Plan-MER-screening. Planologisch Attest Alta Ripa II. Gemeente Oud-Turnhout. (10 juni 2015)

Plan-MER-screening Planologisch Attest Alta Ripa II Gemeente Oud-Turnhout (10 juni 2015)

Plan-MER-screening - Planologisch Attest Alta Ripa II – Gemeente Oud-Turnhout – 10/06/15 – Ref. ProFlow: 2014_21 – Ref. Dienst MER: SCRPL15061

Colofon Opdrachtgever/Initiatiefnemer: Alta Ripa II Engelstraat, 6 2360 Oud-Turnhout

Contactpersoon: Marc Geenen – Directie Alta Ripa II Tel. 014/45.01.01 [email protected] www.altaripa.be

Opdrachthouder: ProFlow bvba Meirelos, 7 9800 Deinze

Contactpersoon: Wouter Dernau – Ruimtelijk Planner Tel. 0486/64.29.69 [email protected] www.proflow.be

2


Inhoudsopgave Inleiding ............................................................................................................................................. 4 Juridische en beleidsmatige randvoorwaarden ................................................................................. 9 Beschrijving van het plan ................................................................................................................. 28 Effecten door uitvoering van het voorgenomen plan ..................................................................... 45 Besluit .............................................................................................................................................. 49 Bijlage 1: Mobiliteit ................................................................................................................................. 50

3


Inleiding Alta Ripa II is een feestzalencomplex gelegen in Oud-Turnhout (deelgemeente Zwaneven) op ca. 3,5km ten oosten van het centrum van de gemeente. Het feestzalencomplex is vlot te bereiken vanuit de ruimere regio en dit vooral door zijn ligging op ca 2,5 km van het op-en afrittencomplex nr. 25 van de 34.

Het bedrijf is omgeven door een bosrijke omgeving.

Het bedrijf wordt begrensd door Engelstraat in het noordoosten en Nieuwe Staatsbaan in het zuidoosten.

Alta Ripa II is al meer dan 40 jaar gespecialiseerd in een divers aanbod voor bedrijven en particulieren, zoals bedrijfsfeesten, seminaries, congressen, beurzen, productpresentaties, recepties, trouwfeesten, enz.

4


Het oudste deel v/h gebouw werd gebouwd tussen 1958 tot 1960. Dit gebouw werd als woning gebruikt door dhr. Lauwerijs van 1960 tot 1968. Van ’68 tot ’78 werd het gebouw als het restaurant Alta Ripa II uitgebaat. In die periode kende het gebouw een eerste belangrijke uitbreiding. Op 27 juni 1978 werd Alta Ripa II overgekocht door de huidige uitbaters. Hierbij evolueerde het restaurant naar een feestzalencomplex. Daarbij werden tussen ’79 en ’91 diverse uitbreidingen toegevoegd aan het gebouw.

Deze plan-MER-screening is opgemaakt naar aanleiding van de aanvraag van een planologisch attest voor Alta Ripa II, te Oud-Turnhout. Via de aanvraag van een planologisch attest - en een latere bestemmingswijziging d.m.v. een RUP - wenst het bedrijf op korte termijn enkele stedenbouwkundige regularisaties en een nieuwe milieuvergunningsaanvraag te bekomen. Globaal kan wel gesteld worden dat het bedrijf hoofdzakelijk vergund is in de stedenbouwkundige betekenis. De essentiële delen van het bedrijf zijn nl. vergund. Volgens artikel 4.1.1, 7°, a van de Codex RO stelt dat “bedrijven en hun constructies slechts hoofdzakelijk vergund zijn indien de voor de normale bedrijfsvoering noodzakelijke constructies vergund of vergund geacht zijn, ook wat de functie betreft”. Op lange termijn zijn er geen uitbreidingsbehoeften. De huidige oppervlakte (feestzalen, parking, bergruimtes, …) volstaan voor de toekomst. De behoeften op lange termijn betreft enkele noodzakelijk herstellings-en onderhoudswerken en kleine wijzigingen. Deze wijzigingen moeten de aantrekkelijkheid, energie-efficiëntie en rendabiliteit van het bedrijf ten goede kunnen komen. Zo wenst het bedrijf de opbergruimtes (vooral uit ‘minderwaardige’ materialen) ten westen van het hoofdgebouw af te breken. Deze zone zal vervolgens ingericht worden als een groenbuffer. Ter vervanging van deze af te breken opbergruimtes zal er een nieuwe opbergruimte op de eerste verdieping ingericht worden. Om de plannen op langere termijn te kunnen vergunnen is er een goedgekeurd RUP nodig. Volgens de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) moet het gemeentebestuur zo’n RUP opstarten binnen het jaar na het afleveren van het positief planologisch attest. 5


Het bedrijf Alta Ripa II is sinds 2007 in een rechtsonzekere toestand verzeild geraakt vanwege de vernietiging van het BPA Engelstraat door de Raad van State op 3 mei 2007. Dit BPA voorzag o.a. in de mogelijkheid voor een uitbreiding van het bedrijf. Het arrest van de Raad van State was het gevolg van een jarenlang verzet van buurtbewoners tegen de uitbreidingsplannen, onder meer door de verwachte toename van verkeershinder in de buurt. Door de vernietiging van het BPA Engelstraat werd de bestemming volgens het gewestplan terug van kracht. Het bedrijf is daardoor volgens het gewestplan terug gelegen in woonpark en natuurgebied. De milieuvergunning voor de uitbating van het feestzalencomplex is bovendien ondertussen onlangs vervallen. De hernieuwing van de milieuvergunning werd niet aangevraagd tussen de achttiende en de twaalfde maand voor het verstrijken van de lopende milieuvergunning. Alleen indien de hernieuwing in deze periode is ingediend, mag na het vervallen van de vergunning verder geëxploiteerd worden en dit tot het verkrijgen van de hernieuwing. Bedrijven die hieraan niet voldoen worden beoordeeld als nieuwe bedrijven. Hieraan is een belangrijk risico verbonden, namelijk het niet meer verkrijgen van een milieuvergunning, of het opgelegd krijgen van strengere voorwaarden. Eén van redenen voor het niet verlenen van milieuvergunningen voor nieuwe bedrijven is ondermeer het zonevreemd zijn. Uit dit alles blijkt dat het bedrijf zich in een precaire situatie bevindt, met mogelijks grote gevolgen voor de verdere uitbating van het feestzalencomplex op langere én korte termijn. Het gemeentebestuur heeft (stilzwijgend) de ingediende milieuvergunningsaanvraag geweigerd omdat het bedrijf thans zonevreemd zou zijn. Het perceel is volgens het gewestplan inderdaad gelegen in natuurgebied en woonparkgebied. Evenwel is het perceel overeenkomstig artikel 2 van de stedenbouwkundige voorschriften van de gewijzigde verkaveling 093/038, ook gelegen in een zone die bestemd is als ‘Feestzalencomplex met bijhorende accommodatie’. Aangezien de stedenbouwkundige bestemmingsvoorschriften tevens een relevant element uitmaken bij de beoordeling van milieuvergunningsaanvragen, stelt zich de vraag welk voorschrift van toepassing is en bijgevolg de voorrang geniet. Op deze vraag werd door meester Tom Swerts van het advocatenkantoor GD&A een antwoord geformuleerd. Hierbij concludeerde hij dat: “Uit dit onderzoek blijkt dat de verkaveling met het nummer 093/038 dd. 24 maart 1964 zoals gewijzigd bij beslissing van 19 november 1991, een behoorlijk vergunde, niet vervallen verkaveling uitmaakt. (…) Het relevante bestemmingsvoorschrift voor de gewenste milieuvergunningsaanvraag betreft bijgevolg het artikel 2.01.1° van de verkavelingsvoorschriften, waar kavel 3A wordt bestemd tot een ‘Feestzalencomplex met bijhorende accommodatie’.” Het volledige onderzoek en motivatie van Tom Swerts is verder terug te vinden in het aanvraagdossier Planologisch Attest. De aanvraag tot planologisch attest is volledig conform het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. In het richtinggevend deel van het goedgekeurde GRS werd de opmaak van een nieuw RUP voor Alta Ripa in het vooruitzicht gesteld: “Voor het feestzalencomplex wordt gekozen voor een interne reorganisatie op de bestaande terreinen. De interne ruimte kan zo op een meer kwalitatieve manier worden benut. Bovendien moeten hier eveneens garanties worden ingebouwd voor het aanpalende natuurgebied waardoor een kwalitatieve meerwaarde kan worden gerealiseerd ten opzichte van de actuele situatie. Daarom zal voor 6


