Pedagogisch werkplan KDV haven
KDV haven Goedewerf 1 1357 AM Almere 036-5400926
pedagogisch werkplan haven kdv 2014
Inhoudsopgave 1. 2. 3. o o o o o o o o o o
o o 4. o o o o o 5. o o o o
o
o
6. o o
Inleiding en visie Beschrijving van de vestiging Randvoorwaarden Groepsindeling PKR; Vaste basismedewerkers Toepassen 3 uurs / half uurs regeling Achterwachtregeling Ruilen en incidenteel en structureel afnemen van extra dagen Vormgeving open deurenbeleid Samenvoegen van groepen wenbeleid en afscheid van een kind. Rituelen en pedagogisch handelen bij Het wennen van een nieuw kind De overgang naar een andere groep Afscheid van een kind dat het kinderdagverblijf verlaat Ophalen door derden Afmelden van kinderen Middelen Dagindeling Huisregels Inrichting binnen en buiten Materialen aanbod Observatiemethode Pedagogisch handelen Praktijkvoorbeelden Opvoedinsdoelen Voertaal Rituelen en pedagogisch handelen bij Halen en brengen Eten Slapen Spelen: afspraken, rituelen en pedagogisch handelen bij Vrij spel Geleid spel Buitenspelen Mediagebruik Normen en waarden m.b.t. Taalgebruik Seksualiteit en intimiteit Kwaliteitszorg Ziekte van kinderen en medicijngebruik Zorgkinderen
pedagogisch werkplan haven kdv 2014
o
7. o o o
Uitwerking aanbevelingen Rapport Gunning: 4-ogen principe, De procedure rondom werving en selectie Het gebruik van de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. Samenwerking met ouders Oudercontacten Oudercommissie Een verwijzing naar de protocollen die gebruikt worden
1. Inleiding en visie Dit is het pedagogisch werkplan van Smallsteps haven. Dit werkplan is tot stand gekomen door overleggen tussen de pedagogisch medewerkers en is gebaseerd op het pedagogisch beleid van SmallSteps. In dit pedagogisch werkplan vertellen we hoe we kinderen zien en hoe wij denken over wat kinderen nodig hebben. In dit werkplan staat beschreven hoe we dat doen en vanuit welke pedagogische uitgangspunten. Wij gaan daarbij uit van de opvoedingsdoelen zoals beschreven in het pedagogisch beleid: 1. de basis: zich veilig en vertrouwd voelen 2. uitdaging, verwondering en ontdekking 3. gelegenheid tot het ontwikkelen van “persoonlijke competentie” 4. gelegenheid tot het ontwikkelen van “sociale competentie” 5. waarden en normen. Waarbij we thematisch werken door middel van VVE (Voor en Vroegschoolse Educatie). Hiervoor gebruiken we de methode Startblokken. Onze doelstelling is het bieden van kwalitatief verantwoorde en goede opvang, waar kinderen met plezier verblijven in de periode dat hun ouders werken of studeren of om andere redenen behoefte hebben aan kinderopvang. Ons kindbeeld en de pedagogische uitgangspunten werken door in de opvoedingsdoelen. Bij de opvoedingsdoelen beschrijven wij wat wij belangrijk vinden om een kind mee te geven. Opvoeden heeft twee kanten, namelijk: 1. het kind de ruimte en mogelijkheden geven om zich te ontplooien en te ontwikkelen tot “wie het is”, met eigen talenten, voorkeuren en eigen temperament 2. het kind bij de hand nemen en het leren een plek te vinden in een groep en in de maatschappij met de daarbij behorende waarden en normen. Bij smallsteps maken we onderscheid tussen de verschillende leeftijden, geslacht en karakter. Dit vinden wij belangrijk, want bijvoorbeeld een baby heeft andere dingen nodig dan een peuter en jongetjes willen soms andere dingen dan meisjes en introverte kinderen hebben andere behoeftes dan extraverte kinderen.
pedagogisch werkplan haven kdv 2014
Het pedagogisch werkplan wordt elke twee jaar geëvalueerd en waar nodig tussentijds aangepast aan nieuwe ontwikkelingen op pedagogisch vlak en in de praktijk. Door middel van studiedagen, trainingen en regelmatig praten over de opvoedingsdoelen houden wij het beleid levend in de organisatie.
2. Beschrijving van de vestiging en omgeving Aan de Goedewerf in Almere Haven liggen twee smallsteps vestigingen naast elkaar die samen kindercentrum haven vormen. Een ruim opgezet en sfeervol kindercentrum gevestigd in twee aparte, vrijstaande panden namelijk een kinderdagverblijf en een buitenschoolse opvang. Kindercentrum haven ligt dichtbij het centrum en is goed bereikbaar met het openbaar vervoer, de auto, de fiets of te voet. Kinderdagverblijf haven biedt opvang aan 41 kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar. Kinderdagverblijf haven heeft een vast team met pedagogisch medewerkers. Het team is enthousiast, creatief en betrokken bij de kinderen en hun ouders. Bijna elk teamlid heeft daarnaast een specialisme zoals VVE, Senior, BHV-er, hygiënecoach, voorleescoach, praktijkbegeleider en aandachtfunctionaris kindermishandeling. Bij binnenkomst staat men gelijk in de centrale hal. De kinderen worden hier ‘s morgens opgevangen en aan het einde van de middag wordt hier ook gespeeld. De peuters hebben veel bewegingsvrijheid in de hal. Ook de baby’s en dreumesen maken gebruik van deze ruimte. In de centrale hal is een thematafel ingericht waarop spullen liggen die door de kinderen en de pedagogisch medewerkers verzameld zijn. Op de peutergroepen is er een verteltafel ingericht, waarop het boekje staat met daarbij onderdelen uit het boek. Bijvoorbeeld het boekje gaat over Elmer de olifant. Dan staat er op de vertel tafel een speelgoed olifant. Alle groepen grenzen aan de hal. In elke groep is een grote tafel waar alle kinderen kunnen zitten om wat te drinken, een spel te spelen of te knutselen. De kinderen kunnen spelen in de poppenhoek, auto- of bouwhoek, buiten spelen met het buitenspeelgoed, of gewoon lekker rustig tekenen aan de tafel. Binnen de groep hangen knutselwerkjes van de kinderen. Op het whiteboard van elke groep hangen vaak mededelingen van zowel pedagogisch medewerkers als wel het management omtrent, VVE, ouderavonden, sluitingsdagen, geboortekaartjes etc. Wij adviseren de ouders om altijd even te kijken wat er bij hangt. In de Oranje groep is een heuse bibliotheek gerealiseerd waar kinderen dagelijks voorgelezen worden. Ook ouders mogen met hun kinderen voor het halen en brengen een boekje lezen in deze ruimte. Smallsteps werkt met een pedagogisch beleid. Dit is de basis voor alles wat wij doen op ons kinderdagverblijf. Het bepaalt hoe er naar de kinderen gekeken en geluisterd wordt en hoe wij met ze omgaan. Uitgangspunten van ons pedagogisch beleid zijn respect en aandacht voor het kind, bij ons staat het kind centraal. Omdat kinderen van elkaar verschillen, andere dingen leuk vinden en hun eigen talenten hebben. Onze dag is gebaseerd op de 5 opvoedingsdoelen ( zie bij punt 5) die terugkomen in ons aanbod en omgang met kinderen. Ook in de praktische zaken is onze pedagogische visie terug te zien, bijvoorbeeld in de inrichting van de groepen en de keuze van het speelmateriaal. Het thematisch werken heeft vorm gekregen door te werken met VVE, met Startblokken als methode.
pedagogisch werkplan haven kdv 2014
3. Randvoorwaarden Groepsindeling Op kinderdagverblijf haven worden de kinderen opgevangen in een stamgroep. Dit is een vaste groep kinderen in een eigen groepsruimte die qua sfeer en inrichting bij hun leeftijd past. Kinderdagverblijf haven bestaat uit 2 stamgroepen: • De groene groep is een babygroep van 0 tot 2 jaar, met maximaal 9 kinderen en 2 pedagogisch medewerkers per dag. • De blauwe groep is een peutergroep van 2 tot 4 jaar met maximaal 14 kinderen en 2 pedagogisch medewerkers per dag. Elk kind maakt gedurende de week gebruik van maximaal twee stamgroep ruimtes. De groene en de blauwe groepen worden dagelijks samengevoegd in de gele groep waar er een verticaal aanbod is ontstaan. Hiervoor is gekozen vanwege het vier ogen beleid en veiligheid. De gele groep is zo ingericht rekening houdend met alle leeftijden, zodat elke leeftijd erop zijn plek is. Voor de baby’s is er een babyhoekje waarin de baby’s kunnen spelen en zich kunnen ontwikkelen en is er box. Voor de peuters is er een autohoek, een leeshoek een huishoek. De pedagogisch medewerkers dragen er zorg voor dat door de dag heen elke leeftijdsgroep de benodigde aandacht krijgt. Ouders kunnen op de het whiteboard van de groep lezen welke pedagogisch medewerkers die dag werken. PKR (PM-kind-ratio) De toewijzing van aantallen pedagogisch medewerkers aan de stam-/basisgroepen vindt plaats volgens de verhoudingen zoals die voortkomen uit de Regeling Kwaliteit Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en zoals die beschreven staan in het pedagogisch beleid. Vaste basismedewerkers Op iedere stamgroepen werken per week 3 a 4 vaste pedagogisch medewerkers. Elk kind heeft 3 basismedewerkers. Een van deze medewerkers werkt , met uitzondering van ziekte, verlof etc. als het kind op de opvang aanwezig is. Toepassen 3 uurs-regeling Per dag wordt maximaal drie uur per dag afgeweken van de vereiste PKR. Op onderstaande manier passen we deze regeling bij haven toe: • Start van de dag, ochtend: Om 7:00 uur, als ons kinderdagverblijf open gaat starten er altijd twee pedagogisch medewerker. Tot 8:45/9:00 uur blijven de kinderen en pedagogisch medewerkers in de hal spelen indien de situatie dit toelaat. Om 9:00 of 9:30 komen de laatste pedagogisch medewerkers en zijn alle collega’s binnen en alle groepen open.
