PEDAGOGISCH BELEID
BSO
PEDAGOGISCH BELEIDSPLAN BUITENSCHOOLSE OPVANG (BSO) INHOUDSOPGAVE INLEIDING 1.
HET CREËREN VAN EEN VEILIGE EN VERTROUWDE OMGEVING
2.
ZELFSTANDIGHEID EN ZELFVERTROUWEN
3.
DE SOCIALE ONTWIKKELING
4.
DE EMOTIONELE ONTWIKKELING
5.
DE MOTORISCHE ONTWIKKELING
6.
DE CREATIEVE ONTWIKKELING
7.
OMGAAN MET NORMEN EN WAARDEN
8.
GROEPSINDELING
9.
DIVERSEN
BIJLAGE’S
HUISREGELS TEAM-OUDER-KINDEREN BASISREGELS_BSO
PEDAGOGISCH BELEID BSO - VERSIE: 02-2014 (ID)
INLEIDING Ouders geven het allerbelangrijkste in hun leven voor een aantal dagen in de week uit handen. Dan is het van groot belang dat er goed en liefdevol voor hun kind wordt gezorgd. Het team van de buitenschoolse opvang van Kindercentrum Bambino zorgt ervoor dat de kinderen het naar hun zin hebben en zich veilig en vertrouwd voelen op de opvang en dat de ouders zich, tijdens hun werk, geen zorgen hoeven te maken over het welzijn van hun kinderen. Team Kindercentrum Bambino
1. HET CREËREN VAN EEN VEILIGE EN VERTROUWDE OMGEVING Een veilige en vertrouwde omgeving is de basis van waaruit een kind zich kan gaan ontwikkelen. Het is dus belangrijk dat een kind zich thuis voelt bij ons. De BSO moet een plek zijn waar kinderen met plezier naar toe gaan en zijn. Voorwaarden voor een vertrouwde omgeving beginnen bij duidelijkheid voor de kinderen. Het kind moet weten waar het aan toe is. Er kunnen maximaal 30 kinderen in de leeftijd van 4 t/m 12 jaar opgevangen worden. Daarnaast moet de locatie en de inrichting voldoen aan een aantal eisen zodat het kind zich hier thuis, maar ook vrij kan voelen. De vloeren en muren zijn in rustige kleuren gehouden en er is veel licht. Er zijn plekken waar je met elkaar speelt, maar ook plekken waar je alleen kunt spelen of je terug kunt trekken. Het speelgoed wordt met zorg gekozen en aangepast aan de tijd van het jaar zodat dit de kinderen uitdaagt tot spelen. Bij de BSO komt het kind terecht in een andere situatie dan thuis. Het komt in een omgeving waar het te maken krijgt met leeftijdgenootjes, met andere volwassenen en met andere speel- en ontwikkelingsmogelijkheden. Er zullen bij ons andere regels gelden dan thuis. Ook zijn er andere gewoontes en gebruiken. Het hoeft bij ons niet allemaal precies zo te gaan als thuis en andersom. Onze ervaring is dat kinderen heel goed in staat zijn onderscheid te maken tussen thuis en de BSO, als maar duidelijk wordt gemaakt wat er anders is en waarom. Hiervoor is het van belang dat er een goede afstemming is tussen thuis en de BSO. Om te bereiken dat ouders en groepsleiding begrip hebben voor en duidelijkheid over elkaars situatie zijn er een aantal vaste momenten waarop er overleg is tussen ouders en groepsleiding. Dit begint al, voordat het kind geplaatst is, bij het kennismakingsgesprek. De ouders en het kind komen samen langs. De ouders worden geïnformeerd over de gang van zaken binnen onze BSO en het kind kan rustig wennen. Onderwerpen zoals de dagindeling, hoe wordt er gewerkt en welke regels worden gehanteerd, komen hierbij aan de orde. De groepsleiding krijgt dan ook informatie van de ouder over het kind. De verzorging, eetgewoontes en andere gewoontes worden besproken. Om de overgang tussen thuis en de BSO gemakkelijker voor het kind te maken, zijn er vrijwel dagelijks breng- en haal gesprekjes waarin over en weer verteld kan worden hoe het thuis of in de groep gegaan is. De kinderen zien zoveel mogelijk vaste gezichten op de groep, deze zijn een vertrouwd aanspreekpunt voor de ouders. Ieder kind heeft een eigen stamgroep waar het kind gedurende de dag verblijft. De kinderen verlaten de stamgroep wanneer zij deelnemen aan activiteiten in bijvoorbeeld de centrale speelhal, gymzaal of een andere groepsruimte. Hierbij kunt u denken aan een balspel of dansen. Na een lange schooldag met alles moeten krijgen de kinderen bij ons de vrijheid om te beslissen of ze mee willen doen of niet aan een activiteit. Mochten ze geen interesse hebben dan kiezen ze zelf gewoon iets anders uit.
