Provincie Groningen
Monitoring Bodemsanering 2006
Bodem in balans
2
Bodemsanering over 2006 Bestuursrapportage provincie Groningen
Jaarverslag monitoring bodemsanering 2006
Colofon Uitgegeven door: In opdracht van: Projectleider: Medeauteurs: Datum: Illustratie voorblad:
Provincie Groningen B.H.C. van Dam (Hoofd afdeling Milieubeleid en bodemsanering) J. Wassing A.B. Huinder en afdeling MB 25 juni 2007 "In balans", door S.H. Rozema
3
Bodemsanering over 2006 Bestuursrapportage provincie Groningen
4
Bodemsanering over 2006 Bestuursrapportage provincie Groningen
INHOUDSOPGAVE
1
2
3 4 5
Inleiding....................................................................................................................7 1.1 Aanleiding........................................................................................................7 1.2 Doelstelling ......................................................................................................7 1.3 Reikwijdte van de rapportage...........................................................................7 1.4 Overzicht rapportage .......................................................................................7 Bodemsanering in de provincie Groningen...............................................................9 2.1 Onze aanpak (beleid en regierol) .....................................................................9 2.2 VROM-inspectierapportage............................................................................10 2.3 Voortgang bodemsaneringsoperatie ..............................................................10 2.3.1 Uitgevoerde bodemonderzoeken en saneringen..........................................10 2.3.2 BUS-saneringen ..........................................................................................11 2.3.3 Sanering op hoofdzaken ..............................................................................11 2.3.4 Meldingen nieuwe gevallen van bodemverontreiniging ................................11 2.3.5 Nazorg en monitoring sanering ....................................................................12 2.3.6 Grootschalige grondwaterverontreinigingen .................................................12 2.4 Het financieringsstelsel Bodemsanering ........................................................12 2.4.1 Programma financiering 2005-2009 (MJP)...................................................13 2.4.2 Het particitief financieringsstelsel .................................................................13 2.4.3 Bodem Prestatie Eenheden (BPE)...............................................................15 2.5 Organisatie van informatiebeheer ..................................................................15 2.5.1 Huidige situatie gegevens uitwisseling .........................................................15 2.5.2 De toekomst van gegevensuitwisseling: Landsdekkendbeeld 2009 .............16 2.5.3 Bodeminformatie op internet ........................................................................16 2.6 Meerjarenprogramma ....................................................................................18 2.6.1 Asbestsignaleringskaart ...............................................................................18 2.6.2 Aanpak werkvoorraad ..................................................................................19 2.6.3 ISV-programma ...........................................................................................19 2.6.4 Waterbodems ..............................................................................................20 2.6.5 Programma gasfabrieksterreinen.................................................................20 2.6.6 Meerjarenprogramma Landelijk gebied ........................................................21 2.6.7 Bedrijvenregeling .........................................................................................22 2.6.8 Nastort .........................................................................................................22 Bijzondere projecten ..............................................................................................25 Doorkijk ..................................................................................................................27 Conclusies .............................................................................................................29
Bijlagen I Indicatoren lijst
5
Bodemsanering over 2006 Bestuursrapportage provincie Groningen
6
Bodemsanering over 2006 Bestuursrapportage provincie Groningen
1
Inleiding 1.1
Aanleiding
Dit document evalueert de werkzaamheden die onze organisatie in het kader van de bodemsaneringsoperatie heeft uitgevoerd, zodat we in de toekomst hier sturing aan kunnen blijven geven (zie ook kader 'bodemsaneringsoperatie'). Deze rapportage is geschreven vanwege de wettelijke verplichting als bevoegd gezag om te rapporteren aan het ministerie van VROM over de voortgang van de bodemsaneringsoperatie op het eigen grondgebied. De afspraken over de jaarlijkse gegevens aanlevering zijn vastgelegd in de aangepaste Wet bodembescherming, een AMvB en een Ministeriële Regeling. De verplichting voor bevoegde overheden is opgenomen in de aangepaste Wet bodembescherming. In de AMvB en met name de Ministeriele Regeling Financiële bepalingen is deze verplichting verder uitgewerkt.
1.2
Doelstelling
Wat wil de provincie met de rapportage: • Het volgen van de bodemsaneringsoperatie ten opzichte van de doelstelling dat in 2030 alle bodemverontreiniging gesaneerd dan wel beheersbaar moeten zijn. Om dit te bereiken is door VROM het streven opgesteld om in 2015 alle spoedeisende locaties te hebben beheerst en/of gesaneerd. • Verantwoording aan VROM. • Doelgroeprapportage: VROM.
1.3
Reikwijdte van de rapportage
De beschreven voortgang gaat over verontreinigingen van vóór 1987, maar ook (weliswaar minder uitgebreid) over de nieuwe verontreinigingen (ontstaan na 1987). De beschreven voortgang gaat over het afgelopen boekjaar.
1.4
Overzicht rapportage
In het eerste gedeelte van hoofdstuk twee wordt de bodemsaneringsomvang besproken in de ruimste zin van het woord. Ingegaan wordt op concrete zaken, zoals het aantal beschikkingen, aantal saneringsevaluaties, hoogte van de multiplier en de BPE verantwoording. Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan het informatiebeheer van bodemgegevens. In het tweede gedeelte van hoofdstuk twee wordt de voortgang van beleidsmatige projecten uit het meerjarenprogramma 2005-2009 besproken. De rioolpersleiding tussen Groningen en Delfzijl was een project dat in 2005 bestuurlijk hoog op de agenda stond. De voortgang van dit project in 2006 wordt
7
Bodemsanering over 2006 Bestuursrapportage provincie Groningen
beschreven. In hoofdstuk 3 'Bijzondere projecten' wordt nader op dit project ingegaan. In hoofdstuk vier wordt een doorkijk naar volgend jaar en de jaren 2015 en 2030 gegeven en in hoofdstuk vijf volgen tot slot de conclusies.
8
Bodemsanering over 2006 Bestuursrapportage provincie Groningen
2
Bodemsanering in de provincie Groningen 2.1
Onze aanpak (beleid en regierol)
In eerste instantie is de provincie verantwoordelijk voor de wettelijke taken uit de wet bodembescherming (Wbb). Hierbij valt onder andere te denken aan het opstellen van beschikkingen. Daarnaast zetten we de regierol in bij het stimuleren en ondersteunen van gemeenten bij de aanpak werkvoorraad. De uitvoering van het provinciaal beleid is vastgelegd in het Meerjarenprogramma Wet bodembescherming 2005-2009. Het beleid van de Groninger gemeenten is vastgelegd in het gemeentelijke milieubeleidsplan. Project gemeenten volgen het beleid van de provincie. In het stedelijk gebied hebben we ons in een pro-actieve rol op de gemeenten gericht. Binnen het platform Actief Bodembeheer heeft frequent overleg plaatsgevonden met zowel project- als programmagemeenten. Belangrijke onderwerpen bij deze overleggen zijn de invulling van de bodembeleidsplannen door de gemeenten, het grondverzet van licht verontreinigde grond en de aanpak van de werkvoorraad bodemverontreiniging. Binnen de provincie zijn verschillende samenwerkingsverbanden met gemeenten waar overleg mogelijk is: - Regionaal Bodemoverleg (Actief Bodembeheer) - Extern platform Ketenbeheer grond - Regionale werkgroep waterbodems - NAZCA gebruikersoverleg Gemeenten zullen het opstellen van lokale bodemambities in de toekomst graag blijven oppakken samen met de provincie. Dit omdat ze vaak zelf een beperkte capaciteit hebben. Wij geven in het vervolgtraject Actief Bodembeheer (bv. Actualisatie bodemkwaliteitskaarten) in samenwerking met de gemeenten invulling aan de gebiedsgerichte aanpak tussen verschillende betrokkenen. Intern zijn we ook sterk gericht op de samenwerking tussen de verschillende afdelingen. Sinds 2005 worden bestemmingsplannen die bij de afdeling Ruimtelijke Plannen binnen komen standaard getoetst op de aanwezigheid van een bodemparagraaf. In de handreiking Ruimtelijke Plannen is de bodemparagraaf als onderdeel van het bestemmingsplan opgenomen. Deze handreiking heeft geen juridische status. In 2006 is van ruim 70 ruimtelijke plannen de bodemparagraaf getoetst op uitvoerbaarheid. In het kader van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) is bij het Provinciaal Meerjaren Programma (PMJP) Landelijk Gebied een verplichting tot het maken van een visie op het duurzame bodembeheer opgenomen.
