p c
r i
e 3de Directie
o
v
in
Limburg Infrastructuur, Ruimtelijke Ordening, Milieu en Natuur
Sectie 3.3.1
M i l i eu en Nat uur - V er gunni ngen
De deputatie van de provincie Limburg
Gelet op de mededeling van verandering van Bio-Energy nv, Ekkelgaarden 16 te 3500 HASSELT, ontvangen op het provinciebestuur op 2009-10-30, waarbij bovenvermelde meedeelt dat hij de hem verleende milieuvergunning (zie hierna) voor het exploiteren van een inrichting voor de verwerking van industriële organische nevenstromen d.m.v. anaërobe vergisting en digestaatbehandeling tot biogas, biomeststof en herbruikbaar water, op de kadastrale percelen van en te 3920 LOMMEL, Afdeling 2, Sectie A, nr(s) 1227N2, ter plaatse Maatheide 74A, wenst te veranderen, zodat deze volgende ingedeelde rubrieken zal omvatten: - (rubriek 2.2.3.e.) : opslag en biologische behandeling : vergisting van niet gevaarlijke afvalstoffen Vergund: installaties voor het vergisten van verpompbare, plantaardige reststromen (stroom1: biomassa van de aardappelverwekende bedrijven; stroom 2 organische nevenstromen van andere voedingsbedrijven) met het oog op de productie van elektriciteit, stoom, warm water en proceswater. De installaties hebben een totale verwerkingscapaciteit van 225.000 ton reststromen per jaar (klasse 1) Diversificatie van de te verwerken plantaardige stromen zonder verandering van de verwerkingscapaciteit – aangepaste rubrieknummering: een gedeelte van de organische nevenstromen wordt vervangen door cofermentaten afkomstig van land- en tuinbouwproducten (o.a. maïs, granen, …) en secundaire grondstoffen die in aanmerking komen voor het gebruik als meststof of bodemverbeterend middel en die aan de samenstellingsvoorwaarden cfr. artikel 4.2.1.1 van Vlarea voldoen + de aanpassing van het tankenpark voor opslag Toestand na verandering: installaties voor het vergisten van verpompbare, plantaardige reststromen en cofermentaten met het oog op de productie van elektriciteit, stoom, warm water en proceswater. De installaties hebben een totale verwerkingscapaciteit van 225.000 ton reststromen per jaar (klasse 1) - (rubriek 3.3.) : het lozen van niet in rubriek 3.6. begrepen huishoudelijk afvalwater in de openbare riolen Niet meer ingedeeld: lozen in de openbare riolering van huishoudelijk afvalwater afkomstig van 13 personen - (rubriek 3.6.3.1.b.) : afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie, voor de behandeling van bedrijfsafvalwater dat één of meer van de in bijlage 2C bij titel I van het Vlarem bedoelde gevaarlijke stoffen bevat in concentraties hoger dan de geldende milieukwaliteitsnormen voor het uiteindelijk ontvangende oppervlaktewaterlichaam, met uitzondering van de in rubriek 3.6.5. ingedeelde inrichtingen Ongewijzigde rubriek – aangepaste rubrieknummering: lozing in de openbare riolering van behandeld afvalwater afkomstig uit de digestaatbehandeling, met een max. debiet van 5 m³/uur – 120 m³/dag – 35.000 m³/jaar (klasse 2)
Kenmerk 023.03.10/V2009N078391 Dossier 750.71/A/09.350 Bijlagen //
1/10
-
-
-
-
-
-
-
-
-
(rubriek 12.1.2.b.) : elektriciteitsproductie, niet in rubrieken 20.1.5., 20.1.6. en 43.2. bedoelde inrichting voor elektriciteitsproductie, uitgezonderd de aspecten die betrekking hebben op de kernbrandstofcyclus, in de andere dan de sub a) bedoelde gevallen Ongewijzigde rubriek – aangepaste rubrieknummering: 4 biogasmotoren voor de productie van elektriciteit, met een totaal elektrisch vermogen van 5.000 kW (klasse 2) (rubriek 12.2.2.) : transformatoren Ongewijzigde rubriek: 4 transformatoren, elk met een individueel vermogen van 1.250 kVA (klasse 2) (rubriek 16.1.b.3°) : installaties voor de productie (met inbegrip van de gasraffinage) of omzetting van gassen, cokesgas uitgezonderd, overige Ongewijzigde rubriek: 3 vergisters voor de productie van biogas, met een totale productiecapaciteit van 2.200 Nm³/uur (klasse 1)
