PEDAGOGISCH DOSSIER MIDDELBAAR ONDERWIJS 1
Pedagogisch dossier middelbaar onderwijs Tentoonstelling “Victor Hugo in ballingschap” De tentoonstelling Victor Hugo in ballingschap, van 15 oktober 2014 tot 29 maart 2015 in het Museum voor brieven en manuscripten, richt de schijnwerper op een van de markantste figuren van de 19de-eeuwse Franse literatuur: Victor Hugo. Victor Hugo in ballingschap onthult verrassende kanten van de verbannen schrijver. Iedereen kent Victor Hugo als schrijver, dichter, geëngageerd politicus. Maar wist u dat hij ook aan spiritisme deed, een begaafd illustrator was, een passie had voor architectuur en een turbulent liefdesleven leidde? De tentoonstelling neemt de leerlingen mee met deze toonaangevende figuur tijdens zijn ballingschap, van 1851 tot 1870, van de Brusselse Grote Markt naar Hauteville House in Guernsey, een van de Kanaaleilanden. Ze kunnen in het tentoonstellingsparcours gaandeweg ook kennismaken met de veelal geëngageerde werken die de dichter als balling schreef. Victor Hugo was een schrijver die krachtige standpunten innam. Hij kantte zich tegen de staatsgreep van Napoleon III en nam in 1851 de wijk naar Brussel, waar hij het pamflet Napoléon le Petit (Napoleon de Kleine) schreef, dat op de tentoonstelling te zien is. In 1852 komt hij in Jersey aan en neemt hij zijn intrek in Marine Terrace. Hij blijft van leer trekken tegen de keizer, getuige verschillende gedichten uit het in 1853 verschenen Les Châtiments [De kastijdingen] die eveneens in het museum worden geëxposeerd. In 1855 wordt Victor Hugo uit Jersey gezet. Hij wijkt uit naar het naburige eiland Guernsey en publiceert in 1856 als eerbetoon aan zijn dochter Léopoldine Les Contemplations [De contemplaties]. De dichter trekt nog steeds fel ten strijde tegen sociale armoede, die hij beschrijft in zijn kolossale, in 1862 verschenen roman Les Misérables (De ellendigen). De tentoonstelling wordt afgerond met twee andere romans: Les Travailleurs de la mer (Ploegers van de zee) uit 1866, waarvoor Hugo talrijke zeelandschappen tekende, die eveneens op de expositie te bewonderen zijn, en L’Homme qui rit [De lachende man] uit 1869. Dit pedagogisch dossier is bedoeld voor leerkrachten Frans van het 4de, 5de en 6de jaar middelbaar onderwijs die hun leerlingen vertrouwd willen maken met een boegbeeld van de romantiek, Victor Hugo, en met zijn romans, poëzie en toneelstukken. Aan de hand van dit dossier kunt u het tentoonstellingsbezoek voorbereiden of er achteraf in de klas activiteiten aan vastknopen. Na een levensbeschrijving van Victor Hugo volgt een schets van het culturele en literaire klimaat waarin hij leefde. Vervolgens wordt ingegaan op de vele facetten van deze schrijver, die ook dichter, toneelauteur, politicus en tekenaar was. Er wordt ingezoomd op drie werken die op de tentoonstelling bijzondere aandacht krijgen: Napoléon le Petit, Les Misérables en Les Travailleurs de la mer. Bovendien vindt u in dit pedagogisch dossier een paar ideeën die u in de les kunt gebruiken, met name mogelijke opdrachten en thema’s die u met uw leerlingen kunt aansnijden. Ten slotte krijgt u ook informatie over de rondleidingen en de themaworkshop die de pedagogische dienst van het museum aanbiedt bij de tentoonstelling.
2
I.
LEVENSBESCHRIJVING
Victor Hugo (Besançon, 1802 - Parijs, 1885) Victor Hugo is ongetwijfeld een van de grootste Franse romantische auteurs van de 19 de eeuw. Door zijn uitzonderlijke begaafdheid en de veelzijdigheid van zijn werk (lyrische, satirische, epische poëzie, drama’s in verzen en in proza, romans enzovoort) heeft hij zijn stempel gedrukt op de literatuur. Vroegrijp talent (1802-1826) Victor Hugo wordt op 26 februari 1802 geboren in Besançon. Hij is de derde zoon van Léopold Hugo, een generaal onder het Keizerrijk van Napoleon, en Sophie Trébuchet, die hem grotendeels opvoedt. Victor Hugo brengt een deel van zijn jeugd door in Parijs, Napels en Spanje. Hij is nog jong als zijn ouders uit elkaar gaan. Hij wordt op internaat gestuurd in het pension Cordier en gaat naar het Lycée Louis-le-Grand in Parijs, van 1815 tot 1818, waar hij het heel goed doet en zijn eerste gedichten schrijft. Victor Hugo koestert nu torenhoge ambities. Na verschillende literaire onderscheidingen, onder meer door de Académie française in 1817, weet hij zijn vader ervan te overtuigen dat hij beter voor zijn literaire roeping kan kiezen dan zich op het toelatingsexamen van de École Polytechnique voor te bereiden, zoals zijn vader graag wil. In 1822 trouwt de twintigjarige Victor Hugo met Adèle Foucher, een jeugdvriendin, die hem vijf kinderen zal schenken: Léopold, Léopoldine, Charles, François-Victor en Adèle (de enige die de dichter zal overleven). In 1822 verschijnt zijn eerste dichtbundel, Les Odes. Hugo debuteert ook als romanschrijver en gaat beetje bij beetje de richting van de romantiek uit. Romantische werken (1827-1830) In 1827 publiceert Victor Hugo Cromwell, een toneelstuk in verzen met een voorwoord waarin hij het wezen van het romantische drama omschrijft. Zijn dichtbundel Les Orientales, die in 1829 verscheen, is beïnvloed door de toen heersende voorliefde voor Griekenland en de mediterrane Oriënt. Hernani, een van Victor Hugo’s beroemdste toneelstukken, beleeft in 1830 zijn première in de ComédieFrançaise en wordt in datzelfde jaar ook gepubliceerd. Het stuk consacreert het romantische drama als genre. Bij de opvoering ervan barst de 'slag om Hernani' los. Literaire roem (1830-1843) Nog geen dertig jaar oud geniet Victor Hugo al literaire roem. Zijn befaamde roman Notre-Dame de Paris (De klokkenluider van de Notre Dame) ziet het licht in 1831. De dichter publiceert tussen 1830 en 1840 ook verschillende lyrische bundels, toneelstukken in proza, zoals Lucrèce Borgia in 1833, en nog een drama in verzen (Ruy Blas, 1838). Als bekroning van deze creatieve periode wordt de dichter in 1841 tot lid van de Académie française gekozen. Intussen heeft Hugo’s echtgenote Adèle zich in de armen gestort van een goede vriend van de dichter, Sainte-Beuve. Nu zijn huwelijksgeluk is verstoord verliest Victor zelf zijn hart aan Juliette Drouet, een toneelactrice met wie hij een hartstochtelijke relatie begint, die meer dan 50 jaar zal duren, tot Juliettes dood in 1883.
