Algemeen Pedagogisch beleid BSO kindercentrum Madelief
Algemeen pedagogisch beleidsplan BSO Kindercentrum Madelief, augustus 2015
1
Inleiding Madelief biedt professionele kinderopvang voor kinderen van 0 tot 13 jaar en is opgericht door Monique Francissen en Franciel Peters. Door de kleinschalige opzet zijn wij sterk betrokken bij de kinderen, ouders en de dagelijkse gang van zaken bij Madelief. Met een team van geïnspireerde en creatieve medewerkers die zelf ook graag buiten zijn, biedt Madelief aan het Bos beweging, creativiteit en gezelligheid voor het kind. In dit pedagogisch beleidsplan, voor kinderen van 4 tot 12 jaar, wordt de visie op opvang en opvoeding beschreven. Deze visie vormt de basis voor het dagelijks pedagogisch handelen. Het pedagogische beleid is geen vaststaand gegeven, maar blijft zich in de loop der tijd steeds verder ontwikkelen. Hierbij denkend aan nieuwe pedagogische inzichten, signalen vanuit de groepen en maatschappelijke veranderingen. De wet kinderopvang heeft hier een grote invloed op.
Algemeen pedagogisch beleidsplan BSO Kindercentrum Madelief, augustus 2015
2
1.
Ouders
1.1.
Bereikbaarheid Madelief in het Park, buitenschoolse opvang “Petteflet” adres: Rijssenbeeklaan 1, 6591 TB Gennep Telefoon: 0485-215539 of 06-51981429 Mail:
[email protected] Mail voor afmeldingen of andere zaken die bestemd zijn voor de pedagogisch medewerkster van de buitenschoolse opvang
[email protected]
Madelief aan het Bos, buitenschoolse opvang “de Boomhut” adres: Zwerfheide 4, 6591 RC Gennep. Telefoon Uiltjes: 06- 22758898, Telefoon Kabouters: 06-19413789 Telefoon BSO/kantoor: 06-22759242 Mail:
[email protected] Mail voor afmeldingen of andere zaken die bestemd zijn voor de pedagogisch medewerkster van de buitenschoolse opvang
[email protected] Buitenschoolse opvang de Heggerank op basisschool de Heggerank in Heijen telefoon: 0485-215539 of 06-33659289 Mail:
[email protected] Mail voor afmeldingen of andere zaken die bestemd zijn voor de pedagogisch medewerkster van de buitenschoolse opvang bso@madeliefkindercentrum. 1.2 Aanbod Madelief in het Park, buitenschoolse opvang “Petteflet” biedt in Gennep buitenschoolse opvang aan maximaal 29 kinderen per dag, verdeeld over 3 groepen in de basisschoolleeftijd (4-13 jaar). Madelief aan het Bos, buitenschoolse opvang “de Boomhut”, biedt in Gennep buitenschoolse opvang aan maximaal 40 kinderen per dag, verdeeld over 3 tot 4 groepen in de basisschoolleeftijd (413 jaar). In de praktijk worden er tijdens schoolweken niet meer dan 30 kinderen tegelijkertijd opgevangen. In de praktijk worden er tijdens vakantieweken niet meer dan 40 kinderen tegelijkertijd opgevangen. De groepen worden gevormd doordat er vaste stamgroepen zijn gevormd, in 3.8 “De BSO bestaat uit vaste basisgroepen” beschrijven we hoe dit in de praktijk vorm krijgt. Buitenschoolse opvang de Heggerank op basisschool de Heggerank in Heijen, biedt Madelief buitenschoolse opvang aan maximaal 17 kinderen. Kinderen hebben een vaste locatie. Het team van medewerkers van de BSO is één team met vaste, vertrouwde gezichten op beide locaties. Dit omdat er voor de voorschoolse opvang en tijdens vakantie en studiedagen één locatie geopend is. Op de rustige dagen is er momenteel ook maar op
Algemeen pedagogisch beleidsplan BSO Kindercentrum Madelief, augustus 2015
3
één locatie BSO. BSO de Boomhut is geopend van maandag tot en met vrijdag gedurende 52 weken per jaar (met uitzondering van de officiële zondagen) van 6.30 uur tot 19.00 uur. Let op:
Voorschoolse opvang wordt alleen geboden bij Madelief in het Park. Kinderen worden door de ouders/verzorgers naar de BSO Petteflet gebracht en van hieruit door de pedagogisch medewerksters naar de basisscholen gebracht. Op woensdag en vrijdag is BSO Petteflet gesloten en BSO De Boomhut geopend. Kinderen worden door de pedagogisch medewerksters op de basisscholen opgehaald en naar de BSO De Boomhut gebracht. Tijdens de schoolvakanties en studiedagen is BSO Petteflet gesloten en BSO De Boomhut geopend. Kinderen worden door de ouders/verzorgers naar BSO aan het Bos gebracht.
Algemeen pedagogisch beleidsplan BSO Kindercentrum Madelief, augustus 2015
4
1.3
Buitenschoolse opvang van Madelief, wij bieden een gezellige plek na school.
Madelief biedt kwalitatief goede buitenschoolse opvang (voorschoolse en naschoolse opvang), vakantieopvang en opvang tijdens studiedagen. Zowel buiten als binnen kan lekker worden gespeeld. Het kind “moet“ niets en hoeft dus niet verplicht mee te doen aan activiteiten maar mag (binnen de bestaande regels) doen wat het zelf wil. Naschoolse opvang is in de visie van kinderopvang Madelief geen verlengde schooldag, maar in feite een vervangende thuissituatie. Madelief streeft ernaar dat buitenschoolse opvang een vorm van vrijetijdsbesteding is. Dit betekent dat het kind kan spelen of met iets bezig zijn en daaraan plezier beleeft, zonder dat dit functioneel of leerzaam hoeft te zijn. De pedagogische medewerk(st)ers houden rekening met de verschillende leeftijden en interesses van het kind. Dat gebeurt in een prettige en zoveel mogelijk huiselijke sfeer met volop mogelijkheden om te spelen en deel te nemen aan activiteiten. Dit betekent aandacht en een luisterend oor van de aanwezige pedagogisch medewerker voor de kinderen. Madelief wil kinderen, na een lange dag op school, het gevoel geven dat ze thuiskomen, door een veilige en vertrouwde omgeving scheppen. Onder professionele en gediplomeerde begeleiding, volgens Wet Kinderopvang, komen de kinderen bij de BSO van Madelief tot rust. 1.4
Vakantieopvang
Voor alle kinderen wordt de vakantieopvang geboden bij Madelief in het Bos. Tijdens de schoolvakanties van regio-zuid is Madelief in het Bos geopend van 7.30 tot 18.00 uur met de mogelijkheid om met een één uur te vervroegen en/of te verlengen. Wij hanteren geen verplichte afname van blokken vakantiedagen maar afname is al mogelijk vanaf drie uur per dag. De minimale afname is 6 dagen per jaar. U kunt ook gebruik maken van onze vakantieopvang zonder gebruik te maken van onze naschoolse opvang. Tijdens elke vakantie werken we met een ander thema. Rondom dit thema worden elke dag meerdere activiteiten georganiseerd door de pedagogisch medewerk(st)ers. De kinderen ontvangen voor ieder schoolvakantie een folder over het thema en geplande activiteiten. Onlangs werden er tijdens de vakantieopvang activiteiten georganiseerd rondom de volgende thema's: Ouders kunnen middels de speciaal hiervoor bestemde formulieren die worden aangeboden door de pedagogisch medewerker de benodigde vakantieopvang vermelden. Dit kan tot uiterlijk 2 weken voor de desbetreffende datum worden gedaan. Het is ook mogelijk om minimaal twee weken voor desbetreffende datum de benodigde vakantieopvang middels de mail;
[email protected] door te geven. Het eten en drinken wordt door Madelief verzorgd. Dit varieert van fruit, peperkoek, brood met beleg tot iets warms. (Iets warms betekent niet dat er een uitgebreide warme maaltijd wordt verzorgd). Kinderen hoeven zelf geen eten of drinken mee te brengen.
Algemeen pedagogisch beleidsplan BSO Kindercentrum Madelief, augustus 2015
5
- Hoe wordt er in de vakantie gewerkt? Het hele jaar door werken pedagogisch medewerkers, samen met de kinderen, meerdere activiteiten uit. De kinderen geven hierbij aan wat hun interesses zijn en de pedagogisch medewerkers proberen hier op aan te sluiten. a. Tijdens elke schoolvakantie staat een thema centraal. Rondom dit thema worden per dag activiteiten aangeboden. Deze bestaan uit knutsel, kook, spel en buitenactiviteiten. b. Ongeveer twee weken voor elke komende vakantieweek wordt aangegeven aan kinderen en ouders/verzorgers wat er deze week allemaal georganiseerd is. Dit wordt gedaan via posters en/of flyers. c. Uitstapjes (uitgezonderd uitstapjes op loopafstand zoals het bos en speeltuin) worden door medewerkers ingepland omdat we ouders van te voren op de hoogte willen brengen.
1.5
Veiligheid tijdens uitstapjes
Soms worden er bijzondere uitstapjes gemaakt worden naar bijvoorbeeld de dierentuin, speeltuin e.d. .Veiligheid is voor ons, ook bij uitstapjes, van groot belang. We houden hiermee rekening door te zorgen voor:
- voldoende overzicht - (mobiele) telefonische bereikbaarheid - het dragen van veiligheidshesjes - aanwezigheid van pedagogisch medewerker met diploma eerste hulp bij kinderongelukken en een EHBO-trommel Aan de kinderen wordt van te voren meerdere keren verteld wat ze moeten doen als ze de groep eventueel kwijtraken; op de arm van het kind wordt met een watervaste stift het telefoonnummer waarop de pedagogisch medewerker bereikbaar is. Kinderen worden vervoerd door taxibedrijf Maasbuurt. In enkele gevallen worden kinderen vervoerd in de auto van de pedagogisch medewerker, hierbij gelden de wet -en regelgeving (gordels om, toegestane snelheden en overige) in acht te nemen. De andere groepen van Madelief, welke in hetzelfde gebouw gehuisvest zijn, zijn op de hoogte hoe de pedagogisch medewerkers van de BSO bereikbaar zijn. Ouders kunnen ons in noodgevallen dus altijd bereiken. Het is vooraf niet geheel duidelijk hoeveel kinderen er daadwerkelijk zullen komen. Voor een adequate planning zijn de kinderen welkom als ouders hun kind hiervoor opgegeven hebben.
