. Wij hebben de kwaliteit gestimuleerd door het geven van voorlichting aan raadsleden, het organiseren van een handhavingsdag, opleidingen en een onderlinge audit. De kwaliteit hebben wij getoetst door het beoordelen van jaarverslagen 2005, uitvoeringsplannen 2006, zaakdossiers en de bereikbaarheid buiten kantooruren. Wij hebben op basis van de ervaringen in 2006 een vooruitblik gegeven naar de activiteiten in 2007. • Samenwerkingsactiviteiten zijn gebaseerd geweest op gezamenlijke behoeften die eind 2005 zijn bepaald. Wij gaan de samenwerking intensiveren op het vlak van onderlinge audits en kennisoverdracht.
204
Middeleninzet Omschrijving
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
2.895.179
3.200.019
3.223.637
263.927
304.245
225.991
263.927
304.245
225.991
3.159.106
3.504.264
3.449.628
60.756 9.058
410 5.752 78.811
69.814
84.973
3.089.292
3.419.291
3.449.628
lasten 2006 3.200.019
baten 2006
realisatie saldo 2006 3.200.019
raming saldo 2006 3.223.637
7.882 63.784
7.882 7.250 61.931
-7.250 1.853
71.666
77.063
-5.397
Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten Totaal lasten Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen Totaal baten Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
550200 Apparaatskosten 550203 Coördinatie: - samenwerking handhaving diversen - dwangsommen - bestuursdwang totaal coördinatie 550204 Toezicht: - expl. 58-BS-GZ - expl. 51-BH-HV - expl. 53-BD-TD - expl. 16-VB-NV - handhaving/toezicht/afvalverwijdering - metingen t.b.v. toezicht - prov. advertentiekosten milieu e.d. - toezicht/handhaving groene wetten - WHVZ (materiële uitgaven) - metingen oppervlaktewater - metingen grondwatermonitoring
7.875 5.364 2.880 3.826 19.447 67.554 4.460 5.627 12.016 16.351 87.178
totaal toezicht totaal toezicht en handhaving
205
7.500 410
7.875 5.364 2.880 3.826 19.447 67.554 4.460 -1.873 11.606 16.351 87.178
4.510 4.384 3.259 3.400 21.922 67.949 8.730 3.851 23.862 8.924 75.200
232.580
7.910
224.670
225.991
3.504.264
84.973
3.419.291
3.449.628
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 De programmakosten aanvaard beleid worden met € 78.254 overschreden, terwijl bij de baten sprake is van een niet geraamd bedrag van € 84.793. Onderstaand worden de grootste afwijkingen verklaard: Ten gevolge van ontvangen dwangsommen is een niet geraamde bate van € 7.250 gerealiseerd. Een raming hiervan vindt niet plaats wegens onzekerheid. Het budget voor de meetauto (58-BS-GZ) is overschreden met € 3.365. De oorzaak is de aanschaf van meetapparatuur. Het budget voor de consignatieauto (51-BH-HV) is met € 980 overschreden. In samenhang hiermee kan worden verklaard dat het corresponderende budget voor Handhaving, toezicht en afvalverwijdering met € 2.475 is onderschreden. De post provinciale advertentiekosten milieu e.d. is onderschreden met € 4.270. Dit budget is afhankelijk van het aantal advertenties dat wegens publicatieplicht moet worden geplaatst. Van het budget voor Toezicht/handhaving groene wetten wordt € 5.724 overgeboekt naar 2007. Het krediet Whvz is onderschreden met € 12.256. De situaties die zijn aangetroffen bij de uitvoering van het toezicht vormden geen aanleiding tot het nemen van maatregelen en de daarbij behorende uitgaven. Het krediet voor Metingen oppervlaktewater is overschreden met € 7.427. Dit komt door een belasting van dit budget van € 8.580. Het betreft een doorbelasting van afd. Beton en Waterbouw vanwege in 2005 gewerkte uren voor dit onderdeel. In 2005 was dit bedrag in eerste instantie betrokken bij de apparaatskosten van afdeling Milieutoezicht en is in 2006 gecorrigeerd. Het budget voor Metingen grondwatermonitoring is met € 11.978 overschreden. Bij de begroting is deze post ontdaan van btw, maar bij de realisatie wordt ook de btw betrokken (= € 11.884). De uitgaven voor Metingen grondwatermonitoring worden geheel betaald uit de reserve grondwaterheffing. Dit geldt ook voor 1,20 formatieplaats van afdeling Milieutoezicht.
206
Productgroepnummer en -naam : 5601 Ontgrondingen Programma
: Schoon/Veilig Groningen
Portefeuillehouder
: Bleker
Productverantwoordelijke
: van Dam
Productgroepomschrijving Wij geven uitvoering aan het provinciaal ontgrondingenbeleid op grond van de Ontgrondingenwet en de Ontgrondingenverordening Groningen 1998, zoals dat is geformuleerd in het POP en nader is uitgewerkt in de beleidsnota's "Het ontgrondingenbeleid in de provincie Groningen", "Zand in Balans" en "Van Last naar Lust". Op basis van dit beleid wordt op een maatschappelijk verantwoorde wijze voorzien in de behoefte van particulieren, bedrijven en overheid aan bouwgrondstoffen. Hiervoor worden onder meer ontgrondingenvergunningen verleend. Voor zover mogelijk trachten wij het aantal primaire winningen tot een minimum te beperken door het zo goed mogelijk op elkaar afstemmen van vraag en aanbod. In overleg met alle betrokken partijen zoeken we naar een goede en ruimtelijk gewenste eindbestemming van het residu van de winningen. De kosten voor planning en onderzoek (onder meer naar mogelijke alternatieven voor beton- en metselzand) worden gedeeltelijk gedekt uit de jaarlijkse opbrengst van de bestemmingsheffing ontgrondingen. Ook ontgrondingen in of aan de landschappelijk en cultuurhistorisch waardevolle dijken, wierden en essen vallen onder dit beleidsveld. Hiervoor vormen de nota's 'Oude Groninger Dijken, I en II' het beleidskader. Al met al gaat het ons om kostenreductie door werk met werk te maken, het behoud van landschappelijke en cultuurhistorische waarden en om een duurzaam en effectief gebruik van primaire zandwinning.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • voorzien in de behoefte aan bouwgrondstoffen; • terugdringen van gebruik primaire bouwgrondstoffen; • optimaal hergebruik van grondstoffen; • behoud en herstel van landschappelijke en cultuurhistorisch waardevolle dijken; • kostenreductie door werk met werk te maken. Geplande prestatie-indicatoren • gewonnen hoeveelheden: beton- en metselzand (x 1000 ton) ophoogzand(x 1.000 m3) klei (x 1.000 m3)
2002 353 963 34
2003 279 844 44
2004 261 738 25
2002 353 963 34
2003 279 844 44
2004 261 738 25
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • gewonnen hoeveelheden: beton- en metselzand (x 1000 ton) ophoogzand(x 1.000 m3) klei (x 1.000 m3)
De gewonnen hoeveelheden lieten in 2005 weer een lichte stijging zien ten opzichte van 2004 Afnemers/klanten • zandwinbedrijven, aannemers, overheden en particulieren.
207
2005 267 852 32
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) 1. 2. 3.
4.
het beoordelen van aanvragen om ontgrondingvergunningen en het leveren van de beleidsmatige en technische inbreng voor de te nemen beschikkingen; verdere uitwerking van de beleidsaanbevelingen uit de beleidsnota "Van Last naar Lust", zoals het zoeken naar alternatieven voor hergebruik i.p.v. het storten van vrijkomende bouwgrondstoffen; het inventariseren van vraag- en aanbodcijfers van oppervlaktedelfstoffen teneinde deze zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen; het begeleiden van eventuele aanpassing van de bestemmingsplannen voor het buitengebied van de betrokken gemeenten ten aanzien van de landschappelijk en cultuurhistorisch waardevolle dijken (naar aanleiding van de dijkeninventarisatie in 1998 en 1999).
Beleidsverantwoording Uitgevoerde activiteiten 1. in 2006 zijn er 35 aanvragen ingediend voor een ontgrondingenvergunning. In zes gevallen konden deze aanvragen aangemerkt worden als een van vergunning vrijgestelde ontgronding en in vier gevallen heeft het vooroverleg (nog) niet tot een concrete vergunningaanvraag geleid. In de overige 25 gevallen was er sprake van een concrete aanvraag, welke in het verslagjaar vrijwel volledig konden worden afgehandeld. Vijf in het verslagjaar binnengekomen vergunningaanvragen waren ultimo 2006 nog niet afgehandeld. Daarnaast kon in 2006 een beperkte achterstand in vergunningverlening worden weggewerkt; 2. in 2006 is een inventarisatie uitgevoerd van diepe plassen, die eventueel in aanmerking kunnen komen voor verondieping met baggerspecie. Dit heeft geresulteerd in een voorlopig overzicht van 32 potentiële locaties, die in 2007 nader zullen worden uitgewerkt. Naast de reguliere afhandeling van de vergunningaanvragen voor ontgrondingen is veel tijd en energie gestoken in het stimuleren van het gebruik van secundaire bouwgrondstoffen. Naast het toepassen ervan in allerlei infrastructurele werken konden ook enkele karakteristieke en landschappelijk waardevolle wierden worden hersteld met secundaire bouwgrondstoffen. Ook is veel energie gestoken in de pilot grondbank, die in 2007 definitief gestalte moet krijgen; 3. in 2005 zijn de volgende hoeveelheden oppervlaktedelfstoffen gewonnen: 267 Kton beton- en metselzand, 852.000 m³ ophoogzand en 32.000 m³ klei t.b.v. de baksteenindustrie. Dit betekent een beperkte toename t.o.v. het voorgaand jaar. De cijfers voor 2006 komen omstreeks 1 april 2007 beschikbaar. De gewonnen hoeveelheden zijn niet te beïnvloeden, maar zijn afhankelijk van de marktbehoefte; 4. om een duurzaam bouwgrondstoffengebruik te bevorderen zijn in 2006 diverse nieuwe bestemmingsplannen beoordeeld op de vraag of er bij de uitvoering van die plannen grote hoeveelheden grondstoffen vrij komen en of deze op een zo duurzaam mogelijke wijze worden hergebruikt.
208
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten Totaal lasten Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen Totaal baten Saldo lasten en baten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
122.982
26.284
55.087
77.310
8.904
15.000
77.310
8.904
15.000
200.292
35.187
70.087
1.045.813
418.291
147.000
1.045.813
418.291
147.000
-845.521
-383.104
-76.913
baten 2006
realisatie saldo 2006 26.284
raming saldo 2006 55.087
418.291
-418.291 8.904
-147.000 15.000
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006 26.284
560100 Apparaatskosten 560101 Algemeen/ontgrondingen: - opbrengst ontgrondingenheffing - kosten onderzoek
8.904
totaal algemeen/ontgrondingen
8.904
418.291
-409.387
-132.000
35.187
418.291
-383.104
-76.913
totaal ontgrondingen
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 De ontgrondingenheffing dient ter dekking van de directe kosten en de gerelateerde apparaatskosten. De werkelijke opbrengsten overtreffen als gevolg van twee grote vergunningen de geraamde opbrengsten aanzienlijk. De kosten voor onderzoek zijn als gevolg van een restitutie van Vibo-gelden lager dan geraamd.
209
210
6. Recreatie en natuur No.
Omschrijving functie/productgroep
6.1 6101
6.2 6201 6202
lasten 2006
baten 2006
realisatie saldo 2006
raming saldo 2006
Recreatie Toerisme en recreatie
2.231.147
19.665
2.211.482
2.946.456
Totaal functie 6.1
2.231.147
19.665
2.211.482
2.946.456
Natuur en landschap Natuur Landschap
4.253.748 2.679.113
199.425 387.659
4.054.322 2.291.454
4.196.160 2.230.735
Totaal functie 6.2
6.932.860
587.084
6.345.776
6.426.895
Totaal hoofdfunctie 6
9.164.007
606.750
8.557.258
9.373.351
211
212
Productgroepnummer en -naam : 6101 Toerisme en Recreatie Programma
: Ondernemend Groningen
Portefeuillehouder
: Gerritsen
Productverantwoordelijke
: Janssens
Productgroepomschrijving Uitvoering van het beleid zoals omschreven in de nota 'Toeristisch Groningen, een karaktervol perspectief', volgens de in de nota vastgelegde thema's, te weten: stad Groningen, Plattelandstoerisme, Cultuurtoerisme, Vaartoerisme, Routegebonden Recreatie, Ondernemend Groningen en Promotie.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten Stijging toeristische overnachtingen en toename bezoek aan toeristische dagattracties resulterend in stijging van de werkgelegenheid en de toeristische bestedingen (in 2006 ten opzichte van 1998 750 nieuwe arbeidsplaatsen en ca. € 68 mln. extra bestedingen). Geplande prestatie-indicatoren • bezoekcijfers: 2,3 miljoen bezoekers aan dagattracties in 2006 ten opzichte van 1,7 miljoen in 1998; • overnachtingen: 3 miljoen overnachtingen in 2006 ten opzichte van 2,1 miljoen in 1998; • brug- en sluistellingen: 65.000 passages in 2006 ten opzichte van 62.858 passages in 2002; • gemiddelde bezettingsgraad op campings: 15% ten opzichte van 12% in 2003; • gemiddelde bezettingsgraad in bungalows: 45% in 2006 ten opzichte van 29% in 1998; • werkgelegenheid: 15.500 banen direct/indirect plus full- en parttime in 2006 ten opzichte van 13.738 direct en indirect in 2000; • bestedingen (cumulatief): in 2003 € 461 mln. Door een aanpassing in de berekeningsmethodiek is een vergelijking met het vertrekpunt 1998 niet meer mogelijk.
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • in 2005 bedroeg het totale dagbezoek 2,7 miljoen; • • • • •
•
in 2005 bedroeg het totale aantal overnachtingen 2,4 miljoen. in 2005 bedroeg het totale aantal brug en sluispassages 64.000; de gemiddelde bezettingsgraad op campings was 11% in 2005; de gemiddelde bezettingsgraad in recreatiebungalows bedroeg in 2005 39%; 14.969 banen in 2005;
in 2005 € 481 miljoen toeristische en recreatieve bestedingen.
(bron: Toerdata Noord)* Afnemers/klanten • toeristisch bedrijfsleven, consumenten
* info 2005 is gebruikt: info 2006 is pas voorhanden medio 2007
213
Prioriteiten 2006
Vaarverbindingen Door via gerichte investeringen meer mogelijkheden voor de vaarrecreatie te realiseren, proberen we een toenemend aantal toervaarders onze provincie te laten bezoeken. Wij denken hierbij aan: kortsluiten vaarcircuits, verbeteren c.q. uitbreiden brugbediening, verbeteren bevaarbaarheid bestaande vaarwegen. Daarnaast zetten we extra in op het wegwerken van knelpunten in de vaardiepten. Het verdiepen van het Zuidlaardermeer is in uitvoering, daarnaast zal in 2006 een aantal plaatselijke knelpunten worden aangepakt. Wat de nieuwe vaarverbindingen betreft, gaan wij van start met de uitvoering van de vaarverbindingen Zuidlaardermeer - Oost Groningen. Een noordelijke ontsluiting van de Blauwe Stad zal worden voorbereid. Hierbij wordt ingezet op een combinatie van ecologische verbindingszone en vaarverbinding. In 2006 zal met name planologische voorbereiding en grondverwerving opgestart en uitgevoerd worden. Ook de realisering van een vaarverbinding tussen Beerta en de Blauwe Stad zal in 2006 verder worden voorbereid. De vaarverbinding Erica - Ter Apel is van belang voor onze provincie, vanwege de ontsluiting van Zuidoost Groningen richting Randstad. De provincie Drenthe is trekker van dit project. In vervolg op een definitieve projectomschrijving zal de eerste fase van uitvoering in 2006 opgestart kunnen worden. Tenslotte zullen ook voorbereidingen worden getroffen om de promotie rond het toervaarnet en het net voor kanovaart te intensiveren. Voor de verdere voorbereiding van de vaarverbinding B.L. Tijdenskanaal - Ems, in combinatie met een natte ecologische verbindingszone, is momenteel onvoldoende (financieel) draagvlak aanwezig bij de Duitse partners. Zodra de houding aan Duitse kant in positieve zin verandert, zullen wij ons opnieuw beraden over de financiële middelen voor deze vaarverbinding.
Fiets- en wandelstructuur
€ 99.800
Op basis van het Plankader Wandelen en Fietsen blijven we streven naar het tot stand komen van fietsen wandelverbindingen, toeristische routes en voorzieningen. Voor de recreatieve fietspaden richten wij ons op de ontbrekende schakels. Daarnaast wordt verder gewerkt aan recreatieve paden in het Westerkwartier. In internationaal verband wordt samengewerkt aan realisering van de Nortrail wandelroute en de Northsea Cycleroute.
Overig • • •
St. Stadskanaal Rail (STAR): besluitvorming over subsidieverlening in 2005; uitvoering van het project in 2006/2007; Toeristisch Recreatief Inrichtingsplan (TRIP) Westerwolde: besluitvorming over subsidieverlening in 2005; verwachte uitvoering van het project in 2006; Masterplan Pieterburen/uitvoering deelproject "Pieterburen-Wierhuizen, een verrassing op je toeristische route": door gemeenteraad De Marne besloten in 2005; uitvoering deelprojecten in 2005/2006/2007.
214
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) •
• •
•
uitvoeren maatregelen uit nota 'Toeristisch Groningen, een karaktervol perspectief'' zoals: - realiseren vaarverbinding Zuidlaardermeer-Bareveld; - uitvoeren Plankader Fietsen; - ondersteunen regionalisering VVV's. continuering Toeristisch Platform; uitgaven Toerdata Noord: 'Toerisme in Cijfers' en 'Consumentenonderzoek' (in samenwerking met provincies Drenthe en Friesland); jaarlijkse folder brugbediening Recreatievaart.
Beleidsverantwoording Prioriteiten Vaarverbindingen Wij hebben bemiddeld in een EDR-subsidie en meegefinancierd ten behoeve van het baggeren van het Leeksterhoofddiep en het Lettelberterdiep, in samenhang met de herinrichting en renovatie van de jachthaven in Leek. Ook zijn aanlegvoorzieningen gerealiseerd in Lettelbert en is geïnvesteerd in het Watersportcentrum aldaar. Via deze samenwerking met de gemeente Leek, Waterschap en Dorpshuis Lettelbert is een flinke opwaardering gerealiseerd voor de watersport aan het Leekstermeer. De vaarverbinding Oldambtmeer-Beerta is financieel rondgekomen via een gehonoreerde Kompassubsidie. De planvorming en organisatorische aanpak van de vaarverbinding Erica-Ter Apel is verder voorbereid samen met provincie Drenthe. De provincie Drenthe heeft inmiddels een positief besluit genomen omtrent de start van de uitvoering. Ingezet wordt op uitvoering van de 1e fase in 2007 en 2008. De uitvoering van de vaarverbindingen tussen Zuidlaardermeer en Oost-Groningen is flink gevorderd via investeringen in nieuwe bruggen in Kropswolde, Hoogezand, Kiel-Windeweer en Eexterveensche- en Annerveenschekanaal. Het baggerwerk op het Zuidlaardermeer is nagenoeg afgerond. Via een gerichte promotiecampagne (vaarcampagne) willen wij de vaarmogelijkheden in onze provincie heden bekend maken. In 2006 is deze campagne samen met het bedrijfsleven voorbereid. Marketing Groningen zal de campagne de komende jaren uitvoeren. Fiets- en wandelstructuur Het Plankader Wandelen en Fietsen bevat criteria voor de aanleg van nieuwe fiets- en wandelpaden, c.q. -routes en bijbehorende voorzieningen (o.a. bewegwijzering). Voor de fietspaden vormt de door PS geaccordeerde lijst met prioriteiten het uitgangspunt. In 2006 hebben wij verder gewerkt aan de realisering van de volgende projecten: • recreatieve fietsverbinding stad Groningen - Westerkwartier via fietsbrug bij Leegkerk. Het project is financieel rond, de besteksvoorbereiding is gestart. Oplevering wordt verwacht in 2008; • het fietspad Meerwijck- Waterhuizen, incl. fietstunnel onder de N 860, is medio geopend; • het fietspad Wierumerschouw - Dorkwerd langs het Reitdiep is medio 2006 geopend; • de fietsoversteek Oosterhaar - Koelandsdrift is financieel rond; • recreatieve fietspaden Ring Blauwe Stad - inventarisatie afgerond deels ondergebracht in gehonoreerde Kompasaanvraag; • voor het fietspad Wolfsbarge is ecologisch onderzoek verricht. Overige • de uitvoering van het project van St, Stadskanaal Rail (STAR) is gestart in 2006; • er is overeenstemming bereikt over een kompasbijdrage voor het TRIP Westerwolde; • Masterplan Pieterburen: deelproject "Pieterburen-Wierhuizen, een verrassing op je toeristische route" is in 2006 voor onder andere een Kompas-bijdrage ingediend en de aanvraag is gehonoreerd. Uitgevoerde activiteiten • het Toeristisch Platform is gecontinueerd; • Toerdata Noord heeft 2 rapporten uitgebracht: Consumentenonderzoek 2006 en Toerisme in cijfers 2006;
215
•
uitgave folder brugbediening.
Niet uitgevoerde activiteiten • aan de maatregel uit nota 'Toeristisch Groningen, een karaktervol perspectief': ondersteuning regionalisering VVV's is geen prioriteit gegeven in verband met een duidelijke taakverdeling provincie/gemeenten.
216
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
498.468
416.139
488.598
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
1.374.435
1.815.009
2.413.158 50.000
1.374.435
1.815.009
2.463.158
Totaal lasten
1.872.903
2.231.147
2.951.756
12.200
19.665
5.300
12.200
19.665
5.300
1.860.703
2.211.482
2.946.456
lasten 2006 416.139
baten 2006
realisatie saldo 2006 416.139
raming saldo 2006 488.598
43.695 271.220 99.800
11.421
32.274 271.220 99.800
19.257 252.500 99.800 50.000
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen Totaal baten Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
610100 Apparaatskosten 610102 Toeristische infrastructuur: - weekendbediening kunstw. vaarrecreatie - recreatie en toerisme - aanleg fietspaden - vaarverbinding Oldambtmeer-Beerta - erfgoedlogies particulieren - div. projecten cofinanciering Kompas - div. projecten (SGB) cofinanciering Kompas - div. projecten (POP 05-06) cofin. Kompas - afwikkeling voorgaande jaren
1.234 1.135.177 38.188 229.074 -3.379
1.749.613 39.000 247.688
8.245
1.234 1.135.177 38.188 229.074 -11.624
totaal toeristische infrastructuur
1.815.009
19.665
1.795.343
2.457.858
totaal toerisme en recreatie
2.231.147
19.665
2.211.482
2.946.456
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 Weekendbediening vaarrecreatie saldo -€ 13.016. Dit saldo is het resultaat van extra uitgaven van € 19.137 en extra inkomsten van € 6.120. De overschrijding wordt met name veroorzaakt door de aanschaf van sleutels (€ 9.867) en extra lasten uit 2005 (€ 2.053). Verder was het budget voor de kosten van brugbediening niet toereikend. De meeropbrengst is het gevolg van een hogere bijdrage in de bedieningskosten en de verkoop van sleutels. Recreatie en Toerisme saldo -€ 18.720.
217
Bij de uitgaven is ten onrechte rekening gehouden met een bate van € 20.000. Deze bate was in eerste instantie verantwoord ten gunste van dit krediet. Bij de jaarafsluiting is gebleken dat de bate hier ten onrechte was opgenomen. Vaarverbinding Oldambtmeer-Beerta. saldo € 50.000. De uitvoering van de vaarverbinding Oldambtmeer-Beerta is ongeveer 1,5 jaar vertraagd door planologische en organisatorische problemen. De besteksvoorbereiding is gestart, zodat nog in 2007 met de uitvoering zal worden begonnen. De binnen de reserve ESFI hiervoor geraamde middelen blijven beschikbaar. Erfgoedlogies particulieren saldo -€ 1.234. Deze overschrijding wordt gedekt door een bijdrage uit de reserve ESFI. Afwikkeling voorgaande jaren saldo € 11.624. Dit saldo is het gevolg van een opschoningactie van oude verplichtingen. Diverse cofinanciering Kompas saldo € 633.862. De restanten van de geraamde bijdragen aan diverse kompasprojecten zijn het gevolg van een te positief ingeschat kasritme. Deze onderbestedingen leiden tot een lagere onttrekking aan de reserve cofinanciering Kompas. De middelen blijven beschikbaar binnen deze reserve (verantwoord bij productgroep 0800).
218
Productgroepnummer en -naam : 6201 Natuur Programma
: Karakteristiek Groningen
Portefeuillehouder
: Bleker
Productverantwoordelijke
: Brenkman
Productgroepomschrijving In 2006 rapporteren we opnieuw over de toestand van natuur en landschap. Voor natuur is de verbetering van de basisnatuurkwaliteit in het agrarisch cultuurlandschap speerpunt. Bescherming van akker- en weidevogels is een belangrijk doel. In de uitvoering leggen we hierbij een sterke rol bij agrarische natuurverenigingen. We ondersteunen ze en begeleiden hen bij projecten. Voor de EHS faciliteren we afronding en inrichting d.m.v. voorfinanciering en geven sturing aan DLG. We geven uitvoering aan het uitvoeringscontract 2005-2006 met LNV voor verwerving en inrichting van de EHS. We geven prioriteit aan de stimulering van particulier natuurbeheer voor beheer van de EHS. In overleg met terreinbeheerders, boeren, particulieren en waterbeheerders werken we aan realisatie van natuurdoelen. Bescherming van soorten en leefgebieden krijgt een nieuwe impuls met landelijk beleid. Voor vogel- en habitatrichtlijngebieden worden beheerplannen vergunningverlening opgesteld. Voor Wadden wordt integraal beheerplan Waddenzee herzien en stellen we in samenspraak met het Rijk kwelderbeheer- plannen voor Noordkust en Dollard op. Binnen de coördinatie van het Waddenzeebeleid ligt het accent op voorbereiding Waddenfondsprojecten.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • verbetering basisnatuurkwaliteit in agrarisch cultuurlandschap; • realisatie van Ecologische Hoofdstructuur; • bescherming van soorten en leefgebieden. Geplande prestatie-indicatoren • aantal hectaren waar gebruik wordt gemaakt van de subsidieregeling agrarisch natuurbeheer, subsidieregeling natuurbeheer of waarop een beheersovereenkomst is gesloten. 2000: 4619; 2002: 4108; 2003: 3880; 2004: 10605; 2005: 11000 ha; 2006: 13000 ha
•
• •
aantal hectare dat is verworven ten behoeve van de ecologische hoofdstructuur. Verworven 2000: 4544; 2002: 5470; 2004: 6527; 2005: 6900 ha; 2006: 7075 ha totaal in Particulier Beheer 2005: 80 ha; 2006: 75 ha; totaal Ingericht: 2004: plm. 1200 ha, 2005: plm. 1570 ha; 2006: plm 1600 ha
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • akkervogels: 65 ha provinciale faunaranden (stand 01-012007) 600 ha faunaranden weidevogels 1.000 ha zwaar weidevogelbeheer in natuurgebieden 2.500 ha zwaar weidevogelbeheer op landbouwgrond (deel ook EHS) 24.500 licht beheer (nestbescherming) • In 2006 is 343 ha verworven tbv de EHS. 111 ha is overgedragen aan terreinbeherende organisaties • •
In 2006 is een overeenkomst voor 195 ha particulier beheer gesloten. De aktepassering vindt plaats in 2007 In 2006 is 625 ha natuurgebied ingericht
Afnemers/klanten • agrarische natuurverenigingen, agrariërs, particulieren, faunabeheereenheid, terreinbeheerders, landschapsbeheer, waterschappen, gemeenten
219
Prioriteiten 2006
Basisnatuurkwaliteit agrarisch cultuurlandschap
€ 446.000
We geven uitvoering aan de nota actualisatie natuur en landschapsbeleid, ondersteunen agrarische natuurverenigingen en financieren projecten die de basisnatuurkwaliteit verbeteren. Met weg- en waterbeheerders komen we tot een meer natuurvriendelijk beheer van oevers, dijken, bermen. In de VJN2005 hebben we de komende jaren voor het agrarisch natuurbeheer en inrichtingsprojecten extra uitvoeringsgeld beschikbaar gesteld.
Realisatie Ecologische Hoofdstructuur De ecologische hoofdstructuur bestaat uit de kerngebieden, robuuste verbindingszones, ecologische verbindingszones en ontsnipperingspunten. In alle categorieën wordt de EHS middels aankoop, particulier natuurbeheer, inrichting en beheer gerealiseerd. Prioriteit is meer deelname van particulieren aan beheer van natuur. Dit zal financieel worden ondersteund. Daarnaast is in enkele projecten versnelling van aankopen nodig om tijdig met inrichting te starten. Waterberging speelt hierbij een grote rol. Voorfinanciering van aankopen heeft prioriteit daar waar de (land)inrichting aan de orde is.
Biodiversiteit en kwaliteit leefomgeving Voor bescherming soorten en leefgebieden komt er een nieuw landelijke programma vanaf 2006. We richten ons op belangrijke leefgebieden voor meerdere gidssoorten: akkerflora en fauna, weidevogelkerngebieden en een natuurvriendelijker oever, berm en slootbeheer De uitvoering van de flora en en faunawet is goed geregeld. De Natuurbeschermingswet is eind 2005 gewijzigd. De provincie wordt hiermee bevoegd gezag voor de vergunningverlening. Natuurbeschermingswet, vogel- en habitatrichtlijngebieden . Hiervoor wordt een beheersplan vergunningverlening opgesteld. Toestand van natuur en landschap/monitoring. In 2006 komt er een nieuwe rapportage over de actuele natuur en landschapskwaliteit. Het accent ligt op het agrarisch cultuurlandschap.
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) • • • • •
opstellen Provinciale Natuurdoelenkaart; opstellen beheerplannen vergunningverlening Lieftingsbroek en Zuidlaardermeer; voorbereiding Waddenfondsprojecten; voortgangsrapportage Uitvoeringscontract 2005-2006; in overleg met het rijk vaststellen van: - integraal Beheerplan waddenzee; - beheerplannen vergunningverlening Vogel- en Habitatrichtlijngebieden; - beheerplannen kwelders Noordkust en Dollard.
220
Beleidsverantwoording Prioriteiten Basisnatuurkwaliteit In 2006 is het project actief randenbeheer Groningen van start gegaan. In totaal wordt hier 200km akkerrand aangelegd in een aantal geselecteerde gebieden in Oost Groningen. Daarnaast is in 2006 het project Akkervogels Noord Groningen het 2e uitvoeringsjaar ingegaan. De aanleg van duoranden blijkt effectief voor met name Veldleeuweriken. In het kader van het project vrijwillige weidevogelbescherming zijn in 2006 weer vele nesten opgespoord. In oost Groningen is een agrarische natuurvereniging gestart met het beheer van natuurterreinen van Staatsbosbeheer. Daarnaast is er een project uitgevoerd waarin dorpsbosjes zijn opgeknapt. Er is een beheersplan voor de kwelders opgesteld. Op het gebied van voorlichting zijn een aantal symposia georganiseerd en is het Informatiepunt Landelijk Gebied Groningen ondersteund. Het informatiepunt heeft een nieuwe website ontwikkeld ten behoeve van de voorlichting over Programma Beheer en het Gebiedsplan Groningen. De Agrarische Natuurverenigingen zijn verder geprofessionaliseerd met ondersteuning van BoerenNatuur. Tal van landschapselementen zijn in 2006 opgeknapt, zie ook productverantwoording landschap. Realisatie ecologische hoofdstructuur De uitvoering vindt gestaag en volgens planning plaats, zowel qua verwerving, inrichting en particlier natuurbeheer. De beschikbaar gestelde voorfinanciering door provincie heeft hieraan positief bijgedragen. De provinciale natuurdoelenkaart is in 2006 niet vastgesteld ivm landelijke discussie. Wel is vastgesteld de realisatiestrategiekaart die duidelijkheid geeft over de prioritaire gebieden in de EHS voor particulier natuurbeheer. Biodiversiteit en kwaliteit leefomgeving Beheerplannen vergunningverlening Vogel en Habitatrichtlijngebieden zijn niet gerealiseerd, omdat Natura 2000-gebieden pas in 2007 aangewezen worden. In 2007 wordt aanvang gemaakt met het Natura 2000-beheerplan. In 2006 is een bouwsteen beheerplan kwelders in overleg met partijen door GS vastgesteld Het landelijk uitvoeringsprogramma voor soorten en leefgebieden is in 2006 niet door het Rijk vastgesteld.
Uitgevoerde activiteiten
• De provinciale natuurdoelenkaart is in 2006 niet vastgesteld ivm landelijke discussie. • Beheerplannen vergunningverlening Vogel en Habitatrichtlijngebieden zijn niet gerealiseerd, omdat Natura 2000-gebieden pas in 2007 aangewezen worden. • In 2006 is een bouwsteen beheerplan kwelders in overleg met partijen door GS vastgesteld. • De voortgangsrapportage uc 2005-2006 is opgesteld. • Het integraal beheerplan Waddenzee is nog niet door het Rijk vastgesteld, omdat er vertraging is opgetreden in het PKB-traject. De vertraging in het PKB-traject is opgetreden door onduidelijkheid in het Waddenzeebeleid.
221
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
1.225.146
1.481.248
1.487.472
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
1.899.967 200.000
2.385.063 387.437
2.738.563 380.000
2.099.967
2.772.500
3.118.563
Totaal lasten
3.325.113
4.253.748
4.606.035
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen
388 64.991 20.472
4.346 59.991 135.088
409.875
Totaal baten
85.851
199.425
409.875
3.239.262
4.054.322
4.196.160
baten 2006
realisatie saldo 2006 1.481.248
raming saldo 2006 1.487.472
18.886
18.886
9.862 54.306
18.886
18.886
64.168
Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006 1.481.248
620100 Apparaatskosten 620101 Algemeen: - div. projecten (ILG) cofinanciering Kompas - div. projecten (POP 05-06) cofin. Kompas totaal algemeen 620102 Beleidsontwikkeling: - afwikkeling voorgaande jaren - natuur en landschap - uitv. nota act. natuur en landschap - agrarisch natuurbeheer - infopunten Nationaal Park Lauwersmeer - soortenbeleid totaal beleidsontwikkeling 620103 Ecologische hoofdstructuur: - afwikkeling voorgaande jaren - aankoop natuurterreinen - convenant LNV/NBP (uitw. EHS) totaal ecologische hoofdstructuur
222
-10.304 209.957 210.780 31.657 96.550 58.640
1.000
-11.304 209.957 210.780 31.657
96.550 58.991
-351
597.280
156.541
440.740
446.649
-2.928 623.635 771.426
38.539
-2.928 585.096 771.426
494.399 771.400
1.392.133
38.539
1.353.595
1.265.799
210.000 200.000 35.000 1.649
620104 Subsidies: - diverse lidmaatschappen - subsidie St. Groninger Landschap totaal subsidies 620105 Waddenzee: - afwikkeling voorgaande jaren - Coördinatiecollege Waddenzee - Stuurgroep Waddenprovincies - Regionaal College Waddengebied totaal Waddenzee 620106 Flora- en faunawet uitvoering: - flora- en faunawet - faunabeheerseenheden - faunabeheerskosten - publicaties - leges flora- en faunawet totaal flora- en faunawet uitvoering
15 498.300
15 498.300
100 498.300
498.315
498.315
498.400
-9.220 45.462 36.034 40.000
-9.220 45.462 36.034 40.000
43.500 168.700 40.000
112.277
112.277
252.200
11.065 102.000 128 5.481
28.108 102.000
4.346
11.065 102.000 128 5.481 -4.346
4.346
114.328
133.108
33.134 1.800
33.134 1.800
42.178 6.186
34.934
34.934
48.364
4.054.322
4.196.160
118.674
620107 Monitoring: - meerjarenprogramma monitoring - biologisch meetnet totaal monitoring totaal natuur
4.253.748
199.425
3.000
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 De lasten van deze productgroep waren € 141.837 lager dan geraamd. Bij nieuw beleid is € 200.000 geraamd voor de Uitvoering Nota Actualisatie Natuur en Landschap, terwijl de realisatie € 210.780 bedraagt. Deze overschrijding wordt veroorzaakt vanwege het uitvoeren van meer projecten dan geraamd. De lasten van dit krediet worden voor € 200.000 gedekt uit de reserve Groen. Het krediet Aankoop natuurterreinen is overschreden met € 90.697, Dit wordt veroorzaakt vanwege meer aankopen dan geraamd. De lasten van dit krediet worden volledig gedekt vanuit de reserve Groen. De lasten op het krediet Stuurgroep Waddenprovincies zijn € 132.666 lager dan geraamd. De Stuurgroep Waddenprovincies heeft vanaf 2006 bijna al haar taken overgeheveld aan het Regionaal college Waddenprovincies. De afrekening 2005 van de stuurgroep wordt in 2007 verwacht, maar daarmee is rekening gehouden met de raming van 2007. Bij het krediet Flora- en Faunawet zijn de lasten in de realisatie € 17.043 lager dan geraamd. Er zijn minder activiteiten gerealiseerd dan geraamd, waardoor de lasten lager zijn dan geraamd. De publicatiekosten waren € 2.481 hoger dan geraamd, aangezien er meer vergunningen c.q. ontheffingen zijn geweest, waarvoor een publicatie was vereist. Deze publicatiekosten worden gedeeltelijk gedekt vanuit de leges, die niet waren geraamd. In 2006 is € 190 (5 * € 38) aan leges ontvangen en € 4.156 als bijdrage in de advertentiekosten. Ook ware de uitgaven in het kader van de Meerjarenprogramma Monitoring (verschil € 9.044) en Biologisch meetnet (verschil € 4.386) lager dan geraamd. De bijdragen aan de Kompasbijdragen waren € 45.282 lager dan geraamd. Tenslotte zorgen de afwikkeling van projecten uit voorgaande jaren nog voor extra baten (€ 23.452).
223
Productgroepnummer en -naam : 6202 Landschap Programma
: Karakteristiek Groningen
Portefeuillehouder
: Bleker
Productverantwoordelijke
: Brenkman
Productgroepomschrijving Voor landschap is behoud en herstel van de regionale identiteit onze belangrijkste doelstelling. Daarnaast speelt landschap een belangrijke rol voor de aanwezigheid van natuurwaarden. We voeren een op ontwikkeling gerichte landschapsstrategie. De kern hiervan is dat bij nieuwe ontwikkelingen zoals de aanleg van infrastructuur, bebouwing, water, recreatie het karakter van het landschap als uitgangspunt wordt genomen bij het ontwerp en de inrichting. Via de ruimtelijke ordening zullen ook beschermende maatregelen worden opgenomen voor behoud van bestaande karakteristiek landschapsstructuren. Tevens werken we aan behoud en herstel van bestaande kenmerkende landschappelijke waarden zoals openheid in weidevogelgebieden, houtsingels, dobben, poelen, petgaten, dijken, wierden, kerkterreinen, slingertuinen, boerenerven, essenherstel. We stimuleren de uitvoering van het beheer en onderhoud en aanleg of herstel. De inzet van andere middelen (o.m. SGB, landinrichting, Kompas, EU-POP) in deze projecten is groot. Wij ondersteunen Landschapsbeheer bij de uitvoering van projecten en in brede zin stimuleren wij landschapsbeheer door boeren. Daarnaast is er ondersteuning voor agrariërs voor het onderhoud van de houtsingels in het Westerkwartier. We streven ernaar de procedure af te ronden voor het instellen van het nationaal landschap Middag-Humsterland.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • behoud en versterking regionale identiteit landschap; • bescherming Nationaal Landschap Middag-Humsterland. Geplande prestatie-indicatoren • toename lengte beheersovereenkomsten voor landschapselementen. 2000: 400 km; 2003: 480 km; 2004: 490 km; 2005:490 km; 2006: 490 km.
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • Tot en met 2006 is voor ruim 490 km beheersovereenkomsten voor landschapselementen aangegaan.
Afnemers/klanten • agrarische natuurverenigingen, agrariërs, particulieren, faunabeheereenheid, terreinbeheerders, landschapsbeheer, waterschappen, gemeenten
224
Prioriteiten 2006
Behoud en versterking regionale identiteit Met de regionale landschapsontwikkelingsplannen (LOP's) willen we bereiken dat ruimtelijke ingrepen zodanig worden uitgevoerd dat ze de landschappelijke kwaliteiten versterken. In 2006 zijn de LOP's uitgewerkt in uitvoeringsprogramma's. Ze bevatten concrete projecten. Prioriteiten hierbij zijn herstel van karakteristieke landschapswaarden en de inpassing in het landschap van ontwikkelingen als agrarische schaalvergroting.
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) Onze activiteiten richten zich op subsidieverlening aan landschapsherstelprojecten en herstel van cultuurhistorische elementen. We onderzoeken de mogelijkheden voor aanvullende financiering van beheer van landschap.
Toelichting/ontwikkelingen Het ministerie van LNV wil met de komst van het investeringsbudget landelijk gebied haar budget voor landschap beperken tot Nationale Landschappen zoals Middag-Humsterland (Nota Ruimte). Wanneer rijksbudget voor landschap buiten Nationaal Landschap daadwerkelijk vervalt per 1/1/2007, zal in 2006 nader onderzocht moeten worden welke mogelijkheden er zijn om behoud, herstel en beheer van landschap te financieren. Door onduidelijkheid over het vervolg van de SAN, waar de provincie per 1/1/2007 samen met de SN de verantwoordelijkheid krijgt over de wijze van uitvoering en de onzekerheid over de daarbij behorende middelen, is er nog steeds geen zicht op de voortzetting van de financiering van het landschapsbeheer in met name het Zuidelijk Westerkwartier
Beleidsverantwoording Prioriteiten Behoud en versterking regionale identiteit De uitvoering van de LOP's is in volle gang, via tal van landschapsherstelprojecten Uitgevoerde activiteiten Vele projecten zijn uitgevoerd op het gebied van landschapsherstel en herstel van cultuurhistorische elementen, t.w: • beheersovereenkomsten 8 kilometer houtsingel • herstel 5 wierden beplantingen, structuren • herstel 5 dorpsbosjes bloeiende bosranden • herstel 10 monumentale erven • herstel 2 borgterreinen (Piloersma, Ewsum) • herstel 2 vestingterreinen beplanting Oudeschans en Nieuweschans • revitalisering Smeerling 4 poelen, herstel 1 km beekprofiel, erfbeplanting 18 st hoogstamfruitbomen 85 st, houtsingels 7 km, aanplant steilranden 1,4 km, voorzieningen 2 st • revitalisering Wedde, Laude, Wessinghuizen: herstel 5 poelen, inspectie onderhoud bomen 26 st herstel erven 18 st plaatsen uilenkasten 3 st, aanplant hoogstamfruitbomen 30 st en herstel houtsingels 11 km • 79 poelen (54 ZWK, 19 Westerwolde/Eemsmond, 6 Gorecht)
225
• • • •
herstel dijkelementen: 33 schotbalkenhuisjes, 25 dijkcoupures, 4 informatieborden, 2 zitbankjes, 15 dijkkolken en drinkdobben herstel 12 historische erven herstel 15 kerkterreinen diversen: 1 verveningsroute ZWK, 1 eendenkooi in Kuzemer en 1 Notaristuun Eenrum.
Onderzoek naar mogelijkheden voor aanvullende financiering van beheer van landschap is eind 2006 nog gaande.
226
Middeleninzet Omschrijving
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
546.445
362.345
365.847
910.397
2.178.704 138.064
2.042.563 159.609
910.397
2.316.768
2.202.172
1.456.842
2.679.113
2.568.019
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen
249.036
381.419 6.240
337.284
Totaal baten
249.036
387.659
337.284
1.207.806
2.291.454
2.230.735
lasten 2006 362.345
baten 2006
realisatie saldo 2006 362.345
raming saldo 2006 365.847
1.043.494 276.605 263.886
6.240
1.037.254 276.605 263.886
1.047.100 293.684 112.868
1.583.985
6.240
1.577.745
1.453.652
25.000 77.850 164.014 465.919
381.419
25.000 77.850 164.014 84.500
38.054 99.073 189.609 84.500
732.783
381.419
351.364
411.236
2.679.113
387.659
2.291.454
2.230.735
Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten Totaal lasten
Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
620200 Apparaatskosten 620201 Algemeen landschap: - div. projecten (SGB) cofinanciering Kompas - div. projecten (ILG) cofinanciering Kompas - div. projecten (POP 05-06) cofin. Kompas totaal algemeen landschap 620202 Beleidsontwikkeling - uitv. achterstallig landschapsonderhoud - uitv. regeling onderhoud landschap RAL/ROL - landschapsontwikkelingsplannen - expl. subs. St. Landschapsbeheer Groningen totaal beleidsontwikkeling totaal landschap
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 Het saldo op deze productrgroep was € 60.719 hoger dan geraamd. Dit wordt veroorzaakt door de hogere lasten op het krediet Cofinanciering POP 05-06 (€ 151.018). Deze lasten worden gedekt vanuit de reserve Kompas. De overige bijdragen vanuit de kompasgelden inzake Natuur zijn lager dan geraamd (€ 26.925) De lasten op het krediet Uitvoering achterstallig landschapsonderhoud waren € 13.054 lager dan geraamd, hetgeen wordt veroorzaakt door het verschuiven van de werkzaamheden in het kader van de beplanting van de oprijlaan borg Verhilversum (€ 7.500) en Karakteristieke boerenerven (€ 5.554) naar 2007. De lasten voor beide activiteiten worden overgeboekt naar 2007.
227
Op het krediet Uitvoering regeling onderhoud landschap RAL/ROL resteert een batig saldo van € 21.233. Dit bedrag was gereserveerd voor het project Karakteristieke boerenerven, waarvan de uitvoering in 2007 plaatsvindt. Het gereserveerde bedrag wordt overgeboekt naar 2007. Op het krediet Landschapsontwikkelingsplannen waren de gerealiseerde lasten € 25.595 lager dan geraamd. Van dit overschot wordt € 1.213 overgeboekt naar 2007 i.v.m. de uitvoering van het project Karakteristieke boerenerven in 2007. Het is niet gelukt om de rest van het budget toe te kennen aan projecten.
228
7. Economische en agrarische zaken No.
Omschrijving functie/productgroep
7.0 7001 7002 7003
Algemeen economische aangelegenheden Algemeen economische zaken Promotie en acquisitie Toeristische promotie
7.1 7103 7106 7107 7108 7109
7.2 7201
7.3 7301 7302
lasten 2006
baten 2006
realisatie saldo 2006
raming saldo 2006
166.023 229.543 633.958
6.387 89.883
159.636 229.543 544.075
174.591 240.113 498.081
Totaal functie 7.0
1.029.524
96.270
933.254
912.785
Bevordering economische activiteiten Arbeidsmarkt Regioprogramma's Provinciale bedrijven Fysieke bedrijfsomgeving Marktsectoren
1.563.323 4.363.987 314.228 952.877 1.728.379
825.603 945.304 114.353 712.229 169.986
737.720 3.418.683 199.875 240.648 1.558.393
921.010 4.399.362 210.296 236.182 1.633.093
Totaal functie 7.1
8.922.793
2.767.474
6.155.319
7.399.943
Nutsvoorzieningen Nutsvoorzieningen
2.122.219
2.396.096
-273.876
-227.670
Totaal functie 7.2
2.122.219
2.396.096
-273.876
-227.670
Agrarische aangelegenheden Landinrichting Landbouw
721.437 1.042.430
10.153 37.370
711.283 1.005.060
756.272 1.116.226
Totaal functie 7.3
1.763.867
47.523
1.716.343
1.872.498
13.838.403
5.307.364
8.531.039
9.957.556
Totaal hoofdfunctie 7
229
230
Productgroepnummer en -naam : 7001 Algemeen economische zaken Programma
: Ondernemend Groningen
Portefeuillehouder
: Gerritsen
Productverantwoordelijke
: Janssens
Productgroepomschrijving Vestigingenregister Door een jaarlijkse enquête naar ondernemingen in Groningen, inzicht verkrijgen in de regionale ontwikkeling van de werkgelegenheid in de provincie Groningen. Op basis van de uitkomsten kan bestaand beleid worden gecontinueerd, aangepast of kan nieuw beleid worden gemaakt. Ook worden de uitkomsten gebruikt voor extern regionaal onderzoek. Overig Onder deze noemer worden alle activiteiten geschaard, die niet in de andere productgroepen van Bedrijvigheid vallen.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • versterking regionale economie door groei van de werkgelegenheid Geplande prestatie-indicatoren • jaarlijkse enquête onder vestigingen in Groningen om inzicht verkrijgen in de ontwikkeling van de werkgelegenheid in Groningen
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren Op 1 april 2006 waren er in de provincie Groningen 257.112 personen werkzaam bij in totaal 31.841 vestigingen. In vergelijking met 1 april 2005 houdt dit in dat de totale werkgelegenheid in de provincie is toegenomen met 0.6 procent. Hiermee is er na 3 jaar daling sprake van een groei van de werkgelegenheid in de provincie Groningen.
Afnemers/klanten • gemeenten; • bedrijfsleven; • non-profit organisaties.
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) •
provinciaal werkgelegenheidsregister: uitvoeren enquête 2006
Toelichting/ontwikkelingen • •
aantal vestigingen: 2004: 30.941; 2005:31.114; 2006: 31.841 aantal werkzame personen: 2004: 258.519; 2005: 255.634; 2006: 257.112
231
Beleidsverantwoording Uitgevoerde activiteiten De werkgelegenheidsenquête 2006 is uitgevoerd. De resultaten zijn verwerkt in een rapportage en ook te raadplegen op www.arbeidsmarktgroningen.nl
232
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten Totaal lasten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
79.271
98.598
112.823
65.900
67.425
61.768
65.900
67.425
61.768
145.171
166.023
174.591
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen
6.387
Totaal baten
6.387
Saldo lasten en baten
145.171
159.636
174.591
baten 2006
700100 Apparaatskosten
lasten 2006 98.598
realisatie saldo 2006 98.598
raming saldo 2006 112.823
700102 Vestigingenregister: - krediet vestigingenregister
67.425
6.387
61.038
61.768
totaal vestigingenregister
67.425
6.387
61.038
61.768
166.023
6.387
159.636
174.591
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
totaal algemeen economische zaken
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006
233
Productgroepnummer en -naam : 7002 Promotie en acquisitie Programma
: Ondernemend Groningen
Portefeuillehouder
: Gerritsen
Productverantwoordelijke
: Janssens
Productgroepomschrijving Ons beleid is erop gericht de sterke kanten van de provincie voor het voetlicht te brengen. De promotie vindt plaats in verschillende deelsectoren: • de acquisitie van bedrijfsvestigingen verloopt via de Stichting Groninger Bedrijfslocaties (GBL), waarvan wij het secretariaat voeren; • de promotie voor het binnenhalen van congressen is in handen van de Stichting Groningen Congresbureau; • via projectsubsidies worden interessante evenementen en manifestaties gepromoot.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten Een grotere bekendheid van de mogelijkheden in de provincie Groningen resulteert in extra overnachtingen en een toename van dagbezoek, congressen en evenementen. Daarmee hangt samen een vergroting van de werkgelegenheid en de (toeristische) bestedingen. Geplande prestatie-indicatoren Stichting Groninger Bedrijfslocaties: • aantal bedrijfsbezoeken: 100; • aantal acquisitieprojecten: 10 (het betreft enkel investeringsprojecten waarbij de ondernemer de regio heeft bezocht). Groningen Congresbureau • aantal internationale congressen 65 (ten opzichte van 2005: 60); • aantal congresdeelnemerdagen: 60.000 (ten opzichte van 2005: 55.000); •
geschatte economische waarde: € 22 mln. (ten opzichte van 2005: 21 mln.).
Afnemers/klanten • universiteit; • hogescholen; • bedrijven; • locatieadviseurs.
234
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • •
aantal bedrijfsbezoeken: 115; aantal acquisitieprojecten: 20 inclusief grote uitbreidingen bij bestaande ondernemingen.
•
aantal congressen: 66;
•
aantal deelnemersdag: 54.000 op basis van bezuinigingen bij organisaties komen er minder deelnemers bij een congres; economische waarde: € 19 mln. (op basis van minder deelnemers ook minder bestedingen.
•
Prioriteiten 2006
Stichting Groninger Bedrijfslocaties
€ 88.000
De Stichting Groninger Bedrijfslocaties (GBL) bemiddelt en acquireert bij vestiging van bedrijven. Ook de promotie van Groningen onder bedrijfsmatig Nederland neemt GBL voor haar rekening. Ook na 2006 zullen alle betrokken partners (gemeenten, Groningen Seaports, Kamer van Koophandel, NOM en de provincie) wederom de exploitatiekosten samen dragen (t/m 2009).
Stichting Groningen Congresbureau
€ 40.000, (uit diverse kredieten)
In het takenpakket van dit Congresbureau zijn de volgende functies te onderscheiden: • service- en adviesinstituut voor congresinitiatiefnemers; • interne marketing (binnen Groningen); • externe marketing (buiten Groningen); • professionele congresorganisatie. De inspanningen van het Congresbureau (een initiatief van de Rijksuniversiteit Groningen, de gemeente Groningen en de provincie Groningen) hebben de afgelopen geresulteerd in een hoge notering op de ranglijst van de congressteden in Nederland. In de loop van 2003 is het Congresbureau een zelfstandige stichting geworden onder de naam Stichting Groningen Congresbureau. In 2002 tot en met 2004 was een Kompassubsidie beschikbaar gesteld voor externe marketingactiviteiten. In begin 2005 hebben Provinciale Staten een besluit genomen om aan de stichting een subsidie van € 40.000 per jaar toe te kennen voor de periode 2005 tot en met 2008. In de meerjarenbegroting is met dit bedrag rekening gehouden.
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) • • • •
gezamenlijke binnenlandpromotie en acquisitie van de NOM, gemeenten en provincie; optimalisering acquisitie-instrumenten en provinciaal "ontvangstklimaat"; regiefunctie met betrekking tot de binnenland acquisitie; het ontwikkelen en onderhouden van bedrijfscontacten.
235
Beleidsverantwoording Prioriteiten Stichting Groninger Bedrijfslocaties Continuering Stichting Groninger Bedrijfslocaties (GBL) waarbij het accent is gelegd op een verdere intensivering van de contacten tussen projectmanagers GBL (gedetacheerd bij de NOM) en de bedrijfscontactfunctionarissen/accountmanagers van de gemeenten en een afstemming van acquisitieactiviteiten. Stichting Groningen Congresbureau Continuering Stichting Groningen Congresbureau, waarbij het accent is gelegd op de verder uitbouw van de congresorganisatie en de acquisitie van internationale congressen. Uitgevoerde activiteiten Overeenkomstig de planning zijn de activiteiten uitgevoerd.
236
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
101.101
115.079
115.057
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
103.734
114.464
125.056
103.734
114.464
125.056
Totaal lasten
204.835
229.543
240.113
204.835
229.543
240.113
baten 2006
realisatie saldo 2006 115.079
raming saldo 2006 115.057
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen Totaal baten Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006 115.079
700200 Apparaatskosten 700201 Promotie en acquisitie: - afwikkeling voorgaande jaren - promotie en acquisitie - St. Groninger Bedrijfslocaties - div. projecten cofinanciering Kompas
-3.188 29.652 88.000
-3.188 29.652 88.000
totaal promotie en acquisitie
114.464
114.464
125.056
totaal promotie en acquisitie
229.543
229.543
240.113
32.056 88.000 5.000
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 Voorgaande jaren promotie en acquisitie saldo € 3.188. Betreft vrijval als gevolg van afboeking oude verplichtingen. Cofinanciering Kompas saldo € 5.000. Dit restant van de geraamde bijdrage aan het kompasproject Groninger Congresbureau is het gevolg van een te positief ingeschat kasritme. De middelen blijven beschikbaar binnen de reserve cofinanciering Kompas (verantwoord bij productgroep 0800).
237
Productgroepnummer en -naam : 7003 Toeristische promotie Programma
: Ondernemend Groningen
Portefeuillehouder
: Gerritsen
Productverantwoordelijke
: Janssens
Productgroepomschrijving Vanaf mei 2004 ligt de uitvoering van de provinciale toeristische promotie en marketing bij de Stichting Marketing Groningen. Marketing Groningen voert tot en met december 2006 in onze opdracht op projectmatige basis een aantal taken uit. Deze taken concentreren zich op de provinciale toeristische promotie en marketing via websites, beurspresentaties, brochures en een provinciaal informatie- en aanspreekpunt. In dezelfde periode laten wij een toeristische mediacampagne uitvoeren, die als doel heeft het toeristische imago van Groningen verder te verbeteren.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • Een grotere bekendheid van de mogelijkheden in de provincie Groningen resulteert in extra overnachtingen en een toename van dagbezoek, congressen en evenementen. Daarmee hangt samen een vergroting van de werkgelegenheid en de (toeristische) bestedingen. • Aan de hand van de rapportages van Toerdata Noord kan het resultaat van de inspanningen met betrekking tot het realiseren van de streefwaarden binnen de sector toerisme worden gevolgd. Geplande prestatie-indicatoren • overnachtingen: 3 miljoen overnachtingen in 2006 ten opzichte van 2,1 miljoen in 1998; • bezoekcijfers dagattracties: 2,3 miljoen bezoekers in 2006 ten opzichte van 1,7 miljoen in 1998; • bestedingen (cumulatief): in 2003 € 461 mln. Door een aanpassing in de berekeningsmethodiek is een vergelijking met het vertrekpunt 1998 niet meer mogelijk.
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • in 2005 bedroeg het totale aantal overnachtingen 2,4 miljoen'; • in 2005 bedroeg het aantal bezoekers aan dagattracties 2,7 miljoen; •
toeristisch-recreatieve bestedingen in 2005: € 481 miljoen.
bron: Toerdata Noord* Afnemers/klanten • consumenten, VVV's, gemeenten * info 2005 is gebruikt: info 2006 is pas voorhanden medio 2007
Prioriteiten 2006
Uitvoering provinciale toeristische promotie en marketing, incl. mediacampagne
€ 377.300
De taken die worden uitgevoerd, concentreren zich op de provinciale toeristische promotie en marketing via websites, beurspresentaties, brochures en een provinciaal informatie- en aanspreekpunt. De toeristische mediacampagne heeft als doel het toeristische imago van Groningen verder te verbeteren.
238
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) •
voorbereiden van het activiteitenplan, geven van opdracht voor uitvoering van het plan, bewaken van de uitvoering van het plan
Beleidsverantwoording Prioriteiten - Uitvoering Reguliere taken op het gebied van provinciale Toeristische promotie en marketing - Uitvoering toeristische mediacampagne ( w.o. TV-commercials) Uitgevoerde activiteiten - Marketing Groningen heeft in opdracht van de provincie een pakket van taken uitgevoerd: • Onderhoud en actualisering van de provinciale toeristische websites incl.Uit bureau. • Samenstelling en productie van de provinciale VVV-gids 2006 beurspresentaties • Provinciaal informatie en aanspreekpunt • Uitvoering Toeristische mediacampagne, onderdeel 2006
239
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
69.865
166.775
120.781
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
416.640
467.183
377.300
416.640
467.183
377.300
Totaal lasten
486.505
633.958
498.081
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen
89.883
Totaal baten
89.883
Saldo lasten en baten
486.505
544.075
498.081
baten 2006
700300 Apparaatskosten
lasten 2006 166.775
realisatie saldo 2006 166.775
raming saldo 2006 120.781
700301 Toeristische promotie: - toeristische promotie
467.183
89.883
377.300
377.300
totaal toeristische promotie
467.183
89.883
377.300
377.300
totaal toeristische promotie
633.958
89.883
544.075
498.081
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006
240
Productgroepnummer en -naam : 7103 Werkgelegenheid en Arbeidsmarkt Programma
: Ondernemend Groningen
Portefeuillehouder
: Gerritsen
Productverantwoordelijke
: Janssens
Productgroepomschrijving In het Collegeprogramma 'Voor een sociaal en economisch sterk Groningen' is veel aandacht voor arbeidsmarktbeleid. Het programma richt zich onder andere op het wegwerken van sociaal-economische achterstanden. In 2004 heeft een herijking van het arbeidsmarktbeleid plaatsgevonden. In de uitvoeringsagenda 2004-2008 "Groningen maakt werk van werk" zetten we in op versterking van de regionale economie door een goed werkende arbeidsmarkt. Hierin richten we ons op een 5-tal thema's: Ketenregie, Onderzoek en Informatie, Onderwijs & bedrijfsleven, Jeugd & Arbeidsmarkt, Leven Lang leren. Binnen deze thema's spelen we verschillende rollen die samenwerking en integrale aanpak als belangrijkste uitgangspunt hebben.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • voldoende werkgelegenheid en een zo laag mogelijke werkloosheid Geplande prestatie-indicatoren • werkloosheid niet verder oplopen dan het huidige niveau (13,6%, eerste kwartaal 2005); • werkgelegenheidsgroei in 2005 beter of minimaal gelijk aan het landelijk gemiddelde.
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • over de eerste 2 kwartalen van 2006 is het werkloosheidspercentage 11,2%; • werkgelegenheidsgroei loopt met 0,6% in 2006 redelijk in de pas met het landelijke cijfer
Afnemers/klanten • gemeenten • sociale partners (MKB, VNO-NCW en FNV) • Centrum voor Werk en Inkomen • UWV • intermediaire organisaties • SNN • ministerie van SZW
Prioriteiten 2006
Onderwijs en bedrijfsleven De vraag van het bedrijfsleven wordt voor een groot deel opgevuld door schoolverlaters. Voor de instroom van schoolverlaters en de ontwikkeling van personeel is het belangrijk dat de huidige werknemers continu worden bijgeschoold. De provincie speelt een aanvullende rol op het gebied van de aansluiting tussen onderwijs en bedrijfsleven, waarbij zij deelbelangen van het onderwijs en het bedrijfsleven op elkaar afstemt. Het mbo-onderwijs is nog steeds erg belangrijk voor de regionale economie, maar trends op langere termijn laten zien dat de vraag naar hoger opgeleiden zal toenemen. In 2006 zal een aantal projecten binnen dit thema worden opgepakt zoals een discrepantieanalyse tussen vraag en aanbod, een inventarisatie van samenwerkingsverbanden en verbetering beroepsvoorlichting.
241
Jeugd en Arbeidsmarkt Doelstelling van dit thema is het realiseren van een sluitende aanpak van jongeren naar startkwalificatie en werk. De taak is hier tweeledig. In de eerste plaats zorg te dragen dat uitvallers uit het onderwijs alsnog wordt teruggeleid. In de tweede plaats zullen (werkloze) werkzoekenden moeten worden begeleid in het alsnog behalen van een startkwalificatie, al dan niet in combinatie met het werken bij reguliere werkgevers. Concrete activiteiten in 2006 zijn onder meer de Instapbanen en het Jongerenpaspoort. Als vervolg op de in november 2004 gehouden conferentie over onderwijs en arbeidsmarkt zullen er in de periode najaar 2005 voorjaar 2006 nog twee themabijeenkomsten over o.a. stages gaan plaatsvinden.
Leven lang leren Het thema “een leven lang leren” heeft een dubbele boodschap. In de eerste plaats “een leven lang leren”, als voorwaarde om aan het arbeidsproces te kunnen blijven deelnemen. Hierbij gaat het hoofdzakelijk om de beroepsbevolking bij de steeds hogere eisen aan te laten sluiten. In de tweede plaats een “leven lang werken” om de consequenties van maatschappelijke ontwikkelingen op te kunnen vangen (vergrijzing en ontgroening). Hierbij gaat het om voorwaarden te creëren waardoor het de beroepsbevolking mogelijk wordt om langer aan het arbeidsproces te blijven deelnemen. In dit bereik zullen, in samenwerking met het bedrijfsleven, met name pilotprojecten worden ontwikkeld die het leven lang werken vorm kunnen geven. Na een succesvol eerste jaar zal de ESF-pilot, waarin de drie noordelijke provincies in SNN-verband met het ministerie van SZW samenwerken om meer scholing voor zowel werkenden alsook werklozen te realiseren en een beter zelforganiserend vermogen bij diverse partijen te creëren, met 2 jaar gecontinueerd worden looptijd april 2005 tot april 2007. De provincie is in de vorm van partner in een ontwikkelingspartnerschap betrokken bij een zes Equal-projecten (looptijd 2005-2007). Daarnaast wordt samen met partners uit het Regionaal Arbeidsmarkt Platform met betrekking tot het thema vergrijzing een project uitgewerkt. De start van dit project zal vermoedelijk plaatsvinden in 2006.
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) •
Uitvoeren van activiteiten zoals beschreven in de uitvoeringsagenda 2004-2008 zoals: - organiseren van het provinciaal arbeidsmarktplatform (RAP) en het ondersteunen van de deelplatforms in Noord- en Oost-Groningen; - participeren in enkele projecten binnen de provinciale organisatie waar werkgelegenheid een rol speelt (integraal werken), met als doel het thema arbeidsmarkt op de agenda te krijgen; - strategie ontwikkelen continuering website www.arbeidsmarktgroningen en Geoshare in 2006; - initiëren/aanjagen initiatieven op het gebied van onderwijs en bedrijfsleven met als doel deze partijen dichter bij elkaar te brengen; - monitoring van de gevolgen van de Wet Werk en Bijstand (WWB) bij gemeenten; - uitvoering ESF-pilot, gezamenlijk initiatief noordelijke provincies en ministerie SZW; - opzetten projectendatabank; - deelname in ontwikkelpartnerschappen (OP's) van diverse Equal-projecten; - deelnemen in Hanse Passage-project HaMoNet; - vervolg op conferentie Onderwijs-Arbeidsmarkt met 2 themabijeenkomsten; - met ketenpartijen realiseren van project Vergrijzing; - project Jongerenpaspoort.
242
Beleidsverantwoording Prioriteiten Als uitvloeisel van de provinciale Uitvoeringsagenda arbeidsmarkt 2004-2008 zijn wij in 2006 betrokken geweest bij diverse projecten, die onder de volgende thema's vallen: Onderwijs en Bedrijfsleven Binnen het thema "Onderwijs en Bedrijfsleven" is er belangrijke progressie geboekt met betrekking tot de oprichting van verschillende Bedrijfs Tak Overleggen (BTO's) in de installatie- en elektrotechnische branche (inmiddels 17 BTO's voor Noord Nederland) en met betrekking tot het project Leren Werkt. Ook is er als uitvloeisel van dit thema een start gemaakt met het project stimulering ondernemerschap. Jeugd en Arbeidsmarkt Een concrete activiteit in 2006 binnen dit thema was onder meer de "Instapbanen". Het "Jongerenpaspoort" is wegens gebrek aan belangstelling niet van de grond gekomen. Daarnaast hebben in 2006 twee themabijeenkomsten over o.a. stages plaatsgevonden (bouw en zakelijke dienstverlening). Deze activiteiten hebben er mee toe geleid dat een sluitende aanpak is gerealiseerd van jongeren naar startkwalificatie en werk. Leven lang leren Binnen het thema "Leven lang leren" zijn in 2006, in samenwerking met het bedrijfsleven, met name pilotprojecten ontwikkeld die het leven lang werken vorm kunnen geven. Voorbeelden van dergelijke pilotprojecten zijn pilot "leren en werken" en pilot "aansluiting arbeidsmarkt en onderwijs Eemsdelta". Na een succesvol eerste jaar is het gelukt de ESF-pilot, waarin de drie noordelijke provincies in SNNverband met het ministerie van SZW samenwerken, met 2 jaar te verlengen (looptijd april 2005 tot maart 2007). Doel van deze samenwerking is om meer scholing voor zowel werkenden als werklozen te realiseren en een beter zelforganiserend vermogen bij diverse partijen te creëren. De provincie is in de vorm van partner in een ontwikkelingspartnerschap betrokken bij een vijftal Equalprojecten (looptijd 2005-2007). In 2006 zijn we samen met partners uit het Regionaal Arbeidsmarkt Platform gestart met het project Leeftijdsbewust personeelsbeleid. Het is een project dat plaats heeft in het kader van het thema vergrijzing. Uitgevoerde activiteiten • organiseren van een drietal bijeenkomsten provinciaal arbeidsmarktplatform (RAP) en het ondersteunen van de deelplatforms (3 RAP Noord en 2 RAP Oost vergaderingen); • uitvoeren en continuering project vraaggerichte scholing/ESF pilot; • continuering website www.arbeidsmarktgroningen.nl; • pilot "leren en werken"; • pilot "aansluiting arbeidsmarkt en onderwijs" Eemsdelta; • organisatie van drie themabijeenkomsten (twee m.b.t. stageproblematiek bouwsector en zakelijke dienstverlening, een t.a.v. laaggeletterdheid) • organisatie speeddate "Versier je leerbaan hier" • organisatie tweetal stakeholdersbijeenkomsten in kader bevorderen van ondernemerschap; • onderzoek problemen/oplossingen m.b.t. praktijkleercentra en bedrijfsscholen; • ondersteuning tot stand koming initiatief Verbreding Techniek Steunpunt in het basisonderwijs; • ondersteuning project MKB leerbanen; • initiatief project Leeftijdsbewust personeelsbeleid voor 20 MKB bedrijven in kader vergrijzing; • Noordelijk onderzoek wet werk en bijstand budgetten voor gemeenten; • deelname in ontwikkelpartnerschappen van vijftal Equal projecten; • deelname in Hanse passage project HaMoNet, Ellabo en Life long learning.
243
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten Totaal lasten Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen Totaal baten Saldo lasten en baten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
593.614
603.613
585.504
585.126
818.870 140.840
220.006 135.500
585.126
959.710
355.506
1.178.740
1.563.323
941.010
83.446
576.281 249.322
20.000
83.446
825.603
20.000
1.095.294
737.720
921.010
baten 2006
realisatie saldo 2006 603.613
raming saldo 2006 585.504
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
710300 Apparaatskosten
lasten 2006 603.613
710301 Arbeidsmarkt: - ESF-pilot - afwikkeling voorgaande jaren - arbeidsmarktbeleid - div. projecten cofinanciering Kompas - afwikkeling BOA - afwikkeling Equal-projecten
6.309 259.806 13.798 1.075 678.722
322.321 498.282
6.309 254.806 13.798 -321.246 180.440
totaal arbeidsmarkt
959.710
825.603
134.107
335.506
totaal arbeidsmarkt
1.563.323
825.603
737.720
921.010
-20.000 5.000
249.956 105.550
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 ESF-Pilot saldo -€ 20.000 . Deze inkomsten zijn niet gerealiseerd omdat de ESF-pilot is vervallen (landelijk besluit). Afhandeling voorgaande jaren arbeidsmarkt saldo - € 6.309. Betreft (af)boeking oude verplichtingen. Bijdrage Fonds cofinanciering Kompas Werkgelegenheid en Arbeidsmarkt saldo € 91.752. Het saldo wordt met name veroorzaakt doordat de geraamde bijdragen aan de Equal-projecten Operatie Pelios, Medina en Zijspan bij de finale afwikkeling € 129.532 lager uitvielen. Verder is hier als gevolg van een te laag ingeschat kasritme een niet geraamde bijdrage van € 40.000 aan het project Technasium Werkplaats voor de Toekomst verantwoord. Per saldo leidt dit tot een lagere onttrekking aan de reserve cofinanciering Kompas (verantwoord bij productgroep 0800).
244
Afwikkeling BOA saldo € 321.246. Als gevolg van de afwikkeling van BOA in samenhang met de afwikkeling van de Equal-projecten zijn alle inverdieneffecten BOA verantwoord. Ten laste van deze inverdieneffecten zijn in 2005 reeds incidentele kosten van de afwikkeling BOA gebracht. Van de verantwoorde bate ad. € 322.321 dient € 101.211 als dekking voor incidentele afwikkelingskosten 2006, zodat per saldo € 221.110 vrij valt. In eerste instantie was ook nog een beroep op de reserve IPR voorzien, maar dit is achteraf niet nodig. Afwikkeling Equal-projecten saldo -€ 180.440. In 2006 heeft er inhoudelijk en financieel een positieve afwikkeling plaats gevonden van de 4 Equalprojecten waarvan de provincie het aanvragerschap van de Equal-subsidie had. De totale kosten van de projecten zijn lager uitgevallen, waardoor een lager beroep op Equal-subsidie, provinciale cofinanciering Kompas en garantstellingen is gedaan. Middels brief van 11 januari 2007 bent u hierover geïnformeerd. De administratieve afwikkeling van de Equal-projecten heeft geleid tot totale lasten van € 678.722. De baten ad. € 498.282 hebben betrekking op de eerder ontvangen baten van het Rijk voor de voorbereidingsfase (fase 1) van de Equal-pojecten ad. € 64.329 en de baten voor fase 2 en 3 ad. € 433.953. De lasten ad. € 498.282 afgezet tegen de baten van de 2e en 3e fase leidt tot een nadelig saldo van € 244.769. Hiervan wordt € 163.292 als garantstelling ten laste van het weerstandsvermogen gebracht, terwijl hiervoor in eerste instantie maximaal € 964.910 aan garantstellingen was afgegeven. De niet subsidiabele en niet gedeclareerde kosten komen ten laste van cofinanciering Kompas (€ 52.168) en algemene middelen (€ 29.467). Per saldo valt van de voor de Equal-projecten gereserveerde middelen € 57.954 vrij ten gunste van cofinanciering Kompas. Het 5e project waarvan het COA de aanvrager was, moet nog in 2007 worden afgerekend. Dit zal dan leiden tot een vrijval van € 37.959 ten gunste van de algemene middelen. Zodat uiteindelijk per saldo € 8.492 (€ 37.959 - € 29.467) vrij zal vallen ten gunste van de algemene middelen.
