pastoralia Beleid s- e n i nform at i e b l ad A art sb isd om M e c h e l e n - B russ e l o kt o ber 2 0 1 2 • nummer 8
AARTSBISSCHOP LéONARD • Wonderen voor vandaag BIJDRAGEN • Pastorale brief van de Belgische bisschoppen • Gloednieuw oratorium voor Hanswijkjubelfeesten • Diocesane bedevaart naar Lourdes • Studentenpastoraal in Brussel en Leuven • Kerk in Nood in dienst van wereldkerk
UIT DE VICARIATEN • Vaticanum II en het godsdienstonderwijs • Reflectie op Metropolis-Brussel
MAANDBLAD • NIET IN JULI/AUGUSTUS • AFGK. ANTWERPEN X • P. 2A9707
2
pastora l ia
i n h o u d
PAST ORAL IA Maandblad van het aartsbisdom Mechelen-Brussel
3
V OOR W OOR D
4
W O N D E R E N V OOR V A N D AA G
7
PASTORAL E B RI E F : C H RIST E N Z I J N I N D E Z E TI J D
8
K AT H OLI E K E K E R K 2 . 0 : W E B SIT E O V E R V ATI C A N U M II
9
N I E U W E E V A N G E LISATI E : M E TROPOLIS - B R U SS E L ALS V I N G E RO E F E N I N G
11
N I E U W ORATORI U M V OOR H A N S W I J K J U B E L F E E ST E N
14
V ATI C A N U M II E N H E T G O D S D I E N STO N D E R W I J S
16 18
F OTO V E RSLA G : D IO C E SA N E B E D E V AART N AAR LO U R D E S K E N N IS M A K I N G M E T U P - L E U V E N
20 ST U D E N T E N PASTORAAL
I N R U A C H ( B R U SS E L )
22
N I E U W E U IT G A V E N
24
K E R K I N N OO D L E N I G T N O D E N V A N D E W E R E L D K E R K
27
V A N U IT D E V I C ARIAT E N
29 P E RSO N ALIA 30 AA N K O N D I G I N G E N
ILLUSTRATIES Ria Dereymaeker: 20, 21 Filip Dujardin: 11 Claire Jonard: 5, 16, 17 Kerk in Nood: 24, 26 Hans Medart: 3 Rights reserved: 6, 13 UP Leuven: 18, 19 © Metropolis 2012: 9
D a ge l i jk s n i euw s o ve r ke r k en r e l i g i e . W a a r ? o p de web s i t e : www . ke r kne t . be k l i k o p n i euw s be r i ch t en
Redactie Koen Cauberghs Marcel De Pauw, MSC Ria Dereymaeker Tony Frison Jan Goyvaerts Jeroen Moens Jean Paul Pinxten Fons Uytterhoeven Etienne Van Billoen Corrector Karel Evenepoel Vertalingen Luk Van den Broeck Eindredactie Jeroen Moens Redactie en administratie Pastoralia Wollemarkt 15 2800 Mechelen Tel. 015 21 65 01 Adreswijzigingen en abonnementen Maria Peeters Tel. 015 29 26 17
[email protected] Grafische vormgeving Peer de Maeyer Zetwerk, opmaak en druk Halewijn Halewijnlaan 92 2050 Antwerpen Lid VUKPP Abonnementen - een jaarabonnement op Pastoralia kost 25 euro - een gecombineerd jaarabonnement met de Franstalige uitgave kost 45 euro - het bedrag kan gestort worden op rekening IBAN: BE43 2300 7229 2201 BIC: GEBABEBB t.a.v. Pastoralia Nederlands, Wollemarkt 15 2800 Mechelen Verantwoordelijke uitgever Etienne Van Billoen Wollemarkt 15 2800 Mechelen
3
p ast orali a
Voorwoord
Enkele overwegingen bij het Instrumentum laboris van de volgende synode Vorig jaar werden de Lineamenta (de ‘grote lijnen’) over het thema van de nieuwe evangelisatie gepubliceerd. De bisschoppenconferenties werden uitgenodigd hierop te reageren. Op basis van die antwoorden is het Instrumentum laboris (‘werkinstrument’) verschenen. Het zal het referentiedocument vormen voor de 13de Algemene Vergadering van de Bisschoppensynode, van 7 tot 28 oktober. Men kan bezwaarlijk stellen dat het om boeiende lectuur gaat. De tekst werd ons in het Frans ter hand gesteld, maar het is veeleer een Italiaanse tekst in een Frans kleedje. De stijl is ook vrij langdradig, met vaak onnodige nuanceringen en overtolligheden. Naast de inleiding en het besluit, is het document onderverdeeld in vier hoofdstukken: I. Jezus Christus, Gods Evangelie voor de mens, II. De tijd voor een nieuwe evangelisatie, III. Het doorgeven van het geloof, IV. Het pastoraal werk nieuw leven inblazen. In het eerste hoofdstuk trekken twee punten onze aandacht. Allereerst is er de stelling dat de belangrijkste motor van de evangelisatie de liefde van Christus voor het heil van alle mensen is. Dat betekent dat de Kerk zich niet mag beperken tot kennisoverdracht of het bijbrengen van technische vaardigheden, (§ 34), ook al zijn die onontbeerlijk in een communicatiecultuur (cfr. hoofdstuk II, § 59-62). Daarnaast waarschuwt het document voor theorieën die de evangelisatieinspanning ondermijnen door te stellen dat het volstaat mensen te helpen om meer mens te worden of het geloof trouwer te beleven (§ 35 en 37). Ook van het tweede hoofdstuk stippen we graag enkele onderwerpen aan. Vooreerst zijn er punten die in een geseculariseerde cultuur dienen uitgewerkt, met name het geloof in een persoonlijke God, Schepper en Voorzienigheid; de openbaring van Jezus als de enige Redder; aandacht voor de fundamentele ervaringen van het menselijke bestaan, zoals de geboorte, de dood, het gezin en de verwijzing naar de natuurwet binnen de ethiek (§ 43). Vervolgens is er de invloed van een omgeving die, zonder het geloof altijd frontaal aan te vallen, een mentaliteit uitstraalt waarbij God in feite afwezig is (§ 52-55). Het derde hoofdstuk formuleert veel interessante aandachtspunten. Zo wordt er verwezen naar de ‘nieuwe evangelisatoren’: groepen of bewegingen die zich toeleggen op evangelisatie, en die model staan voor parochies en individuen die rekenschap willen geven van hun geloof (§ 115). Ten tweede gaat het over de belangrijke bijdrage van die ‘evangelisatoren’ tot de heropbloei van de roepingen, die zo nodig zijn voor de evangelisatie (cfr. hoofdstuk IV, § 159-161). Ten derde is er het belang van een nieuwe apologetiek en van de bevordering van de sociale leer van de Kerk (§ 119 en 124; cfr. hoofdstuk II, § 56-58). Het vierde hoofdstuk biedt talrijke suggesties: de dooppastoraal – of het nu gaat om kinderen, adolescenten of volwassenen – als prioritaire kans voor de nieuwe evangelisatie (§ 135); een beter begrip van de theologische betekenis van de volgorde van de initiatiesacramenten, zijnde het doopsel, het vormsel en de eucharistie (§ 137); de noodzaak om werkvormen te ontwikkelen voor de eerste kerugmatische geloofsverkondiging (§ 138 tot 142); het belang van de predicatie, vooral tijdens gelegenheidsvieringen zoals dopen, huwelijken, begrafenissen en feesten; de rijkdom van het ritueel gevierd verzoeningssacrament; de volksdevotie, de Mariadevotie, de voorbereiding op het huwelijk (§ 143-146), de inspanningen van katholieke scholen en universiteiten (§ 147-152) voor de uitbouw van een pastoraal van het christelijke denken in relatie tot filosofie en wetenschap (§ 153-157). We beogen hier geen synthese van het Instrumentum laboris te bieden, maar enkele kernpunten naar voor te brengen uit een tekst die, door volledig te willen zijn, enige doorzichtigheid mist. + André-Jozef Léonard, aartsbisschop van Mechelen-Brussel
4
pastora l ia
Wonderen voor vandaag In het laatste nummer van Pastoralia benadrukte ik dat het voor de nieuwe evangelisatie belangrijk is de vraag van het kwaad zeer ernstig te nemen. Daarvoor moeten drie kwesties worden aangepakt die door de hedendaagse theologie vaak worden omzeild: de gevallen toestand van het universum waarin we leven (van de oerknal tot heden), de eschatologie (de gegronde hoop op de nieuwe hemel en de nieuwe aarde) en de protologie (het nadenken over de oorspronkelijke integriteit van de schepping, ‘vóór’ de val). In die context is het ook belangrijk de kwestie van het wonder aan te kaarten. Het wonder knoopt enerzijds binnen de huidige wereld aan bij de oorspronkelijke harmonie van de schepping en laat anderzijds de finale harmonie van het ‘herschapen’ universum vermoeden. Dit is des te belangrijker omdat, voor veel mensen, wonderen en verschijningen een onmiskenbare rol spelen om in momenten van vertwijfeling te volharden in hun geloof. Vandaar onderstaande korte, maar hopelijk verhelderende overwegingen.
DEZE WERELD OVERSTIJGEND Neem papier en schrijfgerief. Noteer de titel van dit artikel: ‘Wonderen voor vandaag’. Kijk, alles wat leidde tot het neerpennen van de titel, voldoet aan de natuurwetten, ook al is het hoegenaamd niet voor de hand liggend. Een elektrische en chemische orkaan stormde als het ware door uw hersenen. Het resulteerde in een neuronale transmissie van een zenuwimpuls die subtiele spiercontracties uitlokte, waardoor uw hand de pen greep en een aantal kleine bewegingen maakte. Dit ging op zijn beurt gepaard met een elektrochemische werveling die, onder een doelgerichte druk van de armspieren, de vorm bepaalde van elk op het papier verschenen inktspoor. Dit hele gebeuren werd ontketend in perfecte overeenstemming met de wetten van de natuur. En toch is dit alles niet ‘zomaar heel natuurlijk’ geschied. Gewoon uit zichzelf zou ons lichaam nooit deze zin geschreven hebben. Vooral omdat de pennentrekken letters vormen, die in een welbepaalde taal een betekenis krijgen, die enkel iemand kan ontcijferen die dezelfde taal beheerst. Zelfs al zijn onze zenuwcellen en spieren onontbeerlijk om die paar woorden Nederlands neer te schrijven en zijn ze in staat om dat te doen, toch kan je ervan op aan dat ze, strikt genomen, geen Nederlands kennen... Onze betekenisvolle geluiden of schrifttekens overstijgen in die zin de nochtans fantastische vaardigheden van onze hersenen en onze spieren. Het is van een andere orde. In een breder perspectief kunnen we dit zien als een wonder, als we met
‘wonder’ een gebeurtenis bedoelen die, al doet ze zich binnen deze wereld voor, de mogelijkheden ervan overstijgt. Elke betekenisuiting in deze wereld toont aan dat het menselijk lichaam als een ‘geestelijk’ paard van Troje opduikt in het hart van de materie. Het ‘wonder’ (in de brede betekenis) van het schrijven getuigt zo in de natuur zelf van een andere werkelijkheid, een andere orde, die we gemeenzaam ‘de geest’ noemen.
WONDER: EEN RUIM BEGRIP Een christen gelooft terecht dat er in de realiteit meer is dan de fysieke wereld die we zien. Voortbouwend op sterke rationele argumenten, maakt hij zich, met vrezen en beven, sterk over het bestaan van de innerlijke wereld van de ziel, van de engelen als zuiver geestelijke wezens, en uiteindelijk van God. Voor hem doet een ‘wonder’ zich dus voor wanneer een gebeurtenis boven de fysieke en psychische mogelijkheden van ons universum uitstijgt en binnen deze wereld getuigt van een persoonlijke macht die de capaciteiten van de wereld en van onze geest te boven gaat. Het wonder is een gebeuren waar God zelf direct aan het werk is in de fysieke of psychische wereld, zonder dat natuurkrachten dit afdoende kunnen duiden. Tot de categorie ‘wonder’ behoren dus, naast bovennatuurlijke visioenen (de verschijningen) en enkele totaal onverwachte bekeringen, ook voedselvermenigvuldigingen of fysieke genezingen. Dat is wel een ruimere betekenis dan deze die geldt bij zalig- of heiligverklaringen, waar het
5
p ast orali a
we er iets mee zouden aanvangen! De vruchten van die verschijningen zijn wonderbaarlijk. Wat een genade gaat er van die plaatsen uit! Zelfs de niet erkende of heftig gecontesteerde oorden, zoals San Damiano of Medjugorje, waren en zijn plaatsen van diep doorleefde bekeringen. De zielzorgers kennen veel jongeren die een beslissende impuls voor hun roeping kregen bij een bezoek aan Medjugorje. We mogen ook de talrijke volwassenen niet vergeten die er een grondige ommekeer in hun bestaan beleefden. De officiële erkenning van de Kerk over de authenticiteit van deze verschijningen is gezaghebbend, maar men kan de feitelijke vruchten, die deze genadeplaatsen voortbrengen, niet ontkennen. dient te gaan om wonderen van fysieke aard. De erkenning van die wonderen steunt enkel op wetenschappelijke bevindingen over de vroegere en huidige gezondheidstoestand van een persoon.
persoonlijke ervaring gesteld dat God, tot op vandaag en in elke tijd, het hart van mensen naar zich toe wil trekken door bovennatuurlijke tekenen.