het feestzalencomplex een ruimtelijk uitvoeringsplan opgemaakt worden rekening houdend met de door het Arrest van de Raad van State gestelde eis om de verkeers-, geluids- en parkeerproblematiek in het BPA te regelen, alsook met de randvoorwaarden opgelegd in het advies van de GECORO naar aanleiding van de BPA-procedure.” In casu heeft de onderneming Alta Ripa II geen project-m.e.r.-plichtige activiteiten en inrichtingen zoals opgelijst in de rubrieken van bijlage I en II van het Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende de vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage. De bijlage III van het project-MER besluit lijst de categorieën van projecten op die onderworpen zijn aan de project-m.e.r. verplichtingen en waarvoor conform de wetgevende bepalingen een project-m.e.r. screeningsnota opgemaakt kan worden om na te gaan of het voorwerp van activiteiten van de vergunning significant negatieve milieueffecten kan veroorzaken. Rekening houdende met de aard van activiteiten dient het project beschouwd te worden als vallende onder rubriek 10b Stadsontwikkelingsprojecten, met inbegrip van de bouw van winkelcentra en parkeerterreinen (projecten die niet onder bijlage II vallen) van bijlage III van het project-MER besluit en dient minstens een project-m.e.r. screeningsnota opgemaakt te worden. Niettegenstaande de aanvraag tot planologisch attest de huidige activiteiten enkel zal bestendigen en geen echte uitbreiding met ruimtelijke impact vooropstelt, werd – conform de recent (4/7/2014) geactualiseerde ‘handleiding planologische attesten’ - een plan-m.e.r. screeningsnota opgemaakt. Volgens de ‘handleiding planologische attesten’ dient een planologisch attest beschouwd te worden als ‘een plan of programma, dat het kader vormt voor de toekenning van een vergunning voor een project’. In die zin valt dit planologisch attest dan ook onder de definitie en het toepassingsgebied van het decreet algemene bepalingen inzake milieubeleid (D.A.B.M.) en is het minstens screeningsplichtig. Via een in een latere fase op te maken RUP kan een bestemmingswijziging worden aangevraagd. Omwille van de beperkte impact zal ook dit RUP niet van rechtswege plan-MER plichtig zijn, maar wel screeningsplichtig. Indien met de voorliggende plan-MER-screening kan worden aangetoond dat er geen aanzienlijke milieueffecten zullen optreden als gevolg van het voorgenomen plan (planologisch attest) is er geen plan-MER noodzakelijk. De beslissing van de Dienst MER waaruit blijkt dat er geen plan-MER vereist is (cfr. art. 4.2.6 §2 D.A.B.M.) dient bij de aanvraag tot planologisch attest te worden toegevoegd. Hierdoor wordt er voldaan aan de verplichting inzake milieueffectrapportage bij een planologisch attest (art. 2; 10° uitvoeringsbesluit planologisch attest, 2/7/2013). Het Planologisch Attest vormt het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I, II of III van het project-m.e.r.-besluit van 10 december 2004, namelijk voor een project opgesomd in rubriek rubriek 10b Stadsontwikkelingsprojecten, met inbegrip van de bouw van winkelcentra en parkeerterreinen (projecten die niet onder bijlage II vallen) van bijlage III. Het Planologisch Attest houdt een kleine wijziging in – enerzijds omdat op korte termijn slechts enkele regularisaties en een nieuwe milieuvergunning en anderzijds op lange termijn enkele herstellings-en onderhoudswerken en beperkte ingrepen zonder uitbreidingsbehoeften worden beoogd - en is derhalve dus screeningsgerechtigd. 7


Overeenkomstig de uitvoeringsbesluiten en de Vlaamse Codex Ruimtelijk Ordening dient de aanvraagprocedure voor een planologisch attest vergezeld te zijn van een passende beoordeling en een verscherpte natuurtoets, indien het bedrijf gelegen is in of nabij een speciale beschermingszone (vogelrichtlijn- of habitatrichtlijngebied) of een VEN-gebied en indien de activiteiten een invloed kunnen hebben op de natuurwaarden van deze speciale beschermingszones of VEN-gebieden. Aangezien Alta Ripa II gelegen is op grote afstand tot deze beschermde gebieden en rekening houdende met de huidige en toekomstige activiteiten, zijn geen nadelige effecten op deze beschermde gebieden te verwachten en is geen passende beoordeling of een verscherpte natuurtoets vereist. In het plangebied is de algemene zorgplicht (art. 14) en het standstill-principe (art. 16) van het Natuurdecreet (natuurtoets) steeds van toepassing. Dit houdt in dat iedereen verplicht is om schade aan natuurelementen te voorkomen, te beperken of zo nodig te herstellen. De planologische omzetting zal geen nadelige invloed gaan hebben op de momenteel aanwezige natuurwaarden in het plangebied en in de omgeving van Alta Ripa II.

8


Juridische en beleidsmatige randvoorwaarden Voor het gebied gelden volgende juridische en beleidsmatige randvoorwaarden:

Structuurplannen Binnen het beleidskader dat het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en het provinciaal ruimtelijk structuurplan aanreiken, heeft de gemeente Oud-Turnhout haar eigen ruimtelijk beleid uitgestippeld via het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) Oud-Turnhout. Decretaal gezien bestaat een GRS uit een informatief, een richtinggevend en een bindend gedeelte. In het informatief gedeelte wordt een analyse gemaakt van de bestaande ruimtelijke structuur en worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten onderzocht. In het richtinggevend deel wordt de ruimtelijke visie op de ontwikkeling weergegeven. De overheid mag van het richtinggevend deel niet afwijken, behalve ingevolge onvoorziene ruimtelijke behoefte van de verschillende maatschappelijke activiteiten. Het bindend gedeelte met de hierin opgenomen bepalingen dient een dwingend kader aan te geven voor de uitvoering van het ruimtelijk structuurplan. Het bevat die maatregelen die essentieel geacht worden om de visie en de opties van het ruimtelijk structuurplan op het terrein uitvoerbaar te maken. De bindende bepalingen leveren een actieprogramma en zijn verifieerbaar of toetsbaar wat betreft de wezenlijke uitvoering ervan 1. Hierna worden de meest relevante elementen uit het goedgekeurde Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) van Oud-Turnhout aangehaald: In de analyse van de bestaande ruimtelijke structuur maakt Alta Ripa II ruimtelijk deel uit van het ‘systeem E34 en het woonbos': “Verschillende functies en systemen ontmoeten elkaar hier: wonen in het bos, verkeer op en rond de autostrade, resterende open ruimte. Zwaneven ontstond op zandige gronden die eerst bebost werden, later ontgonnen en in de jaren '70 vrij arbitrair verkaveld. Dit is 'een vlek' op de kaart. Er is nauwelijks sprake van een kern en de woondichtheid is zeer laag met een verspreide bewoning. De band met de E34 is bij het Zwaneven veel sterker dan met Oud-Turnhout. Zwaneven heeft ook een sterke auto-relatie met Turnhout waardoor veel verkeer door de kern van OudTurnhout rijdt.Het gebied wordt doorsneden door de vallei van de Rooise Loop, die een natte natuurverbinding van het noordelijk naar het zuideliik deel van de gemeente vormt.(…). Het woonbos Zwaneven behoort tot het buitengebied en komt functioneel over als een enclave ten oosten van Oud1

http://www.ruimtelijkeordening.be/NL/Beleid/Planning/Plannen/Structuurplan/gemeentelijkeruimtelijkestructuurplannen

9


Turnhout. Het is hoofdzakelijk een woongebied met enkele lokale voorzieningen zoals een kerk en een schooltje, lokale voetbalvelden F.C. Zwaneven en feestzalencomplex Alta Ripa. Gans het gebied is ingedeeld in gemiddeld grote tot zeer grote kavels temidden van een groene (bosrijke) omgeving.” In het richtinggevend deel van het GRS werd gekozen voor de volgende krachtlijnen v/d gewenste ruimtelijke structuur: “Oud-Turnhout bestaat uit uiteenlopende gebieden met elk een heel eigen beeld en karakter. Met het oog op een goede herkenbaarheid van de gemeente wordt de verscheidenheid van de verschillende landschapstypes versterkt. Het kerngedeelte van Oud-Turnhout wordt afgebakend en door ruimtelijke accentuering wordt de toegang tot dit gebied aangeduid. In Oosthoven ligt de nadruk op het dorpskarakter waarbij transparante randen het open landschap benadrukken. De specifieke landschapskarakteristieken van enerzijds het noordelijk en anderzijds het zuidelijk open ruimtegebied worden benadrukt. Een duidelijk onderscheid in de karakteristieken van beide gebieden doet een heel gevarieerd landschap ontstaan met contrasten als: kleinschalig - weids, open - gesloten, historisch waardevol - nieuw cultuurlandschap, biologisch waardevol - intensief landbouwgeheel, … De N18 fungeert als scheidingslijn tussen beide gebieden. De groene vingers dienen gevrijwaard te blijven, de beekvalleien worden hierbinnen opgenomen als structuurbepalende verbindingselementen. Speciale aandacht moet uitgaan naar natuurgebieden als de Liereman, de Hoge Mierdse Heide, het Hertoginnenpark en de Wepa.”