• Pauze tijd Tussen 13:00 uur en 15:00 uur is het pauze. Per dag wordt bekeken welke medewerker op welk tijdstip tussen 13:00 en 15:00 uur pauze heeft, zodat we ons houden aan de PKR en er nooit minder dan de helft van het benodigde aantal pmers in
pedagogisch werkplan haven kdv 2014
het pand is. Medewerkers hebben per dag 30 minuten pauze. Er wordt tijdens de pauze dus nooit langer dan 2 uur aaneengesloten afgeweken van de PKR zoals de wetgeving stelt. • Einde van de dag Om 17:00/17.30 uur gaan alle kinderen naar de hal. Vanaf 18:00 uur zijn er nog een 2 vaste medewerkers in huis. Er worden presentielijsten bijgehouden waarop ingevuld wordt hoe laat ieder kind komt en wordt opgehaald. Ook de pedagogisch medewerkers registreren hun werk- en pauzetijden op dat formulier. Eisen voor basisrooster: In het basisrooster moet de laatste pedagogisch medewerker van de groep uiterlijk om 9.30 uur beginnen. De dienst van de eerste pedagogisch medewerker van de groep mag op het basisrooster niet voor 16.30 uur eindigen (behalve wanneer een pm-er een halve dag wordt ingezet). Het overschrijden van de PKR mag aan de dagranden maximaal 1,5 uur en in pauzetijd maximaal 2 uur aaneengesloten (niet langer dan de werkelijke duur van de pauzes). Achterwachtregeling Per dag werken altijd minimaal twee pedagogisch medewerkers, hierdoor is de kans heel klein dat een pedagogisch medewerker alleen in het pand aanwezig is. Daarnaast is de BSO in het naastgelegen pand gevestigd en inzetbaar in de middag in geval van calamiteiten. In geval van calamiteit of ziekte van een medewerker zorgt de medewerker zelf voor vervanging door middel van een vaste collega. We streven ernaar om ook onze stagiaires(BOL) vroege en late diensten te geven zodat zij eventueel als achterwacht kunnen gelden in geval van calamiteit. Daarnaast is Catalpa Muziektuin onze achterwacht op de dagen dat de locatiemanager niet aanwezig is. T +31 (0)36 3630123 Ruilen en incidenteel en structureel afnemen van extra dagen Het ruilen en incidenteel afnemen van extra dagen buiten de contracturen kan alleen als hiervoor ruimte beschikbaar is in de eigen groep. In incidentele gevallen kan dit uiteraard in overleg met de ouders ook op een andere groep plaatsvinden. De locatiemanager geeft toestemming voor het ruilen van dagen en het incidenteel en structureel afnemen van extra dagen. Bij zowel het incidenteel als structureel afnemen van extra dagen op een andere groep dient dit schriftelijk vastgelegd te worden. Voor het structureel afnemen van extra dagen op een andere groep wordt tevens schriftelijk vastgelegd per wanneer het kind weer in zijn eigen groep geplaatst kan worden. Vormgeving open deurenbeleid Elke groep heeft zijn eigen buitenspeelplaats, maar deze staan wel met elkaar in verbinding zodat de baby- en peutergroep ook samen buiten kunnen spelen. Tussen de middag worden alle wakkere kinderen opgevangen in de blauwe groep, waarbij een pedagogisch medewerker van de baby- en de peutergroep aanwezig is. Doordat de kinderen bij de start en eind van de dag ook opgevangen kunnen worden door een pedagogisch medewerker van de baby- of de peutergroep is er een open cultuur ontstaan, waardoor de kinderen alle pedagogisch medewerkers kennen en zich daardoor veilig en vertrouwd voelen bij alle pedagogisch medewerkers. De oudste kinderen van de babygroep kunnen samen met een pedagogisch medewerker van hun stamgroep activiteiten ondernemen buiten de stamgroep en gaan dan naar de peutergroep. De eigen pedagogisch medewerker blijft bij pedagogisch werkplan haven kdv 2014
het kind. Voor deze activiteiten staan geen tijden vast, maar meestal zal dit gebeuren in de ochtend, als de kinderen fruit gegeten hebben en de jongste kinderen (die nog twee keer slapen) in bed liggen.
Samenvoegen van groepen Op dit moment voegen de baby en peutergroep samen in de gele groepsruimte. Mocht de bezetting het toelaten dan zullen de beide groepen weer gesplitst worden en geldt het volgende: Aan de start en het eind van de dag voegen de stamgroepen samen. Dat gebeurt ook wanneer er als gevolg van een structureel lage bezetting en tijdens vakantieperiodes minder kinderen komen . Ouders worden hiervan op de hoogte gebracht tijdens de intake en eventueel via de nieuwsbrief. Ieder kind maakt maximaal gebruik van 2 stamgroep ruimtes. Wenbeleid en afscheid van een kind. Het wennen van een nieuw kind Bij smallsteps hanteren wij een wenperiode. Wij zien het wennen als de eerste stap in het opbouwen van vertrouwen en het krijgen van een veilig gevoel. Het is belangrijk dat kinderen en ouders de tijd krijgen om te voelen hoe het er binnen haven aan toe gaat. Het is voor ouders belangrijk om te weten waar hun kind de dag zal doorbrengen. Ouders kunnen de sfeer meemaken, zien de pedagogisch medewerkers werken en ervaren hoe er met de kinderen omgegaan wordt. Tijdens de intake, van een kind bij ons op het kinderdagverblijf spreken we met ouders af op welke dag/tijd hun kind bij ons komt wennen, dit wordt schriftelijk vastgelegd en meegegeven aan ouders. Dit gebeurt nooit boventallig. Dit kan maximaal een kind per dag per groep zijn. Mocht er ruimte zijn op de groep dan kunnen er maximaal 2 kinderen per groep per dag komen wennen. Hiervoor hanteren wij het onderstaande schema dat er voor moet zorgen, dat de overgang naar het kinderdagverblijf soepel verloopt: - 1e dag: 10:00-11:30 Ouder blijft. Het intakeformulier wordt doorgenomen. - 2e dag: 10:00-13:00 Kind went alleen - 3e dag: 9:00 -13:00: Kind went alleen - 4e dag: 9:00-15:00: Kind went alleen: korte hele’ dag: kind eet mee, slaapt op het kinderdagverblijf, het kind went alleen Dit schema is een uitgangspunt. • De overgang naar een andere groep Als kinderen de leeftijd hebben om door te stromen naar de volgende leeftijdsgroep of de BSO maken de pedagogisch medewerkers met elkaar afspraken wanneer een kind gaat wennen op de andere groep. Ouders worden door de pedagogisch medewerkers van de eigen groep hierover geïnformeerd. Als een kind gaat wennen op een andere groep, dan kan dit boventallig zijn, mits de PKR op de stamgroep van het kind voldoet aan de regelgeving. Daarnaast kunnen kinderen die eerder toe zijn aan een volgende groep, maar nog niet de juiste leeftijd hebben, na overleg met ouders, alvast gaan spelen op de nieuwe groep. Als een kind nog niet toe is aan een volgende leeftijdsgroep, wordt in overleg met ouders, besloten het kind iets langer op de huidige groep te houden. • Afscheid van een kind dat de groep of het kinderdagverblijf verlaat. Als een kind doorstroomt naar een andere groep, of de BSO, of als een kind ons kinderdagverblijf verlaat nemen we uitgebreid afscheid van het kind. In overleg met ouders nemen we de laatste dag dat het kind bij ons op de groep of ons kinderdagverblijf is afscheid. Dit doen we door de andere pedagogisch werkplan haven kdv 2014
kinderen te vertellen dat dit kind vandaag voor het laatst is en waar het kind daarna heen gaat. Tijdens het fruit eten in de ochtend of het cracker eten in de middag wordt een bescheiden feestje gevierd. De kinderen zingen een liedje voor het kind en het kind mag eventueel iets uitdelen. Het kind krijgt een afscheidscadeautje, bijvoorbeeld een tekening van de kinderen. Als het kind ons kinderdagverblijf verlaat krijgt het zijn groeiboek mee, met hierin verhaaltjes wat hij/zij heeft meegemaakt en knutselwerkjes. Als het kind wordt opgehaald zeggen de aanwezige pedagogisch medewerkers het kind en zijn-haar ouders gedag en zwaaien eventueel samen met de dan nog aanwezige kinderen het kind uit. Ophalen door derden De kinderen die bij ons op het kinderdagverblijf aanwezig zijn mogen alleen door de eigen ouders opgehaald worden. Kinderen worden niet aan derden meegegeven, tenzij ouders dit van te voren hebben laten weten door dit bijvoorbeeld tijdens de overdracht in de ochtend te vertellen of op de dag zelf te bellen. Mocht er zonder bericht van de ouders iemand zijn die het kind komt ophalen, dan bellen we altijd eerste met de ouders of ze toestemming geven dat deze persoon hun kind meeneemt. Mochten we de ouders niet kunnen bereiken dan geven we het kind niet mee. Afmelden van kinderen Als een kind onverhoopt een dag niet bij ons kan komen, vragen we ouders dit voor half tien aan ons door te geven, zodat wij weten op hoeveel kinderen we kunnen rekenen. Mochten we om half tien nog niets gehoord hebben dan bellen we ouders om te vragen of we hun kind nog kunnen verwachten die dag of dat er misschien iets aan de hand is. Als ouders en kinderen vakantie hebben vragen we ouders dit zo spoedig mogelijk aan ons door te geven zodat wij hier rekening mee kunnen houden in ons dagprogramma en bij de inzet van onze pedagogisch medewerkers.
4. Middelen * Dagindeling: Peutergroepen: 7.00-9.30 - worden de kinderen gebracht en spelen de kinderen lekker in de hal of op de groep. 9.00-9.30 - een tafelmoment, we drinken en eten fruit 9.30-11.30 - een activiteiten met de kinderen vanuit VVE, zoals voorlezen, buitenspelen, wandelen, knutselen, muziek maken, spelletjes doen. 11.30-13.00 – een brood- of warme maaltijd. 13.00-15.00 – slaap- of rustmoment waarbij de wakkere kinderen naar de blauwe groep gaan om 3+ activiteiten te doen. 15.00-16.00 - tafelmoment, met wat drinken en een cracker eten 16.00-18.30 - activiteiten met de kinderen vanuit VVE en vrij spelen tot het kind wordt opgehaald. Babygroep: 7.00-9.30 - worden de kinderen gebracht en spelen lekker in de hal of op de groep. 9.00- 9.30 - een tafelmoment, we gaan drinken en eten fruit. 10.00-11.30 - een slaapmoment voor de baby’s die 2 keer slapen. 9.30- 11.30 - een activiteiten met de grotere baby’s zoals voorlezen, buiten spelen, wandelen, knutselen, muziek maken, spelletjes doen 11.30- 13.00 – een brood- of warme maaltijd. 13.00- 15.00 – slaap- of rustmoment voor de grotere baby’s die nog 1 keer slapen 13.00-15.00 - een moment met de jongere baby’s die kunnen dan lekker op de grond liggen en spelen en even individuele aandacht krijgen van de pedagogisch medewerker. 15.00- 16.00 - tafelmoment, wat drinken en een cracker eten 15.00-16.00 - een slaapmoment voor baby’s die 2 keer slapen
pedagogisch werkplan haven kdv 2014
16.00-18.30 - activiteiten met de kinderen en vrij spelen tot het kind wordt opgehaald De hele jonge baby’s hebben binnen kinderdagverblijf haven hun eigen ritme. Dit wordt dagelijks afgestemd met de ouders. Kinderen worden naar behoefte verschoond en kinderen die eraan toe zijn worden getraind in hun zindelijkheid. Huisregels De kindercentrumregels worden tijdens de intake met de ouder besproken.
