Kindercentrum Mirakel Alledaagse wonderen voor iedereen
pedagogisch werkplan
september 2014
Voorwoord Welkom bij kindercentrum Mirakel ‘Het mooiste dat je kunt worden is jezelf’ is de titel van het pedagogisch beleidsplan van SKSG Kinderopvang. In hoofdstuk 1 leest u een samenvatting. In dit pedagogisch werkplan beschrijven we de visie en het beleid van Mirakel voortvloeiend uit de uitgangspunten van SKSG kinderopvang. We beschrijven hoe we met kinderen omgaan in de dagelijkse praktijk. Omdat ons werk in ontwikkeling is en de maatschappij veranderd, wordt het pedagogisch werkplan van Mirakel elke drie jaar herzien.
Wij wensen u en uw kind een hele fijne tijd toe op Mirakel!
De locatiemanager en pedagogisch medewerkers van kindercentrum Mirakel.
Inhoudsopgave VOORWOORD ........................................................................................................................................... 3 1.
SAMENVATTING PEDAGOGISCH BELEIDSPLAN SKSG KINDEROPVANG .......................................... 5
2.
VISIE TEAM MIRAKEL ....................................................................................................................... 6
3.
BELEID IN ONS DAGELIJKSE WERK .................................................................................................8
4.
HOE VOLGEN WIJ HET KIND IN DE GROEP .................................................................................... 19
5.
ONS TEAM ..................................................................................................................................... 20
6.
SAMENWERKING MET OUDERS .................................................................................................... 21
7.
PRAKTISCHE ZAKEN ...................................................................................................................... 24
8.
BIJLAGE: PROTOCOLLEN ............................................................................................................... 25
9.
BIJLAGE: VIER OGEN PRINCIPE..........................................................................................................27
Samenvatting Pedagogisch beleidsplan SKSG Kinderopvang In ons pedagogisch beleidsplan vertellen we wat wij doen en waarom we dat zo doen. We vatten kort onze pedagogische uitgangspunten samen. ’n Veilig en vertrouwd gevoel.’ Kinderen kunnen zich alleen optimaal ontwikkelen als zij zich veilig en vertrouwd voelen. Door o.a. herkenbaarheid in dagritme, inrichting van ruimten en duidelijke regels en vaste rituelen geven we kinderen houvast en continuïteit. ‘Dat kan ik zelf!’ Kinderen hebben uitdagingen nodig om te kunnen groeien en leren. Om zelfredzaam en zelfstandig te worden, leren we kinderen al vroeg op hun eigen niveau keuzes maken. Dat geeft een goede basis voor later. ‘Iedereen is welkom’ Elk kind is van harte welkom en wij doen er alles aan om dit te laten merken. Wij vinden het belangrijk dat kinderen leren omgaan met verschillen in onze samenleving en we denken dat je daar niet vroeg genoeg mee kunt beginnen. ‘Samen spelen, samen delen’ Kinderen ontmoeten elkaar in het spel en de dagelijkse activiteiten. Op deze manier leren zij spelenderwijs met elkaar omgaan. In dit contact, met andere kinderen en pedagogische medewerkers, leren zij zichzelf beter kennen en ook de ander. Dit vinden wij een belangrijke meerwaarde en daar maken we dan ook dankbaar gebruik van. ‘Lekker spannend’ Uitdaging en spanning zijn belangrijk voor kinderen, mits binnen de grenzen van veiligheid en vertrouwen. Wij nodigen kinderen uit om zelf op verkenning te gaan, zodat zij op zichzelf leren te vertrouwen en zich daardoor verder kunnen ontwikkelen. Kortom……alle kinderen zijn bij ons van harte welkom, wij helpen hen graag bij het opgroeien tot zelfstandige en zelfbewuste mensen. Wij zorgen ervoor dat kinderen zich veilig en vertrouwd voelen en vanuit die veiligheid de wereld kunnen gaan ontdekken. Dat ontdekken moet wel spannend en uitdagend zijn, vinden wij. De kinderen die onze kindercentra bezoeken bieden elkaar een sociale context, wij ondersteunen en stimuleren dat.
1.
Visie team Mirakel
Visie Wij willen dat de kinderen zich op Mirakel veilig en vertrouwd voelen zodat ouders hun kind met een gerust hart achterlaten. Dat creëren we door rust, duidelijkheid en structuur te bieden. Kindbeeld Als kinderen zich veilig voelen zijn ze in staat om zichzelf te ontwikkelen. Kinderen krijgen daar bij ons de mogelijkheid en de ruimte voor. We kijken naar het kind en spelen in op de behoeftes. Ieder kind is uniek en ontwikkelt zich op zijn eigen tempo. Wij respecteren dat en gaan uit van het kind als individu zonder het belang van de groep te verliezen. Benadering Wij kijken en luisteren naar de behoeftes van de kinderen. We nemen ze serieus en laten het in zijn waarde. We praten zoveel mogelijk op kindhoogte met de kinderen en geven veel complimenten. Door nadruk te leggen op wat wél mag, houden we de sfeer positief. Bijvoorbeeld: we lopen binnen en buiten mag je rennen i.p.v. je mag binnen niet rennen. Door deze positieve benadering dragen we bij aan de ontwikkeling van het zelfvertrouwen en de eigenwaarde van het kind. Veiligheid en ontdekken Kinderen krijgen bij ons de vrijheid om de omgeving te ontdekken en zich te ontwikkelen. ‘Beter uitdagend spelen, dan veilig vervelen’ is daarbij een belangrijk uitgangspunt. Natuurlijk gebeurt dat binnen grenzen en blijft de veiligheid van de kinderen gewaarborgd. Groepsopvang De opvang binnen het kindercentrum is anders dan thuis. Bij ons leren kinderen binnen een groep met elkaar om te gaan. Ze moeten rekening houden met verschillende kinderen in verschillende leeftijden. Ze leren van en met elkaar door naar elkaar te kijken en samen tot een oplossing te komen.
REIS SKSG Kinderopvang hanteert de volgende vier pedagogische uitgangspunten: R
respect voor de autonomie van het kind “kijk, ik kan het zelf, het lukt me”
E
emotionele ondersteuning bieden “kijk, ik mag er zijn”
I
informatie geven over je handelen “we zeggen wat we doen en benoemen wat we zien”
S
structuur bieden en grenzen stellen
We beschrijven hier het pedagogisch beleid van SKSG Kinderopvang. In het volgende hoofdstuk leest u hoe we deze uitgangspunten bij kindercentrum Mirakel in de praktijk brengen. De uitgangspunten worden ingepast in de grondbeginselen van het pedagogisch beleid: ‘n Veilig en vertrouwd gevoel’, ‘Dat kan ik zelf’, ‘Iedereen is welkom’, ‘Samen spelen samen delen’ en ‘Lekker spannend’.