10


In het richtinggevend deel van het GRS werd de opmaak van een nieuw RUP voor Alta Ripa in het vooruitzicht gesteld: “Doelstelling is te komen tot een kwalitatief aanbod in sport- en recreatievoorzieningen op lokaal niveau. Zoals besproken is er een ruim aanbod aan sport-en jeugdterreinen in de gemeente. De socio-culturele waarde van deze verenigingen wordt door het gemeentebestuur zeker erkend. De nood aan ruimtelijke afwerking en inpassing dient echter nog sterk verbeterd te worden. Als eerst aanzet hiertoe worden de terreinen van FC Zwaneven en Alta Ripa behandeld in een BPA dat kadert binnen de beleidsnota Rooise Loop. Voor de uitbreiding van de voetbalterreinen zal het creëren van kwalitatieve meerwaarden van het aanpalende valleigebied en de ecologische verbinding naar de Wepa als uitgangspunt gelden. Voor het feestzalencomplex wordt gekozen voor een interne reorganisatie op de bestaande terreinen. De interne ruimte kan zo op een meer kwalitatieve manier worden benut. Bovendien moeten hier eveneens garanties worden ingebouwd voor het aanpalende natuurgebied waardoor een kwalitatieve meerwaarde kan worden gerealiseerd ten opzichte van de actuele situatie. Daarom zal voor het feestzalencomplex een ruimtelijk uitvoeringsplan opgemaakt worden rekening houdend met de door het Arrest van de Raad van State gestelde eis om de verkeers-, geluids- en parkeerproblematiek in het BPA te regelen, alsook met de randvoorwaarden opgelegd in het advies van de GECORO naar aanleiding van de BPA-procedure.”

Bestemmingsplannen 2.2.1. Gewestplan Een ruimtelijk uitvoeringsplan geeft uitvoering aan een ruimtelijk structuurplan. Er werden in dit gebied echter nog geen ruimtelijke uitvoeringsplannen opgemaakt en goedgekeurd. Bijgevolg is het gewestplan nog steeds van kracht op het perceel van Alta Ripa II. Voor de gemeente Oud-Turnhout is specifiek het gewestplan Turnhout van toepassing. Dit gewestplan werd op 30 september 1977 vastgelegd bij Koninklijk Besluit. Het terrein van Alta Ripa II is volgens het gewestplan gelegen in gedeeltelijk natuurgebied en gedeeltelijk woonpark. Bij de goedkeuring van het gewestplan was in het hoofdgebouw van Alta Ripa II reeds een restaurant ondergebracht.

11


2.2.2. Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening Regionaalstedelijk Gebied Turnhout De Vlaamse regering heeft op 4 juni 2004 het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening Regionaalstedelijk Gebied Turnhout definitief vastgesteld. Met dit plan geeft de Vlaamse Regering aan binnen welke lijn zij het regionaalstedelijk gebied Turnhout ruimtelijk wil zien ontwikkelen. Bovendien maakt zij bestemmingswijzigingen en inrichtingsvoorschriften voor nieuwe ruimte voor wonen, werken, verkeersinfrastructuur en groengebieden. In tegenstelling tot het centrum van Oud-Turnhout maakt Zwaneven geen deel uit van het Regionaalstedelijk gebied.

12


2.2.3. AGNAS Het afbakenen van de gebieden van de agrarische en natuurlijke structuur is volgens het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen een specifieke taak voor het Vlaams gewest. Voor de regio ‘Neteland’ werd een ruimtelijke visie op de structuurbepalende elementen van het buitengebied van Vlaams niveau opgemaakt in 2006 2. Het voorstel van ruimtelijke visie zal samen met de uitgebrachte adviezen de basis vormen voor de besluitvorming door de Vlaamse Regering over de verschillende uitvoeringsacties. Thans werd de ruimtelijke visie echter nog niet omgezet naar een Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan.

2

AGNAS: Ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos regio Neteland – juni 2006enste

13


Ter uitvoering van de ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos regio Neteland werd de volgende mogelijke uitvoeringsactie (actie 24) op Vlaams niveau gepland in het ‘gebied ten oosten van OudTurnhout en de omgeving van de Priorij van Corsendonk’ (dit gebied is een onderdeel van de deelruimte ‘2. Bovenlopen Kleine Nete’): Opmaak van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor: - versterken van natuurwaarden in het natuurcomplex rond Rodegoor, de Tikkebroeken en vallei van de Rode Loop en de Wamp ter hoogte van Hoeven (2.1, 4.2, 4.3) - differentiatie van het gebied rond de priorij van Corsendonk als ruimtelijk verweven agrarisch gebied, natuurverwevingsgebied, natuur-, groen- of bosgebied met mogelijkheid voor bosuitbreiding (richtcijfer 20 ha) (3.1) - versterken van de bosstructuur en bosverbinding tussen boscomplex E3-vijver en Tikkebroeken (1.3, natuurverwevingsgebied (1.2) Bij dit GRUP is - voor de omgeving van Alta Ripa II - dit het belangrijkste relevante ruimtelijke concept: ‘Vrijwaren en versterken van kleinschalige open ruimtegebieden’: - Het gebied ten noorden van de E34 rond Zwaneven wordt gekenmerkt door verlinting en woonclusters binnen bosgebied. - Waardevolle open ruimte gebieden en lokale open ruimte verbindingen worden gevrijwaard van verdere versnippering. 14


-

De afwisseling bos-, natuur-, en landschapselementen wordt behouden. Aanwezige vlakvormige bos-, natuur-, en landschapselementen worden waar mogelijk kwalitatief versterkt. Delen van deze gebieden kunnen worden gedifferentieerd als natuurverwevingsgebied.

2.2.4. BPA Engelstraat Bijzondere Plannen van Aanleg kunnen de bestemmingen van het gewestplan verder detailleren. Op 27 mei 2004 werd voor het perceel van Alta Ripa het BPA Engelstraat definitief aanvaard door de gemeenteraad van Oud-Turnhout. Vervolgens werd op 6 april 2005 het BPA door de Vlaams minister van Ruimtelijke Ordening het BPA goedgekeurd. In het informatief deel van het GRS werd het BPA Engelstraat ook in zijn ruimere context geplaatst: “In het kader van de opmaak van verschillende BPA’s (“Rhoode”, “Engelstraat”, Hertoginnenpark en “De Lint”) binnen het gebied van de Rooise Loop, wilde de gemeente eerst de ruimtelijke structuur van het gebied onderzoeken en de eventuele consequenties op de leefbaarheid van de Rooise Loop. Deze studie mondde uit in een aantal beleidsvoorstellen met randvoorwaarden, teneinde het fysisch systeem van de Rooise Loop als natte natuurverbinding te kunnen beschermen. Een meerwaarde werd o.a. gezocht in de verbinding van de Rooise Loop met de Wepa, Rodegoor en het Hertoginnenpark. Eveneens werd een voorstel naar compensatie-mogelijkheden voor natuur, binnen het gebied van het Hertoginnenpark mee opgenomen in deze beleidsnota.” Via de opmaak van het BPA Engelstraat werd o.a. beoogd: -

een meer kwalitatieve ruimtelijke ordening van het gebied, met concrete inrichtingsvoorstellen en bijhorende strikte stedenbouwkundige voorschriften het verhogen van de rechtszekerheid een uitbreidingsmogelijkheid geven aan Alta Ripa II een bestemmingswijziging van een natuurgebied naar een zone voor feestzalencomplex een bestemmingswijziging van een woonpark naar een zone met bouwverbod (parkeerzone en bufferzone) een wijziging van de verkaveling 093/038

Zie bijlage 1: BPA Engelstraat: Stedenbouwkundige voorschriften en Bestemmingsplan. Op 3 mei 2007 werd het BPA Engelstraat door de Raad van State vernietigd (zie bijlage 1). In dit arrest werd er gesteld dat dit BPA de uitbreiding van een bestaand feestzalencomplex mogelijk maakt, en dat die uitbreiding, tot een toename van de hinder, veroorzaakt door parkeeroverlast, dreigt te leiden. Het BPA heeft zich daarbij niet op definitieve wijze uitgesproken over het bestaan van maatregelen die de hinder voor de belanghebbenden binnen aanvaardbare perken kunnen houden, laat staan dat het zulke maatregelen ook effectief als dwingende voorschriften oplegt.

15


2.2.5. RUP Donk In het bindend deel van het GR werd de opmaak van het RUP Donk in het vooruitzicht gesteld: “Nader uitwerken en opmaken van een gebiedsgericht regularisatiebeleid met inbegrip van alle juridische middelen om tot een oplossing te komen voor de bedrijven in deze zone en een inrichtingsplan voor de vergunde bedrijven aan Donk en voor de gegroepeerde bedrijvigheid in het parkgebied, aan de Steenweg op Mol.” Het gemeentebestuur heeft de volgende informatie verstrekt over de actuele stand van zaken van het RUP Donk: “Het RUP Donk bestaat uit 3 deelgebieden met name zone woonwagenterrein, parkgebied en zone bedrijvigheid. Het deelgebied woonwagenterrein werd reeds goedgekeurd. De deelgebieden parkgebied en bedrijvigheid zullen terug worden opgenomen september 2014.”

2.2.6.

Lopende of recent afgeronde planningsprocessen waarin er uitspraak gedaan wordt over het behoud en de ontwikkelingsmogelijkheden van het bedrijf.

