Pedagogisch beleid Kinderopvang
Dit pedagogisch beleid is eigendom van de Kinderkoepel en mag niet zonder haar toestemming worden gebruikt of elders toegepast.
Auteur
Datum geldigheidsverkl.
PW
juli 2015
Paraaf
map
Versie nr.
Handboek KDV/BSO
2015C
Pedagogisch beleid Kinderopvang - Kinderkoepel Index
1.1.
Wie zijn wij? ........................................................................................................................... 3
1.2.
Pedagogische doelstellingen: .............................................................................................. 4
Hoofdstuk 2: Onze kijk op opvoeding, ontwikkeling en ontspanning ........................................... 5 2.1
Opvoeding .............................................................................................................................. 5
2.2
Ontwikkeling .......................................................................................................................... 5
2.3
Ontspanning ........................................................................................................................... 6
2.4
veiligheid en gezondheid...................................................................................................... 6
Hoofdstuk 3: Regels ............................................................................................................................. 8 3.1.
Respect voor jezelf................................................................................................................ 8
3.2.
Respect hebben voor anderen ............................................................................................ 9
3.3.
Respect hebben voor de omgeving .................................................................................... 9
3.4.
Bekend zijn met de gebruikelijke omgangsregels ............................................................ 9
3.5.
Belonen en straffen............................................................................................................... 9
Hoofdstuk 4: Hoe gaan we om met kinderen die meer zorg nodig hebben? .............................. 9 4.1.
Zieke kinderen ....................................................................................................................... 9
4.2.
Gedragsproblemen / als een kind niet goed ontwikkelt ................................................ 10
Hoofdstuk 5: Op de groepen ............................................................................................................. 10 5.1.
Stamgroepen ....................................................................................................................... 10
5.2.
De Stamgroep op Waterwiebels ....................................................................................... 11
5.3.
Stamgroepen Wielewater ................................................................................................... 12
5.4.
Stamgroepen Woelwater.................................................................................................... 12
5.9
Beroepskracht-kind ratio (BKR) ........................................................................................ 13
5.10
Op de stamgroep vindt plaats: ......................................................................................... 14
Hoofdstuk 6: Wennen: ....................................................................................................................... 15 6.1 Wennen op de volgende groep………………………………………………………………………………………..15 Hoofdstuk 7: Ouders / verzorgers .................................................................................................... 16 Hoofdstuk 8: Personeel ...................................................................................................................... 17 8.1.
Goed werknemerschap is dat ............................................................................................ 17
8.2.Achterwacht……………………....................................................................................18 8
2
ped beleid KOV 2015 C
Pedagogisch beleid Kinderopvang - Kinderkoepel
Hoofdstuk 1: Welkom bij de Kinderkoepel 1.1.
Wie zijn wij?
Welkom bij Stichting de Kinderkoepel. Wij zijn een professionele non-profit organisatie voor alle soorten kinderopvang in Hellevoetsluis en omgeving. Het is onze missie om verantwoorde kinderopvang en peuterspeelzaalwerk te realiseren. Dat betekent dat de Kinderkoepel diensten verleent die beroepsmatige verzorging en opvoeding van kinderen met zich meebrengt. Deze diensten worden vooral uitgevoerd door professionele pedagogische medewerkers (leidsters), die staan voor hun vak. De pedagogisch medewerkers waarborgen de pedagogische kwaliteit, de veiligheid en de gezondheid. Zij worden ondersteund door een professionele organisatie, gezamenlijk waarborgen wij daarmee de kwaliteit die de opvang van kinderen vraagt. De Kinderkoepel is partner van de ouders in de ontwikkeling en opvoeding en zorgt voor ontspanning van kinderen. Voor u ligt het pedagogisch beleid van de kinderopvang van de Kinderkoepel: Per locatie / werksoort is er een nadere uitwerking van dit beleid in een aanvulling uitgewerkt. Dit is noodzakelijk omdat elke werksoort zijn eigen specifieke uitwerkingen heeft. De opvang locaties variëren in omvang, indeling en gebouw. Dat heeft allemaal zijn weerslag op de pedagogische uitvoering van het beleid. In dit beleidsplan leggen wij vast welk pedagogisch beleid wij op elke unit hanteren en wat klanten daarvan kunnen verwachten. Omdat niet alles in beleid is te beschrijven zijn er voor de pedagogisch medewerkers diverse werkinstructies opgesteld. Deze zijn in het kwaliteitssysteem opgenomen. Een deel van de informatie in dit beleid staat ook op onze website www.kinderkoepel.nl Mocht u na het lezen van dit beleidsplan nog vragen hebben dan kunt u hierover contact opnemen met de kindplaatsadministratie ( 0181 325049) of met de unitmanager van de locatie waar uw kind geplaatst is.
3
ped beleid KOV 2015 C
Pedagogisch beleid Kinderopvang - Kinderkoepel 1.2.
Pedagogische doelstellingen:
We vinden het pedagogische deel van onze dienstverlening belangrijk omdat wij de kinderen een goede basis willen bieden, waarin we hen opvoeden. Vanzelfsprekend houden wij ons ook aan de wettelijke eisen en normen. Vanuit de wet gelden voor de kinderopvang de volgende doelstellingen. a. de kinderopvang moet zo georganiseerd zijn dat kinderen zich veilig voelen en geborgenheid ervaren in de opvangsituatie; Wij doen dit door: individuele aandacht te geven structuur te bieden (zie bijgevoegde dagritme/locatie) warmte en genegenheid te geven voorspelbaar te zijn voor kinderen signalen te herkennen kindvriendelijke materialen en inrichting te bieden b. de kinderopvang moet erop gericht zijn de ontwikkeling van persoonlijke competenties van kinderen optimaal te ondersteunen; Wij doen dit door: te observeren kinderen ruimte te geven uitdaging te bieden geduld te hebben c. de kinderopvang moet erop gericht zijn de ontwikkeling van sociale competenties van kinderen optimaal te ondersteunen; Wij doen dit door: actieve houding naar kinderen te hebben interactie te stimuleren samen plezier te maken kinderen bewust te maken van de wereld zelfredzaamheid te stimuleren d. de kinderopvang moet erop gericht zijn dat waarden en normen overgedragen worden aan de kinderen. Wij doen dit door: benoemen en waarderen van verschillen vragen te beantwoorden omgangsvormen te leren uitleg te geven over de wereld die kinderen ontdekken respect en waardering te tonen Door de samenwerking met partners zoals basisscholen, bibliotheek, CJG en peuterspeelzaal proberen wij een meerwaarde voor het kind te creëren.
