PEDAGOGISCH BELEID 2009 - 201 4
PEDAGOGISCH BELEID Inhoudsopgave 1.
INLEIDING ................................................................................................... 3
2.
PEDAGOGISCHE CYCLUS .............................................................................. 4 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
3.
VESTIGINGEN SKWT .................................................................................... 6 3.1 3.2 3.3
4.
MISSIE ...................................................................................................... 6 VISIE ........................................................................................................ 6 KERNWAARDEN VAN DE VESTIGINGEN VAN SKWT .................................................... 7
SKWT: ALGEMENE VISIE PEDAGOGISCH BELEID .......................................... 8 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
5.
PEDAGOGISCH BELEIDSKADER ........................................................................... 4 PEDAGOGISCH BELEID VESTIGING ....................................................................... 4 PEDAGOGISCHE WERKPLANNEN .......................................................................... 5 EVALUATIE .................................................................................................. 5 COMMUNICATIE ............................................................................................ 5
KIND ALS INSPIRATIEBRON ............................................................................... 8 PEDAGOGISCH BELEID .................................................................................... 8 GROEPEN EN DAGINDELING .............................................................................. 9 PARTNER VOOR OUDERS/VERZORGERS ................................................................10 SAMENWERKEN MET ANDERE PARTNERS ...............................................................11
PEDAGOGISCHE DOELEN ............................................................................ 12 5.1 INLEIDING .................................................................................................12 5.2 EMOTIONELE VEILIGHEID ................................................................................12 HET ONTWIKKELEN VAN DE SOCIALE COMPETENTIE ..................................................13 5.3 HET ONTWIKKELEN VAN DE PERSOONLIJKE COMPETENTIE ...........................................13 5.4 HET ONTWIKKELEN VAN KINDEREN .....................................................................14 5.5 5.5.1 LICHAMELIJKE ONTWIKKELING .................................................................14 5.5.2 SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING .......................................................15 5.5.3 COGNITIEVE ONTWIKKELING ...................................................................15 5.5.4 CREATIEVE ONTWIKKELING .....................................................................15 5.5.5 ONTWIKKELING IDENTITEIT EN ZELFREDZAAMHEID .........................................16 5.5.6 HET OVERBRENGEN VAN WAARDEN EN NORMEN .............................................16 5.5.7 ORDENINGSINSTRUMENT VOOR DE PEDAGOGISCHE KWALITEIT............................17
6.
PEDAGOGISCHE MIDDELEN........................................................................ 22 6.1 6.2 6.3
ACTIVITEITEN DIE BIJDRAGEN AAN DE ONTWIKKELING EN HET WELBEVINDEN ....................22 KIND-VOLG-SYSTEEM ...................................................................................23 PROTOCOLLEN .............................................................................................23
Pedagogisch Beleid SKWT
2009-2014
2/23
PEDAGOGISCH BELEID 1.
Inleiding
Dit is het pedagogisch beleid van Stichting Kinderopvang West-Twente. Het pedagogisch beleid: • Sluit aan bij het pedagogisch beleidskader van SKWT; • Geeft richting aan het pedagogisch handelen en zorgt voor een gelijkgestemde aanpak; • Geeft ouders/verzorgers inzicht in de werkwijze van SKWT. De inhoud van dit pedagogische beleid is terug te zien in het handelen van de dagelijkse praktijk. Dit verhoogt de kwaliteit en maakt het (mede)opvoeden van kinderen tot een bewust proces. Het pedagogisch beleid voor iedere vestiging is gebaseerd op een grotendeels centraal ingevuld format. Daarnaast worden vestiging specifieke zaken ingevuld. Dit ingevulde exemplaar ligt ter inzage op elke vestiging. Behalve de meest voorkomende vestigingen voor 0-13 jarigen, zijn er ook vestigingen voor 0-4 jarigen en vestigingen voor 4-13 jarigen. Op de vestigingen voor 0-4 jarigen of 4-13 jarigen zijn enkele passages uit dit beleidstuk is niet van toepassing. Het pedagogisch beleid wordt één keer in de drie jaar vastgesteld door het MT en ter advies voorgelegd aan de Centrale Ouder Commissie (COC). Op basis van het vastgestelde pedagogische beleid maakt ieder vestigingshoofd jaarlijks een pedagogisch beleid voor de vestiging, een pedagogisch vestigingsjaarplan en pedagogische werkplannen voor de vestiging. Het vestigingshoofd van iedere vestiging stemt jaarlijks het pedagogische beleid, de pedagogische aandachtspunten en verbeterpunten van de vestiging af met het team en de Oudercommissie (OC) van de vestiging. Alles wat te maken heeft met opvoeden op een vestiging wordt beschreven in het pedagogisch beleid: • • • •
Missie, visie en kernwaarden van de vestigingen van SKWT; De algemene pedagogische visie van de vestigingen van SKWT; Het pedagogisch beleid, groepen en dagindeling; Hoe we partner van de ouders willen zijn en met anderen samenwerken.
Vervolgens worden de onderstaande pedagogische doelen uitgewerkt: • • • •
Het Het Het Het
bieden van emotionele en fysieke veiligheid; ontwikkelen van sociale competenties bij kinderen; ontwikkelen van persoonlijke competenties bij kinderen; overbrengen van waarden en normen.
Tot slot is er aandacht voor de pedagogische middelen waaronder het KindVolgSysteem en protocollen.
Pedagogisch Beleid SKWT
2009-2014
3/23
PEDAGOGISCH BELEID 2.
Pedagogische cyclus
2.1
Pedagogisch beleidskader
In 2008 is het pedagogisch raamwerk van SKWT geëvalueerd. De conclusies en aanbevelingen uit de evaluatie hebben de basis gevormd voor het nieuwe pedagogische beleidskader 2009 -2014. Het pedagogisch beleidskader SKWT is opgenomen in het handboek pedagogisch beleid. Het pedagogisch beleidskader van SKWT is richtinggevend voor alle medewerkers van SKWT die direct of indirect een bijdrage leveren aan de pedagogische kwaliteit. Het beleidskader maakt duidelijk welke pedagogische opdracht SKWT zichzelf stelt, zodat ouders en medewerkers op de hoogte zijn van de pedagogische visie en globale aanpak. Het pedagogisch beleidskader is uitgangspunt voor het pedagogisch beleid per vestiging. 2.2
Pedagogisch beleid vestiging
Het pedagogisch beleid voor iedere vestiging is gebaseerd op een grotendeels centraal ingevuld format. Dit centraal geformuleerde pedagogische beleid wordt één keer in de drie jaar vastgesteld door het MT en ter advies voorgelegd aan de Centrale OuderCommissie. Op basis van het vastgestelde pedagogische beleid maakt ieder vestigingshoofd jaarlijks een pedagogisch beleid vestiging en een pedagogisch vestigingsjaarplan met hierin opgenomen de pedagogische doelen die de vestiging voornemens is om dat jaar te realiseren. In het pedagogisch beleid van de vestiging vermeld het vestigingshoofd de voor de vestiging specifieke zaken zoals ligging, bijzondere pedagogische aanpak, bijzondere doelgroep kinderen en ouders. Dit pedagogische beleid en pedagogisch vestigingsjaarplan worden jaarlijks door het vestigingshoofd voorgelegd aan de oudercommissie van ieder vestiging. Voor het vaststellen van de pedagogische aandachtspunten c.q. verbeterpunten van de vestiging organiseert het vestigingshoofd jaarlijks een pedagogische bijeenkomst voor het team. Vervolgens vindt er afstemming plaats met de oudercommissie en wordt tot slot een ouderavond voor alle ouders/verzorgers georganiseerd waar het pedagogisch beleid besproken wordt. Bepalend voor de keuze van de pedagogische aandachtsgebieden zijn de opmerkingen in de KindVolgSysteem (KVS)-rapportage, Risico Inventarisatie (RI) vestigingen, FOBO-formulier en de klantreacties vanuit het KlantTevredenheidsOnderzoek (KTO). Het pedagogische vestigingsjaarplan is een onderdeel van de planning- en controlecyclus van de vestigingen van SKWT.