Zoals blijkt uit het hogervermeld overzicht van de planningsprocessen zijn er thans geen lopende of recent afgerond planningsprocessen waarin er een uitspraak wordt gedaan over het behoud en de 16


ontwikkelingsmogelijkheden van het bedrijf. De site waarop de aanvraag betrekking heeft ligt dus niet binnen het toepassingsgebied van een ruimtelijk uitvoeringsplan of een bijzonder plan van aanleg waarvoor minder dan één jaar voor de datum van de aanvraag nog een plenaire vergadering werd gehouden, een voorlopige of definitieve vaststelling is gedaan. In het richtinggevend deel van het GRS werd de opmaak van een RUP Alta Ripa II in het vooruitzicht gesteld. Tot nu toe nu heeft het gemeentebestuur dit RUP nog niet opgestart. Het gemeentebestuur zou eventueel kunnen overwegen om het RUP Alta Ripa II als extra deelplan op te nemen binnen het RUP Donk. In het RUP Donk zijn er nl. nog meerdere andere nabijgelegen zonevreemde bedrijven opgenomen. Volgens de actuele timing van het RUP Donk zou een uitbreiding met een extra deelplan ook mogelijk zijn. Het is uiteraard aan het gemeentebestuur om te beslissen tussen deze 2 opties: - een afzonderlijk RUP Alta Ripa II - een uitbreiding van het RUP Donk met een extra deelplan

Vergunningstoestand Het oudste deel v/h gebouw werd gebouwd tussen 1958 tot 1960. Dit gebouw werd als woning gebruikt door dhr. Lauwerijs van 1960 tot 1968. Van ’68 tot ’78 werd het gebouw als het restaurant Alta Ripa II uitgebaat. In die periode kende het gebouw een eerste belangrijke uitbreiding. Op 27 juni 1978 werd Alta Ripa II overgekocht door de huidige uitbaters. Hierbij evolueerde het restaurant naar een feestzalencomplex. Daarbij werden tussen ’79 en ’91 diverse uitbreidingen toegevoegd aan het gebouw. Hiervoor werden er verschillende bouwaanvragen ingediend tot uitbreiding van het complex. In de jaren ’80 werden deze aanvragen steeds gunstig aanvaard. Hierbij werd als argumentatie aangehaald dat de uitbreidingen de goede aanleg van de plaats niet in het gedrang brachten. Bovendien werden er geen bezwaren ingediend n.a.v. het openbaar onderzoek. De uitbreidingen werden steeds voorzien in het natuurgebied. Sinds de jaren ’90 kunnen er echter geen afwijkingen op de voorschriften van het gewestplan worden toegestaan. Sinds die periode werden verschillende aanvragen tot uitbreiding steeds geweigerd.

17


Op 24 december 1990 werd een wijziging van verkavelingsvergunning 093/038 verleend waarbij het volledige plangebied werd opgenomen als lot 3A. Deze kavel was hierbij bestemd als feestzalencomplex. Er werd daarbij een beperkte uitbreiding tot maximum 250m² toegestaan. Zie artikel 2 v/d stedenbouwkundige voorschriften. Zie ook 2.5.2.2.14. Vanwege de juridische onduidelijkheid die er bestaat i.v.m. deze verkavelingsvergunning werd juridische advies ingewonnen bij het meester Tom Swerts van het advocatenkantoor GD&A. Uit dit onderzoek blijkt dat de verkaveling met het nummer 093/038 dd. 24 maart 1964 zoals gewijzigd bij beslissing van 19 november 1991, een behoorlijk vergunde, niet vervallen verkaveling uitmaakt. Zie bijlage 1.

Vanwege het grote belang van dit complex voor de algehele uitstraling van de gemeente, wenste het gemeentebestuur eind jaren ’90 - via de opmaak van een BPA - een uitbreidingsmogelijkheid te bieden aan de eigenaar. Op 27 mei 2004 werd dit BPA definitief aanvaard door de gemeenteraad van OudTurnhout. Op 6 april 2005 werd het BPA door de Vlaams minister van Ruimtelijke Ordening het BPA goedgekeurd. Op 5 juli 2005 werd een verzoekschrift ingediend om de nietigverklaring te vorderen van het Besluit van de Vlaamse minister en de beslissing van de gemeenteraad houdende definitieve aanvaarding van het BPA. Op 3 mei 2007 werden het besluit v/d Vlaams minister en de gemeenteraadsbeslissing ivm dit BPA vernietigd door de Raad van State (arrest nr. 170.723). Globaal kan wel gesteld worden dat het bedrijf hoofdzakelijk vergund is in de stedenbouwkundige betekenis. De essentiële delen van het bedrijf zijn nl. vergund. Volgens artikel 4.1.1, 7°, a van de Codex RO stelt dat “bedrijven en hun constructies slechts hoofdzakelijk vergund zijn indien de voor de normale bedrijfsvoering noodzakelijke constructies vergund of vergund geacht zijn, ook wat de functie betreft”. Zoals ook blijkt uit het overzicht hierna is het bedrijf hoofdzakelijk vergund zowel in verband met de constructies als in verband met de functie. Hierna werd een overzicht weergegeven van de niet-vergunde constructies. De niet-vergunde constructies betreffen diverse bijgebouwen: opslagruimtes, serres(orangerie), e.a. Een klein deeltje v/h hoofdgebouw is niet vergund (zie 11 op het overzichtsplan). Thans zijn de volgende onderdelen van het feestzalencomplex niet-vergund : 18


-

Een smalle strook feestzaal aan de zuidzijde van het gebouw: zie 11 op het overzichtsplan Dit gedeelte van het gebouw werd gebouwd samen met de delen 9 en 10 op het overzichtsplan. Enkel voor het deel 9 was voorafgaandelijk een stedenbouwkundige vergunning verkregen. Voor het deel 10 is nadien een regularisatievergunning verkregen.

-

Orangerie aan de zuidzijde: zie 12 op het overzichtsplan. Deze orangerie werd gebouwd in 1997 en afgebroken in 1998 en terug opgericht in 2002. Zie de hogervermelde PV’s

-

Orangerie/serre aan de noordzijde: zie 13 op het overzichtsplan. Deze orangerie werd gebouwd in 2010 en hiervoor werd geen PV opgemaakt.

-

Verder zijn er nog enkele kleinere constructies opgericht in minderwaardige materialen. Zie ook in de hogervermelde PV’s vermeld als: carport, stapelplaats (met ytonblokken en houten schuttingen), ‘koterijen’ (hondenhok, duivenhok). Deze kleinere constructies werden gebouwd in de periode 1980 tot 2005.

-

De bovengrondse mazouttank aan de noordzijde van het gebouw.

-

Bij de aanleg van de parking werd een zone deels ontbost (coniferen). Bij de aanleg van de parking werden wel nieuwe eiken aangepland. Van deze ontbossing is geen vergunning noch een PV teruggevonden.

Overzichtsplan niet-vergunde constructies

19


Overige 2.4.1. Natura 2000 Het plangebied is niet gelegen in de nabijheid van een habitatgebied en een vogelrichtlijngebied. Het dichtstbijzijnde habitat-en vogelrichtlijngebied is op ca. 1,5km ten noorden van het plangebied gelegen (omgeving van Liereman/Rodegoor). Er zijn geen Ramsar-gebieden in de ruime omgeving van het plangebied.

20


2.4.2. VEN Het plangebied is niet gelegen in de nabijheid van het Vlaams Ecologisch Netwerk. Het dichtstbijzijnde GEN is gelegen op ca. 1,5km ten noorden van het plangebied (omgeving van Liereman/Rodegoor).

2.4.3. Natuurreservaten Het plangebied is niet gelegen in de nabijheid van een natuurreservaat. De dichtstbijzijnde natuurreservaten zijn gelegen op ca. 1,5km ten noorden van het plangebied (omgeving van 21


Liereman/Rodegoor).

2.4.4. Biolologische waarderingskaart Het plangebied is niet gelegen in een biologisch waardevol gebied (bron: Biologische Waarderingskaart – versie 2). De beboste percelen net ten noordwesten van het plangebied zijn wel biologisch waardevol. De percelen ten westen van het plangebied zijn niet biologisch waardevol (vooral weiden die gelegen zijn in natuurgebied volgens het gewestplan).

22


Het aanpalende biologisch waardevolle bosje bestaat uit een aanplant van Grove Den met laag struikgewas : Gemeente Herkomst

Biologische kwaliteit

Bwkeenheden

Oud-Turnhout Code Omschrijving lb

op basis van een kritische evaluatie van literatuurgegevens en digitale bestanden en van bwk versie 1

Code Omschrijving w

biologisch waardevol

Code(s) Omschrijving ppms

aanplant van Grove den met laag struikgewas

23


In de versie 1 van de BWK was het gedeelte van het gedeelte ten westen van het hoofdgebouw (=nu vooral een zone met opslagruimtes en gazon) nog beoordeeld als zijnde biologisch waardevol. Deze zone was een onderdeel van een groter biologisch waardevol gebied. Ook de biologische waarde in het aanpalende gebied (ten zuidoosten v/d Engelstraat) is gelijktijdig verminderd.

24


2.4.5. Recht van voorkoop Het plangebied – en aanpalende percelen – zijn niet gevat door een recht van voorkoop.

2.4.6. Watertoets De parking is aangelegd uit onverharde waterdoorlatende materialen. Het hemelwater infiltreert of vloeit af naar grachten langs Engelstraat en Staatsbaan. Het plangebied is niet gelegen in enig overstromingsgevoelig gebied.