245
Productgroepnummer en -naam : 7106 Regioprogramma's : Ondernemend Groningen
Programma Portefeuillehouder
: Gerritsen: Kompas/bestuurscommissie EZT
Productverantwoordelijke
Bleker: PLOP, Leader, Structuurfondsen, Interreg III : Vos
Productgroepomschrijving De kern van deze productgroep wordt gevormd door het overkoepelende Kompasprogramma en de daar onder vallende subsidieprogramma's zoals EZ/EFRO-Kompas, Leader+-programma, het PlattelandsOntwikkelingsProgramma (PLOP) en de Interreg III A-, B- en C-programma's. (Interreg IIIC is te vinden onder productgroep 1601). Deze programma's kennen hun eigen beheerssystemen, toepassingsgebieden en subsidievoorwaarden. De programma's worden deels samen met de provincies Fryslân en Drenthe opgesteld, bewaakt en uitgevoerd. (Voor de periode 2000-2007 hebben we in Kompaskader ca. € 875 mln. te besteden). In onze organisatie worden deze programma's gestuurd en uitgevoerd vanuit een daartoe speciaal geformeerde afdeling Programma's en Projecten. Belangrijkste werkzaamheden zijn: het voorbereiden en adviseren over (strategische) beleidsonderwerpen in SNNverband, het zorgvuldig beheren en actief uitvoeren van de genoemde programma's, het organiseren/ coördineren van de projectontwikkeling, het in specifieke gevallen faciliteren van Groninger initiatiefnemers bij het toetsen van de haalbaarheid van een projectidee en/of het indieningsgereed maken van een projectvoorstel naar het SNN én het genereren van projecten, die voor hun financiering mede een beroep doen op de genoemde programma's. Bij de werkzaamheden (projectontwikkeling/ advisering) spelen ook andere beleidsafdelingen (met name Economische Zaken en Landelijk Gebied) een rol. Naast de SNN-Kompasmiddelen cofinanciert de provincie de projecten met eigen middelen uit de Reserve Cofinanciering Kompas en diverse sectorale kredieten.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten Door het genereren en (doen) uitvoeren van een breed scala aan projecten de ruimtelijke en sociaaleconomische structuur duurzaam versterken, de werkgelegenheid vergroten, de kwaliteit van het landelijke gebied verbeteren, nieuwe samenwerkingsvormen creëren en nieuwe producten en diensten initiëren. Geplande prestatie-indicatoren Hiervoor wordt onder meer verwezen naar het Jaarprogramma Kompas voor het Noorden, waarin voor Noord Nederland indicatoren zoals werkgelegenheid, uitgelokte investeringen en aangelegde hectares bedrijfsterreinen worden opgenomen. Hoewel deze cijfers in het Jaarprogramma niet per provincie worden uitgesplitst, streven wij na dat minimaal 1/3 van de werkgelegenheidseffecten geëffectueerd worden in Groningen (afgelopen 4 jaar is dit het geval geweest). Naast de genoemde standaardindicatoren hebben we als Groningen voor de (informele) doelstelling gekozen dat van de SNN-Kompasmiddelen over de periode 2000-2007 minimaal 1/3 beschikbaar komt voor Groningse marktsectorprojecten en projecten in de voorwaardenscheppende sfeer. Dit komt over deze periode neer op een gemiddelde van ca € 25 mln. per jaar. Ook deze doelstelling
246
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren Op basis van inschattingen kan met aan zekerheid grenzende waarschijnlijk worden gesteld dat (conform) doelstelling minimaal 1/3 van de gerealiseerde effecten in termen van uitgelokte investering en werkgelegenheid in Groningen zijn neergedaald. Deze inschatting wordt mede onderbouwd door het gegeven dat ca 38% van de Kompasmiddelen op Groningse projecten zijn ingezet (excl. ipr). Het betreft hier in 2006 meer dan 40 mln euro Ook op dit punt hebben wij onze doelstelling gehaald.
hebben over de afgelopen 5 jaar gerekend, meer dan gehaald.
Afnemers/klanten Tot onze klanten behoren onder meer de gemeenten, de kennisinstellingen, meerdere intermediaire organisaties, het SNN, andere provincies, departementen en Brussel.
Prioriteiten 2006
Strategische Agenda voor Noord Nederland 2007-2014 Het uitwerken van de Strategische Agenda voor Noord Nederland 2007-2014 tot een breed gedragen operationeel uitvoeringsprogramma en hiertoe een zo groot mogelijk bedrag aan departementale, Europese en regionale meefinanciering beschikbaar krijgen (naast de inzet van eigen provinciale middelen via de verschillende kredieten en de Reserve Cofinanciering Kompas).
Optimale inzet resterende budgetten In het kader van de uitvoering van de regioprogramma's de resterende budgetten zo optimaal mogelijk inzetten op goede projecten die een zo groot mogelijke bijdrage leveren aan de provinciale doelstellingen. Hiervoor maken we ook gebruik van de inzet van sectorale kredieten en de Reserve Cofinanciering Kompas.
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) •
• •
• • • •
•
het uitwerken van de Strategische Agenda voor Noord Nederland 2007-2014 tot een breed gedragen operationeel uitvoeringsprogramma en hiertoe een zo groot mogelijk bedrag aan departementale, Europese en regionale meefinanciering beschikbaar krijgen (naast de inzet van eigen provinciale middelen via de verschillende kredieten en de Reserve Cofinanciering Kompas); voorlichtings-, advies-, aanjaag-, initiatief- en regieactiviteiten gericht op de projectmatige invulling van die Kompasmaatregelen/-subsidieprogramma's waarvoor nog middelen beschikbaar zijn; een zodanig beheer van de verschillende subsidieprogramma's en de projecten dat elk jaar bij controle weer blijkt dat we dat volgens de regels hebben gedaan en geen risico's lopen van terugbetaling; in dit kader wordt ook vanuit Groningen inzet gepleegd op het opstellen van jaarprogramma's en jaarverslagen; het onderhouden van noordelijke provinciale contacten om kennis en ervaringen te delen teneinde de subsidiemogelijkheden voor de projecten te optimaliseren; voorbereidings- en advieswerkzaamheden ten behoeve van de bestuurlijke en ambtelijke SNNgremia, die mede moeten leiden verzorgen en bewaken van de SNN/Groningse belangen in Den Haag en Brussel; uitvoeren van de vastgestelde actieplannen voor de Leader+-gebieden Hoogeland, Lauwersland en Oldambt-Westerwolde; wat betreft de reeds gecommitteerde in uitvoering genomen projecten zullen wij waar dat maar enigszins mogelijk is initiatienemers ondersteunen bij een voortvarende uitvoering; het succes van het Kompasprogramma is vanaf nu mede afhankelijk van een tijdige afronding van de projecten; dat vraagt om een strakke monitoring; het in SNN-verband uitwerken van de vastgestelde Strategische Agenda voor Noord Nederland tot uitvoeringsprogramma 2007-2014; de beleidsmatige en financiële basis hiervoor moet mede gevormd worden door de afspraken die wij in 2005 en 2006 kunnen maken met het kabinet en de
247
•
afzonderlijke departementen en Brussel; alle noodzakelijke lobby-activiteiten in SNN-verband in Den Haag en Brussel om een optimale positie te verwerven binnen de relevante grote rijksnota’s, in deze context in het bijzonder nota Pieken in de Delta, het EU-structuurbeleid en het EU-plattelandsbeleid.
Beleidsverantwoording Prioriteiten Strategische Agenda voor Noord Nederland 2007-2014 De Strategisch Agenda NN heeft haar vertaling gekregen in meerdere programmadocumenten, zoals "Koers Noord" het "Operationeel Programam EFRO"; het is ook gelukt om voor beide programma's wederom substantiële bedragen beschikbaar te krijgen. Optimale inzet resterende budgetten De beschikbare middelen uit de diverse programma's (zoals Kompas, Leader etc) zijn in 2006 optimaal ingezet. Uitgevoerde activiteiten De meeste acties die we ons aan het begin van 2006 hadden voorgenomen, zijn in de loop van het jaar uitgevoerd. Dat geldt o.m. voor het projectenwerk. In 2006 heeft de afdeling (in goede samenwerking met afdeling EZ) haar doelstellingen als het gaat om de benutting van SNN-middelen t.b.v. Groningse Kompasprojecten meer dan behaald. Ook w.b. de uitvoering de programma's EU-PLOP en Leader zijn de programma's conform doelstellingen uitgevoerd (en nagenoeg uitgeput) Naast deze reguliere werkzaamheden op het terrein van projectontwikkeling, programmamanagement en SNN-advisering hebben meerdere “bijzondere” dossiers in 2006 de nodige tijd en doorzettingsvermogen van de afdeling gevraagd. Genoemd kunnen b.v. worden: • lobby-, en advieswerkzaamheden rond de inhoud en organisatie van de EUStructuurfondsen, de Interreg 4 programma’s, het Piekenprogramma en Plattelands Ontwikkelings Programma’s (EU POP2/Leader); w.b. de Structuurfondsen resulteerde dit, via uitgelokte interventies vanuit de Tweede Kamer, o.m. in substantieel hogere EFROcofinanciering-bedragen en een soepele(r) inzet van co-financieringsmiddelen van het rijk • het opstellen en bestuurlijke afronden van het nieuw OP EFRO 2007-2013 • het opstellen van het regionaal ESF-programma Noord Nederland 2007-2013 • het opstellen van het Waddenprogramma Groningen • bijdragen aan het opstellen van het Transitie-alternatief in kader van de Structuurvisie-ZZL
248
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
2.358.280
2.768.236
3.172.462
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
1.233.489
1.595.751
1.287.919
1.233.489
1.595.751
1.287.919
Totaal lasten
3.591.769
4.363.987
4.460.381
323.266 79.947
225.398 719.906
61.019
403.213
945.304
61.019
3.188.556
3.418.683
4.399.362
baten 2006
realisatie saldo 2006 2.768.236
raming saldo 2006 3.172.462
115.825 -74.722 84.005 123.071 137.200
113.400 -61.019 226.188 150.185 243.403 10.000 165.205
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen Totaal baten Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006 2.768.236
710600 Apparaatskosten 710601 Regioprogramma's: - PLOP Nederland - vergoeding EU-lobbyist - div. proj. cofin. Kompas: Leader Hoogeland - div. proj. cof. Kompas: Leader Lauwersland - proj. cof. Kompas: Leader Oldambt-W'wolde - div. projecten (SGB) cofinanciering Kompas - div. projecten cofinanciering Kompas totaal regioprogramma's
115.825 74.722 84.005 123.071 137.200
460.101
74.722
385.379
847.362
1.135.650
870.581
265.068
379.538
totaal Innovatief Actieprogramma Gron.
1.135.650
870.581
265.068
379.538
totaal regioprogramma's
4.363.987
945.303
3.418.683
4.399.362
710602 Innovatief Actieprogramma Groningen (lAG): - diverse projecten IAG
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 Op de programmakosten aanvaard beleid is een overschrijding ontstaan van € 307.832 dit is met name als volgt te verklaren: De diverse projecten binnen het product regioprogramma worden gedekt uit de reserve co-financiering Kompas. Voor een aantal projecten geldt dat de projecttermijn is verlengd, waardoor de afrekening niet in 2006 maar in 2007 zal plaatsvinden.
249
De vertraging wordt mede veroorzaakt doordat er gewacht moet worden op de afrekening die via het SNN loopt. Hierdoor is een onderschrijding ontstaan ad € 461.983 op het product regioprogramma's. In 2006 is op het product IAG voor € 1.135.649,64 aan projecten gerealiseerd. Deze kosten worden gedekt door niet geraamde Rijksbijdrage (EZ/Kompas) en bijdragen van de Europese Commissie (EFRO) ad. € 870.581 en een bijdrage uit co-financiering Kompas ad € 265.068 . In 2008 dienen alle IAG- projecten te zijn afgerekend. De vergoeding EU-lobbyist zijn € 13.703 hoger geworden dan geraamd.
250
Productgroepnummer en -naam : 7107 Provinciale bedrijven Programma
: Ondernemend Groningen
Portefeuillehouder
: Gerritsen
Productverantwoordelijke
: Janssens
Productgroepomschrijving 1. Noordelijke Ontwikkelings Maatschappij (NOM) Het provinciaal beleid is gericht op de versterking van de bedrijfsstructuur in de provincie. De verscheidenheid en samenhang van de bedrijvigheid zijn van groot belang voor een gezonde economische ontwikkeling. Tevens zijn wij aandeelhouder. 2. Groningen Seaports (GSP) Vanwege het economisch belang voor de regio, participeert de provincie Groningen in de betreffende Gemeenschappelijke Regeling. Uit dien hoofde zijn vertegenwoordigers van Provinciale en Gedeputeerde Staten, lid van het Algemeen en Dagelijks Bestuur van GSP.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten ad 1. Maatschappelijke effecten Het creëren en instandhouden van een gunstig investeringsklimaat voor het bedrijfsleven. ad 2. Maatschappelijke effecten Een doelmatige en evenwichtige ontwikkeling van de havens en de daarmee verbonden bedrijfsterreinen bij Delfzijl en de Eemshaven. Geplande prestatie-indicatoren ad 1. • Indicatoren zijn opgenomen in het werkplan dat jaarlijks door de NOM wordt opgesteld en dat door EZ dient te worden goedgekeurd. Belangrijke indicatoren in het werkplan 2005 zijn: - risicodragend kapitaal: > € 20 mln - aantal startende bedrijven: > 7 - behoud arbeidsplaatsen: 700 - aantal acquisitieprojecten: 10-20 • 5-10 bedrijfsbezoeken; • 2 sectorgesprekken. ad 2. Concrete kwantitatieve doelstellingen worden geformuleerd in de door het bestuur vastgestelde jaarlijkse businessplannen van GSP. Deze hebben onder andere betrekking op: • de omvang van de gronduitgifte, tenminste 11 ha per jaar; • de ontwikkeling van de goederenoverslag, groei tenminste gelijk aan landelijk gemiddelde; • de hoogte van het netto resultaat, positief bedrijfsresultaat.
251
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren Prestaties 2005
- uitgezet: € 18,4 mln - aantal startende bedrijven: 8 - behoud arbeidsplaatsen: 820 - aantal acquisitieprojecten: 14 • 8 bedrijfsbezoeken • 2 sectorgesprekken
Afnemers/klanten ad 1. • bedrijven, onderwijsinstellingen, overheden ad 2. • gevestigde bedrijven, vervoerders en verladers
Prioriteiten 2006
NOM-activiteiten
€ 182.000
Een belangrijke partner voor het noordelijk bedrijfsleven is de NOM. Naast het versterken van het eigen vermogen van bedrijven in de vorm van kapitaal en/of achtergestelde leningen, ontwikkelt de NOM ook actief structuurversterkende projecten. De drie noordelijke provincies dragen bij in de kosten van de NOM.
GSP-activiteiten Groningen Seaports kent voor de komende jaren een ambitieus en omvangrijk investeringsprogramma, dat is gericht op het uitbreiden c.q. revitaliseren van bestaande havenfaciliteiten en (delen van) de bedrijfsterreinen bij Delfzijl en de Eemshaven. Daarbij wordt een duidelijke thematische benadering gevolgd. De betreffende investeringen worden tot dusver voornamelijk gefinancierd uit eigen middelen en subsidies. In het Collegeprogramma 2003-2007 is uitgesproken dat GS van oordeel is dat het eerdere Statenbesluit tot verzelfstandiging van GSP alsnog zou moeten worden uitgevoerd.
Bedrijfsbezoeken/sectorgesprekken Onmisbaar voor het signaleren van tendensen en problemen zijn de aanwezige Groningse bedrijven en brancheorganisaties. Vandaar dat wij onze relatie met branches verstevigen door het organiseren van zogenaamde sectorgebonden gesprekken. In dergelijke gesprekken wordt van gedachten gewisseld over een bepaalde problematiek in een sector. Verder geven individuele bedrijfsbezoeken een goed inzicht in de problematiek van bedrijven. Het wederzijds informeren over kansen en bedreigingen leidt tot een goed inzicht in elkaars mogelijkheden. Voor de komende periode zullen wij specifieke aandacht besteden aan de problematiek van noodzakelijke bedrijfsverplaatsingen vanuit dorpen naar bedrijfsterreinen.
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) • • • • • •
inbreng in het werkprogramma van de NOM; organiseren bedrijfsbezoeken door de gedeputeerde; organiseren sectorgesprekken; standpuntbepaling in verband met bestuursvergaderingen GSP; bijdragen (incl. voorbereiding subsidietoekenning) aan projectontwikkeling GSP; voorzetting overleg in verband met verzelfstandiging GSP.
252
Beleidsverantwoording Prioriteiten/Uitgevoerde activiteiten NOM-activiteiten In verband met de plannen van de betrokken staatssecretaris tot afschaffing van de zgn. kruissubsidiering (cofinanciering van het ontwikkelingsbedrijf uit de resultaten van het participatiebedrijf) bij de NOM, is medio 2006 door de provincie Groningen een discussie met het ministerie van EZ gestart. Naar aanleiding daarvan heeft MEZ alsnog afgezien van uitvoering van deze plannen. De aandeelhouders van de NOM zijn in 2006 verder nauw betrokken geweest bij de opstelling van een meerjarenplan incl. indicatoren en begroting en het daarvan af te leiden jaarplan voor de NOM. De van rijkswege gewenste vervanging van de politieke commissarissen (gedeputeerden) van de drie noordelijke provincies door externe vertegenwoordigers, is in het verslagjaar ten uitvoering gebracht. GSP-activiteiten Bij Groningen Seaports zijn het afgelopen jaar enkele grote, nieuwe investeringsprojecten voorbereid, gericht op o.a. de vestiging van een LNG-terminal en een of meer nieuwe elektriciteitscentrales bij de Eemshaven. Verder is hard gewerkt aan de revitalisering en thematisering van de bestaande bedrijfsterreinen bij Delfzijl en aan de acquisitie van corresponderende bedrijvigheid. Terzake van de aanpassing van de bestuurstructuur van Groningen Seaports is eind 2006 het bestuurlijk overleg tussen de provincie en de beide betrokken gemeenten weer opgestart. Bedrijfsbezoeken/sectorgesprekken Onmisbaar voor het signaleren van tendensen en problemen zijn de aanwezige Groningse bedrijven en brancheorganisaties. Vandaar dat wij onze relatie met branches verstevigen door het organiseren van zogenaamde sectorgebonden gesprekken. In dergelijke gesprekken wordt van gedachten gewisseld over een bepaalde problematiek in een sector. Verder geven individuele bedrijfsbezoeken een goed inzicht in de problematiek van bedrijven. Het wederzijds informeren over kansen en bedreigingen leidt tot een goed inzicht in elkaars mogelijkheden. In de afgelopen periode hebben wij specifieke aandacht besteed aan de problematiek van noodzakelijke bedrijfsverplaatsingen vanuit dorpen naar bedrijfsterreinen.
253
Middeleninzet Omschrijving
realisatie 2005
Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2006
raming 2006
131.743
142.196
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
182.000
182.000
485 182.485
500 182.500
Totaal lasten
314.228
324.696
114.353
114.400
Totaal baten
114.353
114.400
Saldo lasten en baten
199.875
210.296
baten 2006
realisatie saldo 2006 131.743
raming saldo 2006 142.196
710701 Groningen Seaports: - rente-uitkering Groningen Seaports
114.353
-114.353
-114.400
totaal Groningen Seaports
114.353
-114.353
-114.400
182.000 485
182.000 485
182.000 500
totaal NOM
182.485
182.485
182.500
totaal provinciale bedrijven
314.228
199.875
210.296
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006 131.743
710700 Apparaatskosten
710702 NOM: - projecten NOM - rente deelneming NOM
114.353
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006
254
Productgroepnummer en -naam : 7108 Fysieke bedrijfsomgeving Programma
: Ondernemend Groningen
Portefeuillehouder
: Gerritsen
Productverantwoordelijke
: Janssens
Productgroepomschrijving Het aanbod van bedrijventerreinen en logistieke voorzieningen in onze provincie beïnvloeden door een toegesneden ruimtelijk beleid (concentratie), een vraaggerichte planning, doelgerichte acties (subsidies) en aanboren van externe financieringsmogelijkheden.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • verbeteren en versterken concurrentiepositie bestaande bedrijventerreinen; • voorkomen van leegstaande of slecht gelegen bedrijventerreinen. Geplande prestatie-indicatoren • 6 uitvoeringsplannen voor te revitaliseren bedrijventerreinen; • handhaving c.q. uitbreiding van werkgelegenheid (nulmeting is bij aanvang van het betreffende project).
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • 2 revitaliseringsprojecten zijn uitgevoerd, 4 zijn in uitvoering; • ligt op schema.
Afnemers/klanten • bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen, Industriekringen/ondernemerskringen, KvK, MKB-Noord, VNO-NCW
Prioriteiten 2006
Bedrijventerreinen
€ 100.000
De aanleg en verbetering van bedrijventerreinen proberen wij doelgericht te laten verlopen. Daarom hebben wij gekozen voor een tweetal economische kernzones, te weten de A7-zone (Leek - Groningen Hoogezand -Veendam - Winschoten) en het Eemsmondgebied (Eemshaven, Delfzijl en Appingedam). Daar ondersteunen wij de eventuele aanleg en verbetering van bovenregionale bedrijventerreinen. Het beleid dat wij voeren, richt zich met name op de revitalisering van bestaande bedrijventerreinen. Daarmee wordt de concurrentiekracht en uitstraling van de reeds bestaande locaties verbeterd bij een optimaal gebruik van de schaarse ruimte. De aanleg en de verbetering van bestaande bedrijventerreinen wordt doelgericht en gestructureerd aangepakt. In ons beleid besteden wij de nodige aandacht aan parkmanagement. Dit om toekomstig verval te voorkomen. Bovendien wordt hiermee de samenwerking tussen bedrijven onderling en/of met overheden vergroot. De afgelopen jaren is een tweetal Masterplannen Revitalisering (één voor de economische kernzones en één voor het landelijk gebied) opgezet en uitgevoerd. Op basis van een aantal criteria (omvang terrein, stuwende bedrijvigheid, draagvlak bij gemeenten/ bedrijfsleven, mate van veroudering en knelpunten etc.), is een aantal bedrijventerreinen in ons revitaliseringprogramma ondergebracht. Voor een deel is voor ons revitaliseringprogramma een bijdrage toegekend uit het landelijke TIPP-programma. Afhankelijk van de snelheid van de uitvoering van de projecten is het mogelijk dat een aantal eerder dan de einddatum (medio 2007) zal zijn afgerond. Naast de aanleg en verbetering van bedrijventerreinen heeft ook de uitbouw van de binnen onze
255
provincie aanwezige logistieke voorzieningen en op- en overslagfaciliteiten onze voortdurende aandacht. Daarbij gaat het op dit moment met name om de verdere ontwikkeling en inrichting van de Eemshaven en om de uitbreiding van het Rail Service Centrum te Veendam. Ook ten aanzien van deze projecten zullen wij scherpe en heldere keuzes en criteria moeten stellen. Bij het revitaliseren van bestaande terreinen, worden activiteiten in het kader van het lopende project ICT-breedbandinfrastructuur (ICT-infrastructuur met hoge capaciteit en snelheid) meegenomen.
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) • • •
ontwikkelen en financieren van plannen voor bedrijventerreinen (geen nieuwe bedrijventerreinen) en -huisvestingen (zo mogelijk met Kompasbijdrage); uitvoeren TIPP-programma; nadenken over eventueel nieuw beleidskader nieuwe bedrijventerreinen.
Beleidsverantwoording Prioriteiten Bedrijventerreinen Ook het afgelopen jaar heeft de uitvoering van de revitaliseringsprojecten forse aandacht gekregen. In 2006 zijn 2 revitaliseringsprojecten afgerond, te weten Foxhol en Martenshoek-Zuid te HoogezandSappemeer. De overige 4 projecten, zijnde Industriepark in Leek, Dideldom en Vleddermond in Stadskanaal, 't Heem in Ter Apel, worden naar verwachting in 2007 afgerond. Met de aanpak van deze terreinen heeft de provincie een forse stap gezet in het streven naar kwaliteitsverbetering van de bestaande bovenregionale bedrijventerreinen. Uitgevoerde activiteiten In 2006 zijn 2 revitaliseringsprojecten afgerond en 4 in uitvoering. De betreffende projecten maken onderdeel uit van het TIPP programma dat hiermee goed op schema ligt. In 2006 is geen verdere actie ondernomen voor wat betreft een nieuw beleidskader voor nieuwe bedrijventerreinen. Dit zal plaatsvinden bij de ontwikkeling van het nieuwe POP.
256
Middeleninzet Omschrijving
realisatie 2005
Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2006
raming 2006
38.517
29.348
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
914.360
206.834
914.360
206.834
Totaal lasten
952.877
236.182
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen
712.229
Totaal baten
712.229
Saldo lasten en baten
240.648
236.182
realisatie saldo 2006 38.517
raming saldo 2006 29.348
95.296
100.000
106.835
106.834
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006 38.517
710800 Apparaatskosten 710800 Fysieke bedrijfsomgeving: - revitalisering bedrijfsterreinen - TIPP-programma - div. projecten cofinanciering Kompas
baten 2006
95.296 712.229 106.835
712.229
totaal fysieke bedrijfsomgeving
914.360
712.229
202.131
206.834
totaal fysieke bedrijfsomgeving
952.877
712.229
240.648
236.182
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006
257
Productgroepnummer en -naam : 7109 Marktsectoren Programma
: Ondernemend Groningen
Portefeuillehouder
: Gerritsen
Productverantwoordelijke
: Janssens
Productgroepomschrijving Onder deze productgroep valt de uitvoering van de Beleidsagenda Economie 2004-2008 "Werken aan Economische groei". Het gaat hierbij om de aanpak en concrete invulling van het innovatie- en speerpuntenbeleid. De 6 speerpuntsectoren zijn: 1. Energy Valley; 2. Toekomstvaste ICT/infrastructuur; 3. Life Sciences; 4. Chemie; 5. Scheepsbouw; 6. Agrobusiness (zie hiervoor 7302 Landbouw). Activiteiten betreffen het opstellen van survey-papers, het houden van bijeenkomsten met de diverse sectoren, het participeren in netwerkorganisaties en het verwerven van projecten en projectideeën en het meeontwikkelen en subsidiegereed maken van projecten. Indien de vraag vanuit de markt zich voordoet, zullen wij ons uiteraard ook inspannen voor bedrijven en sectoren buiten de speerpunten (overige sectoren).
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Speerpunten: Maatschappelijke effecten • behoud en uitbouw van de energiesector teneinde het Noorden te profileren als "energieregio”: de verwachting is dat middels de projecten die in het kader van Energy Valley worden ontwikkeld, extra arbeidsplaatsen zullen ontstaan, meer kennis wordt gegenereerd en overgedragen alsmede duurzame energie daadwerkelijk gestimuleerd gaat worden; • verbeteren en versterken concurrentiepositie bestaande bedrijventerreinen; • versterken van de ICT-infrastructuur om de economische ontwikkeling te stimuleren en de leefbaarheid op het platteland te vergroten; • innovatieve karakter van de economische ontwikkeling stimuleren; • beter ontsloten kennispotentieel in het Noorden; • verbeterde netwerken en samenwerking tussen bedrijven en (kennis-)instellingen, m.n. in de life sciences sector. Geplande prestatie-indicatoren • reorganisatie Energy Valley van strategievorming naar facilitering concrete projecten; • vervolgfinanciering Stichting Energie Valley; • facilitering van tenminste 2 concrete projecten in Groningen;
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • gerealiseerd;
•
•
gerealiseerd; 9 projecten gecommitteerd voor EV; 3 lopende projecten, w.o. Bio-energie Noord Nederland en Kookboek Co-vergisting; gerealiseerd (Koers Noord);
•
gerealiseerd;
•
vooruitgang geboekt bij interne reorganisatie (incl. Costa Due); gerealiseerd: behoud en groei van
• • •
Energy Valley (pijlers kennis en bedrijfsactiviteiten) als onderdeel van Kompas II; duurzame energie als onderdeel van Waddenfonds; coördinatie werkzaamheden binnen de provincie via Energy Valley overleg; handhaving c.q. uitbreiding van
258
• •
•
• • •
werkgelegenheid; binnen 4 jaar (tot 2007), een open toekomstvaste ICT-hoofdstructuur in Groningen; Noorden/Groningen op ICT-gebied gelijkwaardig aan Randstad in prijs en snelheid; 4 innovatieve projecten.
•
werkgelegenheid; meer dan 80% is gerealiseerd;
•
is gerealiseerd;
•
9 projecten gecommitteerd voor Energy Valley, w.o. Clean Energy Systems N-N en Glutanol/Bio-ethanolfabriek 3 projecten gecommitteerd voor Life Sciences, w.o. flexibele GMP faciliteit en Industriële toepassingen van cytochroom p450 enzymen 4 projecten gecommitteerd voor ICT, w.o. provinciering Gorecht/Eemsdelta en Regionaal Zorgportaal 1 project gecommitteerd voor Scheepsbouw, t.w. Ingraal Samenwerken
Afnemers/klanten • Bedrijven, onderwijsinstellingen, overheden, kennisinstellingen, NOM.
259
Prioriteiten 2006
Energy Valley
€ 107.000
Onder de naam Energy Valley wordt door een flink aantal partijen waaronder de RuG, de Hanzehogeschool, de NOM, Shell, Gasunie, de NAM, gemeente Groningen en de provincies Groningen Friesland en Drenthe, het Noorden als 'energieregio' geprofileerd m.n. op basis van de drie pijlers, kennis, bestaand bedrijfsleven alsmede duurzaamheid. Door de activiteiten van de Stichting Energy Valley is de afgelopen twee jaar de het begrip Energy Valley zowel regionaal als nationaal duidelijk geprofileerd. Energy Valley is opgezet als regionaal initiatief. Energy Valley kan inmiddels worden betiteld als nationaal beleidsthema met een regionale inbedding in Noord-Nederland. De vermelding van Energy Valley in de ‘Rijksnota Ruimte’ en de beleidsnotitie ‘Pieken in de Delta, Gebiedsgerichte Economische Perspectieven’ zijn een illustratie van dit nationale belang. Tevens werd de afgelopen periode een aantal projecten Groningse projecten geïnventariseerd en in gang gezet. In 2006 ligt de prioriteit op het faciliteren van concrete projecten die passen binnen Energy Valley. Daartoe zal de Stichting Energy Valley gereorganiseerd worden en van nieuwe middelen voorzien. Tevens wordt beoogd meer middelen voor het faciliteren van concrete Energy Valley projecten. In 2006 zal dat z'n beslag moeten krijgen in de uitwerking van de strategische agenda en in het beschikbaar stellen van middelen uit het Waddenfonds.
Toekomstvaste ICT/infrastructuur
€ 300.000
Doel van het project Provinciering is het aanleggen van vijf ringen van glasvezel in de provincie tussen nu en 2007. Voor de eerste aan te leggen provinciering in het Reitdiepgebied is de Europese aanbesteding succesvol afgerond. De verwachting is dat voor de zomer kan worden begonnen met het aanleggen van de glasvezel in het Reitdiepgebied. De volgende drie ringen (het Veenkoloniaaltracé, Gorecht en het Eemsdelta) worden voor de zomer van 2005 aanbesteed. Dit betekent dat de ringen in 2006 zullen worden aangelegd. Ook zal in 2005 de laatste businesscase, die voor Oost -Groningen worden uitgewerkt. Aanbesteding van deze ring en mogelijke aanleg vindt dan plaats in 2006. Daarnaast zal het opzetten van een organisatiestructuur, waarbinnen de coördinatie wordt vormgegeven van de werkzaamheden die in de provincie moeten plaatsvinden teneinde de provinciering (glasvezelring in de provincie Groningen) te realiseren, veel tijd vragen. De provincie zal vanaf dat moment eind 2005 een meer coördinerende rol op zich nemen. Belangrijk is dat bij plannen, bijvoorbeeld bij bedrijventerreinen en woningbouw, vanaf het begin rekening wordt gehouden met ICTwerkzaamheden. De marktpartijen zelf kunnen uiteraard ook in deze initiatief nemen. Na afronding van de het project Provinciering, ligt er in geheel Groningen een breedbandnetwerk waarop tegen aanvaardbare prijzen aangetakt kan worden door instellingen en het bedrijven. Om dit te bereiken, wordt de strategie gevolgd die uit twee belangrijke componenten bestaat: • vraagbundeling (de vraag vanuit de provincie bundelen op één punt en gezamenlijk een betere prijs kunnen bedingen); • een open gedeelde infrastructuur/ontbundeling (een netwerk waarover meerdere dienstaanbieders hun dienst kunnen leveren bij de eindgebruiker).
Chemie/vervolg Antheus
€ 50.700
Chemie De beschikbaarheid van chloor in Delfzijl is gewaarborgd door de voorgenomen bouw van een nieuwe chloorfabriek in Delfzijl door Akzo Nobel, die volgens de planning per 1 januari 2006 operationeel moet zijn en zijn productiecapaciteit uit zou kunnen breiden tot de benodigde hoeveelheid. In Delfzijl is op dit moment geen ethyleen beschikbaar om de bovenstaande ontwikkeling (behoefte 200.000 ton) mogelijk te maken. De meest aantrekkelijke optie is de bouw van een ethyleenfabriek in Delfzijl, waarbij ethyleen geproduceerd kan worden uit condensaat van aardgas al dan niet in combinatie met een pijplijn.
260
Potentiële investeerders zijn onder voorwaarden bereid om een dergelijke fabriek te bouwen, mits de basic load 200.000 ton is. Mede door toedoen van Energy Valley zal binnenkort een project worden gestart dat tot doel heeft de bouw een ethyleenfabriek, waarover al lang wordt gesproken, te bespoedigen. Vervolg Antheus Ook in 2006 zal het Antheusproject dat eind 2005 afloopt een vervolg krijgen. Het accent zal hierbij meer dan voorheen liggen op de regionale partijen. Een en ander met als doelstelling om inspelende op de ontwikkelingen van Aldel extra bedrijvigheid aan te trekken op het Metal Park Delfzijl. Het gaat hier om bedrijven in de aluminiumbranche, metaalbranche en (light) metal business. Ook de ontwikkelingen rondom ethyleen en magnesium hebben in dit verband blijvende aandacht.
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) Life Sciences/Scheepsbouw/Agrobusiness: • het participeren in netwerkorganisaties; • het verwerven van projecten en projectideeën; • het mee-ontwikkelen en subsidiegereed maken van projecten.
261
Beleidsverantwoording Prioriteiten Energy Valley In 2006 hebben we concrete projecten die passen binnen Energy Valley gefaciliteerd. De Stichting Energy Valley is gereorganiseerd en is van nieuwe middelen voorzien. Tevens is het gelukt meer middelen voor het faciliteren van concrete Energy Valley projecten te verkrijgen. Dit heeft zijn beslag gekregen door het opnemen van EV in Koers Noord en in het Waddenfonds en Operationeel Programma EFRO. Tevens worden middelen geacquireerd uit andere Europese fondsen. Tevens is grote vooruitgang geboekt t.a.v. de problematiek van de energie-intensieve industrie (Aldel, Kollo en Akzo Nobel). Toekomstvaste ICT/Infrastructuur De werkzaamheden zijn conform planning verlopen. De drie ringen, het Veenkoloniaaltracé, Gorecht en het Eemsdelta, zijn in de zomer van 2005 aanbesteed. Vervolgens zijn ze in 2006 aangelegd. Ook is in 2006 de laatste businesscase, die voor Oost -Groningen, nader uitgewerkt. Aanbesteding van deze ring en aanleg ervan vindt plaats in 2007. Chemie/vervolg Antheus Chemie De nieuwe chloorfabriek in Delfzijl is in mei 2006 operationeel geworden. Aan de ontwikkeling van de nieuwe ethyleenfabriek wordt nog steeds gewerkt. Voorwaarde daarvoor is de aanleg van de ethyleenleiding naar Duitsland. Dit project wordt getrokken door de NOM en heeft in 2006 nog niet tot resultaten geleid. Verder is mede door toedoen van de provincie FMC uitgebreid met een nieuwe waterstoffabriek en is Methanor doorgestart met de productie van groene methanol. Problematiek chemie spitst zich toe op hoge energieprijzen, zie hiervoor onder Energy Valley. Vervolg Antheus Het Antheusproject heeft in 2006 een vervolg gekregen via de stichting Metal Parc Delfzijl. De aanhoudende discussie rondom de energieproblematiek heeft een afremmende invloed gehad om nieuwe initiatieven m.b.t. Aldel en het Metalparc van de grond te trekken. Er is vooruitgang geboekt m.b.t. het initiatief Light Metal Center. Uitgevoerde activiteiten -er zijn diverse initiatieven in het kader van acquisitie op poten gezet -voorbereidende handelingen t.b.v. een (nieuwe) start m.b.t. het Light Metal Center zijn in gang gezet Uitgevoerde activiteiten In 2006 zijn diverse (netwerk-)bijeenkomsten bijgewoond. Voor zowel Life Sciences als Agrobusiness geldt dat ze als speerpuntsectoren zijn opgenomen in Koers Noord en Operationeel Programma EFRO. Voor de diverse speerpunten is het volgende aantal projecten gecommitteerd: • Life Sciences: 3, w.o. flexibele GMP faciliteit en Industriële toepassingen van cytochroom p450 enzymen; • Scheepsbouw: 1, t.w. Integraal Samenwerken; • Agrobusiness: 7, w.o. biodiesel uit stro en suikerketen project logistiek.
262
Middeleninzet Omschrijving
realisatie 2005
Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2006
raming 2006
499.676
428.622
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
1.228.703
1.254.471
1.228.703
1.254.471
Totaal lasten
1.728.379
1.683.093
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen
119.986 50.000
50.000
Totaal baten
169.986
50.000
1.558.393
1.633.093
baten 2006
realisatie saldo 2006 499.676
raming saldo 2006 428.622
50.000
-50.000 -7.743 257.769 87.757 589.268 15.000
-50.000 255.500 308.189 366.380 30.000
126.667
245.000
1.018.717
1.155.069
10.000 30.000
10.000 30.000
19.402 30.000
40.000
40.000
49.402
1.558.393
1.633.093
Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
710900 Apparaatskosten
lasten 2006 499.676
710901 Speerpunten marktsectoren: - bijdrage uit voorziening IPR - afwikkeling voorgaande jaren - verbetering prod.structuur en econ. infrastr. - Energy Valley - toekomstvaste ICT infrastructuur - ICT@NN - taskforce maritiem platform - div. projecten cofinanciering Kompas
-7.743 257.769 87.757 629.268 15.000 79.986 126.667
40.000
1.188.703
169.986
totaal speerpunten marktsectoren 710902 Overige marktsectoren: - organisatiekosten werkgroep Antheusproject - cofinanciering projecten Antheus totaal overige marktsectoren totaal marktsectoren
1.728.379
263
79.986
169.986
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 Afwikkeling voorgaande jaren Speerpunten marktsectoren saldo € 7.743. Vrijval in verband met afboeking oude verplichtingen. Energy Valley saldo € 220.432 Het saldo is ontstaan doordat de verdere ontwikkeling van een groot aantal ingediende projecten meer tijd in beslag heeft genomen dan tot in het najaar was voorzien. Dit heeft geleid tot een voorstel tot overboeking van dit restant naar 2007. Toekomst vaste ICT-infrastructuur (provinciering) saldo - € 222.888. Het saldo is het resultaat van een 2-tal onderbestedingen en 1 overschrijding die als volgt kunnen worden verklaard. Het project provinciering kent een looptijd van 4 jaar (t/m 2007). Dit krediet bestaat uit 3 onderdelen: een flexibel budget van € 36.380 (voor haalbaarheidsonderzoeken, juridisch advies, fiscaal advies en begeleiding van aanbestedingen), een budget van € 30.000 voor oprichtingskosten stichting en een budget van € 300.000 (reserve ESFI-middelen) voor aanleg provinciering. Van het flexibel budget resteert € 32.857,63. De aanbesteding van de laatste ring loopt nog. De middelen daarvoor in het flexibel budget zijn daarom nog niet volledig aangewend. Voorgesteld is om het restant over te boeken naar 2007. Het budget van € 30.000 voor oprichtingskosten stichting is niet aangewend omdat het oprichten van de stichting niet opportuun is. Het ontwikkelen van diensten voor deze glasvezelinfrastructuur is een taak van de markt. De alternatieve besteding van deze middelen is de verkenning van de dienstenontwikkeling op het terrein van de breedbandinfrastructuur samen met maatschappelijke sectoren zoals zorg en onderwijs en met het bedrijfsleven. De voorbereiding van deze activiteiten heeft meer tijd gekost dan gedacht. Daarom is voorgesteld dit bedrag over te boeken naar 2007. Voor de aanleg van de provincieringen zijn middelen beschikbaar gesteld uit de reserve ESFI. In de raming 2006 is de bijdrage voor de aanleg van één provinciering € 300.000 opgenomen. In 2006 liep de uitvoering vooruit op de planning. In dat jaar zijn meerdere ringen aangelegd. De kosten € 585.746 worden gedekt door onttrekking aan de binnen de reserve ESFI beschikbare middelen voor de aanleg van deze ringen. ICT@NN saldo € 15.000. De jaarlijkse bijdrage aan ICT@NN bedraagt € 15.000. Het bedrag van de raming is € 15.000 te hoog. Dit overschot is betrokken bij het overboekingsvoorstel in verband met het verkennen van de dienstenontwikkeling op het terrein van de breedbandinfrastructuur (zie Toekomst vaste ICT-infrastructuur). Bijdrage fonds cofinanciering Kompas marktsectoren saldo € 118.333. De geraamde bijdragen aan de projecten Praktijkcentrum Bouw Veenkoloniën (€ 25.000) en Kennis Conversie Fonds (€ 120.000) zijn als gevolg van een te hoog ingeschat kasritme niet gerealiseerd en blijven beschikbaar binnen de reserve co-financiering Kompas. Verder is hier de niet geraamde afrekening van de bijdrage aan het project Energy Valley I verantwoord (- € 26.667). De middelen waren beschikbaar in de reserve cofinanciering Kompas en zijn onttrokken (verantwoord bij productgroep 0800). Organisatiekosten werkgroep Antheusprojecten saldo € 9.402. De werkgroep Antheus is per 1 januari 2006 opgeheven en heeft de werkzaamheden overgedragen aan de stichting Metal Park Delfzijl. Besloten is om aan deze stichting voor 2006 een subsidie te verlenen van € 10.000. Het restant van € 9.402 valt vrij ten gunste van de algemene middelen.
264
Productgroepnummer en -naam : 7201 Nutsvoorziening : Ondernemend Groningen
Programma Portefeuillehouder
: Essent: Calon;
Productverantwoordelijke
Waterbedrijf: Gerritsen/Musschenga : Janssens
Productgroepomschrijving Op bestuurlijk niveau zorg dragen voor voorwaarden ter realisering van een optimale nutsvoorziening.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • doelmatige organisatie van nutsvoorzieningen; • nutsvoorzieningen tegen zo laag mogelijke kosten voor de gebruiker; • efficiënt drinkwatergebruik. Geplande prestatie-indicatoren • wijze van organisatie nutsvoorzieningen; • hoogte kosten nutsvoorzieningen; • hoogte drinkwatergebruik.
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren Prestaties 2005:
Met betrekking tot Essent: Vanwege de bepalingen van de nieuwe gas- en elektriciteitswetten en het van toepassing zijnde structuurregime, dienen de aandeelhouders zich vrijwel volledig te onthouden van bemoeienis met de feitelijke bedrijfsuitoefening. Om deze reden kan geen opgave worden gedaan van prestatieindicatoren; zie ook de paragraaf "Verbonden partijen".
Essent • Omzet € 6,3 mrd • Netto resultaat € 526 mln • Medewerkers 11.200 Waterbedrijf Groningen • Omzet € 46,5 mln • Netto resultaat € 5,1 mln • Medewerkers 214
Afnemers/klanten • huishoudens, bedrijven en instellingen
Prioriteiten 2006
Essent Als gevolg van de invoering van de nieuwe Elektriciteitswet en Gaswet, verkeren Essent en de andere grote energiebedrijven in ons land sinds enkele jaren in een ingrijpend proces van reorganisatie en strategische heroriëntatie op de toekomst. De volledige liberalisering van de productie van, handel in en levering van stroom en gas, is in dit verband richtinggevend. Als gevolg van deze nieuwe wetgeving hebben de aandeelhouders van de grote Nederlandse energiebedrijven echter vrijwel alle inhoudelijke bevoegdheden met betrekking tot de electriciteits- en gasvoorziening verloren. Hun individuele zeggenschapsposities zijn bovendien sterk verwaterd door de recente fusies en overnames in deze sector. Deze ontwikkelingen zijn voor de directie van Essent aanleiding geweest voor het starten van een discussie met aandeelhouders ten aanzien van de wenselijkheid en vormgeving van een eventuele privatisering van de onderneming. Met dat doel is in de loop van 2001 een bijzondere commissie van
265
aandeelhouders van Essent ingesteld, waarin ook de provincie Groningen is vertegenwoordigd. De werkzaamheden van deze commissie moesten echter enige tijd worden opgeschort in verband met het opnieuw oplaaien van verschillende politieke discussies op rijksniveau ten aanzien van de gewenste toekomstige structuur van de energiesector en de positie daarin van de distributienetten voor elektriciteit en gas. Begin 2004 is in de daarbij ontstane patstelling een doorbraak bereikt door de bekendmaking van het kabinetsstandpunt terzake. Overeenkomstig dit standpunt zullen de bestaande Nederlandse energiebedrijven vóór 1 januari 2007 moeten worden opgesplitst en zal de directe eigendom van de regionale netwerkbedrijven moeten worden overgedragen aan de bestaande, provinciale en gemeentelijke aandeelhouders van de energiebedrijven. Na de opsplitsing van de huidige holding, mogen het productiebedrijf en het leveringsbedrijf van Essent volledig worden geprivatiseerd. Over de mogelijkheden tot gefaseerde en/of voorwaardelijke privatisering van het netwerkbedrijf van Essent na splitsing, bestaat momenteel nog geen duidelijkheid. Het bedoelde kabinetsvoornemen tot splitsing van de Nederlandse energiebedrijven, is inmiddels vertaald in een corresponderend wetsvoorstel dat in maart 2005 is toegezonden aan de Raad van State. Overigens is de definitieve besluitvorming inzake privatisering van de onderneming voorbehouden aan de algemene vergadering van aandeelhouders van Essent. De zeggenschap van de provincie Groningen daarin komt overeen met haar aandelenbelang van ongeveer 6 %.
Waterbedrijf In de in april 2002 aan de Tweede Kamer aangeboden Eigendomswet Waterbedrijven is ervoor gekozen de waterbedrijven in publieke handen te laten blijven. Een mogelijke fusie of overname is hiermee voorlopig van de baan. Wel werkt het Waterbedrijf Groningen nauw samen met Waterleidingmaatschappij Drenthe, bijvoorbeeld door een gedeelde ICT-afdeling en de oprichting van Waterlaboratorium Noord. Waterbedrijf Groningen moet, evenals andere nutsbedrijven, het publiek belang dienen. Naast het produceren van drinkwater bereidt Waterbedrijf Groningen ook de levering van (drink)water aan de industrie steeds verder uit.
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) • • • •
statutenwijziging Essent in verband met wijziging van het bestaande structuurregime; afhankelijk van besluitvorming inzake de splitsingswet, voorbereiding van volledige privatisering van de productie- en leveringsbedrijven van Essent; advisering Waterbedrijf Groningen; ontwikkeling projecten in samenwerking met Essent.
266
Beleidsverantwoording Prioriteiten/Uitgevoerde activiteiten Essent De parlementaire behandeling van het wetsvoorstel tot splitsing van de Nederlandse energiebedrijven is in 2006 afgerond. De uitkomst daarvan betekent dat het netwerkbedrijf van Essent niet behoeft te worden afgesplitst, tenzij de onafhankelijkheid van het netbeheer in gevaar zou komen als gevolg van bijv. omvangrijke buitenlandse activiteiten. Gevolg van een en ander is wel dat Essent als geintegreerd bedrijf (vooralsnog) niet geprivatiseerd kan worden middels bijv. een beursgang of een fusie met of overname door een buitenlands energiebedrijf. Tegen die achtergrond is in 2006 regelmatig overleg gevoerd tussen de aandeelhouderscommissie en de raden van bestuur en commissarissen van Essent m.b.t. het toekomstperspectief van de onderneming en de in dat verband bestaande, overige mogelijkheden voor een verdere schaalvergroting. Daarbij is tevens veel aandacht besteed aan o.a. een verbetering van de operational excellence van Essent, aan de mogelijkheden tot een beheersing van de huishoudelijke en industriele kosten van het energiegebruik en aan het behoud van het hoofdkantoor van Essent Kabelcom in de stad Groningen. Waterbedrijf Bij het Waterbedrijf Groningen zijn in het verslagjaar de ambities m.b.t. de levering van industriewater en het uitvoeren van rioleringstaken voor gemeenten, evenals een op deze ontwikkelingen toegesneden aanpassing van de organisatiestructuur, verder uitgewerkt. Verder is o.a. de nodige aandacht geschonken aan een intensivering van de bestaande samenwerking tussen het Waterbedrijf Groningen en het Waterleidingbedrijf Drenthe.
267
Middeleninzet Omschrijving
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
77.359
89.663
73.910
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
1.890.592 1.890.592
2.032.557 2.032.557
2.094.520 2.094.520
Totaal lasten
1.967.951
2.122.219
2.168.430
2.396.096
2.396.096
2.396.100
2.396.096
2.396.096
2.396.100
-428.145
-273.876
-227.670
lasten 2006 89.663
baten 2006
realisatie saldo 2006 89.663
raming saldo 2006 73.910
2.031.691 866
2.396.096
-364.405 866
-302.470 890
totaal deelneming nutsvoorzieningen
2.032.557
2.396.096
-363.539
-301.580
totaal nutsvoorzieningen
2.122.219
2.396.096
-273.876
-227.670
Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen Totaal baten Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
720100 Apparaatskosten 720101 Deelneming nutsvoorzieningen: - rentekosten deelneming Essent - rentekosten deeln. Waterbedr. Groningen
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 Rentekosten deelneming Essent saldo 61.939. Door een andere methodiek van de berekening van de omslagrente ontstaat een voordeel op de hier toegerekende kapitaallasten.
268
Productgroepnummer en -naam : 7301 Landinrichting Programma
: Ondernemend Groningen
Portefeuillehouder
: Bleker
Productverantwoordelijke
: Brenkman
Productgroepomschrijving Landinrichting is een instrument voor de uitvoering van ons beleid in het landelijk gebied en het overgangsgebied van stad en land. Het betreft vooral beleid gericht op de sectoren landbouw, natuur, recreatie, landschap en water. Landinrichting is een in 1996 gedecentraliseerde taak van het ministerie van LNV. De uitvoering wordt ter hand genomen door de Dienst Landelijk Gebied (DLG).
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten Door de brede inzet van het instrument landinrichting kunnen, in samenhang met het belang voor landbouw, water, natuur, landschap, recreatie en infrastructuur, eigendom, bestemming en inrichting van de grond worden gerealiseerd. Het Provinciaal OmgevingsPlan (POP) is naast het rijksbeleid uitgangspunt voor de inzet van landinrichting. In lopende landinrichtingsprojecten worden voor zover mogelijk de nieuwe beleidspunten zoals waterbeleid en realisering van de EHS, meegenomen. Geplande prestatie-indicatoren • Landinrichtingsprojecten: naar verwachting zullen 7 van de 11 projecten die in uitvoering zijn, vóór 2008 zijn afgerond; Uitwerking op projectniveau vindt plaats op basis van het Provinciaal UitvoeringsProgramma (PUP) en Subsidieregeling Gebiedsgericht Beleid (SGB) van het landelijk gebied. Het PUP gaat over het aanbod van de provincie Groningen aan de rijkspartners, welke prestaties wij willen en kunnen leveren met de middelen die het rijk daarvoor beschikbaar stelt. Behalve de rijksmiddelen worden ook provinciale middelen en bijdragen van derden ingezet. Voor zover mogelijk wordt getracht voor de uitvoering ook subsidies te verkrijgen. Nu afgezien is (delen van het) Westerkwartier op het voorbereidingsschema landinrichting te krijgen, wordt door de inzet van een kavelruilcoördinator getracht de agrarische structuur te verbeteren en daarnaast niet agrarische doelen zoals de EHS te realiseren. Ten vervolge op het landbouwstructuuronderzoek worden in de provincie kavelruilen gefaciliteerd teneinde de landbouwstructuur te verbeteren. Gewerkt wordt aan het voorbereiden van de landinrichtingsprojecten Binnen Aa en Meerstad. Middag-Humsterland is op de lijst van nationale landschappen geplaatst. In dat kader worden plannen ontwikkeld ter behoud van het landschap en om het
269
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • Getracht wordt om voor 2008 zoveel mogelijk klassieke landinrichtingsprojecten af te ronden. Omdat er echter vele bedenkingen tegen het plan van toedeling of lijstgeldelijke regelingen zijn ingediend is het de vraag of het aantal van 7 gehaald wordt. In 2006 is de HAK Oldambt afgesloten. Het PMJP 2007 - 2013 is eind 2006 door PS vastgesteld, zodat er in 2007 mee gewerkt kan worden. In 2006 is ca 700 ha via kavelruil van eigenaar gewisseld. Met name in Middag Humsterland en Westerkwartier wordt veel gebruik gemaakt van de kavelruilcoördinatoren. Onderzocht wordt of een planmatige, wettelijke aanpak van kavelruil in een tweetal gebieden van 1500 ha succesvol kan zijn. Met het voorbereiden van het landinrichtingsproject Binnen Aa wordt gewacht totdat er meer duidelijkheid is verkregen over de voor de uitvoering van werken benodigde grond Er is gestart met het begrenzen als nationaal landschap van het Groninger gedeelte van de Drentsche Aa.
landschap aantrekkelijker te maken. •
Waterbergingsgebieden: vaststellen plan van aanpak voor realisering van waterbergingsgebieden. Landinrichting wordt ook ingezet ter realisering van enkele waterbergingsgebieden. Dit zijn in het Oldambt Winschoten-Zuid en in Haren de Oostpolder en Onnerpolder. Het realiseren van de noodwaterbergingsgebieden gebeurt in samenspraak met en deels op kosten van het waterschap. Binnen Aa is geplaatst op het voorbereidingsschema. Thans wordt een plan uitgewerkt. In de Ulsderpolder worden boerderijen en landerijen verworven die op basis van flankerend beleid weer worden afgestoten.
•
Winschoten zuid, thans Tusschenwegen is opgeleverd. In de Onner- en Oostpolder is ca 235 ha verworven. Daarnaast hebben de landbouwers in het kader van het flankerend beleid in de Onner- en Oostpolder en de Ulsderpolder gebruik gemaakt van de mogelijkheid om hun hypotheek op de grond in deze polders bij de provincie onder te brengen. In de Ulsderpoder is in principe overeenstemming bereikt over de verkoop van de boerderijen Ulsda 2 en 5 met een deel van de bij de boerderijen behorende grond. De resterende grond zal in 2007 worden afgestoten.
Afnemers/klanten • burgers en andere (semi-)overheden
Prioriteiten 2006
Landinrichtingsblokken Afwerken van klassieke (oude) landinrichtingsblokken. Middelen worden ingezet ter voorfinanciering van verwerving van gronden en ter uitvoering van werken.
Landinrichting Inzet landinrichting/flankerend beleid ten behoeve van de (nood)waterbergingsgebieden in de: • Onner- en Oostpolder te Haren; • Ulsderpolder tussen Winschoten en Nieuweschans; • Binnen Aa ten noorden van Nieuweschans; • Winschoten-Zuid.
Ecologische HoofdStructuur (EHS) Naar aanleiding van het landbouwstructuuronderzoek inzet kavelruilcoördinator ten behoeve van verbetering van de agrarische structuur en realisering van niet agrarische doelen zoals de EHS.
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) • • •
inzetten van een kavelruilcoördinator ten behoeve van de verbetering van de landbouwstructuur en de realisering van niet agrarische doelen zoals EHS; maken van een waterstructuurplan voor het te verkavelen gebied in Meerstad als bouwsteen voor het op te stellen landinrichtingsplan Meerstad; in Haren vaststellen planuitwerking, opstellen en vaststellen begrenzingenplan; opstellen plan van toedeling en ter visie leggen;
270
• • • • • • • • • •
•
inzet van landinrichting (HAK Oldambt) om problematiek in de 'ring' rond de Blauwe Stad zoals de vaarverbinding tussen het Nieuwe Kanaal en het meer, recreatieve voorzieningen en realisering van de EHS; inzet Skippy voor kleinschalige inrichting van het landelijk gebied zoals realisering van EHS en van ontbrekende schakels in recreatieve voorzieningen; inzet instrument kavelruil met kavelcoördinator in ondermeer de niet her te verkavelen gebieden in Westerwolde, Middag-Humsterland en HAK Oldambt, maar ook op aanvraag van de landbouw in andere landbouwgebieden buiten landinrichting; uitwerken plan voor Binnen Aa; het herstel van landschapswaarden, aanleg recreatieve paden en verbetering van de agrarische structuur in Middag-Humsterland; realiseren van waterbergingsgebieden door de inzet van landinrichting; bij tekort rijksmiddelen voor verwerving ruilgrond in landinrichtingsprojecten voorfinanciering uit provinciale middelen; zoeken naar oplossingen om de klassiek (oude) landinrichtingsblokken versneld uit te voeren met voorfinanciering provincie; risicoverkenning bij overgang van landinrichting van rijk naar provincie en daarmee samenhangend positie landinrichtingscommissie en aanpassing van de wet (WILG); Per 1 januari 2007 zullen de Landinrichtingsmiddelen via het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) van het rijk naar de provincies worden overgeheveld. Dit betekent dat de provincie een regisseursrol krijgt toebedeeld en oppakt. De voorbereidingen ten aanzien van de implementatie zijn opgestart; Voor de eerste ILG-periode, van 2007 t/m 2013, wordt momenteel een Provinciaal MeerJarenProgramma (PMJP) opgesteld. De Landinrichtingsdoelen zullen hierin worden betrokken. In de maanden oktober t/m december 2005 zal het PMJP worden afgerond.
Toelichting/ontwikkelingen Het treffen van maatregelen in de waterbergingsgebieden die er toe moeten leiden dat ten tijde van ernstige waterbezwaar, water tijdelijk kan worden opgevangen. De inzet van landinrichting maakt het mogelijk dat gronden kunnen worden verworven en geruild en dat er verbetering van de landbouwstructuur en waterhuishouding kan plaatsvinden.
271
Beleidsverantwoording Prioriteiten Landinrichtingsblokken Gewerkt werd aan het afwerken van de klassieke (oude) landinrichtingsblokken. Door de vele ingediende bezwaarschriften tegen de lijst van geldelijke regelingen en/of plan van toedeling is het waarschijnlijk niet mogelijk om in 2007 7 van de 11 projecten af te ronden. Voor de herinrichting Haren is gebruik gemaakt van de mogelijkheid van voorfinanciering grondaankoop. Hierdoor kwam er voor de rest van de provincie meer financiële ruimte wat ertoe heeft geleid dat geen aankoopstop behoefde te worden ingesteld. Doordat eind 2006 voor het noorden extra geld beschikbaar kwam is de lening inmiddels weer afgelost. Van de mogelijkheid van voorfinanciering van uit te voeren werken behoefde geen gebruik te worden gemaakt. Landinrichting Inzet landinrichting / flankerend beleid ten behoeve van de (nood)waterbergingsgebieden in de: • In de Onner- en Oostpolder te Haren is ca. 235 ha grond verworven. Via het plan van toedeling en in overleg met het Groninger Landschap wordt gekeken om aaneengesloten gebieden te realiseren. Van de mogelijkheid om een hypotheek af te sluiten is door een 4 tal landbouwers gebruik gemaakt. • Ulsderpolder tussen Winschoten en Nieuwe Schans. Hier is in 2004 ca 142 ha verworven. Hiervan is over de verkoop van de beide bedrijfsgebouwen met de veredelingsbedrijven mondeling overeenstemming bereikt evenals over de verkoop van ca. 90 ha grond. De resterende grond is nodig voor de aanleg van kaden of wordt in 2007 verkocht. Van de mogelijkheid voor het afsluiten van een hypotheek is door een 6 tal landbouwers gebruik gemaakt. • De onderhandeling over de aankoop van de voor de uitvoering van werken benodigde gronden in het project Binnen Aa verlopen stroef. Zodra de gronden zijn verworven wordt bekeken of de inzet van landinrichting meerwaarde biedt. • Winschoten-Zuid is medio 2006 opgeleverd. Het gebied is ingericht als (nood) waterbergingsgebied annex natuurgebied. Ecologische Hoofdstructuur (EHS) Naar aanleiding van het landbouwstructuuronderzoek worden er kavelruilcoördinatoren ingezet ter verbetering van de agrarische structuur en de realisatie van niet agrarische doelen zoals EHS en (fiets)paden. Zo is in het Westerkwartier in 2006 ca. 700 ha van eigenaar veranderd. Opgestart is het onderzoek naar een tweetal gebieden van 1500 ha of planmatige, wettelijke aanpak van kavelruil succesvol kan zijn. Dit betreft met name kavelruilen ter verbetering van de agrarische structuur. Uitgevoerde activiteiten • de inzet van de kavelruilcoördinatoren in het Westerkwartier verloopt succesvol. In de kavelruilpilot waar het met name gaat om de verbetering van de agrarische structuur wordt gewerkt aan het winnen van vertrouwen. Ook voor de realisering van de Blauwe Stad en de EHS heeft kavelruil productief gewerkt. • In Meerstad werd voortgewerkt aan het waterbeheersingsplan zowel voor de waterafvoer, robuuste verbindingszone als (nood) waterberging. • Voor Appingedam - Delfzijl zijn de procedures rond is de planuitwerking, begrenzingenplan afgerond. Het plan van toedeling heeft ter visie gelegen. Gewerkt wordt aan de weerlegging van de bezwaarschriften. Er is een concreet voorstel ontwikkeld voor de natuurcompensatie ivm. de omlegging van de N33. • In Haren is de planuitwerking mede op verzoek van het waterschap nog niet uitgewerkt. In de planuitwerking zullen ook de kades voor de noodwaterberging worden opgenomen. Zodra hierover meer duidelijkheid is zal de procedure worden opgestart. • De HAK Oldambt is eind 2006 afgesloten omdat de realisering van de zuidoosthoek op basis van particulier natuurbeheer plaatsvindt. Voor de zaken in de ring kon de HAK geen meerwaarde bieden temeer daar er geen middelen voor beschikbaar zijn vanuit landinrichting. De vaarverbinding Blauwe Stadmeer naar Hondhalstermeer wordt verder uitgewerkt zodra hiervoor middelen beschikbaar zijn. • Van de regeling Skippy is in 2006 niet gebruikt. • Kavelruil zie eerste aandachtspunt • In Middag Humsterland is gewerkt aan het herstel van de landschappelijke waarden en het
272
• • •
• •
vrijmaken van grond middels kavelruil voor de aan van recreatieve paden. Daarnaast wordt ook gewerkt aan de verbetering van de agrarische structuur. Het plan van Binnen Aa zal verder worden uitgewerkt zodra het gebied waar de feitelijke wateropslag moet plaatsvinden is verworven. In de Onner- en Oostpolder wordt de herinrichting gebruikt om de verworven gronden op de juiste plaats te krijgen. Mogelijk dat in de Ulsderpolder nog een kavelruil zal plaatsvinden zodra alle gronden zijn verkocht. De voorfinanciering in het kader van aankoop van grond heeft zeker aan zijn doel voldaan. Daardoor was er in de provincie geen aankoopstop. Dat de lening aan het eind van het jaar weer is afgelost kwam door de meevaller omdat er plotseling nog extra rijksmiddelen beschikbaar werden gesteld. De voorfinanciering van uit te voeren werken heeft niet plaatsgevonden. Het PMJP is 20 december 2006 inclusief de subsidiekaders door PS vastgesteld. Een 40-tal subsidieregelingen zijn opgenomen in het PMJP. De WILG is 5 december door de 1e kamer vastgesteld en is ingaande 1 januari 2007 van kracht. Daardoor krijgen de provincies de regisseursrol in het landelijk gebied toebedeeld.
273
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
645.840
462.696
472.926
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
230.569
253.366 5.375
249.806 35.000
230.569
258.741
284.806
Totaal lasten
876.409
721.437
757.732
4.272 2.539
10.153
6.811
10.153
1.460
869.598
711.283
756.272
baten 2006
realisatie saldo 2006 462.696
raming saldo 2006 472.926
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen Totaal baten Saldo lasten en baten
1.460
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006 462.696
730100 Apparaatskosten 730101 Algemeen: - advertentiekosten landinrichting
1.368
totaal algemeen
1.368
730102 Beleidsontwikkeling: - afwikkeling voorgaande jaren - diverse kosten landinrichting - IPO meerjarenprogramma landelijk gebied - kosten platform landelijk gebied - kavelruil, landinrichting - overbrugging kavelcommissie - grondpot kortlopende landinr.projecten - Middag Humsterland - kleinschalige kavelruil versnelling landinr. - bijdr. Rijk advertentiekosten landinrichting - kosten projecten ILG (implementatie)
5.061 11.045 4.964 64.598 59.133 62.534 9.918 5.375
5.061 11.045
10.153
36.114
4.964 54.445 59.133 62.534 9.918 5.375
9.935 2.531 4.452 50.520 31.000 100.000 50.000 35.000 -1.460
36.114
totaal beleidsontwikkeling
258.741
10.153
248.588
281.978
totaal landinrichting
721.437
10.153
711.283
756.272
274
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 Het saldo op deze productgroep is € 44.989 voordeliger dan geraamd. Er zijn geen advertentiekosten voor landinrichting geweest, omdat er geen advertenties zijn geplaatst. De lasten voor de landinrichting waren hoger als gevolg van de IPO-implementatie voor ILG. De lasten voor de overbrugging kavelruilcommissie waren € 28.133 hoger dan geraamd, aangezien er meer werkzaamheden zijn uitgevoerd door een externe adviseur. Maar de lasten van de kleinschalige kavelruil landinrichting zijn € 29.625 lager dan geraamd. De lasten voor de grondpot kortlopende landinrichtingsprojecten waren € 37.466 lager dan geraamd. De lasten worden gedekt vanuit de reserve ESFI. In 2006 hebben minder grondaankopen plaatsgevonden door het DLG, waardoor de bijdrage lager was. Op het krediet Middag Humsterland is een verschil van de realisatie t.o.v. de raming ontstaan van € 40.082. Het betreft hier provinciale cofinanciering die gekoppeld is aan het Uitvoerings Contract. De projecten die hier bij horen, zullen voornamelijk in 2007 worden uitgevoerd met een uitloop naar 2008. Dit bedrag wordt overgeboekt naar 2007. De projectkosten (€ 36.114)voor de implementatie van ILG waren niet geraamd, aangezien het gaat om een nieuw programma. De lasten hiervan worden gedekt vanuit de MT-buffer.
275
Productgroepnummer en -naam : 7302 Landbouw Programma
: Ondernemend Groningen
Portefeuillehouder
: Bleker
Productverantwoordelijke
: Janssens
Productgroepomschrijving Het, in overleg met de agrarische sector, ontwikkelen en uitvoeren van beleid dat gericht is op handhaving en versterking van de marktpositie van de regionale primaire landbouw en agribusiness. Het ontwikkelen c.q. stimuleren van initiatieven die de marktpositie versterken. Hierbij wordt in het oog gehouden dat een florerende agrarische sector van grote betekenis is voor het landelijk gebied en de leefbaarheid van het platteland. Duurzaamheid is een belangrijke leidraad binnen het landbouwbeleid. Het beleid voor milieuvriendelijke landbouw wordt geïntensiveerd in de in het Provinciaal Omgevingsplan aangegeven 'beschermingsgebieden'. De landbouw is een belangrijke sector voor de noordelijke economie. Noord-Nederland wordt gezien als belangrijk onderdeel van de nationale landbouwruimte voor deze eeuw. Het belang van onze regio voor de ontwikkeling van land- en tuinbouw wordt ook door de rijksoverheid onderkend, bijvoorbeeld in de Nota Ruimte. De landbouw is voortdurend op zoek naar mogelijkheden om zich qua inkomen minder afhankelijk te maken van de beperkingen van het Europese markt- en inkomensbeleid. In sommige regio's worden daarvoor voor een aantal bedrijven oplossingen in verbreding, dat wil zeggen het uitbreiden van het landbouwbedrijf met een andere activiteit (bijvoorbeeld natuurbeheer, toerisme, zorg) gezocht. Maar voor het grootste deel van de bedrijven in de provincie moeten oplossingen worden gezocht in 'versterking' en 'vernieuwing' van de sector. Het faciliteren van schaalvergroting door middel van structuurversterking is een belangrijke toekomstrichting. Daarnaast valt ook te denken aan het introduceren van (arbeidsintensieve) tuinbouwteelten zoals de boomteelt, bollenteelt en glastuinbouw. Versterking en vernieuwing zijn, naast verbreding, ook de centrale landbouwthema's in het 'Kompas voor het Noorden'. Daarnaast streeft de provincie naar duurzame landbouw vanuit het oogpunt van natuur en milieu. Daarom wil zij middelen beschikbaar stellen voor projecten gericht op behoud en versterking van natuuren milieukwaliteiten in de land- en tuinbouw.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • behoud en mogelijke uitbreiding agrarische werkgelegenheid; • sterke (markt)positie van de agrarische sector; • ruimte voor grootschalige en verbrede landbouw; • versterkte agrarische structuren. Geplande prestatie-indicatoren • behoud van werkgelegenheid: 12.000 direct en 10.000 indirect in 2006; • marktpositie: behoud of verhoging van toegevoegde waarde (2002: € 329 miljoen); • 3 projecten in het kader van versterking van de agrarische sector; • 1 project in het kader van vernieuwing van de agrarische sector; • 1 project in het kader van verbreding van de agrarische sector; • 1 project gericht op verduurzaming landbouw;
276
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren** • 8.942 direct en 8.500 indirect; •
toegevoegde waarde 2003: € 327 miljoen;
• •
comfort class veehouderij, optimalisering in de landbouw, tarraborstels project; energie in de graanrepubliek;
•
dieselolie uit stro;
•
La Passione (Beyond Organic);
• • •
2 projecten gericht op regionale kennisontwikkeling; 2 projecten agribusiness (niet zijnde primaire sector); afronding bestemmingsplanwijziging in het kader van glastuinbouwproject Eemsmond.
•
Perceel centraal, demo hoofdgrondbewerking;
•
haalbaarheidsonderzoek Suiker Unie, Tarraborstels; ligt nu bij de gemeente ter goedkeuring.
•
Afnemers/klanten agrarische bedrijven, onderwijsinstellingen, kennis-/onderzoekscentra en LTO Noord ** In het verleden werden de cijfers van het cbs gehanteerd. Deze gedetailleerde cijfers zijn pas jaren later klaar. Daarom is vanaf nu gekozen voor eigen, actuelere cijfers. De overstap nu, maakt het verschil extra groot. De schaalvergroting veroorzaakt een aanzienlijk deel van de afname.
Prioriteiten 2006
Versterking, Vernieuwing en Verbreding van de agrarische sector
€ 434.600
Ook in 2006 blijven we ons inzetten voor versterking, vernieuwing en verbreding van de agrarische sector. Dit willen we doen door ondersteuning en initiatie van projectmatige activiteiten op het gebied van: • schaalvergroting; • nieuwe teelten; • kostprijsverlaging en productieverhoging • agrarische structuren; • duurzaamheid. Glastuinbouw Eemsmond Samen met de gemeente Eemsmond zullen wij in 2006 de volgende activiteiten oppakken: • aanpassen van bestemmingsplan; • acquireren van tuinders; • verwerven van grond; • aanleggen van de infrastructuur in het plangebied. Kennisstructuur/regionaal praktijkonderzoek Van cruciaal belang voor een goed functionerende agrarische sector is een goed geoliede kennisstructuur. Vitaal onderdeel hiervan is het regionale praktijkonderzoek. Deze instellingen verrichten onderzoek dat specifiek van belang is voor de regio. Wij willen het agrarische kennisnetwerk, en met name het regionale praktijkonderzoek, blijven ondersteunen. Deze ondersteuning zal plaatsvinden middels projectondersteuning. Agribusiness In 2006 zullen wij verder gaan met de concrete uitvoering van het innovatie- en speerpuntenbeleid uit de nota "Werken aan economische groei, beleidsagenda economie 2004-2008". In de agenda is onder andere de speerpuntsector Agribusiness opgenomen. Naast het actief participeren in netwerken, bestaan onze activiteiten in dezen met name uit het verwerven van projecten en projectielen en het meeontwikkelen en subsidiegereed maken van projecten. Doelstelling van deze activiteiten is het faciliteren van de verdere ontwikkeling van de speerpuntsectoren en in het kielzog hiervan toeleverende en afnemende bedrijven. Door deze aanpak willen wij de werkgelegenheidsontwikkeling voor zowel hoog- als lagergekwalificeerde arbeid positief beïnvloeden.
277
Biologische landbouw
€ 75.000
Een specifiek onderdeel vormt de biologische landbouw; op basis van het bestuursprogramma 20032007 zijn voor biologische landbouw financiële middelen gereserveerd. Met dit geld worden projecten opgestart of ondersteund. Doel is een toename van het aantal biologische bedrijven en het areaal biologische landbouw, waarbij we minimaal het landelijk gemiddelde willen bereiken.