4
ped beleid KOV 2015 C
Pedagogisch beleid Kinderopvang - Kinderkoepel Hoofdstuk 2: Onze kijk op opvoeding, ontwikkeling en ontspanning Wij vinden dat de Kinderkoepel een bijdrage levert aan de opvoeding, ontwikkeling en ontspanning van kinderen. De Kinderkoepel belooft een goede, degelijke pedagogische aanpak voor het jonge kind. Pedagogiek en opvoeding worden steeds meer gericht op kansen en prestaties van kinderen. Het kind is hierbij het uitgangspunt met zijn/haar capaciteit. De opvang van uw kind vindt plaats in een veilige en gezonde omgeving. Dat begint al bij de jongste kinderen waar de pedagogisch medewerkers zich richten op ontwikkeling, bij de peutergroep wordt een start gemaakt met het voorbereiden op school en is dan ook bij uitstek een plek om spelenderwijs te ontwikkelen. Door spelenderwijs en op een ontspannen manier andere kinderen te ontmoeten en met elkaar een leuke dag te beleven, vergroten kinderen hun woordenschat, ontwikkelen zij hun motorische mogelijkheden, groeien zij in sociaal vaardig gedrag etc. Deze ontwikkeling wordt op de BSO doorgezet. Elk kind krijgt de kans om zich op zijn/haar eigen wijze en in eigen tempo te ontwikkelen.
2.1
Opvoeding
Met de opvoeding wordt bedoeld dat de volwassene invloed uitoefent o.a. met als doel; het kind te stimuleren in zijn ontwikkeling en de normen en waarden aan het kind over te dragen. Deze invloed wordt bewust en onbewust uitgeoefend. De alledaagse omgang bevat veel opvoedende aspecten die onbewust plaatsvinden. In onze visie is opvoeden ook bewust het goede voorbeeld geven! Bij de Kinderkoepel gaan we ervan uit dat de volgende factoren een rol spelen bij de ontwikkeling van kinderen: aanleg van het kind omgeving waarin het kind opgroeit Bij de aanleg van het kind speelt de aanleg en het karakter een grote rol. De omgeving van het kind bestaat uit: broers, zussen, ouders, verdere familieleden, vriendjes, buren, kinderopvang of peuterspeelzaal. Ook de ruimte waarin het kind opgroeit, behoort tot de omgeving, de wijk, de school etc. Het kind oefent enerzijds invloed uit op zijn omgeving, anderzijds oefent de omgeving invloed uit op het kind. Omdat personeelsleden van De Kinderkoepel deel uitmaken van de omgeving van het kind hebben zij ook invloed op de ontwikkeling van het kind.
2.2
Ontwikkeling
Binnen de Kinderkoepel willen wij de totale ontwikkeling van het individuele kind evenwichtig stimuleren. Kinderen ontwikkelen zich als zij de mogelijkheid krijgen om te spelen, ontmoeten, lezen, ontdekken, experimenteren en communiceren. De organisatie biedt aandacht, zorg en respect opdat de kinderen dit op een eigen tempo en kracht kunnen doen. Wij bevorderen de ontwikkeling van kinderen door een ondersteunend, stimulerend en uitdagend klimaat te bieden. Dit doen wij in groepsverband. Door zorg te dragen voor vertrouwde beroepskrachten die voor het kind zorgen en door structuur en voorspelbaarheid in de dag te brengen. Wij houden rekening met de ontwikkelingsfases van kinderen. Ons personeel stimuleert, kinderen zijn leidend in de dagbesteding. Wij gaan ervan uit dat ieder kind drang heeft om zich zelf te ontwikkelen. Als kinderen geen sterke drang hebben om zich te ontwikkelen zijn wij actiever in onze benadering.
5
ped beleid KOV 2015 C
Pedagogisch beleid Kinderopvang - Kinderkoepel Wanneer een pedagogisch medewerker in haar observerende rol constateert dat er mogelijk sprake is van ontwikkelingsachterstanden is het haar taak om hierop te anticiperen. De wijze waarop is verderop in dit plan te lezen. De Kinderkoepel koopt materialen die bestemd zijn voor professionele kinderopvang en gericht zijn voor de leeftijd van de kinderen. De inrichting is afgestemd op de ontwikkelingsfase van de kinderen met een passend aanbod speelgoed. Inkoop van ontwikkelingsmaterialen doen we bij gespecialiseerde leveranciers. We kopen bewust speelgoed en letten hierbij op dat speelgoed passend is bij de leeftijdsgroep, specifiek, uitdagend, niveau gradatie en ontwikkelingsgericht is. De BSO heeft daarbij wel andere insteek omdat de kinderen na een dag op school hier ook komen om te ontspannen. Op de BSO is er dagelijks een aanbod van activiteiten (koken, sport en spel) .Daarnaast worden er regelmatig workshops georganiseerd waarvoor kinderen zich in kunnen schrijven. Door de kinderen steeds meer vrijheden te geven groeien zij naar een kind wat vol zelfvertrouwen aan de middelbare school kan beginnen.
2.3
Ontspanning
Wij bieden kinderen veel ruimte voor ontspanning en spelenderwijs leren. De ontmoeting met leeftijdsgenoten bevordert de sociale vaardigheden. Bij ons zijn de behoeften van de kinderen veelal leidend. Zij mogen zelf kiezen of ze en aan welke activiteit zij willen meedoen. Op de BSO worden grotere kinderen, in overleg met ouders, d.m.v. projecten of thema’s gestimuleerd om ook de omgeving en de wijk van het kindercentrum te ontdekken. We bieden in iedere wijk van Hellevoetsluis buitenschoolse opvang aan. Net als thuis zijn er op het kindercentrum regels en structuurafspraken maar deze kunnen wel verschillend van elkaar zijn. Al spelenderwijs en door het groepsproces leren de kinderen om te gaan met (andere) regels en leren flexibel om te gaan met de (verschillen van) regels. Het hebben en uitdragen van regels geeft duidelijkheid, kinderen zijn hierbij gebaat, dit geeft vertrouwen en veiligheid. Door het dagritme en het groepsproces worden regels spelenderwijs geleerd en herkend. Met structuurafspraken moet je soms flexibel omgaan, bepaalde omstandigheden kunnen hier een aanleiding voor zijn. De pedagogisch medewerker zal aan de kinderen uitleggen waarom het nu even anders is. Hiermee leert het kind dat de dingen soms anders gaan dan ze gewend zijn.
2.4
veiligheid en gezondheid
Om zowel de veiligheid als de gezondheid zo goed mogelijk te waarborgen wordt jaarlijks een risico inventarisatie uitgevoerd. Deze worden gecontroleerd door de overheid. Wij denken bij veiligheid niet zozeer aan het voorkomen van blootstellen aan alle gevaar. “Gevaar” is niet altijd te voorkomen. Belangrijker achten wij het gevaar te voorzien, maatregelen erop te nemen en kinderen er gedoseerd mee om leren gaan. Ook bij gezondheid o.a. verspreiden van ziektekiemen door snottebellen. Wij proberen door het hanteren van een goede hygiëne en door kinderen een goede hygiëne aan te leren, de gezondheidsrisico’s te verkleinen. (zie 4.1: zieke kinderen). 2.4.1. Mentale veiligheid Het is belangrijk dat elk kind zich geaccepteerd en gewaardeerd voelt. Hoewel een kind in het kindercentrum wordt opgevangen in een groep, vinden we individuele aandacht belangrijk. Elk kind is immers anders. We realiseren de geestelijke veiligheid op de volgende
6
ped beleid KOV 2015 C
Pedagogisch beleid Kinderopvang - Kinderkoepel wijze: Elk kind is welkom op het kindercentrum. We vinden het fijn als het er is en laten dit merken door elk kind bij binnenkomst te verwelkomen.
