tekst P.A. Zevenbergen foto’s Samuel Otte
Heiligt het doel de middelen? Over moderne media in dienst van de kerk
Wonderen van techniek
14
20 augustus 2015
Moderne media zijn onontkoombaar. Ga er dus nuchter mee om, stelt dr. ir. Steef de Bruijn. ‘Media’ betekent immers letterlijk niet meer dan ‘middelen’? Maar is het ook mogelijk om deze media in dienst van de kerk en het Evangelie te stellen? Heiligt dit doel deze middelen? Of gaat er dan iets verloren? Ds. J. Hoekman en kand. J.K. Abbink, oprichters van Dioneth: „We willen het verleden voor jongeren ontsluiten en dichtbij brengen. Wie weet wat de Heere nog doen zal!”
vragen niet uit hun eigen jeugd. De Bruijn: „Ze maken zich grote zorgen over de kracht die de satan en de wereld door deze media uitoefenen op de kinderen die ze ooit bij het doopvont brachten.”
„De digitaliseringsgolf is geen tijdelijke hype,” stelt Steef de Bruijn, die zich diepgaand bezighoudt met vraagstukken rondom de nieuwe media. Hij herkent de worsteling in gezin en school met de nieuwe media. Ook de kerk ontkomt niet aan het geven van een antwoord op die ontwikkeling. Tegelijkertijd wil hij de ontwikkeling wel plaatsen tegen de juiste achtergrond: „De ICT-ontwikkelingen trekken diepe sporen door de hele samenleving.” Hij noemt een reeks voorbeelden: „Denk aan middenstanders die hun zaak failliet zien gaan door de opkomst van de webwinkels. Of aan knuffelrobots voor ouderen in een verzorgingstehuis. Aan examens die digitaal worden afgenomen. Aan de timmerman die via WhatsApp met z’n collega’s overlegt. Aan auto’s die geen chauffeur meer nodig hebben. Aan de fax, het fotorolletje en de ansichtkaart, die nu in het museum belanden. Aan solliciteren via YouTube. Allemaal zaken die nú spelen en die tien jaar geleden ondenkbaar waren.” Dat is niet relativerend bedoeld. Vooral ouders ervaren de snelle ontwikkelingen als een probleem en herkennen de
Dioneth
Dr. ir. Steef de Bruijn is in het dagelijkse leven adjunct-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad, lector Nieuwe media in vorming en onderwijs aan de Christelijke Hogeschool De Driestar. De Bruijn is ambtsdrager van de oud gereformeerde gemeente te Achterberg.
Het tij is niet te keren. Daarover zijn ds. J. Hoekman (53) en kandidaat J.K. Abbink (45) het ook eens. Beiden houden zich intensief bezig met één van de kansen die de digitalisering biedt, namelijk Dioneth, dat staat voor ‘Digitale Ontsluiters van Nederlandse Theologie’. Dioneth heeft een website waarop voor een breed publiek (zeldzame) theologische werken beschikbaar worden gesteld. Zelf zien ze de digitale ontwikkelingen niet als stormachtig „Wij zijn al zo’n tien jaar bezig met het digitaliseren van allerlei werken voor privé- en commercieel gebruik. En nog altijd staat het herkennen en doorzoekbaar maken van oude Nederlandse Gotische letters in werken van de vijftiende tot en met de negentiende eeuw in de kinderschoenen. De techniek werkt nog belemmerend. Daarnaast werkt ook kerkelijke verdeeldheid remmend. Christenen in Nederland
15
zijn kerkelijk gezien te verdeeld om tot een gezamenlijke digitalisering van eigen theologisch gedachtengoed te komen. De ‘digitaliseringsstorm’ is wat ons betreft nog in aantocht.”
