Pedagogisch dossier
Basisonderwijs
Inhoudstabel Inleiding .................................................................................................................................................. 2 1.
Situering binnen het onderwijs ........................................................................................................ 3 1.1.
2.
Brussels Museum van de Molen en de Voeding ..................................................................... 3
De tentoonstelling Cannibals. Tussen feit en fictie. ........................................................................ 5 2.1.
Situering binnen de eindtermen van het Basisonderwijs ......................................................... 5 Muzische vorming ..................................................................................................................... 5 Nederlands .................................................................................................................................. 5 Wereldoriëntatie ......................................................................................................................... 7 Sociale vaardigheden ................................................................................................................. 7
3.
4.
5.
Gids voor de leerkracht: ‘Cannibals. Tussen feit en fictie’ ............................................................. 9 3.1.
Inleiding................................................................................................................................... 9
3.2.
Praktische aspecten.................................................................................................................. 9
3.3.
Mogelijkheden voor een bezoek met de klas......................................................................... 11
Verloop bezoek ‘Cannibals .......................................................................................................... 13 4.1.
Aankomst in het museum ...................................................................................................... 13
4.2.
Rol van de leerkracht ............................................................................................................. 13
4.3.
Gebruiksaanwijzing doe-boek ............................................................................................... 14
Overzicht inhoud tentoonstelling ‘Cannibals’ ............................................................................... 15 5.1 Waarom dit thema ? .................................................................................................................... 15 5.2 Samenvatting ............................................................................................................................... 15 1. Cannibals................................................................................................................................... 15 2. De studie van kannibalisme: geloofwaardigheid van de bronnen? ........................................... 16 3. Kannibalisme in een traditionele context .................................................................................. 16 4. Overlevingskannibalisme .......................................................................................................... 17 5. Transsubstantiatie ...................................................................................................................... 17 6. Medisch kannibalisme ............................................................................................................... 18 7. Van bijgeloof tot faits divers ..................................................................................................... 18 8. Kannibalisme inspireert… ......................................................................................................... 18 9. De kannibaal in ieder van ons ................................................................................................... 19
Bijlagen ................................................................................................................................................. 20 Bijlage 1: Het doe-boek ..................................................................................................................... 20 Bijlage 2: Voorbereiding en naverwerking ....................................................................................... 20
1
Inleiding Het Brussels Museum van de Molen en de Voeding streeft ernaar jaarlijks een tijdelijke boeiende maar ook educatieve tentoonstelling uit te werken binnen het thema voeding, met ruim voldoende aandacht voor een zeer divers publiek. Dit jaar werd gekozen voor een uniek en gedurfd thema: kannibalisme. Een thema dat op het eerste zicht wat kan afschrikken of waar u als leerkracht niet meteen raad mee weet in de klas. Vandaar werd een pedagogisch dossier uitgewerkt dat u op weg helpt met dit thema zowel voor, tijdens als na u bezoek. Kannibalisme is een onderwerp dat choqueert, intrigeert maar daarnaast ook een taboe bij uitstek blijft. Toch is dit niet enkel een barbaarse praktijk, maar evengoed een stukje van onze eigen westerse geschiedenis. Dacht u al aan de Eucharistie, overlevingskannibalisme of de vele recepten (speculazen ventjes, toast kannibaal), sprookjes (Hans en Grietje), films, muziek, kunst, enz… Het is verbazend hoeveel richtingen men uitkan met dit onderwerp zowel op historisch, geografisch, sociologisch, artistiek als taalkundig vlak. Dit pedagogisch dossier bestaat uit twee delen. In het eerste deel wordt de situering van het museum en de tentoonstelling binnen het onderwijs weergegeven. De vraag: ‘Waarom is een museumexcursie waardevol voor het leerproces van uw leerlingen’ wordt behandeld. Daarnaast worden de eindtermen van de tentoonstelling aan onder andere Muzische vorming, Nederlands en Wereldoriëntatie gekoppeld. Het tweede deel bestaat uit een gids voor de leerkracht. Hier vindt u praktische aspecten van een bezoek aan het museum en de tentoonstelling. Ook de rol die u, als leerkracht, binnen het bezoek op u kunt nemen wordt behandeld. Naast dit dossier is er voor de leerlingen van het basisonderwijs een doe-boek* ontwikkeld. Dit boekje bevat informatie, beeldmateriaal en actualiteiten over kannibalisme, maar ook informatieve spelen die de leerlingen zullen stimuleren in hun leerproces. Tevens werd het boekje gelinkt aan de tentoonstelling. Dit boekje kan u eventueel als inspiratiebron gebruiken voor in de klas. *Doe-boek is pas verkrijgbaar vanaf maart 2014!
