pastoralia Beleid s- e n i nform at i e b l ad A art sb isd om M e c h e l e n - B russ e l februari 2 0 1 2 • nummer 2
AARTSBISSCHOP LéONARD • Als christen opkomen voor het behoud van de schepping
BIJDRAGEN • • • • •
Leven vanuit het wijdingssacrament Drie parochies worden één in Willebroek Vasten en religieus leven Metropolis 2012: wegen van bekering Het goddelijk monster in de rouw
UIT DE VICARIATEN • Pastoraal bezoek dekenaat Tienen • Wie is wie in de vicariale raad Vlaams-Brabant en Mechelen?
MAANDBLAD • NIET IN JULI/AUGUSTUS • AFGK. ANTWERPEN X • P. 2A9707
2
pastora l ia
i n h o u d
PAST ORAL IA Maandblad van het aartsbisdom Mechelen-Brussel
3
voorwoord
4
als christen opkomen voor het behoud van de schepping
7
wie is wie in de vicariale raad
9
leven vanuit het sacrament van de wijding
14
dienst voor begeleiding
16
pastoraal bezoek aan dekenaat
18
foto’s viervoudige diakenwijding
20
drie parochies worden één in
23
het goddelijke monster in de rouw
25
veertig dagen tijd
30
vanuit de vicariaten
32
personalia
34
aankondigingen
Vlaams-Brabant
Tienen Mechelen
Willebroek
ILLUSTRATIES Hans Medart: 3, 11 Guy Lambrechts: 13 Sint-Niklaasparochie, Willebroek: 20,21, 22 Luc Valvekens: 27 Michel Vanwinckel: 16, 17 Vicariaat Vlaams-Brabant en Mechelen: 7, 8 Rights reserved: 10, 15 © Philippe Fierens, Bert Maes (FCP BVBA): 18, 19 © Pascal Vandermeeren: 5, 25 © VRT Nyk Dekeyser: 23, 24
D a g e l i j k s n i eu w s o v e r k e r k e n r e l i g i e . W a a r ? o p de w e b s i t e : w w w . k e r k n e t . b e k l i k o p n i eu w s b e r i c h t e n
en
Mechelen?
Redactie Koen Cauberghs Marcel De Pauw, MSC Ria Dereymaeker Tony Frison Jan Goyvaerts Hans Medart Jeroen Moens Jean Paul Pinxten Fons Uytterhoeven Etienne Van Billoen Corrector Karel Evenepoel Vertalingen Luk Van den Broeck Eindredactie Jeroen Moens Redactie en administratie Pastoralia Wollemarkt 15 2800 Mechelen Tel. 015 21 65 01
[email protected] Grafische vormgeving Peer de Maeyer Zetwerk, opmaak en druk Halewijn Halewijnlaan 92 2050 Antwerpen Lid VUKPP Abonnementen - een jaarabonnement op Pastoralia kost 25 euro - een gecombineerd jaarabonnement met de Franstalige uitgave kost 45 euro - het bedrag kan gestort worden op rekening IBAN: BE43 2300 7229 2201 BIC: GEBABEBB t.a.v. Pastoralia Nederlands, Wollemarkt 15 2800 Mechelen Verantwoordelijke uitgever Etienne Van Billoen Wollemarkt 15 2800 Mechelen
3
p ast orali a
Voorwoord
Op de drempel van de vasten: een ode aan de vreugde Ik ontmoet veel mensen met een goed humeur, maar vooral onder christenen vind ik ware vreugde. Een vreugde die het verstand verlicht, de wilskracht versterkt en het hart verwarmt. Dat komt vooral omdat het christelijke geloof als enige een weg opent die een persoon is, een levenspad dat Iemand is. En wat een persoon! Een goddelijk persoon die tegelijkertijd door en door menselijk is. Overal elders lanceerden religieuze stichters een spirituele beweging die zich onafhankelijk van hen kon ontwikkelen. Jezus daarentegen is zelf het onderwerp van het christendom. Hij toont niet enkel een weg, maar hij verkondigt ook zelf die weg te zijn. Hij is niet louter de drager van de waarheid, hij biedt zichzelf aan als die waarheid. Hij baant niet alleen een weg die leidt naar het leven, hij beweert in persoon de volheid van leven te zijn. Dit alles vertaalt Johannes in de buitengewone kenspreuk die hij Jezus in de mond legt: ‘Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven’ (Joh. 14, 6). Of nog: ‘Ik ben de Opstanding en het Leven. Wie in Mij gelooft mag dan wel sterven, toch zal hij leven; en iedereen die leeft en in Mij gelooft, zal in eeuwigheid niet sterven. Geloof je dat?’ (Joh. 11, 25-26). Dat is uniek in de geschiedenis. En de vraag van Jezus is de enige die ertoe doet: ‘Geloof je dat?’ Het ware christelijke geloof begint wanneer het christendom plaatsmaakt voor Christus, wanneer een gelovige ophoudt enkel belangstelling te hebben voor de christelijke waarden en Jezus ontmoet als Iemand. Als mens, één onder de miljarden, maar de Ene, als de eeuwige Zoon van God die in deze wereld is gekomen. Hoe groot is onze vreugde wanneer we, ondanks onze ellende, net als Petrus kunnen antwoorden: ‘Heer, naar wie zouden we gaan? In uw woorden vinden we inderdaad eeuwig leven. Wij geloven vast en zeker dat u de Heilige van God bent.’ (Joh. 6, 68-69) Precies daardoor onthult Jezus ons het persoonlijk karakter van God, of beter nog: de drie-ene persoonlijkheid van God. En juist dat geeft ons vreugde, omdat het ons bevrijdt van idolen die ons het Absolute of het Goddelijke als onpersoonlijk voorstellen: als een soort diffuse energie of anonieme straling. Wat een ellende te buigen voor een godheid die minder goddelijk is dan wijzelf, want die Absolute is niet in staat te denken, te willen en lief te hebben zoals wij. Ik herinner me hoe ik, vijftig jaar geleden, als adolescent bad aan de hand van een tekst van Claudel, die ik had gevonden in een gebedenbundel: ‘Zalig zijt Gij, mijn God, omdat u mij heeft bevrijd van alle afgoden en omdat u ervoor zorgt dat ik u alleen aanbid en niet Isis en Osiris, of de Rechtvaardigheid, of de Vooruitgang, of de Waarheid, of het Goddelijke, of de Mensheid, of de Natuurwetten, of de Kunst, of de Schoonheid... En omdat u niet heeft toegelaten dat al deze zaken zouden bestaan – zaken die simpelweg niet zijn, of slechts de leegte die uw afwezigheid heeft nagelaten.’ Wat een vreugde enkel maar te knielen voor deze levende God die de heerlijkheid is van de mens! Meer nog: wat een vreugde om de aanwezigheid van God te ontvangen als een geschenk, in plaats van die te willen afdwingen door de spitsvondigheden van het verstand of de prestaties van de wil! In andere religies moet men rituelen uitvoeren om het goddelijke te vatten of om positieve energiestromingen te vangen, door zich op te houden op de goede plaatsen, die door denkbeeldige voorschriften worden aangegeven. Het gaat er steeds weer om jezelf te redden! In het christelijk geloof, waarin Jezus de weg is en waarin Hij zelf naar ons toekomt, gaat het er niet om zich een weg te banen naar het Absolute, maar komt het er op aan zich open te stellen voor een persoonlijke God die op zoek gaat naar de mens. Wat een vreugde, op de drempel van de vasten! + André-Jozef Léonard,
aartsbisschop van Mechelen-Brussel
4
pastora l ia
Als christen opkomen voor het behoud van de schepping Onlangs heb ik een boek uitgebracht met als titel Handelen als christen in leven en wereld (Antwerpen, Halewijn, 2012). Dit werk wil de voornaamste grondslagen en de belangrijkste inspiratiebronnen van het handelen van de christen beknopt voorstellen, zowel in zijn eigen leven als in de samenleving. Een dergelijke reflectie impliceert een onderzoek van de filosofische en theologische onderbouw van de christelijke moraal. Maar moreel leven heeft te maken met onze manier van handelen. Al onze handelingen spelen zich af in een concrete context. Het onderzoek zal dus altijd rekening moeten houden met de historische omstandigheden waarin ons leven en dat van de wereld waarin we leven, zich ontplooit. Het was uiteraard niet mogelijk om alle omstandigheden te overzien omdat onze omgeving oneindig complex is en voortdurend evolueert. Maar onze aandacht moest alleszins gaan naar de grote vraagstukken van ons persoonlijk bestaan en van onze plaats in de maatschappij, de wereld en de geschiedenis. Na een systematische behandeling van de basisprincipes van de filosofische en christelijke moraal, heb ik een tiental thema’s aangesneden over ons christelijk handelen, zowel individueel als sociaal. In eerste instantie kwamen de meest gewichtige kwesties aan bod omtrent onze leefomgeving in de brede zin van het woord (de schepping, de spiritualiteit, de politiek, de economie, de vrede, de kunst en het onderwijs). Vervolgens werden familiale vraagstukken behandeld (de seksualiteit, de vruchtbaarheid, het gezin). Ter afron-
ding heb ik de persoonlijke en maatschappelijke dimensies van het gebed aangekaart. Hier wil ik enkele van de meest dringende kwesties onderzoeken. In dit artikel zal ik ingaan op een van die fundamentele problemen, namelijk onze inzet voor het behoud van de schepping.
DE NOODZAAK VAN EEN METAFYSISCHE OMMEKEER Ik zal me hier niet inlaten met controversiële of sterk ideologisch gekleurde kwesties zoals de opwarming van het klimaat. Ik beperk me tot een vaststelling waarover bijna iedereen het eens is: de aarde is, in meerdere opzichten, in gevaar. De mensheid is in gevaar. Door hun jacht op snel gewin en hun streven naar welvaart tegen elke prijs, plunderen de rijke landen en de opkomende industrielanden systematisch onze blauwe planeet. Wij allen zijn daaraan medeplichtig. Wij allen hebben het Bijbelvers ‘Bevolk de aarde en onderwerp haar; heers over de vissen van de zee, over de vogels van de lucht, en over al het gedierte dat over de grond kruipt’ (Gen. 1,28) min of meer bewust geïnterpreteerd als een uitnodiging tot een nietsontziende heerschappij. Vandaag wreekt het mishandelde universum zich en geeft het zijn belagers lik op stuk. Hoog tijd dus om onze verstoorde relatie met de schepping grondig te herdenken. Wellicht staan we nog maar aan het begin van de problemen. De olievoorraden raken uitgeput op middellange, misschien wel op korte termijn. Het toegepast en theoretisch onderzoek naar de productie van zekere en veilige nucleaire
energie heeft vertraging opgelopen. Water wordt schaars en de drinkwaterproblematiek wordt weldra uiterst belangrijk. En die energie- en waterschaarste dreigen allerlei internationale conflicten aan te wakkeren. De ecologische problematiek is veel te belangrijk om louter een electoraal thema te zijn, ook al is de inbreng van de politiek, op elk beleidsniveau, nodig om uit de huidige penibele toestand te geraken. Zoals vaak het geval is, gaat echte generositeit via de politiek. Maar op lange termijn vereist een ecologische instelling een fundamentele herziening van onze verhouding tot de wereld. Het behoud van onze planeet kan niet zonder een metafysische ommekeer: onze opvatting over de schepping en onze verhouding tot de wereld moeten herdacht worden. De in de Griekse filosofie ongekende opvatting van de schepping verscheen pas naar het einde van het Oude Testament en ontwikkelde zich verder in het christelijke denken. Het houdt Gods radicale transcendentie tegenover de wereld in. Die wereld maakt dus geen deel uit van God en mag bijgevolg niet vergoddelijkt worden. De transcendentie van de God-Schepper werd binnen het christelijke geloof versterkt door de ontdekking van de Drie-eenheid. Indien de ene God in zichzelf relatie is, wordt het begrip van de schepping, waardoor God een wereld in het leven roept waarmee hij in relatie treedt, geloofwaardig en zelfs in zekere zin geëigend. Tegelijkertijd wordt de vrijheid van de schepping des te sterker benadrukt
5
p ast orali a
door het feit dat die ene God, gezien hij in zichzelf als Drie-eenheid liefdesrelatie is, de schepping van de wereld niet behoeft om uiteindelijk een God van liefde te zijn. God is als Drie-ene in het diepste van zichzelf edelmoedige liefde. Kortom, het geloof in de Drieeenheid openbaart tegelijkertijd de geloofwaardigheid van de schepping en het niet-noodzakelijk karakter ervan. Wanneer christenen dus op ecologisch gebied actieve getuigen van de hoop willen zijn, zijn ze daarvoor uitstekend geplaatst. Hun scheppingstheologie behoedt hen ervoor de kosmos te sacraliseren, zoals de religies van de Oudheid deden en zoals ook vandaag de New Age-ideologie verkondigt. Maar dit belet christenen geenszins vol bewondering te staan voor de schoonheid van het werk van de Schepper. Die onophoudelijke bewondering voor de hemel die de glorie van God ontvouwt (cf. Ps. 19, 2), is des te opmerkelijker omdat de bevoorrechte vindplaats van de goddelijke openbaring voortaan de geschiedenis is en niet langer de natuur. Deze harmonie in het idee van de schepping is uniek in de religieuze geschiedenis van de mensheid.
Christenen hebben dan ook redenen te over om te ijveren voor het behoud van de planeet. In hun scheppingsopvatting krijgen, zowel de schepping als de mens binnen die schepping, een rechtmatige plaats. Dit wordt weerspiegeld in het evenwicht binnen de christelijke antropologie: de mens krijgt een bescheiden plaats binnen de universaliteit van de kosmos, maar tegelijkertijd transcendeert de mens, geschapen naar Gods beeld, de natuur. In de christelijke antropologie is de mens nooit ‘heer en meester’ van de natuur (zoals Descartes het formuleerde), noch een ‘roofdier’ dat de schepping noodzakelijkerwijs bedreigt. Het moet gezegd dat dit evenwicht tussen mens en natuur vandaag de dag soms wordt miskend door bepaalde antihumanistische New Age-opvattingen, zoals bijvoorbeeld in het Earth Charter van de Verenigde Naties. In de authentiek christelijke visie is de mens veeleer de ‘hoeder’ van de schepping. Hij is het licht waarin het materiële universum het niveau van zelfbewustzijn bereikt. Hij is het geschapen licht van de zichtbare schepping. Daarom ook is hij de herder of de rentmeester van het heelal. Maar dat is hij slechts voor
zover hij de verlichte dienaar is van de schoonheid van het universum en de behoeder van het mysterie ervan. Soms zijn wij daar ver van verwijderd. En dat is gevaarlijk. In de strijd voor een milieubewuste ecologie zullen christenen ook gevoelig moeten zijn voor het belang van een ‘humane ecologie’ (de term wordt vaak gebruikt door Benedictus XVI) en voor een perspectief dat alle dimensies van de schepping omvat.