publiek podium „Dioneth is opgericht uit de overtuiging dat het klassiek-gereformeerde erfgoed alléén functioneert op een publiek podium te midden van andere confessionele opvattingen. In die zin zijn we breed, omdat we ook werken zullen digitaliseren om waardig en ter zake apologetiek te bedrijven.” Ds. Hoekman en kandidaat Abbink attenderen op de Bijbelverklaringen die de komende tijd ‘de lucht in zullen gaan’. „Werken van bijvoorbeeld Calvijn, Patrick, Polus en Wels, Hellenbroek, Dächsel en Matthew Henry komen nu digitaal beschikbaar.” De website krijgt elke drie maanden een update. Dioneth werkt met jaarlicenties. „We hebben voorlopig drie speerpunten: lezen en zoeken op Bijbeltekst, preektekst en verklarende tekst,” lichten ze toe. Dioneth geeft de mogelijkheid te grasduinen in veel catechetische, dogmatische en ethische werken. De optie om te kunnen doorzoeken is belangrijk. Het geeft de mogelijkheid om snel te zien op welke verschillende manieren een bepaald woord gebruikt wordt. Dat is belangrijk om de juiste betekenis van zo’n woord te achterhalen.
gezegend effect Naast Dioneth zijn er meer initiatieven. Zo is er Pietas van de Stichting Studie Nadere Reformatie (SSNR), dat oude werken digitaal inzichtelijk wil maken. Ook is er Digibron, een soort digitaal archief, gericht op de gereformeerde gezindte. Hoe verhoudt Dioneth zich daartoe? Ds. Hoekman: „Bij de SSNR ligt de nadruk op ‘de Nadere Reformatie en de orthopraxie’. Bij Digibron ligt de focus op de laatste twee eeuwen kerkgeschiedenis. Dioneth wil ook afdalen naar wat de huidige kerken ooit gemeenschappelijk hadden. Daarom
16
Bijbelverspreiding via smartphone
Luisteren en lezen
E
en nieuwe ontwikkeling in het Bijbelverspreiden is het gebruik van de smartphone. Ook in minder ontwikkelde landen wordt veel gebruikgemaakt van de geavanceerde telefoontjes. Dat biedt kansen. Zo is het inmiddels in sommige gebieden mogelijk om een app te downloaden waarmee de Bijbel in de eigen taal beluisterd kan worden. Ondertussen kan de tekst op het schermpje worden meegelezen. In gebieden waar veel mensen niet goed kunnen lezen is dat een uitkomst, waar dan ook veel gebruik van wordt gemaakt. Een mooie bijkomstigheid is dat ze, doordat ze tijdens het luisteren de tekst kunnen bekijken, ook beter leren lezen.
„Een zoekmachine brengt je alleen bij die ene tekst of dat deel dat je zoekt, maar bij het doorbladeren stuit je onverwacht op andere passages” steef de bruijn
richt ze zich op Bijbeluitleg, preken en geloofsleerontwikkeling.” Beide initiatiefnemers zijn ervan overtuigd dat op termijn dit werk een gezegend effect zal hebben. „Wij willen luisteren naar het woord uit Prediker 12:1: ‘Werpt Uw brood uit op het water, want gij zult het vinden na vele dagen’.”
jong en oud De doelgroep van Dioneth is breed. Wie ook maar geïnteresseerd is in het klassiekgereformeerde erfgoed kan er terecht. „We denken dan met name aan leidinggevenden in kerk en school.” Het initiatief opent immers de mogelijkheid voor voorgangers en catechiseermeesters in korte tijd oud goud op te diepen. Dat kan de diepgang van de prediking ten goede komen. „Eén van de doelen is ook preventie. Want juist deze snelle toegang tot allerlei werken kan een bijdrage leveren tegen de naar onze mening steeds schraler wordende prediking en de steeds mondiger wordende gemeenten.” Ook jongeren hebben ze bij dit project voor ogen. „De jongere generaties krijgen omgang met de digitale media met de paplepel ingegoten. Juist voor hen willen we het verleden ontsluiten en dichtbij brengen. Wie weet wat de Heere nog doen zal.” Dioneth houdt rekening met hen die bezwaren hebben tegen het gebruik van internet. Daarom worden boeken ook offline via een tablet beschikbaar gesteld. Maar de ontwikkelingen zijn niet te keren, menen ze. Ds. Hoekman en kandidaat Abbink willen ook graag in gesprek met instellingen en scholen over de vraag of zij bereid zijn de Dionethcollectie via hun intranet aan te bieden.