(rubriek 16.3.1.1.) : koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren en airconditioninginstallaties Vergund: diverse airco’s i.f.v. de burelen, met een totaal vermogen van 10 kW (klasse 3) Toestand na verandering: 11 airco’s met een totaal vermogen van 55 kW (klasse 3) (rubriek 16.3.2.1.a.) : inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen, andere dan onder 16.3.1. en 16.9.c., volledig gelegen in een industriegebied Ongewijzigde rubriek – aangepaste rubrieknummering en klassevermindering: 4 biogascompressoren met een vermogen van 45 kW; totaal vermogen = 180 kW (klasse 3 - voorheen klasse 2) (rubriek 17.3.3.3.) : opslagplaatsen voor oxiderende, schadelijke, corrosieve en irriterende stoffen Ongewijzigde rubriek: opslag van diverse C-, Xi en/of Xn-producten voor de behandeling van het digestaat en de productie van proceswater, opgeslagen in bovengrondse, dubbelwandige tanks, in vaten en in bussen, met een totaal inhoudsvermogen van 89.104 kg (klasse 1) (rubriek 31.1.3.) : vast opgestelde motoren Ongewijzigde rubriek – aangepaste rubrieknummering: 4 vast opgestelde motoren, aangedreven door biogas, met een totaal vermogen van 6.000 kW (klasse 1) (rubriek 39.1.2°) : stoomgeneratoren, andere dan lagedruk stoomgeneratoren Ongewijzigde rubriek: vermogen van 5.000 l (klasse 2) (rubriek 39.4.2°) : warmtewisselaars, andere dan deze vermeld onder rubriek 39.2. en deze voor op een stoomdistributienet aangesloten woningen Ongewijzigde rubriek: warmtewisselaars ingeschakeld bij de productie van warm water; totaal waterinhoudsvermogen van de secundaire ruimte = 6.000 liter (klasse 2) (rubriek 39.6.1°) : industriële installaties voor de productie van warm water Ongewijzigde rubriek: motoren voor de productie van warm water, met een totaal vermogen van 1,015 MW (klasse 2) (rubriek 43.1.1.a.) : verbrandingsinrichtingen zonder elektriciteitsproductie : stookinstallaties, e.d., volledig gelegen in een industriegebied en gestookt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas Ongewijzigde rubriek – aangepaste rubrieknummering en klassevermindering: 1 stookinstallatie die kan gevoed worden op biogas of op aardgas, met een vermogen van 1.015 kWth (klasse 3 – voorheen klasse 2)
Gelet op de terzake van toepassing zijnde reglementering, t.w. : - het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en zijn latere wijzigingen, inzonderheid op artikel 27;
Kenmerk 023.03.10/V2009N078391 Dossier 750.71/A/09.350 Bijlagen //
2/10
- het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Executieve, houdende vaststelling van het Vlaamse Reglement betreffende de Milieuvergunning (hierna afgekort als Vlarem I) en zijn latere wijzigingen, inzonderheid op hoofdstuk III bis (artikelen 6bis, 6ter, 6quater); - het besluit van 1 juni 1995 van de Vlaamse regering, houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II) en zijn latere wijzigingen; Gelet op de volgende vergunningen en beslissingen die met betrekking tot de exploitatie van bovenvermelde inrichting reeds werden getroffen en op datum van bovenvermelde mededeling van toepassing zijn: - Besluit van de deputatie d.d. 2006-01-18 inzake het verlenen van een milieuvergunning voor het exploiteren van een nieuwe inrichting voor de verwerking van industriële organische nevenstromen d.m.v. anaërobe vergisting en digestaatbehandeling tot biogas, biomeststof en herbruikbaar water (met een termijn tot 202601-18); - Besluit van de deputatie d.d. 2007-02-14 inzake de verandering door uitbreiding en wijziging van de vergunde inrichting; Gelet op het schrijven d.d. 2009-11-12, waarbij de indiener van de mededeling van verandering in kennis werd gesteld dat zijn mededeling volledig en ontvankelijk werd verklaard; Gelet op de brieven d.d. 2009-11-12, waarbij conform artikel 6 quater §3 van Vlarem I, door de gemachtigde ambtenaar advies werd gevraagd aan: - de Afdeling Milieuvergunningen - Dienst Limburg - het college van burgemeester en schepenen van de stad LOMMEL (stedenbouwkundige aspecten) Gelet op de brieven d.d. 2009-11-12, waarbij een afschrift van bovenvermelde mededeling van verandering werd gestuurd naar de