Pedagogisch Beleid SKWT
2009-2014
4/23
PEDAGOGISCH BELEID 2.3
Pedagogische werkplannen
In de pedagogische werkplannen voor de vestigingen zijn de pedagogische doelen vertaald naar aanpak, dagprogramma en activiteitenaanbod. De structuur van de werkplannen wordt centraal vastgelegd, jaarlijks door het vestigingshoofd aangepast en geëvalueerd. Er zijn aparte werkplannen voor KDV (0-4 jaar) en BSO (4 -13 jaar). 2.4
Evaluatie
Eenmaal in de drie jaar worden het pedagogisch beleidskader en het pedagogisch beleid van de vestiging volledig geëvalueerd en aangepast aan actuele inzichten. Dit gebeurt onder verantwoordelijkheid van de sectormanager. De pedagogische kwaliteit wordt ook extern getoetst door de GGD tijdens inspectie voor de kwaliteit van de kinderopvang conform de Wet Kinderopvang. 2.5
Communicatie
Na vaststelling wordt het pedagogisch beleidskader in de organisatie gecommuniceerd. Het pedagogisch beleid van iedere vestiging wordt eveneens na vaststelling op de betreffende vestiging aan de ouders gepresenteerd tezamen met het pedagogische vestigingsjaarplan van de vestiging. Het pedagogisch beleid is in te zien op een voor alle ouders en personeel toegankelijke plaats evenals de vestigingsjaarplannen en een afschrift van het GGDrapport. Het pedagogisch beleid is digitaal beschikbaar via www.kinderopvangwesttwente.nl.
Pedagogisch Beleid SKWT
2009-2014
5/23
PEDAGOGISCH BELEID 3.
Vestigingen SKWT 3.1
Missie “Partners in Opvoeding”
SKWT wil als organisatie partner zijn voor de kinderen, voor ouders, voor medewerkers maar ook voor derden, zoals onderwijs, overheid, ontspanning, leveranciers en buurt. Partners symboliseert voor SKWT ook dat wij met elkaar een medeaandeel en medeverantwoordelijkheid hebben in het bereiken van het gezamenlijke doel. Het doel kan dan voor elke doelgroep weer verschillend zijn. Dit wordt in de vestigingsplannen per onderdeel verder uitgewerkt. Partners in opvoeding benadrukt de core business van onze organisatie (de basis van onze organisatie): de opvang van kinderen. SKWT zorgt voor opvang, begeleiding en activiteiten die aansluiten bij de diverse ontwikkelingsfasen en interesses van het kind. SKWT is begaan met kinderen en doet dit op een vakkundige pedagogisch verantwoorde, enthousiaste, warme manier, waarbij het kind altijd centraal staat. SKWT levert een bijdrage aan de optimale ontwikkeling van het kind. SKWT stelt het kind centraal en is partner voor ouders, onderwijs, overheid en ontspanning. SKWT biedt: dagopvang, voor- en naschoolse opvang, vakantieopvang en gastouderopvang. 3.2
Visie
De vestigingen van SKWT zijn voor kinderen een inspirerende en veilige omgeving, waar kinderen van 0 tot 13 jaar in overeenstemming met hun leeftijd, eigen interesse en achtergrond zich welkom voelen, verzorgd worden, spelen, zich ontwikkelen, plezier hebben, andere kinderen ontmoeten, uitdaging vinden en respect leren hebben voor elkaar en zo kunnen groeien tot competente mensen. Respectvolle afstemming op de thuiswereld en hechte samenwerking tussen ouders/verzorgers en pedagogisch medewerkers van het kind dragen bij aan een vertrouwde basis. Bij de vestigingen van SKWT willen we voor ouders/verzorgers “Partner in de opvoeding zijn”. Dit betekent dat pedagogisch medewerkers als aanvulling op de opvoeding thuis een aandeel hebben in het opvoedingsproces van kinderen met als doel: Samen met ouders “een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van kinderen tot zelfredzame en verantwoordelijke burgers” (MO-Groep visiedocument 2005).
Pedagogisch Beleid SKWT
2009-2014
6/23
PEDAGOGISCH BELEID Uitgangspunten SKWT wil met de opvang van kinderen bereiken dat de kinderen die bij ons worden opgevangen, zich ontwikkelen tot actieve en zelfstandige kinderen en dat deze kinderen het vermogen tot samenwerken hebben. Om dat te bereiken, creëert de vestiging een veilige en uitdagende leefomgeving en een actueel, samenhangend en relevant aanbod van ontwikkelingsmogelijkheden. Deze uitgangspunten worden nader uitgewerkt in 5.5.7: Ordeningsinstrument voor de pedagogische kwaliteit. SKWT wil actieve en zelfstandige kinderen. SKWT levert een bijdrage aan de opvoeding tot respectabele, zelfstandige volwassenen, in hun eigen tempo, binnen hun eigen mogelijkheden. SKWT wil elk kind individueel benaderen en wil dat ze geactiveerd worden zich te ontwikkelen. Zelfstandigheid behoeft geen nadere uitleg. Het vermogen tot samenwerken moet ontwikkeld worden bij kinderen, aangezien de maatschappij vraagt om deze competentie. Samenwerken is belangrijk voor het kind om o.a. zijn sociale vaardigheden te ontwikkelen. Deze heeft het kind nodig om zich staande te houden in de maatschappij. Het spanningsveld is natuurlijk dat dit vrijwel haaks staat op de steeds verder gaande individualisering van de maatschappij, die gelijktijdig plaatsvindt. Een veilige leefomgeving houdt in dat op de vestiging kinderen niet aan hun lot worden overgelaten als ze gepest worden of dat ze respectloos worden behandeld. Deze uitspraak biedt ook voldoende gelegenheid voor invulling van de veiligheid van materialen enz. Een uitdagende leefomgeving betekent dat kinderen worden uitgedaagd het beste uit zichzelf te halen. Dat heeft te maken met uitdagende doelen stellen, maar ook met het rekening houden met en uitgaan van de verschillen tussen de kinderen, met hun situatie, referentiekader en hun ontwikkeling. Een actueel aanbod houdt in dat SKWT voortdurend om zich heen moet kijken naar nieuwe materialen, werkwijzen, samenwerkingsverbanden enz. SKWT moet een lerende organisatie zijn die snel kan inspelen op veranderende eisen en normen. Het aanbod van de ontwikkelingsmaterialen sluit aan op de belevingswereld van de kinderen. Met samenhang wil SKWT aangeven, dat er een doorgaande lijn moet zijn in het aanbieden van ontwikkelingsmogelijkheden. Maar ook de samenhang tussen materiaal en ontwikkelingsfase is daarbij van groot belang. 3.3
Kernwaarden van de vestigingen van SKWT
De kernwaarden van SKWT voor de opvang op de vestigingen zijn: Deskundig:
Vakkundig/specialismen, ervaren en goed geschoold, ondernemend en commercieel, innovatief. Betrokken: Kind centraal, inlevend, toewijding, enthousiast, collegiaal. Betrouwbaar: Continuïteit, veilig, planmatig, samenwerkingspartners, certificeringen en erkenningen. Herkenbaar: Warm welkom, laagdrempelig, een prijs die deugt, positief, evenwichtige spreiding binnen de regio. Actief: Gedreven, positief, actieve en gezonde leefstijl, ontmoeting.
Deze kernwaarden zijn terug te vinden in de vestigingen van SKWT en zijn afgeleid van de gedragscode/beroepshouding SKWT. Pedagogisch Beleid SKWT
2009-2014
7/23
PEDAGOGISCH BELEID 4.