2.4.7. Seveso-bedrijven Er zijn geen Seveso-bedrijven gelegen binnen de 2km van het plangebied. 25


(Kaart Seveso Vlaanderen – LNE – Veiligheidsrapportage) 2.4.8. Beschermingen Onroerend Erfgoed In het plangebied én nabij het plangebied komen er geen van de volgende beschermde zones voor: - beschermde archeologische zones - beschermde monumenten - beschermde landschappen - beschermde stads-en dorpsgezichten Binnen het plangebied, alsook nabij het plangebied komen er geen elementen voor die opgenomen zijn in de Inventaris Bouwkundig Erfgoed.

26


(Geoportaal Onroerend Erfgoed) Binnen het plangebied, alsook nabij het plangebied komen er geen bijzondere elementen voor die opgenomen zijn in de landschapskaart van het provinciestuur Antwerpen. Wel is het perceel – en nagenoeg geheel Zwaneven – opgenomen als woonpark/villegiatuur

(www.provant.be/landschapskaart) 27


Beschrijving van het plan Bestaande toestand 3.1.1.

Fotoreportage

Foto 1: Hoofdingang Engelstraat

Foto 2: Secundaire ingang Engelstraat

Foto 3: Ingang leveranciers (Bron: Google Streetview)

28


Foto 4: Feestzaalcomplex - hoofdingang

Foto 5: Tuin noordzijde

Foto 6: Tuin zuidzijde

Foto 7: Oude Manège

Foto 8: Oude Manège 29


Foto 9: Oprijlaan naar parking

Foto 10: Oprijlaan naar parking

Foto 11: Oprijlaan leveranciers

Foto 12: Feestzaalcomplex - zijde parking

30


Foto 13: Overzicht parking (1)



Foto 16: Parking

Foto 17: Feestzaalcomplex – zijde opslag

Foto 18: Opslagzone

31


Foto 19: Opslagzone

3.1.2.

Foto 20: Duivenhok

Plan bestaande toestand – terrein

Schaal 1/1000

32

3.1.3.

Plan bestaande toestand – gelijkvloers evenementencomplex

Schaal 1/500


3.1.4.

Plan bestaande toestand – bovenverdieping evenementencomplex

Schaal 1/500

35


3.1.5.

Dakenplan

Het grootste gedeelte van het gebouw heeft een plat dak. Enkel een gedeelte van het oudste gebouw en ook 2 later gebouwde delen hebben een zadeldak.

36


Plan gewenste toestand - korte termijn 3.2.1.

Stedenbouwkundige vergunning

Het planologisch attest wordt aangevraagd om enkele onvergunde delen van het bedrijf ook stedenbouwkundig te kunnen vergunnen. Dit is momenteel niet mogelijk. Globaal kan wel gesteld worden dat het bedrijf hoofdzakelijk vergund is in de stedenbouwkundige betekenis. De essentiële delen van het bedrijf zijn nl. vergund. Volgens artikel 4.1.1, 7°, a van de Codex RO stelt dat “bedrijven en hun constructies slechts hoofdzakelijk vergund zijn indien de voor de normale bedrijfsvoering noodzakelijke constructies vergund of vergund geacht zijn, ook wat de functie betreft”. Zoals ook blijkt uit het overzicht hierna is het bedrijf hoofdzakelijk vergund zowel in verband met de constructies als in verband met de functie. Hierna werd een overzicht weergegeven van de niet-vergunde constructies. De niet-vergunde constructies betreffen diverse bijgebouwen: opslagruimtes, serres(orangerie), e.a. Een klein deeltje v/h hoofdgebouw is niet vergund (zie 11 op het overzichtsplan). Thans zijn de volgende onderdelen van het feestzalencomplex niet-vergund : -

Een smalle strook feestzaal aan de zuidzijde van het gebouw: zie 11 op het overzichtsplan Dit gedeelte van het gebouw werd gebouwd samen met de delen 9 en 10 op het overzichtsplan. Enkel voor het deel 9 was voorafgaandelijk een stedenbouwkundige vergunning verkregen. Voor het deel 10 is nadien een regularisatievergunning verkregen.

-

Orangerie aan de zuidzijde: zie 12 op het overzichtsplan. Deze orangerie werd gebouwd in 1997 en afgebroken in 1998 en terug opgericht in 2002. Zie de hogervermelde PV’s

-

Orangerie/serre aan de noordzijde: zie 13 op het overzichtsplan. Deze orangerie werd gebouwd in 2010 en hiervoor werd geen PV opgemaakt.

-

Verder zijn er nog enkele kleinere constructies opgericht in minderwaardige materialen. Zie ook in de hogervermelde PV’s vermeld als: carport, stapelplaats (met ytonblokken en houten schuttingen), ‘koterijen’ (hondenhok, duivenhok). Deze kleinere constructies werden gebouwd in de periode 1980 tot 2005.

-

De bovengrondse mazouttank aan de noordzijde van het gebouw.

-

Bij de aanleg van de parking werd een zone deels ontbost (coniferen). Bij de aanleg van de parking werden wel nieuwe eiken aangepland. Van deze ontbossing is geen vergunning noch een PV teruggevonden.

37


Overzichtsplan niet-vergunde constructies

3.2.2.

Milieuvergunning

Op 28 november 2013 werd een nieuwe milieuvergunning door het bedrijf aangevraagd. Het betreft hierbij enerzijds het hernieuwen van de milieuvergunning voor een bestaande inrichting en anderzijds een verandering door de uitbreiding van een inrichting. De milieuvergunningsaanvraag werd volledig verklaard op 23 december 2013. Het schepencollege diende te beslissen voor 24 maart 2014, wat echter niet is gebeurd. Hierdoor is er hier sprake van een stilzwijgende weigering. Op korte termijn zijn de behoeften van Alta Ripa II ook gericht op het verkrijgen van een nieuwe milieuvergunning. De vergunning van de volgende bestaande inrichtingen dringen er zich op: - Inrichting met muziekactiviteiten – 95 dB(A) L Aeq, 60min (toepasselijk rubriek: 32.2.1° klasse 3) - Ontspanningsinrichting, schouwspelzalen – polyvalent (toepasselijk rubriek: 32.2.2° klasse 3) Bij de exploitatie van de inrichting zullen alle voorwaarden worden nageleefd die worden opgelegd door de toepasselijke hoofdstukken en afdelingen van Vlarem II, in casu: 38


Sectorale voorwaarden van Vlarem II rubriek

aard

Vlarem II Hdst/Afd

32.1

Muziek

5.32.1

32.2

Ontspanning

5.32.2

Ook voor de volgende bestaande inrichtingen is een nieuwe milieuvergunning noodzakelijk: - Uitbreiding opslagcapaciteit mazout van 2x15.000liter tot 5.400liter ondergronds en 50.000liter bovengronds (toepasselijk rubriek: 17.3.6.2.a klasse 2). - Vast reservoir opslag samengeperste gassen (LPG) van 1.200liter (toepasselijk rubriek: 16.8.1° klasse 3) - Koelinstallaties en airco van 23,6kW (toepasselijk rubriek: 16.3.1° klasse 3) - Stookinstalliaties (mazout) van 665kW (toepasselijk rubriek: 43.1.2°.b klasse 2) Bij de exploitatie van de inrichting zullen alle voorwaarden worden nageleefd die worden opgelegd door de toepasselijke hoofdstukken en afdelingen van Vlarem II, in casu: Sectorale voorwaarden van Vlarem II rubriek

aard

Vlarem II Hdst/Afd

17.3.6

Opslag mazout

5.17

16.3.8

Opslag gas

5.16

16.3.1

Koeling en airco

5.16

43.1

Stookinstallatie

5.43

39


Nr.

Omschrijving

Rubriek

Liter/kW

A

Muziekactiviteiten

32.1.1°

95 dB(A)

B

Ontspanningsinrichting

32.2.2°

poly

C1

Ondergrondse tank mazout

17.3.6.2.a

5.400

C2

Bovengrondse tank mazout

17.3.6.2.a

50.000

D

Tank LPG

16.8.1°

1.200

E

Koelinstallaties en airco

16.3.1°

23,6

F

Stookinstallatie

43.1.2°.b

665

Situering v/d milieuvergunningsplichtige inrichtingen

Plan gewenste toestand - lange termijn Op lange termijn heeft het bedrijf geen enkele uitbreidingsbehoefte. Het bedrijf wenst wel enkele kleine wijzigen uit te voeren de welke de aantrekkelijkheid, energie-efficiëntie en rendabiliteit van het bedrijf ten goede kunnen komen. Hierbij wordt dus benadrukt dat er geen uitbreiding van de oppervlakte of van de capaciteit van het feestzalencomplex wordt beoogd. 3.3.1.

Instandhoudingswerken en renovaties

Vooreerst zijn er enkele noodzakelijke onderhoudswerken aan het feestzalencomplex. Zie 5 op overzichtsplan gewenste toestand: o Vernieuwen van de oude roofing daken ( +/- 25 jaar oud ) o Vernieuwen van alle enkele beglazing (alle ramen zijn thans nog in enkel glas ). De raamopeningen zullen hierbij hetzelfde blijven. o Aanpassing van de airco op basis van een energie audit. o Vernieuwen van de bestaande stook installatie ( +/- 30 jaar oud ) aangezien deze niet meer energie-efficiënt is. Mogelijks zou er kunnen worden overgeschakeld op gas en zonne-energie. Dit laatste zou kunnen worden overwogen op de platte daken.

