Algemeen pedagogisch beleidsplan kindercentrum Madelief, dagopvang Versie augustus 2015
Algemeen Pedagogisch beleidsplan kindercentrum Madelief, dagopvang 2015
1
Inleiding Madelief biedt professionele kinderopvang voor kinderen van 0 tot 13 jaar en is opgericht door Monique Francissen en Franciel Peters. Door de kleinschalige opzet zijn wij sterk betrokken bij de kinderen, ouders en de dagelijkse gang van zaken bij Madelief. In dit pedagogisch beleidsplan, voor kinderen van 0 tot 4 jaar, wordt de visie op opvang en opvoeding beschreven. Deze visie vormt de basis voor het dagelijks pedagogisch handelen. Het pedagogische beleid is geen vaststaand gegeven, maar blijft zich in de loop der tijd steeds verder ontwikkelen. Hierbij denkend aan nieuwe pedagogische inzichten, signalen vanuit de groepen en maatschappelijke veranderingen. De wet kinderopvang heeft hier een grote invloed op. Zaken over ons veiligheidsbeleid, welke onder andere voort komen uit onze jaarlijkse risico inventarisatie, beschrijven we onder andere in onze huisregels. Risico inventarisatie Jaarlijks voeren we een risico inventarisatie uit middels de digitale risico monitor. Risico's op het gebied van veiligheid, brandveiligheid, gezondheid en hygiëne worden in kaart gebracht en waar nodig worden vervolgens acties uitgevoerd om deze risico's uit te sluiten. Door op deze wijze te werken volgen we nauwkeurig de richtlijnen vanuit de GGD op. Huisregels In onze huisregels staat het beleid beschreven hoe we met mogelijke risico's op het gebied van gezondheid en veiligheid om gaan. Dit vastgestelde beleid is nodig om een gezonde en veilige kinderopvang te kunnen bieden.
Algemeen Pedagogisch beleidsplan kindercentrum Madelief, dagopvang 2015
2
1. Visie van Madelief. Voor Madelief betekent kinderopvang een bijdrage leveren aan de opvoeding en begeleiding van kinderen in een belangrijke fase van hun leven. Hierbij staat het kind centraal en wordt de zorg aangepast aan de specifieke behoefte van het kind. U mag erop vertrouwen dat wij goed voor uw kind zullen zorgen. Dat vertrouwen nemen wij heel serieus. U mag er zeker van zijn dat uw kind bij ons in een liefdevolle, veilige en stimulerende omgeving een verantwoorde opvoeding krijgt. Dat het in uw afwezigheid kan rekenen op een vertrouwde opvoeder, die inspeelt op de behoefte van de kinderen, zodat zij zich onbekommerd kunnen ontwikkelen, samen met leeftijdgenootjes. Hoe wij dat doen, beschrijven we in dit algemeen pedagogisch beleidsplan. Hierin leest u wat onze uitgangspunten zijn in de dagelijkse omgang met de kinderen. We laten zien wat u van ons mag verwachten en welke opvoedingsdoelen we nastreven. Uitgangspunten hiervoor zijn de volgende pedagogische doelen:
emotionele veiligheid de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen gewaarborgd wordt
persoonlijke competentie de wijze waarop de persoonlijke ontwikkeling gestimuleerd wordt
sociale competentie de wijze waarop de persoonlijke ontwikkeling gestimuleerd wordt
normen en waarden de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt
Deze vier doelen kom in verschillende hoofdstukken in dit pedagogisch plan terug. In het bereiken van deze doelen legt Madelief het accent op samenzijn, plezier en spelenderwijs leren. We bieden een veilige, stabiele en vertrouwde plek, waar elk kind zichzelf kan zijn. En waar ook persoonlijke aandacht is voor elk kind. Dit combineren we met activiteiten die de fantasie en verbeeldingskracht van kinderen stimuleren. Zo vergroten de kinderen hun vaardigheden en leren ze spelenderwijs, van en met elkaar. In het kinderdagverblijf ontmoeten kinderen anderen kinderen in groepsverband. Ze leren hier onder meer samen te spelen, te eten en te slapen. Door het omgaan met andere kinderen leren kinderen de uitwerking van hun gedrag op anderen kennen. Mede hierdoor krijgen kinderen inzicht in hun eigen gevoelens en zien ze meerdere reactiemogelijkheden. Zo leren kinderen al vroeg de betekenis van delen, helpen, rekening houden met de ander, omgaan met conflicten en opkomen voor jezelf. Het pedagogische beleidsplan vormt de basis van een optimale en zo breed mogelijke ontwikkeling van de kinderen.
Algemeen Pedagogisch beleidsplan kindercentrum Madelief, dagopvang 2015
3
2. Visie op kwaliteit Het zijn onze pedagogische medewerkers die elke dag weer het verschil maken. Daarom besteden we veel aandacht aan het trainen en begeleiden van onze medewerkers. Het leveren van kwaliteit staat bij Madelief hoog in het vaandel. Door voortdurend te kijken wat er (nog) beter kan en hoe dingen (nog) beter kunnen, binnen de doelstelling van Madelief en de mogelijkheden, kan er (nog) beter afgestemd worden op de wensen van de kinderen, ouders en de pedagogische medewerkers. Door de ontwikkelingen die een relatie hebben met de kinderopvang actief te volgen en de belanghebbende partijen naar hun bevindingen te vragen, wordt er gestreefd naar een permanente verbetering van alle kwaliteitsaspecten. Jaarlijks wordt er een nieuw opleidingsplan opgesteld voor de pedagogisch medewerksters. We vinden het erg belangrijk dat onze pedagogisch medewerksters voortdurend bijgeschoold en geprikkeld blijven zodat ze de juiste begeleiding aan kinderen bieden. Deze structureel terugkerende scholingen op pedagogisch vlak zijn gericht op - Startblokken, de ontwikkelingsgerichte begeleiding die we voor alle kinderen bieden. - KIJK, het kindvolgsysteem waarmee we elk kind dat minimaal 2 dagdelen per week bij Madelief komt spelen observeren en rapporteren. - TINK, Taal- en INteractievaardigheden Kinderopvang. TINK is een training voor pedagogisch medewerkers in de kinderopvang. TINK leert hoe je interactievaardigheden kunt verbeteren en toepassen. Het bieden van ontwikkelingsgerichte begeleiding en het volgen van kinderen middels KIJK zijn inmiddels verweven in onze werkwijze bij Madelief. In 2015 zijn we actief gestart met trainingen betreffende de interactieve vaardigheden voor pedagogisch medewerksters in de kinderopvang. Hoe werkt dit? Het pedagogisch handelen van de medewerkster in contact met de kinderen wordt op film vastgelegd. Met een gecertificeerde interactiebegeleider worden de filmopnames geanalyseerd en besproken. Pedagogisch medewerksters leren zo initiatieven van het kind herkennen, waardoor elk kind wordt gestimuleerd in zijn of haar ontwikkeling. Bovendien leren zij handelingen in simpele bewoordingen uit te leggen, waardoor kinderen zich veiliger voelen en hun omgeving als prettig ervaren. Elk kind, groot of klein, wil zich immers gehoord en gezien voelen. Algemeen Pedagogisch beleidsplan kindercentrum Madelief, dagopvang 2015
4
3 Veilig & vertrouwd bij Madelief (emotionele veiligheid) Elk kind wil zich ontwikkelen. Daarbij is het belangrijk dat het zich fijn voelt en thuis op het kinderdagverblijf. Vanuit deze emotionele veiligheid zullen kinderen de uitdaging aangaan om te experimenteren, nieuwe ervaringen op te doen en zich zo spelenderwijs te ontwikkelen. Kinderen kunnen daarbij rekenen op de pedagogisch medewerkers die er altijd zijn als veilig en vertrouwd baken, voor een duwtje in de rug, een knuffel om te laten weten hoe trots we op ze zijn en om ze op te vangen als het even niet lukt. Pedagogisch medewerkers hebben oog en oor voor de eigenheid van ieder kind. Zij gaan respectvol en liefdevol om met kinderen en scheppen de voorwaarden waarbinnen elk kind zichzelf kan zijn, zich ontspannen en prettig voelt en zich in zijn eigen tempo kan ontwikkelen. Voor elke groep is er een eigen ruimte, die de kinderen (her)kennen als hun eigen groepsruimte. De inrichting (meubilair, speelmateriaal) is afgestemd op de ontwikkelingsfase van de kinderen en biedt geborgenheid. Hier leren kinderen elkaar kennen en raken met elkaar vertrouwd. Ze vinden het fijn om op elkaars aanwezigheid te kunnen rekenen, hoe klein of groot ze ook zijn. In vaste groepen gaan baby’s elkaar herkennen en ontwikkelen kinderen van een jaar of twee een duidelijke voorkeur voor één of twee groepsgenootjes. Al vanaf de peutertijd ontstaan er heuse vriendschappen 3.1 Speciale aandacht voor baby’s Rust en regelmaat ervaren jonge kinderen, met name baby’s, als houvast. Vaste routines helpen ze hierbij. Ze vinden het fijn om te weten dat de pedagogisch medewerker die voor ze zorgt na het melk drinken bijvoorbeeld een boekje met ze leest of voor het slapen nog een liedje zingt. Daarom kunnen de kleintjes bij ons rekenen op het vertrouwde gezicht van de pedagogisch medewerker die hen op schoot neemt, de fles geeft, in bed legt en hen troost als ze verdrietig zijn. Bij haar voelt de baby zich geborgen en krijgt hij de gelegenheid zich te hechten. Komt uw baby voor het eerst? Dan bespreken we vooraf hoe u en uw kindje vertrouwd raken met het verblijf, hoe we elkaar zo goed mogelijk leren kennen en hoe de dagindeling verloopt. Uw baby geeft het tempo en het ritme aan. 3.2 Slapen. Madelief beschikt over voldoende slaapruimtes die veilig zijn ingericht en waarin het kind rustig kan slapen. Bij de jongste wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met het slaapritme van het kind. Bij de oudere kinderen is het slaapmoment gelegen in de middag, na de broodmaaltijd. Naarmate kind het kind richting 4 jaar gaat, wordt het slapen afgebouwd. Dit gebeurt in overleg met de ouders. Het slapen is een vast ritueel voor de kinderen. De pedagogisch medewerkster zorgt ervoor dat het kind vóór het slapen een rustige activiteit aangeboden krijgt. Het kind wordt voor het slapen gaan verschoond of gaat naar het toilet. De pedagogisch medewerkster stimuleert het kind Algemeen Pedagogisch beleidsplan kindercentrum Madelief, dagopvang 2015
5
zichzelf aan en uit te kleden door op een duidelijke en vriendelijke wijze naar het kind te communiceren wat het kind kan en mag doen. Het kind heeft zoveel mogelijk een vast bedje en eventueel een eigen knuffel of speen. Van de vaste slaapplaatsen voor de kinderen van de peutergroep is een overzicht te vinden op de slaapkamer deur. De pedagogisch medewerkster besteedt voor het slapen gaan nog even extra aandacht aan elk kind. De pedagogisch medewerkster zorgt er voor dat het kind rustig en veilig kan slapen. De pedagogisch medewerkster overlegt met de ouder over het slapen van het kind bij Madelief en communiceert naar de ouder hoe en hoe lang het kind heeft geslapen. In ons protocol veilig slapen is ons beleid hoe we de veiligheid tijdens het slapen waarborgen beschreven. 3.3 Stap voor stap Naarmate kinderen opgroeien, wordt hun ervaringswereld groter. Ze raken vertrouwd met het kinderverblijf, de groepsgenootjes en hun ouders en de medewerkers. Hun draagkracht wordt groter en ze kunnen meer nieuwe ervaringen aan. Structuren en routines blijven belangrijk, maar daarbinnen hebben kinderen letterlijk en figuurlijk meer ruimte nodig. Sociale banden, veiligheid en herkenbaarheid blijven belangrijk. Wanneer er verschillende leeftijdsgroepen zijn en bij overgang van het dagverblijf naar de bso is er aandacht voor de geleidelijke overgang naar de volgende groep, in overleg met ouders en kind. Zo maakt het kind eerst een paar keer een uitstapje om de nieuwe groep te leren kennen en kunnen ook de groepsgenootjes alvast wennen aan de nieuwe situatie. 3.4 Wenbeleid Tijdens het plaatsingsgesprek wordt het wenbeleid besproken. Er wordt overlegd hoe we de wenmomenten zullen invullen. Voor deze wenmomenten hoeft de ouder niet te betalen, wel vragen wij de ouder om beschikbaar te zijn als het kind tijdens deze momenten bij Madelief aanwezig is Voor het wennen en het afscheid, nemen we de benodigde tijd. Op die manier kan niet alleen het individuele kind, maar ook de groep worden voorbereid. Dit geeft de kinderen duidelijkheid en daarmee een gevoel van veiligheid. Tevens stimuleren we hiermee het groepsproces doordat de kinderen bij elkaar betrokken worden. Voor het welbevinden van het kind en de groep is het van belang goed en snel te wennen - Wennen op de groep (extern) Als een nieuw kindje op het kinderdagverblijf komt mag het altijd eerst, voorafgaand aan de officiële Algemeen Pedagogisch beleidsplan kindercentrum Madelief, dagopvang 2015