2. Beleid in ons dagelijkse werk ’n Veilig en vertrouwd gevoel’
Stamgroepen Mirakel bestaat uit 3 stamgroepen. De stamgroep is de groep waar het kind geplaatst is en waar het de meeste tijd van de dag doorbrengt. De groepen hebben voor de herkenbaarheid een eigen naam:
Kabouters:
0-4 jaar met maximaal 15 kinderen (Qua ruimte max 15)
Elfjes:
2-4 jaar met maximaal 7 kinderen
Vuurvliegjes:
0-2 jaar met maximaal 10 kinderen (Qua ruimte max 10)
(Qua ruimte max 10)
Alle groepen hebben vaste gediplomeerde pedagogisch medewerkers. Ook zijn er vaste invalkrachten gekoppeld aan Mirakel. Zij worden ingezet als de vaste pedagogisch medewerkers verhinderd zijn door bijvoorbeeld bijscholing, ziekte, vakantie, zwangerschapsverlof. Wij vinden continuïteit van het personeel erg belangrijk. Dit biedt de kinderen sociaal-emotionele veiligheid. Wij zorgen er daarom voor dat er voor de kinderen altijd een bekende pedagogisch medewerker op de groep is. Het aantal pedagogisch medewerkers dat op de groep werkt is afhankelijk van het aantal kinderen en hun leeftijd. We werken volgens het wettelijk vastgestelde leidster-kind ratio, hetgeen betekent dat 1 pedagogisch medewerker aanwezig is voor:
4 kinderen van 0-1 jaar
5 kinderen van 1-2 jaar
6 kinderen van 2-3 jaar
8 kinderen van 3-4 jaar
Opvang in een andere stamgroep en PSZ Dreumesen en peuters zijn van nature nieuwsgierig en onderzoekend. Zij willen, naast de veiligheid die de stamgroep hun biedt, verder kijken. Op die ontwikkelingsbehoefte willen we graag inspelen. Daarom bieden we op een aantal dagen uitdagende spel- en ontwikkelingsactiviteiten buiten hun eigen stamgroep. Wanneer de spelactiviteit ten einde is gaan de dreumesen en peuters weer naar hun eigen stamgroep. Peuters bieden we op die manier ook de VVE activiteiten in de Peuterspeelzaal. Een kind mag, wanneer er geen ruimte is in de eigen stamgroep geplaatst worden in een 2e stamgroep met toestemming van de ouders middels een toestemmingsformulier. De kabouterkinderen hebben als 2e stamgroep de Elfjes. De Elfjes hebben als 2e stamgroep de Kabouters. De Vuurvliegjes hebben als 2e stamgroep, de Kabouters. Baby's beneden 1 jaar blijven op hun eigen stamgroep.
Extra dagdelen Wanneer een ouder structureel of incidenteel een extra dag(deel) opvang aanvraagt, kan het voorkomen dat er op dat moment op de vaste stamgroep van het kind geen plaats. In dat geval wordt het kind tijdelijk voor de betreffende dag (deel), in een andere stamgroep geplaatst. Dit met toestemming van de ouders, die geregeld wordt via het toestemmingformulier opvang in een 2 e stamgroep . Samenvoegen van groepen Soms komt het voor dat we groepen samenvoegen, bijvoorbeeld aan het begin of eind van de dag, tijdens vakanties en op dagen dat de bezetting laag is. De stamgroep wordt dan in zijn geheel samengevoegd met een andere groep. Kinderen maken gedurende een week ten hoogste gebruik van twee stamgroepruimtes. Flexibele opvang SKSG Mirakel biedt naast reguliere opvang ook flexibele opvang. Hierdoor kan het zijn dat er op een dag op een groep meer kinderen komen dan volgens de norm is toegestaan. Op die dagen gaan de kinderen die flexibel komen op een andere groep spelen.
Overgang naar een andere groep Rond 2 jaar gaan kinderen van de babygroep over naar de peuter- of 0-4 groep. Om te kunnen spelen op de peutergroep moet het kind in ieder geval kunnen lopen. Daarnaast kijken we of de kinderen in hun ontwikkeling toe zijn aan een volgende stap. Het kan zijn dat een kind er nog niet aan toe is om over te gaan naar een andere groep. Dan kan er gekozen worden om het kind wat langer op de babygroep te laten spelen. Andere kinderen zullen misschien juist eerder toe zijn aan een nieuwe uitdaging. Dan wordt er gekeken of het kind eerder naar een andere groep kan. Het wennen aan de nieuwe groep wordt geleidelijk opgebouwd. Eerst gaat de vertrouwde medewerker mee kijken. Waarna het kind alleen komt gedurende een kort moment. Dit wordt opgebouwd naar 1 uur. Het wenprogramma naar een andere groep duurt in totaal ongeveer 1 maand. Mirakel is zo klein dat kinderen eigenlijk al bekend zijn met de andere groepen. Ook binnen de 0-4 groep kan een kind overgeplaatst worden naar de peutergroep, bijvoorbeeld omdat het daar meer leeftijdsgenootjes heeft. Wennen op Mirakel Als een kind geplaatst is op Mirakel, krijgen de ouders en het kind de gelegenheid om te wennen op het kindercentrum. Op de eerste wendag vindt er een uitgebreid gesprek met de groepsleiding plaats waarin ouders hun behoeftes en wensen kenbaar kunnen maken. Een kind doet op een eerste dag veel indrukken op. Wij adviseren daarom om het wennen rustig op te bouwen en met 1 dagdeel te beginnen. Vervolgens wordt er bepaald hoe de verdere opbouw van de wenperiode zal gaan. Dit gaat in goed overleg en is afhankelijk van de behoefte van ouders en kind.
Mentorschap Ieder kind op Mirakel heeft een mentor. Dit is 1 van de pedagogisch medewerkers van de stamgroep van het kind. De mentor doet de jaarlijkse observaties en is verantwoordelijk voor de gesprekken naar aanleiding van de observaties. Bij de intake wordt de ouder op de hoogte gebracht wie de mentor is van het kind. Overdrachtsformulier school Enkele weken voordat het kind 4 jaar wordt en naar de basisschool gaat volgt een gesprek met de mentor naar aanleiding van het peuter-kleuterformulier. Dit overdrachtsformulier wordt met de ouder besproken en na toestemming van de ouder verstuurd naar de basisschool en de SKSG bso van het kind. Dagritme Voor kinderen van 0 tot 4 jaar is herhaling en regelmaat erg belangrijk. Hiermee bieden we de kinderen houvast gedurende de dag en daarmee een vertrouwd gevoel. We hanteren een vaste dagindeling zodat kinderen weten waar ze aan toe zijn. Voor baby’s volgen de pedagogisch medewerkers zoveel mogelijk de gewoontes en het ritme van thuis. Tijdens de kennismaking komt dit uitgebreid aan bod. Rituelen en gebruiken Op Mirakel hebben we een aantal rituelen en gebruiken. Dit draagt bij aan een gevoel van veiligheid en geborgenheid. Denk aan liedjes zingen voor het eten of een verhaaltje voor het slapen gaan.
Eten op het kindercentrum We hanteren een aantal vaste eetmomenten op Mirakel. Baby’s groeien vanzelf mee in het ritme van de groep. Op Mirakel eten we gezond en gevarieerd. Rond 9.30 uur gaan we aan tafel voor vers fruit en sap of water. Rond 11.30 uur gaan we aan tafel voor de lunch. Na het middagslaapje gaan we voor de derde keer aan tafel voor een cracker o.i.d. Tafelmomenten hebben ook een sociaal aspect. Kinderen leren om in een groep rekening met elkaar te houden door niet door elkaar te praten en op hun beurt te wachten. Wij vinden het belangrijk dat de tafelmomenten vooral gezellig zijn. Respect voor de autonomie speelt daarbij een belangrijke rol. Kinderen hebben vrije keuze in wat ze op hun brood willen en we dwingen ze niet te eten. Bovendien is er meestal sprake van ‘zien eten, doet eten’. Natuurlijk houden we rekening met allergieën.