SKWT: Algemene visie pedagogisch beleid
4.1
Kind als inspiratiebron
Op de vestiging wordt een kind gezien als een competent wezen, met unieke kwaliteiten, een eigen achtergrond en veel mogelijkheden. Kinderen zijn nieuwsgierig, willen ontdekken en nieuwe ervaringen opdoen, grenzen verleggen, anderen ontmoeten en zich ontwikkelen. Ieder kind doet dat op een eigen manier en in zijn eigen tempo. Wij zien het kind als een bron vol inspiratie, vol nieuwe creatieve ideeën. Deze inspiratie willen wij zoveel mogelijk de ruimte geven en in goede banen leiden. En wij laten ons daarbij ook graag door het kind inspireren. Op de vestiging bevindt het kind zich in een groep. Het kan de keuze maken met anderen samen te zijn of zich terug te trekken. Wij hechten veel waarde aan de invloed van de groep op de ontwikkeling van kinderen. De groep inspireert het kind op een bijzondere manier: het kan samen spelen, samen plezier hebben, samen andere dingen ontdekken. Het leert in de groep rekening te houden met anderen, omgaan met anderen en zichzelf te zijn, vaardigheden te oefenen. Het kind wordt ook uitgedaagd om zijn eigen unieke bijdrage aan de groep te leveren. Onze rol hierin is begeleidend. Om het kind volledig tot zijn recht te laten komen bieden wij het kind een veilige omgeving waarin het vrij is om zijn eigen keuzes te maken, te spelen zoals het wil, waarmee het wil en met wie het wil, om zo zijn mogelijkheden te ontwikkelen. Wij begeleiden het ontwikkelingsproces door te stimuleren, voorwaarden te scheppen, goed naar het kind te kijken en te luisteren en het kind zoveel mogelijk positieve ervaringen te laten opdoen. Wij bewaken het respect voor elkaar en geven zonodig grenzen aan. Op de vestiging is elk kind uniek en daar laten wij ons graag positief door verrassen. 4.2
Pedagogisch beleid
Voor het pedagogisch beleid zijn centrale kaders opgesteld om duidelijkheid en herkenbaarheid te versterken, zowel binnen de organisatie als naar buiten toe. In de vestigingen wordt zorg en veiligheid geboden, zowel op lichamelijk als sociaalemotioneel gebied. De kinderen worden gestimuleerd om zich, op basis van gelijkheid en respect voor elkaar, te ontwikkelen tot individueel en sociaal competente mensen. Er is aandacht voor elkaar. De vestigingen hebben op basis van deze algemene kaders dit pedagogisch beleid ontwikkeld, dat richting geeft aan het handelen van de medewerkers en een gelijkgestemde aanpak waarborgt. De pedagogisch medewerkers bij SKWT beschikken over een passende MBO/HBO-opleiding. De GGD controleert jaarlijks de vestigingen en let daarbij ook op het pedagogisch beleid van iedere vestiging.
Pedagogisch Beleid SKWT
2009-2014
8/23
PEDAGOGISCH BELEID 4.3
Groepen en dagindeling
In de vestiging verblijven de kinderen naar leeftijd verdeeld in het KDV (0–4 jaar), BSO (4–8 jaar) of BSO (8–13 jaar). In deze omgeving worden de pedagogische doelen gerealiseerd. De opvang vindt plaats in stamgroepen. Soms verlaten de kinderen voor (spel)activiteiten de stamgroep. Het uitgangspunt is: verantwoorde kinderopvang met vaste groepen kinderen in een eigen ruimte (stamgroepen), waarbij een opendeuren-beleid gehanteerd wordt. •
• • •
• • •
•
Er wordt aan ouders en kinderen duidelijk aangegeven in welke stamgroep het kind zit en welke pedagogisch medewerkers in principe welke dag bij welke groep horen (dit geldt voor het structurele rooster, behoudens ziekte, verlof of vakantie). Een kind krijgt maximaal drie of vier basis pedagogisch medewerkers toegewezen, afhankelijk van de groepsgrootte. Een kind maakt gedurende een week van niet meer dan twee verschillende basisruimtes gebruik. Uitzonderingen zijn speciale activiteiten beschreven in het pedagogisch beleid door de vestigingshoofd. Op elke groep staan gekwalificeerde pedagogisch medewerkers. De verhouding tussen het aantal pedagogisch medewerkers en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de stamgroep bedraagt voor de dagopvang: * 1 pedagogisch medewerker per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; * 1 pedagogisch medewerker per 5 aanwezige kinderen 1 tot 2 jaar; * 1 pedagogisch medewerker per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; * 1 pedagogisch medewerker per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het rekenkundig gemiddelde berekend, waarbij naar boven wordt afgerond. Indien conform de leidster-kind-ratio slechts één pedagogisch medewerker in de vestiging aanwezig is, dan is ondersteuning van deze pedagogisch medewerker door een andere volwassene in geval van calamiteiten geregeld. De wettelijke voorschriften ten aanzien van groepsgrootte en leidster-kind-ratio worden gevolgd. De stamgroep dagopvang bestaat uit maximaal twaalf kinderen bij 0–1 jaar en maximaal 16 kinderen bij 0–4 jaar (waarvan maximaal acht kinderen tot 1 jaar). De kinderen kunnen bij activiteiten de stamgroepen verlaten; dan wordt de maximale omvang van de stamgroep tijdelijk losgelaten. Wel blijft het aantal kinderen per pedagogisch medewerker van kracht. Het uitgangspunt bij buitenschoolse opvang is: verantwoorde buitenschoolse opvang met vaste groepen kinderen (BSO-basisgroepen), waarbij een opendeuren-beleid gehanteerd wordt. Kinderen maken gebruik van verschillende ruimtes, verlaten hun groepsruimte of stamgroep en gaan soms uit school naar een buitenactiviteit zonder eerst op te starten in hun vaste stamgroep of groepsruimte. In het pedagogisch beleid geeft het vestigingshoofd aan in welke situaties dat gebeurt. Voor buitenschoolse opvang gelden de volgende regels: * 1 pedagogisch medewerker per 10 aanwezige kinderen van 4 tot 8 jaar; * 2 pedagogisch medewerkers en een extra volwassene per 30 kinderen voor groepen van 8 tot 13 jaar. Het vestigingshoofd dient dan in het pedagogisch beleid aan te geven wat de taak is van de extra volwassene.