6
plaatsingsdatum 2 keer een dagdeel tussen 9.00 uur en 16.00 uur komen wennen, wel in overeenstemming met de beroepskracht/kind ratio volgens de regels van 1ratio.nl. Ouder(s) vinden het vaak moeilijk om hun kind ‘weg’ te brengen. Voor hen is de wenperiode dus ook erg fijn. De wenperiode kan het beste plaatsvinden binnen een tijdsbestek van maximaal 2 weken. Als er langere tijd tussen de wenmomenten zit, gaat het effect van het wennen verloren. De pedagogisch medewerkers hebben ook behoefte aan wenafspraken, zij moeten het kind immers leren kennen. In het belang van het kind zelf, de groep en de medewerkers wordt de ouder(s) gevraagd om in elk geval hun kind minimaal 2 keer een korte tijd te brengen. Omdat wij uitgebreid aandacht besteden aan het kind dat went, kan er bij een (bijna) volledige bezetting maar één kind tegelijk op een groep wennen. Als de groep niet volledig bezet is, bijvoorbeeld bij de start van een nieuwe groep, kan van deze regel worden afgeweken. Na een periode van 3 maanden vindt er een evaluatiegesprek plaats met één van de vaste pedagogische medewerkers en de ouder(s) van het nieuw geplaatste kind. Dit gesprek is bedoeld om te evalueren hoe de ouder(s) het wennen hebben ervaren. Tevens kunnen de ouder(s) terecht met vragen. - Wennen bij de peutergroep (intern) Wennen omdat het kind naar een andere groep gaat, gaat in samenspraak met de ouder(s) en de pedagogisch medewerkers. Het aantal keer is afhankelijk van het kind. Verstandig is dat het kind in de andere groep een keer gaat spelen, een keer gaat eten en een keertje gaat slapen. Wij willen graag dat een kind minimaal 3 keer gaat wennen op de andere groep. 2 weken voor de overgangsdatum wordt het wennen, aan de hand van het wenschema, in gang gezet. Bij een volledige groepsbezetting laten we per keer één kind wennen op de groep. Bij een lagere bezetting van de groep kan overwogen worden meerdere kinderen tegelijkertijd te laten wennen. Het voordeel hiervan is dat de kinderen elkaar al kennen en zodoende steun hebben aan elkaar. - Wennen bij de BSO (intern) Kinderen die doorstromen vanuit de peutergroep naar de BSO, gaan twee tot zes maal oefenen bij de BSO voordat ze 4 jaar worden. Dit wordt van te voren door de pedagogisch medewerkster van de peutergroep met de ouders/verzorgers overlegd. Alle wenmomenten vinden plaats kort voordat de opvang van start gaat. Het beroepskracht/kind ratio is in overeenstemming met de regels van 1ratio.nl dat wil zeggen dat er nooit meer dan 10 kinderen door één beroepskracht begeleid worden. Vanuit de peutergroep vindt er een interne overdracht naar de pedagogisch medewerksters van BSO plaats. Ouders/verzorgers worden door de pedagogisch medewerkster van de BSO eveneens uitgenodigd voor een plaatsingsgesprek. Hoe het wennen eruit ziet, is afhankelijk van de leeftijd en de aard van het kind, of het al andere kinderen op de BSO kent, of er al een broertje of zusje naar de BSO gaat, enzovoort. Tijdens het plaatsingsgesprek maakt Algemeen Pedagogisch beleidsplan kindercentrum Madelief, dagopvang 2015
7
de pedagogisch medewerker onderandere afspraken met de ouder(s) over de stappen die genomen worden om het wennen goed te laten verlopen en worden de specifieke gewoontes van een kind doorgesproken. Het is mogelijk dat de eerste keer kind en ouder samen naar de BSO komen. Een ouder krijgt op deze manier zicht op de gang van zaken. Dit kan prettig zijn, zeker bij vierjarigen die ook net naar de basisschool gaan. Tijdens de wenperiode kan het fijn zijn als in het begin de BSO middag niet te lang duurt en het kind tijdig wordt opgehaald. We houden de nieuwe kinderen extra in het oog en bieden waar nodig ondersteuning. Natuurlijk hebben we hierover ook contact met de ouder(s). Er kunnen maximaal twee kinderen tegelijkertijd op een groep komen wennen. Als deze kinderen van dezelfde groep komen, kunnen zij elkaar steun bieden. Het wennen kan het beste binnen een tijdsbestek van 2 weken plaatsvinden. - Pedagogisch handelen tijdens wenperiode Het doel van de wenperiode is dat het kind zich veilig voelt in de nieuwe situatie en zich vrij gaat voelen om zich in de groep te voegen, te spelen en zich te ontwikkelen. Naast de tijd die het kind nodig heeft op de groep, is het begeleiden van de nieuwe kinderen van belang. Concreet betekent dit dat: De andere kinderen op de hoogte gebracht zijn van de komst van het nieuwe kind. Het mandje/bakje/tasje voor persoonlijke spulletjes klaar staat. Het kind wordt voorgesteld in de groep en de andere kinderen die dat kunnen en willen, aan het kind mogen vertellen hoe de dag verloopt, wat de afspraken zijn e.d. Wij tijdens de wenperiode continu contact houden met het kind. Zo zitten wij naast of dichtbij het kind dat aan het wennen is en zorgen we voor oogcontact en positieve, bemoedigende woorden. Wij het kind begeleiden tijdens vrij spel. We gaan samen met het kind de ruimte verkennen en laten zien wat het, waar kan doen. Ook gaan wij gericht met hem spelen, zodat het kind ziet wat het kan doen en wat de regels zijn.
Algemeen Pedagogisch beleidsplan kindercentrum Madelief, dagopvang 2015
8
4 Uitgangspunten van Madelief. Madelief staat voor kleinschalige en persoonlijke kinderopvang waarbij maximaal 16 kinderen per stamgroep worden opgevangen. Om dit te kunnen bereiken wil Madelief: 1. Een veilige en positieve omgeving bieden. Deze aspecten komen ook terug in het pedagogisch beleid. Kindercentrum Madelief wil kinderen en ouders veel persoonlijke aandacht geven. Aandacht aan de kinderen zodat zij zich op hun eigen tempo in een veilige omgeving kunnen ontwikkelen. Aandacht aan de ouders zodat zij bevestigd krijgen dat hun kinderen in goede handen zijn en zij zich met een gerust hart kunnen richten op werk of andere bezigheden. 2. Ruimte bieden, zowel fysiek als emotioneel. Door het realiseren van een ruimte specifiek geschikt voor kinderopvang krijgen kinderen de fysieke ruimte voor hun ontwikkeling. Door gebruik te maken van de buitenruimte in de omgeving krijgen zij tevens fysieke ruimte. De emotionele of psychische ruimte krijgen zij door het eigen tempo van de kinderen te volgen. 3. Vraag gestuurd werken: ouders worden vooraf geïnformeerd over de pedagogische visie en werkwijze in het kinderdagverblijf. Zo maken zij een bewuste keus voor het beleid en de wijze van omgaan met hun kind. Door de persoonlijke aandacht voor ouders wordt oog gekregen voor hun behoeften. Deze wordt drie maanden na de start op het kinderdagverblijf geëvalueerd middels de drie maanden evaluatie. Wanneer de behoeften en wensen passen bij de visie (inhoudelijk en bedrijfsmatig) van het dagverblijf wordt getracht zaken te honoreren. 4. Een goede prijs/kwaliteitsverhouding bieden We gaan uit van vier pedagogische basisdoelen. Wij zorgen ervoor dat kinderen een gevoel van (emotionele) veiligheid hebben, geven ze de gelegenheid zich persoonlijk en sociaal te ontwikkelen en om zich de normen en waarden van onze samenleving eigen te maken. Wij hebben in het bijzonder aandacht voor ‘ samen zijn’ en ‘ervarend leren’. In de volgende hoofdstukken van dit algemeen pedagogisch beleidsplan gaan we dieper in op deze basisdoelen.
Algemeen Pedagogisch beleidsplan kindercentrum Madelief, dagopvang 2015
9
4.1 De groep Een kinderverblijf is bij uitstek de plek waar jonge kinderen samen opgroeien. In de groep doen ze sociale ervaringen en vaardigheden op, zoals vriendschappen opbouwen, samen spelen en delen, rekening houden met anderen en kennis maken met verschillende waarden en normen. En ze kijken de kunst van elkaar af door andere kinderen te imiteren, maar dagen elkaar ook uit. Zo leren ze nieuwe vaardigheden. Onderzoek toont aan dat kinderen die veel met andere kinderen spelen motorisch vaardiger en socialer zijn. Daarnaast krijgen ze meer zelfvertrouwen. Deze vaardigheden geven kinderen een brede basis die ze nodig hebben voor een goede ontwikkeling. Daarom neemt de groep pedagogisch gezien een belangrijke plaats in, zonder dat we het individuele kind uit het oog verliezen. De stamgroepen van 0 tot 2 jaar Deze groepen hebben de beschikking over een speelmat en een afgeschermde grondbox en twee hoge boxen. De indeling van de ruimtes is zo dat de kinderen bij speelgoed en boekjes kunnen. De groep visualiseert elke zes weken een ander thema. De kinderen slapen altijd in een afzonderlijke slaapkamers, aangrenzend aan de groepsruimte. Hierdoor het kind rustig en ontspannen slapen. Keukenklokjes zijn in de groepsruimte aanwezig. Aangrenzend aan de groepsruimtes maar wel afgescheiden is op een transparante wijze de sanitaire voorziening gerealiseerd waar zich toiletjes en twee verstelbare verschoontafels bevinden.
De stamgroepen van 2 tot 4 jaar Spelmateriaal staat op kindhoogte, zodat kinderen zelf ook spullen kunnen pakken en opruimen. De groepsruimte wordt iedere zes weken aangepast aan het thema. De speelhoek, kijktafel enz. worden aan het thema aangepast. Zo wordt het speelhuis omgetoverd tot dierenwinkel, ijswinkel, locomotief of pepernotenfabriek. Knutselwerken worden op ooghoogte gehangen. Op de groep hebben we ontwikkelingsmateriaal zoals puzzels met meerdere en kleinere stukjes, sorteren op kleuren, wat hoort bij elkaar etc. Keukenklokjes zijn in de groepsruimte aanwezig. Aangrenzend aan de groepsruimtes maar wel afgescheiden is op een transparante wijze de sanitaire voorziening gerealiseerd. De kinderen slapen in een afzonderlijke slaapkamer of rustruimte. Algemeen Pedagogisch beleidsplan kindercentrum Madelief, dagopvang 2015
10
4.2 Stimulerende omgeving We vinden het belangrijk om kinderen een stimulerende omgeving te bieden. Een omgeving waarin hun nieuwsgierigheid wordt geprikkeld zodat ze tot onderzoek komen en de wereld leren ontdekken. We dragen er zorg voor dat ieder kind veilig en welkom voelt. Pas dan durft het kind te ontdekken en te leren. Doordat iedere groep een vast team met vaste pedagogisch medewerkers heeft dragen we er zorg voor dat een kind een vertrouwensband kan opbouwen met de pedagogisch medewerker. We dragen mede hierdoor er zorg voor dat ieder kind zich vertrouwd met en veilig tussen de andere kinderen in de groep voelt. Ook de groepsruimten spelen een rol bij de ontwikkeling van de kinderen. De indeling en inrichting zijn afgestemd op de verschillende ontwikkelingsfases en –behoeften. De groepsruimtes zijn zo ingericht dat deze uitnodigen tot spelen, ontdekken en gezellig of rustig samen of alleen zijn De ruimte en het aanwezige spelmateriaal zullen de kinderen prikkelen tot spelen. Wij stellen hoge eisen aan een veilige speelomgeving. Zowel de binnen- als buitenruimte bieden voor klein en groot een veilige basis om te spelen,te ontwikkelen en te ontdekken. Speelgoed voldoet aan strenge eisen. De speeltoestellen worden geregeld geïnspecteerd en de pedagogisch medewerksters zien er elk moment van de dag op toe dat de kleintjes en groteren spelen met zaken die geen gevaar met zich meebrengen. Tegelijkertijd vinden we dat kinderen kleine en natuurlijk verantwoorde risico’s moeten kunnen lopen zodat ze kunnen omgaan met “gevaar”. We zien dit als essentieel voor hun ontwikkeling, net als buiten spelen, “vies” worden, etc.. Een gezonde peuter is een kind met af en toe een blauwe plek en een pleister op de knie. Binnen de afgesproken grenzen moet elk kind de kans krijgen ervaring op te doen.