2
1. Situering binnen het onderwijs 1.1.
Brussels Museum van de Molen en de Voeding
Waarom naar het museum? "Waarom moeten we naar het museum?", durven leerlingen wel eens vragen. Wel, het antwoord bij uitstek op deze vraag is: "Om iets bij te leren". Een museum vervult een belangrijke educatieve rol. Musea brengen via memorabele ervaringen nieuwe kennis bij aan bezoekers. Deze verworven kennis kan dan weer een basis vormen voor nieuwe kennis of ervaringen. Iedere bezoeker reageert anders op de aangeboden kennis. Maar zeker is dat er een leerproces in gang wordt gezet en dit proces kan gezien worden als een proces van levenslang leren. Elke bezoeker kan telkens opnieuw wat bijleren. Ten eerste biedt een museum nieuwe kennis en vaardigheden aan. Ten tweede verbreedt een museum de horizon van de bezoekers. Een museum kan naast nieuwe kennis, ook nieuwe verbanden aan het licht brengen. Museumbezoekers worden gestimuleerd om nieuwe relaties te ontdekken binnen een tentoonstelling. Ten derde laat een museumbezoek ook toe emoties te tonen. Bezoekers mogen hun waardering tonen over een bepaalde tentoonstelling. Ten vierde kan het museum de ogen openen. Men komt in aanraking met nieuwe culturen, ervaringen, etc. Vaak kunnen bezoekers uit een museumbezoek conclusies trekken die nuttig zijn voor hun eigen leven. Bezoekers nemen mogelijk hun eigen attitudes in overweging. Na een museumbezoek kunnen bezoekers een evolutie in attitudes en meningen ervaren. Iedere bezoeker is uniek. Iedere bezoeker zal dan ook een uniek leerproces doormaken. De individuele leerstijlen en ervaringen kunnen binnen musea makkelijker worden verwerkt. De bezoekers kunnen op hun eigen tempo hun leerproces doorlopen. Een tweede antwoord op de vraag ‘Waarom moeten we naar het museum?’ is natuurlijk ‘Omdat het leuk is’. Een museumuitstap kan de perceptie over leren veranderen. Leerlingen die kennis opdoen als saai en passief ervaren, worden nu actief betrokken in hun leerproces. Door een uitstap te maken, ervaren ze leren als iets leuks en spannends. Ze mogen de schoolbanken even verlaten om in klasverband kennis te maken met nieuwe culturen, nieuwe inzichten en nieuwe interesses. Een museumtentoonstelling kan hen helpen hun nieuwsgierigheid te prikkelen en hun fantasie te stimuleren. Vanuit de concrete ervaring van een museumbezoek zullen de leerlingen zin krijgen om nog meer kennis op te doen. De keuze voor een museumbezoek als een educatieve uitstap kan dus enerzijds verklaard worden vanuit de concrete educatieve invulling van leerstof met respect voor het individuele leerproces. Anderzijds biedt een museumbezoek de leerlingen de kans om op een leuke, actieve manier om te gaan met nieuwe kennisgebieden. Waarom naar het Brussels Museum van de Molen en de Voeding? ‘Waarom wil je met je klas naar het Brussels Museum van de Molen en de Voeding gaan?’: is een vraag die misschien door de directie wordt geopperd. Het antwoord op deze vraag bevindt zich in de geschiedenis en de werking van het museum.
3
Het Brussels Museum van de Molen en de Voeding heeft een rijke geschiedenis, waardoor een bezoek aan het museum op meerdere fronten kennis bijbrengt. Het Brussels Museum van de Molen en de Voeding is gelegen in de Molen van Evere. Dit historische gebouw heeft sinds 1841 onderdak geboden aan een opeenvolgende reeks van uiteenlopende activiteiten. Dit maakt het Brussels Museum van de Molen en de Voeding de ideale partner om de rijke geschiedenis van Evere te ontdekken. De Molen van Evere is tevens een getuige van de overgang van een traditionele naar een moderne economie. Bezoekers kunnen hierover meer te weten komen binnen de permanente tentoonstelling van het museum. Men kan op een actieve en leerrijke manier kennis maken met de geschiedenis van de Molen van Evere. Aan de hand van originele werktuigen en een documentaire worden bezoekers in de tijd gekatapulteerd om de werking van de maalderij van dichtbij te ervaren. De verschillende technieken, werktuigen en energiebronnen die nodig zijn om voeding te maken, komen aan bod. Deze inbedding van het museum binnen de gemeentelijke en Belgische geschiedenis maakt dat het Brussels Museum van de Molen en de Voeding niet enkel een belangrijke educatieve rol vervult. Het museum draagt ook een belangrijke publieke en sociale verantwoordelijkheid. Bezoekers leren over de economische en technische omwenteling aan de hand van het voorbeeld van de Everse Molen. De bezoekers krijgen de kans zich te verdiepen in nieuwe kennisgebieden aan de hand van een concreet voorbeeld. Tenslotte zijn er ook een heleboel praktische redenen om voor het Brussels Museum van de Molen en de Voeding te kiezen. Dit is een gezellig en dynamisch museum. Indien gewenst, staat er een bekwaam en enthousiast team klaar om u te begeleiden. Het Brussels Museum van de Molen en de Voeding heeft een uitgebreid programma met rondleidingen, workshops, evenementen, etc. Het museum is te bereiken via het openbaar vervoer. Meer informatie hierover vindt u terug, verder in dit dossier, in de 'Gids voor leerkrachten' bij 'Praktische aspecten'. Waarom het Brussels Museum van de Molen en de Voeding een uitstekende pedagogische uitstap is, mag ondertussen duidelijk zijn. Kortom: het museum vervult een educatieve, publieke en sociale rol en combineert een goede sfeer en een dynamische werking met deskundige begeleiding.