We nodigen kinderen uit om hun verhaal te doen. We zijn er op attent alle kinderen te zien en te horen. We hebben regelmatig kinderbesprekingen. We geven positieve aandacht en waardering. Emoties van kinderen mogen er zijn. Dit geldt voor gevoelens van blijdschap, maar ook voor verdriet en boosheid. Dit mag, zolang een ander kind er niet door geschaad wordt. Bij de aankleding van de ruimte wordt gebruik gemaakt van dingen die voor de kinderen herkenbaar zijn of door de kinderen zelf zijn gemaakt. Elk kind heeft een eigen lade of bakje waar het zijn eigen spullen kan opruimen. Hier kan een kind zijn tekening in bewaren maar ook de eigen knuffel of de speen. De kinderen slapen in een eigen bedje, zodat het kind bekend is met de plek waar het slaapt. Als kinderen jarig zijn is er altijd speciale aandacht voor “hun” dag. Er staat op het KDV en op de BSO zolang kinderen het zelf graag willen, een verjaardagmuts klaar. Er zijn slingers, er wordt gezongen en er is een cadeautje.
2.4.2. Fysieke veiligheid / gezondheid Voor wat betreft de fysieke veiligheid vindt er jaarlijks een inventarisatie plaats. Een jaarlijkse inventarisatie alleen is natuurlijk onvoldoende in een organisatie die werkt met een kwetsbare doelgroep. Het is dan ook aan de beroepskrachten om dagelijks mogelijke gevaren te signaleren. Materialen die kapot zijn worden verwijderd en/of vervangen. Voordat de kinderen het speelplein op gaan, vindt er eerst een pleincontrole plaats. Zwerfvuil, scherpe voorwerpen, uitwerpselen van dieren enz. worden direct verwijderd. Er zijn meerdere huisregels en werkinstructies die de veiligheid van de kinderen moeten waarborgen zoals bijv. de glijbaanregels van het speelhuis in de hal. De deuren bij de hoofdingang van de dagopvang en waar mogelijk en nodig op andere plaatsen, zijn voorzien van een cijferslot. De ouders/verzorgers hebben de cijfercode mondeling van de leidsters gekregen met het verzoek deze code niet verder door te geven aan derden. Ieder jaar zal de 4-cijferige code gewijzigd worden. Het hek van het speelplein is altijd dicht en kan niet zelfstandig door de kinderen geopend worden. Er wordt consequent op toegezien dat iedereen (ook ouders) het hek goed sluiten bij aankomst en vertrek. De controle op hygiëne is natuurlijk ook een onderdeel van het bieden van fysieke veiligheid. Zo wordt er op toegezien dat de boodschappen als bijv. zuivel en vleeswaren op de juiste temperatuur worden afgeleverd en binnen een half uur in de koelkast zijn opgeborgen. Met een CO2 meter wordt regelmatig in verschillende ruimten gemeten of er voldoende frisse lucht is. De slaapkamers worden dagelijks geventileerd. De (bijna) ongevallen worden geregistreerd, hierdoor brengen we onveilige situaties in kaart waardoor we gericht oplossingen kunnen zoeken om de veiligheid te vergroten. De (bijna) ongevallen worden in jaarverslag gebundeld. 2.4.3. vierogenbeleid Het vierogenprincipe betekent dat er in principe altijd iemand moet kunnen meekijken of meeluisteren. De Kinderkoepel heeft het vierogenprincipe ingevoerd. Dit beleid hoeft alleen bij de KDV geïntroduceerd te worden. De benoemde maatregelen komen vooral uit het convenant kwaliteit kinderopvang (wettelijk vastgelegd) en het rapport Gunning, een landelijk rapport opgesteld naar aanleiding van de verschillende zedenzaken die hebben plaatsgevonden.
7
ped beleid KOV 2015 C
Pedagogisch beleid Kinderopvang - Kinderkoepel Inzet Personeel: Het is verplicht dat er altijd twee volwassenen zijn die de kinderen kunnen zien/horen. Dit gebeurt bij de Kinderkoepel door de huisregel dat een leidster nooit alleen in het pand is wanneer er kinderen aanwezig zijn. Transparantie van de ruimten en meer oren op de groep: Pedagogisch medewerkers lopen regelmatig elkaars ruimten binnen zonder te kloppen. Ouders lopen tijdens de openings- en sluitingstijden ook binnen zonder aankondiging. De Unitmanager komt regelmatig binnen in de groepsruimtes. In de groepsruimten zijn veel ramen waarmee deze ruimte in contact staat met de gang/andere (groeps)ruimten en de buitenruimte. Houding naar kinderen: Door kinderen te stimuleren zichzelf te respecteren, te vertrouwen op hun gevoel en hun eigen grenzen aan te geven vergroot de weerbaarheid en zelfstandigheid van kinderen. Hierdoor kunnen opvoeders stapsgewijs de kinderen meer verantwoordelijkheden geven en het toezicht verminderen. Kinderen worden nooit meegenomen naar ruimten als personeelstoilet. Ook bij uitstapjes buiten de deur nemen we kinderen nooit mee naar eigen huis. Bedrijfscultuur We creëren een cultuur waarin het geven van feedback (positief en negatief) normaal is. Wij stimuleren aanspreken op gedrag. De Kinderkoepel heeft een aandachtsfunctionaris waarbij melding kan worden gemaakt van vermoeden van (seksueel) misbruik. De Kinderkoepel werkt samen met het CJG o.a. om vermoeden van bijzonderheden nader uit te diepen. Bouwkundige vormgeving en apparatuur o Glazen deuren waardoor er altijd in de lokalen gekeken kan worden door collega’s. o Gezamenlijke verschoonruimten waar mogelijk. o Overzichtelijke ruimten, met veel bewuste doorzichtmogelijkheden. o Wordt voorkomen dat kinderen meegenomen kunnen worden naar volwassenen toiletten of andere afsluitbare of verborgen hoeken. o Babyfoons voor in de slaapkamers of wanneer er veel personeel buiten is. Uitstapjes Bij uitstapjes buiten het kindercentrum gaan altijd twee begeleiders mee, waarvan minimaal één pedagogisch medewerker. De tweede begeleider kan een stagiaire zijn. Er wordt nooit even langs huis gegaan als er kinderen van de Kinderkoepel mee op pad zijn.
Hoofdstuk 3: Regels
Regels hebben vaak te maken met het respecteren van jezelf / anderen en je omgeving.
3.1.
Respect voor jezelf
We vinden het belangrijk dat elk kind leert eigen behoeftes en emoties te herkennen en te verwoorden. Dat het leert keuzes maken, zelfvertrouwen ontwikkelt en voor zichzelf opkomt op een sociaal aanvaardbare wijze. We stimuleren de kinderen tot zelfstandigheid waarmee het zelfvertrouwen groeit. Het geven van complimenten en het kind helpen wanneer het even niet lukt hoort hier ook bij.