Inrichting binnen Bij binnenkomst staat men gelijk in de centrale hal. De kinderen worden hier ‘s morgens opgevangen en aan het einde van de middag wordt hier ook gespeeld. De peuters hebben veel bewegingsvrijheid in de hal. Ook de baby’s en dreumesen maken gebruik van deze ruimte. In de centrale hal is een thematafel ingericht waarop spullen liggen die door de kinderen en de pedagogisch medewerkers verzameld zijn. Boven de thematafel hangt in het schilderij de VVE themabrief waarop wordt aangegeven wat het thema van deze periode is. Op de peutergroepen is er een verteltafel ingericht, waarop het boekje staat met daarbij onderdelen uit het boek. Alle groepen grenzen aan de hal. In elke groep is een grote tafel waar alle kinderen kunnen zitten om wat te drinken, een spel te spelen of knutselen. De kinderen kunnen spelen in de poppenhoek, auto- of bouwhoek, buiten spelen met het buitenspeelgoed, of gewoon lekker rustig tekenen aan de tafel. Binnen de groep hangen knutselwerkjes van de kinderen. Op het whiteboard van elke groep hangen vaak mededelingen van zowel pedagogisch medewerkers als wel het management omtrent thematische werken, VVE, ouderavonden, sluitingsdagen, geboortekaartjes, etc.. wij adviseren de ouders om altijd even te kijken wat er hangt. Inrichting buiten Iedere groep heeft zijn eigen buitenruimte. De gele groep heeft een met gras bedekte heuvel met een glijbaan, autobanden waar ze op kunnen lopen of even kunnen zitten en een zandbak met een tafel in het midden. De blauwe groep heeft een waterspeeltoestel en een grasveld met een kuil er in zodat de kinderen daarin kunnen spelen. De tuin in de groene groep heeft een zandbak en verschillende soorten stenen waar de kinderen overheen kunnen lopen en kunnen voelen. Er is een klein stukje gras waar de jongste baby’s kunnen spelen op kleden en er zijn diverse struiken waar de kinderen tussen door kunnen lopen om de natuur te ontdekken. De kinderen kunnen gebruik maken van alle buitenruimten omdat ze aan elkaar geschakeld zijn. Materialen aanbod Op alle groepen is spelmateriaal aanwezig dat is afgestemd op de leeftijd en ontwikkelingsbehoefte van de kinderen in de groep. Zo is er in de babygroepen gebruik gemaakt van zachte materialen. Op de babygroepen is er meer aandacht voor het stimuleren van de motorische ontwikkeling. De baby´s kunnen daar op de zachte speelmatten klimmen en klauteren en zo hun motorische ontwikkeling oefenen. Ook is er aandacht voor verschillende materialen waarbij de fijne motoriek wordt gestimuleerd.
pedagogisch werkplan haven kdv 2014
Op de peutergroepen zijn meer hoekjes, zo is er een bouw-/autohoek, maar ook de poppen/verkleedhoek ontbreekt niet. Er zijn ook diverse materialen om de ontwikkeling voor deze kinderen te bevorderen zoals puzzels of spelletjes. De meeste materialen kunnen de peuters zelf pakken, maar bijvoorbeeld moeilijk puzzels, voorleesboekjes of knutselmaterialen worden apart aan de kinderen aangeboden. Op beide groepen is er een leeshoek ingericht
Observatiemethode Twee keer per jaar observeren we de kinderen door middel van onze welbevinden lijsten. In deze lijsten beschrijven we de ontwikkeling van de kinderen. Als een kind naar de basisschool gaat vullen we een peuterestafette formulier in voor deze peuter. Na overleg en eventueel een gesprek hierover met ouders, wordt dit formulier naar school verstuurd. Mocht de bassischool nog vragen hebben dan kunnen ze die altijd bij ons stellen na toestemming van de ouder.
5. Pedagogisch handelen Praktijkvoorbeelden : pedagogische interactievaardigheden. Alle pedagogisch medewerkers beschikken over zes pedagogische interactievaardigheden in de omgang met kinderen, te weten: 1. Sensitieve responsiviteit 2. Respect voor de autonomie van het kind 3. Structureren en grenzen stellen 4. Praten en uitleggen 5. Ontwikkelingsstimulering 6. Begeleiden van interacties tussen kinderen • 1: Sensitieve responsiviteit: Het geven van emotionele ondersteuning. Hierdoor leert een kind dat zijn signalen en initiatieven worden opgemerkt, dat het serieus genomen wordt en de moeite waard is. Bij kinderen van 0-1 jaar ligt accent in de omgang op dit aspect. De basis voor ontwikkeling wordt hierdoor gelegd;
pedagogisch werkplan haven kdv 2014
KDV - Wij reageren op huilende baby door bv te zeggen: “ Ik hoor je, ik kom er zo aan”. Op deze manier hoort de baby het bekende geruststellende geluid van de pm-er en de andere kinderen merken dat de pm-er de huilende baby serieus neemt, wat hen een gevoel van veiligheid geeft; - Wij hebben zo vaak als mogelijk oogcontact met de baby en laten het gezichtje ‘openbreken’. De baby merkt dat zij/hij gezien wordt en maakt het begin met het ontwikkelen van een positief zelfbeeld; - Tijdens het verschonen en fles geven, nemen wij de tijd om echt contact te maken met de baby; - Wij benutten en creëren kansen voor oogcontact en aandacht. Baby’s worden in een stoeltje of op schoot bij de tafelmomenten betrokken; - Wij verwoorden onze handelingen zodat de kinderen weten wat er gaande is en zich veilig kunnen voelen; - Kinderen worden begroet bij binnenkomst, hun naam wordt daarbij genoemd “Goedemorgen Karin, fijn dat je er bent”; - Tijdens het wennen besteden wij extra aandacht aan het nieuwe kind en zijn/haar omgeving (zie wenbeleid); - Wij geven vaak complimenten en aanmoedigingen: “Goed zo, ga zo door”
• 2: Respect voor de autonomie Het tonen van respect voor de eigenheid van het kind, dat zelf iemand wil zijn en zelf de wereld wil ontdekken. Dit betekent dat wij het kind de ruimte laten zelf op ontdekkingstocht te gaan, op een veilige manier. Dat betekent ook dat wij zoeken naar alternatieven voor het kind als de situatie gevaarlijk of ongewenst kan zijn. Bij kinderen tussen de 1-2 jaar ligt in de omgang het accent op dit aspect; KDV - Wij vermijden zoveel mogelijk ‘nee’ en richten ons op waar iets soortgelijks wel kan. “Kom, hier kun je klimmen” of “ Doe het zand hier maar in”; - Als een kind van 1,5 jaar op de tafel klimt, bieden wij een alternatief aan en zeggen dat hij/zij op bepaalde kussens kan klimmen zonder dat wij ‘nee, niet doen’ zeggen; - Als kinderen binnen met een bal gooien, bieden wij hen een alternatief door gericht te gooien, bv. in een bak of met een andersoortige bal; - Wij geven de kinderen een (beperkte) keuzemogelijkheid: “Wil je kaas of worst”, “wil je met de auto’s of in de huishoek”. Kinderen kunnen zelf kiezen en plannen maken; - Wij observeren en wachten af hoe kinderen zelf problemen oplossen i.p.v. direct in te grijpen; - Met allerlei praktische zaken zoals het pakken van speelgoed, eten, zijn wij gericht op zelfstandigheid.
3.Structureren en grenzen stellen Het structureren en grenzen stellen. Door situaties voor het kind te structuren en uit te leggen, krijgt het kind zicht op de situatie en kan er daardoor beter mee om gaan. Bij kinderen tussen de 2-3 jaar ligt het accent in de omgang op dit aspect. De kinderen van die leeftijd begrijpen al meer en willen graag met andere kinderen spelen, maar weten niet hoe. Wij hebben de taak hen daarin te begeleiden;
pedagogisch werkplan haven kdv 2014
KDV - Als 2 kinderen (2,5 jaar)op hetzelfde fietsje willen, begeleiden wij hen in het ervaren van om de beurt: “Eerst mag jij een rondje, ga maar…goed zo… en als hij terugkomt dan mag jij, heel goed…. Nu mag jij… Zie je, zo komen jullie allebei aan de beurt. Om de beurt dus” - Wij bereiden kinderen voor op het opruimen: “ Nog even spelen en dan gaan wij opruimen” - Als een kind nog met een autootje speelt en aan tafel moet, zeggen wij: “Rijdt het autootje maar naar de garage, dan kun je na het eten er weer mee spelen “ Of “Kom maar , mag je het autootje op de kast zetten, zodat je er straks weer mee kan spelen”
4. Informatie en uitleg geven Het geven van informatie en uitleg. Vanaf 3 jaar zal het kind gaan vragen om nieuwe inzichten, nieuwe kennis, nieuwe uitdagingen om hun zelfstandigheid en competentie te laten zien. Wij gaan hierop in door het kind de gevraagde kennis en inzichten bij te brengen en uitleg te geven. In de begeleiding van kinderen tussen de 3-4 jaar staat dit aspect centraal. KDV - Wij lezen en vertellen verhalen om samen te praten over belangrijke ervaringen. Over vriendjes, dieren, dokter, ziek zijn enz.; - Wij verwoorden wat er feitelijk gebeurt: “Kijk, mama gaat weg, zij gaat naar haar werk” ; - Wij verwoorden eerst wat wij gaan doen, kijken naar de reactie van het kind en handelen dan pas. “Ik ga je neus even schoonmaken, ik zie een beetje snot” Afhankelijk van de reactie van het kind, kunnen wij meteen aan de slag of zullen wij het kind eerst op zijn/haar gemak stellen voordat de neus wordt schoongemaakt. “Ik doe het heel voorzichtig, wil je het eerst zelf proberen?”. 5. Ontwikkelingsstimulering Het stimuleren van ontwikkeling. Door kinderen uit te dagen iets nieuws te proberen, zonder hen te overvragen worden zij gestimuleerd om zich verder te ontwikkelen;
KDV - Wij geven kinderen suggesties om verder te komen in hun spel: “Kijk, je zou ook alle groene blokje kunnen stapelen” Of “Je kunt misschien ook een muur bouwen, kijk zo…; - Aan tafel stellen wij vragen aan de kinderen: “Wat zie je? Hoeveel bordjes staan er, welke kleur is dat, wat is je lievelingskleur, met hoeveel kinderen zijn wij?”