Pedagogisch Beleid SKWT
2009-2014
9/23
PEDAGOGISCH BELEID Het dagprogramma is voor kinderen een belangrijke voorwaarde voor continuïteit en voorspelbaarheid. Het geeft een kind veiligheid en houvast. In de pedagogische werkplannen van iedere vestiging staan dagprogramma, activiteitenaanbod en aanpak beschreven. Het dagprogramma van de vestigingen bij SKWT bestaat uit vaste onderdelen, zoals: brengen, spelinloop, kring, spel, activiteiten, rituelen, eten, slapen, verzorgen en ophalen. “Spelend leren” is bij SKWT een belangrijk uitgangspunt. Het is verweven in het dagprogramma en het activiteitenaanbod. Kinderen hebben de mogelijkheid eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting. Er is aandacht voor leermomenten. Hierbij is taal en motorisch spel van jonge kinderen extra belangrijk. Bij de BSO kunnen kinderen meedoen aan externe activiteiten. Bij iedere vestiging communiceert de pedagogisch medewerker met de kinderen en heeft een respectvolle houding naar de kinderen. De pedagogisch medewerkers ondersteunen de kinderen in de interactie tussen kinderen onderling en in het voorkomen en oplossen van conflicten. Er zijn afspraken en regels en er is duidelijkheid over de omgangsvormen. In iedere groep wordt gestreefd naar een ontspannen en open sfeer. De kinderen worden door de pedagogisch medewerkers uitgenodigd tot participatie, gestimuleerd en ondersteund. De pedagogische medewerker biedt de mogelijkheid aan de kinderen om eigen ervaringen op te doen door middel van spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting van de groepsruimte, die afgestemd is op de leeftijd van de kinderen. Er is aandacht voor leermomenten. Hierbij is taal en motorisch spel van jonge kinderen extra belangrijk. 4.4
Partner voor ouders/verzorgers
Respectvolle afstemming op de thuiswereld en hechte samenwerking tussen ouders/verzorgers en pedagogisch medewerkers dragen in belangrijke mate bij aan de ontwikkeling en het welbevinden van een kind en het vertrouwen van de ouders. Ouders zijn voor kinderen de belangrijkste personen in hun leven, kennen hun kind het beste en hebben altijd de eerste verantwoordelijkheid voor de opvoeding van hun kind. Pedagogisch medewerkers op de vestiging hebben ervaring met groepen kinderen en zijn verantwoordelijk voor het creëren van de gewenste opvoedingssituatie bij de vestiging, maar ook voor samenwerking met ouders op basis van gelijkwaardigheid. Op de vestiging wordt vanaf het begin rekening gehouden met de gezinsomstandigheden, culturele achtergrond en speciale wensen van ouders. Het afwegen van het belang tussen een individuele wens van een ouder en het belang van de groep kinderen en het communiceren erover is hierbij belangrijk. Ouderbetrokkenheid betekent ook dat ouders meedenken en de mogelijkheid hebben om invloed uit te oefenen op het pedagogisch beleid van de eigen vestiging. Samenwerking met de ouders In de vestiging wordt een deel van de opvoeding en verzorging van de kinderen overgenomen van de ouders. Dit maakt het nodig om gegevens over de ontwikkeling van het kind uit te wisselen, waardoor wederzijdse inzichten over deze ontwikkeling worden vergroot. Om kinderen een zo goed mogelijke opvang te bieden, is een goede samenwerking met ouders van groot belang. Leidende uitgangspunten geven aan waar de organisatie voor staat, wat zij belangrijk vindt voor kinderen en ouders.
Pedagogisch Beleid SKWT
2009-2014
10/23
PEDAGOGISCH BELEID Naast het centrale uitgangspunt “Partner in opvoeding zijn”, zijn de volgende uitgangspunten van belang: • Ouders zijn en blijven eerst verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen; • Samenwerking tussen pedagogisch medewerkers en ouders is een voorwaarde voor goede opvang van het kind, waarbij goed afstemmen de basis vormt voor een veilige relatie met de kinderen; • Pedagogisch medewerkers hebben een vertrouwensrelatie met ouders; • Betrokkenheid is voor zowel pedagogisch medewerkers als ouders noodzakelijk (meeleven/meedenken); • Gelijkwaardigheid, respect en een vertrouwen zijn basisnormen; • Iedere samenwerkingsrelatie tussen ouders en pedagogisch medewerker is uniek; • Ouders hebben zeer uiteenlopende verwachtingen en behoeften, variërend al naar gelang de situatie; • Ouders worden goed geïnformeerd over hun kind en de werkwijze van de vestiging; • Ouders en kinderen uit alle culturen voelen zich thuis op de vestiging. Uitwisseling informatie Goede communicatie is één van de randvoorwaarden voor het goed verlopen van processen, die zich op de vestiging voordoen. Daarbij zijn verschillende partijen betrokken: de oudercommissie, ouders, personeel, vestigingshoofd, sectormanager en SKWT als organisatie. Het verwachtingspatroon van alle partijen speelt daarbij een cruciale rol. Dat kan ook heel verschillend zijn. De vestiging heeft verschillende middelen tot zijn beschikking: • De Koerier; • Website van SKWT; • E-mail; • Interne post van SKWT; • Mondelinge communicatie; • Mededelingenbord. Informatie over eigen kind Communicatie over het kind is belangrijk; over zowel “gewone” dagelijkse dingen, als over bijzonderheden moet gecommuniceerd worden. Vormen waarin informatieuitwisseling een plek krijgt zijn: • Breng- en haalcontacten; • Afsprakenlijst ouders; • Dagboek (baby zitkamer); • Dagverslag op het memobord van de stamgroep (peutergroep); • Kind-volg-systeem (zie punt 6.2 op blz. 24); • Oudergesprekken. Oudercommissie De vestingen van SKWT hebben een Oudercommissie (OC), die zich bezig houdt met verschillende deelaspecten van de vestiging. Ook is er een Centrale Ouder Commissie (COC) binnen SKWT, met een afvaardiging uit alle oudercommissies. Zowel de COC als de OC’s komen een aantal keren per jaar bij elkaar. 4.5
Samenwerken met andere partners
De vestiging is betrokken in veel netwerken. Nadruk krijgt de samenwerking met buurt, onderwijs, sport en peuterspeelzalen. Het voordeel van samenwerking is dat kinderen en ouders te maken krijgen met een doorgaande ontwikkelingslijn. Pedagogisch Beleid SKWT
2009-2014
11/23
PEDAGOGISCH BELEID 5.
Pedagogische doelen
5.1
Inleiding
Bij SKWT onderscheiden we de volgende pedagogische doelen die in de praktijk een geïntegreerd geheel zijn: • Het bieden van emotionele en fysieke veiligheid; • Het ontwikkelen van persoonlijke competenties bij kinderen; • Het ontwikkelen van sociale competenties bij kinderen; • Het overbrengen van waarden en normen. Deze opvoedingsdoelen gelden voor alle kinderen in de leeftijd van 0 tot 13 jaar. Aan deze opvoedingsdoelen wordt gewerkt door het pedagogisch inzetten van: • De interactie tussen pedagogisch medewerker en kind; • De fysieke omgeving; • De groep; • Het activiteitenaanbod; • Het spelmateriaal. Door het inzetten van deze zaken proberen we onze pedagogische doelen te bereiken. Door middel van het kind-volg-systeem wordt het welbevinden en de ontwikkeling van de kinderen gevolgd en besproken. In paragraaf 5.5.7 is een ordeningsinstrument opgenomen, dat aansluit bij de inhoud van de Wet Kinderopvang en de grondgedachte van de inspectieprotocollen. Op de horizontale as staan de 4 opvoedingsdoelen, op de verticale as is de pedagogische inzet vermeld. In het ordeningsinstrument staat bij ieder opvoedingsdoel aangegeven welke pedagogische inzet binnen SKWT minimaal nagestreefd wordt. Iedere vestiging kan het ordeningsinstrument gebruiken om datgene wat in de eigen pedagogische praktijk gebeurt op de vestiging af te zetten tegen datgene wat de wet eist. In de werkplannen van iedere groep op de vestiging wordt uitvoeriger per onderdeel van het primair proces aangegeven hoe de pedagogisch medewerker op de vestiging aan de doelen werkt. Hierbij wordt rekening gehouden met de pedagogische inzet die minimaal verwacht wordt. 5.2
Emotionele veiligheid
Het bieden van veiligheid is van primair belang, niet alleen omdat het bijdraagt aan het welbevinden van de kinderen nu, maar ook omdat een onveilig klimaat het realiseren van de andere pedagogische doelstellingen in de weg staat. Er • • •
zijn drie bronnen van veiligheid te onderscheiden: Vaste en sensitieve pedagogisch medewerkers; Aanwezigheid van bekende leeftijdsgenoten; De inrichting van de omgeving.
