De Antoontjes Pedagogisch beleid BSO De Antoontjes 2014
Pedagogisch beleid BSO De Antoontjes 2014
Hoofdstuk 1 Inleiding Een pedagogisch beleid is het visitekaartje van de organisatie en in dit geval van BSO DE Antoontjes. De drie belangrijkste redenen om pedagogisch beleid vast te leggen zijn: 1. waarborgen van eenduidige, continue, pedagogisch kwaliteit 2. het pedagogisch handelen van de pedagogisch werker toetsbaar maken 3 herkenbaarheid scheppen voor ouders en geïnteresseerden. Het pedagogisch beleid is de rode draad en geeft houvast aan de pedagogisch medewerkers. Binnen dit kader wordt er namelijk van alles van hun verwacht: een leuke, uitdagende en stimulerende omgeving scheppen, de ontwikkeling van kinderen stimuleren, extra aandacht geven aan kinderen die dit nodig hebben, een variatie aan activiteiten bieden, contacten tussen kinderen stimuleren. Vanuit dit oogpunt bekeken vormt het tevens een toetssteen voor de leiding van de BSO: doe ik het goed; is het aanbod gevarieerd genoeg, waar liggen de verbeterpunten etc. Het is van belang en logisch dat ook voor de ouders van de kinderen in de schoolleeftijd een BSO is om arbeid en zorgtaken op elkaar af te stemmen. Men was lange tijd in de veronderstelling dat de BSO een verlengstuk is van de kinderopvang voor 0 tot 4 jarigen. In wezen is de BSO anders, in zowel de leeftijd van de kinderen als de tijd die zij er doorbrengen en de invulling van die tijd. Daarnaast zal het pedagogisch handelen, in het verlengde hiervan de uitgangspunten, zich blijven ontwikkelen. Het pedagogisch beleid is de rode draad voor ons handelen en is bedoeld om pedagogisch werkers een houvast, eenduidigheid en richting te geven bij het pedagogisch handelen. Binnen dit beleid wordt er gewerkt aan een karakteristieke en herkenbare sfeer. Nieuwe pedagogische ontwikkelingen zullen worden besproken en indien nodig uitgewerkt in de praktijk. Pas als blijkt dat de wijzigingen passen in het pedagogisch beleid zullen ze worden opgenomen. Wij hopen dat ouders, belangstellenden en pedagogisch werkers dit pedagogisch beleid met plezier lezen en zich een beeld kunnen vormen van het handelen van de pedagogisch werkers in de praktijk.
Hoofdstuk 2: BSO De Antoontjes Algemeen Algemene doelstelling Het aanbieden van kwalitatieve buitenschoolse opvang voor kinderen in de leeftijd van 4 t/m 12 jaar waarbij een leefsituatie word gecreëerd waarin elk kind tot zijn /haar recht komt. Ouders in staat stellen om deel te nemen aan het arbeidsproces en het maatschappelijk leven. Daarnaast biedt BSO de mogelijkheid om gebruik te maken van de naschoolse activiteiten. Wij begeleiden de kinderen naar deze activiteiten mits deze zich binnen de school bevinden of in de gymzaal op het buitenplein. De opvang bieden we aan na schooltijd, in schoolvakanties, en studiedagen van het basisonderwijs. De opvang vindt plaats in school. In en om de buurt van de Sint Antoniusschool heb je BC de Boomsspijker, speeltuin De Waag, “ Nieuwmarkt-buurt” op loopafstand de OBA en muziekgebouw het IJ. De buurt is hun leefwereld: hier gaan ze naar school, bezoeken clubs en ontmoeten hun vriendjes en vriendinnetjes. Doelgroep: kinderen van 4 t/m 12 jaar van ouders die werken/ studeren. Groepsgrootte: maximaal 20 kinderen. Personeel Voor de structuur en continuïteit staan er 3 vaste pedagogische medewerkers op de groep. De pedagogisch medewerkers zijn bevoegd volgens de eisen die de Wet Kinderopvang eist. Ze zijn in het bezit van een VOG (verklaring omtrent het gedrag) aangevraagd na 1 juli 2013 in verband met Wet van continue screening. De leidinggevende staat zelf ook op de groep. De pedagogisch medewerkers zijn ook in het bezit van een EHBO diploma voor kinderen Deskundigheid bevordering BKK ( Bureau Kwaliteit Kinderopvang)Trainingen worden jaarlijks gevolgd. EHBO word 1 maal in de 2 jaar gevolgd. Meldcode Kindermishandeling staat voor dit jaar op de planning. Voertaal: op de opvang is Nederlands de voertaal. 1
Openstelling Pedagogisch beleid BSO De Antoontjes 2014
Tijdens de schoolweek is de opvang open van 15.-18.30. Tijdens de vakantie, studie en kleutervrije dagen is de opvang open van 8.