PEDAGOGISCH BELEID BSO - VERSIE: 02-2014 (ID)
2. ZELFSTANDIGHEID EN ZELFVERTROUWEN Op de BSO wordt veel aandacht besteed aan de zelfstandigheid en het zelfvertrouwen van de kinderen. De kinderen hebben er vaak veel plezier in om zelf iets te kunnen. In en om Bambino vind je vrijwel al het materiaal op kind hoogte, zodat kinderen zelf kunnen kiezen en pakken. Ook wordt het gestimuleerd dat grotere kinderen de kleinere helpen. Zelfstandigheid speelt ook een rol in het contact met anderen. Als een kind bijvoorbeeld iets van een ander kind wil, stimuleren we het om dat zelf te vragen, in plaats van naar de leidster toe te komen. Maar als het kind hulp nodig heeft zullen we het kind hierin begeleiden.nDit zelfstandig dingen proberen en laten slagen, ontdekken waar je goed in bent, geeft het kind zelfvertrouwen. De leidster laat het kind zoveel mogelijk vrij in dit proberen en ontdekken. Zij stimuleert dit door het geven van tips of het bieden van uitdaging. Zo leert het kind zijn persoonlijke kwaliteiten kennen en ontwikkelen. Wanneer deze ontdekkingsreis ten koste gaat van de veiligheid of wanneer de ontwikkeling van het kind zelf of van andere kinderen in gevaar komt, zal de leidster ook de grens aangeven. Zij zal het kind uitleggen waarom zij dit niet wil en biedt het kind vervolgens, als het mogelijk is, een alternatief aan. 3. DE SOCIALE ONTWIKKELING Binnen de groep is de omgang met elkaar heel belangrijk. De kinderen worden gestimuleerd om elkaar te waarderen, te respecteren en rekening te houden met elkaar. De kinderen wordt geleerd dat ze niet alleen aan zichzelf, maar ook aan anderen moeten denken. Dit betekent dat het kind even moet wachten totdat de ander uitgepraat is, of totdat de ander klaar is met een bepaald spel. De kinderen worden serieus genomen en geaccepteerd zoals ze zijn. Kinderen worden vrijgelaten of ze mee willen doen aan een bepaalde activiteit. Geeft een kind bijvoorbeeld aan alleen te willen spelen, dan wordt daar ruimte voor gecreëerd. Samen spelen vinden we belangrijk, maar er moet ook ruimte zijn om iets alleen te doen. Door dit samen leven, samen spelen, dingen delen, elkaar helpen en van elkaar leren, leert het kind zijn sociale kwaliteiten kennen en te ontwikkelen. Bij het naar huis gaan, willen we graag dat het kind even netjes afscheid komt nemen. 4. DE EMOTIONELE ONTWIKKELING We vinden het belangrijk dat de kinderen de gelegenheid krijgen om hun gevoelens zoals boosheid, angst, verdriet en vreugde te uiten. De leidster zorgt dat zij er is voor het kind, dat er ruimte en ook tijd is te luisteren naar deze emoties. We nemen de gevoelens van de kinderen serieus. Het kind moet zichzelf kunnen zijn, maar we leren het kind ook waar de grens is, wat wel en niet kan (je mag boos zijn, maar je mag niet slaan). Het is belangrijk dat de leidster, luistert, begrip toont, maar ook duidelijke grenzen biedt in de groep. Bij (plotselinge) gedragsverandering wordt er altijd eerst naar een oorzaak gezocht (bijv. verandering van slaap- of eetgewoontes, de komst van een broertje of zusje enz.). De groepsleiding speelt hierop in en kan daar eventueel in een spel of kringgesprek aandacht aan schenken. Goede oudercontacten zijn hierbij van groot belang, op de situatie thuis kan dan ingespeeld worden. 5. DE MOTORISCHE ONTWIKKELING Bij allerlei activiteiten worden de fijne en grove motoriek geoefend. De fijne motoriek wordt geoefend bij b.v. het knutselen, verven, puzzelen en/of spelen met constructiemateriaal en eten en drinken. De grove motoriek wordt geoefend bij het rennen, fietsen en klimmen. De indeling van Bambino en de ruimte eromheen en het speelgoed zijn dan ook afgestemd op de leeftijdsgroep die daar gebruik van maakt. Verder maken we gebruik van de gymzaal en buitenspeelplaats van de Mariaschool, waar de kinderen kunnen spelen, sporten, klimmen en ontdekken. 