Slapen Een groot aantal kinderen slaapt op Mirakel. Kinderen die niet meer slapen, rusten op de groep. Rustmomenten vinden wij heel belangrijk. Kinderen doen veel indrukken op een dag op en spelen kost energie. Door even te slapen of te rusten krijgen kinderen tijd om de dingen van de dag te verwerken. Kinderen die op
de groep rusten, vallen soms in slaap. Rusten met een boekje of een zacht muziekje kan ook al voldoende zijn. Voor kinderen is het prettig om tijdens het slapen iets vertrouwds mee te hebben zoals een knuffel of een doekje. Er is op Mirakel ook de mogelijkheid om buiten te slapen. Het hele jaar staan er slaaphuisjes in onze tuin. Vooral voor baby’s is het erg prettig om een slaapje te doen omgeven door de frisse buitenlucht.
Afscheid nemen van de ouders/verzorgers We beginnen ’s ochtends gezamenlijk op de kaboutergroep. De ouder brengt het kind daar en neemt afscheid. Een groot raam biedt gelegenheid voor de kinderen om samen met de pedagogisch medewerker de ouder uit te zwaaien. Sommige kinderen kunnen moeite hebben bij het nemen van afscheid van de ouder. De pedagogisch medewerker zal het kind overnemen van de ouder en samen zwaaien of het kind wordt aangezet tot spel. Door het afscheid kort te houden en niet te rekken, weet het kind waar het aan toe is. Onopgemerkt weggaan is voor kinderen erg verwarrend. Het zal de volgende keer ook denken dat de ouder plotseling weg gaat zonder afscheid te nemen en daardoor kan het nog moeilijker worden. Als u met een vervelend gevoel weggaat omdat uw kind nog huilt bij het afscheid, mag u altijd later op de dag even bellen om te vragen hoe het gaat. Overdracht tussen ouders en pedagogisch medewerkers Tijdens het brengen en halen vindt er een mondelinge overdracht plaats. Dit biedt de mogelijkheid om informatie uit te wisselen en af te stemmen. Bij het halen wordt er door de pedagogisch medewerker verteld hoe de dag is geweest. Op het whiteboard op de groep staat informatie over de dag. De baby’s tot 1 jaar hebben een schriftje waar regelmatig een verhaaltje in wordt geschreven. Kinderen zijn soms nog in hun spel verdiept als ze gehaald worden en kunnen gefrustreerd raken als ze daar abrupt uitgehaald worden. Sommige kinderen hebben de behoefte om de ouder nog te laten zien wat ze gedaan hebben (bijvoorbeeld een knutselwerkje) en we adviseren daarom om voor 17:45 te komen. In verband met de veiligheid wordt het kind niet meegegeven aan onbekenden. Zorg er dus voor dat de pedagogisch medewerkers altijd op de hoogte zijn als het kind door een ander gehaald wordt! Feesten Feesten vieren we graag. We besteden aandacht aan verjaardagen, afscheid van de groep, geboortes van broertjes of zusjes en nationale feestdagen. De nationale feestdagen vieren we meestal met het hele kindercentrum. Bijvoorbeeld met kerst een kerstontbijt en met Pasen een paasbrunch. Er wordt jaarlijks een zomerfeest en crèche-uitje georganiseerd. Verjaardag vieren Het vieren van een verjaardag is voor kinderen een belangrijke gebeurtenis. We besteden hier uitgebreid aandacht aan door een aankondiging op de deur te hangen, de groep wordt versierd en er wordt natuurlijk gezongen. Als het kind wil, mag het een feesthoed op en op de stoel staan. De peuters mogen een cadeautje grabbelen en de kleinsten krijgen een cadeautje.
Traktaties Bij feesten horen natuurlijk traktaties. Omdat we in sommige periodes veel feesten hebben, vragen we om kleine en gezonde traktaties mee te geven. Op internet zijn veel leuke en verantwoorde ideeën te vinden. U kunt ook de groepsleiding om ideeën vragen. Ook hoeft een traktatie niet altijd eetbaar te zijn.
‘Dat kan ik zelf!’
Stimuleren van zelfstandigheid en zelfredzaamheid Respect voor de autonomie is een belangrijk pedagogisch doel van de SKSG. Daarom laten wij kinderen zoveel mogelijk zelf doen. Door kinderen aan te moedigen in hun zelfstandigheid en ze de ruimte te geven om vaardigheden te oefenen stimuleren we hun zelfvertrouwen en ontwikkeling. Zodra wij zien dat kinderen meer behoefte hebben aan zelfstandigheid stimuleren we dit. Er zijn op een dag tal van momenten waarop we kinderen aanmoedigen hun zelfstandigheid te vergroten. Zelf op je stoel klimmen, jezelf aankleden, zelfstandig naar het toilet gaan zijn hier voorbeelden van. Op de babygroep en de 0-4 groep gaan we bewust om met het gebruik van wipstoelen. Wanneer baby’s in een wipstoel zitten hebben ze weinig bewegingsvrijheid en hebben ze niet de mogelijkheid om vaardigheden zoals rollen en kruipen te oefenen. De baby’s spelen daarom veel op de grond (eventueel op een kleed) waar ze veel bewegingsruimte hebben en dus veel kunnen oefenen. Hoe vaker ze kunnen oefenen, hoe sneller ze zich kunnen ontwikkelen.
Zindelijkheidstraining Als kinderen eraan toe zijn beginnen we met de zindelijkheidstraining. Kinderen kunnen zelf aangeven of ze op de wc willen. Als ze het niet willen zullen we ze nooit dwingen. Dit werkt averechts en dan zal het langer duren voordat het kind zindelijk is, of ze krijgen later een terugval. Kinderen leren veel van elkaar. Zo ook bij het zindelijk worden. Jonge kinderen zien dat oudere kinderen naar de wc gaan en kunnen op die manier geïnteresseerd raken. Wanneer een kind aangeeft dat het op de wc wil zitten helpen we daarbij en het kind krijgt als beloning een sticker. De zindelijkheidstraining gaat altijd in overleg met de ouders.
Omgaan met conflicten Natuurlijk zijn er in de groep wel eens kleine conflicten. De pedagogisch medewerker houdt een oogje in het zeil en als blijkt dat een kind de situatie niet zelf kan hanteren, dan helpt zij het kind om zelf een oplossing te vinden. We leren kinderen respect voor elkaar te hebben en rekening met elkaar te houden.
Belonen en corrigeren Wanneer een kind ongewenst gedrag vertoont is het soms beter om het gedrag te negeren en veel aandacht te geven aan het gewenste gedrag. Goed voorbeeld doet goed volgen en het houdt de sfeer in de groep positief. Soms is een correctie toch nodig. Bij het ene kind kan een waarschuwende blik genoeg zijn, een ander kind moet uit de situatie gehaald worden. Daarbij wordt altijd duidelijk uitgelegd waarom het gedrag gecorrigeerd wordt. We vinden het belangrijk dat de correctie positief wordt afgesloten.