belanghebbende overheden, vermeld in artikel 35,5, c van Vlarem I, met het verzoek hun eventuele opmerkingen en bezwaren i.v.m. de mededeling, binnen 30 kalenderdagen te laten kennen; Gelet op het advies van de Afdeling Milieuvergunningen - Dienst Limburg, d.d. 2009-12-04, waaruit het volgende blijkt: - De nv Bio-Energy betreft een vergunde inrichting voor de verwerking van industriële organische nevenstromen d.m.v. anaërobe vergisting en digestaatbehandeling tot biogas, biomeststof en herbruikbaar water; - De aanvraag beoogt het bekomen van een milieuvergunning bij wijze van aktename voor de verandering door: - Een diversificatie aan te brengen in de te verwerken stromen teneinde de operationaliteit te verbeteren zonder dat de totale verwerkingscapaciteit wijzigt. Een gedeelte van de organische nevenstromen zullen vervangen worden door co-fermentaten afkomstig van land- en tuinbouwproducten zoals o.a. (en nietlimitatief) maïs, granen, bieten, aardappelen, sudangras, aardpeer evenals secundaire grondstoffen die in aanmerking komen voor het gebruik als meststof of bodemverbeterend middel en die aan de samenstellingsvoorwaarden zoals voorzien in artikel 4.2.1.1 van Vlarea voldoen (uitbreiding van de te verwerken afvalstromen/wijziging vergistingsproces zonder dat de productiecapaciteit verhoogt); - Aangezien deze co-fermentaten niet steeds verpompbaar zijn, worden hiervoor afzonderlijke ontvangsttanks (5x25 m³) voorzien waarin de co-fermentaten kunnen gemengd worden met de vloeistof uit de vergisters of met overtollig hemelwater waarna ze naar de vergisters zullen verpompt worden (uitbreiding/wijziging opslagfaciliteiten); - Gelet op de toenemende diversiteit van de reeds vergunde nevenstromen, wenst Bio-Energy eveneens de oorspronkelijke vergunde ontvangstbuffers (3x100 m³) te vervangen door 1 opslagsilo met een inhoud van 100 m³ en een gecompartimenteerde ondergrondse opslagbunker (5x125 m³). Deze opslagbunker zal
Kenmerk 023.03.10/V2009N078391 Dossier 750.71/A/09.350 Bijlagen //
3/10
-
-
-
-
uitgevoerd worden als een vloeistofdichte betonkelder van waaruit de verpompbare nevenstromen naar de vergisters verpompt zullen worden (uitbreiding/wijziging opslagfaciliteiten); - Uitbreiding van de geïnstalleerde drijfkracht van de airco’s (uitbreiding); Volgende indelingsrubrieken zijn van toepassing op deze mededeling van verandering: - (rubriek 2.2.3.e) verandering door aanbrenging van diversificatie in de te verwerken stromen teneinde de operationaliteit te verbeteren zonder dat de totale verwerkingscapaciteit wijzigt – vervanging van de organische nevenstromen door co-fermentaten afkomstig van land- en tuinbouwproducten (o.a. maïs, granen, bieten, aardappelen, sudangras, aardpeer evenals secundaire grondstoffen die in aanmerking komen voor het gebruik als meststof of bodemverbeterend middel en die aan de samenstellingsvoorwaarden zoals voorzien in artikel 4.2.1.1 van Vlarea voldoen) + aanpassing van de opslagfaciliteiten/uitbreiding en wijziging – na verandering: Installaties met een verwerkingscapaciteit van 225 000 ton per jaar voor het vergisten van verpompbare, plantaardige reststromen met het oog op de productie van elektriciteit, stroom, warm water en proceswater (klasse 1 – was vergund onder rubriek 2.2.3.c voor installaties met een verwerkingscapaciteit van 225 000 ton per jaar voor het vergisten van verpompbare, plantaardige reststromen met het oog op de productie van elektriciteit, stoom, warm water en proceswater – rubrieksnummeringwijziging en verandering door uitbreiding/wijziging): - (rubriek 16.3.1.1°) uitbreiding van de geïnstalleerde drijfkracht zodat er na verandering 11 airco’s geëxploiteerd worden met een gezamenlijk vermogen van 55 kW (was vergund voor diverse airco’s voor de burelen met een totaal vermogen van 10 kW – klasse 3 – uitbreiding); Ingevolge de wijziging van de indeling dienen tevens volgende (vergunde) rubrieken als volgt aangepast: - Rubriek 3.3 komt te vervallen (is niet meer ingedeeld); - Rubriek 3.6.3.1° wordt rubriek 3.6.3.1.b); - Rubriek 12.1.1° wordt rubriek 12.1.2°b); - Rubriek 16.3.2.2° wordt rubriek 16.3.2.1°a); - Rubriek 31.1.2° wordt rubriek 31.1.3°; - Rubriek 43.1.2° wordt rubriek 43.1.1.