PEDAGOGISCH DOSSIER
DE BOEKDRUKKUNST
INHOUDSOPGAVE
I. De uitvinding 1.1 Wie, waar, wanneer? 1.2 Wat maakte de uitvinding van de boekdrukkunst mogelijk? 1.3 Hoe werd Gutenbergs techniek verspreid? 1.4 Wat heeft deze uitvinding betekend?
2 2 3 4 5
II. In de praktijk 2.1 Hoe verliep het drukproces? 2.2 Werden vanaf 1450 alleen nog maar boeken gedrukt? 2.3 Hoelang bleef Gutenbergs techniek in gebruik? 2.4 Boeken drukken vandaag
5 5 8 9 10
BIBLIOGRAFIE
11
Educatieve dienst - KBR
1
I.
DE UITVINDING
1.1 WIE, WAAR, WANNEER? De allereerste gedrukte werken verschenen in de 8ste eeuw –mogelijk zelfs vroeger– in het Oosten. In China en Japan werden vanaf dan boeken gedrukt volgens de regels van de xylografie of ‘blokdrukkunst’. Door afbeeldingen te kerven in houtblokken en die houtblokken daarna op papier, textiel of leder te drukken, produceerde men boeken. Met één houtblok kon één pagina tekst worden gedrukt. Via de Arabieren raakte deze techniek tot in Europa bekend. Daar werd de blokdrukkunst aanvankelijk gebruikt om losse prenten Gutenberg bekijkt een proefdruk in zijn atelier, ©KBR mee te drukken, maar later verschenen naast die afbeelwas er namelijk in geslaagd om verschillende, dingen ook korte teksten. Zo verschenen de eeruiteenlopende technische problemen in verband ste ‘blokboeken’. met metaal, inkt, papier en pers op te lossen. Hij maakte de eerste goed bruikbare drukpers. Deze techniek was vooral geschikt om teksten Voorheen werden boeken met de hand geschreven te drukken waarvan de woorden gevormd werden en geïllustreerd. Via Gutenbergs uitvinding door pictogrammen. Voor het woordschrift van konden boeken nu veel vlugger en in grotere de Chinezen (1 teken per woord) was de blokoplagen worden gedrukt. drukkunst dus uitermate geschikt. Voor het letterschrift uit onze gewesten (1 teken per letter) Wist je dat… was de techniek te omslachtig en moest men op zoek gaan naar iets nieuws. … de typografie ook wel ‘de zwarte kunst’ werd genoemd? Er hangen immers nog heel wat mysteries In het midden van de 15de eeuw, omstreeks rond de geheime experimenten en de precieze omstan1450, stelde Johann Gensfleisch zur Laden digheden waarin de uitvinding van de typografie heeft genannt Gutenberg te Mainz een nieuwe methode plaatsgevonden… op punt. Deze nieuwe vondst bezorgde hem de bijnaam ‘uitvinder van de typografie’. Gutenberg
2
Educatieve dienst - KBR
1.2 WAT MAAKTE DE UITVINDING VAN DE BOEKDRUKKUNST MOGELIJK? Dat Gutenberg deze belangrijke uitvindingen kon doen, had te maken met de tijdsomstandigheden waarin hij leefde. Het was een rustige, vredevolle periode van economische en culturele bloei. Steeds meer mensen leerden lezen, waardoor de vraag naar leesmateriaal steeg. Met de komst van nieuwe universiteiten groeide de vraag naar (school)boeken. Om aan die vraag te kunnen beantwoorden, moest men op zoek gaan naar manieren om vlugger boeken te publiceren. Ook de komst van papier was van groot belang. Papier was veel minder duur (en gemakkelijker te verkrijgen) dan perkament, waardoor drukken eenvoudiger werd. De boeken die met Gutenbergs drukpers werden gedrukt, waren minder duur en konden zo een groter publiek bereiken.
aanvoer van lompen werd steeds moeilijker en er werd gezocht naar nieuwe methodes: het hout zal de lompen vervangen. De uitvinding van de boekdrukkunst in de 15de eeuw zorgde ervoor dat de nood aan papier en de kwaliteit ervan steeds groter werd. De Industriële Revolutie zal ervoor zorgen dat de kwaliteit van het papier en het productieproces steeds beter wordt. Papiermolens worden vervangen door papiermachines. Papier wordt vanaf dan gemaakt op basis van houtpasta. De kwaliteit van dit papier bleef lange tijd ondermaats. Het is pas sinds het begin van de 20ste eeuw door middel van een chemisch proces dat het papier in kwaliteit verbetert.
