pastoralia Beleid s- e n i nform at i e b l ad A art sb isd om M e c h e l e n - B russ e l april 2 0 1 2 • nummer 4
AARTSBISSCHOP LéONARD • Pasen en zijn genade
BIJDRAGEN • • • • •
Taizé in Berlijn Diaconie: taak en wezen van de Kerk Hanswijkprocessie: Ja | leven | beleven De Peerle: liturgisch centrum met spirit Nieuw huis Sant’Egidio in Brussel
UIT DE VICARIATEN • Katholieke school: tochtgenoot van Jezus • Pastoraal bezoek dekenaat Leuven • Oprichting vicariaal beheerskantoor Brussel
MAANDBLAD • NIET IN JULI/AUGUSTUS • AFGK. ANTWERPEN X • P. 2A9707
2
pastora l ia
i n h o u d
PAST ORAL IA Maandblad van het aartsbisdom Mechelen-Brussel
3
Voorwoord
4
Pasen
7
Taizé
9
Aartsbisschop
10
Sant’Egidio
12
P a s e n : G o d s N i e u w e S c h e pp i n g s w e r k
13
Diaconie:
18
Foto’s
en zijn genade
Berlijn
in
bezoekt dekenaat
opent huis in
vormingstweedaagse
2 4 IJD - v a k a n t i e
in
april:
31 Vanuit
Vertalingen Luk Van den Broeck
Torhout
gisteren
-
Eindredactie Jeroen Moens
Jezus
vandaag
-
morgen
Zuid-Engeland
25 Ontmoetingskansen
28 Christenen
Corrector Karel Evenepoel
Kerk
school: tochtgenoot van
22 De Hanswijkprocessie
26 De Peerle:
Leuven
Brussel
taak en wezen van de
20 Katholieke
30 29
Redactie Koen Cauberghs Marcel De Pauw, MSC Ria Dereymaeker Tony Frison Jan Goyvaerts Hans Medart Jeroen Moens Jean Paul Pinxten Fons Uytterhoeven Etienne Van Billoen
voor gezinnen in
Averbode
liturgisch centrum met spirit en moslims in het
Midden-Oosten
Roepingenzondag
de vicariaten
33 Personalia 34 Aankondigingen
ILLUSTRATIES An Mollemans: 25 Dekenaat Leuven: 9 Hans Medart: 3, 5, 27 IJD Brussel: 7, 8, 24 Jan Goyvaerts: 18, 19 Kris Van den Bossche: 26 Luc Hilderson: 22, 23 Rights reserved: 16, 29 Sant’Egidio: 10, 11 Thomaswebsite: 14, 15, 17, 30
D a g e l i j k s n i eu w s o v e r k e r k e n r e l i g i e . W a a r ? o p de w e b s i t e : w w w . k e r k n e t . b e k l i k o p n i eu w s b e r i c h t e n
Redactie en administratie Pastoralia Wollemarkt 15 2800 Mechelen Tel. 015 21 65 01 Adreswijzigingen en abonnementen: Maria Peeters Tel. 015 29 26 17
[email protected] Grafische vormgeving Peer de Maeyer Zetwerk, opmaak en druk Halewijn Halewijnlaan 92 2050 Antwerpen Lid VUKPP Abonnementen - een jaarabonnement op Pastoralia kost 25 euro - een gecombineerd jaarabonnement met de Franstalige uitgave kost 45 euro - het bedrag kan gestort worden op rekening IBAN: BE43 2300 7229 2201 BIC: GEBABEBB t.a.v. Pastoralia Nederlands, Wollemarkt 15 2800 Mechelen Verantwoordelijke uitgever Etienne Van Billoen Wollemarkt 15 2800 Mechelen
3
pa stora l ia
Voorwoord
Priester, mijn vriend! In de meeste gevallen stellen gelovigen zich heel correct op ten aanzien van hun priesters. Men heeft uiteraard de ‘beroepskijvers’ die, bij de geringste – echte of vermeende – misstap van hun parochiepriester, een (soms anonieme) brief sturen om hun pastoor ‘aan te geven’ bij de bisschop. Maar meestal schatten de mensen hun priesters juist in. Ze vergeven hen welwillend een enkele onschuldige uitschuiver: een glaasje te veel op een feestje, wat lichtzinnig gedrag in een bepaalde situatie, eens te laat opdagen bij een kerkdienst, en dergelijke meer. Gevallen waarin gelovigen niet toegeeflijk zijn, zijn deze waarbij ze geconfronteerd worden met seksueel misbruik van kwetsbaren, met een autoritaire houding of met persoonlijk winstbejag. Dan voelen ze zich diep gekrenkt. Gelukkig komt dit zelden voor. Wat de hedendaagse priester over het algemeen kenmerkt, zijn zijn edelmoedigheid en zijn nabijheid. Ik sta altijd vol bewondering als ik zie hoe goed priesters hun mensen kennen en hoe ze weet hebben van hun vreugde, verdriet en pijn. Ze staan dicht bij hun volk. Het is trouwens opmerkelijk dat de grootste critici vooral christenen zijn die buiten het parochieleven staan. Zij die leven binnen de Kerk weten dat ze op de beschikbaarheid van hun pastoor kunnen rekenen. Wanneer een priester een nieuwe zending krijgt of een bijzondere verjaardag viert, is het ontroerend om te zien hoe hij door de parochianen wordt gehuldigd. En als een priester tijdens zijn opdracht sterft, betonen ze hem vol emotie hun dankbaarheid, omdat hij zijn leven in hun dienst heeft gesteld. Die erkentelijkheid is vandaag misschien nog groter dan vroeger. Gelovigen weten immers dat het leven van een priester niet zo eenvoudig is in een geseculariseerde wereld, waarin men vaak tegen de stroom in moet gaan. Ik ben mijn vrienden, de priesters, heel dankbaar. Tot mijn grote vreugde leer ik hen in mijn nieuwe bisdom geleidelijk aan beter kennen. Zelfs al delen ze niet al mijn overtuigingen, hun fijngevoeligheid treft me. En ook al heerst er af en toe enige onderlinge rivaliteit of spanning, al bij al bestaat er een diepe broederlijkheid onder elkaar! We kunnen er veel bij winnen indien we onze priesters wat minder zouden bekritiseren en hen meer zouden bemoedigen. Ze hebben uit vrije wil de oproep van God beantwoord. Voor de liefde van God en de dienst aan zijn volk hebben zij zich verbonden met hun geest, hun wil, hun hart, hun gevoel en hun lichaam. Bovendien hebben ze – vaak niet zonder moeite – het celibaat op zich genomen. Ze leiden een leven dat enerzijds wordt gekenmerkt door een zekere eenzaamheid als gevolg van het celibaat (weliswaar in gemeenschap met de Heer en gedragen door de vriendschap van hun mensen) en anderzijds door een overvloed aan activiteiten en contacten. Ze hebben onze steun dus nodig. Wanneer een priester sterft, wanneer een parochie zonder residerend priester valt, dán pas begrijpen de gelovigen wat een immense rijkdom de aanwezigheid van een pastoor voor hen betekende. Laten we dat moment niet afwachten om ons bewust te worden van ons geluk en de woorden van de heilige Pastoor van Ars gedenken: ‘Het priesterschap is de liefde van Jezus’ hart!’ + André-Jozef Léonard, aartsbisschop van Mechelen-Brussel
4
pastora l ia
5
pa stora l ia
Pasen en zijn genade De betekenis van de verrijzenis
Over enkele dagen vieren we Pasen: het hart van het christelijke geloof. En in zekere zin ook het enige thema van het Nieuwe Testament. Inderdaad, elk evangelie vertelt niet enkel in de laatste bladzijden over Pasen, maar is geheel en al doordesemd van het paasgeloof.
EEN KRACHTIGE EN UNIVERSELE GETUIGENIS De vier evangelies zijn opgetekend in het licht van het paasgeloof en kunnen enkel in dit licht begrepen worden. Men vat ze pas ten volle als men ze leest in functie van hun laatste hoofdstukken. Niet alleen hebben ze het allemaal over de verrijzenis van Jezus als sluitstuk, ook hun bedoeling om een ‘eu-angelion’, een ‘Blijde Boodschap’ te brengen, zou ondenkbaar en tegenstrijdig zijn als het verhaal van de drager en het onderwerp van dit ‘goede nieuws’ zou eindigen met de kruisdood, als God diegene die zichzelf voorstelde als zijn Zoon voorgoed verlaten zou hebben, als het Rijk Gods dat Jezus verkondigde in het niets zou verdwijnen door zijn eerloze dood. Ook het boek ‘Handelingen der Apostelen’ is geheel gewijd aan de verkondiging van de dood en de verrijzenis van Jezus. Vanuit Jeruzalem, over Palestina, Klein-Azië en Griekenland, tot in Rome toe. Hetzelfde geldt voor Paulus, wiens brieven worden gedragen door het verrijzenisgeloof. Dit blijkt overduidelijk uit volgende beroemde passage waarin hij uitvalt naar ketters die de opstanding van de doden ontkennen: Maar wanneer nu over Christus wordt verkondigd dat hij uit de dood is opgewekt, hoe kunnen sommigen van u dan zeggen dat de doden niet zullen opstaan? Als de doden niet opstaan, is ook Christus niet opgewekt; en als Christus niet is opgewekt, is onze verkondiging zonder inhoud en uw geloof zinloos. Dan blijkt dat wij als getuigen van God over hem hebben gelogen, omdat we verklaard hebben dat hij Christus heeft op-
gewekt – want als er geen doden worden opgewekt, dan kan hij dat niet hebben gedaan. Wanneer de doden niet worden opgewekt, is ook Christus niet opgewekt. Maar als Christus niet is opgewekt, is uw geloof nutteloos, bent u nog een gevangene van uw zonden en worden de doden die Christus toebehoren niet gered. Als wij alleen voor dit leven op Christus hopen, zijn wij de beklagenswaardigste mensen die er zijn. Maar Christus is werkelijk uit de dood opgewekt, als de eerste van de gestorvenen (1 Kor 15, 12-20). Ook de brief aan de Hebreeën is volledig gestoeld op het paasgeloof. Die brief bezingt immers het eeuwige priesterschap van Christus die, door zijn verrijzenis, ‘een verheven hogepriester die de hemel is doorgegaan’ (Heb 4, 14) is geworden. De verrijzenis staat eveneens centraal in de katholieke brieven en vooral in de Openbaring met als hoogtepunt de aanbidding van het Paaslam, geslacht en verrezen (cf. Apk 5).
DE GEKRUISIGDE DOOR GOD IN EER HERSTELD Maar wat is nu precies de betekenis van de verrijzenis van Jezus volgens het Nieuwe Testament? De diepe kern van het paasgeloof vernemen we uit de eerste christelijke verkondiging zoals Lucas ons die aanreikt in de Handelingen van de Apostelen. Luister hoe Petrus het verwoordt in de allereerste paasverkondiging op Pinksteren: Israëlieten, luister naar wat ik u zeg: Jezus uit Nazaret is door God tot u gezonden, hetgeen gebleken is uit de grote daden en de wonderen en tekenen die God, zoals u
bekend is, door zijn toedoen onder u heeft verricht. Deze Jezus, die overeenkomstig Gods bedoeling en voorkennis is uitgeleverd, hebt u door heidenen laten kruisigen en doden. God heeft hem echter tot leven gewekt en de last van de dood van hem afgenomen, want de dood kon zijn macht over hem niet behouden. (…) Laat het hele volk van Israël er daarom zeker van zijn dat Jezus, die u gekruisigd hebt, door God tot Heer en Messias is aangesteld (Hand 2, 22-24. 36). Het enige thema van Petrus’ toespraak – en van alle andere die in de Handelingen zijn opgenomen (cf. Hand 3, 13-15; 4, 10-11; 5, 30-32) – kan samengevat worden in deze stelling: ‘Omdat Hij zich gelijk heeft gemaakt aan God, is deze Jezus die jullie gekruisigd hebben, door God zelf opgewekt’. De drie wezenlijke eigenschappen van Jezus vloeien hierbij logisch uit elkaar voort: de goddelijke aanspraak van Jezus dreef de mens ertoe hem te veroordelen tot de vernederende dood op het kruis, en de verrijzenis uit de dood brengt vervolgens Gods antwoord op deze terechtstelling door de mens aan het licht.
DE BETEKENIS VAN DE VERRIJZENIS Deze essentiële kenmerken van de persoon van Jezus en hun onderlinge samenhang houden een rijkdom aan betekenis in. Ten eerste: in het licht van het Nieuwe Testament rechtvaardigt de derde eigenschap van Jezus (zijn verrijzenis uit de dood) de eerste (zijn aanspraak op goddelijkheid), over de tweede heen (zijn terechtstelling wegens godslaste-
ring). Uitdrukkelijker geformuleerd: door Jezus op te wekken, bekrachtigt de Vader diens bewering de gelijke van God te zijn. Hij geeft hem gelijk en rechtvaardigt hem die veroordeeld werd voor godslastering. In dit opzicht betekent de verrijzenis een eerherstel van de Gekruisigde. Ten tweede: Pasen schenkt Jezus zijn ware gelaat; zijn door de mensen verminkte aanschijn baadt, als herschapen, in heerlijkheid. Hoewel hij van goddelijke natuur was, en dit ook beweerde te zijn, maakte Jezus er geen aanspraak op als dusdanig behandeld te worden. Hij had niet enkel de nederigheid van het aardse, menselijke bestaan aanvaard, maar ook de vernedering van het lijden. Welnu, door de verrijzenis verheft God diegene die wij hebben vernederd, en toont Hij in zijn herschapen menselijkheid de goddelijke heerlijkheid en verhevenheid als Christus en Heer, die tot dusver verborgen en miskend was. Deze paasverheerlijking van de vernederde Zoon bezingt Paulus in de wondermooie hymne die hij opnam in zijn brief aan de Filippenzen (Fil 2, 6-11). Ten slotte: door de opwekking van Jezus, die overgeleverd was aan de dood en tot de zondaars werd gerekend (‘één gemaakt met de zonde’, zegt Paulus in 2 Kor 5, 21) vestigt God, over en
voorbij de dubbele afgrond van dood en zonde, een nieuwe mensheid en een nieuwe wereld. Zo betekent Pasen voor het christelijke geloof het begin van wat de Schrift noemt ‘een nieuwe hemel en een nieuwe aarde’ (cfr. 2 Pe 3, 13 en Apk 21, 1 verwijzend naar Jes 65, 17 en 66, 22) waarbij de verrezen Christus verschijnt als ‘de eerstgeborene van heel de schepping’, ‘de eerstgeborene uit de doden’ (Kol 1, 15-18), ‘de eerste van de gestorvenen’ (1 Kor 15, 20).