9
Bodemsanering over 2006 Bestuursrapportage provincie Groningen
2.2
VROM-inspectierapportage
November 2006 is een rapport opgeleverd door de VROM-inspectie, met de resultaten van onderzoek dat is uitgevoerd naar de uitvoering van de VROMtaken door de provincie Groningen. Wat betreft de bodemtaken die onder de afdeling milieubeleid en bodemsanering vallen, was het VROM-inspectierapport lovend. De volgende citaten komen uit het hoofdstuk 'Conclusies specifiek': "De programmering van de bodemsaneringstaken is als excellent beoordeeld door de combinatie van begrotingscyclus, een Meerjarenprogramma, een transparant afdelingsplan en deelplannen voor deelopgaven." en "De uitvoering van de bevoegd-gezagtaken Wet bodembescherming (afgeven beschikkingen etc.) is adequaat. Het uitvoeren van de regierol is als excellent beoordeeld. Vooral de aanpak van de werkvoorraad en de regie bij het opstellen van bodemkwaliteitskaarten kan een voorbeeld voor andere provincies zijn."
2.3
Voortgang bodemsaneringsoperatie
De basis van deze getallen wordt gevormd door de gegevens uit het Geografisch Landelijk Bodeminformatiesysteem Globis. De kwaliteit van deze monitoringsparagraaf valt of staat met de kwaliteit van de invoer in dit systeem. De laatste jaren is bij de provincie Groningen veel aandacht aan de invoer in Globis besteed.
2.3.1 Uitgevoerde bodemonderzoeken en saneringen In tabel 1 zijn de resultaten van 2006 met voorgaande jaren vergeleken. Het jaar 2006 is het tweede jaar dat het project "Aanpak werkvoorraad" loopt. In 2005 heeft de pilot plaatsgevonden voor de aanpak werkvoorraad. In 2006 zijn we voluit van start gegaan. In samenwerking met de gemeenten is op 480 locaties een historisch onderzoek uitgevoerd. Naar aanleiding van de resultaten is vervolgens op 204 locaties een oriënterend onderzoek uitgevoerd. Hierdoor heeft er in het jaar 2006 een sterke toename van het aantal uitgevoerde onderzoeken door de overheid plaatsgevonden. Tabel 1:
Aantallen locaties met uitgevoerde bodemonderzoeken en afgeronde saneringen in een jaar tijd. OMSCHRIJVING Provincie 2006 2005 2004 2003 2002 2001 2000 OO (Indicator B1.3A) NO (Indicator B1.3B) Sanering (Indicator
0 (204**) 41 16
0 (100*) 36 27
0
0
1
6
10
28 30
26 38
52 20
15 31
58 76
B2A)
* 100 locaties zijn in het kader van het project "Aanpak werkvoorraad 2005" OO onderzocht. ** 204 locaties zijn in het kader van het project "Aanpak werkvoorraad 2006" OO onderzocht. Deze gegevens zijn (nog) niet in Globis opgevoerd
10
Bodemsanering over 2006 Bestuursrapportage provincie Groningen
De laatste jaren is er een lichte stijging van het aantal afgegeven beschikkingen waar te nemen. Het aantal ingestemde saneringen vertoont in 2006 een afname. Hier is geen duidelijke verklaring voor. Landelijk is een lichte toename van het aantal saneringen waargenomen. Een opvallende piek is het aantal onderzoeken en saneringen dat is uitgevoerd in het jaar 2000. In deze periode is de SUBAT operatie afgerond. De gegevens in tabel 1 zijn excl. de bodemonderzoeken van de programma- en project-gemeenten waarop (nog) niet beschikt is. Deze informatie is niet bekend bij de provincie. In de toekomst moet deze informatie wèl opgenomen worden in de jaarlijkse monitoring. Meer over dit punt in de paragraaf Informatiebeheer.
2.3.2 BUS-saneringen In 2006 zijn er 3 locaties waar is ingestemd met een BUS saneringsevaluatie. In totaal is op 32 locaties een BUS-melding gedaan. BUS-meldingen worden (nog) niet geteld voor de monitoring. Met de komst van de BUS melding is het saneringsproces voor de saneerder eenvoudiger geworden. Desondanks heeft de provincie niet de indruk dat er daarmee ook meer gesaneerd wordt. De locaties waar een BUS-melding is gedaan zouden waarschijnlijk ook zonder BUS zijn gesaneerd.
2.3.3 Sanering op hoofdzaken Bij een sanering op hoofdzaken maken wij per deelsanering een besluit "Plan van aanpak sanering" aan. Deze worden niet meegeteld in de monitoring. In 2006 is 10 maal een besluit "Plan van aanpak sanering" aangemaakt.
2.3.4 Meldingen nieuwe gevallen van bodemverontreiniging Meldingen van nieuwe gevallen binnen de provincie worden in Globis geregistreerd en door de afdeling Handhaving en toezicht afgehandeld. Figuur 2 toont de meldingen van nieuwe gevallen die in het monitoringsjaar zijn gedaan en meldingen die in het monitoringsjaar ongedaan zijn gemaakt. Van nieuwe gevallen die niet gemeld worden bij de provincie zijn uiteraard geen gegevens bekend.
11
Bodemsanering over 2006 Bestuursrapportage provincie Groningen
Zorgplichtgevallen 2000-2006 (gevallen van bodemverontreiniging onstaan na 1987) 14
12
Aantal
10
8
6
4
2
0 2000
2001
2002
2003
Meldingen in boekjaar
2004
2005
2006
Ongedaan gemaakt in boekjaar
In 2006 zijn er 6 meldingen van nieuwe gevallen en zijn 3 meldingen ongedaan gemaakt.
2.3.5 Nazorg en monitoring sanering In de provincie Groningen worden geen saneringen toegestaan waarbij grote mobiele restverontreinigingen achterblijven en geen stabiele eindsituatie bereikt wordt (Doorstart A5, saneringsladder trede 4: bewaking door monitoring). Wel zijn er binnen de provincie ca. 40 locaties waar het grondwater voor-, tijdens- of na sanering wordt gemonitoord (Taak R40, R50 en R60 in Globis). Dit betreft hoofdzakelijk locaties waarvoor een gebruiksbeperking in de saneringsbeschikking is opgenomen.
2.3.6 Grootschalige grondwaterverontreinigingen Grote grondwaterverontreinigingen blijven vaak liggen. Het gaat vanwege de bodemopbouw (klei) binnen de provincie Groningen om een paar specifieke knelpunten (bijvoorbeeld: Hendo te Sappemeer, Raadhuisstraat te Wildervank en Hoofdstraat West te Uithuizen). Er moeten hoge kosten gemaakt worden om verontreiniging op grote diepte en/of met een groot oppervlak te saneren.