6.Het begeleiden van interacties tussen kinderen. Door bewust op leeftijdsniveau de interacties tussen kinderen te begeleiden, leren zij op een positieve manier samen te zijn en samen te werken; KDV - Groot helpt klein, zo mag een grote peuter een jonger kind brood geven of het brood smeren. Of de kinderen helpen elkaar bij het uit/aankleden; - De kinderen stellen vragen aan elkaar bv. wat zij hebben gedaan in de vakantie hierdoor leren de kinderen op hun beurt te wachten, naar elkaar luisteren;
pedagogisch werkplan haven kdv 2014
VVE (voor- en vroegschoolse educatie) ‘startblokken’ Op deze zes pedagogische interactievaardigheden in de omgang met kinderen passen wij de leermethode VVE ‘startblokken’ toe Onze vestiging is (VVE) gecertificeerd en de pedagogisch medewerkers zijn opgeleid om met dit instrument te werken. Bij Startblokken wordt spel als basis gebruikt om te leren en om de ontwikkeling van kinderen te ondersteunen en te bevorderen. De rol van de pedagogisch medewerker is hierbij erg belangrijk; wat is de houding van de pedagogisch medewerker, welke activiteiten worden aangeboden en op welke manier observeren zij de kinderen? We kunnen 5 onderdelen onderscheiden die centraal staan in het programma Startblokken: • 1.themagericht werken De thema’s worden op de vestiging aangeboden als kleine, overzichtelijke en herkenbare thema’s voor de kinderen. Dus bijvoorbeeld niet het grote thema “natuur”, maar wel “werken in de tuin”. Hierbij wordt gekeken of en welke thema’s en activiteiten betekenisvol zijn voor de kinderen. De pedagogisch medewerkers hanteren een jaarkalender maar spelen ook in op onderwerpen die de kinderen zelf aandragen. • 2.het inrichten van een rijke leeromgeving Het is belangrijk dat de groepen zo zijn ingericht dat het uitlokt tot spel. Dat betekent dat er zichtbare en duidelijke spelhoeken zijn ingericht zoals een huishoek, een bouwhoek, een verteltafel en een thematafel. De pedagogisch medewerkers zorgen ervoor dat de inrichting aansluit bij de leeftijd van de kinderen en bij het gekozen thema. Ook begeeft de pedagogisch medewerker zich in de speelhoeken om het spel te initiëren of te ondersteunen. • 3.handelingsgericht observeren De pedagogisch medewerkers wordt geleerd de kinderen regelmatig te observeren in het spel en te verwoorden welke ontwikkelingsstappen er worden gemaakt. Soms is er meer aandacht nodig voor taal, soms juist voor sociale interactie tussen de kinderen. • 4. spelactiviteiten als basis zien Niet de dag structuur en de zorgmomenten zijn de basis voor de dag, maar de vele spelmomenten op de dag. De pedagogisch medewerker creëert spelmogelijkheden en ondersteunt waar nodig.
• 5. begeleiden door middel van 5 impulsen De pedagogisch medewerker kan op verschillende manieren begeleiden; de kinderen volgen, iets toevoegen in de activiteit, richting geven aan de activiteit en de gehele activiteit volgen Voorlezen Haven staat voor taalstimulatie van het kind, dit geven wij vorm door dagelijks voor te lezen. Daarbij heeft elk kind in elke groep de mogelijkheid om een boekje te pakken en te bekijken in de ingerichte leeshoekjes. Op haven werken we samen met de bibliotheek. Door de samenwerking is het mogelijk geworden dat er een heuse bibliotheekruimte ontstaan is in de oranje groep waar kinderen dagelijks voorgelezen worden. De ouders mogen daar ook bij het halen of brengen samen met hun kind een
pedagogisch werkplan haven kdv 2014
boekje lezen. Er is één pm-er die opgeleid is tot voorleescoach. Dit alles is ook terug te vinden in het voorleesplan op de vestiging. De momenten op de dag dat er bij ons voorgelezen wordt is: Bij de babygroep 11.00. In groepjes naar onze eigen bibliotheek. Elke dag zal de groep uit andere kinderen bestaan zodat iedereen regelmatig aan de beurt komt. 15.15 Voordat we crackers gaan eten wordt de gehele groep voorgelezen en worden er liedjes gezongen. Bij de peutergroep 10.15 In groepjes naar onze eigen bibliotheek. Elke dag zal de groep uit andere kinderen bestaan. Zodat iedereen regelmatig aan de beurt komt. 12.45 Na het broodje eten kunnen de kinderen zelfstandig een boekje lezen/ontdekken. Voor het slapen gaan wordt er in de slaapkamer een verhaaltje voorgelezen. De kinderen die niet slapen worden op de groep voorgelezen. 15.15 Voor het crackers eten wordt het boek van het thema voorgelezen en liedjes gezongen.
uk opvoedingsdoelen Bij deze zes pedagogische interactievaardigheden in de omgang met kinderen en de leermethode VVE (Voor- en Vroegschoolse Educatie) ‘startblokken’ werken wij vanuit 5 opvoedingsdoelen: 1. het scheppen veiligheid en vertrouwen 2. het bieden van uitdaging, verwondering en ontdekking 3. het stimuleren van de persoonlijke competentie 4. het stimuleren van de sociale competentie 5. waarden en normen 1.Veiligheid en vertrouwen Wij zijn er voor het kind, het kind staat centraal. We luisteren en kijken met aandacht naar de kinderen. We staan open voor hen en letten op hun signalen, zowel de verbale als de non-verbale. Zo leren we de kinderen kennen en gaan we een (professionele) vertrouwensband met ze aan. We respecteren de individualiteit van ieder kind en houden er rekening mee. Elk kind wordt positief benaderd. We zorgen voor een prettige sfeer en gaan op een respectvolle manier met elkaar om, zodat het kind zich op zijn gemak voelt. We bieden een veilige basis, zodat hij zich vertrouwt en ’thuis’ voelt. Uit de praktijk Bij het hekje staat Eva, zij gaat samen met de pedagogisch medewerker haar moeder uitzwaaien. Een stukje daar achter staat Jeroen te wachten. Hij wil ook graag zijn moeder uitzwaaien, maar dat wil hij alleen doen. De pedagogisch medewerker laat Jeroen wachten tot dat Eva klaar is met zwaaien zodat hij daarna alleen zijn moeder uit kan zwaaien en geeft hem een complimentje “Wat wordt je toch groot!, Je kunt al zo goed wachten! “ 2.Uitdaging en verwondering
pedagogisch werkplan haven kdv 2014
Vanuit een veilige basis verwonderen kinderen zich over de dingen die ze zien en die ze ontdekken.Verwondering en uitdaging zijn belangrijk, want zo ontwikkelen kinderen zich. In de activiteiten die we aanbieden in het kinderdagverblijf, speelt het ontdekken van nieuwe dingen een grote rol. Uit de praktijk Op de blauwe peutergroep is een mooi verkleedmeubel gekomen met een grote spiegel. Sam heeft een mooi jurk aangetrokken en staat voor de spiegel naar haar mooie jurk te kijken. Ook trekt ze daar allemaal grappige gezichten bij, waardoor ze om zichzelf moet lachen. Ondertussen komt Eva de groep ingekropen. Ze kruipt op de spiegel af en ziet zichzelf. Wat is ze verbaasd! Ze begint naar zichzelf te lachen en probeert zichzelf kusjes te geven. Hierdoor leren kinderen hun eigen lichaam kennen, zien ze hun eigen bewegingen en gelaatsuitdrukking. Uit de praktijk Op de babygroep gaat de pedagogisch medewerker verven. Ze zet Rik en Daan aan tafel en vertelt ze dat ze gaan verven. De pedagogisch medewerker geeft Rik eerst een kwast. Hij kijkt er eens naar en vindt het maar niks. De pedagogisch medewerker helpt Rik een beetje door samen met hem een lik verf op het papier te zetten. Rik vindt dat erg leuk. Wat komt er een mooie kleur tevoorschijn! Zo begrijpt hij wat hij moet doen en begint vrolijk te verven. Daan vindt de kwast maar niks pedagogisch medewerker smeert wat verf op zijn handje en stempelt die op het papier. Dit vindt Daan erg leuk en begint zelf ook zijn vinger te stempelen. 3.Persoonlijke competentie Aandacht voor: wie ben ik? Wat kan ik? Met persoonlijke competentie worden eigenschappen zoals zelfvertrouwen, eigenwaarde en weerbaarheid bedoeld. Het kind leert en ontdekt wie het is en wat het kan. Kinderen krijgen zelfvertrouwen als ze dingen ook zelf mogen (proberen) en het vertrouwen krijgen dat ze het kunnen. Dat ze zelf mogen ontdekken en op hun manier oplossen waarbij de pedagogisch medewerkers tijd en ruimte bieden en indien nodig wat hulp.
Uit de praktijk Jip heeft zelf een insteekpuzzel gepakt en is aan tafel gaan zitten. Na een tijdje heeft hij de puzzel af. Na een complimentje gaat de pedagogisch medewerker samen met Jip een moeilijkere puzzel pakken en probeert op die manier zijn grens te verleggen. 4. Sociale competentie Samen in een groep In een groep kunnen kinderen prima leren van anderen. Samen spelen, samen problemen oplossen, leren delen worden in een groep gestimuleerd. We noemen dit de ontwikkeling van de sociale competentie. In het begin kijken kinderen dingen af, maar later proberen ze het zelf. Experimenteren met bepaald gedrag, woordgebruik en handelingen behoren tot de mogelijkheden. In de interactie met andere kinderen ontwikkelen kinderen de kennis hoe ze met anderen moeten omgaan en leren kinderen rekening te houden met anderen. Bij gezamenlijke groepsactiviteiten voelen meisjes zich vaak verantwoordelijk voor het groepsgebeuren. Jongens hebben dat vaak minder, ze vergeten nog wel eens wat er van ze wordt gevraagd. Als de jongens zich laten afleiden worden ze regelmatig gecorrigeerd door de meisjes uit
pedagogisch werkplan haven kdv 2014
de groep. Het kind krijgt als het ware gelijk feedback van de andere kinderen op het gedrag wat hij vertoont. Uit de praktijk De peuters zijn buiten. De pedagogisch medewerkers zetten de fietsen buiten. Al gauw zijn alle fietsjes bezet. Inge wil ook graag fietsten. Ze gaat naar de pedagogisch medewerker toe en vraagt of ze ook mag fietsen. Deze zegt dat ze even moet wachten en dat er straks een fietsje vrij komt waar Inge op mag. Zo leert ze wachten. Soms zegt de pedagogisch medewerker tegen de peuters die op een fietsje zitten, dat ze zo wat anders moet kiezen omdat er nog meer peuters zijn die ook willen fietsen. Zo leren de kinderen delen. 5. Waarden en normen Rekening houden met elkaar De groep biedt de mogelijkheid om zich de algemeen geldende waarden en normen eigen te maken. Vaak zijn de regels in de groep de vertaalslag van de waarden en normen, de afspraken over hoe we met elkaar en de omgeving omgaan. De pedagogisch medewerker heeft een belangrijke rol in het uitdragen van waarden en normen. Zij leert de kinderen elkaar te respecteren en te waarderen en dat de een niet beter is dan de ander. De pedagogisch medewerker heeft een voorbeeldfunctie, en laat de kinderen zien dat zij aandacht heeft voor het kind, daarnaast leert zij de kinderen zich verantwoordelijk te voelen voor omgeving, materiaal en natuur en dat je een ander geen pijn mag doen, in welke vorm dan ook. De pedagogisch medewerker houdt rekening met de wensen van het kind en leert het kind ook rekening te houden met de wensen van anderen.
Uit de praktijk Met kerst wordt er een kerstlunch georganiseerd. Via een kerstboom op de deur, wordt er aan de ouders van de kinderen gevraagd om iets lekkers mee te brengen. Tussen de middag zetten de pedagogisch medewerkers tafels in de hal, wordt de tafel gedekt en mogen de kinderen van de zelf mee gebrachte lekkernij kiezen wat ze willen en genieten ze van een gezellige maaltijd met alle kinderen bij elkaar. Voertaal De voertaal bij haven is Nederlands.