4
2. De tentoonstelling Cannibals. Tussen feit en fictie. Tot 31 augustus 2014 zal de Expo ‘Cannibals. Tussen feit en fictie’ plaatsvinden in het Brussels Museum van de Molen en Voeding (BMMV). Het is de eerste tentoonstelling over het thema ‘kannibalisme’ op Belgisch grondgebied. De bezoekers komen meer te weten over dit bijzondere onderwerp aan de hand van een zeer divers parcours met aandacht voor alle aspecten van dit thema. Er wordt aandacht besteed aan definities, historische kritiek, kannibalisme in een traditionele context, overlevingskannibalisme, transsubstantiatie, medisch kannibalisme, bijgeloof en faits divers maar evengoed ook de artistieke erfenis betreffende dit onderwerp. Dankzij deze tentoonstelling heeft dit taboe onderwerp geen geheimen meer voor u. De tentoonstelling werd geïllustreerd met tal van reproducties, documenten, kunstvoorwerpen en nog veel meer.
2.1.
Situering binnen de eindtermen van het Basisonderwijs
De tentoonstelling ‘Cannibals’ stelt het leren van de leerlingen voorop. Dit pedagogisch dossier sluit aan bij de leergebieden Muzische vorming, Nederlands en Wereldoriëntatie. Dit zijn volgende eindtermen: 1 Muzische vorming – Beeld De leerlingen kunnen 1.1* door middel van kunst- en beeldbeschouwing een persoonlijk waardeoordeel ontwikkelen over beelden en beeldende kunst van vroeger, van nu en van verschillende culturen. 1.2 door betasten en voelen (tactiel), door kijken en zien (visueel) impressies opdoen, verwerken en erover praten. 1.3 beeldinformatie herkennen, begrijpen, interpreteren en er kritisch tegenover staan.
6 Muzische vorming – Attitudes De leerlingen kunnen 6.1*
blijvend nieuwe dingen uit hun omgeving ontdekken.
1 Nederlands – Luisteren
De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = structureren) de informatie op een persoonlijke en
5
overzichtelijke wijze ordenen bij: 1.5 een uiteenzetting of instructie van de leerkracht; 1.6 een voor hen bestemde instructie voor een buitenschoolse situatie;
De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = beoordelen) op basis van, hetzij de eigen mening, hetzij informatie uit andere bronnen, de informatie beoordelen die voorkomt in: 1.8 een discussie met bekende leeftijdgenoten; 1.9 een gesprek met bekende leeftijdgenoten;
2 Nederlands – Spreken De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = beschrijven) het gepaste taalregister hanteren als ze: 2.1 aan leeftijdgenoten over zichzelf informatie verschaffen; 2.2 aan iemand om ontbrekende informatie vragen; 2.3 over een op school behandeld onderwerp aan de leerkracht verslag uitbrengen;
De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = structureren) het gepaste taalregister hanteren als ze: 2.5 vragen van de leerkracht in verband met een behandeld onderwerp beantwoorden; 2.6 van een behandeld onderwerp of een beleefd voorval een verbale/non-verbale interpretatie brengen, die begrepen wordt door leeftijdgenoten; 2.7 bij een behandeld onderwerp vragen stellen die begrepen en beantwoord kunnen worden door leeftijdgenoten;
De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = beoordelen) het gepaste taalregister hanteren als ze op basis van vergelijking, hetzij met hun eigen mening, hetzij met andere bronnen: 2.9* in een gesprek kritisch reageren op de vragen en opmerkingen van bekende volwassenen;
3 Nederlands – Lezen De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = beschrijven) de informatie achterhalen in 3.1 voor hen bestemde instructies voor handelingen van gevarieerde aard; 3.2 de gegevens in schema's en tabellen ten dienste van het publiek;
6
3.3 voor hen bestemde teksten in tijdschriften.
De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = structureren) de informatie ordenen die voorkomt in: 3.4 voor hen bestemde school- en studieteksten en instructies bij schoolopdrachten;
3 Wereldoriëntatie – Mens Ik en mezelf De leerlingen 3.1* drukken in een niet-conflictgeladen situatie, eigen indrukken, gevoelens, verlangens, gedachten en waarderingen spontaan uit. 3.2 kunnen beschrijven wat ze voelen en wat ze doen in een concrete situatie en kunnen illustreren dat zowel hun gedrag als hun gevoelens situatiegebonden zijn. 3.3* tonen in concrete situaties voldoende zelfvertrouwen, gebaseerd op kennis van het eigen kunnen.