-18.30. De opvang is telefonisch vanaf 13.30 bereikbaar. Sluiting BSO In de kerstvakantie bieden wij de eerste week van de kerstvakantie openstelling. De tweede week zijn wij gesloten. Andere dagen dat de BSO gesloten is. de • 2 paasdag de • 2 pinksterdag • Koningsdag • Hemelvaartsdag Voor alle schoolvakanties word er een inventarisatie gemaakt om een indicatie te krijgen van hoeveel en welke kinderen gebruik zullen maken van de schoolvakantie. Dagindeling De kinderen worden aan de hand van een lijst van het schoolplein opgehaald. De kinderen krijgen de tijd om even te spelen. Met de kinderen is een verzamelpunt afgesproken. Nadat het kind de leerkracht een hand heeft gegeven, en er eventueel een overdracht met de leerkracht heeft plaatsgevonden, gaan we samen naar de opvang. Kinderen waarvan de ouders niet hebben doorgegeven dat hun kind met een ander kind mee naar huis mag om te spelen, verlenen wij geen toestemming om mee te gaan. Als groepsleiding is het voor ons onmogelijk om tijdens het ophalen van de kinderen, ouders te bellen om toestemming te geven. Er word van ouders geacht dit zelf te doen, via de mail, sms of de voicemail in te spreken. NB: Wanneer het regent worden de kinderen uit de klas gehaald. Eenmaal op de groep wordt er gezamenlijk gegeten en gedronken. Voor elk kind wordt ruimte gecreëerd om zijn/haar verhaal te vertellen indien hier behoefte aan is. Activiteiten Na het gezamenlijk eten is het tijd voor vrij spel. Er word met regelmaat een activiteit georganiseerd voor de kinderen. Wij organiseren zelf ook (extern)workshops voor de kinderen. Ons streven is om een workshop/activiteit voor onze doelgroep aan te bieden zodat iedereen plezier heeft en aan bod komt. Woensdagmiddag, studie of een kleutervrije dag ondernemen we soms ook uitstapjes. Voedingsbeleid Er word voor eten en drinken gezorgd. De voeding bestaat uit: brood, crackers, rijstwafels en ontbijtkoek. Het drinken bestaat uit melk, karnemelk, , sojamelk, thee. Groente in de vorm van; komkommer, tomaatjes en worteltjes. Bij speciale gelegenheden (verjaardagen) word er limonadesiroop ingeschonken( Carvan Cevitam). Op woensdagmiddag krijgen de kinderen een warme lunch aangeboden zoals: broodje worst, gebakken/gekookte eieren, pizza, pannenkoeken, macaroni. Tussen de middag word een tussendoortje aangeboden in de vorm van een cracker, popcorn of een volkorenbiscuitje. Tussen half en 5 uur krijgen de kinderen fruit aangeboden. Er word ook rekening gehouden met bepaalde allergieën en diëten. Biologische producten komen ook weleens voor( zie voedingsbeleid). Schoolvakanties Tijdens schoolvakanties word op de BSO activiteiten aangeboden. Er worden in een week 2 á 3 uitstapjes georganiseerd; Bibliotheek, Musea, Artis, Bioscoop, Boswandeling, Tun Fun speeltuin etc. Ondersteuning van ouders tijdens deze uitstapjes is zeer welkom. Op het formulier; toestemming uitstapjes kunnen ouders aangeven of zij hiertoe bereid zijn( Zie uitstapjes beleid). Beleid extra dagdelen of wisselen opvang dagen BSO De Antoontjes biedt ouders de mogelijkheid om incidenteel extra BSO dagen in te kopen of te wisselen van opvang dagen. De werkwijze is tevens terug te vinden in de Infotonius. De mogelijkheid om extra opvang in te kopen of van dag te wisselen kan uitsluitend worden gehonoreerd indien het aantal kinderen binnen het dagelijks maximaal op te vangen kinderen blijft (20 kinderen per dag) en past binnen de beroepskracht-kind-ratio (1 beroepskracht per 10 kinderen).De Antoontjes bestaat uit slechts één groep en een klein team van pedagogisch medewerkers. Kinderen en pedagogisch medewerkers kennen elkaar goed zodat de emotionele veiligheid van de kinderen niet in het geding komt bij het wisselen van de opvangdagen. De pedagogisch medewerkers zijn tevens actief binnen de tussenschoolse opvang. Gedurende de schoolvakanties kan het voorkomen dat de leidinggevende of de pedagogisch medewerkers aan de ouder vraagt of er van dag een opvang dag gewijzigd kan worden. Het zal hierbij gaan om een woensdag of een vrijdag. Aanleiding voor een dergelijk verzoek is dat blijkt dat er slechts heel weinig kinderen op de BSO groep komen, het voor het kind leuker is om met een grotere groep op de BSO te verblijven. Het kind kan dan 2
Pedagogisch beleid BSO De Antoontjes 2014
aan een activiteit of uitstapje deelnemen. Een dergelijk verzoek is altijd vrijblijvend en de ouder hoeft hier geen gehoor aan te geven. Achterwacht en aanvullende ondersteuning indien een beroepskracht alleen op de groep staat BSO Antoontjes bepaalt de inzet van pedagogisch medewerkers aan de hand van beroepskracht-kind-ratio zoals de Wet op de Kinderopvang dit bepaalt (zie www.1ratio.nl) . Dit betekent dat op een BSO groep van tien kinderen, één pedagogisch medewerker wordt ingezet. Bij elf kinderen of meer worden er twee beroepskrachten ingezet. De BSO groep van de Antoontjes wordt door twee professionele beroepskrachten begeleid. De leidinggevende van de BSO werkt gedurende een aantal dagen zelf als pedagogisch medewerker op groep. Op dagen dat de leidinggevende niet op de groep werkzaam is kan zij kantoorwerkzaamheden verrichten in het aangrenzende kantoor. Op deze dagen telt zij niet mee voor de beroepskracht kind-ratio. Er zijn dan dus voldoende pedagogisch medewerkers op de groep. Indien de leidinggevende niet op kantoor of op de groep werkzaam is, geld de afspraak wie dit wel is. Op het werkrooster staat de telefoonnummer en naam van de achterwacht vermeld. Binnen vijftien minuten kan zij, indien nodig, op de BSO aanwezig zijn.