°a); ADVIES: - De gemelde veranderingen betreffen in de 1ste en 3de klasse ingedeelde activiteiten; - Het betreft hier een vergunde inrichting van klasse 1, die een verandering wil doorvoeren binnen de vergunde percelen en binnen een als hinderlijk geachte inrichting van klasse 1 (rubriek 2.2.3.c – momenteel rubriek 2.2.3.e), die reeds in de vergunning is opgenomen; - De verwerkingscapaciteit wordt niet gewijzigd; - Inzake de preventie van geurbeladen emissies zal een afzuiging voorzien worden op zowel de (gecompartimenteerde) opslagbunker als op de bijkomende ontvangsttanks (bestemd voor opslag van cofermentaten); de afgezogen lucht zal naar 2 biofilters geleid worden en vervolgens als verbrandingslucht ingevoerd worden in de biogasmotoren; - Met betrekking tot voorkoming van mogelijke bodem- en grondwaterverontreiniging zal de opslagbunker uitgevoerd worden in vloeistofdichte beton en afgewerkt worden met een zuurbestendige coating; rondom de bijkomende ontvangsttanks zal een opstaande muur met een hoogte van 50 cm voorzien worden, ondanks het feit dat het hier de opslag van natuurlijke producten betreft; - Het betreft hier tevens een vergunde inrichting van klasse 1, die een verandering wil doorvoeren in een 3de klasse rubriek (16.3.1.1°) die reeds in de vergunning is opgenomen (uitbreiding van de geïnstalleerde drijfkracht van de airco’s); - Gelet op het voorgaande kan gesteld worden dat al deze veranderingen geen bijkomend risico inhouden, geen aantasting van het leefmilieu inhouden of de bestaande hinder niet zullen vergroten; de meegedeelde veranderingen kunnen volgens de afdeling Milieuvergunningen via aktename verleend worden; BESLUIT
Kenmerk 023.03.10/V2009N078391 Dossier 750.71/A/09.350 Bijlagen //
4/10
-
-
Overwegende dat de medegedeelde veranderingen geen bijkomend risico inhouden, geen aantasting van het leefmilieu inhouden of de bestaande hinder zullen vergroten; kunnen volgens de afdeling Milieuvergunningen deze veranderingen via aktename verleend worden; De milieuvergunningsvoorwaarden opgelegd in vorige vergunningsbesluiten van de deputatie dienen niet aangevuld te worden;
Gelet op het stilzwijgend gunstig advies van het College van Burgemeester en Schepenen van de stad Lommel (artikel 6 quater §3 laatste lid van Vlarem I); Gelet op het schrijven d.d. 2009-12-08 van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid – Afdeling Toezicht Volksgezondheid, waarbij een gunstig advies word uitgebracht voor de gevraagde verandering gezien deze wijziging geen rechtstreekse invloed heeft op de volksgezondheid; Gelet op het schrijven d.d. 2009-12-10 van de OVAM, waaruit volgende blijkt: - Algemene situering van de aanvraag - Momenteel is de inrichting bij deputatiebesluit van 18 januari 2006 vergund voor de verwerking van industriële organische nevenstromen door middel van anaërobe vergisting en digestaatbehandeling tot biogas, biomeststof en herbruikbaar water; - Deze aanvraag - Om de operationaliteit van de installatie te verbeteren, wenst Bio-Energy een diversificatie vaan te brengen in de te verwerken stromen. De totale jaarlijkse verwerkingscapaciteit van 225 000 ton wijzigt niet; - In de oorspronkelijke vergunningsvraag waren de volgende stromen voorzien: - Stroom 1: biomassa van aardappelverwerkende bedrijven (Farm Frites Belgium 180 000 ton/jaar); - Stroom 2: organische nevenstromen van andere voedingsbedrijven (45 000 ton/jaar); - Op dit ogenblik wenst Bio-Energy in de mogelijkheid te voorzien om een gedeelte van de organische nevenstromen te vervangen door co-fermentaten afkomstig van land- en tuinbouwproducten zoals o.a. en niet-limitatief maïs, granen, bieten, aardappelen, sudangras, aardpeer evenals secundaire grondstoffen die in aanmerking komen voor het gebruik als meststof of bodemverbeterend middel en die