HET CHRISTELIJKE ENGAGEMENT VOOR EEN HUMANE EN REALISTISCHE ECOLOGIE Vanuit het humanisme dat het christelijk geloof inhoudt en vanuit de brede geloofsvisie op de eschatologische bestemming van de schepping, moet de ecologische bezorgdheid van christenen voor het behoud van de aarde ook samengaan met zorg voor het behoud van de menselijke soort. Want onder de drievoudige druk van contraceptie, sterilisatie en abortus wordt de mens op middellange termijn een bedreigde
6
pastora l ia
soort in het Westen en op lange termijn zelfs op de hele planeet. De eerbied voor smeltende ijsbergen, schaarser wordende bomen, vogelsoorten en zeerobben is van levensbelang, maar moet zich ook uitstrekken naar de kleine mens in de moederschoot. De ecologische bezorgdheid mag niet stilzwijgend voorbijgaan aan de tientallen miljoenen kinderen die wereldwijd jaarlijks in de vuilnisbak belanden. Het zou verschrikkelijk zijn als we die ongeboren kinderen slechts zouden beschouwen als potentiële rovers van de natuurlijke rijkdommen van onze planeet. Het feit dat wij reeds geboren zijn, rechtvaardigt geenszins onze onverschilligheid voor het lot van die kinderen. Onze christelijk geïnspireerde strijd voor het behoud van de schepping zal des te moediger en evenwichtiger zijn in de mate we een ‘dwaze’ hoop koesteren ten aanzien van de ultieme toekomst van de kosmos. Sinds Jezus door God uit de doden is opgewekt en sinds God in Hem een nieuwe hemel en een nieuwe aarde laat aanbreken, geloven wij immers dat de kosmos bestemd is voor de heerlijkheid. Tegelijkertijd hebben christenen een realistische kijk op de huidige toestand van de schepping, die onderworpen is ‘aan de slavernij van de vergankelijkheid’ (cf. Rom. 8, 20-22). De schepping behoudt zeker de diepe schoonheid die ze bij de aanvang heeft meegekregen en zij kreunt van verwachtingsvolle barensweeën. Maar dat voorkomt niet dat ze fel gehavend is. We moeten de schepping dus met eerbied en liefde bejegenen in haar huidi-
ge gestalte, met groot realisme en zonder haar te verafgoden. Dat betekent dat we oog hebben voor haar diepe schoonheid en vertrouwen op haar komende transfiguratie, maar ook dat we ons zeer bewust zijn van haar huidige verloedering die hier op aarde niet helemaal overwonnen kan worden. Want hoeveel respect we ook opbrengen voor mens en kosmos, het kan nooit een dam opwerpen tegen alle mislukkingen, impasses, lijden, veroudering of dood, kortom tegen al wat eigen is aan de wereld na de zondeval. We dienen bijgevolg de Heer en zijn Kerk die ons deze visie schenken, dankbaar te zijn, omdat we met de blik van het geloof mogen kijken naar de hemel die Gods heerlijkheid uitzingt. En omdat we de schepping, die al van alle tijden is overgeleverd aan de slavernij van het verval, realistisch mogen bekijken. En wij mogen ook hoopvol uitkijken naar een nieuwe wereld! In de geschiedenis der mensheid is milieuzorg een geslaagde vertaling van de eerbied voor de aarde waarop gerechtigheid heerst. Als besluit laat ik Benedictus XVI aan het woord, die heel bekommerd is om de milieuproblematiek: ‘De Kerk draagt verantwoordelijkheid voor de schepping en moet die verantwoordelijkheid ook in het openbaar kenbaar maken. En als zij dat doet, moet zij niet alleen de aarde, het water en de lucht verdedigen als gaven van de schepping, die aan iedereen toebehoren. Zij moet bovenal de mens beschermen tegen zelfvernietiging. Er moet zoiets zijn als een goed begrepen ecologie van de mens. De beschadiging van de natuur hangt na-
melijk nauw samen met de cultuur, die vorm geeft aan de menselijke samenleving. Als in de samenleving de ‘menselijke ecologie’ geëerbiedigd wordt, profiteert de ecologie van het milieu daar ook van. (...) Onze plichten ten opzichte van het milieu zijn verbonden met de plichten die wij hebben tegenover de mens op zich en met betrekking tot anderen. Men kan niet de ene plicht eisen en de andere wegdrukken.’ (Benedictus XVI, encycliek Caritas in veritate, par. 51) + André-Jozef Léonard, aartsbisschop van Mechelen-Brussel
7
p ast orali a
Wie is wie in de vicariale raad Vlaams-Brabant en Mechelen? LEON LEMMENS hulpbisschop en vicaris-generaal voor het Vicariaat VlaamsBrabant en Mechelen Leon Lemmens werd in 1954 geboren in Boorsem (Limburg). Na zijn middelbare studies begon hij in 1971 de priesteropleiding aan het Grootseminarie van Sint-Truiden. Hij werd in 1977 diaken en priester gewijd en studeerde vervolgens in Rome moraaltheologie. Van 1981 tot 1984 was hij onderpastoor in de Sint-Martinusparochie in Genk. Dan benoemde monseigneur Jozef Heuschen hem op het Grootseminarie van Hasselt, eerst als professor en vanaf 1997, als president. In die jaren was hij lid van meerdere interdiocesane commissies op het vlak van liturgie, roepingenpastoraal, vorming en media. In 1995 werd hij door monseigneur Paul Schruers benoemd tot bisschoppelijk vicaris en in 1997 tot vicaris-generaal met als opdracht de opleiding van priesters en parochieassistenten en de vorming van de leken. In 2004 werd hij rector van het Roemeens College in Rome en in 2005 verantwoordelijke bij de Vaticaanse Congregatie voor de Oosterse Kerken voor de seminaristen, priesters en religieuzen uit de Katholieke Oosterse Kerken die in Rome studeren, alsook voor de relaties met de katholieke organisaties die deze Kerken financieel steunen. Op 22 februari 2011 benoemde paus Benedictus XVI hem tot hulpbisschop
voor Mechelen-Brussel. Hij ontving de bisschopswijding op zondag 3 april 2011 uit handen van monseigneur Léonard.
MARCEL DE PAUW MSC assistent van monseigneur Leon Lemmens Marcel De Pauw werd in 1943 geboren in Relegem (Asse). In 1961 trad hij in bij de missionarissen van het Heilig Hart (msc). In 1964 zonden zijn oversten hem naar Rome om er theologie te studeren (1964-1968). Op 11 februari 1968 wijdde monseigneur Petrus Wijnants msc hem in Heverlee tot priester. In de jaren 1968-1970 werd de Romeinse tijd verlengd met studies moraaltheologie aan de Academia Alfonsiana. Marcel De Pauw msc rondde die studies af met een doctoraat over de dialectiek in het werk van Jürgen Moltmann en haar betekenis voor de moraal. Zijn congregatie stelde hem nadien ter beschikking van de Vlaamse bisschoppen. Zo werd hij achtereenvolgens pastoraal verantwoordelijke en algemeen secretaris van de Katholieke Jeugdraad in Brussel (1975-1980), campuspastor aan het Limburgs Universitair Centrum, kapelaan in Diepenbeek (Sint-Servaas) en bisschoppelijk afgevaardigde voor Broederlijk Delen en Welzijnszorg in het bisdom Hasselt (1980-1986). Van 1986 tot 1997 was hij directeur van Broederlijk Delen en
tevens pastoor in Sint-Brixius-Rode (Meise). Vanaf 1995 was hij in het vicariaat Vlaams-Brabant en Mechelen ook actief als medewerker en directeur van de Vicariale Dienst voor Voorzieningenpastoraal en Caritas. Tussen 1996 en 2000 zat hij in de beleidsploeg van het vicariaat en was hij verantwoordelijke voor caritas en meewerkend priester in het dekenaat Willebroek. Daarnaast was hij provinciaal raadslid voor zijn congregatie. Van 2000 tot 2002 was hij hoofd van de pastorale dienst in de Universitaire Ziekenhuizen Leuven. Vanaf 2002 was hij achtereenvolgens adjunct van hulpbisschop Jan De Bie, assistent van monseigneur De Kesel en van hulpbisschop Leon Lemmens.
HILDE REYNDERS vicariaal verantwoordelijke voor caritas en diaconie Hilde Reynders werd in 1964 geboren in Hasselt. Zij behaalde in 1989 aan de K.U.Leuven het diploma van dokter in de genees-, heel- en verloskunde. Nadien werkte ze dertien jaar als huisarts in Kortenberg en Wilsele. Zij was ook werkzaam in de jeugdgezondheidszorg en was coördinerend arts in twee bejaardentehuizen. In 2002 trad ze toe tot de congregatie van de zusters van de Heilige Harten (picpussen). In 2004 legde ze in Parijs haar tijdelijke geloften af. Zij deed ervaring op in Afrika
8
pastora l ia
en verbleef gedurende acht maanden in de Filippijnen. In 2009 werkte ze als vrijwilligster in Maison Jeanne Garnier in Parijs, een instelling voor palliatieve zorgen. In januari 2011 legde ze in Leuven haar eeuwige geloften af als zuster van de Heilige Harten. In juni 2011 behaalde ze een baccalaureaat in de theologie aan de theologische faculteit ‘Centre Sèvres’ in Parijs. Zij werd op 1 september 2011 benoemd tot vicariaal verantwoordelijke voor caritas en diaconie.
Sinds september 2009 is hij verbonden aan het diocesaan Hoger Instituut voor Godsdienstwetenschappen en werd hij meewerkend priester in het Centrum voor Christelijk Vormingswerk (CCV). In 2010 werd hij lid van de stuurgroep voor de opleiding van pastoraal werk(st)ers en de vorming permanent diaconaat. Sinds 1 september 2011 is hij tevens lid van de vicariale raad met bijzondere aandacht voor de vicariale diensten catechese, IJD en CCV.
MIEK SCHOONEJANS
STEVEN WIELANDTS vicariaal verantwoordelijke voor catechese, jeugd (IJD) en vorming (CCV) Steven Wielandts werd in 1970 geboren in Leuven. Na zijn middelbare studies aan het Leuvense Jozefietencollege begon hij in 1989 de priesteropleiding aan het Johannes XXIII-seminarie. In 1994 begon hij studies in de moraaltheologie aan het Alphonsianium in Rome. In 1995 wijde kardinaal Danneels hem tot priester. In 1996 volgde een eerste opdracht in het onderwijs en de parochiepastoraal in Anderlecht. Aan het Sint-Guido-instituut was hij achtereenvolgens godsdienstleraar en nadien adjunct van de directeur met bijzondere zorg voor leerlingenbegeleiding. Ondertussen was hij verantwoordelijk voor de Nederlandstalige pastoraal in de pastorale eenheid Scheut-het Broeck. In 2005 werd hij directeur van het Heilig Hartcollege in Ganshoren. Na de beslissing tot stopzetting van het college keerde hij in 2007 terug naar het vicariaat Vlaams-Brabant en Mechelen en werd hij pastoor in de Onze-LieveVrouwparochie in Vlierbeek (KesselLo). Tevens werd hij verantwoordelijk voor de permanente geloofsvorming (sacramentencatechese en volwassenencatechese) in het dekenaat Leuven.
teitshuis Oude Abdij in Kortenberg, wat hij combineerde met de functie van dekenassistent voor de dekenaten Klein-Brabant en Mechelen, en pastorale engagementen in de Sint-Antoniusparochie in Boortmeerbeek. Met ingang van 16 augustus 2011 werd hij door de bisschop benoemd tot vicariaal verantwoordelijke voor het tijdelijke.
FRANS SCHOOVAERTS vicariaal verantwoordelijke voor het tijdelijke Frans Schoovaerts werd in 1955 geboren in Mechelen, is gehuwd en vader van Katrien en Koenraad. Na zijn middelbare studies aan het Berthoutinstituut (Mechelen), studeerde hij aan de K.U.Leuven af als licentiaat Sociale Wetenschappen-Godsdienstsociologie. Van 1977 tot 1982 was hij wetenschappelijk medewerker aan de faculteit Sociale Wetenschappen (afdeling Godsdienstsociologie) van de K.U.Leuven waar hij seminaries gaf aan licentiaatsstudenten en onderzoek verrichtte rond geloofsbeleving van jongeren, zingevingssystemen en sekten. In 1982 begon hij aan een beroepsloopbaan bij Boerenbond, die 25 jaar zou duren. Hij was er eerst als stafmedewerker en lid van het directieteam verantwoordelijk voor de socio-culturele tak van de organisatie (Landelijke Gilden). Nadien werd hij er administratief en financieel directeur. In 1999 wijdde kardinaal Danneels hem in de Sint-Antoniuskerk in Boortmeerbeek tot permanent diaken. Mede daardoor nam zijn beroepsloopbaan een andere wending. Van 2007 tot augustus 2011 was hij directeur van het spirituali-
secretaresse van de hulpbisschop en de vicariale raad Miek Schoonejans werd in 1959 geboren in Sint-Agatha-Berchem. Ze bracht haar jeugd door in de westkant van Brussel en deed haar middelbare studies in het centrum van de hoofdstad. Daarna ging ze aan het werk bij het ministerie van Landsverdediging. Ondertussen was ze sterk geëngageerd in de parochie en het dekenaat en op ruimer vlak binnen de catechese. In februari 1981 kon ze aan de slag in het vicariaat Vlaams-Brabant en Mechelen onder de supervisie van Gust Stoops. Monseigneur Schoenmaeckers was op dat moment de hulpbisschop. Van bij het begin werd ze ingeschakeld voor secretariaatsondersteuning van de diensten vorming en liturgie en de verslaggeving van allerlei vergaderingen: vicariale ploeg, vicariale raad, vicariale beleidsploeg, priesterraad en werkgroepen allerhande. Tegelijk volgde ze de opleiding tot pastoraal werkster. In 1987 volgde monseigneur De Bie de in 1986 overleden monseigneur Schoenmaeckers op en werd Miek zijn secretaresse en dit tot zijn emeritaat in januari 2009. Ze nam deze taak ook op voor zijn opvolgers: bisschoppelijk vicaris Etienne Heyse, monseigneur De Kesel en nu ook voor monseigneur Lemmens.
9
p ast orali a
Leven vanuit het sacrament van de wijding Sacramenten zijn momenten van ontmoeting waar God Zijn hand naar ons uitstrekt en ons optilt boven onze kleinheid. Hij geeft ons doorheen de sacramenten de kans ons los te maken van wat ons beknelt en klein houdt. Pastores zien dit telkens opnieuw gebeuren als zij met mensen sacramenten mogen vieren. En ze leven ook zelf ten diepste vanuit het sacrament van de wijding. Over de eigenheid van dat sacrament leest u meer in onderstaand artikel. Op de volgende pagina’s getuigen een diaken, een priester en een bisschop over de betekenis van het wijdingssacrament voor hun leven en pastoraal werken.
‘Gewijd voor de dienst van het volk’ Jezus van Nazaret riep alle mensen op om Zijn leerling te worden en zich te bekeren. Uit die ruime kring koos Hij enkelen om Hem op een bijzondere manier te vergezellen. Zo is het tot op vandaag in onze Kerk. Iedere gedoopte is geroepen om te leven zoals Jezus. Binnen deze ruime kring nemen enkelen een bijzondere verantwoordelijkheid op in de kerkgemeenschap. Het is een groot geluk dat velen zo de Kerk en het evangelie concreet gestalte willen geven. Te midden van de velen die een taak opnemen in de Kerk, zijn er enkelen die daartoe een wijding ontvangen. Het is één van de zeven sacramenten van de Kerk. Om hun dienstwerk te verrichten, worden ze op een bijzondere wijze gesterkt met de Heilige Geest. Ze maken ook een langere vormingstijd door die hen toerust voor hun zending. Om de eigenheid van de wijding te typeren, gaan we te rade bij de evangelist Marcus: ‘Jezus ging de berg op en riep tot zich die Hij zelf wilde; en zij kwamen bij Hem. Hij stelde er twaalf aan om Hem te vergezellen en door Hem uitgezonden te worden’ (Mc. 3, 13-15).