Drie kanttekeningen De Bruijn vindt de digitalisering van oude bronnen zeer de moeite waard. Er zijn wel enkele kanttekeningen te plaatsen. „Ten eerste geldt: Gods Woord zélf is onuitputtelijk rijk. Wilhelmus à Brakel zegt daarvan: ‘’t Is een stroompje, waaruit een schaapje
20 augustus 2015
Ds. J. Hoekman (rechts op de foto), afkomstig uit Hasselt, is verbonden aan de hervormde gemeente De Ark te Urk. Voorheen was hij werkzaam in het bedrijfsleven en het onderwijs. Kandidaat J.K. Abbink is ouderling in de hervormde wijkgemeente ba in Vriezenveen en studeert voor predikant. Samen zijn ze de drijvende krachten achter Dioneth.
„Snelle toegang tot allerlei werken kan een middel zijn tegen een schraler wordende prediking”
drinkt, en een zee waarin een olifant verzinkt’. „Laten jongeren daarom in de eerste plaats de Bijbel blijven lezen. Op de catechisatie laat ik ze liever zelf bladeren in de Bijbel, zodat ze leren dat Ezra vóór Ezechiël ligt en dat dat eerste Bijbelboek ook een stuk dunner is.” Ook dreigt bij het digitaal doorzoeken het gevaar van ‘hap-snap’, ofwel van fragmentarisering, meent De Bruijn. „Een zoekmachine brengt je alleen bij die ene tekst of dat deel dat je zoekt, maar bij het doorbladeren kom je van de ene op de andere pagina en stuit je onverwacht op andere passages.” Verder is het goed om op je hoede te zijn bij het online zoeken van theologische informatie, stelt hij. „Op internet wordt een scala aan Bijbelstudies aangeboden, waarbij er veel kaf tussen het koren zit. Je belandt snel in charismatisch vaarwater of in de troebele vijver van Arminius.” Hoe kun je daarin selecteren? „Let erop of de verklaring van een vertrouwde auteur komt.“ Gezien de doelstelling en collectie van Dioneth dreigt daar overigens niet het gevaar om in zulk vaarwater of in die vijver terecht te komen.
ds. j. hoekman
Catechese en kerk Moet je kritiekloos aanvaarden of verstan-
17
dig terughoudend zijn ten opzichte van digitale middelen? De Bruijn kiest voor het laatste. Het geheel uitbannen van die middelen is onmogelijk, stelt hij „Hier past weer nuchterheid. De predikant gebruikt een microfoon die met een radioverbinding gekoppeld is aan luidsprekers, een ringleiding, een computer en de kerktelefoon. De koster heeft een mobieltje in z’n zak en regelt de temperatuur in de kerk met een elektronische thermostaat. Media die bijdragen aan spreken en luisteren of aan veiligheid en comfort, hoeven we niet te vermijden.” Ook de kerktelefoon gaat in veel gemeenten niet buiten de computer om. De Bruijn plaatst wel vraagtekens bij het meeluisteren via internet op een laptop of smartphone. „De onderlinge bijeenkomsten mogen niet nagelaten worden. En als het niet anders kan, dan niet met middelen die de drempel verlagen om een computer op zondag te gebruiken voor andere doelen en die eventueel leiden tot het volgen van een dienst elders.” Kritiekloos aanvaarden levert, volgens De Bruijn, het volgende beeld op tijdens de catechisatie. „Dan wordt het: ‘Even een filmpje kijken van het leven in Israël. Zo ziet een