De basis om je goed te kunnen ontwikkelen is dat je je veilig en vertrouwd voelt. Het dagprogramma op een vestiging van SKWT geeft de kinderen een gevoel van Pedagogisch Beleid SKWT
2009-2014
12/23
PEDAGOGISCH BELEID veiligheid, doordat het past bij de behoefte van spelen, activiteiten, slapen en eten. Ieder kind heeft vertrouwen in zichzelf en in zijn omgeving. Het is de taak van pedagogisch medewerkers om dit vertrouwen te voeden en te beschermen, door het kind te laten voelen dat het gezien, gekend en bemind wordt. Door mee te leven, te luisteren en er voor het kind te zijn. Een kind bevestigen in dat waar het goed in is, dan komt vroeg of laat het beste in het kind naar boven. Wij zijn ons er van bewust dat we een voorbeeldfunctie zijn voor de kinderen. Er wordt gestreefd naar vertrouwde medewerkers op de groep. De ruimtes bij een vestiging van SKWT zijn kindvriendelijk ingericht. In een veilige omgeving kunnen kinderen zelfstandig op ontdekking gaan, waardoor hun zelfvertrouwen groeit. Op de vestiging wordt een balans gezocht tussen veiligheid en uitdaging voor kinderen. Een te grote nadruk op fysieke veiligheid staat soms de zelfstandigheid en vrijheid van een kind in de weg. We leren kinderen om te gaan met de consequenties en risico’s van hun eigen gedrag. We helpen kinderen daarmee zelfstandiger te worden en om te gaan met gevaren. Wat wel of niet gevaarlijk is voor kinderen, hangt af van leeftijd en ontwikkeling. Kleine kinderen zien nog geen gevaren. Het is een belangrijke taak voor pedagogisch medewerkers om zorg te dragen voor een veilige omgeving. Als kinderen groter worden en begrijpen wat we bedoelen, praten we over gevaren en maken afspraken. Als kinderen de gevaren gaan begrijpen en zich goed houden aan afspraken, kunnen de grenzen steeds meer verruimd worden. Zo leren we kinderen omgaan met gevaren, dit hoort bij de ontwikkeling tot zelfstandigheid. 5.3
Het ontwikkelen van de sociale competentie
Het begrip sociale competentie omvat een scala aan sociale kennis en vaardigheden, zoals het zich in een ander kunnen verplaatsen, kunnen communiceren, samenwerken, anderen helpen, conflicten voorkomen en oplossen, het ontwikkelen van sociale verantwoordelijkheid. De interactie met leeftijdgenoten, het deel zijn van een groep en het deelnemen aan groepsgebeurtenissen biedt kinderen een leeromgeving voor het opdoen van sociale competenties. Het geeft aan kinderen kansen om zich te ontwikkelen tot personen die goed functioneren in de samenleving. Kinderen in de kinderopvang krijgen al jong en gedurende een substantieel deel van de dag/week te maken met interactie met leeftijdgenoten en aanwezigheid van een groep. SKWT vindt het belangrijk om te werken met vertrouwde pedagogisch medewerkers en bekende leeftijdgenootjes. De pedagogisch medewerkers ondersteunen de kinderen in de interactie tussen kinderen onderling en ondersteunen de kinderen in het voorkomen en oplossen van conflicten. Pedagogisch medewerkers proberen om kinderen gezamenlijk betekenisvolle ervaringen op te laten doen. 5.4
Het ontwikkelen van de persoonlijke competentie
Met het begrip “persoonlijke competentie” wordt gedoeld op brede persoonlijkheidskenmerken zoals veerkracht, zelfstandigheid en vertrouwen, flexibiliteit en creativiteit. Dit stelt een kind in staat om allerlei typen problemen adequaat aan te pakken en zich goed aan te passen aan veranderende omstandigheden. Pedagogisch Beleid SKWT
2009-2014
13/23
PEDAGOGISCH BELEID Bij jonge kinderen zijn exploratie en spel de belangrijkste middelen om greep te krijgen op hun omgeving. Door exploratie ontdekt het kind nieuwe handelingsmogelijkheden die vervolgens in spel worden geoefend, uitgebouwd, gevarieerd en geperfectioneerd. Drie groepen factoren worden ingezet om exploratie en spel te bevorderen: •
Inrichting van de ruimte en aanbod van materialen en activiteiten. De inrichting van de ruimte is bij SKWT zodanig dat een kind zich veilig voelt en ongestoord kan spelen. Er is voldoende gelegenheid en uitdaging voor motorisch spel en andere activiteiten; • Vaardigheden van pedagogisch medewerkers in het uitlokken en begeleiden van spel. Pedagogisch medewerkers scheppen condities voor spel, door een aanbod van materialen en activiteiten, dat aansluit bij het ontwikkelingsniveau en de interesse van het kind. De pedagogisch medewerkers hebben een ondersteunende rol naar kinderen; • Aanwezigheid van bekende leeftijdgenoten. De situatie in de vestiging is er op gericht om kinderen in een veilige en prettige omgeving de dag te laten doorbrengen. Hierbij wordt zowel in groepsverband als individueel bewust aangesloten op de ontwikkelingsfase waarin het kind zich bevindt. Door middel van activiteiten wordt door de pedagogisch medewerkers de ontwikkeling van kinderen gestimuleerd. 5.5
Het ontwikkelen van kinderen
In de ontwikkeling van de kinderen vallen de navolgende deelgebieden te onderscheiden: 1. Lichamelijke ontwikkeling; 2. Sociaal-emotionele ontwikkeling; 3. Cognitieve ontwikkeling; 4. Creatieve ontwikkeling; 5. Ontwikkeling identiteit en zelfredzaamheid. 5.5.1
Lichamelijke ontwikkeling
In de leeftijd 0 tot 4 jaar maken kinderen een grote ontwikkeling door in de motorische vaardigheden. De coördinatie en samen bewegen van romp, armen en benen (de grove motoriek) wordt gestimuleerd door materialen als het dans- en bewegingsspel. Kleine kinderen hebben veel belangstelling voor herhaling, vooral de peuter. In de vestiging zijn uitdagende spelmogelijkheden. Het kind moet kunnen klauteren, glijden en springen waardoor het de eigen mogelijkheden leert kennen. De fijne motoriek omvat kleine bewegingen die coördinatie tussen ogen en handen vereisen. De fijne motoriek wordt gestimuleerd door materialen als kralen, insteekknoppen, puzzels, spelletjes, rammelaars (baby’s) en babygym. Schoolkinderen worden allerlei activiteiten aangeboden die een beroep doen op de motorische vaardigheden van het kind.
Pedagogisch Beleid SKWT
2009-2014
14/23
PEDAGOGISCH BELEID 5.5.2
Sociaal-emotionele ontwikkeling
Belangrijk aspect van de sociale ontwikkeling is de ervaring hoe het is om samen te zijn met andere kinderen en volwassenen. Door het omgaan met leeftijdgenootjes en pedagogisch medewerkers leert het kind de uitwerking van zijn gedrag op anderen dan eigen mensen kennen. Hierdoor leert het kind inzicht te krijgen in zijn eigen gevoelens en leert andere reactiemogelijkheden. Tevens leert het kind al vroeg de betekenis van delen, troosten, helpen, rekening houden met anderen en omgaan met conflicten. Het waarnemen en het serieus nemen van gevoelens van de kinderen is belangrijk. Soms is het nodig dat pedagogisch medewerkers corrigeren of bijsturen, echter de gevoelens van het kind moeten ze accepteren. De pedagogische medewerkers proberen de gevoelens van de kinderen, zoals blijdschap, woede, verdriet, angst en onverschilligheid te verwoorden. Zo leert het kind om te gaan met zijn gevoelens, herkent gevoelens van andere kinderen en leert hiermee om te gaan. Kleine kinderen uiten veel van hun gevoelens in hun spel. De pedagogisch medewerkers spelen hierop in en stimuleren dit door bijvoorbeeld fantasie- en rollenspelen. 5.5.3
Cognitieve ontwikkeling
De cognitieve ontwikkeling heeft betrekking op de ontwikkeling van taal (begrijpen en spreken) en denken: begrip en inzicht verwerven door de informatie uit de omgeving te ordenen, te onthouden, toe te passen en te combineren met nieuwe situaties. Taal en denken zijn nauw met elkaar verbonden. Taal Taal is een belangrijk middel om inzicht te krijgen in de omringende wereld. Een kind vraagt en krijgt in taal uitleg en hulp. De pedagogisch medewerkers spelen hierin een actieve rol door veel tegen het kind te praten. Ter stimulering van de taalontwikkeling organiseren de pedagogisch medewerkers verschillende activiteiten, zoals zang, taalspelletjes en spelletjes met klanken en geluiden. In de vestiging wordt Nederlands gesproken. Denken Spelen en bezig zijn is leren voor het kind. Het kind leert onder meer door voorbeeld en nabootsing. Door allerlei dagelijkse gebeurtenissen te bespreken, ontstaat ordening om de wereld van het kind. De pedagogisch medewerkers leggen daarbij uit, benoemen de dingen en nodigen de kinderen uit om zelf te verwoorden. Regelmatig doen de pedagogisch medewerkers een beroep op het vermogen van kinderen om zelf oplossingen te zoeken voor problemen. In de vestiging wordt veelzijdig materiaal aangeboden waardoor kinderen bezig kunnen zijn met kleuren, vormen en seizoenen. 5.5.4
Creatieve ontwikkeling
De pedagogisch medewerkers stimuleren de creatieve ontwikkeling door het aanbieden van allerlei soorten materialen (water, zand, verf, klei, verkleedkleren en schmink) en activiteiten (muziek, dans). Creatief zijn kan op vele manieren. Het is belangrijk dat kinderen hierbij gewaardeerd worden en zoveel mogelijk de ruimte krijgen voor hun eigen inbreng.