Groepsproces Op welke manier biedt de groep kinderen emotionele veiligheid *Bij haven bieden we de kinderen op de groep emotionele veiligheid door de groepsregels, afspraken en rituelen. Ieder kind heeft een eigen laatje met persoonlijk spullen. Kinderen weten wat de regels zijn en spreken elkaar hier ook op aan. Alle kinderen uiten emoties op een andere manier. Het ene kind reageert heftig, een ander kind trekt zich juist terug. Ook tussen jongens en meisjes zijn er verschillen. Jongens uiten (vaak) hun emoties op een andere manier dan meisjes. Dit heeft onder andere te maken met de werking van de hersenen. Meisjes praten (vaak) meer over hun emoties en kunnen dit makkelijker uiten. Jongens uiten (vaak) hun emoties op een fysieke manier zoals stoeien of drukker gedrag. Emoties in wat voor vorm dan ook (positief/ negatief) krijgen aandacht binnen haven. Pedagogisch medewerkers reageren op de uitingen van de kinderen. Het kind krijgt bijvoorbeeld een arm omgeslagen, een knuffel of wat extra aandacht als hij verdrietig is. Er wordt ruimte geboden voor het uiten van pedagogisch werkplan haven kdv 2014
gevoelens zoals bijvoorbeeld boosheid en het leren hiermee om te gaan, maar er worden ook grenzen gesteld. Belangen van andere kinderen of de veiligheid blijven in situaties meespelen. Er zijn ook emoties die de ontwikkeling van kinderen belemmeren. Denk aan te angstig zijn. De pedagogisch medewerkers kijken waar deze angst vandaan kan komen. Er wordt aandacht aan besteed en het wordt niet zomaar weggewuifd. De pedagogisch medewerkers proberen samen met het kind door praten, oefenen en samen doen de angst te trotseren met als doel dat de ontwikkeling hierdoor niet meer belemmerd wordt. Spelen en leren, durven creëren. *Hoe draagt de groep bij aan het ontwikkelen van persoonlijke competenties? In een groep kunnen kinderen prima leren van anderen. Samen spelen, samen problemen oplossen, leren delen worden in een groep gestimuleerd. We noemen dit de ontwikkeling van de sociale competentie. In het begin kijken kinderen dingen af, maar later proberen ze het zelf. Experimenteren met bepaald gedrag, woordgebruik en handelingen behoren tot de mogelijkheden. In de interactie met andere kinderen ontwikkelen kinderen de kennis hoe ze met anderen moeten omgaan en leren kinderen rekening te houden met anderen. Bij gezamenlijke groepsactiviteiten voelen meisjes zich vaak verantwoordelijk voor het groepsgebeuren. Jongens hebben dat vaak minder, ze vergeten nog wel eens wat er van ze wordt gevraagd. Als de jongens zich laten afleiden worden ze regelmatig gecorrigeerd door de meisjes uit de groep. Het kind krijgt hierbij direct feedback op het gedrag wat hij vertoont van de andere kinderen. Bij conflicten grijpt de pedagogisch medewerker niet meteen in om de kinderen de mogelijkheid te geven er samen uit te komen. Dit is om ervoor te zorgen dat de zelfredzaamheid van de peuters gestimuleerd wordt. Lukt dat niet dan springt de pedagogisch medewerker in. Daarbij fungeert zij als voorbeeld: zij praat het conflict wat tussen de kinderen is ontstaan uit en bemiddelt. Dit doet zij door de situatie te benoemen. We stimuleren de peuters om te zeggen wat ze willen in plaats van bijvoorbeeld het speeltje zomaar van de ander af te pakken. Als het kind gaat huilen, vragen we of hij wil zeggen wat hij wil. Zo stimuleert de pedagogisch medewerker het praten en het onderhandelen van de peuters. Mocht de peuter slaan of schoppen dan krijgt deze een waarschuwing. Doet hij het nog een keer dan wordt hij uit de situatie gehaald om rustig te worden, de pedagogisch medewerker bespreekt dan de situatie met de peuter en legt uit dat slaan of schoppen pijn doet. *Op welke manier draagt de groep bij aan het ontwikkelen van sociale vaardigheden? Kinderen ervaren dagelijks in de groep een gevoel van saamhorigheid door samen een spelletje te doen of te knutselen. Ze leren rekening houden met een ander en op je beurt te wachten. Ook door samen eten, het afscheid nemen als een groepsgenootje naar huis gaat of het troosten van een kind wat verdriet heeft doen een gevoel van gezamenlijkheid ontstaan. De pedagogisch medewerker heeft een voorbeeldfunctie. De pedagogisch medewerker houdt in de gaten of er hulp nodig is. Per situatie schat de pedagogisch medewerker in wat het kind nodig heeft, ze let daarbij natuurlijk op de ontwikkeling en de leeftijd van het kind en speelt hierop in. Zo leren kinderen hoe ze op een rustige manier conflicten kunnen hanteren en voorkomen en ervaren kinderen wat wel en niet werkt in de omgang met elkaar. *Op welke manier worden persoonlijke waarden en normen overgedragen? Feesten horen bij het leven en maken het leven nog leuker en gezelliger. Op haven vieren we graag een feestje. Het is een vrolijk groepsgebeuren, een heel sociaal samenzijn. We leren de kinderen feest vieren en met name de gebruiken rondom landelijke feesten herkennen en ervan genieten door het samen voor te bereiden, te versieren en te knutselen. *verjaardagen De verjaardagen van de kinderen worden altijd met een echt feestje gevierd. Compleet met feestmuts, feeststoel en muziekinstrumentjes. De jarige mag ook trakteren, wel vragen wij een gezonde traktatie. De pedagogisch medewerkers willen hier best wat tips over geven. pedagogisch werkplan haven kdv 2014
*jaarlijkse feesten Op het kindercentrum vieren wij Pasen, Vader- en Moederdag, de verjaardag van de pedagogisch medewerkers, dierendag, Sint Maarten, Sinterklaas en Kerst. De pedagogisch medewerkers maken er steeds weer een feest van, het liefst in samenwerking met de oudercommissie. Feesten worden wisselend gevierd. Soms alleen met de kinderen die er op die dag zijn, maar vaak ook op een tijdstip waarop alle kinderen het feest mee mogen vieren. • We gaan met respect om met alles wat leeft. Hoe gaan wij om met verschillen in achtergrond, leefomgeving, cultuur en waarden en normen? Tussen kinderen? Tussen pedagogisch medewerkers? Mensen zijn allemaal anders maar het zijn allemaal kinderen en we willen maar één ding bieden, opgroeien in vrijheid. We leven in een land en omgeving waarin kinderen zich mogen ontwikkelen en mogen zijn wie ze zijn. De pedagogisch medewerkers van haven proberen kinderen die ruimte te bieden in veiligheid en vertrouwen. • Hoe creëren wij een open, transparante cultuur? Op haven is sprake van een open cultuur, medewerkers spreken elkaar aan en praten erover als ze bijvoorbeeld knelpunten signaleren, dit doen zij met elkaar, met locatiemanager en/of met de senior pedagogisch medewerkers. Medewerkers kunnen altijd terecht bij de locatiemanager met vragen en opmerkingen en als het nodig is wordt er een extra overleg ingepland. Bij jaargesprekken wordt er onder andere gepraat over de samenwerking, hoe gaat het tussen de collega’s, geven we elkaar feedback en waar kan het beter, zijn we tevreden over elkaar. Er zijn gesprekken over de ontwikkeling van de kinderen, er is een overdracht en ouders kunnen altijd bij de medewerkers en locatiemanager terecht met vragen en opmerkingen. We houden door middel van een nieuwsbrief ouders op de hoogte van de ontwikkelingen op de vestiging en bij uk. Als ouders ongerust zijn over bijvoorbeeld signalen van hun kind, is dit altijd bespreekbaar. Gesprekstechnieken worden jaarlijks geoefend: • hoe geef je je collega feedback • hoe communiceer je met een (ouder) kind of een ouder die grensoverschrijdend gedrag vertoont • hoe maak je zorgen over een kind kenbaar naar de ouder • hoe ga je om met een opmerking of klacht van een ouder of collega Welke waarden zijn voor ons belangrijk? Wij vinden het belangrijk dat er op de groepen een sfeer wordt gecreëerd waarbinnen openheid, vertrouwen en acceptatie een belangrijke plaats innemen Wij doen dat op de volgende manier, zowel op kdv als bso: • Zelf het goede voorbeeld te geven; • Wanneer het over pesten gaat is het voorbeeld dat de pedagogisch medewerker geeft van groot belang. Er zal minder gepest worden in een klimaat waar duidelijkheid heerst over de omgang met elkaar, waar aanvaarding van verschillen wordt aangemoedigd, waar ruzies niet met geweld worden opgelost maar uitgesproken, waar kinderen gerespecteerd worden in hun eigenheid, waar agressief gedrag van kinderen en leiding niet wordt geaccepteerd en waar de leiding duidelijk stelling neemt tegen dergelijke gedragingen; • Door (samen met) de kinderen gedragsregels af te spreken; • Wij laten aan de andere kinderen zien dat iedereen verschillend is en dat iedereen zijn eigen talenten heeft; • Wij geven de kinderen en de groep als geheel vaak en bewust complimentjes; • Wij laten kinderen elkaar helpen en geven complimenten als dat gelukt is; • Wij benoemen regelmatig de sfeer op de groep;
pedagogisch werkplan haven kdv 2014