5 Wereldoriëntatie - Tijd
Historische tijd De leerlingen 5.8 kunnen aan de hand van een voorbeeld illustreren dat een actuele toestand, die voor kinderen herkenbaar is, en die door de geschiedenis beïnvloed werd, vroeger anders was en in de loop der tijden evolueert. 5.9* tonen belangstelling voor het verleden, heden en de toekomst, hier en elders.
7 Brongebruik 7 De leerlingen kunnen op hun niveau verschillende informatiebronnen raadplegen.
Leergebiedoverschrijdend sluit dit pedagogisch dossier aan bij: 1 Sociale vaardigheden - domein relatiewijzen
7
1.2 De leerlingen kunnen in omgang met anderen respect en waardering opbrengen. 1.3 De leerlingen kunnen zorg opbrengen voor iets of iemand anders. 1.4 De leerlingen kunnen hulp vragen en zich laten helpen. 1.5 De leerlingen kunnen bij groepstaken leiding geven en onder leiding van een medeleerling meewerken. 1.6 De leerlingen kunnen kritisch zijn en een eigen mening formuleren. 1.7 De leerlingen kunnen zich weerbaar opstellen naar leeftijdgenoten en volwassenen toe door signalen te geven die voor anderen begrijpelijk en aanvaardbaar zijn. 1.8 De leerlingen kunnen zich discreet opstellen. 1.9 De leerlingen kunnen ongelijk of onmacht toegeven, kritiek beluisteren en eruit leren.
2 Sociale vaardigheden - domein gespreksconventies 2. De leerlingen kunnen in functionele situaties een aantal verbale en niet-verbale gespreksconventies naleven.
3 Sociale vaardigheden - domein samenwerking 3. De leerlingen kunnen samenwerken met anderen, zonder onderscheid van sociale achtergrond, geslacht of etnische origine.
8
3. Gids voor de leerkracht: ‘Cannibals. Tussen feit en fictie’ 3.1.
Inleiding
Om het bezoek aan ons museum voor de leerkracht te vergemakkelijken bieden we een gids aan die de leerkracht helpt met de voorbereiding van het bezoek aan de tentoonstelling ‘Cannibals’. Het doel is dat leerkrachten via deze gids, de leerlingen zo optimaal mogelijk kunnen begeleiden voor, tijdens en na het bezoek aan het museum. Deze gids biedt u een compleet en volledig overzicht aan van de inhoud van de tentoonstelling aan de hand van een samenvatting en beeldmateriaal. Daarnaast bevat deze gids bijkomende informatie zoals praktische aspecten: hoeveel kost een bezoek aan het museum en wat zijn de mogelijkheden? Ook bevat de gids informatie en materiaal voor de voorbereiding en naverwerking in de klas.
3.2.
Praktische aspecten
Contact: Brussels Museum van de Molen en de Voeding Windmolenstraat 21 / Lindestraat 189 – 1140 Evere +32 (0)2 245 37 79 / Fax +32 (0)2 245 27 02 www.molenevere.be
[email protected] Bereikbaarheid: Bus: In- en uitstappen als mede langdurig parkeren van autobussen kan op de parkeerplaats van Basischool Everheide (Windmolenstraat) mits voorafgaande reservatie via het museum. Auto: Langdurig parkeren kan aan het sportcomplex St. Vincent Stroobantsstraat of in de buurt van het museum mits het gebruik van een parkeerschijf. Openbaar vervoer: Tram 55 (MIVB) Bus 45 (MIVB) Bus 64, 65 (MIVB) Bus 66 (MIVB) Tram 7 (MIVB) Bus 270, 271, 272 en 471 (De Lijn) Trein (NMBS)
Halte ‘Linde’ (ingang Lindestraat 189) Halte ‘Hoedemaekers’ Halte ‘Onze Lieve Vrouw’ (richting Haachtsesteenweg) Halte ‘Kurt’ Halte ‘Paul Brien Hospitaal’ (Haachtsesteenweg tot Lindestraat 189) Halte ‘Van de Velde’ Station Evere
9
Openingstijden:
Woensdag - Vrijdag: 10.00 – 17.00 Zaterdag – Zondag: 13.00 – 17.30 Gesloten op maandag en dinsdag (tenzij op reservatie) en op 1/01, 1/05, 1/11, 11/11, 24/12, 25/12 en 31/12. Jaarlijkse sluiting: 2e en 3e week van september
10
3.3.
Mogelijkheden voor een bezoek met de klas
Individueel bezoek Wat? U bezoekt het museum en de tentoonstelling zelfstandig. Duur? 1 uur Wanneer? Woensdag tot vrijdag van 10u tot 17 u. Prijs? 3,5€ per volwassene en 2€ voor werkzoekende/mindervaliden/studenten/senioren. Gratis voor kinderen onder de 12 jaar. Reservatie? Voor een individueel bezoek is geen reservatie nodig. Rondleiding Wat? Deze activiteit bestaat uit een rondleiding in de tentoonstelling aangepast aan de leeftijdsgroep of doelgroep. Het team van gidsen heeft ervaring met verschillende soorten doelgroepen en is flexibel om zich aan te passen aan de noden van elke groep. Er worden steeds aangepaste rondleidingen uitgewerkt: • Educatieve rondleiding voor onderwijs • Rondleiding op maat van volwassen • Rondleiding voor groepen met een beperking Duur? 1 uur Wanneer? Van dinsdag tot vrijdag tussen 10.00 en 17.00 Prijs? 15 pers. max./groep: 50€ Reservatie? Een reservatie is verplicht!