De pedagogisch medewerker nodigt het kind uit om mee te helpen. Ze helpen de pedagogisch medewerkers met opruimen, eten klaar zetten en troosten van andere kinderen. Kinderen leren om zichzelf te verzorgen. De dreumesen leren naar de wc gaan en hun handjes wassen. Onze groepsruimtes zijn dusdanig ingericht dat dit mogelijk is. Jonge kinderen zien het mogen helpen bij huishoudelijke taken als een teken van groot worden. Helpen vergroot het zelfvertrouwen van kinderen en het wij-gevoel in de groep. We stimuleren het leren eten met een lepel en bij peuters het leren boterham smeren en drinken inschenken. De materialen in de ruimte maken dit mogelijk. Dat wat een kind zelf kan, mag het ook zelf doen, zoals zelf zijn brood smeren, zelf kiezen wat er op het brood komt, of zelf zijn melk inschenken. Algemeen Pedagogisch beleidsplan kindercentrum Madelief, dagopvang 2015
11
4.3 Zindelijk worden Kindercentrum Madelief verstrekt luiers van het merk kruidvat. Als ouders andere luiers willen gebruiken, dan nemen zij deze zelf mee. De pedagogisch medewerkster verschoont het jonge kind op de vaste, afgesproken tijden: 10.00 uur/ 12.00 uur/ 14.00 uur/ 16.00 uur of anders wanneer nodig. De pedagogisch medewerkster is extra alert bij dunne ontlasting en/of rode billetjes. Zindelijk worden is een individuele aangelegenheid. Bij de peutergroep wordt dit spelenderwijs gestimuleerd. Dit gebeurt doordat de kinderen op vaste tijden gezamenlijk naar het toilet gaan. De kinderen mogen op het toilet zitten en moeten niet. De pedagogisch medewerkster prijst het kind dat naar de wc gaat en beloont hem met een complimentje en een stikker die hij zelf op zijn kaart mag plakken. Afhankelijk van het kind en na overleg met de ouders kan er worden gestart met een actieve zindelijkheidstraining. De pedagogisch medewerkster zorgt er voor dat na het gebruik van het toilet de handen worden gewassen. Uiteraard bezoeken kinderen buiten de vaste tijden ook het toilet wanneer ze dit zelf aangeven. 4.4 Vertrouwde relaties tussen pedagogisch medewerkers en kinderen Een vertrouwde relatie ontstaat door herhaald positief contact tussen kind en pedagogisch medewerker. Daarom zijn twee zaken van belang: 1, Het kind wordt in een stamgroep voor kinderen van 0 tot 2 jaar of een stamgroep voor kinderen van 2 tot 4 jaar ingedeeld. Het kind leert dat iedere week dezelfde vaste pedagogisch medewerksters en kinderen zijn. Deze vaste pedagogisch medewerkers onderhouden ook de contacten met de ouders van het kind. Al vanaf het eerste moment krijgt het kind een mentor aangewezen. Dit is een pedagogisch medewerkster van de groep welke de zorg van het kind extra goed volgt en coördineert. 2, Goede communicatie tussen kind en pedagogisch medewerker. Verder in ons beleid worden de communicatievaardigheden van de pedagogisch medewerkers besproken die essentieel zijn voor het opbouwen van een vertrouwde relatie. Een goede relatie tussen kind en de pedagogisch medewerkster is de basis voor gevoel van veiligheid bij een kind. Als een kind zich veilig en geborgen voelt, staat het open om te leren. Het gevoel van veiligheid is dus de eerste voorwaarde om te kunnen en durven spelen, ontmoeten en ontwikkelen. Ook geeft de aanwezigheid van bekende kinderen in de groep een gevoel van veiligheid. Kindercentrum Madelief heeft bewust gekozen voor de verdeling van enerzijds de baby-dreumes groep en Algemeen Pedagogisch beleidsplan kindercentrum Madelief, dagopvang 2015
12
anderzijds de peutergroep. Kinderen verblijven dus gedurende eerste 2 jaar in dezelfde groep (stamgroep) en vervolgens verblijven ze de volgende jaren tot dat het kind naar de basisschool gaat weer in dezelfde groep(stamgroep). Dit met een vast team van pedagogisch medewerksters. Voordelen van deze verdeling: • • • • • • • •
De groepsleiding kan goed inspelen op het ontwikkelingsniveau van de kinderen en specifiek ingaan op de behoeftes en interesses van de leeftijdsgroep. Wanneer een kind achter blijft in zijn ontwikkeling wordt dit eerder waargenomen. Het aanbod van activiteiten en spelmateriaal kan goed op de leeftijd van de kinderen worden afgestemd evenals de groepsregels. Er is een meer evenwichtig dagritme. Kinderen hebben meer vriendjes in dezelfde leeftijd en kunnen daardoor meer spelen op hun eigen niveau. In een aparte baby-dreumesgroep is rust, hygiëne en veiligheid beter te garanderen. De groep blijft een uitdaging voor de kinderen. De oudere kinderen zullen zich niet snel vervelen of uitgekeken raken. Ouders kunnen ervaringen uitwisselen en problemen bij elkaar herkennen.
Wanneer het kind over gaat naar de peutergroep heeft het kind ruimschoots kennis kunnen maken met de pedagogisch medewerksters en kinderen van deze peutergroep. De peutergroep bevindt zich aangrenzend aan de baby-dreumesgroep. Er worden in de drie voorgaande weken twee momenten afgesproken dat de dreumes gaat wennen op de peutergroep. De continuïteit van de pedagogisch medewerkers blijft gewaarborgd doordat ze niet worden overgeplaatst in de kritieke periode tussen de 12 en de 18 maanden, dit is van groot belang voor de opbouw van de gehechtheidrelatie tussen kind en pedagogisch medewerksters. De pedagogisch medewerkers krijgen de tijd de kinderen goed te leren kennen en in te spelen op hun individuele behoeften en mogelijkheden. Voor een goede hechting van het kind stelt Kindercentrum Madelief een afname van minimaal twee dagdelen per week gewenst. Vervanging Vakanties en ziekte worden zoveel mogelijk door een vaste pedagogisch medewerker van het (groeps)team opgevangen. Onze medewerkers zijn bereid indien nodig meer uren te werken. Wanneer deze vervanging niet te realiseren is dan wordt er een andere pedagogisch medewerker van het vaste team van Madelief ingezet. We werken nooit pedagogisch medewerkers die niet bekend zijn met de ouders en kinderen van Madelief. Berekening Kind-leidster Ratio (BKR) Kindercentrum Madelief hanteert de landelijke kwaliteitseisen voor de kinderopvang. De baby/dreumes groep bestaat uit maximaal 15 kinderen en de peutergroep bestaat uit maximaal 16 kinderen. Het grote aantal vierkante meters van de groepen maakt dit mogelijk. De berekening van het aantal pedagogisch medewerkers behorend bij het aantal kinderen berekenen wij volgens de berekening van 1ratio.nl van de rijksoverheid. Deze tool bevat de aangepaste rekenregels van de convenantpartijen Brancheorganisatie Kinderopvang en BOinK en is in opdracht van het ministerie van SZW ontwikkeld. Algemeen Pedagogisch beleidsplan kindercentrum Madelief, dagopvang 2015
13
Met de nieuwe rekentool kan voor groepen in de dagopvang eenvoudig berekend worden hoeveel beroepskrachten minimaal ingezet moeten worden. De berekening is gebaseerd op het Convenant Kwaliteit Kinderopvang van de convenantpartijen. De nieuwe rekentool van het ministerie van SZW is via http://www.1ratio.nl/ openbaar beschikbaar. De tool werkt ook met de mobiele telefoon. De pedagogisch medewerksters kunnen zo zelf op een snelle eenvoudige manier de bkr controleren en zo nodig aanpassen. 4.5 Vertrouwde relaties tussen kinderen Kinderen zijn vanaf heel jonge leeftijd in elkaar geïnteresseerd. Ze proberen contact met elkaar te maken en te communiceren. Vertrouwdheid tussen kinderen ontstaat bij jonge kinderen door regelmatig samen te spelen. Daarom zijn ook bij kinderen twee zaken van belang: 1, Vaste kinderen in de groep. Als kinderen elkaar vaker tegen komen, leren ze elkaar kennen en wordt het gemakkelijker om samen te spelen. Daarom is het belangrijk dat de kinderen in de groep zo veel mogelijk dezelfde kinderen tegenkomen. Gevoelens van vriendschap ontstaan als ze fi jn met iemand kunnen spelen, ongeveer dezelfde activiteiten leuk vinden en qua ontwikkelingsniveau niet te ver uiteen liggen. 2, Goede communicatie tussen de kinderen. De pedagogisch medewerkers helpen de kinderen om zich veilig bij elkaar te voelen. Ze zorgen ervoor dat ze elkaar geen pijn doen of storen. Bovenal zorgen de pedagogisch medewerkers ervoor dat kinderen plezier met elkaar hebben. Daarom is Madelief actief en bewust in het begeleiden en opleiden van pedagogisch medewerkers om hun interactieve vaardigheden verder te ontwikkelen en rijker te maken. Door middel van de ontwikkelingsgerichte begeleiding voor alle kinderen is de situatie in de opvang erop gericht dat het kind in een kindvriendelijke en gezellige omgeving een prettige dag ervaart. We bieden ontwikkelingsgerichte begeleiding door middel van thema’s. Ontwikkeling en leren vinden plaats doordat de kinderen deelnemen aan betekenisvolle activiteiten. De kansen op optimale ontwikkeling- en leerresultaten zijn optimaal omdat de interesses van kinderen worden aangesproken. Met deze wijze van begeleiden hebben we als doel voor ieder kind een prettige dag invulling te bieden zodat het kind graag bij Madelief komt spelen. Algemeen Pedagogisch beleidsplan kindercentrum Madelief, dagopvang 2015
14
4.5 Erbij horen in de groep Onderdeel zijn van een groep geeft jonge kinderen een gevoel van vertrouwdheid. De naam van de groep; Floddertje, Abeltje, Uiltjes en Kabouters maakt duidelijk welke pedagogisch medewerkers en welke kinderen bij elkaar horen. Daarnaast geven vertrouwde handelingspatronen zoals dagritme en rituelen een gevoel van veiligheid en verbondenheid aan kinderen. Elke dag heeft een vaste dagindeling, actieve en rustige momenten wisselen elkaar af. De zorg voor kinderen, de activiteitenblokken, het eten, drinken, slapen, spelen en verschonen geeft een basisstructuur aan de dag. Dit geeft rust, veiligheid en duidelijkheid voor het kind. Een belangrijk rustmoment van de dag is samen iets drinken of eten. Samen eten en drinken bevordert de sociale vaardigheden van kinderen, bovendien is het gezellig. Tijdens de maaltijd is er ook gelegenheid om met elkaar te praten, te luisteren en te zingen. Zo herhalen we dagelijks het samen zingen van het fruitlied of smakelijk eten lied aan tafel. Dit gebeurt in een leuke ontspannen sfeer. De kinderen worden op een speelse manier gestimuleerd te eten. Indien een kind niet wil eten, wordt dit hem niet opgedrongen. De pedagogisch medewerksters neemt hierover contact op met de ouders. Tijdens het eten zorgt de pedagogisch medewerksters ervoor dat er netjes wordt gegeten. De pedagogisch medewerksters heeft hierin de voorbeeldfunctie. De kinderen leren zelf een keuze maken wat ze op hun brood willen en welk fruit ze willen eten. Naarmate het kind ouder wordt, stimuleert de pedagogisch medewerksters dat het kind zelf zijn boterhammen smeert en belegt. De dagindeling van de allerkleinsten is afgestemd op hun eigen ritme. We nemen rustig de tijd voor de fles, een schootspelletje of gewoon een lekkere knuffel. Bij het brengen en ophalen van de kinderen hebben we aandacht voor een goede overdracht van en naar de ouders Er is ruimte om verdrietig of boos te zijn, wij proberen de kinderen te helpen bij het zelf verwerken van deze gevoelens. Door goed te kijken en te luisteren proberen we zo goed mogelijk aan te sluiten bij wat er bij het kind leeft en dit ook te benoemen, waardoor het kind zich geaccepteerd voelt en zichzelf kan zijn. Op de groep geeft pedagogisch medewerkster het kind de knuffel of speen alleen als de situatie daarom vraagt. De knuffel of speen biedt het kind bijvoorbeeld troost bij verdriet of het naar bed gaan. Voor de taalontwikkeling en de ontwikkeling van de kaak is het beter de speen tijdens de dag Algemeen Pedagogisch beleidsplan kindercentrum Madelief, dagopvang 2015
15
zo min mogelijk te gebruiken. Als een kind zijn knuffel de hele dag bij zich heeft, isoleert het kind zich vaak in het maken van contacten. De pedagogisch medewerkster maakt over het gebruik van de speen en knuffel goede afspraken met de ouders Kinderen leren wat er gaat komen en dat geeft een veilig en vertrouwd gevoel. Heel jonge kinderen kunnen al samenspelen als ze het speelpatroon (her) kennen door de herhaling en hebben daar ook veel plezier bij, vooral met zang en grappige bewegingen. Elke zes weken bedenken we een nieuw thema. Tijdens de activiteitenblokken staan er voor alle leeftijd een aantal activiteiten, gerelateerd aan het thema, gepland. De activiteiten worden een week van te voren ingepland zodat alle materialen voor handen zijn. De activiteiten worden gerapporteerd en geëvalueerd. Dit in een klapper die ook inzichtelijk is voor ouders. Plezier in het spelen vinden wij belangrijker dan het resultaat. Iedere dag gaan we, als het weer het toelaat, buiten spelen, ook in de winter. Buiten zijn voor kinderen is gezond en vinden we bij Madelief erg belangrijk. Vandaar dat geplande binnen en buiten activiteiten van de week geruild mogen worden. Buiten krijgen de kinderen volop de ruimte om op ontdekking te gaan, maar veiligheid staat natuurlijk voorop. Tijdens ieder thema keren de volgende kernactiviteiten, afhankelijk van de leeftijd, wekelijks terug: - Spelactiviteiten - Constructieve en beeldende activiteiten - Gespreksactiviteiten - Lees en schrijfactiviteiten - Reken en wiskunde activiteiten Dagelijks staan er twee of drie activiteiten gepland in de activiteiten klapper. Door deze planning is de activiteit altijd goed voorbereid en zijn alle materialen al aanwezig. In een folder laten we zien wat we gaan doen en wat we hebben gedaan. Hierin beschrijven we enkele activiteiten die gepland staan of hebben gedaan. Ouders hebben hierdoor ook thuis de mogelijkheid om in te springen op het thema van Madelief. Dit kan door bijvoorbeeld thuis een liedje of versje van het thema samen te zingen of op te zeggen. Doordat we er voor zorgen dat de activiteiten aansluiten op de ontwikkeling en beleving van het kind is het kind geïnteresseerd om mee te doen, samen met de andere kinderen, aan de activiteit. We plannen activiteiten op het gebied van ontdekken door te voelen, proeven, ruiken, horen, ervaren of door te doen en kijken wat dat teweeg brengt. Ook komen er veel spelvormen aan bod zoals bewegingsspel, fantasiespel, speel-leerspelletjes, exploratief en constructiespel.