DE HEER VERGEZELLEN Gewijden zijn geroepen ‘om Hem te vergezellen’. De Heer vergezellen betekent meer en meer op Hem gaan gelijken. Het is gaan leven, denken, voelen en spreken zoals Christus opdat de verbondenheid met Hem zo sterk wordt dat de gewijde een echte getuige wordt van Hem. Alleen zo kan waar worden wat Jezus tot zijn leerlingen zei: ‘Wie naar u luistert, luistert naar Mij’ (Lc 10, 16). De gewijde ambtsdragers maken in zekere zin de onzichtbare Christus zichtbaar en hoorbaar in de gemeenschap. Ze vertegenwoordigen en symboliseren Hem. Ze geven stem aan zijn Stem en geven handen aan zijn Handen. Een gewijde vergezelt de Heer ‘om uitgezonden te worden’. De gewijde staat ten dienste van Christus en de Kerk en ontvangt daartoe een zending. Maar wat is hun concrete taak? Het Tweede Vaticaanse Concilie (19621965) spreekt over een drievoudige opdracht. De gewijden zijn in de eerste plaats de verkondigers van het Woord van God. De diepe rijkdom van het evan-
geliewoord ontsluiten zij voor mensen van vandaag. Zelf geraakt door het Woord van Jezus Christus zal het steeds hun betrachting zijn anderen in contact te brengen met de levende Blijde Boodschap. Ten tweede brengt de gewijde bedienaar mensen samen rond Christus. Hij neemt de dienst van de ‘verzameling’ waar. In navolging van Jezus, de goede Herder (vgl. Joh. 10, 11) is hij herder van mensen. Soms gaat hij de kudde voor om de weg te wijzen naar groene weiden. Soms loopt hij achteraan de kudde om de zorg voor de achtergestelde, gekwetste, lijdende mens op te nemen. Maar meestal vind je hem te midden van zijn mensen. Hij deelt het leven van mensen en brengt het in contact met Jezus Christus. Ten slotte heeft de bedienaar een heel eigen rol in de liturgie en de sacramenten. Dankzij zijn voorgaan in liturgie en sacramenten worden mensen ‘geheiligd’, dat wil zeggen: ‘met God verbonden’. In de sacramenten worden we steeds dieper met de Heer verenigd.
10
pastora l ia
ONMISBAAR VOOR DE KERKGEMEENSCHAP Het sacrament van de wijding kent van oudsher drie graden. De bisschop is de herder en de eindverantwoordelijke van een bisdom. De priester deelt in de zending van de bisschop en is zijn medewerker. Voor de diaken staat het dienstwerk, de diaconie, voorop. Hij zorgt ervoor dat Jezus’ woord
‘Ik ben niet gekomen om gediend te worden maar om te dienen’ (vgl. Mc. 10, 45) door alle gedoopten beleefd wordt. Samen met de vele mensen die mee verantwoordelijkheid opnemen in de Kerk, staan de gewijden in voor het pastorale dienstwerk. Toch vervullen de gewijden een onmisbare dienst in de kerkgemeenschap. In het Johan-
nesevangelie zegt Jezus: ‘Zonder Mij (Christus) kunnen jullie (christenen) niets’ (Joh. 15, 5). De gewijde ambtsdragers symboliseren dat de kerkgemeenschap inderdaad niets kan zonder Christus en alles te danken heeft aan Hem. Stefaan Franco, professor Grootseminarie Brugge
Diaken: ‘Om te dienen, niet om gediend te worden’ ‘Volg Mij!’ (Joh. 1, 43). Deze oproep van Jezus’ liefde raakte mij op een bepaald moment zo diep dat een denkproces begon. Een proces dat mij uiteindelijk, na veel overleg, de beslissing deed nemen om de opleiding van diaken-pastoraal werker aan te vatten. Als verpleegkundige had ik voor een sociaal beroep gekozen waardoor ik mij dienstbaar kon opstellen voor medemensen. En toch groeide stilaan het verlangen naar meer. Maar welke ‘meer’ dan? De worsteling van het denkproces liet mij niet los. Tot ik besefte dat er iemand was die mij niet los liet: God. Hij dwong me niet, maar het verlangen om de levenswandel van zijn Zoon tot de mijne te maken was groot. Het verlangen om Jezus na te volgen bleek zo sterk (en werd ook gevoed door de vele contacten tijdens mijn opleiding), dat ik uiteindelijk de beslissing nam. Ik zou ‘ja’ zeggen op Gods oproep om Hem na te volgen. Ik zou mijn leven ten dienste stellen van zijn Boodschap en dit ook delen met mijn medemensen. Wanneer ik dieper nadacht over wat ik zou kunnen doen, werd ik telkens geconfronteerd met mezelf. Het
groeiproces ging ook na de diakenwijding voort: een groeiproces om Jezus’ doen en laten te doorgronden; een leerproces om datgene wat Jezus in zijn openbaar leven had gedaan tot het mijne te maken. In een viering op Witte Donderdag werd mij dit plots heel duidelijk. ‘Ik ben gekomen om te dienen, niet om gediend te worden.’ In de voetwassing begreep ik hoe Jezus op dat moment was: Hij nam de laatste plaats in door zijn dienstbaarheid aan zijn leerlingen. Dat was en is wat mijn verdere leven zou beheersen en nog altijd inspireert. De centrale roeping van de Kerk houdt in: in dienst staan van het woord van God, van de eucharistie en van de mensen. Als permanent diaken probeer ik, in mijn dagelijks omgaan met mensen, dat ook te doen. Met vallen en opstaan, maar met Gods hulp elke dag opnieuw. Het is een leerproces waarbij ik veel leer uit de contacten met mensen, en dan vooral de zieken en lijdenden, de eenzamen en rouwenden. In hen ontmoet ik Jezus die vraagt om hulp. Op 7 september 2011 was het precies tien jaar geleden dat ik in de Sint-Romboutskathedraal van Mechelen door
kardinaal Danneels tot diaken werd gewijd. In de weekendviering werd toen gezongen ‘Mens voor de mensen zijn’. Het was een bevestiging van mijn vroegere keuze om mijn leven voor een groot deel ten dienste te stellen van mijn medemensen. Met als grote voorbeeld het leven van Jezus Christus, Gods Zoon. Een keuze die in mijn leven verandering heeft teweeggebracht, maar dan wel ten goede. Christ Smeets, federatiecoördinator in federatie Boutsersem pastor in RVT-Sint-Dominicus (Lubbeek)
11
p ast orali a
Priester: ‘Hier ben ik, God’ Hoe leef ik als priester vanuit het sacrament van de priesterwijding? In drie punten wil ik terugblikken op de dag van mijn priesterwijding en daarmee iets proberen te delen van de richting en de steun die het sacrament aan mijn dagelijks leven geeft.
HIER BEN IK Als wijdeling wordt je naar voor geroepen en vanuit je eigen roepingsverhaal en engagement aan de verzamelde Kerkgemeenschap voorgesteld. ‘Hier ben ik’, is dan het antwoord waarmee je kort en krachtig jezelf present stelt. Dit moment herinner ik me al eens tijdens het ochtendgebed. Dat ochtendgebed en de meditatie van het evangelie van de dag nemen me vaak terug naar de beslissende periode in mijn roepingsverhaal toen ik als kotstudent in de lente van 1999 ‘s morgens vroeg met een
bijbel postvatte tegen de stam van een grote dennenboom. ‘Hier ben ik God, spreek me toe met uw Woord.’ Toen is mijn liefde voor het Schriftwoord ontvlamd en begon ik er pas echt de betekenis voor mijn eigen leven in te ontdekken. Zo begon ik te vertrouwen op de openbarende werkzaamheid van de Geest. Het werd een onbedwingbaar verlangen om Gods genade met wederliefde te beantwoorden en te getuigen wat zijn Woord met mijn leven doet. De herinnering aan dit onvergetelijke gevoel is de basiservaring die in de wijding haar bekrachtiging vindt, om mij in naam van de Blijde Boodschap gezonden te weten naar anderen.
GRONDERVARING Beklijvend blijft natuurlijk het moment waarop je als wijdeling plat ter aarde ligt. Het is letterlijk en figuurlijk
een grondervaring. De slotzin uit het evangelie van de dag van mijn priesterwijding sluit er naar mijn aanvoelen perfect bij aan: ‘Wie zichzelf verheft zal vernederd worden, maar wie zichzelf vernedert zal verheven worden’. Vandaar mijn keuze om voor die dag niet naar een andere evangelietekst op zoek te gaan. Liggend op mijn buik moet ik al snel aan twee filmfragmenten denken. Een eerste over koning David die zich in het besef van z’n begane zonde smekend voor God op de grond werpt en om vergeving bidt. Nadien flitst ook een passage uit een Jezusfilm door me heen, waar Jezus in de hof van Olijven, in alle eenzaamheid tot Zijn Vader bidt, liggend op de grond, zich vastgrijpend aan de uiteinden van het gras. Om mij te oefenen in overgave en verDiakenwijding van Koen Verheire
12
pastora l ia
trouwen ga ik in de gebedsruimte die ik in het huis waar ik woon heb ingericht ook geregeld plat op de grond liggen.
vend en actueel te houden. Het zingen van het ‘Heilig’ in de eucharistie roept bij mij vaak dit gevoel weer op.
Tijdens de wijdingsplechtigheid wordt op dat moment ook de litanie van de heiligen gezongen. Bijzonder daarbij is dat de geloofsgemeenschap dan voor jou bidt en er een levende gemeenschap wordt opgeroepen tussen de hemel en de aarde. Dit schept een immens gevoel van gedragenheid. Je voegt je in in een lange stoet. Je wordt uitgedaagd om datzelfde verhaal le-
GEZONDEN OM TE ZEGENEN Ten slotte wil ik nog even verwijzen naar de zalving van de handpalmen omdat het de zending uitdrukt die je als priester meekrijgt om mensen in allerlei levensmomenten te zegenen. Ik wil het raakpunt opzoeken tussen de hemel en de aarde, ontdekken hoe elke mens een bron van zegen kan worden
voor anderen. Ik wil op het kruispunt gaan staan van menselijke ervaring en goddelijke openbaring. Zodra dit wat lukt, krijg ik het gevoel dat God ons een knipoog geeft vanuit de hemel. Ik noem Hem wel eens dé humorist in mijn leven. Koen Verheire, meewerkend priester dekenaat Klein-Brabant
Bisschop: ‘Zorgzame herder en lam met wonden’ Wie bisschop wordt, krijgt gelukwensen van veel mensen. Dat mag ook. Maar nog luider dan de lof van de mensen, klinkt de vraag: ‘Waarom ik? Was er geen andere, een betere?’ En daar is maar één antwoord op: ‘Niet gij hebt mij uitverkoren, maar ik u …’ (Joh. 15,16). Plots wordt het zo duidelijk hoe gratis wel de genade is: je krijgt ze echt voor niets. Je voelt je zoals David die als laatste geroepen werd vanachter zijn kudde en door Samuel meteen koning werd gezalfd. ‘Zijn knecht David: Hém heeft Hij verkozen, nam hem weg van de kooien der schapen, nam hem weg van achter de ooien, om Jakob te weiden zijn volk’ (ps. 78, 70). Als de Kerk ‘Kom!’ zegt, dan weet je zeker: het is Gods stem. En dan heb je grond om op te staan: God neemt de verantwoordelijkheid over heel je bisschopsleven. Dan kan je, als het goed gaat, telkens weer tot Hem zeggen: ‘Dank je, God.’ En als je fouten maakt: ‘Jezus, je had een betere moeten kiezen.’ Zo wordt je nooit hoogmoedig en nooit ontgoocheld.
IN DE LANGE STOET VAN APOSTELEN De bisschopswijding is een diep moment in het leven van een bisschop. Niet zozeer omwille van de menigte die juicht bij je eerste rondgang in de kerk. Maar wel wegens het diepe gevoel van nu af aan ingeschoven te worden in de lange stoet van de apostelen doorheen de tijden. Je denkt aan Petrus en Johannes, aan Leo de Grote, aan Gregorius, Augustinus en Ambrosius, Carolus Borromeus, Franciscus van Sales. En nog zoveel anderen. Dat is groot gezelschap en een menigte voorsprekers die weten wat een bisschop nodig heeft. Je voelt je ook diep verbonden met de Kerk. Alle gedoopten zijn in de Kerk. Maar de bisschop nog op een andere manier: hij geeft Christus’ leven door aan de volgende generaties. Want de hele sacramentele orde is geworteld in het bisschopsambt: hij beheert de bronnen van de sacramentele genade
voor de lokale Kerk. Hij verzekert haar vruchtbaarheid. Daarom noemt men een Kerk die zonder bisschop is, een ecclesia vidua, een weduwe-Kerk.
VREUGDE EN PIJN Het bisschopsleven heeft ongetwijfeld zijn vreugde. Er zijn momenten waarop je echt de steun en de vriendschap, ja de kracht van de Christus voelt die je in de rug voortduwt op hobbelige wegen. ‘Hoe heb ik dat aangekund?’ Is de grootste vreugde van een bisschop niet vooral de liturgie gevierd met het bijeen gestroomde Godsvolk? Vaak heb ik met koning Salomo op het feest van de tempelwijding gezegd: ‘Heer, ik heb uw volk gezien in grote vreugde …’ (1 Kron. 29, 17). Als het volk Gods samen viert en bidt, hangt er in de Kerk een soort ‘magnetisch veld’ van de vruchten van de heilige Geest: ‘liefde vrede, vreugde, geduld, vriendelijkheid, trouw, zachtheid en ingetogenheid’ (Gal. 5,
13
p ast orali a
22). Het evangelie horen voorlezen in de liturgie, is heel wat anders dan het thuis uit de Bijbel voor zichzelf te lezen. En de boodschap prediken is veel meer en anders dan een artikel schrijven. Een hoogtepunt in de liturgie voor elke bisschop is een priesterwijding. Daar wordt geen woord doorgegeven, daar wordt iemand gezonden om herder en vader te zijn van een gemeenschap. Er is ook pijn in het leven van een bisschop. Pijn om de eigen ontoereikendheid en mee-lijden met de Kerk. Want een herder moet voor de kudde uitgaan om ze te leiden en de weg te wijzen. Maar hij zou ook achter de kudde moeten kunnen lopen om de schaapjes met gebroken pootjes op de schouders te nemen en mee te dragen. Die spagaat is moeilijk. Maar ze is reëel: voorgaan en volgen tegelijk. En dat doet pijn. De bisschop voelt ook diep in zijn hart de wonden die men de Kerk toebrengt. ‘Als ze mij vervolgd hebben, zullen ze ook u vervolgen’ (Joh. 15,20). Misschien is de grootste pijn nog wat Franciscus voelde toen hij zei: ‘Amor non amatur.’ - ‘De liefde wordt niet bemind’. Op Goede Vrijdag om drie uur in de namiddag kan het zo opvallen in de stad dat nog amper een handvol gelovigen weten: ‘Zie de Gerechte sterft en niemand die het merkt’ (Jes. 57,1). Zo is de bisschop: hij is herder en lam tegelijk, een zorgzame herder en een lam met wonden. Zal hij die nog behouden in zijn verrezen lichaam? Maar dan verheerlijkt. + Godfried kardinaal Danneels
“Een hoogtepunt in de liturgie voor elke bisschop is een priesterwijding.”