Algemeen pedagogisch beleidsplan BSO Kindercentrum Madelief, augustus 2015
6
Ouders kunnen middels de speciaal hiervoor bestemde formulieren die worden aangeboden door de pedagogisch medewerker de benodigde vakantieopvang vermelden. Dit kan tot uiterlijk 2 weken voor de desbetreffende datum worden gedaan. 1.6
Plaatsingsgesprek
Enkele weken voordat het kind start bij Madelief, neemt de pedagogisch medewerkster van de bso contact op met de ouders/verzorgers om een plaatsingsgesprek af te spreken. De pedagogisch medewerkster zorgt ervoor dat ouders in dit gesprek de ruimte krijgen om over hun kind te vertellen. Zij kunnen ook allerlei vragen stellen over de opvang van hun kind. De pedagogisch medewerkster informeert hen vervolgens over de dagelijkse gang van zaken bij de BSO in het Park. Er worden afspraken gemaakt over de opvang. De pedagogisch medewerkster informeert de ouders ook over de verschillende vormen van overleg en informatievoorziening. Deze uitwisseling heeft als doel tot afstemming te komen tussen ouders en de pedagogisch medewerkster. Het is een eerste stap naar een vertrouwensrelatie tussen ouders en pedagogisch medewerkster. Om het plaatsingsgesprek te begeleiden maken we gebruik van een plaatsingsformulier. Deze ontvangen ouders bij het contract. Op deze wijze willen we ouders de gelegenheid geven om deze in alle rust in te kunnen vullen. Tijdens het plaatsingsgesprek worden de formulieren rustig met de pm-er besproken. De gemaakte afspraken worden op dit formulier vastgelegd en bevestigd. Ook worden enkele andere formulieren gevraagd om in te vullen. Verder worden ouders tijdens het plaatsingsgesprek op de hoogte gesteld van de oudercommissie en het klachtenreglement. 1.7
Wennen op de BSO
- Wennen bij de BSO (intern) Kinderen die doorstromen vanuit de peutergroep naar de BSO, gaan twee tot zes maal oefenen bij de BSO voordat ze 4 jaar worden. Dit wordt van te voren door de pedagogisch medewerkster van de peutergroep met de ouders/verzorgers overlegd. Alle wenmomenten vinden plaats kort voordat de opvang van start gaat. Het beroepskracht/kind ratio is in overeenstemming met de regels van 1ratio.nl dat wil zeggen dat er nooit meer dan 10 kinderen door één beroepskracht begeleid worden. Vanuit de peutergroep vindt er een interne overdracht naar de pedagogisch medewerksters van BSO plaats. Ouders/verzorgers worden door de pedagogisch medewerkster van de BSO eveneens uitgenodigd voor een plaatsingsgesprek. Hoe het wennen eruit ziet, is afhankelijk van de leeftijd en de aard van het kind, of het al andere kinderen op de BSO kent, of er al een broertje of zusje naar de BSO gaat, enzovoort. Tijdens het plaatsingsgesprek maakt de pedagogisch medewerker onder andere afspraken met de ouder(s) over de stappen die genomen worden om het wennen goed te laten verlopen en worden de specifieke gewoontes van een kind doorgesproken. Het is mogelijk dat de eerste keer kind en ouder samen naar de BSO komen. Een ouder krijgt op deze manier zicht op de gang van zaken. Dit kan prettig zijn, zeker bij vierjarigen die ook net naar de
Algemeen pedagogisch beleidsplan BSO Kindercentrum Madelief, augustus 2015
7
basisschool gaan. Tijdens de wenperiode kan het fijn zijn als in het begin de BSO middag niet te lang duurt en het kind tijdig wordt opgehaald. We houden de nieuwe kinderen extra in het oog en bieden waar nodig ondersteuning. Natuurlijk hebben we hierover ook contact met de ouder(s). Er kunnen maximaal twee kinderen tegelijkertijd op een groep komen wennen. Als deze kinderen van dezelfde groep komen, kunnen zij elkaar steun bieden. Het wennen kan het beste binnen een tijdsbestek van 2 weken plaatsvinden. Wanneer het kind niet doorstroomd vanuit de peutergroep en binnenkort voor het eerst naar de BSO komt: Wij besteden extra aandacht aan de kinderen die voor het eerst bij de BSO komen om ze zo goed mogelijk te leren kennen en te kunnen begeleiden. Tijdens het plaatsingsgesprek met de pedagogisch medewerkster en de ouder/verzorger worden de specifieke gewoontes van een kind doorgesproken. We vinden het prettig als het kind mee komt tijdens het plaatsingsgesprek om een tweede kennismaking plaats te laten vinden. (Eerste kennismaking vindt plaats tijdens de rondleiding bij Madelief). Tijdens het plaatsingsgesprek plant de pedagogisch medewerkster, samen met de ouder/verzorger een of twee wenmomenten. Tijdens deze wenmomenten maakt het kind kennis met de andere kinderen uit de BSO groep. Het kind wordt hierin begeleidt door de vaste pedagogisch medewerkster van de BSO groep. Ouders kunnen tussendoor altijd de BSO bellen voor informatie. Kinderen die dit nodig hebben krijgen extra begeleiding in het ontdekken van de groepsgenoten en groepsruimte met de vaste gewoontes. Afhankelijk van het veilig voelen van de kinderen blijft de pedagogisch medewerkster extra ondersteuning geven, totdat de kinderen zich vrij in de groep voelen. Kinderen die wel doorstromen vanuit de peutergroep naar de BSO, gaan twee tot zes maal oefenen bij de BSO voordat ze 4 jaar worden. Dit wordt van te voren door de pedagogisch medewerkster van de peutergroep met de ouders/verzorgers overlegd. Alle wenmomenten vinden plaats kort voordat de opvang van start gaat. Het beroepskracht/kind ratio is in overeenstemming met de regels van 1ratio.nl dat wil zeggen dat er nooit meer dan 10 kinderen door één beroepskracht begeleid worden. Vanuit de peutergroep vindt er een interne overdracht naar de pedagogisch medewerksters van BSO plaats. Ouders/verzorgers worden door de pedagogisch medewerkster van de BSO eveneens uitgenodigd voor een plaatsingsgesprek. Hoe het wennen eruit ziet, is afhankelijk van de leeftijd en de aard van het kind, of het al andere kinderen op de bso kent, of er al een broertje of zusje naar de bso gaat, enzovoort. Tijdens het plaatsingsgesprek maakt de pedagogisch medewerker afspraken met de ouder(s) over de stappen die genomen worden om het wennen goed te laten doorlopen. Het is mogelijk dat de eerste keer kind en ouder samen naar de bso komen. Een ouder krijgt op deze manier zicht op de gang van zaken. Dit kan prettig zijn, zeker bij vierjarigen die ook net naar de basisschool gaan. Voor een jong kind kan het fijn zijn als in het begin de bso middag niet te lang duurt en het tijdig wordt opgehaald. We houden de nieuwe kinderen extra in het oog en bieden waar nodig ondersteuning. Natuurlijk hebben we hierover ook contact met de ouder(s). - Pedagogisch handelen tijdens wenperiode
Algemeen pedagogisch beleidsplan BSO Kindercentrum Madelief, augustus 2015
8
Het doel van de wenperiode is dat het kind zich veilig voelt in de nieuwe situatie en zich vrij gaat voelen om zich in de groep te voegen, te spelen en zich te ontwikkelen. Naast de tijd die het kind nodig heeft op de groep, is het begeleiden van de nieuwe kinderen van belang. Concreet betekent dit dat:
De andere kinderen op de hoogte gebracht zijn van de komst van het nieuwe kind.
Het mandje/bakje/tasje voor persoonlijke spulletjes klaar staat.
Het kind wordt voorgesteld in de groep en de andere kinderen die dat kunnen en
willen, aan het kind mogen vertellen hoe de dag verloopt, wat de afspraken zijn e.d.
Wij tijdens de wenperiode continu contact houden met het kind. Zo zitten wij naast of dichtbij het kind dat aan het wennen is en zorgen we voor oogcontact en positieve, bemoedigende woorden.
Wij het kind begeleiden tijdens vrij spel. We gaan samen met het kind de ruimte verkennen en laten zien wat het, waar kan doen. Ook gaan wij gericht met hem spelen, zodat het kind ziet wat het kan doen en wat de regels zijn. 1.8
Betrokkenheid van de ouders
Kindercentrum Madelief neemt de taak van de opvoeding van de kinderen een aantal uren over van de ouders of verzorgers. Goed en open contact, het duidelijk overbrengen van het doen en laten van de kinderen vinden we daarom van groot belang voor het welzijn van het kind. Ouders moeten de gelegenheid krijgen om de pedagogisch medewerker goed te informeren over de ontwikkeling en de opvoeding van hun kind. De pedagogisch medewerkers staan open voor hun opvattingen en passen deze toe, voor zover mogelijk, binnen het groepsverband van Madelief. Door de opleiding en de ervaring van de pedagogisch medewerkers is deze in staat de ouders te ondersteunen in opvoedingsvraagstukken en eventueel adviezen te geven. De pedagogisch medewerkster is bekend met de instanties zoals het centrum voor jeugd en gezin en kan ouders van relevante informatie voorzien. Kinderdagverblijf Madelief organiseert minstens één keer per jaar een ouderavond. Ouders hebben inspraak over de inhoud van de avond. Als er ideeën of behoeftes zijn om bepaalde onderwerpen uit te leggen dan zullen we onze uiterste best doen om aan deze vragen te voldoen. Het karakter van de ouderavond is overwegend informatief, maar er is voor ouders ook de gelegenheid om elkaar beter te leren kennen. 1.9
10-minutengesprekjes
Elk jaar worden alle ouders uitgenodigd voor een 10-minutengesprek. Dit gesprek is vooral bedoeld om ervaringen uit te wisselen. Ouders vertellen hoe het met het kind thuis gaat en de pedagogisch medewerker van de bso vertelt hoe het kind speelt en zich ontwikkelt binnen de bso. Hierdoor wordt het beeld van het kind completer. Om een goed beeld van het kind te verkrijgen observeren en registreren we de ontwikkeling van het kind middels de het observatie instrument van KIJK voor de BSO. Middels dit instrument krijgt de pm-er meer zich op de betrokkenheid, het welbevinden en
Algemeen pedagogisch beleidsplan BSO Kindercentrum Madelief, augustus 2015
9
aspecten van sociaal competent gedrag van kinderen. Oudergesprekken worden door de pedagogisch medewerkster voorbereid door het voorbereidingsformulier van KIJK voor ieder oudergesprek in te vullen. Wanneer de ouder of de pedagogisch medewerkster eerder behoefte heeft aan een gesprek, dan zal dit gesprek op een eerder desgewenste tijdstip plaatsvinden. De ouder zal hierna wel weer voor het jaarlijks oudergesprek worden uitgenodigd. 1.10
Breng- en haalmomenten
De pedagogisch medewerksters spreken ouders voornamelijk tijdens het brengen en ophalen van het kind. Dit zijn belangrijke momenten, niet alleen al om de dag goed te kunnen starten maar zeker ook de overdracht aan ouders op het einde van de dag. Bij het brengen van het kind is er even de gelegenheid om informatie uit te wisselen over het kind. Het afscheid nemen van het kind gebeurt ook op de BSO. Het is belangrijk dat het kind weet dat de ouder weggaat en de pedagogisch medewerkster het kind vanaf nu gaat begeleiden. Het is belangrijk om het afscheid niet te lang te laten duren. Tijdens het ophalen vertellen de pm-ers hoe de middag is verlopen en hoe het kind de middag heeft beleefd. Als er bijzonderheden zijn, worden deze besproken. Natuurlijk bieden we ouders altijd de gelegenheid om een afspraak te maken voor een uitgebreider gesprek. Dit kan op ons initiatief of op initiatief van de ouders. Verder nodigen wij de ouders 1x per jaar uit voor een oudergesprek om bijzonderheden van het kind door te spreken. Tijdens vakantie of studiedagen zullen wij ‘s ochtends vragen of er bijzonderheden zijn. Kortom: wij vragen om informatie die van belang is om de initiatieven van een kind beter te begrijpen en hem zo goed mogelijk te kunnen begeleiden. Als ouders hun kind niet zelf komen halen, dienen ze dit van te voren te laten weten. Uit veiligheidsoverwegingen geven wij kinderen niet zonder toestemming van de ouders mee aan een derde. Om diezelfde reden kunnen kinderen alleen opgehaald worden door iemand boven de 12 jaar. Wij vragen de onbekende ‘haler’ naar zijn naam. Omgekeerd moet hij/zij de voor- en achternaam van het kind kunnen noemen. Bij twijfel bellen we nogmaals met de ouders om te verifiëren dat het klopt. 1.11
Voorschoolse opvang
Voorschoolse opvang wordt op locatie Pagepark aangeboden van maandag tot en met vrijdag. De kinderen zijn vanaf 6.30 uur welkom bij de buitenschoolse opvang. Wij hebben gekozen voor 1 pedagogisch plan van aanpak voor zowel de BSO als de VSO: Beide werksoorten werken volgens hetzelfde pedagogische plan. Kinderen die de VSO bezoeken, komen ook naar de BSO. Hierdoor creëren we een doorgaande pedagogische lijn. De medewerkers van de
Algemeen pedagogisch beleidsplan BSO Kindercentrum Madelief, augustus 2015
10
VSO zijn ook werkzaam op de BSO. De in dit plan beschreven pedagogische werkwijze/competenties zijn (indien mogelijk) ook van toepassing op de VSO. Op de Voorschoolse opvang willen wij de kinderen “een goede start” meegeven. Dit houdt in dat de kinderen in een rustige sfeer worden ontvangen. De kinderen krijgen de gelegenheid om tv te kijken, rustig een spelletje te spelen of te kleuren. De pedagogisch medewerker sluit aan bij de behoefte van het kind: het ene kind wil rustig wakker worden, het andere kind heeft al volop zin in spel. Er is voldoende spel- en speelmateriaal voor kinderen vanaf 4 jaar. Tot 7.50 uur biedt de buitenschoolse opvang ook een ontbijt aan de kinderen. Kinderen die thuis niet hebben gegeten mogen een boterham, peperkoek en/of een cracker eten. Wij vinden het belangrijk dat kinderen zich kunnen ontspannen tijdens een verantwoord en lekker ontbijt. Tijdens het ontbijt biedt de pedagogisch medewerker een luisterend oor. Om 8.15 uur worden de kinderen naar de verschillende scholen gebracht. 1.12
Naar school brengen
Om 8.10 uur staan er één of meerdere taxi’s, voor de BSO, klaar om de kinderen naar de Elckerlyc, Maria Goretti of Piramide te vervoeren. De pedagogisch medewerker begeleidt de kinderen naar de taxibus en bespreekt met de chauffeur welke route hij moet rijden. Meestal gaat de pedagogisch medewerker in de taxi met de kinderen mee. Soms gaat de stagiaire in de taxi mee, maar rijdt de pedagogisch medewerker met eigen vervoer mee over. Wanneer er niet meer dan 6 kinderen naar de Ratel worden gebracht dan brengt één pedagogisch medewerker de kinderen van de Ratel lopend naar school. We maken tweetallen van een jong en een ouder kind en de kinderen mogen niet vooruit rennen. Kinderen tot 8 jaar dragen veiligheidsvestjes. Wanneer de kinderen de fiets mee naar school moeten nemen, lopen ook deze kinderen met de fiets aan de hand naar school. Kinderen gaan bij de tuinpoorten naar buiten op weg naar de Ratel. De weg van opvang naar school is veilig en kindvriendelijk. Kinderen lopen altijd dezelfde route en steken altijd op dezelfde plaats over. Pedagogisch medewerkers vervullen de rol van klaar-over. De veiligheid en de afstemming van de pedagogisch medewerkers-kind ratio wordt elke 6 weken opnieuw afgestemd op het aantal kinderen dat naar school gebracht dient te worden. Overdracht naar school We hebben met alle scholen afgesproken dat kinderen van de BSO Madelief in het schoolgebouw worden gebracht of aan de leerkracht persoonlijk worden overgedragen. Afspraken basisschool de Ratel: Vanaf mei 2014 heeft de Ratel een nieuw beleid. Om 8.25 komen de leerkrachten naar buiten. Zij gaan in een horizontale rij staan. Als de zoemer gaat gaan alle kinderen bij hun eigen leerkracht in een verticale rij staan. De kinderen van de BSO gaan hier dan ook bij staan. De pedagogische medewerker die de kinderen heeft weggebracht, gaat pas weg als alle kinderen van de BSO binnen het gebouw zijn. De leerkracht loopt met de kinderen naar de juiste klas. Afspraken basisschool Maria Goretti: Oudere kinderen mogen volgens afspraak met de ouders zelfstandig het schoolgebouw in gaan. Deze afspraken worden in de plaatsingsformulieren aangepast en vastgelegd. De pm-er wacht dan met de jongere kinderen en kijkt of de kinderen binnen het gebouw zijn. De jongere kinderen lopen samen met de pedagogisch medewerker naar binnen en zij brengt de kinderen naar de klas. Afspraken basisschool Elcerlyc:
Algemeen pedagogisch beleidsplan BSO Kindercentrum Madelief, augustus 2015
11
De kinderen worden binnen in de school afgezet bij de groep waar zij in zitten. De pm-er begeleidt de kinderen naar de groep. Afspraken basisschool Piramide: Er worden tijdens het plaatsingsgesprek afspraken met ouders en school gemaakt over het overdragen van het kind van de BSO aan de Piramide. Situatie 1-1-2014: Het gaat hier maar over één kind van 9 jaar voorschool waar specifieke afspraken met ouders en school voor gemaakt zijn. Afspraak: Wanneer een leraar van de Piramide op het schoolplein staat, mag het kind uit de taxi en naar de leraar lopen. Hij moet tegen de leraar zeggen dat hij er is. De leraar zorgt ervoor dat het kind in de juiste klas komt.