2.4
Het financieringsstelsel Bodemsanering
Het financieringsstelsel Bodemsanering is opgenomen in de AMvB financiële Bepalingen. Drie aandachtspunten zijn belangrijk voor de monitoring: 1. De programmafinanciering in de vorm van het Meerjarenprogramma 20052009 (MJP 2005-2009) 2. Een participatie financieringsstelsel (Maatschappelijke ontwikkelingen, uitgedrukt in de multiplier) 12
Bodemsanering over 2006 Bestuursrapportage provincie Groningen
3. Bodem Prestatie Eenheden (BPE), waarmee de voorgenomen prestaties uit het MJP 2005-2009 achteraf getoetst kan worden.
2.4.1 Programma financiering 2005-2009 (MJP) Voor de uitvoer van het Meerjarenprogramma 2005-2009 is een bedrag beschikbaar van ca € 25,3 miljoen.Daarnaast staat er nog € 1,2 miljoen open aan verplichtingen uit het voorgaande meerjarenprogramma. Op jaarbasis hebben we een gemiddeld bedrag van € 5,3 miljoen te besteden. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de bestedingen in het jaar 2006:
Waterbodems Gasfabrieken Bio's projecten Stortplaatsen
totale kosten in 2006 3.582.600 271.700 531.900 46.200 161.600 4.594.000
FINANCIERING 2006 Bijdrage Bijdrage rijk gemeenten 3.482.600 0 271.700 0 408.900 62.450 39.800 2.500 43.100 0 4.246.100 64.950
Bijdragen provincie 100.000 0 50.280 900 0 151.180
Bijdragen derden 0 0 10.270 3.000 118.500 131.770
Het grootste deel van ons budget is gereserveerd voor waterbodems en gasfabrieken, samen ca € 20 miljoen. De drie geplande gasfabrieken kunnen mogelijk tegen lagere kosten gesaneerd worden dan vooraf gedacht was. Daarom worden nu de twee gasfabrieken die gepland stonden voor de volgende programmaperiode naar voren gehaald. De voorbereidingen voor de eerste drie gasfabrieken zijn in volle gang. Er is met twee gemeenten een overeenkomst afgesloten. Binnenkort zal daarvan de eerste sanering tot uitvoering komen. Ook wordt de locatie Raadhuisstraat (gemeente Veendam), na overleg met Bodem+, nu met Wbb middelen gesaneerd. Deze locatie is niet opgenomen in het oorspronkelijke programma. Bij de nazorg voor stortplaatsen is het budget, dat gegenereerd wordt uit de opcenten op de stortkosten, niet voldoende. Hier zal dan ook nog geput moeten worden uit de Wbbmiddelen. Indien we ruimte over hebben zullen we die aanwenden om tekorten bij de waterbodems weg te werken en/of statische spoedeisende gevallen.
2.4.2 Het particitief financieringsstelsel De multiplier geeft de grootte aan van de marktbijdrage bij saneringsprojecten. Landelijk wordt gestreefd naar een multiplier van 4. In de onderstaande tabel is de berekening voor de multiplier van het jaar 2006 weergegeven: Tabel: Berekening multiplier Multiplier =
(besteed Rijksbudget + marktbijdrage) besteed Rijksbudget € 4.246.100,- [WBB] + (€ 151.180,- [SAP, excl. WBB] + € 451.000,- [SEB, O2a+O2c]) + € 4.950.000,- [convenantpartijen])
13
Bodemsanering over 2006 Bestuursrapportage provincie Groningen
Multiplier = * 2006
€ 4.246.100,- [WBB]
Multiplier 2006 = 2,3 *
Bij de berekening van de multiplier is de eigen bijdrage van de provincie en gemeenten als markbijdrage meegerekend (SAP, excl. WBB). Bepaalde convenantpartijen leveren alleen getallen op jaarbasis. Van deze convenantpartijen zijn de SEB kosten opgeteld.
Bij het bepalen van de multiplier dient men zich te realiseren, dat dit slechts een indicatie van de werkelijkheid is. Met name de kosten van de saneringen in 'eigen beheer' zijn veelal ramingen. Financiële gegevens van de daadwerkelijke bodemsaneringskosten zijn niet altijd beschikbaar. De hoogte van de multiplier wordt voor een belangrijk deel bepaald door financiering vanuit de convenantpartijen. De landelijk gewenste multiplier van 4 is de benodigde multiplier voor het dekken van de totale kosten voor de bodemsaneringsoperatie. In het Meerjarenprogramma 2005-2009 heeft de provincie Groningen een 'eigen' multiplier opgesteld. De provincie Groningen is een landelijke provincie, waar de marktwerking minder groot is dan in veel andere delen van Nederland. De provincie Groningen heeft een multiplier van 3,3 opgesteld. Voor het jaar 2006 is een multiplier van 2,3 bereikt. Hiermee voldoen we nog niet aan onze eigen opgelegde norm. Het verloop van de multiplier gedurende de afgelopen jaren staat in onderstaande grafiek weergegeven:
Multiplier 4 3,5
multiplier
3 2,5
Multiplier
2 1,5 1 0,5 0 2002
2003
2004
2005
2006
jaartal
14
Bodemsanering over 2006 Bestuursrapportage provincie Groningen
2.4.3 Bodem Prestatie Eenheden (BPE) Om de voortgang van de prestatie en bestedingsverantwoording van het meerjarenprogramma te kunnen monitoren worden hieronder de resultaten gepresenteerd na de eerste twee jaar van het MJP 2005-2009. Resultaten 2006:
Aantal Onderzoeken Aantal saneringen
Planning 2005-2009 * WBB SEB Landelijk 375 75 14 **** 13
Realisatie 2005/2006 ** WBB SEB Landelijk ca. 300 11 ***
Oppervlakte
268.822
11.875
-
42.265
volume grond volume grondwater
280.647 270.405
18.750 37.500
-
9.790 57
BPE
1.218.925
83.125
-
71.658
* De planning voor SEB landelijk moet nog worden opgesteld. Bij deze planning is geen onderscheid tussen landelijk en stedelijk is gemaakt, maar de verantwoording voor SEB-stedelijk valt onder het ISV. De planning voor SEB landelijk moet nog worden opgesteld. ** Beschikking saneringsevaluatie ingestemd in het jaar 2005 en 2006 *** GR000900040, GR002200042, GR003700132, GR004000081, GR198700074, GR166100028. GR165100123, GR165100122, GR002500045, GR001800292, GR001500055 **** GR000300002 (2*); GR001400130; GR076500008; GR003700004; Bever groen (1*); Projecten in het landelijk gebied (6*); projecten met saneringscriterium (2*)
Het aantal geplande onderzoeken van 375 gefinancierd uit WBB-budget is halverwege het meerjaren programma al bijna gerealiseerd. Vanuit het project aanpak werkvoorraad zijn in 2005 en 2006 ca 300 locaties oriënterend onderzocht. Volgens de huidige planning zullen in 2007 ook weer 500 locaties historisch worden onderzocht, waarvan er naar schatting 250 locaties doorgaan voor een oriënterend onderzoek. Daarnaast gaan we in de periode tot 2009 gericht (historisch) bodemonderzoek uitvoeren naar dempingen met ongedefinieerd materiaal. De verwachtingen voor de programmaperiode 2005-2009 zijn opgesteld. Er is in het jaar 2006 geen sanering afgerond op een WBB-locatie. Een aantal saneringen uit het Meerjarenprogramma 2005-2009 gaan nog in uitvoering (Gasfabrieksterreinen). De sanering van de stadswateren zal in 2007 worden afgerond. Vanuit de aanpak werkvoorraad zijn momenteel nog geen saneringslocaties naar voren gekomen. Deze zijn wel geraamd. Het is op dit moment moeilijk in te schatten of de geplande BPE's voor WBB-locaties gehaald zullen worden.
2.5
Organisatie van informatiebeheer
2.5.1 Huidige situatie gegevens uitwisseling Hoewel er momenteel nog geen structurele en inhoudelijke uitwisseling is tussen de verschillende databestanden met bodeminformatie wordt er wel degelijk informatie tussen partijen uitgewisseld. 15
Bodemsanering over 2006 Bestuursrapportage provincie Groningen
Als provincie hebben we ons eigen systeem om bodeminformatie bij te houden. We houden alle beschikbare bodeminformatie bij in het provinciale bodeminformatiesysteem Globis. Globis is het systeem waarin beschikkingen en besluiten zijn opgenomen. Momenteel worden jaarlijks gegevens uit de 24 gemeentelijke Bodem informatiesystemen (BIS) door de provincie samengevoegd. Jaarlijks ontstaat er zo een nieuw actueel beeld van de beschikbare gemeentelijke informatie. De gemeentelijke informatie uit het BIS en de provinciale informatie uit Globis zijn ondergebracht in verschillende informatiesystemen. Om een goed beeld van een locatie te krijgen dienen beide systemen te worden geraadpleegd. Er bestaat momenteel nog geen structurele digitale gegevensuitwisseling tussen de provincie en de marktpartijen en convenantpartijen als NAM, BSB en de SBNS. Wel is er regelmatig contact met deze partijen. Informatie wordt alleen in het provinciale bodeminformatiesysteem Globis opgenomen als er een besluit aan ten grondslag ligt. In de toekomst willen we toe naar een meer structurele gegevensuitwisseling in het kader van het Landsdekkendbeeld 2009.