Inrichting van de ruimte Mirakel is zo ingericht dat kinderen in een veilige omgeving veel zelfstandig kunnen doen. Er zijn hoeken met speelmateriaal aangepast op de leeftijd van de kinderen en eventueel aangepast op het thema van dat moment. We hebben veel ‘echte’ materialen, zoals echte potjes en pannetjes in het keukentje. Echte materialen zijn uitnodigend en herkenbaar voor kinderen. De materialen hebben een vaste plek zodat de kinderen weten waar ze speelgoed kunnen vinden en waar ze het kunnen opruimen. De speelgoedbakken zijn voorzien van herkenbare plaatjes. Er is ook aandacht voor rustige plekken waar kinderen zich terug kunnen trekken voor een moment van rust. Dat kan bijvoorbeeld in de leeshoek waar kussens en boekjes liggen. De gang en de hal van de 0-4 groep is voorzien van grote ramen. Het is voor kinderen uitdagend om hier te spelen of gewoon lekker naar buiten te kijken. De hal van de 0-4 groep wordt ook gebruikt om met een groepje kinderen een activiteit te doen met een pedagogisch medewerker. Op alle groepen hebben de kinderen hun eigen bak voorzien van hun naam. Daarin zitten hun eigen spulletjes zoals reserve kleren en slaapbenodigdheden.
Samenwerking tussen de groepen Door de schuifdeuren tussen de groepsruimtes regelmatig open te zetten krijgen de kinderen zodra ze kunnen kruipen de gelegenheid kennis te maken met heel Mirakel. Kinderen kunnen die keuze prima zelf maken. Een aantal kinderen zal meteen op ontdekkingstocht gaan op een andere groep en anderen blijven liever op de
eigen groep. De pedagogisch medewerkers voelen zich verantwoordelijk voor alle kinderen. Zodra een kind behoefte heeft aan steun van een volwassene zal het deze snel vinden. We gaan heel bewust om met het openzetten van de deuren. Zo hebben we de afspraak dat tijdens eetmomenten de deuren dicht blijven, zodat de kinderen ongestoord hun boterham kunnen opeten. En ook wanneer het onrustig is kiezen we ervoor om de deuren dicht te houden. In vakantieperiodes en op rustige dagen kan het voorkomen dat er groepen samen voegen. Er zijn dan zo weinig kinderen in het gebouw dat we ervoor kiezen om op 1 groep de dag door te brengen. Door dat de kinderen al snel vertrouwd zijn met de hele locatie is dat voor de meeste kinderen geen probleem.
Buitenruimte Buiten spelen is niet alleen gezond maar zorgt er ook voor dat de kinderen ongestoord hun energie kwijt kunnen en de grove motoriek kunnen ontwikkelen. In de tuin is de inrichting dusdanig dat er binnen veilige grenzen voldoende uitdaging is. Er zijn weinig regels in de tuin en kinderen kunnen experimenteren met buitenspelmateriaal. Zo mag er met zand gespeeld worden en kunnen ze verstoppertje spelen in de wilgentent. Ook is er een waterpomp in de zandbak zodat kinderen de gelegenheid krijgen te experimenteren met water en zand. Wij hechten er veel waarde aan dat kinderen buiten kunnen zijn. Daarom gaan wij elke dag even naar buiten. Soms gaan we met een paar kinderen naar de speeltuin. Deze is op loopafstand en biedt weer andere speelmogelijkheden. Slecht weer is geen belemmering. Er zijn laarsjes voor alle kinderen. Zorgt u wel voor voldoende reserve kleding zodat we kleren kunnen vervangen als ze nat of erg vies zijn.
De tuin van Mirakel is veilig. Zodra het verantwoord is, kunnen kinderen alleen buiten spelen. Vanuit alle groepen hebben de pedagogisch medewerkers goed zicht op de kinderen. Voor kinderen die hieraan toe zijn is dit heel spannend en uitdagend. Ook leren ze om zelf hun problemen op te lossen als er geen volwassene in de buurt is.
‘Iedereen is welkom’ Bij Mirakel komen kinderen van verschillende culturen. Kinderen leren hierdoor veel van elkaar. Ieder kind brengt iets eigens mee en daar proberen we rekening mee te houden. Van ouders horen we graag de behoefte vanuit de thuissituatie. Binnen de grenzen van onze mogelijkheden en de behoefte van de groep, doen we er alles aan om aan die wensen tegemoet te komen. Kinderen met een beperking Kinderen met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking mogen op Mirakel komen. Dit gebeurt altijd in overleg met de locatiemanager en de pedagogisch medewerkers. Kinderen die extra aandacht en begeleiding nodig hebben kunnen we opvangen zolang de groep als geheel kan blijven functioneren.
Voorbeeldfunctie De pedagogisch medewerkers van Mirakel hebben een voorbeeldfunctie. Daarvan zijn we ons goed bewust. Goed voorbeeld doet goed volgen. Kinderen leren van ons. Dus ook leren omgaan en respecteren van verschillen onderling en onze visie dat iedereen welkom is. We laten deze kerngedragingen steeds is onze houding terugkomen. Als een kind ziek is Zieke kinderen hebben over het algemeen rust nodig, of ze nu koorts hebben of niet. Als kinderen gedurende de dag verhoging of koorts krijgen of zichtbaar niet lekker zijn, nemen we contact op met de ouders. Afhankelijk van hoe het kind zich voelt en gedraagt, spreekt de pedagogisch medewerker met de ouder af hoe te handelen. Als het kind absolute rust nodig heeft vragen wij de ouder om het kind op te halen. Rust krijgen kinderen meestal niet op een volle groep en bovendien hebben de pedagogisch medewerkers ook niet altijd de tijd om het kind extra aandacht te geven die het dan nodig heeft. Wanneer het kind zich nog wel kan vermaken kunnen we ervoor kiezen om het kind op Mirakel te laten blijven. Wij kunnen de GGD raadplegen als het gaat om besmettelijke of onbekende ziektes. Om u te attenderen op een besmettelijke ziekte wordt dit vermeld op de deuren en/of het whiteboard op de groepen.
‘Samen spelen‘
De groepen van Mirakel zijn zo ingericht dat het voorwaarden schept voor de kinderen om samen te kunnen spelen. Zo hebben we afgeschermde hoeken en speelmateriaal aangepast op de leeftijden van de kinderen. Door de hoeken kunnen de kinderen zich verspreiden over de ruimte. We vinden het belangrijk dat de kinderen zelf keuzes maken waarmee ze willen spelen en het ook zelf kunnen pakken. Opruimen hoort ook bij het spelen. We leren kinderen om samen het speelmateriaal weer op te ruimen. Dit is een dagelijks terugkerend ritueel en daardoor weten kinderen goed wat ze moeten doen.
Samen praten Als er een conflict tussen kinderen ontstaat, worden de kinderen gestimuleerd om het zelf op te lossen door met elkaar te praten. Dat stimuleert niet alleen de taalontwikkeling, kinderen leren ook om te benoemen wat er aan de hand is en om hun gevoelens en emoties te uiten. De pedagogisch medewerker houdt een oogje in het zeil en grijpt alleen in als de kinderen er niet zelf uit komen. Op een dag zijn er tal van momenten om met elkaar te praten. Bijvoorbeeld tijdens de tafelmomenten. We bespreken de dag en vragen wat de kinderen op hun vrije dag gedaan hebben. Naast het stimuleren van de taalontwikkeling leren we de kinderen zo om vooruit te denken en herinneringen op te halen. Werken met een vve programma Op Mirakel werken we met het vve (vroeg- en voorschoolse educatie) programma Startblokken. Een belangrijk uitgangspunt van Startblokken is aansluiten bij de ontwikkeling van jonge kinderen. Er wordt gekeken naar wat
een kind al kan en naar wat een kind leuk vindt om te doen en te ervaren. Het programma werkt met thema’s die voortkomen uit de belevingswereld van kinderen zoals naar de winkel gaan en een bezoekje aan de dokter. De pedagogisch medewerker daagt de kinderen uit zich te ontwikkelen op verschillende gebieden zoals samen spelen, communiceren en onderzoeken. Het programma werkt met hoeken in de groepsruimte zoals een keukenhoek met echte pannetjes en een echte theekan of een goede bouwhoek. Startblokken is een vve programma dat zich richt op de brede ontwikkeling. Alle ontwikkelingsgebieden worden aangesproken.