Aanvullende ondersteuning vanuit een vrijwilliger indien een beroepskracht alleen op de groep staat. Indien het aantal kinderen op de BSO minder dan tien kinderen bedraagt kan er worden besloten om één pedagogisch medewerker in te zetten. In een dergelijke situatie waarbij er slechts één pedagogisch medewerker op de groep is, wordt er ook gebruikt gemaakt van een vrijwilliger. Deze vrijwilliger is uitsluitend ter ondersteuning voor de beroepskrachten en wordt nooit alleen met de kinderen op de groep ingezet. De vrijwilliger is in bezit van een verklaring omtrent het gedrag en wordt door de leidinggevende ondersteunt in de vrijwilligerswerkzaamheden. Voorbeelden hiervan zijn intervisiegesprekken, het kunnen volgen van kinder-EHBO en deelname werkoverleg. De vrijwilliger is in het bezit van een vrijwilligersovereenkomst en ontvangt een vrijwilligersvergoeding binnen de normering van de belastingdienst. Het inzetten van een tweede volwassene (vrijwilliger) naast een pedagogisch medewerker gebeurt om tegemoet te komen aan het vier-ogen principe (d.w.z. nooit een volwassene alleen op de groep met kinderen), ter ondersteuning van de pedagogisch medewerker bij haar werkzaamheden en als ‘achterwacht’ in het geval van een calamiteit. De vrijwilliger is iemand die tevens meedraait op de Tussenschoolse opvang. De vrijwilliger neemt tevens deel aan alle trainingen/ ouderavonden die vanuit De Antoontjes worden georganiseerd. De kinderen kennen de vrijwilliger zodat de emotionele veiligheid van het kind niet in het geding komt. *BSO De Antoontjes zal nog een vrijwilligersbeleid en overeenkomst opstellen. Deze zullen aan de oudercommissie worden overhandigd. Daarnaast zijn er met de Sint Antoniusschool afspraken gemaakt over de achterwacht. De beroepskrachten mogen in geval van calamiteiten een aanspraak doen op de conciërge of andere medewerkers van de school. Op het werkrooster staan de telefoonnummers van de conciërge, vertrouwenspersoon en achterwacht. Ondersteuning vanuit een volwassene De verstandhouding tussen de pedagogisch medewerker en de ouders, is zo goed dat hier altijd om gevraagd kan worden. Hierbij valt te denken aan het open en sluit moment, uitstapjes, organiseren van vieringen etc. Faciliteiten in en rondom school In de speelzaal worden met regelmaat sport en spel activiteiten georganiseerd. Er word ook veel bewogen op muziek en de kinderen geven we op deze manier ook inspraak om zelf een spel te kiezen. Op het binnen en buitenplein van school zijn ook speeltoestellen aanwezig: klimtouwentoestel, glijbaan en een schommel. De kinderen hebben ook fietsjes tot hun beschikking. De zandbak mogen de kinderen niet in omdat daar poezen komen en in de zandbak poepen( Zie gezondheidsbeleid). Oudercontacten Contact tussen ouder en groepsleiding is van essentieel belang. Tijdens het ophalen vind er over het algemeen altijd een overdracht plaats. Bij dringende en bijzondere zaken zal er een afspraak met u gemaakt worden. U kunt zelf ook bij de groepsleiding een afspraak maken om zaken m.b.t. uw kind te bespreken. De Oudergesprekken worden via de nieuwsbrief bekend gemaakt. Mocht u dat willen, dan kunt u zich aan de hand van een intekenlijst hiervoor opgeven. Oudercommissie De commissie bestaat uit vier ouders van De Antoontjes; 1. 2. 3. 4. 3
Sonja Heyl (voorzitter) Malka de Boer Nada Josimovic Sophia Bleekemolen Pedagogisch beleid BSO De Antoontjes 2014
Hoofdstuk 3 Pedagogische visie en uitgangspunten van de Buitenschoolse opvang Pedagogisch beleid wordt ontwikkeld vanuit een pedagogische visie, opvoedingsideeën/theorieën. Pedagogische visie geeft aan op welke wijze men vindt dat kinderen zich ontwikkelen en welke rol of taak opvoeders hierin hebben. Opvoeding theorieën Opvoedingsideeën van de pedagogisch werkers worden vaak gevormd door reeds bestaande pedagogische theorieën over opvoeding. Sommige hiervan zijn uitgewerkt tot een praktische opvoedingsmethode. Een methode waar momenteel veel mee gewerkt wordt, en waar onze keus naar uitgaat, is die van Thomas 1 Gordon . Centraal in deze methode staat het luisteren naar de kinderen. Andere belangrijke elementen in deze methode zijn: • het ingaan op behoeften en gevoelens van kinderen • vanuit respect voor elkaar, naar elkaar luisteren • “ik”-boodschappen geven • samen oplossingen vinden voor problemen • zelfstandigheid bevorderen • opvoeders maken ook fouten: erkennen en bereid zijn ervan te leren • eigen behoeften, stemmingen en gevoelens spelen een rol bij de opvoeding een opvoeder kan en hoeft niet altijd consequent of aardig te zijn. De Gordon methodiek is niet gebaseerd op een bepaalde theorie. De theorie sluit daarentegen wel goed aan bij 2 de theorieën van Janus Korczak en Alice Miller . Hierin staat het luisteren naar kinderen centraal. Hieronder een aantal basiselementen uit beide theorieën • • • • • • •
Janus Korczak Volwassenen hebben de neiging om een kind te beschermen en te betuttelen; hiermee ontneem je het kind de kans om zichzelf te ontwikkelen tot een onafhankelijk persoon< gelijkwaardige relatie volwassene- kind. Het wezenlijke in de omgang met kinderen is het kind serieus te nemen in alles wat het doet< respect eigenheid kind. Het ontplooien van de sociale ontwikkeling en zelfstandigheid. Alice Miller Persoonlijke wensen en verlangens van opvoeders t.a.v. kinderen belemmeren de ontplooiing van het kind; het kind vormt zich zoals de opvoeders het willen, om lief gevonden te worden Onvoorwaardelijke acceptatie Openstaan voor de gevoelens van het kind< respect voor gevoelsleven kind Het ontplooien van de emotionele ontwikkeling.