Pedagogisch Beleid SKWT
2009-2014
15/23
PEDAGOGISCH BELEID 5.5.5
Ontwikkeling identiteit en zelfredzaamheid
Identiteit Door het kind positief te benaderen, bevorderen de pedagogisch medewerkers het zelfvertrouwen van het kind. Er wordt aandacht besteed aan de persoonlijke verhalen en het kind wordt gestimuleerd zich te uiten en eigen keuzes te maken. De pedagogisch medewerkers waarderen onderlinge verschillen tussen de kinderen in bijvoorbeeld voorkeur voor activiteiten, tempo en spontaniteit. Daarnaast stimuleren de pedagogisch medewerkers het identiteitsbesef ook door bijvoorbeeld regelmatig opnoemen van namen en achternamen of door het geven van eigen plekjes of spullen. Zelfredzaamheid De pedagogisch medewerkers moedigen het kind aan tot zelfstandigheid en zelfredzaamheid. Dat wat het kind kan proberen mag het in principe ook zelf doen. De pedagogisch medewerkers zorgen er voor dat het kind positieve ervaringen opdoet. De pedagogisch medewerkers geven de kinderen af en toe opdrachten en taken, bijvoorbeeld het opruimen van speelgoed. De opdrachten zijn voor het kind duidelijk en overzichtelijk. 5.5.6
Het overbrengen van waarden en normen
Het kind helpen omgaan met waarden en normen speelt in de opvoeding van kinderen een belangrijke rol. Waarden geven uitdrukking aan de betekenis die mensen hechten aan bepaalde gedragingen, dingen of gebeurtenissen. Het zijn ideeën of opvattingen die aangeven hoe belangrijk mensen iets vinden. Normen vertalen de waarden in regels en voorschriften. Een kind wordt mede gevormd door omgang met volwassenen en andere kinderen. De omgang tussen volwassenen en kinderen is binnen de kinderopvang anders dan thuis. We proberen een kind uit te leggen, dat niet alles en iedereen hetzelfde is. Elk gezin heeft een eigen cultuur, elke cultuur heeft eigen waarden en normen. Elk kind is een individu met eigen opvattingen en ideeën. We zorgen voor een duidelijke structuur, een goede sfeer en veiligheid. Door zelf het goede voorbeeld te geven, willen we het kind helpen om te gaan met waarden en normen. We vinden het belangrijk, dat respect voor anderen uitgedragen wordt via de basishouding van de leiding. Respect voor anderen betekent voor ons, dat we ieder persoon als een waardevol persoon beschouwen, dat we een ander in zijn waarde laten. We leren de kinderen om rekening te houden met de behoeften van een ander en de eigen behoeften te uiten. Kinderen worden er op aangesproken en gecorrigeerd als het gedrag of uitingen respectloos zijn. We leren kinderen, dat ze zorgvuldig om moeten gaan met speelgoed en andere materialen. We vinden het belangrijk dat kinderen respect hebben voor eigen en andermans spullen. De kinderen worden gestimuleerd in het opruimen van de groep en de materialen waarmee ze gespeeld hebben. Als er buiten gespeeld wordt of bij uitstapjes, is er zorg voor de omgeving.
Pedagogisch Beleid SKWT
2009-2014
16/23
PEDAGOGISCH BELEID 5.5.7 Ordeningsinstrument voor de pedagogische kwaliteit Wettelijk kader > Pedagogische inzet V 1. Interactie tussen pedagogisch medewerker en kind
Pedagogisch Beleid SKWT
A. Emotionele veiligheid
B. Persoonlijke competentie
C. Sociale competentie
D. Eigen maken van normen en waarden, cultuur
A1: In de pedagogisch medewerkerkind interactie werken wij aan de emotionele veiligheid van een kind: - Er wordt gewerkt met vertrouwde pedagogisch medewerkers op de stamgroep. - Er is sprake van een prettig contact verbaal en non-verbaal. - Pedagogisch medewerkers leven zich in en volgen de initiatieven van de kinderen. - Er is aandacht voor de persoonlijke emoties en ervaringen van een kind. - We hebben respect en aandacht voor ieder individueel kind. - Middels het KVS worden het welbevinden en de ontwikkeling van het kind gevolgd en met de ouders gecommuniceerd. - De pedagogisch medewerker betrekt de kinderen bij de dagelijkse gang van zaken en stimuleert de kinderen om mee te doen aan activiteiten en begeleidt de kinderen in het samenspel.
B1: In de pedagogisch medewerkerkind interactie bieden wij gelegenheid voor het ontwikkelen van de persoonlijke competenties van een kind: - Er is een goede interactie tussen de pedagogisch medewerker en individuele kinderen, doordat de pedagogisch medewerker de individuele kinderen stimuleert en ondersteunt. - De pedagogisch medewerker gaat in op initiatieven en belangstelling van kinderen. - Kinderen mogen zichzelf zijn en hebben hier mogelijkheid toe. - Er is respect voor eigen en andere sociale en culturele achtergrond. - Op sommige momenten hebben de pedagogisch medewerkers een stimulerende rol indien het kind niet goed tot spel komt. - De pedagogisch medewerker lokt spel uit, laat zien hoe dingen werken of hoe materiaal gebruikt kan worden waarna het kind zelf weer vooruit kan. - Ervaringen van kinderen en activiteiten worden benoemd.
C1: In de pedagogisch medewerkerkind interactie bieden wij gelegenheid voor het ontwikkelen van de sociale competenties van een kind: - De pedagogisch medewerker ondersteunt de kinderen in de interactie tussen kinderen onderling. - De pedagogisch medewerker stimuleert samenwerken, samen delen, samen ervaren. - De pedagogisch medewerker organiseert specifieke activiteiten voor de groep en/of bepaalde kinderen.
D1: In de pedagogisch medewerkerkind interactie bieden wij gelegenheid voor het socialisatieproces van een kind: - Pedagogisch medewerkers geven zelf in hun spreken en handelen het goede voorbeeld. - De basale omgangsvormen worden nageleefd zoals op je beurt wachten, taalgebruik. - Indien een kind zich niet aan afspraken houdt, geeft de pedagogisch medewerker grenzen aan, maar kiest een positieve benadering. - De pedagogisch medewerker geeft het kind inzicht in de afspraken, regels en omgangsvormen die er binnen de groep heersen.