Godzijdank gebeuren er in de ruime zin van het woord talrijke wonderen in Christus’ Kerk. We mogen er blij om zijn en hoeven ons er zeker niet om te schamen! Ook al moet onze kritische zin alert blijven om illusies te vermijden... De wonderen vormden trouwens ook de basis voor de pastoraal in Jezus’ tijd. Het evangelie staat er vol van! Jezus trok de menigte aan door bepaalde tekenen die hij stelde en verkondigde precies daardoor de Blijde Boodschap van het Koninkrijk Gods. Het zou jammer zijn zich niet door zijn manier van doen te laten inspireren. Augustinus zelf, die lange tijd meende dat wonderen strikt beperkt bleven tot de evangelische tijd (om de Kerk te ‘lanceren’), heeft dit later herroepen en vanuit zijn
MARIAVERSCHIJNINGEN EN HUN VRUCHTEN In onze tijd zijn de Mariaverschijningen talrijk. De meest bekende en door de Kerk erkende vonden plaats in Rue du Bac in Parijs, La Salette, Lourdes, Pontmain, Fatima, Beauraing, Banneux en Kibeho. Die opsomming houdt geen rekening met verschijningen met een minder grote uitstraling en met diegene die nog niet zijn erkend. Telkens weer is het alsof de hemel zich opent en de aarde toelacht met de uitnodiging zich te bekeren. Verschijningen behoren weliswaar nooit tot de essentie van het geloof, maar als de Heer ze schenkt aan zijn Kerk en de wereld, is het toch opdat
GEBEDSGENEZINGEN Vaak ook getuigen mensen – vooral in het kader van gebedsbijeenkomsten geïnspireerd door de Vernieuwing in de Heilige Geest – van een diepgaande en blijvende innerlijke genezing en een overweldigende bekering. Vooral jongeren. Waarom zouden we ons daar niet over verheugen? Zoals zovelen mocht ik er geregeld de onthutste getuige van zijn. Is dit niet een voortzetting van de pinksterervaring waarbij de toehoorders van de apostelen diep getroffen de vraag stelden: ‘Wat moeten wij doen, broeders?’(cfr. Hand 2, 37). En bestaat niet daarin voor ons vandaag, net als voor Lucas, de vervulling van de profetie van Joël: ‘Daarna zal het gebeuren: Ik zal mijn geest uitgieten over alle mensen, profeteren zullen uw zonen en uw dochters, uw ouderen zullen dromen krijgen, uw
6
pastora l ia
jonge mannen zullen visioenen zien. Zelfs over de dienaren en de dienaressen giet Ik mijn geest uit in die dagen’ (Joël, 3, 1-2). Ook heb ik meermaals de kans gehad om in België of het buitenland aan te sluiten bij gebedsgroepen voor ziekengenezing. Die verliepen steeds in alle soberheid en zonder enige collectieve opwinding of psychologische manipulatie van de gebedsleiders. Sommige mensen herkenden zich op het moment zelf probleemloos in een of andere genezing. Ze getuigden er soms over in alle eenvoud. Mensen die hen al langer kenden, bevestigden in sommige gevallen de verandering. Misleiding, op zich altijd mogelijk, leek uitgesloten. Wat valt er hier over te zeggen? Spreken van een wonder in de betekenis van een door de Kerk volgens de officiële procedures erkend ‘mirakel’ zou onjuist zijn. Dat zou immers talrijke onmogelijke verificaties vergen onder vergelijkbare omstandigheden, tenzij we de Heer bidden zijn wonderen enkel in
een laboratorium te voltrekken... Maar, onder voorbehoud van een serene sfeer, zonder kunstmatige oververhitting en een minimum aan controles, lijkt het heel aannemelijk dat daar tekenen van de Heer aanwezig zijn, die geen hoon verdienen. Is het niet veeleer de vervulling van wat de Heer beloofd heeft op het moment van zijn Hemelvaart: ‘De volgende tekenen zullen hen die tot geloof gekomen zijn, begeleiden: in mijn naam zullen ze demonen uitdrijven, nieuwe talen zullen ze spreken, met hun handen zullen ze slangen opnemen, en als ze dodelijk gif drinken, zal hen dat niet deren. Zieken zullen ze de handen opleggen en zij zullen gezond worden’ (Mc 16, 17-18). En een beetje later merkt de evangelist op: ‘Zij trokken heen om overal de boodschap uit te dragen, terwijl de Heer meewerkte en het woord kracht bijzette door de begeleidende tekenen’ (Mc 16, 20). Hoewel enige voorzichtigheid geboden is (daag geen gifslangen uit en vermijd te veel cyanide!), mogen we ons
erover verheugen dat ons overvloedige en veelzeggende tekenen van de Heer zijn gegeven, vandaag net als gisteren, en ook morgen nog, als ons hart zich maar als een kind openstelt voor de gave Gods. Het sacrament van de ziekenzalving kende een mooie vernieuwing door het niet langer te beperken tot de lijdensweg van de stervende, als ‘laatste oliesel’. Het kan toegediend worden aan elkeen, verzwakt door ziekte, ouderdom of psychische nood. Maar ook buiten het sacrament van de zalving zou de Kerk er goed aan doen de gave van genezing die de Heer haar heeft toevertrouwd ernstig te nemen. Uiteraard met de nodige voorzichtigheid, maar vooral met een onbevooroordeelde vrijmoedigheid. + André-Jozef Léonard, aartsbisschop van Mechelen-Brussel
7
p ast orali a
Christen zijn in deze tijd
Pastorale brief van de bisschoppen van België
VOELING KRIJGEN MET HET HART VAN HET GELOOF Christen zijn gisteren en christen zijn vandaag, het verschil is hemelsbreed. En vooral in onze, van oudsher christelijke streken wordt dat veranderingsproces heel sterk ervaren. In de inleiding op hun pas verschenen pastorale brief Christen zijn in deze tijd omschrijven de bisschoppen van ons land het als volgt: ‘Er is een verleden dat we achter ons laten en een toekomst die we nog niet helemaal overzien. We moeten veel loslaten. Maar het is ook een boeiende tijd, die ons gegeven is als een kans en een genade. Opnieuw voeling krijgen met het hart zelf van het geloof, met wat ons tot christenen maakt: het is de grote uitdaging waarvoor we staan.’ Met hun (korte) brief gaan de bisschoppen in op de uitnodiging tot herbronning en vernieuwing van paus Benedictus XVI aan de wereldkerk om actief mee te werken aan het ‘Jaar van het Geloof’ dat niet toevallig op 11 oktober 2012 plechtig wordt geopend. Het is op die dag precies vijftig jaar geleden dat het tweede Vaticaanse Concilie van start ging. Christen zijn in deze tijd wil enkele aanzetten geven als antwoord op de vraag wat er verandert in het leven van iemand die christen is of wordt en als christen probeert te leven. ‘Wat betekent het christen te zijn en hoe kunnen wij daarbij helpen? Het zijn vragen die voor de toekomst van de Kerk almaar belangrijker zullen worden. We nodigen heel de geloofsgemeenschap uit om die vragen ter harte te nemen en erover na te denken.’
Onze samenleving vandaag gaat gepaard met prestatiedrang, stress, veel onzekerheid en angst. Lijden en gebrokenheid zijn schering en inslag. Tegelijk worden we geconfronteerd met onze eindigheid. Het leren delen en de oproep tot dienstbaarheid en solidariteit klinkt steeds harder in een maatschappij die, vandaag meer dan ooit, op zoek is naar zingeving. Het geloof is geen mirakeloplossing, maar tegelijk voelen velen zich aangesproken tot de vreugde en de eenvoud van het evangelie. Ze willen de originaliteit en de schoonheid van Jezus’ Blijde Boodschap (her)ontdekken en ervaren hoe levensvervullend het is ernaar te leven. ‘Het loont de moeite daarover met elkaar in gesprek te gaan’, schrijven de bisschoppen aan het slot van hun pastorale brief. ‘Samen zoeken naar wat het concreet betekent te leven in navolging van Jezus: het is de absolute prioriteit van de kerkgemeenschap. We kunnen elkaar daarbij inspireren en helpen.’
CHRISTEN ZIJN IN DEZE TIJD: ZES GETUIGENISSEN Inspelend op de brief van de Belgische bisschoppen Christen zijn in deze tijd maakt Braambos een uitzending waarin zes mensen getuigen over de accenten die voor hun gelovig-zijn belangrijk
zijn. Het zijn zes thema’s die in de pastorale brief aan bod komen: dankbaarheid, vergeving, niet leven vanuit macht, soberheid, solidariteit, de band tussen God en de naaste zijn. Zes verschillende getuigenissen, maar even opvallend is hoe de Bijbel de gemeenschappelijke inspiratiebron blijkt. Bij alle zes vertrekt het getuigenis vanuit een Bijbeltekst die hen dierbaar is. De zes getuigen zijn: godsdienstleerkracht Marie-Noël Jacqmotte, studente en lid van de Sint-Michielsbeweging Ruth Vanden Broucke, Rita Cleuren, kaderlid van Sibelga Koen Van De Cauter, diaken Leo Kwanten en catechiste Melva Rammelaere. Parochies, gebedsgroepen, catechisten en leerkrachten kunnen deze dvd gebruiken om te werken met de pastorale brief van de bisschoppen. De getuigenissen zijn via een menu afzonderlijk opvraagbaar en kunnen bijvoorbeeld dienen om een gesprek op gang te brengen. Christen zijn in deze tijd Pastorale brief van de bisschoppen van België is een uitgave van Licap cvba, ISBN 978-94-6196-013-9. Prijs: 3,00 euro. Online bestellen kan via www.licap.be of via
[email protected]. De dvd met de zes getuigenissen en de Braambos-uitzending kost 10 euro en is vanaf midden september te koop in de liturgische centra of rechtstreeks bij Castrum vzw - Afdeling AVIMO, Liturgisch Centrum Abdij Keizersberg, Mechelsestraat 202, 3000 Leuven, telefoon 016 31 00 65 of e-mail
[email protected].
8
pastora l ia
Katholieke Kerk 2.0
Nieuwe website over Vaticanum II
Op 11 oktober is het precies vijftig jaar geleden dat het tweede Vaticaans Concilie plechtig werd geopend. Een historische gebeurtenis van wereldformaat én een verrassend verhaal, getuige de krantenkoppen uit die tijd: ‘Revolutie in de Kerk’ en ‘Strijd der geesten in het Vaticaan’. Zonder het Concilie is de Kerk van gisteren, vandaag en morgen niet te verstaan. De verwerking is dan ook nog altijd aan de gang. Op een nieuwe website (www.volgconcilie.be) kan je het Concilie dag na dag herbeleven, zoals het vijftig jaar geleden gebeurde. Op Facebook (www.facebook.com/Volgconcilie) kan je de actuele discussies op de voet volgen en deelnemen aan het debat.
DE GEEST VAN HET CONCILIE Via filmpjes, blogs van deelnemers, dag-op-dag-berichten en uniek archiefmateriaal, wordt de geschiedenis van het Concilie toegankelijk voor iedereen én komt de unieke spirit ervan tot leven. Je ontdekt het verhaal en de mensen achter de baanbrekende ideeën van het Concilie. Hoe kwamen ze tot stand tijdens de verhitte debatten en het drukke overleg achter de schermen?
SCHARNIERPUNT IN DE GESCHIEDENIS Het Concilie is een verhaal vol verrassende wendingen. Het markeert een keerpunt in de kerkgeschiedenis. Volgens sommigen een revolutie, volgens anderen een ontknoping van evoluties. Daar komt nog eens bij dat het Concilie plaatsvindt op een scharniermoment in de geschiedenis: de bewogen jaren zestig. Zo is het Concilie het eerste wereldwijde tv-evenement. Jaren vóór de maanlanding. Een uniek stukje mediageschiedenis dus.
HET CONTROVERSIËLE CONCILIE De besluiten van het Concilie in de praktijk omzetten gaat door tot op
vandaag. Controverses zoals die rond de priesterbroederschap Pius X kan je maar begrijpen in het licht van de conciliegeschiedenis. Op Facebook kan je zelf deelnemen aan het debat en de actualiteit rond de concilieherdenking volgen.
INITIATIEFNEMERS Volgconcilie is een initiatief van het Studiecentrum Kerk en Media vzw, met medewerking van CCV (Partner in Christelijk Vormingswerk vzw), Halewijn (Uitgeverij, Drukkerij) , Centrum voor Conciliestudie Vaticanum II van de KU Leuven, KADOC (Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Religie, Cultuur en Samenleving) en het Katholiek Documentatie Centrum Nijmegen.
Vanaf 11 oktober: www.volgconcilie.be www.facebook.com/Volgconcilie
9
p ast orali a
Nieuwe evangelisatie
Metropolis-Brussel als vingeroefening
Tijdens de afgelopen veertigdagentijd liep in Brussel het project Metropolis, en dit op vraag van de Pauselijke Raad ter Bevordering van de Nieuwe Evangelisatie. Nu er in Rome een bisschoppensynode rond Nieuwe Evangelisatie plaatsvindt (van 7 tot 28 oktober, cfr. pagina 3 van deze Pastoralia), willen we ons de vraag stellen welke inzichten Metropolis ons hieromtrent heeft bijgebracht.