Pedagogische visie van BSO De Antoontjes Kinderen in de leeftijd van 4 t/m 12 jaar een veilige en gezellige plek bieden na schooltijd. Een leefsituatie creëren waarin het kind in zijn/haar behoefte word voorzien en zich kan ontplooien. Een plek waar kinderen graag komen en waar ze zichzelf kunnen zijn. Een plek van waaruit ze allerlei uitdagende speelmogelijkheden en activiteiten kunnen ondernemen, zowel individueel als in groepsverband. Het belang van het kind en de vrije tijd van het kind staan hierin centraal. De tijd na school is hun vrije tijd en het is van belang dat kinderen deze vrije tijd zoveel mogelijk op hun eigen manier vorm kunnen geven/invullen. Hierin staat uiteraard het contact maken en onderhouden met zowel kind als ouder centraal. Regels Deze zijn nodig om een leefbare prettige situatie te kunnen creëren. Vanwege het gegeven dat zo goed als alles in groepsverband gebeurt, worden er grenzen gesteld aan wat acceptabel is binnen de groep. Deze regels liggen in het verlengde van hoe we met elkaar omgaan. Regels zijn er ook om buigzaam mee om te gaan; Soms moet je het ene belang tegen het andere belang afwegen. Pedagogische uitgangspunten Het accent ligt hier op het bieden van een prettige vrijetijdsbesteding. Presteren maakt onderdeel uit van de schoolbanken, dat hoeft hier niet. Het is belangrijk dat kinderen tot vrij spel komen en hieraan plezier ontlenen. Het actief leren word hier ook aan ontleend. Kinderen zelf laten kiezen stimuleert hun in hun zelfvertrouwen en draagt bij aan hun verdere ontwikkeling. Tevens maakt het hun bewust van de keuzes die ze maken. 4
Pedagogisch beleid BSO De Antoontjes 2014
Het creëren van een gezellige omgeving waarin structuur, veiligheid( fysiek )en geborgenheid centraal staan. Het kind staat centraal: ieder kind is uniek. We zien het kind als een individu met zijn eigen aanleg, ontwikkeling, temperament en behoeften. We bieden ieder kind om zijn eigen persoonlijkheid te ontwikkelen. We nemen kinderen serieus en luisteren naar hun. Kinderinspraak achten wij belangrijk, hier wordt dan ook aandacht aan besteed. Op de BSO leven kinderen in een groep. Dit biedt voordelen: er zijn altijd kinderen om mee te spelen. Echter zijn er ook kinderen die behoefte hebben aan privacy en soms alleen willen spelen. We willen dat kinderen respectvol met elkaar omgaan. Doordat ze onderdeel uitmaken van een groep, ontdekken zij hoe ze om kunnen gaan met verschillen en hoe ze rekening moeten houden met anderen. Het is de taak van de pedagogisch medewerker om in te gaan op de signalen van het kind, waarin structuur word gebracht en zorg draagt voor een gezellige sfeer. Citaat van Francine Oomen Respect2all Begint bij respect voor jezelf Respect voor jezelf is respect voor anderen. Respect voor anderen is respect voor “anders”. Eigenlijk zijn we helemaal niet zo anders als we denken. Diep van binnen willen we allemaal hetzelfde: respect. En wat is respect?.. respect is anderen behandelen zoals jezelf behandelt wilt worden. Anders is leuk! ( uit de gouden reeks boekjes ).
Hoofdstuk 4 Pedagogische doelstellingen Dit zijn aandachtspunten voor het pedagogisch handelen, ze beogen continuïteit in het pedagogisch handelen. Per doelstelling proberen we een beeld te schetsen van hoe het in de praktijk is/ beleefd word.
We onderschrijven 6 doelstellingen 1 We bieden kinderen een sfeer van veiligheid( fysiek) en geborgenheid. 2 De tijd die de kinderen hier doorbrengen is vrije tijd 3 We willen kinderen zelfstandigheid en vrijheid bieden 4 We geven kinderen inspraak. 5 We hebben aandacht voor het groepsgebeuren. 6 We hebben aandacht voor waarden en normen.