3
Het politieke toneel (1843-1851) Het jaar 1843 betekent een keerpunt in Victor Hugo’s leven. Zijn oudste dochter Léopoldine, die onlangs is getrouwd, verdrinkt met haar man Charles Vacquerie tijdens een boottocht. Hugo komt het droevige nieuws een paar dagen later toevallig te weten. Hij is er kapot van en pas in 1856 vindt zijn verdriet een uitweg in de bundel Les Contemplations. Aan het eind van 1843 ontmoet Victor Hugo Léonie d’Aunet die getrouwd is met de schilder Biard en met wie hij bijna zeven jaar een verhouding heeft, totdat de dichter in ballingschap gaat. Gebroken door de dood van zijn dochter Léopoldine, in 1843, wendt Hugo zich echter af van de literatuur en gaat hij zich meer met politiek bezighouden. Zijn nauwe banden met koning Lodewijk Filips leveren hem in 1845 een aanstelling tot pair de France op. Dankzij dat prestigieuze statuut ontsnapt hij ook aan gerechtelijke vervolging als hij op heterdaad wordt betrapt op overspel met Léonie d’Aunet. Op 20 december 1848 wordt Lodewijk Napoleon Bonaparte, een neef van Napoleon I, tot president van de Republiek uitgeroepen. Hij heeft daarbij de steun van Victor Hugo. Maar algauw laat Hugo, die zich opwerpt als verdediger van het volk en van de vrijheid, zich afkeurend uit over Lodewijk Napoleons politiek, met name als die de Grondwet wenst te wijzigen om naar een tweede presidentiële ambtstermijn te kunnen dingen. Op 17 juli 1851 bestijgt Hugo het spreekgestoelte van de Assemblée nationale: "Wat? Moeten we dan omdat we een Napoleon de Grote hebben gehad ook een Napoleon de Kleine hebben!" Op 2 december 1851 ontbindt Lodewijk Napoleon Bonaparte de Assemblée Nationale. Victor Hugo verzet zich tegen deze staatsgreep en doet een oproep om naar de wapens te grijpen. Maar de volksopstand is zwak en het oproer wordt in bloed gesmoord. Op 11 december gaat Victor Hugo onder de valse identiteit van Lanvin naar de Gare du Nord en neemt hij de trein richting Brussel. Ballingschap (1851-1870) Tijdens zijn ballingschap schrijft Victor Hugo zijn belangrijkste werken. In augustus 1852 wordt in Brussel zijn pamflet Napoléon le Petit gedrukt, een bijtende kritiek op Napoleon III. In dezelfde periode, na zijn verblijf in Brussel, wijkt Victor Hugo uit naar het Kanaaleiland Jersey en neemt hij zijn intrek in Marine Terrace. Hij blijft in zijn werk wraak nemen op Napoleon III en publiceert in 1853 Les Châtiments, een vlammende satire waarin hij zijn vrijheidsliefde en zijn haat tegen de keizer uitschreeuwt. In 1853 begint Hugo ook aan spiritisme te doen. Hij leert die praktijken kennen via een vriendin die in Marine Terrace op bezoek is. De plaatselijke overheid maakt zich zorgen over de aanwezigheid van de ballingen en Hugo wordt het eiland uitgezet. Hij vestigt zich in 1855 op het naburige eiland Guernsey. Hij koopt er een huis, Hauteville House, waar hij een schitterend uitzicht heeft op de zee en de Franse kust.
4
In 1856 publiceert de dichter Les Contemplations, een lyrisch meesterwerk. Daarna richt hij zijn aandacht op het menselijke levenslot. Hij wijdt aan dat thema een dichtbundel, La Légende des siècles, die in 1859 uitkomt, en een monumentale roman, Les Misérables, die in 1862 in Brussel verschijnt en de vrucht is van zeventien jaar werk. Na het essay William Shakespeare in 1864 komen twee andere romans: Les Travailleurs de la mer in 1866 en L’Homme qui rit in 1869. Intussen sterft zijn vrouw Adèle in Brussel aan een beroerte. Terug uit ballingschap (1870-1885) Op 19 juli 1870 verklaart Frankrijk Pruisen de oorlog. Op 17 augustus arriveert Hugo, die zich opmaakt om terug te keren, in Brussel. Daar verneemt hij de capitulatie van Napoleon III op 2 september. Op 5 september, vlak na de proclamatie van de IIIe Republiek, keert Victor Hugo na negentien jaar ballingschap terug naar Frankrijk. Hij krijgt een triomfantelijk, massaal onthaal. Hugo is de volksschrijver bij uitstek. Tot aan het einde van zijn leven blijft hij een geweldige literaire activiteit ontplooien. Hij blijft proza en verzen publiceren, zoals in 1877 L’Art d’être grand-père [De kunst van het grootvaderschap], waartoe zijn kleinkinderen Georges en Jeanne hem inspireren. Twee jaar na het overlijden van zijn minnares Juliette sterft Victor Hugo op 22 mei 1885 op 83-jarige leeftijd aan een pulmonale congestie. Zijn nationale begrafenis trekt immens veel volk: bijna twee miljoen mensen volgen de lijkstoet van de Arc de Triomphe naar het Panthéon.