8
ped beleid KOV 2015 C
Pedagogisch beleid Kinderopvang - Kinderkoepel 3.2.
Respect hebben voor anderen
Zoals een kind mag leren zichzelf te zijn en zichzelf te aanvaarden zo moet het kind ook een ander respecteren. Gedragsregels die hierop betrekking hebben zijn:
wat jij niet wil dat jou overkomt doe dat ook niet naar anderen; luisteren naar elkaar. Je mag om de beurt iets vertellen; je mag niet pesten; je mag boos worden maar geen verbaal of lichamelijk geweld gebruiken; help een ander als deze hulp nodig heeft; deel met een ander en speel samen; accepteer en waardeer dat anderen anders zijn of het anders hebben; maak geen spullen van elkaar kapot. Je mag verdriet hebben.
3.3.
Respect hebben voor de omgeving
3.4.
Bekend zijn met de gebruikelijke omgangsregels
Een kind moet leren zorg te dragen voor de omgeving. Dit kan door respectvol om te gaan met de spullen van de Kinderkoepel (opruimen, de aankleding mooi maken, geen spullen kapot maken). Maar ook buiten de opvang geldt dit respect voor materialen, dieren en planten. Er is natuurlijk een reeks aan omgangsregels die verweven zijn met bovengenoemde 3 punten. Enkele andere belangrijke aangeboden regels zijn:
3.5.
tafelmanieren elkaar respectvol aanspreken elkaar begroeten en gedag zeggen
Belonen en straffen
Met belonen en straffen hebben we ook op de kindercentra te maken. Het geeft aan wat gewenst of ongewenst (gedrag) is. Gewenst gedrag wordt beloond met een aai over de bol, een compliment, een opgestoken duim of iets in materieel opzicht zoals een sticker of een beloningskaartje. Bij ongewenst gedrag wordt het kind aangesproken en uitgelegd wat en waarom iets niet goed is of niet mag. Soms is het nodig (bij herhaling van ongewenst gedrag) dat het kind even uit zijn spel wordt weggehaald, hier gaat altijd een waarschuwing aan vooraf. We vertellen het kind waarom hij nu even niet mee kan spelen, waarna hij na een paar minuten zijn spel weer mag hervatten. Bij herhaald ongewenst gedrag wordt een kind niet uit de groep gehaald maar uit het spel. Ouders worden betrokken indien er specifieke afspraken over hun kind gemaakt moeten worden. (zie verderop bij gedragsproblemen).
Hoofdstuk 4: Hoe gaan we om met kinderen die meer zorg nodig hebben? 4.1.
Zieke kinderen
Kinderen die ziek zijn kunnen niet worden opgevangen binnen onze groepsopvang. De basis daarvoor ligt in de algemene richtlijnen van het RIVM (rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu). Wij overleggen bij infectieziekten met de GGD of eventueel wering noodzakelijk is. Kinderen die ziek zijn en nog niet zijn opgehaald, geven we extra aandacht maar we zorgen ervoor dat zij zo snel mogelijk de individuele geborgenheid van thuis kunnen ervaren. Indien een kind vanwege een chronische ziekte een medische handeling nodig heeft kan dit in veel gevallen wel. Hiervoor zijn protocollen opgesteld omdat wij de wet B.I.G. moeten volgen.
9
ped beleid KOV 2015 C
Pedagogisch beleid Kinderopvang - Kinderkoepel 4.2.
Gedragsproblemen / als een kind niet goed ontwikkelt
Een kind met gedragsproblemen kan bij de Kinderkoepel worden opgevangen zolang het past binnen de groepsopvang die wij bieden. Bij kinderen met gedragsstoornissen kan de Kinderkoepel eenzijdig besluiten om de opvang stop te zetten. Dit gebeurt als het gedrag niet op positieve wijze beïnvloedt kan worden. Alle kinderen worden aangesproken wanneer zij onacceptabel gedrag vertonen. Er wordt aan het kind duidelijk gemaakt waarom dat gedrag niet kan in de groep. Daarbij hanteren wij een positieve benadering. Wij werken met wederzijdse afspraken tussen kind en onze pedagogische medewerkers en belonen goed gedrag. Daarbij is aandacht voor de individuele behoeften van elk kind. Met de ouder(s)/verzorger(s) en eventueel het kind zelf wordt de aanpak van het gedrag besproken. Straffen van thuis worden niet doorgetrokken op de opvang. Wij vragen verzorgers/ouders dit andersom ook niet te doen. Een pedagogisch medewerker heeft een signalerende en observerende taak op de groep. De hele dag door observeren we de kinderen en door het aanbod van het individuele en groepsspel signaleren we de ontwikkeling van het kind en signaleren of het ontwikkelingsniveau passend is bij de leeftijd en of er en stijgende lijn is in de ontwikkeling. Wanneer er twijfel is over de ontwikkeling van het kind is de beroepskracht hierop alert, een extra spel doen of op een andere wijze aandacht en extra observeren/rapporteren geven meestal de doorslag om hier verder mee te gaan. De pedagogisch medewerker deelt haar zorg met de collega’s op de groep, in overleg met hen bespreekt zij het vermoeden met de unitmanager. De pedagogisch medewerker (en eventueel unitmanager) bespreekt haar zorg met de ouder(s) en legt het gesprek vast. Afhankelijk of de ouders open staan voor extra aandacht en/of ondersteuning bespreken we hoe verder te gaan. Aan ieder kinderdagverblijf is ter ondersteuning van de professionals een jeugdverpleegkundige verbonden, deze is werkzaam bij het CJG (centrum Jeugd en gezin) bij u in de buurt: Naast de afspraken op het CJG onderhoudt de jeugdverpleegkundige ook contact met u, uw kind en de pedagogisch medewerkers door een aantal keer per jaar aanwezig te zijn op het kindercentrum. Van de gesprekken die we met de ouders hebben en de afspraken die we maken wordt een verslag gemaakt. Ouders krijgen een kopie van het verslag. Gaan de zorgen van het kind over huiselijk geweld of (seksuele) mishandelingen dan handelen wij naar de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en kunnen wij onze aandachtsfunctionaris meldcode inschakelen. De Kinderkoepel is aangesloten bij het SISA (Signaleren en Samenwerken), www.sisa.rotterdam.nl .
Hoofdstuk 5: Op de groepen 5.1.
Stamgroepen
Omdat ouders wisselende dagen afnemen is er dagelijks een ander aantal kinderen aanwezig. Ook het aantal kinderen kan verschillen, zo zijn de dinsdagen en donderdagen over het algemeen drukke dagen en de woensdag juist weer rustig. De dagelijks aanwezige kinderen noemen we een stamgroep. De definitie stamgroep vanuit de wet luidt: “Een
vaste groep kinderen in de dagopvang met vaste pedagogisch medewerkers met een vaste ruimte.” Op de opvanggroepen werkt een vast aantal pedagogisch medewerkers (leidsters) die zoveel mogelijk met een vast rooster werken. Zo weet u in principe welke leidster wanneer werkt, met uitzondering van ziekte, scholing, vakantie of sterk afwijkende kinderaantallen.