1.13
Van school halen
De pedagogisch medewerkers van Madelief halen de kinderen aan het einde van de schooldag op van de verschillende scholen in Gennep. De kinderen worden door Madelief in het schoolgebouw opgehaald. Afspraken basisschool de Ratel: De kinderen verzamelen zich in één klas, betreft via de hoofd ingang 1e klas links. Kindercentrum Madelief wacht in de klas tot dat alle kinderen er zijn. Afspraken basisschool Maria Goretti: Groep 1/2 blijven in de klas zitten totdat de kindercentrum Madelief de kinderen komt ophalen. Groep 3 t/m 8 wachten in de hal totdat de kindercentrum Madelief de kinderen komt halen. Afspraken Basisschool Elckerlyc: De conciërge van de Elckerlyc zorgt ervoor dat alle kinderen in de hal op de trap van het podium verzamelen. Kindercentrum Madelief komt de kinderen in deze klas ophalen. Speciaal onderwijs Piramide: Kindercentrum Madelief komt de kinderen in de klas ophalen. De kinderen verzamelen en wachten in de hiervoor afgesproken klas. Het is mogelijk dat kinderen zelfstandig naar de BSO komen en naar huis gaan. Hierover krijgt u tijdens het plaatsingsgesprek informatie en kunt u hiervoor een toestemming geven middels het plaatsingsformulier. Het plaatsingsformulier wordt op de groep bewaard. De kinderen die zelfstandig naar de BSO komen, dienen om 14.15 uur bij de BSO van Madelief aanwezig te zijn. Het activiteitenprogramma loopt tot 17.00/17.15 uur. Wanneer u eerder uw kind op komt halen dient u dit aan te geven bij de pedagogisch medewerker. Ophalen kan dan tot 18.30 uur en verlengd tot 19.00 uur. 1.14
Afmelden voor de buitenschoolse opvang
Tijdens het plaatsingsgesprek wordt aan de ouders/verzorgers het belang van doorgeven van een afmelding voor de BSO duidelijk gemaakt. Komt het kind niet naar de BSO, geef dit altijd, graag zo vroeg mogelijk, door. Voor de juiste gegevens zie kopje bereikbaarheid. Wanneer kinderen nadat de school uit is niet meegaan naar de buitenschoolse opvang of niet aanwezig zijn op school worden er door de pedagogisch medewerker de volgende stappen ondernomen: •Er wordt navraag gedaan bij de leerkracht van het kind (was het kind wel op school?)
Algemeen pedagogisch beleidsplan BSO Kindercentrum Madelief, augustus 2015
12
•De buitenschoolse opvang wordt gebeld om nogmaals te checken of ouders hebben afgezegd. Hier is altijd iemand aanwezig die de telefoon kan opnemen. •Bij terugkeer op de buitenschoolse opvang worden de ouders/verzorg(st)ers van het kind direct gebeld. Bij geen contact proberen we ook de overige telefoonnummers die op het plaatsingsformulier vermeld staan, totdat we zeker weten waar het kind is. 1.15
Oudercommissie
De oudercommissie stelt zich ten doel namens de ouders te participeren in het beleid van het kindercentrum door een goede invulling te geven aan de adviesrechten om op deze wijze de kwaliteit van de opvang te waarborgen of te verbeteren. Meer informatie over de oudercommissie en het reglement kunt u opvragen bij Franciel en Monique. 1.16
Klachten
Voordat de opvang en begeleiding van de kinderen van start gaat, vindt er een kennismaking plaats met u als ouder(s)/verzorger(s) en worden afspraken gemaakt. De wensen en behoeften van u en uw kind spelen hierbij een belangrijke rol. We doen onze uiterste best voor kinderen én ouders. Toch kan het wel eens voorkomen dat u ergens niet tevreden over bent. Laat het ons dan weten. Kinderdagverblijf Madelief hecht er grote waarde aan dat ouders vragen en opmerkingen kunnen stellen aan de direct betrokkenen van de opvang van hun kind. Het kan echter gebeuren dat de ouder zich niet direct wil wenden tot de pedagogisch medewerkster van de groep. De ouder kan zich in dat geval direct wenden tot Monique of Franciel. We vinden het belangrijk dat er goed geluisterd wordt naar klachten van de ouders of verzorgers zodat er snel naar een oplossing gezocht kan worden. Kindercentrum Madelief beschouwt iedere klacht als een behoefte aan betere afstemming. Wij geven er de voorkeur aan dat onvrede direct kan worden opgelost tussen de betrokkenen. Soms is dat niet voldoende. U kunt dan uw klacht kenbaar maken door middel van het klachtenformulier welke u kunt downloaden op onze site. De klachtenregeling is terug te vinden op onze internetsite en ligt ook ter inzage bij de groep van uw kind(eren). Ouders hebben te allen tijde de mogelijkheid om de klacht voor te leggen bij de externe klachtencommissie ‘Stichting Klachtencommissie Kinderopvang (SKK)’. Kindercentrum Madelief is aangesloten bij deze onafhankelijke externe Stichting. Door een heldere procedure vertrouwen we erop dat ouder(s)/verzorger(s) zich uitgenodigd voelen om hun ongenoegen te uiten, er voldoende gelegenheid is om hun klacht(en) te bespreken en naar tevredenheid op te lossen. 1.17
Inhalen en ruilen van dagen
Inhalen en ruilen van dagen in de schoolweken: Wanneer een ouder minimaal één week van te voren aan de pedagogisch medewerkster doorgeeft dat het kind een bepaalde dag niet komt is het mogelijk om deze dag binnen één week in te halen. Een ouder dient een formulier te ondertekenen met de juiste ruildag.
Algemeen pedagogisch beleidsplan BSO Kindercentrum Madelief, augustus 2015
13
Inhalen en ruilen van dagen in de vakanties en studiedagen. (vakantiebudget) Wanneer een ouder minimaal één week van te voren aan de pedagogisch medewerkster doorgeeft dat het kind een bepaalde dag niet komt, is het mogelijk om deze dag binnen drie maanden in te halen onder de beschreven voorwaarden hieronder: - Er vindt afstemming plaats met de pedagogisch medewerker van de groep. - Er vindt geen overschrijding plaats van het maximaal aantal kinderen per groep. - Er is geen inzet van extra pedagogisch medewerkers nodig. - Inhalen is kind gebonden. - Erkende feestdagen vallen buiten deze regeling. - Wanneer de einddatum van het contract is verstreken, kunnen er geen dagen meer ingehaald worden. - Dagen kunnen uitsluitend ingehaald worden, dus na dat het kind een dag niet is geweest. - Na drie maanden vervalt de mogelijkheid tot inhalen van een dag. Afspraak inzet vakantie budget. Als kinderen meer dan 6 vakantiedagen op contract hebben mogen deze ingezet worden voor naschoolse opvang. (Tot 6 dagen moet een kind minimaal naar de vakantieopvang om de kennis en binding te houden met de vakantieopvang) 1 dag naschoolse opvang wordt een halve dag afgeschreven 1 dag voorschoolse opvang wordt een kwart dag afgeschreven. 1.18 Wijziging van een contract Als de ouder een structurele wijziging wenst van het contract dient de ouder dit middels het inschrijfformulier aan te vragen. Deze formulieren kan de ouder verkrijgen bij de pedagogisch medewerkster of vinden op onze website. 1. 19
Personeel en opleiding
Alle pedagogisch medewerkers in ons team zijn gekwalificeerd. De kwalificatie-eisen om als pedagogisch medewerker te mogen werken zijn vastgelegd in de CAO Kinderopvang. Regelmatig worden wij op de groep ondersteund door stagiaires. Zij volgen de opleiding PW3, PW4 of Helpende Welzijn. Deze stagiaires volgen een BOLopleiding. Tijdens deze opleiding krijgt de leerling les op school en loopt stage bij kindercentrum Madelief. De leerling is altijd boventallig (extra) op de groep aanwezig. De BOL-leerling wordt begeleid door een werkbegeleider (een ervaren pedagogisch medewerker) en een praktijkopleider.
1.20
Ondersteuning op de groep door andere volwassenen
Algemeen pedagogisch beleidsplan BSO Kindercentrum Madelief, augustus 2015
14
Zowel de locatie op het Pagepark als de locatie aan het Bos worden in de huishoudelijke taken ondersteund door onze huishoudelijk medewerkster en onze assistent huishoudelijk medewerkster. Van deze beide medewerksters is een geldige VOG aanwezig bij Madelief. De taken van de huishoudelijk medewerkster en assistent bestaan onder andere uit poetsen, de was en boodschappen. Doordat er veel van deze taken uit handen van de pedagogisch medewerksters worden genomen hebben zij extra aandacht en tijd voor de kinderen. Verder ondersteund de huishoudelijk medewerkster tijdens vaste dagen bij de vervroegde opvang en de voorschoolse opvang. De huishoudelijk medewerkster en assistent staan boven op de vereiste bezetting . (beroepskracht-kind-ratio)
2.