In de 11de eeuw raakte het gebruik van papier in Europa langzaam bekend. De oorspronkelijk Chinese uitvinding kwam door toedoen van de Arabieren ook in Europa in gebruik. Eerst werd papier van katoenen en linnen lompen gemaakt. Daarvoor waren papiermolens nodig, die de lompen in kleinere stukken vermaalden. Het maken van papier op basis van lompen bleef in gebruik tot het midden van de 19de eeuw. De
Wist je dat… … de uitvinding van de boekdrukkunst de allereerste uitvinding is waar de tijdgenoten zélf meteen enthousiast verslag over deden?
Educatieve dienst - KBR
3
1.3 HOE WERD GUTENBERGS TECHNIEK VERSPREID? Vanuit Mainz verspreidden collega’s van Gutenberg de typografie. Ze reisden van stad tot stad, op zoek naar opdrachtgevers en/of geldschieters die hun drukwerk wilden financieren. Daarvoor kwamen de wereldlijke machthebbers (hertogen, graven, vorsten) in aanmerking, maar vooral de religieuze gezagdragers. Er was immers een grote vraag naar religieuze boeken, missalen, gebedenboeken en theologische werken, waar deze Duitse drukkers graag op inspeelden. Vaak hadden de drukkers op hun reis ook materiaal mee. Hun grootste troef was echter de kennis die ze konden delen. Niet alleen de handelaars in steden raakten op die manier vertrouwd met de techniek, maar ook dorpsbewoners en mensen die in meer afgelegen regio’s leefden. Meestal kregen deze mensen eerst gedrukte
boeken in handen, waarna ze lokaal eigen ateliers gingen oprichten. Mensen over heel Duitsland kwamen zo al vlug in contact met de boekdrukkunst, waarna de inwoners van heel Europa volgden. In de buurlanden van Duitsland deed de methode als eerste haar intrede. In Frankrijk en Italië was dat al in het begin van de jaren 1460. In Spanje, de Nederlanden, Zwitserland, Polen, Oostenrijk en Bohemen raakte de boekdrukkunst bekend in 1470. In het noorden van Europa (Engeland, Denemarken en Zweden) was het wachten tot in de jaren 1480 voor de typografie haar intrede deed. In Oost-Europa was het nog langer wachten: het duurde tot in de tweede helft van de 16de eeuw vooraleer zij vertrouwd raakten met de techniek.
Mayence | jaren 1460 | jaren 1470 | jaren 1480
4
Educatieve dienst - KBR
1.4 WAT HEEFT DEZE UITVINDING BETEKEND? De komst van de boekdrukkunst veranderde heel wat in het dagelijkse leven van de vijftiendeeeuwse mens. Steeds meer mensen leerden lezen en kochten zelf boeken, waardoor ze niet meer blindelings moesten vertrouwen op wat de autoriteiten hen vertelden dat er geschreven stond. De boekdrukkunst moedigde op die manier het bekritiseren van het gezag aan, doordat mensen zelf begonnen na te denken over wat ze lazen. Daarnaast konden nieuwe ideeën veel vlugger een veel groter publiek bereiken dan tevoren, waardoor iemand als Luther snel veel populariteit verwierf. De toenmalige machthebbers, zowel langs protestantse als langs katholieke kant,
werden zich al gauw bewust van de invloed van boeken. Vaak oefenden ze censuur uit over de verschenen boeken. Op economisch vlak stimuleerde de boekdrukkunst de handel in boeken. Vanaf de 13de eeuw had men enkel in boeken gehandeld nabij universiteiten. Daar kwam nu verandering in. Geleidelijk aan veranderde de beroepenstructuur in Europa met het ontstaan van gespecialiseerde beroepen als ‘verbeteraar van drukproeven’, ‘boekhandelaar’ en ‘bibliothecaris’. Nieuwe beroepen verschenen naarmate het drukproces zich verder specialiseerde.