‘Lekker spannend’ Doordat de kinderen zelf kunnen kiezen of ze op bezoek gaan op de andere groepen, bieden we de mogelijkheid eens buiten de vertrouwde groep te kijken. Zo doen ze sociale contacten op en leren spelenderwijs de rest van Mirakel kennen. Lekker spannend op pad binnen het vertrouwde van Mirakel. Aan de groepsleiding de taak uit te dagen, te volgen en te ondersteunen. Wij vinden het belangrijk dat kinderen kunnen ontdekken, daarom zijn wij steeds op zoek naar de balans tussen veiligheid en uitdaging. Regelmatig bespreken we de risico’s in ons werkoverleg en ondernemen we al dan niet actie. Risico inventarisatie gezondheid Onze groepsruimtes en tuin zijn zo ingericht dat kinderen er veilig kunnen spelen. Jaarlijks voeren we een risico-inventarisatie uit op het gebied van veiligheid en hygiëne. Deze ligt ter inzage bij Mirakel. De GGD
controleert of we voldoen aan de eisen die gesteld worden binnen de Wet Kinderopvang. Dit rapport wordt gepubliceerd op internet: www.hulpverleningsdienstgroningen.nl. en is te allen tijde in te zien op de locatie. Het rapport van de laatste inspectie ligt ter inzage bij de ingang in het folderrek. Bovendien zijn wij ISO/HKZ gecertificeerd. Dat betekent dat wij werken volgens protocollen, die u als bijlage bij dit pedagogisch werkplan vindt. Veiligheid en EHBO Op alle groepen is er iemand aanwezig met een certificaat EHBO voor kinderen. Mirakel heeft 4 bedrijfshulpverleners die verantwoordelijk zijn bij een eventuele ontruiming. Dit wordt 1 maal per jaar geoefend. Voor kleine ongelukjes is er een EHBO koffer. We nemen contact op met de ouders als er een ongelukje gebeurt. Zonodig schakelen we een arts in of gaan met het kind naar de eerste hulp. Schoonmaak Mirakel wordt door een professioneel schoonmaakbedrijf schoon gehouden. Daarnaast zorgen de pedagogisch medewerkers dat het speelgoed en het meubilair schoon is. Er wordt een schoonmaaklijst bijgehouden zodat we kunnen controleren of we voldoen aan de gestelde eisen.
3. Hoe volgen wij het kind in de groep
Individuele kindobservatie De hele dag door worden de kinderen door de groepsleiding geobserveerd. Eens per jaar worden de kinderen individueel geobserveerd aan de hand van een gestandaardiseerde observatielijst. De mentor kijkt naar de volgende aspecten om het welbevinden te onderzoeken: het kind zelf, de relatie met de pedagogisch medewerker en de relatie met andere kinderen. De resultaten van de observaties worden in de groepsvergadering besproken. Na de individuele observatie wordt ook de ouders gevraagd naar hun ideeën over het welbevinden van hun kind. Naar aanleiding van de observatie en de ingevulde vragenlijst is er een mogelijkheid om een toelichting te krijgen van de pedagogisch medewerkers tijdens een ’10 minuten gesprek’. Groepsobservatie 1 keer per jaar wordt er ook een groepsobservatie uitgevoerd. Dan wordt er gekeken naar het welbevinden van de groep als geheel. De pedagogisch medewerkers kijken o.a. naar de sfeer, de activiteiten, de relatie tussen kinderen onderling en structuur en regels.
Pedagogen en orthopedagoog Soms hebben de pedagogisch medewerkers behoefte aan extra ondersteuning ten aanzien van de begeleiding van een kind en/of de groep. Dan wordt er beroep gedaan op de pedagogen, die aan de SKSG verbonden zijn. De pedagogen zijn geschoold in het analyseren van interactie en communicatie tussen medewerkers en kinderen. Zij kunnen tijdens hun werkzaamheden gebruik maken van video- opnames. De beelden worden gebruikt om de pedagogisch medewerkers te ondersteunen bij hun werkontwikkeling. Daarnaast kan er beroep worden gedaan op een orthopedagoog. Dit gebeurt alleen na overleg met ouders.
4. Ons team Team Mirakel Het team van Mirakel bestaat uit een locatiemanager, 7 pedagogisch medewerkers, 2 kwartaalmedewerkers en een locatieassistent. Alle teamleden werken volgens een vast rooster. Dit rooster is te vinden op de groepen op een whiteboard. Vaste gezichten op een groep is belangrijk voor kinderen, ouders en pedagogisch medewerkers. Wij zorgen er dan ook voor dat er altijd een vast gezicht op de groep staat. Pedagogisch medewerkers De pedagogisch medewerkers zijn minimaal MBO-opgeleid en hebben een van de pedagogische opleidingen voltooid die hen gediplomeerd maken voor het werken in een kindercentrum als pedagogisch medewerker. Iedereen brengt binnen het team iets eigens mee. Daar is op Mirakel veel ruimte voor. Iedereen wordt met een open houding benaderd. Er is ruimte voor verschillen in opvatting en deze zijn bespreekbaar. Met deze houding zorgen we ervoor dat zowel kinderen als ouders en eventuele nieuwe collega’ s zich snel thuis voelen. Locatiemanager De locatiemanager geeft leiding aan het team van pedagogisch medewerkers. Ze heeft de eindverantwoordelijkheid over de dagelijkse gang van zaken en zij begeleidt haar medewerkers in het uitoefenen van hun functie. Om als team tot afstemming te komen zijn er diverse overlegvormen zoals teamvergadering, roosteroverleg en groepsvergaderingen. De locatiemanager wordt in geval van afwezigheid vervangen door een collega van een van de andere locaties in de buurt, of door de unitmanager. Via Mirakel kunt u hen altijd bereiken. Achterwachtregeling Er worden altijd minimaal 2 medewerkers ingezet zodat er nooit iemand alleen in het gebouw is. Mocht het bij hoge uitzondering voorkomen dat er slechts 1 medewerker aanwezig, bijvoorbeeld door ziekte of andere calamiteiten, dan wordt er een achterwacht geregeld met een van de andere sksg locaties in de wijk. Er komt dan zo snel mogelijk iemand naar Mirakel. Kwartaalmedewerker, locatieassistent en invalkrachten De kwartaalmedewerkers zijn vaste invalkrachten die verbonden zijn aan Mirakel. Als een pedagogisch medewerker ziek is, een cursus volgt of vakantie heeft, zetten we zoveel mogelijk de vaste invalkrachten in. Komen we er niet uit met onze vaste mensen, dan kunnen we pedagogisch medewerkers aanvragen bij de SKSG flexpool. Deze plaatst zoveel mogelijk dezelfde mensen op een locatie. De locatieassistent heeft een ondersteunende rol naar de kinderen en de pedagogisch medewerkers. Zo kan zij helpen met schoonmaken maar ook een activiteit met een klein groepje kinderen doen. Stagiaires SKSG Kinderopvang is een erkend leerbedrijf en stagiaires kunnen bij Mirakel voor langere tijd, met een duidelijke regelmaat, bij ons leren. De voorkeur gaat daarbij uit naar stagiaires die een pedagogische opleiding volgen. Maar onze deur staat ook open voor leerlingen die niet meteen een kindgerichte opleiding volgen,
bijvoorbeeld een opleiding tot locatiehulp. Stagiaires zijn altijd boventallig en vervangen nooit het vaste personeel.