5
II.
CULTURELE EN LITERAIRE CONTEXT
De 19de eeuw wordt gekenmerkt door ingrijpende veranderingen en politieke instabiliteit. Tegen de achtergrond van de crisis voltrekken zich langzame omwentelingen in de samenleving. De industriële ontwikkeling leidt tot maatschappelijke problemen, er komt een nieuwe klasse, het proletariaat. Wetenschappen en technieken nemen een hoge vlucht, wat eveneens bijdraagt tot een mentaliteitswijziging. In de eerste helft van de 19de eeuw verspreidt zich aanvankelijk vanuit Duitsland, met Goethe, en Engeland, met onder meer Lord Byron, in Europa een nieuwe esthetische cultuurstroming: de romantiek. De romantiek komt tot expressie in de literatuur, de schilderkunst, de beeldhouwkunst en de muziek. Typisch is het streven om voorrang te geven aan verbeelding en gevoeligheid. Dat uit zich eerst en vooral in de ontwikkeling van persoonlijke lyriek en de verheerlijking van het 'ik'. De romantiek verwerpt de regels van de klassieke theorie. De dichtbundel Méditations poétiques [Poëtische meditaties] van Lamartine uit 1820 geldt als het beginpunt van deze literaire stroming in Frankrijk en Les Contemplations van Victor Hugo uit 1856 als het eindpunt. François-René de Chateaubriand wordt als voorloper van de romantiek beschouwd. Vanwege zijn verhalen met natuurbeschrijvingen en zijn analyse van de gevoelens van het 'ik' nam de generatie Franse romantische schrijvers hem tot voorbeeld. Chateaubriand had een grote invloed op Victor Hugo, de andere grote vertegenwoordiger van de Franse romantiek. Hugo had op zijn veertiende trouwens verkondigd: "Ik wil Chateaubriand zijn of niets." In het voorwoord van Cromwell (1827), een toneelstuk in verzen, stelt Hugo een antiklassiek manifest op en definieert hij het romantische drama. Een ander stuk van Hugo, Hernani, dat in 1830 in de Comédie-Française wordt opgevoerd, wordt vanwege zijn radicaal nieuwe karakter door het burgerlijke publiek als aanstootgevend beschouwd en geeft aanleiding tot een ideologische en artistieke 'veldslag'. In de Parijse schouwburg kanten de romantische jongeren zich woedend tegen de verdedigers van het traditionele theater. Hugo lijkt bij het schrijven van het voorwoord wel een voorgevoel van deze strijd te hebben gehad: "Alles wel beschouwd komt romantiek gewoon neer op literair liberalisme." Hij eist inderdaad literaire en artistieke vrijheid en hekelt achterhaalde toneelconventies zoals de eenheid van ruimte en tijd en de fatsoensregels. Schrijvers die zich in hun werk inzetten voor een politieke en sociale strijd, zijn in de 19de eeuw legio. Typisch voor romantici zoals Lamartine en Hugo is bovendien dat ze ook in de praktijk actief zijn – zij zijn namelijk afgevaardigden. Bezield als ze waren door eenzelfde ideaal knoopten schrijvers, dichters en kunstenaars in die tijd hechte banden met elkaar aan. Le Radeau de la Méduse (Het vlot van de Medusa) (1819) van Géricault is een echt romantisch manifest, maar de onbetwiste meester is de schilder Eugène Delacroix. Ook de Franse romantische muziek telt grote namen, zoals Chopin en Berlioz.
6
III.
EEN VEELZIJDIG MAN …
Victor Hugo had veel pijlen op zijn boog: hij was dichter, romanschrijver, toneelschrijver, tekenaar, politicus … Op de tentoonstelling kunnen de leerlingen kennismaken met diverse verrassende facetten van de schrijver en met de verschillende gebieden waarin hij uitblonk. Schrijver Victor Hugo is even sterk in verzen als in proza. Hij onderscheidt zich als lyrisch dichter bij de publicatie van bundels zoals Odes et Ballades in 1826 en Les Contemplations in 1856. Hij is ook een geëngageerd dichter, getuige zijn verzet tegen Napoleon III in Les Châtiments in 1853, en een episch dichter, in La Légende des Siècles (1859). Als romanschrijver geniet hij een groot en breed succes met Notre-Dame de Paris (1831) en Les Misérables (1862). Hugo bezat een uitzonderlijke werkkracht en kon op één ochtend wel honderd pagina’s volschrijven. Deze gestage arbeid verklaart zijn enorme productiviteit. Toneelschrijver Victor Hugo is zonder enige twijfel een groot toneelschrijver. Hij geldt als geestelijk vader van het romantische drama en werpt als toneeltheoreticus het keurslijf van de klassieke regels van zich af. In 1827 schrijft Hugo een eerste drama, Cromwell. Het is een gigantisch, onspeelbaar toneelstuk in verzen, dat niettemin van groot belang is geweest. In zijn voorwoord stelt Hugo namelijk een theorie op van het romantische drama, een echt manifest waarin hij zich uitspreekt tegen het klassieke theater. Volgens Hugo kan moderniteit alleen tot uitdrukking komen in het romantische drama. Alleen dit genre biedt de mogelijkheid om na te denken over de geschiedenis en de volkse realiteit in zich op te nemen – in de vorm van het groteske – en tegelijk grote aandacht te besteden aan poëzie en stilistische kracht. In 1829 schrijft Hugo een tweede toneelstuk, Marion de Lorme, dat door Karel X wordt gecensureerd. Hernani, dat in 1830 in de Comédie-Française in première gaat, leidt vanwege zijn radicaal nieuwe karakter tot een ideologische en artistieke 'veldslag' die door het burgerlijke publiek als aanstootgevend wordt beschouwd. Daarna volgt Le roi s’amuse, een toneelstuk in verzen dat Hugo in 1832 schreef en waarvoor hij zich genoopt ziet een proces aan te spannen. In 1833 laat hij nieuwe toneelstukken in proza opvoeren, Marie Tudor en Lucrèce Borgia, dat een commercieel succes is. In 1838 knoopt hij met zijn meesterwerk Ruy Blas weer aan bij het drama in verzen. Zijn laatste toneelstuk, Les Burgraves [De burggraven] uit 1843, wordt een fiasco. Tekenaar In totaal heeft Victor Hugo meer dan 4000 tekeningen gemaakt. Théophile Gautier, een romantische schrijver die Hugo goed kende, zei trouwens over hem: "Als hij geen dichter zou zijn, zou hij een vooraanstaand schilder zijn." Vandaag de dag zijn heel wat kunstcritici ervan overtuigd dat zijn grafische werk zelfs zonder zijn literaire oeuvre waarschijnlijk had volstaan om hem beroemd te maken. En wat vindt Victor Hugo zelf van zijn tekeningen? Terwijl we hem doorgaans als vrij zelfverzekerd, om niet te zeggen pretentieus kennen waar het zijn literaire productie aangaat, toont 7