2009-2014
17/23
PEDAGOGISCH BELEID Wettelijk kader > Pedagogische inzet V 2. De -binnen en buiten- ruimte
Pedagogisch Beleid SKWT
A. Emotionele veiligheid
B. Persoonlijke competentie
C. Sociale competentie
D. Eigen maken van normen en waarden, cultuur
A2: Door de wijze waarop wij de binnen en buiten- ruimte aanbieden en inzetten creëren wij emotionele veiligheid voor een kind: - Elke vestiging zorgt ervoor dat de inrichting een vertrouwde en gezellige omgeving is voor zowel kind/pedagogisch medewerker en ouders. - Er is variatie in het spelmateriaal binnen en buiten.
B2: Door de wijze waarop wij de binnen en buiten- ruimte aanbieden en inzetten dragen wij bij aan het ontwikkelen van de persoonlijke competenties van een kind: - Kinderen hebben de mogelijkheid ervaring op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting. - Het kind wordt wegwijs gemaakt binnen de groep en de vestiging. - Een gezonde en actieve leefstijl wordt bevorderd. - Het is belangrijk dat een kind bij binnenkomst even kan wennen aan de overgang. - Het is belangrijk dat een kind zelf een plekje en spelmateriaal kan kiezen. - De groepsmomenten spelen zich, indien mogelijk, in meerdere ruimten van het vestiging af. Dit kan ook buiten zijn. - Op de groep zijn mogelijkheden dat de kinderen zich terug kunnen trekken om wat te rusten.
C2: Door de wijze waarop wij de binnen- en buitenruimte aanbieden en inzetten dragen wij bij aan het ontwikkelen van de sociale competenties van een kind: - De ruimte daagt uit en stimuleert tot rennen, klimmen, avontuur en ontdekken, zowel individueel als samen. - Kinderen worden gewezen op onveilige situaties en mogelijke risico’s.
D2: De wijze waarop wij de binnenen buitenruimte aanbieden en inzetten draagt bij aan het socialisatieproces van een kind: - We leren kinderen, dat ze zorgvuldig om moeten gaan met de ruimte. - Pedagogisch medewerkers maken afspraken over wat kan en mag in de specifieke ruimtes zoals groepsruimte, gang, toilet, keuken, buitenspeelruimte.
2009-2014
18/23
PEDAGOGISCH BELEID Wettelijk kader > Pedagogische inzet V 3. De groep
Pedagogisch Beleid SKWT
A. Emotionele veiligheid
B. Persoonlijke competentie
C. Sociale competentie
D. Eigen maken van normen en waarden, cultuur
A3: In en met de groep dragen wij zorg voor de emotionele veiligheid van een kind: - Elk kind heeft zijn eigen stamgroep met zijn vertrouwde groepsgenootjes,vriendjes om mee te spelen / delen en leuke dingen doen. - Afhankelijk van wensen en mogelijkheden kan worden gewerkt met “open deuren”, wisselen van groep, externe activiteiten, etc. - Er wordt gewerkt met voor de kinderen een bekende dagstructuur. Hierbij kan men denken aan kringetje, lunch, slaaptijden, ophaal /breng tijden etc. - De pedagogisch medewerker heeft aandacht voor de interactie tussen kinderen en begeleidt en bevordert deze. - Er wordt een ontspannen en open sfeer gecreëerd.
B3: In en met de groep dragen wij zorg voor het ontwikkelen van de persoonlijke competenties van een kind: - Er is aandacht voor leermomenten. Hierbij is taal en motorisch spel van jonge kinderen erg belangrijk. - Kinderen worden betrokken bij elkaars initiatieven en belangstelling. - Kinderen worden begeleid met het deelnemen aan groepsmomenten. - Kinderen die het nog moeilijk vinden om deel te nemen aan groepsmomenten worden wel gestimuleerd, maar niet gedwongen. - Kleine en grote groepsmomenten worden afgewisseld. - Kinderen krijgen een actief aandeel in de groepsmomenten en pedagogisch medewerkers spelen in op de initiatieven van de kinderen zelf.
C3: In en met de groep dragen wij zorg voor het ontwikkelen van de sociale competenties van een kind: - Leren omgaan met verschillen:oudste-jongste, de traagste-drukste kinderen in de groep etc. - Verwoorden van betekenisvolle, emotionele gebeurtenissen in de groep. - Initiatieven van kinderen worden gestimuleerd.
D3: In en met de groep dragen wij zorg voor het socialisatieproces van een kind: - De pedagogisch medewerkers geven de gelegenheid om in de groep de individuele ervaringen te delen door te vertellen, foto’s te bekijken / ophangen, vieringen te doen. - De gebeurtenissen in en buiten de groep samen te bespreken en te delen. - Er zijn groepsregels en afspraken.
2009-2014
19/23
PEDAGOGISCH BELEID Wettelijk kader > Pedagogische inzet V 4. Activiteiten
Pedagogisch Beleid SKWT
A. Emotionele veiligheid
B. Persoonlijke competentie
C. Sociale competentie
D. Eigen maken van normen en waarden, cultuur
A4: Bij het organiseren en aanbieden van activiteiten kiezen wij voor een aanpak die de emotionele veiligheid van een kind waarborgt: - Er is een breed activiteitenaanbod, waarin aandacht is voor creativiteit, buitenspel, beweging, muziek, etc. - De activiteiten zijn afgestemd op de behoefte en leeftijd van de kinderen.
B4: Bij het organiseren en aanbieden van activiteiten kiezen wij voor een aanpak die de ontwikkeling van de persoonlijke competenties van een kind stimuleert: - Dagelijks worden er activiteiten gedaan bijv. muziek, cultuur, natuur, creatief. De activiteiten zijn veelzijdig en gevarieerd en stimuleren alle ontwikkelingsgebieden. - Een gezonde en actieve leefstijl wordt bevorderd door activiteiten te kiezen die uitlokken tot beweging. - Kinderparticipatie en zelfstandigheid worden bevorderd door de kinderen te betrekken bij de invulling van de activiteiten. Er wordt rekening gehouden met hun belangstelling en wensen. - Kinderen worden uitgedaagd tot zoveel, zo breed en zo divers mogelijke activiteiten.
C4: Bij het organiseren en aanbieden van activiteiten kiezen wij voor een aanpak die de ontwikkeling van de sociale competenties van een kind stimuleert: - Er is een duidelijke verdeling tussen groepsmomenten en momenten die kinderen individueel invullen. - Er is variatie in bezigheden in kleine groepjes en in de grote groep. - De pedagogisch medewerker stimuleert het delen, het wachten op en rekening houden met anderen. - Er is aandacht voor emoties in situaties van plezier, frustratie, conflict, boosheid en verdriet.
D4: Bij het organiseren en aanbieden van activiteiten kiezen wij voor een aanpak die de bijdrage levert aan het socialisatieproces van een kind; - De pedagogisch medewerkers stimuleren dat er tijdens activiteiten rekening gehouden wordt met elkaar, samen gedeeld wordt, elkaar helpt. - In de jaar-activiteitenkalender wordt rekening gehouden met feesten. - De pedagogisch medewerker geeft woorden aan hetgeen kinderen meemaken, voelen en geeft daar betekenis aan.
2009-2014
20/23
PEDAGOGISCH BELEID Wettelijk kader > Pedagogische inzet V 5. Spelmateriaal
Pedagogisch Beleid SKWT
A. Emotionele veiligheid
B. Persoonlijke competentie
C. Sociale competentie
D. Eigen maken van normen en waarden, cultuur
A5: Wij gaan met het spelmateriaal om op een wijze die bijdraagt aan de emotionele veiligheid voor een kind: - Kinderen leren op een goede manier en respectvol met het spelmateriaal om te gaan. - Er is speelgoed wat aansluit bij de leeftijd en behoefte van het kind en er is zorg voor begeleiding en stimulering in het omgaan met dit spelmateriaal.