2.5.2 De toekomst van gegevensuitwisseling: Landsdekkendbeeld 2009 VROM heeft de doelstelling geuit dat in het jaar 2009 een landsdekkenbeeld bodemsanering opgesteld dient te worden. Voor dit project heeft de provincie de volgende doelstelling geformuleerd: Processen zijn steeds meer geautomatiseerd en centraal beschikbaar (E overheid). Ook bodeminformatie is binnen de gehele overheidsketen geïntegreerd. Iedereen, zowel overheid (rijk, gemeente en provincie) als bedrijfsleven en burgers, beschikt over dezelfde basisgegevens aan bodeminformatie. De beschikbare data zijn compleet, van goede kwaliteit en actueel. Op basis van de beschikbare gegevens kan gericht gestuurd worden op de NMP3 doelstelling om in 2030 alle ernstige bodemsanering te hebben beheerst dan/wel gesaneerd. Begin 2007 wordt er een vooronderzoek uitgevoerd naar haalbare oplossingsvarianten voor gemeenten en provincie. Halverwege 2007 zal een definitieve keuze voor een variant gemaakt worden die op draagvlak kan rekenen bij zowel gemeenten als provincie. Eind 2007 kan met de implementatie van de gekozen variant worden begonnen. Het inhoudelijk op elkaar afstemmen van de gemeentelijke - en de provinciale dataset vormt een onderdeel van de implementatiefase.
2.5.3 Bodeminformatie op internet Sinds 2004 presenteren wij als provincie bodeminformatie op internet. Op basis van ervaringen uit het eerste jaar is in 2005 een verbeterde versie gelanceerd. Hiermee voldoet de provincie wat betreft bodeminformatie aan het Verdrag van Aarhûs. Het verdrag van Aarhûs heeft als doel de bevolking gevoeliger te maken voor de milieuproblematiek, door de toegang tot de informatie en de inspraak in de besluitvorming te vergemakkelijken. Door bodemgegevens op internet te 16
Bodemsanering over 2006 Bestuursrapportage provincie Groningen
presenteren, heeft ook de burger inzicht in de bodemsaneringsoperatie binnen de provincie Groningen.
omvang
van
de
Er worden op internet provinciale gegevens, gemeentelijke gegevens, verdachte (bedrijfs) activiteiten en de bodemkwaliteitskaarten gepresenteerd. Van de gemeentelijke informatie en de historische bedrijfsactiviteiten kan elke gemeente kiezen of de informatie op hoog (uitgebreid) niveau of op laag (beperkt) niveau worden gepresenteerd. In 2006 presenteerden 12 van de 24 Groninger gemeenten hun bodeminformatie op hoog niveau.
Figuur: De vernieuwde bodeminternetsite is bereikbaar via www.provinciegroningen.nl
Begin 2006 is een afstudeeronderzoek afgerond naar de toegankelijkheid van de bodeminternetsite. Het onderzoek is zowel gericht op gemeenten als professionele gebruikers (makelaars, adviesbureau's en notarissen). De belangrijkste conclusies uit het rapport zijn: • Zes gemeenten willen nu en in de toekomst niet over naar een hoog informatieniveau, omdat zij vinden dat burgers, notarissen en makelaars niet in staat zijn de gegevens juist te interpreteren. • Zes gemeenten zijn bereid op termijn over te gaan naar hoog informatieniveau. Zij willen eerst nog een kwaliteitsslag op hun data uitvoeren. • Professionele gebruikers vinden het belangrijk dat data actueel zijn en zo volledig mogelijk (hoog -uitgebreid- niveau). • Professionele gebruikers geven aan dat de internetpagina pas echt een meerwaarde heeft als de data wordt geïntegreerd met informatie van 17
Bodemsanering over 2006 Bestuursrapportage provincie Groningen
bijvoorbeeld bouw- en woningtoezicht en RO-plannen. In de huidige situatie moeten ze voor een compleet beeld nog steeds naar het overheidsloket. In 2007 zal de bodeminformatiesite op een aantal punten verbeterd worden. Daarnaast stimuleren wij de gemeenten bodeminformatie op hoog niveau te presenteren.
2.6
Meerjarenprogramma
Het jaar 2006 is het tweede jaar van het nieuwe meerjarenprogramma 20052009. In deze paragraaf wordt de voortgang van de beleidsmatige projecten en de uitvoeringsprogramma's uit het meerjarenprogramma 2005-2009 besproken.
2.6.1 Asbestsignaleringskaart De asbestproblematiek is vooral bekend geworden door gezondheidsproblemen in Overijssel als gevolg van de aanwezigheid van de asbestcementwarenfabrieken en de asbestwegen nabij deze fabrieken. Voor onze provincie is er geen indicatie dat er asbestcementwarenfabrieken hebben bestaan die qua schaal en productieproces vergelijkbaar zijn met de bekende fabrieken in Goor en Harderwijk. Er is dan ook geen aanwijzing dat wij in de provincie Groningen een vergelijkbaar asbestprobleem met bijbehorende gezondheidsproblemen hebben als in en rond de plaatsen Goor en Harderwijk. Uiteraard is er ook in onze provincie, net als overal in het land, asbest verwerkt in bebouwing en is asbest toegepast als verhardingsmateriaal in lanen en erven. Bij gebruik van asbest in gebouwen ligt de verantwoordelijkheid bij de eigenaar. Bij het afgeven van sloopvergunningen gaat de gemeente na (via bouw- en bodemarchieven) of er op de locatie ook asbest is toegepast in het verleden. Wanneer dit het geval is dan wordt de aanvrager van de vergunning verplicht om onderzoek te doen naar de aanwezigheid van asbest. Ook is bij deze bronnen geen directe relatie met het bodemgebruik. Wij hebben in 2006 besloten om een asbestsignaleringskaart op te stellen. De kaart moet in 2007 worden opgeleverd. Uitgangspunt voor het maken van de kaart is dat zoveel mogelijk informatie wordt verkregen over (de kans op) het aantreffen van asbest in de bodem. In het onderzoek richten we ons dan ook op de locaties waar in het verleden asbest is gestort (asbesthoudend afval in stortlocaties) en waar asbest is toegepast als verhardingsmateriaal voor met name erven en lanen (bodemarchieven en bodeminformatiesystemen). Als eindproduct wordt de kaart gepresenteerd via de provinciale website (als onderdeel van de site met bodeminformatie). Voor een ieder is dan duidelijk waar mogelijk asbest aanwezig is in de bodem. De overheden kunnen dan vervolgens gericht bodemonderzoek doen op de locaties waar een vermoeden van een ernstige bodemverontreiniging met asbest is. Net zoals dat nu in het kader van de "Aanpak van de werkvoorraad" het geval is, doen wij in samenwerking met de gemeenten onderzoek op die locaties waar een vermoeden van ernstige bodemverontreiniging is. Dit onderzoek bestaat uit een historisch- en oriënterend onderzoek en is op basis van vrijwilligheid. 18
Bodemsanering over 2006 Bestuursrapportage provincie Groningen
2.6.2
Aanpak werkvoorraad
De aanpak van de werkvoorraad is één van de onderdelen van het Meerjarenprogramma 2005-2009. Het doel van de aanpak van de werkvoorraad is om in de periode 2005-2009 op een actieve wijze de werkvoorraad bodemverontreiniging nader in beeld te brengen. Door in eerste instantie historisch onderzoek (HO) uit te voeren naar potentieel ernstige en urgente gevallen van bodemverontreiniging en vervolgens eventueel een oriënterend onderzoek (OO) uit te voeren krijgen we meer zicht op de werkelijke gevallen van ernstige bodemverontreiniging. In 2005 is begonnen met de aanpak van de werkvoorraad in 3 gemeenten. Voor ca. 225 locatie is een HO en op ca. 100 locaties een OO uitgevoerd. Ca. 50 locaties komen in aanmerking voor een nader bodemonderzoek. De ervaringen die zijn opgedaan in 2005 waren erg positief. Dit kenmerkt zich allereerst in de medewerking van de eigenaren die in groten getale hun medewerking hebben verleend (traject HO en OO). Vooraf waren de doorstroompercentages (hoeveel locaties gaan door voor een oriënterend- en vervolgens een nader bodemonderzoek) geschat op 50% en achteraf bezien is dit zeer realistisch geweest. De positieve ervaringen en resultaten hebben andere gemeenten (8 gemeenten voor uitvoering in 2006, te weten: Winsum, Marum, De Marne, Zuidhorn, Appingedam, Delfzijl, Menterwolde en Vlagtwedde) doen besluiten zich bij ons aan te melden. Dit betekent een bijstelling van de eerste doelstelling namelijk om op 500 locaties onderzoek uit te voeren. In 2006 zijn er ca. 500 locaties onderzocht. Ook hier gelden de nagenoeg dezelfde doorstroomcijfers als in 2005. Ca. 500 locaties zijn historisch onderzocht, waarvan er ca. 250 oriënterend zijn onderzocht en er ca. 125 in aanmerking komen voor een nader onderzoek. Voor 2007 hebben de gemeenten Leek, Pekela, Bellingwedde en Reiderland aangegeven mee te willen doen met de aanpak van de werkvoorraad. De kosten voor het HO komen volledig ten laste van het Meerjarenprogramma. De kosten voor het OO is volgens de 1/3 regeling namelijk: 1/3 VROM (Meerjarenprogramma), 1/3 provincie (provinciaal budget 'statische gevallen') en 1/3 gemeente. Om stagnatie van de aanpak werkvoorraad te voorkomen, is de provincie voornemens ook het naderonderzoek uit te gaan voeren.