11
Bezoek en kookworkshop Wat? Deze activiteit bestaat uit een rondleiding in de tentoonstelling, aangepast aan de leeftijdsgroep of doelgroep, van +/- 45 min. Daarna volgt er een kookworkshop in de museumkeuken van het BMMV. De bedoeling van de kookworkshops is vooral om op een ludieke manier om te gaan met het thema. Er wordt natuurlijk geen vlees bereid! •
Kannibalenlolly’s: In een aantal landen en culturen worden er suikeren figuurtjes gemaakt in de vorm van lichaamsdelen of schedels. Denk maar aan Mexico met Dias de Los Muertos. Maar evengoed in onze eigen cultuur bestaat er tal van snoepgoed naar de vorm van lichaamsdelen. In deze workshop ontdekt met het proces van het suikerkoken tot de vormgeving.
•
Pizzamummies: Tot het begin van de 20ste eeuw werden Egyptische mummies vermalen tot mumia. Dit gold als een wondermedicijn. In deze workshop krijgt u de kans zelfs eens een mummie te eten. Maar dan eentje van pizzadeeg en ander lekkers.
•
Speculaaspopjes: Deze koeken verschijnen regelmatig onder de vorm van mensenfiguurtjes. Denk maar aan het Sinterklaasfeest. Na deze workshop kan je een zelfgemaakte speculazen popje smullen.
• Proteïnen keuken Mensenvlees zou een bron van proteïnes zijn. Maar wat zijn proteïnes en op welke manier zijn deze al aanwezig in de voedselpiramide? In deze workshop wordt een proteïnerecept bereid. Er werd gekozen voor koekjes met algen en sesam.
Duur? 2 uur Wanneer? Van dinsdag tot vrijdag tussen 10.00 en 17.00 Prijs? 15 pers. max./groep 60€
12
Reservatie? Een reservatie is verplicht! Reservatie
Indien u rondleiding of bezoek met workshop wenst te reserveren voor één of meerdere klassen kan dit telefonisch (tijdens de openingsuren van het museum) of per e-mail: Tel: 02/245.37.79 E-mail:
[email protected] Er wordt dan een reservatieformulier opgesteld met de nodige gegevens. Betaalwijze
Betaling kan op de dag zelf via cash, bancontact of proton. Er kan ook een factuur verstuurd worden.
4. Verloop bezoek ‘Cannibals 4.1.
Aankomst in het museum
Bij aankomst in het museum kan men zich melden aan de balie. De tassen en jassen van de leerlingen kunnen gedurende de hele rondleiding veilig worden opgeborgen in dozen, specifiek voor de groep. Omwille van de geschiedenis die zich achter het molenmuseum schuilt, kan er een korte film over de Molen van Evere bekeken worden. Deze maakt echter geen onderdeel uit van de tentoonstelling ‘Cannibals’, maar is vrijblijvend beschikbaar.
4.2.
Rol van de leerkracht
De rol van de leerkracht is tijdens het bezoek aan het museum en de rondleiding van groot belang. Als leerkracht bent u geen passieve bijstander, maar speelt u een actieve rol in het leerproces tijdens (en na) het bezoek. Begeleidende leerkrachten kennen hun eigen klas als
13
geen ander en dienen steeds bij de klas te blijven. Als leerkracht kunt u de leerlingen stimuleren om actief mee te werken bij het bezoek. Om een bezoek aan ‘Cannibals’ vlot te laten verlopen en het leerproces bij de leerlingen te bevorderen worden er ook een aantal hulpmiddelen aangereikt in dit dossier: 1. Voorbereiding: de leerlingen worden voorbereid op de tentoonstelling. Dit kan op school of buiten de school door de leerlingen bijvoorbeeld een huistaak te geven. Door reeds basiskennis mee te geven, kan de informatie tijdens het bezoek optimaal verwerkt worden. Om het bezoek aan het museum in te leiden, kan de leerkracht kiezen uit een aantal opdrachten, die zowel afzonderlijk dan wel samen in 1 les kunnen worden geïntegreerd. In bijlage 2 vindt u alle informatie. 2. Bezoek: de leerlingen worden gemotiveerd en gestimuleerd. De fysieke ervaringen moeten de opgedane kennis consolideren. 3. Opvolging: Het is noodzakelijk om de opgedane informatie nogmaals te bespreken, verwerken of evalueren. Anders gaat de informatie verloren. Het bespreken van het de ervaringen tijdens het bezoek aan de tentoonstelling is zeker aan te raden. Dit kan plaatsvinden direct na het bezoek, of later in een volgende les. U kan eventueel gebruik maken van het doe-boek.