Visie
2.1
Visie
Madelief streeft naar een opvoedsituatie die aansluitend en aanvullend is op de opvoedingssituatie thuis. Binnen Madelief staat buiten spelen in de frisse (bos)lucht, rust en samenspel centraal. Kinderen moeten lekker naar buiten kunnen, in bomen klimmen en vies worden. We zien dat kinderen soms passiever zijn door activiteiten als tv-kijken en computeren. Wij prikkelen hun fantasie door lekker de natuur in te gaan. We bieden speelmogelijkheden die aansluiten bij de verschillende leeftijdsgroepen en belevingswerelden. Kinderen kunnen ongedwongen spelen in hun ‘vrije tijd’ en kiezen voor allerlei workshops. Verder vinden we het belangrijk dat kinderen vrijheid ervaren: door buiten te spelen, te voelen dat niet altijd op hun vingers wordt gekeken, door zelf te ontdekken en te fantaseren en zelf te bepalen wat te gaan doen. In het kinderdagverblijf en bij de buitenschoolse opvang ontmoeten kinderen elkaar in groepsverband. Ze leren hier onder meer samen te spelen. Door het omgaan met andere kinderen leren ze de uitwerking van hun gedrag op anderen kennen. Mede hierdoor krijgen kinderen inzicht in hun eigen gevoelens en zien ze meerdere reactiemogelijkheden. Zo leren kinderen al vroeg de betekenis van delen, helpen, rekening houden met de ander, omgaan met conflicten en opkomen voor jezelf. Het pedagogische beleidsplan vormt de basis van een optimale en zo breed mogelijke ontwikkeling van de kinderen. De situatie in de opvang is erop gericht dat het kind in een kindvriendelijke en gezellige omgeving een prettige tijd na school doorbrengt, zodanig dat het kind zich er veilig en geborgen voelt. Er wordt door de pedagogisch medewerksters zowel in groepsverband als individueel bewust aangesloten op de ontwikkelingsfase waarin het kind zich bevindt. De ruimte is aantrekkelijk, veilig en schoon. 2.2
Visie op kwaliteit
Het leveren van kwaliteit staat bij Madelief hoog in het vaandel. Door voortdurend te kijken wat er (nog) beter kan en hoe dingen (nog) beter kunnen, binnen de doelstelling van Madelief en de mogelijkheden, kan er (nog) beter afgestemd worden op de wensen van de kinderen, ouders en de pedagogische medewerkers. Door de ontwikkelingen die een relatie hebben met
Algemeen pedagogisch beleidsplan BSO Kindercentrum Madelief, augustus 2015
15
de kinderopvang actief te volgen en de belanghebbende partijen naar hun bevindingen te vragen, wordt er gestreefd naar een permanente verbetering van alle kwaliteitsaspecten Pedagogische doelen in de praktijk 3.1
Uitgangspunten van Madelief
Het realiseren van een pedagogisch klimaat waarin kinderen in de basisschoolleeftijd de gelegenheid krijgen te spelen, te ontmoeten en te ontwikkelen. Hierbij vinden wij wederzijds respect, eerlijkheid, vertrouwen en een open communicatie van essentieel belang. Om dit te kunnen bereiken biedt Madelief: 1. Een veilige en positieve omgeving bieden, zowel op fysiek als emotioneel gebied. Kindercentrum Madelief wil kinderen en ouders veel persoonlijke aandacht geven. Aandacht aan de kinderen zodat zij zich op hun eigen tempo in een veilige omgeving kunnen ontwikkelen. Aandacht aan de ouders zodat zij bevestigd krijgen dat hun kinderen in goede handen zijn en zij zich met een gerust hart kunnen richten op werk of andere bezigheden. 2. Ruimte bieden, zowel fysiek als emotioneel. Door het realiseren van een ruimte specifiek geschikt voor kinderen krijgen kinderen de fysieke ruimte voor hun ontwikkeling. Door gebruik te maken van de buitenruimte in de omgeving krijgen zij tevens fysieke ruimte. De emotionele of psychische ruimte krijgen zij doordat zich in hun eigen tempo mogen ontwikkelen. 3. Vraag gestuurd werken: ouders worden vooraf geïnformeerd over de pedagogische visie en werkwijze in het kinderdagverblijf. Zo maken zij een bewuste keus voor het beleid en de wijze van omgaan met hun kind. Door de persoonlijke aandacht voor ouders wordt ook gehoor gegeven aan hun behoeften. Doordat de lijnen binnen onze organisatie kort zijn kunnen we ervoor zorgen dat we voor alle ouders optimale bereikbaar zijn. 4. Een goede prijs/kwaliteitsverhouding bieden. 3.2
We werken volgens de volgende vier pedagogische basisdoelen
We streven ernaar om bij te dragen aan een gezonde ontwikkeling van kinderen. Kinderen brengen thuis en op school veel meer tijd door. De tijd dat kinderen de BSO van Madelief bezoeken, willen wij kinderen goede kansen bieden om zich te ontwikkelen. Onderstaand hebben wij ons pedagogisch handelen in doelen beschreven. De onderstaande vier pedagogische basisdoelen zijn hiervoor de basis. De vier pedagogische basisdoelen zijn: •
Het bieden van fysieke en emotionele veiligheid
Algemeen pedagogisch beleidsplan BSO Kindercentrum Madelief, augustus 2015
16
•
Het bevorderen van persoonlijke competenties van kinderen
•
Het bevorderen van de sociale competentie van kinderen
•
Socialisatie en de overdracht van waarden en normen.
3.3 Wij bieden een bewuste bijdrage aan het gericht stimuleren van de ontwikkeling van kinderen die bij de BSO van Madelief komen spelen. Kindercentrum Madelief werkt volgens de methode KIJK! voor de BSO. Wij willen een bewuste bijdrage leveren aan het gericht stimuleren van de ontwikkeling van de kinderen. Pedagogisch medewerkers zijn bij Madelief in staat problemen te signaleren en adequaat in te spelen op de specifieke ontwikkelingsbehoefte van kinderen. KIJK! voor de BSO is een observatie- en registratie-instrument dat pedagogisch medewerkers in de BSO ondersteunt bij deze taken. Met behulp van deze methode kan de pedagogisch medewerkster de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen van 4 tot 12 jaar systematisch waarnemen, ordenen en registreren. Bij kinderen vanaf 9 jaar worden de waarnemingen van de medewerker gecombineerd met de gegevens die kinderen zelf aanreiken. Daardoor wordt het beeld nog nauwkeuriger en betrouwbaarder. Op basis van het beeld dat ontstaat uit de observatie en registratie kan de BSO-medewerker bepalen hoe hij of zij kan inspelen op de specifieke behoefte van het kind en de ontwikkeling gericht kan stimuleren. Pedagogisch medewerksters hebben hiervoor de training KIJK! Gevolgd. Tijdens de training hebben BSO-medewerkers het instrument geleerd te hanteren. Ze kunnen kinderen observeren tijdens de dagelijkse routine, zowel tijdens contactmomenten als op afstand, en afwijkend gedrag te signaleren. Ze leren de observaties systematisch te registreren en conclusies te trekken voor de omgang en de specifieke stimulering van het kind, evenals voor de groepssamenstelling. Ze leren reflecteren op hun eigen handelen en op het aanbod aan activiteiten op de BSO. •
Het bieden van fysieke en emotionele veiligheid 3.4 Wij bieden ieder kind een stimulerende omgeving Kinderdagcentrum Madelief vindt het belangrijk dat kinderen een stimulerende omgeving wordt geboden. Een omgeving waarin hun interesse en nieuwsgierigheid wordt geprikkeld zodat ze tot onderzoek komen en de wereld leren ontdekken. In de BSO ruimte zijn verschillende speelhoeken, een atelier en een multifunctionele ruimte ingericht. Kinderen hebben de mogelijkheid om te knutselen, verkleden, puzzelen of gewoon lekker op de bank een boek lezen of chillen. De ruimte en het aanwezige spelmateriaal zullen de kinderen prikkelen tot spelen. Wij stellen hoge eisen aan een veilige speelomgeving. De ruimte voldoet aan
Algemeen pedagogisch beleidsplan BSO Kindercentrum Madelief, augustus 2015
17
de “verordening kinderopvang voor de Gemeente Gennep”. Zowel de binnen- als buitenruimte biedt voor klein en groot een veilige basis om te spelen, te ontwikkelen en te ontdekken. Speelgoed voldoet aan strenge eisen. De speeltoestellen worden geregeld geïnspecteerd en de pedagogisch medewerk(st)ers zien er elk moment van de dag op toe dat de kleintjes en groteren niet spelen met zaken die echt gevaar met zich meebrengen. De wijze waarop is vastgelegd in de huisregels. Tegelijkertijd vinden we dat kinderen kleine en natuurlijk verantwoorde risico’s moeten kunnen lopen zodat ze kunnen omgaan met “gevaar”. We zien dit als essentieel voor hun ontwikkeling, net als buiten spelen, “vies” worden etc. Binnen de afgesproken grenzen moet elk kind de kans krijgen ervaring op te doen. Even nieuwsgierig als alert volgen de pedagogisch medewerk(st)ers de ontwikkeling van elk kind op dit gebied. Zowel de buitenschoolse opvang in het Park, in het Bos als de buitenschoolse opvang in Heijen zijn zeer gunstig gelegen. De locatie Madelief aan het Bos, uniek gelegen aan de rand van het Heijense bos en nabij de kinderboerderij van Gennep. Een ideale plek om veel van de natuur te kunnen genieten. Kinderen vanaf 9 jaar krijgen de gelegenheid om zonder begeleiding, maar wel met een oogje in het zeil (regelmatig een kijkje door pm-er), enige tijd in de tuin te spelen of te chillen. Kinderen van deze leeftijd hebben zo nu en dan rust nodig, zonder constante toezicht. Bij Madelief aan het Bos hebben we veel ruimte tot onze beschikking waar de pedagogisch medewerksters veilig met de kinderen kunnen sporten, wandelen of spellen kunnen doen. De pedagogisch medewerk(st)ers zullen de kinderen stimuleren om meer te bewegen en zoveel mogelijk buiten te spelen. Sport en spel gebruiken we als middel om het sociale gedrag te ontwikkelen. Het is meer dan alleen deelnemen. Samen spelen is leuk, leerzaam, samenwerken en respect hebben voor zowel mede- als tegenstanders. Daarnaast is de BSO aan het bos gelegen. Kinderen hebben hier de mogelijkheid om te spelen, te ontdekken en te genieten van de ruimte en de frisse, gezonde boslucht. 3.6 Wij dragen zorg voor een achterwacht bij calamiteiten Bij calamiteiten fungeert op de eerste plaats de pedagogisch medewerker welke op kantoor. Regel: bij calamiteiten worden altijd Monique of Franciel ingelicht. Het kantoor is gelegen in hetzelfde pand waar de groepen van de dagopvang en de BSO gevestigd zijn. Het telefoonnummer van kantoor als mede alle mobiele nummers van de pedagogisch medewerkers van Madelief staan op een telefoonlijst die in het bezit is van elke groep en elke medewerker van Madelief.
Algemeen pedagogisch beleidsplan BSO Kindercentrum Madelief, augustus 2015
18
Achterwachtregeling Indien er slechts één pedagogisch medewerker aanwezig is op het kindercentrum, dan is een achterwachtregeling van toepassing. Deze regeling houdt in dat in geval van calamiteiten er een achterwacht beschikbaar dient te zijn die binnen 15 minuten in het kindercentrum aanwezig kan zijn. Inzichtelijk moet zijn wie deze persoon is en waar deze te bereiken is. Tevens dient deze achterwacht tijdens de openingstijden van het kindercentrum bereikbaar te zijn. Meestal is de AW tijd binnen je werktijd, een enkele keer is dit net voor je werktijd. Nadat bij een calamiteit de achterwacht is ingeschakeld dien je ook altijd Monique of Franciel op de hoogte te brengen. AW of Achterwacht - Een achterwacht is een volwassen persoon die in geval van nood ten alle tijden ingeschakeld kan worden, dus telefonisch bereikbaar is, en binnen 15 minuten bij één van de drie locaties van het kindercentrum Madelief aanwezig kan zijn. - Achterwacht staat op het werkrooster aangegeven met AW achter de naam en de tijd die het betreft. - AW (met tijd) staat alleen vermeldt wanneer er op één van de drie locaties een PM-er alleen in het gebouw werkt. - Telefonisch bereikbaar: * door te bellen naar de groep/kantoor waar deze AWer werkzaam is. * alle mobiele telefoonnummers van alle medewerksters van Madelief staan op de telefoonlijst in de presentie klapper. - Wanneer PM-ers gaan wandelen of er activiteitengericht even op uit zijn, zorgt de PMer en de AWer altijd deze telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten terug op de groep kan zijn. Onderstaand de algemene regels van de invulling van de achterwacht. De daadwerkelijke invulling staat in het werkrooster genoteerd als AW (achterwacht). - De drie locaties van Madelief zijn dichtbij elkaar gelegen en zijn allen binnen 15 minuten van elkaar te bereiken. Vandaar één achterwacht voor het gehele kindercentrum Madelief. - Van maandag t/m donderdag van 6.30 uur tot 2e pm-er het gebouw betreedt is de groepshulp, Carla aan het werk, en fungeert tevens als achterwacht. - Wanneer deze vakantie heeft, is er op het werkrooster vervanging geregeld en als AW aangegeven. - Op vrijdag werkt Carla niet en is de eerst volgende dienst AW, zie werkrooster. - Bij ziekte van de achterwacht zorgt de roosterverantwoordelijke van de desbetreffende groep, waar de achterwacht staat ingepland, dat de achterwacht overgedragen wordt aan een andere persoon. Praktijk vanaf juni 2015 A, Ochtend: Tijdens de 1e dienst start je niet alleen: - start de dienst om 6.30 uur sta je samen met Carla - start de dienst om 7.15 uur dan moeten er 2 pm-ers of meer beginnen in het gebouw. B, Gedurende de dag, tussen 8.30 en 16.30, ben je nooit alleen in het gebouw. Dan is het 4 ogen principe van kracht. Voor 8.30 uur en na 16.30 uur zijn er voortdurend ouders in het gebouw die mee kijken. - Dagelijks komt het voor dat PM-ers gaan wandelen of er activiteitengericht even op uit zijn. De PM-er blijft dan niet alleen met kinderen in het gebouw achter omdat we dan niet aan het 4 ogen
Algemeen pedagogisch beleidsplan BSO Kindercentrum Madelief, augustus 2015
19
principe voldoen. Dan gelden de volgende afspraken: - een tweede PM-er is aanwezig in het gebouw - een stagiaire is aanwezig in het gebouw - een huishoudelijk medewerkster is aanwezig in het gebouw - een vrijwilligster is aanwezig in het gebouw - de kantoordienst is aanwezig in het gebouw Kan er niet aan een van bovenstaande afspraken worden voldaan, dan kan de PM-er het gebouw niet verlaten. Wel kan er dan in de tuin een activiteit gedaan worden. C, Tijdens de laatste dienst sluit je niet alleen af - er staan altijd 2 pm-ers tot 18.00 uur ingeroosterd. - Eindtijd van de BSO is 18.30 uur. De PM-er staat tot 18.30 samen met een stagiaire ingepland. Wanneer er geen stagiaires zijn staat er een AW op het werkrooster aangegeven. Uitzonderingen 1, Woensdag in het Park sta je vanaf 16.45 uur alleen in het gebouw. Afspraak: op het werkrooster staat dan aangegeven wie als achterwacht fungeert 2, Vrijdag in het Bos sta je (alleen tijdens schoolweken) van 7.15 tot 8.00 uur alleen Afspraak: op het werkrooster staat dan aangegeven wie als achterwacht fungeert 3, Tijdens schoolvakanties kan het voorkomen dat er veel kinderen zijn afgevallen waardoor (alleen in het Park) je tijdens de breng en ophaaltijd van de kinderen, van 7.15 tot 8.30 uur en van 16.30 tot 18.00 uur, alleen in het gebouw bent. Afspraak: op het werkrooster staat dan aangegeven wie als achterwacht fungeert. 4, Soms kan het voorkomen dat alle kinderen in de groep van PM-er 1 al zijn opgehaald terwijl in de groep van PM-er 2 (in hetzelfde gebouw) nog kinderen zijn. Dan gelden de volgende afspraken: Algemene regel: stel je collega’s in het gebouw ten alle tijden op de hoogte als je het gebouw gaat verlaten. A, PM-er 1 communiceert met PM-er 2 dat hij het gebouw gaat verlaten en dat hij bereikbaar blijft voor calamiteiten en zorgt dat hij binnen 15 minuten aanwezig kan zijn. B, PM-er 1 communiceert met PM-er 2 dat hij het gebouw gaat verlaten en brengt de andere locatie op de hoogte dat PM-er X als achterwacht fungeert. C, PM-er 1 communiceert met PM-er 2 dat hij het gebouw niet verlaat en gaat een taak uit zijn takenpakket of een taak van een andere PM-er verrichten. 5, BSO op de Heggerank Omdat de ouder voor afname bij de BSO uit drie eindtijden kan kiezen, kan het voorkomen dat je bij BSO op de Heggerank vanaf 16.30 alleen op de groep staat. In de praktijk zijn er wel nog medewerkers van school in het gebouw aanwezig. Bij calamiteiten fungeert op de eerste plaats een leerkracht of de directrice, welke op school aanwezig is, als achterwacht. BSO de op de Heggerank is op dinsdag en donderdag tijdens schoolweken geopend. Tijdens deze dagen en tijdstippen staat er een AW op het rooster aangegeven. De achterwacht uit Gennep is binnen 10 minuten aanwezig. Zodra deze achterwacht is gearriveerd, zal deze de leerkracht of de directrice vervangen. Ons streven is om een stagiaire bij de BSO op de Heggerank te plaatsen tot sluitingstijd.