DE KIEM VAN DE GEHELE GELOOFSLEER De drie betekenissen die we hierboven hebben belicht – eerherstel en verheerlijking van Jezus, vestiging van de nieuwe wereld – vloeien haast onmiddellijk voort uit de verrijzenis, als derde fundamentele eigenschap van de persoon van Jezus. Als we dit in alle bijzonderheden zouden uitwerken, zouden we de gehele katholieke geloofsleer kunnen ontwikkelen. Als het bijvoorbeeld waar is dat Jezus van goddelijke natuur is, terwijl Hij onophoudelijk verwijst naar een andere die hij zijn Vader noemt en die eveneens God is, dan betekent dit dat God ten minste twee goddelijke personen omvat. Als we daarop doordenken, leidt ons dat naar het dogma van de Heilige Drieeenheid.
6
pastora l ia
7
pa stora l ia
Taizé in Berlijn Wegen van vertrouwen naar een nieuwe solidariteit En als Jezus de tweede persoon van de Drievuldigheid is, die als dienaar, aan de mens gelijk, in deze wereld is gekomen, stoten we op het dogma van de menswording. En ga zo maar door. Zo vloeien alle geloofsartikelen van het Credo voort uit het totale wezen van Christus. Het zijn in zekere zin alle noodzakelijke belijdenissen om tot een totaalbeeld van de ware Christus te komen.
DE COMPLEXE SAMENHANG VAN HET WEZEN VAN CHRISTUS Wie doordenkt over het pijnlijke mysterie van het kwaad en daartoe het totaalbeeld van Jezus (goddelijke aanspraak, dood, verrijzenis) en de hoop die eruit spreekt voor de mensheid, voor ogen houdt, zal moeten erkennen dat er een intrinsiek verband bestaat tussen de figuur van Christus en de het reële menselijke bestaan. Alvorens we ons afvragen welke redenen er zijn voor ons geloof in de historiciteit van deze persoon (en die redenen zijn talloos), kunnen we meteen vaststellen wat voor een aantrekkings- en overtuigingskracht er uitging van Christus. Hoe verder ik vorder op mijn levenspad als christen en als priester, hoe dieper ik er zelf van overtuigd ben dat de voornaamste rechtvaardiging van het geloof in Jezus Christus ligt in de unieke en absoluut onvergelijkbare persoonlijkheid van Jezus. In het geloofsleven, waar licht en duisternis hand in hand gaan, is het normaal dat af en toe de verleiding van de twijfel binnensluipt: ‘Als alles nu eens
niet meer dan een illusie zou zijn, een mooi droombeeld verzonnen door mensen?’. In dat geval is de eerste (er zijn er nog veel meer nodig!) rechtvaardiging die in me opkomt, de wondere coherentie en samenhang van de persoon van Jezus in het hart van het mens-zijn en de geschiedenis. Die reden volstaat om me, na een moment van onzekerheid, opnieuw te overtuigen. Die samenhang is geen kunstmatige die de menselijke geest had kunnen uitvinden of die het verstand zou kunnen beheersen met een logica die typisch is voor een mooi uitgedokterd filosofisch systeem of voor een ideologie die vakkundig is aangepast aan de heersende mentaliteit. Zeker niet! De samenhang is zo complex, zo contrastrijk en zo onvoorspelbaar gekoppeld aan tal van historische feiten, dat ze onmogelijk opgebouwd kan zijn door een uitgekiende logica en ontsnapt aan elk systeemdenken. Wie zou bijvoorbeeld de vier complementaire invalshoeken op de persoon van Jezus uit de evangelies kunnen reduceren tot één eenduidig beeld? Zelfs bij de drie synoptici zijn de schakeringen en verschillen zo onherleidbaar, dat we moeten spreken van een theologie van Mattheüs, van Marcus en van Lucas! En wie zou erin slagen om de vele, haast contradictorische trekken van die contrastrijke Jezus – tegelijk hooghartig en bescheiden, roemrijk en gehoond, veeleisend en vergevingsgezind, zachtmoedig en strijdvaardig, onschuldig en o zo dicht bij de zondaars – kunnen verenigen tot één keurig, logisch geheel?
Moge de genade van Pasen ons onvermengde vreugde schenken! Ze is hoegenaamd geen illusie. + André-Jozef Léonard, aartsbisschop van Mechelen-Brussel
Van 28 december 2011 tot en met 1 januari 2012 vond in Berlijn de ‘34ste Europese jongerenontmoeting’ plaats, georganiseerd door de oecumenische gemeenschap van Taizé. Ongeveer 30.000 jongeren uit heel Europa waren op de afspraak voor vijf dagen van uitwisseling en gebed. Vanuit België waren er 200 deelnemers, waarvan één volle bus was ingelegd door IJD. De huisvesting van de jongeren in een grootstad waar christenen een minderheid zijn, bezorgde de broeders van Taizé heel wat kopzorgen, maar uiteindelijk vond iedereen een warm plekje in een gastgezin, een parochiezaal of een school dankzij de grote inzet van de lokale christelijke gemeenschappen.
MUREN SLECHTEN De keuze voor de Duitse hoofdstad als etappeplaats in de ‘Pelgrimage van vertrouwen’ had een grote symbolische waarde. Tal van sporen in de stad herinneren aan de verdeeldheid van ons continent, zoals de restanten van de Muur en het indrukwekkende Holocaustmonument vlakbij de Brandenburgse Poort. Toch staat Berlijn sinds de val van de Muur symbool voor iedereen die probeert muren te slechten en vertrouwen te verspreiden. Ook op een Europese ontmoeting worden scheidingsmuren doorbroken: de ontmoeting met jongeren van verschillende nationaliteiten en uit de diverse christelijke geloofstradities, leert ons de rijkdom van de ander kennen en is tegelijk een zoektocht naar wat we gemeenschappelijk hebben. Zoals steeds was er in de namiddag een interessant en gevarieerd aanbod aan
werkwinkels (gaande van de uitwisseling tussen een rabbi en een broeder van Taizé over Psalm 92, tot de getuigenis van inwoners van Berlijn over de tijd van de Muur) en vormden de gemeenschappelijke gebeden ’s middags en ’s avonds in de expohallen het hart van de ontmoeting. Het ochtendgebed en de ontmoeting in gespreksgroepjes stonden ’s ochtends geprogrammeerd in de gastkerken.
OP NAAR EEN NIEUWE SOLIDARITEIT De gebruikelijke thema’s zoals vertrouwen, vreugde, vergeving en solidariteit kwamen opnieuw ruimschoots aan bod. Toch is velen de scherpere toon opgevallen in vergelijking met de voorbije jaren, vooral in de brief van broeder Alois en in diens overdenkingen op het einde van het avondgebed. De eerste zin van de brief zette meteen de toon: ‘Als we een nieuwe solidariteit tot ontplooiing willen laten komen, dan zijn beslissingen nodig die moed vragen.’ In de loop van de ontmoeting werd deze oproep tot nieuwe solidariteit steeds duidelijker gearticuleerd. Tijdens de eerste avond benadrukte broeder Alois dat geluk niet schuilt in het ‘ieder voor zich’, maar in het besef van solidariteit tussen mensen. De boodschap van Ban Ki Moon aan alle jongeren was een belangrijke aanvulling: ‘being connected is not the same as being united’; ‘online zijn’ is niet hetzelfde als echte verbondenheid die samenhangt met solidariteit. Tijdens de tweede avond verwees
8
pastora l ia
9
pa stora l ia
Aartsbisschop bezoekt dekenaat Leuven broeder Alois naar het tweede deel van de brief, waarin het vertrouwen in God naar voren wordt geschoven als bron van leven in solidariteit met anderen: ‘Het geloof in God maakt ons vrij, vrij van angst, vrij om te leven in dienst van de mensen die God aan ons toevertrouwt.’
2015: TAIZÉ Het orgelpunt viel op de laatste avond met de aankondiging van een grote jongerenontmoeting in Taizé in augustus 2015 in het teken van ‘een nieuwe solidariteit, die alle pelgrims van vrede en waarheid, gelovig of nietgelovig, kan samenbrengen’. Met deze grote afspraak willen de broeders zowel de 75ste verjaardag van hun gemeenschap als de 100ste verjaardag van de geboorte van frère Roger vieren. Deze samenkomst voor een nieuwe solidariteit zal tijdens de komende drieënhalf jaar op alle continenten worden voorbereid. De broeders verwachten van de jongeren dat ze de moed opbrengen om te zoeken naar nieuwe wegen van menselijke solidariteit en dat ze hun verwachtingen, intenties en ervaringen bundelen. Broeder Alois gaf alvast twee duidelijke richtingen aan. We moeten meer samen bidden, want zichtbare gemeenschap en verbondenheid tussen christenen is een teken voor de mensheid. En bovendien moeten we ons opmaken voor een rechtvaardiger verdeling van de aardse hulpbronnen, voor een evenwichtiger spreiding van de rijkdommen tussen continenten en binnen elk land afzon-
derlijk. Op die manier beklemtoonde de nieuwe prior de belangrijke band tussen strijd en contemplatie. In de woorden van broeder Alois klonk niet alleen dezelfde geestdrift door van zijn voorganger, maar ook de militante stem van diens dagboeken uit de jaren ’70. Zo wees hij erop dat we niets nieuws kunnen creëren als we het te gemakkelijk hebben. Frère Roger formuleerde het destijds zo: ‘L’homme ne crée qu’à partir de sa pauvreté’ (Lutte et contemplation, p. 48). De boodschap dat we in de rijke landen moeten leren om met minder tevreden te zijn klonk klaar en duidelijk. We kunnen er opnieuw frère Rogers dagboeken naast leggen: ‘Laissemoi goûter ma part de pain. Oui, ma part de pain. Non pas la misère. Pas davantage une pauvreté feinte, camouflée sous une austérité janséniste. Et pas non plus la richesse.’ (Lutte et contemplation, p. 128).
Naast de aankondiging van de grote samenkomst in Taizé in 2015, was er nog een tweede belangrijke aankondiging in Berlijn – ook al had L‘Osservatore Romano al voortijdig een tipje van de sluier gelicht: de volgende Europese ontmoeting zal plaatsvinden in Rome van 28 december 2012 tot 2 januari 2013. We kijken al uit naar de megapicknick met tienduizenden jongeren op het Circus Maximus en de gemeenschappelijke gebeden in de grote kerken van de stad en we heffen alvast de nieuwe strijdkreet aan die de ‘Pelgrimage van vertrouwen’ voortaan heeft meegekregen: ‘Op naar een nieuwe solidariteit!’ In de dagboeken van frère Roger lezen we dat deze strijd voor en met de medemens zijn bron vindt in een andere strijd, een strijd in het allerintiemste van onszelf, waar we duwen aan de poorten van de contemplatie. Edward Bekaert, stafmedewerker IJD-Brussel
En zullen we in de toekomst nog priesters hebben die ons voorgaan in de eucharistie? Of moeten we zoeken naar andere vormen van herderschap? En wat met onze katholieke instellingen? Zijn ze centra van evangelische inspiratie of verwijzen ze alleen naar een ‘gisteren’, naar wat eens was?
Met de Aswoensdagviering namen we afscheid van monseigneur Léonard die bijna veertien dagen bij ons te gast was. Natuurlijk heeft de aartsbisschop hier niet alleen een begeesterde gemeenschap ontmoet, maar ook een kerkgemeenschap met vragen en zorgen. Zullen onze kinderen en kleinkinderen, zullen de komende generaties nog eucharistie kunnen vieren in prachtige kerken als deze ... of worden deze gebouwen herleid tot stenen die aan een spiritueel verleden doen denken?
De veertigdagentijd is voor ons allemaal een tijd van bezinning. Monseigneur Léonard gaat zich zonder twijfel bezinnen over wat hij hier gezien, gehoord en aangetroffen heeft, of wat hij misschien gemist heeft. Wij beloven ons ook te bezinnen over zijn woorden, over de antwoorden die hij gaf op de vele vragen. Onze Kerk is gelukkig een huis met vele kamers. In tegenstelling tot wat er vaak ervaren wordt, mogen we in onze Kerk van mening verschillen. Die kracht en vrijheid om na te denken komt van God zelf. We moeten Zijn beeld van vrijmoedigheid dat Hij in ons legde ook durven waarmaken.
Daarom zijn gelovige mensen mondige mensen. Met dat beeld van een rijke Kerk in het achterhoofd, rijk aan geïnspireerde mensen, is het misschien goed dat we in deze vasten vooral ons oor te luisteren leggen bij God. Luisteren naar wat Hij ons zegt en toevertrouwt. In gebed, bij het lezen van het evangelie, in het nabij-zijn van andere mensen die zo op ons rekenen. Want wie we ook zijn, wat we ook doen en denken: we zijn kinderen van die éne God, en dus broeders en zusters van elkaar. En zo gaan we ook op weg naar Pasen. Mark Janssens
10
pastora l ia
11
pa stora l ia
Sant’Egidio opent huis in Brussel Hartje Brussel, in de bruisende Saint-Gérywijk, tussen de Anspachlaan en de Dansaertstraat, opende de gemeenschap van Sant’Egidio in februari een nieuw huis, net tegenover de Onze-LieveVrouw ter Rijke Klarenkerk.
ROMEINSE ROOTS
GEBED EN INZET
De gemeenschap van Sant’Egidio is een internationale beweging die in Rome ontstond in 1968, in de context van de studentencontestatie en de nadagen van het Tweede Vaticaans Concilie. Ze ontleent haar naam aan het kerkje van Sant’Egidio in de Trasteverewijk, waar ook nu nog het centrum van de gemeenschap is gevestigd.
Het persoonlijke en gemeenschappelijke gebed vormen de ziel van de gemeenschap en de bron van haar engagement. Op geregelde tijdstippen komt de gemeenschap samen voor een gemeenschappelijk avondgebed of voor de eucharistie. Het Woord van God helpt de eigenliefde te overwinnen en opent het hart voor de liefde voor de armen. Gebed en eucharistie staan open voor ieder die op zoek is naar een tijd van gebed en het luisteren naar het evangelie.
Ze ontstond, op initiatief van Andrea Riccardi, uit het verlangen van enkele studenten om het evangelie concreet te beleven door het in praktijk te brengen in het alledaagse leven in de moderne grootstad. Deze christelijke lekengemeenschap groeide in de loop der jaren uit tot een wereldwijde beweging, die in meer dan 70 landen meer dan 50.000 leden telt. De combinatie van gebed en inzet voor de armen is tot op vandaag één van de belangrijkste kenmerken van de spiritualiteit van Sant’Egidio. Op wereldschaal zet Sant’Egidio zich in voor de dialoog tussen godsdiensten en de vreedzame oplossing van conflicten.
In onze samenleving staan veel mensen alleen met hun vragen naar de zin van het leven en het geloof. In de ‘School van het Evangelie’ kunnen mensen van verschillende leeftijd en afkomst, door geregelde samenkomsten, kennismaken met de boodschap van het evangelie, in de spiritualiteit van Sant’Egidio. De solidariteit met de armen, een essentieel onderdeel van de spiritualiteit van de gemeenschap, wordt beleefd in een concrete en vriendschappelijke band. Ze is gebaseerd op de bijzondere voorliefde van Jezus voor elke mens in nood, en op het feit dat de Heer zelf zich met hen identificeert.