14
pastora l ia
Dienst voor Begeleiding – Service d’accompagnement De Dienst voor Begeleiding bestaat sinds 1986. Het is een initiatief van het bisdom Mechelen-Brussel en is gratis beschikbaar voor mensen in nood of voor hen die een bepaalde levenswending, hun inzet en/ of hun zending binnen de Kerk onder de loep wensen te nemen. We hadden een gesprek met dr. Lievens, psychiater-psychotherapeut, die ons deze dienst en zijn werk voorstelde.
Wat is het doel van de Dienst voor Begeleiding? In 1985 riep Charles Mertens, professor in Leuven en Harvard, een begeleidingsdienst in het leven om een antwoord te bieden op vragen van clerici, religieuzen en geëngageerden binnen de Kerk. Hij modelleerde de dienst naar gelijkaardige initiatieven die reeds bestonden in de Verenigde Staten. Het moest een autonome dienst worden, dus onafhankelijk van de Kerk, gratis en geleid door bevoegde leken, experts in hun vakgebied (geestelijke gezondheid, recht, theologie, ...). Deze Dienst voor Begeleiding wou ook beschikbaar zijn voor andere diensten binnen de Kerk, zoals die van het exorcisme. De dienst moest bovendien discreet zijn en gepersonaliseerd. Vandaag wordt er minder vaak een beroep gedaan op onze dienst, omdat er veel minder priesters en religieuzen zijn en ook omdat ze gemakkelijker buitenkerkelijke instanties raadplegen. Soms vraagt een bisschop of overste van een gemeenschap onze bijstand. We kunnen verheldering brengen door samen na te denken en advies te geven voor specifieke situaties. Hoe is de dienst samengesteld? Welke competenties zijn aanwezig? De dienst bestaat uit een psychiater, een psycholoog, een theoloog, iemand die zich bekommert om sociale problemen en een jurist. De nieuwe verantwoordelijke van het beheerscomité is Thomas Mihail, die ook de administratie ter harte neemt. We bestuderen de problemen intern op een interdisciplinaire basis, zoals dat ook gebeurt bij andere begeleidings- en adviesdiensten.
Hoe werkt uw dienst? Iedereen in de Kerk kan bij ons terecht voor om het even welk probleem en dat in absolute discretie, zonder dat het gezag erbij betrokken raakt. Deze dienst is tweetalig en gratis. Oorspronkelijk werkte de dienst enkel voor het bisdom Mechelen-Brussel en de religieuze ordes. Nu werken we voor alle bisdommen. Afhankelijk van de vraag biedt de dienst probleemgerichte informatie, advies bij het maken van een keuze voor een medisch-psychologische, morele of spirituele tussenkomst, psychologische of psychiatrische hulp, bijstand in geval van verslaving, juridisch advies, sociale assistentie of geestelijke begeleiding. Hoe kunnen mensen met jullie contact opnemen? Vrijwilligers verzekeren een telefonische permanentie elke maandag en donderdag van 11 uur tot 14 uur. Buiten deze uren kan men altijd een bericht inspreken met de vraag om een ontmoeting. Dat eerste telefonische contact kan zeer discreet: men kan eenvoudig een afspraak vragen zonder zijn naam te noemen. Ook de reden van de oproep hoeft men niet op te geven. Het zijn geen specialisten die men aan de lijn krijgt. Omdat we vooral te maken krijgen met psychologische problemen, sta ik als psychiater in voor het eerste onthaal. Als het maatschappelijke of andere kwesties betreft, leg ik dat voor aan de commissie. Doet men vaak beroep op jullie dienst? We ontvangen ongeveer tien nieuwe mensen per jaar. Onze dienstverlening
15
p ast orali a
suur, maar die helen kunnen we niet. Een trauma uit het verleden is niet uit te wissen. We kunnen echter wel proberen te begrijpen hoe het de verdere levensloop heeft beïnvloed. Dat is het resultaat van een uitgebreide analytische aanpak.
reikt echter veel verder, omdat we ook langdurige nazorg bieden aan mensen die een beroep hebben gedaan op onze diensten. Dat aantal is vrij constant. Bent u ook tussengekomen in zaken van seksueel misbruik? In tweede instantie, nadat justitie een beslissing heeft genomen, zijn we bereid om een misbruiker te begeleiden. Vandaag kunnen ook slachtoffers bij ons terecht. Het is wel belangrijk om aan te stippen dat we binnen onze dienst nooit tegelijkertijd dader en slachtoffer helpen. Dat moet duidelijk zijn. Het gebeurt dat we misbruikers en slachtoffers volgen, maar dan wel voor verschillende situaties. Heeft u advies voor mensen die het slachtoffer zijn van seksueel misbruik? De problemen die te maken hebben met de nasleep van seksueel misbruik zijn uiteenlopend en vaak van neurotische aard. Maar men moet kunnen aantonen dat die problemen gerelateerd zijn aan het misbruik. Die band is nooit eenvoudig of direct. Tijdens de adolescentie bijvoorbeeld kunnen angst, depressie of moeilijkheden bij het leggen van contacten optreden. We kunnen iets doen om inzicht te krijgen in het levenslot van de persoon met de kwet-
Staat de Kerk priesters in moeilijkheden voldoende bij? Ik moet zeggen dat het lang niet altijd gemakkelijk is om ze te helpen: het lijden van de priesters is vaak verborgen. Priesters zijn soms erg geïsoleerd. Sommigen dragen dat isolement probleemloos, maar anderen hebben het er moeilijker mee. Dat houdt risico’s in. We werden ons hiervan sterk bewust in onze ontmoetingen met priesters, bijvoorbeeld in dekenale raden.
ven. Het vergt inderdaad een zekere nederigheid om voor zichzelf toe te geven dat men iemand nodig heeft, om zich te laten helpen. In de religieuze wereld is het niet anders. Men moet ervan overtuigd zijn dat er meer ideeën zitten in twee hoofden dan in één. Men loopt geen enkel risico door de sprong te wagen en advies te vragen. In de loop van de gesprekken kan het probleem enigszins anders blijken dan men dacht en zo kan het inzicht worden verruimd. Tussen de hulpverlener en -zoeker moeten een wederzijdse verstandhouding en begrip groeien. Bij onze dienst kan ook men gewoon advies vragen. De kwaliteit van onze dienst is het ongedwongen contact en de manier waarop mensen worden ontvangen. Claire Jonard
Alles wat enigszins problematisch is, kan buiten de religieuze wereld worden behandeld. De kerkelijke wereld is meer hiërarchisch. De bisschoppen zijn heel open, maar in de praktijk zijn zij er niet om problemen op te lossen, zij zijn er om hun bisdom te bezielen en de Blijde Boodschap te verkondigen. Het belangrijkste is niet zozeer omringd te zijn door gelovige mensen, maar wel door competente mensen. Maar het is ook zo dat een gelovige therapeut zich soms gemakkelijker inleeft in bepaalde thema’s rond geloof en Kerk. Het is ongetwijfeld niet gemakkelijk om de stap naar jullie dienst te zetten. Wat zou u zeggen tegen mensen in moeilijkheden die aarzelen? De stap is inderdaad niet gemakkelijk, ook niet voor leken in het gewone le-
Informatie: SADB, telefoon 02 660 43 12 (permanentie op maandag en donderdag van 11 uur tot 14 uur).
16
pastora l ia
Pastoraal bezoek aan dekenaat Tienen Van 25 november tot 5 december 2011 was de aartsbisschop te gast in Tienen. Gedurende tien dagen verbleef hij in ons midden, om zich in te leven in het kerkelijk leven van de stad Tienen en de gemeenten Hoegaarden, Lubbeek en Glabbeek, samen goed voor 58.000 inwoners.
HONDERDEN ONTMOETINGEN Tijdens dit pastoraal bezoek kwam de hele samenleving aan bod. Met kinderen en jongeren had de aartsbisschop hoopvolle en deugddoende vieringen en gesprekken. Zij stelden ook vele vragen, waarop hij minzaam antwoord gaf. Monseigneur Léonard was ook een hele dag te gast in de scholen, waar zijn aandacht vooral ging naar de leerlingen, die hem in vele gesprekken mochten ontmoeten. Maar ook de leerkrachten, de directies en de godsdienstleerkrachten gingen uitvoerig met hem in dialoog. Ook de vele vormen van vrijwilligerswerk mocht hij beter leren kennen, meer bepaald in de federatie- en parochieploegen, in kerkfabrieken, werkgroepen voor kansarmen, ziekenzorgkernen, catechistenploegen, liturgische werkgroepen, ‘zorgers’ voor bedevaartplaatsen en uiteraard ook in de dekenale ploeg van priesters en vrijwilligers.
Daarnaast was in het programma van het pastoraal bezoek veel ruimte voorzien voor de zorgsector (ziekenhuizen, rust- en verzorgingsinstellingen). Monseigneur Léonard overlegde met de verantwoordelijken over hun christelijke identiteit en hoe ze dit in de toekomst kunnen vorm geven. De pastorale verantwoordelijken van deze instellingen stelden hun werking voor. De zieken zelf, die de aartsbisschop nauw aan het hart liggen, beleefden zeer bemoedigende vieringen met telkens ook het sacrament van de ziekenzalving. Voor hen waren dat onvergetelijke momenten. De aartsbisschop ontmoette ook de burgerlijke overheden van het dekenaat. Zo was er een heel gemoedelijke ontmoeting met de burgemeesters van de stad Tienen en de verschillende gemeenten.
BIDDEN, VIEREN, WIJDEN Elke dag vierde de aartsbisschop de eucharistie met zijn volk. Zeker een paar duizend mensen zaten met hem aan de tafel van de Heer. In enkele druk bijgewoonde avondconferenties sprak hij over ‘De advent, tijd van hoop en verwachting’ en over ‘Wat is geloven voor u vandaag’. Overal waar hij kwam, bij klein en groot, heeft hij met ons gebeden voor roepingen van leken, priesters, diakens en religieuzen. Wij zullen die goede gewoonte verderzetten. Uniek in dit tiendaags bezoek was zeker de inwijding van een nieuwe kapel in het pas gebouwde klooster van de zusters passionisten, iets wat vandaag
17
p ast orali a
toch heel uitzonderlijk is. Het tiendaags bezoek werd besloten in gebed met een vijftigtal religieuzen uit het dekenaat Tienen.
VERWIJZEN NAAR DE LEVENDE CHRISTUS Wij zijn heel dankbaar voor de mooie dagen waarin wij een heel ‘mens-nabije’ en hartelijke bisschop mochten ontmoeten en leren kennen. Intens bezield door een hoop- en vertrouwvol Godsgeloof dat hij zonder schroom, klaar en duidelijk verkondigde en waarvan hij totaal doordrongen is. Iemand stelde het zo: ‘Wij beleefden een grote vreugde in deze dagen, die in de Kerk te veel ontbreekt.’ Maar wat gebeurde er dan in die tien dagen? Ik stelde vast hoe monseigneur
Léonard stap voor stap, maar heel zeker, veel harten veroverde. Maar ook de levende Heer van Pasen bracht hij mee, overal waar hij te gast was. Ik onthoud van deze dagen hoe hij ons opriep om niet enkel met de christelijke waarden bezig te zijn, hoe belangrijk die ook zijn. De bisschop verwees ons steeds naar de persoon van Christus, de levende midden onder ons aanwezig, een beetje zoals Johannes de Doper dat voordeed. Zeker de huidige generatie jongeren heeft, naast het ontdekken van de christelijke waarden, nood aan de ontmoeting met Christus.
KERKEN OPENEN VOOR GEBED Wat de kerkorganisatie betreft, hoorde ik zijn pleidooi voor plaatsen waar de eucharistie goed verzorgd gevierd wordt, met een sterke deelname van de
hele gemeenschap. De aartsbisschop deed ook een oproep om op veel andere plaatsen de kerken niet dicht te houden, maar te openen zodat mensen er kunnen bidden. Kerken zijn dus bij voorkeur open plaatsen waar mensen kunnen samenkomen voor gebedsdiensten, vespers, het bidden van het rozenhoedje, enzovoort. Een ding is zeker: monseigneur Léonard bracht veel vreugde in ons midden, hij heeft ons geloof versterkt en ons wat dichter bij God gebracht. En daar zijn wij heel dankbaar voor. Deze tien dagen waren intens, bemoedigend en hoopgevend. Uiteraard zijn niet al onze problemen opgelost, maar goed, wij moeten ook nog wat te doen hebben. Claire Blondeau, lid van de dekenale ploeg
Viervoudige diakenwijding (Me
echelen, 11 december 2011)
20
pastora l ia
Drie parochies worden één nieuwe
Opmerkelijke parochiale fusie in Willebroek
EEN TERUGBLIK In september 2000, toen een parochieassistente werd aangesteld, waren er nog drie actieve priesters. In juli 2001 ging één priester met pensioen en tien maanden later overleed een andere. Sedert 2005 moet Willebroek het doen zonder ‘actieve’ priester. Twee gepensioneerde priesters bleven tot december 2011 voorgaan in het grootste deel van eucharistievieringen. Voor doopvieringen, plechtige geloofsbelijdenis en eerste communie kwamen deken Guy De Keersmaecker en medepastoor Koen Verheire. Met de aanstelling van de parochieassistente werd er naar een grotere samenwerking gestreefd tussen de parochies binnen het centrum van Willebroek. De bestaande parochieploegen
werden opgeheven en vervangen door een overkoepelende centrumploeg. Er kwam één centrumsecretariaat met een halftijdse secretaresse. Ook andere zaken werden stap voor stap gecentraliseerd, zoals één parochieblad voor de zes parochies van Willebroek of een eenvormige voorbereiding op doop, eerste communie, plechtige geloofsbelijdenis en vormsel. Een niet onbelangrijke stap was het samenvoegen van de financies van de drie Willebroekse parochies. Ondertussen werden tien overtollige gebouwen verkocht. Dit gaf ruimte om ook op pastoraal vlak te werken. Toch voelden we binnen de centrumploeg dat we ter plaatse trappelden. Het noodzakelijke gebeurde, de sacramenten werden toegediend, de catecheses gegeven, de doden begraven. Maar er gebeurde weinig constructief en we zagen van week tot week onze kerkgangers verminderen.
MEER DAN SAMENVOEGEN In september 2008 kwamen alles in een stroomversnelling. Bijna gelijktijdig werd ons een groot kloostercomplex geschonken, de eerste fase van het restauratiedossier van de Sint-Niklaaskerk werd goedgekeurd en de gemeente was geïnteresseerd in de aankoop van het oude parochiecentrum en de aanpalende Chiro-lokalen. Zoveel positieve verschuivingen zetten ons aan het denken en er werden belangrijke beslissingen genomen. Op 18 december 2011 zouden twee kerken sluiten en twee parochies (Heilig Kruis en Heilige Familie) opgeheven worden. Het
mocht echter geen bruuske sluiting worden en het moest meer zijn dan de huidige drie eucharistievieringen afslanken tot één. Onze nieuwe parochie moest allereerst een plaats worden waar geloof, hoop en liefde gevonden en gedeeld worden. De doelstelling was om méér te doen dan alleen maar samenvoegen. Om dat deskundig te doen, moesten we op zoek naar mensen. Het werven van nieuwe vrijwilligers was een onverhoopt succes. In september 2009 zaten we rond de tafel met een nieuwe groep mensen, samengesteld uit de drie parochies en van alle leeftijdscategorieën. Het YOTB-team uit Brugge begeleidde ons in een eerste fase van groepsvorming en het uitwerken van een spiritualiteit voor onze nieuwe parochie. Na vier gespreksavonden formuleerden veertien mensen de opdrachtverklaring voor de nieuwe, te herstichten parochie van Willebroek: ‘In een gerenoveerde heringerichte kerk en aanpalend kloosterpand willen we vooral de zoekende mens aan bod laten komen. Hierbij wensen wij uitdrukkelijk een gemeenschap te vormen waar ruimte is voor de diverse groepen binnen onze Kerk en onze samenleving. In het bijzonder willen we zowel minderbedeelden als jongeren actief aan bod laten komen en beluisteren.’