BISSCHOPP ENSYNODE Op het einde van zijn homilie tijdens de slotviering van de bisschoppensynode over het Midden-Oosten van 2010, kondigde Paus Benedictus XVI aan dat er in 2012 een bisschoppensynode zou plaatsvinden, gewijd aan de nieuwe evangelisatie. In 1974 was er al een synode over evangelisatie. Toen ging het over het verkondigen van het evangelie aan volkeren die de Blijde Boodschap nog niet kenden. Dit keer gaat het over de verkondiging in gebieden die van oudsher christelijk zijn, maar waar het christelijk geloof op de achtergrond is geraakt. Daar is een ‘nieuwe’ evangelisatie nodig. Hoe kunnen mensen die weggeëvolueerd zijn van het geloof opnieuw in contact komen met de Boodschap? Benedictus XVI richtte hiervoor een Pauselijke Raad ter Bevordering van de Nieuwe Evangelisatie op en vertrouwde de leiding toe aan monseigneur Rino Fisichella. De raad moet vooral de
verkondiging van het evangelie in de geseculariseerde landen van Europa bevorderen en de theologische en pastorale betekenis van de nieuwe evangelisatie uitdiepen. Ook onze aartsbisschop is lid van die raad.
METROPOLIS-BRUSSEL Het was monseigneur Fisichella die eind juni 2011 het project ‘Metropolis 2012’ lanceerde. Twaalf grote Europese metropolen namen tijdens de veertigdagentijd deel: Dublin, Parijs, Zagreb, Budapest, Warschau, Frankfurt, Lissabon, Turijn, Wenen, Barcelona, Liverpool en Brussel. Bedoeling was om in deze sterk geseculariseerde steden een missionaire dynamiek op gang te brengen. In Brussel liep Metropolis van 22 februari tot 15 april (één week na Pasen). In het februarinummer van Pastoralia kon u reeds lezen wat er toen allemaal gebeurde. In deze bijdrage willen we stilstaan bij wat opgevallen is tijdens Metropolis-Brussel en wat we eruit kunnen leren voor de nieuwe evangelisatie.
BELA NG VAN GETUIGENISSEN In eerste instantie wees MetropolisBrussel op het belang van getuigenissen. Tijdens vijf zondagnamiddagen waren in de kathedraal getuigenissen te horen van mensen die op een bepaald moment in hun leven bewust de stap naar het geloof hadden gezet. Omdat het hier telkens om een persoonlijk levensverhaal ging, waren mensen snel bereid om zonder vooroordelen te luisteren. Getuigenissen spreken meer aan
10
pastora l ia
dan rationele betogen. Daarom is het ook belangrijk dat bekende mensen het aandurven om via de media te zeggen dat ze gelovig zijn, of een bepaald standpunt innemen op grond van hun geloof. Dit wekt respect bij mensen, en doet hen soms nadenken over hun eigen geloof. Het is trouwens een uitdaging voor alle gelovigen: durven getuigen van het geloof dat in ons leeft. Dat is evangelisatie op de plek waar we staan, midden het leven. Bij deze getuigenissen toch een kanttekening: we zijn er niet volledig in geslaagd het publiek te bereiken dat we wilden bereiken. Metropolis was bedoeld als een vorm van nieuwe evangelisatie voor mensen die wat verder stonden van Kerk en geloof. Toch waren op deze zondagen, evenals op tal van andere activiteiten, voornamelijk mensen aanwezig die we reeds ontmoetten via de gewone kanalen van parochies en pastorale eenheden. Het blijkt dus moeilijk om de weg te vinden naar het niet-vertrouwde publiek.
DIENSTBAARHEID EN STILTE Een tweetal activiteiten leken echter wel een ruimer publiek aan te trekken: het grote solidariteitsmaal bij de Rijke Klaren en de dag van ontmoeting en verzoening. Op beide initiatieven waren mensen aanwezig die anders niet zo vlug de stap naar een kerk zetten. Hoe komt dit? Wat het solidariteitsmaal betreft, speelt ongetwijfeld mee dat aan mensen gevraagd werd om iets te doen, in dit geval iets bereiden voor een twintigtal personen. Dit is laagdrempelig en gemakkelijk haalbaar. Dienstbaarheid is dus blijkbaar een goede insteek om mensen opnieuw de weg naar de Kerk te doen ontdekken. Ook naar buiten toe is diaconie belangrijk voor de Kerk. In een tijd waar de Kerk het niet gemakkelijk heeft, wint ze aan geloofwaardigheid door haar inzet voor de wereld. Het is dan ook noodzakelijk daaraan de nodige aandacht te besteden, zowel in de Kerk als geheel als in de lokale
gemeenschappen. Vaak moeten we immers vaststellen dat van het driespan verkondiging-liturgie-diaconie de laatste het zwakke broertje is. De andere activiteit die veel ‘nieuwkomers’ mocht verwelkomen was de dag van ontmoeting en verzoening die doorging in een vijftiental kerken op de zaterdag van het palmzondagweekend. Mensen konden de hele dag in deze kerken terecht om even stil te worden, voor een gesprek, een kop koffie of soep, een verzoeningsgesprek met een priester, … Ook dit is voor veel mensen haalbaar. Mensen stappen gemakkelijk een kerk binnen voor rust en stilte. Ook het feit dat men die dag in de kerk een luisterend oor vond en zijn of haar verhaal kwijt kon, is uiterst belangrijk. Nieuwe evangelisatie heeft natuurlijk te maken met het verkondigen van de boodschap, maar heeft evenzeer te maken met vertrekken vanwaar elke mens staat. Het is belangrijk om het verhaal van mensen te beluisteren, en van daaruit sporen van God te ontdekken. Daarnaast mogen we ook het aspect van de religieuze kunst niet onderschatten. Mensen stappen een open kerk binnen en kijken naar wat er allemaal te zien is. Ook dit is een belangrijke weg om mensen opnieuw in contact te brengen met Christus’ verhaal. Denken we bijvoorbeeld ook aan het grote succes en de mediabelangstelling die de religieuze tentoonstelling ‘SintJan’ in de Sint-Baafskathedraal van Gent genoot. De kerk moet opnieuw de band met de kunsten aanhalen, iets wat ze vroeger vaak heeft gedaan, maar wat jammer genoeg de laatste decennia is verminderd.
TAAK VAN LOKAL E GEMEENSCHAPPEN Uiteraard mag het daar niet bij blijven. Een eenmalige medewerking aan een solidariteitsmaal of een kerk binnenstappen zorgt er nog niet voor dat mensen tot geloof komen. Het is slechts een begin van initiatie. Hierbij spelen de lokale gemeenschappen een niet te onderschatten rol. Mensen moeten vanuit dergelijke eenmalige activiteiten de weg vinden naar een gemeenschap waar ze kunnen thuiskomen en gedragen worden. Onze gemeenschappen moeten ervoor zorgen dat zoekende mensen er terechtkunnen, andere mensen vinden om mee in gesprek te komen en om samen op zoek te gaan. Uiteindelijk zal nieuwe evangelisatie enkel werken als we als gelovigen zelf weten wie we zijn en waar we van leven. Nieuwe evangelisatie is ook een uitnodiging tot zelfbezinning. Vanuit die zelfreflectie is het belangrijk om open te staan voor de tijd en de samenleving waarin we leven. In het heden dienen we de tekenen van de tijd te zien. Nieuwe evangelisatie wijst ons als gelovigen op het belang om ook zelf voortdurend geëvangeliseerd te worden en ons constant geestelijk te vernieuwen. Onze gemeenschappen moeten meer en meer plaatsen worden van geloofsuitwisseling en geloofsgesprek. Het jaar van het geloof, dat we zopas begonnen zijn, kan ons daarbij ongetwijfeld veel dienst bewijzen. Marcel Cloet en Gino Mattheeuws, CCV, Vicariaat Brussel
11
p ast orali a
Gloednieuw oratorium voor Hanswijkjubelfeesten Interview met componist Johan Duijck
In de geschiedenis van de Hanswijkjubelfeesten is het traditie dat om de 25 jaar een componist wordt aangezocht om een oratorium te schrijven. Voor de huidige editie klopten de organisatoren aan bij Johan Duijck (zie kader). Op hun vraag schreef hij het oratorium ‘Dixit Dominus - Zo spreekt de Heer’, dat eind november in première gaat in de Mechelse Sint-Romboutskathedraal. Het wordt een groots en hoogstaand artistiek gebeuren: zes koren, twee solisten, orkestleden van het Brussels Philharmonic en organist Peter Thomas zullen het oratorium uitvoeren. In het conservatorium van Gent, waar hij doceert, vertelde componist Johan Duijck ons over de centrale boodschap van zijn werk en de moeilijkheden en uitdagingen van het componeren ervan. JOHAN DUIJCK (°1954)
Johan Duijck: Uiteraard was ik zeer vereerd en blij met de opdracht. Het is voor mij ook de eerste keer dat ik zo’n groot werk – het oratorium zal in totaal 70 minuten duren – componeer. Ik ben intussen bijna klaar: de vocale delen zijn af en ik moet nog enkel de instrumentatie afwerken. Het zal me ongeveer een jaar hebben gekost om de 70 minuten oratorium te schrijven. Het enige wat mijn opdrachtgevers – de organisatoren van de Hanswijkjubelfeesten – me oplegden, was het basisthema van het oratorium: God roept de mens. Ik heb bewust niet gekozen voor een ‘chronologische’ benadering van dat thema: van de profeten uit het Oude Testament over Jezus Christus tot de mens van vandaag die door God wordt geroepen. Mijn oratorium is veeleer een puzzel geworden, waarin de stukken thematisch verbonden zijn.
is een veelzijdig musicus: koordirigent, componist, pianist en leraar. Als dirigent van het Vlaams Radio Koor (waarvan hij huiscomponist is), het Academy of St. Martin in the Fields Chorus (Londen) en het Gents Madrigaalkoor, verwierf hij internationale erkenning. Als componist legt hij zich bij voorkeur toe op piano- en koormuziek. Bij het label Phaedra verschenen vier cd’s volledig gewijd aan zijn composities. Naast het dirigeren en componeren beleeft Johan Duijck veel vreugde aan zijn eerste grote liefde: de piano. Hij is gegradueerde van de internationaal befaamde Muziekkapel Koning Elisabeth en brengt in zijn recitals zowel bekende meesterwerken als vergeten parels. Duijck doceert piano aan het Koninklijk Conservatorium in Gent en koordirectie aan de Escola Superior de Música de Catalunya in Barcelona.
12
pastora l ia
STAPPEN DOOR DE MIST Centraal in het werk staat een gedicht van Rainer Maria Rilke (nvdr. zie kader) over God die de mens vrijheid en verantwoordelijkheid geeft. Die tekst zal, als enige van het hele oratorium, a capella worden gebracht. Ik denk en hoop dat het een magisch moment zal worden. Dat stuk van het oratorium was ook als eerste klaar. Van daaruit ben ik beginnen bouwen, schrijven en puzzelen. Zo ontdekte ik als het ware, al schrijvend, gaandeweg mijn eigen compositie. Zoals Benjamin Britten – één van mijn grote voorbeelden – al zei, is componeren als door de mist naar een huis stappen. Met elke stap tekenen de contouren van het bouwwerk zich scherper af. De term ‘oratorium’ komt van het Latijnse ‘orare’, bidden. Bijna alle teksten die in het oratorium worden gebruikt, zijn Bijbels. Het Rilke-gedicht is de belangrijke uitzondering. Dat ik zelf gelovig ben, is zeker een hulp geweest bij het schrijven. Ik ben opgegroeid in de christelijke traditie en dat drukt ontegensprekelijk zijn stempel op mijn werk. Ik ben er trouwens van overtuigd dat een niet-christelijk componist andere klemtonen zou leggen dan een christelijke, voor wie Christus’ kruisdood en verrijzenis logischerwijze belangrijk zijn.
ELKE NOOT GEPROEFD Ik ben geen componist die wacht op inspiratie alvorens te beginnen schrijven. Het is dus niet zo dat de muziek netjes op voorhand in mijn hoofd zit. Ik zet mij aan mijn tafel en begin te werken.
GOD SPREEKT (Rainer Maria Rilke) Alleen eer God ons maakt, spreekt hij ons aan, om daarna zwijgend met ons uit de nacht te gaan. Dit is dan zijn woord, zijn wolkige woord, dat elkeen, voor hij begint, reeds hoort: Ga, uitgezonden door je zinnen, tot aan de rand van je verlangen; wees mijn gewaad. Laai op als vuur achter de dingen, zodat hun schaduw uitgestrekt, mij altijd helemaal bedekt. Laat alles gebeuren: het schone, het ergste. Je moet gewoon gaan: geen gevoel is het verste. Laat je van mij niet scheiden. Het land dat leven wordt genoemd, ligt vlakbij. Je zult het herkennen aan zijn ernst. Reik mij je hand. (vertaling Marc Cabus & Kaat Vandewalle)
Dan is het gewoon een kwestie van schrappen en schaven, tot ik voel dat ik elke noot geproefd heb of tot ‘alles door mijn longen is gegaan’, zoals de Hongaarse componist Lájos Bárdos het eens uitdrukte. In dat componeerwerk schuilen voor mij vlagen van artistiek geluk, vooral als ik dié muziek vind die getuigt van originaliteit én die toegankelijk is. Bij het componeren probeer ik de begrijpbaarheid van het muziekstuk immers niet uit het oog te verliezen: ik wil uitdrukkelijk rekening houden met wat uitvoerders en toehoorders aankunnen. Ik durf dan ook gerust zeggen dat ‘Dixit Dominus’ toegankelijk zal zijn voor een groot publiek. In het oratorium zit een klein stukje Spanje verscholen. In Moià, vlakbij Barcelona, waar ik één week per maand doceer, hoorde ik een mooi klokkenspel. Het thema van één van die melodietjes heb ik verwerkt in het oratorium. Je zou het mijn compositorische knipoog naar Catalonië kunnen noemen.