Algemeen pedagogisch beleidsplan BSO Kindercentrum Madelief, augustus 2015
20
•
Het bevorderen van persoonlijke competenties van kinderen 3.7
We creëren voldoende ontwikkelingsmogelijkheden
De ontwikkeling van kinderen verloopt niet bij elk kind op dezelfde wijze. Ieder kind heeft een eigen tempo en kent bepaalde gebieden waarop het zich meer of minder ontwikkelt. Ieder kind heeft ook een groot potentieel aan mogelijkheden in zich. De situatie waarin het kind opgroeit en de mensen die het kind omringen spelen een belangrijke rol in de manier waarop die mogelijkheden worden gerealiseerd en in welk tempo dat het gebeurt. Wij zijn ons ervan bewust dat we hieraan een belangrijke bijdrage leveren. Madelief realiseert een pedagogisch klimaat waarin kinderen in de basisschoolleeftijd de gelegenheid krijgen te spelen, te ontmoeten, te ontdekken en te ontwikkelen op verschillende gebieden: -Cognitieve ontwikkeling De cognitieve ontwikkeling heeft betrekking op de ontwikkeling van taal (begrijpen en spreken) en denken: begrip en inzicht verwerven door de informatie uit de omgeving te ordenen, te onthouden, toe te passen en te combineren met nieuwe situaties. Taal en denken zijn nauw met elkaar verbonden. Activiteiten die wij organiseren rondom de cognitieve ontwikkeling: •Ontwikkelingsmateriaal. Hierbij moet gedacht worden aan zaken zoals domino, puzzels, lego, kapla, playmobiel, knecks, of kleurenspelletjes. •Spelletjes, liedjes, versjes, boekjes. In deze onderdelen/activiteiten komen zaken voor als begrippen, kleuren, vormen en meervoudsvormen. Hier actief mee omgaan stimuleert het begrip van deze zaken.
•Geheugenspelletjes. Bijvoorbeeld het wegtoveren van een voorwerp en daarop vragen wat er weg is.
Algemeen pedagogisch beleidsplan BSO Kindercentrum Madelief, augustus 2015
21
-Creatieve ontwikkeling De creatieve ontwikkeling wordt gestimuleerd door het aanbieden van allerlei soorten materialen (verf, zand, water, schmink en verkleedkleren) en activiteiten (muziek, dans en drama). Het kind krijgt zo de kans om met verschillende materialen te spelen en te experimenteren. Creatief zijn kan op vele manieren, bijvoorbeeld door te vertellen en door fantasieconstructie spel. Het is belangrijk dat kinderen hierbij gewaardeerd worden en zoveel mogelijk de ruimte krijgen voor hun eigen inbreng. Het draait hierbij niet om het resultaat. Ook tekenen en verven kan voor het jonge kind een bewegingsexpressie betekenen. Hij speelt al tekenend en fantaseert telkens nieuwe vormen zonder een vooropgesteld plan. De pedagogisch medewerk(st)er laat het kind vooral op grote vellen papier werken. De pedagogisch medewerk(st)er stimuleert het kind in dit vrije tekenspel, tevens wordt er gebruik gemaakt van kleurplaten. -Ontwikkelen van identiteit Bij ons kan elk kind zichzelf zijn en zich thuis voelen. Geleidelijk aan wordt het kind zich bewust dat het als individu functioneert, en dus verschilt van ieder ander. Door het kind positief te benaderen en te complimenteren, bevordert de pedagogisch medewerker het zelfvertrouwen van het kind. Er wordt aandacht besteed aan persoonlijke verhalen en het kind wordt gestimuleerd zich te uiten en eigen keuzes te maken. De pedagogisch medewerker houdt rekening met onderlinge verschillen tussen de kinderen in bijvoorbeeld voorkeur voor activiteiten, tempo en spontaniteit. -Ontwikkelen van zelfstandigheid en zelfredzaamheid De pedagogisch medewerker moedigt het kind aan tot zelfstandigheid en zelfredzaamheid. Dat wat het kind kan proberen mag het in principe ook zelf doen. De pedagogisch medewerker zorgt er wel voor dat het veilig gebeurt. De pedagogisch medewerker geeft de kinderen af en toe opdrachten en taken, bijvoorbeeld het opruimen van speelgoed. De opdrachten worden voor het kind duidelijk en overzichtelijk gehouden. -Zelfontplooiing Kinderen zijn van nature nieuwsgierig. Ze willen ontdekken en leren. Dit gaat spelenderwijs, alleen of met anderen. We vinden het belangrijk dat de kinderen optimale kansen krijgen voor zelfontplooiing, dat ze hun talenten leren kennen en uitbreiden, zodat ze zich kunnen ontwikkelen. Madelief hanteert hierbij de regel dat elk kind dit in zijn eigen tempo kan doen, vanuit zijn eigen plezier, interesse en levenslust. Hoewel deze ontwikkeling voor een groot deel vanzelf lijkt te gaan, proberen we de omstandigheden waarbinnen dat gebeurt zo aantrekkelijk en uitdagend mogelijk te maken.
Algemeen pedagogisch beleidsplan BSO Kindercentrum Madelief, augustus 2015
22
•
Het bevorderen van de sociale competentie van kinderen Kinderen komen in contact met andere kinderen en met pedagogisch medewerksters. Het team van de buitenschoolse opvang van Madelief bestaat uit vaste, voor de kinderen, bekende pedagogisch medewerksters. De groepen waarin de kinderen opgevangen worden zijn tevens voor de kinderen bekende, waar ze een band mee opbouwen. 3.8
De BSO bestaat uit vaste basisgroepen
Binnen de buitenschoolse opvang van locatie Madelief in het Bos kunnen we in de schoolweken dagelijks 40 kinderen opvangen. Op maandag en woensdag hebben we één groep. Op de dinsdag zijn de kinderen in drie vaste basisgroepen verdeeld. Op donderdag hebben we twee vaste basisgroepen. Voor alle kinderen is het duidelijk bij welke groep en aan welke tafel ze aansluiten naschool. De groepen zijn niet groter dan 10 kinderen. Per groep zijn er vaste pedagogisch medewerkers om de kinderen te begeleiden, zodat er tussen de kinderen en hen een band kan ontstaan. Pedagogisch medewerkers hebben de taak om ieder kind het gevoel te geven dat het welkom is, dat er wordt gelachen om zijn grapjes en dat het mag huilen bij verdriet. Op een BSO leert een kind, net als op school en thuis, waartoe het in staat is. De pedagogisch medewerker laat het kind succesmomenten ervaren als iets gelukt is en laat het kind ervaren dat fouten maken niet erg is. Bij het samenstellen van de vaste groepen houden we rekening met: 1, Het karakter van het kind, dit is het allerbelangrijkste aspect. Kinderen hebben zeer uiteenlopende karakters. De pedagogisch medewerker houdt hier rekening mee zodat een kind zich goed voelt in de groep. 2, De leeftijd van het kind. 3, Het bieden van continuïteit voor het kind. Kinderen die vaker dan één keer per week naar de BSO komen proberen we altijd aan dezelfde tafel plaats te laten nemen. Bijvoorbeeld Kenji komt maandag, dinsdag en donderdag. Kenji zit dus standaard aan dezelfde tafel. Dit is voor de kinderen het duidelijkst. Het kan ook voorkomen dat een kind twee dagen komt en aan twee verschillende tafels zit. We kijken dan ook naar het leeftijd van het kind. Bijvoorbeeld Faye komt dinsdag en donderdag. Zij is 9 jaar oud en kan zelf goed onthouden aan welke tafel zij welke dag moet zitten. 4, Het beroepskracht kind ratio moet altijd in overeenstemming zijn met de regels volgens de telling van 1ratio.nl Hoe vormen we basisgroepen tijdens de vakanties en/of studiedagen: Tijdens de schoolvakanties komen er elke dag en elke week verschillende kinderen. Het is dus onmogelijk om hier in de vaste basisgroepen te werken. 1, Dagelijks, dag voor de opvang, bekijkt de pedagogisch medewerker die de eerste dienst heeft welke kinderen er desbetreffende dag komen.
Algemeen pedagogisch beleidsplan BSO Kindercentrum Madelief, augustus 2015
23
2, De pedagogisch medewerker deelt de kinderen in de stamgroepen in. 3, Bij het indelen van de kinderen in de stamgroepen wordt er ook weer rekening gehouden met: -Het karakter van het kind. -De leeftijd van het kind. -Het bieden van continuïteit voor het kind. We laten de kinderen zoveel mogelijk met voor hen bekende kinderen in een stamgroep plaatsnemen - Het beroepskracht kind ratio moet in overeenstemming zijn met de regels volgens de telling van 1ratio.nl Om 9.00 uur gaan alle kinderen in een kring zitten. 1. De pedagogisch medewerker neemt het woord en maakt aan de kinderen bekend bij welke basisgroep ze deze dag horen, bij welke pedagogisch medewerkster en aan welke tafel ze mogen plaats nemen. De tafel momenten zijn dus in basisgroep verband (bijvoorbeeld tijdens het eten van de crackers, boterhammen en fruit) 2. De pedagogisch medewerker neemt het woord en maakt aan de kinderen bekend welke activiteiten deze dag gepland staan, in welke ruimte de activiteit plaats vindt en welke pedagogisch medewerker deze activiteiten gaat doen. 3, Kinderen kiezen vervolgens activiteiten uit waar ze aan mee willen doen. De pedagogisch medewerker heeft hier wel een sturende rol in. Hij bekijkt ook in welke groep het kind het beste past.