Algemeen Pedagogisch beleidsplan kindercentrum Madelief, dagopvang 2015
16
Globale dagindeling van de dagopvang: - Vanaf 06.30 worden de kinderen gebracht, bijzonderheden worden door de ouder overgedragen aan de pedagogisch medewerker. Ook wordt er samen gespeeld. - Rond 09.30- 10.00 uur is het tijd voor een kleine tafelactiviteit, er worden dan samen liedjes gezongen, voorgelezen, gezellig gepraat en soms een feestje gevierd. Aansluitend eten we samen met de kinderen fruit en/of een cracker met iets te drinken erbij. - Rond 10.00- 11.30 uur worden er themagerichte activiteiten aangeboden, als het weer het toelaat wordt er dagelijks naar buiten gegaan. - Rond 11.30- 12.15 uur wordt er samen aan tafel brood gegeten met iets te drinken erbij. - Rond 12.30- 14.30 uur worden de kinderen in de gelegenheid gesteld om te gaan slapen of rusten. - Rond 14.30- 15.00 uur is het tijd voor een kleine tafelactiviteit, er worden dan samen liedjes gezongen, voorgelezen, gezellig gepraat en soms een feestje gevierd. Aansluitend eten we samen met de kinderen fruit en/of een cracker met iets te drinken erbij. gaan wordt er weer aan tafel om een cracker te eten en te drinken, er wordt gekletst en gezongen of voorgelezen - Rond 15.30- 17.00 uur worden er weer activiteiten aangeboden. De kleintjes, tot anderhalf jaar, op verzoek van de ouders een groentehap. - Rond 17.00 wordt weer even aan tafel gezeten en krijgen een kinderen nog een soepstengel. - Rond die tijd komen de ouders de kinderen weer ophalen, tot 18.00 (verlengd tot 19.00 uur). 4.6 Samenvoegen van groepen. In een periode waarin vakanties vallen en op rustige dagen, kunnen we besluiten om de babydreumes groep en de peuter groep samen te voegen. Op de samengevoegde groep is dan van beide groepen één pedagogisch medewerkster werkzaam. Op deze wijze voldoen wij aan de verscherpte eisen binnen de kinderopvang op het gebied van het 4-ogenprincipe. Daarnaast blijft het, door het samenvoegen op rustige dagen, voor de kinderen een vast vertrouwd groepje kinderen met vaste bekende pedagogisch medewerksters en niet te vergeten genoeg leeftijdsgenootje om een leuke dag mee te hebben en gezamenlijke activiteiten mee te ondernemen. Wanneer dit aan de orde is informeren we d=hen hier tijdig over. Ouders dienen bij goedkeuring een formulier toestemming opvang tweede stamgroep te tekenen.
Algemeen Pedagogisch beleidsplan kindercentrum Madelief, dagopvang 2015
17
4.7 Opvang buiten de stamgroep. Incidenteel kan het voorkomen door een vraag van ouders dat een kind niet in de eigen stamgroep opgevangen kan worden. Wanneer dit aan de orde is dienen ouders een formulier tekenen voor akkoord met incidenteel opvang in een andere stamgroep. Wanneer ouders een dag willen ruilen of een extra dag af willen nemen kan het zijn dat er op de stamgroep geen plaats is. De mogelijkheid bestaat dan wel dat het kind tijdelijk opgevangen wordt in een andere groep, hiervoor vullen ouders het formulier ruil/extra dag in. Op dit formulier wordt aangegeven om welke dag(en) het gaat, op welke groep de opvang plaats vindt en hoelang de wijziging van de groep zal duren. 4.8 Ondersteuning op de groep door andere volwassenen Stagiaire bij Madelief Regelmatig wordt het team van vaste pedagogisch medewerkers op de groep ondersteund door stagiaires. Zo hebben wij stagiaires van HBOpedagogiek, PW (pedagogisch werker) niveau 3 en 4 voor de Kinderopvang , HZW (helpende zorg en welzijn niveau 2) en “snuffel” stagiaires. Stagiaires van het mbo nivo 2,3 en 4 zijn BOLleerlingen en worden begeleid door een werkbegeleider (een ervaren pedagogisch medewerker) en een praktijkopleider. Stagiaires van niveau 3 en 4 worden opgeleid tot pedagogisch medewerker kinderopvang. Zij zullen naast huishoudelijke werkzaamheden ook opdrachten doen met de kinderen. Stagiaires van niveau 2 worden opgeleid tot groepshulp. Zij zullen vooral huishoudelijke en kleine verzorgende werkzaamheden uitoefenen. “Snuffel” stagiaires zullen vooral meekijken, zij zitten nog op een vooropleiding en het is de bedoeling dat zij meekijken in het beroep waar ze in geïnteresseerd zijn, om straks een betere beroepskeuze te kunnen maken. De stagiaire is altijd boventallig (extra) op de groep aanwezig . Door deze stagiaires wordt niets gedaan zonder dat er een pedagogisch medewerker bij aanwezig is en meekijkt. Over het begeleiden van stagiaires hanteren wij bepaalde richtlijnen welke vastliggen in het beleid stagiaires. Wij zijn van mening dat het voor ons van belang is om stagiaires te begeleiden. Zij zijn immers onze toekomstige collega’s. Voor de kinderen is het soms even wennen als er een nieuwe stagiaire is, maar met een stagiaire is er ook extra aandacht voor de kinderen. Ons streven is dat de stagiaire, met uitzondering van de snuffelstagiaire een heel schooljaar bij Madelief blijft. Dat is voor zowel de kinderen als de pedagogische medewerker prettig. Huishoudelijk medewerkster Alle groepen worden in de huishoudelijke taken ondersteund door onze huishoudelijk medewerkster, een gediplomeerd verzorgende, en onze assistent huishoudelijk medewerkster. Van deze beide medewerksters is een geldige VOG aanwezig bij Madelief. De taken van de huishoudelijk Algemeen Pedagogisch beleidsplan kindercentrum Madelief, dagopvang 2015
18
medewerkster en assistente bestaan onder andere uit poetsen, de was en boodschappen. Doordat er veel van deze taken uit handen van de pedagogisch medewerksters worden genomen hebben zij extra aandacht en tijd voor de kinderen. Verder ondersteunt de huishoudelijk medewerkster tijdens vaste dagen bij de vervroegde opvang en de voorschoolse opvang. De huishoudelijk medewerkster en assistente staan boven op de vereiste bezetting. Naast deze vaste medewerksters en stagiaires komen Ine (Uiltjes), Angela (Kabouters) en Anita (Abeltje) gedurende twee dagen enkele uurtjes naar Madelief. Zij ondersteunen de pedagogisch medewerksters in huishoudelijke taken, voorbereiden van knutselwerkjes en het verzorgen van eenvoudige boodschappen. Voor Ine, Angela en Anita betekenen de uurtjes bij Madelief, een fijne dagbesteding, sociale contacten en bovendien hebben we het heel gezellig samen. Ine, Angela en Anita houden zich nooit bezig met kinderen op verzorgend en pedagogisch gebied. Van Ine, Angela en Anita is een geldige VOG aanwezig bij Madelief.
5 De pedagogisch medewerkers hebben een actieve rol. (Basis)communicatie / Interactievaardigheden De belangrijkste eigenschappen van een pedagogisch medewerker is het invoelend vermogen wat ten grondslag ligt aan de waardevolle hechtingsrelatie tussen pedagogische medewerker en kind. Zij neemt actief waar, zij ondersteunt de kinderen bij het spelen en leren. Zij maakt steeds een bewuste afweging: Wanneer is het nodig dat zij optreedt, wanneer kunnen de kinderen zichzelf redden? Uiteraard blijft de pedagogisch medewerker te allen tijde verantwoordelijk voor het welzijn van de kinderen. De vrijheid van het kind staat voorop. Actief luisteren is in deze essentieel, de pedagogische medewerker stelt zich open voor wat het kind wil. Het kind wordt in de gelegenheid gesteld om zijn omgeving en leefwereld stukje bij beetje te verkennen. Het kind krijgt de kans om op veel gebieden nieuwe dingen te leren: bijvoorbeeld als het gaat om taal, zelfstandigheid, het ontdekken van de eigen mogelijkheden, spelen met anderen kinderen, omgaan met speelgoed en creatieve activiteiten. Door middel van het aanbieden van verschillende activiteiten probeert de pedagogische medewerker zoveel mogelijk aan te sluiten bij de ervarings- en belevingswereld van het kind. Bij Madelief worden voorbereidde en spontane activiteiten afgewisseld. De pedagogische medewerker draagt zorg voor een optimale leefomgeving door middel van een uitnodigende en uitdagende ruimte, zorgt voor de benodigde materialen, moedigt ze aan, stimuleert op afstand en zorgt voor verwerking van ervaringen die worden opgedaan.