10 JAAR IN BRUSSEL Ook in Brussel is de gemeenschap van Sant’Egidio al meer dan tien jaar actief. Jongeren en jongvolwassenen brengen er wekelijks bezoek aan vereenzaamde ouderen in het verzorgingstehuis Pacheco bij de Begijnhof-
kerk. Anderen trekken wekelijks de straten van de binnenstad in met hun ‘Kamiano-mobiel’, waarmee ze de daken thuislozen van de hoofdstad niet alleen eten brengen, maar ook een luisterend oor en respect voor hun menselijke waardigheid. We hopen binnenkort opnieuw van start te kunnen gaan met ‘Kamiano’, waar dak- en thuislozen terecht kunnen voor een warme maaltijd. Elke donderdagavond komt de gemeenschap samen voor een gemeenschappelijk avondgebed, dat sinds september 2010 plaatsvindt in de OnzeLieve-Vrouw ter Rijke Klarenkerk. Naast het gebed en de onbezoldigde inzet van vrijwilligers voor de armsten van de stad, ontplooit Sant’Egidio in Brussel initiatieven die de interreligieuze dialoog bevorderen en haar internationale vredesdiplomatie ondersteunen, in dialoog met de nationale, Europese en internationale instellingen die in de hoofdstad aanwezig zijn. Zo had op 6 februari het ‘Interfaith Harmony Breakfast’ plaats in het huis van Sant’Egidio, met een 20-tal vertegenwoordigers van verschillende christelijke kerken, joden en moslims, in aanwezigheid van vice-eerste minister Steven Vanackere.
EEN NIEUWE HERBERG Op 7 februari – tevens de 44ste verjaardag van het ontstaan van Sant’Egidio in Rome – werd het nieuwe huis van Sant’Egidio plechtig ingehuldigd met een dankviering, waarin monseigneur Jean Kockerols voorging, hulpbisschop voor Brussel. Vertegenwoordigers van verschillende christelijke kerken, politici, ambassadeurs, vrijwilligers, vrienden en sympathisanten woonden de viering bij. Het evangelie van de Barmhartige Samaritaan gaf meteen de roeping van het nieuwe huis aan: een herberg in de stad, waar gewonde en gebroken levens tot bij de Heer worden gebracht om er nieuw leven te vinden. Tijdens de receptie werd het nieuwe huis van Sant’Egidio in aanwezigheid van prinses Mathilde officieel geopend. Elke donderdagavond komt de gemeenschap van Sant’Egidio om 20 uur samen in de Onze-Lieve-Vrouw ter Rijke Klarenkerk voor een avondgebed, dat openstaat voor iedereen. Christine Janssens
Sant’Egidio-Brussel, Rijke Klarenstraat 26, 1000 Brussel, telefoon 02 512 45 46, e-mail
[email protected], website www.santegidio.be.
12
pastora l ia
Pasen: Gods Nieuwe Scheppingswerk Pasen behoort tot de belangrijkste christelijke feesten. Meer nog, er is weinig dat ons meer tot christen maakt, dan het paasgebeuren. Maar anders dan bij Kerstmis, waar je gemakkelijk de vreugde van het feest vat, heeft Pasen iets ingehouden. Pasen is immers nog geen uitbundig pinksterfeest. Bovendien is het toch ‘eenvoudiger’ om te vieren dat God naar ons toe komt, zoals met Kerstmis, dan te vieren dat de mens de roeping heeft om over de dood heen bij God te komen.
OOK NU GOEDE VRIJDAG? Men kan misschien de indruk hebben dat we niet in een tijd leven om heel doorleefd Pasen te vieren. Sommige omstandigheden doen veeleer denken aan een voortgezette Goede Vrijdag dan aan het feest van de verlossing. Goede Vrijdag betekende de kruisdood van Jezus, de laatste in een reeks vernietigende ervaringen, die de jonge groep van leerlingen te verwerken kreeg. Eerder hadden ze af te rekenen met het verraad van Judas, die om een duistere reden zijn roeping en idealisme ontrouw werd om te kiezen voor eigen voordeel. Ze hadden af te rekenen met de bedenkelijke rechtspraak van Pilatus en de folteringen die hun leider daardoor moest ondergaan. Ze moesten hun eigen angst en onzekerheid onder ogen zien en kwamen eigenlijk allemaal op het punt dat ze wegliepen, zodat enkel een onooglijk groepje overbleef, of zelfs dat niet meer. De kruisdood van Jezus leek de fatale slag, het eindpunt van alles wat Hij in beweging had gebracht.
De kerkervaring van mensen heeft daar vandaag, hier of daar, punten van overeenkomst mee. Het zal wel van alle tijden zijn dat er insiders zijn, mensen in het hart van de gemeenschap, voor wie het ideaal te hoog gegrepen blijkt. Het zal wel van alle tijden zijn dat de Kerk op het publieke forum ter verantwoording wordt geroepen; het zal van alle tijden zijn dat ook binnen de gemeenschap angst en onzekerheid de kop opsteken. Wat echter betrekkelijk nieuw is, of toch alleszins al heel wat eeuwen in onze streken niet meer is gezien, is dat de kerkgemeenschap niet de omvang meer heeft die ze had en misschien zelfs in de beleving van sommigen tot een onooglijk groepje is geworden. De vaststelling dat het aantal parochies in onze gewesten niet meer in verhouding is tot de omvang van het kerkgebeuren, is voor velen een bron van blijvende pijn. Neen, vandaag moeten we ons zeker niet te lang afvragen of en waar er plaatsen zijn waar wij deel krijgen aan het kruis van Christus.
komen we misschien op het spoor als we in onze omgeving mensen zien die opnieuw geraakt worden. Die niet kiezen omwille van de omvang van de groep, maar die misschien juist door de afwezigheid daarvan de stilte vinden die nodig was om Gods Woord te horen. Gods Nieuwe Scheppingswerk komen we misschien op het spoor als we de kracht van het gist in het deeg herontdekken: niet het volume, maar de krácht van het gist is van belang. We komen het misschien op het spoor als we oog krijgen voor nieuwe vormen van gelovige gemeenschap, anders dan de klassieke parochievorm, waar hier of daar nog naar gezocht wordt, maar elders al heuse gestalten krijgt.
GODS NIEUWE SCHEPPINGSWERK
Tony Frison
In die context mogen ook wij Pasen vieren. Pasen is niet de vrucht van een kleine reserve, die iemand ergens nog ontdekt en die mensen in staat stelt het tij te keren. Op Goede Vrijdag waren alle reserves immers opgebruikt. Pasen is het werk van God zelf, die op het ogenblik dat iedereen nog slaapt – de prille ochtend van de derde dag (terwijl er dus nog geen getuigen zijn) – zijn Nieuwe Scheppingswerk tot stand brengt. Gods Nieuwe Scheppingswerk
We zullen allicht nog beter moeten begrijpen dat Goede Vrijdag ons deel geworden was (is) – inderdaad, de leerling staat niet boven de Meester – vooraleer we op de derde dag zelf de sporen van Gods Nieuwe Scheppingswerk kunnen zien. Het is dit wat aan ons gebeurt. Dat is wat ons christen maakt.
13
pa stora l ia
Diaconie: taak en wezen van de Kerk Diaconie is een belangrijk kenmerk van onze christelijke gemeenschap. ‘Dienstbaarheid voor de naaste’ behoort tot de essentie van het christelijk geloof. In navolging van Jezus zijn we als christen geroepen om in het concrete van onze samenleving de waarden van het Rijk Gods te laten groeien. Op de volgende pagina’s geven Hilde Reynders, vicariaal verantwoordelijke voor caritas en diaconie (vicariaat Vlaams-Brabant en Mechelen) en Marcel Cloet, vicariaal afgevaardigde voor de solidariteitsinitiatieven (vicariaat Brussel) tekst en uitleg bij die belangrijke opgave. Het derde artikel laat heel concreet zien hoe die dienstbaarheid gestalte kan krijgen in het dagelijks leven op een school.
Liefdevolle dienstbaarheid: toetssteen voor een authentiek geloof DE ROEPING VAN DE HELE KERK Als christenen hebben we niet het monopolie van dienstbaarheid voor de naaste. We dragen echter wel de verantwoordelijkheid om onze naaste en de wereld te helpen de gave van het leven voor elkeen te herkennen. Het is ook niet zo dat diaconie het werk zou zijn van een groepje ‘specialisten’, die zo anderen van hun taak zouden ontlasten. Diaconie, liefdevolle dienstbaarheid, behoort tot de roeping van gans de Kerk. Maar deze dienstbaarheid heeft niet enkel te maken met een bepaalde taak of engagement, het betreft ook een manier van in relatie treden met diegenen die op onze weg komen. Het is maar in de mate we ons eigen leven en dat van de anderen laten transformeren door het evangelie dat we ten volle onze diaconale roeping kunnen verwezenlijken. Echte dienstbaarheid voor onze naaste is er wanneer onze relaties en ons samenleven door het evangelie geïnspireerd zijn.
Diaconie wordt zo ‘dienst van de liefde’. Jezus toont immers zijn liefde voor de mensen door zichzelf te geven, door dienaar te worden van de liefde. En Hij vraagt ons zijn voorbeeld te volgen: ‘Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie mijn leerlingen zijn’ (Joh 13, 35). Jezus wast de voeten van zijn leerlingen. Hij wil de hele mensheid dienen, te beginnen met diegenen die men het gemakkelijkst vergeet. Hij toont dat dienstbaarheid begint onderaan, bij de meest uitgestoten mensen van onze samenleving. Als geloofsgemeenschap moeten we daarom onze dienstbaarheid vooral richten op de mens in nood. We hebben de taak te zorgen dat er een echte ontmoeting plaats heeft met armen. We moeten zorgen dat diegenen die arm zijn aan mens-zijn, aan geluk en gelukkigmens-zijn, terug deel kunnen hebben aan het gewone leven. Diaconie heeft dus iets te maken met in relatie treden, met gemeenschap vormen en in gemeenschap opnemen. Vertaalde Jezus zelf deze dienst-
baarheid niet door ‘vriendschap’? ‘Ik noem jullie geen dienstknechten meer,’ zei Hij, ‘want de dienstknecht weet niet wat zijn heer doet; maar ik noem jullie vrienden’ (Joh 15, 15). Ook wij zijn geroepen om vriend te worden met onze naaste, en vooral met diegene die leeft aan de rand van onze samenleving. Laten we ‘bemiddelaars’ zijn tussen onze christengemeenschap en degenen die op onze weg komen: de mens in armoede, de zieke, de vreemdeling.
ONS LATEN ON DERBREKEN Als wij diaconie verstaan als dienstbaarheid naar de samenleving, die zich vertaalt in een manier van ‘zijn’, van in relatie treden, dan moeten we deze dienstbaarheid ook kunnen herkennen aan bepaalde houdingen in ons concrete leven. Zoals Jezus zich laat onderbreken door de lamme die voor zijn voeten wordt gebracht (Lc 5, 1725), door de melaatsen die Hem tegemoet komen (Lc 17, 11-19) of door de
14
pastora l ia
15
pa stora l ia
We staan er niet alleen voor
vindt haar oorsprong en haar doel in Christus. Het is Christus die kracht en steun geeft zodat Zijn lichaam, de Kerk, groeit en ‘zichzelf opbouwt door de liefde’ (Ef 4, 16).
mens in nood die langs de weg ligt (Lc 10, 29-37), zo moeten ook wij bereid zijn stil te staan bij wie ons pad kruist: een zieke, een arme, een vreemdeling, een demente bejaarde. Vaak echter is communicatie met die ‘ander’ erg moeilijk. We verstaan hem niet. Maar het gaat niet enkel over een woordenschat die niet de onze is, we worden ook geconfronteerd met existentiële en spirituele vragen die ons beroeren. Ziekte, dood of het chaotische leven van de ander doen ons nadenken over ons eigen leven. Dienstbaarheid aan de armen betekent ‘geven’, maar is ook dúrven ‘ontvangen’. De mens in armoede geeft ons iets: hij helpt ons onszelf in vraag te stellen en brengt ons dichter bij onze naaste en bij God. Geconfronteerd worden met onze medemens voor wie gezondheid, vrijheid, recht op spreken, geborgenheid en genegenheid niet zo vanzelfsprekend zijn, roept op om zekerheden te laten vallen. Door onze sympathie, ons mee-leven, ontdekken we een diepe vreugde die ons werkelijk doet leven. De armen helpen ons beseffen dat we niet onszelf het leven gegeven hebben, maar dat we het gekregen hebben van een Ander en het elke dag opnieuw krijgen.
ZIEN É N HANDELEN Diaconie betekent dus een manier van ‘zijn’, maar roept tevens op tot handelen. ‘Alles wat jullie gedaan hebben voor één van de onaanzienlijksten van mijn broeders of zusters,’ zegt Jezus, ‘dat hebben jullie voor mij gedaan’ (Mat 25, 40). Wie zich volgeling van Jezus noemt, wordt opgeroepen tot concrete inzet voor de minsten: een kind ontvangen, een zieke bezoeken, een stukje weg afleggen met de vreemdeling, de stervende begeleiden, weigeren in de vijand iemand te zien die men moet verslaan. Daarom betekent diaconie ook dat we als christelijke gemeenschap aan de uitgestotenen laten voelen dat ze erbij horen. ‘Wij melaatsen’ zijn de woorden waarmee Damiaan zijn medegelovigen op Molokaï toesprak, nog vóór hij zelf door de ziekte getroffen werd. Dienstbaarheid voor de naaste betekent iemand opnemen in de gemeenschap, gemeenschap vormen. Wie verbonden wil zijn met de zending van Christus, is verbonden met Christus, ‘het hoofd van het lichaam dat de Kerk is’ (Kol 1, 18). De christen maakt deel uit van een geheel, de grote gemeenschap van broers en zussen van Jezus. Diaconie
Indien we vandaag als Kerk een authentieke getuige willen zijn van ons geloof in Christus, dan behoort diaconie tot de essentie van ons leven, naast het vieren van onze verlossing, de liturgie, en het verkondigen van het evangelie, de getuigenis. De moderne tijd is immers vaak gekenmerkt door individualisme en winstbejag. Paus Benedictus XVI stelt daarom dat caritasinstellingen zich vragen moeten stellen over de manier waarop ze vormgeven aan de dienst van de naaste (Boodschap aan de caritas, 24 november 2011). Ook als christen of als niet-gelovige moeten we ons vragen stellen over de manier waarop we dienstbaar zijn voor onze naaste, dichtbij of veraf. Als Kerk willen we waakzaam blijven om armoede en uitsluiting op te sporen. We willen diaconale initiatieven ondersteunen en met elkaar in relatie brengen. We willen zorgen dat ook zij die in armoede leven, de zieken, de vreemdelingen, de bejaarden en ieder die arm is aan gelukt of gelukkig mens-zijn, Gods barmhartige liefde mag ervaren. Maar we willen ook allen die zich inzetten voor de mens in armoede, helpen om vanuit het evangelie de kracht te putten om zich dag na dag in te zetten voor hun naasten. Hilde Reynders, vicariaal verantwoordelijke voor caritas en diaconie Vicariaat Vlaams-Brabant en Mechelen
De zorg voor de concrete mens en voor een menswaardig samenleven is in een grootstad als Brussel een enorme opgave, ook voor onze kerkgemeenschap. Ik wil in dit artikel drie grote uitdagingen onder de aandacht brengen.