1. We bieden kinderen een sfeer van veiligheid en geborgenheid Kinderen hebben veiligheid en geborgenheid nodig om zich te ontwikkelen. Pas als een kind zich veilig voelt kan het zichzelf zijn. Door in te gaan op de signalen die de kinderen afgeven winnen we hun vertrouwen wat tevens de basis vormt voor de verdere verstandhouding tussen kind en pedagogisch medewerker. Gevoel van acceptatie is hier ook van belang. We proberen een sfeer te creëren wat huiselijk en gezelligheid uitstraalt zodat elk kind goed tot zijn /haar recht komt. De pedagogisch medewerker toont interesse in het kind en geeft het persoonlijke aandacht. Praktijkvoorbeelden Voorafgaand aan de plaatsing doet zich een intake voor waarbij het kind mee mag komen om alvast kennis te maken en rond kan kijken op de groep. Indien een kind meer tijd nodig heeft om te wennen, wordt hier rekening mee gehouden door een opbouwrooster in te stellen. Wanneer het kind eenmaal op de groep is stellen we het voor aan de andere kinderen of het kind stelt zichzelf voor. Tijdens de groepsactiviteit stimuleren we het kind om hieraan deel te nemen zodat het kind in contact komt met andere kinderen. Het nieuwe kind koppelen aan een kind, die het nieuwe kind wegwijs maakt. Rustpunten op de groep creëren door iets te eten of te drinken. Drukke activiteiten worden afgewisseld door rustige activiteiten. Het kind complimenteren ter stimulering van het zelfvertrouwen waardoor dit vergroot word. Het kind een taak/verantwoordelijkheid geven werkt ook bevorderlijk. Gevoel van saamhorigheid creëren doen we door met elkaar te praten over gebeurtenissen, gezamenlijk een activiteit ondernemen en samen feest vieren. 5
Pedagogisch beleid BSO De Antoontjes 2014
2. De tijd op de BSO is vrije tijd De tijd die ze hier doorbrengen mogen ze besteden naar gelang het hun schikt. Het is van belang dat kinderen de keuze hebben in wat ze willen en eventueel met wie. Gevoel van ontspanning en plezier staat hier voorop. Vrije tijd kan bestaan uit deelname aan georganiseerde activiteiten en vrij spel, een balans tussen beide is essentieel daar een kind ook moet leren om zichzelf te vermaken. Praktijkvoorbeelden Sommige kinderen vinden het ontzettend fijn om gewoon niks te doen; liggen op de bank, vloerkleed of aan tafel de boel observeren. De mogelijkheden die er zijn om te komen tot vrij spel zijn, al is bovenstaande ook vrij spel,; knutselen, buiten spelen, gezelschapsspellen, lezen etc. De georganiseerde activiteiten zijn altijd vrijblijvend, echter bij uitstapjes buiten de deur is het wel de intentie dat iedereen hieraan meedoet. Kinderen mogen, indien de bezetting dit toelaat, een vriend(in) meenemen naar de BSO. We organiseren verschillende activiteiten met de kinderen, zoals: dansen, sport en spel, knutselen etc. Door bepaald materiaal aantrekkelijk neer te zetten, stimuleren we de kinderen tot spel. Dit doen we door een nieuw spel te introduceren of een andere opstelling van het materiaal. 3. We willen de kinderen zelfstandigheid en veiligheid bieden Bij De Antoontjes willen we de kinderen zelfstandigheid bieden en hun hierin ondersteunen en stimuleren. Net als met “vallen en opstaan” is dit ook een leerproces die kinderen gaandeweg aanleren. Hier hebben zij echter wel hulp bij nodig van ons als pedagogische medewerkers en ouders. Het is van belang dat kinderen zelfstandig kunnen zijn door keuzes en fouten te maken en daar de consequenties van leren inzien. Het overzien van het e.e.a. is een rijpingsproces die ze nog moeten doormaken. Naarmate ze ouder worden, veranderen de interesses van de kinderen en hun wereld wordt groter. Enerzijds hebben ze nog de behoefte naar huiselijkheid, veiligheid en geborgenheid, anderzijds worden ze steeds zelfstandiger, zoeken grenzen op en worden “mondiger”. Voor het kind kan dit heel verwarrend zijn en moeilijk om een balans hierin te vinden. Het is onze taak om de kinderen een veilige omgeving te bieden waarbij we moeten waken voor over bescherming, dit kan hun namelijk belemmeren in hun ontwikkeling. We stimuleren de kinderen door naar hun te luisteren en consequent te zijn. Kinderen zijn nog zoekende en zoeken in die zin de grenzen op. Het is onze taak om als volwassenen de grens aan te geven zowel die van het kind als van de volwassenen. Kinderen kunnen dit simpelweg nog niet overzien, dat is een rijpingsproces wat zich nog ontwikkeld. De behoefte aan vrijheid verschilt per kind. Dit hangt af van de sociaal emotionele ontwikkeling en/of verstandelijke ontwikkeling van het kind. De weerbaarheid van een kind verschilt in die zin ook per kind. Al bij al is het onze taak om hier waakzaam op te zijn en alert op te reageren. Hier zal dan ook rekening mee gehouden moeten worden. Het kind overladen met regels en sancties werkt niet bevorderlijk. Integendeel het zal meer verzet met zich meebrengen. Kinderen zijn voor rede