hij zich bescheiden over zijn tekeningen. Victor beschouwt zijn pentekeningen als "doorsnee, onhandig op het papier neergegooid, door iemand die wel wat anders te doen heeft". Wat tekent Victor Hugo? In het begin van de jaren 1830 maakt hij met zijn scherpe, geestige pen karikaturen voor zijn plezier. Het gaat vooral om zwart-wit- en sepiatekeningen als illustraties voor zijn eigen werk. Andere tekeningen maakt hij in de kantlijn tijdens het schrijven, waarbij hij zijn hand spontaan over het papier laat glijden volgens de inspiratie van het moment. Zijn manuscripten hebben daardoor iets opmerkelijk esthetisch. Ook tijdens zijn reizen tekent de schrijver tal van schetsboekjes vol met monumenten en landschappen, om plaatsen die hij aandoet en bouwkundige details niet te vergeten. Heel vaak ook tekent hij dingen waarover hij zwijgt – de tekeningen vervangen dan de tekst. Tijdens de jaren ballingschap maakt hij veel fantastische tekeningen, onder invloed van de spiritistische seances in Jersey, en talrijke zeegezichten. Victor Hugo had een passie voor architectuur en beheerste ook de interieurkunst. Hij stond zelf in voor de ingrijpende werkzaamheden ter inrichting van zijn huis in Guernsey. Op de tentoonstelling is trouwens een van zijn ontwerpen te zien voor de schoorsteen in de eetkamer van Hauteville House, een pentekening met bruine inkt en bruin lavis.
Geëngageerd man Victor Hugo was zijn hele leven lang een geëngageerd man. Zijn politieke en sociale stellingnamen lopen als een rode draad door zijn werk. Zijn eerste politiek geëngageerde stappen zet hij als verdediger van het koningschap. Daarna laat hij zijn royalistische opvattingen achter zich. Hij steunt de Tweede Republiek (1848-1851) en houdt er liberale ideeën op na. In die tijd spreekt de dichter zich in verschillende geëngageerde redevoeringen uit ten gunste van de persvrijheid en de vrijheid van onderwijs en steunt hij de opstanden van de arbeiders. Ten slotte kant hij zich tegen Napoleon III en neemt hij eerst de wijk naar België en daarna naar de Kanaaleilanden. Hugo gaat zelfs vrijwillig nog langer in ballingschap en verklaart: "Wanneer de vrijheid terugkeert, keer ik terug." In deze periode schrijft hij verschillende polemische teksten en
8
pamfletten waarin hij openlijk kritiek levert op de Franse regering: Napoléon le Petit, Les Châtiments, Lettres à Louis Bonaparte en Histoire d’un crime. Elke strijd die Victor Hugo voert, staat in het teken van zijn verlangen naar rechtvaardigheid en vrijheid in al haar vormen. Hij pleit voor respect voor de rechten van de mens, toont zich voorstander van gelijke rechten voor de vrouw en neemt stelling tegen de doodstraf. Door in zijn werk en zijn open brieven in de pers standpunten in te nemen wordt de dichter het zinnebeeld van de strijd tegen verdrukking. Hugo toont zich soms de spreekbuis en zelfs profeet van een betere, moderne samenleving. Hij schrijft bijvoorbeeld: "In de twintigste eeuw zal er een buitengewone natie zijn (…) en die zal Europa heten."
9
IV.
DRIE WERKEN IN DE SCHIJNWERPERS
De drie werken die hieronder nader worden toegelicht, Napoléon le Petit, Les Misérables en Les Travailleurs de la mer, hebben een belangrijke plaats in de tentoonstelling. 1. NAPOLÉON LE PETIT Op de tentoonstelling is een stuk handgeschreven manuscript te zien van een passage uit Napoléon le Petit, een pamflet dat Victor Hugo in minder dan een maand schreef, van juni tot juli 1852. Opbouw van het werk In dit omvangrijke werk, dat bijna 500 pagina’s telt en in acht boeken is verdeeld, uit Hugo felle kritiek op het manipulerende bewind van Napoleon III. De taal is heftig, de toon giftig. In de aparte boeken worden de volgende thema’s aangesneden: de man, de regering, de misdaad, de andere misdaden, het parlementarisme, het ontslag van rechtsvervolging, een tweede vorm van ontslag van rechtsvervolging en de vooruitgang die in de staatsgreep besloten ligt. Elk boek telt ongeveer tien hoofdstukken. Historische en politieke context Op 2 december 1851 pleegt Lodewijk Napoleon Bonaparte, neef van keizer Napoleon I, een staatsgreep. Victor Hugo wordt een van de kopstukken van het linkse verzet tegen deze staatsgreep en doet een oproep om naar de wapens te grijpen. Hij riskeert te worden aangehouden en vlucht. Juliette smeedt een vluchtplan met de Lanvins. Hugo gebruikt het paspoort van letterzetter JacquesFirmin Lanvin om de grens over te steken. In de nacht van 11 december komt Victor Hugo aan in Brussel. Zodra Hugo in Brussel aankomt, brengt hij Belgisch Minister van Binnenlandse Zaken Charles Rogier op de hoogte van zijn voornemen "het rechtstreekse, kersverse verhaal" van de staatsgreep op te tekenen en verbindt hij zich ertoe België te verlaten als het wordt gepubliceerd. Oorspronkelijk zou het werk, dat steunde op getuigenissen van ballingen, Histoire du Deux-décembre [Geschiedenis van de tweede december] heten. Maar gaandeweg stelde de schrijver zijn project bij en uiteindelijk koos hij voor een gloedvol pamflet: Napoléon le Petit.