Fysieke omgeving -Op welke manier draagt de inrichting van de ruimte bij aan het gevoel van emotionele veiligheid van kinderen? Door de inrichting van onze ruimten in hoeken brengen we structuur in de groep, weten kinderen waar ze materialen kunnen vinden en waar ze die op kunnen ruimen. Bij de peutergroepen leren wij de kinderen door middel van foto’s en plaatjes waar ze de materialen kunnen vinden en opruimen. -Hoe draagt de inrichting van de ruimte bij aan de zelfstandigheid van kinderen Speelgoed en de materialen staan in de groepen zo veel mogelijk op kindhoogte. We stimuleren kinderen om materialen zelf te pakken en een keuze te maken in met welk speelgoed en materiaal ze gaan spelen. -Hoe draagt de inrichting van binnen- en buitenruimte bij aan sociale interacties? De inrichting van de binnen en buitenruimte nodigt uit tot samen spelen in bijvoorbeeld de poppenof de bouwhoek. Daarnaast kunnen kinderen zich in deze hoeken of bijvoorbeeld op de bank terugtrekken om rustig te zitten of een boekje te lezen. Ook buiten kunnen de kinderen elkaar ontmoeten. Of lekker alleen in bijvoorbeeld de zandbak spelen of een rondje rijden op de fiets. Materialen -Hoe dragen de gekozen materialen bij aan emotionele veiligheid? Per groep zijn materialen aanwezig die passen bij de leeftijd en ontwikkelingsbehoefte van de kinderen. Daarnaast werken we met thema’s waarbij ook emoties, feestdagen en bijzondere gebeurtenissen centraal staan. -Op welke manier dragen de aanwezige materialen bij aan het ontwikkelen van persoonlijke competenties en talenten? Kinderen krijgen zelfvertrouwen als ze dingen ook zelf mogen (proberen) en vertrouwen krijgen dat ze het kunnen. Dat ze zelf mogen ontdekken en op hun manier oplossen waarbij pedagogisch medewerkers tijd en ruimte bieden en indien nodig wat hulp. Wanneer een kind moeite heeft met een puzzel dan helpt de pedagogisch medewerker, er worden ook diverse materialen aangeboden zodat het kind kan ervaren wat je allemaal kan doen met onder andere verf, klei en zand. Daarnaast wordt het kind ook gestimuleerd tot het gebruiken van zijn fantasie. Op haven is er een ruim aanbod aan materialen die de fantasie prikkelen en uitdaging bieden. Denk aan de poppenhoek, duplo, een keukentje en verkleedkleren. -Op welke manier dragen de aanwezige materialen bij aan sociale competenties? We zorgen ervoor dat de groepsruimtes en het speelmateriaal uitdaagt tot het maken van onderlinge contacten. Door de verschillende speelhoeken kunnen kinderen ongestoord naast of met elkaar spelen, terwijl ze ook kunnen zien wat andere kinderen doen en daar naar toe lopen. De pedagogisch medewerker houdt rekening met kindervriendschappen en met de behoefte van het kind om samen of juist individueel te spelen. Aan tafel willen sommige kinderen bijvoorbeeld graag naast elkaar zitten. De pedagogisch medewerker weet dit en houdt hier rekening mee. Activiteiten -Hoe dragen de activiteiten bij aan emotionele veiligheid? Kinderen ervaren dagelijks in de groep een gevoel van saamhorigheid door samen een spelletje te doen of te knutselen. Ze leren rekening houden met een ander en op je beurt te wachten. Ook door samen eten, het afscheid nemen als een groepsgenootje naar huis gaat of het troosten van een kind wat verdriet heeft doen een gevoel van gezamenlijkheid ontstaan. De pedagogisch medewerker heeft een voorbeeldfunctie. De pedagogisch medewerker houdt in de gaten of er hulp nodig is. Per situatie schat de pedagogisch medewerker in wat het kind nodig heeft, ze let daarbij natuurlijk op de ontwikkeling en de leeftijd van het kind en speelt hierop in. Zo leren
pedagogisch werkplan haven kdv 2014
kinderen hoe ze op een rustige manier conflicten kunnen hanteren en voorkomen en ervaren kinderen wat wel en niet werkt in de omgang met elkaar. -Op welke manier hebben kinderen invloed op de dagindeling, activiteiten, voeding, regels e.d. Kinderen kunnen gedurende de gehele dag zelf beslissen wat ze doen. Kinderen worden gestimuleerd deel te nemen aan activiteiten, maar niet gedwongen. Alleen de maaltijden eten we gezamenlijk met alle kinderen aan tafel. Daarbij heeft een kind wel de keuze wat het kind wil eten, wat het kind voor beleg op zijn boterham wil en of het wel of niet drinkt. We stimuleren kinderen hierin, maar dwingen niet. Rituelen en pedagogisch handelen : • Rituelen bij brengen (dagelijkse afscheid) We starten om 7 uur ’s morgens gezamenlijk in de hal. Alle kinderen worden persoonlijk begroet. Er is nu uiteraard tijd voor een overdracht. Het is voor ons belangrijk om te weten hoe het met de kinderen gaat en of er nog bijzonderheden zijn waar wij rekening mee moeten houden. Bijzonderheden worden direct opgeschreven zodat de pedagogisch medewerkers die later binnen komen ook geïnformeerd zijn. Bij alle groepen maken we gebruik van een overdrachtsformulier. • Pedagogisch handelen bij brengen Het afscheid nemen gebeurd met de pedagogisch medewerker samen, we zwaaien daar waar het kind het prettigst vindt, bij het hekje in de hal of helemaal tot het einde van het terrein. Sommige kinderen vinden zichzelf al heel groot en willen alleen uitzwaaien en dat is natuurlijk prima. We blijven nog even in de hal spelen tot een ongeveer 8:45 en dan gaan we naar de groep. Daar spelen de kinderen weer verder, de een is aan het kleuren, anderen gaan in de poppenhoek spelen en weer een ander bouwt een hoge toren van blokjes. • Rituelen bij halen Het einde van de dag is voor kinderen verschillend, de kinderen worden vanaf vier uur alweer langzaam aan opgehaald. De een gaat dus weg tijdens het spelen, een ander als we na het spelen nog even in de hal met een koekje naar een boekje luisteren. De pedagogisch medewerkers vertellen de ouders wat er die dag is gedaan en of er nog bijzonderheden zijn. • Pedagogisch handelen bij halen We begeleiden de kinderen en vertellen ze wat er gaat gebeuren: “Jij wordt ook zo opgehaald door mam, of komt papa vandaag?” Als kinderen opgehaald worden zeggen we de kinderen gedag, vertellen we wanneer we ze weer zien en wensen hun een fijne avond. • Eten en pedagogisch handelen bij eten Rond negen uur gaan we in de groep aan tafel. We zingen een vast lied om de kinderen goedemorgen te wensen en de dag te starten. “Goedemorgen Tom! Fijn je weer te zien, wie zit er naast je, weet je dat misschien?” In dit liedje komen alle namen van de aanwezige kinderen voor. De kinderen worden zo bewuster van de anderen en leren elkaars naam (zo stimuleren wij de sociale competentie). De grotere kinderen helpen elkaar vaak als iemand een naam niet meer weet. Bij de baby’s doen we dezelfde liedjes, ze leren op deze manier de namen van de kinderen al heel goed herkennen, als er een baby geroepen wordt, kijken de anderen al snel de juiste kant op. Al kunnen ze het niet aangeven; ze weten goed wie er op hun groep hoort. We zingen eerst het fruitliedje, dan eten we fruit en drinken we melk, limonade of sap. Ieder kind krijgt een eigen bakje met stukjes fruit. Als een kind geen fruit wil, proberen we het te stimuleren,
pedagogisch werkplan haven kdv 2014
om in ieder geval een stukje te nemen maar we voorkomen dat het strijd wordt. Bij de baby’s is het vaak nog een fruithapje, maar ook zij eten al snel echte stukjes fruit mee. Als we klaar zijn krijgt iedereen een washandje om zijn of haar toet te wassen, in een liedje wordt benoemd wat ze moeten doen “poetsen, poetsen, poetsen maar” of “was je wangen twee keer en je mond nog een keertje in het rond”. De kinderen leren zo bij zichzelf delen van hun gezicht te voelen en zichzelf te wassen. Dan stoppen we samen alle washandjes in de wasmand. Vaak willen de kinderen meehelpen om de spullen naar de keuken te brengen. De kinderen mogen in principe onder begeleiding van een pedagogisch medewerker, overal komen, met uitzondering van bergruimten. Ze vinden het prachtig om te horen hoe goed ze helpen, hoe sterk ze zijn en vooral hoe groot ze zijn. Middageten en pedagogisch handelen Tegen half twaalf zitten we na het handen wassen aan tafel en eten we om de dag een warme maaltijd. Voor de baby’s op de babygroep is het eten afhankelijk van de leeftijd van het kind en volgens hun eigen schema. We starten weer met een liedje, ditmaal “smakelijk eten” of een variatie op dit liedje. De kinderen eten zoveel mogelijk met bestek bij de warme maaltijd, ook op de babygroep bieden we de kinderen een lepel aan, het is goed voor de motoriek en de zelfstandigheid, hoewel daar de lepel regelmatig in de ene hand blijft zitten terwijl met de andere hand het eten in hun mond wordt gestopt. Het warm eten vergt nog wat meer oefening voor de kinderen om dat zelf te eten en met name onbekend eten blijft een uitdaging. Daarnaast biedt het warm eten een extra ontdekkingstocht: “Wat ruik ik?” en “Allemaal oefenen in blazen”. Bij het brood eten smeren en snijden de kinderen zoveel mogelijk zelf (ook hier weer het ontwikkelen van persoonlijke competentie ). Bij het warm eten drinken we sap of water en bij het brood drinken we melk, wie het nodig heeft drinkt uit een fles of tuitbeker maar de grotere baby’s stimuleren we het drinken uit een gewone beker. Met een klein laagje drinken gaat het al snel goed, wat zijn ze dan trots op zichzelf na de complimenten. Het eetmoment is een aaneenschakeling van uitdaging, ontdekking en jezelf ontwikkelen en daarbij is het uitgangspunt dat het gezellig is. Als kinderen geen zin hebben om te eten zullen we het wel stimuleren, maar we maken er geen groot probleem van. Een kind krijgt op de dag genoeg aan voeding binnen, mocht een kind iets echt niet lekker vinden dan bieden we iets anders aan. Het moet echter geen gewoonte worden om iets anders te eten dan de groep; we blijven aanbieden wat ieder kind van de groep krijgt. Uiteraard houden we met alles wat we geven rekening met de diëten, religie of voedingswensen van de kinderen (dit in overleg met de ouders). Het middageten is een mooi moment om rustig, ieder op zijn niveau, te kunnen praten en naar elkaar te luisteren (sociale competentie). Zo leren de kinderene omgaan met groepsnormen en waarden, luisteren naar elkaar, mondje leeg voor je praat, niet wild doen aan tafel als je iets wilt vertellen (want de buurman zit te drinken) en ze ervaren ook dat het heerlijk is als iedereen je verhaal wil horen. Na het eten volgt weer het washandje, het schoonmaken en opruimen. Slapen/naar bed brengen/rituelen en pedagogisch handelen Na het eten zijn veel kinderen echt moe, de kinderen die naar bed gaan, gaan op de grond zitten om zich, zoveel mogelijk zelf, uit te kleden. Op de babygroep gaan de sokken al snel zelf uit en op de peutergroep is vaak hulp met een knoop of rits al voldoende. Op de peutergroep kunnen de kinderen die klaar zijn naar bed. Dit is het tijdstip waarop er tijd is om alleen met de grote kinderen die niet meer slapen een activiteit te doen, iets wat lastiger is als er kleinere kinderen rondlopen. Te denken valt dan aan hamertje tik of puzzels met kleinere stukjes, spelletjes zoals memorie of het voorlezen van een iets moeilijker boekje. Kinderen genieten enorm van de aandacht en het gevoel dat zij al zo groot zijn dat ze dit mogen en kunnen.