5. Samenwerking met ouders Visie op oudercontacten Wij vinden het belangrijk dat kinderen zich in hun eigen tempo en op hun eigen manier kunnen ontwikkelen tot een uniek individu. We proberen daarbij zoveel mogelijk aansluiting te vinden bij het ritme dat het kind thuis heeft. Daarom is goede afstemming van groot belang. Hierin is een goede, open communicatie met de ouders onmisbaar. Het kindercentrum is een aanvulling op de opvoeding thuis. Daarom is het essentieel dat er informatie wordt uitgewisseld over het kind tussen ouders en groepsleiding. Gesprekken/evaluaties Regelmatig is er ruimte voor overleg tussen ouders en groepsleiding. De meeste gesprekken zullen plaatsvinden bij het halen en brengen. Na het kennismakingsgesprek en de wenperiode volgt er drie maanden na aanvang van de opvang een gesprek. Hierin kijkt de pedagogisch medewerker samen met de ouders of de opvang voldoet aan de verwachtingen. Daar waar dit niet het geval is, worden er eventueel nieuwe afspraken gemaakt. Samen met de ouders delen we een stuk van de opvoeding van het kind. Hierin is samenwerking van belang. We stemmen goed op elkaar af wat het beste is voor het kind en de groep. Eens per jaar zijn er ’10 minuten gesprekken’ n.a.v. de observaties welbevinden en bij het verlaten van Mirakel vindt er een exitgesprek plaats. Het is altijd mogelijk om een afspraak te maken met de pedagogisch medewerkers indien u meer over uw kind wilt weten of rustig de tijd wilt hebben om informatie uit te wisselen. Afmelden van uw kind Voor onze planning is het belangrijk om te weten welke kinderen komen, daarom vragen wij uw medewerking. Als u weet wanneer uw kind niet komt horen we dit graag zo spoedig mogelijk. Bereikbaarheid van de ouders Mirakel is tijdens openingstijden altijd telefonisch bereikbaar. We vragen u rekening te houden met de eetmomenten op de groep. In verband met ziekte van uw kind of noodgevallen is het voor ons belangrijk dat tenminste 1 van de ouders telefonisch bereikbaar is. Wanneer dit niet mogelijk is vragen wij van u een waarschuwingsadres van een vertrouwenspersoon. Kwartaalberichten en nieuwsbrieven Ouders ontvangen vier maal per jaar een kwartaalbericht van SKSG Kinderopvang. Dit bericht wordt verspreid op de locatie. Een aantal keren per jaar komt ‘het Orakel van Mirakel’ uit. Hierin staan nieuwtjes van de diverse groepen, verslagen en foto’s van activiteiten en nieuws uit de oudercommissie.
Mirakel website Mirakel heeft een eigen website. Hier vindt u foto's, verslagen van uitstapjes/feesten, informatie van de oudercommissie, de nieuwsbrieven en bijzonderheden. Op de website van SKSG Kinderopvang gaat u naar Kindercentra en klikt u op SKSG Mirakel. Publicatie van foto’s Tijdens het kennismakingsgesprek geeft u wel of geen toestemming voor het publiceren van foto’s van uw kind. We maken hierbij onderscheid tussen de toestemming voor het publiceren van foto’s binnen het kindercentrum en toestemming voor publicatie van foto’s voor extern gebruik, bijvoorbeeld op onze website. Oudercommissie Mirakel heeft een oudercommissie waar ouders plaats in kunnen nemen. Deze commissie behartigt de belangen van ouders op locatieniveau. De oudercommissie heeft een adviserende rol. Ze heeft zitting in sollicitatiecommissies en verleent hand- en spandiensten bij activiteiten zoals de kerstborrel of het zomerfeest. Informatie over de oudercommissie ligt bij de ingang. Ouders die belangstelling hebben om lid te worden, kunnen contact opnemen met de voorzitter. Ouderavonden Eens per jaar wordt er een ouderavond georganiseerd voor het hele kindercentrum. Tijdens deze avond kunnen er pedagogische zaken aan bod komen of er wordt een video van de kinderen getoond. Ook is het een gezellige bijeenkomst voor ouders om elkaar te ontmoeten. Klachtenregeling Het kan voorkomen dat ouders een klacht hebben. Wij vragen ouders om dit allereerst met de desbetreffende persoon of diens leidinggevende te bespreken. Bent u hierna niet tevreden dan kunt u uw klacht neerleggen bij de SKSG. Eventueel kunt u zich rechtstreeks wenden tot de SKK (Stichting Klachten Kinderopvang). Onze interne klachtenprocedure schrijft voor dat er altijd een klachtformulier ingevuld wordt en dat de klacht in behandeling wordt genomen. Beide procedures zijn na te lezen op onze website. Bij het kennismakingsgesprek krijgen ouders een exemplaar van onze klachtenprocedure. Een oudercommissie kan ook een klacht indienen bij de landelijke Klachtenkamer. De klachtenregeling heeft betrekking op geschillen tussen ondernemer en oudercommissie inzake de bevoegdheden van de oudercommissie. Privacy reglement Informatie over het kind en zijn thuissituatie blijft binnen het kindercentrum en mag alleen worden uitgewisseld tussen medewerkers onderling als dat in het belang van het kind is. Regels en afspraken rondom privacy gevoelige gegevens zijn vastgelegd in het privacy reglement. Dit reglement is op te vragen bij de locatiemanager. Tijdens het kennismakingsgesprek is u gevraagd de SKSG toestemming om in belang van de ontwikkeling van uw kind contact op te nemen met derden bijvoorbeeld het CJG of de school. Ouders die niet willen dat een foto van hun kind gepubliceerd wordt, kunnen dit aangeven bij de pedagogisch medewerkers. Dit wordt dan schriftelijk vastgelegd.
Protocollen Een samenvatting van onze protocollen vindt u als bijlage in dit pedagogisch werkplan.
Praktische zaken
HANDIGE KAART Mirakel Hoe kunt u ons bereiken? Kindercentrum Mirakel Dirk Huizingastraat 13 9713 GL Groningen Telefoon: 050-3111276 Faxnummer:050-3600307
Locatiemanager Onze locatiemanager is Margot Koning. Zij werkt voor zowel Mirakel als Naranja is op alle dagen behalve vrijdag bereikbaar van 9.00 tot 17.00 uur op nummer 06-49675738. Mailen is mogelijk via:
[email protected] of
[email protected]
Website Kindercentrum Mirakel heeft een eigen website. Deze is te bereiken via www.sksg.nl, kies kindercentrum Mirakel en klik rechts boven op http://mirakel.sksg.nl
Telefoonnummers groepen De groepen hebben een eigen telefoonlijn: Vuurvliegjes tel: 050-3114652 Elfjes tel: 050-3114837 Kabouters tel: 050-3137169
Bereikbaarheid Centraal Bureau Centraal Bureau SKSG Kinderopvang Heresingel 10 9711 ES GRONINGEN Algemeen: 050-3137727 (8:30 tot 17:00 uur) Klantenservice: 050-3171390 (8:30 tot 17:30 uur)
Openingstijden Het kindercentrum is geopend van 7.30 tot 18.00 uur gedurende het gehele jaar behalve op: alle nationaal erkende feestdagen (zoals Nieuwjaarsdag, Pasen, Pinksteren, Koninginnedag en Kerst).