2.6.3 ISV-programma Met ingang van 1 januari 2005 is de tweede uitvoeringsperiode ISV gestart. Over de eerste periode is in de loop van 2005 verantwoording afgelegd. De beoordeling van deze verantwoordingen werkt door naar de Meerjaren Ontwikkelingsprogramma's 2005-2009.
19
Bodemsanering over 2006 Bestuursrapportage provincie Groningen
In oktober 2006 zijn zes aanvragen ingediend door de projectgemeenten, waarvan vier met een bodemmodule. Deze aanvragen zijn beoordeeld.
2.6.4 Waterbodems De regionale werkgroep Groningen heeft in 2006, naast inbreng in de landelijke beleids- en uitvoeringsprojecten (o.m. Grond & Bagger), de volgende projectresultaten c.q. producten gerealiseerd: een actueel databeheerssysteem voor waterbodems (Waterstatus) en een jaarlijks uitvoerings- en monitoringsprogramma voor baggerwerkzaamheden (waterbodemopgave provincie Groningen). Daarnaast zijn in samenwerking met de provincie Drenthe en de waterschappen de voorbereidingen voor de totstandkoming van een regionaal bestuursakkoord waterbodems voor het deelstroomgebied Groningen en Noorden Oost-Drenthe, waarin afspraken worden vastgelegd over de aanpak van de baggeropgave en de oplossing van de bestemmingen-problematiek, gestart. Ondertekening vindt in 2007 plaats. Sanering Stadswateren Groningen Ook in 2006 is de provincie als bevoegd gezag in het kader van de Wbb en als medefinancier nadrukkelijk betrokken geweest bij de voorbereiding en uitvoering van de waterbodemsanering Stadswateren Groningen. In een managementrapportage zijn de betrokken convenantpartijen geïnformeerd over de financiële stand van zaken van het project, de operationele stand van zaken medio 2005 en de plannen tot en met 2007. In 2006 is de sanering van de deelprojecten Oude Winschoterdiep ZZ en Helperdiep uitgevoerd. Zodra is ingestemd met de evaluatierapportten, tellen deze locates ook mee voor de BPE verantwoording. De sanering van de deelprojecten Eendrachtskanaal-Hoendiep en Eemskanaal is in voorbereiding.
2.6.5 Programma gasfabrieksterreinen Het programma Gasfabrieksterreinen is opgesteld in een samenwerkingsverband tussen de vier noordelijke provincies Overijssel, Drenthe, Friesland en Groningen. Afstemming heeft plaatsgevonden met het energiebedrijf Essent. In totaal behelst het programma de aanpak van 35 voormalige gasfabrieksterreinen, waarvan vijf zijn gelegen in de provincie Groningen. De toekenning van gelden voor de gasfabrieklocaties is opgenomen in de beschikking op het Meerjarenprogramma 2005-2009. Op de vijf Groninger locaties hebben zich in 2006 de volgende ontwikkelingen voorgedaan: Appingedam Nadat in 2005 de sanering van de waterbodem is afgerond is in 2006 verder gewerkt aan de voorbereiding van de sanering van de "landbodem". In het voorbereidingsproces voor de aanbestedingswijze is gekozen om te werken met een Design, Build, Finance and Operate (DBFO) contract, waarin de saneringsen ontwikkelingsdoelen en -resultaten worden omschreven, maar waarbij de wijze waarop die worden bereikt grotendeels aan de opdrachtnemer wordt 20
Bodemsanering over 2006 Bestuursrapportage provincie Groningen
overgelaten. In 2006 is aan de voorbereiding en omschrijving van het contract gewerkt. De laatste belemmerende factor in de grondverwerving is in 2006 verdwenen. Er heeft een voorselectie plaatsgevonden ten behoeve van de Europese aanbesteding, waaruit vijf combinaties bedrijven zijn geselecteerd. Bedum Najaar 2005 is een ambtelijke projectgroep gestart waarin ook Essent deelneemt. In 2006 is aan een extern bureau een opdracht gegeven tot het opstellen van een ontwikkelingsvisie, waarin verschillende sanerings- en ontwikkelingsmodellen naast elkaar worden gezet. Stadskanaal De gemeente Stadskanaal heeft de voormalige gasfabrieklocatie opgenomen in haar revitaliseringsplan voor de bedrijventerreinen Dideldom en Vleddermond. Het gasfabrieksterrein is deels eigendom van de gemeente en deels van Essent. In 2006 is verder overleg geweest tussen gemeente, Essent en provincie. Nader onderzoek heeft plaatsgevonden naar de afgrenzing van de verontreiniging buiten de locatie zelf. Resultaten van het overleg tussen de betrokken partners zijn verwoord in een intentieverklaring die begin 2007 getekend is. Deze is gericht op de omschrijving van betrokkenheid van en kostenverdeling tussen de partners bij de voorbereiding van de uitvoering. De aanbesteding en de start van de uitvoering van de sanering staan gepland in 2007. Winschoten Er heeft een actualiseringsonderzoek plaatsgevonden en er zijn meerdere gesprekken geweest tussen de betrokken partijen. Afgezien daarvan nog geen concrete ontwikkelingen. Pekela Het voormalige gasfabrieksterrein in Oude Pekela ligt binnen een nieuw te ontwikkelen bedrijventerrein. De gemeente heeft op basis van het Masterplan voor het bedrijventerrein subsidies verworven, zodat de uitvoering van dat plan is veiliggesteld. Het gasfabrieksterrein, voor zover dat nu eigendom van de provincie is, zal worden overgedragen aan de gemeente en na sanering als bedrijfsterrein worden uitgegeven. Provincie en gemeente trekken samen op. De voorbereiding van de sanering is zodanig gevorderd dat aan het eind van 2006 een intentieovereenkomst over de uitvoering tussen gemeente en provincie is getekend. Er is een externe projectleider aangetrokken om de voorbereiding verder te trekken en uit te werken. Essent zal een gedeelte van het terrein, dat in eigendom is en een functie heeft voor het energiebedrijf, in eigen beheer saneren.