ZES KOR EN Bij het componeren werden mijn deadlines bepaald door de koren en de tijd die zij nodig hebben om alles in te studeren. In totaal werken zes koren mee aan de concerten: het Vlaams Radio Koor, het Gents Madrigaalkoor, het Kathedraalkoor Mechelen, het OnzeLieve-Vrouwkoor Mechelen, aMUZEment Rijmenam en het kinderkoor Clari Cantuli. Daarnaast zijn er nog twee solisten: sopraan Hilde Coppé en bariton Josep Ramón Olivé.
13
p ast orali a
CRUCIALE REPETITIES In oktober wacht ons nog een cruciaal repetitieweekend in functie van de cdopname. We gaan dan expliciet oefenen op de samenhang van alle, tot dan toe losse onderdelen. Ik zal dan ook merken of mijn puzzelstructuur werkt: wat als los onderdeel raar, onduidelijk of zinloos leek, moet in het grotere geheel zin en betekenis krijgen. In dat weekend zal ook blijken of en waar ik me soms heb vergist bij het componeren. Het innerlijk gehoor van een componist is nu eenmaal niet onfeilbaar. Ik heb mijn werk uitdrukkelijk geschreven met de Sint-Romboutskathedraal van Mechelen in het achterhoofd. Het orgel van de kathedraal, dat zal bespeeld worden door Peter Thomas, en het klokkenspel krijgen een prominente rol. Zo wil ik mijn oratorium laten aansluiten bij en inschakelen in een rijke traditie. Het is ook mijn bedoeling de sacrale ruimte van de Sint-Romboutskathedraal ten volle te benutten. Bij de drie uitvoeringen zal het kinderkoor op het doksaal staan, terwijl de andere koren voor en rond het publiek zullen plaatsnemen. Op het einde, bij het ‘Veni Sancte Spiritus’, als iedereen gedreven wordt door dezelfde Geest, komt alles en iedereen samen. Als componist en dirigent hoop ik daarmee op een krachtige en inspirerende apotheose. Jeroen Moens
Het oratorium ‘Dixit Dominus – Zo spreekt de Heer’ wordt drie keer uitgevoerd in de Sint-Rombouts kathedraal in Mechelen: op vrijdag 30 november om 20.30 uur, op zaterdag 1 december om 20.30 uur en op zondag 2 december om 16 uur. Kaarten voor dit concert kosten 15 euro en kunnen bekomen worden: • Bij contactpersoon Frieda Van Vaeck, telefoon 015 42 01 40, e-mail frieda.
[email protected]. De kaarten kunnen de dag van het concert afgehaald worden op het onthaal in de Sint-Romboutskathedraal. • Op het onthaal van het aartsbisdom, Wollemarkt 15, 2800 Mechelen, telefoon 015 29 26 11, e-mail –
[email protected] (alle werkdagen tussen 9.00 – 12.30 uur en 13.30 – 17.00 uur). De kaarten kunnen de dag van het concert afgehaald worden op het onthaal in de Sint-Romboutskathedraal. • In boekhandel Salvator, Befferstraat 5, 2800 Mechelen elke weekdag en zaterdag, van 9.30 tot 18.00 uur, en dit vanaf 15 oktober 2012. • Op dag zelf aan de kassa in de SintRomboutskathedraal in Mechelen. Van het oratorium wordt ook een cdopname gemaakt. Zij zal na elk concert te koop worden aangeboden en dit tegen de prijs van 15 euro.
14
pastora l ia
Staan de vensters nog open? De invloed van Vaticanum II op godsdienst onderricht en pastoraal op school
Eind augustus gingen in Leuven de Didachéstudiedagen door. Ze stonden in het teken van de opening van het tweede Vaticaans Concilie 50 jaar geleden. Vanuit verschillende invalshoeken werd de betekenis ervan uitvoerig belicht. Fons Uytterhoeven, bisschoppelijk afgevaardigde voor het onderwijs, ging dieper in op de invloed van Vaticanum II op godsdienstonderricht en pastoraal op school. Onderstaande tekst is een bewerking van zijn lezing.
Anaïs Nin schreef: ‘We do not see things as they are, we see things as we are.’ Ludwig Witgenstein zei: ‘Niemand kan een gedachte voor mij denken, zoals ook niemand mijn hoed voor mij kan opzetten.’ Dat is wat gebeurd is met het denken rond Vaticanum II. Uiteindelijk was het een zo overweldigend gebeuren, zowel voor katholiek gelovigen als voor anderen, dat het niemand onberoerd heeft gelaten. De perceptie van het gebeuren is na 50 jaar niet minder divers geworden, zeker omdat veel mensen er alleen weet van hebben vanuit geschriften of van horen zeggen. Zelf kom ik uit de generatie die dit concilie van heel nabij heeft beleefd in het opgroeien van jongere naar jongvolwassene, ook in het geloof. In deze bijdrage wil ik – vanuit de persoonlijke beleving van het gehele tijdsgebeuren toen, de concilieteksten zelf en de visie op katholiek onderwijs, godsdienstonderricht en pastoraal op school vandaag – een ‘eigen-zinnige’ kijk geven op dit concilie.
‘GOD ZIET U’ Aan het hoofdeinde van het bed, waarin ik vanaf eind jaren ‘40 sliep als kind, hing tegen de muur een prent waarop een broertje en zusje hand in hand naar huis keerden. Ze stonden, midden in een verschrikkelijk onweer, op een gammel bruggetje. Gelukkig verhief zich achter hen een prachtige beschermengel. Prenten en plaketten met teksten als ‘God ziet u, hier vloekt men niet’ en ‘Ieder huisje heeft zijn kruisje’ hingen zowel thuis als bij vele
buren, grootouders en familie. God was zowat de verborgen camera die al mijn doen en laten op termijn kon belonen of bestraffen. Geloven was vooral een kwestie van de regels kennen en navolgen. Gezin, dorp, land en wereld werden door deze regels beheerst. Positief was dat het een gevoel van zekerheid gaf over verleden en heden naar toekomst toe. Alleen moest je er wel de angst bijnemen om de regels onvoldoende te kennen of te overtreden. Ongewild op een hostie bijten bijvoorbeeld was voldoende om een nacht angstig wakker te liggen. Het zijn verhalen waar men nu om lacht, maar die toen bittere ernst waren. Langzaam maar wel zeker begon de wereld te veranderen. De intrede van vliegverkeer en televisie en de groeiende financiële mogelijkheden zorgden, samen met nog veel andere elementen, dat de vensters van onze kleine dorpswereld opengegooid werden. Meer en meer ging de wereld haar eigen weg, ook in ons kleine dorp. De Kerk deed verwoede pogingen om de vensters weer te sluiten om haar regulerende rol te behouden, maar de gestarte evolutie was niet meer terug te schroeven. Welk waardeoordeel men ook velt over deze evolutie, het is een feit dat ze toen onomkeerbaar begon en dat deze evolutie de wereld heeft gemaakt tot wat ze nu is.
DE BOOT VAN ONZE IDENTITEIT Professor Coolsaet beschrijft in zijn boek ‘De wereld van morgen’ welke meerpalen het bootje van onze identiteit doorheen de eeuwen zekerheid
15
p ast orali a
en veiligheid geboden hebben. Identiteit vond men in de zekerheid van de ordening binnen het gezin, het dorp, het land en de wereld. De katholieke Kerk had steeds een overheersende rol om die ordening te bepalen. Voor het eerst in de wereldgeschiedenis, schrijft Coolsaet, zijn door stroomversnellingen in de geschiedenis niet één of twee, maar alle vier de meertouwen waarmee het bootje van de identiteit vastligt, doorgesneden. Daarmee is de katholieke Kerk ook haar hoofdrol in het bepalen van de zekerheid biedende ordening kwijtgespeeld. Is een bootje gemaakt om aan meerpalen te liggen? Het openbreken van de wereld en het loskomen van de zekerheid biedende meerpalen zorgden ervoor dat mensen bewust werden van het feit dat hun identiteitsbootje gemaakt is om te varen in plaats van vast te liggen aan meerpalen.
GEEN MEERPAAL, MAAR KOMPAS Vaticanum II heeft deze evolutie niet in gang heeft gezet. Ze greep sowieso plaats. Wat ongelooflijk, om niet te zeggen wonderlijk is: waar men de indruk heeft dat de katholieke Kerk dikwijls achter de feiten aanloopt, gebeurde met de aankondiging van het concilie het omgekeerde. Een geïnspireerde Johannes XXIII kondigde niet lang nadat hij paus was geworden en geheel onverwacht een concilie aan. De wending die het concilie zeer snel nam, was even verrassend. Wie de teksten leest, krijgt een blik op de wijze waarop de katholieke Kerk, in plaats
van de meerpalen te beheersen waaraan de identiteit van mensen vastlag, tracht een kompas te zijn voor mensen in zoektocht naar identiteit op de golven van hun leven. Om dat te kunnen, wilde ze zelf de vensters opengooien. Pas nu, 50 jaar na Vaticanum II, is de wereld geworden waar dit concilie toen reeds op in-speelde. Wie beweert dat het, ook voor het geloof, de schuld is van het concilie dat deze evolutie plaatsgreep, ontkent de eigen weg die de wereld buiten de Kerk aan het gaan was. De overgrote meerderheid van de concilievaders gaf aan dat de Kerk, als gemeenschap van gedoopten, gist in het deeg van de wereld moet zijn, in plaats van het deeg zelf.
UITGEDAAGD TOT DIALOOG Om de Geest te laten waaien waar Hij wil, dienen minstens twee vensters open te staan. Enerzijds het venster naar de dialoog met de veelheid aan levensbeschouwingen, levensvragen en levenservaringen van mensen. Anderzijds het venster naar de dialoog met de levende Christus en Zijn boodschap. De huidige keuze van de katholieke school voor het model van de dialoogschool en de keuze voor het communicatief model in de godsdienstlessen worden op zijn minst bemoedigd door de teksten van het concilie. Pastoraal op school dient in dezelfde lijn kansen te bieden voor zowel personeel als leerlingen binnen de school om in dialoog te blijven met met de spirituele draagkracht, spankracht en stuwkracht van
de joods-christelijke traditie, zoals we die in de katholieke Kerk vinden. In het onderwijs zijn het bijna allemaal leken die de dienst uitmaken. Door hun doopsel worden velen onder hen door de teksten van Vaticanum II uitgedaagd om, samen met de gehele geloofsgemeenschap, het zout der aarde te zijn. In het Bijbelse zien van existentiële vragen en ervaringen, van het lijden en de vreugde, de strijd voor gerechtigheid en vrede, roept God een katholieke school immers om tochtgenoot te worden van Abraham, Mozes en vele anderen. Tochtgenoot van Jezus om te bouwen aan wat Hij noemt ‘het Rijk Gods’. Tochtgenoot van congregaties, bisdommen en plaatselijke geloofsgemeenschappen die ooit katholieke scholen hebben opgericht! Tochtgenoot van de velen die in Vaticanum II, in plaats van een boosdoener voor het geloof, eerst en vooral een roepende en begeesterende stem zien voor deze tijd. Fons Uytterhoeven, bisschoppelijk afgevaardigde voor het onderwijs
16
pastora l ia
Diocesane bedevaart naar Lou r des (augu st us 2012)
p ast orali a
17
18
pastora l ia
Bij de start van het nieuwe academiejaar willen we graag de pastorale werking voor studenten van hoge scholen en universiteiten in de schijnwerpers zetten. In volgende artikels stellen de Universitaire Parochie van de KU Leuven en het Ruach-huis in Brussel zich voor. De Universitaire Parochie van de KU Leuven bestaat in het academiejaar 2013-2014 vijftig jaar. In de loop van die vijftig jaar is het Vlaamse landschap – de samenleving als geheel, de Kerk en de universitaire wereld – grondig veranderd. UP heeft daarin altijd een inspirerende rol willen spelen. De werking van Ruach is veel bescheidener: via gebedsavonden, bezinningen en solidariteits acties proberen ze in Brussel de pastorale werking bekend te maken bij studenten.