pedagogisch werkplan haven kdv 2014
Kinderen worden pas uit bed gehaald als ze zelf wakker worden, behalve als we met de ouders een andere afspraak hebben. Doordat de kinderen een voor een uit bed komen is er even heerlijk de tijd om op schoot verder wakker te worden, rustig samen aan te kleden en even te kletsen en kleding en lichaam te benoemen. Op de peutergroepen stimuleren we de kinderen zichzelf aan te kleden, stap voor stap. Als de sokken dan per ongeluk binnenstebuiten zitten, zijn we even trots en laten we het zo. De kinderen die klaar zijn gaan even rustig spelen tot de rest klaar is. Spelen: afspraken, rituelen en pedagogisch handelen bij Vrij spel Tijdens diverse momenten van de dag mogen de kinderen vrij spelen. Kinderen kiezen dan zelf waar ze mee willen spelen, een puzzel maken aan tafel, een boekje lezen of spelen in een van de hoeken. We leren de kinderen hierbij dat de materialen compleet en in de betreffende hoek blijven. Als een kind klaar is met spelen ruimt hij/zij dit op in de desbetreffende bak/plank of hoek. Op de babygroep zoeken de pedagogisch medewerkers naar de juiste speeltjes voor de juiste leeftijd, net die lieve knuffel iets verder neer leggen, de aandacht vasthouden door een kiekeboe spelletje, uitbundig dansen of zachtjes wiegen op een liedje of muziek. Kinderen krijgen zelfvertrouwen als ze dingen ook zelf mogen (proberen) en vertrouwen krijgen dat ze het kunnen. Dat ze zelf mogen ontdekken en op hun manier oplossen waarbij pedagogisch medewerkers tijd en ruimte bieden en indien nodig wat hulp. Wanneer een kind moeite heeft met een puzzel dan helpt de pedagogisch medewerker. Er worden ook diverse materialen aangeboden zodat het kind kan ervaren wat je allemaal kan doen met onder andere verf, klei en zand. Daarnaast wordt het kind ook gestimuleerd tot het gebruiken van zijn fantasie. Op haven is er een ruim aanbod aan materialen die de fantasie prikkelen en uitdaging bieden. Denk aan de poppenhoek, duplo, een keukentje en verkleedkleren. Geleid spel Na het moment van vrij spel starten we met een activiteit (vaak behorende bij het thema), dit varieert van voorlezen, kringspelletjes, bewegingsspelletjes tot knutselactiviteiten, poppenkast en verkleden. We streven ernaar dat de kinderen geprikkeld worden in hun ontwikkeling. Een kind dat bijna gaat kruipen, ligt op de grond en de pedagogisch medewerker gaat net buiten zijn bereik met juist dat leuke muziekdoosje zitten. Of op de peutergroep wordt een klimparcours uitgezet. De pedagogisch medewerker loopt er eerst een rondje overheen en de kinderen gaan proberen wat ze er mee kunnen. “Durf ik er op te lopen, is het niet te hoog, durf ik me er af te laten vallen op het matras en dan nog eens en nog eens en …..”. We stimuleren zo de motorische ontwikkeling en het inzicht in wat ze kunnen en het is ook geweldig om ze zo bezig te zien. (Uitdaging, verwondering, ontdekking, bieden van ontwikkelingsmogelijkheden). Knutselwerkjes maken de kinderen helemaal zelf. Zo herkennen de kinderen hun eigen werkjes en kunnen dat met enthousiasme aan hun ouders laten zien. Elk kind werkt naar eigen kunnen en we zijn trots op alles wat de kinderen maken (ontwikkeling van persoonlijke competentie). Het gaat niet om het resultaat maar om het plezier en leren omgaan met materiaal. Hygiëne en Risico-inventarisaties Een heel andere vorm van veiligheid is de hygiëne en de veiligheid op de groep. Is het dagverblijf schoon, worden de hygiëneregels gehanteerd en is het inventaris en speelgoed veilig. Om al deze zaken steeds te bewaken worden er jaarlijks inventarisaties gedaan op haven. Bij deze inventarisaties wordt zeer uitgebreid gekeken naar de veiligheid en de hygiëne op de groepen en wordt er zo nodig direct actie ondernomen. Naast de jaarlijkse inventarisaties wordt het inventaris maandelijks gecontroleerd op veiligheid en speelgoed dagelijks. De hygiëneregels worden dagelijks gecontroleerd.
pedagogisch werkplan haven kdv 2014
Buitenspelen We streven ernaar om dagelijks met de kinderen buiten te spelen, ook bij minder mooi weer, kou of eventueel met wat regen. Ook de baby’s gaan als het weer het toelaat naar buiten, lekker liggen op het gras, omrollen en voelen hoe warm het zonnetje is. Of we maken bijvoorbeeld een wandeling in de wagen of de bolderkar. In onze natuurlijke tuin kunnen de baby’s en dreumesen volop op onderzoek uit. Hoe voelt die ene steen of dat hout of juist het gras. Waar blijft water staan en kunnen we eventueel stampen in de plassen. Bij het buitenspelen bekijken we waar de behoefte van de kinderen ligt, klimmen en klauteren, in de zandbak spelen of met fietsen en auto’s over ons plein met wegen rijden. Pedagogisch medewerkers spelen actief mee en begeleiden het spel van de kinderen of organiseren activiteiten buiten zoals een parcours over de klimtoestellen. Mediagebruik We maken in principe geen gebruik van media zoals de computer, tv of radio. We zetten eventueel een cd’tje op als ondersteuning van een activiteit of om een bepaalde sfeer te creëren op de groep. Normen en waarden m.b.t. Taalgebruik De voertaal op het KDV is Nederlands, wij communiceren met de kinderen in het Nederlands. Er wordt van ons verwacht correct Nederlands te spreken. Als een kind bijvoorbeeld zegt: “Ik heb au in mijn buik”, reageren wij erop door te zeggen: “Heb je pijn in je buik?’’ Wij corrigeren op een natuurlijk manier de taal. Wij gaan niet mee in dezelfde kinderlijke woorden (“Oh, waar heb je au?”) Als een kind ons niet begrijpt, herhalen wij wel het kinderlijke woord, maar voegen direct het goede woord er aan toe. (“Waar heb je au? Daar, heb je daar pijn?) Tijdens diverse activiteiten wordt ook aandacht gegeven aan de taalontwikkeling. Door veel en goed met de kinderen te spreken, zingen en voor te lezen, wordt de taalontwikkeling gestimuleerd. De kinderen horen dan veel taal. Op het kinderdagverblijf wordt niet gescholden en geschreeuwd, dit geldt natuurlijk voor ons maar dit is ook een regel voor de kinderen. Kinderen worden altijd aangesproken op taalgebruik dat anderen kan kwetsen, of anderszins niet aan de algemeen geldende normen voldoet. (opvoedingsdoel 1,3,4) Wij gebruiken de taal ook om normen en waarden door te geven. Zo leren wij kinderen dingen op een plezierige wijze aan anderen te vragen. Wij zeggen alsjeblieft en dank je wel. Er wordt netjes naar anderen gesproken (“Wil je dat even pakken?” i.p.v. “Pak dat” en “Mag ik alsjeblieft” i.p.v. “Ik wil” ). Wij hebben hierin een voorbeeldfunctie. Seksualiteit en intimiteit Op het dagverblijf wordt er veel geknuffeld met de kinderen. Kinderen zitten op schoot, worden gedragen en natuurlijk verschoond. Als kinderen nieuwsgierig worden naar hun eigen lichaam of van dat van de andere kinderen en van ons, gaan wij daar zo normaal mogelijk mee om. Natuurlijk stellen wij wel grenzen om onszelf en de andere kinderen te beschermen tegen ongewenste intimiteiten. Een paar voorbeelden:
pedagogisch werkplan haven kdv 2014
als een kind aan het ‘masturberen’ is, straffen wij het niet af maar geven alternatieven en afleidingen als: dat kan je beter doen als je alleen bent, dat is iets voor jezelf. Of leg je handen maar even op je knieën; als kinderen de verschillen tussen jongens en meisjes gaan opmerken, bijvoorbeeld tijdens een wc bezoek, gewoon benoemen; als een kind de pedagogisch medewerker aanraakt op intieme plekken, benoemen we dat we dat niet fijn vinden. Tot 2,5 jaar leiden wij het kind af en benoemen wij het niet. Dit omdat wij ervan uitgaan dat kinderen op die leeftijd nog niet begrijpen wat en hoe; -ook kinderen leren we te zeggen als ze een aanraking niet fijn vinden; -kinderen mogen ‘doktertje’ spelen, kleren blijven aan; jongens mogen met poppen spelen, hun nagels lakken of in een roze jurk rondlopen als ze dit fijn vinden, net zoals dat meisjes met auto’s mogen spelen. Hierin maken wij geen onderscheid tussen jongens en meisje rollenpatronen. -wij kussen de kinderen op de wang en alleen als het initiatief vanuit het kind komt.
6. Kwaliteitszorg Ziekte van kinderen en medicijngebruik Als ouder met een ziek kind sta je voor een dilemma. Breng ik mijn kind wel naar het kinderdagverblijf of hou ik hem/haar thuis? Het welbevinden van het kind staat voorop. Voor ons zijn de volgende vragen van belang. Voelt het kind zich niet lekker? Huilt het meer dan normaal? Wil het niet eten of slapen en heeft het meer aandacht nodig dan wij het op dat moment kunnen geven? Dan vinden wij het beter dat het kind wordt opgehaald. Koorts is niet altijd een goede graadmeter. Het kan voorkomen dat een kind verhoging heeft, maar zich verder wel lekker voelt en het aan kan om op het kinderdagverblijf te blijven. Terwijl een kind zonder koorts, zich erg naar kan voelen en beter wel opgehaald kan worden. • wel/niet naar het kinderdagverblijf Soms is het lastig om als ouders te bepalen of hun kind zich goed genoeg voelt om naar het kinderdagverblijf te gaan. Het kind was bijvoorbeeld de vorige dag niet zo lekker, maar ‘s morgens valt het wel weer mee. Bij twijfel kunnen ouders hun kind gewoon brengen, maar het is wel belangrijk dat wij goed ingelicht worden en als het niet gaat dan nemen wij contact op. Is een kind al een poosje aan het kwakkelen, dan is het soms ook verstandig om even de tijd te nemen om uit te zieken. Op het kinderdagverblijf is het vaak drukker dan thuis en loopt een kind meer risico om opnieuw ziek te worden. Het is dan het beste om een paar dagen thuis te blijven om uit te rusten. • wel/niet ophalen van het kinderdagverblijf Als wij merken dat een kind niet lekker is, bellen we de ouders op. Afhankelijk van hoe het gaat met een kind gaan we met de ouders in overleg. Soms is een kind zo ziek, dat het beter is als het zo snel mogelijk wordt opgehaald. Het kan echter ook zo zijn dat we met de ouders afspreken dat we het nog even aankijken. We leggen het kind in bed, op een ander rustig plekje zoals een bank en houden gedurende de dag contact met de ouders over hun kind. Soms gaat het beter met het kind en kan het bij ons blijven, maar soms ook vragen wij de ouders hun kind op te halen omdat wij het kind te ziek vinden en de zorg niet meer kunnen bieden dat het nodig heeft. Paracetamol Soms worden kinderen naar het kinderdagverblijf gebracht, terwijl ze ’s morgens thuis een paracetamol hebben gehad. Het is belangrijk dat wij dit weten. Paracetamol werkt een aantal uur en
pedagogisch werkplan haven kdv 2014