3.9
Wij bieden activiteitengerichte begeleiding aan
Na het tafelmoment worden de geplande workshops met de kinderen besproken. Alle kinderen nemen plaats op de mat of op de bank. De pedagogisch medewerkster bespreekt met de kinderen de workshops waar de kinderen aan deel kunnen nemen. Dit zijn activiteiten die meestal enkele dagen of soms minuten van te voren samen met de kinderen zijn bedacht, afhankelijk van de benodigde materialen. Kinderen bij de buitenschoolse opvang worden gestimuleerd vooral zélf hun keuze te bepalen. Wie wil mag in principe elke dag voetballen, knutselen, een gezelschapsspel spelen, hutten
Algemeen pedagogisch beleidsplan BSO Kindercentrum Madelief, augustus 2015
24
bouwen of kletsen op de bank. Bij het verzinnen van het activiteiten aanbod van die dag wordt er gekeken naar de interesses van de kinderen die er die dag zijn. Omdat deze interesses uiteen kunnen lopen, worden er diverse activiteiten aangeboden. Het kind kiest zelf aan welke workshop het deel wil nemen. Het “moet” niets en hoeft dus niet verplicht mee te doen aan allerlei workshops maar mag (binnen bepaalde grenzen) doen wat het zelf wil. In het aanbod van workshops wordt rekening gehouden met de verschillen in behoeftes van jongere en oudere kinderen. Pedagogisch medewerk(st)ers stimuleren kinderen wel om in een groep mee te doen aan een activiteit die bij dit kind past. Met de indeling van de groepen wordt zorgvuldig rekening gehouden met de behoeftes van de kinderen, er wordt niet specifiek onderscheid gemaakt qua leeftijd. Soms worden kinderen ook door de pedagogisch medewerk(st)ers ingedeeld. Dit wordt gedaan om “kliekjes” vorming tegen te gaan en ieder kind erbij te laten horen. Het team van de BSO bestaat uit vaste pedagogisch medewerksters, die op vaste dagen werkzaam zijn bij de BSO. Dit zorgt voor veel continuïteit en structuur voor de kinderen, maar ook voor goede oudercontacten. Activiteitgericht werken biedt voor de kinderen de volgende voordelen:
Wij helpen kinderen een meer bewuste speelkeuze te maken. Hierdoor lopen ze minder snel doelloos rond, raken speelgoed minder vluchtig aan en voorkomen we dat kinderen zich vervelen. Er is hierdoor meer structuur op de BSO.
Doordat de workshops op verschillende plekken binnen en buiten het gebouw worden georganiseerd, verspreiden de kinderen zich ook meer. Het gevoel van drukte bij zowel de kinderen als bij de pedagogisch medewerkers neemt hierdoor af.
Kinderen worden gestimuleerd om met elkaar te spelen. Kinderen die minder snel aansluiting vinden profiteren hiervan.
De pedagogisch medewerkers houden bij welke workshop een kind doet. Na verloop van tijd kan de pedagogisch medewerker kinderen voorzichtig sturen om een keer een andere workshop te kiezen. Wij leren de kinderen keuzes te maken en leren ze daar verantwoordelijk mee om te gaan. Natuurlijk moet een kind niet verplicht worden mee te doen maar het kind kan wel gestimuleerd worden. Het activiteitgericht werken is voor ons een mooie gelegenheid voor kinderparticipatie. Kinderen mogen zelf activiteiten verzinnen en daar spelen wij op in. Met ingang van schooljaar 2014/2015 hanteren de basisscholen in Gennep het vijf gelijke dagen model. Kinderen hebben om 14.00 uur de school uit. De activiteiten plannen wij tussen 14.45 en 15.45 uur en tussen 16.15 en 17.15 uur. Indien u uw kind op deze tijdstippen ophaalt, kan het voorkomen dat uw kind nog niet mee naar huis wil. Onze ervaring is dat de kinderen heel enthousiast zijn en graag hun workshop volledig willen afronden. Wij vragen uw begrip hiervoor.
Algemeen pedagogisch beleidsplan BSO Kindercentrum Madelief, augustus 2015
25
Afspraken Workshops: Voor de BSO dienst zet de eerste pm-er die als eerste op de groep is de geplande workshops op het bord. De kinderen kunnen bij binnenkomst zien welke workshops we gaan doen die dag. Na het tafelmoment worden de geplande workshops met de kinderen besproken. Alle kinderen nemen plaats op de mat of op de bank. De pm-er bespreekt met de kinderen de workshops waar de kinderen aan deel kunnen nemen. Het kind kiest zelf aan welke workshop het deel wil nemen. Het “moet” niets en hoeft dus niet verplicht mee te doen aan allerlei workshops maar mag (binnen bepaalde grenzen) doen wat het zelf wil. In het aanbod van workshops wordt rekening gehouden met de verschillen in behoeftes van jongere en oudere kinderen. Pm-ers stimuleren kinderen wel om in een groep mee te doen aan een activiteit die bij dit kind past. Met de indeling van de groepen wordt zorgvuldig rekening gehouden met de behoeftes van de kinderen, er wordt niet specifiek onderscheid gemaakt qua leeftijd. Soms worden kinderen ook door de pedagogisch medewerk(st)ers ingedeeld. Dit wordt gedaan om “kliekjes” vorming tegen te gaan en ieder kind erbij te laten horen. Algemeen pedagogisch beleidsplan BSO Kindercentrum Madelief, augustus 2015
26
De pedagogisch medewerkers houden bij welke workshop een kind doet. Na verloop van tijd kan de pm-er kinderen voorzichtig sturen om een keer een andere workshop te kiezen. Wij leren de kinderen keuzes te maken en leren ze daar verantwoordelijk mee om te gaan. Natuurlijk moet een kind niet verplicht worden mee te doen maar het kind kan wel gestimuleerd worden. Het activiteitgericht werken is voor ons een mooie gelegenheid voor kinderparticipatie. Kinderen mogen zelf activiteiten verzinnen en daar spelen wij op in. De kinderen krijgen om 14.30 uur de tijd om een workshop te kiezen. Werken er drie pm-ers, dan worden er twee workshops gedaan en de andere pm-er is voor vrij spel en houdt de kinderen voor vrij spel in de gaten en speelt eventueel het spelletje mee. Rond 16.15 uur krijgen de kinderen de keuze om nog een keer een van de workshops te kiezen. Dit zou ook een workshop minder kunnen zijn doordat de pm-er van die workshop naar huis moet. Het ligt er ook aan of er genoeg animo voor is zodat de andere collega niet teveel kinderen heeft. Waar zijn de workshops terug te vinden: Op het park staat de klapper van de workshop op kantoor in de linker zwarte kast. Hierin zitten alle workshops waar we mee werken. Op het bos staat de klapper van de workshop in de BSO ruimte bij de andere klappers, rechts achterin de ruimte. Elke pm-er is verantwoordelijk dat zijn/haar workshop up to date is. Hij/ zij zorgt ervoor dat deze regelmatig vernieuwd wordt. Één pm-er zorgt ervoor dat er elke drie weken een nieuwe planning voorin zit. Deze planning ligt zowel in het bos als park. Op deze planning is te zien welke workshops de komende drie weken worden uitgevoerd in het bos en park. Omschrijving van onze workshops Workshop kunsten: Houd jij ook van knutselen? Dan is dit de geschikte workshop voor jou! Tijdens de workshops kunsten kun je je eigen fantasie de vrije lopen laten en je kunt je eigen ‘ik’ erin kwijt. Door zelf te doen en te ontdekken word je een echte crea bea en zal je mooie kunstwerken maken. Je zult zien dat je met verschillende materialen leert werken. Er worden verschillende activiteiten georganiseerd in creatieve vorm, zoals; werken met klei, verven op doek, werken met stokjes, etc. Wees creatief en volg je eigen ideeën, dan ben je een echte kunstenaar! Workshop spel: Houd jij ook van spel? Dan is dit de geschikte workshop voor jou! Tijdens de workshops spel ben je actief bezig in groepsverband. Het kan zijn dat je in je eentje of in groepsverband moet strijden voor je winst. Spel zal een wisselende workshop zijn van gezelschapsspellen tot kleine en grote groepspellen. Gezelligheid speelt hierbij een belangrijke rol; winnen is leuk, maar samen spelen is nog leuker! Ga de uitdaging aan en doe lekker mee!
Algemeen pedagogisch beleidsplan BSO Kindercentrum Madelief, augustus 2015
27
Workshop dans en muziek: Houd jij ook van dans en muziek? Dan is dit de geschikte workshop voor jou! Tijdens de workshop dans en muziek dans je op de maat en maak je met muziek je eigen beat. Je maakt kennis met de verschillende soorten muziekstijlen en muziekinstrumenten. Door zelf vrij te bewegen, bewegingen na te doen, maar ook zelf bewegingen te bedenken leer je je eigen dansstijl te ontwikkelen. Bij het maken van muziek is het zelf bedenken en het nadoen van ritmes belangrijk. Ga lekker los in de wereld van muziek en dans! Workshop natuur: Houd jij ook van de natuur? Dan is dit de geschikte workshop voor jou! Tijdens de workshops natuur gaan we lekker veel naar buiten en worden alle zintuigen geprikkeld. De natuur is altijd anders; inspirerend, leuk, uitdagend en leerzaam. We brengen de natuur naar de BSO, maar gaan ook zelf op zoek in het bos naar bladeren, kastanjes enz. Er zullen activiteiten worden georganiseerd in de natuur, maar we gaan ook leuke , creatieve uitdagingen aan met spullen uit de natuur. Binnen en buiten ontdekken, de natuur is dichter bij dan je denkt! Workshop sport: Houd jij ook van sport? Dan is dit de geschikte workshop voor jou! Tijdens de workshops sport zullen verschillende individuele en teamactiviteiten worden aangeboden, van een potje voetbal tot het spelen van een estafette. Je maakt kennis met verschillende soorten spelmaterialen. Actief bewegen in spelvorm, leren winnen en verliezen, maar vooral tactisch samenwerken en spelen is belangrijk binnen een team en individueel spel. Zorg voor voldoende energie, doorzettingsvermogen en sportiviteit, dan ben jij klaar om mee te doen aan de wedstrijden! Workshop bakken en koken Houd jij ook van bakken en koken? Dan is dit de geschikte workshop voor jou! Tijdens de workshops bakken en koken leren we natuurlijk de basisvaardigheden, zoals meten en wegen en omgaan met verschillende materialen. Kooktechnieken als snijden, kneden, rollen en raspen zijn goede oefeningen voor de motoriek. Zelf koken en bakken is niet alleen heel erg leuk en gezellig, maar ook leerzaam. Wat is er leuker dan zelf te koken? Zelf koekjes, taartjes, pizza of brood te bakken? Of misschien wel zelf een recept te bedenken? Het is een creatieve bezigheid, die nog lekker is ook. Mmmm smullen maar!!
Algemeen pedagogisch beleidsplan BSO Kindercentrum Madelief, augustus 2015
28
3.10 Wij bieden leuke en veilige activiteiten buiten de BSO locatie aan Iedere dag kunnen de kinderen kiezen voor een buiten activiteit. Kinderen gaan dan onder begeleiding van de pedagogisch medewerker of een andere volwassene naar het bos, de speeltuin, naar het cross en speelveld of de kinderboerderij. Als er 10 kinderen of minder mee gaan, gaat er een andere volwassene mee om de kinderen te begeleiden. Wanneer er meer dan 10 kinderen mee gaan dan gaan er twee pedagogisch medewerksters mee en soms een derde volwassene. De pedagogisch medewerkster gaat nooit alleen met de kinderen weg. Kinderen worden binnen de BSO, voordat ze op pad gaan, herinnerd aan de regels. Om 17.00 uur zijn we weer terug bij de vaste BSO locatie. Wanneer ouders eerder hun kind op willen komen halen, worden ze van te voren geïnformeerd dat ze dit aan de pedagogisch medewerker laten weten. Op deze manier kunnen de ouders en de pm-ers afspreken of de ouder het kind graag op de andere speellocatie op willen komen halen of toch na 17.00 uur. In enkele gevallen kan worden afgesproken dat het kind op de eigen locatie blijft spelen. Er is veel te beleven tijdens de activiteiten buiten onze BSO locatie.
Naar het Bos. De Boomhut is in het bos gelegen. We gaan vaak met kinderen naar het bos. Natuurbeleving draagt niet alleen bij aan de ontwikkeling van zintuigen maar aan alle ontwikkelingsgebieden. Kinderen die vaak buiten spelen ontwikkelen meer behendigheid en spieren. Ze krijgen buiten meer mogelijkheden om van alles te ruiken, bekijken, horen, zien en voelen. Door buiten te spelen leren we de kinderen spelenderwijs de betekenis van de natuur in te schatten. We leren ze respect te hebben voor de natuur maar bovenal leren we ze dat je veel van de natuur kunt leren. We leren de kinderen zich verantwoordelijk te voelen voor het groeien en bloeien. Het gaat om het voelen van wind in je gezicht, het voelen van stukjes boomschors, bladeren, een kriebelend lieveheersbeestje in je hand, het ruiken van bloemen en het maken van modder. Kortom buiten ligt een grote wereld die ontdekt moet worden.
Naar het speelveldje. Aangrenzend aan de twee tuinen van de BSO ligt een speelveldje. Voetballen, crossen, levend stratego of tikkertje zijn spelactiviteiten welke op het speelveldje kunnen worden gepland. De BSO tijd is een ideale situatie om een leuke sport of spel activiteit te organiseren. Er zijn altijd veel vriendjes en vriendinnetjes die na een dag stil te hebben gezeten op school er naar uit kijken om te bewegen.
Naar de kinderboerderij. Op een korte, veilige loopafstand van de BSO ligt de kinderboerderij van Gennep.