vatbaar en dat is waarop ingespeeld moet worden. De insteek is positief benaderen en in gesprek gaan en in gesprek blijven. Contact houden is van groot belang. Duidelijke afspraken maken, en het kind daarop wijzen indien hij/zij de afspraken niet nakomt. Ook dit is een leerproces. Praktijkvoorbeelden Nadat de kinderen van het speelplein zijn opgehaald dienen de kinderen zelf zorg te dragen voor het uitdoen van hun jas en deze op te hangen, schoenen aan/ uitdoen en in de mand doen. Kinderen die een zelfstandigheidcontract hebben voor het binnen/buitenplein, melden zich eerst bij de groepsleiding. Zelf hun brood, cracker smeren Na het gezamenlijk eten en drinken mogen kinderen kiezen wat ze willen doen, afspraak is dat ze hetgeen waar voor gekozen is opruimen/afmaken voordat ze aan iets anders beginnen. De kinderen hebben de vrijheid om op de gang te spelen mits ze zich aan de afspraak houden van niet in het trappen en entreehal. Tijdens het afruimen mogen de kinderen meehelpen; taakverdeling Wanneer iets niet mogelijk is, bieden we een mogelijkheid aan. Tijdens een uitstapje lopen de kinderen twee aan twee waarbij we het oudste kind koppelen aan een jonger kind. Op speelterrein hebben ze vrij spel waarbij we hun uitleggen dat ze in het zicht moeten blijven, dit word vertaald in; zolang ij ons kan zien, zien we jou ook. 6
Pedagogisch beleid BSO De Antoontjes 2014
Een kind geeft zich op voor een activiteit na school en gaat hier alleen of samen met andere kinderen naartoe. Mits de activiteit zich in de gymzaal plaatsvind. Bij een conflict tussen de kinderen, de kans geven om het eerst zelf op te lossen. Indien nodig ondersteuning bieden. 4 We geven kinderen inspraak BSO De Antoontjes is van en voor de kinderen. We betrekken hun bij de planning van de activiteiten, het aanschaffen van spelmateriaal en over regels op de groep. We houden rekening met hun interesses, waarbij we hun vragen om zelf met ideeën aan te komen. Onze ervaring is dat wanneer je kinderen inspraak geeft, ze zich gewaardeerd en serieus genomen voelen; “ik hoor erbij”, ik ben belangrijk. Doordat ze bij het geheel betrokken raken, voelen ze zich vaak meer verantwoordelijk voor het resultaat. Een voorstelling krijgen van de belevingswereld van kinderen is voor volwassenen niet altijd even makkelijk, door hun te vragen wat hun bezighoudt en wat hun dromen zijn kun je zicht hierop krijgen. Praktijkvoorbeelden Verschillende kinderen met verschillende wensen, vaak zal er een compromis gesloten moeten worden. De wensen worden met de kinderen besproken en de leiding neemt uiteindelijk de beslissing. Voor het aanschaffen van nieuw speel/knutselmateriaal vragen we aan de kinderen wat ze graag zouden willen. De regels stellen we positief op; wat mag op de opvang? Samen met de kinderen nieuw speelgoed uitpakken. Activiteiten die aanslaan herhalen
5 We hebben aandacht voor het groepsgebeuren Hier ligt het accent op het sociaal samenzijn. Over het algemeen brengen de kinderen op school de dag door in een grote groep. Naar ons idee hebben de kinderen op de BSO minder behoefte om in een grote groep te functioneren. We geven de kinderen de mogelijkheid om, naast het gezamenlijk eten en drinken, subgroepjes te vormen. Het buitensluiten van kinderen mag echter niet. Onze opvang maakt het mogelijk om de inrichting, activiteiten, en spelmateriaal af te stemmen op de leeftijd en behoeftes van het kind. Het groepsgebeuren richt zich op: sub groepjes, feesten en rituelen, inrichting, activiteiten/workshops en het eten en drinken op de groep. Praktijkvoorbeelden Samen eten en drinken bevordert de sociale contacten tussen de kinderen. Als een kind iets wil vertellen verzoeken we de andere kinderen om te luisteren en een vinger op te steken als het kind iets wil vragen/vertellen, zodat er niet door elkaar gepraat word. De ruimte biedt de mogelijkheid om alleen of samen met een kind te spelen. We bieden het kind de mogelijkheid om zijn/haar verjaardag te vieren. Feesten als Kerst, Sinterklaas, Ramadan, Valentijn en Pasen worden ook gevierd. We koppelen een seizoen aan een activiteit. Deze zijn wel vrijblijvend. De kinderen mogen kiezen of ze het werkje mee naar huis nemen of dat wij het op de groep mogen laten hangen. Aan het eind van het jaar en tegen het begin van de zomer aan houden we een feest voor de kinderen en ouders.De kinderen krijgen dan bv theater aangeboden door Koos Kneus. De activiteiten die tot stand komen, zijn voor alle kinderen of in ieder geval dat alle kinderen de kans krijgen om ergens aan mee te doen. 6 We hebben aandacht voor waarden en normen Het overbrengen van waarden en normen speelt in de opvoeding van kinderen voortdurend een rol. Waarden geven uitdrukking aan de betekenis die mensen hechten aan bepaalde gedragingen , dingen en gebeurtenissen. Het zijn ideeën of opvattingen die aangeven hoe belangrijk mensen iets vinden. Het overbrengen van deze waarden en normen is een belangrijk facet waar je niet omheen kunt. Waarden zijn onmiskenbaar cultuurgebonden; ze veranderen na verloop van tijd en ze variëren van samenleving tot samenleving. Binnen een samenleving kunnen verschillende(culturele) groeperingen verschillende waarden aanhangen. Normen zijn de gedragsregels die hieruit voortvloeien en die geven aan hoe men zich behoort te gedragen. 7