EEN BLOEIENDE WIJNSTOK Zo ontstond werkgroep ‘De Wijnstok’, die twee jaar lang elke maand samenkwam om de opdrachtverklaring verder uit te diepen. De naam is geworteld
21
p ast orali a
in het evangelie: ‘Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken’ (Joh. 15, 1). De wortels van de wijnstok zijn diep geworteld in de aarde waarop hij staat. Onze ‘Wijnstok’ is geworteld in Jezus Christus zelf. De werkgroep heeft tijdens de voorbereidende fase vooral gefocust op gemeenschap vormen, verkondigen en vieren. We willen aan een parochie werken vanuit een nieuwe visie, maar ook vanuit het Willebroek van vandaag. We blijven geloven dat het evangelie en onze kerkgemeenschap van betekenis kunnen zijn voor Willebroek. Ons project vertrekt dus vanuit een spiritualiteit, een bewogenheid. Die willen we in concrete initiatieven, en steeds samen met anderen, vorm geven.
GEMEENSCHAP VORMEN, VERKONDIGEN, VIEREN Gemeenschap vormen is een van de voornaamste pijlers voor onze nieuwe parochie. We willen bijzondere aandacht hebben voor gastvrijheid, onthaal en ontmoeting. Het kerkgebouw zal maximaal open zijn. Ook het daarnaast gelegen pastoraal centrum ‘De Rank’ zal een open huis worden. Veel mensen zijn immers op zoek naar verdieping en zingeving. Ze kunnen die vinden in de stilte van het kerkgebouw of in de ontmoeting met een van onze vrijwilligers. Wij willen authentiek getuigen van ons geloof, om zo mensen de weg te helpen vinden naar zichzelf, naar anderen en naar God. Verkondiging van het evangelie is een tweede essentiële opdracht. Mensen
kunnen op veel manieren geraakt worden door Gods Blijde Boodschap. Het zal een kunst zijn om het evangelie blijvend te verkondigen aan mensen van deze tijd. Voor mensen die hun geloof dieper willen beleven, zoeken wij samen naar gepaste initiatieven. Wij willen het christelijk geloof ook vieren. Vertrekpunt is de wekelijkse eucharistieviering. Maar ook ontmoeting in gebed of een andere vorm van verdieping kan groeien vanuit de basis, vanuit bestaande groepen. Mensen die een vraag stellen voor een doop, een uitvaart of een huwelijk willen we gastvrij onthalen. We zullen met hen een pastorale weg gaan in hun vreugde of verdriet, een weg die hen binnenleidt in het mysterie van het christelijk geloof.
EEN NIEUW INTERIEUR VOOR ONZE KERK De architecten, Tom Callebaut en Cindy Tirry, lieten zich voor de kleuren inspireren door het licht dat door de glas-in-lood ramen de kerk binnenvalt. De glazen deuren zorgen er niet alleen voor dat er meer licht de kerk binnenkomt, ze tonen ook dat de wereld niet
stopt aan de kerkdeur en dat ze mee aanwezig mag zijn in onze gebedsmomenten en eucharistievieringen. Achteraan links en rechts bevindt zich een devotieruimte die wordt afgesloten door een zitbank. Men kan er in alle rust vertoeven, een kaarsje branden en tot stil gebed komen. Een veelkleurig ontmoetingsmeubel is de plaats waar we elkaar begroeten voor of na de vieringen op zondag. Het grasgroene tapijt en stoelen zijn teken van hoop. Het altaar, de beide lezenaars, alsook het kruisbeeld op het altaar stralen kracht uit. Ze verstevigen de symboliek van het eucharistievieren en van andere gebedsmomenten. De gekleurde cirkels van vilt in het tapijt willen warmte en leven brengen en zo een nieuwe plek creëren voor de nieuwe gemeenschap. Vooraan is een ruimte voor rouw en verdriet. Er ligt een levensboek met voor elke dag van het jaar aan de ene zijde een passende tekst en op de andere de namen van overledenen. Ook hier kan de bezoeker een kaarsje branden en zo het overlijden van een geliefde een plaats proberen geven.
22
pastora l ia
DE HEROPENING VAN D E SINT-NIKLAASK ERK
DRIE = ÉÉN Er is een hele weg afgelegd. De voorbije weken waren ook weken van rouwen en afscheid nemen, ieder van zijn kerk en zijn parochie. Zeker tijdens de laatste weken was dit sterk te voelen. Dat rouwproces kreeg een plaats in de voorbereiding van de nieuwe Kerk/ kerk. In de verschillende parochiekerken werd tijdens de eucharistieviering een kaars ontstoken op de adventskrans die nadien een plaats kreeg op de adventskrans in de nieuwe kerk. Samen eenzelfde dak delen biedt ook voordelen. Het mooiste uit de verschillende kerken komt naar één plaats. De een brengt een doopvont mee, de ander de geluidsinstallatie, nog een ander liturgische kledij. Elementen van de glasramen uit de andere kerken zullen later een nieuw plaatsje krijgen. Zangers uit de ‘vroegere’ gemeenschappen vormen het gelegenheidskoor. Talenten verzamelen zich. De één kan goed voorlezen, een ander zorgt voor bloemen en nog een ander is creatief in vormgeving. De groeiende samenwerking was alvast in de plechtige openingsviering sterk voelbaar.
Hoe kan men de heropening van de Sint-Niklaaskerk omschrijven? ‘Succesvol’ is wellicht niet de juiste term voor zo’n groot sacraal gebeuren. Volgend psalmvers lijkt me meer geschikt: ‘Wat de liefde van de Heer heeft gedaan, daarvan wil ik zingen, steeds weer’ (ps. 89, 2). Dat was wat ik voelde tijdens de bijzondere eucharistieviering met de wijding van het nieuwe altaar. Het was niet het werk van mijzelf en van de vele vrijwilligers. Het was God zelf die in het hele gebeuren de hoofdrol speelde. Hij heeft met ons en door ons gewerkt. Hij heeft ons gedragen doorheen de jaren van voorbereiding. De plechtige eucharistieviering, opgeluisterd door het gelegenheidskoor, werd geloofd en geprezen en monseigneur Lemmens geapprecieerd om zijn voorgaan. Oud en jong bewonderden het nieuwe interieur van onze kerk. Iemand omschreef het zo: ‘In feite gaat het om een kerk in de kerk. Er is de oude kerkarchitectuur die gerestaureerd is, met zijn oude statige beelden en historische schilderijen. Alles oogt weer netjes en komt eigenlijk veel beter tot zijn recht dan vroeger. Het moderne interieur geeft aan waar vandaag gevierd wordt, binnen een groene ruimte. Laaghangende kegelvormige lampen zorgen voor gedempt licht. Het altaar, de lezenaars en andere interieurelementen zijn van gezandstraald eikenhout en wekken de indruk dat het om natuursteen gaat. Heel stemmig zijn de devotiehoekjes waar je een kaars kan branden bij Sint-Antonius
of de Heilige Maagd Maria. Het zijn intieme plekken. Alles is zeer goed bedacht. Dit concept zal, zoals elke moderne kerkinrichting, voor- en tegenstanders hebben.’ Na de receptie glipte ik nog even de kerk binnen. Ze was leeg en stil. Ik was over de eerste verrassing heen en werd getrokken naar de stille ruimte in mijn hart. ‘God, geef ook een nieuwe lente aan deze geloofsgemeenschap die voortaan bestaat uit mensen uit de verschillende vroegere parochies, die mekaar hier gaan vinden.’ Ik ontdekte nu waarom deze vernieuwde religieuze ruimte zo geslaagd was. Ze bracht mij tot gebed. Want daartoe moet onze nieuw ingerichte kerk ons brengen. Staat bij Marcus (11,17) niet geschreven: ‘Mijn huis moet een huis van gebed zijn’? Zuster Anne-Marie Dierick, parochieassistente voor Willebroek
23
p ast orali a
Het goddelijke monster in de rouw Een hedendaagse fictiereeks anders bekeken
De VRT-reeks ‘Het goddelijke monster’ was (aanvankelijk) een kijkcijferreus. Hoewel er uitgesproken voor- en tegenstanders waren, keken er elke week heel wat mensen naar deze bijzondere reeks, gebaseerd op de monumentale trilogie van Tom Lanoye. Ik heb mij meermaals ‘verplicht’ gevoeld om verder te kijken: de reeks oefende op mij een bijzondere aantrekkingsen afstotingskracht uit. Ik heb vaak gedacht: waar gaat dit nu eigenlijk over, wat heeft de regisseur hiermee nu willen doen, ik begrijp er niets van. En toch… na de laatste aflevering vielen alle puzzelstukjes op hun plaats en was ik bijzonder onder de indruk.
DE EEUWIGE WAAROMVRAAG
EEN KIND AFGEVEN
Sinds enige tijd ben ik begaan met het thema van rouw en verlies. In de reeks Het goddelijke monster wordt dit thema op een voor mij sublieme manier verbeeld. Het verlies van een kind vormt de achtergrond van het familiedrama. Wanneer de familie Deschryver een zoontje verliest na een tragisch ongeval, wordt de familie verscheurd. Ieder rouwt op zijn eigen manier en de existentiële vraag naar de zin van dit lijden komt op de voorgrond. Waarom moet een onschuldig, jong kind sterven? Hoe hadden we dit kunnen voorkomen? Wie is de schuldige? De zus van het slachtoffer, Katrien, neemt de rol van schuldige volledig op zich. Zij is het monster dat dit nutteloze lijden veroorzaakt heeft. Zij moet dus ook boete doen voor het aangedane kwaad. Maar is dat wel haar ware gelaat?
Wanneer een kind overlijdt, betoont de omgeving heel wat begrip en medeleven voor de ouders. Want wat is er onrechtvaardiger dan een kind te moeten afgeven? Het gaat in tegen de natuur: ouderen gaan namelijk eerder dan jongeren. Een kind verliest zijn of haar ouders, maar als het omgekeerde gebeurt, komen we spontaan in opstand en vinden we het oneerlijk. Elke ouder gaat op zijn of haar manier om met dit verlies. De ene stort zich op zijn werk (minister vader Deschryver in het verhaal), de ander komt soms letterlijk in het ziekbed terecht (de moeder in het verhaal). Maar wat gebeurt er met de andere familieleden, met de broers en zussen van het slachtoffer? Vaak worden ze vergeten. Heel wat broers en zussen geven jaren na het overlijden van hun familielid aan hoe moeilijk en pijnlijk dat is. De kinderen willen hun ouders sparen en nemen vaak tijdelijk de ouderrol van hen over. Zus Gudrun bekommert zich over haar moeder als was ze haar eigen kind. De broers vluchten, de ene naar het buitenland, de andere in zijn relatie, waardoor hij verstoten wordt omwille van zijn geaardheid. En Katrien, de andere dochter, neemt de schuld op zich. Al het onheil dat er nadien gebeurt, neemt ze op haar schouders. Ze voelt er zich verantwoordelijk voor. Het gaat zelfs verder dan dat: ze krijgt een monsterlijk uitzicht, ze wordt ‘het goddelijke monster’.
24
pastora l ia
OVER ROUWEN EN MONSTERS Een goddelijk monster is wel een erg allegorisch beeld voor een rouwende zus. Een kind dat opgroeit met een zware rugzak, waarin niet alleen haar eigen verdriet, maar ook dat van de hele familie zit. Haar verdriet is een zware rugzak om dragen, maar ook een rugzak die ze nooit meer kan afdoen. Het gemis stopt immers nooit, je blijft altijd de zus van het gestorven broertje. Dood betekent allesbehalve vergeten. Neen, de gestorvene blijft fundamenteel deel uitmaken van je leven. Een monster wordt in Van Dale omschreven als een mens met afschuwelijke eigenschappen. Katrien, en met haar de velen die rouwen, hebben door het overlijden van een geliefde inderdaad een afschuwelijke eigenschap. Of beter gezegd: ze dragen een werkelijkheid met zich mee die gewoon afschuwelijk is. Leren leven met gemis en in het volle bewustzijn dat het mooie dat je samen had met de geliefde nooit meer terug komt, is afschuwelijk. En anderzijds goddelijk. Het is niet alleen prachtig en heerlijk om die ander te hebben gekend, maar ook te weten dat hij of zij niet helemaal weg is. De liefde die ooit gevoeld en beleefd werd is niet verdwenen, beter nog, ze groeit en evolueert. Ze wordt misschien zelfs nog sterker doorheen de tijd. Deze aanwezigheid van de overledene wordt ook in de serie visueel voorgesteld. De doden blijven meespelen, ze zijn niet verdwenen. Ze bepalen mee ons verdere leven en waken over ons.
Ik ben me ervan bewust dat ik met mijn eigen bril naar de serie heb gekeken. Voor mij heeft ook het verrijzenisgeloof alles met deze groteske verbeelding van het boek van Lanoye te maken. Waarschijnlijk zullen heel wat recensenten het niet met me eens zijn. Mogelijk heeft de regisseur en zelfs de auteur het allemaal niet zo bedoeld. En toch ben ik blij met deze hedendaagse vertolking van een God die Liefde is en woont in de mens, klein, kwetsbaar en onaf. Ik zal Het goddelijke monster niet snel vergeten en hopelijk geeft het ook anderen een klein beetje troost en herkenning. An Mollemans, CCV-Vlaams-Brabant en Mechelen
Ben je ook op zoek naar herkenbaarheid en begrip voor je eigen rouwen en verdriet? Wens je in gesprek te gaan met lotgenoten die rouwen? Neem dan vrijblijvend contact op. Op 25 januari 2012 start er in Mechelen een lotgenotengroep voor rouwenden. Informatie: an.mollemans@ccv. be, 0478 54 72 84 of www.rouwzorgvlaanderen.be
25
p ast orali a
Veertig dagen tijd Op 22 februari start de vasten en hebben christenen veertig dagen tijd om zich voor te bereiden op het feest van Pasen. Het is de tijd bij uitstek om te bidden, te vasten, bewuster te leven, broederlijk te delen, vrij te worden van al wat beknelt. De volgende artikels laten diverse facetten oplichten van de vasten. Hilde Stinkens, zuster van Don Bosco, getuigt over de betekenis van de vasten voor haar religieuze leven. Luc Valvekens, priester op rust uit Merchtem, ging mee op inleefreis met Broederlijk Delen, dat in de veertigdagentijd aandacht vraagt voor de gevolgen van de mijnbouw voor de mensen in Latijns-Amerika. Ten slotte blikken we vooruit naar het programma van Metropolis 2012 in Brussel, dat in de veertigdagentijd loopt onder het motto ‘Wegen van bekering’.