10
Op de tentoonstelling De tentoonstelling presenteert de kladversie van een passage uit het hoofdstuk Les deux profils de M. Bonaparte [De twee profielen van dhr. Bonaparte] uit Napoléon le Petit [Napoleon de Kleine]. Het gaat over de omkoperij van de clerus en het leger door het bonapartistische regime: "Ruikt Caesar naar wierook? Ruikt hij naar tabak? Zoek. Hij ruikt naar tabak en wierook. O Frankrijk! Wat een regering! […] Het Elysée bezit het tempeliersgeloof én de tempeliershonger. Volop genieten en in welstand leven, en het budget opmaken, in niets geloven, alles uitbuiten, twee heilige dingen tegelijk op het spel zetten: de militaire eer en het religieuze geloof; het altaar met bloed en de vlag met de wijwaterkwast bezoedelen, […] dat is hoe Bonaparte de kleine te werk gaat." Via de Franse uitgever Pierre-Jules Hetzel sluit Victor Hugo een uitgeefcontract met Jean-Baptiste Tarride, een in Brussel gevestigde boekhandelaar-uitgever. Er wordt overeengekomen dat Napoléon le Petit in twee formaten zal verschijnen, waaronder een kleiner formaat dat makkelijker clandestien zal kunnen worden verspreid in Frankrijk. De tentoonstelling toont ook het contract gesloten op 30 juni 1852 tussen Hugo en Tarride voor de uitgave van Napoléon le Petit. Op de laatste pagina heeft Victor Hugo een toevoeging bijgeschreven. In de eerste verbindt hij zich ertoe de drukproeven voor akkoord te ondertekenen met zijn pseudoniem: "Overeengekomen wordt dat dhr. Hugo tijdens zijn verblijf in Brussel als volgt de goedgekeurde drukproeven en de opgave van de aantallen zal ondertekenen: Hierro." Om zijn werk te kunnen uitgeven sluit Hugo een overeenkomst met Tarride en Hetzel tegen het gebruik van de naam van een Engelse uitgever. De originele editie van Napoléon le Petit, gepresenteerd op de tentoonstelling, draagt, om de Belgische regering niet in verlegenheid te brengen, de fictieve uitgavevermelding Londen, Jeffs. Victor Hugo zelf had, toen hij onderweg naar Jersey Londen aandeed, William Jeffs in extremis ertoe overgehaald om zijn naam te lenen. Wat Tarride betreft, die was weliswaar de echte uitgever, maar omdat hij bang was voor vervolging had hij Antoine Mertens 'de eer gegund' zijn naam op de kaft te plaatsen. Napoléon le Petit komt uit in Brussel en wordt gedrukt door de drukkerij Labroue, Greepstraat 36 zoals vermeld in het werk hier tentoongesteld. Op 1 augustus 1852, een week voor het verschijnen van Napoléon le Petit, doet Victor Hugo zijn belofte gestand en verlaat hij spontaan het Belgische grondgebied om op de Kanaaleilanden te gaan wonen. Zijn werk kent een groot succes. Natuurlijk wordt het in Frankrijk verboden maar velen stellen al hun vindingrijkheid in het werk om het pamflet clandestien onder de Fransen te verspreiden. Zo zijn er dames die op reis exemplaren in hun korset verbergen, andere reizigers rollen vellen tussen hun tabakspapier. Victor Hugo schrijft hier trouwens over in een brief van 29 augustus 1852 aan Jean-Baptiste-Adolphe Charras: "Naar ik hoor, sijpelt mijn boekje Frankrijk binnen en komt het druppelsgewijs op Bonaparte terecht." Na het verschijnen van Napoléon le Petit komt er geen proces, zoals blijkt uit de brief die Victor Hugo op 22 augustus 1852 vanuit Jersey aan Ghislain Funck schreef. "Tot nu toe heb ik de indruk dat Naple Petit in vrede zijns weegs gaat, en dat meneer Bonaparte er geen belang in stelt ruzie met hem te zoeken."