Algemeen Pedagogisch beleidsplan kindercentrum Madelief, dagopvang 2015
19
Er is aandacht voor normen en waarden; het is belangrijk dat een kind leert omgaan met regels en grenzen. De pedagogische medewerker heeft in deze een voorbeeldfunctie. Een kind neemt gedrag van volwassenen over. De pedagogische medewerkers is met haar gedrag een voortdurend voorbeeld. Veiligheid en geborgenheid moeten worden geboden aan de kinderen door goed op de behoeften van een kind te reageren. Belangrijke handvatten hierbij zijn: troosten, knuffelen, luisteren, en communiceren. Structuur kunnen bieden aan de kinderen in de vorm van een overzichtelijke dagindeling en vaste rituelen rond het afscheid nemen eten en slapen. Hierin is het van belang dat de opbouw van een dag bestaat uit rustige en actieve momenten, van sociale- en individuele afwisselende activiteiten. Het signaleren, rapporteren en uitwisselen van ervaringen met de ouders/verzorgers zodat ze goed op de hoogte zijn hoe of het met hun kind gaat bij Madelief. Er worden grenzen aan kinderen gesteld die te maken hebben met veiligheid en de omgang met elkaar. Er is een structureel overleg met alle medewerkers om bovengenoemde kwaliteiten en vaardigheden te kunnen blijven waarborgen. Wij vinden het belangrijk dat de pedagogisch medewerkster voorwaarden schept voor leren en ontwikkelen. Dat ze kansen ziet voor spel, leren en contact die zich spontaan voordoen. Dat ze kansen creëert door activiteiten aan te bieden. Daarom ondersteunen wij onze pedagogisch medewerksters individueel, in teamvergaderingen en bieden we scholingen op het gebied van pedagogische vaardigheden aan. Interactieve vaardigheden Taal zorgt ervoor dat we elkaar begrijpen en vormt zo de basis van interactie. Niet alleen gesproken taal, maar ook klanken en gebaren. Een oogopslag, een trillende lip, wegkruipen of juist ergens naartoe bewegen; het zijn allemaal signalen die de pedagogisch medewerker oppikt. Ze laat het kind weten dat ze hem heeft verstaan en reageert op zijn initiatief. Zo ontstaat er daadwerkelijk contact en communicatie. De interactievaardigheid van pedagogisch medewerkers is dan ook van invloed op de ontwikkeling en het welzijn van de kinderen. Taalontwikkeling Kinderen ontwikkelen spelenderwijs hun woordenschat. Ze wijzen naar iets en wij benoemen dat voor ze: een auto die door de straat rijdt of een plaatje in een prentenboek. We benoemen ook wat we gaan doen en waarom. We plaatsen de woorden die kinderen gebruiken in een breder perspectief. Zo ontdekken kinderen gaandeweg ons taalsysteem: woorden vormen zinnen en hebben afhankelijk van de plaats in de zin hun verschillende betekenissen. Taalontwikkeling is dus gekoppeld aan de ervaringen en waarnemingen van het kind en hoe wij daar als volwassenen op reageren. Wij stimuleren de kinderen daarin, verweven taal in ons contact met hen en passen de interactieprincipes toe. Algemeen Pedagogisch beleidsplan kindercentrum Madelief, dagopvang 2015
20
Interactiebegeleiding bij kindercentrum Madelief Het effectonderzoek naar Video Interactie Begeleiding heeft de positieve resultaten aangetoond van de interactievaardigheden van pedagogisch medewerkers in kinderopvang. Getrainde pedagogisch medewerkers blijken meer stimulerend in hun opvoedingsgedrag, zijn sensitiever en verbaal meer stimulerend. Daarom worden onze pedagogisch medewerkers getraind op interactievaardigheden, zoals het respecteren van de autonomie van het kind, het stimuleren van de ontwikkeling en het structureren en grenzen stellen. - TINK, Taal- en INteractievaardigheden Kinderopvang. In 2015 zijn we actief gestart met trainingen betreffende de interactieve vaardigheden voor pedagogisch medewerksters in de kinderopvang. Hoe werkt dit? Het pedagogisch handelen van de medewerkster in contact met de kinderen wordt op film vastgelegd. Met een gecertificeerde interactiebegeleider worden de filmopnames geanalyseerd en besproken. Pedagogisch medewerksters leren zo initiatieven van het kind herkennen, waardoor elk kind wordt gestimuleerd in zijn of haar ontwikkeling. Bovendien leren zij handelingen in simpele bewoordingen uit te leggen, waardoor kinderen zich veiliger voelen en hun omgeving als prettig ervaren. Elk kind, groot of klein, wil zich immers gehoord en gezien voelen. Kwaliteit staat hoog in het vaandel bij kindercentrum Madelief. Door TINK te borgen binnen Madelief zijn wij ervan overtuigd dat de pedagogische kwaliteiten binnen Madelief nog rijker zullen worden dan dat deze nu al zijn! TINK is een training voor pedagogisch medewerkers in de kinderopvang. Goede interactievaardigheden van de pedagogisch medewerker dragen bij aan een optimale ontwikkeling van jonge kinderen. Spelenderwijs, tijdens de dagelijkse bezigheden, versterk je hiermee de taalontwikkeling van het kind. Met TINK leert de pedagogisch medewerker hoe je die kunt verbeteren en toepassen. Daarnaast worden ook de taalvaardigheden van de pedagogisch medewerksters verbeterd. De pedagogisch medewerker krijgt feedback op hoe ze de interactievaardigheden nu inzet en leert hoe ze kan verbeteren. Centrale vragen in TINK zijn ‘wat doe ik?’, ‘wat zeg ik?’ en ‘hoe zeg ik het?’. De bewustwording van je eigen handelen en de invloed daarvan zijn erg belangrijk. In de training staan zes cruciale interactievaardigheden centraal: -Sensitieve responsiviteit -Autonomie respecteren - Structureren en grenzen stellen - Praten en uitleggen - Positieve interacties tussen kinderen begeleiden - Ontwikkelingsstimulering Bij TINK vindt het leren plaats op drie niveaus: 1. De training, deze bestaat uit acht bijeenkomsten waarbij de zes interactievaardigheden en taalvaardigheden op praktische wijze aan bod komen, één van de bijeenkomsten is gewijd aan interactief voorlezen. Algemeen Pedagogisch beleidsplan kindercentrum Madelief, dagopvang 2015
21
2. Leren in de praktijk, individueel en in teamverband. De pedagogisch medewerker past het geleerde in de praktijk toe. De pedagogisch medewerker leert met TINK naar zichzelf en naar de collega's kijken en gaat leren om elkaar een positieve feeback te geven. Dit doen we door middel van kijkwijzers en video-opnames. Tijdens verzorg- en/of speelmomenten worden er opnames gemaakt van de taal- en interactievaardigheden, om de pedagogisch medewerker bewust te laten zijn van de eigen mogelijkheden en deze uit te breiden. TINK zal ook in teambesprekingen zal belangrijke rol gaan spelen. Pedagogisch medewerkers worden begeleidt in het elkaar feedback geven en er wordt gelegenheid geschept voor oefenen. 3. De pedagogisch medewerkster krijgt op maat oefeningen voor taal en werkt zo nodig aan persoonlijke aandachtspunten op dit gebied met praktische en praktijkgerichte handreikingen. Elke medewerker van Madelief krijgt gedurende de maanden juni en juli 2015 een intake voor TINK. Deze intake is bedoeld om een goed beeld te krijgen van het niveau op het gebied van taal- en interactievaardigheden. Van uit deze basis wordt samen met de pedagogisch medewerker besproken of deze deel gaat nemen aan de interne training of aan de externe training. De externe TINK trainingen zal bij Madelief verzorgd worden door een externe organisatie (Continue Coaching & Training), in het september 2015 zal hiermee gestart worden. Wanneer deze training/cursus met goed resultaat wordt afgesloten, dan ontvangt de pedagogisch medewerker een certificaat. De pedagogisch medewerkers welke geen externe training volgen, volgen allemaal de interne training. De interne training wordt verzorgt door Monique Francissen. Zij heeft de trainerscursus TINK gevolgd en is bevoegd pedagogisch medewerkers te trainen op het gebied van interactieve vaardigheden. De pedagogisch medewerkers welke de interne trainingen/cursus hebben gevolgd ontvangen geen certificaat. Middels deze interne training dragen we zorg dat 100% van onze pedagogisch medewerkers geschoold is op het gebied van interactieve vaardigheden. We verwachten van alle cursisten dat ze de resultaten vastleggen in een portfolio. Hierin wordt de ontwikkeling tijdens de training weergegeven. Na de trainingen kan de pedagogisch medewerker de zes interactievaardigheden herkennen en bewust toepassen tijdens de werkzaamheden bij Madelief. De pedagogisch medewerkster kan kritisch reflecteren op eigen handelen en dat van collega's en kan de taalvaardigheid van kinderen effectief kan stimuleren. Kortom, TINK is een kleurrijke, veelzijdige manier om je verder te ontwikkelen in je werk en het helpt je de kinderen hun wereld te begrijpen en te verwoorden. Algemeen Pedagogisch beleidsplan kindercentrum Madelief, dagopvang 2015
22
6. Samenwerken aan een fijne kindertijd We zetten ons van harte in om een goede samenwerking met ouders op te bouwen. Dat betekent dat pedagogisch medewerkers en ouders regelmatig met elkaar bespreken hoe het met het kind gaat, hoe zijn ontwikkeling verloopt en - als dat nodig is -,wat we samen kunnen doen als het even niet gaat zoals we verwachten. Zo hebben kinderen optimaal profijt van twee opvoedomgevingen: thuis en het kinderverblijf, met elk hun eigen specifieke karakter, kansen en mogelijkheden. Wij horen dan ook graag hoe u thuis omgaat met uw kind, hoe uw kind thuis speelt, zich ontwikkelt en hoe hij zich voelt. En wij laten u weten hoe het op het kinderverblijf met hem gaat. Door deze uitwisseling over vaak alledaagse dingen, zorgen we er samen voor dat uw zoon of dochter zich optimaal ontwikkelt en een fijne kindertijd heeft. Madelief is VVE-gecertificeerd, dit staat voor voor- en vroegschoolse educatie. Dit betekent dat kinderen met een taalachterstand, doorverwezen door het consultatiebureau, extra begeleiding krijgen bij Madelief. Werkwijze van VVE wordt verder in het pedagogisch plan uitgebreid beschreven. Madelief werkt samen met het Zorg Advies Team en het consultatiebureau. Pedagogisch medewerkers kunnen door hen ondersteund worden wanneer zij zich zorgen maken over een kind. Ten aller tijde worden de ouders hierbij betrokken. Het is mogelijk dat ouders en pedagogisch medewerkers ondersteuning krijgen, wanneer er bijvoorbeeld problemen zijn in de opvoedingssituatie of wanneer het vermoeden bestaat dat een kind mogelijk problemen zal krijgen als het naar de basisschool gaat. 6.1 Oudercontacten Madelief vindt het belangrijk dat ouders de juiste beslissing maken voor het kinderdagverblijf van hun keuze. De ouders kunnen daarom een bezoek brengen aan kindercentrum Madelief. Tijdens dit gesprek worden zij ontvangen door Franciel Peters. Ze worden rondgeleid en krijgen informatie over Madelief, tegemoetkoming van de belastingdienst, beleid en werkwijze van Madelief. Er is tijdens deze rondleiding alle tijd om vragen te stellen en de sfeer te proeven. Als het kind al geboren is, wordt het kind ook uitgenodigd voor dit gesprek. Het kind krijgt de ruimte en de gelegenheid om te spelen en eventueel al een beetje te wennen aan de nieuwe situatie. 6.2 Plaatsingsgesprek. De pedagogisch medewerk(st)er van de groep waar uw kind geplaatst wordt zal enkele weken voordat de opvang van start gaat contact met u opnemen om een afspraak met u maken voor dit gesprek. Al vanaf het eerste moment krijgt uw kind een mentor aangewezen. Dit is een pedagogisch medewerkster van de groep welke de zorg van uw kind extra goed volgt en coördineert. De eerste kennismaking met de mentor van uw kind is tijdens het plaatsingsgesprek. De pedagogisch medewerkster zorgt ervoor dat ouders in dit gesprek de ruimte krijgen om over hun kind te vertellen. Zij kunnen ook allerlei vragen stellen over de opvang en de verzorging van hun kind. De pedagogisch medewerkster informeert hen vervolgens over de werkwijze op ons kindercentrum. Er worden afspraken gemaakt over de opvang en de verzorging van het kind. De pedagogisch medewerkster informeert de ouders ook over de verschillende vormen van overleg en informatievoorziening. Deze uitwisseling heeft als doel tot afstemming te komen tussen ouders en de Algemeen Pedagogisch beleidsplan kindercentrum Madelief, dagopvang 2015
23
pedagogisch medewerkster. Het is een eerste stap naar een vertrouwensrelatie tussen ouders en pedagogisch medewerkster. Om het plaatsingsgesprek te begeleiden maken we gebruik van een plaatsingsformulier. De gemaakte afspraken worden op dit formulier vastgelegd en bevestigd. Ook worden enkele andere formulieren gevraagd om in te vullen, zoals het toestemmingsformulier, het doorlopen van het vaccinatieprogramma enz. Verder worden ouders tijdens het plaatsingsgesprek op de hoogte gesteld van de oudercommissie en het klachtenreglement. 6.3 Drie maanden evaluatie. Wanneer het kind gedurende 3 maanden gebruik maakt van de opvang wordt er een tussenevaluatie gepland, hierin word gekeken of er aan de verwachtingen van het kinderdagverblijf voldaan wordt. Tevens is dit een moment om eventuele wensen en behoeften duidelijk te maken 6.4 Tien minuten gesprekjes. Elk jaar worden alle ouders uitgenodigd voor een 10-minutengesprek. Dit gesprek is vooral bedoeld om ervaringen uit te wisselen. Ouders vertellen hoe het met het kind thuis gaat en de pedagogisch medewerkers van de stamgroep van het kind vertellen hoe het kind bij Madelief speelt en ontwikkelt. Hierdoor wordt het beeld van het kind completer. Wanneer de ouder of de pedagogisch medewerkster eerder behoefte heeft aan een gesprek, dan zal dit gesprek op een eerder desgewenst tijdstip plaatsvinden. De ouder zal hierna wel weer voor het jaarlijks oudergesprek worden uitgenodigd. Hierop aansluitend worden de kinderen van de dagopvanggroepen gevolgd aan de hand van "KIJK", hiermee wordt het ontwikkelingsverloop van elk kind in beeld gebracht. KIJK staat voor "samen kijken naar kinderen", het is een instrument om de informatie van de ouders en het kind thuis en het kind bij Madelief met elkaar te vergelijken. 6.5 Overdracht naar de basisschool. De pedagogisch medewerkster van de peutergroep verzorgt ruim een maand voordat het kind de peutergroep verlaat om naar de basisschool te gaan een schriftelijke overdracht . Dit overdrachtsformulier,bestemd voor de basisschool, wordt met de ouders tijdens het exit gesprek besproken. Eén exemplaar is voor onze eigen administratie en één is voor de docent van de basisschool. De pedagogisch medewerker overlegt met de ouder of ze deze gegevens aan de basisschool mag verstrekken. De ouder tekent hiervoor een schriftelijke bevestiging op de laatste pagina van de overdracht Indien gewenst wordt een mondelinge overdracht naar de basisschool verzorgd, dit noemen we een warme overdracht. Voordat de warme overdracht naar de basisschool plaats kan vinden, wordt er een schriftelijke goedkeuring aan ouders gevraagd. Wanneer we deze niet ontvangen kunnen we geen warme overdracht verstrekken.
