fjj^ . provincie groningen
'£
Aan Provinciale Staten
bezoekadres: I Martinikerkhof 12 postadres; Postbus 610 9700 A P Groningen algemeen telefoonnr: 050 316 49 II algemeen faxnr.: 050 316 49 33 www.provinciegroningen.nl
[email protected] Vl'-V
Datum Briefnummer Zaaknummer Behandeld door Telefoonnummer E-mail Antwoord op Bijlagen Onderwerp
UJ
9 OKT. 2012 2012-44.072/41/A.9, RP
420018
Bouwense C.A.W.
(050)316 4784
[email protected]
Min. I. en M, Den Haag - raadpleging reikwijdte en detailniveau i.k.v. de plan-m.e.r. voorde structuurvisie Windenergie op Land
Geachte dames en heren,
1/)
Op 25 september jl. hebben wij u op de hoogte gesteld van de notitie Reikwijdte en Detailniveau Rijksstructuurvisie Windenergie op Land. In het begeleidend schrijven hebben wij aangegeven dat wij voornemens zijn via het IPO een zienswijze in te dienen. Wij hebben besloten om naast de zienswijze via het IPO, ook een eigen zienswijze op de notitie Reikwijdte en Detailniveau Rijksstructuurvisie Windenergie op Land in te dienen. Deze zienswijze treft u aan in de bijlage. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend,
UJ
Gedeputeerde Staten van Groningen:
, voorzitter.
, secretaris.
O 06-HB-SG-001
De provincie Groningen werkt volgens normen die zijn vastgsiegd in een handvest voor dienstveriening. Dit hand/sst vindt u op onze website of kunt u opvragen bij da afdeling Communicatie en Kabinet, PubïieksvoorUchtmg: 050 3164160
Bijlagen: Nr.
Titel
1
Zienswijze op de Notitie Reikwijdte en Detailniveau Rijksstructuurvisie Windenergie op Land Kaart bijlage POP-locatie grootschalige windenergie Delfzijl
2
ja
Ter inzage in de Statenkast nee
ja
nee
Bijgevoegd
L4f groningen Éê Ministerie van Infrastructuur en Milieu Directoraat-Generaal Ruimte en Water t.a.v. de heer M. de Hoogh Postbus 30.940 2500 GX DEN HAAG
bezoekadres: Martinikerl
algemeen telefoonnr: 050 316 49 I algemeen faxnr;': 050 316 49 33
Datum Briefnummer Zaaknummer Behandeld door Telefoonnummer Antwoord op Bijlage
www.provinciegroningen.nl l'
[email protected]
Onderwerp
- 9 OKT. 2012
2012-42.469/41/A.9, RP
420018
Smale P.A.
(050)316 4784 uw brief met kenmerk IENM/BSK-2012/188559
1
Zienswijze op Notitie Reikwijdte en Detailniveau i.h.k.v. de plan-MER van de Rijksstructuurvisie Windenergie op Land
Geachte heer De Hoogh,
h^:^ tJ k^A
^ï'
Naar aanleiding van uw verzoek om een reactie op de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (hierna genoemd "notitie") in het kader van de plan-MER van de Rijksstructuurvisie Windenergie op Land, delen wij u het volgende mee. Wij hebben kennis genomen van de notitie en plaatsen daar de volgende opmerkingen bij:
(/)
1.
De gebieden die in de notitie zijn opgenomen tellen op dit moment nog niet op tot de landelijke taakstelling van 6.000 MW. Hiervoor moet het IPO-bod worden afgewacht, waartoe de aangenomen motie van Tweede Kamer lid Sjoera Dikkers van 5 juli 2012 oproept. Wij zijn van mening dat het verstandiger zou zijn geweest om het IPO-bod af te wachten en daarna de plan-MER te starten voor alle gebieden voor grootschalige windenergie. Wij vragen ons af hoe u omgaat met de gebieden die door de provincies in het kader van het aanvullend IPO-bod worden aangewezen, maar die niet in de Plan MER worden meegenomen.
UJ
2.
De provinciale reserveringen vormen het uitgangspunt van uw notitie. Echter, op bIz. 12 worden onder het kopje "gevoeligheidsanalyse" ook de RCR-projecten buiten provinciale reserveringen genoemd. Wij achten dit in strijd met de afspraak dat provinciale reserveringen de basis vormen van de structuurvisie Wind op Land. Wij willen voorkomen dat opnieuw onnodige onrust ontstaat en vinden het uiterst onwenselijk dat deze RCRprojecten in welke vorm dan ook worden meegenomen in het plan-MER proces
UJ
3.
De motie Dikkers geeft aan dat de taakstellingen per provincie worden vastgelegd. Als een provincie haar afspraken niet kan nakomen, dan kan het Rijk RCR-meldingen in behandeling nemen voor projecten in de desbetreffende provincie. De bewoordingen op bIz. 4, dat in een dergelijke situatie RCR-meldingen in behandeling kunnen worden genomen, "in ieder geval" in die provincie, geeft het Rijk de ruimte om ook in andere provincies (die wel hun afspraken nakomen), RCR-meldingen in
0^
o
O 06-HB-SG-001
ü<> provincie GrönSnget'ï werkt volgens r^osmen riis xijn vj^stviïsiegd ki ^-en harttivest voor rjienstver'enïjig. D(ï handvesï vmüi u op onxe v/ebsitK- of ktmt u opvrayen bij dö afdeïüïg Commimicatlö en Kabkïet, Ptih!fe),svi>or!iohi:lnEi: 0?iO 316'i16G
behandeling te nemen en dat achten wij onwenselijk en in strijd met de motie. Wij verzoeken u deze passage aan te passen. 4.