40


Ook zijn er enkele noodzakelijke onderhoudswerken aan de ‘oude manège’. Zie 6 op overzichtsplan gewenste toestand: o Vernieuwen van het dak van de ‘oude manège’. o Terzelfdertijd zou dan ook het gebouw grondig geïsoleerd moeten worden. o Ook hier zouden de ramen (enkele beglazing) vernieuwd moeten worden. Ook zal het nodig zijn om de elektriciteitscabine te vervangen. Zie ook 1. bij overzichtsplan gewenste toestand. 3.3.2. Overige werken Bouw van een nieuwe opslagruimte op de bovenverdieping (zie 2 op overzichtsplan gewenste toestand) in combinatie met de afbraak van de opslagruimtes in de tuin (zie 3 op overzichtsplan gewenste toestand). Dit zou bedrijfseconomisch een efficiëntere organisatie mogelijk maken. Door de afbraak van deze constructies met meestal minderwaardige materialen zou de omgeving achter het feestzalencomplex kwaliteitsvoller en groener kunnen worden ingericht. Mits de juiste plantenkeuzes en inrichting kan deze zone terug ecologisch opgewaardeerd worden en de aanpalende biologisch waardevolle percelen (zie figuur BWK versie 2) kunnen versterken. Vanuit veiligheidsoverwegingen wenst de brandweer wel een brandweg rond het gebouw. Zo’n brandweg (een strook in waterdoorlatende materialen , zonder obstakels) bestaat vandaag reeds. De nieuwe opslagruimte op de 1ste verdieping zou ca. 430m² groot zijn. Deze opslagruimte zal gebouwd worden op de draagmuren van de keuken en de feestzaal. Verbouwen van de inkom met glazen uitbouw + sasdeuren om tocht te vermijden. Deze glazen uitbouw zou als afmetingen 5m x 5m hebben. Zie 4 op overzichtsplan gewenste toestand.

3.3.3. Milieuvergunningsplichtige inrichtingen Thans zijn er op lange termijn nog geen nieuwe milieuvergunningsplichtige inrichtingen voorzien.

Gewenste toestand – overzicht 3.4.1.

Plan gewenste toestand – overzicht (korte en lange termijn)

Schaal 1/1000

41

3.4.2.

Plan gewenste toestand – detail benedenverdieping evenementencomplex (uitsluitend lange termijn)

Schaal 1/500


3.4.3.

Plan gewenste toestand – detail bovenverdieping evenementencomplex (uitsluitend lange termijn)

Schaal 1/500

44


Effecten door uitvoering van het voorgenomen plan Algemeen De planologische bestemming veroorzaakt geen bijkomend ruimtegebruik noch noemenswaardige bijkomende milieueffecten. Er wordt immers geen uitbreiding van het bedrijf beoogd. De oppervlakte en capaciteit van de huidige feestzalen blijft behouden. Ook de inrichting en de oppervlakte van de parking zal ongewijzigd blijven. Er is geen verhoging van de verkeersaantrekking verwachten. Vanwege de historiek van het dossier worden de mobiliteitsaspecten verder in detail besproken in hoofdstuk 5 Op korte termijn wordt enerzijds de stedenbouwkundige regularisatie van een kleiner gedeelte van het gebouw beoogd en anderzijds een vernieuwing van de milieuvergunning. De onvergunde gedeeltes van het hoofdgebouw hebben geen aanleiding gegeven tot een verlies van natuurwaarden. Deze oppervlakte waren nl. al eerder aangelegd als gazons aansluitend bij het hoofdgebouw. De vernieuwing van de milieuvergunning betreft in eerste instantie de hervergunning van bestaande installaties. Ook deze vergunning zal derhalve geen bijkomende milieueffecten veroorzaken. De belangrijkste wijziging op lange termijn is de afbraak van de opslagruimtes ten westen van het hoofdgebouw. Deze zone bestaat thans verder vooral uit gazon. Na afbraak van de opslagruimtes zal deze zone als een kwalitatieve groen- en bufferzone ingericht worden.

Natuur Het volledige plangebied (Alta Ripa II) is thans niet gelegen in biologisch waardevol gebied (bron: Biologische Waarderingskaart – versie 2). Door het Planologisch Attest is er geen uitbreiding voorzien van de feestzaal, noch van de parkeervoorzieningen. Het grootste gedeelte van het plangebied zal hierdoor zijn huidige groene karakter bewaren. Enkel in de huidige zone met opslagruimtes (ten westen v/h hoofdgebouw) zal er een wijziging zijn van de huidige situatie. Deze zone met de opslagruimtes was voorheen wel biologisch waardevol (bron: Biologische Waarderingskaart – versie 1). Door de afbraak van de opslagruimtes én hierna de inrichting als kwalitatieve groen-en bufferzone zal de kans benut worden om de natuurwaarden in deze zone terug te versterken. Door de herinrichting van de huidige zone met opslagruimtes (afbraak constructies + nieuwe beplantingen) kan dit gebied terug ecologisch opgewaardeerd worden en aansluiten bij het aanpalende beboste perceel ten noordwesten van het plangebied (thans wel nog biologisch waardevol). Er zijn bijgevolg geen nadelige effecten op de momenteel aanwezige natuurwaarden ter hoogte van Alta Ripa II en omgeving (integendeel) te verwachten door de aanvraag van een planologisch attest en latere bestemmingswijziging. De herinrichting als groenzone zal gelijktijdig uitgevoerd worden met de oprichting van vervangende opslagruimte op de 1ste verdieping van het hoofdgebouw. Thans is slechts een gedeelte van het 45


hoofdgebouw uitgerust met een 1ste verdieping. De nieuwe opslagruimte zal hierop aansluiten en aldus geen enkele visuele impact hebben voor de omgeving. Zie ook ivm impact op natuur bij hoofdstuk 4.3.

In het kader van een planologisch attest is een verscherpte natuurtoets3 conform art. 26bis van het decreet voor natuurbehoud nodig als het bedrijf of een gevraagde uitbreiding gelegen is in VEN-gebied (Vlaams Ecologisch Netwerk). Een verscherpte natuurtoets is ook noodzakelijk voor de aanvragen van bedrijven die gedeeltelijk of volledig omgeven worden door VEN en waarvan de activiteiten een invloed kunnen hebben op de aanwezige natuurwaarden. Als voor een activiteit een kennisgeving of melding aan de overheid vereist is, dient door de kennisgever in de verscherpte natuurtoets worden aangetoond dat de activiteit geen onvermijdbare en onherstelbare schade aan de natuur in het VEN kan veroorzaken. De overheid mag namelijk geen toestemming of vergunning verlenen voor een activiteit die onvermijdbare en onherstelbare schade aan de natuur in een VEN-gebied kan veroorzaken. Het plangebied is op ongeveer 1,5 km gelegen van het dichtstbijzijnde VEN- gebied. Er is geen potentieel verband tussen de werking en de ontsluiting van Alta Ripa en een VEN-gebied. De bedrijfsactiviteiten kunnen geen onvermijdbare en onherstelbare schade aan de natuur in een VEN veroorzaken. Bijgevolg is er geen verscherpte natuurtoets vereist. In het kader van een planologisch attest is een passende beoordeling4 conform art.36ter van het decreet natuurbehoud nodig als het bedrijf of de gevraagde uitbreiding gelegen is in een speciale beschermingszone, zijnde de zogenaamde habitat- of vogelrichtlijngebieden van het Natura2000 netwerk. Een passende beoordeling is ook noodzakelijk voor de aanvragen van bedrijven die gedeeltelijk of volledig omgeven worden door een speciale beschermingszone en waarvan de activiteiten een invloed kunnen hebben op de aanwezige beschermde natuurwaarden van een speciale beschermingszone. Conform de bepalingen in het decreet voor natuurbehoud dient een vergunningsplichtige activiteit die afzonderlijk of in combinatie met één of meerdere bestaande of voorgestelde activiteiten een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een speciale beschermingszone kan veroorzaken, onderworpen te worden aan een passende beoordeling wat betreft de mogelijke betekenisvolle effecten voor de speciale beschermingszone. De overheid die over een vergunningsaanvraag moet beslissen, mag de vergunning namelijk slechts toestaan indien de uitvoering van de activiteit geen betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van de betrokken speciale beschermingszone kan veroorzaken. De bevoegde overheid – zijnde het Agentschap voor Natuur en Bos – draagt er desgevallend steeds zorg voor dat door het opleggen van voorwaarden er geen betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een speciale beschermingszone kan ontstaan. Het plangebied is op ongeveer 1,5 km gelegen van het dichtstbijzijnde Natura2000-gebied. Het is uitgesloten dat de bedrijfsactiviteiten een mogelijke betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een 3

De verscherpte natuurtoets conform art.26bis van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (“decreet voor natuurbehoud”) wordt ook de VEN-toets genoemd. 4 Een passende beoordeling conform art. 36ter van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (“decreet voor natuurbehoud”) wordt ook de habitattoets genoemd.

46


speciale beschermingszone kunnen veroorzaken. Bijgevolg is de opmaak van een passende beoordeling niet vereist.