6. DE CREATIEVE ONTWIKKELING Wij stimuleren de creatieve ontwikkeling van de kinderen door ze allerlei verschillende materialen en activiteiten aan te bieden en ze te laten ontdekken wat je daarmee kan doen. Onder creativiteit verstaan we niet alleen het doen van allerlei handarbeidactiviteiten maar ook het doen van kringspelletjes, spelletjes aan tafel, het maken van- en luisteren naar muziek en bezig zijn met fantasiespel. Bij de handarbeidactiviteiten gaat het er vooral om dat de kinderen vol enthousiasme met het aangeboden materiaal aan
PEDAGOGISCH BELEID BSO - VERSIE: 02-2014 (ID)
de slag gaan. Er wordt met thema's gewerkt zoals de jaargetijden, Sinterklaas, Kerst, zomerfeest enz. Dit biedt veel leuke aanknopingspunten om met de genoemde vormen bezig te zijn. Ook wordt er met de kinderen soms samen gekookt; koekjes, perpernoten, broodjes bakken, wat dan gezamenlijk opgegeten wordt. 7. OMGAAN MET NORMEN EN WAARDEN Voor ons belangrijke normen en waarden: Waarderen en respecteren van jezelf en van anderen, sociaal zijn, eerlijk zijn, zorgvuldig omgaan met spullen en respect voor privacy. De meeste van deze normen en waarden worden spelenderwijs aan de kinderen meegegeven (tijdens het uitdelen van de yoghurt zitten de kinderen aan tafel en wachten netjes op elkaar, we doen een spelletje en iedereen die wil mag meedoen). Ook door het geven van het goede voorbeeld leren kinderen veel. Toch moeten wij soms grenzen stellen aan wat kinderen mogen en blijft corrigeren nodig. Deze grenzen moeten duidelijk zijn voor de kinderen en ook aan hen uitgelegd worden. Om veiligheidsredenen moeten overmoedige kinderen (zien zelf het gevaar niet van wat ze doen) tegen zichzelf beschermd worden. Wanneer dingen gevaar op leveren voor kinderen zal de boodschap kort en duidelijk zijn; dit mag niet. In minder gevaarlijke situatie zal de leidster het kind vanuit zichzelf toespreken: Ik wil niet dat jij dit doet, want... / Ik vind... verder zullen kinderen gestuurd worden door het belonen van gewenst gedrag en het negeren van ongewenst gedrag; liever tegen het kind dat lekker zit te eten zeggen "wat zit jij goed te eten!" in de hoop dat de buurman ook zijn vork weer ter hand neemt, dan deze buurman confronteren met zijn niet-eten. Bij onenigheid tussen de kinderen wordt gestimuleerd dat de kinderen dit eerst zelf proberen op te lossen voordat de groepsleiding ingrijpt. Natuurlijk houdt zij in de gaten of haar hulp hierbij geboden is. De groepsleiding kent haar kinderen en weet wie ze hierin moet stimuleren of juist af moet remmen. Gedrag dat gevaar/pijn oplevert voor het kind zelf of voor anderen wordt door de groepsleiding niet geaccepteerd. Net als herhaaldelijk niet luisteren, dingen kapot maken en ander storend gedrag. De leidster zal het kind duidelijk maken dat dit niet mag en waarom dit niet mag. Ook hier weer door middel van de ik-boodschap. Wordt dit gedrag herhaaldelijk vertoond door hetzelfde kind, dan kan het kind door de leidster even buiten de activiteit geplaatst worden. Dit kan variëren van even niet mee mogen doen tot apart op een stoeltje of even bij de leidster komen. We hopen het kind hiermee te leren dat dit gedrag echt niet getolereerd wordt. Op het moment dat de ouder zijn of haar kind komt halen, is er altijd tijd voor een gesprek. We proberen zoveel mogelijk informatie over te brengen, maar mist u iets, vraag het ons gewoon! 