daarna loopt de koorts (soms snel) weer op. Als kinderen dan weer hangerig worden, weten wij eerder wat er aan de hand en kunnen wij hier beter op inspelen. Wij geven in principe geen paracetamol aan kinderen, dit doen we alleen op doktersvoorschrift.. Paracetamol geneest niet maar onderdrukt alleen de symptomen. Voor alle medicatie die op haven gegeven wordt geldt dat er gewerkt wordt met het protocol toediening geneesmiddelen. Besmettingsgevaar Als uw kind een besmettelijke ziekte of aandoening heeft, bijvoorbeeld waterpokken of een ontstoken oog, kan de rest van de groep worden besmet. Dit is vervelend, maar kan niet altijd worden voorkomen. Sommige ziektes zijn immers al besmettelijk voordat er symptomen optreden. In andere gevallen kunnen wij verspreiding voorkomen door een goede hygiëne. Wij adviseren de ouders te overleggen met ons over de te nemen maatregelen ter voorkoming van besmetting op het kinderdagverblijf. Het kan voorkomen dat door ons wordt geadviseerd dat kinderen met bepaalde symptomen beter niet, of onder bepaalde voorwaarden op het kinderdagverblijf kunnen zijn. De reden hiervan is dat het risico van verdere besmetting extra groot is door de volgende factoren: Jonge kinderen spelen dicht op elkaar waardoor ziektekiemen makkelijk overgedragen worden; - Jonge kinderen hebben nog geen begrip van hygiëne, ze steken bijvoorbeeld regelmatig speelgoed in hun mond; Jonge kinderen zijn extra vatbaar omdat ze tegen veel ziekten nog geen antistoffen hebben opgebouwd. Wij volgen hierin de richtlijnen van de GGD t.a.v. infectieziekten. Medicijngebruik Als het kind (nog)medicijnen gebruikt als het naar het kinderdagverblijf gaat, wordt verwezen naar het protocol “Toediening geneesmiddelen”, dat op elke vestiging aanwezig is. Voor de gezondheid van het kind is het van belang zorgvuldig om te gaan met het toedienen van medicijnen door ons en wij vragen de ouders dan ook een formulier daarvoor in te vullen en te teken. Zorgkinderen Als er binnen het kinderdagverblijf zorg is over een kind, wordt dit eerst met de locatiemanager besproken. Een kind kan eventueel aan de hand van een ontwikkelingsobservatieformulier geobserveerd worden. Naar aanleiding van de observatie maken de pedagogisch medewerkers afspraken in overleg met de locatiemanager over het plan van aanpak van het desbetreffende kind. De manager Kwaliteit, kan voor vragen, observatie en aanpak geraadpleegd worden. De ouders worden na de eerste signalering geïnformeerd en de te nemen stappen worden met hen afgestemd. In de sociale kaart van de locatie wordt aangegeven met welke externe instanties wij samenwerken als wij vragen hebben over kinderen of waarnaar we de ouders kunnen verwijzen voor advies of hulp. Uitwerking aanbevelingen Rapport Gunning 4-ogen principe, Het ‘vier-ogen-principe’ is één van de adviezen uit het rapport dat de commissie Gunning heeft opgesteld naar aanleiding van de Amsterdamse zedenzaak. Het vier-ogen-principe betekent dat altijd iemand met een pedagogisch medewerker moet kunnen meekijken of meeluisteren. We hebben een open, professioneel werkklimaat waarbij de drempel om elkaar op bepaalde gedragingen aan te spreken zo laag mogelijk is. * Er is een gedragscode binnen de organisatie en pm-ers zijn op de hoogte van het bestaan en de inhoud van deze code. pedagogisch werkplan haven kdv 2014
* Er wordt gewerkt met de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. Pm-ers zijn op de hoogte van het bestaan en de inhoud van deze Meldcode • Het aan de randen van de dag samenvoegen van stamgroepen; Zoals beschreven hierboven bij de toepassing van de 3 uursregeling voegen we aan het begin en eind van de dag de groepen samen in de hal. Wanneer de pedagogisch medewerkers naar de groepen gaan en een pedagogisch medewerker alleen staat, wordt er gewerkt met een babyfoon aan, maar ook komen ouders hun kinderen brengen en halen en fungeren op die manier ook als een tweede paar ogen. Collega’s die binnenkomen zeggen elkaar gedag en lopen de groepen binnen. Op maandag, dinsdag woensdag en donderdag zijn er BOL- stagiaires op het kinderdagverblijf aanwezig en worden deze ook veelal ingezet om het 4-ogen-principe te waarborgen. Hierdoor zijn pedagogisch medewerkers zo min mogelijk voorspelbaar lang alleen op de groep. BOL Stagiaires BOL Stagiaires staan in principe niet alleen op de groepen werken boventallig, ze draaien ook geen slaapdiensten tenzij ze al langer bekend zijn en goed worden beoordeeld door hun begeleider en collega’s (zie gespreksformulier voortgangsgesprek). Op basis van hun beoordelingen en hun stage duur (bijv. 2e en 3e jaars) kunnen we besluiten om hen incidenteel in te zetten voor calamiteiten, werkoverleggen, kop en staart uren en vakanties. BOL stagiaires worden wel als extra paar ogen ingezet op de groepen, er wordt gestreefd naar een situatie waarin op iedere groep een stagiaire boventallig aanwezig is. • Mogelijke inzet van moderne audiovisuele middelen. Bij alle slaapkamers maken we gebruik van een babyfoon, zodat we de kinderen in de gaten kunnen houden en de medewerker die daar kinderen naar bed brengt of slaapdienst heeft kunnen horen. Communicatie met ouders Ouders worden uitgenodigd vragen te stellen over het pedagogisch beleid en het pedagogisch handelen van de pm-ers (een open werkklimaat). Onbekende ophalers moeten zich legitimeren. Het vier-ogen-principe en andere maatregelen naar aanleiding van het rapport Gunning worden met de oudercommissie besproken. Ouders worden (via website/nieuwsbrief e.d.) jaarlijks geïnformeerd over de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. -Andere afspraken m.b.t. aanbevelingen rapport Gunning:: Kinderen laten de deur open als ze naar het toilet gaan. Kinderen gaan niet samen in een toilet en pedagogisch medewerkers houden hier toezicht op. Er worden alleen foto’s gemaakt met het eigen toestel van haven. Telefoon en privé camera’s van medewerkers worden niet gebruikt. Mobiele telefoons zijn niet op zak, maar worden in de daarvoor bestemde kluisjes bewaard. Uitzondering hierop zijn de BHV’ers die een mobiele telefoon op zak mogen hebben, maar deze moet UIT staan. Als ouders een fotocamera meegeven worden alleen hele groepen gefotografeerd. Ouders worden hierop gewezen via de nieuwsbrief. De procedure rondom werving en selectie De afdeling HR heeft hiervoor een procedure opgesteld, die gevolgd wordt. Er worden actief referenties opgevraagd van nieuwe medewerkers. Voor aanname dienen de nieuwe medewerkers een verklaring omtrent gedrag (VOG) te overleggen en dienen zij hun beroepskwalificatie te overleggen. Na aanname volgt een uitgebreid inwerktraject. Tijdens dit inwerktraject wordt aandacht besteed aan het pedagogisch werkplan en de protocollen en werkinstructies die wij binnen onze organisatie hanteren.
pedagogisch werkplan haven kdv 2014
Het gebruik van de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. Binnen het kinderdagverblijf werken wij met de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Elke pedagogisch medewerker handelt volgens deze Meldcode. De pedagogisch medewerkers zijn middels een (team)vergadering getraind om te werken met dit protocol. Tijdens (team) vergadering wordt er aandacht besteedt aan de borging van dit protocol. De locatiemanager is aangesteld als aandachtfunctionaris kindermishandeling. Pedagogisch medewerkers kunnen de meldcode en de sociale kaart vinden in de mappen wet- en regelgeving op kantoor van de locatiemanager. De stroomschema’s hangen in de keuken van het KDV en kantoor van de locatiemanager.
7. Samenwerking met ouders Oudercontacten: Op elke vestiging is iedere pedagogisch medewerker verantwoordelijk voor alle kinderen van de groep. Toch hebben wij ervoor gekozen om de kinderen een mentor toe te wijzen. De mentor maakt kennis met de ouder en het kind en deze pedagogisch medewerker houdt in de gaten of de gegevens over het kind (telefoonnummers, diëten e.d.) up-to-date blijven en zorgt ervoor dat er een overdracht plaatsvindt naar de collega’s. De mentor is meestal degene die de oudergesprekken voert en in de gaten houdt dat de ouders daadwerkelijk gesprekken en verslagen krijgen en dat er minimaal eens per zes weken in de groeiboeken geschreven wordt. Als een ouder iets wil bespreken of ergens mee zit dan kan deze bij de mentor van zijn kind terecht maar ook bij de andere pedagogisch medewerkers en zo nodig bij de locatiemanager. Overdracht : ’s Morgens als de ouders de kinderen komen brengen geeft de ouder een mondelinge overdracht aan de pedagogisch medewerker over het kind. En ’s middags als het kind wordt opgehaald is er een uitgebreide overdracht aan de ouder over het kind. Bijzonderheden over de peuters worden op het overdrachtsformulier geschreven. Op de babygroep hangt een bord waar de overdracht op beschreven wordt.
Intakegesprek Als het kind geplaatst is worden de ouders gebeld voor het afspreken van een intakegesprek. In dit gesprek nemen we met elkaar de kindercentrumregels door, vertellen wij wie we zijn en wat we doen en geeft de ouder het kindercentrum alvast de belangrijkste informatie over het kind. Evaluatiegesprek Zes weken naar de start op ons kinderdagverblijf worden ouders uitgenodigd voor een evaluatiegesprek. Overgangsgesprek Bij de overgang van de ene naar de andere groep worden ouders uitgenodigd voor een gesprek. Er is één keer per jaar een tienminutengesprek. Ter voorbereiding observeren de pedagogisch medewerkers het kind aan de hand van de pedagogische opvoedingsdoelen die uk hanteert. In het oudergesprek zal de mentor vertellen over het welbevinden van het kind op de groep; voelt hij/zij zich veilig, hoe ontwikkelt het kind zich, waarin liggen uitdagingen voor het kind in zijn/haar ontwikkeling? Ouders kunnen altijd eerder een gesprek aanvragen als zij daar behoefte aan hebben. Exitgesprek Als het kind het kindercentrum verlaat is er een exitgesprek met de mentor. Peuterestafette pedagogisch werkplan haven kdv 2014
Met toestemming van de ouders geven wij middels het peuterestafetteformulier een overdacht van het kind aan basisschool. Ouderavond Een tot twee keer per jaar nodigen we ouders uit voor een ouderavond. Hierin kan een thema besproken worden of er wordt iemand uitgenodigd die dit kan doen. Oudercommissie In de oudercommissie zijn ouders van de verschillende groepen binnen ons kinderdagverblijf vertegenwoordigd. De oudercommissie vergadert een aantal keer per jaar. De locatiemanager is hierbij op verzoek aanwezig. Van de vergaderingen worden notulen gemaakt. Doelstelling, bevoegdheden en samenstelling van de oudercommissie worden omschreven in het Reglement van de oudercommissies. De oudercommissie wordt jaarlijks betrokken bij de invulling van het 4-ogenprincipe en de afspraken die voortvloeien uit de RIV en RIG (risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid) en ook is de oudercommissie betrokken bij zaken als verandering van het beleid, wenbeleid e.d. Er is een intensief contact tussen de locatiemanager en de voorzitter van de oudercommissie. Een verwijzing naar de protocollen die gebruikt worden Door te werken met protocollen, afspraken en werkinstructies, werken wij eenduidig en bieden een zo’n veilig mogelijke opvang. Daarbij registreren wij de ‘ongevallen’, ook de kleine ongevallen waaruit we wat kunnen leren en zorgen ervoor dat er nieuwe afspraken gemaakt worden of oude aangescherpt om het betreffende ongeval te voorkomen. Daarnaast heeft de organisatie een vertrouwenspersoon voor ouders. Via de locatiemanager of de locatie website is haar telefoonnummer en mailadres te verkrijgen. Overige protocollen en afspraken zijn na te vragen bij de locatiemanager. Voor verdere informatie verwijs ik u naar onze website en informatiefolders.
pedagogisch werkplan haven kdv 2014