aan de samenstellingsvoorwaarden zoals voorzien in artikel 4.2.1.1 van Vlarea voldoen; - De aangevoerde co-fermentaten worden evenals de reeds vergunde nevenstromen opgenomen in het register. Secundaire grondstoffen moeten vergezeld zijn van een analyseverslag dat de conformiteit met de samenstellingsvereisten uit Vlarea aantoont; - Aangezien deze co-fermentaten niet steeds verpompbaar zijn, worden hiervoor afzonderlijke ontvangsttanks (5x25 m³) voorzien waarin de co-fermentaten kunnen gemengd worden met de vloeistof uit de vergisters of met overtollig hemelwater waarna ze naar de vergisters zullen verpompt worden; - Gelet op de toenemende diversiteit van de reeds vergunde nevenstromen, wenst Bio-Energy eveneens de oorspronkelijk vergunde ontvangstbuffers (3x100 m³) te vervangen door 1 opslagsilo met een inhoud van 100 m³ en een gecompartimenteerde ondergrondse opslagbunker (5x125 m³). Deze opslagbunker wordt uitgevoerd als een vloeistofdichte betonkelder van waaruit de verpompbare nevenstromen naar de vergisters verpompt worden. Op deze manier kan er een betere dosering gebeuren van de verschillende stromen en kan de biogasproductie geoptimaliseerd worden. De exploitant wenst ook de rubricering aan de gewijzigde Vlarem-wetgeving aan te passen; - Het afvalstoffenaspect van deze mededeling omvat volgende rubriek: 2.2.3.e) opslag en biologische behandeling van: vergisting van niet gevaarlijke afvalstoffen; - Bespreking en evaluatie van de aanvraag:
Kenmerk 023.03.10/V2009N078391 Dossier 750.71/A/09.350 Bijlagen //
5/10
De exploitant wenst in het kader van deze aanvraag naast co-fermentaten afkomstig van land- en tuinbouwproducten zoals o.a. en niet-limitatief maïs, granen, bieten, aardappelen, sudangras, aardpeer ook secundaire grondstoffen te verwerken; - Volgens artikel 4.1.1§1 van Vlarea wordt een afvalstof pas een secundaire grondstof vanaf het ogenblik dat ze voldoet aan de vastgestelde voorwaarden, namelijk: - De voorwaarden inzake herkomst; - De voorwaarden inzake samenstelling; - De bestemming moet bekend zijn; - Indien vereist beschikken over een gebruikscertificaat; - In dit concreet geval gebeuren er enerzijds nog behandelingen, namelijk verkleinen gevolgd door vergisten, en anderzijds staat de uiteindelijke bestemming nog niet vast; - Bovendien wordt meer dan 50% van het digestaat geloosd in de openbare riolering zodat er hier zeker geen sprake is van gebruik in of als meststof maar van het lozen van bedrijfsafvalwater; - Derhalve dient gesteld te worden dat het hier de vergisting van OBA’s (Organisch-biologische afvalstoffen) betreft in plaats van het vergisten van secundaire grondstoffen zoals bepaald in het Vlarea; - Voor de geurbeladen emissies wordt een afzuiging voorzien op zowel de opslagbunker als op de bijkomende ontvangsttanks. Deze afgezogen lucht wordt naar 2 biofilters geleid en wordt vervolgens als verbrandingslucht ingevoerd in de biogasmotoren. De kans op bijkomende geurhinder is bijgevolg minimaal; - De opslagbunker wordt uitgevoerd in beton zodat de kans op bodem- of grondwaterverontreiniging zeer klein is; Conclusies en advies: - De OVAM gaat akkoord met deze mededeling van kleine verandering gelet op het feit dat deze verandering niet van die aard is dat ze een bijkomend risico voor de mens of een aantasting van het leefmilieu inhoudt en dat de bestaande hinder niet vergroot; -
-
Overwegende dat de geplande veranderingen, vermeld onder de rubrieken 2.2.3.e en 16.3.1.1, niet van die aard zijn dat ze een bijkomend risico voor de mens of een aantasting van het leefmilieu inhouden of de bestaande hinder zouden vergroten; dat daarom akte kan worden genomen van de mededeling aangaande deze rubriek; Gehoord het verslag van Frank Smeets, lid van het college;