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) • • • • •
•
ontwikkelen en uitvoeren van projecten t.b.v. versterking, vernieuwing en verbreding van de sector; ontwikkelen en uitvoeren van projecten gericht op behoud en versterking van natuur- en milieukwaliteiten in landbouw- en tuinbouw; inzetten op kennisontwikkeling, ketenontwikkeling en afzetbevordering; uitvoeren activiteiten in kader van landbouwnotitie "B(l)oeiend Groningen"; glastuinbouw: samen met gemeente Eemsmond aanpassen van bestemmingsplan, acquireren van tuinders, verwerven van grond, aanleggen van de infrastructuur in het plangebied; inzetten op agribusiness (niet zijnde primaire sector).
Beleidsverantwoording Prioriteiten/Uitgevoerde activiteiten Versterking, vernieuwing en verbreding agrarische sector De landbouw is voortdurend op zoek naar mogelijkheden om zich qua inkomen minder afhankelijk te maken van het Europese markt- en inkomensbeleid. In sommige regio's zijn daarvoor, voor een aantal bedrijven, oplossingen te vinden in verbreding, dat wil zeggen het landbouwbedrijf uitbreiden met een andere activiteit (bijvoorbeeld natuurbeheer, toerisme of zorg). Voor het grootste deel van de bedrijven in de provincie moet de oplossing worden gezocht in versterking en vernieuwing van de sector. Versterking, vernieuwing en verbreding zijn de drie centrale landbouwthema's in het 'Kompas van het Noorden'. In het in opdracht van ons uitgevoerde landbouwstructuuronderzoek, komt met name schaalvergroting en kostenverlaging als centraal thema naar voren. Wij streven naar een landbouw die vanuit het oogpunt van economie en milieu duurzaam is. Daarom hebben wij middelen ter beschikking gesteld voor projecten gericht op het behoud en versterking van natuur- en milieukwaliteiten in de land- en tuinbouw. Met name in bepaalde regio's wordt gezocht naar mogelijkheden om de activiteiten van landbouwbedrijven te verbreden om zo enerzijds extra inkomen te verwerven en anderzijds een bijdrage te leveren aan maatschappelijke doelstellingen (bijv. op het gebied van natuur, landschap, toerisme en zorg). Voor versterking, verbreding en vernieuwing was in 2006 een budget van € 435.000 beschikbaar. Onder andere hebben wij bijgedragen aan projecten op het gebied van: 1. biodiversiteit 2. bemesting 3. bedrijfshygiëne 4. bedrijfsplanning 5. schaalvergroting 6. kleine teelten 7. energieopwekking Glastuinbouw Eemsmond In 2006 is veel tijd en energie gestoken in diverse onderdelen van het project. Zo hebben PS in hun laatste vergadering van 2006 ingestemd met het voorstel aangaande het oprichten van een B.V. en het opzetten van een optieregeling. Ook het uitvoeren van (extra) onderzoek in het kader van de Natuurbeschermingswet heeft veel tijd in beslag genomen. Het Ontwerp-Bestemmingsplan ligt nu bij de gemeente Eemsmond voor een verdere stap in de procedure. Kennisstructuur en regionaal praktijkonderzoek
278
Een goede kennisstructuur is van belang voor de agrarische sector. Een belangrijk onderdeel van de kennisstructuur is het regionale praktijkonderzoek, beter bekend als proefboerderijen en proeftuinen. Deze instellingen verrichten onderzoek wat speciaal gericht is op de problematiek in de regio. Daarnaast vormen ze een centrum voor voorlichting en demonstratie en een punt waar ondernemers elkaar ontmoeten en informatie uitwisselen. Ook ontplooien de proefboerderijen zich als een ontmoetingspunt tussen boeren en burgers, op deze manier wordt een bijdrage geleverd aan een goed maatschappelijke inbedding van de agrarische sector. Wij hebben het praktijkonderzoek ondersteund door middel van projectfinanciering. Agribusiness In 2006 hebben wij verder gewerkt aan de uitvoering van het innovatie- en speerpuntenbeleid uit de nota "Werken aan economische groei, beleidsagenda economie 2004-2008". In de agenda is onder andere de speerpuntsector Agribusiness opgenomen. De activiteiten in 2006 waren voor een belangrijk deel gericht op de suikersector. Agribusiness is tevens als speerpuntsector opgenomen in Koers Noord (Kompas II) en Operationeel Programma EFRO. In 2006 is op dit terrein aan 7 projecten een financiële bijdrage verleend. Biologische landbouw Op basis van het bestuursprogramma 2003-2007 hebben wij voor biologische landbouw aparte financiële middelen gereserveerd. Doel is een toename van het aantal bedrijven, het areaal biologische landbouw en versterking van de biologische keten. Het biologisch areaal is in 2005 met 20% gegroeid tot een totaal van 4.689 ha (cijfers over 2006 zijn nog niet beschikbaar). In Groningen is de sector hiermee sneller gegroeid dan in andere provincies. Het aandeel biologische landbouw in Groningen is nu 2,8%. In 2006 was er € 75.000 beschikbaar voor projecten ter stimulering van biologische landbouw in de provincie Groningen. Dit geld hebben wij onder andere aangewend voor het project "Stimulering biologische landbouw Noord-Nederland". Tevens zijn projecten opgestart of ondersteund die de promotor biologische landbouw aangedragen heeft. Hierbij hebben wij ons met name gericht op de verwerking en afzet van biologische producten.
279
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten Totaal lasten Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen Totaal baten Saldo lasten en baten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
546.861
441.004
395.910
450.792 64.909
601.426
764.235
515.701
601.426
764.235
1.062.562
1.042.430
1.160.145
42.905
37.370
43.919
42.905
37.370
43.919
1.019.657
1.005.060
1.116.226
baten 2006
realisatie saldo 2006 441.004
raming saldo 2006 395.910
440.898 38.917 22.604 60.047 -34.360 35.950
434.600 31.081 80.000 74.635
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
730200 Apparaatskosten
lasten 2006 441.004
730201 Landbouw: - versterking, vernieuwing agrarische sector - biologische landbouw - glastuinbouw ontwikkeling Eemsmondgebied - div. projecten cofinanciering Kompas - afwikkeling voorgaande jaren - glastuinbouw Eemsmond
440.898 76.287 22.604 60.047 -34.360 35.950
37.370
100.000
totaal landbouw
601.426
37.370
564.056
720.316
totaal landbouw
1.042.430
37.370
1.005.060
1.116.226
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 Biologische landbouw saldo -€ 7.386. Dit saldo wordt met name veroorzaakt door een lagere vergoeding voor de werkzaamheden van de medewerker landbouw dan geraamd. Glastuinbouw ontwikkeling Eemsmondgebied saldo € 57.396. Glastuinbouw Eemsmond saldo € 64.050. De kosten zijn als gevolg van vertraging van planologische procedures lager geweest dan verwacht. Dit heeft een lagere onttrekking uit de reserve cofinanciering tot gevolg. De middelen blijven binnen deze reserve beschikbaar (verantwoord bij productgroep 0800). Bijdrage Fonds Co-financiering Kompas Landbouw saldo € 14.588.
280
Dit restant wordt veroorzaakt door een te positief ingeschat kasritme van de geraamde bijdrage aan het project Eco Melkgeiten Westerwolde. Dit heeft een lagere onttrekking uit de reserve cofinanciering Kompas tot gevolg. De middelen blijven binnen deze reserve beschikbaar (verantwoord bij productgroep 0800). Afwikkeling voorgaande jaren Landbouw saldo € 34.360. Dit betreft vrijval door afboeking van diverse oude verplichtingen.
281
282
8. Welzijn No.
Omschrijving functie/productgroep
lasten 2006
baten 2006
realisatie saldo 2006
raming saldo 2006
8.0 8001 8003 8005
Welzijn, algemeen Ontwikkeling en ondersteuning welzijn Media Asielzoekers
5.629.505 7.893.830 117.225
385.139 16.609
5.244.366 7.877.221 117.225
6.854.755 7.645.371 83.782
13.640.560
401.748
13.238.812
14.583.908
Educatie Studiefonds Onderwijsbeleid
83.982 620.764
22.992
83.982 597.772
91.382 580.391
Totaal functie 8.1
704.746
22.992
681.754
671.773
Lichamelijke vorming en sport Sport
872.200
113.445
758.755
872.233
Totaal functie 8.2
872.200
113.445
758.755
872.233
Kunst en oudheidkunde Creatieve netwerken Het verhaal van Groningen Dynamiek in de kunst stad en regio
1.824.392 3.010.353 2.885.324
503.718 31.474 242.539
1.320.674 2.978.879 2.642.784
1.434.342 3.324.455 2.931.978
Totaal functie 8.3
7.720.069
777.732
6.942.337
7.690.775
Sociaal-cultureel werk en ontwikkeling Bibliotheek
3.439.061
609.332
2.829.729
2.828.372
Totaal functie 8.4
3.439.061
609.332
2.829.729
2.828.372
Totaal functie 8.0 8.1 8101 8102
8.2 8201
8.3 8310 8311 8312
8.4 8401
8.5 8501
8.6 8601
8.7 8701
8.8 8801
Maatschappelijke voorzieningen Maatschappelijke voorzieningen
130.944
130.944
145.212
Totaal functie 8.5
130.944
130.944
145.212
Volksgezondheid Volksgezondheid
270.396
270.396
154.423
Totaal functie 8.6
270.396
270.396
154.423
Ouderenzorg Wonen welzijn zorg kwetsbare groepen
763.038
763.038
397.869
Totaal functie 8.7
763.038
763.038
397.869
Jeugdhulpverlening Jeugdzorg
Totaal hoofdfunctie 8
283
38.865.998
37.609.911
1.256.087
1.364.330
38.865.998
37.609.911
1.256.087
1.364.330
66.407.011
39.535.160
26.871.851
28.708.894
284
Productgroepnummer en -naam : 8001 Ontwikkeling en ondersteuning welzijn Programma
: Welzijn, sociaal beleid, cultuur
Portefeuillehouder
: Mulder
Productverantwoordelijke
: Goutier
Productgroepomschrijving De provincie Groningen meet zich op het gebied van welzijn een actieve rol aan. Het is belangrijk te investeren in de sociale infrastructuur van de provincie en deze te verbeteren en te versterken. Dit alles om de leefbaarheid in de provincie te vergroten en de burgers maatschappelijk betrokken te maken. De gebiedsgerichte aanpak is een goede methode om samen met de Groninger gemeenten aan de sociale infrastructuur te werken. Projecten die uit deze gebiedsgerichte aanpak komen beantwoorden aan lokale vragen. Bovenlokaal werkt de provincie samen met organisaties een vijftal provinciale speerpunten uit. Onder het thema welzijnsbeleid valt naast het bovenstaande ook het zorgvragersbeleid (patiënten- en consumenten, het beleid met betrekking tot mondiale bewustwording en jongerenparticipatie). Voor het begrotingsjaar 2006 wordt ook het sociaal rapport - dat in 2007 zal verschijnen - in beeld gebracht. Het uitbrengen van dit rapport dient meerdere doelen: 1) het vormt input voor het welzijnsbeleid voor de periode 2009-2012; 2) het past binnen het in IPO-verband afgesproken traject van de commissie Simons over het uitbrengen van een periodieke sociale rapport en het organiseren van sociale debatten; 3) het vormt handreikingen voor de politiek in de aanloop naar de Statenverkiezingen van maart 2007.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten 1. versterken van de sociale infrastructuur in de provincie waardoor burgers volwaardig aan het maatschappelijk leven kunnen deelnemen; 2. het slechten van participatiedrempels en het bevorderen van integratie; 3. behoud en bevordering van de leefbaarheid door het zoveel mogelijk behouden en bundelen van sociale voorzieningen en accommodaties; 4. vergroten van de veiligheid binnen relaties door het terugdringen van huiselijk geweld; 5. vergroten van de invloed van zorgvragers met een beperking of een handicap op het terrein van welzijn en zorg door patiënten- en consumentenbeleid; 6. vergroten van de maatschappelijke betrokkenheid van burgers bij mondiale bewustwording; 7. het informeren van jongeren over en te betrekken bij de activiteiten en bestuur van de provincie en op langere termijn het ontstaan van een positieve houding van jongeren ten aanzien van het bestuur van de provincie; 8. het cijfermatig in beeld brengen van (lokale) sociale ontwikkelingen in de afgelopen jaren. Geplande prestatie-indicatoren ad 1. t/m 4. • uitvoering van 6 geografische door gemeenten en provincie goedgekeurde gebiedsprogramma's en 1 functioneel programma (G6-gemeenten);
•
Monitoring processen lokaal sociaal beleid;
285
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • De gebiedsprogramma's zijn uitgevoerd op basis van de bestuurlijk vastgestelde jaarplannen. In ieder gebied wordt aan een aantal thema's gewerkt. Daarnaast is het G6 programma uitgevoerd. In 2006 is een rapportage over het gebiedsgericht werken in 2005 verschenen. • De werkgroep monitoring processen in het G6 gebied is ingesteld en is gestart met de voorbereiding van een plan van aanpak om meer eenduidigheid te brengen in verschillende vormen van monitoring.
•
25 vrijwilligersorganisaties winnen informatie en/of advies in bij het kenniscentrum vrijwilligers;
•
in de helft van de Groninger gemeenten worden lokale cliëntenraden geformeerd met ondersteuning van het provinciale platform cliëntenraden sociale zekerheid; binnen de kaders van de bijdrageregeling multifunctionele gebouwen 2003-2007 worden 5 multifunctionele centra gerealiseerd;
•
•
huiselijk geweld/ouderenmishandeling: 10 voorlichtingsbijeenkomsten, realisatie 2 gemeentelijke netwerken ouderenmishandeling, 4 bijeenkomsten consultatienetwerk ouderenmishandeling;
•
organiseren 1 publiekscampagne huiselijk geweld;
•
realisatie provinciaal advies- en steunpunt huiselijk geweld; implementatie pilot ouderenmishandeling model Leek in 4 gemeenten; op 6 v.o.-scholen opstellen van plannen 'jongeren, school en veiligheid';
• •
•
op 2 scholen opstarten van een pilot peer mediation;
•
dorpshuizen- en speelruimtebeleid: 1 conferentie; 4 nieuwsbrieven over speelruimte, 5 themabijeenkomsten; 300 leerlingen worden door het project vrijwilligersstage in het onderwijs bereikt en bemiddeld naar vrijwilligerswerk; uitreiking van 1 vrijwilligersprijs en 1 toekomstprijs.
• •
ad 5. • opstellen 1 notitie zorgvragersbeleid;
• Gerealiseerd. In samenwerking met Stiel/De vrijwilligerszaak en het Platform Maatschappelijk Ondernemen Groningen (PMOG), is een forse impuls gegeven aan de ondersteuning van het vrijwilligerswerk. De portal www.vrijwilligersgroningen.nl functioneert en hier worden de meest uiteenlopende vragen voorgelegd en beantwoord. • Gerealiseerd. Het platform biedt ondersteuning en is in gesprek met gemeenten/organisaties om het aantal cliëntenraden uit te breiden. • Gerealiseerd. In 2006 zijn 8 aanvragen gehonoreerd: Vlagtwedde, Nieuw Scheemda, Termunterzijl/Termunten, Aduard, Thesinge, Middelstum en onder voorbehoud Opende en Garrelsweer. Totaal zijn in de periode 2004 t/m 2006 bijdragen verstrekt t.b.v. de realisatie van in totaal 21 (+2) multifunctionele gebouwen • In 2006 is er een nieuw meldpunt ouderenmishandeling geopend in Winschoten/Bellingwedde. Leek en Vlagtwedde hadden al zo'n meldpunt. Daarnaast zijn er in 13 gemeenten aanspreekpunten ouderenmishandeling. Er zijn aan 22 cursisten het certificaat voor de cursus Signalering en aanpak van ouderenmishandeling uitgereikt. Er zijn 24 voorlichtingsbijeenkomsten gehouden en vier bijeenkomsten van het consultatienetwerk. • Er zijn voorbereidingen getroffen voor een publiekscampagne in het voorjaar van 2007 die gericht is op jongeren. • Het provinciaal Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld is eind 2005 van start gegaan. • Dit is gerealiseerd. • De trajecten 'jongeren, school en veiligheid' op 6 v.o. scholen binnen het speerpunt jeugd en veiligheid zijn afgerond; de begeleiding van de actieplannen wordt voortgezet binnen de kaders van Halt en GGD; • De in 2005 opgestarte 2 pilotprojecten peermediation zijn in 2006 geïmplementeerd; voorbereidingen voor start peermediation op 4 nieuwe scholen. • Gerealiseerd. • Gerealiseerd. Het project wordt uitgevoerd i.s.m. het Alfa College, Noorderpoortcollege en AOCTerra en verloopt volgens planning. • Gerealiseerd. In 2006 is gekozen voor het uitreiken van 3 prijzen van elk € 3.000. Winnaars in 2006: Hospice Winschoten (beste vrijwilligersorganisatie), New Attraction (voor en door jongeren) en Voorleesproject Humanitas (beste vernieuwende initiatief). • De notitie zorgvragersbeleid is op 19 december 2006 als concept door G.S vastgesteld.
286
•
• Het VIP, het door cliëntenorganisaties uitgevoerde vraag en informatiepunt GGZ heeft met een provinciale subsidie deelgenomen aan de pilots cliëntondersteuning in Winsum en de Marne.
ondersteuning cliëntenorganisaties die op lokaal niveau hun mening geven over uitvoering WMO in 2 pilots.
ad 7. • handhaven van contacten die met ± 1.500 jongeren zijn gelegd door middel van 1 SMSpoll en naar aanleiding hiervan 1 persconferentie; •
1 meeting waar 100 vmbo-jongeren aan deelnemen;
•
3 verschillende panels met jongeren;
•
tenslotte wordt verwezen naar de verschillende gebiedsprogramma's en het uitvoeringsprogramma van de provinciale speerpunten. ad 8. • het uitbrengen van een sociaal rapport 2007
• Handhaving met (scholen)netwerk via persoonlijk contact in plaats van SMS, gezien het verouderen van de database. Door middel van bezoek aan scholen en het uitnodigen van jongeren is er contact geweest met ca. 800 jongeren. • Er heeft een VMBO- meeting plaatsgevonden waar 150 jongeren aan hebben deelgenomen en hebben meegedacht over 4 onderwerpen die ze zelf mochten bepalen. • Heeft plaatsgevonden. Jongerenparticipatie geactiveerd in de gebieden - Jongeren hebben meegedacht met het CMO over de volgende onderwerpen - “campagne sexueelgeweld/loverboys”. - onderwerpen voor een VMBO-meeting. - meerjarenplan 2007-2009. Jongerenparticipatie is geactiveerd in de gebieden • Team jongerenparticipatie is begonnen om hulp te bieden aan o.a. gemeente Leek en Scheemda om jongerenparticipatie in eigen gemeente op te starten. • Het Sociaal Rapport is op 19 december 2006 door G.S/ vastgesteld
Afnemers/klanten • Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling Groningen (CMO) • Provinciale en lokale (welzijns)organisaties • Onderwijsinstellingen • Organisaties voor huiselijk geweld • Bureau HALT/ GGD • Provinciale afdeling Arme kant Groningen/Drenthe • Provinciaal platform cliëntenraden sociale zekerheid • PMOG • Toevluchtsoord • Zorgvragersorganisaties (SPC, PCG, PFvO, OSO, CVVG, GGz) • COS Groningen • diverse gemeenten en maatschappelijke organisaties • jongeren tussen de 12 en 18 jaar en voortgezet onderwijs
287
Prioriteiten 2006
1) Continueren gebiedsgericht werken met Groninger gemeenten in zestal gebieden en 2) één functionele regio (G6 lokaal sociale herstructurering)
€ 540.000 € 502.100
In het beleidsplan welzijn 2005-2008 Wel(en)levend Groningen is besloten het gebiedsgericht werken voor de periode 2005-2008 te continueren. De methode gebiedsgericht werken stoelt op een nauwe samenwerking met Groninger gemeenten. Doel is in gezamenlijkheid lokale knelpunten in beeld te brengen en op te lossen zodat hierdoor de sociale infrastructuur wordt verbeterd. Door de zes grote gemeenten in de provincie wordt een functionele regio gevormd, te weten de G6, deze regio richt zich op sociale herstructurering van wijken. Ook in deze G6 participeert de provincie zowel in menskracht als financieel.
Uitvoering provinciale speerpunten wonen-welzijn-zorg, armoede, vrijwilligerswerk, jeugd&veiligheid, huiselijk geweld
€ 580.700
De provinciale speerpunten maken eveneens onderdeel uit van het provinciaal welzijnsbeleid 2005-2008. Door middel van de provinciale speerpunten wil de provincie bovenlokale vraagstukken oppakken en in gezamenlijkheid met derden uitvoeren.
Subsidiëren van zorgvragersorganisaties en opstellen notitie zorgvragersbeleid
€ 841.800
De provincie heeft een structurele subsidieverhouding met de stichting Regionaal Patiënten- en ConsumentenPlatform (RPCP, voorheen SPC) en de daaraan gelieerde koepelorganisaties. Deze organisatie draagt zorg voor de belangenbehartiging en ondersteuning van patiënten en consumenten in onze provincie. De komst van de WMO per juli 2006 verandert de positie van patiënten en consumenten; het accent van hun belangenbehartiging komt daarmee sterker op het lokale niveau te liggen. De provincie wil door middel van een notitie zorgvragersbeleid inzicht krijgen in de wijze waarop de belangen van zorgvragers op individueel, lokaal en regionaal/provinciaal niveau het beste gediend kunnen worden, en wat voor gevolgen dat heeft voor de functies en taken van het RPCP.
Uitbrengen sociaal rapport 2007
€ 75.000
In 2005 is het eerste sociaal rapport voor de provincie Groningen uitgebracht. Dit rapport is uitgebracht in het kader van de commissie Simons waarover in IPO-verband afspraken zijn gemaakt. Het sociaal rapport heeft mede gediend als input voor het beleidsplan Welzijn Wel(en)levend Groningen 2005-2008. In IPO-verband is afgesproken het sociaal rapport periodiek (eens per twee jaar) uit te brengen, dat wil zeggen het tweede rapport in 2007. Wanneer het rapport in 2007 verschijnt kan het tegelijkertijd weer dienen als input voor het welzijnsbeleid 2009-2012 en tenslotte kan het voor 2007 dienen als politiek document in de aanloop naar de Statenverkiezingen.
288
Subsidiëren van COS Groningen en anderen voor projecten ten behoeve van mondiale bewustwording
€ 107.000
Mondiale bewustwording is naar het oordeel van de provincie belangrijk. Via een budgetafspraak met het COS Groningen wordt invulling geven aan uitvoering van beleid voor mondiale bewustwording. Daarnaast beschikt de provincie over een activiteitenbudget mondiale bewustwording (€ 40.000) waaruit incidentele activiteiten op het gebied van mondiale bewustwording worden bekostigd.
Uitvoering projecten in kader van jongerenparticipatie
€ 43.000
Voor het welslagen van provinciaal beleid is het belangrijk dat hierbij ook de doelgroep jongeren wordt betrokken. Via het project jongerenparticipatie worden jongeren langs vele wegen bewogen mee te denken over provinciale vraagstukken en hun mening hierover te geven.
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) •
•
• • • • • • • • • • • • • • •
uitvoering gebiedsprogramma’s gebiedsgericht werken 2005-2008: - regio Noord - regio Westerkwartier - regio Veendam/Pekela/Menterwolde - regio Stadskanaal/Vlagtwedde - regio Oldambt - regio Centraal - G6 uitvoering uitvoeringsprogramma’s provinciale speerpunten 2005-2008: - Wonen/welzijn/zorg - Jeugd & Veiligheid - Vrijwilligerswerk - Huiselijk geweld - Armoede onderhouden contacten CMO Groningen (flexibilisering subsidierelatie); uitvoeren patiënten/consumentenbeleid; opstellen notitie zorgvragersbeleid; opstellen budgetcontract zorgvragersorganisaties; start voorbereiding opstellen sociaal rapport 2007; uitvoeren budgetafspraak mondiale bewustwording (COS); nieuw meerjarenplan voor jongerenparticipatie opstellen; gebiedsgericht werken in kader van jongerenparticipatie; het opzetten van jongerenpanels die zich beleidsinhoudelijk zullen bezighouden; het communiceren met jongeren via SMS; een vmbo-meeting; voorrondes van het Lagerhuisdebat en Nationaal Jeugddebat; subsidiëren van het Groninger Politiek Jongeren Kontakt; actualisering jongerenwebsite; assisteren van Statenleden bij voorlichting op scholen.
289
Beleidsverantwoording Prioriteiten 1. Continueren gebiedsgericht werken met Groninger gemeenten in zes gebieden en een functionele regio G6 lokaal sociale herstructurering. De samenwerking met de Groninger gemeenten is onverminderd voortgezet. De gebiedsprogramma's zijn uitgevoerd op basis van de bestuurlijk vastgestelde jaarplannen. In ieder gebied wordt aan een aantal thema's gewerkt. Daarnaast is het G6 programma uitgevoerd. 2. Uitvoering provinciale speerpunten wonen-welzijn-zorg, armoede, vrijwilligerswerjk , jeugd&veiligheid, huiselijk geweld Aan de provinciale speerpunten wonen, welzijn, zorg , armoede, vrijwilligerwerk , jeugd&veiligheid en huiselijk geweld is in 2006 volgens de daarvoor uitgewerkte opzet gewerkt. In 2006 is een uitvoerige rapportage over de voortgang van de verschillende activiteiten in het kader van het gebiedsgericht werken en de provinciale speerpunten verschenen. 3. Subsidieren van zorgvragersorganisaties en opstellen notitie zorgvragersbeleid. Het consumentenplatform is van naam veranderd en heet nu Zorgbelang. Zorgbelang heeft onder andere ondersteuning verleend aan de koepelorganisaties. Zorgbelang slaagt er goed in om de belangen van cliënten over het voetlicht te brengen . Ook geeft men aan welke kwaliteitseisen in de ogen van cliënten belangrijk zijn. Zorgbelang heeft zich in gezet voor de oprichting van adviesraden op gemeentelijk niveau in het kader van de WMO. Hiervoor heeft men een projectsubsidie van VWS ontvangen. De provincie heeft de notitie zorgvragersbeleid eind 2006 vastgesteld. De notitie gaat in op de functies en taken van de zorgvragersorganisaties anno 2007. 4. Uitbrengen van sociaal rapport 2007. Dit rapport is eind 2006 door GS. vastgesteld. Dit rapport geeft inzicht in de stand van zaken, ontwikkelingen en toekomstverwachtingen in het sociale domein. 5.Subsidieren van Cos Groningen en van anderen voor projecten ten behoeve van mondiale bewustwording. Het door de provincie gesubsidieerde Cos heeft in 2006 o.m. de activiteiten van Oikokrediet bij een groot publiek onder de aandacht gebracht. Daarnaast is subsidie verstrekt voor een 10 tal projecten . Daarbij wordt samengewerkt met jongerenparticipatie. 6. Uitvoering projecten in het kader van jongerenparticipatie Door de activiteiten zoals panels, vmbo-meeting en een dagje vrijwilligerswerk met Statenleden die in 2006 hebben plaatsgevonden hebben jongeren meer inhoudelijk mee mogen denken en hebben daardoor een positieve standhouding ten opzichte van de provincie, waarbij de benadering (ontvangersgericht) essentieel is geweest. Uitgevoerde activiteiten Zijn verantwoord bij de prioriteiten en bij de voortgang/realisatie prestatie-indicatoren.
290
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
774.010
1.109.032
1.204.127
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
2.985.896
4.432.924 76.808 10.740
5.550.628 100.000
2.985.896
4.520.473
5.650.628
Totaal lasten
3.759.906
5.629.505
6.854.755
193.614
385.139
193.614
385.139
3.566.292
5.244.366
6.854.755
baten 2006
realisatie saldo 2006 1.109.032
raming saldo 2006 1.204.127
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen Totaal baten Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
800100 Apparaatskosten
lasten 2006 1.109.032
800101 Ontwikkelingsinstituut: - CMO - wachtgelden gesubsidieerde instellingen
1.182.610 25.000
1.182.610 25.000
1.182.610 25.000
1.207.610
1.207.610
1.207.610
43.437 59.746
43.437 59.746
103.183
103.183
652.232
-40.488 116.215 90.000
-40.488 116.215 90.000
125.800 90.390
165.727
165.727
216.190
totaal ontwikkelingsinstituut 800102 Projecten: - multifunctionele centra - jongerenparticipatie - multifunctionele centra voorg. jaren totaal projecten 800103 Overige (incidentele) initiatieven: - afwikkeling voorgaande jaren - incidentele subsidies/activiteiten - flexibel budget welzijn totaal overige (incidentele) initiatieven
291
609.232 43.000
800104 Gebieden: - afwikkeling voorgaande jaren - Veendam/Pekela/Menterwolde - Stadskanaal/Vlagtwedde - Westerkwartier - Noord - Oldambt - Centraal
39.917 44.880 178.825 95.954 343.371 57.398 990
25.438 111.339 47.977 171.686 28.699
39.917 19.441 67.486 47.977 171.686 28.699 990
140.309 161.850 147.487 199.003 137.191 90.000
761.335
385.139
376.196
875.840
68.000 68.000 68.000
68.000 68.000 68.000
68.000 68.000 26.000 68.100
68.000 68.000 26.000 68.100
68.000 68.000 68.000 68.000 68.000 68.000 26.000 68.100
434.100
434.100
502.100
800106 Speerpunten: - vrijwilligerswerk - jeugd en veiligheid - huiselijk geweld - armoedebeleid
272.500 102.260 147.353 26.479
272.500 102.260 147.353 26.479
272.500 136.981 151.500 152.273
totaal speerpunten
548.591
548.591
713.254
90.800 62.548
90.800 62.548
90.800 75.000
153.348
153.348
165.800
71.664 58.364
71.664 58.364
106.402 114.000
130.028
130.028
220.402
153.250 71.000 688.550
153.250 71.000 688.550
152.800 71.000 689.000
912.800
912.800
912.800
totaal gebieden 800105 Gemeenten: - Groningen - Stadskanaal - Hoogezand-Sappemeer - Delfzijl - Winschoten - Veendam - G6 ondersteuning uitv. progr. door CMO - G6 participatie/integratie minderheden totaal gemeenten
800107 Onderzoek: - onderzoek CMO (inkoop en beheer data) - sociaal rapport totaal onderzoek 800108 Integrale aanpak Jeugdzorg /jeugdbeleid: - aansluiting jeugdzorg/jeugdbeleid - outreachende hulpverl./aanp. risicojongeren totaal int. aanp. jeugdzorg/jeugdbeleid
800110 Patiënten- en consumentenbeleid: - patiënten- en consumentenbeleid - taken PRVMD - Stichting SPC totaal patienten- en consumentenbeleid
292
800111 Mondiale bewustwording: - incidentele subs. mondiale bewustwording - subsidie COS
36.751 67.000
36.751 67.000
40.000 67.000
totaal mondiale bewustwording
103.751
103.751
107.000
800112 Antidiscriminatievoorziening: - antidiscriminatievoorziening
77.400
totaal antidiscriminatievoorziening
77.400
totaal ontw. en onderst. welzijnsbeleid
5.629.505
385.139
5.244.366
6.854.755
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 De directe kosten zijn onderschreden met € 1.130.155. Daarnaast zijn er niet geraamde baten ad € 385.139. Deze onderschrijding wordt met name veroorzaakt door lagere bestedingen bij de onderdelen Projecten, Overige initiatieven, Gebieden, Gemeenten, Speerpunten, Integrale aanpak jeugdzorg/jeugbeleid en Antidiscriminatievoorziening. Projecten: Vanuit de reserve ESFI is voor de Multifunctionele Centra voor de jaren 2004 t/m 2007 € 500.000 per jaar beschikbaar gesteld. Deze reserve wordt aangesproken als er sprake is van daadwerkelijke betalingen. Van de toekenningen in 2006 is nog geen betaling verricht (peildatum 31-12-2006). Voor de volledigheid wordt vermeld dat van de in 2004 en 2005 verrichte toekenningen inmiddels een bedrag van ruim € 520.000 is betaald aan bevoorschottingen en afrekeningen. Dat niet alle toekenningen over deze jaren zijn afgerekend komt omdat het realiseren van de projecten veelal meer dan één jaar duurt. Deze betalingen volgen in de komende periode na afronding van de projecten. Het niet aangewende deel vloeit terug in de reserve ESFI en blijft beschikbaar voor de regeling multifunctionele gebouwen. Overige incidentele initiatieven: Van in voorgaande jaren toegekende subsidies is € 40.488 niet benut. Dit bedrag valt vrij ten gunste van de algemene middelen. Van het budget incidentele subsidies/activiteiten wordt € 10.000 t.b.v. actieprogramma Cultuurbereik 2005-2008 overgeboekt naar 2007. Gebieden: Bij de afwikkeling voorgaande jaren is een bedrag van € 39.917 vermeld. Dit bedrag was in een eerder jaar ten onrechte opgenomen als een nog te ontvangen bedrag en wordt afgeboekt ten laste van de algemene middelen. Met de vaststelling van het beleidsplan 2005-2008 worden de middelen, die gedurende deze periode worden ingezet, gelabeld binnen het beleidsplan. Door verschillende omstandigheden kunnen geraamde gelden later worden uitgegeven dan voorzien. Omdat er sprake is van cofinanciering tussen provincie en gemeenten kunnen beide partijen gezamenlijk bepalen hoe de middelen worden verdeeld. Een onderbesteding van € 539.562 wordt daarom overgeboekt naar 2007. Gemeenten: Bij dit onderdeel wordt het budget voor Delfzijl overgeboekt naar 2007. Speerpunten en Integrale aanpak jeugdzorg/jeugdbeleid: Met de vaststelling van het beleidsplan 2005-2008 worden de middelen, die gedurende deze periode worden ingezet, gelabeld binnen het beleidsplan. Door verschillende omstandigheden kunnen geraamde gelden later worden uitgegeven dan voorzien. Van de verschillende kredieten die onder de speerpunten vallen wordt € 164.662 overgeboekt naar 2007. Van het onderdeel Integrale aanpak jeugdzorg/jeugdbeleid wordt € 90.374 overgeboekt naar 2007. Antidiscriminatievoorziening: Het gehele budget ad € 77.400 wordt overgeboekt naar 2007.
293
Onderzoek: Voor de druk en vormgeving van het in 2006 vastgestelde Sociaal Rapport wordt een bedrag van € 12.452 overgeboekt naar 2007.
294
Productgroepnummer en -naam : 8003 Media Programma
: Welzijn, sociaal beleid, cultuur
Portefeuillehouder
: Gerritsen
Productverantwoordelijke
: Goutier
Productgroepomschrijving Het in stand houden van regionale televisie en radio via de satelliet en kabel. Hieronder vallen de reguliere middelen voor RTV Noord, die wij ontvangen via het provinciefonds. Daarnaast bevat deze productgroep een krediet productiefonds. Middels dit krediet worden de herverdeeleffecten van de decentralisatie van de omroepgelden voor RTV Noord gecompenseerd. Daarnaast worden de afspraken tussen ROOS en IPO betreffende de reële indexering toegepast. Hiervoor zijn via de VJN 2006 middelen beschikbaar gesteld.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten Zoveel mogelijk inwoners over het maatschappelijke, economische, sportieve en culturele leven in de provincie Groningen informeren. In het geval van een ramp heeft de regionale omroep een speciale taak als rampenzender. Geplande prestatie-indicatoren • het handhaven van het voorzieningenniveau 2004, conform de nieuwe mediawet • een positief exploitatiesaldo
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • gerealiseerd; •
RTV Noord heeft 2005 afgesloten met een positief saldo.
Afnemers/klanten RTV Noord, kijkers en luisteraars, instellingen en organisaties in de provincie Groningen
Prioriteiten 2006
Bewaken financiële positie RTV Noord De financiële positie van RTV Noord staat voor de langere termijn onder druk. Het jaar 2006 is het eerste jaar dat de tekorten gaan oplopen. Het is zaak dat RTV Noord deze negatieve tendens ombuigt opdat de omroep voor de toekomst een gezonde financiële basis heeft.
295
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) - Bewaken financiële positie RTV Noord
Toelichting/ontwikkelingen Het probleem van het oplopende exploitatietekort is tweeledig: enerzijds de sterke stijging van de personeelskosten (Incidentele looncomponent en sociale lasten) en anderzijds het achterblijven van de reclame-inkomsten. Een sluitende exploitatie is zonder verdere ingrepen in de kosten en zonder hogere reclameopbrengsten op den duur niet te realiseren. RTV Noord zal maatregelen uitwerken hoe men denkt de financiële positie van RTV Noord te verbeteren.
Beleidsverantwoording Prioriteiten Bewaken financiële positie RTV Noord RTV Noord heeft een plan van aanpak ontwikkeld waardoor de financiële positie verstevigd is en er geen tekorten zijn. Dit is mede te danken aan de implementatie van de afspraken ROOS en IPO Reële index. In 2006 zijn afspraken gemaakt tussen IPO en ROOS betreffende de reële indexering van de regionale omroepen. Hiervoor zijn via de Voorjaarsnota 2006 extra middelen beschikbaar gesteld. RTV Noord heeft 2005 afgesloten met een positief saldo en het geplande marktaandeel van 35% gerealiseerd. Dramaserie 'Boven Wotter' (VJN2006) Bij de Voorjaarsnota 2006 zijn middelen beschikbaar gesteld voor de realisatie van de dramaserie Boven Wotter. 'RTV Noord heeft in 2006 voorbereidingen getroffen voor de realisatie van de serie. Uitgevoerde activiteiten • rapportage RTV Noord plan van aanpak; • afrekening subsidie nieuwe huisvesting RTV Noord.
296
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
52.748
36.821
31.071
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
7.309.468
7.383.024 473.985
7.158.100 472.400
7.309.468
7.857.009
7.630.500
Totaal lasten
7.362.216
7.893.830
7.661.571
3.614.614
16.609
16.200
Totaal baten
3.614.614
16.609
16.200
Saldo lasten en baten
3.747.602
7.877.221
7.645.371
baten 2006
realisatie saldo 2006 36.821
raming saldo 2006 31.071
16.609
-16.609 3.539.053 4.091.756 76.200 150.000
-16.200 3.490.800 3.913.500 76.200 150.000
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006 36.821
800300 Apparaatskosten 800301 Regionale omroep: - bijdrage Commissariaat voor de Media - subsidie regionale omroep mediaplan - subsidie regionale TV - productiefonds - dramaserie "Boven Wotter"
3.539.053 4.091.756 76.200 150.000
totaal regionale omroep
7.857.009
16.609
7.840.400
7.614.300
totaal media
7.893.830
16.609
7.877.221
7.645.371
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 Subsidie regionale omroep mediaplan saldo -€ 48.253. De nieuwe mediawet regelt dat de provincies vanaf 2006 volledig verantwoordelijk zijn voor de regionale omroepen. Daar de provincies zich gecommitteerd hebben aan de financiële zorgplicht voor de regionale omroepen en daarbij behorende reële indexering betekent dit voor de provincie Groningen dat er éénmalig nog een bedrag zijnde € 48.247 extra aan reële index over het jaar 2005 aan Radio Noord is toegekend. Hierin was in de begroting niet voorzien. Dit bedrag wordt gedekt uit de post werkelijk onvoorziene uitgaven 2006. Subsidie regionale tv saldo - € 178.256. Dit saldo wordt veroorzaakt doordat er € 29.529 extra aan reële index over het jaar 2005 aan TV Noord is toegekend. Hierin was in de begroting niet voorzien. Dit bedrag wordt gedekt uit de post werkelijk onvoorziene uitgaven 2006. Verder is voor de zenderkosten 2006 een bedrag van € 148.700 toegekend, dat niet in de begroting was opgenomen. Hiervoor zit wel een bijdrage in het provinciefonds. Dit bedrag
297
wordt gedekt door de post werkelijk onvoorziene uitgaven (€ 122.224) en de begrotingsruimte 2006 (€ 26.476).
298
Productgroepnummer en -naam
: 8005 Asielzoekers
Programma
: Welzijn, sociaal beleid, cultuur
Portefeuillehouder
: Mulder
Productverantwoordelijke
: Goutier
Productgroepomschrijving Wij willen in samenwerking met andere partners een bijdrage leveren aan een zinvol verblijf van asielzoekers in onze provincie, ongeacht de duur van hun verblijf. Daarbij hanteren wij de navolgende uitgangspunten: • het royaal uitvoeren van de taakstelling met betrekking tot de opvang van asielzoekers; • het voorkomen dat legaal in onze provincie wonende asielzoekers die geen recht meer hebben op opvang op straat komen te staan; • een coördinerende rol op het terrein van huisvesting, openbare orde en veiligheid.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten Acceptatie, participatie en integratie van asielzoekers in onze samenleving. Geplande prestatie-indicatoren Deelname van asielzoekers aan onderwijs, recreatie, sport, werk- en leerprojecten, vrijwilligerswerk en inburgeringsprojecten. Streefgetal is 400 (nulmeting begin 2006).
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren Middels uitvoering van de nota provinciaal asielzoekersbeleid 2005-2008, in casu het subsidiëren van een aantal projecten die bijdragen aan een zinvol verblijf van asielzoekers in de provincie Groningen is het streefgetal ruimschoots gehaald.
Afnemers/klanten gemeenten en rijksoverheid, onderwijsinstellingen, COA, welzijns- en woonstichtingen
Prioriteiten 2006
Uitvoering nota provinciaal asielzoekersbeleid 2005-2008
P.M.
Organiseren provinciale bijeenkomst asielbeleid
P.M.
Beoordelen en afhandelen subsidieaanvragen asielzoekersbeleid
299
€ 54.500
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) • • • •
uitvoeren nota provinciaal asielzoekersbeleid 2005-2008; onderhouden structureel overleg met de ketenpartners: COA, IND, IOM, VONPG, INLIA, Vluchtelingen Werk, onderwijsinstellingen, gemeenten (VGG), Huis voor de Sport; beoordelen en afhandelen subsidieaanvragen; bijdrage leveren aan de COA-projecten 'Klaar voor Werk' en 'Gezond in het AZC'.
Toelichting/ontwikkelingen Het asielzoekersbeleid in ons land is aan sterke veranderingen onderhevig. Vooral als gevolg van de Vreemdelingenwet 2000 is de instroom van asielzoekers drastisch gedaald. Dat heeft tot gevolg dat op grote schaal AZC’s worden gesloten. Dat geldt zeker voor de provincie Groningen die in voorgaande jaren, rekening houdend met het aantal inwoners, een meer dan evenredige bijdrage leverde aan de opvang van asielzoekers. Een belangrijke verandering vormt ook het Project Terugkeer, als uitvloeisel van de Terugkeernota van de rijksoverheid. Duizenden asielzoekers, waarvan velen al jaren in ons land verblijven, worden voorbereid op terugkeer naar hun land van herkomst. De verwachting is dat het aantal asielzoekers in onze provincie in het jaar 2007 nog circa 2.000 personen bedraagt tegen bijna 10.000 in het jaar 2001. Gelet op deze ontwikkelingen is in het jaar 2005 de nota provinciaal asielzoekersbeleid vastgesteld. Op basis van deze nota willen wij in samenwerking met de ketenpartners een bijdrage leveren aan een zinvol verblijf van asielzoekers in onze provincie, ongeacht de duur van hun verblijf. Hiervoor is jaarlijks tot en met 2008 een krediet van € 54.500 beschikbaar en met ingang van 2009 € 90.800.
300
Beleidsverantwoording Prioriteiten Uitvoering nota provinciaal asielzoekersbeleid In 2006 is invulling gegeven aan de verdere uitvoering van uitgangspunten van de nota provinciaal asielzoekersbeleid 2005-2008, te weten: • het royaal uitvoeren van de taakstelling met betrekking tot de opvang van asielzoekers; • het voorkomen dat legaal in onze provincie wonende asielzoekers die geen recht meer hebben op opvang op straat komen te staan; • een coördinerende rol op het terrein van huisvesting, openbare orde en veiligheid. Door de sluiting van de AZC's in Ulrum en Haren is het aantal opvangplaatsen in de provincie opnieuw gedaald. De resterende vier AZC's hebben een opvangcapaciteit van circa 1.550 plaatsen. De Tijdelijke Noodvoorzieningen in Ter Apel en Bellingwolde tellen 750 plaatsen en het Vertrekcentrum in Ter Apel 400 plaatsen. De feitelijke bezetting einde 2006 bedroeg 117 plaatsen. Blijvende aandacht is ook besteed aan de taakstelling met betrekking tot de huisvesting van statushouders. Gemeenten die in gebreke blijven worden indringend gewezen op hun verantwoordelijkheid. Organiseren provinciale bijeenkomst asielbeleid In samenwerking met het COA en de VGG werd een provinciale bijeenkomst georganiseerd waarin informatie is verstrekt over de nieuwe dienst Terugkeer en Vertrek, met ingang van 1 januari 2007. Beoordelen en afhandelen subsidieaanvragen asielzoekersbeleid De uitvoering heeft vooral betrekking op betrokkenheid bij en financiële ondersteuning van een aantal projecten die bijdragen aan een zinvol verblijf van asielzoekers in de provincie Groningen, ongeacht de duur van hun verblijf. Te noemen zijn: - het project Gezond in het AZC, in samenwerking met het COA; - het Informatie Meldpunt Asielzoekers, samen met VluchtelingenWerk Groningen; - het project Perspectief ten behoeve van AMA's, samen met VluchtelingenWerk Groningen; - het project Zomerschool Asielzoekers, samen met het Alfa College Groningen; - het project Hier Sta Ik, samen met het COA en de Stichting De Vrolijkheid. Uitgevoerde activiteiten De overige geplande activiteiten zijn verantwoord onder de prioriteiten.
301
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
Totaal lasten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
47.486
62.725
29.282
36.950 19.000
54.500
54.500
55.950
54.500
54.500
103.436
117.225
83.782
103.436
117.225
83.782
baten 2006
realisatie saldo 2006 62.725
raming saldo 2006 29.282
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen Totaal baten Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
800500 Apparaatskosten
lasten 2006 62.725
800501 Asielzoekers: - asielzoekersbeleid, incl. convenant
54.500
54.500
54.500
totaal asielzoekers
54.500
54.500
54.500
totaal asielzoekers
117.225
117.225
83.782
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006
302
Productgroepnummer en -naam : 8101 Stichting Provinciaal Groninger Studiefonds Programma
: Welzijn, sociaal beleid, cultuur
Portefeuillehouder
: Mulder
Productverantwoordelijke
: Goutier
Productgroepomschrijving De provincie Groningen kent een groep bewoners die wegens het niveau van hun inkomen moeilijk de kosten kunnen dragen voor een opleiding voor zichzelf, die van hun kinderen en/of de daarbij behorende reiskosten. De Stichting Provinciaal Groninger Studiefonds verstrekt - onder voorwaarden - in dergelijke gevallen een financiële bijdrage in de genoemde uitgaven tenzij men hiervoor recht heeft op een financiering van een andere instantie (bijvoorbeeld de IBG). Normaliter bedraagt een tegemoetkoming 50% van de totale kosten met een maximum van € 1.500 per jaar. Alle inwoners van de provincie Groningen - behalve de inwoners van de gemeente Groningen - kunnen een beroep doen op het fonds. Tot de doelgroep rekent het Studiefonds ook legaal in Nederland verblijvende buitenlanders. Alle Groninger gemeenten, uitgezonderd de gemeente Groningen, dragen jaarlijks € 0,08 per inwoner aan het fonds bij. De provincie Groningen verdubbelt de gemeentelijke bijdragen.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • deelname van inwoners van de provincie Groningen, die een financiële belemmering hebben, aan een opleiding vergroten waardoor een diploma behaald kan worden en kansen op werk ontstaan Geplande prestatie-indicatoren • handhaven van het aantal aanvragen op het niveau 2005 (145 aanvragen in 2002/2003, 152 aanvragen in 2003/2004 en 277 aanvragen in 2004/2005)
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren jaar 2002/2003 2003/2004 2004/2005 2005/2006
aanvragen 145 152 277 235
toekenningen bedrag toek. 107 53.547 91 43.911 133 80.360 131 79.388
Afnemers/klanten Inwoners van de provincie Groningen die zich in verband met een opleiding voor zichzelf of hun kinderen voor kosten geplaatst zien die zij gezien hun inkomen moeilijk kunnen dragen en waarvoor zij geen recht hebben op een financiering door een andere instantie (bijv. de Informatie Beheer Groep). In het algemeen gaat het om personen of gezinnen met een inkomen op bijstandsniveau.
303
Prioriteiten 2006
Uitvoering van de regeling Provinciaal Groninger Studiefonds
€ 47.500
In 2004/2005 is de Stichting gestart met een aantal activiteiten die vergroting van de naamsbekendheid tot doel hadden. Deze bestonden - naast de reguliere verzending van informatie aan de colleges van B&W en de betrokken afdelingen van de aangesloten gemeenten - uit: • het aanschrijven van alle instellingen voor voortgezet onderwijs, mbo en hbo; • het aanschrijven van de asielzoekerscentra; • het aanschrijven van de Stichting Noordelijke Voedselbank. Er is een nauwe samenwerking ontstaan met het COA cluster Onderwijs. Sinds het voorjaar 2005 is het Studiefonds ook te vinden op de provinciale website. Bovenstaande activiteiten worden in 2006 gecontinueerd.
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) • •
behandelen van de binnengekomen verzoeken om financiële ondersteuning voor opleidingen; het Provinciaal Groninger Studiefonds onder de aandacht van verschillende partijen brengen.
Beleidsverantwoording Prioriteiten Het Studiefonds heeft zich voor het jaar 2005/2006 als doel gesteld het aantal aanvragen te handhaven op het niveau 2004/2005 en opnieuw de naamsbekendheid te vergroten. Ondernomen acties: verzending van alle informatie aan Colleges van B. en W. aangesloten gemeenten, alle betrokken gemeentelijke diensten (burgerzaken, onderwijs, sozawe), alle instellingen voor voortgezet onderwijs en mbo (incl. dependances) en hbo, Tien voor de Toekomst, de Volkskredietbank, de Noordelijke Voedselbank, het COA (asielzoekerscentra) en het UAF. Daarnaast vond bekendmaking plaats middels advertenties in het Dagblad van het Noorden, de gemeentelijke huis-aan-huisbladen, de provinciale informatiepagina's, de provinciale website, teletekst en Nieuws TV. De nauwe samenwerking met de asielzoekerscentra is gecontinueerd; die met het UAF opgebouwd. Opvallend is dat advisering van cliënten een steeds grotere plaats in het werk gaat innemen en dat het contact met de cliënten steeds intensiever wordt. Daarnaast is gebleken dat men het Studiefonds makkelijker vindt dan de Informatie Beheer Groep. Aanvragen om ondersteuning komen uit het hele land…... Uitgevoerde activiteiten • behandelen van de binnengekomen verzoeken om financiële ondersteuning voor opleidingen; • beantwoording vragen cliënten en instellingen/organisaties; • advisering van het Bestuur; • uitvoering van de besluiten Bestuur en uitbetaling toekenningen; • verzorgen van de financiële overzichten; • het Provinciaal Groninger Studiefonds onder de aandacht gebracht van verschillende partijen; • nauw contact opgebouwd met het UAF (Stichting Vluchteling Studenten).
304
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
Totaal lasten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
74.452
36.780
43.882
31.585
47.203
47.500
31.585
47.203
47.500
106.037
83.982
91.382
106.037
83.982
91.382
baten 2006
realisatie saldo 2006 36.780
raming saldo 2006 43.882
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen Totaal baten Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
810100 Apparaatskosten
lasten 2006 36.780
810101 Studiefonds: - subsidies studiefonds
47.203
47.203
47.500
totaal studiefonds
47.203
47.203
47.500
totaal studiefonds
83.982
83.982
91.382
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006
305
Productgroepnummer en -naam : 8102 Onderwijsbeleid Programma
: Welzijn, sociaal beleid, cultuur
Portefeuillehouder
: Mulder
Productverantwoordelijke
: Goutier
Productgroepomschrijving Het provinciale onderwijsbeleid is vastgelegd in de onderwijsnota “Handig Zelfstandig 2005-2008”. De nota geeft een integrale visie op de zelfredzaamheid van 0- tot 23-jarigen in de provincie Groningen. Het uitgangspunt is dat iedereen zich op 23-jarige leeftijd zo veel mogelijk zelf kan redden in de maatschappij en op de arbeidsmarkt. Het onderwijsbeleid richt zich op het verbeteren en versterken van het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo), het praktijkonderwijs (pro) en het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) in onze provincie. Het accent ligt op het verminderen van het aantal voortijdig schoolverlaters en het terugbegeleiden naar school van de jongeren die ondanks preventieve maatregelen het onderwijs toch voortijdig verlaten. Het verbeteren van de aansluiting tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt is een belangrijke voorwaarde.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • versterking van interne zorgstructuren op scholen (pro, vmbo) en betere aansluiting op de externe zorgstructuren; • opzetten interne zorgstructuren in het mbo (niveau 1 en 2) en aansluiting met externe zorgstructuren; • een provinciaal netwerk van spijbel- en schakelvoorzieningen waarbij er afstemming/samenwerking plaatsvindt over de nieuw op te zetten reboundvoorzieningen; • een provinciaal dekkende sluitende aanpak van jongeren naar startkwalificatie en werk; • een versterkte samenwerking tussen onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven; • meer perspectief voor jongeren die het praktijkonderwijs of een Regionaal Expertise Centrum verlaten voor doorstroming naar de reguliere arbeidsmarkt; • innovaties binnen het onderwijs Geplande prestatie-indicatoren • eerste uitdraai Jeugd- en Onderwijsmonitor provincie Groningen;
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • De Jeugd- en Onderwijsmonitor is nog volop in ontwikkeling. Dit jaar zijn de eerste gemeentelijke rapportages verschenen. Hieruit blijkt o.a. dat de registratie voor de leerplichtige leerlingen redelijk op orde is. De eerste provinciale rapportage wordt op 21 februari 2007 gepresenteerd.
•
provinciaal dekkend netwerk van spijbel- en schakelvoorzieningen;
•
Dit product is onderdeel van het Equalproject in- en externe zorgstructuren (V)MBO dat wij in samenwerking met Friesland en Drenthe uitvoeren. Het project loopt tot december 2007. Concrete resultaten zijn dan ook te verwachten. In 2006 is o.a. de nieuwe wet- en regelgeving bestudeerd, heeft inventarisatie van de rebound-schakel-spijbel- en time-out voorziening plaatsgevonden, is afstemming gezocht met relevante partijen zoals RENN4, GGZ, jeugdhulpverlening.
•
terugdringen van het aantal voortijdig schoolverlaters: meten en monitoren per regio.
•
In de hele provincie zijn modellen ontwikkeld gericht op de sluitende aanpak van jongeren
306
(Sluitende aanpak maakt registratie inzichtelijker waardoor voortijdig schoolverlaters boven tafel komen.)
van startkwalificatie naar werk. Ieder gebied geeft hier op eigen wijze uitvoering aan maar de hoofdlijnen komen overeen.
•
provinciale dekking sluitende aanpak van 90%; van de schoolverlaters wordt 75% herplaatst naar onderwijs/arbeid; van de resterende 25% gaat 50% een speciaal traject in;
•
Dit onderdeel hangt samen met de modellen gericht op de sluitende aanpak. Alle regio's hebben hiervoor een model ontwikkeld. Op 31 juli 2006 telt de provincie Groningen 4.461 voortijdig schoolverlaters (564 meer dan vorig jaar). Van deze voortijdig schoolverlaters zijn er 1.517 (64 minder dan vorig jaar) die ook vorig jaar als voortijdig schoolverlater geregistreerd stonden. Van het totaal aantal vsv is 57% jongen en 38,5% meisjes (4,5% is het geslacht onbekend). Van de vsv-ers is op 31 juli 2006 82% herplaatst naar school/werk dan wel in bemiddeling/begeleiding. De cijfers zijn afkomstig uit de effectrapportages 2005/2006 van RMC's Noord, Oost en Centraal-Groningen. Zowel landelijk als provinciaal blijft het lastig om de cijfers goed met elkaar te kunnen vergelijken. Er blijven verschillen bestaan in definities en wijze van registratie. De drie Groningse RMC's werken gezamenlijk aan een kwaliteitsimpuls waarbij eenduidige definiëring, registratie en rapportage belangrijke uitgangspunten zijn.
•
opzetten van regionale bestuurlijke netwerken in de hele provincie;
•
Het onderwijsbeleid heeft een directe relatie met het zorg-, jeugd- en welzijnsbeleid. In een aantal gebiedsprogramma's welzijn zijn onderwijsactiviteiten opgenomen in relatie met deze andere beleidsvelden. In Handig Zelfstandig is aangegeven dat gemeenten regieverantwoordelijk zijn voor integraal beleid 0 - 23 jarigen. In de regio Oldambt heeft men besloten een integraal jeugdbeleid 0-23 jarigen te willen ontwikkelen waarbij het gebiedsplatform het bestuurlijk kader is. Met gemeentelijke portefeuillehouders onderwijs en jeugd uit de andere gebieden en jeugd is hierover gesproken.
•
alle vmbo-scholen hebben een zorgplan (in- en externe zorgstructuur). (Nu hebben ongeveer 85% van de scholen een zorgplan.)
•
Ook dit project is onderdeel van het Equalproject in- en externe zorgstructuren (v)mbo dat loopt tot en met december 2007. In 2006 is een inventariserend onderzoek gedaan naar de wijze waarop de leerlingenzorg momenteel in het (v)mbo is georganiseerd. Vervolgens zijn de zwakke- en sterke punten geanalyseerd. Dit heeft geleid tot het vaststellen van de scholing/instructie van docenten en mentoren eind 2006 en 2007.
Afnemers/klanten • scholen voor voortgezet onderwijs en samenwerkingsverbanden vo/vso; • Regionale Opleidingscentra; • jeugdzorg- en maatschappelijke instellingen; • bedrijfsleven, branches; • gemeenten;
307
• •
Regionale Meld- en Coördinatiepunten (RMC's) voortijdige schoolverlaters; Centrum voor Werk en Inkomen (CWI).
Prioriteiten 2006
Alle jongeren in beeld
P.M. (nog in offertefase) De in ontwikkeling zijnde Jeugd- en Onderwijsmonitor provincie Groningen zal in 2006 de eerste rapportages opleveren. De monitor is opgebouwd uit een aantal modules waarbij er gegevens op gemeentelijk, regionaal dan wel provinciaal niveau verkregen kunnen worden en met elkaar kunnen worden verbonden. Eind 2006 is de structuur volledig operationeel en moet er een meerjarige samenwerkingsovereenkomst worden getekend over aansturing en inbedding. Er vindt afstemming plaats met het project Geoshare.
Preventieve maatregelen ter voorkoming van voortijdig schooluitval
P.M. (nog in offertefase) Op alle scholen voor voortgezet onderwijs is een interne zorgstructuur aanwezig waarbij aansluiting op externe zorgstructuren plaats vindt. Nu de structuren er zijn is het vooral zaak om een aantal kwaliteitsverbeteringen door te voeren in samenwerking met GGZ Groningen, de samenwerkingsverbanden vo/vso en andere betrokken partijen. Ook binnen het mbo wordt er gewerkt aan het opzetten van zorgstructuren in de school en aansluiting op de externe zorg. Om dit te bewerkstelligen zijn er Europese gelden (Equal) aangevraagd. Het project wordt samen met de provincies Friesland en Drenthe uitgevoerd. Voor jongeren die ‘onhoudbaar’ zijn binnen het reguliere onderwijs zijn schakel- en spijbelopvangvoorzieningen opgezet. In overleg met de betrokken instellingen moet er een heldere visie, methodiek en bekostigingsstructuur worden opgezet. Vanaf 1 januari 2006 krijgen de samenwerkingsverbanden de opdracht om reboundvoorzieningen op te zetten. Er wordt gewerkt aan een goede samenwerking en afstemming tussen de bestaande voorzieningen en de nieuw op te richten reboundvoorzieningen. Ook is er aandacht voor doorlopende leer- en zorglijnen. Tenslotte zijn wij betrokken bij een aantal innovaties binnen het onderwijs die het leren aantrekkelijker maken waardoor leerlingen minder snel uitvallen.
308
Sluitende aanpak en terug naar school of werk
P.M. (nog in offertefase) Het streven is een provinciale sluitende aanpak voor jongeren richting school of werk te bewerkstelligen. In Noord-Groningen is de sluitende aanpak geïmplementeerd in de regionale structuur. Het model is bekend onder de naam het ‘Waddenmodel’. Op het oorspronkelijke model zijn verbeteringen doorgevoerd o.a. verbetering meldingen door onderwijsinstellingen en deelname van het UWV. Met name de aansluiting met het bedrijfsleven is nog een punt van aandacht. De ontwikkelde producten dienen overdraagbaar te zijn naar andere regio’s om ook daar een sluitende aanpak mogelijk te maken. In de gemeenten Menterwolde, Pekela en Veendam is de sluitende aanpak onder de naam MPV-model van start gegaan. Verder zijn er in Hoogezand-Sappemeer, Slochteren en Haren, Stadskanaal en het Westerkwartier inmiddels initiatieven ontwikkeld. Via het Europees subsidieprogramma Equal zijn er externe middelen gegenereerd om de sluitende aanpak in Noordelijk verband te versterken. Afstemming en samenwerking tussen de verschillende gebieden is een van de aandachtspunten.
Versterken relatie onderwijs en bedrijfsleven
P.M. (nog in offertefase) Bij de provinciale sluitende aanpak is de aansluiting tussen het onderwijs met de (regionale) arbeidsmarkt een belangrijk onderdeel. Via een BBL-traject (Beroepsbegeleidende Leerweg) worden leerlingen alsnog in staat gesteld een startkwalificatie te halen. Bij een BBL-traject werkt de leerling 4 dagen per week in een bedrijf en 1 naar school. Een van de conclusies uit de onderwijs-arbeidsmarktconferentie van 26 november 2004 was dat beide partijen vooral behoefte hebben aan bijeenkomsten rondom bepaalde thema’s. Verder wordt de noodzaak tot een betere afstemming gegeven door innovaties binnen het onderwijs en het competentiegericht leren.
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) • • • • • • • •
voltooiing van de provinciale Jeugd- en Onderwijsmonitor; het versterken van de aansluiting tussen de interne en externe zorgstructuur van het vmbo en het praktijkonderwijs; de versterking van de interne leerlingzorg en de aansluiting van interne en externe zorgstructuren binnen het mbo; stimuleren van doorlopende zorglijnen (primair onderwijs - vmbo - mbo); stimuleren van innovaties binnen het onderwijs en doorlopende leerlijnen (vmbo - mbo - hbo); het realiseren van een dekkend netwerk van spijbel-, schakel- en reboundvoorzieningen in de provincie; het verbreden en verdiepen van een provincie dekkende sluitende aanpak van jongeren naar startkwalificatie en werk waarbij aandacht is voor samenwerking tussen verschillende gebieden; verbeteren aansluiting onderwijs - arbeidsmarkt.
Toelichting/ontwikkelingen De prioriteiten en acties voor 2006 zullen voor een deel uitgevoerd worden met behulp van externe financiering. Binnen het subsidieprogramma ESF-Equal zijn vier projectaanvragen voorlopig gehonoreerd. Het betreffen de volgende vier projecten: 1. Keten van Pro/rec naar scholing en werk: doelstelling is jongeren binnen de scholen praktijk gerichter op te leiden als voorbereiding op de arbeidsmarkt en ze sluitend in beeld te brengen bij gemeenten en het UWV. Het behalen van een arbeidskwalificatie (niveau 1 mbo) is voor deze groep leerlingen vaak het hoogst haalbare. 2. In- en externe zorgstructuur vmbo - mbo: doelstelling is voortijdig schoolverlaten te voorkomen door betere zorg en aandacht voor de individuele leerlingen vanuit een gestructureerd hulpverleningssysteem. 3. De keten sluiten, met perspectief: doelstelling is lokaal en regionaal de keten van onderwijs en sociaal maatschappelijk vangnet sluitend te
309
organiseren en maatwerk te leveren. Dit op basis van bestaande projecten. 4. Startkwalificatie werkenden: doel is het versterken van de arbeidsmarktpositie van individuele werknemers. Afhankelijk van het project zijn er verschillende samenwerkingspartners betrokken. De provincies Friesland en Drenthe zijn bij alle vier projecten betrokken.
Beleidsverantwoording Prioriteiten Alle Jongeren in Beeld: • In 2006 zijn in het kader van de Jeugd- en Onderwijsmonitor de eerste gemeentelijke rapportages van de 17 deelnemende gemeenten opgeleverd. Om dat te bereiken is er gewerkt aan een uniforme gegevensadministratie van gemeenten, adequate gegevenslevering door scholen voor primair- en voortgezet onderwijs, verbeterde gegevensstromen tussen school- en woongemeente, efficiënte gegevensverwerking door gemeenten en bescherming privacygevoelige gegevens. Uit de eerste gemeentelijke rapportages blijkt dat de gemeenten de gegevens voor het basisonderwijs goed op orde hebben maar dat de registratie voor het voortgezet onderwijs nog verbeterd kan worden. Verder ontbreken grotendeels de gegevens van 0 - 4 jarigen en van 18 - 23 jarigen. Per gemeente hebben gesprekken plaatsgevonden om de gegevens te bespreken en aanbevelingen te geven voor verbeteringen. Momenteel wordt er gewerkt aan de eerste provinciale rapportage. De presentatie van deze rapportage is gepland op 21 februari 2007. De komende twee jaar wordt verder gewerkt aan een verbeterde gegevensuitwisseling tussen het onderwijs en gemeenten, uitbouw van de monitor met onderwijsgegevens over Vroeg- en Voorschoolse Educatie (0-4 jaar) en de BVE-sector (18-23 jaar). De mogelijke afstemming met andere relevante ontwikkelingen op het terrein van montering, zoals het Elektronisch Kinddossier, de landelijke monitor jeugd (Operatie Jong) en het verwijsdossier Risicojongeren blijft een continu punt van aandacht. Preventieve maatregelen ter voorkoming van voortijdig schooluitval • Deze prioriteit valt deels onder het Equalproject In- en externe zorgstructuren. Zoals bij de voortgang/realisatie prestatie-indicatoren is aangegeven zijn concrete resultaten eind 2007 te verwachten. In 2006 is binnen dit project het Kort Screenings Onderzoek nieuw leven ingeblazen. Hiermee worden risicoleerlingen extra begeleid bij de overstap van het vmbo naar het mbo. Het Ministerie is enthousiast over deze aanpak met het gevolg dat alle RMC's in Nederland middelen hebben gekregen om deze methodiek in te voeren bij VMBO en MBO-scholen. Binnen het Equalproject is eveneens een start gemaakt met het invoeren van preventie-units (zorgadviesteams) binnen het MBO. De MBO-scholen hebben de voorbereidingen voor de instructie voor docenten "signaleren, helpen en doorverwijzen' afgerond en beginnen nu met cursussen aan docenten. Professionalisering van docenten is een belangrijke voorwaarde voor de kwaliteit van de zorgadviesteams. Het invoeren van preventie-units op MBO-scholen is inmiddels ook landelijk beleid geworden. • Het accent van het onderwijsbeleid verplaatst zich in toenemende mate van curatief naar preventief. In het bestek behorende bij de openbare aanbesteding uitvoering "onderwijsnota Handig Zelfstandig" van begin 2006 is hier rekening mee gehouden. • Mede door een Noordelijke lobby is een nieuwe gewichtenregeling ingevoerd die meer rekening houdt met autochtone achterstandsleerlingen. De nieuwe regeling wordt gefaseerd ingevoerd. Begin 2007 worden de effecten van deze drempelverlaging in kaart gebracht. Binnen een aantal programma's Lokaal Sociaal Beleid zijn activiteiten ontwikkeld om de kwaliteit van het peuterspeelzaalwerk te professionaliseren. • De opdracht aan het CMO om de samenwerking jeugdzorg met basis onderwijs en voorschoolse voorzieningen te verbeteren is verlengd tot eind 2007. Deze opdracht heeft een relatie met het ‘Verbeterprogramma Jeugdzorg – Jeugdbeleid’ en met activiteiten in sommige regio’s van het gebiedsgericht werken. • Het landelijk project "Zorg in en om school" heeft een kwaliteitsverbeteringproject opgezet waar enkele Groningse preventie-units bij betrokken zijn. Sluitende aanpak en terug naar school of werk • In de hele provincie zijn modellen ontwikkeld die gericht zijn op de sluitende aanpak van jongeren van startkwalificatie naar werk. Ieder gebied geeft hier op eigen wijze uitvoering aan maar komen in
310
• • •
•
•
•
•
•
grote lijnen overeen. De afstemming/samenwerking tussen de gebieden krijgt vorm via o.a. de drie RMC-coördinatoren. Onze intentie is om met de gemeenten afspraken te maken over de uitvoering/sturing van de sluitende aanpak. Wij stellen voor om de sluitende aanpak onder te brengen bij het gebiedsgericht werken welzijn en de uitvoering te verbreden naar een integraal jeugdbeleid 0 -23 jarigen. In een aantal gebieden is de sluitende aanpak al verbonden met het gebiedsgericht werken. Het Oldambt is de eerste regio die zich uitgesproken heeft over een integraal jeugdbeleid. Noord-Groningen (Waddenmodel): verdiepingslag betreft deelpilot in de procestechniek, chemie en metaal, verbeteren aansluiting met lokale arbeidsmarkt. T.a.v. de leerplichtfunctie zijn de mogelijkheden onderzocht voor een regionaal bureau leerplicht Noord. Westerkwartier: er is onderzocht in hoeverre de leerplicht- en RMC-administratie van de vier gemeenten actueel en volledig is. N.a.v. dit onderzoek zijn er een aantal acties ondernomen. T.b.v. een betere registratie worden afspraken aangescherpt en vastgelegd. Stadkanaal/Vlagtwedde: modellen Stadskanaal Pakt Aan en Vat op Eigen Toekomst (VET). Vanuit het gebiedsbudget is een bijdrage verstrekt voor het opzetten van het jongerenloket Stadskanaal (afstemming en samenwerking tussen verschillende betrokken partners op het gebied van sluitende aanpak) en voor de uitvoering van het project Drop-outs in Vlagtwedde (inzet jongerenwerk als onderdeel van de zorgketen rond sluitende aanpak voortijdig schoolverlaten). Stad Groningen/regio Centraal: het RMC Stad/Westerkwartier heeft met het Ministerie heeft een convenant afgesloten om het aantal vsv-ers in een jaar tijd met 10% te laten dalen ten opzichte van 2004/2005. De resultaatmeting vindt plaats op basis van de effectrapportages die de RMC’s jaarlijks moeten aanleveren. Ook de gemeenten Hoogezand-Sappemeer, Haren en Slochteren zijn in overleg met alle relevante partijen overeengekomen het HSL-model te verbeteren. Alle jongeren (16-23 jaar) zonder startkwalificatie worden gevolgd, begeleid en gefaciliteerd bij het realiseren van een startkwalificatie en/of werk, waarbij het uitgangspunt startkwalificatie gaat boven werk is. Veendam, Peleka, Menterwolde: de voortgang en samenwerking binnen het MPV-model is eind 2006 bestuurlijk besproken.Vanuit het gezamenlijke gebiedsbudget wordt een bijdrage verstrekt voor de 'doorontwikkeling van het MPV-model' (Menterwolde) en de uitvoering van het project 'Signaalverzuim jongeren' (Veendam). Door het bestuurlijk overleg van de onderwijsinstellingen VMBO/MBO, het RSNOG, de gemeenten en de provincie is opdracht gegeven de in- en externe zorgstucturen in beeld te brengen en verbetervoorstellen te doen. Begin 2007 worden deze vastgesteld. Oldambt: in dit gebied is een inventarisatie gehouden van de mogelijke verbeterpunten van de Sluitende Aanpak. Er is besloten om de bespreking te verbreden naar het beleidsthema jeugd 0 -23 jarigen. In november is hierover een bestuurlijk overleg geweest waarbij er afgesproken is dat er eind 2007 een visienota voor alle 0 tot en met 23 jarigen in het Oldambt op tafel ligt. Om de regie en samenhang tussen gemeenten en met aanpalende beleidsterreinen te waarborgen hebben we de mogelijkheden onderzocht om het onderwijsbeleid te verbreden naar integraal jeugdbeleid 0 - 23 jarigen en onder te brengen bij het gebiedsgericht werken welzijn. In de regio Oldambt zijn hierover inmiddels concrete afspraken gemaakt. Met de meeste andere gebieden zijn de eerste oriënterende gesprekken gevoerd. Eind vorig jaar zijn de jaarlijkse effectrapportages VSV verstuurd aan VWS. Zowel landelijk als in onze provincie is er nog steeds onduidelijkheid over definities en wijze van registratie. Op grond hiervan werken de 3 Groningse RMC's aan een verbeterplan. Begin 2007 zal dit plan gereed zijn.
Versterken relatie onderwijs en bedrijfsleven • De aansluiting tussen onderwijs en bedrijfsleven is in 2006 een belangrijk thema geweest binnen het provinciale beleid. Het stimuleren van projecten die onderwijsvernieuwing tot stand brengen op basis van de vraag van bedrijven en instellingen, het verminderen van het aantal voortijdig schoolverlaters en het creëren van stage- en leerwerkplaatsen stonden hierbij centraal. In 2006 hebben wij drie themabijeenkomsten georganiseerd voor een bepaalde branche. Het doel van deze bijeenkomsten is een netwerkbijeenkomst te organiseren waarbij wij vertegenwoordigers vanuit het onderwijsveld en het bedrijfsleven met elkaar in contact brengen. Naast het organiseren van deze bijeenkomsten hebben we verschillende initiatieven ondersteund die de relatie tussen onderwijs en bedrijfsleven versterken. Enkele voorbeelden hiervan zijn leerafdelingen in de zorg, verdieping waddenmodel en Technasium. Uitgevoerde activiteiten • De geplande activiteiten 2006 zijn, voor zover hier niet benoemd, onder het kopje prioriteiten uitgewerkt. • In de regio Centraal Groningen is een geïntegreerde Rebound (met BJZ, Basegroep en Renn4) opgezet. In Noord- en Oost-Groningen is een dekkend netwerk rebound-schakelopvang opgezet
311
(Veendam, Stadskanaal, Winschoten, Delfzijl en Winsum).