11
2. LES MISÉRABLES In 1845 begint Victor Hugo aan een roman waarvoor hij de titel Les Misères in gedachten heeft. Bij de Revolutie van 1848 en het aftreden van Lodewijk Filips legt hij dit project terzijde en pas twaalf jaar later, in 1860, tijdens zijn verbanning, neemt hij het opnieuw ter hand. Het boek verschijnt in verschillende delen tussen april en juni 1862. Vanaf de publicatie is het een doorslaand succes. Les Misérables is tegelijk een avonturenroman, een psychologische roman en een sociale roman. In vijf boeken wordt een heel realistisch portret geschetst van Frankrijk in het begin van de 19de eeuw en van de sociale onrechtvaardigheid die er bestond. De vijf delen volgen Jean Valjean vanaf het moment dat hij in 1815 uit de gevangenis vrijkomt tot zijn dood in de armen van Cosette in 1833. Andere levens lopen door dit verhaal heen: dat van Fantine, een alleenstaande moeder die zich gedwongen ziet haar dochter Cosette aan onbekenden toe te vertrouwen; dat van Marius, die verliefd wordt op Cosette en tijdens de opstand van 1832 op de barricaden staat; dat van Gavroche, een Parijse straatjongen met een groot hart, die zingend sneuvelt op het slagveld. In de plot van Les Misérables worden kwesties aan de orde gesteld die de lezer rechtstreeks aangaan: sociale vooroordelen, menselijke miserie, uitbuiting van kinderen en vrouwen, juridische misstanden. Al in het voorwoord bevestigt Victor Hugo de morele, maatschappelijke en politieke missie van zijn roman: "Zolang er als gevolg van wetten en zeden sociale verdoemenis zal bestaan waardoor er in volle beschaving kunstmatig inferno’s worden geschapen en het goddelijk lot wordt bemoeilijkt door een menselijke fataliteit […], zolang er op aarde onwetendheid en ellende zullen bestaan, zijn boeken als dit misschien niet zonder nut." En toch gaat het om een optimistisch werk: Hugo droomt van betere dagen die in het verschiet liggen. Samenvatting Jean Valjean moet naar een strafkamp omdat hij een brood heeft gestolen. Twintig jaar later, als hij vrijkomt, blijft hij een verdacht imago met zich meedragen vanwege zijn gele pas van voormalig dwangarbeider. De bisschop van Digne Monseigneur Myriel biedt hem onderdak. Desondanks steelt Jean Valjean het zilverwerk van zijn gastheer. De volgende dag wordt hij gearresteerd. Maar de bisschop pleit de dwangarbeider vrij door te zeggen dat hij hem zijn bestek cadeau had gegeven. Deze bewonderenswaardige geste maakt van Jean Valjean een ander mens: hij besluit zijn leven te beteren. Onder de naam Meneer Madeleine vestigt Jean Valjean zich in de Pas-de-Calais. Hij wordt eerlijk rijk en brengt welstand in zijn omgeving. Alleen politie-inspecteur Javert meent soms de vroegere dwangarbeider te herkennen. Op een dag wordt een man gearresteerd die voor Jean Valjean wordt gehouden. Meneer Madeleine gaat naar de rechtbank en geeft zich aan. Voordat hij zich aan het gerecht uitlevert heeft hij een ongelukkige vrouw geholpen, Fantine, en hij heeft haar beloofd zich over haar dochter Cosette te ontfermen. Uiteindelijk ontsnapt hij uit de gevangenis en hij bevrijdt de kleine Cosette uit de handen van de Thénardiers, een gemene herbergier en herbergierster, door hun een vergoeding te betalen. Cosette wordt Jean Valjeans bestaansreden. Ze wonen in Parijs en hij geeft haar een goede opvoeding. Jean Valjean moet echter onderduiken want Javert is hem weer op het spoor. 12
Iets meer dan acht jaar zijn verstreken. In Parijs wordt een rechtenstudent, Marius Pontmercy, verliefd op Cosette die een lieftallige jongedame is geworden. Tijdens rellen redt Jean Valjean het leven van Javert: hij heeft van de opstandelingen opdracht gekregen om die 'spion' te doden, maar laat hem ontsnappen. Hij redt ook Marius, die gewond is, door hem op zijn schouders door de riolen van Parijs te dragen. Zo kan Marius trouwen met Cosette. Wat Javert betreft, die kan het niet over zijn hart verkrijgen zijn redder te arresteren en springt in de Seine. Als Marius achter de werkelijke achtergrond van Jean Valjean komt besluit hij Cosette weg te halen bij haar stiefvader. De jongeman weet niet dat hij zijn leven aan Valjean te danken heeft. Uiteindelijk keert Marius naar Jean Valjean terug. Die ziet tot zijn grote blijdschap zijn dierbare Cosette terug voordat hij sterft. Ontvangst van het werk Het werk kreeg een gemengde ontvangst. Het oogstte vooral succes bij het brede publiek. Victor Hugo werd toen als een van de belangrijkste auteurs van zijn eeuw beschouwd en men haastte zich om zijn roman te lezen. Deze groep van lezers vond bij hem alle ingrediënten die voldeden aan hun esthetisch ideaal. Maar Hugo’s werk kon niet op onverdeeld enthousiasme rekenen. Vooral zijn collega’s hadden felle kritiek op Les Misérables. George Sand bijvoorbeeld had het over een 'kwezelachtige roman'. In een eerste brief aan Hugo spreekt ze haar verbijstering uit over bisschop Myriel, die naar haar zin een te evangelisch personage is, en ze heeft ook aanmerkingen bij het eerste deel van Les Misérables. Hugo laat haar weten dat hij teleurgesteld is over haar onbegrip. Om een eind te maken aan dit misverstand excuseert Sand zich in deze brief: "Ja, als iemand zich vergist dan ben ik het wel! En als u me zegt dat ik u heb bedroefd, ben ik daar diep ongelukkig over, want ik maakte u geen verwijt. […] ik maakte me dus onterecht ongerust over deze proloog in de kerk. Ik ben een uilskuiken." Toenmalig literair criticus Barbey d’Aurevilly van zijn kant brandmerkt het werk als 'het gevaarlijkste boek van zijn tijd'. Baudelaire ten slotte ervaart een mengeling van bewondering en afkeer voor het literaire 'monster' Hugo. Nadat hij het eerste deel van Les Misérables zeer lovend heeft besproken in Le Boulevard, schrijft hij aan zijn moeder: "Dit boek is walgelijk en stompzinnig. In dit verband heb ik bewezen dat ik de kunst van het liegen versta. Om me te bedanken heeft hij me een absoluut belachelijke brief geschreven. Het bewijs dat een groot man ook een dwaas kan zijn." Het voortleven van Les Misérables heeft inmiddels onvoorstelbare proporties aangenomen, zoals blijkt uit de vele vertalingen, film- en toneelbewerkingen en musicals die ervan zijn gemaakt.