8. GROEPSINDELING Onze BSO is verdeeld in 2 basisgroepen, de mini en de maxi BSO: Op de mini BSO verblijven over het algemeen de kleinere kinderen. Groepsgrote: 10 kinderen onder begeleiding van 1 groepsleidster. Op de maxi BSO verbijven over het algemeen de al wat oudere kinderen. Groepsgrote: 20 kinderen onder begeleiding van 2 groepsleidsters. We hanteren geen directe leeftijdsgrens, maar kijken naar het individu en de kindplanning. En maken op basis daarvan een goede verdeling. 9. DIVERSEN Brengen en halen De kinderen van de Empel worden van school gehaald en/of gebracht met de Stint door één van onze leidsters. De kinderen van de Mariaschool uit groep 1 en 2 worden te voet door één van onze leidsters opgehaald en/of gebracht. Kinderen uit de overige groepen komen zelf naar Bambino toe aangezien Kindercentrum Bambino en de Mariaschool beide gevestigd zijn in De Trommel. De kinderen van de overige basisscholen worden door middel van taxivervoer naar Kindercentrum Bambino gebracht.
PEDAGOGISCH BELEID BSO - VERSIE: 02-2014 (ID)
Ruilen De mogelijkheid bestaat dat een niet gebruikte middag wordt ingehaald of een extra dagdeel wordt afgenomen. Er bestaat ook de mogelijkheid om een dag te ruilen. Dit wel altijd in overleg, in verband met het vervoer en het aantal kinderen dat die middag aanwezig is. Vakantieperiodes Tijdens vakantieperiodes worden er voor de kinderen op de BSO leuke activiteiten en uitstapjes georganiseerd. In de vakantie werken we met thema`s met activiteiten die daarop aansluiten. Welke activiteiten en uitstapjes aangeboden worden zullen vooraf vermeld worden door een activiteitenplanning op de groep. Ziekte leidster Bij ziekte van een van de vaste leidsters hebben wij een vaste oproepkracht. Locatie Onze locatie is een onderdeel van “MFG de Trommel”, hierbinnen is kinderopvang, peuterspeelzaal, basisschool en consultatiebureau gevestigd. Kwaliteitseisen Wij voldoen aan de kwaliteitseisen gesteld door de Wet Kinderopvang. Wij zijn opgenomen in het gemeentelijk register van kindercentra die aan de kwaliteitseisen uit de Wet Kinderopvang voldoen. In de Wet Kinderopvang vindt u alle regels die zijn gesteld voor het bewaken van de kwaliteit van de kinderopvang. Jaarlijks wordt er een controle gehouden door de GGD om de veiligheid en hygiëne te waarborgen. Certificaten en opleidingen Al onze leidsters zijn in het bezit van een erkend diploma en beschikken over een geldige VOG Alle leidsters zijn opgeleid voor BedrijfsHulpVerlener (BHV) en kinder-EHBO. Zij volgen elk jaar een herhalingscursus om de geldigheid van het certificaat te behouden. Alle cursussen zijn bedoeld om de deskundigheid te bevorderen en de vakkennis op peil te houden. Oudercommissie De oudercommissie zal de belangen van de kinderen en de ouders van het kindercentrum zo goed mogelijk behartigen en de ouders vertegenwoordigen. Zij hebben een adviserende taak ten aanzien van de kwaliteit. De notulen van de oudercommissie worden verstrekt via de mail aan alle ouders van het kindercentrum. Klachtenregeling Wij vinden het belangrijk dat u uw ontevredenheid of klacht zo snel mogelijk aan ons kenbaar maakt, zodat we samen met u kunnen kijken hoe we u een passende oplossing kunnen bieden. Wij hanteren daarom een klachtenprocedure waar u op terug kunt vallen. U kunt zich met een klacht ook tot een onafhankelijke, landelijke klachtencommissie wenden; Stichting Klachtencommissie Kinderopvang.
PEDAGOGISCH BELEID BSO - VERSIE: 02-2014 (ID)