4.3.
Gebruiksaanwijzing doe-boek
Het doe-boek is beschikbaar aan het onthaal van het museum (1€ per stuk) of op onze website. Dit boekje bevat weetjes, feiten, een schat aan beeldmateriaal maar ook een aantal doeopdrachten over kannibalisme. *doe-boek is pas verkrijgbaar vanaf maart 2014!
14
5. Overzicht inhoud tentoonstelling ‘Cannibals’ 5.1 Waarom dit thema ? ‘Cannibals. Tussen feit en fictie’ is de eerste overzichtstentoonstelling over dit onderwerp op Belgisch grondgebied. Het Brussels Museum van de Molen en de Voeding haalt het onderwerp weer uit zijn taboesfeer. De bedoeling van deze tentoonstelling is niet om moedwillig te choqueren, maar eerder een kritische blik te werpen op dit toch wel zeer bijzondere onderwerp. Er wordt aandacht besteed aan de verschillende soorten van kannibalisme aan de hand van allerlei verschillende voorwerpen en andere media (gravures, rituele voorwerpen, kunstvoorwerpen, reproducties, …)
Théodore Géricault, Het vlot van de Medusa, 18181819 © RMN-Grand Palais (Musée du Louvre) / Michel Urtado
James Ensor, De gevaarlijke koks, 1896, privécollectie© SABAM Belgium 2013
5.2 Samenvatting 1. Cannibals ‘Kannibalisme’ … Dit woord wordt in onze Westerse samenleving over het algemeen beschouwd als een wrede en onmenselijke praktijk. Toch is kannibalisme echter al zo oud als de mensheid zelf en komt het zelfs op een zekere min of meer verscholen wijze voor in ons dagelijks leven: van spreekwoorden tot keukenrecepten, enz.
Sinterklaas van speculaas © Bakkerij Museum
‘Toast kannibaal’ © Ransbottyn
15
2. De studie van kannibalisme: geloofwaardigheid van de bronnen? Elke studie over mogelijk kannibalisme vraagt fundamenteel een kritische blik voor de interpretatie van de bronnen. Gezien de vele vooroordelen en het taboekarakter van deze thematiek is een uiterste voorzichtigheid geboden: antropofagie (het eten van mensen) werd in het verleden als praktijk dikwijls toegeschreven aan vijanden, marginalen of volkeren uit de verste hoeken van de wereld. Dit gebeurde vaak teneinde deze mensen als onmenselijk af te schilderen.
Hans STADEN & Théodore DE BRY, Americae tertia pars,1592, p. 128 © KBR
Charles-Louis PHILIPPE, Das Bein der Tiennette, 1923, p. 93 © KBR
3. Kannibalisme in een traditionele context Antropologen maken over het algemeen een onderscheid tussen ‘endokannibalisme’ (de consumptie van een overleden bloedverwant of naaste teneinde hun levenskrachten en meest nobele eigenschappen terug te winnen) en ‘exokannibalisme’ (de consumptie van een overwonnen vijand ter vernedering of het zich toe-eigenen van zijn kracht). Toch bestaan beide vormen van kannibalisme zeer vaak naast elkaar binnen eenzelfde cultuur. Deze praktijken gingen vaak gepaard met rituelen en leidden tot de productie van allerlei specifieke voorwerpen.
Schaal van de dood - Yanomami © MHNE, Lille
Maripi-mes, Maori-volk, Nieuw-Zeeland, 18de eeuw © Pitt Tivers Museum, Oxford
16
4. Overlevingskannibalisme In welbepaalde en uiterst extreme situaties kan overlevingskannibalisme zich opdringen als enige oplossing teneinde te overleven. Heel wat mensen herinneren zich de vliegtuigcrash van 1972 waarbij een Uruguayaans rugbyteam vast kwam te zitten in het Andesgebergte. De overlevenden aten mensenvlees van de reeds gestorven passagiers. De recente ontdekking van toegetakelde beenderen (snijsporen) op de schedel van een jong meisje in de staat Virginia (Verenigde Staten) bevestigde het bestaan van kannibalistische praktijken onder de eerste Engelse kolonisten.
Frank Marshall, Alive, Verenigde Staten, 1992 © UIP (United International Pictures)
Overlevingskannibalisme bij de eerste Amerikaanse kolonisten © Don Hurlbert, Smithsonian
5. Transsubstantiatie De consumptie van het ‘lichaam en bloed van Christus’, onder de vorm van een hostie en wijn, ligt aan de grondslag van een van de voornaamste sacramenten van het Christendom: de eucharistie. In 1215 zal de katholieke kerk de leer van de transsubstantiatie vastleggen die de werkelijke tegenwoordigheid van Christus via zijn lichaam en bloed, onder de vorm van brood en wijn, oplegt.