De betekenis van de vasten voor mijn religieus leven HET GESPREK TUSSEN TWEE REALITEITEN Veertig dagen om jezelf te herijken en sterker te verbinden met de bron van je bestaan. Het is een lange tijd die aan elke christen wordt aangereikt om nieuw leven te verwerven. In mijn beleving vind ik dat een heel lange periode waarin twee realiteiten, voortdurend botsend of in evenwicht, met elkaar in gesprek zijn. Enerzijds gaat het over thuis komen bij mijn diepste verlangen en anderzijds het meegezogen worden door het hectisch bezig zijn van elke dag. Ik probeer dat even uit te leggen. Mijn diepste verlangen heeft te maken met de Liefde waarin ik me opgenomen weet, doorheen heel veel (kleine) gebeurtenissen, ontmoetingen, lectuur, stilte en gebed. In Jezus van Nazareth is me duidelijk geworden dat de God van Abraham, Isaac, Jacob, Teresa van Avila, Maria Mazzarello, Don Bosco en vele anderen ook mijn leven schraagt en richting geeft. Deze ervaring van gratuite liefde heeft me doen kiezen voor een leven als zuster van Don Bosco tussen jongeren en met andere vrouwen. Het is een enorme kracht die leven geeft, me gelukkig en vrij maakt.
Anderzijds ben ik een kind van mijn tijd. Hard werken voor het bestaan, mezelf ontplooien, kritisch kijken naar de mensen en de wereld, veel gehoord en gelezen hebben, … Allemaal goede dingen die me meer mens maken, maar waar ook een gevaar in schuilt voor mijn innerlijke rust. Dit goed bedoeld beheersen van mijn tijd, mijn mogelijkheden en mijn leefwereld brengt geen innerlijke rust, maar stuwt naar nooit genoeg en altijd tekort. Ik geraak verwijderd van mijn diepste verlangen en word hard. De ervaring van me bemind te weten en dat anderen evenzeer het beminnen waard zijn, verlies ik.
WEGTREKKEN UIT MEZELF Wat ben ik blij dat ik vanuit de liturgie een tijd krijg om mezelf wat leeg te maken en weer plaats te maken voor wat me vrij en mens maakt. Kijken naar Jezus is in die periode een kans om in balans te komen. Solidariteit heel concreet beleven in het ‘even loslaten’ wat ik graag consumeer, nieuwe adem krijgen voor mijn inzet voor mensen veraf en in mijn gemeenschap. In de confrontatie met Gods liefde en mijn medemensen word ik me weer bewust dat ik mijn leven gekregen heb. En een gekregen leven wordt vreugde en vruchtbaar als ik het durf geven.
26
pastora l ia
In deze sterke tijd van het jaar probeer ik weg te trekken uit mezelf. Dat doe ik door de meditatie in de ochtend te verzorgen. Me te laten bevragen door het Woord, dat me wordt aangereikt in de liturgie. Een sobere maaltijd in de week doet solidariteit groeien met wie minder heeft. Het beperken van koekjes en tussendoortjes doen mij weten waar mijn aandacht ligt. Verzorgde beeldvorming in de gebedsruimte roept me op om met Jezus mijn dag te beleven. Een boek lezen dat mijn geest opent voor Gods aanwezigheid werkt verhelderend. Het zijn mijn eenvoudige pogingen om me sterker te hechten aan God die liefde is en die me uitnodigt om dit op mijn beurt te zijn voor jongeren en medezusters. Dat is mijn weg.
TUSSEN EB EN VLOED Ik weet nu al dat ik op mijn eentje Pasen niet haal en soms zal willen opgeven. Gelukkig heb ik een gemeenschap waarin we kunnen delen over het Woord, spreken over ‘consumeren’ en ‘consuminderen’, afspraken maken om ons te beperken en ons in te zetten voor armen. Ook de jongeren die bij ons wonen geven impulsen: met hen spreken over Pasen, zoeken naar wat solidariteit betekent en dit concreet uitwerken in een of andere kleine actie. De veertigdagentijd is geen gemakkelijke tijd. Het is een tijd van eb en vloed, dichterbij en veraf zijn. Het is voor mij geen vasten met de tanden op elkaar en duizend goede voornemens, maar een tijd om me te laten uitdagen door een God van liefde. Als ik eerlijk ben en die liefde wil beantwoorden, zijn er veel mogelijkheden om wederliefde te beleven in de zorg en inzet voor medemensen dichtbij en veraf. Hilde Stinkens, zuster van Don Bosco
Op inleefreis met Broederlijk Delen naar Guatemala In het kader van de Vastencampagne van Broederlijk Delen ‘Laat ze hun plan trekken. Wij trekken mee!’ trokken in het najaar van 2011 vijftien vrijwilligers naar Guatemala. Zo konden ze met eigen ogen zien wat de gevolgen zijn van mijnbouw voor de plaatselijke bevolking in Guatemala. Wat ze ook hebben gezien, zijn mensen die, ondanks de zware omstandigheden, hun plan trekken en opkomen voor hun rechten. Dit kunnen ze door de steun van de partners van Broederlijk Delen.
Je kan het niet echt doorvertellen. Je moet het gezien, geroken en aangeraakt hebben. ‘Broederlijk Delen’ begint met een stukje leven delen. Hoe moeilijk dit kan zijn, hebben wij ervaren tijdens onze inleefreis naar Guatemala, begin november 2011. De organisatie had ons maandenlang voorbereid. De Mayacultuur, de demografische ontwikkeling, het politiek bestel, de historische evolutie en vooral de situering van het land binnen LatijnsAmerika en op wereldvlak: het waren maar enkele omkaderingen die ons moesten helpen bij de ontmoeting met dat taaie, gastvrije volk, dat moedig spartelt als kikkers in een melkkan, in de hoop dat het ooit boter wordt.
BODEMLOOS We mochten even getuige zijn van deze struggle for life, een strijd met ongelijke wapens tegenover wereldreuzen, die al generaties lang – en nu nog meer dan vroeger – letterlijk de bodem onder hun voeten dreigen vandaan te halen. Die reuzen zijn ongebreideld op jacht naar grondstoffen, bodemrijkdommen in de schoot van hun ‘Moeder Aarde’. Dat is rampzalig voor een volk dat, tot in hun spiritualiteit, sterk vergroeid is gebleven met ‘Moeder Aarde’. We herinneren ons nog goed de Maya-ceremonie waarbij we samen hun grond hebben gekust en gedurende een ganse zondagvoormiddag hun eerbied voor Gods schepping hebben gedeeld. De nakende mijnontginningen dreigen de ziel van hun bestaan te raken. Erger nog dan bij de zestiende-eeuwse
27
p ast orali a
kolonisatie vanuit Europa, erger nog dan bij het decennialange machtsvertoon van Noord-Amerika, dat hen altijd sterk in de greep heeft gehouden, is er nu de wereldwijde onverzadigbare honger naar grondstoffen die de welvaart ‘op peil’ moet houden. Oh ja, ook zij krijgen de kruimels van die ‘groeiende’ welvaart. Tv, pc, gsm: ze vinden er allemaal ingang. Maar de groten der aarde bekommeren zich nauwelijks om wat de mensen echt nodig hebben: een grond om gezond op te leven, maatschappelijke groei en eerlijke kansen op gelukkig samenleven, gezondheidszorg, onderwijs, … Guatemala is alleen maar interessant voor wat ‘onder’ de aardbodem zit, en niet voor wie er bovenop leven.
KLAAR VOOR EEN ONGELIJKE STRIJD Het volk van Guatemala is echter taai en moedig. Er staan mensen op die zich verenigen en wier krachten verder reiken dan blind zelfbehoud. Zij komen op voor de waardigheid van hun volk en zijn moedig bezig aan een bewustmakingsproces dat hopelijk een tegenstroom op gang brengt. Zo groeien organisaties als evenzoveel poten onder een sterk maatschappelijk draagvlak, waarop de mensen in dat wondermooie bergland naar adem kunnen happen en zich verder kunnen ontwikkelen. Gesterkt en gesteund door elkaar, trekken zij moedig ‘hun plan’. Het uithangbord van Broederlijk Delen 2012 is dan ook terecht: ‘Zij trekken hun plan, en wij trekken mee!’
Wat ik heb geleerd: het is niet aan ons om te dicteren hoe of wat zij moeten doen. Interesse betonen voor hen is ‘inter-esse’. Dit wil zeggen: tussen hen gaan staan en met hún ogen, vanuit hún achter- en ondergrond naar de toekomst kijken, om daadwerkelijk even met hen mee te leven. Wij hebben dat mogen doen, bijna drie weken ter plaatse, en nog vele maanden en jaren nadien. Want een stukje van ons hart blijft bij hen. Samen met confrater Ward Vanderwegen, die mee was op deze inleefreis, zal ik tijdens de komende vastencampagne van Broederlijk Delen dan ook meer achtergrond geven over de problematiek van de nefaste mijnbouw. Luc Valvekens
Laat dit artikel je niet koud en wil je ook meetrekken? Steun Broederlijk Delen op rekeningnummer BE12 0000 0000 9292 of organiseer bijvoorbeeld een koffiestop (www. koffiestop.be). Meer info over de campagne en andere acties vind je op de website www.broederlijkdelen.be. Of wil je zelf ook eens mee op inleefreis met Broederlijk Delen? Contacteer Marijn Loozen, e-mail
[email protected], tel. 015 29 84 59.
28
pastora l ia
Metropolis 2012 Wegen van bekering
In zijn traditionele kerstwensen voor de Romeinse Curie liet paus Benedictus XVI niet alleen de opvallende gebeurtenissen van het voorbije jaar de revue passeren, maar ook de evenementen die in 2012 op stapel staan. Centraal staat het zoeken naar een antwoord op de vraag hoe we vandaag het evangelie kunnen verkondigen: ‘Als het geloof geen nieuw elan vindt in de ontmoeting met Jezus Christus, zullen alle andere hervormingen nutteloos blijken.’ De Pauselijke Raad voor de nieuwe evangelisatie gaf daarvoor allerlei impulsen, wat onder meer leidde tot het project Metropolis 2012. Tussen 22 februari (Aswoensdag) en 15 april 2012 (beloken Pasen) staan in twaalf Europese metropolen, waaronder Brussel, allerlei activiteiten op het programma om mensen er meer bewust van te maken wat het betekent om christen te zijn.
HET WOORD GODS De eerste pijler, het centraal stellen van Gods Woord, krijgt gestalte op Goede Vrijdag (6 april) tussen 11 en 14.30 uur in de Finisterraekerk. Het volledige Marcusevangelie zal in verschillende talen worden voorgelezen. Dat gebeurt in de kerk, maar wordt simultaan uitgezonden op een scherm in de Nieuwstraat. Het lezen wordt afgewisseld met muzikale intermezzo’s.
BEKERINGSVERHALEN Gedurende vijf zondagnamiddagen, telkens van 16 tot 18 uur, weerklinken in de Sint-Michiels- en Sint-Goedelekathedraal getuigenissen over bekering. De getuigenissen worden gekoppeld aan passages uit de Belijdenissen van Sint-Augustinus, een van de bekendste bekeerlingen. De eerste zondag, 26 februari, zijn het catechumenen die ons deelge-
noot maken van hun bekeringsverhaal, precies op de dag van de viering van de uitverkiezing. Op 4 maart is het de beurt aan de eerste genodigde: Frigide Barjot (woordspeling op ‘Brigitte Bardot’, van wie ze een grote fan is). Zij werd geboren in 1962 in Boulogne-Billancourt en outte zich in 2000 als katholiek. Ze is humoriste en schrijft columns. Daarnaast schreef ze ook verscheidene scherpzinnige werken, waarvan eentje de aandacht trok van het grote publiek: Confessions d’une catho branchée (‘Belijdenissen van een geëngageerde katholiek’). Op 11 maart getuigt broeder Bart Verhack van de Tibériade. De fraterniteit van de Tibériade werd meer dan dertig jaar geleden gesticht door broeder Marc. Vanuit de spiritualiteit van Franciscus leven de broeders en zusters in Lavaux-Sainte-Anne een leven van gebed, geloof, eenheid en nederigheid. Bart Verhack is 35 en komt uit een Leuvense familie met vier kinderen. In
29
p ast orali a
1999, na zijn licentie godsdienstwetenschappen aan de K.U.Leuven, trad hij toe tot de fraterniteit. Hij legde zijn eeuwige geloften af in 2005 en werd priester gewijd in 2007. De week nadien komt Claire Ly naar Brussel om te vertellen over haar geloofsweg. Claire Ly heeft haar roots in Cambodja en woont sinds 1980 in Frankrijk. Ze is moeder van drie kinderen en voormalig professor in de filosofie. Ze is opgegroeid binnen de boeddhistische traditie, maar heeft zich bekeerd tot het katholicisme. Tegenwoordig doorkruist deze schrijfster Frankrijk en België om te getuigen over haar menselijke en spirituele ervaringen. Als docent boeddhisme aan het ‘Institut de Sciences et Théologie des Religions’ in Marseille, nodigt ze onvermoeibaar beide godsdiensten uit om samen te groeien. In 2002 publiceerde ze haar eerste boek, Revenu de l’enfer (‘Terugkeer uit de hel’). Het is een uniek document over de volkerenmoord door de Rode Khmer én het verhaal van een vrouw die gevormd is door twee culturen en twee religies. De laatste conferentie is voor Dominique Lambert, doctor in de filosofie en de natuurwetenschappen. Hij doceert aan de Université Notre-Dame de la Paix in Namen en schreef verscheidene werken over de geschiedenis van de wetenschap en de verhouding geloof-wetenschap. Hij ontving in 1999 samen met astrofysicus Jean-Pierre Luminet de Prijs Georges Lemaître, als erkenning voor hun analyse van de wetenschappelijke en religieuze geschriften van Georges Lemaître.
ONTMOETING EN VERZOENING De dag van ontmoeting en verzoening zal plaatsvinden op de zaterdag voor palmzondag (31 maart). Het is de derde pijler van Metropolis 2012. Gedurende deze dag zullen vijftien kerken, verdeeld over de vier Brusselse dekenaten, voor iedereen open zijn. Bij een tas koffie kunnen spontane gesprekken op gang komen, maar er zal ook kans zijn het sacrament van de verzoening te ontvangen. De lijst van kerken zal binnenkort beschikbaar zijn op de website www.metropolis2012.be.
HET GELOOF LEREN KENNEN Geen nieuwe evangelisatie zonder catechese. Daarom zal monseigneur Léonard twee catecheses verzorgen. De eerste richt zich tot de catechumenen en al wie met hen op weg is naar hun doopsel, en dit op 26 februari, de dag van de viering van de uitverkiezing, in de kathedraal van Sint-Michiels- en Sint-Goedelekathedraal. De tweede catechese is gepland op woensdag 21 maart: dan zal monseigneur Léonard, in twee talen, de jongeren toespreken in de Sint-Kruiskerk (Flageyplein).
het Nederlands), op 24 maart in de kerk van de Goddelijke Zaligmaker in Schaarbeek en ten slotte op 31 maart in de SintLambertuskerk in Laken.