2.6.6 Meerjarenprogramma Landelijk gebied Binnen het Meerjarenprogramma Landelijk gebied is gewerkt aan de oplossing van het probleem van bodemverontreiniging bij herinrichtingsprojecten in de 21
Bodemsanering over 2006 Bestuursrapportage provincie Groningen
provincie Groningen. De bodemverontreiniging is veroorzaakt door het dempen van voormalige wijken (watergangen) in de Veenkoloniën. Voor de gebieden Hefshuizen, Pekela, blok IV en blok III zijn overeenkomsten getekend. In deze overeenkomsten is geregeld dat de verantwoordelijkheid voor de sanering van de gedempte wijken wordt overgenomen door de Stichting Landinrichting en bodemverontreiniging. De stichting wordt gefinancierd door de ingelanden, DLG, NLTO, de gemeenten, de provincie Groningen en het Ministerie van VROM (vanuit het Meerjarenprogramma Wbb). Wat betreft de locaties in het landelijke gebied met een ernstige en spoedeisende (water)bodemverontreiniging waarbij sanering noodzakelijk is, richt zich dit vooral op voormalige stortplaatsen en gedempte sloten (wijken). Wanneer er sprake is van een ernstige bodemverontreiniging waarbij de sanering spoedeisend is zal deze met alle belanghebbenden worden opgepakt. Zo is de locatie P. Venemakade (initiatiefnemer Dienst Landelijk Gebied) momenteel in voorbereiding voor een bodemsanering en zijn besprekingen met ons gaande over de wijze van saneren. Deze locatie is ook opgenomen in het Meerjarenprogramma Bodemsanering Staateigendommen 2003-2007.
2.6.7 Bedrijvenregeling Op 1 januari 2006 is het Besluit Financiële bepalingen bodemsanering in werking getreden. De subsidievoorschriften voor de sanering van bedrijfsterreinen zijn hierin opgenomen. Daarmee is binnen de provincie Groningen de interim subsidieregeling voor de sanering van in gebruik zijnde en blijvende bedrijfsterreinen, genaamd de Bedrijvenregeling, niet meer van kracht. In 2006 heeft een tiental bedrijven, met name in het kader van de overnames, contact gezocht om te verkennen of subsidie in het kader van het Besluit Financiële bepalingen bodemsanering mogelijk zou zijn. Deze contacten hebben in 2006 niet geleid tot een daadwerkelijke aanvraag. Het uitblijven van aanspraak op subsidiegelden is een landelijk beeld. De randvoorwaarden voor de subsidieregeling zijn zo strak geformuleerd dat lang niet alle bedrijven voor de regeling in aanmerking komen. Daarnaast zal het bedrijfsleven zelf een groot aandeel in de saneringskosten moeten dragen, wat vaak een daadwerkelijke aanvraag in de weg staat.
2.6.8 Nastort In Groningen is in het verleden op meer dan 400 locaties afval gestort. Het gaat daarbij om locaties zoals stortplaatsen, sloot- en wijkdempingen, landophogingen en slibdepots en op- en overslag van afval. Wij hebben deze locaties onderzocht in een speciaal onderzoeksprogramma: NAVOS (NAzorg VOormalige Stortplaatsen). Op deze locaties is de grond, grondwater en het oppervlaktewater al vanaf 1999 onderzocht. In 2003 is een laatste meetronde uitgevoerd. De resultaten zijn in de zomer van 2005 beschikbaar gekomen in de vorm van een eindrapport. De conclusie is dat op 54 voormalige stortlocaties in de provincie Groningen een nader bodemonderzoek moet worden uitgevoerd. Deze nader bodemonderzoeken worden gefinancierd uit de opslag van de Leemtewet heffingen en het tekort wordt aangevuld uit het Meerjarenprogramma Wet Bodembescherming 2005-2009.
22
Bodemsanering over 2006 Bestuursrapportage provincie Groningen
Doel van het naderbodemonderzoek is het nader in kaart brengen van de aard, omvang en de mogelijke risico’s van verontreinigingen in de bodembestanddelen rondom het stortlichaam. De locaties die in aanmerkingen komen voor een nader bodemonderzoek kenmerken zich door het feit dat gedurende meerdere meetronden concentraties van stoffen boven de interventiewaarden zijn aangetroffen in de onderzochte peilbuizen of verhoogde gehalten in de deklaag monsters zijn vastgesteld (boven de tussenwaarden). Door het uitvoeren van een nader onderzoek wordt de maatschappelijke onzekerheid weggenomen door het nader in beeld brengen van de omvang van de verontreiniging en wordt aangegeven of sanering noodzakelijk is. Hiermee wordt duidelijk of er belemmeringen zijn voor maatschappelijke dynamiek. In 2006 zijn van de 54 voormalige stortlocaties er 14 locaties nader onderzocht. Deze locaties worden momenteel door ons beschikt op ernst en spoedeisendheid. De voorlopige resultaten laten zien dat er op de 14 locaties sprake is van een ernstige bodemverontreiniging waarvoor sanering niet spoedeisend is. De overige locaties worden in 2007 nader onderzocht.
23
Bodemsanering over 2006 Bestuursrapportage provincie Groningen
24
Bodemsanering over 2006 Bestuursrapportage provincie Groningen
3
Bijzondere projecten In 2006 is een aanbestedingsdraaiboek opgesteld voor het saneren van de persleiding Groningen-Delfzijl. Het aanbestedingsdraaiboek gaat uit van een innovatieve aanbesteding volgens een zogenaamd design & construct contract. Onderdeel van de aanbesteding vormde een pilotsanering in Delfzijl. De economisch meest voordelige partij is in de gelegenheid gesteld een gedeelte van de rioolpersleiding te reinigen en te vullen met schuimbeton. De pilot in Delfzijl is geslaagd en het werk is gegund aan GMB (Groep Midden Betuwe). In december 2006 is GMB gestart met de sanering van de rest van het persleidingtracé Groningen – Delfzijl. Conform planning moet de leiding in het stedelijk gebied van Delfzijl en Groningen voor 1 november 2007 zijn gesaneerd. Door GMB is per (deel)traject een planning opgesteld. De uitvoering van de gehele sanering moet 31 december 2008 zijn afgerond. Dekking was nog een aandachtspunt. Dit is in 2006 geregeld door kabinetsregeling om ons 9 miljoen extra beschikbaar te stellen. Dit wordt toegevoegd aan de WBB middelen.
25
Bodemsanering over 2006 Bestuursrapportage provincie Groningen
26
Bodemsanering over 2006 Bestuursrapportage provincie Groningen
4
Doorkijk Voor het landsdekkenbeeld 2009 dienen verschillende bronnen van bodeminformatie met elkaar te worden gecombineerd. In de periode tot 2009 wordt gewerkt aan het proces om deze bronnen eerste inhoudelijk op elkaar af te stemmen en vervolgens geautomatiseerd met elkaar te laten uitwisselen. Doel van deze exercitie is een volledig overzicht van de actuele bodemsituatie. Met een actueel bestand kan nog gerichter gestuurd worden op de bodemsaneringsoperatie. Voor het behalen van de doelstellingen van de bodemsaneringsoperatie voor 2015 en 2030 is de provincie afhankelijk van de markt. Het uitvoeren van historisch- en (eventueel) oriënterend bodemonderzoek door de provincie, kan alleen plaatsvinden met toestemming van de eigenaar. Indien de eigenaar niet mee wil werken, blijft de verdenking een verdenking en kan deze niet geconcretiseerd worden zonder dynamiek vanuit de markt (verkoop, (ver-) bouw). Een onderzoeksbevel wordt terughoudend ingezet bij particulieren en kan pas ingezet worden als er minimaal een OO aanwezig is. Puur een historische verdenking uit het HBB is niet voldoende. In de periode tot 2009 gaan we verder met het actief aanpakken van de werkvoorraad bodemsanering. Bij de aanpak werkvoorraad richten we ons uitsluitend op locaties van particulieren die op vrijwillige bassis meedoen. Bedrijfslocaties zullen in het kader van andere initiatieven hun werkvoorraad op moeten pakken, zoals bijvoorbeeld de Stichting Bodemsanering huidige Bedrijfsterreinen (BSB) of de bedrijvenregeling. Van de locaties die zijn onderzocht in het kader van de aanpak werkvoorraad, is na HO en/of OO onderzoek bekend welke locaties echt tot de werkvoorraad moeten worden gerekend op basis van aangetroffen verontreinigingen. Deze locaties zitten dan niet langer in de werkvoorraad enkel op basis van een verdenking. Het behalen van de doelstelling van een stabiele eindsituatie (beheerst en/of gesaneerd) in 2030, kan alleen gehaald worden als de provincie de provincie uitsluitend haar regierol inzetten. Het naderonderzoek moet bij de onderzoeksrol van de provincie worden gevoegd. Dit als noodzakelijke stap om de doelstelling van 2030 te halen om een stabiele eindsituatie (beheerst en/of gesaneerd) in 2030 te creëren. Alleen dan kunnen we de regie tot het behalen van deze doelstelling in eigen hand houden.