moerbeiboom eruit en dit is de Facebookpagina van dominee X. We gaan nu even skypen met zendeling Y’. In sommige kerken gaat de smartphone of tablet mee. Maar daar zijn ook gevaren aan verbonden. Ik moet er niet aan denken dat je in de kerk krijgt, wat ik op congressen meemaak: een beeldscherm voorin met een ‘tweet wall’, waar alle Twitterberichten van het publiek op verschijnen. Hier en daar komt dat al voor bij kerkdiensten.” Maar mogen aantekeningen tijdens de kerkdienst dan niet gemaakt worden op een tablet? Wilhelmus à Brakel adviseerde toch aantekeningen te maken ‘als een hulpmiddel voor uw memorie (…) maar ook om u te doen waken onder Gods ordonnantiën’? De Bruijn: „Ik heb niets
18
„Laten we ons digitale gezelschap wegsturen als we naderen tot de Heere en Zijn Woord willen overdenken” steef de bruijn
GBS digitaal
Handig hulpmiddel
D
e Gereformeerde Bijbelstichting (GBS) heeft de Statenvertaling met kanttekeningen digitaal gemaakt, aangevuld met de Belijdenisgeschriften, formulieren, verschillende psalmberijmingen en meer nuttige documenten. Deze zijn allemaal makkelijk doorzoekbaar. Het programma kan online gebruikt worden, maar ook zonder internet. Het doel van de GBS is om zo Bijbelstudie te vergemakkelijken. Een handig hulpmiddel! Kijk op: www.gbsdigitaal.nl
Bijbel met uitleg ook op smartphone
U
itgeverij De Banier overweegt als vervolgproject op de Bijbel met uitleg ook een digitale versie daarvan te produceren gebaseerd op de GBS-editie. Die zal zowel op de pc als de smartphone werken en mogelijk ook de kanttekeningen op de Statenvertaling bevatten.
tegen een tablet, maar in Gods huis geef ik de voorkeur aan een schriftje.”
Elektronische Bijbel Ook wat betreft het elektronisch gebruik van de Bijbel moet je nuchter zijn, vindt De Bruijn. „Ik zie geen bezwaar daartegen. Er zijn Bijbelteksten in steen gebeiteld, in muren van gevangeniscellen en catacomben gekrast, in talloze talen via de radio uitgesproken, op gedroogde dierenhuiden – oftewel perkament – geschreven, via luchtballonnen en usb-sticks verspreid die zo velen tot zegen zijn geweest. Gods Woord en Gods Geest zijn niet gebonden aan papier.” Maar heeft het wel meerwaarde? Daar is De Bruijn van overtuigd. „De GBS heeft een prachtig programma ontwikkeld en voor de smartphone bestaan er goede apps” (zie kader). In de kerk verdient dat gebruik bepaald niet de voorkeur, maar een digitale versie kan wel behulpzaam zijn bij “het zoeken, ontleden en technisch lezen van teksten en verklaringen. Maar het persoonlijk Bijbellezen vraagt in de eerste plaats een eerbiedige luisterhouding. De laptop en de smartphone zijn, letterlijk en figuurlijk, een sta-in-de-weg als je je knieën wilt buigen en je handen vouwen. Laten we ons digitale gezelschap wegsturen als we naderen tot de Heere en Zijn Woord willen overdenken.” De Bruijn heeft er geen moeite mee om jongeren voor catechisatie of jeugdvereniging uit te nodigen via middelen waarmee zij goed te bereiken zijn. „E-mail, sms, WhatsApp of Facebook zijn middelen die onderdeel zijn van hun leven.”