BESLUIT Artikel 1 §1. Hierbij wordt AKTE GENOMEN van bovenvermelde mededeling van Bio-Energy nv, Ekkelgaarden 16 te 3500 HASSELT, waarbij wordt meegedeeld dat hij de hem verleende milieuvergunning (zie hiervoren), voor het exploiteren van een inrichting voor de verwerking van industriële organische nevenstromen d.m.v. anaërobe vergisting en digestaatbehandeling tot biogas, biomeststof en herbruikbaar water, op de kadastrale percelen van en te 3920 LOMMEL, Afdeling 2, Sectie A, nr(s) 1227N2, ter plaatse Maatheide 74A, wenst te veranderen, zodat deze volgende ingedeelde rubrieken zal omvatten: - (rubriek 2.2.3.e.) : opslag en biologische behandeling : vergisting van niet gevaarlijke afvalstoffen Vergund: installaties voor het vergisten van verpompbare, plantaardige reststromen (stroom1: biomassa van de aardappelverwekende bedrijven; stroom 2 organische nevenstromen van andere voedingsbedrijven) met het oog op de productie van elektriciteit, stoom, warm water en proceswater. De installaties hebben een totale verwerkingscapaciteit van 225.000 ton reststromen per jaar (klasse 1) Kenmerk 6/10 023.03.10/V2009N078391 Dossier 750.71/A/09.350 Bijlagen //
-
-
-
-
-
-
-
-
Diversificatie van de te verwerken plantaardige stromen zonder verandering van de verwerkingscapaciteit – aangepaste rubrieknummering: een gedeelte van de organische nevenstromen wordt vervangen door cofermentaten afkomstig van land- en tuinbouwproducten (o.a. maïs, granen, …) en secundaire grondstoffen die in aanmerking komen voor het gebruik als meststof of bodemverbeterend middel en die aan de samenstellingsvoorwaarden cfr. artikel 4.2.1.1 van Vlarea voldoen + de aanpassing van het tankenpark voor opslag Toestand na verandering: installaties voor het vergisten van verpompbare, plantaardige reststromen en cofermentaten met het oog op de productie van elektriciteit, stoom, warm water en proceswater. De installaties hebben een totale verwerkingscapaciteit van 225.000 ton reststromen per jaar (klasse 1) (rubriek 3.3.) : het lozen van niet in rubriek 3.6. begrepen huishoudelijk afvalwater in de openbare riolen Niet meer ingedeeld: lozen in de openbare riolering van huishoudelijk afvalwater afkomstig van 13 personen
(rubriek 3.6.3.1.b.) : afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie, voor de behandeling van bedrijfsafvalwater dat één of meer van de in bijlage 2C bij titel I van het Vlarem bedoelde gevaarlijke stoffen bevat in concentraties hoger dan de geldende milieukwaliteitsnormen voor het uiteindelijk ontvangende oppervlaktewaterlichaam, met uitzondering van de in rubriek 3.6.5. ingedeelde inrichtingen Ongewijzigde rubriek – aangepaste rubrieknummering: lozing in de openbare riolering van behandeld afvalwater afkomstig uit de digestaatbehandeling, met een max. debiet van 5 m³/uur – 120 m³/dag – 35.000 m³/jaar (klasse 2) (rubriek 12.1.2.b.) : elektriciteitsproductie, niet in rubrieken 20.1.5., 20.1.6. en 43.2. bedoelde inrichting voor elektriciteitsproductie, uitgezonderd de aspecten die betrekking hebben op de kernbrandstofcyclus, in de andere dan de sub a) bedoelde gevallen Ongewijzigde rubriek – aangepaste rubrieknummering: 4 biogasmotoren voor de productie van elektriciteit, met een totaal elektrisch vermogen van 5.000 kW (klasse 2) (rubriek 12.2.2.) : transformatoren Ongewijzigde rubriek: 4 transformatoren, elk met een individueel vermogen van 1.250 kVA (klasse 2) (rubriek 16.1.b.3°) : installaties voor de productie (met inbegrip van de gasraffinage) of omzetting van gassen, cokesgas uitgezonderd, overige Ongewijzigde rubriek: 3 vergisters voor de productie van biogas, met een totale productiecapaciteit van 2.200 Nm³/uur (klasse 1) (rubriek 16.3.1.1.) : koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren en airconditioninginstallaties Vergund: diverse airco’s i.f.v. de burelen, met een totaal vermogen van 10 kW (klasse 3) Toestand na verandering: 11 airco’s met een totaal vermogen van 55 kW (klasse 3) (rubriek 16.3.2.1.a.) : inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen, andere dan onder 16.3.1. en 16.9.c., volledig gelegen in een industriegebied Ongewijzigde rubriek – aangepaste rubrieknummering en klassevermindering: 4 biogascompressoren met een vermogen van 45 kW; totaal vermogen = 180 kW (klasse 3 - voorheen klasse 2) (rubriek 17.3.3.3.) : opslagplaatsen voor oxiderende, schadelijke, corrosieve en irriterende stoffen Ongewijzigde rubriek: opslag van diverse C-, Xi en/of Xn-producten voor de behandeling van het digestaat en de productie van proceswater, opgeslagen in bovengrondse, dubbelwandige tanks, in vaten en in bussen, met een totaal inhoudsvermogen van 89.104 kg (klasse 1) (rubriek 31.1.3.) : vast opgestelde motoren Ongewijzigde rubriek – aangepaste rubrieknummering: 4 vast opgestelde motoren, aangedreven door biogas, met een totaal vermogen van 6.000 kW (klasse 1)