27
Bodemsanering over 2006 Bestuursrapportage provincie Groningen
28
Bodemsanering over 2006 Bestuursrapportage provincie Groningen
5
Conclusies Met onze aanpak werkvoorraad zijn we voortvarend aan de gang. Samen met gemeenten worden potentiele spoedlocaties bij particulieren historische en oriënterend onderzocht. Het naderonderzoek moet in het vervolg ook bij de onderzoeksrol van de provincie worden gevoegd. Dit is noodzakelijk om de doelstelling van 2030 (een stabiele eindsituatie, beheerst en/of gesaneerd) te halen. Door de verantwoordelijkheid voor het naderonderzoek niet bij de eigenaar te leggen, maar zelf op te pakken, kunnen we het behalen van deze doelstelling beter sturen. Jaarlijks is een lichte stijging van het aantal beschikkingen te zien. Ook in 2006 zet deze trend weer door. In 2006 is er daarnaast op 32 locaties een BUSmelding gedaan. In 2007 is hierdoor een toename van het aantal (BUS-) saneringsevaluaties te verwachten. De geplande BPE's uit het meerjarenprogramma voor WBB-locaties zijn nog niet gerealiseerd. De BPE's van een locatie tellen mee als een evaluatierapport van de sanering aanwezig is. De BPE's voor SEB-locaties liggen daarentegen op schema. Het grootste deel van ons WBB-budget is gereserveerd voor waterbodems en gasfabrieken. Wat betreft de waterbodem is de sanering van een tweetal deelprojecten in voorbereiding. De voorbereidingen voor de eerste drie gasfabrieken zijn in volle gang. Binnenkort zal daarvan de eerste sanering tot uitvoering komen. Ook wordt de locatie Raadhuisstraat (gemeente Veendam), na overleg met Bodem+, nu met Wbb middelen gesaneerd. Deze locatie is niet opgenomen in het oorspronkelijke programma. De marktwerking wordt weergegeven door de multiplier. Als landelijke provincie is het moeilijk marktwerking in het buitengebied te creeren. Daarom hebben we een eigen multiplier van 3,3 gedefinieerd. Voor het jaar 2006 is een multiplier van 2,3 bereikt. Wij voldoen daarmee in 2006 niet aan de multiplier die we onszelf hebben opgelegd. Onze taakstelling lijken we binnen het beschikbare budget uit het meergjarenprogramma te kunnen realiseren. Het grootste gedeelte van het budget uit ons meerjarenprogramma is gereserveerd voor waterbodems en gasfabrieken. Ervaring leert dat grote projecten een lange aanlooptijd nodig hebben. voor het tweede gedeelte van het MJP is de planning dat alle projecten in uitvoering gaan.
29
Bodemsanering over 2006 Bestuursrapportage provincie Groningen
30
Bodemsanering over 2006 Bestuursrapportage provincie Groningen
Bijlage I
Indicatoren lijst 2006
31
Bodemsanering over 2006 Bestuursrapportage provincie Groningen
32
Bodemsanering over 2006 Bestuursrapportage provincie Groningen
OMSCHR MONITORING - GELEVERDE INSPANNING TOELICHTING BIJ DE KOLOMMEN 1 - VoldOnderz: stat_werk:'A15' 2 - VoldGesan: stat_werk:'A16' 3 - NietErnst: (stat_ver:'1' or stat_ver:'NE1' or stat_ver:'NE2') 4 - NietUrgent/UrgNietBep: (stat_ver:'2' stat_ver:'6') and (soort_urg:'Nee'/null) 5 - NietSpoed/SpNietBep: (stat_ver:'ENS' or stat_ver:'EGR') and (soort_urg:'Nee'/null) 6 - MilUrg: (stat_ver:'3' or stat_ver:'4' or stat_ver:'5') 7 - MilSpoed: stat_ver:'ES' 8 - MtschUrg: (stat_ver:'2' or stat_ver:'6') and soort_urg:'Ja' 9 - MtschSpoed: (stat_ver:'ENS' or stat_ver:'EGR') and soort_urg:'Ja' AFGERONDE ONDERZOEKEN (AFGERONDE HO; OO; NO TAKEN) B1.2a - Aantal historisch onderzochte locaties (Jaar HO; afgeronde HO taken) B1.3a - Aantal onderzochte locaties op aard (Jaar OO; afgeronde OO taken) B1.3b - Aantal onderzochte locaties op EUT (Jaar NO; afgeronde NO taken) BESCHIKKINGEN URGENTIE EN SPOED (Jaar EUT/EST) B1.4 - Niet (maatsch) urgent/spoed (Jaar EUT/EST) B1.5 - Wel (maatsch) urgent/spoed (Jaar EUT/EST) B1.4 en B1.5 - niet ernstig B1.4 en B1.5 - Beschikkingen urgentie en spoed (Jaar EUT/EST)
RESULT _0
RESULT _1
RESULT _2
RESULT _3
RESULT _4
RESULT _5
RESULT _6
RESULT _7
RESULT _8
RESULT _9
RESULT _10
RESULT _11
RESULT _12
RESULT _13
0 0 0 0 0
-1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1
0
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
0
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
0
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
0 0
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
0
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
0 0
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
0
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
41 0
22 -1
0 -1
4 -1
7 -1
10 -1
0 -1
2 -1
5 -1
7 -1
5 -1
34 -1
2 -1
0 -1
0
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
17
13
0
0
8
9
0
0
0
0
1
16
0
0
18 3
2 -1
0 -1
0 -1
0 -1
0 -1
0 -1
3 -1
6 -1
9 -1
4 -1
11 -1
2 -1
1 -1
42
21
0
3
8
9
0
3
6
9
5
34
2
1
B1.4 en B1.5 - Oppervlak urgentie en spoed (Jaar EUT/EST) B1.4 en B1.5 - Volume urgentie en spoed (Jaar EUT/EST) TIJDELIJKE MAATREGELEN (AANTALLEN BESLUITEN) B1.6 - Aantal tijdelijke maatregelen < 1 jaar (besluit 71) B1.6 - Aantal tijdelijke maatregelen 15 jaar (besluit 72) B1.6 - Aantal tijdelijke maatregelen > 5 jaar (besluit 73) AFGERONDE SAN.PROJECTEN; SAN.LOCATIES EN ZORGPLANNEN B2a - Aantal afgeronde san.proj.(JaarSE; besluit SE(15)/BusSE(67)) B2c - Aantal afgeronde saneringslocaties (datum sanering afgerond) B3 - Aantal ZorgPlan beschikkingen (JaarZP; besluit ZP(62)) GEPLAND EN GESANEERD OPP/VOLUME (SANERINGSPROJECTEN) B2b.0A - Gepland te saneren Oppervlak grond (pl_datum; saneringsproj) B2b.0B - Gepland te saneren Volume grond (pl_datum; saneringsproj) B2b.0C - Gepland te san. Vol. grondwater (pl_datum; saneringsproj) B2b.1A - Gesaneerd Oppervlak grond (datumsan; saneringsprojecten) B2b.1B - Gesaneerd Volume grond (datumsan; saneringsprojecten) B2b.2 - Gesaneerd Vol. grondwater (datumsan; saneringsprojecten) INDELING CONVENANTEN VAN
107.255
13.525
0
15
670
12.850
0
50.110
20.355
23.225
58.245
37.290
11.600
120
572.870 0
75.370 -1
0 -1
20 -1
3.890 -1
75.120 -1
0 -1
490.000 -1
630 -1
3.210 -1
491.500 -1
81.320 -1
0 -1
50 -1
0
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
0
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
0
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
0 0
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
0
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
16
13
3
0
0
0
4
0
10
1
1
13
0
2
19
14
3
0
0
0
4
0
11
2
1
15
0
3
0 0
0 -1
0 -1
0 -1
0 -1
0 -1
0 -1
0 -1
0 -1
0 -1
0 -1
0 -1
0 -1
0 -1
0