Pedagogisch beleid BSO De Antoontjes 2014
Praktijkvoorbeeld Een kind wordt in de eerste plaats gevormd door hetgeen hij/zij in de thuissituatie ziet/beleeft. Dit is zijn/haar referentiekader, oftewel de bril waaruit hij/zij kijkt. Op het moment dat het kind naar school, clubjes en naar de opvang gaat zal het kind met andere normen en waarden te maken krijgen. Waarden en normen worden op verschillende manieren doorgegeven bv; • Door verbaal duidelijk te maken aan de kinderen welk gedrag zij goed/afkeuren. • Door, zonder woorden, met lichaamstaal duidelijk te maken aan de kinderen welk gedrag zij goed/of afkeuren. • Door te fungeren als een voorbeeld voor hun kinderen, kinderen kijken naar hun ouders en zien hoe zij zich onder allerlei omstandigheden gedragen. • Ouders leven voor, kinderen nemen over. De pedagogisch werker(s) is beroepsmatig bij de kinderen betrokken, hebben met meerdere kinderen tegelijk een relatie en hanteert de groep als geheel op pedagogische wijze. Dit neemt echter niet weg dat de pedagogisch werker bepaalde normen en waarden op de kinderen zullen overbrengen. Welke waarden en normen dit zijn, heeft te maken met zijn/haar referentiekader. Echter, de pedagogisch medewerker is een professional en word geacht de groep pedagogisch te begeleiden. De pedagogisch medewerker wisselt in de omgang met de kinderen steeds van rol, zoals de stimulerende, de troostende, de belonende, de strenge en de vriendelijke opvoederrol. Wij vinden het belangrijk dat ieder kind tot zijn/haar recht komt en dat de tijd die een kind bij ons doorbrengt als prettig ervaart. Wij zullen ons dan ook open en alert moeten opstellen. Binnen het kader Waarden en Normen besteden we aandacht aan aspecten als: Intermenselijke relaties We leren de kinderen om met respect met elkaar om te gaan. De pedagogisch werker geeft hierin het voorbeeld door respectvol met elkaar, kinderen, ouders en andere gasten om te gaan. Vriendschappen tussen kinderen worden gestimuleerd. De pedagogisch medewerker probeert ervoor te zorgen dat de kinderen een hechte band vormen. Bij ruzies tussen de kinderen wordt meestal getracht het de kinderen zelf op te laten lossen. Kinderen worden gestimuleerd om conflicten uit te praten. Gedragsvormen als; schreeuwen, schelden, vloeken, slaan en spugen worden niet getolereerd. Het belonen van goed gedrag gebeurt door middel van complimentjes. Straffen doen we niet. Kinderen die “storend” gedrag vertonen nadat zij meerdere malen hierop aangesproken zijn, moeten aan tafel of op de bank zitten en krijgen van ons de boodschap om na te denken over het gedrag. Dit mag niet langer dan een paar minuten duren, vervolgens gaat de pedagogisch medewerker in gesprek met het kind (eren). Ouder word op de hoogte gesteld van de gebeurtenis. Individualiteit en karakter Er wordt rekening gehouden met de behoeftes van ieder kind. Het ene kind wil zich lekker uitleven, het ene kind vind moeilijk aansluiting en het andere kind wil rustig zitten en niks doen. Binnen onze opvang is hier ruimte voor. Elk kind is anders en vraagt ook om een andere benaderingswijze. Het is van groot belang dat hier rekening mee wordt gehouden. Diversiteit Binnen onze samenleving hebben we kinderen met verschillende culturele achtergronden. Deze kinderen worden in de groep opgenomen. Vanuit deze verschillende achtergronden kan het voorkomen dat kinderen in aanraking komen met verschillende gewoonten en opvattingen. Religie kan hierin ook een rol spelen. Hier wordt aandacht aan besteed door het bespreekbaar te maken waarin men geleerd word om respectvol met elkaar om te gaan. Binnen onze opvang is elk kind gelijkwaardig. Rituelen, seizoenen en vieringen Binnen onze opvang wordt hier volop aandacht aan besteed Te denken valt aan Kerst, Sinterklaas, Pasen, Ramadan en seizoengebonden rituelen. Voor zoveel mogelijk, wordt er rekening gehouden met gewoonten wat betreft voedsel en andere zaken. Samen leven/samen verantwoordelijk We proberen kinderen te leren dat daar waar je samen leeft, je samen verantwoordelijk voor bent. Dit begint thuis, heeft een vervolg op school, bso, buurt, maatschappij etc. We leren kinderen om respectvol met elkaar om te gaan. Inzicht hierin verkrijgen doen kinderen door het voor hun te vertalen in bv; hoe kwam het op je over, wat had je graag willen zien, wat heb je hiervan geleerd, hoe zou je het de volgende keer aan kunnen pakken etc. We leren de kinderen om zorgvuldig met materialen om te gaan. We wijzen de kinderen erop dat als iets kapot gaat, niemand meer ermee kan spelen. Materialen die stuk gaan worden gemaakt of weggegooid. 8