312
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
98.080
169.867
152.793
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
164.308
200.897 250.000
177.598 250.000
164.308
450.897
427.598
Totaal lasten
262.388
620.764
580.391
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen
22.992
Totaal baten
22.992
Saldo lasten en baten
262.388
597.772
580.391
baten 2006
810200 Apparaatskosten
lasten 2006 169.867
realisatie saldo 2006 169.867
raming saldo 2006 152.793
810201 Onderwijsbeleid: - beroepsgericht onderwijs (incl. (V)MBO) - Technasium
200.897 250.000
22.992
177.905 250.000
177.598 250.000
totaal onderwijsbeleid
450.897
22.992
427.905
427.598
totaal onderwijsbeleid
620.764
22.992
597.772
580.391
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 De overschrijding van de programmakosten aanvaard beleid ad € 23.299 wordt nagenoeg gecompenseerd door de rijksbijdrage ad € 22.992.
313
Productgroepnummer en -naam : 8201 Sportbeleid Programma
: Welzijn, sociaal beleid, cultuur
Portefeuillehouder
: Mulder
Productverantwoordelijke
: Goutier
Productgroepomschrijving Het provinciale sportbeleid richt zich ten eerste op het versterken van met name sportverenigingen, om het dubbelkarakter van de sport optimaal te kunnen benutten. Daarnaast wordt ondersteuning geboden bij het integraal inzetten van sport ter versterking van de algemene lokale sociale infrastructuur. En als laatste het ondersteunen van het leggen van dwarsverbanden tussen sport en andere sectoren als onderwijs, recreatie, welzijnswerk en gezondheidszorg. Dit proberen we ook te bereiken door het ondersteunen van breedtesportevenementen die niet-sporters aanzetten tot sporten. Feitelijke uitvoering van subsidiebeleid breedtesportevenementen en talentcentra is voor de diverse takken van sport; Daarnaast wordt er subsidie verstrekt in relatie tot breedtesportbeleid en sportbeleid door middel van gerichte gemeentelijke projecten en uitvoering van sportbeleid middels inzet sportconsulenten (cofinanciering gemeenten, provincie en Ministerie van VWS). Deze sportconsulenten opereren op lokaal niveau en zijn ondergebracht bij het Huis voor de Sport Groningen; Verder wordt uitvoering gegeven aan het provinciale plan ten aanzien van gehandicaptensport, sport en chronisch zieken, sport en asielzoekers, verbreed bestuur (vrouwen en allochtonen) en verbreding sportaanbod verenigingen. En als laatste wordt er in de voorbereidende sfeer nauw samengewerkt met Groninger gemeente in verband met Buurt-, Onderwijs-, en sportprojecten (BOS).
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • deelname door alle Groningers, ongeacht leeftijd of beperking, aan sport, door hen een adequaat sport- en bewegingsaanbod te kunnen aanbieden; • een gezonde sportverenigingsinfrastructuur: behoud en uitbreiding van het sportaanbod. Geplande prestatie-indicatoren • 350 sportverenigingen worden actief benaderd door Huis voor de Sport met betrekking tot verenigingsondersteuning; •
24 sportprojecten (breedtesportimpulsgerelateerd) worden uitgevoerd in de Groninger gemeenten; • toename van 115 personen met een beperking, die sporten en bewegen (750 personen voor de totale projectperiode); 2 (sport)verenigingen hebben sport- en beweegaanbod voor mensen met een beperking opgenomen in hun reguliere aanbod (15 verenigingen voor totale projectperiode); • 20% van het aantal asielzoekers sport of beweegt (400 asielzoekers); 15 sportverenigingen hebben hun sportaanbod verbreed (tussen de 100 en 150 sportverenigingen voor de totale projectperiode); 4% meer vrouwen en culturele minderheden laten participeren in bestuur en kader van
314
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • sportverenigingen door de gehele provincie zijn ondersteund bij niet-sporttechnische vragen. Exacte aantal benaderde sportverenigingen is op dit moment nog niet bekend. *) • 24 sportprojecten zijn uitgevoerd in 24 Groninger gemeenten. Wat de opbrengsten hiervan zijn, is nog niet bekend. *) • uitvoering sport- en beweegprojecten voor mensen met een beperking. Hiervoor wordt deels- speciaal sportaanbod ontwikkeld (normaal waar mogelijk, aangepast waar nodig), bekendheid aan gegeven en weggezet bij een reguliere sportvereniging *) •
continuering uitvoering 5 projecten Provinciale Breedte Sport Impuls, cofinanciering ministerie VWS, gericht op doelgroepen zoals gehandicapten, chronisch zieken, asielzoekers, en de sportvereniging verbreed (kwalitatieve en kwantitatieve versterking kader en bestuur). Afspraken zijn daartoe gemaakt met het Huis voor de Sport Groningen.
• •
•
sportverenigingen (150 personen) (25% voor de totale projectperiode); 400 talenten worden door het Olympisch Steunpunt Noord Nederland (OSNN) in de 3 noordelijke provincies begeleid; Begeleiding op de terreinen van onderwijs, loopbaanplanning, arbeidsbemiddeling, fiscaaljuridische advisering, voeding, mentale training, sportmedisch, sportorganisatorisch en mediatraining;
6 bestaande talentcentra en 4 talentcentra in oprichting worden intensief ondersteund door het OSNN.
• •
•
Cijfers omtrent bovenstaande nog niet beschikbaar; in de provincie Groningen is in 2006 een aantal van 200 talenten begeleid door het Topsport Steunpunt Noord; ondersteuning talenten en 1 talentcentrum door het Topsport Steunpunt Noord (naamsopvolger van het Olympisch Steunpunt Noord Nederland). De bovengenoemde begeleiding van 200 talenten richtte zich op onderwijs, arbeid, fiscaal-juridische aspecten, voeding etc. In de begeleiding is sprake geweest van maatwerk. Het ene talent heeft meer begeleiding nodig gehad dan de ander. Veel overleg, bijvoorbeeld over roosteraanpassingen, is gevoerd met de scholen; in de provincie Groningen zijn in 2006 de talentcentra zwemmen, ijshockey, basketbal, tafeltennis, tennis, schaken en badminton ondersteund door het TSN.
*) Het Huis voor de Sport rapporteert jaarlijks over de uitgevoerde projecten. Deze rapportages zijn nog niet aangeleverd (uiterlijk juli 2007). Afnemers/klanten • (breedte-)sportverenigingen en sportaanbieders • inwoners (sporters en niet-sporters) in de provincie Groningen • talent- en talentherken-organisaties • mensen met een beperking • asielzoekers • (indirect) Huis voor de Sport Groningen • (indirect) Olympisch Steunpunt Noord-Nederland • gemeenten
Prioriteiten 2006
Herijking breedtesportbeleid Herijking beleid. De breedtesportimpuls, waarbij gemeenten en de provincie samenwerken, loopt af op 31 december 2006. Dit betekent dat er uiterlijk 2006 duidelijk zal moeten worden, of er opnieuw een samenwerkingsverband zal worden aangegaan tussen partijen en dan bijvoorbeeld in het kader van de BOS-regeling (Buurt, Onderwijs en Sport).
315
Uitvoering beleid t.a.v. gehandicaptensport, sport en asielzoekers en verbreding sportaanbod
€ 113.400
Verdere uitvoering van het provinciale plan ten aanzien van gehandicaptensport, sport en asielzoekers en verbreed bestuur/verbreding sportaanbod.
€ 426.700 (waarvan € 68.100 vanuit 8001) Uitvoering huidige sportbeleid en subsidiebeleid door middel van gerichte gemeentelijke projecten en uitvoering van sportbeleid middels inzet sportconsulenten. Uitvoering sportbeleid
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) • • •
•
uitvoering huidige sportbeleid en subsidiebeleid door middel van gerichte gemeentelijke projecten en uitvoering van sportbeleid middels inzet sportconsulenten; uitvoering subsidiebeleid breedtesportevenementen en talentcentra voor diverse takken van sport; verdere uitvoering van het provinciale plan ten aanzien van gehandicaptensport, sport en asielzoekers en verbreed bestuur/verbreding sportaanbod; verdere invulling en mogelijk afspraken maken in het kader van het nieuwe sportbeleid.
Beleidsverantwoording Prioriteiten Herijking breedtesportbeleid Er is een nieuw samenwerkingsverband ontstaan tussen de provincie en de Groninger gemeenten voor wat betreft Buurt, Onderwijs en Sport. Alle Groningen gemeenten hebben daartoe een projectbeschrijving opgesteld, en hebben deze projectbeschrijvingen ingediend bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Uit de uitgevoerde enquête onder sportverenigingen bleek dat de vraag naar ondersteuning blijft bestaan. Daarom worden gemeenten ondersteund indien zij bijdragen aan de sportverenigingsondersteuning. Dit is ook een voortvloeisel uit de in mei vastgestelde sportnota Mitdoun = Goud! 2007 t/m 2010 (herijking beleid). Uitvoering beleid t.a.v. gehandicaptensport, sport en asielzoekers en verbreding sportaanbod Er is ingezet op gehandicaptensport, sport en asielzoekers en verbreed bestuur/verbreding sportaanbod. Ten aanzien van asielzoekers en sport wordt opgemerkt, dat dit onderdeel door de terugloop van het aantal asielzoekers zal worden bijgesteld. Hiertoe wordt er momenteel overleg gepleegd met het Huis voor de Sport Groningen. Uitvoering sportbeleid Bij alle Groninger gemeenten zijn projecten op het gebied van de sport in het kader van de BreedtesportImpuls (BSI) uitgevoerd. Het ging hierbij om verschillende gemeentelijke sportprojecten, afhankelijk van de behoefte van de individuele gemeente (maatwerk). Daarnaast hebben de sportconsulenten van het Huis voor de Sport de sportverenigingen ondersteund, daar waar het gaat om niet-sporttechnische zaken. Uitgevoerde activiteiten Zijn verwoord onder bovenstaande prioriteiten.
316
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
161.275
193.030
300.666
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
562.887 113.445
679.169
685.067
676.332
679.169
685.067
Totaal lasten
837.607
872.200
985.733
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen
113.445
113.445
113.500
Totaal baten
113.445
113.445
113.500
Saldo lasten en baten
724.162
758.755
872.233
baten 2006
realisatie saldo 2006 193.030
raming saldo 2006 300.666
31.283 188.096 232.900 113.445
31.400 193.067 233.600 113.500
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
820100 Apparaatskosten
lasten 2006 193.030
820101 Sport: - inc. subs. breedtesportevenem./talentcentra - uitvoering sportnota - Huis voor de Sport - provinciale bijdrage breedtesportimpuls - rijksbijdrage breedtesportimpuls
31.283 188.096 232.900 113.445 113.445
113.445
totaal sport
679.169
113.445
565.724
571.567
totaal sport
872.200
113.445
758.755
872.233
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006
317
Productgroepnummer en -naam : 8310 Creatieve netwerken Programma
: Welzijn, sociaal beleid, cultuur
Portefeuillehouder
: Gerritsen
Productverantwoordelijke
: Goutier
Productgroepomschrijving 1. Actieplan cultuurbereik Wij willen vooral het cultuurbereik in de regio's stimuleren. Hierin werken we nauw samen met gemeenten en instellingen in de Regionale Cultuurplannen. De Groninger gemeenten vinden het belangrijk dat de Regionale Cultuurplannen een bijdrage leveren aan de versterking van de culturele infrastructuur door in te zetten op het ontstaan van culturele netwerken en op initiatieven in de regio van waaruit activiteiten worden gestimuleerd en netwerken opgebouwd. Ook is er behoefte aan organisatorisch vermogen dat participatie en ontwikkeling stimuleert. Bij de invulling van het amateurkunstbeleid houden wij rekening met die behoefte. 2. Amateurkunst Met de Regionale Creatieve Netwerken en een centrale werkplaats in de stad Groningen willen wij vooral het cultuurbereik in de regio's stimuleren. Hierin werken we nauw samen met gemeenten en instellingen in de Regionale Cultuurplannen. Het nieuwe beleid op het gebied van Amateurkunst sluit aan bij de Regionale Cultuurplannen en heeft als doel het organisatorisch vermogen in de regio te versterken, grotere en/of kleinere projecten mogelijk te maken, bij te dragen aan de ontwikkeling van de amateurkunstenaar en het regionale culturele netwerk te versterken. Door het leggen van een stevige basis in de regio creëren wij ook kansen voor talent om te groeien. Personen en instellingen in stad en regio vormen netwerken en individuen kunnen zich ontplooien. 3. Investeren in jeugd Met dit budget wordt gericht aandacht besteed aan de doelgroep jongeren op het voortgezet onderwijs. Door financiële ondersteuning van Theaterwerkplaats Paradox, de Steeg en het Jonge Harten Festival worden jongeren gestimuleerd om op actieve en passieve wijze in cultuur te participeren. 4. Cultuureducatie Met het cultuureducatiebeleid hebben wij het volgende doel voor ogen: Alle leerlingen van het primair onderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs in staat stellen om in één ononderbroken lijn kennis te nemen van en deel te nemen aan erfgoed- en kunsteducatie. De provincie wil stimuleren dat ieder kind een culturele loopbaan doormaakt. Belangrijke elementen van deze loopbaan zijn: - talent en creativiteit ontwikkelen; - kennismaken met en deelnemen aan de eigen culturele omgeving; - binnen het onderwijs in aanraking komen met de kunstdisciplines; - binnen het onderwijs in aanraking komen met cultureel erfgoed; - ervaren dat de eigen culturele omgeving in relatie staat tot culturele ontwikkelingen in de maatschappij; - kennismaken met eigen en andere tradities in een pluriforme samenleving. Bibliotheken vallen in de cultuurnota inhoudelijk gezien onder het programma creatieve netwerken. Aangezien Bibliotheken als een aparte productgroep in de begroting staat, wordt deze apart besproken.
318
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten ad 1., 2. en 4. De betrokkenheid van Groningers bij en de deelname aan de Cultuur in Groningen wordt groter; de sociaal-culturele samenhang in de regio wordt versterkt door in te zetten op laagdrempelige functies en initiatieven in de provincie, dichtbij en herkenbaar voor Groningers. Het cultureel bewustzijn van de Groningers wordt hierdoor vergroot, de actieve en passieve publieksparticipatie neemt toe en de culturele netwerken in de regio worden versterkt. ad 3. Jongeren in de hele provincie Groningen raken betrokken bij cultuur, waarbij met Theaterwerkplaats Paradox speciale aandacht wordt besteed aan vmbo-leerlingen en leerlingen met verschillende culturele achtergronden. Geplande prestatie-indicatoren ad 1. In 2006 zijn er in alle vier de regio's van de regionale cultuurplannen diverse culturele activiteiten, zijn er 2 grote(re) producties gerealiseerd en is er door de combinatie werkplaats in de stad, regionale creatieve netwerken, regionale cultuurplannen en de koepels een bloeiend amateurkunstenaarsnetwerk ontstaan. In 2006 trekken de Regionale Cultuurplannen 10.000 bezoekers.
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren ad 1. Binnen de netwerken van het regionaal cultuurplan en de creatieve netwerken kwamen onder andere de volgende initiatieven tot stand. • Gorecht: onder andere Staal op Fraeylema en Jongerenfestival Haren • Westerkwartier: onder andere Ruigelandfestival en De Baak • Oost-Groningen: onder andere Atelierroute; Oost-Groninger Wereldmuiek • Noord-Groningen: onder andere Bosch aan Zee, Kleintje Dierenpad In 2006 trokken de RCP's/RCN's 34.200 bezoekers. Tevens werden er in 2006 voorbereidingen getroffen voor grote projecten die plaatsvinden in de jaren 2007 en 2008. Met de uitgave van BLICK, blad voor amateurkunst, een samenwerkingsverband tussen de RCP's, de theaterwerkplaats, Kolder en Co en het GCA en de totstandkoming van de websites van Blick en het RCP werd een impuls gegeven aan het amateurkunstnetwerk
ad 2. In 2006 is er in iedere regio een creatief netwerk actief, zijn er 2 grote producties gerealiseerd en is er door de combinatie werkplaats in de stad, regionale creatieve netwerken, regionale cultuurplannen en de koepels een bloeiend amateurkunstenaarsnetwerk ontstaan. In 2006 trekken de regionale creatieve netwerken met hun activiteiten per regio voor de periode 2005-2006 3.300 bezoekers.
ad 2. In de regio's zijn meerdere netwerken actief. Via informatieavonden en oproepen via de website kent het relatiebestand ruim 200 geïnteresseerde culturele gangmakers. Voor realisatie 2 grote producties en bezoekers zie de beleidsverantwoording.
ad 3. Jaarlijks worden 400 jongeren actief en 6000 jongeren passief bereikt door jongerenwerkplaats Paradox, het Jonge Harten festival en jeugdtheatergezelschap De Steeg.
ad 3. Het Jonge Harten Festival bereikte in 2006 8400 jongeren, waarvan 400 actief meededen. De Steeg bereikt met 73 voorstellingen in de provincie Groningen 7300 jongeren. De voorstelling Digidiss werd wegens grote belangstelling vanuit de scholen hernomen. Stichting Paradox gaf in 2006 aan de
319
werkzaamheden wegens interne omstandigheden te moeten stoppen ad 4. ca. 300 basisscholen die een cultuureducatieplan opstellen; ca. 40.000 leerlingen van basisscholen die met kunst en erfgoed in aanraking komen
ad 4. 100% van de scholen voor primair onderwijs in de provincie (ca. 320) zijn door KunstStation C en IVAK, de provinciale ondersteuningsinstellingen voor cultuureducatie, in 2006 benaderd i.v.m. het opstellen van cultuureducatieplan. De werkwijze cultuureducatie kent een overtuigingsfase (1.), een planfase (2.) en een uitvoeringsfase (3). 100% van de scholen bevind zich in de overtuigingsfase, 60% van de scholen zit in de plan- en uitvoeringsfase.
Afnemers/klanten • OCW • alle gemeenten in de provincie Groningen • individuele culturele gangmakers • culturele instellingen • koepels • culturele verenigingen • jongeren uit het voortgezet onderwijs • basisscholen • basisschoolleerlingen
Prioriteiten 2006
Opstarten regionale creatieve netwerken (ad 2.)
€ 200.000
Het betreft hier geld ter financiering van culturele projecten en ter financiering van de organisatie van het netwerk.
Opstarten werkplaats in de stad Groningen (ad 2.)
€ 146.700
Het betreft hier geld ter financiering van de organisatie van de werkplaats.
Uitbouwen werkwijze cultuureducatie (ad 4.)
€ 724.200
Uitbouwen van de werkwijze van cultuureducatie; basisscholen in de provincie ondersteunen via een leerlingenbijdrage en ondersteuningsstructuur.
320
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) ad 1. • Gorecht: onder andere popcontest en jongerenprogrammeerteam; • Westerkwartier: Realisatie van onder andere jongerenfestival Spring (2.000 bezoekers) en Jongerenprogrammeerteam RAG; • Oost-Groningen: onder andere verankering van atelierroute; • Noord-Groningen: uitvoering van groot muziek - theater - erfgoed - stuk. ad 2. • De eerste periode voor inschrijving activiteiten creatieve netwerken loopt voor de jaren 2005 en 2006. In 2006 zullen veel activiteiten die in 2005 zijn voorbereid, worden uitgevoerd. Daarnaast start eind 2006 de inschrijving voor regionale creatieve netwerken voor de periode 2007 - 2008. • De werkplaats in de stad richt zich in 2006 op de discipline theater. Eind 2006 wordt gekeken naar mogelijke uitbreiding op het gebied van muziek in 2007 - 2008. De artistiek leider verbonden aan de werkplaats in de stad ondersteunt waar wenselijk de creatieve regionale netwerken. • De koepels stemmen hun inhoudelijke activiteiten af met de werkplaats in de stad. Voor interdisciplinaire projecten vanuit de regionale netwerken wordt samengewerkt met de koepels. ad 3. • Productiehuis De Steeg brengt in 2006 drie typen activiteiten: I. een voorstelling op scholen ( 60 à 80 voorstellingen in Groningen); II. een ad hoc productie met partners in de regio; III. een kleinschalig theaterinitiatief via coaching en bemiddeling. • Theaterwerkplaats Paradox is in 2006 een werkplaatsvoorziening waar jongeren elkaar ontmoeten en inspireren. In 2006 zoekt de werkplaats naar verdere aansluiting met andere netwerken in de provincie Groningen waarbij de aandacht specifiek ligt op de doelgroep vmbo-leerlingen. • Het Jonge Harten Festival brengt in 2006 landelijk top aanbod, professioneel aanbod door jongeren gespeeld, professioneel noordelijk aanbod, regionaal amateuraanbod, opdrachten en eigen producties met participatie van jongeren uit de stad en regio. ad 4. • subsidierelatie met KunstStation C bewaken; • subsidierelatie met IVAK bewaken; • pilot cultuureducatie verantwoorden aan OCW; • uitvoering versterkingsregeling cultuureducatie in het primair onderwijs OCW.
Toelichting/ontwikkelingen ad 4 De doorlopende leerlijn cultuureducatie bestaat uit een aantal fasen. In september 2003 is de provincie begonnen met het inzetten op het primair onderwijs. In de periode 2005-2008 wordt deze ingeslagen weg voortgezet. Om de doorlopende leerlijn te verwezenlijken staat de provincie een actieve aanpak voor, daarbij staat het faciliteren van scholen centraal, Concreet zetten wij daartoe in op twee instrumenten: een hulpstructuur (KunstStation C en IVAK) en een bijdrage van € 2,50 per leerling. De leerlingenbijdrage wordt op basis van cultuureducatieplannen aan basisscholen beschikbaar gesteld. Deze plannen moeten de verankering van cultuureducatie in het onderwijsprogramma bevorderen. De school gaat als een volwaardige partner deelnemen aan het culturele netwerk in de regio. Scholen worden zelf verantwoordelijk voor cultuur op school.
321
Beleidsverantwoording Prioriteiten Opstarten regionale creatieve netwerken (ad 2.): In 2006 waren er in alle regio's door rcp/rcn ondersteunde activiteiten, 14 in totaal. 2 grote producties werden gerealiseerd: Staal op Fraeylema en Bosch aan Zee. Met de uitgave van BLICK, blad voor amateurkunst, een samenwerkingsverband tussen de RCP's, de theaterwerkplaats, Kolder en Co en het GCA en de totstandkoming van de websites van Blick en het RCP werd een impuls gegeven aan het amateurkunstnetwerk. In 2006 trokken de RCP's/RCN's 34.200 bezoekers. Tevens werden er in 2006 voorbereidingen getroffen voor de 9 grote projecten die plaatsvinden in de jaren 2007 en 2008. Algemeen kan gesteld worden dat de netwerken die ontstaan rondom het proces van bibliotheekvernieuwing, cultuureducatie en amateurkunst naar elkaar toebewegen. Zie verder ontwikkelingen. Opstarten werkplaats in de stad (ad 2.): De werkplaats in de stad richtte zich in 2006 op de volgende hoofdtaken: ondersteuning en advisering creatieve netwerken, samenwerking tussen GCA, Kolder en Ko en de provincie Groningen middels het blad Blick, opzetten van een opleiding voor productieleiders, ondersteunen van diverse projecten voor amateur-kunstenaars in stad en provincie. Afgesproken is dat er gedurende de periode 2005 - 2008 geen sprake is van uitbreiding naar muziek. Kennis van muziek in binnen de theaterwerkplaats wel gewaarborgd. De koepels GCA, Sta en de SAMO richten zich specifiek op nieuwe samenwerkingsverbanden. Uitbouwen werkwijze cultuureducatie (ad 4.): KunstStation C en IVAK helpen scholen bij het opstellen en implementeren van cultuureducatieplannen in hun onderwijsprogramma. Scholen ontvangen voor de uitvoering van deze plannen een bijdrage van € 2,50 per leerling. • bewaken van de subsidierelatie met KunstStation C; • bewaken van de subsidierelatie met IVAK; • landelijke presentatie pilot cultuureducatie; • uitvoering Regeling Versterking cultuureducatie in het primair onderwijs OCW; • ontwikkeling doorlopende leerlijn cultuureducatie van primair naar voortgezet onderwijs. Uitgevoerde activiteiten ad 1 • In Gorecht is het jongerenprogrammeerteam gerealiseerd. • In het Westerkwartier zijn Spring en RAG niet gerealiseerd. Wel zijn haalbaarheidsonderzoeken uitgevoerd. • In het RCP Westerkwartier zijn met veel succes onder meer de projecten het Ruigelandfestival, de Familiefietstheatertocht en De Baak gerealiseerd. • In Oost-Groningen is de atelierroute uitgevoerd. • In Noord-Groningen is met veel succes het project Bosch aan Zee uitgevoerd. Ad 2 • In 2006 werden er 5 informatiebijeenkomsten georganiseerd waar in totaal ruimt 200 mensen op af kwamen. Naast uitgevoerde projecten werden er in 2006 ook voorbereidingen getroffen door netwerken die in 2007 een productie brengen. Voorbeelden: SWET, Als God in het Oldambt, Pentament Bourtange, Op Hoop van Zegen, De Vliegende Hollander. De website www.regionalecultuurplannen.nl, een belangrijke site voor de netwerken, werd in 2006 operationeel. • De theaterwerkplaats heeft bij het opzetten van de netwerken en het ontwikkelen van projecten ondersteuning geboden. Afgesproken is dat er gedurende de periode 2005 - 2008 geen sprake is van uitbreiding naar muziek. Kennis van muziek in binnen de theaterwerkplaats wel gewaarborgd. De werkplaats werkt samen met de theaterkoepel GCA. De danskoepel participeert in een van de creatieve netwerken. ad 3. • Productiehuis De Steeg bracht in 2006 drie typen activiteiten: I. een voorstelling op scholen (60 à 80 voorstellingen in Groningen); II. een ad hoc productie met partners in de regio;
322
III. een kleinschalig theaterinitiatief Totaal aantal bezoekers: 7300. Theaterwerkplaats Paradox heeft in 2006 de werkzaamheden neergelegd wegens interne omstandigheden bij Paradox. Afgesproken is dat de middelen via een open inschrijving worden ingezet voor initiatieven met hetzelfde doel; jongeren die normaal niet zo snel met kunst in aanraking komen, laten participeren. De open inschrijving is voorjaar 2007 gestart. • Het Jonge Harten Festival bracht in 2006 landelijk top aanbod, professioneel aanbod door jongeren gespeeld, professioneel noordelijk aanbod, regionaal amateuraanbod, opdrachten en eigen producties met participatie van jongeren uit de stad en regio. Aantal bezoekers 8400. •
ad 4. • aansturing van KunstStation C en IVAK; • uitvoering van de Regeling Versterking Cultuureducatie in het primair onderwijs 2006 van het ministerie van OCW stimuleringsbijdrage voor cultuureducatie gegeven; • starten van cursussen voor de functie van Interne Cultuurcoördinator op basisscholen; • starten met verbetering van de aansluiting van de vraag van de scholen op de beperkte mogelijkheden van de kleinere erfgoedinstellingen en musea door middel van het realiseren van een erfgoednetwerk rond de scholen in een gebied; • opzetten van een platform Cultuur en School ter verbetering van de participatie van jongeren aan cultuur; • informeren van instellingen over innovaties op het gebied van cultuureducatie; informatiebijeenkomsten; Ten slotte Algemeen kan gesteld worden dat de netwerken die ontstaan rondom het proces van bibliotheekvernieuwing, cultuureducatie en amateurkunst naar elkaar toebewegen. Nu het proces van bibliotheekvernieuwing is afgerond treden de bibliotheken actiever naar buiten toe. Er komen projecten tot stand waarbij zowel de netwerken van de scholen, de bibliotheken en het amateurkunstveld elkaar versterken. In 2007 verwachten wij daar concrete resultaten van te kunnen laten zien.
323
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
301.964
298.388
320.797
1.236.271
1.526.004
1.573.004
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
1.263.682
1.526.004
1.573.004
Totaal lasten
1.565.646
1.824.392
1.893.801
360.881 47.469
371.842 126.716 5.160
371.559 87.900
408.350
503.718
459.459
1.157.296
1.320.674
1.434.342
baten 2006
831000 Apparaatskosten
lasten 2006 298.388
realisatie saldo 2006 298.388
raming saldo 2006 320.797
831001 Actieplan cultuurbereik: - regionaal cultuurplan Noord - regionaal cultuurplan Oost - regionaal cultuurplan Westerkwartier - regionaal cultuurplan Gorecht
134.160 69.597 47.309 20.950
55.544 31.816 22.590 16.766
78.616 37.781 24.719 4.184
33.031 50.868 31.489 14.907
272.016
126.716
145.300
130.295
317.443
-317.443 -7.555 159.135 146.700 24.700 5.900 800 3.400 3.400 1.300
-312.000
20.337
122.450
27.411
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen Totaal baten Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
totaal actieplan cultuurbereik 831002 Amateurkunsten: - OCW geldstroom cultuurbereik - afwikkeling voorgaande jaren - creatieve regionale netwerken - Werkplaats Stad - SAMO - SAKO - Werkgroep Volksdans - GCA - STA - KPGRV
-7.555 159.135 146.700 24.700 5.900 800 3.400 3.400 1.300
totaal amateurkunsten
337.780
324
317.443
248.250 146.700 24.700 5.900 800 3.400 3.400 1.300
831003 Investeren in jeugd: - Paradox - De Steeg - Jonge harten totaal investeren in jeugd 831004 Cultuureducatie: - IVAK - Kunststation C - leerlingbijdragen - cultuureducatie (Min. OCW) totaal cultuureducatie totaal creatieve netwerken
66.600 50.600 15.200
66.600 50.600 15.200
70.800 50.600 15.200
132.400
132.400
136.600
79.700 549.549 95.000 59.559
79.700 549.549 95.000
79.700 549.500 95.000
59.559
783.808
59.559
724.249
724.200
1.824.392
503.718
1.320.674
1.434.342
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 Regionale cultuurplannen Deze middelen binnen het Actieplan Cultuurbereik zijn beschikbaar gesteld voor de gehele periode van de nieuwe cultuurnota (2005-2008). Op basis daarvan zijn verplichtingen aangegaan met het Rijk (matching) en met de gemeenten uit de provincie (matching). Na verdeling van de kosten over provincie/rijk/gemeenten schuift het restant van het provinciale aandeel 2006 ad € 25.834 door naar 2007. Aan de algemene reserve is € 18.688 onttrokken i.v.m. de kosten van het regionaal cultuurplan Noord. OCW geldstroom cultuurbereik saldo - € 5.160. Na verdeling van de kosten over provincie/rijk/gemeenten met betrekking tot het Actieprogramma Cultuurbereik was een onttrekking uit de voorziening rijksmiddelen Actieplan Cultuurbereik van € 5.160 nodig omdat de bijdrage van het ministerie over 2006 van € 312.283 niet toereikend was. Creatieve regionale netwerken saldo € 89.115. De onderbesteding van dit budget is het gevolg van te weinig kwalitatieve aanvragen. De hier verantwoorde bijdragen zijn betrokken bij de verdeling van de kosten over provincie/rijk/gemeenten met betrekking tot het Actieprogramma Cultuurbereik. Het gevolg hiervan is dat voorgesteld is het restant van de provinciale middelen van € 53.838,30 over te boeken naar 2007. Het restant van de rijksmiddelen van € 35.276,55 is meegenomen bij de bepaling van de onttrekking uit de voorziening Actieplan Cultuurbereik. Voorgaande jaren amateurkunsten saldo € 7.555. Deze vrijval betreft afboeking van oude verplichtingen. Paradox saldo € 4.200. De subsidierelatie met Paradox is per 31 december 2006 stopgezet. Paradox is structureel in de cultuurnota 2005-2008 opgenomen en maakt onderdeel uit van het Actieprogramma Cultuurbereik 20052008. Het is de bedoeling de gelden voor Paradox voor de duur van de cultuurnota en het Actieprogramma Cultuurbereik voor het zelfde doel in te zetten. Daarom is voorgesteld dit restant over te boeken naar 2007.
325
Productgroepnummer en -naam : 8311 Het Verhaal van Groningen Programma
: Welzijn, sociaal beleid, cultuur
Portefeuillehouder
: Gerritsen
Productverantwoordelijke
: Goutier
Productgroepomschrijving 1. Presentatiebeleid In de cultuurnota 2005-2008 is voor het 'Verhaal van Groningen - Programma 2' de beleidsmaatregelen Presentaties en verbinding van de Collectie Groningen opgenomen. Het betreft een presentatiebeleid, waarbij de Collectie Groningen als collectief van alle collecties (archieven, monumenten, archeologie, musea, landschap, bibliotheken en immaterieel erfgoed) in samenhang wordt getoond. De (historische) collectie van het Groninger Museum maakt hier een wezenlijk onderdeel van uit. 2. Klooster en Borgen Onder het onderdeel Klooster en Borgen vallen de volgende instellingen: Museumhuis Groningen, Klooster Ter Apel, Menkemaborg, Borg Verhildersum, Borg Nienoord en Fraeylemaborg. Verder speelt de liquidatie van de Groninger Borgen Stichting in 2006. Deze instellingen geven uitvoering aan het beleid zoals opgenomen in de Cultuurnota 2005-2008 / Het Verhaal van Groningen. Dit product is gekoppeld aan de 2 beleidsregels uit de cultuurnota 2005-2008: • presentaties en verbinding van de Collectie Groningen, een presentatiebeleid waarbij de Collectie Groningen als collectief van alle collecties wordt getoond; • instandhouding van de Collectie Groningen. 3. Musea Onder het onderdeel Musea vallen de volgende instellingen: Museumhuis Groningen, Groninger Museum, Noordelijk Scheepvaartmuseum, Veenkoloniaal Museum, Openluchtmuseum Het Hoogeland, Museum Stad Appingedam, Folkingestraat Synagoge en het Grafisch Museum. Deze instellingen geven uitvoering aan het beleid zoals opgenomen in de Cultuurnota 2005-2008 / Het Verhaal van Groningen. Dit onderdeel is gekoppeld aan de 2 beleidsregels uit de cultuurnota 2005-2008: • presentaties en verbinding van de Collectie Groningen, een presentatiebeleid waarbij de Collectie Groningen als collectief van alle collecties wordt getoond; • instandhouding van de Collectie Groningen. * Het Groninger Museum is in de cultuurnota opgenomen onder Programma 3- De kunsten 4. Monumenten Onder dit beleidsterrein vallen de volgende instellingen: Stichting Oude Groninger Kerken, Stichting Groningen Orgelland, Stichting Het Groninger Molenhuis, Libau Steunpunt en de Stichting Monumentenwacht. Deze stichtingen hebben als doel het beheer en instandhouding van het onroerend erfgoed; zij dragen tevens bij aan de totstandkoming van de selectie onroerend erfgoed als onderdeel van de Collectie Groningen. Daarnaast leveren de instellingen een bijdrage aan het presentatiebeleid waarbij de Collectie Groningen als collectief van alle collecties worden getoond. 5. Archeologie Instandhouden en presenteren van het erfgoed in de bodem in navolging van de landelijke richtlijnen (Malta). Het betreft het zorg blijven dragen voor de instandhouding van de Collectie Groningen, waarbij behoud in situ en selectie een steeds grotere rol zal gaan spelen. Verder zal er gewerkt worden aan een goede afstemming tussen de verschillende overheden. 6. Regionale Cultuur Het onderdeel Regionale Cultuur is te splitsen in: a. de taal: hieronder vallen het Huis van de Groninger Cultuur, het Bureau Groninger Taal en Cultuur, de Stichting Grunneger Toal en het Mediabudget regionale cultuur; b. het archiefbestel: hieronder vallen het archiefbudget, het GAVA en de Stichting Oorlogs- en Verzetsmateriaal Groningen (OVMG).
326
7. Post Middendorp opdracht: Het 2-jaarlijks uitschrijven van een opdracht voor documentaire fotografie.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten ad 1. t/m 4. • het zichtbaar maken van de rijkdom, dynamiek en potentie van de eigen regio door het meer integraal vertellen en presenteren van verhalen van en over Groningen ter versterking van de identiteit; • een groter zelfbewustzijn van de burgers over de regio; • stimuleren dat het publiek in en buiten Groningen meer met de informatie vanuit de Collectie Groningen in aanraking komt en daar kennis van neemt; • een grotere bewustwording dat kennis over het verleden voorwaarde is om het heden beter te kunnen duiden en beter overwogen keuzes te kunnen maken in het heden en de toekomst; • stimuleren dat het publiek in en buiten Groningen meer met de informatie vanuit de Collectie Groningen in aanraking komt en daar kennis van neemt. ad 5.aanvulling • draagvlak creëren bij overheden en publiek voor de uitgangspunten van Malta en de specifieke rol van het Groninger bodemarchief; archeologie verder integreren in het Verhaal van Groningen. • behoud ex situ van het door opgraving gedocumenteerde bodemarchief. ad 7. aanvulling • Sinds 1990 treden hedendaagse fotografen in de voetsporen van fotograaf Tonnis Post en de arts Pieter Boemers Middendorp (waaraan de opdracht zijn naam ontleent) die aan het begin van de 20e eeuw de woonomstandigheden vastlegden in onder andere Westerwolde. De tweejaarlijkse opdracht voor documentaire fotografie staat open voor landelijke fotografen/beeldend kunstenaars. Het thema wordt vooraf door een jury van deskundigen bepaald. De winnaar krijgt 6 maanden de gelegenheid om de opdracht uit te voeren. Na het tentoonstellen van de resultaten, wordt de collectie bewaard in het RHC Groninger Archieven.Met de invulling van de opdracht ontstaat een visuele geschiedschrijving van de provincie Groningen, die voor het nageslacht een beeld geeft van de 20e naar de 21e eeuw. Geplande prestatie-indicatoren ad 1. • 1 'werkgroep van deskundigen' als "aanjager" / regiecentrum voor stimulering integrale presentaties; • 1 presentatie vanuit het concept ‘Collectie Groningen als collectief’ (aanname);
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren
•
•
1 digitale kennissite van/over de Collectie Groningen (zie Regionale Cultuur), waarin zoveel mogelijk partners binnen het erfgoedbrede terrein participeren.
ad 2.
• •
De functie van de 'werkgroep van deskundigen' wordt vertaald in de stuurgroep en redactie van www.hetverhaalvangroningen.nl. In 2006 is het Masterplan Waddenland ontwikkeld door het Museumhuis Groningen om fysieke integrale presentaties vanuit de Collectie Groningen te realiseren. Dit was in mei technisch gerealiseerd. Daarna zijn via presentatierondes diverse groepen uit het erfgoedveld geïnformeerd over de site met als doel het creëren van draagvlak en participatie. Op 8 november is de site plenair aan het erfgoedbrede veld gepresenteerd. In de stuurgroep hebben de (grotere) erfgoedinstellingen / koepels zitting: Groninger Archieven, Museumhuis Groningen, Huis v.d. Groninger Cultuur, Libau, St. Oude Groninger Kerken, Natuurmuseum, Biblionet, Groninger Museum, de provinciale archeoloog en de Provincie.
ad 2.
327
•
4 borgen en 1 klooster met museale functie met ca. 2 presentaties per jaar in het kader van Collectie Groningen; 5 collecties voor behoud en beheer van de Collectie Groningen; 1 Museumhuis Groningen met stimulerende en ondersteunende activiteiten voor het erfgoedveld; 1 platformfunctie borgen bij het Museumhuis Groningen; 1 digitaal podium in de vorm van Collectie Groningen Digitaal; deelname 4 borgen en 1 klooster aan Collectie Groningen Digitaal; aansluiting MUSIP op Collectie Groningen Digitaal; voortgang/update MUSIP en Museumregistratie;
•
Gerealiseerd via budgetrelatie.
•
Gerealiseerd via de instellingen.
•
Gerealiseerd via budgetrelatie.
•
Gerealiseerd via Museumhuis.
•
Gerealiseerd: www.hetverhaalvangroningen.nl.
•
Gerealiseerd via budgetafspraken en www.hetverhaalvangroningen.nl. Is in voorbereiding.
•
Resultaten MusIP zijn in december gepresenteerd en en er zijn 20 musea opgenomen in het nationale Museumregister.
•
het begeleiden van het proces om de Groninger Borgen Stichting te beëindigen;
•
•
1 werkgroep van deskundigen die presentaties in samenhang stimuleert.
•
Loopt nog. Voor definitieve beëindiging moeten diverse factoren nog nader onderzocht (bijv. Europese subsidievoorwaarden). Streven is begin 2007 duidelijkheid te verkrijgen over datum opheffing GBS. Dit is verbonden aan de stuurgroep / redactie van www.hetverhaalvangroningen.nl.
• • • • • • •
•
ad 3. • 6 regionale musea met ca. 2 presentaties per jaar in het kader van Collectie Groningen; • 1 nationaal museum, het Groninger Museum, met 1 presentatie vanuit de Collectie Groningen en het beschikbaar stellen van de collectie voor presentaties van andere instellingen;
ad 3. • Gerealiseerd via budgetrelatie. •
Het Groninger Museum is in de Cultuurnota opgenomen onder Programma 3 - De Kunsten. Het Groninger Museum heeft 1 grote tentoonstelling gerealiseerd over de wierden en archeologie rond Van Giffen, daarnaast 5 kleinere tentoonstellingen vanuit de historische collectie dan wel Groninger perspectief.
•
7 collecties voor behoud en beheer van de Collectie Groningen; 1 Museumhuis Groningen met stimulerende en ondersteunende activiteiten voor het erfgoedveld; 1 digitaal podium in de vorm van Collectie Groningen Digitaal; deelname 7 musea aan Collectie Groningen Digitaal; aansluiting MUSIP op Collectie Groningen Digitaal; voortgang/update MUSIP en Museumregistratie;
•
Gerealiseerd via de instellingen.
•
Gerealiseerd via budgetrelatie.
•
Gerealiseerd in de vorm van www.hetverhaalvangroningen.nl. Gerealiseerd via budgetafspraken en www.hetverhaalvangroningen.nl. Is in voorbereiding.
•
Resultaten MusIP zijn in december gepresenteerd en er zijn 20 musea opgenomen in het nationale Museumregister.
1 depot Groninger Museum; 1 'werkgroep van deskundigen' die presentaties in samenhang stimuleert.
• •
Gerealiseerd. Gerealiseerd via de stuurgroep en redactie van www.hetverhaalvangroningen.nl.
• • • • •
• •
ad 4. • inventarisatie van (of deel van) het gebouwde erfgoed om te komen tot een collectie van
328
• •
ad 4. • Inventarisatie is ten dele gerealiseerd en vastgelegd in de notitie Inventarisatie
Groninger Monumenten; • • • • •
•
2 ondersteunende organisaties voor monumenteigenaren en overheden; 1 fonds Collectie Groningen voor het stimuleren van instandhouding van de gebouwde monumentenzorg; 1 organisatie voor het instandhouden en presenteren van kerken; 1 organisatie voor het instandhouden en presenteren van orgels; 1 organisatie voor het instandhouden en presenteren van molens.
3 Archeologische InformatiePunten (AIP's) gerealiseerd;
•
realisatie voorlichting gemeenten en waterschappen bij ondersteunende monumenteninstelling.
1 Huis van de Groninger Cultuur; aansluiting digitaliseringsprojecten (2) op ‘Erfgoed Groningen Digitaal’;
• • •
1 Bureau Groninger Taal en Cultuur; 1 Stichting Grunneger Toal; 20 nieuw opgeleide en gecertificeerde docenten streektaal; per regio (4) uitgave van nieuw lesmateriaal Gronings; aanstelling 1 streekarchivaris;
• • • •
Gerealiseerd door subsidieverlening aan ca. 22 onderhouds- en/of restauratieprojecten.
•
Gerealiseerd via budgetrelatie.
•
Gerealiseerd via budgetrelatie.
•
Gerealiseerd via verlegging budgetrelatie Stichting De Groninger Molen naar Stichting Het Groninger Molenhuis.
ad 6. • Gerealiseerd in www.hetverhaalvangroningen.nl, alsmede in het project Provinciale Beeldbank. • Gerealiseerd via budgetrelatie. • Gerealiseerd door aansluiting op o.a. gedigitaliseerd beeldmateriaal van het GIS, de Groninger Archieven, het GAVA; verder is in voorbereiding aansluiting op het project MusIP (inventarisatie op deelcollectieniveau van erfgoedcollecties). • Gerealiseerd via budgetrelatie. • Gerealiseerd via budgetrelatie. • Gerealiseerd.
ad 6. • 1 digitaliseringsproject ‘Erfgoed Groningen Digitaal’; • •
•
ad 5. • In zomer 2006 hebben de provincies Groningen, Fryslan en Drenthe afspraken gemaakt (bestuursovereenkomst) m.b.t. aansturing, administratie en financiën. Drenthe is formeel eigenaar van gebouw, voert de administratie en is verantwoordelijk voor personeel, waardoor zwaarste lasten. Thans wordt gezocht naar meest optimale organisatievorm. • Tweede AIP (Zeerijp) is in 2006 geopend, derde AIP (Appingedam) opent medio 2007 haar deuren, vierde AIP (Ezinge) volgt in 2008. • Gerealiseerd via het Libau Steunpunt c.q. Monumentenwacht
ad 5. • Noordelijk Archeologisch Depot Nuis;
•
Monumentenzorg Groningen. Deze inventarisatie wordt in 2007 afgerond. Gerealiseerd via budgetrelatie.
• •
minimaal 1 project in het kader van stimulering publieksbereik archieven uit krediet Archieven; 1 Groninger AudioVisueel Archief.
ad 7. • De fotografie-opdracht is verbonden aan een thema en de winnaar moet zowel over een aansprekend concept als over technische kwaliteiten beschikken.
329
• •
Gerealiseerd. 1 algemene uitgave (Goidag) en 3 lesboeken Oost, Noord en West. Gerealiseerd per 1 september: aanstelling streekarchivaris Oldambt. Project Provinciale Beeldbank (fotomateriaal archieven). Gerealiseerd via budgetrelatie.
ad 7. • Besprekingen t.b.v. themabepaling zijn gestart. Uitvoering in 2007.
Afnemers/klanten • instellingen (ook niet-cultureel) • verenigingen • burgers (in en buiten Groningen) • overheden • waterschappen • bedrijven • erfgoedinstellingen • toeristen • kunstenaars • inwoners provincie Groningen
Prioriteiten 2006
Werkgroep van deskundigen (ad 1.)
€ 80.000
In 2006 start de 'werkgroep van deskundigen' met de opdracht om integrale presentaties (erfgoedbreed, actueel en nieuw) te stimuleren en de bestaande partijen in het veld daarop te activeren. Hiervoor heeft zij een budget van € 80.000 tot haar beschikking. Dit budget is niet bedoeld als een subsidiepot, maar kan eventueel wel worden ingezet op projecten uit het veld die beantwoorden aan het doel. Deze 'werkgroep' zal tevens adviseren over thema's, inventarisatie, criteria, instandhouding en andere relevante onderwerpen die het onderwerp Collectie Groningen en de uitvoering van het gestelde in de Cultuurnota betreffen.
Digitalisering en ontsluiting (ad 1.) In 2006 is de digitalisering van ontsluiting van erfgoedbrede kennis over de Collectie Groningen in werking en zal verder worden ontwikkeld c.q. verbreed. Diverse aansluitingen zijn en/of worden doorgevoerd (bijv. MUSIP).
Inventarisatie museale collecties (ad 3.)
(zie prioriteit 1)
Voor de instandhouding van de collecties is inventarisatie een basisvoorwaarde. Inventarisatie geeft inzicht in de samenstelling en waarde van de collecties in het kader van de Collectie Groningen.
Afstemming met andere overheden (ad 4.) De invoering van de Besluit Rijkssubsidiëring Instandhouding Monumenten (BRIM) per 1 januari 2006 heeft grote gevolgen voor de provincie door het wegvallen van het budgethouderschap. Afstemming met de andere overheden en de instellingen op het gebied van de monumentenzorg realiseren
Samenstellen richtlijnen (ad 4.) Het samenstellen van richtlijnen met betrekking tot selectie ten behoeve van instandhouding om te komen tot een collectie Groningen van het gebouwde erfgoed.
330
Implementatie verdrag van Malta (ad 5.) Doorwerken van Malta op het provinciale niveau (beleidsplan); beslissing nemen op het aanwijzen van attentiegebieden.
Versterken infrastructuur/Vergroten en verbreden publieksbereik archieven (ad 6.)
€ 23.700
In samenwerking met het RHC Groninger Archieven komen tot het bouwen van een netwerk van openbare archieven en samenwerking binnen het archiefveld. Doel: activiteiten voor en diensten leveren aan breed publiek.
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) ad 1. • de 'werkgroep' realiseert 1 integrale presentatie (samen met partijen in het veld); • de 'werkgroep' ontwikkelt een stimulerende aanpak ten behoeve van bestaande presentaties van alle partijen in het veld; • de 'werkgroep' adviseert over diverse relevante zaken met betrekking tot de Collectie Groningen en het gestelde in de Cultuurnota; • realisatie digitalisering erfgoedbrede kennissite Collectie Groningen Digitaal; • realisatie van diverse presentaties van de bestaande partijen in het veld. ad 2. • het uitvoering geven aan bovenstaande doelen van meer integrale presentaties en instandhouding van de Collectie Groningen; • relatiebeheer gesubsidieerde borgen en klooster, waaronder subsidietoekenningen, -vaststellingen, monitoring inhoudelijk beleid conform bovenstaande; • uitvoering project Professionalisering Subsidierelaties; • deelname van museale instellingen aan Collectie Groningen Digitaal; • ontsluiting MUSIP en aansluiting ervan op Collectie Groningen Digitaal; • voortgang/update MUSIP en Museumregistratie; • uitvoering platformfunctie borgen door Museumhuis Groningen. ad 3. • het uitvoering geven aan bovenstaande doelen van meer integrale presentaties en instandhouding van de Collectie Groningen; • relatiebeheer gesubsidieerde musea en het Museumhuis Groningen, waaronder subsidietoekenningen, -vaststellingen, monitoring inhoudelijk beleid conform bovenstaande; • uitvoering project Professionalisering Subsidierelaties; • deelname van museale instellingen aan Collectie Groningen Digitaal; • ontsluiting MUSIP en aansluiting ervan op Collectie Groningen Digitaal; • voortgang/update MUSIP en Museumregistratie. ad 4. • stimuleren van activiteiten van het veld die bovenstaande doelen ondersteunen; • relatiebeheer monumentenorganisaties; • uitvoering rapport professionalisering subsidierelaties; • uitvoering taken voortkomend uit de monumentenwet. ad 5. • realisatie één AIP; • inrichten koepel AIP's met Fryslân en Ostfriesland; • aanwijzen archeologische attentiegebieden of alternatief. ad 6.
331
• • • • • •
het uitvoering geven aan bovenstaande doelen van meer integrale presentaties en instandhouding van de Collectie Groningen; relatiebeheer genoemde instellingen (formele stukken en monitoring inhoudelijk beleid conform het gestelde in de Cultuurnota); uitvoering project Professionalisering Subsidierelaties; operationeel worden van netwerk openbare archieven; subsidiëring van minimaal 1 project uit krediet Archieven; stimuleren van activiteiten met betrekking tot instandhouding van en nieuwe impulsen streektaal (structurele en incidentele subsidies).
ad 7. • uitschrijven opdracht 2007
Toelichting/ontwikkelingen ad 1. De 'werkgroep van deskundigen' en het doel van integrale presentaties worden momenteel (in 2005) voorbereid en uitgewerkt. Oriëntatie op landelijke integrale projecten vindt plaats. Er zal draagvlak gecreëerd moeten worden in het veld en de 'werkgroep' krijgt een opdracht mee om vanaf 2006 uit te voeren. ad 2. Het Museumhuis Groningen speelt in het streven naar verbinding, samenhang en meer context van de collecties en instellingen erfgoedbreed een cruciale rol evenals de 'werkgroep van deskundigen'. ad 3. Het Museumhuis Groningen speelt in het streven naar verbinding, samenhang en meer context van de collecties en instellingen erfgoedbreed een cruciale rol evenals de 'werkgroep van deskundigen'. ad 4. Het Rijk is voornemens om per 1 januari 2006 de huidige Besluit Rijksregeling Restauratie Monumenten en Besluit Rijksregeling Onderhoud Monumenten op te laten gaan in het Besluit Rijksregeling Instandhouding Monumenten. In deze nieuwe instandhoudingsregeling zijn restauraties en achterstallig onderhoud niet meer subsidiabel. Er kunnen subsidies aangevraagd worden voor meerjarige instandhoudingsplannen (onderhoud). De verwachting is dat de provincie Groningen haar budgethouderschap voor 23 gemeenten verliest. Monumenteneigenaren moeten zich in de toekomst rechtstreeks tot de Rijksdienst voor de Monumentenzorg wenden. ad 5. Malta is vertaald in een wetsvoorstel dat medio 2005 bij de Tweede Kamer ligt. Naar verwachting worden eind 2005 nog enkele belangrijke beslissingen genomen die voor de provincies van belang zijn. De uitkomsten bepalen in sterke mate de richting die na 2005 gekozen wordt.
332
Beleidsverantwoording Prioriteiten ad 1. 'Werkgroep van deskundigen'. ad 1. Digitalisering en ontsluiting. ad 3. Inventarisatie museale collecties. ad 4. Afstemming met andere overheden. ad 4. Samenstellen richtlijnen. ad 5. Implementatie verdrag van Malta. ad 6. Versterken infrastructuur; vergroten en verbreden publieksbereik archieven. Ad 1. 'Werkgroep van deskundigen'. Het principe van een 'werkgroep van deskundigen' is door het veld niet met veel enthousiasme ontvangen. Parallel hieraan liep de ontwikkeling van de site www.hetverhaalvangroningen.nl. Hiervoor functioneert nu een stuurgroep én redactie waarin alle erfgoeddisciplines vertegenwoordigd zijn. Hiervoor is draagvlak. Het principe van een 'werkgroep van deskundigen' wordt om die reden geïntegreerd met (de taken van) deze stuurgroep. Ad.1. Digitalisering en ontsluiting. In mei 2006 is de website www.hetverhaalvangroningen.nl technisch gerealiseerd. Vanaf dat moment zijn presentatiebijeenkomsten voor diverse groepen in het erfgoedveld georganiseerd met als doel het creëren van draagvlak en participatie. Op 8 november 2006 is de site, inmiddels ingevuld met een aantal verhalen over Groningen, plenair aan het erfgoedbrede veld gepresenteerd. De site zal vervolgens nog verder worden ontwikkeld en verbreed. Er wordt momenteel verder gewerkt aan het aansluiten van diverse gegevensbestanden van erfgoedinstellingen (binnenkort ook MusIP). Ook zijn de websites van een groot aantal erfgoedinstellingen al gelinkt aan www.hetverhaalvangroningen.nl. Er is binnen het project www.hetverhaalvangroningen.nl een redactie ingesteld die zodanig is samengesteld dat een brede kennis op onderwerpen m.b.t. de Groninger geschiedenis aanwezig is en kwaliteit daardoor is gegarandeerd. Ad 3. Inventarisatie (museale) collecties. Via de afzonderlijke instellingen en de budgetafspraken is verder gewerkt aan registratie en inventarisatie van de Collectie Groningen. Daarnaast is MusIP uitgevoerd, inventarisatie op deelcollectieniveau van belangwekkende erfgoedcollecties in Nederland. MusIP is een landelijk project en te bezoeken via www.musip.nl. Daarnaast is op het terrein van monumenten een inventarisatie uitgevoerd naar de restauratieachterstanden in Groningen. De eerste uitkomsten van de inventarisatie zijn vastgelegd in de notitie Inventarisatie Monumentenzorg Groningen. Tevens is een brandbrief naar de minister van OCW gestuurd. De inventarisatie wordt in het voorjaar van 2007 afgerond. Ad 4. Afstemming met andere overheden. Bij het opstellen van het Provinciaal Restauratie Uitvoeringsprogramma 2006-2011 is afstemming gezocht met gemeenten. Ad 4. Samenstellen richtlijnen. Voor de gebouwde monumentenzorg geldt dat eerst een inventarisatie wordt uitgevoerd. Op basis van de uitkomsten kan overwogen worden om eventueel richtlijnen op te stellen. Ad 5. Implementatie verdrag van Malta. Malta is nu (januari 2007) ook door de Eerste Kamer en zal in de loop van 2007 als Wet op de Archeologische Monumentenzorg worden geïmplementeerd. De provincie gaat voort met het faciliteren van gemeenten om hun archeologiebeleid Malta-proof te maken. Voorlichting aan gemeenten en waterschappen over ruimtelijke ontwikkelingen verliep via het archeologische loket Libau. In 2006 verscheen de Nota archeologiebeleid Regio Noord-Groningen die in 2007 een vervolg krijgt met een archeologische verwachtingskaart voor deze regio. Het aanwijzen van attentiegebieden is met een goede, beredeneerde verwachtingskaart niet nodig. Ad 6. Versterken infrastructuur; vergroten en verbreden publieksbereik archieven. In 2002 hebben het Rijk, IPO en VNG het Archievenconvenant afgesloten. In het provinciaal beleid wordt op dit beleidsterrein ingezet om archieven een integraal deel uit te laten maken van het cultureel erfgoed zowel fysiek, in activiteiten, als digitaal breed toegankelijk te maken.
333
Aan het Regionaal Historisch Centrum Groninger Archieven is gevraagd met gemeenten en waterschappen projecten te starten met het oog op de ontsluiting van de Groninger archiefcollecties. Er moet gewerkt worden aan een publieksgericht presentatiebeleid, aan meer deskundigheid en aan nauwere samenwerking.
Uitgevoerde activiteiten Ad 1. • Het principe van een 'werkgroep van deskundigen' is door het veld niet met veel enthousiasme ontvangen. Parallel hieraan liep de ontwikkeling van de site www.hetverhaalvangroningen.nl. Hiervoor functioneert nu een stuurgroep én redactie waarin alle erfgoeddisciplines vertegenwoordigd zijn. Hiervoor is draagvlak. Het principe van een 'werkgroep van deskundigen' wordt om die reden geïntegreerd met (de taken van) deze stuurgroep. De stuurgroep wordt ook gebruikt als klankbordgroep voor diverse ontwikkelingen in het veld. • Er is in 2006 een Masterplan ontwikkeld voor fysieke integrale presentaties in 3 regio's. De stuurgroep van www.hvvg.nl is hiervoor als klankbord gebruikt. • De erfgoedbrede kennissite is gerealiseerd in www.hetverhaalvangroningen.nl. • De diverse presentaties van de bestaande partijen in het veld zijn gerealiseerd door de instellingen. Ad 2. • Het relatiebeheer met de borgen en het klooster waaronder subsidieverleningen, vaststellingen en monitoring inhoudelijk beleid is gerealiseerd. Ad 3. • Het doel (meer integrale presentaties en instandhouding van de Collectie Groningen) is gerealiseerd door de instellingen zelf, door ontwikkeling van Masterplan Waddenland en door de site www.hetverhaalvangroningen.nl; • Het relatiebeheer gesubsidieerde musea en het Museumhuis Groningen, waaronder subsidieverleningen, -vaststellingen, monitoring inhoudelijk beleid, is gerealiseerd; • Er is uitvoering gegeven aan het project Professionalisering Subsidierelaties; • In de budgetafspraken is vastgelegd dat de museale instellingen deelnamen aan www.hetverhaalvangroningen.nl; • Ontsluiting MusIP is gerealiseerd door www.musip.nl; aansluiting ervan op www.hetverhaalvangroningen.nl is in voorbereiding; • De eerste investeringsprojecten MusIP en Museumregistratie zijn gerealiseerd (er zijn 20 musea opgenomen in het nationale Museumregister). De toekomstige reguliere voortgang/update wordt uitgevoerd binnen de reguliere taken van het Museumhuis. Ad 4. • Er is uitvoering gegeven aan de twee beleidsmaatregelen via de instellingen en projecten; • Het relatiebeheer monumentenorganisaties is gerealiseerd; • Er is uitvoering gegeven aan het rapport professionalisering subsidierelaties; • Uitvoering taken voortkomend uit de monumentenwet is gerealiseerd. • Er is inventarisatie gerealiseerd van de monumenten in Groningen om te komen tot een masterplan voor restauratie en instandhouding van de gebouwde Collectie Groningen. Ad 5. • Realisatie van AIP Zeerijp en voorbereiding AIP's Appingedam en Ezinge. • AIP-koepelgesprekken met Friesland en Ostfriesland in gang gezet. • Productie en vaststelling Nota archeologiebeleid regio Noord-Groningen. • Deskundigheidsbevordering bereikt door inschakeling amateurarcheologen bij archeologische projecten en publicaties. • Vondstmeldingen in ontvangst genomen en afgehandeld. • Bijdragen geleverd aan landschapsherstel: wierde Englum (gereed), wierde Wierum (in uitvoering). • Programma's van Eisen archeologisch onderzoek getoetst en begeleid. • Uitvoering gegeven aan archeologische begeleiding project Revitalisering Zuidlaardermeer. Ad.6. • Het doel (meer integrale presentaties en instandhouding Collectie Groningen) is digitaal gerealiseerd en wordt verder ontwikkeld. • Relatiebeheer/uitvoering project Professionalisering Subsidierelaties: uitgevoerd.
334
• • •
Netwerk openbare archieven: in 2006 gestart met aantal informatieve bijeenkomsten met gemeenten (archiefbeheerders), provinciale archiefinspectie, RHC Groninger Archieven en Provincie. 1 project uit krediet Archieven: Provinciale Beeldbank Groningen. In het kader van de voorstellen Voorjaarsnota 2006 is de subsidie voor het Huis van de Groninger Cultuur verhoogd met € 35.000 naar € 210.000. Via het Huis zijn nieuwe initiatieven met betrekking tot instandhouding van de streektaal ontplooid.
Ad 7. Besprekingen t.b.v. themabepaling zijn gestart. Uitvoering vindt plaats in 2007.
335
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
702.073
555.969
750.098
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
2.085.142
2.250.263 201.004
2.245.647 325.500
2.899 2.088.041
3.117 2.454.384
3.210 2.574.357
Totaal lasten
2.790.114
3.010.353
3.324.455
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen
56.634
30.340 1.134
Totaal baten
56.634
31.474
2.733.480
2.978.879
3.324.455
baten 2006
realisatie saldo 2006 555.969
raming saldo 2006 750.098
80.000
80.000
80.000
80.000
80.000
80.000
89.800 155.800 119.600 150.800 104.200
89.800 155.800 119.600 150.800 104.200
89.800 155.800 119.600 150.800 104.200
totaal klooster en borgen
620.200
620.200
620.200
831103 Musea: - afwikkeling voorgaande jaren - Museumhuis - Noordelijk Scheepvaartsmuseum - Veenkoloniaal Museum - Museum Het Hoogeland - Museum Stad Appingedam - Grafisch Museum - Folkingestraat Synagoge
23.597 157.300 55.100 107.400 84.300 57.000 15.200 25.100
23.597 157.300 55.100 107.400 84.300 57.000 15.200 25.100
157.300 55.100 107.400 84.300 57.000 15.200 25.100
524.997
524.997
501.400
Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006 555.969
831100 Apparaatskosten 831101 Presentatiebeleid: - presentatiebeleid totaal presentatiebeleid 831102 Klooster en borgen: - Klooster Ter Apel - Menkemaborg - Borg Nienoord - Verhildersum - Fraeylemaborg
totaal musea
336
831104 Monumenten: - fonds collectie Groningen - St. Oude Groninger Kerken - St. De Groningen Molen - Monumentenwacht - Steunpunt Monumentenzorg - St. Groninger Orgelland - renteloos voorschot Menkemaborg - herinrichtingsplan Martinikerk
79.289 56.200 197.200 191.404 53.300 11.436 3.117 37.500
79.289 56.200 197.200 191.404 53.300 11.436 3.117 37.500
80.000 181.200 197.200 190.900 53.300 11.400 3.210 37.500
629.445
629.445
754.710
38.547 23.400 14.973 4.423
38.547 23.400 14.973 4.423
107.900
107.900
38.547 23.400 8.000 15.000 24.000 107.900
189.243
189.243
216.847
-18.249 18.684 13.763 5.000 212.100 105.500 16.091 25.000 30.340
-18.249 18.684 13.763 5.000 212.100 105.500 16.091 25.000
23.700 13.800 5.000 212.100 105.500 16.100 25.000
30.340
408.230
30.340
377.889
401.200
2.270
1.134
1.136
totaal Post Middendorp opdracht
2.270
1.134
1.136
totaal Het Verhaal van Groningen
3.010.353
31.474
2.978.879
totaal monumenten 831105 Archeologie: - archeologisch depot Nuis - voorlichting gemeenten en waterschappen - archeologische noodopgravingen - archeologische informatiepunten - div. projecten cofinanciering Kompas - archeologie wet Malta totaal archeologie 831106 Regionale cultuur: - afwikkeling voorgaande jaren - archievenbudget - GAVA - St. Oorlogs- en Verzetsmateriaal - Huis voor de Groninger Cultuur - Bureau Groninger Taal en Cultuur - St. Grunneger Toal - mediabudget regionale cultuur - erfgoed Groningen digitaal totaal regionale cultuur 831107 Post Middendorp opdracht: - Post Middendorp opdracht
3.324.455
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 Voorgaande jaren musea saldo -€ 23.597. Het betreft hier een kwijtschelding van een vordering op het Museum Het Hoogeland uit 2001. Dit wordt voor € 9.076 gedekt door een onttrekking uit de Algemene Reserve. Oude Groninger Kerken saldo € 125.000. Dit bedrag is beschikbaar gesteld als provinciale bijdrage ten behoeve van de overdracht Synagoge Folkingestraat aan de stichting Oude Groninger Kerken. De afspraken tussen de gemeente Groningen en de provincie zijn echter nog niet afgerond waardoor dit bedrag niet besteed is. Voorgesteld is dit restant over te boeken naar 2007. Archeologische Informatiepunten saldo € 10.577. Dit bedrag was bestemd voor de uitgave van een Duitstalig TRAP (Toeristisch Recreatief Archeologisch Project)-gidsje en de kosten van de PR in Duitsland. Door een lange voorbereidingstijd is vertraging opgetreden en was het niet meer mogelijk deze middelen in 2006 in te zetten. Voorgesteld is dit restant over te boeken naar 2007
337
Voorgaande jaren regionale cultuur saldo € 18.249. Betreft vrijval door afboeking diverse oude verplichtingen uit met name 2002 (opschoningsactie). Archievenbudget saldo € 5.016. Door minder projectaanvragen dan verwacht is dit budget niet volledig besteed.
338
Productgroepnummer en -naam : 8312 Dynamiek in de kunsten van stad en regio Programma
: Welzijn, sociaal beleid, cultuur
Portefeuillehouder
: Gerritsen
Productverantwoordelijke
: Goutier
Productgroepomschrijving De productgroep Dynamiek in de kunsten van stad en regio bestaat uit de volgende onderdelen: 1. CIS basisvoorzieningen (ESFI) Het ESFI-CIS wordt ingezet ten behoeve van aard- en nagelvaste investeringen welke gelieerd zijn aan de inhoudelijke doelstellingen van de Creatieve Stad/CIS, met in het bijzonder het vergroten van de dynamiek in de culturele infrastructuur. 2. Culturele planologie Onder Culturele Planologie vallen de volgende beleidsuitgangspunten: • het ondersteunen/stimuleren van inzet van (kunst)enaars in projecten waar provincie Groningen als (mede-)opdrachtgever optreedt; • het verlenen van jaarlijks 2 stimuleringssubsidies aan gemeenten die kunstenaars inzetten in kader van planologie; • het initiëren/subsidiëren van een publicatie c.q. documentaire inzake Culturele Planologie. 3. KunstenBudget Het KunstenBudget is ondergebracht bij de Kunstraad Groningen. Bij boven genoemd budget kunnen instellingen een incidentele subsidie aanvragen via het krediet 'Incidentele Activiteiten'. Daarnaast bestaat het 'KunstenBudget' voornamelijk uit een krediet 'Versterken Productiefunctie'. De besteding van deze kredieten is gemandateerd aan de Kunstraad Groningen. Dit krediet is specifiek bedoeld voor: • het stimuleren van nieuwe initiatieven en samenwerkingsverbanden (organisatorisch vermogen); • het benutten van de vernieuwende potentie van de topinstellingen; • het betrekken van talenten/ potentials bij initiatieven. Er liggen namelijk grote kansen als de culturele instellingen de mogelijkheid geboden wordt om samen vernieuwende initiatieven te ontwikkelen en hierbij talenten te betrekken. Het ontbreekt hier echter vaak aan voldoende organisatorisch vermogen. Dit vermogen willen wij stimuleren en financieel faciliteren via dit krediet waarvoor instellingen gezamenlijk, op eigen initiatief, een aanvraag kunnen indienen. Binnen deze aanvraag kunnen de instellingen een post opnemen voor het aanstellen voor een projectleider. Deze persoon kan het organisatorisch vermogen van het betreffende initiatief een extra impuls geven. Het krediet 'Versterken Productiefunctie' valt eveneens onder het 'KunstenBudget'. Een derde manier waarop wij het organisatorisch vermogen van instellingen willen stimuleren is door het verstrekken van een opdracht aan instellingen. Dergelijke opdrachten willen wij beperken tot maximaal twee per jaar. Voor het verstrekken van de opdrachten maakt de Kunstraad gebruik van een adviescommissie Opdrachten. Deze commissie moet per 1 januari 2007 operationeel zijn. 4. Beeldende Kunst Onder Beeldende Kunst vallen de volgende beleidsmaatregelen c.q. instellingen: Groninger Museum, Aankopen/manifestaties Groninger Museum, Creatieve projecten, kunstuitlenen en artotheken, (gast)ateliers en kunstenaarsinitiatieven, Pavlov Media. 5. Podiumkunsten Onder podiumkunsten vallen de instellingen Galili Dance, Theater De Citadel, Tryater, De Noorderlingen, Theater te Water, Prime, Jungle Warriors, Liga 68 en Grover Pop. De Noordelijke Productiefunctie is tevens een onderdeel van het product 'podiumkunsten'. Het doel van dit product is enerzijds inzetten op de talentontwikkeling, zowel op professioneel als op amateurniveau. Anderzijds: de uitstraling van culturele instellingen en de culturele infrastructuur in algemene zin versterken.
339
6. Festivals Onder festivals valt het financieren van de instellingen Noorderlicht, Noorderzon, Noorderslag, Op Roakeldais, Peter de Grote Festival, Grand Theatre/GT Grenzeloos, Kunstbende, Prinses Christina Concours en het Haydn Muziekfestival. Het doel is om de uitstraling van de grote instellingen en festivals en van de culturele infrastructuur in algemene zin te versterken. 7. Letteren Onder letteren valt het financieren van de instelling Doe maar Dicht maar, de stichting Van der Leeuwlezing en de cultuurprijs Belcampo Stipendium. 8. Culturele prijzen (Wessel Gansfortprijs en Belcampo Stipendium) Wessel Gansfortprijs bestaat uit een tweejaarlijkse algemene culturele prijs voor een persoon of instelling die het culturele klimaat in de provincie Groningen heeft verrijkt. Belcampo Stipendium is een tweejaarlijkse opdracht voor het schrijven een een essay, novelle of gedichtencyclus. (Martha) 9. Budget Provinciale Kunstcommissie Dit budget is ten behoeve van het beheren van de provinciale kunstcollectie, aankleding openbare ruimtes, medewerkers van de provincie voorzien van kunst op de werkplek. 10. Stimuleringsfonds Dit budget wordt ook in 2005-2008 deels ingezet ten behoeve van incidentele kunstzinnige en culturele activiteiten in de breedste zin van het woord, die niet onder de bestaande budgetten vallen. Het betreft projecten waarvan een bijzondere en stimulerende werking uitgaat naar het culturele veld. Het gaat bijvoorbeeld om startsubsidies, uitwisselingsprogramma's en eenmalige opdrachten. 11. Overgang naar nieuw beleid Dit budget is ten behoeve van het implementeren van het nieuwe cultuurbeleid.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten ad 1. • De ESFI-gelden binnen het CIS-budget zullen ingezet worden ter versterking van het creatieve klimaat in de stad Groningen. Onder meer door het mogelijk maken van cultuurpanden, waarin meerdere culturele en maatschappelijke functies gecombineerd worden (zoals starters-ateliers, een debatcentrum, een cultuurcafé, een podium). Dergelijke panden kunnen zodoende zowel betekenis krijgen binnen de kunst- en cultuurwereld als ook een bredere maatschappelijke functie vervullen. ad 2. • Door de verbinding te leggen tussen kunsten, cultuurhistorie, ruimtelijke plannen (stedenbouwkundig en landschappelijk) is er sprake van een toegevoegde waarde in de beleving van de openbare ruimte. Kunst(enaars) kunnen ingezet worden voor de realisatie van fysieke kunstwerken, maar ook in sociale en maatschappelijke projecten in de openbare ruimte. ad 3. • de mogelijkheden voor het uitvoeren van nieuwe toepassingen, nieuwe ideeën (experimenten) en samenwerkingsvormen vergroten en nieuwe initiatieven stimuleren; • aan de bestaande culturele infrastructuur een impuls geven; • een efficiënt en klantvriendelijk ingerichte adviesstructuur • het stimuleren interdisciplinaire activiteiten. ad 4. • versterken van de dynamiek in de kunsten van stad en regio; • het kunstenbeleid levert een belangrijke bijdrage aan het woon- en vestigingsklimaat in de stad en regio Groningen. • bereiken van een grotere klantvriendelijkheid, betere presentatiemogelijkheden van de collecties aan het publiek en een marktgerichtere werkwijze van de provinciale artotheken. ad 5. • de uitstraling van grote instellingen en festivals en van de culturele infrastructuur in het algemeen wordt versterkt; • een aantrekkelijk vestigingsklimaat. • talentontwikkeling van zowel amateurs als professionals.