Verlengde opvang Wanneer de openingstijden voor u net te krap zijn dan kunt u tussen 7.00 en 7.30 uur en 18.00 en 18.30 uur desgewenst extra kinderopvang inkopen. Dit kunt u schriftelijk aanvragen en opzeggen bij de Klantenservice van SKSG Kinderopvang.
Halen en brengen Omwille van de rust in de groep hebben wij vaste haalen brengtijden. Deze zijn: tussen 7.30–9.15 uur, 12.30– 13.00 uur en 16.00-18.00 uur. Met de pedagogisch medewerkers spreekt u af op welke tijden uw kind wordt gebracht en opgehaald. Daar kunt u natuurlijk altijd verandering in aanbrengen, maar het is
belangrijk dat wij weten wanneer wij u kunnen verwachten zodat we daar rekening mee kunnen houden. U vertelt altijd wie uw kind komt halen indien u zelf niet komt. Wij geven uw kind nooit mee aan iemand die wij niet kennen en waarvoor u geen toestemming heeft gegeven. Wij (u als ouder en wij als pedagogisch medewerker) hebben altijd contact met elkaar bij het halen en brengen. Voor een goede overdracht en voor de veiligheid van uw kind dragen wij de verantwoording letterlijk aan elkaar over bij het halen en brengen.
Opvang tijdens sluitingsdagen Wanneer het kindercentrum in de vakantie een korte periode is gesloten, wil dat niet zeggen dat er geen opvang mogelijk is. In de vakantieperioden bieden wij in de stad beperkt kinderopvang aan. U kunt van die mogelijkheid gebruik maken.
Ruilen van dagen Het kan zijn dat u graag eens van dagdeel wilt ruilen. U kunt dit overleggen met de pedagogisch medewerkers van de groep. Ruilen is alleen mogelijk als de bezetting van de groep het toelaat. Tijdens het kennismakingsgesprek ontvangt u hier meer informatie over.
Inkopen van extra dagdelen In overleg met de pedagogisch medewerkers kunt u extra opvang inkopen, als de groepsgrootte dit toelaat. Voor tarieven verwijzen we u naar de website.
Afspraken en huisregels Voor de veiligheid en goede verzorging van de kinderen, gelden bij ons een aantal afspraken. De afspraken gelden voor u, maar uiteraard ook voor ons. Hier staan ze kort samengevat: We werken volgens de protocollen die zijn vastgesteld door het kwaliteitsstelsel. Een samenvatting hiervan zit als bijlage bij dit werkplan. Wij zorgen ervoor dat u altijd kunt zien wie er op de betreffende dag werkt. De ruimte in onze gang is beperkt waardoor we geen ruimte hebben voor buggy’s en kinderwagens. Het is fijn als u buggy’s en kinderwagens weer mee naar huis neemt. Als het kind door iemand anders dan gebruikelijk wordt opgehaald moet dit bij ons bekend zijn. Als dit niet zo is, worden de ouders gebeld en wordt er gecheckt of het inderdaad de bedoeling is dat deze persoon het kind meeneemt. Mocht het kind niet of later komen dan afgesproken, dan horen we dit graag van te voren. Als uw kind ziek is, worden we graag geïnformeerd over de aard van de ziekte.
6. Bijlage: Protocollen SKSG Kinderopvang kent de volgende protocollen waarin richtlijnen zijn vastgelegd voor het handelen van pedagogisch medewerkers: 1. Zieke kinderen en hygiëne 2. Chronisch zieke kinderen en kinderen met een handicap 3. Medisch handelen en toedienen medicijnen 4. Fouten, ongevallen en bijna ongevallen 5. Overlijden kind 6. Opvallend gedrag en opvoeding- of ontwikkelingsproblemen 7. Vermoeden van kindermishandeling 8. Voedselhygiëne 9. Slapen in het kindercentrum 10. Werkwijze ophalen van school (BSO) 11. Kampregeling (BSO) Zieke kinderen en hygiëne Elk kindercentrum zorgt voor een veilige en hygiënische omgeving en neemt preventieve maatregelen (Risicoinventarisatie, controle door de GGD). Bij ziekte van een kind is het uitgangspunt dat in de opvangsituatie steeds zorgvuldig wordt afgewogen wát in het belang is van het individuele kind (welbevinden, gezondheid) en wát in het belang is van de groep. Groepsleiding signaleert (conditie, koorts, gedrag kind) en informeert de ouders. Afhankelijk van de situatie op de groep ( voldoende aandacht/verzorging mogelijk voor het zieke kind, besmettingsgevaar, voldoende verzorging/begeleiding andere kinderen mogelijk) wordt óf de ouder op de hoogte gesteld en gehouden (eventueel met afspraken over terugbellen), óf er wordt medegedeeld dat het zieke kind gehaald dient te worden met de afspraak dat het kind de volgende dag niet gebracht wordt wanneer het 's ochtends nog koorts heeft. In geval van een besmettelijke ziekte wordt aan ouders medegedeeld welke maatregelen door ouders genomen moeten worden en wanneer het kind het kindercentrum weer kan bezoeken. Chronisch zieke kinderen en kinderen met een handicap Uitgangspunt is dat SKSG Kinderopvang toegankelijk wil zijn voor álle kinderen. Dit kan tot gevolg hebben dat er specifieke maatregelen genomen (moeten) worden om opvang van bepaalde kinderen mogelijk te maken. De extra aandacht/zorg die deze kinderen mogelijk nodig hebben mag niet ten koste gaan van de aandacht/zorg voor de andere kinderen in de groep én mag de gezondheid van andere kinderen niet in gevaar brengen. De locatie manager bepaalt of plaatsing van het kind geschikt is, waarbij gekeken wordt naar o.a. ernst ziekte/handicap, ontwikkelingsmogelijkheden van het kind (is het kind gebaat bij opvang in een groep), beperkingen van het kind, duur/mate/intensiteit medische verzorging, belasting en draagkracht groepsleiding
Wanneer opvang plaatsvindt volgt een proefplaatsing van 3 maanden waarna er overleg volgt met groepsleiding en ouders en besloten wordt tot voortzetting (met halfjaarlijkse evaluatie) of stopzetting (Unitmanager neemt het uiteindelijke besluit hiertoe). Medisch handelen en toedienen van medicijnen Bij medicatietoediening (alleen op verzoek en instructie van ouders) moet door ouders een verklaring medicatieverstrekking worden ingevuld. Wanneer medische handelingen noodzakelijk zijn wordt hiertoe een autorisatieformulier ingevuld en een aanvullende plaatsingsovereenkomst waarin de aansprakelijkheid wordt vastgelegd. Fouten, ongevallen en bijna ongevallen In de kindercentra worden kinderen opgevangen, begeleid en verzorgd in een veilige omgeving: Er zijn brandveiligheidseisen, er is een calamiteitenplan dat 2 x per jaar wordt geoefend, er is een jaarlijkse risicoinventarisatie veiligheid & gezondheid en controle door de GGD en er is leiding aanwezig met een EHBO of BHVdiploma). Groepsleiding is er op gericht ongevallen te voorkomen, maar desondanks kunnen deze zich toch voordoen. In het protocol worden de stappen beschreven wanneer er zich een (bijna) ongeval of fout voordoet. Van fouten of (bijna) ongevallen wordt melding gedaan via een formulier, waarbij gekeken wordt of het ongeval voorkomen had kunnen worden en welke eventuele maatregelen genomen moeten worden ter voorkoming van een dergelijk ongeval. Overlijden kind Wanneer een kind overlijdt op het kindercentrum zelf zijn er richtlijnen m.b.t. het waarschuwen van een arts, het informeren van de ouders, informeren van locatie manager, opvang van de ouders en aandacht voor groepsleiding en groepsgenootjes Bij overlijden buiten het kindercentrum zijn er richtlijnen m.b.t. het informeren van medewerkers, leidinggevende en ouders en contacten met de betreffende ouders. Opvallend gedrag en opvoeding- of ontwikkelingsproblemen Ook hier geldt als uitgangspunt dat in principe alle kinderen welkom zijn, maar dat opvang in het belang van het kind moet zijn én mogelijke noodzakelijke extra zorg/aandacht voor het betreffende kind niet ten koste mag gaan van zorg/aandacht voor de andere kinderen in de groep. Onder opvallend gedrag wordt gedrag verstaan dat door een kind regelmatig of vaak wordt vertoond en dat als hinderlijk wordt ervaren door óf het kind, óf andere kinderen, óf leidsters, óf door ouders. Ook kan het gaan om gedrag dat aanleiding geeft tot zorg over b.v. de ontwikkeling. In het protocol wordt een stappenplan beschreven: signaleren, overleg met ouder (zonodig verder gericht observeren en nieuw overleg met ouders), plan van aanpak en/of zonodig hulp inschakelen van derden of doorverwijzen. Indien het welbevinden van het kind op het kindercentrum te weinig gewaarborgd kan worden óf wanneer sprake is van een te sterke negatieve beïnvloeding van de groepssituatie dan wordt gekeken naar een andere oplossing (andere groep/kindercentrum, gastouderopvang). Wanneer geen oplossingen gevonden kunnen worden óf wanneer ouders weigeren mee te werken aan verbetering gedrag kind kan besloten worden tot beëindiging van de opvang.