SOLIDARITEIT De vijfde en laatste pijler van Metropolis 2012 zal bestaan uit een groot solidariteitsmaal op zaterdag 18 maart vanaf 12.30 uur in de kerk van de Rijke Klaren. Deze maaltijd wil alle Brusselse gemeenschappen uitnodigen tot een gezamenlijk gebaar van solidariteit. De centrale vastenthema’s van Broederlijk Delen en Entraide et Fraternité, namelijk de problematiek van de natuurlijke bronnen in Latijns-Amerika en die van de voedselveiligheid, zullen naar aanleiding van deze maaltijd extra belicht worden. We willen er ten slotte op wijzen dat talloze lokale initiatieven van pastorale eenheden, parochies en gemeenschappen het Metropolis-programma verrijken. De volledige kalender zal beschikbaar zijn op www.metropolis2012.be. We hopen dat Metropolis 2012 ons zal toelaten de schat van ons geloof te delen met iedereen die het vaak alleen aan de buitenkant bekijkt. Laure Nossent
Monseigneur Kockerols zal zich richten tot jongvolwassenen, meer bepaald ouders die recent het doopsel voor hun kind gevraagd hebben. Hij doet dat telkens op zaterdagnamiddag, van 15 tot 17 uur, op vier verschillende plaatsen. Op 3 maart zal monseigneur Kockerols spreken in de Sint-Marcuskerk in Ukkel, op 17 maart in de kerk van Onze-LieveVrouw van Vreugde in Anderlecht (in
Contact en info: Laure Nossent, email
[email protected], tel. 02 533 29 89, website www. metropolis2012.be.
30
pastora l ia
b o e k Monseigneur André-Jozef Léonard, Handelen als christen in leven en wereld (Antwerpen: Halewijn, 2012) Met dit boek wil monseigneur Léonard de belangrijkste grondslagen en inspiratiebronnen van het handelen van de christen in zijn eigen leven en in de samenleving duidelijk en beknopt voorstellen. De filosofische en theologische onderbouw van de christelijke moraal komt eerst aan bod. Daarna volgen elf thema’s met betrekking tot het christelijk handelen als individu of in maat-
V a n u i t
d e
BRUSSEL PRIESTERRAAD
De Nederlandstalige priesterraad van Brussel kwam op 30 november 2011 samen rond het thema ‘Hoe beleef ik mijn voorgaan in de eucharistie?’. De vraag werd vanuit twee invalshoeken bekeken. Het voorgaan in de eucharistie maakt namelijk deel uit van de pastorale opdracht van de priester. Als gelovige is hij echter ook deelnemer aan de liturgie en dus zit er ook een persoonlijke kant aan zijn beleving ervan. De vraag is dan welke voeding hij in de eucharistie vindt voor zijn eigen spiritueel leven. Het werd een levendige uitwisseling waarbij heel wat persoonlijke aspecten aan bod kwamen. Een ander punt op de agenda was de voorbereiding van een gezamenlijke bijeenkomst van de twee Nederlandstalige priesterraden van ons bisdom. Daarbij zou men zich willen buigen over de vraag welke band het meest bepalend is voor zijn kerkelijke iden-
schappelijk verband: de schepping, spiritualiteit, politiek, economie, vrede, kunst, opvoeding, seksualiteit, vruchtbaarheid, gezin en ten slotte het gebed. Het boek wil aantonen dat ethisch denken uiteindelijk gaat over alle dimensies van het menselijk leven. Het morele leven haalt zijn dynamiek uit de onvermoeibare zoektocht naar het menselijk geluk en wordt dus van binnenuit gedragen door hoop.
V i c ar i ate n titeit: die met het vicariaat of met het bisdom. Doorgaans kent men de collega’s van het eigen vicariaat vrij goed, want minder het geval is met die van de andere vicariaten. Het vermindert ook het gevoel tot één bisdom te behoren. Er wordt aan vicaris-generaal Van Billoen gevraagd het thema in te leiden. Een en ander zal vooraf nog op een gezamenlijke bureauvergadering worden besproken en concreter uitgewerkt. Bij beide priesterraden leeft ook het verlangen om de mandaten te laten samenvallen. Dat vergemakkelijkt het opzetten van gemeenschappelijke projecten. Wanneer de looptijd van de mandaten uit elkaar ligt, verdubbelt ook de tijd die opgaat aan wederzijdse kennismaking. Intussen zijn gesprekken gaande met de Franstalige priesterraden in het bisdom. F UNDAM E NT AL IA
Op haar maandelijkse vergadering over fundamentele kwesties besprak
de vicariale raad op 15 december 2011 mogelijke beleidslijnen voor de diaconie in de Brusselse kerk. Zoals bekend stond diaconie al op de agenda van de sessies voor verantwoordelijken van de pastorale eenheden in Kortenberg en Rixensart in de loop van de maand juni. De veelheid aan inzichten en vragen die daar naar voren kwamen, werden vervolgens besproken en geordend op de fundamentalia-vergaderingen in september en oktober. Zo groeide een voorbereidend document dat in december werd besproken. Dat zal nu dienen om de gesprekken over het thema op gang te trekken op de junisessies voor de verantwoordelijken van de pastorale eenheden (voor de Nederlandstaligen in Drongen). Met het document wil de vicariale raad ook de dekenaten uitnodigen het debat aan te gaan. Diaconie wordt in het document vrij breed gedefinieerd als ‘bijdragen tot de humanisering van de samenleving’. Meer in het bijzonder wordt ze omschreven als ‘zorg voor mensen die
31
p ast orali a
r u b r i e k
hulp nodig hebben, zowel binnen als buiten de christelijke gemeenschap’. De tekst citeert paus Benedictus XVI in zijn encycliek Deus caritas est: ‘De dienst van de liefde is voor de Kerk niet een soort welzijnswerk dat men ook aan anderen zou kunnen overlaten, maar hoort tot haar natuur en is een onmisbare uitdrukking van haar wezen’ (nr. 25). Een tweede thema op deze vergadering was de Afrikaanse pastoraal in Brussel. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de pastoraal bij mensen van Italiaanse of Spaanse afkomst, heeft het vicariaat nooit geopteerd voor een afzonderlijke pastoraal voor de mensen van Afrikaanse origine. Die werden gewoon opgevangen in de bestaande parochies en pastorale eenheden. Toch zijn er specifieke aspecten die om een eigen benadering vragen, zoals de vraag van Afrikanen naar allerlei zegeningen en exorcismeriten, de eigen rouwgebruiken enzovoort. Om aan die noden tegemoet te komen werden een jaar geleden drie referenten benoemd die vertrouwd zijn met de Afrikaanse cultuur. Het gaat om twee Afrikaanse priesters en één oud-missionaris die het grootste deel van zijn leven in Afrika heeft gewerkt. Een jaar na hun benoeming kwamen twee van die referenten verslag uitbrengen over hun werking (de derde was door ziekte verhinderd). Uit het gesprek bleek dat deze aanpak aan een behoefte beantwoordt. De referenten zijn in een gewone parochie werkzaam, maar fungeren verder als aanspreekpunt binnen een heel dekenaat. Uit het gesprek bleek wel dat op een aantal plaatsen nog meer bekendheid moet worden gegeven aan het bestaan van de referenten. K E R K S L UI T ING
De aangekondigde sluiting van de Sint-Catharinakerk in Brussel-centrum heeft in de maand november en december heel wat stof doen opwaai-
en. Ten gevolge van een beslissing van het vicariaat werd elke pastorale activiteit in deze kerk stopgezet. De katholieke gemeenschap sluit voortaan aan bij die van de parochie van Onze-LieveVrouw ter Rijke Klaren die eveneens in het stadscentrum is gelegen. Over de herbestemming van het kerkgebouw dat eigendom van de stad is, was, op het moment dat we dit schreven, nog geen definitieve beslissing gevallen. Een protestactie die zowat tienduizend handtekeningen wist te verzamelen, heeft het vicariaat niet op zijn beslissing doen terugkomen. Overigens kwam een groot deel van de reacties uit het buitenland, wat de lokale respons ervan gevoelig relativeert. RADIO SPE S
De raad van bestuur van de lokale katholieke radiozender voor Brussel heeft het ontslag aanvaard van Herman Cosijns. Tony Frison werd als nieuwe voorzitter gekozen. De zender viert dit jaar zijn 25-jarig bestaan. Dat zal onder meer gebeuren met een feestelijk moment in de basiliek van het Heilig Hart in Koekelberg op zaterdag 19 mei. De plek is symbolisch, want Radio Spes heeft zijn studio’s onder de basiliek en zijn zendmast op de koepel ervan. T. Frison/Th. C. Madder IN MEMORIAM KARE L M ISSOU L
Wie Karel kende, heeft zeker gezien dat zijn brevier tot op de draad versleten was. Bij bezoekjes gebeurde het wel eens dat hij de groet beantwoordde met de woorden: ‘Kan je nog even wachten, dan ben ik klaar met deze psalm of dit gebed’. En al vergat hij haast alle namen, dat hij priester was vergat hij nooit. Wat hij tijdens zijn
opleiding in het seminarie als heilig had meegekregen, bleef met onuitwisbare inkt in zijn binnenste geschreven. In de Sint-Kwintenskerk in Leuven droeg Karel de zondag na zijn priesterwijding op 3 juni 1944 zijn eremis op. Het zal voor zijn ouders ongetwijfeld goed nieuws geweest zijn dat hij zo dicht bij huis tot leraar werd benoemd. Karel kreeg al snel de schoolsport onder zijn bevoegdheid. En daarin kon hij zich volop uitleven. De volleybalploeg van het Sint-Pieterscollege kende een zo groot succes dat ze onder de naam Sipico lang is blijven voortbestaan. En ze kon steeds rekenen op de volledige steun van haar stichter. Van 1964 tot 1980 is Karel nog godsdienstleraar geweest, in het Sint-Jozefinstituut in Kessel-Lo, het Heilig Hartinstituut in Heverlee en nadien in de SPAS (het huidige VTI). Toen mijn voorganger, na het verlies van zijn twee onderpastoors, niet meer alleen kon instaan voor de parochie, heeft hij beroep gedaan op zijn parochiaan Karel Missoul. Karel is met veel interesse blijven helpen in de liturgie en in de beleidsorganen van de parochie. Het werden, naar eigen zeggen, de schoonste jaren van zijn leven. Hij kon zich dienstbaar maken en behield alle vrijheid om te reizen en zijn geliefde skisport te beoefenen. Zijn wintersport schonk hem ieder jaar de nodige zuurstof om de Goede Week mee te vieren en met brio het Exsultet te zingen tijdens de paaswake. En met de gregoriaanse muziek bleef hij vertrouwd door de wekelijkse repetities van Schola Cantorum bij te wonen. Het plotse overlijden van Karel maakte ons tegelijk droef en dankbaar. Een vriend is ons ontnomen. Maar anderzijds zijn we er zeker van dat het respect en de waardigheid, die hem menselijkerwijze in zijn laatste maanden nog konden gegeven worden, zullen overtroffen worden door de heerlijkheid van de hemelse Vader.
32
pastora l ia
r u b r i e k
Wanneer hij geconfronteerd werd met eigen fouten of tekorten, zei Karel vaak dat hij bij zijn begrafenis graag Amazing Grace had horen klinken, omdat daarin zo mooi het Godsvertrouwen klinkt van de mens die zich klein en
gekwetst weet. Ook Karel was ervan overtuigd dat God, meer dan wij mensen, het schone en waardevolle in elk van ons naar boven weet te halen om er dan levenwekkend voedsel van te maken.
Renaat Van den Berckt, federatiepastoor Leuven
pers o n al i a BENO EMINGEN VL AAM S -BR ABA N T E N ME CH E LE N
De heer Louis APERS, permanent diaken, wordt benoemd tot pastoraal medeverantwoordelijke voor de federatie Mechelen. De heer Jan BUTAYE wordt benoemd tot educatief medewerker IJD in het vicariaat Vlaams-Brabant en Mechelen. De heer Jan HERINCKX, priester, wordt tevens benoemd tot deken van het dekenaat Overijse. De heer Blaise KPATIKO, priester van het bisdom Kpalime (Togo), wordt benoemd tot parochievicaris in Linkebeek, Sint-Sebastiaan en in Sint-Genesius-Rode, Sint-Genesius. De heer Omer LAERMANS, permanent diaken, wordt benoemd tot medeverantwoordelijke pastoraal federatie Tienen-Hoegaarden. De heer Louis PEETERS, permanent diaken, wordt benoemd tot medeverantwoordelijke voor de pastoraal te Holsbeek, Sint-Pieter, Sint-Pieters-Rode. Mevrouw Lutgarde SMIT wordt benoemd tot pastoraal medewerkster in het Algemeen Ziekenhuis Sint-Jozef, campus Bornem. De heer Erik VAN VAERENBERGH wordt benoemd tot educatief medewerker IJD in het vicariaat Vlaams-Brabant en Mechelen. BR U S S E L
Pater Joseph DELNEUVILLE, priester-salesiaan van Don Bosco, wordt benoemd tot medeverantwoordelijke
voor de Franstalige pastoraal in de pastorale eenheid Sint-Michiel en SintGoedele, dekenaat Brussel-Centrum. Pater Philippe de ROSEN de BORGHAREN, priester-scheutist, wordt tevens benoemd tot parochieadministrator in Vorst, Heilige Maria, Moeder Gods en in Vorst, Heilige Pius X. Mevrouw Nadia OBEID wordt benoemd tot medeverantwoordelijke voor de dienst ‘Verkondigen en vieren’ (Franstalig) in het vicariaat Brussel. De heer Guido VANDEPERRE, priester, wordt tevens benoemd tot deken van het dekenaat Brussel-West. De heer Christian VAN ROBAEYS, permanent diaken, wordt benoemd tot verantwoordelijke voor de Franstalige pastoraal (ad interim) in de pastorale eenheid ‘Les Sarments forestois’, dekenaat Brussel-Zuid. WAAL S-B RAB ANT
Pater Paul ABOU NAHOUM, priester van de Orde der Maronitische Antonijnen, wordt benoemd tot parochieadministrator in Walhain, SaintServais, Tourinnes-les-Ourdons en in Walhain, Saint-Lambert, TourinnesSaint-Lambert. De heer François KABUNDJI THSIBANBE, priester van het bisdom Kabinda (Democratische Republiek Congo), wordt benoemd tot parochieadministrator in Chaumont-Gistoux, Notre Dame de l’Assomption, Longueville en in Grez-Doiceau, Saint-Martin, Biez. De heer Krzysztof PASTUSZAK, priester van het bisdom Przemysl (Po-
len), wordt benoemd tot meewerkend priester in het dekenaat Genappe. Pater Jean Fernand PINA, priester cisterciënzer, wordt benoemd tot lid van de ploeg in solidum van de parochies in Basse-Wavre (Notre-Dame et Père Damien). Pater Joseph SEMAAN, priester van de Orde der Libanese Maronieten, wordt benoemd tot parochievicaris in Braine-l’Alleud, Saint-Etienne en tot aalmoezenier van de rusthuizen van de parochie Saint-Etienne. DIOC E SAAN
Mevrouw Anne-Françoise DELEIXHE wordt benoemd tot diocesaan directeur voor het secundair en het hoger onderwijs (Franstalig). ONTSLAGEN De aartsbisschop heeft het ontslag aanvaard van: • de heer Willy GETTEMANS als pastoor in Grez-Doiceau, SaintMartin, Biez; hij behoudt wel zijn andere functie; • de heer Roger GHYSENS als parochieadministrator in Overijse, SintJoost, Maleizen; hij behoudt wel zijn andere functies; • mevrouw Hilde MEESTERS als medeverantwoordelijke voor de Nederlandstalige pastoraal in Brussel, Sint-Rochus, maar behoudt wel haar andere functies; • d e h e e r W i l l y M I R I N D I BANGANGA B als pastoraal me-
33
p ast orali a
rdeverantwoordelijke u b r i evoor k de Italiaanse gemeenschap in Sint-Pieter
•
•
•
•
•
en Sint-Guido in de pastorale eenheid Anderlecht-Centrum, dekenaat Brussel-West. Hij blijft wel medeverantwoordelijke voor de Franstalige pastoraal in de pastorale eenheid Onze-Lieve-Vrouw, dekenaat Brussel-Centrum; de heer Philip SANDSTRÖM, priester van het bisdom New York (Verenigde Staten) als pastoraal verantwoordelijke voor de Engelstalige gemeenschap Saint-Nicolas Bourse in Brussel en als pastoraal verantwoordelijke voor de Engelstalige gemeenschap Saint-Joseph Community in Elsene; de heer Jean-Jacques SANZA BANGANO, priester van het bisdom Sakania-Kipushi (Democratische Republiek Congo) als aalmoezenier Residentie ‘De Wilde Rozen’ in Neder-over-Heembeek. Hij behoudt wel zijn andere functies; pater Gereon VAN BOESSCHOTEN, priester norbertijn, als parochievicaris in Grimbergen, SintAmandus, Strombeek-Bever. Hij blijft wel meewerkend priester in de parochiefederatie Grimbergen; pater Juliaan VANDEKERKHOVE, priester-picpus, als parochievicaris in Mechelen, Onze-LieveVrouw over de Dijle en als meewerkend priester in de federatie Mechelen; de heer Guido VANDEPERRE als medewerker vicariale stafdienst vicariaat Vlaams-Brabant en Mechelen. OVERLIJDENS M E CHEL EN - B R U S S E L
De heer Karel MISSOUL (geboren op 10/8/1920 en gewijd op 3/6/1944) overleed in Leuven op 30 december 2011. Hij was achtereenvolgens leraar aan het Sint-Pieterscollege in Leuven (1944-1964), godsdienstleraar aan het Sint-Jozefinstituut in Kessel-Lo (1964-1972), aan het Heilig Hartinstituut in Heverlee (1964-1972) en aan
het Vrij Technisch Instituut in Leuven (1964-1980). ANT WE RPE N
De heer Frans VERBEECK (geboren in Niel op 15/7/1923 en gewijd op 24/7/1949) overleed in Herentals op 19 december 2011.