BESTAANDE DIACONALE INITIATIEVEN VERSTERKEN Heel veel sociale diensten en bewegingen, solidariteitsorganisaties, voorzieningen voor onderwijs, instellingen voor zieken, gehandicapten en bejaarden, zijn vanuit de christelijke gemeenschap ontstaan. Ze realiseren een belangrijk deel van het dienstwerk dat van een geloofsgemeenschap mag worden verwacht. Indien ze niet zouden bestaan, zouden we ze moeten ‘uitvinden’. Het is een uitdaging voor onze kerkgemeenschap om daar aan mee te werken, om het draagvlak voor hun werking te versterken, om hen te ondersteunen met de middelen die we ter beschikking hebben, om vrijwilligers de weg te wijzen naar een concreet engagement.
TOT DE TROUWE SUPPORTERS BEHOREN Brussel telt een veelheid aan sociale projecten die telkens aan een concrete nood trachten tegemoet te komen. Vaak hebben deze initiatieven een pluralistisch karakter gekregen. Veel christenen zijn in deze projecten geëngageerd, soms zijn ze de dragende kracht of waren ze de initiatiefnemers. Het is een uitdaging voor onze geloofsgemeenschap om daar, in de mate van het mogelijke, bij betrokken te blijven, om hun werking onder de aandacht te brengen en het belang ervan te onderlijnen, om hen te ondersteunen waar we kunnen en om tot de trouwste supporters te horen.
MENSEN IN NOOD NABIJ ZIJN Voor de lokale geloofsgemeenschap is de aandacht voor zieken en bejaarden van prioritair belang. Naast de professionele zorgen die ze krijgen van diensten en instellingen, hebben ze
nood aan mensen die hen nabij zijn, belangeloos en onbevangen naar hen luisteren, hen graag zien. Dat is ook zo voor mensen die het sociaal moeilijk hebben en soms volledig aan de grond zitten. Is er aandacht en openheid voor hen in onze gemeenschappen? Voelen ze warmte en genegenheid bij ons? Slagen we erin om hen nabij te zijn? Onze mogelijkheden voor concrete hulpverlening zijn beperkt. Vaak worden we geconfronteerd met problemen die onze gemeenschap overstijgen: armoede en dakloosheid, gebrekkige opleiding en werkloosheid, migratie- en vluchtelingenproblematiek. Het is belangrijk dat we kunnen verwijzen naar diensten en organisaties die daar professioneel mee bezig zijn, die mensen begeleiden en proberen hen uit hun noodsituatie te halen, die vaak ook een structurele benadering hebben en de oorzaken van armoede en uitsluiting proberen aan te pakken.
WE STAAN ER NIET ALLEEN VOOR De nood is groot en de draagkracht voor eigen initiatieven is beperkt. Maar we staan er niet alleen voor. Gelukkig zijn er veel mensen en groepen die met grote gedrevenheid de zorg voor de concrete mens en voor een menswaardige samenleving ter harte nemen. Het is een uitdaging voor onze geloofsgemeenschap om daarbij betrokken te zijn en er mee samen te werken. Ze moeten onze sympathie voelen, onze steun ervaren. En hopelijk vinden de geëngageerde christenen de ruimte in onze gemeenschap om de inspirerende bron van hun engagement ter sprake te brengen. Marcel Cloet, vicariaal afgevaardigde voor de solidariteitsinitiatieven - Vicariaat Brussel
16
17
pastora l ia
Dienstbaarheid op school: een zee van kansen Het is ijzig koud buiten. Je doet je wekelijkse toezichtbeurt. En dan, vijf minuten vóór het belsignaal, staat daar die collega... ‘Ik heb een kop koffie klaarstaan op tafel, ga maar vlug, ik neem wel over.’
Het eindsignaal: een verlossend belsignaal voor sommigen of voor velen. Dat hangt van zoveel en zo weinig af. Een collega stapt met bedrukt gezicht het leraarslokaal binnen en ploft neer op een stoel. Je hebt je boekentas vertrekkensklaar in de hand ... Thuis wacht de koffie. Of vlug hier eentje, met die collega ... ?
Sportdag op school. De leerlingen zijn verdeeld in wel twintig groepen. In iedere groep vinden we leerlingen van het eerste tot het zesde jaar. Spontaan nemen de grootsten de verantwoordelijkheid van hun groep op zich, de ene al wat beter dan de andere. Soms loopt er wat mis, maar de kleinsten herinneren zich nog lang hun oudere ‘school-broer’.
Christus volgen is
Christus volgen is
Christus volgen is
telkens opnieuw bereid zijn voor een ander in te springen, aandacht hebben voor de kleine attenties, je in de situatie, de rol, de problemen van een ander plaatsen.
willen zien wat anderen niet zien, klaar staan voor collega’s, een kop koffie in ’t leraarslokaal na schooltijd.
leerlingen durven verantwoordelijkheid geven, een attentie voor wie iets goeds doet, leerlingen uitnodigen om wat te doen voor mekaar, leerlingen leren samenwerken.
Wie onder u groot wil zijn, moet dienaar zijn van allen. (Mc 10, 43)
Zij naderde Hem van achteren en raakte de zoom van zijn mantel aan... Jezus vroeg nu: ‘Wie heeft Mij aangeraakt?’ (Lc 8, 42-48)
Ik heb u een voorbeeld gegeven, opdat gij zoudt doen zoals Ik u gedaan heb. (Joh 13, 15)
Weest allen eensgestemd, laat er geen verdeeldheid onder u zijn; weest volkomen één van zin en één van gevoelen. (1 Kor 1, 10)
Zij die in God geloven, moeten zich beijveren om de eersten te zijn bij elk goed werk. (Tit 3, 8)
Wij vermanen u, wijst de leeglopers terecht, beurt de kleinmoedigen op, ondersteunt de zwakken, heb geduld met allen. (1 Tess 5, 14)
De zesdejaars gaan op driedaagse naar de Ardennen. Om de kosten wat te drukken organiseren ze een verkoop van zelfklevers. Een klasgenoot heeft het moeilijk omdat zijn moeder er alleen voor staat. Hij kan niet mee. Enkele vrienden uit de klas weten dat. Op een morgen staan ze bij hun klastitularis: ‘Alstublieft, dat is het geld dat wij over hebben uit de verkoop van zelfklevers. Nu kan onze vriend ook meegaan.’ Wie leerde hen dat?
Zes leerlingen bij elkaar tijdens de voormiddagspeeltijd. ‘Het schijnt dat Hanne zwaar ziek is. ’t Zou wel enkele weken kunnen duren.’ ‘Willen we haar cursus bijhouden, dan geraakt ze niet te ver achterop.’ ‘Ja, ze zal dat graag hebben. Charlotte, jij woont vlak bij Hanne, je kan die toch ’s avonds wegbrengen bij ’t naar huis rijden?’ Fictie of realiteit op school?
Christus volgen is
Christus volgen is
je inzetten voor je klas, leerlingen aanzetten om anderen te helpen; ook materieel oog hebben voor de noden van anderen.
leerlingen aanmoedigen om goed te doen aan en voor mekaar, de ‘geest’ in een klas brengen, aandacht hebben voor de afwezigen.
Gij moet rijkelijk geven, niet bekrompen. (2 Kor 9, 5)
En dit gebod hebben wij van Hem : wie God liefheeft, moet ook zijn broeder liefhebben. (1 Joh 4, 21)
Er was geen enkele noodlijdende onder hen, aan ieder werd uitgedeeld naar zijn behoefte. (Hand 4, 34) Mijn zoon, ontneem de behoeftige niet wat hij nodig heeft om te leven, en laat de hunkerende ogen niet wachten... (Sir 4, 1-6)
Laten we niet moede worden goed te doen; als we de moed niet verliezen, zullen we te zijner tijd de oogst binnenhalen. (Gal 5, 7-10)
Vicariaat Vlaams-Brabant en Mechelen: vormingstweedaagse voor federatieverantwoordelijken en dekens (Torhout, 5 en 6 maart)
20
pastora l ia
Katholieke school: tochtgenoot van Jezus Blijven bidden in veranderde tijden
Het opvoedingsproject van een katholieke school is de vrucht van geregelde bezinning. Deze bezinning vertrekt vanuit de Bijbel en de katholieke geloofstraditie. Een katholieke school wil vanuit die bezinning Jezus en zijn boodschap laten leven in de wisselende context van nu. Hij is de inspiratie voor wat een katholieke school voor kinderen, jongeren en volwassenen wil betekenen.
Als we met Bijbelse ogen kijken naar existentiële vragen en ervaringen, naar lijden en vreugde, naar de strijd voor rechtvaardigheid en vrede, roept God een katholieke school om tochtgenoot te worden van Abraham, Mozes en vele anderen. Tochtgenoot van Jezus om te bouwen aan wat Hij ‘het Rijk Gods’ noemt. Tochtgenoot van congregaties, bisdommen en plaatselijke geloofsgemeenschappen die ooit katholieke scholen hebben opgericht. We vinden dat de aanwezigheid van biddende mensen op school hiertoe noodzakelijk is. Volgende getuigende verhalen maken duidelijk dat dit nooit een vanzelfsprekendheid was en is.
VAN KATTEKWAAD TOT DIEPER Het klonk zo vanzelfsprekend op de personeelsvergadering: ‘Een klasdag begint in onze school met een gebed’. De collega’s godsdienst zullen daarmee wel geen probleem hebben, maar ik... en de leerlingen kennen niet eens een weesgegroet of een onzevader naar ’t schijnt. Zelf bad ik als kind aan tafel en kreeg ik een kruisje voor het slapengaan. God was eigenlijk mijn stille toehoorder. Zoals ik me na een standje van vader of moeder met onze kat terugtrok in de tuin om dat dier deelgenoot te laten zijn van mijn onbegrepen-zijn, zo gebruikte ik die ‘God in de hemel’ ook: Hij was mijn klankbord. Er was toen een God. Is die er nog en hoe voelen de leerlingen van nu dat aan? Zonet hebben we een laatste groet gebracht aan Chris. Vorige week vertrok hij nog blij van school naar huis en nu ... Tijdens de uitvaart zit je als le-
raar tussen zijn klasgenoten en je voelt de verslagenheid en de vragen in het hart van deze jonge mensen. De dag erna bidden verscheidene leerlingen niet mee ’s morgens. ‘God luistert toch niet want dan was Chris nog hier!’ Wat kan ik zeggen? Doorverwijzen naar de godsdienstles of eerlijk toegeven dat ik eigenlijk hetzelfde voel? Dat ik in mijn spreken tot God nooit antwoord hoor? Het is precies alsof ik tegen een muur praat. ‘Waarom moeten wij dan ’s morgens bidden, meneer?’ Ja, waarom? God was onrechtvaardig door Chris te laten sterven. Waarom vragen ze dat niet in de godsdienstles? Of moet ik toegeven dat ik erop sta dat het morgengebed gezegd wordt omdat het moet vanwege de directeur? Ik geef het op. De leerlingen zien door mijn twijfels heen. Na enkele weken knaagt er wat. Per slot van rekening heeft de directeur het gevraagd. En we huwden toch voor de kerk en onze kinderen zijn gedoopt. En als dit bidden niet belangrijk is, wat doe ik dan in de eucharistie? Of geef ik ook dat, zoals andere collega’s, op? Och, wat kan het mij schelen. Mijn lessen zijn blijkbaar goed en verder is het al druk genoeg ... zonder God. Met een collega stap ik naar de boekenbeurs om inspiratie op te doen voor onze lessen. Mijn oog valt op uitgeverij Carmelitana: ‘boeken over gebed en spiritueel leven’. Hoe ik er toe kom een boek over het leven van Theresia van Avila te kopen weet ik niet. Of het ooit door mij gelezen zal worden ook niet. Het is slecht weer die vakantie, en het boek was niet goedkoop. Hoe dikwijls
21
pa stora l ia
stop ik met lezen? Even dikwijls begin ik opnieuw. Van ‘niets voor mij’ evolueert mijn stemming naar ‘er zit iets in’. Theresia had een druk leven, zonder God. Hij bracht rust in de drukte. Kan dat? ‘God leeft tussen je potten en pannen’, zegt ze tegen de zusters in de keuken. En: ‘Streef nederigheid na’. In de klas leeft dat boek verder: ‘God leeft tussen de tafels en het bord en de leerlingen en het krijtje in je hand’. Dag na dag word ik veeleisender voor mezelf en zie ik Gods spreken duidelijker voor ogen. Bidden is niet meer een weerkaatsen tegen een spiegelende muur, maar een voortdurend oproepen van het beste in mezelf als leerkracht, echtgenoot, vader. Alles wordt nieuw. De relatie met God werkt in op de relatie met mijn vrouw, onze kinderen, de leerlingen, collega’s. Het gaat als vanzelf, zodat ik overmoedig word en mezelf o zo goed ga vinden. Plots komt het besef dat ik God niet meer hoor. En eigenaardig genoeg: de relaties met mijn medemensen zwakken ook af. Meermaals is de eucharistie ’s zondags het moment van inkeer. Een inkeer die me uitnodigt om te strijden tegen die eigenwaan en overmoed, die oproept om nederigheid een plaats te geven, om weer te groeien als mens, om God weer te zien in de tekens van de tijd rondom mij. Ik bouw geheugensteuntjes in om tot gebed te komen: een kruisje in mijn jaszak, een kort, van-buiten-geleerd gebed. God blijft niet verstopt. Het gebed ’s morgens in de klas is even vanzelfsprekend geworden als het spreken over vrouw en kinderen. Een kwezelaar zal ik wel nooit worden, wel iemand die in nederig vertrouwen naar de leerlingen stapt, ook naar die ‘moeilijke’ klas, want God leeft tussen...