Vermoeden van Kindermishandeling In het protocol wordt beschreven wat onder mishandeling verstaan wordt en het bevat een stappenplan voor groepsleiding/leidinggevenden i.g.v. vermoeden van mishandeling. Voor medewerkers is het belangrijk signalen van mishandeling te leren herkennen (door groepsleiding is een specifieke cursus signaleren kindermishandeling gevolgd). SKSG Kinderopvang heeft een vertrouwensgroep (1 unitmanager, 1 locatiecoördinator, 1 pedagogisch medewerker, 1 extern deskundige) die door de leidinggevende geconsulteerd kan worden. Bij sterke vermoedens bezint deze vertrouwensgroep zich in samenspraak met de leidinggevende op hulp, advies en eventuele begeleiding van ouder en kind. Ook kan er rechtstreeks een melding gedaan worden bij het AMK. Voedselhygiëne Dit protocol bevat richtlijnen en instructies voor kookactiviteiten, inkoop, bewaren en bereiden van voedsel, persoonlijke hygiëne en schoonmaak/onderhoud. De richtlijnen zijn gebaseerd op de hygiënecode van 2004. Slapen in het kindercentrum Hierin wordt beschreven welke aspecten bij het slapen van belang zijn en welke richtlijnen worden gehanteerd m.b.t. veilig slapen: slaapruimte (temperatuur, ventilatie), bedjes (veiligheidseisen bedjes, passende matrassen), beddengoed (ventilatie, geen gebruik dekbedden bij kinderen onder de 2 jaar), slaaphouding (buikslapen wordt schriftelijk vastgelegd en buikslapers worden altijd in een slaapzak te slapen gelegd) en rol en verantwoordelijkheid groepsleiding (treffen van diverse voorzorgsmaatregelen). Voor inbakeren moet de groepsleiding door een deskundige geïnstrueerd worden en moet er een formulier “medische handeling” ondertekend worden door de ouders. Dit i.v.m. met de aan inbakeren verbonden risico’s. Kinderen ophalen van school Bij ophalen van BSO kinderen van school wordt gewerkt met een presentielijst en er zijn regels over hoe/hoeveel kinderen lopend of per fiets worden opgehaald. Bij vervoer van kinderen in taxi of taxibus wordt de zitplaatsregeling leerlingenvervoer aangehouden. Kampregeling In de regeling staan afspraken over de vergoeding van medewerkers, tarieven, opgave en wijze van betaling, verzekering, organisatie en vervoer.
Bijlage: Vier-ogen-principe Algemene informatie van de SKSG Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stelt dat; “Een situatie waarin een groep kinderen op kinderdagverblijven lang alleen kan zijn met één volwassene, is vanuit oogpunt van veiligheid niet acceptabel.” SKSG wil voorkomen dat beroepskrachten zich met één of een aantal kinderen kunnen isoleren. Deze maatregel geldt alleen voor dagopvang (0-4 jaar). De peuterspeelzalen en buitenschoolse opvang worden in deze maatregel vooralsnog buiten beschouwing gelaten De beroepskracht of de beroepskracht in opleiding verricht de werkzaamheden uitsluitend ,terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. Elke locatie is anders, en het 4 ogen principe moet per locatie worden aangepast. Op 1 juli 2013 is er een begin gemaakt met het doorvoeren van de maatregelen. Beschrijving huidige situatie en welke aanpassingen en/of verbeteringen moeten plaatsvinden. Op Mirakel werken we Kindercentrumbreed . Dit betekent in de praktijk dat kinderen en medewerkers ook op andere groepen en in andere ruimtes kunnen spelen en werken dan hun eigen stamgroep. Regelmatig staan de deuren open en kunnen de kinderen bij de “buren“ kijken en spelen. Jaarlijks wordt de Gedragscode en het “Protocol (seksuele) mishandeling door een medewerker” en het “Protocol signalering kindermishandeling ” met het team besproken. We hebben aandacht voor de “Open aanspreekcultuur” zeker ook van pedagogisch medewerkers onderling. In 2014 zal de “Open aanspreekcultuur” opnieuw onder de aandacht van de medewerkers gebracht worden. De gebruiksruimten van Mirakel grenzen aan elkaar. Ze zijn gescheiden door deuren met 2 ramen Wanneer een medewerker alleen op de groep is, middels een babyfoon deze medewerker hoorbaar op een andere groep Vuurvliegjes De gangdeur heeft een raam Wanneer de medewerker alleen is staat er een babyfoon. Deze is hoorbaar op de andere groep. Wanneer er een kind in bed wordt gelegd, blijft de deur open. De pedagogisch medewerker is met een kind/kinderen zichtbaar of hoorbaar is voor collega’s . Elfjes De gangdeur heeft een raam. De slaapkamerdeuren hebben een raam. Wanneer een kind in bed wordt gelegd, blijft de deur open. De pedagogisch medewerker is met een kind/kinderen zichtbaar of hoorbaar is voor collega’s . De Kaboutergroep heeft raam in deur. De pedagogisch medewerker is met een kind/kinderen zichtbaar of hoorbaar is voor collega’s . De slaapkamerdeuren hebben een raam.
Op de breng- en haalmomenten zijn er 2 medewerkers aanwezig. De deuren staan open en de kinderen worden samen opgevangen. De pedagogisch medewerker is met een kind/kinderen zichtbaar of hoorbaar is voor collega’s . Wanneer iemand alleen op de groep is wordt er een babyfoon geplaatst, zodat deze groep hoorbaar is op de andere groep. De groepsruimtes grenzen aan elkaar middels een deur en deze deuren bevatten een boven- en onderraam, zodat de ruimtes zichtbaar zijn.