340
ad 6. • de uitstraling van de grote instellingen en festivals en van de culturele infrastructuur in algemene zin wordt versterkt; • een aantrekkelijk vestigingsklimaat. ad 7. • versterken van de bestaande culturele infrastructuur ad 8. • De provincie wil met deze prijs blijk geven van haar erkenning aan een persoon of instelling die een impuls heeft gegeven aan het culturele leven in de provincie. ad 9. • kennismaken met de provinciale kunstcollectie; door toevoeging van kunst de openbare ruimte voor bezoekers aantrekkelijk te maken en de werkplek van de medewerkers veraangenamen. ad 10. • versterking Culturele Infrastructuur; • versterking dynamiek in culturele infrastructuur. ad 11. • het realiseren van het cultuurbeleid 2005-2008, zoals verwoord in de cultuurnota stroomversnelling. Geplande prestatie-indicatoren ad 1. • het mogelijk maken van minimaal 1 cultuurpand in de stad Groningen ad 2. • Realisatie van minimaal 1 groot kunstproject, waarbij minimaal 2 kunstenaars opdracht krijgen een kunstwerk uit te voren. In 2006 zullen binnen het kunsttraject langs de Vaarweg LemmerDelfzijl 6 kunstwerken binnen de provincie Groningen (en 6 binnen Fryslân) gerealiseerd worden. Bovendien zal er een totaalkunstwerk in de vorm van een tijdelijk project plaatsvinden;
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren ad 1. • er is een subsidie verleend uit ESFI-fonds t.b.v. cultuurpand Bloemsingel 10 te Gronngen; ad 2. • In 2006 zijn binnen het meerjarige project Woordenstroom 3 opdrachten verstrekt, waarvan 2 reeds gerealiseerd en 1 nog opgeleverd moet worden. Tevens heeft voorbereiding plaatsgevonden van de overige 3 projecten die in 2007 gerealiseerd gaan worden. Bovendien is het totaalproject gerealiseerd (Biografie van de Vaarweg): 84 schrijvers hebben 1 september hun biografie langs de vaarweg geschreven. Er is in 2006 eveneens een krant verschenen om het brede publiek te informeren over het project. In 2006 heeft eveneens werving en selectie plaatsgevonden onder kunstenaars voor de realisatie van de documentaire-opdracht Meerstad. Realisatie zal in 2007 en 2008 plaatsvinden. Voorbereiding voor kunst i.k.v. Regiovisie Groningen-Assen is in 2006 in gang gezet.
•
verstrekken van 2 stimuleringssubsidies aan gemeenten;
•
In 2006 heeft voorbereiding van 2 aanvragen van gemeenten t.b.v. stimuleringssubsidies Culturele Planologie plaatsgevonden. Deze verzoeken zullen in 2007 afgehandeld worden. Om te zorgen dat andere gemeenten gestimuleerd worden deze subsidie ook aan te vragen zijn gemeenten aangeschreven.
•
uitgeven van 1 publicatie/documentaire op het terrein van Culturele Planologie
•
er zijn 2 publicaties uitgekomen: de krant i.k.v. project Woordenstroom en het boek '84 biografen schrijven de Vaarweg Lemmer-Delfzijl'. Tevens heeft voorbereiding plaatsgevonden voor realisatie documentaire-opdracht
341
Meerstad. ad 3. • 5 nieuwe samenwerkingsinitiatieven, onder andere tussen topinstellingen en potentials (aanname); • maximaal 2 opdrachten uit krediet Versterken Productiefunctie; •
ad 3. • • •
1 interdisciplinaire adviesstructuur.
ad 4. • 1 tentoonstelling Groninger Museum;
ad 4. •
De realisatie van minstens 5 nieuwe samenwerkingsinitiatieven is gerealiseerd middels de Kunstraad; de opdracht is in november 2006 door de Kunstraad uitgeschreven en zal in 2007 verstrekt en gerealiseerd worden. De Kunstraad Groningen is in 2006 opgericht. voor Groninger Museum, zie programma 2 "Verhaal van Groningen".
•
minimaal 2 creatieve projecten in stad Groningen worden mogelijk gemaakt;
•
er zijn 5 subsidieverzoeken gehonoreerd t.b.v. creatieve projecten in stad Groningen;
•
6 kunstenaarsinitiatieven krijgen de mogelijkheid een projectidee in te leveren. Daarvan zullen er 2 projecten gehonoreerd worden;
•
er hebben 9 kunstenaars- en vormgeversinitiatieven ingeschreven op de opdracht Creatieve Stad. De selectie van 2 initiatieven heeft plaatsgevonden. Opdrachtverstrekking en realisatie vindt in 2007 plaats;
•
In samenwerking met stad Groningen realisatie van minimaal 2 extra (start)ateliers binnen cultuurpanden;
•
subsidie is verstrekt aan Nijestee t.b.v. cultuurpand Bloemsingel 10. Daarnaast zijn via het project 'atelierbeleid' meerdere ateliers in de stad gerealiseerd;
•
ondersteuning van 1 artists-inresidenceproject.
•
er heeft ondersteuning plaatsgevonden van een artists-in-residentproject in het Wall House;
•
maximaal 2 kunstuitlenen/artotheken (Veendam en Slochteren) zullen ondersteund worden in beheer- en onderhoudskosten.
•
3 kunstuitlenen (Veendam, Slochteren en CBK Groningen) hebben hun collectieuitleenadministratie gedigitaliseerd. 3 artotheken hebben i.s.m. Biblionet Groningen een gezamenlijke website gelanceerd waarop ze hun collecties presenteren en op termijn het publiek kunstwerken kan reserveren.
ad 5. • versterken noordelijke productiefunctie via convenantsafspraak met OCW (Versterken Noordelijke Productiefunctie);
•
ad 5. •
is gerealiseerd middels verstrekken van subsidies;
•
versterken culturele instellingen (dans: Galili Dance, theater: Tryater, Theater te Water, hedendaagse muziek: Prime, wereldmuziek en jazz: Jungle Warriors, popmuziek: Grover Pop, film: Liga 68;
•
is gerealiseerd middels verstrekken van subsidies;
•
talentontwikkeling (theater: Theater De Citadel, De Noorderlingen)
•
is gerealiseerd middels verstrekken van subsidies.
ad 6. • 3 grote internationale festivals (Noorderzon,
ad 6.
342
•
Noorderlicht en Noorderslag) ad 7. • 1 uitreiking Belcampo resulterend in een boekuitgave; •
ad 7. •
1 Van der Leeuwlezing.
•
ad 8. • 1 uitreiking Wessel Gansfortprijs
ad 8. •
ad 9. • digitale inventarisatie van de provinciale kunstcollectie
ad 9. •
ad 10. • Deze zijn op voorhand niet te kwantificeren.
alle 3 festivals zijn gesubsidieerd en hebben plaatsgevonden in 2006. In april 2006 is door een jury van deskundigen aan Anneke Claus het Belcampo Stipendium verstrekt. De opdracht heeft geresulteerd in de bundel "Kogels zijn woorden, woorden zijn kogels", een stemmenspel in dertien delen. Door uitgeverij Philip Elchers is een bibliofiele uitgave verzorgd in de Belcampo reeks. De Wessel Gansfortprijs is toegekend aan de schrijver en verhalenverteller Kees Visscher. De prijs is door ziekte van de winnaar niet op feestelijke wijze uitgereikt op de daarvoor geplande datum van 18 december 2006. De provinciale kunstcollectie is digitaal ingevoerd en voorzien van beeldmateriaal in een door musea gebruikt (Adlib) registratiesysteem.
ad 10. • Er zijn 18 subsidieverzoeken uit het stimuleringsfonds beschikt.
ad 11. • zie bovenstaande producten
ad 11. • Het budget Overgang nieuw beleid werd onder andere gebuikt voor Het Verhaal van Groningen, informatieavonden Regionale Creatieve Netwerken en de culturele landkaart die in opdracht van het IPO is gemaakt.
Afnemers/klanten • woningcorporaties • beheerstichtingen cultuurpanden • provincie Fryslân • jonge talenten • hoog opgeleide bevolkingsgroepen • overheden • organisaties/opleidingen zoals RuG, KvK • de betreffende culturele instellingen • de culturele infrastructuur in algemene zin • de inwoners van de provincie Groningen
343
Prioriteiten 2006
Aard- en nagelvast investeren in cultuurpand(en) (ad 1.)
€ 200.000
Hiermee worden zogenaamde free spaces in de Groninger Culturele Infrastructuur gecreëerd, die een bijdrage leveren aan vernieuwing.
Realisatie van kunstopdrachten waar provincie Groningen als (mede)subsidiegever optreedt (ad 2.)
€ 76.500
Met de kunstopdrachten wordt aansluiting gezocht bij grote projecten waarvan de provincie opdrachtgever is.
Verstrekken van 2 stimuleringssubsidies aan gemeenten (ad 2.)
€ 50.000
Hiermee wordt gestimuleerd dat gemeenten kunst(enaars) betrekken bij de herstructurerings en inrichtingsprojecten.
Start nieuwe adviesstructuur en het operationeel maken van het Kunstenbudget per 1 januari 2006 (ad 3.)
€ 290.000
Deze middelen zijn ten behoeve van subsidiëring van incidentele activiteiten en ten behoeve van de overheadkosten van de nieuwe adviesstructuur.
Creatieve Stad (ad 4.)
€ 88.600
Het stimuleren van het creatieve klimaat in de stad Groningen in samenwerking met gemeente door middel van (gast)atelierbeleid, creatieve projecten en opdrachten aan kunstenaarsinitiatieven.
Digitalisering, conservering en restauratie provinciale kunstcollectie (ad 9.)
€ 15.900
Hiermee wordt de provinciale collectie behouden voor de toekomst.
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) ad 1. • overleg met gemeente Groningen inzake gezamenlijke actie voor het mogelijk maken van nieuwe cultuurpanden of herbestemming van bestaande panden; • het onderhouden van netwerk binnen de Creatieve Stad om goed geïnformeerd te zijn met betrekking tot nieuwe initiatieven; • het verstrekken van ESFI-subsidie; • het afsluiten van uitvoeringsovereenkomst. ad 2. • het verstrekken van kunstopdrachten aan kunstenaars(groepen); • door middel van netwerken en overleggen mogelijk maken van gezamenlijke opdrachten, samen met
344
gemeenten en andere provincies; • het verstrekken van stimuleringssubsidie; • het initiëren of subsidiëren van de uitgave van publicatie/documentaire; • het stimuleren van kunstinbreng in (her)inrichtings/structureringsplannen. ad 3. • operationeel worden nieuwe adviesstructuur; • verstrekken van maximaal 2 opdrachten uit krediet verstrekken opdrachten; • verstrekken subsidies uit kredieten incidentele activiteiten en versterken productiefunctie. ad 4. • verstrekken van incidentele en structurele subsidies aan Groninger Museum en Pavlov Media; • het verstrekken van opdrachten aan kunstenaarsinitiatieven in het kader van Creatieve Stad; • het opstellen van budgetovereenkomst met Pavlov Media; • het uitbreiden van netwerken en leggen van verbindingen binnen concept Creatieve Stad. ad 5., 6., 7. • toekennen van de subsidie 2006; • afrekenen subsidie 2005; • bewaken van de financiële positie; • monitoren budgetcontracten • formaliseren enkele nieuwe budgetcontracten ad 8. • instellen van jury en het voordragen van een kandidaat ad 9. • organiseren tentoonstellingen; • digitalisering, conservering en restauratie. ad 10. • toekennen van subsidies; • afrekenen van subsidies. ad 11. • realisatie cultuurbeleid 2005-2008
Toelichting/ontwikkelingen ad 3. De kaders van de nieuwe adviesstructuur worden momenteel in gezamenlijkheid uitgewerkt met de gemeente Groningen. ad 4. De uitvoering van het beleid "Creatieve Stad" wordt in goed overleg met de stad Groningen vastgesteld. De inzet van de CESI-gelden binnen CIS wordt goed afgestemd op de beleidsdoelstellingen binnen Creatieve Stad. ad 5. De financiële positie van Liga 68 wordt actief bewaakt.
Beleidsverantwoording Prioriteiten 1. Aard- en nagelvast investering in cultuurpand(en) 2. Realisatie van kunstopdrachten waar provincie Groningen als (mede)subsidiegever optreedt; 3. Verstrekken van 2 stimuleringssubsidies aan gemeenten 4. Start nieuwe adviesstructuur en het operationeel maken van het Kunstenbudget 5. Creatieve Stad 6. Digitalisering, conservering en restauratie provinciale kunstcollectie. Samenstellen van een nieuw bestuur voor de kunstcommissie. Tentoonstellen van de collectie "Doornroosje" in het Atrium
345
ad 1. In 2006 is een subsidie van Euro 400.000 verstrekt aan woningcorporatie Nijestee t.b.v. verbouwing cultuurpand Bloemsingel 10 te Groningen. Daartoe is een uitvoeringsovereenkomst getekend. ad 2. In 2006 zijn kunstopdrachten gerealiseerd in het kader van project Woordenstroom, waaronder een publicatie. Daarnaast is geworven voor de kunstopdracht Meerstad en is de kunstinbreng i.k.v. Regiovisie Groningen-Assen voorbereid. Er is onder meer draagvlak gezocht bij de betrokken partijen ad 3. In 2006 zijn 2 aanvragen voorbereid t.b.v. stimuleringssubsidies Culturele Planologie. Deze aanvragen zullen in 2007 afgehandeld worden. Om andere gemeenten ook te stimuleren in 2007 en 2008 aanvragen in te dienen is er een brief naar de gemeenten uitgegaan en zullen er in 2007 gesprekken gevoerd worden met de betrokken gemeenten. ad 4. De Kunstraad Groningen is in 2006 operationeel geworden. In 2006 heeft de Kunstraad 3 subsidierondes gehouden en heeft zij voor de opdracht "Versterken productiefunctie" geworven. Het bestuur van de Kunstraad is in maart 2006 benoemd. De voorzitter is eind 2006 afgetreden. ad 5. Het beleid Creatieve Stad heeft vorm gekregen door: • Subsidiëring van 5 creatieve projecten door kunstenaarsinitiatieven en kunstorganisaties in de Stad Groningen, waarbij sprake is van cross-overs tussen kunsten, bedrijfsleven, ict en/of onderwijsinstellingen; • Subsidiëring van artists-in-residentproject in Wall House • Utzetten van opdracht Creatieve Stad onder 9 kunstenaars- en vormgeversinitiatieven. Verstrekken van budgetsubsidie aan Pavlov Media. ad 6. De provinciale kunstcollectie is digitaal vastgelegd in een registratiesysteem, voorzien van een afbeelding. De collectie "Doornroosje" bestaat uit werken die in de jaren 1984 tot en met 1986 door de provincie zijn aangekocht. Het Centrum voor Beeldende Kunst heeft deze werken langdurig in bruikleen gehad en in 2005 is besloten de collectie aan de rechtmatige eigenaar te retourneren. Een groot aantal werken is voorzien van nieuw lijstwerk of zijn gerestaureerd. Het geheel zal als overzichtstentoonstelling worden gepresenteerd. Er heeft een wijziging plaatsgevonden in de samenstelling van het bestuur van de kunstcommissie. Uitgevoerde activiteiten: ad 1. -Ook in 2006 is er periodiek overleg geweest met gemeente Groningen inzake gezamenlijke acties op het terrein van cultuurpanden, waar ateliers in gevestigd zijn. Er heeft goede afstemming plaatsgevonden met woningcorporaties, CareX en HvK, waardoor extra ateliers gerealiseerd zijn; -Er zijn regelmatig bijeenkomsten geweest met de gemeente Groningen om elkaar goed te informeren over bestaande initiatieven. Netwerkbijeenkomsten met het veld zijn bezocht. • Er is een ESFI-susbidie verstrekt aan Nijestee t.b.v. realisatie cultuurpand Bloemsingel 10 te Groningen; Er is daartoe een uitvoeringsovereenkomst afgesloten. ad 2. •
Binnen het project Woordenstroom zijn tot dusver 3 opdrachten verstrekt, waarvan 2 gerealiseerd zijn in 2006 en 1 in voorbereiding. De overige 3 opdrachten zijn voorbereid in 2006 en worden in 2007 gerealiseerd; • Het totaalproject Biografie van de Vaarweg (biografendag op 1 september 2006 en publicatie) is gerealiseerd; • Werving voor documentaire-opdracht Meerstad heeft plaatsgevonden. Realisatie vindt plaats in 2007 en 2008; • Voorbereiding voor kunstinbreng Regiovisie Groningen-Assen heeft plaatsgevonden. Realisatie vanaf 2007. In 2006 zijn 2 aanvragen voorbereid t.b.v. stimuleringssubsidies Culturele Planologie. Deze aanvragen zullen in 2007 afgehandeld worden. Om andere gemeenten ook te stimuleren in 2007 en 2008
346
aanvragen in te dienen is er een brief naar de gemeenten uitgegaan en zullen er in 2007 gesprekken gevoerd worden met de betrokken gemeenten. ad 3. • • •
ad. 4. • •
ad 5. • •
De Kunstraad Groningen is in 2006 operationeel geworden. Het bestuur is benoemd en het secretariaat functioneert. De werving voor de opdrachten 'Versterken Productiefunctie' heeft in november 2006 plaatsgevonden; Er zijn middels 3 subsidieronden in 2006 subsidies verstrekt voor incidentele activiteiten en versterken productiefunctie. Subsidies aan Groninger Museum en Pavlov Medialab zijn verstrekt; Er zijn subsidies verstrekt voor creatieve projecten en een artists-in-residenceproject. Bovendien heeft werving plaatsgevonden voor opdracht aan kunstenaarsinitiatieven i.k.v. Creatieve Stad; Subsidies aan betrokken instellingen zijn verstrekt; Financiële positie van Liga 68 wordt actief bewaakt.
ad 6. Subsidie aan de festivals is verstrekt. ad 7. Subsidies aan Doe Maar, Dicht Maar zijn versterkt. Van der Leeuwlezing heeft plaatsgevonden. Het Belcampo Stipendium is uitgevoerd door dichteres Anneke Claus met de bundel "Woorden zijn kogels, kogels zijn woorden" samengesteld en verzorgd door uitgever Philip Elchers in een bibliofiele uitgave. ad 8. De uitreiking van de Wessel Gansfortprijs 2006 aan Kees Visscher is afgelast op 18 december, wegens ziekte van de laureaat. ad 9. De provinciale kunstcollectie is digitaal vastgelegd in een registratiesysteem, voorzien van een afbeelding. De collectie "Doornroosje" bestaat uit werken die in de jaren 1984 tot en met 1986 door de provincie zijn aangekocht. Het Centrum voor Beeldende Kunst heeft deze werken langdurig in bruikleen gehad en in 2005 is besloten de collectie aan de rechtmatige eigenaar te retourneren. Een groot aantal werken is voorzien van nieuw lijstwerk of zijn gerestaureerd. Het geheel zal als overzichtstentoonstelling worden gepresenteerd. Er heeft een wijziging plaatsgevonden in de samenstelling van het bestuur van de kunstcommissie. ad 10. 18 subsidies zijn toegekend ad 11. Het budget Overgang nieuw beleid werd onder andere gebuikt voor Het Verhaal van Groningen, informatieavonden Regionale Creatieve Netwerken en de culturele landkaart die in opdracht van het IPO is gemaakt.
347
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
361.610
498.309
469.361
2.672.123
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
3.871.429 20.000 68.124
2.314.812
3.959.553
2.387.015
2.672.123
Totaal lasten
4.321.163
2.885.324
3.141.484
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen - overige administratieve boekingen
164.668 10.000
209.804 27.735
209.506
Totaal baten
174.668
242.539
209.506
4.146.495
2.642.784
2.931.978
baten 2006
realisatie saldo 2006 498.309
raming saldo 2006 469.361
72.202
5.000
Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006 498.309
831200 Apparaatskosten 831201 CIS basisvoorziening (ESFI): - CIS basisvoorziening (ESFI)
200.000
totaal CIS basisvoorziening (ESFI)
200.000
831202 Culturele planologie: - afwikkeling voorgaande jaren - culturele planologie
-19.223 80.867
5.000
-19.223 75.867
146.500
61.644
5.000
56.644
146.500
831203 Kunstenbudget: - afwikkeling voorgaande jaren - kunstenbudget
-11.879 236.991
27.334
-39.213 236.991
240.000
totaal kunstenbudget
225.112
27.334
197.778
240.000
totaal culturele planologie
348
831204 Beeldende kunst: - afwikkeling voorgaande jaren - Groninger museum - aankopen/manifestaties Groninger Museum - Pavlov Media - creatieve projecten - kunstuitlenen en artotheken - (gast-)ateliers - OCW geldstroom BKV - kunstenaarsinitiatieven totaal beeldende kunst
-28.816 949.800 45.400 30.400 55.234 10.339 15.750 72.202 30.000
-28.816 949.800 45.400 30.400 55.234 10.339 15.750 -137.602 30.000
949.800 45.400 30.400 38.331 19.218 30.000 -209.506 30.000
970.506
933.643
76.000 20.000 83.100 32.000 89.800 35.400 10.000 20.000 50.600 32.900
76.000 20.000 83.100 32.000 89.800 35.400 10.000 20.000 50.600 32.900
76.000 20.000 83.100 32.000 89.800 35.400 10.000 20.000 50.600 32.900
449.800
449.800
449.800
-2.668 55.700 55.700 25.000 68.300 12.300 25.000 17.500 3.500 5.700 2.300
-2.668 55.700 55.700 25.000 68.300 12.300 25.000 17.500 3.500 5.700 2.300
55.700 55.700 25.000 68.300 12.300 25.000 17.500 3.500 5.700 2.300
268.332
268.332
271.000
-4.036 2.300 4.500 7.702
-4.036 2.300 4.500 7.702
2.300 4.500 8.500
10.466
10.466
15.300
10.515 7.690
10.515 7.690
10.000 7.000
18.205
18.205
17.000
1.180.310
831205 Podiumkunsten: - noordelijke productiefunctie - Galili Dance - Theater De Citadel - Tryater - De Noorderlingen - Theater Te Water - Prime - Jungle Warriors - film: Liga '68 - popmuziek: Grover Pop totaal podiumkunsten 831206 Festivals: - afwikkeling voorgaande jaren - Fotografie Noorderlicht - Noorderzon - huisvesting Noorderlicht/Noorderzon - Noorderslag - Op Roakeldais - Peter de Grote festival - Grand Theatre - Kunstbende - Prinses Christina Concours - Haydn muziekfestival totaal festivals 831207 Letteren: - afwikkeling voorgaande jaren - Doe Maar, Dicht Maar - Van der Leeuwlezing - stipendium totaal letteren 831208 Culturele prijzen: - organisatie culturele prijzen - Wessel Gansfortprijs totaal culturele prijzen
349
209.804
209.804
831209 Budget provinciale kunstcommissie: - budget provinciale kunstcommissie totaal budget prov. kunstcommissie 831210 Stimuleringsfonds: - afwikkeling voorgaande jaren - stimuleringsfonds totaal stimuleringsfonds 831211 Nader in te vullen nieuw beleid: - nader in te vullen nieuw beleid totaal nader in te vullen nieuw beleid totaal dynamiek in de kunst stad en regio
15.001
15.001
15.900
15.001
15.001
15.900
-2.303 115.291
-2.303 115.291
122.565
112.988
112.988
122.565
45.157
402
44.756
50.909
45.157
402
44.756
50.909
2.885.324
242.539
2.642.784
2.931.978
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 Cis basisvoorzieningen (ESFI) saldo € 200.000. Dit bedrag is geraamd voor een bijdrage aan Nijstee in de kosten van de verbouw van Bloemsingel 10 te Groningen tot cultuurpand. Het restant is het gevolg van een te positief ingeschat kasritme. Het bedrag blijft beschikbaar binnen de reserve ESFI (verantwoord bij productgroep 0800). Voorgaande jaren Kunstenbudget saldo € 39.213. Dit saldo is het gevolg van afwikkeling van oude verplichtingen. Voorgaande jaren Beeldende Kunst saldo € 28.816 Dit saldo is het gevolg van afwikkeling van oude verplichtingen. Culturele planologie saldo € 89.856. Creatieve projecten saldo -€ 16.903. (Gast)Ateliers saldo € 14.250. Kunstenaarsinitiatieven saldo € 0. Deze budgetten worden gematcht met de OCW bijdrage BKV. Als gevolg van onderbestedingen in 2006 en het meerjarige karakter van de matching van de Rijksmiddelen schuift het restant door naar 2007. De middelen van het Rijk zijn in de voorziening Rijksmiddelen BKV gestort (€ 72.202) en het provinciaal aandeel wordt overgeboekt (Culturele Planologie € 15.783). Kunstuitlenen en arthoteken saldo € 8.879. Dit saldo is het gevolg van opgetreden vertraging bij het project Provinciale Website Kunstuitlenen en Arthoteken. Daarom is voorgesteld dit bedrag over te boeken naar 2007. Voorgaande jaren Festivals saldo €2.668. Voorgaande jaren Letteren saldo € 4.036. Voorgaande jaren Stimuleringsfonds saldo € 2.303. Deze saldi zijn ontstaan door afwikkeling oude verplichtingen.
350
Productgroepnummer en -naam : 8401 Bibliotheken Programma
: Creatieve Netwerken
Portefeuillehouder
: Gerritsen
Productverantwoordelijke
: Goutier
Productgroepomschrijving De provincie heeft de taak om het vernieuwingsproces in het openbaar bibliotheekwezen op gang te brengen. De klant komt centraal te staan en er ontstaat vernieuwing en kwaliteitsverbetering: betrouwbare en onafhankelijke informatie wordt (digitaal) ontsloten en beschikbaar gesteld aan klanten. De provincie draagt samen met de gemeenten zorg voor een samenhangend stelsel van voorzieningen. De lokale bibliotheek gaat functioneren in een cluster van andere bibliotheken en in een netwerk van culturele, onderwijs- en maatschappelijke organisaties. Dit om efficiency te behalen, de digitale bibliotheek vorm te kunnen geven en kwaliteit van de dienstverlening te verbeteren.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • Moderne Bibliotheken; • versterken sociale functie bibliotheken; • leefbaarheid platteland stimuleren; • informatietweedeling tegengaan (mensen die zich wel/niet digitaal kunnen redden) Geplande prestatie-indicatoren ad 1. 4 clusters van basisbibliotheken;
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren ad.1 - Cluster Oldambt operationeel sinds juli 2004 - Cluster Veendam operationeel sinds juli 2006 - Cluster Zuid Groningen operationeel sinds juli 2006 - Cluster Westerkwartier start per 1 januari 2007 - Cluster Noord 1 start per 1 januari 2007 - Cluster Noord 2 start per 1 juli 2007 - Cluster Slochteren/Hoogezandstart per 1 januari 2007 - Cluster Haren/Groningenstart per 1 januari 2007
ad 2. 25 gemeentelijke vernieuwingsagenda's ;
ad. 2 In december 2006 en januari 2007 zijn alle gemeentelijke vernieuwingsagenda's opgesteld en ingediend bij de provincie.
ad 3. aantal uitleningen: 6 miljoen;
ad. 3. 5.236.907 uitgeleende boeken
ad. 4. meetbaar maken aantal gebruikers digitale dienstverlening;
ad. 4. Dit is nu mogelijk: 325.075 digitale raadplegingen
ad. 5. Er ontstaan samenwerkingsverbanden, netwerken, tussen bibliotheken, archieven, musea, culturele, onderwijs- en andere maatschappelijke organisaties, de serviceorganisatie Biblionet en de lokale bibliotheken nemen daarin het voortouw (graadmeter is het aantal ontstane
ad. 5. WMO Oldambt: samenwerking met gemeenten, stichting welzijn Oldambt, bibliotheek Historisch Informatiepunt Groningen: Groninger Archieven, bibliotheek Cultuurinformatiepunten: lokale cultuurinstellingen, bibliotheek (Oldambt) Makkelijk Lezenpleinen: onderwijs, peuterspeelzalen,
351
samenwerkings-verbanden).
gemeenten, bibliotheken (Westerkwartier, ZuidGroningen, Oldambt, Veendam)
Afnemers/klanten • alle inwoners van de provincie Groningen
Prioriteiten 2006
Moderne Bibliotheken
€ 2.664.100
Bibliotheken gaan moderner werken en hebben een duidelijke sociale functie; bibliotheekvernieuwing, vernieuwingsagenda, clustervorming.
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) • • • • •
•
implementatie marsrouteplan; evaluatie marsrouteplan 2005, eventueel aanpassingen; stand van zaken clustervorming en vernieuwingsagenda monitoren; stand van zaken projecten bibliotheekvernieuwing monitoren; bewaken subsidierelatie Biblionet; deelname IPO-werkgroep bibliotheekvernieuwing.
Beleidsverantwoording Prioriteiten Bibliotheken zijn in een proces van clustervorming en zij vragen in het kader van de extra middelen voor bibliotheekvernieuwing. Daardoor gaan zij efficiënter en moderner werken. Deze en de bibliotheekvernieuwingsprojecten die Biblionet in onze opdracht uitvoert zijn in uitvoeringsfase en nog niet gereed. Samenwerking op terreinen van cultuur, onderwijs en welzijn wordt bevorderd en uitgebouwd. Gemeenten nemen hun rol als opdrachtgever van de lokale bibliotheek serieus, alle gemeenten hebben een vernieuwingsagenda 2007 opgesteld. Uitgevoerde activiteiten • implementatie marsrouteplan; • Actualisering Marsrouteplan Bibliotheekvernieuwing provincie Groningen 2006 opgesteld en ingediend; • stand van zaken clustervorming en vernieuwingsagenda gemonitord, opstellen vernieuwingsagenda 2007 mogelijk gemaakt en begeleid; • stand van zaken projecten bibliotheekvernieuwing gemonitord; • bewaken subsidierelatie Biblionet; prestatieafspraken en daarin verwerkt de doelen zoals geformuleerd tbv bibliotheekvernieuwing, in concept gereed • deelname IPO-werkgroep bibliotheekvernieuwing. • Actualisering Marsrouteplan Bibliotheekvernieuwing provincie Groningen 2007 opgesteld en ingediend.
352
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
99.293
95.270
96.182
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
3.095.833
3.343.791
3.259.048
3.095.833
3.343.791
3.259.048
Totaal lasten
3.195.126
3.439.061
3.355.230
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen
394.222
609.332
526.858
Totaal baten
394.222
609.332
526.858
2.800.904
2.829.729
2.828.372
lasten 2006 95.270
baten 2006
realisatie saldo 2006 95.270
raming saldo 2006 96.182
-5 2.664.090 98.700 537.606 43.400
4.580
561.352 43.400
-4.585 2.664.090 98.700 -23.746
2.664.090 98.700 -30.600
totaal bibliotheek
3.343.791
609.332
2.734.459
2.732.190
totaal bibliotheek
3.439.061
609.332
2.829.729
2.828.372
Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
840100 Apparaatskosten 840101 Bibliotheek: - afwikkeling voorgaande jaren - Biblionet Groningen - subs. wetensch. steunfunctie deel Drenthe - herstructurering openbare bibliotheekwerk - project laaggeletterdheid
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 Afwikkeling voorgaande jaren bibliotheek saldo € 4.575. Betreft een ophoging van de bijdrage van het rijk in verband met de ontwikkeling van de arbeidskosten in 2005. Herstructurering openbare bibliotheekwerk saldo -€ 6.854. Deze 2 posten moeten in relatie met elkaar worden gezien in verband met het meerjarige karakter van de Cultuurnota 2005-2008 en de rijksbijdrage. Per saldo is hier dus slechts sprake van een kleine afwijking (- € 2.274).
353
Productgroepnummer en -naam
: 8501 Maatschappelijke voorzieningen
Programma
: Welzijn, sociaal beleid, cultuur
Portefeuillehouder
: Mulder
Productverantwoordelijke
: Goutier
Productgroepomschrijving Het door meefinancieren in stand houden van de Stichting SOS Telefonische Hulpdienst Groningen/Drenthe (SOS TDHD). De SOS THD biedt telefonische, laagdrempelige hulp aan mensen in nood en is 7x 24 uur bereikbaar. De gesprekken beogen het probleem te verwoorden, te ordenen en naar oplossingen te zoeken, een crisis te voorkomen of door te verwijzen naar professionele hulpverlening. Daarnaast vervult de THD een achterwachtfunctie voor andere instellingen.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • bevordering zelfredzaamheid en verbetering welbevinden/leefklimaat van mensen in nood; • voorzien in een signaleringsfunctie over individuele hulpvragen, maatschappelijke problemen en het functioneren van de professionele hulpverlening; • voorzien in een maatschappelijke behoefte aan vrijwilligerswerk (in casu telefoonwachten). Geplande prestatie-indicatoren • een tenminste gelijkblijvend aantal bellers/telefoontjes, uitgesplitst naar type probleem; aantallen 2004: circa 11.000 gesprekken; • voldoende goed opgeleide vrijwilligers (telefoonwachten); aantal 2005: 44; streven 2006: 50.
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • in 2005 is de THD 14.000 maal gebeld, waarvan ruim 4.400 'silent calls'. Evenals in voorafgaande jaren speelt de problematiek rond eenzaamheid een grote rol; • het werven en scholen van nieuwe vrijwilligers en het op peil houden van het aantal vrijwilligers verlopen volgens planning.
Afnemers/klanten • mensen in (geestelijke) nood (met psychosociale problemen en dergelijke)
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) • • • • •
kwartaalbevoorschotting; afrekening begroting 2005; toekenning budgetsubsidie 2007; ambtelijk overleg (2/3 keer); arrangeren bestuurlijk overleg (minimaal 1 keer).
354
Beleidsverantwoording Prioriteiten Uitgevoerde activiteiten • kwartaalbevoorschotting heeft plaatsgevonden; • wij hebben de begroting 2005 afgerekend. Dit heeft geleid tot een verlaging van de classificatie van waakzaamheid van drie naar twee sterretjes; • wij hebben voor 2007 subsidie verleend; • wij hebben vier maal ambtelijk overlegd met de directeur van de THD; • er heeft een maal een door ons gearrangeerd bestuurlijk overleg plaatsgevonden. Besloten is subsidie aan de SOS THD met ingang van 2006 structureel te verhogen met € 30.000. Deze extra subsidie is bedoeld om de kwaliteit van de dienstverlening van de THD te verbeteren, onder andere door het aantrekken van een trainer/begeleider, en voor versterking van de financiële positie. De financiële situatie van deze instelling is duidelijk verbeterd; wij hebben daarom de classificatie van waakzaamheid teruggebracht van drie naar twee sterretjes. Een wereldberoemde Nederlandse fotograaf heeft een serie foto's gemaakt om de activiteiten van de THD's te ondersteunen. De foto's zijn als ansichtkaarten gedrukt en zijn gratis verspreid via de postkantoren. Dit heeft veel publiciteit opgeleverd. Het werven en scholen van vrijwilligers (telefoonwachten) heeft hoge prioriteit.
355
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
7.414
8.344
22.612
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
91.500
92.600 30.000
92.600 30.000
91.500
122.600
122.600
Totaal lasten
98.914
130.944
145.212
98.914
130.944
145.212
baten 2006
realisatie saldo 2006 8.344
raming saldo 2006 22.612
122.600
122.600
122.600
totaal maatschappelijke voorzieningen
122.600
122.600
122.600
totaal maatschappelijke voorzieningen
130.944
130.944
145.212
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen Totaal baten Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006 8.344
850100 Apparaatskosten 850101 Maatschappelijke voorzieningen: - subsidie SOS Telefonische Hulpdienst
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006
356
Productgroepnummer en -naam
: 8601 Volksgezondheid
Programma
: Welzijn, sociaal beleid, cultuur
Portefeuillehouder
: Mulder
Productverantwoordelijke
: Goutier
Productgroepomschrijving De provincie richt zich op het signaleren en oplossen van knelpunten die zich in de zorg voordoen, bijv. op het punt van bereikbaarheid of een tekort aan samenwerking. In 2006 houdt de provincie zich bezig met de volgende onderwerpen: 1. Eerstelijnszorg; 2. Acute zorg; 3. Ambulancezorg; 4. Telecare (ICT en zorg); 5. Palliatieve zorg. Eventuele subsidies worden toegekend uit het Stimuleringsfonds Zorg (zie productgroep 8701).
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten ad 1.: Continuering huisartsenzorg. De ondersteuning voor huisartsen / eerstelijns hulpverleners bij praktijkvergroting door het expertteam wordt structureel overgenomen door ELANN. Over een mogelijk vervolgtraject waarbij de provincie betrokken is, moet nog besluitvorming plaatsvinden. ad 2.: Verbetering van de toegang tot de acute zorg buiten kantooruren, realisering van een loket huisartsenposten / acute zorg in ziekenhuizen, verbetering communicatie richting burgers. ad 3.: Optimale bereikbaarheid van de ambulancezorg. ad 4.: Stimuleren dat zorginstellingen meer ICT toepassen. ad 5.: Bijdragen aan een goed netwerk van palliatieve zorg in diverse regio's. Geplande prestatie-indicatoren ad 1.: • Over een mogelijk vervolgproject moet nog besluitvorming plaatsvinden; pas daarna kunnen prestatie-indicatoren worden benoemd.
ad 2.: • Één telefonische toegang en een plan voor de ontwikkeling van 1 fysiek loket.
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • Het project is afgerond. In haar functie van Regionale Ondersteunings Structuur zal ELANN de advisering en ondersteuning van samenwerkingsinitiatieven in de eerste lijn gezondheidszorg voortzetten. In totaal hebben 28 *( toekomstige ) samenwerkingsverbanden gebruik gemaakt van de hulp van het expertteam. Bij deze projecten is in 18 gevallen resultaat geboekt. Over het project is in mei 2006 een eindrapportage verschenen • Hier wordt aan gewerkt in het kader van het project 'Verbetering van de acute in Groningen'. Resultaten worden in 2007 verwacht.
ad 3.: • Vermindering van het aantal ritoverschrijdingen bij spoedeisende ambulancezorg (binnen 15 minuten na melding ter plekke). Percentage overschrijdingen 2003: 6,4 %; beoogd
357
• Wij beschikken nog niet over actuele cijfers (2006). In 2005 bedroeg het overschrijdingspercentage tijdens de daguren 4,6. Het percentage tijdens avond- en nachturen ligt
in 2007 volgens Regionaal Ambulance Plan Groningen 2005-2008 (mits de rijksoverheid voldoende financiële middelen beschikbaar stelt): 2,8%
wat hoger, maar zal door de omzetting van piketdiensten naar parate- of aanwezigheids/slaapdiensten naar verwachting lager worden.
ad 4.: • Één of meer projecten uit de zorg dienen zich aan voor het Innovatieve Actieprogramma Groningen voor het thema "leefbaarheid: ICT bij toerisme en zorg".
• In 2006 zijn 7 aanvragen voor projecten gehonoreerd, 2 afgewezen en 2 aangehouden. Alle gehonoreerde projecten lopen nog.
ad 5.: • Afstemming tussen de partners die deelnemen aan een regionaal netwerk.
• Dit vindt plaats in de Stuurgroep Palliatieve Zorg, waarvan wij het voorzitterschap vervullen.
Afnemers/klanten: gebruikers van de zorg (eerstelijnszorg, acute zorg, ambulancezorg), instellingen die zorg aanbieden
Prioriteiten 2006
Verbetering acute zorg buiten kantooruren. In samenwerking met alle partners werken aan verbetering van de acute zorg.
P.M.
In 2005 hebben betrokken partijen geconstateerd dat belangrijke verbeteringen van de acute zorg in het belang van de gebruikers mogelijk zijn. Ons aandeel betreft co-financiering van een project van de gezamenlijke partijen die betrokken zijn bij de acute zorg. Financiering via het Stimuleringsfonds Zorg.
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) • • • • • • •
het organiseren van een periodiek overleg met verschillende partijen die in onze provincie bij de zorg betrokken zijn; ambtelijk overleg en organiseren van het bestuurlijk overleg over de huisartsenzorg/eerste lijn; subsidiëring van een project acute zorg buiten kantooruren; ambtelijk overleg en organiseren van bestuurlijk overleg over de acute zorg; ambtelijk overleg en organiseren van het bestuurlijk overleg met de ambulancesector; in het kader van telecare: projectverwerving Innovatieve Actieprogramma Groningen voor het thema "leefbaarheid: ICT bij toerisme en zorg"; voorzitterschap provinciale Stuurgroep palliatieve zorg.
358
Toelichting/ontwikkelingen Het Stimuleringsfonds Zorg wordt ingezet op het brede terrein van de zorg (somatische zorg, ouderenzorg, gehandicaptenzorg, GGZ en jeugdzorg). Het Stimuleringsfonds Zorg komt aan de orde bij productnummer 8701. Over de vraag of het project continuering huisartsenzorg/eerste lijn een vervolg krijgt, vindt in 2005 besluitvorming plaats. De taken van de provincie op het terrein van de ambulancezorg staan ter discussie in het kader van de nieuwe wet ambulancezorg. Bij ongewijzigde aanvaarding van het wetsvoorstel door het parlement (in de loop van 2005) vervallen de huidige taken (planning en vergunningverlening) van de provincie.
Beleidsverantwoording Prioriteiten Wij hebben een subsidie verleend van € 63.500 uit ons Stimuleringsfonds Zorg voor het project 'Verbetering acute zorg buiten kantooruren'. De zorgverzekeraars hebben een zelfde bedrag beschikbaar gesteld. Uitgevoerde activiteiten Acute zorg In 2006 is in opdracht van de zorgverzekeraars en de provincie door bureau ARGO gewerkt aan de uitvoering van het projectplan 'Verbetering van de acute zorg in Groningen'. Het plan bestaat uit twee delen: 1. één telefonisch en fysiek loket voor de acute zorg; 2. ketenvorming in de acute zorg. Het project kent twee fasen, namelijk planontwikkeling en realisatie. In 2006 is de fase van planontwikkeling grotendeels afgerond. Medio 2007 moet het project zijn afgerond. De activiteiten en uitkomsten van het project worden besproken en gesanctioneerd in/door de Stuurgroep Acute Zorg (bestuurlijk overleg acute zorg), waarin alle bij de acute zorg betrokken organisaties of beroepsgroepen zijn vertegenwoordigd en waarvan gedeputeerde mevrouw Mulder voorzitter is; het secretariaat van deze stuurgroep wordt gevoerd door de afdeling CW. Op ambtelijk niveau is geregeld overlegd over de voortgang van het project. Verder is er een werkgroep 'publiciteit' ingesteld, die onder leiding staat van een medewerker van de afdeling CK. Ambulancezorg Wij hebben de afgelopen jaren veel ingezet op de integratie van zes ambulancediensten in één provinciale organisatie (Stichting RAV Groningen). Het integratie- c.q. fusieproces is in september 2006 afgerond, door de overdracht van de activiteiten van de ambulancedienst van GGD Groningen aan RAV Groningen. Wij hebben de vergunningverlening daarop aangepast. In de loop van 2006 zijn de piketdiensten van enkele ambulanceposten vervangen door parate of aanwezigheidsdiensten. Hierdoor kunnen de rijtijden van de ambulances worden bekort. Ambtelijk en bestuurlijk is geregeld overlegd met directie, Raad van Toezicht en medewerkers van RAV Groningen over de voortgang van activiteiten en het integratieproces. Het wetsvoorstel ambulancezorg is door de Tweede Kamer aangenomen maar door de Eerste Kamer aangehouden. De provincies blijven dus (voorlopig) hun taken en bevoegdheden op grond van de Wet ambulancevervoer behouden. Projectverwerving IAG, onderdeel leefbaarheid, ICT en zorg Wij hebben samen met de afdeling EZ 11 projecten verworven; hiervan zijn er 8 positief beoordeeld door de Stuurgroep IAG en 3 negatief. Hiermee is het beschikbare budget (€ 2.350.000) nagenoeg benut. Stuurgroep Palliatieve Zorg De Stuurgroep Palliatieve Zorg is in 2006 vier maal bij elkaar geweest. In de Stuurgroep wordt informatie uitgewisseld tussen de regionale palliatieve netwerken en activiteiten en beleid op elkaar afgestemd.
359
Middeleninzet Omschrijving
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
344.119
269.869
142.423
299 7.132
527
12.000
7.431
527
12.000
351.550
270.396
154.423
351.550
270.396
154.423
baten 2006
realisatie saldo 2006 269.869
raming saldo 2006 142.423
527
527
12.000
527
527
12.000
270.396
270.396
154.423
Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten Totaal lasten Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen Totaal baten Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006 269.869
860100 Apparaatskosten 860101 Gehandicaptenbeleid: - proceskosten regiegroep zorg in samenhang totaal gehandicaptenbeleid totaal volksgezondheid
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 Van het budget voor Proceskosten regiegroep zorg in samenhang is € 11.473 onderschreden. Het budget is beschikbaar gesteld vanuit het stimuleringsfonds zorg. Er is in 2006 een toekenning verricht van € 10.000, maar pas op het moment van betaling wordt het fonds daadwerkelijk aangesproken. De resterende middelen blijven beschikbaar binnen het stimuleringsfonds zorg tot het moment van realisatie.
360
Productgroepnummer en -naam : 8701 Wonen, welzijn en zorg voor kwetsbare groepen Programma
: Welzijn, sociaal beleid, cultuur
Portefeuillehouder
: Mulder
Productverantwoordelijke
: Goutier
Productgroepomschrijving Het beleid is gericht op het bevorderen van de participatie en integratie van ouderen en mensen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische handicap in eigen woon- en leefomgeving; het ontwikkelen van samenhang op de terreinen van wonen, welzijn en zorg, het realiseren van een zorgaanbod dat aansluit bij de vraag van ouderen en het stimuleren van vernieuwing, samenhang en samenwerking in de zorgsector. Er bestaat een nauwe samenhang met het gebiedgerichte welzijnsbeleid en met het beleid op het terrein van bouwen en wonen (afdeling Ruimtelijke Plannen).
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • mede ontwikkelen van initiatieven en projecten die passen bij de doelstellingen van de regiovisie zorg in samenhang; • Stimuleringsfonds Zorg: subsidiëren van initiatieven die passen bij de regiovisie zorg in samenhang en die voor zorggebruikers direct van belang zijn. In de praktijk gaat het om de co-financiering van een scala van initiatieven. • subsidieregeling zorginfrastructuur: het verlenen van een bijdrage voor kleinschalige woon-zorgprojecten. Geplande prestatie-indicatoren Prestatie-indicatoren • Aard en aantal initiatieven waarvoor subsidie uit het Stimuleringsfonds Zorg is toegekend. Hiervan wordt jaarlijks een overzicht gemaakt;
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren
•
Gemeenten en organisaties maken een goede start met hun taken in het kader van de nieuwe Wet op de Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Minimaal 18 gemeenten nemen deel aan het gezamenlijke project WMO.
• In totaal hebben 24 gemeenten deelgenomen aan het project. Met de stad Groningen die niet participeerde in het project is nauw samengewerkt. De gemeenten hebben zich dank zij het project goed op de WMO kunnen voorbereiden. De gemeenten zijn tevreden over het project. VWS heeft aan het project subsidie verstrekt voor een proeftuin mantelzorg in het kader van de WMO
•
de gemeenten beschikken over een lokaal loket wonen, welzijn en zorg, waaraan onder meer een digitaal informatiesysteem is gekoppeld (minimaal 22 gemeenten).
• Alle 25 gemeenten beschikten per 1 januari 2006 over een lokaal loket met een digitaal systeem (INVIS). Ook de gemeente Groningen heeft van de provincie een subsidie ontvangen voor het INVIS systeem.
•
Er is een provinciale werkplaats wonen, welzijn en zorg. Er is sprake van een uitwisseling van kennis tussen verschillende participanten op het terrein van wonen, welzijn en zorg. In concreto: 1 werkplaats, minimaal 4 activiteiten 120 deelnemers. De ervaringen van twee door de rijksoverheid ondersteunde
• De Werkplaats is in september 2006 van start gegaan. In 2006 zijn drie bijeenkomsten georganiseerd, waar circa 200 deelnemers aan deelgenomen hebben (1 bijeenkomst 80 deelnemers; 2 bijeenkomsten 60 deelnemers).. Voor 2007 is een activiteitenplan opgesteld. De ervaringen van de pilot WWZ Groningen-Assen
361
• In 2006 is voor een bedrag van € 559. 000 subsidie uit het stimuleringsfonds zorg toegekend ( exclusief jeugdzorg) voor in totaal 28 projecten. Er is een overzicht gemaakt van juli 2005- juli 2006.
pilotprojecten op het terrein van wonen, welzijn en zorg worden verspreid.
zijn inmiddels verspreid. De ervaringen met de pilot WWZ platteland worden verspreid in 2007.
•
Er is een onderzoek uitgevoerd naar de opgave die zich op het gebied van wonen, welzijn en zorg aandient. N.B. Dit onderzoek kan alleen doorgaan indien hiervoor co-financiers worden gevonden.
• Voor het gebied van de regiovisie Groningen Assen is dit onderzoek uitgevoerd. Er is een subsidie verstrekt voor een vergelijkbaar onderzoek in de overige gemeenten
•
Door middel van de subsidieregeling zorginfrastructuur levert de provincie een bijdrage aan het realiseren van kleinschalige woonzorg projecten voor kwetsbare doelgroepen. Uit het budget kunnen 4 - 6 projecten worden bekostigd.
• Het aantal subsidieaanvragen in 2006 was groter dan ooit, namelijk 12. Hiervan zijn 6 aanvragen gehonoreerd, 5 afgewezen en 1 aanvraag is ingetrokken. Daarmee is het volledige subsidieplafond 2006 (€ 300.000) benut
Afnemers/klanten gemeenten, initiatiefnemers op het gebied van wonen, welzijn en zorg voor kwetsbare doelgroepen, gebruikers
Prioriteiten 2006
Voorbereiding Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)
€ 50.000 t.l.v. Stimuleringsfonds Zorg Ondersteuning gemeenten bij de invoering van de WMO. De gemeenten zijn hierdoor in staat de voorbereiding op de WMO gezamenlijk ter hand te nemen. Dit is efficiënt en komt de kwaliteit ten goede. Ook kleinere gemeenten hebben baat bij een gezamenlijke aanpak. De gemeente Groningen participeert niet in het gezamenlijke project. Met deze gemeente zijn afspraken gemaakt over expertise uitwisseling.
WMO/lokale loketten
Op grond van eerder verleende subsidie Realiseren van lokale loketten wonen, welzijn en zorg. Het gaat hier om een lokaal loket dat fungeert als contactpunt voor de burger. Een burger/klant heeft in één keer toegang tot een samenhangend pakket van diensten. Aan het loket wordt een digitaal informatiesysteem gekoppeld.
P.M. (t.l.v. Stimuleringsfonds Zorg) Een bijdrage leveren aan de door de rijksoverheid (VROM en VWS) ondersteunde pilotprojecten wonen, welzijn en zorg. Er is sprake van een pilot in het regiovisiegebied Groningen - Assen en een pilot in een (in 2005) nog te bepalen regio. Op basis van de doelstellingen die voor de pilots zullen gelden, zal de provincie nagaan welke bijdrage geleverd zal worden. Pilots wonen, welzijn en zorg
P.M. (t.l.v. Stimuleringsfonds Zorg) Het subsidiëren van een werkplaats wonen, welzijn en zorg (co-financiering met Menzis). De werkplaats is bedoeld voor organisaties die initiatieven voor wonen met welzijn en zorg ontwikkelen. Door het uitwisselen van kennis ontstaat er beter zicht op de mogelijkheden om plannen voor wonen, welzijn en zorg te realiseren. De werkplaats maakt mensen enthousiast zodat er nieuwe initiatieven Werkplaats wonen, welzijn en zorg
362
ontstaan.
P.M. (t.l.v. Stimuleringsfonds Zorg) In het gebied Winsum/de Marne wordt een pilot uitgevoerd. Bezien wordt hoe de cliëntenondersteuning voor ouderen en mensen met een beperking een plaats kan vinden in het lokale loket wonen, welzijn en zorg. Als het project slaagt resultaten beschikbaar stellen voor andere gemeenten. Cliëntenondersteuning
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) • • • • • •
uitvoering acties en ontwikkelen van initiatieven die passen bij de regiovisie Zorg in samenhang; subsidieverlening voor een project van de Groningse gemeenten "Voorbereiding WMO"; ambtelijk en bestuurlijk overleg met gemeenten en overige partners op het terrein van wonen en zorg; het voeren van het secretariaat van de stuurgroep regiovisie Zorg in samenhang; het verlenen van subsidies uit het stimuleringsfonds zorg; deelname klankbordgroep pilot cliëntenondersteuning.
Toelichting/ontwikkelingen De reikwijdte van het stimuleringsfonds zorg is breed. Het fonds is niet beperkt tot initiatieven voor kwetsbare doelgroepen, maar ook initiatieven op het terrein van de volksgezondheid en jeugdzorg kunnen er onder vallen. Het kabinet werkt aan een nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning die waarschijnlijk medio 2006 wordt ingevoerd. Op grond van deze wet krijgen de gemeenten belangrijke taken. Aan de gemeenten bieden wij faciliteiten om zich goed op de Wet Maatschappelijke Ondersteuning voor te bereiden. Er is een nauwe samenhang met de gebiedsgerichte aanpak welzijnsbeleid. Cliëntenorganisaties zullen op lokaal niveau moeten kunnen meepraten. Dit willen wij stimuleren.
Beleidsverantwoording
Prioriteiten 1. Voorbereiding Wet Maatschappelijke Ondersteuning Voor het project Wonen , Welzijn en Zorg van 24 Groningse gemeenten is in 2006 een subsidie van € 125.000 verleend voor de projectcoördinatie. De gemeenten hebben de projectmedewerkers gefinancierd. Het project is zeer succesvol gebleken. Aanvankelijk werd gedacht aan participatie van 18 gemeenten, dit zijn er uiteindelijk 24 geworden. Met de stad Groningen die niet participeerde in het project is nauw samengewerkt. De gemeenten hebben zich dank zij het project goed op de WMO kunnen voorbereiden. De gemeenten zijn tevreden over het project. VWS heeft aan het project subsidie verstrekt voor een proeftuin mantelzorg in het kader van de WMO 2. WMO lokale loketten Op grond van de wet Maatschappelijke Ondersteuning dient er in iedere gemeente een lokaal loket te komen waar burgers met vragen op het terrein van wonen, welzijn en zorg terecht kunnen. De provincie heeft de gemeenten het aanbod gedaan om tegen gunstige condities( co - financiering) mee te doen aan een project voor het inrichten van een lokaal loket met daaraan gekoppeld een digitaal systeem INVIS. Hiervoor zijn gelden ingezet uit het stimuleringsfonds zorg en uit het gebiedsgericht werken welzijn. Alle 25 gemeenten hebben op dit project ingetekend, inclusief de gemeente Groningen die ook voor het
363
INVIS systeem heeft gekozen. Het project heeft ertoe geleid dat per 1-1-2007 alle Groningse gemeenten over een lokaal loket beschikten. Als enige provincie in Nederland had Groningen per 1-1- 2007 een complete dekking. Van het in Groningen ontwikkelde INVIS systeem wordt inmiddels door gemeenten in heel Nederland gebruik gemaakt. 3.Pilots wonen, welzijn en zorg De pilots bestaan uit 2 onderzoeken waaruit per gemeente naar voren komt wat de opgave is op het gebied van wonen, welzijn en zorg voor ouderen en kwetsbare groepen. Het onderzoek in het gebied van de regiovisie Groningen Assen is in 2006 afgerond. Het onderzoek wijst uit welke woningen voor ouderen en kwetsbare groepen per gemeente moeten worden gebouwd en wat de opgaven zijn op het gebied van welzijn en zorg. Op basis daarvan is er een uitvoeringsprogramma op gesteld. Voor het gebied van de regiovisie Groningen Assen is een convenant opgesteld. In dit convenant spreken partijen uit dat zij zich willen inspannen om het uitvoeringsprogramma tot stand te brengen. Hierbij is een belangrijke rol voor de gemeenten weggelegd. Van de provincie(s) wordt verwacht dat zij een stimulerende rol spelen. Voor een vergelijkbaar onderzoek in de overige gemeenten heeft de provincie in 2006 een subsidie beschikbaar gesteld van € 50.400 uit het stimuleringsfonds zorg. Dit onderzoek loopt nog. De resultaten komen in 2007 beschikbaar. Daarna zal ook voor de overige gemeenten een uitvoeringsprogramma worden opgesteld. 4.Werkplaats Wonen, welzijn en zorg De provincie heeft de Werkplaats gesubsidieerd met een bijdrage van € 150.000 voor een periode van twee jaar. De werkplaats is in 2006 van start gegaan. De werkplaats is bedoeld om kennis over het opzetten van projecten voor ouderen en kwetsbare groepen op het gebied van wonen, welzijn en zorg over de provincie te verspreiden. Het is de bedoeling dat de aanloop naar projecten daardoor gemakkelijker verloopt en dat initiatiefnemers van elkaars ervaringen profiteren. 5. Cliëntenondersteuning Voor de uitvoering van de pilot cliëntenondersteuning in het lokale loket (in het kader van de WMO) hebben wij een subsidie verleend aan de gemeenten De Marne en Winsum. In december 2006 hebben wij een conferentie georganiseerd waarin de resultaten van deze pilot zijn gepresenteerd. De uitkomsten konden rekenen op een zeer positief onthaal. Wij vonden het daarom belangrijk dat de resultaten breed zouden worden verspreid onder de Groninger gemeenten en andere organisaties die betrokken zijn bij lokale loketten Wonen, Welzijn en Zorg. Daarvoor hebben wij een subsidie verleend aan CMO Groningen voor een cursusaanbod aan gemeenten c.q. medewerkers van lokale loketten. Activiteiten Uitvoering acties en ontwikkelen van initiatieven die passen bij de regiovisie Zorg in samenhang. Er zijn diverse initiatieven ontplooid: het project m.b.t. de lokale loketten, het project m.b.t. clientenondersteuning, een pilot m.b.t. de ontwikkeling van nieuwe welzijnsdiensten in Veendam / Stadskanaal , een project op het terrein van preventie ouderenzorg en een bijeenkomst over dementie. Subsidieverlening voor project van de Groninger gemeenten: voorbereiding CMO (zie prioriteit nr. 1) Het voeren van het secretariaat van de regiovisie Zorg in Samenhang: provinciale medewerkers hebben hiervoor stukken gemaakt en de voorbereiding van de vergaderingen verzorgd. Het verlenen van subsidies uit het stimuleringsfonds zorg: zie hiervoor bij voortgang/realisatie-prestatie indicatoren. Er is in 2006 voor een bedrag van € 559.000- aan subsidie toegekend voor in totaal 28 projecten. Deelname aan klankbordgroep pilot clientenondersteuning. Zie hiervoor bij prioriteiten. Een provinciale medewerker heeft deel uitgemaakt van de klankbordgroep.
364
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
20.351
186.472
82.558
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
385.075
576.566
315.311
385.075
576.566
315.311
Totaal lasten
405.426
763.038
397.869
405.426
763.038
397.869
baten 2006
realisatie saldo 2006 186.472
raming saldo 2006 82.558
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen Totaal baten Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
870100 Apparaatskosten
lasten 2006 186.472
870103 Ouderenzorg: - stimuleringsfonds zorg - stimuleringsfonds zorg voorg. jaren - tijdelijke regeling zorginfrastructuur - tijdelijke regeling zorginfrastr. voorg. jaren - zorgboederij De Weide Blik
353.335 100.908 58.189 65.800 -1.666
353.335 100.908 58.189 65.800 -1.666
315.311
totaal ouderenzorg
576.566
576.566
315.311
totaal wonen welzijn zorg kw. groepen
763.038
763.038
397.869
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 De programmakosten aanvaard beleid zijn met € 261.255 overschreden, hetgeen als volgt kan worden verklaard: De verantwoording van de middelen vanuit het Stimuleringsfonds zorg en de Tijdelijke regeling zorginfrastructuur vindt op kasbasis plaats. Niet benodigde middelen blijven beschikbaar binnen het Stimuleringsfonds zorg en de reserve ESFI. In 2006 is in totaal € 454.243 betaald uit het Stimuleringsfonds zorg. Dit is inclusief de betaling van de verplichtingen uit voorgaande jaren (€ 100.908). Het verschil tussen raming en hogere realisatie wordt aangevuld door een onttrekking uit het fonds. Bij het onderdeel Tijdelijke regeling zorginfrastructuur is in 2006 € 123.989 betaald. Dit is inclusief de betaling van de verplichtingen uit voorgaande jaren (€ 65.800) De benodigde middelen zijn onttrokken aan de reserve ESFI. Het credit bedrag € 1.666 bij de Zorgboerderij de Weide Blik betreft een correctie van het jaar 2005.
365
Productgroepnummer en -naam : 8801 Jeugdzorg Programma
: Welzijn, sociaal beleid, cultuur
Portefeuillehouder
: Mulder
Productverantwoordelijke
: Goutier
Productgroepomschrijving De provincie is op grond van de Wet op de jeugdzorg verantwoordelijk voor de planning en financiering van het Bureau Jeugdzorg en van het zorgaanbod jeugdhulpverlening. Dit aanbod dient aan te sluiten op de behoefte/vraag van cliënten en op het aanbod van gemeentelijke voorzieningen voor jeugdigen. Tevens moet de provincie er zorg voor dragen dat de cliënten hun aanspraken op jeugdzorg tot gelding kunnen brengen binnen een redelijke termijn. Er moet dus genoegzaam aanbod zijn. Voor de uitvoering van deze taken ontvangt de provincie twee doeluitkeringen, een voor het Bureau Jeugdzorg en een voor het aanbod jeugdhulpverlening. Deze uitkeringen worden ontvangen op basis van een vierjarig beleidskader jeugdzorg en een jaarlijks uitvoeringsprogramma. Op dit moment is een provinciaal Beleidskader jeugdzorg 2005-2008 van kracht. Voor 2006 wordt een nieuw uitvoeringsprogramma opgesteld. Het concept daarvan is in september 2005 beschikbaar.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • goede aansluiting van de jeugdzorg op het gemeentelijk jeugdbeleid; • aanbod dat genoegzaam is; wachtlijsten moeten daarom worden teruggedrongen; • aanbod dat beter aansluit op de behoefte van de cliënt en onafhankelijk wordt geïndiceerd door het Bureau Jeugdzorg; • hulpverlening die kwalitatief verantwoord is en tot meetbare resultaten leidt en bovendien op een zo doelmatig mogelijke wijze wordt uitgevoerd; • hulpverlening die zo veel mogelijk in de eigen omgeving van de cliënt wordt aangeboden; • een zo groot mogelijke eigen inbreng van de cliënt bij zijn eigen hulpverleningsproces. Geplande prestatie-indicatoren Met betrekking tot de wachtlijsten voor het AMK en de pleegzorg zijn concrete afspraken gemaakt: • aantal wachtenden bij het AMK ultimo 2006: maximaal 65; • aantal wachtenden bij de pleegzorg ultimo 2007: 0;
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren Begin 2006 was de verwachting dat de doelstelling om ultimo 2007 een wachtlijst van 0 te hebben al aan het eind van 2006 bereikt te worden. In de loop van 2006 bleek de wachtlijst toch weer op te lopen. In combinatie met extra ontvangen middelen van het Rijk is de wachtlijst per ultimo 2006 teruggebracht tot 1. Bij de pleegzorg is het gestelde doel, een wachtlijst van nul, niet bereikt. Wel is met inzet van extra middelen van het Rijk (Aanvalsplan wachtlijsten) bereikt dat de wachtlijst langer dan 9 weken tot nul is teruggebracht. De wachtlijst korter dan 9 week bedraagt 15. Dit wordt veroorzaakt door de sterke toestroom van cliënten in de pleegzorg. Evenals in 2006 zal ook in 2007 de capaciteit worden uitgebreid.
Voor het overige zal worden gestreefd naar het maken van realistische en meetbare afspraken met de betrokken instellingen. Niet alleen wat de wachtlijsten betreft, maar ook met betrekking tot doelmatigheid en effectiviteit.
366
Vanaf 2007 worden er concretere afspraken gemaakt m.b.t. wachtlijsten. Dit is nog niet mogelijk m.b.t. doelmatigheid en effectiviteit omdat het instrumentarium daarvoor nog niet beschikbaar is.
Met betrekking tot het Verbeterprogramma aansluiting jeugdbeleid en jeugdzorg zal per actiepunt een plan van aanpak worden opgesteld waarin de resultaten zo meetbaar mogelijk worden opgenomen.
Voor het verbeterprogramma is een uitvoeringsplan opgesteld waarin per verbeterpunt probleemformulering, doel, doelgroep, te behalen resultaten/activiteiten, deelnemende organisaties, financiën en tijdpad beschreven staat.
Afnemers/klanten • Bureau Jeugdzorg • zorgaanbieders Jeugdzorg • gemeenten • VWS • Justitie • cliëntenorganisaties • Zorgkantoor • GGZ-instellingen
Prioriteiten 2006
Terugdringen wachtlijsten jeugdzorg
€ 400.000
Door de toenemende vraag naar jeugdzorg zijn wachtlijsten ontstaan, met name bij het AMK en bij de pleegzorg. Voor de bestrijding van deze wachtlijsten hebben we voor de periode 2005-2007 € 1.200.000 uit de algemene middelen beschikbaar gesteld. In combinatie met extra rijksmiddelen en de reserve jeugdzorg wordt in 2006 ongeveer € 439.000 beschikbaar gesteld. Afhankelijk van de resultaten is er als bonus nog eens € 100.000 beschikbaar. Voor het wegwerken van de wachtlijsten bij het AMK zijn door het rijk incidenteel ook nog extra middelen beschikbaar gesteld.
Verbetering aansluiting jeugdbeleid-jeugdzorg
P.M.
Uitvoeren van de actiepunten ter verbetering van de aansluiting jeugdbeleid-jeugdzorg, zoals vastgelegd in het Verbeterprogramma.
Verbetering doelmatigheid en effectiviteit jeugdzorg
P.M.
In 2006 zal er veel aandacht zijn voor het verbeteren van de doelmatigheid en de effectiviteit van de jeugdzorg. De jeugdzorginstellingen in de provincie zijn reeds druk bezig met deze aspecten van de zorg en in IPO-verband worden criteria ontwikkeld voorde aanpak en het meten van doelmatigheid en effectiviteit. Instellingen werken bijv. al met klanttevredenheidsonderzoeken. Verder zullen de resultaten van landelijke trajecten, zoals de werk van de Jeugdzorgbrigade, het project Jong en het onderzoek van Ordina naar de werkwijze van Bureaus Jeugdzorg bij het beleid in onze provincie worden betrokken.
Bevordering van een sluitende ketenaanpak in de jeugdzorg
P.M.
Bevorderen van goede ketenafspraken, met name waar het gaat om kindermishandeling en crisisopvang. Nog in 2005 is een project gestart ter versterking van de ketenaanpak kindermishandeling. Met betrekking tot de crisisopvang is het overleg in volle gang. De verwachting is dat in 2006 concrete verbeteringen kunnen worden bereikt.
367
Opvang van jongeren met ernstige gedragsproblemen maar zonder strafbaar gedrag
P.M.
De inzet is om de opvang van jongeren met ernstige gedragsproblemen, maar zonder strafbaar gedrag, buiten de Justitiële Jeugdinrichtingen te houden. Inmiddels is een noordelijk project Doe(n) wat werkt door het ministerie van VWS gehonoreerd. In Groningen gaat het om zo'n 26 jongeren op jaarbasis. Er vindt nog overleg plaats over de uitwerking van het project. Dat geldt ook voor het financiële aspect.
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) P.M. Zie toelichting.
Toelichting/ontwikkelingen De concrete activiteiten zullen worden vastgelegd in het in september 2005 vast te stellen Uitvoeringsprogramma jeugdzorg 2006.
368
Beleidsverantwoording Uitgevoerde activiteiten Terugdringen wachtlijsten jeugdzorg Begin 2006 was voor het AMK de verwachting dat de doelstelling om ultimo 2007 een wachtlijst van 0 te hebben al aan het eind van 2006 bereikt te worden. In de loop van 2006 bleek de wachtlijst toch weer op te lopen. In combinatie met extra ontvangen middelen van het Rijk is de wachtlijst per ultimo 2006 teruggebracht tot 1. Bij de pleegzorg is het gestelde doel, een wachtlijst van nul, niet bereikt. Wel is met inzet van extra middelen van het Rijk (Aanvalsplan wachtlijsten) bereikt dat de wachtlijst langer dan 9 weken tot nul is teruggebracht. De wachtlijst korter dan 9 week bedraagt 15. Dit wordt veroorzaakt door de sterke toestroom van cliënten in de pleegzorg. Evenals in 2006 zal ook in 2007 de capaciteit worden uitgebreid. Verder is in 2006 ook aandacht besteed aan de wachtlijst van de Toegang. Hiervoor zijn provinciale middelen ingezet. Deze middelen waren eerst bestemd voor het wegwerken van de wachtlijst bij het AMK, maar toen begin 2006 bleek dat deze aan het eind van het jaar op nul zou staan is toestemming verleend om deze provinciale middelen in te zetten bij de Toegang. In totaal is bij de Toegang in 2006 een wachtlijst weggewerkt van 250 clienten. Tenslotte is wat BJZ betreft eind 2006 ook de aandacht gevestigd op de wachtlijsten bij de jeugdbescherming en de jeugdrecclasering. Hierover zijn in 2007 afspraken gemaakt met BJZ. Binnen extra beschikbaar gestelde rijksmiddelen van € 6,4 miljoen zijn in 2006 de wachtlijsten bij de zorgaanbieders aangepakt. Eind 2006 waren de wachtlijsten van kinderen die langer dan 9 weken op zorg wachtten verdwenen. Verbetering aansluiting jeugdbeleid-jeugdzorg De uitvoering van het verbeterprogramma heeft in 2006 vertraging opgelopen veroorzaakt door het later invoeren van de WMO (per 1 januari 2007). Volgens afspraken zou het verbeterprogramma eind 2006 eindigen. Omdat nog niet alle punten goed uitgewerkt waren is besloten om het verbeterprogramma te integreren in het plan van aanpak van het procesmanagement jeugdzorg dat eind 2006 door Gedeputeerde Staten is vastgesteld. Verbetering doelmatigheid en effectiviteit jeugdzorg Bureau Bestuur & management consultants (BMC) heeft in 2006 een quickscan naar doelmatigheid in de jeugdzorg uitgevoerd. De resultaten van deze quickscan hebben geleid tot een provinciale visie op de jeugdzorg, neergeschreven in de nota 'Samen Sterk'. Als uitvoering van de visie is voor de periode van 3 jaar een procesmanager in dienst genomen die het plan van aanpak procesemanagement jeugdzorg gaat uitvoeren. Dit plan van aanpak is in december 2006 door Gedeputeerde Staten vastgesteld. Daarnaast hebben de jeugdzorginstellingen hun cliënttevredenheidsonderzoeken uitgevoerd en zijn landelijk de prestatie-indicatoren gepresenteerd. Landelijk zijn de sturingsadviezen van Steven van Eijck verschenen die gericht zijn het verbeteren van de resultaatgerichte samenwerking, zowel op landelijk als op decentraal niveau. Het rapport van de jeugdzorgbrigade geeft een groot aantal aanbevelingen gericht op het verminderen van de bureaucratie in de jeugdzorg. Tenslotte is de wet op de jeugdzorg geëvalueerd (motie Soutendijk) door BMC. Het evaluatierapport gaat onder meer in op de sturing in de jeugdzorg en de afstemming met het lokale preventieve jeugdbeleid. Het onderzoek gaat tevens in op de werking van de verschillende financieringsstromen in de jeugdzorg. Bevordering van een sluitende ketenaanpak in de jeugdzorg In maart 2006 hebben Bureau Jeugdzorg en een groot aantal hulpverlenende en welzijnsinstellingen in de provincie Groningen het convenant 'sluitende aanpak kindermishandeling' ondertekend. De invoering van de werkwijze, zoals in het convenant beschreven, zal tot eind 2007 worden gemonitord en tenslotte geëvalueerd. Het Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkelingen Groningen (CMO) voert deze taak uit en heeft hiervoor in juni 2006 een handelingsprotocol opgesteld dat de instellingen als hulpmiddel gebruiken. Voor de crisisopvang is in april 2006 een bijeenkomst met alle betrokkenen op het gebied van jeugdzorg en crisisopvang georganiseerd. Resultaat van deze bijeenkomst is de organisatie van een regulier casusoverleg tussen alle jeugdzorginstellingen waarin crisiscases worden besproken met het doel voor deze cliënten doorstroming naar regulier zorgaanbod te realiseren. In 2006 is voorts de crisiscapaciteit bij
369
zorgaanbieder CWZW Noord uitgebreid. Opvang van jongeren met ernstige gedragsproblemen maar zonder strafbaar gedrag In juli 2006 is het interprovinciale project Doen wat werkt van start gegaan waarbij in oktober 2006 alle modules operationeel waren. Uit de eerste rapportage van de stuurgroep in oktober 2006 blijkt dat er op dat moment bij vier van de vijf modules aanmeldingen zijn (in totaal 26 jongeren waarvan 13 uit de provincie Groningen).