Pedagogisch beleid BSO De Antoontjes 2014
Waar afvalscheiding mogelijk is, wordt dit gedaan en uitgelegd waarom dit beter is voor het milieu. Het actuele wereldbeeld kan onderwerp van gesprek zijn in een groep zonder hier direct een hele zware last van te maken. Regels binnen de BSO Binnen de BSO gelden de normale omgang regels die ook op de school aanwezig zijn zoals: niet vloeken, schreeuwen, schelden, slaan, schoppen, respect hebben voor elkaar en elkaars spullen, etc. Verder gelden er nog een aantal specifieke regels: • eten en drinken op de groep • geen snoep mee • geen geld mee • handen wassen voor het eten • zuinig omgaan met de spullen van de opvang en van elkaar • geen speelgoed/spullen mee naar de opvang • afmelden als uw kind ziek is of niet komt • we luisteren naar elkaar en naar de leiding • we gaan zorgvuldig om met materialen • we zorgen voor een goede hygiëne
Hoofdstuk 5 kwaliteitsbeleid Ter ondersteuning van de pedagogisch werker(s) bij de uitvoering van het werk, zijn er diverse protocollen uitgewerkt. Deze protocollen zijn te vinden in het kwaliteitshandboek die op onze opvang te vinden is. • • • • • • • •
Toedienen van medicijnen Te laat ophalen van kinderen Zelfstandigheidbeleid Beleid overdracht bijzonderheden Beleid foto’s en filmen Uitstapjesbeleid Hygiënebeleid Meldcode Kindermishandeling, juli 2013. Aangevuld met Leidraad meldingen IGZ, oktober 2013 en document Vertrouwensinspecteur, juli 2013 • Ziekte beleid(2) incl. bijlage ziektebeelden • Verlaten van stamgroep • Vermissing kind • Protocol competentieontwikkeling voor Pedagogisch medewerkers in opleiding • Beleid problemen bij het ophalen van kinderen • Voedingsbeleid • Huishoudelijk reglement Antoontjes • Huisregels • Gegevens van hulpverlenende instanties • Reglement oudercommissie • Huishoudelijk reglement oudercommissie • Overzicht leden van de oudercommissie • Protocol opzegging (Deze protocollen hangen op de groep. Een aantal van de protocollen liggen ter inzage op kantoor.) Een aantal van deze documenten zijn reeds met de oudercommissie bekeken en besproken. De resterende documenten zullen t.z.t. met de oudercommissie bekeken en besproken worden. Bovengenoemde documenten hangen voor de ouders ter inzage op de groep of op kantoor. Tijdens ons team overleggen worden naast andere zaken ook de beleidstukken besproken.
Diversen -
Respect/privacy vooraf contact met de ouders over contacten met school, hulpverleningsinstanties etc. vooraf informeren van ouders over stages en de daarbij behorende activiteiten, zoals observeren, verslaglegging of video-opnames geen informatie geven over kinderen en/of ouders aan andere ouders geen informatie geven over kinderen en/of ouders aan derden zonder toestemming. Respect voor de leefwijze, eetgewoontes, festiviteiten en rituelen alsook religie van het gezin.
Informatie/afspraken Tijdens de intake ontvangt de ouder alle informatie die relevant is voor de plaatsing van het kind. Formulieren die van belang zijn worden ter plekke ingevuld en besproken. Deze worden opgenomen in het dossier van het kind 9
Pedagogisch beleid BSO De Antoontjes 2014
Over kinderen Over het wel en wee van het kind worden ouders geïnformeerd tijdens de oudergesprekken en tijdens de breng en haal momenten. Regels m.b.t. de kinderen, huisregels en veranderingen, belevenissen van het kind worden de ouders direct over geïnformeerd. Andere bijzonderheden worden opgenomen in het dossier van het kind.
1
Dr. Thomas Gordon(11 maart 1918- 26 augustus 2002) was een Amerikaans klinisch psycholoog, student en later collega van Carl Rogers(samen met Abraham Maslow grondlegger van de humanistische psychologie). Hij werd vooral bekend vanwege zijn zg. Gordonmethode. Hij introduceerde begrippen als actief luisteren, "ik-boodschap", e.d. in de communicatie tussen mensen. Met zijn boek "luisteren naar kinderen" lanceerde hij een methode om de opvoedingsstijl en de relaties tussen ouders en kinderen te verbeteren. Het was in de tijd van "antiautoritaire opvoeding" (die een reactie was tegen de voorheen autoritaire opvoedingsstijl) een synthese. Hij profiteerde aldus van de tijdsgeest. Later paste hij de methode ook toe op andere situaties zoals onderwijs, sociale reclassering, kinderopvangverblijven, e.d.
2 Alice Miller ( Polen 1923) is een kinderpsycholoog, schrijfster en kunstschilderes. Ze is vooral bekend door haar onderzoek naar en strijd tegen kindermishandeling. In 1933 promoveerde ze tot doctor in de filosofie, psychologie en sociologie. Ze heeft twaalf boeken geschreven die vertaald zijn in 30 talen. Het fundament van haar schrijfwerk valt te lezen in Het drama van het begaafde kind(1979).
10
Pedagogisch beleid BSO De Antoontjes 2014