WONDERE WERELD Ik ben van de laatste catechismusgeneratie. Iedere lagere schooldag begon ermee. En de voorbereiding op het vorm-
sel dreef deze vraag- en antwoordmethode ten top. Naar de eucharistie gaan was even vanzelfsprekend als ademen. Thuis kreeg je iedere avond een kruisje voor het slapengaan. Maandelijks zat je na te denken over het aantal keren liegen en ongehoorzaam zijn, teneinde een sluitende zondebalans voor te leggen als het schuifje openging. De meimaand hield een dagelijkse fietstocht in naar de nu verdwenen Bremkapel om er, met een bijna voltallige dorpsjeugd, het rozenhoedje te bidden. Bidden deed je gewoon. God was er en Hij hoorde je en Hij wist wat je wou voor je het zelf wist. Wondere wereld. Vader zond zijn zonen uit: naar een katholieke lerarenopleiding. Er werd luidop gebeden, bij het begin van de klasdag, voor en na het middageten, halfweg de klasdag. Iedere week vierde je eucharistie in de schoolkapel, die toen ook stille ruimte was. Jaarlijks was er een retraite. En binnen dit alles groeide je op: eerste verliefdheid, eerste cafébezoek, eerste ... Je leefde gelukkig binnen die wondere sfeer van goddelijkheid, want sinds je eerste communie werd je geacht tot de jaren van discretie en verstand te zijn gekomen, en moest je dat vergeten zijn, dan was er die alziende God die je geweten bijstuurde. ‘De gouden zestigerjaren’, zegt men nu. Er staat echter geschreven: ‘Het is niet al goud wat blinkt’. De sfeer van mei ’68 en van het concilie hing in de lucht. Onze godsdienstleraar aan de lerarenopleiding was duidelijk van na-conciliaire strekking, reeds vóór het concilie. En wij dreven mee op de stroom. Verhitte discussies waren het over de pastoor in een gewoon burgerpak. Fundamenteler was de tweespalt tussen bidden en handelen. Er zaten zoveel schijnheiligen in de kerk en waarom mensen zich opsloten in een klooster, begrepen we helemaal niet meer. Alle katholieken zouden beter wat meer tijd over hebben voor de sukkelaars in de wereld, ook God. Bidden
was tijd die je verloor om anderen te helpen. De wondere wereld beleefde zijn grote ommekeer. En dan begin je les te geven. Je trouwt voor de kerk. De zondagseucharistie is een te vaste gewoonte om zomaar op te geven. Wel komen er af en toe uitvluchten om eens niet naar de kerk te gaan. Bidden staat op een heel laag pitje. Maar dat pitje is er gelukkig nog, besef je later. Je hebt het zo druk met het uitbouwen van een loopbaan, een gezin en vriendenkring dat God veraf geraakt. Het wondere is uit je wereld verdwenen. Neem het wonder weg en er blijft niets dan alledaagsheid. Je doet het goed op school en thuis en in de vriendenkring, maar de glans is eraf. Binnen in je hunkert de pit naar de vlam. Je staat voor de ultieme keuze: doven of aanwakkeren. Langere tijd aan je werk besteden helpt blijkbaar niet. Telkens je iets meer gas geeft, haal je de bocht niet meer, en dat komt neer op blutsen en schrammen bij jezelf en bij anderen. De geest is er uit. Op een avond kijk je samen in een fotoalbum. Een heel leven op foto’s. Is God misschien doorheen dit leven op zoek naar mij en zegt ook Hij: ‘In mijn hand ben je geborgen’? De pit gloeit iets heviger, hoe moeizaam bidden ook gaat. Maar het gaat. En bovenal: de wereld op school en thuis en in de buurt heeft iets van zijn wonder teruggevonden. Wij zijn weer jong aan het worden. Fons Uytterhoeven, bisschoppelijk afgevaardigde voor het onderwijs
22
pastora l ia
De Hanswijkprocessie gisteren - vandaag - morgen Ja | leven | beleven
Ja | leven | beleven: het is de slagzin in het nieuwe logo van de Hanswijkprocessie. Het dekt dan ook de hele lading waarvoor we staan. En het verwijst naar de hoopvolle boodschap die we willen uitdragen.
JA GEEFT VREUGDE ‘Ja’: spontaan ligt het niet altijd direct op onze lippen. We zeggen toch zo gemakkelijk neen, omdat het ons op dat ogenblik niet uitkomt, omdat we er geen zin in hebben, omdat we het eigenlijk anders hadden gepland, gewild, gedroomd. Nochtans ervaren we allemaal dat ‘ja’ ons gelukkiger maakt dan ‘neen’. Wie herkent zich niet in die zoon aan wie de vader vraagt om te gaan werken in zijn wijngaard? ‘Neen vader’, antwoordt hij, maar hij krijgt wroeging en gaat toch. Neen zeggen maakt doorgaans niet gelukkig. Ja zeggen en het ook doen, wel. Ja zeggen aan het leven zoals het zich aandient – elke dag opnieuw met zijn goede en zijn moeilijke momenten – doet leven. Neen zeggen verlamt. Wanneer we het leven niet aanvaarden zoals het op ons afkomt, dan hebben we niet langer oog voor de goede dingen. Als we gefixeerd blijven op wat minder goed is, zullen we ons niet langer inzetten om iets te
verbeteren; dan leven we niet meer, maar laten we ons leven, passief omdat we ongelukkig zijn. Elke mens draagt diep in zichzelf dat verlangen naar leven en gelukkig zijn. We voelen allemaal aan dat het echte geluk te maken heeft met liefde, met gemeenschap en verbondenheid met anderen, met beminnen en bemind worden. Ons geloof leert ons dat we dit echte geluk zullen vinden bij God. Want God is Liefde. En echte liefde wil zich delen met anderen. Zo is dus God: Hij wil zijn leven delen met anderen. Daarom heeft Hij de mens geschapen naar ‘Zijn beeld en gelijkenis’. Ons zoeken naar God is dus eigenlijk ons antwoord op Gods zoeken naar ons. God is altijd eerst. Ja zeggen aan het leven, doet leven. Ja zeggen aan God doet ons nog dieper leven! Want ja zeggen aan God doet ons delen in zijn goddelijk leven, nu al in het leven hier op aarde en later ten volle wanneer we voorgoed thuis gekomen zijn bij de Vader.
JA DOORHEEN DE EEUWEN Dit ja zeggen kunnen we op verschillende manieren beleven. En daartoe reikt de Hanswijkprocessie ons de hand. Hoe dan? Wie vrijblijvend komt kijken, zal deugd beleven aan het schone dat hij ziet in de groepen die voorbij trekken. Wie een beetje dieper kijkt, zal in de verschillende taferelen die getoond worden het ‘ja’ zien van mensen doorheen de eeuwen. De beleving wordt intenser wanneer de toeschouwer zich laat raken door wat hij ziet, wanneer
23
pa stora l ia
hij zijn eigen leven herkent in de voorbijtrekkende groepen die de archetypen van de oerbeelden van de mensheid tonen: de hoopvolle blijdschap waarmee jonge ouders een kindje verwachten, de vreugde bij de geboorte, de pijn en de vragen bij lijden, ziekte en dood, de hoop op de bevrijding uit een uitzichtloze situatie, enzovoort. Het gaat om mensen zoals wij, die ja zeggen en het leven aanvaarden zoals het is, die verder gaan ondanks alles. Naarmate de toeschouwer zich laat bevragen door wat hij ziet, zal de beleving intenser zijn. Maar wie met een gelovige blik kijkt, ontdekt nog meer: achter deze oerbeelden van de mensheid is te zien hoe God de mens liefheeft en hem nooit los laat, hoe Hij ons steeds nabij is en ons zijn eigen Zoon heeft geschonken om ons te verlossen uit de macht van de zonde en de dood. Ja zeggen aan God doet ons voluit leven! Want ja zeggen aan God is ingaan op zijn uitnodiging om Hem te ontmoeten zodat we kunnen deel krijgen aan de liefde die Hij is. Zij die zelf deelnemen aan de processie zullen dit ‘ja’ nog het meest intens beleven van binnenuit! Ja zeggen aan God, is ja zeggen aan zijn diepste roeping, namelijk leven in harmonie met God. De Hanswijkprocessie toont in de Bijbelse en de historische taferelen deze beide lagen: het ‘ja’ aan het leven en het ‘ja’ aan God. De Hanswijkprocessie heeft dit altijd gedaan, doet dit nu nog vandaag en zal dit blijven doen. Want dit is de diepe boodschap van hoop die we willen
meegeven aan alle mensen in alle tijden. Velen hebben dit ons voorgedaan: Mozes, Maria, Jezus, … maar ook mensen van hier bij ons: Sint-Rumoldus, Margaretha van Oostenrijk, Albrecht en Isabella, en vele gewone gelovigen, vroeger en nu.
van het nieuwe, doet er best aan om de oude vorm nog eens te bekijken. En wie de oude processie nog nooit heeft gezien, dit is de allerlaatste kans! Frieda Van Vaeck
LAATSTE PROCESSIE IN HUIDIGE VORM Zondag 13 mei 2012: de 740ste editie van de jaarlijkse Hanswijkprocessie zal tevens de laatste zijn in haar huidige vorm. Volgend jaar, in 2013, zijn het de 25-jaarlijkse Hanswijkjubelfeesten, nu al voor de twaalfde keer. Dan wordt de jaarlijkse Hanswijkprocessie opgesplitst in de Jubelprocessie op 5 mei 2013 en de Hanswijkcavalcade op 25 augustus en 1 september 2013. Alles wordt dan in een nieuw kleedje gestoken: de inhoud, de kostuums, de wagens, de muziek. Wie wil genieten
Programma: zondag 13 mei. 11 uur: plechtige eucharistieviering in de Hanswijkbasiliek; 15 tot 17 uur: Hanswijkprocessie met slotplechtigheid in de Hanswijkbasiliek. Bij eventuele afgelasting van de processie is er een vervangende gebedsviering in de Hanswijkbasiliek om 15.30 uur.
24
pastora l ia
It’s Worth it!
IJD-vakantie in Zuid-Engeland
Deze zomer organiseren IJD-VlaamsBrabant, IJD-Brussel en IJD-Gent een vakantie voor jongeren vlakbij de Benedictijnenabdij van Worth op zo’n 60 km van Londen. We slaan een week onze tenten op op het landgoed van de monniken, met zicht op de prachtige abdij. We kiezen ervoor om de jongeren een vakantie aan te bieden met een goede mix van verdieping en gebed. Vakantie betekent letterlijk ‘vacant’ zijn: openstaan voor. Vacant voor verdieping en ontmoeting, voor nieuwe vriendschappen. Vakantie in Worth betekent ook stilvallen, genieten van een adembenemende natuur en kiezen om eenvoudig samen te leven. Natuurlijk proeven we ook van de typische Engelse cultuur. Kortom een gevarieerd zin- en levengevend menu. De spiritualiteit van Benedictus, 1.500 jaar oud en nog steeds actueel, zal ons hierin de weg wijzen. In Worth leven benedictijnen samen in gemeenschap en op het ritme van actie en contemplatie. Deze abdij kwam in de actualiteit door de BBC-reeks ‘The Monastery’
en is nog te vinden op ‘YouTube’. In deze reeks liet men vijf, veeleer controversiële mannen, veertig dagen lang leven en werken in de abdij. De mannen werden begeleid door de toenmalige abt Christopher Jamison. Deze reeks was de aanleiding voor het boek ‘Levenslessen van een abt’. Zo kreeg deze reeks ook hier in Vlaanderen bekendheid en inspireerde ze ons voor het organiseren van deze tocht/vakantie voor jongeren. Wat heeft de 1.500 jaar oude spiritualiteit van Benedictus ons vandaag te vertellen? Het bovenvermelde boek, dat onze inspiratiebron zal zijn voor de inhoudelijke momenten, spit de volgende thema’s uit: het stilzwijgen, de contemplatie, de gehoorzaamheid, de nederigheid, de gemeenschap, de spiritualiteit en de hoop. Het verwijst hoe deze monniken met hun beide voeten op de grond in het leven staan en een diepe verbondenheid beleven met Jezus Christus, God en de Heilige Geest. Genoeg inspiratie om een jaar mee verder op tocht te gaan. Boeiende lectuur die ons de kans biedt om jongeren mee
te nemen vanuit hun eigen levensverhaal naar hun diepere sanctuary: de ruimte waar er plaats is voor de ontmoeting met zijn/haar diepste zelf en waar God ons ten diepste liefheeft; een huis waar men mag verblijven, wonen, soms eens schuilen; een bron van levenskracht die ons vooruit stuwt in het leven en ons openstelt voor de ontmoeting met de ander. Deze tocht is dus niet zomaar een vakantie, maar een kans om thuis te komen bij zichzelf, op tocht te gaan met anderen, geraakt te worden door het leven en voldoende zuurstof op te doen om verder te bouwen aan het eigen levenshuis. Het is de tijd om ZuidEngeland te ontdekken en te genieten van prachtige kastelen en typische Engelse tuinen. Een wandeling langs de wereldberoemde kliffen en krijtrotsen zal natuurlijk niet ontbreken, net als een bezoek aan Canterbury en enkele pittoreske Engelse stadjes. Een ontmoeting met de jongeren van het bisdom Arundel en Brighton overdekt alles met een wereldjongerendagensausje. Welkom op deze ontdekkingsreis van een eerder onontgonnen gebied. Er is nog kans om zich in te schrijven! Katelijn Vandekerckhove
Praktische info: Deze vakantie wordt georganiseerd door IJD-Brussel, IJD-Gent, IJD-Vlaams-Brabant en is bedoeld voor jongeren tussen 16 en 30 jaar. De vakantie kost 440 euro voor studenten en niet-werkenden en 465 euro voor werkenden. Inschrijven kan tot 1 juni 2012, via www.cassianus.ijd.be. Meer info via IJD-Brussel, e-mail
[email protected], of via IJD-Mechelen, e-mail hans.homblé@ijd.be, of op de website www.ijd.be/ kalender/its-worth-it.
25
pa stora l ia
Gezinnen met zin in geloven ontmoeten elkaar Bezinnen en ontspannen in Averbode
DRUK DRUK DRUK 6.45 uur: de wekker gaat. Na een minuutje besef ik dat het weer tijd is om er tegenaan te gaan. De dag begint op volle toeren te draaien. Snel, snel, snel. Kinderen aanmanen om voort te doen en zorgen dat je zelf ook enigszins deftig voor de dag komt. Boterhammen in de brooddozen, nog vlug kijken op de kalender wat er vandaag allemaal mee moet naar school: een extra doos papieren zakdoekjes, twee drankjes, een koek. Tijd voor de volgende fase. ‘Jassen aan, mutsen, sjaals, schoenen, vergeet je fluohesje niet.’ Eindelijk in de auto. Heb ik alles en iedereen mee? Op de achterbank kibbelen de kinderen over het speelplaatsgebeuren. Tot plots één van hen opmerkt: ‘Mama, de straatverlichting is al gedoofd, we gaan toch niet weer te laat zijn?’ Ik zucht en zeg voor de zoveelste keer mijn ‘mama kan niet vliegen’-zinnetje. Waarom is het toch allemaal zo druk? Maar binnenkort is het gelukkig vakantie, rust en vooral véél tijd. Dat denk je toch, want ook in de vakantie heb ik vaak het gevoel mezelf voorbij te lopen, bezig te zijn met veel en tegelijk met niets. Wat ik het meeste mis, is tijd maken voor mijn gezin,
voor een echt gesprek met de kinderen, voor ontmoetingskansen met andere gezinnen.
merkt Boaz op. Ruths trouw aan haar schoonmoeder keert haar levenslot van een arme vreemdelinge tot dat van de stammoeder van David.