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
22.755
20.100
2.390
0
250
0
2.390
0
20.050
0
0
22.705
0
50
5.628
3.320
2.168
0
135
0
2.468
0
3.000
0
0
5.608
0
20
43.212 0
210 -1
43.000 -1
0 -1
0 -1
0 -1
43.000 -1
0 -1
210 -1
0 -1
0 -1
43.212 -1
0 -1
0 -1
82.266
65.643
4.575
0
1.800
0
6.925
0
62.617
9.965
0
81.110
0
1.156
40.153
33.734
1.694
0
1.470
0
2.364
0
32.430
3.160
0
39.095
0
1.058
7.550 0 0
7.550 -1 -1
0 -1 -1
0 -1 -1
0 -1 -1
0 -1 -1
0 -1 -1
0 -1 -1
7.550 -1 -1
0 -1 -1
0 -1 -1
7.550 -1 -1
0 -1 -1
0 -1 -1
34
Bodemsanering over 2006 Bestuursrapportage provincie Groningen
SANERINGSPROJECTEN B2a.Convenant - Aantal convenanten bij afgeronde san.proj B2a.Subat B2a.tank B2a.SBNS B2a.BSB B2a.VINEX B2a.Defensie B2a.Staatsbosbeheer B2a.NVT SANERINGSVARIANTEN VAN SANERINGSPROJECTEN It.b1 - voll. verw.; aanvulgrond schoon (MF) It.b2 - voll. verw.; aanvulgrond achtergrond It.b3 - voll. verw.; aanvulgrond BGW It.b4 - aanbrengen schone leeflaag It.b5 - aanbrengen leeflaag achtergrondwaarde It.b6 - aanbrengen leeflaag BGW It.b7 - aanbrengen verharding/isolatie It.b8 - Niet van toepassing It.o1 - stabiel; geen restverontr./zorg (1) It.o3 - stab.;kl.restver./pas.zorg (2) It.o5 - stab.;gr.restver./pas.zorg (3) It.o7 - restverontreiniging; monitoring (4) It.o8 - restverontreniging; IBC (5) It.o9 - Niet van toepassing BESTEMMINGEN VRIJGEKOMEN GROND VAN SANERINGSPROJECTEN It2a - Ton Gereinigd (datumsan; saneringsprojecten) It2a - Ton gestort (datumsan; saneringsprojecten) It2a - Ton Hergebruikt (datumsan; saneringsprojecten) It2a - Ton Opslagen (datumsan; saneringsprojecten) -
12 0 2 0 0 0 0 0 8 0
-1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1
0
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
2
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
0 3 2
-1 -1 -1
-1 -1 -1
-1 -1 -1
-1 -1 -1
-1 -1 -1
-1 -1 -1
-1 -1 -1
-1 -1 -1
-1 -1 -1
-1 -1 -1
-1 -1 -1
-1 -1 -1
-1 -1 -1
0 0 0 1
-1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1
1 0 0
-1 -1 -1
-1 -1 -1
-1 -1 -1
-1 -1 -1
-1 -1 -1
-1 -1 -1
-1 -1 -1
-1 -1 -1
-1 -1 -1
-1 -1 -1
-1 -1 -1
-1 -1 -1
-1 -1 -1
0 0 6 0
-1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1
0
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
6.438
2.599
2.474
0
1.080
0
2.474
0
2.125
0
0
5.510
0
928
1.663
1.663
0
0
0
0
0
0
1.663
0
0
1.663
0
0
28.895
25.505
0
0
390
0
0
0
25.345
3.160
0
28.735
0
160
0 0
0 -1
0 -1
0 -1
0 -1
0 -1
0 -1
0 -1
0 -1
0 -1
0 -1
0 -1
0 -1
0 -1
35
Bodemsanering over 2006 Bestuursrapportage provincie Groningen
ZORGPLICHT - NIEUW ONTSTANE GEVALLEN Z1 - Rest zorgplichtgevallen voor rap.jaar (startdatum/TechAfger) Z2 - Nieuwe zorgplichtgevallen in rap.jaar (startdatum) Z3 - Ongedaan gemaakte Zorgplichtgevallen in rap.jaar (TechAfger) Z4 - Resterende zorgplichtgevallen in rap.jaar (startdatum/TechAfger) UITGAVEN ONDERZOEK/SANERING DERDEN (LOCATIENIVEAU) O2a - Geschatte ond.kosten SEB/ISV afgeronde NO (JaarNO; k€) O2b - Werkelijke ond.kosten SEB/ISV afgeronde NO (JaarNO; k€) O2c - Geschatte san.kosten SEB/ISV (besluit SE/JaarSE; k€) O2d - Werkelijk san.kosten SEB/ISV (besluit SE/JaarSE; k€) UITGAVEN ONDERZOEK/SANERING BEVOEGD GEZAG (TAAKNIVEAU) O2e - Kosten (Jaar factuur en bedrag betalingen) (k€) O2f - Vorderingen derden (Jaar/bedrag; fin_type niet V;S;M) (k€) O2g - Samenloop kosten (Jaar/bedrag; fin_type S) (k€) GEREGISTREERDE WERKVOORRAAD (totaal aantal locaties) Aantal GeenVervolg (voldoende onderzocht) Aantal GeenVervolg (voldoende gesaneerd) Aantal HO Aantal OO Aantal Aanvullend OO Aantal NO
0
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
13
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
9
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
3
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
19 0
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
0
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
127
39
0
12
4
23
0
23
27
29
23
104
0
0
61
5
0
5
0
0
0
56
0
0
56
5
0
0
324
247
0
0
39
0
0
0
235
10
0
243
0
82
3 0
0 -1
0 -1
0 -1
0 -1
0 -1
0 -1
0 -1
0 -1
0 -1
0 -1
3 -1
0 -1
0 -1
0
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
706
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
206
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
0 0
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
2.695
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
855
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
0 4 95 18 286
-1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1
36
Bodemsanering over 2006 Bestuursrapportage provincie Groningen
Aantal Aanvullend NO Aantal S0 Aantal Aanvullend SO Aantal SP Aantal Aanvullend SP Aantal Sanering Aantal Aanvullende Sanering Aantal SE Aantal Aanvullend SE Aantal Tijdelijke Beveiliging Aantal Monitoring Aantal Registratie restverontreiniging Aantal ActieveZorg EUT_totaal niet verontreinigd EUT_totaal pot verontr EUT_totaal pot ernstig EUT_totaal pot urgent EUT_totaal niet ernstig EUT_totaal ernstig EUT_totaal ernstig; urgent niet bepaald EUT_totaal urgent 4 jaar EUT_totaal urgent 5-10 jaar EUT_totaal urgent start voor 2015 Sanering maatschappelijke reden Geen sanering maatschappelijke reden StatRap PreHo StatRap ho StatRap onderzoek op aard StatRap eut StatRap so StatRap sp StatRap se StatRap zo GEREGISTREERDE WERKVOORRAAD (totaal aantal clusters) B1.2a - Aantal Clusters niet afgerond en potentieel verontreinigd klasse 1-4 B1.2b - Aantal Clusters niet afgerond en potentieel ernstig klasse 5-6 B1.2c - Aantal Clusters niet afgerond en potentieel urgent klasse 7-8 -
34 26 1 87 0 65 3 169 1 19 19 13 6 73 139 326 11 173 279
-1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1
131 200 20 31 547
-1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1
390 0 57 361 192 23 282 329 52 0
-1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1
-1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1
25.505
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
8.419
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
12.170
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
3.985 0
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
-1 -1
37
Bodemsanering over 2006 Bestuursrapportage provincie Groningen
BPE (som(san_cont.opp)+som(san_cont.v ol_g)*3+som(san_cont.vol_w)*0.4
205.745
-1
-1
-1
-1
-1
38
-1
-1
-1
-1
-1
-1
Bodemsanering over 2006 Bestuursrapportage provincie Groningen
-1
-1