Water Er is het gebruik van 750m³ stadswater per jaar (PIDPA) voor keuken en sanitair. Hemelwater infiltreert of vloeit af naar grachten langs Engelstraat en Staatsbaan. Een gedeelte wordt ook opgevangen via een hemelwaterput van 5000liter. De parking werd aangelegd in waterdoorlatende materialen. Alta Ripa II is niet gelegen nabij een overstromingsgevoelig gebied. Er wordt geen bijkomende infrastructuur (parking, opritten) aangelegd. Een door de brandweer opgelegde brandweg rond het gebouw is reeds aanwezig en werd in waterdoorlatende materialen uitgevoerd. Er worden geen bijkomende gebouwen opgericht. Er zijn geen maatregelen nodig om te voldoen aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater en infiltratievoorzieningen. Voor een klein gedeelte van het feestzalencomplex zal een regularisatie noodzakelijk zijn. Hierbij is ook de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater van toepassing. De plaatsing van één of meerdere hemelwaterputten zal - naar aanleiding van deze regularisatie – nog worden voorzien.

Mens, mobiliteit, landschap en ruimtelijke ordening Er is geen toename van het aantal vervoersbewegingen te verwachten. De inrichting en de oppervlakte van de parking zal ongewijzigd blijven. Vanwege de historiek van het dossier worden de mobiliteitsaspecten verder in detail besproken in hoofdstuk 5. Op lange termijn wordt – door de reorganisatie van de opslagruimtes – een situatie beoogd waardoor de achterzijde (westzijde) van de feestzaal beter landschappelijk zal worden ingepast. Zoals hoger beschreven is het RUP – dat het gevolg zou moeten zijn van een positief planologisch attest – een uitvoering van het richtinggevend gedeelte van het goedgekeurde gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Bijkomende hinder op het vlak van ruimtelijke ordening is dan ook niet te verwachten.

Overige effecten: Het project omvat het bestendigen van de huidige activiteiten. Er is geen uitbreiding voorzien, noch van de feestzaal noch van het parkeerterrein. -

-

Luchtemissie: beperkte emissies door de bestaande stookketels Afvalwaterlozingen: huishoudelijk afvalwater (voedsel, sanitair en schoonmaak) wordt verwerkt door drie in serie geplaatsen putten die drie maal per jaar worden geledigd door een gespecialiseerde firma. Stralingen: niet van toepassing Emissies naar bodem en grondwater: niet van toepassing 47


-

-

-

-

-

Licht: Binnen het plangebied zijn er momenteel slechts beperkt lichtbronnen aanwezig. Er is een sfeerverlichting aanwezig rond het gebouw met 10 lampen van 250 Watt gericht naar het gebouw. Verder wordt de parking – enkel bij evenementen – verlicht via 3 verlichtingspalen: twee verlichtingspalen met 4x 400 Watt en één verlichtingspaal van 2x 400Watt. Een belangrijk gedeelte van de parking (vooral de buitenrand) wordt ook verlicht door de aanwezige straatverlichting. De huidige verlichting zal ook in de toekomst volstaan. Er zijn geen wijzigingen noodzakelijk. Er is geen sprake van lichtpollutie. Geluid en trillingen: o externe bronnen, zie hoofdstuk 4.5. en Bijlage 1 o interne bronnen: beperkte geluidsinstallaties voor achtergrondmuziek. Ter hoogte van de mengtafel wordt het geluid gemeten en getoetst aan het maximale geluidsniveau middels een geluidsbegrenzer. o Uit het advies van het schepencollege (zitting 13 mei 2015) blijkt het volgende: “ Ten opzichte van deze bestaande situatie wordt ten gevolge van voorgenomen plan geen bijkomende significante geluidshinder verwacht indien het bedrijf de exploitatie beperkt tot de wettelijke normen op vlak van geluidsoverlast. Verder kan en zal in het kader van het verlenen van een nieuwe milieuvergunning een akoestisch onderzoek gevoerd worden. In het kader van dit akoestisch onderzoek kunnen aanpassingen en voorwaarden worden voorgesteld die de hinder op het vlak van geluid verder moeten inperken en remediëren.” Klimaat: Het Planologisch Attest bevestigt grotendeels de bestaande toestand. Er wordt geen programma gecreëerd dat een negatieve invloed zou kunnen hebben op de discipline klimaat. Energie- en grondstoffenvoorraden: deze discipline is niet relevant voor dit Planologisch Attest. Het planologisch Attest heeft geen significante negatieve impact op de discipline energie- en grondstoffenvoorraden. Gezondheid en veiligheid van de mens: het planologisch attest heeft geen negatieve invloed op “Gezondheid en veiligheid van de mens”. Er bevindt zich binnen een afstand van 2km van het plangebied geen Seveso-bedrijf.

Cumulatieve effecten Er zijn geen projecten en plannen gekend die cumulatieve effecten zouden kunnen genereren.

Grensoverschrijdende effecten Het plangebied is op ruime afstand gelegen van (gewest)grenzen (in vogelvlucht): - ca. 7,6km afstand van de Belgisch-Nederlandse grens (gemeente Reusel) - ca. 60km afstand van de gewestgrens met Wallonië - ca. 60km afstand van de gewestgrens met het Brussels Hoofdstedelijk gewest. Het plan heeft geen grens- of gewestgrensoverschrijdende effecten. 48


Besluit Er zullen ten gevolge van de aanvraag van een planologisch attest voor Alta Ripa II - gelegen Engelstraat, 6 2360 Oud-Turnhout - geen bijkomende negatieve milieueffecten gaan optreden ter hoogte van de lokale natuurelementen of ter hoogte van de habitatrichtlijngebieden en VEN-gebieden in de verdere omgeving van Alta Ripa II. Bijkomende inrichtingswerken zijn niet voorzien, zodat een eventuele bijkomende natuurschade hier niet aan de orde is. Integendeel, door de afbraak van de opslagruimtes ten westen van het hoofdgebouw zal deze zone als groen-en bufferzone ingericht worden waardoor de globale natuurwaarden kunnen worden versterkt. Andere nadelige milieueffecten (naar bodem, water, erfgoed, mens-ruimtelijke aspecten, emissies, mobiliteit, veiligheid, …) zijn niet te verwachten bij de - stedenbouwkundige regularisatie van enkele onvergunde delen v/h gebouw - vernieuwing van de milieuvergunning van in hoofdzaak reeds bestaande inrichtingen - verderzetten van de exploitatie van Alta Ripa II Wegens het ontbreken van aanzienlijke milieueffecten wordt de opmaak van een plan-MER niet noodzakelijk geacht.

49


Bijlage 1: Mobiliteit Ontsluiting Alta Ripa II is gelegen aan de Engelstraat n° 6 te Oud-Turnhout. Deze straat geeft uit op de Nieuwe Staatsbaan (N139) en heeft op deze wijze een directe aansluiting via de N18 met de autosnelweg E34.

De ingang van het feestzalencomplex is dus vlot te bereiken via het (hoofd)wegennet. De Engelstraat is echter een woonstraat met een breedte van 3,4 m en is dus niet ingericht om veel kruisend verkeer te verwerken.

50


Ingang 1 Ingang 2 Bushalte

Dit kan problemen geven wanneer er, tijdens een evenement, veel aan- en afrijdend verkeer zou zijn. Vooral bij evenementen waarbij veel autobussen aan- en afrijden kan dit overlast betekenen voor deze straat, daarom dienen de autobussen steeds gebruik maken een tweede toegang die minder diep in de straat gelegen is. Volgens MOW (advies screeningsnota – kenmerk MOW/AB/NDC/U/2015/00259) kan de leesbaarheid van de parking en vanop het openbaar domein beter. Het aspect ‘toegang’ en ‘signalisatie’ zal daarom verder nog aan bod komen in het aanvraagdossier planologisch attest. Ook het schepencollege heeft in haar 51


advies (zitting 13 mei 2015) geadviseerd om de toegangen tot het bedrijf en/of het wijzigen van een bepaald regime – in functie van de verkeersleefbaarheid in de Engelstraat - eventueel aan te passen. Het bedrijf heeft de voorkeur om de 2 toegangen te behouden. In principe is nu uitsluitend de hoofdtoegang (‘toegang 1’) in gebruik. Enkel bij meer omvangrijke feesten kunnen de bussen nu gebruik maken van de secundaire toegang. Dit aspect zal verder onderzocht worden in het kader van de opmaak van het aanvraagdossier planologisch attest. Het bedrijf Alta Ripa II heeft ondertussen ook bij de brandweer een brandpreventieverslag opgevraagd. Het is mogelijk dat de brandweer ook uitspraken zal doen over de toegangen i.f.v. brandveiligheid. De conclusies van dit verslag zullen in het aanvraagdossier Planologisch Attest ook mee in overweging moeten worden genomen. Er is verder nog een afzonderlijk ingang voor de leveringen. Deze ingang geeft toegang tot de site vanaf de Nieuwe Staatsbaan. De ingang leidt naar de achterzijde v/h feestzalencomplex waar de opslagruimtes gelegen zijn. Er is ook nog een (evenwel theoretische) bereikbaarheid van het feestzalencomplex met het openbaar vervoer. Ter hoogte van het feestzalencomplex bevindt zich een halte van de busverbinding Turnhout Arendonk. Gezien de tijdstippen van de diverse evenementen (vooral in de weekends en tot laat in de avond) is de dienstverlening voor de gasten niet optimaal. Beschikbare parkeerplaatsen Op basis van een plaatsbezoek kon een inventaris opgemaakt worden van het bestaande aanbod van parkeerplaatsen op het terrein van Alta Ripa II. De huidige bruto-oppervlakte van de parking bedraagt 7440 m². Uitgaande van huidige inrichting van de parking komt men aan ongeveer 425 theoretische parkeerplaatsen (wat neerkomt op een bruto-oppervlakte van 17,5 m² per parkeerplaats). Vanwege het feit dat er, tussen de parkeerplaatsen, her en der een 100-tal bomen staan is er een verlies van naar schatting een 50-tal plaatsen (= 12% van het totaal). Het totale aantal parkeerplaatsen op de eigenlijke parking bedraagt dus ca. 375 (= een bruto-oppervlakte van bijna 20 m² per parkeerplaats). Volgens het vernietigde BPA zou er een theoretische mogelijkheid zijn van 410 parkeerplaatsen.