ONTMOETINGSKANSEN IN DE ABDIJ
Dit beknopte verhaal zet ons aan om te kijken naar ons eigen gezinsleven. Welke gebeurtenissen kleuren ons leven? Wat haalt ons overhoop? Hoe beleven wij trouw, vervreemding en respect? Ruth nodigt ons uit om hierover met elkaar in gesprek te gaan.
Is dit ochtendritueel ook voor jou en je gezin herkenbaar? Heb je wel eens het gevoel dat er zo weinig tijd overblijft om als gezin echt samen te zijn? Voel je de behoefte in gesprek te gaan met andere gezinnen? Ga dan met ons mee! Wat denk je van een vakantie met het hele gezin (samen met andere gezinnen) binnen de muren van een abdij met een boek uit de bibliotheek van de Bijbel? Het boek Ruth is een Bijbelse novelle. Het verhaalt over een gebeurtenis in Ruths leven die haar helemaal overhoop haalt. Na een radicale keuze om met haar schoonmoeder mee te reizen naar haar geboorteland, gaat Ruth aren lezen op het veld. Aren lezen is een recht van de armen. Toevallig belandt Ruth op het veld van Boaz, een clangenoot van haar schoonvader. Boaz behandelt Ruth met respect en geeft haar en haar schoonmoeder voldoende voedsel. Ruth is wel een vreemdelinge maar toch een moedige vrouw,
Gezinnen met zin in geloof worden hiertoe uitgenodigd. De ingrediënten van deze gezinsvakantie zijn bezinning, meeleven, ontspanning, genieten van elkaar en samen zijn met andere gelovige gezinnen. We maken veel tijd voor gesprekken binnen het gezin en activiteiten met ouders en kinderen. De gastvrije abdijgemeenschap van Averbode is een uitgelezen plaats om samen te leren luisteren naar Gods woord. Van woensdagavond 15 augustus tot zondagmiddag 19 augustus 2012 worden de deelnemende gezinnen verwacht in het bezinningscentrum van de abdij van Averbode. An Mollemans
Voor meer informatie en/of inschrijvingen kan je mailen naar
[email protected] of bezinningscentrum@ abdijaverbode.be. Je kan ook telefoneren naar 0478 54 72 84. Na inschrijving krijg je een brief met alle verdere praktische informatie.
26
pastora l ia
27
pa stora l ia
De Peerle: liturgisch centrum met spirit Wie het Diocesaan Pastoraal Centrum (DPC) in Mechelen binnenstapt, kan niet langs de vrolijk gekleurde deur van De Peerle kijken. Ga je binnen, dan krijg je een vriendelijke goedendag van de mensen die er werken en vind je een ruim aanbod rond geloof en zingeving.
OP DRIFT IN HET DPC Liturgisch centrum De Peerle kent een hele geschiedenis waaraan velen hun steentje hebben bijgedragen. Dankzij deze mensen is de winkel kunnen uitgroeien tot wat hij nu is. De eerste plannen voor een infocentrum rijpten in 1980. Het doel van het centrum was om ruime informatie en documentatie aan te bieden aan allen die pastoraal actief zijn in ons vicariaat. Oktober 1981 ging de Trefzaal open op de eerste verdieping, boven de refter (nu Hof de Merode). De verkoop gebeurde door vrijwilligers. Die traditie wordt nu nog in ere gehouden. In de loop der jaren klonk de vraag naar een geschiktere locatie binnen het DPC. De winkel lag te verborgen en was moeilijk bereikbaar. Het toenmalige dagelijks bestuur van het DPC besliste om de winkel naar het gelijkvloers te verhuizen en een aangepaste inrichting te geven. Er werd ook een nieuwe naam gekozen: De Peerle. ‘Peerle’ is Middelnederlands voor parel.
De naam verwijst naar de Bijbeltekst waarin een man een kostbare parel in de akker vindt en alles verkoopt wat hij heeft om deze parel in zijn bezit te krijgen. We verwijzen hiermee ook naar een geschrift uit de 16de eeuw, de Evangelische Peerle, dat voor de zusters van het Convent van Betlehem, de congregatie waartoe ik behoor, een belangrijke bron van spiritualiteit is. De winkel was goed gelegen en veel bezoekers van het DPC ontdekten ons en kwamen binnen. Het bezoekersaantal steeg gevoelig en we bereikten een ruim publiek. Toch groeide door de jaren heen het verlangen naar een ligging dichter bij de ingang en meer zichtbaar in het straatbeeld. Bovendien waren er ook redenen van brandveiligheid die tot een verhuis dwongen. De verantwoordelijken van het huis dachten mee na over een oplossing. Vrij snel werd er beslist om te verhuizen naar een mooie ruimte, vlakbij het onthaal, die vrijgekomen was.
VOOR GELOVIGE EN ZINZOEKER
Monseigneur Léonard, zuster Lieve Dirken (rechts naast de bisschop) en de ploeg vrijwilligers van De Peerle
Dankbaar kijken we terug op deze geschiedenis. De gulheid van het beleid van ons bisdom en van het diocesaan pastoraal centrum, maakten dat we konden groeien en onze weg zoeken in een sterk veranderende Kerk en maatschappij. Waar bij de opstart van de Trefzaal vooral priesters en religieuzen hun weg vonden naar ons vonden, bereiken we nu een rijk geschakeerd publiek. Dit toont aan dat er nood is aan dit soort winkels, dat ze een meerwaarde bieden. En dit niet
enkel voor de gelovige, maar ook voor de zin-zoeker. De Peerle heeft een ruim aanbod boeken voor kinderen en volwassen: Bijbels en gebedenboeken, boeken rond geloof, spiritualiteit en mystiek. Daarnaast bieden we voor diverse gelegenheden een selectie kaarsen aan, die we zelf, dankzij een handige vrijwilligster, personaliseren. Het kaartenaanbod breidde de voorbije jaren sterk uit. We streven ernaar om voor een groot publiek een verscheiden aanbod van religieuze en zinvolle kaarten aan te bieden. De kerstkaarten kennen duidelijk ieder jaar meer succes. Dit zegt toch iets over de gelovige beleving van dit feest. De God die mens wordt krijgt weer de plaats die Hem toekomt. Leuke geschenkideeën, religiosa, cd’s en dvd’s maken ons aanbod volledig. We houden dit aanbod niet binnenskamers. De jaarlijkse kerstmarkt is een traditie geworden. Parochies die rond deze periode zichtbaar willen zijn op één of ander evenement, komen bij ons langs voor een kleine stand. Catechisten, mensen uit het onderwijs, vormingswerkers en anderen kunnen bij ons boeken en andere zaken ontlenen voor een verkoop en de niet-verkochte artikels terugbrengen.
MEER DAN EEN WINKEL Dankzij de groep vrijwilligers is de winkel elke dag open (behalve zon- en feestdagen). Deze mensen bieden een warm
onthaal en een luisterend oor. Wie een vraag heeft of hulp verwacht, kan zich steeds tot hen richten. De Peerle wil meer dan een winkel zijn: luisteren naar klanten en hen trachten te helpen, krijgen grote aandacht. Met een groot pastoraal hart, willen we iedereen te woord staan. Dit is als liturgisch centrum onze eerste opdracht. Zo doen we op een eigentijdse manier aan verkondiging en evangelisatie: zorgen dat het geloof en de spirit van zowel zoekers als gelovigen gevoed worden. We vinden het een belangrijke taak in onze Kerk vandaag. Hoe kunt u ons hierin ondersteunen? Door ons aanbod zoveel mogelijk aan te prijzen en bekendheid te geven. Verwijs mensen door naar onze website of winkel zodat mensen weten dat we bestaan. Sinds kort is de winkel van De Peerle ook online. Zo kan je je inkopen doen of een vraag stellen buiten onze openingsuren. Een deel van ons aanbod is te vinden op de website www.depeerle. be. Vind je hier niet wat je zoekt? Stuur een mailtje of kom eens langs. Zuster Lieve Dirken, verantwoordelijke voor De Peerle
Liturgisch centrum De Peerle, Varkensstraat 6 (ingang Diocesaan Pastoraal Centrum), 2800 Mechelen. Telefoon 015 29 84 62, e-mail
[email protected], website www.depeerle.be.
De Pee r le z o e kt vri jwillige r s Beschikt u over vrije tijd en zoekt u een aangename en zinvolle tijdsbesteding? Kom dan een kijkje nemen in De Peerle waar al vele jaren vrijwilligers mee de dienst uitmaken. Wat mag je van ons verwachten: een inlooptijd waarin je het werk leert kennen (ook nadien is er de nodige ondersteuning); een aangename werkplek waar je je talenten kan ontplooien; een warme maaltijd; een verzekering. Wat verwachten we: Je bent gelovig en je hebt kennis van en interesse voor het aanbod van de winkel. Je bent één dag per week beschikbaar. Je hebt een basiskennis computer. Heb je interesse? Neem dan contact op met zuster Lieve Dirken.
28
pastora l ia
29
pa stora l ia
Oefening of mislukking in dialoog?
Christenen en moslims in het Midden-Oosten
Al jaren luiden de christelijke gemeenschappen in het MiddenOosten de alarmbel. Hun toekomst staat op het spel door toenemende politieke spanningen, maar ook religieuze discriminatie is een reden voor de exodus. Nu de Arabische lente in een aantal landen via democratische weg een nieuw regime op de been zal brengen, is het afwachten of die democratische ingesteldheid de rechten van minderheidsgroepen respecteert. In Syrië, waar relatieve vrijheid voor christenen heerst, wordt gevreesd dat het islamitisch recht algemeen zal worden toegepast. In Egypte zijn zowel tekenen van eenheid als van tweedracht zichtbaar.
DENKEN IN TERMEN VAN OPPOSITIE Tenzij er een nieuwe Atatürk opstaat, lijkt het weinig waarschijnlijk dat de nieuwe regimes zich zullen laten leiden door de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Dan zouden zij een tekst aanvaarden, opgesteld door het Westen zonder medewerking van moslims. Een visie van totale gelijkheid is trouwens niet noodzakelijk verenigbaar met de islam. Gerechtigheid kan nooit het resultaat zijn van louter menselijke wetten en voorschriften, want die weerspiegelen vooral particuliere belangen en niet Gods wil. Alleen door de onderwerping aan God maken mensen zich vrij van willekeurig gedrag en tendentieuze opinievorming. Moslimideologen wijzen daarom ‘universele mensenrechten’ af, zoals de gelijkheid van man en vrouw en de vrijheid om van religieuze overtuiging te veranderen. Als tegengewicht werden verklaringen opgesteld met islamitische waarden als uitgangspunt. De Islamitische Verklaring van de Rechten van de Mens (1981) vermeldt onder meer dat ieder persoon zijn gedachten en geloofsbeginselen mag uitdrukken, maar steeds binnen de grenzen van de wet (sjaria). Hetzelfde geldt voor de verspreiding van informatie. Volgens de Verklaring van de Islamitische Rechten van de Mens (1990) is het verboden de onwetendheid of armoede van de mensen te misbruiken om hen van religie te doen veranderen of tot atheïsme aan te zetten. Die maatregel viseert de westerse missionering in islamitische landen. Tevens wordt eraan herinnerd dat de
sjaria de enige bron is om mensenrechten te interpreteren.
lambeleving voorstaat en geleid wordt vanuit Saoedi-Arabië.
NIEUWE STRATEGIE BIJ DE MOSLIMBROEDERS?
EIGEN GODSDIENST ONVOLDOENDE GEKEND
In hoeverre de nieuwe coalities in dat oppositionele denken zullen verder gaan, is niet voorspelbaar. Vooral in Egypte is de toestand onduidelijk. Sinds maart 2011 zouden meer dan honderdduizend kopten het land hebben verlaten, te wijten aan de onzekerheid na de val van president Moebarak, maar ook aan het toenemend geweld tegen christenen en het gebrek aan bescherming door de overheid.
Moslimgroeperingen die in Somalië, Nigeria, Pakistan, Indonesië en Maleisië elke gelegenheid te baat nemen om de suprematie van de islam met geweld te bevestigen, getuigen niet van grondige kennis van hun eigen traditie. De bronnen zouden wel eens vredelievender kunnen zijn dan hun handelwijze: ‘Zij die geloven, zij die het jodendom aanhangen, de christenen en de Sabiërs die in God en de laatste dag geloven en die deugdelijk handelen, voor hen is hun loon bij hun Heer en zij hebben niets te vrezen noch zullen zij bedroefd zijn.’ (Soerat 2, 62 (2)).
Anderzijds is het opvallend dat de moslimbroeders enige tijd terug het geweld als onderdeel van hun strategie hebben afgezworen. Meer nog: zij dragen nu een koptisch christen voor als kandidaat voor het gouverneurschap van de provincie Qaliubiya. Tegelijk meldt hun website dat het door de Koran niet verboden is om voor een christen te stemmen. In de periode van het kerstfeest boden ze aan om comités op te richten ter bescherming van kerken. Een delegatie woonde zelfs de middernachtmis in Caïro bij. Hopelijk is dat een teken dat de moslimbroeders hun fundamentalistisch-politieke lezing van de Koran hebben ingeruild voor een religieus-spirituele, zoals die wellicht bedoeld was. Dat neemt echter niet weg dat hun partij Vrijheid en Gerechtigheid in de verkiezingen ideologisch werd voorbijgestoken door de Partij van het Licht, een groep salafisten die een strenge is-
Misschien kunnen moslims ook eens het werk van hedendaagse denkers ter hand nemen. De Indonesiër Nurcholish Madjid aanvaardt het religieuze pluralisme, dat volgens hem behoort tot het goddelijk heilsplan. Door die verschillende religies gewild te hebben, kan God zien welk volk Hem het meest trouw is. Alle religies bezitten de ‘universele weg’, het pad dat naar God leidt. Hij herinnert eraan dat in het evangelie (een van de vele ‘particuliere wegen’) ook van Jezus gezegd wordt dat Hij ‘de Weg’ is, Hij die behoort tot de grote profeten in de islam. De Indiër Ashgar Ali Engineer gaat ervan uit alle volkeren spiritueel naar God toegroeien door hun eigen weg zo consequent mogelijk te volgen. Het was voor Allah kinderspel geweest
Moskee Abdallah en koptische kerk in Amman (Jordanië) alle mensen tot één identieke gemeenschap te maken, maar Hij begiftigde de mensheid precies met de rijkdom van de verscheidenheid. Daarbij kijkt de Koran volgens hem niet in de eerste plaats naar dogma’s, maar naar de goede daden van de mensen ter bevordering van een vredevolle en rechtvaardige samenleving. Ook al geven ze blijk van een verschillende levenswandel, allen bezitten de essentie van wat ‘God dienen’ betekent. Het is niet aan mensen om elkaar te domineren of te beslissen wie gelijk heeft. Helemaal in overeenstemming met de Koranische almacht van God, behoudt hij dat recht voor aan God zelf. Ook de ZuidAfrikaan Rashied Omar gaat ervan uit dat het religieus pluralisme door God gewild is. Hij staaft die opvatting ondermeer met Soerat 10, 99: ‘En als jouw Heer het had gewild, hadden wie er op de aarde zijn allen geloofd. Of kun jij de mensen dwingen gelovigen te worden?’