II. IN DE PRAKTIJK 2.1 HOE VERLIEP HET DRUKPROCES? Voor men met drukken kon beginnen, moest men eerst letters en tekens maken volgens een standaardprocedé. Op het uiteinde van een langwerpig stalen staafje werd met behulp van beitels en vijlen een letter gesneden. Deze ‘stempel’ werd met een hamer in een blokje koper geslagen. Dit blokje koper is de matrijs die wordt gebruikt om de uiteindelijke letters te gieten. Met een gietlepel werd gesmolten metaal in de matrijs gegoten. Eenmaal afgekoeld kreeg men een letter in spiegelbeeld op een stukje metaal. Letters werden verzameld in een letterkast waarin een onderscheid werd gemaakt tussen een bovenkast
Educatieve dienst - KBR
Lettertekens in verschillende lettertypes, ©KBR
5
met drukletters en een onderkast met kleine letters. Meestal werden verschillende soorten lettertypes- en groottes in één letterkast bewaard. Afhankelijk van het type alfabet dat men wou, moesten veel of weinig letters en tekens gemaakt worden. Bij een Latijns alfabet bijvoorbeeld ging het om 120 tot 130 letters en tekens, terwijl een Grieks alfabet uit 250 tot 500 letters en tekens kon bestaan.
het blad geplooid en samengebonden werd, de gedrukte pagina’s zich in de goede volgorde bevonden. De drukpers moest er verder ook voor zorgen dat alle stempels met gelijke kracht op het papier gedrukt werden, zodat alle letters even goed leesbaar waren. Om te controleren of alles op de juiste manier geplaatst was, drukte men eerst een drukproef. Als er geen schrijffouten werden gevonden, als alle pagina’s zich op de juiste plaats bevonden en alle afbeeldingen bij de corresponderende tekst stonden, werd de drukproef goedgekeurd. Het boek kon nu op meerdere exemplaren gedrukt worden. Na afloop van het drukwerk werden alle losse letters verwijderd uit de letterkasten en opnieuw opgeborgen, zodat men bij een volgende druk alle letters vlug kon terugvinden.
Opmaak van een raamwerk, ©KBR
Wanneer een of meerdere pagina’s gedrukt moesten worden, plaatste de letterzetter de losse letters naast elkaar op een stevig houten bord. Zinnen werden samengevoegd tot een kolom of pagina. Verschillende pagina’s vormen een zetsel dat met touwen wordt samengebonden en in een houten raam wordt geplaatst. Het raamwerk is een kader dat in de pers wordt gelegd. Het zetsel wordt vastgezet in het raam met houten blokjes. Dan kon het drukken beginnen. Het zetsel werd ingeïnkt met een tampon. Bevochtigd papier werd op het zetsel gelegd en onder de pers geschoven. Doordat het papier vochtig was, was het soepeler en zette het zich beter rond de letters. Met een hendel werd de drukplaat op het papier gedrukt. Net als de vroegere handschriften bestonden de boeken uit katernen. De katernen bestonden uit samengebonden geplooide bladen. De bladen waarop gedrukt werd, waren groter dan de pagina’s van het latere boek: men drukte verschillende pagina’s op de voor- en achterkant van eenzelfde blad. Dit moest zo gebeuren dat later, wanneer 6
Aanvankelijk leken de letters heel sterk op de handgeschreven letters uit de middeleeuwse handschriften. Dat was om ervoor te zorgen dat de lezer niet merkte dat hij een gedrukt boek aan het lezen was in plaats van een handschrift. Incunabels zijn een voorbeeld van zulke boeken. Een incunabel is de naam voor een gedrukt boek dat vóór 1501 gedrukt werd. De initialen aan het begin van een nieuwe passage werden ook nog steeds verlucht. In de loop van de 16de eeuw stapten drukkers geleidelijk van dit gebruik af.