Er bestaat onduidelijkheid over de einddatum van het "on hold" zetten van de RCR-meldingen en de motie Dikkers wordt door diverse betrokkenen verschillend geïnterpreteerd. Minister Verhagen heeft tijdens het debat van 5 juli 2012 toegezegd dat de RCR-meldingen worden opgeschort tot de structuun/isie Wind op Land er is, in principe op 30 juni 2013. De motie Dikkers spreekt over een moratorium van 6 maanden waarin geen onomkeerbare stappen worden ondernomen. Wij verzoeken u om duidelijkheid te geven over de einddatum van het moratorium.
5.
De Notitie gaat uit van vier alternatieven, waarbij in alternatief twee en drie de natuurwaarden en landschapswaarden worden meegenomen. Dat deze waarden geen onderdeel uit maken in alternatief O en 1 bevreemdt ons. Landschap en natuur maken naar onze mening altijd deel uit van een afweging voor de locatiekeuze voor grootschalige windenergie.
6.
In uw notitie zijn voor de provincie Groningen de drie gebieden voor grootschalige windenergie meegenomen zoals vastgelegd in het Provinciaal Omgevingsplan. Wij merken op dat het gebied bij Delfzijl enigszins afwijkt van het concentratiegebied voor windenergie zoals vastgelegd in ons provinciaal beleid. Uit ambtelijk contact is gebleken dat het om een kleine afwijking gaat. Wij verzoeken u om de kaart in de Notitie in overeenstemming te brengen met ons provinciaal beleid. Wij hebben een kaart bijgevoegd.
7. Op bladzijde 14 van de notitie wordt aangegeven dat u "waar nodig gebruik zult maken van informatie uit afgeronde provinciale structuurvisies bijbehorende MER-studies en afgeronde MER-studies voor afzonderlijke windparken". Wij merken in dit verband op dat voor het Provinciaal Omgevingsplan van de provincie Groningen een MER is uitgevoerd. Wij verzoeken u de uitkomsten van deze studie te betrekken bij de MER-studie voor de Rijksstructuurvisie Windenergie op Land. 8. Op dit moment voeren wij samen met de gemeenten en beheerder van de bedrijfsterreinen twee verkennende studies uit naar de plaatsingsmogelijkheden voor windenergie in de concentratiegebieden Eemshaven en Delfzijl De uitkomsten van deze studies worden eind 2012/begin 2013 verwacht. Op basis van de verkennende studies zullen wij samen met onze partners besluiten nemen over de invulling van de gebieden op basis van criteria die wellicht anders zijn dan de criteria die u wilt hanteren voor de MER voor Rijksstructuurvisie Windenergie op Land. Om een voortvarend vervolg op de verkennende studies met MER en bestemmingsplannen mogelijk te maken en tegenstrijdigheden tussen verschillende studies te voorkomen, verzoeken wij u nadrukkelijk de planMER in lijn te brengen met de uitkomsten van deze twee verkennende onderzoeken. 9.
In het "maximale opbrengst alternatief' wordt voor bedrijventerreinen en havengebieden uitgegaan van potentiële ruimte voor windturbines op kades en de hoofdstructuur. Onze concentratiegebieden liggen voor deel op en direct nabij bedrijventerreinen. In onze verkennende onderzoeken wordt het gehele terrein onderzocht. Wij zijn geen voorstander van een
beperking van het alternatief tot locaties voor turbines op kades en infrastructuur. Wij verzoeken u dit aan te passen. 10. In de notitie wordt aangekondigd dat randvoorwaarden worden opgesteld t.a.v. het landschap. Voor zover ons bekend heeft de Rijksadviseur voor het Landschap (destijds mevr. Feddes) al criteria hiertoe geformuleerd. Daarbij is geconstateerd dat aanvullende criteria en richtinggevende/ordenende principes noodzakelijk zijn. Inmiddels heeft de provincie Drenthe met het bedrijf R0M3D ordeningscriteria voor het landschap ontwikkeld. De provincie Groningen is van plan om in overleg met de direct betrokken bij het windpark N33 gebruik maken van de 3Dtechnieken die het bedrijf R0M3D biedt. Wij bieden u aan om bij het ontwikkelen van de randvoorwaarden t.a.v. het landschap gebruik te maken van de uitkomsten van dit onderzoek. 11. Ten slotte merken we op dat in de notitie een groot gebied voor de provincie Drenthe is opgenomen. Drenthe is bezig met het opstellen voor een Gebiedsvisie voor windenergie, die grenst aan ons grondgebied. De provincies Drenthe en Groningen hebben hier regelmatig overleg over met het doel tot een goed afstemming van de diverse plannen te komen. Verder heeft minister Verhagen tijdens het AO Energie van 5 juli naar aanleiding van de motie Dikkers aangegeven dat de modellen die de provincie Drenthe heeft bedacht voor de RCR Drentse Monden & Oostermoer, worden meegenomen in de plan-MER. Gelet op het voorgaande verzoeken wij u daarom nadrukkelijk rekening te houden met de wensen van Drenthe en de Gebiedsvisie die zij opstellen. Wij verzoeken u om de bovenstaande punten mee te nemen bij de vaststelling van de Notitie Reikwijdte en Detailniveau Plan-MER van de Rijksstructuurvisie Windenergie pp Land. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Groningen:
voorzitter.
secretaris.
Bijlagen: 1. Kaart POP-locatie grootschalige windenergie Delfzijl