Algemeen pedagogisch beleidsplan BSO Kindercentrum Madelief, augustus 2015
29
Naar de speeltuin op het Pagepark. Op een korte en veilige loopafstand ligt een mooie speeltuin met veel speeltoestellen. Kinderen kunnen zich hier naar hartenlust uitleven, klimmen, schommelen enz. Kinderen beleven hier regelmatig een leuke tijd met vriendjes en vriendinnetjes van de BSO, dit wordt door kinderen die hier voor kiezen als een leuke vrijetijdsbesteding ervaren. Kinderen komen moe en voldaan terug naar de BSO.
- Passende kleding We bedenken samen met de kinderen iedere dag een leuke buiten activiteit. We gaan namelijk niet alleen naar buiten als de zon schijnt. Een beetje regen houdt ons niet binnen. Het ene kind wil liever buiten spelen dan het andere, maar ieder kind die dit graag wil mag mee naar buiten. Wij adviseren ouders daarom ook hun kinderen kleding aan te laten trekken die vies mag worden en waar ze zich vrij in kunnen bewegen. 3.11
Wij stellen ons ten doel dat ieder kind zich veilig voelt in de groep
Een groep stelt beperkingen aan een kind. Kinderen lopen tegen grenzen aan. Ze moeten leren samen om te gaan met behoeften en belangen van anderen. Het kind leert dat de wereld niet om zijn individu draait. Bij het samenstellen van de vaste groepen houden we rekening met het karakter en de interesses van de kinderen. Kinderen hebben zeer uiteenlopende karakters. De pedagogisch medewerk(st)er houdt hier rekening mee. We vinden het erg belangrijk dat een kind zich veilig en goed voelt in de groep. Daarnaast wordt rekening gehouden met de leeftijd van het kind en de continuïteit. Kinderen die vaker dan één keer per week naar de BSO komen proberen we altijd aan dezelfde tafel plaats te laten nemen. Bijvoorbeeld Piet komt maandag, dinsdag en donderdag. Piet zit dus standaard aan dezelfde tafel. Dit is voor de kinderen het duidelijkst. In de vaste groepen kunnen dus kinderen van verschillende leeftijden zitten. Hierdoor leren kinderen ook om met jongere of oudere kinderen om te gaan en rekening te houden met elkaar. De oudere kinderen krijgen meer verantwoordelijkheid en speciale taken. Dat geeft hen de kans vaardigheden te leren zoals leiding geven en het voortouw nemen in de groep. Bijvoorbeeld: tijdens het terug lopen van school loopt een meisje van 10 met een kleuter van 4 aan de hand terug naar de bso. Het meisje van 10 voelt zich groot, gewaardeerd en nuttig. We vinden het belangrijk dat kinderen zorg hebben voor het reilen en zeilen in de groep. Door kinderen binnen hun mogelijkheden verantwoordelijk te maken voor de sfeer in de groep, het welzijn van elkaar, en voor de klusjes die binnen een groep moeten gebeuren, geven we hen het gevoel dat ze belangrijk zijn en bij de groep horen. Voorbeelden: fruit en limonade verzorgen, opruimen, afwassen. - Betrokkenheid Betrokkenheid bij de groep houdt ook in het samen met de kinderen bespreken hoe het loopt op de groep, wat de knelpunten zijn, hoe deze opgelost kunnen worden, etc. Oudere kinderen krijgen meer ruimte om over de oorzaak van een probleem te brainstormen en hier een oplossing voor te vinden. Op onze BSO komen kinderen in aanraking met leeftijdsgenootjes, maar ook met jongere en oudere kinderen. De kinderen ontwikkelen zich, hun positie in de groep verandert.
Algemeen pedagogisch beleidsplan BSO Kindercentrum Madelief, augustus 2015
30
3.12
Wij leren kinderen eigen keuzes te maken
In het contact met de pm-ers en groepsgenoten gaat het steeds opnieuw om de eigen keuzes van kinderen: met wie wil ik spelen, wát gaan we doen, wat doe ik wanneer mijn vriend(in) iets anders wil doen dan ik, hoe sluit ik me aan bij een groepje waar ik nog niet echt bij hoor? Na het tafelmoment worden de geplande activiteiten met de kinderen besproken. Er wordt gekeken naar de interesses van de kinderen. Omdat deze interesses uiteen kunnen lopen, worden er diverse activiteiten aangeboden. Het kind kiest zelf aan welke activiteit het deel wil nemen. Het “moet” niets en hoeft dus niet verplicht mee te doen aan allerlei activiteiten maar mag (binnen bepaalde grenzen) doen wat het zelf wil. In het activiteitenaanbod wordt rekening gehouden met de verschillen in behoeftes van jongere en oudere kinderen. Om ervoor te zorgen dat kinderen hun sociale competenties inderdaad kunnen ontwikkelen, vinden we het belangrijk dat zij terechtkomen in een groep waar voldoende potentiële vriend(innet)jes aanwezig zijn. Pedagogisch medewerk(st)ers stimuleren kinderen om in een groep mee te doen aan een activiteit die bij dit kind past. Met de indeling van de groepen wordt zorgvuldig rekening gehouden met de behoeftes van de kinderen er wordt niet specifiek onderscheid gemaakt qua leeftijd. Soms worden kinderen ook door de pedagogisch medewerk(st)ers ingedeeld. Dit wordt gedaan om “kliekjes” vorming tegen te gaan en ieder kind erbij te laten horen. 3.13
Wij bevorderen bij kinderen het samenspel
We vinden het belangrijk om contact tussen kinderen en samenspel te bevorderen. Het kind kan kiezen uit verschillende speelkameraadjes. Samen spelen betekent samen praten, naar elkaar luisteren, overleggen, taken verdelen, samen plezier hebben, op elkaar wachten, delen etc. Als kinderen langere tijd bij elkaar op de buitenschoolse opvang zitten en een band kunnen opbouwen, vindt er meer en beter samenspel plaats. Ook een stimulerende houding en stimulerend gedrag van medewerkers is belangrijk om de duur en kwaliteit van het samenspel te bevorderen. Sommige kinderen kiezen er bewust voor om soms alleen te zijn. Dit kan en wordt door ons geaccepteerd. Als we het idee hebben dat een kind zich verveelt of geen aansluiting vindt bij andere kinderen, moedigen we aan of dagen we uit om met een ander kind te spelen. Of we bieden op een andere manier ondersteuning bij het contact maken. Vindt het kind het moeilijk om contact te maken en heeft het wel behoefte aan samen spelen, dan beginnen we zelf met het kind een activiteit. We betrekken dan andere kinderen bij deze activiteit. De pedagogisch medewerkers houden telkens het samenspel en contact tussen kinderen in het oog, om te kijken hoe het loopt en of er actie ondernomen moet worden. Om hier een nog beter beeld van te krijgen van ieder kind, observeren we de kinderen regelmatig. Dit doen we middels KIJK voor de BSO. Met dit instrument meten we de betrokkenheid van kinderen, het welbevinden en aspecten van sociaal competent gedrag. Kijk helpt de pedagogisch medewerkster om op een systematische wijze zicht te krijgen op de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind.
Algemeen pedagogisch beleidsplan BSO Kindercentrum Madelief, augustus 2015
31
3.14 Wij stimuleren vriendschappen tussen kinderen We vinden het belangrijk vriendschap tussen kinderen te stimuleren en te ondersteunen. Kinderen kunnen echte vriendschappen ontwikkelen. Sommige kinderen vinden ze aardig, andere niet. Vriendschappen zijn waardevol, ook voor kinderen. Goed verlopende contacten tussen kinderen versterken het vertrouwen in zichzelf en in elkaar. Vriendjes en vriendinnetjes hebben samen veel plezier, leren elkaar aanvoelen, kunnen op elkaar bouwen, vinden steun bij elkaar. Bij oudere kinderen is de vriendschap over het algemeen gebaseerd op vertrouwen, persoonlijkheid, identificatie. Vaak is er ook een praktische reden tot vriendschap: kinderen die samen van eenzelfde basisschool komen, gaan ook op de BSO bij elkaar zitten. Soms hebben deze kinderen op school niets met elkaar, maar zijn op de BSO wel ‘dikke vrienden’. Kinderen die plezier in een bepaalde activiteit delen (bijv. voetballen), zoeken elkaar op om samen de activiteit te doen. Ook de middagen waarop kinderen langer aanwezig zijn bevorderen het samenspelen. Uit samenspel ontstaan vriendschappen. We stimuleren dit. We laten kinderen ontdekken wie ze leuk vinden en geven hen de kans om ook samen iets te doen. We vertellen ouders over de vriendschap. Soms komt het voor dat vriendjes zo sterk op elkaar zijn georiënteerd, dat het hinderlijk wordt voor andere kinderen. Pedagogisch medewerksters beslissen wanneer dit nodig is om deze kinderen af en toe in andere groepjes te laten spelen. Op deze manier krijgen ook andere kinderen kansen om vriendschappen te ontwikkelen. Ook komt het voor dat een vriendschap ongelijkwaardig is. Ook dan zal de pedagogisch medewerkster beslissen om een kind af en toe in andere groepjes te laten spelen. Net zoals voorkeur voor andere kinderen, kan een kind voorkeur hebben voor bepaalde groepsleiding. Dit mag en kan, maar wel binnen bepaalde grenzen. Er moet met respect met elkaar worden omgegaan en alle kinderen moeten zich houden aan fatsoensregels. Indien nodig wordt het kind hierop aangesproken. De groepsleiding zal de kinderen gelijkwaardig behandelen en probeert elk kind de aandacht te geven die het verdient. 3.15
Wij zorgen voor voldoende ruimte voor vrije activiteiten
De pedagogisch medewerksters van de BSO zorgen er ook voor dat er voldoende tijd en ruimte over blijft om op eigen initiatief met andere kinderen te spelen. Dit noemen we een vrije activiteit. Tijdens de vrije activiteit kunnen kinderen op eigen initiatief, zelfstandig aan de slag met het aanwezige spel of creatief materiaal, dat op de bso aanwezig is. Het zij alleen of samen in een groepje. Het spelmateriaal is uitdagend en toegespitst op de leeftijdsgroep. Om het samen spelen te stimuleren, hebben we veel spelmateriaal dat hiertoe uitnodigt. Wanneer een kind het belangrijk vindt dat een bouwwerk van bijvoorbeeld de Lego of Kapla gedurende een bepaalde tijd blijft staan dan maakt de pm-er hier samen met het kind een afspraak over en hoeft het niet opgeruimd te worden.