CONCLUSIE VOOR ONS De situatie waarin medechristenen zich in het Midden-Oosten bevinden, kan ons niet onberoerd laten. Ook bij ons zullen beide geloofsgemeenschap-
pen het religieus onrecht moeten erkennen en veroordelen. Willen we vermijden dat voorbijgewaande toestanden van haat en uitroeiing zich opnieuw in ’s mensen gedachten nestelen, is het enige alternatief de dialoog: ginds en hier. Jan Van Eycken, Interreligieuze Dialoog van de kerk in Brussel (IDkB)
Voor meer duiding over de visie van de islam op het samenleven met andersgelovigen (alsook de visie van het christendom, jodendom en boeddhisme): zie www. idkb.be > ‘publicaties & lectuur’ > ‘hoe zien religies elkaar’.
30
pastora l ia
29 april 2012: Roepingenzondag
va n u i t
De Vlaamse Roepingenpastoraal biedt als campagnemateriaal op haar website www.roepingen.be een affiche, gebedskaarten, en een gebedswake aan. Dit jaar schreef monseigneur De Kesel, bisschop van Brugge, het gebed voor roepingen. Op de website kan ook de dvd ‘4-kant voor God’ en de brochure ‘Hemel en aarde bewegen’ aangevraagd worden. Het hele jaar door worden elke maand voorbeden gepubliceerd, bestemd om te gebruiken in de liturgie van eucharistievieringen en gebedsdiensten. Deze beden helpen ons om met regelmaat de ‘Heer van de oogst te vragen arbeiders te zenden om de oogst binnen te halen’ (Lc 10, 2). Naast de expliciete beden om priesterroepingen en roepingen tot het religieuze leven bidden we opdat elke gedoopte en elke gemeenschap ten volle zijn of haar roeping mag vinden opdat het Rijk Gods mag groeien.
d e
BRUSSEL
‘Roepingen, geschenk van Gods Liefde’
Voor de boodschap voor de Wereldgebedsdag voor Roepingen van zondag 29 april koos paus Benedictus XVI als thema ‘Roepingen, geschenk van Gods Liefde’. Gelovigen worden aangespoord om jongeren de schoonheid van de goddelijke liefde te helpen ontdekken. Dat kan een vruchtbare voedingsbodem worden voor nieuwe geestelijke roepingen.
31
pa stora l ia
Gebed om roepingen Goede God, zozeer hebt Gij ons liefgehad dat Gij ons Jezus hebt gegeven, uw veelgeliefde Zoon. Hij heeft ons het goede nieuws gebracht van uw menslievendheid. Maak ons gevoelig voor zijn woord, waakzaam en vol aandacht voor wat Hij ons vraagt. Verzamel ons tot zijn leerlingen aan Hem gehecht als ranken aan de wijnstok. Beziel ons en heel uw kerk met durf en geestkracht om te doen wat Hij heeft voorgedaan. Roep velen in uw kerk, in verscheidenheid van gaven, mannen en vrouwen, om teken te zijn van uw aanwezigheid en van uw goedheid voor alle mensen. Laat uw woord helder zijn en klaar: dat we onbevangen en vrij de weg gaan waarop Gij ons roept. Amen. + Monseigneur Jozef De Kesel Bisschop van Brugge
OPRICHTING VICA RIA A L BEHEERSKA NTOO R
Het is ondertussen al ruim vijf jaar dat de dekenaten in Brussel tot een viertal werden gegroepeerd: het dekenaat Brussel-Centrum (13 parochies), het dekenaat Brussel-Noord-Oost (30 parochies), het dekenaat Brussel-West (31 parochies) en het dekenaat Brussel-Zuid (34 parochies). Daarbij werden de dekens in hun nieuwe opdracht bijgestaan door een adjunct-deken, een secretaris en een intendant. Zoals elders in ons bisdom werden er begin vorige eeuw al overal dekenale vzw’s ‘parochiale werken’ opgericht, die het plaatselijke, parochiale beheer van goederen moest ondersteunen en conform maken aan alle geldende burgerlijke en kerkelijke normen. De intendanten krijgen als opdracht om het dekenaal beheer van roerend en onroerend patrimonium te helpen coördineren. Ze vormen de link tussen de dekenale vzw’s en de economische raad en zijn telkens als genodigde aanwezig op de vergaderingen van de raad van bestuur van de dekenale Vereniging voor Parochiale Werken (VPW). Daarnaast bestaat hun taak erin om de verschillende kerkfabrieken en plaatselijke vzw’s te woord te staan of, waar mogelijk, van dienst te zijn. De economische raad bestaat uit de vicariale verantwoordelijken: de hulpbisschop en zijn adjunct, verantwoordelijken vanuit het aartsbisdom en de vier intendanten. Op deze wijze wordt de economische raad een ontmoetingsplaats op het dekenale, het vicariale en het diocesane niveau. De economische raad neemt een aantal coördinerende functies waar, zoals de regelmatige actualisering van
v i car i ate n het ‘vademecum voor het beheer van het tijdelijke’ of de ontwikkeling van een boekhoudkundig computerprogramma voor kerkfabrieken, om maar deze twee voorbeelden te geven. De economische raad, die één keer per maand bijeenkomt, kreeg specifiek de bevoegdheid om namens het aartsbisdom canonieke machtigingen te geven aan de dekenale vzw’s (indien een dekenale vzw. wil overgaan tot de verkoop of de aankoop van een onroerend goed of er een erfpacht wil op geven, is een goedkeuring vanwege het bisdom noodzakelijk: de zogenaamde canonieke machtiging) en om een (on-)gunstig advies te geven aan de Kerkfabrieken voor die kwesties waar de wetgeving dat advies vraagt van de diocesane overheid. Om te beantwoorden aan een reeds langer gevoelde nood, werd recent het ‘Vicariaal Beheerskantoor’ opgericht. Het betreft een meer permanent orgaan, met een dagelijkse aanwezigheid, dat de economische raad wil ondersteunen door voorbereidend en uitvoerend werk op zich te nemen. Bij de bespreking van concrete agendapunten werd op de raad meer dan eens ervaren dat een bredere achtergrondinformatie wenselijk was, om met meer kennis van zaken maar ook op een meer consequente wijze over de diverse dekenaten heen beslissingen te kunnen nemen. Bovendien was het duidelijk dat een raad, die maandelijks vergadert, regelmatig beslissingen neemt die verdere uitwerking of meer dagelijkse opvolging vragen. De raad zelf kan hiervoor niet instaan en wordt daarin door het Vicariaal Beheerskantoor bijgestaan. Het uitwerken van een boekhoudkundig computerprogramma voor kerkfabrieken kan dit illustreren: de beslissing nemen is één ding, maar alles in het werk stellen opdat het programma er effectief zou komen (met regelmatig overleg met de programmeurs en dies
meer) is toch nog een andere kwestie. Binnen de schoot van dit Vicariaal Beheerskantoor werd ook een studiegroep opgericht met de naam ‘Urbis Ecclesiae’, die wil nadenken over verschillende juridische en andere aspecten met betrekking tot de gedeeltelijke of gehele herbestemming van kerkgebouwen. De bedoeling is om kennis te verzamelen die nodig is voor een goed beleid, het begeleiden van parochiale verantwoordelijken en een toekomstvisie te ontwikkelen. Het Vicariaal Beheerskantoor en de bijhorende werk- of studiegroepen zijn in de eerste plaats bedoeld als ‘interne’ organen. De dekenale intendanten zijn en blijven de aanspreekpunten van de lokale verantwoordelijken voor specifieke vragen en noden bij het beheer van de materiële middelen, binnen de context van vzw of kerkfabriek. Het Vicariaal Beheerskantoor is bedoeld ter ondersteuning van deze intendanten in hun overleg met elkaar en het bisdom. Tony Frison ME T R O P O LI S 2 012
Op Aswoensdag is Metropolis 2012 officieel van start gegaan. Twee dagen ervoor stelde monseigneur Kockerols het initiatief voor aan de pers. Het vicariaat dankt de media die er aandacht aan hebben besteed, zoals TV-Brussel en het weekblad Brussel Deze Week, die een groot deel van het doelpubliek van deze actie bereiken. Het vicariaat dankt ook al degenen die hebben geholpen om het Metropolis-project vorm te geven. Het was immers kort dag om alles klaar te krijgen op de luttele maanden tussen september vorig jaar en februari 2012. Een belangrijk moment was de Viering van de Uitverkiezing op zondag 26 februari in de Sint-Michiels- en Sint-
32
pastora l ia
r u b r i e k
Goedelekathedraal met 46 volwassen doopkandidaten die op Pasen dit initiatiesacrament zullen ontvangen. Vier van hen gaven een getuigenis over hun weg naar het geloof in Jezus. De aartsbisschop gaf een catechese. GR A TI S MA A ND B LA D
Midden februari is het eerste nummer van het gratis maandblad van de katholieke Kerk van Brussel ‘Zeg maar K/C à dire’ verschenen. Het blad is drietalig. Het telt zes Nederlandse pagina’s, twee Engelse en acht Franse. Het blad heeft twee tegengestelde voorpagina’s, zodat men het moet omdraaien om de andere helft te lezen. Het staat midden in de actualiteit met een openingsartikel over solidariteit in de crisistijd. De opmaak is fris en hedendaags. Dat blijkt al meteen uit de Nederlandstalige voorpagina met een titel als ‘Heeft een kleuter een iPad nodig?’ als blikvanger. De oplage van 10.000 exemplaren wordt door een professioneel bedrijf verdeeld. Zo komt het blad op voor de Kerk atypische plaatsen, waar veel volk over de vloer komt. P AS TO R A L E R A A D
Op dit ogenblik lopen de antwoorden binnen met de namen van de vertegenwoordigers, die door de pastorale eenheden naar de nieuw te vormen pastorale raad worden afgevaardigd. Zodra de lijst volledig is, kan een startdatum worden vastgelegd voor de nieuwe raad. De eerste vergadering zal vermoedelijk eind april of begin mei zijn. P R I ES T E R R A A D
De Nederlandstalige priesterraad van Brussel vergaderde op 15 februari jongstleden. Er stonden twee hoofdpunten op de agenda. Ten eerste het manifest ‘Gelovigen nemen het woord’ dat aan de Vlaamse bisschoppen is overhandigd. De raad hield er een serene gedachtewisseling over. Eén van
de leden had een map met persknipsels bijgehouden, waaruit bleek dat de reacties op het manifest zeer uiteenlopend waren. Ook in de raad waren er diverse reacties te horen. Eén ding kwam uit het gesprek duidelijk naar voren, namelijk dat de prangende vraag niet die naar de ambtsvoorwaarden is. Die blijft ondergeschikt aan de vraag welke pastoraal we willen voor de Kerk in Brussel. Hoe kunnen we onze gemeenschappen meer uitstraling geven?
twee Nederlandstalige priesterraden in ons bisdom. De eerste keer gebeurde dat in juni vorig jaar, naar aanleiding van het voorstel van een officiële commissie van wijzen over de bezoldiging van de bedienaren van de eredienst. Toen werd een kerkjurist uitgenodigd om een en ander toe te lichten. Deze keer zal het een gewoon thema zijn dat de beide priesterraden aanbelangt.
In zekere ging het daar ook over bij het tweede agendapunt, waar de herbestemming van kerkgebouwen ter sprake kwam. Aan de hand van concrete dossiers zoals de Sint-Catharinakerk in het Centrum en Sint-Hubertus in Watermaal-Bosvoorde, onderstreepte Tony Frison namens de hulpbisschop de complexiteit van de zaak. Aan de vraag om herbestemming van kerkgebouwen zitten zowel sociologische als juridische en politieke aspecten vast. Een kerkgebouw bepaalt mee het gezicht van een wijk. Op juridisch vlak hebben zowel het kerkelijk als het burgerlijk recht (voor de oprichting of opheffing van parochies bestaan civiele procedures) een woordje mee te spreken. Omdat de gemeentelijke overheid bijspringt wanneer de kerkfabriek onvoldoende middelen heeft, verlangt in sommige gevallen ook de politiek om hierbij betrokken te zijn.
VIC ARIAL E RAAD
Op de maandelijkse vergadering over fundamentele kwesties van de vicariale raad stond in februari ook (hoe kan het anders) de vraag centraal over hoe de pastoraal van morgen eruit moet zien. Daarnaast kwam de jaarlijkse sessie voor de verantwoordelijken van de pastorale eenheden ter sprake, die het gesprek over de diaconie zal verder zetten waarmee vorig jaar werd gestart. Deze keer werd het programma voor de Franstalige sessie in Rixensart besproken; in maart zal het gaan over de Nederlandstalige sessie die dit jaar uitzonderlijk in Drongen zal plaatshebben, en niet in Kortenberg. T. Frison/Th. C. Madder IN MEMORIAM
33
pa stora l ia
r u b r i e k
keerde had hij veel geneesmiddelen te slikken. Dat maakte dat Paul altijd veel met zieken heeft opgetrokken. In de parochies waar hij geweest is, Drogenbos, Asse Wambeek en Sint-Jozef Bosstraat (Lombeek), legde hij enorm veel ziekenbezoeken af. Hij ging mee op bedevaart naar Lourdes en Banneux, telkens met zieken. Daar ontpopte hij zich als de vrolijke man, die graag een kaartje legde. Paul hield van twee dingen in zijn leven: van de dagelijkse mis en van Onze-Lieve-Vrouw. Het heeft zijn leven getekend. Hij las iedere dag mis, soms
In de maand mei zal er nog eens een gezamenlijke vergadering zijn van de
De kerk van Wambeek overlaadde hij met Mariabeelden in allerlei vormen. Zijn paternoster was dikwijls het enige dat hij meenam als hij weer eens opgenomen werd in de kliniek. Hij kwam in contact met de Katholieke Vereniging voor Zieken (KVZ), werd lid, werd voorzitter en later bezieler van deze
groep. Beetje bij beetje moest hij loslaten: eerst de parochie van Sint-Jozef, daarna de parochie van Wambeek en ten slotte ook KVZ. In het rusthuis in Liedekerke werd hij nog lid en proost van Ziekenzorg. Voor zover zijn gezondheid het nog toeliet, legde hij bezoekjes af bij mensen. Paul heeft dan bewust afscheid genomen van zijn omgeving en als een kaarsje is hij uitgegaan. In Wambeek kreeg hij een waardige uitvaart. Jozef De Ridder, federatiepastoor Ternat
pers o n al i a BENOEMINGEN VLA A MS- BRA BA NT EN MECHELEN
De heer Bart DE BAKKER, permanent diaken, wordt benoemd tot medewerker in de pastoraal van het dekenaat Zoutleeuw. Mevrouw Kristl VAN CLEEMPUT wordt benoemd tot educatief medewerker IJD in het vicariaat Vlaams-Brabant en Mechelen. BRUSSEL
Uiteraard kwam op de raad de symboolwaarde van het kerkgebouw ter sprake. Bij een eventuele herbestemming moet op voorhand duidelijk zijn dat de nieuwe functie verzoenbaar is met de oorspronkelijk bestemming van het gebouw. De grondvraag is echter welke gebouwen we als ‘Kerk’ nodig hebben voor de gemeenschappen van morgen. Daarbij is het altijd zo geweest dat men kerken bouwde in functie van de behoeften. De infrastructuur volgt het pastorale leven en niet omgekeerd.
meerdere. Het was de tijd dat hij ’s morgens in alle vroegte, in het Engels, mis las bij de zusters van Moeder Teresa in Brussel. En toen niemand meer in de week naar de kerk kwam voor de eucharistie, sloot hij aan bij de monniken van Affligem om met hen te vieren.