52


Parking

Aantal evenementen Het aantal evenementen bedroeg de voorbije 2 jaar (tussen 1 april 2012 tot 31 maart 2014) in totaal 75, met een gemiddelde van 3,1 evenementen per maand. Zie ook bijlage 3.

Jan

Feb

3

2,5

Maandag 1

Gemiddeld aantal evenementen/maand maart April Mei Juni Juli Aug Sept 2

Okt

Nov

dec

2 1,5 7 0 3,5 4,5 5,5 Gemiddeld aantal evenementen/dag (jaarbasis)

2,5

3,5

Dinsdag 2,5

Woensdag 2,5

Donderdag 5

Vrijdag 5,5

Zaterdag 18,5

Zondag 2,5

49% van het totaal aantal evenementen situeren zich dus op een zaterdag. Het totaal aantal bezoekers de voorbije twee jaar bedroeg 13.157, met een gemiddelde van 175 gasten per evenement. De bezoekersaantallen waren als volgt: 53


-50

50100

100200

200300

300400

Aantal gasten 400- 500- 600500 600 700

700800

800900

9001000

Aantal 5 22 23 12 6 4 1 1 1 0 0 evenementen 82% van de evenementen heeft minder dan 300 gasten. Slechts 4% van de evenementen heeft meer dan 500 gasten. De voorbije 2 jaar was het grootste evenement een receptie met 725 gasten. De private feesten hebben meestal een lager aantal gasten. De bedrijfsevenementen hebben meestal een hoger aantal gasten. Ongeveer de helft van alle evenementen is privé en de overige evenementen zijn eerder professioneel. Zie bijlage 3 voor verdere details. Mobiliteitsprofiel Globaal gesproken blijft de auto het leeuwendeel van de verplaatsingen opeisen. Voor grotere feesten is er ook het gebruik van autobussen. Dergelijke feesten van meer dan 600 gasten zijn thans echter zeldzaam geworden. Occasioneel is er al eens de inschakeling van taxi’s. Het openbaar vervoer speelt hierbij geen rol van betekenis. Gasten Totaal aantal gasten

Autobussen % bus sen

Auto's

aantal gasten

Aantal bussen

% auto's

Aantal gasten

Bezetting /auto

Aantal auto's

200

0%

0

0

100%

200

1,5

133

400

10%

40

1

90%

360

1,6

225

600

20%

120

3

80%

480

1,75

274

800

25%

200

5

75%

600

1,9

316

1000

30%

300

7,5

70%

700

2

350

De cijfers voor de evenementen van meer dan 800 gasten dateren van voor 2008. De laatste jaren zijn er nl. geen evenementen meer van + 800 gasten. Bezettingsgraad De gemiddelde bezettingsgraad van alle feesten (grotere en kleinere samen) van de personenwagens bedraagt gemiddeld 1,75 bij de gasten en 1,25 bij het personeel van het complex. De bezetting van 1,75personen/auto is vooral het gevolg van de lagere bezettingsgraden bij de kleinere feesten, welke het leeuwendeel uitmaken van het totaal aantal feesten. Wat de middelgrote en grote feesten betreft is de bezettingsgraad ca. 2personen/wagen. Bovendien blijkt dat het autogebruik sterk afneemt naarmate de bezoekersaantallen toenemen.

54

+ 1000 0


Benodigde parkeerplaatsen Op basis van deze hogervermelde cijfers kunnen wij volgende schatting maken voor wat betreft het aantal benodigde parkeerplaatsen: Gasten Totaal aantal gasten

Personeel

Autobussen

Auto's

Auto's

Totaal aantal auto's

Totaal aantal bussen

% bus sen

aantal gasten

Aantal bussen

% auto's

Aantal gasten

Bezetting /auto

Aantal auto's

Aantal

% auto's

Aantal

200

0%

0

0

100%

200

1,5

133

25

100%

25

1,25

20

153

0

400

10%

40

1

90%

360

1,6

225

40

100%

40

1,25

32

257

1

600

20%

120

3

80%

480

1,75

274

50

100%

50

1,25

40

314

3

800

25%

200

5

75%

600

1,9

316

60

100%

60

1,25

48

364

5

1000

30%

300

7,5

70%

700

2

350

70

100%

70

1,25

56

406

7,5

Bezetting Aantal /auto auto's

Hieruit blijkt dat de huidige basis-parkeercapaciteit in 100% van de evenementen volstaat. Theoretisch zou er bij evenementen van dan 800 gasten mogelijks beperkte nood zijn aan extra parkeerplaatsen. Op het grootste evenement van de voorbije jaren waren er 725 gasten, met een bezetting van +2 personen/auto. De parking van Alta Ripa kan de parkeerbehoeften volledig opvangen.

55


Verkeersgeneratie Op basis van de hogervermelde cijfers is het ook mogelijk om de verkeersgeneratie te bepalen. De verkeersconcentratie is het grootste in het uur voorafgaand aan een evenement (1 uur). Het vertrekkende verkeer na een evenement kent meestal een grotere spreiding. Totaal Totaal Totaal aantal aantal aantal gasten auto's bussen

PAE (spitsuur)/evenement

PAE (totaal)/evenement

200

153

0

153

306

400

257

1

259

518

600

314

3

320

640

800

364

5

374

748

1000

406

8

422

844

Verder zijn er ook nog de leveringen, die echter naar een beperkte verkeersgeneratie kennen en vooral plaatsvinden op andere rustige tijdstippen. Er zijn gemiddeld 5 leveringen per dag. Bijna alle leveringen gebeuren via kleine bestelauto’s. Op weekbasis zijn er gem. 3 leveringen met een kleine vrachtwagen en op maandbasis maximaal 2 leveringen met een vrachtwagen + oplegger. Alle leveringen gebeuren tussen 9u en 12u. De meeste evenementen vinden plaats op de zaterdagavond (19u-3u). Het piekuur/week is dan meestal in de namiddag of vooravond (14u-22u). In 90% van de evenementen is de verkeersgeneratie max. 259pae/spitsuur, wat absoluut geen probleem is voor de capaciteit van het omliggende wegennet. Het voorbije jaar bedroeg de grootste verkeersgeneratie ca. 374pae/uur (éénmalig). Het overgrote deel (min. 75%) van de bezoekers komt via de E34 (richting Nederland én richting Antwerpen). Het gebruik van de overige routes kan variëren, maar is beperkt tot maximaal: - komende vanuit de zuidelijke richting – d.w.z. via Retie (Donk/N18) : max. 5% - komende van de oostelijke richting – d.w.z. via Arendonk (Nieuwe Staatsbaan - N139): max. 5% - komende van de noordelijke richting – d.w.z. via Oud-Turnhout (Steenweg op Mol - N18): max. 15% Ook de impact van de verkeersgeneratie van de theoretisch zwaarste pieken van 421pae/uur (thans 0% v/d evenementen) op de Nieuwe Staatsbaan zou eerder beperkt zijn. De theoretische capaciteit van de Nieuwe Staatsbaan is ca. 1400 tot 1600 pae/uur.

56


Nieuwe Staatsbaan (Bron: Google Earth)

Engelstraat (Bron: Google Earth)

De ingang van Alta Ripa II ligt in de Engelstraat. De Engelstraat is een woonstraat met een breedte van 3,4m en is niet ingericht om veel kruisend verkeer te verwerken. Het is echter eerder uitzonderlijk dat er terzelfdertijd aan-en afrijdend verkeer is. Dit kan bv. het geval zijn bij een receptie, met aansluitend een trouwfeest. Bij dergelijke evenementen is het totaal aantal gasten echter eerder beperkt te noemen (max. 300-400 gasten; ca. 200-250pae/uur). Actuele verkeersoverlast De politie van Oud-Turnhout heeft laten weten – via een schrijven van 17 juni 2014 - dat er de voorbije 5 jaar geen melding gemaakt werd van enige verkeershinder of andere vormen van overlast.

57

Plan-MER-screening. Planologisch Attest Alta Ripa II. Gemeente Oud-Turnhout. (10 juni 2015)

Recommend Documents