Kennismaking met UP-Leuven ‘Tegen de trend van anonimiteit en ontkerkelijking in samenbindende, levensbeschouwelijke activiteiten aanbieden aan de Leuvense universitaire gemeenschap, dat is onze taak.’ De Universitaire Parochie (UP) is een rectorale dienst van de KU Leuven met een dubbele opdracht. Enerzijds wil UP een open christelijke gemeenschap zijn waar iedereen welkom is, en waar er kansen geboden worden om zich, via deelname aan vormingsactiviteiten, (eucharistie)vieringen en sacramenten, en allerhande vormen van diaconie, op religieus vlak te verdiepen en te verrijken. Voor deze kerkelijk-pastorale opdracht is UP binnen de rooms-katholieke Kerk erkend als parochie. Anderzijds wil UP voor alle studenten, personeelsleden en alumni van de KU Leuven activiteiten ontplooien binnen het brede veld van levensbeschouwing, zingeving, gemeenschapsvorming en solidariteit met noodlijdenden. CHRISTELIJKE TRADITIE ALS LEVENSKUNST De insteek bij het concretiseren van deze opdracht is – hoe kan het anders binnen een universitaire gemeenschap – open en kritisch, maatschappijbetrokken en vernieuwend. Het denken en handelen van UP wordt in de eerste plaats gevoed vanuit het christelijke verhaal. Die christelijke traditie wordt benaderd als een vorm van levenskunst, als een traditie die existentieel relevant is en werkelijk iets te bieden heeft voor de studenten en personeelsleden anno 2012. De verinnerlijking
ervan moet, op zijn best, leiden tot persoonlijke verrijking die ook haar weerslag kent in een humanisering van de samenleving. De wijze waarop deze traditie de werkelijkheid beleeft en benadert, wordt – als een soort universele onderstroom – ook zichtbaar in andere levensbeschouwingen en religies, en in de cultuur van vandaag. Daarom is het perspectief van UP interreligieus, interlevensbeschouwelijk en cultuurtheologisch. UP wil vanuit een eigen mens- en wereldbeeld bewust in dialoog treden met de cultuur en de multireligieuze maatschappij. Er wordt – zowel inhoudelijk als methodisch – gezocht naar
19
p ast orali a
van) personeelsleden die willen huwen of hun kindje laten dopen, bieden wij een warm welkom.
vormen waarin een nieuw ontluiken van religie en zingeving een kans kan krijgen. Initiatieven moeten ervaringsgericht zijn en mensen helpen om samenhang en richting in hun leven te vinden. UP wil in die zin een kritisch denkcentrum zijn dat expertise rond zingeving en levensbeschouwing wil opbouwen en aanbieden. Ze wil op dit vlak ook ten dienste staan van de universitaire gemeenschap, maar ook van de Vlaamse kerk en samenleving.
EEN DUBBEL AANBOD Concreet resulteert dit in een dubbel aanbod. Iedereen die het persoonlijke religieuze zoeken met geestesgenoten
wil delen en vieren, kan voor inspiratie terecht in weekend- en andere vieringen van de parochie. Op zaterdag en zondag is iedereen welkom in de Sint-Jan de Doperkerk voor de viering van de eucharistie; maandelijks zijn er Taizévieringen. Tijdens de vieringen wordt speciale aandacht besteed aan de kinderen: elke week is er een aansprekende kinderwoorddienst. Verdere initiatie in de christelijke traditie kunnen kinderen van parochianen en personeelsleden krijgen in de eerstecommunie- en vormselcatechese. Na het vormsel brengt de jongerenwerking van de weekendparochie jonge mensen verder thuis in de rijkdom van het geloof via een verscheiden aanbod van gesprek, spel en inzet. Studenten of (kinderen
De tweede opdracht van UP resulteert in een brede waaier van activiteiten en initiatieven. De gemeenschapsvorming bij studenten krijgt vorm in een tiental studentenhuizen waarin – tegen de trend tot anonimiteit in – telkens een aantal studenten samenleven en groep vormen. Omdat het studentenleven méér is dan studeren, engageren zij zich ook in één van de vele workshops. Die beslaan een breed terrein, gaande van persoonlijke (ook religieuze) ontwikkeling tot sociale inzet. Studenten kunnen bijvoorbeeld meedraaien in een fietsenatelier dat steunt op mensen uit de Vierde Wereld; zij doen klussen voor het iCare-project van UP of allerhande vrijwilligerswerk. Zij kunnen instappen in een individueel traject van eigentijdse spirituele begeleiding of deelnemen aan gespreksgroepen. Het concept van de gemeenschapshuizen werkt: studenten zijn er graag en elk jaar wordt het aanbod van kamers uitgebreid. Voor studenten die voor het eerst in Leuven komen studeren zijn er de gekende onthaaldagen. Zo staat de maand september in het teken van kennismaking, zodat nieuwe studenten alvast de eerste week in Leuven ‘met meer vrienden en minder vragen’ naar de les kunnen trekken.
VORMING EN VERDIEPING Kansen tot ontmoeting én (intellectuele en existentiële) vorming zijn er in de diverse lezingenreeksen, weekends en workshops. UP biedt lezingenreeksen aan over de Bijbel, over mystiek of over onderwerpen op het raakvlak tussen religie, filosofie en maatschappij. Deze lezingen willen voor de deelnemers een forum creëren om met de spreker en met elkaar in dialoog te gaan. We hebben ook workshops rond mindfulness, mindful-yoga en stiltebeleving, en nieuwe vormen van geestelijke begeleiding.
20
pastora l ia
De weekends waarin een abdij wordt opgezocht en waarin – ook vanuit andere religieuze tradities – rond existentiële vragen en thema’s wordt gewerkt, zijn een voltreffer. De weekends in Orval en Huy zijn ondertussen klassiekers. Nieuw vanaf dit academiejaar is een aanbod rond rouw. Ook in de universitaire wereld zijn verdriet en verlies niet afwezig. Bovenop de initiatieven die de KU Leuven al aanbiedt, start UP – in samenwerking met andere organisaties die op dit vlak actief zijn – met een eigen aanbod. Studenten zullen, wanneer ze dat willen, in een regelmatig samenkomende groep hun verhaal kunnen delen met lotgenoten. Voor wie liever in een persoonlijk gesprek op verhaal komt, worden individuele trajecten opgestart. Aanzetten tot verdieping worden ook geboden via de UP-publicaties. Zo is er de reeks Mondelinge examens waarin professoren wijze woorden spreken over
wat hen in hun werk en leven drijft en inspireert. Levenslang en Wereldwijd bieden een schat aan teksten die bruikbaar kunnen zijn voor persoonlijke reflectie of voor het vorm geven van vieringen. Het nog te verschijnen Op zoek naar de grondmelodie is een werkboek waarin zinzoekers een inspirerend pakket aan meditatieve oefeningen en meditatiestof vinden waardoor ze spiritueel kunnen groeien. We hebben ook aandacht voor solidariteit met wie in nood is. Zo is de inleefreis naar het Zuiden voor de deelnemers telkens weer een unieke ervaring van confrontatie en inzet. Vrijwilligerswerk in het Leuvense, deelname aan activiteiten ter ondersteuning van psychiatrische patiënten, … behoort ook tot de mogelijkheden. De verbondenheid met kansarmen wordt ook geconcretiseerd in universiteitsbrede solidariteitsacties. De organisatie hiervan behoort tot de expliciete opdrachten van UP.
EEN BLIJVENDE UITDAGING Werken rond zingeving, levensbeschouwing en solidariteit is in onze geseculariseerde wereld geen sinecure. Tegelijk leven er bij jongeren en ouderen heel wat vragen op dit vlak en zou men zelfs kunnen spreken van een zekere existentiële nood. Het komt er op aan de juiste inrijpoort te vinden, de juiste taal te spreken en de juiste dingen te doen. Dit blijft een permanente opdracht. Niettemin vinden mensen de weg: de weekendvieringen trekken wekelijks een 250-tal mensen; de workshops en lezingen halen het publiek dat we beogen. Voor onze studentenwerking fungeren de gemeenschapshuizen als een enorme hefboom. Johan Vanpée / Renilde Vos
In Brussel staat een huis… Studentenpastoraal in Ruach
Begijnhofstraat 36: het is al heel wat jaren de vaste stek voor studentenpastoraal-Brussel. Sinds het gebouw drie jaar geleden grondig gerenoveerd werd en een nieuw team pastores aan de slag ging, is er heel wat gebeurd. De herstart was bescheiden: drie studenten in een huis waar er dertien kunnen verblijven, het gaf soms een leeg gevoel. Maar heel aarzelend vonden studenten de weg naar Ruach en na een half jaar zat het huis gezellig vol. Vooral Vlaamse studenten, maar ook buitenlanders vinden hier voor hun studieperiode in Brussel een tweede thuis.
SAMEN BIDDEN EN ETEN Het leven in Ruach wordt geritmeerd door het wekelijkse avondgebed in de
21
p ast orali a
geest van Taizé op woensdag. We bidden en zingen samen, beluisteren het evangelie en delen met elkaar wat ons treft en wat vragen oproept. Meer levensnabije catechese met jongvolwassenen kan je haast niet bedenken. Na dit gebed wordt er ook elke woensdag samen gegeten. In een beurtrol nemen de studenten hiervoor de verantwoordelijkheid op zich; de kosten worden gedeeld. Hier worden geen culinaire hoogstandjes verwacht, het feit van samen te eten en gedeelde verantwoordelijkheid op te nemen is genoeg om het gemeenschapsgevoel te versterken. Toch moeten we bekennen dat sinds de Italiaanse studenten de weg naar Ruach gevonden hebben, de kwaliteit van de maaltijden sterk gestegen is en er af en toe een jolige competitiegeest ontstaat, in de trant van ‘maar de keuken in mijn land is toch nog lekkerder’. Niet alleen bewoners van Ruach nemen trouwens deel aan deze woensdagavonden. Het zijn letterlijk open avonden waar alle Brusselse studenten zich welkom mogen voelen. En elke week zijn er wel enkele die dankbaar van deze gelegenheid gebruik maken.
BEZINNING EN SOLIDARITEIT In de loop van het jaar hebben we nog een ruime waaier van activiteiten, waar alle Brusselse studenten vrij kunnen aan deelnemen. Zo bieden we jaarlijks een bezinningsweekend aan in de abdij van Averbode, waar dit jaar trouwens één van onze studenten het vormsel zal ontvangen. Gespreid over het jaar voorzien we ook een aantal
gespreksavonden in samenwerking met IJD. Vorig jaar gingen ze over solidariteit, dit jaar zullen ze in het teken staan van de Wereldjongerendagen in Rio. Tijdens de advent nodigen we een spreker uit voor een bezinningsavond. Kardinaal Danneels, Hilde Kieboom, Daniel Alliet en Mark Van de Voorde mochten reeds de revue passeren. Dit jaar kijken we uit naar een meditatie bij een adventscantate door Sigiswald Kuijken. Voor solidariteitsacties zijn de studenten in Ruach ook steeds te vinden. We engageerden ons al twee keer voor ‘Soep op de stoep’, maar vorig jaar gaven we, dankzij onze conservatoriumstudenten, een kerstconcert in de Begijnhofkerk om te helpen de chemotherapie van de tante van onze studente uit Ecuador te bekostigen (en de Italianen: zij zorgden voor de catering). Het werd een ontroerende avond van samenwerking en solidariteit! Ook voor het solidariteitsmaal tijdens ‘Metropolis 2012’ in de Rijke Klarenkerk werd in Ruach enthousiast
gekookt – en dat terwijl ze de avond daarvoor nog uitgebreid Saint Patrick gevierd hadden... Drie jaar later kunnen we stellen dat, na de rustige start, Ruach een bruisend huis is geworden. Grootste uitdaging nu is om dit naar zoveel mogelijk studenten in Brussel te laten uitstralen. Ria Dereymaeker
22
pastora l ia
Nieuwe uitgaven Marcus als tegenevangelie (Egbert Rooze ) Het woord evangelie is in oorsprong geen christelijk woord, maar stamt uit de kringen rond de keizer van Rome: toen 100.000 mensen werden vermoord in de Joodse Oorlog, heette dat bij hen ‘goed nieuws’, dus ‘evangelie’. Daarom schreef Marcus een tegen-evangelie, om die triomf van de sterkste aan te klagen. Marcus’ boodschap staat heel bewust in de tegenbeweging. Zo is van in het begin de messiaanse beweging beschouwd: als een gevaarlijke, ondermijnende macht van al diegenen die het recht van de sterkste huldigen. Dit ‘evangelie’ biedt ons een nieuw genre van literatuur: de context van de schrijver en het leven van Jezus werden met elkaar verweven en als actuele boodschap aan de toenmalige lezers aangeboden. Voor Egbert Rooze is dat tegen-evangelie nog steeds actueel: hij legt een verbinding tussen de messiaanse beweging toen en de tegenbeweging tegen de grootmachten nu.
Prijs: 17,00 euro.
Uitvaartliturgie in een Woord- en gebedsdienst (iclz)
Prijs: 15,00 euro.
Deze uitgave bevat een model voor de viering van de katholieke uitvaartliturgie in een woord- en gebedsdienst. Hiermee wil de Interdiocesane Commissie voor Liturgische Zielzorg (ICLZ) tegemoet komen aan de vraag naar concreet materiaal voor deze vorm van de uitvaartliturgie, die de voorbije jaren steeds meer ingang vindt. Dit model sluit nauw aan bij de bestaande Orde van dienst voor de uitvaartliturgie (ICLZ, 1993) en biedt een aantal specifieke aanwijzingen voor de vieringen die geleid worden door gebedsleiders. Het eerste hoofdstuk omvat een model voor de uitvaart waarbij de kist met het stoffelijk overschot in de kerk aanwezig is. Het tweede hoofdstuk geeft aangepaste suggesties voor de situatie waarbij de crematie voorafgaat aan de viering in de kerk. Deze uitgave kan een hulp zijn om – in de snel evoluerende pastorale situatie – te streven naar een verzorgde uitvaartliturgie, waarin de kerkgemeenschap haar meeleven toont met mensen in rouw.
Voor wie ve rstilling zoekt (Kris Gelaude) In een rumoerige maatschappij zoeken mensen naar stilte. Dit boek helpt je om stil te staan, te kijken, te luisteren en beelden te laten spreken. In de teksten ontdekt de lezer het lichtende gevoel van de verwondering. De teksten van Kris Gelaude roepen vertrouwen op, voorbij twijfel of onzekerheid. De auteur houdt steeds ruimte open voor het onzegbare. De woorden willen een poort zijn naar verstilling, naar wat het leven kwaliteit geeft en naar de dag van morgen.
Prijs: 18,50 euro.