10
ped beleid KOV 2015 C
Pedagogisch beleid Kinderopvang - Kinderkoepel Indien noodzakelijk worden de vaste pedagogisch medewerkers ondersteund door een vaste flexleidster. Elke stamgroep op het kinderdagverblijf heeft een eigen vaste basisruimte waarin ook gespeeld kan worden. Tijdens rustige momenten worden stamgroepen samengevoegd. De stamgroepen hebben vaste pedagogisch medewerkers. De pedagogisch medewerkers van de stamgroep staan borg voor oudercontacten, welbevinden en ontwikkeling van het kind. Op de BSO wordt een van de vaste pedagogisch medewerkers aangewezen als mentor. Door het mentorschap hebben kinderen hun eigen leidster waar zij heen kunnen voor vragen. De mentor begeleidt het kind in de ontwikkeling, opvoeding en ontspanning. Voor ouders is de mentor het vaste aanspreekpunt. Om de kinderen meer bewegingsruimte te kunnen geven, meer mogelijkheden te bieden in de keuze van activiteiten en om de mogelijkheid te vergroten om vriendjes te maken, werken we met het opendeurenbeleid. Kort gezegd betekent dit dat er intensief samengewerkt wordt tussen alle groepen in het aanbod van activiteiten. Hierdoor hebben de kinderen de mogelijkheid om in een andere groep dan de eigen stamgroep aan een activiteit mee te doen of om te gaan spelen. In de vakanties werken BSO’s van de verschillende locaties regelmatig met elkaar samen.
5.2.
De Stamgroep op Waterwiebels
Op Waterwiebels zijn er vier dagopvanggroepen. Op de opvanggroepen werkt een vast aantal pedagogisch medewerkers (leidsters) die zoveel mogelijk met een vast rooster werken. Zo weet u in principe welke leidster wanneer werkt, met uitzondering van ziekte, scholing, vakantie of sterk afwijkende kinderaantallen. Op de opvanggroep Wiebels (peuters) zijn drie vaste pedagogisch medewerkers, de dagelijkse stamgroep wordt niet groter dan 16 aanwezige kinderen. Op de opvanggroep Spetters (baby/dreumes) zijn drie vaste pedagogisch medewerkers, de dagelijkse stamgroep wordt niet groter dan 9 aanwezige kinderen. Op de verticale opvanggroep Bubbels zijn drie vaste pedagogische medewerkers, de dagelijkse stamgroep is niet hoger dan 16 kinderen. Indien van deze opvanggroep meer dan 16 kinderen komen wordt er van deze opvanggroep twee stamgroepen gemaakt. De vaste stamgroepruimte wordt dan gescheiden en de vaste pedagogische medewerkers verdelen zich. Indien noodzakelijk dan wordt er ondersteund door een vaste flexleidster. Op de verticale groep Druppels zijn twee vaste pedagogisch medewerkers, de dagelijkse stamgroep van vaste kinderen is niet hoger dan 12. Op Waterwiebels hebben wij een grote groep kinderen die volgens rooster opvang afnemen. Deze kinderen worden opgevangen in één van de vier stamgroepen van de locatie. Hierbij wordt gelet op de leeftijd van het roosterkind, maar ook de aansluitingsmogelijkheden voor het spelen bij andere kinderen. Elke stamgroep op het kinderdagverblijf heeft een eigen vaste basisruimte waarin ook gespeeld kan worden. Tijdens rustige momenten worden stamgroepen samengevoegd. De stamgroepen hebben vaste pedagogisch medewerkers. De pedagogisch medewerkers van de stamgroep staan borg voor oudercontacten, welbevinden en ontwikkeling van het kind. De buitenschoolse opvang van Waterwiebels bestaat uit 2 locaties met elk twee opvanggroepen BSO. Er is een groep onderbouw 4-7 jarigen en een groep bovenbouw 7-12 jarigen. De groepen maken gebruik van alle ruimtes op de BSO en spelen dus door elkaar heen. Door het aanbod van activiteiten ontstaan er dagelijks kleinere werkgroepen waarin kinderen naar eigen wensen kunnen aansluiten. Tijdens de activiteiten wordt de specifieke BKR per groep losgelaten zodat ieder kind kan doen waar hij/zij zin in heeft. De totale stamgroep bestaat maximaal uit 100 kinderen op de Brasem en uit 50 kinderen op de Branding. 11
ped beleid KOV 2015 C
Pedagogisch beleid Kinderopvang - Kinderkoepel
Aan de Brasem: Op de opvanggroep Onderwaterwereld (onderbouw) zijn twee vaste pedagogisch medewerkers. Op de opvanggroep Octopus (bovenbouw) zijn twee vaste pedagogisch medewerkers. Aan de Branding: Op de opvanggroep Zeesterren (onderbouw) zijn twee vaste pedagogisch medewerkers. Op de opvanggroep Maanvissen (bovenbouw) zijn twee vaste pedagogisch medewerkers. Onder begeleiding kunnen een aantal kinderen ook in de hal of in het speellokaal spelen.
5.3.
Stamgroepen Wielewater
Op Wielewater zijn er vier dagopvanggroepen. Op de opvanggroep Kikkers zijn drie vaste pedagogisch medewerkers. De dagelijkse stamgroep wordt niet groter dan 16 aanwezige kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar. Op de opvanggroep Visjes (baby/dreumes) zijn twee vaste pedagogisch medewerkers, de dagelijkse stamgroep wordt niet groter dan 9 aanwezige kinderen van 0 jaar. Op de verticale opvanggroepen Eendjes zijn elk twee vaste pedagogische medewerkers, de dagelijkse stamgroepen zijn elk niet groter dan maximaal 16 kinderen in de leeftijd van circa 1 tot 3 jaar. Afhankelijk van de doorstroom mogelijkheden kan het voorkomen dat er ook jongere of oudere kinderen in de groep verblijven. Als kinderen deels door kunnen stromen dan kunnen ouders toestemming geven dat de kinderen gedurende een afgebakende periode in twee stamgroepen opvang genieten. De buitenschoolse opvang van Wielewater bestaat uit twee opvanggroepen BSO. Er is een groep onderbouw 4-7 jarigen en een groep bovenbouw 7-12 jarigen. De groepen maken gebruik van alle ruimtes op de BSO en spelen dus door elkaar heen. Door het aanbod van activiteiten ontstaan er dagelijks kleinere werkgroepen waarin kinderen naar eigen wensen kunnen aansluiten. Tijdens de activiteiten wordt de specifieke BKR per groep losgelaten zodat ieder kind kan doen waar hij/zij zin in heeft. De totale stamgroep bestaat maximaal uit 90 kinderen.
5.4.