370
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
315.241
568.091
421.046
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
31.157.986 514.040 32.271
37.549.933 747.974
37.151.691 274.000 1.403.851
31.704.297
38.297.907
38.829.542
Totaal lasten
32.019.538
38.865.998
39.250.588
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen
30.987.139
37.609.911
37.371.079
Totaal baten
31.018.377
37.609.911
37.886.258
1.001.161
1.256.087
1.364.330
baten 2006
realisatie saldo 2006 568.091
raming saldo 2006 421.046
37.609.911
-37.609.911 -220.041 6.696.213 3.772.453 4.402.212 8.685.861 1.309.427 2.732.401 6.071.683 500.002 46.711 701.263
-37.371.079
-220.041 6.696.213 3.772.453 4.402.212 8.685.861 1.309.427 2.732.401 6.071.683 500.002 46.711 701.263
3.599.722
3.599.722
6.420.714 3.772.455 4.402.210 8.379.719 1.760.233 2.716.463 5.369.198 949.977 42.000 846.672 150.000 110.000 3.394.722
31.238
Saldo lasten en baten
515.179
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006 568.091
880100 Apparaatskosten 880103 Financiën jeugdhulpverlening: - rijksuitkering jeugdhulpverlening - afwikkeling voorgaande jaren - preventie en ambulant - pleegzorg - dagbehandeling - dag- en nachtbehandeling - projecten/experimenten/bestuurlijke kosten - intensief ambulant - jeugdbescherming - bestrijding wachtlijsten jeugdzorg - rente jeugdhulpverlening - storting/onttr. voorziening jeugdhulpverlening - ophoging stimuleringsfonds zorg - begeleiding/ondersteuning jeugdzorg - terugdringen wachttijden totaal financiën jeugdhulpverlening
38.297.907
37.609.911
687.996
943.284
totaal jeugdzorg
38.865.998
37.609.911
1.256.087
1.364.330
371
Omschrijving
Provincie
- afwikkeling voorgaande jaren - preventie en ambulant - pleegzorg - dagbehandeling - dag- en nachtbehandeling - projecten/experimenten/bestuurlijke kosten - intensief ambulant - jeugdbescherming - bestrijding wachtlijsten jeugdzorg - terugdringen wachttijden
7.626
133.657
Rijk
Totaal
-220.041 6.688.587 3.772.453 4.402.212 8.685.861 1.175.770 2.732.401 6.071.683 3.599.722
-220.041 6.696.213 3.772.453 4.402.212 8.685.861 1.309.427 2.732.401 6.071.683 500.002 3.599.722
36.908.648
37.549.933
37.609.911
641.285 37.609.911
37.609.911
38.251.196
701.263
701.263
500.002
totaal lasten
641.285
- bijdrage provinciale middelen - rijksuitkering jeugdhulpverlening
641.285
totaal baten
641.285
toevoeging aan voorziening
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 De programmakosten aanvaard beleid zijn onderschreden met € 398.242. Dit heeft een lagere onttrekking uit de voorziening Rijksmiddelen ten gevolge. De geraamde programmakosten voor nieuw beleid ad € 274.000 zijn niet aangewend in 2006. Een bedrag van € 150.000 is toegevoegd aan het Stimuleringsfonds zorg en zal later worden besteed. Het beschikbaar gestelde bedrag Begeleiding en ondersteuning jeugdzorg ad € 110.000 wordt overgeboekt naar 2007.
372
Voorziening Jeugdhulpverlening Omschrijving
Provincie
- afwikkeling voorgaande jaren - preventie en ambulant - pleegzorg - dagbehandeling - dag- en nachtbehandeling - projecten/experimenten/bestuurlijke kosten - intensief ambulant - jeugdbescherming - bestrijding wachtlijsten jeugdzorg - terugdringen wachttijden
7.626
133.657
Rijk
Totaal
-220.041 6.688.587 3.772.453 4.402.212 8.685.861 1.175.770 2.732.401 6.071.683 3.599.722
-220.041 6.696.213 3.772.453 4.402.212 8.685.861 1.309.427 2.732.401 6.071.683 500.002 3.599.722
36.908.648
37.549.933
37.609.911
641.285 37.609.911
37.609.911
38.251.196
701.263
701.263
500.002
totaal lasten
641.285
- bijdrage provinciale middelen - rijksuitkering jeugdhulpverlening
641.285
totaal baten
641.285
toevoeging aan voorziening
De voorziening Jeugdhulpverlening is opgenomen in de staat van voorzieningen. Onderstaand is het verloop van de voorziening weergegeven. Stand voorziening per 01-01-2006 Toevoeging aan voorziening Rente 2006 Stand voorziening per 31-12-2006
1.198.291 701.263 46.711 1.946.265
373
374
9. Ruimtelijke ordening en huisvesting No.
Omschrijving functie/productgroep
9.1 9101 9102 9103 9104
Ruimtelijke ordening Regionale planning Gemeentelijke plannen Technische infrastuctuur Gebiedsgericht werken
9.2 9201
lasten 2006
baten 2006
realisatie saldo 2006
raming saldo 2006
6.165.195 1.616.634 114.582 4.886.743
3.954.977
192.977
2.210.218 1.616.634 114.582 4.693.767
2.120.895 1.819.324 115.930 5.642.263
Totaal functie 9.1
12.783.154
4.147.954
8.635.200
9.698.411
Volkshuisvesting Bouwen en wonen
9.789.455
8.572.941
1.216.515
1.221.919
Totaal functie 9.2
9.789.455
8.572.941
1.216.515
1.221.919
22.572.609
12.720.894
9.851.715
10.920.330
Totaal hoofdfunctie 9
375
376
Productgroepnummer en -naam : 9101 Regionale planning Programma
: Wonen
Portefeuillehouder
: Calon
Productverantwoordelijke
: van Schreven
Productgroepomschrijving Ontwikkelen en uitvoeren van het provinciale beleid voor de fysieke omgeving. Inbreng van dit beleid in het rijks- en SNN-beleid en zorgdragen voor de doorwerking in de gemeentelijke plannen. Actief bijdragen aan de realisering van ruimtelijke projecten van regionale betekenis op basis van een geïntegreerde gebiedsgericht aanpak en in samenwerking met gemeenten, marktpartijen en de bewoners van het gebied.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • handhaving en ontwikkeling van een hoogwaardige kwaliteit natuur, landschap, en een vitaal en leefbaarheid platteland en vitale steden Geplande prestatie-indicatoren
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren
Afnemers/klanten • gemeenten, adviesbureaus, provincies Drenthe, Flevoland en Friesland, het Rijk, Dienst Landelijk Gebied, waterschap, ontwikkelaars
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) Provinciaal bouwheerschap • ruimtelijke studies op provinciaal niveau, waaronder Regio Groningen-Assen, landschapontwikkelingsplannen ruimtelijk beleid inzake de schaalvergroting in de landbouw, exclusief wonen in het Westerkwartier, glastuinbouw Eemsmond en provinciale infrastructuur projecten (in totaal ca. 30); • stimuleren en adviseren van de gemeenten over ruimtelijke processen en projecten (gebiedsvisies, identiteitstudies etc., ca. 50); • advisering over subsidieaanvragen; • versterking bewustwording ruimtelijke kwaliteit door middel van workshops en excursie • toetsing gemeentelijke RO-plannen (WRO en ISV, ca. 100); • communicatie over provinciaal bouwheerschap en ruimtelijke kwaliteit. Meerstad uitwerking eerste deelgebied; opstelling globaal bestemmingsplan en MER.
• •
Blauwe Stad • aanleg infrastructuur eerste woongebieden; • afronden verkeersmaatregelen;
377
•
verkoop 150 woningen.
Regio Groningen-Assen 2030 Uitvoering Regioprojecten: • OV-netwerk: - start nieuwbouw Station Europapark; - facelifts stations, afronding; - transferia Hoogkerk, Assen (+ busstation), Haren, Tynaarlo. • bereikbaar Groningen-Assen: - zuidelijke ringweg uitvoering maatregelen 1e fase Langman; - wegvak Zuidhorn Groningen: Studie nieuwe woonwijk Oostrand en verbeteren Stationsomgeving Zuidhorn; - Noordelijke en Westelijke ringweg Groningen: maken ongelijkvloerse kruisingen en verhogen Noordzeebrug; - afronding studie Superfietsroute t.b.v. realisatie alsmede fietsvoorzieningen bij OVknooppunten. • regiopark : Uitvoeren projecten op basis van ontwikkelingsstrategie en programma en start monitoringsysteem; • Voorinvesteren in landschap voor toekomstige woningbouw: start proces in Hoogezand-Sappemeer; • samenwerkende Regionale Bedrijvenlocaties: afstemming typering, fasering en ontwikkeling; • afspraken over gezamenlijke exploitatie en samenwerking met NOM betr. promotie en acquisitie; • uitvoering woningbouwafspraken. Nota Ruimte • sluiten Uitvoeringsafspraken met Rijk en VNG voortvloeiende uit Uitvoeringsagenda Nota Ruimte; • uitvoering Ontwikkelagenda Groningen-Assen zoals overeengekomen met rijk en gemeenten. Zuiderzeelijn • voorbereiding en afronding Structuurvisie ZZL; • regionale besluitvorming over Structuurvisie ZZL.
Toelichting/ontwikkelingen Het provinciaal planologisch beleid evolueert in de komende jaren vanuit een zuivere toelatingsplanologie naar een beleid dat meer is gericht op ontwikkeling. Hierbij neemt de provincie steeds vaker het initiatief en treedt op als regisseur. Hierbij is een nauwe samenwerking met de maatschappelijke partners onontbeerlijk.
Beleidsverantwoording
Uitgevoerde activiteiten Provinciaal bouwheerschap • Op provinciaal niveau is door communicatie over ruimtelijke kwaliteit (cursussen en lunchlezingen) en advisering over diverse uitvoeringsgerichte plannen aan andere afdelingen bijgedragen aan de verwerkelijking van een hogere ruimtelijke kwaliteit in de provincie. Deze bijdragen vonden plaats aan de werkzaamheden in regionaal verband, zoals Groningen/Assen, Noord, Oost en West (vb. gebiedseigen woonconcepten, Damsterdiepvisie, kwaliteitsteam regio Groningen/Assen), alsmede aan de werkzaamheden vanuit disciplinaire werken (vb. diverse wegen- en bruggenstudies, glastuinbouw Eemsmond en aansluiting Blauwe Stad ) • Er hebben meer (De Marne) en minder intensieve stimulerings- en adviseringstrajecten plaatsgevonden ten behoeve van en aan gemeenten. Deze adviseringen hebben veelal bijgedragen aan adequate ruimtelijke visie-vorming en planvorming en een betere procesaanpak. Een enquête onder Groninger gemeenten laat zien dat deze aanpak vanuit het provinciale apparaat gewaardeerd wordt door het merendeel van de gemeenten.
378
• • •
• •
Er is geadviseerd over een 16-tal gebiedsvisies en studies van gemeenten en een veelvoud aan planstudies over beperktere gebieden. Er is intensief geparticipeerd in de beleidsvorming en effectuering van de schaalvergroting van boerderijen in Groningen. Er is een gecombineerde excursie georganiseerd in het kader van het Provinciaal Bouwheerschap voor statencie en gemeentelijke vertegenwoordigers (bestuur en ambtelijk). ook deze excursie werd hooglijk gewaardeerd door de deelnemers. Deze excursie had tot doel de bevordering van (de inzichten in) de ruimtelijke kwaliteitsvraagstukken en mogelijkheden. De bij de provincie ingediende RO-plannen en ISV-plannen zijn op ruimtelijke kwaliteit getoetst. Het aantal wordt op ca 100 geraamd. Er is meegewerkt aan diverse interviews en deelgenomen aan diverse fora-discussies en themabijeenkomsten ter bevordering van de communicatie over ruimtelijke kwaliteit en provinciaal bouwheerschap. communicatie over provinciaal bouwheerschap en ruimtelijke kwaliteit.
Meerstad Op het gebied van de voorbereiding zijn tal van zaken ingang gezet. Gemeld worden ondermeer de volgende onderwerpen: • Planologie. Het ontwerp bestemmingsplan Meerstad -Midden is medio december 2006 voorlopig vastgesteld. Er zijn zestig reacties ingediend op de voorloper van dit plan. • SMB/MER. In nauwe samenhang met bovenstaand punt is in het afgelopen jaar bij verschillend gelegenhedenintensief overleg gevoerd met de Commissie MER. • De mening van de commissie wijkt op het punt van de waterkwaliteit af van de opvattingen van het Projectbureau. Voorts zijn de verkeersbewegingen en het maken van (deel)mer's een onderwerp van gesprek. Er wordt advies ingewonnen bij de landsadvocaat. • Deelplan 1. Het Masterplan wordt nu vertaald naar een concreet deelplan 1. Het oorspronkelijke ontwerpbureau is vervangen door bureau Quadrat. • De publieke partijen hebben aan het Projectbureau Meerstad personele steun aangeboden om te waarborgen dat de duurzaamheid goed in het project wordt meegenomen. • Supervisoren. In het kader van de kwaliteitsbewaking zijn de heren Van der Meer en Strootman aangesteld als supervisoren rood en groen. • Staatssteun. Op verzoek van de overheden is het project aangemeld bij het rijk met het verzoek om gezamenlijk vast te stellen of hier sprake is van staatssteun. • De oorspronkelijk voorgenomen start van de zandwinning is niet begonnen ten gevolge van gewijzigde planinzichten. Blauwe Stad • De aanleg van de infrastructuur in de eerste woongebieden is voltooid conform de planning en ook de voorgenomen verkeersmaatregelen zijn afgerond. • Medio december 2006 waren er 120 transacties bij de notaris gepasseerd. De eerste bewoners hebben in oktober 2006 hun huis definitief betrokken. • In het jaar is uitgebreid aandacht besteed aan het beheer en onderhoud van het meer, de dijken en in de wegen. Hiertoe wordt overleg gevoerd met het waterschap Hunze en Aa's en met gemeenten, al dan niet verenigd in de GR. • De operatie wordt gecompliceerd door de eis van de Belastingdienst dat de opdrachtgever provincie Groningen tenminste tien jaar eigenaar moet blijven van de uitgevoerde bestekken. Dit betekent dat zij ook maatregelen dien te treffen voor een volwaardig beheer en onderhoud. Wij hebben een keuze gemaakt om het agrarisch natuurbeheer voor Reiderwolde te gunnen aan de Agrarische Natuurvereniging Oost-Groningen (ANOG). De Projectorganisatie Blauwe Stad volgt de ontwikkelingen nauwlettend.
Regio Groningen-Assen 2030 Uitvoering Regioprojecten: • OV-netwerk: - start nieuwbouw Station Europapark; - facelifts stations, afronding; - transferia Hoogkerk, Assen (+ busstation), Haren, Tynaarlo. • bereikbaar Groningen-Assen: - zuidelijke ringweg uitvoering maatregelen 1e fase Langman; - wegvak Zuidhorn Groningen: Studie nieuwe woonwijk Oostrand en verbeteren Stationsomgeving Zuidhorn;
379
-
• • • • •
Noordelijke en Westelijke ringweg Groningen: maken ongelijkvloerse kruisingen en verhogen Noordzeebrug; - afronding studie Superfietsroute t.b.v. realisatie alsmede fietsvoorzieningen bij OVknooppunten. regiopark : Uitvoeren projecten op basis van ontwikkelingsstrategie en programma en start monitoringsysteem; Voorinvesteren in landschap voor toekomstige woningbouw: start proces in Hoogezand-Sappemeer; samenwerkende Regionale Bedrijvenlocaties: afstemming typering, fasering en ontwikkeling; afspraken over gezamenlijke exploitatie en samenwerking met NOM betr. promotie en acquisitie; uitvoering woningbouwafspraken.
Nota Ruimte • Er is enige ruimte voor de toekomstige uitvoering van onderdelen van de Ontwikkelagenda in de Uitvoeringsagenda Ruimte 2006 (Rijksbeleid Nota Ruimte), maar geen garantie. Zuiderzeelijn • In 2006 is de Structuurvisie ZZL afgerond, maar er is geen regionaal besluit genomen over de Structuurvisie. Toelichting: In de ontwerp-Structuurvisie ZZL (april 2006) is het kabinetsvoornemen opgenomen om de Zuiderzeelijn niet aan te leggen maar met de regio een regiospecifiek pakket uit te werken. De Tweede Kamer heeft om uitwerking verzocht van de door de regio voorgestelde hogesnelheidstrein (HST-3) en een regiospecifiek pakket. Omdat er tussen rijk en regio geen overeenstemming bestaat over de uitkomsten van deze uitwerking laat het kabinet de besluitvorming over de Structuurvisie aan het volgende kabinet. De regio heeft voorkeur voor uitwerking van de HST-3 in een planstudie. De voorbereiding van een Planstudie is afhankelijk van de definitieve besluitvorming over de Structuurvisie. Bij keuze voor een Planstudie ZZL zal de regio te zijner tijd op basis van de uitkomsten een besluit dienen te nemen over het vervolg van het project.
380
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
904.411
975.152
996.631
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
1.120.612
1.206.505
1.306.945
2.056.055 511 3.177.178
3.906.676 76.862 5.190.043
3.826.257 79.050 5.212.252
Totaal lasten
4.081.589
6.165.195
6.208.883
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen
2.124.122
3.893.697 61.280
4.026.257 61.731
Totaal baten
2.124.122
3.954.977
4.087.988
Saldo lasten en baten
1.957.467
2.210.218
2.120.895
baten 2006
realisatie saldo 2006 975.152
raming saldo 2006 996.631
22.557
22.557
23.526 2.343
22.557
22.557
25.869
-3.893.697 1.029 945 126.824 14.334 22.243 907.560 111.013 123.991 3.782.685
-4.026.257 2.531 -11.828 131.222 32.805 18.746 907.600 200.000
1.196.926
1.081.076
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006 975.152
910100 Apparaatskosten 910101 Algemeen: - actualisering gegevens ruimtelijke ordening - advieskosten uitvoering ruimtelijk beleid totaal algemeen 910102 Beleidsontwikkeling: - BLS: bijdrage Rijk - kosten Nederlands-Duitse commissie r.o. - Bhs: externe advisering - Bhs: ruimtelijke structuur en gebiedsadvies - Bhs: regionale gebiedsuitwerking - Bhs: voorbeeldplannen en studie-opdrachten - Regiofonds 2000 (prov.) - BLS: kennis-expert realisering bouwplannen - rente BLS - voorziening BLS-gelden totaal beleidsontwikkeling
3.893.697 1.029 945 126.824 14.334 22.243 907.560 111.013 123.991 3.782.685 5.090.623
381
3.893.697
3.826.257
910103 Blauwe Stad: - deelname Blauwe Stad - stichting tbv kapitaaldeelname in GEMM-CV totaal Blauwe Stad totaal regionale planning
549 76.313
61.280
549 15.033
570 16.749
76.862
61.280
15.582
17.319
6.165.195
3.954.977
2.210.218
2.120.895
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 Het resultaat van de productgroep Regionale Planning was in 2006 € 89.323 nadelig. Dit nadelige resultaat wordt teniet gedaan door de lagere apparaatskosten (€ 21.479). M.b.t. het product algemeen kan worden opgemerkt dat € 2.343 was geraamd voor de advertentiekosten en omdat er geen hoorzittingen zijn geweest, is deze post in haar geheel niet benut. De lasten m.b.t. de Blauwe Stad waren € 1.737 lager dan begroot. Dit is met name veroorzaakt door de lagere lasten m.b.t. de kapitaaldeelneming in Gemm-CV. Met betrekking tot de BHS-gelden kan worden aangegeven dat in de begroting de gelden voor externe advisering zijn overgeheveld naar de apparaatskosten van de afdeling Ruimtelijke Plannen. Deze overheveling is echter groter geweest dan het krediet. Daarnaast waren de lasten m.b.t. de regionale gebiedsuitwerking € 18.471 lager dan begroot, terwijl de lasten voor de voorbeeldplannen en studieopdrachten circa € 3.500 hoger waren dan geraamd. De onderbesteding bij 'regionale gebiedsuitwerking' is veroorzaakt door de lagere vraag naar bijdragen of uitgestelde vraag naar bijdragen, aangezien de aanvragers de tijdsbesteding voor het opstellen van de plannen niet juist hadden ingeschat. Met betrekking tot het Besluit Locatiegebonden Subsidies 2005-2009 (BLS) kan worden opgemerkt dat in de afspraken tussen de provincie en de betreffende gemeenten is afgesproken dat de provincie rente uitbetaald over de gelden die zij ontvangt van het rijk. Deze rente (€ 123.991) was niet meegenomen in de raming. De lasten van de bouwregisseur waren € 88.988 lager dan geraamd, aangezien hieraan minder uren zijn besteed dan was geraamd. De bijdragen van het Rijk waren lager dan geraamd (€ 32.560 verschil). Jaarlijks wordt een voorschot ontvangen van 65% van de subsidie en een nabetaling van het voorgaande jaar. De hoogte van deze nabetaling is afhankelijk van de werkelijke prestaties van het voorgaande jaar. in 2006 is derhalve 65% van de subsidie van 2006 ontvangen plus een restant van 2005 (berekent o.b.v. de daadwerkelijke productie in 2005). Door de lagere baten en de hogere lasten is uiteindelijk € 43.573 minder in de voorziening BLS gedoteerd.
382
Productgroepnummer en -naam : 9102 Gemeentelijke plannen Programma
: Wonen
Portefeuillehouder
: Calon
Productverantwoordelijke
: van Schreven
Productgroepomschrijving Om er voor te zorgen dat gemeentelijke ruimtelijke plannen en projectbesluiten binnen het beleid van de provincie (en ook het rijk) passen, voorziet het wettelijke systeem in een aantal mogelijkheden voor de provincie om op de inhoud van deze plannen en projecten invloed uit te oefenen. Daarbij moet onder meer gedacht worden aan het wettelijk vooroverleg (ex art.10 BRO) en het planologisch toezicht: (goedkeuringsvereiste).
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • Door overleg/overreding (CB) en toezicht (GS) bereiken dat het provinciale omgevingsbeleid op een handhaafbare manier doorwerkt in gemeentelijke plannen en projectbesluiten; • Het bieden van de wettelijk voorgeschreven rechtsbescherming ten aanzien van gemeentelijke bestemmingsplannen, waarbij een zorgvuldige behandeling van rechtzoekenden voorop staat. Geplande prestatie-indicatoren • Minimaal 80% van de besluiten in het kader van de wet op de ruimtelijke ordening door GS wordt niet aangevochten door gemeenten en belanghebbenden; •
De provincie wint minimaal 80% van de zaken die worden voorgelegd aan de rechter dan wel de Raad van State;
•
Bij een grotere verantwoordelijkheid van gemeenten dan tot op heden voor ruimtelijke plannen met hoofdzakelijk lokale belangen is het risico van een daling van genoemde percentages niet geheel uit te sluiten.
383
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • In 2006 zijn 38 voor bezwaar en/of beroep vatbare besluiten genomen. In 11 gevallen (29%) is bezwaar/beroep ingesteld. De voorgenomen prestatie is derhalve niet ten volle gehaald. • In 2006 zijn 9 uitspraken gedaan op bezwaar/beroep waarvan 8 betrekking hadden op in 2005 aanhangig gemaakte zaken en 1 op een zaak die in 2006 aanhangig is gemaakt. In laatstbedoelde zaak is het beroep gegrond verklaard in die zin dat een nieuw (heroverwegings)besluit moet worden genomen. Op 10 zaken uit 2006 moet dus nog een uitspraak worden gedaan. In 5 van de zaken uit 2005 is het beroep ongegrond verklaard en in 3 zaken (33%) geheel of gedeeltelijk gegrond. Van laatstbedoelde zaken zal in 2 gevallen nog een nieuw besluit moeten worden genomen (heroverweging). Dat betekent hoe dan ook dat aan de voorgenomen prestatie voor 2005 niet is voldaan. Dat de prestatie-indicaties op het punt van bezwaar/beroep (in 2005) niet volledig zijn gehaald is een gegeven. Aan het feit dat in meer gevallen beroep is ingesteld dan is geïndiceerd valt weinig te doen. In de 2 gevallen waarin het beroep gegrond is verklaard gaat het om een vernietiging van het GS-besluit op grond van het motiveringsbeginsel. In deze gevallen hebben GS - naar achteraf blijkt - bij de weerlegging
van bij hen ingebrachte bedenkingen te lichtvaardig aansluiting gezocht bij de gemeentelijke reactie op de daaraan voorafgaande zienswijze. Dergelijke motiveringsgebreken worden doorgaans in een "heroverwegingsbesluit" binnen maximaal 6 maanden toereikend hersteld. In dit licht bezien zijn de prestaties van voldoende niveau. Afnemers/klanten • gemeenten, burgers, bedrijven, organisaties, bezwaarschriftencommissie, rechtbank, Raad van State
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) • • • • • • •
20 adviezen van de CB over ontwerpstructuurplannen/-visies en dergelijke; 70 adviezen van de CB over ontwerpbestemmingsplannen en dergelijke; 60 adviezen van de CB en 60 besluiten van GS over de toepassing van artikel 19, lid 2, van de WRO (uitvoering besluit GS van 24 mei 2004); 70 adviezen van de CB en 70 goedkeuringsbesluiten van GS over vastgestelde bestemmingsplannen en dergelijke; 130 adviezen van de CB en 130 besluiten van GS over gevraagde verklaringen van geen bezwaar; 15 reacties van GS op burgerbrieven en dergelijke; 15 zaken in het kader van bezwaar en (hoger) beroep, voorlopige voorziening.
384
Beleidsverantwoording
Uitgevoerde activiteiten In vergelijking met de - op voorgaande jaren gebaseerde - prognose van te verrichten activiteiten, heeft in 2006 een spectaculaire stijging van het aantal behandelde ontwerpbestemmingsplannen plaatsgevonden. Dat is een goed teken, omdat dit er blijk van geeft dat gemeenten actief bezig zijn met het ontwikkelen en actualiseren van bestemmingsplannen. Aangenomen mag worden dat het actualiseren van plannen mede is ingegeven door de in 2008 in werking tredende nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) die immers sancties verbindt aan het niet actueel houden van plannen. Ook de stijging van het aantal principe-uitspraken kan als een positieve ontwikkeling worden gezien, omdat gemeenten op deze wijze in hun belangenafweging kunnen betrekken of een voorgenomen (controversiële) ruimtelijke ontwikkeling in beginsel al dan niet op medewerking van de provincie kan rekenen. De kans op het ontstaan van rechtsgeschillen kan daardoor worden gereduceerd. In 2006 is gerealiseerd: • • • • • • • •
14 adviezen van de CB/KC over ontwerpstructuurplannen/-visies en dergelijke; 104 adviezen van de CB/KC over ontwerpbestemmingsplannen en plannen ex artikel 11 WRO; 70 adviezen van CB/KC en 70 besluiten van GS over de toepassing van artikel 19, lid 2, van de WRO; 45 adviezen van de CB/KC en 45 goedkeuringsbesluiten van GS over vastgestelde bestemmingsplannen en plannen ex artikel 11 WRO; 117 adviezen van de CB/KC en 117 besluiten van GS over gevraagde verklaringen van geen bezwaar; 32 principe-uitspraken op verzoek van gemeenten over voorgenomen ruimtelijke projecten; 46 reacties van het Afdelingshoofd of GS op burgerbrieven en dergelijke; 9 zaken in het kader van bezwaar en (hoger) beroep
385
Middeleninzet Omschrijving
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
1.364.707
1.554.475
1.750.175
139.115
62.159
69.149
139.115
62.159
69.149
1.503.822
1.616.634
1.819.324
1.503.822
1.616.634
1.819.324
baten 2006
realisatie saldo 2006 1.554.475
raming saldo 2006 1.750.175
3.068 646 1.287 6.542 908
3.068 646 1.287 6.542 908
5.905 4.405 1.800 11.997 1.000 880
12.450
12.450
25.987
43.285 6.424
43.285 6.424
43.162
49.709
49.709
43.162
1.616.634
1.616.634
1.819.324
Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten Totaal lasten Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen Totaal baten Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006 1.554.475
910200 Apparaatskosten 910201 Algemeen: - advertentiekosten PPC/CB/KC - adv.kosten verkl. van geen bezw. art.11/19 - contributies NIROV/IFHP - IBB automatiseringspakket - subsidie bouwrecht - presentatiegelden POG totaal algemeen 910202 Beleidsontwikkeling: - visieontwikkeling gemeenten r.o. - schadevergoedingen art. 54 proceskosten totaal beleidsontwikkeling totaal gemeentelijke plannen
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 Het saldo van deze productgroep was € 202.690 lager dan geraamd, wat voornamelijk veroorzaakt wordt door de lagere doorbelaste apparaatskosten (verschil € 195.700). De lagere gerealiseerde advertentiekosten zijn veroorzaakt door het feit dat er minder plannen zijn opgesteld, die gepubliceerd moesten worden. Voor het IBB automatiseringspakket is een contract afgesloten met een vast contract, wat lager is dan het hier geraamde bedrag. De lasten van de proceskosten m.b.t. art. 54 van € 6.424 waren niet geraamd, omdat niet te ramen is
386
hoeveel schadevergoedingen uitgekeerd gaan worden.
387
Productgroepnummer en -naam : 9103 Technische infrastructuur Programma
: Wonen
Portefeuillehouder
: Calon
Productverantwoordelijke
: van Schreven
Productgroepomschrijving Ruimtelijk beleid ontwikkelen en uitvoeren voor technische infrastructuur (diepe delfstoffen zout en aardgas, windenergie, militaire oefenterreinen, kabels en leidingen). Het beleid is en wordt vastgelegd in het POP (Provinciaal Omgevingsplan) en het IBW (Interprovinciaal Beleidsplan Waddenzeegebied). Het gaat daarbij om projecten op het gebied van opsporen, winnen, produceren, opslaan, transporteren en distribueren van energie en of andere stoffen.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • een bijdrage aan milieuvriendelijke energieopwekking; • het voorkómen van (ruimtelijke) overlast als gevolg van de noodzakelijke technische infrastructuurontwikkelingen. Geplande prestatie-indicatoren • De uitvoering van het Plan van Aanpak Bestuursovereenkomst Landelijke Ontwikkelingen Windenergie (BLOW) is gericht op de realisatie van 165 MW windenergie uiterlijk in 2010. De vordering van de uitvoering is niet goed planbaar maar wordt jaarlijks aan de hand van een jaarverslag BLOW getoetst door GS en de Statencommissie Omgevingsbeleid en Wonen. Uitgaande brieven van het College welke van strategisch ruimtelijk belang zijn worden voorgelegd aan de Staten.
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • In 2006 is er 57 MW bijgeplaatst. In totaal is 135 MW gerealiseerd. Tot 2010 is nog 30 MW nodig, hetgeen we in het huidige tempo gemakkelijk zullen halen. Op 26 april heeft de statencommissie Omgevingsbeleid en Wonen het jaarverslag BLOW 2005 behandeld en ermee ingestemd.
Afnemers/klanten • Rijk, gemeenten, provincies, NAM, Gasunie.
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) • • • • •
conform het Plan van Aanpak BLOW 2002 voor 2010 165 MW realiseren en de realisatie van jaarschijf 2006 (naar verwachting 40 MW in windpark Delfzijl-zuid. Hiermee wordt in 2006 104 MW gehaald van de taakstelling van 165 MW); herziening van het Interprovinciaal Beleidsplan Waddenzee 1995; ruimtelijke afweging van de tracering van een viertal leidingen; ruimtelijke afweging van een drietal winningboringen naar aardgas; overlegvoeren met en bemiddelen tussen Defensie en gemeenten / burgers in verband met geluidsoverlast tijdens oefeningen in de Marnewaard en op interprovinciale militaire oefenterreinen in en om de Waddenzee.
388
Toelichting/ontwikkelingen Het is nog niet duidelijk welke activiteiten voortvloeien uit het besluit op rijksniveau om aardgas te gaan winnen in en om de Waddenzee.
Beleidsverantwoording Uitgevoerde activiteiten • conform het Plan van Aanpak BLOW 2002 voor 2010 165 MW realiseren en de realisatie van jaarschijf 2006 (naar verwachting 57 MW in windpark Delfzijl-zuid. Hiermee wordt in 2006 135 MW gehaald van de taakstelling van 165 MW); • herziening van het Interprovinciaal Beleidsplan Waddenzee 1995; • ruimtelijke afweging van de tracering van een vijftal leidingen; • ruimtelijke afweging van één winningboring naar aardgas; • overlegvoeren met en bemiddelen tussen Defensie en gemeenten / burgers in verband met geluidsoverlast tijdens oefeningen in de Marnewaard en op interprovinciale militaire oefenterreinen in en om de Waddenzee.
389
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
112.490
114.582
115.930
112.490
114.582
115.930
112.490
114.582
115.930
baten 2006
realisatie saldo 2006 114.582
raming saldo 2006 115.930
114.582
115.930
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten Totaal lasten Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen Totaal baten Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006 114.582
910300 Apparaatskosten totaal technische infrastructuur
114.582
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006
390
Productgroepnummer en -naam : 9104 Gebiedsgericht werken Programma
: POP/ Gebiedsgericht
Portefeuillehouder
: Bleker/Calon/Alders
Productverantwoordelijke
: Bresser
Productgroepomschrijving Uitvoering van het Provinciaal Omgevingsplan (POP) zowel de opgaven per thema (Ondernemend, Wonen, Karakteristiek, Bereikbaar en Schoon en veilig) als de opgaven per regio (Centraal, Noord, Oost en West).
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten Duurzame ontwikkeling, d.w.z. voldoende werkgelegenheid en een voor mens en natuur leefbaar Groningen met behoud en versterking van de kwaliteiten van de fysieke omgeving. Hoofdaccenten POP: • Dynamische economie: a. vergroten werkgelegenheid en deelname aan arbeidsproces; b. goed vestigingsklimaat voor bedrijven; c. sterke economische kernzone met voldoende en gedifferentieerd aanbod van bedrijfsterreinen; d. passend en gevarieerd arbeidsaanbod. • Sterke steden: a. een sterke stad Groningen als economische en cultureel hart van Noord-Nederland; b. een woningvoorraad die voldoet aan de wensen van de consument; c. goede bereikbaarheid door goede infrastructuur en een goed openbaar vervoer; d. een veilige leefomgeving met goede voorzieningen. • Leefbare omgeving: a. een goed niveau van voorzieningen, zorg en cultuur; b. voldoende deelname van kwetsbare groepen aan de samenleving; c. mogelijkheden om zelfstandig te wonen in een veilige en aantrekkelijke woonomgeving; d. hoge kwaliteit van natuur, landschap, milieu en water; e. zuinig zijn met voorraden als ruimte, water, grondstoffen en energie; f. openbaar vervoer voor iedereen. Geplande prestatie-indicatoren Via gebiedsgericht werken wordt op de schaal van de vier regio's Centraal, West, Noord en Oost een bijdrage geleverd aan de uitvoering van de generieke en thematische doelstellingen/opgaven van het POP. Het thema POP/Gebiedsgericht kent om die reden geen afzonderlijke prestatie-indicatoren. Deze zijn per definitie gelijk aan die van de (overige) thema's, zij het dat daarin veelal geen differentiatie op regionale schaal is aangebracht. De relatie tussen het POP, de thema's en de regio-opgaven enerzijds en de bijdragen van de regioprogramma's en de doelstellingen anderzijds is in onderstaand schema verduidelijkt.
391
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren: Zie bovenstaand schema en de toelichting daarop. Daaruit blijkt dat productgroep 9104 géén afzonderlijke prestatie-indicatoren kent. Afnemers/klanten • medeoverheden (vooral gemeenten en waterschappen), bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en burgers
Prioriteiten 2006
Regio Centraal Binnen Regioprogramma Centraal wordt het accent gelegd op: 1. Positionering van de stad Groningen: • bereikbaarheid van de stad Groningen: - Transferia en openbaar vervoer; - Ring Groningen. • functie van de binnenstad (onder andere Grote Markt); • ontwikkeling visie voor lange(re) termijn met name woningbouwlocaties (o.a. Meerstad). 2. Wonen, werken en bereikbaarheid: • ontwikkeling woningbouwlocaties voor lange(re) termijn: Hoogezand-Zuid, Haren-Noord, Zuidhorn-Oost, Roden-Leek; • regionale afstemming programmering woningbouw; • samenwerking regionale bedrijventerreinen; • Kolibri OV-netwerk / bereikbaarheid. 3. Relatie stad - platteland: • voorinvesteren in landschap voor verstedelijking; • Programma Regiopark; • uitvoering stadsrand Groningen-West; • ontwerpopgave landelijk gebied Noord.
392
Regio Noord Binnen Regioprogramma Noord wordt het accent gelegd op: 1. uitvoering Landschapsontwikkelingsplan Noord (LOP); 2. versterking sociaal-economische positie Eemsdelta; 3. toeristisch-recreatieve ontwikkeling Lauwersmeergebied; 4. versterking schakelfunctie Winsum, Bedum en Ten Boer; 5. verbetering leefbaarheid dorpen.
Regio Oost Binnen Regioprogramma Oost wordt het accent gelegd op: 1. Blauwe Stad; 2. Ring Blauwe Stad; 3. Veenkoloniën; 4. overige projecten Oost, ondergebracht in de thema's: Werk en Economie, Sterke Steden, Landschap en Water en Oost-Groningen Digitaal.
Regio West Binnen Regioprogramma West wordt het accent gelegd op: 1. uitwerking en afronding reeds in gang gezette projecten programma West 2005+; 2. uitvoering landschappelijk raamwerk; 3. verbreding programma.
Coördinatie uitvoering POP Coördinatie uitvoering en integrale herziening POP
Loket leve(n)de dorpen
€ 163.500
Optimalisering loket tot provinciebrede voorziening
393
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) Regioprogramma Centraal (gebaseerd op uitvoeringsprogramma geactualiseerde Regiovisie Groningen-Assen) 1. Positionering van de stad Groningen: • bereikbaarheid stad Groningen: zie productgroep 3001 Mobiliteitsbeleid: - transferia en openbaar vervoer; - Ring Groningen. • ontwikkeling visie voor lange(re) termijn: - conceptontwerp Structuurplan 2020 gereed; - opstellen en uitvoeren eerste deelplan Meerstad. 2. Wonen, werken en bereikbaarheid: • ontwikkeling woningbouwlocaties voor lange(re) termijn: - Hoogezand-Zuid: opstellen Masterplan; - Haren-Noord: uitvoeren plan tussengebied Dilgt, Hemmen, Essen; - Zuidhorn-Oost: uitvoeren structuurplan oostrand Zuidhorn; - Roden-Leek: vaststellen intergemeentelijk structuurplan (inclusief MER). • regionale afstemming programmering woningbouw: uitvoeren KAW-onderzoek; • samenwerking regionale bedrijventerreinen: opstellen en uitwerken projectplan; • Kolibri OV-netwerk / bereikbaarheid: zie productgroep 3001 Mobiliteit. 3. Relatie stad - platteland: • voorinvesteren in landschap voor verstedelijking: gekoppeld aan opstellen Masterplan Hoogezand-Zuid; • Programma Regiopark: uitvoeren projectplan; • uitvoering stadsrand Groningen-West; • ontwerpopgave landelijk gebied Noord. Regioprogramma Noord • uitvoering van het Landschapsontwikkelingsplan Noord (LOP) met prioriteit voor: - aanpak dorpsbossen: Zandsterbos, Loppersum, Schouwerzijl, Spijk, Uithuizen/Boukemaheerd, Kantens, Woldendorp en Wehe-den Hoorn; - herstel wierden Tinallinge, Eenum, Westeremden, Menkeweer, Helwerd, Leegkerk/Dorkwerd en Leermens; - versterking Damsterdiep: uitvoering vaarcircuit 'Om de Noord', oppoetsen 'parels' Garmerwolde, Wittewierum en Winneweer, promotie en culturele estafette 'Kronkels door Fivelingo'; - tussengebied Appingedam-Delfzijl (voorbereiding ruimtelijk plan). • verdere versterking Eemsmondgebied op basis van publiek-private samenwerking met daarbij prioriteit voor de volgende projecten: - grensoverschrijdende samenwerking met de Duitse havens (uitvoering acties); - uitvoering marketingplan Eemsdelta; - afronding traject Oosterhorn; - uitvoering projectenprogramma arbeidsmarkt en onderwijs. • toeristisch-recreatieve ontwikkeling Lauwersmeergebied: - Zoutkamp: uitvoering en afronding Masterplan; - Lauwersoog dorp e.o: uitvoering herinrichtingsplannen; - Haven Lauwersoog: nadere uitwerking businessplan; - Pieterburen: uitvoering Masterplan. • versterking schakelfunctie Winsum, Bedum en Ten Boer met accent op projecten: - ontwikkeling/uitvoering diverse onderdelen centra Winsum, Bedum en Ten Boer; - plan van aanpak voor enkele deelopgaven stadsrandzone . • verbetering leefbaarheid dorpen met accent op volgende projecten: - begeleiding initiatieven vanuit dorpen via Loket Levende Dorpen; - realisering extra woningbouwopgave Hoogeland (afronding 1e fase van 150 woningen).
Regio Oost
394
Regioprogramma 2005-2007: uitvoering projecten die ondergebracht zijn in vier thema’s: • Werk en Economie - uitvoeren TRIP Westerwolde; projecten ter verbetering bereikbaarheid gebied (verbeteren bewegwijzering wandelen/fietsen, uitbreiden parkeerterrein bezoekerscentrum SBB Noordmee, Blauwe Top’s waterkompassen) en realiseren van de Toeristische Overstappunten (TOP’s) STAR, Oudeschans en Smeerling; - Grensland-Schansenland: uitvoeren projecten 'Regionaal Lesprogramma GrenslandSchansenland' en Vestingcontouren Winschoten, website Grensland-Schansenland, uitvoering project 'Leidijken in Oost-Groningen', ontwikkelen en uitvoeren marketing/promotie project voor Grensland Schansenland, uitwerken 2e fase herstel 'Leidijken in Oost-Groningen', ontwikkelen uitvoeringstraject 'Natte Horizon Oudeschans' en herstel mogelijkheden schansen (bijv. Dielerschans en Bellingwolder- of Beersterzijlen), onderzoeken mogelijkheden functiecombinatie kleinschalige Waterberging in de vorm van schans met culturele activiteiten; - sterk netwerk overheid en bedrijfsleven: uitvoeren gerichte acties ter verbetering ondernemersklimaat (op basis van in 2005 gehouden ronde tafelgesprekken overheid en bedrijfsleven). • Landschap en Water - LOP-Oost: uitvoeren projecten inrichten waterbergingsgebied Winschoten-Zuid, GrenslandSchansenland: uitvoering Leidijken Oost-Groningen en pilot Landschapsversterkend wonen; - Blauwe As: raamplan gehele robuuste verbindingszone, concretere plannen voor onderdelen Blauwe As (o.a. noordelijke vaarverbinding Blauwe Stad) en daadwerkelijk inrichten waterbergingsgebied Winschoten-Zuid; - Beeldbepalende panden: op basis van de inventarisatie LIBAU plan maken, waarin oplossingen voor knelpunten beheer en onderhoud, gebruiksfuncties en financiering; - Water in Westerwolde: regionaal waterplan Westerwolde. Dit plan biedt inzicht in de wijze waarop voor de langere termijn maatregelen op het gebied van kleinschalige waterberging en verdrogingsbestrijding worden genomen. Uitvoering start in 2006 (o.a. 5 projecten voor kleinschalige waterberging); - Landschapversterkend wonen: kleinschalige uitbreidingen die ten goede komen aan de kwaliteit van dorp en landschap. Dit jaar zullen één of meer pilotprojecten worden uitgevoerd; - Agrarische bouwblokken: in het kader van de toenemende schaalvergroting in de landbouw, zoeken naar mogelijkheden voor verruiming; - Beekherstel Ruiten Aa: op basis van het uitvoeringsonderzoek/stappenplan, dat eind 2006 is afgerond, worden minimaal 3 obstakelvrije deelprojecten gefaseerd in uitvoering genomen. • Sterke steden en leve(n)de dorpen - Sterke Steden: ‘meer samen, samen meer’: verder uitvoeren programma versterking onderlinge samenwerking en afstemming functies. Zoeken naar nieuwe samenwerkingsprojecten; - Bundeling gemeentelijke taken Oost-Groningen: de eerste taken worden gezamenlijk opgepakt; - Economische structuurversterking: op basis van een enquête en ronde tafelgesprekken met ondernemers zijn verbeterpunten in het netwerk overheid en bedrijfsleven geïnventariseerd. In het verlengde hiervan economische vervolgprojecten ontwikkelen; - Wet Maatschappelijke Ondersteuning: uitvoeren via Streekraadverband; - Loket Leve(n)de Dorpen: organisatiestructuur aangepast en de procedure versneld en minder formeel. Binnen de gemeenten meer bekendheid geven aan mogelijkheden loket, waardoor naar verwachting meer leefbaarheidsprojecten worden ontwikkeld. • Oost-Groningen digitaal - Uitvoeren implementatietraject samenwerking op gebied ICT en informatiebeheer; - Implementeren basisvoorziening vastgoed bij alle Oost-Groninger gemeenten geïmplementeerd; - Via regioweb alle informatie over regio ontsloten via de bestaande websites; - Digitale dorpen: functie Steunstees verder versterken. Blauwe Stad • Zie hoofdstuk Wonen. Ring Blauwe Stad Prioriteiten 2006: • Noordelijke vaarverbinding: afronding tracékeuze, start concrete planuitwerking eventuele planologische procedures, verdere uitwerking financieringsmogelijkheden. Geldt behalve voor de vaarverbinding ook voor de combinatie met aanleg deel van robuuste verbindingszone én nieuw wegtracé ten noorden van Midwolda; • Verkeerproblematiek A7/Beertsterbrug: afronden keuze oplossingsvarianten, verdere technische
395
• • • •
uitwerking, verdere uitwerking financieringsmogelijkheden, start eventuele planologische procedures; Dorpsvisies Beerta, Finsterwolde, Midwolda en Oostwold worden afgerond; Financieringsmogelijkheden projecten verder uitwerken, inclusief het weer bevaarbaar maken Beertsterdiep; Ontbrekende toeristische schakels: opstellen uitvoeringsplan en zoeken financieringsmogelijkheden geïnventariseerde ontbrekende schakels; Oplossen financieringsproblematiek plannen Cultuurplein Winschoten.
Agenda voor de Veenkoloniën • Implementatie evaluatie, waaronder versterking uitvoering in onderlinge samenhang bestaande toptien projecten; • Concrete stappen in uitvoering vaarverbinding Erica-Ter Apel, verbetering N366 en verdubbeling N33; • Project 'Inplaatsing melkveehouderijbedrijven': verdere stappen die leiden tot concrete resultaten, tenminste één inplaatsing. Regioprogramma West • Uitwerking en afronding van reeds in gang gezette projecten zoals: - Een gezamenlijke regionale kadernotitie bestemmingsplannen buitengebied voor de vier gemeenten en uitwerking in bestemmingsplannen: afronding voor gemeenteraadsverkiezingen; - Een concreet maatregelenpakket als uitwerking van de opgestelde regionale watervisie; - Invullen van de overbruggingsperiode van landinrichting naar een nieuwe organisatie voor het landelijk gebied d.m.v. voorzetting van kavelruil, opzetten en invulling geven aan nieuwe regeling 'Investeringsbudget Landelijk Gebied'; uitvoering van de laatste jaartranche van het programma SGB, met o.a. het project 'Westerkwartier Schoon'; - Het Loket leve(n)de dorpen welke lokale initiatieven ondersteunt om de economische en sociale vitaliteit van dorpen te ondersteunen; - Het stimuleren van passende en creatieve herbestemming van vrijkomende agrarische bebouwing. Dit als vervolg op regionale uitwerking van ons ruimtelijk beleid in een gezamenlijke notitie; - Uitwerking aanbevelingen nota 'lokale bedrijventerreinen'. • Uitvoering Landschappelijk Raamwerk: - Afronding van project 'Herziening houtsingelhoofdstructuur' met vertaling naar nieuwe bestemmingsplannen buitengebied; - Uitwerking startnotitie kleinschalige waterberging in concrete projecten. Voor 2006 staat uitwerking en inrichting van de projecten Leekstermeer (50 ha, 225.000 m3) en Dwarsdiep (2.000 m3) op de agenda; • 'Mogelijkheden voor gebiedseigen woonvormen': - Verbreding van het programma o.a. met uitwerking projecten wonen, welzijn en zorg en het ontwikkelen van een regionale bouwstroom van woningen geschikt voor starters maar ook senioren en alleenstaanden. Coördinatie uitvoering POP • Voorbereiding POP 2008.
Toelichting/ontwikkelingen Eind 2006 wordt samen met de regionale partners nagegaan met welke ambitie, zowel inhoudelijk als procesmatig, vervolg wordt gegeven aan de gebiedsgerichte samenwerking: • Met het oog op de doorontwikkeling van gebiedsgericht werken wordt op initiatief van de provincie een verkenning uitgevoerd naar: - ervaringen elders in het land met gebiedsgericht werken; - mogelijkheden tot versterking van de interne afstemming en doorwerking van regioprogramma’s bij de bestuurlijke partners maar vooral ook de betrokken maatschappelijke organisaties. De resultaten hiervan worden betrokken bij eerdergenoemde evaluatie eind 2006. • Vanaf 2007 zal het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) worden ingevoerd. Dit nieuwe budget zal gevolgen hebben voor de mogelijkheden voor uitvoering van regioprogramma’s. Voor een succesvolle doorontwikkeling van het gebiedsgericht werken na 2006 is tijdig beraad noodzakelijk
396
over de vraag hoe de gebiedsgerichte samenwerking na 2006 wordt georganiseerd in relatie tot het ILG.
Beleidsverantwoording Prioriteiten: m.b.t. de prioriteiten in de verschillende (deel-)regio's is uitvoerig gerapporteerd in de voortgangsrapportage Gebiedsgericht Werken, behandeld in de Statencommissie Omgevingsbeleid en Wonen. Hiernaar wordt kortheidshalve verwezen. Uitgevoerde activiteiten: Regioprogramma Centraal 1. Positionering van de stad Groningen. De colleges van stad en provincie zijn overeengekomen elkaar regelmatig te treffen en intensiever te gaan samenwerken op strategische dossiers. Dit is ook aan de orde voor de afstemming tussen het nieuw op te stellen POP en de nieuwe structuurvisie van de stad. • Bereikbaarheid Van belang hiervoor zijn de Netwerkanalyse Nationaal Stedelijk Netwerk Groningen-Assen en de Verkenning alternatieven Zuidelijke Ringweg (VAZ). Het werk aan de Westelijke Ringweg en de knoop met de Noordelijke Ringweg is klaar cq gestart. Na studie van buitenlandse systemen heeft de stuurgroep Regiovisie besloten om de stadstram uit te breiden tot de regiotram. Hiervoor is een organisatiestructuur bepaald. De uitvoering van het overeengekomen plan voor het transferium Hoogkerk is in voorbereiding. • Ontwikkeling visie voor lange(re) termijn, m.n. woningbouwlokaties. De gemeente Groningen bereidt een nieuwe Structuurvisie voor. De gemeente HoogezandSappemeer stelt een Structuurvisie op voor de gehele gemeente. In het kader van de opgave voor het stedelijk gebied Leek-Roden wordt een Intergemeentelijk Structuurplan opgesteld. De gemeente Zuidhorn heeft een Structuurplan vastgesteld voor Oostergast. 2. Wonen, werken en bereikbaarheid. • De ontwikkeling van woningbouwlocaties voor de lange(re) termijn ziet er als volgt uit: voor Hoogezand-Zuid is een projectplan voor het Masterplan opgesteld. Voor Haren-Noord is het integraal ontwikkelingsplan DHE (Dilgt, Hemmen, Essen) vertaald in een concreet woningbouwplan. Het woningbouwplan voor Zuidhorn-Oost is gereed. Leek-Roden bevindt zich nog in de fase van de ruimtelijke visie. • In het kader van de Regionale afstemming programmering woningbouw is in het voorjaar een eerste monitor uitgebracht als nulmeting. De tweede monitor werd tevens voorzien van adviezen aan de gemeenten. • De door Buck in het kader van het regioproject Regionale samenwerking bedrijventerreinen uitgevoerde deelprojecten vormen de basis voor het programma 2007-2008 De regio werkt. Dit programma is door de stuurgroep vastgesteld en bevat een tiental projecten die rond thema’s zijn geclusterd. • De in het kader van het regioproject Kolibri OV-netwerk/bereikbaarheid voor de regio GroningenAssen vastgestelde Netwerkanalyse en de uitgevoerde VAZ studie zijn beide met de minister van Verkeer en Waterstaat besproken. Het overleg met het rijk over de planstudie voor de Zuidelijke Ringweg is gaande. 3. Relatie stad-platteland • Het regioproject Voorinvesteren in landschap voor verstedelijking krijgt wat Hoogezand-Zuid betreft een plek in het hiervoor op te stellen Masterplan. • Voor het regioproject Regiopark wordt gewerkt aan een investeringsprogramma inclusief een projectlijst en financieringsstrategie. • De uitvoering van het project Stadsrand Groningen-West is zover gevorderd dat het PURE-project inhoudelijk is afgerond, het waterstructuurplan is uitgevoerd, de vier handboeken zijn opgeleverd en het inrichtingsplan Leegkerk-Dorkwerd is vastgesteld. • Over de Ontwerpopgave landelijk gebied Noord heeft inhoudelijk overleg plaatsgevonden met de stad over de te hanteren aanpak. In vervolg hierop stelt de provincie een plan van aanpak op dat met de betrokken gemeenten besproken zal worden. • In het kader van het Provinciaal Meerjaren Programma (PMJP) voor het landelijk gebied is voor de regio Centraal een projectenoverzicht in voorbereiding, hetgeen zal leiden tot een meerjarig programma voor uit te voeren projecten.
397
Ten behoeve van de uitvoering van de Regiovisie Groningen-Assen is een Meerjareninvesteringsprogramma (MIP) in voorbereiding. Dit programma geeft zicht op de besteding van het Regiofonds in de komende jaren. Ter voorbereiding van de besluitvorming over het MIP in 2007 zijn de Groninger gemeenten uitgebreid geinformeerd. Regioprogramma Noord • Uitvoering LOP Noord: Aanpak dorpsbossen: 5 projecten in uitvoering Herstel wierden: 5 projecten in uitvoering Versterking Damsterdiep: enkele projecten in stadium planvorming (vaarcircuit om de Noord, Wittewierum/Winneweer), enkele in uitvoering (Stadsweg, beplantingen Garmerwolde, promotie via Kronkels) Tussengebied Appingedam/Delfzijl: concept-plan gereed Nota Archeologie en RO met interim-beleid vastgesteld; projectplan voor opstellen beleidsadvieskaart is gereed. Nota Agrarische bouwblokken en landschap vastgesteld; op basis hiervan zijn inmiddels enkele pilots via keukentafelgesprekken uitgevoerd. • Versterking sociaal-economische positie Eemsdelta: Diverse projecten uit Ontwikkelingsschets Oosterhorn uitgevoerd (revitaliseringsplan 1e fase, pleitnota zeesluizen) Arbeidsmarkt/onderwijs: diverse onderdelen uit het programma zijn uitgevoerd glasvezelring Eemsdelta gerealiseerd • Toeristisch-recreatieve ontwikkeling Lauwersmeer Zoutkamp: Masterplan afgerond, is in uitvoering. Haven Lauwersoog: verkenning revitaliseringsplannen loopt Pieterburen: Masterplan in uitvoering De stuurgroep Lauwersmeer is ingesteld die een gebiedsvisie zal opstellen. Deze zal basis vormen voor samenhangende toeristisch-recreatieve ontwikkeling • Versterking schakelfunctie Winsum, Bedum en Ten Boer: Ter voorbereiding van een ontwikkelingsvisie voor de noordelijke stadsrand heeft een workshop met de stad Groningen plaatsgevonden. Op basis daarvan is een concept-plan van aanpak gemaakt waarover eind 2006 het kwaliteitsteam Regiovisie Groningen-Assen positief advies heeft uitgebracht • Verbetering leefbaarheid dorpen: In de regio Noord zijn 26 dorpsinitiatieven begeleid. In de meeste gevallen is er tevens een financiele bijdrage verleend. Deze bijdrage is steeds van bescheiden omvang in relatie tot de totale projectkosten en bijdragen van gemeente en derden. In overleg met alle betrokken partijen is projectplan voor het stimuleren en faciliteren van het midden- en kleinbedrijf in de regio opgesteld voor de extra woningbouwopgave voor het Hoogeland is een tussenevaluatie uitgevoerd. Regioprogramma Oost Er worden in totaal 15 projecten uitgevoerd. Binnen het project TRIP Westerwolde zijn 4 Toeristische Overstappunten gerealiseerd. Verder wordt gewerkt aan de voorbereiding van fietspaden en recreatieve bewegwijzering. Het aantal aanvragen bij het Loket Leve(n)de dorpen is onverminderd hoog (sinds start project 36 projecten uitgevoerd). Waterberging Winschoten-Zuid en het Waterplan Westerwolde zijn gereed. Dit geldt ook voor het uitvoeringsonderzoek beekherstel Ruiten Aa. Grensland Vestingland is volop in uitvoering (gereed zijn: lesprogramma voor basisscholen, vestingcontouren Winschoten en marketing- en promotieplan). In het kader van het Regionaal Economisch Actieprogramma wordt gewerkt aan regiomarketing, ondersteuning en innovatie MKB. Oost-Groningen Digitaal en bundeling gemeentelijke taken wordt verder uitgevoerd onder gemeentelijke verantwoordelijkheid. Voor landschapsversterkend wonen zijn drie pilotprojecten in voorbereiding (Ganzedijk, Mussel en Wedde). Daarnaast is gestart met: agrarische bouwblokken en landschap, boerenerven, recreatieve bewegwijzering Oldambt en een kadernotitie ruimtelijke ontwikkelingen buitengebied Oldambt. Blauwestad: zie hoofdstuk wonen
Ring Blauwestad Voor de Noordelijke vaarverbinding langs Midwolda is de alternatieve tracéstudie via Oostwold afgerond. Voor de uitvoering zijn nog onvoldoende financieringsmogelijkheden. Voor de verkeersproblemen bij de
398
op- en afritten van Winschoten en de A7/Beertsterbrug (Blauwe Roos), het bevaarbaar maken van het Beertsterdiep inclusief een jachthaven in Beerta én aanvullende Toeristische Infrastructuur (TRI) is de financiering rond mede via EFRO-bijdrage. Hierdoor kan de schop de grond in voor deze projecten, waarmee een investering van € 11 mln is gemoeid. Het op stellen van dorpsvisies voor Beerta, Finsterwolde, Midwolda en Oostwold is afgerond; voor Winschoten is voor het gebied Oostereinde een visie in de maak. De financieringsproblematiek van de plannen voor een nieuw Cultuurplein Winschoten zijn, mede dankzij een bijdrage van de provincie opgelost. Verder is een studie naar tijdelijke oplossing verkeersproblemen Hoofdweg Midwolda gestart. Ook zijn zo'n 30 ondernemersinitiatieven in en om de Blauwestad in allerlei stadia van voorbereiding; waarnodig worden deze door het ondernemersloket verder geholpen. Agenda voor de Veenkoloniën: In de afgelopen periode zijn de volgende resultaten behaald: Het convenant Vermindering Regeldruk is ondertekend. Het onderzoek naar innovatie van het MKB is gestart. De eerste inplaatsing van een melkveehouder met succes afgerond. Wat betreft de N33 zijn de onderhandelingen met het rijk over de financiering met succes afgerond. Het overleg over de (solidariteits)bijdrage van gemeenten en andere partners in de regio is gestart. Besluitvorming bij de partners over de vaarverbinding Erica-Ter Apel is voor een groot deel afgerond. Ook is het Veenkoloniaal glasvezeltracé succesvol aanbesteed. Regioprogramma West -De regio heeft een kadernota bestemmingsplannen buitengebied opgesteld en in juli 2006 vastgesteld. Uitwerking van deze nota in bestemmingsplannen is in volle gang. Het punt landschappelijke inpassing agrarische bebouwing moet in dit kader nog nader uitgewerkt. -Voor de regionale watervisie is een concreet maatregelenpakket opgesteld. -In het kader van de overbruggingsperiode van landinrichting naar het ILG is de kavelruil succesvol doorgezet. -Het Loket Levende Dorpen heeft aansprekende ideeën verwerkt tot project. -Voor de notitie 'vrijkomende agrarische bebouwing' is een evaluatie opgesteld. Een aantal aanbevelingen wordt nader uitgewerkt. -De nota 'Lokale bedrijventerreinen' wordt gebruikt als input voor het opstellen van een nieuw ontwikkelingsplan. -In het kader van het ontwikkelen van integrale projecten voor uitvoering van het PMJP zijn drie projecten geselecteerd voor uitvoering. Het project 'Dwarsdiep' wordt als eerste uitgewerkt. Uitdaging in dit gebied is het verbinden van de thema's natuur en water, landbouw, landschap, recreatie en sociaal-economische vitalisering. -De Grontmij heeft in opdracht van de stuurgroep West aanbevelingen opgesteld voor het oplossen van knelpunten van de wegverbinding Leek-Zuidhorn. -Verder wordt in West gewerkt aan de opzet van een regionaal groenfonds, een additionele structurele geldstroom van zowel publieke als private partijen voor natuur en landschap in het Westerkwartier.
399
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
2.441.363
2.497.798
3.034.581
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
2.437.336
2.265.192 123.753
2.537.537 125.680
2.437.336
2.388.945
2.663.217
Totaal lasten
4.878.699
4.886.743
5.697.798
20.439 560.267
-18.276 181.253
55.535
70.000 650.706
30.000 192.977
55.535
4.227.993
4.693.767
5.642.263
baten 2006
realisatie saldo 2006 2.497.798
raming saldo 2006 3.034.581
214.792 64.205 115.000 173.075 249.331
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen - overige administratieve boekingen Totaal baten Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006 2.497.798
910400 Apparaatskosten 910402 Beleidsontwikkeling: - cofinanciering projecten regio's - stimuleringskrediet leefbaarheid platteland - Vereniging Groninger Dorpen - POP doorwerking 5e nota r.o. - loket leve(n)de dorpen totaal beleidsontwikkeling 910404 Noord: - cofinanciering gebied noord - uitv. besluit bestuuracc. Eemsmondgebied totaal noord 910405 Oost: - afwikkeling voorgaande jaren - cofinanciering gebied oost - uitvoering project Ring Blauwe Stad totaal oost
400
37.940 115.000 175.860 281.130
30.750
37.940 115.000 175.860 250.380
609.929
30.750
579.179
816.403
230.433 52.648
230.433 52.648
200.000 80.000
283.080
283.080
280.000
-12.447 227.182 474.041
-8.769 73.285
-3.678 153.898 474.041
210.000 474.041
688.776
64.515
624.261
684.041
910406 West: - afwikkeling voorgaande jaren - cofinanciering gebied west totaal west 910407 POP/centraal: - cofinanciering gebied centraal totaal POP/centraal 910408 POP/Veenkoloniën: - Veenkoloniën proces-/projectgelden - cofinanciering projecten veenkoloniën totaal POP/Veenkoloniën totaal gebiedsgericht werken
-6.201 123.706
46.100
-52.301 123.706
125.000
117.505
46.100
71.405
125.000
97.083
97.083
125.000
97.083
97.083
125.000
147.046 445.525
51.611
95.434 445.525
69.268 507.970
592.571
51.611
540.959
577.238
4.886.743
192.977
4.693.767
5.642.263
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 Op de programmakosten is een onderschrijding ontstaan van € 274.272. Dit is met name als volgt te verklaren: De kredieten die onder Co-financiering Regio's vallen zijn kredieten die participeren in meerjarenprogramma's, waarbij ook inkomsten van derden zoals waterschappen, gemeenten en andere provincies en subsidieprogramma's als Leader worden ontvangen en ingezet. Over de inzet van de provinciale middelen in deze programma's bestaan meerjarige afspraken. Derhalve is het niet mogelijk om de provinciale kredieten per jaar af te sluiten, dit kan pas na afloop van de verschillende programma's. De resterende middelen 2006 ad € 416.834 blijven beschikbaar voor de meerjarenprogramma's en worden overgeboekt naar 2007. Het krediet Levende Dorpen laat een tekort zien van € 31.000 dit tekort wordt grotendeels gedekt door niet geraamde inkomsten ad € 30.000. Het krediet Veenkoloniën proces-/projectgelden laat een overschrijding zien van € 26.166. Dit tekort wordt veroorzaakt door een foutieve begrotingcorrectie op de AKP ten aanzien van dit krediet. Deze begrotingscorrectie had plaats moeten vinden bij het krediet stimulering leefbaarheid platteland dit krediet heeft een onderschrijding van € 26.265. In totaal bedragen de niet geraamde baten € 137.442.
401
Productgroepnummer en -naam : 9201 Bouwen en wonen Programma
: Wonen
Portefeuillehouder
: Calon
Productverantwoordelijke
: van Schreven
Productgroepomschrijving Ontwikkeling en uitvoering provinciaal beleid woningbouw en stedelijke vernieuwing. Stimulering en ondersteuning van gemeenten bij stedelijke vernieuwingsprojecten en bij de invulling van de kwalitatieve en kwantitatieve woningvraag. Advisering en monitoring rijksbeleid inzake huisvesting statushouders. Leveren van actuele gegevens over de woningbouw, demografie, bouwgrondcapaciteit en taakstelling statushouders.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • handhaven en versterken van een kwalitatief gezonde woningvoorraad. Dit betekent het maken van een kwaliteitsslag in de woningvoorraad waar deze noodzakelijk is en waardoor alle Groningers (ook de statushouders), ongeacht inkomen, voldoende keuzemogelijkheden hebben.
•
Het ISV is breder gericht. Hierbij gaat het om de kwalitatieve verbetering van de hele fysieke woonen leefomgeving in bestaand stedelijk gebied. Het gaat om maatregelen op het gebied van de volkshuisvesting, veiligheid, openbare ruimte, milieukwaliteit, sociale samenhang, bereikbaarheid en voorzieningen.
Geplande prestatie-indicatoren • Realisatie geplande nieuwbouw per gemeente per jaar; voor de hele provincie: 30504 per jaar;
•
Realisatie geplande transformatie per gemeente per jaar; voor de hele provincie: 13001 woningen vervangende nieuwbouw per jaar;
4
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • In totaal zijn in 2006 2.360 woningen gebouwd. Ruim een kwart hiervan is door de woningbouwcorporaties gerealiseerd. De nieuwbouw is traag op gang gekomen doordat er eerst bouwplannen nodig zijn. De realisatie is daardoor minder dan het geplande aantal van 3.050. Veel plannen zijn nu gereed. Daarnaast is voor herstructureringsplannen eerst sloop nodig voordat nieuwbouw kan plaatsvinden. In de regio Groningen-Assen is voor het aanjagen van de bouwproductie een woningbouwregisseur aangesteld. Daarnaast wordt samen met de Oost-Groninger gemeenten bekeken hoe de uitvoering van de woonplannen versneld kan worden. De gestelde ambitie is in vergelijking met andere provincies hoog. • De genoemde transformatieopgave komt overeen met de sloopopgave. In 2006 zijn 1.685 woningen gesloopt De geplande sloopopgave van 1.300 woningen is ruim gehaald. In principe worden al deze woningen vervangen. De vervangende nieuwbouw maakt deel uit van de totale nieuwbouw.
In de productenbegroting 2006 zijn per abuis de cijfers van de oude Nota Bouwen en Wonen gebruikt. In de voorliggende productenrekening zijn de correcte cijfers, dus van de huidige nota Bouwen en Wonen, opgenomen.
402
•
Realisatie van de geplande ontwikkeling van het woningtekort; voor de hele provincie terugdringing met 4501 per jaar;
• Veranderingen in de migratiestromen t.o.v. de
•
De verbeteringsprogramma's van de gemeenten worden overeenkomstig de afgegeven beschikkingen uitgevoerd;
•
•
Gemiddeld over de hele provincie dienen de gemeenten in het jaar 2006 hun taakstelling met betrekking tot de huisvesting van statushouders volledig te hebben gerealiseerd.
•
prognose leiden ertoe dat de effecten voor het woningtekort minder negatief zijn dan op basis van de berekeningen zou worden verwacht. Wat het effect op het woningtekort precies is geweest is niet bekend. In het kader van het nieuwe POP wordt er opnieuw onderzoek gedaan naar de woningbehoefte. De aanvullingen op de ISV-ontwikkelingsprogramma's zijn goedgekeurd met uitzondering van het programma van Veendam op het onderdeel wonen. Aanpassing hiervan volgt in 2007 Het afgelopen jaar zijn In totaal 347 statushouders in de provincie gehuisvest. Dit zijn 66 meer dan de taakstelling voor de gehele provincie. Enkele individuele gemeenten hebben dit jaar slecht gepresteerd en hiervoor zijn passende maatregelen getroffen.
Afnemers/klanten • programmagemeenten Delfzijl, Veendam, Stadskanaal, Hoogezand-Sappemeer en Winschoten; • projectgemeenten: de overige Groninger gemeenten (excl. de gemeente Groningen); • gemeenten, woningcorporaties, projectontwikkelaars, makelaars, VROM, Centraal Orgaan Asielzoekers.
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) Uitvoering nota Bouwen en Wonen • ondersteuning gemeenten bij uitvoering plannen; • stimulering samenwerking tussen gemeenten bij onderlinge afstemming bouwprogramma's; • uitvoering onderzoek naar woon-zorg-opgave op lokaal, regionaal en provinciaal niveau; • uitvoering pilots "wonen en zorg"; • verdeling subsidies Besluit Locatiegebonden Subsidies; • uitvoering Woningbouwafspraken 2005-2009 binnen de regio Groningen-Assen; in 2006 zijn 1.397 woningen binnen het Groninger deel van het Regiovisiegebied gebouwd; • beoordeling gemeentelijke bestemmingsplannen. Stedelijke vernieuwing • beoordeling van de per 01-01-2006 geactualiseerde ISV-ontwikkelingsprogramma's van de programmagemeenten (5) voor de periode 2005-2009; • beoordeling van de projectaanvragen van projectgemeenten voor het uitvoeringsjaar 2007; • het verkrijgen van een goedkeurende accountantsverklaring ISV over 2005; • ondersteuning gemeenten: inzet vliegende brigade ten bedrage van € 125.000, --; • informatiebijeenkomsten (1x programma- en 1x projectgemeenten). Huisvesting statushouders Door middel van maandelijkse overzichten wordt de voortgang in de uitvoering van de wettelijke taakstelling van gemeenten inzake huisvesting statushouders op de voet gevolgd. Met achterblijvende gemeenten vindt regelmatig op ambtelijk en zonodig op bestuurlijk niveau overleg plaats. Knelpunten worden besproken met het COA en het ministerie van VROM; • De voortgang van de uitvoering van de taakstelling wordt halfjaarlijks gerapporteerd aan GS en aan de ministeries van VROM en Justitie; • Halfjaarlijks vindt overleg plaats met het ministerie van Justitie en de noordelijke provincies over de taakstellingen.
•
403
Beleidsverantwoording Uitgevoerde activiteiten In 2006 is gerealiseerd: Uitvoering nota Bouwen en Wonen • Ondersteuning van de gemeenten bij de uitvoering van hun ruimtelijke plannen heeft plaatsgevonden. Deze plannen zijn uiteraard ook getoetst aan de nota Bouwen en Wonen. • De samenwerking tussen gemeenten bij de onderlinge afstemming van de bouwprogramma's is gestimuleerd. Accenten lagen daarbij op de bouwprogramma's in het regiovisiegebied en in OostGroningen. In beide regio's is een woningmarktmonitor gestart, waarbij de provincie zowel ambtelijk als financieel ondersteuning heeft geboden. • De woon-zorg-opgave in het regiovisiegebied Groningen-Assen + de gemeenten Marum en Grootegast is onderzocht door de gemeenten zelf met behulp van financiële steun van de provincie. Informatie is op gemeentelijk niveau beschikbaar, maar door de samenhang is ook een regionaal beeld beschikbaar gekomen (nog in concept). Voor de regio's Noord- en Oost-Groningen samen is eenzelfde onderzoek gestart. De resultaten van dit onderzoek komen in de loop van 2007 beschikbaar. • De in het hierbovenstaande bolletje beschreven onderzoeken maken deel uit van de pilots "wonen en zorg". De onderzoeken moeten leiden tot regionale uitvoeringsconvenanten waarin concrete projecten opgenomen zijn. In de loop van 2007 moeten deze beschikbaar zijn. De gemeenten zijn hiervoor zelf verantwoordelijk. • Uitvoering Woningbouwafspraken 2005-2009 binnen de regio Groningen-Assen; in 2006 zijn 1.397 woningen binnen het Groninger deel van het Regiovisiegebied gebouwd. Het aantal gebouwde woningen is lager dan het streefcijfer van 2.108. De nieuwbouw is traag op gang gekomen doordat er eerst bouwplannen nodig zijn. Veel plannen zijn nu gereed. Daarnaast is voor herstructureringsplannen eerst sloop nodig voordat nieuwbouw kan plaatsvinden. In de regio Groningen-Assen is voor het aanjagen van de bouwproductie een woningbouwregisseur aangesteld. • Er is een Beleidsregel Besluit Locatiegebonden Subsidies (BLS) 2005-2009 vastgesteld. • De uitbetaling over de gerealiseerde productie in het jaar 2005 heeft in het verslagjaar plaatsgevonden. • De woningbouwregisseur is aan het werk gegaan. • De gemeentelijke bestemmingsplannen zijn mede getoetst vanuit het beleidsveld Bouwen en Wonen. Stedelijke vernieuwing • De per 01-01-2006 geactualiseerde ISV-ontwikkelingsprogramma's van de 5 programmagemeenten voor de periode 2005-2009 zijn beoordeeld. Ingestemd is met de programma's van de gemeenten Delfzijl, Hoogezand-Sappemeer, Stadskanaal en Winschoten. Het programma van de gemeente Veendam behoeft nog aanvulling op het onderdeel wonen en zal begin 2007 worden beoordeeld. • De programmagemeente Veendam heeft voor de uitvoering van een deel van het ontwikkelingsprogramma een beroep gedaan op de knelpuntenpot ISV. Deze aanvraag is deels gehonoreerd. • Voor het uitvoeringsjaar 2006 hebben 8 projectgemeenten een aanvraag ingediend voor een ISV bijdrage en begin 2006 zijn de aanvragen van de gemeente Zuidhorn, de Marne, Pekela, Appingedam en Vlagtwedde goedgekeurd. • Voor het uitvoeringsjaar 2007 hebben 6 projectgemeenten een aanvraag ingediend. Een beoordeling van deze aanvragen volgt begin 2007. • Het ISV behoeft geen afzonderlijke accountantsverklaring. Het ISV maakt integraal onderdeel uit van de jaarrekening SISA en is opgenomen in de bijlage SISA. • In 2006 hebben de gemeenten Appingedam, Stadskanaal, Veendam, Delfzijl, Winsum en Loppersum een beroep gedaan op een bijdrage voor de inzet van de Vliegende Brigade en daarmee is het budget 2006 ten bedrage van € 125.000, -- volledig beschikt. • Ten behoeve van de aanvullingen op de ontwikkelingsprogramma's zijn met de programmagemeenten afzonderlijk bijeenkomsten geweest voor de begeleiding van deze verbeteringsslag.