Kenmerk 023.03.10/V2009N078391 Dossier 750.71/A/09.350 Bijlagen //
7/10
(rubriek 39.1.2°) : stoomgeneratoren, andere dan lagedruk stoomgeneratoren Ongewijzigde rubriek: vermogen van 5.000 l (klasse 2) - (rubriek 39.4.2°) : warmtewisselaars, andere dan deze vermeld onder rubriek 39.2. en deze voor op een stoomdistributienet aangesloten woningen Ongewijzigde rubriek: warmtewisselaars ingeschakeld bij de productie van warm water; totaal waterinhoudsvermogen van de secundaire ruimte = 6.000 liter (klasse 2) - (rubriek 39.6.1°) : industriële installaties voor de productie van warm water Ongewijzigde rubriek: motoren voor de productie van warm water, met een totaal vermogen van 1,015 MW (klasse 2) - (rubriek 43.1.1.a.) : verbrandingsinrichtingen zonder elektriciteitsproductie : stookinstallaties, e.d., volledig gelegen in een industriegebied en gestookt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas Ongewijzigde rubriek – aangepaste rubrieknummering en klassevermindering: 1 stookinstallatie die kan gevoed worden op biogas of op aardgas, met een vermogen van 1.015 kWth (klasse 3 – voorheen klasse 2) §2. Het aan dit besluit gehecht plan vervangt het plan gehecht aan de basisvergunning, verleend bij besluit d.d. 2006-01-18. Deze akteneming geldt als milieuvergunning voor een termijn die vervalt gelijktijdig met de basisvergunning, hetzij op 2026-01-18 . -
Artikel 2 §1. De in artikel 1 bedoelde vergunde inrichting moet in gebruik worden genomen binnen een termijn van drie jaar, te rekenen vanaf de datum van dit besluit. De in deze beslissing vermelde exploitatievoorwaarden zijn onmiddellijk van toepassing vanaf het ogenblik dat een inrichting wordt geëxploiteerd (dus in gebruik is genomen) tenzij in de voorwaarden zelf anders wordt bepaald.
§2. In de mate dat voor de inrichting die het voorwerp uitmaakt van de in artikel 1 bedoelde akteneming, krachtens artikel 99, §1 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening een vergunning nodig is, wordt deze milieuvergunning geschorst zolang deze stedenbouwkundige vergunning niet definitief is verleend, in de zin van artikel 133bis, 1°, of artikel 193, §2bis, eerste lid, van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening. In afwijking van het bepaalde in §1 gaat de termijn van ingebruikname van de milieuvergunning slechts in op de dag dat de vergunning voor handelingen, werken en wijzigingen bedoeld in artikel 99, §1, van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening definitief is verleend. §3. Wordt de vergunning voor handelingen, werken en wijzigingen bedoeld in artikel 99, §1, van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, evenwel definitief geweigerd, in de zin van artikel 133bis, 2°, of artikel 193, §2bis, alinea 2, van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, dan vervalt de in artikel 1 bedoelde milieuvergunning van rechtswege. Artikel 3 De in artikel 1 bedoelde vergunning is afhankelijk van de strikte naleving van: 1) de voorwaarden opgelegd in de basisvergunning (vorige vergunningsbesluiten) 2) de thans geldende algemene en sectoriële voorwaarden van Vlarem II. Artikel 4 Alle andere bepalingen van deze basisvergunning zijn eveneens van toepassing op deze akteneming. Artikel 5 Een afschrift van dit besluit zal AANGETEKEND worden gezonden: 1. voor BEKENDMAKING (aanplakking) aan de burgemeester van en te 3920 LOMMEL, samen met een exemplaar van de aangehechte plannen De burgemeester is belast met de bekendmaking (aanplakking) van de beslissing overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk IX van VLAREM I. Kenmerk 8/10 023.03.10/V2009N078391 Dossier 750.71/A/09.350 Bijlagen //