Algemeen Pedagogisch beleidsplan kindercentrum Madelief, dagopvang 2015
24
6.6 Betrokkenheid van de ouders. Kindercentrum Madelief organiseert minstens één keer per jaar een ouderavond. Ouders hebben inspraak over de inhoud van de avond. Als er ideeën of behoeftes zijn om bepaalde onderwerpen uit te leggen dan zullen we onze uiterste best doen om aan deze vragen te voldoen. Het karakter van de ouderavond is overwegend informatief, maar er is voor ouders ook de gelegenheid om elkaar beter te leren kennen. Ongeveer iedere 6 weken informeren we ouders middels een folder hoe de ontwikkelingsgerichte begeleiding er tijdens het nieuwe thema uit gaat zien. In deze folder worden de ouders tevens geïnformeerd hoe de ontwikkelingsgerichte begeleiding het voorgaande thema vorm heeft gekregen. Deze folders zijn te downloaden op onze website. Doordat we uitgebreid naar ouders informeren (over bijvoorbeeld de boekjes die we gaan voorlezen en we kunnen uitlenen, welke versjes en liedjes we zingen, welke activiteiten er gepland staan en vooral waar gaan we het over hebben met de kinderen) geven we de ouders de mogelijkheid om ook thuis met hun kind te “oefenen”. Kindercentrum Madelief neemt de taak van de opvoeding van de kinderen een aantal uren over van de ouders of verzorgers. Goed en open contact, het duidelijk overbrengen van het doen en laten van de kinderen vinden we daarom van groot belang voor het welzijn van het kind. Ouders moeten de gelegenheid krijgen om de pedagogisch medewerker goed te informeren over de verzorging en de opvoeding van hun kind. De pedagogisch medewerkers staat open voor hun opvattingen en past deze toe, voor zover mogelijk binnen het groepsverband van Madelief. Door de opleiding en de ervaring van de pedagogisch medewerkers is deze in staat de ouders te ondersteunen in opvoedingsvraagstukken en eventueel adviezen te geven. De pedagogisch medewerkster is bekend met de instanties zoals het centrum voor jeugd en gezin en kan ouders van relevante informatie voorzien Halen en brengen. Bij het brengen van het kind is er even de gelegenheid om informatie uit te wisselen over het kind. Deze uitwisseling vindt plaats op de groep. Het afscheid nemen van het kind gebeurt ook op de groep. Het is belangrijk dat het kind weet dat de ouder weggaat en de pedagogisch medewerkster het kind kan opvangen. Het is belangrijk om het afscheid niet te lang te laten duren. Als de ouder het kind ophaalt, is er ook even de tijd om informatie uit te wisselen. De pedagogisch medewerkster geeft in het kort een verslag over de dag en meldt bijzonderheden. Bij kinderen tot 1 jaar schrijft de pedagogisch medewerkster een verslag in het babyschriftje. Dit verslag gaat vooral over de verzorging, de voeding, het slapen en eventuele bijzonderheden.
Algemeen Pedagogisch beleidsplan kindercentrum Madelief, dagopvang 2015
25
7 Prikkelen is ontwikkelen Observeren volgen en plannen Madelief wil kinderen voorbereiden op een volwaardige deelname aan de steeds veranderende samenleving waarin samenwerken, creativiteit, communiceren, probleemoplossend en kritisch denken, sociale en culturele vaardigheden van belang zijn. Door kansrijke oefensituaties te herkennen en te creëren leveren de pedagogisch medewerkers een bijdrage aan de ontwikkeling van deze competenties aan de kinderen. We bieden kinderen de gelegenheid om hun persoonlijke competenties te ontwikkelen. Hiermee bedoelen we brede persoonskenmerken (zoals flexibiliteit, zelfstandigheid en zelfvertrouwen) die kinderen in staat stellen om allerlei typen problemen adequaat aan te pakken en zich goed aan te passen aan veranderende omstandigheden. Gedurende de dag en in contact met de kinderen staan ook de volgende ontwikkelingsgebieden centraal: motorische ontwikkeling, cognitieve ontwikkeling, sociaal-emotionele ontwikkeling en taalontwikkeling. Door aan te sluiten bij wat het kind alleen kan en het te helpen bij wat het nog net niet kan, doen kinderen kennis en vaardigheden op. Om ontwikkelingsstimulering te kunnen afstemmen op ieder kind observeren wij de kinderen en brengen de ontwikkeling op grote lijnen in kaart. Naar aanleiding van deze observaties wordt de ontwikkeling van ieder kind besproken met de ouders. 7.1 Het volgen van de ontwikkeling van het kind middels een kindvolgsysteem KIJK voor kinderen van 0 tot 4 jaar Om kinderen zo goed mogelijk in hun ontwikkeling te kunnen begeleiden maken we gebruik van het kindvolgsysteem KIJK. Middels KIJK brengen we de ontwikkeling van het kind in beeld en kunnen we deze gegevens optimaal overdragen aan de volgende groep of basisschool. Bijzonderheden in de ontwikkeling van het kind worden kunnen we vroegtijdig signaleren om hier vervolgens de juiste begeleiding voor te kunnen bieden. 7.2 Doelstellingen 1. De pm-er observeert kinderen tijdens spontane activiteiten waarbij ze actief bezig zijn. Dat zijn allerlei dagelijkse situaties waarin kinderen aan het spelen zijn; alleen, met andere kinderen of samen met de pm-er. Door op deze momenten gericht naar kinderen te kijken, krijgt de pm-er de belangrijkste gegevens over de ontwikkeling van het kind. 2. Kijken naar kinderen als vertrekpunt waarbij het kijken naar kinderen bij zelfgekozen activiteiten en het kijken naar wat kinderen bezighoudt vooropstaat. 3. Al spelend kijgt de pm-er mogelijkheid biedt om de totale ontwikkeling van kinderen in beeld te brengen; 4. Deze obervaties en rapportages leveren aandachtspunten op om de ontwikkeling van kinderen gericht te stimuleren.
Algemeen Pedagogisch beleidsplan kindercentrum Madelief, dagopvang 2015
26
5. Het observatie-instrument richt zich op meerdere ontwikkelingslijnen: omgaan met zichzelf; omgaan met anderen; zelfredzaamheid; spelontwikkeling; spraak- en taalontwikkeling; grote motoriek; kleine motoriek; tekenontwikkeling; cognitieve ontwikkeling; ontluikende geletterdheid; ontluikende gecijferdheid. 7.3 Werkwijze 1. Algemene beschrijving: A. Ontwikkelingslijnen Bij de ontwikkelingslijnen wordt een onderscheid gemaakt tussen kinderen van 0-2 jaar (baby's en dreumesen) en kinderen van 2-4.6 jaar (peuters). Elke lijn is opgedeeld in fasen van een half jaar. De pedagogisch medewerker geeft op basis van observatiegegevens aan in welke ontwikkelingsfase een kind zich bevindt. Door ook te kijken naar de basiskenmerken (vrij zijn van emotionele belemmeringen; nieuwsgierig, ondernemend en onderzoekend zijn; zelfvertrouwen hebben en over een stabiel zelfbeeld beschikken), de betrokkenheid bij activiteiten en risico's voor ontwikkeling ontstaat een compleet beeld van de ontwikkeling. Rond de risico's voor ontwikkeling is voor de kinderen van 0-2 jaar een leidraad opgesteld en voor peuters zijn risicofactoren beschreven ((impulsiviteit, passiviteit, slechte selectieve aandacht, geringe wendbaarheid, grote vermoeidheid). B. Talenten De pm-er gaat op zoek naar de talenten van kinderen. Niet alleen door het aanbieden van kant-en-klare programma's, maar vooral door situaties te creëren die het kind uitdagen tot allerlei vormen van spel. Spelen is voor jonge kinderen immers een vorm van bezig zijn die van nature bij hen past. Op die manier biedt de pm-er kinderen de mogelijkheid om hun talenten te laten zien en verder te ontwikkelen. Door goed te observeren en kinderen de juiste ondersteuning te bieden maakt de pm-er zichtbaar wat eerst nog verborgen was. 2. Praktijk, KIJK bij Madelief! Uitgangspunten: 1. Floddertje, de Uiltjes, Abeltje en de Kabouters hanteren de werkwijze KIJK. 2. Elk kind dat minimaal 2 hele dagdelen per week bij Madelief komt spelen komt in aanmerking voor het observatie- en rapportage- programma van KIJK. Dit is noodzakelijk om het kind optimaal te kunnen volgen. 3. Nadat een kind drie maanden bij Madelief heeft gespeeld wordt gestart met het programma KIJK. Vanaf dat moment wordt bekeken wanneer de eerste observatie en rapportage plaatsvindt, dit is afhankelijke van de leeftijd van dat moment Algemeen Pedagogisch beleidsplan kindercentrum Madelief, dagopvang 2015
27
4. Elk kind krijgt een mentor aangewezen, dit is de pm-er die werkzaam is op de dagen dat het kind bij Madelief komt spelen. Deze mentor verzorgt het plaatsingsgesprek, 3 maanden evaluatie, de observaties en rapportages, en verzorgt de bijbehorende KIJK –oudergesprekken en het eventuele exit- gesprek. Wanneer het kind of de mentor wisselt van dagen wordt in overleg met Franciel of Monique of een aangewezen pm-er bekeken of de mentor vervangen dient te worden. 5 Volgens het volgboekje van KIJK wordt elk kind 2 keer per jaar geobserveerd en gerapporteerd, exact elk heel jaar en elk half jaar van een kind. 6. De KIJK volggesprekken vinden plaats in april, zie protocol en voorbereidingsformulier (pagina 166 boek KIJK) Tijdens het volggesprek wordt de rapportage besproken, hierbij wordt samen met de ouder globaal het boekje doorgelopen. Het boekje wordt niet mee naar huis gegeven. 7. Voor de overgang naar de peutergroep verzorgt de mentor de interne overdracht aan de pedagogisch medewerksters van de peutergroep welke de opvolgende “mentor” van het desbetreffende kind wordt. 8.Wanneer het kind Madelief verlaat, voert de mentor met de desbetreffende ouder een exitgesprek. 9.De mentor verzorgt het overdrachtsformulier naar de basisschool. 10.Tijdens het plaatsingsgesprek wordt de werkwijze van KIJK uitgelegd aan de ouders.
8 Spelen is leren (persoonlijke competentie) Kinderen zijn van nature nieuwsgierig en gaan graag op onderzoek uit. Zo verkennen ze hun omgeving, de aard van de dingen en hun eigen mogelijkheden en onmogelijkheden. Ze vinden uitdagingen, proberen oplossingen uit en doen allerlei ervaringen op die hen helpen hun kennis, veerkracht, zelfstandigheid, zelfvertrouwen en creativiteit te ontwikkelen. Dit spel van doen en ontdekken (ervarend leren) is een serieuze zaak en gaat - soms letterlijk - met vallen en opstaan. Daarbij herhalen ze graag; het is hun manier om te oefenen wat ze net ontdekt of geleerd hebben totdat ze iets onder de knie hebben. Daar zijn zij dan heel trots op en wij zijn heel trots op hen. Dit ervarend leren is het tweede aandachtspunt in ons pedagogisch beleid. We geven de kinderen ruimte om te experimenteren, ze mogen leren door te ervaren, zo wordt elke dag een bijzondere dag.