23
p ast orali a
Sacramenten en liturgie, oecumene en heilige geest (lambert leijssen)
Prijs: 50,00 euro.
Gedurende vele jaren doceerde de Limburgse priester Lambert Leijssen aan de KU Leuven ‘sacramententheologie’. Ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag verscheen een bundeling van zijn Nederlandstalige geschriften die de voorbije dertig jaar gepubliceerd werden. Thema’s in de bundel zijn onder meer het priesterschap, het kinderdoopsel, de zondagsliturgie, het christelijke huwelijk, de biecht. Leijssen geldt als een open en breed geïnteresseerd theoloog die meerdere studiegebieden combineerde en bijgevolg de sacramententheologie koppelde aan antropologische studies.
Wie gelooft is nooit alleen (Tom Zwaenepoel)
Prijs: 19,99 euro.
Een unieke bloemlezing met teksten van Paus Benedictus XVI over geloven in de wereld van vandaag. De paus benadert het thema ‘geloof’ zeer gedetailleerd en gevarieerd. De bloemlezing bevat ook veel teksten over de wereld waarin we leven. Ze behandelen thema’s als ecologie, dieren, muziek, architectuur, vriendschap, liefde, vrede, politiek, economie, ontspanning en reizen. Tom Zwaenepoel verzamelde bovendien teksten over de centrale gebeurtenissen in het leven van de paus, zoals zijn geboorte, doop, vormsel, priester- en bisschopswijding en pausverkiezing.
U komt de lof toe, u het gezang (iclz) Deze gids voor kerkmuziek richt zich tot al wie door zang en muziek de zeggingskracht van de liturgische vieringen wil versterken. Hoe krijgen we een kerkgemeenschap aan het zingen? Zing ik als zangleider wel of niet mee met de gemeenschap? Hoe wordt de kooropstelling bepaald en waar moet de organist zoal op letten? Ondersteun ik als voorganger de samenzang door in de micro mee te zingen? Muziek helpt ons hart open te maken voor een ontmoeting met God, dat is ook de bedoeling van de liturgie. In deze nieuwe en geïllustreerde brochure vindt de lezer talrijke ideeën die kunnen bijdragen tot een geslaagde uitvoering van zang en muziek in de liturgie. Tevens vindt hij er gedetailleerde vragenlijsten in terug om de eigen muzikale praktijk te evalueren. Ontwerp en concept
:
Interdiocesane Commissie voor Liturgische Zielzorg Guimardstraat 1, 1040 Brussel www.liturgie.be -
[email protected]
ISBN-nummer: 978-94- 6196-01 7-7 Wettelijk depot: D/2012/0279/02 4
Bovenstaande werken zijn onder meer verkrijgbaar in de boek handels De Peerle (Mechelen) en Guimard 1 (Brussel). Liturgisch centrum De Peerle is gelegen in het Diocesaan Pastoraal Centrum, Varkensstraat 6, 2800 M echelen. U kan ons telefonisch bereiken tijdens de openingsuren op 015 29 84 62 of per e-mail
[email protected]. Neem gerust een kijkje in onze webwinkel op www.depeerle.be.
U komt de lof toe , U het gezang Gids voor kerkmuz
iek
Prijs: 7,50 euro.
De Peerle is open van maandag tot vrijdag, van 10.00 tot 12.00 uur en van 13.00 tot 17.00 uur en op zaterdag van 10.00 tot 12.00 uur. Gesloten op zondag en feestdagen. Guimard 1 is gelegen in de Guimardstraat 1, 1040 Brussel. De winkel is elke weekdag open van 8.30 tot 16.30 uur. We zijn telefonisch te bereiken op 02 509 96 72 of via e-mail
[email protected].
24
pastora l ia
Kerk in Nood lenigt noden van de wereldkerk
Nationaal secretariaat in Abdij van Park in Heverlee
SPEK VOOR ‘OOSTPRIESTERS’ Kerk in Nood bestaat meer dan 60 jaar. In 1947 stichtte Pater Werenfried van Straaten, norbertijn van de abdij van Tongerlo, ‘Oostpriesterhulp’. Nu is Kerk in Nood een internationale katholieke hulporganisatie met zeventien nationale secretariaten met jaarlijks meer dan 5.000 projecten in zo’n 140 landen. Pater Werenfried kreeg de bijnaam ‘spekpater’ toen hij geen geld maar spek vroeg. Hij wist schoolkinderen ertoe te bewegen te sparen voor de ‘oostpriesters’, vandaar de naam
Oostpriesterhulp. Prekend en bedelend met zijn beroemde ‘miljoenenhoed’ trok hij door Vlaanderen, Nederland en de rest van Europa. In de jaren ’50 breidde de hulp uit naar christenen achter het IJzeren Gordijn. Sinds 1953 hield hij contact met zijn weldoeners via het tijdschrift Echo der Liefde. In de jaren zestig groeide Oostpriesterhulp uit tot een internationale hulporganisatie met projecten in alle werelddelen. Daarom werd in 1969 de naam veranderd in ‘Kerk in Nood | Oostpriesterhulp’. De organisatie zet zich in voor de noden van de wereldkerk.
Die nood kan armoede zijn, gevolgen van natuurrampen of oorlogen, of discriminatie van de Kerk en vervolging van christenen. De hulp die Kerk in Nood biedt, is dus erg verscheiden, afhankelijk van de situatie waarin de plaatselijke Kerken zich bevinden en van de noden waarmee ze geconfronteerd worden.
PAUSELIJKE STICHTING Paus Benedictus XVI verhief Kerk in Nood einde 2011 tot pauselijke stichting. Op 22 mei 2012 werd de
25
p ast orali a
Administratieve Raad officieel in Rome voorgesteld. De voorzitter van dit hoogste bestuursorgaan is kardinaal Mauro Piacenza, de prefect van de Congregatie voor de Clerus, die door de paus tot president van de stichting werd benoemd. De uitvoerend president is baron Johannes Heereman von Zuydtwyck. Hij is lid van de Administratieve Raad. De andere leden zijn zeven bisschoppen: aartsbisschop Joseph Augustine Di Noia (USA), secretaris van de Congregatie voor de Goddelijke Eredienst en de Discipline van de Sacramenten; aartsbisschop Hon Tai-Fa (China), decaan van de Romeinse rechtbank; monseigneur Antoni Stankiewicz (Polen), secretaris van de Pauselijke Raad ter bevordering van de Nieuwe Evangelisatie; aartsbisschop José Octavio Ruiz Arenas (Colombia); monseigneur Gregor Maria Hanke van Eichstätt (Duitsland); monseigneur Eric Aumonier van Versailles (Frankrijk) en monseigneur Mauro Parmeggiani van Tivoli (Italië). De bestuurlijke zetel van Kerk in Nood is het Vaticaan, maar het internationale administratieve centrum is, sinds 1975, gevestigd in Königstein, nabij Frankfurt am Main. Het staat in voor de projectadministratie en de internationale communicatie.
GELD VOOR WIE HET BEDOELD IS De beslissing over het al dan niet toekennen van steun wordt genomen in de projectafdeling op basis van het voorgedragen dossier. De projecten moeten passen binnen de evangelische roeping van de Kerk, en de
naastenliefde, de dialoog en de verzoening bevorderen. Het projectdepartement is onderverdeeld in secties per werelddeel. De verantwoordelijke van elke sectie bouwt expertise op door veelvuldige contacten met de lokale Kerken, waardoor zij de steun kunnen afstemmen op de grootste plaatselijke noden. De steunaanvraag moet bekrachtigd zijn door een aanbevelingsbrief van de verantwoordelijke van de plaatselijke Kerk, de bisschop dus, of de religieuze overste. Zowel de aanvraag, als het overmaken van het geld gebeurt via de kerkelijke structuren. Het geld komt terecht bij de plaatselijke Kerk, bij de mensen waarvoor het bedoeld is. Dit is een sterke waarborg die Kerk in Nood biedt aan haar weldoeners, opdat hun geld goed besteed wordt. Deze manier van werken garandeert een investering in zinvolle projecten ten voordele van de echte noodlijdenden en via betrouwbare kanalen. In het communicatiedepartement worden informatie en foto’s over de verschillende projecten verzameld. De medewerkers stellen acht keer per jaar de Echo der Liefde samen. Vertaald in zeven talen wordt het vandaag in zeventien landen verspreid. Elke Echo groepeert actuele projecten rond een bepaald thema: familiepastoraal, seminaristen, christenvervolging, bouwhulp, levensonderhoud van religieuzen, mobiliteit, vluchtelingen, boekenhulp, media-apostolaat, verzoening, misintenties, rozenkransgebed, evangelisatie. Kerk in Nood is niet afhankelijk van een plaatselijke kerk. Zij doet ook geen
beroep op overheidssubsidies om projecten mee te financieren. De inkomsten van Kerk in Nood komen volledig van de gulheid van weldoeners. De contacten met de weldoeners worden verzorgd door de nationale secretariaten in zeventien landen: Australië, Oostenrijk, België, Brazilië, Canada, Chili, Frankrijk, Duitsland, Ierland, Italië, Nederland, Polen, Portugal, Spanje, Zwitserland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten.
ONS NATIONAAL SECRETARIAAT Het nationaal secretariaat van Kerk in Nood is gevestigd in Leuven en is verantwoordelijk voor Vlaanderen, Wallonië, Duitstalig België en het Groothertogdom Luxemburg. Het is gehuisvest in het gerestaureerde wagenhuis van Abdij van Park in Heverlee. Een tiental medewerkers staat in voor de communicatie en de registratie van de giften. Achtmaal per jaar ontvangen de weldoeners de Echo der Liefde in het Nederlands, Frans of Duits. In het voor- en het najaar wordt een pastoraal respectievelijk sociaal project in de kijker gesteld. Daarnaast is er ook de lente- en kerstactie met noveenkaarsen, paternosters, kerstkaarten, … ten voordele van de projecten van Kerk in Nood. Weldoeners kunnen ook een misintentie aanvragen. Voor die intentie wordt gebeden in de maandelijkse eucharistieviering in Abdij van Park, alsook door de priester ergens in de wereld die de misintentie ontvangt. Op die manier worden vele priesters geholpen in hun levensonderhoud.
26
pastora l ia
Naast het drukwerk is er ook de website www.kerkinnood.be, waarop dagelijks nieuwe berichten over de wereldkerk te lezen zijn. Men kan zich ook abonneren op de elektronische nieuwsbrief die viermaal per jaar verschijnt. In het jaarverslag, dat men kan downloaden op de website, krijgt de weldoener een overzicht van de inkomsten en de uitgaven. Het toont ook aan hoeveel procent van de hulp naar welk soort projecten gaat: bouwhulp, misintenties, theologische vorming, media-apostolaat, mobiliteit, boekenhulp, bestaanshulp of noodhulp. Het overzicht laat zien dat de beheerskosten en de kosten voor de fondsenwerving onder de twintig procent blijven. Hoewel fondsenwerving de hoofdopdracht is van de nationale secretariaten, kunnen religieuzen en priesters ook een aanvraag voor steun aan een project indienen in elk nationaal secretariaat. De aanvraag wordt dan doorgestuurd naar het internationaal centrum in Königstein.
WIJ HELP EN DANKZIJ U De werkwijze van Kerk in Nood heeft belangrijke troeven. Het initiatief ligt bij de mensen ter plaatse en ook de uitvoering van de projecten ligt in hun handen. Op die manier worden zij gerespecteerd als evenwaardige partners. Ook de vrijgevigheid van de weldoeners wordt gerespecteerd door hun giften via de structuren van de Kerk over te maken aan de projecten. Zo wordt bijvoorbeeld een corrupte overheid vermeden.
De nieuwe administratieve raad van Kerk in Nood
Sinds het ontstaan van Kerk in Nood is er een wereldwijd netwerk van solidariteit ontstaan tussen de weldoeners hier en de noodlijdenden elders. ‘Wij helpen dankzij u’ wijst op dit besef dat Kerk in Nood een schakel in het netwerk is. Dankzij de gulheid van weldoeners kan dit werk voortgezet worden. Dorien Eulaers Kerk in Nood - Oostpriesterhulp vzw, Abdij van Park 5, 3001 Leuven, telefoon 016 39 50 50, e-mail
[email protected] website www.kerkinnood.be Kerk in Nood steunen: pastorale projecten: IBAN: BE91 4176 0144 9176 en BIC: KREDBEBB (Kerk in Nood - Oostpriesterhulp vzw - zonder fiscaal attest); sociale projecten: IBAN: BE11 4176 0100 0148 en BIC: KREDBEBB (Hulp en Hoop vzw - met fiscaal attest vanaf 40 euro).