Letterkast, ©KBR
Educatieve dienst - KBR
Een van de eerste gedrukte boeken in België, Aalst, 1474. Het lettertype imiteert het Gotisch schrift uit de handschriften. De letter A is met de hand verlucht, ©KBR
Educatieve dienst - KBR
7
2.2 WERDEN VANAF 1450 ALLEEN NOG MAAR BOEKEN GEDRUKT? Vóór de drukpers in 1450 voor een keerpunt zorgde in de geschiedenis van het boek, waren de handschriften in gebruik. Een kopiist schreef het boek met de hand. Het kon verschillende keren gekopieerd worden. Met de komst van het gedrukte boek verdween het handschrift niet meteen. Sommige auteurs kozen er namelijk expliciet voor om hun werk als handschrift te laten verschijnen en niet als gedrukt boek. Dat kon verschillende redenen hebben.
Door hun werk alleen als handschrift te laten verschijnen, vermeden ze dat probleem en bereikte het boek alleen vrienden en kennissen. Handschriften waren zeer geliefd aan de Koninklijke hoven.
Als een auteur bijvoorbeeld wou ontsnappen aan de (religieuze, morele en politieke) censuur die de toenmalige machthebbers uitoefenden, kon het veiliger zijn het werk als handschrift te laten schrijven. Er waren genoeg gedrukte boeken die gecontroleerd moesten worden, waardoor de handschriften grotendeels aan de censuur ontsnapten. Vaak waren mensen met een hoge status niet enthousiast over de gedrukte boekvorm. Hun werk kon zo aan een breed publiek verkocht worden en dat maakte dat een auteur in hun ogen te veel ging lijken op een handelaar.
8
Dit missaal is een verlucht handschrift. Het werd besteld door Mathias Corvin, koning van Hongarije. Het werd gemaakt tussen 1485 en 1487, 30 jaar na de uitvinding van de boekdrukkunst, ©KBR
Educatieve dienst - KBR
2.3 HOELANG BLEEF GUTENBERGS TECHNIEK IN GEBRUIK? Tot in de 18de eeuw bleven drukkers gebruik maken van Gutenbergs uitvindingen. Pas met de Industriële Revolutie veranderde dat. Het lezerspubliek breidde zich vanaf dan zodanig uit dat men verplicht was op zoek te gaan naar snellere en betere productiemiddelen om aan de stijgende vraag naar boeken te kunnen beantwoorden.
tijd (16de eeuw). Op het hoogtepunt van zijn succes beschikte hij over 16 drukpersen die tegelijkertijd konden werken en had hij 80 mensen in dienst. Een veeltalige Bijbel, de Biblia Polyglotta, is een van de bekendste boeken die hij heeft gedrukt. Niet alle drukkers konden boeken van eenzelfde kwaliteit leveren.