13
3. LES TRAVAILLEURS DE LA MER Les Travailleurs de la mer begint met dit opschrift: "Dit boek draag ik op aan de rots van gastvrijheid en vrijheid, aan dit stukje oude Normandische land waar het nobele kleine volk van de zee leeft, aan het strenge, zoete eiland Guernsey, mijn huidige asiel, en waarschijnlijk ook mijn graf." In deze roman brengt Victor Hugo hulde aan de Kanaaleilanden, die al een paar jaar zijn dagelijkse landschap vormen, en ook aan hun bewoners. Hij begon in juni 1864 aan de roman, met als titel L’Abîme [De afgrond] maar uiteindelijk verscheen de roman in 1866 onder de titel Les Travailleurs de la mer. Samenvatting Mess Lethierry, een oude reder, is eigenaar van La Durande, een stoomboot die tussen Guernsey en Saint-Malo vaart. Na een misdadig complot van de kapitein, de heer Clubin, lijdt de boot schipbreuk ter hoogte van Guernsey. Mess Lethierry is totaal van streek bij het idee zijn revolutionaire motor voorgoed te verliezen en belooft de hand van zijn beeldschone nichtje Déruchette aan degene die de nog intacte machines uit de gezonken boot weet te halen. In die tijd waren stoommachines nog zeldzaam en duur en voor de reder staat de schipbreuk van zijn boot gelijk aan bankroet. Gilliat, een mysterieuze maar robuuste visser, is stapelverliefd op Déruchette en neemt de uitdaging aan. Om zijn opdracht te vervullen moet hij een maand lang in zijn eentje op een onherbergzame plek werken en het hoofd bieden aan de zee en de elementen. Gedreven door zijn liefde voor Déruchette en steunend op zijn kunde doorstaat Gilliat vele wederwaardigheden, zoals het beroemde gevecht met een reusachtige inktvis in een onderzeese grot. Het einde verrast: de zeeman slaagt erin de machines vrij te maken, maar bij zijn terugkeer ziet hij dat Déruchette verliefd is geworden op de herder Ebenezer en dat de liefde wederzijds is. Gilliat besluit geen aanspraak te maken op de hand van de nicht van de reder en zich op te offeren voor Déruchettes geluk. Het komt tot een tragische ontknoping. Nadat Gilliat het huwelijk van het jonge paar heeft bijgewoond en hen aan boord van de Cashmere heeft zien gaan, gaat hij in een natuurlijke rotsholte aan de kust zitten en laat hij zich door het vloedwater overspoelen terwijl hij het schip met het bruidspaar ziet wegvaren … De tekeningen Na de publicatie van Les Travailleurs de la mer in 1866 laat Hugo het manuscript in Guernsey inbinden met 36 tekeningen van zijn hand. Het gaat om uitbeeldingen van de thematiek en schetsen van de omgeving van de Kanaaleilanden: zeelandschappen, steile kliffen, stormen en schipbreuken. Hugo’s ballingschap is een periode van intensieve grafische scheppingskracht. Les Travailleurs de la mer is bij uitstek de roman waaruit hij inspiratie heeft geput voor tekeningen die geen illustraties zijn. In deze tekeningen echoot de roman: ze zijn voor, tijdens en na het schrijven gemaakt. Op de tentoonstelling zijn een paar tekeningen van Hugo uit deze periode te zien. Op de inktlavistekening die hij naar Paul de SaintVictor heeft gestuurd, staat een stoomboot op een bijzonder onstuimige zee. Deze tekening kan in verband worden gebracht met de schipbreuk van La Durande.
14
Lavis is een tekentechniek waar Victor Hugo erg voor was. Er wordt slechts één kleur gebruikt die verdund wordt om verschillende kleursterkten te bereiken. Victor Hugo blonk uit in deze techniek, getuige andere lavistekeningen die hij tijdens het schrijven van Les Travailleurs de la mer heeft gemaakt. Het blaadje met verschillende monsters bijvoorbeeld, waaronder twee cyclopen, is een penseeltekening met bruin lavis (67278). Op een andere tekening met pen en bruine inkt en hoogsel met witte gouache zijn twee boten te zien, waarvan een tweemaster, op een kalme zee.
Er wordt ook een notitieboekje geëxposeerd. Victor Hugo schreef er een paar ideeën in die verband hielden met zijn werk en gebruikte het ook om te tekenen, meestal met potlood. Een ervan is heel precies: het draagt als bijschrift baggerboot van de haven van Guernsey, gedateerd 13 juni 1860, 10 u. ‘s morgens. Er zijn ook tal van schetsen van de meubilering van zijn woning in Guernsey.
15
V.
SUGGESTIES VOOR IN DE KLAS
Aan het bezoek van de tentoonstelling Victor Hugo in ballingschap kunnen achteraf diverse klasactiviteiten worden gekoppeld. U kunt de leerlingen aan het lezen zetten: de werken die op de tentoonstelling in de schijnwerpers staan – Les Misérables, Napoléon le Petit of Les Travailleurs de la mer – of secundaire literatuur over Hugo, of specifieke passages uit de brieven van of aan de dichter. Aansluitend bij de tentoonstelling kunt u ook historische, tijdeloze of juist heel actuele thema’s uitwerken. Tijdens het tentoonstellingsbezoek maken de leerlingen kennis met het werk van de schrijver, zijn politieke en maatschappelijke engagement en zijn uiteenlopende standpunten die een stempel hebben gedrukt op zijn oeuvre én zijn tijd. Aan de hand van de verschillende hieronder voorgestelde thema’s kunt u zich met de leerlingen verder verdiepen in een markante figuur van de 19de-eeuwse Franse literatuur en in de literaire stroming waartoe hij behoort. U kunt ook verbanden leggen tussen de zaken waarvoor Victor Hugo opkwam en wat daar in de 21ste eeuw van is geworden. Zijn de hedendaagse jongeren daar nog gevoelig voor? Een paar voorbeelden van bruikbare thema’s: De romantiek Victor Hugo is een romantisch schrijver. Hij stond al vroeg onder invloed van Chateaubriand, de voorloper van de romantiek in Frankrijk, en werd vanaf 1827 het kopstuk van de romantiek. Zijn appartement werd het trefpunt van het 'cenakel', een groep van jonge kunstenaars en militante romantische schrijvers zoals Alfred de Vigny, Alexandre