27
p ast orali a
r va u n b r u ii et k d e BRUSSEL Wie in juli en augustus het vicariaat bezocht, kon het merken. Ook daar golden de wetten van het zomerreces. Het was er opmerkelijk stil. Er werd weinig vergaderd. De voorbereiding van het nieuwe werkjaar was in juni voor het grootste deel afgerond, de finesses werden in september aangebracht. TW E E F U S I E S
Een kwesties die in de zomermaanden haar beslag heeft gekregen, is de fusie van een aantal pastorale eenheden in het dekenaat Brussel-Noord-Oost. De pastorale eenheden Damiaan en Kerkebeek fuseerden tot de nieuwe eenheid Sint-Franciscus. Wie er de kerktorens telt, merkt dat er vroeger zestien onafhankelijke parochies waren. De nieuwe eenheid dekt grosso modo het hele grondgebied van de gemeenten Schaarbeek, Evere, Sint-Joost-ten-Node en een stuk van Brussel- Hoofdstad (Heilig Hart en Sint-Elisabeth). Een tweede fusie betreft de pastorale eenheden Woluwe en Etterbeek. Woluwe was zelf al het resultaat van eerdere fusies en telde tien parochies die het volledige grondgebied van de gemeenten Sint-Lambrechts-Woluwe en SintPieters-Woluwe dekten. Etterbeek had vier afzonderlijke parochies en dekte de hele gemeente Etterbeek. Voor deze nieuwe pastorale eenheid wordt nog een naam gezocht. De fusies raken enkel de Nederlandstalige pastoraal. Op te merken valt dat in een aantal gevallen een Nederlandstalige pastorale eenheid verschillende Franstalige eenheden op haar grondgebied heeft. Daarbij is het wel zo dat de buitengrenzen daarvan altijd samenvallen met de grens van die ene grote Nederlandstalige eenheid.
v i car i ate n D E K AAP VAN T IE N
Vanzelfsprekend wordt bij zulke fusies niet over één nacht ijs gegaan. Het blijft altijd een ingrijpende gebeurtenis zowel voor de kerkgangers als voor de pastores. Vaak hebben zij zich sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw met hart en ziel ingezet voor een autonome Nederlandstalige pastoraal. Er hebben zich hechte gemeenschappen gevormd. Ondertussen is de bevolking ouder geworden en een aanwas met jonge Vlamingen heeft zich niet doorgezet. Op sommige plaatsen zijn amper een tiental trouwe kerkgangers overgebleven. Tien blijkt wel een kritische drempel te zijn om gemeenschap te vormen voor een zondagse eucharistieviering. In de joodse traditie wordt hetzelfde quorum vereist voor het officiële gebed in de synagoge. Daar brengt men dit in verband met de smeekbede van Abraham tot God om de steden Sodom en Gomorra te sparen, als er ten minste tien rechtvaardigen worden gevonden (Genesis 18, 32). Fusies van parochies of pastorale eenheden en de daaruit voortvloeiende herschikking van eucharistievieringen, komt bij sommigen over als een nederlaag voor de Nederlandstalige zaak in Brussel, maar het is veeleer een nederlaag voor de Kerk zelf. Waren er maar meer Nederlandstalige kerkgangers, dan zouden zulke ingrepen niet nodig zijn. Ook voor pastores zijn deze ingrepen niet altijd gemakkelijk te verteren. Het zwaarste weegt wellicht het gevoel mensen te ontgoochelen. Pijn helen behoort immers tot het wezen van het priester-zijn en bij die herschikkingen krijgt men vaak het gevoel mensen in de steek te laten en pijn te doen. Toch leeft bij velen het besef dat hier aan de toekomst wordt gewerkt en tracht men jongere generaties actief bij het kerkelijke leven te betrekken.
Uiteindelijk gaat het erom weer levende gemeenschappen te vormen, zoals onze voormalige hulpbisschop, monseigneur De Kesel, het in zijn pinksterbrief van 2005 omschreef. C HRIST E N ZIJN VANDAAG
In hun pastorale brief Volwassen worden in geloof (2006) gingen de Belgische bisschoppen ook al in op de veranderde context waarin christenen hun geloof beleven. In hun recentste brief Christen zijn in deze tijd (september 2012) gaan ze daar verder op in. Een citaat: ‘De tijden zijn veranderd. De nieuwe situatie nodigt ons uit om de originaliteit en de schoonheid van het evangelie opnieuw te ontdekken en te zien hoe levensvervullend het is ernaar te leven.’ De korte en heldere brief is een uitnodiging om erover met elkaar in gesprek te gaan in parochies en pastorale eenheden. Op bladzijde 7 in dit nummer leest u meer over deze brief.
GODGEWIJD LEVEN Zusters ursulinen van Onze -L ieve-Vrouw-Waver
Op het algemeen kapittel van 4 juli werden de volgende zusters verkozen voor een periode van zes jaar: zuster Emmy Vermeulen als algemeen overste, zuster Lieve Janssens, zuster Amanda Vandensavel, zuster Jeanine Vergauwen en zuster Lieve Wuyts als raadsleden. Zusters Heilige Vince ntiu s a Paulo van Opwijk
Op het algemeen kapittel van 7 juli werden de volgende zusters verkozen voor een periode van vier jaar: zuster Lina Vanden Bergh als algemeen overste, zuster Carolina Boden, zuster Augusta Wuyts, zuster Jozefa Kockx en zuster Georgine Schellens als raadsleden.
28
pastora l ia
rs u r s u l i nen r uZubsvtaer i e k n T i l d o nk
Op het keuzekapittel van 20 juni werden de volgende zusters verkozen voor een termijn van drie jaar: zuster Ann Cuppens als provinciaal overste, zuster Mimi Callaerts, zuster Hildegarde Verherstraeten en zuster Celestina Lakra als raadsleden. IN MEMORIAM THEO DE WITTE
Wanneer Theo in 1937 zijn studies aanvatte in het Klein Seminarie in Hoogstraten en later op het Groot Seminarie van Mechelen, gaf hij gevolg aan de roepstem van de Heer: ‘Kom en volg Mij.’ In een interview dat we eens afnamen met enkele catechesegroepjes vertelde hij : ‘Tijdens mijn humaniora was ik elke vakantie op bezoek bij de broer van mijn moeder, pater Benedikt in de abdij van Dendermonde. Daar mocht ik met de andere paters meebidden, praten, lachen en aan dezelfde tafel aanzitten. Die oom was mijn eerste lichtje om priester te worden. Mijn tweede lichtje was priester Achiel Van Oostveldt, medepastoor in mijn dorp Hekelgem. Zijn manier van omgaan met de mensen, en met de jeugd vooral, deed me begrijpen dat priester-zijn betekent: vriend zijn met de mensen.’ Dit alles resulteerde in de priesterwijding van Theo op 24 juli 1943. Hij kreeg parochiale functies in Peulis, Opwijk, Buizingen en Wolvertem. Wat we hier willen benadrukken, is dat wij hebben ervaren hoe pastoor Theo – in al die jaren – die ‘lichtjes’ nooit is vergeten. Hij heeft altijd de kunst verstaan om zelf lichtjes neer te zetten om catechisten, zijn medewerkers en zijn medemensen – zonder onderscheid van geloof – zachtjes bij te lichten op hun levensweg. De vriendschap van mensen was hem
altijd dierbaar en werken met de jeugd maakte hem heel gelukkig. Pastoor Theo was een man van dienstbaarheid, zachtheid en vergevingsgezindheid. Kardinaal Danneels schreef: ‘God en de Geest van God openbaren zich nooit met geweld. God klopt aan de deur, roept en… wacht.’ Zo heeft pastoor Theo dat ook gedaan: hij heeft mensen geroepen, op hun deur geklopt en gewacht. De inzet van veel mensen was dan ook een antwoord op zijn lichtje, op zijn klop op de deur. Als aalmoezenier in het rusthuis Van Horick was Theo in alle omstandigheden de echte vriend van velen: vriendelijk, bemoedigend, met een glimlach en een twinkeling in zijn ogen. Met woord en daad begeleidde hij vele rusthuisbewoners in hun laatste levensdagen en bracht hen hulp en troost. Velen zullen zich pastoor Theo herinneren als de ijverige en toegewijde priester, steeds onderweg en op zoek naar al wie hij kon helpen en ondersteunen. Kerkgemeenschap stichten en mensen gelovig bijeenbrengen beschouwde hij als zijn hoofdopdracht. Tot in zijn 94ste levensjaar deelde hij zijn levensenergie uit, tot hij bijna niet meer kon, zoals hij altijd de Blijde Boodschap en Gods brood kwistig ronddeelde. Sonja Becq / Leo Letourneur POL LEBBE
In 1977 werd Pol, die kerkelijk recht studeerde in Rome, door kardinaal Suenens tot kerkelijk rechter benoemd in Mechelen waar hij vier jaar zou ze telen als rechter en samen met de toenmalige officiaal, monseigneur Paul Theeuws, oordeelde over de geldig- of ongeldigheid van de hem toevertrouwde kerkelijke huwelijken.
In 1981 benoemde de nieuwe aartsbisschop, monseigneur Godfried Danneels, pater Lebbe tot ‘Defensor Vinculi’, verdediger van de huwelijksband. Beter bekend als ‘advocaat van de duivel’. Een rol binnen de kerkelijke rechtbank die een gedegen kennis van het vak vergt, maar waar de meeste kerkjuristen niet voor staan te dringen. Het is immers de taak van de verdediger van de huwelijksband om, tegen de wens van echtgescheiden gelovigen in, in de huwelijksprocedure te pleiten voor de kerkelijke geldigheid en onverbreekbaarheid van een huwelijk dat de facto is mislukt. Pol vervulde deze taak van verdediger van de huwelijksband met grote klasse. Hij oordeelde zonder te veroordelen. Niet zelden beëindigde hij zijn pleidooi voor de geldigheid van een huwelijk met de zin: ‘Hierbij heb ik aangehaald wat voor de geldigheid van dit huwelijk zou moeten pleiten. Doch, ik kan bezwaarlijk het daglicht ontkennen.’ Hierin schuilt precies zijn grote kracht. Trouw aan de kerkelijke leer en de beginselen van het kerkelijk recht bleef voor Pol het eigen goed gevormd geweten dé gids en leidraad. Stoppen met werken of genieten van het pensioen was niets voor Pol. Pol genoot van het leven, van werk en inzet. Werken was voor hem roeping. Hij ging er gewoon nog twintig jaar mee door na zijn 65ste. Trouw reisde hij maandelijks vanuit Gijzegem en later vanuit De Panne naar Mechelen. Ook wanneer het lopen moeilijk werd bleef hij trouw op post. Hij nam actief deel aan onze zittingen en genoot daarna van onze etentjes samen. Pol hield van zijn vak en van de mensen die hem werden toevertrouwd. Hij was loyaal en moedig en bereid om tegen de stroom in te gaan als het nodig was. Als gelukkig man verstond hij de kunst anderen gelukkig te maken. Hij hield van het leven en was in staat te genieten. Persoonlijk heb ik heel veel van Pol geleerd. Dat Kerkelijk recht het allermooiste vak is, dat gerechtigheid en
29
p ast orali a
billijkheid hand in hand gaan, dat liefr u b r i e k de voor de medemens als drijfveer voor menselijk handelen leidt tot diep geluk. Hildegard Warnink H ER M A N EM I E L ME R T E N S
In zijn actief leven had Herman vele vrienden. Door hem beleefden de leden van de gezinsgroep die hij begeleidde de boeiende tijd van en na het tweede Vaticaans Concilie. Herman leerde kritische vragen stellen over Kerk en instituut. Hij leerde hen via de gezinsgroep na te denken over hun geloof om zo een eigen invulling te geven, los van wat Rome hen altijd had voorgeschreven. Op deze manier kon hij als professor in de theologie zijn theorie toetsen aan het geloof van gewone mensen en leerde hij een ‘taal’ spreken die ook voor niet-theologen verstaanbaar was.
Omdat hij graag doceerde, was zijn Leuvense periode zeker zijn gelukkigste tijd. Hij vond dat theologen ten dienste moesten staan van de gelovige gemeenschap en hulp moesten bieden aan godsdienstleerkrachten, catecheten, predikanten en andere pastorale werkers. Maar als tolken moeten zij ook luisteren naar de stem van het kerkvolk om de evangelische boodschap altijd opnieuw actualiserend te hertalen. Daarvan getuigen zijn vele publicaties. Herman bezat de gave van het woord en kon mensen boeien met zijn spreken. Dat hebben we hier jarenlang in onze gemeenschap mogen ervaren. Ook hier bracht hij vernieuwende en inspirerende inzichten. Herman zei in een preek op Allerheiligen: ‘Wij zijn niet de eersten die het probleem van leven en dood stellen. Sinds duizenden jaren heeft de mensheid hierover nagedacht. Mijn kritisch onderzoek brengt mij geen stap verder. Ik meen dat wij als gelovige mensen in de leer moeten gaan bij Jezus.