In de eeuwen daarvoor waren al enkele veranderingen zichtbaar, ook al waren die daarom niet revolutionair. Sommige drukkers, zoals Christoffel Plantijn, waren beter uitgerust dan anderen. Plantijns drukkerij, De Gulden Passer te Antwerpen, was de grootste drukkerij van zijn
In de 17de eeuw bijvoorbeeld verbeterde de Nederlandse drukker Willem Blaeu het ontwerp van de houten pers waardoor het drukken sneller ging. Er kwamen ook grotere persen om kaarten te drukken. Kaart van Brussel uit 1649 door de Nederlandse drukker Blaeu, ©KBR
Educatieve dienst - KBR
9
2.4 BOEKEN DRUKKEN VANDAAG Vandaag is het drukken van een boek nog steeds een complex proces, waarbij de hulp van heel wat mensen komt kijken. Het begint allemaal bij de schrijver. Wanneer die een verhaal heeft bedacht en neergepend, stuurt hij het op naar een uitgeverij. Vandaag is vooral de uitgever de belangrijkste persoon bij het ontstaan van een boek. Dit was het geval sinds eind 18de, begin 19de eeuw. Tussen de 15de (uitvinding boekdrukkunst) en de 19de eeuw waren dat de boekhandelaar en de drukker (vaak één en dezelfde persoon). Vaak stuurt een schrijver zijn werk naar meerdere uitgeverijen, zodat de kans groter is dat zijn boek zal worden gepubliceerd. Wanneer een van die uitgevers dan beslist om van het verhaal een boek te maken, ondertekenen de schrijver en de uitgever een contract. Dan pas kan het drukproces beginnen. Vooraleer de drukker het verhaal als boek kan drukken, komt het verhaal eerst nog in handen van een aantal andere personen. Zo is er de illustrator, die het verhaal eerst zelf moet lezen en daarna tekeningen verzint die erbij passen. De vormgever houdt zich daarna bezig met de vormgeving van het boek: wat komt er op de voorpagina, in welk lettertype komt de tekst te staan en waar komen de tekeningen? De definitieve lay-out van het boek wordt door de vormgever bepaald. Dan is er ook nog de corrector die het verhaal naleest op taal- en spellingfouten. Meestal wordt het verhaal door verschillende correctoren herlezen, om er op die manier zeker van te zijn dat er geen enkele fout in het boek gedrukt zal worden. De definitieve versie van het verhaal, met afbeeldingen erbij en voorzien van een aangepaste lay-out, wordt naar de drukker gestuurd.
Wist je dat… … het maken van een boek doorheen de eeuwen ongelooflijk is versneld? In de middeleeuwen deed een kopiist er ongeveer drie maanden over om een tekst te schrijven van ongeveer 200 pagina’s. Met Gutenbergs drukpers kon men in de 15de eeuw 300 pagina’s per dag drukken. Maar met de komst van een nieuwe drukpers werd ook dit nog overtroffen op het einde van de 18de eeuw: vanaf dan konden 200 pagina’s per uur worden gedrukt!
katernen. Een katern is één (groot) vel papier dat geplooid wordt. Op één vel papier kunnen 16 pagina’s worden gedrukt. De eerste drukversie van een katern is de proefversie. Als uit die proeven blijkt dat alles op de juiste plaats staat, kan het volledige drukproces gestart worden. Daarna komen de bedrukte vellen bij de binder terecht. Alle omslagen worden in het juiste formaat gesneden en de boekbanden worden verstevigd. Vouwmachines vouwen ‘het binnenwerk’ (de katernen) en leggen die in de juiste volgorde. Het binnenwerk en de omslag worden daarna aan elkaar gelijmd of genaaid. Wanneer een boek volledig gedrukt en gebonden is, wordt het getest om te zien of het stevig genoeg is. Als het boek deze tests ‘overleeft’, is het klaar om gelezen te worden. De uitgeverij en de schrijver krijgen het boek eerst te zien, waarna het in grote aantallen naar boekenwinkels en bibliotheken vertrekt…
Net als de handschriften uit de middeleeuwen en de gedrukte boeken in de 16de eeuw, bestaan boeken vandaag nog steeds uit verschillende
10
Educatieve dienst - KBR
BIBLIOGRAFIE BLASSELLE, B., A pleines pages. Histoire du livre (volume I), Gallimard, 1997. BRIGGS, A. en BURKE, P., Sociale geschiedenis van de media: van boekdrukkunst tot internet, Cambridge, 2003. EISENSTEIN, E., SISSUNG, M. en DUCHAMP, M., La révolution de l’imprimé à l’aube de l’Europe moderne, Parijs, 1991. « Over letters, boeken en prenten » Didactische brochure voor het Museum Plantin-Moretus en het Stedelijke Prentenkabinet, Antwerpen, 1989. SCHNEIDERS, P., Papieren geheugen: boek en schrift in de Westerse wereld, Weesp, 1985. SERRES, A. en ZAÜ, Comment un livre vient au monde, Saint-Amand-Montrond, 2005. Schrijver op school, 2010 (www.schrijveropschool.nl). VAN SONDEREN, J., Boekdrukkunst, Groningen, 2009.
Educatieve dienst - KBR
11