Hostie ijzer met afdruk van ‘levensboom’ © Musea Brugge
Art deco Pateen in de vorm van een vis (Ichtus) © Unité pastorale du Kerkebeek
17
6. Medisch kannibalisme Het menselijk lichaam (bloed, urine, ontlasting, schedel, mummie) werd gebruikt voor de bereiding van allerlei geneesmiddelen. eesmiddelen. Toch flirt deze praktijk sinds lange tijd met de ‘moreel aanvaardbare’ grenzen. Zelfs vandaag blijven bepaalde verbuigingen bestaan, zoals bijvoorbeeld het fenomeen van ‘placentofagie’ (consumptie van placenta na geboorte), dat meer en meer inn de mode raakt in de Verenigde Staten.
Pierre Pomet, Histoire générale des drogues, drogues 1694 © Collection pharmaceutique Albert Couvreur (UCL)
Mumia (beenfragment van de schedel van een mumie) © Musée des Plantes médicinales et de la Pharmacie (ULB)
7. Van bijgeloof tot faits divers Verhalen over kannibalisme zijn er altijd geweest in onze samenlevingen. Heksen uit de late Middeleeuwen en Moderne tijd werden, onder andere, beschuldigd van het eten van bloed en vlees van ongedoopte kinderen. Maar tot op op de dag van vandaag duiken er regelmatig feiten op in de rubriek faits divers (diverse feiten) van antropofage misdaden gepleegd door psychopaten.
Jan Luyken, Terechtstelling van de heks Anne Hendricks te Amsterdam in 1571© © Henri Veyrier, Paris
Martin Weisz, Grimm Love, Love 2006 © Senator Entertainment Co / BFD
8. Kannibalisme inspireert… Kunstenaars, schrijvers, cineasten en muzikanten halen inspiratie uit dit thema bij de realisatie van hun artistieke werk. Denk maar aan de vele strips, sprookjes over mensenetende reuzen, het fenomeen van de vampier of de vele films zoals ‘Cannibal Holocaust’, Holocaust’, die zelfs leidde tot een heus schandaal in de jaren 1980.
18
Zidrou & J. Fournier, Les Crannibales,, t. 3 :Pour qui sonne le gras ?, 1999.
Gustave Doré, Le petit Poucet © Gallica-BnF Gallica
9. De kannibaal in ieder van ons Kannibalisme staat ten slotte veel dichter bij ons dan men op het eerste zicht zou denken. Is niet elk van ons ergens een klein beetje kannibaal?
19
Bijlagen Bijlage 1: Het doe-boek Het doe-boek kunt u vanaf maart 2014 terugvinden op onze website: www.molenevere.be als pdf-document U kunt het boekje ook aanvragen aan het onthaal van het museum voor 1€ per stuk. Indien u meer inlichtingen wenst, kan u contact opnemen met het museum via mail of telefoon tijdens de openingsuren. (
[email protected] of 02/245.27.02)
Bijlage 2: Voorbereiding en naverwerking 1. Voorbereiding: Een bezoek aan het Brussels Museum van de Molen en Voeding en de tijdelijke tentoonstelling ‘Cannibals’ kan in principe zonder voorbereiding in de klas. Voor de leerkrachten die dit wel wensen te doen stellen we een aantal mogelijkheden voor. Via de voorbereiding trachten een aantal doelstellingen te worden gerealiseerd. Vooreerst worden de leerlingen warm gemaakt voor het onderwerp. Ook wordt er gepeild naar de beginsituatie van de leerlingen. Wat weten zij al over het onderwerp? Op deze manier kan de leerkracht of de gids beter inspelen op de noden van de leerling tijdens het bezoek aan het museum. Er zijn verschillende mogelijkheden, die in verschillende lessen kunnen geïntegreerd worden: 1. 1. Ik zal een museum bezoeken Misschien is het wel de eerste keer dat deze leerlingen een museum bezoeken. U kan iets vertellen over het begrip museum en meer welk soort museum ze zullen bezoeken. Aan de hand van een onderwijsleergesprek kan u de leerlingen hun kennis hierover nagaan. -
Wie is er al eens in een museum geweest? • Bv. Natuurhistorisch museum, museum op vakantie, modemuseum, ..
-
Wat is er te zien in een museum? • Kunst, schilderijen, dingen, skelet, .. (antwoord afhankelijk van de leerlingen hun eigen ervaringen)
-
Wat is een een museumcollectie of verzameling? • In een museum kan je heel veel dingen gaan bekijken. • Alles wat we in een museum kunnen zien, noemen we een verzameling.
-
Weten jullie wat een verzameling is? Zijn er misschien kinderen die iets verzamelen of ken je iemand die iets verzameld?
-
U kan iets vertellen over het Brussels Museum van de Molen en voeding
23
-
Wat zijn de huisregels van een museum? • Hiervoor is er een werkblad voorzien. > zie werkblad op de volgende p. •
Oplossing: Ik mag: kijken en luisteren Ik mag niet: aanraken, lopen, eten en lawaai maken
21
Werkblad : de huisregels van het museum Wat mag ik doen in het museum? Kleur het juiste gezichtje bij de prentjes.