In zijn evangelie beluisteren wij een boodschap over leven dat nooit een einde neemt. Wie in mij gelooft, heeft eeuwig leven. Wij moeten ons durven toevertrouwen aan God. Wij geloven in het leven, dat ons gegeven is door een God die eeuwigheid belooft. Als dit vandaag voor mij geen levende werkelijkheid is, dat God ons leven draagt, dan is er ook geen fundament voor vertrouwen in de toekomst na de dood. Maar als je nu gelooft in de zekerheid: mijn leven hoort bij God, mijn leven is een stukje van zijn leven, dan is het eigenlijk nauwelijks een vraag of dat leven door zal gaan door de dood heen. Zoals ik in God geloof, zo geloof ik ook in het eeuwig leven.’ Herman is voor zijn familie en ons allen nog vrij onverwacht gestorven. Wij zijn heel dankbaar voor al wat hij ons zo rijkelijk geschonken heeft. Moge Herman nu veilig thuisgekomen zijn in het huis van de Vader en er als een bekende begroet worden. Bob Peeraer / Mimi Schueremans
pers o n al i a OVERLIJDENS M ECH EL EN - B R U S S E L
Pater Paul LEBBE (geboren in Poperinge op 10/12/1927 en gewijd op 4/7/1954), priester-oblaat, overleed in Roeselare op 18 augustus 2012. Hij was achtereenvolgens rechter (1977-1981) en verdediger van de huwelijksband (1981-2012) bij de Diocesane Rechtbank. Pater Sylvain VERHEYEN (geboren in Elsene op 30/11/1930 en gewijd op 21/12/1963), priester-salesiaan van Don Bosco, overleed in
Groot-Bijgaarden op 24 augustus 2012. Hij was achtereenvolgens pastoor in Sint-Amands, Sint-Stefaan, Lippelo (1991-1995) en aalmoezenier van het rusthuis De Verlosser in Sint-UlriksKapelle (2008-2012). De heer Georges ROCKELÉ (geboren in Terhagen op 2/5/1929 en gewijd op 17/7/1960), priester, overleed in Lokeren op 25 augustus 2012. Hij was achtereenvolgens parochievicaris in Mechelen, Sint-Gummarus (1960-1962); in Beersel, Sint-Jozef, Lot (1962-1963) en in Liedekerke, SintNiklaas (1963-1967); godsdienstleraar aan het Stedelijk Technisch Instituut
voor meisjes in Leuven (1967-1972), aan het Sint-Antoniusinstituut in Liedekerke (1967-1972), aan het Sancta Maria-Instituut in Zaventem (19671972) en aan het Sint-Jozefsinstituut in Ternat (1972-1989). De heer Urbaan HUYBRECHTS (geboren in Leuven op 14/5/1932 en gewijd op 23/9/1956), priester, overleed in Laken op 26 augustus 2012. Hij was achtereenvolgens parochievicaris in Sint-Pieters-Leeuw, SintStefaan, Negenmanneke (1956-1963), leraar aan het Heilig Hartcollege in Ganshoren (1963-1976), godsdienstleraar aan het Sint-Ursula-instituut in Sint-Jans-Molenbeek (1972-1976),
30
pastora l ia
r u b r i e k
aan het Sint-Lutgardisinstituut in Ganshoren (1975-1976), aan het SintUrsulalyceum in Brussel (1976-1982) en aan de Sint-Ursulanormaalschool in Brussel (1976-1982); bibliothecaris aan het Sint-Ursula-instituut in Laken (1982-1986) en aan het Gardini-Instituut PHO in Brussel (1986-1993). De heer Gaston LANGHENDRIES (geboren in Oetingen op 2/8/1926 en gewijd op 7/7/1963), priester, overleed in Dilbeek op 6 september 2012. Hij was achtereenvolgens parochievicaris in Sint-Amands, Sint-Amandus (1963-1967), priester Fidei Donum in
de Centraal Afrikaanse kerkprovincie (1967-1970), parochievicaris in Mechelen, Heilig Kruis (1970-1971) en in Haacht, Sint-Remigius (1971-1973); pastoor in Halle, Heilige Joannes Bosco, Buizingen (1973-1981); aalmoezenier in het Algemeen Ziekenhuis SintJozef in Mechelen (1981-1983) en van de Caritas Gemeenschapsdienst Brabant (1982-1983); verantwoordelijke voor de Nederlandstalige pastoraal in Ukkel, Sint-Paulus, Stalle (19831985) en in Ukkel, Sint-Jozef, Tomberg (1984-1985); medeverantwoordelijke voor de Nederlandstalige pastoraal in Ukkel, Sint-Anna (1984-1985); zondagsonderpastoor in Halle, Heilige
Joannes Bosco, Buizingen (1986-1989); aalmoezenier bezigheidstehuis De Vallier in Liedekerke (1990-1996) en aan het M.P.I. De Ark in Laken (19911992); parochieadministrator in Gooik, Sint-Ursmarus, Oetingen; in Gooik, Sint-Martinus, Tollembeek en in Gooik, Sint-Paulus, Vollezele (1998). ANT WE RPE N
De heer Raymond VAN HOOF (geboren in Hoboken op 18/2/1936 en gewijd op 17/7/1960), priester, overleed in Antwerpen op 26 augustus 2012.
aa n k o n d i g i n ge n L I TU R GI S C H C ON G R E S
Op 29 en 30 oktober 2012 heeft het Liturgisch Congres plaats in de Duinse Polders in Blankenberge. Het thema is: ‘Doop, vormsel, eucharistie: de initiatiesacramenten in dienst van de initiatie’. Tijdens dit liturgisch congres gaat de aandacht naar vieringen met kinderen en jongeren rond eerste communie en vormsel (en het doopsel van kinderen op schoolleeftijd) én hun samenhang met de bredere context van initiatie en geloofsverkondiging. Eerst wordt stilgestaan bij de inhoudelijke achtergronden van initiatie en de innerlijke band tussen de drie initiatiesacramenten (doopsel, vormsel en eucharistie). Vanuit de concrete realiteit wordt gefocust op de kansen en mogelijkheden die geboden worden om deze vieringen te laten functioneren binnen het ruime kader van initiatie tot het geloof. Het congres in zijn geheel wil de vele mensen op verschillende liturgische en pastorale terreinen bemoedigen en inspireren om naar de toekomst toe getuigen te blijven van de Blijde Boodschap en om van de liturgie een
levende plaats te maken waar op telkens nieuwe wijze het geloof ook jongeren blijft inspireren. Info: het volledige programma is beschikbaar op www.liturgischcongres.be. Via de website is het ook mogelijk om in te schrijven. M IS-VE RST AND
Het is niet omdat we alle woorden die tijdens een eucharistieviering gebruikt worden, verstaan, dat we ook op een eenvoudige manier kunnen zeggen waar het eigenlijk om draait. De pastorale zones Boortmeerbeek, Haacht en Keerbergen-Rijmenam organiseren daarom in samenwerking met CCV Vlaams-Brabant een zesdelige vormingsreeks over liturgie. De reeks kreeg als titel: Mis-verstand: om liturgie intenser te beleven, en heeft plaats in Keerbergen vanaf 16 oktober. De vormingsreeks staat open voor alle kerkgangers die intenser willen meeleven. De reeks wordt natuurlijk ook uitdrukkelijk aangeboden aan allen die op een of andere manier een actieve rol spelen in de liturgie. Zoals leden van liturgische werkgroepen, koorleden en dirigenten, organisten, lectoren, vormsel- en doopcatechisten en voorgangers in uitvaarten.
De reeks bestaat uit zes avonden, telkens op de derde dinsdag van de maand. Op 16 oktober is liturgie vieren het thema. Wat is vieren? Wat drukken symbolen en rituelen uit? Gastspreker is Joris Polfliet, algemeen secretaris van de Interdiocesane Commissie voor Liturgische Zielzorg (ICLZ). Op 20 november gaat kardinaal Godfried Danneels dieper in op de essentie van liturgie. Eucharistie vieren, daarover heeft monseigneur Leon Lemmens, hulpbisschop voor het vicariaat Vlaams-Brabant en Mechelen, het op 15 januari. Jan Dumon, secretaris generaal van een van de pauselijke missiewerken, komt op 19 februari naar Keerbergen en zal het hebben over de Bijbel in de liturgie. Op 19 maart is de gastspreker Jean Paul Pinxten, theoloog en auteur van verschillende artikels over liturgie. De liturgische jaarcyclus staat centraal in zijn lezing. Hoe groeien we doorheen gans het liturgisch jaar toe naar Pasen? De slotsessie op 16 april gaat over muziek en liturgie. Jos Bielen, verantwoordelijke voor de muziek in de liturgie in het vicariaat Vlaams-Brabant en Mechelen, legt uit waarom we zingen in een viering.
31
p ast orali a
De reeks heeft plaats in de kerklokalen op het Gemeenteplein van Keerbergen, telkens van 19.30 tot 21.30 uur. Deelname kost 5 euro per avond. Om praktische redenen wordt van deelnemers gevraagd bij voorkeur vooraf in te schrijven. Info en inschrijving: Gisela Vanwinckel, telefoon 0479 68 08 99, e-mail
[email protected]. S CH ER P E NH E U V E LL E Z ING
In het onthaal- en vormingscentrum De Pelgrim houdt professor Adelbert Denaux op vrijdag 19 oktober om 17.00 uur de jaarlijkse Scherpenheuvellezing. Het thema van de lezing is ‘Maria, genade en hoop in Christus: een oecumenische overeenkomst tussen anglicanen en katholieken over de plaats van Maria in het heilsplan van God’. Op 16 mei 2005 werd in Seattle (V.S.) een belangrijke Gemeenschappelijke Verklaring van de Anglicaans Roomskatholieke Internationale Commissie publiek gemaakt onder de titel: ‘Maria, genade en hoop in Christus’. Het is de eerste oecumenische consensustekst over Maria die uitgaat van een officieel internationaal overlegorgaan tussen twee christelijke kerken en in die zin een zeer belangrijke tekst. Toch noteert het document ook blijvende meningsverschillen: de dogma’s van de onbevlekte ontvangenis en de tenhemelopneming betekenen een bijzonder probleem voor de anglicanen. Dezen zijn van mening dat de nauwkeurige definities welke door deze dogma’s zijn gegeven niet voldoende worden gesteund door de Schrift. Bovendien delen anglicanen de grote reserves van protestanten of we kunnen bidden om Maria’s voorspraak. Het genoemde document ontwikkelt een hermeneutiek van Bijbellezen die toelaat de twee dogma’s in een ruimer Bijbels kader te plaatsen. Info: De Pelgrim, Isabellaplein 15A, Scherpenheuvel, telefoon 013 35 56 40, e-mail
[email protected].
DAM IAAN
In de Sint-Antoniuskapel (Damiaankerk) op het Leuvense Damiaanplein loopt tot zondag 28 oktober de tentoonstelling ‘Held en heilige’. Aan de hand van origineel beeld- en bronnenmateriaal belicht deze expo de heldenstatus van pater Damiaan vanaf zijn vertrek naar Molokaï in 1873 tot en met zijn heiligverklaring. Een verhelderende blik op Damiaan dankzij foto’s, affiches, kranten, citaten en getuigenissen. De tentoonstelling is dagelijks gratis te bezoeken van 9.00 tot 18.00 uur. Z ING E ND SPRE K E N
Dominicaan Bernard de Cock zal op vrijdag 12 oktober om 20.00 uur in de kerk van Onze-Lieve-Vrouw-over-deDijle in Mechelen zingend spreken over het vieren in de geloofsgemeenschappen en de bijzondere plaats van het zingen daarbij. Als gedreven cantor wandelt hij met de deelnemers doorheen het liturgische jaar en laat hij hen kennismaken met mooie, inhoudrijke liturgische liederen. Bernard de Cock is dominicaan, cantor, voorganger en inspirator van de Dominicusgemeenschap in Gent, theoloog en professor in het Lemmensinstituut in Leuven. Als gedreven cantor wil hij samen met velen zingen om zo de rijke thematiek ter sprake te brengen. Hij wil mensen de tekst eigen maken door er dieper op in te gaan en het dan als het ware uit te zingen.
van de gewone dingen’ – dat zijn maar enkele steekwoorden waarmee men die spirituele bekwaamheid van de ‘reli gieuze leek’ aanduidt. De studiedag (N)Iets voor dummies!? vindt plaats op donderdag 25 oktober van 9.00 tot 17.00 uur in het MariaTheresiacollege, Sint-Michielsstraat 6 in Leuven. Verschillende deskundigen maar ook mensen uit de praktijk krijgen het woord: Annemie Dillen, Luk Bouckaert, Judith Cockx, Kees De Groot, Maaike De Haardt, Ruard Ganzevoort, Thomas Knieps, Patrick Ruysschaert, Laurien Schrijver, Katie Velghe en Johan Verstraeten. Deze studiedag is een initiatief van het Academisch Centrum voor Praktische Theologie van de KU Leuven en de leerstoel INTAMS Chair for the Study of Marriage and Spirituality. Hij richt zich tot pastores uit alle sectoren, zorgverleners, parochiale medewerkers, beleidsverantwoordelijken en alle andere belangstellenden. Deelname kost 25 euro. Info en inschrijving: Angeline De Moor, telefoon 016 32 84 67, e-mail
[email protected], website www.theopraxis.eu.
Info: Parochieploeg Onze-Lieve-Vrouwover-de-Dijle, telefoon 0475 95 64 36, email
[email protected]. SPIRIT UAL IT E IT ( N ) I E TS VOOR DU M M IE S! ?
Recente studies hebben het besef aangescherpt dat er naast de traditionele monastiek-klerikale spiritualiteit ook een lekenspiritualiteit bestaat die in de geschiedenis van het christendom tot nu toe slechts een marginale rol heeft gespeeld. ‘Spiritualiteit van het alledaagse’, ‘geleefde religie’, ‘theologie
Deze rubriek biedt maar een beperkte greep uit de activiteiten die in het aartsbisdom Mechelen-Brussel worden aangeboden. Een ruimer aanbod is te vinden op de website www.kerknet.be (kies ‘Aartsbisdom’ en vervolgens ‘Kalender’).
Psalm 67 God, zegen ons en wees barmhartig, toon ons uw lichtend aangezicht, laat ons steeds weer uw weg ontdekken, de weg die naar bevrijding leidt. Zodat de volkeren U loven en heel de mensheid U aanbidt. Zodat de vreugde stemmen krijgt die juichen en U eer bewijzen. Zodat men wereldwijd erkent dat Gij een God van mensen zijt, die wasdom geeft aan al wat groeit, en ons met rijke vruchten zegent, die ons bestuurt met vaste hand en die wij overal op aarde met eerbied en ontzag gedenken. (uit: De psalmen. Vertaald en bewerkt door Piet Thomas, Lannoo, 2004, p. 92)