2. voor KENNISNEMING aan: a) de indiener-exploitant, met name Bio-Energy nv, Ekkelgaarden 16 te 3500 HASSELT, samen met een exemplaar van de aangehechte plannen b) de Afdeling Milieu-inspectie - Limburg, Koningin Astridlaan 50/5 te 3500 HASSELT, samen met een exemplaar van de aangehechte plannen c) het college van burgemeester en schepenen van en te 3920 LOMMEL d) de Provinciale Milieuvergunningscommissie e) de Afdeling Milieuvergunningen - Dienst Limburg, Koningin Astridlaan 50/5 te 3500 HASSELT f) het Agentschap R-O Vlaanderen, Ruimtelijke Ordening, Koningin Astridlaan 50/1 te 3500 HASSELT g) de OVAM, Stationsstraat 110 te 2800 MECHELEN h) de VMM, A. Van de Maelestraat 96 te 9320 EREMBODEGEM i) de NV AQUAFIN, Dijkstraat 8 te 2630 AARTSELAAR j) het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid, Afdeling Toezicht Volksgezondheid, Koningin Astridlaan 50/7 te 3500 HASSELT k) de FOD WASO, Toezicht op het Welzijn op het Werk – Directie Limburg, TT 14, Sint-Jozefstraat 10.10 te 3500 HASSELT l) de 7de Directie – Financiën en Automatisering – van het provinciebestuur. Artikel 6 §1. Tegen deze beslissing kan (zie echter ook §3), overeenkomstig artikel 51 van Vlarem I, een beroep worden ingediend bij de Vlaamse regering, gericht aan de Vlaamse minister van Leefmilieu, p.a. Afdeling Milieuvergunningen, Koning Albert II-laan 20 bus 8 te 1000 BRUSSEL. Het beroep moet worden ingediend met een aangetekend schrijven binnen een termijn van dertig kalenderdagen na de dag van verzending (betekening) van een voor eensluidend verklaard afschrift van de beslissing aan de aanvrager en aan de belanghebbende overheidsorganen en diensten, bedoeld in artikel 49, §1, 1°, 2° en 3° van VLAREM I, of na de dag van aanplakking (openbare bekendmaking) van de beslissing als het beroep uitgaat vanwege andere personen of instellingen. Het beroepschrift moet, op straffe van niet-ontvankelijkheid, vergezeld zijn van een kopie van het attest van bekendmaking (betekening of aanplakking) van de omstreden beslissing, alsook van een bewijs van storting van het voorgeschreven bedrag aan onderzoekskosten voor het beroepsdossier. §2. Ingevolge de koppeling van de stedenbouwkundige vergunning aan de milieuvergunning vervalt vergunning voor handelingen, werken en wijzigingen bedoeld in artikel 99, §1 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening van rechtswege, indien er een administratief beroep werd ingesteld tegen onderhavig besluit, vanaf de weigering van de milieuvergunning door de vergunningverlenende overheid in beroep. §3. Er is geen georganiseerd hoger beroep mogelijk tegen de mededelingen van veranderingen die NIET ALS DUSDANIG WERDEN AANVAARD en waarvoor een milieuvergunningsAANVRAAG moet worden ingediend. In dat geval kan enkel nog bij aangetekende brief een beroep tot nietigverklaring, al dan niet voorafgegaan door of vergezeld van een beroep tot schorsing, worden ingesteld bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Wetenschapstraat 33 te 1040 BRUSSEL. Het beroep tot nietigverklaring en eventueel het beroep tot schorsing moeten ingesteld worden binnen een termijn van 60 dagen vanaf de datum van bekendmaking/betekening van dit besluit.
Aanwezig: Herman Reynders, gouverneur-voorzitter; Marc Vandeput, Sylvain Sleypen, Gilbert Van Baelen, Frank Smeets, Walter Cremers, Erika Thijs, leden; Renata Camps , provinciegriffier
Kenmerk 023.03.10/V2009N078391 Dossier 750.71/A/09.350 Bijlagen //
9/10
Hasselt d.d. 2010-01-07
De verslaggever, get. Frank Smeets
De provinciegriffier, get. Renata Camps
De gouverneur-voorzitter, get. Herman Reynders
Voor eensluidend afschrift namens de provinciegriffier
Frank Vranken bestuursdirecteur
Kenmerk 023.03.10/V2009N078391 Dossier 750.71/A/09.350 Bijlagen //
10/10