Stamgroepen Woelwater
Op Woelwater zijn er drie dagopvanggroepen. Op de opvanggroepen Tuimelaars en Zeepaardjes (verticale groepen) zijn elk drie vaste pedagogisch medewerkers, de dagelijkse stamgroepen worden elk niet groter dan 12 aanwezige kinderen. Op de opvanggroep Walrussen (peuters) zijn twee vaste pedagogisch medewerkers, de dagelijkse stamgroep wordt niet groter dan 8 aanwezige kinderen. De buitenschoolse opvang van Woelwater bestaat uit twee opvanggroepen. Er is een groep 4-7 jarigen (onderbouwgroep) en een groep 7-12 jarigen (bovenbouwgroep). De groepen maken gebruik van alle ruimtes op de BSO en spelen dus door elkaar heen. Door het aanbod van activiteiten ontstaan er dagelijks kleinere werkgroepen waarin kinderen naar eigen wensen kunnen aansluiten. Tijdens de activiteiten wordt de specifieke BKR per groep losgelaten zodat ieder kind kan doen waar hij/zij zin in heeft. De totale stamgroep bestaat maximaal uit 100 kinderen. Onder begeleiding kunnen een aantal kinderen ook in andere ruimtes spelen zoals het speellokaal, het atelier en de ruimten van de Hendrik Boogaardschool.
12
ped beleid KOV 2015 C
Pedagogisch beleid Kinderopvang - Kinderkoepel 5.5
Incidenteel en structureel afnemen extra dagdeel
Extra dagdelen worden zoveel mogelijk in de oorspronkelijke opvanggroep afgenomen. Indien dat niet lukt (vanwege het kinderaantal) mag in overleg met de ouders het kind op een andere opvanggroep, opgevangen worden. Indien het kinderaantal het niet toelaat worden de kinderen niet extra geplaatst.
5.6
Ruilen van dagen
5.7
Studiedagen
Een ruiling van dagen is in dezelfde week mogelijk als het kinderaantal dit toelaat, de mogelijkheid voor toepassing wordt alleen bepaald door de betreffende locatiemensen. Opvang tijdens studiedagen zit niet in het basispakket. Wanneer uw kind opvang nodig heeft tijdens studiedagen dan mag uw kind zonder aanmelding komen. Alleen de kinderen die nog niet bekend zijn bij De Kinderkoepel moeten van tevoren aangemeld en ingeschreven worden. De opvang voor studiedagen wordt achteraf aan u in rekening gebracht tegen het daarvoor geldende tarief. U kunt eenmalig gebruik maken van opvang tijdens studiedagen, maar u kunt ook een studiedagenstrippenkaart kopen tegen een voordeliger tarief.
5.8
Vakantie en verlof
Omdat de inzet van onze pedagogisch medewerkers gebaseerd is op het aantal kinderen willen wij graag van tevoren uw vakantie weten. Hiervoor is op de website een vakantieformulier te vinden. De administratie zal aan de locatie uw vakanties doorgeven. Wij houden bij het inroosteren van de pedagogisch medewerkers dan rekening met de kinderen die op vakantie zijn.
5.9
Beroepskracht-kind ratio (BKR)
De beroepskracht-kind ratio Dagopvang Dagopvang Dagopvang Dagopvang Buitenschoolse opvang
is vastgelegd in de wet, wij - leeftijd van 0-1 jaar: - leeftijd van 1-2 jaar: - leeftijd van 2-3 jaar: - leeftijd van 3-4 jaar: - leeftijd van 4-12 jaar:
houden ons altijd aan deze normen. 1 beroepskracht op 4 kinderen 1 beroepskracht op 5 kinderen 1 beroepskracht op 6 kinderen 1 beroepskracht op 8 kinderen 1 beroepskracht op 10 kinderen
In de stamgroepen berekenen wij de beroepskracht-kind ratio (BKR) volgens bovenstaand schema. Dezelfde wet legt een toegestane afwijking vast van de beroepskracht-kind ratio gedurende maximaal 3 uur per dag, en onder bepaalde voorwaarden. Bij De Kinderkoepel passen we deze afwijking o.a. toe op een vast moment tussen de middag (1,5 uur). Dat geldt voor de BSO alleen in de vakantieweken (als we de hele dag open zijn). Wanneer er uitstapjes gemaakt worden, wordt de beroepskracht-kind ratio geïntensiveerd. Dat is geen voorschrift of wet maar naar onze mening moet er dan meer aandacht voor veiligheid en daarmee meer begeleiding zijn. Wij hanteren in dat geval in principe een verhouding van beroepskrachten en kinderen waarbij het aantal kinderen per beroepskracht halveert. De naleving van BKR wordt intern continu gecontroleerd en jaarlijks extern gecontroleerd door de GGD die vervolgens de resultaten rapporteert. Van de GGD inspectie wordt een rapport opgesteld en op het centrale kantoor gearchiveerd, een kopie van het rapport is ter inzage aanwezig op de betreffende locatie. Bovendien wordt het rapport op de website geplaatst. De unitmanager is dagelijks verantwoordelijk voor het voldoen aan BKR op de locaties. De beroepskrachten worden ondersteund door huishoudelijke medewerkers en stagiaires. 13
ped beleid KOV 2015 C
Pedagogisch beleid Kinderopvang - Kinderkoepel Wanneer er stagiaires aanwezig zijn is dit altijd onder verantwoordelijkheid van de pedagogisch medewerker. De stagiaire stelt zich persoonlijk aan de ouders voor. De stagiaire krijgt de gelegenheid om het beroep van pedagogisch medewerker te leren. Wij zetten de stagiaires in volgens de CAO.
5.10 Op de stamgroep vindt plaats:
1. Brengen en halen 2. Eten, drinken 3. Verzorging
In principe vinden bovengenoemde drie punten op de eigen stamgroep plaats. Op momenten/dagen dat de kindbezetting laag is zal de groep echter samengevoegd worden met een andere groep. Meestal zal dit een vaste groep zijn waarmee een vaste samenwerkingsverband bestaat.
5.10.1
Brengen en halen
Tijdens deze momenten hebben leidster en ouders de gelegenheid voor een korte overdracht. Bij een overdracht moet u denken aan informatie zoals, het is goed gegaan vandaag, uw kind is gevallen en/of verdrietig geweest, heeft op de wc geplast. Vanuit u als ouder/verzorger horen wij graag of er bijzonderheden zijn waarmee we eventueel rekening moeten houden tijdens het dagdeel of gebeurtenissen die invloed kunnen hebben op de dag zoals bijv. hij/zij is moe want heeft vannacht slecht geslapen. De BSO kinderen worden ’s ochtends naar school gebracht en ‘s middags opgehaald. Deze tijd valt niet onder opvangtijd waardoor we geen rekening hoeven te houden met de BKR. Wij hebben een vast ophaalschema; pedagogisch medewerkers, stagiaires, huishoudelijk medewerkers en de unitmanager worden ingezet op dit drukke moment. Een medewerker van De Kinderkoepel zorgt dat het fruit klaarstaat voor als de kinderen aankomen op het kindercentrum. We vinden het belangrijk dat ouders na het brengen van hun kind met een goed gevoel weggaan. Er kan door de ouders altijd even gebeld worden om te informeren hoe het gaat. In verband met de lunch, verzorging en schoonmaak verzoeken wij u niet te bellen tussen 11.30 u en 13.00 uur. Het is belangrijk om te weten als een kind door een ander wordt opgehaald. Wij verwachten dat ouders ons informeren. Een kind wordt niet meegegeven aan een persoon die niet door de ouders is aangekondigd of die voor de leidster onbekend is; de leidsters vragen aan deze persoon een persoonsidentificatie.