= Dat mag niet
= Dat mag
Ik kijk
Ik loop
Ik luister
Ik maak lawaai
Ik eet
Ik raak iets aan
22
1.2 Bezoek Cannibals U zal met de leerlingen de tentoonstelling ‘Cannibals. Tussen feit en fictie’ bezoeken. Dit kan u op tal van manieren reeds inleiden in de klas.
-
Woordspin: 1. U kan een grote woordspin maken in de klas. Schrijf het woord ‘Kannibaal’ op het bord en schrijf vervolgens alles op waar dit de leerlingen aan doet denken. 2. Ga de antwoorden even na. Wat hoort echt thuis in de spin en wat klopt eigenlijk niet. Veeg deze ‘verkeerde vooroordelen’ weer van het bord. Dit kan ook weer meegenomen worden voor tijdens het bezoek. Klopt onze woordspin nu wel of niet?
-
Leesopdracht: Er bestaan tal van sprookjes, mythes en andere verhalen waar kannibalisme in aan bod komt. Een kleine greep uit het aanbod: • Verhalen uit de Griekse en Romeinse mythologie: het verhaal van de minotaurus (at jaarlijks 7 Atheense jongens en meisjes), de titaan Kronos (eet zijn kinderen), de cycloop Polyphemus (mensenetende reus uit de Odyssee) • Sprookjes: in 1697 publiceert Charles Perrault (1628-1703) zijn Contes du temps passé. Oorspronkelijk waren deze sprookjes veel gruwelijker en in bijna alle verhalen is het eten van mensen een belangrijk motief: Hans en Grietje, Roodkapje, Klein duimpje, … • Bram Stoker, Dracula of andere vampierenverhalen: over bloedzuigende vampiers. • Roald Dahl, De Grote Vriendelijke Reus: in het verhaal komen kinderetende reuzen voor. Deze kunnen zowel in klasverband of als huistaak gelezen worden en besproken worden. Sprookjes zijn bijvoorbeeld maar kinderverhalen. Toch zitten er best wel veel menseneters in! Wat vinden de leerlingen daarvan? Hoe voelen ze zich daarbij?
-
Creatieve opdracht: • Maak een grote collage over het thema (gebruik als inspiratie bv. de sprookjes, of mensenvormen in voeding, …) • Laat de leerlingen zelf een aangepast museumticket ontwerpen • Vind zelf een griezelig verhaal uit over een menseneter. Dit kan als teken- of schrijfopdracht. Eventueel een strip.
-
Taal (spreekwoorden): Heel wat spreekwoorden bevatten verwijzingen naar kannibalisme: • Op zijn nagels bijten • Iemand zijn bloed kunnen drinken • Ze is om op te eten
23
•
.. Waar gaan deze spreekwoorden en gezegden over? Wanneer gebruiken we deze? Is dat zo eng?
-
Film: Er bestaat een enorme filmografie rond het thema ‘kannibalisme’ gaande van humoristische, griezelige maar ook verfilmingen van waargebeurde verhalen. Het bekijken van een film kan voor deze leeftijdsgroep een eerste aangename kennismaking zijn met het thema. Indien er voldoende tijd is kan er nadien een reflectie in de klas aan gekoppeld worden. Een zeer toegankelijke film voor het Basisonderwijs is: Titel: De GVR (naar de bestseller van Roald Dahl) Regisseur: Brian Crosgrove Duur: 88:00 minuten Inhoud: Op een nacht in het weeshuis, wordt de kleine Sofie plotseling van haar bed getild, door een boom van een man. En daar mee begint voor Sofietje een reusachtig avontuur. Ze ontmoet de GROTE VRIENDELIJKE REUS, die dromen verzamelt in dromenland, en ze 's nachts in de slaapkamers van de kinderen blaast. Maar al snel ontdekt Sofie dat er ook slechte mensenetende reuzen bestaan. Grote, lelijke reuzen met vreemde namen en boze plannen. Plannen waar Sofie een stokje voor wilt steken, en waarmee alleen de machtige koningin haar zou kunnen helpen. Als de koningin tenminste naar haar wil luisteren.. Beleef samen met Sofie spannende avonturen, en ga kijken of het haar lukt de slechte reuzen te stoppen. Daarnaast bestaan er ook heel wat verfilmingen van verscheidene sprookjes en vampierverhalen.
24
2. Naverwerking: Dezelfde opdrachten kunnen mits een aantal aanpassingen eventueel ook dienen ter naverwerking. U kan de inhoud of vragen steeds aanpassen aan de ervaringen en nieuwe kennis die opgedaan werd tijdens het bezoek. Zo kan er extra aandacht besteed worden aan: - Taalverwerving: o Nieuwe woordenschat en begrippen o Spreekwoorden en gezegden - het belang van historische kritiek: o Moeten we alle verhalen geloven? - Wereldoriëntatie: o Landen en werelddelen die in de expo voorkomen o Het belang van de ontdekkingen, Christoffel Columbus, enz. o Ander culturen - Godsdienst - Waarden en normen van andere en onze samenleving
25