B5: Wij gaan met het spelmateriaal om op een wijze die de ontwikkeling van de persoonlijke competenties van een kind stimuleert: - Er is gevarieerd spelmateriaal aanwezig en kinderen hebben de mogelijkheid om zelf te kiezen. - Er is veelzijdig spelmateriaal, dat is afgestemd op de leeftijd en ontwikkeling van de kinderen. - De ontwikkelingsgebieden komen terug in het spelmateriaal. - Kinderen leren hun eigen speelgoed op te ruimen op een vaste plek.
C5: Wij gaan met het spelmateriaal om op een wijze die de ontwikkeling van de sociale competenties van een kind stimuleert: - Er is spelmateriaal voor individueel en gezamenlijk spel. - Er is een aanbod dat aanzet tot het gezamenlijk ervaren van plezier.
D5: Wij gaan met het spelmateriaal om op een wijze die het socialisatieproces van een kind stimuleert: - We vinden het belangrijk dat kinderen respect hebben voor eigen en andermans spullen. - De kinderen worden gestimuleerd in het opruimen van de groep en de materialen waarmee ze gespeeld hebben. - Er zijn afspraken over het kiezen en omgang met spelmateriaal.
2009-2014
21/23
PEDAGOGISCH BELEID 6.
Pedagogische middelen
6.1
Activiteiten die bijdragen aan de ontwikkeling en het welbevinden
Aandacht voor bewegen Kinderen zijn vanaf hun geboorte heel fysiek ingesteld en hebben plezier in bewegen, doen veel verschillende ervaringen op en uiten via bewegen hun gevoelens. Het is een natuurlijke manier voor kinderen om het eigen lijf, zichzelf en andere kinderen te leren kennen, om te gaan met andere kinderen in de groep, grenzen te ervaren en gezonde eigenwaarde op te bouwen. Ze leren volop door te bewegen. Ze doen ervaringen op zoals vlug bewegen of buiten adem raken en kunnen hun gevoelens uiten via fysieke activiteiten. Dagelijkse fysieke activiteiten zijn dus fundamenteel voor het welbevinden van kinderen en gezonde groei. Binnen spelen De speelruimte voor het binnenspel geeft de kinderen mogelijkheden om alleen, in kleine groepen allerlei soorten spel uit te voeren. Er zijn hoeken en/of plekken ingericht met het oog op het opdoen van veel verschillende ervaringen. Natuurlijk zijn de ruimtes veilig en ook gezellig en vertrouwd. Buiten spelen Buiten spelen is voor kinderen een belangrijke dagelijkse activiteit, die zoveel mogelijk moet doorgaan. Kinderen genieten van het buiten spelen, de ruimte om te rennen, zich te verstoppen, te gillen, wind, temperatuur en regen te ervaren. Het verschil in weer en seizoen en buitenlucht biedt een rijke en gezonde ervaring voor kinderen. Bij SKWT wordt in het dagprogramma en de inrichting binnen en buiten voldoende mogelijkheid geboden voor de natuurlijke behoefte van kinderen aan bewegen. Binnen en buiten stimuleren de pedagogisch medewerkers het bewegen, verwijderen obstakels, zorgen voor voldoende materialen die door kinderen spontaan gebruikt kunnen worden en zorgen voor een goed evenwicht in uitdaging en veiligheid en voor voldoende buiten spelen. Speelmogelijkheden in de buurt worden ook benut. Een belangrijk uitgangspunt is dat het bieden van veiligheid voor ieder kind centraal staat. Een verdere uitwerking van de visie van SKWT op het buiten zijn is opgenomen in het protocol ‘Buiten Zijn’. Aandacht voor de creatieve vaardigheden van een kind Kinderen krijgen bij ons zoveel mogelijk de ruimte om hun mogelijkheden te ontdekken, om al hun talenten te ontwikkelen. Creativiteit en leren gaan bij ons hand in hand. Je bent creatief wanneer je eerdere kennis en vaardigheden gebruikt om nieuwe dingen te maken, nieuwe oplossingen te verzinnen en tot nieuwe gedachten te komen. Een kind heeft honderd talen ter beschikking (Reggio Emilia): bewegen, muziek, dans, drama, tekenen, handenarbeid, zingen, taal, boeken, fantasiespel zijn voorbeelden van activiteiten die in het basisaanbod een plek krijgen. Kinderen hebben op verschillende leeftijden behoefte aan andere materialen en activiteiten. We proberen zoveel mogelijk variatie aan te bieden en rekening te houden met de leeftijd van de kinderen. We hebben respect voor andermans creativiteit. Voor de spullen die kinderen hebben gemaakt is op iedere groep een plekje waar ze worden bewaard. Door het gemaakte een zichtbaar plaatsje in de groep te geven, krijgt het kind waardering en zelfvertrouwen.
Pedagogisch Beleid SKWT
2009-2014
22/23
PEDAGOGISCH BELEID Stimuleringsprogramma’s Door samenwerking met peuterspeelzaal, onderwijs of andere partners worden methodieken geïntroduceerd binnen SKWT. Onderdelen uit zo’n programma kunnen worden opgenomen in het dagprogramma. De programma’s zijn gericht op het stimuleren van allerlei vaardigheden voor kinderen op het eigen niveau. Binnen SKWT kan er aandacht zijn voor het werken met VVE-programma’s (voor- en vroegschoolse educatie) waaronder taalstimuleringsprogramma’s. De taalontwikkeling vindt immers voor een groot gedeelte in de eerste vier jaren van een kind plaats. Om deze reden is er bijzondere aandacht voor taalstimulering. 6.2
Kind-Volg-Systeem
Vanaf het kennismakingsgesprek tot het moment dat het kind afscheid neemt van het kinderdagverblijf wordt een kind gevolgd met betrekking tot het welbevinden en de ontwikkeling (Voor de BSO-kinderen hanteren wij het kind-volg-systeem niet). Het welbevinden van een kind is een belangrijke voorwaarde voor groei en ontwikkeling van een kind. Daarom wordt er regelmatig door de pedagogisch medewerkers met elkaar en met de ouder(s) over het welbevinden en de ontwikkeling gesproken. Dit volgen van de kinderen gebeurt aan de hand van het Kind-Volg-Systeem (KVS). SKWT werkt hiermee om de werkwijze binnen de vestiging (0-4 jaar) te verbeteren, zodat er beter gereageerd kan worden op de behoefte van het kind. Het KVS bestaat uit verschillende vragenlijsten, die weer onderverdeeld zijn in leeftijdsgroepen. Deze vragenlijsten worden door de pedagogisch medewerkers ingevuld en gebruikt bij kindbesprekingen. De ouders worden eerst na 3 maanden en daarna één keer per jaar uitgenodigd voor een kindgesprek. Tijdens dit kindgesprek wordt de vragenlijst doorgenomen en kunnen de pedagogisch medewerker/ouders eventuele vragen over het kind aan elkaar stellen. Het KVS dient ook als hulpmiddel voor: • Het maken en verbeteren van het pedagogisch beleid; • Het kwaliteitsbeleid; • Voor verbetering van de communicatie tussen ouder, pedagogisch medewerkers, collega’s enz. 6.3
Protocollen
Er • • •
zijn centrale richtlijnen / protocollen voor het handelen bij: Protocol privacy; Protocol zieke kinderen in de kinderopvang, juli 2009; Protocol medicijnverstrekking en medische handelingen binnen de kinderopvang, juli 2009; • Protocol Wet Big; • Protocol ongevallen en calamiteiten; • Protocol hygiëne op de vestiging, juli 2009; • Hygiëne en voeding in kindercentrum (HACCP); • Protocol veilig slapen en wiegendoodpreventie, mei 2009; • Protocol signaleren ontwikkelingsproblemen (KVS); • Protocol Vermoeden kindermishandeling; • Protocol overlijden kind/volwassene; • Protocol achtervang KDV/BSO; • Visie “buiten zijn”. De protocollen liggen ter inzage op de vestiging.
Pedagogisch Beleid SKWT
2009-2014
23/23