Algemeen Pedagogisch beleidsplan kindercentrum Madelief, dagopvang 2015
28
Ontwikkelingsgerichte begeleiding voor alle kinderen De situatie in bij Madelief is erop gericht dat het kind in een kindvriendelijke en gezellige omgeving een prettige dag doorbrengt, zodanig dat het kind zich er veilig en geborgen voelt. Er wordt door de pedagogisch medewerker zowel in groepsverband als individueel bewust aangesloten op de ontwikkelingsfase waarin het kind zich bevindt. Madelief biedt kinderen een ontwikkelingsgerichte begeleiding door middel van thema’s. Wij hebben gekozen om te werken volgens de ontwikkelingsgerichte visie van Startblokken. Ontwikkeling en leren vinden plaats doordat de kinderen deelnemen aan betekenisvolle activiteiten. De kansen op optimale ontwikkeling- en leerresultaten zijn optimaal omdat de interesses van kinderen worden aangesproken. Met deze wijze van begeleiden hebben we als doel voor ieder kind een prettige dag invulling te bieden zodat het kind graag bij Madelief komt spelen. Pedagogisch medewerkers stimuleren kinderen om zoveel mogelijk ervaringen op te doen. We bieden ze uitdagende materialen en activiteiten en spelen in op hun initiatieven. We doen een stapje opzij om ze te laten oefenen, zodat ze ook leren om op eigen benen te staan. Natuurlijk zijn we altijd in de buurt om een oogje in het zeil te houden. We moedigen ze aan, prijzen hun initiatieven en accepteren en waarderen hun oplossingen en ideeën. En we troosten ze als het even niet mee zit. Daarbij hebben we oog en respect voor de eigenheid en de autonomie van het kind, dat zelf de inhoud en het tempo van zijn spel bepaalt. Dat betekent niet dat het kind stilstaat in ontwikkeling. We bieden ze juist uitdaging en stimuleren ze om nieuwe dingen uit te proberen. De pedagogisch medewerkers zijn uitgebreid geschoold om te kunnen werken middels startblokken en zijn in het bezit van een meerdere certificaten. Werken met thema's door middel van methode Startblokken Madelief heeft gekozen om te werken volgens de ontwikkelingsgerichte visie van Startblokken. *Ontwikkeling en leren vinden plaats doordat de kinderen deelnemen aan betekenisvolle activiteiten. *De kansen op optimale ontwikkeling- en leerresultaten zijn groot omdat de interesses van kinderen worden aangesproken Hoofddoelen *De ontwikkeling en het leren van kinderen bevorderen. *Continuïteit in ontwikkeling, van bestrijden van achterstanden tot ontwikkeling van talenten. *Aansluiten bij ontwikkelingsprocessen van kinderen. De doorgaande lijn naar de basisschool. *Het kind een prettige daginvulling bieden zodat het kind graag bij Madelief komt spelen. Werkplan: -Oktober: jaarplanning van thema’s. Dit geeft tijd en ruimte aan een goede voorbereiding - Stamgroepen werken tegelijkertijd met het zelfde thema - Iedere stamgroep werkt middels de themaklapper - Per locatie hebben twee pm-ers de taak om het themawerken te coördineren Algemeen Pedagogisch beleidsplan kindercentrum Madelief, dagopvang 2015
29
Madelief aan het Bos: Annemarie en Wendy L. Madelief in het Park: Wendy C en Nicole D - Stamgroep onderneemt dagelijks twee geplande kernactiviteiten - Spontane activiteiten blijven hierdoor mogelijk - Stamgroep maakt een structurele afspraak welke pm-er van dat team op welke dag verantwoordelijk is voor de activiteiten die die dag plaats vinden - De activiteiten-verantwoordelijke van de dag zorgt ervoor dat: *de activiteit beschreven staat in de activiteitenklapper *dat alle benodigde materialen aanwezig zijn. *de voorbereiding dusdanig goed georganiseerd is dat een collega de activiteit moeiteloos over kan nemen. In deze weekplanning worden alle kernactiviteiten verdeeld aangeboden. De dag dat we met het nieuwe thema starten gaat er een folder met het kind mee waarin - het thema staat beschreven - een korte terugblik van het vorige thema - een korte vooruitblik op het geplande thema Kernactiviteiten Tijdens ieder thema keren de onderstaande kernactiviteiten, afhankelijk van de leeftijd, wekelijks terug. 1. Spelactiviteiten 2. Constructieve en beeldende activiteiten 3. Gespreksactiviteiten 4. Lees en schrijfactiviteiten 5. Reken en wiskunde activiteiten Themaklapper *Iedere stamgroep heeft een eigen themaklapper *De themaklapper maakt werken middels thema’s en ondernemen van activiteiten toetsbaar. Themaklapper: * Een algemeen gedeelte dat gaat over de planning en de uitwerking van de thema’s voor heel Madelief. * Een specifiek gedeelte voor de stamgroep waar alle afspraken en inhoudelijke informatie over de activiteiten met kinderen te vinden zijn. *Achter ieder thema worden ideeën/activiteiten verzameld *Planning van activiteiten staan beschreven *Afspraken over taken staan beschreven (voorbereiden van activiteiten) *Evaluatie van de activiteiten staan beschreven Taken van de coördinatoren: -In oktober wordt de jaarplanning gemaakt voor het komende jaar. -Coördinatoren werken de thema's uit volgens het schema( ontwikkelingsgebieden) van Startblokken. Iedereen kan ideeën inbrengen deze kunnen genoteerd worden in de themaklapper, ideeën. Algemeen Pedagogisch beleidsplan kindercentrum Madelief, dagopvang 2015
30
-Het begeleiden van de groepen in het werken met de thema's. -Er wordt een folder gemaakt voor kinderen ouders en medewerkers om het thema aan te kondigen en te laten zien welke activiteiten er in grote lijnen ondernomen worden. In dropbox, ontwikkelingsgerichte begeleiding wordt de terugblik op het vorige thema en de vooruit op het nieuwe thema gezet. Terugblik: - omschrijving wat we gedaan hebben en van enkele kindjes wordt een leuke prietpraat van het vorige thema gezet. - foto's over activiteiten worden in de dropbox, ontwikkelingsgerichte begeleiding gezet door de medewerkers. Vooruitblik: a, een liedje en/of gedichtje dat gebruikt wordt in dit thema b, welke boekjes worden gelezen c, welke activiteiten De folder gaat mee met de ouders op het moment dat het thema start. Planning op de groepen Iedere dag worden er twee activiteiten gepland: -Iedere groep heeft beschreven welke pedagogisch medewerker of stagiaire op welke dag verantwoordelijk is voor het organiseren van een activiteit. Het handigst is om vaste dagen aan te wijzen. De duur van de activiteit kan heel wisselend zijn. De activiteit is een week voor datum voorbereid/ omschreven en zijn de materialen verzameld. - Wie deze activiteit uitvoert is afhankelijk wie er werkt/ taken in de groep/ en activiteiten mogen geruild worden hierbij te denken aan de weersomstandigheden. Ook kan het zijn dat je op dat moment spontaan een leuker idee voor een activiteit hebt die beter past bij de situatie dan de activiteit die gepland staat. Vervang of verplaats de activiteit dan en vermeld dit in de activiteitenklapper. -Help en ondersteun elkaar in het bedenken en uitvoeren van de activiteiten, gebruik ieders kwaliteiten. -Doe ideeën op bij andere groepen door hun planning te bekijken. -De coördinatoren zullen het geheel begeleiden waar nodig. Buiten spelen vinden we erg belangrijk. Hutten bouwen, klauteren op stenen en kliederen met zand en water; kinderen vinden het heerlijk om buiten te spelen. In hun fantasie wordt een kei een onbewoond eiland en een boomstam een boot. De speelterreinen nodigen kinderen uit om creatief te zijn en zich ook buiten motorisch, zintuiglijk en sociaal te ontwikkelen. De inrichtingsaspecten uitdaging en veiligheid zijn in balans. Dat wil zeggen dat de buitenruimten verantwoorde motorische ‘oefensituaties’ bieden, zodat kinderen leren omgaan met risico’s, zelfvertrouwen opbouwen en hun eigen grenzen leren kennen. Alle locaties grenzen aan bossen en er is veel natuur te vinden. Meerdere malen per week trekken we er op uit naar het natuurbelevingspad, de bossen en de weide. Algemeen Pedagogisch beleidsplan kindercentrum Madelief, dagopvang 2015
31
9 Ik, jij, wij samen (sociale competentie) Kinderen zijn sociale wezens. Ze leren van ons en van elkaar. Ze delen ervaringen, kijken hoe de ander iets doet, kibbelen over verschillen, zoeken samen oplossingen, leren overleggen en zich te verplaatsen in een ander en hebben plezier met elkaar. Madelief is een sociaal oefenterrein voor de kinderen in contact met leeftijdsgenoten. We bieden ze activiteiten die hun onderlinge contact stimuleren en hebben daarbij aandacht voor hun relaties onderling en het verloop van de groepsprocessen. Activiteiten volgens onze ontwikkelingsgerichte begeleiding zoals spel bewegen, muziek, (voor)lezen en samen iets maken, behoren dan ook tot de alledaagse activiteiten. De inrichting van de ruimten, binnen en buiten, en het gevarieerde spelmateriaal zijn hierop afgestemd. Sociaalvaardige mensen zijn gelukkiger dan mensen die moeite hebben met relaties met anderen, zo blijkt uit onderzoek. En omdat alle sociale vaardigheden, goede en slechte, niet zijn aangeboren, maar aangeleerd, ‘voeden’ we kinderen ook op dit gebied. We leren ze hoe je met andere mensen omgaat, geven zelf het goede voorbeeld en laten ze oefenen om zoveel mogelijk positieve ervaringen op te doen. Pedagogisch medewerkers stimuleren groepsactiviteiten en moedigen kinderen aan om contact met elkaar te maken en samen wat te ondernemen. Ze verliezen daarbij het individuele kind niet uit het oog. Dat betekent dat een kind zich ook even alleen mag terugtrekken om te spelen of te rusten. In de (groeps)ruimten is er dan ook plaats voor groepsactiviteiten en voor individueel spel.
10 Jong geleerd (normen en waarden) De wereld van kinderen wordt groter naarmate ze opgroeien; hun zelfstandigheid neemt toe. Ze gaan naar school, naar de sportclub en de bso en leren al jong een mening te vormen en mee te praten. Kortom, ze maken deel uit van onze samenleving, samen met u en met ons en met nog zo velen die ze in de loop van hun leven zullen ontmoeten, van wie ze leren en op wie ze reageren. Van jongs af aan moeten ze de kans krijgen om zich de cultuur (waarden en normen) van onze samenleving eigen te maken. En omdat het kinderverblijf een bredere samenleving is dan het gezin, komen kinderen hier in aanraking met de diversiteit van onze samenleving. Door kennis van elkaars achtergrond kunnen kinderen zich makkelijker in elkaar verplaatsen. We helpen ze daarbij door hen te begeleiden in hun morele ontwikkeling en het leren van normen en waarden. Normen en waarden zijn grote woorden, maar het gaat daarbij vaak om wat we met elkaar eigenlijk heel vanzelfsprekend vinden. Iemand begroeten als je binnenkomt bijvoorbeeld of elkaar geen pijn doen, niet jokken en iets vriendelijk vragen. Dat doen we allereerst vanuit ons eigen voorbeeldgedrag. We respecteren de autonomie van ieder kind. Dat betekent dat het kind zichzelf kan zijn en de ruimte krijgt voor eigen ideeën en wensen. We kiezen steeds voor een positieve benadering als de dingen anders gaan dan het kind gewend is of als het even niet wil lukken. Wat voor kinderen geldt, geldt ook voor de pedagogisch medewerkers. We realiseren ons dat wij ook onderling verschillen door onze eigen opvoeding en ervaringen, en delen die daarom met elkaar en met ouders. We respecteren Algemeen Pedagogisch beleidsplan kindercentrum Madelief, dagopvang 2015
32
verschillende opvoedingsstijlen en gewoonten van ouders en wisselen die onderling uit. Daarbij zijn we ons steeds bewust van onze verantwoording als professionele opvoeder en blijft ons algemeen pedagogisch beleid uitgangspunt in de omgang met kinderen.
11 Wanneer kan een ziek kind niet naar Madelief komen of blijven? Dit wordt per kind beoordeeld door de pedagogisch medewerkster. Als een kind zich echt niet lekker voelt en niet mee kan doen in de groep is het voor het kind meestal prettiger om thuis te zijn. Een andere reden om een ziek kind te laten ophalen is als het meer aandacht of verzorging nodig heeft dan de pedagogisch medewerkster kan bieden. De pedagogisch medewerkster moet extra alert zijn op signalen van het zieke kind. Tot slot kan de bescherming van de gezondheid van de andere kinderen een reden zijn om een kind te weren, maar dit is slechts bij enkele ziekten het geval. Bij twijfel kan altijd overleg gepleegd worden met de pedagogisch medewerksters. Madelief werkt volgens de richtlijnen die beschreven staan in “Gezondheidsrisico’s in een kindercentrum en peuterspeelzaal” van het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid. In dit document staat onder andere per ziekte vermeld of wering ter bescherming van de gezondheid van de andere kinderen noodzakelijk is. Wordt het kind op Madelief zo ziek en kunnen wij niet meer de zorg geven die nodig is, dan verwachten wij dat het kind opgehaald wordt. Tijdens het plaatsingsgesprek leggen we de bereikbaarheid van de personen vast welke het kind op komen halen in deze situatie. De verhoging van de lichaamstemperatuur is op zichzelf geen reden om een kind naar huis te sturen. (Koorts is een reactie van het lichaam op een infectie) Ook bij koorts beoordeelt de pedagogisch medewerkster hoe een kind zich voelt, of het mee kan doen in de groep en hoeveel aandacht en verzorging het nodig heeft. De hoogte van de koorts is geen maat voor de ernst van de ziekte. Relatief onschuldige aandoeningen kunnen met hoge koorts gepaard gaan terwijl er bij sommige ernstige ziekten alleen lichte verhoging optreedt. Ouders van een ziek kind worden in alle gevallen op de hoogte gesteld door de pedagogisch medewerkster. Bij spoedgevallen nemen wij ook contact op met de huisarts. De ouders worden altijd hierover ingelicht
12 Verstrekken van medicatie. Wanneer u wenst dat de pedagogisch medewerkster medicatie verstrekt aan uw kind dan dient hiervoor ons formulier medicijnverstrekking ingevuld te worden. Dit formulier is in de groep van uw kind aanwezig. Ouders of verzorgers zijn verplicht deze formulieren in te vullen en te ondertekenen als er medicatie door de pedagogisch medewerkster aan het kind verstrekt dient te worden.
13 Registratie van ingeënte kinderen Madelief hanteert als standpunt dat we kinderen die niet ingeënt worden niet weigeren. Het is belangrijk dat van elk kind bekend is of het wel of niet gevaccineerd is en welke vaccinaties het gehad heeft. Dit formulier ontvangen ouders tijdens het plaatsingsgesprek en dienen ze in te vullen, te ondertekenen en aan de pedagogisch medewerkster te overhandigen. Ondanks dat in Nederland Algemeen Pedagogisch beleidsplan kindercentrum Madelief, dagopvang 2015
33
meer dan 95% van de kinderen deelneemt aan het Rijksvaccinatieprogramma komen er soms gevallen of epidemieën voor van bijvoorbeeld kinkhoest en mazelen. Als een dergelijk ziektegeval zich voordoet op een kindercentrum is het belangrijk om te weten of de andere kinderen in de groep beschermd zijn tegen die ziekte. Soms is het dan nodig niet beschermde kinderen alsnog met spoed te vaccineren.