Niet of, maar hoe Digitale media zijn slechts middelen. Ze zijn onontkoombaar geworden, maar zij zijn nooit doel op zichzelf. Hóe gebruiken jongeren én ouderen die middelen? Gebruiken zij ze voor het onderzoek van Gods Woord en het erfgoed van de vaderen? Daar kan geen bezwaar tegen zijn. Maar waar gebruiken zij die middelen? Dat is een belangrijke vraag! Terughoudendheid geldt voor Gods huis en Zijn dienst.
20 augustus 2015
Wim Sturm over digitalisering:
„De persoonlijke kleur gaat ontbreken” Naast de kansen die het online tijdperk biedt, ziet Wim Sturm uit Middelburg belangrijke nadelen. Handgeschreven brieven en dagboeken, die een inkijk geven in het hart van de gemeente, dreigen in de raderen van de digitalisering te verdwijnen. „De vraag is: houden we die persoonlijke verhalen vast?“
S
turm, die werkt als docent Economie aan het Hoornbeeck College te Goes, heeft een boeiende hobby: de kleine kerkgeschiedenis. „Lezen, voorlezen en verzamelen van boeken, met name over de kerkgeschiedenis, is ons thuis met de paplepel ingegeven,” vertelt hij. Zijn hobby leidde tot het uitgeven van een boek. Een aantal brieven van ds. W. de Wit (1906-1954) was voor hem de aanzet om een biografie over deze predikant te schrijven, die in 1997 verscheen onder de titel Hij is getrouw. Vooral geschreven documenten interesseren hem. Sturm: „De liefde tot bronnen als brieven en dagboeken, en dan speciaal die van de gemeenteleden zelf, heeft altijd mijn prioriteit gehad. Ook geschreven bronnen als notulen van kerkenraden en dergelijke zijn interessant, maar bronnen van de gemeenteleden zelf geven een ‘inkijk in het hart van de gemeente’. Dat is wat Geert Mak ‘geschiedenis door de achterdeur’ noemt. Die persoonlijke bronnen kleuren de vaak zwart-witte (kerk)geschiedenis. Dagboeken en brieven waren de communicatiemiddelen van vroeger. Die verdwijnen door de digitale revolutie.”
Andere communicatie De intermenselijke contacten zijn in vergelijking met vroeger aanzienlijk gewijzigd. Tegenwoordig is er er WhatsApp en sms. Maar die kunnen in de visie van Sturm niet de plaats van een brief innemen. Te vluchtig en oppervlakkig. „Toegespitst op de egodocu-
menten zijn er dus belangrijke verschillen die er voor zorgen dat de laatste dertig tot veertig jaar een grote afname is gekomen van brieven en dagboeken, zeker op het gebied van het kerkelijke leven,” licht hij toe. „Het beeld-denken verdringt het schrijven en lezen.” Biedt een digitaal archief als Digibron dan geen waardevol materiaal? Sturm: „Zeker wel, maar het vervangt absoluut niet de persoonlijk geschreven brief, waarin iemand zich ‘leeg’ schrijft aan de geadresseerde. Digibron ontsluit alleen gedrukte bronnen.”
doorvertellen De sociale media betekenen voor Sturm een verarming. De kerkgeschiedenis moet het gaan doen met zwart-wit. „De persoonlijke kleur gaat ontbreken,” meent hij. Sturm geeft verder geen oordeel over de sociale media. Hij wijst alleen op de consequentie van het gebruik voor kerkgeschiedenis. „De persoonlijke verhalen waarin de daden des Heeren naar voren komen, gaan verdwijnen. De vraag is: hoe houden we de persoonlijke verhalen met die inhoud vast?” „Het gaat mij vooral om het feit dat ieder die zich bezighoudt met historiebeschrijving de opdracht heeft vanuit Psalm 78 om de daden des Heeren door te vertellen aan de volgende generatie. Dat gaat dan veel verder dan over gebouwen, notulen en een organisatie. We moeten anderen jaloers maken en de persoonlijke documenten niet opsluiten in archiefkasten, maar publiceren en verspreiden.”
19