404
Huisvesting statushouders • Door middel van maandelijkse overzichten is de voortgang in de uitvoering van de wettelijke taakstelling van gemeenten inzake huisvesting statushouders op de voet gevolgd. Met achterblijvende gemeenten heeft regelmatig op ambtelijk en zonodig op bestuurlijk niveau overleg plaats. Knelpunten worden besproken met het COA en het ministerie van VROM. • In het kader van de provinciale toezichtstaak hebben drie gemeenten hebben een termijn gesteld gekregen waarbinnen zij alsnog hun taakstelling huisvesting statushouders dienden te realiseren, zoniet dan zal GS in de plaats van deze gemeenten treden. • De voortgang van de uitvoering van de taakstelling wordt halfjaarlijks gerapporteerd aan GS en aan de ministeries van VROM en Justitie; • Halfjaarlijks vindt overleg plaats met de inspecteur van VROM, die het tweede lijnstoezicht op het dossier statushouders uitvoert.
405
Middeleninzet Omschrijving Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
842.391
853.402
888.136
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
2.226.625
7.874.474
6.704.387
4.158.194 26 6.384.845
1.061.552 27 8.936.053
126.000 30 6.830.417
Totaal lasten
7.227.236
9.789.455
7.718.553
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen
5.776.545 20.000 315.199
4.096.895
4.096.895
4.476.046
2.399.739
Totaal baten
6.111.744
8.572.941
6.496.634
Saldo lasten en baten
1.115.492
1.216.515
1.221.919
baten 2006
realisatie saldo 2006 853.402
raming saldo 2006 888.136
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten No.
Omschrijving functie/productgroep
920100 Apparaatskosten
lasten 2006 853.402
920101 Algemeen: - afwikkeling voorgaande jaren - actualisering gegevens volkshuisvesting - rente deelneming OMD - IPO/RO - stimuleringskrediet SDV - vliegende brigade ISV - versnelling woonplannen regio Oost-Gron.
-1.058 17.700 27 5.342 63 116.750 74.000
-1.058 17.700 27 5.342 63 116.750 74.000
117.162 74.000
212.824
212.824
207.783
724.536 -724.536 150.288
126.000
724.536
150.288
126.000
3.751.510
925.572 592.000 2.233.938 -3.751.510
totaal algemeen 920102 Beleidsontwikkeling: - programma SDV - voorziening SDV - rente SDV
724.536 724.536 150.288
totaal beleidsontwikkeling
874.824
920103 ISV: - projectgemeenten - bodemprojecten gemeenten - knelpuntenpot - voorziening ISV
925.572 592.000 2.233.938
totaal ISV
3.751.510
406
3.751.510
11.248 30 5.343
920104 ISV-2 - ISV-2 bijdrage Rijk - ISV-2 programmagemeenten - projectgemeenten - knelpuntenpot - voorziening ISV-2
4.096.895 2.252.872 532.759 400.000 911.264
totaal ISV-2
4.096.895
4.096.895
totaal bouwen en wonen
9.789.455
8.572.941
-4.096.895 2.252.872 532.759 400.000 911.264
-4.096.895 5.420.634 1.076.000 -2.399.739
1.216.515
1.221.919
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 De lasten van deze productgroep waren € 2.070.902 hoger dan geraamd, maar hier staat tegenover dat de inkomsten ook € 2.076.307 hoger waren dan geraamd. Per saldo is het resultaat op deze productgroep € 5.404 voordeliger dan geraamd. De apparaatskosten waren € 34.734 lager dan geraamd. De lasten m.b.t. het product algemeen waren € 5.041 hoger dan geraamd. Deze overschrijding werd voornamelijk veroorzaakt door de post Actualisering gegevens volkshuisvesting (€ 6.452), waar een bijdrage van € 9.000 is opgenomen voor een onderzoek in het kader van Monitoring woningbehoeftenraming regiovisie. Daarnaast was er nog een voordelig resultaat van € 1.058 m.b.t. de afwikkeling van voorgaande jaren. M.b.t. SDV kan worden gemeld dat dit programma in 2000 is afgelopen, maar dat alle gevraagde bijdragen nog niet zijn uitgekeerd. De ontvangen rijksbijdragen zijn opgenomen in een voorziening, waaruit de gevraagde bijdragen worden betaald. Op 31-12-2006 staat nog een totaalverplichting open van € 4.108.058 die nog uitgekeerd moet worden in het kader van SDV. Het vertraagd uitkeren van de gevraagde bijdragen leidt er ook toe dat de rentekosten SDV € 24.288 hoger waren dan geraamd. De hogere rentelasten worden ook veroorzaakt omdat in de realisatie (3,0%) een hogere rentepercentage is gehanteerd dan in de begroting (2,8%). De uitgaven die uit SDV voorvloeien, m.u.v. de rentelasten, worden volledig gedekt vanuit de voorziening. M.b.t. ISV-l kan worden gemeld dat dit programma in 2004 is afgelopen, maar dat alle gevraagde bijdragen nog niet zijn uitgekeerd. De ontvangen rijksbijdragen zijn opgenomen in een voorziening, waaruit de gevraagde bijdragen worden betaald. Op 31-12-2006 staat nog een totaalverplichting open van € 5.968.895 die nog uitgekeerd moet worden in het kader van ISV-l. De rente die wordt berekend over de ISV-l gelden wordt niet aan de voorziening toegevoegd, maar wordt gebruikt ter dekking van de inzet van de vliegende brigade. De uitgaven die uit ISV voortvloeien worden volledig gedekt vanuit de voorziening ISV. Het programma ISV-ll is gestart in 2006. Jaarlijks worden bijdragen van het Ministerie van VROM ontvangen en worden bijdragen aan diverse gemeenten verstrekt. Op 31-12-2006 waren bijdragen voor een bedrag van € 3.198.445 toegekend, maar nog niet uitgekeerd. In 2006 waren de ontvangen rijksbijdragen € 911.264 hoger dan de uitgekeerde bijdragen. Dit bedrag is toegevoegd aan de voorziening ISV-ll. De rente die wordt berekend over de ISV-ll gelden wordt niet aan de voorziening toegevoegd, maar wordt gebruikt ter dekking van de inzet van de vliegende brigade.
407
408
0. Financiering en algemene dekkingsmiddelen No.
Omschrijving functie/productgroep
0.0 0010
0.1 0110
0.2 0200
0.3 0310
0.4 0410
0.5 0500
0.6 0600
0.8 0800
lasten 2006
baten 2006
realisatie saldo 2006
raming saldo 2006
Geldleningen en uitzettingen < 1 jaar Geldleningen korter dan 1 jaar
5.273.972
5.675.752
-401.780
696.645
Totaal functie 0.0
5.273.972
5.675.752
-401.780
696.645
Geldleningen en uitzettingen >= 1 jaar Geldleningen langer of gelijk aan 1 jaar
4.026.429
13.724.274
-9.697.845
-9.554.551
Totaal functie 0.1
4.026.429
13.724.274
-9.697.845
-9.554.551
Algemene uitkeringen provinciefonds Provinciefonds
452.594
76.384.225
-75.931.631
-74.845.200
Totaal functie 0.2
452.594
76.384.225
-75.931.631
-74.845.200
Eigen middelen Eigen middelen
39.460.359
-39.460.359
-39.568.161
Totaal functie 0.3
39.460.359
-39.460.359
-39.568.161
Overige financiële middelen Deelnemingen
175.065
23.824.641
-23.649.576
-15.750.755
Totaal functie 0.4
175.065
23.824.641
-23.649.576
-15.750.755
Algemene baten en lasten/onvoorzien Onvoorzien
-227.047
Totaal functie 0.5
-227.047
Saldo kostenplaatsen Saldo kostenplaatsen
1.349.056
Totaal functie 0.6
1.349.056
Mutaties reserves die verband houden met hoofdfuncties Mutatie reserves 96.279.627
33.404.734
62.874.894
-856.034
Totaal functie 0.8
33.404.734
62.874.894
-856.034
96.279.627
Totaal hoofdfunctie 0
106.207.687 192.473.985
409
-86.266.298 -138.756.047
410
Productgroepnummer en -naam : 0010 Financieringsmiddelen Programma
: Algemene dekkingsmiddelen
Portefeuillehouder
: Calon
Productverantwoordelijke
: Faber
Productgroepomschrijving Het betreft financieringsmiddelen met looptijden korter dan 1 jaar. De tot nu toe gebruikte financieringsmiddelen met looptijden tot 1 jaar zijn: krediet of tegoed in rekening-courant, daggeld- en kasgeldleningen en spaarrekeningen. Bovengenoemde financieringsmiddelen kunnen worden gebruikt om fluctuaties van financiële geldstromen op te vangen als ook het tijdelijk voorfinancieren van investeringen gedurende het begrotingsjaar. Er wordt gebruik gemaakt van een liquiditeitsprognose voor het betreffende begrotingsjaar.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • Als algemene doelstelling geldt dat renterisico’s en renteresultaten dienen te worden beheerst door te streven naar een grote mate van zekerheid over de renteresultaten in de tijd. Geplande prestatie-indicatoren • Er wordt naar gestreefd om marktconforme prijzen te realiseren door het opvragen van meerdere offertes. Voorts wordt uitsluitend risicomijdend belegd. • Voor de raming van de rente van kortlopende financieringsmiddelen wordt als uitgangspunt genomen het jaargemiddelde van het 3maands Euribortarief die voor 2006 geschat is op 2,75%. Verwacht wordt dat in 2006 gemiddeld € 45,0 mln. kort zal worden uitgezet à 2,75%. Het te behalen rendement voor 2006 wordt derhalve geraamd op € 1.237.500. • Voor het optimaal kunnen gebruiken van de liquiditeitsprognose voor het lopende begrotingsjaar wordt deze wekelijks bijgesteld. • Voorts wordt er als doel gesteld om de saldi van de rekeningcouranten bij de banken te minimaliseren alsmede de debetrente van de rekeningcouranten. Werkelijke kosten 2004 € 2.731. Raming 2006 € 1.000.
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • Er zijn in 2006 marktconforme prijzen gerealiseerd door het opvragen van meerdere offertes. Er is uitsluitend risicomijdend belegd. •
Het gemiddelde van de 3-maands Euribor over 2006 is 3,14 %. Er stond in 2006 gemiddeld € 91,1 mln. kort uit à 3,00 %. Per saldo is er € 2.756.915 aan rente gegenereerd.
•
De liquiditeitsprognose is wekelijks bijgesteld.
•
De saldi van de rekeningcouranten van de banken zijn zo laag mogelijk gehouden. Er is een bedrag ad € 6.547 aan rente ontvangen.
Afnemers/klanten • Bank- en andere financiële instellingen.
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) Aantrekken en uitzetten van kortlopende middelen tegen zo gunstig mogelijke condities.
411
Toelichting/ontwikkelingen De kaspositie van de provincie Groningen is redelijk ruim. Dit is mede het gevolg van de kassiersfunctie voor het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN). Voor het SNN wordt tot nu toe een redelijke kaspositie aangehouden om aan de kortlopende verplichtingen – subsidiebetalingen - te kunnen voldoen. De in- en uitgaande kasstromen zijn qua tijdstip niet altijd duidelijk. Dit wordt onder andere veroorzaakt door de onduidelijkheid betreffende de omvang en voortgang van (voor)financiering van grote projecten. Van belang zijn de ontwikkelingen van de rente op de geldmarkt en de financiële markten. Kerngegevens: Omschrijving gemiddelde rente kortgeld
realisatie 2004 2,22%
raming 2005 2,50%
raming 2006 2,75%
Beleidsverantwoording Uitgevoerde activiteiten Aantrekken en uitzetten van kortlopende middelen tegen zo gunstig mogelijke condities, waarbij • voor de beheersing van de in- en uitgaande geldstromen een meerjarenprognose 2006-2010 is opgesteld. De bron van deze prognose is de Programmabegroting 2006 van de provincie Groningen inclusief de meerjarenraming, de planning van het SNN, de Begroting 2006 van de Regiovisie en de meerjarige prognose van de Blauwe Stad. De liquiditeitsprognose 2006 is hiervan afgeleid en is wekelijks bijgesteld. • het beschermen van vermogen en resultaten tegen financiële risico's zoals rente en beleggingsrisico's is gerealiseerd door gelden uit te zetten - tot 1 jaar - bij financiële instellingen met een Arating (Moody's) • het verkrijgen en behouden van vermogensverschaffers, alsmede toegang tot de vermogensmarkt is geschied door het onderhouden van intensief relatiebeheer met banken en makelaars • het rendabel maken van liquiditeitsoverschotten is geschied door de saldi van de rekeningcouranten te minimaliseren, overschotten uit te zetten via daggelden, kasgeldleningen en spaarrekeningen. In 2006 is een enkele keer daggeld opgenomen ter aanvulling van het benodigde kasgeld. Toelichting De van het Rijk en de Europese Commissie ontvangen gelden voor diverse doeleinden worden door de provincie gebruikt ter financiering van haar vermogensbehoefte op korte termijn. De provincie vergoedt c.q. berekent rente over de openstaande saldi op basis van het gemiddelde percentage over de saldi welke in de loop van het jaar hebben uitgestaan. Het gemiddeld behaalde rendement over de uitzettingen tot en met één jaar bedroeg over 2006 gemiddeld 3,00%. Bij de Integrale Bijstelling 2006 werd uitgegaan van 2,80%. Het gemiddelde van de 3maands Euribor bedroeg over 2006 3,14%. De stijging van het verwachte rendement over 2006 van 2,80% naar uiteindelijk 3,00% is het gevolg van de stijging van de kortlopende marktrente. Het gemiddelde percentage van de provincie over 2006 is lager dan het gemiddelde van de 3 maands Euribor over 2006. De reden van het lagere percentage komt ondermeer door een aantal renteverhogingen door de Europese Centrale Bank van 2,25% tot 3,50% eind 2006. De provincie had contracten afgesloten met een iets langere looptijd. Deze contracten zijn medio 2006 en begin 2007 vervallen. De verwachting is dat de ECB ook in 2007 de rente nogmaals zal verhogen. Om die reden zijn gelden korter uitgezet dan 3 maanden. Het gemiddeld uitgezette bedrag is hoger dan geraamd. Dit komt voornamelijk door het hogere saldo van de rekening-courant van het SNN. Kerngegevens: Omschrijving gemiddelde rente kortgeld
realisatie 2004 2,22%
412
realisatie 2005 2,26%
realisatie 2006 3,00%
Middeleninzet Omschrijving
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
3.673.241 3.673.241
5.273.972 5.273.972
4.435.920 4.435.920
Totaal lasten
3.673.241
5.273.972
4.435.920
3.983.781 -624.929
5.675.752
4.246.500 -507.225
3.358.852
5.675.752
3.739.275
314.389
-401.780
696.645
lasten 2006
baten 2006
realisatie saldo 2006
raming saldo 2006
16.645 3.036
416.569 2.461.835
-399.925 -2.458.799
-1.652.000
19.681
2.878.405
-2.858.724
-1.652.000
8.208 2.855 790
11.597 5.866 937
-3.389 -3.011 -147
1.500 -4.000
11.852
18.399
-6.547
-2.500
71.652 2.703.801
784.820 3.851.581 -2.703.801 132.674
700.000 3.575.000 -2.550.000 108.920
2.775.452
2.065.275
1.833.920
Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
Baten: - rentebaten - Overige adminstratieve boekingen - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen Totaal baten Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
001001 Rente kortlopende fin. middelen: - rente callgeld - rente kasgeld totaal rente kortlopende fin. middelen 001002 Rente en kosten bankinstellingen: - rente en kosten ABN-Amro - rente en kosten BNG - rente en kosten Postbank totaal rente en kosten fin. middelen 001003 Rente en rekening-courant instellingen: - rente rekening-courant Regiovisie - rente rekening-courant SNN/Kompas/EU - rente rekening-courant Blauwe Stad - rente overige rekening-couranten
784.820 3.923.233 132.674
totaal rente en rekening-courant instell.
4.840.728
413
001020 Overige rentelasten en -baten: - wettelijke rente debiteuren - overige rentelasten en -baten totaal overige rentelasten en -baten 001030 Rente kortgeld financiering vaste activa - rente kortgeld financiering vaste activa totaal rente kortgeld financ. vaste activa totaal geldleningen korter dan 1 jaar
215
1.813 1.683
-1.813 -1.469
10.000
215
3.496
-3.281
10.000
401.497
401.497
507.225
401.497
401.497
507.225
-401.780
696.645
5.273.972
5.675.752
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 De geldleningen en uitzettingen korter dan één jaar hebben per saldo een voordeel opgeleverd van Begroot was een nadeel van
€ €
Per saldo een voordelig verschil van
€ 1.098.425
Bij de aan vaste activa toegerekende kapitaallasten werd bij de realisatie minder langlopende rente toegerekend aan de vlottende activa. Dit is enerzijds het gevolg van een lagere saldo aan vlottende activa gefinancierd met langlopende middelen (circa € 5 miljoen) en anderzijds een hoger percentage (begroot 2,%, realisatie 3%). Bij de post ontvangen rente levert dit een voordeel op van € 106.000. Het effect op de baten- en lastenrekening is dus nihil. Voordeel op dit functienummer € Aan kas- en callgelden werden meer middelen uitgezet dan begroot. Dit is mede het gevolg van hogere saldi in rekening-courant van derden en hogere saldi voorzieningen Rijksmiddelen, voordeel € De gemiddelde rente voor kortlopende middelen was gemiddeld 0,2% hoger dan geraamd, effect €
401.780 696.645
106.000 1.144.00 63.000
€ 1.313.000 Door de hogere saldi in rekening-courant van derden en het hoger percentage rente, is meer rente doorberekend
€
Diverse verschillen
€ 1.092.000 € 6.000
Per saldo een voordelig verschil van
€ 1.098.000
414
221.000
Productgroepnummer en -naam : 0110 Geldleningen langer of gelijk aan 1 jaar Programma
: Algemene dekkingsmiddelen
Portefeuillehouder
: Calon
Productverantwoordelijke
: Faber
Productgroepomschrijving Het betreft financieringsmiddelen met een looptijd van 1 jaar of langer, die gebruikt kunnen worden om gelden langdurig weg te zetten of aan te trekken. Voor het aantrekken van gelden zijn in het verleden onderhandse geldleningen afgesloten. Bij het uitzetten van gelden is tot nu belegd in garantieproducten, obligaties, en onderhandse geldleningen. Voor het bepalen van de hoogte van het bedrag en de termijn van de financiering wordt gebruik gemaakt van een meerjarige liquiditeitsplanning. Wij zetten de inkomsten wegens bespaarde rente ad € 6.501.067 conform de huidige gedragslijn voor een belangrijk deel in als algemeen dekkingsmiddel.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • Conform het gestelde bij 0010 Financieringsmiddelen geldt ook hier als algemene doelstelling dat renterisico’s en renteresultaten dienen te worden beheerst door te streven naar een grote mate van zekerheid over de renteresultaten in de tijd.
Geplande prestatie-indicatoren • Maximaliseren volume van overtollige gelden om voor een langere looptijd uit te zetten. • De meerjarenraming wordt diverse malen per jaar bijgesteld. • Er wordt naar gestreefd om marktconforme prijzen te realiseren door het opvragen van meerdere offertes. Voorts wordt uitsluitend risicomijdend belegd. • De verwachting is dat in 2005 ca. € 54,5 mln. belegd wordt met een looptijd van 1 jaar en langer tegen een gemiddeld rentepercentage van 3,37%. Geraamd wordt een rendement van ca. € 1,8 miljoen. • In 2006 zal niets worden afgelost op de onderhandse geldleningen. Herfinanciering is daarom niet aan de orde.
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • Begin 2006 is er € 25,0 mln. uitgezet voor een periode van 5 jaar. • Meerjarenraming is in 2006 diverse malen bijgesteld. • Er zijn marktconforme prijzen gerealiseerd door het opvragen van meerdere offertes. Er is uitsluitend risicomijdend belegd. •
Er is in 2006 gem. € 141,0 mln. belegd met een looptijd van 1 jaar en langer tegen een gemiddeld rentepercentage van 4,9%. Er is een rendement gegenereerd van € 6,8 mln.
•
In 2006 is niets afgelost op de onderhandse geldleningen. Herfinanciering was derhalve niet aan de orde.
Afnemers/klanten Bank- en andere financiële instellingen.
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) Aantrekken en uitzetten van financiële middelen tegen zo gunstig mogelijke condities.
415
Toelichting/ontwikkelingen Het opstellen van de meerjarenraming is lastig. Dit wordt onder andere veroorzaakt doordat de in- en uitgaande kasstromen qua tijdstip niet altijd duidelijk zijn. Voorts speelt mee de onduidelijkheid met betrekking tot de omvang en voortgang van de (voor)financiering van grote projecten. Van belang zijn de ontwikkelingen op de kapitaalmarkt. Voorts wordt de ontwikkeling van de producten op de financiële markten gevolgd. Kerngegevens: Omschrijving obligaties Aa-debiteur 1997/2007 5,75% obligaties Aa-debiteur 1997/2007 5,875% garantieproduct Aa-debiteur 2003/2013 garantieproduct gem.Aa-deb.2004/2009 obligatiefonds gem.Aa-deb. 2004/2009 overige beleggingen Omschrijving gemiddelde rente reeds opgenomen langlopende leningen
nominaal € 4.500.000 € 4.537.802 € 15.000.000 € 12.500.000 € 12.500.000 € 2.818.875
balanswaarde 01-01-2006 € 4.639.390 € 4.716.839 € 16.726.244 € 13.074.982 € 12.500.000 € 2.900.000
realisatie 2004
raming 2005
raming 2006
4,31%
4,31%
4,31%
Beleidsverantwoording Uitgevoerde activiteiten Aantrekken en uitzetten van financiële middelen tegen zo gunstig mogelijke condities zijn gerealiseerd door: • Voor de beheersing van de in- en uitgaande geldstromen een meerjarenprognose 2006-2010 is opgesteld. De bron van deze prognose is de Programmabegroting 2006 van de provincie Groningen inclusief de meerjarenraming, de planning van het SNN, de Begroting 2006 van de Regiovisie en de meerjarige prognose van de Blauwe Stad. • het beschermen van vermogen en resultaten tegen financiële risico's zoals rente en beleggingsrisico's is gerealiseerd door gelden uit te zetten - vanaf 1 jaar - bij financiële instellingen met een Aarating (Moody's). • het verkrijgen en behouden van vermogensverschaffers, alsmede toegang tot de vermogensmarkt is geschied door het onderhouden van intensief relatiebeheer met banken en makelaars. • het rendabel maken van de vaste kern is geschied door aan het begin van 2006 € 25,0 mln. voor een periode van 5 jaar uit te zetten. In de loop van 2006 is de korte rente door de renteverhogingen van de ECB relatief snel gestegen. De korte en lange rente lagen eind 2006 zeer dicht bij elkaar. Door de verwachting dat de ECB de rente in 2007 nog verder zal verhogen is besloten de overtollige middelen kort uit te zetten (tot één jaar). Toelichting/ontwikkelingen Kerngegevens: Omschrijving obligaties Aa-debiteur 1997/2007 5,75% obligaties Aa-debiteur 1997/2007 5,875% garantieproduct Aa-debiteur 2003/2013 garantieproduct gem.Aa-deb.2004/2009 obligatiefonds gem.Aa-deb. 2004/2009 garantieproduct Aa-debiteur 2006/2011 garantieproduct Aa-debiteur 200/2011
nominaal € 4.500.000 € 4.537.802 € 15.000.000 € 12.500.000 € 12.500.000 € 7.500.000 € 7.500.000
416
balanswaarde 31-12-2006 € 4.555.390 € 4.610.654 € 17.401.541 € 13.445.590 € 13.277.371 € 7.652.730 € 7.555.364
obligaties Aa-debiteur 2001/2011 4,375 % onderhandse geldleningen overige uitzettingen maximaal 4,00 % Omschrijving gemiddelde rente reeds opgenomen langlopende leningen
€ 5.000.000 € 63.875.702 € 5.000.000
€ 5.145.911 € 63.875.702 € 5.000.000
realisatie 2004
realisatie 2005
realisatie 2006
4,31%
4,31%
4,31%
Begin 2006 is er een bedrag van € 25,0 mln. uitgezet voor een periode van 5 jaar door • € 5,0 mln. obligaties Aa-debiteur aan te kopen met een rendement van 3,538 % • € 7,5 mln. garantieproduct Aa-debiteur met een minimumrendement van 2,5 % en een maximumrendement van 6,37 % • € 7,5 mln. garantieproduct Aa-debiteur met een minimumrendement van 0,9 % en een maximumrendement tussen 4,9 en 12,9 % • € 5,0 mln. deposito Aa-debiteur met een maximum van 4,0 % In 2006 is de korte rente door de renteverhogingen van de ECB gestegen. De korte en lange rente lagen eind 2006 zeer dicht bij elkaar. Door de verwachting dat de ECB de rente in 2007 nog verder zal verhogen is besloten de overtollige middelen kort uit te zetten (tot één jaar). Voor de volledigheid worden de in het verleden verstrekte onderhandse geldleningen totaal € 63,9 mln. vermeld bij dit onderdeel. Het gaat hierbij om: • een achtergestelde lening verstrekt aan Essent ad € 26,6 mln. à 9 % • een achtergestelde lening verstrekt aan GEMM CV ad € 1,0 mln. à 6,5 % • onderhandse geldlening verstrekt aan de waterschappen Noorderzijlvest en Hunze & Aa's: o € 11,3 mln. à 4,48 % o € 15,9 mln. à 5,75 % o € 9,1 mln. à 4,25 % Het gegenereerde rendement is € 4,9 mln. hoger, omdat de onderhandse geldleningen totaal € 63,9 mln. hier zijn verantwoord en de uitzettingen van begin 2006 (totaal € 25,0 mln.)
417
Middeleninzet Omschrijving
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
3.710.047 3.710.047
4.026.429 4.026.429
2.968.570 2.968.570
Totaal lasten
3.710.047
4.026.429
2.968.570
4.070.703 8.373.825
4.439.368 9.284.906
3.758.216 8.764.905
Totaal baten
12.444.528
13.724.274
12.523.121
Saldo lasten en baten
-8.734.481
-9.697.845
-9.554.551
lasten 2006
baten 2006
realisatie saldo 2006
raming saldo 2006
9
1.298.955
-1.298.946
-1.298.946
9
1.298.955
-1.298.946
-1.298.946
51.168
6.291 520.000 508.234
212.158 87.011 152.730 55.364 520.000 508.234
-160.990 -87.011 -152.730 -49.073
1.085.693
1.535.496
-449.803
47.840
712.737
-664.897
-827.900
47.840
712.737
-664.897
-827.900
Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
Baten: - rentebaten - overige adminstratieve boekingen - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
011010 Lening waterschappen: - rente lening waterschappen totaal lening waterschappen 011020 Overige rentelasten en -baten: - rente en kosten Morgan Stanley 06/11 - rente en kosten ABN AMRO 06/11 - rente en kosten Loyalis 06/11 - rente en kosten BCM 06/11 - rente en kosten lening o/g b en o - rente en kosten lening o/g p en v totaal overige rentelasten en -baten 011030 Beleggingen nazorg: - rente en kosten nazorg totaal beleggingen nazorg
418
011040 Beleggingen SNN-middelen: - rente en kosten obl. Allianz fin. 97/07 - rente en kosten Ems 97/07 - rente en kosten Loyalis rente fonds Eur - rente en kosten Loyalis garantieproduct - kapitaallasten agio obligatie Allianz - kapitaallasten agio Ems 97/07 totaal beleggingen SNN-middelen
346.426 349.666 984.527 997.783 94.637 119.847
258.750 266.596 516.202 370.632
87.676 83.071 468.325 627.151 94.637 119.847
185.360 200.309 595.170 141.141 94.960 120.260
2.892.887
1.412.180
1.480.707
1.337.200
8.764.906
-8.764.906
-8.764.905
8.764.906
-8.764.906
-8.764.905
13.724.274
-9.697.845
-9.554.551
011060 Rente financiering Vaste activa: - financiering dmv reserves en voorzieningen totaal rente financiering vaste activa totaal geldleningen langer/gelijk aan 1 jr.
4.026.429
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 De geldleningen en uitzettingen langer dan één jaar hebben per saldo een voordeel opgeleverd van Begroot was een voordeel van
€ 9.697.845 € 9.554.551
Per saldo een voordelig verschil van
€
143.294
Resultaat Nazorgfonds Bij de begrote rente van de beleggingen van het Nazorgfonds werd een bedrag geraamd van € 95.660 als uitzetting langer dan één jaar. Dit bedrag is in werkelijkheid echter gegenereerd met kort lopende middelen en als zodanig geboekt, nadeel op dit productnummer € Hogere kosten Nazorgfonds € Per saldo minder rente behaald door daling marktrente voor dit product €
96.000 48.000 19.000
Nadelig resultaat Nazorgfonds € Het overgrote deel van de beleggingen in het nazorgfonds zijn uitgezet in een garantieproduct. Dit garantieproduct is afgesloten met een minimum en maximumrendement. De rentetoevoeging is geschiedt op het minimum, terwijl de clicks reeds twee jaar het maximum te zien geven. Gekozen is echter voor het voorzichtheidsbeginsel. Per saldo voordeel op de beleggingen in obligaties en rentefondsen door hogere percentages dan begroot €
307.000
Per saldo een voordelig verschil van
144.000
€
419
163.000
Productgroepnummer en -naam : 0200 Provinciefonds Programma
: Algemene dekkingsmiddelen
Portefeuillehouder
: Calon
Productverantwoordelijke
: Faber
Productgroepomschrijving De uitkering uit het Provinciefonds is een belangrijke bron van inkomsten en kan worden gerekend tot de algemene dekkingsmiddelen van de provincie. Deze middelen zijn bedoeld om de uitgaven die niet ten laste van specifieke middelen kunnen worden gebracht, op te kunnen vangen binnen een reëel sluitende begroting. De algemene uitkering uit het Provinciefonds wordt over de provincies verdeeld op basis van een negental verdeelmaatstaven, waarbij tevens rekening wordt gehouden met de verschillen in belastingcapaciteit (opcenten motorrijtuigenbelasting). De hoogte van de accressen van het Provinciefonds is gekoppeld aan de ontwikkelingen van de rijksbegroting. Wij gaan er vanuit dat in 2006 de huidige normeringsystematiek van het Provinciefonds - inclusief het onderdeel behoedzaamheidreserve - gehandhaafd zal blijven.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • Een zo gunstig mogelijke verdeling van het Provinciefonds voor onze provincie
Geplande prestatie-indicatoren • Aandeel provincie Groningen in het Provinciefonds (prognose aandeel 2006: 6,88%)
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • Aandeel provincie Groningen in het Provinciefonds (gerealiseerd aandeel 2006: 6,83%)
Afnemers/klanten • Beheerders Provinciefonds
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) • •
beoordelen gevolgen maart-, mei(juni)- en septembercirculaire Provinciefonds adviseren en deelnemen aan het Bestuurlijk Overleg Financiële Verhouding (Rijk-VNG-IPO)
Toelichting/ontwikkelingen In de begroting 2006 zijn de gevolgen van de junicirculaire 2005 voor het Provinciefonds verwerkt. Met betrekking tot het accres voor de jaren 2006 tot en met 2009 hanteren wij overeenkomstig de in het verleden afgesproken beleidslijn een behoedzaam scenario. Dat wil zeggen dat wij het gemiddelde accres in die periode 1 procentpunt lager stellen dan de fondsbeheerders in de junicirculaire 2005 hebben aangekondigd. Een belangrijke ontwikkeling betreft de overheveling van de middelen voor de regionale omroepen van de begroting OC&W naar het Provinciefonds met ingang van 2006. Per 1 januari 2006 vindt er een kleine grenscorrectie plaats tussen Fryslân en Groningen (Schiermonnikoog). Op basis van de gemaakt afspraken ontvangt de provincie in 2006 een afkoopsom van € 274.000 van de provincie Fryslân. Onze uitkering zal door de vermindering van het aantal hectares buitenwater licht (ca. € 36.000 per jaar) dalen.
420
Beleidsverantwoording Uitgevoerde activiteiten • de gevolgen van de circulaires Provinciefonds zijn beoordeeld en verwerkt in de bijgestelde begroting; • het Bestuurlijk Overleg Financiële Verhouding (Rijk-VNG-IPO) heeft in 2006 2 keer plaats gevonden. Ontwikkelingen In de Integrale Bijstelling 2006 hebben onze veronderstelling van een volledige uitbetaling van de behoedzaamheidsreserve 2006 teruggebracht tot ca. 61%. Dit komt overeen met een accres voor 2006 van 3,77%. Nadat wij de Integrale Bijstelling 2006 hebben vastgesteld hebben zich nog twee wijzigingen voorgedaan in onze uitkering uit het Provinciefonds, waardoor onze uitkering uiteindelijk ca. € 389.600 lager is uitgevallen dan in de Integrale Bijstelling 2006 is geraamd. Compensatie extra belastingheffing gebruik dienstauto Cdk's Ter compensatie van de extra belastingheffing vanwege het gebruik van de dienstauto door commissarissen der Koningin zijn er in 2006 middelen toegevoegd aan het Provinciefonds. De vergoeding heeft betrekking op de belastingaanslagen over de periode 2001-2005. De kosten van de compensatie van de commissaris voor autogebruik nevenfuncties zijn door BZK gefinancierd en nog in het uitkeringsjaar 2006 via het Provinciefonds aan de provincies vergoed. De compensatie bedraagt € 600.000 en zijn middels het vaste bedrag uit het Provinciefonds verdeeld. De compensatie bedraagt € 50.000 per provincie. Omdat de feitelijke kosten ca. € 62.500 hebben bedragen treedt er per saldo een nadeel op van € 12.500. Hierover hebben wij u eerder per brief geïnformeerd. Nacalculatie accres 2006 Medio maart 2007 bleek uit de maartcirculaire 2007 Provinciefonds dat de rijksuitgaven in 2006 met 2,95% zijn gestegen in plaats van te stijgen met 3,77%. Dit is het percentage waarmee wij rekening hebben gehouden bij het vaststellen van de Integrale Bijstelling 2006. Aangezien de ontwikkeling van het Provinciefonds direct gekoppeld is aan de ontwikkeling van de rijksuitgaven valt het accres van het Provinciefonds in 2006 ook 0,82% lager uit. Daardoor valt onze uitkering in 2006 ca. € 439.600 lager uit dan wij bij de Integrale Bijstelling 2006 hebben geraamd.
421
Middeleninzet Omschrijving
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
524.009
452.594
524.009
452.594
Totaal lasten
524.009
452.594
67.939.950 1.446.206 1.002.001
74.454.080 1.441.067 487.694
Baten: - uitkering pronciefonds - diverse baten - overige adminstratieve boekingen - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen
74.845.200
1.384
Totaal baten Saldo lasten en baten
70.388.157
76.384.225
74.845.200
-69.864.148
-75.931.631
-74.845.200
baten 2006
realisatie saldo 2006
raming saldo 2006
74.454.080
-74.454.080
-74.845.200
74.454.080
-74.454.080
-74.845.200
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006
020002 Provinciefonds: - uitkeringen provinciefonds totaal provinciefonds 020008 BTW-compensatiefonds: - vrijval BTW-compensatiefonds
452.594
1.930.145
-1.477.551
totaal BTW-compensatiefonds
452.594
1.930.145
-1.477.551
totaal provinciefonds
452.594
76.384.225
-75.931.631
-74.845.200
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 Provinciefonds: De werkelijke uitkering bedraagt € 74.454.080 Begroot is een uitkering van € 74.845.200 Per saldo een nadelig verschil van € 391.120 Door de berekening van een lager accres van 0,82% werd tot een bedrag van € 441.000 minder uit het provinciefonds ontvangen. Ter compensatie van de belastingaanslag wegens gebruik dienstauto CdK voor nevenfuncties werd € 50.000 extra ontvangen Baten BTW-Compensatiefonds:
422
Per saldo geraamde bate op 050000 Geboekte bate op productnummer 020008
€ 1.808.028 € 1.477.511
Nadelig verschil
€
330.517
A €
2.333.028
Nadere specificatie: Op functienummer 0.5 (onvoorzien) is een bate geraamd van Op functienummer 0.2 is geboekt: Vrijval BTW op gemeenschappelijke regelingen en diverse projecten Vrijval BTW op doeluitkeringen
€ 1.298.058 € 632.087 € 1.930.145
Op functienummer 0.8 (mutaties reserves) is een bijdrage van de reserve BTW-Compensatiefonds geboekt van
€
18.056
€
1.948.201
A-B €
384.827
B Per saldo een nadelig verschil op baten BTW-Compensatiefonds van
Dit verschil wordt veroorzaakt doordat voor de stelpost baten BTW-Compensatiefonds een hoger bedrag is geraamd dan de werkelijke vrijval BTW bedraagt. Lasten BTW-Compensatiefonds: Op functienummer 0.5 (onvoorzien) is de korting van 4% op het terug te ontvangen bedrag aan omzetbelasting geraamd Op functienummer 0.2 is de werkelijke korting geboekt
€ €
525.000 452.594
Per saldo een voordelig verschil van
€
72.406
Dit verschil wordt veroorzaakt doordat bij de raming is uitgegaan van een hoger terug te ontvangen bedrag aan omzetbelasting van de belastingdienst.
423
Productgroepnummer en -naam : 0310 Eigen middelen Programma
: Algemene dekkingsmiddelen
Portefeuillehouder
: Calon
Productverantwoordelijke
: Faber
Productgroepomschrijving De opbrengst van de opcentenheffing motorrijtuigenbelasting is geleidelijk aan een steeds belangrijker bron van inkomsten geworden. De opbrengst kan worden gerekend tot de algemene dekkingsmiddelen van de provincie. Deze middelen zijn bedoeld om de uitgaven die niet ten laste van specifieke middelen kunnen worden gebracht, op te kunnen vangen binnen een reëel sluitende begroting. Tot 1 april 2006 heffen wij 75,7 opcenten. Wij verwachten dat de autonome groei van de opbrengst van de opcentenheffing motorrijtuigenbelasting in 2006 - vanwege de groei en een veranderde samenstelling van het voertuigenpark - circa 2% zal bedragen. Met ingang van 1 april 1998 hebben wij het aantal te heffen opcenten m.r.b. geïndexeerd. Deze indexering wordt bepaald door de trendmatige groei van het netto nationaal inkomen tegen marktprijzen (3,4%) met een correctie voor de naar verwachting optredende groei van het voertuigenpark (2%). Wij verwachten dat het aantal opcenten per 1 april 2006 op basis van deze indexering kan worden verhoogd met 1,4% ofwel met 1,1 opcent. De indexering van het aantal opcenten per 1 april 2006 levert per die datum een tarief op van 76,8 opcenten. Een nader uitgewerkt voorstel zullen wij u in het najaar van 2005 presenteren.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • Een verantwoorde lastendruk. Geplande prestatie-indicatoren • Tarief provincie Groningen als % van landelijk gemiddelde (prognose 2006: 105,5%).
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • Tarief provincie Groningen als % van landelijk gemiddelde (realisatie 2006: 108,6%).
Afnemers/klanten • Houders van voertuigen.
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) In 2006 zullen wij aan Provinciale Staten de aanpassing voorleggen van de heffingsverordening opcenten motorrijtuigenbelasting in verband met de indexering van het aantal te heffen opcenten per 1 april 2007 (ca. 78,0 opcenten).
424
Toelichting/ontwikkelingen Omschrijving - aantal geheven opcenten vanaf 1 april - wettelijk toegestane aantal opcenten vanaf 1 april - aantal houders motorvoertuigen (HSB) per 31-12 - gemiddelde opbrengst per motorvoertuig - opbrengst opcenten m.r.b. in % van de inkomsten Gewone Dienst
realisatie 2004 68,0 94,7 240.494 € 135,44
raming 2005 75,7 99,0 242.900 € 148,81
raming 2006 76,8 102,4 247.758 € 153,55
10,72%
14,62%
15,38%
Beleidsverantwoording Uitgevoerde activiteiten De heffingsverordening opcentenheffing motorrijtuigenbelasting is per 1 april 2007 aangepast. Het aantal opcenten wordt op basis van de afgesproken indexering per 1 april 2007 verhoogd tot 77,2. Dat dit aantal lagere uitvalt dan volgens de geplande prestaties heeft te maken door de lagere trendmatige groei van het netto nationaal inkomen tegen marktprijzen (2,5% in plaats van 3,5%). Ontwikkelingen De gerealiseerde opbrengst ligt per saldo ca. € 107.800 lager dan de raming in de Integrale Bijstelling 2006. Dit nadelige verschil (t.o.v. de Integrale Bijstelling 2006) kan met name worden verklaard door een kleinere groei van het aantal voertuigen dan wij hadden geraamd (1,0% in plaats van 1,5%). Omschrijving - aantal geheven opcenten vanaf 1 april - wettelijk toegestane aantal opcenten vanaf 1 april - aantal houders motorvoertuigen (HSB) per 31-12 - gemiddelde opbrengst per motorvoertuig - opbrengst opcenten m.r.b. in % van de inkomsten Gewone Dienst
425
realisatie 2005 75,7 99,0 243.400 € 149,40
realisatie raming 2006 2006 76,8 76,8 102,4 102,4 245.626 246.804 € 160,65 € 160,32
12,18%
13,16%
Middeleninzet Omschrijving
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
36.363.315
39.460.359
39.568.161
36.363.315
39.460.359
39.568.161
-36.363.315
-39.460.359
-39.568.161
baten 2006
realisatie saldo 2006
raming saldo 2006
39.460.359
-39.460.359
-39.568.161
totaal motorrijtuigenbelasting
39.460.359
-39.460.359
-39.568.161
totaal eigen middelen
39.460.359
-39.460.359
-39.568.161
Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten Totaal lasten Baten: - belastingopbrengsten - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen Totaal baten Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006
031010 Motorrijtuigenbelasting: - ontvangen motorrijtuigenbelasting
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 Aan opbrengst opcenten motorrijtuigenbelasting is geraamd De werkelijke opbrengst bedraagt
€ 39.568.161 € 39.460.359
Per saldo een nadelig verschil van
€
Het nadeel op de ontvangsten van de opcenten motorrijtuigenbelasting wordt in hoofdzaak veroorzaakt door een lagere groei van het wagenpark dan voorzien.
426
107.802
Productgroepnummer en -naam : 0410 Deelnemingen Programma
: Algemene dekkingsmiddelen
Portefeuillehouder
: Calon
Productverantwoordelijke
: Faber
Productgroepomschrijving De provincie Groningen neemt deel in een aantal ondernemingen. Bij deze productgroep gaat het om deelnemingen in de aandelenkapitalen van de NV Essent en de NV Bank voor Nederlandse Gemeenten (NV BNG). De deelname van de provincie in het aandelenkapitaal van de NV Essent zal in 2006 naar verwachting een dividend opleveren van tenminste € 7.000.000 en de NV BNG € 115.000. Overeenkomstig het voorstel in de Voorjaarsnota 2001 wordt het dividend van de NV Essent toegevoegd aan de reserve Economische, Sociale en Fysieke Infrastructuur (ESFI). Deze gereserveerde middelen zullen volledig worden bestemd voor investeringen in de economische ontwikkeling(, de sociale) en de fysieke infrastructuur van onze provincie.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • Het verbeteren van de economische en sociale infrastructuur van onze provincie door middel van de inzet van het dividend Essent. • Invloed op het beleid van de NV Essent. Geplande prestatie-indicatoren • Het aantal en de aard van de projecten, die zijn ge(co)financierd door de provincie.
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren
Afnemers/klanten • Andere overheden en derden.
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) (Co)financieren van projecten, die een bijdrage leveren aan de verbetering van de economische en sociale infrastructuur van de provincie Groningen.
427
Toelichting/ontwikkelingen Omschrijving aandelen in NV Essent aandelen in NV BNG
nominaal € 1,00 € 0,45
aantal in 2005 8.988.827 376.250
balanswaarde € 1.722.096 € 571.962
Overige deelnemingen NV Luchthaven G.A.E. NV Waterbedrijf Groningen NV NOM BV De Blauwe Stad NV OMD NV Oikocredit
€ 453,79 € 453,79 € 453,79 € 100,00 € 1,00 € 200,00
542 2.216 14 72 360 50
p.m. p.m. 6.353 7.200 360 p.m.
€ € €
Beleidsverantwoording Ontwikkelingen De uiteindelijke dividenduitkering van de NV Essent is vastgesteld op € 22,8 miljoen. Deze uitkering is gebaseerd op een voorstel van de Raad van Bestuur, uitgaande van een pay-out van 50%. In augustus 2006 heeft de Bijzondere Algemene Vergadering van Aandeelhouders ingestemd met de voorstellen van de Raad van Bestuur inzake het kapitalisatiebeleid van de BNG. Dit houdt in dat de BNG uit gaat van een reguliere pay-out van 50% van de winst na belastingen (was 43%). Voorts is besloten om in 2006 een extra uitkering van € 500 miljoen te doen ten laste van de reserves. Het gepresenteerde kapitalisatiebeleid van de BNG betekent, naar huidig inzicht en naar de beschreven voorwaarden, dat er in 2007 een extra uitkering zal plaatsvinden van € 500 miljoen en in 2009 een extra uitkering van € 200 miljoen ten laste van de reserves. De voornaamste voorwaarde van dit beleid is het behoud van de aan de bank toegekende ratings.
428
Middeleninzet Omschrijving
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
162.838 162.838
175.065 175.065
180.400 180.400
Totaal lasten
162.838
175.065
180.400
15.924.743
23.824.641
15.931.155
15.924.743
23.824.641
15.931.155
-15.761.905
-23.649.576
-15.750.755
lasten 2006
baten 2006
realisatie saldo 2006
raming saldo 2006
131.418 43.648
22.787.887 155 1.036.600
-22.656.469 -155 -992.952
-14.864.580 -155 -886.020
totaal beleggingen
175.065
23.824.641
-23.649.576
-15.750.755
totaal deelnemingen
175.065
23.824.641
-23.649.576
-15.750.755
Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
Baten: - dividenden - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen Totaal baten Saldo lasten en baten
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
041040 Beleggingen: - rente/dividend aandelen NV Essent - rente/dividend aandelen Oikocredit - rente/dividend aandelen NV BNG
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 Opbrengst deelneming NV Essent Geraamd
Werkelijk
.
Lagere opbrengst afrekening dividend 2005 Vermoedelijke opbrengst dividend 2006
€ €
-12.113 € 22.800.000 € 15.000.000
Bruto opbrengst Af: toegerekende rente
€ €
22.787.887 € 15.000.000 131.418 € 135.420
Netto opbrengst
€
22.656.469 € 14.864.580
De bruto opbrengst is op functienummer 0.8 (mutaties reserves) gestort in de reserve ESFI.
429
Opbrengst deelneming NV BNG Geraamd
Werkelijk
.
Hogere opbrengst afrekening dividend 2005 Vermoedelijke opbrengst dividend 2006
€ €
105.600 € 931.000 €
931.000
Bruto opbrengst Af: toegerekende rente
€ €
1.036.600 € 43.648 €
931.000 44.980
Netto opbrengst
€
992.952 €
886.020
Het verschil wordt grotendeels veroorzaakt door de hogere dividenduitkering over 2005.
430
Productgroepnummer en -naam : 0500 Onvoorzien Programma
: Algemene dekkingsmiddelen
Portefeuillehouder
: Calon
Productverantwoordelijke
: Faber
Productgroepomschrijving Bij deze productgroep gaat het om een buffer voor het opvangen van werkelijk onvoorziene en tevens onvermijdbare uitgaven.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • Het in financiële zin in kunnen spelen op onverwachte maatschappelijke ontwikkelingen.
Geplande prestatie-indicatoren • Het aantal keren dat en de omvang waarin een beroep op deze post wordt gedaan.
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren • In totaal is de post voor werkelijk onvoorziene uitgaven ad € 671.368 in 2006 volledig besteed. Een deel (€ 471.368) is in het kader van de Integrale Bijstelling 2006 toegevoegd aan de begrotingsruimte 2006. Het overige (€ 200.000) is bestemd ter bekostiging van een drietal provinciale bijdragen.
Afnemers/klanten • Diverse.
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) Het leveren van een bijdrage in de voorfinanciering van grote projecten, conform het aangepaste voorstel uit de Voorjaarsnota 2005.
431
Toelichting/ontwikkelingen Onvoorzien Voor werkelijk onvoorziene uitgaven stellen wij in 2006 ca. € 671.368 beschikbaar. Deze post is bedoeld voor het opvangen van niet voorziene uitgaven dan wel tegenvallers bij de inkomsten in de loop van het begrotingsjaar dient ter voorkoming van tussentijdse ingrepen in de overige provinciale uitgaven. Stelposten Voor de compensatie van loonkostenontwikkelingen bij gesubsidieerde instellingen, die niet kunnen worden gedekte uit het reguliere accres van de provinciale bijdrage, stellen wij een bedrag van € 16.018 beschikbaar. Voorts ramen wij hier € 2.042 ten behoeve van het Kabel- en Leidingen Informatie Centrum (KLIC). Voor een bijdrage aan de gemeente Groningen in de personeelskosten van voormalig provinciaal personeel wordt € 11.345 geraamd. Verder is in het kader van nieuw beleid 2004-2008 (Voorjaarsnota 2004) een bedrag van € 592.000 beschikbaar gesteld ten behoeve van voorfinanciering van grote projecten. Dit bedrag is op basis van het verwachte verloop van de investeringen in de Voorjaarsnota 2005 verlaagd tot € 511.840 Vanaf 2008 is onder nieuw beleid een stelpost opgenomen van ca. € 2.643.400 ten behoeve van het continueren van het nieuw beleid na 2007. Een nadere afweging vindt pas plaats aan het begin van de volgende Statenperiode. Verwacht achterblijven van de provinciale uitgaven Verder ramen wij een verwacht achterblijven van de provinciale uitgaven in verband met de BTWcomponent in de uitgaven, die kan worden gedeclareerd bij het BTW-compensatiefonds (€ 3.197.900). Nog in te vullen begrotingsruimte Een deel van de begrotingsruimte (flexibel budget) 2006 van ca. € 4,38 miljoen is nog niet tot besteding gekomen. Wij stellen voor deze middelen nu niet in te vullen. De nog resterende ruimte kan worden aangewend voor een eventuele extra benodigde inspanning op het gebied van het regionaal economisch beleid. Vanwege de met ingang van 2004 veranderde begrotingssystematiek zal deze stelpost niet meer bij deze productgroep tot uitdrukking komen, maar bij de nieuwe comptabele functie 0.9 van de begroting (Saldo van de begroting van baten en lasten na bestemming).
Beleidsverantwoording Ontwikkelingen Onvoorzien De post voor werkelijk onvoorziene uitgaven bedroeg bij de start van het begrotingsjaar 2006 € 671.368. De ontwikkeling van het begrotingsbeeld 2006 leidde er in de Integrale Bijstelling 2006 toe dat een bedrag van € 471.368 uit de post voor werkelijk onvoorziene uitgaven 2006 kon worden toegevoegd aan de begrotingsruimte 2006. Deze post liep daardoor terug tot € 200.000. Dit bedrag is ten behoeve van een drietal extra provinciale bijdragen benut. Deze extra provinciale bijdragen zijn nu functioneel zijn verantwoord. Daarom worden er op dit onderdeel in de rekening geen lasten meer verantwoord. Stelposten 1. Stelpost voorfinanciering grote projecten In de Integrale Bijstelling 2005 hebben wij deze post die oorspronkelijk voor 2006 was begroot op € 511.840 verlaagd tot € 494.080. Bij de Voorjaarsnota 2006 is deze post nogmaals verlaagd, nu tot € 148.000. De raming heeft alleen nog betrekking op de voorfinanciering van de projecten: - N370/Noordelijke en Westelijke Ringweg - Bruggen van Starkenborghkanaal - Maatregelen landinrichting.
432
a. N370 Knoop Noordelijke/Westelijke Ringweg Er is oorspronkelijk gerekend op een uitgaaf van € 2.400.000. In 2006 is gestart met de uitvoering van de werkzaamheden. Door de tijd die noodzakelijk was voor de afronding van de grondverwerving en de voorbereidingstijd voor de verlegging van een tweetal gasleidingen is pas in oktober gestart met de feitelijke reconstructiewerkzaamheden. In 2006 zijn de volgende uitgaven gedaan: - aankoop percelen (inclusief bijkomende kosten) ca. € 600.000; - onderzoeken en advisering ca. € 100.000. b. Bruggen van Starkenborghkanaal Omdat het Rijk vanwege de onderuitputting op de begroting van het ministerie van VenW nog geld beschikbaar had is voor de brug Eibersburen vervroegd een beschikking afgegeven. Er is dus geen gebruik gemaakt van de voorfinanciering en dat zal in 2007 ook niet het geval zijn. c. Maatregelen landinrichting In het kader van de versnelling van de klassieke landinrichtingsprojecten hebben de provincies met het rijk afspraken gemaakt over provinciale voorfinanciering en extra LNV-middelen. Voor de provincie Groningen gaat het om de landinrichtingsprojecten Oude Veenkoloniën, Oldambt, Sauwerd, Westerwolde en Lutjegast Doezum. De restant taakstelling per 1-1-2005 is begroot op ruim € 29 miljoen. Mits er voldoende (rijks)middelen voor beschikbaar komen kunnen deze projecten binnen vijf jaar volledig worden afgerond. Op basis van de restant taakstelling is aan de provincie Groningen gevraagd in de periode 2005 t/m 2007 € 3.580.000 voor te financieren. Een deel van de voorfinanciering (€ 830.000) is bedoeld voor de inzet van extra menskracht bij de Dienst Landelijk Gebied Groningen. Het rijk zal de voorfinanciering van € 3.580.000 als volgt terug betalen: € 1.730.000 in 2008 en vervolgens in de periode 2009 t/m 2013 jaarlijks een bedrag van € 370.000. In oktober 2006 is deze afspraak omgezet in een definitieve overeenkomst tussen het rijk en de provincie Groningen. Op landelijk niveau was in het programma UC 05-06 in 2006 een onderuitputting. Op grond daarvan is afgesproken dat de 3 noordelijke provincies deze middelen voor grondverwerving kunnen inzetten. Uiteindelijk zijn deze middelen volledig door de provincie Groningen in 2006 ingezet. In februari 2007 is een bedrag van € 517.000 voorgefinancierd voor de verstrekte inzet in 2006 van DLG voor de afwerking van de klassieke landinrichtingsprojecten. In het jaar 2006 zijn daardoor geen rentekosten voor dit onderdeel gemaakt. Door de hierboven beschreven ontwikkelingen kan deze stelpost nu komen te vervallen en volledig ten gunste van het rekeningresultaat worden gebracht. In de Voorjaarsnota 2007 zullen wij de actuele stand van zaken met betrekking tot de voorfinanciering van grote projecten in meerjarig perspectief presenteren. Verwacht achterblijven van de provinciale uitgaven Op dit onderdeel hebben wij in de begroting een stelpost opgenomen voor het verwacht achterblijven van de provinciale uitgaven in verband met de BTW-component in de uitgaven, die kan worden gedeclareerd bij het BTW-compensatiefonds. Bij de invoering van het BTW-Compensatiefonds (BCF) in 2003 is een bedrag onttrokken aan het Provinciefonds omdat vanaf dat moment de uitgaven exclusief BTW konden worden geraamd. In de 1e wijziging van de begroting 2003 is de BTW-component uit de kredieten gehaald, om zo tot budgetten exclusief BTW te kunnen komen. Die BTW-component was bepaald aan de hand van gegevens met betrekking tot de BTW-druk in de jaren 2000 en 2001. In de zomer van 2005 hebben wij geconstateerd dat de BTW-component in de kredieten in 2003 - in verhouding tot de uitname uit het Provinciefonds - te laag is geraamd. Daardoor is er sinds 2004 een financieel dekkingsprobleem ontstaan. In het kader van de Integrale Bijstelling 2005 hebben wij besloten dit probleem aan te pakken door ingaande 2006 een aanvullende uitname uit de kredieten i.v.m. de resterende BTW-component. Daardoor is deze stelpost in de 2e wijziging van de begroting 2006 verlaagd tot € 2.351.828. In de Voorjaarsnota 2006 is hierop nog een correctie aangebracht van -/- € 18.800. Daarmee bedraagt de stelpost € 2.333.028. In het kader van deze Jaarrekening 2006 stellen wij voor het nadelig verschil - het bedrag dat nu resteert met betrekking tot het BTW-compensatiefonds - af te dekken uit de egalisatiereserve BCF en de opgetreden vrijval van BTW bij doeluitkeringen, gemeenschappelijke regelingen en overige posten. Zie tevens de beleidsverantwoording bij productgroep 0200. Nog in te vullen begrotingsruimte De begrotingsruimte 2006 werd in de begroting geraamd op ca € 4,38 miljoen. In de 1e wijziging 2006 (onderdeel van de Integrale Bijstelling 2005) is daar vanwege een aantal ontwikkelingen en besluiten een bedrag van ca. € 0,20 miljoen aan toegevoegd. In de Voorjaarsnota 2006 name de begrotingsruimte met
433
ca. € 0,94 miljoen toe. In het kader van nieuw beleid 2006 hebben wij daar een beslag van ca. € 2,06 miljoen opgelegd. Op die manier resteerde er na de Voorjaarsnota 2006 een begrotingsruimte van ca. € 3,46 miljoen. In de Integrale Bijstelling 2006 trad er een verdere verbetering op. Het begrotingsbeeld verbeterde met ca. € 1,28 miljoen. Dit lagere beslag samen met een verlaging van de post voor werkelijk onvoorziene uitgaven 2006 met ca. € 0,47 miljoen is uiteindelijk toegevoegd aan de begrotingsruimte 2006. De begrotingsruimte 2006 nam daardoor toe met € 1,75 miljoen tot € 5,21 miljoen. Dit bedrag vloeit nu in het rekeningresultaat 2006.
434
Middeleninzet Omschrijving
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
2.105.981
Totaal lasten
2.105.981
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen - overige administratieve boekingen
2.333.028
Totaal baten
2.333.028
2.105.981
Saldo lasten en baten
-227.047
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006
baten 2006
realisatie saldo 2006
050000 Onvoorzien: - onvoorziene uitgaven - stelposten
raming saldo 2006 2.970.821 -3.197.868
Totaal onvoorzien:
-227.047
totaal
-227.047
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 De post van onvoorziene uitgaven en stelposten over 2006 bedraagt: * restant voor werkelijk onvoorziene uitgaven, conform de Integrale Begrotingsbijstellling 2006 * overboeking naar 2007, conform de Integrale Begrotingsbijstelling 2006 * overboeking naar 2007, schikking bouwfraude ten behoeve van fietsverkeer * stelpost 4% korting op vordering BTW-Compensatiefonds(zie 0200) * vrijval overige stelposten
€ € € € €
200.000 583.500 477.698 525.000 319.783
* stelpost baten BTW-Compensatiefonds
€ €
2.105.981 2.333.028
Per saldo
€
227.047
435
Productgroepnummer en -naam : 0600 Saldo kostenplaatsen Programma
: Algemene dekkingsmiddelen
Portefeuillehouder
: Calon
Productverantwoordelijke
: Faber
Productgroepomschrijving Bij deze productgroep worden apparaatskosten geraamd, die nog niet aan producten kunnen worden toegedeeld en derhalve ook nog niet zijn verwerkt in de verdeling van de indirecte kosten 2006.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten • Een integrale toerekening van kosten aan de provinciale producten. Geplande prestatie-indicatoren
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren
Afnemers/klanten • Interne organisatie en derden waarvoor werkzaamheden worden verricht.
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting) In het kader van de Integrale Bijstelling 2006 zullen de onverdeelde apparaatskosten 2006, waar mogelijk worden toegedeeld aan de functionele productgroepen.
Toelichting/ontwikkelingen Onverdeelde apparaatskosten Voor 2006 blijven voorshands de volgende apparaatskosten buiten de verdeling van indirecte kosten:
• in het kader van het nieuw beleid 2005-2009 (Voorjaarsnota 2005): - stelpost formatie c.a. Milieutoezicht - stelpost formatie Nazorg - stelpost formatie Bodemsanering - stelpost onderhoud toegangscontrole MK12
• binnen het aanvaard beleid: - stelpost WW-bodemvoorziening - stelpost regeling woon-werkverkeer - stelpost FuwaPROV (restant 2006) - formatie extern ICT-beleid - MT-buffer i.v.m. AKP extern ICT-beleid
-/-
436
€ " " "
100.000 35.000 40.000 5.000
€ " " " "
21.146 6.943 725.073 90.000 90.000
- stelpost PAC, lagere onderhoudslasten - stelposten formatiereductie (restant) - taakstelling formatie bodemsanering - stelpost administratieve lasten BCF - stelpost personele kosten huisvestingsproject - personeelskosten SEPH - stelpost personeelsplanning - stelpost bedrijfsparen/maatregelen schaal 14 - stelpost betaling ABP-VUT fonds - stelpost betalingen i.v.m. pensioengat - stelpost wagenpark Milieutoezicht - correctie belastingen/verzekeringen - professionalisering/uitbreiding BHV - reservering i.v.m. nieuw huisvestingsconcept
-/-/-/-/-/-
-/-
" " " " " " " " " " " " " "
3.000 1.178.561 37.058 142.700 32.862 58.086 257.623 199.448 154.408 104.482 19.500 2.040 29.000 375.000
Wanneer bovenstaande kosten in de Integrale Bijstelling 2006 via een tussentijdse verdeling van apparaatskosten functioneel (= aan de diverse productgroepen worden toegedeeld) worden de bedragen bij deze productgroep afgevoerd.
Beleidsverantwoording Uitgevoerde activiteiten Onverdeelde apparaatskosten In de begroting 2006 tot en met de Integrale Bijstelling 2006 zijn de volgende (wijzigingen in de) kosten buiten de verdeling van de apparaatskosten 2006 gebleven: • stelpost WW-bodemvoorziening € 21.146 • stelpost regeling woon-werkverkeer " 6.943 • stelpost FUWA-prov " 256.511 • surplus formatiereductie " 391.906 • reservering nieuw huisvestingsconcept " 375.000 • stelpost grijs kenteken -/- " 125.000 • stelpost Natuurbeschermingswet + Flora- en Faunawet " 64.795 • stelpost levensloop " 89.448 • stelpost premievrijval IZR-gepensioneerden (t.b.v. overige formatieontwikkelingen) " 137.308 • implementatie omgevingsvergunningen " 64.000 • chauffeursdiensten/kosten dienstauto's/ kosten Delfzijl " 67.000 € 1.729.691 In de Jaarrekening 2006 zijn deze apparaatskosten toegedeeld zijn aan de functionele productgroepen. Daardoor komen de hierboven genoemde bedragen bij deze productgroep te vervallen.
437
Middeleninzet Omschrijving
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan voorzieningen - kapitaallasten totaal directe kosten
1.349.056
Totaal lasten
1.349.056
640.056 709.000
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit voorzieningen Totaal baten Saldo lasten en baten
1.349.056
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
lasten 2006
baten 2006
realisatie saldo 2006
060000 Onverdeelde apparaatskosten
raming saldo 2006 1.349.056
totaal saldo kostenplaatsen
1.349.056
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006 Betreft de vrijval van de niet verdeelde apparaatskosten ontstaan na de verdeling ten behoeve van de Integrale Bijstelling van de begroting 2006. * vrijval personele kosten € 1.003.968 * vrijval materiële kosten € 345.089 Totale vrijval niet verdeelde apparaatskosten
€
1.349.057
Van de vrijval personele kosten werd een bedrag van € 520.701 in de reserve AKP gestort.
438
Productgroepnummer en -naam : 0800 Mutaties reserves Programma
: Algemene dekkingsmiddelen
Portefeuillehouder
: Calon
Productverantwoordelijke
: Faber
Productgroepomschrijving Hier worden de mutaties m.b.t. de reserves verantwoord.
Maatschappelijke effecten, prestatie-indicatoren en afnemers/klanten Maatschappelijke effecten
Geplande prestatie-indicatoren
Voortgang/realisatie prestatie-indicatoren
Afnemers/klanten
Activiteiten in 2006 (dekking binnen bestaande formatie en begroting)
Toelichting/ontwikkelingen
Beleidsverantwoording
439
Middeleninzet Omschrijving
realisatie 2005
realisatie 2006
raming 2006
Lasten: apparaatskosten - apparaatskosten
directe kosten - programmakosten * aanvaard beleid * nieuw beleid - bijdragen aan reserves - kapitaallasten totaal directe kosten
35.935.597
96.279.627
23.469.914
35.935.597
96.279.627
23.469.914
Totaal lasten
35.935.597
96.279.627
23.469.914
Baten: - leges en andere heffingen - rijksbijdragen - overige baten (bijdragen derden) - bijdragen uit reserves
20.408.561
33.404.734
24.325.948
Totaal baten
20.408.561
33.404.734
24.325.948
Saldo lasten en baten
15.527.036
62.874.894
-856.034
lasten 2006
baten 2006
realisatie saldo 2006
raming saldo 2006
7.875.732 45.341.412 150.000 50.000
12.933.520 11.325.583 127.459 290.697 156.241
-5.057.788 34.015.829 22.541 -240.697 -156.241 67.233 76.254 147.641 2.423.140 385.531 -18.056 -561.185 853.134 30.917.558
-5.345.309 6.276.756
Specificatie lasten en baten 2006 naar producten Code
Product
080001 Mutatie reserves: - algemene reserve - reserve ESFI - reserve Stimuleringsfonds Zorg - reserve groen - reserve huisvesting en inrichting - egalisatiereserve grondwaterheffing - egalisatiereserve automatisering - egalisatiereserve wegen en kanalen - reserve cofinanciering Kompas - egalisatiereserve ontgrondingen - egalisatiereserve BTW-Compensatiefonds - reserve AKP-budgetten - reserve bodemsanering - reserve afkoopsommen (water-)wegen
67.233 76.254 1.294.250 7.110.784 385.531 2.018.701 992.173 30.917.558
1.146.609 4.687.644 18.056 2.579.886 139.039
-200.000 49.000 -15.026 -938.633 1.064.007 103.969 -1.927.998 77.200
totaal mutaties reserves
96.279.627
33.404.734
62.874.894
-856.034
totaal mutaties reserves
96.279.627
33.404.734
62.874.894
-856.034
Analyse van de verschillen tussen raming 2006 en realisatie 2006
440
Hoofdstuk 3: Staat van herkomst en besteding van middelen
441
3.234.710
Afschrijvingen materiële vaste activa
12.854.530
Saldo na bestemming
Afname waarborgsommen
Afname algemene reserve
Toename verstrekte kasleningen
Afname overige vorderingen
Toename debiteuren
Toename beleggingen
Toename verstrekte overige langlopende leningen
155.574.541
11.200
5.057.787
76.812.610
6.349.997
21.878
23.387.646
4.234.000
48.000
2.000
177.500
1.125.995
38.345.928
Besteding van middelen
Aankoop kapitaalverstrekking aan overige verbonden partijen
Toename deelnemingen
Toename immateriële vaste activa
Storting in reserve
Investeringen materiële vaste activa
442
155.574.541
25.879.578
957.144
8.151.936
Toename overige vlottende passiva
Toename crediteuren
Toename voorzieningen
67.932.681
2.721.818
Afname liquide middelen
Toename bestemmingsreserves
6.423.139
50.000
Afname leningen aan overige verbonden partijen
Afname vorderingen op openbare lichamen
62.382
Aflossing op overige langlopende leningen u/g.
221.774
8.325.370
Bijdragen van reserves in de investeringen
Afschrijvingen immateriële vaste activa
18.759.479
Bijdragen van derden in de investeringen
Herkomst van middelen
Staat van herkomst en besteding van middelen
Hoofdstuk 4: Bijlagen Bijlage A-I: overzicht personele sterkte en personeelslasten.............................................................. 445 Bijlage A-II: salarissen en sociale lasten (lastencategorieën 1.1 en 1.2)............................................ 447 Bijlage B-1: Staat van immateriële vaste activa .................................................................................. 449 Bijlage B-II: Staat van materiële vaste activa ...................................................................................... 450 Bijlage C: Staat van financiële vaste activa: kapitaalverstrekkingen .................................................. 453 Bijlage D: Staat van financiële vaste activa: langlopende geldleningen u/g en beleggingen ............. 454 Bijlage E: Staat van reserves .............................................................................................................. 456 Bijlage F: Staat van voorzieningen...................................................................................................... 457 Bijlage G: Staat van opgenomen langlopende geldleningen o/g ........................................................ 458 Bijlage H: Staat van gewaarborgde geldleningen en garantieverplichtingen...................................... 459 Bijlage I: Overzicht kapitaallasten en berekening rente-omslag ......................................................... 460 Bijlage J-I: Kostenverdeelstaat............................................................................................................ 462 Bijlage J-II: overzicht van productgroepen van de exploitatie- rekening en van de investeringen belast met apparaatskosten ........................................................................................................................... 463 Bijlage K: Verdelingsmatrix.................................................................................................................. 467
443
444
Bijlage A-I: overzicht personele sterkte en personeelslasten De seniorentijd is in de formatieplaatsen verwerkt (Personeelslasten x € 1.000) sterkte per 31 december 2006
Organisatie- eenheid/ afdeling
aantal formatieplaatsen afk.