14 Vierogen principe. Het vier ogen principe stelt verplicht dat er altijd twee volwassenen zijn die de kinderen in een groep kunnen horen of zien. Je kunt niet alle risico’s uitsluiten en ook de meest dramatische maatregelen kunnen een schijnzekerheid creëren. We vinden dat het nog steeds mogelijk moet zijn dat een PMer met een aantal peuters even iets gaat halen om de hoek en een andere PM-er met wat kleine kinderen binnenblijft. Een belangrijk onderdeel voor een praktisch vier ogen en oren beleid is dan ook dat wij handelen op basis van vertrouwen in elkaar en een open aanspreekcultuur. Dit betekent dat medewerkers zich vrij voelen om elkaar aan te spreken op grensoverschrijdend gedrag ten opzichte van de kinderen. Wij streven er naar dat een menig of gevoel over het gedrag van een collega vertrouwelijk aan het management of een vertrouwenspersoon kan melden. Dit is de basis voor een veilige omgeving voor kinderen, ouders en personeelsleden. Daarnaast wordt het Vierogen principe binnen Madelief wordt gewaarborgd door: 1. Transparantie opvangruimten 2. Alvorens PM-ers in dienst treden dient de VOG aanwezig te zijn. 3. Tussendeuren naar andere groepen zijn geopend en hebben een glazen doorkijk waardoor er altijd naar binnen gekeken kan worden door collega’s. 4. Er is altijd de mogelijkheid dat een volwassenen mee kan kijken of luisteren met de Pedagogisch Medewerker (PM) doordat: a. PM’ers regelmatig onaangekondigd bij elkaar binnen komen lopen; b. Het management en huishoudelijk personeel regelmatig alle groepen binnenkomst om iets door te geven, op te halen of na te vragen; c. Madelief met veel stagiaires werkt en er altijd een grote hoeveelheid aan ogen en oren is. 5. De verschoningsruimte is open en transparant. 6. Toiletten voor kinderen staan in een open verbinding met de verschoningsruimte. 7. De slaapruimten zijn aangrenzend aan de groep. Er bevindt zich op iedere slaapkamer een babyfoon. Door bovenstaand beleid wordt het Vierogen principe eigenlijk altijd gewaarborgd. Er zijn een aantal uitzonderingssituaties waarin specifieke afspraken gemaakt zijn: 1. Indien er op enig moment een halve groep is waar maar 1 PM-er aanwezig is worden groepen samengevoegd of wordt de stagiaire van deze groep op dit moment ingepland. Indien dit niet mogelijk is dat blijft de deur naar de buurgroep open en wordt er onverwacht binnengelopen door collega’s of management. In de ochtend- en avondspits lopen hier ook nog ouders in en uit. 2. Op haal- en brengmomenten lopen er voortdurend ouders in en uit en zijn tussendeuren open. Het onvoorspelbare karakter van de haal en brengsituaties (je weet nooit precies Algemeen Pedagogisch beleidsplan kindercentrum Madelief, dagopvang 2015
34
wanneer een ouder binnen of langsloopt en hoeveel tegelijk) verkleint het risico onbespied of niet gecontroleerd zou kunnen voelen. Als laatste willen we ook de rol van de ouders versterken. Ouders hebben met de kinderopvang een gedeelde verantwoordelijkheid voor het welzijn van hun kind. Dat betekent dat ouders zich op de hoogte moeten stellen van het pedagogisch beleid van Madelief. Madelief wil ouders daar bij helpen door een extra informatie avond waarbij ouders uitgebreid geïnformeerd worden over het vierogen principe en het beleid bij grensoverschrijdend gedrag. Ook is dit een goede gelegenheid voor een uitwisseling over grensoverschrijdend gedrag. Ook is het belangrijk dat ouders weten waar ze naar toe kunnen bij een ‘niet-pluis’ gevoel over een medewerker. Daarbij is het belangrijk om te weten dat ze welkom zijn om erover te praten met Monique of Franciel. Ouders worden bij vragen en klachten altijd serieus genomen. Dit vraagt om goede communicatieve vaardigheden van het personeel. Dit is een continue proces wat als een rode draad door de dagelijkse praktijk heen gaat
15 Meldcode kindermishandeling Zodra pedagogisch medewerkers een ‘niet-pluis’ gevoel hebben bij een kind, zullen zij het kind nader observeren. Als naar aanleiding van deze observatie het vermoeden bestaat dat een kind niet de zorg krijgt die het verdient zullen wij handelen zoals omschreven in ons Protocol (vermoeden) Kindermishandeling. In dit protocol is onder meer een stappenplan omschreven aan de hand waarvan wij verdere actie zullen ondernemen. Het stappenplan is voor de ouder inzichtelijk op de laptop van de locatie.
16 Achterwacht bij calamiteiten. Bij calamiteiten fungeert op de eerste plaats de pedagogisch medewerker welke op kantoor. Regel: bij calamiteiten worden altijd Monique of Franciel ingelicht. Het kantoor is gelegen in hetzelfde pand waar de groepen van de dagopvang en de BSO gevestigd zijn. Het telefoonnummer van kantoor als mede alle mobiele nummers van de pedagogisch medewerkers van Madelief staan op een telefoonlijst die in het bezit is van elke groep en elke medewerker van Madelief.
Achterwachtregeling Indien er slechts één pedagogisch medewerker aanwezig is op het kindercentrum, dan is een achterwachtregeling van toepassing. Deze regeling houdt in dat in geval van calamiteiten er een achterwacht beschikbaar dient te zijn die binnen 15 minuten in het kindercentrum aanwezig kan zijn. Inzichtelijk moet zijn wie deze persoon is en waar deze te bereiken is. Tevens dient deze achterwacht tijdens de openingstijden van het kindercentrum bereikbaar te zijn. Meestal is de AW tijd binnen je werktijd, een enkele keer is dit net voor je werktijd. Nadat bij een calamiteit de achterwacht is ingeschakeld dien je ook altijd Monique of Franciel op de hoogte te brengen. Algemeen Pedagogisch beleidsplan kindercentrum Madelief, dagopvang 2015
35
AW of Achterwacht - Een achterwacht is een volwassen persoon die in geval van nood ten alle tijden ingeschakeld kan worden, dus telefonisch bereikbaar is, en binnen 15 minuten bij één van de drie locaties van het kindercentrum Madelief aanwezig kan zijn. - Achterwacht staat op het werkrooster aangegeven met AW achter de naam en de tijd die het betreft. - AW (met tijd) staat alleen vermeldt wanneer er op één van de drie locaties een PM-er alleen in het gebouw werkt. - Telefonisch bereikbaar: * door te bellen naar de groep/kantoor waar deze AWer werkzaam is. * alle mobiele telefoonnummers van alle medewerksters van Madelief staan op de telefoonlijst in de presentie klapper. - Wanneer PM-ers gaan wandelen of er activiteitengericht even op uit zijn, zorgt de PMer en de AWer altijd deze telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten terug op de groep kan zijn.
Onderstaand de algemene regels van de invulling van de achterwacht. De daadwerkelijke invulling staat in het werkrooster genoteerd als AW (achterwacht). - De drie locaties van Madelief zijn dichtbij elkaar gelegen en zijn allen binnen 15 minuten van elkaar te bereiken. Vandaar één achterwacht voor het gehele kindercentrum Madelief. - Van maandag t/m donderdag van 6.30 uur tot 2e pm-er het gebouw betreedt is de groepshulp, Carla aan het werk, en fungeert tevens als achterwacht. - Wanneer deze vakantie heeft, is er op het werkrooster vervanging geregeld en als AW aangegeven. - Op vrijdag werkt Carla niet en is de eerst volgende dienst AW, zie werkrooster. - Bij ziekte van de achterwacht zorgt de roosterverantwoordelijke van de desbetreffende groep, waar de achterwacht staat ingepland, dat de achterwacht overgedragen wordt aan een andere persoon.
Praktijk vanaf juni 2015 A, Ochtend: Tijdens de 1e dienst start je niet alleen: - start de dienst om 6.30 uur sta je samen met Carla - start de dienst om 7.15 uur dan moeten er 2 pm-ers of meer beginnen in het gebouw. B, Gedurende de dag, tussen 8.30 en 16.30, ben je nooit alleen in het gebouw. Dan is het 4 ogen principe van kracht. Voor 8.30 uur en na 16.30 uur zijn er voortdurend ouders in het gebouw die mee kijken. - Dagelijks komt het voor dat PM-ers gaan wandelen of er activiteitengericht even op uit zijn. Algemeen Pedagogisch beleidsplan kindercentrum Madelief, dagopvang 2015
36
De PM-er blijft dan niet alleen met kinderen in het gebouw achter omdat we dan niet aan het 4 ogen principe voldoen. Dan gelden de volgende afspraken: - een tweede PM-er is aanwezig in het gebouw of - een stagiaire is aanwezig in het gebouw of - een huishoudelijk medewerkster is aanwezig in het gebouw of - een vrijwilligster is aanwezig in het gebouw of - de kantoordienst is aanwezig in het gebouw Kan er niet aan een van bovenstaande afspraken worden voldaan, dan kan de PM-er het gebouw niet verlaten. Wel kan er dan in de tuin een activiteit gedaan worden. C, Tijdens de laatste dienst sluit je niet alleen af - er staan altijd 2 pm-ers tot 18.00 uur ingeroosterd. - Eindtijd van de BSO is 18.30 uur. De PM-er staat tot 18.30 samen met een stagiaire ingepland. Wanneer er geen stagiaires zijn staat er een AW op het werkrooster aangegeven.
Uitzonderingen 1, Woensdag in het Park sta je vanaf 16.45 uur alleen in het gebouw. Afspraak: op het werkrooster staat dan aangegeven wie als achterwacht fungeert 2, Vrijdag in het Bos sta je (alleen tijdens schoolweken) van 7.15 tot 8.00 uur alleen Afspraak: op het werkrooster staat dan aangegeven wie als achterwacht fungeert 3, Tijdens schoolvakanties kan het voorkomen dat er veel kinderen zijn afgevallen waardoor (alleen in het Park) je tijdens de breng en ophaaltijd van de kinderen, van 7.15 tot 8.30 uur en van 16.30 tot 18.00 uur, alleen in het gebouw bent. Afspraak: op het werkrooster staat dan aangegeven wie als achterwacht fungeert. 4, Soms kan het voorkomen dat alle kinderen in de groep van PM-er 1 al zijn opgehaald terwijl in de groep van PM-er 2 (in hetzelfde gebouw) nog kinderen zijn. Dan gelden de volgende afspraken: Algemene regel: stel je collega’s in het gebouw ten alle tijden op de hoogte als je het gebouw gaat verlaten. A, PM-er 1 communiceert met PM-er 2 dat hij het gebouw gaat verlaten en dat hij bereikbaar blijft voor calamiteiten en zorgt dat hij binnen 15 minuten aanwezig kan zijn. B, PM-er 1 communiceert met PM-er 2 dat hij het gebouw gaat verlaten en brengt de andere locatie op de hoogte dat PM-er X als achterwacht fungeert. C, PM-er 1 communiceert met PM-er 2 dat hij het gebouw niet verlaat en gaat een taak uit zijn takenpakket of een taak van een andere PM-er verrichten. 5, BSO op de Heggerank Omdat de ouder voor afname bij de BSO uit drie eindtijden kan kiezen, kan het voorkomen dat je bij BSO op de Heggerank vanaf 16.30 alleen op de groep staat. In de praktijk zijn er wel nog medewerkers van school in het gebouw aanwezig. Bij calamiteiten fungeert op de eerste plaats een leerkracht of de directrice, welke op school aanwezig is, als achterwacht. BSO de op de Heggerank is op dinsdag en donderdag tijdens schoolweken geopend. Tijdens deze dagen en tijdstippen staat er een AW op het rooster aangegeven. De achterwacht uit Gennep is binnen 10 minuten aanwezig. Zodra deze achterwacht is gearriveerd, zal deze de leerkracht of de directrice vervangen. Ons streven is om een stagiaire bij de BSO op de Heggerank te plaatsen tot sluitingstijd. Algemeen Pedagogisch beleidsplan kindercentrum Madelief, dagopvang 2015
37
17 Privacyreglement. Kindercentrum Madelief hanteert een privacyreglement waarin staat hoe er omgegaan wordt met de gegevens van ouders, werkgevers en kinderen. Dit beleid is inzichtelijk in de groep van uw kind
18 Klachtenregeling. Voordat de opvang en begeleiding van de kinderen van start gaat, vindt er een kennismaking plaats met de ouder of verzorger. Tijdens dit gesprek wordt er onder andere gesproken over de wensen en behoeften van het kind en de ouder. Ondanks goede informatie vooraf, afspraken over wensen, behoeften en regels, kunnen zaken anders gaan dan verwacht. Kindercentrum Madelief beschouwt iedere klacht als een behoefte aan betere afstemming en hoopt dat in onderling overleg het probleem zo optimaal mogelijk wordt opgelost. De klachtenregeling van Kindercentrum Madelief kunt u downloaden op onze website Evaluatie Wij hechten er waarde aan over de opvoeding van de kinderen in gesprek te blijven, met u, met de pedagogisch medewerkers. Deze samenspraak is een voortdurend kritisch proces dat leidt tot verdieping en mogelijk tot veranderde inzichten. Aan de hand van de resultaten van dit proces, wordt het pedagogisch beleid één keer per drie jaar geëvalueerd en zo nodig herzien. Indien nodig wordt het algemene pedagogisch beleid vaker herzien. Wij informeren u daar dan over in de vorm van een nieuw algemeen pedagogisch beleidsplan.
Algemeen Pedagogisch beleidsplan kindercentrum Madelief, dagopvang 2015
38