5.10.2
Eten en drinken
De leidsters zorgen ervoor dat de kinderen gezonde en gevarieerde voeding krijgen. Er zijn richtlijnen voor hetgeen aangeboden wordt tijdens de maaltijden. Tussendoortjes bestaan uit fruit of andere gezonde hapjes. De kinderen krijgen dagelijks een snoepje. Als kinderen jarig zijn wordt er getrakteerd . Kinderen die niet mogen snoepen krijgen een ander tussendoortje. Ouders wordt gevraagd het trakteren op snoep zoveel mogelijk te beperken. Door de PMW wordt beoordeeld of de traktatie veilig is en of een deel mee naar huis wordt gegeven. De maaltijd is voor de kinderen een rustpunt en brengt gezelligheid. Kinderen die problemen hebben met eten worden zoveel mogelijk gestimuleerd, maar worden niet gedwongen te eten. Als het nodig is wordt er in overleg met de kinderen en ouders gezocht naar alternatieven.We zorgen ervoor dat de kinderen voldoende eten en drinken. Regelmatig is er op de BSO een kookactiviteit waarbij het resultaat geproefd wordt.
14
ped beleid KOV 2015 C
Pedagogisch beleid Kinderopvang - Kinderkoepel 5.10.3
Verzorging
De Kinderkoepel verzorgt de luiers voor uw kind, in overleg met de ouders wordt er gestart met zindelijkheidstraining. De pedagogisch medewerker helpt mee aan de zindelijkheidstraining, ze vraagt op verschillende momenten aan het kind of ze naar het toilet moet. Het zien van andere kinderen die naar het toilet gaan is vaak voor het kind al een reden om dat zelf ook te willen doen. Wanneer het kind eenmaal goed zindelijk is gaan we ook hierin zelfstandigheid stimuleren, het uit- en aankleden enz. Het uiteindelijke doel op het kinderdagverblijf is dat het kind alleen naar het toilet kan. Op de buitenschoolse opvang zijn de kinderen zelfstandig in hun verzorging, toch kan daar ook af en toe een “ongelukje” gebeuren, bij ongelukjes krijgen zij schone kleding.
Hoofdstuk 6: Wennen: Een nieuw kind kan komen wennen op het kindercentrum voordat de eigenlijke opvang in gaat. Het kindercentrum neemt hiervoor contact op met de ouders en plannen het wennen in. We proberen minimaal 2 maal een wenmoment in te plannen maar dit zal afhangen van het administratieve verloop van inschrijving. Voor ieder kind is de wenperiode anders. Het ene kind is al gewend aan het afscheid nemen, voor de ander is het de eerste keer dat hij/zij de ouders/verzorger uitzwaait. Duidelijkheid (houd het afscheid kort) en uitzwaaien bij het afscheid zijn belangrijk. Geef aan ouders aan dat ze nooit weg gaan zonder gedag te zeggen. Dit zou het vertrouwen kunnen beschadigen en het beïnvloedt de wenperiode. Het afscheid nemen kan samen gaan met emoties, tonen van emoties is prima. De pedagogisch medewerker troost uw kind en neemt hiervoor de tijd. Elkaar even opbellen om te vragen/vertellen hoe het gaat is altijd mogelijk. De ervaring leert dat er voldoende afleiding is waardoor de tranen meestal snel gedroogd zijn. Wanneer het toch moeilijk blijft worden er afspraken gemaakt hoe we de wenperiode vervolgen. De toepassing van Leidsters-Kind ratio wordt niet aangepast tijdens de wenmomenten van een nieuw kind. Ook na de wenmomenten zal het vertrouwen in de nieuwe omgeving nog verder vorm moeten krijgen. Het kind zal zijn/haar weg leren vinden in het kindercentrum in zijn algemeen en met de groep in het bijzonder; de andere kinderen en de pedagogisch medewerkers. Ook hebben de beroepskrachten tijd nodig om vertrouwd te raken met het kind. Daarnaast moeten ouders en beroepskrachten met elkaar vertrouwd raken. Een kind is gewend wanneer: Het zichtbaar op zijn gemak voelt bij de pedagogisch medewerkers en in de ruimte Het kind speelt naast of met de andere kinderen
6.1 Wennen op de volgende groep
Tijdens de opvang groeien de kinderen naar een andere groep toe. De kinderen van de babygroep stromen door naar een verticale groep, de peuters gaan naar een peutergroep en een groot aantal kinderen stromen door naar de BSO. Het wennen op andere groepen gaat vanzelf. Zodra de pedagogisch medewerker van de groep en de ouders weten naar welke groep een kind gaat mag het regelmatig gaan spelen zodat het op een speelse wijze kan wennen aan andere pedagogisch medewerkers en kinderen en nieuwe regels van de groep. Een kind kan een langere tijd blijven als dit past binnen de Leidster-Kind ratio (LKR) of een kind kan aansluiten bij korte activiteiten. Het aantal malen en de tijdsduur dat een kind gaat wennen wordt afgestemd op de behoeften van het kind. Tijdens de wenmomenten wordt de toepassing van de LKR op groepsniveau aangepast. Dat geldt voor beide groepen. Dit wil zeggen dat de toepassing van
15
ped beleid KOV 2015 C
Pedagogisch beleid Kinderopvang - Kinderkoepel de LKR aan het aantal kinderen wordt aangepast wat op dat moment op die groep aanwezig is. Als een wen-kind terug zou willen naar de eerder verlaten (eigen) stamgroep, dan is dit mogelijk. De toepassing van de LKR op de eigen stamgroep (en op de wengroep) wordt dan opnieuw herzien en aangepast aan het aantal aanwezige kinderen.
Hoofdstuk 7: Ouders / verzorgers
Op de kindercentra worden de kinderen opgevoed in gedeelde verantwoordelijkheid met ouders. Hiervoor is het noodzakelijk dat er tussen de pedagogisch medewerkers en de ouders een goede relatie bestaat, gebaseerd op wederzijds vertrouwen. Tijdens de haal- en brengmomenten worden er bijzonderheden aan elkaar gemeld. Wij vinden deze momenten belangrijk en wij besteden aandacht aan de overdracht van informatie over de kinderen tussen ouders en medewerkers. Baby’s tot 1 jaar, krijgen een eigen overdrachtschriftje, waarin alles over voeding, slapen en het wel en wee wordt vermeld. Als de ouders/verzorgers hun baby komen ophalen wordt het schriftje mee naar huis genomen. Zo ontstaat er een goede afstemming op het dagritme van de baby. Op de BSO worden de vrijheden van kinderen met ouders besproken en vastgelegd, ouders kunnen o.a. toestemming geven om alleen op het plein of zelfs alleen in de buurt te spelen. Als er behoefte of aanleiding voor is kunnen pedagogisch medewerkers en/of de ouder(s) een oudergesprek aanvragen. Er is één keer per jaar een mogelijkheid om u in te schrijven voor een tien minutengesprek over uw kind. De Kinderkoepel organiseert regelmatig een algemene ouderavond met een voor ouders interessant thema bijvoorbeeld opvoeding of EHBO.