JUBILARISSEN Wij feliciteren van harte de priesters die dit jaar een jubileum vieren.
Wijdingsjaar 1942 Diocesaan Dereymaeker Roger Leemans Albert Bisdom Antwerpen Van Dun Joseph Vermoesen Emiel
Wijdingsjaar 1952 Diocesaan Cavalletti Angelo Claesen Jean Dabin Henri De Schutter Edmond D’Hainaut Jean Gijsbrechts Jozef Kerremans Paul Lecleir Gaston Merens Piet Mertens Herman Meylemans Armand Pirson Albert Rouwet Stephaan Thysman Raymond Timmermans André Van der Heyden Jozef Van Eeckhout Jan Vanobberghen Victor Van Uffelen Frans Verbrugghe Georges Walravens Lucien Regulier Leclef Yves, OSB Simoens Luc, CSSR
Wijdingsjaar 1947 Diocesaan Arnould Pierre Berghmans Herman Broes Julien De Bie Louis De Kelver Jan Deschoolmeester Gerard De Smedt Jos Devroye August Hellemans Paul Hemeleers Christian Janssens Louis Joris Jozef Lauwers Paul Liégeois Henri Magnus Marcel Oers Philippe Renard Pierre Van den Wyngaert Jan Warnier Leon Bisdom Antwerpen Dirckx Karel Van Dyck Jozef
Bisdom Antwerpen Fierens Robert Hens Jozef Lafon Roger Lembrechts Renaat Raes Roger Raeymaekers Karel Sanders Frans Van Laken Edward Van Lommel Marcel
Wijdingsjaar 1962 Diocesaan Carrette André Cooreman Paul François Jan Gryson Roger Hamerlinck Henk Heyrbaut Guido Janssens Arthur Joos André Navez Jean-Pierre Pypen André
34
pastora l ia
r u b r i e k Selleslagh Alfons Smets Julien Vanderheyden Louis Vanderlyn André Van de Velde Edouard Van Laethem Marcel Verdoodt Leopold Vermeir Lode Waumans Maurits Wuyts Jan Zweerts Michel
Regulier Dedier Jozef, CICM Heijmans Willy, CICM Puig Ruiz Jorge, SJ Verhaeghe Georges, OFM Cap. Verhoeven Fernand, CICM Andere bisdommen Ruhamanyi Bisimwa Bisdom Antwerpen Aendekerk Louis Bogaerts Aloïs Bulckens Antoon Cleymans Jozef Curinckx Marcel De Clercq Hector Dekoninck Jan Derkinderen Jozef Dierick Hugo Eelens Hans Jacobs Wilfried Kerkhofs Ferdinand Maes Johan Marien Leon Seuntjens Jozef Sledsens Jan Smets Jozef Van Aken Raphaël Van Beek Johannes Verhulst Hugo Verhulst Paul Weckx Robert
A A NKONDI G IN G E N ALTIJDDURENDE AANBIDDING Op 26 maart, de dag waarop men dit jaar het feest van de Aankondiging van de Heer (Maria Boodschap) viert, gaat monseigneur Léonard voor in een viering in de Nationale basiliek van het Heilig Hart in Koekelberg. Die viering begint om 20 uur en zal de lancering zijn van altijddurende aanbidding in de basiliek. Dat is ononderbroken gebed ‘24 uur op 24’ tot het heilig Sacrament, in de vorm van een geconsacreerde hostie, uitgestald in een monstrans. Sinds haar oprichting was de basiliek van Koekelberg bestemd als een plaats voor zulke altijddurende aanbidding. Daarvan getuigen vele glasramen in de op vier na grootste kerk ter wereld. Met dit nieuwe initiatief krijgt dat aspect nu eindelijk concreet gestalte. Om mensen aan te zetten zich hier daadwerkelijk voor te engageren, komen missionarissen van de Heilige Eucharistie uit Frankrijk speciaal naar Brussel. Van 4 tot 14 februari zullen ze meermaals onderricht geven in de basiliek en preken in een aantal Brusselse parochies. Deze missionarissen leggen zich nagenoeg uitsluitend toe op het aanmoedigen van de eucharistische aanbidding in parochies en bisdommen (zie hun website www.adoperp.com). Speciaal voor Nederlandstalige belangstellenden staat op het programma van de missionarissen driemaal een onderricht in de basiliek, telkens om 20 uur. Op woensdag 8 februari in zaal Johannes-Paulus II (ingang deur 4) met als thema: Hoe aanbidden, gevolgd door een uur aanbidding. Op vrijdag 10 februari is er in het parochiegedeelte van de basiliek (ingang deur 6) een onderricht in twee talen: Aanbidden en vieren, gevolgd door een gebedswake en aanbidding tot middernacht. Ten slotte is er op dinsdag 14 februari,
opnieuw in zaal Johannes-Paulus II, een sessie getiteld: Jezus aanbidden met Maria. Dat onderricht is speciaal bedoeld voor diegenen die zich voor één uur aanbidding per week zullen hebben ingeschreven of overwegen dit te doen. Voorts zullen de missionarissen preken tijdens de zondagsvieringen in verschillende Brusselse parochies. Info: Wie zich wil inschrijven om wekelijks in de basiliek een uur in aanbidding door te brengen, of wie meer inlichtingen wil, kan terecht bij Marie-Agnès Misonne, telefoon 0476 70 90 12, e-mail
[email protected]. Meer info is ook te vinden op de website www.veniteadoremus.be.
TAIZÉ IN MECHELEN De vieringen in de geest van Taizé zijn in Mechelen al een goede traditie. Zowel jonge, als iets minder jonge mensen en zij die jong van hart zijn, vinden hun weg naar deze sfeervolle vieringen. Ze ervaren dat samen bidden deugd doet. Op zaterdag 4 februari vindt in Mechelen het eerstvolgende Taizégebed plaats in de kapel van het Diocesaan Pastoraal Centrum, Frederik de Merodestraat 18. De typische gezangen van Taizé, een tekst uit de Schrift, de stilte, kaarslicht en de eenvoud van het gebed helpen om gastvrij te worden voor God en het hart open te stellen voor Hem. De viering begint om 20 uur, inzingen kan al vanaf 19.30 uur. Ook wie het koor instrumentaal wil begeleiden, is dan welkom (graag vooraf een seintje). Nadien is er kans tot ontmoeting bij een hapje en een drankje. Dit initiatief is een samenwerking van IJD Vlaams-Brabant en Mechelen, de parochiefederatie Mechelen, de zustergemeenschap Elia en enkele vrijwillige medewerkers. Info: zuster Mieke Van Assche, telefoon 015 29 84 98, e-mail
[email protected].
35
p ast orali a
MYSTIEK IN TIENEN In samenwerking met het Davidsfonds organiseert de Studiegroep Rijn- en Nederlandse Mystiek in Tienen in het werkjaar 2011-2012 een lezingenreeks over mystieke tradities. De reeks eindigt in juni 2012. Op woensdag 8 februari begeleidt Bruno Nagel een sessie over: Eckhart: Marta en Maria Preek 86. Op woensdag 22 februari spreekt Satoshi Kikuchi over: Ruusbroec en Eckhart. Beide lezingen vinden plaats in het lokaal dienstencentrum Sint-Alexius, Veldbornstraat 26 in Tienen, telkens van 14.30 tot 16.30 uur. Deelname kost 8 euro per lezing. Info en inschrijving: Kathleen Meyers, Strijdersstraat 43, 3300 Tienen, telefoon 016 81 62 81.
DIACONALE NIEUWSBRIEF Meermaals per jaar verzendt het vicariaat Vlaams-Brabant en Mechelen de digitale Diaconale Nieuwsbrief. Wie deze nieuwsbrief via e-mail wil ontvangen, stuurt zijn gegevens naar rik.beckers.
[email protected]. Alle reeds verschenen nieuwsbrieven zijn ook te vinden op de website www. kerknet.be (achtereenvolgens doorklikken naar ‘Vicariaat Vlaams-Brabant’, ‘Diaconie’, ‘Diaconale Nieuwsbrief’). TIBHIRINE Het Godsvriendenhuis in Herent organiseert dit werkjaar de negende editie van zijn Leerhuis van de contemplatieve dialoog. Dat is een reeks gewijd aan het contemplatief lezen van mystieke teksten uit de christelijke traditie. Ditmaal opgebouwd rond het thema van christelijke martelaars en mystici. Op de donderdagen 9 en 23 februari geeft Bert Claerhout, hoofdredacteur van KERK&leven, een inleiding over de monniken van Tibhirine, telkens om 19.30 uur. De film Des hommes et des dieux toont de
moord op zeven Franse trappisten in het Algerijnse Tibherine. In het leerhuis klinkt hun verhaal, leest men uit hun geschriften en gaan de deelnemers in dialoog over de oproep om in een tijd van crisis en groeiende vertwijfeling getuigen te zijn van het evangelie van Christus. Hoe kunnen we in moeilijke omstandigheden groeien in onze vriendschap met Hem en in onze verbondenheid met elkaar? Hoe kunnen we een stapje verder gaan in de gave van onszelf naar zijn voorbeeld? Info en inschrijving: Godsvriendenhuis, Sint-Jozefsdreef 1, 3020 Herent, telefoon 016 22 23 72, e-mail
[email protected], website www.kapittel.be.
ZANGAVONDEN Tijdens enkele zangavonden kunnen koorleden gekende en nieuwe kerkliederen (her)ontdekken. De aangeboden liederen zijn inhoudelijk sterk, met kwaliteitsvolle muziek en telkens aansluitend bij de eerstvolgende liturgische tijd, ditmaal de veertigdagentijd en Pasen. De zangstonden worden begeleid door dirigent Jos Bielen en een professionele organist. Deelnemers brengen indien mogelijk zelf de nieuwe editie van het liedboek Zingt Jubilate mee. De zangavonden vinden plaats op maandag 6 februari in de Sint-Niklaaskerk in Gooik, op woensdag 8 februari in de abdijkerk van Vlierbeek en op donderdag 9 februari in de SintGermanuskerk in Tienen. Ze beginnen telkens om 20 uur. Deelname is gratis. Info: Jos Bielen, Abdijstraat 1, 3271 Averbode, e-mail
[email protected].
PUTTEN AAN DE BRON In de Foyer de Charité Zellaer in Bonheiden vindt op zondag 12 februari de eerste van een reeks namiddagen plaats voor mensen, jong en oud, op zoek naar zin. Daarbij kunnen ze in
een open geest putten aan de Bron om de betekenis van het christelijk geloof opnieuw te ontdekken. De geheimen van ons geloof, zo luidt dit jaar het thema van de reeks. Van 14.30 tot 17.30 uur gaat Riet Trypsteen, godsdienstlerares in Gent en lid van de gemeenschap Cara Nova, dieper in op dat onderwerp. Ze laat de deelnemers de blijde geheimen – een gave aan de wereld – van naderbij bekijken. Na haar inleiding volgt een wijdingsvolle gebedsviering en is er kans tot ontmoeting. Info en inschrijving: Foyer de Charité, Zellaerdreef 1, 2820 Bonheiden, telefoon 015 55 14 45, e-mail
[email protected], website www.foyer-zellaer.net.
ABDIJFORUM IN GRIMBERGEN In de norbertijnenabdij van Grimbergen loopt een reeks van voordrachten over geestelijke cultuur. De eerstvolgende conferentie is op zondag 4 maart. Gastspreker is monseigneur Jan Dumon, secretaris-generaal van de Pauselijke Missiewerken, over: De Kerk tussen evangelie en instituut. Op 25 maart spreekt Wouter Beke, voorzitter CD&V, over: Geloof en politiek, een mogelijk huwelijk? De voordrachten beginnen telkens om 16 uur in de Ostzaal, Abdijstraat 8, en eindigen om 18 uur. Aansluitend kan men in de abdijkerk de vespers bijwonen om 18.30 uur. Deelname kost 5 euro per conferentie. Info en inschrijving: abt Erik De Sutter, telefoon 02 272 40 62, e-mail erik.de.sutter@kerkgrimbergen. be, website www.abdijgrimbergen.be.
Deze rubriek biedt maar een beperkte greep uit de activiteiten die in het aartsbisdom Mechelen-Brussel worden aangeboden. Een ruimer aanbod is te vinden op de website www. kerknet.be (kies ‘Aartsbisdom’ en vervolgens ‘Kalender’).
Rechtvaardigheid stichten bidden vasten WAAROM? Niet voor het oog van de mensen, niet om een goede indruk te maken maar om vrije mensen te worden. Vrije mensen – zoals Jezus. Vrij worden van onszelf, van het alles opslorpend bezig zijn met onszelf, zodat we kunnen open staan voor wat op ons afkomt, zodat we tijd kunnen maken en onszelf riskeren voor anderen. Om zo vrede, geluk en vreugde te stichten overal waar we komen, niet door onze woorden alleen maar door onze openheid en aandacht voor anderen. Proberen zo’n mensen te worden dat is KIEZEN voor Jezus. Kiezen voor Jezus is kiezen voor een bepaalde levenshouding, voor een wijze van leven die metterdaad recht doet aan iedere mens, dichtbij en veraf, met de voorkeur van Jezus voor de kleinsten en zwaksten. Jean Paul Pinxten