Algemeen pedagogisch beleidsplan BSO Kindercentrum Madelief, augustus 2015
32
3.16
Wij dragen zorg voor een adequate begeleiding van kinderen
De pm-er van de bso beloont positief en gewenst gedrag van kinderen zoveel mogelijk met een compliment. Uitgangspunt hierbij is dat een kind meer leert van belonen dan van corrigeren. De pmer spreekt kinderen aan op hun gedrag, niet op wat of hoe ze zijn. De pm-er spreekt vanuit de ikboodschap, zodat voor het kind duidelijk is welk gedrag door de pm-er wordt gezien en waarop het kind wordt aangesproken. De pedagogisch medewerkers van de BSO begeleiden de activiteiten die de kinderen ondernemen adequaat. Soms is de inbreng van de pedagogisch medewerker nodig, bijvoorbeeld als een ruzie uit de hand loopt, als er sprake is van pestgedrag of als het een kind écht niet lukt om vrienden te maken of samen met anderen te spelen. Soms is het nodig een goed voorbeeld te geven om hen ook op dit vlak verder te helpen. Als er sprake is van ongewenst of lastig gedrag, dan zullen we proberen te achterhalen wat de reden hiervan is. Wij staan open voor deze achterliggende gevoelens, zodat we het ongewenste gedrag kunnen ombuigen naar gewenst gedrag. Als kinderen in een conflictsituatie komen, grijpen we niet direct in. We stellen ze in staat de situatie zelf op te lossen, omdat dat belangrijk is voor hun ontwikkeling naar zelfstandigheid. We ondersteunen hen als ze er zelf niet uitkomen of als de veiligheid (fysiek en of emotioneel) in gevaar komt. Heel vaak zullen kinderen hun sociale relaties zelf heel goed regelen en leren ze al doende wat wel en niet werkt. Dan hebben ze er genoeg aan wanneer ze de ruimte krijgen om ‘te experimenteren’: door ruzie te maken en deze zelf weer op te lossen, door hun neus te stoten als ze te bazig of te verlegen zijn, door plezier te ervaren in het écht samen spelen. We vinden het belangrijk dat kinderen proberen zelf een oplossing te vinden voor hun conflict. Op deze manier leren kinderen het meest en bevorderen we het zelfvertrouwen en de zelfstandigheid (ik kan voor mezelf opkomen, ik kan het zelf oplossen). Als zich een conflict voordoet, kijken we eerst hoe het conflict verloopt. We proberen niet te snel in te grijpen. Als de kinderen er zelf niet uitkomen, ondersteunen we bij het oplossen van ruzies. Hoe deze ondersteuning eruit ziet, hangt af van de situatie en de leeftijd van de kinderen. Bij de jonge kinderen denken we mee over een oplossing en zijn we in de buurt als steun wanneer ze voor zichzelf moeten opkomen. Hoe ouder de kinderen, hoe meer er met hen gepraat wordt over oorzaak en gevolg. We stimuleren het kind na te denken over zijn eigen rol in het probleem of conflict. Eerlijk zijn hierover vinden we belangrijker dan de vraag wie de ‘schuldige’ is, of wie wat ‘fout’ deed We grijpen in bij conflicten waarbij kinderen elkaar pijn doen, als de situatie erg ongelijkwaardig is (een groot kind dat ruzie maakt met een jong kind of een kind dat telkens een ander kind pest), als een jong kind voortdurend het spel van oudere kinderen verstoort of als de ervaring leert dat conflicten tussen deze twee kinderen gewoonlijk escaleren. We houden goed in de gaten dat een kind confrontaties niet keer op keer uit de weg gaat. Een kind dat minder weerbaar is, stimuleren we voor zichzelf op te komen. Als er binnen een groep steeds conflicten ontstaan, kan het een oplossing zijn om de kinderen uit elkaar te halen. Ook kunnen we een activiteit beginnen die ze leuk vinden om te doen en waarbij
Algemeen pedagogisch beleidsplan BSO Kindercentrum Madelief, augustus 2015
33
de kinderen samen moeten werken. Hierdoor wordt de negatieve sfeer omgebogen in een positieve. We houden goed in de gaten of kinderen geen dingen tegen hun zin doen, bijvoorbeeld omdat ze hiertoe gepusht worden door andere kinderen. We brengen de ouders altijd op de hoogte van het conflict of probleem, als zij hun kind komen ophalen. We lichten ze in over de voorgevallen situatie en over hoe de pedagogisch medewerker gehandeld heeft. Bij herhaling van gedrag dat tot conflicten leidt, bespreken we met de ouder of ze dit herkennen, hoe zij ermee omgaan en hoe we gezamenlijk met dit gedrag omgaan. Wanneer de pm-er, ouders en/of kind afspraken maken over het ongewenste/gewenste gedrag of het oplossen en aanpakken van het probleem, gebeurt dit in een rustige omgeving (een beschikbare vrije ruimte zoals keuken, atelier of multifunctionele ruimte). Op deze manier waarborgen wij de privacy van ouders en kinderen. - Pesten We zijn er alert op dat kinderen niet worden buitengesloten van gesprek of spel. Pesten wordt niet getolereerd. Dit wordt regelmatig met de kinderen besproken. We proberen de kinderen bewust te maken van wat pesten voor een ander kan betekenen. Als pesten zich voordoet, bespreken we dit met collega’s. Indien nodig betrekken we ook de ouders van de pester en het gepeste kind erbij om te overleggen waar het pesten vandaan komt en wat we aan de situatie kunnen doen. In principe zoeken we met pester en slachtoffer samen naar een oplossing. Het slachtoffer proberen we weerbaarder te maken door uit te leggen waar het pestgedrag vandaan kan komen en wat het kind kan doen als het gepest wordt. •
Socialisatie en de overdracht van waarden en normen.
3.17 Wij dragen zorg voor het overbrengen en uitwisselen van waarden en normen Kindercentrum Madelief vindt het belangrijk dat kinderen zich “thuis” voelen bij Madelief. In groepsverband maakt het kind kennis met normen en waarden, die gericht zijn op veiligheid, respect voor elkaar en ontplooiingsmogelijkheden. De pedagogisch medewerker heeft hierin een voorbeeldfunctie. Op basis van een goede relatie met de pedagogisch medewerker leert het kind normen en waarden die buiten de gezinssituatie voorkomen. Vanuit deze veilige startpositie kan het kind de samenleving gaan verkennen. Kindercentrum Madelief stelt nadrukkelijk dat het kind zijn eigen identiteit kan ontwikkelen met respect voor zijn culturele en maatschappelijke achtergrond. Dit gebeurt in samenspraak met de ouders en/of verzorgers. Wij vinden het belangrijk dat kinderen gerespecteerd worden. Ieder kind is uniek en vraagt daarom een eigen benadering. Een positieve sfeer op de BSO is een voorwaarde voor een geslaagde dag. Bij Madelief hebben we daarom regels met elkaar afgesproken om dit te bereiken. Pedagogisch medewerkers geven het goede voorbeeld. Er wordt niet gevloekt en geschreeuwd, ruzies worden vreedzaam opgelost, verschillen tussen kinderen worden benoemd en geaccepteerd en de pm-er behandelt elk kind op dezelfde manier (gelijkwaardig en met respect). Op deze manier wordt het
Algemeen pedagogisch beleidsplan BSO Kindercentrum Madelief, augustus 2015
34
respecteren van waarden en normen vanzelfsprekend. Verder maken we samen met de kinderen afspraken over het omgaan met de spelcomputer, televisie, over de inrichting van de bso ruimte en over de thema’s en activiteiten in de schoolvakanties. Op deze manier leren de pm-ers kinderen na te denken voordat ze een besluit nemen, ze leren om verantwoordelijkheid te krijgen en te dragen. Afspraken die eenmaal zijn gemaakt, kun je niet zomaar weer naast je neerleggen. Regels die je samen bedenkt gelden voor iedereen, ook voor jezelf. De groepsruimte gezellig en netjes houden is een zaak en taak voor iedereen. En als grotere of sterkste is het heel normaal dat je een kleiner kind helpt, of dat je een verdrietig kind troost als er iets mis gaat. De wijze waarop pedagogisch medewerkers de kinderen begeleiden in het omgaan met regels en afspraken speelt een grote rol. Informeren over een afspraak betekent ook uitleggen waarom die afspraak belangrijk is. En afspraken maken heeft alleen zin als iedereen er zich aan houdt. De pedagogisch medewerker bewaakt en kent de regels. De pedagogisch medewerksters dragen er zorg voor dat de regels consequent en op de juiste manier na geleefd worden. Regels en afspraken die een kind steeds opnieuw tegenkomt in verschillende leefsituaties, zal hij sneller en beter navolgen. Zeker als de volwassenen op school, thuis en op de opvang dezelfde gedragingen voorleven, is het leereffect voor een kind groot. Bovendien vergroot het zijn gevoel van emotionele veiligheid. Hij herkent de afspraken en weet wat er van hem wordt verwacht. De mate en manieren van samenwerking en afstemming tussen de verschillende betrokken vinden we een belangrijk aandachtspunt. 3.18
Wij zorgen voor een duidelijke dagplanning en dagritme voor de kinderen
Hieronder wordt een indicatie weergegeven van het tijdschema hoe een middag buitenschoolse opvang bij Madelief er ongeveer uitziet. 13.45: De workshops zijn reeds voorbereid en gepland worden door de pedagogisch medewerkers besproken, agenda en logboek wordt bekeken. Er wordt gekeken of er afmeldingen zijn en de pedagogisch medewerkers bespreken onderling wie welke workshop gaat uitvoeren. Tenslotte wordt de ruimte gereed gemaakt voor de komst van de kinderen, de benodigde spullen worden klaar gezet. 14.00: Kinderen worden opgehaald door de pedagogisch medewerkers op de Maria Goretti, Elckerlyc en eventueel de Ratel. Een overzicht van de verzamellokalen: De Maria Goretti: Kinderen uit groep 1 en 2 wachten in de klas. De pedagogisch medewerker haalt de kinderen in de klas op. Kinderen uit groep 3 t/m 8 wachten aan de tafel in de hal. De Elckerlyc: De conciërge van de Elckerlyc haalt de kinderen van groep 1 en 2 uit de klassen op en brengt ze naar het hoofdpodium toe. Groep 3 t/m 8 wachten op het hoofdpodium, zij gaan op de trapjes zitten. De pedagogisch medewerker komt naar het hoofdpodium. De Ratel: is het eerste lokaal links bij binnenkomst bij de hoofdingang van de Ratel. Kinderen tot 8 jaar trekken het veiligheidsvestje aan en lopen over de
Algemeen pedagogisch beleidsplan BSO Kindercentrum Madelief, augustus 2015
35
stoep twee aan twee. Kinderen mogen niet vooruit rennen naar de BSO. Er loopt een pedagogisch medewerker vooraan en kijkt regelmatig achterom. 14.15/14.30: Bij binnenkomst trekken de kinderen de jassen en schoenen uit en kiezen de kinderen allemaal een rode bak of gaan rustig aan tafel zitten (kleuren of een spelletje). De pedagogisch medewerkers maken drinken en peperkoek klaar. 14.30 Drinken en peperkoek eten: De kinderen gaan plassen, handen wassen en aan tafel zitten. De pedagogisch medewerkers hebben een vaste tafel net als de kinderen. De kinderen weten aan welke tafel zij moeten zitten. Aan tafel wordt er niet geschreeuwd, gegild of hard gepraat. De kinderen hebben de gelegenheid om hun ervaringen van hun schooldag te vertellen, de pedagogisch medewerker biedt een luisterend oor. Na het drinken wijst de pedagogisch medewerker één kind aan die de bekers opruimt en naar de keuken brengt. 14.45: Na het drinken gaan de kinderen bij de bank in kring zitten. De pedagogisch medewerker vertelt wat we gaan doen, de kinderen mogen kiezen welke workshop zij willen gaan doen en de pedagogisch medewerker verdeelt de groepen. De kinderen blijven bij dezelfde pm-er van die workshop. Deze pedagogisch medewerker is verantwoordelijk voor dat groepje kinderen. De materialen zijn door de kinderen zelf te pakken (open kasten op kindhoogte en lange witte kasten). Als kinderen niet bij de bovenste rode bak kan, vraagt het kind aan de pedagogisch medewerker of hij/zij even wilt helpen. Op de groep bevinden wat knutselspullen. Deze materialen moeten worden gevraagd aan de pedagogisch medewerker. Materialen die zich in de dichte kasten bevinden zoals: nietmachine, plakband etc. moeten worden gevraagd aan de pedagogisch medewerkers. De spullen in het atelier dienen de kinderen ook te vragen aan de pedagogisch medewerkers. Bij het spelen hanteren de pedagogisch medewerkers als uitgangspunt dat de kinderen netjes met de spullen om moeten gaan en elkaar in hun waarde moeten laten bij het samen spelen. Daarnaast bestaat voor de kinderen nog de mogelijkheid om gezamenlijk met de kinderen onder toezicht van de pedagogisch medewerker buiten te spelen. 15.30/15.45 uur: De workshops worden afgesloten en de kinderen ruimen alles op. De kinderen gaan plassen en de handen wassen. Het is tijd om fruit te eten. De pedagogisch medewerkers zorgen dat zijn/haar workshop opgeruimd is en zorgen ervoor dat het groepje aan tafel zit. De kinderen gaan plassen, handen wassen en aan zijn/haar vaste tafel zitten. Aan tafel wordt er niet geschreeuwd, gegild of hard gepraat. De kinderen hebben weer de gelegenheid om hun ervaringen van hun workshop te vertellen, de pedagogisch medewerker biedt een luisterend oor. Na het fruit eten en drinken wijst de pedagogisch medewerker één kind aan die de bekers opruimt en naar de keuken brengt. 16.15 uur: De kinderen die een kort dagdeel hebben worden opgehaald. De andere kinderen gaan in een kring bij de bank en tv zitten. De kinderen krijgen weer de gelegenheid om een andere workshop te kiezen of zij kiezen voor vrij spelen.
Algemeen pedagogisch beleidsplan BSO Kindercentrum Madelief, augustus 2015
36
17.15/17.30: De workshops worden afgesloten en de kinderen ruimen alles op. De kinderen gaan allemaal aan een gezamenlijke tafel zitten en krijgen een soepstengel, hier gaat één pedagogisch medewerker mee rond. Als de kinderen de soepstengel op hebben kunnen zij kiezen voor tv kijken, kleuren of rustig een spelletje aan de tafel.
3.19
Overige regels
- Gebruik van televisie en computer Bij Madelief wordt nauwelijks gebruik gemaakt van een computer. Kinderen kunnen vaak al op verschillende andere plekken passief spelen en daarom vinden wij het belangrijk om juist actief spel aan te bieden. De televisie wordt gebruikt om een rustmoment te creëren of om aan de thema’s gerelateerde informatieve filmpjes te laten zien van bijvoorbeeld Klokhuis of Willem Wever. - Huiswerk De kinderen van Madelief gaan naar school, hier wordt veel van ze verwacht en dat vergt veel concentratie. Daarom is het belangrijk dat een kind zich kan ontspannen bij Madelief. Kinderen kunnen er ongedwongen spelen in hun ‘vrije tijd’ en daarbij worden ook allerlei workshops aangeboden. Madelief streeft het niet na om kinderen 1-op-1 te begeleiden bij het maken van hun huiswerk. Dit is de verantwoordelijkheid die we graag overlaten aan de ouders van het kind. Wel creëren we een rustig plekje voor kinderen die uit eigen initiatief hun huiswerk willen maken en als mogelijk, afhankelijk van de samenstelling van de groep, helpen we hen daar een handje bij.
Algemeen pedagogisch beleidsplan BSO Kindercentrum Madelief, augustus 2015
37