Dumas, Sainte-Beuve, Gérard de Nerval en Théophile Gautier. Tijdens de tentoonstelling kunnen de leerlingen zich een beeld vormen van de culturele context waarin Victor Hugo zich bewoog. De romantiek ontstond in de eerste helft van de 19de eeuw in de literatuur en in de kunst en kenmerkt zich door een streven naar vrijheid ten opzichte van de traditie, de expressie van gemoedsbewegingen, een nauwe band met de natuur … Nadat de leerlingen verschillende romantische werken van de auteur hebben gelezen, kunnen ze de hoofdkenmerken van deze literaire stroming afbakenen en parallellen trekken met romantische schrijvers uit België zoals Hendrik Conscience of Guido Gezelle. U kunt ook de romantiek in de kunst bestuderen, bijvoorbeeld in de schilderkunst, aan de hand van werk van Eugène Delacroix, of in de muziek, door romantische composities van Chopin of Berlioz te beluisteren. Napoléon le Petit – het pamflet Nadat uw leerlingen op de tentoonstelling kennis hebben gemaakt met Napoléon le Petit, kunt u met hen ingaan op dit specifieke genre. De leerlingen lezen een passage uit Victor Hugo’s pamflet en bepalen er de hoofdkenmerken van zodat ze dit type tekst leren herkennen. Ze kunnen op verschillende elementen letten: woordenschat, zinswendingen, toon, bedoeling … Hoe is het vocabulaire gekleurd? Positief, negatief? Is de tekst subjectief? Is de woordkeus denigrerend? Wat is de bedoeling van de auteur? Overtuigen? Informeren? Hoe pakt hij dat aan? Hanteert de auteur een vriendelijke toon of klinkt hij eerder venijnig, agressief? 16
Waarin verschilt een pamflet van een satire of van een polemiek? Als de leerlingen de karakteristieken van een pamflet onder de knie hebben, kunnen ze de oefening nog verder doortrekken door zelf een kort pamflet te schrijven over een thema naar keuze dat hun ter harte gaat. Actuele verbanden – actualisering van de thema’s Victor Hugo heeft in de 19de eeuw op vele fronten strijd geleverd: voor persvrijheid, voor de rechten van de vrouw, tegen de sociale ellende, voor recht op onderwijs, tegen de doodstraf … Het is verbazingwekkend vast te stellen dat deze problemen twee eeuwen later nog niets aan actualiteit hebben ingeboet. In dit verband kunnen de leerlingen worden aangezet tot nadenken over het politieke en sociale engagement van hedendaagse schrijvers. Wat is tegenwoordig de macht van literatuur? Victor Hugo gebruikte literatuur als middel om vernieuwing te brengen in de Franse samenleving, terwijl Napoleon III niet aarzelde om er een propagandamiddel van te maken. Een terugkerend thema in Victor Hugo’s briefwisseling is zijn droom van een verenigd Europa. Nu is dat een gangbaar begrip, maar in de 19de eeuw was dat idee volstrekt revolutionair. Na zes maanden ballingschap in Brussel riep Victor Hugo de Belgen en de Franse ballingen in de zomer van 1852 in een toespraak op om Napoleon III het hoofd te blijven bieden en de toekomst toch positief tegemoet te zien: "Vrienden, vervolging en verdriet, dat is vandaag; de Verenigde Staten van Europa, de broedervolkeren, dat is morgen." Als symbool van deze visie plantte Hugo op 14 juli 1870 in zijn tuin in Guernsey de 'eik van de Verenigde Staten van Europa'. Hugo’s profetische visie over een verenigd Europa kan een aangrijpingspunt vormen voor een discussie over de huidige politieke situatie in Europa. Hugo vocht zijn leven lang tegen censuur. Talrijke werken van de dichter vielen ten prooi aan de toenmalige censuur. Karel X verbood de toneelstukken Hernani, Marion de Lorme en Le Roi s’amuse. Napoléon le Petit moest in Frankrijk clandestien zijn weg gaan. Ook Les Misérables werd herhaaldelijk door censuur getroffen. Op dit gebied kunt u de leerlingen attenderen op andere werken die in de tijd van hun verschijnen werden gecensureerd, zoals L’Encyclopédie, dat in 1752 in Frankrijk werd verboden, of Le Deuxième Sexe van Simone de Beauvoir, dat in Spanje in de jaren 1950 verboden was. Er kan klassikaal worden nagedacht over de macht van censuur vandaag. Zeer onlangs werd Harry Potter en de Steen der Wijzen van J.K. Rowling verboden in de Verenigde Arabische Emiraten en op sommige Canadese scholen … Als tegenstander van het bonapartistische bewind besloot Victor Hugo te vluchten, hij stak de grens over en leefde negentien jaar in ballingschap. Ballingschap is nog steeds een actueel thema vanwege de zware politieke repressie in tal van landen. Wie zijn de ballingen en politieke vluchtelingen van 2014?
17
VI.
PRAKTISCHE INFORMATIE
Bezoek aan “Victor Hugo in ballingschap”: een ontdekking Door de tentoonstelling te bezoeken onder leiding van een gids ontdekken de leerlingen het boeiende leven van Victor Hugo. Dankzij de brieven en andere documenten op de tentoonstelling komen ze alles te weten over de ballingschapsperiode en de krachtige standpunten van de dichter. Tijdens het bezoek gaat bijzondere aandacht naar het werk van de schrijver. Hugo’s felle pamflet Napoléon le Petit, dat onder censuur stond en in Frankrijk alleen clandestien kon worden verspreid, en ook twee van zijn romans, Les Misérables en Les Travailleurs de la mer, worden onder de loep genomen. Duur van de rondleiding: 1 uur
Themaworkshop in verband met de tentoonstelling: Tekeningen, inktvlekken en sjablonen Na het bezoek aan de tentoonstelling Victor Hugo in ballingschap, waarbij talrijke tekeningen van de dichter worden getoond, mag de klas de grafische wereld van Victor Hugo in duiken. De verschillende technieken van deze tekenaar worden kort toegelicht, waarna iedereen ze zelf kan uittesten. Lavistekeningen, inktvlekken, sjablonen en afdrukken: technieken genoeg om de leerlingen de kans te geven hun creativiteit de vrije loop te laten. Duur van de workshop: 1 uur
18