7.1.
Oudercommissie
7.2.
Klachten
Het beleid dat door De Kinderkoepel wordt gevoerd, kan gevolgen hebben voor de ouder. Om die reden is er een oudercommissie ingesteld. De oudercommissie bestaat uit ouders/verzorgers van kinderen. We zijn blij dat er mensen te vinden zijn die zich hiervoor willen inzetten. De oudercommissie heeft diverse wettelijke bevoegdheden. De oudercommissie kan de organisatie gevraagd en ongevraagd adviseren. Daarvoor is er circa 3 keer per jaar overleg met de unitmanager. Er is een interne klachtenprocedure opgesteld. Daarmee kan de ouder/verzorger eventuele klachten en bezwaren kenbaar maken bij de organisatie. Om deze klachten in te dienen zijn op de locatie speciale formulieren beschikbaar. De regeling voorziet in de mogelijkheid voor elke klant om een klacht in te dienen bij degene die de klacht betreft. Die persoon lost de klacht op of verwijst naar een hoger hiërarchisch niveau in de organisatie. Daarna voorziet de regeling in behandeling van de klacht door de hogere echelons tot aan het hoogste niveau van de organisatie. Mocht de klacht ook dan nog niet zijn opgelost, dan zal de klant worden doorverwezen naar de ZcKK (Zuid- Hollandse centrale Klachtencommissie Kinderopvang) voor een eventuele externe klacht. De Kinderkoepel heeft namelijk ook een externe klachtenprocedure waarmee de klant eventuele klachten en bezwaren kenbaar kan maken bij de ZcKK organisatie, die als externe klachtencommissie optreedt. Deze commissie is onafhankelijk en rapporteert haar activiteiten in een eigen jaarverslag. Om op deze wijze klachten in te dienen kan de klant van de Kinderkoepel rechtstreeks contact opnemen met de ZcKK. De klant ontvangt op direct verzoek of na een interne klachtenprocedure een klachtenformulier voor dat doel. Elk jaar doet De Kinderkoepel verslag van de eventuele klachten en hun behandeling, in het jaarverslag klachten.
16
ped beleid KOV 2015 C
Pedagogisch beleid Kinderopvang - Kinderkoepel
Wij hebben ook een eigen procedure genaamd “vertalen naar verbeteren”. We willen graag klanten die ons vertellen wat hun wensen en verwachtingen zijn. De op- en aanmerkingen worden adequaat behandeld en omgevormd naar een verbetering, een oplossing of naar een formele klacht. Zo streven wij ernaar de kwaliteit van de opvang te verbeteren.
Hoofdstuk 8: Personeel Een belangrijk deel van de kwaliteit van de Kinderkoepel wordt bepaald door haar medewerkers. Hun vakkundigheid, betrokkenheid en integriteit waarborgen de kwaliteit die de Kinderkoepel biedt. Wij besteden veel aandacht aan hun aanname, functioneren en ontwikkeling. Personeel van de Kinderkoepel is zich hiervan bewust. De Kinderkoepel vraagt goed werknemerschap van haar medewerkers. De Kinderkoepel gelooft er in dat passie en plezier samen leiden tot resultaat en kwaliteit. Daarom staat collegialiteit en samenwerking hoog in het vaandel.
8.1.
Goed werknemerschap is dat
alle personeelsleden die betrokken zijn bij de opvang van de kinderen passie hebben voor het vak, zij geïnteresseerd zijn in kinderen, in het opvoedingsproces en in het functioneren van gezinnen. Wij proberen dit te doen door jaarlijks in werkgroepen aan de slag te gaan gericht op de kwaliteit van de organisatie. zij flexibel zijn in hun denken en doen, kunnen omgaan met mensen uit verschillende geledingen van de samenleving en daarvoor respect tonen. Zij zijn in staat ouders op hun gemak te stellen en vertrouwen te geven in de opvang. Zij onderschrijven de pedagogische visie en de huisregels van de organisatie en brengen die in praktijk. Zij zich houden aan werkafspraken binnen de organisatie. Opvoeden is onder andere het goede voorbeeld geven! Dat geldt bij uitstek voor ons personeel; wij verwachten van al onze personeelsleden dat zij zich houden aan de waarden en normen van de Nederlandse maatschappij en zodoende een goed voorbeeld zijn voor de kinderen. In de omgang met de kinderen gaan wij er vanuit dat: De pedagogisch medewerkers vooral een begeleidende rol spelen. Zij hebben de taak kinderen de gelegenheid te geven hun onderzoeksdrang te benutten en hun nieuwsgierigheid te prikkelen. De pedagogisch medewerkers de taak hebben de kinderen deze onderzoeksdrang indien noodzakelijk gedoseerd te stimuleren, maar tegelijkertijd het kind de ruimte te geven hun eigenheid niet te verliezen De pedagogisch medewerkers wel grenzen aangeven, zij vooral belonen i.p.v. straffen De pedagogisch medewerkers de eigenheid van de kinderen waarderen maar tegelijkertijd wel het kind sturen binnen de algemene Nederlandse waarden en normen. Wij vinden het vertrouwen dat ouders ons geven om hun kinderen te verzorgen en te begeleiden zeer waardevol. Wij doen er veel aan om dat vertrouwen waar te maken. Alle medewerkers, bestuurders, stagiaires en vrijwilligers zijn in het bezit van een Verklaring Omtrent Gedrag. Alle pedagogisch medewerkers krijgen jaarlijks een EHaK (eerste hulp aan kinderen). Daarnaast is er een grote groep medewerkers die een BHV training krijgt. Daarnaast is er jaarlijks een aanbod van deskundigheidsbevordering voor de medewerkers te denken valt aan interne training op gebied van omgang met peuters, spelen met jongens, voorlezen boekenstart. Bij de BSO worden workshops (voor de kinderen) met specialisten van buitenaf georganiseerd opdat ook intern mensen opgeleidt worden. Ondersteuning aan personeel wordt ook verzorgd door onze aandachtfunctionaris en de BHV coördinator. Voor de BSO activiteiten is er ondersteuning van een activiteitencoördinator.
17
ped beleid KOV 2015 C
Pedagogisch beleid Kinderopvang - Kinderkoepel 8.2.
Achterwacht
Wanneer er door omstandigheden slechts één pedagogisch medewerker aanwezig is op het kindercentrum dan is de achterwachtregeling van toepassing. Dit houdt in dat in het geval van calamiteiten er altijd een andere volwassene in het pand aanwezig is. Dit kan bijvoorbeeld de unitmanager, huishoudelijke hulp of een stagiaire zijn. Doordat de BSO en de KDV soms ver uit elkaar liggen wordt op de locatie afgesproken hoe dit op te vangen.
18
ped beleid KOV 2015 C