SG
code
sterkte per
toegestaan
6,5
werkelijk
aantal formatieplaatsen
personen
toegestaan
6
6,5
werkelijk
Statengriffie
GMO
402
GS-MT Ondersteuning
3,4
3,2
3
3,9
3,9
4
MT
403
Managementteam
4,0
4,0
4
6,0
5,5
6
12,8
13
16,4
15,8
17
13,9
Personeelslasten
1.219
6,4
aantal personen
401
Totaal SG/GMO/MT
5,6
31 december 2005 aantal
7
1.392
ABJ
410
Algemeen Bestuurlijke en Juridische Zaken
26,5
25,7
30
25,3
24,0
28
CK
411
Communicatie en Kabinet
29,9
30,2
34
30,8
30,0
33
FZ
412
Facilitaire Zaken
43,6
40,7
48
44,0
42,0
49
ICT
413
Informatie en Communicatie Technologie
33,1
31,7
33
33,5
32,2
34
PO
415
Personeel en Organisatie
28,5
27,6
36
29,8
29,1
37
FC
416
Financiën en Control
46,1
40,4
48
46,6
43,8
51
IV
417
Informatievoorziening Totaal Bedrijfsvoering
25,8
24,2
27
25,9
24,1
27
233,5
220,5
256
235,9
225,2
259
Personeelslasten
OMB/PB
420
PP RV
13.143
12.745
Omgevingsbeleid en Projectbureau
28,1
26,8
29
24,9
25,2
28
433
Programma's en Projecten
21,2
15,9
20
21,2
18,2
23
434
Regiovisie
6,2
6,2
7
6,2
6,2
7
PV
435
Projectbureau Veenkoloniën
1,1
1,1
2
0,9
0,9
1
ZZL
436
Zuiderzeelijn
0,9
1,8
1,4
1
HP
437
Hanzepassage Totaal Strategie en Projecten
1,0
1,0
1
1,0
1,0
1
58,5
51,0
59
56,0
52,9
61
Personeelslasten
CW
422
3.316
3.776
Cultuur en Welzijn
35,5
35,7
45
33,7
31,3
39
EZ
442
Economische Zaken
23,8
22,0
25
22,0
21,7
24
VV
443
Verkeer en Vervoer
24,4
22,4
28
24,5
20,7
26
MV
444
Milieuvergunningen
39,2
38,9
44
36,8
35,5
40
MTZ
445
Milieutoezicht
31,9
31,7
34
32,0
31,4
34
MB
446
Milieubeleid en Bodemsanering
32,0
28,8
34
31,7
29,0
34
RP
447
Ruimtelijke Plannen
30,1
30,0
33
30,3
27,9
31
LWG
421
Landelijk Gebied en Water
46,1
42,3
50
47,3
47,1
54
251,8
293
258,3
244,6
282
Totaal Beleid
263,0
Personeelslasten
15.215
445
14.663
Organisatie- eenheid/ afdeling
sterkte per
sterkte per
31 december 2006
31 december 2005
aantal formatieplaatsen afk.
code
toegestaan
werkelijk
aantal
aantal formatieplaatsen
personen toegestaan
werkelijk
aantal personen
WE
460
Wegenbouw
25,5
25,9
31
25,5
25,5
30
BW
461
Beton- en Waterbouw
27,7
29,0
31
30,4
26,9
29
SEM
462
Staal, Electro en Materieel
31,6
31,1
34
32,3
28,5
31
WB
463
Wegbeheer
67,3
62,1
67
67,3
65,1
70
KB
464
Kanaalbeheer
157,2
141,6
161
157,2
140,4
156
CBO
465
Commissie Bodemdaling
2,3
2,3
3
2,3
2,3
3
311,6
292,0
327
315,0
288,7
319
Totaal Wegen en Kanalen Personeelslasten
IPC
480/2 Inactief personeel Concern
CF
490
14.364
Concern (speciale taken en/of niet geplaatst)
2,7
Totaal Overigen
2,7
Personeelslasten
14.120
5,4
7
3,5
5,4
7
3,5
1.144 883,2
TOTAAL PERSONEELSTERKTE **
TOTAAL PERSONEELSLASTEN x € 1.000
833,5
10,5
11
10,5
11
2.099 955
885,1
48.401
837,7
949
48.795
GS
496
Gedeputeerde Staten
5,0
5,0
5
5,0
5,0
5
CDK
495
Commissaris der Koningin
1,0
1,0
1
1,0
1,0
1
OGS
496
Oud-leden Gedeputeerde Staten 6,0
6
6,0
6,0
6
Totaal Bestuur
6,0
Personeelslasten
940
TOTAAL PERSONEELSTERKTE, INCL.BESTUUR **
889,2
TOTAAL PERSONEELSLASTEN, INCL.BESTUUR x € 1.000
**
839,5
49.341
exclusief inactief personeel per 31-12-2006: 5 personen ( 4,33 formatieplaasten) exclusief inactief personeel per 31-12-2005: 8 personen ( 7,33 formatieplaasten)
446
1.070
961
891,1
843,7
49.865
955
Bijlage A-II: salarissen en sociale lasten (lastencategorieën 1.1 en 1.2) 2006 A. Salarissen en wedden a. salarissen en toelagen provinciaal personeel (incl. vakantietoelage, eindejaarsuitkering en bijdrage zorgverzekeringswet) b. verkoop verlofdagen c. stagevergoedingen d. vergoedingen overwerk e. diensttijduitkeringen f. vergoedingen woon-werkverkeer g. wedden / salarissen leden gedeputeerde staten (incl. vakantietoelage, eindejaarsuitkering en bijdrage zorgverzekeringswet)
€ " " " " "
40.328.142 144.344 31.794 250.101 85.738 102.373
€ " " " " "
37.653.921 196.933 42.251 233.640 109.672 110.519
"
670.667
"
636.303
€
41.613.159
€
38.983.239
200.456
€
200.490
74.566
"
153.926
982.513
"
703.884
€
1.257.535
€
1.058.300
€ " " " €
5.917.439 400.955 1.579.627 172.680 8.070.701
€ " " " €
5.347.967 441.943 2.956.850 582.066 9.328.826
€ " " " €
1.793.130 1.322.629 262.701 12.456 3.390.916
€ " " €
1.341.213 262.262 3.286.192 4.889.667
€ " " " "
4.778 84.327 4.549 4.261 5.401
€
103.316
€ " " " " " €
2.903 95.758 42.387 6.086 9.183 21.011 177.328
€
11.564.933
€
14.395.821
B. Uitkeringen voormalig personeel en oud-leden gedeputeerde staten a. pensioenuitkeringen oud-leden van gedeputeerde staten € b. uitkeringen oud-leden van gedeputeerde staten (incl. vakantietoelage en eindejaarsuitkering) " c. uitkeringen voormalig personeel (incl. vakantietoelage en eindejaarsuitkering), zoals salarissen, wachtgelden en aanvullend invaliditeitspensioen "
C. Sociale lasten a. Premies pensioen/afkoopsommen waarde pensioen: 1. premie ouderdoms-/ nabestaandenpensioen 2. premie invaliditeitspensioen 3. premie FPU / VUT fonds 4. afkoopsom waarde pensioen b.
c.
Premies sociale verzekeringen: 1. premie Zorgverzekeringswet 2. premie Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering 3. premie Uitvoeringsfonds arbeidsongeschiktheid 4. premie Interprovinciale ziektekostenregeling / Ziekenfondswet Overige sociale lasten: 1. vergoeding ziektekosten 2. loonheffing spaarloon 3. interim-uitkering ziektekosten 4. compensatie diverse premies 5. premie WOR 6. nabestaandenuitkering
447
2005
2006 D. Inkomsten in verband met salarissen en sociale lasten a. Inkomsten salarissen: 1. WAO-uitkeringen en uitkeringen ziektewet 2. vermindering loonheffing i.v.m. laag loon en ouderschapsverlof 3. aankoop verlofdagen 4. bijdragen derden b.
c.
d.
Verhaal premies pensioen: 1. premie ouderdoms-/ nabestaandenpensioen 2. premie invaliditeitspensioen 3. premie FPU / VUT fonds Verhaal premies sociale verzekeringen: 1. premie Zorgverzekeringswet 2. premie Interprovinciale ziektekostenregeling / Ziekenfondswet 3. premie WGA Verhaal overige sociale lasten: 1. pensioenpremie leden en oud-leden gedeputeerde staten
Samengevat bestaan de uitgaven uit de volgende onderdelen: rubriek A - salarissen en wedden rubriek B - uitkeringen voormalig personeel en oud-leden g.s. rubriek C - sociale lasten
2005
€
138.166
€
148.684
" " " €
38.359 49.574 42.145 268.244
" " " €
76.556 50.209 189.044 464.493
€ " " €
1.865.535 189.311 941.888 2.996.734
€ " " €
1.431.616 201.998 1.487.580 3.121.194
€ " " €
1.793.130 2.782 3.978 1.799.890
€
960.155
€
960.155
€
29.292
€
26.146
€
5.094.160
€
4.571.988
€ " "
41.613.159 1.257.535 11.564.933
€ " "
38.983.239 1.058.300 14.395.821
€
54.435.627
€
54.437.360
rubriek D - inkomsten in verband met salarissen en sociale lasten
"
5.094.160
"
4.571.988
Totaal
€
49.341.467
€
49.865.372
bestaande uit: * lastencategorie 1.1 * lastencategorie 1.2
€ €
48.083.932 1.257.535
€ €
48.807.072 1.058.300
448
A
177.500
855.831
Totaal
mutaties 2006
177.500
C
bij
378.000 477.831
B
aanschafwaarde per 1-1-2006
obligaties Allianz Finance 1997-2007 obligaties Ems 1997-2007 obligaties Morgan Stanley
AGIO OBLIGATIES
omschrijving
Bijlage B-1: Staat van immateriële vaste activa
D
af
0
449
1.033.331
378.000 477.831 177.500
E(B+C-D)
4,5 jaar 4,5 jaar 4,9 jaar
F
aanschafwaarde afschrijvingsper 31-12-2006 termijn
537.404
238.610 298.794
cumulatieve afschrijvingen t/m 31-12-2005 G
318.426
139.390 179.036
H(B-G)
boekwaarde per 1-1-2006
221.774
84.000 106.185 31.589
I
afschrijvingen 2006
274.153
55.390 72.852 145.911
J
boekwaarde per 31-12-2006
1.559.352 729.699 46.781
2.335.832
Dienstengebouw St. Jansstraat 4 Oorspronkelijke bouwkosten Idem uitbreiding Kelder P.C.C.V.
Totaal dienstengebouw
2.269.838
2.269.838
Her-en verbouw Martinikerkhof 12 Fase 3 en 4
Totaal Martinikerkhof 12
1.906.301 144.420 210.032 68.324 59.341 242.767
2.631.185
11.146.823
Nieuwe herhuisvesting DWK Districten Noord Districten West Districten Zuid Districten SEM panden MURA
Totaal overige dienstgebouwen
Totaal gebouwen en terreinen
Overige dienstengebouwen
2.186.543
265.819
PAC Noodstroomvz. Prov. Actiecom.
1.580.804
339.919
47.579
mutaties 2006
1.580.804
C
bij
Voorbereiding metamorfose
95.000
3.380.539
Totaal St. Jansstraat 4
Her-en verbouw Sint Jansstraat 4
1.044.707
Totaal renovatie
691.756 352.951
2.722.681
Totaal nieuwbouw dienstengebouw
Kosten renovatie St jansstraat4: Bouwkundig deel Aanvullende investeringen
2.722.681
aanschafwaarde per 1-1-2006 (excl.BTW) B
Nieuwbouw dienstengebouw Nieuwbouw, ondergrond
GEBOUWEN EN TERREINEN
A Activa met een economische nut:
omschrijving
Bijlage B-II: Staat van materiële vaste activa
D
af
13.333.366
2.631.185
1.906.301 144.420 210.032 68.324 59.341 242.767
313.399
339.919
95.000
3.850.643
3.850.643
3.380.539
1.044.707
691.756 352.951
2.335.832
1.559.352 729.699 46.781
2.722.681
2.722.681
E(B+C-D)
aanschafwaarde per 31-12-2006
450
ann.30jr.6,5% ann.40jr,9.5% ann.40jr,9.5% ann.40jr,9.5% ann.40jr,9.5% 40 jaar
10/40 jaar
37 jaar 10 jaar
66 2/3 jaar 66 2/3 jaar 66 2/3 jaar
F
afschrijvingstermijn
2.361.370
307.938
194.753 9.544 15.624 3.261 3.761 80.995
159.378
159.378
1.894.054
481.577
168.257 313.321
1.412.476
935.664 448.770 28.043
cumulatieve afschrijvingen t/m 31-12-2005 G
8.785.453
2.323.247
1.711.548 134.876 194.408 65.063 55.580 161.772
47.579
95.000
2.110.460
2.110.460
1.486.485
563.129
523.499 39.630
923.356
623.688 280.930 18.738
2.722.681
2.722.681
H(B-G)
boekwaarde per 1-1-2006 I
264.901
42.992
31.039 1.835 3.051 487 511 6.069
4.758
128.123
128.123
89.029
53.991
18.696 35.295
35.037
23.390 10.945 702
afschrijvingen 2006
10.707.095
2.280.255
1.680.508 133.041 191.357 64.577 55.069 155.703
308.641
339.919
95.000
3.563.142
3.563.142
1.397.456
509.138
504.803 4.335
888.318
600.298 269.984 18.037
2.722.681
2.722.681
J
boekwaarde per 31-12-2006
647.004
161.108
114.339 9.930 13.033 6.181 5.280 12.345
3.631
161.055
161.055
113.437
42.974
39.950 3.024
70.464
47.595 21.438 1.430
207.773
M
product groep
919.155
204.100 app.kst
145.379 11.765 16.084 6.668 5.791 18.414
8.389
7.250
289.177 app.kst.
289.177
202.466 app.kst
96.965
58.646 38.319
105.501
70.985 32.384 2.132
207.773 app.kst
207.773
L(I+K)
K
207.773
totaal der kapitaallasten
rente
5.068.954 5.231.628 28.812.885
39.113.467
TOTAAL WEGEN
102.336.492
18.795.210
18.795.210
12.075.261
9.888.718
90.742.334
mutaties 2006
9.481.488 407.230
Secundaire wegen t/m 1992 Tertiaire wegen Provinciale wegen vanaf 1993
LANDWEGEN
LAND- EN WATERWEGEN
Activa met een maatschappelijk nut:
TOTAAL ECONOMISCH NUT
De Blauwe Stad Ulsderpolder
C
bij
86.080.549 4.661.785
447.335
Totaal apparatuur
OVERIGE INVESTERINGEN
447.335
A
aanschafwaarde per 1-1-2006 (excl.BTW) B
Digitale telefooncentrale 2002
APPARATUUR
omschrijving
12.446.897
12.446.897
7.372.735
7.372.735
7.034.602 338.133
D
af
45.461.780
5.068.954 5.231.628 35.161.198
107.039.018
93.258.317
88.527.435 4.730.883
447.335
447.335
E(B+C-D)
aanschafwaarde per 31-12-2006
451
ann. 20 jr. 9% 20 jaar 20 jaar
7 jaar
F
afschrijvingstermijn
15.293.925
3.216.482 4.188.178 7.889.265
2.553.128
191.758
191.758
cumulatieve afschrijvingen t/m 31-12-2005 G
23.819.542
1.852.472 1.043.450 20.923.620
99.783.364
90.742.334
86.080.549 4.661.785
255.577
255.577
H(B-G)
boekwaarde per 1-1-2006
328.806
63.905
63.905
1.914.199
388.551 242.389 1.283.259
I
afschrijvingen 2006
191.672
191.672
28.253.656
1.463.921 801.061 25.988.674
104.157.084
93.258.317
88.527.435 4.730.883
J
boekwaarde per 31-12-2006
1.602.878
166.722 79.630 1.356.526
1.022.261
355.753
355.753
19.504
19.504
K
rente
M
product groep
3.517.077 3101
555.273 322.019 2.639.785
1.358.317
355.753
355.753
83.409 app.kst
83.409
L(I+K)
totaal der kapitaallasten
mutaties 2006
168.494.857
39.251.689
66.158.364
TOTAAL MAATSCHAPPELIJK NUT
TOTAAL GENERAAL
20.456.479
27.044.897
51.326.950
4.739.950
3.589.593
38.939.877
31.567.143
19.120.246
928.109
-30.286
305.364 -125.243 1.130.122
10.290.874 1.187.746 693.609
D
af
538.791
7.794
1.130.122
575.749
TOTAAL WATERWEGEN
3.421.772 9.106.673 1.393.913 692.071
C
bij
4.230.917 1.616.087 -36.551 569.752 907.670 3.775.563 6.875.307 4.035.635 30.457 885.988 53.419 2.016.936 -125.243 112.857 105.459 -12.500 -14.999 -15.115 489.206 320.926 12.157 443.093 -240.714 -154.735 1.169.925 -6.601
A
aanschafwaarde per 1-1-2006 (excl.BTW) B
waterwegen algemeen van Starkenborghkanaal Eemskanaal Winschoterdiep Aanlegplaatsen gevaarlijke stoffen sluis Gaarkeuken vernieuwing Oostersluis verruiming kunstwerken Winschoterdiep dukdalf Farmsum kanaal Veendam-Musselkanaal: Reitdiep oeververbetering Reitdiep Bellingwolde-Nieuweschans A.G. Wildervanckkanaal Aduarder- en Hoendiep Actieplan 05: brug Hoendiep-Enumatil verkoop grond Drents diep brug/fietsbrug Lauwerszijl Lighaven Delfzijl vissershaven Lauwersoog Verbindingskanaal Damsterdiep- Eemskanaal Oldehoofsterkanaal Baggerplan Zuidlaardermeer Brug Abelstokstertil Project "van Turfvaart naar Toervaart" totaal nagek.kst.vaarwegen
WATERWEGEN
omschrijving
180.881.929
73.842.911
28.381.131
112.857 105.459 -4.706 -14.999 15.171 489.206 320.926 12.157 443.093 -630.031 -154.735 19.568 -6.601
7.652.689 431.886 169.615 568.215 907.670 3.775.563 6.875.307 4.035.635 30.457 885.988 53.419 2.287.321
E(B+C-D)
aanschafwaarde per 31-12-2006
452
40 jaar 20/40 jaar 40 jaar 40 jaar 40 jaar 40 jaar 40 jaar 40 jaar 40 jaar
40 jaar ann.20 jr,7%
40 jaar 40 jaar 40 jaar 40 jaar 40 jaar 40 jaar 40 jaar 40 jaar 20 jaar 40 jaar 40 jaar 6 jaar
F
afschrijvingstermijn
28.774.088
26.220.960
10.927.036
45
-39
427.726 216.205 4.340 109.957
114.139 89.387
135.631 460.968 -35 387.077 13.809 2.655.808 1.531.882 3.261.283 24.385 125.437 18.697 1.350.336
cumulatieve afschrijvingen t/m 31-12-2005 G
139.720.768
39.937.404
16.117.862
4.095.286 1.155.119 -36.516 182.676 893.862 1.119.755 5.343.425 774.352 6.071 760.551 34.722 666.600 -125.243 -1.281 16.072 -12.500 -14.999 -15.115 61.480 104.721 7.817 333.136 -240.714 -154.696 1.169.925 -6.646
H(B-G)
boekwaarde per 1-1-2006
991.706
-165
-8
18.486 8.520 304 14.610
3.817 9.286
105.773 84.938 -8 14.244 1.553 94.389 171.883 100.891 1.523 22.150 1.335 338.185
3.234.711
2.905.905
I
afschrijvingen 2006
148.873.130
44.716.046
16.462.389
-5.099 6.786 -4.706 -14.999 15.171 42.994 96.201 7.513 318.526 -630.031 -154.687 19.568 -6.480
7.411.285 -114.020 169.658 166.894 892.309 1.025.366 5.171.543 673.462 4.549 738.402 33.387 598.800
J
boekwaarde per 31-12-2006
3.884.457
2.862.196
1.259.318
-507
-22
4.692 7.992 597 25.313
1.068 2.434
7.126.417
5.768.101
2.251.024
-672
-31
23.177 16.512 900 39.924
4.886 11.720
418.295 304.796 -28 28.184 5.239 179.840 579.653 162.484 1.986 80.189 3.985 389.984
L(I+K)
K
312.522 219.858 -20 13.940 3.686 85.451 407.770 61.593 463 58.040 2.650 51.799
totaal der kapitaallasten
rente
3301 3301 3301 3301 3301 3301 3301 3301 3301 3301 3301 3301 3301 3301 3301 3301 3301 3301 3301 3304 3301 3301 3301 3301 3301 3301
M
product groep
1
571.962 6.353 7.200 360 P.M.
(75.250/ € 2,50)
(14/ € 453,79) (72/ € 100) (360/ € 1) (50/ € 200) (2/ € 1.000)
Totaal overige verbonden partijen
GEMM CV
(48/ € 1.000)
2.319.315
1.722.096 P.M. 11.345
48.000
48.000
2.000
2.000
453
48.000
48.000
2.321.315
6.353 7.200 360 P.M. 2.000
571.962
1.722.096 P.M. 11.345
aanschafwaarde mutaties 2006 aanschafwaarde per 1-1-2006 _____________ _____________ per 31-12-2006 bij af (kolom 3+4-5) 3 4 5 6
(8.988.827/ € 1) (2.758/ € 453,79) (25/ € 500)
2
nominaal
OVERIGE VERBONDEN PARTIJEN:
Totaal deelnemingen
Essent Groningen Airport Eelde N.V. Waterbedrijf Groningen N.V. Bank voor Nederlandse Gemeenten N.V. Noordelijke Ontwikkelings Maatschappij Blauwe Stad OMD Oikocredit GEMM Beheer BV
DEELNEMINGEN:
omschrijving
Bijlage C: Staat van financiële vaste activa: kapitaalverstrekkingen
769.386
155
781.345
-12.114
7
ontvangen rente baten
22.949.655
149.655
22.800.000
nog te ontvangen rentebaten 8
3.663
3.663
175.218
153
43.648
131.418
9
toegerekende rentelasten
9.101
7.102 9.101 9.201 0.410 9.101
0.410
7.201
0.410
10
productgroep
26.623.285
Totaal leningen aan deelnemingen
Verstrekte hypotheken Onner-/Oostpolder en Ulsderpolder
rentedragende leningen Div.ambtenaren
Waterschappen Noorderzijlvest en Hunze en Aa's: idem 10 jr.fixe idem idem 10 jr.fixe 5,75 4,48 4,25
4.539.586
2,15
4.539.586 3,75 tot 12,00
36.302.417
15.882.308 11.344.505 9.075.604
950.000
Totaal leningen aan deelnemingen
OVERIGE LANGLOPENDE LENINGEN:
950.000 6,4983
9,00
achtergestelde lening GEMM cv
OVERIGE VERBONDEN PARTIJEN:
26.623.285
36.375
36.375
36.302.417
15.882.308 11.344.505 9.075.604
1.000.000
1.000.000
26.623.285
26.623.285
454
4.234.000
4.234.000
0
0
0
18.234
18.234
0
50.000
50.000
0
4.252.141
4.234.000
18.141
36.302.417
15.882.308 11.344.505 9.075.604
950.000
950.000
26.623.285
26.623.285
oorspronkelijk rentesaldo mutaties 2006 saldo bedrag der percen- per 1-1-2006 ___________ ___________ per 31-12-2006 geldlening tage bij af
achtergestelde lening Essent NV
AAN DEELNEMINGEN:
geldnemer
2.372
2.372
1.386.295
684.925 381.175 320.195
0
2.396.096
2.396.096
ontvangen rente
Bijlage D: Staat van financiële vaste activa: langlopende geldleningen u/g en beleggingen
0
420.885
228.308 127.058 65.518
61.280
61.280
0
2.776
2.776
0
72.497
72.497
2.031.691
2.031.691
nog te ontvangen toegerekende rente 2006 rente
1.602
0.110
9.101
7.201
productgroep
Totaal beleggingen
obligaties Allianz Finance 1997-2007 obligaties Ems 1997-2007 belegging nazorgfonds loyalis FS Garantie Produkt 04/09 loyalis FS Rente Fonds Europa 04/09 obligaties Morgan Stanley 06/11 ABN-AMRO deposito 06/11 loyalis Garantie Produkt 06/11 BCM Garantie Produkt 06/11
BELEGGINGEN
Totaal overige langlopende leningen
renteloze leningen/voorschotten Menkemaborg Pc-privé project (reg.2000) Pc-privé project (2004: ikap reg.)
geldnemer
5.000.000 5.000.000 7.500.000 7.500.000
5.000.000
49.037.802
4.500.000 4.537.802 15.000.000
5,750 5,875 4,138
54.982.751
4.500.000 4.537.802 19.970.232 13.074.957 12.899.760
36.440.167
41.272.065
4.500.000 4.537.802 15.000.000
Nominaal
101.374
430.062
0
40.840 31.378 29.156
40.840 389.221
455
26.648.397
692.060 370.633 377.611 5.000.000 5.000.000 7.652.730 7.555.364
4.234.000
0
3.260.751
3.260.751
62.382
44.148
16.104 28.043
78.370.398
4.500.000 4.537.802 17.401.542 13.445.590 13.277.371 5.000.000 5.000.000 7.652.730 7.555.364
40.611.785
57.227
40.840 15.274 1.113
oorspronkelijk rentesaldo mutaties 2006 saldo bedrag der percen- per 1-1-2006 ___________ ___________ per 31-12-2006 geldlening tage bij af
0
519.637
841.757
426.437 210.959 9.233
77.017
89.765 1.199 77.778
118.111
140.639
420.885
2.671.895
984.414 997.783
343.406 346.291
10.512
7.736
3.117 4.619
nog te ontvangen toegerekende rente 2006 rente
189.579 20.678
1.388.667
ontvangen rente
0.110 0.110 0.110 0.110 0.110 0.110
0.110 0.110
8.303 1.602
productgroep
Bijlage E: Staat van reserves saldo per NAAM RESERVE
1 januari
saldo per vermeerderingen
verminderingen
3
4
2006 1
2
31 december
verplichtingen
2006 5
6
Algemene reserves 1. Algemene reserve 2. Saldo vorig boekjaar
Totaal algemene reserves
29.873.305
7.875.732
7.756.989
5.176.531
32.572.507
7.756.989
0
8.618.817
37.630.294
7.875.732
12.933.520
32.572.507
8.618.817
59.429.858
45.341.412
11.325.583
93.445.687
64.661.125
4. Stimulering Zorg
986.684
150.000
127.459
1.009.225
948.448
5. N.O.M.-participatie
668.524
668.524
p.m.
290.697
3.897.614
1.769.000
156.241
634.021
634.021
Bestemmingsreserves 3. Economische, Sociale en Fysieke Infrastructuur (ESFI)
6. Ecologische HoofdStructuur (Groen) 7. Huisvesting en inrichting 8. Grondwaterheffing 9. Automatisering 10. Beheer wegen en kanalen
4.138.311
50.000
790.262 626.023
67.233
693.256
693.256
2.469.709
76.254
2.545.963
2.545.963
804.532
1.294.250
1.146.609
952.173
952.173
11. Cofinanciering Kompas
8.679.010
7.110.784
4.687.644
11.102.150
14.024.917
12. Ontgronding
1.047.350
385.531
1.432.880
1.432.880
605.493
p.m.
13. BTW-Compensatiefonds
623.548
18.056
14. AKP-budgetten
3.547.141
2.018.701
2.579.886
2.985.956
2.985.956
15. Bodemsanering
3.536.140
992.173
139.039
4.389.273
4.389.273
30.917.558
p.m.
16. Afkoopsom wegen/wegen
Totaal bestemmingsreserves
TOTAAL RESERVES
30.917.558
87.347.092
88.403.895
20.471.214
155.279.773
95.037.012
124.977.386
96.279.627
33.404.734
187.852.280
103.655.829
456
Bijlage F: Staat van voorzieningen saldo per NAAM VOORZIENING
saldo per
1 januari
vermeerderingen
verminderingen
2006 1
1. Wachtgelden gesubsidieerde instellingen 2. Afkoopsommen wegen en waterwegen
31 december 2006
2
3
28.260
4
5
10.740
505.537
39.001 505.537
3. Nazorg stortplaatsen
19.917.393
1.620.983
Subtotaal voorzieningen
20.451.190
1.631.723
0
183.526
1.198.291
747.974
0 21.538.375
505.537
21.577.376
Voorzieningen rijksmiddelen: 4. Hoofdkanalen 5. Jeugdhulpverlening 6. I.P.R.
699.000
7. Stads- en dorpsvernieuwing
5.168.244
150.288
8. Bodemsanering
2.414.418
1.921.531
9. Openbaar vervoer
7.941.373
607.588
10. Investeringsregeling stedelijke vernieuwing 11. Gebundelde Doeluitkering
183.526 1.946.265 50.000
649.000
724.536
4.593.996 4.335.950
3.864.598
4.684.363
8.541.299
3.751.510
4.789.789
16.372.839
1.573.996
14.798.844
12. Interimregeling Duurzaam Veilig
1.235.848
13. Investeringsregeling stedelijke vernieuwing II
4.083.391
911.264
4.994.655
68.124
72.202
140.326
14. Beeldende kunst en vormgeving 15. Actieplan cultuurbereik
540.990
27.411
5.160
694.858
22.251
16. Besluit locatiegebonden subsidies
2.056.055
3.906.676
17. Brede doeluitkering
8.021.260
11.550.493
2.515.003
17.056.750
Subtotaal voorzieningen rijksmiddelen
57.827.554
20.051.542
13.025.793
64.853.303
TOTAAL VOORZIENINGEN
78.278.744
21.683.265
13.531.330
86.430.680
457
5.962.731
oorspronkelijk bedrag 2
ingangsdatum 3
looptijd in jaren 4
11.344.505
01-10-1998
10
264
12.500.000
01-04-1999
10
Onderhandse leningen van banken en overige financiële instellingen
263
Onderhandse lening van pensioen- en verzekeringsinstellingen
1
Nr.
4,1600
4,4800
renteperc. 5
458
12.500.000
11.344.505
saldo per 1 januari 6
Bijlage G: Staat van opgenomen langlopende geldleningen o/g
7
opgenomen 8
afgelost
12.500.000
11.344.505
saldo per 31 december 9
130.000
381.175
betaalde rente 10
390.000
127.058
nog te betalen rente 2006 11
3.325.075
515.041
680.670 2.001.500 2.001.500
181.512 181.512
1.758.398 4.084.022
19
17
5 6 7
4 6
12 17
Sintmaheerdt Sintmaheerdt TOTAAL SINTMAHEERDT (De Zijlen)
Blauw Börgje te Groningen Blauw Börgje te Groningen TOTAAL BLAUW BORGJE (St.Woonz.Nl.)
Twaalf Hoven Twaalf Hoven Twaalf Hoven TOTAAL TWAALF HOVEN (De Hoven)
Port Natal te Assen TOTAAL PORT NATAL (Open Ankh)
H.van Boeyenoord te Assen TOTAAL V.BOEYENOORD (Open Ankh)
Beileroord Beileroord Beileroord TOTAAL BEILEROORD (Open Ankh)
N.V. Waterbedrijf Groningen (vh Waprog) TOTAAL WATERBEDRIJF GRONINGEN
TOTAAL GENERAAL
GARANTIE VERPLICHTINGEN
naam instelling 4
gem.4,71 Nat.Groenfonds te Hoevelaken
5,350 4,195
7,875 7,875
5,600 3,660 3,820
3,760
4,850
7,360 7,200 4,530
4,400
perc.
Borgstellingen diverse bedrijven
TOTAAL GEWAARBORGDE GELDLENINGEN
1.837.810 1.005.577 529.198
29 30 31
oorspr. bedrag 3
38.938.427
funktie nummer 2
99
1
nr.
459
(3 stuks)
11 provincies
Drenthe
Fryslân/Drenthe/Overijssel
Fryslân en Drenthe Fryslân en Drenthe Fryslân en Drenthe
gemeenten
5
mede borgen
100,000%
6,800%
100,000% 100,000%
100,000% 100,000%
100,000% 100,000% 100,000%
39,421%
26,613%
33,333% 33,333% 33,333%
10,00%
aandeel prov. 6
Bijlage H: Staat van gewaarborgde geldleningen en garantieverplichtingen
173.344.101
2.368.733
170.975.367
140.487.099
996.466 2.586.547 3.583.012
119.520 119.520 239.040
476.469 1.667.917 1.715.571 3.859.957
171.981 171.981
475.789 475.789
612.603 476.326 302.399 1.391.328
20.767.161 20.767.161
totaal saldo 1 januari 7
4.119.679
4.119.679
58.611 136.134 194.745
119.520 119.520 239.040
34.034 166.792 142.964 343.789
57.175 57.175
475.789 475.789
122.521 52.925 37.800 213.246
2.595.895 2.595.895
8
afgelost
169.104.423
7.368.733
161.735.690
135.367.099
937.855 2.450.413 3.388.268
442.436 1.501.125 1.572.607 3.516.168
114.806 114.806
490.083 423.401 264.599 1.178.083
18.171.266 18.171.266
totaal saldo 31 december 9
25.733.209
7.368.733
18.364.476
9.204.963
937.855 2.450.413 3.388.268
442.436 1.501.125 1.572.607 3.516.168
45.258 45.258
163.361 141.134 88.199 392.693
1.817.127 1.817.127
door prov. gewaarborgd 10
771.426
771.426
771.426
betaald inz. garantst. 11
Bijlage I: Overzicht kapitaallasten en berekening rente-omslag A. OVERZICHT KAPITAALLASTEN LASTEN - rente en afschrijvingen
cat.
Betaalde rente langlopende geldleningen
5.0
1.028.234
Af: Ontvangen rente langlopende geldleningen waterschappen
5.0
508.234 520.000
Bespaarde rente reserves en voorzieningen
6.0(b)
8.764.906
Rente kortlopende geldleningen i.v.m. financieringsoverschot
6.0(e)
-401.497
Afschrijvingen
6.0(a)
8.883.409 3.456.485
Totaal kapitaallasten
12.339.894
BATEN - rente en afschrijvingen Doorberekende kapitaallasten: - Rente
aan functies
6.0(b)
8.209.651
aan apparaatskosten
6.0(b)
673.758
aan functies
6.0(a)
3.127.679
aan apparaatskosten
6.0(a)
328.806
8.883.409 - Afschrijvingen
3.456.485 Totaal baten
12.339.894
B. BEREKENING RENTE-OMSLAG Financieringsbehoefte: Boekwaarde immateriële vaste activa per 1-1-2006
318.427
Boekwaarde materiële vaste activa per 1-1-2006
139.720.768
Boekwaarde deelnemingen per 1-1-2006
2.319.315
Verstrekte geldleningen waterschappen per 1-1-2006
36.302.417
Overige verstrekte langlopende geldleningen per 1-1-2006
82.743.785 261.404.712
Financieringsmiddelen: Opgenomen geldleningen per 1-1-2006
23.844.505
Stand van reserves en voorzieningen per 1-1-2006
203.256.130 227.100.635
Financieringsoverschot: Tekort
-34.304.077
Boekwaarde materiële vaste activa per 1-1-2006 zonder rentetoerekening
47.687.294
Basis voor renteberekening kortlopende middelen gefinancierd met langlopend vermogen
13.383.218
Rentelasten: Rentebaten langlopende geldleningen: 3 % van het financieringsoverschot ad € 13.383.218
-401.497
Rentelasten langlopende geldleningen
1.028.234
Rentelasten reserves en voorzieningen: 4,31225 % van € 203.256.130
8.764.906
Rentebaten wegens verstrekte langlopende geldleningen waterschappen
-508.234 8.883.409
460
Boekwaarden voor rente-omslag: Immateriële vaste activa
318.427
Materiële vaste activa
139.720.768
Deelnemingen
2.319.315
Overige verstrekte langlopende geldleningen
119.046.202 261.404.712
Af: Vaste activa met vaste percentages
4.066.015
Vaste activa zonder rentetoerekening
145.112.348 149.178.363 112.226.349
Rentelasten voor rente-omslag: Totaal toe te rekenen rente
8.883.409
Af: Toegerekende rente aan materiële vaste activa met vaste percentages
319.130 8.564.279
Rente-omslag:
8.564.279 X 112.226.349
461
100%
=
7,631%
Bijlage J-I: Kostenverdeelstaat econ. cat. omschrijving
1.1 1.2 2.0 2.1 2.2 2.3 2.3.1 3.0 4.0.1 4.0.2 4.0.3 4.1.2 6.1 6.2 6.9
werkelijk
Salarissen en sociale lasten Sociale uitkeringen personeel Aankoop onroerende goederen Aankoop van duurzame roerende zaken Aankoop duurzame goederen Opbrengst overige goederen en diensten Aankopen niet duurzame goederen en diensten Belastingen Subsidies aan producenten Inkomensoversdrachten van overheden Overige inkomensoverdrachten Overige vermogensoverdrachten Kapitaallasten: - Afschrijvingen - Rente Overige administratieve boekingen
Totaal te verdelen apparaatskosten Verdeeld naar: omschrijving hoofdfunctie 1 2 3 4 5 6 7 8 9
48.083.932 1.257.535 -103.850 149.336 2.605.107 8.107.976 7.658.110 207.007 -20.826 204.501 8.900 978
53.031.193
328.806 673.758 25.000
328.560 687.960
69.186.270
70.427.926
werkelijk
Algemeen bestuur Openbare orde en veiligheid Verkeer en vervoer Waterhuishuishouding Milieubeheer Recreatie en natuur Economische en agrarische zaken Welzijn Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
begroot
273.519 2.913.238 7.553.601 5.465.725 174.130
begroot
11.356.256 695.855 20.010.118 3.681.647 12.260.917 2.259.732 5.415.599 4.088.966 5.995.409
11.000.612 849.304 20.383.576 3.512.583 11.934.802 2.341.917 5.649.538 4.066.898 6.785.453
Verdeeld naar functies gewone dienst
65.764.499
66.524.683
Verrekening voor investeringsprojecten: 3.1 Investeringen in wegen 3.3 Investeringen in waterwegen
1.665.709 1.756.063
2.530.541 1.372.702
Verdeeld naar investeringswerken
3.421.772
3.903.243
Totaal verdeelde apparaatskosten
69.186.271
70.427.926
462
Bijlage J-II: overzicht van productgroepen van de exploitatie- rekening en van de investeringen belast met apparaatskosten Omschrijving productgroepen
Werkelijk
Begroting
GEWONE DIENST 1. ALGEMEEN BESTUUR 1001 Ondersteuning PS 1101 Ondersteuning GS 1201 Kabinetszaken 1301 Bestuurlijke organisatie 1401 Financieel toezicht op de gemeenten 1501 Wettelijke regelingen 1601 Bestuurlijke samenwerking 1602 Voorzieningen personeel 1603 Communicatie 1604 Representatie en relatiemanagement 1605 Algemeen bestuurlijk 1701 Diensten voor derden 1702 Verhuur van gebouwen Totaal hoofdfunctie 1
934.580 2.191.655 1.236.098 67.424 410.333 973.515 720.841 618.786 1.987.361 185.975 33.726 1.713.759 282.203
980.828 2.269.638 981.008 65.880 445.843 994.225 744.429 559.116 1.959.960 156.295 32.940 1.564.923 245.527
11.356.256
11.000.612
695.855
849.304
695.855
849.304
1.712.194 702.753 6.651.403 1.112.638 955.371 5.596.632 843.905 1.815.736 258.445 7.533 18.001 335.507
2.318.458 955.745 6.921.698 878.367 889.849 5.421.709 749.555 1.847.883 141.948 24.236 17.774 216.354
20.010.118
20.383.576
2. OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID 2001 Openbare orde en veiligheid Totaal hoofdfunctie 2 3. VERKEER EN VERVOER 3001 Mobiliteitsbeleid 3101 (Re)constructie wegen en fietspaden 3102 Beheer en onderhoud landwegen 3103 Verkeersveiligheid 3301 (Re)constructie waterwegen 3302 Onderhoud en beheer hoofdvaarwegen - subsidiabel 3302 Onderhoud en beheer hoofdvaarwegen - niet subsidiabel 3303 Onderhoud en beheer overige vaarwegen 3304 Lauwersoog 3305 Herstel schade a.g.v. bodemdaling 3401 Luchtvaart-vervoer 3402 Collectief Personen Vervoer Totaal hoofdfunctie 3
463
Omschrijving productgroepen
Werkelijk
Begroting
4. WATERHUISHOUDING 4001 Water 4101 Waterschapsaangelegenheden 4201 Muskusrattenbestrijding 4301 Kwantitatief waterbeheer
1.654.034 41.048 1.986.565
1.847.227 41.896 1.623.460
3.681.647
3.512.583
2.202.065
1.902.214
1.628.537 457.801 703.018
1.763.941 639.374 654.441
4.043.193 3.200.019 26.284
3.696.108 3.223.637 55.087
12.260.917
11.934.802
6101 Toerisme en recreatie 6201 Natuur en landschap 6202 Landschapsonderhoud
416.139 1.481.248 362.345
488.598 1.487.472 365.847
Totaal hoofdfunctie 6
2.259.732
2.341.917
98.598 115.079 166.775
112.823 115.057 120.781
603.613
585.504
38.517 499.676 131.743 2.768.236 89.663 462.695 441.004
29.348 428.622 142.196 3.172.462 73.910 472.926 395.909
5.415.599
5.649.538
Totaal hoofdfunctie 4 5. MILIEUBEHEER 5001 Coördinatie 5002 Voorlichting en eductatie 5003 Milieu (algemeen) 5004 Metingen en registratie 5005 Milieuzorg en preventie/hergebruik 5201 Bodemsanering 5202 Afval 5203 Gebiedenbeleid / landbouw & milieu 5401 Geluidzones 5501 Vergunningverlening 5502 Toezicht en handhaving 5601 Ontgrondingen Totaal hoofdfunctie 5 6. RECREATIE EN NATUUR
7. ECONOMISCHE EN AGRARISCHE ZAKEN 7001 Algemeen economische zaken 7002 Promotie en acquisitie 7003 Toeristische promotie 7101 Kennis en technologie 7102 Bedrijfsterreinen 7103 Arbeidsmarkt 7104 Sectorstructuur Fysieke bedrijfsomgeving Marktsectoren 7105 Provinciale deelnemingen 7106 Regioprogramma's 7201 Nutsvoorzieningen 7301 Landinrichting 7302 Landbouw Totaal hoofdfunctie 7
464
Omschrijving productgroepen
Werkelijk
Begroting
8. WELZIJN 8001 Ontwikkeling welzijnsbeleid 8002 Ondersteuning welzijnsbeleid 8003 Media 8004 Subsidies voor mondiale bewustwording 8005 Asielzoekers 8101 Studiefonds 8102 Onderwijsbeleid 8201 Sport 8301 Kunst en cultuur, algemeen 8302 Kunsteducatie en amateurkunst 8303 Cultuurbehoud 8304 Kunsten 8310 Creatieve netwerken 8311 Het verhaal van Groningen 8312 Dynamiek in de kunsten van stad en regio 8401 Bibliotheek 8501 Maatschappelijke voorzieningen 8601 Volksgezondheid 8701 Ouderenbeleid en -zorg 8801 Jeugdhulpverlening
1.109.032
1.204.127
36.821
31.071
62.724 36.780 169.867 193.030
29.282 43.882 152.793 300.666
298.388 555.969 498.309 95.270 8.344 269.869 186.472 568.091
320.797 750.098 469.361 96.182 22.612 142.423 82.558 421.046
4.088.966
4.066.898
975.152 1.554.475 114.582 2.497.798
996.631 1.750.175 115.930 3.034.581
853.402
888.136
Totaal hoofdfunctie 9
5.995.409
6.785.453
Totaal gewone dienst
65.764.499
66.524.683
- Wegen - Waterwegen
1.665.709 1.756.063
2.530.541 1.372.702
Totaal investeringen
3.421.772
3.903.243
69.186.271
70.427.926
Totaal hoofdfunctie 8 9. RUIMTELIJKE ORDENING EN VOLKSHUISVESTING 9101 Regionale planning 9102 Gemeentelijke plannen 9103 Technische infrastructuur 9104 Gebiedsgericht werken/uitvoering POP 9105 Kompas 9201 Bouwen en Wonen
INVESTERINGEN
Totaal toegerekende apparaatskosten
465
466
Functies
Hoofdfunctie 4: WATERHUISHOUDING 4.0 Waterhuishouding, algemeen 4.1 Waterschapsaangelegenheden 4.2 Waterkeringen 4.3 Kwantitatief beheer oppervlaktewater 4.4 Kwantitatief beheer grondwater 4.5 Landaanwinning Totaal hoofdfunctie 4
Hoofdfunctie 3: VERKEER EN VERVOER 3.0 Verkeer en vervoer, algemeen 3.1 Landwegen 3.2 Boot- en veerdiensten 3.3 Waterwegen 3.4 Vervoer Totaal hoofdfunctie 3
Hoofdfunctie 2: OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID 2.0 Openbare orde en veiligheid, algemeen 2.1 Openbare orde en veiligheid 2.2 Overige beschermende maatregelen Totaal hoofdfunctie 2
Hoofdfunctie 1: ALGEMEEN BESTUUR 1.0 Provinciale staten 1.1 Gedeputeerde staten 1.2 Kabinetszaken 1.3 Bestuurlijke organisatie 1.4 Financieel toezicht op de gemeenten 1.5 Uitvoering van overige wettelijke regelingen 1.6 Overige zaken betreffende algemeen bestuur 1.7 Overige baten en lasten Totaal hoofdfunctie 1
Categorieën
4.0.2 Inkomensoverdrachten aan overheden
4.0.1
Subsidies aan producenten
3.0
Belastingen
2.3.1 Aankopen niet duurzame goederen en diensten
Aankoop van duurzame roerende zaken 0
Aankoop grond 215
7
730
87
642
467
4.907 110 681 12.731 227
372 6.771 118
559
13
7
559
20 0 50 1.375 -28 2.742
13
0 -36 -35
0
12.877 12.877
4.0.3 Overige inkomesoverdrachten
417
93 324
99 28.117 28.775
557 2
399
399
265
265
2.082 2.318
237
-28
-28
1.017 -194 1.044
3.903
3.928 -25
4.1.1 Vermogensover-drachten aan overheden
20
356
356
6.643 848 32.469
11.723 13.254
7
4.1.2 Overige vermogensoverdrachten
2.2
7
5.0
Rente
0
423
423
163 163
6.0 Administratieve boekingen
3 577 -19 561
7.1
Chartaal geld en deposito's
3.682
1.654 41 1.987
9.478 354 20.010
1.712 8.467
696
696
935 2.192 1.236 67 410 974 3.547 1.996 11.356
7.3 Langlopende effecten m.u.v. aandelen
20
7.5 Kortlopende leningen
192 5 23
7.6 Langlopende leningen
1.123 202
7.7 Aandelen en overige deelnemingen
0
8.2
7.8 Handelskredieten en transitorische posten
215
55
44
11
Overige aankopen onroerende zaken
Sociale uitkeringen personeel
Loonbetalingen en sociale premies
(bedragen in duizenden euro's) 1.1 1.2 2.0.1 2.0.2 2.1
Uitbestede investeringen
Verdelingsmatrix lasten
Overige verrekeningen
Bijlage K: Verdelingsmatrix
5.665
3.226 365 2.074
21.279 44.958 113.797
18.537 29.022
1.639
1.639
2.250 2.419 1.259 88 411 1.027 6.524 1.881 15.859
Totaal functies, kostenplaatsen en balansmutaties
Functies
Hoofdfunctie 9: RUIMTELIJKE ORDENING EN VOLKSHUISVESTING 9.0 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting, algemeen 9.1 Ruimtelijke ordening 9.2 Volkshuisvesting 9.3 Stedelijke vernieuwing Totaal hoofdfunctie 9
Hoofdfunctie 8: WELZIJN 8.0 Welzijn, algemeen 8.1 Educatie 8.2 Lichamelijke vorming en sport 8.3 Kunst en oudheidkunde 8.4 Sociaal-cultureel werk en ontwikkeling 8.5 Maatschappelijke voorzieningen 8.6 Volksgezondheid 8.7 Ouderenzorg 8.8 Jeugdhulpverlening Totaal hoofdfunctie 8
35 35
Loonbetalingen en sociale premies
Hoofdfunctie 7: ECONOMISCHE EN AGRARISCHE ZAKEN 7.0 Algemene economische aangelegenheden 7.1 Bevordering economische activiteiten 7.2 Nutsvoorzieningen 7.3 Agrarische aangelegenheden Totaal hoofdfunctie 7
Sociale uitkeringen personeel
28 28
Aankoop grond
Hoofdfunctie 6: RECREATIE EN NATUUR 6.0 Recreatie en natuur, algemeen 6.1 Recreatie 6.2 Natuur Totaal hoofdfunctie 6
Hoofdfunctie 5: MILIEUBEHEER 5.0 Milieubeheer, algemeen 5.1 Kwalitatief beheer oppervlaktewater 5.2 Kwalitatief beheer grondwater en bodem 5.3 Bestrijding luchtverontreiniging 5.4 Bestrijding geluidhinder 5.5 Vergunningverlening en handhaving 5.6 Ontgrondingen Totaal hoofdfunctie 5
Categorieën
Overige aankopen onroerende zaken
(bedragen in duizenden euro's) 1.1 1.2 2.0.1 2.0.2 2.1
7 -60
-67
197 197
Uitbestede investeringen
Verdelingsmatrix lasten 5.0
Rente
4.1.2 Overige vermogensoverdrachten
4.1.1 Vermogensover-drachten aan overheden
4.0.3 Overige inkomesoverdrachten
4.0.2 Inkomensoverdrachten aan overheden
4.0.1
Subsidies aan producenten
3.0
Belastingen
2.3.1 Aankopen niet duurzame goederen en diensten
Aankoop van duurzame roerende zaken
1.129 23 1.152
0
1 30 5 731
434 29 5 204 22
233 1.841
555 1.053
76 233 309
434 9 1.792
468
2
2
50
50
315
125 190
197 37.545 39.954
1.261 142 165 403 241
28 165
137
441 444 885
4.131
312
942
0
13
13
1
2 2
140
115 3.704
407
-1 -1
6.0 Administratieve boekingen
140
7.1
Chartaal geld en deposito's
2.373
2.373
20.458
220
10.666 326 509 5.534 3.080 123
437 3.897
94 3.366
1.159 4.185 5.344
1.257
141
91
6.405
6.405
22
22
100
100
13
2
1.256
1.256
278
130
88
60
121 491
370
39
39
293
291
5.075
4.014 1.062
748 834
75
11
2.033
0 2.033
3.543
5.995
5.142 853
1.209 207 193 1.353 95 8 270 186 568 4.089
380 4.042 90 904 5.416
416 1.844 2.260
7.243 26 12.261
2.789
2.202
7.3 Langlopende effecten m.u.v. aandelen
3.543
7.5 Kortlopende leningen
3
7.6 Langlopende leningen
12
7.7 Aandelen en overige deelnemingen
1.025
7.8 Handelskredieten en transitorische posten
0
8.2 Overige verrekeningen
2.2
22.573
12.783 9.789
13.641 705 872 7.720 3.439 131 270 763 38.866 66.407
1.030 8.923 2.122 1.764 13.838
2.231 6.933 9.164
8.562 35 23.431
11.070
3.763
Totaal functies, kostenplaatsen en balansmutaties
Functies
Kostenplaats kapitaallasten Overige kostenplaatsen Totaal Kostenplaatsen
Kostenplaatsen
Totaal hoofdfuncties
Hoofdfunctie 0: FINANCIERING EN ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN 0.0 Geldleningen en uitzettingen korter dan 1 jaar 0.1 Geldleningen en uitzettingen langer of gelijk aan 1 jaar 0.2 Algemene uitkering provinciefonds Eigen middelen 0.3 Overige financiële middelen 0.4 Algemene baten en lasten / onvoorzien 0.5 Saldo van kostenplaatsen 0.6 Saldo van de rekening van baten en lasten voor 0.7 bestemming Mutaties reserves die verband houden met de 0.8 hoofdfuncties Saldo van de rekening van baten en lasten na 0.9 bestemming Totaal hoofdfunctie 0
Categorieën
Loonbetalingen en sociale premies 49.294 49.294
Sociale uitkeringen personeel 47 47
Aankoop grond 333
Overige aankopen onroerende zaken
(bedragen in duizenden euro's) 1.1 1.2 2.0.1 2.0.2 2.1
149 149
723
Uitbestede investeringen
Verdelingsmatrix lasten 5.0
Rente
4.1.2 Overige vermogensoverdrachten
4.1.1 Vermogensover-drachten aan overheden
4.0.3 Overige inkomesoverdrachten
4.0.2 Inkomensoverdrachten aan overheden
4.0.1
Subsidies aan producenten
3.0
Belastingen
2.3.1 Aankopen niet duurzame goederen en diensten
Aankoop van duurzame roerende zaken 2.605 2.605
469
15.790 207 15.790 207
23.039 230
453
205 205
9 9
1 1
5.981
1.553 1.553
144.091
27.049 27.049
96.909 96.909
378.580
106.208
96.280
96.280
99.774
175
175
5.981
4.026 453
1.108
5.274
401 2.918
4.872
65.764
6.0 Administratieve boekingen
2.378
7.1
Chartaal geld en deposito's
10.444
7.3 Langlopende effecten m.u.v. aandelen
36.929
7.5 Kortlopende leningen
75.601
7.6 Langlopende leningen
12.927
7.7 Aandelen en overige deelnemingen
140
7.8 Handelskredieten en transitorische posten
453
8.2 Overige verrekeningen
2.2
Totaal functies, kostenplaatsen en balansmutaties
470
Functies
Materiële vaste activa: Woonruimten
Materiële vaste activa: Bedrijfsgebouwen
Materiële vaste activa: Grond-, weg- en
A122
A123
A124
Materiële vaste activa: Machines, apparaten en
A126
Financiële vaste activa: Bijdragen aan activa in
looptijd ≥ 1 jaar
Financiële vaste activa: Overige uitzettingen met
leningen
Financiële vaste activa: Overige langlopende
eigendom van derden Totaal Vaste Activa
A1333
A1332
A1331
Financiële vaste activa: Leningen aan overige
verbonden partijen
Financiële vaste activa: Leningen aan deelnemingen
A1323
woningbouwcorporaties
Financiële vaste activa: Leningen aan
overige verbonden partijen
Financiële vaste activa: Kapitaalverstrekking aan
gemeenschappelijke regelingen
A1322
A1321
A1313
Financiële vaste activa: Kapitaalverstrekking aan
deelnemingen
Financiële vaste activa: Kapitaalverstrekking aan
A1311
A1312
Materiële vaste activa: Overig
A129
installaties
Materiële vaste activa: Vervoermiddelen
A125
waterbouwkundige werken
Materiële vaste activa: Gronden en terreinen
A121
ontwikkeling voor een bepaald actief
Vaste Activa A111 Immateriële vaste activa: Kosten verbonden aan sluiten geldlening en saldo agio/disagio A112 Immateriële vaste activa: Kosten onderzoek en
Balansmutaties
Categorieën
Aankoop grond 15.941
9.866
6.075
958
958
Overige aankopen onroerende zaken
Sociale uitkeringen personeel
Loonbetalingen en sociale premies
(bedragen in duizenden euro's) 1.1 1.2 2.0.1 2.0.2 2.1
29.376
27.245
2.131
Uitbestede investeringen
Verdelingsmatrix lasten 4.1.1 Vermogensover-drachten aan overheden
4.0.3 Overige inkomesoverdrachten
4.0.2 Inkomensoverdrachten aan overheden
4.0.1
Subsidies aan producenten
3.0
Belastingen
Aankopen niet duurzame goederen en diensten
Aankoop van duurzame roerende zaken 0
694
0
614
471
34
23
1
-1.166
26.832
26.655
9.184
5.000
4.234
-50
4.1.2 Overige vermogensoverdrachten
50
48
2
5.0
Rente
3.422
3.422
6.0 Administratieve boekingen -1.141
7.1
Chartaal geld en deposito's
1
7.3 Langlopende effecten m.u.v. aandelen
11
7.5 Kortlopende leningen
2.3.1
-25
7.6 Langlopende leningen
80
7.7 Aandelen en overige deelnemingen
0
7.8 Handelskredieten en transitorische posten
178
8.2 Overige verrekeningen
2.2
85.325
31.655
4.234
-50
9.889
37.184
2.187
178
Totaal functies, kostenplaatsen en balansmutaties
Functies
Voorraden: Overige grond- en hulpstoffen
Voorraden: Onderhanden werk (incl.
A212
A213
Voorraden: Vooruitbetalingen
Uitzettingen: Vorderingen op openbare lichamen
Uitzettingen: Verstrekte kasgeldleningen
Uitzettingen: Rekening courant verhoudingen niet-
A215
A221
A222
A223
Uitzettingen: Overige uitzettingen Liquide middelen (kas, bank en giro)
A225
Eigen vermogen: Overige bestemmingsreserves
Eigen vermogen: Saldo van rekening Voorzieningen
Vaste schuld: Obligatieleningen
Vaste schuld: Onderhandse leningen van
P113
P114
P131
P132
Vaste schuld: Door derden belegde gelden
buitenlandse instellingen, …
Vaste schuld: Onderhandse leningen van
binnenlandse sectoren
Vaste schuld: Onderhandse leningen van overige
binnenlandse bedrijven
Vaste schuld: Onderhandse leningen van
instellingen
binnenlandse banken en overige financiële
Vaste schuld: Onderhandse leningen van
P138 Waarborgsommen Totaal Vaste Passiva
P137
P136
P135
P134
P133
binnenlandse pensioenfondsen en verzekeraars
Eigen vermogen: Bestemmingsreserve
P112
P12
Eigen vermogen: Algemene reserve
P111
Vaste Passiva
Overlopende activa A29 Totaal Vlottende Activa
A23
Uitzettingen: Overige vorderingen
A224
financiële instellingen
Voorraden: Gereed product en handelsgoederen
A214
bouwgronden in exploitatie)
Voorraden: Niet in exploitatie bouwgronden
A211
Vlottende Activa
Categorieën
Overige aankopen onroerende zaken
Aankoop grond
Sociale uitkeringen personeel
Loonbetalingen en sociale premies
(bedragen in duizenden euro's) 1.1 1.2 2.0.1 2.0.2 2.1
Uitbestede investeringen
Verdelingsmatrix lasten 7.5 Kortlopende leningen
7.3 Langlopende effecten m.u.v. aandelen
7.1
Chartaal geld en deposito's
6.0 Administratieve boekingen
5.0
Rente
4.1.2 Overige vermogensoverdrachten
4.1.1 Vermogensover-drachten aan overheden
4.0.3 Overige inkomesoverdrachten
4.0.2 Inkomensoverdrachten aan overheden
4.0.1
Subsidies aan producenten
3.0
Belastingen
2.3.1 Aankopen niet duurzame goederen en diensten
Aankoop van duurzame roerende zaken
472
7.6 Langlopende leningen
46.936
13
46.949
13
7.757 13.531
7.757 13.531
5.177 20.471
128.646
48
26.803
5.177
51.750
6
26.803
76.854
24.940
20.471
76.897
42
13
7.7 Aandelen en overige deelnemingen 24.940
7.8 Handelskredieten en transitorische posten
76.854
8.2 Overige verrekeningen
2.2
Totaal functies, kostenplaatsen en balansmutaties
Totaal lastencategorieën
Vlottende schuld: Overig
P213
Totaal Balansmutaties
Vlottende schuld: Bank en girosaldi
P212
Overlopende passiva P29 Totaal Vlottende Passiva
Vlottende schuld: Kasgeldleningen o/g
P211
Functies
Vlottende Passiva
Verdelingsmatrix lasten
Categorieën
49.294 47 15.941
16.274
958
958
29.376
30.248
(bedragen in duizenden euro's) 1.1 1.2 2.0.1 2.0.2 2.1
Loonbetalingen en sociale premies Sociale uitkeringen personeel Aankoop grond Overige aankopen onroerende zaken Uitbestede investeringen
7.1
Chartaal geld en deposito's
6.0
Administratieve boekingen
5.0
Rente
4.1.2
Overige vermogensoverdrachten
4.1.1
Vermogensover-drachten aan overheden
4.0.3
Overige inkomesoverdrachten
4.0.2
Inkomensoverdrachten aan overheden
Subsidies aan producenten
Belastingen
Aankopen niet duurzame goederen en diensten
Aankoop van duurzame roerende zaken
12.927
473
7.3
Langlopende effecten m.u.v. aandelen
34
7.5
Kortlopende leningen
4.0.1
694
7.6
Langlopende leningen
3.0
39.524 470
7.7
Aandelen en overige deelnemingen
2.3.1
0
7.8
Handelskredieten en transitorische posten
2.2
2.745
8.2
Overige verrekeningen
75.806 36.937 10.444 1
2.379 5.981
45.770
191.413 76.897
76.897
26.832
26.832
147.792
147.792
147.792
147.792
9.197
9.197
50
50
104.147
104.147
52.397
-210
52.607
3.422
96.235 936.599
461.110
-210
200.190
200.399
Totaal functies, kostenplaatsen en balansmutaties
Categorieën
Hoofdfunctie 4: WATERHUISHOUDING 4.0 Waterhuishouding, algemeen 4.1 Waterschapsaangelegenheden 4.2 Waterkeringen 4.3 Kwantitatief beheer oppervlaktewater 4.4 Kwantitatief beheer grondwater 4.5 Landaanwinning Totaal hoofdfunctie 4
Hoofdfunctie 3: VERKEER EN VERVOER 3.0 Verkeer en vervoer, algemeen 3.1 Landwegen 3.2 Boot- en veerdiensten 3.3 Waterwegen 3.4 Vervoer Totaal hoofdfunctie 3
Hoofdfunctie 2: OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID 2.0 Openbare orde en veiligheid, algemeen 2.1 Openbare orde en veiligheid 2.2 Overige beschermende maatregelen Totaal hoofdfunctie 2
Hoofdfunctie 1: ALGEMEEN BESTUUR 1.0 Provinciale staten 1.1 Gedeputeerde staten 1.2 Kabinetszaken 1.3 Bestuurlijke organisatie 1.4 Financieel toezicht op de gemeenten 1.5 Uitvoering van overige wettelijke regelingen 1.6 Overige zaken betreffende algemeen bestuur 1.7 Overige baten en lasten Totaal hoofdfunctie 1
Functies
Verdelingsmatrix baten 4.1.1 Vermogensover-drachten van overheden
4.0.2 Overige inkomensoverdrachten
4.0.1 Inkomensoverdrachten van overheden
3.0 Dividenden en winsten
2.3 Overige goederen en diensten
2.2.2 Pachten en erfpachten
2.2.1
Huren
2.1 Verkoop van duurzame roerende zaken
2.0.1
Verkoop grond
1.1 Leges en andere rechten
1.0.2 Belasting op inkomen van gezinnen
Belastingen op producenten
31
3 3
61 166
23
23
578
299 -1 357
16 43
474
23.825
881
695
185
10.729 40.221 62.795
11.739 106
800
0
578
60
30
105
800
0
79 1.740 1.851
1 2
14 18
1
25
25
59 21 139
5 54
50.018
50.018
4.1.2 Overige vermogensoverdrachten
23.825
5.0
Rente 32
32
119
119
2
6.0 Administratieve boekingen 677 3.865 11.014
4.629 1.845
279 279
7.1
Chartaal geld en deposito's
1.0.1
2
7.3 Langlopende effecten m.u.v. aandelen
292 292
7.5 Kortlopende leningen
369 657 1.027
7.6 Langlopende leningen
52 394 446
7.8 Handelskredieten en transitorische posten
62 62
8.2 Overige verrekeningen
(bedragen in duizenden euro's)
1.626
695
930
11.859 44.106 148.409
40.213 52.232
800
800
503 3.425 3.961
14 18
Totaal functies, kostenplaatsen en balansmutaties
Categorieën
Hoofdfunctie 8: WELZIJN 8.0 Welzijn, algemeen 8.1 Educatie 8.2 Lichamelijke vorming en sport 8.3 Kunst en oudheidkunde 8.4 Sociaal-cultureel werk en ontwikkeling 8.5 Maatschappelijke voorzieningen 8.6 Volksgezondheid 8.7 Ouderenzorg 8.8 Jeugdhulpverlening Totaal hoofdfunctie 8
Hoofdfunctie 7: ECONOMISCHE EN AGRARISCHE ZAKEN 7.0 Algemene economische aangelegenheden 7.1 Bevordering economische activiteiten 7.2 Nutsvoorzieningen 7.3 Agrarische aangelegenheden Totaal hoofdfunctie 7
Hoofdfunctie 6: RECREATIE EN NATUUR 6.0 Recreatie en natuur, algemeen 6.1 Recreatie 6.2 Natuur Totaal hoofdfunctie 6
Hoofdfunctie 5: MILIEUBEHEER 5.0 Milieubeheer, algemeen 5.1 Kwalitatief beheer oppervlaktewater 5.2 Kwalitatief beheer grondwater en bodem 5.3 Bestrijding luchtverontreiniging 5.4 Bestrijding geluidhinder 5.5 Vergunningverlening en handhaving 5.6 Ontgrondingen Totaal hoofdfunctie 5
Functies
Verdelingsmatrix baten 4.1.2 Overige vermogensoverdrachten
4.1.1 Vermogensover-drachten van overheden
4.0.2 Overige inkomensoverdrachten
4.0.1 Inkomensoverdrachten van overheden
3.0 Dividenden en winsten
2.3 Overige goederen en diensten
2.2.2 Pachten en erfpachten
2.2.1
Huren
2.1 Verkoop van duurzame roerende zaken
2.0.1
Verkoop grond
1.1 Leges en andere rechten
1.0.2 Belasting op inkomen van gezinnen
Belastingen op producenten
74
8
1.731
50 378
37.610 39.434
335 23 113 743 609
90 1.642
5 526 531
6.890
663
5.593
6 322
11
11
65
8
200 418 1.456
4 4
4
837
475
5.0
Rente
94
27
66
-2 39
41
4 56 60
1.072
7
1.083
-3
-3
712
712
320
2.396
10
10
50
6.0 Administratieve boekingen
2.396
7.1
Chartaal geld en deposito's
1.0.1
50
7.3 Langlopende effecten m.u.v. aandelen
320
7.5 Kortlopende leningen
-19
7.6 Langlopende leningen
635
7.8 Handelskredieten en transitorische posten
4
8.2 Overige verrekeningen
(bedragen in duizenden euro's)
37.610 39.535
402 23 113 778 609
96 2.767 2.396 48 5.307
20 587 607
1.263 418 9.819
7.517
620
Totaal functies, kostenplaatsen en balansmutaties
Categorieën
2.2.1
Huren
2.1 Verkoop van duurzame roerende zaken
2.0.1
Verkoop grond
1.1 Leges en andere rechten
Belasting op inkomen van gezinnen
Belastingen op producenten
KostenplaaKostenplaats kapitaallasten Overige kostenplaatsen Totaal Kostenplaatsen
Kostenplaatsen
104 104
24 24
476
21 21
190.809
39.460
Totaal hoofdfuncties
2.746
74.460
39.460
74.460
2.842
52
Hoofdfunctie 0: FINANCIERING EN ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN 0.0 Geldleningen en uitzettingen korter dan 1 jaar 0.1 Geldleningen en uitzettingen langer of gelijk aan 1 jaar 0.2 Algemene uitkering provinciefonds Eigen middelen 0.3 Overige financiële middelen 0.4 Algemene baten en lasten / onvoorzien 0.5 Saldo van kostenplaatsen 0.6 Saldo van de rekening van baten en lasten voor 0.7 bestemming Mutaties reserves die verband houden met de 0.8 hoofdfuncties Saldo van de rekening van baten en lasten na 0.9 bestemming Totaal hoofdfunctie 0
111 2.731
52
3.892
1.436
1.436
56.307
5.259
12.694
525 525
59.038
43.179
96.909 96.909
391.434
168.649
33.405
33.405
10.115
5.676 13.724 76.384 39.460
9.285 489
4.439
12.721
4.148 8.573
5.676
4.506
96.235 96.235
2.2.2 Pachten en erfpachten
324
2.3 Overige goederen en diensten 23.825
3.0 Dividenden en winsten
60
4.0.1 Inkomensoverdrachten van overheden
65
4.0.2 Overige inkomensoverdrachten
8
4.1.1 Vermogensover-drachten van overheden
2.205
4.1.2 Overige vermogensoverdrachten
39.460
5.0
Rente 61
6.0 Administratieve boekingen
1
7.1
Chartaal geld en deposito's
30 4.476
7.3 Langlopende effecten m.u.v. aandelen
1.0.2
61
7.5 Kortlopende leningen
3.894 1.366
7.6 Langlopende leningen
1.0.1
1
8.2
7.8 Handelskredieten en transitorische posten
(bedragen in duizenden euro's)
Overige verrekeningen
Hoofdfunctie 9: RUIMTELIJKE ORDENING EN VOLKSHUISVESTING 9.0 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting, algemeen 9.1 Ruimtelijke ordening 9.2 Volkshuisvesting 9.3 Stedelijke vernieuwing Totaal hoofdfunctie 9
Functies
Verdelingsmatrix baten
Totaal functies, kostenplaatsen en balansmutaties
Categorieën
Vaste Activa A111 Immateriële vaste activa: Kosten verbonden aan sluiten geldlening en saldo agio/disagio A112 Immateriële vaste activa: Kosten onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief A121 Materiële vaste activa: Gronden en terreinen A122 Materiële vaste activa: Woonruimten A123 Materiële vaste activa: Bedrijfsgebouwen A124 Materiële vaste activa: Grond-, weg- en waterbouwkundige werken A125 Materiële vaste activa: Vervoermiddelen A126 Materiële vaste activa: Machines, apparaten en installaties A129 Materiële vaste activa: Overig A1311 Financiële vaste activa: Kapitaalverstrekking aan deelnemingen A1312 Financiële vaste activa: Kapitaalverstrekking aan gemeenschappelijke regelingen A1313 Financiële vaste activa: Kapitaalverstrekking aan overige verbonden partijen A1321 Financiële vaste activa: Leningen aan woningbouwcorporaties A1322 Financiële vaste activa: Leningen aan deelnemingen A1323 Financiële vaste activa: Leningen aan overige verbonden partijen A1331 Financiële vaste activa: Overige langlopende leningen A1332 Financiële vaste activa: Overige uitzettingen met looptijd ≥ 1 jaar A1333 Financiële vaste activa: Bijdragen aan activa in eigendom van derden Totaal Vaste Activa
Balansmutaties
Functies
Verdelingsmatrix baten 4.0.2 Overige inkomensoverdrachten
4.0.1 Inkomensoverdrachten van overheden
3.0 Dividenden en winsten
2.3 Overige goederen en diensten
2.2.2 Pachten en erfpachten
2.2.1
Huren
2.1 Verkoop van duurzame roerende zaken
2.0.1
Verkoop grond
1.1 Leges en andere rechten
1.0.2 Belasting op inkomen van gezinnen
Belastingen op producenten
772
6.802
10
772
6.446
477
4.1.1 Vermogensover-drachten van overheden 6
4.1.2 Overige vermogensoverdrachten
18.297
401
13.887
8.267
62
154
48.658
8.267
62
64 7.373
64
265 32.405
265 13.336
222
222
8.267
5.0
Rente
62
6.0 Administratieve boekingen
154
7.1
Chartaal geld en deposito's
401
7.3 Langlopende effecten m.u.v. aandelen
18.297
7.5 Kortlopende leningen
1.0.1
6
7.6 Langlopende leningen
10
7.8 Handelskredieten en transitorische posten
356
8.2 Overige verrekeningen
(bedragen in duizenden euro's)
Totaal functies, kostenplaatsen en balansmutaties
478
Categorieën
Vaste Passiva P111 Eigen vermogen: Algemene reserve P112 Eigen vermogen: Bestemmingsreserve P113 Eigen vermogen: Overige bestemmingsreserves P114 Eigen vermogen: Saldo van rekening P12 Voorzieningen P131 Vaste schuld: Obligatieleningen P132 Vaste schuld: Onderhandse leningen van binnenlandse pensioenfondsen en verzekeraars P133 Vaste schuld: Onderhandse leningen van binnenlandse banken en overige financiële instellingen P134 Vaste schuld: Onderhandse leningen van binnenlandse bedrijven P135 Vaste schuld: Onderhandse leningen van overige binnenlandse sectoren P136 Vaste schuld: Onderhandse leningen van buitenlandse instellingen, … P137 Vaste schuld: Door derden belegde gelden P138 Waarborgsommen Totaal Vaste Passiva
Vlottende Activa A211 Voorraden: Niet in exploitatie bouwgronden A212 Voorraden: Overige grond- en hulpstoffen A213 Voorraden: Onderhanden werk (incl. bouwgronden in exploitatie) A214 Voorraden: Gereed product en handelsgoederen A215 Voorraden: Vooruitbetalingen A221 Uitzettingen: Vorderingen op openbare lichamen A222 Uitzettingen: Verstrekte kasgeldleningen A223 Uitzettingen: Rekening courant verhoudingen nietfinanciële instellingen A224 Uitzettingen: Overige vorderingen A225 Uitzettingen: Overige uitzettingen A23 Liquide middelen (kas, bank en giro) A29 Overlopende activa Totaal Vlottende Activa
Functies
Verdelingsmatrix baten 5.0
Rente
4.1.2 Overige vermogensoverdrachten
4.1.1 Vermogensover-drachten van overheden
4.0.2 Overige inkomensoverdrachten
4.0.1 Inkomensoverdrachten van overheden
3.0 Dividenden en winsten
2.3 Overige goederen en diensten
2.2.2 Pachten en erfpachten
2.2.1
Huren
2.1 Verkoop van duurzame roerende zaken
2.0.1
Verkoop grond
1.1 Leges en andere rechten
1.0.2 Belasting op inkomen van gezinnen
1.0.1
Belastingen op producenten
479
6.0 Administratieve boekingen 117.963
2 117.965
21.683
21.683
54.408
7.876 88.404
51.602
2.806
2.770
7.876 88.404
6
2.764
2 2
7.1
Chartaal geld en deposito's
21.112
7.3 Langlopende effecten m.u.v. aandelen
21.112
7.5 Kortlopende leningen
30.484 42
7.6 Langlopende leningen 30.484
7.8 Handelskredieten en transitorische posten
42
8.2 Overige verrekeningen
(bedragen in duizenden euro's)
Totaal functies, kostenplaatsen en balansmutaties
Categorieën
Totaal batencategorieën
Totaal Balansmutaties
Vlottende Passiva P211 Vlottende schuld: Kasgeldleningen o/g P212 Vlottende schuld: Bank- en girosaldi P213 Vlottende schuld: Overig P29 Overlopende passiva Totaal Vlottende Passiva
Functies
Verdelingsmatrix baten
6.802
121
480
191.602
74.604
725
191.413
2.806
8.267
174.281
174.281
174.281
64
104.700
104.700 96235
Belastingen op producenten
12.694
1.0.2 Belasting op inkomen van gezinnen
3.898
1.1 Leges en andere rechten
23.825
2.0.1
Verkoop grond
2.770
2.1 Verkoop van duurzame roerende zaken
60
2.2.1
Huren 65
2.2.2 Pachten en erfpachten
2.205
2.3 Overige goederen en diensten
39.460
3.0 Dividenden en winsten
64
4.0.1 Inkomensoverdrachten van overheden
8.267
4.0.2 Overige inkomensoverdrachten
2.806
4.1.1 Vermogensover-drachten van overheden
131.850
4.1.2 Overige vermogensoverdrachten 401
5.0
Rente
18.297
6.0 Administratieve boekingen
1.0.1
6
7.1
Chartaal geld en deposito's
772
7.3 Langlopende effecten m.u.v. aandelen
10
7.5 Kortlopende leningen
6.802
7.6 Langlopende leningen 53.229 -285 52.944
7.8 Handelskredieten en transitorische posten
174.281
8.2 Overige verrekeningen
(bedragen in duizenden euro's)
936.599
448.255
227.510 -285 227.225
Totaal functies, kostenplaatsen en balansmutaties