Mevrouw Christel PIROTTE wordt benoemd tot lid van de dienst catechese. De heer Christian VINEL, priester, wordt tevens benoemd tot lid van de stuurgroep catechumenaat.
•
DIOCESA A N
Mevrouw Hilde PEX wordt benoemd tot medewerkster van de stuurgroep vorming permanent diaconaat en van de stuurgroep opleiding pastoraal werk(st)ers.
•
PAUL B E Y E NS
In het rusthuis Sint-Rafaël in Liedekerke overleed Paul Beyens. Hij was er amper enkele maanden. Nadat hij in 2007 Wambeek had verlaten, heeft hij niet veel goede dagen gekend. Paul heeft nooit een sterke gezondheid gehad. Al na het eerste jaar van het seminarie moest hij twee jaar onderbreken wegens ziekte. En toen hij terug-
Pater Czeslaw Antoni POPOWICZ, priester van de ‘Fraternité Monastique de Jérusalem’ wordt benoemd tot medeverantwoordelijke voor de Franstalige pastoraal in de pastorale eenheid Sint-Gillis van het dekenaat BrusselZuid. WA A LS- BRA BA NT
De heer Denis KIALUTA LONGANA, priester van het bisdom Kinshasa (Democratische Republiek Congo), wordt tevens benoemd tot verantwoordelijke voor ‘Justice et Paix Brabant Wallon’.
VICA RIA A T ONDERWIJ S
• De heer Frans MATTHEÜS wordt benoemd tot coördinator pastoraal in het basisonderwijs.
•
ONTSLAGEN De aartsbisschop heeft het ontslag aanvaard van: • de heer Jean DE WULF, priester, als meewerkend priester in de federatie Alsemberg; • pater Vincent FERRANT, priesterjezuïet, als aalmoezenier van het Universitair Medisch Centrum Sint-
•
Pieter, site Sint-Pieter, Brussel en als aalmoezenier Instituut J. Bordet, Brussel, maar behoudt wel zijn andere functie; pater Laurent Nicolas JACOB, priester van de ‘Fraternité Monastique de Jérusalem’ als medeverantwoordelijke voor de Franstalige pastoraal in Vorst, Sint-Antonius van Padua; in Sint-Gillis, Jezus-Arbeider; in Sint-Gillis, Sint-Alena; in SintGillis, Sint-Bernardus en in Sint-Gillis, Sint-Gillis; de heer Eric PÉTRÉ, priester, als meewerkend priester in de federatie Landen; zuster Mieke VAN ASSCHE als pastoraal werkster in Bornem, AZ Sint-Jozef campus Willebroek; de heer Luk VAN DEN NOORTGATE, priester, als aalmoezenier van het Hospitaal Koningin Astrid in Neder-over-Heembeek; mevrouw Josépha WITZ, pastoraal werkster, als lid van de aalmoezeniersploeg Algemene Kliniek SintJan, site Kruidtuin, Brussel en site Middaglijn, Sint-Joost-ten-Node.
34
pastora l ia
r u bOVERLIJDENS r i e k M E CH EL EN - B R U S S E L
De heer André CONSTANTIN (geboren op 6/4/1927 en gewijd op 23/6/1974), permanent diaken, overleed in Eghezée op 9 februari 2012. Van 1974 tot 1997 was hij medeverantwoordelijke voor de pastoraal in Chastre, Saint-Martin, Blanmant. De heer Paul BEYENS (geboren op 2/1/1939 en gewijd op 21/6/1968), priester, overleed in Liedekerke op 14 februari 2012. Hij was achtereenvol-
gens parochievicaris in Drogenbos, Sint-Niklaas (1968-1972) en in Asse, Sint-Martinus (1972-1980), pastoor in Ternat, Sint-Remigius, Wambeek (1980-2007), parochieadministrator (1987) en pastoor (1987-2001) in Ternat, Sint-Jozef, Sint-Katherina-Lombeek en meewerkend priester in de federatie Ternat (2002-2007).
Zwijndrecht op 13 februari 2012. De heer Carlo CLAES (geboren in Mol op 11/6/1938 en gewijd op 11/6/1938), priester, overleed in Mol op 19 februari 2012. De heer Jozef BAETEN (geboren in Borgerhout op 29/4/1921 en gewijd op 26/5/1945), priester, overleed in Boechout op 23 februari 2012.
Op zaterdag 5 mei is er in Hoegaarden een misdienaarsdag voor alle misdienaars tussen 8 en 24 jaar. Het thema van de dag is ‘Quo vadis?’ (‘Waar ga je heen?’). We duiken naar de eerste eeuwen van het christendom in onze streken. We worden spelenderwijze uitgedaagd door ‘martelaren’ en ‘Romeinse soldaten’ om voor ons geloof te strijden en dit te verdiepen. We eindigen met een eucharistieviering waarin hulpbisschop Lemmens voorgaat. Afspraak om 10 uur in het station van Tienen en einde rond 17 uur. Info en inschrijving: vóór 20 april op www.cassianus.ijd.be. Bijkomende info op www.misdienaars.ijd.be of contacteer Filip Hacour, telefoon 016 31 02 02 of filip.
[email protected].
Witte Donderdag in de Goede Week, maakt deze ommegang traditioneel deel uit van het paasgebeuren in de Sint-Pietersparochie van Galmaarden. De afstand bedraagt ongeveer acht kilometer. Samenkomst vanaf 19.30 uur in de parochielokalen, Bergstaat 38. Het vertrek heeft er plaats om 19.45 uur. De relikwie van het heilig Kruis, die ooit gevat werd in een waardevol zilveren kruis en omringd wordt door flambeeuwen, wordt op een draagstoel meegedragen. In de Sint-Pauluskapel houdt pastoor Penne een rustpunt met gebed, bezinning en verering. Onderweg zorgen de Sint-Pietersparochie en de Broederschap van het heilig Kruis van Galmaarden voor een gebedsbegeleiding. Bij de terugkeer in de parochielokalen is er mogelijkheid om even na te praten bij een kop koffie en een koekje, aangeboden door de Broederschap.
OMMEGANG In Galmaarden heeft op woensdag 4 april de eeuwenoude ommegang van het heilig Kruis plaats. Dat is al voor de dertigste keer sinds de heroprichting van de Broederschap van het heilig Kruis in 1982. Op de vooravond van
Info en inschrijving: Pascal Barbé en Rita Vanderheyden, telefoon 02 356 69 61, email
[email protected].
PAARDENPROCESSIE IN HAKENDOV ER
aa n k o n d i g i n ge n DIOCESANE MIS DIENAARSDAG
r u b r i e k
tief van KWB en KAV vindt plaats van vrijdagavond 20 tot zondagmiddag 22 april in La Foresta, Prosperdreef 9 in Vaalbeek. Een weekend voor gezinnen die op zoek zijn naar kapstokken voor zingeving in hun leven en hun relatie.
ANT WE RPE N
De heer Herman PEETERS (geboren in Berchem op 16/9/1925 en gewijd op 23/7/1950), priester, overleed in
DE PELGRIM In het onthaal- en vormingscentrum De Pelgrim in Scherpenheuvel begeleidt Hans Geybels op woensdag 4 april een midweekdag met als thema:
Passie van de Heer: feit en spiritualiteit. Gastspreker Geybels bespreekt de passie van de Heer in het evangelie volgens Marcus: ‘Marcus slaagt erin ons voortdurend te ondervragen vanuit zijn verhaal. Hij kijkt ons recht in de ogen en vraagt: ‘En jij? Wat doe jij?’ Doorheen de spiritualiteit kan men op zoek gaan naar wat er tweeduizend jaar geleden echt gebeurd is. Hoe ging zo een kruisiging in zijn werk? Is het allemaal echt gebeurd?’ Deelname aan de midweekdag, die begint om 14 uur, kost 5 euro. Info en inschrijving: De Pelgrim, Isabellaplein 15 A, 3270 Scherpenheuvel, telefoon 013 35 56 40, e-mail onthaalcentrum@ scherpenheuvel-info.be.
GEZINSWEEKEND Welke dingen zijn belangrijk voor onze relatie? Welke waarden vind ik belangrijk? Hoe ziet mijn partner de toekomst? Welke keuzes willen we als koppel maken? Wat willen we loslaten? Deze en nog andere vragen staan centraal tijdens een gezinsweekend met als thema: Zingeving. Dit initia-
35
pa stora l ia
In Hakendover, vlakbij Tienen, trekt op paasmaandag 9 april de jaarlijkse paardenprocessie uit. Dit evenement trekt doorgaans meer dan vijftienduizend bezoekers. De processiedag in Hakendover begint met een plechtige eucharistie om 10 uur in de parochiekerk. Monseigneur Leon Lemmens, hulpbisschop voor het vicariaat Vlaams-Brabant en Mechelen, gaat voor in die viering. Meteen daarna trekt de processie uit, met als hoogtepunt de spectaculaire paardengalop met honderden ruiters op de Tiense berg. Ten slotte volgt de zegening van de bedevaarders, de paarden en de veldgewassen. De oorsprong van deze processie gaat terug op de jaarlijkse herdenking van de stichting van de plaatselijke kerk. Die is toegewijd aan de Goddelijke Zaligmaker. Met een levend retabel wordt in de processie de stichtingslegende uitgebeeld. Volgens die legende zou de kerk van Hakendover in 690 opgetrokken zijn op initiatief van drie vrome maagden. Het grote aantal ruiters dat aan de paasmaandagprocessie deelneemt, verwijst naar een eeuwenoude traditie. Hakendover was namelijk al in de middeleeuwen een belangrijke bedevaartplaats, waar velen te paard of te voet naartoe kwamen. Info: Bart Adriaensens, telefoon 0495 59 80 13, e-mail
[email protected], website www.pp-h.be.
EXPO’S IN BRUSSEL In de Sint-Michiels- en Sint-Goedelekathedraal in Brussel loopt tot 15 april de tentoonstelling Passies. Fotografie van Stephen Sack. Sack is een Amerikaanse kunstenaar die al vele jaren in Brussel woont. In 1985 ontving hij de Prijs van de Jonge Belgische Schilderkunst. Sindsdien legde hij zich ook op fotografie toe. Hij was te gast in talrijke musea en galerijen, onder meer in Londen, Antwerpen, Keulen en New York. Sack is geboeid door voorwerpen die hun nut verloren zijn. Op een dag werd hij getroffen door de afdruk van een Christusfiguur op het fluweel dat hij als achtergrond gebruikte. Hij fotografeerde deze afdruk en herwerkte die foto in vele versies. Het werk dat hij in de kathedraal voorstelt, toont een onmiddellijk herkenbare Christus of een Christus die verdwijnt in de abstractie van de materie die hem omringt. De titel Passies zinspeelt op het lijden van diegene van wie het beeld op elke foto afgedrukt staat. Maar de titel verwijst ook naar de inzet van de kunstenaar die zich volop aan zijn kunst wijdt. In Passies vloeien schilder-, fotografie- en glasraamkunst samen. De gewelven van de kathedraal die deze tentoonstelling verwelkomen, vervolledigen die artistieke eenheid. Door de schoonheid van zijn werken licht Sack een tip op van de heerlijkheid die het lichaam na de dood te beurt zal vallen. Deze tentoonstelling maakt deel uit van het programma Metropolis 2012 en wordt georganiseerd in samenwerking met het Museum voor Moderne Religieuze Kunst van Koekelberg (website www.basiliek.be). Dagelijks gratis toegankelijk tijdens de openingsuren van de kathedraal (behalve tijdens liturgische diensten). Meer info bij Cultuur en Toerisme vzw, website www.kathedraalstmichiel.be. Eveneens een onderdeel van Metropolis 2012 is de expo Vurige harten, met schilderijen van Caroline Chariot-Dayez. Al
jaren is deze kunstenares geboeid door de plooien in stoffen. Plooien, die verontwaardiging of weerstand kunnen oproepen, doen afbreuk aan het beeld van een vlakke en eendimensionale wereld, die lelijk en dof is. Ze maken duidelijk dat de werkelijkheid geheimzinnige diepten kent, maar ook mooi en verbluffend kan zijn. Caroline Chariot-Dayez koos Bijbelse thema’s om haar ideeën uit te drukken. Een veelluik dat Christus en de twaalf apostelen voorstelt, vormt de kern van haar tentoonstelling. Die past in de dynamiek van Metropolis die mensen uitnodigt om de vurige harten van de apostelen te ontdekken. De expo Vurige harten is tot 15 april gratis te bezoeken in de Sint-Niklaaskerk, vlakbij het Brusselse beursgebouw. Een derde tentoonstelling van het Metropolis-project is Sint-Paulus: getuige van vroeger, getuige voor vandaag. Te bezoeken tot 15 april in de kerk van OnzeLieve-Vrouw van Laken, dagelijks van 14 tot 17 uur (gesloten op maandag).
Deze rubriek biedt maar een beperkte greep uit de activiteiten die in het aartsbisdom Mechelen-Brussel worden aangeboden. Een ruimer aanbod is te vinden op de website www. kerknet.be (kies ‘Aartsbisdom’ en vervolgens ‘Kalender’).
GEBED OM ROEPINGEN Bidden we tot onze God die als een goede herder zorg wil dragen voor zijn volk. Voor alle mensen: dat zij openstaan voor Gods roepstem in hun leven, dat ze Gods roepstem herkennen en er gevolg aan geven. Voor allen die zich geroepen weten tot het priesterschap of het religieuze leven: dat zij mensen ontmoeten die hen bemoedigen in hun radicale keuze voor het evangelie. Voor alle jongeren die in deze dagen gevormd worden: dat zij bewust voor Jezus’ weg kiezen en gelukkig worden in zijn voetspoor. Voor ons christenen: dat we elkaar bemoedigen en steunen om blijvend het voetspoor van Jezus te kiezen en er bedacht op zijn dat we in iedere toevallige voorbijganger God kunnen ontmoeten.